download - Zichtlijnen
download - Zichtlijnen
download - Zichtlijnen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
VERSIE 07<br />
“LEUK… EN WAT DOET U OVERDAG?”<br />
OPZET 05<br />
Laat ik me voorstellen: ik ben Rieks Swarte van de Firma Rieks Swarte, een klein<br />
theaterbedrijf, dat producties maakt die ook wel speelgoedvoorstellingen worden<br />
genoemd zoals TANTE PATENT. En we maken collegevoorstellingen zoals<br />
WOORD. Verder ontwerpen we decors, en maken die, tentoonstellingen, filmpjes en<br />
ga zo maar door.<br />
TANTE PATENT was een krantenstrip van Annie MG Schmidt uit het begin van de<br />
jaren zestig en wij hebben daar een voorstelling van gemaakt voor alle leeftijden.<br />
TANTE PATENT is een keurig dametje, die als levensmotto voortdurend zegt: WAT<br />
IS HET LEVEN TOCH GEMAKKELIJK, ALS JE MAAR GEWOON DOET.<br />
Met TANTE PATENT zijn we rond kerst op toer geweest langs verschillende theaters<br />
in Nederland en een paar in België en dus is mijn geheugen over de<br />
theaterarchitectuur weer geheel opgefrist.<br />
Ik ben een grumpy old man. Ik kan wat afzeuren: altijd op architectuur.<br />
Wat worden er veel nutteloze gebouwen gebouwd. Vooral theaters Ik kan er niet over<br />
ophouden: eendagsvlieggebouwen die slechts voor de bewondering voor de opening<br />
zijn gebouwd mogen wat mij betreft onmiddellijk weer de prullenbak in.<br />
Daar staat wél tegenover dat Hollandse architecten meesters zijn in heel veel ruimte<br />
creëren op postzegelformaat. En dat voor een klein budget.<br />
Hoe zou het toch komen, vroeg ik me af tijdens de tournee, dat er zoveel<br />
misverstanden over theaters in de koppen van de architecten terechtkomen?<br />
Na een van de voorstellingen van TANTE PATENT wist ik het. Een dame zei tegen<br />
me: “God wat was dát leuk, en wat doen jullie nou overdag?” Ik kon m’n oren niet<br />
geloven, daar heb je het weer. Ik wilde haar een snier toesnauwen, maar bedacht me<br />
ineens dat ze het als een compliment bedoelde; dat alles er zó gemakkelijk had<br />
uitgezien dat mensen werkelijk geen idee hebben dat je er overdag heel hard voor<br />
moet werken.<br />
Ik had het ineens door. Dat idee, dat we als spelers niets doen overdag komt omdat<br />
de voorstelling er uit ziet alsof het geen moeite kost. Dat je dus niet hoeft te<br />
repeteren. Dat het theater alleen maar bestaat tussen half negen ’s avonds tot een<br />
paar uurtjes erna.<br />
Mensen, die niets met theatermaken van doen hebben staan gewoon aan de andere<br />
kant van de lijn, de scheiding bij de koperen kees.<br />
Hoe kan je dan verwachten dat niet-theatermakers zoals gemeentelijke<br />
cultuurambtenaren en architecten in staat zijn zich voor te stellen dat er de rest van<br />
de dag hard aan gewerkt wordt om alles op tijd voor de voorstelling klaar te krijgen.<br />
Dus rijst de vraag: “Hoe zet je een theaterarchitect op het juiste spoor, zodat hij<br />
begrijpt waaruit het complex van het theaterbedrijf bestaat en hoe hij daarvoor de<br />
meest eenvoudige oplossing kan vinden?”<br />
1
Een theatergebouw is een idioot complex:<br />
Meerdere zalen / multifunctioneel: én concert én theater én evenementenhal / én de<br />
natte droom van de afscheidnemende wethouder / én bioscoopzalen / én kroeg / én<br />
technisch complex / én kantoor / én repetitieruimte / én garage / én atelier / én<br />
receptief én producerend / én nog iets voor de bewoners, een keuken bijvoorbeeld.<br />
Dat is geen opdracht, dat moet een verschrikking zijn.<br />
De tour van TANTE PATENT<br />
Daar gaan we:<br />
Hoorn: is een soort freggelgrot en heel lelijk, is vanaf het water schijnt ie mooi te zijn<br />
zeggen ze, maar de toneelmachine is prima. Én ze hebben er daglicht!<br />
Leiden: wat een schatje, en wat een direct contact!<br />
Alkmaar: de voorkant is goed gedaan maar de kleine zaal is een onpersoonlijke<br />
doos.<br />
Rotterdam: kleine zaal te klein, maar de hele schouwburg blijft mijn favoriet. Heeft<br />
ook met mensen te maken.<br />
Groningen: gewoon een oude schouwburg, met dikke pret. Heeft ook met mensen te<br />
maken.<br />
Amsterdam: schouwburg. Net als Groningen en we kregen ze plat, de collega’s.<br />
Tongeren: hele rare gigantische gemeentelijke feesthal, dus toneel op het toneel,<br />
tóch altijd feest.<br />
Turnhout: het theater met de meest onwaarschijnlijkste eigenschappen. Alles is fout<br />
aan dat gebouw. Écht alles. Het is een goed voorbeeld van hoe het niet moet.<br />
Arnhem: rare, te grote oude stijlzuivere afgekloven bak, maar om die nu af te gaan<br />
breken?<br />
Gouda: 13 in een dozijnzaal, weinig sjeu<br />
Almere: een kille autoshowroom zonder auto’s, waar je verloren raakt. De<br />
artiestenbehuizing in de kelder is een schande.<br />
Dordrecht: kunstmin, van Sybold van Ravenstijn, een historisch monument van DE<br />
STIJL met een permanentje. Witte zaal, daardoor wél mooi zwart licht op het toneel.<br />
Spijkenisse: dé verassing. Een geweldig noodtheater zonder franje middenin een<br />
veldje. Voor bijna niks gebouwd. Een voorbeeld. Een prototype.<br />
Alphen was het dieptepunt. Een dag dat het sneeuwde. Kleine zaal, nieuw theater,<br />
onbegrijpelijk doolhof. Het decor moest in te een kleine lift naar de zaal naar boven.<br />
En dat ging niet. Dan maar via de hoofdingang; lopend door de kou, ver van de laad-<br />
en los, vervolgens alles de trap op naar de tweede verdieping, en dan door een gang<br />
langs de zaal. Maar dat kon pas nadat de kerstversiering weg was gehaald. Hierdoor<br />
waren de technici met alles te laat voor de matinee. En dus zonde.<br />
De kleedkamers waren via een labyrint van trappen en gangen in de kelder, twee<br />
verdiepingen lager te vinden.<br />
Maar het ergste was dat de zaal steenkoud was. De architect vond radiatoren lelijk.<br />
Het werd hard werken om de zaal warm te spelen.<br />
En dan die mode om kleedkamers van twee zalen samen te pakken en ver van het<br />
toneel verwijderd. Het is een ramp. Als speler moet je er voortdurend in kunnen. En<br />
twee trappen is veel, zeker als het een onbekend gebouw is. Snelle verkledingen<br />
moeten dan maar ergens in een hoekje hier of daar.<br />
Én de mode om kleedkamers een geheimecijfercode te geven is verschrikkelijk.<br />
2
Stel je vergeet je snor, je rent die twee trappen af, zoek zoek zoek , welke gang???<br />
En dan weet je de code niet. Wie verzint zoiets?<br />
“Ja, er kán gestolen worden”<br />
“Ja, ik neem mijn spullen van waarde altijd mee het toneel op”<br />
“Ja, maar anderen weer niet en het moet dus veilig zijn.”<br />
“Ja, maar ik ben mijn snor vergeten en ik moet nu op!”<br />
“Ja, dat is lastig.”<br />
“Ja, dat is lastig? Lastig? Het is een ramp!”<br />
“Ja, maar het is vanwege de veiligheid”<br />
“Ja, niet de mijne.”<br />
“Ja kijk, je hebt te maken met drie routings in een theater: Het publiek, áchter, én de<br />
vluchtroute. En als er iets aan de hand is dan moet dat door mekaar kunnen. Het<br />
publiek achter en wij vóór.”<br />
“Ja?”<br />
“Nou, dan moeten ze langs de kleedkamers.”<br />
”Ja?”<br />
“En dan moeten ze er niet ín. Dus…. Moeten ze op slot, dus hebben ze een code.”<br />
“En mijn snor dan?”<br />
“Ja.”<br />
Ik stel voor dat al die codes in het land gewoon weg gesloopt worden en er gewoon<br />
weer kluisjes komen met een sleuteltje en waar je een ruil-euro in stopt dan hebben<br />
we alle problemen opgelost.<br />
We hebben in Nederland nu zo’n 300 theaters staan. Veelsteveel naar mijn smaak,<br />
maar wat erger is, het merendeel heeft de ontwikkelingen van de 20 e eeuw niet<br />
helemaal meegekregen. Meestal hebben ze een lijsttoneel en als het kan is die goud<br />
en de stoelen zijn van rood-fluweel.<br />
Natuurlijk zijn er ook nieuwe gebouwen, waar het rood en goud ontbreekt, maar veel<br />
modernismen in die gebouwen zijn placebo’s voor het rood-goude chique-gevoel.<br />
Meestal zijn dat moderne gadgets, die na de dag van de opening hinderpalen<br />
worden voor de mensen die in die theaters moeten werken.<br />
Een traditioneel theater is snel bedacht; een lijsttoneel met een donkere zaal publiek<br />
in de diepte en een scheiding door het hoogteverschil door een podium, maar is dat<br />
werkelijk het soort gebouw waar we op zitten te wachten?<br />
Laat ik u de geschiedenis vertellen waar dat lijsttoneel historisch vandaan is<br />
gekomen en hoe die al meer dan een eeuw op de helling staat.<br />
KIJKDOOS<br />
Dit is het prototype van het klassieke lijsttoneel. De kijkdoos. Kijk, diepte, de illuzie<br />
van de werkelijkheid. Met een machtig technisch apparaat van koulissen en friezen,<br />
een kap, een trekkenwand en een goede schilder konden ze de indruk geven 3D. ,<br />
iets wat de mensen toen alleen maar in de werkelijkheid meemaakten. Nu konden ze<br />
één op één vanuit een rood-fluwelen stoel reizen naar exotische landen, en rijke<br />
paleizen, en zelfs de hemel behoorde tot de mogelijkheden. 17 e eeuw, in Amsterdam<br />
voor het eerst rond 1657.<br />
Maar aan het begin van de 20 e eeuw begon het te morrelen. De fotografie bracht ons<br />
naar verre oorden, de film deed dat nog weer mooier.<br />
3
Al rond 1900 kreeg de schrijver Tsjechov ruzie met de regisseur Stanislavski, die de<br />
kijker de illuzie wilde geven van echter dan echt. Tsjechow wilde niets anders dan<br />
samen een verhaal vertellen, spelen dus. Don’t act, play!<br />
De toneelspelers wilden zich losmaken van de oude vormen en eiste een “speelplek”.<br />
Men maakte abstracte staketseldecors en trok podia de zaal in, verbouwde allerlei<br />
ruimtes die niet als theater bedoeld waren, en zag de lijst van de schouwburgen als<br />
een hindernis.<br />
Hoogtepunt in deze ontwikkeling was de ACTIE TOMAAT in 1968.<br />
Want “HET” gebeurde overal behalve in de schouwburgen.<br />
Er ontstond in Nederland een tweede circuit, een ontwikkeling die uniek was in de<br />
wereld en die naar mijn idee het levend bewijs dat theater niet hoefde op te<br />
concurreren tegen film en teevee. De publieke belangstelling voor toneel was groot.<br />
“Ontmoeting” was het toverwoord en we gingen door dezelfde deur naar binnen.<br />
De artiesteningang was dood.<br />
Tóch staat het hele land vol met 20 e eeuwse lijsttonelen. Hoe komt dat?<br />
De meeste theaters zijn opdrachten van goedwillende stadsbesturen die geen<br />
makers zijn. Hun idee van modern theater is vaak meer dan een eeuw oud, en<br />
waarschijnlijk denken ze daarbij aan de plaatselijke operettevereniging die al jaren<br />
om een zaal zeurt.<br />
Nieuwe gebouwde theaters in opdracht van makers zijn zeer zeldzaam: Je hebt het<br />
ONAFHANKELIJK TONEEL en in zekere zin de TONEELSCHUUR en dan houdt het<br />
ongeveer op.<br />
Een nieuw te bouwen theater wordt zelden bedacht vanuit de artistieke noodzaak.<br />
Dat is ook niet verwonderlijk, want het gros van de theaters heeft geen vaste<br />
bewoner; een groep, met specifieke wensen.<br />
Het merendeel van de zalen in het land lijdt aan de monocultuur van slechts groepen<br />
die langskomen en het ontwerpen van een huis voor die nomaden is dan ook gissen,<br />
gokken wat veelal neerkomt op een grootste gemene deler, één groot compromis.<br />
Het beste theater van Nederland staat wat mij betreft in Haarlem en heet<br />
TONEELSCHUUR. Ik mag het zeggen, want ik werk er en mijn broer Joost heeft hem<br />
bedacht. Ik had het zelf natuurlijk heel anders gedaan en kanker dus veel op het<br />
gebouw (dat is mijn hobby) maar over de hoofdzaken is goed nagedacht. De 40 jaar<br />
theatergeschiedenis en ontwikkeling van de mensen van de Toneelschuur is in dat<br />
gebouw vervat. Er is geen lijst, het is een plek die als locatie gebruikt kan worden, er<br />
worden eigen producties ontwikkeld én het is een theater waar week in week uit<br />
grote aantallen voorstellingen in no time d’r in en d’r uit gaan.<br />
De opdracht was complex: een theater/filmcomplex bouwen op een postzegel<br />
midden in de stad. Én met een grote keuken voor de bewoners.<br />
De chef techniek en zijn trawanten hebben een grote vinger in de pap gehad bij de<br />
bouw en daardoor zijn er een aantal technische zaken heel goed uitgewerkt. Maar ze<br />
wisten dan ook waar ze het over hadden.<br />
En na de paar jaar dat we er in aan het werk zijn, blijkt dat het allemaal héél goed<br />
werkt.<br />
4
Het parochiehuis, dat door de oude schuur werd uitgewoond had één van de<br />
bestlopende theaters geherbergd, waar alle groepen wel wilden uitkomen of spelen.<br />
En waarin we zelf experimenteerden met de eigen producties.<br />
De schuur was met Shaffy en De Lantaren het meest toonaangevende theater van<br />
het tweede circuit, oftewel het vlakkevloertheater.<br />
Wat was en is de reden van het succes? De kennis en kunde, maar vooral de<br />
mensen. Het is een theater dat én produceert én groepen ontvangt. Dus de<br />
uitwisseling is optimaal. De technici reizen en zien andere theaters van binnen en<br />
merken hoe het beter kan of hoe het niet moet of wel. Dat helpt.<br />
Daar komt bij dat de Toneelschuur zelf de bedenker en opdrachtgever was voor het<br />
nieuwe gebouw en niet een of andere bestuurder die van toeten noch blazen weet en<br />
die iets wil nalaten voor het nageslacht.<br />
De belangrijkste verworvenheid was het daglicht. Werken bij daglicht. Overdag. Geen<br />
theater zonder daglicht zou ik willen roepen. Overdag wordt er had gewerkt en<br />
toneelspelers en technici zijn ook maar mensen.<br />
Als je alleen maar een theater bezoekt vanaf half negen s avonds tot zo’n anderhalf<br />
uur later, zou je toch zweren dat toneelspelers in schijnwerperlicht leven. Nou, dat is<br />
niet zo. Die lampen en het duister zijn ervoor om je besef van plaats en tijd de<br />
deformeren, een handige theatertruc. Je isoleert tijd en plaats en je schept het<br />
universum waarbinnen je verhaal zich afspeelt. En als het lukt gebeurt “HET” die<br />
avond. Maar schijnwerperlicht is nou niet iets om je hele leven in te moeten<br />
doorbrengen? Géén daglicht maakt humeurig, en is dus slecht voor het theater.<br />
Van de 40 theaters die we aandeden kan ik me alleen Haarlem, Utrecht, en Hoorn<br />
herinneren, waar daglicht in de zaal binnen kon komen.<br />
De modernen van het nieuwe bouwen en de Amsterdamse school wisten dat de<br />
werkplek daglicht moest hebben. Want géén daglicht was onmenselijk. Dit was één<br />
van de verworvenheden van die oude socialisten op schrijnende<br />
werkomstandigheden.<br />
Ook Hamlet wil wel eens in z’n tuintje in de zon.<br />
OVER GELUID EN AKOESTIEK.<br />
Je hebt zalen waar je kunt fluisteren, waar je bij je publiek als het ware op schoot zit,<br />
en je hebt er waar je nog niet schreeuwend tot een toenadering komt.<br />
Het is een lastig ding, maar o zo belangrijk dat een zaal goed is.<br />
Theater is de kunst van de overdracht en vergeet het maar als je je niet verstaanbar<br />
kan maken.<br />
Een zaal met een slechte akoestiek is een slechte zaal, hoe prachtig hij er ook uit<br />
ziet. “Hét” valt al schreeuwend met de beste wil van de wereld niet te veroorzaken.<br />
Een acteur die in een zaal héél zacht kan fluisteren en tóch gehoord wordt dat is de<br />
bedoeling.<br />
Wanneer we dan tóch moeten opkalefateren met geluidstechniek wil ik er persoonlijk<br />
niets van merken. Zenders mogen van mij alleen als het is om met de muziek mee te<br />
gaan. Niet om kabaal de zaak de zaal in te koppen, zoals bij popconcerten. Maar al<br />
te vaak is dát het criterium dat leeft bij de jongens aan de knoppen en dat is niet des<br />
5
theaters. De intentie van de speler verwatert en je oriëntatie verdwijnt, geen idee wie<br />
er nu weer wat staat te zeggen. Ik weet het, bij de musical denken ze er anders over,<br />
maar die is ook niet aan mij besteed.<br />
Theatergeluid moet niet als een muur op je afkomen. Het publiek moet ontvankelijk<br />
zijn, iets dat niet af te dwingen is. Het oor van de mensen moet naar het geluid<br />
toegetrokken worden. Luisteren is een activiteit.<br />
Pas dan is het mogelijk dat “HET” gebeurt: “ dat het engeltje dat overvliegt”.<br />
WAT IS EEN GOEDE ZAAL.<br />
In het boek ARCHITECTURE, ACTOR AND AUDIENCE van Iain Macintosh, de<br />
bijbel voor theaterbouwers, staat de formule voor een goede zaal. Die moet zijn als<br />
een viool.<br />
VIOOL<br />
En er liggen klassieke verhoudingen aan ten grondslag. Daar kun je niet zomaar aan<br />
prutsen, daar moet je je aan houden. Het ene toverwoord is gulden snede,<br />
GULDEN SNEDE<br />
het tweede is “the fish”.<br />
Men neme twee cirkels.<br />
TWEE CIRKELS<br />
De een staat voor het publiek, de ander staat voor de spelers. Laat ze overlappen en<br />
dat overlappingsgebied heet “the fish”.<br />
In het latijn heet dat de “vesica piscis”. (de vissenblaas, een symbool voor de<br />
schepping). Op die plek vindt de werkelijke overdracht plaats. Let maar eens op hoe<br />
vaak acteurs zich op die plek bevinden. Dát is de ontmoetingsplek tussen wij en<br />
jullie.<br />
Zolang de verhouding breedte diepte van de cirkels gulden snede is, één staat tot<br />
1,6180339….<br />
STER EN VIJFHOEK<br />
….dan heb je een goed geproportioneerde zaal. Net als een ei.<br />
EI / MOZART<br />
Mozart schijnt ooit eens gezegd te hebben dat de ideale zaal een als een ei gebouwd<br />
moest worden. En toen er in Felix meritis ….<br />
FELIX MERITIS<br />
….een ellipsvormige zaal werd gebouwd, bleek die akoestisch zo goed dat die in<br />
heel europa werd nagebouwd, zelfs honderd jaar later gekopieerd werd in het<br />
concertgebouw als kleine zaal.<br />
Ook de viool….<br />
VIOOL<br />
….die in deze verhoudingen is gebouwd kan als voorbeeld dienen voor een goede<br />
zaal.<br />
Er zijn in de historie prachtige theatertjes inclusief klankgaten gebouwd en ze zijn<br />
akoestische wondertjes.<br />
THEATER AM KURFÜRSTENDAMM<br />
Hier ziet u het theater am Kurfürstendamm in Berlijn. Brechts bonbondoos.<br />
6
Men neme een hal, bouwe daarin een zaal los in. Late in de ruimte om de zaal de<br />
klank mee resoneren en via klankgaten terug de zaal in komen.<br />
Het kan ook zonder klankgaten. De schouwburg van de Haag is een mooi voorbeeld.<br />
Natuurlijk maken bouwmaterialen en, jawel, fluweel, veel uit. En natuurlijk moet er<br />
hier of daar een “wolf” worden weggewerkt.<br />
Een wolf is daar waar de oneffenheid zit in de gulden snede. In geluid klinkt dat zo.<br />
WOLF VAN DE VIOOL<br />
ZINGEN<br />
Nu doet het verhaal de ronde dat Mozart ooit een zaal binnen kwam met een<br />
gigantische wolf en dat was niet bevorderlijk. Hij heeft toen een met fluweel<br />
omwonden touw.…<br />
TOT HIER WAS IK ONGEVEER GEKOMEN MET MIJN VERHAAL.<br />
Was niet tevreden over het einde, drukte hem af om te corrigeren en terwijl de printer<br />
begon met kalibreren (wat is toch kalibreren?) ging ik het net op.<br />
“VESICA PISCES” was het toverwoord.<br />
En jawel een bulk aan sites over dit toverwoord. Want dat is het.<br />
Allerlei esoterische verhalen over DE VIS.<br />
Ik had het helemaal fout. De gulden snede was hier helemaal niet zo direct op van<br />
toepassing, als ik had gedacht.<br />
Dus delete het idee dat de verhouding lengte breedte 1 staat tot 1,6180339 moet<br />
zijn.<br />
Het zit allemaal weer anders.<br />
De overlapping moet zo zijn dat twee lijnen van de vijfhoeken in de cirkels elkaar<br />
raken. Dan is het goed.<br />
DE VIS MET 2 VIJFHOEKEN<br />
De symboliek van de VESICA PISCES is geweldig, slaat heel erg op de magie van<br />
het theater, en stamt uit de tijd van Pythagoras. Maar de Christenen zijn het visje op<br />
hun bumper gaan plakken als reclame voor Christus. De pan creator. De vis staat<br />
voor het creëren! Kunst ook!<br />
Maar eerst nog een foutje wegwerken. Het hele ding (de twee overlappende cirkels)<br />
heeft de vorm van een vissenblaas. Dat is een bol met een vernauwing in het<br />
midden. Vandaar.<br />
BLAAS<br />
Het symbool van de twee overlappende cirkels staat voor de schepping: de<br />
ontmoeting van hemel en aarde, of wat ik mooier vind: de beweging en de stilstand.<br />
Ik vond een prachtig verhaal over kabalistische woorden en getallen, dat me vertelde<br />
over dat “beweging en rust” staan voor geluid. De golven tussen 30 en 16000<br />
trillingen die het menselijk oor kan waarnemen. Ergens anders lees ik weer dat het<br />
symbool staat voor de schepping van het licht. Licht en geluid, zien en horen, de<br />
ogen en de oren zijn dat niet de twee zintuigen, waarmee theater wordt<br />
waargenomen?<br />
AMANDEL<br />
7
Natuurlijk staat de MANDORLA, want zo heet de amandelvormige vorm in het<br />
midden voor de schoot van Venus en die van de maagd Maria. Allemaal schepping<br />
wat daar gebeurt. “Een deur tussen twee werelden”.<br />
De verhoudingen van de vis zijn dus niet gulden snede, maar de vijfhoek hadden we<br />
al teruggevonden, maar die moet zijn: schrijf op: 265 staat tot 153. oftewel de<br />
vierkantswortel van 3 of 1.73205.<br />
WORTEL 3 OF 1.73205<br />
Ik las ook nog (het wordt wel erg veel ineens) dat de verhouding van de vissenblaas<br />
ook zijn terug te vinden in de maten bij de ark van Noach. En die werden weer<br />
gekopieerd in de kathedralen. En dat waren weer akoestische wonderen. Én het<br />
symbool is terug te vinden op uw mastercard én cees dam signeert er al zijn<br />
gebouwen mee, maar dat voert te ver.<br />
Neemt niet weg dat de bouwmeesters in het verleden gretig gebruik maakten van de<br />
klassieke geometrie. Dat een theaterzaal (en of die nou vlakke vloer is of niet) het<br />
beste werkt als ie goed geproportioneerd is.<br />
Dat wil zeggen dat we terug moeten naar het denken in verhoudingen in plaats van<br />
de standaardmaten die we sinds de wederopbouw hanteren.<br />
Het is even omschakelen naar het klassieke bouwen, maar dan krijg je ook wat<br />
moois.<br />
Tot slot: In Brussel is er een nieuwe schouwburg gebouwd voor de KVS, het<br />
Vlaamstalige theatergezelschap daar. De opdracht was om de oude (ooit afgefikte en<br />
lelijk herbouwde zaal) te herbouwen in zijn 19 e eeuwse schil. De architect heeft zijn<br />
huiswerk goed gedaan en de te grote hellingzaal vervangen door een kleinere<br />
bonbondoos. Nu zweeft de zaal er als een bol in een enorme vide. De verhoudingen<br />
binnenin de zaal zijn perfect. Het hoefijzer weer terug. Met balkons. En hoe ik ook<br />
zeur over hoe achterhaald het lijsttoneel is, zo enthousiast ben ik over deze zaal,<br />
want als je er voor gaat, moet je het ook doen volgens de regelen der kunst. En de<br />
lijst? Die is net zo breed als de breedte van de zaal, dus is er helemaal geen lijst,<br />
maar wel een toneel. Zo kan het ook. Als publiek zit je dichtbij de speler, de zaal is<br />
intiem, alles is goed verstaanbaar. Een wondertje. En hij is ook nog eens polyvalent.<br />
De hele vloer kan gelijkgetrokken worden met het toneel voor de maandelijkse<br />
fuiven, en wij deden dat ook om er OOM TOON (WAAR GEBEURD) te spelen met<br />
de zaal als locatie en het publiek om een tribune op het podium. De voorstelling ging<br />
over een toneelschrijver, dus was theater het onderwerp en dus werd de zaal het<br />
decor.<br />
Wat die architect heel goed heeft begrepen is dat theater het vak van communicatie<br />
is. Dat de mensen de mensen moeten ontmoeten, niet alleen spelers en publiek<br />
maar ook het publiek zelf. In een hoefijzer zie je elkaar ook weer. Zijn meesterzet is<br />
dat hij de trappenhuizen ín de zaal heeft geplaatst, waardoor de zaal zich lekker<br />
langzaam vult en leegloopt. Dat communiceert.<br />
Dus als u toch al op weg was naar Turnhout om te zien hoe het niet moet, ga dan<br />
even door naar Brussel om te zien wat daar voor een wondertje staat.<br />
En om de hoek zijn de beste visrestaurants.<br />
Zoiets.<br />
Rieks Swarte 17 2 08.<br />
8