31.08.2013 Views

Download dit artikel(pdf) - Velon

Download dit artikel(pdf) - Velon

Download dit artikel(pdf) - Velon

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

AUTEUR(S)<br />

ARTIKEL<br />

De les loopt, leeft en lukt!<br />

Aan de hand van ervaringen van met name beginnende gymleraren<br />

wordt duidelijk, dat het lesgeven meer betekent dan kinderen de<br />

juiste vakspecifieke aanwijzing te geven. Lesgeven betekent ook<br />

overleven, politieagent spelen, entertainen....<br />

Op de Academie voor Lichamelijke Opvoeding in Zwolle (Calo)<br />

is in samenwerking met leraren uit het werkveld een didactisch<br />

instrument ontwikkeld dat studenten helpt bij het observeren van<br />

relevante onderwijsgebeurtenissen tijdens de stage.<br />

Dit instrument - het loopt't-leeft't-lukt't-principe (Hazelebach, 1998)<br />

- is daarnaast bruikbaar bij het verwerven van een aantal elementaire<br />

lesgeef-bekwaamheden en kan het dienen als een eenvoudig en direct<br />

toepasbaar reflectiehulpmiddel tijdens de stage. Het loopt't-leeft'tlukt't-instrument<br />

geeft namelijk zicht op de relatie tussen de<br />

normatief-organisatorische, de affectief-emotionele en de vakspecifieke<br />

aspecten in onderwijsprocessen. Hierdoor kan een student<br />

leren de stage-ervaringen beter te interpreteren en daar adequate<br />

initiatieven bij te kiezen voor zowel de eigen ontwikkeling als die van<br />

de leerlingen.<br />

Binnen het opleidingsonderwijs bleek dat het instrument en de<br />

daarbij behorende bekwaamheden 'vóórgeleefd' konden worden.<br />

Hierdoor kan er sprake zijn van congruentie tussen vak- en<br />

algemene didactiek en de opleidingsdidactiek. Dit blijkt ook uit<br />

enkele korte voorbeelden; fragmenten uit een les waarin stageervaringen<br />

van studenten aan een Academie voor Lichamelijke<br />

Opvoeding (Calo) worden besproken 1 . Voorbeelden dus vanuit een<br />

dubbel perspectief: dat van de student die reflecteert op de stage en<br />

dat van de opleider op zijn eigen les.<br />

In het <strong>artikel</strong> worden de drie aspecten van het 'loop't, 'leeft 't, lukt 't'principe<br />

nader toegelicht en wordt ingegaan op het gebruik als<br />

reflectie-instrument.<br />

Bruno Oldeboom<br />

Chr. HS Windesheim,<br />

Calo<br />

Leeft ‘t?<br />

´Leeft 't?´ is een vraag naar de beleving<br />

van leerlingen tijdens de les.<br />

Dit wordt ook wel het affectief-emotionele<br />

aspect genoemd. Leeft de activiteit<br />

voor de leerlingen, of niet?<br />

Het voorbeeld illustreert hoe <strong>dit</strong> belevingsaspect<br />

tot uiting kan komen.<br />

Op school brengt het deelnemen aan<br />

(bewegings)onderwijsactiviteiten tal<br />

van gevoelens en emoties met zich<br />

mee. Kinderen voelen zich soms<br />

trots als zij na lang oefenen eindelijk<br />

iets kunnen. En een andere keer<br />

ongelukkig wanneer zij ten overstaande<br />

van de andere kinderen<br />

falen. Leerlingen voelen zich soms<br />

bedreigd wanneer zij samen met of<br />

juist tegen fysiek sterke medeleerlingen<br />

moeten spelen.<br />

Omgekeerd kan ook de stagiair(e)<br />

een gevoel van onmacht hebben<br />

wanneer hij/zij merkt dat de leerlingen<br />

meer aandacht voor elkaar hebben<br />

dan voor de activiteit die wordt<br />

aangeboden of wanneer zij merken<br />

dat leerlingen een loopje met hen<br />

nemen.<br />

Voor het opleidingsonderwijs geldt<br />

iets vergelijkbaars. Binnen de lessen<br />

op het instituut voelen studenten<br />

zich soms trots wanneer zij bijvoorbeeld<br />

over hun successen tijdens de<br />

stage kunnen vertellen. Anderen<br />

durven niet eens mee te doen aan<br />

groepsdiscussies uit angst dom gevonden<br />

te worden door medestudenten.<br />

“…Toen ik afgelopen week, zo vertelt Erica, tweedejaarsstudente, tijdens<br />

de stage bij M3b de gymles verzorgde, was het een levendige boel. Veel<br />

leerlingen van die klas vinden gym een leuk vak. Misschien wel het leukste<br />

vak. De leerlingen waren enthousiast en fanatiek bezig. Ze riepen<br />

elkaar, juichten, moedigden elkaar aan en hielpen elkaar. Naar mijn<br />

mening kon je wel stellen: ‘Het leeft in de gymzaal.’<br />

……De studenten van zijn klas zijn behoorlijk gedreven met elkaar in<br />

gesprek. De blikken op de gezichten zijn geconcentreerd. De studenten<br />

vertellen en luisteren aandachtig naar elkaar. De opleider had vorige<br />

week de studenten een gerichte opdracht gegeven. Zij moesten aan de<br />

hand van stage-ervaringen een didactisch principe leren toepassen.<br />

Deze opdracht lijkt een schot in de roos. De meeste studenten hebben<br />

mooie verhalen waarmee ze het een en ander kunnen illustreren. “Ja,<br />

denkt de opleider, deze les leeft!”<br />

Het is binnen onderwijsprocessen van groot belang dat kinderen, leerlingen,<br />

studenten zich veilig voelen of, nog liever, positieve gevoelens ervaren<br />

bij het doen van de activiteit. Die positieve gevoelens kunnen bovenkomen<br />

wanneer een leerling zich veilig, competent en uitgedaagd voelt.<br />

Leerlingen kunnen dan enthousiast worden. De leraar heeft hierbij de rol<br />

VELON Tijdschrift voor Lerarenopleiders jrg 23(3) 2002 35


De les loopt, leeft en lukt!<br />

36<br />

van coach. Een stagiair(e), leraar of opleider is vaak<br />

druk met het op hun gemak stellen van leerlingen<br />

en studenten, hen enthousiast te maken voor de activiteiten.<br />

Grapjes maken, meeleven met een mislukking,<br />

opbeuren, juichen en aanmoedigen; het zijn allemaal<br />

voorbeelden van lerarengedrag die te maken<br />

hebben met het affectief-emotionele aspect.<br />

Loopt ‘t?<br />

“……Ik had die dag de zaal vol gezet. Ik moest<br />

veel regelen. Ik had de gymzaal in drie vakken verdeeld.<br />

In elk vak stond een andere activiteit centraal.<br />

Kinderen speelden in het eerste vak 3-3<br />

basketbal. In het tweede vak had ik een volleybalnet<br />

klaar gezet. Ook daar speelden de leerlingen 3-<br />

3. In het achterste vak, bij het wandrek, had ik een<br />

minitrampoline en een kast neergezet. Daar konden<br />

de leerlingen de wendsprong oefenen. In elk<br />

vak waren steeds zo’n negen leerlingen te vinden.<br />

De meeste waren dus bezig, sommige moeten even<br />

op hun beurt wachten. Op een gegeven ogenblik<br />

keek ik eens en dacht tevreden: de les loopt ”<br />

……Dit verhaal van Erica horend kijkt de<br />

opleider kijkt tevreden rond. Hij heeft zijn tweedejaarsklas<br />

studenten in drie kleinere groepen<br />

verdeeld. In het klaslokaal zijn drie kleine groepen<br />

bezig met een gespreksopdracht. Er moest wel wat<br />

geregeld worden, want stagemaatjes mochten niet<br />

bij elkaar in de groep en het duurde even voordat<br />

iedereen door had wat de bedoeling was. Maar nu<br />

hij rond keek durfde hij wel vast te stellen: “Deze<br />

les loopt”.<br />

Naast de vraag of het 'leeft' is er de vraag of het 'loopt'<br />

Bij het terugblikken geeft een stagiair(e) of leraar vaak<br />

aan dat de les of activiteit al dan niet liep. Het onderwijs<br />

wordt, wat <strong>dit</strong> aspect betreft, gekenmerkt door<br />

regels en afspraken. Men spreekt hier van het normatief-organisatorisch<br />

aspect. De leraar heeft hier de rol<br />

van organisator en/of scheidsrechter, waarbij het maken<br />

van en het zich houden aan afspraken een belangrijk<br />

onderdeel is.<br />

Afspraken in een les zijn bedoeld om het samenleven<br />

en samenwerken tussen de verschillende partijen en<br />

deelnemers binnen de onderwijssituatie mogelijk te<br />

maken. Dit kunnen regels en afspraken zijn op microniveau,<br />

bij de gymlessen bijvoorbeeld de spelregels<br />

van het tikspel of de afspraak dat een leerling na een<br />

sprong weer achter in de rij aansluit.<br />

Daarnaast gelden er afspraken op sectie- of schoolniveau.<br />

Het is bijvoorbeeld verplicht in gepaste kleding<br />

in de les te verschijnen. In de bewegingsles draagt<br />

een leerling sportkleding en geen sieraden; in de lessen<br />

scheikunde draagt de leerling beschermende kleding.<br />

Ten slotte zijn er afspraken die in onze gehele<br />

samenleving gelden zoals het op je beurt wachten,<br />

niet stelen of elkaar fysiek geweld aandoen.<br />

Wanneer de les 'loopt' kan de leraar vaststellen dat<br />

de afspraken voor de leerlingen duidelijk zijn en dat<br />

iedereen zich in overeenstemming met die afspraken<br />

gedraagt. Die situatie kan bevorderd worden door<br />

leerlingen medeverantwoordelijk te maken voor de<br />

organisatie van de les. Soms geeft de leraar een leerling<br />

de rol van jurylid en helpt de leerling met het<br />

meten van de resultaten bij bijvoorbeeld atletiekonderdelen.<br />

Zo kan een leerling ook als coach bij een<br />

basketbalwedstrijdje fungeren. Om zulke inbreng<br />

van de leerlingen goed te coërdineren is een leraar<br />

continu aan het organiseren.<br />

Wanneer de les niet 'loopt' moet de stagiair(e) of<br />

leraar in actie komen en moet hij/zij indien nodig<br />

gedrag van leerlingen corrigeren. Een leraar of stagiair(e)<br />

zelf moet zich uiteraard ook aan regels houden,<br />

maar deze heeft wel het recht om regels - als de situatie<br />

dat rechtvaardigt - aan te passen, te laten vervallen<br />

of nieuwe regels te bedenken en te introduceren.<br />

Op deze wijze organiseert de leraar voortdurend om<br />

de lessen op rolletjes te laten lopen.<br />

Het normatief-organisatorische aspect is ook zichtbaar<br />

binnen de lessen op het opleidingsinstituut.<br />

Ook daar geldt dat de studenten zich aan afspraken<br />

moeten houden. Ook op het instituut gelden afspraken<br />

en regels op micro-, meso- en macroniveau.<br />

Algemeen aanvaarde afspraken zijn: niet voor de<br />

beurt praten, uitvoeren van opgegeven opdrachten,<br />

op tijd in de les zijn, de mobiele telefoon en de discman<br />

uitschakelen tijdens de les. Op de opleiding<br />

heeft de opleider de taak om gesprekken waarin<br />

wordt teruggeblikt op stage-ervaringen goed te coördineren<br />

en te organiseren. Hij geeft bijvoorbeeld een<br />

student de rol van voorzitter en een andere student<br />

die van notulist. De stagiair(e), de leraar en de opleider<br />

hebben als taak ervoor te zorgen dat de lesactiviteit<br />

'loopt'. Er moeten regels en afspraken zijn. En er<br />

moet bewaakt worden dat men zich ook aan die regels<br />

en afspraken houdt. De leraar heeft het vaak<br />

druk met <strong>dit</strong> normatief-organisatorische aspect: organiseren<br />

en corrigeren van leerlingen. Iedere leraar<br />

kent wel het gevoel als een politieagent voor de klas<br />

te staan.<br />

Lukt ‘t?<br />

In de gymzaal moeten de activiteiten van de leerlingen<br />

ook kunnen lukken. Binnen de opleiding voor<br />

Lichamelijke Opvoeding, zoals in deze voorbeelden<br />

het geval is, is motorisch gedrag uiteraard het meest<br />

in het oog springende aspect (Loopstra, 1983), maar<br />

zeker niet het enige. Dit noemen we ook wel het<br />

vakspecifieke of kennis-vaardigheids-aspect. De<br />

leraar doet zijn werk dan in de rol van instructeur.<br />

Leraren zeggen vaak wel dat het onderwijs zich in de<br />

eerste plaats op het vakspecifieke (i.c. de motorische<br />

handelingen) moet richten. Daarmee krijgt bewegingsonderwijs<br />

haar eigen karakter en onderscheidt<br />

de gymles zich van wiskunde- of taalonderwijs. Het<br />

is natuurlijk ook van groot belang dat de leerlingen<br />

de verschillende bewegingsvaardigheden onder de<br />

knie krijgen. De leerlingen komen uiteindelijk ook<br />

naar de gymzaal om op het motorische front vorderingen<br />

te boeken. Leerlingen leren beter te basketballen,<br />

salto te springen, hoog te springen, te dansen,<br />

enzovoort.


Tijdens de les is de stagiair(e)/leraar bezig met het<br />

geven van tips en aanwijzingen, biedt hij/zij hulp en<br />

geeft instructies over de wijze van uitvoeren van de<br />

(bewegings)opdrachten. Hier komen het vakspecifieke<br />

aspect en de vakdeskundigheid van de leraar het<br />

duidelijkst naar voren.<br />

“……Ik had me voorgenomen extra aandacht<br />

aan het volleyballen te schenken. Uit<br />

voorgaande lessen was gebleken dat kinderen<br />

volleybal heel leuk vinden, maar het was<br />

me opgevallen dat de leerlingen nog veel<br />

moeite hebben met schatten van de balbaan.<br />

Naar mijn inschattingen kon op het gebied<br />

van het verplaatsen ten opzichte van de bal,<br />

het bij deze de leerlingen nog beter lukken.<br />

Met name René viel me op. Nu is gebleken<br />

dat hij een handicap aan zijn ogen heeft en<br />

niet zo goed diepte kan schatten. Bij de<br />

meeste vakken is zijn handicap niet zo’n<br />

probleem, maar bij gym juist wel. René kan<br />

daardoor met veel ‘gymdingen’ niet goed<br />

mee komen. Om René met het schatten van<br />

de balbaan te helpen moet ik volgende keer<br />

toch iets verzinnen. “Hebben jullie een idee<br />

hoe ik er voor kan zorgen dat het volleybal<br />

bij Rene ook lukt?”, vraagt Erica aan haar<br />

groepje.”<br />

……Tijdens de les wandelt de opleider rond en<br />

hoort het verhaal van Erica. Hij had bewust voor<br />

deze werkvorm gekozen. Tijdens vorige ontmoetingen<br />

waarin studenten stage-ervaringen uitwisselden<br />

kwamen studenten nauwelijks tot<br />

passende vervolgen voor hun lessen. Hij had<br />

vorige keer vastgesteld dat het terugblikken beter<br />

kon. Vandaag was hij tevreden. Hij had sterk het<br />

idee dat het reflecteren beter lukte….<br />

Gedrag<br />

van de<br />

leerlingen<br />

Loopt het?<br />

Leeft het?<br />

Lukt het?<br />

Kijk-vraag Centrale thema<br />

Snappen de leerlingen<br />

de regels?<br />

Houden de leerlingen<br />

zich aan de<br />

regels?<br />

Is de organisatie<br />

goed?<br />

Of juist niet…?<br />

Zijn de leerlingen<br />

fanatiek, enthousiast,geconcentreerd,<br />

blij, serieus,<br />

betrokken, enz?<br />

Of juist niet…?<br />

Op welk niveau<br />

nemen de leerlingen<br />

deel?<br />

Is de leerling m.b.t.<br />

de gestelde taak<br />

beginner, gevorderde<br />

of expert?<br />

Normatieforganisatorisch<br />

aspect<br />

Affectiefemotioneel<br />

aspect<br />

Vakspecifieke /<br />

Kennisvaardigheidsaspect<br />

Ook binnen het opleidingonderwijs zoekt een opleider<br />

naar mogelijkheden om de vakdeskundigheid<br />

van de student te vergroten. Naast de zorg voor de<br />

beleving en de orde tijdens de les, wil de opleider dat<br />

de student kennis, vaardigheden en een attitude verwerft<br />

die zijn/haar vakmatig handelen ondersteunen.<br />

De les loopt, leeft, lukt in schema.<br />

In de voorbeelden werden fragmenten uit een les<br />

beschreven die op de opleiding voor leraren Lichamelijke<br />

Opvoeding aan de studenten wordt aangeboden.<br />

U las hoe Erica aan mede-studenten vertelt over haar<br />

stage-ervaringen en hoe haar opleider vervolgens de<br />

les waarin dat gebeurt, begeleidt. Geïllustreerd werd<br />

hoe leren reflecteren op stage-ervaringen, gebruikmakend<br />

van een specifiek didactisch instrument, kan<br />

verlopen.<br />

Op de Calo leren de tweedejaars studenten reflecteren<br />

aan de hand van de reflectiecirkel van Korthagen<br />

(1983). De voorbeelden komen uit een les waar studenten<br />

de trits loopt´t-leeft´t-lukt´t gebruiken als<br />

hulpmiddel tijdens die reflectie. De opleider heeft<br />

studenten gevraagd om concrete voorbeelden aan de<br />

hand van stage-ervaringen te verzamelen bij de trits<br />

loopt't,-leeft't-lukt't. Vervolgens werd hen gevraagd<br />

op welk aspect zij wilden inzoomen. Het inzoomen<br />

op één van de aspecten moest leiden tot passende<br />

vervolgen in de stagelessen van de studenten.<br />

Prettig van deze werkwijze is dat deze zowel gebruikt<br />

kan worden bij 'reflection on action' zoals in de voorbeelden<br />

het geval is, als bij 'reflection in action' (Korthagen,<br />

2000, p. 54). Door de eenvoud kan het instrument<br />

tijdens de stage gebruikt worden. Een stagiair(e)<br />

kan tijdens het lesgeven even achteruit stappen en<br />

zich afvragen of de les nu wel 'loopt'. Ook de opleidingsdocent<br />

kan een dergelijk stop-and-think mo<br />

Regelingen<br />

Rol van<br />

de leraar<br />

Beleving Coach<br />

[i.c.]<br />

Motorisch<br />

gedrag<br />

Organisator -<br />

Scheidsrechter<br />

Instructeur<br />

Mogelijke<br />

initiatieven<br />

Veel/ weinig regelingen<br />

treffen<br />

Streng/ slap controleren<br />

Veel/ weinig +<br />

streng/ soft sanctioneren<br />

Meedoen, meeleven,<br />

motiveren<br />

Gezellig, spannend<br />

maken<br />

(Sociaal) veilige sfeer<br />

creëren<br />

Vragen aan leerlingen<br />

stellen<br />

Voordoen, uitleggen,<br />

aanwijzingen geven<br />

(nieuwe) opdrachten<br />

geven<br />

VELON Tijdschrift voor Lerarenopleiders jrg 23(3) 2002 37


De les loopt, leeft en lukt!<br />

38<br />

ment inbouwen. Bovendien kan de opleider <strong>dit</strong> expliciet<br />

- in een begeleidingsles - doen, waardoor hij studenten<br />

het reflecteren kan vóórleven.<br />

Tenslotte geeft het instrument de mogelijkheid om in<br />

te zoomen op (basis)lesgeefbekwaamheden - het gaat<br />

hier over de bekwaamheden die passend zijn bij de<br />

drie genoemde thema's - en ze te ordenen naar de<br />

drie (CIOS-)rollen; Coach, Instructeur en Organisator/Scheidsrechter.<br />

Bij iedere rol horen specifieke<br />

acties die de leraar/stagiair(e) kan ondernemen.<br />

Leren!<br />

De term 'leren' lijkt in <strong>dit</strong> reflectiehulpmiddel te ontbreken.<br />

Dat is geenszins de bedoeling of het geval.<br />

De term 'leren' overkoepelt de drie aspecten. Anders<br />

gezegd; leren kan met betrekking tot alle drie aspecten<br />

plaats vinden. Zowel de leerling, de student, de<br />

opleider als de leraar kunnen op de drie aspecten<br />

leerresultaten boeken.<br />

Deelnemen aan opdrachten en/ of activiteiten kan op<br />

verschillende niveaus. Een veel gebruikt onderscheid<br />

om niveaus te duiden is bijvoorbeeld die van beginner,<br />

gevorderde en expert. Wanneer het een leerling<br />

of student lukt(!) de opdracht na enig oefenen en experimenteren<br />

op een hoger niveau uit te voeren, dan<br />

heeft de leerling of student op het vakspecifieke vlak<br />

geleerd. Het is echter ook mogelijk dat een leerling of<br />

student binnen de activiteit of opdracht meer leert te<br />

genieten, leert zich beter aan de gestelde regels te<br />

houden of leert meerdere functies in activiteiten te<br />

Opdracht 3. Overleg met je stagegroep:<br />

Wat deden jullie tijdens de stage om er voor te zorgen dat de activiteit liep.<br />

Bij de uitleg Tijdens de activiteit<br />

bekleden. Met andere woorden; op het gebied van<br />

leeft't en loop't kan er ook sprake zijn van leren.<br />

In het loopt't-leeft't-lukt't model wordt verondersteld<br />

dat een (bewegings)les als een handelingscontext te<br />

beschouwen is, waarin genoemde drie aspecten te<br />

onderscheiden zijn. Zoals Boekaerts (1995) stelt is<br />

onderwijs, ook op het gebied van bewegen, meer dan<br />

alleen maar overdracht van kennis en/of vaardigheden.<br />

Het betreft ook gedragsverandering. Wanneer<br />

iemand onderwijs verzorgt, dient hij naast de vak”specifieke<br />

kant dus ook rekening te houden met belevings-<br />

en reguleringsaspecten.<br />

Loopt 't, leeft 't en lukt 't in het kwadraat.<br />

Om het reflectiehulpmiddel aan de studenten te<br />

verduidelijken proberen we op de opleiding aan de<br />

hand van stage-ervaringen de verschillende principes<br />

toe te lichten. Dit gebeurt aan de hand van lesbrieven.<br />

Reacties van studenten zijn uiteenlopend:<br />

• Het maakt dat ik wat meer gestructureerd naar<br />

de stageles terugkijk.<br />

• Eigenlijk wist ik <strong>dit</strong> al.<br />

• Ik vergeet tijdens de stageles nog steeds om op<br />

loopt 't en leeft 't te letten. Daar denk ik pas na de<br />

stageles over na!<br />

• Wanneer ik tegen de leerlingen zeg dat het niet<br />

loopt, snappen zij meestal ook meteen wat ik bedoel.<br />

• Met die lesbrieven krijgt de les wel structuur. Je<br />

gaat niet in de wilde weg met elkaar kletsen.<br />

Conclusie: Om ervoor te zorgen dat de activiteit loopt heeft een leraar in ieder geval 2 variabelen<br />

waarmee hij/ zij kan manipuleren:<br />

1. De hoeveelheid regels (N.b hiermee hangt de mate van gedetailleerdheid van de regels samen).<br />

2. De mate van strengheid waarmee de gestelde regels moeten worden nageleefd.<br />

Opdracht 4. Vul zelfstandig in.<br />

Hoeveel regels leg jij uit waardoor het tikspel gespeeld kan worden?<br />

Hoe vaak zie jij het overtreden van de regels door vingers en wat is daar het effect van?


• Ik vind het wel grappig om te merken dat wanneer<br />

het tijdens de lessen op de opleiding niet echt leeft,<br />

zo'n les vaak ook niet goed loopt.<br />

Hieronder is een deel uit een lesbrief overgenomen.<br />

Studenten vullen soms na overleg, soms zelfstandig<br />

de lesbrief in. Het fragment komt uit een lesbrief<br />

waarin het normatief-organisatorische aspect centraal<br />

stond.<br />

Relativeringen<br />

De indruk wordt misschien gewekt dat<br />

bijvoorbeeld de leraar als scheidsrechter/<br />

organisator er exclusief voor zorgt dat een<br />

activiteit loopt. En dat een instructeur degene<br />

is die zorgt dat er bij de leerlingen iets<br />

lukt en dat de coach verantwoordelijk is<br />

voor een geanimeerde les. Dat hoeft niet<br />

het geval te zijn. Veel opdrachten lukken<br />

al wanneer leerlingen en studenten ruimte<br />

krijgen om te experimenteren en af en toe<br />

aangemoedigd worden in hun leerproces.<br />

In een dergelijke situatie is de coach degene<br />

die op het motorische vlak resultaten<br />

boekt. Zo zijn er legio voorbeelden te bedenken.<br />

Steeds moet voor ogen worden<br />

gehouden dat het 'loop 't - leeft 't - lukt 't´ -<br />

model slechts een (opleidings)didactisch<br />

hulpmiddel is. Rigide gebruik zal de realiteit<br />

tekort doen en ervoor zorgen dat het<br />

instrument faalt. Het is wel een hulpmiddel<br />

dat nuttig kan zijn bij het verduidelijken<br />

van de beïnvloedingsmogelijkheden<br />

van de leraar en de mogelijke effecten ervan.<br />

En met behulp van het instrument<br />

wordt het mogelijk leerlingengedrag in<br />

relatie tot de lesactiviteiten en het handelen<br />

van de docent te duiden.<br />

Ruimere toepassingen<br />

Aangezien het 'loop 't - leeft 't - lukt 't´model<br />

over handelingscontexten in het<br />

algemeen spreekt, ligt het voor de hand na<br />

te denken over de vraag of het model geen<br />

ruimere toepassingsmogelijkheden heeft.<br />

Een eerste inschatting is dat het mogelijk<br />

moet zijn om het model ook bij andere<br />

vakken te gebruiken. Ook de muziek- en<br />

wiskundeleraar heeft te maken met regels,<br />

een vakspecifieke kant en de zorg voor een<br />

veilig en uitdagend leerklimaat. Het model<br />

is nu ingevuld voor de bewegingsles en<br />

voor de Academie voor Lichamelijke<br />

Opvoeding, wat met name op het vakspecifieke<br />

gebied te zien is. Voor vakken als<br />

muziek en wiskunde zou die invulling<br />

heel anders zijn.<br />

We hadden het tot nu toe over de toepassing<br />

van het model op micro-niveau.<br />

Maar toepassing is ook mogelijk op andere<br />

niveaus. Bijvoorbeeld op schoolniveau<br />

(mesoniveau): een leraar in een school<br />

heeft (als pedagogisch en onderwijskundig medewerker)<br />

een vakspecifieke taak en verantwoordelijkheid<br />

(lukt't); is daarnaast in tal van overlegorganen betrokken<br />

met de organisatie van de school (loopt't) en geeft<br />

mede vorm aan het pedagogische klimaat (leeft't). De<br />

leraar levert dan binnen het pedagogische en onderwijskundige<br />

klimaat van de school in ruimere zin ook<br />

een bijdrage aan de drie genoemde aspecten.<br />

De workshop van Bruno Oldeboom en Chris Hazelebach op het<br />

VELON congres 2002 leidde tot hilarische taferelen, maar:<br />

“Het leefde, het liep en het lukte (soms)”<br />

VELON Tijdschrift voor Lerarenopleiders jrg 23(3) 2002 39


De les loopt, leeft en lukt!<br />

40<br />

Samenvattend<br />

Het lukt't-leeft't-loopt't reflectiehulpmiddel is een<br />

handzaam instrument dat totstandgekomen is in<br />

samenwerking met leerkrachten. Het is een reflectiehulpmiddel<br />

waarbij verondersteld wordt dat er drie<br />

aspecten binnen onderwijscontexten te onderscheiden<br />

zijn: een normatief-organisatorisch aspect, een<br />

affectief-emotioneel aspect en een vakspecifiek aspect.<br />

Vanuit de wens de kinderen beter en met plezier<br />

te leren bewegen (Morsch & Sanders, 2000, p.38) hebben<br />

opleiders en leerkrachten gezocht naar didactische<br />

principes die bruikbaar zijn in onmiddellijk onderwijsgedrag<br />

(Dolk, 1997). Het instrument tracht de<br />

complexiteit van het verzorgen van bewegingslessen<br />

hanteerbaar te maken. Het instrument kan zowel<br />

bruikbaar zijn tijdens zogenoemde stop-and-think<br />

momenten tijdens het verzorgen van lessen, als bij<br />

het terugblikken op stage-ervaringen op de opleiding.<br />

Bijzonder aan het werken met het instrument is ook,<br />

dat het binnen het opleidingsonderwijs 'vóór te leven'<br />

is. Het komt daarmee tegemoet aan de eisen van het<br />

congruentiebeginsel. De voorbeelden in deze tekst<br />

trachten dat te illustreren. De verschillende aspecten<br />

zijn in iedere onderwijscontext aan te wijzen en dus<br />

ook binnen het opleidingsonderwijs.<br />

Noot<br />

1 Door de opbouw van de voorbeelden, is gekozen om de<br />

opbouw van de drie aspecten loop ´t , leeft ´t en lukt´t in<br />

<strong>dit</strong> <strong>artikel</strong> iets aan te passen.<br />

Literatuur<br />

Boekaerts, M. (1995). ‘Instructie is meer dan kennisoverdracht:<br />

het is een gedragsverandering’. In: Peters, J.J.,<br />

Schramade, P.W.J. & Thijssen, J.G.L. (red), Handboek<br />

Bedrijfsopleidingen: studentengids voor de opleidingspraktijk,<br />

deel III. Houten/ Diegem: Bohn Stafleu Van<br />

Loghum.<br />

Dolk, M.L.A.M. (1997). Onmiddellijk onderwijsgedrag; over<br />

denken en handelen van leraren in onmiddelijke onderwijssituaties.<br />

Proefschrift Universiteit Utrecht.<br />

Hazelebach, C.A. (red.) (1998). Bewegingsonderwijs in het<br />

speellokaal. Publicatiefonds ‘t Web: Amsterdam.<br />

Korthagen, F.A.J. (1983). Leren reflecteren als basis van de<br />

lerarenopleiding. Een model voor de opleiding van leraren,<br />

in het bijzonder wiskundeleraren. ’s Gravenhage:<br />

Stichting voor Onderzoek van het Onderwijs S.V.O.<br />

Korthagen, F.A.J. (2000). F.A.J. Korthagen et al., Linking theory<br />

and practice, the pedagogy of realistic techer education.<br />

Mahwah, NJ. Lawrence Erlbaum Associaties.<br />

Loopstra, O. (1983). Over bewegen en bewegingsonderwijs.<br />

Baarn: Bekadidact.<br />

Morsch, I. M. W. & Sanders, O. (2001). ‘De meesterlijke<br />

leraar’. VELON Tijdschrift voor Lerarenopleiders, 22(1),<br />

37-42.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!