Ontwerpomgevingsvergunning Bosruiterweg totaal - Gemeente ...
Ontwerpomgevingsvergunning Bosruiterweg totaal - Gemeente ...
Ontwerpomgevingsvergunning Bosruiterweg totaal - Gemeente ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
- <br />
<br />
-
- <br />
<br />
-
- <br />
<br />
-
- <br />
<br />
-
- <br />
<br />
-
- <br />
<br />
-
- <br />
<br />
-
- <br />
- <br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
- <br />
<br />
- <br />
<br />
<br />
<br />
-
- <br />
- <br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
- <br />
<br />
- <br />
<br />
<br />
<br />
-
- <br />
- <br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
- <br />
<br />
- <br />
<br />
<br />
<br />
-
- <br />
- <br />
- <br />
- <br />
<br />
<br />
<br />
<br />
- <br />
- <br />
- <br />
<br />
-
- <br />
- <br />
- <br />
-
Opdrachtnummer : 07.15<br />
Auteurs : mRO<br />
Datum : april 2012<br />
Versie : versie 5<br />
Vastgesteld d.d. :<br />
GEMEENTE ZEEWOLDE<br />
BESTEMMINGSPLAN<br />
DE BOSRUITER<br />
VOORONTWERP<br />
Inhoud : Toelichting<br />
Planregels<br />
Analoge verbeelding
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 2<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
INHOUD VAN DE TOELICHTING<br />
1. INLEIDING .................................................................................. 5<br />
1.1 AANLEIDING ............................................................................... 5<br />
1.2 LIGGING EN BEGRENZING PLANGEBIED ................................................. 5<br />
1.3 DOEL ....................................................................................... 6<br />
1.4 VIGEREND BESTEMMINGSPLAN .......................................................... 6<br />
1.5 OPBOUW TOELICHTING ................................................................... 7<br />
2. BELEIDSASPECTEN ...................................................................... 9<br />
2.1 INLEIDING ................................................................................. 9<br />
2.2 GEMEENTELIJK BELEID ................................................................... 9<br />
2.3 PROVINCIAAL BELEID ................................................................... 17<br />
2.4 RIJKSBELEID ............................................................................ 23<br />
3. HUIDIGE SITUATIE .................................................................... 27<br />
3.1 GESCHIEDENIS .......................................................................... 27<br />
3.2 RUIMTELIJKE EN FUNCTIONELE STRUCTUUR .......................................... 27<br />
3.3 VERKEERSKUNDIGE STRUCTUUR ....................................................... 29<br />
4. TOEKOMSTIGE SITUATIE ........................................................... 31<br />
4.1 INLEIDING EN ACHTERGROND ......................................................... 31<br />
4.2 TOEKOMSTIGE INRICHTING ............................................................ 32<br />
4.3 VERTALING IN BESTEMMINGSPLAN .................................................... 40<br />
5. MILIEU ...................................................................................... 41<br />
5.1 GELUID .................................................................................. 41<br />
5.2 BODEM ................................................................................... 43<br />
5.3 BEDRIJVIGHEID EN MILIEUZONERING ................................................. 43<br />
5.4 EXTERNE VEILIGHEID ................................................................... 46<br />
5.5 LUCHTKWALITEIT ....................................................................... 49<br />
5.6 WATERTOETS ............................................................................ 51<br />
5.7 ARCHEOLOGIE ........................................................................... 57<br />
5.8 FLORA EN FAUNA ........................................................................ 60<br />
6. JURIDISCHE ASPECTEN ............................................................. 65<br />
6.1 OPBOUW REGELS EN VERBEELDING ................................................... 65<br />
6.2 OPBOUW BESTEMMINGSREGELS ....................................................... 66<br />
6.3 OPBOUW (ANALOGE) VERBEELDING .................................................. 66<br />
6.4 AFSTEMMING MET ANDERE REGELGEVING ............................................ 67<br />
6.5 ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING ....................................................... 67<br />
7. UITVOERBAARHEID ................................................................... 71<br />
7.1 MAATSCHAPPELIJKE UITVOERBAARHEID .............................................. 71<br />
7.2 ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID .................................................... 75<br />
7.3 HANDHAVING ............................................................................ 76<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 3<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
Bijlagen<br />
1. Berekeningsresultaten akoestisch onderzoek, 13 april 2012;<br />
2. Zoon, buro voor ecologie, ‘Quickscan natuur terrein aan de Bosruiter in<br />
Zeewolde’, 22 december 2011;<br />
3. Zoon, buro voor ecologie, ‘Moerasontwikkeling langs Hoge Vaart – terrein<br />
<strong>Bosruiterweg</strong> 16 Zeewolde’, 19 januari 2012;<br />
4. DHV, ‘Memo Ontwikkeling logies seizoensarbeiders’, kenmerk MO-<br />
AF20120231, 13 april 2012;<br />
5. ‘Visie huisvesting tijdelijke arbeidsmigranten de Bosruiter – Toetsing aan<br />
het Omgevingsplan/Experimentenkader’, maart 2012.<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 4<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
1. INLEIDING<br />
1.1 Aanleiding<br />
De Epe Groep B.V. is voornemens om op het terrein van de voormalige<br />
camping De Bosruiter te Zeewolde huisvesting voor arbeidsmigranten te<br />
realiseren. In 2008 is de exploitatie van de camping gestaakt en sindsdien is<br />
het terrein niet meer gebruikt. Het initiatief gaat uit van de realisatie van een<br />
aantal logiesgebouwen en centrale voorzieningen, waardoor voorzien kan<br />
worden in de huisvesting van maximaal 600 personen. De logiesgebouwen en<br />
voorzieningen worden gesitueerd op het terreindeel waar al infrastructuur van<br />
de voormalige camping aanwezig is. Met dit bestemmingsplan wordt beoogd<br />
om deze ontwikkelingen mogelijk te maken.<br />
De laatste jaren is in Nederland sprake van een forse instroom van tijdelijke<br />
werknemers, met name uit de Midden- en Oost-Europese nieuwe EUlidstaten.<br />
Ook uit landen Bulgarije en Roemenië komen arbeiders naar<br />
Nederland om tijdelijke arbeid te verrichten. Een grote vraag naar<br />
seizoensarbeiders wordt onder meer veroorzaakt door het grote aantal<br />
vacatures in de land- en tuinbouw. Naar verwachting zal deze vraag de<br />
komende jaren onverminderd hoog blijven en zelfs toenemen. Ook de<br />
toeristen- en horecasector (bijvoorbeeld hotelwezen) is afhankelijk van een<br />
groot aantal (buitenlandse) seizoenskrachten. Daarnaast zijn er sectoren,<br />
zoals de bouw, waarin een toenemende behoefte bestaat aan goedkope<br />
flexibele werkkrachten (flex- of leenarbeid).<br />
Tijdelijke werknemers komen meestal zonder gezin naar Nederland om met<br />
lange werkdagen zoveel mogelijk te verdienen. Vanaf begin 2000 zijn de<br />
huisvestingsproblemen voor deze categorie toegenomen; berichten over<br />
erbarmelijke omstandigheden op campings of het ‘huisjesmelken’ in de grote<br />
steden haalden steeds meer de regionale en landelijke pers.<br />
Mede als reactie daarop zijn in de afgelopen jaren in de gemeenten en<br />
provincies waar veel tijdelijke werknemers uit het buitenland gehuisvest zijn,<br />
steeds meer initiatieven genomen om te komen tot verbeterde huisvesting.<br />
Binnen de gemeente Zeewolde en in de omliggende gemeenten zijn ook<br />
honderden tijdelijke buitenlandse werknemers actief. De behoefte aan goede<br />
huisvestingsmogelijkheden voor tijdelijke werknemers is derhalve ook in de<br />
gemeente Zeewolde aanwezig. Met het voorliggende plan wordt gepoogd om<br />
aan deze behoefte tegemoet te komen.<br />
1.2 Ligging en begrenzing plangebied<br />
Het plangebied is gelegen aan de <strong>Bosruiterweg</strong> 16 te Zeewolde. Het is<br />
gesitueerd in het buitengebied van de gemeente Zeewolde, ten noordwesten<br />
van de kern Zeewolde. Het perceel <strong>Bosruiterweg</strong> 16 ligt ten noorden van de<br />
<strong>Bosruiterweg</strong> en bevindt zich in het Vaartbos, dat onderdeel is van het<br />
Horsterwold, een groot bosgebied.<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 5<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
Het plangebied omvat het gehele terrein van de voormalige camping ‘De<br />
Bosruiter’ en heeft een omvang van ruim 20 ha. De noordgrens van het<br />
plangebied wordt deels gevormd door de watergang de Hoge Vaart en deels<br />
door het bos van het Vaartbos. De west-, oost- en het grootste deel van de<br />
zuidgrens van het plangebied wordt eveneens gevormd door het bos van het<br />
Vaartbos. Dit is het gevolg van het feit dat het voormalige campingterrein op<br />
aanzienlijke afstand van de openbare weg (<strong>Bosruiterweg</strong>) is gelegen, en als<br />
het ware verscholen in het bos ligt. Een klein deel van de zuidgrens wordt<br />
bepaald door de <strong>Bosruiterweg</strong>. Dit betreft de toegangsweg tot het plangebied<br />
en direct omliggende gronden. In de bijgaande figuur is de ligging en<br />
begrenzing van het plangebied weergegeven.<br />
Ligging en begrenzing van het plangebied<br />
1.3 Doel<br />
Met dit bestemmingsplan wordt beoogd om de realisatie van de huisvesting<br />
voor arbeidsmigranten op het perceel <strong>Bosruiterweg</strong> 16 planologisch-juridisch<br />
mogelijk te maken. Daarnaast wordt beoogd om het deel van het perceel dat<br />
niet wordt gebruikt voor dit doel van een passende en actuele<br />
bestemmingsregeling te voorzien.<br />
1.4 Vigerend bestemmingsplan<br />
Momenteel valt het plangebied in het bestemmingsplan ‘Buitengebied’. Dit<br />
plan is door de gemeenteraad van Zeewolde vastgesteld op 28 september<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 6<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
2006 en gedeeltelijk goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Flevoland<br />
op 14 mei 2007. De delen waaraan goedkeuring is onthouden, hebben geen<br />
betrekking op het plangebied.<br />
In het bestemmingsplan ‘Buitengebied’ heeft het perceel <strong>Bosruiterweg</strong> 16 de<br />
bestemming ‘Verblijfsrecreatie’. Deze gronden zijn uitsluitend bestemd voor<br />
het bedrijfsmatig exploiteren van verblijfsrecreatie met de daarbij behorende<br />
bebouwing en beheersvoorzieningen, waaronder begrepen centrale<br />
voorzieningen ten behoeve van de verblijfsrecreatie, bijbehorende<br />
dagrecreatieve voorzieningen, verkeer en verblijf en groenvoorzieningen ten<br />
behoeve van landschappelijke inpassing. Daarnaast zijn deze gronden<br />
bestemd voor de nadere bestemming, waarmee het desbetreffende<br />
bestemmingsvlak op de plankaart is aangeduid. Het bestemmingsvlak van het<br />
perceel <strong>Bosruiterweg</strong> 16 is voorzien van de nadere bestemming<br />
‘natuurkampeerterrein’: terrein ten behoeve van mobiele kampeermiddelen<br />
(=exclusief stacaravans) en voorzieningen voor onderhoud en beheer. Ten<br />
hoogste 3% van de terreinoppervlakte mag worden bebouwd, ten behoeve<br />
van beheer en voorzieningen. Bijgaand is een uitsnede opgenomen voor het<br />
plangebied van de plankaart van het bestemmingsplan ‘Buitengebied’.<br />
De realisatie van<br />
huisvesting voor<br />
arbeidsmigranten met<br />
centrale voorzieningen is<br />
in strijd met de<br />
bovengenoemde<br />
bestemming, daar dit geen<br />
gebruik ten behoeve van<br />
verblijfsrecreatie betreft.<br />
Het bovenstaande<br />
impliceert dat om de<br />
gewenste ontwikkelingen<br />
mogelijk te maken, het<br />
bestemmingsplan moet<br />
worden herzien. Het<br />
voorliggende<br />
bestemmingsplan dient<br />
hiertoe.<br />
1.5 Opbouw toelichting<br />
Uitsnede plankaart bestemmingsplan Buitengebied voor het<br />
plangebied<br />
De toelichting is als volgt opgebouwd. Hoofdstuk 2 omvat het vigerende<br />
(planologische) beleid op zowel rijks-, provinciaal- als gemeentelijk niveau.<br />
Hoofdstuk 3 beschrijft in het kort de huidige situatie van zowel het<br />
omliggende gebied als het plangebied zelf. In hoofdstuk 4 volgt een<br />
beschrijving van de beoogde toekomstige situatie. Vervolgens worden in<br />
hoofdstuk 5 diverse milieu aspecten beschreven. In hoofdstuk 6 worden de<br />
juridische aspecten van het plan verwoord. Tot slot gaat hoofdstuk 7 in op de<br />
maatschappelijke en economische haalbaarheid.<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 7<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 8<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
2. BELEIDSASPECTEN<br />
2.1 Inleiding<br />
In de keuze van het te voeren beleid dient een gemeente rekening te houden<br />
met het opgestelde eigen beleid en dat van het Rijk en de provincie Flevoland.<br />
Dit geldt vooral daar waar beleidsuitgangspunten aan de orde komen die<br />
betrekking hebben op de inhoud van het plan. In dit hoofdstuk wordt<br />
ingegaan op het beleid van de diverse overheden.<br />
2.2 <strong>Gemeente</strong>lijk beleid<br />
Het gemeentelijk beleidskader wordt onder andere gevormd door het de<br />
toekomstvisie ‘Zeewolde, een generatie verder’, het ‘Koersdocument<br />
Structuurvisie Zeewolde’, de ‘Oplegnotitie Koersdocument’ en de<br />
Welstandsnota. Deze nota's worden in deze paragraaf besproken.<br />
Toekomstvisie ‘Zeewolde, een generatie verder’<br />
De gemeente Zeewolde heeft in haar toekomstvisie ‘Zeewolde, een generatie<br />
verder (2001)’ haar toekomstplannen beschreven. Bij de totstandkoming van<br />
dit rapport zijn veel inwoners uit Zeewolde betrokken. In de toekomstvisie<br />
wordt Zeewolde in 2030 als een gemeente gezien met één hoofdkern in een<br />
omvangrijk en gevarieerd buitengebied. Een belangrijk doel van de<br />
toekomstvisie is een beter voorzieningenniveau en een meer evenwichtige<br />
bevolkingsopbouw. Een beheerste, langdurig vol te houden groei van de kern<br />
Zeewolde zal leiden tot een beter voorzieningenniveau en een meer<br />
evenwichtige bevolkingsopbouw dan de huidige opbouw die zich kenmerkt<br />
door grote pieken in de categorie 0 tot 14 jaar en de categorie 30 tot 45<br />
jarigen. In de komende decennia komen er nieuwe wijken, een completer<br />
centrum en meer woningen voor ouderen en voor jongeren. Rust, ruimte en<br />
natuur blijven echter de belangrijkste kenmerken van Zeewolde.<br />
Koersdocument Structuurvisie Zeewolde<br />
De Raad van Zeewolde heeft in november 2008 de opdracht gegeven voor het<br />
opstellen van een Structuurvisie voor de gehele gemeente. Aanleiding<br />
hiervoor vormde de wettelijke verplichting uit de nieuwe Wro, de lopende<br />
discussie over de schaalsprong van Almere en de behoefte om ook na 25 jaar<br />
bestaan helderheid te geven over de toekomst van de gemeente. In dit proces<br />
staan de kernwaarden van Zeewolde niet meer ter discussie. Die kernwaarden<br />
zijn: rust, ruimte, groen en dynamiek. Het koersdocument, dat in juni 2009<br />
door de raad is vastgesteld, is een eerste besluit over de hoofdlijnen van de<br />
gewenste ontwikkeling. Het is geen uitvoeringsplan. Met het Koersdocument<br />
geeft de gemeente aan op welk punt op de horizon zij zich wil oriënteren voor<br />
de komende decennia.<br />
Voor de structuurvisie hanteert de gemeente de volgende uitgangspunten:<br />
1. Robuuste toekomstbestendige gemeente: de gemeente Zeewolde wil<br />
een robuuste zelfstandige gemeente zijn met een zelfstandige positie<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 9<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
in zuidoost Flevoland, waarin de gemeente eigen keuzes kan maken<br />
voor de ontwikkeling.<br />
2. Kwaliteit in plaats van kwantiteit: voor bewoners en gebruikers van de<br />
gemeente staat kwaliteit voorop. Voordat ruimtelijke ontwikkelingen<br />
daadwerkelijk in gang gezet worden wil de gemeente zich beraden op<br />
de meerwaarde daarvan.<br />
3. Ruimte voor specifieke bevolkingsgroepen: er is meer ruimte nodig<br />
voor diversiteit, waaronder senioren en jongeren. Zij behoeven<br />
woonruimte, specifieke voorzieningen en ontwikkelingsmogelijkheden.<br />
4. Gebruik kansen van bos en water: Bos en water zijn kwaliteiten van<br />
Zeewolde. Kwaliteiten die nog niet optimaal worden benut bij het<br />
aanbod van recreatie, wonen en werken. De gemeente wil deze kansen<br />
beter benutten.<br />
5. Gebruik de oriëntatie op het oude land: Zeewolde is van oudsher sterk<br />
georiënteerd op het oude land, zowel sociaal-cultureel als qua<br />
werkgelegenheid. Deze culturele en ruimtelijke verbondenheid biedt<br />
een goede basis voor bestuurlijke samenwerking met de gemeenten<br />
aan de overzijde van het randmeer.<br />
6. Sluit niet de ogen voor dynamiek van Almere: Almere is de<br />
buurgemeente van Zeewolde, een stad die sterker dan onder invloed<br />
staat van de Randstad. Deze dynamiek wil de gemeente Zeewolde<br />
benutten.<br />
Voor de structuurvisie zijn op de volgende vijf onderwerpen beleidsuitspraken<br />
ontwikkeld, de zogenoemde bouwstenen:<br />
Ontwikkelingen in een groter perspectief<br />
De toekomst van de bestaande kern<br />
De economische toekomst<br />
De bereikbaarheid<br />
De groene toekomst<br />
Daarnaast heeft de gemeente de behoefte om duurzaamheid en innovatie als<br />
rode draad de strategie te laten bepalen. Onderstaand worden deze punten<br />
kort toegelicht.<br />
Ontwikkelingen in groter perspectief<br />
Zeewolde vervult al 25 jaar een rol als opvangkern voor ruimtezoekende<br />
bewoners en bedrijven van het oude land. Die rol voor wonen,<br />
werkgelegenheid, voorzieningen en recreatie wil de gemeente ook de<br />
komende jaren blijven vervullen. Dat hoeft niet perse te leiden tot uitbreiding<br />
van de kern Zeewolde. Er zijn ook andere mogelijkheden. Functieverweving<br />
tussen bijvoorbeeld wonen, recreatie, landbouw, zorg en werkgelegenheid<br />
moet onze gemeente aantrekkelijker te maken voor de toekomst.<br />
De toekomst van de bestaande kern<br />
Zeewolde is de afgelopen 25 jaar geleidelijk gegroeid en zal dit blijven doen.<br />
De gemeente is van mening dat de kwaliteit van de bestaande kern kan<br />
worden behouden door inbreiding en uitbreiding. Qua tempo wordt<br />
aangesloten bij de gemiddelde groei van in ieder geval 250-300 woningen per<br />
jaar in de afgelopen 25 jaar. Voorzien wordt in de zelfstandige vraag die is<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 10<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
ontstaan uit het eigen dorp: starters op de woningmarkt, studenten die<br />
terugkeren en ouderen op zoek naar een ander type woning. Daarnaast<br />
blijft de gemeente ruimte bieden aan mensen van buiten, zoals ze dat altijd<br />
heeft gedaan. Binnen het profiel van rust en ruimte blijft de gemeente zich<br />
ontwikkelen tot een volwaardig, zelfstandig dorp. Bij het bouwen binnen de<br />
kern is het van belang de centrale groene zones te respecteren.<br />
Economische toekomst<br />
Zeewolde wil zich geleidelijk ontwikkelen met de bestaande kwaliteiten van<br />
rust, ruimte en groen als randvoorwaarde. De ligging nabij de Randstad zorgt<br />
voor een toename van de economische dynamiek en daar wil de gemeente op<br />
een goede manier mee omgaan. Gekozen wordt voor een divers economisch<br />
profiel. Er wordt naar gestreefd om de grotere industrie op of nabij<br />
Trekkersveld te concentreren. Thuiswerken, flexwerken en digitalisering<br />
zorgen ervoor dat het steeds makkelijker wordt om thuis te werken, of op<br />
afstand in een flexkantoor. Dat betekent dat werkgelegenheid veel meer<br />
omvat dan het aanleggen van nieuwe bedrijventerreinen. Zeewolde heeft<br />
unieke recreatieve mogelijkheden centraal in Nederland. De ligging aan water<br />
en natuur is een sterke basis voor het recreatieve profiel. Het nieuwe<br />
natuurgebied Oostvaarderswold heeft de ambitie om zelfs een internationaal<br />
publiek te trekken. Dat biedt kansen voor verblijfsrecreatie (campings, hotels)<br />
en aanvullende dienstverlening aan toeristen. We zien kansen voor vooral<br />
kleinschalige ontwikkelingen. Met deze ontwikkelingen wordt in belangrijke<br />
mate bijgedragen aan behoud en uitbreiding van de plaatselijke<br />
werkgelegenheid. Zeewolde heeft een grote dagelijkse pendel, die een<br />
uitvloeisel is van de ligging aan de rand van de Randstad. Deze pendel blijft<br />
bestaan. Wel streven wordt gestreefd naar een balans tussen de groei van het<br />
aantal arbeidsplaatsen en de groei van de beroepsbevolking. Dit betekent niet<br />
dat iedere bewoner van Zeewolde hier in de toekomst een baan zal vinden.<br />
Een verdere differentiatie van de werkgelegenheid zorgt dat werknemers met<br />
verschillende opleidingsniveaus in Zeewolde aan de slag kunnen.<br />
Bereikbaarheid<br />
De ligging van Zeewolde zorgt voor een (auto)mobiele bevolking. Veel<br />
inwoners werken buiten de gemeente, waardoor tweemaal daags een<br />
forensenstroom het dorp in en uit gaat. Voor de ontsluiting van Zeewolde is<br />
de ‘grote ring’ van wegen bepalend, gevormd door de Gooiseweg, de<br />
Ganzenweg (naar Harderwijk), de A28 en de Nijkerkerweg. De Spiekweg<br />
maakt hier onderdeel van uit als kortsluiting tussen N305 en N301. Gestreefd<br />
wordt op deze wegen naar een zo goed mogelijke doorstroming, waarbij in<br />
ieder geval een verdubbeling van de Gooiseweg hoort. Daarnaast is aandacht<br />
nodig voor de ontsluiting richting Nijkerk (N30) en Harderwijk (N302). Ingezet<br />
wordt ook op een geleidelijke verbetering van het openbaar vervoer die<br />
aansluit bij de groei van de bevolking. Aandacht is nodig voor de aansluiting<br />
met de recreatieve functies, vooral in de zomer, en het aansluiten op<br />
koopavonden, uitgaansavonden of evenementen in de Veluwerand.<br />
Groene toekomst<br />
Duurzaamheid moet een leidende rol spelen. De bouw van nieuwe woningen<br />
of voorzieningen biedt de mogelijkheid om vanaf de start duurzame systemen<br />
en principes toe te passen. Natuur heeft een grote intrinsieke waarde, maar<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 11<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
ook economische potenties. De ‘Ecologische Mainport’, die het<br />
Oostvaardersland gaat vormen, is een natuurgebied op Europese schaal<br />
waaraan toeristische en recreatieve functies kunnen worden gekoppeld. Het<br />
recreatieve profiel van Zeewolde kan zo verstevigd worden. Het<br />
verduurzamen van de grootschalige landbouw is een aandachtspunt. Wanneer<br />
de landbouw verbreedt, dan is een integrale landschapsontwikkeling mogelijk<br />
die ook zorg, recreatie of woningbouw omvat.<br />
Rode draad: duurzaamheid en economie<br />
Zeewolde is duurzaam, gezien de windmolens en het gebruiken van een<br />
biogascentrale voor de verwarming van de nieuwbouwwoningen in Polderwijk.<br />
Het aspect duurzaamheid krijgt daarom een prominente plek in de<br />
structuurvisie. Duurzaamheid en innovatie is een paraplu waaronder de<br />
ontwikkeling van de gemeente plaatsvindt.<br />
Zonering<br />
In het koersdocument is een<br />
zonering met hoofdfuncties<br />
vastgelegd. Het plangebied is<br />
gelegen in de zone<br />
‘Oostvaarderswold/<br />
Horsterwold’. De bedoeling is<br />
dat na de aanleg van het<br />
Oostvaarderswold in zuidelijk<br />
Flevoland een robuuste<br />
natuurverbinding tussen<br />
Oostvaardersplassen en de<br />
Veluwe ontstaat. In de<br />
gemeente Zeewolde gevormd<br />
door het Oostvaarderswold en<br />
De zonering uit het Koersdocument<br />
het kerngebied van het<br />
bestaande Horsterwold. Dit gebied krijgt in de Structuurvisie de hoofdfunctie<br />
natuur met recreatief medegebruik. Daarbij ligt de nadruk op natuurbeleving<br />
en avontuur. Grootschalige en drukke recreatieve voorzieningen zal men hier<br />
niet vinden.<br />
Bij de inrichting van het gebied zal aandacht worden geschonken aan goede<br />
overgangen naar enerzijds het agrarisch gebied om overlast voor de agrariërs<br />
te voorkomen en anderzijds de stedelijke gebieden. Daar zijn kansen voor<br />
medegebruik, maar ook daar is voorzichtigheid geboden. Ook zal deze zone<br />
geen belemmering mogen vormen in de interne bereikbaarheid van de<br />
onderdelen van de gemeente.<br />
De hoofdlijnen van de structuurvisie uit het Koersdocument moeten de<br />
komende periode verder worden uitgewerkt.<br />
Oplegnotitie Koersdocument<br />
Naar aanleiding van nieuwe (on)voorziene ontwikkelingen op maatschappelijk,<br />
economisch en demografisch gebied en een nieuwe samenstelling van college<br />
en de gemeenteraad, is besloten om het ‘Koersdocument Structuurvisie<br />
Zeewolde’ op onderdelen bij te stellen of aan te scherpen, alvorens nadere<br />
uitwerking tot Structuurvisie.<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 12<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
Met name de doorlooptijd van de structuurvisie, in combinatie met de mate<br />
van uitwerking (gedetailleerdheid) zijn aspecten waar voorafgaand aan het<br />
opstellen van de structuurvisie essentiële keuzes in moeten worden gemaakt.<br />
In deze oplegnotitie wordt aangegeven op welke onderdelen van het<br />
Koersdocument de uitgangspunten zijn bijgesteld of aangescherpt. De<br />
oplegnotitie vormt samen met het Koersdocument het vertrekpunt voor de<br />
structuurvisie.<br />
Looptijd structuurvisie<br />
In het Koersdocument is de doorlooptijd voor de structuurvisie niet op een<br />
bepaald jaartal vastgepind. De enige houvast die het Koersdocument biedt, is<br />
dat de visie betrekking heeft op de ‘komende decennia’.<br />
De concrete uitwerking van het Koersdocument richt zich op een planperiode<br />
van 10 jaar. Uitgaande van de vaststelling van de structuurvisie in 2012, gaat<br />
het om een periode van 2012-2022.<br />
Kernwaarden<br />
In het Koersdocument is nog uitgegaan van de kernkwaliteiten rust, ruimte,<br />
groen en dynamiek. Echter het collegeprogramma 2010-2014 noemt als<br />
kernwaarden van Zeewolde: wonen, water en welzijn.<br />
Deze kernwaarden bieden de mogelijkheid om de gemeente Zeewolde ‘op de<br />
kaart’ zetten. De structuurvisie vervult een belangrijke rol in het verkondigen<br />
van deze boodschap.<br />
Zoekgebieden<br />
In het Koersdocument zijn voor de ‘Transformatiezone Randmeer’ twee<br />
soorten zoekgebieden opgenomen: ‘zoekgebied uitbreidingslocaties’ en<br />
‘afronding bestaande kern’. In de Oplegnotitie is bepaald dat in de<br />
Structuurvisie alleen de ‘afronding bestaande kern’ wordt uitgewerkt’.<br />
Grootschalige recreatieve voorziening<br />
In het Koersdocument worden voor het economische profiel voor Zeewolde<br />
zaken als logistiek, hoogwaardige dienstverlening, duurzaamheid,<br />
milieutechnologie, zorg en recreatie en toerisme benadrukt.<br />
Met het oog op deze keuzes zal Zeewolde op zoek moeten gaan naar ruimte<br />
voor de economische motor. Overwogen kan worden om, ten gunste van de<br />
gewenste dynamiek, open te blijven staan voor initiatieven van buiten de<br />
gemeente en te reageren op kansrijke signalen.<br />
Het koersdocument steekt op dit punt vooral in op kleinschalige recreatieve<br />
ontwikkelingen. Bevestigd wordt dat een dergelijk recreatief netwerk van<br />
groot belang is voor zowel de Zeewoldenaren als voor de recreanten. Dit<br />
netwerk is prima inpasbaar in de bestaande ruimtelijke structuren. Bij het<br />
aantrekken van bij Zeewolde passende toeristische (dag)attracties wordt<br />
gekozen voor kleinschaligheid in of nabij de kern.<br />
In relatie tot het gekozen economisch profiel kunnen ook grootschaliger<br />
initiatieven in de gemeente een plek krijgen. Voor grotere en dus meer<br />
ruimtevragende publiektrekkers, is gekozen voor zoekgebieden op grotere<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 13<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
afstand van de bestaande kern, namelijk de Transformatiezone West en<br />
Agrarische Zuidlob.<br />
Bestaande kern<br />
De keuze om in te zetten op het behoud van de kwaliteit van de bestaande<br />
kern blijft gehandhaafd. Op dit uitgangspunt worden de volgende aanvullingen<br />
aangebracht:<br />
1. Gezien de mogelijkheden in Polderwijk, het recente besluit over het<br />
centrumgebied én de nieuwe Kadernota Wonen, zijn in de planperiode (tot<br />
2022) voldoende bouwlocaties voor alle doelgroepen beschikbaar.<br />
Inbreiding is alleen mogelijk op locaties die al een bouwbestemming<br />
hebben. Opofferen van als zodanig bestemd groen ten gunste van<br />
woningbouw is in de planperiode niet aan de orde.<br />
2. Het centrum van Zeewolde heeft vooral een boodschappenfunctie.<br />
Mogelijkheden mogen worden verkend om recreatief winkelen (voor eigen<br />
bewoners en toeristen) meer op de kaart te zetten, om zodoende meer<br />
bestedingen in eigen dorp te kunnen genereren en de relatie met het<br />
toeristisch recreatief product te versterken. De richting hiervoor moet<br />
worden gezocht in een realistisch beeld en een visie passend bij Zeewolde.<br />
Schaalsprong Almere<br />
Volgens het Koersdocument voert in deelgebied 3 de landbouw de boventoon,<br />
maar op termijn zal dit gebied worden omgevormd naar een multifunctioneel<br />
landschap waar gewoond en gerecreëerd kan worden.<br />
De kans dat een dergelijke ontwikkeling binnen de planperiode aan de orde is,<br />
lijkt af te nemen. Wat betreft Zeewolde blijft deelgebied 3 een<br />
landbouwgebied. Een uitwerking van de mogelijk toekomstige invulling van<br />
deelgebied 3 is geen opgave voor de structuurvisie. Als toch een<br />
woningbouwopgave aan de orde is, dan beslist Zeewolde over de vraag of zij<br />
dat zelf wil/kan realiseren.<br />
Om dit uitgangspunt te kunnen concretiseren, worden de actuele<br />
ontwikkelingen afgewacht, en wordt dit punt zo nodig in een later stadium<br />
nader gespecificeerd.<br />
Welstandsnota<br />
In de Welstandsnota worden regels opgenomen over de gewenste<br />
beeldkwaliteit en architectonische vormgeving van bouwwerken. De<br />
gemeenteraad van Zeewolde heeft in 2010 een nieuwe welstandsnota voor<br />
haar grondgebied vastgesteld. De welstandsnota draagt bij aan het benoemen<br />
en versterken van de ruimtelijke karakteristieken en kwaliteiten binnen de<br />
gemeente Zeewolde. De gemeente Zeewolde schrijft in de welstandsnota dat<br />
ze belang hecht aan een aantrekkelijke gebouwde omgeving.<br />
Welstandscriteria kunnen de ruimte die het bestemmingsplan biedt invullen<br />
ten behoeve van de ruimtelijke kwaliteit. Bij de welstandscriteria wordt een<br />
onderscheid gemaakt tussen loket-, object- en gebiedscriteria. Deze criteria<br />
worden toegepast om te beoordelen of een bouwwerk niet in strijd is met<br />
redelijke eisen van welstand.<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 14<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
Notitie huisvesting seizoensarbeiders<br />
Het college van B & W van Zeewolde heeft op 6 september 2011 ingestemd<br />
met de Notitie huisvesting seizoenarbeiders. Het college wil mogelijkheden<br />
bieden voor huisvesting van tijdelijke werknemers in één of meer<br />
logiesgebouwen en heeft daarbij de voorkeur uitgesproken voor de locatie van<br />
de voormalige camping De Bosruiter aan de <strong>Bosruiterweg</strong>. De gemeente hecht<br />
aan kwalitatief goede huisvesting, gericht op de lange termijn, met een<br />
capaciteit voor 300 tot 600 in Zeewolde werkzame personen.<br />
Locatie De Bosruiter<br />
Deze locatie omvat een terrein van circa 20 ha met de bestemming<br />
"natuurkampeerterrein". Het terrein is in beginsel geschikt voor de plaatsing<br />
van één of meer logiesgebouwen ten behoeve van huisvesting van tijdelijke<br />
werknemers. Het hiervoor benodigde terreinoppervlak is echter naar<br />
inschatting van de gemeente aanzienlijk kleiner dan 20 ha. Afhankelijk van de<br />
mate van concentratie van de logiesgebouwen (uitgaande van maximaal twee<br />
bouwlagen) en de eventuele behoefte aan extra voorzieningen zou voor 300<br />
tot 600 eenheden een oppervlakte van maximaal 5 ha toereikend moeten zijn.<br />
Herziening bestemmingsplan<br />
Om de bestemming van het terrein te wijzigen is een herziening van het<br />
geldende bestemmingsplan vereist. De gemeenteraad is de bevoegde<br />
instantie om het bestemmingsplan te wijzigen. De benodigde planologische<br />
procedure wordt niet eerder opgestart dan nadat de initiatiefnemer<br />
overeenstemming heeft bereikt met de huidige particuliere grondeigenaar.<br />
Randvoorwaarden<br />
Aan de benodigde planologische medewerking worden de volgende<br />
voorwaarden gesteld:<br />
1. De huisvesting dient gecertificeerd te worden door de Stichting Keurmerk<br />
internationale Arbeidsbemiddeling (SKIA)<br />
2. De logiesgebouwen moeten een minimale oppervlakte hebben van 500 m²<br />
in één of twee bouwlagen;<br />
3. De noodzakelijke planherziening dient betrekking te hebben op het<br />
gehele terrein van 20 ha, waarbij er een nader te bepalen groenbuffer<br />
komt tussen het terrein met de bestemming "logiesgebouwen" en het<br />
resterende terrein met de bestemming "natuurkampeerterrein" (RvN);<br />
4. De terreineigenaar gaat ermee akkoord dat er op het terrein met de<br />
bestemming RvN alsnog een wintersluiting (tussen 1/11 en 15/3) van<br />
kracht wordt, conform het reguliere beleid voor natuurkampeerterreinen;<br />
5. De plankosten en de eventuele planschade zijn voor rekening van de<br />
initiatiefnemer; dit wordt vooraf vastgelegd in een overeenkomst.<br />
Het initiatief dat met het onderhavige bestemmingsplan mogelijk wordt<br />
gemaakt voldoet aan deze voorwaarden. Hierbij dient opgemerkt te worden<br />
dat voorwaarde 4 niet meer van toepassing is, omdat de RvN bestemming op<br />
het resterende deel van het terrein is vervangen door een agrarische<br />
bestemming. Kamperen is op het resterende terreindeel dus niet meer<br />
mogelijk.<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 15<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
Notitie toepassing Parkeerbeleid<br />
De Notitie toepassing Parkeerbeleid heeft tot doel inzicht te geven in de toe te<br />
passen parkeernormen zowel nu op grond van het huidige artikel 2.5.30 van<br />
de bouwverordening als in de toekomst op grond van het bestemmingsplan.<br />
Bij het bepalen van het benodigd aantal parkeerplaatsen wordt uitgegaan van<br />
publicatie 182 'parkeerkencijfers - basis voor parkeernormering' van het<br />
CROW.<br />
In het algemeen geldt als uitgangspunt voor het parkeerbeleid dat<br />
parkeergelegenheid op eigen terrein moet worden gerealiseerd.<br />
Voor bedrijfsterreinen betekent dat, dat voor zowel werknemers en bezoekers<br />
op eigen terrein parkeergelegenheid geboden moet worden.<br />
Voor bestaande situaties waarbij sprake is van uitbreiding geldt bij reeds<br />
bestaande overcapaciteit van het aantal parkeerplaatsen voor de huidige<br />
functie dat het reeds aanwezige aantal parkeerplaatsen op eigen erf in<br />
mindering mag worden gebracht op de totale (bestaande bebouwing en<br />
uitbreiding) vast te stellen nieuwe parkeerbehoefte.<br />
In alle overige situaties geldt dat de totale parkeerbehoefte wordt vastgesteld<br />
op basis van het aantal m 2 bvo aan uitbreiding. De voor de uitbreiding<br />
benodigde parkeerplaatsen worden berekend en opgeteld bij het huidige<br />
aantal parkeerplaatsen. Dat tezamen vormt het <strong>totaal</strong> aantal benodigde<br />
parkeerplaatsen.<br />
Bij volledige nieuwbouw of functiewijziging mag het aantal aanwezige<br />
parkeerplaatsen in mindering worden gebracht op de aan het bouwplan<br />
gekoppelde nieuwe parkeerbehoefte.<br />
Wanneer een initiatiefnemer van een ontwikkeling niet voldoende<br />
parkeergelegenheid op eigen terrein kan realiseren moet er worden gezocht<br />
naar alternatieven.<br />
Indien deze voorhanden zijn, dan wel de mogelijkheid en bereidheid vanuit<br />
alle partijen bestaat om extra parkeerplaatsen in het openbaar gebied aan te<br />
leggen, kan, mits onderbouwd, afgeweken worden van de verplichting om de<br />
parkeergelegenheid op eigen terrein te realiseren.<br />
De alternatieve locaties moeten wel binnen een acceptabele loopafstand van<br />
het (bouw)perceel aanwezig zijn dan wel kunnen worden gerealiseerd.<br />
Bij iedere nieuwe oprichting, verandering van functie of uitbreiding van het<br />
bestaande gebruik moet worden beoordeeld of in voldoende<br />
parkeergelegenheid wordt voorzien. Uitgangspunt bij het bepalen van het<br />
benodigde aantal parkeerplaatsen zijn de in de notitie opgenomen normen.<br />
Functie aantal parkeerplaatsen<br />
Detailhandel 3,0 per 100 m2 bvo<br />
Opslag/ Groothandel/ Transportbedrijf 0,9 per 100 m2 bvo<br />
Industrie 2,7 per 100 m2 bvo<br />
Kantoor 1,7 per 100 m2 bvo<br />
Dienstverlening (kantoren met baliefunctie) 2,8 per 100 m2 bvo<br />
Horeca 6,0 per 100 m2 bvo<br />
Woning 1,8 per woning<br />
Parkeernormen<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 16<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
Voor de overige functies wordt een algemene norm, gelet op de<br />
verscheidenheid aan activiteiten die hieronder kunnen worden geschaard, niet<br />
wenselijk geacht. Voorbeelden hiervan zijn maatschappelijke functies of<br />
cultuur en ontspanning.<br />
Voor de huisvesting van tijdelijke arbeidsmigranten is geen parkeernorm<br />
opgenomen in de ‘Notitie toepassing parkeernormen’. In de notitie is vermeld<br />
dat voor niet genoemde functies geldt dat voor de berekening van het aantal<br />
benodigde parkeerplaatsen moet worden uitgegaan van de normen zoals<br />
opgenomen in publicatie 182 ‘Parkeerkencijfers – basis voor<br />
parkeernormering’ van het CROW. In deze publicatie zijn normen opgenomen<br />
voor kamerverhuur. De te realiseren logiesgebouwen voor de huisvesting van<br />
tijdelijke arbeidsmigranten betreft kamerverhuur. Op grond van deze<br />
publicatie dienen gemiddeld 0,4 parkeerplaatsen per kamer gerealiseerd te<br />
worden. Hier gaat de gemeente dan ook vanuit.<br />
In dit bestemmingsplan is in de gebruiksregels opgenomen dat in voldoende<br />
parkeergelegenheid moet worden voorzien. Hiermee wordt de aanleg van<br />
voldoende parkeergelegenheid afgedwongen. Deze regeling in het<br />
bestemmingsplan, zet de aanvullende werking van de bouwverordening op<br />
het punt van de parkeerregels buiten werking.<br />
2.3 Provinciaal beleid<br />
Omgevingsplan Flevoland 2006-2015<br />
In het Omgevingsplan is het integrale omgevingsbeleid voor de provincie<br />
Flevoland voor de periode 2006-2015 vastgelegd, met een doorkijk naar<br />
2030. Het Omgevingsplan is een bundeling van de vier wettelijke plannen op<br />
provinciaal niveau: Streekplan (sinds de inwerkingtreding van de Wro is deze<br />
planfiguur vervangen door de Provinciale Structuurvisie), Milieubeleidsplan,<br />
Waterhuishoudingsplan en Provinciaal Verkeer- en Vervoerplan. Het<br />
Omgevingsplan bevat tevens de hoofdlijnen van het economische, sociale en<br />
culturele beleid. Door het samenvoegen in één plan zijn de hoofdlijnen van<br />
het beleid van de provincie Flevoland compact en is de samenhang tussen de<br />
diverse beleidsterreinen het best gewaarborgd.<br />
Provinciale hoofdstructuur<br />
De Flevolandse provinciale hoofdstructuur bestaat uit een stedelijke<br />
hoofdstructuur en een groen-blauwe hoofdstructuur. Als verbindende schakel<br />
tussen de Randstad en het noorden en oosten van Nederland is Flevoland van<br />
nationale en internationale betekenis. Het belang van deze schakelfunctie<br />
wordt met de jaren steeds duidelijker. Niet alleen op vervoersgebied, maar<br />
ook waar het economie en voorzieningen betreft, is de provincie sterk op het<br />
‘oude land’ georiënteerd. Hiervoor zijn met name de Noordelijke<br />
Ontwikkelingsas, tussen Schiphol en Groningen, en de West-Oost as, van<br />
Alkmaar tot Zwolle, van belang. Samen met de grote kernen vormen deze<br />
assen de stedelijke hoofdstructuur.<br />
De groen-blauwe hoofdstructuur bestaat uit de natuur en de watergebieden in<br />
Flevoland. De Flevolandse polders en wateren nemen een centrale plaats in<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 17<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
innen de (inter)nationale ecologische hoofdstructuur. In dat verband is de<br />
belangrijkste opgave om een gedegen ecologische verbinding te realiseren<br />
tussen de Oostvaardersplassen en de Veluwe. Daartoe is de kust en het water<br />
bij Zeewolde aangewezen als ‘zoekgebied robuuste ecologische verbinding<br />
met Gelderland’ en maakt het deel uit van de provinciale ecologische<br />
hoofdstructuur.<br />
Provinciale thema’s<br />
In grote lijnen is het provinciale omgevingsbeleid te vatten in vier<br />
hoofdthema’s, te weten reizen, leven, werken en landschap. Aan de hand van<br />
deze thema’s wordt per gemeente aangegeven hoe posities kunnen worden<br />
verbeterd.<br />
Reizen<br />
Op het gebied van reizen wil de provincie waar mogelijk haar bijdrage leveren<br />
om verbindingen tussen de woonkernen en met het ‘oude land’ te bevorderen<br />
en te realiseren. Een goede bereikbaarheid per openbaar vervoer is daarin<br />
een zeer belangrijk aspect. De aanleg van nieuwe en de uitbreiding van de<br />
bestaande spoorwegverbindingen zijn van groot belang voor zowel de pendel<br />
van en naar Flevoland als voor de rol die Flevoland vervult als verbindende<br />
regio. De provincie zal hieraan haar medewerking verlenen. De oplossing van<br />
de fileproblematiek in Zuidelijk Flevoland zal waar mogelijk ondersteund<br />
worden. Daarnaast gaat de provincie zich inzetten om vaarwegen te<br />
verbeteren, zodat zowel de beroepsvaart als de recreatieve scheepvaart van,<br />
naar en door Flevoland optimaal kan verlopen. Ook de verdere bevordering<br />
van de verkeersveiligheid zal onderdeel uitmaken van de plannen die<br />
betrekking hebben op het verkeer.<br />
Leven<br />
Onder de term ‘leven’ vallen de plannen die te maken hebben met het prettig<br />
en veilig wonen in Flevoland. De plannen variëren van behoud van de goede<br />
luchtkwaliteit tot een verbetering van de vormen van hulpverlening waar de<br />
provincie verantwoording voor draagt.<br />
Een goede woonkwaliteit is voor iedereen het uitgangspunt. Naast de woning<br />
zelf is daarbij ook de woonomgeving belangrijk. Het gaat om kwaliteiten als<br />
voorzieningen, groenstructuren, recreatiemogelijkheden, veiligheid en een<br />
schone omgeving. Daarbij wil de provincie zich met name ook sterk maken<br />
voor de verhoging van het voorzieningenniveau op gebieden waar dit achter is<br />
gebleven bij de sterke toename van het aantal inwoners. Nieuwe stedelijke<br />
uitbreiding wordt geconcentreerd in of aansluitend aan het bestaande<br />
bebouwde gebied.<br />
Een belangrijk facet in dit kader is de waterhuishouding. Zowel de<br />
bescherming tegen het water van buiten als het beheer van het water binnen<br />
de polders is van levensbelang voor Flevoland. De zeespiegel stijgt en ook de<br />
neerslag neemt toe. Bescherming tegen overstroming vraagt permanente<br />
aandacht. Daarnaast zijn ook beheer en verbetering van de waterkwaliteit<br />
opgenomen in het Omgevingsplan van de provincie. Of het nu om<br />
oppervlakte- of grondwater gaat, de provincie Flevoland wil prioriteit geven<br />
aan het behoud en waar mogelijk de verbetering van de waterkwaliteit.<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 18<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
Werken<br />
Het aantal arbeidsplaatsen in Flevoland neemt toe, maar groeit nog steeds<br />
niet evenredig met de inwonerstoename. Dat moet anders. Het streven is om<br />
zoveel mogelijk mensen te laten werken in de provincie en het liefst in de<br />
stad waar ze wonen. De bevordering van innovatie op allerlei economisch<br />
gebied moet Flevoland aantrekkelijk maken en houden voor de ontwikkeling<br />
van nieuwe bedrijvigheid en vestiging van bedrijven die van elders komen,<br />
zowel nationaal als internationaal.<br />
Landschap<br />
Het landschap van Flevoland verdient als laatste thema veel aandacht. Zowel<br />
de bescherming van de bestaande als de uitbreiding met nieuwe<br />
natuurwaarden wordt door de provincie van groot belang geacht. Natuur is<br />
van grote waarde voor de samenleving en heeft constante aandacht nodig. De<br />
provincie Flevoland zet in op de vitaliteit van het landelijk gebied. Het<br />
landelijk gebied moet optimaal ontwikkeld, worden voor zowel agrarisch als<br />
recreatief gebruik, voor natuurbescherming en waterberging en landelijk<br />
wonen. Al deze zaken kunnen binnen het Flevolands landschap hun plek<br />
krijgen. Landschappelijke of cultuurhistorische kernkwaliteiten van het gebied<br />
mogen niet worden aangetast door nieuwe ontwikkelingen. Het aantal<br />
boerderijen neemt af en de ruimte die daardoor vrijkomt zal zodanig moeten<br />
worden benut, dat het landschap niet wordt aangetast. De provincie wil<br />
ruimte en ondersteuning bieden aan de huidige ontwikkelingen binnen zowel<br />
landbouw als visserij.<br />
Hoofdlijnen van provinciaal beleid voor Zeewolde<br />
De vraagstukken en toekomstmogelijkheden van de individuele gemeenten<br />
kunnen worden geplaatst binnen de vier thema’s reizen, leven,werken en<br />
landschap. Voor Zeewolde betekent dit dat ingezet moet worden op<br />
verbetering van de verkeersontsluiting, stimulering van de woningbouw, de<br />
creatie van een hoogwaardig woon- en vestigingsmilieu, de aanpak van de<br />
windmolenproblematiek en het beheer en behoud en ontwikkeling van de<br />
randmeren, ontwerp en realisatie groen-blauwe zone het OostvaardersWold.<br />
Ontwikkelingsvisie Landelijk gebied<br />
Het plangebied behoort volgens het Omgevingsplan tot het landelijk gebied.<br />
De provincie wil de vitaliteit van het landelijk gebied vergroten en de<br />
gebruiksmogelijkheden ervan meer afstemmen op de maatschappelijke<br />
behoeften. De inrichting en het gebruik zullen daardoor in bepaalde gebieden<br />
wijzigen. Dit hangt samen met schaalvergroting en verbreding in de<br />
landbouw, de groeiende ruimtevraag van de sector recreatie en toerisme, de<br />
beoogde versterking van de natuur en de noodzakelijke ingrepen in het<br />
watersysteem. Er zijn groeiende kansen voor combinaties en uitruil van<br />
functies. De strikte functiescheiding in het landelijk gebied is niet langer<br />
overal wenselijk. De provincie wil de unieke Flevolandse landschappelijke en<br />
cultuurhistorische karakteristieken behouden, onder meer door ze in te zetten<br />
als ruimtelijke kwaliteit ter versterking van nieuwe ontwikkelingen.<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 19<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
Ontwikkelingsvisie 2030<br />
Beleid landelijk gebied<br />
Het landelijk gebied moet vitaal blijven. De provincie wil agrarische<br />
bedrijvigheid die zich primair richt op duurzame productie (en verwerking)<br />
van landbouwproducten optimale ontwikkelingskansen geven. Bovendien wil<br />
de provincie ruimte bieden aan nieuwe functies in het landelijk gebied ter<br />
verbreding van het economisch draagvlak en deze verweven met de<br />
bestaande landbouwfunctie.<br />
Vooral in de oostrand van Flevoland bestaan goede mogelijkheden voor een<br />
verweving van landbouw, recreatie, natuur, waterberging, kleinschalige<br />
bedrijvigheid en landelijk wonen. Door verweving kan in het landelijk gebied<br />
een lappendeken van functies ontstaan. Dit vraagt een zorgvuldige regie,<br />
zodat de kwaliteit van natuur, landschap, water en milieu behouden blijft. Het<br />
plangebied is gelegen in deze oostrand.<br />
De beleidsregel ‘kleinschalige ontwikkelingen in het landelijk gebied’ biedt het<br />
kader voor verschillende ontwikkelingen in het landelijk gebied. Het is<br />
denkbaar dat het beleidskader in dit plan en in de beleidsregel ‘kleinschalige<br />
ontwikkelingen in het landelijk gebied’ te beperkend blijkt te zijn om gewenste<br />
integrale ontwikkelingen met wonen, recreatie, natuur,water en bedrijvigheid,<br />
zoals aangegeven in de ontwikkelingsvisie 2030, mogelijk te maken. In dat<br />
geval kan op experimentele basis het planologisch regime voor dat gebied<br />
worden verruimd. Voorwaarde is dan wel dat hieraan een tussen<br />
gebiedspartners overeengekomen integraal plan voor dat gebied ten<br />
grondslag ligt, waarin een kwaliteitsimpuls voor het gebied wordt aangetoond.<br />
Uit de kaart van de ontwikkelingsvisie blijkt dat het plangebied is aangewezen<br />
als ‘Zoekgebied combinatie landbouw, natuur (inclusief landgoederen),<br />
verblijfsrecreatie en waterbeheer’ en het gebied rondom het plangebied<br />
grotendeels is aangewezen als ‘Natuurgebied en natuurontwikkeling’.<br />
Onderstaand wordt op de betekenis van deze twee aanduidingen ingegaan.<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 20<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
Recreatie en toerisme<br />
De oostrand van de provincie is een multifunctioneel gebied dat zich uitstrekt<br />
van Lemmer tot aan de zuidlob in Zeewolde. Hier bevindt zich een<br />
uitgestrekte recreatiezone met enkele concentraties van vooral<br />
verblijfsrecreatieve voorzieningen en grotere dagrecreatieve voorzieningen.<br />
Het is een bos- en waterrijke zone nabij aantrekkelijke en (inter-)nationaal<br />
bekende recreatie- en natuurgebieden, zoals de Weerribben en de<br />
Veluwe. De nabijheid van dit ‘oude land’ is aantrekkelijk voor toeristen<br />
(bezoekjes vanuit het ‘oude land’ naar de polder en omgekeerd), maar ook<br />
voor ondernemers, die door ruimtegebrek op het oude land niet verder<br />
kunnen groeien. De randmeren vormen een belangrijk recreatief gebied voor<br />
zowel Flevoland als de aangrenzende regio’s op het ‘oude’ land. Veel<br />
recreatievoorzieningen zijn geclusterd rond de meren (jachthavens, stranden<br />
en vaargebieden). De provincie ziet in de oostelijke randzone belangrijke<br />
kansen voor verdere ontwikkeling van dagrecreatie, verblijfsrecreatie en<br />
waterrecreatie.<br />
Tegelijkertijd zijn de gebieden die het meest aantrekkelijk zijn voor recreatie<br />
ook de gebieden met de hoogste natuurkwaliteit, veelal met een beschermde<br />
natuurstatus. Het beoogde multifunctionele gebruik is daardoor aan een<br />
aantal randvoorwaarden gebonden. De provincie wil langs de randen van de<br />
bossen, in de brede delen van de randmeren en in de minder kwetsbare<br />
bosgebieden meer ontwikkelkansen bieden voor recreatie en toerisme.<br />
Deze groei is alleen mogelijk als ook de natuur een robuuster karakter krijgt,<br />
zodat de extra recreatiedruk goed opgevangen wordt. Door toepassing van de<br />
saldobenadering ontstaan mogelijkheden om de recreatieve groei te<br />
combineren met een kwaliteitsverbetering van de natuur.<br />
Natuurgebied en natuurontwikkeling<br />
Een groot gebied rondom het plangebied is aangewezen als Ecologische<br />
Hoofdstructuur (EHS). Doel van de EHS is de realisatie van een robuust<br />
landelijk samenhangend netwerk van natuurgebieden dat voldoende (leef-)<br />
ruimte biedt voor soorten en waarden die karakteristiek zijn voor de<br />
Nederlandse natuur. In het provinciale gebiedsplan voor natuur en landschap<br />
is verder uitgewerkt welke natuurkwaliteit gerealiseerd moet worden en welke<br />
gebieden, aanvullend op reeds bestaande natuurgebieden, begrensd zijn als<br />
nieuwe natuur.<br />
De ambitie van de provincie is om de EHS en het Natura 2000 netwerk een<br />
robuustheid te geven die voldoet aan de opgaven vanuit de Europese Unie en<br />
het rijk. In Flevoland zijn er vooral opgaven voor het in stand houden en<br />
verder ontwikkelen van de natuurwaarden voor moerassen, open water, natte<br />
bosgebieden en het open agrarisch gebied.<br />
De provincie Flevoland wil natuur beschermen en ontwikkelen, maar ook<br />
ruimte hebben om andere maatschappelijke ontwikkelingen, zoals recreatie,<br />
optimaal vorm te geven. De natuurwetgeving hanteert een 'nee, tenzij'regime:<br />
nieuwe activiteiten zijn niet toegestaan, tenzij kan worden<br />
aangetoond dat de beschermde habitats en soorten daarvan geen schade<br />
ondervinden. Slechts indien een blijvende gunstige staat van instandhouding<br />
voor soorten en habitats gegarandeerd is, kan 'nee, tenzij' worden<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 21<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
omgebogen in een door de provincie gewenst 'ja, want'. De provincie wil<br />
hiervoor gebruik maken van een systeem van saldobenadering. Het<br />
uitgangspunt van deze benadering is dat de maatschappelijke en ecologische<br />
ontwikkelingen zodanig vorm worden gegeven dat zij elkaar niet belemmeren,<br />
maar versterken. Als elders binnen het Flevolandse natuursysteem een<br />
vergelijkbare of grotere verbetering wordt gerealiseerd, kan plaatselijk een<br />
verslechtering van de natuurkwaliteit acceptabel zijn.<br />
Bij de uitwerking van de saldobenadering is van belang dat niet alle gebieden<br />
binnen de EHS dezelfde waarde hebben. Onderscheid wordt gemaakt in drie<br />
groepen: prioritaire gebieden, waardevolle gebieden en overige EHS.<br />
De natuurgebieden nabij het plangebied maken deel uit van de typologie<br />
‘Waardevolle gebieden’. Dit zijn gebieden met een hoge actuele of potentiële<br />
natuurwaarde. De gebieden zijn essentieel voor de gewenste samenhang en<br />
kwaliteit van de EHS. Binnen deze gebieden is de ruimte voor het toepassen<br />
van de saldobenadering beperkt, tenzij de natuurkwaliteit en/of -kwantiteit en<br />
de gebruikswaarde van het gebied verbeteren. De prioritaire en de<br />
waardevolle gebieden vormen samen de kerngebieden van de EHS.<br />
EHS rondom het plangebied (bron: Omgevingsplan Flevoland)<br />
Voor het versterken van de samenhang in de EHS zijn bovendien ecologische<br />
verbindingen van belang. Het zijn vaak lintvormige elementen met een<br />
zodanige natuurlijke begroeiing dat verschillende diersoorten er voldoende<br />
beschutting vinden om de oversteek van het ene kerngebied naar het andere<br />
te wagen. In Flevoland vervullen de meeste tochten en vaarten een<br />
verbindende functie. De langs het plangebied gelegen Hoge Vaart is hier een<br />
voorbeeld van.<br />
Beleidsregel kleinschalige ontwikkelingen in het landelijk gebied<br />
Het beleid voor het landelijk gebied heeft de provincie nader uitgewerkt in de<br />
beleidsregel ‘kleinschalige ontwikkelingen in het landelijk gebied’ van 1 juli<br />
2008.<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 22<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
Het landelijk gebied van Flevoland heeft voor een groot deel een agrarische<br />
functie. Ontwikkelingen in de landbouwsector maken het volgens de provincie<br />
wenselijk meer ruimte te bieden aan kleinschalige niet-agrarische of agrarisch<br />
aanverwante functies en vergroting van (voormalige) agrarische<br />
bouwpercelen, voor zover deze de bestaande activiteiten en functies niet<br />
hinderen, niet leiden tot verstedelijking van het landelijk gebied en<br />
landschappelijk, milieutechnisch en verkeerskundig goed worden ingepast.<br />
Daarbij dienen de ontwikkelingsmogelijkheden van de landbouw behouden te<br />
blijven of verder versterkt te worden. In de beleidsregel zijn de voorwaarden<br />
opgenomen waaraan de ontwikkelingen volgens de provincie dienen te<br />
voldoen.<br />
Experimentenkader<br />
De provincie Flevoland vindt dat de realisatie van huisvesting voor tijdelijke<br />
werknemers op het terrein van de voormalige camping ‘De Bosruiter’ niet past<br />
binnen het Omgevingsplan en de Beleidsregel kleinschalige ontwikkelingen in<br />
het landelijk gebied.<br />
Bovenstaand is reeds aan de orde gekomen dat op experimentele basis het<br />
planologisch regime uit het Omgevingsplan kan worden verruimd. Het<br />
zogenoemde experimentenkader. Om de ontwikkeling van de huisvesting van<br />
tijdelijke werknemers mogelijk te maken zal dit experimentenkader worden<br />
ingezet. De provincie Flevoland heeft in 2009 middels het experimentenkader<br />
ook meegewerkt aan de huisvesting van arbeidsmigranten in de gemeente<br />
Noordoostpolder.<br />
Voor de toepassing van het experimentenkader is de ‘Visie huisvesting<br />
tijdelijke arbeidsmigranten de Bosruiter – Toetsing aan het omgevingsplan/<br />
experimentenkader’ opgesteld. In deze visie wordt beschreven hoe met het<br />
voorliggende plan voor de huisvesting van tijdelijke arbeidsmigranten<br />
invulling gegeven wordt aan het experimentenkader c.q. dat dit kader kan<br />
worden toegepast om de huisvesting mogelijk te maken. De visie is als bijlage<br />
opgenomen bij de toelichting. Voor de inhoud van de visie wordt dan ook<br />
verwezen naar deze bijlage.<br />
2.4 Rijksbeleid<br />
Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte<br />
In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR), vastgesteld op 13 maart<br />
2012, is het ruimtelijke en mobiliteitsbeleid van het Rijk opgenomen. De SVIR<br />
schetst hoe Nederland er in 2040 uit moet zien: concurrerend, leefbaar en<br />
veilig. De SVIR vervangt onder meer de Nota Ruimte, de Nota Mobiliteit en de<br />
Agenda Vitaal Platteland.<br />
Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig. Daar streeft het Rijk<br />
naar met een krachtige aanpak die gaat voor een excellent internationaal<br />
vestigingsklimaat, ruimte geeft aan regionaal maatwerk, de gebruiker voorop<br />
zet, investeringen scherp prioriteert en ruimtelijke ontwikkelingen en<br />
infrastructuur met elkaar verbindt. Dit doet het Rijk samen met andere<br />
overheden en met een Europese en mondiale blik. Bij deze aanpak hanteert<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 23<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
het Rijk een filosofie die uitgaat van vertrouwen, heldere<br />
verantwoordelijkheden, eenvoudige regels en een selectieve<br />
rijksbetrokkenheid. Zo ontstaat er ruimte voor maatwerk en keuzes van<br />
burgers en bedrijven.<br />
Het roer om<br />
Het Rijk brengt de ruimtelijke ordening zo dicht mogelijk bij diegene die het<br />
aangaat (burgers en bedrijven), laat het meer over aan gemeenten en<br />
provincies (‘decentraal, tenzij…’) en de gebruiker komt centraal te staan. Het<br />
Rijk kiest voor een selectievere inzet van rijksbeleid op slechts 13 nationale<br />
belangen. Voor die belangen is het Rijk verantwoordelijk en wil het resultaten<br />
boeken (‘je gaat er over of niet’). Buiten deze 13 belangen hebben decentrale<br />
overheden beleidsvrijheid. Hierdoor neemt de bestuurlijke drukte af en<br />
ontstaat er ruimte voor regionaal maatwerk.<br />
De verantwoordelijkheid voor de afstemming tussen verstedelijking en groene<br />
ruimte op regionale schaal laat het Rijk over aan de provincies. Daartoe schaft<br />
het Rijk het landschapsbeleid af en beperkt het rijksregimes in het<br />
natuurdomein. Het Rijk versterkt de samenhang tussen de verschillende<br />
modaliteiten en tussen ruimtelijke ontwikkeling en mobiliteit. De<br />
(boven)lokale afstemming en uitvoering van verstedelijking wordt overgelaten<br />
aan (samenwerkende) gemeenten binnen provinciale kaders. De sturing op<br />
verstedelijking laat het Rijk los. Alleen in de stedelijke regio’s rond de<br />
mainports (Noordvleugel en Zuidvleugel) zal het Rijk afspraken maken met<br />
decentrale overheden over de programmering van verstedelijking.<br />
Rijksdoelen en nationale belangen<br />
Het Rijk heeft in de SVIR drie doelen geformuleerd om Nederland<br />
concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig te houden voor de middellange<br />
termijn (2028):<br />
Het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het<br />
versterken van de ruimtelijk-economische structuur van Nederland;<br />
Het verbeteren en ruimtelijk zekerstellen van de bereikbaarheid waarbij de<br />
gebruiker voorop staat;<br />
Het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke<br />
natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden zijn.<br />
Het Rijk benoemt in de SVIR 13 nationale belangen; hiervoor is het Rijk<br />
verantwoordelijk en wil het resultaten boeken. Deze belangen zijn<br />
gelijkwaardig aan elkaar en beïnvloeden elkaar onderling. Het betreft de<br />
volgende belangen:<br />
1. Een excellente ruimtelijk-economische structuur van Nederland door een<br />
aantrekkelijk vestigingsklimaat in en goede internationale bereikbaarheid<br />
van de stedelijke regio’s met een concentratie van topsectoren;<br />
2. Ruimte voor het hoofdnetwerk voor (duurzame) energievoorziening en<br />
energietransitie;<br />
3. Ruimte voor het hoofdnetwerk voor vervoer van (gevaarlijke) stoffen via<br />
buisleidingen;<br />
4. Efficiënt gebruik van de ondergrond;<br />
5. Een robuust hoofdnet van wegen, spoorwegen en vaarwegen rondom en<br />
tussen de belangrijkste stedelijke regio’s inclusief achterlandverbindingen;<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 24<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
6. Betere benutting van de capaciteit van het bestaande mobiliteitssysteem;<br />
7. Het instandhouden van het hoofdnet van wegen, spoorwegen en<br />
vaarwegen om het functioneren van het mobiliteitssysteem te<br />
waarborgen;<br />
8. Verbeteren van de milieukwaliteit (lucht, bodem, water) en bescherming<br />
tegen geluidsoverlast en externe veiligheidsrisico’s;<br />
9. Ruimte voor waterveiligheid, een duurzame zoetwatervoorziening en kader<br />
voor klimaatbestendige stedelijke (her)ontwikkeling;<br />
10.Ruimte voor behoud en versterking van (inter)nationale unieke<br />
cultuurhistorische en natuurlijke kwaliteiten;<br />
11.Ruimte voor een nationaal netwerk van natuur voor het overleven en<br />
ontwikkelen van flora- en faunasoorten;<br />
12.Ruimte voor militaire terreinen en activiteiten;<br />
13.Zorgvuldige afweging en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke<br />
en infrastructurele besluiten.<br />
Bij dit laatste belang gaat het onder meer om het vraaggericht programmeren<br />
en realiseren van verstedelijking door provincies, gemeenten en<br />
marktpartijen, wat nodig is om groei te faciliteren, te anticiperen op stagnatie<br />
en krimpregio’s leefbaar te houden. Ook dient de ruimte zorgvuldig te worden<br />
benut en overprogrammering te worden voorkomen.<br />
Relatie met het plangebied<br />
Met de ontwikkelingen het plangebied, de ontwikkeling van huisvesting voor<br />
tijdelijke werknemers, worden geen nationale belangen geraakt. Wel wordt<br />
recht gedaan aan belang 13: een zorgvuldige afweging. Voorliggend<br />
bestemmingsplan dient hiertoe. Daarnaast ondersteunt het plan belang 1: er<br />
wordt bijgedragen aan de ruimtelijk-economische structuur omdat door de<br />
komst van de huisvesting het vestigingsklimaat verbetert. Veel bedrijven zijn<br />
voor hun functioneren namelijk afhankelijk van tijdelijke werknemers. Door de<br />
huisvesting is het voor hen mogelijk om tijdelijke werknemers in te zetten.<br />
Hiermee wordt het voor bedrijven aantrekkelijker om zich te vestigen.<br />
Nota Huisvesting tijdelijke werknemers<br />
Het Ministerie van VROM (VROM) en het Ministerie van Sociale Zaken en<br />
Werkgelegenheid (SZW) hebben voor de huisvesting van tijdelijke<br />
werknemers de nota 'Huisvesting tijdelijke werknemers' opgesteld. Daarmee<br />
willen de ministeries aan gemeenten praktische handvatten bieden om met de<br />
huisvesting van arbeidsmigranten om te gaan. In de nota is de problematiek<br />
rondom de huisvesting van arbeidsmigranten en het handhaven beschreven.<br />
Daarnaast zijn er ook voorbeelden van oplossingen gegeven. Van de<br />
gemeenten wordt verlangd een beleid voor de huisvesting van buitenlandse<br />
werknemers op te stellen. De huisvesting van tijdelijke werknemers blijft<br />
lokaal maatwerk.<br />
Handreiking Ruimte voor arbeidsmigranten<br />
De VROM-Inspectie heeft in november 2010 de handreiking ‘Ruimte voor<br />
arbeidsmigranten’ uitgegeven. Dit is een handreiking voor de huisvesting voor<br />
werknemers uit de EU die tijdelijk in Nederland verblijven.<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 25<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
De VROM-Inspectie wil samen met gemeenten en andere organisaties werken<br />
aan ruimte voor arbeidsmigranten die tijdelijk in Nederland verblijven: het<br />
bevorderen van fatsoenlijke oplossingen voor huisvesting, maar ook het<br />
voorkomen en tegengaan van misstanden en overlast. In de handreiking zijn<br />
suggesties en tips voor een plan van aanpak, voor het organiseren van<br />
huisvesting en een effectieve handhaving opgenomen.<br />
Met de handreiking wil de VROM-Inspectie werkgevers, huisvesters en<br />
gemeenten en andere betrokkenen bij de huisvesting van arbeidsmigranten<br />
ondersteunen en stimuleren om actie te ondernemen. In een aantal sectoren<br />
zijn arbeidsmigranten onmisbaar, wat ook blijkt uit een voortgaande groei van<br />
de aantallen, ook in jaren van economische krimp. De uitdaging blijft volgens<br />
de VROM-Inspectie om ook de komende jaren om overlast en onveilige<br />
situaties te voorkomen, en om op een verantwoorde wijze in deze<br />
huisvestingsvraag te voorzien.<br />
Wettelijk kader<br />
Bij het opstellen van ruimtelijke plannen is diverse (milieu)wetgeving van<br />
toepassing, waaronder de Wet luchtkwaliteit, Wet op de archeologische<br />
monumentenzorg, de Flora- en faunawet, besluit externe veiligheid, Wet<br />
geluidhinder, etc. Op deze aspecten zal in hoofdstuk 5 nader worden<br />
ingegaan.<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 26<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
3. HUIDIGE SITUATIE<br />
3.1 Geschiedenis<br />
De gemeente Zeewolde ligt in Zuidelijk Flevoland. Zuidelijk Flevoland viel in<br />
1968 droog. Direct daarop werd begonnen met de inrichting. De oudste<br />
IJsselmeerpolders waren vooral bedoeld voor agrarisch gebruik. Ook Zuidelijk<br />
Flevoland zou daar bij uitstek geschikt voor zijn. Maar door de steeds betere<br />
opbrengsten was er minder behoefte aan landbouwgrond. Er was juist grond<br />
nodig voor woningen en recreatie. Daarnaast wilde men de natuur en het<br />
milieu meer aandacht geven. Hierdoor is nog maar de helft van de grond in<br />
Zuidelijk Flevoland voor agrariërs ingericht. Een kwart van de grond in deze<br />
polder is voor recreatie, natuurgebieden en bos. Het "laatste" kwart is voor de<br />
kernen.<br />
Zeewolde is na Almere de tweede kern van Zuidelijk Flevoland. De gemeente<br />
Zeewolde ontstond op 1 januari 1984; het is hiermee de jongste gemeente<br />
van Nederland. In de winter van 1984 werden ook de eerste woningen in<br />
Zeewolde opgeleverd. De basis voor deze eerste woningen werd gevormd<br />
door het Structuurplan Zeewolde dat in 1982 door de Rijksdienst<br />
IJsselmeerpolders was opgesteld en waarmee voor het eerst vorm werd<br />
gegeven aan de stedenbouwkundige structuur van de kern Zeewolde. Het<br />
Structuurplan Zeewolde uit 1982 wees enkele gebieden direct ten noorden en<br />
zuiden van het centrum aan waar de woningbouw ten behoeve van de<br />
bevolkingsgroei moest plaatsvinden.<br />
In de jaren na 1984 werden snel meer woningen gebouwd en tevens kwamen<br />
er voorzieningen in het dorp: winkels, scholen en een buslijn. De laatste jaren<br />
is Zeewolde uitgegroeid tot een kern met ongeveer 20.000 inwoners met de<br />
daarbij behorende voorzieningen.<br />
De gemeente heeft een oppervlakte van 26.897 hectare. Het dorp wordt<br />
begrensd door drie soorten landschap. Aan de oostzijde ligt het Wolderwijd;<br />
het randmeer dat is ontstaan na inpoldering van de Flevopolder. Hier vindt<br />
veel (water-)recreatie plaats. Aan de westzijde van Zeewolde ligt het<br />
Horsterwold; tezamen met het Hulkesteinsebos het grootste loofbos van<br />
Nederland. Daarnaast wordt Zeewolde begrensd door het open agrarisch<br />
gebied. Bijzonder zijn de rechte lijnen van wegen, de lijnen van windmolens<br />
en de clusters van agrarische bedrijven in dit gebied.<br />
3.2 Ruimtelijke en functionele structuur<br />
Het voormalige natuurkampeerterrein De Bosruiter is gelegen in het Vaartbos,<br />
onderdeel van het bosgebied Horsterwold, en wordt omgeven door de<br />
loofbossen van dit grote bosgebied. Aan de noordrand grenst het terrein aan<br />
de Hoge Vaart, aan de overzijde hiervan ligt een omvangrijk agrarisch gebied.<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 27<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
Situering recreatieterrein De Bosruiter (binnen rode contour)<br />
In de nabijheid van de locatie, circa 1 km. noordoost-waards over de<br />
<strong>Bosruiterweg</strong>, ligt het vakantiepark ‘Buitenplaats Horsterwold’ met<br />
vakantiewoningen en bijbehorende voorzieningen.<br />
Het bedrijventerrein ‘Horsterparc en Trekkersveld’ ligt op circa 2 km afstand<br />
in dezelfde richting.<br />
Toegang terrein vanaf de <strong>Bosruiterweg</strong><br />
(bron: Google Maps)<br />
<strong>Bosruiterweg</strong>, gezien in Noordoostelijke<br />
richting (bron: Google Maps)<br />
De ruimtelijke structuur van het terrein wordt gekenmerkt door een open veld<br />
temidden van het bos. Een waterstructuur van concentrisch gegraven sloten<br />
markeert de structuur van het (voormalige) kampeerterrein. Er is geen<br />
bebouwing aanwezig. Wel verharding in de vorm van ontsluitingswegen en –<br />
paden.<br />
Anno 2011 is het terrein niet meer in gebruik als natuurkampeerterrein. Eind<br />
2008 is de exploitatie al gestaakt. Tot een volledige exploitatie van het<br />
kampeerterrein is het nooit gekomen. Slechts een gedeelte van het terrein is<br />
voor dat gebruik ingericht. Dit betreft het meest zuidwestelijke deel. Een deel<br />
van het terrein is tijdelijk voor agrarische doeleinden (akker) gebruikt.<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 28<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
Luchtfoto van het recreatieterrein De Bosruiter<br />
3.3 Verkeerskundige structuur<br />
Het plangebied is alleen via de <strong>Bosruiterweg</strong> ontsloten. Ter hoogte van het<br />
bedrijventerrein ‘Trekkersveld- Horsterparc’ sluit deze aan op de Spiekweg<br />
(N207) welke in verbinding staat met overige regionale wegen.<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 29<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 30<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
4. TOEKOMSTIGE SITUATIE<br />
4.1 Inleiding en achtergrond<br />
Met het voorliggende bestemmingsplan wordt beoogd om de ontwikkeling van<br />
huisvesting van tijdelijke werknemers te realiseren op het terrein van de<br />
voormalige camping ‘De Bosruiter’ aan de <strong>Bosruiterweg</strong> 16 te Zeewolde. Deze<br />
ontwikkeling komt voor uit een dringende maatschappelijke behoefte die al<br />
geruime tijd bestaat.<br />
De laatste jaren kent Nederland een forse instroom van tijdelijke werknemers,<br />
met name uit de Midden- en Oost-Europese EU-lidstaten. Daarom is in<br />
opdracht van de Ministeries van VROM en SWZ al in 2005 een onderzoek<br />
uitgevoerd naar de aard en omvang van de huisvestingsproblematiek rond<br />
tijdelijke werknemers uit het buitenland.<br />
Van de gemeenten die aan dat onderzoek deelnamen gaf ruim de helft aan<br />
dat er in hun gemeente tijdelijke werknemers uit het buitenland werkzaam of<br />
woonachtig zijn. Tweederde had te maken met huisvestingsproblemen in de<br />
vorm van een tekort aan passende huisvesting en gebrekkige en<br />
ondeugdelijke huisvesting werden als de grootste problemen gezien.<br />
In de agrarische sector is een deel van de problematiek seizoensgebonden,<br />
maar voor de glastuinbouw geldt dat de huisvestingsproblemen zich<br />
gedurende een heel jaar voordoen. Dit laatste geldt eveneens voor de<br />
industrie, de bouw, de horeca en andere branches waar sprake is van inzet<br />
van tijdelijke werknemers uit het buitenland.<br />
De huisvesting vond en vindt zowel in de grote steden plaats als in rurale<br />
gemeenten en in zowel de woonkernen als de buitengebieden. In de rurale<br />
gemeenten en buitengebieden vindt voornamelijk huisvesting op campings,<br />
bungalowparken, op het erf van boerderijen en bijgebouwen van bedrijven<br />
plaats.<br />
De werkgevers zijn belangrijke aanbieders van huisvesting voor tijdelijke<br />
werknemers. Dit is vaak op het bedrijventerrein zelf, maar ook door het<br />
opkopen van enkele woningen binnen een woonkern. Verder zijn er nog<br />
andere aanbieders actief, zoals ondernemers van campings en<br />
recreatieparken. Bij ongeveer een kwart van de gemeenten was in 2005 er<br />
sprake van malafide verhuurders of uitzendorganisaties die de huisvesting<br />
verzorgen. De problematiek is sinds 2005 alleen maar gegroeid.<br />
Door een tekort aan passende huisvesting worden er door werkgevers allerlei<br />
noodmaatregelen genomen of (semi)-illegale oplossingen bedacht om<br />
huisvesting aan tijdelijke werknemers aan te bieden. Daarnaast zijn er<br />
verhuurders en aanbieders actief die ondeugdelijke huisvesting aanbieden. Dit<br />
kan leiden tot ongewenste situaties en overlast voor de seizoensarbeiders<br />
zelf, omwonenden en werkgevers.<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 31<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
Dat heeft tot gevolg gehad dat in de afgelopen jaren op alle niveaus beleid is<br />
ontwikkeld om tot een verbetering van de situatie te komen. Naast<br />
intensivering van toezicht en handhaving en het aanpassen van regelgeving is<br />
een belangrijk deel van dat beleid gericht op het verhogen van het aanbod<br />
van passende huisvesting.<br />
Het ontwikkelen van tijdelijke huisvesting op de voormalige camping De<br />
Bosruiter sluit aan op het beleid om tot verhoging van het plaatselijk aanbod<br />
van passende huisvesting te komen. Onderstaand wordt ingegaan op hoe<br />
deze ontwikkeling vormgegeven wordt. Aan de orde komen onder meer de<br />
voorziene inrichting en bebouwing op het terrein, de door de gemeente<br />
gestelde voorwaarden, het beheer, de landschappelijke inpassing en verkeer<br />
en parkeren.<br />
4.2 Toekomstige inrichting<br />
De huisvesting voor tijdelijke seizoensarbeiders zal worden gesitueerd op het<br />
zuidwestelijke deel van het terrein van de voormalige camping. Dit heeft een<br />
omvang van circa 5 ha. Dit is het terreindeel dat in het verleden daadwerkelijk<br />
gebruikt is als camping en daartoe geschikt is gemaakt, onder meer door<br />
de aanleg van ontsluitingswegen en -paden. Deze ontsluitingsstructuur zal<br />
voor de nieuwe ontwikkelingen weer benut worden. Het terreindeel dat niet<br />
zal worden ingezet ten behoeve van de ontwikkelingen, zal een agrarische<br />
bestemming krijgen.<br />
Gebouwen<br />
Ten behoeve van de huisvesting zullen op het terrein vijftien nieuwe<br />
logiesgebouwen worden gebouwd. Twaalf logiesgebouwen bestaan uit acht<br />
‘logieseenheden’ en drie gebouwen bestaan uit zes ‘logieseenheden’. In <strong>totaal</strong><br />
worden daardoor 114 logieseenheden gerealiseerd. Een logieseenheid is een<br />
eenheid voor meerdere personen die ruimtes delen. Een eenheid bestaat uit<br />
een woonvertrek met open keuken, 5 slaapvertrekken, hal, toiletruimte en<br />
badruimte.<br />
De vijftien geplande logiesgebouwen kunnen voorzien in de<br />
huisvestingsbehoefte van maximaal 600 personen. Per persoon is binnen de<br />
gebouwen 13,5 m² vloeroppervlakte beschikbaar. De logiesgebouwen zullen<br />
worden gecertificeerd door de Stichting Keurmerk Internationale<br />
Arbeidsbemiddeling (SKIA). Arbeidsmigranten mogen alleen tijdelijk<br />
gehuisvest worden in de gebouwen. Het gaat immers om tijdelijk verblijf van<br />
personen die elders hun hoofdverblijf hebben (logies).<br />
De logiesgebouwen worden ten noorden en ten zuiden van de bestaande<br />
ontsluitingsweg gesitueerd. De gebouwen bestaan uit twee bouwlagen met<br />
een kap. Deze hoogte wordt passend geacht bij de omgeving, omdat het<br />
terrein omgeven wordt door hoge bomen en de bebouwing door de beperkte<br />
hoogte niet boven de bomen uit zal komen, waardoor deze niet zichtbaar zal<br />
zijn vanuit de omgeving. Doordat de bebouwing alleen in het zuidwestelijke<br />
deel van het voormalige campingterrein wordt gerealiseerd, wordt de<br />
bebouwing zoveel mogelijk compact gehouden en geconcentreerd.<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 32<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
Tegelijkertijd blijft er door de verdeling van de logieseenheden over<br />
verschillende gebouwen sprake van openheid tussen de bebouwing en<br />
ontstaat er geen aaneengesloten rij bebouwing.<br />
Naast de logiesgebouwen, zullen er ook drie gebouwen worden gerealiseerd<br />
voor centrale voorzieningen ten behoeve van de tijdelijke werknemers. In<br />
deze gebouwen worden de volgende functies gehuisvest: receptie, kantoren,<br />
leslokalen, winkelruimte (voor dagelijkse boodschappen), wasruimte,<br />
fitnessruimte, stilteruimte, recreatieruimte en opslagruimte. Deze drie<br />
gebouwen worden gesitueerd nabij de ingang van het terrein. Als men het<br />
terrein op- of afgaat zal men dus altijd langs deze gebouwen komen. Dit is<br />
wenselijk vanuit het oogpunt van sociale veiligheid en beheer. Bij de centrale<br />
voorzieningen worden ook enkele sportvelden aangelegd.<br />
Artist impression huisvesting tijdelijke werknemers (bron: J. de Ruiter Holding bv)<br />
Artist impression huisvesting tijdelijke werknemers (bron: J. de Ruiter Holding bv)<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 33<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
Ontsluiting<br />
De bestaande ontsluitingsstructuur van het terrein zal gehandhaafd blijven.<br />
Dit betekent dat de bestaande ontsluiting aan de zuidzijde op de <strong>Bosruiterweg</strong><br />
blijft bestaan, evenals de bestaande geasfalteerde ontsluitingswegen op het<br />
terrein zelf. De wegen op het terrein (3,5 meter breed) zullen wel op bepaalde<br />
plekken enigszins worden verbreed. Aan beide zijden zullen betonnen<br />
grasblokken met een breedte van 0,70 meter worden aangebracht, zodat de<br />
weg visueel smal lijkt, maar wel tot 5 meter breedte berijdbaar is. Langs de<br />
ontsluitingswegen zal verlichting worden aangebracht. Het terrein wordt niet<br />
openbaar toegankelijk. Daartoe zal de ingang worden afgesloten met een<br />
slagboom.<br />
Verkeer<br />
De ontsluiting van het terrein komt uit op de <strong>Bosruiterweg</strong>. Deze weg maakt<br />
deel uit van het wegennetwerk in het buitengebied van Zeewolde. De<br />
<strong>Bosruiterweg</strong> sluit aan de oostzijde aan op de Spiekweg (N705), via welke de<br />
Gooiseweg (N305) bereikbaar is. Vanaf deze weg kunnen de kern Zeewolde<br />
en andere steden en dorpen snel bereikt worden.<br />
De realisatie van de huisvesting voor tijdelijke werknemers zal gevolgen<br />
hebben voor het verkeer op de <strong>Bosruiterweg</strong>. DHV heeft daarom onderzoek<br />
verricht om de verkeerskundige impact van de ontwikkeling van de<br />
huisvesting in kaart te brengen 1 . Het onderzoek is opgenomen in de bijlage.<br />
Doel van dit onderzoek is om aan te geven wat het verschil is tussen de<br />
verkeersgeneratie van het huidige bestemmingsplan (waarin een recreatieve<br />
bestemming voor het terrein De Bosruiter is opgenomen) en het voorliggende<br />
bestemmingsplan (waarin de ontwikkeling van de huisvesting mogelijk wordt<br />
gemaakt) en of de ontsluitingsroute via de <strong>Bosruiterweg</strong> het verkeer kan<br />
verwerken. Uit het onderzoek van DHV blijkt het volgende.<br />
Huidig bestemmingsplan met recreatieve bestemming<br />
In het huidige bestemmingsplan heeft het plangebied een recreatieve<br />
bestemming.<br />
Verkeersgeneratie<br />
De huidige intensiteit op de <strong>Bosruiterweg</strong> is ongeveer 300 motorvoertuigen op<br />
een werkdag (per etmaal). Echter, het terrein met de huidige recreatieve<br />
bestemming is (nog) niet ontwikkeld. Indien er conform het geldende<br />
bestemmingsplan een recreatieve functie op het gehele terrein plaats zal<br />
vinden, is de inschatting dat het verkeer toeneemt met ongeveer 1.200<br />
motorvoertuigen op een gemiddelde werkdag per etmaal (voor de<br />
berekeningen wordt verwezen naar het genoemde onderzoek van DHV). Dit<br />
betekent dat gezien de huidige intensiteit op de <strong>Bosruiterweg</strong> en de mogelijk<br />
te ontwikkelen recreatieve functie binnen het huidige bestemmingsplan, de<br />
<strong>Bosruiterweg</strong> 1.500 motorvoertuigen per etmaal dient te kunnen verwerken.<br />
Huidig wegprofiel en wegfunctie<br />
De <strong>Bosruiterweg</strong> heeft een wegbreedte van 3,6 meter. Dit betekent dat het<br />
verkeer op de weg elkaar niet kan inhalen. Om deze reden zijn er een aantal<br />
1 DHV, ‘Memo Ontwikkeling logies seizoensarbeiders’, kenmerk MO-AF20120231, 13 april 2012<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 34<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
locaties waar er door een verbreding of zijstraat een mogelijkheid tot<br />
passeren is. Hierdoor kan de huidige hoeveelheid verkeer van 300<br />
motorvoertuigen per etmaal zonder knelpunten afgewikkeld worden.<br />
Wegbreedte <strong>Bosruiterweg</strong> (bron: DHV)<br />
De <strong>Bosruiterweg</strong> heeft als wegtype “erftoegangsweg type II” (buiten de<br />
bebouwde kom). Dit wegtype dient in het algemeen voor wegen tot een<br />
intensiteit van ongeveer 1.500 motorvoertuigen (per etmaal). Op basis van<br />
het huidig gebruik, de huidige inrichting en de huidige wegfunctie kan gesteld<br />
worden dat de huidige weg voldoet.<br />
Nieuw bestemmingsplan met ontwikkeling huisvesting tijdelijke werknemers<br />
In het voorliggende bestemmingsplan vervalt de recreatieve functie. Deze<br />
wordt voor een deel vervangen door een bestemming die de ontwikkeling van<br />
de huisvesting voor tijdelijke werknemers mogelijk maakt. Het resterende<br />
deel zal een agrarische bestemming krijgen, waardoor de recreatieve functie<br />
in het geheel wordt wegbestemd en niet meer mogelijk is.<br />
Toekomstige verkeersgeneratie<br />
De huidige intensiteit op de <strong>Bosruiterweg</strong> is ongeveer 300 motorvoertuigen op<br />
een werkdag (per etmaal). Met de realisatie van de huisvesting voor tijdelijke<br />
werknemers, neemt het verkeer ten opzichte van de huidige situatie toe. De<br />
toename van het verkeer is ongeveer 950 motorvoertuigen op een werkdag<br />
per etmaal (voor de berekeningen wordt verwezen naar het genoemde<br />
onderzoek van DHV). Dit betekent dat gezien de huidige intensiteit op de<br />
<strong>Bosruiterweg</strong> en de ontwikkeling van de huisvesting de <strong>Bosruiterweg</strong> circa<br />
1.250 motorvoertuigen per etmaal moet kunnen verwerken.<br />
Toekomstig wegprofiel en wegfunctie<br />
Het verkeer neemt toe tot circa 1.250 motorvoertuigen per etmaal. Hierdoor<br />
zal het, vaker dan in de huidige situatie, voorkomen dat verkeer van<br />
tegengestelde richtingen elkaar tegenkomt. Door aanwezig fietsgebruik en<br />
toegankelijkheid van landbouwverkeer en brandweer wordt aanbevolen om<br />
maximaal om de 300 meter en bij voorkeur om de 200 meter een inhaal<br />
mogelijkheid te creëren.<br />
Om de mogelijkheid te creëren dat een auto een vrachtauto kan inhalen is<br />
een wegbreedte nodig van minimaal 5,50 meter (op basis van ASVV,<br />
stilstaand voertuig en een rijdend voertuig) en idealiter een uitwijkvak van 20<br />
meter lang (in verband met een mogelijke vrachtwagen of landbouwvoertuig).<br />
De huidige wegbreedte is 3,6 meter, waardoor het vak (bij een benodigde<br />
wegbreedte van 5,5 meter) 1,90 meter breed dient te zijn. Indien er te weinig<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 35<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
inhaallocaties zijn op de weg is de kans groot dat er meer voertuigen door de<br />
berm gaan rijden (vanwege de beperkte wegbreedte), waardoor bermschade<br />
kan optreden.<br />
Conclusie<br />
De realisatie van de huisvesting heeft een kleinere impact op de<br />
verkeersstromen dan de huidige bestemming (recreatieve functie). Immers,<br />
met de recreatieve functie zal het aantal verkeersbewegingen circa op de<br />
<strong>Bosruiterweg</strong> circa 1.500 bedragen en met de huisvesting circa 1.250.<br />
Doordat de huidige bestemming op het moment niet benut wordt, bedraagt<br />
de huidige intensiteit op de <strong>Bosruiterweg</strong> niet meer dan 300 motorvoertuigen<br />
per etmaal.<br />
De capaciteit van de <strong>Bosruiterweg</strong> is voldoende om de toename van het<br />
verkeer als gevolg van de huisvesting op te vangen. Deze weg heeft een<br />
maximale capaciteit van circa 1.500 mvt per etmaal, terwijl de intensiteit na<br />
realisatie van de huisvesting circa 1.250 zal bedragen. Derhalve zal door de<br />
komst van de huisvesting de maximale capaciteit niet worden overschreden.<br />
Bij de ontwikkeling van de huisvesting is het wel nodig om zorg te dragen<br />
voor goede uitwijkvakken langs de <strong>Bosruiterweg</strong>.<br />
Naar aanleiding van de bovengenoemde onderzoeksresultaten is besloten om<br />
het aantal uitwijkplaatsen langs de <strong>Bosruiterweg</strong> te vergroten. Daartoe zullen<br />
aan de zuidzijde van de weg tussen het plangebied en het bedrijventerrein<br />
Trekkersveld een aantal extra uitwijkplaatsen worden aangelegd. Deze zullen<br />
bestaan uit 39 stelconplaten. De uitwijkplaatsen zullen een lengte van 20<br />
meter krijgen en een breedte van 2 meter. Hiermee ontstaat met de breedte<br />
van de <strong>Bosruiterweg</strong> van 3,6 meter ter plaatse van de uitwijkplaatsen een<br />
totale wegbreedte van 5,6 meter. Dit betekent dat voldaan wordt aan de<br />
minimaal vereiste wegbreedte van 5,5 meter. Er is dan voldoende ruimte om<br />
Uitwijkplaatsen langs de <strong>Bosruiterweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 36<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
ongehinderd doorgang te verlenen aan hulpverleningsvoertuigen en<br />
landbouwverkeer. De uitwijkplaatsen zullen zo goed mogelijk zichtbaar<br />
worden gemaakt. De ligging van de uitwijkplaatsen en de afstanden tussen de<br />
uitwijkplaatsen worden weergegeven in de bijgaande afbeelding. Ten behoeve<br />
van de veiligheid zal ook verlichting langs de <strong>Bosruiterweg</strong> worden<br />
aangebracht.<br />
Parkeren<br />
De parkeerbehoefte die de huisvesting met zich meebrengt zal worden<br />
opgevangen op het terrein zelf. Hiertoe worden tussen de logiesgebouwen<br />
kleine parkeerterreintjes aangelegd. Daarnaast wordt voorzien in één groot<br />
parkeerterrein, nabij de centrale voorzieningen. Voorts kan het bestaande<br />
parkeerterrein aan de toegangsweg worden ingezet voor het opvangen van de<br />
parkeerbehoefte. Op grond van het aantal kamers (570, 5 per logieseenheid<br />
* 114 eenheden) zijn er 228 plaatsen nodig. Hierbij is uitgegaan van de parkeernorm<br />
van kamerverhuur die 0,4 parkeerplaatsen per kamer is (zie ook<br />
paragraaf 2.2). In verband met de maximale bezetting (600 personen, op 30<br />
kamers twee personen) worden minimaal 240 parkeerplaatsen nodig geacht.<br />
Dit komt ook overeen met een autobezetting van 2,5 personen, die in de<br />
praktijk aannemelijk blijkt. Op het terrein worden 198 parkeerplaatsen<br />
aangelegd en op het bestaande parkeerterrein langs de toegangsweg kan de<br />
resterende behoefte van 42 parkeerplaatsen opgevangen worden (hier zijn 44<br />
plaatsen aanwezig). Derhalve wordt er voorzien in voldoende<br />
parkeergelegenheid.<br />
Groen- en waterstructuur en landschappelijke inpassing<br />
Het terrein is vrijwel geheel omgeven door bospercelen van het Vaartbos. Het<br />
terrein ligt bovendien op grote afstand van de <strong>Bosruiterweg</strong>. Hierdoor is alleen<br />
de entree van het terrein vanaf de openbare weg zichtbaar. Dit heeft tot<br />
gevolg dat het terrein een uitstekende landschappelijke inpassing kent. De<br />
bestaande landschappelijke inpassing zal niet alleen worden gehandhaafd,<br />
maar bovendien worden versterkt, omdat er een afschermde groenbuffer zal<br />
Inrichtingsplan huisvesting tijdelijke werknemers (bron: J. de Ruiter Holding bv)<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 37<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
worden aangelegd tussen de het deel van het terrein dat voor de huisvesting<br />
wordt aangewend en het resterende deel van het terrein.<br />
Direct rondom de gebouwen blijft net als nu groen in de vorm van grasvelden<br />
aanwezig. Doordat direct rondom de gebouwen veel groen aanwezig is, is het<br />
bebouwingspercentage relatief laag. Dit komt ten goede aan de uitstraling van<br />
het terrein.<br />
De bestaande waterstructuur zal worden gehandhaafd. Het huidige<br />
concentrische slotenpatroon zal dus ongewijzigd blijven bestaan, evenals de<br />
waterlopen die aan een aantal zijden van het terrein aanwezig zijn.<br />
Natuurontwikkeling<br />
Tegelijkertijd met de ontwikkeling van de huisvesting zal ook de natuurlijke<br />
structuur worden versterkt. Het terrein ligt aan de Hoge Vaart. De provincie<br />
Flevoland, het waterschap en Staatsbosbeheer gaan deze vaart inrichten om<br />
te voldoen aan de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). Hiervoor zal aan<br />
beide oevers een strook van 20 meter breed worden ingericht ten behoeve<br />
van moerasontwikkeling.<br />
Staatsbosbeheer<br />
beschikt daarvoor reeds<br />
over alle benodigde<br />
gronden langs de Hoge<br />
Vaart, met uitzondering<br />
van de strook die<br />
behoort tot het<br />
voormalige<br />
campingterrein. Met de<br />
initiatiefnemer van de<br />
huisvesting is overeen<br />
gekomen dat hij deze<br />
strook van 20 meter<br />
breed zal inzetten voor<br />
het KRW project en deze<br />
strook zal inrichten (en<br />
onderhouden) als<br />
moeraszone. Hierdoor<br />
ontstaat een<br />
aaneengesloten<br />
moerasstrook van 20<br />
meter aan beide zijden<br />
van de Hoge Vaart. Dit<br />
heeft een positief effect<br />
op de natuur in de<br />
omgeving.<br />
Zoon, buro voor ecologie, heeft de moerasontwikkeling ter plaatse van het<br />
voormalige campingterrein in overleg met Staatsbosbeheer nader uitgewerkt 2 .<br />
2 Zoon, buro voor ecologie, ‘Moerasontwikkeling langs Hoge Vaart – terrein <strong>Bosruiterweg</strong> 16<br />
Zeewolde’, 19 januari 2012<br />
Omvormen camping naar huisvesting arbeidsmigranten.<br />
Moerasontwikkeling aan Hoge Vaart van 20 m breed<br />
Moerasontwikkeling Staatsbosbeheer aan beide oevers<br />
Bestemming verblijfsrecreatie in gebruik als akker<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 38<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
De rapportage hiervan is opgenomen in de bijlage. Onderstaand is een<br />
dwarsprofiel opgenomen van de moerasontwikkeling en een impressie van de<br />
mogelijke toekomstige levensgemeenschappen in de moeraszone. Er zal<br />
leefruimte ontstaan voor wilgen, riet, waterplanten, otters en bevers.<br />
Technisch dwarsprofiel moerasontwikkeling (bron: Zoon, buro voor ecologie)<br />
Impressie van mogelijke toekomstige levensgemeenschappen in de moeraszone (bron: Zoon, buro voor ecologie)<br />
De grond die uitgegraven wordt voor de moerasontwikkeling zal verwerkt<br />
moeten worden op het eigen terrein. In de beschoeiing langs de Hoge Vaart<br />
zullen enkele gaten worden gemaakt, op de waterspiegel en juist daaronder,<br />
voor dieren. De waterstrook (0 tot 8 meter vanaf de landzijde) zal een 5<br />
jaarlijks beheer gaan kennen. Beheer van overjarig waterriet (15 tot 20 meter<br />
vanaf de landzijde) kan in vorstperioden geschieden. De zone zal ten behoeve<br />
van de natuurontwikkeling niet toegankelijk worden voor mensen.<br />
Beheer<br />
Na realisatie van de huisvesting zal het complex beheerd worden door de<br />
initiatiefnemer. Dit betekent dat er sprake is van direct en dagelijks toezicht<br />
door een beheerder op het terrein. De beheerder van het complex is niet<br />
alleen voor de belangen van de verhuurder aanwezig, maar fungeert tevens<br />
als eerste aanspreekpunt voor de huurders. Tevens houdt de beheerder de<br />
‘openbare orde’ op het park in het oog en zal daarbij zo nodig maatregelen<br />
treffen. De gemeente zal een convenant sluiten om afspraken vast te leggen<br />
over het beheer en toezicht, zowel ten aanzien van fysieke als sociale<br />
aspecten.<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 39<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
Resterende deel plangebied<br />
Een aanzienlijk deel van het plangebied zal niet worden aangewend voor de<br />
huisvesting van de tijdelijke werknemers. Dit deel zal een agrarische<br />
bestemming krijgen, zonder bouwmogelijkheden. Dit is conform het<br />
bestaande gebruik van de gronden. Dit betekent dat de geldende bestemming<br />
als natuurkampeerterrein vervalt en het niet langer mogelijk is de gronden<br />
voor deze functie te gebruiken.<br />
4.3 Vertaling in bestemmingsplan<br />
Voor de inrichting van het plangebied, worden in het bestemmingsplan vier<br />
bestemmingen opgenomen: ‘Agrarisch’, ‘Gemengd’, ‘Natuur’ en ‘Verkeer-2’.<br />
De bestemming ‘Gemengd’ is gegeven aan het deel van het terrein dat zal<br />
worden ingezet voor de huisvesting van de tijdelijke werknemers. Voor de<br />
bouw van de logiesgebouwen en de gebouwen met centrale voorzieningen zijn<br />
bouwvlakken opgenomen. Gebouwen mogen uitsluitend binnen deze<br />
bouwvlakken worden gebouwd. Hierdoor ligt de positie van de gebouwen in<br />
grote lijnen vast en kan de inrichting van het terrein qua bebouwing niet<br />
zonder meer wijzigen. Buiten het bouwvlak mogen onder voorwaarden wel<br />
bouwwerken geen, gebouwen zijnde worden opgericht. Binnen de<br />
bestemming ‘Gemengd’ kunnen niet alleen de logiesgebouwen en gebouwen<br />
voor centrale voorzieningen worden gerealiseerd, maar ook bijbehorende<br />
voorzieningen, zoals wegen, paden, parkeervoorzieningen, sportvelden,<br />
groenvoorzieningen en water.<br />
De bestemming ‘Agrarisch’ is gebruikt voor het terreindeel dat niet zal worden<br />
aangewend voor de huisvesting. Hierdoor kan het agrarische gebruik, dat nu<br />
al plaatsvindt op deze gronden, worden voortgezet. Op deze gronden zijn<br />
geen bouwmogelijkheden, behoudens zeer kleinschalige bouwwerken, geen<br />
gebouwen zijnde.<br />
De strook grond langs de Hoge Vaart die zal worden ingericht als moeraszone,<br />
heeft de bestemming ‘Natuur’. Deze bestemming maakt de inrichting en<br />
handhaving als moeraszone mogelijk. Om de natuurwaarden te beschermen<br />
is aan deze bestemming een omgevingsvergunningenstelsel gekoppeld voor<br />
het uitvoeren van diverse werken en werkzaamheden. Alleen als de<br />
natuurlijke waarden niet onevenredig (kunnen) worden aangetast, mogen<br />
bepaalde werken en werkzaamheden worden uitgevoerd.<br />
De toegangsweg naar de huisvesting en de agrarische gronden en de direct<br />
omliggende gronden zijn bestemd als ‘Verkeer-2’. Hier zijn onder meer<br />
wegen, paden, parkeervoorzieningen en groenvoorzieningen mogelijk. Deze<br />
bestemming regelt dat deze toegangsweg tevens een verblijfsfunctie heeft. Er<br />
is immers alleen sprake van langzaamrijdend bestemmingsverkeer op deze<br />
weg.<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 40<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
5. MILIEU<br />
Bij het opstellen van een bestemmingsplan is het van belang om na te gaan in<br />
hoeverre milieuhygiënische factoren van invloed zijn op de voorgestane<br />
bestemmingen. In dit kader wordt aandacht besteed aan een aantal relevante<br />
milieufactoren.<br />
5.1 Geluid<br />
Algemeen<br />
Voor het aspect geluid is binnen het plangebied de Wet geluidhinder (Wgh)<br />
van toepassing. De Wgh kent voor weg- en railverkeer alsmede voor<br />
gezoneerde industrieterreinen voorkeursgrenswaarden op nieuwe<br />
bestemmingen.<br />
De Wgh gaat uit van zones langs (spoor)wegen en zones bij<br />
industrieterreinen. Het gebied binnen deze zone geldt als akoestisch<br />
aandachtsgebied, waar voor bouwplannen en bestemmingsplannen een<br />
akoestische toetsing uitgevoerd dient te worden.<br />
In het kader van dit bestemmingsplan is alleen wegverkeerslawaai van<br />
belang. Er liggen in het bestemmingsplan of in de directe omgeving geen<br />
spoorlijnen of gezoneerde bedrijventerreinen.<br />
Wegverkeerslawaai<br />
In de Wgh is bepaald dat elke weg van rechtswege een geluidszone heeft (art.<br />
74 lid 1). Een uitzondering hierop zijn wegen die zijn gelegen in een 30<br />
km/uur-zone of in een woonerf. De breedte van de geluidszones is afhankelijk<br />
van het aantal rijstroken en de ligging van een weg:<br />
in stedelijk gebied:<br />
voor een weg bestaande uit 1 of 2 rijstroken: 200 meter;<br />
voor een weg bestaande uit 3 of meer rijstroken: 350 meter.<br />
in het buitenstedelijk gebied:<br />
voor een weg bestaande uit 1 of 2 rijstroken: 250 meter;<br />
voor een weg bestaande uit 3 of 4 rijstroken: 400 meter;<br />
voor een weg bestaande uit 5 of meer rijstroken: 600 meter.<br />
De Wgh stelt dat in principe de geluidsbelasting op (bedrijfs)woningen niet de<br />
48 dB mag overschrijden. Indien nieuwe geluidsgevoelige functies worden<br />
toegestaan, stelt de Wgh de verplichting akoestisch onderzoek te verrichten<br />
naar de geluidsbelasting ten gevolge van alle wegen op een bepaalde afstand<br />
(binnen een zone) van de geluidsgevoelige functie(s).<br />
Grenswaarden<br />
Nieuwe geluidsgevoelige objecten, zoals (bedrijfs)woningen, die worden<br />
gerealiseerd binnen de geluidszones dienen te worden getoetst aan<br />
grenswaarden van de geluidsbelasting die zijn aangegeven in de Wgh. Hierbij<br />
geldt een voorkeursgrenswaarde van 48 dB (Lden). Indien deze waarde wordt<br />
overschreden, kan het college van burgemeester en wethouders ontheffing<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 41<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
verlenen. De maximale ontheffingswaarde is afhankelijk van de functie van<br />
het geluidsgevoelig object en de geluidsbron. Bij de ontheffing dient het<br />
college te motiveren waarom bron- en overdrachtsmaatregelen niet mogelijk<br />
zijn en waarom het bouwplan gewenst is. Ook dient het in de Wgh vastgelegd<br />
binnenniveau gewaarborgd te worden.<br />
Geluid in relatie tot het plangebied<br />
Logiesgebouwen voor de huisvesting van tijdelijke werknemers worden in de<br />
Wet geluidhinder niet aangemerkt als geluidgevoelige objecten. Ook de<br />
bijbehorende centrale voorzieningen zijn dat niet. In het kader van een goede<br />
ruimtelijke ordening is het echter wel wenselijk om de geluidbelasting in beeld<br />
te brengen.<br />
Nabij het plangebied is één weg gelegen: de <strong>Bosruiterweg</strong>. Dit is een<br />
gezoneerde weg op basis van de Wet geluidhinder. De <strong>Bosruiterweg</strong> is<br />
gelegen buiten de bebouwde kom en heeft daardoor formeel een maximum<br />
snelheid van 80 kilometer per uur. De weg heeft 1 rijstrook en is in<br />
buitenstedelijk gebied gelegen, waardoor deze een zone heeft van 250 meter.<br />
De bouw van de nieuwe logiesgebouwen vindt voor een klein deel plaats in de<br />
geluidzone.<br />
Berekening<br />
Om de geluidsbelasting op de gevel als gevolg van de logiesgebouwen te<br />
bepalen is gebruik gemaakt van ‘Standaard Rekenmethode I’ conform bijlage<br />
III van het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006. Dit model is bedoeld<br />
om voor eenvoudige situaties de geluidsberekeningen uit te voeren.<br />
Invoergegevens<br />
Van de <strong>Bosruiterweg</strong> zijn geen exacte verkeersintensiteiten bekend. Na<br />
overleg met de gemeente is bepaald dat uitgegaan kan worden van gemiddeld<br />
300 motorvoertuigen (mvt) per etmaal op een weekdag. Representatief voor<br />
de onderhavige locatie is de gemiddelde weekdagintensiteit. Deze intensiteit<br />
moet verhoogd worden met de verkeersbewegingen die ontstaan als gevolg<br />
van de realisatie van de huisvesting voor tijdelijke werknemers. Zoals in<br />
paragraaf 4.2 uiteen is gezet, bedraagt deze circa 950 mvt per etmaal.<br />
Hiermee ontstaat een totale gemiddelde etmaalintensiteit van circa 1.250 mvt<br />
per etmaal. Uitgaande van 0,5 % autonome groei per jaar, welke reëel is voor<br />
de <strong>Bosruiterweg</strong> gezien het karakter van deze weg, zal dit naar verwachting in<br />
2022 ca. 1315 mvt/etmaal bedragen.<br />
Andere aannames zijn een gemiddelde uurintensiteit van ca. 6,75% van de<br />
etmaalintensiteit, 92% lichte voertuigen, 5% middelzwaar en 3% zwaar<br />
verkeer. Voor wat betreft het type wegdek wordt uitgegaan van ‘dicht asfalt<br />
beton’ (referentiewegdek). In onderstaande tabel zijn verkeersgegevens<br />
weergegeven.<br />
Straatnaam Etmaal<br />
Intensiteit<br />
Periode Uurintensiteit (%<br />
van de<br />
etmaalintensiteit)<br />
Lichte<br />
motorvoertuigen<br />
(% van de<br />
uurintensiteit)<br />
Middelzware<br />
motorvoertuigen<br />
(% van de<br />
uurintensiteit)<br />
<strong>Bosruiterweg</strong> 1315 Dag 6,75 92,0 5,0 3,0<br />
Avond 3,50 92,0 5,0 3,0<br />
Nacht 0,63 92,0 5,0 3,0<br />
Zware<br />
motorvoertuigen<br />
(% van de<br />
uurintensiteit)<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 42<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
Berekeningen zijn gemaakt voor een beoordelingshoogte van 1,5, 4,5 en 7,5<br />
meter. Als afstand tussen de wegas en de gevels van de logiesgebouwen is<br />
uitgegaan van 218 meter. Dit is de kortste afstand die voorkomt. De afstand<br />
verschilt namelijk doordat de afstand tussen het voormalige campingterrein<br />
en de <strong>Bosruiterweg</strong> kleiner wordt richting het oosten.<br />
Resultaten<br />
De rekenresultaten zijn opgenomen in de bijlage. Uit de rekenresultaten blijkt<br />
dat op een beoordelingshoogte van 1,5 meter de geluidsbelasting aan de<br />
gevel 36 dB bedraagt. Op een hoogte van 4,5 meter bedraagt deze 37 dB en<br />
op een hoogte van 7,5 meter bedraagt deze 38 dB. Hieruit kan geconcludeerd<br />
worden dat de voorkeursgrenswaarde van 48 dB niet wordt overschreden. Dit<br />
betekent dat er sprake is van een goed akoestisch klimaat en daarmee een<br />
goede ruimtelijke ordening. Derhalve zijn er geen belemmeringen voor de<br />
realisatie van de huisvesting vanuit het aspect geluid.<br />
5.2 Bodem<br />
Algemeen<br />
Het is wettelijk (via de bouwverordening) geregeld dat nieuwbouw pas kan<br />
plaatsvinden als de bodem geschikt is (of geschikt is gemaakt) voor het<br />
beoogde doel. Om deze reden dient bij iedere nieuwbouwactiviteit de<br />
bodemkwaliteit door middel van onderzoek (conform NEN5740) in beeld te<br />
worden gebracht. Als blijkt uit het onderzoek dat de bodem niet geschikt is<br />
dan zal voor aanvang van de werkzaamheden een sanering moeten worden<br />
uitgevoerd, om de bodem wel geschikt te maken.<br />
Bodemkwaliteit in relatie tot het plangebied<br />
Het voorliggende plan maakt de realisatie van logiesgebouwen en centrale<br />
voorzieningen ten behoeve van de huisvesting van tijdelijke werknemers<br />
mogelijk. Voor de bouw kan plaatsvinden dient er inzicht te zijn of de bodem<br />
geschikt is voor dit doel. Bij de omgevingsvergunningaanvraag voor het<br />
bouwen zal daarom een bodemonderzoek conform NEN5740 worden<br />
uitgevoerd. In het verleden zijn de gronden alleen gebruikt ten behoeve van<br />
een natuurkampeerterrein. Gelet hierop is er geen enkele reden om te<br />
veronderstellen dat de gronden ernstig verontreinigd zijn en niet geschikt zijn<br />
voor het beoogde gebruik. Dit betekent dat er geen belemmeringen zijn<br />
vanwege de bodemkwaliteit voor de uitvoering van het bestemmingsplan.<br />
5.3 Bedrijvigheid en milieuzonering<br />
Algemeen<br />
Om tot een ruimtelijk relevante toetsing van bedrijven op milieuhygiënische<br />
aspecten te komen wordt het begrip milieuzonering gehanteerd. De<br />
milieuzonering zorgt voor voldoende afstand tussen milieubelastende<br />
activiteiten (zoals bedrijven) en milieugevoelige functies (zoals woningen) in<br />
ruimtelijke plannen. Hiertoe zijn bedrijven voorzien van een zone waar<br />
mogelijke nadelige effecten zijn voor woningen. Maatgevend zijn de thema’s<br />
geur, geluid, stof en gevaar. Vanuit het oogpunt van een goede ruimtelijke<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 43<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
ordening is het voorkomen van voorzienbare hinder door milieubelastende<br />
activiteiten van belang. Daarnaast mogen bedrijven niet worden beperkt in<br />
hun mogelijkheden.<br />
Op landelijk niveau is de Wet milieubeheer van kracht. Op basis van deze wet<br />
kan het bevoegd gezag voorschriften (bijvoorbeeld grenswaarden) opleggen<br />
aan bedrijven. Als de activiteiten van een bedrijf niet in overeenstemming zijn<br />
met het bestemmingsplan, mag een aanvraag voor een omgevingsvergunning<br />
voor milieu worden geweigerd. Een grote groep van bedrijven valt onder het<br />
Activiteitenbesluit. Het Activiteitenbesluit is een AMvB op basis van de Wet<br />
milieubeheer die standaardvoorschriften bevat voor een grote groep van<br />
bedrijven met standaardprocessen. Als een bedrijf in het bezit is van<br />
vergunning of voldoet aan het Activiteitenbesluit betekent niet dat deze<br />
bedrijven geen hinder kunnen veroorzaken.<br />
Om mogelijke hinder van bedrijven voor bewoners te voorkomen wordt de<br />
daarvoor algemeen aanvaarde VNG-uitgave ‘Bedrijven en milieuzonering’<br />
(2009) gebruikt. In deze uitgave is de potentiële milieubelasting voor een hele<br />
reeks van bedrijven bepaald aan de hand van een aantal milieuaspecten,<br />
zoals geur, stof, geluid en gevaar. De milieubelasting is voor die aspecten<br />
vertaald in richtlijnen voor aan te houden afstanden tussen milieubelastende<br />
en milieugevoelige functies. Deze afstanden kunnen als basis worden<br />
gehanteerd, maar zijn indicatief. Bovendien zijn deze afstanden alleen van<br />
toepassing op nieuwe situaties en niet op bestaande situaties. Het<br />
milieuaspect met de grootste afstand is maatgevend en bepaalt in welke<br />
milieucategorie een bedrijfstype wordt ingedeeld.<br />
Hoe gevoelig een gebied is voor bedrijfsactiviteiten is mede afhankelijk van<br />
het omgevingstype. De in de bedrijvenlijst geadviseerde afstanden zijn gericht<br />
op het omgevingstype "rustige woonwijk" of een vergelijkbaar<br />
omgevingstype, zoals een “rustig buitengebied”. Een rustige woonwijk is een<br />
woonwijk die is ingericht volgens het principe van functiescheiding. Afgezien<br />
van wijkgebonden voorzieningen komen vrijwel geen andere functies (zoals<br />
bedrijven en kantoren) voor. Langs de randen (in de overgang naar mogelijke<br />
bedrijfsfuncties) is weinig verstoring door verkeer.<br />
Naast het omgevingstype ‘rustige woonwijk’ en rustig buitengebied wordt ook<br />
het omgevingstype ‘gemengd gebied’ onderscheiden. Bij een gemengd gebied<br />
kunnen kleinere afstanden tussen bedrijven en woningen worden<br />
aangehouden. Bij een gemengd gebied zijn dus kleinere milieuzones van<br />
toepassing. Bij een gemengd gebied kunnen de afstanden, zonder dat dit ten<br />
koste gaat van het woon- en leefklimaat, met één afstandsstap worden<br />
verlaagd. Dit betekent dat de afstand van de eerstvolgende lagere categorie<br />
mag worden aangehouden. Een gemengd gebied is een gebied dat gezien de<br />
aanwezige functiemenging of ligging nabij drukke wegen al een hogere<br />
milieubelasting kent. Dit betekent dat de eisen in gemengde gebieden minder<br />
streng zijn dan in rustige woonwijken.<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 44<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
In onderstaande tabel zijn de richtafstanden opgenomen tot een ‘rustige<br />
woonwijk’ en ‘gemengd gebied’.<br />
Milieucategorie Richtafstand tot omgevingstype<br />
rustige woonwijk en rustig<br />
buitengebied<br />
Zijn de afstanden tussen milieubelastende en milieugevoelige functies kleiner<br />
dan de voorgeschreven afstanden uit de VNG-publicatie, dan zal door middel<br />
van onderzoek aangetoond moeten worden of de realisatie van een bedrijf<br />
toch mogelijk is en welke maatregelen moeten worden genomen om te komen<br />
tot een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. Aan de hand hiervan kan dan<br />
gemotiveerd worden afgeweken van de standaard adviesafstanden.<br />
Relatie met het plangebied<br />
Richtafstand tot omgevingstype<br />
gemengd gebied<br />
1 10 m 0 m<br />
2 30 m 10 m<br />
3.1 50 m 30 m<br />
3.2 100 m 50 m<br />
4.1 200 m 100 m<br />
4.2 300 m 200 m<br />
5.1 500 m 300 m<br />
5.2 700 m 500 m<br />
5.3 1.000 m 700 m<br />
6 1.500 m 1000 m<br />
Milieucategorieën en richtafstanden tot een rustige woonwijk en gemengd gebied<br />
Bron: Bedrijven en milieuzonering, VNG<br />
Invloed plangebied op de omgeving<br />
Voor de huisvesting van tijdelijke werknemers is geen richtafstand<br />
opgenomen in de VNG-publicatie ‘Bedrijven en milieuzonering’. Qua<br />
ruimtelijke impact en uitstraling is het echter vergelijkbaar met een<br />
vakantiecentrum. Ook daar kunnen mensen voor langere tijd verblijven en<br />
ook daar zijn centrale voorzieningen aanwezig. Vakantiecentra behoren tot<br />
categorie 3.1 en kennen daardoor een richtafstand van 50 meter. Binnen deze<br />
richtafstand zijn rondom het plangebied geen milieugevoelige functies, zoals<br />
woningen, gelegen.<br />
Invloed omgeving op het plangebied<br />
In de directe omgeving van het plangebied zijn geen bedrijven gelegen. Op<br />
ruime afstand van het plangebied komen wel bedrijven voor. Dit zijn een<br />
vakantiepark, een aantal agrarische bedrijven en een transformatorstation.<br />
De nieuw te realiseren huisvesting is gelegen buiten de richtafstanden van<br />
deze bedrijven. Derhalve worden deze bedrijven niet belemmerd in hun<br />
bedrijfsvoering door de komst van de huisvesting.<br />
Langs het plangebied lopen drie 150 kV hoogspanningsverbindingen die<br />
samenkomen bij het transformatorstation aan de Bloesemweg: de verbinding<br />
Zeewolde-Bunschoten, de verbinding Zeewolde-Almere en de verbinding<br />
Zeewolde knooppunt-Zeewolde. Deze drie verbindingen kennen allen een<br />
indicatieve zone van 80 meter aan beide zijden van de verbinding. Het<br />
plangebied ligt echter op een grotere afstand. Dit betekent dat de<br />
ontwikkelingen in het plangebied niet belemmerd worden door deze<br />
hoogspanningsverbindingen.<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 45<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
Concluderend kan gesteld worden dat er geen belemmeringen zijn voor de<br />
realisatie van de huisvesting voor tijdelijke werknemers vanuit het aspect<br />
bedrijven en milieuzonering.<br />
5.4 Externe veiligheid<br />
Algemeen<br />
In rijksnota's en in het Omgevingsplan van de provincie Flevoland is<br />
aangegeven dat bestemmingsplannen mede beoordeeld worden op het aspect<br />
externe veiligheid. Het externe veiligheidsbeleid betreft de beheersing van<br />
risico's en richt zich op:<br />
het gebruik, de opslag en de productie van gevaarlijke stoffen<br />
(inrichtingen);<br />
het transport van gevaarlijke stoffen (wegen, spoorwegen, waterwegen en<br />
buisleidingen);<br />
het gebruik van luchthavens.<br />
Deze risico’s worden onderverdeeld in het plaatsgebonden risico (PR) en het<br />
groepsrisico (GR).<br />
Het PR richt zich als maat voor het risico vanwege activiteiten met<br />
gevaarlijke stoffen vooral op de te realiseren basisveiligheid voor<br />
personen in de omgeving van die activiteiten. Het wordt uitgedrukt als de<br />
kans per jaar dat een persoon op een plaats in de omgeving van een<br />
risicovolle activiteit zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van<br />
door die activiteit veroorzaakte calamiteit. Een kans op overlijden van 1<br />
op de miljoen per jaar (PR= 10 -6 ) wordt aanvaardbaar geacht. De PR 10 -6<br />
is een harde grenswaarde welke niet mag worden overschreden. Het PR<br />
wordt ‘vertaald’ als een risicocontour rondom de risicovolle activiteit,<br />
waarbinnen geen kwetsbare objecten mogen liggen.<br />
Het GR is bedoeld voor het beperken van de maatschappelijke<br />
ontwrichting als gevolg van een calamiteit met gevaarlijke stoffen. Het GR<br />
is een maat voor de cumulatieve kansen per jaar dat ten minste 10, 100<br />
of 1000 personen overlijden als rechtstreeks gevolg van hun<br />
aanwezigheid in het invloedsgebied van een risicovolle activiteit en van<br />
een daardoor veroorzaakte calamiteit. Rondom een risicobron wordt een<br />
invloedsgebied gedefinieerd, waarbinnen grenzen worden gesteld aan het<br />
aantal maximaal aanwezige personen, de z.g. oriënterende waarde (OW).<br />
Het gaat om een richtwaarde. Het bevoegd gezag mag, mits afdoende<br />
gemotiveerd, van deze richtwaarde afwijken (de verantwoordingsplicht).<br />
De verantwoordingsplicht geldt voor elke toename van het GR, dus ook<br />
als de OW niet wordt overschreden.<br />
Externe veiligheid moet altijd in preventieve zin deel uitmaken van de<br />
besluitvorming bij nieuwe situaties, en kan bij besluitvorming over bestaande<br />
situaties leiden tot aanvullende maatregelen.<br />
Voor externe veiligheid ten aanzien van inrichtingen, de zogenoemde<br />
stationaire bronnen, is het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI) van<br />
kracht en voor het vervoer van gevaarlijke stoffen, de zogenoemde mobiele<br />
bronnen, is de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, alsmede de Nota vervoer<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 46<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
gevaarlijke stoffen (NVGS) bepalend. Deze nota is van toepassing op<br />
ruimtelijke ontwikkelingen en de toename van transporten van gevaarlijke<br />
stoffen. Conform de NVGS wordt er een Basisnet Weg vastgesteld. Dit omvat<br />
een netwerk van rijks- en hoofdwegen waarlangs het transport van<br />
gevaarlijke stoffen wettelijk wordt verankerd. De regelgeving voor<br />
ondergrondse buisleidingen valt per 1 januari 2011 onder het Besluit externe<br />
veiligheid buisleidingen (Bevb). Het Bevb gaat uit van de systematiek zoals<br />
die in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) wordt toegepast. Dit<br />
betekent dat het Bevb uitgaat van grens- en richtwaarden voor het<br />
plaatsgebonden risico (PR) en een verantwoordingsplicht voor het groepsrisico<br />
(GR).<br />
De kans op en de gevolgen van mogelijke ongevallen zijn te berekenen in een<br />
risicoanalyse. Met de risicoanalyse is voor elke willekeurige locatie langs een<br />
route van gevaarlijke stoffen (weg, binnenwater, spoor), het risico voor de<br />
omgeving te berekenen. Eenzelfde berekening kan worden gemaakt voor<br />
inrichtingen waar gevaarlijke stoffen aanwezig zijn (chemische installaties,<br />
vuurwerkfabrieken, LPG installaties, etc.).<br />
Externe veiligheid in relatie tot het plangebied<br />
Op basis van de risicokaart van de provincie Flevoland is een inventarisatie<br />
van de risicobronnen in en rondom het plangebied gemaakt. Bijgaand is een<br />
uitsnede opgenomen van de risicokaart voor het plangebied.<br />
Hoge Vaart<br />
Uitsnede risicokaart (bron: www.risicokaart.nl)<br />
1 Propaantank<br />
De Bosruiter<br />
Buitenplaats<br />
Horsterwold<br />
N305<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 47<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
Risicovolle inrichtingen<br />
Nabij het plangebied is één risicovolle inrichting gelegen. Dit betreft de<br />
Buitenplaats Horsterwold. Op dit vakantiepark is een ondergrondse<br />
propaantank aanwezig met een inhoud van 40 m³. Omdat deze inhoud meer<br />
dan 13 m³ bedraagt, valt deze inrichting onder het BEVI. De huisvesting voor<br />
de tijdelijke werknemers wordt niet binnen de plaatsgebonden risicocontour<br />
van deze inrichting gesitueerd. Een indicatie van de omvang van het<br />
invloedsgebied kan worden verkregen met behulp van gevarenkaart 6 uit de<br />
leidraad risico-inventarisatie. Hieruit blijkt dat voor een opslagtank met een<br />
inhoud van 40 m³ een invloedsgebied van 235 meter wordt aangehouden. Het<br />
plangebied ligt op meer dan 500 meter afstand en is daardoor niet gelegen<br />
binnen het invloedsgebied. Kortom, de ‘Buitenplaats Horsterwold’ levert geen<br />
belemmeringen op voor de realisatie van de huisvesting voor tijdelijke<br />
werknemers.<br />
In het plangebied zelf worden met het voorliggende plan geen risicovolle<br />
inrichtingen mogelijk gemaakt. Wel is in het plangebied 1 propaantank<br />
aanwezig, die momenteel leeg is en niet in gebruik is. De tank heeft een<br />
inhoud van 13 m³ en is in 2011 nog gekeurd. Omdat de inhoud van de tank<br />
niet meer bedraagt dan 13 m³ valt deze (bij ingebruikname) niet onder het<br />
BEVI. De tank valt wel onder de werking van het Activiteitenbesluit. Binnen de<br />
risicocontouren van de propaantank zijn in de huidige situatie geen (beperkt)<br />
kwetsbare objecten aanwezig. Voor de te realiseren huisvesting van<br />
seizoensarbeiders is de tank in principe niet relevant, omdat deze deel<br />
uitmaakt van de inrichting. De tank zal gaan behoren tot de huisvesting en<br />
daarvoor worden gebruikt. Overigens worden de nieuwe logiesgebouwen en<br />
centrale voorzieningen allemaal buiten de plaatsgebonden risicocontouren van<br />
de tank gerealiseerd.<br />
Transport van gevaarlijke stoffen<br />
In en nabij het plangebied vindt transport van gevaarlijke stoffen plaats over<br />
de weg en het water. Transportroutes per spoor zijn niet aanwezig, daar er in<br />
of nabij het plangebied geen spoorwegen zijn gelegen.<br />
Transport van gevaarlijke stoffen over de weg geschiedt via de N305. Deze<br />
weg heeft geen plaatsgebonden risicocontour. Het vervoer van GF3<br />
(brandbare gassen) is bepalend voor het invloedsgebied voor het groepsrisico.<br />
Het invloedsgebied van GF3-stoffen (gaswolk explosie, koude BLEVE),<br />
bedraagt 252 meter 3 . Het invloedsgebied van de N305 valt niet over het<br />
plangebied, daar het plangebied op een afstand van meer dan 900 meter van<br />
deze weg ligt. Daarmee levert de weg geen problemen op voor het<br />
bestemmingsplan.<br />
Transport van gevaarlijke stoffen over het water vindt plaats over de Hoge<br />
Vaart. De Hoge Vaart is in het Basisnet Water aangeduid als groene vaarweg.<br />
Dit houdt in dat het een minder belangrijke vaarweg is, die geen<br />
plaatsgebonden risicocontour heeft, ook niet op het water. Vanwege het<br />
beperkte transport van gevaarlijke stoffen is langs groene vaarwegen geen<br />
3 DHV, ‘Risicoberekening Externe Veiligheid bedrijventerrein Zeewolde’, registratienummer MD-<br />
OM20100025, februari 2010.<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 48<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
groepsrisicoverantwoording nodig. Deze vaarwegen kennen ook geen<br />
Plasbrandaandachtsgebied.<br />
Buisleidingen<br />
In of nabij het plangebied zijn geen buisleidingen aanwezig, waardoor<br />
transport van gevaarlijke stoffen plaatsvindt.<br />
Conclusie<br />
Op basis van het vorenstaande kan worden geconcludeerd dat er geen<br />
belemmeringen zijn voor het bestemmingsplan vanuit het aspect externe<br />
veiligheid.<br />
5.5 Luchtkwaliteit<br />
Algemeen<br />
Op 15 november 2007 is een nieuw wettelijk stelsel voor luchtkwaliteitseisen<br />
van kracht geworden. De hoofdlijnen van de nieuwe regelgeving zijn te vinden<br />
in hoofdstuk 5, titel 5.2 van de Wet milieubeheer, ook wel de Wet<br />
luchtkwaliteit genoemd. De regelgeving is uitgewerkt in onderliggende<br />
Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB’s) en Ministeriële Regelingen. In de<br />
Wet Luchtkwaliteit zijn luchtkwaliteitseisen opgenomen in de vorm van<br />
grenswaarden en richtwaarden voor een aantal luchtverontreinigende stoffen.<br />
De grenswaarden zijn harde milieukwaliteitseisen die in acht moeten worden<br />
genomen. In de praktijk van de ruimtelijke ordening zijn alleen de<br />
grenswaarden voor stikstofdioxide en fijn stof van belang, omdat deze in<br />
Nederland veelvuldig worden overschreden. De grenswaarden van de overige<br />
stoffen worden in de regel in Nederland niet meer overschreden.<br />
In de ‘Wet luchtkwaliteit’ (artikel 5.16 van de Wet milieubeheer) is<br />
aangegeven in welke gevallen de luchtkwaliteitseisen in beginsel geen<br />
belemmeringen vormen voor ruimtelijke ontwikkelingen:<br />
1. er is geen sprake van een feitelijke of dreigende overschrijding van een<br />
grenswaarde (40 µg/m 3 , voor zowel van fijn stof -PM10- en stikstofdioxide<br />
-NO2-);<br />
2. een project leidt – al dan niet per saldo – niet tot een verslechtering van<br />
de luchtkwaliteit;<br />
3. een project draagt ‘niet in betekenende mate’ bij aan de<br />
luchtverontreiniging;<br />
4. een project past binnen het Nationaal Samenwerkingsprogramma<br />
Luchtkwaliteit (NSL), of binnen een regionaal programma van<br />
maatregelen.<br />
Besluit Niet In Betekenende Mate (NIBM)<br />
In dit besluit is bepaald in welke gevallen een ruimtelijke ontwikkeling<br />
vanwege de gevolgen voor de luchtkwaliteit niet hoeft te worden getoetst aan<br />
de grenswaarden. Een project draagt ‘niet in betekende mate’ bij aan de<br />
luchtverontreiniging als de zogenaamde 3% grens niet wordt overschreden.<br />
De 3% grens is gedefinieerd als 3% van de grenswaarde voor de<br />
jaargemiddelde concentratie van fijn stof (PM10) of stikstofdioxide (NO2). Deze<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 49<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
grenswaarde is gesteld op 40 µg/m 3 . Dit komt overeen met 1,2 microgram/m 3<br />
voor zowel PM10 als NO2.<br />
Er zijn twee mogelijkheden om aannemelijk te maken dat een project binnen<br />
de NIBM-grens blijft:<br />
1. Aantonen dat een project binnen getalsmatige grenzen van een categorie<br />
(woningbouwprojecten, kantoorprojecten en enkele inrichtingen) uit de<br />
‘Regeling NIBM’ valt. Er is dan geen verdere toetsing nodig, het project is<br />
in ieder geval NIBM;<br />
2. Op een andere manier aannemelijk maken dat een project voldoet aan het<br />
3% criterium. Hiervoor kunnen berekeningen nodig zijn. Ook als een<br />
project niet kan voldoen aan de grenzen van de Regeling NIBM, is het<br />
mogelijk om alsnog via berekeningen aan te tonen, dat de 3% grens niet<br />
wordt overschreden.<br />
Als de 3% grens voor PM10 of NO2 niet wordt overschreden is het project<br />
NIBM, en hoeft geen verdere toetsing aan grenswaarden plaats te vinden.<br />
Besluit gevoelige bestemmingen<br />
Het besluit gevoelige bestemmingen is gericht op bescherming van mensen<br />
met een verhoogde gevoeligheid voor fijn stof en stikstofdioxide, met name<br />
kinderen, ouderen en zieken. Daartoe voorziet het besluit in zones<br />
waarbinnen luchtkwaliteitsonderzoek nodig is: 300 meter aan weerszijden van<br />
rijkswegen en 50 meter langs provinciale wegen, in beide gevallen gemeten<br />
vanaf de rand van de weg. Waar in zo’n onderzoekszone de grenswaarden<br />
voor fijn stof of stikstofdioxide (dreigen te) worden overschreden, mag het<br />
<strong>totaal</strong> aantal mensen dat hoort bij een ‘gevoelige bestemming’ niet toenemen.<br />
Dit wordt bereikt door de vestiging van bijvoorbeeld een school niet toe te<br />
staan. Bij uitbreidingen van bestaande gevoelige bestemmingen is een<br />
eenmalige toename van maximaal 10% van het totale aantal blootgestelden<br />
toegestaan. De volgende gebouwen met de bijbehorende terreinen zijn<br />
aangemerkt als gevoelige bestemming: scholen, kinderdagverblijven, en<br />
verzorgings-, verpleeg- en bejaardentehuizen. Het besluit ziet zowel op<br />
nieuwbouw als uitbreiding van gevoelige bestemmingen alsmede op de<br />
functiewijziging van bestaande gebouwen naar een gevoelige bestemming. Is<br />
(dreigende) normoverschrijding niet aan de orde, dan is er ook geen<br />
bouwverbod voor gevoelige bestemmingen binnen de onderzoekszone.<br />
Luchtkwaliteit in relatie tot het plangebied<br />
De Regeling NIBM geeft categorieën van gevallen en getalsmatige grenzen<br />
waarbinnen een project altijd NIBM is. De Regeling NIBM kent echter niet de<br />
categorie huisvesting voor tijdelijke werknemers. Dit betekent dat de Regeling<br />
NIBM in dit geval niet van toepassing is en aan de hand van berekeningen<br />
aannemelijk gemaakt moet worden dat de bijdrage NIBM is. Dit is gedaan met<br />
de rekentool NIBM van VROM en Infomil (versie juni 2011).<br />
Gebleken is (zie paragraaf 4.2) dat het autoverkeer van en naar het<br />
plangebied als gevolg van de ontwikkeling van de huisvesting voor tijdelijke<br />
werknemers gemiddeld met circa 950 mvt per weekdagetmaal toeneemt. Het<br />
gemiddeld aandeel vrachtverkeer in de verkeerstoename wordt ingeschat op<br />
circa 2%.<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 50<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
Uit bijgaande afbeelding<br />
blijkt dat de NIBM-tool een<br />
positief resultaat geeft in<br />
de vorm van Groen. Dit<br />
betekent dat de<br />
verkeerstoename van het<br />
plan voor zowel NO2 als<br />
PM10 de NIBM-grens van<br />
3% (1,2 g/m3) niet<br />
overschrijdt. Het project<br />
draagt derhalve ‘niet in<br />
Resultaat NIBM-tool<br />
betekenende mate’ bij aan<br />
de luchtverontreiniging en hoeft niet getoetst te worden aan de grenswaarden<br />
voor luchtkwaliteit.<br />
Voorts maakt het bestemmingsplan de realisatie van nieuwe gevoelige<br />
bestemmingen in de zin van het Besluit gevoelige bestemmingen niet<br />
mogelijk.<br />
5.6 Watertoets<br />
Algemeen<br />
Wetgevend kader<br />
De gemeente Zeewolde is niet primair verantwoordelijk voor alle watertaken,<br />
maar moet de waterbelangen wel goed beschrijven en afwegen binnen de<br />
ruimtelijke ordening. Een van de instrumenten hiervoor is de verplichte<br />
watertoets. De watertoets houdt in dat het Waterschap beoordeelt of de<br />
waterbelangen voldoende zijn afgewogen. De voor de gemeente en<br />
waterschap van belang zijnde wateraspecten zijn hieronder beschreven.<br />
Volgens de Wet gemeentelijke watertaken (2008) is de gemeente<br />
verantwoordelijk voor het inzamelen en transporteren van stedelijk afvalwater<br />
en hemelwater. De gemeente mag vervolgens zelf bepalen op welke wijze het<br />
ingezamelde hemelwater wordt verwerkt. Verder heeft de gemeente de<br />
zorgplicht voor het in openbaar gemeentelijk gebied treffen van maatregelen,<br />
om structurele problemen als gevolg van een voor de gebruiksfunctie nadelige<br />
grondwaterstand in openbaar bebouwd gebied zoveel mogelijk te voorkomen<br />
of te beperken, voor zover doelmatig is en niet de verantwoordelijkheid is van<br />
het waterschap of de provincie.<br />
Het waterschap Zuiderzeeland is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het<br />
oppervlaktewater en beheer van het waterpeil. Daarnaast is het waterschap<br />
verantwoordelijk voor het zuiveren van het afvalwater. Het is van belang dat<br />
de capaciteit van de rioolwaterzuiveringsinstallatie toereikend is en dat het<br />
afvalwater niet te veel verdund wordt met regenwater. De provincie Flevoland<br />
is verantwoordelijk voor het beschermen van het grondwater.<br />
Het is sinds 2003 verplicht om bij ruimtelijke plannen en besluiten een<br />
beschrijving op te nemen van de wijze waarop rekening is gehouden met de<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 51<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
gevolgen van het plan voor de waterhuishouding. De watertoets is een proces<br />
waarbij de initiatiefnemer van een ruimtelijk plan en de waterbeheerder in<br />
een zo vroeg mogelijk stadium afspraken maken over de toepassing en<br />
uitvoering van het waterhuishoudkundige en ruimtelijke beleid. Het<br />
waterschap is het eerste aanspreekpunt in het watertoetsproces, waarbij het<br />
waterschap rekening houdt met het provinciale grondwaterbeleid.<br />
Beleid<br />
Relevante beleidsstukken op het gebied van water zijn de Europese<br />
kaderrichtlijn Water, het Nationaal Waterplan, het Omgevingsplan van de<br />
provincie Flevoland, het Waterbeheerplan 2010-2015 van het waterschap<br />
Zuiderzeeland en het Waterplan van de gemeente Zeewolde. Belangrijkste<br />
gezamenlijke punt uit deze beleidsstukken is dat water een belangrijk sturend<br />
element is in de ruimtelijke ordening. Hierbij zijn de bekende<br />
driestapsstrategieën leidend:<br />
• Vasthouden-bergen-afvoeren (waterkwantiteit)<br />
• Voorkomen-scheiden-zuiveren (waterkwaliteit)<br />
Daarnaast is de Beleidsbrief regenwater en riolering nog relevant. Hierin staat<br />
hoe het best omgegaan kan worden met het hemelwater en het afkoppelen<br />
daarvan. Ook hier gelden de driestapsstrategieën. De meest relevante<br />
beleidsstukken zijn hieronder verder toegelicht.<br />
Europese Kaderrichtlijn Water<br />
Sinds 22 december 2000 is de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) van<br />
kracht. Met deze richtlijn wil Europa het oppervlakte- en grondwater<br />
kwalitatief en ecologisch beschermen en verbeteren en een duurzaam gebruik<br />
van water bevorderen. De Europese Kaderrichtlijn water stelt doelen voor een<br />
goede ecologische en chemische toestand van het oppervlaktewater en het<br />
grondwater. Voor de implementatie van de Europese Kaderrichtlijn Water<br />
binnen Nederland heeft de afgelopen jaren een intensieve samenwerking op<br />
het niveau van (deel)stroomgebieden en gebiedsprocessen plaatsgevonden.<br />
De uitgangspunten en principes van de Europese Kaderrichtlijn Water zijn:<br />
• De vervuiler betaalt<br />
• De gebruiker betaalt<br />
• Sinds 2000 geen achteruitgang van chemische en ecologische toestand<br />
• Resultaatverplichting in 2015<br />
• Stroomgebiedbenadering (op Europees niveau)<br />
Nationaal Waterplan<br />
Het Nationaal Waterplan is het formele rijksplan voor het nationale<br />
waterbeleid. In de Waterwet is vastgelegd dat het rijk dit plan eens in de zes<br />
jaar opstelt. Het is de opvolger van de Vierde Nota waterhuishouding uit 1998<br />
en vervangt alle voorgaande nota’s waterhuishouding. Het Nationaal<br />
Waterplan bevat tevens de stroomgebiedbeheerplannen die op grond van de<br />
Kaderrichtlijn Water zijn opgesteld. Op basis van de Wet ruimtelijke ordening<br />
is het Nationaal Waterplan voor de ruimtelijke aspecten tevens structuurvisie.<br />
De grondgedachte voor duurzaam waterbeheer wordt ‘meebewegen met<br />
natuurlijke processen waar het kan, weerstand bieden waar het moet en<br />
kansen voor welvaart en welzijn benutten’. Voor een duurzaam en integraal<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 52<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
waterbeleid is het belangrijk om waar nodig en mogelijk water de ruimte te<br />
geven en mee te bewegen met en gebruik te maken van natuurlijke<br />
processen, zoals dit bijvoorbeeld wordt toegepast bij Ruimte voor de Rivier.<br />
Het rijk vindt het daarbij van belang dat bij alle wateropgaven en -<br />
maatregelen maximaal wordt meegekoppeld met andere opgaven en<br />
maatregelen en dat problemen zo min mogelijk worden afgewenteld.<br />
Waterbeheerplan 2010-2015<br />
Waterschap Zuiderzeeland streeft naar veiligheid, voldoende water en schoon<br />
water. De wijze waarop het waterschap hier invulling aan wil geven, is<br />
beschreven in het Waterbeheerplan 2010-2015. Het waterbeheerplan is<br />
daarom ingedeeld in deze drie thema’s:<br />
o Veiligheid: met de groei van het stedelijk gebied en de economische<br />
bedrijvigheid langs en op de dijken is het van belang dat deze veiligheid<br />
gewaarborgd blijft.<br />
o Voldoende water: het watersysteem is zo ingericht dat wateroverlast<br />
wordt voorkomen. ook in droge periodes moet er voldoende water zijn.<br />
Daarnaast moet het watersysteem in Flevoland voorbereid zijn op<br />
toekomstige klimaatveranderingen.<br />
o Schoon water: het waterschap zet in op schoon oppervlakte- en<br />
grondwater en een goede structuurdiversiteit langs de oevers van het<br />
watersysteem. Ook het op orde houden van de afvalwaterzuiveringen is<br />
een belangrijke taak.<br />
Waterplan Zeewolde<br />
De gemeente en het waterschap hebben in het Waterplan Zeewolde hun visie<br />
op de ontwikkeling, het gebruik en het beheer van het water in de bebouwde<br />
kom van Zeewolde kenbaar gemaakt. In het Waterplan staat op hoofdlijnen<br />
welke gewenste situatie de partijen nastreven en met welke ingrepen die te<br />
bereiken is. Daarnaast biedt het waterplan een kader voor het omgaan met<br />
water in nieuwe ruimtelijke plannen. De kaders betreffen het<br />
oppervlaktewater, het freatisch grondwater en de riolering.<br />
Water in relatie tot het plangebied<br />
Op elk ruimtelijk plan is de watertoets van<br />
toepassing zoals beschreven in het rapport<br />
"De watertoets toegepast in Flevoland",<br />
van 3 september 2003. Het voorontwerp<br />
bestemmingsplan zal voor de watertoets<br />
ter beoordeling worden voorgelegd aan<br />
het waterschap Zuiderzeeland. Zodra de<br />
resultaten van dat overleg bekend zijn<br />
zullen ze hier worden opgenomen.<br />
Huidig watersysteem<br />
Hoogteligging en huidige bebouwing<br />
In de onderstaande afbeelding zijn de<br />
hoogteverschillen in het plangebied<br />
opgenomen. Het maaiveld van het<br />
plangebied ligt op circa 3,6 m-NAP.<br />
Hoogteligging plangebied (bron: www.ahn.nl)<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 53<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
Op dit moment is op het terrein enige terreinverharding aanwezig in de vorm<br />
van wegen en paden. Er is geen bebouwing aanwezig. Het hemelwater dat in<br />
het plangebied neerkomt infiltreert door de weinige aanwezige verharding<br />
rechtstreeks in de bodem.<br />
Bodem<br />
De bodem in het plangebied bestaat blijkens de bodemkaart uit lichte klei met<br />
een homogeen profiel.<br />
Grondwater<br />
Op de Bodemkaart van Nederland is het gebied gekarteerd met<br />
grondwatertrap VI. Dit betekent dat de Gemiddelde Hoogste Grondwaterstand<br />
(GHG) tussen 0,4 en 0,8 m-mv wordt verwacht. De Gemiddelde Laagste<br />
Grondwaterstand (GLG) wordt dieper dan 1,2 m-mv verwacht. De<br />
grondwaterstand in het plangebied wordt grotendeels bepaald door het<br />
oppervlaktewaterpeil. Dit peil is voor 5.2 meter –NAP. De grondwaterstand<br />
zal, afhankelijk van de gevallen neerslag, rond dit peil fluctueren.<br />
Het plangebied is gelegen in een boringsvrije zone, die tevens een reservering<br />
vormt ten behoeve van de openbare drinkwatervoorziening. In dit gebied mag<br />
de grond niet dieper worden geroerd dan 10 meter –maaiveld. Het plangebied<br />
is niet gelegen een waterwingebied of grondwaterbeschermingsgebied.<br />
Boringsvrije zone zuidelijk Flevoland (bron www.zuiderzeeland.nl)<br />
Oppervlaktewater en veiligheid<br />
In het plangebied is op dit moment oppervlaktewater aanwezig in de vorm<br />
van het concentrische slotenpatroon waarmee het voormalige campingterrein<br />
is ingericht. Rondom het plangebied zijn ook watergangen in de vorm van<br />
sloten aanwezig. Voorts grenst het plangebied aan de Hoge Vaart. Iets ten<br />
oosten van het plangebied ligt de Groenewoudse Tocht. De Hoge Vaart en<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 54<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
Groenewoudse Tocht behoren tot de hoofdwatergangen van het gebied en zijn<br />
daarmee belangrijk voor de afwatering en peilbeheer. Het plangebied maakt<br />
deel uit van het peilvak Hoge Vaart en heeft een zomer- en winterpeil van<br />
5,20 m-NAP. Er zijn geen waterkeringen of kunstwerken ten behoeve van de<br />
waterhuishouding (zoals gemalen, stuwen of sluizen) in het plangebied<br />
aanwezig.<br />
Oppervlaktewatersysteem rondom het plangebied<br />
Het waterschap heeft aangegeven in haar waterbeheersplan dat het<br />
plangebied in een gebied ligt met kwetsbaar water van het hoogste<br />
ecologische niveau.<br />
Riolering<br />
In het plangebied is reeds riolering aanwezig. Dit is aangelegd en gebruikt ten<br />
behoeve van het voormalige gebruik als camping. Het rioleringssysteem is<br />
een vrij verval systeem op eigen terrein. Het rioleringstelsel komt uit op een<br />
pompput. Vanuit deze put wordt het afvalwater verder getransporteerd naar<br />
de zuiveringsinstallatie.<br />
Toekomstig watersysteem<br />
Keuze watersysteem<br />
De voorgenomen ontwikkelingen mogen geen wateroverlast op andere tijden<br />
of plaatsen veroorzaken. Het plan wordt daarom "waterneutraal" ontwikkeld.<br />
Het verharde oppervlak in het gebied neemt toe met circa 11.575 m². Voor de<br />
toename van de verharding dient compensatie te worden gezocht. Daarbij<br />
wordt voor de afwatering de gebruikelijke voorkeursvolgorde voor duurzaam<br />
waterbeheer gevolgd. Het vuile water wordt gescheiden gehouden van het<br />
schone water.<br />
Riolering<br />
Het vuile afvalwater vanuit de gebouwen wordt via het bestaande vrij verval<br />
rioleringssysteem afgevoerd. De nieuwe gebouwen zullen daartoe worden<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 55<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
aangesloten op dit systeem. De capaciteit van het systeem is bekeken en<br />
wordt toereikend geacht voor de nieuwe functie. Waar nodig zal het systeem<br />
wel enigszins worden aangepast, om het zo optimaal mogelijk af te stemmen<br />
op de nieuwe functie. Deze aanpassingen komen aan de orde bij de nadere<br />
(civiel)technische uitwerking hiervan.<br />
Hemelwaterafvoer en waterberging<br />
Voor het hemelwater wordt de voorkeursvolgorde vasthouden – bergen -<br />
afvoeren gehanteerd. Het hemelwater wordt apart ingezameld en zal<br />
gescheiden blijven van het vuile huishoudelijke afvalwater. De mogelijkheden<br />
voor infiltratie van het hemelwater in het gebied zijn zeer gering door de<br />
aanwezigheid van een dikke kleilaag. Daarom zal het hemelwater in het<br />
plangebied opgevangen worden en (vertraagd) afgevoerd worden naar het<br />
oppervlaktewater dat in het plangebied aanwezig is.<br />
Bij de inzameling van hemelwater wordt onderscheid gemaakt tussen<br />
hemelwater van daken (schoon) en terreinverharding (vuil). Het schone<br />
dakwater zal rechtstreeks in de watergangen in het plangebied worden<br />
geloosd. Het vuile hemelwater van het terrein dient via een zuiverende<br />
voorziening te worden geloosd. Dit kan bijvoorbeeld via een infiltratieberm.<br />
De ontsluitingswegen in het plangebied zullen worden verbreed met betonnen<br />
grasblokken. Deze kunnen tegelijkertijd dienen als een soort infiltratieberm.<br />
Het afstromende hemelwater van de wegen kan via de grasblokken infiltreren<br />
in de bodem en vanaf daar afgevoerd worden richting het oppervlaktewater.<br />
De berekening van te realiseren berging is voor het landelijk gebied<br />
gebaseerd op de randvoorwaarde dat de maximale afvoer 1,5 l/s/ha bedraagt.<br />
Rekening houdend met de klimaatverandering wordt een correctiefactor van<br />
+10% toegepast op de maatgevende bui. Voor de dimensionering van de<br />
waterberging in landelijk gebied wordt een bui van 36,3 mm in 24 uur plus<br />
10% (klimaatstoeslag) gebruikt. Als vuistregel hanteert het waterschap<br />
Zuiderzeeland dat in het landelijk gebied per 100 m² verhard oppervlak<br />
gecompenseerd dient te worden met een bergingscapaciteit van 2,40 m³. In<br />
<strong>totaal</strong> is er hierdoor voor het onderhavige plan sprake van een<br />
bergingsopgave van 278 m³.<br />
In deze bergingsopgave zal worden voorzien middels het verbreden van één<br />
van de bestaande watergangen in het plangebied. Hierbij zal rekening worden<br />
gehouden met de randvoorwaarden van het waterschap. Dat betekent dat de<br />
berging berekend wordt boven het streefpeil van 5,2 m-NAP. De watergang<br />
kent een lengte van 306 meter. Door deze aan één zijde te verbreden met<br />
0,60 meter (uitgaande van handhaving van het huidige talud) of aan beide<br />
zijden met 0,30 meter wordt voldoende berging gerealiseerd. Hiervoor is ook<br />
voldoende ruimte aanwezig op het terrein. De waterafvoer vanuit deze<br />
watergang richting de Hoge Vaart zal afdoende geregeld worden. Dit zal nader<br />
worden bekeken bij de civieltechnische uitwerking van het plan. De bestaande<br />
duiker zal worden aangepast, indien blijkt dat de capaciteit onvoldoende is.<br />
Waterkering<br />
In het plangebied zijn geen waterkeringen aanwezig.<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 56<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
Wateroverlast<br />
In het plangebied wordt wateroverlast voorkomen door het vloerpeil van de<br />
gebouwen iets hoger te realiseren dan de omliggende verharding en het<br />
maaiveld, bijvoorbeeld 0,2 meter. Zo wordt afstroming van hemelwater<br />
tijdens hevige regenbuien in de richting van de bebouwing voorkomen.<br />
Daarnaast wordt de bergingscapaciteit van de bovengenoemde watergang<br />
dusdanig gedimensioneerd dat een neerslaggebeurtenis van eens per 80 jaar,<br />
plus 10% klimaatsverandering, opgevangen kan worden zonder binnen en<br />
buiten het plangebied wateroverlast te veroorzaken.<br />
Waterkwaliteit<br />
Omdat het hemelwater van verhardingen en daken, al dan niet na zuivering,<br />
wordt afgevoerd naar oppervlaktewater en zich bij het grondwater voegt, is<br />
het belangrijk de waterkwaliteit te bewaken. Dit gebeurt door in het plan<br />
hemelwater van vervuilde oppervlakken te zuiveren alvorens het zich bij het<br />
grondwater of oppervlaktewater voegt. Daarnaast wordt het gebruik van<br />
uitloogbare materialen zoveel mogelijk vermeden.<br />
5.7 Archeologie<br />
Te verbreden<br />
watergang<br />
Te verbreden watergang ten behoeve van waterberging<br />
Algemeen<br />
Als gevolg van het Verdrag van Malta (Valetta) zijn overheden verplicht om in<br />
het ruimtelijke beleid zorgvuldig om te gaan met het archeologische erfgoed.<br />
Voor gebieden waar archeologische waarden voorkomen of waar een reële<br />
verwachting bestaat dat er archeologische waarden aanwezig zijn dient,<br />
voordat er bodemingrepen plaatsvinden, een archeologisch onderzoek uit te<br />
worden gevoerd.<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 57<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
De zorgplicht voor het archeologisch erfgoed is vastgelegd in de<br />
Monumentenwet uit 1988. Deze is nader uitgewerkt in de Wet op de<br />
Archeologische MonumentenZorg (WAMZ) 2007, en daarmee samenhangend<br />
de Ontgrondingenwet, de Wet milieubeheer, de Woningwet en de Wet op de<br />
ruimtelijke ordening. De wet regelt:<br />
• Bescherming van archeologisch erfgoed in de bodem;<br />
• Inpassen van archeologisch erfgoed in de ruimtelijke ordening;<br />
• Financiering onderzoek: de veroorzaker betaalt.<br />
Hiervoor is het van belang dat er archeologisch onderzoek wordt uitgevoerd<br />
en dat de uitkomsten hiervan door het bevoegde gezag worden meegenomen<br />
in de belangenafweging.<br />
Archeologiebeleid Zeewolde<br />
Voor de gemeente Zeewolde is archeologiebeleid opgesteld in de vorm van<br />
een Archeologische beleidskaart, een toelichting en catalogus van<br />
archeologische monumenten.<br />
Het Archeologiebeleid is opgesteld om de bodemschatten te beschermen. De<br />
doelstellingen van het gemeentelijk archeologiebeleid zijn dat:<br />
bij ruimtelijke ontwikkelingen zorgvuldig wordt omgegaan met<br />
archeologische waarden, zodat deze waar mogelijk behouden blijven voor<br />
toekomstige generaties;<br />
archeologische waarden meer worden ingezet ter versterking van de<br />
ruimtelijke kwaliteit, identiteit en cultuurbeleving.<br />
Daarbij worden andere ruimtelijke belangen niet uit het oog verloren en zet<br />
de gemeente zich in voor evidente archeologische waarden. De gemeente<br />
gaat dus voor een selectief beleid, gericht op die archeologische waarden die<br />
essentieel zijn voor de geschiedschrijving van de gemeente. Daarom worden<br />
er in het beleid zes gebieden onderscheiden. Voor elk gebied geldt een ander<br />
afwijkingsregime voor werkzaamheden met een bepaald oppervlak en diepte.<br />
Zeewolde is een relatief nieuw dorp op voormalige zeebodem. In deze<br />
zeebodem zijn onder andere resten van voorhistorische nederzettingen en van<br />
(vergane) schepen uit de periode sinds de middeleeuwen gevonden.<br />
De vindplaatsen zijn aangemerkt als archeologische monumenten.<br />
Archeologie in relatie tot het plangebied<br />
Het plangebied wordt ingevolge de archeologische beleidskaart grotendeels<br />
aangemerkt als archeologievrij gebied. Daarnaast wordt een klein deel<br />
aangemerkt als archeologisch waardevol gebied 4.<br />
Archeologievrij gebied<br />
Archeologievrij gebied omvat gebieden met een lage of geen archeologische<br />
verwachting van de Archeologische waarden- en verwachtingenkaart. Het<br />
betreft zones met naar verwachting een lage dichtheid aan archeologische<br />
waarden, zones waar naar verwachting de archeologisch relevante bodemlaag<br />
gedeeltelijk of grotendeels is aangetast, zones waar het bodemarchief als<br />
gevolg van recente bodemverstoringen is verstoord en zones waar al<br />
archeologisch onderzoek heeft plaatsgevonden. De beleidsdoelstelling voor de<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 58<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
eleidscategorie Archeologievrij gebied is vrijgave voor andere ruimtelijke<br />
functies.<br />
Archeologisch waardevol gebied 4<br />
De beleidscategorie archeologisch waardevol gebied 4 omvat gebieden met<br />
een gematigde archeologische verwachting van de Archeologische waarden-<br />
en verwachtingenkaart. Het betreft zones met naar verwachting een<br />
gemiddelde dichtheid aan archeologische waarden en zones waar naar<br />
verwachting de archeologisch relevante bodemlaag is aangetast. De<br />
beleidsdoelstelling voor deze categorie is archeologisch vooronderzoek om<br />
vast te stellen of er sprake is van behoudenswaardige archeologische<br />
waarden, maar dan alleen in het geval van grootschalige ruimtelijke<br />
ontwikkelingen, dus op incidentele basis.<br />
De volgende vrijstellingscriteria zijn op deze categorie van toepassing:<br />
oppervlakte plangebied tot 1,5 ha, en<br />
diepte bodemingreep afhankelijk van vrijstellingsdiepte.<br />
Het plangebied valt onder de zone waarin de vrijstellingsdiepte 80 cm onder<br />
maaiveld bedraagt.<br />
Uitsnede archeologische beleidskaart Zeewolde<br />
Conclusie<br />
Een groot deel van de te realiseren gebouwen, verhardingen en andere<br />
voorzieningen valt in de zone archeologievrij gebied. Voor de realisatie<br />
hiervan zijn er vanuit archeologisch oogpunt dan ook geen belemmeringen.<br />
Een klein deel van de logiesgebouwen en verhardingen wordt gerealiseerd<br />
binnen de zone archeologisch waardevol gebied 4. De beoogde<br />
logiesgebouwen zullen worden geplaatst op een vorstvrije vloer, waarvoor tot<br />
maximaal 60 cm onder maaiveld gegraven wordt. Aangezien in deze<br />
archeologische zone een vrijstellingsdiepte van 80 cm geldt, is archeologisch<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 59<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
onderzoek niet nodig. Ook voor de aan te leggen verhardingen zal niet dieper<br />
dan 80 cm gegraven worden, waardoor ook hiervoor geen archeologisch<br />
onderzoek nodig is. Concluderend kan gesteld worden dat het aspect<br />
archeologie niet in de weg staat voor de uitvoering van het bestemmingsplan.<br />
Om de zone archeologisch waardevol gebied 4 te beschermen tegen diepere<br />
bodemingrepen dan 80 cm is deze zone op de verbeelding middels een<br />
dubbelbestemming ‘Waarde-Archeologie’ aangegeven. Binnen deze zone geldt<br />
voor bouwplannen en grondbewerkingen met een oppervlakte van meer dan<br />
1,5 ha en een diepte van meer dan 80 centimeter, een verplichting voor<br />
archeologisch onderzoek.<br />
5.8 Flora en fauna<br />
Toets in het kader van gebiedsbescherming<br />
De toets in het kader van gebiedsbescherming vindt zijn oorsprong in de<br />
Natuurbeschermingswet 1998 en draagt zorg voor de bescherming van<br />
natuurwaarden. De wet kent drie typen gebieden:<br />
Natura 2000-gebieden (overkoepelende naam voor -combinaties van –<br />
Vogel- of Habitatrichtlijngebieden);<br />
Beschermde natuurmonumenten;<br />
Gebieden die de Minister van LNV aanwijst ter uitvoering van verdragen of<br />
andere internationale verplichtingen (met uitzondering van verplichtingen<br />
op grond van de Vogel- en Habitatrichtlijn).<br />
Plannen dan wel projecten in deze gebieden, maar ook daar buiten in verband<br />
met de zogenaamde externe werking, kunnen vergunningplichtig zijn.<br />
Naast de bescherming van de Natuurbeschermingswet kunnen waardevolle<br />
gebieden ook beleidsmatig beschermd zijn doordat zij behoren tot de<br />
ecologische hoofdstructuur (EHS). Uitgangspunt van het beleid is dat plannen,<br />
handelingen en projecten in de EHS niet toegestaan zijn indien zij de<br />
wezenlijke kenmerken en waarden van de EHS significant aantasten (‘neetenzij’<br />
principe).<br />
Gebiedsbescherming in relatie tot het plangebied<br />
Het plangebied is niet gelegen in Natura 2000-gebieden, beschermde<br />
natuurmonumenten of andere natuurgebieden die beschermd worden door de<br />
Natuurbeschermingswet. De dichtstbijzijnde Natura 2000-gebieden betreffen<br />
de ‘Veluwerandmeren’ op bijna 4,5 kilometer afstand. Gezien deze afstand,<br />
het feit dat tussen het plangebied en het Natura-2000 gebied de kern van<br />
Zeewolde gelegen is en het gegeven dat er geen (relevante) ecologische<br />
relatie is tussen het Vaartbos en Natura 2000-gebieden, worden er geen<br />
negatieve effecten verwacht ten gevolge van het bestemmingsplan op het<br />
Natura-2000 gebied.<br />
Het plangebied is ook niet gelegen in de Ecologische Hoofdstructuur (EHS).<br />
Direct rondom het plangebied is wel EHS aanwezig in de vorm van het<br />
Vaartbos. De omringende bossen zijn binnen de Ecologische hoofdstructuur<br />
aangemerkt als waardevol. Het plangebied ligt op enige kilometers afstand<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 60<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
van het prioritaire gebied ‘Horsterwold’. Ook de Robuuste Ecologische<br />
verbinding ‘Oostvaarderswold’, die door de provincie Flevoland gerealiseerd<br />
wordt, ligt op enige kilometers afstand. Het is niet waarschijnlijk dat het plan<br />
deze prioritaire natuurgebieden en essentiële verbinding beïnvloedt. Er is<br />
mogelijk wel invloed op de direct omringende waardevolle natuur. Toetsing<br />
van het plan aan het ‘Nee-tenzij’ principe is daarom nodig.<br />
Zoon, buro voor ecologie heeft een quickscan natuur uitgevoerd 4 voor het<br />
plangebied, waarin een ‘Nee-tenzij’ toets is opgenomen. Het rapport is<br />
opgenomen in de bijlage. Uit het onderzoek blijkt het volgende.<br />
In en rond het plangebied blijven alle natuurlijke terreintypen bewaard.<br />
Vooral de rietsloten zijn belangrijk als leefgebied en voedselgebied van<br />
beschermde soorten. Het is niet te verwachten dat de bebouwing deze<br />
rietsloten bedreigd. Deze belangrijke terreintypen voor wilde planten en<br />
dieren blijven in het plan behouden.<br />
De stukjes akker die bebouwd zullen worden liggen direct tegen de bestaande<br />
ontsluiting aan. Het is onmogelijk dat daardoor beschermde soorten van open<br />
gebieden bedreigd zullen worden.<br />
De invloed van de bebouwing op de sloten is gering. Door de bebouwing zal<br />
het nu zeer rustige terrein waarschijnlijk minder geschikt worden als<br />
voedselgebied voor roofvogels. Deze broeden echter niet in het jonge bos<br />
rondom, maar in oudere bossen verder weg.<br />
Door de bebouwing zal het terrein ook minder geschikt worden als<br />
voedselgebied voor soorten als edelhert en das. De grote afstand van het<br />
plangebied tot de robuuste verbinding Oostvaarderswold, die voor het<br />
edelhert van belang zal zijn, zorgt ervoor dat het effect op deze soort gering<br />
is.<br />
De conclusie van het onderzoek is dat de wezenlijke waarden en kenmerken<br />
van de omringende EHS niet significant worden geschaad. Het project kan<br />
daardoor uitgevoerd worden.<br />
Er dient gemitigeerd te worden door bij de uitvoering en het toekomstige<br />
gebruik de aanwezige rietsloten te sparen. Er worden dan geen beschermde<br />
natuurwaarden bedreigd. Compensatie is niet nodig.<br />
Concluderend kan worden gesteld dat het aspect gebiedsbescherming geen<br />
belemmering vormt voor de uitvoering van het bestemmingsplan.<br />
Bij de ontwikkeling van de huisvesting zal ook natuurontwikkeling<br />
plaatsvinden in de vorm van een moeraszone langs de Hoge Vaart. De<br />
ontwikkeling van deze zone heeft een positief effect op de natuur in de<br />
omgeving. Voor een nadere beschrijving van de moeraszone wordt verwezen<br />
naar paragraaf 4.2. De moerasontwikkeling is ook door Zoon, buro voor<br />
4 Zoon, buro voor ecologie, ‘Quickscan natuur terrein aan de Bosruiter in Zeewolde’, 22 december<br />
2011.<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 61<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
ecologie, uitgewerkt in een aparte rapportage 5 . Deze is in de bijlage<br />
opgenomen.<br />
Toets in het kader van soortbescherming<br />
De toets in het kader van de soortenbescherming is geregeld in de Flora- en<br />
faunawet (FFW). De FFW bevat verbodsbepalingen met betrekking tot het<br />
aantasten, verontrusten of verstoren van beschermde dier- en<br />
plantensoorten, hun nesten, holen en andere voortplantings- of vaste rust- en<br />
verblijfplaatsen. Bij elk plan dat ingrijpt op dergelijke plaatsen dient getoetst<br />
te worden wat het effect is op beschermde soorten. De Flora- en faunawet<br />
hoeft slechts in een bestemmingsplan te worden geïmplementeerd met het<br />
oog op de uitvoerbaarheid van het plan. De wet en bijbehorend Besluit<br />
vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten ('vrijstellingenbesluit') kent<br />
drie verschillende beschermingsregimes voor diverse soorten:<br />
Categorie 1 algemene soorten waarvoor geen ontheffing aangevraagd hoeft te worden bij<br />
bestendig beheer of ruimtelijke ontwikkeling. Anders is wel ontheffing nodig<br />
voor verstoren of vernietigen en geldt altijd de zorgplicht (art.2).<br />
Categorie 2 soorten waarvoor ontheffing aangevraagd moet worden, behalve als er gewerkt<br />
wordt volgens een door de minister goedgekeurde gedragscode. Ontheffing kan<br />
worden verleend als de gunstige staat van instandhouding van de soort niet in<br />
gevaar komt.<br />
Categorie 3 zeldzame soorten, Habitatrichtlijnsoorten en Vogelrichtlijnsoorten (alle vogels).<br />
Altijd moet ontheffing aangevraagd worden. Ontheffing wordt alleen verleend<br />
als voldaan wordt aan alle volgende criteria:<br />
én - er sprake is van een in de wet genoemd belang<br />
én - er geen alternatieven zijn<br />
én - de ingreep geen afbreuk doet aan de gunstige staat van<br />
instandhouding van de soort<br />
Voor alle beschermde soorten geldt de zorgplicht (art. 2 Flora– en faunawet).<br />
Indien het voortbestaan op locatie van beschermde soorten planten of dieren<br />
uit categorie 2 en 3 door een ingreep negatief beïnvloed worden, is het<br />
daarnaast nodig ontheffing aan te vragen van verboden handelingen op grond<br />
van de Flora- en faunawet. Het bevoegd gezag hierin is het Ministerie van ELI.<br />
Soortbescherming in relatie tot het plangebied<br />
Zoon, buro voor ecologie heeft een quickscan natuur uitgevoerd 6 voor het<br />
plangebied. Het rapport is opgenomen in de bijlage. Uit onderzoek komt het<br />
volgende naar voren.<br />
Door de uitvoering van het plan worden geen verblijfplaatsen, migratie- en<br />
foerageerroutes of belangrijke voedselgebieden van beschermde soorten<br />
vernietigd. Het gebied blijft functioneel in tact voor beschermde soorten. Er<br />
treedt daardoor geen overtreding van de Flora- en faunawet op.<br />
Tussen de voormalige campingplaatsen bevinden zich hagen en struiken.<br />
Deze zullen ten behoeve van de bouw van de logiesgebouwen verwijderd<br />
moeten worden. Dit dient buiten de broedtijd van vogels (globaal tussen half<br />
5<br />
Zoon, buro voor ecologie, ‘Moerasontwikkeling langs Hoge Vaart – terrein <strong>Bosruiterweg</strong> 16<br />
Zeewolde’, 19 januari 2012<br />
6<br />
Zoon, buro voor ecologie, ‘Quickscan natuur terrein aan de Bosruiter in Zeewolde’, 22 december<br />
2011.<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 62<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
maart en half juli) te gebeuren. Alle vogels zijn namelijk strikt beschermd als<br />
ze broeden.<br />
Voor de uitvoering van het plan is geen ontheffing van de Flora- en faunawet<br />
nodig.<br />
Concluderend kan gesteld worden dat de Flora en faunawet aan de uitvoering<br />
van het plan dan ook niet in de weg staat. Wel zal het verwijderen van hagen<br />
en struiken buiten de broedtijd plaats moeten vinden en zal tijdens de<br />
uitvoering van werkzaamheden uitvoering moeten worden gegeven aan de<br />
algemene Zorgplicht uit de Flora- en faunawet.<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 63<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 64<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
6. JURIDISCHE ASPECTEN<br />
6.1 Opbouw regels en verbeelding<br />
Het belangrijkste onderdeel van een bestemmingsplan is de bestemming. Aan<br />
alle in het plan begrepen gronden worden ten behoeve van een goede<br />
ruimtelijke ordening bestemmingen toegewezen. Zonodig worden aan deze<br />
bestemmingen regels gekoppeld omtrent het gebruik van de in het plan<br />
begrepen gronden en van de zich daarop bevindende opstallen. Naast de<br />
bestemmingen kunnen ook dubbelbestemmingen voorkomen. Deze<br />
overlappen de 'gewone' bestemmingen en geven eigen regels, waarbij er<br />
sprake is van een rangorde tussen de bestemmingen en de<br />
dubbelbestemmingen.<br />
Bij bestemmingen kunnen aanduidingen voorkomen met als doel bepaalde<br />
zaken nader of specifieker te regelen. Aanduidingen zijn terug te vinden op de<br />
(analoge) verbeelding en hebben een juridische betekenis in het<br />
bestemmingsplan. Alle overige op de (analoge) verbeelding voorkomende<br />
zaken worden verklaringen genoemd. Verklaringen hebben geen juridische<br />
betekenis, maar zijn op de (analoge) verbeelding opgenomen om deze beter<br />
leesbaar te maken (bijvoorbeeld topografische ondergrond). Verklaringen<br />
worden in de digitale verbeelding niet uitgewisseld, waardoor die informatie<br />
de burger via de digitale weg niet zal bereiken.<br />
In het kader van het rapport “Standaard Vergelijkbare bestemmingsplannen<br />
2008 (SVBP2008)” zijn bindende afspraken gemaakt over de opbouw van de<br />
planregels. De hoofdstukindeling van de regels is als volgt:<br />
Inleidende regels<br />
begrippen<br />
wijze van meten<br />
Bestemmingsregels<br />
bestemmingen<br />
dubbelbestemmingen<br />
Algemene regels<br />
anti-dubbeltelbepaling<br />
algemene bouwregels<br />
algemene gebruiksregels<br />
algemene aanduidingsregels<br />
algemene afwijkingsregels<br />
algemene wijzigingsregels<br />
Overgangs- en slotregels<br />
overgangsrecht<br />
slotregel<br />
Naast de ‘standaardopbouw’ is in de SVBP2008 ook een aantal begrippen en<br />
de wijze van meten vastgelegd. Het voorliggende bestemmingsplan is daarop<br />
afgestemd, waarbij ook gebruik gemaakt is van de standaardregels van de<br />
gemeente Zeewolde.<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 65<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
Digitalisering<br />
De SVBP2008 is een landelijke standaard en vanaf 1 januari 2010 verplicht<br />
geworden. De basis werd gelegd in de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro),<br />
die op 1 juli 2008 in werking is getreden. In de Wro is de verplichting<br />
opgenomen dat voor het maken, beschikbaar stellen en gebruiken van digitale<br />
plannen de RO standaarden en regels 2008 van toepassing zijn. De<br />
standaarden zijn wettelijk verankerd door middel van een Ministeriële regeling<br />
als uitvoeringsregeling van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro).<br />
De inwerkingtreding van de digitale paragraaf van de Wro (Ministeriële<br />
regeling Standaarden Ruimtelijke Ordening) geldt vanaf 1 januari 2010.<br />
Dit betekent dat nieuwe bestemmingsplannen die na 1 januari 2010 in<br />
procedure worden gebracht, digitaal beschikbaar moeten worden gesteld.<br />
Het voorliggende bestemmingsplan “De Bosruiter” is conform de landelijke<br />
RO-standaarden (2008) opgesteld. Het plan voldoet daarmee aan de digitale<br />
verplichting.<br />
6.2 Opbouw bestemmingsregels<br />
De bestemmingsregels hebben betrekking op een bestemming. In een<br />
bestemmingsregel wordt aangegeven hoe de als zodanig op de (analoge)<br />
verbeelding aangegeven gronden mogen worden bebouwd en gebruikt.<br />
Tevens kan de bestemmingsregel een omgevingsvergunning voor de<br />
uitvoering van een werk, geen bouwwerk zijnde (de voormalige<br />
aanlegvergunning) bevatten. De indeling van een bestemmingsregel is als<br />
volgt:<br />
Bestemmingsomschrijving;<br />
Bouwregels;<br />
Nadere eisen;<br />
Afwijken van de bouwregels;<br />
Specifieke gebruiksregels;<br />
Afwijken van de gebruiksregels;<br />
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk<br />
zijnde, of van werkzaamheden;<br />
Wijzigingsbevoegdheid<br />
Duidelijk mag zijn dat een bestemmingsregel niet alle bovenstaande<br />
elementen hoeft te bevatten. Dit kan per bestemming verschillen.<br />
6.3 Opbouw (analoge) verbeelding<br />
Uit de SVBP2008 volgen diverse verplichtingen voor wat betreft de<br />
verbeelding, zoals de kleur van de ondergrond (grijs) en minimaal weer te<br />
geven aspecten op de ondergrond. Ook de diverse kleuren van de<br />
bestemmingen, alsmede de verhouding van de op de verbeelding<br />
voorkomende lijndiktes zijn verplicht voorgeschreven. De legenda ziet er als<br />
volgt uit:<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 66<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
Bestemmingen<br />
bestemmingen (in alfabetische volgorde)<br />
dubbelbestemmingen (in alfabetische volgorde)<br />
Aanduidingen<br />
gebiedsaanduidingen (in alfabetische volgorde)<br />
functieaanduidingen (in alfabetische volgorde)<br />
bouwvlak<br />
bouwaanduidingen (in alfabetische volgorde)<br />
maatvoeringsaanduidingen (in alfabetische volgorde)<br />
figuren<br />
Verklaringen (in alfabetische volgorde).<br />
Ook hier geldt dat een bestemmingsplan niet alle bovenstaande elementen<br />
hoeft te bevatten. Dit kan per plan verschillen.<br />
Voor de ondergrond van de analoge verbeelding is gebruik gemaakt van de<br />
meest actuele Grootschalige Basiskaart van Nederland (GBKN), waar nodig<br />
aangevuld met de kadastrale kaart en aan de hand van luchtfoto’s.<br />
Straatnamen en huisnummers zijn op de verbeelding (plankaart)<br />
weergegeven. De kaart is op een schaal van 1:2000 geplot.<br />
In de legenda op verbeelding is bovendien de versie en status van het<br />
bestemmingsplan vermeld (voorontwerp/ontwerp/vastgesteld). Verder staat<br />
de noordpijl in de legenda aangegeven.<br />
6.4 Afstemming met andere regelgeving<br />
Welstandsnota:<br />
Bouwplannen worden niet alleen getoetst aan de bepalingen in dit<br />
bestemmingsplan ten aanzien van:<br />
omvang en situering van gebouwen;<br />
omvang en situering van bijgebouwen/aan- en uitbouwen;<br />
omvang en situering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde;<br />
maar worden daarnaast getoetst aan het gemeentelijke welstandsbeleid ten<br />
aanzien van:<br />
aan- en/of uitbouwen;<br />
bijgebouwen en overkappingen:<br />
dakkapellen;<br />
gevelwijzigingen;<br />
erfafscheidingen;<br />
reclame.<br />
6.5 Artikelgewijze toelichting<br />
In deze paragraaf wordt voor elk artikel een nadere inhoudelijke toelichting<br />
gegeven.<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 67<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
Artikel 1 en 2:<br />
Voor de begripsomschrijvingen en wijze van meten is aangesloten bij het<br />
SVBP 2008, de NIROV-uitgaven: “Op dezelfde (digitale) leest” en de<br />
standaardregels van de gemeente Zeewolde.<br />
Artikel 3 Agrarisch<br />
Deze bestemming is toegekend aan de gronden die niet worden gebruikt voor<br />
de huisvesting van de tijdelijke werknemers, maar die wel tot het voormalige<br />
kampeerterrein behoren. Hier vindt momenteel al agrarisch gebruik plaats.<br />
Dat kan met deze bestemming worden voortgezet. Op de gronden zijn<br />
uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde met een bouwhoogte van<br />
maximaal 3 meter toegestaan.<br />
Artikel 4 Gemengd<br />
Deze bestemming is gebruikt om de logiesgebouwen met centrale<br />
voorzieningen ten behoeve van de huisvesting van tijdelijke<br />
arbeidsmigranten, op maat te bestemmen. Het terrein en de gebouwen dient<br />
bedrijfsmatig te worden geëxploiteerd, om permanente bewoning te<br />
voorkomen. Ook zijn binnen deze bestemming daarbij behorende<br />
voorzieningen, zoals parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, speel- en<br />
sportvoorzieningen, water en nutsvoorzieningen toegestaan. Voorts zijn<br />
(ontsluitings)wegen en paden mogelijk. Dit kunnen zowel (ontsluitings)wegen<br />
en paden zijn ten dienste van de bestemming Gemengd als ten behoeve van<br />
de aangrenzende bestemming Agrarisch.<br />
Gebouwen voor logies toegestaan zijn toegestaan en gebouwen voor centrale<br />
voorzieningen ten behoeve van de logies. Gebouwen mogen uitsluitend<br />
binnen de op de verbeelding aangegeven bouwvlakken worden gebouwd. De<br />
goothoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 6,5 meter en de<br />
bouwhoogte niet meer dan 8,5 meter. Hierdoor zijn gebouwen van maximaal<br />
2 bouwlagen met een flauwe kap mogelijk.<br />
De gebouwen ten behoeve van de centrale voorzieningen mogen uitsluitend<br />
worden opgericht ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van<br />
gemengd – centrale voorziening’. Daarbij gaat het om een winkeltje, receptie,<br />
kantoren, leslokalen, wasruimte, stilteruimte, fitnessruimte, recreatieruimte<br />
en opslag. Voor alle centrale voorzieningen geldt dat ze overwegend gericht<br />
moeten zijn op de arbeidsmigranten op het terrein en niet overwegend op<br />
mensen ‘van buiten’ het terrein. De centrale voorzieningen worden immers<br />
opgericht ten behoeve van de logiesgebouwen. Zo is een winkeltje met een<br />
maximale oppervlakte van 350 m² wel mogelijk, maar is een ‘grote<br />
supermarkt’, overwegend gericht op klanten/bezoekers ‘van buiten’ (het<br />
terrein voor logies) niet toegestaan. Ook een kantine/recreatieruimte ten<br />
behoeve van de logies is toegestaan, maar ook hiervoor geldt dat geen horeca<br />
is toegestaan die overwegend is gericht op klanten/bezoekers ‘van buiten’.<br />
Ook voor de lesruimte geldt dat het moet gaan om lesruimte ten behoeve van<br />
de logies. Niet toegestaan is lesruimte overwegend ten behoeve van<br />
cursisten/scholieren ‘van buiten’.<br />
In de regels is vastgelegd dat de logiesgebouwen zo moeten worden ingericht<br />
dat in alle logiesgebouwen gezamenlijk maximaal 600 personen voor tijdelijke<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 68<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
logies kunnen worden ondergebracht, en dat er per logé tenminste 10 m²<br />
vloeroppervlakte beschikbaar moet zijn. Dit om de (brand)veiligheid en de<br />
kwaliteit van de huisvesting te waarborgen.<br />
Het parkeren ten behoeve van de logies en centrale voorzieningen dient op<br />
eigen terrein te worden opgelost. De agrarische gronden mogen niet worden<br />
gebruikt voor parkeren ten behoeve van de logies en centrale voorzieningen.<br />
Artikel 5 Natuur<br />
De strook grond langs de Hoge Vaart die zal worden ingericht als moeraszone<br />
is opgenomen in de bestemming ‘Natuur’. Binnen deze bestemming is een<br />
omgevingsvergunning vereist voor diverse werken en werkzaamheden, ter<br />
bescherming van de natuurwaarden. Werken en werkzaamheden die<br />
uitgevoerd moeten worden om de gronden in te richten als moeraszone zijn<br />
uitgezonderd van de vergunningplicht.<br />
Artikel 6 Verkeer-2<br />
Deze bestemming is toegepast voor de toegangsweg in het plangebied naar<br />
de huisvesting en de agrarische gronden. Deze heeft niet alleen een<br />
verkeersfunctie, maar ook een verblijfsfunctie. Ook de direct omliggende<br />
gronden hebben deze bestemming gekregen. Binnen deze bestemming zijn<br />
onder meer wegen, paden, parkeer- en groenvoorzieningen mogelijk.<br />
Artikel 7 Waarde – Archeologie<br />
Deze dubbelbestemming is gebruikt ter bescherming van terreinen die<br />
volgens de gemeentelijke archeologische beleidskaart een gematigde<br />
archeologische verwachting hebben (archeologisch waardevol gebied 4).<br />
Bouwplannen en grondbewerkingen met een omvang van meer dan 1,5 ha en<br />
een diepte van meer dan 80 centimeter kunnen alleen worden gerealiseerd<br />
als eerst een archeologisch onderzoek heeft plaatsgevonden.<br />
Artikel 8 Anti-dubbeltelbepaling<br />
In het nieuwe Besluit op de ruimtelijke ordening is hiervoor een standaard<br />
bepaling opgenomen. Het besluit verplicht om deze bepaling in het<br />
bestemmingsplan op te nemen.<br />
Artikel 9 Algemene bouwregels<br />
In artikel 4 is bepaald dat de gebouwen voor logies en centrale voorzieningen<br />
binnen het bouwvlak moeten worden gebouwd. Als de grens van het<br />
bouwvlak wordt overschreden door een ondergeschikt bouwdeel van deze<br />
gebouwen, zoals een dakoverstek, kan dat met deze bepaling worden<br />
opgelost. Zolang de overschrijding niet meer dan 0,50 meter bedraagt is dat<br />
toelaatbaar.<br />
Artikel 10 Algemene gebruiksregels<br />
De algemene gebruiksregels zijn van toepassing op het gebruik in alle in het<br />
plan voorkomende bestemmingen. Daarnaast zijn ook in de verschillende<br />
bestemmingen specifieke gebruiksbepalingen opgenomen.<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 69<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
Artikel 11 Algemene afwijkingsregels<br />
Voor de afwijkingsbepalingen middels omgevingsvergunning geldt dat in<br />
artikel 11 van de planregels algemene afwijkingsbepalingen zijn opgenomen<br />
die voor alle bestemmingen gelden. In de verschillende bestemmingen zijn<br />
specifieke afwijkingsbepalingen (van de bouwregels en van de gebruiksregels)<br />
opgenomen die alleen voor die bestemming van toepassing zijn. In de<br />
algemene afwijkingsbepalingen is onder meer een mogelijkheid opgenomen<br />
om met maximaal 10% af te wijken van de voorgeschreven maatvoering.<br />
Artikel 12 Overgangsregels<br />
Deze overgangsregels zijn overgenomen uit het Besluit ruimtelijke ordening.<br />
De grootste verandering ten opzichte van de tot voor kort gebruikelijke<br />
overgangsregels is dat de peildatum voor bouwen en gebruik, gelijk is<br />
getrokken. Ook voor het bouwen is nu de datum van inwerkingtreding van het<br />
bestemmingsplan beslissend. Dat was voorheen de datum van de<br />
terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan. De wetgever heeft met<br />
die gelijkschakeling beoogd eenduidigheid te scheppen.<br />
Indien bouwwerken die onder het overgangsrecht vallen teniet gaan ten<br />
gevolge van een calamiteit, dan bestaat de mogelijkheid om terug te bouwen.<br />
Onder een calamiteit wordt hier verstaan: een verwoesting door een<br />
onvermijdelijk, eenmalig, buiten schuld van de indiener van de bouwaanvraag<br />
veroorzaakt onheil.<br />
Artikel 13 Slotregel<br />
Hier is opgenomen hoe de regels van het bestemmingsplan kunnen worden<br />
aangehaald.<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 70<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
7. UITVOERBAARHEID<br />
7.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid<br />
Vooroverleg<br />
In het kader van artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is overleg<br />
gevoerd over het voorontwerpbestemmingsplan met de gebruikelijke<br />
overlegpartners in het kader van de ruimtelijke ordening. In <strong>totaal</strong> heeft drie<br />
keer vooroverleg plaatsgevonden met de VROM-Inspectie (geen reactie),<br />
Waterschap Zuiderzeeland, Provincie Flevoland en Brandweer Flevoland:<br />
31 oktober 2011 op basis van de principe-aanvraag voor het<br />
projectbesluit;<br />
28 december 2011 op basis van het 1 e concept voorontwerp<br />
bestemmingsplan;<br />
23 januari 2012 op basis van het 2 e concept voorontwerp<br />
bestemmingsplan.<br />
Naar aanleiding van de laatstgenoemde overlegronde hebben 3<br />
overlegpartners gereageerd. Onderstaand zijn die reacties samengevat en<br />
voorzien van een gemeentelijk antwoord.<br />
1. Provincie Flevoland, Postbus 55, 8200 AB Lelystad<br />
De provincie heeft twee reacties ingediend.<br />
Reactie 1<br />
In de ambtelijke reactie op het principeverzoek die op 23 december 2011<br />
is toegezonden, is medegedeeld dat de voorgestane ontwikkeling niet past<br />
binnen het Omgevingsplan Flevoland 2006, doch dat, indien de<br />
ontwikkelingen dat rechtvaardigen, onder bepaalde voorwaarden<br />
verruiming van het planologisch regime uit het Omgevingsplan mogelijk is<br />
door toepassing van het zogenoemde experimentenkader.<br />
Voor toepassing van het experimentenkader is een integraal plan vereist.<br />
Het integraal plan zal inzicht moeten bieden in de volgende punten:<br />
De ambities voor het versterken van de vitaliteit van het landelijk<br />
gebied;<br />
Het waarborgen en verbeteren van de kwaliteit van het landelijk<br />
gebied, bijvoorbeeld door eisen van verevening en randvoorwaarden<br />
voor nieuwe functies te stellen;<br />
De wijze waarop met de bestaande situatie en functies in het gebied<br />
wordt omgegaan;<br />
De wijze waarop hierbij omgegaan wordt met natuurwaarden<br />
(saldobenadering);<br />
De wijze waarop het experiment past binnen de ontwikkelingsvisie<br />
2030 en bijdraagt aan de provinciale opgaven voor de speerpunten.<br />
De provincie constateert dat in de ‘Visie huisvesting tijdelijke<br />
arbeidsmigranten De Bosruiter, toetsing aan Omgevingsplan/<br />
experimentenkader’, deze punten aan de orde komen. De visie biedt<br />
daarmee voldoende basis voor het in behandeling nemen van dit verzoek<br />
voor toepassing van het experimentenkader.<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 71<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
In het kader van de procedure van een verzoek tot toepassing van het<br />
experimentenkader moeten Provinciale Staten worden geraadpleegd. Om<br />
die reden zal de overgelegde Visie voor Provinciale Staten ter inzage<br />
worden gelegd.<br />
Op het ontwerp bestemmingsplan kan de provincie zonodig om<br />
inhoudelijke redenen zienswijzen indienen. Provinciale Staten worden in<br />
die fase van de procedure in de gelegenheid gesteld wensen en<br />
bedenkingen kenbaar te maken. Mede aan de hand hiervan zal overwogen<br />
worden of daadwerkelijk gebruik gemaakt zal worden van het Wroinstrumentarium.<br />
Indien voorafgaand aan de vaststelling van het ontwerpbestemmingsplan<br />
behoefte is aan bestuurlijk overleg, dan verneemt de provincie dat graag.<br />
Reactie gemeente<br />
De gemeente is verheugd dat de provincie het verzoek voor toepassing<br />
van het experimentenkader in behandeling wil nemen en neemt voor<br />
het overige de reactie ter kennisgeving aan.<br />
Reactie 2<br />
Het voorontwerpbestemmingsplan geeft aanleiding het volgende op te<br />
merken.<br />
Logies/Logieseenheden/logiesgebouwen<br />
In artikel 3 zijn specifieke gebruiksregels opgenomen die moeten<br />
waarborgen dat er geen permanente bewoning plaatsvindt. De wijze<br />
waarop dit is opgenomen heeft instemming van de provincie. Er wordt<br />
vanuit gegaan dat de gemeente aan de handhaving van dit onderdeel van<br />
de regels strak de hand houdt.<br />
Reactie gemeente<br />
Uiteraard zal de gemeente handhavend optreden indien permanente<br />
bewoning optreedt. Voor het overige neemt de gemeente de reactie ter<br />
kennisgeving aan.<br />
Relatie met de omliggende Ecologische Hoofdstructuur (EHS)<br />
Hoewel gebruik overeenkomstig het huidige bestemmingsplan ook een<br />
externe werking op de omliggende EHS heeft, is niet uitgesloten dat met<br />
de voorgenomen functiewijziging een verandering plaatsvindt op het punt<br />
van de externe werking. Het is nodig om de effecten op het omliggende<br />
natuurgebied in het bestemmingsplan beter in beeld te brengen en om tot<br />
kwalitatief goede oplossingen te komen te komen ter voorkoming van een<br />
ongewenste belasting van het gebied.<br />
Reactie gemeente<br />
Ten behoeve van de ontwikkeling van de huisvesting is door Zoon,<br />
buro voor ecologie 7 , een natuuronderzoek (nee-tenzij toets)<br />
uitgevoerd. Hierin is gekeken naar de externe werking op de<br />
7 Zoon, buro voor ecologie, ‘Quickscan natuur terrein aan de Bosruiter in Zeewolde’, 22 december<br />
2011<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 72<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
omliggende EHS. De effecten op het natuurgebied zijn daarmee in<br />
beeld gebracht. De conclusie van het onderzoek is dat de wezenlijke<br />
waarden en kenmerken van de omringende EHS niet significant worden<br />
geschaad. Een ongewenste belasting van het gebied zal dus niet<br />
optreden. Sterker nog, door het project zal er een positief effect op de<br />
natuur in de omgeving ontstaan. Het project voorziet er namelijk in dat<br />
er langs de Hoge Vaart een 20 meter brede moerasstrook wordt<br />
aangelegd. Hierdoor zal een aaneengesloten moeraszone langs de<br />
Hoge Vaart ontstaan. Zo wordt de omringende EHS beter met elkaar<br />
verbonden, dan nu het geval is. Het plan hiervoor is in overleg met<br />
SBB uitgewerkt.<br />
De <strong>Bosruiterweg</strong><br />
Het is belangrijk bij de nadere uitwerking van het plan aandacht te schenken<br />
aan de wijze waarop het verkeer op de betreffende weg is afgestemd op de<br />
nieuwe gebruiksvormen in en nabij het plangebied. Het bestemmingsplan<br />
dient hierover voldoende duidelijkheid te verschaffen.<br />
Reactie gemeente<br />
Naar aanleiding van de reactie heeft DHV een onderzoek uitgevoerd<br />
naar de verkeerskundige impact van de ontwikkeling 8 en is de<br />
verkeersparagraaf in de toelichting herzien. Hieruit blijkt dat de<br />
verkeersintensiteit op de <strong>Bosruiterweg</strong> de maximale capaciteit van de<br />
weg niet overschrijdt. Derhalve zullen zich geen verkeersproblemen<br />
voordoen. Bovendien heeft de nieuwe bestemming een kleinere impact<br />
op de verkeersstromen dan de huidige bestemming. Wel zullen er een<br />
aantal extra uitwijkplaatsen langs de <strong>Bosruiterweg</strong> worden aangelegd.<br />
Natuurvriendelijke oevers<br />
Voor de aanleg van de natuurvriendelijke oevers is ontheffing nodig op grond<br />
van de Verordening Fysieke Leefomgeving Flevoland. Aan een dergelijke<br />
ontheffing zullen voorwaarden worden verbonden. Hierover zal nader overleg<br />
noodzakelijk zijn. Hoe dit feitelijk het meest praktisch kan worden<br />
vormgegeven valt overigens buiten de werking van deze<br />
bestemmingsplanbeoordeling.<br />
Reactie gemeente<br />
De ontheffing zal voor de start van aanleg van de oevers worden<br />
aangevraagd. Voorafgaand hieraan kan dan zonodig nader overleg<br />
plaatsvinden.<br />
2. Waterschap Zuiderzeeland, Postbus 229, 8200 AE Lelystad<br />
Het Waterschap is positief over het ontwerp-bestemmingsplan. Wel heeft<br />
het waterschap nog één vraag. Er wordt extra waterberging gerealiseerd.<br />
Dat is prima. Maar hoe zit het met de afvoer naar de Hoge Vaart? Is de<br />
bestaande duiker voldoende en in hoeverre speelt de natuurstrook nog<br />
een rol bij de waterafvoer?<br />
8 DHV, ‘Memo Ontwikkeling logies seizoensarbeiders’, kenmerk MO-AF20120231, 13 april 2012<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 73<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
Reactie gemeente<br />
De aan te leggen natuurstrook speelt geen enkele rol bij de<br />
waterafvoer. Deze vormt ook geen enkele belemmering hiervoor. Het<br />
is mogelijk de bestaande waterafvoer te handhaven of een nieuwe in te<br />
passen indien nodig.<br />
De waterafvoer richting de Hoge Vaart zal afdoende geregeld worden,<br />
maar betreft een uitvoeringsaspect, dat niet in het bestemmingsplan<br />
kan worden geregeld en dat nader zal worden bekeken bij de<br />
civieltechnische uitwerking van het plan. De duiker zal dus worden<br />
aangepast, indien blijkt dat de capaciteit onvoldoende is. Dit is ook in<br />
paragraaf 5.6 van de toelichting opgenomen.<br />
3. Brandweer Flevoland, Postbus 10334, 1301 AH Almere<br />
De brandweer heeft twee reacties ingediend.<br />
Reactie 1<br />
De externe veiligheid is voldoende behandeld. De risico’s vallen buiten het<br />
plan of buiten het kader van het BEVI. Wel dienen de propaantanks in het<br />
kader van het nieuwe gebruik te voldoen aan de daarvoor geldende eisen.<br />
Tevens wordt aandacht gevraagd voor de bereikbaarheid van het<br />
plangebied over de <strong>Bosruiterweg</strong>. Verzocht wordt om informatie over de<br />
breedte van de weg. De verbetering in het kader van het<br />
Oostvaarderswold zou nog lang op zich kunnen laten wachten en daarmee<br />
wordt het plangebied mogelijk tekort gedaan. Met name omdat de<br />
verwachting is dat de functie veel automatische meldingen genereert. Wat<br />
betreft deze meldingen bieden het keurmerk en het convenant nog een<br />
mogelijk aanknopingspunt bij het terugdringbeleid.<br />
Reactie 2<br />
De brandweer adviseert het volgende in het kader van bereikbaarheid.<br />
De wegbreedte is onvoldoende voor een onbelemmerde doorgang voor de<br />
hulpdiensten. Het voldoende veilig en snel passeren van het<br />
tegemoetkomende verkeer dient daarom gefaciliteerd te worden. Er<br />
dienen voldoende passeervakken als uitwijkmogelijkheid voor tegenliggers<br />
te zijn.<br />
Voorgesteld wordt passeervakken te realiseren die aan de zuidzijde 0,9<br />
meter uitwijkmogelijkheid geven voor het tegemoetkomende verkeer,<br />
zodat het hulpverleningsvoertuig voldoende ruimte tot zijn beschikking<br />
heeft. De passeerstroken dienen zichtbaar te zijn voor eenieder. Afritten<br />
zijn ook geschikt als uitwijkmogelijkheid. De interval tussen de<br />
uitwijkmogelijkheden kan in de orde van grootte van 300 meter liggen. De<br />
precieze invulling en detaillering wordt aan de afdeling verkeer van de<br />
gemeente overgelaten. De invulling hiervan hoopt de brandweer in de<br />
toelichting van het bestemmingsplan terug te vinden.<br />
Reactie gemeente<br />
In het verleden stonden er 3 propaantanks op <strong>Bosruiterweg</strong> 16. Eén<br />
tank is in 1999 gemeld en hoorde bij de beheerdersunit/-woning<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 74<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
(AMvB 99/127) en twee grotere tanks zijn in 2005 gemeld als<br />
onderdeel van camping Flevoresort De Bosruiter (AMvB 05/015). De<br />
beheerdersunit en de camping werden destijds als twee afzonderlijke<br />
inrichtingen gezien, vandaar dat er twee meldingen zijn gedaan.<br />
De beheerderswoning is enige tijd terug verwijderd of gesloopt. Tijdens<br />
controlebezoek op 9 december 2010 stond de tank er nog wel, maar<br />
was deze leeg en was de gasleiding doorgeknipt/-gezaagd. Op 15<br />
maart 2012 is geconstateerd dat de tank is verwijderd. Nu deze<br />
inrichting niet langer bestaat, komt ook de melding uit 1999 te<br />
vervallen.<br />
Tijdens controlebezoek in december 2010 was nog één van de twee<br />
tanks van de camping aanwezig. Deze was eveneens leeg en de<br />
gasleiding was eveneens doorgeknipt. Op 15 maart 2012 is<br />
geconstateerd dat de situatie met betrekking tot deze tank niet is<br />
gewijzigd t.o.v. het eerdere bezoek.<br />
Op dit moment is er dus nog één propaantank aanwezig, die niet in<br />
gebruik is. De tank is in 2011 nog gekeurd. De tank voldoet derhalve<br />
aan de eisen. De toelichting van het bestemmingsplan is hierop<br />
aangepast.<br />
Langs de <strong>Bosruiterweg</strong> zijn al een aantal uitwijkplaatsen aanwezig.<br />
Daarnaast zullen aan de zuidzijde van de <strong>Bosruiterweg</strong> op de<br />
aanrijdroute van de brandweer een aantal extra uitwijkplaatsen<br />
worden aangelegd. Deze zullen bestaan uit 39 stelconplaten. De<br />
uitwijkplaatsen zullen een lengte van 20 meter krijgen en een breedte<br />
van 2 meter. Hiermee ontstaat ter plaatse van de uitwijkplaatsen een<br />
totale wegbreedte van 5,6 meter. Daarmee zal er voldoende ruimte<br />
zijn voor een ongehinderde doorgang van hulpverleningsvoertuigen.<br />
De uitwijkplaatsen zullen zo goed mogelijk zichtbaar worden gemaakt.<br />
Het interval tussen de uitwijkmogelijkheden zal variëren tussen de 200<br />
en 325 meter. In hoofdstuk 4 van de toelichting is ook een passage<br />
opgenomen over de uitwijkplaatsen, met daarbij een afbeelding van de<br />
ligging van de plaatsen.<br />
Zienswijzen<br />
De formele bestemmingsplanprocedure start met de terinzagelegging van het<br />
ontwerpbestemmingsplan. Gedurende de periode van terinzagelegging kan<br />
eenieder zienswijzen tegen het ontwerpbestemmingsplan indienen. Zodra de<br />
zienswijzen bekend zijn, dan zal op deze plaats een beknopte inhoud van de<br />
zienswijzen alsmede de gevolgen van de zienswijzen voor het<br />
bestemmingsplan vermeld worden.<br />
7.2 Economische uitvoerbaarheid<br />
Samen met het bestemmingsplan kunnen exploitatieplannen (ex. art. 6.12<br />
Wro) vastgesteld worden. Op basis van het exploitatieplan worden<br />
(plan)kosten verhaald. Een exploitatieplan hoeft niet opgesteld te worden als<br />
het kostenverhaal ‘anderszins verzekerd’ is, door middel van bijvoorbeeld<br />
anterieure overeenkomsten of als de gemeente eigenaar is van de gronden.<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 75<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
De gemeente Zeewolde zal met de initiatiefnemer een overeenkomst<br />
plankosten afsluiten. Hierin zal vastgelegd worden dat alle plankosten voor<br />
rekening komen van de initiatiefnemer. Tevens zal een overeenkomst<br />
planschade worden afgesloten. Eventuele planschade voor derden ten gevolge<br />
van de ontwikkelingen komt hierdoor niet voor rekening van de gemeente,<br />
maar zal gedragen moeten worden door de initiatiefnemer. Tot slot zal tussen<br />
de gemeente en initiatiefnemer een convenant worden gesloten waarin<br />
afspraken worden opgenomen over beheer en toezicht. De voorgaande<br />
overeenkomsten betekenen dat het kostenverhaal anderszins verzekerd is en<br />
er geen exploitatieplan hoeft te worden opgesteld. Door de overeenkomsten is<br />
tevens de economische uitvoerbaarheid verzekerd.<br />
7.3 Handhaving<br />
Het is van groot belang dat de gemeente toezicht houdt op de naleving van<br />
het bestemmingsplanbeleid. Daarom dienen de planregels van het nieuwe<br />
bestemmingsplan ‘De Bosruiter’ consistent te worden gehandhaafd.<br />
Handhaving bestaat uit 3 fasen:<br />
handhaving start bij het bieden van de noodzakelijke informatie. Immers:<br />
onbekend maakt onbemind;<br />
bij concrete overtredingen zal primair in minnelijk overleg worden<br />
getracht deze op te lossen;<br />
als het minnelijk overleg niet tot het gewenste doel leidt, zal feitelijk<br />
optreden onontkoombaar zijn. De gemeente zal dan een keuze maken uit<br />
het opleggen van een dwangsom om het uitvoeren van bestuursdwang.<br />
In beginsel zullen signaleringen van overtredingen, ongeacht de aard en<br />
omvang, altijd een vervolg krijgen in de zin van legalisatie (bestemming en/of<br />
vergunning), aanschrijving of, onder bepaalde voorwaarden, een<br />
gedoogbesluit. Alleen op deze wijze kunnen niet gewenste ontwikkelingen<br />
tijdig worden tegengegaan en kunnen eventueel te accepteren afwijkingen<br />
(tijdelijk) worden gedoogd. Tevens wordt voorkomen dat de handhaving<br />
afglijdt naar een ongewenst niveau.<br />
De handhavingsprocedure<br />
Handhaving vindt plaats aan de hand van controles. Deze vinden op<br />
verschillende manieren en momenten plaats:<br />
via controle achteraf op verleende vergunningen;<br />
via ad-hoc controles vanaf de openbare weg en aan de hand van<br />
klachten/meldingen van burgers;<br />
via een systematische controle 1 keer per jaar, zo mogelijk vanaf de<br />
openbare weg en desnoods door percelen te betreden.<br />
Prioriteiten worden bepaald aan de hand van het jaarlijks vast te stellen<br />
uitvoeringsprogramma. Dit uitvoeringsprogramma is gebaseerd op de nota<br />
handhaving, waarin gemeentebreed de handhavingstaken zijn opgenomen.<br />
Het uitvoeringsprogramma bepaald in hoeverre bepaalde overtredingen een<br />
zekere prioriteit hebben ten opzichte van andere overtredingen.<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 76<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
Daarnaast worden omgevingsvergunningen voor milieu gecontroleerd en de<br />
bedrijven en hun activiteiten worden gecontroleerd op naleving van de<br />
milieuregelgeving.<br />
Afwijkingen van de vergunningen en vermeende strijdigheid met het<br />
bestemmingsplan worden doorgegeven aan het werkveld dat zich bezighoudt<br />
met de handhaving van het bestemmingsplan. Hierbij fungeren de<br />
milieucontroles als signaaltoezicht.<br />
Zodra een overtreding is geconstateerd zal worden nagegaan of een oplossing<br />
(legalisatie) mogelijk is. Kan geen vergunning worden verleend (bijvoorbeeld<br />
overtreding is in strijd met het bestemmingsplan of welstandseisen) dan vindt<br />
een gesprek plaats tussen overtreder en de gemeente. Zo nodig treedt de<br />
gemeente op en kan er een dwangsom of bestuursdwang worden toegepast.<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 77<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
mRO /TOE/07.15-5/ april 2012/voorontwerp Vastgesteld d.d.
Berekening wegverkeerslawaai<br />
Standaard Rekenmethode I - Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006 Licentiehouder: MRO<br />
Projectnummer<br />
Project<br />
Initialen<br />
Datum<br />
Beoordelingspunt<br />
07.15<br />
De Bosruiter<br />
mRO<br />
13-04-12<br />
Zuidgevel<br />
Weg <strong>Bosruiterweg</strong><br />
Wegdektype referentiewegdek Gegevens: CROW publicatie 200<br />
Etmaalintensiteit 1.315 motorvoertuigen per etmaal<br />
dag avond nacht<br />
Gemiddelde uurintensiteit 6,75 3,50 0,63 % van etmaalintensiteit<br />
Aandeel bromfietsen %<br />
Aandeel motorfietsen %<br />
Aandeel lichte motorvoertuigen 92,00 92,00 92,00 %<br />
Aandeel middelzware motorvoertuigen 5,00 5,00 5,00 %<br />
Aandeel zware motorvoertuigen 3,00 3,00 3,00 %<br />
Aandeel trams (in ballastbed) %<br />
Aandeel trams (in asfaltbeton) %<br />
100,00 100,00 100,00 %<br />
Snelheid bromfietsen km/uur<br />
Snelheid motorfietsen km/uur<br />
Snelheid lichte motorvoertuigen 80 80 80 km/uur<br />
Snelheid middelzware motorvoertuigen 80 80 80 km/uur<br />
Snelheid zware motorvoertuigen 80 80 80 km/uur<br />
Snelheid trams (in ballastbed) km/uur<br />
Snelheid trams (in asfaltbeton) km/uur<br />
Beoordelingshoogte h w 1,50 m<br />
Afstand beoordelingspunt - wegas (horizontaal) r 218,00 m<br />
Wegdekhoogte h weg 0,00 m<br />
Zichthoek (127° = volledig) 127,00 °<br />
Bodemfactor (1 = volledig zacht) B 0,90<br />
Objectfractie (1 = volledig reflecterend) f obj 0,00<br />
Afstand tot midden van een kruispunt a kruispunt m<br />
Afstand tot midden van een obstakel a obstakel m<br />
dag avond nacht<br />
Emissiegetal bromfietsen E bf 0,00 0,00 0,00 dB(A)<br />
Emissiegetal motorfietsen E mf 0,00 0,00 0,00 dB(A)<br />
Emissiegetal lichte motorvoertuigen E lv 69,49 66,64 59,19 dB(A)<br />
Emissiegetal middelzware motorvoertuigen E mv 61,74 58,89 51,44 dB(A)<br />
Emissiegetal zware motorvoertuigen E zv 62,26 59,41 51,96 dB(A)<br />
Emissiegetal trams (in ballastbed) E tr,bal 0,00 0,00 0,00 dB(A)<br />
Emissiegetal trams (in asfaltbeton) E tr,asf 0,00 0,00 0,00 dB(A)<br />
Totaal emissiegetal E 70,82 67,96 60,52 dB(A)<br />
Optrekcorrectie C optrek 0,00 0,00 0,00 dB(A)<br />
Reflectiecorrectie C reflectie 0,00 0,00 0,00 dB(A)<br />
-/- Afstandverzwakking D afstand -23,38 -23,38 -23,38 dB(A)<br />
-/- Luchtdemping D lucht -1,27 -1,27 -1,27 dB(A)<br />
-/- Bodemdemping D bodem -5,37 -5,37 -5,37 dB(A)<br />
-/- Meteocorrectie D meteo -3,43 -3,43 -3,43 dB(A)<br />
-/- Zichthoekcorrectie 0,00 0,00 0,00 dB(A)<br />
Equivalent geluidniveau L Aeq 37,36 34,51 27,06 dB(A)<br />
Equivalent geluidniveau (afgerond volgens RMV 2002) L Aeq 37 35 27 dB(A)<br />
Correctie conform art. 110g Wgh -2 -2 -2 dB<br />
Equivalent geluidniveau incl. art. 110g Wgh L Aeq 35 33 25 dB(A)<br />
Etmaalwaarde (exclusief art. 110g Wgh) L etm 37 dB(A) (o.b.v. dag en nacht)<br />
Etmaalwaarde (inclusief art. 110g Wgh) L etm 35 dB(A) (o.b.v. dag en nacht)<br />
L den (exclusief art. 110g Wgh) L den 37,71 dB<br />
L den (inclusief art. 110g Wgh) L den 35,71 dB v4.1 © Alcedo bv
Berekening wegverkeerslawaai<br />
Standaard Rekenmethode I - Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006 Licentiehouder: MRO<br />
Projectnummer<br />
Project<br />
Initialen<br />
Datum<br />
Beoordelingspunt<br />
07.15<br />
De Bosruiter<br />
mRO<br />
13-04-12<br />
Zuidgevel<br />
Weg <strong>Bosruiterweg</strong><br />
Wegdektype referentiewegdek Gegevens: CROW publicatie 200<br />
Etmaalintensiteit 1.315 motorvoertuigen per etmaal<br />
dag avond nacht<br />
Gemiddelde uurintensiteit 6,75 3,50 0,63 % van etmaalintensiteit<br />
Aandeel bromfietsen %<br />
Aandeel motorfietsen %<br />
Aandeel lichte motorvoertuigen 92,00 92,00 92,00 %<br />
Aandeel middelzware motorvoertuigen 5,00 5,00 5,00 %<br />
Aandeel zware motorvoertuigen 3,00 3,00 3,00 %<br />
Aandeel trams (in ballastbed) %<br />
Aandeel trams (in asfaltbeton) %<br />
100,00 100,00 100,00 %<br />
Snelheid bromfietsen km/uur<br />
Snelheid motorfietsen km/uur<br />
Snelheid lichte motorvoertuigen 80 80 80 km/uur<br />
Snelheid middelzware motorvoertuigen 80 80 80 km/uur<br />
Snelheid zware motorvoertuigen 80 80 80 km/uur<br />
Snelheid trams (in ballastbed) km/uur<br />
Snelheid trams (in asfaltbeton) km/uur<br />
Beoordelingshoogte h w 4,50 m<br />
Afstand beoordelingspunt - wegas (horizontaal) r 218,00 m<br />
Wegdekhoogte h weg 0,00 m<br />
Zichthoek (127° = volledig) 127,00 °<br />
Bodemfactor (1 = volledig zacht) B 0,90<br />
Objectfractie (1 = volledig reflecterend) f obj 0,00<br />
Afstand tot midden van een kruispunt a kruispunt m<br />
Afstand tot midden van een obstakel a obstakel m<br />
dag avond nacht<br />
Emissiegetal bromfietsen E bf 0,00 0,00 0,00 dB(A)<br />
Emissiegetal motorfietsen E mf 0,00 0,00 0,00 dB(A)<br />
Emissiegetal lichte motorvoertuigen E lv 69,49 66,64 59,19 dB(A)<br />
Emissiegetal middelzware motorvoertuigen E mv 61,74 58,89 51,44 dB(A)<br />
Emissiegetal zware motorvoertuigen E zv 62,26 59,41 51,96 dB(A)<br />
Emissiegetal trams (in ballastbed) E tr,bal 0,00 0,00 0,00 dB(A)<br />
Emissiegetal trams (in asfaltbeton) E tr,asf 0,00 0,00 0,00 dB(A)<br />
Totaal emissiegetal E 70,82 67,96 60,52 dB(A)<br />
Optrekcorrectie C optrek 0,00 0,00 0,00 dB(A)<br />
Reflectiecorrectie C reflectie 0,00 0,00 0,00 dB(A)<br />
-/- Afstandverzwakking D afstand -23,39 -23,39 -23,39 dB(A)<br />
-/- Luchtdemping D lucht -1,27 -1,27 -1,27 dB(A)<br />
-/- Bodemdemping D bodem -4,20 -4,20 -4,20 dB(A)<br />
-/- Meteocorrectie D meteo -2,84 -2,84 -2,84 dB(A)<br />
-/- Zichthoekcorrectie 0,00 0,00 0,00 dB(A)<br />
Equivalent geluidniveau L Aeq 39,12 36,27 28,82 dB(A)<br />
Equivalent geluidniveau (afgerond volgens RMV 2002) L Aeq 39 36 29 dB(A)<br />
Correctie conform art. 110g Wgh -2 -2 -2 dB<br />
Equivalent geluidniveau incl. art. 110g Wgh L Aeq 37 34 27 dB(A)<br />
Etmaalwaarde (exclusief art. 110g Wgh) L etm 39 dB(A) (o.b.v. dag en nacht)<br />
Etmaalwaarde (inclusief art. 110g Wgh) L etm 37 dB(A) (o.b.v. dag en nacht)<br />
L den (exclusief art. 110g Wgh) L den 39,47 dB<br />
L den (inclusief art. 110g Wgh) L den 37,47 dB v4.1 © Alcedo bv
Berekening wegverkeerslawaai<br />
Standaard Rekenmethode I - Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006 Licentiehouder: MRO<br />
Projectnummer<br />
Project<br />
Initialen<br />
Datum<br />
Beoordelingspunt<br />
07.15<br />
De Bosruiter<br />
mRO<br />
13-04-12<br />
Zuidgevel<br />
Weg <strong>Bosruiterweg</strong><br />
Wegdektype referentiewegdek Gegevens: CROW publicatie 200<br />
Etmaalintensiteit 1.315 motorvoertuigen per etmaal<br />
dag avond nacht<br />
Gemiddelde uurintensiteit 6,75 3,50 0,63 % van etmaalintensiteit<br />
Aandeel bromfietsen %<br />
Aandeel motorfietsen %<br />
Aandeel lichte motorvoertuigen 92,00 92,00 92,00 %<br />
Aandeel middelzware motorvoertuigen 5,00 5,00 5,00 %<br />
Aandeel zware motorvoertuigen 3,00 3,00 3,00 %<br />
Aandeel trams (in ballastbed) %<br />
Aandeel trams (in asfaltbeton) %<br />
100,00 100,00 100,00 %<br />
Snelheid bromfietsen km/uur<br />
Snelheid motorfietsen km/uur<br />
Snelheid lichte motorvoertuigen 80 80 80 km/uur<br />
Snelheid middelzware motorvoertuigen 80 80 80 km/uur<br />
Snelheid zware motorvoertuigen 80 80 80 km/uur<br />
Snelheid trams (in ballastbed) km/uur<br />
Snelheid trams (in asfaltbeton) km/uur<br />
Beoordelingshoogte h w 7,50 m<br />
Afstand beoordelingspunt - wegas (horizontaal) r 218,00 m<br />
Wegdekhoogte h weg 0,00 m<br />
Zichthoek (127° = volledig) 127,00 °<br />
Bodemfactor (1 = volledig zacht) B 0,90<br />
Objectfractie (1 = volledig reflecterend) f obj 0,00<br />
Afstand tot midden van een kruispunt a kruispunt m<br />
Afstand tot midden van een obstakel a obstakel m<br />
dag avond nacht<br />
Emissiegetal bromfietsen E bf 0,00 0,00 0,00 dB(A)<br />
Emissiegetal motorfietsen E mf 0,00 0,00 0,00 dB(A)<br />
Emissiegetal lichte motorvoertuigen E lv 69,49 66,64 59,19 dB(A)<br />
Emissiegetal middelzware motorvoertuigen E mv 61,74 58,89 51,44 dB(A)<br />
Emissiegetal zware motorvoertuigen E zv 62,26 59,41 51,96 dB(A)<br />
Emissiegetal trams (in ballastbed) E tr,bal 0,00 0,00 0,00 dB(A)<br />
Emissiegetal trams (in asfaltbeton) E tr,asf 0,00 0,00 0,00 dB(A)<br />
Totaal emissiegetal E 70,82 67,96 60,52 dB(A)<br />
Optrekcorrectie C optrek 0,00 0,00 0,00 dB(A)<br />
Reflectiecorrectie C reflectie 0,00 0,00 0,00 dB(A)<br />
-/- Afstandverzwakking D afstand -23,39 -23,39 -23,39 dB(A)<br />
-/- Luchtdemping D lucht -1,27 -1,27 -1,27 dB(A)<br />
-/- Bodemdemping D bodem -4,04 -4,04 -4,04 dB(A)<br />
-/- Meteocorrectie D meteo -2,28 -2,28 -2,28 dB(A)<br />
-/- Zichthoekcorrectie 0,00 0,00 0,00 dB(A)<br />
Equivalent geluidniveau L Aeq 39,83 36,98 29,53 dB(A)<br />
Equivalent geluidniveau (afgerond volgens RMV 2002) L Aeq 40 37 30 dB(A)<br />
Correctie conform art. 110g Wgh -2 -2 -2 dB<br />
Equivalent geluidniveau incl. art. 110g Wgh L Aeq 38 35 28 dB(A)<br />
Etmaalwaarde (exclusief art. 110g Wgh) L etm 40 dB(A) (o.b.v. dag en nacht)<br />
Etmaalwaarde (inclusief art. 110g Wgh) L etm 38 dB(A) (o.b.v. dag en nacht)<br />
L den (exclusief art. 110g Wgh) L den 40,18 dB<br />
L den (inclusief art. 110g Wgh) L den 38,18 dB v4.1 © Alcedo bv
Quickscan natuur<br />
terrein aan de Bosruiter<br />
in Zeewolde<br />
22 december 2011<br />
Zoon buro voor ecologie
Colofon<br />
Project: Quickscan natuur terrein aan de Bosruiter in Zeewolde<br />
Opdrachtgever: mRO<br />
Uitvoerder Zoon buro voor ecologie<br />
Auteur C.P.M. Zoon<br />
Datum: 22 december 2011<br />
Zoon buro voor ecologie<br />
Balkerweg 60, 7738 PB, Witharen<br />
tel: 0523-676.470, fax: 0523-676.311<br />
e-mail: info@zoon-ecologie.nl<br />
Zoon heeft meer dan 30 jaar ervaring met veldonderzoek naar flora en vegetatie in Nederland.<br />
Er is 20 jaar ervaring met faunaonderzoek in Europa en met terreinbeheer, natuurbeleid, natuurontwikkeling en<br />
het beoordelen van effecten van plannen voor bouwen, aanleg van wegen en kanalen in Nederland.<br />
Zoon/mRO/Quickscan natuur/<strong>Bosruiterweg</strong> Zeewolde/20111222 1
Inhoud<br />
Inleiding<br />
Natuurbeleid<br />
Het plan<br />
Onderzoek<br />
Natuurwaarden<br />
Conclusies<br />
Verwachting voor beschermde natuurwaarden<br />
Bestaande natuurgegevens<br />
Veldinventarisatie<br />
Gevolgen van het plan voor de natuurwaarden<br />
Aanbevelingen<br />
Bronnen<br />
Mitigatie en compensatie<br />
Ontheffing<br />
Nader onderzoek<br />
Zoon/mRO/Quickscan natuur/<strong>Bosruiterweg</strong> Zeewolde/20111222 2
Inleiding<br />
Op een bestaand campingterrein aan de <strong>Bosruiterweg</strong> in het Vaartbos bij Zeewolde wordt<br />
een huisvesting gebouwd voor buitenlandse werknemers.<br />
In deze quickscan worden de natuurwaarden van het terrein en de gevolgen van het plan in<br />
beeld gebracht.<br />
Het plangebied in de regio van het Horsterwold in Zuidelijk Flevoland.<br />
Natuurbeleid<br />
Het plangebied is uitgezonderd van de Ecologische Hoofdstructuur, die dus rondom ligt.<br />
De omringende bossen (Vaartbos) zijn binnen de Ecologische hoofdstructuur waardevol.<br />
Het ligt op enige kilometers afstand van het prioritaire gebied “Horsterwold.”<br />
Ook de Robuuste Ecologische verbinding “Oostvaarderswold”, die door de provincie<br />
Flevoland gerealiseerd wordt, ligt op enige kilometers afstand.<br />
Het is niet waarschijnlijk dat het plan deze prioritaire natuurgebieden en essentiële<br />
verbinding beïnvloedt. Er is mogelijk wel invloed op de direct omringende waardevolle<br />
natuur. Toetsing van het plan aan het Nee-Tenzij principe is daarom nodig. Daarbij moet<br />
vastgesteld worden of het plan significant negatief is voor de “wezenlijke waarden en<br />
kenmerken” van de EHS in de omgeving.<br />
De provincie Flevoland heeft voor alle gemeenten de “wezenlijke waarden en kenmerken”<br />
beschreven. Als waarden verwacht mogen worden en deze waarden nagestreefd worden<br />
voor deze omgeving, mag een plan actuele en potentiele aanwezigheid niet bedreigen.<br />
Er is geen (relevante) ecologische relatie tussen het Vaartbos en Natura 2000-gebieden.<br />
(Greve en Miedema, 2011). Een Natura-2000 toets is daarom niet nodig.<br />
Zoon/mRO/Quickscan natuur/<strong>Bosruiterweg</strong> Zeewolde/20111222 3
De Ecologische Hoofdstructuur rond het plangebied aan de <strong>Bosruiterweg</strong><br />
Zoon/mRO/Quickscan natuur/<strong>Bosruiterweg</strong> Zeewolde/20111222 4
Het plan<br />
Het plan voor inrichting<br />
van het terrein<br />
(bron: J. Pater)<br />
De bestaande<br />
ontsluitingsweg op het<br />
terrein wordt gebruikt.<br />
Daaraan worden<br />
gebouwen geplaatst<br />
binnen het bestaande<br />
campingterrein.<br />
Daarvoor moeten veel<br />
hagen op het terrein<br />
verwijderd worden.<br />
De sloten in het plan zijn<br />
de bestaande sloten.<br />
Deze blijven alle<br />
behouden.<br />
Een klein gedeelte bij de<br />
entree (hoofdgebouw en<br />
parkeren) wordt<br />
aangelegd op een<br />
bestaande akker.<br />
Zoon/mRO/Quickscan natuur/<strong>Bosruiterweg</strong> Zeewolde/20111222 5
Onderzoek<br />
Op 1 december 2011 is het plangebied bezocht en in kaart gebracht.<br />
Natuurwaarden<br />
Verwachting voor beschermde natuurwaarden<br />
Actuele waarden en beheer<br />
Het gehele gebied valt onder het beheertype “Vochtig bos met productie (N16.02)”. Het gaat<br />
om een vrij eenvormig multifunctioneel populierenbos met beperkte natuurwaarden. Het<br />
gebied is vooral van belang voor bos- en struweelvogels als Zomertortel, Koekoek en<br />
Spotvogel en zoogdieren Boommarter en Hermelijn.<br />
Potentiële waarden<br />
Het Vaartbos kan zich op termijn ontwikkelen tot een Essen-Iepenbos. Hierdoor ontstaan er<br />
mogelijkheden voor een Vogelkers-Essenbos. De aanleg van de verbindingszone<br />
OostvaardersWold en verbetering van de ecologische verbinding met het Horsterwold,<br />
bieden mogelijkheden voor verschillende zoogdieren om zich te vestigen in het gebied, zoals<br />
Edelhert, Das en Boommarter.<br />
Soorten<br />
Wespendief (pot.), Boomklever (pot.)<br />
Meervleermuis, Das (pot.), Boommarter (pot), Edelhert (pot.)<br />
Op grond van de toestand van het plangebied, kunnen beschermde soorten voorkomen die<br />
gebonden zijn aan de sloten met veel riet op de oevers.<br />
Broedende rietvogels, amfibieën (rugstreeppad) en kleine marterachtigen (bunzing en<br />
hermelijn) zouden kunnen voorkomen. Voor roofvogels die in bossen broeden kan het<br />
gebied op dit moment jachtgebied zijn.<br />
Relaties<br />
Het Vaartbos vormt een droge stapsteen in de verbindingszone langs de Hoge Vaart. Het<br />
gebied sluit aan op het Horsterwold en vormt samen met het Horsterwold en het<br />
Hulkesteinse bos het grootste vochtige bos in West-Europa. Na de realisatie van de<br />
verbindingszone OostvaardersWold vormt het gebied bovendien een belangrijke schakel in<br />
de verbinding tussen de Oostvaardersplassen en het Horsterwold.<br />
Bestaande natuurgegevens<br />
Er zijn weinig waarnemingen van beschermde soorten uit het gebied (Telmee.nl).<br />
De bever, bunzing en de hermelijn zijn bekend.<br />
Zoon/mRO/Quickscan natuur/<strong>Bosruiterweg</strong> Zeewolde/20111222 6
Veldinventarisatie<br />
Het grootste deel van het plan is nu al een camping, met gazons, verharding, hagen en<br />
laanbomen. Er wordt een klein stukje akker bebouwd, bij de entree.<br />
Het belangrijkste terreintype in en rond het plan is de sloot met rietoevers. Deze zijn zeer<br />
natuurlijk en geschikt voor veel soorten, onbeschermd en beschermd. De bestaande sloten<br />
blijven alle in het plan gehandhaafd.<br />
Zoon/mRO/Quickscan natuur/<strong>Bosruiterweg</strong> Zeewolde/20111222 7
Conclusies<br />
Gevolgen van het plan voor de natuurwaarden<br />
In en rond het plan blijven alle natuurlijke terreintypen bewaard. Vooral de rietsloten zijn<br />
belangrijk als leefgebied en voedselgebied van beschermde soorten. Het is niet te<br />
verwachten dat de bebouwing deze rietsloten bedreigd. Deze belangrijke terreintypen voor<br />
wilde planten en dieren blijven in het plan behouden.<br />
De stukjes akker die bebouwd zullen worden liggen direct tegen de bestaande ontsluiting<br />
aan. Het is onmogelijk dat daardoor beschermde soorten van open gebieden bedreigd zullen<br />
worden.<br />
De invloed van de bebouwing op de sloten is gering. Door de bebouwing zal het nu zeer<br />
rustige terrein waarschijnlijk minder geschikt worden als voedselgebied voor roofvogels.<br />
Deze broeden echter niet in het jonge bos rondom, maar in oudere bossen verder weg.<br />
Door de bebouwing zal het terrein ook minder geschikt worden als voedselgebied voor<br />
soorten als edelhert en das. De grote afstand van het plangebied tot de robuuste verbinding<br />
Oostvaarderswold, die voor het edelhert van belang zal zijn, zorgt ervoor dat het effect op<br />
deze soort gering is.<br />
De wezenlijke waarden en kenmerken van de omringende EHS worden niet significant<br />
geschaad. Het project kan daardoor uitgevoerd worden.<br />
Er worden geen verblijfplaatsen, migratie- en foerageerroutes of belangrijke<br />
voedselgebieden van beschermde soorten vernietigd. Het gebied blijft functioneel intact voor<br />
beschermde soorten. Er treedt daardoor geen overtreding van de Flora en faunawet op.<br />
Aanbevelingen<br />
Mitigatie en compensatie<br />
Er dient gemitigeerd te worden door bij de uitvoering en het toekomstige gebruik de<br />
aanwezige rietsloten te sparen. Er worden dan geen beschermde natuurwaarden<br />
bedreigd. Compensatie is niet nodig.<br />
Verwijderen van hagen en struiken dient buiten de broedtijd van vogels (globaal tussen half<br />
maart en half juli) uitgevoerd te worden. Alle vogels zijn strikt beschermd als ze broeden.<br />
Ontheffing<br />
Er is voor het plan geen ontheffing nodig.<br />
Nader onderzoek<br />
Er is geen nader onderzoek nodig.<br />
Bronnen<br />
Greve, M.S.E., H. Miedema, 2011.<br />
Wezenlijke kenmerken en waarden EHS <strong>Gemeente</strong> Zeewolde, A&W rapport 1361<br />
Altenburg & Wymenga ecologisch onderzoek, Feanwâlden.<br />
Zoon/mRO/Quickscan natuur/<strong>Bosruiterweg</strong> Zeewolde/20111222 8
Moerasontwikkeling langs Hoge Vaart<br />
terrein <strong>Bosruiterweg</strong> 16<br />
Zeewolde<br />
19 januari 2012<br />
Zoon buro voor ecologie<br />
Zoon/ <strong>Bosruiterweg</strong> 16 Zeewolde / natuurontwikkeling Hoge Vaart/ 20120119 1
Aanleiding<br />
Aan de <strong>Bosruiterweg</strong> 16 in Zeewolde wordt een huisvesting gepland voor arbeidsmigranten<br />
uit Oost-Europa. Deze werken veel in de landbouw in de Flevopolders. Dit brengt een gering<br />
negatief effect op de omringende natuur met zich mee.<br />
Het terrein ligt aan de Hoge Vaart. Provincie, waterschap en Staatsbosbeheer gaan deze<br />
vaart inrichten om te voldoen aan de Europese Kaderrichtlijn Water. De initiatiefnemer is<br />
eigenaar van een perceel aan de Hoge Vaart. Door dit perceel in te zetten voor het KRW<br />
project zal er een positief effect op de natuur in de omgeving ontstaan.<br />
Het plan voor de <strong>Bosruiterweg</strong> 16<br />
Omvormen camping naar huisvesting arbeidsmigranten.<br />
Moerasontwikkeling aan Hoge Vaart van 20 m breed<br />
Moerasontwikkeling Staatsbosbeheer aan beide oevers<br />
Bestemming verblijfsrecreatie in gebruik als akker<br />
Zoon/ <strong>Bosruiterweg</strong> 16 Zeewolde / natuurontwikkeling Hoge Vaart/ 20120119 2
Technisch dwarsprofiel moerasontwikkeling<br />
Uit te graven grond verwerken op eigen terrein. In beschoeiing Hoge Vaart enkele gaten maken voor dieren op waterspiegel en juist daaronder.<br />
Impressie van mogelijke toekomstige levensgemeenschappen in de moeraszone (Wilgen, riet, waterplanten, otters en bevers)<br />
5 jaarlijks beheer van de waterstrook (0 – 8 m) vanaf de landzijde; Beheer overjarig waterriet (15 – 20 m) in vorstperioden. Terrein is niet toegankelijk.<br />
Zoon/ <strong>Bosruiterweg</strong> 16 Zeewolde / natuurontwikkeling Hoge Vaart/ 20120119 3
Logo<br />
MEMO<br />
Aan : Kees Vos<br />
Van : Jos Hengeveld en Mirjam van de Wege<br />
Dossier : BA4000-133-101<br />
Project : Onderzoek verkeersafwikkeling ontwikkeling buitengebied Zeewolde<br />
Betreft : ·Ontwikkeling logies seizoensarbeiders<br />
Versie : Definitief<br />
Ons kenmerk : MO-AF20120231<br />
Datum : 13 april 2012<br />
Inleiding<br />
De gemeente Zeewolde is voornemens om in het buitengebied een voorziening te ontwikkelen voor de tijdelijke<br />
huisvesting (logies) van seizoensarbeiders. Hiervoor heeft de gemeente een locatie op het oog aan de<br />
<strong>Bosruiterweg</strong> genaamd “De Bosruiter”. De gemeente heeft DHV advies gevraagd om de verkeerskundige impact<br />
van deze ontwikkelingen in kaart te brengen. Doel van dit onderzoek is om aan te geven wat het verschil is van<br />
tussen de verkeergeneratie van het huidige bestemmingsplan en het toekomstig bestemmingsplan en of de<br />
ontsluitingsroute via de <strong>Bosruiterweg</strong> het verkeer kan verwerken.<br />
Variant 0 – Huidig bestemmingsplan<br />
In het huidige bestemmingsplan heeft het onderzoeksgebied een recreatieve bestemming. Binnen de grenzen van<br />
deze recreatieve bestemming is een nieuwe functie gepland (deze staat beschreven onder variant 1).<br />
<strong>Bosruiterweg</strong><br />
Legenda<br />
Recreatieve functie<br />
DHV B.V.<br />
Fig1: Locatie voorgenomen ontwikkeling “Seizoensarbeiders-logies’ in het buitengebied Zeewolde<br />
Verkeersgeneratie<br />
De huidige intensiteit op de <strong>Bosruiterweg</strong> is ongeveer 300 motorvoertuigen op een werkdag (per etmaal). Echter is<br />
het terrein met de huidige bestemming “recreatieve functie’ (nog) niet ontwikkeld. Indien er conform het<br />
bestemmingsplan een recreatieve functie op het gehele terrein plaats zal vinden is de inschatting dat het verkeer<br />
toeneemt met ongeveer 1.200 motorvoertuigen op een gemiddelde werkdag per etmaal (voor een berekening zie<br />
bijlage 1).<br />
DHV Groep is een internationaal advies- en ingenieursbureau dat wereldwijd actief is en kantoren heeft in Europa, Afrika, Azië en Noord-Amerika.<br />
DHV B.V. is onderdeel van de DHV Groep. Kamer van Koophandel nr. 31034767.<br />
Het kwaliteitssysteem van DHV B.V. is gercertificeerd volgens ISO 9001.
DHV B.V.<br />
Gezien de huidige intensiteit en de mogelijk te ontwikkelen functie binnen het huidige bestemmingsplan dient de<br />
<strong>Bosruiterweg</strong> 1.500 motorvoertuigen per etmaal te kunnen verwerken.<br />
Huidige wegprofiel en wegfunctie<br />
Inhaallocatie<br />
3,6 meter<br />
Fig3: Wegbreedte bosruiterweg<br />
De <strong>Bosruiterweg</strong> heeft een wegbreedte van 3.6 meter. Dit betekent dat het verkeer op de weg elkaar niet kan<br />
inhalen. Om deze reden zijn er een aantal locaties waar er door een verbreding of zijstraat een mogelijkheid tot<br />
passeren is. Hierdoor kan de huidige hoeveelheid verkeer van 300 motorvoertuigen per etmaal zonder knelpunten<br />
afgewikkeld worden.<br />
De <strong>Bosruiterweg</strong> heeft als wegtype “erftoegangsweg type II (buiten de bebouwde kom”). Dit wegtype dient in het<br />
algemeen voor wegen tot een intensiteit van ongeveer 1.500 motorvoertuigen (per etmaal). Op basis van het huidig<br />
gebruik, de huidige inrichting en de huidige wegfunctie kan gesteld worden dat de huidige weg voldoet.<br />
Variant 1 – Mogelijk gewijzigd bestemmingsplan<br />
In het mogelijk gewijzigd bestemmingsplan vervalt de recreatieve functie en wordt deze deels vervangen door de<br />
functie seizoensarbeiders-logies zal deels een agrarische bestemming krijgen.<br />
<strong>Bosruiterweg</strong><br />
Legenda<br />
3,6 meter<br />
Seizoenarbieder-logies<br />
Agrarische bestemming<br />
Fig3: Locatie voorgenomen ontwikkeling “Seizoensarbeiders-logies’ in het buitengebied Zeewolde<br />
Toekomstige verkeersgeneratie<br />
De huidige intensiteit op de <strong>Bosruiterweg</strong> is ongeveer 300 motorvoertuigen op een werkdag (per etmaal). Indien het<br />
bestemmingsplan wordt aangepast en er op de nieuwe bestemming seizoensarbeiders-logies komen, neemt het<br />
verkeer ten opzichte van de huidige situatie toe. De toename van het verkeer is ongeveer 950 motorvoertuigen op<br />
een werkdag per etmaal (voor een berekening zie bijlage 2).<br />
MO-AF20120231 13 april 2012<br />
Error! Reference source not found.Error! Reference source not found. - 2 -
DHV B.V.<br />
Gezien de toekomstige functie van het gebied dient de <strong>Bosruiterweg</strong> ongeveer 1.250 motorvoertuigen per etmaal te<br />
kunnen verwerken.<br />
Toekomstig wegprofiel en wegfunctie<br />
Het verkeer neemt toe tot circa 1.250 motorvoertuigen per etmaal. Hierdoor zal het, vaker dan in de huidige situatie,<br />
voorkomen dat verkeer van tegengestelde richtingen elkaar tegenkomt. Door aanwezig fietsgebruik en<br />
toegankelijkheid van landbouwverkeer en brandweer wordt aanbevolen om maximaal om de 300 meter en bij<br />
voorkeur om de 200 meter een inhaal mogelijkheid te creëren.<br />
Om de mogelijkheid te creëren dat een auto een vrachtauto kan inhalen is een wegbreedte nodig van minimaal 5.50<br />
meter (op basis van ASVV, stilstaand voertuig en een rijdend voertuig) en idealiter een uitwijkvak van 20 meter lang<br />
(in verband met een mogelijke vrachtwagen of landbouwvoertuig). De huidige wegbreedte is 3.6 meter, waardoor<br />
het vak (bij een benodigde wegbreedte van 5.5 meter) in 1.90 meter diep dient te zijn.<br />
Indien er te weinig inhaallocaties zijn op de weg is de kans groot dat er meer voertuigen door de berm gaan rijden<br />
(vanwege de beperkte wegbreedte), waardoor bermschade kan optreden.<br />
Conclusies en aanbevelingen<br />
Geconcludeerd kan worden dat de nieuwe bestemming (seizoensarbeiders-logies) een kleinere impact heeft op de<br />
verkeersstromen dan de huidige bestemming (recreatieve functies). Echter doordat de huidige bestemming op het<br />
moment niet benut wordt in het betreffende gebied is de huidige verkeersstroom beperkt tot 300 motorvoertuigen<br />
per etmaal.<br />
De bosruiterweg kan op basis van het huidig gebruik, de huidige inrichting en de huidige wegfunctie het verkeer<br />
verwerken. Echter indien de huidige of toekomstige bestemming wordt ontwikkeld, wordt aanbevolen om zorg te<br />
dragen voor goede uitwijkvakken langs de <strong>Bosruiterweg</strong>.<br />
MO-AF20120231 13 april 2012<br />
Error! Reference source not found.Error! Reference source not found. - 3 -
Bijlage 1 Variant 0 – Huidig bestemmingsplan<br />
Mogelijk toekomstig gebruik recreatieve functie<br />
490 mogelijk aantal te bouwen plekken voor caravans (kavels)¹<br />
23,2 verkeerbewegingen (per etmaal) per 10 caravans (kavels)²<br />
1160 verkeerbewegingen per etmaal extra uitbreiding mogelijk<br />
Huidig gebruik (per etmaal)<br />
4% vrachtverkeer (werkdag)<br />
260 voertuigen per etmaal (werkdag)<br />
60 fietsers (werkdag)<br />
300 mvt gemiddeld op een werkdag<br />
Toekomstig gebruik met recreatieve functie (per etmaal)<br />
circa 1500 mvt gemiddeld op een werkdag in de toekomst<br />
Legenda<br />
Recreatieve functie<br />
Seizoenarbieders logies<br />
Agrarische bestemming<br />
¹Inschatting aantal te bouwen plekken op basis van nog beschikbare ruimte (0,155 km2)<br />
ten opzichte van het reeds bebouwde gedeelte (0,03 km2 voor 80 kavels).<br />
²Kavels zijn bestemd voor plaatsen van caravans over het hele jaar ook voorzieningen<br />
zijn hierop afgestemd. Om deze reden is uitgegaan van verblijfsrecreatie en niet kampeerterrein.<br />
Pagina 92, tabel 44 uit verkeersgeneratie voorzieningen - CROW 272<br />
DHV B.V.<br />
MO-AF20120231 13 april 2012<br />
Error! Reference source not found.Error! Reference source not found. - 4 -
Bijlage 2 Variant 1 – Mogelijk gewijzigd bestemmingsplan<br />
Logies seizoensarbeiders<br />
600 personen¹<br />
2,5 autobezetting (1 tot 3) / en correctie voor fietsgebruik²<br />
240 auto's (motorvoertuigen)<br />
4 verkeersbewegingen per dag per motorvoertuig³<br />
960 voertuigbewegingen per dag (motorvoertuigen*verkeersbewegingen per dag)<br />
Huidig gebruik (per etmaal)<br />
4% vrachtverkeer (werkdag)<br />
260 voertuigen per etmaal (werkdag)<br />
60 fietsers (werkdag)<br />
300 mvt gemiddeld op een werkdag<br />
circa 1250 mvt gemiddeld op een werkdag in de toekomst<br />
Legenda<br />
Recreatieve functie<br />
Seizoenarbieders logies<br />
Agrarische bestemming<br />
¹ maximaal aantal bewoners van de seizoensarbeiders voorzieningen<br />
² De ervaring is dat seizoensarbeiders met meerdere mensen gezamenlijk van en naar het werk<br />
reizen (vandaar een auto bezetting van 2,5 personen). Tevens is hierin meegenomen dat een<br />
klein deel van de seizoensarbeiders met de fiets gaat.<br />
Er worden ook max 240 parkeerplaatsen aangelegd bij de voorziening. Uitgaande van<br />
de norm kamerverhuur (0,4 parkeerplaatsen per kamer).<br />
³ Uitgangspunt is dat een seizoensarbeider heen en terug van het werk reist en dat degene<br />
met een voertuig deze ook daarnaast gebruiken voor een extra rit heen en terug naar bijvoorbeeld<br />
een supermarkt of een recreatieve voorziening.<br />
DHV B.V.<br />
MO-AF20120231 13 april 2012<br />
Error! Reference source not found.Error! Reference source not found. - 5 -
GEMEENTE ZEEWOLDE<br />
VISIE HUISVESTING TIJDELIJKE ARBEIDSMIGRANTEN<br />
DE BOSRUITER<br />
TOETSING AAN HET OMGEVINGSPLAN/EXPERIMENTENKADER<br />
Opdrachtnummer : 07.16<br />
Auteurs : mRO<br />
Datum : april 2012<br />
Versie : versie 5
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 2<br />
Visie huisvesting tijdelijke arbeidsmigranten De Bosruiter<br />
mRO /07.16-5/ april 2012
INHOUDSOPGAVE<br />
1. INLEIDING .................................................................................. 5<br />
1.1 AANLEIDING ............................................................................... 5<br />
1.2 DOEL ....................................................................................... 6<br />
1.3 LEESWIJZER ............................................................................... 7<br />
2. VISIE OP DE ONTWIKKELING ...................................................... 9<br />
2.1 INLEIDING ................................................................................. 9<br />
2.2 PERMANENTE BEHOEFTE AAN TIJDELIJKE HUISVESTING ............................... 9<br />
2.3 KARAKTERISTIEK GEBIED .............................................................. 11<br />
2.4 VORMGEVING HUISVESTING ........................................................... 14<br />
2.5 VOORDELEN ............................................................................. 22<br />
3. BELEID ................................................................................... 25<br />
3.1 INLEIDING ............................................................................... 25<br />
3.2 RIJKSBELEID ............................................................................ 25<br />
3.3 PROVINCIAAL BELEID ................................................................... 26<br />
3.4 GEMEENTELIJK BELEID ................................................................. 29<br />
3.5 CONCLUSIE .............................................................................. 30<br />
4. EXPERIMENTENKADER ............................................................... 31<br />
4.1 INLEIDING ............................................................................... 31<br />
4.2 VERSTERKING VITALITEIT LANDELIJK GEBIED ........................................ 32<br />
4.3 WAARBORGEN EN VERBETEREN KWALITEIT LANDELIJK GEBIED .................... 33<br />
4.4 OMGANG MET BESTAANDE SITUATIE EN FUNCTIES .................................. 34<br />
4.5 OMGANG MET NATUURWAARDEN ...................................................... 35<br />
4.6 ONTWIKKELINGSVISIE 2030 EN BIJDRAGE AAN SPEERPUNTEN .................... 39<br />
4.7 CONCLUSIE .............................................................................. 41<br />
5. CONCLUSIE ................................................................................ 43<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 3<br />
Visie huisvesting tijdelijke arbeidsmigranten De Bosruiter<br />
mRO /07.16-5/ april 2012
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 4<br />
Visie huisvesting tijdelijke arbeidsmigranten De Bosruiter<br />
mRO /07.16-5/ april 2012
1. INLEIDING<br />
1.1 Aanleiding<br />
De Epe Groep B.V. is voornemens om op het terrein van de voormalige<br />
camping De Bosruiter te Zeewolde huisvesting voor arbeidsmigranten te<br />
realiseren. In 2008 is de exploitatie van de camping gestaakt en sindsdien is<br />
het terrein niet meer gebruikt. Het initiatief gaat uit van de realisatie van een<br />
aantal logiesgebouwen en centrale voorzieningen, waardoor voorzien kan<br />
worden in de huisvesting van maximaal 600 personen. Huisvesting met een<br />
dergelijke omvang en op deze plaats levert belangrijke voordelen op. De<br />
logiesgebouwen en voorzieningen worden gesitueerd op het terreindeel waar<br />
al infrastructuur van de voormalige camping aanwezig is.<br />
De laatste jaren is in Nederland sprake van een forse instroom van tijdelijke<br />
werknemers, met name uit de Midden- en Oost-Europese nieuwe EUlidstaten.<br />
Ook uit landen Bulgarije en Roemenië komen arbeiders naar<br />
Nederland om tijdelijke arbeid te verrichten. Een grote vraag naar<br />
seizoensarbeiders wordt onder meer veroorzaakt door het grote aantal<br />
vacatures in de land- en tuinbouw. Naar verwachting zal deze vraag de<br />
komende jaren onverminderd hoog blijven en zelfs toenemen. Ook de<br />
toeristen- en horecasector (bijvoorbeeld hotelwezen) is afhankelijk van een<br />
groot aantal (buitenlandse) seizoenskrachten. Daarnaast zijn er sectoren,<br />
zoals de bouw, waarin een toenemende behoefte bestaat aan goedkope<br />
flexibele werkkrachten (flex- of leenarbeid). De bijdrage van arbeidsmigranten<br />
aan de economie is dus onmisbaar.<br />
Tijdelijke werknemers komen meestal zonder gezin naar Nederland om met<br />
lange werkdagen zoveel mogelijk te verdienen. Vanaf begin 2000 zijn de<br />
huisvestingsproblemen voor deze categorie toegenomen; berichten over<br />
erbarmelijke omstandigheden op campings of het ‘huisjesmelken’ in de grote<br />
steden haalden steeds meer de regionale en landelijke pers.<br />
Mede als reactie daarop zijn in de afgelopen jaren in de gemeenten en<br />
provincies waar veel tijdelijke werknemers uit het buitenland gehuisvest zijn,<br />
steeds meer initiatieven genomen om te komen tot verbeterde huisvesting.<br />
Het is immers van groot belang deze nieuwkomers een plek te geven in de<br />
samenleving. Voor de mensen zelf, maar ook voor hun omgeving moet de<br />
huisvesting goed worden geregeld. Er moeten structurele oplossingen gezocht<br />
worden voor een behoefte die allesbehalve tijdelijk is: de meeste<br />
arbeidsmigranten zijn hier weliswaar tijdelijk, de aanwezigheid van tijdelijke<br />
arbeidsmigranten als categorie is structureel. Er moet dus gezocht worden<br />
naar een structureel aanbod van huisvesting voor mensen die hier tijdelijk<br />
komen werken.<br />
Binnen de gemeente Zeewolde en in de omliggende gemeenten zijn ook<br />
honderden tijdelijke buitenlandse werknemers actief. De behoefte aan goede<br />
huisvestingsmogelijkheden voor tijdelijke werknemers is derhalve ook in de<br />
gemeente Zeewolde aanwezig.<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 5<br />
Visie huisvesting tijdelijke arbeidsmigranten De Bosruiter<br />
mRO /07.16-5/ april 2012
De gemeente Zeewolde erkent de maatschappelijke behoefte aan goede<br />
huisvesting voor tijdelijke arbeidsmigranten. De gemeente wil mogelijkheden<br />
bieden voor huisvesting van tijdelijke werknemers in één of meer<br />
logiesgebouwen en heeft na een zorgvuldige afweging van diverse locaties de<br />
voorkeur uitgesproken voor de reeds genoemde locatie: het terrein van de<br />
voormalige camping de Bosruiter. Dit heeft zij vastgelegd in de beleidsnotitie<br />
‘huisvesting seizoensarbeiders’.<br />
Het voormalige terrein van camping De Bosruiter is gelegen aan de<br />
<strong>Bosruiterweg</strong> 16 te Zeewolde. De locatie is gesitueerd in het buitengebied van<br />
de gemeente Zeewolde, ten noordwesten van de kern Zeewolde. Het perceel<br />
<strong>Bosruiterweg</strong> 16 ligt ten noorden van de <strong>Bosruiterweg</strong> en bevindt zich in het<br />
Vaartbos, dat onderdeel is van het Horsterwold, een groot bosgebied. In de<br />
bijgaande figuur is de ligging van het voormalige campingterrein<br />
weergegeven. De huisvesting zal uitsluitend gerealiseerd worden in de<br />
zuidwesthoek van het terrein en beslaat daardoor slechts een klein deel van<br />
het terrein.<br />
Ligging en begrenzing van het voormalige campingterrein<br />
1.2 Doel<br />
Het perceel <strong>Bosruiterweg</strong> 16 heeft in het geldende bestemmingsplan de<br />
bestemming ‘Verblijfsrecreatie’ met de nadere bestemming<br />
‘natuurkampeerterrein’. De realisatie van huisvesting voor arbeidsmigranten<br />
met centrale voorzieningen is in strijd met deze bestemming, daar dit geen<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 6<br />
Visie huisvesting tijdelijke arbeidsmigranten De Bosruiter<br />
mRO /07.16-5/ april 2012
gebruik ten behoeve van verblijfsrecreatie betreft. Dit betekent dat om de<br />
huisvesting mogelijk te maken, het bestemmingsplan moet worden herzien.<br />
Bij de herziening van het bestemmingsplan dient rekening te worden<br />
gehouden met het ruimtelijk beleid van de provincie Flevoland. Dit beleid is<br />
vastgelegd in het Omgevingsplan Flevoland 2006. Hoewel de gemeente<br />
Zeewolde de realisatie van de huisvesting voor tijdelijke werknemers op het<br />
terrein van de voormalige camping De Bosruiter passend acht binnen het<br />
Omgevingsplan, heeft de provincie Flevoland laten weten dat alleen met<br />
toepassing van het ‘Experimentenkader Landelijk Gebied’ medewerking kan<br />
worden verleend aan het project. De provincie is de mening toegedaan dat de<br />
realisatie van de huisvesting niet passend is binnen het beleid van het<br />
Omgevingsplan. De provincie biedt in het Omgevingsplan voor ontwikkelingen<br />
waarvoor het ruimtelijk beleid te beperkend blijkt te zijn, de mogelijkheid om<br />
op experimentele basis het planologische regime voor de betreffende<br />
ontwikkeling en gebied te verruimen, het zogenoemde Experimentenkader.<br />
Hieraan zijn voorwaarden verbonden die in het Omgevingsplan zijn<br />
opgenomen.<br />
Het doel van de voorliggende rapportage is om invulling te geven aan het<br />
experimentenkader c.q. te onderbouwen dat dit kader kan worden toegepast<br />
om de huisvesting van de tijdelijke arbeidsmigranten op het terrein van de<br />
voormalige camping de Bosruiter mogelijk te maken. Hiertoe zal onder meer<br />
worden ingegaan op de voorwaarden die zijn verbonden aan toepassing van<br />
het experimentenkader.<br />
1.3 Leeswijzer<br />
De rapportage is als volgt opgebouwd. Hoofdstuk 2 omvat de visie op de<br />
ontwikkeling. Hiertoe zal in dit hoofdstuk worden ingegaan op de<br />
maatschappelijke behoefte aan huisvesting, op de vormgeving en voordelen<br />
van de voorgestane huisvesting. In hoofdstuk 3 wordt vervolgens het beleid<br />
besproken en de passendheid van de ontwikkeling in het beleid. Hierbij zal<br />
met name worden stilgestaan bij het provinciaal beleid. Hoofdstuk 4 beschrijft<br />
daarna hoe invulling gegeven wordt aan de voorwaarden uit het<br />
Experimentenkader. De verschillende voorwaarden worden hiervoor<br />
afzonderlijk besproken. Tot slot worden in hoofdstuk 5 conclusies getrokken.<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 7<br />
Visie huisvesting tijdelijke arbeidsmigranten De Bosruiter<br />
mRO /07.16-5/ april 2012
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 8<br />
Visie huisvesting tijdelijke arbeidsmigranten De Bosruiter<br />
mRO /07.16-5/ april 2012
2. VISIE OP DE ONTWIKKELING<br />
2.1 Inleiding<br />
In dit hoofdstuk komt de visie op de realisatie van huisvesting voor tijdelijke<br />
werknemers aan de orde. Eerst wordt ingegaan op de maatschappelijke<br />
behoefte aan deze huisvesting. Vervolgens komt de karakteristiek van het<br />
gebied waar de huisvesting gerealiseerd moet worden aan de orde. Daarna<br />
wordt de vormgeving van de huisvesting beschreven. Tot slot worden aan<br />
aantal voordelen van de voorgestane vorm van huisvesting besproken.<br />
2.2 Permanente behoefte aan tijdelijke huisvesting<br />
De Nederlandse economie vraagt om extra arbeidskrachten. De openstelling<br />
van de grenzen met de Midden- en Oost-Europese landen, per 1 mei 2007,<br />
betekent dat werkgevers die arbeidskrachten nu gemakkelijk uit deze landen<br />
kunnen aantrekken. Ook kunnen hierdoor werknemers uit deze landen<br />
gemakkelijk bij Nederlandse werkgevers in dienst treden. De laatste jaren<br />
kent Nederland dan ook een forse instroom van tijdelijke werknemers, met<br />
name uit de Midden- en Oost-Europese EU-lidstaten. De verwachting is niet<br />
dat deze instroom bij een krimp van de Nederlandse economie substantieel<br />
zal afnemen. Werkloosheid op een deel van de arbeidsmarkt voorkomt niet<br />
dat er op een ander deel van die markt tekorten zijn. Werklozen zijn meestal<br />
niet in staat om de vacatures voor zeer gespecialiseerde arbeid te vervullen.<br />
Ook zijn zij vaak niet bereid om te werken in bepaalde minder aantrekkelijke<br />
banen voor ongeschoolden. Kortom, Nederlandse werklozen en immigranten<br />
zijn helemaal niet op zoek naar dezelfde banen.<br />
Arbeidsmigranten verrichten doorgaans via verschillende kanalen<br />
werkzaamheden in Nederland. Ze zijn rechtstreeks bij een werkgever in<br />
dienst, zijn via een uitzendbureau aan het werk of ze vestigen zich als<br />
zelfstandige zonder personeel (zzp’er). Ook kunnen zij via een buitenlands<br />
bedrijf in Nederland werkzaam zijn.<br />
Volgens de VROM-Inspectie waren in er februari 2008 (gebaseerd op de best<br />
bruikbare gegevens) in <strong>totaal</strong> circa 100.000 arbeidsmigranten uit Midden- en<br />
Oost-Europa in Nederland werkzaam. Hiervan waren er 22.000 zzp’er en<br />
78.000 als werknemer in dienst. Van deze laatste categorie waren er 35.000<br />
uitzendkrachten.<br />
Per 1 januari 2009 waren er in <strong>totaal</strong> 166.700 personen afkomstig uit Midden-<br />
en Oost Europese landen in Nederland. Deze groep bestaat uit 65.000<br />
ingeschrevenen bij het GBA, 87.000 bij het UWV, 7.000 werknemers met een<br />
Pools-Duitse nationaliteit en 7.700 ondernemers. Deze aantallen stijgen<br />
jaarlijks, met een piek tussen juli 2007 en juli 2008, na de openstelling van<br />
de grenzen. Het aantal Midden- en Oost Europeanen dat officieel in Nederland<br />
woont, is sinds 1996 van ruim 10.000 verzesvoudigd tot bijna 65.000 per 1<br />
januari 2009. Het gaat vooral om Polen (55%), Bulgaren (16%) en Roemenen<br />
(10%).<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 9<br />
Visie huisvesting tijdelijke arbeidsmigranten De Bosruiter<br />
mRO /07.16-5/ april 2012
Het voorgaande betekent dat in Nederland rekening gehouden moet worden<br />
met de vraag naar huisvesting van tijdelijke arbeidsmigranten. Nederland zal<br />
naar verwachting tot in lengte van dagen tijdelijke arbeidsmigranten nodig<br />
hebben. Dit heeft een permanente behoefte aan tijdelijk onderdak tot gevolg.<br />
De meeste arbeidsmigranten wonen immers niet in Nederland, ze verblijven<br />
hier tijdelijk. Bij hun huisvesting is dus sprake van logies, in plaats van<br />
wonen. Er moet een structureel aanbod komen van huisvesting voor mensen<br />
die hier tijdelijk komen werken. Dit is een dringende maatschappelijke<br />
behoefte die ook al geruime tijd bestaat. In opdracht van de Ministeries van<br />
VROM en SZW is al in 2005 door Regioplan een onderzoek uitgevoerd naar de<br />
aard en omvang van de huisvestingsproblematiek rond tijdelijke werknemers<br />
uit het buitenland.<br />
Van de gemeenten die aan dat onderzoek deelnamen gaf ruim de helft aan<br />
dat er in hun gemeente tijdelijke werknemers uit het buitenland werkzaam of<br />
woonachtig zijn. Tweederde had te maken met huisvestingsproblemen in de<br />
vorm van een tekort aan passende huisvesting en gebrekkige en<br />
ondeugdelijke huisvesting werden als de grootste problemen gezien.<br />
In de agrarische sector is een deel van de problematiek seizoensgebonden,<br />
maar voor de glastuinbouw geldt dat de huisvestingsproblemen zich<br />
gedurende een heel jaar voordoen. Dit laatste geldt eveneens voor de<br />
industrie, de bouw, de horeca en andere branches waar sprake is van inzet<br />
van tijdelijke werknemers uit het buitenland.<br />
De huisvesting vond en vindt zowel in de grote steden plaats als in rurale<br />
gemeenten en in zowel de woonkernen als de buitengebieden. In de grote<br />
steden en woonkernen betreft dat vooral pensions, kamerverhuurbedrijven en<br />
particuliere huiseigenaren. In de rurale gemeenten en buitengebieden vindt<br />
voornamelijk huisvesting op campings, bungalowparken, op het erf van<br />
boerderijen en bijgebouwen van bedrijven plaats.<br />
De werkgevers zijn belangrijke aanbieders van huisvesting voor tijdelijke<br />
werknemers. Dit is vaak op het bedrijventerrein zelf, maar ook door het<br />
opkopen van enkele woningen binnen een woonkern. Verder zijn er nog<br />
andere aanbieders actief, zoals ondernemers van campings en<br />
recreatieparken. Bij ongeveer een kwart van de gemeenten was in 2005 er<br />
sprake van malafide verhuurders of uitzendorganisaties die de huisvesting<br />
verzorgen. De problematiek is sinds 2005 alleen maar gegroeid.<br />
Door een tekort aan passende huisvesting worden er door werkgevers allerlei<br />
noodmaatregelen genomen of (semi)-illegale oplossingen bedacht om<br />
huisvesting aan tijdelijke werknemers aan te bieden. Daarnaast zijn er<br />
verhuurders en aanbieders actief die ondeugdelijke huisvesting aanbieden. Dit<br />
kan leiden tot ongewenste situaties en overlast. De overlast die door<br />
huisvestingsproblemen ontstaat, heeft op drie groepen betrekking:<br />
De tijdelijke werknemers. Door overbewoning, onveilige situaties,<br />
gebrekkige hygiëne, weinig privacy, veel stress, et cetera heeft het<br />
nadelige gevolgen voor hun welzijn en veiligheid;<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 10<br />
Visie huisvesting tijdelijke arbeidsmigranten De Bosruiter<br />
mRO /07.16-5/ april 2012
De omwonenden. Door lawaai, samenscholing op straat, parkeeroverlast,<br />
verloop, overbewoning, verschillen in culturele achtergrond en door het<br />
ontbreken van toezicht neemt de leefbaarheid af;<br />
Overige groepen. Werkgevers en in mindere mate bezoekers van de<br />
gemeente en reguliere woningzoekenden ervaren overlast door de<br />
problematiek. Doordat werkgevers moeite hebben om voor huisvesting te<br />
zorgen, kunnen zij kampen met personeelsproblemen en leidt het regelen<br />
van huisvesting tot administratieve lasten en kosten.<br />
Dat heeft tot gevolg gehad dat in de afgelopen jaren op alle niveaus beleid is<br />
ontwikkeld om tot een verbetering van de situatie te komen. Naast<br />
intensivering van toezicht en handhaving en het aanpassen van regelgeving is<br />
een belangrijk deel van dat beleid gericht op het verhogen van het aanbod<br />
van passende huisvesting.<br />
Het ontwikkelen van tijdelijke huisvesting voor arbeidsmigranten op de<br />
voormalige camping De Bosruiter sluit aan op het beleid om tot verhoging van<br />
het aanbod van passende huisvesting te komen. Daarmee wordt tegemoet<br />
gekomen aan een dringende maatschappelijke behoefte.<br />
2.3 Karakteristiek gebied<br />
Het voormalige natuurkampeerterrein De Bosruiter is gelegen in het Vaartbos,<br />
onderdeel van het bosgebied Horsterwold, en wordt omgeven door de<br />
loofbossen van dit grote bosgebied. Dit bosgebied behoort tot de Ecologische<br />
Hoofdstructuur (EHS). Het terrein zelf maakt geen onderdeel uit van de EHS.<br />
Aan de noordrand grenst het terrein aan de Hoge Vaart, aan de overzijde<br />
hiervan ligt een omvangrijk agrarisch gebied. Dit agrarisch gebied kenmerkt<br />
zich door openheid, grootschaligheid en een geometrisch verkavelingspatroon.<br />
In de nabijheid van de locatie, circa 1 km. noordoost-waards over de<br />
<strong>Bosruiterweg</strong>, ligt het vakantiepark ‘Buitenplaats Horsterwold’ met<br />
vakantiewoningen en bijbehorende voorzieningen.<br />
Het bedrijventerrein ‘Horsterparc en Trekkersveld’ ligt op circa 2 km afstand<br />
in dezelfde richting.<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 11<br />
Visie huisvesting tijdelijke arbeidsmigranten De Bosruiter<br />
mRO /07.16-5/ april 2012
Situering voormalig campingterrein De Bosruiter (binnen rode contour)<br />
Luchtfoto van het voormalige campingterrein De Bosruiter<br />
Het terrein is alleen via de <strong>Bosruiterweg</strong> ontsloten. Ter hoogte van het<br />
bedrijventerrein ‘Trekkersveld- Horsterparc’ sluit deze aan op de Spiekweg<br />
(N207) welke in verbinding staat met overige regionale wegen.<br />
De ruimtelijke structuur van het terrein wordt gekenmerkt door een open veld<br />
temidden van het bos. Een waterstructuur van concentrisch gegraven sloten<br />
markeert de structuur van het (voormalige) kampeerterrein. Er is geen<br />
bebouwing aanwezig. Wel verharding in de vorm van ontsluitingswegen en –<br />
paden. Bij de realisatie van de huisvesting zal deze bestaande ruimtelijke<br />
structuur als uitgangspunt dienen.<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 12<br />
Visie huisvesting tijdelijke arbeidsmigranten De Bosruiter<br />
mRO /07.16-5/ april 2012
Functionele structuur rondom het voormalige campingterrein<br />
Verkavelingsstructuur rondom het voormalige campingterrein<br />
Verkeersstructuur rondom het plangebied<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 13<br />
Visie huisvesting tijdelijke arbeidsmigranten De Bosruiter<br />
mRO /07.16-5/ april 2012
Anno 2011 is het terrein niet meer in gebruik als natuurkampeerterrein. Eind<br />
2008 is de exploitatie al gestaakt. Tot een volledige exploitatie van het<br />
kampeerterrein is het nooit gekomen. Slechts een gedeelte van het terrein is<br />
voor dat gebruik ingericht. Dit betreft het meest zuidwestelijke deel. Bij de<br />
realisatie van de huisvesting zal hierop worden ingespeeld. Een deel van het<br />
terrein is tijdelijk voor agrarische doeleinden (akker) gebruikt.<br />
Toegang terrein vanaf de <strong>Bosruiterweg</strong> (bron: Google Maps)<br />
<strong>Bosruiterweg</strong>, gezien in noordoostelijke richting, het voormalige campingterrein ligt links achter<br />
de bospercelen en is niet zichtbaar vanaf de weg (bron: Google Maps)<br />
2.4 Vormgeving huisvesting<br />
De huisvesting voor tijdelijke werknemers zal worden gesitueerd op het<br />
zuidwestelijke deel van het terrein van de voormalige camping. Dit heeft een<br />
omvang van circa 5 ha. Dit is het terreindeel dat in het verleden daadwerkelijk<br />
gebruikt is als camping en daartoe geschikt is gemaakt, onder meer door<br />
de aanleg van ontsluitingswegen en -paden. Deze ontsluitingsstructuur zal<br />
voor de nieuwe ontwikkelingen weer benut worden. Het terreindeel dat niet<br />
zal worden ingezet ten behoeve van de ontwikkelingen, zal een agrarische<br />
bestemming krijgen.<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 14<br />
Visie huisvesting tijdelijke arbeidsmigranten De Bosruiter<br />
mRO /07.16-5/ april 2012
Gebouwen<br />
Ten behoeve van de huisvesting zullen op het terrein vijftien nieuwe<br />
logiesgebouwen worden gebouwd. Twaalf logiesgebouwen bestaan uit acht<br />
‘logieseenheden’ en drie gebouwen bestaan uit zes ‘logieseenheden’. In <strong>totaal</strong><br />
worden daardoor 114 logieseenheden gerealiseerd. Een logieseenheid is een<br />
eenheid voor meerdere personen die ruimtes delen. Een eenheid bestaat uit<br />
een woonvertrek met open keuken, 5 slaapvertrekken, hal, toiletruimte en<br />
badruimte.<br />
De vijftien geplande logiesgebouwen kunnen voorzien in de<br />
huisvestingsbehoefte van maximaal 600 personen. Per persoon is binnen de<br />
gebouwen 13,5 m² vloeroppervlakte beschikbaar. De logiesgebouwen zullen<br />
worden gecertificeerd door de Stichting Keurmerk Internationale<br />
Arbeidsbemiddeling (SKIA). Arbeidsmigranten mogen alleen tijdelijk<br />
gehuisvest worden in de gebouwen. Het gaat immers om tijdelijk verblijf van<br />
personen die elders hun hoofdverblijf hebben (logies).<br />
De logiesgebouwen worden ten noorden en ten zuiden van de bestaande<br />
ontsluitingsweg gesitueerd. De gebouwen bestaan uit twee bouwlagen met<br />
een kap. Deze hoogte wordt passend geacht bij de omgeving, omdat het<br />
terrein omgeven wordt door hoge bomen en de bebouwing door de beperkte<br />
hoogte niet boven de bomen uit zal komen, waardoor deze niet zichtbaar zal<br />
zijn vanuit de omgeving. Doordat de bebouwing alleen in het zuidwestelijke<br />
deel van het voormalige campingterrein wordt gerealiseerd, wordt de<br />
bebouwing zoveel mogelijk compact gehouden en geconcentreerd.<br />
Tegelijkertijd blijft er door de verdeling van de logieseenheden over<br />
verschillende gebouwen sprake van openheid tussen de bebouwing en<br />
ontstaat er geen aaneengesloten rij bebouwing.<br />
Naast de logiesgebouwen, zullen er ook drie gebouwen worden gerealiseerd<br />
voor centrale voorzieningen ten behoeve van de tijdelijke werknemers. In<br />
deze gebouwen worden de volgende functies gehuisvest: receptie, kantoren,<br />
leslokalen, winkelruimte (voor dagelijkse boodschappen), wasruimte,<br />
fitnessruimte, stilteruimte, recreatieruimte en opslagruimte. Deze drie<br />
gebouwen bestaan uit één bouwlaag met een kap en worden gesitueerd nabij<br />
Artist impression huisvesting tijdelijke werknemers (bron: J. de Ruiter Holding bv)<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 15<br />
Visie huisvesting tijdelijke arbeidsmigranten De Bosruiter<br />
mRO /07.16-5/ april 2012
de ingang van het terrein. Als men het terrein op- of afgaat zal men dus altijd<br />
langs deze gebouwen komen. Dit is wenselijk vanuit het oogpunt van sociale<br />
veiligheid en beheer. Bij de centrale voorzieningen worden ook enkele<br />
sportvelden aangelegd.<br />
Ontsluiting<br />
De bestaande ontsluitingsstructuur van het terrein zal gehandhaafd blijven.<br />
Dit betekent dat de bestaande ontsluiting aan de zuidzijde op de <strong>Bosruiterweg</strong><br />
blijft bestaan, evenals de bestaande geasfalteerde ontsluitingswegen op het<br />
terrein zelf. De wegen op het terrein (3,5 meter breed) zullen wel op bepaalde<br />
plekken enigszins worden verbreed. Aan beide zijden zullen betonnen<br />
grasblokken met een breedte van 0,70 meter worden aangebracht, zodat de<br />
weg visueel smal lijkt, maar wel tot 5 meter breedte berijdbaar is. Langs de<br />
ontsluitingswegen zal verlichting worden aangebracht. Het terrein wordt niet<br />
openbaar toegankelijk. Daartoe zal de ingang worden afgesloten met een<br />
slagboom.<br />
Verkeer<br />
De ontsluiting van het terrein komt uit op de <strong>Bosruiterweg</strong>. Deze weg maakt<br />
deel uit van het wegennetwerk in het buitengebied van Zeewolde. De<br />
<strong>Bosruiterweg</strong> sluit aan de oostzijde aan op de Spiekweg (N705), via welke de<br />
Gooiseweg (N305) bereikbaar is. Vanaf deze weg kunnen de kern Zeewolde<br />
en andere steden en dorpen snel bereikt worden.<br />
De realisatie van de huisvesting voor tijdelijke werknemers zal gevolgen<br />
hebben voor het verkeer op de <strong>Bosruiterweg</strong>. DHV heeft daarom onderzoek<br />
verricht om de verkeerskundige impact van de ontwikkeling van de<br />
huisvesting in kaart te brengen 1 . Doel van dit onderzoek is om aan te geven<br />
wat het verschil is tussen de verkeersgeneratie van het huidige<br />
bestemmingsplan (waarin een recreatieve bestemming voor het terrein De<br />
Bosruiter is opgenomen) en een nieuw bestemmingsplan (waarin de<br />
ontwikkeling van de huisvesting mogelijk wordt gemaakt) en of de<br />
ontsluitingsroute via de <strong>Bosruiterweg</strong> het verkeer kan verwerken. Uit het<br />
onderzoek van DHV blijkt het volgende.<br />
Huidig bestemmingsplan met recreatieve bestemming<br />
In het huidige bestemmingsplan heeft het plangebied een recreatieve<br />
bestemming.<br />
Verkeersgeneratie<br />
De huidige intensiteit op de <strong>Bosruiterweg</strong> is ongeveer 300 motorvoertuigen op<br />
een werkdag (per etmaal). Echter, het terrein met de huidige recreatieve<br />
bestemming is (nog) niet ontwikkeld. Indien er conform het geldende<br />
bestemmingsplan een recreatieve functie op het gehele terrein plaats zal<br />
vinden, is de inschatting dat het verkeer toeneemt met ongeveer 1.200<br />
motorvoertuigen op een gemiddelde werkdag per etmaal. Dit betekent dat<br />
gezien de huidige intensiteit op de <strong>Bosruiterweg</strong> en de mogelijk te<br />
ontwikkelen recreatieve functie binnen het huidige bestemmingsplan, de<br />
<strong>Bosruiterweg</strong> 1.500 motorvoertuigen per etmaal dient te kunnen verwerken.<br />
1 DHV, ‘Memo Ontwikkeling logies seizoensarbeiders’, kenmerk MO-AF20120231, 13 april 2012<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 16<br />
Visie huisvesting tijdelijke arbeidsmigranten De Bosruiter<br />
mRO /07.16-5/ april 2012
Huidig wegprofiel en wegfunctie<br />
De <strong>Bosruiterweg</strong> heeft een wegbreedte van 3,6 meter. Dit betekent dat het<br />
verkeer op de weg elkaar niet kan inhalen. Om deze reden zijn er een aantal<br />
locaties waar er door een verbreding of zijstraat een mogelijkheid tot<br />
passeren is. Hierdoor kan de huidige hoeveelheid verkeer van 300<br />
motorvoertuigen per etmaal zonder knelpunten afgewikkeld worden.<br />
Wegbreedte <strong>Bosruiterweg</strong> (bron: DHV)<br />
De <strong>Bosruiterweg</strong> heeft als wegtype “erftoegangsweg type II” (buiten de<br />
bebouwde kom). Dit wegtype dient in het algemeen voor wegen tot een<br />
intensiteit van ongeveer 1.500 motorvoertuigen (per etmaal). Op basis van<br />
het huidig gebruik, de huidige inrichting en de huidige wegfunctie kan gesteld<br />
worden dat de huidige weg voldoet.<br />
Nieuw bestemmingsplan met ontwikkeling huisvesting tijdelijke werknemers<br />
In het nieuwe bestemmingsplan vervalt de recreatieve functie. Deze wordt<br />
voor een deel vervangen door een bestemming die de ontwikkeling van de<br />
huisvesting voor tijdelijke werknemers mogelijk maakt. Het resterende deel<br />
zal een agrarische bestemming krijgen, waardoor de recreatieve functie in het<br />
geheel wordt wegbestemd en niet meer mogelijk is.<br />
Toekomstige verkeersgeneratie<br />
De huidige intensiteit op de <strong>Bosruiterweg</strong> is ongeveer 300 motorvoertuigen op<br />
een werkdag (per etmaal). Met de realisatie van de huisvesting voor tijdelijke<br />
werknemers, neemt het verkeer ten opzichte van de huidige situatie toe. De<br />
toename van het verkeer is ongeveer 950 motorvoertuigen op een werkdag<br />
per etmaal. Dit betekent dat gezien de huidige intensiteit op de <strong>Bosruiterweg</strong><br />
en de ontwikkeling van de huisvesting de <strong>Bosruiterweg</strong> circa 1.250<br />
motorvoertuigen per etmaal moet kunnen verwerken.<br />
Toekomstig wegprofiel en wegfunctie<br />
Het verkeer neemt toe tot circa 1.250 motorvoertuigen per etmaal. Hierdoor<br />
zal het, vaker dan in de huidige situatie, voorkomen dat verkeer van<br />
tegengestelde richtingen elkaar tegenkomt. Door aanwezig fietsgebruik en<br />
toegankelijkheid van landbouwverkeer en brandweer wordt aanbevolen om<br />
maximaal om de 300 meter en bij voorkeur om de 200 meter een inhaal<br />
mogelijkheid te creëren.<br />
Om de mogelijkheid te creëren dat een auto een vrachtauto kan inhalen is<br />
een wegbreedte nodig van minimaal 5,50 meter (op basis van ASVV,<br />
stilstaand voertuig en een rijdend voertuig) en idealiter een uitwijkvak van 20<br />
meter lang (in verband met een mogelijke vrachtwagen of landbouwvoertuig).<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 17<br />
Visie huisvesting tijdelijke arbeidsmigranten De Bosruiter<br />
mRO /07.16-5/ april 2012
De huidige wegbreedte is 3,6 meter, waardoor het vak (bij een benodigde<br />
wegbreedte van 5,5 meter) 1,90 meter breed dient te zijn. Indien er te weinig<br />
inhaallocaties zijn op de weg is de kans groot dat er meer voertuigen door de<br />
berm gaan rijden (vanwege de beperkte wegbreedte), waardoor bermschade<br />
kan optreden.<br />
Conclusie<br />
De realisatie van de huisvesting heeft een kleinere impact op de<br />
verkeersstromen dan de huidige bestemming (recreatieve functie). Immers,<br />
met de recreatieve functie zal het aantal verkeersbewegingen circa op de<br />
<strong>Bosruiterweg</strong> circa 1.500 bedragen en met de huisvesting circa 1.250.<br />
Doordat de huidige bestemming op het moment niet benut wordt, bedraagt<br />
de huidige intensiteit op de <strong>Bosruiterweg</strong> niet meer dan 300 motorvoertuigen<br />
per etmaal.<br />
De capaciteit van de <strong>Bosruiterweg</strong> is voldoende om de toename van het<br />
verkeer als gevolg van de huisvesting op te vangen. Deze weg heeft een<br />
maximale capaciteit van circa 1.500 mvt per etmaal, terwijl de intensiteit na<br />
realisatie van de huisvesting circa 1.250 zal bedragen. Derhalve zal door de<br />
komst van de huisvesting de maximale capaciteit niet worden overschreden.<br />
Bij de ontwikkeling van de huisvesting is het wel nodig om zorg te dragen<br />
voor goede uitwijkvakken langs de <strong>Bosruiterweg</strong>.<br />
Naar aanleiding van de bovengenoemde onderzoeksresultaten is besloten om<br />
het aantal uitwijkplaatsen langs de <strong>Bosruiterweg</strong> te vergroten. Daartoe zullen<br />
aan de zuidzijde van de weg tussen het plangebied en het bedrijventerrein<br />
Trekkersveld een aantal extra uitwijkplaatsen worden aangelegd. Deze zullen<br />
bestaan uit 39 stelconplaten. De uitwijkplaatsen zullen een lengte van 20<br />
meter krijgen en een breedte van 2 meter. Hiermee ontstaat met de breedte<br />
van de <strong>Bosruiterweg</strong> van 3,6 meter ter plaatse van de uitwijkplaatsen een<br />
totale wegbreedte van 5,6 meter. Dit betekent dat voldaan wordt aan de<br />
Uitwijkplaatsen langs de <strong>Bosruiterweg</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 18<br />
Visie huisvesting tijdelijke arbeidsmigranten De Bosruiter<br />
mRO /07.16-5/ april 2012
minimaal vereiste wegbreedte van 5,5 meter. Er is dan voldoende ruimte om<br />
ongehinderd doorgang te verlenen aan hulpverleningsvoertuigen en<br />
landbouwverkeer. De uitwijkplaatsen zullen zo goed mogelijk zichtbaar<br />
worden gemaakt. De ligging van de uitwijkplaatsen en de afstanden tussen de<br />
uitwijkplaatsen worden weergegeven in de bijgaande afbeelding. Ten behoeve<br />
van de veiligheid zal ook verlichting langs de <strong>Bosruiterweg</strong> worden<br />
aangebracht.<br />
Parkeren<br />
De parkeerbehoefte die de huisvesting met zich meebrengt zal worden<br />
opgevangen op het terrein zelf. Hiertoe worden tussen de logiesgebouwen<br />
kleine parkeerterreintjes aangelegd. Daarnaast wordt voorzien in één groot<br />
parkeerterrein, nabij de centrale voorzieningen. Voorts kan het bestaande<br />
parkeerterrein aan de toegangsweg worden ingezet voor het opvangen van de<br />
parkeerbehoefte. Op grond van het aantal kamers (570, 5 per logieseenheid<br />
* 114 eenheden) zijn er 228 plaatsen nodig. Hierbij is uitgegaan van de parkeernorm<br />
van kamerverhuur die 0,4 parkeerplaatsen per kamer is. In<br />
verband met de maximale bezetting (600 personen, op 30 kamers twee<br />
personen) worden minimaal 240 parkeerplaatsen nodig geacht. Dit komt ook<br />
overeen met een autobezetting van 2,5 personen, die in de praktijk<br />
aannemelijk blijkt. Op het terrein worden 198 parkeerplaatsen aangelegd en<br />
op het bestaande parkeerterrein langs de toegangsweg kan de resterende<br />
behoefte van 42 parkeerplaatsen opgevangen worden (hier zijn 44 plaatsen<br />
aanwezig). Derhalve wordt er voorzien in voldoende parkeergelegenheid.<br />
Groen- en waterstructuur en landschappelijke inpassing<br />
Het terrein is vrijwel geheel omgeven door bospercelen van het Vaartbos. Het<br />
terrein ligt bovendien op grote afstand van de <strong>Bosruiterweg</strong>. Hierdoor is alleen<br />
de entree van het terrein vanaf de openbare weg zichtbaar. Dit heeft tot<br />
gevolg dat het terrein een uitstekende landschappelijke inpassing kent. De<br />
bestaande landschappelijke inpassing zal niet alleen worden gehandhaafd,<br />
maar bovendien worden versterkt, omdat er een afschermde groenbuffer zal<br />
Inrichtingsplan huisvesting tijdelijke werknemers (bron: J. de Ruiter Holding bv)<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 19<br />
Visie huisvesting tijdelijke arbeidsmigranten De Bosruiter<br />
mRO /07.16-5/ april 2012
worden aangelegd tussen de het deel van het terrein dat voor de huisvesting<br />
wordt aangewend en het resterende deel van het terrein.<br />
Direct rondom de gebouwen blijft net als nu groen in de vorm van grasvelden<br />
aanwezig. Doordat direct rondom de gebouwen veel groen aanwezig is, is het<br />
bebouwingspercentage relatief laag. Dit komt ten goede aan de uitstraling van<br />
het terrein.<br />
De bestaande waterstructuur zal worden gehandhaafd. Het huidige<br />
concentrische slotenpatroon zal dus ongewijzigd blijven bestaan, evenals de<br />
waterlopen die aan een aantal zijden van het terrein aanwezig zijn.<br />
Artist impression huisvesting tijdelijke werknemers (bron: J. de Ruiter Holding bv)<br />
Natuurontwikkeling<br />
Tegelijkertijd met de ontwikkeling van de huisvesting zal ook de natuurlijke<br />
structuur worden versterkt. Het terrein ligt aan de Hoge Vaart. De provincie<br />
Flevoland, het waterschap en Staatsbosbeheer geen deze vaart inrichten om<br />
te voldoen aan de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). Hiervoor zal aan<br />
beide oevers een strook van 20 meter breed worden ingericht ten behoeve<br />
van moerasontwikkeling. Staatsbosbeheer beschikt daarvoor reeds over alle<br />
benodigde gronden langs de Hoge Vaart, met uitzondering van de strook die<br />
behoort tot het voormalige campingterrein. Met de initiatiefnemer van de<br />
huisvesting is overeen gekomen dat hij deze strook van 20 meter breed zal<br />
inzetten voor het KRW project en deze strook zal inrichten (en onderhouden)<br />
als moeraszone. Hierdoor ontstaat een aaneengesloten moerasstrook van 20<br />
meter aan beide zijden van de Hoge Vaart. Dit heeft een positief effect op de<br />
natuur in de omgeving.<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 20<br />
Visie huisvesting tijdelijke arbeidsmigranten De Bosruiter<br />
mRO /07.16-5/ april 2012
Omvormen camping naar huisvesting arbeidsmigranten.<br />
Moerasontwikkeling aan Hoge Vaart van 20 m breed<br />
Moerasontwikkeling Staatsbosbeheer aan beide oevers<br />
Bestemming verblijfsrecreatie in gebruik als akker<br />
Zoon, buro voor ecologie, heeft de moerasontwikkeling ter plaatse van het<br />
voormalige campingterrein in overleg met Staatsbosbeheer nader uitgewerkt 2 .<br />
Onderstaand is een dwarsprofiel opgenomen van de moerasontwikkeling en<br />
een impressie van de mogelijke toekomstige levensgemeenschappen in de<br />
moeraszone. Er zal leefruimte ontstaan voor wilgen, riet, waterplanten, otters<br />
en bevers.<br />
De grond die uitgegraven wordt voor de moerasontwikkeling zal verwerkt<br />
moeten worden op het eigen terrein. In de beschoeiing langs de Hoge Vaart<br />
zullen enkele gaten worden gemaakt, op de waterspiegel en juist daaronder,<br />
voor dieren. De waterstrook (0 tot 8 meter vanaf de landzijde) zal een 5<br />
jaarlijks beheer gaan kennen. Beheer van overjarig waterriet (15 tot 20 meter<br />
vanaf de landzijde) kan in vorstperioden geschieden. De zone zal ten behoeve<br />
van de natuurontwikkeling niet toegankelijk worden voor mensen.<br />
2 Zoon, buro voor ecologie, ‘Moerasontwikkeling langs Hoge Vaart – terrein <strong>Bosruiterweg</strong> 16<br />
Zeewolde’, 19 januari 2012<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 21<br />
Visie huisvesting tijdelijke arbeidsmigranten De Bosruiter<br />
mRO /07.16-5/ april 2012
Technisch dwarsprofiel moerasontwikkeling (bron: Zoon, buro voor ecologie)<br />
Impressie van mogelijke toekomstige levensgemeenschappen in de moeraszone (bron: Zoon, buro voor ecologie)<br />
Beheer<br />
Na realisatie van de huisvesting zal het complex beheerd worden door de<br />
initiatiefnemer. Dit betekent dat er sprake is van direct en dagelijks toezicht<br />
door een beheerder op het terrein. De beheerder van het complex is niet<br />
alleen voor de belangen van de verhuurder aanwezig, maar fungeert tevens<br />
als eerste aanspreekpunt voor de huurders. Tevens houdt de beheerder de<br />
‘openbare orde’ op het park in het oog en zal daarbij zo nodig maatregelen<br />
treffen. De gemeente zal een convenant sluiten om afspraken vast te leggen<br />
over het beheer en toezicht, zowel ten aanzien van fysieke als sociale<br />
aspecten.<br />
Resterende deel terrein<br />
Een aanzienlijk deel van de voormalige camping zal niet worden aangewend<br />
voor de huisvesting van de tijdelijke werknemers. Dit deel zal een agrarische<br />
bestemming krijgen, zonder bouwmogelijkheden. Dit is conform het<br />
bestaande gebruik van de gronden. Dit betekent dat de geldende bestemming<br />
als natuurkampeerterrein vervalt en het niet langer mogelijk is de gronden<br />
voor deze functie te gebruiken.<br />
2.5 Voordelen<br />
De te realiseren huisvesting betreft een grootschalige opvang (maximaal 600<br />
personen tegelijkertijd) in het buitengebied. Hieraan zijn een groot aantal<br />
voordelen verbonden. Deze worden onderstaand kort besproken.<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 22<br />
Visie huisvesting tijdelijke arbeidsmigranten De Bosruiter<br />
mRO /07.16-5/ april 2012
Een sterk voordeel van de voorgestane huisvesting is de schaal. Allereerst<br />
levert de huisvesting een substantiële bijdrage aan de huisvestingsbehoefte.<br />
Daarnaast kan door de grootte de huisvesting efficiënt ontwikkeld en beheerd<br />
worden. Er zal sprake zijn van direct en dagelijks toezicht door een<br />
beheerder. Voorts maakt de schaal het mogelijk om op het terrein ook<br />
centrale voorzieningen ten behoeve van de arbeidsmigranten te realiseren.<br />
Deze voorzieningen komen tegemoet aan de dagelijkse levensbehoeften van<br />
de tijdelijke werknemers die in de huisvesting verblijven. Hierdoor wordt het<br />
verblijf voor hen een stuk aangenamer. De schaal zorgt ook voor een<br />
concentratie van de huisvesting. Verspreiding van de huisvesting in kleine<br />
plukjes c.q. enclaves, wordt zo tegengegaan. Dit is gunstig vanuit het<br />
oogpunt van handhaving, controle, beheer, voorkoming van overlast,<br />
voorkoming van verstening en verrommeling van het landschap, beperking<br />
verkeersbewegingen, etc.<br />
Een tweede voordeel van de te ontwikkelen huisvesting is dat er geen overlast<br />
is voor omwonenden. Deze zijn er immers niet bij de huidige locatie in het<br />
buitengebied. Bij huisvesting op een locatie in de kern van Zeewolde kan dit<br />
voordeel nooit bereikt worden.<br />
Een derde voordeel van de voorgestane huisvestingsvorm is dat er geen<br />
belemmeringen zijn voor de bedrijfsvoering van bedrijven. Bij huisvesting op<br />
een bedrijventerrein zou dit wel optreden omdat de huisvesting de<br />
milieuruimte van de bedrijven op het bedrijventerrein verkleind en daardoor<br />
in principe het bedrijventerrein minder geschikt maakt voor de vestiging van<br />
bedrijven. De dichtstbijzijnde bedrijven liggen op een grote afstand van het<br />
voormalige campingterrein, waardoor zij niet worden gehinderd in hun<br />
bedrijfsvoering en bedrijfsontwikkeling.<br />
Het vierde voordeel is dat ondanks dat de locatie van de huisvesting gelegen<br />
is in het buitengebied, deze in de nabijheid van het werk is. Immers, het<br />
merendeel van de arbeidsmigranten is werkzaam op de direct nabij gelegen<br />
bedrijventerreinen Trekkersveld en Horsterparc en in de landbouwsector die<br />
zich manifesteert in het omliggende landelijk gebied. De woon-werk afstand is<br />
hierdoor beperkt. Dit is zowel voor de arbeidsmigranten die gaan verblijven in<br />
de huisvesting als voor het verkeersbeeld gunstig.<br />
Een vijfde voordeel van de realisatie van huisvesting op de voorgestane<br />
locatie is dat er sprake is van een goede landschappelijke inpassing. Vrijwel<br />
het gehele voormalige campingterrein is omgeven door bospercelen,<br />
waardoor de logiesgebouwen niet zichtbaar zullen zijn in het landschap. Ook<br />
zal hierdoor geen verdichting en verrommeling optreden van het<br />
landschapsbeeld. Geparkeerde auto’s zullen hierdoor eveneens aan het zicht<br />
worden onttrokken.<br />
Een laatste voordeel van de huisvesting op de voorgestane locatie is, dat dit<br />
niet ten koste gaat van de recreatieve functie. Door de nieuwe huisvesting zal<br />
de huisvestingsdruk op recreatieve functies zoals campings en<br />
bungalowparken afnemen, zodat deze weer meer hun ‘eigenlijke’ functie<br />
kunnen vervullen. Doordat het beoogde huisvestingsterrein al geruime tijd<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 23<br />
Visie huisvesting tijdelijke arbeidsmigranten De Bosruiter<br />
mRO /07.16-5/ april 2012
geen recreatieve functie meer vervult, zal de onttrekking van dit terrein aan<br />
de recreatieve functie geen gevolgen hebben voor de recreatieve structuur<br />
van de gemeente Zeewolde.<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 24<br />
Visie huisvesting tijdelijke arbeidsmigranten De Bosruiter<br />
mRO /07.16-5/ april 2012
3. BELEID<br />
3.1 Inleiding<br />
In dit hoofdstuk komt het beleid met betrekking tot de huisvesting van<br />
arbeidsmigranten aan de orde. Achtereenvolgens wordt het beleid van het<br />
rijk, de provincie en de gemeente ten aanzien van de huisvesting besproken<br />
en wordt het initiatief voor de huisvesting afgezet tegen dit beleid. Hierbij<br />
wordt de meeste aandacht besteed aan het provinciaal beleid, om te laten<br />
zien dat de gemeente van mening is dat het initiatief voor de huisvesting<br />
passend is binnen dit beleid.<br />
3.2 Rijksbeleid<br />
Ruimte voor arbeidsmigranten<br />
Het Rijk erkent dat de groeiende instroom van buitenlandse werknemers en<br />
de daarmee gepaard gaande huisvestingsvraag een groot probleem is. De<br />
VROM-Inspectie heeft daarom in november 2010 de handreiking ‘Ruimte voor<br />
arbeidsmigranten’ uitgegeven. Dit is een handreiking voor de huisvesting voor<br />
werknemers uit de EU die tijdelijk in Nederland verblijven.<br />
De VROM-Inspectie wil samen met gemeenten en andere organisaties werken<br />
aan ruimte voor arbeidsmigranten die tijdelijk in Nederland verblijven: het<br />
bevorderen van fatsoenlijke oplossingen voor huisvesting, maar ook het<br />
voorkomen en tegengaan van misstanden en overlast. In de handreiking zijn<br />
suggesties en tips voor een plan van aanpak, voor het organiseren van<br />
huisvesting en een effectieve handhaving opgenomen.<br />
De gemeente is volgens de VROM-Inspectie de aangewezen partij om<br />
duidelijkheid te scheppen in waar, wanneer en hoe er arbeidsmigranten<br />
gehuisvest kunnen worden. Dat vraagt om een gemeentelijk beleidskader<br />
waarin gemeenten aangeven waar er mogelijkheden zijn om mensen te<br />
huisvesten en waarin randvoorwaarden voor de huisvesting vastgelegd<br />
worden. De huisvesting van tijdelijke werknemers is in de ogen van het Rijk<br />
dan ook lokaal maatwerk.<br />
In de handreiking wordt aangegeven dat het huisvesten van tijdelijke<br />
werknemers moet worden beschouwd als het bedrijfsmatig verschaffen van<br />
nachtverblijf. Het wordt dus niet onder de functie wonen geschaard, omdat<br />
deze mensen elders, in land van herkomst, hun hoofdverblijf hebben.<br />
Met de handreiking wil de VROM-Inspectie werkgevers, huisvesters en<br />
gemeenten en andere betrokkenen bij de huisvesting van arbeidsmigranten<br />
ondersteunen en stimuleren om actie te ondernemen. In een aantal sectoren<br />
zijn arbeidsmigranten onmisbaar, wat ook blijkt uit een voortgaande groei van<br />
de aantallen, ook in jaren van economische krimp. De uitdaging blijft volgens<br />
de VROM-Inspectie om ook de komende jaren om overlast en onveilige<br />
situaties te voorkomen, en om op een verantwoorde wijze in deze<br />
huisvestingsvraag te voorzien.<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 25<br />
Visie huisvesting tijdelijke arbeidsmigranten De Bosruiter<br />
mRO /07.16-5/ april 2012
Relatie met het initiatief<br />
De ontwikkeling van tijdelijke huisvesting voor arbeidsmigranten op de<br />
voormalige camping De Bosruiter past binnen het rijksbeleid, zoals dat is<br />
vastgelegd in de handreiking. Middels lokaal maatwerk wordt in fatsoenlijke<br />
huisvesting voor tijdelijke werknemers voorzien, zodat misstanden en overlast<br />
wordt voorkomen.<br />
3.3 Provinciaal beleid<br />
Omgevingsplan Flevoland 2006-2015 en Beleidsregel kleinschalige<br />
ontwikkelingen in het landelijk gebied<br />
Voor de huisvesting van tijdelijke arbeidsmigranten geldt het beleid dat is<br />
opgenomen in het Omgevingsplan 2006 en de beleidsregel ‘kleinschalige<br />
ontwikkelingen in het landelijk gebied’.<br />
Het terrein waar de huisvesting is voorzien behoort volgens het<br />
Omgevingsplan tot het landelijk gebied. De provincie wil de vitaliteit van het<br />
landelijk gebied vergroten en de gebruiksmogelijkheden ervan meer<br />
afstemmen op de maatschappelijke behoeften. De inrichting en het gebruik<br />
zullen daardoor in bepaalde gebieden wijzigen. Dit hangt samen met<br />
schaalvergroting en verbreding in de landbouw, de groeiende ruimtevraag van<br />
de sector recreatie en toerisme, de beoogde versterking van de natuur en de<br />
noodzakelijke ingrepen in het watersysteem. Er zijn groeiende kansen voor<br />
combinaties en uitruil van functies. De strikte functiescheiding in het landelijk<br />
gebied is niet langer overal wenselijk. De provincie wil ruimte bieden aan<br />
nieuwe functies in het landelijk gebied ter verbreding van het economisch<br />
draagvlak en deze verweven met de bestaande landbouwfunctie.<br />
Ontwikkelingsvisie 2030 Omgevingsplan<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 26<br />
Visie huisvesting tijdelijke arbeidsmigranten De Bosruiter<br />
mRO /07.16-5/ april 2012
Vooral in de oostrand van Flevoland bestaan goede mogelijkheden voor een<br />
verweving van landbouw, recreatie, natuur, waterberging, kleinschalige<br />
bedrijvigheid en landelijk wonen, waardoor een lappendeken van functies kan<br />
ontstaan. Dit vraagt een zorgvuldige regie, zodat de kwaliteit van natuur,<br />
landschap, water en milieu behouden blijft. De provincie heeft de oostrand<br />
daarom ook verheven tot speerpuntgebied. De locatie waar de huisvesting<br />
voor arbeidsmigranten is voorzien, is gelegen in deze oostrand. Daartoe is het<br />
gebied en omgeving op de kaart van de ontwikkelingsvisie aangewezen als<br />
‘Zoekgebied combinatie landbouw, natuur (inclusief landgoederen),<br />
verblijfsrecreatie en waterbeheer’.<br />
Wonen dient volgens het provinciaal beleid in principe plaats te vinden binnen<br />
of aansluitend bij bestaande kernen. Daarnaast is wonen in het landelijk<br />
gebied mogelijk op vrijkomende agrarische bouwpercelen.<br />
Op (voormalige) agrarische bouwpercelen in het landelijk gebied is er ruimte<br />
voor kleinschalige niet agrarische en agrarisch aanverwante activiteiten.<br />
Nieuwe niet-agrarische functies mogen geen afbreuk doen aan het<br />
verstedelijkingsbeleid. Vestiging van activiteiten in het buitengebied die<br />
thuishoren op een bedrijventerrein of in een woonkern is in principe niet<br />
toegestaan. Bovendien mogen ze de landschappelijke en cultuurhistorische<br />
kernkwaliteiten niet aantasten en moet rekening worden gehouden met de<br />
betreffende basiskwaliteiten. Milieuhygiënisch, landschappelijk en<br />
verkeerstechnisch ongewenste effecten moeten worden voorkomen.<br />
De beleidsregel ‘kleinschalige ontwikkelingen in het landelijk gebied’ maakt de<br />
tijdelijke groepshuisvesting van arbeidsmigranten tot 50 personen mogelijk op<br />
bestaande bouwpercelen. Bij activiteiten op (voormalige) agrarische<br />
bouwpercelen is de nadere invulling aan de gemeenten gelaten. De<br />
gemeenten moeten wel aan een aantal voorwaarden voldoen. De provincie let<br />
hierbij vooral op de relatie met het verstedelijkingsbeleid en de inpassing in<br />
de omgeving.<br />
Relatie met het initiatief<br />
De realisatie van huisvesting voor tijdelijke werknemers op het terrein van de<br />
voormalige camping De Bosruiter past naar de mening van de gemeente<br />
Zeewolde binnen het provinciaal ruimtelijk beleid. Hiervoor zijn de volgende<br />
redenen.<br />
De huisvesting betreft geen wonen, maar logies. Het gaat immers om tijdelijk<br />
verblijf van personen die elders hun hoofdverblijf hebben. Uitsluitend tijdelijk<br />
verblijf is dus toegestaan. De te realiseren huisvesting betreft dus een<br />
wezenlijk andere huisvestingsvorm dan permanente bewoning. Van<br />
verstedelijking van het landelijk gebied is met de realisatie van de huisvesting<br />
dan ook geen sprake.<br />
Logies ten behoeve van arbeidsmigranten is passend op de voorgestane<br />
locatie omdat dit vergelijkbaar is met verblijfsrecreatie. De locatie is in de<br />
ontwikkelingsvisie 2030 van het Omgevingsplan aangemerkt als ‘Zoekgebied<br />
combinatie landbouw, natuur (inclusief landgoederen), verblijfsrecreatie en<br />
waterbeheer’. Verblijfsrecreatie strookt dus met het Omgevingsplan. De logies<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 27<br />
Visie huisvesting tijdelijke arbeidsmigranten De Bosruiter<br />
mRO /07.16-5/ april 2012
schurkt direct tegen verblijfsrecreatie aan. Hoewel de logies niet ten behoeve<br />
van verblijfsrecreatie is en daarmee naar de letter niet hetzelfde is als<br />
verblijfsrecreatie, is de ruimtelijke impact wel vergelijkbaar met die van<br />
verblijfsrecreatie. Immers, het betreft net als bij verblijfsrecreatie tijdelijk<br />
verblijf van personen die elders hun hoofdverblijf hebben. Daarnaast zullen bij<br />
de huisvesting centrale voorzieningen gerealiseerd worden, zoals een<br />
winkeltje, receptie en dergelijke, die vergelijkbaar zijn met de centrale<br />
voorzieningen die voorkomen op verblijfsrecreatieterreinen. Voorts zal de<br />
logiesbebouwing een omvang krijgen die ook bij verblijfsrecreatie mogelijk<br />
zou zijn.<br />
De provincie wil de vitaliteit van het landelijk gebied vergroten en de<br />
gebruiksmogelijkheden daarvan meer afstemmen op de maatschappelijke<br />
behoeften. De strikte functiescheiding is daarom niet langer overal wenselijk<br />
in het landelijk gebied. De provincie wil ruimte bieden aan nieuwe functies in<br />
het landelijk gebied ter verbreding van het economisch draagvlak. De<br />
realisatie van huisvesting voor tijdelijke werknemers op het terrein van de<br />
voormalige camping de Bosruiter past goed in dit beeld. Het gebruik van het<br />
terrein wordt afgestemd op een dringende maatschappelijke behoefte: de<br />
vraag naar passende huisvesting. Er is ook sprake van een nieuwe functie die<br />
de vitaliteit van het landelijk gebied en het economisch draagvlak vergroot.<br />
De Nederlandse economie kan immers niet zonder arbeidsmigranten. De<br />
arbeidsmigranten zijn van groot belang voor in Zeewolde gevestigde<br />
bedrijven. Veel bedrijven zijn voor hun functioneren afhankelijk van tijdelijke<br />
werknemers. De huisvesting verbetert daarmee het vestigingsklimaat voor<br />
bedrijven in de gemeente Zeewolde. Doordat veel arbeidsmigranten<br />
werkzaam zijn op de nabij gelegen bedrijventerreinen Trekkersveld en<br />
Horsterparc en bij landbouwbedrijven in de gemeente, ondersteunt de<br />
huisvesting een zeer belangrijke economische tak voor de economische<br />
vitaliteit van het landelijk gebied in de gemeente. Door de realisatie van de<br />
huisvesting kunnen arbeiders dicht bij hun werk verblijven, in passende en<br />
kwalitatief goede huisvesting. Onwenselijke en illegale woonsituaties worden<br />
zo voorkomen.<br />
De ontwikkeling van de huisvesting op het voormalige campingterrein past<br />
ook prima in de provinciale visie die aangeeft dat er in de oostrand van<br />
Flevoland een lappendeken van functies kan ontstaan, door een verweving<br />
van functies. De huisvestingslocatie is gelegen in het zoekgebied voor de<br />
combinatie van functies. De realisatie van de huisvesting zorgt ervoor dat er<br />
een nieuwe functie wordt toegevoegd aan de lappendeken en dat de<br />
bestaande functies landbouw, recreatie en natuur verweven worden met deze<br />
nieuwe functie. Net zoals landbouw, recreatie en natuur, is ook de tijdelijke<br />
huisvesting een functie die hier passend is, gezien de directe nabijheid van de<br />
werkgelegenheid: de bedrijventerreinen Trekkersveld en Horsterparc en de<br />
landbouwgronden. Bovendien worden de kwaliteit van natuur en landschap<br />
niet geschaad door de komst van de huisvesting. Doordat het terrein vrijwel<br />
geheel omgeven is door bospercelen, wordt het landschapsbeeld niet<br />
aangetast. De huisvesting zal niet zichtbaar zijn vanuit het omliggende<br />
landschap, er treedt geen ‘verrommeld’ of ‘versteend’ beeld op. Er is dus<br />
sprake van een goede landschappelijke inpassing. De gronden rondom het<br />
terrein behoren tot de Ecologische Hoofdstructuur, het terrein zelf niet. Uit<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 28<br />
Visie huisvesting tijdelijke arbeidsmigranten De Bosruiter<br />
mRO /07.16-5/ april 2012
natuuronderzoek 3 blijkt dat de ontwikkeling van de huisvesting geen<br />
(significante) negatieve effecten heeft op de Ecologische Hoofdstructuur en<br />
daarmee de natuurkwaliteit. Voorts is de huisvesting ook verkeerstechnisch<br />
inpasbaar, daar de capaciteit van de <strong>Bosruiterweg</strong>, de ontsluitingsweg, niet<br />
zal worden overschreden.<br />
3.4 <strong>Gemeente</strong>lijk beleid<br />
Notitie huisvesting seizoensarbeiders<br />
De gemeente Zeewolde is zich bewust van de maatschappelijke behoefte aan<br />
goede huisvesting voor tijdelijke werknemers. Het college van B & W van<br />
Zeewolde heeft daarom op 6 september 2011 ingestemd met de ‘Notitie<br />
huisvesting seizoensarbeiders’. Het college wil mogelijkheden bieden voor<br />
huisvesting van tijdelijke werknemers in één of meer logiesgebouwen en heeft<br />
daarbij de voorkeur uitgesproken voor de locatie van de voormalige camping<br />
De Bosruiter aan de <strong>Bosruiterweg</strong>. De gemeente hecht aan kwalitatief goede<br />
huisvesting, gericht op de lange termijn, met een capaciteit voor 300 tot 600<br />
in Zeewolde werkzame personen.<br />
Locatie De Bosruiter<br />
Deze locatie omvat een terrein van circa 20 ha met de bestemming<br />
"natuurkampeerterrein". Het terrein is in beginsel geschikt voor de plaatsing<br />
van één of meer logiesgebouwen ten behoeve van huisvesting van tijdelijke<br />
werknemers. Het hiervoor benodigde terreinoppervlak is echter naar<br />
inschatting van de gemeente aanzienlijk kleiner dan 20 ha. Afhankelijk van de<br />
mate van concentratie van de logiesgebouwen (uitgaande van maximaal twee<br />
bouwlagen) en de eventuele behoefte aan extra voorzieningen zou voor 300<br />
tot 600 eenheden een oppervlakte van maximaal 5 ha toereikend moeten zijn.<br />
Herziening bestemmingsplan<br />
Om de bestemming van het terrein te wijzigen is een herziening van het<br />
geldende bestemmingsplan vereist. De gemeenteraad is de bevoegde<br />
instantie om het bestemmingsplan te wijzigen. De benodigde planologische<br />
procedure wordt niet eerder opgestart dan nadat de initiatiefnemer<br />
overeenstemming heeft bereikt met de huidige particuliere grondeigenaar.<br />
Randvoorwaarden<br />
Aan de benodigde planologische medewerking worden de volgende<br />
voorwaarden gesteld:<br />
1. De huisvesting dient gecertificeerd te worden door de Stichting Keurmerk<br />
internationale Arbeidsbemiddeling (SKIA)<br />
2. De logiesgebouwen moeten een minimale oppervlakte hebben van 500 m²<br />
in één of twee bouwlagen;<br />
3. De noodzakelijke planherziening dient betrekking te hebben op het<br />
gehele terrein van 20 ha, waarbij er een nader te bepalen groenbuffer<br />
komt tussen het terrein met de bestemming "logiesgebouwen" en het<br />
resterende terrein met de bestemming "natuurkampeerterrein" (RvN);<br />
4. De terreineigenaar gaat ermee akkoord dat er op het terrein met de<br />
3 Zoon, buro voor ecologie, ‘Quickscan natuur terrein aan de Bosruiter in Zeewolde’, 22 december<br />
2011.<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 29<br />
Visie huisvesting tijdelijke arbeidsmigranten De Bosruiter<br />
mRO /07.16-5/ april 2012
estemming RvN alsnog een wintersluiting (tussen 1/11 en 15/3) van<br />
kracht wordt, conform het reguliere beleid voor natuurkampeerterreinen;<br />
5. De plankosten en de eventuele planschade zijn voor rekening van de<br />
initiatiefnemer; dit wordt vooraf vastgelegd in een overeenkomst.<br />
Relatie met het initiatief<br />
De ontwikkeling van de voorgestane huisvesting op het terrein van de<br />
voormalige camping aan de <strong>Bosruiterweg</strong> strookt met het gemeentelijk beleid<br />
voor de huisvesting van arbeidsmigranten, zoals opgenomen in de ‘Notitie<br />
huisvesting seizoensarbeiders’. De ontwikkeling voldoet aan alle in de notitie<br />
genoemde uitgangspunten en randvoorwaarden.<br />
3.5 Conclusie<br />
Hierboven is het beleid van het rijk, de provincie en gemeente besproken met<br />
betrekking tot de ontwikkeling van huisvesting van tijdelijke werknemers. Het<br />
initiatief om dergelijke huisvesting te realiseren op het terrein van de<br />
voormalige camping de Bosruiter is afgezet tegen dit beleid. Hieruit komt naar<br />
voren dat de gemeente Zeewolde van mening is dat dit initiatief past binnen<br />
het beleid van alle drie de overheidslagen.<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 30<br />
Visie huisvesting tijdelijke arbeidsmigranten De Bosruiter<br />
mRO /07.16-5/ april 2012
4. EXPERIMENTENKADER<br />
4.1 Inleiding<br />
Het Omgevingsplan Flevoland 2006 bevat het integrale omgevingsbeleid voor<br />
de provincie Flevoland in de periode 2006-2015 met een doorkijk naar 2030.<br />
In het Omgevingsplan is aangegeven dat de provincie ruimte wil bieden aan<br />
nieuwe (niet agrarische) functies ten behoeve van de versterking van de<br />
vitaliteit van het landelijk gebied. Het beleidskader voor het landelijk gebied is<br />
nader uitgewerkt in de beleidsregel ‘Kleinschalige ontwikkelingen in het<br />
landelijk gebied’.<br />
In het hoofdstuk ‘Beleid’ is beschreven dat de gemeente Zeewolde van<br />
mening is dat de realisatie van huisvesting voor tijdelijke werknemers op het<br />
terrein van de voormalige camping de Bosruiter past binnen het beleidskader<br />
van het Omgevingsplan en daarmee het provinciaal beleid. De provincie<br />
Flevoland is het hier niet mee eens en heeft laten weten dat alleen met<br />
toepassing van het ‘Experimentenkader Landelijk Gebied’ medewerking kan<br />
worden verleend aan de ontwikkeling van de huisvesting.<br />
Experimentenkader<br />
De provincie biedt in het Omgevingsplan voor ontwikkelingen waarvoor het<br />
beleidskader te beperkend blijkt te zijn, de mogelijkheid om op experimentele<br />
basis het planologische regime voor de betreffende ontwikkeling en gebied te<br />
verruimen. Voorwaarde hiervoor is dan wel dat hieraan een tussen<br />
gebiedspartners overeengekomen integraal plan voor dat gebied ten<br />
grondslag ligt, waarin een kwaliteitsimpuls voor het gebied wordt aangetoond.<br />
Voor het creëren van een integrale kwaliteitsimpuls moet het plan inzicht<br />
bieden in:<br />
de ambities voor het versterken van de vitaliteit van het landelijk<br />
gebied;<br />
het waarborgen en verbeteren van de kwaliteit van het landelijk gebied<br />
(natuur, landschap, cultuurhistorie, aardkundige waarden, extensieve<br />
vormen van recreatie), bijvoorbeeld door eisen van verevening en<br />
randvoorwaarden voor nieuwe functies te stellen;<br />
de wijze waarop met de bestaande situatie en functies in het gebied<br />
wordt omgegaan;<br />
de wijze waarop hierbij omgegaan wordt met natuurwaarden<br />
(saldobenadering);<br />
de wijze waarop het experiment past binnen de ontwikkelingsvisie<br />
2030 en bijdraagt aan de provinciale opgaven voor de speerpunten.<br />
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe bij de ontwikkeling van de huisvesting<br />
voor tijdelijke arbeidsmigranten op het voormalige campingterrein invulling<br />
gegeven wordt aan de hierboven genoemde voorwaarden. De voorwaarden<br />
worden onderstaand stuk voor stuk uitgewerkt. Zo wordt duidelijk hoe de<br />
ontwikkeling een bijdrage levert aan de kwaliteit van het landelijk gebied. Op<br />
deze wijze wordt de benodigde onderbouwing gegeven voor toepassing van<br />
het experimentenkader, zodat de huisvesting planologisch mogelijk gemaakt<br />
kan worden.<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 31<br />
Visie huisvesting tijdelijke arbeidsmigranten De Bosruiter<br />
mRO /07.16-5/ april 2012
4.2 Versterking vitaliteit landelijk gebied<br />
De provincie Flevoland wil de vitaliteit van het landelijk gebied vergroten en<br />
de gebruiksmogelijkheden ervan meer afstemmen op de maatschappelijke<br />
behoeften. Heel duidelijk is de groeiende vraag aan huisvesting voor tijdelijke<br />
arbeidsmigranten geconstateerd (zie hoofdstuk 2). Er is dringend behoefte<br />
aan kwalitatief goede huisvesting voor deze groep, om onwenselijke en<br />
illegale woonsituaties te voorkomen. Met de ontwikkeling van huisvesting op<br />
het terrein van de voormalige camping de Bosruiter, tracht de gemeente<br />
Zeewolde, samen met de initiatiefnemer, de Epe Groep B.V., in deze behoefte<br />
te voorzien.<br />
De realisatie van de huisvesting van tijdelijke werknemers speelt direct in op<br />
een ruimtevragende maatschappelijke functie. In Nederland is sprake van een<br />
permanente behoefte aan tijdelijke arbeidsmigranten. Voor de economie zijn<br />
zij onmisbaar. Met de komst van de huisvesting wordt een impuls gegeven<br />
aan de economie in de gemeente Zeewolde. Veel bedrijven zijn voor hun<br />
functioneren namelijk afhankelijk van tijdelijke werknemers. De huisvesting<br />
verbetert daarmee het vestigingsklimaat voor bedrijven in de gemeente<br />
Zeewolde. Hierdoor wordt de economische structuur versterkt. Doordat veel<br />
arbeidsmigranten werkzaam zijn op de nabij gelegen bedrijventerreinen<br />
Trekkersveld en Horsterparc en in de agrarische sector in de gemeente,<br />
ondersteunt de huisvesting belangrijke economische sectoren voor de vitaliteit<br />
van het landelijk gebied in de gemeente. Arbeiders kunnen vlakbij hun werk<br />
verblijven, wat het aantrekkelijk voor hen maakt om in Zeewolde te gaan<br />
werken. Werkgevers kunnen vlakbij hun bedrijf huisvesting aanbieden,<br />
waardoor werken met tijdelijke arbeidsmigranten voor hen aantrekkelijk is.<br />
De grootschalige huisvestingsmogelijkheid die wordt voorgestaan, komt ook<br />
direct ten goede aan de vitaliteit van het landelijk gebied. Niet alleen wordt<br />
hiermee een substantieel deel van de behoefte aan huisvesting opgelost, ook<br />
wordt gekomen tot kwaliteitsverbetering. Enerzijds is er sprake van<br />
kwaliteitsverbetering omdat kwalitatief goede huisvesting wordt geboden,<br />
onwenselijke woonsituaties worden voorkomen, er adequaat beheer kan<br />
worden gerealiseerd en bij de huisvesting voorzieningen kunnen worden<br />
geboden voor dagelijkse levensbehoeften. Anderzijds wordt verbetering van<br />
de ruimtelijke kwaliteit gerealiseerd, omdat sprake is van concentratie van<br />
huisvesting. Zo wordt verspreiding van kleine enclaves zoveel mogelijk<br />
voorkomen. Verrommeling en verstening van het landschap alsmede schade<br />
aan natuurwaarden worden tegengegaan. De vitaliteit van het landelijk gebied<br />
wordt ook versterkt omdat hinder voor andere bedrijven in het landelijk<br />
gebied ten gevolge van de huisvesting wordt voorkomen, waardoor zij niet<br />
belemmerd worden in hun bedrijfsvoering. De druk op campings en<br />
bungalowparken wordt door de komst van de huisvesting verlicht. Hierdoor<br />
zullen zij beter in staat zijn hun toeristisch-recreatieve functie te vervullen,<br />
hetgeen eveneens ten goede komt aan de vitaliteit van het landelijk gebied.<br />
Concluderend wordt door de ontwikkeling van de huisvesting van tijdelijke<br />
werknemers de vitaliteit van het landelijk gebied vergroot en de<br />
gebruiksmogelijkheden van het gebied afgestemd op maatschappelijke<br />
behoeften en belangen. De leefbaarheid van het gebied wordt ruimtelijk en<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 32<br />
Visie huisvesting tijdelijke arbeidsmigranten De Bosruiter<br />
mRO /07.16-5/ april 2012
economisch versterkt door de toevoeging van een nieuwe maatschappelijke<br />
functie op een onbenutte locatie.<br />
4.3 Waarborgen en verbeteren kwaliteit landelijk gebied<br />
Het belangrijkste kenmerk van het gebied waar de huisvesting voor tijdelijke<br />
arbeidsmigranten is voorzien is de ligging in het bos: er is sprake van een<br />
open veld in het bos. De kwaliteiten van het terrein worden dan ook met<br />
name bepaald door het aanwezige bos. Deze kwaliteiten zijn van ecologische,<br />
landschappelijke en cultuurhistorische aard. Karakteristiek voor het gebied is<br />
verder het aanwezige concentrische slotenpatroon. Het lijkt erop dat met dit<br />
patroon is beoogd om een soort kleinschaligheid in het landschap te realiseren<br />
als contrast op het grootschalige rationeel verkavelde Flevolandse landschap.<br />
In het ontwerp voor de inrichting van het gebied met de huisvesting is<br />
rekening gehouden met deze kenmerken en kwaliteiten.<br />
Bij de ontwikkeling van de huisvesting wordt de bestaande ruimtelijke<br />
structuur als uitgangspunt genomen. Dat betekent dat de bestaande<br />
verkavelingsstructuur met het concentrische slotenpatroon gehandhaafd blijft,<br />
dat de bospercelen rondom het plangebied ongemoeid worden gelaten en dat<br />
de bestaande infrastructuur opnieuw wordt benut. Hierdoor wordt de<br />
ontwikkeling goed ingebed in het bestaande landschap en tast de bestaande<br />
kwaliteiten niet aan.<br />
De huisvesting zal gerealiseerd worden in de zuidwestelijke hoek van het<br />
voormalige campingterrein. Hier is reeds infrastructuur in de vorm van<br />
ontsluitingswegen aanwezig. Deze kan hierdoor opnieuw gebruikt worden. Het<br />
toevoegen van extra verharding wordt zo zoveel mogelijk beperkt. Door de<br />
huisvesting uitsluitend te realiseren in de zuidwesthoek, is sprake van<br />
concentratie van de nieuwe bebouwing. Een groot deel van het terrein behoud<br />
daardoor zijn groene karakter en verspreide verstening wordt voorkomen.<br />
De ligging in het bos zorgt voor een goede landschappelijke inpassing van de<br />
nieuwe huisvesting. Het bos zal de huisvesting aan het zicht onttrekken,<br />
waardoor het landschapsbeeld niet wordt aangetast. Alleen de toegangsweg is<br />
vanaf de openbare weg zichtbaar. De ligging in het bos zorgt er ook voor dat<br />
de openheid, een belangrijk kenmerk van een groot deel van het Flevolandse<br />
landschap, ongemoeid blijft. Bestaande contrasten van open - besloten, het<br />
open landbouwgebied ten noorden van de Hoge Vaart versus het Vaartbos,<br />
blijven behouden. De landschappelijke inpassing zal in de loop der tijd ook<br />
steeds beter worden, doordat het bos zich steeds verder zal ontwikkelen. Bij<br />
de situering en hoogte van de bebouwing wordt nadrukkelijk ingespeeld op<br />
het landschap. De situering in de zuid oostelijke hoek van het terrein betekent<br />
dat de nieuwe bebouwing aan twee zijden begrensd wordt door bos. De<br />
beperkte hoogte van de bebouwing, twee bouwlagen met een kap, zorgt<br />
ervoor dat de bebouwing niet boven de bomen uit zal komen. De<br />
landschappelijke inpassing en daarmee de kwaliteit van het landelijk gebied<br />
zal verder versterkt worden doordat er een groene buffer gerealiseerd zal<br />
worden tussen de huisvesting en het overige deel van het terrein.<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 33<br />
Visie huisvesting tijdelijke arbeidsmigranten De Bosruiter<br />
mRO /07.16-5/ april 2012
Met de realisatie van de grootschalige huisvesting op het voormalige<br />
campingterrein wordt verspreiding van kleine enclaves huisvesting zoveel<br />
mogelijk voorkomen. Verrommeling en verstening van het landschap alsmede<br />
schade aan natuurwaarden worden zo tegengegaan. Dit levert een belangrijke<br />
bijdrage aan de kwaliteit van het landelijk gebied.<br />
Reeds genoemd is dat een deel van de tijdelijke werknemers die zal worden<br />
gehuisvest op de locatie, werkzaam zal zijn in de agrarische sector. Deze<br />
sector kan niet zonder tijdelijke werknemers. De agrarische bedrijven zijn van<br />
groot belang voor het beheer en de instandhouding van het karakter van het<br />
landelijk gebied. Een krachtige agrarische sector gaat onwenselijke<br />
ontwikkelingen in het landelijk gebied tegen. Ook op deze wijze draagt de<br />
huisvesting dus bij aan de kwaliteit van het landelijk gebied.<br />
Het bosgebied rondom het voormalige campingterrein maakt onderdeel uit<br />
van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Het terrein zelf behoort niet tot de<br />
EHS. De EHS rondom het terrein wordt niet aangetast door de realisatie van<br />
de huisvesting. Ook worden geen verblijfplaatsen, migratie- en<br />
foerageerroutes of belangrijke voedselgebieden van beschermde soorten<br />
vernietigd. Dit blijkt uit natuuronderzoek. Er worden dus geen natuurwaarden<br />
geschaad door de ontwikkeling van de huisvesting. Op het natuuronderzoek<br />
zal in de paragraaf ‘Omgang met natuurwaarden’ dieper worden ingegaan.<br />
De ontwikkeling van de huisvesting draagt tevens bij aan de verbetering van<br />
de kwaliteit van het landelijk gebied, omdat de natuurwaarden tegelijkertijd<br />
met de ontwikkeling van de huisvesting versterkt zullen worden. Langs de<br />
Hoge Vaart zal op het voormalige campingterrein een moeraszone van 20<br />
meter breed worden ingericht. De inrichting van de moeraszone sluit<br />
uitstekend aan bij de moerasontwikkeling die de provincie, waterschap en<br />
Staatsbosbeheer langs beide oevers van de Hoge Vaart gaan uitvoeren in het<br />
kader van de Europese Kaderrichtlijn Water.<br />
4.4 Omgang met bestaande situatie en functies<br />
De locatie waar de tijdelijke huisvesting wordt ontwikkeld, is gelegen in het<br />
buitengebied van de gemeente Zeewolde, aan de <strong>Bosruiterweg</strong> 16. Het betreft<br />
een open plek in het bos, die in het verleden als camping gebruikt is. Van<br />
oudsher heeft deze locatie een andere functie gekend dan de directe<br />
omgeving. Er is nooit bos aangeplant, de plek is bewust open gehouden om<br />
een andere functie mogelijk te maken. Middels de realisatie van tijdelijke<br />
huisvesting op deze plek wordt een nieuwe maatschappelijke functie aan de<br />
locatie gegeven waar dringend behoefte aan is. Bovendien heeft de<br />
huisvesting vrijwel dezelfde ruimtelijke impact als de huidige<br />
verblijfsrecreatieve bestemming: er is sprake van tijdelijk verblijf van<br />
personen die elders hun hoofdverblijf elders. De initiatiefnemer heeft het<br />
terrein inmiddels verworven ten behoeve van de nieuwe functie.<br />
De ligging van het terrein in het bos, zorgt ervoor dat de te realiseren<br />
huisvesting het landschap niet zal schaden. Visueel is het niet waarneembaar<br />
vanuit de omgeving: er is sprake van een goede landschappelijke inpassing.<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 34<br />
Visie huisvesting tijdelijke arbeidsmigranten De Bosruiter<br />
mRO /07.16-5/ april 2012
Er zal voldoende parkeerruimte op het terrein worden gerealiseerd, waardoor<br />
ook geparkeerde auto’s het landschap niet zullen verrommelen. Kortom, de<br />
kwaliteit van het landschap wordt niet aangetast. Doordat er sprake is van<br />
een grootschalige huisvestingsvorm wordt verstening en verrommeling op<br />
andere plaatsen voorkomen. Ook de rond het terrein liggende natuur (bos)<br />
wordt gerespecteerd: deze wordt ongemoeid gelaten en blijkens onderzoek<br />
zijn er geen significante negatieve effecten voor natuurwaarden.<br />
De realisatie van de huisvesting zal geen verkeersproblemen met zich<br />
meebrengen. Weliswaar zal de door de huisvesting de verkeersintensiteit op<br />
de <strong>Bosruiterweg</strong> toenemen, maar hiermee zal de capaciteit van de weg niet<br />
worden overschreden (zie ook hoofdstuk 2). Congestie of onveilige situaties<br />
liggen derhalve niet in de rede. Verkeersproblemen op andere wegen dan de<br />
<strong>Bosruiterweg</strong> liggen ook niet in de lijn der verwachtingen. In noordoostelijke<br />
richting komt de <strong>Bosruiterweg</strong> uit op de bedrijventerreinen Trekkersveld en<br />
Horsterparc. Veel te huisvesten arbeidsmigranten zullen werkzaam zijn op<br />
deze bedrijventerreinen. Zij hoeven dus niet verder te reizen voor hun werk.<br />
De parkeerbehoefte bij de huisvesting wordt opgelost door op het terrein<br />
voldoende parkeerplaatsen aan te leggen. De omgeving wordt daardoor niet<br />
belast met geparkeerde auto’s en parkeerproblemen zullen zich niet<br />
voordoen.<br />
Door de ligging van de huisvestingslocatie, in het landelijk gebied op grote<br />
afstand van andere gevoelige functies, zal de huisvesting naar verwachting<br />
geen effecten hebben op andere functies. Agrarische bedrijven, nietagrarische<br />
bedrijven en recreatiebedrijven worden niet beperkt in hun<br />
milieuruimte door de huisvesting. Zij kunnen ongehinderd verder<br />
functioneren. Door de afwezigheid van burgerwoningen in de directe<br />
nabijheid van het terrein, zullen bewoners van het landelijk gebied niet<br />
beperkt worden in hun woongenot.<br />
Overlast voor bestaande functies zal ook worden voorkomen door het voeren<br />
van een adequaat beheer over de huisvesting en het terrein. Er zal direct en<br />
dagelijks toezicht worden gehouden door een vaste beheerder op het terrein.<br />
De beheerder handhaaft de ‘openbare orde’ en zal zo nodig maatregelen<br />
treffen. De beheerder is ook aanspreekpunt voor de werknemers die op het<br />
terrein verblijven. Hij kan hen helpen als zij vragen hebben. Onwetendheid<br />
met als gevolg overlast, wordt zo in de kiem gesmoord. Het beheer gaat ook<br />
verloedering van de bebouwing en het terrein tegen. Er kunnen tijdig<br />
onderhouds- en reparatiewerkzaamheden worden uitgevoerd. Om het beheer<br />
te waarborgen zal de gemeente Zeewolde met de initiatiefnemer afspraken<br />
vastleggen in een convenant.<br />
4.5 Omgang met natuurwaarden<br />
De realisatie van de huisvesting voor tijdelijke werknemers mag de<br />
aanwezige natuurwaarden niet aantasten. Met het oog hierop is aan de hand<br />
van onderzoek gekeken op welke wijze moet worden omgegaan met de<br />
natuurwaarden. Onderscheid wordt hierbij gemaakt tussen beschermde<br />
gebieden en beschermde soorten.<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 35<br />
Visie huisvesting tijdelijke arbeidsmigranten De Bosruiter<br />
mRO /07.16-5/ april 2012
Beschermde gebieden<br />
Tot de beschermde gebieden worden de Natura 2000-gebieden, beschermde<br />
natuurmonumenten en Ecologische Hoofdstructuur (EHS) gerekend.<br />
Het plangebied is niet gelegen in Natura 2000-gebieden of beschermde<br />
natuurmonumenten. De dichtstbijzijnde Natura 2000-gebieden betreffen de<br />
‘Veluwerandmeren’ op bijna 4,5 kilometer afstand. Gezien deze afstand, het<br />
feit dat tussen het huisvestingsterrein en het Natura-2000 gebied de kern van<br />
Zeewolde gelegen is en het gegeven dat er geen (relevante) ecologische<br />
relatie is tussen het Vaartbos en Natura 2000-gebieden, worden er geen<br />
negatieve effecten verwacht ten gevolge van het bestemmingsplan op het<br />
Natura-2000 gebied.<br />
Het terrein is niet gelegen in de EHS. Direct rondom het plangebied is wel<br />
EHS aanwezig in de vorm van het Vaartbos. Uitgangspunt van het beleid is<br />
dat plannen, handelingen en projecten in de EHS niet toegestaan zijn indien<br />
zij de wezenlijke kenmerken en waarden van de EHS significant aantasten<br />
(‘nee-tenzij’ principe).<br />
De omringende bossen zijn binnen de Ecologische hoofdstructuur aangemerkt<br />
als waardevol. Het plangebied ligt op enige kilometers afstand van het<br />
prioritaire gebied ‘Horsterwold’. Ook de Robuuste Ecologische verbinding<br />
‘Oostvaarderswold’, die door de provincie Flevoland gerealiseerd wordt, ligt op<br />
enige kilometers afstand. Het is niet waarschijnlijk dat het plan deze<br />
prioritaire natuurgebieden en essentiële verbinding beïnvloedt. Er is mogelijk<br />
wel invloed op de direct omringende waardevolle natuur. Toetsing van het<br />
plan aan het ‘Nee-tenzij’ principe is daarom nodig.<br />
Zoon, buro voor ecologie heeft een quickscan natuur uitgevoerd 4 voor de<br />
planlocatie, waarin een ‘Nee-tenzij’ toets is opgenomen. Hieruit blijkt het<br />
volgende.<br />
In en rond het terrein blijven alle natuurlijke terreintypen bewaard. Vooral de<br />
rietsloten zijn belangrijk als leefgebied en voedselgebied van beschermde<br />
soorten. Het is niet te verwachten dat de bebouwing deze rietsloten bedreigd.<br />
Deze belangrijke terreintypen voor wilde planten en dieren blijven in het plan<br />
behouden.<br />
De stukjes akker die bebouwd worden, liggen direct tegen de bestaande<br />
ontsluiting aan. Het is onmogelijk dat daardoor beschermde soorten van open<br />
gebieden bedreigd zullen worden.<br />
De invloed van de bebouwing op de sloten is gering. Door de bebouwing zal<br />
het nu zeer rustige terrein waarschijnlijk minder geschikt worden als<br />
voedselgebied voor roofvogels. Deze broeden echter niet in het jonge bos<br />
rondom, maar in oudere bossen verder weg.<br />
Door de bebouwing zal het terrein ook minder geschikt worden als<br />
voedselgebied voor soorten als edelhert en das. De grote afstand van het<br />
4 Zoon, buro voor ecologie, ‘Quickscan natuur terrein aan de Bosruiter in Zeewolde’, 22 december<br />
2011.<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 36<br />
Visie huisvesting tijdelijke arbeidsmigranten De Bosruiter<br />
mRO /07.16-5/ april 2012
plangebied tot de robuuste verbinding Oostvaarderswold, die voor het<br />
edelhert van belang zal zijn, zorgt ervoor dat het effect op deze soort gering<br />
is.<br />
De conclusie van het onderzoek is dat de wezenlijke waarden en kenmerken<br />
van de omringende EHS niet significant worden geschaad. De ontwikkeling<br />
van de huisvesting kan daardoor doorgang vinden.<br />
Er dient gemitigeerd te worden door bij de uitvoering en het toekomstige<br />
gebruik de aanwezige rietsloten op het terrein te sparen. Er worden dan geen<br />
beschermde natuurwaarden bedreigd. Dit zal worden gedaan. Bij de realisatie<br />
van de huisvesting zal de ruimtelijke structuur van het terrein, en daarmee de<br />
sloten, niet wijzigen. Compensatie is niet nodig.<br />
Beschermde soorten<br />
De bescherming van soorten is geregeld in de Flora- en faunawet. De wet<br />
bevat verbodsbepalingen met betrekking tot het aantasten, verontrusten of<br />
verstoren van beschermde dier- en plantensoorten, hun nesten, holen en<br />
andere voortplantings- of vaste rust- en verblijfplaatsen. Indien het<br />
voortbestaan van beschermde soorten door een ingreep negatief beïnvloed<br />
wordt, is het nodig ontheffing aan te vragen van verboden handelingen op<br />
grond van de Flora- en faunawet.<br />
Door Zoon, buro voor ecologie is een quickscan natuur uitgevoerd 5 voor de<br />
planlocatie. Hieruit blijkt dat door de uitvoering van het plan geen<br />
verblijfplaatsen, migratie- en foerageerroutes of belangrijke voedselgebieden<br />
van beschermde soorten worden vernietigd. Het gebied blijft functioneel in<br />
tact voor beschermde soorten. Er treedt daardoor geen overtreding van de<br />
Flora- en faunawet op.<br />
Tussen de voormalige campingplaatsen bevinden zich hagen en struiken.<br />
Deze zullen ten behoeve van de bouw van de logiesgebouwen verwijderd<br />
moeten worden. Dit dient buiten de broedtijd van vogels (globaal tussen half<br />
maart en half juli) te gebeuren. Alle vogels zijn namelijk strikt beschermd als<br />
ze broeden.<br />
Voor de uitvoering van het plan is geen ontheffing van de Flora- en faunawet<br />
nodig.<br />
Natuurontwikkeling<br />
Er is ook een kwalitatieve verbetering van de natuur voorzien. Daartoe zal<br />
tegelijk met de ontwikkeling van de huisvesting, ook de natuurlijke structuur<br />
worden versterkt. Het terrein ligt aan de Hoge Vaart. De provincie Flevoland,<br />
het waterschap en Staatsbosbeheer gaan deze vaart inrichten om te voldoen<br />
aan de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). Hiervoor zal aan beide oevers<br />
een strook van 20 meter breed worden ingericht ten behoeve van<br />
moerasontwikkeling. Staatsbosbeheer beschikt daarvoor reeds over alle<br />
benodigde gronden langs de Hoge Vaart, met uitzondering van de strook die<br />
behoort tot het voormalige campingterrein. Met de initiatiefnemer van de<br />
5 Zoon, buro voor ecologie, ‘Quickscan natuur terrein aan de Bosruiter in Zeewolde’, 22 december<br />
2011.<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 37<br />
Visie huisvesting tijdelijke arbeidsmigranten De Bosruiter<br />
mRO /07.16-5/ april 2012
huisvesting is<br />
overeen<br />
gekomen dat hij<br />
deze strook van<br />
20 meter breed<br />
zal inzetten voor<br />
het KRW project<br />
en deze strook<br />
zal inrichten (en<br />
onderhouden) als<br />
moeraszone.<br />
Hierdoor ontstaat<br />
een<br />
aaneengesloten<br />
moerasstrook<br />
van 20 meter<br />
aan beide zijden<br />
van de Hoge<br />
Vaart. Dit heeft<br />
een positief<br />
effect op de<br />
natuur in de<br />
omgeving.<br />
Zoon, buro voor<br />
ecologie, heeft<br />
de<br />
moerasontwikkeling<br />
ter plaatse van het voormalige campingterrein in overleg met<br />
Staatsbosbeheer nader uitgewerkt 6 . Onderstaand is een dwarsprofiel<br />
opgenomen van de moerasontwikkeling en een impressie van de mogelijke<br />
toekomstige levensgemeenschappen in de moeraszone. Er zal leefruimte<br />
ontstaan voor wilgen, riet, waterplanten, otters en bevers.<br />
De grond die uitgegraven wordt voor de moerasontwikkeling zal verwerkt<br />
moeten worden op het eigen terrein. In de beschoeiing langs de Hoge Vaart<br />
zullen enkele gaten worden gemaakt, op de waterspiegel en juist daaronder,<br />
voor dieren. De waterstrook (0 tot 8 meter vanaf de landzijde) zal een 5<br />
jaarlijks beheer gaan kennen. Beheer van overjarig waterriet (15 tot 20 meter<br />
vanaf de landzijde) kan in vorstperioden geschieden. De zone zal ten behoeve<br />
van de natuurontwikkeling niet toegankelijk worden voor mensen.<br />
Conclusie<br />
Vanuit natuurwaarden zijn er geen belemmeringen voor de realisatie van de<br />
huisvesting. Tegelijkertijd voorziet het plan in een sterke kwalitatieve<br />
verbetering van de natuurlijke structuur in het gebied, door een strook van 20<br />
meter langs de Hoge Vaart in te zetten voor de ontwikkeling van een<br />
moerasoever. Door de ontwikkeling van dergelijke moerasoevers langs de<br />
6 Zoon, buro voor ecologie, ‘Moerasontwikkeling langs Hoge Vaart – terrein <strong>Bosruiterweg</strong> 16<br />
Zeewolde’, 19 januari 2012<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 38<br />
Visie huisvesting tijdelijke arbeidsmigranten De Bosruiter<br />
mRO /07.16-5/ april 2012<br />
Omvormen camping naar huisvesting arbeidsmigranten.<br />
Moerasontwikkeling aan Hoge Vaart van 20 m breed<br />
Moerasontwikkeling Staatsbosbeheer aan beide oevers<br />
Bestemming verblijfsrecreatie in gebruik als akker
gehele Hoge Vaart willen de Provincie Flevoland, het Waterschap en<br />
Staatsbosbeheer voldoen aan de Europese Kaderrichtlijn Water.<br />
Voor de huisvesting hoeft geen compensatie van natuurwaarden plaats te<br />
vinden, wel zal worden gemitigeerd door de aanwezige sloten te behouden.<br />
Het verwijderen van hagen en struiken zal buiten de broedtijd plaats moeten<br />
vinden. Daarnaast zal, zoals bij iedere ingreep het geval is, tijdens de<br />
uitvoering van werkzaamheden de algemene Zorgplicht uit de Flora- en<br />
faunawet in acht moeten worden genomen.<br />
Technisch dwarsprofiel moerasontwikkeling (bron: Zoon, buro voor ecologie)<br />
Impressie van mogelijke toekomstige levensgemeenschappen in de moeraszone (bron: Zoon, buro voor ecologie)<br />
4.6 Ontwikkelingsvisie 2030 en bijdrage aan speerpunten<br />
In de ontwikkelingsvisie 2030 voor het landelijk gebied die is opgenomen in<br />
het Omgevingsplan Flevoland geeft de provincie aan dat zij de vitaliteit van<br />
het landelijk gebied wil vergroten en de gebruiksmogelijkheden daarvan meer<br />
wil afstemmen op de maatschappelijke behoeften. De inrichting en het<br />
gebruik zullen daardoor in bepaalde gebieden wijzigen. Er zijn groeiende<br />
kansen voor combinaties en uitruil van functies. De strikte functiescheiding is<br />
daarom niet langer overal wenselijk. De locatie waar de tijdelijke huisvesting<br />
zal worden ontwikkeld is op de kaart van de ontwikkelingsvisie aangeduid als<br />
‘Zoekgebied combinatie landbouw, natuur (inclusief landgoederen),<br />
verblijfsrecreatie en waterbeheer’.<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 39<br />
Visie huisvesting tijdelijke arbeidsmigranten De Bosruiter<br />
mRO /07.16-5/ april 2012
Het Omgevingsplan Flevoland benoemt een aantal speerpuntgebieden die<br />
bijzondere aandacht hebben. De locatie waar de tijdelijke huisvesting<br />
gerealiseerd moet worden ligt in het speerpuntgebied ‘Oostrand van<br />
Flevoland’. Dit gebied omvat de zone van oostelijk en zuidelijk Flevoland. Het<br />
gebied wordt gekenmerkt door een langgerekte zone van bos- en<br />
natuurgebieden die aansluiten op de randmeren. De betekenis van de<br />
landbouw in dit gebied zal belangrijk blijven, maar daarnaast zullen in dit<br />
gebied ook andere activiteiten een grotere rol gaan spelen. De provincie wil<br />
ruimte bieden aan nieuwe functies in het landelijk gebied ter verbreding van<br />
het economisch draagvlak en deze verweven met andere functies. Door deze<br />
verweving kan in het landelijk gebied een lappendeken van functies ontstaan.<br />
In de oostrand wordt dan ook actief gestreefd naar verweving van functies<br />
waarin onder meer de kwaliteiten van landschap en natuur worden<br />
gerespecteerd. Het gewenste effect is een nieuwe solide basis voor de<br />
Oostrand van Flevoland.<br />
De realisatie van huisvesting voor tijdelijke werknemers op het terrein van de<br />
voormalige camping de Bosruiter is in lijn met de ontwikkelingsvisie 2030 en<br />
het speerpunt ‘Oostrand van Flevoland’.<br />
Het gebruik van het voormalige campingterrein wordt afgestemd op een<br />
dringende maatschappelijke behoefte: de huisvestingsvraag van tijdelijke<br />
arbeidsmigranten. De vitaliteit van het landelijk gebied en het economisch<br />
draagvlak wordt door de huisvesting vergroot. Arbeidsmigranten zijn<br />
onmisbaar voor de economische ontwikkeling. Veel bedrijven zijn voor hun<br />
functioneren afhankelijk van tijdelijke werknemers. De huisvesting draagt zo<br />
bij aan het vestigingsklimaat voor bedrijven in de gemeente Zeewolde en aan<br />
de economische structuur. De ontwikkeling past ook goed binnen de<br />
ontwikkelingsvisie omdat de huisvestingslocatie ligt in het ‘Zoekgebied<br />
combinatie landbouw, natuur (inclusief landgoederen), verblijfsrecreatie en<br />
waterbeheer’. Enerzijds omdat de huisvesting hetzelfde karakter heeft als<br />
verblijfsrecreatie: er is sprake van logies doordat er tijdelijk mensen<br />
verblijven die hun hoofdverblijf elders hebben. Anderzijds omdat hier goede<br />
kansen liggen voor een eventueel toekomstig hergebruik van het terrein en/of<br />
de gebouwen (mocht de huisvesting op termijn niet meer nodig zijn) die dan<br />
kunnen bijdragen aan de verdere ontwikkeling van het gebied.<br />
De ontwikkeling van de huisvesting draagt bij aan de visie dat er in de<br />
oostrand van Flevoland een lappendeken van functies kan ontstaan, door een<br />
verweving van functies. De realisatie van de huisvesting zorgt ervoor dat er<br />
een nieuwe functie wordt toegevoegd aan de lappendeken en dat de<br />
bestaande functies landbouw, recreatie en natuur verweven worden met deze<br />
nieuwe functie. Bovendien schaadt de huisvesting het functioneren en de<br />
kwaliteit van de functies landbouw, landschap en natuur niet. Hieruit blijkt dat<br />
de verweving goed mogelijk is. De tijdelijke huisvesting is ook een functie die<br />
passend is op de locatie, gezien de directe nabijheid van de werkgelegenheid:<br />
de bedrijventerreinen Trekkersveld en Horsterparc en de landbouwgronden.<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 40<br />
Visie huisvesting tijdelijke arbeidsmigranten De Bosruiter<br />
mRO /07.16-5/ april 2012
4.7 Conclusie<br />
In de voorgaande paragrafen is uitgewerkt hoe wordt voldaan aan de<br />
voorwaarden die gesteld worden aan toepassing van het experimentenkader<br />
uit het Omgevingsplan van de provincie Flevoland. Het resultaat daarvan is<br />
een beschrijving van kwalitatieve aard. Op deze wijze is gemotiveerd waarom<br />
het initiatief voor de ontwikkeling van huisvesting voor tijdelijke werknemers<br />
in aanmerking komt voor verruiming van het planologisch regime middels<br />
gebruikmaking van het experimentenkader:<br />
De vitaliteit wordt versterkt door te voldoen aan de huisvestingsvraag van<br />
tijdelijke werknemers: een dringend maatschappelijk belang. Voor de<br />
economie zijn tijdelijke werknemers onmisbaar. De huisvesting verbetert<br />
het vestigingsklimaat voor bedrijven en versterkt de economische<br />
structuur. Ook wordt de vitaliteit versterkt door kwaliteitsverbetering: er<br />
wordt huisvesting van goede kwaliteit tot stand gebracht en door de<br />
concentratie wordt verstening en verrommeling van het landelijk gebied<br />
voorkomen.<br />
Bij het ontwerp voor de inrichting van het gebied met de huisvesting is<br />
rekening gehouden met bestaande kenmerken en kwaliteiten, zoals de<br />
ligging in het bos, de ruimtelijke structuur, landschap en natuur. Er is<br />
sprake van een goede landschappelijke inpassing. Hierdoor is het behoud<br />
van de kwaliteiten van de locatie en het omliggende landschap<br />
gewaarborgd. Bovendien wordt de natuur versterkt, door de aanleg van<br />
een moeraszone langs de Hoge Vaart.<br />
De bestaande situatie en functies worden gerespecteerd doordat de<br />
kwaliteit van het landschap niet wordt aangetast, de natuur ongemoeid<br />
wordt gelaten, de ontwikkeling verkeerstechnisch niet tot problemen leidt,<br />
bedrijven in de omgeving niet worden gehinderd en overlast wordt<br />
voorkomen. Daarnaast wijkt de huisvesting qua ruimtelijke impact<br />
nauwelijks af van de geldende verblijfsrecreatieve bestemming.<br />
Door de ontwikkeling van de huisvesting worden geen beschermde<br />
natuurwaarden bedreigd. Er zijn geen (significante) negatieve effecten op<br />
de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), er vinden geen ingrepen plaats in de<br />
EHS, bestaande sloten worden gespaard en er gaan geen verblijfplaatsen,<br />
migratie- en foerageerroutes of belangrijke voedselgebieden van<br />
beschermde soorten verloren. Sterker nog, de natuurlijke structuur van<br />
het gebied wordt versterkt door een strook van 20 meter langs de Hoge<br />
Vaart in te zetten voor de ontwikkeling van moerasoevers. Deze strook<br />
vormt de laatste schakel in het Europese Kaderrichtlijn Water-project van<br />
de Provincie Flevoland, het Waterschap en Staatsbosbeheer, waarbij de<br />
oevers van de Hoge Vaart worden ingericht voor moerasontwikkeling.<br />
De ontwikkeling past binnen de ontwikkelingsvisie 2030 en het<br />
speerpuntgebied ‘Oostrand van Flevoland’. Het gebruik wordt afgestemd<br />
op een dringende maatschappelijke behoefte, de vitaliteit wordt versterkt,<br />
het economisch draagvlak wordt versterkt, de nieuwe functie past binnen<br />
een verweving en lappendeken van functies en strookt met de aanduiding<br />
‘Zoekgebied combinatie landbouw, natuur (inclusief landgoederen),<br />
verblijfsrecreatie en waterbeheer’.<br />
Hieruit blijkt dat de realisatie van de huisvesting voor tijdelijke werknemers<br />
een kwaliteitsimpuls betekent voor het gebied. Het levert een sterke bijdrage<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 41<br />
Visie huisvesting tijdelijke arbeidsmigranten De Bosruiter<br />
mRO /07.16-5/ april 2012
om het gebied vitaal te houden en economisch verder te ontwikkelen.<br />
Bovendien wordt de natuurlijke structuur van het gebied versterkt door de<br />
ontwikkeling van een moeraszone. Tot slot wijkt de huisvesting qua<br />
ruimtelijke impact nauwelijks af van de geldende verblijfsrecreatieve<br />
bestemming van het terrein.<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 42<br />
Visie huisvesting tijdelijke arbeidsmigranten De Bosruiter<br />
mRO /07.16-5/ april 2012
5. CONCLUSIE<br />
De gemeente Zeewolde en de Epe Groep B.V. hebben het voornemen om op<br />
het terrein van de voormalige camping De Bosruiter in Zeewolde huisvesting<br />
voor arbeidsmigranten te realiseren.<br />
Er blijkt een grote vraag te bestaan naar huisvesting en aan de voorgestane<br />
huisvestingsvorm zijn belangrijke voordelen verbonden. Daar tijdelijke<br />
werknemers onmisbaar zijn voor de economie en misstanden bij hun<br />
huisvesting moeten worden voorkomen, is er een groot maatschappelijk<br />
belang gediend met de realisatie van de huisvesting.<br />
De te realiseren huisvesting past naar mening van de gemeente binnen het<br />
beleid van het rijk, de provincie en de gemeente. De gemeente acht de<br />
huisvesting passend binnen het provinciaal beleid omdat de huisvesting<br />
(logies) hetzelfde karakter heeft als verblijfsrecreatie, aansluit bij de<br />
voorgestane verweving van functies en de vitaliteit en het economisch<br />
draagvlak van het landelijk gebied versterkt.<br />
De provincie vindt daarentegen dat de huisvesting niet past binnen het<br />
provinciaal beleid. Zij heeft laten weten dat alleen met toepassing van het<br />
experimentenkader medewerking kan worden verleend. Middels dit kader kan<br />
het planologisch regime worden verruimd, zodat de huisvesting toch mogelijk<br />
gemaakt kan worden. Uit de voorliggende rapportage blijkt dat er wordt<br />
voldaan aan de voorwaarden die zijn verbonden aan toepassing van het<br />
experimentenkader. De huisvesting versterkt de vitaliteit van het landelijk<br />
gebied, de kwaliteiten van het landelijk gebied blijven gewaarborgd, de<br />
bestaande situatie en functies worden gerespecteerd, natuurwaarden worden<br />
niet geschaad en versterkt door de aanleg van een moeraszone langs de Hoge<br />
Vaart, de huisvesting past binnen de ontwikkelingsvisie 2030 en draagt bij<br />
aan de provinciale speerpunten. Al met al betekent de huisvesting een<br />
kwaliteitsimpuls voor het gebied.<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde 43<br />
Visie huisvesting tijdelijke arbeidsmigranten De Bosruiter<br />
mRO /07.16-5/ april 2012
De Bosruiter
Inhoudsopgave<br />
Regels 3<br />
Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS 3<br />
Artikel 1 Begrippen 3<br />
Artikel 2 Wijze van meten 7<br />
Hoofdstuk 2 BESTEMMINGSREGELS 9<br />
Artikel 3 Agrarisch 9<br />
Artikel 4 Gemengd 11<br />
Artikel 5 Natuur 13<br />
Artikel 6 Verkeer - 2 15<br />
Artikel 7 Waarde - Archeologie 16<br />
Hoofdstuk 3 ALGEMENE REGELS 19<br />
Artikel 8 Anti-dubbeltelregel 19<br />
Artikel 9 Algemene bouwregels 20<br />
Artikel 10 Algemene gebruiksregels 21<br />
Artikel 11 Algemene afwijkingsregels 22<br />
Hoofdstuk 4 OVERGANGS- EN SLOTREGELS 23<br />
Artikel 12 Overgangsrecht 23<br />
Artikel 13 Slotregel 24<br />
2<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
bestemmingsplan De Bosruiter vastgesteld d.d.<br />
mRO b.v. / PLR / 07.15-5 / april 2012
Regels<br />
Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS<br />
Artikel 1 Begrippen<br />
In deze planregels wordt verstaan onder:<br />
1.1 plan:<br />
het bestemmingsplan De Bosruiter van de gemeente Zeewolde.<br />
1.2 bestemmingsplan:<br />
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand<br />
NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01 met de bijbehorende regels (en<br />
eventuele bijlagen).<br />
1.3 aanduiding:<br />
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn<br />
aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten<br />
aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.<br />
1.4 aanduidingsgrens:<br />
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.<br />
1.5 agrarisch bedrijf:<br />
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door<br />
middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren.<br />
1.6 bebouwing:<br />
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.<br />
1.7 bestemmingsgrens:<br />
de grens van een bestemmingsvlak.<br />
1.8 bedrijfsmatige exploitatie:<br />
het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon voeren van een<br />
zodanige exploitatie en beheer, dat in de logiesgebouwen tijdelijke<br />
(nacht)verblijfsmogelijkheden worden geboden aan personen die hun<br />
hoofdverblijf elders hebben.<br />
1.9 bedrijfswoning/dienstwoning:<br />
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts<br />
bedoeld voor (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting<br />
daar gelet op de bestemming van het gebouw of terrein noodzakelijk<br />
is.<br />
1.10 bestemmingsvlak:<br />
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.<br />
3<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
bestemmingsplan De Bosruiter vastgesteld d.d.<br />
mRO b.v. / PLR / 07.15-5 / april 2012
1.11 bouwen:<br />
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of<br />
veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel<br />
of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een<br />
standplaats.<br />
1.12 bouwgrens:<br />
grens van een bouwvlak.<br />
1.13 bouwperceel:<br />
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een<br />
zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.<br />
1.14 bouwperceelgrens:<br />
de grens van een bouwperceel.<br />
1.15 bouwvlak:<br />
een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid,<br />
waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen<br />
gebouwen zijnde zijn toegestaan.<br />
1.16 bouwwerk:<br />
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander<br />
materiaal welke die hetzij direct hetzij indirect met de grond<br />
verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.<br />
1.17 centrale voorzieningen:<br />
centrale voorzieningen ten behoeve van logiesgebouwen, zoals<br />
receptie, kantoor, leslokalen, winkel, kantine, wasruimte,<br />
fitnessruimte, recreatieruimte, stilteruimte, sanitaire voorzieningen,<br />
opslagruimte en daarmee naar aard gelijk te stellen voorzieningen.<br />
1.18 dagrecreatie:<br />
vormen van vrijetijdsbesteding waarbij niet in<br />
overnachtingsmogelijkheden wordt voorzien.<br />
1.19 detailhandel:<br />
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de<br />
uitstalling ten verkoop, verkopen en/of (af-)leveren van goederen aan<br />
diegenen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending<br />
anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.<br />
1.20 extensief dagrecreatief medegebruik<br />
vormen van recreatie die in hoofdzaak zijn gericht op natuur- en<br />
landschapsbeleving zoals wandelen, fietsen en die in principe<br />
plaatsvinden tussen zonsopgang en zonsondergang en niet gericht zijn<br />
op het verstrekken van nachtverblijf.<br />
1.21 druiplijn:<br />
onderste horizontale lijn van een dakvlak dat geen goot heeft.<br />
4<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
bestemmingsplan De Bosruiter vastgesteld d.d.<br />
mRO b.v. / PLR / 07.15-5 / april 2012
1.22 gebouw:<br />
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel<br />
of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.<br />
1.23 grondgebonden agrarisch bedrijf:<br />
een agrarisch bedrijf waarvan de productie geheel of in overwegende<br />
mate afhankelijk is van het voortbrengend vermogen van onbebouwde<br />
grond in de directe omgeving van het bedrijf. Grondgebonden<br />
bedrijven zijn in ieder geval: grondgebonden veehouderijen,<br />
akkerbouw-, fruitteelt- en vollegrondstuinbouwbedrijven en<br />
boomteeltbedrijven, waarvan de bomen rechtstreeks in de grond zijn<br />
geplant.<br />
1.24 hoofdgebouw:<br />
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie en<br />
afmetingen, dan wel gelet op de bestemming, als belangrijkste<br />
gebouw valt aan te merken.<br />
1.25 horeca:<br />
een bedrijf, in hoofdzaak gericht op:<br />
a. het verstrekken van ter plaatse te nuttigen spijzen en/of dranken;<br />
b. het verhuren en ter plaatse beschikbaar stellen van zaalruimten.<br />
Tot horecabedrijven worden ook afhaalzaken en<br />
maaltijdbezorgdiensten gerekend.<br />
1.26 huishouden:<br />
onder een huishouden wordt verstaan een alleenstaande, dan wel<br />
twee of meer personen die een duurzame gemeenschappelijke<br />
huishouding voeren of willen voeren.<br />
1.27 logies:<br />
het bedrijfsmatig aanbieden van tijdelijk (nacht)verblijf, aan personen<br />
die hun hoofdverblijf elders hebben.<br />
1.28 logiesgebouw:<br />
een gebouw dat specifiek is ingericht voor het bedrijfsmatig aanbieden<br />
van tijdelijk (nacht)verblijf, aan personen die hun hoofdverblijf elders<br />
hebben.<br />
1.29 niet-grondgebonden agrarisch bedrijf:<br />
een agrarisch bedrijf waarvan de productie niet in overwegende mate<br />
afhankelijk is van het voortbrengend vermogen van de onbebouwde<br />
grond in de directe omgeving van het bedrijf. Niet-grondgebonden<br />
bedrijven zijn in ieder geval: intensieve veehouderijen,<br />
glastuinbouwbedrijven en gebouwgebonden teeltbedrijven en<br />
kwekerijen, zoals champignonteeltbedrijven, witlofkwekerijen,<br />
nertsenkwekerijen, viskwekerijen en wormenkwekerijen.<br />
1.30 nutsvoorziening:<br />
een gebouwde voorziening voor het algemeen nut.<br />
5<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
bestemmingsplan De Bosruiter vastgesteld d.d.<br />
mRO b.v. / PLR / 07.15-5 / april 2012
1.31 overkapping:<br />
een bouwwerk met een dak met maximaal twee wanden, al dan niet<br />
tot de constructie zelf behorend.<br />
1.32 peil:<br />
a. indien op het land wordt gebouwd:<br />
1. voor een bouwwerk op een perceel waarvan de voet van het<br />
bouwwerk direct aan de weg grenst: het door of namens<br />
Burgemeester en wethouders vastgestelde peil;<br />
2. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de voet van het<br />
bouwwerk niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het<br />
terrein ter hoogte van die voet van het bouwwerk bij voltooiing<br />
van de bouw.<br />
b. indien op of over het water wordt gebouwd: het door of namens<br />
Burgemeester en wethouders vastgestelde peil.<br />
1.33 prostitutie:<br />
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele<br />
handelingen met een ander tegen vergoeding.<br />
1.34 seksinrichting:<br />
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin<br />
bedrijfsmatig of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele<br />
handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch<br />
/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in<br />
ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische<br />
massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of<br />
een parenclub al dan niet in combinatie met elkaar.<br />
1.35 straatprostitutie:<br />
het zich op de openbare weg respectievelijk op openbare ruimten of in<br />
een zich op de openbare weg respectievelijk openbare ruimte<br />
bevindend voertuig beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele<br />
handelingen met een ander tegen vergoeding.<br />
6<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
bestemmingsplan De Bosruiter vastgesteld d.d.<br />
mRO b.v. / PLR / 07.15-5 / april 2012
Artikel 2 Wijze van meten<br />
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:<br />
2.1 de dakhelling<br />
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.<br />
2.2 de goothoogte van een bouwwerk<br />
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het<br />
boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.<br />
2.3 de inhoud van een bouwwerk<br />
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de<br />
gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van<br />
daken en dakkapellen.<br />
2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk<br />
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een<br />
bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte<br />
bouwonderdelen zoals schoorstenen, antennes en naar aard daarmee<br />
gelijk te stellen bouwonderdelen.<br />
2.5 de oppervlakte van een bouwwerk<br />
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de<br />
scheidingsmuren neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau<br />
van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.<br />
7<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
bestemmingsplan De Bosruiter vastgesteld d.d.<br />
mRO b.v. / PLR / 07.15-5 / april 2012
8<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
bestemmingsplan De Bosruiter vastgesteld d.d.<br />
mRO b.v. / PLR / 07.15-5 / april 2012
Hoofdstuk 2 BESTEMMINGSREGELS<br />
Artikel 3 Agrarisch<br />
3.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. de uitoefening van een grondgebonden agrarisch bedrijf;<br />
b. het behoud, herstel en ontwikkeling van ter plaatse voorkomende<br />
danwel daaraan eigen landschapswaarden;<br />
c. watergangen, sloten en andere waterpartijen met bijbehorende<br />
oevers en taluds;<br />
d. extensief dagrecreatief medegebruik;<br />
met de daarbij behorende:<br />
e. voorzieningen, zoals voorzieningen ten behoeve van de<br />
waterhuishouding, perceelsontsluitingen, (landbouw)wegen,<br />
(onderhouds)paden, wandel- en fietspaden, ruiterpaden en<br />
picknickplaatsen.<br />
3.2 Bouwregels<br />
Voor het bouwen gelden de volgende regels:<br />
Toegestaan zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten<br />
dienste van de bestemming met een bouwhoogte van maximaal 3<br />
meter, met dien verstande dat:<br />
a. bouwwerken voor mestopslag, voeropslag, sleuf- en andere silo's,<br />
water- en andere bassins en andere naar de aard daarmee gelijk<br />
te stellen voorzieningen niet zijn toegestaan;<br />
b. overkappingen niet zijn toegestaan;<br />
c. paardenbakken niet zijn toegestaan.<br />
3.3 Specifieke gebruiksregels<br />
Voor het gebruik gelden de volgende regels:<br />
a. het gebruiken van gronden voor het opslaan, storten of bergen<br />
van materialen, producten en mest, waaronder begrepen kuilvoer-<br />
en mestopslag, is niet toegestaan;<br />
b. het gebruiken van gronden voor niet als bouwwerk aan te merken<br />
mest- of andere bassins is niet toegestaan;<br />
c. het gebruiken van gronden voor parkeren ten behoeve van de<br />
logies en centrale voorzieningen als bedoeld in Artikel 4 is niet<br />
toegestaan.<br />
3.4 Omgevingsvergunning voor de uitvoering van werken, geen<br />
bouwwerken zijnde<br />
3.4.1 Verbod:<br />
Het is verboden om op de voor 'Agrarisch' aangewezen gronden de<br />
volgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren of te laten<br />
uitvoeren, zonder of in afwijking van een 'Omgevingsvergunning voor<br />
9<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
bestemmingsplan De Bosruiter vastgesteld d.d.<br />
mRO b.v. / PLR / 07.15-5 / april 2012
het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van<br />
werkzaamheden':<br />
a. het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van de dagrecreatie<br />
in de vorm van voet-, fiets en ruiterpaden en picknickplaatsen;<br />
b. het aanleggen van waterlopen en het vergraven, verruimen en<br />
dempen van bestaande waterlopen;<br />
c. het verlagen van de bodem en afgraven van gronden, tenzij<br />
daarvoor een vergunning krachtens de Ontgrondingenwet is<br />
vereist, en het egaliseren van gronden.<br />
3.4.2 Uitzonderingen op het verbod:<br />
Het in lid 3.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op:<br />
a. werken en werkzaamheden behorende bij het normale onderhoud,<br />
gebruik en beheer;<br />
b. werken en werkzaamheden die op het moment van het van kracht<br />
worden van het plan in uitvoering waren of konden worden<br />
uitgevoerd krachtens een vóór dat tijdstip geldende of<br />
aangevraagde vergunning.<br />
3.4.3 Voorwaarden voor vergunningverlening:<br />
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 3.4.1, wordt uitsluitend<br />
verleend indien door de uitvoering van het werk of de werkzaamheden<br />
dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten<br />
gevolgen, geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de<br />
landschapswaarden, tenzij hieraan door het stellen van voorwaarden<br />
voldoende tegemoet kan worden gekomen.<br />
10<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
bestemmingsplan De Bosruiter vastgesteld d.d.<br />
mRO b.v. / PLR / 07.15-5 / april 2012
Artikel 4 Gemengd<br />
4.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor Gemengd aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. een terrein dat bedrijfsmatig wordt geëxploiteerd met<br />
logiesgebouwen en met centrale voorzieningen ten behoeve van de<br />
logiesgebouwen;<br />
b. (ontsluitings)wegen en paden;<br />
met de daarbij behorende:<br />
c. voorzieningen zoals parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen,<br />
speel- en sportvoorzieningen, water en nutsvoorzieningen;<br />
met dien verstande dat:<br />
d. een bedrijfswoning/dienstwoning niet is toegestaan.<br />
4.2 Bouwregels<br />
Voor het bouwen gelden de volgende regels:<br />
4.2.1 Logiesgebouwen:<br />
a. de logiesgebouwen zijn uitsluitend binnen het bouwvlak<br />
toegestaan;<br />
b. de logiesgebouwen dienen te worden ingericht voor het<br />
verstrekken van tijdelijke logies aan maximaal 600 personen (in<br />
alle logiesgebouwen gezamenlijk), waarbij per logé tenminste 10<br />
m² vloeroppervlakte beschikbaar is;<br />
c. de goothoogte van de logiesgebouwen mag niet meer dan 6,5<br />
meter bedragen en de bouwhoogte niet meer dan 8,5 meter.<br />
4.2.2 Centrale voorzieningen:<br />
a. centrale voorzieningen zijn uitsluitend binnen het bouwvlak<br />
toegestaan;<br />
b. centrale voorzieningen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van<br />
de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - centrale<br />
voorzieningen';<br />
c. de vloeroppervlakte ten behoeve van detailhandel mag niet meer<br />
dan 350 m² bedragen;<br />
d. de goothoogte van de gebouwen voor centrale voorzieningen mag<br />
niet meer dan 6,5 meter bedragen en de bouwhoogte niet meer<br />
dan 8,5 meter.<br />
4.2.3 Bouwwerken geen gebouwen:<br />
a. bouwwerken geen gebouwen zijnde, zijn zowel binnen als buiten<br />
het bouwvlak toegestaan;<br />
b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet<br />
meer bedragen dan in de tabel hierna is aangegeven:<br />
11<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
bestemmingsplan De Bosruiter vastgesteld d.d.<br />
mRO b.v. / PLR / 07.15-5 / april 2012
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde maximale<br />
bouwhoogte<br />
vlaggenmasten 8 meter<br />
erf- of perceelafscheidingen 2 meter<br />
speel- en sportvoorzieningen 5 meter<br />
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 3 meter<br />
c. de gezamenlijke oppervlakte van de overige bouwwerken geen<br />
gebouwen zijnde mag niet meer dan 50 m² bedragen.<br />
4.3 Specifieke gebruiksregels<br />
Voor het gebruik gelden de volgende regels:<br />
a. de logiesgebouwen mogen niet worden gebruikt voor permanente<br />
bewoning;<br />
b. op het terrein dient te worden voorzien in voldoende<br />
parkeerplaatsen ten behoeve van de logies;<br />
c. de gebouwen voor centrale voorzieningen mogen niet worden<br />
gebruikt voor horeca, met dien verstande dat een kantine die<br />
behoort tot de centrale voorzieningen wel is toegestaan;<br />
d. het terrein en de gebouwen mogen niet worden gebruikt voor<br />
verkoop- en/of handelsdoeleinden, met dien verstande dat een<br />
winkel die behoort tot de centrale voorzieningen wel is toegestaan.<br />
12<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
bestemmingsplan De Bosruiter vastgesteld d.d.<br />
mRO b.v. / PLR / 07.15-5 / april 2012
Artikel 5 Natuur<br />
5.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. het behoud, herstel en ontwikkeling van ter plaatse voorkomende<br />
danwel daaraan eigen natuur- en landschapswaarden;<br />
b. watergangen, sloten en andere waterpartijen met bijbehorende<br />
oevers en taluds;<br />
c. extensief dagrecreatief medegebruik;<br />
met de daarbij behorende:<br />
d. voorzieningen, zoals voorzieningen ten behoeve van de<br />
waterhuishouding, wandel- en fietspaden, ruiterpaden en<br />
picknickplaatsen.<br />
5.2 Bouwregels<br />
Voor het bouwen gelden de volgende regels:<br />
Toegestaan zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten<br />
dienste van de bestemming met een bouwhoogte van maximaal 3<br />
meter.<br />
5.3 Omgevingsvergunning voor de uitvoering van werken, geen<br />
bouwwerken zijnde<br />
5.3.1 Verbod:<br />
Het is verboden om op de voor 'Natuur' aangewezen gronden de<br />
volgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren of te laten<br />
uitvoeren, zonder of in afwijking van een 'Omgevingsvergunning voor<br />
het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van<br />
werkzaamheden':<br />
a. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden en het<br />
aanleggen van andere oppervlakteverhardingen;<br />
b. het aanbrengen van ondergrondse en bovengrondse transport-,<br />
energie- en telecommunicatieleidingen en de daarmee verband<br />
houdende constructies, installaties en apparatuur;<br />
c. het ophogen van de gronden, waaronder het aanleggen van<br />
geluidswallen;<br />
d. het vellen en rooien van bomen, hakhout en andere<br />
houtopstanden en het verrichten van handelingen, die de dood of<br />
ernstige beschadiging daarvan ten gevolge hebben of kunnen<br />
hebben;<br />
e. het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van de dagrecreatie<br />
in de vorm van voet-, fiets en ruiterpaden en picknickplaatsen.<br />
5.3.2 Uitzonderingen op het verbod:<br />
Het in lid 5.3.1 genoemde verbod is niet van toepassing op:<br />
a. werken en werkzaamheden behorende bij het normale onderhoud,<br />
gebruik en beheer;<br />
13<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
bestemmingsplan De Bosruiter vastgesteld d.d.<br />
mRO b.v. / PLR / 07.15-5 / april 2012
. werken en werkzaamheden die op het moment van het van kracht<br />
worden van het plan in uitvoering waren of konden worden<br />
uitgevoerd krachtens een vóór dat tijdstip geldende of<br />
aangevraagde vergunning;<br />
c. werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 5.3.1 onder d, indien<br />
daarvoor een vergunning krachtens de kapverordening is vereist;<br />
d. werken en werkzaamheden die worden uitgevoerd om de gronden<br />
in te richten als moeraszone.<br />
5.3.3 Voorwaarden voor vergunningverlening:<br />
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 5.3.1, wordt uitsluitend<br />
verleend indien door de uitvoering van het werk of de werkzaamheden<br />
dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten<br />
gevolgen, geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de<br />
natuur- en landschapswaarden, tenzij hieraan door het stellen van<br />
voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen.<br />
14<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
bestemmingsplan De Bosruiter vastgesteld d.d.<br />
mRO b.v. / PLR / 07.15-5 / april 2012
Artikel 6 Verkeer - 2<br />
6.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor 'Verkeer - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor wegen,<br />
straten, paden, en pleinen met hoofdzakelijk een verblijfsfunctie,<br />
parkeervoorzieningen en voet- en fietspaden, bermen, beplanting en<br />
straatmeubilair, met daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen<br />
zijnde (zoals bruggen), water nuts- en groenvoorzieningen.<br />
6.2 Bouwregels<br />
Op de voor 'Verkeer - 2' aangewezen gronden mogen uitsluitend<br />
worden gebouwd bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van<br />
de bestemming met dien verstande dat de bouwhoogte van<br />
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan rechtstreeks ten<br />
behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer niet<br />
meer dan 9 meter mag bedragen.<br />
15<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
bestemmingsplan De Bosruiter vastgesteld d.d.<br />
mRO b.v. / PLR / 07.15-5 / april 2012
Artikel 7 Waarde - Archeologie<br />
7.1 Bestemmingsomschrijving<br />
De voor Waarde - Archeologie aangewezen gronden zijn, behalve voor<br />
de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor<br />
de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden;<br />
Deze bestemming heeft voorrang op de andere daar voorkomende<br />
(dubbel)bestemming(en).<br />
7.2 Bouwregels<br />
Voor het bouwen gelden de volgende regels:<br />
7.2.1 Verbod<br />
Het is verboden om zonder afwijking van het bevoegd gezag te<br />
bouwen of te laten bouwen op de voor Waarde - Archeologie mede<br />
bestemde gronden.<br />
7.2.2 Uitzonderingen<br />
Het onder 7.2.1 genoemde verbod is niet van toepassing op:<br />
a. bebouwing die daar kan worden gebouwd krachtens de andere<br />
daar voorkomende bestemming(en), mits:<br />
1. de oppervlakte niet meer bedraagt dan 1,5 ha; en;<br />
2. de graafwerkzaamheden niet dieper bedragen dan 80 cm en de<br />
bebouwing zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst.<br />
b. bebouwing die nodig is voor het archeologisch onderzoek met een<br />
maximale bouwhoogte van 5 meter.<br />
7.3 Afwijken van de bouwregels<br />
7.3.1 Afwijken<br />
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een<br />
omgevingsvergunning afwijken van het verbod in 7.2.1 voor het<br />
bouwen volgens de andere daar voorkomende bestemming(en), mits:<br />
a. op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat:<br />
1. er geen archeologische waarden zijn te verwachten of kunnen<br />
worden geschaad;<br />
2. schade door de werkzaamheden of werken kan worden<br />
voorkomen of zoveel mogelijk kan worden beperkt door het in<br />
acht te nemen van de aan de vergunning verbonden<br />
voorschriften.<br />
7.3.2 Beperkingen<br />
Het bevoegd gezag kan de omgevingsvergunning als bedoeld in 7.3.1<br />
onder beperkingen verlenen en de volgende voorschriften aan de<br />
vergunning verbinden:<br />
a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen,<br />
waardoor de archeologische waarden in de bodem kunnen worden<br />
behouden;<br />
16<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
bestemmingsplan De Bosruiter vastgesteld d.d.<br />
mRO b.v. / PLR / 07.15-5 / april 2012
. de verplichting tot het doen van opgravingen;<br />
c. de verplichting de activiteit, die leidt tot de bodemverstoring te<br />
laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de<br />
archeologische monumentenzorg die voldoet aan de door het<br />
bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties.<br />
7.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen<br />
bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden<br />
7.4.1 Verbod<br />
Het is verboden om op de voor Waarde - Archeologie aangewezen<br />
gronden de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te<br />
laten uitvoeren zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning:<br />
a. het ophogen en ontgraven van de bodem;<br />
b. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, paden, banen<br />
of parkeergelegenheid en het aanbrengen van andere<br />
oppervlakteverhardingen;<br />
c. het aanleggen, verbreden en dempen van sloten, vijvers en andere<br />
wateren;<br />
d. het verlagen of verhogen van het waterpeil;<br />
e. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie-,<br />
telecommunicatie- of andere leidingen, aanleggen van drainage,<br />
en de daarmee verband houdende constructies;<br />
f. het aanleggen van bos of boomgaard;<br />
g. het rooien van bos of boomgaard, waarbij de stobben worden<br />
verwijderd;<br />
h. het scheuren van grasland;<br />
i. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe berekend worden<br />
woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en ontginnen.<br />
7.4.2 Uitzonderingen<br />
Lid 7.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:<br />
a. het normaal onderhoud en beheer betreffen of die reeds in<br />
uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het<br />
plan;<br />
b. ten dienste van archeologisch onderzoek worden uitgevoerd;<br />
c. niet dieper dan 80 cm worden uitgevoerd;<br />
d. een oppervlakte hebben van niet meer dan 1,5 ha;<br />
e. krachtens de Ontgrondingenwet vergunningsplichtig zijn.<br />
7.4.3 Toetsingscriteria<br />
a. De omgevingsvergunning als bedoeld in 7.4.1 kan worden<br />
verleend nadat de aanvrager een rapport heeft overlegd waarin de<br />
archeologische waarde van het terrein naar het oordeel van het<br />
bevoegd gezag in voldoende mate is aangetoond;<br />
b. het bevoegd gezag verleent de omgevingsvergunning indien uit<br />
het rapport blijkt dat:<br />
1. er geen archeologische waarden zijn te verwachten of kunnen<br />
worden geschaad;<br />
2. schade door de werkzaamheden of werken kan worden<br />
voorkomen of zoveel mogelijk kan worden beperkt door het in<br />
17<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
bestemmingsplan De Bosruiter vastgesteld d.d.<br />
mRO b.v. / PLR / 07.15-5 / april 2012
acht te nemen van de aan de omgevingsvergunning verbonden<br />
voorschriften.<br />
7.4.4 Beperkingen<br />
Het bevoegd gezag kan de vergunning als bedoeld in 7.4.1 onder<br />
beperkingen verlenen en de volgende voorschriften aan de vergunning<br />
verbinden:<br />
a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen,<br />
waardoor de archeologische waarden in de bodem kunnen worden<br />
behouden;<br />
b. de verplichting tot het doen van opgravingen;<br />
c. de verplichting de activiteit, die leidt tot de bodemverstoring te<br />
laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de<br />
archeologische monumentenzorg die voldoet aan de door het<br />
bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties.<br />
7.5 Wijzigingsbevoegdheid<br />
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan op de volgende<br />
wijze te wijzigen:<br />
a. de bestemming Waarde - Archeologie geheel of gedeeltelijk laten<br />
vervallen, indien op basis van een archeologisch onderzoek is<br />
gebleken dat ter plaatse geen sprake is van behoudenswaardige<br />
archeologische waarden;<br />
b. de aanduiding 'archeologische waarden' toe te voegen wanneer uit<br />
archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse sprake is van<br />
gronden die op grond van de Monumentenwet moeten worden<br />
beschermd.<br />
18<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
bestemmingsplan De Bosruiter vastgesteld d.d.<br />
mRO b.v. / PLR / 07.15-5 / april 2012
Hoofdstuk 3 ALGEMENE REGELS<br />
Artikel 8 Anti-dubbeltelregel<br />
Grond, welke eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van<br />
een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden<br />
gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten<br />
beschouwing.<br />
19<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
bestemmingsplan De Bosruiter vastgesteld d.d.<br />
mRO b.v. / PLR / 07.15-5 / april 2012
Artikel 9 Algemene bouwregels<br />
9.1 Ondergeschikte bouwonderdelen<br />
De grenzen van het bouwvlak en/of de bestemmingsgrens mogen naar<br />
de buitenzijde tot 0,50 meter worden overschreden door<br />
ondergeschikte bouwonderdelen zoals, plinten, pilasters, kozijnen,<br />
gevelversieringen, gevel- en kroonlijsten, overstekende daken,<br />
trappen, bordessen, galerijen.<br />
20<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
bestemmingsplan De Bosruiter vastgesteld d.d.<br />
mRO b.v. / PLR / 07.15-5 / april 2012
Artikel 10 Algemene gebruiksregels<br />
10.1 Strijdig gebruik<br />
Onder gebruik in strijd met het bestemmingsplan zoals bedoeld in<br />
artikel 2.1 lid 1 sub c van de Wabo wordt in ieder geval verstaan:<br />
a. opslagdoeleinden, anders dan in verband met het toegelaten<br />
gebruik, waarbij in ieder geval als strijdig gebruik wordt<br />
aangemerkt: brand- en explosiegevaarlijke opslag, waaronder<br />
opslagruimte voor vuurwerk;<br />
b. het gebruik van een bijgebouw voor zelfstandige bewoning;<br />
c. het gebruik van een vrijstaand bijgebouw voor een aan huis<br />
verbonden beroep en bedrijfsuitoefening aan huis;<br />
d. het gebruik of laten gebruiken van de gebouwen voor een<br />
seksinrichting;<br />
e. (straat)prostitutie;<br />
f. andere doeleinden dan waarvoor het bevoegd gezag een<br />
omgevingsvergunning hebben verleend.<br />
21<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
bestemmingsplan De Bosruiter vastgesteld d.d.<br />
mRO b.v. / PLR / 07.15-5 / april 2012
Artikel 11 Algemene afwijkingsregels<br />
11.1 Bevoegdheid<br />
Het bevoegd gezag kan, overeenkomstig artikel 2.12 sub 1 onder a<br />
onder 1 °, van de Wabo afwijken van het bepaalde in deze regels of de<br />
aanwijzingen op de verbeelding:<br />
a. ten aanzien van de voorgeschreven bouw- en goothoogte, met<br />
dien verstande dat de afwijkingen niet dan 10% bedragen van de<br />
in de regels, dan wel op de verbeelding aangegeven afmetingen<br />
en/of percentages;<br />
b. ten behoeve van de bouw van bouwwerken voor openbare en semi<br />
openbare diensten, zoals nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten<br />
behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten<br />
behoeve van de bediening van kunstwerken, toilletgebouwtjes en<br />
de naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes met dien<br />
verstande dat:<br />
1. de inhoud ten hoogste bedraagt 100 m 3 ;<br />
2. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 4 meter;<br />
c. een geringe overschrijding van de bestemmings- en/of<br />
bouwgrenzen en/of aanduidingsgrenzen, indien een<br />
onnauwkeurigheid, een meetverschil of de feitelijke toestand van<br />
het terrein daartoe aanleiding geeft, of indien een rationele<br />
verkaveling van de gronden een geringe overschrijding vergt, mits<br />
de grens of grenzen met niet meer dan 2 meter worden<br />
overschreden;<br />
d. voor het bouwen van sculpturen en andere kunstzinnige<br />
bouwwerken tot een bouwhoogte van 15 meter.<br />
22<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
bestemmingsplan De Bosruiter vastgesteld d.d.<br />
mRO b.v. / PLR / 07.15-5 / april 2012
Hoofdstuk 4 OVERGANGS- EN SLOTREGELS<br />
Artikel 12 Overgangsrecht<br />
12.1 Overgangsrecht bouwwerken<br />
a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het<br />
bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd<br />
kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen,<br />
en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en<br />
omvang niet wordt vergroot,<br />
1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;<br />
2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit, geheel<br />
worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de<br />
omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen 2<br />
jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.<br />
b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde<br />
onder a, een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten<br />
van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a met<br />
maximaal 10%.<br />
c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die<br />
weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het<br />
plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het<br />
daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsregels<br />
van dat plan.<br />
12.2 Overgangsrecht gebruik<br />
a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip<br />
van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in<br />
strijd is, mag worden voortgezet.<br />
b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik,<br />
bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een<br />
ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering<br />
de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.<br />
c. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na het tijdstip van<br />
inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een<br />
jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te<br />
hervatten of te laten hervatten.<br />
d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat<br />
reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan,<br />
daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.<br />
23<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
bestemmingsplan De Bosruiter vastgesteld d.d.<br />
mRO b.v. / PLR / 07.15-5 / april 2012
Artikel 13 Slotregel<br />
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan<br />
De Bosruiter.<br />
24<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
bestemmingsplan De Bosruiter vastgesteld d.d.<br />
mRO b.v. / PLR / 07.15-5 / april 2012
N<br />
WR-A<br />
GD<br />
WR-A<br />
A<br />
(sgd-cv)<br />
GD<br />
(sgd-cv)<br />
V-2<br />
WR-A<br />
LEGENDA<br />
PLANGEBIED<br />
Plangebied<br />
BESTEMMINGEN<br />
VERKLARING<br />
2<br />
2a<br />
A<br />
GD<br />
N<br />
V-2<br />
WR-A<br />
Agrarisch<br />
Gemengd<br />
AANDUIDINGEN<br />
(sgd-cv)<br />
Natuur<br />
Verkeer - 2<br />
Waarde - Archeologie<br />
(gematigde archeologische verwachting)<br />
specifieke vorm van gemengd -<br />
centrale voorzieningen<br />
bouwvlak<br />
<strong>Gemeente</strong> Zeewolde<br />
nummer<br />
formaat<br />
datum<br />
gegevens GBKN en Kadaster<br />
Bestemmingsplan De Bosruiter<br />
Voorontwerp<br />
07.15<br />
A2<br />
april 2012<br />
schaal<br />
referte<br />
1:2000<br />
mRO<br />
mRO bv<br />
't Zand 30 3811 GC Amersfoort<br />
tel.: 033-4614342 / fax: 033-4614990 / Email: info@mro.nl mRO<br />
raad<br />
ID nr.<br />
NL.IMRO.0050.BPDeBosruiter-VO01<br />
noordpijl