Blaasvervangende operaties - UMC St Radboud
Blaasvervangende operaties - UMC St Radboud
Blaasvervangende operaties - UMC St Radboud
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Blaasvervangende</strong><br />
<strong>operaties</strong><br />
<strong>UMC</strong> <strong>St</strong> <strong>St</strong> <strong>Radboud</strong> Patiënteninformatie
In deze folder vindt u informatie over blaasvervangende <strong>operaties</strong>. Voor- en nadelen<br />
van de verschillende <strong>operaties</strong> worden besproken. Bij een inwendig reservoir<br />
wordt in het <strong>UMC</strong> <strong>St</strong> <strong>Radboud</strong> de techniek volgens Hautmann gebruikt. Deze<br />
wordt hier uitgebreid besproken.<br />
Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, stel ze dan gerust aan de arts of<br />
verpleegkundige.<br />
Hoe werken de urinewegen?<br />
Onder normale omstandigheden werken de urinewegen als volgt. In de nieren<br />
wordt overtollig vocht uitgescheiden en schadelijke stoffen uit het lichaam verwijderd.<br />
De nieren transporteren de gevormde urine daarna via de urineleiders<br />
(ureteren) naar de blaas. Iedere nier heeft één urineleider. De beide urineleiders<br />
monden uit in de blaas, waar de urine wordt verzameld. Als de blaas vol is, ontstaat<br />
aandrang om te plassen. Tijdens het plassen verlaat de urine het lichaam via<br />
de plasbuis (urethra).<br />
Reden voor een blaasvervangende operatie<br />
Het kan om diverse redenen nodig zijn de blaas te verwijderen. Bij sommige mensen<br />
werkt de blaas niet goed door bijvoorbeeld afwijkingen van het zenuwstelsel<br />
of beschadiging van de blaas door een ernstige ontsteking. Meestal is het verwijderen<br />
van de blaas nodig vanwege een kwaadaardig gezwel in de blaas.<br />
Diversen soorten urineafvoer<br />
Als de blaas verwijderd moet worden, zijn er drie verschillende manieren om de<br />
urine af te voeren.<br />
Het urinestoma volgens Bricker<br />
Hierbij wordt een stukje dunne darm van ongeveer vijftien tot twintig centimeter<br />
vrijgemaakt waarna de urineleiders in het vrijgemaakte stukje darm worden<br />
geplaatst. Het uiteinde van deze darm wordt via een opening in de buikhuid naar<br />
buiten geleid en op de buik vastgemaakt. Op die manier ontstaat een voortdurende<br />
stroom urine vanuit de nieren door de urineleiders naar het stukje darm en<br />
vervolgens naar buiten.<br />
1
Nadeel van dit stoma is dat u altijd een opvangzakje op het stoma moet dragen<br />
omdat de urine voortdurend loopt. Het opvangmateriaal van tegenwoordig is echter<br />
van goede kwaliteit. Het plakt goed, het is onzichtbaar onder de kleding, het<br />
lekt niet en je ruikt de urine niet. Voordeel is dat het een vrij eenvoudige techniek<br />
is met weinig kans op complicaties.<br />
Het continent urinestoma<br />
Van een groot stuk dunne darm en dikke darm wordt een reservoir gemaakt. Een<br />
stukje darm wordt via de buik naar buiten gebracht waardoor het reservoir door<br />
een katheter te legen is. In het <strong>UMC</strong> <strong>St</strong> <strong>Radboud</strong> vindt deze operatie bijna nooit<br />
meer plaats omdat gebleken is dat er op langere termijn toch meer complicaties<br />
optreden dan na een Bricker operatie of een Hautmann operatie, zoals bijvoorbeeld<br />
lekkages, steenvorming in het reservoir en problemen met katheteriseren<br />
van de stoma.<br />
Wat in dit ziekenhuis nog wel wordt gedaan is de operatie waarbij de blaas zelf<br />
als reservoir wordt gebruikt. Er wordt dan een klein stukje darm op de blaas gezet<br />
waardoor de patiënt het reservoir kan legen. Dit kan alleen bij patiënten die nog<br />
een ‘gezonde’ blaas hebben en geen afwijkingen aan de blaas hebben zoals bijvoorbeeld<br />
chronische ontstekingen, kwaadaardige gezwellen enzovoort.<br />
Voordeel van deze operatie is dat er geen opvangmateriaal nodig is. Nadeel is dat<br />
patiënten altijd moeten kathete riseren om het reservoir te legen. Dit moet ongeveer<br />
vier tot zes maal daags gebeuren.<br />
<strong>Blaasvervangende</strong> operatie met stuk dunne darm (Neoblaas)<br />
Dit kan door verschillende operatietechnieken. In het <strong>UMC</strong> <strong>St</strong> <strong>Radboud</strong> wordt<br />
de techniek volgens Hautmann gebruikt. Bij deze operatie wordt een stuk dunne<br />
darm genomen van ongeveer veertig centimeter lang. Van dit stuk dunne darm<br />
wordt een reservoir gemaakt dat op de plasbuis wordt aangesloten. De urineleiders<br />
worden in dit nieuwe reservoir gehecht.<br />
Het reservoir neemt de functie van de blaas over, namelijk het verzamelen van<br />
urine die de nieren uitscheiden. Een groot voordeel hiervan is dat er geen stoma<br />
nodig is en dat de urine het lichaam via de ‘normale’ weg verlaat. Bij een gewone<br />
blaas geven zenuwen een seintje aan de hersenen zodra de blaas vol is. Dan<br />
krijgt men aandrang om te plassen. Een reservoir van darm heeft deze zenuwen<br />
2<br />
niet en daarom voelt men geen aandrang. Men moet ‘op de klok’ plassen en als<br />
men veel drinkt wat vaker plassen. Ook ‘s nachts moet de wekker worden gezet<br />
om te plassen. Later is dit ongeveer één keer per nacht. Doet men dit niet dan<br />
verliest men ‘s nachts urine en zal men daarvoor opvangmateriaal (incontinen tie<br />
verband) moeten gebruiken. Vlak na de operatie moet men elke twee tot drie uur<br />
gaan plassen. Later wordt het reservoir groter en is in de meeste gevallen elke<br />
vier uur plassen voldoende. Belangrijk is dat het reservoir niet te vol wordt (maximaal<br />
ongeveer 500 ml) omdat het dan kan scheuren.<br />
A. Het stuk dunne darm dat wordt verwijderd, wordt opengeknipt.<br />
B. Het stuk darm wordt tot een W gevormd en dit wordt het reservoir.<br />
C. Dit reservoir wordt aangesloten op de plasbuis.<br />
Mensen met een reservoir van darm moeten opnieuw leren plassen. Een gewone<br />
blaas is een spier die zich samentrekt als men wil plassen, de darm heeft deze<br />
functie niet. De nieuwe blaas wordt door persen met de buik geledigd.<br />
In enkele gevallen lukt het niet om zo de nieuwe blaas helemaal te ledigen. Vooral<br />
bij vrouwen komt dit wel eens voor. Dan kan het nodig zijn dat u de blaas zelf<br />
met een katheter leegmaakt. Een andere complicatie is ongewild urineverlies. De<br />
3
meeste mensen hebben hier vlak na de operatie in meer of mindere mate last<br />
van. Meestal verdwijnt dit binnen zes maanden na de operatie.<br />
Gevolgen van de neoblaas<br />
Na de operatie is de totale lengte van de darm (spijsverteringskanaal) wat afgenomen.<br />
Dit levert meestal geen problemen op. U hoeft in principe geen speciaal<br />
dieet te volgen. In sommige gevallen is de ontlasting iets dunner. Uit onderzoek<br />
blijkt dat de darmwand de verzamelde urine niet opneemt maar soms wel de<br />
daarin opgeloste stoffen. Het slijmvlies van de nieuwe darmblaas verandert en<br />
gaat steeds meer lijken op het slijmvlies van de blaas.<br />
Na de operatie bevat de urine altijd bacteriën. De urinekweek is dus altijd positief.<br />
Dit hoeft echter niet met antibiotica te worden behandeld. Zolang de urine niet<br />
terugstroomt naar de nieren kunnen deze bacteriën geen kwaad. Ze zijn dan niet<br />
gevaarlijk voor het nierbekken of de nieren. De kans dat er urine terugstroomt<br />
naar de nieren is bij deze operatie gering. Bij klachten van pijn en koorts krijgt<br />
u eventueel een kuur antibiotica. Wel is het van belang om voldoende te blijven<br />
drinken, ongeveer anderhalf tot twee liter per dag. De urine zal altijd wat slijm<br />
(afkomstig van de darm) bevatten. Meestal wordt dit na verloop van tijd minder.<br />
Het is gebleken dat mensen met een neoblaas ’s nachts meer urine aanmaken<br />
dan mensen die hun eigen blaas nog hebben. Daardoor moeten mensen met een<br />
neoblaas ‘s nachts altijd een tot twee keer plassen.<br />
Zoals al eerder is aangegeven kan er een vorm van incontinentie blijven bestaan<br />
na de operatie. Direct na de operatie hebben alle patiënten last van urineverlies.<br />
Dit is met name bij hoesten, lachen, tillen, bewegen, maar zeker ook ‘s nachts als<br />
men slaapt. Bij de meeste patiënten verdwijnt deze vorm van incontinentie binnen<br />
zes tot negen maanden na de operatie. Een klein percentage blijft last houden<br />
van incontinentie. Meestal is dit een lichte vorm van incontinentie. Samen met u<br />
kan worden gekeken wat en hoe er eventueel aan gedaan kan worden, en hoe u<br />
van dit urineverlies zo min mogelijk last kunt ondervinden in het dagelijks functioneren.<br />
In veel gevallen kan fysiotherapie nodig zijn om de bekkenbodemspieren<br />
te verstevigen of juist beter te leren ontspannen.<br />
4<br />
Seksualiteit<br />
Alle bovenstaande <strong>operaties</strong> kunnen effect hebben op het seksueel functioneren,<br />
zowel psychisch als lichamelijk. Bij vrouwen kunnen de zenuwen die ervoor zorgen<br />
dat de vagina bij het vrijen vochtig wordt, beschadigd zijn waardoor gemeenschap<br />
pijnlijk kan zijn. Een mogelijke oplossing hiervoor is het gebruik van een<br />
glijmiddel tijdens het vrijen. Zijn ook de baarmoeder en eierstokken verwijderd dan<br />
heeft dit effect op de vruchtbaarheid, voortplanting en hormoonhuishouding van<br />
de vrouw. Vrouwen die nog niet in de overgang zijn, zullen als de beide eierstokken<br />
verwijderd zijn, in de overgang komen. Uw behandelend arts zal dit met u<br />
bespreken.<br />
Bij mannen kunnen na de operatie als gevolg van zenuwbeschadiging erectiestoornissen<br />
optreden. Vaak kan men nog wel een orgasme krijgen ondanks de<br />
mogelijke erectiestoornissen. Dit is een orgasme zonder zaadlozing. Aan de seksuele<br />
gevoelens verandert meestal niets. De zaadlozing is verdwenen omdat ook<br />
de prostaat wordt verwijderd. Dit heeft gevolgen voor de vruchtbaarheid.<br />
In welke mate deze problemen optreden is niet precies te voorspellen. Als u na<br />
de operatie seksuele problemen heeft, kunt u dit altijd met uw behandelend arts<br />
bespreken. Samen met u wordt bekeken of er mogelijk een oplossing is.<br />
Patiënten Informatie ERAS programma bij blaasverwijderende<br />
operatie<br />
Rondom deze operatie wordt het ERAS programma toegepast. Het programma<br />
bestaat uit een aantal zorgelementen, die ervoor zorgen dat u na de operatie<br />
beter en daardoor sneller herstelt.<br />
De behandelend arts en de oncologie verpleegkundige heeft met u ge sproken<br />
over het ERAS programma. Het ‘waarom’ is hierbij zeker aan de orde gekomen.<br />
Wij kunnen ons voorstellen dat u niet alle informatie hierover heeft onthouden of<br />
dat er zaken zijn die nog niet helemaal duidelijk zijn.<br />
Daarom is hier alle belangrijke infor matie op een rijtje gezet zodat u het thuis nog<br />
eens rustig kunt nalezen.<br />
5
Eras programma<br />
ERAS is een afkorting van de Engelse woorden: Enhanced Recovery After<br />
Surgery, hetgeen letterlijk vertaald betekent: verbeterd herstel na operatie. Wij<br />
spreken liever van beter en sneller herstel.<br />
Een ERAS programma is een kwali teitsprogramma rondom een operatie, waarin<br />
alle factoren die een positieve invloed kunnen hebben op uw herstel zijn samengebracht.<br />
De laatste jaren is er veel onderzoek gedaan naar de factoren die van invloed zijn<br />
op het herstel na een operatie. Daaruit blijkt het herstel na de operatie verbeterd<br />
te kunnen worden door:<br />
• Een zo klein mogelijke operatie wond: hoe minder schade aan weefsel, des te<br />
sneller het herstel.<br />
• Een optimale pijnbestrijding. Niet alleen de pijn wordt effectief bestreden,<br />
maar ook de nadelige effecten van pijnbestrijding op maag- en darmwerking<br />
worden zo klein mogelijk.<br />
• Een zo kort mogelijke periode van bedrust, zodat verlies van spierkracht wordt<br />
beperkt en de ademhaling gestimuleerd.<br />
• Een zo kort mogelijke periode van voedselonthouding, zodat gewichtsverlies<br />
en daarmee verlies van spiermassa en spierkracht wordt tegengegaan.<br />
Naast uw algehele conditie vóór de operatie, bepaalt vooral de uitgebreidheid van<br />
de operatie of uw herstel voorspoedig zal verlopen. Meestal is het de eerste twee<br />
dagen na de operatie al duidelijk hoe uw herstel zal verlopen.<br />
Wanneer alles voorspoedig verloopt, zult u op de tiende tot de veertiende dag na<br />
de operatie naar huis mogen.<br />
In deze folder komen alle facetten van het ERAS programma bij een blaas verwijderende<br />
operatie aan bod.<br />
Optimale zorg voor de operatie<br />
• Informatie<br />
U krijgt eerst informatie van de arts over de komende operatie en het ERAS<br />
programma. U krijgt ook een gesprek met de verpleegkundige, die de gang van<br />
zaken rondom de operatie en het ERAS programma zal toelichten..<br />
6<br />
• Anesthesie<br />
Daarnaast heeft u een afspraak op de polikliniek anesthesie voor een gesprek<br />
met de anesthesioloog. De anesthesioloog beoordeelt het risico van de anesthesie<br />
en zal, als dat nodig is, aanvullend onderzoek aanvragen om uw gezondheidstoestand<br />
in kaart te brengen.<br />
De anesthesioloog informeert u verder over de verschillende vormen van anesthesie<br />
en pijnstilling na de operatie.<br />
• Bijvoeding<br />
Wanneer u in de periode voor de operatie meer dan tien procent bent afgevallen,<br />
wordt u doorverwezen naar een diëtist. Uit onderzoek is gebleken dat het zinvol<br />
is om een patiënt die in een slechte voedingstoestand is, tien dagen voor de operatie<br />
optimaal te voeden. De diëtist overlegt met u op welke manier u de voeding<br />
zo optimaal mogelijk kunt gebruiken. Vaak is speciale bijvoeding nodig. Er wordt<br />
gewerkt via een voedingsprotocol.<br />
• Scheren<br />
Het is van groot belang dat u vijf dagen voor de geplande ingreep het gedeelte<br />
van het lichaam waar u wordt geope reerd niet scheert met een scheermes. Dit<br />
vermindert het risico op een infectie. Als de chirurg scheren noodzakelijk acht,<br />
gebeurt dit op de operatiekamer.<br />
Optimale zorg de dag voor de operatie<br />
U wordt de dag voor de operatie opgenomen op verpleegafdeling Urologie, routenummer<br />
753, zone C5. Minimaal een week voor de opname krijgt u de schriftelijk<br />
de definitieve operatiedatum te horen via Bureau Opname.<br />
• Darmvoorbereiding<br />
U krijgt op de avond voor de operatie en de ochtend van de operatie een klysma<br />
om het laatste stukje van de darm te reinigen.<br />
• Voeding<br />
U mag de dag voor de operatie gewoon eten en drinken. Het is belangrijk dat u de<br />
dag voor de operatie minstens anderhalve liter drinkt, uiteraard geen alcoholische<br />
dranken.<br />
Tot 24.00 uur mag u alles eten en drinken (geen alcohol). Daarna alleen nog water<br />
en thee tot twee uur voor de operatie.<br />
7
De middag en avond voor de operatie en de och tend van de operatie krijgt u in<br />
totaal zes pakjes drinkvoeding PreOp genaamd. Uit onderzoek is gebleken dat<br />
het drinken van PreOp voor de operatie een positief effect heeft op het herstel na<br />
de operatie. Het is vooral belangrijk dat u op de ochtend van de operatie, twee<br />
uur voor de operatie, nog twee pakjes PreOp neemt. Wordt u al vroeg geope reerd<br />
dan moet u deze pakjes al vroeg drinken. U mag vanaf twee uur voor de operatie<br />
niets meer drinken, dus ook geen PreOp.<br />
• Slaap- en kalmeringstabletten<br />
Om te voorkomen dat u na de operatie nog suf bent van de kalmeringsmiddelen,<br />
die u voor de anesthesie krijgt, worden alleen kortwerkende middelen gebruikt.<br />
Bent u erg nerveus voor de operatie dan kunt u aan de anesthesioloog vragen om<br />
een rustgevend medicijn op de avond voor de operatie.<br />
Optimale zorg de dag van de operatie<br />
• Vette crème<br />
Wilt u op de dag van de operatie geen gebruik maken van vette crèmes? Vette<br />
crème zorgt ervoor dat het te opereren gebied niet goed gedesinfecteerd kan<br />
worden.<br />
• Sieraden, piercings etc.<br />
Nagellak, make-up, contactlenzen, bril, gebitsprotheses en sieraden (ook piercings)<br />
mag u niet dragen tijdens de operatie. Indien u acryl- of gelnagels heeft,<br />
dient u deze vóór de operatie van de wijsvinger te laten verwijderen.<br />
• Veiligheid<br />
Rondom uw operatie zijn diverse veiligheidsmomenten ingebouwd voordat de<br />
operatie van start gaat wordt bijvoorbeeld door het gehele ope ratieteam een<br />
zogenaamde ’Time out’ genomen. Tijdens dit controlemoment wordt uw naam,<br />
geboortedatum en het te opereren lichaamsdeel en de operatiebenodigdheden<br />
gecontroleerd.<br />
• Medicijnen<br />
De anesthesioloog bepreekt met u welke medicijnen u mag blijven gebrui ken en<br />
welke u moet stoppen. Indien u bloedverdunners gebruikt, overlegt uw behandelend<br />
arts met u of u deze kunt door gebruiken of moet stoppen. Heeft u hierover<br />
vragen, stel ze dan aan uw behandelend arts.<br />
8<br />
• Pijnbestrijding<br />
Informatie over pijnbestrijding vindt u in de folder ‘Behandeling of onderzoek onder<br />
anesthesie’.<br />
• Sondes, katheters en drains<br />
U komt met maagslang en met twee drains op de afdeling terug.<br />
Als u een blaasvervangende operatie hebt gehad waarbij er een nieuwe blaas van<br />
darm is gemaakt, dan heeft u verder een katheter via de plasbuis in het nieuwe<br />
reservoir. Deze katheter voert de urine af en verhindert dat de hech tingen van het<br />
reservoir onder spanning komen te staan. Deze komt via de plasbuis naar buiten.<br />
Vlak na de operatie zit er vaak bloed bij de urine. Dit verdwijnt na enkele dagen.<br />
Verder zit er wat slijm bij de urine. Dit is heel normaal. Het reservoir is namelijk<br />
gemaakt van darm, dit scheidt altijd wat slijm af. De blaas wordt daarom in het<br />
begin gespoeld om slijmproppen te verwijderen. Later krijgt u hiervoor medicijnen<br />
die het slijm oplossen. De katheter in het reservoir blijft ongeveer veertien dagen<br />
zitten zodat de hechtingen in het reservoir goed kunnen genezen.<br />
Daarnaast heeft u nog twee splintjes. Dit zijn slangetjes die lopen naar uw nieren.<br />
Deze splintjes blijven tien tot twaalf dagen zitten.<br />
Als u een stoma hebt dan komen de splintjes uit het stoma, als u een blaasvervanging<br />
heeft dan komen die uit uw onderbuik. Deze splintjes gaan er meestal<br />
tussen de achtste en twaalfde dag uit.<br />
De epidurale katheter (voor de pijnbestrijding) wordt op de derde dag na de operatie<br />
verwijderd.<br />
• Eten en drinken<br />
Bij terugkomst op de afdeling hebt u een maagsonde. Het ERAS programma<br />
bevat een aantal elementen die erop gericht zijn mis selijkheid na de operatie te<br />
voorkomen. Zo krijgt u aan het einde van de operatie uit voorzorg een middel<br />
tegen misselijkheid. Toch kan misselijkheid niet altijd voorkomen worden. Vooral<br />
de grootte van de operatie en de reactie van het lichaam op de operatie bepalen<br />
of u misselijk wordt.<br />
Als u niet misselijk bent, mag u eventueel een slokje water drinken naast de<br />
sonde. Verder adviseren we om vanaf de eerste dag na de operatie minimaal<br />
drie maal daags kauwgum te kauwen. Dit kan er voor zorgen dat de werking van<br />
uw darm sneller herstelt. Na drie dagen gaat er een stopje op de maagsonde en<br />
wordt er gekeken of u niet misselijk wordt en het maagsap via de darmen gaat.<br />
9
Als dit het geval is dan mag de maagsonde eruit en wordt langzaam het drinken<br />
en eten uitgebreid op geleide van de darmen en de ontlasting. Het infuus stopt na<br />
de operatie, wanneer u in staat bent meer dan één liter per dag te drinken.<br />
• Beweging<br />
Bewegen is niet alleen belangrijk om trombose te voorkomen, maar ook om<br />
verlies van spierkracht tegen te gaan. Bovendien is uit onderzoek gebleken dat<br />
wanneer u rechtop zit, de ademha ling beter is. Luchtweginfecties, zoals een longontsteking,<br />
komen daardoor kort na de operatie minder vaak voor en de zuurstofvoorziening<br />
naar de wond is beter, wat gunstig is voor de genezing.<br />
Na de operatie wordt zo snel mogelijk gestart met de mobilisatie. De dag van de<br />
operatie moet u proberen eventjes rechtop in bed of in een stoel te zitten.<br />
De lokale anesthesie via de epidurale katheter kan lage bloeddruk veroor zaken<br />
waardoor het mobiliseren soms niet lukt. Daarom mag u de eerste keer alleen<br />
onder begeleiding van een ver pleegkundige uit bed die de bloeddruk in de gaten<br />
houdt tijdens het mobiliseren.<br />
Optimale zorg de dagen na de operatie<br />
• Pijnbestrijding<br />
Informatie over pijnbestrijding vindt u in de folder ‘Behandeling onder anesthe sie’.<br />
• Eten en drinken<br />
De eerste dagen krijgt u dus geen eten of drinken. U krijgt alleen infuus. Na drie<br />
dagen wordt het eten en drinken langzaam opgebouwd. De maaltijden worden<br />
aangevuld met energierijke bijvoeding in de vorm van drankvoeding; tijdens de<br />
opname twee pakjes per dag.<br />
• Bewegen<br />
De dagen na de operatie wordt het mobiliseren al snel uitgebreid. U moet proberen<br />
minstens zes uur uit bed te zijn en na het verwijderen van de epidurale katheter<br />
moet u twee maal per dag een wandeling maken over de afdeling. Uiteraard is<br />
een goede pijnbestrijding van groot belang voor de mobilisatie. Geef duidelijk aan<br />
wanneer de pijn u belemmert om uit bed te komen.<br />
Bent u niet in staat om uit bed te komen, probeer dan zoveel mogelijk rechtop in<br />
bed te zitten.<br />
10<br />
Mannen hebben vaak na de operatie een opgezwollen scrotum en penis, ook bij<br />
vrouwen kunnen de schaamlippen opgezet zijn. Dit komt doordat er lymfeklieren<br />
zijn verwijderd. Dit zal vanzelf weer slinken maar dit kan wel enkele weken duren.<br />
• Laxeermiddelen<br />
Ter bevordering van de werking van de dikke darm en om verstopping te voorkomen,<br />
krijgt u vanaf de vierde dag na de operatie twee maal per dag een laxeermiddel,<br />
Eigen bijdrage aan herstel<br />
Zoals u ziet, bieden we u zoveel mogelijk maatregelen aan om uw welbevinden<br />
na de operatie zo snel mogelijk te herstellen. Uw eigen actieve bijdrage is zeer<br />
belangrijk voor een goed herstel<br />
Uitslag weefselonderzoek<br />
Al het weefsel wat bij u verwijderd is, wordt nagekeken door de patholoog. De<br />
uitslag van dit weefselonderzoek wordt altijd multidisciplinair besproken tijdens<br />
de urologische tumorwerkgroep bespreking. Deze bespreking vind eenmaal per<br />
week plaats op dinsdag tussen 17.15 en 18.00 uur. Na deze bespreking zal uw<br />
behandelend specialist op de afdeling de uitslag van het weefselonderzoek met<br />
u bespreken. Het is prettig als een naaste van u hierbij aanwezig is. Gemiddeld<br />
duurt het vijf werkdagen voordat het weefsel door de patholoog is beoordeeld.<br />
Het kan soms langer duren voordat u de uitslag van dit weefselonderzoek krijgt,<br />
omdat deze uitslag eerst in het multidisciplinair overleg wordt besproken op dinsdagmiddag.<br />
Optimale zorg na ontslag<br />
U mag naar huis na de operatie wanneer:<br />
• Uw darm weer normaal functioneert.<br />
• U voldoende normale voeding verdraagt.<br />
• U goede pijnbestrijding heeft, dat wil zeggen dat de pijn goed onder controle<br />
is.<br />
• U grotendeels weer mobiel bent zoals voor de operatie.<br />
• De stomazorg goed gaat.<br />
11
Uiteraard wordt de definitieve beslissing of u naar huis mag, in overleg met u, genomen<br />
door de uroloog. In principe heeft u thuis, als u voor de operatie zelfstandig<br />
functioneerde, geen extra zorg nodig. Wel is het pret tig als u de eerste twee weken<br />
wat hulp kunt krijgen van partner, familie of andere naasten. Als u een stoma hebt<br />
gekregen dan zal in overleg met u na ontslag de thuiszorg in worden geschakeld<br />
om u te ondersteunen in het verder aanleren van de verzorging van de stoma. U<br />
kunt nog tot een aantal weken na de operatie vocht of bloed verliezen via de plasbuis<br />
of vagina als u een stoma hebt. Dit kan geen kwaad als het helder vocht is<br />
of wat oud bloed. Als het pussige afscheiding is en sterk ruikt of anders wat u niet<br />
vertrouwt dan moet u contact opnemen met de verpleegkundige van de polikliniek<br />
(zie hieronder).<br />
Acute problemen<br />
Bij acute problemen kunt u contact opnemen met uw huisarts of het zie kenhuis.<br />
De polikliniek Urologie is telefonisch bereikbaar van maandag tot en met vrijdag<br />
van 8.00 - 12.00 en van 13.30 - 16.00 uur op telefoonnummer: 024 - 361 38 03.<br />
‘s Avonds en in het weekend kunt u de verpleegafdeling bellen op tele foonnummer:<br />
024 - 361 34 20.<br />
Vragen<br />
Heeft u na het lezen van deze folder en/of het gesprek met de arts en<br />
verpleegkundige nog vragen dan kunt u van maandag tot en met vrijdag altijd<br />
telefonisch overleggen met de verpleegkundige, telefoonnummer:<br />
024 - 361 54 15. Wilt u dan vragen naar Anita, José of Hanny.<br />
Meer informatie over het verzorgen van de urinestoma vindt u in de folders<br />
‘Adviezen verzorging urinestoma’ en <strong>St</strong>appenplan verzorging urinestoma en weer<br />
plassen na een blaasvervangende operatie’. Heeft u deze folders niet ontvangen<br />
dan kunt u deze vragen aan de ver pleegkundige.<br />
Annuleren van afspraken<br />
Voor het annuleren van afspraken kunt u ook het contactformulier invullen op onze<br />
website: www.umcn.nl/afspraakurologie.<br />
12
Adres<br />
Bezoekadres<br />
Polikliniek Urologie<br />
Ingang <strong>UMC</strong> <strong>St</strong> <strong>Radboud</strong> Centraal<br />
Geert Grooteplein-Zuid 10<br />
6525 GA Nijmegen<br />
Volg route 725, Poliplein C0<br />
Bezoekadres<br />
Verpleegafdeling Urologie<br />
<strong>UMC</strong> <strong>St</strong> <strong>Radboud</strong> Centraal<br />
Geert Grooteplein-Zuid 10<br />
6525 GA Nijmegen<br />
Volg route 753, zone C5<br />
Telefoonnummers<br />
Polikliniek Urologie<br />
024 - 361 38 03, telefonisch bereikbaar<br />
van maandag tot en met vrijdag van<br />
8.00 - 12.00 en van 13.30 - 16.00 uur<br />
Verpleegafdeling Urologie<br />
024 - 361 34 20<br />
02-2012-4556<br />
© <strong>UMC</strong> <strong>St</strong> <strong>Radboud</strong><br />
overname van (gedeelten uit)<br />
deze tekst is uitsluitend<br />
mogelijk na schriftelijke<br />
toestemming van<br />
Productgroep Communicatie<br />
WWW.<strong>UMC</strong>N.NL