coaching & intervisie - WagenaarHoes
coaching & intervisie - WagenaarHoes
coaching & intervisie - WagenaarHoes
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Hoofdstraat 69 • Postbus 166 • 3970 AD Driebergen<br />
T. 0343 - 52 40 10 • F. 0343 - 53 39 69 • E. secretariaat@wagenaarhoes.nl<br />
www.wagenaarhoes.nl<br />
WAGENAARHOES<br />
magazine<br />
nummer 23<br />
december 2009<br />
COACHING & INTERVISIE<br />
Een tijdloos modernisme
Organisatieadviseurs<br />
van <strong>WagenaarHoes</strong><br />
zijn uw<br />
Partners in Verandering<br />
Ook in 2010<br />
Wij wensen u prettige<br />
feestdagen en een<br />
gelukkig, voorspoedig<br />
en succesvol<br />
nieuw jaar!<br />
Colofon<br />
<strong>WagenaarHoes</strong> Magazine informeert<br />
twee keer per jaar met hoofd, hart<br />
en hand over vraagstukken rondom<br />
strategievorming, leiderschap en<br />
bedrijfsvoering.<br />
Redactie:<br />
<strong>WagenaarHoes</strong> Organisatieadvies<br />
Vormgeving en productie:<br />
Tekstudio Marketing & Communicatie<br />
Contactadres:<br />
<strong>WagenaarHoes</strong> Organisatieadvies<br />
Postbus 166, 3970 AD Driebergen<br />
Bezoekadres:<br />
Hoofdstraat 69 3971 KD Driebergen<br />
Tel. 0343 52 40 10<br />
Fax. 0343 53 39 69<br />
info@wagenaarhoes.nl<br />
www.wagenaarhoes.nl<br />
4<br />
5<br />
8<br />
10<br />
12<br />
16<br />
Inhoud<br />
Coaching & <strong>intervisie</strong><br />
Een tijdloos modernisme<br />
Coaching van individuen en<br />
teams<br />
‘Yes! een crisis’<br />
Harry ter Braak: “Ik help iemand<br />
om anders te kijken”<br />
Leiderschap van professionals<br />
Dagboek van een adviseur:<br />
Variatie, vragen en volhouden<br />
2 3<br />
17<br />
19<br />
20<br />
22<br />
23<br />
Professionalisering en<br />
certificering van de coach:<br />
Staat de klant centraal?<br />
Intervisie als hulpmiddel bij<br />
organisatieontwikkeling -<br />
De Nederlandsche Bank<br />
Team<strong>coaching</strong>: Op weg naar<br />
een ‘winning team’<br />
Professionalisering:<br />
Praktijkboek Intervisie<br />
Pure Winst, werken aan de<br />
zinvolle organisatie
Voorwoord Achtergrond<br />
COACHING & INTERVISIE<br />
Een tijdloos modernisme<br />
door Jan Willem Kradolfer<br />
Deze eindejaarseditie van het <strong>WagenaarHoes</strong> magazine is alweer nummer 23 in een lange reeks. En het is<br />
een bijzonder magazine dat u in handen heeft: we zijn weer terug bij een geheel gedrukte versie, prachtig<br />
opgemaakt door Tekstudio. Het vorige nummer stond - hoewel al in nieuwe huisstijl - alleen nog op het<br />
web, maar we hadden er een aantal exemplaren van laten drukken. Dat is goed bevallen, met zeer positieve<br />
reacties. Ook onze lezers en opdrachtgevers hebben ons de laatste tijd laten weten dat een goed magazine<br />
‘in handen’, met een goede look and feel toch echt een kwalitatieve meerwaarde heeft ten opzichte van<br />
uitsluitend op scherm lezen. Wij prijzen ons gelukkig met deze postmoderne ontwikkeling waarin een<br />
beweging naar het klassieke contact met onze klanten en kennissen kennelijk op waardering kan rekenen.<br />
Natuurlijk blijven wij zeer openstaan voor uw suggesties en commentaar.<br />
In onze beroepspraktijk zien wij een substantiële<br />
toename van het aantal opdrachten voor <strong>coaching</strong> en<br />
<strong>intervisie</strong>. Dat komt van twee kanten. Meestal is de<br />
vraag naar een coach gerelateerd aan de ervaring die<br />
iemand al met ons heeft opgedaan in een andere rol:<br />
als adviseur, trainer of interim-manager. Dat gaat met<br />
een zekere schroom: “Wat ik je eigenlijk zou willen<br />
vragen, zie je, zou jij wellicht beschikbaar zijn om mij<br />
te coachen? Hoeft niet hoor!”, maar ook heel direct.<br />
Soms kiezen wij er bewust voor om bij een grootschalig<br />
veranderingsproces oog te hebben voor eventuele<br />
ondersteuning van het (top)team of de leider van de<br />
groep. In beide gevallen geldt dat <strong>coaching</strong> of <strong>intervisie</strong><br />
alleen kans van slagen heeft als er vertrouwen is van<br />
degene die het ondergaat in de persoon van de coach<br />
of <strong>intervisie</strong>-adviseur. Coaching en <strong>intervisie</strong>, hoe wij<br />
dat doen en hoe wij daar naar kijken, daarover gaat dit<br />
magazine.<br />
Gelukkig zijn ‘helpende gesprekken’ eigenlijk heel<br />
gewoon, volgens Erik de Haan, schrijver van het veel<br />
omvattende boek ‘Relationele <strong>coaching</strong>, wegen naar<br />
meesterschap in helpende gesprekken’ (Assen: Van<br />
Gorcum, 2007). Ze vinden tussen mensen elke dag<br />
plaats: in de trein, op school of op het werk. Aan<br />
professioneel gevoerde ‘helpende gesprekken’ zijn echter<br />
confronteren<br />
probleemgericht<br />
inzichtgericht<br />
suggereren<br />
exploreren<br />
4<br />
wel eisen te stellen. Neem bijvoorbeeld het fenomeen<br />
parrẻsia, ofwel ‘vrijmoedig spreken’. Kan en durft<br />
een coach alles te zeggen dat gezegd moet worden,<br />
zelfs al is de gecoachte een machtig en hooggeplaatst<br />
persoon? In een zeer overzichtelijk schema laat hij<br />
zien hoe verschillende bijdragen vanuit de coach zijn te<br />
categoriseren. Het schema helpt bij het lezen van de<br />
artikelen in dit magazine.<br />
Dit magazine start met onze visie op het fenomeen<br />
<strong>coaching</strong>. Vervolgens hebben wij een mix van<br />
bijdragen: interviews, achtergronden, casus, opinies<br />
en professionalisering geven een kijkje in onze keuken<br />
van de coach. Aanvullend is het artikel van René<br />
Weijers opgenomen, dat gaat over het ‘leidinggeven van<br />
professionals’. Professionele coaches maar zeker ook<br />
andere professionals en bestuurders, kunnen zich dat ter<br />
harte nemen. Zijn kernvraag: hoe zit het eigenlijk met<br />
het leiderschap van de professional zelf in het nemen<br />
van verantwoordelijkheid voor de eigen professionele<br />
bijdrage?<br />
Namens alle <strong>WagenaarHoes</strong>-collega’s: veel leesplezier! ●<br />
oplossingsgericht<br />
persoonsgericht<br />
Verschillende bijdragen vanuit de coach; De Haan, 2007,<br />
ondersteunen<br />
COACHING VAN INDIVIDUEN EN TEAMS<br />
Op zoek naar betere werk- en organisatiegerichte prestaties<br />
door Maureen Hendriks en Jan Willem Kradolfer<br />
Coaching is van alle tijden. De oude Grieken waren al gefascineerd door de kracht van reflectie op het eigen<br />
denken en handelen. Vandaag de dag is het binnen bedrijven en organisaties normaal om terug te grijpen<br />
op die traditie in de vorm van individuele of team<strong>coaching</strong>. Een ‘orakel van Delphi’ zijn wij als hedendaagse<br />
coach niet; onze focus is gericht op resultaat en toegevoegde waarde van het individu of team voor het<br />
bedrijf of de organisatie. Wij onderschrijven het belang van investeren in mensen door <strong>coaching</strong>; ze leveren<br />
een nog betere of vernieuwde bijdrage aan het realiseren van de doelen van de organisatie.<br />
Wij zien <strong>coaching</strong> als een vorm van begeleiding op<br />
vrijwillige maar niet vrijblijvende basis, gericht op het<br />
leveren van toegevoegde waarde in de ontwikkeling van<br />
het individu of een team. Het gaat in de kern steeds<br />
om de wat-, hoe- en wie-vraag van de gecoachte. Wat<br />
wil ik bijdragen? Hoe doe ik dat? Wat drijft of blokkeert<br />
mij? Het wezen van <strong>coaching</strong> is daarmee bepaald:<br />
iemands potentiële kwaliteiten vrijmaken en waar nodig<br />
zijn belemmerende overtuigingen oprekken, zonder te<br />
onderwijzen, maar door het bevorderen van leren. Het<br />
doel van <strong>coaching</strong> is het verbeteren van de prestaties en<br />
leermogelijkheden door uitbreiding van het incasserings-<br />
en reflectievermogen en het handelingsrepertoire.<br />
Het <strong>coaching</strong>straject<br />
Essentieel voor een goede <strong>coaching</strong>srelatie is de<br />
persoonlijke kennismaking. De aspirant gecoachte<br />
weegt zijn of haar vertrouwen in de coach en kiest er<br />
vrijwillig voor - of niet. Dat vertrouwen in een goede<br />
<strong>coaching</strong>srelatie dient wederzijds te zijn: ook coaches<br />
maken daarin keuzes. Vertrouwen en vertrouwelijkheid<br />
zijn voor ons van grote waarde. Na de persoonlijke<br />
kennismaking formuleert de gecoachte zijn specifieke<br />
<strong>coaching</strong>svraag, in relatie tot de organisatie. Dat is het<br />
richtsnoer voor gemiddeld zo’n zes (vaak maandelijkse)<br />
vervolggesprekken en een evaluatiegesprek ter<br />
afronding. In een <strong>coaching</strong>straject gaat het om drie<br />
partijen: de coach, de gecoachte én het bedrijf of de<br />
organisatie. Daarom worden vooraf heldere afspraken<br />
gemaakt over de rol die de organisatie speelt in het<br />
<strong>coaching</strong>straject. Indien gewenst kan een zelftest of<br />
assessment een goede ondersteunende rol bieden.<br />
Gedurende deze zes tot acht maanden is tussentijds<br />
contact met de coach altijd mogelijk, indien de situatie<br />
daar om vraagt.<br />
In elk <strong>coaching</strong>sgesprek onderscheiden wij een aantal<br />
stappen:<br />
• De start: de thematiek van het gesprek<br />
• De situatiebepaling ten aanzien van een probleem, de<br />
eigen kijkwijze en reactiepatronen<br />
• Verkenning van (handelings)alternatieven<br />
• Acties en plannen<br />
• Evaluatie, afspraken en huiswerk<br />
5<br />
De complexiteit en intensiteit van het gesprek is vaak<br />
van dien aard dat gemiddeld twee uur nodig is om<br />
aan de gewenste kwaliteit invulling te kunnen geven.<br />
Het gaat erom dat gecoachten een betekenisvolle en<br />
belevenisvolle ervaring meekrijgen.<br />
Bij de evaluatie en terugkoppeling naar de organisatie<br />
is zorgvuldigheid geboden. Het is namelijk van groot<br />
belang dat alles wat in de <strong>coaching</strong>sgesprekken aan<br />
de orde komt, vertrouwelijk blijft. En tegelijkertijd<br />
wil de organisatie, veelal in de vorm van de direct<br />
leidinggevende of personeelsadviseur van de gecoachte,<br />
terugkoppeling over bereikte resultaten. Wij kiezen er<br />
dan voor om de gecoachte zelf de terugkoppeling te<br />
laten doen, weliswaar in bijzijn van de coach.<br />
Coaching is er in soorten en maten. Wij onderscheiden<br />
twee soorten <strong>coaching</strong>: individuele <strong>coaching</strong> en<br />
team<strong>coaching</strong><br />
Individuele <strong>coaching</strong><br />
In de basis gaat het hier om ‘helpende gesprekken’<br />
tussen coach en gecoachte vanuit een volwassen,<br />
professionele relatie. De reflectie is gericht op<br />
vraagstukken van persoonlijke aard, vanuit<br />
werkgerelateerde kwesties; onze coaches zijn geen<br />
therapeut voor persoonlijkheidsvraagstukken.<br />
Tegelijkertijd wordt in de <strong>coaching</strong> wel degelijk de<br />
koppeling gemaakt met het privéleven van de gecoachte.<br />
Om tot de kern te komen van werkgerelateerde<br />
zaken blijkt deze tussenstap vaak noodzakelijk. In<br />
iemands levensloop reageren mensen op belangrijke<br />
gebeurtenissen met overlevingsstrategieën. Deze<br />
strategieën leveren hen succes op, zodat zij steeds<br />
dieper geworteld raken en op den duur ‘karrensporen’<br />
worden. Het repertoire van mensen blijft daarmee vaak<br />
beperkt tot deze strategieën, ook in hun werk. Het<br />
ontdekken van de herkomst van de gebruikte strategieën<br />
biedt de sleutel. Het geeft inzicht in waarom men daar<br />
steeds voor kiest en welke belemmerende overtuigingen<br />
andere keuzes in de weg staan. Vanaf dat punt behoort<br />
uitbreiding van het eigen handelingsrepertoire tot de<br />
mogelijkheden. Dit is een belangrijke pijler van de<br />
<strong>coaching</strong>. Het maakt dat mensen effectiever kunnen zijn<br />
in hun handelen.
Veelal zijn parallellen te zien tussen hoe men in privésituaties<br />
en op het werk handelt. Als er juist sprake is van verschil in<br />
handelen in beide situaties, dan is ook dat bruikbare input voor<br />
de <strong>coaching</strong>. Wij maken bijvoorbeeld wel mee dat managers<br />
op hun werk zichzelf niet voldoende profileren, terwijl zij dat<br />
privé wel doen door voorzitter te zijn van een grote vereniging<br />
en vanuit die functie zeer succesvol met verschillende partijen<br />
te onderhandelen. De belemmerende overtuigingen zijn in dat<br />
geval werkgerelateerd en gebaseerd op bijvoorbeeld angst<br />
voor positie of zelfs voor ontslag. Diepgewortelde angsten<br />
(bijvoorbeeld om zekerheden te verliezen of afgewezen<br />
te worden) liggen vaak ten grondslag aan opgebouwde<br />
belemmerende overtuigingen. Veelal vormen deze angsten<br />
onbewuste drijfveren voor handelen. Om effect te bereiken<br />
met <strong>coaching</strong>, moet ingezoomd worden op de onderliggende<br />
normen en waarden, als ook op de drijfveren, ambities en<br />
identiteit die aan de basis liggen van het zichtbare gedrag van<br />
de gecoachte.<br />
KENNIS<br />
GEDRAG EN<br />
VAARDIGHEDEN<br />
NORMEN EN<br />
WAARDEN, CULTUUR<br />
DRIJFVEREN,<br />
AMBITIES, IDENTITEIT<br />
De gehanteerde drijfveren zijn tevens cultureel bepaald; wij<br />
ervaren grote verschillen tussen managers uit bijvoorbeeld<br />
Frankrijk en Nederland. Met de internationalisering van<br />
onze economie is dit een steeds belangrijker issue voor veel<br />
organisaties.<br />
Er is een diversiteit aan <strong>coaching</strong>svragen te zien. We coachen<br />
professionals en managers die nieuwe eisen aan zich gesteld<br />
zien, doordat zij een andere, zwaardere functie hebben<br />
gekregen of door bijvoorbeeld externe ontwikkelingen. Het<br />
repertoire dat in de ene situatie nog voldoende effectief<br />
was, blijkt dan niet langer toereikend. Veel <strong>coaching</strong>svragen<br />
hangen samen met beperkt inzicht in het functioneren van<br />
mensen in relatie tot hun werkomgeving. Het leren wisselen<br />
van perspectief is hierbij essentieel. Veel mensen stellen<br />
uitzonderlijk hoge eisen aan zichzelf. Niet zelden zijn het juist<br />
de mensen van wie men dit het minst verwacht die een burnout<br />
krijgen of deze zien naderen. Ook coachen we mensen<br />
met zingevingsvragen. Vooral mensen die heel snel carrière<br />
hebben gemaakt, zijn op zoek naar de volgende stap en naar<br />
de zin van hun bijdrage aan de organisatie of ‘het leven’.<br />
Met het stellen van doelen, rekken we deze ook op tot het<br />
maximum. Alleen door stretching van doelen haal je maximaal<br />
rendement uit een <strong>coaching</strong>. Dit impliceert ook dat mensen<br />
uit hun comfortzone worden gehaald. Vaak zeggen we tegen<br />
de gecoachte dat zolang het geen ‘pijn’ doet, er geen sprake<br />
is van persoonlijke groei. Vaak start de <strong>coaching</strong> onverwacht<br />
heftig voor betrokkene, en is meteen duidelijk dat het een op<br />
zijn minst intensief en waarschijnlijk ook zwaar traject wordt.<br />
6<br />
De gemoedelijke, vriendschappelijke gesprekssfeer verandert<br />
en krijgt een emotionele lading. Er wordt gerammeld aan<br />
sloten op zorgvuldig dichtgehouden deurtjes en deze lading<br />
vindt dan haar weg naar buiten. Tegelijkertijd bieden we<br />
maximale veiligheid om groei mogelijk te maken en mensen<br />
aan te moedigen alles eruit te halen wat erin zit. We forceren<br />
niets en zorgen altijd dat de gecoachte met een zeer goed<br />
gevoel terugkijkt op het traject.<br />
Onze coaches brengen kennis en ervaring mee uit hun eigen<br />
advies- en managementpraktijk. ‘Droog coachen’, zonder<br />
praktijkervaring leidt tot onvoldoende inzicht door de<br />
coach. Een coach moet zich snel kunnen verplaatsen in<br />
een arbeidsomgeving, de specifieke problemen van die<br />
omgeving kunnen herkennen en deze kunnen scheiden van de<br />
persoonlijke inbreng van betrokkene. Zo is executive <strong>coaching</strong><br />
een bijzondere vorm van individuele <strong>coaching</strong>: de focus ligt op<br />
‘de kopzorgen van de top’. Het gaat om specifieke <strong>coaching</strong><br />
van bestuurders en managers, die sturing en leiding geven<br />
aan bedrijven en overheidsorganisaties waar een stevig beroep<br />
wordt gedaan op de toepassing van emotioneel-intelligente<br />
methoden om de strategie van de organisatie te ontwikkelen<br />
of te realiseren. Enkele van onze coaches hebben zelf ervaring<br />
als politicus, bestuurder of CEO, waardoor zij in staat zijn zich<br />
meer dan gemiddeld in te leven in de specifieke vragen die<br />
bij de positie van de topmanager of topbestuurder horen. Wij<br />
denken dat dat helpt. Executive <strong>coaching</strong> draagt daarmee vaak<br />
bij aan het ontwikkelen van de organisatie als geheel.<br />
Coaching wordt door ons gezien als een belangrijke stimulans<br />
voor ontwikkeling van leiderschap van executives, maar ook<br />
van lager management. Wij onderscheiden in leiderschap dat<br />
het gaat om:<br />
1. Leidinggeven aan jezelf<br />
2. Leidinggeven aan het team<br />
3. Leidinggeven aan de context of business<br />
Het leidinggeven aan jezelf is in onze visie een noodzakelijke<br />
voorwaarde, aangezien je als leidinggevende je eigen<br />
instrument bent. Met leidinggeven aan jezelf doelen we op het<br />
bewust vormgeven aan persoonlijke groei; <strong>coaching</strong> is een<br />
manier om daar inhoud aan te geven.<br />
Team<strong>coaching</strong><br />
Team<strong>coaching</strong> is een bijzondere vorm van <strong>coaching</strong>, die steeds<br />
meer aandacht krijgt in de beroepspraktijk van de coach.<br />
Niet alle coaches willen of kunnen met team<strong>coaching</strong> uit de<br />
voeten. De coach heeft niet de unieke één-op-éénrelatie die<br />
er in een ‘normale’ coachrelatie bestaat. Het vraagt dus ook<br />
een specifieke benadering om een groep mensen als geheel<br />
tot betere prestaties te brengen. Waar gaat het dan over?<br />
Elders in dit magazine is hier een specifiek artikel aan gewijd.<br />
Hier volstaan we met het aangeven van een werkdefinitie.<br />
Team<strong>coaching</strong> is gericht op een collectief van mensen met een<br />
gezamenlijke missie: een team. Het doel is om remmende<br />
mechanismen binnen een team op te heffen of te beteugelen<br />
en de vrijgekomen energie te richten op een<br />
hoger niveau van presteren in relatie tot de<br />
organisatiedoelen.<br />
Tot slot<br />
Coaching is als fenomeen sterk in opkomst.<br />
Waar het in het verleden een tamelijk ‘besmet’<br />
begrip was, althans in de beroepspraktijk,<br />
lijkt het omgekeerde nu het geval te zijn. Het<br />
is ‘hip’ en ‘sexy’ om te worden gecoacht. Wij<br />
pleiten er voor dat <strong>coaching</strong> vooral effectief<br />
dient te zijn. Dat betekent dat het niet voor<br />
iedereen is, en niet in alle situaties past.<br />
Enige terughoudendheid is dan op zijn plaats.<br />
Anders lijkt het grappenderwijs als een beeld<br />
in Woody Allen-films, waar iedereen een eigen<br />
shrink lijkt te hebben, zonder wiens inzet de<br />
personage geen eigen identiteit meer heeft.<br />
Dat lijkt ons een schrikbeeld te zijn… ●<br />
Erwin Bramer, De Nederlandsche Bank<br />
“De zaag is scherp gebleven”<br />
Wie ben je?<br />
Ik ben Erwin Bramer en ik ben 40 jaar. Ik werk bij De Nederlandsche Bank als afdelinghoofd Toezicht Verzekeraars.<br />
Waarom wilde je een coach?<br />
Twee jaar geleden ben ik afdelingshoofd geworden van de afdeling waar ik eerder werkzaam was. Ik kende Jan Willem Kradolfer<br />
uit een leiderschapsontwikkelingstraject van DNB dat hij begeleidde. In dat traject is me duidelijk geworden dat het erg zinvol is om<br />
met enige regelmaat met wat afstand te kijken naar de dingen die je doet, hoe je ze doet en welk effect dat heeft. Dat wilde ik als<br />
beginnende leidinggevende graag met een externe coach doen.<br />
Hoe is je <strong>coaching</strong> verlopen?<br />
Een van de redenen dat ik Jan Willem heb gevraagd om mij te coachen was dat hij qua persoonlijkheid nogal verschilt met mij. Ik ben<br />
van nature nogal bescheiden, daar heeft Jan Willem minder last van. De gesprekken die wij hebben gevoerd, hebben mij elke keer<br />
uit mijn comfort-zone getrokken. Door scherpe en prikkelende vragen te stellen, wist Jan Willem mij op zaken te wijzen die anders<br />
of beter konden. Dit gebeurde altijd op een erg prettige manier, waarbij er ook veel ruimte was om de zaken die goed gingen te<br />
benadrukken. Aan het einde van elke sessie ging ik met veel energie terug naar DNB.<br />
Hoe kijk je terug op de <strong>coaching</strong>?<br />
Ik heb de <strong>coaching</strong> als bijzonder inspirerend ervaren en ben erg blij dat ik het gedaan heb. Ik ben er van overtuigd dat ik door de<br />
<strong>coaching</strong> een betere leidinggevende ben geworden. Door de <strong>coaching</strong> is de zaag scherp gebleven. Dat was precies wat ik wilde: ik<br />
wilde scherp blijven op het aansturen van de afdeling en de omgeving waarin ik werk.<br />
7
Boekbespreking<br />
‘YES! EEN CRISIS’<br />
Van teamcoach Marc Lammers<br />
door Anne Heins<br />
Eigenlijk hoort dit boek niet thuis in een themanummer over <strong>coaching</strong>. Immers, wat in de sportwereld<br />
<strong>coaching</strong> wordt genoemd, gaat eigenlijk over management en leiderschap. Maar Marc Lammers laat op<br />
een treffende manier voelen en begrijpen wat - volgens mij - altijd bedoeld is met coachend leidinggeven.<br />
Behalve dat het misschien toch in de uiteinden van het spectrum van <strong>coaching</strong> valt, is er meer dan reden<br />
genoeg voor. Het lezen van het boek was een voortdurend feest van herkenning en inspiratie. Een aanrader<br />
ook en misschien wel juist voor wie lastige tijden doormaakt met een afdeling en de prestaties van het<br />
team.<br />
In het boek verbindt Marc Lammers succes en (de<br />
economische) crisis met elkaar. De ondertitel is in<br />
velerlei opzichten ook de kernboodschap: je wint niet<br />
van de crisis, maar van je concurrenten. Uiteindelijk<br />
formuleert hij in het boek elf kansen, waarmee een<br />
leider zijn voordeel kan doen om te winnen van<br />
concurrenten.<br />
Het verhaal is een bijzondere mix van openhartige<br />
bekentenissen over wat zich in zijn eigen innerlijke<br />
gedachtenwereld afspeelde. Vervolgens brengt hij dat<br />
in relatie tot zijn levensloop en de belevenissen van<br />
het dames hockeyteam, dat goud veroverde in 2008 in<br />
Beijing. In die belevenissen komt ook naar voren hoe<br />
populaire managementtechnieken praktisch kunnen<br />
worden toegepast. Bijvoorbeeld met elkaar spreken over<br />
teamwaarden en daar vervolgens expliciet voor kiezen,<br />
het gebruik van videofragmenten en beelden, het samen<br />
verdiepen in ieders kernkwaliteiten, het toepassen van<br />
karaktertests, het creëren van flow, het inzetten van<br />
concurrentieanalyses en modellen zoals de cirkels van<br />
invloed.<br />
Ik noem een<br />
paar dingen<br />
die me zijn bijgebleven<br />
- als feest van<br />
herkenning. Momenten<br />
van zelftwijfel. Diepe<br />
zelftwijfel. Uit onvrede<br />
met het besef dat hij<br />
teveel de manager<br />
was gaan uithangen.<br />
Dus maakt hij de<br />
bewuste keuze om<br />
zijn kernkwaliteit<br />
weer op te zoeken,<br />
zelf mee te<br />
hockeyen en op<br />
het te veld zijn.<br />
De noodzaak dat<br />
je - hoewel zijn<br />
idee een briljant<br />
idee is en je ‘de<br />
baas’ bent - de<br />
speelsters toch<br />
8<br />
echt eerst voor dat idee moet winnen. Het verhaal dat<br />
zijn dochtertje belt “of papa en mama gaan scheiden,<br />
want dat is toch zo als vaders niet meegaan op<br />
vakantie.” Het besef achteraf dat er, eerder ondanks<br />
hem dan dankzij hem, iets fundamenteel belangrijks<br />
was gebeurd (tijdens het kampvuur in de woestijn).<br />
Omgekeerd het voor zichzelf weten dat hij iets<br />
belangrijks had gedaan, ondanks dat zijn speelsters dat<br />
niet als zodanig waardeerden (namelijk het aan de muur<br />
ophangen van de road to f(l)ame in de huiskamer in<br />
Beijing). Het besef van de innerlijke gedrevenheid door<br />
vroege jeugdervaringen. De gedrevenheid door angst om<br />
weer goud te verliezen zoals in 2004. Het besef van en<br />
het hanteren van de verschillen in karakters, het mixen<br />
van jonge (onbevreesde) en oudere (ervaren) speelsters<br />
in een team, het omgaan met een team vrouwen<br />
- echt anders dan mannen. En ook de openhartige<br />
bekentenissen van de momenten waarop de energie<br />
helemaal op was, de uitputting nabij. En hoe nu verder<br />
met zijn leven, na Beijing…<br />
Het boek overziend, zijn er een paar thema’s die ik er uit<br />
wil lichten.<br />
Bewust zien, zelfreflectie en actief betekenis<br />
geven<br />
Marc Lammers is zich voortdurend heel erg bewust<br />
van wat zich voordoet, reflecteert daarop en geeft<br />
actief betekenis aan gebeurtenissen. Het brengt hem<br />
in contact met het voor hem nieuwe gebied van NLP en<br />
zelfontwikkeling. Aan het winnen van zilver in 2004 bij<br />
de spelen van Athene geeft hij de betekenis: verliezen<br />
van goud. Tegelijkertijd geeft hij aan het verliezen van<br />
goud in 2004 de betekenis van belangrijke succesfactor<br />
voor het winnen van goud in Beijing, door de pijn en<br />
het besef van de eigen rol, ook van de speelsters, in<br />
2004. Ook in kleine dingen toont hij zich een zeer alerte<br />
waarnemer.<br />
Gerichtheid op de mens, individueel<br />
en als team<br />
Hij is zich door eigen ervaringen erg bewust geworden<br />
van het mens-zijn, met eigen levensloop, drijfveren<br />
en karakter. Het is een vanzelfsprekende stap naar<br />
wat het betekent om als leider om te gaan met<br />
human resources. Onder andere zijn overtuiging<br />
om als leider de mensen aan je te verbinden: haal<br />
de schuld naar je toe (en delegeer het succes). Het<br />
eerder genoemde voorbeeld van mixen van jong en<br />
oud is er een op teamgebied, net als diversiteit en het<br />
herkennen van ieders teamrol. Een ander voorbeeld<br />
is het individueel kietelen van het competitie-instinct<br />
van Fatima Moreira de Melo, die zich geleidelijk als<br />
verveeld routinier gedroeg, met een bijna onmogelijke<br />
vaardigheidsopdracht… Naast het inzetten van allerlei<br />
instrumenten en steuntroepen voor de soft skills<br />
verwijzen ook enkele van zijn geformuleerde kansen<br />
ernaar:<br />
• Gun mensen hun inspraak<br />
• Laat je coachen als coach<br />
• Creëer flow<br />
Hoewel hij geen instemming had gekregen om de mental<br />
coach met de ploeg mee te nemen naar Beijng, heeft hij toch<br />
een weg gevonden om deze tijdens de Olympische Spelen in<br />
de buurt te hebben. Overigens ook een mooi voorbeeld van<br />
leiderschap om - vanuit het systeem waar je in zit - je soms<br />
buiten het systeem te begeven om te bereiken waar je in<br />
gelooft.<br />
Obsessie voor het maken van het verschil<br />
Van de elf kansen die in het boek worden geformuleerd,<br />
hebben er vijf betrekking op de voortdurende alertheid - zeg<br />
maar obsessie - om ‘het verschil’ te maken in de prestatie.<br />
Wijk af van het normale pad; zet je af tegen de concurrentie;<br />
blijf vernieuwen; meet wat je weten wilt (en vergeet de<br />
rest); 50 x 2% is ook 100%. Bij de laatste verwijst hij naar<br />
de inspirational speech van Al Pacino uit de film Any given<br />
Sunday, een fragment dat hij ook zijn team heeft laten<br />
zien. Het is een gerichtheid die hij deels verklaart vanuit zijn<br />
jeugdervaring. Goed om te beseffen dat hij dit doet vanuit een<br />
inhoudelijke betrokkenheid - met huid en haar - bij hockey<br />
en winnen. Bij wijze van spreken slaapt, eet, drinkt en leeft<br />
hij voor hockey. Wat mij betreft een mooi voorbeeld van wat<br />
leiderschap vraagt. In het boek komt onmiskenbaar naar<br />
voren dat hij als persoon een fascinatie heeft voor innovatie.<br />
Visie op aanpak en omgeving<br />
Door het boek heen blijkt een heldere visie op een aantal<br />
meer bedrijfsmatige aspecten. De belangrijkste, die ik ook<br />
bijvoorbeeld in het werk van de wereldkampioen schaatsen<br />
Johann Olav Koss heb gezien, is: focus je op het (beheersen<br />
van het) proces! De resultaten zijn daarvan een uitkomst. Het<br />
is verlammend om je op het gewenste resultaat (de toptijd of<br />
de eindstand) te fixeren; dat kun je namelijk niet rechtstreeks<br />
beïnvloeden. Zo’n visie heeft hij ook op innovatie: geloof<br />
en investeer (obsessief) in innovatie en je zult de revenuen<br />
krijgen. Niet andersom. Tot slot, het bewust onder ogen zien<br />
van de crisis getuigt van zijn bedrijfskundige benadering.<br />
Koester de rust van een crisis, gebruik de tijd(!) en bepaal<br />
waar je zit in de crisis.<br />
In het besef van het motto van hoofdstuk 5 van zijn boek, De<br />
coach wordt nooit kampioen, volgt ter afsluiting het verhaal<br />
over de mooiste kroon op het werk die een coachend leider<br />
kan krijgen. Tijdens de finale tegen het Chinese hockeyteam<br />
stond de Chinese coach enorm veel instructies te schreeuwen<br />
naar het team. Want dat was zijn stijl. Helaas bleven van zijn<br />
woorden slechts onbegrijpelijke flarden over onder het geweld<br />
van het massaal schreeuwende publiek. Met relatieve rust kon<br />
Marc Lammers toezien hoe zijn team, waarop hij altijd had<br />
aangestuurd, geheel zelfstandig als een collectief ‘de wedstrijd<br />
las’ en deed wat het moest doen. Het werd 2 - 0. ●<br />
9<br />
“We win as a team<br />
or we die as individuals”<br />
Al Pacino in de film ‘Any given Sunday’
Interview<br />
HARRY TER BRAAK:<br />
“IK HELP IEMAND OM ANDERS TE KIJKEN”<br />
De ene keer meldt zich een sterke leider, de andere keer een bestuurder die zich met moeite staande kan<br />
houden. Personal coach Harry ter Braak begeleidt al jaren burgemeesters, wethouders en hoge ambtenaren.<br />
Discreet, want er rust nog altijd een taboe op <strong>coaching</strong>.<br />
Je laten coachen? Genoeg bestuurders en topmanagers<br />
kiezen ervoor, maar erover praten doen ze niet snel.<br />
“Het wordt gezien als een vorm van zwakte”, zegt coach<br />
Harry ter Braak met lichte ergernis. “Hoewel minder<br />
taboe dan vijftien jaar geleden, is <strong>coaching</strong> voor mensen<br />
op topniveau nog altijd not done.” En dus gebeurt het<br />
meestal buiten de deur, heet het op declaraties discreet<br />
advies en wordt het door de inhurende organisatie<br />
onder diezelfde noemer weggeboekt. “Onzinnig”, vindt<br />
Ter Braak. “Voor een verbouwing huur je toch ook een<br />
vakman in? Niemand kan alles zelf.”<br />
Ter Braak staat al jaren burgemeesters, wethouders en<br />
hoge ambtenaren als coach terzijde. “Juist zij hebben<br />
behoefte om te reflecteren op hun handelen. Naarmate<br />
ze hoger in de boom zitten, zijn er minder mensen<br />
binnen de organisatie met wie dat kan. Iemand die geen<br />
direct belang heeft, maar wél de situatie en de persoon<br />
kent, kan andere perspectieven bieden.”<br />
Als voormalig rijksambtenaar (VROM), gemeentesecretaris<br />
in Delft en provinciaal griffier in Utrecht, kent de<br />
econoom Ter Braak alle geledingen van het openbaar<br />
bestuur. Naast zijn fulltimebanen was hij jarenlang bij<br />
andere overheden actief als projectleider of adviseur (“Ik<br />
maakte lange dagen; mijn eigen organisatie merkte er<br />
niets van.”). Sinds 2000 besteedt hij al zijn werktijd aan<br />
advieswerk, training en <strong>coaching</strong> vanuit een commercieel<br />
bureau, <strong>WagenaarHoes</strong> Organisatieadvies. “In managementfuncties<br />
was ik uitgeleerd. Nu wil ik blijven leren via<br />
mijn opdrachten. Het ene moment als coach, het andere<br />
als facilitator.”<br />
In de lunchpauze van een postdoctraining reserveert<br />
hij tijd voor Binnenlands Bestuur. Maar hoe hem te<br />
spotten in de drukke hal van het hoofdgebouw van de<br />
VU? “Je herkent me aan twee volle tassen”, had hij per<br />
mobiel al aangekondigd. Dat blijkt een understatement.<br />
De persoon die de megatassen versleept, combineert<br />
een rustige uitstraling (pak in schutkleur, zachte stem,<br />
zorgvuldig formulerend) met een priemende oogopslag.<br />
Het kost weinig moeite hem in de rol van luistervaardige,<br />
analytische coach te projecteren.<br />
Toch glippen er in het interview heel wat uitgesproken<br />
visies op het openbaar bestuur mee (“lokaal bestuur<br />
10<br />
en ambtenarij hoef je niet op dezelfde schaal te<br />
organiseren”, “het departement Binnenlandse Zaken<br />
moet zich jegens gemeenten beperken tot coördinatie<br />
en systeembouw”, “bezuinigen kan altijd”). Het zijn<br />
uitvloeisels van zijn andere rollen, als trainer en<br />
organisatieadviseur.<br />
Vertrouwelijk<br />
Coachcasussen kan hij alleen anoniem aanhalen. Ook<br />
zonder taboe op coachen vereist zijn vak zwijgzaamheid.<br />
Een coachproces is nu eenmaal altijd vertrouwelijk.<br />
Zijn klanten, “meestal klasbakken hoor”, krijgt hij<br />
via-via of na een groepstraining. “Het liefst heb ik<br />
goeie, sterke mensen, die bereid zijn zich kritisch op<br />
te stellen. Een sterke leider kan niet makkelijk met<br />
zijn eigen medewerkers reflecteren op zijn handelen;<br />
dat zou verwarrend zijn. De zekerheid die ze uitstralen<br />
moeten ze intern behouden, die hebben ze nodig om<br />
veranderingen te bereiken. Met mij kunnen ze kritisch<br />
naar zichzelf kijken.”<br />
Maar het komt ook voor dat een klant zich in zijn<br />
werkomgeving moeilijk staande weet te houden. “Ik heb<br />
een nieuwe wethouder gehad op zijn meest beroerde<br />
moment. Hij ging bijna onderuit omdat hij zich te<br />
ambtelijk opstelde, werd gekielhaald door zijn collega’s<br />
in B&W. Maar het was wel een van die collega’s die me<br />
vroeg of ik de man niet kon coachen. Dus ze gunden<br />
hem die plek wel, het kielhalen was een onbewust<br />
proces. Ik heb die nieuwe wethouder toen laten zien dat<br />
de rol van de politiek een wezenlijk andere is dan die<br />
van de ambtenarij. Conflict is het constituerende principe<br />
van de politiek, oplosbaar via belangenbehartiging en<br />
onderhandeling. Terwijl de ambtenarij het moet hebben<br />
van harmonie, voortkomend uit feitelijke analyses.” Met<br />
lichte triomf: “Die wethouder heeft het daarna nog twee<br />
termijnen volgehouden.”<br />
Conflicten zijn voor Ter Braak dus niet per definitie<br />
disfunctioneel? “Zeker niet. Alles kan in zijn tegendeel<br />
veranderen, afhankelijk van het perspectief dat je kiest.<br />
De kunst is om ogenschijnlijk strijdige dingen met elkaar<br />
in overeenstemming te brengen. De ambtenarij moet de<br />
opties aandragen, de politiek moet knopen doorhakken.”<br />
Elke <strong>coaching</strong>svraag is anders, inhoudelijk en qua context,<br />
maar Ter Braak ziet zijn eigen rol wel als een constante.<br />
“Ik wil iemand bewust maken van zijn omgeving, helpen zijn<br />
repertoire te vergroten. Mijn enige doel is dat de gecoachte<br />
zélf nieuwe mogelijkheden gaat zien.”<br />
De coachvraag vat hij op als een driehoek tussen de inhoud,<br />
de context en de persoon. “Ik moet als coach bepalen waar ik<br />
ga staan in die driehoek. Hoe kan de persoon zijn probleem<br />
beter definiëren, belemmerende overtuigingen oprekken?<br />
Dat is belangrijk, want als een bestuurder of topambtenaar<br />
bijvoorbeeld zegt: ´Ze begrijpen me niet´, dan is dat een<br />
kansloze houding. Net zo goed als wanneer iemand zegt: ´Ik<br />
kan niet met mijn baas door de bocht´. Zo’n houding moet ik<br />
ter discussie stellen. Het komt vaak voor dat iemand gevangen<br />
zit in zijn eigen context. Het is dan al heel wat als die persoon<br />
leert wat voor effect hij zélf op zijn omgeving heeft.”<br />
Soms geeft hij een <strong>coaching</strong>sopdracht terug, als blijkt dat de<br />
klant alleen komt omdat het moet van de baas. Of als de klant<br />
niet bereid is zijn eigen perspectief ter discussie te stellen. “Er<br />
zijn ook coaches die iemand naar de mond praten. Die behalen<br />
soms ook goede resultaten, maar dat kan ik niet.” Ook komt<br />
het voor dat hij niet in de leefwereld van de klant kan komen,<br />
zoals hij dat noemt. “Dat ik iemand gewoon niet snap. In<br />
hooguit twee gesprekken ben ik daarachter, dan zeg ik: Je<br />
kunt beter een andere coach zoeken.”<br />
11<br />
Op de grootste valkuil voor coaches is hij alert. “Dat je<br />
het probleem óf de oplossing van de ander overneemt.<br />
Het eigenaarschap mag je nooit weghalen. Doordat ik zelf<br />
jarenlang manager was, is dat voor mij een groot risico.”<br />
Wel wisselt hij soms tijdens het coachproces van rol,<br />
een manoeuvre die orthodoxere coaches verfoeien. “Een<br />
burgemeester lag zwaar onder vuur, had van zijn raad een<br />
onmogelijke opdracht gekregen. Toen heb ik een keer een<br />
bijeenkomst met de raad voorgezeten, om hem uit de wind te<br />
houden. Dat kon natuurlijk alleen nadat ik ervoor had gezorgd<br />
dat die groep mij accepteerde. Ik had van tevoren met ze<br />
gepraat.”<br />
Frequentie<br />
Een coachrelatie moet een duidelijk begin en einde hebben,<br />
vindt Ter Braak. “Bij de intake moet er een klik zijn, beide<br />
partijen moeten het gevoel hebben dat ze er iets aan hebben.<br />
Ikzelf ook, ja. Het moet voor mij ook spannend zijn, en<br />
complex.” De gespreksfrequentie kan sterk verschillen. “Die<br />
hangt van de context af, maar veertiendaags is véél, dat doe<br />
je alleen in geval van een crisis. Eens in de twee maanden is<br />
weinig. En na ongeveer een jaar, of soms veel eerder, moet het<br />
wel klaar zijn.”<br />
Dat laatste is niet altijd evident. “De gecoachte heeft soms zelf<br />
niet door dat een gesprek nergens meer toe leidt. Als ik word<br />
gebruikt om stoom af te blazen, dan is het tijd om te stoppen.<br />
Ook al zegt de ander: ´Ik heb er zoveel aan´. Beiden moeten<br />
we waarde aan het gesprek ontlenen.” Toch blijft hij daarna<br />
soms met een voormalige klant afspreken. “Zo eens per<br />
kwartaal, maar dan is de relatie geherdefinieerd tot <strong>intervisie</strong>.<br />
Dan maakt zo iemand er, op basis van gelijkwaardigheid,<br />
gebruik van dat ik anders in de werkelijkheid zit dan hijzelf.”<br />
Het meest geniet de coach van snelle resultaten. “Ik had<br />
iemand die absoluut niet met zijn baas kon opschieten. Ik heb<br />
gezegd: er was ooit iets goeds tussen jullie. Ga eens op zoek<br />
naar de voorwaarden waaronder je van die man kunt houden,<br />
en zoek ook uit wanneer niet. Kijk dan eens wat je in die<br />
situaties zelf doet. Die klant begon te protesteren, met ‘ja, je<br />
moet niet het onmogelijke van me vragen.’ Ik liet het daarbij.”<br />
Een paar weken later sprak Ter Braak de man opnieuw. “Hij<br />
kwam opgetogen binnen en meldde dat er een wonder was<br />
gebeurd: de baas hield weer van hém. Het effect van die<br />
opdracht bleek verbijsterend.” Van zoiets krijgt hij zelf een<br />
kick. “In twee, drie gesprekken is het perspectief gewisseld. Ik<br />
help iemand alleen maar om anders te kijken. Het probleem<br />
oplossen, dat doet hij echt zelf.” ●<br />
Noot: dit interview is eerder gepubliceerd in Binnenlands Bestuur,<br />
23 november 2007, door Carien Overdijk
Achtergrond<br />
LEIDERSCHAP VAN PROFESSIONALS<br />
INSPIRERENDE RUIMTE OF STERIELE LEEGTE?<br />
door René Weijers<br />
Aan professionals worden terecht hoge eisen gesteld: aan hun vakmanschap én aan hun persoonlijke<br />
zichtbaarheid. Daar hoort ook het afleggen van verantwoording over de uitoefening van het beroep bij.<br />
Er is al veel bekend over de klassieke spanning tussen de autonomie van de professional en de<br />
verantwoordelijkheid van het bestuur. Maar hoe zit het eigenlijk met het leiderschap van de professional<br />
zelf in het nemen van persoonlijke verantwoordelijkheid voor de eigen professionele bijdrage? Hoe zit het<br />
met de eigen gedrevenheid om zichtbare meerwaarde te leveren in weerwil van het gedrag van bestuurders,<br />
leiders en andere belemmerende omstandigheden? Is het niet wat al te gemakkelijk om naar anderen te<br />
wijzen? Hoort de bal bij een ‘echte’ professional niet primair en vooral aan de eigen voet te liggen? Wat kan<br />
en moet een professional eigenlijk doen en ook laten op de eigen vierkante meter? Is er niet ongelooflijk<br />
veel meer inspirerende ruimte om het verschil te maken dan de steriele opvatting te koesteren dat het<br />
bestuur nou eenmaal met haar bureaucratische regelzucht hopeloos in de weg zit?<br />
Bovenstaande vragen wil ik hier centraal stellen. Vervolgens<br />
wil ik een ander perspectief schetsen. Een perspectief gericht<br />
op de verbinding tussen bestuur en professionals: het<br />
gezamenlijk nemen van verantwoordelijkheid en oppakken<br />
van leiderschap met besef van de verschillende rollen.<br />
Laat ik beginnen met een persoonlijk herinnering uit mijn<br />
familieverleden. Mijn grootvader had een schildersbedrijf<br />
met overigens een overzichtelijke topstructuur. Hij werkte<br />
samen met één collega. Op zijn werkplaats stond zijn naam<br />
en eronder ‘huis- en rijtuigschilder’. Die tekst was voorzien<br />
van een prachtig door hem zelf geschilderd tafereel van een<br />
rijtuig. Ik heb hem met een glassnijder dikwijls als jochie<br />
ruiten op maat zien snijden - altijd in één keer goed: resultaat<br />
van veel oefenen, geduld, precisie, aandacht en liefde voor het<br />
ambacht. Als we dachten dat het eenvoudig was en het zelf<br />
gingen proberen, dan brak het glas wel, maar niet op de juiste<br />
plaats.<br />
In de toenmalige opleiding was er veel aandacht voor de<br />
routines van het ambacht, maar ook voor de esthetische<br />
en artistieke aspecten van het vak. Zo was mijn grootvader<br />
ook een uitstekend portrettekenaar, meestal ‘eenvoudigweg’<br />
met een stukje houtskool. Maar eenvoud is meestal niet<br />
zo simpel. Als ik erop terugkijk, denk ik met de kennis van<br />
nu: mijn grootvader was een ambachtsman, maar ook een<br />
gepassioneerde professional. In de familie zeggen we dan ook<br />
nog altijd dat hij ‘met verve kon schilderen’.<br />
Houden van je vak, de gedrevenheid om het goed te doen,<br />
aandacht en het respecteren van ‘bewezen’ principes zijn<br />
nog altijd van waarde. Ik wil met dit verhaal overigens niet<br />
blijven hangen in de romantiek van een voorbije tijd. De<br />
complexiteit van grote organisaties van professionals is<br />
uiteraard maar beperkt te vergelijken met de kleinschalige<br />
overzichtelijkheid van het ambachtelijke familiebedrijf. De<br />
veelgeprezen gildestructuur van het ambacht kan bovendien<br />
ook buitengewoon bekrompen en conservatief zijn, en soms<br />
ook noodzakelijke openheid en impulsen voor vernieuwing<br />
in de weg staan. Dat bleek bijvoorbeeld recent uit de<br />
dramatische gebeurtenissen in het Medisch Spectrum Twente.<br />
En ook de vliegramp op Tenerife destijds was het gevolg van<br />
een rigide gezagsverhouding in de cockpit, waarin de kritische<br />
inbreng van een jonge gezel niet op waarde werd geschat door<br />
de ervaren meester. Soms zijn er stevige crises nodig om een<br />
professioneel bolwerk in beweging te krijgen.<br />
Opkomst en betekenis van beroepen<br />
Inmiddels kent onze samenleving tal van beroepen. Er zijn<br />
in de beroepenclassificatie ongeveer 1.500 verschillende<br />
beroepen onderscheiden. Zij zijn veelal in de frontlinie van<br />
onze samenleving werkzaam en zichtbaar op uiteenlopende<br />
en dikwijls vitale gebieden zoals: onderwijs, zorg, architectuur,<br />
advocatuur, accountancy, consultancy, veiligheid, luchtvaart et<br />
cetera.<br />
Professionals zijn er in nogal wat soorten en maten:<br />
routine professionals, improviserende professionals,<br />
professionals in grotere organisaties, in kleine<br />
vrijgevochten adhocracy’s. En in meer of minder<br />
ontwikkelde,<br />
major of minor<br />
professies,<br />
afhankelijk van<br />
de mate waarin<br />
er consensus<br />
is over de<br />
zekerheid<br />
van kennis,<br />
maatstaven<br />
en methoden.<br />
Onderkend<br />
wordt dat<br />
professionals<br />
een belangrijke<br />
bijdrage leveren in de verdere ontwikkeling van de<br />
kenniseconomie. Als het goed is zijn professionals allen<br />
gedreven door de inhoud van het beroep en vooral ook<br />
door de ermee vervlochten waardeoriëntatie. Dat laatste<br />
hangt ook samen met de historische oorsprong van het<br />
begrip professie. Het stamt af van het Latijnse woord<br />
‘profiteri’ en staat voor openlijk verklaren. Dat zien we<br />
ook terug in het woord professor. Het betekent overigens<br />
ook ergens je beroep van maken: er wordt een beroep<br />
op je vakmanschap gedaan én vooral ook op je persoon.<br />
De relatie is voor veel professies sterk bepalend voor het<br />
succes en de waardering van het beroep.<br />
Verantwoordelijkheid nemen: response-ability<br />
Verantwoordelijkheid nemen is een kernbegrip<br />
in leiderschap. Dat is nog heel wat anders dan<br />
verantwoording afleggen. De verwarring over beide<br />
begrippen lijkt zo groot, dat het antwoord op de<br />
economische en morele crisis nu vooral gezocht lijkt<br />
te worden in het optuigen van een papieren toezicht-<br />
en verantwoordingsfabriek. Maar de essentie van<br />
leiderschap zit in verantwoordelijkheid nemen. Dat<br />
geldt ook voor professionals. En dat is ook weer net<br />
iets anders dan iemand verantwoordelijk stellen in<br />
een systeem van opgelegde regels. Verantwoordelijk<br />
zijn betekent dan voldoen aan wat er van je verwacht<br />
wordt. Maar in een context van relatief zelfstandige<br />
professionals gaat het vooral om ‘antwoordkundigheid’,<br />
mooi terug te zien in het Engelse woord responseability.<br />
Het gaat om het geven van een passend en<br />
adequaat antwoord op een doorgaans complexe situatie<br />
in een steeds minder voorspelbare wereld. En het<br />
gaat er om van betekenis te zijn voor anderen. Daar<br />
is vakmanschap voor nodig, maar ook leiderschap:<br />
verantwoordelijkheid nemen en persoonlijke moed tonen<br />
om de ruimte op te zoeken en te benutten. En natuurlijk<br />
dient vervolgens de bereidheid er te zijn daarover<br />
verantwoording af te leggen. Kijk bijvoorbeeld naar de<br />
recente discussie in de rechtspraak.<br />
Reflective practioner<br />
Professionals hebben die ruimte ook nodig. Deels is de<br />
ruimte gedefinieerd door bewezen ‘goede praktijken’,<br />
‘routines’ en ‘protocollen’. Daarin zit ervaring en<br />
kennis opgesloten die als het goed is ‘stilzwijgend’<br />
wordt toegepast in het handelen. Daar vertrouwen we<br />
blindelings op als we bij de chirurg onder het mes gaan,<br />
zelfs bij een oogoperatie. Professionals kunnen patronen<br />
herkennen, bijvoorbeeld families van symptomen die<br />
met een bepaalde ziekte gepaard gaan. Of ze zien<br />
onregelmatigheden en indicatoren rond onveilige<br />
situaties in de luchtvaart.<br />
Aan de ene kant is er sprake van een element van<br />
herhaling in de beroepsuitoefening die bijdraagt aan<br />
patroonherkenning en aan voorspelbaar professioneel<br />
handelen. Aan de andere kant ervaart de professional<br />
ook verrassing, verbazing en verwarring. Professionals<br />
worden geconfronteerd met wicked problems: het<br />
probleem is niet op voorhand duidelijk. De situatie is<br />
uniek, complex, onzeker en het is juist een probleem<br />
om het probleem te vinden. Om moet worden gegaan<br />
met tijdsdruk, imperfecte informatie en dikwijls strijdige<br />
belangen. Dat vergt ruimte, creativiteit en interactie.<br />
Professionals bouwen een repertoire op, waardoor zij<br />
hiermee om kunnen gaan. Ze moeten reflexief kunnen<br />
zijn terwijl ze bezig zijn. Zij denken en handelen als<br />
reflective practitioner.<br />
12 13<br />
“Reflect like a man of action, act like<br />
a man of reflection”<br />
Aristoteles<br />
Meten is weten?<br />
Zo beschouwd kan bureaucratische regeldruk van het<br />
moderne managementrepertoire de noodzakelijke ruimte<br />
voor de professional buitengewoon frustreren. In een<br />
knellend korset kan immers moeilijk de vitaliteit van het<br />
professioneel bestaan ontstaan. Vooral de nadruk op<br />
meetbare prestaties kan wrikken met andere, minder<br />
gemakkelijk te meten waarden van het beroep. Ook<br />
in een professie gaat het om waarde en waarden. De<br />
vigerende mantra in de managementpraktijk is ‘meten<br />
is weten’. Maar daardoor lijkt het erop dat we de dingen<br />
die er echt toe doen buiten de orde hebben verklaard<br />
en ook niet meer zien. Je moet immers eerst weten om<br />
te kunnen meten. En er is oneindig veel meer te weten<br />
dan je kunt meten. Bovendien kun je nog zwemmen<br />
in de gegevens en toch verdrinken door een gebrek<br />
aan informatie. Juist de essenties van het bestaan<br />
en van het professionele beroep laten zich beperkt<br />
of niet uitdrukken in meetbare categorieën. Rigide<br />
productietargets leiden tot alom onderkende perverse<br />
effecten. En ze miskennen dikwijls het essentiële van de<br />
relatie tussen de professional en de cliënt. Het is juist<br />
het niet-meetbare dat ons het meest na aan het hart<br />
ligt. Zo langzamerhand weten we daardoor wel de prijs<br />
van alles, maar de waarde van niets. Dan verwordt de<br />
inspirerende ruimte tot een steriele leegte.<br />
”Alleen met het hart zien we goed; het<br />
wezenlijke blijft voor de ogen verborgen”<br />
Antoine de Saint Exupéry<br />
Helden en lafaards?<br />
Het lijkt erop dat vooral in de afgelopen tien jaar<br />
een controverse is gegroeid tussen professionals<br />
en bestuurders, misschien ook wel gevoed door<br />
populistische stemmingmakerij. Aan de ene kant<br />
moeten professionals maar eens gewoon doen wat er<br />
van ze verwacht wordt; aan de andere kant zitten al<br />
die bestuurders en managers maar in de weg. ´Veeg<br />
al die overbodige managementlagen maar weg´, is<br />
dan de boodschap. Ze bedenken alleen maar idiote en<br />
onuitvoerbare regels en systemen.<br />
“Er is een nieuwe, groeiende korst van<br />
gewichtigdoenerige managers en<br />
bestuurders in onze bedrijven,<br />
scholen en andere organisaties”<br />
Geert Mak<br />
In een recente bijdrage aan de discussie in de NRC<br />
heeft hij in zijn analyse de interim-managers en<br />
adviseurs daar voor het gemak nog aan toegevoegd.<br />
De professional lijkt een weerloos slachtoffer in deze<br />
beeldvorming. Maar ook de professional is niet heilig.<br />
De helden en heiligen zijn niet door een geniaal<br />
maatschappelijk selectieproces toevallig allemaal in de<br />
professies terechtgekomen en de lafaards en duivels<br />
in het bestuur. Professionals kunnen verzanden in<br />
hun eigen conflicten, impasses veroorzaken en óók de<br />
dienstverlening naar de cliënt uit het oog verliezen.<br />
De klant is dan een storende onderbreking van het
professionele werk. Bovendien hebben ze soms beperkt<br />
oog voor het belang van productiviteit en ook wel een<br />
gebrek aan financieel bewustzijn. Maar zinnig en zuinig<br />
kunnen wel degelijk samen gaan. En soms staan ze in<br />
het geheel niet open voor klachten uit de buitenwereld.<br />
Ze kunnen moeilijk tegen kritiek en houden er niet van<br />
te worden gecensureerd. Wat een verschil met artiesten<br />
die permanent worden beoordeeld.<br />
Het probleem met veel professionals is nogal eens dat<br />
ze niet echt professional zijn. Vaak wel in het vak, maar<br />
niet in het opeisen van hun zelfstandigheid. Miskenning,<br />
boosheid en frustratie over belemmeringen in het vak<br />
woekeren onderhuids voort. Blijf je daar dan in hangen<br />
als professional en ondertussen de sfeer verzieken of<br />
stel je vast wat je zelf kunt doen? Als de zaken slecht<br />
gaan, geven we incompetente leiders daarvan graag de<br />
schuld, waarbij we gemakshalve aan ieders persoonlijke<br />
verantwoordelijkheid voorbij gaan. Een bestuurder zei<br />
het ooit eens zo: “Ik ben de enige lantaarnpaal in een<br />
straat met 500 honden.” We wachten op die ene, grote<br />
leider die ons zal redden uit de nood. Hierdoor missen<br />
we de belangrijkste vraag: Wat kunnen we collectief<br />
tot stand brengen? Soms lijkt het op aangeleerde<br />
hulpeloosheid.<br />
Beelden, stereotyperingen en karikaturen<br />
De beelden over en weer zijn hardnekkig en soms<br />
vastgeroest in stereotyperingen en karikaturen. Die<br />
worden vervolgens dikwijls vanuit een psychologisch<br />
perspectief nog verder gecultiveerd en bevestigd. Zo<br />
zouden bestuurders en managers in de kern vooral<br />
‘narcisten’ zijn of anderszins van de weg geraakte<br />
malloten. Professionals zijn dan door hun obsessieve<br />
concentratie op een specialisme vooral ‘autisten’ en zien<br />
uitsluitend hun eigen systeem. Soms zijn ze zelfs van<br />
mening dat ze over een goddelijke kwaliteit en genialiteit<br />
beschikken: ‘s morgens in de spiegel kijkend zeggen<br />
ze dan: “Goedemorgen genie, mag ik u weer scheren<br />
vandaag?” De psychologische definitie over en weer<br />
leidt niet onmiddellijk tot een warme band. Leiders en<br />
professionals zijn kennelijk zo verschillend van karakter<br />
en persoonlijke besnaring dat sommigen zelfs beweren<br />
dat professionals niet te leiden zijn en dat je er maar<br />
beter helemaal niet aan moet beginnen. Professionals en<br />
leiding lijken elkaar te verliezen.<br />
Deconstructie en perspectief<br />
Ik wil dit vraagstuk overigens niet onderschatten.<br />
De weerbarstige praktijk van het volle leven in<br />
organisaties van professionals laat zien dat de<br />
verhouding niet probleemloos is. Kijk naar de<br />
werkelijkheid van universiteiten, scholen, academische<br />
ziekenhuizen, advocatenkantoren, ingenieursbureaus<br />
en ook adviesbureaus. Tegelijkertijd denk ik dat er zo<br />
langzamerhand sprake is van vastgezette constructies<br />
die voortdurend worden herbevestigd en soms ook<br />
gekoesterd. Er is een deconstructie nodig van de<br />
geschetste polariteit tussen leiders en professionals,<br />
zonder overigens de spanning te ontkennen. Én er is<br />
een vernieuwend perspectief nodig; een perspectief van<br />
verbinding in plaats van polarisatie.<br />
Perspectief van verbinding<br />
1. Op de eerste plaats vergt dat een herwaardering van<br />
de missie en reden van bestaan van de organisatie:<br />
Waartoe zijn we er eigenlijk? Om welke waardecreatie<br />
en maatschappelijke meerwaarde gaat het? Organisaties<br />
14<br />
zijn er niet voor niets. Ze moeten ergens voor staan en<br />
voor gaan. Als het goed is ontlenen zowel professionals<br />
als bestuurders daaraan fascinatie, zin, trots, en<br />
betekenis. Die collectieve opgave is verbindend. Het<br />
is goed daarbij de specifieke aard van de professie<br />
goed voor ogen te houden: Hebben we het over<br />
gestandaardiseerde processen of klantspecifieke<br />
processen? Met veel of juist weinig klantcontact?<br />
2. Op de tweede plaats gaat het om de verbinding<br />
tussen de zin van het ondernemen en om<br />
ondernemingszin. Daarin kan een vitale verbinding<br />
tussen beroep en bedrijf ontstaan. Daarbij past ook de<br />
notie dat leiderschap niet exclusief verbonden is met<br />
formele posities. In de dagelijkse praktijk blijkt dat veel<br />
mensen verantwoordelijkheid kunnen en willen nemen.<br />
Zonder dat zou het gehele land verzanden in één grote<br />
stiptheidsactie.<br />
3. Op de derde plaats vergt het besef dat ook bestuur<br />
en management een professie is. Ook bestuurders<br />
en managers moeten een begaanbaar pad weten<br />
te vinden in een soms ondoordringbaar woud van<br />
dilemma’s, paradoxen, verschillende verwachtingen,<br />
belangentegenstellingen en wicked problems. Dat<br />
hanteren is een knap vak en kent ook eigen waarden,<br />
waarheden en wetten. Gelukkig zijn er ook veel<br />
bestuurders en leiders die houden van hun vak. Die<br />
liefde is niet exclusief voor de professional. Ik ken<br />
veel managers die bevlogen hun vak uitoefenen, zich<br />
dienstbaar opstellen en waarde willen creëren in een<br />
ruimer begrip dan uitsluitend winstgevendheid. Ook<br />
zij zetten de wekker om er elke dag opnieuw weer iets<br />
goeds van te maken.<br />
4. Op de vierde plaats is er een betrekking nodig<br />
tussen professionals en bestuur, een betekenisvolle<br />
relatie tussen mensen. Ontmoetingen die er toe doen.<br />
Gebaseerd op wederzijds vertrouwen en respect voor<br />
elkaars rol. Vooruitgang en resultaat blijken paradoxaal<br />
juist afhankelijk te zijn van beperkt meetbare, maar<br />
wel cruciale waarden en condities. Zoals vertrouwen.<br />
Daarvoor is nodig ontmoeting, dialoog en conversatie<br />
over de ‘kern van de zaak’. Gebaseerd op interesse,<br />
betrokkenheid, nabijheid en gedeelde fascinatie voor<br />
de opgaven in het primaire, waardecreërende proces.<br />
Immers daarin zit de ultieme reden van bestaan. Dan<br />
wordt het mogelijk een vitale context te scheppen<br />
en selectief te kappen in het kreupelhout van dor en<br />
zielloos instrumentarium. Dan ontstaat ruimte voor<br />
betekenisvolle verhalen met de kleur en geur van<br />
succes, trots, vooruitgang, maar soms ook frustratie en<br />
teleurstelling.<br />
5. Op de vijfde plaats is er speelruimte en professionele<br />
handelingsruimte nodig om de goede dingen te kunnen<br />
doen, maar ook discipline. Dat vergt van bestuurders<br />
en leiders inspirerend en dienend leiderschap en de<br />
bereidheid ruimte te scheppen. Deze tijd vraagt vooral<br />
om bestuurders die opvallen door loyaliteit, nederigheid<br />
en verantwoordelijkheidsgevoel, dienstbaar aan het<br />
bedrijf. Met een andere moraal, gericht op bezieling en<br />
op verbinding. Zo’n bestuurder geeft als leider het goede<br />
voorbeeld. Vanuit een langetermijnoriëntatie, gericht<br />
op het scheppen van een vitale context. Verbinding met<br />
bevlogen vakmensen en professionals vormt de basis.<br />
Talent is immers dé productiefactor in de 21e eeuw in<br />
een vernieuwende kenniseconomie.<br />
Tegelijkertijd moeten professionals in een dergelijke<br />
context ook de ruimte durven nemen. Een professioneel<br />
beroep vraagt naast talent, kennis, vooral ook karakter,<br />
moed en dapperheid op de momenten die ertoe doen.<br />
Misschien zelfs een zekere mate van ‘sneuvelbereidheid’<br />
zonder te vervallen in naïviteit. Zoals op een affiche<br />
van Loesje ooit stond: Leven is het meervoud van<br />
lef. Maar er is daarbij ook een realistisch besef<br />
vereist van zwakten, tekortkomingen, individuele<br />
belangen en onhebbelijkheden van professionals. Het<br />
managementrepertoire kan daarom niet altijd volstaan<br />
met inspireren en ruimte bieden. Soms moeten impasses<br />
worden doorbroken en is er tijdelijk geen ruimte voor<br />
dialoog. Professionals hebben een baas hard nodig. Het<br />
gaat om dienen én om normeren.<br />
6. Op de zesde plaats gaat het om wederkerigheid en<br />
om balans: tegenover de gerechtvaardigde behoefte aan<br />
dienend en inspirerend leiderschap mogen eisen gesteld<br />
worden aan bijhouden van je vak en met inzet en passie<br />
je werk doen. De kern van een ‘echte’ professional is<br />
dat hij of zij bereid is om te leren. Er is doorgaans veel<br />
intellectueel vermogen, maar in veel beroepen wordt<br />
het verschil gemaakt door met hart en ziel zichtbaar<br />
te zijn. Juist daarop wordt vaak een beroep gedaan en<br />
juist daarmee kan verschil worden gemaakt. Vanuit<br />
moraliteit, autonomie en zelfreflectie.<br />
In zo’n vitale context van niet vrijblijvende verbinding<br />
ontstaan ‘magneetinstellingen’, organisaties waar<br />
cliënten graag naartoe komen en professionals graag<br />
willen werken.<br />
7. Tenslotte, het zal niet verbazen, gaat het vooral om<br />
het nemen van verantwoordelijkheid. Dat is de crux,<br />
Eduard Ponds, algemeen econoom<br />
“Zicht op waar mijn hart ligt en<br />
mijn sterke punten”<br />
Wie ben je?<br />
15<br />
zowel voor leiders als voor professionals. Ik rond af met<br />
een passage van President Obama uit zijn inaugurele<br />
rede van januari. Die uitnodiging is zowel voor<br />
bestuurders als professionals actueel en relevant! ●<br />
“Wat er nu van ons vereist wordt, is<br />
een nieuw tijdperk van verantwoordelijkheid -<br />
een erkenning door elke Amerikaan -<br />
dat we plichten hebben jegens onszelf,<br />
onze natie en de wereld, plichten<br />
die we niet morrend accepteren,<br />
maar juist met plezier aanvaarden,<br />
gesterkt door de wetenschap dat er<br />
niets zo vormend is voor ons<br />
karakter, dan ons volledig<br />
inzetten voor een moeilijke taak”<br />
Barack Obama<br />
Mijn naam is Eduard Ponds, 51 jaar, algemeen econoom. Deels ben ik werkzaam bij pensioenuitvoerder APG als hoofd onderzoek<br />
en innovatie op het vlak van collectieve pensioenen en deels bij de Universiteit van Tilburg als bijzonder hoogleraar Economie van<br />
Collectieve Pensioenen.<br />
Waarom wilde je een coach?<br />
Mijn werkomgeving bij APG is in de afgelopen jaren sterk veranderd. Op enig moment had ik niet meer helder waar ik professioneel<br />
stond. Moest ik mij profileren als manager, adviseur, professional of anderszins? Deze vraag was reden om een <strong>coaching</strong>traject aan te<br />
gaan.<br />
Hoe is je <strong>coaching</strong> verlopen?<br />
De <strong>coaching</strong> heeft mij geholpen duidelijk zicht te krijgen op waar mijn hart ligt en wat mijn sterke punten zijn. Mijn hart ligt<br />
professioneel bij een goed ontwerp van collectieve pensioenen, mijn kracht bij inhoud, eigenheid, creatieve inbreng en mijn uitdaging<br />
is om vanzelfsprekend adviseur op niveau te zijn.<br />
Hoe kijk je terug op de <strong>coaching</strong>?<br />
Terugkijkend heeft het <strong>coaching</strong>sraject mij geholpen om op meta-niveau naar mijn eigen drijfveren en kwaliteiten te kijken en deze te<br />
waarderen. En persoonlijk natuurlijk vooral ook om voor mijzelf een ontwikkelgang te zien die van mij is en bij mij hoort.
Dagboek<br />
DAGBOEK VAN EEN ADVISEUR:<br />
VARIATIE, VRAGEN EN VOLHOUDEN<br />
door Sam Dousi<br />
Maandag<br />
Kwart voor negen op kantoor; veel gedaan dit weekend<br />
behalve echt uitgerust. Een goede espresso helpt.<br />
Guido, waarmee ik overleg heb, is wat verlaat: ongeluk<br />
op de A12. Even later alsnog aan de slag. Vorige<br />
week de eerste bijeenkomst gehad van een uitdagend<br />
traject waarin we bedrijven, instellingen en politiek<br />
van een flinke gemeente bijeenbrengen rondom het<br />
thema ‘duurzame ontwikkeling’. Deelnemers zijn<br />
enthousiast en hebben goede ideeën, maar er zijn ook<br />
veel vragen en verschillende belangen. Hoe te zorgen<br />
dat er een collectief ontstaat waarin de juiste mensen<br />
verantwoordelijkheid pakken? Hoe het gezamenlijke<br />
belang te laten prevaleren? Waar de regie aan hen te<br />
laten en waar zelf te sturen op een goed resultaat?<br />
Ingewikkelde vragen, die zowel van ons als adviseur<br />
een zekere mate van bescheidenheid vragen ten<br />
aanzien van onze eigen opvattingen en tegelijkertijd een<br />
doortastende regie in het proces van het realiseren van<br />
een goed resultaat.<br />
’s Middags ‘de hei’ op voor een 24-uurs sessie met ruim<br />
twintig specialisten van twee afdelingen die sinds kort<br />
intensief moeten samenwerken. De deelnemers zitten<br />
er uitgeblust bij en beide leidinggevenden komen later.<br />
Lekker begin, dit wordt geen abc’tje! Met pijn en moeite<br />
krijgen collega Ida en ik ze in subgroepen aan de slag.<br />
Het daaropvolgende plenaire gesprek gaat goed, maar<br />
niet snel. We lopen achter op schema, maar stoppen<br />
toch om zeven uur. Vanavond komt er namelijk nog een<br />
outdoorbureau dat ze op een heel andere manier gaat<br />
bezighouden met samenwerkingsvragen. ’s Avonds in de<br />
bar nog lang met de leidinggevenden in discussie: wat<br />
speelt er nou echt en hoe kan deze club een stap verder<br />
komen. Ik twijfel over het programma. Vooralsnog maar<br />
even niet omgooien, is de conclusie.<br />
Dinsdag<br />
Om 8:30 met de groep verder waar het gister ophield;<br />
na vijf minuten een spontane interventie van een van de<br />
twee hoofden die ook mij verrast. Maar met de goede<br />
impact. Ik pak er dus op door: stoppen met geneuzel<br />
over een onsje meer of minder ‘uniforme werkwijze’ en<br />
met elkaar in gesprek over wat hen als professionals<br />
bezighoudt. Waar loop je tegenaan en wat heb je nodig:<br />
persoonlijk, van elkaar en van de leiding? Er ontstaat<br />
steeds meer bereidheid om kleur te bekennen. Kijk,<br />
zo komen we ergens! Na een geheel geïmproviseerde<br />
tweede dag hebben we zowel verdieping bereikt als<br />
concrete vervolgacties uitgewerkt en vertrekt de<br />
meerderheid zeer tevreden. Misschien toch weer<br />
accomplished. Snel naar huis voor een vlugge hap en<br />
dan even lekker knallen op het hockeyveld.<br />
16<br />
Woensdag<br />
Even iets minder ‘in actie’, maar aan de slag met het<br />
betere ‘denkwerk’. Werken aan een paar presentaties<br />
voor een belangrijke klant. Interessante organisatie- en<br />
besturingsvragen liggen daar. Wel of niet reorganiseren<br />
in verband met ontwikkelingen in de keten? Hoe te<br />
zorgen voor een betere besluitvorming in het landelijk<br />
managementteam? Neigt men toch niet teveel naar<br />
oplossingen in de structuur en hoever ga ik daar dan in<br />
mee? Tussendoor de herinnering van de deadline van<br />
ons magazine. Dat zal wel weekendwerk worden, want<br />
vanavond nog een conference call over een lead bij een<br />
klant, met complexe vragen, waar ik twee collega’s ga<br />
introduceren.<br />
Donderdag<br />
Nog een stevige tweede slag maken aan die<br />
presentaties. Daarnaast een conferentie van volgende<br />
week voorbereiden. Ga een groep juristen flink creatief<br />
bezig laten zijn die dat helemaal niet gewend zijn, dat<br />
kan zomaar fikse weerstand oproepen. Daarom goed<br />
nadenken over de juiste toon. ‘s Avonds weer fanatiek<br />
trainen, want we wachten nog altijd op de eerste<br />
overwinning van het seizoen.<br />
Vrijdag<br />
Start-up met collega Marjolijn van stevig HR-project.<br />
Het herinrichten van het functiehuis bij een grote<br />
uitvoeringsorganisatie van het rijk. Hoe op een slimme<br />
manier omgaan met meer functiedifferentiatie? Wat<br />
te doen om daarbij sterk stijgende loonkosten te<br />
voorkomen? Hoe de organisatie goed te betrekken<br />
zonder Poolse landdagen? Wat gaat Marjolijn doen<br />
en wat doe ik zelf? Samen de eerste stappen goed<br />
voorbereiden. Tegen zessen zetten we<br />
er een punt achter: tijd voor een<br />
heerlijk glas Salentein Malbec<br />
Reserve. Morgen weer een<br />
dag, helaas niet alleen<br />
voor privé… ●<br />
Opinie<br />
PROFESSIONALISERING EN<br />
CERTIFICERING VAN DE COACH:<br />
STAAT DE KLANT CENTRAAL?<br />
door Jacqueline Eummelen<br />
Het aantal coaches, <strong>coaching</strong>sopleidingen en het begrip ‘<strong>coaching</strong>’ zelf hebben de laatste jaren een<br />
exponentiële groei gekend. Personal, management, executive, mental, media en zelfs spirituele coaches<br />
zijn tot de beroepswereld toegetreden. Ook de vraag naar <strong>coaching</strong> neemt toe: mensen beseffen meer en<br />
meer dat ze geen ‘slachtoffer’ zijn van het leven of het werk, maar dat ze toegang kunnen krijgen tot hun<br />
(creatief) potentieel via bewustzijn, autonomie en zelfverantwoordelijkheid. Een coach kan hen daarbij een<br />
duwtje in de rug geven om dat proces op gang te brengen of te versnellen.<br />
Tijdens mijn sportcarrière (handbal op internationaal<br />
niveau) heb ik op zowel positieve als negatieve wijze<br />
mogen ervaren wat een coach voor je kan betekenen.<br />
Daar kan een coach je maken of breken en helaas is<br />
men zich daar niet altijd van bewust. Ik ben ervan<br />
overtuigd dat ook in onze beroepspraktijk coaches dit<br />
soort invloed kunnen uitoefenen. Dat betekent dat<br />
iemand die een coach zoekt zich moet beschermen<br />
tegen ‘charlatans’ of ‘hobbyisten’ en op zoek moet gaan<br />
naar een goede professional. En die professional moet<br />
dan ook nog eens ‘passen’, want zonder vertrouwen en<br />
gevoel voor de situatie geen resultaat.<br />
Dat klinkt makkelijker dan het is. Iedereen mag zich<br />
immers coach noemen en het aanbod aan coaches is<br />
overweldigend en groeiende. De huidige economische<br />
recessie draagt daar nog verder aan bij: mensen<br />
besluiten regelmatig na ontslag freelance professional te<br />
worden. Dit werkt wildgroei en devaluatie van <strong>coaching</strong><br />
in de hand.<br />
Coachen als beroep<br />
Gelukkig, zo zal men zeggen, is coachen steeds meer<br />
een volwaardig beroep aan het worden, waar mensen<br />
17<br />
voor kunnen worden opgeleid en gecertificeerd. Het<br />
is zeker belangrijk dat <strong>coaching</strong> zich doorontwikkelt<br />
tot een professioneel beroep en dat daarin diverse<br />
ontwikkelingen zijn zoals het opzetten van opleidingen<br />
en de oprichting van beroepsverenigingen, die<br />
zich bezighouden met het formuleren van ethische<br />
gedragscodes en kwaliteitsstandaards. Maar is deze<br />
zelfde ontwikkeling niet gewoon uit een commercieel<br />
belang ontstaan: het afbakenen van de markt, onder het<br />
mom van het kaf van het koren willen scheiden?<br />
Klanten die op zoek zijn naar een coach, zijn gevoelig<br />
voor certificering. Certificering helpt hen de selectie<br />
te vergemakkelijken door duidelijkheid en helderheid<br />
te bieden over de kwaliteit van het product <strong>coaching</strong>.<br />
Dit leidt met name in de wereld van training en<br />
<strong>coaching</strong> ertoe dat bedrijven graag een keurmerk,<br />
als kwaliteitswaarborg, hanteren. Staat dit keurmerk<br />
dan ook werkelijk garant voor kwaliteit? Wat is die<br />
kwaliteit en wie bepaalt wat voor soort certificering<br />
nodig is? De markt, maar die is ondoorzichtig. Er zijn<br />
tal van opleidings- en certificeringsinstituten, ZZP’ers<br />
en andere organisaties die <strong>coaching</strong> als product voeren.<br />
Kortom, <strong>coaching</strong> is momenteel een zichzelf regulerend<br />
vakgebied.<br />
Professionalisering<br />
Zoals hierboven beschreven, zijn er tal van grote en<br />
kleine opleidingsinstituten en -organisaties die alle<br />
aangeven op meerdere niveaus op te leiden voor<br />
allerlei soorten van coaches. De stichting CEDEO werd<br />
opgericht met als doel een beter inzicht te krijgen in<br />
de veelheid en kwaliteit van die opleidingsaanbieders.<br />
CEDEO geeft aan een onafhankelijke keuringsinstantie<br />
te zijn die opleidingsinstituten op basis van<br />
klanttevredenheidonderzoek erkent. Daarnaast auditen<br />
zij coaches die zich willen laten certificeren bij de<br />
Stichting Coach. CEDEO heeft zo’n 700 van de circa<br />
8.500 aanbieders op deze markt opgenomen in het<br />
CEDEO-register.<br />
Dit is nog steeds een behoorlijke markt. Om de markt<br />
nog kleiner te maken is er het VETRON-keurmerk.<br />
VETRON is een branchevereniging van trainings- en<br />
opleidingsinstituten in Nederland. VETRON stelt bovenop
de verplichte ISO-certificering en CEDEO-erkenning<br />
aanvullende eisen ten aanzien van vakbekwaamheid,<br />
garanties en werkwijze. Naast het toekennen van<br />
het keurmerk wil zij ook een platform zijn voor<br />
kennisontwikkeling en kennisuitwisseling en wil zij<br />
als belangenbehartiger en gesprekspartner voor haar<br />
leden naar het bedrijfsleven, de overheid en de politiek<br />
optreden. Dit wil een aantal andere beroepsverenigingen<br />
in Nederland ook. Zo wil de stichting Nederlandse Orde<br />
van Beroepscoaches (NOBCO) een belangenorganisatie<br />
zijn voor professionele coaches en anderen bij wie<br />
<strong>coaching</strong> een belangrijk onderdeel van het werk is. De<br />
NOBCO houdt zich bezig met de professionalisering<br />
van het vak van beroepscoach. Denk hierbij aan<br />
activiteiten als: het ontwikkelen van het NOBCOlogo<br />
als kwaliteitslabel, het uitvaardigen van de<br />
Ethische Gedragscode voor beroepscoaches, het<br />
registreren van beroepscoaches, bieden van een<br />
beroepsaansprakelijkheidsverzekering, informatie<br />
verstrekken over <strong>coaching</strong>, het initiëren van studie-<br />
en werkgroepen, het organiseren van intercollegiale<br />
bijeenkomsten én gesprekspartner zijn namens de<br />
branche richting overheid en bedrijfsleven.<br />
Ook de stichting Coach doet hier een duit in het zakje.<br />
De stichting is opgericht door enkele opleidingsinstituten,<br />
opdrachtgevers en zelfstandige coaches. De stichting<br />
richt zich op verdere professionele ontwikkeling<br />
van <strong>coaching</strong>, vergroting van de transparantie van<br />
<strong>coaching</strong>, beoordeling van de kwaliteit van <strong>coaching</strong><br />
en certificering van coaches. Ook zij wil fungeren als<br />
gesprekspartner naar overheid, bedrijfsleven en andere<br />
vertegenwoordigers van begeleidingsvormen. Stichting<br />
Coach werkt samen met CEDEO en het GITP (verzorgt<br />
de assessments bij Stichting Coach).<br />
Dit alles is een kleine greep uit de Nationale Markt van<br />
opleiden en certificeren van coaches. Op internationaal<br />
niveau voltrekt zich eenzelfde proces. De European<br />
Mentoring and Coaching Council (EMCC) en de<br />
International Coach Federation (ICF) zijn de bekendste.<br />
Onafhankelijkheid<br />
Professionalisering van de coach moet dan toch wel in<br />
de lift zitten, zou je kunnen denken als je zo naar die,<br />
soms over elkaar heen buitelende, initiatieven kijkt.<br />
Maar hoe zit dat dan met die niet geregistreerde en<br />
gecertificeerde coaches; zijn dat dan geen professionals?<br />
Ik denk persoonlijk dat er heel goede professionals<br />
tussen zitten en een kritische noot in de discussie<br />
rondom de ontwikkelingen op het gebied van opleiden en<br />
certificering wil ik dan ook nog toevoegen.<br />
Voor wie werken die beroepsverenigingen en<br />
certificeringsinstituten nu eigenlijk? Toch wel voor de<br />
klant, hopelijk? In alle uitingen die zij doen geven<br />
ze aan dat ze een belangenbehartiger zijn van de<br />
beroepsgroep. Als je dan nog wat verder inzoomt,<br />
zie je dat die ‘onafhankelijke’ verenigingen worden<br />
gevormd door een aantal met elkaar gelieerde bedrijven<br />
die er een duidelijk commercieel belang bij heeft. Zij<br />
zijn actief bezig de markt te overtuigen van het nut<br />
van certificering. Certificering dient dus in ieder geval<br />
de belangen van een deel van de beroepsgroep of<br />
daaraan gelieerde organisaties en is daarnaast ook een<br />
maatregel om de markt te verdelen. Is dit verkeerd?<br />
Vakontwikkeling dient toch uiteindelijk ook de belangen<br />
van de klant. Als ik dan vervolgens via internet een<br />
aantal opleidingsinstituten onder de loep neem en lees<br />
dat bij een ‘erkend’ opleidingsinstituut een multiple-<br />
choice-examen, zo’n twee weken praktijktraining en<br />
een verslag over de geleerde inzichten leidt tot een<br />
gecertificeerd coach, dan stel ik me op zijn minst vragen<br />
bij het zelfregulerend vermogen van de beroepsgroep.<br />
En zo kom ik terug bij de vraag: hoe vind de klant zijn<br />
weg in deze ondoorzichtige markt als hij op zoek is naar<br />
een coach die hem kan helpen?<br />
Vertrouwensband<br />
Navraag bij klanten en collega’s levert het beeld op,<br />
dat men vooral selecteert op basis van relaties, mondtot-mondreclame<br />
met betrekking tot de geleverde<br />
kwaliteit (een tevreden klant brengt nieuwe klanten<br />
aan) en de ‘klik’ die er tussen coach en gecoachte<br />
tijdens de kennismaking ontstaat. Basisvoorwaarde<br />
voor <strong>coaching</strong> is immers dat er een vertrouwensband<br />
ontstaat, waardoor de gecoachte zich kwetsbaar durft<br />
op te stellen. Dit laatste kun je met de beste wil van<br />
de wereld niet in een certificaat vangen. Verder ben ik<br />
er voorstander van dat <strong>coaching</strong> een relatief makkelijk<br />
toegankelijk instrument moet zijn in bedrijven en<br />
organisaties, dat mensen een duwtje in de rug geeft bij<br />
zelfontplooiing of het aangaan van het goede gesprek<br />
over jezelf en het werk. Waar leg je de norm voor de<br />
toegankelijkheid van een coach? Als die te hoog ligt loop<br />
je enerzijds het risico dat het elitair (alleen voor de top)<br />
of bureaucratisch (alleen als aan alle regels is voldaan)<br />
wordt. Anderzijds bestaat het gevaar steeds verder op<br />
te schuiven naar het coachen van alleen de ‘zwaardere<br />
gevallen’ (meervoudige complexe problematiek) en<br />
raakt het dus aan het werkveld van de psychotherapeut,<br />
psycholoog of psychiater. Deze beroepen hebben een<br />
beschermde status. Een coach die dit pad op gaat, gaat<br />
volgens mij zeker te ver in het vak van beroepscoach.<br />
Objectiviteit<br />
Professionalisering van het vak beroepscoach is nodig<br />
en de beroepsgroep is duidelijk zoekende. Zeker nu<br />
<strong>coaching</strong> zo’n exponentiële groei kent. Accreditatie moet<br />
leiden tot gelijkwaardigheid van certificaten, keuringen<br />
en testen. Het blijkt echter lastig daar met zo veel<br />
certificerende instanties een duidelijke lijn in te trekken.<br />
Het zou goed zijn als er een soort nationale accreditatieinstantie<br />
zou komen die vrij van commerciële druk is,<br />
zelfs niet de schijn van belangenverstrengeling wekt en<br />
waar objectiviteit en onpartijdigheid geborgd worden.<br />
Alleen zo helpen we de klant én de beroepsgroep. De<br />
klant kan, zeker als hij niet over een netwerk beschikt<br />
die hem iemand aanbeveelt, iemand selecteren op basis<br />
van redelijk objectieve criteria. Of het dan de juiste<br />
coach voor hém is moet tijdens de kennismaking altijd<br />
nog blijken. En de coach? Die wordt uitgedaagd om zich<br />
verder te kwalificeren. En ook daar vaart de klant wel bij. ●<br />
Casus<br />
INTERVISIE ALS HULPMIDDEL BIJ<br />
ORGANISATIEONTWIKKELING -<br />
DE NEDERLANDSCHE BANK<br />
door Jan Willem Kradolfer<br />
<strong>WagenaarHoes</strong> adviseert en ondersteunt De Nederlandsche Bank (DNB) op diverse fronten bij<br />
organisatieontwikkeling en verdere professionalisering. In dat kader is een breed scala aan interventies<br />
ingezet. Een daarvan is het inzetten van <strong>intervisie</strong> als methode voor professionalisering van<br />
toezichthouders, bedrijfsanalisten en vakspecialisten. We vroegen aan Sam Dousi, een van onze adviseurs<br />
bij DNB, zelf te reflecteren op de keuze voor dit instrument.<br />
Waarom <strong>intervisie</strong>?<br />
“Intervisie moet in dit geval natuurlijk niet als een op<br />
zichzelf staand instrument worden gezien. Eerst wordt<br />
vanuit bank, divisie en/of afdelingsperspectief de koers<br />
en gewenste ontwikkeling bepaald. Dat doen we vaak<br />
in werkconferenties. Daarbij betrekken we overigens<br />
naast het management direct ook de professionals zelf<br />
om de weerbarstigheid van de praktijk mee te nemen in<br />
de visievorming. Na het bepalen van een gezamenlijke<br />
identiteit en missie begint het echte werk pas.”<br />
Vertel verder…<br />
“Iedereen weet hoe lastig het is de goede voornemens<br />
uit een werkconferentie in de weerbarstige praktijk<br />
te realiseren. Neem nu ‘risicogebaseerd toezicht’, een<br />
belangrijke ontwikkeling binnen DNB (niet verwonderlijk<br />
in het licht van de actualiteit). Dit vraagt een heel<br />
andere manier van kijken naar de instellingen die onder<br />
het toezicht vallen. En dan kom je er niet alleen met<br />
nieuwe procedures en richtlijnen. Het vraagt ook ander<br />
gedrag van diezelfde professionals. En daar komt de<br />
<strong>intervisie</strong> om de hoek kijken!”<br />
Hoe moet ik dat praktisch zien?<br />
“We vormen kleine groepen van toezichthouders en<br />
overige specialisten. Die groepen komen periodiek een<br />
ochtend of middag bij elkaar om een of twee lastige<br />
casussen uit de praktijk op een gestructureerde wijze<br />
te onderzoeken. Het gaat er daarbij niet zozeer om<br />
elkaar praktische tips te geven, maar door het stellen<br />
van gerichte vragen te achterhalen wat de kern van het<br />
probleem of onderliggende dilemma is. Soms heeft dat<br />
te maken met kennis en vaardigheden, maar vaak ook<br />
met bepaalde ideeën of overtuigingen over ‘hoe het<br />
moet’. Door - juist met collega’s - te kijken naar een<br />
vraagstuk, wat er werkelijk speelt en hoe je anders naar<br />
bepaalde zaken kunt kijken, ontstaan ook mogelijkheden<br />
om het anders te gaan doen”<br />
Dat vraagt wel wat van directe collega’s in hun<br />
onderlinge relatie…<br />
“Klopt. Het vraagt een gevoel van veiligheid in de<br />
groep om je kwetsbaar op te durven stellen. En dat<br />
is niet altijd vanzelfsprekend. Wij maken dat dan ook<br />
expliciet onderwerp van gesprek, zeker bij de eerste<br />
bijeenkomst. Van belang is onderling helder te krijgen<br />
wat ‘veiligheid’ maakt of breekt. Vaak gaat het dan om<br />
18 19<br />
aspecten als vertrouwelijke omgang met wat iemand<br />
inbrengt, respectvol omgaan met elkaar, et cetera. Mooi<br />
is overigens het omgekeerde effect dat we ook bij DNB<br />
zien: juist door <strong>intervisie</strong> gaan mensen zich makkelijker<br />
open opstellen, laten meer van zichzelf zien en geven<br />
meer en goede feedback. Daar groeien organisaties<br />
door”.<br />
Wat voor methoden hanteer je?<br />
“Dat varieert. Vaak beginnen groepen, zo ook bij<br />
DNB, met relatief gestructureerde methoden zoals<br />
de 10-stappenmethode. Dat is ook prima, die geven<br />
houvast. Naarmate men meer ervaring heeft en als<br />
groep op elkaar is ingespeeld kan je verder gaan.<br />
Dan werken we - afhankelijk van de vraag - ook met<br />
andere methoden, zoals dynamische oordeelsvorming,<br />
socratische gesprekken en opstellingen. Die zijn soms<br />
meer confronterend of ingrijpend, maar bieden ook extra<br />
diepgang en daarmee toegevoegde waarde.”<br />
Nog een laatste tip?<br />
“Laat <strong>intervisie</strong> op basis van vrijwillige deelname<br />
plaatsvinden! Soms kiezen leidinggevenden ervoor om<br />
<strong>intervisie</strong> verplicht te stellen. Ik kan wel begrijpen dat<br />
men graag wil dat iedereen meedoet, maar het werkt<br />
niet. Als iemand eigenlijk geen zin heeft, frustreert dat<br />
altijd het proces. Dan zie je dat groepen snel stilvallen,<br />
er geen chemie is, men het te druk heeft, et cetera.<br />
Je kunt beter met een kleine groep enthousiastelingen<br />
beginnen en vandaaruit de olievlek haar werk laten<br />
doen. Zo doen we het ook bij DNB. Het is niet verplicht<br />
maar ook niet vrijblijvend. De leidinggevende faciliteert<br />
het proces op positieve wijze in termen van tijd en<br />
begeleiding. De deelnemers zelf ervaren het als een<br />
geweldige steun in de rug bij het eigen werk.” ●
Achtergrond<br />
TEAMCOACHING: OP WEG NAAR<br />
EEN ‘WINNING TEAM’<br />
door Maureen Hendriks<br />
Team<strong>coaching</strong> is een bijzondere vorm van <strong>coaching</strong>, die steeds meer aandacht krijgt in de beroepspraktijk<br />
van de coach. Niet alle coaches willen of kunnen met team<strong>coaching</strong> uit de voeten. De coach heeft niet de<br />
unieke één op één relatie die er in een ‘normale’ coachrelatie bestaat. Het vraagt dus ook een specifieke<br />
benadering om een groep mensen als geheel tot betere prestaties te brengen. Waar gaat het dan over?<br />
Team<strong>coaching</strong> is gericht op een collectief van mensen met een<br />
gezamenlijke missie: een team. Het doel is om remmende<br />
mechanismen binnen een team op te heffen of te beteugelen<br />
en de vrijgekomen energie te richten op een hoger niveau<br />
van presteren in relatie tot de organisatiedoelen. Het richt<br />
zich soms op alle medewerkers in een afdelingsteam of op<br />
de geleding van een managementlaag in een organisatie.<br />
Maar meestal richt deze vorm zich op een managementteam<br />
dat leiding geeft aan een organisatieonderdeel. De aanpak<br />
is dan om de individuele remmingen, kwaliteiten en<br />
bijdragen van de leden af te stemmen op de vereiste rollen,<br />
verantwoordelijkheden, sterkten en zwakten van het team als<br />
geheel in relatie tot de gewenste prestatie van de organisatie.<br />
Vragen stellen<br />
Bij team<strong>coaching</strong> is het allereerst zaak op te sporen - in de<br />
kluwen van relaties, formele en informele stromen - waar<br />
de belangrijkste ontwikkelpunten van het team zitten. Het<br />
onderzoeken van onderstaande vragen biedt aanknopingspunten<br />
voor de verdere aanpak. Soms zijn de missie en doelen<br />
van een team niet helder, of worden door de afzonderlijke<br />
teamleden anders beleefd en ingevuld. Soms zijn er conflicten<br />
binnen een team, die bijvoorbeeld na nader onderzoek vooral<br />
twee teamleden betreffen. Deze voorbeelden vereisen ieder<br />
een geheel andere aanpak. Het ene geval vraagt om een meer<br />
cognitieve aanpak waarin de (strategische) koers nog eens<br />
wordt aangescherpt, het andere vraagt wellicht om mediation<br />
tussen twee teamleden. Heel vaak gaat het in de praktijk om<br />
een combinatie van zaken. Kernvragen zijn:<br />
1. Wie is het team?<br />
2. Van wie is het team?<br />
3. Waartoe dient het team?<br />
Als teamcoach is dan het volgende van belang:<br />
1. Wie is het team?<br />
- Wie behoren tot het team? Samenstelling/mate van<br />
uniformiteit.<br />
- Formele rol verdeling, verantwoordelijkheden.<br />
- Hoe oud is het team: in welke fase van groepsdynamica zit<br />
men?<br />
- Hoe functioneert het team?<br />
- Macht en machtsverdeling, informele leider(s).<br />
- Informele rol bezetting: teamrollen, opbouw van drives.<br />
- Hoe hecht is het team: mate van eensgezindheid?<br />
20<br />
- Hoe vindt besluitvorming plaats?<br />
- Op welke punten zijn conflicten, hoe wordt daar mee<br />
omgegaan: destructief of constructief?<br />
- Hoe communicatief is het team (naar elkaar en extern)?<br />
- Wat is de oriëntatie van het team: bijvoorbeeld op<br />
proces of op taak?<br />
2. Van wie is het team?<br />
- In welke context opereert het team?<br />
- Wat is de mate van vrijheid in handelen (afhankelijk -<br />
onafhankelijk) en besluitvorming?<br />
- Sturingsmechanismen: protocollen, (on)geschreven<br />
regels, incentives (straffen en belonen, push of pull) etc.<br />
3. Waartoe dient het team?<br />
- Wat is de identiteit van het team?<br />
- Wat is de visie, missie, het doel?<br />
- Waaruit bestaat de verbinding tussen de afzonderlijke leden?<br />
- Waarvoor hebben teamleden elkaar nodig (en waarvoor niet)?<br />
Aangetekend bij de voorbeelden zij dat de casus nooit<br />
alleen maar één kernvraag betreft, en dat de interventies en<br />
oplossingsrichtingen ook een samenspel vormen vanuit het<br />
inzetten op alle drie de kernvragen.<br />
Wie is het team<br />
Onlangs bleek tijdens een teamsessie van een commercieel<br />
team dat onze opdrachtgever, de manager van het team,<br />
zeer tevreden was over het functioneren van zijn mensen<br />
en het team als zodanig. Hij was vrij stevig aan zijn<br />
managementopdracht begonnen, circa anderhalf jaar geleden.<br />
Hij had direct een aantal forse veranderingen doorgevoerd<br />
waarbij hij moeilijke beslissingen niet schuwde. Nu het team<br />
- mede als gevolg daarvan - beter ging draaien, vroegen<br />
de teamleden om meer verantwoordelijkheid. De manager<br />
was het daar helemaal mee eens, maar paste zijn stijl van<br />
leidinggeven en gedrag daar niet op aan. Met als gevolg een<br />
tevreden manager en zeer gedemotiveerde teamleden. Tijdens<br />
de sessie uitte een aantal informele leiders hun ongenoegen;<br />
de manager was hierover zeer verrast.<br />
Van wie is het team<br />
In een middelgrote gemeente klaagde één van de wethouders<br />
voortdurend dat haar ambtenaren niet voldoende kwaliteit<br />
in huis hadden. Daardoor voelde zij zich genoodzaakt als<br />
‘superambtenaar’ zelf te werken in de grote dossiers. In haar<br />
beleving gaf zij haar mensen alle ruimte en vrijheid, maar<br />
deed zij zelf in de praktijk al het werk. Haar ambtenaren<br />
ervoeren daarentegen juist nagenoeg geen vrijheid<br />
van handelen omdat de betreffende wethouder al hun<br />
inspanningen afkeurde. De ambtenaren voelden zich steeds<br />
minder geroepen zich in te zetten voor deze wethouder<br />
omdat haar afkeuring als een loden deken ervaren werd. De<br />
wethouder werd daardoor weer bevestigd in haar beeld, en<br />
ging nog hardnekkiger ‘weer zelf het hele weekend achter de<br />
computer zitten’. De betrokkenheid van ambtenaren op de<br />
dossiers werd onverschilliger en de paradox van het gewenste<br />
effect van onze wethouder voltrok zich.<br />
Waartoe dient het team<br />
Bij de vorming van een nieuwe arbodienst uit een aantal<br />
(interne) arbo-afdelingen van verschillende organisaties,<br />
bleek vooral de identificatie van de teamleden het springende<br />
punt van slagen in dit proces. Het betrof hier arbo-artsen en<br />
arbodeskundigen die zich<br />
vooral identificeerden met<br />
de klantomgeving. Zij zaten<br />
al sinds jaar en dag fysiek<br />
bij hun klantorganisatie in<br />
huis en hadden hun hele<br />
werkwijze daarop geënt.<br />
De fusie had ten gevolg<br />
dat de nieuwe arbodienst<br />
algemene producten ging<br />
neerzetten, protocollen<br />
afspreken, et cetera.<br />
Met name professionals<br />
verbinden zich meer aan<br />
de inhoud van hun werk<br />
(taakopdracht), dan aan de<br />
organisatie van waaruit zij<br />
werken.<br />
Perspectiefwisseling<br />
Bij team<strong>coaching</strong> is perspectiefwisseling heel essentieel. Vanuit<br />
welk perspectief werk je aan samenwerking binnen een team?<br />
Alle teamleden hanteren daarbij ook hun eigen perspectief<br />
op het teamfunctioneren, gekleurd door eigen ervaringen,<br />
persoonlijke preferenties en opgebouwde irritaties. Dit geeft<br />
een scala aan werkelijkheden die naast elkaar bestaan en<br />
tegelijkertijd de communicatie en focus binnen het team<br />
bemoeilijken. Het zich verplaatsen in de beleving van de ander,<br />
of het door een andere bril kijken naar het team, levert<br />
21<br />
logica<br />
Individuele Management Drives profiel<br />
Teamprofiel<br />
bijna altijd verrassende inzichten op. Het helpt als de coach<br />
mensen feedback geeft op hun eigen en andermans drijfveren.<br />
<strong>WagenaarHoes</strong> hanteert daarbij bijvoorbeeld de Management<br />
Drives-test om zowel individuele als teamprofielen zichtbaar te<br />
maken.<br />
Hiermee kan ook het gemeenschappelijk referentiekader<br />
worden versterkt. Net als bij mensen, in welke relatie dan<br />
ook, ontwikkelen teamleden zich veelal afzonderlijk van<br />
elkaar. Tempo en focus verschillen daarbij, waardoor het<br />
vinden van raakvlakken gaandeweg moeilijker wordt. Het<br />
steeds herijken van het gemeenschappelijke kader (terug te<br />
vinden in bovenstaande punten) kan het team bijeenhouden,<br />
de teameffectiviteit bevorderen en er een winning team van<br />
maken. ●
Boekbespreking<br />
PROFESSIONALISERING:<br />
PRAKTIJKBOEK INTERVISIE<br />
door Jacqueline Eummelen<br />
Al sinds begin jaren ‘90 wordt vanuit de Orde voor Organisatieadviseurs (Ooa) elk jaar door honderden<br />
organisatieadviseurs in kleine groepen met behulp van <strong>intervisie</strong> gewerkt aan verdere professionalisering.<br />
Adviseurs van <strong>WagenaarHoes</strong> doen hier op regelmatige basis aan mee. Intervisie met kritische vakgenoten<br />
is een probaat middel voor reflectie op het eigen handelen; zeker in het vaak gejaagde vak van de externe<br />
adviseur, die van het ene in het andere project rolt.<br />
Door de jaren heen is binnen de Ooa ruime ervaring opgedaan<br />
met een grote verscheidenheid aan <strong>intervisie</strong>methoden en<br />
zijn diverse nieuwe methoden zelf ontwikkeld. Hoogste tijd<br />
dus, dacht men daar, voor een goed praktijkgericht boek over<br />
<strong>intervisie</strong>.<br />
Het boek is geschreven door Monique Bellersen en Inez<br />
Kohlmann, beiden zelf gedreven adviseur en lid van de<br />
werkgroep Intervisie van de Ooa. Daarnaast hielpen een<br />
aantal ervaren <strong>intervisie</strong>deelnemers als redacteur mee aan<br />
het beschrijven van de verschillende methoden. Naast een<br />
inleiding op <strong>intervisie</strong> als professionaliseringsinstrument,<br />
verschillende toepassingsmogelijkheden en de rol van de<br />
facilitator worden ruim twintig verschillende methoden<br />
beschreven. Variërend van de klassieke 10-stappenmethode<br />
tot meer moderne en creatieve methoden als appreciative<br />
inquiry, toevalstechnieken en het werken met metaforen.<br />
Het boek heet niet voor niets een praktijkboek. Elke methode<br />
wordt helder en compact uitgelegd en is voorzien van<br />
handige informatie en tips omtrent toepasbaarheid, aantal<br />
benodigde deelnemers, tijdsduur, et cetera. Daarnaast is<br />
er ook een bijbehorend praktijkschrift ontwikkeld. Collega<br />
Sam Dousi werkte als een van de redacteuren (tevens<br />
lid van de werkgroep <strong>intervisie</strong>) mee en beschreef onder<br />
andere de methoden ‘dynamische oordeelsvorming’ en<br />
‘organisatieopstellingen’. Sam: “Ik werk ook in opdrachten bij<br />
klanten waar het gaat om ontwikkeling en professionalisering<br />
vaak met <strong>intervisie</strong>. Intervisie helpt daarbij niet alleen de<br />
individuele professional verder, maar zorgt er ook voor dat het<br />
bespreekbaar maken en doorbreken van vastgezette patronen<br />
binnen de organisatie makkelijker wordt. Daarmee wordt het<br />
ook een belangrijk hulpmiddel bij organisatieverandering.”<br />
Dynamische oordeelsvorming vindt hij daarvan een mooi<br />
voorbeeld. “Deze methode helpt individuen en groepen te<br />
onderzoeken hoe een oordeel of besluit tot stand komt en<br />
welke invalshoeken daarbij wel en niet aan bod komen.<br />
Mensen en organisaties ontdekken dan vaak dat besluiten<br />
steeds op dezelfde manier genomen worden, terwijl het vaak<br />
ook anders kan. Dat inzicht leidt vervolgens tot meer gewogen<br />
oordeelsvorming en kwalitatief betere besluiten.”<br />
Het praktijkboek <strong>intervisie</strong> is onder andere te bestellen via<br />
de website www.praktijkboek<strong>intervisie</strong>.nl waar u tevens<br />
meer informatie vindt. Wilt u meer weten over hoe <strong>intervisie</strong><br />
succesvol in te zetten<br />
binnen uw organisatie<br />
of over specifieke<br />
methoden, neem dan<br />
gerust contact op met<br />
Sam Dousi<br />
(sam.dousi@<br />
wagenaarhoes.nl) of<br />
via het secretariaat<br />
met een van onze<br />
andere collega’s. ●<br />
M. Bellersen en<br />
I. Kohlmann (2009).<br />
Praktijkboek Intervisie.<br />
Deventer: Kluwer.<br />
Introductie<br />
PURE WINST, WERKEN AAN<br />
DE ZINVOLLE ORGANISATIE<br />
door René Hooijdonk<br />
<strong>WagenaarHoes</strong> heeft begin 2009 een rondetafelconferentie georganiseerd over duurzaam ondernemen<br />
en kansen in de crisis. Ons magazine nr. 22, juli 2009, ging daar uitgebreid op in. Eén van de inleidingen<br />
werd verzorgd door Ruud Schuurs, oud-directeur MVO van Nuon en nu adviseur duurzaamheid. Samen<br />
met een aantal mensen heeft hij de afgelopen tijd gewerkt aan een initiatief om bestuurders, managers<br />
en professionals met elkaar te verbinden rondom het thema Pure Winst. René Weijers neemt namens<br />
<strong>WagenaarHoes</strong> als ‘ambassadeur’ deel aan dit initiatief.<br />
“Organisaties zijn er niet voor niets.<br />
Ze moeten ergens voor staan en voor<br />
gaan. Pure winst ontstaat wanneer<br />
ondernemingszin en de zin van het<br />
ondernemen met elkaar zijn verbonden.”<br />
Wij maken graag ruimte om Pure Winst bij u te introduceren.<br />
En wij willen u ook attenderen op een bijzondere<br />
werkbijeenkomst op 2 februari 2010.<br />
Introductie<br />
Pure Winst is een mooi en kansrijk initiatief dat een brede<br />
groep mensen bij elkaar brengt. Met elkaar werken zij aan<br />
concrete stappen om hun werk en hun organisatie te richten<br />
op het creëren van meerwaarde. Dat is meer dan winst alleen,<br />
maar economische vitaliteit blijft wel belangrijk. Vertrekpunt<br />
van Pure Winst is de overtuiging dat de urgentie voor deze<br />
omslag in denken en doen door velen gevoeld wordt en dat<br />
het tijd is de daad bij het woord te voegen.<br />
Er is geen gebrek aan ideeën voor concrete verandering; het<br />
blijkt vooral lastig de gewenste veranderingen daadwerkelijk<br />
in praktijk te brengen. Veronderstellingen over gebrekkig<br />
draagvlak, kosten, risico’s en vooral de drukte van alledag zijn<br />
obstakels die maar al te vaak in de weg staan. Pure Winst legt<br />
de grondslag voor een verfrissende, hands-on aanpak. Wij zijn<br />
enthousiast, vandaar dat wij ook geholpen hebben dit initiatief<br />
in het leven te roepen.<br />
22 23<br />
Startconferentie 2 februari 2010<br />
Wij attenderen u graag op de mogelijkheid om deel te<br />
nemen aan de startconferentie van Pure Winst, op 2 februari<br />
2010; een inspirerende dag met een afwisselend, interactief<br />
programma en bijzondere gasten en werkvormen. Dan wordt<br />
een start gemaakt met wat moet uitgroeien tot een levend<br />
netwerk van doeners, praktisch ingestelde ‘vakmensen’,<br />
bestuurders, managers en professionals die visie hebben op de<br />
toekomst van hun vakgebied. Het zou fantastisch zijn als ook<br />
een aantal <strong>WagenaarHoes</strong>-relaties hun inbreng levert aan dit<br />
initiatief.<br />
Meer informatie over Pure Winst, de initiatiefnemers en<br />
registratie staat op de website www.purewinst.nu. ●