27.08.2013 Views

Werkmodel: Vragen zonder antwoorden - Factor-E

Werkmodel: Vragen zonder antwoorden - Factor-E

Werkmodel: Vragen zonder antwoorden - Factor-E

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Werkmodel</strong>: <strong>Vragen</strong> <strong>zonder</strong><br />

<strong>antwoorden</strong><br />

<strong>Vragen</strong> op zo'n manier stellen dat het echt open vragen zijn …<br />

<strong>Vragen</strong> op zo'n manier stellen dat het antwoord al in de vraag besloten ligt …<br />

Het formuleren van enquêtevragen<br />

Het doel van de enquête en je probleem- of vraagstelling zijn belangrijk. Bij alle vragen is het doel het<br />

uitgangspunt.<br />

Wat je te weten wilt komen door je enquête, maak je inzichtelijk met een of enkele duidelijke vragen<br />

(introductie).<br />

Soort vragen<br />

Kwalitatieve vragen<br />

Kwalitatieve vragen zijn open vragen waarop de geënquêteerde zelf een antwoord kan geven. Bij<br />

kwalitatieve vragen krijg je globaal antwoord op het hoe en waarom.<br />

Deze enquêtevragen beginnen bijvoorbeeld met:<br />

Op welke wijze …?<br />

Wat zijn de ervaringen …?<br />

Op basis van welke criteria …?<br />

Welke verschillen …?<br />

Hoe beoordeel je …?<br />

In hoeverre is het aanbod passend …?<br />

Wat is het effect …?<br />

Wat is de reden …?<br />

Hoe kan het aanbod …?<br />

Deze vragen worden in een enquête veel beperkter gebruikt dan de kwantitatieve vragen omdat deze<br />

gegevens moeilijker te verwerken zijn in grafieken en statistieken. Deze vragen worden meer gebruikt bij<br />

interviews.<br />

Kwantitatieve vragen<br />

Kwantitatieve vragen zijn gesloten vragen waarbij het wat en hoeveel globaal worden beantwoord. Het<br />

draait om meten, in kaart brengen en een beeld geven van percentages. De antwoordmogelijkheden op de<br />

vragen liggen vast, bijvoorbeeld ja/nee-vragen, ABCD-lijsten en antwoordschalen.<br />

Voorbeeld antwoordschaal:<br />

1 = helemaal mee oneens<br />

2 = mee oneens<br />

3 = niet mee eens/niet mee oneens (neutraal)<br />

4 = mee eens<br />

5 = helemaal mee eens<br />

Meer antwoordmogelijkheden worden vaak gebruikt om een nauwkeuriger beeld te krijgen.<br />

En houd er rekening mee dat men niet vaak kiest voor uitersten. Je kunt door geen neutrale<br />

antwoordmogelijkheid te geven de geënquêteerde ‘dwingen’ om een keuze te maken.<br />

Behalve de open vraag en gesloten vraag kennen we de halfopen vraag waarbij antwoordmogelijkheden<br />

worden gegeven en daarnaast een mogelijkheid ‘anders, namelijk …’


Als de enquête wordt afgenomen onder een grote, representatieve doelgroep, worden de resultaten<br />

representatief, nauwkeurig en betrouwbaar. Het is geen subjectieve interpretatie, maar het zijn objectieve,<br />

statistische gegevens over bijvoorbeeld meningen, motivaties, gedrag en feitelijke gebeurtenissen.<br />

Criteria voor het selecteren van geschikte enquêtevragen:<br />

De vraag heeft betrekking op de vraagstelling en het doel.<br />

Ik vind het interessant om dit te onderzoeken aan de hand van deze vraag.<br />

De doelgroep is bij dit onderzoek gebaat.<br />

Het onderzoek zal naar verwachting praktische <strong>antwoorden</strong> opleveren.<br />

Er zijn nog geen <strong>antwoorden</strong> op deze vraag duidelijk.<br />

De vraag is te onderzoeken binnen de gestelde tijd en met de beschikbare middelen.<br />

Stel geen suggestieve vragen.<br />

Stel één vraag per keer.<br />

Gebruik geen ontkenningen.<br />

Aandachtspunten:<br />

Zorg dat de begrippen die je gebruikt voor iedereen duidelijk zijn.<br />

En maak onderscheid tussen:<br />

– feiten<br />

– meningen<br />

– wensen<br />

– waaromvragen.<br />

En vraag één ding tegelijk.<br />

Houd het doel voor ogen.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!