VLOERVERWARMING - Vasco
VLOERVERWARMING - Vasco
VLOERVERWARMING - Vasco
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
VLOERbEdEKKING<br />
STENEN VLOEREN<br />
Plaatsing op de vers aangebrachte<br />
chape.<br />
op de verse chape wordt eerst een contactlaag<br />
aangebracht. Deze bestaat uit een nat<br />
mengsel van zand en cement in verhouding<br />
1:1 of uit een nat mengsel van mortellijm en<br />
cement in verhouding 1:1. In deze contactlaag<br />
worden dan de tegels geplaatst.<br />
Aparte velden moeten zonder onderbreking<br />
gelegd worden. stenen die de neiging hebben<br />
om te verkleuren of die een bijzondere<br />
mortel nodig hebben, worden best niet volgens<br />
deze methode geplaatst. En dit omdat<br />
bij het plaatsen en aankloppen van de tegels<br />
moet worden opgelet dat eerder gelegde<br />
tegels niet lostrillen.<br />
Plaatsing op gedroogde en verharde<br />
chape.<br />
Alvorens het aanbrengen van de tegels<br />
moet de chape verwarmd geweest zijn.<br />
(Meer info: zie hoofdstuk ‘dichtheidsproef en<br />
systeemopstart’)<br />
Dunne plaatsing op gedroogde en<br />
verharde chapelaag.<br />
Bij deze methode dienen alle tegels even dik<br />
te zijn. De chapelaag moet grondig gekuist<br />
en daarna licht bevochtigd worden om te<br />
vermijden dat de chape het water uit de<br />
mortellijm zuigt. op de verharde chapelaag<br />
wordt de mortellijm aangebracht waarin de<br />
tegels geplaatst worden.<br />
De mortellijm moet geschikt zijn voor toepassing<br />
bij vloerverwarming: bij een temperatuur<br />
van ongeveer 30°C moet de aanhechting<br />
gegarandeerd blijven en mag er geen gevaar<br />
bestaan voor aantasting van de chape en de<br />
tegels.<br />
Dikke plaatsing op gedroogde en<br />
verharde chape.<br />
Deze methode is vooral geschikt voor dikke<br />
tegels van ongelijke dikte.<br />
De chapelaag moet grondig gekuist en daarna<br />
licht bevochtigd worden om te vermijden<br />
dat de chape het water uit de mortel zuigt.<br />
Dikke plaatsing op gedroogde en verharde<br />
chape met scheidingsfolie.<br />
Deze methode is vooral geschikt voor tegels<br />
die een mortelbed nodig hebben met een<br />
bijzondere samenstelling (bijvboorbeeld<br />
natuursteen).<br />
04<br />
Algemene opmerkingen<br />
a. Bij bijzondere stenen (zachte natuur-<br />
steen met beperkte treksterkte) is het<br />
aangeraden de leverancier van deze<br />
stenen te contacteren i.v.m.:<br />
• geschiktheid van deze stenen bij<br />
vloerverwarming<br />
• de samenstelling en verwerking van de<br />
mortel<br />
b. De plinten mogen niet rechtstreeks op<br />
de tegels geplaatst worden, maar<br />
moeten van de tegels gescheiden zijn<br />
d.m.v. elastische voegenspecie.<br />
c. Het is aan te raden tegels groter dan<br />
0,1 m 2 met rechte voegen te plaatsen<br />
i.p.v. geschraagde voegen.<br />
d. De uitzettings- en schijnvoegen dienen<br />
met de grootste zorg aangebracht te<br />
worden.<br />
e. Het invoegen of inwassen van de tegels<br />
mag pas gebeuren na 1 week in geval<br />
van dunne en dikke plaatsing. In geval<br />
van plaatsing in verse chape is de wachttijd<br />
2 weken. ook moeten de uitzettings-<br />
en schijnvoegen volledig afgewerkt zijn.<br />
PARKET EN TAPIJT<br />
PARKET EN TAPIJTBEVLOERING<br />
Op gedroogde en verharde chape.<br />
Deze bevloeringen moeten gelijmd worden.<br />
Alvorens het lijmen moet de chape verwarmd<br />
geweest zijn. De lijm moet geschikt zijn<br />
voor toepassing bij vloerverwarming: bij een<br />
temperatuur van ongeveer 30°C moet de<br />
aanhechting gegarandeerd blijven en mag<br />
er geen gevaar bestaan voor aantasting van<br />
chape en bevloering. Thermohardende lijmen<br />
worden om die reden bij vloerverwarming<br />
aanbevolen. In de praktijk gebruikt men hiervoor<br />
meestal een tweecomponent PU-lijm.<br />
Lijmen op basis van bitumen mogen niet<br />
gebruikt worden.<br />
PARKET<br />
Niet alle houtsoorten zijn geschikt voor<br />
parketvloeren in combinatie met vloerverwarming.<br />
Bij beuk, maple, jatoba en robijn zijn<br />
de risico’s op vervorming te groot.<br />
Houten vloerbedekkingen en vloerverwarming<br />
zijn te combineren, mits de volgende<br />
principes gerespecteerd worden:<br />
• Beperking van de warmteweerstand door<br />
het vermijden van luchtlagen en door het<br />
beperken van de totale dikte van de<br />
vloerbedekking boven de vloerverwar-<br />
mingsbuizen. De vloerbedekking dient<br />
gelijmd te worden of mag los gelegd wor-<br />
VloerBeDeKKinG<br />
den op voorwaarde dat de warmteweer-<br />
stand van de onderlaag beperkt is.<br />
Meestal neemt men als grenswaarde voor<br />
de warmteweerstand boven de vloerver-<br />
warmingsbuizen: Rtb < 0,15 m 2 K/W.<br />
Voor een dekvloerdikte boven de vloer-<br />
verwarmingsbuizen van minstens 50 mm<br />
(chape = 1 W/mK) en indien men geen<br />
rekening houdt met de warmteweerstand<br />
van de lijmlagen betekent dit een theoretische<br />
aanbevolen maximale dikte van de<br />
vloerbedekking (eventueel onderparket<br />
inbegrepen) van 22 mm voor loofhout<br />
(loofhout = 0,17 W/mK) en 15 mm voor<br />
naaldhout (naaldhout = 0,12 W/mK).<br />
Bij het plaatsen van de parketvloer moet<br />
u altijd aan de parketplaatser vragen of<br />
het type parket geschikt is in combinatie<br />
met vloerverwarming.<br />
• De maximale watertemperatuur van het<br />
verwarmingssysteem is 55°C. om een<br />
behaaglijk thermisch comfort te beko-<br />
men, dient men ervoor te zorgen dat de<br />
oppervlaktetemperatuur (is verschillend<br />
van de luchttemperatuur) van de vloer<br />
niet hoger ligt dan 29°C. De relatieve<br />
luchtvochtigheid ter hoogte van het<br />
vloeroppervlak blijft hoger dan 30 %.<br />
Rekening houdend met de praktijk is het<br />
aanbevolen de vloerverwarming te<br />
gebruiken als basisverwarming en deze<br />
te combineren met radiatoren voor<br />
piekverwarming of voor snelle opwarming.<br />
Het is raadzaam de vloerverwarming<br />
enkel te gebruiken als hoofdverwarming<br />
in goed geïsoleerde gebouwen.<br />
• Het verwarmingssysteem mag na<br />
plaatsing van de chape pas na de juiste<br />
wachttijd en bovendien traag in werking<br />
worden gesteld (meer info: Zie hoofdstuk<br />
‘dichtheidsproef en systeem-opstart’).<br />
Bij massieve plankenvloeren en parket geeft<br />
men naast het werken met een onderparket,<br />
de voorkeur aan het gebruik van houtsoorten<br />
met geringe tot matige werking. Meerlagige<br />
parketten zijn dimensionaal stabieler en genieten<br />
in deze toepassing de voorkeur.<br />
Het wordt afgeraden tapijten te leggen op<br />
verwarmde parketvloeren aangezien hierdoor<br />
de warmteafgifte van het vloerverwarmingssysteem<br />
bijkomend belemmerd wordt.<br />
Bovendien bestaat het risico dat hierdoor het<br />
thermische comfort niet meer gegarandeerd is.<br />
TAPIJT<br />
Het tapijt moet geschikt zijn voor vloerverwarming.<br />
Raadpleeg hiervoor uw leverancier.<br />
De warmtedoorgangsweerstand van het<br />
tapijt mag niet groter zijn dan 0,15m² K/W.<br />
opmerking<br />
Het definitief inwerkingstellen van de verwarming<br />
mag pas gebeuren nadat de droogtijd<br />
van de contactlijm verstreken is.<br />
Deze opwarming moet stapsgewijs gebeuren.<br />
De watertemperatuur mag slechts 5°C<br />
per dag verhoogd worden totdat de gewenste<br />
bedrijfstemperatuur bereikt wordt.<br />
VOEGEN<br />
Aparte chapevelden worden d.m.v. voegen<br />
van elkaar gescheiden om scheurvorming in<br />
chape en tegelvloer te vermijden en om uitzetting<br />
van chape en bevloering toe te laten.<br />
Randvoeg<br />
De chape en bevloering mogen in geen geval<br />
in contact komen met vaste wanden. De hogerbeschreven<br />
randisolatie en de vloerisolatie<br />
zorgen ervoor dat het chape-vloersysteem<br />
volledig zwevend is.<br />
Uitzettingsvoeg<br />
De lineaire uitzetting van chape en stenen<br />
bevloering is ongeveer 0,01 mm/m°C.<br />
Aparte chapevelden mogen niet groter zijn<br />
dan 40 m² en de lengte mag niet langer zijn<br />
dan 8 m. ook moet vermeden worden dat<br />
de verhouding van de afmetingen groter is<br />
dan 2:1. onregelmatige vormen zoals lokalen<br />
in L- of T-vorm moeten opgedeeld worden<br />
in rechthoeken of vierkanten. De opdeling in<br />
velden moet gebeuren door toepassing van<br />
uitzettings- of schijnvoegen. Aparte velden<br />
dienen zonder onderbreking gemaakt te<br />
worden. De chapevelden moeten van elkaar<br />
gescheiden worden. In het bijzonder moet dit<br />
gebeuren bij iedere deurdoorgang. Deze voeg<br />
moet doorgevoerd worden vanaf de isolatie<br />
tot de bovenkant van de vloerbedekking (in<br />
geval van tegelvloer). De uitzettingsvoegen<br />
moeten geplaatst worden zoals aangeduid op<br />
het meegeleverde legplan.<br />
Schijnvoeg<br />
Indien er geen uitzettingsvoeg nodig blijkt<br />
(geen lengte van meer dan 8 meter) kan<br />
men de indeling van de velden maken d.m.v.<br />
schijnvoegen. Deze voegen worden in de<br />
vers aangebrachte chape of mortel ingesneden<br />
tot op een diepte van ongeveer<br />
1 cm boven de vloerverwarmingsbuis. Na<br />
het opdrogen van de chape worden deze<br />
afgesloten met elastisch blijvende kit. In het<br />
geval van een tegelvloer is het aangeraden<br />
deze voeg door te trekken tot de bovenkant<br />
van de tegel.<br />
opmerking<br />
De indeling van de kringen en velden moeten<br />
zodanig gekozen worden dat zo weinig mogelijk<br />
vloerverwarmingsbuizen deze voegen<br />
doorkruisen. In het beste geval doorkruisen<br />
enkel de aanvoer- en retourleiding van een<br />
kring de voegen. Indien een vloerverwarmingsbuis<br />
doorheen een voeg loopt, moet<br />
deze afgeschermd worden met de gerilde<br />
beschermbuis.<br />
05