Duits

Surf Alle h@nds aan dek - Casuïstiek bij beroepsbeeld Duits
Fragment: mms://haanstra-wm.ic.uva.nl/direct/EC77FC71-BC08-4CD0-5A85-
497219C07BFA_/dividu_45a8044a6598422d16261892d75bcf9b2ca32.wmv
Presentatiefase: voorlezen gedichtje door leerling; feedback op uitspraak
Algemene informatie Duits, klas 2, voorjaar 2010, 1.01 min.
Competentie /
Interpersoonlijke competentie
indicatoren
De leraar ziet wat er gebeurt in de groepen waarmee zij
werkt. Zij luistert naar de leerlingen en reageert op hen.
Vakinhoudelijke & vakdidactische competentie
Zij kan opdrachten, oefeningen en toetsen waar haar
leerlingen mee te maken krijgen zelf foutloos uitvoeren,
uitleggen en evalueren
Zij biedt de leerlingen keuzes (thema’s, werkvormen,
opdrachten) en zorgt voor actieve betrokkenheid van
leerlingen bij de invulling van hun leerproces
onderwijsprogramma. Zij creëert de randvoorwaarden (sfeer,
organisatie, opdrachten, materialen) die de leerlingen in
staat stellen zelfstandig te kunnen werken, zodat zij in hun
eigen tempo en op hun eigen wijze kunnen leren.
Zij geeft opbouwend commentaar op het werk van haar
leerlingen en op de manier waarop ze werken en leren.
Thema lesfragment Presentatiefase van de les: leerling leest voor; docent geeft
feedback op uitspraak leerling
kijkopdracht 1 Wat zie je gebeuren?
Welke docentactiviteiten?
Welke leerlingactiviteiten?
Wat vind je goed gaan en waarom?
Wat gaat minder goed en waarom?
Kijkopdracht 2 Hoe komt de beurttoewijzing tot stand? Wat vind je daarvan?
kijkopdracht 3 Wat vind je van deze invulling van de presentatiefase:
leerling leest voor?
kijkopdracht 4 Welke dilemma’s voor de docent zijn het resultaat van haar
keuzes?

Fragment 2 http://streaming.rdmc.ou.nl/rdmc/palet/vo/vic04t02aandachtindividuelelln-rdvo.wmv
Zelfwerkzaamheid schept ruimte voor individuele begeleiding
Algemene informatie Frans, klas B2L, 5 december 2005, 3.02 min.
Competenties /
indicatoren
Interpersoonlijke competentie
De leraar ziet wat er gebeurt in de groepen waarmee zij
werkt. Zij luistert naar de leerlingen en reageert op hen.
Zij spreekt hen aan op ongewenst gedrag en zij stimuleert
gewenst gedrag. Zij laat de leerlingen in hun waarde. Zij
maakt de leerlingen medeverantwoordelijk voor de sfeer in
de groep en reageert positief op initiatieven van leerlingen.
Zij stimuleert de samenwerking met en tussen de leerlingen.
Zij staat open voor vragen van leerlingen en laat merken dat
zij begrijpt wat ze zeggen en dat zij hier rekening mee houdt.
Pedagogische competentie
Zij waardeert de inbreng van de leerlingen, is nieuwsgierig
naar hun ideeën en complimenteert hen regelmatig. Zij laat
leerlingen zelfstandig werken en samenwerken. Zij bevordert
de zelfstandigheid van de leerlingen en de samenwerking
tussen leerlingen door hen te stimuleren tot of te begeleiden
bij het reflecteren op de geboekte resultaten en op het
proces van leren en samenwerken.
Vakinhoudelijke & vakdidactische competentie
Zij biedt de leerlingen keuzes (thema’s, werkvormen,
opdrachten) en zorgt voor actieve betrokkenheid van
leerlingen bij de invulling van hun onderwijsprogramma. Zij
creëert de randvoorwaarden (sfeer, organisatie, opdrachten,
materialen) die de leerlingen in staat stellen zelfstandig te
kunnen werken, zodat zij in hun eigen tempo en op hun
eigen wijze kunnen leren. Zij geeft opbouwend commentaar
op het werk van haar leerlingen en op de manier waarop ze
werken.
Organisatorische competentie
Zij hanteert concrete, functionele en door de leerlingen
gedragen procedures en afspraken op een consequente
manier. Zij biedt organisatievormen, leermiddelen en
leermaterialen aan die leerdoelen en leeractiviteiten
ondersteunen. Zij houdt een heldere planning aan,
waarbinnen keuzemogelijkheden voor de leerlingen zijn. Zij
bespreekt deze met de leerlingen en voor zover mogelijk
stelt zij die met de leerlingen op. Zij gaat adequaat om met
tijd.
Thema lesfragment Leerlingen kijken zelfstandig hun huiswerk na en beginnen
met het huiswerk voor de volgende les. De docente
bespreekt met een aantal leerlingen de voortgang van hun
leerproces.
kijkopdracht 1 Wat zie je gebeuren?
Welke docentactiviteiten?
Welke leerlingactiviteiten?
Wat vind je goed gaan en waarom?

Wat gaat minder goed en waarom?
Kijkopdracht 2 Kijk naar hoe de docente staat of zit tijdens de gesprekjes
met leerlingen. Zou ze bewust of onbewust verschillende
houdingen aannemen? Wat kan het effect zijn van de
verschillende poses?
kijkopdracht 3 Hoe gaan de leerlingen om met de verantwoordelijkheid voor
hun eigen leerproces?