METTLER TOLEDO (Edit this in File Properties Title) Service Manual

8530
Cougar
Weegterminal
Gebruikershandleiding
(voor VS software)
A15516300A
10/99 (EV10/99)

© Mettler-Toledo, Inc. 1998, 1999
Niets uit deze handleiding mag voor welk doel en op welke manier worden vermenigvuldigd of openbaar
gemaakt, elektronisch of mechanisch, met inbegrip van fotokopiëren of registratie, zonder de voorafgaande
schriftelijke toestemming van Mettler-Toledo, Inc.
Door de Amerikaanse regering opgelegde rechten: voor dit document gelden beperkte rechten.

We/Wir/Nous/Wij/Noi: Mettler-Toledo, Inc.
1150 Dearborn Drive
Worthington, Ohio 43085
USA
declare under our sole responsibility that the product,
erklären, in alleiniger Verantwortung, daß dieses Produkt,
déclarons sous notre seule responsabilité que le produit,
declaramos, bajo nuestra sola responsabilidad, que el producto,
verklaren onder onze verantwoordelijkheid, dat het product,
dichiariamo sotto nostra unica responsabilitá, che il prodotto,
Model/Type: 8530 Cougar *
Declaration of conformity
Konformitätserklärung
Déclaration de conformité
Declaración de Conformidad
Conformiteitsverklaring
Dichiarazione di conformitá
(*When installed and operated with an AULT model PW102 series external power supply.)
(A copy of the AULT Declaration of Conformity for the PW102 series supply is on file.)
to which this declaration relates is in conformity with the following standard(s) or other normative document(s).
auf das sich diese Erklärung bezieht, mitder/den folgenden Norm(en) oder Richtlinie(n) übereinstimmt.
Auquel se réfère cette déclaration est conforme à la (aux) norme(s) ou au(x) document(s) normatif(s).
Al que se refiere esta declaración es conforme a la(s) norma(s) u otro(s) documento(s) normativo(s).
Waarnaar deze verklaring verwijst, aan de volgende norm(en) of richtlijn(en) beantwoordt.
A cui si riferisce questa dichiarazione è conforme alla/e sequente/i norma/e o documento/i normativo/i.
CE Conformity / CE-Konformität / Conformité CE
90/384/EU Nonautomatic Balances and Scales / Nichteselbsttätige Waagen / Balances à Functionnement non automatique
EN45501:1992 Adopted European Standard / Norme Européenne Adoptée / Angenommene Europäische Norm
89/336/EU EMC Directive / EMU-Richtlinie / Directive concernant la CEM
EN55022, B : 1987 Emissions / Funkstörungen
EN50082-2: 1995 Immunity
73/23/EU Low Voltage / Niederspannung / basse tension
EN61010 el. Safety / el. Sicherheit / sécurité el.
Other Directives and Standards / Andere Richtlinien und Normen / Autres documents
corresponding to local requirements / entsprechend lokalen Anforderungen / correspondant aux exigences locales
UL1950 el. Safety / el. Sicherheit / sécurité el. (if UL mark is applied)
C22.2 No. 950-M89 el. Safety / el. Sicherheit / sécurité el. (If CUL mark is applied)
FCC, Part 15, class A Emissions / Funkstörungen
Darrell Flocken, Manager - Weights & Measures
Office of Weights and Measures
Worthington, Ohio USA
August 1998
according to EN45014

Introductie
Deze publicakie dient uitsluitend als een handleiding tot het gebruik van de Cougar weegterminal. Informatie
over installatie en onderhoud van de weegterminal is te vinden in de Cougar Bedieningshandleiding (PN
A15516100A).
FCC mededeling
Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC normen en de eisen voor elektro-magnetische straling van het
Canadese Ministerie van Communicatie. De volgende voorwaarden zijn gesteld: (1) dit apparaat mag geen
schadelijke straling opwekken en (2) dit apparaat moet alle ontvangen straling opnemen, zelfs straling die
mogelijk nadelige gevolgen heeft voor de werking van het apparaat.
Uit tests is gebleken dat dit apparaat voldoet aan de eisen van een digitaal apparaat van Klasse A,
overeenkomstig deel 15 van de FCC normen. Die eisen zijn zo opgesteld dat ze een redelijke bescherming
bieden tegen schadelijke straling wanneer het apparaat in een commerciële omgeving wordt gebruikt. Het
apparaat genereert elektromagnetische-energie en kan het ook uitzenden. Wanneer het apparaat niet wordt
geïnstalleerd en gebruikt zoals is aangegeven in deze handleiding, kan er storing aan communicatie
apparatuur ontstaan. Het gebruik van dit apparaat in een woonwijk kan hoogstwaarschijnlijk storingen
veroorzaken en in dat geval is de gebruiker verplicht om op eigen kosten de nodige maatregelen te treffen om
een einde te maken aan die storingen.
METTLER TOLEDO BEHOUDT ZICH HET RECHT VOOR VERBETERINGEN OF
VERANDERINGEN AAN TE BRENGEN ZONDER VOORAFGAANDE
KENNISGEVING.

Voorzorgsmaatregelen
LEES deze handleiding
ALVORENS dit apparaat te
bedienen.
VOLG deze instructies
nauwkeurig OP.
BEWAAR deze handleiding zodat
u haar later eventueel ook nog
kan raadplegen.
Personeel dat hiervoor niet is
opgeleid, MAG NOOIT dit
apparaat bedienen, reinigen,
inspecteren, of herstellen.
Zorg ervoor dat het apparaat
NIET is AANGESLOTEN wanneer
het wordt schoongemaakt of
geopend.
Neem CONTACT op met
METTLER TOLEDO voor
onderdelen, informatie en
service.
WAARSCHUWING
ALLEEN BEVOEGD PERSONEEL MAG ONDERHOUD
AAN HET APPARAAT UITVOEREN. GA VOORZICHTIG
TE WERK BIJ CONTROLES, TESTS EN
AANPASSINGEN WAARVOOR HET APPARAAT ONDER
SPANNING MOET STAAN. HET NIET NALEVEN VAN
DEZE VOORZORGSMAATREGELEN KAN
LICHAMELIJKE LETSELS TOT GEVOLG HEBBEN.
WAARSCHUWING
VOOR PERMANENTE BESCHERMING TEGEN
ELEKTRISCHE SCHOKKEN, MOET HET APPARAAT
WORDEN AANGESLOTEN OP EEN DEUGDELIJK
GEAARD STOPCONTACT. VERWIJDER DE
AARDINGSPOOL NIET.
WAARSCHUWING
ZORG ERVOOR DAT HET APPARAAT NIET MEER OP
EEN SPANNINGBRON IS AANGESLOTEN ALVORENS U
BEGINT MET INSTALLEREN,
ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN, SCHOONMAKEN
OF VERWIJDEREN VAN DE ZEKERING. ANDERS
LOOPT U RISICO OP LICHAMELIJKE LETSELS EN / OF
BESCHADIGING VAN HET APPARAAT.
OPGEPAST
VOOR U INTERNE ELEKTRONISCHE COMPONENTEN AANSLUIT / AFKOPPELT
OF VERBINDINGSBEDRADING AANBRENGT TUSSEN ELEKTRONISCHE
APPARATEN, MOET U DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT HALEN EN TEN
MINSTE DERTIG (30) SECONDEN WACHTEN ALVORENS U BEGINT MET HET
AANSLUITEN OF AFKOPPELEN. INDIEN U DEZE VOORZORGSMAATREGELEN
NIET NALEEFT, KAN DAT LEIDEN TOT BESCHADIGING OF VERNIELING VAN
HET APPARAAT OF LICHAMELIJK LETSEL VEROORZAKEN.
OPGEPAST
NEEM DE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET HANTEREN VAN
ELEKTROSTATISCH GEVOELIGE APPARATEN IN ACHT.

INHOUDSOPGAVE
1 Inleiding .............................................................................................................1-1
Identificatie van het model.................................................................................................. 1-1
Specificaties ...................................................................................................................... 1-2
Afmetingen ......................................................................................................................... 1-2
Netvoeding eisen ................................................................................................................. 1-4
Aansluitingen ...................................................................................................................... 1-4
Display en toetsenbord......................................................................................................... 1-5
Temperatuur en vochtigheid .................................................................................................. 1-5
Afdichting ........................................................................................................................... 1-5
Explosie gevaarlijke omgeving .............................................................................................. 1-5
Naleving van de normen ..................................................................................................... 1-6
UL en cUL lijst ..................................................................................................................... 1-6
CE-conformiteit.................................................................................................................... 1-6
Goedkeuring door de Amerikaanse Dienst van het IJkwezen ...................................................... 1-6
Elektromagnetische straling (RFI)........................................................................................... 1-6
Gevoeligheid voor elektromagnetische velden .......................................................................... 1-6
2 Gebruiksaanwijzingen..........................................................................................2-1
Cougar display ................................................................................................................... 2-2
Cougar toetsenbord ............................................................................................................ 2-4
Volgorde van opstarten ....................................................................................................... 2-6
FUNCTIE-toets functies........................................................................................................ 2-6
GEHEUGEN-toets functies .................................................................................................... 2-8
Artikelbestand...................................................................................................................... 2-9
Tarra bestand.................................................................................................................... 2-11
Operationele modus.......................................................................................................... 2-13
Inkomend/uitgaand wegen.................................................................................................. 2-13
Records met permanent opgeslagen tarragewichten (vaste tarragewichten) ............................... 2-16
Snelweging....................................................................................................................... 2-17
Geheugenoverzichten........................................................................................................ 2-20
3 Bijlagen..............................................................................................................3-1
Bijlage 1: Weegterminologie............................................................................................... 3-1
Nul (zero) .......................................................................................................................... 3-1
Tarra.................................................................................................................................. 3-1
Secties ............................................................................................................................... 3-2
Setpoints ............................................................................................................................ 3-2
1 e en 2 e wegingen voor laden of losson van goederem............................................................. 3-3
Correctie van het netto-teken ................................................................................................. 3-3
Enkele weging..................................................................................................................... 3-3
Bijlage 2: Dual range weging .............................................................................................. 3-4
4 Verklarende Woordenlijst.....................................................................................4-1

1 Inleiding
Hoofdstuk 1: Inleiding
Identificatie van het model
Dank u voor uw aankoop van de Cougar TM weegterminal. De Cougar TM is een multi-range
weegterminal met uitstekende prestaties, welke wordt gebruikt in combinatie met de
METTLER TOLEDO POWERCELL® weegplateau’s en weegbruggen.
De Cougar weegterminal is in twee versies verkrijgbaar:
De Cougar versie met standaard software heeft 10 geheugenplaatsen voor het opslaan
van voertuiggewichten welke kunnen worden opgeroepen om een transactie af te ronden
en een bon af te drukken. Het gewicht kan in het permanente geheugen worden
opgeslagen wanneer het gaat om voertuigen welke herhaaldelijk gewogen moeten
worden. Daarnaast kan het gewicht ook in het tijdelijke geheugen worden opgeslagen
wanneer het gaat om een enkele inkomende/uitgaande weegtransactie.
De Cougar versie met VS software heeft 100 geheugenplaatsen voor het (permanent of
tijdelijk) opslaan van voertuiggewichten, welke opgeroepen kunnen worden om een
transactie af te ronden en een bon af te drukken. Maximaal 10 van deze
geheugenplaatsen kunnen worden gebruikt als artikelbestand bestand met
conversiefactoren voor het omzetten van gewicht in eenheden zoals liters of kubieke
meter. In de VS software is bovendien een snelafdrukmodus (enkele weging) verwerkt
waarbij het gewicht van het voertuig of nettogewicht afgedrukt kunnen worden zonder
dat er noodzakelijkerwijze een tarrawaarde opgeslagen moet zijn in een
geheugenplaats. Vier overzichten kunnen worden afgedrukt: eerste wegingen-, vaste
tarra-, weegbrug totalisatie- en artikeltabel.
Mocht er informatie in deze handleiding foutief zijn of ontbreken, dan kunt u ons dat
melden door van de Suggestie pagina inte vullen. U vindt deze achterin deze handleiding.
Identificatie van het model Elk Cougar weegterminal is voorzien van een fabricagenummer. In tabel 1-1 wordt
uitgelegd hoe u aan de hand van dat nummer de specificaties van een bepaalde
terminal kunt afleiden.
CTHN
Modelconfiguratie van de Cougar weegterminal
XXXX XXX
Type terminal Type software Bestemmingsmarkt
Cougar terminal 0000 = Standaard
0001 = VS
Landencode
Tabel 1-1: Fabricagenummers van Cougar weegterminal
Het fabricagenummer CTHN-0001-000 betekent bijvoorbeeld het volgende:
CTHN = Cougar weegterminal
0001 = VS software
000 = het land is de Verenigde Staten
(10/99) 1-1

Bedieningshandleiding voor de Cougar weegterminal van Mettler Toledo
Specificaties
Afmetingen
1-2
(10/99)
De Cougar weegterminal voldoet aan de volgende specificaties.
De afmetingen van de Cougar weegterminal (zonder montage beugel) zijn als volgt:
• breedte x hoogte: 254 mm (10,00 inches) x 177,8 mm (7,00 inches)
• diepte: 81,8 mm (3,22 inches)
Zie figuur 1-1 voor de afmetingen bij het bevestigen met beugel.

5.49
4.92
0.79
1.75
1.03
1.12
0.79
18.89
AANBRENGEN OP MUUR
1.43
3.17
3.99
25.4
29.49
18.89
AANBRENGEN OP BEUGEL
24.13
17.78
15.87
5.18
AFSTAND TOT DE
MUUR
13.36
Figuur 1-1: Afmetingen van de Cougar weegterminal (afmetingen in cm)
90°
Hoofdstuk 1: Inleiding
Specificaties
55°
TYP.
(10/99) 1-3

Bedieningshandleiding voor de Cougar weegterminal van Mettler Toledo
Netvoeding eisen
Aansluitingen
1-4
(10/99)
WAARSCHUWING
VOOR PERMANENTE BESCHERMING TEGEN
ELEKTRISCHE SCHOKKEN, MOET HET APPARAAT
WORDEN AANGESLOTEN OP EEN DEUGDELIJK
GEAARD STOPCONTACT. VERWIJDER DE
AARDINGSPOOL NIET.
Voor de Cougar weegterminal wordt gebruik gemaakt van een externe universele
netvoedings adapter. Door een IEC netsnoer te gebruiken kan de Cougar overal ter
wereld gebruikt worden. De grenzen zijn: 90 tot 265 Volt wisselspanning en de
frequentie 47 tot 63 Hz. Het opgenomen vermogen bedraagt maximum 12 Watt.
Het aansluiten op een deugdelijk geaard stopcontact is noodzakelijk voor zowel de
veiligheid als voor het betrouwbaar functioneren van de Cougar weegterminal en de
hiermee verbonden weegplateau. Een slechte aarding kan tot gevaarlijke
omstandigheden leiden wanneer er een kortsluiting in het apparaat zou optreden. Een
goed geaard stopcontact is nodig om het opnemen van externe elektrische stroompieken
te voorkomen. Het is belangrijk dat het apparaat zijn elektrische voeding niet hoeft te
delen met apparaten welke ruis genereren, zoals zware belastingsschakelaars,
motorstartschakelingen, RF thermische verwarmingstoestellen, en inductieve
belastingen.
Om de weerstand van de aarde te controleren, raden wij een commerciële
aftakcircuitanalysator aan, zoals een ICE model SureTest ST-1D (of gelijkwaardig).
Inspecteer de installatie visueel en vraag de gebruiker om informatie over apparaten
welke op dezelfde voeding elektrische leiding zijn aangesloten.
Indien u de netvoeding niet vertrouwt raadpleeg een erkende installateur.
De hoofd-PCB (Printed Circuit Board of printplaat) van de Cougar weegterminal heeft
een POWERCELL-interface voor maximaal 24 krachtopnemers. De voedingsspanning
van de krachtopnemers bedraagt 24 Volt gelijkstroom.
De seriële printerpoort is of RS-232 of 20 mA current loop.
De seriële computerpoort is of RS-232 of RS-422. Beide seriële verbindingen zijn
tegelijkertijd beschikbaar voor overdracht, maar slechts 1 kan gegevens ontvangen.
De verbindingen met de hoofd-PCB worden gemaakt d.m.v. verwijderbare contactstrips.
De draadmaat van deze contactstrips varieert van 23 tot 16 AWG.
De hoofd-PCB slaat alle parameters van de instellingen op in RAM geheugen met batterij
back-up. De kalibratie gegvens en andere metrologische gegevens worden opgeslagen
in verwijderbare EEPROM (programmeerbare ROM).

Display en toetsenbord
Temperatuur en
vochtigheid
Afdichting
Explosie gevaarlijke
omgeving
Hoofdstuk 1: Inleiding
Specificaties
De Cougar weegterminal heeft een vacuüm en fluorescentie display waarop u de
weeggegevens, informatie over instellingen en foutmeldingen kunt aflezen. Het display
bestaat uit zeven alfanumerieke symbolen welke elk 12,7 mm (0,55 inch) hoog zijn.
Onder de symbolen lichten cursors op om aan te geven welke van de legenda die op de
display zijn gedrukt, actief zijn.
Het toetsenbord van de weegterminal bestaat uit 20 toetsen welke worden gebruikt om
gegevens en opdrachten in te voeren. Het toetsenbord bestaat uit een vlakke
membraanschakelaar met een afdekfolie om beschadiging te voorkomen.
De Cougar weegterminal kan worden gebruikt bij temperaturen van -10° tot 45°C (14°
tot 113°F) bij een relatieve, niet-condenserende vochtigheid van 10 tot 95%.
De weegterminal kan worden opgeslagen bij temperaturen van -40° tot 70°C (-40° tot
158°F) bij een relatieve, niet-condenserende vochtigheid van 10 tot 95%.
De Cougar weegterminal voldoet aan de NEMA 4X (IP65) eisen.
De Cougar weegterminal is niet intrinsiek veilig en mag niet worden gebruikt in
omgevingen welke, volgens de National Electrical Code (NEC), als gevaarlijk worden
geclassificeerd dit vanwege hun ontvlambare of explosieve aard. Neem contact op met
uw METTLER TOLEDO vertegenwoordiger voor informatie over toepassingen in
gevaarlijke omstandigheden.
WAARSCHUWING
De Cougar weegterminal is NIET intrinsiek veilig en
mag NIET worden gebruikt in een, volgens de
National Electrical Code (NEC), ontvlambare of
explosie gevaarlijke omgeving.
(10/99) 1-5

Bedieningshandleiding voor de Cougar weegterminal van Mettler Toledo
Naleving van de
normen
UL en cUL lijst
CE-conformiteit
Goedkeuring door de
Amerikaanse Dienst van
het IJkwezen
Elektromagnetische
straling (RFI)
1-6
(10/99)
De Cougar weegterminal voldoet aan de volgende normen.
De Cougar weegterminal voldoet aan UL 1950.
De Cougar weegterminal voldoet aan de volgende normen van de Europese Unie:
• EN61010 (Veiligheid)
• 73/23/EU (Laagspanning)
De Cougar weegterminal voldoet ten minste aan de eisen voor apparaten van Klasse III
of IIIL.
De Cougar weegterminal voldoet ten minste aan het FCC certificaat 80-284.
Gevoeligheid voor
elektromagnetische velden De Cougar weegterminal voldoet aan de Amerikaanse, Canadese en Europese eisen
voor RFI-gevoeligheid zoals weergegeven in tabel 1-2 met maximaal één display
verandering.
RFI gevoeligheid
Verenigde Staten Canada Europese Unie
Frequentie Veldsterkte Uitgezonden energie
op gespecificeerde
afstand
Veldsterkte
27 Mhz 3 Volt/meter 4 Watt op 2 meter n.v.t.
169 Mhz 3 Volt/meter n.v.t. n.v.t.
464 Mhz 3 Volt/meter 4 Watt op 2 meter n.v.t.
27-1000 Mhz n.v.t. n.v.t. 3 Volt/meter
Tabel 1-2: RFI-gevoeligheid

2 Gebruiksaanwijzingen
Hoofdstuk 2: Gebruiksaanwijzingen
Cougar display
In dit hoofdstuk vindt u algemene informatie die u nodig heeft bij het gebruik van de
Cougar weegterminal. Aan de hand van de volgende tabel kunt u meteen terugvinden op
welke pagina een bepaalde functie van de weegterminal stap voor stap wordt uitgelegd.
Hoe kan men Zie pagina
Een record in het artikelbestand aanmaken om in andere eenheden te registeren dan gewicht 2-9
Een record in het tarrabestand aanmaken voor bekende tarragewichten 2-12
Een opgeslagen tarragewicht in het tarrabestand vervangen 2-13
Een artikel of tarra record verwijderen 2-13
Het tijdelijk opslaan van een eerste weging (automatische ID of bedieners ID) 2-14
Het nettogewicht (tweede weging) bepalen door een tijdelijk opgeslagen gewicht op te roepen
Zonder artikel record en zonder totalisatie 2-14
Met artikel record maar zonder totalisatie 2-15
Met totalisatie maar zonder artikel record 2-15
Met artikel record en totalisatie 2-16
Het nettogewicht (tweede weging) bepalen door een opgeslagen tarragewicht uit het tarra bestand
op te vragen:
Zonder artikel record 2-17
Met artikel record 2-17
Snelprinten wegen (enkele weging) met afdruk van bruto- tara- en netto gewicht:
Een bediener ID (identificatie) intoetsen 2-18
Een voertuig wegen 2-18
Een voertuig wegen met de tarra toets 2-18
Een voertuig wegen met ingave van hand tarra 2-18
Een voertuig wegen met de tarra toets met ingave van een artikel code 2-19
Een voertuig wegen met ingave van hand tarra en een artikel code 2-19
Overzichten printen
T1: Een lijst printen van alle tijdelijk opgeslagen gewichten (eerste wegingen) welke nog in het
geheugen staan
T2: Een lijst printen van alle gegevens welke in het permanente geheugen zijn opgeslagen 2-20
T3: Het getotaliseerde gewicht printen van alle uitgevoerde transacties (netto gewichten) 2-21
T4: Een lijst printen van het artikelbestand 2-21
2-20
(10/99) 2-1

Bedieningshandleiding voor de Cougar weegterminal van Mettler Toledo
Cougar display
2-2
(10/99)
Figuur 2-1 is een afbeelding van de voorzijde van de Cougar weegterminal.
Figuur 2-1: Voorpaneel van de Cougar weegterminal
De Cougar weegterminal is uitgerust met een display van 7 tekens. Op dat display
worden weeggegevens en operationele berichten weergegeven. Figuur 2-2 is een
afbeelding van de display.
Figuur 2-2: Display van de Cougar weegterminal
De display kan zowel cijfers als letters tonen. Normaliter wordt het gewicht weergegeven,
tenzij de weegterminal in de set-up modus staat. Foutmeldingen worden weergegeven
wanneer er zich fouten voordoen. Op de display vindt u ook cursors terug die wijzen in
de richting van de legenda die net onder het display op de behuizing zijn afgedrukt.
De cursors worden gebruikt om aan te geven welke van die legenda op dat ogenblik
actief zijn. Het gaat om de volgende legenda:
• Functie (F)
F 0 lb kg G NET PT
De functiecursor licht op wanneer de FUNCTIE-toets is ingedrukt.

• NUL (0)
Hoofdstuk 2: Gebruiksaanwijzingen
Cougar display
De nulcursor licht op om aan te geven dat het gewicht op de schaal binnen ± 0,25
verdeling van bruto-nul gewicht ligt en dat de Cougar weegterminal in de brutonulmodus
staat. Indien de optie netto-nulcursor is ingeschakeld bij de instellingen,
geeft de cursor aan wanneer het gewicht op de weegbrug binnen ± 0,25 verdeling
van bruto- of netto-nul ligt.
• Pond (lb)
De lb-cursor licht op om aan te geven dat pond (lb) als gewichtseenheid wordt
gebruikt en dat het gewicht op de weegbrug stabiel is.
• Kilogram (kg)
De kg-cursor licht op om aan te geven dat kilogram (kg) als gewichtseenheid
wordt gebruikt en dat het gewicht op de weegbrug stabiel is.
• Bruto (G)
De brutocursor licht op om aan te geven dat een brutogewichtswaarde wordt
weergegeven.
• Netto (NET)
De nettocursor licht op om aan te geven dat een tarragewicht is ingetoetst en dat
een nettogewichtswaarde wordt weergegeven.
• Vooringestelde tarra (PT)
De vooringestelde-tarracursor licht op om aan te geven dat een vooringesteld
tarragewicht wordt weergegeven. De cursor licht ook op wanneer een opgeslagen
tarragewicht of een gewicht uit het tarra bestand wordt gebruikt.
(10/99) 2-3

Bedieningshandleiding voor de Cougar weegterminal van Mettler Toledo
Cougar toetsenbord
2-4
(10/99)
De Cougar weegterminal is uitgerust met een toetsenbord bestaande uit 20 toetsen,
zoals weergegeven in figuur 2-3.
7
4
C
8
5
1 2
0
9
6
3
0
F
ID
M
Enter
T
G
NET
Figuur 2-3: Toesenset van de Cougar weegterminal
Het toetsenbord bestaat uit de numerieke toetsen 0 tot 9, een komma, spatie en acht
functietoetsen. De toetsen hebben de volgende functies:
• Numerieke toetsen (0-9)
De numerieke toetsen worden gebruikt om numerieke gegevens in te voeren voor
tarra, volg nummers, tijd, datum, set-points, enz.
• Functie (F)
De FUNCTIE-toets wordt in combinatie met de numerieke toetsen gebruikt om
toegang te krijgen tot de functies voor volg nummers, tijd, datum,
geheugenregisters en set-points 1 tot 4.
• Tarra (T)
De TARRA-toets wordt gebruikt om een automatische tarra (auto tarra) vast te
leggen (het gewicht op de weegbrug moet stabiel zijn en mag niet bruto-nul zijn).
De TARRA-toets wordt ook gebruikt om de invoer van een tarra via de numerieke
toetsen (hand tarra) te bevestigen. De tarra-waarde zal alleen worden aanvaard
wanneer het laatste cijfer(s) een veelvoud is of overeenkomt met ingestelde
verdeling. Indien de tarra-vergrendeling is ingeschakeld in de set-up modus, kan
een toetsenbord-tarra alleen bij bruto-nul worden ingetoetst.
• Identificatienummer (ID)
De ID-toets wordt gebruikt om een identificatienummer in te voeren of op te roepen.
De toets wordt ook gebruikt om met een eerste weging te starten.
• LB/KG Omschakeling ( )
Met de lb/kg-omschakelingstoets kunt u van pound omschakelen naar kilogram en
omgekeerd, op voorwaarde dat de omschakeling lb/kg werd ingeschakeld in de
set-up modus. Bij het overschakelen van de ene gewichtseenheid naar de andere
worden de verdeling en komma aangepast aan het dichtstbijzijnde equivalent.

Hoofdstuk 2: Gebruiksaanwijzingen
Cougar toetsenbord
Bijvoorbeeld: een verdeling van 1 lb verandert in een verdeling van 0,5 kg, een
verdeling van 2 lb in een verdeling van 1 kg, enz.
• Geheugen (M)
De GEHEUGEN-toets wordt gebruikt om permanente geheugens in de weegterminal
aan te passen.
• Bruto/Netto (G/NET)
De BRUTO/NETTO-toets wordt gebruikt om over te stappen van een
brutogewichtsdisplay naar een nettogewichtsdisplay en omgekeerd. Wanneer de
weegterminal in brutogewichtsmodus staat, heeft deze toets geen enkele functie.
• Wissen (C)
De WIS-toets wordt gebruikt om ingetoetste gegevens van het display te wissen
zodat nieuwe gegevens ingetoetst kunnen worden. De toets wordt ook gebruikt om
een tarragewicht te wissen wanneer er in de nettogewichtsmodus gewerkt wordt.
• Nul (0)
De NUL-toets wordt gebruikt om de nul in te stellen, wanneer het gewicht binnen het
in de set-up modus geselecteerde bereik voor automatische nulbepaling ligt.
• Enter
De ENTER-toets wordt gebruikt om de invoer van gegevens te accepteren en om
verder te gaan set-up modus. De toets wordt ook gebruikt om eerste en tweede
wegingen te accepteren.
• Print ( )
De PRINT-toets wordt gebruikt als een gewicht moet worden geprint. Wanneer de
PRINT-toets wordt ingedrukt en het gewicht niet stabiel is, wordt het verzoek tot
printen opgeslagen en worden de gegevens pas uitgevoerd wanneer het gewicht
stabiel is geworden. De PRINT-toets wordt ook gebruikt om de parameters van de
instellingen af te drukken wanneer de weegterminal in de set-up modus staat.
In deze handleiding wordt een onderscheid gemaakt tussen benamingen van
toetsen en opdrachten. Benamingen van toetsen zoals ENTER worden weergegeven
in hoofdletters, en opdrachten zoals “selecteer” worden weergegeven in kleine
letters bijvoorbeeld:
“Druk op SELECTEREN ...” betekent: druk op de SELECTEREN-toets van het
toetsenbord.
“Selecteer een keuzemogelijkheid ...” betekent: gebruik de SELECTEREN-toest om
een item weer te geven en druk vervolgens op ENTER.
(10/99) 2-5

Bedieningshandleiding voor de Cougar weegterminal van Mettler Toledo
Volgorde van opstarten
FUNCTIE-toets functies
2-6
(10/99)
De Cougar weegterminal voert een aantal zelftests uit wanneer het wordt aangezet. Deze
tests bevestigen dat de weegterminal naar behoren functioneert. De volgorde van tests is
als volgt:
1. Het softwarenummer wordt kort weergegeven.
2. Het revisie nummer van de software wordt kort weergegeven.
3. Alle segmenten van de zeven cijfers van het display lichten kort op.
4. Alle cursors lichten kort op.
5. Alle kommas lichten kort op.
6. Terwijl de weegterminal probeert om de nul te bepalen, verschijnt mogelijk [ E E E ]
of [ -E E E ] op het display. Zodra de nul is bepaald, geeft de weegterminal
eengewichtswaarde weer. Wanneer de opties voor het automatisch bepalen van de
nul en de tarravergrendeling zijn uitgeschakeld, zal de weegterminal het gewicht op
dat moment tonen zonder eerst de nul proberen te bepalen. Na het aanzetten, moet
de nul altijd worden bepaald alvorens de weegterminal gegevens zal printen in de
vraagmodus of alvorens omgeschakeld kan worden van lb naar kg en omgekeerd.
Dankzij de functietoets is het mogelijk om, zonder de behuizing te hoeven openen en de
kalibratiejumper te verplaatsen, toegang te krijgen tot een aantal vaak gebruikte
parameters welke niet in direct verband staan met het wegen. Wanneer u de functietoets
indrukt, keert het weegterminal automatisch terug naar de weegmodus indien binnen de
vijf daaropvolgende seconden geen toets wordt ingedrukt. Bij een Cougar weegterminal
kan er gebruik worden gemaakt van de volgende bewerkingen via de FUNCTIE-toets:
Manuele schiftinstelling
Deze functie is niet actief.
Set-points 1 tot 4
Met deze functietoetsen kunnen de waarden van de set-points worden getoond en/of aan
gepast. Deze toetsen kunnen enkel worden gebruikt wanneer de optie set-points is
ingeschakeld in de set-up modus.
1. Druk op FUNCTIE en vervolgens op het nummer van het set-point waarvan u de
gegevens wil bekijken (1 tot 4).
2. De huidige waarde van het set-point wordt gedurende vijf seconden weergegeven.
Voer een nieuwe waarde in terwijl die huidige waarde wordt weergegeven. Druk op
ENTER om de ingetoetst waarde (of de huidige waarde indien u geen wijzigingen
heeft aangebracht) te accepteren en terug te keren naar de weegmodus.
Het minst significante cijfer van het ingetoetste, set-point moet overeenkomen met de in
de set-up geselecteerde verdeling, anders zal de weegterminal de ingetoetste setpointwaarde
negeren.
Weegbon volgnummers
Met de FUNCTIE-5-toets kan de teller voor het weegbon volgnummers worden getoond
en/of aangepast.
1. Druk op FUNCTIE en vervolgens op 5.

Hoofdstuk 2: Gebruiksaanwijzingen
FUNCTIE-toets functies
2. De huidige getal van de volg nummers wordt gedurende vijf seconden
weergegeven. Voer een nieuwe waarde in voor het nieuwe volg nummer (tot zes
cijfers) het actuele nummer wordt weergegeven. Druk op ENTER om het ingetoetste
getal (of de huidige getal indien u geen wijzigingen heeft aangebracht) te
accepteren en terug te keren naar de weegmodus.
Tijd
Met de FUNCTIE-6-toets kan de tijd worden getoond en/of aan gepast.
1. Druk op FUNCTIE en vervolgens op 6.
2. De huidige tijd wordt gedurende vijf seconden weergegeven. Voer een nieuwe tijd in
(in het formaat dat in de set-up modus werd geselecteerd) terwijl de huidige tijd
wordt weergegeven. Druk op ENTER om de ingetoetste tijd (of de huidige tijd indien
u geen wijzigingen heeft aangebracht) te accepteren en terug te keren naar de
weegmodus.
Datum
Met de FUNCTIE-7-toets kan de datum worden getoond en/of aan gepast.
1. Druk op FUNCTIE en vervolgens op 7.
2. De huidige datum wordt gedurende vijf seconden weergegeven. Voer een nieuwe
datum in (in het formaat dat in de set-up modus werd geselecteerd) terwijl de
huidige datum wordt weergegeven. Druk op ENTER om de ingetoetste datum (of de
huidige datum indien u geen wijzigingen heeft aangebracht) te accepteren en terug
te keren naar de weegmodus.
Beschikbaar geheugen tonen
Via de FUNCTIE-8-toets kan het aantal beschikbare geheugenrecords worden getoond.
De weegterminal kan 100 transacties opslaan.
1. Druk op FUNCTIE en vervolgens op 8.
2. De weegterminal zal gedurende vijf seconden het aantal niet-gebruikte
geheugenrecords tonen.
Toegang tot de set-up modus met behulp van een wachtwoord
De FUNCTIE-9-toets geeft toegang tot een aantal printinstellingen, zonder dat daarvoor
de behuizing wordt geopend en de jumper W1 (CAL) wordt gebruikt. De FUNCTIE-9toets
geeft toegang tot de volgende stappen van de set-up modus:
Alfanumeriek veld 1 (printen) [46]
Alfanumeriek veld 2 (printen) [47]
Alfanumeriek veld 3 (printen) [48]
Alfanumeriek veld 4 (printen) [49]
Identificatie wissen na printen [71]
Formaat van datum en/of tijd [73]
Blanco regels toevoegen na de gegevensafdruk van de snelweegbon [75]
Blanco regels toevoegen na de gegevensafdruk van de eerste wegingbon [77]
Blanco regels toevoegen na de gegevensafdruk van de tweede wegingbon [79]
De weegterminal kan ook zodanig worden ingesteld dat de FUNCTIE-9-toets ook
toegang geeft tot de volgende stappen van de set-up modus:
Opgeslagen tarragewicht [37]
Conversiefactor [38]
(10/99) 2-7

Bedieningshandleiding voor de Cougar weegterminal van Mettler Toledo
GEHEUGEN-toets
functies
2-8
(10/99)
Beschrijving conversiefactor [39]
Snelweeg afdrukformaat [74]
Formaat eerste wegingbon [76]
Formaat tweede wegingbon [78]
1. Druk op FUNCTIE en vervolgens op 9
2. Bij de prompt [9 ----] toetst u met de numerieke toetsen een wachtwoord van vier
cijfers in.
3. Bij de [--] prompt toest u het nummer (twee cijfers) in van de gewenste set-up
modus stap. Via de FUNCTIE-9-toets kunt u geen toegang krijgen tot een groep van
stappen uit de set-up modus. U moet het nummer van een specifieke set-up modus
stap intoetsen bij de [--] prompt.
Tarra opvragen
Deze functietoets wordt gebruikt om de huidige tarragewichtswaarde weer te geven.
• Druk op FUNCTIE en vervolgens op TARRA. Het huidige tarragewicht wordt
weergegeven maar kan niet worden aangepast.
De Cougar weegterminal met VS software beschikt over 100 geheugenadressen welke
kunnen worden gebruikt als tarrabestand voor het opslaan van vaste tarragewichten,
voor het totaliseren van gewichtsgegevens per ID (identificatie) of voor een
artikelbestand. Om geheugenadressen in het tarrabestand in te vullen of aan te passen,
moet in de set-up modus de opties voor het opslaan van tarragewicht en de
GEHEUGEN-toets actief zijn.
Een opgeslagen gewichtswaarde kan manueel worden aangepast door via het
toetsenbord het tarragewicht in te voeren of door het huidige gewicht op de weegbrug op
te slaan als vast tarragewicht.
Wordt een geheugenadres gebruikt dan vermindert het aantal nog beschikbare tijdelijke
geheugenadressen voor het opslaan van inkomende toetstuiggewichten met één. Een
geheugenadres van het tarrabestand kan worden gebruikt om het gewicht van een eerste
weging in op te slaan indien deze functie in de set-up modus werd geactiveerd als de
gewichtswaarde in het geheugenadres nul was en als het eerste weging gewicht wordt
opgeslagen met de identificatie van het geheugenadres.
Artikel en tarra geheugenadressen kunnen worden aangemaakt door of het
geheugenadres (00 tot 99) of een bedienersidentificatie (100 tot 999.999) te
gebruiken. Wanneer een adres wordt aangemaakt met een bedienersidentificatie, kent de
weegterminal het adres toe aan het eerstvolgende beschikbare geheugenadres. De
bediener kan in de weegmodus toegang krijgen tot het tarrabestand door of het
geheugenadres of de ID welke bij dat tarra adres hoort in te toetsen.

Artikelbestand
Hoofdstuk 2: Gebruiksaanwijzingen
GEHEUGEN-toets functies
Een Cougar weegterminal met VS software heeft een artikelbestand van maximaal tien
artikelen. Elk artikel geheugenadres omvat een conversiefactor om een gewichtswaarde
om te zetten in een gedefinieerde meeteenheid. Het artikelbestand omvat ook een
totalisatie voor het geconverteerde gewicht, een omschrijvingsveld van negen tekens en
een teller voor de opeenvolgende nummering van beladingen.
Een artikel uit het artikelbestand kan worden afgedrukt bij een snelweegbon indien de
weegterminal in de nettogewichtsmodus staat, bij tijdelijke opslag van eerste en tweede
weegtransacties of bij wegen in één keer met een vaste tarra.
Artikelen in het artikelbestand aanmaken en aanpassen
1. Druk op de GEHEUGEN-toets om een artikel aan te maken of aan te passen.
2. Bij de prompt [ LOC ] toetst u de bedienersidentificatie (100 tot 999.999) of het
geheugenadres (00 tot 99) in van het adres dat u wil configureren als artikel.
Vervolgens drukt u op ENTER.
3. Bij de prompt [ id6 ] drukt u op ENTER om het intoetsen van de betreffende
artikelidentificatie te beginnen.
4. Wanneer u een artikel geheugenadres heeft aangemaakt en u wilt het artikel door
middel van een gebruikers code oproepen, dan toetst u de bedienersidentificatie
(100 tot 999.999) in en drukt op ENTER. De weegterminal accepteert geen
bedienersidentificatie welke al wordt gebruikt voor een ander artikel of tarra
geheugenadres. Indien u geen toegang wil via een bedienersidentificatie, druk dan
op WISSEN of ENTER wanneer het display allemaal nullen weergeeft.
Indien u een bestaand artikel geheugenadres aanpast, wordt de huidige
bedienersidentificatie weergegeven. Druk op ENTER om de weergegeven
bedienersidentificatie te accepteren of voer een nieuwe identificatie (100 tot
999.999) in. De weegterminal accepteert geen bedienersidentificatie welke al wordt
gebruikt voor een ander artikel of tarra geheugenadres. Indien u geen toegang wil
via een bedienersidentificatie, druk dan op WISSEN.
5. Bij de prompt [Cd ] drukt u op 1 om een artikel aan te maken. Deze prompt
verschijnt niet wanneer een bestaand artikel adres wordt aangepast of wanneer er al
tien (maximaal aantal) artikelen zijn aangemaakt.
6. De prompt [Cd FAC] verschijnt om aan te geven dat het volgende veld de
conversiefactor is. De conversiefactor wordt gebruikt om gewicht om te zetten in
eenheid anders dan kilogrammen. Bijvoorbeeld: tonnen, kubieke meter, enz. De
geconverteerde waarde is het weergegeven gewicht vermenigvuldigd met de
conversiefactor.
7. Bij de prompt [1000000] drukt u op ENTER om de weergegeven conversiefactor te
accepteren, ofwel op WISSEN om intoetsen de conversiefactor in te voeren.
Wanneer u de bestaande conversiefactor accepteert, geeft het display stap 10 weer.
8. Bij de prompt [------.-] selecteert u het aantal cijfers rechts van de komma voor de
waarde van de conversiefactor. Druk op de 0-toets om de komma één positie naar
links op te schuiven. Wanneer de komma op de gewenste plaats staat, druk dan op
ENTER.
9. Bij de prompt [ . ] toetst u met behulp van de numerieke toetsen de waarde van de
conversiefactor in. Druk op ENTER om de weergegeven waarde te accepteren.
10. Bij de prompt [ 2] toetst u het aantal cijfers in dat bij de geconverteerde waarde
rechts van de komma wordt afgedrukt. Minimaal nul maximaal zes.
11. De prompt [ ACC ] geeft aan dat het volgende veld bestemd is voor totaliseerde
weeggegevens. Druk op ENTER om verder te gaan naar de volgende prompt.
(10/99) 2-9

Bedieningshandleiding voor de Cougar weegterminal van Mettler Toledo
2-10
(10/99)
12. De prompt [ 0] geeft de huidige beginwaarde voor de totalisatie weer. Druk op
ENTER om de weergegeven getotaliseerde waarde te accepteren, of voer een nieuwe
beginwaarde in.
13. Bij de prompt [ ACC - ] drukt u op 0 of ENTER om inkomende gewichtswaarden te
totaliseren. Druk op 1 om uitgaande gewichtswaarden te totaliseren.
14. De prompt [ LOAd] betekent dat het volgende veld de teller is voor het aantal
wegingen. Druk op ENTER om verder te gaan naar de volgende prompt.
15. Bij de prompt [ 0] drukt u op ENTER om de weergegeven beginwaarde voor die
teller te accepteren. U kunt ook een nieuwe beginwaarde intoetsen.
16. De prompt [Cd dESC] betekent aan dat de volgende velden de omschrijving van de
conversiefactor bevatten.
17. De omschrijving omvat maximaal negen ASCII karakteres (zie tabel 2-1)
onderverdeeld in drie groepen van drie. De eerste drie tekens van de omschrijving
van de conversiefactor worden nu weergegeven. Wanneer er nog geen omschrijving
is ingetoetst, verschijnt [000000] op het display. Druk of op ENTER om de
weergegeven waarden te accepteren of op WISSEN om de waarden te wissen en
nieuwe waardes in te voeren.
Herhaal deze procedure voor de tweede en derde reeks karakters. Voer 00 in voor
elke positie in een groep tekens nadat de omschrijving af is. Bijvoorbeeld: de
karakters die ingetoetst moeten worden voor de beschrijving “CORN” zijn [364851]
[470000] [000000]. Wanneer de derde reeks tekens is ingetoetst, keert het
werkstation terug naar de normale weegmodus.

Code ASCII symbool Hexadecimale
waarde
Code ASCII symbool Hexadecimale
waarde
Hoofdstuk 2: Gebruiksaanwijzingen
GEHEUGEN-toets functies
Code ASCII symbool Hexadecimale
waarde
01 (spatie) 20 34 A 41 67 b 62
02 ! 21 35 B 42 68 c 63
03 " 22 36 C 43 69 d 64
04 # 23 37 D 44 70 e 65
05 $ 24 38 E 45 71 f 66
06 % 25 39 F 46 72 g 67
07 & 26 40 G 47 73 h 68
08 ’ 27 41 H 48 74 I 69
09 ( 28 42 I 49 75 j 6A
10 ) 29 43 J 4A 76 k 6B
11 * 2A 44 K 4B 77 l 6C
12 + 2B 45 L 4C 78 m 6D
13 , 2C 46 M 4D 79 n 6E
14 - 2D 47 N 4E 80 o 6F
15 . 2E 48 O 4F 81 p 70
16 / 2F 49 P 50 82 q 71
17 0 30 50 Q 51 83 r 72
18 1 31 51 R 52 84 s 73
19 2 32 52 S 53 85 t 74
20 3 33 53 T 54 86 u 75
21 4 34 54 U 55 87 v 76
22 5 35 55 V 56 88 w 77
23 6 36 56 W 57 89 x 78
24 7 37 57 X 58 90 y 79
25 8 38 58 Y 59 91 z 7A
26 9 39 59 Z 5A 92 07
27 : 3A 60 [ 5B 93 0E
28 ; 3B 61 \ 5C 94 0F
29 < 3C 62 ] 5D 95 11
30 = 3D 63 ^ 5E 96 12
31 > 3E 64 _ 5F 97 13
32 ? 3F 65 ‘ 60 98 14
33 @ 40 66 a 61 99 1B
Tarra bestand
Tabel 2-1: Alfanumerieke karakter set
Het tarra bestand van een Cougar weegterminal met VS software kan worden gebruikt
om tarragewichten permanent op te slaan om zo weegtransacties in één enkele weging
mogelijk te maken. Een beladen voertuig wordt op de weegbrug gereden, het
tarragewicht wordt uit het tarra bestand opgevraagd en er wordt een bon afgedrukt. De
weeggegevens kunnen worden getotaliseerd per voertuig en/of per artikel. Deze modus
is gemakkelijk voor wegingen met bekende tarragewichten, bijvoorbeeld bij reeks
voertuigen of een trein met wagons.
(10/99) 2-11

Bedieningshandleiding voor de Cougar weegterminal van Mettler Toledo
2-12
(10/99)
Een opgeslagen tarragewicht kan handmatig worden aangepast door het tarragewicht
via het toetsenbord in te voeren of door het huidige gewicht op de weegbrug op te slaan
in het tarrabestand.
Tarra geheugenadressen welke zijn aangemaakt met een tarragewicht van nul kg,
kunnen worden gebruikt voor totalisatie per identificatie (ID). In deze modus kan de
gebruiker eerste en tweede weegtransacties combineren door gebruik te maken van het
tijdelijke geheugen met de totalisatie van weeggegevens van het tarrabestand.
Tarra geheugenadressen aanmaken en aanpassen
1. Druk op de GEHEUGEN-toets om een permanent register aan te maken of aan te
passen.
2. Bij de prompt [ LOC ] toetst u de bedienersidentificatie (100 tot 999.999) of het
geheugenadres (00 tot 99) in van het tarra bestand dat u wilt configureren. Daarna
drukt u op ENTER.
3. Bij de prompt [ id6 ] drukt u op ENTER om het intoetsen van de betreffende
tarraidentificatie te beginnen.
4. Is een tarra geheugenadres aangemaakt aan de hand van een adres en u wil ook
de mogelijkheid om toegang te krijgen tot dat adres via een bedienersidentificatie,
dan toetst u de bedienersidentificatie (100 tot 999.999) in en drukt u op ENTER. De
weegterminal aanvaardt geen bedienersidentificatie die al wordt gebruikt voor een
ander artikel of vaste tarra. Indien u dit niet wenst, drukt u op WISSEN of ENTER tot
het display volledig is gevuld met nullen.
Wanneer u een bestaand artikel aanpast, wordt de huidige artikelidentificatie
weergegeven. Druk op ENTER om de weergegeven bedienersidentificatie te
accepteren of voer een nieuwe identificatie (100 tot 999.999) in. De weegterminal
accepteert geen bedienersidentificatie welke al wordt gebruikt voor een ander artikel
of vaste tarra. Indien u geen toegang wil via een bedienersidentificatie, drukt u op
WISSEN.
5. Bij de prompt [Cd ] drukt u op 0 om een vaste tarra aan te maken. Deze prompt
verschijnt niet wanneer u een geheugenadres dat een opgeslagen tarragewicht
heeft, aanpast of wanneer er al tien (maximaal aantal) artikelen werden
aangemaakt.
6. Wanneer u een nieuwe vaste tarra aanmaakt, toetst u het lege gewicht van een
toetstuig (Tarra) in wanneer de prompt [ 0] verschijnt. Vervolgens drukt u op
ENTER. Wanneer nul als tarra wordt ingetoetst, kan dat adres worden gebruikt voor
totalisatie per identificatie bij inkomende/uitgaande weegtransacties.
Wanneer u een bestaande vaste tarra aanpast, wordt het huidige tarragewicht
weergegeven. Druk op ENTER om het weergegeven gewicht te aanvaarden of voer
een nieuw tarragewicht in.
7. De prompt [ ACC ] geeft aan dat het volgende veld de getotaliseerde weeggegevens
zijn. Druk op ENTER om verder te gaan naar de volgende prompt.
8. Indien u een nieuw vaste tarra aanmaakt, kunt u de beginwaarde voor de totalisatie
intoetsen bij de prompt [ 0]. Druk op ENTER om de weergegeven getotaliseerde
waarde te accepteren, of voer een nieuwe beginwaarde in.
Wanneer u een bestaand vaste tarra aanpast, wordt het huidige getotaliseerde
gewicht weergegeven. Druk op ENTER om de weergegeven waarde te aanvaarden
of voer een nieuwe waarde in.
9. Bij de prompt [ ACC - ] drukt u op 0 of ENTER om inkomende gewichten te
totaliseren. Druk op 1 om uitgaande gewichten te totaliseren.
10. De prompt [ LOAd] geeft aan dat het volgende veld van de ladingenteller is. Druk op
ENTER om verder te gaan naar de volgende prompt.

Operationele modus
Inkomend/uitgaand wegen
Hoofdstuk 2: Gebruiksaanwijzingen
Operationele modus
11. Wanneer u een nieuw vaste tarra aanmaakt, kunt u de beginwaarde voor de
ladingenteller intoetsen bij de prompt [ 0]. Druk op ENTER om de weergegeven
waarde te aanvaarden en terug te keren naar de normale weegmodus.
Indien u een bestaande vaste tarra aanpast, wordt het huidige getotaliseerde
gewicht weergegeven. Voer indien gewenst een nieuwe waarde in. Druk op ENTER
om de weergegeven waarde te aanvaarden en terug te keren naar de normale
weegmodus.
Op het opgeslagen tarragewicht van een vaste tarra vervangen
1. Druk op de GEHEUGEN-toets om de opgeslagen tarragewichtswaarde van een vaste
tarra aan te passen.
2. Bij de prompt [ LOC ] toetst u de bedienersidentificatie (100 tot 999.999) van het
vaste tarra geheugenadres in dat u wil aanpassen.
3. Druk op TARRA om het huidige gewicht op de weegbrug op te slaan in het tarraveld
van de vaste tarra met geheugenadres [ Id XX]. Het gewicht op de weegbrug moet
wel stabiel zijn om de tarra waarde op te slaan.
Een bestaand artikel of vaste tarra verwijderen
1. Druk op de GEHEUGEN-toets om een bestaand artikel of vasta tarra te verwijderen.
2. Bij de prompt [ LOC ] toetst u de bedienersidentificatie (100 tot 999.999) of het
geheugenadres (00 tot 99) in dat u wenst te verwijderen. Druk vervolgens op
ENTER.
3. Bij de prompt [ Id6 ] drukt u op WISSEN.
4. Bij de prompt [ del ] drukt u op 1 om de waarde te verwijderen of op 0 om de
waarde te behouden. De weegterminal keert terug naar de normale weegmodus.
In de Cougar weegterminal met VS software kunnen de weegtransacties in drie
operationele modi worden uitgevoerd: inkomend/uitgaand wegen met tijdelijke opslag
van het inkomend gewicht, met opgeslagen tarragewichten om in een enkele weging
keer te wegen, en de snelweeg modus.
De inkomende/uitgaande-weegmodus wordt normaliter gebruikt voor willekeurige
transporteurs die goederen afleveren of ophalen. Het voertuig wordt twee keer gewogen:
een keer bij het binnenkomen (inkomend) en een keer bij het wegrijden (uitgaand). Het
inkomende gewicht wordt opgeslagen in een tijdelijk register. Wanneer het voertuig bij
het wegrijden wordt gewogen, wordt het opgeslagen inkomende gewicht uit het
geheugen opgevraagd en gebruikt om het nettogewicht van de belading van het voertuig
te berekenen.
Dankzij de correctie van het nettoteken is het mogelijk om een tijdelijk geheugenregister
zowel voor het ontvangen als verzenden van goederen te gebruiken. Wanneer in de setup
modus de optie voor het corrigeren van het nettoteken is ingeschakeld, mag het
opgeslagen inkomende gewicht zowel het beladen als het lege gewicht van het toetstuig
zijn. Wanneer het inkomende gewicht uit het geheugen wordt opgevraagd, selecteert het
Cougar werkstation onmiddellijk het grootste van de twee gewichten (het huidige
gewicht op de weegbrug of het inkomende gewicht uit het register) als het brutogewicht.
(10/99) 2-13

Bedieningshandleiding voor de Cougar weegterminal van Mettler Toledo
2-14
(10/99)
Het kleinste gewicht wordt het tarragewicht en het verschil tussen beide is een positief
nettogewicht.
Voor het opslaan van een gewicht in een tijdelijk register kan er zowel gebruik worden
gemaakt van de automatische identificatie als van de bedienersidentificatie. Bij de
automatische identificatie selecteert de weegterminal het eerstvolgende beschikbare
tijdelijke geheugenadres. De bediener moet dan het uit twee cijfers bestaande
geheugenadres gebruiken om het inkomende gewicht weer op te vragen. Bij de
bedienersidentificatie toetst de bediener een bedienersidentificatie (100 tot 999.999) in
om het tijdelijke geheugenadres te selecteren waarin het gewicht van het toetstuig is
opgeslagen. Zowel de bedienersidentificatie als het geheugenadres kunnen worden
gebruikt om het opgeslagen inkomende gewicht op te vragen.
Weeggegevens kunnen worden geconverteerd in een door de bediener gedefinieerde
eenheid wanneer de conversiefactor in de set-up modus werd geprogrammeerd.
Weeggegevens kunnen ook per identificatie, in een vast tarra geheugenadres, worden
opgeslagen, als de opgeslagen tarragewichtswaarde nul is. Zowel het geheugenadres
als de bedienersidentificatie van het vaste tarra geheugenadres kunnen op een tweede
weging bon worden afgedrukt.
Indien het artikelbestand wordt gebruikt, kan de bediener een artikel geheugenadres
kiezen om de weeg gegevens in te totaliseren. De artikelomschrijving, geheugenadres,
bedienersidentificatie en geconverteerde weeggegevens kunnen worden afgedrukt op de
tweede weging bon.
Eerste weging: het gewicht opslaan met automatische
identificatietoekenning
1. Rijd het inkomende toetstuig op de weegbrug druk dan op de IDENTIFICATIE-toets.
2. Bij de prompt [ id ] drukt u op ENTER.
3. Het gewogen gewicht wordt opgeslagen onder het geheugenadres XX (00 tot 99),
zoals weergegeven in de prompt [ id2 XX].
4. De prompt [ -P- ] wordt weergegeven terwijl het eerste weging bon wordt afgedrukt
in het formaat dat in de set-up modus is vast gelegd. Achter het gewichtsveld wordt
een (1) afgedrukt om aan te geven dat de waarde in geheugenadres 1 is
opgeslagen.
Eerste weging: het gewicht opslaan met bedienersidentificatie (ID)
1. Rijd het inkomende toetstuig op de weegbrug druk dan op de IDENTIFICATIE-toets.
2. Bij de prompt [ id ] toetst u het voertuignummer in (100 tot 999.999). Vervolgens
drukt u op ENTER.
3. Het gewogen gewicht wordt opgeslagen in het geheugenadres XX (00 tot 99),
zoals weergegeven in de prompt [ id2 XX].
4. De prompt [ -P- ] wordt weergegeven terwijl de eerste weging bon wordt afgedrukt
in het formaat dat in de set-up modus is vastgelegd. Achter het gewichtsveld wordt
een (1) afgedrukt om aan te geven dat de waarde in geheugenadres 1 is
opgeslagen.
Tweede weging: het opgeslagen gewicht opvragen (geen artikelcode,
geen totalisatie per identificatie)
Bij deze procedure wordt ervan uitgegaan dat geen artikelcode wordt gebruikt.
1. Rijd het vertrekkende toetstuig op de weegbrug druk dan op de IDENTIFICATIE-toets.
2. Bij de prompt [ Id ] toetst u het geheugenadres (00 tot 99) of de
bedienersidentificatie (100 tot 999.999) in waaronder het gewicht van de eerste
weging is opgeslagen. Vervolgens drukt u op ENTER.

Hoofdstuk 2: Gebruiksaanwijzingen
Operationele modus
3. De prompt [ -P- ] wordt weergegeven terwijl de bon wordt afgedrukt in het formaat
dat in de set-up modus is vastgelegd. Achter het gewicht dat uit het geheugen werd
opgehaald, wordt een (1) afgedrukt.
Indien de totalisatie functie is ingeschakeld, worden de totalisatie en de
totalisatieteller (overzicht T-3) bijgewerkt.
Tweede weging: het opgeslagen gewicht opvragen (met artikelcode,
geen totalisatie per identificatie)
Bij deze procedure wordt ervan uitgegaan dat een artikelcode werd aangemaakt.
1. Rijd het vertrekkende toetstuig op de weegbrug druk dan op de IDENTIFICATIE-toets.
2. Bij de prompt [ id ] toetst u het geheugenadres (00 tot 99) of de
bedienersidentificatie (100 tot 999.999) in waaronder het eerste weging gewicht is
opgeslagen. Vervolgens drukt u op ENTER.
3. Indien u, bij de transactie, een artikelcode wil gebruiken toetst u bij prompt [Cd ] het
geheugenadres (00 tot 99) of de bedienersidentificatie (100 tot 999.999). Het
ingetoetste geheugenadres of de bedienersidentificatie moet wel verwijzen naar een
artikelcode, anders wordt het ingetoetste nummer genegeerd. Druk op ENTER om
het ingetoetste nummer te accepteren.
Indien u geen gebruik wenst te maken van een artikelcode, drukt u op ENTER bij de
prompt [Cd ].
4. De prompt [ -P- ] wordt weergegeven terwijl de bon wordt afgedrukt in het formaat
dat in de set-up modus is vastgelegd. Achter het gewicht dat uit het geheugen werd
opgehaald, wordt een (1) afgedrukt. De omschrijving van het artikel en de
geconverteerde gewichtswaarden worden afgedrukt op de bon.
Indien de totalisatie is ingeschakeld, worden de accumulator en het getal van de
ladingenteller (T-3 overzicht) bijgewerkt. Indien de totalisatie functie is
ingeschakeld, worden de geconverteerde gewichtswaarden getotaliseerd en de
totalisatie teller worden in het onder stap 3 geselecteerde artikelbestand bijgewerkt.
Tweede weging: het opgeslagen gewicht opvragen (geen artikelcode,
wel totalisatie per identificatie)
Bij deze procedure wordt ervan uitgegaan dat de totalisatie functie in de set-up modus is
ingeschakeld, dat een vaste tarra met tarragewicht van 0 kg werd aangemaakt en dat er
geen artikelcode werd aangemaakt.
1. Rijd het vertrekkende toetstuig op de weegbrug druk dan op de IDENTIFICATIE-toets.
2. Bij de prompt [ id ] toetst u het geheugenadres (00 tot 99) of de
bedienersidentificatie (100 tot 999.999) in waaronder het eerste weging gewicht
werd opgeslagen. Vervolgens drukt u op ENTER.
3. Druk op TARRA om het opgeslagen gewicht uit het geheugen op te vragen en het
nettogewicht weer te geven op het display.
4. Wanneer het nettogewicht wordt weergegeven, drukt u op de IDENTIFICATIE-toets.
5. Bij de prompt [ id ] toetst u het geheugenadres (00 tot 99) of de
bedienersidentificatie (100 tot 999.999) in van het vaste tarra bestand waarin u de
weeggegevens wil totaliseren. In het permanente register moet het tarragewicht nul
zijn. Wanneer dat niet het geval is, verschijnt de foutmelding [E42]. Druk op ENTER
om het ingetoetste getal te accepteren.
6. De prompt [ -P- ] wordt weergegeven als de bon wordt afgedrukt in het formaat dat
in de set-up modus is vastgelegd. Achter het gewicht dat uit het geheugen werd
opgevraagd, wordt een (1) afgedrukt.
(10/99) 2-15

Bedieningshandleiding voor de Cougar weegterminal van Mettler Toledo
Records met permanent
opgeslagen tarragewichten
(vaste tarragewichten)
2-16
(10/99)
Indien de totalisatie functie is ingeschakeld, worden de totalisator en de
ladingenteller (T-3 overzicht) bijgewerkt, worden de weeggegevens getotaliseerd en
de totalisatie teller worden, in het geselecteerde vaste tarra record bijgewerkt.
Tweede weging: het opgeslagen gewicht opvragen (met artikelcode en
totalisatie per identificatie)
Bij deze procedure wordt ervan uitgegaan dat totalisatie functie in stap [29 1] van de
set-up modus werd ingeschakeld, dat er een vast tarra record met een tarragewicht van
0 kg werd aangemaakt en dat er een artikelcode werd aangemaakt.
1. Rijd het uitgaande voertuig op de weegbrug druk dan op de IDENTIFICATIE-toets.
2. Bij de prompt [ id ] toetst u het geheugenadres (00 tot 99) of de
bedienersidentificatie (100 tot 999.999) in waaronder het eerste weging gewicht
werd opgeslagen. Vervolgens drukt u op ENTER.
3. Druk op TARRA om het opgeslagen eerste weging gewicht uit het geheugen op te
vragen en het nettogewicht weer te geven op het display.
4. Wanneer het nettogewicht wordt weergegeven, drukt u op de IDENTIFICATIE-toets.
5. Bij de prompt [ id ] toetst u het geheugenadres (00 tot 99) of de
bedienersidentificatie (100 tot 999.999) in van het vaste tarra record waarin u de
weeggegevens wil totaliseren. De gewichtswaarde in het vaste tarra record moet nul
zijn. Is dat niet het geval, dan verschijnt de foutmelding [E42]. Druk op ENTER om
het ingetoetste nummer te accepteren.
6. Wanneer u, bij de transactie, een artikelcode wil gebruiken, toetst u bij prompt [Cd]
het geheugenadres (00 tot 99) of de bedienersidentificatie (100 tot 999.999) in.
Het ingetoetste geheugenadres of de bedienersidentificatie moet wel verwijzen naar
een artikelcode, of het ingetoetste nummer zal worden genegeerd. Druk op ENTER
om het ingetoetste nummer te aanvaarden.
Indien u geen gebruik wenst te maken van een artikelcode, drukt u op ENTER bij de
prompt [Cd ].
7. De prompt [ -P- ] wordt weergegeven terwijl de bon wordt afgedrukt in het formaat
dat in de set-up modus is vastgelegd. Achter het gewicht dat uit het geheugen werd
opgevraagd, wordt een (1) afgedrukt. De omschrijving van het artikel en de
geconverteerde gewichtswaarden kunnen ook op de bon worden afgedrukt.
Records met permanent opgeslagen tarragewichten worden meestal gebruikt voor een
groep voertuigen waarvan het lege gewicht (tarra) bekend is en waarvoor een vaste
tarrawaarde gebruikt kan worden. Het beladen voertuig wordt op de weegbrug gereden,
het tarragewicht wordt via de identificatie opgevraagd uit het geheugen en er wordt een
bon afgedrukt.
Weeggegevens kunnen worden geconverteerd in een door de bediener gedefinieerde
eenheid indien de conversiefactor in de set-up modus werd geactiveerd. De totalisatie
van de weeggegevens en de ladingenteller van het vaste tarra bestand worden
bijgewerkt wanneer het opgeslagen tarragewicht uit het geheugen wordt opgevraagd.
Indien artikelcodes worden gebruikt, kan de bediener een artikelcode kiezen waarin de
gewichtsgegevens worden getotaliseerd. De artikelcode, geheugenadres,
bedienersidentificatie en geconverteerde weeggegevens kunnen worden afgedrukt op een
bon.

Snelweging
Hoofdstuk 2: Gebruiksaanwijzingen
Operationele modus
Vaste tarragewichten (geen artikelcode)
Bij deze procedure wordt ervan uitgegaan dat er geen artikelcodes werden aangemaakt.
1. Rijd het uitgaande voertuig op de weegbrug druk dan op de IDENTIFICATIE-toets.
2. Bij de prompt [ id ] toetst u het geheugenadres (00 tot 99) of de
bedienersidentificatie (100 tot 999.999) in van het permanente register waarin het
tarragewicht van het voertuig werd opgeslagen. Vervolgens drukt u op ENTER.
3. De prompt [ -P- ] wordt weergegeven terwijl het weegbon wordt afgedrukt in het
formaat dat in de set-up modus is vastgelegd. Achter het uit het geheugen
opgevraagde gewicht wordt een (1) afgedrukt.
Indien de totalisatie functie is ingeschakeld, worden in het vaste tarra
geheugenadres van waaruit het tarragewicht werd opgevraagd de bijbehorende
totalisator en teller bijgewerkt. Tevens wordt van de weegbrug totalisator de teller
bijgewerkt.
Vaste tarragewichten (met artikelcodes)
Bij deze procedure wordt ervan uitgegaan dat een artikelcode is aangemaakt.
1. Rijd het vertrekkende voertuig op de weegbrug, druk dan op de IDENTIFICATIE-toets.
2. Bij de prompt [ id ] toetst u het geheugenadres (00 tot 99) of de identificatie (100
tot 999.999) in van het vaste tarra geheugenadres waarin het eerste weging
gewicht werd opgeslagen. Vervolgens drukt u op ENTER.
3. Indien u bij de transactie een artikelcode wil gebruiken, toetst u het geheugenadres
(00 tot 99) of de artikelcode (100 tot 999.999) in bij de prompt [Cd ]. Het
ingetoetste geheugenadres of de artikelcode moet wel verwijzen naar een artikel,
anders wordt het ingetoetste nummer genegeerd. Druk op ENTER om het ingetoetste
nummer te accepteren.
Indien u geen gebruik wenst te maken van een artikelcode, drukt dan op ENTER bij
de prompt [Cd].
4. De prompt [ -P- ] wordt weergegeven terwijl de bon wordt afgedrukt, in het formaat
dat in de set-up modus is vast gelegd. Achter het uit het geheugen opgevraagde
gewicht wordt een (1) afgedrukt. De omschrijving van het artikel en de
geconverteerde gewichtswaarden kunnen op de bon worden afgedrukt.
Indien de totalisatiefunctie is ingeschakeld, worden van het vaste tarra
geheugenadreswaaruit het gewicht was opgehaald, de bijbehorende totalisator en
teller bijgewerkt. Tevens worden van het geselecteerde artikel de totalisator en teller
bijgewerkt.
Bij snelweging wordt geen gebruik gemaakt van geheugenadressen met opgeslagen
eerste weging gewicht of vaste tarra’s. Bij de afdruk van de bon worden de weegbrug
totalisator en de tellerniet bijgewerkt.
Bij snelweging vindt één enkele weging plaats, als het bekende voertuig tarragewicht via
het toetsenbord wordt ingetoetst. Bovendien kan snelweging met de tarra-toets voor
afvulapplicaties worden gebruikt. De correctie van het nettoteken kan eveneens worden
gebruikt in de snelweegmodus zowel voor verzend als voor ontvangst transacties.
In de snelweegmodus kan een identificatieveld van max. 12 tekens worden toegevoegd.
Deze identificatie blijft behouden totdat ze wordt gewist. Hier door hoeft u ze niet telkens
opnieuw in te voeren. De weegterminal kan zo worden ingesteld dat na elke bon afdruk
de identificatie automatisch wordt gewist.
(10/99) 2-17

Bedieningshandleiding voor de Cougar weegterminal van Mettler Toledo
2-18
(10/99)
De snelweegmodus kan worden gecombineerd met de accumulatie per identificatie in
het vaste tarrabestand.
In de snelweegmodus heeft de bediener de mogelijkheid om een artikelcode te selecteren
alvorens de bon af te drukken, indien deze zijn aangemaakt en de weegterminal het
nettogewicht weergeeft.
Het intoetsen van een identificatie (ID) bij snelwegen
1. Druk op ENTER om een identificatie in te voeren.
2. Bij de prompt [ E] drukt u op de IDENTIFCATIE-toets.
3. De eerste 6 cijfers 1 tot 6 [ 123456] van de huidige snelweeg identificatie worden
enkele seconden weergegeven en, daarna enkele seconden de cijfers 7 tot 12
[ 789012]. Druk op ENTER om de huidige identificatie te accepteren of toets een
nieuwe identificatie in. Indien meer dan zes cijfers als identificatie worden ingetoetst,
schuift het display automatisch naar links op terwijl de cijfers 7 tot 12 worden
ingetoetst. Indien er gedurende meer dan vijf seconden geen gegevens worden
ingetoetst, breekt de weegterminal de ingave van het identificatienummer af en keert
naar de normale weegmodus terug.
Snelweging (geen tarra)
1. Rijd het voertuig op de weegbrug druk dan op de PRINT-toets.
2. De prompt [ -P- ] verschijnt terwijl de bon wordt afgedrukt in het formaat dat in de
set-up modus is vastgelegd.
Snelweging (tara drukknop, geen artikelcode)
Bij deze procedure wordt ervan uitgegaan dat er geen artikelcodes zijn aangemaakt.
1. Rijd het lege voertuig op de weegbrug druk dan op de TARRA-toets.
2. Geeft de weegterminal het netto-nul gewicht weer, belaadt dan het voertuig.
3. Is het voertuig geladen, druk dan op de PRINT-toets.
4. De prompt [ -P- ] verschijnt terwijl de bon wordt afgedrukt in het formaat dat in de
set-up modus is vastgelegd.
Snelweging (met toetsenbord ingetoetste tarra, geen artikelcode)
Bij deze procedure wordt ervan uitgegaan dat er geen artikelcodes zijn aangemaakt.
1. Rijd het beladen voertuig op de weegbrug en gebruik de numerieke toetsen om het
bekende tarragewicht van het voertuig in te toetsen.
2. Druk op de TARRA-toets. Het nettogewicht van de lading van het toetstuig wordt
weergegeven.
3. Druk op de PRINT-toets.
4. De prompt [ -P- ] verschijnt terwijl de bon wordt afgedrukt in het formaat dat in de
set-up modus is vastgelegd.

Hoofdstuk 2: Gebruiksaanwijzingen
Operationele modus
Snelweging (tara-drukknop, met artikelcode)
Bij deze procedure wordt ervan uitgegaan dat een artikelcode is aangemaakt.
1. Rijd het lege voertuig op de weegbrug druk dan op de TARRA-toets.
2. Terwijl de werkstation netto-nul weergeeft, wordt het voertuig beladen.
3. Is het voertuig geladen, druk dan op de PRINT-toets.
4. Indien u bij deze transactie een artikelcode wil gebruiken toetst u het geheugenadres
(00 tot 99) of de identificatie (100 tot 999.999) in bij de prompt [Cd ]. Het
ingetoetste geheugenadres of de identificatie moet wel verwijzen naar een
artikelcode, anders wordt het ingetoetste nummer genegeerd. Druk op ENTER om
het ingetoetste nummer te accepteren.
Indien u geen gebruik wenst te maken van een artikelcode, druk dan op ENTER bij
de prompt [Cd ].
5. De prompt [ -P- ] wordt weergegeven terwijl de bon wordt afgedrukt in het formaat
dat in de set-up modus is vastgelegd. De omschrijving van het artikel en de
geconverteerde gewichtswaarden kunnen worden afgedrukt op de bon.
Indien de totalisatiefunctie is ingeschakeld, worden de geconverteerde
gewichtsgegevens en wordt het getal van de teller in de geselecteerde artikelcode
bijgewerkt.
Snelweging (met ingetoetste tarra, met artikelcode)
Bij deze procedure wordt ervan uitgegaan dat een artikelcode is aangemaakt.
1. Rijd het beladen voertuig op de weegbrug en gebruik de numerieke toetsen om het
gekende tarragewicht van het voertuig in te toetsen.
2. Druk op de TARRA-toets. Het nettogewicht wordt weergegeven.
3. Druk op de PRINT-toets.
4. Indien u bij deze transactie een artikelcode wil gebruiken, toetst u bij prompt [Cd ]
het geheugenadres (00 tot 99) of de identificatie (100 tot 999.999) in. Het
ingetoetste geheugenadres of de identificatie moet wel verwijzen naar een
artikelcode, of het ingetoetste nummer zal worden genegeerd. Druk op ENTER om
het ingetoetste nummer te accepteren.
Indien u geen gebruik wenst te maken van een artikelcode drukt u bij prompt [Cd ]
op ENTER.
5. De prompt [ -P- ] wordt weergegeven terwijl de bon wordt afgedrukt in het formaat
dat in de set-up modus is vastgelegd. De omschrijving van het artikel en de
geconverteerde gewichtswaarden kunnen op de bon worden afgedrukt.
Indien de totalisatiefunctie is ingeschakeld, worden, van de geselecteerde artikel, de
geconverteerde gewichtsgegevens teller bijgewerkt.
(10/99) 2-19

Bedieningshandleiding voor de Cougar weegterminal van Mettler Toledo
Geheugenoverzichten
2-20
(10/99)
De Cougar weegterminal kan vier overzichten printen deze kunnen gebruikt worden voor
gegevens verwerking. Het gaat om de volgende overzichten: overzicht van open
transacties (eerste wegingen), overzicht van vaste tarra’s, overzicht van
weegbrugtotalisatie, overzicht van artikelcodes.
T1: Overzicht van open transacties (eerste wegingen)
Het T1 overzicht (zie figuur 2-4) bestaat uit een lijst van alle opgeslagen eerste
wegingen die nog niet zijn opgevraagd voor de tweede weging. De eenheid “(lb)” in de
hoofding van de kolom “first weight (eerste gewicht)” wordt, afhankelijk van de gekozen
instellingen, vervangen door “(kg)” of “(tons)”. Het getal “000000” in de kolom “User ID
(ingetoeteste identificatie)” betekent dat er geen identificatie werd toegekend aan de
gegevensinvoer en dat het record alleen toegankelijk is via automatische identificatie.
Om een T1 overzicht af te drukken, drukt u op de FUNCTIE-toets, gevolgd door de
PRINT-toets en toets 1.
Om alle opgeslagen inkomende gewichten uit het geheugen te wissen, drukt u op de
FUNCTIE-toets, gevolgd door de WISSEN-toets en toets 1. Wanneer de prompt [del 1]
verschijnt, drukt u op 1 om de opgeslagen eerste wegingen te verwijderen, ofwel op 0
om de opgeslagen eerste wegingen alsnog te behouden.
AUTO.
ID
USER
ID
FIRST
WEIGHT
(LB)
0 000000 51420
1 123456 85720
2 654321 27000
3 004002 35560
Figuur 2-4: voorbeeld van een afdruk van een T1 overzicht
T2: Overzicht van vaste tarra’s
Het T2 overzicht (zie figuur 2-5) bestaat uit een lijst van alle vaste tarra’s welke in het
geheugen van de terminal zijn opgeslagen. De eenheid “(lb)” in de hoofding van de
kolom “weight (gewicht)” wordt, afhankelijk van de gekozen instellingen, vervangen
door “(kg)” of “(tons)”. He getal “000000” in de kolom “User ID (ingetoetste
identificatie)” betekent dat er geen identificatie werd toegekend aan de gegevensinvoer
en dat het record alleen toegankelijk is via automatische identificatie.
Om een T2 overzicht af te drukken, drukt u op de FUNCTIE-toets, gevolgd door de
PRINT-toets en toets 2.
Om de getotaliseerde gegevens te wissen en de teller weer op nul te zetten, drukt u op
de FUNCTIE-toets, gevolgd door de WISSEN-toets en toets 2. Wanneer de prompt [del 2]
verschijnt, druk op 1 om de getotaliseerde gegevens te wissen en de teller op nul te
zetten, ofwel op 0 om de huidige getotaliseerde gegevens en de waarde van de teller
alsnog te behouden.

Hoofdstuk 2: Gebruiksaanwijzingen
Geheugenoverzichten
AUTO. USER
WEIGHT (LB)
ID ID TARE ACCUMULATED # LOADS
90 6001 0 43240 3
91 9002 35060 3004020 25
92 1234 0 123580 7
TOTAL: 3170840 35
Figuur 2-5: Voorbeeld van een afdruk van een T2 overzicht
T3: Overzicht van weegbrugtotalisator
Het T3 overzicht (zie figuur 2-6) geeft de weeggegevens weer welke door de
weegbrugtotalisator zijn getotaliseerd bij alle uitgaande transacties (tweede wegingen)
of transacties in één keer (snelwegen). Welke gegevens worden weergegeven (bruto,
netto of weergegeven gewicht), hangt af van de keuze die u in de set-up modus heeft
gemaakt. Het getal van de teller neemt met 1 toe bij elke transactie waarbij gegevens
worden toegevoegd aan de weegbrugtotalisator. De weegterminal print ook de begin- en
eindtijd van de periode aan waarin de gegevens zijn geaccumuleerd.
Om een T3 overzicht af te drukken, drukt u op de FUNCTIE-toets, gevolgd door de
PRINT-toets en toets 3.
Om de getotaliseerde gegevens te wissen en de teller weer op nul te zetten, drukt u op
de FUNCTIE-toets, gevolgd door de WISSEN-toets en toets 3. Wanneer de prompt [del 3]
verschijnt, drukt u op 1 om de getotaliseerde gegevens te wissen en de teller op nul te
zetten, ofwel op 0 om de huidige getotaliseerde gegevens en de getal van de teller
alsnog te behouden.
# LOADS
TOTAL WEIGHT
(LB) TIME PERIOD
35 3170840 04 01 98 - 04 15 98
Figuur 2-6: Voorbeeld van een afdruk van een T3 overzicht
T4: Overzicht van artikelbestand
Het T4 overzicht (zie figuur 2-7) van de 10 artikelcodes geeft een overzicht van de
artikelcodes, waarbij de volgorde wordt bepaald door de identificatienummers (ID) met
twee cijfers (welke wel worden vervangen door het identificatienummer (ID) van 3 tot 6
cijfers, wanneer een dergelijk getal ingetoetst is). Het maximum aantal artikelcodes
bedraagt 10.
Om een T4 overzicht af te drukken, drukt u op de FUNCTIE-toets, gevolgd door de
PRINT-toets en toets 4.
Om de getotaliseerde gegevens te wissen en de teller weer op nul te zetten, drukt u op
de FUNCTIE-toets, gevolgd door de WISSEN-toets en toets 4. Wanneer de prompt [del 4]
verschijnt, drukt dan op 1 om de getotaliseerde gegevens te wissen en de teller op nul te
zetten, ofwel op 0 om de huidige getotaliseerde gegevens en het getal van de teller
alsnog te behouden.
COM.
#
COMMODITY
NAME
#
LOAD
TOTAL
WEIGHT
CONVER.
FACTOR
10 CORN 15 1523480 0.01563
21 WHEAT 9 871040 0.02749
12345 OATS 42 23140020 0.01832
Figuur 2-7: voorbeeld van een afdruk van een T4 overzicht
(10/99) 2-21

3 Bijlagen
Bijlage 1:
Weegterminologie
Nul (zero)
Tarra
Hoofdstuk 3: Bijlagen
Bijlage 1: Weegterminologie
In deze bijlage worden een aantal specialistische begrippen uit de weegindustrie
toegelicht.
Nul is het gewicht van het weegplatform of de weegbrug in lege toestand. De bruto
nulreferentiewaarde wordt tijdens de kalibratie vastgelegd.
Druktoets-nul is een manier voor de bediener om een nieuwe bruto nulreferentiewaarde
te bepalen. De gewichtsaanduiding moet stabiel zijn en binnen het bereik liggen
waarbinnen de druktoets nul bepaald kan worden (normaliter ± 20% van de volledige
weegcapaciteit). De nul van de weeginstallatie kan varieren doordat er zich materiaal op
gaat afzetten of door temperatuurverschillen.
Automatisch nulstelling (AZM) is een manier om de weegterminal automatisch,
langzaam optredende variaties van de nulwaarde te laten aanpassen. Voor
handelstransacties (Klasse IIIL) mogen weegbruggen een AZM bereik hebben van ±3
weergegeven intervallen boven/onder bruto nul. AZM is altijd actief wanneer het gewicht
op de weeginstallatie stabiel is en binnen het AZM bereik ligt.
Tarra is het lege gewicht van een voertuig. Tarra wordt normaal gebruikt om het
nettogewicht van de inhoud/vracht van een voertuig te bepalen. Het kan op de volgende
manieren worden gebruikt.
Automatische tarra
Een automatische tarra wordt bepaald door op de TARRA-toets te drukken terwijl een
leeg voertuig op de weegbrug staat. De weegterminal geeft dan een nulgewicht weer en
de nettocursor brandt. Het voertuig wordt geladen en opnieuw op de weegbrug gereden.
De weegterminal geeft dan het nettogewicht van de vracht weer. Wanneer u de TARRAtoets
indrukt terwijl de weegterminal in de netto modus staat, wordt het huidige gewicht
op de weegbrug het nieuwe tarragewicht. De tarravergrendeling voorkomt het
overschrijven van de automatische tarra.
(10/99) 3-1

Bedieningshandleiding voor de Cougar weegterminal van Mettler Toledo
Secties
Setpoints
3-2
(10/99)
Toetsenbord-tarra
Het via het toetsenbord invoeren van de tarra wordt gebruikt wanneer men het lege
gewicht van het voertuig op de weegbrug kent. Wanneer het gekende gewicht door
middel van de numerieke toetsen is ingevoerd, drukt u op de TARRA-toets. Op het
display van de weegterminal verschijnt dan het nettogewicht van de lading van het
voertuig.
Ketting-tarra
Ketting-tarra is een weinig gebruikte methode van de toetsenbord-tarra. Wanneer er een
tarra wordt ingevoerd door middel van de numerieke toetsen terwijl de weegterminal in
de nettogewichtsmodus staat, wordt die net ingevoerde tarra bij het al bestaande
tarragewicht bijgeteld. De tarravergrendeling voorkomt het onopzettelijke gebruik van
deze modus.
Tarravergrendeling
De tarravergrendeling legt een aantal beperkingen op bij het gebruik van de tarra. Die
beperkingen zijn door sommige IJkdiensten vereist om te voldoen aan wettelijke regels.
Wanneer de tarravergrendeling is ingeschakeld, moet de weegterminal op bruto nul
staan om een tarragewicht te wissen of om een toetsenbord-tarra in te voeren. De
tarravergrendeling voorkomt ook dat een bestaande tarra wordt vervangen door een
nieuwe automatische tarra.
Weegbruggen worden normaal onderverdeeld in wat “sectionele paren” of secties
genoemd wordt. Een sectie is één paar Krachtopnemers die naast elkaar liggen in de
weegbrug (zie figuur 3-1). De secties spelen vooral een rol bij het oplossen van
shiftfouten.
Sectie 1 Sectie 2 Sectie 3 Sectie 4 Sectie 5
1 3 5 7 9
2 4 6 8 10
Figuur 3-1: Krachtopnemers en secties in een weegbrug
Een setpoint is een aan/uit-signaal welke aangeeft of het weergegeven gewicht op de
weegbrug groter of kleiner is dan een ingestelde gewichtswaarde. Setpoints worden
normaal gebruikt bij toepassingen waarbij een voertuig met een bepaalde hoeveelheid
materiaal moet worden gevuld. Bij een Cougar weegterminal kunnen maximaal vier
setpoints worden ingegeven. De Cougar heeft geen contact uitgangen. De setpoint
waardes worden via de seriële poort afgegeven. Om van de mogelijkheden van de
setpoints gebruik te maken, heeft u een bijkomend apparaat nodig dat de
setpointgegevens omzet van serieel naar contact uitgang. De METTLER TOLEDO model
3015, en model 9215, zijn voorbeelden van apparaten welke de seriële
setpointgegevens kunnen omzetten naar contactuitgangen.

1 e
en 2 e
wegingen voor
laden of losson van
goederem
Correctie van het nettoteken
Enkele weging
Hoofdstuk 3: Bijlagen
Bijlage 1: Weegterminologie
Weegbruggen worden vaak gebruikt om inkomende/uitgaande goederen te wegen
wanneer een voertuig bij de gebruiker ter plekke geladen of gelost wordt. Bij de
inkomende/uitgaande werkingsmodus is het lege gewicht van het voertuig (tarra)
onbekend, waardoor het voertuig twee keer gewogen moet worden (een keer in lege
toestand en een keer beladen). In het verleden werd dan normaliter het inkomend
gewicht afgedrukt en daarna het uitgaand gewicht om uiteindelijk manueel het verschil
tussen beide (nettogewicht) te berekenen.
Met de Cougar weegterminal wordt het berekenen van het netto gewicht een stuk
eenvoudiger, doordat de bediener het inkomend voertuiggewicht (1 e weging) kan
opslaan in het geheugen en later opnieuw opvragen. Wanneer het inkomend gewicht is
opgevraagd, berekent de weegterminal het nettogewicht en wordt deze met het 2 e
gewicht op de bon afgedrukt.
De correctie van het netto-teken is een functie die het mogelijk maakt de Cougar
weegterminal zowel voor verzenden (leeg inkomend) als voor ontvangen (geladen
inkomend) van goederen te gebruiken. Wanneer de correctie van het netto-teken is
geactiveerd, verwisselt de weegterminal de velden voor bruto- en tarragewicht op de af
te drukken bon, zodat het grootste gewicht het brutogewicht is en het kleinere gewicht
het tarragewicht. Het verschil is op die manier altijd een positief nettogewicht.
Het wegen in één enkele weging wordt gebruikt wanneer de gebruiker het lege gewicht
(tarra) van een aantal voertuigen kent. Het tarragewicht kan worden opgeroepen d.m.v.
een identificatie wanneer het beladen voertuig op de weegbrug staat.
(10/99) 3-3

Bedieningshandleiding voor de Cougar weegterminal van Mettler Toledo
Bijlage 2: Dual range
weging
3-4
Display
(10/99)
Weergegeven
intervalgrootte
Lage intervalgrootte 10 kg
Hoge
intervalgrootte
Het overschakelen naar een ander bereik komt voor wanneer het totale aantal
weergegeven intervallen van een bereik gelijk is aan het totale aantal weergegeven
intervallen voor het hoge bereik. Bijvoorbeeld: laten we ervan uitgaan dat de
weegterminal als volgt is ingesteld (set-up modus):
[11 0] Kalibratie in kilogram
[13 2] Dual range is geselecteerd
[14 ] [60.000] Capaciteit van de weegbrug
[15 ] [ 20] Intervalgrootte hoogste bereik
[17 ] [ 10] Intervalgrootte laagste bereik
De volgende vergelijkingen en tabel 3-1 maken duidelijk hoe berekend moet worden wat
het grootste gewicht is dat kan worden weergegeven in het lage bereik. Kijk in het
gedeelte instellingen van de installatiehandleiding van de weegbrug voor de juiste
capaciteit van de weegbrug en de minimum intervalgrootte.
Capaciteit laag bereik =
Capaciteit hoog bereik =
Capaciteit weegbrug, stap [[[[14]]]] x intervalgrootte laag bereik, stap [[[[17]]]]
Intervalgrootte hoog bereik, stap [[[[15]]]]
Capaciteit weegbrug, stap [[[[14]]]] x intervalgrootte middelhoog bereik, stap [[[[16]]]]
Intervalgrootte hoog bereik, stap [[[[15]]]]
Formule voor het berekenen van bereik
capaciteit x laag interval : hoog interval = laag intervalbereik
(60.000 x 10) ÷ 20 = 30.000 kg)
Actief
gewichtsbereik
0 kg tot 30.000 kg
20 kg vanaf de bovengrens van het lage intervalbereik tot de capaciteit 30.020 kg tot
60.000 kg
Tabel 3-1: Voorbeeld werking automatisch bereik
Het automatische bereik heeft invloed op de weergegeven gewichtswaarde. Wanneer de
tarra is bepaald, wordt het nettogewicht weergegeven in de lage intervalgrootte totdat het
nettogewicht het lage intervalbereik overschrijdt. Wanneer bruto-, tarra- en nettogewicht
niet binnen hetzelfde intervalbereik vallen, is het mogelijk dat het totaal van netto- en
tarragewicht niet precies gelijk is aan het brutogewicht.
Voorbeeld: er wordt een tarragewicht van 16.010 kg gewogen. Het gewogen
brutogewicht bedraagt 46.080 kg. Het berekende nettogewicht is dan 30.070 kg. De
weegterminal maakt gebruik van de correcte intervalgrootte voor het brutogewicht, in dit
geval dus een interval van 20 kg.

4 Verklarende Woordenlijst
Hoofdstuk 4: Verklarende Woordenlijst
Adres - Een unieke reeks van letters of cijfers voor de locatie van data of de identiteit van
een intelligent toestel.
ASCII (American Standard Code for Information Interchange) - Een systeem dat wordt
gebruikt om alfanumerieke gegevens weer te geven; een reeks symbolen van 7 bits plus
pariteit dat werd ontwikkeld door ANSI en wordt gebruikt voor gegevensoverdracht en
gegevensverwerking; ASCII zorgt voor compatibiliteit bij de overdracht van data.
Automatisch bereik - Een automatische omschakeling tussen weegbereik bij
weeginstallaties met meervoudig bereik en meervoudige verdelingen.
Automatisch instellen van nul (automatische nulcorrectie) - De automatische nulinstelling
maakt het mogelijk om afwijkingen van het nulpunt door vervuiling van de
voertuigen te corrigeren zonder manuele tussenkomst.
Baud/baudsnelheid - Eenheid van transmissiesnelheid bij seriële gegevensoverdracht,
uitgedrukt in bits per seconde.
Bit (binary digit) - De kleinste eenheid van informatie in een binair systeem; een 1 of
een 0.
Byte - Een gegevenswoord met een lengte van 8 bits, dat het mogelijk maakt 256
verschillende symbolen in code om te zetten en omgekeerd. Alle gebruikelijke
microprocessoren werken met byte-structuur of meervoudige byte-structuren in hun
datawoorden.
Capaciteit - het maximale gewicht dat op een weeginstallatie kan worden gewogen.
Checksum - Het totaal van een datagroep of een datasegment dat gebruikt wordt voor
het controleren op fouten. Zowel numerieke als alfabetische velden kunnen worden
gebruikt bij het berekenen van een controletotaal aangezien de binaire waarde van de
gegevens kan worden opgeteld. Een controlecijfer controleert alleen de som van de
gehele groep, terwijl een controletotaal dient om een hele reeks gegevens die zijn
overgedragen of opgeslagen, te controleren. Het controletotaal kan enkelvoudigebitfouten
opsporen en een aantal meervoudige-bitfouten.
Current loop (CL) interface (20 mA) - een digitale interface voor seriële
gegevensoverdracht voor randapparatuur, waarbij de logische statussen 0 en 1 worden
weergegeven door een stroom van 0 mA en 20 mA.
EPROM (Erasable Programmable Read-Only Memory) - Semiconductor ROM-geheugen
dat kan worden gewist door middel van ultraviolet licht en opnieuw kan worden
geprogrammeerd. Zie ROM.
Even pariteit - Elk gegevenssymbool moet een even aantal “aan”-bits hebben.
I/O - Input/Output (invoer/uitvoer).
Jumper - Een draadje dat een aantal pinnetjes aan één kant van een kabel verbindt,
voor bijvoorbeeld het omzetten van een Request to Send in een Clear to Send. Een
connector op een printed circuit board (PCB) van een elektronisch circuit die wordt
gebruikt om bepaalde functies in te stellen of op te starten.
(10/99) 4-1

Bedieningshandleiding voor de Cougar weegterminal van Mettler Toledo
4-2 (10/99)
Kalibratie - in de metrologie betekent kalibratie: het bepalen van de relatie tussen de
weergegeven waarde en de werkelijke waarde van de gewogen variabele bij de
specifieke meetomstandigheden en -voorwaarden, bijvoorbeeld door middel van een
kalibratiecurve.
Lineariteit - Een maatstaf voor het bepalen hoe goed de weeginstallatie de lineaire
verhouding tussen het reële gewicht en het weergegeven gewicht volgt. De kenmerkende
curve van een weeginstallatie bestaat optimaal uit een rechte lijn tussen nul en de
maximale weegcapaciteit. De niet-lineariteit bepaalt de breedte van de band waarin de
positieve of negatieve afwijking van de gemeten waarde ten opzichte van de optimale
lijn zich voordoet.
Metrologie - De wetenschap welke zich bezig houdt met het meten, meetsystemen en
eenheden.
Multi (Dual) range - Een weeginstallatie waarvan het weegbereik is onderverdeeld in
partiële weegbereiken met verschillende intervalwaarden. Het omschakelen van de
intervalwaarden gebeurt automatisch met het toe- en afnemen van het gewicht.
Nauwkeurigheid - De mate waarin een meettoestel in staat is om meetwaarden af te
leveren zonder systematische meetafwijkingen.
Nettogewicht - Het gewicht van een gewogen goed na aftrek van het gewicht van de
verpakking of het transportmiddel (tarra) waarmee het tezamen werd gewogen.
Oneven pariteit - Elk datasymbool moet een oneven aantal “aan”-bits hebben.
Pariteitsbit - Een bit die de waarde 0 of 1 krijgt toegewezen met als bedoeling ervoor te
zorgen dat het totale aantal van “aan”-bits in een dataveld even of oneven is.
PCB - Printed Circuit Board.
Poort - Toegangspoort tot een computer, een netwerk of een ander elektronisch
apparaat; de fysieke of elektrische interface waarlangs men toegang krijgt; de interface
tussen een verwerkende faciliteit en faciliteit voor communicatie of overdracht.
RAM (Random Access Memory) - Geheugen waarin gegevens kunnen worden
ingevoerd (geschreven) en gelezen. Vergelijk met ROM.
RFI - Radiofrequentie-interferentie.
ROM (Read-Only Memory) - Geheugen waarvan de inhoud normaal niet kan worden
gewijzigd; gegevensopslag waarbij het overschrijven onmogelijk is; permanente
gegevensopslag. Vergelijk met RAM.
RS-232 interface - Een digitale, seriële interface die voldoet aan de EIA RS-232 norm
voor modemverbindingen voor gegevensoverdracht via een telefoonlijn. De norm is ook
geschikt voor het beschrijven van computerinterfaces (bijvoorbeeld: beschrijving van het
ontwerp van een connector, het gebruik van pinnen, en signalen). Het gebruik van een
modemcontrolelijn wordt niet gedefinieerd voor het verbinden van computers en leidt
vaak tot problemen bij de gegevensoverdracht.
RS-422 - Elektrische kenmerken van gebalanceerde digitale interfacecircuits.
Seriële overdracht - De meest gebruikte modus voor overdracht, waarbij informatiebits
na elkaar (sequentieel) via een enkel informatiekanaal worden verzonden.
Stabiliteit - De mate waarin een weeginstallatie in staat is om hetzelfde gewicht of
dezelfde waarde weer te geven op verschillende tijdstippen. De stabiliteit kan negatief
worden beïnvloed door bijvoorbeeld: kruip, vibraties, temperatuur en vochtigheid.

Hoofdstuk 4: Verklarende Woordenlijst
Startbit - Bij asynchrone overdracht, het eerste bit of het eerste element van elk symbool,
normaal een spatie, die het ontvangende apparaat voorbereidt op de ontvangst en
registratie van een symbool.
Stopbit - Bij asynchrone overdracht, de laatste bit welk wordt gebruikt om het einde van
een symbool aan te duiden en ervoor te zorgen dat de lijn weer naar de rust toestand
terugkeert.
String - Elke combinatie van alfanumerieke symbolen (letters, cijfers en speciale tekens),
bijvoorbeeld: taalsets voor de schermuitvoer. Bij variabele types wordt er een
onderscheid gemaakt tussen numerieke variabelen, die uitsluitend uit cijfers kunnen
bestaan, en stringvariabelen.
Symbool - letter, cijfer, leesteken of om het even welk symbool dat wordt gebruikt in een
boodschap.
Tarra, Tarragewicht - Het gewicht van de verpakking of het transportmiddel van een
gewogen goed. Zie brutogewicht en nettogewicht.
Tarrageheugen - Een geheugen om tarragewichten op te slaan en weer op te vragen.
Testgewicht - Een fysiek gewicht van bepaalde groote. Dat gewicht is voldoende
nauwkeurig en kan worden gebruikt voor regelmatige controles op het functioneren en
de nauwkeurigheid van de weeginstallatie.
Toetsenbord (toetsenset) - Een toestel bestaand uit een reeks toetsen die worden
gebruikt om functies op te starten en/of alfanumerieke gegevens en speciale symbolen
in te voeren.
Vooraf ingestelde tarrawaarde - Een numerieke waarde die een gewicht weergeeft en
wordt ingevoerd in de weegterminal van een weeginstallatie. Dit kan gebeuren door de
gegevens via het toetsenbord in te voeren, ze op te vragen uit het geheugen of ze via
een interface in te voeren.
Weegterminal - Het punt in een netwerk waar gegevens ofwel worden ingevoerd of
uitgevoerd; een apparaat dat normaal is uitgerust met een toetsenbord en een display,
dat via een communicatieverbinding gegevens kan ontvangen en verzenden.
X-ON/X-OFF (Overdracht aan/overdracht uit) - Controlesymbolen die worden gebruikt
voor de controle van de datastring, die het weegterminal de opdracht geven de
overdracht te beginnen (X-ON) en de overdracht te beëindigen (X-OFF).
(10/99) 4-3

METTLER TOLEDO
Pagina voor suggesties voor verbetering van de handleiding
Indien u suggesties heeft ter verbetering deze publicatie, kunt u dit formulier invullen en faxen naar het nummer (614) 841-7295 in
de VS.
Naam handleiding: Bedieningshandleiding voor Cougar werkstation van Mettler Toledo
Stuknummer handleiding: A15516300A Datum van publicatie: 10/99
TYPE PROBLEEM: BESCHRIJF PROBLE(E)M(EN): UITSLUITEND
INTERN GEBRUIK
Technische Tekst Illustratie
nauwkeurigheid
Volledigheid Procedure/stap Illustratie Definitie Informatie in
handleiding
Welke informatie Voorbeeld Richtlijn Eigenschap
ontbreekt? Uitleg Andere (vermeld hieronder welke)
Informatie niet
in handleiding
Duidelijkheid
Wat is niet duidelijk?
Volgorde
Wat staat er niet in de
juiste volgorde?
Andere opmerkingen
Gebruik een ander blad
voor bijkomende
opmerkingen.
Uw naam: Adres:
Telefoonnummer: ( )
Fax dit formulier ingevuld naar METTLER TOLEDO op het nummer (614) 841 7295 in de VS.
Mettler-Toledo, Inc. Gedrukt in de VS 14981600A

METTLER TOLEDO
1900 Polaris Parkway
Columbus, Ohio 43240
Stuknummer: A15516300A
(10/99)
METTLER TOLEDO®, DigiTOL® en POWERCELL® zijn gedeponeerde handelsmerken van Mettler-Toledo, Inc.
© 1998, 1999 Mettler-Toledo, Inc.
Gedrukt in de VS.
A15516300A