30.08.2013 Views

semiokapitalisme - Skor

semiokapitalisme - Skor

semiokapitalisme - Skor

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Franco Berardi<br />

Marco Jacquemet<br />

De Italiaanse<br />

anomalie<br />

Berlusconi en het<br />

<strong>semiokapitalisme</strong><br />

Studie naar de<br />

huidige Italiaanse<br />

maatschappij<br />

brengt volgens<br />

Franco Berardi<br />

(losoof) en<br />

Marco Jacquemet<br />

(communicatiewetenschapper)<br />

sociale en politieke<br />

trends aan het<br />

licht die elders ter<br />

wereld nog in<br />

ontwikkeling zijn.<br />

Zij verklaren het<br />

succes van Silvio<br />

Berlusconi uit<br />

krachten die zijn<br />

ontstaan tijdens de<br />

Contra reformatie<br />

en de Barok en die<br />

het geïndustrialiseerde<br />

katholieke<br />

Italië nooit hebben<br />

verlaten. Sinds<br />

de overgang naar<br />

het semiokapitalistische<br />

systeem,<br />

waarin het talige<br />

dominant is, zijn<br />

ze zelfs weer manifest<br />

geworden.<br />

In het boek Vuelta de siglo, argumenteert<br />

Bolivar Echeverria dat de opkomst<br />

van de moderne tijd in de zestiende en<br />

zeventiende eeuw beter begrepen kan<br />

worden als we niet alle historische veranderingen<br />

in een enkel model proberen<br />

samen te voegen, maar onderscheid<br />

maken tussen twee conicterende maar<br />

onderling vervlochten paradigma’s. 1<br />

Het eerste paradigma werd ontwikkeld<br />

vanuit een dominante<br />

burgerlijke<br />

visie op moder-<br />

1. Bolivar Echeverria, Vuelta<br />

de siglo (Mexico DF: Biblioteca<br />

Era, 2006).<br />

niteit, gebaseerd op de protestantse<br />

ethiek en de sterke plaatsgebondenheid<br />

van industriële productie. De andere<br />

visie op moderniteit kwam voort uit de<br />

Contrareformatie en de Barok. Deze<br />

tweede moderniteit, stelt hij, raakte<br />

gemarginaliseerd en werd ondergeschikt<br />

toen de industrialisering de<br />

sociale leefomgeving reduceerde tot<br />

een proces van gemechaniseerde productie<br />

en reproductie. Hierdoor werd<br />

het eerste paradigma bepalend voor het<br />

idee van moderniteit.<br />

De in de negentiende eeuw ontstane<br />

bourgeoisie was sterk geworteld in een<br />

lokaal milieu, omdat waardevermeerdering<br />

niet gescheiden kon worden van<br />

de groei (en expansie) van materiële<br />

productie, die voortkwam uit het con-<br />

ictueuze huwelijk tussen de manuele<br />

vaardigheden van arbeiders en de<br />

nanciële en ondernemersvaardigheden<br />

van kapitalisten. Echeverria merkt<br />

op dat de katholieke kerk sinds de zestiende<br />

eeuw een andere draai aan de<br />

moderniteit hee gegeven, gebaseerd<br />

op verbeelding en ontworteling. De spirituele<br />

en immateriële macht van Rome<br />

is altijd gebaseerd geweest op de ideo-<br />

logische controle over de verbeelding,<br />

maar deze invloed werd nauwelijks in<br />

overweging genomen door de pragmatische<br />

ethiek van de industriële cultuur.<br />

Het katholieke Spanje van de zestiende<br />

en zeventiende eeuw was de<br />

voorloper van een non-industriële<br />

variant van accumulatie, gebaseerd<br />

op de massale roof die plaatsvond op<br />

de Amerikaanse continenten. Deze<br />

poot van moderniteit raakte gemarginaliseerd<br />

na de militaire nederlaag<br />

van de ‘Onoverwinnelijke Armada’<br />

in de zeeoorlog met het Britse Rijk,<br />

een gebeurtenis die de economische<br />

en politieke neergang van Spanje<br />

inleidde. Deze bevestiging van het<br />

Noord-Europese kapitalisme opende<br />

de deur voor de industriële revolutie.<br />

De protestantse moderniteit bepaalde<br />

voortaan de canon, maar de barokke<br />

poot van de moderniteit werd daarmee<br />

niet uitgewist: hij ging ondergronds,<br />

diep in de catacomben van de moderne<br />

verbeelding, om weer op te duiken aan<br />

het eind van de twintigste eeuw, toen<br />

het kapitalisme een dramatische paradigmaverschuiving<br />

onderging richting<br />

postindustriële productie.<br />

Deze nieuwe productiesfeer, aangeduid<br />

met de term <strong>semiokapitalisme</strong>,<br />

kenmerkt zich door de productie en het<br />

tot handelswaar maken van technolinguïstische<br />

instrumenten (van nanci-<br />

ele producten tot<br />

soware tot allerhande‘achterkamerdiensten’).<br />

2 Met<br />

de opkomst van<br />

de semiokapitalistische<br />

economie<br />

raakt economische<br />

2. Zie Franco Berardi,<br />

Marco Jacquemet & Gianfranco<br />

Vitali, Ethereal<br />

Shadows: Communications<br />

and Power in Contemporary<br />

Italy (New York: Autonomedia,<br />

2009); Franco Berardi,<br />

Precarious Rhapsody:<br />

Semiocapitalism and the<br />

Pathologies of Post-Alpha<br />

Generation (New York:<br />

Minor Compositions, 2010).<br />

38 Open 2010/Nr. 20/De populistische verbeelding De Italiaanse anomalie 39


productie nauw<br />

vervlochten met<br />

taal. 3 Terwijl de<br />

industriële economieplaatsgebonden<br />

was, veelal<br />

3. Zie Christian Marazzi,<br />

Capital and Language: From<br />

the New Economy to the War<br />

Economy (Cambridge/Mass.:<br />

MIT Press, 2008); Paolo<br />

Virno, Multitude: Between<br />

Innovation and Negation<br />

(Los Angeles: Semiotext(e),<br />

2008).<br />

gebaseerd op de vindplaats van ijzer en<br />

staal, is postindustriële productie juist<br />

gebaseerd op de caleidoscopische en<br />

niet plaatsgebonden semiotische productie.<br />

Semiokapitalisme dus, omdat<br />

de waren die circuleren in de economische<br />

wereld tekens, guren, beelden,<br />

projecties en verwachtingen zijn. Taal<br />

is niet langer slechts een werktuig om<br />

het economische proces weer te geven,<br />

het wordt nu de primaire bron van<br />

accumulatie, terwijl het handelsgebied<br />

overal kan zijn. Speculatie en spektakel<br />

vermengen zich, vanwege het intrinsiek<br />

inatoire (metaforische) karakter<br />

van taal. Het linguïstische web van<br />

semioproductie is een spiegelpaleis<br />

dat onvermijdelijk leidt tot crises door<br />

overproductie en uit elkaar spattende<br />

zeepbellen.<br />

Het is belangrijk om de sociale<br />

implicaties te zien van deze twee visies<br />

op de moderniteit: de relatie tussen de<br />

industriële bourgeoisie en de arbeidersklasse<br />

was een relatie gebaseerd<br />

op conict, maar ook op alliantie en<br />

wederkerigheid. De dynamiek van<br />

vooruitgang en groei die voortkwam<br />

uit de fysieke gebondenheid aan de plek<br />

van de fabriek, zorgde ervoor dat er<br />

een overeenkomst kon ontstaan tussen<br />

deze twee fundamentele klassen van<br />

het industriële tijdperk. Deze overeenkomst<br />

was gebaseerd op collectieve<br />

onderhandelingen en leidde tot de<br />

opbouw van de verzorgingsstaat. De<br />

bourgeoisie en de arbeidersklasse slaagden<br />

er niet in om hun lot van elkaar los<br />

te koppelen, het radicale conict tussen<br />

loon en winst, tussen geleefde tijd en de<br />

tijd van valorisatie ten spijt.<br />

In het laatste decennium van de<br />

twintigste eeuw leek er een nieuwe<br />

alliantie tussen arbeid en kapitaal<br />

mogelijk, die tot uitdrukking kwam in<br />

de dotcom-ondernemingen en leidde<br />

tot een uitzonderlijke technologische<br />

sprong vooruit in de digitale sfeer.<br />

Maar deze alliantie leed schipbreuk<br />

door het overwicht van nanciële<br />

macht ten opzichte van cognitieve<br />

arbeid. Het plunderende gedrag van de<br />

nanciële klasse vulde de lege ruimte<br />

van de immer uctuerende waarde.<br />

Immers, als taal het algemene kenmerk<br />

van productie wordt, de mathematische<br />

verhouding tussen arbeidstijd en<br />

waarde gebroken wordt, en deregulering<br />

alle aansprakelijkheid teniet doet,<br />

wordt roofzucht de norm als het om<br />

concurrentie gaat. Dit hee zich sinds<br />

de aanvang van de neoliberale politiek<br />

op wereldwijde schaal voltrokken.<br />

Met de deregulering, het belangrijkste<br />

principe van de Chicago School,<br />

zijn de politieke en juridische grenzen<br />

die aan de kapitalistische expansie<br />

waren gesteld, weggevaagd. Deregulering<br />

kan echter niet alleen gezien<br />

worden als een zuiver politieke verandering.<br />

Het moet ook beschouwd<br />

worden in de context van de technologische<br />

en culturele evolutie die het<br />

proces van waardevorming verplaatst<br />

hee van mechanische productie richting<br />

semiotische productie. De relatie<br />

tussen arbeidstijd en waardevorming is<br />

onzeker geworden en niet meer vast te<br />

stellen. Cognitieve arbeid is nauwelijks<br />

te herleiden tot meetbare tijd; het is<br />

onmogelijk vast te stellen hoeveel tijd<br />

er vereist is voor de productie van een<br />

idee. Als de relatie tussen arbeid en<br />

waarde niet meer te bepalen is, regeert<br />

alleen het recht van de sterkste nog in<br />

de mondiale arbeidsmarkt. Het gaat<br />

dan niet meer om eenvoudige uitbuiting,<br />

maar om slavernij, puur geweld<br />

gericht tegen het naakte leven van de<br />

werkers van de wereld. Geweld is dan<br />

ook de overheersende economische<br />

kracht geworden in het neoliberale<br />

tijdperk. 4 Met geweld beheersen de<br />

Italiaanse, Mexicaanse en Russische<br />

organisaties de<br />

narcoticamarkt,<br />

de wapenmarkt,<br />

de prostitutie, en<br />

investeren zij hun<br />

winst op de nanciele<br />

markten. Noem<br />

het maa of iets<br />

anders, feit is dat in<br />

Mexico, net als in<br />

Italië of Rusland,<br />

de nanciële<br />

markten, de media<br />

en de politieke<br />

macht in handen<br />

zijn van personen<br />

die hun positie te<br />

danken hebben aan<br />

4. In zijn boek Gomorra,<br />

beschrij Roberto Saviano<br />

het maasysteem van<br />

Zuid-Italië als in essentie<br />

een vorm van postburgerlijk<br />

kapitalisme waar moordenaars<br />

niet een kwaadaardig<br />

uitgroeisel zijn van een<br />

gezond lichaam, maar het<br />

lichaam zelf vormen. ‘Het<br />

woord “Camorra” bestaat<br />

niet; het is een politiewoord,<br />

gebruikt door magistraten<br />

en journalisten. Het tovert<br />

een glimlach op het gezicht<br />

van de leden, het is een term<br />

bedacht door experts die in<br />

de prullenbak thuishoort.<br />

Het woord dat door de<br />

clanleden gebruikt wordt<br />

is Systeem (…) Georganiseerde<br />

misdaad valt direct<br />

samen met de economie,<br />

de dialectiek van de handel<br />

vormt het skelet van de clan.’<br />

Roberto Saviano, Gomorra<br />

(Milaan: Mondadori, 2006),<br />

p. 48.<br />

wetteloosheid en geweld. Om nog maar<br />

niet te spreken van de rol van bedrijven<br />

als Halliburton of Blackwater in de<br />

Verenigde Staten, bedrijven die oorlogen<br />

in de hand werken, levens verwoesten<br />

en landen op de rand van de<br />

afgrond brengen, omdat hun bedrijfsvoering<br />

bestaat bij de gratie van oorlog.<br />

Deterritorialisering en<br />

reterritorialisering<br />

Toen in de jaren zeventig het accent in<br />

de mondiale economie op immateriële<br />

productie kwam te liggen, begon de<br />

tot dan toe geldende burgerlijke identicatie<br />

van rijkdom met fysiek bezit<br />

en plaatsgebonden arbeid te eroderen.<br />

Sindsdien wordt het kapitalisme<br />

geregeerd door een logica die weinig<br />

overeenkomsten hee met het glorieuze<br />

tijdperk van de industriële arbeid.<br />

Het wordt gekenmerkt door andere<br />

relaties die in de verste verte niet lijken<br />

op de discipline en het arbeidsethos<br />

van de plaatsgebonden productie, die<br />

de wereld van het klassieke industrieel<br />

kapitalisme domineerde. Dit was het<br />

protestantse kapitalisme dat de Franse<br />

econoom Michel Albert als ‘Rijnlands’<br />

denieerde, omdat zijn ideale geograsche<br />

ruimte die van het Roergebied was,<br />

het Duitse industriegebied<br />

nabij de<br />

Franse grens. 5<br />

5. Michel Albert, Capitalisme<br />

contre Capitalisme<br />

(Parijs: Le Seuil, 1991).<br />

De afgelopen decennia hee zich<br />

een grondige sociaal-economische<br />

transformatie voltrokken, die begon<br />

toen het nanciële netwerk zich los<br />

ging maken van de materiële economie.<br />

Dit proces startte met de arbitraire<br />

beslissing van de Amerikaanse<br />

president Nixon om het Bretton<br />

Woods-systeem uit 1944 overboord te<br />

zetten. In 1971 besloot hij de gouden<br />

standaard los te laten, waarmee de<br />

Amerikaanse munteenheid voortaan<br />

slechts naar zichzelf verwees. Vanaf<br />

dat moment werd geld in de wereldeconomie<br />

wat het in essentie al was:<br />

een in wezen taalkundige handeling.<br />

40 Open 2010/Nr. 20/De populistische verbeelding De Italiaanse anomalie 41


Geld bleek niet langer een teken dat<br />

refereerde aan een stapel koopwaren,<br />

een hoeveelheid edelmetaal of enig<br />

ander goed: in plaats daarvan werd het<br />

een factor van simulatie, een kracht die<br />

allerhande arbitraire processen onafhankelijk<br />

van de materiële economie in<br />

gang kon zetten.<br />

De semiokapitalistische economie<br />

is het systeem van volmaakte onbepaaldheid:<br />

de nanciële draai van de<br />

economie en de dematerialisering van<br />

productie hebben tot een zekere mate<br />

van onvoorspelbaarheid en onzekerheid<br />

van de markt geleid, die tot dan toe<br />

ongekend was in de geschiedenis van de<br />

industriële economie. In het industriele<br />

productieproces kan de waarde van<br />

een product gebaseerd worden op een<br />

betrouwbaar element: de hoeveelheid<br />

sociaal noodzakelijke arbeid die vereist<br />

is om het product voort te brengen.<br />

Maar deze regel geldt niet meer in<br />

de sfeer van semiokapitaal, waar de<br />

belangrijkste goederen uit kennis,<br />

taal en verbeelding bestaan. Binnen<br />

dit nieuwe model is het criterium van<br />

waardevorming niet langer objectief of<br />

kwanticeerbaar op basis van een vaste<br />

grondslag. Arbeidstijd geldt niet langer<br />

meer als toetssteen in het economische<br />

proces. En leugens, geweld, corruptie<br />

zijn dan ook geen marginale verschijnselen<br />

meer, maar neigen ertoe het alfa<br />

en omega van het dagelijks bedrijfsmanagement<br />

te worden. De economische<br />

macht ligt in handen van degenen die<br />

beschikken over de machtigste technolinguïstische<br />

instrumenten. Het regeren<br />

van het medialandschap, de dominantie<br />

over sowareproductie, en de controle<br />

over nanciële informatie: dat zijn de<br />

huidige parameters van economische<br />

macht.<br />

In het semiokapitalistische productiemodel<br />

hee zich een nieuwe klasse<br />

van sociale actoren gevormd die de<br />

mondiale economie domineert: de<br />

zogenaamde ‘lompenburgerij’. 6 Deze<br />

klasse staat lijnrecht<br />

tegenover<br />

de oude bourgeoisie<br />

met haar<br />

gehechtheid aan<br />

spaarzaamheid,<br />

eigendom en vlijt.<br />

De aectio societatis<br />

van de entrepreneur<br />

van weleer is<br />

verdwenen, daar de<br />

nieuwe kapitalisten<br />

hun fortuin niet<br />

meer ontlenen aan<br />

lokale ondernemingen,<br />

maar aan<br />

vluchtige nanciële<br />

6. Marx gebruikt de term<br />

‘lompenproletariaat’ om<br />

het onderste stratum van de<br />

industriële arbeidersklasse<br />

te beschrijven, inclusief<br />

zwervers en criminelen. Het<br />

lompenproletariaat corrumpeert<br />

de proletarische<br />

waarden, en is niet in staat<br />

enige politieke organisatie<br />

te accepteren. De nouveaux<br />

riches die op het moment de<br />

rijzende sterren zijn van de<br />

mondiale nanciële economie<br />

kunnen ook als lompen<br />

geïdenticeerd worden<br />

omdat ze de politieke en<br />

morele waarden van de oude<br />

industriële bourgeoisie niet<br />

delen, en hun rijkdom niet<br />

te danken is aan geduldige<br />

accumulatie van arbeid en<br />

eigendom, maar het gevolg<br />

van plotselinge verrijking,<br />

van nancieel risico en vaak<br />

ook van misdaad.<br />

investeringen die niet meer gebonden<br />

zijn aan een bepaald territorium.<br />

Zoals immer hee het krachtige<br />

proces van ‘deterritorialisering’ dat aan<br />

de basis ligt van het <strong>semiokapitalisme</strong>,<br />

ook een cultureel eect van ‘reterritorialisering’<br />

veroorzaakt: nostalgie<br />

naar de tijd waarin etnisch homogene<br />

gemeenschappen, het fel verdedigen<br />

van de eigen identiteit en katholiek<br />

fundamentalisme nog gemeengoed<br />

waren. In Italië wordt deze dialectiek<br />

belichaamd door de Lega Nord, de<br />

politieke formatie die onderdeel is van<br />

de regering van Berlusconi en die diep<br />

geworteld is in de industriële gebieden<br />

van Noord-Italië. De Lega Nord is de<br />

voornaamste expressie van de cultuur<br />

van ‘reterritorialisering’ in Italië, en is<br />

bovendien de politieke vertegenwoordiging<br />

van het dynamisch ondernemerschap,<br />

dat het grootste deel van<br />

de nationale welvaart voortbrengt. De<br />

Lega Nord hee haar electorale succes<br />

(tussen de twintig en dertig procent<br />

in de noordelijke regio) gebaseerd op<br />

de retoriek van territoriale gebondenheid,<br />

en op de populistische claim dat<br />

migranten schuldig zijn aan de economische<br />

verarming van de werkende<br />

klasse. Dit vertoon van liefde voor de<br />

lokale cultuur en lokale belangen moet<br />

echter vooral als mythologie gezien<br />

worden. Dezelfde ondernemers die de<br />

globalisering de schuld geven van de<br />

verwoesting van lokale gemeenschappen,<br />

zijn rijk geworden door hun<br />

kapitaal te investeren in Roemenië,<br />

en misbruiken de concurrentie tussen<br />

migranten en lokale arbeiders als<br />

middel om de lonen omlaag te drijven.<br />

De dynamiek van het neoliberalisme<br />

hee de bourgeoisie gemarginaliseerd,<br />

en vervangen door twee tegengestelde<br />

klassen: het ‘cognitariaat’, ofwel de precaire<br />

en gefragmenteerde arbeid van<br />

de intelligentsia, en de managersklasse,<br />

met competitiviteit als enige eigenschap.<br />

Er ontstaan steeds extremere<br />

situaties, waarbij concurrentie samenvalt<br />

met het gewapenderhand verwijderen<br />

van concurrenten, leveranciers met<br />

geweld worden opgelicht, en alles dat<br />

geen bijdrage levert aan de winst van de<br />

sterkste verwoest wordt. In steeds groter<br />

wordende gebieden lijkt dit het geval.<br />

De neoliberale fase van het kapitalisme<br />

lijkt daarom op een oneindig<br />

en ononderbroken proces van deregulering,<br />

maar in feite is het precies het<br />

omgekeerde. Aan de ene kant worden<br />

protectionistische regels die grenzen<br />

stellen aan de concurrentie, de mobiliteit<br />

van de handel aan banden leggen<br />

en de expansieve macht van kapitaal<br />

belemmeren, opgeheven; aan de andere<br />

kant ontstaan nieuwe ongeschreven<br />

regels in de relaties tussen mensen,<br />

zodat ze steeds meer geknecht raken<br />

naarmate de onderneming zelf juist<br />

vrijer wordt. Een<br />

voor een worden de<br />

culturele en juridische<br />

conventies<br />

van de moderniteit<br />

en burgerlijke<br />

wetgeving aan<br />

de voordelen van<br />

kapitalistische<br />

deregulering opgeoerd.<br />

Het kapitalisme<br />

is omgeslagen<br />

in een roofstelsel:<br />

Splattercapitalism,<br />

dat het einde van<br />

de burgerlijke<br />

hegemonie en van<br />

het verlichte universalisme<br />

van de<br />

wet inhoudt. 7<br />

Anomalie<br />

7. Splatter of splatterhouse is<br />

een horror subgenre dat zich<br />

opzettelijk richt op grasche<br />

verbeelding van geweld en<br />

bloedvergieten. Het genre<br />

komt voort uit een fascinatie<br />

voor de kwetsbaarheid van<br />

het menselijk lichaam en de<br />

theatraliteit van verminking.<br />

Ik gebruik de term splatter<br />

voor de verbinding tussen<br />

economie en spectaculaire<br />

misdaad, die de maa en de<br />

Camorra kenmerkt. In deze<br />

context verwijst splatter naar<br />

de corrumpering van de<br />

sociale sensibiliteit wanneer<br />

misdaad niet langer een<br />

marginale functie van het<br />

kapitalistische systeem is,<br />

maar een bepalende factor<br />

wordt in de gedereguleerde<br />

concurrentieverhoudingen.<br />

Als in een lm van Quentin<br />

Tarantino zijn marteling,<br />

moord, kinderuitbuiting,<br />

gedwongen prostitutie, en<br />

de productie van massavernietigingswapensonontbeerlijke<br />

technieken van<br />

economische concurrentie<br />

geworden.<br />

Om het sociaal-culturele landschap van<br />

Italië met zijn eigenaardigheden beter<br />

te begrijpen, moeten we teruggaan naar<br />

de katholieke Contrareformatie, die<br />

het primaat van het religieuze boven<br />

het seculiere poogde te herstellen en<br />

waarbij de diepe onderlaag van de<br />

katholieke cultuur zich verzet tegen<br />

burgerlijke productiviteit en eciency.<br />

42 Open 2010/Nr. 20/De populistische verbeelding De Italiaanse anomalie 43


De Contrareformatie bleef gedurende<br />

de hele moderne tijd diep verankerd<br />

in het Italiaanse zeleeld en manifesteerde<br />

zich op beslissende momenten<br />

in al haar reactionaire kracht. Tijdens<br />

de Napolitaanse revolutie van 1799,<br />

bijvoorbeeld, raakte de verlichte burgerij<br />

geïsoleerd en werd zij verslagen,<br />

doordat het volk de kant koos van het<br />

machtige huis van Bourbon, bondgenoot<br />

van de kerk. Vanaf 1800 werkte<br />

het bondgenootschap tussen de kerk en<br />

de plattelandsklassen als een antiburgerlijke<br />

conservatieve kracht, die vijandig<br />

stond tegenover pogingen om het<br />

nationale leven te seculariseren. In de<br />

jaren die volgden op de Tweede Wereldoorlog<br />

vormden de christen-democraten<br />

de dominante politieke macht, als<br />

representant van de permanente onderhandeling<br />

tussen kapitalistische modernisering<br />

en de religieuze achterlijkheid.<br />

Het zou echter verkeerd zijn om het<br />

verzet van de katholieke cultuur die<br />

voortkomt uit de geest van de Contrareformatie<br />

te zien als zuiver regressieve<br />

en conservatieve energie. In de<br />

jaren zeventig werd de term ‘Italiaanse<br />

anomalie’ gebruikt om de uitzonderlijke<br />

positie van een land te markeren,<br />

waar sociale bewegingen na ’68 zich<br />

voortzetten en meer dan een decennium<br />

lang hun stempel drukten op het<br />

sociaal-culturele leven. Het arbeidersverzet<br />

van de jaren zeventig bracht<br />

structuren van massaorganisatie voort<br />

en leverde brandstof voor opstanden<br />

tegen de door het kapitaal gewenste<br />

modernisering. De anomalie was gebaseerd<br />

op de bijzondere vasthoudendheid<br />

aan de arbeidersautonomie en het<br />

sociale conict dat eruit voortkwam.<br />

Italië onderging een lange periode van<br />

arbeidersstrijd die antimodernisme op<br />

een dynamische en paradoxaal genoeg<br />

progressieve manier omarmde.<br />

In die lange golf van sociaal conict<br />

komen we één constant terugkerend<br />

element tegen: de weigering om het<br />

leven ondergeschikt te maken aan<br />

werk. Deze weigering werd op talloze<br />

manieren uitgedrukt: ten eerste als stereotiepe<br />

mediterrane luiheid, waarbij<br />

aan sensualiteit en leven in de zon de<br />

voorkeur werd gegeven boven productiviteit<br />

en groei van de economie. Vervolgens<br />

kwam het in de jaren zeventig<br />

tot een politieke uitbarsting van ongehoorzaamheid<br />

en verzet tegen kapitalistische<br />

exploitatie. Deze houding kon<br />

dus opgenomen worden in een progressieve<br />

politieke strategie. Arbeiders<br />

wezen de inspanning en het repetitieve<br />

karakter van mechanische arbeid af en<br />

dwongen zo bedrijven steeds verder<br />

te reorganiseren. Het arbeidersverzet<br />

wilde menselijke vooruitgang en<br />

vrijheid, maar was tegelijkertijd ook<br />

een stimulans voor technologische<br />

en organisatorische ontwikkeling. In<br />

tegenstelling tot het protestantse idee<br />

van vooruitgang gebaseerd op arbeidsdiscipline,<br />

claimt de autonomistische<br />

antiwerkhouding dat technologische<br />

vooruitgang juist gebaseerd is op de<br />

afwijzing van discipline. Vooruitgang<br />

houdt in dat intelligentie wordt toegepast<br />

om inspanning en aankelijkheid<br />

te verminderen, met als doel het<br />

vergroten van het dolce far niente en de<br />

individuele vrijheid.<br />

De afwijzing van kapitalistische<br />

uitbuiting was uiteraard niet speci-<br />

ek Italiaans. Overal ter wereld eisten<br />

arbeiders hogere lonen en meer vrije<br />

tijd. Maar alleen in Italië zorgde deze<br />

ongehoorzaamheid ervoor dat de anarchistische<br />

geest van het zuidelijke plebs<br />

omgevormd werd tot een expliciet en<br />

politiek relevant vraagstuk: de autonomie<br />

van het dagelijks leven onder de<br />

kapitalistische discipline. Belichaamden<br />

de jonge opstandige werkers die in<br />

de jaren zeventig uit Napels en Calabrië<br />

naar de fabrieken in het Noorden<br />

kwamen dan het individualistische en<br />

antimoderne populisme in de geest van<br />

de contrarevolutie van 1799, dat de<br />

Napolitanen aanzette tot verzet tegen<br />

de verlichte burgerij? Ja, deels. Maar<br />

hun rebellie drukte ook het besef uit<br />

dat de op industriële arbeid gefundeerde<br />

maatschappij op zijn eind liep,<br />

dat industriële arbeid een overblijfsel<br />

van het verleden was, en dat technologieën<br />

en sociale kennis de mogelijkheid<br />

openden om de maatschappij te bevrijden<br />

van de last van de fysieke arbeid.<br />

Het idee dat modernisering en<br />

corruptie geen tegenstrijdige zaken<br />

zijn, is diepgeworteld in de Italiaanse<br />

cultuur. In de jaren tachtig, tijdens de<br />

internationale opkomst van het neoliberalisme,<br />

gaf Italië de aanzet tot een<br />

eigenaardig politiek-economisch experiment.<br />

Nadat de arbeidersbewegingen<br />

waren verslagen, bleek tijdens het<br />

premierschap van Benedetto Craxi dat<br />

de dominante barokke ethiek tolerant<br />

was tegenover verduistering, corruptie<br />

en maapraktijken als bijkomstigheden<br />

van de economische ontwikkeling.<br />

Craxi, die met zijn Socialistische Partij<br />

(PSI) het politieke toneel van de jaren<br />

tachtig betrad, vertegenwoordigde het<br />

samengaan van de geest van de Con-<br />

trareformatie met een bereidheid tot<br />

neoliberale modernisering: modernisering<br />

en corruptie werden beschouwd<br />

als complementair. Dat de Communistische<br />

Partij uiteindelijk tegen Craxi<br />

in opstand kwam, was niet omdat hij<br />

de weg naar een neoliberale politiek<br />

opende, maar omdat hij corruptie toestond.<br />

In feite voelde Craxi aan – in dit<br />

opzicht was hij de voorloper van zijn<br />

persoonlijke vriend Berlusconi – wat<br />

met het omarmen van de neoliberale<br />

agenda teweeg zou worden gebracht.<br />

Dat de oude regelgeving van de welvaartsstaat<br />

als overbodig werd gezien,<br />

betekende dat elke andere door de<br />

maatschappij opgeworpen dam tegen<br />

de kapitalistische agressie gedoemd<br />

was op zijn beurt weggevaagd te<br />

worden. Het Italiaanse ‘katho-communisme’<br />

klampte zich in zijn doodsstrijd<br />

wanhopig vast aan ethische kwesties,<br />

en verzette zich tegen corruptie, immoraliteit<br />

en illegaliteit, maar niet tegen<br />

het neoliberalisme dat de welvaartstaat<br />

vernietigde, de lonen verlaagde, en<br />

een cultuur van concurrentie oplegde.<br />

Paradoxaal genoeg verdedigden ze<br />

dus de protestantse ethiek die vervluchtigde<br />

in de cultuur van de nieuwe<br />

ondernemersklasse.<br />

Voorwaardelijke regels<br />

Simulatie en fractionering zijn basiskenmerken<br />

van de Barok. In Neo-<br />

Baroque beweert Omar Calabrese dat<br />

de postmoderne stijl zich esthetische<br />

en discursieve modellen toeëigende,<br />

die voor het eerst ontstonden in de<br />

zeventiende eeuw. 8<br />

In de overgang<br />

8. Omar Calabrese, L’ età<br />

neobarocca (Bari: Laterza,<br />

1989).<br />

44 Open 2010/Nr. 20/De populistische verbeelding De Italiaanse anomalie 45


naar de postmoderniteit, maakte de op<br />

de ratio gebaseerde industriële architectuur<br />

plaats voor een verveelvoudiging<br />

van visies. De Barok wás tenslotte<br />

in essentie een verveelvoudiging van<br />

visies. Terwijl de protestantse strengheid<br />

een esthetiek voortbracht van<br />

zuivere en sobere beelden, verklaarde<br />

de Barok dat het voortbrengen van<br />

beelden goddelijk was, niet gebonden<br />

aan menselijke wetten, of ze nu door de<br />

staat, de politiek, de boekhoudkunde of<br />

de architectuur waren opgelegd.<br />

Berlusconi’s succes zou je deels<br />

kunnen verklaren uit deze nooit uit<br />

Italië verdwenen culturele onderstroom.<br />

Hij hee perfect begrepen dat<br />

politiek bedrijven niet gereduceerd<br />

kan worden tot het volgen van regels,<br />

omdat er in de politiek geen regels<br />

zijn. Een deel van zijn politieke succes<br />

ligt precies in het feit dat hij de regels<br />

weet te omzeilen. De buitensporigheid<br />

van de verklaringen en acties van<br />

zijn regering waren bepalend voor zijn<br />

electorale successen. Gebeurtenissen<br />

die het kader van de voorspelbaarheid,<br />

redelijkheid en het voorgeschreven<br />

politieke gedrag te buiten gingen,<br />

dienden als katalysator voor opwinding<br />

en verontwaardiging, terwijl ze tegelijk<br />

gelegenheid boden om wetgeving door<br />

het parlement te loodsen, het publieke<br />

goed te verwaarlozen, arbeidersrechten<br />

af te schaen, en discriminatoire en<br />

racistische wetten aan te nemen. Deze<br />

techniek van buitensporigheid hee hij<br />

inmiddels tot in de puntjes verjnd: het<br />

is de kunst om hele grote woorden te<br />

gebruiken, maar tegelijkertijd precies<br />

te doen wat nodig is voor de accumulatie<br />

van macht en de privatisering van<br />

de sociale ruimte. Een minister neemt<br />

de rol aan van de onbeheersbare provocateur,<br />

en stelt voor om schepen met<br />

migranten voor de kust te torpederen.<br />

Hij genereert een schandaal, maar ook<br />

een vermakelijke aeiding, terwijl een<br />

andere minister een gematigder voorstel<br />

doet voor militaire grenscontroles;<br />

onmiddellijk gevolgd door de actie<br />

van een overijverige functionaris die<br />

de gedwongen deportatie van Ethiopische<br />

en Soedanese asielzoekers op<br />

zich neemt, door ze op internationale<br />

wateren te onderscheppen en terug te<br />

sturen nog voordat ze de kans hebben<br />

gehad hun asielverzoek in te dienen.<br />

Berlusconi’s taalgebruik lijkt het<br />

best geschikt om zaken belachelijk te<br />

maken, niet voor het ontkennen of<br />

het formuleren van de waarheid. Het<br />

is zijn intentie om de hypocrisie van<br />

politieke regels te onthullen. Voor Berlusconi<br />

is de betekenis van woorden<br />

zó relatief en voorwaardelijk, dat hij er<br />

inmiddels aan gewend is geraakt zijn<br />

verklaringen van een dag eerder tegen<br />

te spreken. In zijn rol als premier hee<br />

Berlusconi vaak de schijn gewekt de<br />

opmerkingen van de president van de<br />

republiek Giorgio Napolitano goed te<br />

keuren, zelfs als zijn acties of die van de<br />

regering er agrant mee in strijd zijn.<br />

Het politieke woord raakt hierdoor<br />

gedevalueerd, belachelijk gemaakt, en<br />

gevangen in een semantisch labyrint<br />

waar elk woord het omgekeerde kan<br />

betekenen van wat in het woordenboek<br />

staat. Maar verontwaardiging over zijn<br />

informaliteit, vulgariteit en oppervlakkigheid<br />

is geen eectieve reactie;<br />

integendeel, het versterkt Berlusconi’s<br />

regime omdat het electoraat hem beter<br />

begrijpt dan zijn politieke tegenstanders,<br />

en ze sympathiseren met hem.<br />

Het gezond verstand zegt dat de<br />

politieke taal altijd de werkelijkheid<br />

hee verdoezeld en hypocriete dekmantels<br />

hee geboden voor de willekeur<br />

en arrogantie van de rijken en<br />

machtigen. Hoe paradoxaal ook, Berlusconi<br />

onthult deze hypocrisie. Hij<br />

representeert de rijken en machtigen,<br />

en laat zien dat de wet nergens toe in<br />

staat is; hij representeert de rijken en<br />

machtigen als hij lacht over de hypocrisie<br />

van het idee dat iedereen voor de<br />

wet gelijk is. We weten allemaal dat niet<br />

iedereen voor de wet gelijk is; we weten<br />

uit ervaring dat de rijken en machtigen<br />

dure advocaten in kunnen huren, dat<br />

ze hun belangen kunnen opleggen, en<br />

machtsposities kunnen veroveren die<br />

voor de rest van de bevolking onbereikbaar<br />

blijven. Maar dit blij meestal<br />

verborgen achter de rookgordijnen van<br />

wetgeving en juridisch formalisme.<br />

Berlusconi stelt daarentegen onomwonden:<br />

‘Laat me doen wat ik wil, en<br />

lachen om de rechtsgeleerden die hun<br />

formaliteiten inbrengen tegen mijn<br />

wil. Laat me gewoon mijn werk doen!’<br />

Nu de macht om wetten te maken<br />

en te ontbinden in zijn handen ligt,<br />

gebruikt hij deze macht om iedereen<br />

te laten zien dat de wet impotent is.<br />

Als Humpty Dumpty weet Berlusconi<br />

dat het niet belangrijk is wat woorden<br />

betekenen, maar wie ze bezit. De betekenis<br />

van woorden wordt bepaald<br />

door degene die ze meester is, niet<br />

door semantische tribunalen. De interpretatie<br />

van wetten wordt door hem<br />

bepaald, niet door de rechtbanken.<br />

De Italiaanse instituties worden door<br />

Berlusconi geleidelijk aan getransformeerd,<br />

stap voor stap, één linguïstische<br />

rearticulatie per keer. Een goede<br />

meerderheid van de Italianen deelt zijn<br />

ideeën zonder te beseen dat hij langzaam<br />

bezig is de burgerlijke vrijheden<br />

te ondermijnen. Om burgerlijke vrijheden<br />

eectief weg te nemen is normaal<br />

gesproken een coup nodig en een dictatuur<br />

die met geweld gevestigd wordt.<br />

Mensen kunnen dan misschien weinig<br />

doen om het regime te dwarsbomen,<br />

maar ze beseen wat er gebeurd is en<br />

kunnen zich gaan verzetten. Met Berlusconi<br />

is de semantische denitie van<br />

een coup gewijzigd: in plaats van op een<br />

beslissende, gewelddadige en absolute<br />

handeling waardoor staatsstructuren<br />

omgevormd worden, vertrouwt hij op<br />

een eindeloze reeks kleine, onopvallende<br />

transformaties in de staatsinstituties<br />

(gisteren de openbare media,<br />

vandaag de rechtbanken, morgen de<br />

regionale overheden). Via een langzaam,<br />

bijna homeopathisch proces<br />

worden al deze instellingen één voor<br />

één aangepast. Daarom is het moeilijk<br />

deze veranderingen te zien als aanwijzingen<br />

van een dictatuur in wording en<br />

aldus een democratische oppositie te<br />

mobiliseren. Berlusconi’s mediapopulisme<br />

hee geen baat bij een dergelijk<br />

ouderwets, bot middel als dictatoriale<br />

macht. Als een mediamagnaat, die<br />

politicus is geworden, staatsinstellingen<br />

om kan vormen naar zijn wensen en<br />

belangen, slechts door absolute controle<br />

uit te oefenen over technolinguïstische<br />

machines (van tv-kanalen tot roddelmagazines,<br />

van reclamebedrijven tot opiniepeilers),<br />

dan hee hij geen behoee<br />

aan het instellen van een dictatuur.<br />

46 Open 2010/Nr. 20/De populistische verbeelding De Italiaanse anomalie 47

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!