Activeren, tenzij - TiasNimbas Business School
Activeren, tenzij - TiasNimbas Business School
Activeren, tenzij - TiasNimbas Business School
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
2013/982 OPINIE<br />
omstandigheid dat de voormalige bovenwoning ook achterstallig<br />
onderhoud had, dat in het kader van de 'radicale<br />
vernieuwing' was hersteld, deed daaraan niets af. De kosten<br />
voor de vervanging van het dak, een ander onderdeel van<br />
het object, kwamen wel in aftrek: ongeacht wat er onder<br />
lag, bleef het immers nog steeds een dak.<br />
Vergelijkbare situaties zijn aan de orde wanneer een verhuurd<br />
object zeer ingrijpend ‘tegen nieuwbouwkosten’<br />
wordt verbouwd; in de praktijk wel als ‘vernieuwbouw’<br />
getypeerd. Het CBS rapporteerde dat de gemiddelde bouwkosten<br />
in 2011 van een huurwoning € 100.000 bedroegen,<br />
van een koopwoning € 140.000. Als bestaande woningen<br />
tegen deze bedragen worden gerenoveerd, is er in mijn<br />
optiek sprake van een ‘zeer ingrijpende verbouwing’ of van<br />
een ‘substantiële renovatie’ en moeten de uitgaven geactiveerd<br />
worden.<br />
Wel of niet activeren in de winstsfeer: toerekenen<br />
In de literatuur wordt wel gesteld dat de Hoge Raad kosten<br />
in de winstsfeer eerder als kosten van verbetering en dus<br />
te activeren kosten ziet dan in de privésfeer. In de privésfeer<br />
wordt de problematiek immers vanuit het object benaderd:<br />
wordt het object veranderd? Terwijl in de winstsfeer de<br />
betekenis van de uitgaaf voor de ondernemer op de voorgrond<br />
staat. 17 Wat daar (de argumentering) ook van zij, ik<br />
ben van mening dat het relevante onderscheid gezocht<br />
moet worden in de toerekeningssystematiek van goed<br />
koopmansgebruik: wanneer kosten, veroorzaakt door het<br />
gebruik binnen de onderneming, al zijn toegerekend aan<br />
een eerder jaar of aan het onderhavige gebruiksjaar, worden<br />
de daaropvolgende uitgaven geactiveerd en afgeschreven.<br />
Anders gezegd: wanneer eerder in de winstberekening met<br />
de onderhoudskosten van vastgoed rekening is gehouden<br />
door middel van afschrijvingen, afwaarderingen of dotaties<br />
aan een voorziening of een kostenegalisatiereserve, wordt<br />
de daarop betrekking hebbende uitgave geactiveerd.<br />
In de winstsfeer zijn er tal van omstandigheden te noemen<br />
waarin men tot activering van renovatiekosten moet overgaan.<br />
Het dagelijkse onderhoud van bedrijfsmiddelen, die<br />
de kwaliteitsvermindering van bouw- en installatiedelen<br />
vertragen, is aftrekbaar. Maar voor ingrijpende renovaties<br />
van bedrijfsmiddelen geldt als uitgangspunt: ‘activeren,<br />
<strong>tenzij</strong>.’<br />
Op zichzelf vormt de aanzienlijke omvang van onderhoudskosten<br />
geen aanleiding om de gevraagde aftrek niet te verlenen.<br />
18 Onderhoudskosten van vastgoed dat tot de residuwaarde<br />
is afgeschreven, zijn aftrekbaar. 19 Volgens goed<br />
koopmansgebruik mogen de kosten van vele jaren verwaarloosd<br />
en in één keer ingehaald onderhoud ten laste komen<br />
van de winst in het jaar waarin de onderhoudsuitgaven zijn<br />
gedaan. Goed koopmansgebruik schrijft geenszins voor om<br />
zulke kosten die in het verleden achterwege zijn gebleven,<br />
door activering en afschrijving ten laste van de toekomstige<br />
winsten te brengen. De oorzaak van achterstalligheid van<br />
onderhoud doet niet ter zake. 20 Omvangrijke uitgaven<br />
17 Zie bijvoorbeeld Vakstudie Encyclopedie Wet IB 1964, art. 9, aantekening<br />
105.<br />
18 Hof Den Haag 20 maart 1963, nr. 811/1962, BNB 1963/297.<br />
19 Vergelijk Hof Den Haag 22 september 1964, BNB 1965/144.<br />
4<br />
kunnen wel een aanwijzing opleveren voor het feit dat<br />
vastgoed ingrijpend gerenoveerd is.<br />
Volgens goed koopmansgebruik moeten verbeteringsuitgaven<br />
worden geactiveerd, omdat ze ook na balansdatum nog<br />
een waarde vertegenwoordigen. Zij komen in de jaren na<br />
het jaar van uitgave ten laste van het fiscale resultaat door<br />
de uitgaven toe te rekenen aan de jaren (afschrijving/afwaarderen<br />
gedurende de gebruiksperiode) of aan de gerelateerde<br />
opbrengsten (zoals de verkoopopbrengst na verkoop van<br />
het vastgoedobject).<br />
Toerekenen 21<br />
In de winstsfeer kunnen onderhoudskosten die aan een<br />
bepaald jaar zijn toe te rekenen, op verschillende manieren<br />
wordt verwerkt: 1. door in een jaar uitgevoerd onderhoud<br />
af te trekken van het fiscale resultaat; 2. door onderhoud<br />
als technische slijtagecomponent in het afschrijvingspercentage<br />
op te nemen; 3. door te doteren aan een onderhoudsvoorziening<br />
of een kostenegalisatiereserve groot onderhoud.<br />
In de praktijk komt men meestal niet toe aan deze uitwerking<br />
van onderhoudslasten en afschrijvingen. Ondernemers<br />
splitsen hun vastgoed veelal niet in componenten om vervolgens<br />
voor elke component de technische en economische<br />
slijtage te bepalen die aan het jaar in kwestie is toe te rekenen.<br />
Integendeel, zij stellen schattenderwijs een afschrijvingspercentage<br />
vast. Het staat door deze handelwijze niet<br />
vast wat nu precies als technische slijtage in de afschrijvingslast<br />
is begrepen. Als er dan een onderhoudsuitgave wordt<br />
gedaan, dient de vraag zich aan of de last al is genomen of<br />
dat de uitgave moet worden geactiveerd. In wezen heeft<br />
zowel de ondernemer als de fiscus hier dus een bewijsprobleem.<br />
Als het onderhoud op een van deze manieren is<br />
verwerkt, kan een daarop aansluitende uitgave niet ineens<br />
ten laste van het fiscale resultaat worden gebracht. De last<br />
is immers in het verleden al ten laste van het (juiste) resultaat<br />
gebracht en dan zou er dus sprake zijn van een dubbeltelling.<br />
De daarop volgende onderhoudsuitgave moet in<br />
zo’n geval geacht worden zijn nut in de toekomstige jaren<br />
af te werpen. De rechtspraak en de praktijk hebben, min<br />
of meer gedwongen, een aantal vuistregels en een eigen<br />
begrippenkader ontwikkeld voor (met name) het geval dat<br />
er onderhoudsuitgaven worden gedaan naast een niet-uitgesplitst<br />
afschrijvingspercentage. De contouren van het<br />
theoretische kader zijn daarin nog wel vaag te zien.<br />
Regels<br />
De volgende regels zijn te onderkennen (van geheel activeren,<br />
via gedeeltelijk activeren naar gehele aftrek):<br />
1. Verbeteringskosten zien niet op lasten uit het verleden<br />
of op herstel in de oude toestand en worden geactiveerd.<br />
2. Als een ondernemer een pand verwerft en daaraan<br />
werkzaamheden laat verrichten om het in de staat te<br />
brengen waarin hij het voor zijn bedrijf wil gebruiken,<br />
gaan de kosten van die werkzaamheden, onverschillig<br />
of het onderhouds- of verbeteringskosten betreft, deel<br />
uitmaken van de aanschaffingskosten van het pand. 22<br />
Anders dan in de winstsfeer, zijn onderhoudsuitgaven<br />
in de privésfeer bij aanschaf van een monumentenpand<br />
aftrekbaar. Volgens de Hoge Raad doet het er niet toe<br />
20 Vergelijk HR 2 maart 1955, nr. 12.147, BNB 1955/132; Hof Den Haag<br />
19 februari 1979, nr. 598/78, V-N 1980, 1819, 7.<br />
21 T.M. Berkhout, Fiscaal afschrijven op vastgoed, Kluwer, Deventer 2013,<br />
p. 380 e.v.<br />
22 HR 16 januari 1957, nr. 12.992, BNB 1957/65.<br />
16 mei 2013 Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht