Magnetisme
Magnetisme
Magnetisme
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
1.3.2 Niet-magnetische materialen<br />
Geen enkele stof, met uitzondering van ijzer, nikkel en kobalt, wordt door een magneet aangetrok-<br />
ken. Je noemt ze niet-magnetische stoffen (µ ( r ~ 1).<br />
De niet-magnetische stoffen kun je verder indelen in twee groepen:<br />
a Paramagnetische stoffen<br />
De paramagnetische stoffen vormen de grootste groep. Bij die stoffen is de relatieve permeabiliteit<br />
een beetje groter (ca. 0,001) dan de eenheid, bv. mangaan ...<br />
b Diamagnetische stoffen<br />
Diamagnetische stoffen hebben een relatieve permeabiliteit die iets kleiner (ca. 0,001) is dan 1, bv.<br />
cadmium, koper, lood, zilver ...<br />
1.4 De herkomst van het magnetisme<br />
24<br />
Leerdoel<br />
Hierna kun je:<br />
– de herkomst van het magnetisme toelichten en de begrippen magnetiseren, demagnetiseren<br />
en remanente inductie ermee in verband brengen.<br />
Uit leerboek A-1 weet je dat een atoom is samengesteld uit een kern met draaiende elektronen<br />
eromheen. Die elektronen wentelen op hun beurt om hun eigen as. De moderne wetenschap heeft<br />
achterhaald dat het magnetisme wordt opgewekt door die bewegende elektrische ladingen. In een<br />
atoom zijn er meer elektronen, die dus allemaal een kleine hoeveelheid magnetisme opwekken, elk<br />
volgens een bepaalde richting. Je zou een bewegend elektron kunnen beschouwen als de kleinste<br />
hoeveelheid magnetisme, een soort van magnetische molecule, die je dan magnecule kunt noemen.<br />
Bij een niet-gemagnetiseerd magnetisch materiaal gaan de magnetische velden van de magneculen<br />
elkaar opheffen. De magneculen (te beschouwen als kleine magneetjes) liggen dan willekeurig<br />
door elkaar, zo dat er geen magnetisch veld naar buiten wordt gevormd (Fig. 1.21). Bij een gemagnetiseerd<br />
magnetisch materiaal (Fig. 1.22) worden de magneculen zo gericht dat hun magnetische<br />
velden zich samenvoegen tot een resulterend veld dat wel een magnetische werking naar buiten<br />
veroorzaakt.<br />
N<br />
Z<br />
N<br />
Z<br />
N<br />
N<br />
Z<br />
N<br />
Z<br />
Z<br />
N<br />
Fig. 1.21 Niet-gemagnetiseerd magnetisch materiaal<br />
Z<br />
N<br />
N<br />
Z<br />
N<br />
Z<br />
Z<br />
N<br />
Z<br />
N Z<br />
Z<br />
Z<br />
N<br />
N<br />
N<br />
N<br />
N<br />
N<br />
Z<br />
Z<br />
Z<br />
N<br />
Z<br />
N<br />
Z<br />
N<br />
N<br />
Z<br />
Z<br />
Z<br />
Z<br />
N<br />
Z<br />
Z<br />
N<br />
N<br />
Z<br />
N<br />
N<br />
N<br />
N<br />
N<br />
Z<br />
N<br />
N<br />
Z<br />
Z<br />
Z<br />
Z<br />
N<br />
Z<br />
N<br />
Z<br />
N<br />
Z<br />
Z<br />
N<br />
Z<br />
N<br />
N<br />
N<br />
Z<br />
Z<br />
N<br />
Z<br />
Z<br />
Z<br />
N<br />
Z<br />
N<br />
N<br />
Z