onderwijs - Studentinfo - Avans Hogeschool
onderwijs - Studentinfo - Avans Hogeschool
onderwijs - Studentinfo - Avans Hogeschool
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
ACADEMIE VOOR DEELTIJD<br />
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING<br />
VAN DE DEELTIJDOPLEIDINGEN<br />
ACCOUNTANCY<br />
EN<br />
BEDRIJFSECONOMIE<br />
(BACHELOR OF ECONOMICS)<br />
COLLEGEJAAR 2010-2011<br />
Academie Academie voor Deeltijd<br />
Opleidingen AC en BE<br />
Datum vaststelling academiedirecteur 27-05-2010<br />
Datum advies opleidingscommissie 01-07-2010<br />
Datum instemming academieraad 01-07-2010
INHOUDSOPGAVE<br />
Hoofdstuk 1 Algemeen<br />
1.1 algemene bepalingen<br />
1.2 begripsbepalingen<br />
1.3 toepasselijkheid<br />
Hoofdstuk 2 Grondslagen van de opleiding<br />
2.1 opleidingsprofiel en competenties<br />
2.2 beroepsvereisten<br />
Hoofdstuk 3 Vooropleiding en toelating<br />
3.1 onderzoek in verband met nadere vooropleidingseisen<br />
3.2 onderzoek in verband met vrijstelling van vooropleidingseisen op grond van een<br />
buitenlands diploma<br />
3.3 onderzoek in verband met aanvullende eisen<br />
3.4 toelatingsonderzoek<br />
3.5 eisen werkkring<br />
3.6 eis voor niet-EU studenten<br />
Hoofdstuk 4 De voltijdse bacheloropleiding<br />
Niet van toepassing.<br />
Hoofdstuk 4A De voltijdse Associate-Degreeopleiding (Ad)<br />
Niet van toepassing.<br />
Hoofdstuk 5 De deeltijdse Bachelor-opleiding<br />
5.1 opleidingsvorm<br />
5.2 taal<br />
5.3 structuur van de bacheloropleiding<br />
5.3.1 de bacheloropleiding met major/minorstructuur<br />
5.3.2 de bacheloropleiding met afstudeerrichtingen<br />
5.4 studielast en studieduur<br />
5.5 duur, omvang en samenstelling<br />
5.5.1 deeltijdse opleiding<br />
5.5.2 vrijstellingen voor studenten met een WEB-opleiding<br />
5.5.3 vrijstellingen voor studenten met Vwo-opleiding<br />
5.5.4 vrijstellingen voor studenten met een Ad-opleiding<br />
5.5.5 andere instroomgroepen met een standaardvrijstelling<br />
5.6 studieadvies en bindende afwijzing<br />
5.6.1 voorlopig studieadvies<br />
5.6.2 definitief studieadvies<br />
5.6.3 bindende afwijzing<br />
5.7 inschrijving in de postpropedeutische fase<br />
5.8 de postpropedeutische fase<br />
5.9 programmawijzigingen<br />
Hoofdstuk 5A De deeltijdse Associate-Degreeopleiding (Ad)<br />
5A.1 opleidingsvorm<br />
5A.2 taal<br />
5A.3 structuur van de Ad-opleiding<br />
5A.4 studielast en studieduur<br />
5A.5 duur, omvang en samenstelling<br />
5A.5.1 deeltijdse Ad-opleiding<br />
5A.5.2 vrijstellingen voor studenten met een WEB-opleiding<br />
5A.5.3 vrijstellingen voor studenten met een Vwo-opleiding<br />
5A.5.4 andere instroomgroepen met een standaardvrijstelling<br />
5A.6 studieadvies en bindende afwijzing<br />
5A.6.1 voorlopig studieadvies<br />
5A.6.2 definitief studieadvies<br />
5A.6.3 bindende afwijzing<br />
5A.7 inschrijving in de postpropedeutische fase<br />
OER ADT-BEC 2010-2011 versiedatum: 14 juli 2010 1
5A.8 programmawijzigingen<br />
Hoofdstuk 6 De duale Bachelor-opleiding<br />
Niet van toepassing.<br />
Hoofdstuk 6A De duale Associate-Degreeopleiding (Ad)<br />
Niet van toepassing.<br />
Hoofdstuk 7 Studiebegeleiding / studievoortgang<br />
7.1 studiebegeleiding<br />
7.2 studievoortgangregistratie<br />
7.3 studievoortganggarantie<br />
Hoofdstuk 8 Examens en tentamens<br />
8.1 propedeutisch examen<br />
8.2 (afsluitend) examen<br />
8.3 tentamen<br />
8.4 inrichting van tentamens<br />
8.5 tentamenvolgorde<br />
8.6 tijdvakken en frequenties voor het afleggen van tentamens<br />
8.7 aanmelding<br />
8.8 beoordeling<br />
8.9 bekendmaking tentamenuitslag<br />
8.10 bekendmaking examenuitslag<br />
8.11 geldigheidsduur<br />
8.12 bewaring<br />
8.13 inzage<br />
8.14 vrijstellingen<br />
8.15 gedragsregels bij groepsgewijze, schriftelijke tentamens<br />
8.16 calamiteitenregeling<br />
8.17 onregelmatigheden<br />
8.18 getuigschriften en verklaringen<br />
8.19 graadverlening<br />
8.20 ‘cum laude’<br />
Hoofdstuk 9 Bezwaar, beroep en klachten<br />
9.1 bezwarenregeling<br />
9.2 beroepsregeling<br />
9.3 klachtrecht<br />
Hoofdstuk 10 Vaststelling en wijziging<br />
10.1 herziening, vaststelling, inwerkingtreding<br />
10.2 wijziging<br />
10.3 onvoorziene omstandigheden<br />
Bijlage 1 Begripsbepalingen<br />
OER ADT-BEC 2010-2011 versiedatum: 14 juli 2010 2
DEEL B2<br />
DE INHOUD VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELINGEN<br />
Hoofdstuk 1 ALGEMEEN<br />
1.1 Algemene bepalingen<br />
1 <strong>Avans</strong> <strong>Hogeschool</strong> kent conform artikel 7.59 van de WHW, een studentenstatuut dat is<br />
vastgesteld door de Raad van Bestuur van de hogeschool, na instemming van de<br />
medezeggenschapsraden.<br />
Het Studentenstatuut bestaat uit een instellingsspecifiek deel (instemming AMR) en een<br />
opleidingsspecifiek deel (instemming Academieraad). Het instellingsspecifiek deel is<br />
opgenomen in een afzonderlijk document. De <strong>onderwijs</strong>- en examenregeling is onderdeel<br />
van het opleidingsspecifiek deel van het Studentenstatuut.<br />
2 De <strong>onderwijs</strong>- en examenregeling voldoet aan de regels en voorschriften van het onderdeel<br />
”<strong>onderwijs</strong>- en examenregelingen” van de “Kaderregeling voor het opleidingsspecifiek deel<br />
van het studentenstatuut”. Deze kaderregeling wordt vastgesteld door de Raad van<br />
Bestuur.<br />
3 De <strong>onderwijs</strong>- en examenregeling wordt vastgesteld door de academiedirectie conform de<br />
“Kaderregeling voor de herziening en vaststelling van de <strong>onderwijs</strong>- en examenregelingen”.<br />
4 De academiedirectie draagt zorg voor een jaarlijkse evaluatie van de <strong>onderwijs</strong>- en<br />
examenregeling en weegt daarbij het tijdsbeslag voor de studenten, dat daaruit<br />
voortvloeit, ten behoeve van de bewaking en zonodig de bijstelling van de studielast.<br />
(WHW artikel 7.14).<br />
5 De <strong>onderwijs</strong>- en examenregeling wordt jaarlijks geëvalueerd door de opleidingscommissie.<br />
De opleidingscommissie presenteert de resultaten van de evaluatie aan de<br />
academiedirectie.<br />
1.2 Begripsbepalingen<br />
De begripsbepalingen voor zover relevant voor de Onderwijs- en Examenregeling (OER) worden<br />
opgenomen in de OER.<br />
De begripsbepalingen die zijn opgenomen in bijlage 1 worden op hogeschoolniveau vastgesteld en<br />
betreffen een voorgeschreven tekst.<br />
1.3 Toepasselijkheid<br />
1.3.1 De <strong>onderwijs</strong>- en examenregeling is van toepassing voor alle cohorten studenten, en<br />
uitsluitend voor het studiejaar 2010-2011.<br />
1.3.2 Indien op 1 september 2010 de <strong>onderwijs</strong>- en examenregeling 2010-2011 nog niet gereed<br />
is blijft, in uitzondering op 1.3.1, de <strong>onderwijs</strong>- en examenregeling 2009-2010 van kracht<br />
totdat de <strong>onderwijs</strong>- en examenregeling 2010-2011 van kracht is geworden.<br />
1.3.3<br />
1 Deze <strong>onderwijs</strong>- en examenregeling legt de rechten en de plichten van studenten van de<br />
opleiding(en)<br />
naam opleiding Brinnummer ISAT-code Graad (afk.)<br />
B Opleiding Accountancy 07GR 34406 BEC<br />
Ad Opleiding Accountancy 07GR 80008 ADEC<br />
B Opleiding Bedrijfseconomie 07GR 34401 BEC<br />
vast evenals de daaruit voortvloeiende verplichtingen van de Raad van Bestuur, de<br />
Academiedirectie, de examencommissie en de medewerkers van de opleiding.<br />
2 Waar in deze regeling sprake is van studenten, worden daaronder mede extraneï<br />
begrepen, tenzij anders is bepaald.<br />
OER ADT-BEC 2010-2011 versiedatum: 14 juli 2010 3
Hoofdstuk 2 GRONDSLAGEN VAN DE OPLEIDING<br />
2.1 Het opleidingsprofiel en de competenties<br />
1 De competenties waarover de afgestudeerde van de opleiding beschikt zijn:<br />
Competenties B Ec AC:<br />
“De beginnende beroepsbeoefenaar demonstreert dat hij in staat is......”<br />
I UITVOERENDE TAKEN<br />
1e segment: Controle werkzaamheden<br />
- een controle programma op te stellen<br />
- controlewerkzaamheden zelfstandig uit te voeren<br />
- conclusies te trekken uit controle-informatie<br />
- in goede samenwerking met cliënten zijn controlewerkzaamheden te verrichten<br />
- een bijdrage te leveren aan de management letter<br />
- een accountantsrapport op te stellen naar aanleiding van de controle<br />
- controle-dossiers bij te houden<br />
2e segment: Administratie<br />
- een administratie te voeren dan wel cliënten of assistent te begeleiden bij het voeren<br />
van een administratie<br />
- uit een administratie een jaarrekening samen te (laten) stellen<br />
- een (door cliënt of assistenten samengestelde) jaarrekening te beoordelen<br />
- bevindingen van een samenstellingsopdracht te rapporteren en te bespreken met de<br />
cliënt<br />
- op administratief gebied als aanspreekpunt voor cliënten te fungeren<br />
- een administratief systeem te beoordelen dan wel een (nieuw) systeem op te zetten<br />
3e segment: Fiscaliteit<br />
- een fiscale winstberekening op te stellen (als basis voor het verzorgen of controleren<br />
van aangiften door cliënten)<br />
- de behoefte aan fiscale adviezen te onderkennen en te (laten) vervullen<br />
- de fiscale belangen van cliënten te behartigen<br />
4e segment: Advies<br />
- in het kader van een controle adviezen te verstrekken ter verbetering van de AO en IC<br />
naar aanleiding van een controleproces<br />
- in contacten met cliënten advies behoeften te onderkennen en te signaleren<br />
- te signaleren wanneer cliënten moeten worden doorverwezen naar specialisten<br />
- een advies te schrijven en te presenteren<br />
II PARTICIPANT VAN EEN ARBEIDSORGANISATIE<br />
- projectmatig en in een team te werken<br />
- een oordeel te geven over het werk/ de inzet van zichzelf en van anderen<br />
- leiding te geven aan de uitvoering van werkzaamheden<br />
- een bijdrage te leveren aan het beleid en beheer van de eigen organisatie<br />
- een bijdrage te leveren aan de kwaliteitszorg binnen de eigen organisatie<br />
III LID VAN EEN BEROEPSGROEP<br />
- de eigen professionaliteit voortdurend te ontwikkelen<br />
- eigen beroepsmatig handelen, houding en motivatie verder te ontwikkelen<br />
- de eigen loopbaan uit te stippelen en in te vullen<br />
- de grenzen van het vakgebied te verkennen<br />
- de veranderingen in de maatschappij te signaleren en bij zijn werkzaamheden hierop<br />
in te spelen<br />
- gegevens over de beroepsuitoefening te verzamelen<br />
- verworven kennis en inzichten aan anderen over te dragen<br />
Competenties B Ec BE :<br />
Ontwerpen, inrichten en onderhouden van (geautomatiseerde) informatiesystemen voor het<br />
besturen van organisaties.<br />
1. Vormgeven, inrichten en toetsen van de administratieve organisatie.<br />
2. Bepalen en beheersen van financieel-economische en fiscale risico’s.<br />
3. Bepalen en verstrekken van financieel-economische en fiscale informatie voor<br />
besluitvorming.<br />
4. Verstrekken van informatie t.b.v. externe belanghebbenden.<br />
OER ADT-BEC 2010-2011 versiedatum: 14 juli 2010 4
5. Geven van adviezen en verlenen van diensten op financieel-economisch en fiscaal<br />
terrein aan belanghebbenden.<br />
6. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie):<br />
samenwerken in een beroepsomgeving en meedenken over doelen en<br />
inrichting van de organisatie, waaruit eisen voortvloeien die betrekking hebben<br />
op de volgende kenmerken: multidisciplinariteit en interdisciplinariteit,<br />
klantgerichtheid, collegialiteit, leidinggeven (het sociale deel van de<br />
competentie);<br />
communiceren intern op alle niveaus, effectief en in de gangbare bedrijfstaal,<br />
veelal in het Nederlands en/of Engels; in termen van beroepstaken omvat dat<br />
zaken als het opstellen en schrijven van plannen en notities, informeren,<br />
overleg voeren, draagvlak creëren, stimuleren, motiveren, overtuigen,<br />
verwoorden van besluiten.<br />
7. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional):<br />
sturen en reguleren van de eigen ontwikkeling ten aanzien van leren,<br />
resultaatgericht werken, initiatief nemen en zelfstandig optreden, flexibiliteit;<br />
nadenken en reflecteren over en verantwoording nemen voor eigen handelen<br />
wat wijst op betrokkenheid en kritische zelfbeoordeling;<br />
ontwikkelen van een beroepshouding met ruimte voor normatief-culturele<br />
aspecten, respect voor anderen, een beroepscode en ethische principes voor<br />
het professioneel handelen;<br />
leveren van een bijdrage aan de verdere professionalisering van de branche,<br />
publicaties, bijdragen aan congressen, enzovoort.<br />
2.2 Beroepsvereisten<br />
AC<br />
Voor de opleiding accountancy gelden geen nadere beroepsvereisten bij instroom in de<br />
propedeuse. Het beroep accountant is door de wet beschermd. De Commissie Eindtermen<br />
Accountancyopleiding (CEA) is aangewezen om erop toe te zien dat toetreders tot het beroep aan<br />
bepaalde eisen voldoen.<br />
BE<br />
Voor de opleiding gelden geen nadere beroepsvereisten.<br />
OER ADT-BEC 2010-2011 versiedatum: 14 juli 2010 5
Hoofdstuk 3 VOOROPLEIDING EN TOELATING<br />
3.1 Onderzoek in verband met nadere vooropleidingseisen<br />
Voor de student met een vooropleiding Havo/Vwo die nog niet gebaseerd was op de zgn.<br />
vernieuwde 2 e fase wordt een aanvullend onderzoek gedaan naar het voldoen aan de volgende<br />
vakkenpakketeisen:<br />
Voor de opleidingen Accountancy en Bedrijfseconomie van de Bachelor of Economics:<br />
Voor de opleidingen gelden geen vakkenpakketeisen.<br />
3.2 Onderzoek in verband met vrijstelling van de vooropleidingseisen op grond van<br />
een diploma dat in het buitenland is afgegeven (WHW artikel 7.29).<br />
De student die is vrijgesteld van de vooropleidingseisen op basis van een diploma dat in het<br />
buitenland is afgegeven en dat gelijkwaardig is aan de vooropleidingseisen, kan geen tentamens of<br />
examens afleggen voordat hij het staatsexamen NT2 niveau 4 (Nederlands als tweede taal) met<br />
succes heeft afgelegd, dan wel middels een ander onderzoek ten behoeve van de academiedirectie<br />
voldoende beheersing van de Nederlandse taal is aangetoond. Vlaamse studenten zijn<br />
uitgezonderd van deze onderzoeken.<br />
3.3 Onderzoek in verband met aanvullende eisen (WHW artikel 7.26, 726a)<br />
Niet van toepassing.<br />
3.4 Toelatingsonderzoek<br />
1 De student die 21 jaar of ouder is en die niet voldoet aan de vooropleidingseisen als<br />
bedoeld in artikel 7.25 van de WHW en daarvan niet is vrijgesteld op grond van artikel<br />
7.28 lid 1 of lid 2 van de WHW, kan toch worden vrijgesteld van de vooropleidingseisen<br />
indien hij voldoet aan de eisen van het toelatingsonderzoek.<br />
2 De academiedirectie kan bepalen dat de in lid 1 genoemde leeftijdsgrens niet van<br />
toepassing is voor de student die in het bezit is van een buiten Nederland afgegeven<br />
diploma dat in het eigen land toelating geeft tot een opleiding aan een instelling voor hoger<br />
<strong>onderwijs</strong>.<br />
3 Het toelatingsonderzoek betreft een onderzoek naar de geschiktheid voor het <strong>onderwijs</strong> in<br />
de opleiding en naar de mate van beheersing van de Nederlandse taal.<br />
4 De eisen van het toelatingsonderzoek zijn:<br />
a het diploma voorbereidend wetenschappelijk <strong>onderwijs</strong> (VWO) of van<br />
b het diploma hoger algemeen voortgezet <strong>onderwijs</strong> (HAVO) of van<br />
c het diploma van een middenkaderopleiding of van een specialistenopleiding als bedoeld in<br />
artikel 7.2.2. eerste lid van de Wet Educatie en Beroeps<strong>onderwijs</strong>, of van<br />
d het diploma van de bij ministeriële regeling aangewezen vakopleiding bedoeld in artikel<br />
7.2.2. eerste lid onder c van de Wet Educatie en Beroeps<strong>onderwijs</strong>.<br />
5 Het toelatingsonderzoek wordt uitgevoerd door of namens de examencommissie.<br />
3.5 Eisen werkkring (WHW artikel 7.27)<br />
1 Voor de inschrijving voor de deeltijdse opleiding worden geen eisen aan de werkkring<br />
gesteld.<br />
3.6 Eis voor niet-EU-studenten die een Engelstalige opleiding willen volgen<br />
(Bindingsbesluit HBO-raad dd. 30 september 2005)<br />
Niet van toepassing.<br />
OER ADT-BEC 2010-2011 versiedatum: 14 juli 2010 6
Hoofdstuk 4 DE VOLTIJDSE BACHELOROPLEIDING<br />
4.1 Opleidingsvorm (WHW artikel 7.13 lid 2i)<br />
Niet van toepassing.<br />
Hoofdstuk 4A DE VOLTIJDSE ASSOCIATE-DEGREEOPLEIDING<br />
Niet van toepassing.<br />
OER ADT-BEC 2010-2011 versiedatum: 14 juli 2010 7
Hoofdstuk 5 DE DEELTIJDSE BACHELOROPLEIDING<br />
5.1 Opleidingsvorm (WHW artikel 7.13 lid 2i)<br />
De opleiding is ingericht als deeltijdse opleiding.<br />
5.2 Taal (WHW artikel 7.2)<br />
Het <strong>onderwijs</strong> wordt gegeven en de tentamens worden afgenomen in het Nederlands.<br />
In afwijking hiervan kan een andere taal worden gebezigd:<br />
a. wanneer het een opleiding met betrekking tot die taal betreft,<br />
b. wanneer het <strong>onderwijs</strong> betreft dat in het kader van een gastcollege door een anderstalige<br />
docent gegeven wordt, of<br />
c. indien de specifieke aard, de inrichting of de kwaliteit van het <strong>onderwijs</strong> dan wel de<br />
herkomst van de studenten daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de Academiedirectie<br />
vastgestelde gedragscode.<br />
5.3 Structuur van de opleiding<br />
5.3.1 De bacheloropleiding met major/minorstructuur<br />
1 Conform het <strong>Avans</strong> beleidskader voor bacheloropleidingen 1 bestaat de opleiding uit twee<br />
delen:<br />
A de beroepsprofilering;<br />
dit deel heeft betrekking op de domeincompetenties en omvat één major met een<br />
omvang 210 studiepunten (60 sp propedeuse en 150 sp hoofdfase).<br />
B de individuele profilering; dit deel is ter vrije keuze van de student en kan al of niet<br />
betrekking hebben op de domeincompetenties en heeft een omvang van 30<br />
studiepunten.<br />
2 Het deel beroepsprofilering van de opleiding bestaat uit de volgende major en minor(s)<br />
Major Accountancy 210 studiepunten<br />
Minor Accountancy 30 studiepunten<br />
Major Bedrijfseconomie 210 studiepunten<br />
Minor Belastingrecht 30 studiepunten<br />
Minor Risk en Creditmanagent 30 studiepunten<br />
3 Het deel individuele profilering is ter vrije keuze van de student en heeft een omvang van<br />
30 studiepunten. Onderstaande minors zijn geaccepteerd als onderdeel van de opleidingen<br />
AC-BE (NB dit zijn de minors die binnen ADT worden aangeboden):<br />
Minor Strategie en Innovatie 30 studiepunten<br />
Minor Personeel en Arbeid 30 studiepunten<br />
Minor Sales en account management 30 studiepunten<br />
Minor Marketing Management 30 studiepunten<br />
Minor Small Business & Retailmanagement 30 studiepunten<br />
Minor Sportmarketing 30 studiepunten<br />
Minor Communicatiemanagement 30 studiepunten<br />
Minor Mediamanagement 30 studiepunten<br />
Minor Projectmanagement 30 studiepunten<br />
Minor Persoonlijke Effectiviteit voor Professionals 30 studiepunten<br />
Minor Veranderen in organisaties 30 studiepunten<br />
Minor Zorgmarketing 30 studiepunten<br />
4 Als de student een minor kiest uit de minorcatalogus dan beperkt de keuze zich tot minors<br />
die door de examencommissie van de opleiding zijn geaccepteerd als onderdeel van de<br />
opleiding.<br />
5 De student die zijn individuele of beroepsprofileringsdeel niet samenstelt uit de <strong>Avans</strong><br />
minorcatalogus of uit het aanbod van ‘Kies op Maat’ maar uit andere <strong>onderwijs</strong>eenheden,<br />
of een minor kiest bij een instelling die geen KOM-partner is, dient deze keuze ter<br />
accordering voor te leggen aan de examencommissie om het Hbo-niveau te garanderen.<br />
5.3.2 De bacheloropleiding met afstudeerrichtingen (cohort 2008 of eerder)<br />
1 Beleidskader bacheloropleidingen, <strong>Avans</strong> <strong>Hogeschool</strong>, dd. 5-12-05<br />
OER ADT-BEC 2010-2011 versiedatum: 14 juli 2010 8
Niet van toepassing.<br />
5.4 Studielast en studieduur (WHW artikel 7.4, 7.4b.)<br />
De opleiding heeft een omvang van 240 studiepunten. Eén studiepunt komt overeen met 28<br />
studiebelastingsuren. De nominale studieduur is 4 jaar. Eén studiejaar omvat 42 weken, heeft een<br />
omvang van 60 studiepunten (1680 studiebelastingsuren) en is onderverdeeld in 4 perioden<br />
conform het jaarrooster van de <strong>Avans</strong> <strong>Hogeschool</strong>.<br />
5.5 Duur, omvang en samenstelling (WHW artikel 7.7, 7.8, 7.13)<br />
5.5.1 De deeltijdse bacheloropleiding<br />
Bij de <strong>onderwijs</strong>eenheden van de postpropedeutische fase wordt steeds aangegeven welke in<br />
2010-2011 daadwerkelijk aangeboden worden, welke uitsluitend getoetst worden, of zij deel<br />
uitmaken van het opleidingsmodel met afstudeerrichtingen dan wel van het major/minor model.<br />
A De propedeutische fase van major Accountancy, cohort 2010-2011, bestaat uit de<br />
volgende <strong>onderwijs</strong>eenheden:<br />
Onderwijseenheid Code Osiris Afkorting, ECTS Toetsvorm<br />
code rooster **)<br />
Communicatieve vaardigheden A590 COV 6 P1<br />
Rekenvaardigheden A591 RKV 6 S1<br />
Bedrijfsadministratie 1 A592 BAD1 6 S1<br />
Belastingrecht 1 A593 BL1 6 S1<br />
Bedrijfseconomie 1 A594 BEC1 6 S1<br />
Privaatrecht 1 A595 PV1 6 P1<br />
Engels D012 ENG1 6 S1<br />
Internationaal zaken doen D011 INZ 6 P1<br />
Portfolio D013 Nvt 2 G<br />
Nederlands D014 NL 4 S1<br />
BB, portal D015 Nvt 1 A<br />
Informatievaardigheden D016 Nvt 1 A<br />
Maatschappelijke oriëntatie D017 MOR*) 4 nvt<br />
**) Toetsvorm: S1= schriftelijk tentamen, P1=praktijkopdracht, zie ook hoofdstuk 8 lid 3.<br />
B De propedeutische fase van major Bedrijfseconomie, cohort 2010-2011, bestaat uit de<br />
volgende <strong>onderwijs</strong>eenheden:<br />
Onderwijseenheid Code Osiris Afkorting, ECTS Toetsvorm<br />
code rooster **)<br />
Communicatieve vaardigheden A590 COV 6 P1<br />
Rekenvaardigheden A591 RKV 6 S1<br />
Bedrijfsadministratie 1 A592 BAD1 6 S1<br />
Belastingrecht 1 A593 BL1 6 S1<br />
Bedrijfseconomie 1 A594 BEC1 6 S1<br />
Privaatrecht 1 A595 PV1 6 P1<br />
Engels D012 ENG1 6 S1<br />
Internationaal zaken doen D011 INZ 6 P1<br />
Portfolio D013 Nvt 2 G<br />
Nederlands D014 NL 4 S1<br />
BB, portal D015 Nvt 1 A<br />
Informatievaardigheden D016 Nvt 1 A<br />
Maatschappelijke oriëntatie D017 MOR*) 4 nvt<br />
**) Toetsvorm: S1= schriftelijk tentamen, P1=praktijkopdracht, zie ook hoofdstuk 8 lid 3.<br />
*) De werkervaringseis, maatschappelijke oriëntatie, van minimaal een jaar en minimaal 20 uur per week, is onderdeel van de<br />
propedeutische fase van de studie. Indien middels (een) verklaring(en) (van bijv. werkgever of vereniging) wordt aangetoond<br />
dat tijdens deze periode sociale vaardigheden werden ontwikkeld en het vermogen om zelfstandig en in teamverband te<br />
OER ADT-BEC 2010-2011 versiedatum: 14 juli 2010 9
kunnen functioneren, worden de studiepunten van de MOR toegekend. Een formulier voor de maatschappelijke oriëntatie is<br />
opgenomen op Intranet. Indien men 60 studiepunten heeft gehaald voor alle onderdelen van de propedeuse samen met de<br />
overige onderdelen uit het propedeuseprogramma, kan men het propedeutisch getuigschrift aanvragen. Bij onvoldoende<br />
werkervaring van de maatschappelijke oriëntatie worden aanvullende eisen gesteld. Deze eisen worden geformuleerd in<br />
overleg tussen de directeur en de coördinatoren van de bacheloropleidingen.<br />
C De postpropedeutische fase van de major Accountancy, voor studenten gestart in het 2 e<br />
jaar (hoofdfase) in 2010-11, bestaat uit de volgende onderdelen :<br />
Onderwijseenheid Code Osiris Afkorting, ECTS Toetsvorm<br />
code rooster **)<br />
Administratie en industrie A475 ANI 12 S<br />
Management Control AC A596 MCA 12 S<br />
Minor dl 1: Samenstellen A579 SMS 15 S<br />
Minor dl 2: Belastingrecht 1 A580 MBA 15 S<br />
FIN, SER, LVW en BAD A602 FSB 12 S<br />
Controle en Financiering A597 CNF 12 S<br />
Belastingrecht 3 A598 BLR3 12 S<br />
Strategisch Management en Control A599 SMC 12 P<br />
Jaarrekening en Controle JCO 12 S<br />
Overall Toets OAT 12 S speciaal<br />
Praktijkervaring/stage 24<br />
Afstudeeropdracht 30<br />
**) Toetsvorm: S= schriftelijk tentamen, P=praktijkopdracht, zie ook hoofdstuk 8 lid 3.<br />
D De postpropedeutische fase van de major Bedrijfseconomie, gestart in het 2 e jaar<br />
(hoofdfase) in 2010-11, bestaat uit de volgende onderdelen :<br />
Onderwijseenheid Code Osiris Afkorting, ECTS Toetsvorm<br />
code rooster **)<br />
Management Control A564 MCL 12 P<br />
Administratie en industrie A475 ANI 12 S<br />
Informatievoorziening A486 ITV 12 P<br />
Minor (eigen keuze) 30<br />
Kwaliteit en Organisatie A485 KNO 12 P<br />
Verantwoording A482 VTW 12 S<br />
Auditing en Kapitaalbelangen B440 AKB 12 S<br />
Rapportage Financiele Resultaten B442 RFR 12<br />
P1<br />
Corporate Governance A572 GOV 12 S<br />
Praktijkervaring/stage 24<br />
Afstudeeropdracht 30<br />
**) Toetsvorm: S= schriftelijk tentamen, P=praktijkopdracht, zie ook hoofdstuk 8 lid 3.<br />
E De postpropedeutische fase van de major Accountancy, voor studenten die AD-<br />
Accountancy gevolgd en succesvol afgerond hebben bestaat uit de volgende onderdelen<br />
(gestart in het 3 e jaar in 2010-11) :<br />
FIN, SER, LVW en BAD A602 FSB 12 S<br />
Controle en Financiering A597 CNF 12 S<br />
Belastingrecht 3 A598 BLR3 12 S<br />
Strategisch Management en Control A599 SMC 12 P<br />
Jaarrekening en Controle JCO 12 S<br />
Overall Toets OAT 12 S speciaal<br />
Werkervaring AD deel 2 12<br />
OER ADT-BEC 2010-2011 versiedatum: 14 juli 2010 10
Afstudeeropdracht 36<br />
**) Toetsvorm: S= schriftelijk tentamen, P=praktijkopdracht, zie ook hoofdstuk 8 lid 3.<br />
F De postpropedeutische fase van de major Accountancy, voor studenten die BE gevolgd en<br />
succesvol afgerond hebben bestaat uit de volgende onderdelen:<br />
Onderwijseenheid Code Osiris Afkorting, ECTS Toetsvorm<br />
code rooster **)<br />
EV, LVW en SER A557 ELS 12<br />
Organ man & man control A558 OMC 12<br />
Jaarrekening en controle A559 JCO 12<br />
Overall Toets A458 OAT 15<br />
Werkervaring 15<br />
Afstudeeropdracht 15<br />
Diploma BE behaald 99<br />
**) Toetsvorm: S= schriftelijk tentamen, P=praktijkopdracht, zie ook hoofdstuk 8 lid 3.<br />
De cohorten van voorgaande jaren staan beschreven in bijlage 3.<br />
5.5.2 Vrijstellingen voor studenten met een WEB-opleiding<br />
Omdat de bacheloropleiding geen opleiding kent in het middelbare beroeps<strong>onderwijs</strong> in hetzelfde<br />
domein als de bacheloropleiding wordt er op deze grond geen vrijstelling van <strong>onderwijs</strong>eenheden<br />
verleend.<br />
5.5.3 Vrijstellingen voor studenten met een Vwo-diploma<br />
Niet van toepassing.<br />
5.5.4 Vrijstellingen voor studenten met een Ad-diploma<br />
De student die met een AD-AC getuigschrift instroomt in de bachelor AC heeft recht op vrijstelling<br />
voor 120 studiepunten binnen de bacheloropleiding.<br />
Inschrijving in de bacheloropleiding AC dient uiterlijk 2 jaar na afronding van de AD-opleiding<br />
geschieden om in aanmerking te komen voor deze vrijstelling.<br />
Het cohort gestart in 2010-11 met de propedeuse krijgt binnen de bachelor vrijstelling voor:<br />
Managementvaardigheden (MVH) 12 sp<br />
Administratie en Rekenkunde (ANR) 12 sp<br />
Juridische omgeving en Fiscaliteit (JOF) 12 sp<br />
International Business (INB) 12 sp<br />
Maatschappelijke oriëntatie (MOR) 12 sp<br />
Administratie en industrie (ANI) 12 sp<br />
Minor Accountancy dl 1 (SMS) 15 sp<br />
Minor Accountancy dl 2 (MBA) 15 sp<br />
Nog te volgen <strong>onderwijs</strong> staat vermeld in par. 5.5.1.E1 (zie boven) en in apart hoofdstuk over AD<br />
opleiding. Dit kan nominaal in 2 jaar worden afgerond.<br />
5.5.5 Andere instroomgroepen met een standaardvrijstelling<br />
Bij studieroutes waarvoor een standaardvrijstelling geldt, wordt deze geacht te zijn toegekend<br />
wanneer de student is toegelaten tot de betreffende route.<br />
5.6 Studieadvies en bindende afwijzing (WHW artikel 7.8b)<br />
5.6.1 Voorlopig studieadvies<br />
OER ADT-BEC 2010-2011 versiedatum: 14 juli 2010 11
1 Iedere student (tenzij vallend onder 2.) die voor 1 november is ingeschreven in de<br />
propedeutische fase ontvangt vóór 15 maart van de academiedirecteur een voorlopig,<br />
schriftelijk studieadvies over de voortzetting van zijn studie binnen of buiten de opleiding.<br />
2 Iedere student die omstreeks februari is ingeschreven ontvangt een voorlopig studieadvies<br />
na afronding van zijn tweede blokperiode.<br />
5.6.2 Definitief studieadvies (WHW artikel 7.8b)<br />
1 De academiedirecteur brengt aan iedere (tenzij vallend onder 2.) student van de deeltijdse<br />
opleidingsvariant, voor het einde van de propedeutische fase i.c. voor 1 september<br />
schriftelijk een definitief studieadvies uit over de voortzetting van de studie.<br />
2 De academiedirecteur brengt aan iedere student van de voltijdse opleidingsvariant die<br />
omstreeks februari worden ingeschreven aan het eind van de eerste 12 maanden van<br />
diens inschrijving voor de propedeutische fase schriftelijk een definitief studieadvies uit<br />
over de voortzetting van de studie.<br />
5.6.3 Bindende afwijzing 2 (WHW artikel 7.8b)<br />
1 Aan het definitieve studieadvies wordt een bindende afwijzing verbonden als de student die<br />
voor 1 februari was ingeschreven voor de deeltijdse opleiding, rekening houdend met zijn<br />
persoonlijke omstandigheden, niet geschikt moet worden geacht voor de opleiding. Dit is<br />
het geval als de student aan het einde van het de nominale propedeuseperiode niet heeft<br />
voldaan aan de navolgende eis:<br />
- de student heeft 30 3 of meer studiepunten, exclusief vrijstellingen, behaald<br />
Deze eis beperkt zich tot studenten aan wie geen vrijstellingen voor de propedeutische<br />
fase zijn toegekend.<br />
Voor studenten aan wie vrijstellingen voor de propedeutische fase zijn toegekend geldt de<br />
eis:<br />
- de student heeft een percentage van 30/60x100% (=50%) van zijn voor de<br />
propedeutische fase nog te realiseren studiepunten behaald.<br />
2 Bij de berekening van het totale aantal studiepunten worden studiepunten meegeteld die<br />
behaald zijn voor toetsen van de propedeutische fase; formele toekenning i.v.m. afronding<br />
van een <strong>onderwijs</strong>eenheid is niet vereist.<br />
3 Aan het definitieve studieadvies wordt een bindende afwijzing verbonden als de student die<br />
vanaf 1 februari was ingeschreven voor de deeltijdse opleiding, rekening houdend met<br />
zijn persoonlijke omstandigheden, niet geschikt moet worden geacht voor de opleiding. Dit<br />
is het geval als de student aan het einde van de nominale propedeuseperiode niet heeft<br />
voldaan aan de navolgende eis:<br />
- de student heeft 30 of meer studiepunten, exclusief vrijstellingen, behaald.<br />
Deze eis beperkt zich tot studenten aan wie geen vrijstellingen voor de propedeutische<br />
fase zijn toegekend.<br />
Voor studenten aan wie vrijstellingen voor de propedeutische fase zijn toegekend geldt de<br />
eis:<br />
- de student heeft een percentage van 30/60x100% (=50%) van zijn voor de<br />
propedeutische fase nog te realiseren studiepunten behaald.<br />
4 Indien de onvoldoende studieresultaten te wijten zijn aan persoonlijke omstandigheden<br />
wordt de termijn voor het uitbrengen van een bindende afwijzing met 12 maanden<br />
verlengd. 4<br />
5. 1 Aan het definitieve studieadvies wordt tevens een bindende afwijzing verbonden<br />
als de student, rekening houdend met zijn persoonlijke omstandigheden, aan het<br />
einde van het tweede jaar van inschrijving voor de opleiding i.c. op 31 augustus<br />
van dat jaar, niet is geslaagd voor het propedeutische examen .<br />
2 In afwijking hiervan geldt voor de student die vanaf 1 februari voor een lopend<br />
studiejaar is ingeschreven, dat aan het definitieve studieadvies een bindende<br />
2<br />
Dit is de formele aanduiding van datgene dat in het spraakgebruik –onjuist- bekend is komen te staan als<br />
‘bindend studieadvies (BSA)’.<br />
3<br />
P door de opleiding te bepalen; 15 ≤ P ≤ 55; deze drempel geldt voor bachelor en Ad<br />
4<br />
Verlenging met een ruime termijn is noodzakelijk omdat de wet eist dat voor gerechtvaardigd uitstel aan de<br />
student een redelijke termijn moet worden geboden om alsnog aan de eisen te voldoen.<br />
OER ADT-BEC 2010-2011 versiedatum: 14 juli 2010 12
afwijzing wordt verbonden indien hij 24 maanden na zijn inschrijving niet is<br />
geslaagd voor het propedeutisch examen.<br />
6 De bindende afwijzing bedoeld in lid 1, lid 3 en lid 5 houdt in dat de student zich niet meer<br />
als student of als extraneus kan inschrijven voor dezelfde opleiding binnen de instelling,<br />
dan wel voor een andere (voltijdse, deeltijdse, duale of Ad) variant van dezelfde opleiding<br />
of voor de opleidingen waarmee de opleiding het propedeutisch examen gemeen heeft.<br />
7 In afwijking van het bepaalde in lid 6 kan de student die een bindende afwijzing heeft ontvangen<br />
zich opnieuw inschrijven voor de betreffende opleiding indien hij aan de<br />
academiedirecteur aannemelijk kan maken dat hij als gevolg van studie elders, vanwege<br />
opgedane werkervaring, dan wel om andere redenen, in staat is om de opleiding met goed<br />
gevolg te kunnen afsluiten. De nieuwe inschrijving kan niet eerder dan na minstens één<br />
jaar na het uitbrengen van het bindend afwijzend studieadvies plaatsvinden.<br />
8 Voor de student die zich op basis van het vorige lid opnieuw inschrijft voor de opleiding<br />
gelden opnieuw alle bepalingen van 5.6.1, 5.6.2 en 5.6.3 met uitzondering van lid 7 van<br />
5.6.3.<br />
9 Als de academiedirecteur voornemens is om een bindende afwijzing te verbinden aan het<br />
studieadvies wordt de student schriftelijk van dat voornemen in kennis gesteld en hem de<br />
gelegenheid geboden om voorafgaande aan het uitbrengen van het advies een gesprek te<br />
hebben over zijn studievorderingen met een door de academiedirectie aan te wijzen<br />
medewerker.<br />
10 Aan het definitieve studieadvies kan alleen een bindende afwijzing worden verbonden als<br />
de opleiding beschikt over een systeem van intensieve studiebegeleiding waarin minstens<br />
is bepaald dat er sprake is van een adequate leerprocesbegeleiding en er in de propedeutische<br />
fase minimaal twee keer per jaar studievoortganggesprekken plaatsvinden.<br />
11 De persoonlijke omstandigheden die bij de vaststelling van de bindende afwijzing bedoeld<br />
in lid 1, lid 3 en lid 5 worden betrokken zijn:<br />
a ziekte, lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis of zwangerschap van de<br />
student;<br />
b bijzondere familieomstandigheden;<br />
c lidmaatschap of voorzitterschap van de opleidingscommissie, de AMR, de<br />
academieraad, of de <strong>Hogeschool</strong> studentenraad;<br />
d eventuele andere door de Raad van Bestuur nader aan te geven activiteiten in het<br />
kader van de organisatie van het bestuur van de instelling;<br />
e lidmaatschap van het bestuur van een studentenorganisatie met volledige rechtsbevoegdheid,<br />
dan wel van een vergelijkbare organisatie van maatschappelijk belang,<br />
mits van enige omvang en mits deze organisatie daadwerkelijk activiteiten<br />
ontplooit;<br />
f overmacht anderszins.<br />
12 Aan het bindend afwijzend studieadvies wordt zoveel mogelijk een advies over de voortzetting<br />
van de studie buiten de opleiding verbonden.<br />
13 De student heeft het wettelijke recht om tegen het bindend afwijzend studieadvies beroep<br />
aan te tekenen bij het College van Beroep voor de Examens.<br />
14 a Aan een student van wie binnen vijf maanden na aanvang van de propedeutische<br />
fase van een opleiding, het schriftelijke verzoek tot uitschrijving is ontvangen,<br />
wordt geen advies als bedoeld in lid 1 uitgebracht.<br />
b Een student die op enig moment van inschrijving voor de propedeutische fase zijn<br />
inschrijving van deeltijdstudent wijzigt in voltijd of duaal, wordt voor de uitvoering<br />
van deze regeling verder beschouwd als voltijd resp. duale student.<br />
5.7 Inschrijving voor de postpropedeutische fase (WHW artikel 7.30)<br />
Tot de postpropedeutische fase heeft toegang:<br />
1 de student die het propedeutisch examen met goed gevolg heeft afgelegd<br />
2 de student die in de propedeutische fase een studielast van tenminste 55 studiepunten met<br />
een voldoende resultaat heeft afgerond. Voor studenten van de opleiding ‘leraar<br />
OER ADT-BEC 2010-2011 versiedatum: 14 juli 2010 13
asis<strong>onderwijs</strong>’ geldt dat deze studielast in ieder geval de reken- en de taaltoets moet<br />
omvatten<br />
3 de student die in de propedeutische fase heeft voldaan aan de eis genoemd bij 5.6, 1 t/m<br />
3, tenzij er door de academie (een) nadere voorwaarde(n) zijn gesteld.<br />
T.a.v. de nadere voorwaarden geldt:<br />
1 De nadere voorwaarden zijn:<br />
a De academiedirectie kan vrijstelling verlenen van de in lid 1 bedoelde eis aan de bezitter<br />
van een al dan niet in Nederland afgegeven diploma, indien dat diploma naar het oordeel<br />
van de academiedirectie tenminste gelijkwaardig is aan het in lid 1 bedoelde getuigschrift.<br />
Indien het een buiten Nederland afgegeven diploma betreft, kan de academiedirectie<br />
daarbij bepalen dat geen examens of tentamens worden afgelegd dan nadat ten genoegen<br />
van de examencommissie het bewijs is geleverd van voldoende beheersing van de<br />
Nederlandse taal voor het met vrucht kunnen volgen van het <strong>onderwijs</strong> in de opleiding.<br />
b Op verzoek van de student kan de examencommissie, in afwijking van lid 1, de student<br />
reeds toegang geven tot het afleggen van tentamens van de postpropedeutische fase<br />
voordat hij het propedeutische examen van de opleiding met goed gevolg heeft afgelegd,<br />
onder de navolgende voorwaarden:<br />
de student heeft het thema COV van de propedeuse gevolgd.<br />
5.8 De postpropedeutische fase<br />
5.8.1 Verwijzing in de postpropedeutische fase (WHW artikel 7.9 – alleen voor<br />
bacheloropleidingen met afstudeerrichtingen)<br />
Niet van toepassing.<br />
5.8.2 Inschrijving voor een minor<br />
1. Om deel te kunnen nemen aan een van de minors van de Academie voor Deeltijd moet de<br />
student ingeschreven staan bij deze academie.<br />
2. De student mag zich slechts voor 1 minor per periode inschrijven.<br />
3. Om deel te kunnen nemen aan een minor, dient de student minimaal 20 uur per week<br />
werkzaam te zijn in de praktijk.<br />
4. De student moet voorafgaand aan deelname aan de minors, minimaal de<br />
<strong>onderwijs</strong>eenheden COV, RKV, INZ en ENG uit de propedeuse gevolgd hebben (tenzij hier<br />
een vrijstelling voor is verkregen).<br />
5. Een minor gaat door als minimaal 12 studenten hebben ingeschreven.<br />
6. Er kunnen maximaal 50 studenten voor een minor inschrijven (= 2 groepen).<br />
7. Studenten van de eigen opleiding hebben voorrang op deelname (ten opzichte van<br />
studenten van de andere opleidingen).<br />
8. De minor wordt aangeboden op de vaste collegedag van de opleiding (dus CE-SB-MER-PM<br />
op maandagmiddag en –avond (CE Den Bosch op donderdagmiddag en –avond, CE<br />
Sportmarketing en CE-Excellent op woensdagmiddag en -avond); BE op dinsdagmiddag en<br />
–avond, COM op woensdagmiddag en –avond; AC op vrijdag overdag). Bij de opleiding<br />
MIZ geldt geen vaste dag voor het volgen van de minors (zie rooster MIZ voor informatie).<br />
Inschrijven voor een minor<br />
1. Studenten kunnen zich voor een minor inschrijven van 1 september t/m 1 november 2010<br />
2. Inschrijven verloopt digitaal via Osiris, een instructie staat vermeld op de Portal.<br />
3. Studenten die zich niet binnen de inschrijvingstermijn hebben ingeschreven kunnen op<br />
verzoek nog toegevoegd worden aan de inschrijflijst, mits het maximale aantal deelnemers<br />
niet is bereikt. Dit verzoek dient bij het secretariaat van de opleiding van de student<br />
ingeleverd te worden.<br />
Uitzonderingen:<br />
De minor Sportmarketing staat open voor alle <strong>Avans</strong>-studenten. Aan de inschrijving zijn wel<br />
voorwaarden verbonden:<br />
1. Student staat ingeschreven bij <strong>Avans</strong> <strong>Hogeschool</strong><br />
2. Niet-ADT-studenten dienen de propedeuse behaald te hebben<br />
3. ADT-studenten dienen in de propedeuse RKV, COV, INZ en ENG gevolgd te hebben<br />
4. De sportvereniging of –bedrijf waar de student actief participeert moet een<br />
intentieverklaring opstellen<br />
5.9 Programmawijzigingen<br />
OER ADT-BEC 2010-2011 versiedatum: 14 juli 2010 14
5.9.1 Overstappen naar nieuwer cohortprogramma<br />
Voor zover er in achtereenvolgende jaren wijzigingen optreden in het programma dient het<br />
mogelijk te zijn dat, in het geval dat de student een studieachterstand heeft, aan hem andere<br />
<strong>onderwijs</strong>eenheden en bijbehorende tentamens worden aangeboden dan die welke zijn beschreven<br />
in het voor hem geldende cohortprogramma. Voorzover nieuwere cohortprogramma’s bepalingen<br />
bevatten die gunstiger zijn dan bij oudere cohortprogramma’s, gelden die ook voor eerdere<br />
cohorten. Andersom is het zo dat een beroep op de oude regeling mogelijk blijft, indien en voor<br />
zover het bepaalde in de oude regeling voor de student gunstiger is.<br />
5.9.2 Toetsvormgarantie<br />
Voor de toetsvorm van een tweede of volgende toets geldt dat deze gedurende een jaar na de<br />
eerste afname identiek is aan die van deze eerste toets (zie ook 8.6), tenzij de student instemt<br />
met een andere vorm.<br />
OER ADT-BEC 2010-2011 versiedatum: 14 juli 2010 15
Hoofdstuk 5A DE DEELTIJDSE ASSOCIATE-DEGREEOPLEIDING<br />
5A.1 Opleidingsvorm (WHW artikel 7.13 lid 2i)<br />
De opleiding is ingericht als deeltijdse opleiding<br />
5A.2 Taal (WHW artikel 7.2)<br />
Het <strong>onderwijs</strong> wordt gegeven en de tentamens worden afgenomen in het Nederlands.<br />
In afwijking hiervan kan een andere taal worden gebezigd:<br />
a. wanneer het een opleiding met betrekking tot die taal betreft,<br />
b. wanneer het <strong>onderwijs</strong> betreft dat in het kader van een gastcollege door een anderstalige<br />
docent gegeven wordt, of<br />
c. indien de specifieke aard, de inrichting of de kwaliteit van het <strong>onderwijs</strong> dan wel de<br />
herkomst van de studenten daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de Academiedirectie<br />
vastgestelde gedragscode.<br />
5A.3 Structuur van de associate-degreeopleiding (WHW artikel 7.8a)<br />
Een Ad-opleiding heeft een omvang van 120 SP.<br />
De propedeutische fase van een Ad-opleiding heeft een omvang van 60 SP.<br />
5A.4 Studielast en studieduur (WHW artikel 7.4, 7.4b.)<br />
De opleiding heeft een omvang van 120 studiepunten. Eén studiepunt komt overeen met 28<br />
studiebelastingsuren. De nominale studieduur is 2 jaar. Eén studiejaar omvat 42 weken, heeft een<br />
omvang van 60 studiepunten (1680 studiebelastingsuren) en is onderverdeeld in 4 perioden<br />
conform het jaarrooster van de <strong>Avans</strong> <strong>Hogeschool</strong>.<br />
5A.5 Duur, omvang en samenstelling (WHW artikel 7.7, 7.8, 7.13)<br />
5A.5.1 De deeltijdse Ad-opleiding<br />
A1a De propedeutische fase van AD Accountancy, cohort 2010-2011, bestaat uit de volgende<br />
<strong>onderwijs</strong>eenheden:<br />
Onderwijseenheid Code Osiris Afkorting, ECTS Toetsvorm<br />
code rooster **)<br />
Communicatieve vaardigheden A590 COV 6 P1<br />
Rekenvaardigheden A591 RKV 6 S1<br />
Bedrijfsadministratie 1 A592 BAD1 6 S1<br />
Belastingrecht 1 A593 BL1 6 S1<br />
Bedrijfseconomie 1 A594 BEC1 6 S1<br />
Privaatrecht 1 A595 PV1 6 P1<br />
Engels D012 ENG1 6 S1<br />
Internationaal zaken doen D011 INZ 6 P1<br />
Portfolio D013 Nvt 2 G<br />
Nederlands D014 NL 4 S1<br />
BB, portal D015 Nvt 1 A<br />
Informatievaardigheden D016 Nvt 1 A<br />
Maatschappelijke oriëntatie D017 MOR*) 4 nvt<br />
**) Toetsvorm: S1= schriftelijk tentamen, P1=praktijkopdracht, zie ook hoofdstuk 8 lid 3.<br />
*) De werkervaringseis, maatschappelijke oriëntatie, van minimaal een jaar en minimaal 20 uur per week, is onderdeel van de<br />
propedeutische fase van de studie. Indien middels (een) verklaring(en) (van bijv. werkgever of vereniging) wordt aangetoond<br />
dat tijdens deze periode sociale vaardigheden werden ontwikkeld en het vermogen om zelfstandig en in teamverband te<br />
kunnen functioneren, worden de studiepunten van de MOR toegekend. Een formulier voor de maatschappelijke oriëntatie is<br />
opgenomen op Intranet. Indien men 60 studiepunten heeft gehaald voor alle <strong>onderwijs</strong>eenheden van de propedeuse samen<br />
met de overige onderdelen uit het propedeuseprogramma, kan men het propedeutisch getuigschrift aanvragen. Bij<br />
onvoldoende werkervaring van de maatschappelijke oriëntatie worden aanvullende eisen gesteld. Deze eisen worden<br />
geformuleerd in overleg tussen de directeur en de coördinatoren van de bacheloropleidingen.<br />
OER ADT-BEC 2010-2011 versiedatum: 14 juli 2010 16
B1a De postpropedeutische fase van de AD Accountancy (studenten gestart in het 2 e jaar AD-<br />
AC in 2010-11) bestaat uit de volgende onderdelen :<br />
Onderwijseenheid Code Osiris Afkorting, ECTS Vervangen<br />
code rooster<br />
Administratie en industrie A475 ANI 12 S<br />
Management Control AC A578 MCA 12 P<br />
Minor dl 1: Samenstellen A579 SMS 15 P<br />
Minor dl 2: Belastingrecht 1 A580 MBA 15 S<br />
Beroepsproduct AD 1 2<br />
Beroepsproduct AD 2 2<br />
Werkervaring AD 2<br />
5A.5.2 Vrijstellingen voor studenten met een WEB-opleiding<br />
Niet van toepassing.<br />
5A.5.3 Vrijstellingen voor studenten met een Vwo-diploma<br />
Niet van toepassing.<br />
5A.5.4 Andere instroomgroepen met een standaardvrijstelling<br />
Bij studieroutes waarvoor een standaardvrijstelling geldt, wordt deze geacht te zijn toegekend<br />
wanneer de student is toegelaten tot de betreffende route.<br />
5A.6 Studieadvies en bindende afwijzing (WHW artikel 7.8b)<br />
5A.6.1 Voorlopig studieadvies<br />
1 Iedere student (tenzij vallend onder 2.) die voor 1 november is ingeschreven in de<br />
propedeutische fase ontvangt vóór 15 maart van de academiedirecteur een voorlopig,<br />
schriftelijk studieadvies over de voortzetting van zijn studie binnen of buiten de opleiding.<br />
2 Iedere student die omstreeks februari is ingeschreven ontvangt een voorlopig studieadvies<br />
na afronding van zijn tweede blokperiode.<br />
5A.6.2 Definitief studieadvies (WHW artikel 7.8b)<br />
1 De academiedirecteur brengt aan iedere (tenzij vallend onder 2.) student van de deeltijdse<br />
opleidingsvariant, voor het einde van de propedeutische fase i.c. voor 1 september<br />
schriftelijk een definitief studieadvies uit over de voortzetting van de studie.<br />
2 De academiedirecteur brengt aan iedere student van de voltijdse opleidingsvariant die<br />
omstreeks februari worden ingeschreven aan het eind van de eerste 12 maanden van<br />
diens inschrijving voor de propedeutische fase schriftelijk een definitief studieadvies uit<br />
over de voortzetting van de studie.<br />
5A.6.3 Bindende afwijzing (WHW artikel 7.8b)<br />
Voor de associate-degreeopleiding is deze regeling identiek aan die van de bacheloropleiding waar<br />
deze bij hoort. Hierbij wordt dan ook verwezen naar 5.6.3.<br />
5A.7 Inschrijving voor de postpropedeutische fase (WHW artikel 7.30)<br />
Tot de postpropedeutische fase heeft toegang:<br />
1 de student die het propedeutisch examen met goed gevolg heeft afgelegd.<br />
2 de student die in de propedeutische fase een studielast van tenminste 55 studiepunten met<br />
een voldoende resultaat heeft afgerond. Voor studenten van de opleiding ‘leraar<br />
basis<strong>onderwijs</strong>’ geldt dat deze studielast in ieder geval de reken- en de taaltoets moet<br />
omvatten.<br />
3 de student die in de propedeutische fase heeft voldaan aan de eis genoemd bij 5A.6, 1 t/m<br />
3, tenzij er door de academie (een) nadere voorwaarde(n) zijn gesteld.<br />
T.a.v. de nadere voorwaarden geldt:<br />
OER ADT-BEC 2010-2011 versiedatum: 14 juli 2010 17
1 De nadere voorwaarden zijn:<br />
a De academiedirectie kan vrijstelling verlenen van de in lid 1 bedoelde eis aan de bezitter<br />
van een al dan niet in Nederland afgegeven diploma, indien dat diploma naar het oordeel<br />
van de academiedirectie tenminste gelijkwaardig is aan het in lid 1 bedoelde getuigschrift.<br />
Indien het een buiten Nederland afgegeven diploma betreft, kan de academiedirectie<br />
daarbij bepalen dat geen examens of tentamens worden afgelegd dan nadat ten genoegen<br />
van de examencommissie het bewijs is geleverd van voldoende beheersing van de<br />
Nederlandse taal voor het met vrucht kunnen volgen van het <strong>onderwijs</strong> in de opleiding.<br />
b Op verzoek van de student kan de examencommissie, in afwijking van lid 1, de student<br />
reeds toegang geven tot het afleggen van tentamens van de postpropedeutische fase<br />
voordat hij het propedeutische examen van de opleiding met goed gevolg heeft afgelegd,<br />
onder de navolgende voorwaarden:<br />
-de student heeft het thema COV van de propedeuse gevolgd.<br />
5A.8 Programmawijzigingen<br />
5A.8.1 Overstappen naar nieuwer cohortprogramma<br />
Voor zover er in achtereenvolgende jaren wijzigingen optreden in het programma dient het<br />
mogelijk te zijn dat, in het geval dat de student een studieachterstand heeft, aan hem andere<br />
<strong>onderwijs</strong>eenheden en bijbehorende tentamens worden aangeboden dan die welke zijn beschreven<br />
in het voor hem geldende cohortprogramma. Voorzover nieuwere cohortprogramma’s bepalingen<br />
bevatten die gunstiger zijn dan bij oudere cohortprogramma’s, gelden die ook voor eerdere<br />
cohorten. Andersom is het zo dat een beroep op de oude regeling mogelijk blijft, indien en voor<br />
zover het bepaalde in de oude regeling voor de student gunstiger is.<br />
5A.8.2 Toetsvormgarantie<br />
Voor de toetsvorm van een tweede of volgende toets geldt dat deze gedurende een jaar na de<br />
eerste afname identiek is aan die van deze eerste toets (zie ook 8.6), tenzij de student instemt<br />
met een andere vorm.<br />
OER ADT-BEC 2010-2011 versiedatum: 14 juli 2010 18
Hoofdstuk 6 DE DUALE BACHELOROPLEIDING<br />
Niet van toepassing.<br />
Hoofdstuk 6A DE DUALE ASSOCIATE-DEGREEOPLEIDING<br />
Niet van toepassing.<br />
OER ADT-BEC 2010-2011 versiedatum: 14 juli 2010 19
Hoofdstuk 7 STUDIEBEGELEIDING EN STUDIEVOORTGANG<br />
(WHW artikel 7.13 lid 2u en artikel 7.34)<br />
7.1 Studiebegeleiding<br />
1 De opleiding kent een systeem van individuele studiebegeleiding. De studiebegeleiding is<br />
gericht op het voorkomen, dan wel tijdig signaleren van studieproblemen en het bieden<br />
van ondersteuning bij het oplossen ervan. In het kader van de studiebegeleiding wordt<br />
bijzondere zorg besteed aan de begeleiding van studenten die behoren tot een etnische of<br />
culturele minderheid waarvan de deelname aan het HBO duidelijk achterblijft bij de<br />
deelname van Nederlanders die niet behoren tot een dergelijke minderheid. Het<br />
studiebegeleidingsysteem is verder beschreven in een notitie terzake welke aan iedere<br />
student wordt uitgereikt dan wel voor iedere student beschikbaar is.<br />
2 In het kader van de studiebegeleiding vindt in de propedeutische fase van de voltijdse en<br />
duale opleiding na iedere periode van 10 of 11 weken, een gesprek plaats tussen de<br />
student en zijn begeleider over de studieresultaten van de student.<br />
3 Tijdens de postpropedeutische fase van de voltijdse duale opleiding vindt minstens één<br />
keer per jaar een gesprek plaats tussen de student en zijn begeleider over de<br />
studieresultaten van de student.<br />
4 In het kader van de studiebegeleiding vinden in de propedeutische en postpropedeutische<br />
fasen van de deeltijdse opleidingen minimaal één gesprek per jaar plaats tussen de<br />
student en zijn begeleider over de studieresultaten van de student.<br />
5 Naast deze gesprekken kunnen er gesprekken plaatsvinden op initiatief van de student.<br />
6 De registratie van gegevens die betrekking hebben op de studiebegeleiding voldoet aan de<br />
regels van de "privacyregeling persoonsregistratie studenten" van de <strong>Avans</strong> <strong>Hogeschool</strong>.<br />
Deze regeling is onderdeel van het Studentenstatuut en is ter inzage in de mediatheek, bij<br />
DMCS en op de <strong>Avans</strong> Portal.<br />
7.2 Studievoortgangregistratie<br />
1 De opleiding draagt zorg voor een zorgvuldige registratie van de behaalde studieresultaten<br />
van de student.<br />
2 De student heeft via een internetkoppeling met de studievoortgangadministratie<br />
voortdurend inzicht in de behaalde studieresultaten.<br />
3 Op verzoek (schriftelijk of per email aan het secretariaat van de bachelor) kan een<br />
studievolgoverzicht worden aangevraagd.<br />
4 De registratie van studievoortganggegevens voldoet aan de regels van de "regeling<br />
bescherming persoonsgegevens studenten" van de <strong>Avans</strong> <strong>Hogeschool</strong>. Deze regeling is<br />
onderdeel van het Studentenstatuut en is ter inzage via de <strong>Avans</strong> Portal.<br />
5 De student moet zijn behaalde resultaten/werkstukken in een (digitaal) portfolio bijhouden<br />
(vanaf cohort 2004).<br />
7.3 Studievoortganggarantie<br />
Aan studenten die, vanwege bepalingen in het <strong>onderwijs</strong>- en examenreglement en in de<br />
minorcatalogus, niet voldoen aan de instroomvereisten van onderdelen van de hoofdfase, wordt<br />
(zo nodig door buiten werking stellen van deze bepalingen) aan het begin van het studiejaar een<br />
programma aangeboden van ten minste 40 studiepunten. De garantie geldt niet voor deelname<br />
aan onderdelen waarvoor men eerder was ingeschreven, maar waarbij men zonder opgaaf van<br />
reden afwezig was.<br />
OER ADT-BEC 2010-2011 versiedatum: 14 juli 2010 20
Hoofdstuk 8 EXAMENS EN TENTAMENS<br />
8.1 Propedeutisch examen (WHW artikel 7.8 en 7.10)<br />
1 De student is geslaagd voor het propedeutische examen als hij heeft voldaan aan de eisen<br />
van alle tentamens behorende bij de <strong>onderwijs</strong>eenheden van de propedeutische fase van<br />
de opleiding.<br />
8.2 (Afsluitend) examen (WHW artikel 7.10)<br />
De student is geslaagd voor het (afsluitend) examen als hij heeft voldaan aan de eisen van alle<br />
tentamens behorende bij de <strong>onderwijs</strong>eenheden van de opleiding.<br />
8.3 Tentamen<br />
1 Iedere <strong>onderwijs</strong>eenheid wordt afgesloten met een tentamen. Het tentamen kan uit<br />
meerdere tentamenonderdelen bestaan.<br />
2 a Het tentamen van de <strong>onderwijs</strong>eenheid is met goed gevolg afgelegd als aan de<br />
tevoren gestelde eisen van die <strong>onderwijs</strong>eenheid is voldaan.<br />
b Aan de eisen van de thematische-<strong>onderwijs</strong>eenheden is voldaan als de kwalificatie<br />
55 punten of meer is behaald. Dit is gerealiseerd :<br />
Afronding modules in de propedeuse (gestart in 2010-2011)<br />
a) indien een bepaalde module middels een schriftelijk tentamen wordt afgerond<br />
(vermeld staat een S1):<br />
indien voor de schriftelijke toets op een totaal van 100 punten minimaal 55 punten<br />
behaald zijn. Wegingsfactor : schriftelijke toets : 1.<br />
b) indien een bepaald thema middels een praktijkopdracht wordt afgerond<br />
(vermeld staat een P1):<br />
1- indien voor het werkstuk, totaal 100 punten, minimaal 55 punten behaald zijn<br />
en<br />
2 -Indien voor de presentatie, totaal 100 punten, minimaal 55 punten behaald zijn<br />
en<br />
3- indien voor het eindgesprek, totaal van 100 punten, minimaal 55 punten<br />
behaald zijn en<br />
Wegingsfactor : werkstuk 0,4; presentatie 0,2; eindgesprek 0,4.<br />
Afronding overige onderdelen in de propedeuse (gestart in 2010-2011)<br />
c) onderdeel Portfolio: indien het ingeleverde portfolio tesamen met het<br />
gesprek voldaan is (G).<br />
d) onderdeel Blackboard/Portal: indien men aanwezig is geweest tijdens het<br />
onderdeel (aftekenen presentielijst met legitimatie) (A)<br />
e) onderdeel Informatievaardigheden: indien men aanwezig is geweest tijdens<br />
het onderdeel (aftekenen presentielijst met legitimatie) (A)<br />
f) onderdeel Maatschappelijke Oriëntatie: inleveren formulier<br />
Maatschappelijke oriëntatie, goedkeuring door coördinator opleiding.<br />
Afronding thema’s (gestart voor 2010-2010)<br />
a) indien een bepaald thema middels een schriftelijk tentamen wordt afgerond<br />
(vermeld staat een S):<br />
1- indien voor de schriftelijke toets op een totaal van 100 punten minimaal 55<br />
punten behaald zijn en<br />
2- indien voor de collegeactiviteiten op een totaal van 100 punten minimaal 55<br />
punten behaald zijn.<br />
Wegingsfactor : schriftelijke toets 0,8; college-activiteiten 0,2.<br />
b) indien een bepaald thema middels een praktijkopdracht wordt afgerond<br />
(vermeld staat een P):<br />
1- indien voor het werkstuk, totaal 100 punten, minimaal 55 punten behaald zijn<br />
OER ADT-BEC 2010-2011 versiedatum: 14 juli 2010 21
en<br />
2 -Indien voor de presentatie, totaal 100 punten, minimaal 55 punten behaald zijn<br />
en<br />
3- indien voor het eindgesprek, totaal van 100 punten, minimaal 55 punten<br />
behaald zijn en<br />
4- indien voor de collegeactiviteiten, totaal 100 punten, minimaal 55 punten<br />
behaald zijn.<br />
Wegingsfactor : werkstuk 0,4; presentatie 0,2; eindgesprek 0,2; collegeactiviteiten<br />
0,2.<br />
c Toetsvorm bij voorgaande cohorten: alleen van toepassing bij BEC.<br />
Aan de eisen van de genoemde thematische <strong>onderwijs</strong>eenheden is voldaan als de<br />
kwalificatie 55 punten of meer is behaald. Dit is gerealiseerd:<br />
c1 -indien voor de <strong>onderwijs</strong>eenheid OAT voor het schriftelijke tentamen, totaal 100<br />
punten, minimaal 55 punten behaald zijn<br />
3 Als het tentamen met goed gevolg is afgelegd worden de bij de <strong>onderwijs</strong>eenheid behorende<br />
studiepunten in het studievolgsysteem geregistreerd.<br />
4 Elk tentamen omvat een onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de<br />
student, alsmede de beoordeling van de resultaten van dat onderzoek.<br />
5 Het onderzoek kan plaatsvinden door middel van een assessment, schriftelijke of mondelinge<br />
vragen, een studietaak of -opdracht, een werkstuk, het uitvoeren van praktische<br />
verrichtingen, een scriptie, een onderzoeksverslag, een stageverslag, de uitvoering van<br />
stageopdrachten, practica of veldwerk.<br />
8.4 De inrichting van de tentamens (WHW artikel 7.13 lid 2)<br />
In de OER wordt bepaald dat het navolgende wordt opgenomen in de studiehandleiding / het<br />
blokboek/ het moduleboek die aan het begin van een <strong>onderwijs</strong>periode worden gepubliceerd.<br />
1 M.b.t. de tentamens en toetsen:<br />
a de inhoud (leerstof) en de vorm van het tentamen;<br />
b indien van toepassing: de inhoud (leerstof), en de vorm van de toetsen en de<br />
eventuele volgorde waarin de toetsen moeten worden afgelegd;<br />
c het aantal studiepunten dat wordt verkregen als het tentamen van de <strong>onderwijs</strong>eenheid<br />
met goed gevolg wordt afgelegd;<br />
d de eisen waaraan de student moet voldoen om het tentamen met goed gevolg af te<br />
sluiten;<br />
e de eisen waaraan de student moet voldoen om toetsen met goed gevolg af te<br />
sluiten;<br />
f de hulpmiddelen die tijdens het tentamen en de toetsen zijn toegestaan;<br />
g de eventuele deelnameplicht aan (onderdelen van) de <strong>onderwijs</strong>eenheid;<br />
h de beoordelingscriteria (indien van toepassing met inbegrip van de criteria voor<br />
deelname) en de beoordelingsnormen die van toepassing zijn voor het tentamen<br />
en de toetsen;<br />
i de <strong>onderwijs</strong>perioden waarin de tentamens en toetsen kunnen worden afgelegd,<br />
resp. de data waarop de taken, opdrachten, werkstukken en scripties moeten zijn<br />
ingeleverd bij de examinator;<br />
j indien van toepassing: de verplichting tot deelname aan practica / praktische oefeningen;<br />
2 Aan studenten met een functiebeperking wordt de gelegenheid gegeven de tentamens en<br />
toetsen op zoveel mogelijk aan hun individuele beperking aangepaste wijze af te leggen.<br />
De student bespreekt daartoe de aard van de beperking met de studentendecaan. De<br />
studentendecaan geeft een advies terzake aan de examencommissie. Als regel wordt dit<br />
advies gevolgd. (WHW artikel 7.13.2i)<br />
3 Een mondelinge toets en tentamen zijn openbaar. De examencommissie is bevoegd om in<br />
bijzondere gevallen van deze regel af te wijken (WHW artikel 7.13 lid 2j). Tijdens een<br />
mondelinge toets of tentamen mogen zonder toestemming geen beeld- of geluidsopnamen<br />
gemaakt worden. Opnamen mogen zonder toestemming niet gepubliceerd worden.<br />
OER ADT-BEC 2010-2011 versiedatum: 14 juli 2010 22
4 De examencommissie is bevoegd om in bijzondere gevallen, een andere tentamenvorm<br />
voor te schrijven dan die welke de examinator heeft bepaald. (WHW artikel 7.13. lid 2l)<br />
8.5 Tentamenvolgorde (WHW artikel 7.13 lid 2d)<br />
1 In de propedeutische fase is geen verplichte volgorde van tentamens voorgeschreven.<br />
2 In de postpropedeutische fase is geen verplichte volgorde van tentamens voorgeschreven.<br />
Voorwaarde voor starten met afstudeeropdracht:<br />
De student kan pas met de afstudeeropdracht starten wanneer het propedeuse-certificaat<br />
is behaald en in de postpropedeuse 5 thema’s met succes zijn afgerond (ook vrijstellingen<br />
tellen mee).<br />
8.6 Tijdvakken en frequenties voor het afleggen van tentamens en toetsen<br />
(WHW artikel 7.13 lid 2h en 2j)<br />
1 Jaarlijks worden minimaal twee tentamenmogelijkheden aangeboden.<br />
2 De tentamens vinden plaats in de loop van of aan het einde van de studieperiode waarin<br />
de <strong>onderwijs</strong>eenheid of het onderdeel wordt aangeboden en op een later moment in het<br />
studiejaar.<br />
De data waarop de tentamens plaatsvinden resp. waarop studietaken en -opdrachten<br />
moeten worden ingeleverd bij de examinator, worden uiterlijk aan het begin van de<br />
studieperiode waartoe ze behoren, bekend gemaakt.<br />
3 Deelname aan een tweede of volgend tentamen is alleen mogelijk als voor het eerste<br />
tentamen de kwalificatie onvoldoende, zeer onvoldoende, niet voldaan of een cijfer lager<br />
dan 5,5 is behaald.<br />
4 De inhoud van het hertentamen (tijdens hetzelfde collegejaar) is dezelfde als die van het<br />
eerste tentamen, resp. tentamenonderdeel.<br />
5 Het niet deelnemen aan een tentamen geeft geen recht op een extra tentamen in de loop<br />
van hetzelfde studiejaar. De examencommissie is bevoegd om in bijzondere gevallen aan<br />
de student alsnog een extra tentamenmogelijkheid in hetzelfde studiejaar aan te bieden.<br />
Dit is echter geen recht van de student.<br />
8.7 Aanmelding voor groepsgewijze, schriftelijke tentamens en toetsen<br />
1 Studenten die willen deelnemen aan een tentamen of toets moeten zich daarvoor tijdig<br />
inschrijven via Osiris.<br />
2 De periode voor inschrijving is in week 1 en 4 van een kwartaal. De data voor inschrijving<br />
voor de hertentamens van tp4 worden begin juli bekend gemaakt.<br />
3 Indien een student zich niet binnen de aangegeven reguliere inschrijvingsperiode heeft<br />
ingeschreven is het alsnog mogelijk om zich in te schrijven tot uiterlijk 5 werkdagen voor<br />
het tentamen/toets, tegen betaling van Euro 25,- administratiekosten (in geval van een<br />
meervoudige gelijktijdige aanmelding voor een cluster van tentamens/toetsen geldt Euro<br />
25,- per cluster).<br />
Na deze periode is deelname aan het betreffende tentamen of toets niet meer mogelijk.<br />
Na-inschrijving voor een schriftelijke toets: via de RET balie in de hal. Na-inschrijving voor<br />
een praktijkopdracht (werkstuk, college-activiteit, presentatie, eindgesprek): bij het<br />
secretariaat van je opleiding (HE.103).<br />
8.8 Beoordeling<br />
1 Alle tentamens / tentamenonderdelen worden beoordeeld door de betrokken examinatoren<br />
conform de vooraf gestelde en gepubliceerde beoordelingscriteria en beoordelingsnormen.<br />
2 Op grond van een analyse van de tentamenresultaten kan de examinator besluiten om een<br />
beoordelingsnorm achteraf te wijzigen. De examinator legt het voornemen tot een<br />
dergelijke wijziging ter instemming voor aan de examencommissie. Het besluit van de<br />
OER ADT-BEC 2010-2011 versiedatum: 14 juli 2010 23
examencommissie wordt schriftelijk bekend gemaakt aan de betrokken studenten. Een<br />
dergelijke wijziging kan niet ten nadele zijn van de student.<br />
3 In het geval dat de examencommissie heeft bepaald dat deskundigen van buiten de instelling<br />
(bv. stagebegeleiders) bij de beoordeling worden betrokken, wordt de manier waarop<br />
zij betrokken worden in de beoordeling beschreven in het betreffende blokboek /<br />
studiehandleiding. De hier bedoelde deskundigen kunnen slechts optreden als adviseurs,<br />
niet als examinatoren.<br />
4 Een of meer van de navolgende beoordelingscriteria zijn van toepassing:<br />
a de uitvoering van een studietaak of -opdracht (kwantitatief);<br />
b de mate waarin is voldaan aan de specifieke criteria die zijn gesteld aan de studietaak<br />
of -opdracht (kwalitatief) ( bv. de mate waarin de gestelde vragen juist zijn<br />
beantwoord, de mate van deelname aan de uitvoering van een studietaak of -<br />
opdracht in groepsverband);<br />
c de mate van deelname aan practica / praktische oefening; dit criterium is<br />
uitsluitend van toepassing bij de beoordeling van (deel)tentamens die behoren bij<br />
<strong>onderwijs</strong>eenheden of delen van <strong>onderwijs</strong>eenheden die als practicum met<br />
deelnameplicht zijn aangeduid en als zodanig aan het begin van de<br />
<strong>onderwijs</strong>eenheid bekend zijn gemaakt (zie 8.4)<br />
5 De beoordeling van ieder tentamen(onderdeel) wordt uitgedrukt in een van de volgende<br />
kwalificaties:<br />
[a] een cijfer uit de reeks van 1 t/m 10, tot op ten hoogste één decimaal nauwkeurig;<br />
[b] zeer goed, goed, ruim voldoende, voldoende, onvoldoende, zeer onvoldoende;<br />
[c] voldaan, niet voldaan.<br />
Er bestaat de volgende samenhang tussen cijfers en woordbeoordelingen.<br />
10 Zeer goed Voldaan<br />
9 Goed<br />
8<br />
7 Ruim voldoende<br />
6 Voldoende<br />
5 Onvoldoende Niet voldaan<br />
4<br />
3 Zeer onvoldoende<br />
2<br />
1<br />
6 Als de student een tentamen of toets meer dan één keer aflegt, geldt de hoogste<br />
kwalificatie.<br />
7 Voor afrondingen en gemiddelden geldt het volgende:<br />
a Het invoeren en het presenteren van studieresultaten geschiedt met afgeronde<br />
cijfers (op ten hoogste één decimaal nauwkeurig)<br />
b Een voldoende is 5,5 op een presentatiemoment.<br />
c Voor het berekenen van gemiddelden en compensaties geldt dat<br />
woordbeoordelingen niet het onderwerp van berekeningen kunnen zijn.<br />
d Gemiddelden kunnen uitsluitend als gewogen gemiddelde worden bepaald, waarbij<br />
de weegfactoren gehele getallen zijn die optellen tot 100.<br />
8 De cijfers op de eindlijst die uitgereikt wordt bij het getuigschrift van het afsluitend<br />
examen zijn afgeronde gehele cijfers.<br />
8.9 Bekendmaking van de tentamenuitslag (WHW artikel 7.13 lid 2o)<br />
1 De examinatoren stellen de kwalificatie van een tentamen of toets vast en de kerndocent<br />
van het thema voert deze in het studievoortgang-registratiesysteem Osiris in. Hij/zij doet<br />
deze op de voorgeschreven manier toekomen aan de academiedirectie, uiterlijk 3 weken<br />
(15 werkdagen) na afloop van de tentamenweek. De academiedirectie is<br />
eindverantwoordelijk voor de verwerking van de kwalificatie in het studievoortgangregistratiesysteem.<br />
OER ADT-BEC 2010-2011 versiedatum: 14 juli 2010 24
2 Uiterlijk 3 weken na afloop van de tentamenweek worden de resultaten via Osiris<br />
gepubliceerd (dus uiterlijk woensdag in lesweek 3 van het volgende kwartaal-uitzondering<br />
hierop is het 4 e kwartaal). Voor exacte data zie de Jaaragenda studenten van de<br />
Academie voor Deeltijd (beschikbaar via de <strong>Avans</strong> Portal).<br />
3 Gedurende maximaal 60 werkdagen na het bekendmaken van het resultaat van een toets<br />
kan elke belanghebbende het cijfer controleren zoals dat in het cijferregistratiesysteem van<br />
Osiris is opgenomen; bij vermeende onjuistheid, dan wel ontbreken van het cijfer van de<br />
betrokken toets kan een belanghebbende de docent die de toets heeft gecorrigeerd<br />
verzoeken het cijfer aan te passen, dan wel op te laten nemen in het eerder genoemde<br />
cijferregistratiesysteem. Indien belanghebbende niet weet welke docent de toets heeft<br />
gecorrigeerd dan wel anderszins zich niet voldoende gehoord acht, wendt belanghebbende<br />
zich tot de coördinator van de opleiding. Na 60 werkdagen na bekendmaking van het<br />
resultaat van een toets vervalt het recht van elke belanghebbende om het opgenomen<br />
cijfer in het cijferregistratiesysteem te laten corrigeren, danwel het ontbrekende cijfer te<br />
doen opnemen.<br />
8.10 Bekendmaking van de examenuitslag<br />
1 De examencommissie stelt de uitslag van het propedeutische examen vast, zodra de<br />
student voldaan heeft aan de eisen van de tentamens die behoren bij de <strong>onderwijs</strong>eenheden<br />
van de propedeutische fase.<br />
2 De examencommissie stelt de uitslag van het afsluitende examen vast, zodra de student<br />
voldaan heeft aan de eisen van de tentamens die behoren bij de <strong>onderwijs</strong>eenheden van<br />
de postpropedeutische fase.<br />
8.11 Geldigheidsduur<br />
1 De geldigheidsduur van een met goed gevolg afgelegd tentamen of tentamenonderdeel is<br />
onbeperkt gedurende de inschrijvingsduur van de student.<br />
8.12 Bewaring<br />
1 Opgaven voor schriftelijke tentamens en de beoordelingsresultaten worden minstens vier<br />
jaar bewaard.<br />
Onder opgaven worden in dit verband zowel verstaan de opgaven die worden uitgereikt bij<br />
groepsgewijs georganiseerde schriftelijke tentamens, als opdrachten en studietaken<br />
(meestal opgenomen in blokboeken / studiehandleidingen) die worden beoordeeld.<br />
Onder beoordelingsresultaten wordt in dit verband verstaan de kwalificaties van tentamens<br />
en tentamenonderdelen zoals die worden vastgelegd in het studievoortgangregistratiesysteem.<br />
2 Al het beoordeelde schriftelijke tentamenwerk en bijbehorende schriftelijke beoordelingen<br />
worden tenminste tot één jaar na het afleggen van het betreffende (deel)tentamen<br />
bewaard en zoveel langer als een eventuele beroepsprocedure duurt die is ingesteld met<br />
betrekking tot een (deel)tentamen.<br />
3 Kopieën van getuigschriften en de resultatenoverzichten worden 50 jaar bewaard<br />
(archiefwet).<br />
8.13 Inzage<br />
1 De student krijgt op zijn verzoek inzage in zijn beoordeeld schriftelijk tentamen. De data<br />
van inzage zijn vastgelegd in de jaaragenda. Voor de inzage zijn de volgende regels van<br />
toepassing:<br />
a. Na elke tentamenperiode (met uitzondering van de herkansingsperiode in juli) wordt<br />
een bijeenkomst belegd waarin studenten hun schriftelijk tentamen ter inzage<br />
ontvangen en waarbij zij tevens de modeloplossing (voorbeelduitwerking) en het<br />
oorspronkelijk schriftelijk tentamen (met puntenwaardering) kunnen inzien. Voor<br />
overige tentamenonderdelen (werkstuk, college-act.) is geen inzage. Voor de inzage<br />
wordt een rooster gemaakt (inzagerooster) met data/tijden en lokalen, dat via de<br />
<strong>Avans</strong> Portal wordt gepubliceerd.<br />
OER ADT-BEC 2010-2011 versiedatum: 14 juli 2010 25
De student moet zich kunnen legitimeren tijdens de inzage.<br />
De student die tijdens de inzage verhinderd is, kan geen herbeoordeling aanvragen.<br />
Alleen als een student in een bijzondere (= overmacht) situatie verkeert en daardoor<br />
niet aan de inzagebijeenkomst kan deelnemen, dan bestaat de mogelijkheid dat voor<br />
de inzagedatum schriftelijk aan de coördinator mee te delen met het verzoek zijn<br />
tentamen(s) te bewaren, en daarbij toestemming vragen voor herbeoordeling op een<br />
later tijdstip. De coördinator bepaalt of de student deze mogelijkheid krijgt.<br />
b. Tijdens de inzagebijeenkomst geeft de aanwezige hogeschoolmedewerker elke<br />
aanwezige zijn tentamenwerk terug. Tassen en jassen dienen voor in het lokaal<br />
gelegd te worden. Studenten mogen naast hun terugontvangen tentamenwerk alleen<br />
een potlood op hun tafel hebben (dus geen literatuur of aantekeningen). De<br />
aanwezige hogeschoolmedewerker geeft inzage in de voorbeelduitwerking van het<br />
tentamen zonder in discussie te gaan over de mogelijke antwoorden. In het lokaal<br />
mag ook niet met medestudenten gesproken worden.<br />
c. Indien een student geen herbeoordeling aanvraagt mag hij het tentamenwerk<br />
meenemen, waarmee de beoordeling definitief is. Hiermee vervalt het recht op een<br />
beroepsprocedure tegen het betreffende tentamenresultaat.<br />
d. Na de inzage mag de student een standaarduitwerking van de antwoorden<br />
meenemen.<br />
e. Een student mag voor een andere student het tentamen nakijken op score, maar niet<br />
op inhoud.<br />
f. Tentamenwerk wordt niet aan andere studenten meegegeven.<br />
g. Studenten worden tijdens deze bijeenkomst in de gelegenheid gesteld een<br />
herbeoordeling aan te vragen. Daartoe vullen zij het herbeoordelingsformulier met<br />
potlood in, daarbij hun onderwerp van herbeoordeling met argumenten aangevend.<br />
Het herbeoordelingsformulier wordt samen met het tentamenwerk ingeleverd bij de<br />
aanwezige hogeschoolmedewerker.<br />
h. Er zijn richtlijnen voor de aanvraag van een herbeoordeling. Deze richtlijnen zijn als<br />
bijlage toegevoegd aan deze OER (bijlage 4).<br />
i. De directeur/coördinator laat het tentamen door een (andere) docent beoordelen of<br />
beoordeelt het zelf.<br />
j. De student krijgt na de herbeoordeling het tentamen met een kopie van het<br />
herbeoordelingsformulier (waarop de herbeoordeling staat) toegestuurd.<br />
k. Na de herbeoordeling is het cijfer definitief. Het cijfer kan lager uitvallen.<br />
l. Tentamenwerken die tijdens de bijeenkomst niet worden opgehaald, worden door het<br />
secretariaat van de opleiding tien werkdagen bewaard zodat ze door de studenten<br />
alsnog kunnen worden opgehaald. Het recht op herbeoordeling is dan echter verloren<br />
en het cijfer definitief. Na deze tien werkdagen wordt het overgebleven werk volgens<br />
artikel 8.12 bewaard.<br />
m. De student die het tentamenwerk meeneemt moet dit minimaal één jaar bewaren. Op<br />
verzoek van de opleiding moet de student het werk retourneren bijvoorbeeld in het<br />
kader van een accountantscontrole.<br />
8.14 Vrijstellingen<br />
8.14.1 Vrijstellingen tot het afleggen van tentamens<br />
1 De examencommissie kan een student op schriftelijk verzoek, vrijstelling verlenen voor<br />
een <strong>onderwijs</strong>eenheid (thema/cursus), op grond van het bezit van een akte, diploma,<br />
getuigschrift of andere verklaring waaruit blijkt dat de student reeds aan de vereisten van<br />
de desbetreffende <strong>onderwijs</strong>eenheid heeft voldaan. Er worden geen vrijstellingen verleend<br />
voor onderdelen van een <strong>onderwijs</strong>eenheid, zoals toets, werkstuk, college-activiteit etc.<br />
2 Indien de examencommissie een vrijstelling verleent, ontvangt de student hiervan een<br />
schriftelijke bevestiging.<br />
3 De procedure voor het aanvragen en verlenen van vrijstellingen is als volgt.<br />
a De student dient een schriftelijk en onderbouwd verzoek in tot vrijstelling voor een<br />
tentamen of toets bij de voorzitter van de examencommissie. Het verzoek gaat<br />
vergezeld van de volgende bescheiden:<br />
- een kopie van het behaalde getuigschrift, akte, diploma of verklaring;<br />
- een kopie van de daarbij behorende lijst van kwalificaties;<br />
- een lijst van bestudeerde literatuur, collegedictaten, readers, e.d.;<br />
OER ADT-BEC 2010-2011 versiedatum: 14 juli 2010 26
- indien de inhoud van het onderdeel waarvoor vrijstelling wordt gevraagd geen<br />
onderdeel is geweest van het examen of tentamen, dient de student een bewijs te<br />
overleggen waaruit blijkt dat hij het desbetreffende onderdeel heeft gevolgd.<br />
b De examencommissie beslist zo spoedig mogelijk maar uiterlijk binnen 20 werkdagen<br />
na indiening van het verzoek, al of niet in overleg met de betrokken examinatoren,<br />
of het verzoek wordt gehonoreerd dan wel wordt afgewezen en stelt de student<br />
hiervan op de hoogte. Een kopie van het besluit wordt opgeborgen in het dossier van<br />
de student.<br />
c Een toegekende vrijstelling wordt als behaald resultaat geregistreerd in het<br />
studievoortgangregistratiesysteem op de datum dat de vrijstelling wordt verleend.<br />
d Indien de student de onder a. genoemde bewijsstukken niet kan overleggen maar<br />
toch meent voor de vrijstelling in aanmerking te komen, kan de examencommissie<br />
besluiten om de student een voortentamen af te laten leggen. Als dit voortentamen<br />
met goed gevolg wordt afgelegd, wordt dit beschouwd als een vrijstelling. De<br />
student ontvangt schriftelijk bericht van de uitslag en de aldus verkregen vrijstelling<br />
wordt geregistreerd in het studievoortgangregistratiesysteem op de datum dat de<br />
vrijstelling wordt verleend.<br />
e Er kan géén vrijstelling meer aangevraagd worden indien de student al een<br />
tentamenonderdeel heeft afgelegd voor datzelfde thema.<br />
4 De student kan beroep aantekenen tegen de beslissing van de examencommissie bedoeld<br />
onder lid 3.b op grond van de bezwaar- en beroepsregeling (H 9).<br />
8.14.2 EVC-procedure<br />
Studenten die op basis van elders verworven competenties vrijstelling willen aanvragen, vinden op<br />
de <strong>Avans</strong> Portal informatie en de procedure voor aanvraag.<br />
8.15 Gedragsregels bij groepsgewijze, schriftelijke tentamens<br />
8.15.1 Legitimatie<br />
Tijdens summatieve (voor het examen meetellende) toetsen, onder andere die door de<br />
centrale organisatie worden uitgevoerd, is legitimatie verplicht.<br />
<strong>Avans</strong> <strong>Hogeschool</strong> accepteert alleen wettelijk geldige legitimatiebewijzen.<br />
• Nederlands paspoort of Nederlandse identiteitskaart (mag 5 jaar verlopen zijn, mits<br />
de student nog te herkennen is van de foto);<br />
• vreemdelingen- of vluchtelingenpaspoort;<br />
• OV-jaarkaart;<br />
• diplomatiek paspoort of dienstpaspoort;<br />
• paspoort van een EU of EER-land;<br />
• niet-Nederlands paspoort waarin de gemeente een verblijfssticker heeft<br />
aangebracht;<br />
• geldig verblijfsdocument voor vreemdelingen;<br />
• Rijbewijs (internationaal) en alle buitenlandse rijbewijzen;<br />
• brommerrijbewijs uitgegeven na 1 oktober 2006 (geen brommer certificaat!).<br />
Als de student geen identiteitsbewijs heeft als gevolg van diefstal of verlies kan hij met het<br />
proces-verbaal van aangifte van de politie deelnemen aan de toets.<br />
De precieze regeling, waarin is aangegeven welke dit zijn, is beschikbaar op de portal bij<br />
DIF/RET 5 . Wanneer aan bovenstaande legitimatie niet wordt voldaan, is deelname aan de<br />
toets niet toegestaan.<br />
8.15.2 Verdere gedragsregels<br />
De gedragsregels voor schriftelijke tentamens zijn opgenomen in bijlage 2.<br />
5 Tentamenregeling <strong>Avans</strong> <strong>Hogeschool</strong><br />
OER ADT-BEC 2010-2011 versiedatum: 14 juli 2010 27
8.16 Calamiteitenregeling<br />
1 Onder een calamiteit wordt verstaan de situatie waarin alle aanwezigen het gebouw tijdens<br />
de tentamentijd onmiddellijk moeten verlaten als gevolg van alarm. In deze situatie<br />
vervalt het tentamen en wordt al ingeleverd werk niet beoordeeld. Zo spoedig mogelijk<br />
wordt een nieuw tentamen aangeboden. De studenten worden binnen 24 uur na de<br />
calamiteit geïnformeerd (via publicatiebord en portal) over de plaats, datum en tijd van het<br />
nieuwe tentamen.<br />
8.17 Onregelmatigheden (WHW artikel 7.12 lid 4)<br />
1 Indien een student zich ten aanzien van enig deel van een tentamen(onderdeel) of de<br />
gedragsregels schuldig maakt aan enige onregelmatigheid of bedrog, kan de examinator of<br />
de toezichthouder tijdens het tentamen, hem de deelneming of verdere deelneming aan<br />
het tentamen ontzeggen. In voorkomend geval legt de examinator resp. de toezichthouder<br />
bij het tentamen, achteraf verantwoording af aan de examencommissie.<br />
2 Indien de onregelmatigheid of het bedrog eerst na afloop van het tentamen wordt ontdekt,<br />
kan de examinator besluiten om geen verklaring uit te reiken of kan hij bepalen dat deze<br />
verklaring pas wordt uitgereikt na een hernieuwd tentamen. In voorkomend geval legt de<br />
examinator zijn besluit ter vaststelling voor aan de examencommissie.<br />
3 Indien de onregelmatigheid of het bedrog eerst na afloop van alle tentamens van de<br />
propedeutische fase dan wel de postpropedeutische fase wordt ontdekt, kan de<br />
examencommissie besluiten om geen getuigschrift als bedoeld in artikel 8.18 (kadertekst)<br />
uit te reiken, of kan zij bepalen dat het getuigschrift niet wordt uitgereikt dan na een<br />
hernieuwd tentamen over de onderwerpen en in de vorm die door de examencommissie<br />
wordt bepaald.<br />
4 Naast het gestelde in lid 1, lid 2 en lid 3, kan de examencommissie:<br />
- aan de student het recht ontnemen om gedurende maximaal 1 jaar, één of meer<br />
tentamens of examens af te leggen (WHW artikel 7.12 lid 4).<br />
5 Alvorens een beslissing ingevolge het tweede of derde lid te nemen, hoort de voorzitter<br />
van de examencommissie, resp. de examencommissie de student. De voorzitter deelt zijn<br />
beslissing resp. de beslissing van de examencommissie zo spoedig mogelijk mede aan de<br />
student, zo mogelijk mondeling en in elk geval schriftelijk.<br />
6 De voorzitter van de examencommissie maakt zo spoedig mogelijk een rapport op van zijn<br />
beslissing en de feiten waarop deze berust en stuurt dit rapport aan de academiedirectie.<br />
7 De desbetreffende student heeft te allen tijde het recht om binnen vier weken tegen een<br />
van de bovengenoemde beslissingen van de examinator, de toezichthouder tijdens het<br />
tentamen, de examencommissie of de voorzitter van de examencommissie in beroep te<br />
gaan bij het College van Beroep voor de Examens. De beroepsprocedure is opgenomen in<br />
het Reglement van orde van het College van Beroep voor de Examens. Dit reglement is op<br />
te vragen bij de decanen, bij de studentenadministraties, bij de mediatheek en het Studie<br />
Informatiecentrum.<br />
8 De student geeft met het inleveren van werkstukken impliciet toestemming voor opname<br />
van het werkstuk in het databestand van antiplagiaatsoftware. In het geval dat het<br />
werkstuk vertrouwelijke bedrijfsgegevens bevat die opname in zo’n databestand<br />
ongewenst maken dient dat aan de examinator ter kennis gebracht te worden.<br />
Werkstukken in digitale vorm mogen niet voorzien zijn van een softwarematige blokkering<br />
tegen antiplagiaatsoftware.<br />
8.18 Getuigschriften en verklaringen (WHW artikel 7.11)<br />
1 Ten bewijze dat een tentamen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de desbetreffende<br />
examinator een daarop betrekking hebbend bewijsstuk uitgereikt. Het periodiek uitgereikte<br />
studievoortgangoverzicht wordt mede als bewijsstuk beschouwd.<br />
2 De student die meer dan één tentamen met goed gevolg heeft afgelegd en aan wie geen<br />
getuigschrift als bedoeld in lid 3 en 4 kan worden uitgereikt, ontvangt op verzoek een<br />
verklaring van de examencommissie waarin de tentamens zijn vermeld die met goed<br />
OER ADT-BEC 2010-2011 versiedatum: 14 juli 2010 28
gevolg zijn afgelegd. De student dient het verzoek schriftelijk in te dienen bij de voorzitter<br />
van de examencommissie. De verklaring voldoet aan de voorschriften terzake van de<br />
<strong>Avans</strong> <strong>Hogeschool</strong>.<br />
3 Ten bewijze dat het propedeutische examen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de<br />
examencommissie een getuigschrift met bijbehorend supplement uitgereikt. Het<br />
getuigschrift en het supplement voldoen aan de voorschriften terzake van de <strong>Avans</strong><br />
<strong>Hogeschool</strong>.<br />
4 Ten bewijze dat het afsluitende Ad-examen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de<br />
examencommissie een getuigschrift met bijbehorend supplement uitgereikt 6 . Het<br />
getuigschrift en het supplement voldoen aan de voorschriften terzake van de <strong>Avans</strong><br />
<strong>Hogeschool</strong>.<br />
5 Ten bewijze dat het afsluitende bachelorexamen met goed gevolg is afgelegd, wordt door<br />
de examencommissie een getuigschrift met bijbehorend supplement uitgereikt 7 . Het<br />
getuigschrift en het supplement voldoen aan de voorschriften terzake van de <strong>Avans</strong><br />
<strong>Hogeschool</strong>.<br />
6 Er kan na het met goed gevolg afleggen van het afsluitende examen naast het<br />
getuigschrift en het supplement op aanvraag een Engelstalig diplomasupplement uitgereikt<br />
worden volgens het formaat Unesco/Cepes met de aanpassingen door de HBO-raad.<br />
8.19 Graadverlening (WHW artikel 7.10a)<br />
8.19.1 Bachelor<br />
Het instellingsbestuur verleent de graad van Bachelor aan degene die met goed gevolg het<br />
afsluitende examen van de bacheloropleiding heeft afgelegd en voegt aan een graad toe de<br />
vermelding van het vakgebied of het beroepenveld waarop de graad betrekking heeft.<br />
8.19.2 Associate Degree<br />
Het instellingsbestuur verleent de graad van Associate Degree aan degene die met goed gevolg<br />
het afsluitende examen van de Ad-opleiding heeft afgelegd en voegt aan een graad toe de<br />
vermelding van het vakgebied of het beroepenveld waarop de graad betrekking heeft.<br />
8.20 Cum laude slagen<br />
De student is cum laude geslaagd indien voor zijn/haar postpropedeutische examen aan de<br />
volgende voorwaarden is voldaan:<br />
1 Het onafgeronde gewogen gemiddelde van de beoordelingsresultaten van de<br />
<strong>onderwijs</strong>eenheden op de cijferlijst die behoort bij het getuigschrift is gelijk aan of hoger<br />
dan een acht (8,0)<br />
2 Er komt geen cijfer lager dan een 7,0 op de cijferlijst voor.<br />
3 Het cijfer voor de afstudeeropdracht is minimaal een 8,0.<br />
4 Er is nimmer sprake geweest van geconstateerde fraude tijdens de bacheloropleiding.<br />
De examencommissie bepaalt hoe <strong>onderwijs</strong>eenheden waarvoor vrijstelling is verleend of die zijn<br />
gewaardeerd met ‘voldaan’, worden meegewogen in het besluit inzake de toekenning van het<br />
predikaat ‘cum laude’.<br />
6<br />
Opgemerkt kan worden dat in de toelichting in het Kader art 7.58 WHW tamelijk vrij wordt geïnterpreteerd<br />
om een gestroomlijnde getuigschriftenprocedure te bevorderen.<br />
7<br />
Opgemerkt kan worden dat in de toelichting in het Kader art 7.58 WHW tamelijk vrij wordt geïnterpreteerd<br />
om een gestroomlijnde getuigschriftenprocedure te bevorderen.<br />
OER ADT-BEC 2010-2011 versiedatum: 14 juli 2010 29
Hoofdstuk 9 BEZWAAR, BEROEP EN KLACHTEN<br />
9.1 Bezwarenregeling<br />
1 Iedereen die meent in zijn belangen te zijn geschaad als gevolg van een naar zijn<br />
oordeelonjuiste toepassing van regels uit de <strong>onderwijs</strong>- en examenregeling door<br />
medewerkers van de opleiding of academie (niet betreffende een beslissing van de<br />
examencommissie,f een examinator, of beslissingen tot de bindende afwijzing als bedoeld<br />
in artikel 4.6.3, resp. 5.6.3 en 6.6.3) kan hiertegen binnen vier weken schriftelijk en<br />
gemotiveerd bezwaar aantekenen bij de examencommissie.<br />
2 De examencommissie neemt binnen drie weken na dagtekening van het bezwaarschrift<br />
een beslissing en deelt deze schriftelijk en gemotiveerd mede aan belanghebbende.<br />
3 Tegen de beslissing van de examencommissie kan belanghebbende beroep instellen bij het<br />
College van Beroep voor de Examens overeenkomstig het bepaalde in 9.2.<br />
4 Voor zover bovengenoemde ‘onjuiste toepassing van regels’ betrekking heeft op de<br />
onderwerpen die genoemd zijn in 9.2 kan belanghebbende ook rechtstreeks beroep<br />
instellen bij het College van Beroep voor de Examens.<br />
9.2 Beroepsregeling<br />
1 Iedereen die meent in zijn belangen te zijn geschaad als gevolg van een beslissing van de<br />
examencommissie of een examinator kan hiertegen binnen vier weken na dagtekening van<br />
deze beslissing, schriftelijk en gemotiveerd beroep instellen bij het College van Beroep<br />
voor de Examens.<br />
2 Het College van Beroep voor de Examens oordeelt over het beroep dat is ingesteld tegen:<br />
a beslissingen van de examencommissie en examinatoren;<br />
b beslissingen tot de bindende afwijzing als bedoeld in artikel 4.6.3, resp. 5.6.3 en<br />
6.6.3;<br />
c beslissingen met het oog op de toelating tot de examens;<br />
d beslissingen inzake vaststelling van het aantal behaalde studiepunten;<br />
e beslissingen van commissies als bedoeld in artikel 7.29, eerste lid van de WHW,<br />
betreffende vrijstelling op grond van toelatingsonderzoek.<br />
(WHW artikel 7.61)<br />
3 Het beroep kan worden ingesteld als:<br />
a de beslissing in strijd is met enig algemeen verbindend voorschrift;<br />
b het desbetreffende orgaan bij het nemen van de beslissing zijn bevoegdheid<br />
kennelijk tot een ander doel gebruikt heeft dan tot de doeleinden waartoe de<br />
bevoegdheid is gegeven;<br />
c het desbetreffende orgaan bij afweging van de betrokken belangen niet in redelijkheid<br />
tot de beslissing heeft kunnen komen;<br />
d de beslissing in strijd is met enig ander in het algemeen rechtsbewustzijn levend<br />
beginsel van behoorlijk bestuur.<br />
(WHW artikel 7.61)<br />
4 Een voor beroep vatbare beslissing als bedoeld in artikel 9.2 lid 2 wordt altijd schriftelijk<br />
en gemotiveerd uitgebracht. Hiervoor wordt de betrokken student gewezen op zijn<br />
beroepsrechten en de hiervoor geldende termijnen.<br />
5 De verdere bepalingen met betrekking tot de procedure, de behandeling en de uitspraak<br />
zijn vastgelegd in het Reglement van Orde van het College van Beroep voor de Examens.<br />
Deze regeling is te vinden op de portal van <strong>Avans</strong> <strong>Hogeschool</strong>.<br />
9.3 Klachtrecht<br />
1 Iedere student heeft het recht een klacht in te dienen over een bepaalde gang van zaken<br />
binnen <strong>Avans</strong> <strong>Hogeschool</strong>, het gedrag van een medewerker of van een medestudent in de<br />
hogeschool.<br />
2 De verdere bepalingen met betrekking tot de procedure, de behandeling en de uitspraak<br />
zijn vastgelegd in de Algemene Klachtenregeling voor Studenten. Deze regeling is te<br />
vinden op de portal van <strong>Avans</strong> <strong>Hogeschool</strong><br />
OER ADT-BEC 2010-2011 versiedatum: 14 juli 2010 30
3 De Academie voor Deeltijd heeft een eigen protocol klachtafhandeling, deze is bijgevoegd<br />
als bijlage 5.<br />
OER ADT-BEC 2010-2011 versiedatum: 14 juli 2010 31
Hoofdstuk 10 VASTSTELLING EN WIJZIGING VAN DE ONDERWIJS- EN<br />
EXAMENREGELING<br />
(conform de Kaderregeling voor herziening en vaststelling van de<br />
<strong>onderwijs</strong>- en examenregeling)<br />
10.1 Herziening, vaststelling en inwerkingtreding<br />
1. De academiedirectie beoordeelt minimaal een keer per jaar samen met de opleidingscommissie<br />
de geldende opleidings-OER.<br />
2. De academiedirectie stelt, mede op basis van adviezen van de examencommissie ter<br />
uitoefening van hun rechten zoals vermeld in de Kaderregeling Examencommissies de concept<br />
OER op voor het nieuwe studiejaar.<br />
3. De academiedirectie legt de concepttekst voor:<br />
ter advisering aan de opleidingscommissie;<br />
ter instemming aan de Academieraad conform het Medezeggenschapsreglement<br />
Academieraden <strong>Avans</strong> <strong>Hogeschool</strong>.<br />
4. De academiedirecteur stelt, na toetsing van de OER aan het <strong>Avans</strong> Kader voor Onderwijs en<br />
Examinering, de opleidings-OER vast.<br />
5. De academiedirectie draagt zorg voor doorvertaling van de opleidings-OER in relevante<br />
opleidingsdocumenten, waaronder de studiegids.<br />
6. De academiedirectie draagt er zorg voor dat studenten en personeel tijdig, doch uiterlijk 1<br />
september van het studiejaar waarop de opleidings-OER betrekking heeft, worden<br />
geïnformeerd.<br />
10.2 Wijziging<br />
1. Wijzigingen die van toepassing zijn op het lopende studiejaar mogen alleen doorgevoerd<br />
worden indien de belangen van de studenten daardoor redelijkerwijs niet worden geschaad.<br />
2. Noodzakelijke wijzigingen in de opleidings-OER worden, na bespreking van de voorstellen met<br />
de opleidingscommissie, door de academiedirectie in concept vastgesteld en ter instemming<br />
aan de Academieraad voorgelegd.<br />
3. De academiedirecteur stelt, na toetsing van de wijzigingen van het OER aan het <strong>Avans</strong> Kader<br />
voor Onderwijs en Examinering de opleidings-OER vast.<br />
4. Wijzigingen van de opleidings-OER worden, zodra ze zijn vastgesteld, via de binnen de<br />
academie gebruikelijke kanalen aan betrokkenen bekend gemaakt in de vorm van een<br />
(cumulatief) wijzigingsoverzicht.<br />
10.3 Onvoorziene omstandigheden<br />
1. Indien zich omstandigheden voordoen waarin de opleidings-OER zou moeten voorzien doch dit<br />
niet doet beslist de voorzitter van de examencommissie, zo mogelijk in overleg met de<br />
academiedirectie en legt daarover (conform de Kaderregeling Examencommissies)<br />
verantwoording af aan de academiedirectie. In de schriftelijke argumentatie naar de<br />
desbetreffende student(en) worden omstandigheden, overwegingen en beslissingen toegelicht<br />
(en wordt de mogelijkheid van een beroepsprocedure vermeld).<br />
2. Indien zich binnen de examencommissie bij de interpretatie van regelingen uit de opleidings-<br />
OER verschillen van mening voordoen beslist de academiedirectie in overleg met de voorzitter<br />
van de examencommissie<br />
OER ADT-BEC 2010-2011 versiedatum: 14 juli 2010 32
Bijlage 1 BEGRIPSBEPALINGEN<br />
In deze regeling wordt verstaan onder:<br />
Academie Organisatorische eenheid binnen de hogeschool<br />
waarin het <strong>onderwijs</strong> voor een of meer opleidingen<br />
wordt verzorgd.<br />
Academiedirectie Het orgaan binnen de organisatie van de hogeschool<br />
dat is belast met de leiding van een academie, voor<br />
zover daartoe bevoegdheden door de Raad van<br />
Bestuur zijn overgedragen.<br />
Academieraad Een deelraad die bestaat uit medewerkers en<br />
studenten van de academie. De Academieraad oefent<br />
tegenover de Academiedirectie het instemmingsrecht<br />
en het adviesrecht uit dat toekomt aan de<br />
medezeggenschapsraad, voor zover het<br />
aangelegenheden betreft die de Academie aangaan.<br />
(WHW artikel 10.25)<br />
Afstudeerrichting Een deel van de bacheloropleiding dat zich richt op<br />
een specifiek onderdeel van het beroep of de<br />
beroepsuitoefening. (Niet van toepassing bij<br />
major/minorstructuur)<br />
Associate Degree De aanduiding Associate Degree is een graad die<br />
aangeeft dat iemand van een bacheloropleiding een<br />
afgebakend programma van ten minste 120<br />
studiepunten (EC) heeft gevolgd. (WHW artikel 7.8a)<br />
<strong>Avans</strong> Medezeggenschapsraad<br />
(AMR)<br />
De medezeggenschapsraad als bedoeld in artikel<br />
10.35 WHW. Deze raad bestaat uit medewerkers en<br />
studenten en is bevoegd tot bespreking van alle<br />
aangelegenheden <strong>Avans</strong> <strong>Hogeschool</strong> betreffende.<br />
Bachelor De aanduiding Bachelor is een graad die aangeeft dat<br />
iemand een complete beroepsgerichte opleiding heeft<br />
afgerond aan een hogeschool of een basisopleiding<br />
heeft voltooid aan een universiteit.<br />
Cohort Een cohort bestaat uit de studenten die per 1 oktober<br />
van enig jaar voor de eerste keer zijn ingeschreven in<br />
de propedeutische fase van een opleiding. De<br />
studenten die voor de eerste keer zijn ingeschreven<br />
per 1 oktober 2010 vormen het cohort 2010.<br />
Studenten die zich voor het eerst inschrijven bij een<br />
opleiding in de postpropedeutische fase behoren tot<br />
het cohort van de studenten waarvoor hetzelfde<br />
<strong>onderwijs</strong>programma geldt.<br />
College van Beroep Bijzonder<br />
Onderwijs<br />
College van Beroep voor de<br />
Examens<br />
Een aan de hogeschool verbonden beroepscollege<br />
voor belanghebbenden (studenten, aspirantstudenten<br />
en extraneï), zoals bedoeld in artikel 7.68<br />
WHW.<br />
Een aan de hogeschool verbonden beroepscollege<br />
voor belanghebbenden (studenten, aspirantstudenten<br />
en extraneï), zoals bedoeld in artikel 7.60<br />
WHW.<br />
OER ADT-BEC 2010-2011 versiedatum: 14 juli 2010 33
CROHO Het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs is<br />
een systematisch geordende verzameling van<br />
gegevens met betrekking tot de opleidingen die door<br />
de instellingen voor hoger <strong>onderwijs</strong> verzorgd<br />
worden.<br />
Cum laude Met lof (lat.).<br />
Deeltijd Deeltijd<strong>onderwijs</strong> is hoger <strong>onderwijs</strong><br />
1. dat gedurende minder dan 7 maanden gegeven<br />
wordt;<br />
2. van 7 maanden of langer dat minder dan 16<br />
klokuren of 19 lesuren per week wordt gegeven;<br />
3. dat gegeven wordt aan studenten voor wie het<br />
volgen van <strong>onderwijs</strong> niet de voornaamste bezigheid<br />
is.<br />
Deskundige (externe) De examencommissie kan externe deskundigen als<br />
deskundigen uitnodigen om een oordeel te geven<br />
over de kwaliteit van de tentamens en over het<br />
niveau van de opleiding in relatie tot de eisen die het<br />
werkveld stelt aan beginnende beroepsbeoefenaren<br />
(WHW artikel 7.12). Bedoelde deskundigen kunnen<br />
geen examinator zijn. De directie van de Academie<br />
voor Kunst en Vormgeving stelt een externe<br />
deskundige aan die belast is met de beoordeling van<br />
de inhoud van de criteria voor de aanvullende eisen<br />
en de beoordeling van de toepassing daarvan (WHW<br />
artikel 7.26a).<br />
Duaal Duaal <strong>onderwijs</strong> is een combinatie van leren (theorie)<br />
en werken (praktijk). Het diploma dat<br />
de student via de duale leerweg behaalt, heeft<br />
dezelfde kwalificaties als het diploma dat via<br />
een reguliere voltijdstudie wordt behaald.<br />
EVC Elders verworven competenties. Een<br />
examencommissie kan op grond van elders<br />
verworven competenties vrijstellingen toekennen.<br />
Examen Het geheel van tentamens van de propedeutische<br />
fase of van de postpropedeutische fase.<br />
Examencommissie De examencommissie wordt ingesteld door de<br />
Academiedirectie en is belast met de organisatie en<br />
coördinatie van de examens. De Academiedirecteur<br />
benoemt de leden van de examencommissie uit het<br />
personeel dat is belast met het verzorgen van<br />
<strong>onderwijs</strong> in de desbetreffende opleiding (WHW<br />
artikel 7.12).<br />
Examinator Een lid van het personeel dat belast is met het<br />
verzorgen van <strong>onderwijs</strong> aan de desbetreffende<br />
opleiding en door de examencommissie als<br />
examinator is aangewezen (WHW artikel 7.12).<br />
Extraneus Degene die conform artikel 7.32 e.v. WHW is<br />
ingeschreven aan <strong>Avans</strong> <strong>Hogeschool</strong> Breda-Tilburg of<br />
<strong>Avans</strong> <strong>Hogeschool</strong> `s-Hertogenbosch. Inschrijving als<br />
extraneus (examenstudent) geeft uitsluitend recht op<br />
het afleggen van tentamens en examens.<br />
OER ADT-BEC 2010-2011 versiedatum: 14 juli 2010 34
Graad De graad Bachelor wordt verleend als de student is<br />
geslaagd voor een bacheloropleiding met een<br />
omvang van 240 studiepunten.<br />
Hoger beroeps<strong>onderwijs</strong> Onderwijs dat gericht is op de overdracht van<br />
theoretische kennis en op de ontwikkeling van<br />
vaardigheden in nauwe aansluiting op de beroepspraktijk.<br />
Binnen het hoger beroeps<strong>onderwijs</strong> worden<br />
onderscheiden: associate-degreeopleidingen,<br />
bacheloropleidingen en masteropleidingen.<br />
Hoger <strong>onderwijs</strong> Wetenschappelijk <strong>onderwijs</strong> en hoger beroeps<strong>onderwijs</strong>.<br />
<strong>Hogeschool</strong>studentenraad (HSR) De adviescommissie van studenten zoals bedoeld in<br />
artikel 10.34 van de WHW. De HSR adviseert aan de<br />
(studentgeleding van de) centrale medezeggenschapsraad<br />
over zaken die de studenten van de<br />
hogeschool in het bijzonder aangaan. De HSR kan<br />
overleg plegen met de Raad van Bestuur.<br />
Instelling (of hogeschool) <strong>Avans</strong> <strong>Hogeschool</strong> Breda-Tilburg en <strong>Avans</strong><br />
<strong>Hogeschool</strong> `s-Hertogenbosch.<br />
Kandidaat De student of extraneus die deelneemt aan een<br />
tentamen of examen.<br />
KOM Kies Op Maat. Dit is een aanbod van minoren van een<br />
aantal samenwerkende hogescholen.<br />
Major Een samenhangend geheel van <strong>onderwijs</strong>eenheden<br />
van de bacheloropleiding dat opleidt tot een<br />
geëxpliciteerd beroepsprofiel, met een omvang van<br />
minimaal 180 en maximaal 210 studiepunten. Binnen<br />
een major kunnen keuzemogelijkheden worden<br />
aangeboden. Verschillende majors van een opleiding<br />
kunnen gezamenlijke <strong>onderwijs</strong>eenheden bevatten.<br />
Minor Een samenhangend geheel van één of meer<br />
<strong>onderwijs</strong>eenheden van de bacheloropleiding met een<br />
totale omvang van 30 studiepunten. Een minor kan<br />
betrekking hebben op verbreding of verdieping van<br />
competenties die in de major aan de orde zijn of op<br />
nieuwe competenties waaronder doorstroomkwalificaties<br />
voor een masteropleiding.<br />
Nominale (studie-)duur De duur van de opleiding zonder vrijstellingen en<br />
zonder studievertraging.<br />
Onderwijseenheid Een samenhangend geheel van de leerstof dat zowel<br />
presentatie, verwerking als toetsing omvat. Iedere<br />
<strong>onderwijs</strong>eenheid wordt afgesloten met een tentamen.<br />
(WHW artikel 7.3)<br />
Opleiding Een hbo-bacheloropleiding is volgens de WHW een<br />
samenhangend geheel van <strong>onderwijs</strong>eenheden,<br />
gericht op de verwezenlijking van welomschreven<br />
doelstellingen op het gebied van kennis, inzicht en<br />
vaardigheden waarover degene die de opleiding<br />
voltooit dient te beschikken (artikel 7.3. WHW) met<br />
een nominale omvang van 240 studiepunten. Een<br />
bacheloropleiding van <strong>Avans</strong> <strong>Hogeschool</strong> is een hboopleiding<br />
in de zin van de WHW, die als zodanig door<br />
de Raad van Bestuur is benoemd en die opleidt tot<br />
OER ADT-BEC 2010-2011 versiedatum: 14 juli 2010 35
het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in het<br />
betreffende titeldomein. In deze <strong>onderwijs</strong>- en<br />
examenregeling wordt gesproken over de opleiding,<br />
indien de bacheloropleiding inclusief het Ad-traject<br />
wordt bedoeld, over de bacheloropleiding indien het<br />
Ad-traject buiten beschouwing wordt gelaten, en over<br />
de Ad-opleiding als het Ad-traject in exclusieve zin<br />
wordt bedoeld.<br />
Opleidingscommissie Het adviesorgaan van de opleiding, bestaande uit<br />
vertegenwoordigers van studenten en docenten van<br />
de opleiding conform artikel 10.3c. van de WHW, dat<br />
advies uitbrengt aan de Academieraad en aan de<br />
Academiedirectie over de inhoud en kwaliteit van (de<br />
uitvoering van) de <strong>onderwijs</strong>- en examenregeling. In<br />
sommige gevallen wordt deze bevoegdheid<br />
uitgeoefend door de betreffende Academieraad.<br />
Postpropedeutische fase Het gedeelte van de opleiding dat volgt na de<br />
propedeutische fase. In de voltijdse bacheloropleiding<br />
heeft de postpropedeutische fase een nominale duur<br />
van drie studiejaren en een omvang van 180<br />
studiepunten. De nominale duur van de<br />
postpropedeutische fase van een deeltijdse of duale<br />
opleiding kan langer zijn dan drie jaar; zie hiervoor<br />
hoofdstuk 5 resp. hoofdstuk 6. De nominale duur van<br />
de postpropedeutische fase van de Ad-opleiding is<br />
één jaar en deze fase heeft een studielast van 60<br />
studiepunten. De postpropedeutische fase wordt<br />
afgesloten met een examen. (In sommige opleidingen<br />
wordt de term hoofdfase gebruikt als<br />
synoniem voor postpropedeutische fase.)<br />
Practica / praktische oefening Hieronder wordt verstaan: het maken van scripties<br />
en werkstukken, het uitvoeren van<br />
onderzoeksopdrachten, het deelnemen aan veldwerk<br />
en excursies, het doorlopen van stages, het<br />
deelnemen aan andere <strong>onderwijs</strong>leeractiviteiten die<br />
zijn gericht op het bereiken van specifieke<br />
handelingsvaardigheden.(WHW artikel 7.13d,<br />
toelichting)<br />
Propedeutische fase Iedere opleiding kent een propedeutische fase. Deze<br />
omvat het eerste gedeelte van de opleiding en heeft<br />
in de voltijdse en duale opleiding een nominale duur<br />
van één studiejaar en een omvang van 60 studiepunten.<br />
De nominale duur van de propedeutische fase<br />
van een deeltijdse opleiding kan langer zijn dan één<br />
studiejaar; zie hiervoor hoofdstuk 5. De propedeutische<br />
fase van een opleiding wordt afgesloten met een<br />
propedeutisch examen (WHW artikel 7.8).<br />
Raad van Bestuur (RvB) Bestuur van de Stichting <strong>Avans</strong>, welke Raad van<br />
Bestuur tevens het instellingsbestuur is van zowel<br />
<strong>Avans</strong> <strong>Hogeschool</strong> Breda-Tilburg als <strong>Avans</strong><br />
<strong>Hogeschool</strong> `s-Hertogenbosch.<br />
Stichting <strong>Avans</strong> Stichting waaronder <strong>Avans</strong> <strong>Hogeschool</strong> Breda-Tilburg<br />
en <strong>Avans</strong> <strong>Hogeschool</strong> ‘s-Hertogenbosch ressorteren.<br />
OER ADT-BEC 2010-2011 versiedatum: 14 juli 2010 36
Student Degene die conform artikel 7.32 e.v. WHW is<br />
ingeschreven aan <strong>Avans</strong> <strong>Hogeschool</strong> Breda-Tilburg of<br />
<strong>Avans</strong> <strong>Hogeschool</strong> `s-Hertogenbosch. Overal waar<br />
hij, student, staat kan ook zij, studente, gelezen<br />
worden.<br />
Studiejaar Het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt<br />
op 31 augustus van het daarop volgende jaar (WHW<br />
artikel 1.1).<br />
Studielast De studielast voor een studiejaar bedraagt 60<br />
studiepunten voor voltijdse en duale opleidingen. 60<br />
studiepunten zijn identiek aan 1680 uren studie. De<br />
studielast van iedere bacheloropleiding is 240<br />
studiepunten, en van iedere Ad-opleiding 120<br />
studiepunten. Waar in het Kader wordt gesproken<br />
over ‘het behalen van x studiepunten’ wordt bedoeld<br />
het verkrijgen van een voldoende beoordeling voor<br />
een tentamen van een <strong>onderwijs</strong>eenheid met een<br />
studielast van x studiepunten.<br />
Studieperiode Een studiejaar omvat vier studieperioden van 10 of<br />
11 weken, aangeduid met 1 t/m 4, dit ter<br />
onderscheiding van aanduiding blok (aangeduid met<br />
1 t/m 16), die betrekking heeft op een fase van de<br />
opleiding. Voorbeeld: blok 5 valt normaal in<br />
studieperiode 1, maar wordt voor de WEB-instroom<br />
ook in studieperiode 3 uitgevoerd.<br />
Studiepunt De studielast van de opleiding en van elke<br />
<strong>onderwijs</strong>eenheid wordt uitgedrukt in studiepunten.<br />
Één studiepunt is gelijk aan 28 uren studie.(WHW<br />
artikel 7.4, 7.4b). De definitie is ontleend aan het<br />
European Credit Transfer System (ECTS).<br />
Tentamen Een onderzoek naar de kennis, het inzicht en de<br />
vaardigheden van de kandidaat m.b.t. een<br />
<strong>onderwijs</strong>eenheid, alsmede de beoordeling van de<br />
uitslag van dat onderzoek (WHW artikel 7.10). Een<br />
tentamen kan uit een of meer toetsen bestaan.<br />
Titel (graadtoevoeging) De titel Bachelor of …….. wordt verleend als de<br />
student is geslaagd voor een bacheloropleiding<br />
waarvan minstens 210 studiepunten betrekking<br />
hebben op het beroepsdomein.<br />
Toets Een toets is een onderzoek naar kennis en/of<br />
vaardigheden en/of attitude. Er is een veelheid aan<br />
toetsvormen. Vanouds bekend zijn het werkstuk, de<br />
schriftelijke en de mondelinge toets. Voorbeelden van<br />
wat recentere toetsvormen zijn de casustoets, het<br />
groepsassessment en de portfoliobespreking. Een<br />
toets is een onderdeel van een tentamen.<br />
Voltijd Voltijd<strong>onderwijs</strong> betekent <strong>onderwijs</strong> dat ten minste<br />
16 klokuren of 19 lesuren per week en<br />
gedurende minstens 7 maanden wordt gegeven aan<br />
studenten voor wie het volgen van<br />
<strong>onderwijs</strong> de voornaamste bezigheid is.<br />
WEB Wet Educatie en Beroeps<strong>onderwijs</strong>; dit is de<br />
wetgeving voor het beroeps<strong>onderwijs</strong>. Tot 1996 werd<br />
de aanduiding middelbaar beroeps<strong>onderwijs</strong> (Mbo)<br />
gebruikt voor deze categorie opleidingen.<br />
OER ADT-BEC 2010-2011 versiedatum: 14 juli 2010 37
WHW Wet op het Hoger <strong>onderwijs</strong> en Wetenschappelijk onderzoek;<br />
Staatsblad 1992, 593 en alle bijbehorende<br />
wijzigingen.<br />
OER ADT-BEC 2010-2011 versiedatum: 14 juli 2010 38
Bijlage 2<br />
Tentamenregeling <strong>Avans</strong> <strong>Hogeschool</strong> – specifiek voor studenten van de Academie voor<br />
Deeltijd<br />
Inschrijven tentamens<br />
1. Studenten dienen zich voor alle toetsen in te schrijven tijdens de inschrijfperiode in Osiris.<br />
De inschrijfperioden staan vermeld in de jaaragenda van ADT.<br />
2. Bij inschrijving voor schriftelijke tentamens is de conceptdatum en de tijd van het<br />
tentamen bekend (is zichtbaar in Osiris bij de inschrijving). Het kan zijn dat twee<br />
tentamens een overlap hebben in tijd. Dit kan tot vijf werkdagen voor het tentamen<br />
gemeld worden bij het secretariaat van de opleiding. De student krijgt de mogelijkheid de<br />
tentamens achter elkaar te maken (met tussenin een half uur pauze).<br />
3. Studenten die problemen ondervinden bij het inschrijven tijdens de inschrijf-periode<br />
kunnen zich melden via osiris.adt@avans.nl. Na de inschrijfperiode is het alleen mogelijk in<br />
te schrijven tegen betaling van 25 euro (via een machtiging).<br />
4. Voor studenten die verzuimd hebben in te schrijven voor de toetsen is het mogelijk voor<br />
de schriftelijke tentamens bij de afdeling RET tegen betaling van 25 euro in te schrijven,<br />
ongeacht het aantal toetsen. Betaling wordt geregeld via een machtiging. Dat kan tot 5<br />
werkdagen voordat het tentamen plaats vindt. Daarna is inschrijven niet meer mogelijk en<br />
is deelname aan het schriftelijke tentamen niet meer mogelijk.<br />
5. Voor studenten die verzuimd hebben in te schrijven voor de niet-schriftelijke toetsen<br />
(werkstuk, college-activiteit, presentatie, eindgesprek) is het mogelijk bij het secretariaat<br />
van de opleiding tegen betaling van 25 euro in te schrijven, ongeacht het aantal toetsen.<br />
Betaling wordt geregeld via een machtiging. Dit dient voorafgaand aan deze toetsingen te<br />
geschieden (ivm verwerking resultaten). Als de student niet ingeschreven is kan het<br />
resultaat niet verwerkt worden.<br />
Tentamenrooster - publicatie<br />
6. Eén dag voor het schriftelijk tentamen kan de student in het persoonlijke tentamenrooster<br />
(inloggen op Portal <strong>Avans</strong> via www.avans.nl) zien in welk lokaal het tentamen plaats vindt.<br />
Toegang tot het tentamenlokaal<br />
7. Studenten worden geacht 10 minuten voor de aanvangstijd in het tentamenlokaal<br />
aanwezig te zijn.<br />
8. Studenten dienen in het juiste lokaal plaats te nemen. Studenten die niet op de<br />
presentielijst vermeld staan, wordt verzocht het lokaal te verlaten. Doorgaans is het dan te<br />
laat om nog in juiste lokaal te worden toegelaten.<br />
9. Studenten die na de officiële aanvangstijd het lokaal willen betreden worden niet meer<br />
toegelaten, ongeacht de reden.<br />
10. Indien het door onvoorziene extreme omstandigheden toch niet mogelijk is op tijd te<br />
komen en is de student van mening dat er sprake is van overmacht, is het mogelijk een<br />
brief te schrijven naar de examencommissie van je opleiding. De examencommissie beslist<br />
of de student in aanmerking komt voor een extra kans. De student wordt op de dag zelf<br />
niet meer toegelaten.<br />
Tijdens het tentamen<br />
11. Studenten dienen tijdens de tentamens altijd de instructies van de surveillant op te volgen.<br />
12. Studenten dienen een geldig legitimatiebewijs bij zich te hebben.<br />
• Nederlands paspoort of Nederlandse identiteitskaart;<br />
• vreemdelingen- of vluchtelingenpaspoort;<br />
• OV-jaarkaart;<br />
• diplomatiek paspoort of dienstpaspoort;<br />
• paspoort van een EU of EER-land;<br />
• niet-Nederlands paspoort waarin de gemeente een verblijfssticker heeft<br />
aangebracht;<br />
• geldig verblijfsdocument voor vreemdelingen;<br />
• Rijbewijs (internationaal);<br />
• brommerrijbewijs uitgegeven na 1 oktober 2006 (geen brommer certificaat!).<br />
Als je geen identiteitsbewijs hebt in verband met diefstal of verlies kun je met het procesverbaal<br />
van aangifte bij de politie deelnemen aan het tentamen<br />
Bij twijfel over de geldigheid van je identiteitsbewijs kun je contact opnemen met de<br />
afdeling RET. Heb je geen geldig legitimatiebewijs bij je, dan wordt je verzocht het lokaal<br />
te verlaten.<br />
13. Jassen en tassen kunnen voor in het lokaal neergelegd worden.<br />
14. Het gebruik van telefoons is niet toegestaan in het tentamenlokaal. Studenten waarvan de<br />
telefoon tijdens het tentamen afgaat, worden verzocht het lokaal onmiddellijk te verlaten.<br />
Het doet er dan niet toe of er gesproken is of niet.<br />
OER ADT-BEC 2010-2011 versiedatum: 14 juli 2010 39
15. Andere zaken dan schrijfmateriaal, uitgereikte papieren en de toegestane hulpmiddelen<br />
(bijv. zakrekenmachine of wetteksten) mogen zich tijdens het tentamen niet op de tafel<br />
bevinden (dus geen etui e.d. maar ook geen gsm of eten). Studenten dienen zich tevoren<br />
bij de docent op de hoogte te stellen van de toegestane hulpmiddelen.<br />
16. Het is verboden wetteksten die voorzien zijn van aantekeningen tijdens het tentamen te<br />
gebruiken. Het is verboden zakrekenmachines te gebruiken die op het lichtnet moeten<br />
worden aangesloten, die geluid produceren en die programmeerbaar zijn.<br />
17. Het tijdens het tentamen lenen van een zakrekenmachine, boeken etc. is verboden. Ook<br />
praten met een andere student wordt beschouwd als fraude. De afdeling RET stuurt je<br />
gemaakte tentamen naar de examencommissie en deze oordeelt welke sanctie zal worden<br />
toegepast.<br />
18. Een tentamen mag niet met potlood geschreven worden, tenzij anders aangegeven. Het<br />
tentamenwerk dient verder goed leesbaar en ordelijk op het door de surveillant verstrekt<br />
tentamenpapier geschreven te worden, tenzij op het voorblad van het tentamen een<br />
andere invulwijze vermeld is.<br />
19. Het is toegestaan drinken mee te nemen (eten is niet toegestaan).<br />
20. Tijdens een tentamen van 100 minuten en korter mag je geen gebruik maken van het<br />
toilet. Bij tentamens die langer dan 100 minuten duren is het tijdens de gehele<br />
tentamenduur wel toegestaan gebruik te maken van het toilet tot 15 minuten voor het<br />
einde van het tentamen.<br />
Inleveren gemaakt tentamen<br />
21. Het tentamenwerk dient altijd bij de surveillant ingeleverd te worden met vermelding van<br />
naam, studentnummer, thema en docent. Hiervoor zet de student een handtekening op de<br />
presentielijst. Dat is het bewijs dat het tentamen is ingeleverd. Ook de surveillant<br />
parafeert als de student een gemaakt tentamen inlevert en vermeldt het tijdstip van<br />
inlevering.<br />
Het is in sommige gevallen mogelijk extra tijd aan te vragen voor tentamens. Neem in dat geval<br />
contact op met de decaan (mevr. M. Quaak) of met het secretariaat van je opleiding.<br />
OER ADT-BEC 2010-2011 versiedatum: 14 juli 2010 40
Bijlage 4<br />
Academie voor Deeltijd<br />
Breda, 's-Hertogenbosch<br />
Richtlijnen voor het aanvragen van een herbeoordeling<br />
op een antwoord dat u hebt gegeven op een vraag<br />
uit het schriftelijke (her)tentamen<br />
Herbeoordeling<br />
U vraagt om een herbeoordeling van een antwoord dat u hebt gegeven, waarvan u<br />
vindt dat u (hoogstwaarschijnlijk) te weinig punten voor hebt gekregen.<br />
Argumentatie<br />
Het is de bedoeling dat u correct formuleert waarom u vindt dat het aantal punten niet<br />
in overeenstemming is met wat u vindt dat het moet zijn.<br />
Argumentatierichtlijnen<br />
De corrector kan en zal slechts herbeoordelen als uw argumentatie daarvoor aanleiding<br />
geeft.<br />
Voorbeelden:<br />
Hoe het NIET moet Hoe het WEL moet<br />
Waarom krijg ik hier maar 5 punten voor? Ik heb 5 punten gekregen voor deze vraag,<br />
terwijl ik het antwoord conform de richtlijnen<br />
heb gegeven. Graag herbeoordeling.<br />
Ik vind dit te laag gewaardeerd. Mijn antwoord levert maar 2 punten op, terwijl<br />
ik 4 van de 5 onderdelen goed heb beantwoord.<br />
Graag herbeoordeling.<br />
Er is fout geteld. Mijn score is 46 punten, terwijl dit volgens mij<br />
58 moet zijn. Graag herbeoordelen.<br />
Indien uw aanvraag een onjuiste of geen argumentatie weergeeft, zal geen herbeoordeling<br />
plaatsvinden.<br />
Het cijfer van de herbeoordeling telt, ook indien dit lager is!<br />
OER ADT-BEC 2010-2011 versiedatum: 14 juli 2010 41
Bijlage 5<br />
Vastgesteld d.d. 29 januari 2009<br />
Protocol klachtenafhandeling ADT<br />
Lees alvorens een klacht in te dienen hoofdstuk 9 in de OER (<strong>onderwijs</strong> en<br />
examenregeling van de deeltijdopleidingen) op de Portal door.<br />
Je klacht wordt in beginsel mondeling afgehandeld.<br />
Indien je klacht niet mondeling kan worden afgehandeld, wordt er een klachtenformulier<br />
ingevuld. Je krijgt bericht van ontvangst van de klacht.<br />
De afhandeling zal zo spoedig mogelijk geschieden (binnen 2 weken en word je<br />
schriftelijk, per email, meegedeeld).<br />
Ook bij een schriftelijk ingediende klacht kan de student gehoord worden.<br />
Je dient je klacht zo spoedig mogelijk kenbaar te maken maar in elk geval voor het<br />
begin van het volgende thema/<strong>onderwijs</strong>periode.<br />
Voor een vlotte klachtenafhandeling gelden de volgende procedures:<br />
1 Als het een klacht betreft over inschrijving voor tentamens of andere<br />
administratieve zaken, is het secretariaat van de ADT de aangewezen plaats.<br />
2 Betreft het algemene studentenzaken, dan kun je terecht bij de coördinator van<br />
je opleiding.<br />
3 Betreft het een klacht over colleges, dan is de eerste persoon tot wie je je dient<br />
te richten, je eigen docent (degene die verantwoordelijk is voor de colleges) en/of<br />
de kerndocent van het thema. Vervolgens kun je terecht bij je coördinator.<br />
4 Heb je een bezwaar betreffende andere zaken die direct te maken hebben met je<br />
studie zoals beoordeling van tentamens en afstudeeropdrachten dan kun je je tot<br />
de examencommissie wenden (examencommissie.adt@avans.nl).<br />
5 Tot slot is er de studentendecaan (een onafhankelijke deskundige) voor advies en<br />
begeleiding bij studentenzaken en zaken van persoonlijke aard die de<br />
studievoortgang beïnvloeden.<br />
6 De ADT streeft ernaar je klacht zo spoedig mogelijk af te handelen (afhankelijk<br />
van de klacht en wel binnen 2 weken).<br />
Indien het niet mogelijk is je klacht naar tevredenheid af te handelen kun je je wenden<br />
tot de directeur van de ADT (via directiesecretariaat, bcm.lievens@avans.nl).<br />
Volgens de OER kan een klacht worden ingediend “betreffende een bepaalde gang van<br />
zaken binnen <strong>Avans</strong> <strong>Hogeschool</strong>, het gedrag van een medewerker of van een<br />
medestudent in de hogeschool” (citaat).<br />
OER ADT-BEC 2010-2011 versiedatum: 14 juli 2010 42