11697_BW_RAM Gennep.indd - Rijksdienst voor het Cultureel ...
11697_BW_RAM Gennep.indd - Rijksdienst voor het Cultureel ...
11697_BW_RAM Gennep.indd - Rijksdienst voor het Cultureel ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
7 Metingen aan loden kogels<br />
B. van Os<br />
7.1 Inleiding<br />
Bij <strong>het</strong> onderzoek naar de overblijfselen van de stellingen bij <strong>Gennep</strong><br />
zijn in deelgebied 6 diverse loden kogels aangetroff en. In totaal<br />
zijn 36 kogels geborgen. Het gaat in alle gevallen om ronde, loodhoudende<br />
kogels. Macroscopisch gezien lijken al deze kogels op<br />
elkaar. Er zijn echter op grond van hun patina diverse soorten te<br />
onderscheiden. Sommige hebben een dikke witgele patina, terwijl<br />
andere een metaalblauwe kleur hebben. Eén kogel wijkt af van alle<br />
andere, doordat deze een kiezel bevat.<br />
Beide legers bestonden <strong>voor</strong>al uit huurlingen die zelf verantwoordelijk<br />
waren <strong>voor</strong> hun levensonderhoud. Waren ze ook verantwoordelijk<br />
<strong>voor</strong> hun eigen munitie of zijn er centrale punten geweest<br />
waar munitie werd verdeeld en gemaakt? Wellicht kan de samenstelling<br />
van deze kleine set kogels daar alvast enig licht op werpen.<br />
7.2 Methode<br />
Handheld XRF (Röntgenfl uorescentie) is een techniek waarbij een<br />
monster met röntgenstraling (röntgenstraling is licht met een hoge,<br />
niet-zichtbare frequentie = veel energie) wordt bestraald, waardoor<br />
elektronen uit een van de binnenste schillen (K of L schil) van een<br />
atoom vrijkomen. Deze vacatures worden daarna onmiddellijk<br />
opgevuld door elektronen uit een van de buitenste schillen. Hierbij<br />
komt dan weer een lichtdeeltje dat karakteristiek is <strong>voor</strong> deze<br />
opvulling en <strong>voor</strong> <strong>het</strong> element. De intensiteit van de röntgenstraling<br />
is evenredig met de concentratie. Detectie vindt plaats door<br />
de energie te meten van de karakteristieke röntgenstraling (ED-XRF)<br />
of door de karakteristieke röntgenstraling via een kristal af te laten<br />
buigen, waarbij de mate van buiging afh angt van de energie (WD-<br />
XRF). Op deze manier kunnen lagere concentraties en lichtere elementen<br />
(atoomgewicht < 11, dus vanaf Na die minder fl uorescentieopbrengst<br />
hebben) worden gemeten. De intensiteit van de<br />
karakteristieke röntgenstraling is ook afh ankelijk van de matrix<br />
(bulksamenstelling) van <strong>het</strong> monster. Analyse aan de <strong>voor</strong>werpen<br />
zijn uitgevoerd met een Niton XL3t draagbaar röntgenfl uorescentieapparaat<br />
(XRF), <strong>voor</strong>zien van een grote oppervlakte silicium drift<br />
detector. Dit maakt <strong>het</strong> geschikt om lichte elementen als zwavel<br />
en fosfor te meten en <strong>het</strong> beschikt over lage detectiegrenzen (lager<br />
dan 10 mg/kg) <strong>voor</strong> de zwaardere elementen.<br />
De diepte waarmee röntgenstraling indringt, is afh ankelijk van de<br />
samenstelling van <strong>het</strong> bestraalde materiaal. Een corrosielaag die<br />
bestaat uit oxiden zal nauwelijks röntgenstraling absorberen.<br />
In <strong>het</strong> geval van lood zal daarom door de eventuele oxidelaag heen<br />
worden gemeten. De indringingsdiepte (of beter: de terugkaatsdiepte)van<br />
röntgenstraling is afh ankelijk van <strong>het</strong> element van<br />
interesse. Straling met een hogere energie (zoals van Sr, Pb en Sn)<br />
kaatsen in een lichte matrix (zoals grond) van dieper terug dan van<br />
lichte elementen, zoals silicium, fosfor en zwavel, die dus <strong>voor</strong>al<br />
aan de oppervlakte worden gemeten. Bij metalen <strong>voor</strong>werpen<br />
wordt alleen <strong>het</strong> oppervlak gemeten tot een diepte van 0,1 mm.<br />
7.3 Resultaten<br />
In totaal zijn 32 loden kogels gemeten. In tabel 6 zijn de elementen<br />
weergegeven die de grootste variatie vertonen. De tabel is gesorteerd<br />
op vondstlocatie. De kogels zijn gevonden in deelgebied 6<br />
tussen de putt en 5 en 6 en aan de rand van deze putt en.<br />
Uit de analyseresultaten zijn de volgende groepen te onderscheiden:<br />
groep 1 lichtblauw: puur lood, bijna geen Sn, Sb, Bi, Cu<br />
groep 2 fel lichtblauw: tinhoudend<br />
groep 3 lichtgroen: verhoogd antimoongehalte (tussen 0,10 en<br />
0,17)<br />
groep 4 geel: hoog antimoongehalte (0,24-0,5), laag tin<br />
groep 5 bruin: kopergehalte hoger dan 0,13, geen van de andere<br />
metalen verhoogd<br />
Wat verder opvalt, is dat de kogels die tussen de putt en zijn gevonden<br />
(op één na) een vrijwel identieke samenstelling hebben.<br />
De kogels die aan de randen van de putt en zijn gevonden vallen<br />
in de overige 4 groepen (zie tabel 7).<br />
7.4 Discussie<br />
Het is opvallend dat zelfs in een kleine dataset loden kogels (N=32)<br />
op basis van de metaalsamenstelling al 5 verschillende groepen<br />
zijn te onderscheiden. Verder is <strong>het</strong> opmerkelijk dat de samenstel-<br />
7 METINGEN AAN LODEN KOGELS 77