Theorie - Velon
Theorie - Velon
Theorie - Velon
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Hoe is de relatie met de scholen georganiseerd?<br />
Jaap Buitink<br />
Inleiding<br />
Sinds eind jaren negentig is het beleid van het ministerie van OC&W om de school<br />
centraler te stellen bij het opleiden van leraren. Het invoeren van het LIO-schap en<br />
notities als Maatwerk voor morgen hebben uiteindelijke uitgemond in de<br />
Opleidingsscholen. Opleidingsscholen zijn echter niet de enige samenwerkingsvorm<br />
tussen opleidingsinstituten en scholen. Er zijn allerlei vormen van samenwerking rond<br />
opleiden in de school. Buitink en Wouda (2001) schetsen vijf mogelijkheden; Jansen<br />
(2009) schetst vier andere mogelijk vormen.<br />
Er is weinig theorie over de samenwerking met scholen waar we in dit hoofdstuk op<br />
kunnen bouwen. Waar overeenstemming over bestaat, is dat de samenwerking gericht is<br />
op het leerproces van de student. Dat leerproces is uitgangspunt voor het inrichten van<br />
een krachtige leeromgeving. Daarom wordt in dit hoofdstuk ingegaan op de inhoudelijke<br />
achtergronden en redenen van opleiden in de school. Vervolgens komen aandachtspunten<br />
aan de orde voor het vormgeven en beoordelen van samenwerking tussen scholen en<br />
opleidingsinstituut. Afgesloten wordt met een korte discussie en reflectieparagraaf.<br />
Waarom samenwerking met scholen: achtergronden<br />
De rol van de stage, van de stagescholen en van werkervaringen in de lerarenopleiding<br />
staat de laatste jaren, ook internationaal gezien, ter discussie. Daarbij gaat het ten eerste<br />
om het oplossen van problemen rondom de zogenaamde praktijkschok, met andere<br />
woorden om de aansluiting tussen opleiding en arbeidsmarkt oftewel om de vraag: zijn de<br />
aanstaande leraren wel voldoende voorbereid op de uitoefening van hun beroep? De<br />
veronderstelling hierbij is dat de praktijkschok veel kleiner zal worden als aanstaande<br />
leraren tijdens de opleiding al volop in een praktijk staan die sterk lijkt op de praktijk<br />
waarin ze later terecht komen.<br />
De tweede reden om de praktijk centraler te stellen heeft te maken met de wijze waarop<br />
aanstaande leraren leren onderwijzen. Indien we ervan uitgaan dat aanstaande leraren hun<br />
eigen kennis en kunnen met betrekking tot het onderwijzen zelf construeren en daarbij<br />
gebruik maken van hun bestaande kennis, hun ervaringen en hun sociale omgeving, en<br />
als we ervan uitgaan dat de te leren inhoud contextafhankelijk en contextgesitueerd is,<br />
dan ligt het voor de hand om de situatie waarin ze ervaringen opdoen zo authentiek<br />
mogelijk te laten zijn. Pas dan zal de door de aanstaande leraar geconstrueerde<br />
onderwijskennis en het daaraan gekoppelde didactisch handelen functioneel en adequaat<br />
zijn (zie o.a. Buitink, 1994).<br />
Een derde veelgenoemde reden is dat adequate ervaring nodig is om de rol van de theorie<br />
te begrijpen. Als de praktijk waarmee men geconfronteerd wordt tijdens de opleiding niet<br />
voldoende lijkt op de praktijk waarvoor en waaruit die theorie is ontwikkeld is het<br />
moeilijk voor aanstaande leraren om tijdens de opleiding een relatie te leggen tussen de<br />
theorie en de praktijk.<br />
In de lerarenopleiding is de rol van de stage dus cruciaal en centraal. Dat wil zeggen dat<br />
bij de vormgeving van de stage en de opleiding de samenwerking tussen school en<br />
opleidingsinstituut belangrijk is. De samenwerking dient het leren van de student<br />
mogelijk te maken. Hierbij kent het leren van de student de kenmerken van het leren op<br />
1
de werkplek (zie bijvoorbeeld Buitink, 2008; Bolhuis & Simons, 1999; Onstenk, 1997;<br />
Van der Klink & Streumer, 2004).<br />
Samenwerkingsvormen<br />
In de praktijk blijken vele samenwerkingsvormen mogelijk (Buitink &Wouda, 2001;<br />
Jansen, 2009). De twee meest bekende ontwikkelingen rond opleiden in de school zijn te<br />
zien in de Verenigde Staten in de vorm van Professional Development Schools (zie<br />
bijvoorbeeld Ridley et al., 2005) en The Holmes Partnership (zie bijvoorbeeld Edwards &<br />
Protheroe, 2003). Er zijn veel ervaringsgegevens bekend van beide modellen, en in<br />
sommige gevallen is er sprake van theoretische onderbouwing. Er is echter tot nu toe<br />
geen onderzoek verricht naar de effecten van verschillende samenwerkingsvormen op de<br />
kwaliteit van het opleiden van studenten. Wel is in opdracht van de onderwijsraad een<br />
internationale vergelijking gemaakt van de samenwerking tussen opleidingen en scholen<br />
(Deinum c.s., 2004).<br />
In het jaar 2009 zijn in het kader van de subsidieverlening van ‘Opleiden in school’ door<br />
de NVAO (Nederland Vlaams Accreditatie Orgaan) vorm en inhoud van de<br />
samenwerking binnen vele partnerschappen van opleidingsinstituten en scholen<br />
onderzocht. Uit de conclusies die de NVAO trok naar aanleiding van deze<br />
beoordelingsronde 1 zijn een aantal aandachtspunten af te leiden waar men op kan letten<br />
bij het vormgeven en kritisch beoordelen van de samenwerking tussen pleidingsinstituten<br />
en scholen.<br />
Het eerste aandachtspunt betreft de gelijkwaardigheid in de samenwerking. Hoe (h)echt is<br />
het partnerschap?<br />
• Wordt de verantwoordelijkheid op complementaire manier samen gedragen, op<br />
basis van ieders verantwoordelijkheid? Dat wil zeggen vullen de partners elkaar<br />
volledig aan en garanderen zo samen een eenheid.<br />
• Is draagvlak en commitment in alle lagen aanwezig (top down èn bottom up)? Dus<br />
staan zowel directies, middenmanagement als docenten van scholen en<br />
opleidingen achter het concept en verbinden ze zich eraan.<br />
• Is integraal kwaliteitsbeleid èn personeelsbeleid binnen de samenwerking op alle<br />
niveaus bij alle partners gericht op het samen opleiden van studenten in de context<br />
van werkplekleren?;<br />
• Is er sprake van een gezamenlijk ontwikkelde visie, taal, opleidingsplan en<br />
uitvoering hiervan in al zijn aspecten?<br />
Duidelijk is dat hier steeds de nadruk ligt op evenwaardigheid in de samenwerking. Wat<br />
voor scholen geldt, geldt ook voor opleidingsinstituten. Visie, plannen, taal, etc. zijn een<br />
gezamenlijk product en (dus) niet een product van het opleidingsinstituut waar de school<br />
het mee eens is.<br />
Het tweede aandachtspunt betreft de kwaliteit van het personeel. Er is sprake van<br />
professionalisering van alle betrokkenen in het<br />
• begeleiden, opleiden en beoordelen;<br />
• opbouwen en ontwikkelen van curriculum;<br />
• vormgeven aan werkplekleren;<br />
1 Deze conclusies zijn intern gepresenteerd, er is geen document van.<br />
2
• gebruik en toepassing van theoretische concepten (relateren van theorie en<br />
praktijk) in de planning en evaluatie van het lesgeven en in de reflectie daarop;<br />
• begeleiden en doen van onderzoek.<br />
Het derde aandachtspunt gaat over de leerwerkomgeving binnen de samenwerking.<br />
• Is er een leercultuur?<br />
- Zijn leertaken, leerwerktaken en specifieke werktaken (werk waarvan ze leren)<br />
en de verwerking en bespreking daarvan vanzelfsprekend voor alle betrokkenen<br />
(student, leiding, coaches, collega’s, instituutsdocenten)?<br />
- Is experimenteren met onderwijs vanzelfsprekend en wordt dat ondersteund?<br />
- Levert de student bijdragen aan de schoolontwikkeling door onderzoek te doen?<br />
• Vindt voortdurend pendelen tussen theorie en praktijk plaats? Stimuleren<br />
opleiders het relateren van theorie aan praktijk? Relateert de student theorie en<br />
praktijk?<br />
• Zijn er gezamenlijke, geëxpliciteerde en transparante doelen, beoordeling en<br />
eindbeoordeling (denk aan cesuur) van gezamenlijk ontwikkelde producten?<br />
• Is men gericht op het halen en handhaven van het universitair c.q. HBO-niveau<br />
(vakkennis, onderwijs en reflectie daarop en onderzoek)?<br />
Ook hier is het van belang te realiseren dat alle vier genoemde punten niet een taak zijn<br />
van of de school of het opleidingsinstituut maar dat het gaat om gezamenlijkheid.<br />
Discussie en reflectie<br />
Wanneer we de ontwikkelingen rond opleiden in de school nauwkeurig bezien zijn er een<br />
aantal kritische kanttekeningen te maken. Opleiden in de school kan vooral een<br />
meerwaarde hebben voor de beroepsvoorbereiding (zie hierboven). Het is daarom de<br />
vraag waarom OC&W met betrekking tot Opleidingsscholen voorschrijft dat minstens<br />
veertig procent van het curriculum in de school moet plaats vinden. Het zou beter zijn als<br />
dat percentage beperkt wordt tot de beroepsvoorbereiding. Er zijn geen argumenten<br />
waarom de vakinhoud beter op scholen zou kunnen worden verzorgd.<br />
Opleiden in de school is geen garantie dat de kloof tussen theorie en praktijk makkelijker<br />
overbrugd kan worden door de studenten. De nadruk kan te veel komen te liggen op het<br />
handelen in de praktijk en minder op de onderliggende pedagogische en didactische<br />
principes en theorie (zie bijvoorbeeld Stones, 1992, en Korthagen & Kessels, 1999). Het<br />
leggen van een relatie tussen theorie en praktijk is een didactisch probleem (zie o.a.<br />
Korthagen e.a., 2001) en niet een organisatieprobleem. Goede samenwerking tussen<br />
opleidingen en scholen moet zich dan ook vooral richten op het ontwikkelen van een<br />
gezamenlijke didactische aanpak waarin theorie en praktijk constant met elkaar in<br />
verband wordt gebracht. Hierbij is het zoeken naar een creatieve samenwerking lonend.<br />
Samenwerking conform enkel en alleen de regels zoals ‘van boven af’ geformuleerd leidt<br />
niet tot adequate didactiek (zie ook Furlong, 2006).<br />
Bij opleiden in de school staat het leren op de werkplek meer centraal dan daarvoor. Bij<br />
het vormgeven van een opleiding is theorie rond werkplekleren dan ook van belang.<br />
Daarbij gaat het niet alleen om intentionele leerprocessen. Leren op de werkplek vindt<br />
ook meer terloops en impliciet plaats en is daarom ook afhankelijk van de kwaliteit van<br />
het werk. Een andere benadering van hoe studenten leren is dus van belang (zie ook<br />
Buitink, 2009).<br />
3
Belangrijk voor kwaliteit van opleiden in de school is de opleiding van schoolopleiders<br />
en van instituutsopleiders. Ook de NVAO stelt dat. Centraal in de professionalisering van<br />
beide groepen staat dan het kunnen werken in een opleiding waar werkplekleren een<br />
belangrijke plaats heeft.<br />
Literatuur<br />
Bolhuis, S. & Simons, P.R.J. (1999). Leren en werken. Deventer: Kluwer<br />
Bedrijfswetenschappen.<br />
Buitink, J. (1994). Achtergronden en mogelijkheden van een in-service opleiding.<br />
VELON, Tijdschrift voor lerarenopleiders, 15 (2), 4-11.<br />
Buitink, J. & Wouda, S. (2001). Samen-scholing, scholen en opleidingen, elkaars<br />
natuurlijke partners. VELON Tijdschrift voor lerarenopleiders 22 (1), 17-21.<br />
Buitink, J. (2007). Leren onderwijzen tijdens een duale lerarenopleiding. Pedagogische<br />
studiën, 84 (1), 37 – 55.<br />
Buitink, J. (2008) Inrichting van de leerwerkplek bij opleiden in de school. Tijdschrift<br />
voor lerarenopleiders 29 (2), 37-42.<br />
Buitink, J. (2009) Beïnvloeden van het leren op de werkplek bij het opleiden in de school.<br />
In Bergen, Th., K. Melief, D. Beijaard, J. Buitink, P. Meijer & K. van Veen<br />
(Red.), Perspectieven op samen leraren opleiden. Apeldoorn-Antwerpen:<br />
Garant.<br />
Furlong, J., Campbell, A., Howson, J., Lewis, S., and McNamara, O. (2006). Partnership<br />
in English initial teacher education: Changing times, changing definitions:<br />
Evidence from the Teacher Training Agency National Partnership Project,<br />
Special Edition (Teacher Education). Scottish Educational Review 37, 32–45.<br />
Deinum, J.F., D.W. Maandag, W.H.A. Hofman, J. Buitink (2005). Aspecten van Opleiden<br />
in de School. Den Haag: Onderwijsraad.<br />
Edwards, A. & Protheroe, L. (2003). Learning to see in classrooms: what are student<br />
teachers learning about teaching and learning while learning to teach in<br />
schools? British Educational Research Association DOI.<br />
Geldens, J.J.M. (2007). Leren onderwijzen in de werkplekleeromgeving. Een<br />
meervoudige casestudy naar kenmerken van krachtige werkplekleeromgevingen<br />
voor aanstaande leraren basisonderwijs. Nijmegen: Radboud Universiteit<br />
Hennissen, P. & Crasborn, F. (2010). The skilled mentor. Mentor teachers' use and<br />
acquisition of supervisory skills. Eindhoven: Technische Universiteit Eindhoven.<br />
Jansen, M. (2009). Wie je bent als mens en als organisatie krijgt betekenis in relatie tot<br />
elkaar. Tijdschrift voor lerarenopleiders 30(4), 28-37.<br />
Klink, M. van der, & Streumer, J. (2004). De werkplek als leersituatie. In J. Streumer, &<br />
M. van der Klink (Eds.), Leren op de werkplek. ’s-Gravenhage: Reed Business<br />
Information BV, pp. 11-32.<br />
Korthagen, F.A.J., J. Kessels, B. Koster, B. Lagerwerf, Th. Wubbels (2001). Linking<br />
Practice and Theory. The Pedagogy of Realistic Teacher Education. Mahwah,<br />
New Jersey/London, Lawrence Erlbaum Associates. Publishers.<br />
Korthagen, F.A.J. & Kessels, J.P.A.M. (1999). Linking theory and practice: changing the<br />
pedagogy of teacher education. Educational Researcher 28(4), 4-17.<br />
Onstenk, J. (1997). Lerend leren werken: brede vakbekwaamheid en de integratie van<br />
leren, werken en innoveren. Dissertatie. Delft: Eburon.<br />
4
Ridley, D., Hurwitz, S. & Davis-Hackett, R. (2005). Comparing PDS and campus-based<br />
preservice teacher preparation: is PDS-based preparation realy better? Journal of<br />
Teacher Education, 56(1), 46-56.<br />
Stones, E. (1992). Quality teaching: a sample of cases. London/New York: Routledge<br />
Timmermans, M., Klarus, R. & Van Lanen, B. (2009). Kwaliteit van de opleidingsschool<br />
maak je samen! Naar een instrument voor kwaliteitsontwikkeling. Tijdschrift<br />
voor lerarenopleiders 30(4), 14-20.<br />
Van Velzen, C. & Volman, M. (2009). Wat doet een Opleider in de School? Een<br />
theoretische en empirische verkenning. Pedagogische Studiën, 86, 75-92.<br />
5