Inhoud

Inhoud
INHOUD
Hoofdstuk 1: Wat juristen moeten kunnen 7
Hoofdstuk 2: Het zoeken van een rechtsregel bij een casus 11
2.1 Kennismaking met enkele wetten 11
2.2 De studentenedities wetgeving 13
2.3 Het opzoeken van wettelijke bepalingen 14
2.3.1 Het opzoeken van een concrete bepaling 14
2.3.2 Het opzoeken van een bepaling waarmee een antwoord
kan worden gegeven op een juridische vraag 15
2.3.3 Het opzoeken van wettelijke bepalingen op het internet 18
2.4 Het verwijzen naar wetsartikelen 19
Hoofdstuk 3: Rechtsregels 23
3.1 De structuur van een rechtsregel 23
3.2 Rechtsgevolgen vinden 25
3.3 Voorwaarden nader bekeken: cumulatief en alternatief 26
3.4 Voorwaarden nader bekeken: enuntiatief en limitatief 28
3.5 Voorwaarden nader bekeken: ontkenningen in rechtsregels 30
3.6 Tips voor het analyseren van bepalingen 31
Hoofdstuk 4: Moeilijke woorden, nadere analyse en nevenanalyse 35
4.1 Moeilijke woorden 35
4.2 Nadere analyse 38
4.3 Nevenanalyse 42
4.4 Voorrangsregels 44
Hoofdstuk 5: Toetsing 47
5.1 De voorwaardentoetsing 47
5.2 Afleiden van het rechtsgevolg en strategisch toetsen 49
5.3 Puntentoekenning 53
Hoofdstuk 6: Het schrijven van een betoog over een casusoplossing 55
6.1 Schrijven als een jurist 55
6.2 Opbouw van een eenvoudig betoog 59
6.3 Het schrijven van een betoog bij een nadere of nevenanalyse 64
5

VAARDIG MET RECHT
Hoofdstuk 7: Jurisprudentie 71
7.1 Iets over de betekenis en publicatie van rechterlijke uitspraken 71
7.2 Civiel recht – de procedure 73
7.3 Civiel recht – arresten in de NJ 75
7.4 Strafrecht – de procedure 93
7.5 Strafrecht – arresten in de NJ 94
7.6 Bestuursrecht – de procedure 109
7.7 Bestuursrecht – uitspraken in de AB 111
7.8 Snel arresten en uitspraken lezen 117
Hoofdstuk 8: Het gebruik van jurisprudentie en literatuur
bij casusoplossen 121
8.1 Gebruiken van jurisprudentie bij de uitleg van voorwaarden
van rechtsregels 121
8.2 Gebruiken van jurisprudentie bij de vaststelling van de voorwaarden
van rechtsregels 124
8.3 Gebruiken van jurisprudentie voor gevalsvergelijking 127
8.4 Verwijzen naar jurisprudentie 135
8.5 Gebruiken van juridische literatuur 136
8.6 Verwijzen naar literatuur 138
Hoofdstuk 9: Redeneren en argumenteren 141
9.1 Geldigheid en waarheid 141
9.2 Een model voor juridische redeneringen 143
9.3 Het beoordelen van een redenering in een betoog 149
9.4 Redeneren naar analogie 153
9.5 A contrario redeneren 154
9.6 Juridische argumenten 156
9.7 Afwegen van factoren 157
Hoofdstuk 10: Op zoek naar de bronnen 163
10.1 Zoekstrategieën 163
10.2 Digitaal zoeken van documenten in databanken 164
10.3 Googology 168
Hoofdstuk 11: Structuurschets 171
11.1 Van literatuurstudie naar structuurschets 171
11.2 De twee structuren in de structuurschets 172
11.2.1 De tekststructuur 172
11.2.2 De argumentatiestructuur 174
11.3 Het uitwerken van de structuurschets 176
11.4 Inhoud van de structuurschets 178
11.5 Checklist 182
11.6 Tips 183
6