RIJNVAARTPOLITIEREGLEMENT (RPR)

B. Seinen bij ontmoeten
Voornemen tot ontmoeten bakboord op bakboord
C. Seinen bij voorbijlopen
Voornemen tot voorbijlopen aan
bakboord van de opgelopene
- 2 -
normal geval: 1 korte stoot "Ik wil bakboord op bakboord
van de opvaart voorbijvaren”
Art. 6.04, vierde lid
1 korte stoot " U kunt bakboord op bakboord
van de afvaart voorbijvaren" Art. 6.04,
vijfde lid
afwijking: 2 korte stoten "Neen, u moet stuurboord op stuurboord
van de afvaart voorbijvaren” Art. 6.05,
tweede lid
2 korte stoten " Ik zal stuurboord op stuurboord
van de opvaart voorbijvaren” Art. 6.05,
derde lid
Voornemen tot ontmoeten stuurboord op stuurboord
normal geval: 2 korte stoten “ Ik wil stuurboord op stuurboord
van de opvaart voorbijvaren” Art. 6.04, vierde lid
2 korte stoten “ U kunt stuurboord op stuurboord
van de afvaart voorbijvaren” Art. 6.04, vijfde lid
afwijking: 1 korte stoot “ Neen, u moet bakboord op bakboord
van de afvaart voorbijvaren”
Art. 6.05, tweede lid
1 korte stoot “ Ik zal bakboord op bakboord
van de opvaart voorbijvaren” Art. 6.05, derde lid
2 lange stoten gevolgd
door 2 korte
“ Ik wil u aan bakboord voorbijlopen”
stoten van de oploper Art. 6.10, tweede lid
normal geval: geen geluidssein “ U kunt mij aan bakboord
van de opgelopene voorbijlopen”
Art. 6.10, derde lid
afwijking: 2 korte stoten van “ Neen, u moet mij aan stuurboord
de opgelopene voorbijlopen” Art. 6.10, vierde lid
1 korte stoot “ Ik zal u aan stuurboord
van de oploper voorbijlopen” Art. 6.10, vierde lid
Voornemen tot voorbijlopen aan
stuurboord van de opgelopene
2 lange stoten ge- “ Ik wil u aan stuurboord voorbijlopen”
volgd door 1 korte
stoot van de oploper
Art. 6.10, tweede lid
normal geval: geen geluidssein “U kunt mij aan stuurboord
van de opgelopene voorbijlopen” Art. 6.10, derde lid
afwijking: 1 korte stoot “Neen, u moet mij aan bakboord
van de opgelopene voorbijlopen” Art. 6.10, vierde lid
2 korte stoten “ Ik zal u aan bakboord
van de oploper voorbijlopen” Art. 6.10, vierde lid