24.08.2013 Views

Borstkanker Gids voor Patienten - the European Society for Medical ...

Borstkanker Gids voor Patienten - the European Society for Medical ...

Borstkanker Gids voor Patienten - the European Society for Medical ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

BORSTKANKER: GIDS VOOR PATIËNTEN<br />

PATIËNTENINFORMATIE OP BASIS VAN DE ESMO‐RICHTLIJNEN<br />

Deze <strong>Gids</strong> <strong>voor</strong> Patiënten werd <strong>voor</strong>bereid door Reliable Cancer Therapies om patiënten en hun<br />

familie te helpen een beter inzicht te krijgen in borstkanker en de bijbehorende behandelingen. We<br />

raden de patiënten aan om hun artsen te vragen welke tests of behandelingen nodig zijn <strong>voor</strong> hun<br />

ziekte en ziektestadium. De medische in<strong>for</strong>matie in deze gids is gebaseerd op de medische<br />

praktijkaanbevelingen van de <strong>European</strong> <strong>Society</strong> <strong>for</strong> <strong>Medical</strong> Oncology (ESMO) <strong>voor</strong> de behandeling<br />

van primaire borstkanker en van lokaal recidiverende of gemetastaseerde borstkanker. De <strong>Gids</strong> <strong>voor</strong><br />

Patiënten is opgesteld in samenwerking met ESMO en wordt verspreid met de toestemming van<br />

ESMO. Het is geschreven door een arts en nagelezen door twee oncologen van ESMO, waaronder de<br />

verantwoordelijke <strong>voor</strong> de overeenkomstige clinical practice guidelines <strong>voor</strong> professionals. Het is ook<br />

nagelezen door patiëntenvertegenwoordigers van de ‘Cancer Patient Working Group’ van ESMO.<br />

Meer in<strong>for</strong>matie over Reliable Cancer Therapies: www.reliablecancer<strong>the</strong>rapies.com<br />

Meer in<strong>for</strong>matie over de <strong>European</strong> <strong>Society</strong> <strong>for</strong> <strong>Medical</strong> Oncology: www.esmo.org<br />

Woorden die met een sterretje zijn aangeduid, worden achteraan dit document uitgelegd.<br />

<strong>Borstkanker</strong>: gids <strong>voor</strong> patiënten – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2013.1 Pagina 1<br />

Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />

De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bestemd <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />

en mag op geen enkele manier worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder schriftelijke toestemming van<br />

Reliable Cancer Therapies en ESMO.


Inhoudstafel<br />

Definitie van borstkanker ........................................................................................................................ 3<br />

Komt borstkanker vaak <strong>voor</strong>? ................................................................................................................. 4<br />

Wat veroorzaakt borstkanker? ................................................................................................................ 5<br />

Hoe wordt de diagnose van borstkanker gesteld? .................................................................................. 7<br />

Gebruikelijke misvattingen over de behandeling van borstkanker ........................................................ 8<br />

Wat moet geweten zijn <strong>voor</strong> een optimale behandeling? ...................................................................... 9<br />

Wat zijn de behandelingsopties? .......................................................................................................... 13<br />

Wat zijn de mogelijke bijwerkingen van de behandeling? .................................................................... 24<br />

Wat gebeurt er na adjuvante behandeling? ......................................................................................... 30<br />

Definities van moeilijke woorden .......................................................................................................... 33<br />

De eerste versie van deze gids werd in 2011 gepubliceerd en werd geschreven door dr. Gauthier Bouche (RCT) en nagelezen<br />

door prof. Martine Piccart (ESMO), prof. Bernhard Pestalozzi (ESMO) en prof. Raphael Catane (Cancer Patient Working<br />

Group van ESMO).<br />

Dit is de derde update van deze gids. De updates weerspiegelen de veranderingen in de achtereenvolgende versie van de<br />

klinische praktijkrichtlijnen van ESMO.<br />

De tweede update werd uitgevoerd door dr. Gauthier Bouche (RCT) en werd nagelezen door dr. Svetlana Jezdic (ESMO), prof.<br />

Bernhard Pestalozzi (ESMO), Stella Kyriakides (Europa Donna) en dr. Gabriella Kornek (Cancer Patient Working Group van<br />

ESMO).<br />

De derde update werd uitgevoerd door dr. Gauthier Bouche (RCT) en werd nagelezen door dr. Svetlana Jezdic (ESMO). prof.<br />

Gabriella Kornek (Cancer Patient Working Group van ESMO) en prof. Raphael Catane (Cancer Patient Working Group van<br />

ESMO) heeft de aanpassingen in deze versie goedgekeurd<br />

<strong>Borstkanker</strong>: gids <strong>voor</strong> patiënten – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2013.1 Pagina 2<br />

Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />

De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bestemd <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />

en mag op geen enkele manier worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder schriftelijke toestemming van<br />

Reliable Cancer Therapies en ESMO.


DEFINITIE VAN BORSTKANKER<br />

Kanker die zich ontwikkelt in borstweefsel, meestal in de melkkanalen en de melkklieren.<br />

<strong>Borstkanker</strong> treft niet alleen vrouwen, maar in zeldzame gevallen ook mannen.<br />

Anatomie van de borst, met de lymfeklieren* en lymfevaten<br />

<strong>Borstkanker</strong>: gids <strong>voor</strong> patiënten – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2013.1 Pagina 3<br />

Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />

De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bestemd <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />

en mag op geen enkele manier worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder schriftelijke toestemming van<br />

Reliable Cancer Therapies en ESMO.


KOMT BORSTKANKER VAAK VOOR?<br />

<strong>Borstkanker</strong> is de meest <strong>voor</strong>komende kanker bij vrouwen en de belangrijkste doodsoorzaak ten<br />

gevolge van kanker bij Europese vrouwen. Naar schatting krijgt 1 op 9 Europese vrouwen ooit<br />

borstkanker, maar deze schattingen variëren van land tot land. In 2008 werd in de Europese Unie bij<br />

ongeveer 332.000 vrouwen borstkanker vastgesteld.<br />

<strong>Borstkanker</strong> komt vaker <strong>voor</strong> bij oudere vrouwen, maar 1 op 4 borstkankers wordt vastgesteld bij<br />

vrouwen jonger dan 50 jaar. Minder dan 5% van alle borstkankers wordt vastgesteld bij vrouwen<br />

jonger dan 35.<br />

Dankzij de betere behandeling en vroegere opsporing overleden de afgelopen jaren in de meeste<br />

westerse landen (<strong>voor</strong>al in de jongere leeftijdsgroepen) steeds minder vrouwen aan borstkanker.<br />

<strong>Borstkanker</strong> komt ook, zij het zelden, bij mannen <strong>voor</strong> en staat <strong>voor</strong> minder dan 1 % van alle<br />

borstkankers. Jaarlijks wordt bij 1 op 100.000 mannen borstkanker vastgesteld. 1<br />

In deze gids worden de verschillende soorten borstkanker uitgelegd.<br />

1 Hoewel de behandeling van borstkanker bij mannen gelijkenissen vertoont met die bij vrouwen, is de uitleg in deze<br />

samenvatting toch niet volledig van toepassing op mannen. De frequentie en de risicofactoren <strong>voor</strong> mannen en vrouwen<br />

verschillen, alsook sommige behandelingen. Meer in<strong>for</strong>matie over de behandeling van borstkanker bij mannen vindt u hier<br />

(enkel in het Engels)<br />

<strong>Borstkanker</strong>: gids <strong>voor</strong> patiënten – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2013.1 Pagina 4<br />

Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />

De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bestemd <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />

en mag op geen enkele manier worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder schriftelijke toestemming van<br />

Reliable Cancer Therapies en ESMO.


WAT VEROORZAAKT BORSTKANKER?<br />

Het is niet duidelijk waarom borstkanker optreedt. Enkele risicofactoren* zijn geïdentificeerd. Een<br />

risicofactor verhoogt de kans op kanker, maar is niet voldoende of is niet vereist om kanker te<br />

veroorzaken. Het is geen oorzaak op zich.<br />

Sommige vrouwen met deze risicofactoren* zullen nooit borstkanker krijgen en sommige vrouwen<br />

zonder deze risicofactoren* zullen borstkanker krijgen.<br />

De meeste borstkankers hebben oestrogenen nodig om te groeien. Zonder oestrogenen groeien ze<br />

niet meer of trager. Daarom zijn, op enkele uitzonderingen na, de risicofactoren* van borstkanker<br />

gerelateerd aan oestrogenen.<br />

De belangrijkste risicofactoren* van borstkanker bij vrouwen zijn:<br />

• Leeftijd: het risico op borstkanker verhoogt met de leeftijd van de vrouw.<br />

• Genen: mutaties van bepaalde van de moeder of vader geërfde genen verhogen het risico op<br />

borstkanker. Huidige kennis suggereert dat deze afwijkende genen <strong>voor</strong> minder dan 10 % van<br />

de borstkankers verantwoordelijk zijn.<br />

• Familiale <strong>voor</strong>geschiedenis van borstkanker: een eerstegraadsverwante (moeder, zus,<br />

dochter, broer en vader) die borstkanker heeft gehad, verhoogt het risico op borstkanker,<br />

<strong>voor</strong>al wanneer deze verwante jonger dan 45 jaar was, op het ogenblik van de diagnose.<br />

Wanneer verschillende familieleden borst‐ en/of eierstokkanker hebben gehad op jeugdige<br />

leeftijd, moet een genetische aanleg worden vermoed. BRCA1 en BRCA2 zijn de 2<br />

belangrijkste genen die betrokken zijn bij familiale vormen van borstkanker. Het risico in de<br />

loop van het leven lifetime‐risico borstkanker te ontwikkelen bedraagt <strong>voor</strong> een drager van<br />

een BRCA‐mutatie is 80‐85%, met 60% kans dat de kanker bilateraal is. Profylactische<br />

chirurgie* vermindert het risico op latere borstkanker en sterfte. Vóór dergelijke ingreep zijn<br />

een nauwkeurige genetische bepaling en psychologische ondersteuning verplicht.<br />

• Persoonlijke <strong>voor</strong>geschiedenis van borstkanker: vroegere borstkanker verhoogt het risico op<br />

nieuwe borstkanker in een ander deel van de borst of in de andere borst.<br />

• Blootstelling aan oestrogeen en progesteron tijdens het leven:<br />

o Vrouwen die menstrueerden vóór de leeftijd van 12 jaar en tot na de leeftijd van 55<br />

jaar hebben een verhoogd risico op borstkanker.<br />

o Vrouwen die geen kinderen hebben of hun eerste kind na de leeftijd van 30 jaar<br />

krijgen hebben een verhoogd risico op borstkanker.<br />

• Voorgeschiedenis van bepaalde benigne* (goedaardige) borstaandoeningen: Het risico op<br />

het ontwikkelen van borstkanker is <strong>voor</strong>al hoog bij vrouwen met een van twee aandoeningen<br />

die men atypische lobulaire hyperplasie* en atypische ductale hyperplasie* noemt.<br />

• Geografische en sociale factoren: Vrouwen in westerse landen en vrouwen met een hoger<br />

opleidingsniveau hebben een verhoogd risico op borstkanker.<br />

• Gebruik van geneesmiddelen die oestrogenen of progesteron bevatten:<br />

o Het gebruik van een orale anticonceptiepil, <strong>voor</strong>al <strong>voor</strong> de eerste zwangerschap<br />

verhoogt het risico op borstkanker. Tien jaar na het stoppen met de inname van de<br />

<strong>Borstkanker</strong>: gids <strong>voor</strong> patiënten – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2013.1 Pagina 5<br />

Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />

De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bestemd <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />

en mag op geen enkele manier worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder schriftelijke toestemming van<br />

Reliable Cancer Therapies en ESMO.


anticonceptiepil , is er geen verhoogd risico meer op borstkanker door een dergelijk<br />

medicijn.<br />

o Het gebruik van een hormonale substitutie<strong>the</strong>rapie na de menopauze* verhoogt het<br />

risico op borstkanker. Een hoger risico op borstkanker is bevestigd <strong>voor</strong> een<br />

hormonale substitutie<strong>the</strong>rapie op basis van oestrogeen en progesteron, en in<br />

mindere mate <strong>voor</strong> een hormonale substitutie<strong>the</strong>rapie met alleen oestrogeen. Het<br />

risico op borstkanker is enkel aanwezig bij huidige en recente gebruiksters. Bij<br />

gebruiksters die een hormonale substitutie<strong>the</strong>rapie meer dan 5 jaar geleden stopten,<br />

is het risico niet hoger dan bij iemand die nooit een hormonale substitutie<strong>the</strong>rapie<br />

volgde.<br />

• Radio<strong>the</strong>rapie* van de borst tijdens de kinderjaren of adolescentie: Radio<strong>the</strong>rapie tijdens<br />

de kinderjaren of adolescentie (gewoonlijk <strong>voor</strong> de behandeling van lymfomen*) verhoogt<br />

het risico op borstkanker op volwassen leeftijd.<br />

• Overgewicht (obesitas): overgewicht of obesitas verhoogt het risico op borstkanker, <strong>voor</strong>al<br />

na de menopauze*. Dit is waarschijnlijk toe te schrijven aan de productie van oestrogenen in<br />

vetweefsels, de belangrijkste bron van oestrogenen na de menopauze*.<br />

• Alcoholgebruik en roken: Het gebruik van alcohol en roken verhogen het risico op<br />

borstkanker, maar de mechanismen zijn onduidelijk.<br />

Men vermoedt dat andere factoren ook geassocieerd zijn met borstkanker, maar de bewijzen zijn<br />

inconsistent. Jammer genoeg kunnen de factoren met de grootste invloed op het risico van<br />

borstkanker, zoals leeftijd, genen, persoonlijke en familiale <strong>voor</strong>geschiedenis van borstkanker en<br />

<strong>voor</strong>geschiedenis van atypische hyperplasie niet worden veranderd.<br />

<strong>Borstkanker</strong>: gids <strong>voor</strong> patiënten – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2013.1 Pagina 6<br />

Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />

De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bestemd <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />

en mag op geen enkele manier worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder schriftelijke toestemming van<br />

Reliable Cancer Therapies en ESMO.


HOE WORDT DE DIAGNOSE VAN BORSTKANKER GESTELD?<br />

In verschillende omstandigheden kan borstkanker worden vermoed. De<br />

belangrijkste omstandigheden zijn een positieve screeningmammografie*, de<br />

ontdekking van een massa in de borst bij palpatie*, veranderingen van de huid<br />

van de borst opgemerkt door de patiënte of haar arts of tepelvochtverlies bij één<br />

borst.<br />

De diagnose van borstkanker is gebaseerd op de drie volgende onderzoeken:<br />

1. Klinisch onderzoek*. Het lichamelijke onderzoek van de borsten<br />

en de omliggende lymfeklieren* omvat controle en palpatie*.<br />

2. Radiologisch onderzoek*. Dit omvat een röntgenonderzoek<br />

(mammografie*) en echografie* van de borsten en de<br />

omliggende lymfklieren. Bij sommige patiënten kan magnetische<br />

resonantiebeeldvorming* (MRI) van de borst nodig zijn, <strong>voor</strong>al bij jonge<br />

vrouwen met dicht borstweefsel, vrouwen met mutaties van het BRCA‐<br />

gen en vrouwen met siliconen borstimplantaten. Een MRI kan ook<br />

worden overwogen wanneer tumorcellen zijn gevonden in een verdachte<br />

lymfeklier* in de oksel maar op mammografie geen borsttumor zichtbaar<br />

is of wanneer verschillende tumoren worden verwacht. Bijkomende<br />

onderzoeken, zoals een röntgenfoto van de thorax, abdominale<br />

echografie* en botscintigrafie*, kunnen worden uitgevoerd om<br />

ziekteverspreiding op afstand of metastasering* uit te sluiten.<br />

3. Histopathologisch onderzoek. Dit is het laboratoriumonderzoek<br />

van de borst en het tumorweefsel na het afnemen van een<br />

tumorstaal (biopt). Dit laboratoriumonderzoek bevestigt de<br />

diagnose van borstkanker en verstrekt meer in<strong>for</strong>matie over de<br />

kenmerken van de kanker. De arts voert een manuele<br />

naaldpunctie uit, vaak onder echogeleiding. Via de naald wordt<br />

een tumorstaal genomen. Afhankelijk van de gebruikte naald, wordt dit een<br />

dunnenaaldpunctie of biopsie genoemd. Later zal een tweede histopathologisch onderzoek<br />

worden uitgevoerd tijdens het onderzoek van de operatief verwijderde tumor en lymfklieren.<br />

<strong>Borstkanker</strong>: gids <strong>voor</strong> patiënten – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2013.1 Pagina 7<br />

Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />

De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bestemd <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />

en mag op geen enkele manier worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder schriftelijke toestemming van<br />

Reliable Cancer Therapies en ESMO.


GEBRUIKELIJKE MISVATTINGEN OVER DE BEHANDELING VAN BORSTKANKER<br />

Volgens Prof. Martine Piccart, experte in borstkankerbehandeling:<br />

• <strong>Borstkanker</strong> ontstaat niet binnen dagen of weken! Er is altijd tijd om bijkomend advies in te<br />

winnen over de behandelingsopties.<br />

• De multidisciplinaire beoordeling <strong>voor</strong> de behandeling is zeer belangrijk en mag niet worden<br />

onderschat. De behandelende arts en huisarts moet een schriftelijk rapport van deze<br />

beoordeling krijgen.<br />

• Het belang van het pathologische onderzoek van de tumor wordt vaak onderschat. De<br />

volledige behandelingsstrategie berust op een grondig uitgevoerd, gestandaardiseerd,<br />

pathologisch onderzoek in een laboratorium met ervaring! Een tweede, onafhankelijk<br />

pathologisch onderzoek is een goed idee wanneer het onderzoek werd uitgevoerd in een<br />

laboratorium met beperkte ervaring inzake de diagnose van borstkanker.<br />

• Toegang tot nieuwe middelen en strategieën binnen de context van goed opgezette en<br />

nauwgezet uitgevoerde klinische studies houdt, in alle ziektestadia, meer <strong>voor</strong>delen dan<br />

risico's in. De patiënten moeten hun artsen vragen welke klinische studies <strong>voor</strong> hen relevant<br />

zijn.<br />

• Zwangerschappen na borstkanker zijn mogelijk, <strong>voor</strong>al als de eierstokken niet beschadigd zijn<br />

door het gebruik van chemo<strong>the</strong>rapeutica die toxisch zijn <strong>voor</strong> de eierstokken. Dit moet<br />

openhartig worden besproken met jonge vrouwen die hun vruchtbaarheid willen behouden.<br />

Voor vrouwen die zwanger worden na een borstkanker<strong>the</strong>rapie, verhogen de zwangerschap<br />

en daaropvolgende borstvoeding de waarschijnlijkheid van een relaps* niet.<br />

<strong>Borstkanker</strong>: gids <strong>voor</strong> patiënten – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2013.1 Pagina 8<br />

Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />

De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bestemd <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />

en mag op geen enkele manier worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder schriftelijke toestemming van<br />

Reliable Cancer Therapies en ESMO.


WAT MOET GEWETEN ZIJN VOOR EEN OPTIMALE BEHANDELING?<br />

Om de beste behandeling te kunnen bepalen moeten artsen verschillende<br />

elementen verzamelen over de patiënte en de kanker.<br />

Relevante in<strong>for</strong>matie over de patiënte<br />

• Persoonlijke medische <strong>voor</strong>geschiedenis<br />

• Kanker<strong>voor</strong>geschiedenis bij verwanten (<strong>voor</strong>al borst‐ en eierstokkanker)<br />

• Menopauzale status*, waar<strong>voor</strong> in sommige gevallen een bloedstaal moet worden<br />

afgenomen om het gehalte van bepaalde hormonen in het bloed te bepalen (estradiol en<br />

FSH*)<br />

• Resultaten van het door de arts uitgevoerde klinische onderzoek<br />

• Algemeen welzijn<br />

• Resultaten van bloedonderzoeken, uitgevoerd om de witte en rode bloedcellen* en de<br />

bloedplaatjes* te bepalen en de resultaten van testen om lever‐, nier‐ en botproblemen uit<br />

te sluiten.<br />

Relevante in<strong>for</strong>matie over de kanker<br />

• Stadiëring*<br />

Artsen gebruiken stadiëring om de risico's en prognose* geassocieerd met specifieke kenmerken van<br />

de patiënte en het soort kanker te bepalen. Gewoonlijk wordt het TNM‐stadiëringssysteem gebruikt.<br />

Met de combinatie van grootte van de tumor (T) en invasie van omliggend weefsel, betrokkenheid<br />

van lymfklieren* (N) en metastasering* of uitzaaiing van de kanker naar een ander orgaan in het<br />

lichaam (M) kan de kanker in één van de volgende stadia worden ingedeeld.<br />

Het stadium is essentieel <strong>voor</strong> de behandelingsbeslissing. Hoe hoger het stadium. Hoe minder<br />

gevorderd het stadium, hoe beter de prognose. Gewoonlijk wordt de stadiëring* tweemaal<br />

uitgevoerd: na klinisch en radiologisch onderzoek* alsook postoperatief. Als een operatie wordt<br />

uitgevoerd, kan de stadiëring* ook worden beïnvloed door het laboratoriumonderzoek van de<br />

verwijderde tumor en lymfeklieren*.<br />

Aanvullende radiologische onderzoeken zoals een röntgenfoto van de borst, een abdominale<br />

echografie* of CT‐scan* en botscintigrafie* kunnen worden uitgevoerd om zeker te zijn dat er geen<br />

uitzaaiingen zijn naar de longen, de lever en de botten. Een CT‐scan* en/of MRI* moet alleen worden<br />

uitgevoerd als er symptomen zijn die in die richting wijzen. Al deze onderzoeken zijn gewoonlijk<br />

alleen aanbevolen <strong>voor</strong> stadium II of hoger (zie hieronder). Ze worden ook overwogen <strong>voor</strong> patiënten<br />

<strong>voor</strong> wie preoperatieve chirurgie is gepland. Voor patiënten met kleine tumoren en geen verdachte<br />

lymfeklieren* (stadium I) is er daarentegen geen reden om al deze onderzoeken uit te voeren.<br />

De onderstaande tabel geeft een overzicht van de verschillende stadia <strong>voor</strong> borstkanker. Omdat de<br />

definities zeer technisch zijn, is het aangeraden artsen om meer uitleg te vragen.<br />

<strong>Borstkanker</strong>: gids <strong>voor</strong> patiënten – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2013.1 Pagina 9<br />

Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />

De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bestemd <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />

en mag op geen enkele manier worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder schriftelijke toestemming van<br />

Reliable Cancer Therapies en ESMO.


Stadium Definitie<br />

Stadium 0 De abnormale cellen zijn nog niet uitgezaaid buiten het kanaal waar ze<br />

oorspronkelijk verschenen.<br />

Stadium I De tumor is kleiner dan 2 cm en in de lymfklieren kunnen kleine clusters<br />

kankercellen worden gevonden.<br />

Stadium I‐borstkanker kan in stadium IA en IB worden ingedeeld.<br />

Stadium II Ofwel is de tumor is kleiner dan 2 cm en is uitgezaaid naar de lymfklieren in de<br />

oksel ofwel is de tumor tussen 2cm en 5 cm in diameter maar is niet uitgezaaid<br />

naar de lymfklieren in de oksel.<br />

Stadium II‐borstkanker kan in stadium IIA en IIB worden ingedeeld.<br />

Stadium III De tumor kan om het even welke grootte hebben, maar:<br />

‐ is uitgezaaid naar de borstwand en/of de huid van de borst.<br />

‐ is uitgezaaid naar minstens 10 lymfklieren in de oksel of de lymfklieren<br />

in de oksel zijn verkleefd of verkleefd aan andere structuren.<br />

‐ is uitgezaaid naar lymfklieren dicht bij het borstbeen.<br />

‐ is uitgezaaid naar lymfklieren onder of boven het sleutelbeen<br />

Stadium III‐borstkanker kan in stadium IIIA en IIIB worden ingedeeld.<br />

Stadium IV De kanker is uitgezaaid naar andere organen in het lichaam, meestal de botten,<br />

de longen, de lever of de hersenen. Dergelijke tumorafzettingen op afstand<br />

worden metastasen* genoemd.<br />

• Resultaten van de biopsie*<br />

De via biopsie* verkregen tumor wordt in het laboratorium onderzocht. De methode en de<br />

resultaten van dergelijk onderzoek worden histopathologie* genoemd. Op de weefsels die via<br />

operatieve verwijdering van de tumor en de lymfeklieren* werden verkregen wordt een tweede<br />

histopathologisch onderzoek uitgevoerd. Dit is zeer belangrijk om de resultaten van de biopsie* te<br />

bevestigen en om meer in<strong>for</strong>matie te verstrekken over de kanker. De resultaten van het<br />

bioptonderzoek omvatten noodzakelijkerwijs:<br />

o Histologisch type*<br />

Het benoemen van het histopathologische type is gebaseerd op het celtype waaruit de<br />

tumor is samengesteld. <strong>Borstkanker</strong>s ontstaan in borstweefsels, gewoonlijk de kanalen of<br />

de lobben. De belangrijkste histologische borstkankertypes zijn ductale en lobulaire<br />

carcinomen. Het histopathologische onderzoek deelt de kanker ook in als invasief of niet‐<br />

invasief. Niet‐invasieve kanker*s worden ook kankers in situ genoemd.<br />

o Graad*<br />

De benoeming van de graad* is gebaseerd op de heterogeniteit van de tumorcellen, de<br />

architecturale structuur van het weefsel dat ze vormen en de mitosefrequentie<br />

(celdeling) van tumorcellen. Een goed gedifferentieerde tumor (graad 1) heeft een lage<br />

celheterogeniteit, een intacte architectuur/opbouw en weinig celdelingen. Een<br />

ongedifferentieerde tumor (graad 3) heeft een hoge heterogeniteit, verlies van<br />

architectuur en vele celdelingen. Een matig gedifferentieerde tumor (graad 2) is tussen<br />

graad 1 en graad 3. Hoe lager de graad*, hoe beter de prognose*.<br />

Wanneer preoperatief een systemische behandeling is gepland, moeten de biopsieresultaten de<br />

hormoonreceptor*‐ en HER2*‐status omvatten. Wanneer preoperatief geen systemische<br />

<strong>Borstkanker</strong>: gids <strong>voor</strong> patiënten – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2013.1 Pagina 10<br />

Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />

De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bestemd <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />

en mag op geen enkele manier worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder schriftelijke toestemming van<br />

Reliable Cancer Therapies en ESMO.


ehandeling is gepland, kunnen deze statussen worden bepaald in de tumor (en/of lymfeklieren*) na<br />

operatieve verwijdering.<br />

o Hormoonreceptorstatus <strong>voor</strong> oestrogeen en progesteron<br />

Tumorcellen kunnen aan hun oppervlak of in de cel oestrogeen‐ en<br />

progesteronreceptoren hebben. De cellen van sommige tumoren hebben veel<br />

receptoren. Dit betekent dat hun groei en vermenigvuldiging worden gestimuleerd door<br />

hormonen. Tumoren met een hoog gehalte oestrogeenreceptoren (ER+) en/of<br />

progesteronreceptoren* (PR+) hebben een betere prognose* dan tumoren met een laag<br />

gehalte oestrogeenreceptoren (ER‐) en/of progesteronreceptoren (PR‐).<br />

o HER2‐status<br />

HER2* is een receptor <strong>voor</strong> epidermale groeifactor op het celmembraan en komt <strong>voor</strong> bij<br />

ongeveer 20% van de borstkankers. HER2 is onder andere betrokken bij de celgroei en ‐<br />

migratie*. De HER2*‐status van tumorweefsel kan worden geanalyseerd met behulp van<br />

verschillende laboratoriumtests: immunohistochemie* (IHC), fluorescentie‐in‐<br />

situhybridisatie* (FISH) of chromogene in‐situhybridisatie* (CISH). Een kanker is HER2*‐<br />

positief wanneer het resultaat van de IHC‐test 3+ is of wanneer het resultaat van de<br />

FISH‐ of CISH‐test positief is zoals vermeld in het pathologieverslag. Anders is de HER2*‐<br />

status negatief. Vóór anti‐HER2‐gerichte <strong>the</strong>rapie beschikbaar was, gedroegen HER2*‐<br />

positieve kankers zich agressiever dan andere kankers.<br />

o Multigenexpressieprofielen*<br />

Op het biopt* kan ook een kwantificatie worden uitgevoerd van een door de tumor tot<br />

expressie gebrachte afzonderlijke reeks genen. Dergelijke multigensignatuuranalysen<br />

worden niet routinematig uitgevoerd, maar kunnen helpen om het risico op recidief* en<br />

de waarschijnlijkheid van chemo<strong>the</strong>rapie<strong>voor</strong>deel te <strong>voor</strong>spellen.<br />

o Ki‐67‐labelingindex<br />

Ki‐67 is een eiwit* dat <strong>voor</strong>komt in de kern van delende cellen maar niet in die van cellen<br />

in rust. De Ki‐67‐labelingindex geeft het percentage cellen aan waarin Ki‐67 kan worden<br />

gevonden. De analyse van het percentage delende cellen is een methode om de<br />

proliferatie* van de tumor te bepalen. Sterk prolifererende tumoren groeien sneller en<br />

hebben een slechtere prognose dan traag prolifererende tumoren, maar tegelijkertijd<br />

zijn sterk prolifererende tumoren gevoeliger <strong>voor</strong> chemo<strong>the</strong>rapie*.<br />

Belangrijk om weten is dat het resultaat van tests om de hormoonreceptor*‐ en HER2*‐status te<br />

bepalen niet altijd correct is. Geen enkele test om de HER2*‐status te bepalen is 100% betrouwbaar.<br />

De kans bestaat ook dat het onderzochte weefselmonster de tumor classificeert als HER2‐negatief,<br />

terwijl onderzoek van een ander stukje de tumor als HER2‐positief zou hebben geclassificeerd.<br />

Daarom moeten, telkens wanneer mogelijk, deze analysen op het biopt* en op het operatief<br />

verwijderd tumorweefsel worden uitgevoerd.<br />

Een ander belangrijk onderdeel van het histopathologische onderzoek na operatieve verwijdering<br />

van de tumor is het controleren of de tumor volledig verwijderd is. Dit gebeurt door na te gaan of de<br />

microscopische randen van de tumor volledig door normaal weefsel worden omgeven. Dit wordt<br />

gerapporteerd als negatieve resectiemarges* (wat betekent dat zeer waarschijnlijk de volledige<br />

tumor is verwijderd) of als positieve resectiemarges* (wat betekent dat zeer waarschijnlijk niet de<br />

volledige tumor is verwijderd)<br />

<strong>Borstkanker</strong>: gids <strong>voor</strong> patiënten – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2013.1 Pagina 11<br />

Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />

De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bestemd <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />

en mag op geen enkele manier worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder schriftelijke toestemming van<br />

Reliable Cancer Therapies en ESMO.


• Hormoongevoeligheid<br />

Op basis van het onderzoek van het biopt en/of de operatief verwijderde tumor, worden tumoren in<br />

drie groepen ingedeeld volgens hun hormoonreceptorstatus:<br />

o Hormoongevoelig* (ER+ en/of PR+*), wanneer op kankercellen oestrogeen‐ of<br />

progesteronreceptoren werden gevonden.<br />

o Hormoonongevoelig* (ER‐ en/of PR‐), wanneer op kankercellen geen oestrogeen‐ of<br />

progesteronreceptoren werden gevonden.<br />

o Een derde tussengroep met onzekere hormoongevoeligheid*.<br />

Op basis van dit onderzoek wordt beslist of een hormoon<strong>the</strong>rapie wordt toegevoegd. Een<br />

hormoon<strong>the</strong>rapie stopt of vertraagt gewoonlijk de groei van hormoongevoelige* tumoren, omdat<br />

deze tumoren hormonen nodig hebben om te groeien, maar heeft geen effect op de groei van<br />

hormoonongevoelige tumoren.<br />

• Intrinsieke subtypes van borstkanker<br />

De combinatie van de resultaten inzake hormoonreceptor‐, HER2‐status en Ki‐67‐labelingindex<br />

worden gebruikt om borstkanker in 5 subtypes in te delen. Dit is ook belangrijk om te weten welke<br />

<strong>the</strong>rapieën naar alle waarschijnlijkheid doeltreffend zullen zijn. De 5 subtypes worden in de<br />

onderstaande tabel <strong>voor</strong>gesteld. Omdat deze classificatie nogal technisch is, vraagt u beter meer<br />

uitleg aan een arts.<br />

<strong>Borstkanker</strong>subtype Hormoonreceptorstatus HER2‐status Ki‐67‐status<br />

Luminaal type A ER+ en/of PR+ HER2‐negatief Laag (< 14%)<br />

Luminaal type B HER2‐negatief ER+ en/of PR+ HER2‐negatief Hoog<br />

Luminaal type B HER2‐positief ER+ en/of PR+ HER‐positief Om het even welke<br />

HER2‐positief niet‐luminaal ER‐ en PR‐ HER2‐positief Om het even welke<br />

Triple negatief* ER‐ en PR‐ HER2‐negatief Om het even welke<br />

<strong>Borstkanker</strong>: gids <strong>voor</strong> patiënten – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2013.1 Pagina 12<br />

Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />

De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bestemd <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />

en mag op geen enkele manier worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder schriftelijke toestemming van<br />

Reliable Cancer Therapies en ESMO.


WAT ZIJN DE BEHANDELINGSOPTIES?<br />

De behandeling wordt gepland door een interdisciplinair team van artsen. Dit<br />

impliceert gewoonlijk een vergadering van verschillende specialisten,<br />

multidisciplinaire beoordeling of revisie door een multidisciplinaire<br />

tumorcommissie genoemd. Tijdens deze vergadering wordt de<br />

behandelingsplanning besproken op basis van de hierboven samengevatte<br />

relevante in<strong>for</strong>matie.<br />

De behandeling combineert gewoonlijk interventiemethodes die:<br />

• op de tumor gericht zijn, zoals een operatie of radio<strong>the</strong>rapie*;<br />

• inwerken op kankercellen in het hele lichaam door middel van systemische <strong>the</strong>rapie* zoals<br />

chemo<strong>the</strong>rapie*, hormoon<strong>the</strong>rapie* en/of op HER2* gerichte <strong>the</strong>rapie.<br />

De omvang van de behandeling hangt af van de kenmerken van de tumorcellen, het kankerstadium,<br />

de leeftijd, de menopauzale status en de comorbiditeit van de patiënt.<br />

De hierna vermelde behandelingen hebben <strong>voor</strong>delen, risico's en contra‐indicaties. Vraag een<br />

oncoloog naar de verwachte <strong>voor</strong>delen en risico's van elke behandeling, zodat u op de hoogte bent<br />

van de gevolgen van de behandeling. Voor sommige behandelingen zijn verschillende mogelijkheden<br />

beschikbaar en de keuze moet worden bepaald op basis van de <strong>voor</strong>deel‐risicoverhouding.<br />

Behandelingsplan <strong>voor</strong> niet‐invasieve kanker* (stadium 0)<br />

Niet‐invasieve kanker* is niet uitgezaaid buiten het melkkanaal (ductaal carcinoom* in situ). De<br />

behandelingsopties omvatten de volgende twee mogelijke lokale <strong>the</strong>rapieën.<br />

• De tumor of een gedeelte, maar niet de volledige borst, wordt verwijderd. Dit noemt men<br />

een borstsparende operatie. Deze operatie wordt gewoonlijk gevolgd door bestraling van de<br />

volledige borst, behalve bij patiënten met een zeer laag recidiefrisico. In dit geval kan de<br />

bestraling worden weggelaten. Extra bestraling (een boost genoemd) van de plaats waar de<br />

tumor werd verwijderd, kan worden overwogen <strong>voor</strong> patiënten met een hoog lokaal<br />

recidiefrisico, bij<strong>voor</strong>beeld bij zeer jonge patiënten.<br />

• Ofwel wordt de volledige borst zonder spieren en huid rond de borst verwijderd met een<br />

mastectomie. Bij een mastectomie is bijkomende bestralings<strong>the</strong>rapie niet nodig <strong>voor</strong> niet‐<br />

invasieve kanker.<br />

Daarenboven kan een behandeling met tamoxifen*, een geneesmiddel dat de werking van<br />

oestrogenen in de borst neutraliseert, worden overwogen als de tumor oestrogeenreceptorpositief*<br />

is, aangezien ze het risico op recidief, d.w.z. dat de kanker terugkomt in de borst, verlaagt. Tamoxifen<br />

verlaagt ook het risico op contralaterale borstkanker, d.w.z. kanker in de andere borst.<br />

<strong>Borstkanker</strong>: gids <strong>voor</strong> patiënten – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2013.1 Pagina 13<br />

Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />

De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bestemd <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />

en mag op geen enkele manier worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder schriftelijke toestemming van<br />

Reliable Cancer Therapies en ESMO.


Lobulaire neoplasie*, vroeger lobulair carcinoom in situ genoemd, wordt nu als een risicofactor<br />

beschouwd <strong>voor</strong> latere borstkanker in beide borsten. Daarom moet met de arts worden besproken<br />

of al dan niet wordt doorgegaan met een toezichtsstrategie door middel van een nauwgezette<br />

follow‐up en/of een behandelingsstrategie.<br />

Behandelingsplan <strong>voor</strong> invasieve kanker* (stadium I tot III)<br />

Invasieve kanker* is uitgezaaid buiten het melkkanaal (invasief ductaal carcinoom*) of buiten de<br />

melkklier (invasief lobulair carcinoom*). De behandeling is op de tumor gericht en op de mogelijk in<br />

het lichaam uitgezaaide kankercellen.<br />

In de meeste gevallen bestaat de behandeling, uit een operatie, radio<strong>the</strong>rapie* en systemische<br />

<strong>the</strong>rapie*. De behandeling van naar andere delen van het lichaam uitgezaaide kankercellen kan<br />

bestaan uit hormoon<strong>the</strong>rapie, chemo<strong>the</strong>rapie* of op HER2* gerichte <strong>the</strong>rapie.<br />

Voor tumoren met een diameter van meer dan 2 cm wordt als eerste behandeling soms de <strong>voor</strong>keur<br />

gegeven aan systemische <strong>the</strong>rapie*, omdat het verkleinen van de tumor met geneesmiddelen een<br />

lokale <strong>the</strong>rapie kan vergemakkelijken en borstsparend kan zijn.<br />

Voor de meeste stadium IIIA‐ en IIIB‐kankers wordt een operatie <strong>voor</strong>afgegaan door<br />

chemo<strong>the</strong>rapie*. Dit wordt neo‐adjuvante* chemo<strong>the</strong>rapie genoemd. Ze is ook aangewezen om de<br />

tumor te verkleinen zodat een borstsparende operatie mogelijk is. Bij HER2*‐positieve tumoren<br />

wordt trastuzumab* toegevoegd.<br />

Operatie<br />

De operatie wordt onder algemene verdoving uitgevoerd. Met behulp van<br />

één of twee methoden verwijdert de chirurg tijdens dezelfde operatie de<br />

tumor en enkele lymfeklieren*:<br />

• De tumor of een gedeelte van de borst inclusief de tumor, maar niet<br />

de volledige borst wordt verwijderd. Dit noemt men een<br />

borstsparende operatie.<br />

• De volledige borst wordt verwijderd, maar geen spieren of huid rond de borst. Dit noemt<br />

men een volledige mastectomie.<br />

De keuze tussen een borstsparende operatie en een volledige mastectomie hangt af van de<br />

kenmerken van de tumor, de grootte van de borst en de <strong>voor</strong>keur van de patiënt. Bij sommige<br />

patiënten is een mastectomie noodzakelijk, omwille van de grootte van de tumor, de aanwezigheid<br />

van meerdere tumoren in de borst of andere redenen. Dit moet met artsen worden besproken.<br />

Momenteel kan in West‐Europa bij 2 op 3 vrouwen met borstkanker een borstsparende operatie<br />

worden uitgevoerd.<br />

Sommige patiënten krijgen een preoperatieve behandeling (neo‐adjuvant) om de tumor te<br />

verkleinen en een borstsparende operatie mogelijk te maken. Nadat de neo‐adjuvante behandeling<br />

<strong>Borstkanker</strong>: gids <strong>voor</strong> patiënten – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2013.1 Pagina 14<br />

Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />

De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bestemd <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />

en mag op geen enkele manier worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder schriftelijke toestemming van<br />

Reliable Cancer Therapies en ESMO.


de tumor heeft verkleind, vraagt de arts een MRI aan om te controleren of het inderdaad mogelijk is<br />

de borst te sparen zonder de kans op genezing te verkleinen. Toch zal in sommige gevallen de<br />

volledige borst alsnog moeten worden verwijderd.<br />

Voor vrouwen bij wie een mastectomie nodig is, kan een borstreconstructie aangewezen zijn. Deze<br />

reconstructie kan onmiddellijk of later (omwille van medische redenen of persoonlijke <strong>voor</strong>keur)<br />

worden uitgevoerd. Patiënten hoeven niet steeds twee jaar te wachten <strong>voor</strong>aleer een reconstructie<br />

na een mastectomie kan aangeboden worden Het is ook niet waar dat een reconstructie van de<br />

aangetaste gebieden het opsporen van een kankerrecidief* zou bemoeilijken.<br />

Ook zal één of zullen verschillende lymfklieren in de oksel worden verwijderd.<br />

Deze verwijdering is zeer belangrijk om na te gaan of de kanker is uitgezaaid, maar het effect <strong>voor</strong> de<br />

kankerbehandeling is beperkt. Er kunnen twee soorten lymfklieroperaties worden uitgevoerd:<br />

• De chirurg voert een schildwachtklierbiopsie* uit. Na injectie van een merkstof dicht bij de<br />

tumor, wordt de merkstof van nature naar de lymfvaten en vervolgens naar de lymfklieren<br />

gevoerd. Met behulp van een sonde kan de chirurg bepalen in welke lymfklier(en) de<br />

merkstof zich bevindt. Hij/Zij verwijdert de lymfklier(en) om ze te onderzoeken op de<br />

aanwezigheid van kankercellen. Tijdens de operatie wordt een snel onderzoek van de<br />

lymfklieren uitgevoerd. Wanneer in de lymfklier(en) kankercellen worden gevonden, voert de<br />

chirurg gewoonlijk een okseldissectie* uit (zie hieronder). Voor patiënten met tumoren die<br />

kleiner zijn dan 5 cm in diameter, kan een okseldissectie niet nodig zijn als uit het onderzoek<br />

blijkt dat slechts 1 of 2 schildwachtklieren kankercellen bevatten.<br />

• De chirurg voert een okseldissectie uit. De chirurg maakt een incisie onder de arm en<br />

verwijdert het zachte okselweefsel waar zich de lymfeklieren* bevinden. Deze lymfklieren<br />

worden onderzocht op de aanwezigheid van kankercellen.<br />

Een schildwachtklierbiopsie* veroorzaakt minder zwelling van de arm (lymfoedeem) en stijfheid van<br />

de schouder dan een okseldissectie*. Een schildwachtklierbiopsie is aanbevolen bij stadium I‐ en<br />

stadium II‐ borstkanker, tenzij bij preoperatief lichamelijk onderzoek of echografie* betrokken<br />

lymfeklieren* worden vastgesteld. In hogere stadia wordt een okseldissectie uitgevoerd.<br />

Laboratoriumonderzoek van de operatief verwijderde tumor en lymfklieren<br />

Zodra de tumor en lymfklieren zijn verwijderd, worden ze in het laboratorium onderzocht om:<br />

• de resultaten van de biopsie* te bevestigen inzake het histologische type*, graad*, de<br />

hormoonreceptor*‐, HER2*status en mogelijk multigenexpressieprofiel*.<br />

• de grootte van de tumor te meten en na te gaan of hij naar de omliggende weefsels is<br />

uitgezaaid;<br />

• na te gaan of kankercellen in de lymfe‐ of bloedvaten zijn binnengedrongen, wat zou<br />

betekenen dat de kankercellen waarschijnlijk buiten de borst zijn uitgezaaid.<br />

• te controleren of de volledige tumor is verwijderd en of de marges vrij zijn van<br />

tumorweefsel*.<br />

<strong>Borstkanker</strong>: gids <strong>voor</strong> patiënten – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2013.1 Pagina 15<br />

Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />

De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bestemd <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />

en mag op geen enkele manier worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder schriftelijke toestemming van<br />

Reliable Cancer Therapies en ESMO.


• na te gaan of kankercellen uitgezaaid zijn naar de lymfeklieren* en om de lymfeklieren met<br />

tumorcellen te tellen<br />

Tweede operatie<br />

Sommige patiënten moeten een tweede operatie ondergaan. De twee belangrijkste redenen zijn:<br />

• De resectiemarges* waren positief; de tumor is niet volledig door<br />

normaal weefsel omgeven. Tijdens de nieuwe operatie moet de rest van<br />

de tumor worden verwijderd.<br />

• Na een grondiger onderzoek van de lymfklier(en) van de<br />

schildwachtklierbiopsie*, blijkt ze kankercellen te bevatten. Gewoonlijk<br />

wordt een okseldissectie* uitgevoerd. Voor patiënten met tumoren die<br />

kleiner zijn dan 5 cm in diameter, kan een okseldissectie niet nodig zijn<br />

als uit het onderzoek blijkt dat slechts 1 of 2 schildwachtklieren<br />

kankercellen bevatten.<br />

Adjuvante <strong>the</strong>rapie<br />

Een adjuvante <strong>the</strong>rapie* is een <strong>the</strong>rapie naast de operatie. Voor patiënten met stadium I‐ tot<br />

stadium III‐borstkanker zijn mogelijke adjuvante <strong>the</strong>rapieën radio<strong>the</strong>rapie*, chemo<strong>the</strong>rapie*,<br />

hormoon<strong>the</strong>rapie en gerichte <strong>the</strong>rapie*. In deze situatie is radio<strong>the</strong>rapie een lokale behandeling<br />

terwijl chemo<strong>the</strong>rapie, hormoon<strong>the</strong>rapie en gerichte <strong>the</strong>rapie kankercellen kunnen bereiken die<br />

mogelijk naar andere delen van het lichaam zijn uitgezaaid. Deze laatste behandelingen worden<br />

systemische <strong>the</strong>rapieën genoemd.<br />

Radio<strong>the</strong>rapie*<br />

Radio<strong>the</strong>rapie is het gebruik van bestraling om kankercellen te doden. Gewoonlijk herstellen<br />

kankercellen minder goed dan normale cellen van bestralingsbeschadiging.<br />

Radio<strong>the</strong>rapie is aanbevolen <strong>voor</strong> bijna alle invasieve borstkankers. Een beperkt aantal patiënten<br />

heeft geen baat bij radio<strong>the</strong>rapie die derhalve kan worden weggelaten. Het betreft patiënten ouder<br />

dan 70 jaar met een hormoongevoelige tumor die kleiner is dan 2 cm in diameter. Bovendien moet<br />

men zeker zijn dat de volledige tumor met negatieve marges is verwijderd. Bij borstkanker wordt<br />

radio<strong>the</strong>rapie toegepast om kankercellen plaatselijk te vernietigen met hoogenergetische bestraling,<br />

afkomstig van een radio<strong>the</strong>rapieapparaat.<br />

• Na een borstsparende operatie: <strong>voor</strong> alle patiënten met invasieve borstkankers is<br />

radio<strong>the</strong>rapie van de volledige borst, gewoonlijk gevolgd door bijkomende bestraling (boost)<br />

van het gebied waar de tumor is verwijderd, sterk aanbevolen.<br />

• Na mastectomie: radio<strong>the</strong>rapie is aanbevolen of zou moeten worden overwogen <strong>voor</strong><br />

patiënten met grote tumoren en/of bij wie kankercellen in de oksellymfklieren zijn<br />

gevonden. De radio<strong>the</strong>rapie is gericht op de borstwand maar soms ook op de regionale<br />

lymfekliergebieden. Bij een duidelijke en uitgebreide uitzaaiing van kankercellen naar de<br />

lymfeklieren* over het sleutelbeen of achter het borstbeen (sternum), kan het stralingsveld<br />

worden uitgebreid naar deze gebieden.<br />

<strong>Borstkanker</strong>: gids <strong>voor</strong> patiënten – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2013.1 Pagina 16<br />

Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />

De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bestemd <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />

en mag op geen enkele manier worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder schriftelijke toestemming van<br />

Reliable Cancer Therapies en ESMO.


• De toe te dienen bestralingsdosis bedraagt tussen 45 en 50 Gray (Gy). Een Gray is de eenheid<br />

die wordt gebruikt om de hoeveelheid bestraling te meten die bij radio<strong>the</strong>rapie wordt<br />

toegediend. Deze totale dosis wordt in fracties verdeeld. Elke fractie wordt tijdens één<br />

radio<strong>the</strong>rapiesessie toegediend. Voor borstkanker worden typisch 25 tot 28 fracties gepland,<br />

maar een kortere behandeling met 16 fracties blijkt even doeltreffend te zijn zonder<br />

bijkomende bijwerkingen. Wanneer een boost gepland is, wordt 10 tot 16 Gy extra<br />

toegediend in fracties van 2 Gy. De behandeling wordt in fracties toegediend om het risico op<br />

significante beschadiging van normale weefsels te verminderen en de kans op tumorcontrole<br />

op lange termijn te verhogen.<br />

Om de behandelingsduur te verkorten en te vermijden dat de patiënt tussen 16 en 35 maal naar de<br />

radio<strong>the</strong>rapie‐eenheid moet komen, is geprobeerd om tijdens de operatie radio<strong>the</strong>rapie toe te<br />

dienen. Dit wordt versnelde partiële borstbestraling genoemd. Onderzoek loopt maar <strong>voor</strong>lopige<br />

resultaten suggereren dat dit zou kunnen worden overwogen <strong>voor</strong> patiënten van minstens 50 jaar<br />

oud, met een enkele tumor die kleiner is dan 3 cm in diameter en resectiemarges van meer dan 2<br />

mm en zonder uitzaaiing naar de lymfeklieren*. Bovendien moet de tumor specifieke histologische<br />

kenmerken hebben (niet‐lobulaire histologie zonder intraductale componenten en geen<br />

lymfovasculaire invasie). Dit type radio<strong>the</strong>rapie vereist specifieke instrumenten die in weinig centra<br />

beschikbaar zijn omdat het onderzoek nog loopt.<br />

Systemische <strong>the</strong>rapie*<br />

Een systemische <strong>the</strong>rapie* is gericht op kankercellen die naar andere delen van het lichaam kunnen<br />

uitgezaaid zijn.<br />

De kenmerken van het tumorweefsel die door laboratoriumonderzoek van het biopt* en van de<br />

operatief verwijderde tumor geïdentificeerd zijn, zijn essentieel om te beslissen welke <strong>the</strong>rapie of<br />

combinatie van <strong>the</strong>rapieën het meest geschikt is. Deze tumorkenmerken omvatten de tumorgrootte,<br />

het histologische type*, de graad*, de resectiemarges*, het aantal betrokken lymfeklieren*, de<br />

hormoonreceptor*‐ en HER2*‐status en, indien beschikbaar het multigenexpressieprofiel*. De<br />

leeftijd, menopauzale status en medische aandoeningen van de patiënt zijn belangrijke<br />

patiëntenfactoren bij het maken van een geïn<strong>for</strong>meerde beslissing inzake de adjuvante systemische<br />

behandeling.<br />

Voor elke persoon moet de keuze rekening houden met de potentiële <strong>voor</strong>delen, de mogelijke<br />

bijwerkingen en de <strong>voor</strong>keur van de patiënte.<br />

Voor een systemische <strong>the</strong>rapie* zijn drie soorten behandeling mogelijk: hormoon<strong>the</strong>rapie,<br />

chemo<strong>the</strong>rapie* en op HER2 gerichte <strong>the</strong>rapie.<br />

Tumoren worden in 3 groepen ingedeeld volgens de hormonale receptorstatus: hormoongevoelige*<br />

(ER+ en/of PR+*), hormoonongevoelige (ER‐ en PR‐) en een derde tussengroep met onzekere<br />

hormoongevoeligheid. Een hormoonbehandeling stopt of vertraagt gewoonlijk de groei van<br />

hormoongevoelige* tumoren, omdat deze tumoren hormonen nodig hebben om te groeien, maar<br />

heeft geen effect op de groei van hormoonongevoelige tumoren.<br />

<strong>Borstkanker</strong>: gids <strong>voor</strong> patiënten – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2013.1 Pagina 17<br />

Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />

De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bestemd <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />

en mag op geen enkele manier worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder schriftelijke toestemming van<br />

Reliable Cancer Therapies en ESMO.


• Patiënten met hormoongevoelige* tumoren kunnen worden behandeld met een<br />

hormoon<strong>the</strong>rapie alleen of een combinatie van een hormoon‐ en chemo<strong>the</strong>rapie*.<br />

• Patiënten met tumoren met een onzekere hormoongevoeligheid kunnen worden behandeld<br />

met een combinatie van een hormoon‐ en chemo<strong>the</strong>rapie.<br />

• Patiënten met hormoonongevoelige tumoren moeten worden behandeld met chemo‐ maar<br />

geen hormoon<strong>the</strong>rapie.<br />

Hormoon<strong>the</strong>rapie<br />

Hormoon<strong>the</strong>rapie bestaat uit één of mogelijk een combinatie van twee van de volgende<br />

behandelingen:<br />

• Tamoxifen*, een geneesmiddel dat de werking van oestrogenen op de borst neutraliseert en<br />

werkzaam is bij pre‐ en postmenopauzale patiënten.<br />

• Een aromataseremmer* zoals anastrazol, exemestaan of letrozol die de oestrogeenproductie<br />

bij postmenopauzale vrouwen remt.<br />

• Een analoog van het gonadotropine‐releasing hormoon* dat de oestrogeenspiegel bij<br />

premenopauzale vrouwen verlaagt.<br />

• Ovariëctomie ‐ het verwijderen van de eierstokken bij premenopauzale vrouwen<br />

De keuze van de hormoon<strong>the</strong>rapie is gebaseerd op de menopauzale status van de patiënte.<br />

Bij patiënten waarbij de menopauze nog niet is begonnen (premenopauzale patiënten) zijn de<br />

gebruikelijke behandelingen, tamoxifen* alleen gedurende 5 jaar of de combinatie van een bilaterale<br />

ovariëctomie of een geneesmiddel uit de klasse van de gonadotropine‐releasing hormoonanalogen*<br />

en tamoxifen gedurende 5 jaar. Tamoxifen mag niet gelijktijdig met chemo<strong>the</strong>rapie* worden<br />

gebruikt.<br />

Bij patiënten na de menopauze (postmenopauzale patiënten) wordt <strong>voor</strong> vrouwen met een verhoogd<br />

risico de <strong>voor</strong>keur gegeven aan aromataseremmers* gedurende 5 jaar, maar <strong>voor</strong> patiënten die<br />

worden behandeld met tamoxifen, kan na 2‐3 jaar een overschakeling naar een aromataseremmer<br />

gedurende 2‐3 jaar worden overwogen. Patiënten die worden behandeld met aromataseremmers<br />

hebben een hoger risico op osteoporose. Dit moet worden tegengegaan door een voldoende<br />

opname van calcium en vitamine D*. Andere onderzoeken zoals de meting van de<br />

botmineraaldich<strong>the</strong>id en behandelingen zoals bisfosfonaten zijn beschikbaar om osteoporose te<br />

behandelen.<br />

Tamoxifen verhoogt ietwat het risico op bloedklonters en moet worden gestaakt wanneer een<br />

operatie gepland is. Het verdubbelt ook het risico op endometriumkanker, een vorm van<br />

baarmoederkanker.<br />

Chemo<strong>the</strong>rapie*<br />

Chemo<strong>the</strong>rapie <strong>voor</strong> borstkanker in een vroeg stadium bestaat uit een combinatie van twee of drie<br />

kankermedicijnen die worden toegediend volgens een nauwkeurig protocol. Voor borstkanker wordt<br />

de behandeling gewoonlijk 4 tot 8 cyclussen toegediend. Een cyclus is een periode van 2 tot 4 weken<br />

<strong>Borstkanker</strong>: gids <strong>voor</strong> patiënten – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2013.1 Pagina 18<br />

Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />

De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bestemd <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />

en mag op geen enkele manier worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder schriftelijke toestemming van<br />

Reliable Cancer Therapies en ESMO.


met een nauwkeurige dosering, duur en volgorde van geneesmiddelen, met inbegrip van een<br />

rustperiode vóór een nieuwe cyclus start.<br />

Het is niet duidelijk welke combinatie van geneesmiddelen het best is, maar het is aanbevolen dat ze<br />

doxorubicine* of epirubicine* bevat, kankermedicijnen uit de groep van de antracyclines. Het is<br />

belangrijk om vóór een behandeling met antracyclines de hartfunctie te beoordelen. Schema's<br />

zonder antracyclines blijken echter even doeltreffend te zijn, bij<strong>voor</strong>beeld de combinatie van<br />

docetaxel* en cyclofosfamide*. De namen van behandelingen zijn vaak acroniemen waarbij de eerste<br />

letter van de naam van elk geneesmiddel wordt gebruikt (zo staat FEC <strong>voor</strong> de combinatie van<br />

Fluorouracil, Epirubicine* en Cyclofosfamide*). Voor tengere of oudere patiënten kan het CMF‐<br />

schema (Cyclofosfamide, Methotrexaat en Fluorouracil) toch geschikt zijn.<br />

Een andere optie, <strong>voor</strong>al <strong>voor</strong> vrouwen bij wie de tumorcellen naar de lymfeklieren* zijn uitgezaaid,<br />

wordt de combinatie van een antracycline (doxorubicine* of epirubicine*) met een taxaan*<br />

(paclitaxel*), bij <strong>voor</strong>keur na elkaar in plaats van samen toegediend.<br />

Op HER2 gerichte <strong>the</strong>rapie<br />

Op HER2 gerichte systemische behandelingen worden toegepast <strong>voor</strong> HER2*‐positieve kanker, d.w.z.<br />

wanneer het resultaat van het laboratoriumonderzoek vermeldt dat de IHC*‐test "3+" is of de FISH*‐<br />

of CISH*‐test "positief" is. Trastuzumab* is een geneesmiddel dat werkzaam is bij patiënten met<br />

HER2*‐positieve tumoren, ongeacht de grootte van de tumor of zijn hormonale status. In studies<br />

naar zijn werkzaamheid als adjuvante <strong>the</strong>rapie, werd trastuzumab altijd toegediend in combinatie<br />

met chemo<strong>the</strong>rapie. Het is niet duidelijk of het adjuvante gebruik van trastuzumab zonder<br />

chemo<strong>the</strong>rapie een positief effect heeft. *<br />

De aanbevolen standaardduur van een adjuvante behandeling met trastuzumab is 1 jaar. De<br />

resultaten van studies die deze standaardduur vergelijken met een langere of kortere duur worden<br />

nog verwacht.<br />

Trastuzumab kan samen met paclitaxel* of carboplatine*, maar niet samen met doxorubicine* of<br />

epirubicine* worden toegediend. De laatste twee geneesmiddelen zijn toxisch <strong>voor</strong> het hart.<br />

Trastuzumab mag niet worden toegediend aan patiënten met een abnormale hartfunctie. Bij twijfel<br />

over de hartfunctie moet dit vóór de behandeling met trastuzumab* worden beoordeeld.<br />

Behandelingsplan <strong>voor</strong> gemetastaseerde* kanker (stadium IV)<br />

Gemetastaseerde kanker is uitgezaaid naar andere delen van het lichaam. <strong>Borstkanker</strong> metastaseert<br />

meestal naar de botten, de lever, de longen en de hersenen. Aangezien de tumorcellen uitgezaaid zijn<br />

naar andere delen van het lichaam, is een systemische <strong>the</strong>rapie* <strong>voor</strong>keursbehandeling. Ongeveer 5%<br />

van de vrouwen met borstkanker heeft metastasen bij de diagnose.<br />

Voor de behandeling van patiënten met gemetastaseerde borstkanker:<br />

• Het hoofddoel van de behandeling is het behoud of de verbetering van de levenskwaliteit.<br />

Patiënten moeten een gepaste psychologische, sociale en ondersteunende behandeling<br />

krijgen.<br />

<strong>Borstkanker</strong>: gids <strong>voor</strong> patiënten – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2013.1 Pagina 19<br />

Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />

De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bestemd <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />

en mag op geen enkele manier worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder schriftelijke toestemming van<br />

Reliable Cancer Therapies en ESMO.


• De realistische behandelingsdoelen moeten worden besproken met de patiënte en haar<br />

familie en de patiënte moet worden aangemoedigd om actief deel te nemen aan alle<br />

beslissingen. Er moet altijd rekening worden gehouden met de <strong>voor</strong>keuren van de patiënt,<br />

ook de <strong>voor</strong>keuren inzake de praktische aspecten van de behandeling (bv. oraal of<br />

intraveneus).<br />

In vele ziekenhuizen kunnen gespecialiseerde borstverpleegkundigen essentiële ondersteuning<br />

bieden die <strong>voor</strong> alle patiënten beschikbaar zou moeten zijn.<br />

Operatie en radio<strong>the</strong>rapie*<br />

Sommige patiënten met metastasen* kunnen baat hebben bij de operatieve verwijdering of<br />

radio<strong>the</strong>rapie van de primaire borsttumor. In enkele zeldzame gevallen kan chirurgie ook worden<br />

toegepast om patiënten te behandelen met één of zeer weinig metastasen bv. in de lever, de longen<br />

of de hersenen. Radio<strong>the</strong>rapie kan ook worden toegepast bij de behandeling van bot‐ en<br />

hersenmetastasen.<br />

Systemische <strong>the</strong>rapie*<br />

Een systemische <strong>the</strong>rapie* heeft tot doel in te werken op kankercellen in verschillende organen met<br />

metastasen*. De opties <strong>voor</strong> systemische <strong>the</strong>rapie* zijn dezelfde als <strong>voor</strong> invasieve kanker* zonder<br />

metastasering (hormoon<strong>the</strong>rapie, chemo<strong>the</strong>rapie* en op HER2 gerichte <strong>the</strong>rapie) met enkele<br />

bijkomende gerichte biologische middelen zoals bevacizumab* of everolimus. Indien chemo<strong>the</strong>rapie<br />

wordt toegediend, moeten de samenstelling en duur aan de individuele patiënt worden aangepast.<br />

De keuze van de systemische <strong>the</strong>rapie* hangt af van de hormoonreceptor*‐ en de HER2*‐status, de<br />

urgentie van een respons en vroegere <strong>the</strong>rapieën en hun werkzaamheid.<br />

Hormoon<strong>the</strong>rapie<br />

Een hormoon<strong>the</strong>rapie is de keuzebehandeling <strong>voor</strong> patiënten met hormoongevoelige* (ER+ en/of<br />

PR+*) gemetastaseerde* borstkanker. De keuze van de hormoon<strong>the</strong>rapie hangt af van de<br />

menopauzale status en vroegere hormoon<strong>the</strong>rapieën.<br />

• Voor patiënten vóór de menopauze:<br />

o wanneer vroeger nog geen tamoxifen* werd toegediend of tamoxifen langer<br />

dan 12 maanden is stopgezet, is de <strong>voor</strong>keursoptie tamoxifen met analogen<br />

van gonadotropine‐releasing hormoon* of ovariëctomie;<br />

o anders, aromataseremmers* zoals anastrozol, exemestaan of letrozol in<br />

combinatie met analogen van gonadotropine‐releasing hormoon* of<br />

ovariëctomie. Calcium en vitamine D*‐supplementen zijn aanbevolen naast<br />

deze behandeling.<br />

• Voor patiënten na de menopauze:<br />

o wanneer vroeger nog geen aromataseremmers*, zoals anastrozol,<br />

exemestaan of letrozol, werden toegediend of ze langer dan 12 maanden<br />

<strong>Borstkanker</strong>: gids <strong>voor</strong> patiënten – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2013.1 Pagina 20<br />

Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />

De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bestemd <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />

en mag op geen enkele manier worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder schriftelijke toestemming van<br />

Reliable Cancer Therapies en ESMO.


werden stopgezet, zijn ze de <strong>voor</strong>keursoptie. Calcium en vitamine D*‐<br />

supplementen zijn aanbevolen naast deze behandeling.<br />

o Anders kunnen tamoxifen*, fulvestrant*, megestrol of androgenen* worden<br />

gebruikt.<br />

o Wanneer er tekenen zijn dat de kanker evolueert of terugkomt ondanks de<br />

behandeling met anastrozol of letrozol, is het een optie om een combinatie<br />

van exemestan en everolimus* te gebruiken. Het combineren van<br />

tamoxifen* en everolimus* kan ook een optie zijn, maar kan nog niet<br />

<strong>voor</strong>gesteld worden in Europa.<br />

o<br />

Kankers veranderen na verloop van tijd en een ER+‐kanker kan ER‐ worden, of een ER+‐kanker kan<br />

ongevoelig worden <strong>voor</strong> een hormoon<strong>the</strong>rapie. Patiënten met een duidelijk geval van<br />

ongevoeligheid <strong>voor</strong> hormoon<strong>the</strong>rapie dient chemo<strong>the</strong>rapie* of een deelname aan klinische<br />

onderzoeken worden <strong>voor</strong>gesteld.<br />

Op HER2* gerichte <strong>the</strong>rapie<br />

HER2* gerichte <strong>the</strong>rapie zoals trastuzumab* of lapatinib* moet vroeg<br />

worden <strong>voor</strong>gesteld aan alle patiënten met HER2*‐positieve<br />

metastaserende* ziekte, naast chemo<strong>the</strong>rapie, hormoon<strong>the</strong>rapie, of<br />

alleen. Dit zou het geval moeten zijn bij patiënten die zulke behandeling<br />

niet gekregen hebben als bijkomstige <strong>the</strong>rapie, en die er geen<br />

nevenwerkingen van ondervinden (vb.: hartinsufficiëntie). Wanneer de kanker uitbreidt en vordert<br />

onder trastuzumab, kan trastuzumab worden <strong>voor</strong>tgezet met een andere chemo<strong>the</strong>rapie. Lapatinib*,<br />

een oraal geneesmiddel dat ook gericht is op de HER2*‐receptor, kan worden toegediend in<br />

combinatie met het orale chemo<strong>the</strong>rapeuticum capecitabine*. De behandelingskeuze moet met een<br />

oncoloog worden besproken.<br />

Twee nieuwe medicijnen, namelijk pertuzumab* en ado‐trastuzumab emtansine* zijn wellicht<br />

binnenkort beschikbaar in Europa <strong>voor</strong> patiënten met HER‐2*‐positieve tumoren.<br />

Chemo<strong>the</strong>rapie*<br />

Chemo<strong>the</strong>rapie moet worden <strong>voor</strong>gesteld aan:<br />

• patiënten met snel groeiende tumoren in vitale organen (bv. uitgebreide<br />

betrokkenheid van de lever), waarbij een onmiddellijke respons op een systemische<br />

behandeling nodig is.<br />

• patiënten met kankers die hormoonongevoelig en HER2‐negatief zijn. Dergelijke<br />

kankers worden "triple negatief*" (ER‐, PR‐, en HER2*‐) genoemd. Voor deze kankers<br />

is chemo<strong>the</strong>rapie de belangrijkste behandelingsoptie.<br />

• patiënten met hormoongevoelige* kankers die niet of niet meer reageren op een<br />

hormoon<strong>the</strong>rapie.<br />

<strong>Borstkanker</strong>: gids <strong>voor</strong> patiënten – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2013.1 Pagina 21<br />

Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />

De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bestemd <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />

en mag op geen enkele manier worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder schriftelijke toestemming van<br />

Reliable Cancer Therapies en ESMO.


Aan patiënten die reeds chemo<strong>the</strong>rapie met antracyclines (epirubicine* of doxorubicine*) hebben<br />

gekregen, moet chemo<strong>the</strong>rapie met taxaan* (paclitaxel* of docetacel*) worden <strong>voor</strong>gesteld.<br />

Meestal wordt de <strong>voor</strong>keur gegeven aan één chemo<strong>the</strong>rapeuticum boven een combinatie van<br />

geneesmiddelen omdat dit met een betere levenskwaliteit geassocieerd is zonder een daling van de<br />

levensduur. De duur van de chemo<strong>the</strong>rapie moet aan de individuele patiënt worden aangepast. Bij<br />

patiënten met triple negatieve tumoren* komen metastasen* in het algemeen vaker <strong>voor</strong> en is de<br />

<strong>voor</strong>uitgang van de ziekte sneller. Daarom kan de combinatie met chemo<strong>the</strong>rapie* worden<br />

<strong>voor</strong>gesteld.<br />

Voortzetting van chemo<strong>the</strong>rapie nadat de patiënt 3 verschillende soorten schema's heeft gekregen is<br />

mogelijk <strong>voor</strong> patiënten met een goede algemene toestand en van wie de tumor "reageerde" (=<br />

gekrompen is) op een vroegere chemo<strong>the</strong>rapie.<br />

Andere biologische <strong>the</strong>rapieën<br />

Bevacizumab* is een medicijn waarvan men gelooft dat het de ontwikkeling van nieuwe vaatjes rond<br />

de tumor kan beperken. In Europa is het momenteel uitsluitend beschikbaar <strong>voor</strong> patiënten met<br />

metastaserende* borstkanker in combinatie met eerstelijnsbehandeling met chemo<strong>the</strong>rapie*<br />

(paclitaxel* of capecitabine*). Deze combinatie kan overwogen worden bij bepaalde patiënten die<br />

beperkte behandelingsopties hebben, maar alleen na evaluatie van de mogelijke neveneffecten en<br />

het verwachte <strong>voor</strong>deel. Bevacizumab* is niet meer toegestaan <strong>voor</strong> patiënten met borstkanker in<br />

de Verenigde Staten.<br />

Andere <strong>the</strong>rapieën<br />

Radio<strong>the</strong>rapie* kan worden toegepast als een palliatieve <strong>the</strong>rapie <strong>voor</strong> de behandeling van bot‐ en<br />

hersenmetastasen* of andere lokale tumormassa's zoals paddestoelvormige wekedelenletsels.<br />

Bisfosfonaten* dienen te worden gebruikt <strong>voor</strong> de behandeling van hypercalciëmie* en<br />

botmetastasen. Ze hebben tot doel om de pijn te verlichten en gevolgen van botmetastasen te<br />

<strong>voor</strong>komen, zoals fracturen. Bisfosfonaten* bestaan in orale en intraveneuze vorm. Ze worden zeer<br />

goed verdragen, maar in zeldzame gevallen kunnen ze botnecrose van de kaak veroorzaken. Dit zijn<br />

letsels van de bovenste en onderste kaakbeenderen met boterosie die slechts langzaam genezen.<br />

Deze complicaties komt vaker <strong>voor</strong> bij patiënten met een onverzorgd gebit. Daarom is vóór een<br />

bisfosfonaatbehandeling een tandcontrole aanbevolen.<br />

Denosumab is een nieuwe <strong>the</strong>rapie <strong>voor</strong> de behandeling van botmetastasen. Het lijkt iets<br />

doeltreffender te zijn dan bisfosfonaten bij de preventie van botcomplicaties en is ook minder<br />

toxisch <strong>voor</strong> de nieren. Net als bisfosfonaten kan denosumab ook osteonecrose* van de kaak<br />

veroorzaken.<br />

<strong>Borstkanker</strong>: gids <strong>voor</strong> patiënten – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2013.1 Pagina 22<br />

Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />

De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bestemd <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />

en mag op geen enkele manier worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder schriftelijke toestemming van<br />

Reliable Cancer Therapies en ESMO.


Klinische studies<br />

Klinische studies met nieuwe geneesmiddelen worden vaak <strong>voor</strong>gesteld aan patiënten met<br />

gemetastaseerde kanker. Deelname aan klinische studies moet worden aangemoedigd omdat ze de<br />

enige kans op <strong>voor</strong>uitgang zijn in een context waarin genezing uiterst zeldzaam blijft.<br />

Responsevaluatie<br />

De behandelingsrespons moet worden geëvalueerd om te bepalen of er een behandelings<strong>voor</strong>deel<br />

is, vergeleken met de bijwerkingen. Deze responsevaluatie is aanbevolen na 2‐3 maanden<br />

hormoon<strong>the</strong>rapie en na 2 of 3 chemo<strong>the</strong>rapiecyclussen. Deze evaluatie berust op een klinische en<br />

symptoomevaluatie, een beoordeling van de levenskwaliteit, bloedonderzoeken en herhaling van de<br />

initieel afwijkende radiologische onderzoeken met vergelijkende metingen.<br />

Wanneer de <strong>voor</strong>delen niet opwegen tegen de bijwerkingen, moeten de patiënt, familie en artsen<br />

nieuwe behandelingsopties bespreken.<br />

Bij sommige patiënten kunnen de bloedconcentraties van CA15.3 of CEA, stoffen die tumormarkers<br />

worden genoemd, worden gemeten om te helpen bij de evaluatie van de behandelingsrespons. Een<br />

daling van een tumormarker zou aangeven dat de behandeling doeltreffend is en een stijging net het<br />

omgekeerde. Deze tests zijn echter niet erg betrouwbaar en hun gebruik is gewoonlijk beperkt tot<br />

patiënten <strong>voor</strong> wie geen radiologische tumorbeoordelingen beschikbaar zijn.<br />

<strong>Borstkanker</strong>: gids <strong>voor</strong> patiënten – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2013.1 Pagina 23<br />

Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />

De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bestemd <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />

en mag op geen enkele manier worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder schriftelijke toestemming van<br />

Reliable Cancer Therapies en ESMO.


WAT ZIJN DE MOGELIJKE BIJWERKINGEN VAN DE BEHANDELING?<br />

Risico's en bijwerkingen van een operatie<br />

Sommige risico's zijn gemeenschappelijk aan alle chirurgische ingrepen die onder algemene<br />

anes<strong>the</strong>sie* worden uitgevoerd. Deze complicaties zijn zeldzaam en omvatten diepe veneuze<br />

trombose*, hart‐ of ademhalingsproblemen, bloedingen, infectie of een reactie op de anes<strong>the</strong>sie.<br />

Pijn onmiddellijk na de operatie komt vaak <strong>voor</strong>, daarom zullen pijnstillers worden <strong>voor</strong>gesteld om ze<br />

te <strong>voor</strong>komen en te behandelen. Stijfheid van de schouder kan ook <strong>voor</strong>komen, maar gaat<br />

gewoonlijk over.<br />

Wanneer lymfeklieren* in de oksel worden verwijderd, kan dit het lymfevatensysteem beschadigen<br />

of blokkeren, met lymfoedeem als gevolg, een aandoening waarbij zich lymfevocht opstapelt in de<br />

arm waardoor hij zwelt. Dit kan gebeuren onmiddellijk na de ingreep, maar ook later. Dit risico is<br />

kleiner wanneer alleen een biopsie van de schildwachtklier wordt uitgevoerd. Het risico is groter<br />

wanneer een okseldissectie* door radio<strong>the</strong>rapie* wordt gevolgd. In dat geval kan tot 40% van de<br />

patiënten lymfoedeem ontwikkelen.<br />

De bijwerkingen kunnen worden verlicht door overleg en advies van de oncologen.<br />

Bijwerkingen van radio<strong>the</strong>rapie*<br />

De meeste mensen hebben weinig bijwerkingen, en <strong>voor</strong> vele mensen zijn ze slechts licht van aard.<br />

Omdat radio<strong>the</strong>rapie mensen op verschillende manieren treft, is het moeilijk om precies te<br />

<strong>voor</strong>spellen hoe de patiënt op de behandeling zal reageren.<br />

Er zijn strategieën beschikbaar om een aantal van deze bijwerkingen te <strong>voor</strong>komen of te verlichten.<br />

Er zijn belangrijke verbeteringen aan de radio<strong>the</strong>rapie‐apparaten aangebracht en ernstige<br />

bijwerkingen zijn nu zeer zeldzaam. De meeste bijwerkingen van radio<strong>the</strong>rapie verdwijnen geleidelijk<br />

na de behandeling. Bij sommige mensen kunnen ze nog enkele weken aanhouden.<br />

De belangrijkste bijwerking van radio<strong>the</strong>rapie <strong>voor</strong> borstkanker is een rode, pijnlijke en/of jeukende<br />

borsthuid na drie tot vier weken uitwendige radio<strong>the</strong>rapie. Dit vermindert gewoonlijk twee tot vier<br />

weken na de behandeling. Het gebied kan echter iets gepigmenteerder blijven dan de omringende<br />

huid.<br />

Er zijn enkele langetermijnbijwerkingen die na maanden en soms jaren kunnen ontstaan.<br />

• De huid kan anders aanvoelen of kan gepigmenteerder zijn dan <strong>voor</strong>dien. Op de huid kunnen<br />

rode "ragfijne" vlekken (teleangiëctasie) ontstaan door beschadiging van bloedvaten.<br />

• Zwelling in de arm (lymfoedeem) kan <strong>voor</strong>komen omdat lymfeklieren* beschadigd zijn.<br />

• De radio<strong>the</strong>rapie zelf kan kanker veroorzaken en een klein aantal mensen krijgt een tweede<br />

kanker als gevolg van de behandeling. De kans op een tweede kanker is echter klein en de<br />

risico's van radio<strong>the</strong>rapie wegen niet op tegen de <strong>voor</strong>delen. Het risico is niet<br />

dosisafhankelijk en neemt toe met de tijd.<br />

<strong>Borstkanker</strong>: gids <strong>voor</strong> patiënten – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2013.1 Pagina 24<br />

Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />

De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bestemd <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />

en mag op geen enkele manier worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder schriftelijke toestemming van<br />

Reliable Cancer Therapies en ESMO.


Bijwerkingen van chemo<strong>the</strong>rapie*<br />

De bijwerkingen van chemo<strong>the</strong>rapie zijn zeer frequent. Ze zijn afhankelijk van het/de toegediende<br />

geneesmiddel(en), de dosissen en individuele factoren. Als u in het verleden andere problemen hebt<br />

gehad (zoals hartproblemen), moeten enkele <strong>voor</strong>zorgsmaatregelen worden genomen en/of de<br />

behandeling worden aangepast. Combinaties van verschillende geneesmiddelen leiden gewoonlijk<br />

tot meer bijwerkingen dan het gebruik van één geneesmiddel.<br />

De frequentste bijwerkingen van de chemo<strong>the</strong>rapeutica die gebruikt worden bij borstkanker zijn<br />

haaruitval en een verlaagde bloedceltelling. Een verlaagde bloedceltelling kan resulteren in anemie*,<br />

bloeding en infecties. Na de chemo<strong>the</strong>rapie, groeit het haar terug en herstelt de bloedceltelling zich.<br />

Andere frequente bijwerkingen omvatten:<br />

• allergische reacties, zoals warmteopwellingen en uitslag<br />

• zenuwproblemen die de handen en/of voeten treffen (perifere neuropathie*), die tintelingen<br />

in de huid, gevoelloosheid en/of pijn kunnen veroorzaken.<br />

• tijdelijk verlies of veranderingen van het gezichtsvermogen<br />

• oorsuizingen of veranderingen van het gehoor<br />

• lage bloeddruk<br />

• misselijkheid, braken en diarree<br />

• ontsteking van gebieden zoals het mondslijmvlies<br />

• smaakverlies<br />

• gebrek aan eetlust<br />

• trage hartslag<br />

• dehydratatie<br />

• lichte veranderingen van de nagels en de huid die snel weer verdwijnen<br />

• pijnlijke zwelling en ontsteking op de plaats van de injectie<br />

• spier‐ of gewrichtspijn<br />

• aanvallen<br />

• vermoeidheid<br />

Andere minder frequente maar ernstigere bijwerkingen kunnen <strong>voor</strong>komen. Deze omvatten in het<br />

bijzonder, beroerte, myocardinfarct* en verminderde nier‐ en leverfunctie. Deze symptomen moeten<br />

aan een arts worden gemeld.<br />

Door sommige geneesmiddelen die bij chemo<strong>the</strong>rapie worden gebruikt kunnen jongere vrouwen<br />

vroeg in de menopauze komen omdat de hormoonproductie door de eierstokken stopt. Daarom<br />

kunnen menopauzesymptomen optreden zoals het uitblijven van de menstruatie,<br />

warmteopwellingen, zweten, stemmingswisselingen en vaginale droogheid. De vruchtbaarheid kan<br />

ook aangetast zijn.<br />

De meeste bijwerkingen van chemo<strong>the</strong>rapie kunnen worden behandeld. Daarom is het belangrijk<br />

met de arts of de verpleegkundige te praten over elk ongemak dat u ondervindt.<br />

<strong>Borstkanker</strong>: gids <strong>voor</strong> patiënten – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2013.1 Pagina 25<br />

Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />

De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bestemd <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />

en mag op geen enkele manier worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder schriftelijke toestemming van<br />

Reliable Cancer Therapies en ESMO.


Buiten deze, kunnen alle geneesmiddelen andere bijwerkingen hebben. De meest <strong>voor</strong>komende<br />

worden hierna vermeld, hoewel niet iedereen ermee te maken krijgt of ze in dezelfde mate ervaart.<br />

• Doxorubicine* en epirubicine* (in mindere mate) kunnen de hartspier beschadigen; daarom<br />

is het belangrijk om vóór de behandeling met deze twee geneesmiddelen de hartfunctie te<br />

beoordelen. Trastuzumab* kan ook hartbeschadiging veroorzaken en mag niet samen met<br />

doxorubicine of epirubicine worden toegediend. Doxorubicine en epirubicine kunnen de huid<br />

gevoeliger maken <strong>voor</strong> zonlicht en op plaatsen van eerdere radio<strong>the</strong>rapie* de huid rood<br />

maken. De urine kan tot enkele dagen na de behandeling rood of roze kleuren. Dit is geen<br />

bloed en is uitsluitend toe te schrijven aan de kleur van het geneesmiddel.<br />

• Capecitabine* kan pijnlijke handpalmen en voetzolen veroorzaken. Deze aandoening wordt<br />

het handpalm‐voetzoolsyndroom genoemd en kan tintelingen, gevoelloosheid, pijn,<br />

droogheid en mogelijk afschilfering van handpalmen en voetzolen veroorzaken.<br />

• Docetaxel* veroorzaakt soms vochtretentie, tijdelijke nagelverkleuring en jeukende<br />

huiduitslag. Sommige mensen ontwikkelen ook het met capecitabine* vermelde handpalm‐<br />

voetzoolsyndroom, of gewone gevoelloosheid en tintelingen in handen en voeten. Bij<br />

ongeveer één op vier patiënten treedt een allergische reactie op tijdens het eerste of het<br />

tweede infuus met docetaxel.<br />

• Afhankelijk van de toegediende dosis, de duur van het infuus en het toedieningsschema kan<br />

paclitaxel* perifere neuropathie* veroorzaken. Met lagere dosissen paclitaxel of wekelijkse<br />

schema's komt neuropathie minder vaak <strong>voor</strong>. Symptomen hiervan zijn gevoelloosheid,<br />

pares<strong>the</strong>sie en brandende pijn alsof men brandende handschoenen of kousen draagt. De<br />

symptomen zijn vaak symmetrisch en ontstaan gewoonlijk distaal in de onderste ledematen.<br />

Patiënten melden vaak het gelijktijdige ontstaan van symptomen in tenen en vingers, maar<br />

asymmetrische symptomen werden ook beschreven. Betrokkenheid van het gelaat komt<br />

minder vaak <strong>voor</strong>. Hoewel gemeld is dat lichte symptomen verbeteren of volledig verdwijnen<br />

binnen enkele maanden na stopzetting van de behandeling, blijken de symptomen en<br />

stoornissen langer aan te houden bij patiënten die ernstige neuropathie* ontwikkelen.<br />

Bijwerkingen van hormoon<strong>the</strong>rapie<br />

De bijwerkingen van hormoon<strong>the</strong>rapie zijn zeer frequent. Ze zijn afhankelijk van het/de toegediende<br />

geneesmiddel(en) maar alle hormonen hebben gemeenschappelijke bijwerkingen. Tamoxifen* heeft<br />

de neiging tot meer bijwerkingen dan aromataseremmers*.<br />

Bij vrouwen vóór de menopauze is het hoofddoel van een hormoon<strong>the</strong>rapie de functie van de<br />

eierstokken te onderdrukken, door ze te verwijderen of door de werking van een geneesmiddel<br />

(gonadotropine‐releasing hormoonanalogen*). Dit leidt tot menopauzesymptomen zoals<br />

warmteopwellingen, zweten, stemmingswisselingen en vaginale droogheid en natuurlijk het<br />

uitblijven van de menstruatie.<br />

De belangrijkste gemeenschappelijke bijwerkingen van hormoon<strong>the</strong>rapieën worden hieronder<br />

vermeld en houden verband met veranderingen in het gehalte of het effect van hormonen door de<br />

<strong>the</strong>rapie. Over het algemeen, primeren <strong>voor</strong> bijna alle vrouwen de <strong>voor</strong>delen van een<br />

hormoon<strong>the</strong>rapie ten opzichte van de risico's.<br />

• Warmteopwellingen en zweten (zeer frequent en <strong>voor</strong>al met tamoxifen*)<br />

<strong>Borstkanker</strong>: gids <strong>voor</strong> patiënten – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2013.1 Pagina 26<br />

Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />

De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bestemd <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />

en mag op geen enkele manier worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder schriftelijke toestemming van<br />

Reliable Cancer Therapies en ESMO.


• Vaginale droogheid of afscheiding<br />

• Spier‐ en gewrichtspijn (<strong>voor</strong>al met aromataseremmers*)<br />

• Stemmingswisselingen<br />

• Vermoeidheid<br />

• Misselijkheid<br />

• Minder zin in seks (kan veel verschillende oorzaken hebben die verband houden met<br />

borstkanker, maar hormonale veranderingen als gevolg van de <strong>the</strong>rapie kunnen dit ten<br />

minste deels verklaren).<br />

Sommige andere ernstigere bijwerkingen zijn mogelijk. De meeste geneesmiddelen hebben een<br />

effect op de botten en kunnen leiden tot osteoporose. Daarom is een voldoende opname van<br />

calcium en vitamine D* belangrijk, evenals het bepalen van de botdensiteit door middel van<br />

radiologisch onderzoek*.<br />

Tamoxifen* kan het risico op kankers van het centrale deel van de baarmoeder verhogen bij<br />

vrouwen die het geneesmiddel na de menopauze gebruiken. Vaginale bloedingen na de menopauze<br />

moeten aan een arts worden gemeld, ook al zijn de meeste vaginale bloedingen niet toe te schrijven<br />

aan baarmoederkanker.<br />

Tamoxifen kan ook het risico op bloedstolsels verhogen, <strong>voor</strong>al in de benen (diepe veneuze<br />

trombose*). Uitzonderlijk kan een stukje van het bloedstolsel in de bloedbaan vrijkomen<br />

(emboliseren) en in een longslagader terecht komen (longembolie) en pijn op de borst en<br />

kortademigheid veroorzaken. Deze symptomen moeten aan een arts worden gemeld.<br />

Bijwerkingen van gerichte* biologische <strong>the</strong>rapieën<br />

Trastuzumab*<br />

De bijwerkingen van trastuzumab zijn beperkter dan die van chemo<strong>the</strong>rapie*. Trastuzumab kan<br />

allergische reacties veroorzaken gaande van rillingen, koorts en mogelijk een jeukende huiduitslag,<br />

een gevoel van ziek zijn, kortademigheid, piepende ademhaling en hoofdpijn, tot opvliegers en<br />

flauwvallen. Rillingen, koorts, huiduitslag, misselijkheid en braken zijn gewoonlijk toe te schrijven aan<br />

het infuus zelf maar komen vaker <strong>voor</strong> tijdens de eerste infusen En nemen daarna af.<br />

Trastuzumab kan leiden tot hartschade, inclusief hartfalen. Voorzichtigheid is geboden bij toediening<br />

aan patiënten met bestaande hartproblemen of hoge bloeddruk en bij alle patiënten moet tijdens de<br />

behandeling het hart worden gecontroleerd.<br />

Trastuzumab mag niet worden gebruikt bij mensen die overgevoelig zijn <strong>voor</strong> trastuzumab,<br />

muizeneiwitten of de andere bestanddelen. Het mag niet worden gebruikt bij patiënten met ernstige<br />

ademhalingsproblemen wanneer ze rusten omwille van hun kanker, of die een zuurstof<strong>the</strong>rapie*<br />

nodig hebben.<br />

Eén of meer van de bovenvermelde bijwerkingen kunnen bij een patiënt worden waargenomen,<br />

maar daarom niet noodzakelijk allemaal bij eenzelfde patiënt.<br />

<strong>Borstkanker</strong>: gids <strong>voor</strong> patiënten – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2013.1 Pagina 27<br />

Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />

De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bestemd <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />

en mag op geen enkele manier worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder schriftelijke toestemming van<br />

Reliable Cancer Therapies en ESMO.


Lapatinib*<br />

De meest frequente neveneffecten die zich <strong>voor</strong>doen bij meer dan 30% van de patiënten die<br />

lapatinib nemen in combinatie met capecitabine*, zijn diarree en het hand‐voetensyndroom<br />

(huiduitslag, zwelling, roodheid, pijn en/of afpellen van de huid op de handpalmen en voetzolen). Het<br />

is meestal mild, begint vroeg (meestal 2 weken) na de aanvang van de behandeling en kan er<strong>voor</strong><br />

zorgen dat de dosis medicijnen dient afgebouwd te worden. Er kan sprake zijn van bloedarmoede,<br />

zowel als misselijkheid en braken en een toename in het bloed van leverenzymen.<br />

Bevacizumab*<br />

Er zijn zeldzame doch serieuze complicaties bij bevacizumab‐<strong>the</strong>rapie die het volgende inhouden:<br />

‐ Gastro‐intestinale per<strong>for</strong>atie, fistelvorming, complicaties bij de genezing van wonden;<br />

‐ Ernstige bloedingen;<br />

‐ Hypertensie‐crisisen (ernstige hoge bloeddruk);<br />

‐ Nefrotisch syndroom – een toestand gekenmerkt door erg hoge niveau’s van proteinen in de<br />

urine (proteinuria), lage niveau’s van proteinen in het bloed, opzwellen, <strong>voor</strong>namelijk rond<br />

de ogen, voeten en handen; dit syndroom wordt veroorzaakt door schade aan de kleine<br />

bloedvaatjes in de nier die afval en overtollig water afkomstig van het bloed zuiveren en naar<br />

de urine sturen in de vorm van urine;<br />

‐ Congestief hartfalen bij patiënten die bevacizumab hebben gekregen <strong>voor</strong> de behandeling<br />

met anthracycline*‐gebaseerde chemo<strong>the</strong>rapie* of radio<strong>the</strong>rapie* aan de borstwand.<br />

De meest <strong>voor</strong>komende neveneffecten van bevacizumab zijn hypertensie, algemene zwakte, pijn,<br />

buikpijn, misselijkheid en braken, slechte eetlust, constipatie, infectie aan de bovenste luchtwegen,<br />

lag aantal witte bloedcellen (wat het risico op infectie kan verhogen), proteinuria, neusbloedingen,<br />

diarree, haarverlies, wondjes in de mond en hoofdpijn.<br />

Everolimus*<br />

Hoewel niet al deze neveneffecten zullen <strong>voor</strong>komen, toch dienen ze medische aandacht te krijgen<br />

indien ze zich toch <strong>voor</strong>doen. Bespreek het meteen met uw dokter als één van de volgende<br />

neveneffecten zich <strong>voor</strong>doen:<br />

‐ opzwellen van het gezicht, de armen, handen, benen of voeten; bloedneus;<br />

‐ beklemming of pijn op de borst;<br />

‐ kuchen of heesheid;<br />

‐ droge lippen;<br />

‐ verminderd gewicht;<br />

‐ diarree;<br />

‐ kortademigheid of moeilijkheden bij het ademen;<br />

‐ moelijkheden bij het slikken;<br />

‐ koorts of rillingen;<br />

‐ algemeen gevoel van ongemakkelijkheid of ziekte;<br />

‐ pijn aan de onderkant van de rug of de zijkant;<br />

‐ pijn of moelijkheden bij het plassen;<br />

‐ snelle gewichtstoename;<br />

<strong>Borstkanker</strong>: gids <strong>voor</strong> patiënten – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2013.1 Pagina 28<br />

Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />

De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bestemd <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />

en mag op geen enkele manier worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder schriftelijke toestemming van<br />

Reliable Cancer Therapies en ESMO.


‐ plekken, zweren of witte puntjes op de lippen, de tong of binnenin de mond;<br />

‐ zwellen of ontsteken van de mond;<br />

‐ verdikte bronchiale afscheidingen;<br />

‐ en tintelen van handen en voeten.<br />

<strong>Borstkanker</strong>: gids <strong>voor</strong> patiënten – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2013.1 Pagina 29<br />

Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />

De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bestemd <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />

en mag op geen enkele manier worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder schriftelijke toestemming van<br />

Reliable Cancer Therapies en ESMO.


WAT GEBEURT ER NA ADJUVANTE BEHANDELING?<br />

Het is niet ongebruikelijk dat na de adjuvante <strong>the</strong>rapie<br />

behandelingsgerelateerde symptomen optreden.<br />

• Angst, slaapproblemen of depressie zijn niet<br />

ongebruikelijk tijdens de postbehandelingsfase;<br />

patiënten met deze symptomen kunnen psychologische<br />

ondersteuning nodig hebben.<br />

• Geheugen‐ en concentratieproblemen zijn vaak <strong>voor</strong>komende bijwerkingen van<br />

chemo<strong>the</strong>rapie* en verdwijnen meestal na enkele maanden.<br />

• Door de chemo<strong>the</strong>rapie* kunnen jonge vrouwen vroeg in de menopauze* komen met<br />

stemmingswisselingen, gewichtstoename, opvliegers, gewrichtspijn en slaapproblemen. De<br />

mogelijke behandeling van deze symptomen moet met hun arts worden besproken.<br />

Follow‐up* met artsen<br />

Na de behandeling zullen artsen een follow‐up* <strong>voor</strong>stellen om:<br />

• terugval zo snel mogelijk op te sporen<br />

• mogelijke kanker in de andere borst op te sporen<br />

• bijwerkingen van de vorige behandeling te evalueren en te behandelen<br />

• psychologische ondersteuning te bieden en in<strong>for</strong>matie te verstrekken om de terugkeer naar<br />

een normaal leven te versnellen.<br />

De follow‐upbezoeken met de oncoloog omvatten:<br />

• opnemen van de <strong>voor</strong>geschiedenis, in<strong>for</strong>meren naar symptomen en een lichamelijk<br />

onderzoek.<br />

• een jaarlijkse mammografie* van de borst, indien geen mastectomie werd uitgevoerd, en van<br />

de andere borst <strong>voor</strong> alle vrouwen, is aanbevolen. Dit kan worden vervangen door een MRI‐<br />

onderzoek, <strong>voor</strong>al in bijzondere situaties zoals patiënten met familiale borstkanker of<br />

vrouwen jonger dan 35. Bij vrouwen die een borstreconstructie hebben ondergaan, wordt<br />

geen mammografie* uitgevoerd en zal een MRI‐onderzoek worden uitgevoerd afhankelijk<br />

van de resultaten van de klinische evaluatie.<br />

• geen verder radiologisch* of bloedonderzoek bij asymptomatische patiënten.<br />

Gewichtstoename heeft een negatieve invloed op de prognose* en moet worden vermeden. Daarom<br />

is voedingsadvies aanbevolen. Regelmatige, langdurige, matige tot intense lichamelijke inspanningen<br />

zijn geassocieerd met een gunstige prognose*; aerobics en gewich<strong>the</strong>ffen hebben geen negatieve<br />

invloed op de ontwikkeling van lymfoedeem*.<br />

<strong>Borstkanker</strong>: gids <strong>voor</strong> patiënten – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2013.1 Pagina 30<br />

Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />

De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bestemd <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />

en mag op geen enkele manier worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder schriftelijke toestemming van<br />

Reliable Cancer Therapies en ESMO.


Terugkeer naar een normaal leven<br />

Het kan moeilijk zijn om te leven met de gedachte dat de kanker kan terugkomen. Op basis van de<br />

huidige kennis, kunnen het vermijden van gewichtstoename en regelmatige lichaamsbeweging het<br />

risico op terugval verminderen na voltooiing van de behandeling. Regelmatige lichaamsbeweging<br />

houdt verschillende <strong>voor</strong>delen in. Het helpt om zich lichamelijk en psychisch beter te voelen en zou<br />

ook het risico op terugval kunnen verminderen. Gewichtstoename na voltooiing van de behandeling<br />

moet worden vermeden omdat dit waarschijnlijk een negatief effect heeft op de prognose.<br />

Voedingsadvies kan worden <strong>voor</strong>gesteld om gewichtstoename te vermijden en moet <strong>voor</strong> patiënten<br />

met obesitas worden aanbevolen. Voor rokers is het ook sterk aanbevolen om te stoppen en dit kan<br />

met de hulp van specialisten op dit gebied.<br />

Als gevolg van de kanker zelf en van de behandeling, kan <strong>voor</strong> sommige mensen een terugkeer naar<br />

een normaal leven moeilijk zijn. Er kunnen vragen ter sprake komen over het lichaamsbeeld,<br />

seksualiteit, vermoeidheid, werk, emoties of levensstijl. Het kan nuttig zijn om deze vragen te<br />

bespreken met familie, vrienden of artsen. Sommige personen kunnen ook nood hebben aan de<br />

steun van ex‐patiëntengroepen of infolijnen.<br />

Wat als de kanker terugkomt?<br />

Kanker die terugkomt wordt recidief* genoemd en de behandeling hangt af van de ernst van het<br />

recidief*. Over het algemeen komt het <strong>voor</strong> bij tot 30% van de patiënten zonder initiële<br />

aanwezigheid van tumorcellen in hun lymfeklieren* en bij tot 70% bij diegenen waarbij hun tumor<br />

uitgezaaid was naar de lymfeklieren* op het moment van de diagnose.<br />

Een recidief* op dezelfde plaats van de borst waarbij dezelfde lymfklieren betrokken, moet als een<br />

nieuwe kanker worden behandeld. Het is altijd aanbevolen om met radiologische onderzoeken de<br />

longen, de lever of de botten te controleren op metastasen*.<br />

Indien haalbaar, is de operatieve verwijdering van de volledige recidiverende tumor aanbevolen.<br />

Na de operatie kan, afhankelijk van de vroegere behandeling, ook radio<strong>the</strong>rapie* worden gegeven:<br />

• Bij patiënten die nog niet postoperatief aan radio<strong>the</strong>rapie zijn blootgesteld moeten de<br />

borstwand en de regionale lymfkliergebieden worden bestraald.<br />

• Patiënten die reeds postoperatief aan radio<strong>the</strong>rapie zijn blootgesteld mogen niet opnieuw<br />

worden bestraald om ernstige beschadiging van de longen en het hart te <strong>voor</strong>komen.<br />

Voorzichtige bestraling kan worden toegepast op beperkte gebieden van de borst.<br />

Het is niet duidelijk in welke mate het gebruik van chemo<strong>the</strong>rapie* hormoon<strong>the</strong>rapie of HER2*‐<br />

gerichte <strong>the</strong>rapie na de lokale behandeling het leven verlengt wanneer de kanker terugkomt in<br />

hetzelfde deel van de borst en de lymfeklieren* <strong>voor</strong> het eerst betrokken zijn. Het belangrijkste<br />

behandelingsdoel bij deze patiënten is palliatieve zorg, met als doel het behouden/verbeteren vand e<br />

levenskwaliteit, en mogelijk de overleving bevorderen.<br />

<strong>Borstkanker</strong>: gids <strong>voor</strong> patiënten – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2013.1 Pagina 31<br />

Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />

De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bestemd <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />

en mag op geen enkele manier worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder schriftelijke toestemming van<br />

Reliable Cancer Therapies en ESMO.


Voor patiënten die inoperabel worden beschouwd bij ziekterecidief is een systemische <strong>the</strong>rapie* de<br />

eerste keuze om de tumor te verkleinen en operabel te maken, indien mogelijk. De tweede keuze is<br />

bestraling van de borstwand en regionale lymfkliergebieden.<br />

Wat chemo<strong>the</strong>rapie betreft, dient rekening te worden gehouden met vele factoren waaronder de<br />

agressiviteit van de tumor, vroegere behandelingen, het algemene welzijn en de <strong>voor</strong>keur van de<br />

patiënt <strong>voor</strong>dat een behandelingsbeslissing wordt genomen.<br />

[Er moet een duidelijk onderscheid worden gemaakt tussen de situatie van lokale recidieven met<br />

“secundaire” adjuvante <strong>the</strong>rapie en de situatie van metastasering*]<br />

Kanker die terugkomt als gemetastaseerde* kanker moet worden behandeld zoals uitgelegd in de<br />

paragraaf: “Behandelingsplan <strong>voor</strong> gemetastaseerde kanker (stadium IV) in de rubriek: "Wat zijn de<br />

behandelingsopties?". In dit geval, en telkens wanneer mogelijk, moet een biopt van de metastase<br />

worden genomen en in het laboratorium worden onderzocht om:<br />

• te bevestigen dat het een borstkankermetastase is en geen metastase van een andere kanker<br />

of helemaal geen metastase;<br />

• na te gaan of de kenmerken van de kanker, zoals de hormoonreceptorstatus en HER2‐status<br />

nog dezelfde zijn, omdat kankereigenschappen mettertijd kunnen veranderen.<br />

Een biopsie van de metastase* kan worden vermeden indien de procedure te gevaarlijk is, de tijd<br />

tussen de eerste diagnose en metastasering kort is (niet langer dan 2 jaar) suggererend dat de<br />

kenmerken van de kanker niet zijn veranderd of wanneer de resultaten van een nieuwe biopsie het<br />

behandelingsplan niet zullen veranderen.<br />

<strong>Borstkanker</strong>: gids <strong>voor</strong> patiënten – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2013.1 Pagina 32<br />

Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />

De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bestemd <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />

en mag op geen enkele manier worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder schriftelijke toestemming van<br />

Reliable Cancer Therapies en ESMO.


DEFINITIES VAN MOEILIJKE WOORDEN<br />

Ado‐trastuzumab emtansine<br />

Een antilichaam‐medicijn‐verbinding die bestaat uit het antilichaam trastuzumab, dat gelinkt is aan<br />

het chemo<strong>the</strong>rapie‐middel mertansine. Het is aangewezen bij de behandeling van HER2‐positieve<br />

patiënten met gevorderde borstkanker die <strong>voor</strong>dien al een behandeling verkregen <strong>voor</strong> de<br />

gemetastaseerde ziekte (trastuzumab en een taxaan, apart of in combinatie) of <strong>voor</strong> de terugkeer<br />

binnen de eerste zes maanden na het afronden van de adjuvante <strong>the</strong>rapie.<br />

Anemie<br />

Anemie of bloedarmoede is een aandoening waarbij het aantal rode bloedcellen* of de<br />

hemoglobineconcentratie lager is dan de normaalwaarde. Hemoglobine zorgt <strong>voor</strong> het transport van<br />

zuurstof vanaf de longen naar de rest van het lichaam. Dit gebeurt dan ook minder efficiënt bij<br />

anemie.<br />

Anes<strong>the</strong>sie<br />

Een omkeerbare staat van verminderde gewaarwording waarin de patiënt geen pijn voelt, geen<br />

normale reflexen heeft en minder reageert op stress. Deze toestand wordt kunstmatig veroorzaakt<br />

door bepaalde middelen die men anes<strong>the</strong>tica noemt. Anes<strong>the</strong>sie kan volledig of gedeeltelijk zijn en<br />

maakt mogelijk dat patiënten geopereerd kunnen worden of procedures kunnen ondergaan zoals<br />

een beenmergpunctie.<br />

Androgeen<br />

Een hormoon dat de ontwikkeling en de instandhouding van de mannelijke geslachtskenmerken<br />

bevordert.<br />

Aromataseremmer<br />

Een groep medicijnen die gebruikt wordt om borst‐ en eierstokkanker bij vrouwen in de menopauze<br />

te behandelen.<br />

Atypische ductale hyperplasie<br />

Een benigne (goedaardige) aandoening met abnormaal veel cellen in de bekleding van de<br />

borstkanaaltjes. Onder de microscoop zien deze cellen er afwijkend uit. Atypische ductale<br />

hyperplasie verhoogt het risico van borstkanker. Wordt ook ADH en atypische ductale<br />

borsthyperplasie genoemd.<br />

Atypische lobulaire hyperplasie<br />

Een benigne (goedaardige) aandoening met abnormaal veel cellen in de klierkwabjes van de borst.<br />

Onder de microscoop zien deze cellen er afwijkend uit. Atypische ductale hyperplasie verhoogt het<br />

risico van borstkanker. Wordt ook ALH en atypische lobulaire borsthyperplasie genoemd.<br />

Benign<br />

Goedaardig. Benigne tumoren kunnen groter worden, maar zaaien niet uit naar andere delen van het<br />

lichaam. Wordt ook ‘niet‐malign’ genoemd.<br />

<strong>Borstkanker</strong>: gids <strong>voor</strong> patiënten – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2013.1 Pagina 33<br />

Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />

De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bestemd <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />

en mag op geen enkele manier worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder schriftelijke toestemming van<br />

Reliable Cancer Therapies en ESMO.


Bevacizumab<br />

Bevacizumab is een monoklonaal antilichaam. Dat is een antilichaam (een soort eiwit*) dat een<br />

specifieke structuur in het lichaam (een antigen) op bepaalde cellen of in de bloedstroom kan<br />

herkennen en zich daaraan hecht. Bevacizumab is zodanig ontwikkeld dat het zich kan binden aan de<br />

vasculaire endo<strong>the</strong>liale groeifactor (VEGF), een eiwit dat in het bloed circuleert en verantwoordelijk<br />

is <strong>voor</strong> de groei van de bloedvaten. Door zich aan VEGF te hechten, belemmert bevacizumab de<br />

werking hiervan. De kankercellen kunnen daarom geen eigen bloedvaten meer aanmaken en krijgen<br />

geen zuurstof en voedingsstoffen meer. Hierdoor kan de groei van tumoren worden vertraagd.<br />

Biopsie<br />

Verwijdering van cellen of weefsels <strong>voor</strong> onderzoek door een patholoog. De patholoog kan het<br />

weefsel onderzoeken onder een microscoop of op de cellen of op het weefsel andere tests uitvoeren.<br />

Er bestaan veel verschillende biopsieprocedures. De belangrijkste zijn: (1) een incisiebiopsie, waarbij<br />

alleen een weefselmonster wordt genomen; (2) een excisiebiopsie waarbij een volledig gezwel of een<br />

verdacht gebied wordt verwijderd; en (3) een naaldbiopsie, waarbij een weefsel‐ of vloeistofmonster<br />

wordt genomen met behulp van een naald. Wanneer een dikke naald wordt gebruikt, noemt men<br />

deze procedure een corebiopsie. Wanneer een dunne naald wordt gebruikt, noemt men deze<br />

procedure een dunnenaaldpunctie.<br />

Bisfosfonaat<br />

Een geneesmiddel of stof, gebruikt <strong>voor</strong> de behandeling van hypercalciëmie (een abnormaal hoog<br />

calciumgehalte in het bloed) en van botpijn, veroorzaakt door sommige kankers. Sommige<br />

bisfosfonaten worden ook gebruikt <strong>voor</strong> de behandeling van osteoporose en botbeeldvorming.<br />

Bisfosfonaten remmen een type botcel die het bot afbreekt. Wordt ook difosfonaat genoemd.<br />

Bloedplaatje<br />

Bloedplaatjes zijn kleine celfragmenten die een fundamentele rol hebben in de bloedstolling.<br />

Mensen met te weinig plaatjes lopen risico op bloedingen, mensen met te veel plaatjes lopen risico<br />

op trombose (de vorming van bloedklonters die een ader kunnen blokkeren en beroertes kunnen<br />

veroorzaken, of andere gevaarlijke aandoeningen kunnen veroorzaken), en ook bloedingen, als de<br />

plaatjes niet meer naar behoren werken.<br />

Botmetastase<br />

Kanker die van de oorspronkelijke (primaire) tumor is uitgezaaid naar het bot.<br />

Capecitabine<br />

Capecitabine is een cytotoxine (een middel dat delende cellen, waaronder kankercellen, doodt) dat<br />

behoort tot de groep van antimetabolieten. Capecitabine is een zogenoemde ‘prodrug’ die in het<br />

lichaam wordt omgezet in 5‐fluorouracil (5‐FU). Dit gebeurt meer in tumorcellen dan in normaal<br />

weefsel. Het middel wordt toegediend als tablet, terwijl 5‐FU normaal gesproken wordt ingespoten.<br />

5‐FU is een analoog (een syn<strong>the</strong>tische stof die hetzelfde werkt als de natuurlijke stof) van pyrimidine.<br />

Pyrimidine is onderdeel van het genetisch materiaal van cellen (DNA en RNA). 5‐FU neemt in het<br />

lichaam de plaats in van pyrimidine en werkt in op de enzymen die een rol spelen bij het aanmaken<br />

van DNA. Hierdoor wordt de groei van tumorcellen geremd en sterven deze uiteindelijk af.<br />

<strong>Borstkanker</strong>: gids <strong>voor</strong> patiënten – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2013.1 Pagina 34<br />

Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />

De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bestemd <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />

en mag op geen enkele manier worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder schriftelijke toestemming van<br />

Reliable Cancer Therapies en ESMO.


Carboplatine<br />

Een geneesmiddel dat wordt gebruikt <strong>voor</strong> de behandeling van nog niet behandelde gevorderde<br />

eierstokkanker of symptomen van eierstokkanker die teruggekomen zijn na een <strong>the</strong>rapie met andere<br />

kankermedicijnen. Het wordt ook samen met andere geneesmiddelen gebruikt <strong>voor</strong> de behandeling<br />

van gevorderd, gemetastaseerd* of recidiverend niet‐kleincellig longcarcinoom. Het wordt<br />

bestudeerd bij de behandeling van andere soorten kanker. Carboplatine is een vorm van cisplatine*,<br />

een kankermedicijn, en veroorzaakt minder bijwerkingen. Het hecht zich aan DNA in cellen en kan<br />

kankercellen doden. Het is een platinaverbinding.<br />

Carcinoom<br />

Kanker die ontstaat in de huid of in de weefsels die de inwendige organen bekleden of bedekken.<br />

Chemo<strong>the</strong>rapie<br />

Een type kankerbehandeling die cellen doodt en/of hun groei beperkt. Deze medicijnen worden<br />

meestal toegediend door middel van een traag infuus, maar kunnen ook oraal worden ingenomen of<br />

rechtstreeks worden toegediend in een lidmaat of in de lever afhankelijk van de locatie van de<br />

kanker.<br />

Chromogene in situhybridisatie (CISH)<br />

Dit is een laboratoriumtest waarbij een gelabelde complementaire DNA‐ of RNA‐streng die in het<br />

laboratorium is gemaakt wordt gebruikt om een specifieke DNA‐ of RNA‐sequentie in een<br />

weefselmonster te lokaliseren. DNA en RNA zijn cellulaire bestanddelen die betrokken zijn bij de<br />

proteïnevorming en de overdracht van genetische in<strong>for</strong>matie. Deze methode wordt gebruikt om de<br />

kenmerken en afwijkingen te identificeren in het DNA dat deel uitmaakt van de chromosomen, zelfs<br />

het aantal chromosomen.<br />

CISH is een alternatief <strong>voor</strong> een andere test, met name, fluorescentie in situ hybridisatie* (FISH).<br />

CT‐scan<br />

Een vorm van radiografie waarbij organen van het lichaam gescand worden met X‐stralen*. De<br />

resultaten worden door een computer verwerkt om afbeeldingen te bekomen van bepaalde<br />

lichaamsdelen.<br />

Cyclofosfamide<br />

Een geneesmiddel dat wordt gebruikt <strong>voor</strong> de behandeling van vele soorten kanker en wordt<br />

bestudeerd bij de behandeling van andere soorten kanker. Het wordt ook gebruikt <strong>voor</strong> de<br />

behandeling van sommige nierziekten bij kinderen. Cyclofosfamide hecht zich aan DNA in cellen en<br />

kan kankercellen doden. Het is een alkylerend middel. Wordt ook CTX en Cytoxan genoemd.<br />

Diepe veneuze trombose<br />

De vorming van een bloedklonter in een diepe ader of het onderbekken. Mogelijke symptomen zijn<br />

pijn, zwelling, warmte en roodheid in het getroffen gebied. Wordt ook DVT genoemd.<br />

Docetaxel<br />

Docetaxel behoort tot de groep van middelen tegen kanker die taxanen* worden genoemd.<br />

Docetaxel blokkeert het vermogen van cellen om het inwendige ‘skelet’ af te breken, dat ze nodig<br />

hebben om zich te kunnen delen en vermenigvuldigen. Als dit skelet intact blijft, kunnen de cellen<br />

<strong>Borstkanker</strong>: gids <strong>voor</strong> patiënten – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2013.1 Pagina 35<br />

Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />

De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bestemd <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />

en mag op geen enkele manier worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder schriftelijke toestemming van<br />

Reliable Cancer Therapies en ESMO.


zich niet delen en sterven ze uiteindelijk af. Ook gezonde cellen, zoals bloedcellen, worden door<br />

docetaxel aangetast en dit kan bijwerkingen tot gevolg hebben.<br />

Doxorubicine<br />

Een geneesmiddel dat wordt gebruikt <strong>voor</strong> de behandeling van vele soorten kanker en wordt<br />

bestudeerd bij de behandeling van andere soorten kanker. Doxorubicine is geïsoleerd uit de bacterie<br />

Streptomyces peucetius. Het beschadigt DNA en kan kankercellen doden. Het is een<br />

antracyclineantibioticum met oncolytische werking. Wordt ook Adriamycine PFS, Adriamycine RDF,<br />

doxorubicinehydrochloride, hydroxydaunorubicine en Rubex genoemd.<br />

Echografie<br />

Een procedure waarbij geluidsgolven met een hoge frequentie op inwendige weefsels of organen<br />

terugkaatsen en een echo produceren. De echopatronen worden weergegeven op het scherm van<br />

een echograaf en vormen een beeld van de lichaamsweefsels, een sonogram genoemd. Wordt ook<br />

ultrasonografie genoemd.<br />

Eiwit<br />

Eiwitten zijn essentiële voedingsstoffen die bestaan uit aminozuren. Ze zijn essentieel <strong>voor</strong> de<br />

werking van het lichaam. Ze staan in <strong>voor</strong> transport en communicatie tussen cellen, <strong>voor</strong> chemische<br />

veranderingen en om de structuur van bij<strong>voor</strong>beeld cellen te handhaven.<br />

Epirubicine<br />

Een geneesmiddel dat samen met andere geneesmiddelen wordt gebruikt <strong>voor</strong> de behandeling van<br />

vroege, naar de lymfeklieren* uitgezaaide borstkanker. Het wordt ook bestudeerd bij de behandeling<br />

van andere soorten kanker. Epirubicine is een anthracycline‐antibioticum.<br />

Estradiol<br />

Estradiol is een geslachtshormoon. Over het algemeen wordt het gezien als een vrouwelijk<br />

geslachtshormoon, maar ook mannen maken estradiol aan. Estradiol heeft veel functies, zo is het<br />

bij<strong>voor</strong>beeld belangrijk <strong>voor</strong> borstontwikkeling en de groei van de vrouwelijke<br />

<strong>voor</strong>tplantingsorganen.<br />

Everolimus<br />

Everolimus ageert door het blokkeren van een proteïne genaamd ‘mammalian target of rapamycin’<br />

(mTOR). Aangezien mTOR betrokken is bij de controle van celsplitsing en de groei van bloedvaten,<br />

<strong>voor</strong>komt everolimus de opsplitsing van kankercellen en doet hun bloedtoevoer afnemen.<br />

Everolimus wordt gebruikt bij de behandeling van patiënten met:<br />

‐ borstkanker in een gevorderd stadium (dat uitgezaaid is) en hormoon‐receptor‐positief is<br />

(wanneer de kankercellen receptoren op hun oppervlak bevatten <strong>voor</strong> hormonen) bij<br />

vrouwen die door hun menopause zijn gegaan. Het wordt samen met een geneesmiddel,<br />

genaamd exemestane, gebruikt nadat andere behandelingen, ‘niet‐steroïdale aromatase‐<br />

remmers’ niet geholpen hebben;<br />

‐ neuroendocriene tumoren van de alvleesklier (tumoren van de hormoonproducerende cellen<br />

in de alvleesklier) wanneer de kankercellen goed of minder goed te onderscheiden (hetgeen<br />

betekent dat ze een gelijkend uitzicht hebben als de normale alvleeskliercellen) en de kanker<br />

<strong>Borstkanker</strong>: gids <strong>voor</strong> patiënten – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2013.1 Pagina 36<br />

Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />

De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bestemd <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />

en mag op geen enkele manier worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder schriftelijke toestemming van<br />

Reliable Cancer Therapies en ESMO.


erger wordt. Het wordt gebruikt wanneer de kanker gemetastaseerd is (uitgezaaid is naar<br />

andere delen van het lichaam) of wanneer deze niet chirurgisch verwijderd kan worden;<br />

‐ gevorderd niercelcarcinoom (een type nierkanker), wanneer de kanker erger geworden is<br />

ondanks behandeling met een type van geneeskunde genaamd ‘vasculaire endo<strong>the</strong>liale<br />

groeifactor (VEGF)’‐gerichte geneeskunde.<br />

FISH/Fluorescentie in situ‐hybridisatie<br />

Dit is een techniek die pathologen gebruiken om unieke veranderingen van genen en chromosomen<br />

te identificeren. Deze helpen een patholoog het type van kanker te bepalen, waaraan een patiënt<br />

lijdt.<br />

Follow‐up<br />

De gezondheidstoestand van een persoon na behandeling een tijd opvolgen. Dit omvat het opvolgen<br />

van de gezondheidstoestand van personen die aan een klinische studie of een klinisch onderzoek<br />

deelnemen, zowel tijdens als na afloop van de studie.<br />

FSH<br />

Een hormoon dat in de hypofyse wordt geproduceerd. FSH stimuleert bij de vrouw de groei en de<br />

rijping van follikels in de eierstokken. Bij mannen bevordert FSH de vorming van zaadcellen in de<br />

teelballen. Wordt ook follikelstimulerend hormoon en follitropine genoemd.<br />

Fulvestrant<br />

Een geneesmiddel dat wordt gebruikt <strong>voor</strong> de behandeling van bepaalde types borstkanker bij<br />

postmenopauzale vrouwen. Het wordt ook bestudeerd bij de behandeling van andere types<br />

borstkanker. Fulvestrant blokkeert de werking van oestrogeen in het lichaam en is een<br />

oestrogeenantagonist.<br />

Genexpressieprofiel<br />

In<strong>for</strong>matie over alle messenger RNA's die in verschillende celtypes worden aangemaakt. Een<br />

genexpressieprofiel kan worden gebruikt om een ziekte of aandoening te vinden en te diagnosticeren<br />

en na te gaan hoe goed het lichaam op een behandeling reageert. Genexpressieprofielen kunnen<br />

worden gebruikt in gepersonaliseerde geneeskunde.<br />

Gerichte <strong>the</strong>rapie<br />

Een type behandeling met medicijnen of andere stoffen, zoals monoklonale antilichamen*, specifiek<br />

ontworpen om kankercellen te identificeren en aan te vallen. Doelgerichte <strong>the</strong>rapie kan minder<br />

bijwerkingen geven dan andere types van kankerbehandeling.<br />

Gonadotropine‐releasing hormoonanaloog (klasse)<br />

Het is een syn<strong>the</strong>tisch product dat vergelijkbaar is met gonadoliberine (GnRH). GnRH is een natuurlijk<br />

hormoon dat door de hypothalamus (een gedeelte van de hersenen) wordt aangemaakt. GnRH<br />

stimuleert de hypofyse om hormonen aan te maken die betrokken zijn bij de <strong>voor</strong>tplanting<br />

(gonadotropinen).<br />

Sommige GnRH‐analogen stimuleren de afgifte van gonadropine sterker dan door het lichaam<br />

geproduceerd GnRH.<br />

<strong>Borstkanker</strong>: gids <strong>voor</strong> patiënten – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2013.1 Pagina 37<br />

Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />

De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bestemd <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />

en mag op geen enkele manier worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder schriftelijke toestemming van<br />

Reliable Cancer Therapies en ESMO.


Graad<br />

Een beschrijving van een tumor op basis van hoe abnormaal de kankercellen er onder de microscoop<br />

uitzien en hoe snel de tumor waarschijnlijk zal groeien en uitzaaien. Voor elk type kanker is er een<br />

ander graderingssysteem.<br />

HER2<br />

Een eiwit* betrokken bij de normale celgroei. Het komt op sommige kankerceltypes <strong>voor</strong>, inclusief<br />

kankercellen in de borst en eierstokken. Uit het lichaam verwijderde kankercellen kunnen worden<br />

onderzocht op de aanwezigheid van HER2 om het beste behandelingstype te helpen bepalen. HER2 is<br />

een receptor tyrosinekinase. Wordt ook c‐erbB‐2, humane EGF‐receptor 2 en humane epidermale<br />

groeifactorreceptor 2 genoemd.<br />

Hersenmetastase<br />

Kanker die van de oorspronkelijke (primaire) tumor is uitgezaaid naar de hersenen.<br />

Histologisch type<br />

De categorie waarin de tumor is ingedeeld, rekening houdend met de kenmerken van zijn cellen en<br />

andere structuren onder de microscoop.<br />

Histopathologie<br />

Het onderzoeken en bestuderen van weefsels en cellen onder een microscoop. Lichaamsweefsel<br />

verkregen via een biopsie wordt in een fixeermiddel geplaatst en naar het laboratorium gebracht.<br />

Daar wordt het in dunne coupes gesneden, gekleurd met verschillende kleurstoffen en onder de<br />

microscoop onderzocht. Een histopatholoog is een arts die de weefselcoupes inclusief tumorweefsel<br />

interpreteert.<br />

Hormoonreceptor<br />

Een celeiwit* dat bindt aan een specifiek hormoon. De hormoonreceptor kan zich aan het oppervlak<br />

of in de cel bevinden. Na binding van een hormoon aan zijn receptor, treden veel veranderingen op.<br />

Hormoongevoelig<br />

In de oncologie betekent hormoongevoelig dat kanker reageert op een hormoonbehandeling.<br />

Hypercalciëmie<br />

Abnormaal hoge calciumspiegels in het bloed. Sommige kankers verhogen het risico van<br />

hypercalciëmie.<br />

Immunohistochemie (IHC)<br />

In de immunohistochemie gebruikt men antilichamen die zich specifiek binden aan antigenen (een<br />

soort eiwitten*) om zo deze antigenen op te sporen in de cellen van bepaalde weefsels. Op deze<br />

manier worden de antigenen zichtbaar gemaakt onder een microscoop, door middel van een<br />

fluorescerende kleurstof, een enzyme of colloïdaal goud. Kleuring door immunohistochemie wordt<br />

vaak gebruikt in de diagnose van abnormale cellen, zoals in een kwaadaardige tumor.<br />

<strong>Borstkanker</strong>: gids <strong>voor</strong> patiënten – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2013.1 Pagina 38<br />

Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />

De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bestemd <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />

en mag op geen enkele manier worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder schriftelijke toestemming van<br />

Reliable Cancer Therapies en ESMO.


Intraveneus<br />

In of binnen een ader. Intraveneus verwijst meestal naar het toedienen van een geneesmiddel of een<br />

andere stof via een naald of een buisje die in de ader ingebracht worden.<br />

Invasieve kanker<br />

Kanker die van de weefsellaag waarin hij ontstond, is uitgezaaid naar omliggende, gezonde weefsels.<br />

Klinisch onderzoek<br />

Een lichamelijk onderzoek naar algemene ziektesymptomen.<br />

Lapatinib<br />

Lapatinib behoort tot een groep geneesmiddelen die proteïnekinaseremmers worden genoemd.<br />

Deze verbindingen werken door specifieke enzymen, de proteïnekinasen, te blokkeren. Deze<br />

enzymen bevinden zich in bepaalde receptoren op de oppervlakte van kankercellen, waaronder<br />

HER2, een receptor <strong>voor</strong> de epidermale groeifactor die een rol speelt bij het stimuleren van<br />

ongecontroleerde celdeling. Door deze receptoren te blokkeren helpt lapatinib de celdeling te<br />

beheersen. Ongeveer een kwart van de borstkankers vertoont HER2‐expressie.<br />

Lobulaire neoplasie<br />

Een aandoening waarbij abnormale cellen alleen worden gevonden in de lobuli en niet uitgezaaid zijn<br />

buiten de lobuli naar omliggende weefsels zoals bij invasieve lobulaire neoplasie. Lobulaire neoplasie<br />

wordt slechts zelden invasief lobulair carcinoom, maar lobulaire neoplasie in één borst verhoogt het<br />

risico op invasief carcinoom in één of beide borsten. Lobulaire neoplasie werd vroeger lobulair<br />

carcinoom in situ of LCIS genoemd.<br />

Lymfeklier<br />

Een klein ovaal orgaantje bestaande uit lymfatisch weefsel, omcirkeld door een kapsel van<br />

bindweefsel. Lymfeklieren filteren lymfevocht en slaan lymfocyten op (witte bloedcellen*). Ze<br />

bevinden zich aan lymfevaten. Worden ook lymfeknopen genoemd.<br />

Lymfoedeem<br />

Een aandoening waarbij extra lymfvocht zich ophoopt in weefsels en zwelling veroorzaakt.<br />

Lymfoedeem kan <strong>voor</strong>komen in een arm of een been bij obstructie, beschadiging of na verwijdering<br />

van de lymfvaten.<br />

Lymfoom<br />

Kanker die ontstaat in cellen van het immuunsysteem. Lymfomen kunnen in twee hoofdcategorieën<br />

worden ingedeeld. De eerste categorie is Hodgkin lymfoom, gekenmerkt door de aanwezigheid van<br />

Reed‐Sternberg cellen. De andere categorie omvat non‐Hodgkin lymfomen, een grote, diverse groep<br />

kankers van immuunsysteemcellen. Non‐Hodgkin lymfomen kunnen verder worden ingedeeld in<br />

kankers met indolent (traag groeiend) verloop en kankers met een agressief (snel groeiend) verloop.<br />

Deze subtypes gedragen zich en reageren anders op behandeling. Hodgkin en non‐Hodgkin<br />

lymfomen kunnen zowel bij kinderen als bij volwassenen <strong>voor</strong>komen en de prognose en behandeling<br />

hangen af van het kankerstadium en ‐type.<br />

<strong>Borstkanker</strong>: gids <strong>voor</strong> patiënten – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2013.1 Pagina 39<br />

Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />

De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bestemd <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />

en mag op geen enkele manier worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder schriftelijke toestemming van<br />

Reliable Cancer Therapies en ESMO.


Magnetische resonantiebeeldvorming (MRI)<br />

Een beeldvormingstechniek die gebruikt wordt in geneeskunde. Het maakt gebruik van magnetische<br />

golven. Soms wordt een stof ingespoten die het contrast tussen verschillende weefsels vergroot, om<br />

bepaalde structuren beter zichtbaar te maken.<br />

Mammografie<br />

Het gebruik van een film of een computer om een foto van de borst te maken.<br />

Marge<br />

De rand of grens van tijdens een kankeroperatie verwijderd weefsel. De marge is negatief of zuiver<br />

wanneer de patholoog geen kankercellen vindt aan de weefselrand. Dit suggereert dat de kanker<br />

volledig is verwijderd. De marge is positief of aangetast wanneer de patholoog kankercellen vindt<br />

aan de weefselrand. Dit suggereert dat niet alle kankercellen zijn verwijderd.<br />

Menopauze<br />

Periode waarin de eierstokken van een vrouw stoppen met de aanmaak van hormonen en de<br />

menstruatie stopt. De natuurlijke menopauze treedt gewoonlijk op rond de leeftijd van 50 jaar. Een<br />

vrouw is in de menopauze wanneer ze 12 opeenvolgende maanden niet meer heeft gemenstrueerd.<br />

Symptomen van de menopauze zijn opvliegers, stemmingswisselingen, nachtelijk zweten, vaginale<br />

droogte, concentratieproblemen en onvruchtbaarheid.<br />

Metastase/metastasering<br />

De uitzaaiing van kanker naar andere lichaamsdelen. Een tumor gevormd door uitgezaaide cellen<br />

wordt een metastatische tumor of een metastase genoemd. De metastatische tumor bevat cellen die<br />

gelijkaardig zijn aan die van de oorspronkelijke tumor. Het meervoud van metastase is metastasen.<br />

Mitose<br />

Het proces waarbij een moedercel deelt in twee nieuwe dochtercellen. Elke dochtercel krijgt van de<br />

moedercel een volledige set chromosomen (deel van een cel dat genetische in<strong>for</strong>matie bevat). Door<br />

dit proces kan het lichaam groeien en cellen vervangen.<br />

Multidisciplinair advies<br />

Een behandelingsplanning waarbij een aantal artsen met verschillende specialismen (disciplines) de<br />

medische aandoening en de behandelingsopties van een patiënt beoordelen en bespreken. Bij de<br />

behandeling van kanker kan dit het advies betreffen van een medisch oncoloog (die kanker met<br />

geneesmiddelen behandelt), een chirurgisch oncoloog (die kanker operatief behandelt) en een<br />

bestralingsoncoloog (die kanker behandelt met bestraling). Wordt ook tumor board review genoemd.<br />

Myocardinfarct<br />

Een myocardinfarct of hartaanval is de onderbreking van de bloedtoevoer naar een gedeelte van het<br />

hart, waardoor het afsterft. Indien onbehandeld, kan het een hartaanval, grote schade aan de<br />

hartspier of zelfs de dood veroorzaken.<br />

<strong>Borstkanker</strong>: gids <strong>voor</strong> patiënten – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2013.1 Pagina 40<br />

Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />

De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bestemd <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />

en mag op geen enkele manier worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder schriftelijke toestemming van<br />

Reliable Cancer Therapies en ESMO.


Neo‐adjuvante <strong>the</strong>rapie<br />

Behandeling om de tumor te verkleinen en die plaatsvindt <strong>voor</strong> de hoofdbehandeling, meestal een<br />

operatie. Voorbeelden van neo‐adjuvante <strong>the</strong>rapie zijn chemo<strong>the</strong>rapie*, radio<strong>the</strong>rapie* en<br />

hormoon<strong>the</strong>rapie. Het is een inductie<strong>the</strong>rapie.<br />

Neuropathie<br />

Verwijst naar eender welke ziekte van het zenuwstelsel. Dit houdt de hersenen, het ruggenmerg en<br />

de zenuwen in.<br />

Niet‐invasieve kanker<br />

Kanker die niet is uitgezaaid van de weefsellaag waarin hij ontstond.<br />

Oestrogeenreceptorpositief<br />

Beschrijft cellen die een receptoreiwit hebben dat bindt aan het hormoon oestrogeen. Kankercellen<br />

die oestrogeenreceptorpositief zijn, kunnen oestrogeen nodig hebben om te groeien en kunnen<br />

stoppen met groeien of sterven, wanneer ze worden behandeld met stoffen die de binding en<br />

werking van oestrogeen blokkeren. Wordt ook ER+ genoemd.<br />

Okseldissectie<br />

Operatie waarbij lymfeklieren* in het okselgebied worden verwijderd. Wordt ook okselklierdissectie<br />

genoemd.<br />

Osteonecrose<br />

Een ziekte waarbij beenmassa afsterft omdat er niet meer voldoende bloed naar getransporteerd<br />

wordt.<br />

Osteoporose<br />

Een aandoening gekenmerkt door een afname van de botmassa en botdensiteit waardoor de botten<br />

broos worden.<br />

Paclitaxel<br />

Een geneesmiddel dat wordt gebruikt <strong>voor</strong> de behandeling van borst‐ en eierstokkanker en aan aids<br />

gerelateerd Kaposisarcoom. Het wordt ook samen met een ander geneesmiddel gebruikt <strong>voor</strong> de<br />

behandeling van niet‐kleincellig longcarcinoom. Paclitaxel wordt ook bestudeerd bij de behandeling<br />

van andere soorten kanker. Het verhindert de celgroei door de celdeling te stoppen en kan<br />

kankercellen doden. Het is een antimitoticum.<br />

Palpatie<br />

Het aftasten van de borst of andere lichaamsdelen met de vingers en het <strong>voor</strong>zichtig bewegen van de<br />

vingers om de consistentie van het weefsel (vlees) te voelen.<br />

Pertuzumab<br />

Antikanker medicijn dat gebruikt wordt <strong>voor</strong> de behandeling van HER2‐positieve metastatische<br />

borstkanker wanneer de patiënt <strong>voor</strong>dien nog geen anti‐HER2‐<strong>the</strong>rapie of chemo<strong>the</strong>rapie heeft<br />

gekregen <strong>voor</strong> de gemetastaseerde ziekte. Het dient gebruikt te worden met trastuzumab en<br />

docetaxel.<br />

<strong>Borstkanker</strong>: gids <strong>voor</strong> patiënten – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2013.1 Pagina 41<br />

Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />

De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bestemd <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />

en mag op geen enkele manier worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder schriftelijke toestemming van<br />

Reliable Cancer Therapies en ESMO.


Profylactische chirurgie<br />

Een mastectomie gewoonlijk uitgevoerd aan beide borsten (bilateraal) bij patiënten met een hoog<br />

risico op borstkanker.<br />

Progesteronreceptorpositief (PR+)<br />

Beschrijft cellen die een proteïne hebben waaraan het hormoon progesteron bindt.<br />

Progesteronreceptorpositieve kankercelen hebben progesteron nodig om te groeien en stoppen<br />

gewoonlijk met groeien wanneer ze worden behandeld met hormonen die de progesteronbinding<br />

blokkeren. Wordt ook PR+ genoemd.<br />

Proliferatie<br />

Een toename van het aantal cellen als gevolg van celgroei of celdeling.<br />

Prognose<br />

Het waarschijnlijke resultaat of verloop van een ziekte; de kans op herstel of recidief.<br />

Radiologisch onderzoek<br />

Onderzoek a.h.v. beeldvormingstechnologie (zoals radiografie, echografie*, computertomografie of<br />

CT en nucleaire geneeskunde of MRI*) die organen, structuren en weefsels van het lichaam in beeld<br />

brengt, met de bedoeling een diagnose te stellen en ziekten te behandelen.<br />

Radio<strong>the</strong>rapie<br />

Therapie waar bestraling wordt gebruikt <strong>voor</strong> de behandeling van kanker. De stralen worden zo<br />

precies mogelijk op de tumor gericht.<br />

Recidief<br />

Kanker die recidiveert (terugkomt), gewoonlijk na een periode waarin geen kanker kon worden<br />

waargenomen. De kanker kan op dezelfde plaats terugkomen als de oorspronkelijke (primaire)<br />

tumor, of op een andere plaats in het lichaam. Wordt ook recidiverende kanker genoemd.<br />

Relaps<br />

Het terugkeren van verschijnselen en symptomen van kanker na een periode van verbetering.<br />

Risicofactor<br />

Iets dat de kans op kanker verhoogt. Voorbeelden van risicofactoren van kanker zijn leeftijd, familiale<br />

<strong>voor</strong>geschiedenis van bepaalde kankers, gebruik van tabaksproducten, blootstelling aan de bestraling<br />

of sommige chemische stoffen, sommige virale of bacteriële infecties en sommige genetische<br />

veranderingen.<br />

Rode bloedcel<br />

Het vaakst <strong>voor</strong>komende type bloedcel. De rode bloedcellen geven het bloed zijn typische rode kleur.<br />

Het is het belangrijke transportmiddel <strong>voor</strong> zuurstof.<br />

Schildwachtklierbiopsie<br />

Verwijderen en onderzoeken van de schildwachtklier(en) (de eerste lymfeklier(en)* waarnaar<br />

kankercellen uitzaaien). Om schildwachtklier(en) te identificeren, injecteert de chirurg een<br />

<strong>Borstkanker</strong>: gids <strong>voor</strong> patiënten – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2013.1 Pagina 42<br />

Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />

De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bestemd <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />

en mag op geen enkele manier worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder schriftelijke toestemming van<br />

Reliable Cancer Therapies en ESMO.


adioactieve stof en/of blauwe kleurstof dichtbij de tumor. Met een sonde zoekt de chirurg de<br />

schildwachtklier(en) die de radioactieve stof bevat(ten) of zoekt de schildwachtklier(en) die met de<br />

kleurstof gemerkt is (zijn). Daarna verwijdert de chirurg de schildwachtklier(en) om ze te<br />

onderzoeken op de aanwezigheid van kankercellen.<br />

Schildwachtklierbiopsie van de borst. Een radioactieve stof en/of kleurstof wordt dichtbij de tumor geïnjecteerd (eerste<br />

vak). Het geïnjecteerde materiaal wordt visueel en/of met een sonde gedetecteerd die radioactiviteit opspoort (middelste<br />

vak). De schildwachtklieren (de eerste lymfklieren waarnaar kankercellen uitzaaien) worden verwijderd en onderzocht op<br />

kankercellen (laatste vak).<br />

Scintigrafie<br />

Een procedure waarbij opnamen (scans) worden gemaakt van structuren in het lichaam, inclusief<br />

gebieden met kankercellen. Scintigrafie wordt gebruikt <strong>voor</strong> ziektediagnose, ‐stadiëring en ‐controle.<br />

Een kleine hoeveelheid van een radioactieve stof (radionucleïde) wordt ingeslikt of geïnjecteerd in<br />

een bloedvat. Verschillende radionucleïden komen via het bloed in verschillende organen terecht.<br />

Een machine met een speciale camera beweegt over de persoon die op een tafel ligt en detecteert<br />

het type straling die door de radionucleïden wordt afgegeven. Een computer vormt een beeld van de<br />

gebieden waar de radionucleïde zich ophoopt. Deze gebieden kunnen kankercellen bevatten. Wordt<br />

ook radionucleïdescannning genoemd.<br />

Screeningmammografie<br />

Preventief borstkankeronderzoek door middel van röntgenstralen.<br />

Stadiëring<br />

Onderzoeken en tests om het kankerstadium te bepalen, <strong>voor</strong>al of de ziekte van de oorspronkelijke<br />

plaats is uitgezaaid naar andere delen van het lichaam. De beste behandeling kan alleen worden<br />

gepland als het ziektestadium bekend is.<br />

Systemische <strong>the</strong>rapie<br />

Behandeling met stoffen die via de bloedbaan cellen over het hele lichaam bereiken en aanvallen.<br />

Tamoxifen<br />

Een geneesmiddel dat wordt gebruikt <strong>voor</strong> de behandeling van sommige soorten borstkanker bij<br />

mannen en vrouwen. Het wordt ook gebruikt ter preventie van borstkanker bij vrouwen met ductaal<br />

carcinoom in situ (abnormale cellen in de kanalen in de borst) en bij vrouwen met een hoog risico<br />

van borstkanker. Tamoxifen wordt ook bestudeerd bij de behandeling van andere soorten kanker.<br />

<strong>Borstkanker</strong>: gids <strong>voor</strong> patiënten – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2013.1 Pagina 43<br />

Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />

De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bestemd <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />

en mag op geen enkele manier worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder schriftelijke toestemming van<br />

Reliable Cancer Therapies en ESMO.


Het remt de effecten van oestrogeen* in de borst. Tamoxifen is een antioestrogeen. Wordt ook<br />

tamoxifencitraat genoemd.<br />

Taxaan<br />

Een soort geneesmiddel dat de celgroei blokkeert door de mitose (celdeling) te stoppen. Taxanen<br />

interfereren met microtubulen (celstructuren die de chromosomen helpen bewegen tijdens de<br />

mitose). Ze dienen om kanker te behandelen.<br />

Trastuzumab<br />

Trastuzumab is een monoklonaal antilichaam. Dat is een antilichaam (een soort eiwit) dat tot doel<br />

heeft een specifieke structuur (een zogenoemd antigen) in bepaalde lichaamscellen te herkennen en<br />

zich daaraan te binden. Trastuzumab is zo ontwikkeld dat het zich bindt aan HER2. Door binding aan<br />

HER2 activeert trastuzumab cellen van het immuunsysteem, die vervolgens de tumorcellen doden.<br />

Trastuzumab verhindert ook dat HER2 signalen uitzendt die de tumorcellen doen groeien. Ongeveer<br />

een kwart van de borstkankers en een vijfde van de maagkankers vertonen HER2‐overexpressie.<br />

Triple negatieve borstkanker<br />

Beschrijft borstkankercellen die geen oestrogeenreceptoren, progesteronreceptoren of grote<br />

hoeveelheden HER2 –eiwit* hebben. Wordt ook ER‐negatief PR‐negatief HER2‐negatief en ER‐PR‐<br />

HER2 genoemd.<br />

Vitamine D<br />

Een voedingsstof waarvan het lichaam een kleine hoeveelheid nodig heeft om te functioneren en<br />

gezond te blijven. Vitamine D helpt het lichaam om calcium en fos<strong>for</strong> te gebruiken <strong>voor</strong> sterke botten<br />

en tanden. Vitamine D is een in vet oplosbare vitamine (kan oplossen in vetten en oliën) en komt<br />

<strong>voor</strong> in vette vis, eierdooiers en zuivelproducten. Aan zonlicht blootgestelde huid kan ook vitamine D<br />

aanmaken. Een vitamine D‐tekort kan de beenderziekte rachitis veroorzaken. Wordt ook bestudeerd<br />

bij de preventie en de behandeling van sommige kankertypes. Wordt ook cholecalciferol genoemd.<br />

Weke delen<br />

Verwijst naar spier‐, vet‐, fibreus weefsel, bloedvaten of ander ondersteunend weefsel van het<br />

lichaam.<br />

Witte bloedcel<br />

Cellen van het immuunsysteem die belangrijk zijn <strong>voor</strong> de verdediging van het lichaam tegen<br />

infecties.<br />

X‐stralen<br />

X‐straling is een vorm van straling die gebruikt wordt om beelden van de binnenkant van dingen te<br />

maken. In geneeskunde worden x‐stralen gebruikt om naar de binnenkant van het lichaam te kijken.<br />

Zuurstof<strong>the</strong>rapie<br />

Een behandeling waarbij een zuurstoftank of compressor wordt gebruikt om zuurstof toe te dienen<br />

aan mensen met ademhalingsproblemen. De zuurstof kan worden toegediend via een buisje in de<br />

neus, een masker of een tent. Deze extra zuurstof wordt samen met gewone lucht ingeademd.<br />

Wordt ook aanvullende zuurstof<strong>the</strong>rapie genoemd.<br />

<strong>Borstkanker</strong>: gids <strong>voor</strong> patiënten – Gebaseerd op de ESMO‐richtlijnen – v.2013.1 Pagina 44<br />

Dit document werd opgesteld door Reliable Cancer Therapies met de toestemming van ESMO.<br />

De in<strong>for</strong>matie in dit document vervangt geen medische consultatie. Het document is enkel bestemd <strong>voor</strong> persoonlijk gebruik<br />

en mag op geen enkele manier worden aangepast, gereproduceerd of verspreid zonder schriftelijke toestemming van<br />

Reliable Cancer Therapies en ESMO.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!