Rebound Midden-Brabant 1
Rebound Midden-Brabant 1
Rebound Midden-Brabant 1
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Praktijkbeschrijving <strong>Rebound</strong> <strong>Midden</strong>-<strong>Brabant</strong><br />
Met medewerking van Anja Peeters en Jos Derksen<br />
Korte typering <strong>Rebound</strong> <strong>Midden</strong>-<strong>Brabant</strong><br />
De reboundvoorziening <strong>Midden</strong>-<strong>Brabant</strong> bouwt voort op een aantal alternatieve leertrajecten in de<br />
regio <strong>Midden</strong>-<strong>Brabant</strong>. De opgedane ervaring in het diagnosticeren en begeleiden van risicoleerlingen<br />
in de regio Tilburg is van grote betekenis voor de reboundvoorziening <strong>Midden</strong>-<strong>Brabant</strong>.<br />
De doelstelling is de leerling dankzij het verblijf in de reboundvoorziening een nieuwe kans te bieden<br />
op terugkeer naar passend onderwijs (bij voorkeur regulier voortgezet onderwijs), zodat zoveel<br />
mogelijk leerlingen in de regio de schoolopleiding met succes afronden en voortijdig schoolverlaten tot<br />
een minimum beperkt blijft.<br />
De doelgroep bestaat uit leerlingen die staan ingeschreven op een school die tot het SWV VO <strong>Midden</strong>-<br />
<strong>Brabant</strong> behoort, daar grensoverschrijdend gedrag vertonen waardoor het succesvol afronden van de<br />
opleiding in het geding komt en die binnen de school niet (langer) effectief te begeleiden zijn.<br />
De reboundvoorziening maakt deel uit van een samenhangende en dekkende zorgstructuur in en rond<br />
scholen voor voortgezet onderwijs. De reboundvoorziening wordt gezien als een 3e lijnsvoorziening<br />
binnen de basiszorgstructuur en als een hulpverleningsmogelijkheid buiten de school. De<br />
medewerkers van de reboundvoorziening zijn en blijven in dienst van de uitvoerende instellingen. Er<br />
zijn taakomschrijvingen gemaakt voor de coördinator en voor de uitvoerend medewerkers.<br />
Ook is beschreven hoe de reboundvoorziening wordt gepositioneerd binnen de organisatie van het<br />
samenwerkingsverband.<br />
Uitgangspunt vormt een gebundelde inzet van expertise, niet alleen van de voormalige alternatieve<br />
leertrajecten, maar ook van partners als het REC cluster 4, de scholen van het SWV VO <strong>Midden</strong>-<br />
<strong>Brabant</strong>, het Leger des Heils, het praktijkonderwijs en het ROC Tilburg. Ook de ervaringen uit<br />
projecten als Op de Rails en Herstart voorkomen voortijdig schoolverlaten en de Plusvoorzieningen<br />
worden betrokken bij de uitvoering.<br />
In het schooljaar 2010-2011 wordt in het kader van de subsidieregeling Plusvoorzieningen gewerkt aan<br />
een versterking van de inhoudelijke samenwerking tussen <strong>Rebound</strong> <strong>Midden</strong>-<strong>Brabant</strong>, Op de Rails en<br />
Herstart.<br />
De toeleiding vindt plaats via de bovenschoolse PCL. Daarin zitten o.a. een medewerker van bureau<br />
jeugdzorg en een leerplichtambtenaar met het doel te komen tot afstemming en wellicht continuïteit<br />
tussen de verschillende trajecten.<br />
1. INTRODUCTIE<br />
1.1 Partijen bij de totstandkoming<br />
De reboundvoorziening is een initiatief van het bestuur van SWV VO <strong>Midden</strong>-<strong>Brabant</strong>. Bij de<br />
ontwikkeling van het plan van aanpak is het SWV VO De Langstraat uitgebreid betrokken met het doel<br />
te komen tot een regionale bundeling van expertise, ervaring en middelen. Uiteindelijk is gekozen voor<br />
het inrichten van twee reboundvoorzieningen: in Waalwijk en in Tilburg.<br />
Onder verantwoordelijkheid van het SWV VO <strong>Midden</strong>-<strong>Brabant</strong> functioneerde in 2005<br />
de ‘Taakgroep <strong>Rebound</strong>voorziening’, onder voorzitterschap van een procescoördinator. Inhoudelijke<br />
ondersteuning werd gegeven door een medewerker van SOM Onderwijsadviseurs. De taakgroep heeft<br />
een plan van aanpak opgesteld. De periode van januari tot juni 2006 is gebruikt voor de implementatie<br />
van het plan en de verdere uitwerking van afspraken en overeenkomsten.<br />
Uitgangspunt was dat de op te richten reboundvoorziening zoveel mogelijk zou moeten aansluiten op<br />
al bestaande voorzieningen en in samenhang moet worden gezien met andere voorzieningen voor<br />
opvang en begeleiding van risicoleerlingen. Verder is nadrukkelijk aandacht besteed aan de relatie<br />
<strong>Rebound</strong> <strong>Midden</strong>-<strong>Brabant</strong> 1
tussen reboundvoorziening en school van herkomst. Per 1 augustus 2006 is <strong>Rebound</strong> <strong>Midden</strong>-<strong>Brabant</strong><br />
gestart.<br />
1.2 Capaciteit<br />
In het plan van aanpak werd op basis van eerdere ervaringen gerekend met een deelname van<br />
ongeveer 60 leerlingen per jaar. Dit aantal is in het schooljaar 2006-2007 ook zo goed als bereikt: er<br />
zijn 55 jongeren geplaatst. Per groep worden acht leerlingen geplaatst.<br />
Het uitgangspunt zoveel mogelijk rekening te houden met de hulpvraag van de leerling (“maatwerk”)<br />
heeft consequenties voor de keuze van de activiteiten, maar ook voor de samenstelling van de groepen.<br />
De gemiddelde plaatsingsduur van ongeveer drie maanden wordt in het contact met de scholen tijdig<br />
aangekondigd (n.l. bij de eerste evaluatie, na vier weken) en zo strikt mogelijk gehandhaafd. De<br />
verantwoordelijkheid voor de plaatsing ligt geheel bij de school: hier dient men te beseffen dat de<br />
leerling na 12 weken terugkomt.<br />
1.3 Doelgroep<br />
De doelgroep bestaat uit leerlingen die staan ingeschreven op een school van het SWV-VO <strong>Midden</strong>-<br />
<strong>Brabant</strong>. Op school vertonen zij grensoverschrijdend gedrag, waarmee zij een positief vervolg op hun<br />
schoolloopbaan in gevaar brengen. De school heeft al de nodige activiteiten ter begeleiding en<br />
ondersteuning van de leerling aangeboden, maar die hebben niet of onvoldoende resultaat geboekt.<br />
Onder het overkoepelende begrip grensoverschrijdend gedrag zijn vele gedragsuitingen te plaatsen.<br />
Kern is en blijft dat het gedrag risicovol is voor de continuering van de schoolloopbaan, voor de<br />
jongere zelf en/of de omgeving.<br />
Het grensoverschrijdende gedrag op school gaat nogal eens gepaard met schoolproblemen en<br />
problematische omstandigheden in de thuissituatie. Het zijn leerlingen die als maatschappelijk<br />
kwetsbaar te omschrijven zijn.<br />
Wel beschikken reboundleerlingen in principe over de mogelijkheden en de capaciteiten om het<br />
onderwijs op het huidige niveau af te ronden. Ook leerlingen met een rugzakje kunnen na de<br />
beoordeling in <strong>Rebound</strong> worden toegelaten.<br />
<strong>Rebound</strong> <strong>Midden</strong>-<strong>Brabant</strong> heeft in de afgelopen jaren hoofdzakelijk vmbo-leerlingen opgevangen.<br />
Ongeveer 45% was een meisje. We zien in de afgelopen jaren een terugloop aan meisje. Waar het eerste<br />
jaar nog 60% meisjes betrof, hebben we het in 2010 over 29%.<br />
Contra-indicaties<br />
- Een indicatie voor REC cluster 4 of voor een justitieel traject.<br />
- Vertonen van (meervoudig) crimineel gedrag.<br />
1.4 Doelstelling<br />
De reboundvoorziening beoogt de leerling een nieuwe kans te bieden op terugkeer naar het reguliere<br />
voortgezet onderwijs, zodat zoveel mogelijk leerlingen in de regio de schoolopleiding met succes<br />
kunnen afronden en voortijdig schoolverlaten tot een minimum beperkt blijft.<br />
Deze algemene doelstelling is vertaald in een aantal concrete doelstellingen:<br />
– probleemgedrag omzetten in hanteerbaar gedrag, door meer inzicht te geven in het eigen<br />
functioneren.<br />
– het bevorderen van een positief zelfbeeld en het bieden van toekomstperspectief.<br />
– versterken van vaardigheden en het vergroten van de (school)motivatie.<br />
– teruggeleiden naar de oorspronkelijke school voor voortgezet onderwijs of naar een andere<br />
vorm van passend onderwijs voor deze leerling.<br />
– het geven van adviezen aan de verwijzende school en andere betrokkenen, zoals ouders, over<br />
het omgaan met de problematiek.<br />
Op basis van de ervaringen in de eerste uitvoeringsperiode kiest <strong>Rebound</strong> <strong>Midden</strong>-<strong>Brabant</strong><br />
nadrukkelijk voor maatwerk, zowel bij de formulering van de doelstelling als in de uitvoering. De<br />
medewerkers baseren deze keuze op de complexiteit van de problematiek van de leerlingen, de<br />
<strong>Rebound</strong> <strong>Midden</strong>-<strong>Brabant</strong> 2
houding van de school ten opzichte van de leerling en omgekeerd en de ondersteuningsmogelijkheid in<br />
de thuissituatie.<br />
2. Het Programma<br />
2.1 Aanmeldingsroute<br />
Aanmelding<br />
De bovenschoolse Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) voert taken uit in de toelating tot de<br />
reboundvoorziening. Op basis van wat in het zorgteam is besproken meldt de school van herkomst de<br />
leerling aan bij de bovenschoolse PCL. De voorzitter van het zorgteam is de aanmelder en tevens de<br />
interne coördinator leerlingenzorg. Dikwijls is de leerling voorafgaand aan de aanmelding al bekend<br />
bij het schoolmaatschappelijk werk.<br />
Een aanmelding kan niet plaatsvinden zonder toestemming van de ouders, die het<br />
aanmeldingsformulier dan ook mede ondertekenen. Dit formulier bevat informatie over de hulpvraag<br />
en geeft inzicht in de al verleende hulpverlening en zorg binnen en buiten de school en de effecten van<br />
die inspanningen.<br />
De coördinator van de reboundvoorziening is als adviseur van de bovenschoolse PCL aanwezig bij de<br />
PCL-bespreking waar dossiers worden besproken van leerlingen die mogelijk in aanmerking komen<br />
voor plaatsing. De leerplichtambtenaar, psycholoog, schoolmaatschappelijk werker en een<br />
jeugdzorgmedewerker zijn vaste leden van deze commissie. De dossiers worden getoetst aan de<br />
toelatingscriteria van de reboundvoorziening.<br />
Wordt tot toelating besloten, dan ontvangt de school een toelaatbaarheidverklaring.<br />
De school informeert de ouders en neemt contact op met de coördinator van de reboundvoorziening.<br />
Indien tot afwijzing wordt besloten, ontvangt de aanmeldende school een advies met volgende stappen<br />
en alternatieven.<br />
Na het besluit toelaatbaar te zijn, volgt een kennismakingsgesprek met de leerling, de ouders en<br />
eventueel hulpverleners, en een kennismaking met de mentor en eventueel de zorgcoördinator van de<br />
school.<br />
Deelname aan het reboundprogramma is niet vrijblijvend. Hiertoe zijn twee soorten overeenkomsten<br />
ontwikkeld:<br />
1) voor de leerling<br />
Met de leerling worden gedragsregels afgesproken die betrekking hebben op de omgang met elkaar,<br />
volwaardig deelnemen aan en zich inzetten voor het reboundprogramma en het nakomen van<br />
huisregels.<br />
2) voor de ouders<br />
De ouders worden gedifferentieerd benaderd. Voor sommige ouders is een beperkt aantal afspraken<br />
voldoende, bij anderen is een uitvoeriger pakket noodzakelijk, inclusief afspraken over deelname aan<br />
ouderbijeenkomsten, opvoedingsondersteuning, etc.<br />
2.2 Inhoud en/of fasering van het programma<br />
Onder verantwoordelijkheid van de reboundcoach wordt aan de hand van de hulpvraag van de leerling<br />
het handelingsplan opgesteld en op basis daarvan een inhoudelijk programma. Aangezien <strong>Rebound</strong><br />
<strong>Midden</strong>-<strong>Brabant</strong> kiest voor maatwerk volgt iedere leerling in de praktijk uiteindelijk een geheel eigen<br />
traject.<br />
Twee typen leerlingen<br />
<strong>Rebound</strong> <strong>Midden</strong>-<strong>Brabant</strong> onderscheidt in de uitvoering van het programma twee typen leerlingen:<br />
- Voltijdsleerlingen. Gedurende de verblijfsduur in <strong>Rebound</strong> komen zij niet of nauwelijks terug op<br />
de school van herkomst. Pas in de laatste fase van het verblijf gaan de leerlingen weer regelmatig<br />
naar school (terugkomdagen) en start de terugplaatsing.<br />
- Deeltijdleerlingen (modulaire plaatsingen). Deze leerlingen volgen een deel van het programma in<br />
<strong>Rebound</strong>, dikwijls een training en/of individuele begeleiding, vaak één dagdeel. De rest van de<br />
week volgen deze leerlingen onderwijs op de eigen school.<br />
In het programma wordt gebruik gemaakt van de volgende vijf onderdelen:<br />
<strong>Rebound</strong> <strong>Midden</strong>-<strong>Brabant</strong> 3
1. Observatie en onderzoek.<br />
2. Onderwijsprogramma.<br />
3. Trainingsprogramma.<br />
4. Sport, drama en creativiteit.<br />
5. Individueel programma.<br />
Ad 1. Observatie en onderzoek worden ingezet voor leerlingen bij wie nog niet duidelijk is wat nu<br />
precies het probleem is, met als doel de problematiek/hulpvraag van de leerling nader te bepalen. De<br />
ervaring in het eerste uitvoeringsjaar heeft duidelijk gemaakt dat het systematisch verzamelen van<br />
meer informatie over de leerling in de eerste weken bijzonder gewenst is, vooral over achtergronden en<br />
oorzaken van het gedrag. Dergelijke informatie is van groot belang voor de opzet en uitvoering van het<br />
handelingsplan. Voor diepgaander onderzoek wordt door een psycholoog een<br />
persoonlijkheidsonderzoek afgenomen met specifieke onderzoeksvragen.<br />
Ad 2. Zowel gedurende de observatieperiode als gedurende het trainingsprogramma wordt het door de<br />
leerling te volgen onderwijsprogramma gecontinueerd. Dit houdt in dat er afspraken gemaakt worden<br />
over het maken van huiswerk, overhoringen en proefwerken en het nakijken daarvan. Gebleken is dat<br />
voor de uitvoering van het onderwijsprogramma de bijdrage die de school van herkomst moet leveren<br />
essentieel is. De ervaring leert dat het niet altijd lukt om voor de afgesproken datum daadwerkelijk alle<br />
lesplanners en proefwerken van scholen te ontvangen.<br />
Ad 3 Het trainingsprogramma wordt uitgevoerd door gelicenseerde gedragstrainers die in dienst zijn<br />
van het Leger des Heils. Zij zijn opgeleid in de principes van de cognitieve gedragstraining en werken<br />
volgens het competentiemodel.<br />
Het trainingsprogramma in rebound varieert per leerling en kan bestaan uit:<br />
- Sociale vaardigheidstraining (SOVA)<br />
- Training agressiebeheersing (TAB)<br />
- Schoolmotivatietraining (SMT)<br />
- Thematrainingen (bijvoorbeeld over thema’s als: beïnvloeding, vrienden, omgaan met<br />
autoriteiten). Doel: inzicht geven, informatie geven: onderscheid “fabels en feiten” en aanleren<br />
van een adequate reactie.<br />
Ad 4. Het sport-, drama- en creativiteitsprogramma maakt deel uit van het reguliere lesprogramma.<br />
Eén middag wordt besteed aan creativiteit. SNENS levert kunstenaars die gewend zijn met jongeren<br />
om te gaan en niet alleen ingaan op de techniek, maar ook op aspecten als: inzicht krijgen in het eigen<br />
functioneren, reflectie, waar ligt de passie van deze leerling? Voor de reboundmedewerkers is dit<br />
tevens een interessant observatiemoment, omdat dit onderdeel van het programma een vrijere situatie<br />
biedt.<br />
Rocks ’n Rivers verzorgt één middag in de week een sportprogramma. Ook hierbij gaat het om méér<br />
dan alleen sport, maar ook om samenwerkingsopdrachten, spel, etc. In dit sportprogramma worden de<br />
principes van Rots en Water ingezet. 2 dramadocenten dragen om beurten bij aan het zelfbewustzijn<br />
van de leerlingen, wie ben ik, wat straal ik uit, wat zet ik neer etc.<br />
Halverwege de plaatsing vindt een tussentijdse evaluatie plaats met leerling, ouders en school van<br />
herkomst waarin de ervaringen en observaties aan de orde komen. Hierin wordt besloten of het<br />
<strong>Rebound</strong>programma afdoende is voor de problematiek die er speelt. Mocht dit zo zijn dan wordt het<br />
handelingsplan uitgevoerd of eventueel bijgesteld.<br />
Het verblijf in de reboundvoorziening wordt afgerond met een eindverslag. In het eindverslag is het<br />
volgende opgenomen:<br />
– Het verwijzingsadvies (vervolg school en/of zorgtraject).<br />
– De deelname aan en de effecten van de gevolgde trainingen.<br />
– Verwoording van de opgedane ervaringen en waargenomen effecten door de leerling.<br />
– Aanbevelingen, tips en suggesties aan de school om de positieve effecten zo lang mogelijk vast<br />
te houden. Idem voor de ouders en voor eventuele hulpverlenende instellingen.<br />
Een afrondingsgesprek (eindgesprek) vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de coach.<br />
De conclusies uit het afrondingsgesprek en de informatie uit het eindverslag vormen de basis voor het<br />
nazorgplan. Kern daarin is de wijze waarop verworvenheden en effecten van de deelname aan het<br />
<strong>Rebound</strong> <strong>Midden</strong>-<strong>Brabant</strong> 4
eboundprogramma behouden kunnen worden. Opnieuw geldt dat voor iedere leerling maatwerk<br />
geboden moet worden. Inhoudelijk is het nazorgplan voor een belangrijk deel ook afhankelijk van de<br />
bestemming van de leerling: voor een leerling die terugkeert naar de eigen school ziet een nazorgplan<br />
er anders uit dan voor een leerling die naar een andere school gaat. De leerling en indien van<br />
toepassing de school van herkomst worden betrokken bij het opstellen van het plan.<br />
De ervaring in <strong>Midden</strong>-<strong>Brabant</strong> heeft geleerd dat hoge eisen gesteld moeten worden aan de nazorg en<br />
dat het niet wenselijk is een leerling te snel “los te laten” vanuit <strong>Rebound</strong>. Een nazorgplan is essentieel<br />
voor de continuïteit van de schoolloopbaan. Dit plan wordt op meerdere manieren uitgevoerd: door<br />
het nakomen van afspraken met school en ouders, het coachen van betrokkenen, terugkomgesprekken<br />
en deelname aan een ‘opfristraining’. Dit alles wordt uitgevoerd door de “nazorgcoach”. (zie ook 2.7).<br />
2.3 Samenwerking met externe instellingen op uitvoeringsniveau<br />
Voor de uitvoering van de diverse programmaonderdelen heeft het SWV VO <strong>Midden</strong>-<strong>Brabant</strong><br />
afspraken gemaakt met het Leger des Heils, het <strong>Midden</strong>-<strong>Brabant</strong> College, SNENS (creativiteit), Rocks<br />
’n Rivers (sport) en 2 freelance dramadocenten (drama). Voor onderzoek van leerlingen kan een<br />
beroep worden gedaan op SOM Onderwijsadviseurs en op medewerkers van het OPDD van het SWV<br />
VO <strong>Midden</strong>-<strong>Brabant</strong>.<br />
Bureau jeugdzorg<br />
Bij de aanmelding door de school wordt in de bovenschoolse PCL nagegaan of er al contacten bestaan<br />
met de jeugdzorg. Gebleken is dat ruim 80% van de voor <strong>Rebound</strong> aangemelde leerlingen daar al<br />
bekend is (uiteenlopend van een eenmalig contact tot OTS). Dit geeft aan dat de reboundleerlingen<br />
complexe problematiek vertonen en/of in een problematische thuissituatie leven.<br />
Een jeugdzorgmedewerker is betrokken bij de aanmelding voor <strong>Rebound</strong>, met het doel te komen tot<br />
afstemming en wellicht continuïteit tussen de verschillende zorgtrajecten. Ook gedurende het verblijf<br />
van de leerling in <strong>Rebound</strong> is gezamenlijke besluitvorming en afstemming tussen <strong>Rebound</strong> en de in te<br />
zetten jeugdzorg van belang. Verder zijn met bureau jeugdzorg afspraken gemaakt over deelname aan<br />
de casuïstiekbesprekingen. Jeugdzorg zal in de nazorg worden betrokken.<br />
Leger des Heils<br />
Zie de beschrijving van het (gedrags)trainingsprogramma onder 2.2. Ook de reboundcoördinator is in<br />
dienst van het Leger des Heils.<br />
2.4 Participatie school en ouders<br />
School<br />
<strong>Rebound</strong> <strong>Midden</strong>-<strong>Brabant</strong> moet worden gezien als een voorziening van en voor de scholen voor<br />
voortgezet onderwijs en maakt deel uit van de basiszorgstructuur voor de scholen van het SWV VO<br />
<strong>Midden</strong>-<strong>Brabant</strong>. De afstand tussen voorziening en school is liefst zo klein mogelijk en er moeten<br />
duidelijke werkafspraken worden gemaakt. Van de school van herkomst wordt verwacht dat zij in staat<br />
is leerlingen te selecteren die baat kunnen hebben bij plaatsing in rebound. Dat vereist zowel goed<br />
zicht hebben op de hulpvraag van de leerling, als op de mogelijkheden van de <strong>Rebound</strong> <strong>Midden</strong>-<br />
<strong>Brabant</strong>.<br />
De mentor en het zorg- en adviesteam (ZAT) spelen een belangrijke rol bij de toeleiding. De voorzitter<br />
van het zorg- en adviesteam zorgt voor aanmelding bij de bovenschoolse PCL.<br />
Gedurende de plaatsing blijft de leerling ingeschreven op de school van herkomst. De school wijst een<br />
vaste contactpersoon voor de leerling. De school levert relevante onderdelen van het dossier (na<br />
toestemming van de ouders) en wordt geïnformeerd over de inhoud van het handelingsplan. In het<br />
handelingsplan worden afspraken gemaakt over de relatie school van herkomst en <strong>Rebound</strong>, over de<br />
informatievoorziening over de voortgang van de leerling en de nazorg.<br />
Contact tussen school van herkomst en reboundvoorziening wordt als een ‘must’ gezien. Het is een<br />
essentiële voorwaarde voor het goed functioneren van <strong>Rebound</strong> en voor een succesvol verblijf van de<br />
leerling. De school moet beseffen dat zij óók voor in <strong>Rebound</strong> geplaatste leerlingen verantwoordelijk is<br />
en blijft. Dat betekent onder meer dat zij onderwijsmateriaal, studiewijzers en eventuele proefwerken<br />
dient aan te leveren. Daarmee levert de school van herkomst een belangrijke bijdrage aan het<br />
voorkomen van leerachterstanden. Continuïteit van het onderwijsprogramma in <strong>Rebound</strong> staat voorop<br />
en leerachterstanden wil men hoe dan ook voorkomen. Afspraken over contacten tussen school en<br />
<strong>Rebound</strong> worden vastgelegd in het handelingsplan.<br />
<strong>Rebound</strong> <strong>Midden</strong>-<strong>Brabant</strong> 5
De betrokkenheid van de school van herkomst is noodzakelijk in verband met de terugleiding van de<br />
leerling naar de school.<br />
Ouders<br />
Een aanmelding kan niet tot stand komen zonder toestemming van de ouders. Zij lezen en<br />
ondertekenen het aanmeldingsformulier en worden door de school geïnformeerd over het besluit van<br />
de bovenschoolse PCL tot al dan niet toelaten. Bij een positief besluit volgt een kennismakingsgesprek<br />
waarbij de ouders en de leerling aanwezig zijn. Hierin gaat het om kennismaken, het afsluiten van een<br />
overeenkomst tussen <strong>Rebound</strong> en ouders/leerling en het bespreken van het reboundprogramma en het<br />
handelingsplan.<br />
De ouders en de leerling worden geïnformeerd over de opzet, de aanpak en de leerpunten en hebben<br />
inzage in het handelingsplan. Hierin wordt het contact tussen rebound en ouders nader uitgewerkt<br />
(gesprekscontacten, ouderavonden, huisbezoek, etc.). De ouders zijn aanwezig bij de tussentijdse<br />
evaluatie en bij het eindgesprek. Dagelijks is er doormiddel van de observatiekaart contact met ouders<br />
en regelmatig is er telefonisch contact. Ten slotte worden zij betrokken bij de uitvoering van het<br />
nazorgplan.<br />
2.5 Succesfactoren en verbeterpunten<br />
Succesfactoren<br />
- Essentiële voorwaarde voor een succesvolle plaatsing is de motivatie van de leerling zich in te<br />
zetten.<br />
- Tijdig signaleren van de problematiek op school: wordt te lang gewacht, dan is het risico groot dat<br />
school en leerling uiteindelijk niet meer met elkaar verder willen. <strong>Rebound</strong> moet aan kunnen<br />
sluiten op een bij voorkeur zo positief mogelijk moment in de relatie school – leerling.<br />
- Binnen <strong>Rebound</strong> werkt de gekozen methodiek erg goed: de positieve benadering slaat goed aan bij<br />
de jongeren.<br />
- De mogelijkheid maatwerk te bieden: dankzij de ruime keus aan trainingen binnen <strong>Rebound</strong> zijn<br />
er vele mogelijkheden om jongeren te bewegen tot verandering. Voor vrijwel iedere leerling is een<br />
passend aanbod samen te stellen.<br />
- De kleinschaligheid van de voorziening. In een klein groepje kan de leerling als individu worden<br />
benaderd en dit vergemakkelijkt de doelstelling maatwerk te leveren.<br />
- Lange adem in de relatie leerling – rebound. Overigens is dit tevens een valkuil: er moet voor<br />
worden gewaakt niet tè lang door te gaan, waardoor passende hulp of begeleiding vanuit <strong>Rebound</strong><br />
te laat wordt ingeschakeld. Dat kan leiden tot een nieuw “faalmoment’. Dat moet voorkomen<br />
worden.<br />
- De nazorgcoach die na het afronden van het programma nog contact heeft met de leerling (bij de<br />
een intensiever dan de andere) om zo te voorkomen dat ze gelijk weer terugvallen in hun oude rol<br />
en er op toe te zien dat docenten hen die nieuwe kans geven die ze verdienen.<br />
Verbeterpunten<br />
Om de inzet van ouders te verbeteren wordt binnen het <strong>Rebound</strong>programma gekeken hoe een ouder-<br />
(kind)training geïntegreerd kan worden. Ook gaat men intensiever door met het geven van trainingen<br />
op locatie (zie de nadere uitwerking onder 2.7, methodische ambities).<br />
2.6 Prestaties<br />
<strong>Rebound</strong> <strong>Midden</strong>-<strong>Brabant</strong> is gestart in 2006. De verwachting was in het schooljaar 2006 – 2007<br />
ongeveer 60 jongeren op te vangen. Dat is gelukt: er zijn 55 jongeren geplaatst (verdeeld over de helft<br />
fulltime en de helft modulaire leerlingen). Sindsdien zijn 43 leerlingen uitgestroomd. De overige 12<br />
leerlingen zijn gestart voor de zomervakantie en beëindigen hun plaatsing in het schooljaar 2007 –<br />
2008.<br />
Van de 43 uitgestroomde leerlingen zijn er 31 teruggekeerd naar de eigen school 1 . Zes leerlingen zijn<br />
naar een andere school op hetzelfde niveau binnen het samenwerkingsverband vertrokken. De overige<br />
zes leerlingen zijn op basis van zeer zware problematiek, die het hen onmogelijk maakte onderwijs te<br />
1 Het kan overigens voorkomen dat de jongere daar niet blijven, maar alsnog naar een andere instelling of<br />
programma vertrekken (bv. Op de Rails) Het is de verantwoordelijkheid van de school dit in gang te zetten door<br />
een hernieuwde aanvraag te doen. In de toekomst hoopt men deze gang van zaken middels nazorg tegen te gaan.<br />
<strong>Rebound</strong> <strong>Midden</strong>-<strong>Brabant</strong> 6
volgen, overwegend in een jeugdzorgvoorziening geplaatst. Bij één leerling is de bestemming<br />
onbekend.<br />
2.7 Methodische ambities<br />
<strong>Rebound</strong> <strong>Midden</strong>-<strong>Brabant</strong> kiest voor een duidelijk gestructureerde en gefaseerde werkwijze in de<br />
begeleiding, vanaf het moment van aanmelding tot en met de nazorg.<br />
Bij het opstellen van het handelingsplan streeft men zo veel mogelijk naar maatwerk aan de hand van<br />
de volgende principes:<br />
– Aanbieden van een gestructureerde en methodische aanpak die zich richt op het versterken<br />
van eerder verworven competenties van de leerling en het ontwikkelen van nieuwe<br />
competenties.<br />
– Benadrukken van het positieve. Gedragsproblemen worden benaderd als ‘leerpunt’ waardoor<br />
het omgaan met het probleem wordt omgezet in een kwaliteit.<br />
– Het handelingsplan wordt opgevat als een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP), waardoor de<br />
leerling nog duidelijker de eigen verantwoordelijkheid voelt voor de eigen ontwikkeling.<br />
IInhoudelijke speerpunten<br />
Mede naar aanleiding van een bezoek van de Inspectie Onderwijs (september 2007) heeft <strong>Rebound</strong><br />
<strong>Midden</strong>-<strong>Brabant</strong> haar kwaliteitsbeleid aangescherpt. De doelstellingen en activiteiten zullen zo<br />
concreet mogelijk beschreven worden. Tegelijkertijd zal ook meer aandacht worden gegeven aan het<br />
benoemen van resultaten. Een en ander zal leiden tot een herbezinning op de cyclus van<br />
doelformulering, uitvoering, evaluatie en de vaststelling van de resultaten.<br />
Training op locatie<br />
Deze werkwijze blijkt in preventieve zin bijzonder effectief te zijn. De doelgroep bestaat uit leerlingen<br />
van leerjaar 1 en 2, die problematisch gedrag vertonen (impulsiviteit, omgaan met autoriteit, motivatie<br />
en agressie). De toeleiding naar en de samenstelling van de groep regelt de school in overleg met de<br />
gedragstrainer. De school zelf heeft het overleg met de ouders, de zorgcoördinator, zorgteam e.d.<br />
De training wordt verzorgd door een medewerker van <strong>Rebound</strong> <strong>Midden</strong>-<strong>Brabant</strong>, samen met een<br />
docent van de school. De ervaring heeft geleerd dat de inzet van de school noodzakelijk is voor een<br />
goede inbedding van de training in de zorgstructuur van de school en dat mede daardoor de<br />
gedragsverandering bij leerlingen langer beklijft.<br />
Het is de bedoeling het aanbod ‘training op locatie’ te intensiveren en op die manier een extra impuls<br />
te geven aan de kwaliteit van de tweedelijns activiteiten binnen de zorgstructuur van meerdere scholen<br />
en tevens de ontwikkelde expertise van <strong>Rebound</strong> <strong>Midden</strong>-<strong>Brabant</strong> verder te verspreiden. Ook wordt<br />
verwacht dat problemen van leerlingen hierdoor in een eerder stadium kunnen worden opgelost.<br />
Nazorg<br />
Naast de trainingen op locatie gaat <strong>Rebound</strong> <strong>Midden</strong>-<strong>Brabant</strong> meer aandacht geven aan het<br />
vasthouden van de verworvenheden op leerlingniveau. Immers: de schoolse setting waarin de leerling<br />
terugkeert is tijdens diens plaatsing in <strong>Rebound</strong> niet of nauwelijks veranderd. Ook is lang niet iedereen<br />
in de schoolorganisatie goed op de hoogte van de inhoud, de aanpak en de werkwijze van het<br />
programma.<br />
Nazorg vindt ook plaats met externe instellingen. Zo is het denkbaar dat leerlingen na een verblijf in de<br />
<strong>Rebound</strong> <strong>Midden</strong>-<strong>Brabant</strong> in een traject geplaatst worden van schoolmaatschappelijk werk, bureau<br />
jeugdzorg, GGZ. Voor de uitvoering van die zorgtrajecten is het gewenst dat deze instellingen goed op<br />
de hoogte zijn van de geboekte resultaten bij de leerling. Daarover zijn overigens al werkafspraken<br />
gemaakt met de betreffende instellingen en wordt gericht samengewerkt.<br />
Gedurende minimaal de eerste twee tot drie maanden na vertrek uit <strong>Rebound</strong> wordt nazorgcoaching<br />
geboden. De nazorgcoach voert een aantal voortgangsgesprekken met de leerling en zorgt ervoor dat<br />
de verworven vaardigheden beklijven. In de gesprekken wordt teruggegrepen op onderwerpen uit de<br />
trainingen en worden vaardigheden opnieuw geoefend. Ook kunnen lastige situaties worden<br />
doorgenomen en geoefend.<br />
De nazorgcoaching richt zich niet alleen op de leerling zelf, maar ook op de (school)omgeving<br />
(zorgcoördinator, mentor, vakdocenten, bijwonen bespreking zorgteam, presentatie van de<br />
reboundmethodiek voor het schoolteam, leerlingbespreking e.d.). Dit versterkt het preventieve<br />
karakter van de inzet van rebound. Als docenten getraind worden in het (waar nodig) adequater<br />
reageren op jongeren, is dat niet alleen van voordeel voor de reboundjongeren, maar voor alle<br />
<strong>Rebound</strong> <strong>Midden</strong>-<strong>Brabant</strong> 7
(zorg)leerlingen.<br />
3. ORGANISATIE EN BESTUURLIJKE FACTOREN<br />
3.1 Organisatorische inbedding<br />
De medewerkers van de <strong>Rebound</strong> <strong>Midden</strong>-<strong>Brabant</strong> behouden hun rechtspositionele aanstelling bij een<br />
uitvoerende instelling en komen niet in dienst bij het SWV VO <strong>Midden</strong>-<strong>Brabant</strong>. Er zijn bestuurlijke<br />
overeenkomsten gesloten tussen het bestuur van het SWV VO <strong>Midden</strong>-<strong>Brabant</strong> en de besturen van de<br />
afzonderlijke instellingen. Verder zijn er afspraken over de verdeling van taken en<br />
verantwoordelijkheden tussen het SWV VO <strong>Midden</strong>-<strong>Brabant</strong> en de reboundvoorziening.<br />
3.2 Medewerkers en uitvoeringspartners<br />
De basis van de organisatie van de <strong>Rebound</strong> <strong>Midden</strong>-<strong>Brabant</strong> is beschreven in het bestuurlijk Plan van<br />
aanpak. Daarin zijn o.a. taakomschrijvingen opgenomen voor<br />
– de inhoudelijk beleidsmedewerker van het SWV VO <strong>Midden</strong>-<strong>Brabant</strong>. Deze voert onder<br />
verantwoordelijkheid van de stuurgroep en het bestuur inhoudelijke werkzaamheden uit.<br />
Tevens adviseert hij de stuurgroep en het bestuur en de coördinator van de <strong>Rebound</strong> <strong>Midden</strong>-<br />
<strong>Brabant</strong> en diverse werkgroepen.<br />
– de coördinator van de reboundvoorziening. Deze draagt zorg voor de coördinatie van de<br />
dagelijkse uitvoering van de werkzaamheden en neemt deel aan het uitvoerende werk. De<br />
coördinator heeft regelmatig contact met de inhoudelijk beleidsmedewerker.<br />
– de uitvoerende medewerkers. Deze zijn verantwoordelijk voor het uitvoerende werk in de<br />
taakstelling onderwijs, gedragstraining, sport, drama en creativiteit.<br />
3.3 Financiering<br />
De <strong>Rebound</strong> <strong>Midden</strong>-<strong>Brabant</strong> wordt hoofdzakelijk gefinancierd uit middelen die de overheid ter<br />
beschikking stelt voor de uitvoering van een reboundvoorziening. Verder betaalden de plaatsende<br />
scholen een bijdrage per geplaatste leerling.<br />
Referenties<br />
Schriftelijke stukken:<br />
- Plan van aanpak. <strong>Rebound</strong>voorziening <strong>Midden</strong>-<strong>Brabant</strong>. Centrum voor onderzoek en begeleiding van<br />
risicoleerlingen. Aanvulling op zorgplan 2005 – 2006, Tilburg, november 2005 (met aanbiedingsbrief<br />
voor het Ministerie van OC&W)<br />
- Verhalen uit de <strong>Rebound</strong> <strong>Midden</strong>-<strong>Brabant</strong>, Een nieuwe kans om te scoren. Publicatie van het<br />
Regionaal Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs <strong>Midden</strong>-<strong>Brabant</strong> (2007).<br />
Telefonisch<br />
Overleg met de coördinator <strong>Rebound</strong>, feb. 2008<br />
<strong>Rebound</strong> <strong>Midden</strong>-<strong>Brabant</strong> 8