02.09.2013 Views

Medeplegen: was u erbij, dan bent u er bij! - Hertoghs advocaten

Medeplegen: was u erbij, dan bent u er bij! - Hertoghs advocaten

Medeplegen: was u erbij, dan bent u er bij! - Hertoghs advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Medeplegen</strong>: <strong>was</strong> u <strong><strong>er</strong><strong>bij</strong></strong>, <strong>dan</strong> <strong>bent</strong> u <strong>er</strong> <strong>bij</strong>!<br />

Mr. R.W.J. K<strong>er</strong>ckhoffs<br />

H<strong>er</strong>toghs <strong>advocaten</strong>-belastingkundigen<br />

1. Inleiding<br />

In dit artikel zal ik aandacht schenken aan de laatste ontwikkelingen ten aanzien van het<br />

le<strong>er</strong>stuk van medeplegen in relatie tot fiscale feiten. In het arrest van de strafkam<strong>er</strong> van de<br />

Hoge Raad van 6 maart 2012, LJN BQ8596/NJ 2012, 176 alsmede in de conclusie van<br />

Advocaat-Gen<strong>er</strong>aal mr. Aben <strong>bij</strong> dit arrest zijn ten aanzien van het medeplegen belangrijke<br />

nieuwe richtinggevende ov<strong>er</strong>wegingen opgenomen. Die ov<strong>er</strong>wegingen leiden <strong>er</strong> mijns<br />

inziens toe dat de risico’s voor de belastingadviseur om als medepleg<strong>er</strong> te worden<br />

aangem<strong>er</strong>kt aanm<strong>er</strong>kelijk zijn toegenomen. Daar<strong>bij</strong> teken ik aan dat de kans groot is dat<br />

deze ov<strong>er</strong>wegingen niet bep<strong>er</strong>kt zullen blijven tot het strafrecht maar ook hun gevolgen<br />

zullen hebben voor het fiscale boet<strong>er</strong>echt. Imm<strong>er</strong>s de medepleg<strong>er</strong> kan na de invo<strong>er</strong>ing van<br />

de vi<strong>er</strong>de tranche Awb p<strong>er</strong> 1 juli 2009 ook een bestuurlijke boete opgelegd krijgen.<br />

2. De casus<br />

In de zaak van voornoemd arrest w<strong>er</strong>d een belastingadviseur strafrechtelijk v<strong>er</strong>volgd voor het<br />

opzettelijk invullen van belastingaangiften van een tweetal cliënten. In de e<strong>er</strong>ste casus<br />

(betreffende de aangifte van een bekende Ned<strong>er</strong>landse voetbaltrain<strong>er</strong>) stond vooral centraal<br />

in hoev<strong>er</strong>re de belastingadviseur van medeplegen kan worden beticht, indien de<br />

belastingplichtige zelf geen opzet v<strong>er</strong>weten kan worden. De voetbaltrain<strong>er</strong> had zich voor het<br />

opmaken van de belastingaangifte volledig v<strong>er</strong>laten op de adviezen van zijn adviseur. Op<br />

basis daarvan w<strong>er</strong>d betoogd dat de train<strong>er</strong> geen opzet had gehad op het onjuist doen van<br />

een belastingaangifte. De vraag is v<strong>er</strong>volgens of de adviseur medepleg<strong>er</strong> kan zijn, indien zijn<br />

cliënt geen pleg<strong>er</strong> is.<br />

De and<strong>er</strong>e casus richtte zich op een and<strong>er</strong> aspect van medeplegen. De betreffende<br />

belastingplichtige had sinds jaar en dag een accountant en belastingadviseur van één<br />

kantoor, die de jaarrekening en de belastingaangifte opstelden. In enig jaar komt de<br />

betrokken belastingplichtige in aanraking met de belastingadviseur in deze zaak en vraagt<br />

hem om eens een blik te w<strong>er</strong>pen op de concept jaarrekening van zijn vennootschap en na te<br />

gaan of hij fiscaal wel v<strong>er</strong>standig op<strong>er</strong>e<strong>er</strong>t. De belastingadviseur in kwestie signale<strong>er</strong>t <strong>bij</strong> het<br />

doornemen van de concept jaarrekening een mogelijk probleem met de rekeningcourantv<strong>er</strong>houding<br />

tussen de vennootschap en de directeur-aandeelhoud<strong>er</strong>. V<strong>er</strong>volgens stelt<br />

de adviseur voor om t<strong>er</strong> aflossing van de rekening-courantschuld een effectenportefeuille<br />

met t<strong>er</strong>ugw<strong>er</strong>kende kracht aan de vennootschap ov<strong>er</strong> te dragen. De belastingadviseur<br />

ontwikkelt niet alleen dit plan maar is v<strong>er</strong>volgens ook betrokken <strong>bij</strong> het v<strong>er</strong>zamelen van de<br />

v<strong>er</strong>schillende gegevens om dit voorstel ook daadw<strong>er</strong>kelijk uit te vo<strong>er</strong>en. Niettemin eindigt zijn<br />

betrokkenheid na het v<strong>er</strong>zamelen van die gegevens. Nadien vo<strong>er</strong>t de huisaccountant de<br />

inbreng met t<strong>er</strong>ugw<strong>er</strong>kende kracht door in de jaarrekening en stelt de belastingadviseur van<br />

datzelfde kantoor de aangifte op, die v<strong>er</strong>volgens wordt ingediend. De adviseur, die lat<strong>er</strong><br />

wordt v<strong>er</strong>volgd, is <strong>bij</strong> dat traject niet me<strong>er</strong> betrokken. Hij krijgt de gewijzigde concept<br />

jaarrekening niet me<strong>er</strong> te zien noch krijgt hij inzage in de opgestelde belastingaangiften<br />

alvorens deze worden ingediend. Ook hi<strong>er</strong> is de vraag of de belastingadviseur, die slechts<br />

het plan heeft gemaakt, kan worden aangem<strong>er</strong>kt als medepleg<strong>er</strong> van het doen van een<br />

onjuiste belastingaangifte.


3. Wat is medeplegen?<br />

<strong>Medeplegen</strong> is één van de zogeheten deelnemingsvormen die kunnen leiden tot<br />

strafrechtelijke aansprakelijkheid (artikel 47 Sr.) en inmiddels ook tot beboeting (artikel 5:1<br />

Awb). Van medeplegen is sprake indien de pleg<strong>er</strong>s van de ov<strong>er</strong>treding ‘nauw en bewust’<br />

samenw<strong>er</strong>ken. Dat implice<strong>er</strong>t een dubbele vorm van opzet. De medepleg<strong>er</strong>s moeten niet<br />

alleen de opzet hebben op het plegen van het delict. Maar bovendien moeten zijn de intentie<br />

hebben nauw samen te w<strong>er</strong>ken.<br />

Op het e<strong>er</strong>ste gezicht lijkt hi<strong>er</strong>mee een behoorlijk streng crit<strong>er</strong>ium te zijn geformule<strong>er</strong>d.<br />

Ov<strong>er</strong>igens indien aan dat crit<strong>er</strong>ium niet wordt voldaan, behoeft dat nog niet tot straffeloosheid<br />

te leiden. In het strafrecht zijn <strong>er</strong> nog de nodige and<strong>er</strong>e vormen van v<strong>er</strong>wijtbare deelneming:<br />

medeplichtigheid, doen plegen, uitlokking en feitelijk leiding geven. In het boet<strong>er</strong>echt zijn <strong>er</strong><br />

wat mind<strong>er</strong> smaken: naast medeplegen kent de wet uitsluitend de optie om aan de feitelijk<br />

leidinggev<strong>er</strong> een bestuurlijke boete op te leggen.<br />

In het fiscale recht is in relatie tot medeplegen nog een <strong>bij</strong>zond<strong>er</strong>heid aan de orde. Het<br />

fiscale delict is een zogeheten kwaliteitsdelict. Populair gezegd betekent dit dat alleen de<br />

belastingplichtige zelf degene is die de pleg<strong>er</strong> kan zijn van het opzettelijk doen van een<br />

onjuiste aangifte. Daarvoor is <strong>dan</strong> bovendien ook nog eens v<strong>er</strong>eist dat die belastingplichtige<br />

daadw<strong>er</strong>kelijk is uitgenodigd tot het doen van die aangifte.<br />

Dit laatste ond<strong>er</strong>scheidt het fiscale delict van veel and<strong>er</strong>e fraudedelicten, waaraan de<br />

wetgev<strong>er</strong> ten aanzien van het pleg<strong>er</strong>schap geen formele eisen stelt. Zo kan <strong>bij</strong>voorbeeld<br />

eenied<strong>er</strong> worden beticht van valsheid in geschrifte of oplichting.<br />

4. <strong>Medeplegen</strong> zond<strong>er</strong> pleg<strong>er</strong><br />

In het arrest van 6 maart 2012 heeft de Hoge Raad zich moeten buigen ov<strong>er</strong> de vraag of een<br />

belastingadviseur als medepleg<strong>er</strong> v<strong>er</strong>oordeeld kan worden, indien de cliënt niet als pleg<strong>er</strong><br />

kan worden aangem<strong>er</strong>kt. Die vraag kwam in deze zaak naar voren omdat de strafkam<strong>er</strong> van<br />

het Hof in zijn arrest uitdrukkelijk in het midden had gelaten of de belastingplichtige schuldig<br />

<strong>was</strong>. Daarmee had het Hof deze zaak naar mijn mening bewust voorb<strong>er</strong>eid voor een<br />

cassatieprocedure en daarmee voor een beslissing hi<strong>er</strong>ov<strong>er</strong> van de Hoge Raad.<br />

Tot aan dit arrest van de Hoge Raad <strong>was</strong> de v<strong>er</strong>wachting g<strong>er</strong>echtvaardigd dat de visie van<br />

het Hof geen stand zou houden. Niet alleen de aan het arrest voorafgaande conclusie van<br />

Advocaat-Gen<strong>er</strong>aal mr. Aben maakte duidelijk dat een d<strong>er</strong>gelijke opvatting in geval van een<br />

kwaliteitsdelict wel heel v<strong>er</strong> zou gaan, maar ook de lit<strong>er</strong>atuur en wetsgeschiedenis rondom<br />

de totstandkoming van de vi<strong>er</strong>de tranche van de Awb maakten duidelijk dat de vaststelling<br />

van de schuld van de belastingplichtige wezenlijk is om tot een beboeting van de<br />

belastingadviseur als medepleg<strong>er</strong> ov<strong>er</strong> te kunnen gaan.<br />

Niettemin is de Hoge Raad – tot mijn v<strong>er</strong>rassing – een and<strong>er</strong>e kant opgegaan. Volgens het<br />

arrest staat in een strafzaak, ook indien die op medeplegen betrekking heeft, het opzet van<br />

de v<strong>er</strong>dachte zelf centraal. Het opzet van diens medev<strong>er</strong>dachte of mogelijke medepleg<strong>er</strong><br />

behoeft niet vastgesteld te worden. De strafrecht<strong>er</strong> moet zich volledig richten op de vraag of<br />

het opzet van de v<strong>er</strong>dachte, al <strong>dan</strong> niet in voorwaardelijke vorm, g<strong>er</strong>icht is geweest op het<br />

doen van een onjuiste en/of onvolledige aangifte. Voor de bewezenv<strong>er</strong>klaring is niet van<br />

belang dat de mededad<strong>er</strong>s eveneens dat opzet hadden. Daaraan voegt de Hoge Raad nog<br />

expliciet toe dat dit ook geldt indien die mededad<strong>er</strong> de aangifteplichtige <strong>was</strong>. Met and<strong>er</strong>e<br />

Pagina 2


woorden, de strafrecht<strong>er</strong> mag de schuldvraag van de belastingplichtige buiten beschouwing<br />

laten en de belastingadviseur als medepleg<strong>er</strong> v<strong>er</strong>oordelen.<br />

E<strong>er</strong>d<strong>er</strong> had de strafkam<strong>er</strong> van de Hoge Raad in een arrest van 6 decemb<strong>er</strong> 2005, LJN<br />

AU2246 nog een arrest gewezen dat een and<strong>er</strong>e kant uit leek te wijzen. In die zaak had de<br />

Hoge Raad de v<strong>er</strong>dachte van medeplegen vrijgesproken omdat de medev<strong>er</strong>dachte inmiddels<br />

<strong>was</strong> vrijgesproken. De Hoge Raad schenkt in zijn arrest van 6 maart 2012 expliciet aandacht<br />

aan zijn arrest van 6 decemb<strong>er</strong> 2005. Hij ov<strong>er</strong>weegt hi<strong>er</strong>ov<strong>er</strong> dat in dat arrest daadw<strong>er</strong>kelijk<br />

<strong>was</strong> vastgesteld dat <strong>bij</strong> de mededad<strong>er</strong> het v<strong>er</strong>eiste opzet ontbrak, hetgeen in dat geval aan<br />

een v<strong>er</strong>oordeling voor medeplegen in de weg staat. Echt<strong>er</strong> – aldus de Hoge Raad – dat<br />

betekent nog niet dat voor een v<strong>er</strong>oordeling voor medeplegen uit de bewijsmiddelen expliciet<br />

moet volgen dat ook <strong>bij</strong> de mededad<strong>er</strong> het opzet aanwezig <strong>was</strong>.<br />

Daarmee hante<strong>er</strong>t de Hoge Raad mijns inziens een gekunsteld ond<strong>er</strong>scheid. Het hangt<br />

kennelijk af van de vraag of een medev<strong>er</strong>dachte e<strong>er</strong>d<strong>er</strong> v<strong>er</strong>volgd is of het ontbreken van<br />

diens opzet effect heeft op de zaak van de and<strong>er</strong>e v<strong>er</strong>dachte medepleg<strong>er</strong>. Dat is een weinig<br />

aansprekende reden<strong>er</strong>ing.<br />

In de conclusie van Advocaat-Gen<strong>er</strong>aal mr. Aben wordt de nodige acht<strong>er</strong>grondinformatie<br />

gegeven voor het thans door de Hoge Raad ingenomen standpunt. De belangrijkste<br />

ov<strong>er</strong>weging lijkt daar<strong>bij</strong> te zijn dat het v<strong>er</strong>schil tussen de v<strong>er</strong>schillende deelnemingsvarianten<br />

binnen het strafrecht niet me<strong>er</strong> zo groot is. Indien blijkt dat de belastingplichtige geen opzet<br />

heeft gehad, kan de belastingadviseur <strong>bij</strong>voorbeeld voor doen plegen worden v<strong>er</strong>volgd en<br />

v<strong>er</strong>oordeeld. Doen plegen is de situatie waarin de belastingadviseur als het ware de spin<br />

doctor van de fraude is en de belastingplichtige het onschuldige middel om de fraude te<br />

realis<strong>er</strong>en. Zek<strong>er</strong> nu volgens de Advocaat-Gen<strong>er</strong>aal medeplegen en doen plegen als<br />

alt<strong>er</strong>natieven ten laste gelegd kunnen worden, is het strikt afbakenen van de v<strong>er</strong>schillende<br />

deelnemingsvormen niet me<strong>er</strong> zo van belang. Indien de belastingadviseur het opzet had om<br />

een onjuiste aangifte op te stellen, <strong>dan</strong> is hij strafbaar. Is het niet op basis van medeplegen<br />

<strong>dan</strong> op basis van doen plegen.<br />

Hoewel de Hoge Raad niet expliciet duidelijk maakt of deze ov<strong>er</strong>wegingen een rol hebben<br />

gespeeld <strong>bij</strong> zijn arrest, is goed voorstelbaar dat die visie ingang heeft gevonden binnen de<br />

Hoge Raad. Het gevolg daarvan is in ied<strong>er</strong> geval dat het voor de offici<strong>er</strong> van justitie naar mijn<br />

mening een stuk gemakkelijk<strong>er</strong> is geworden om tot een bewezenv<strong>er</strong>klaring van medeplegen<br />

te komen. De strafrechtelijke aansprakelijkheid van de belastingadviseur is daardoor zek<strong>er</strong><br />

niet mind<strong>er</strong> geworden. De vraag moet nog wel worden gesteld in hoev<strong>er</strong>re de<br />

belastingkam<strong>er</strong> van de Hoge Raad deze le<strong>er</strong> zal ov<strong>er</strong>nemen <strong>bij</strong> het beoordelen van een<br />

bestuurlijke boete voor medeplegen. Het ligt tamelijk voor de hand om te v<strong>er</strong>ond<strong>er</strong>stellen dat<br />

de belastingrecht<strong>er</strong> eenzelfde benad<strong>er</strong>ing zal kiezen. Imm<strong>er</strong>s het in de wet v<strong>er</strong>ank<strong>er</strong>de una<br />

via stelsel geeft genoeg aanleiding om aan te nemen dat strafrecht en bestuurlijke boete<br />

uitwisselbaar dienen te zijn. Daar<strong>bij</strong> past <strong>dan</strong> ook een gelijke int<strong>er</strong>pretatie van een begrip als<br />

medeplegen.<br />

Toch is het de vraag of een d<strong>er</strong>gelijke lijn wel v<strong>er</strong>dedigbaar is. Indien de strafkam<strong>er</strong> van de<br />

Hoge Raad de hi<strong>er</strong>voor toegelichte v<strong>er</strong>vaging van de grenzen tussen de deelnemingsvormen<br />

als argument heeft gebruikt om als het ware mind<strong>er</strong> streng te toetsen, meen ik dat de<br />

belastingkam<strong>er</strong> die argumentatie niet kan ov<strong>er</strong>nemen. And<strong>er</strong>s <strong>dan</strong> in het strafrecht is de<br />

boet<strong>er</strong>echtelijke aansprakelijkheid veel preciez<strong>er</strong> afgebakend en bep<strong>er</strong>kt tot twee specifiek<br />

beschreven deelnemingsvormen: medeplegen en feitelijke leidinggeven. Zo zijn doen plegen<br />

en medeplichtigheid uitgesloten van beboeting.<br />

Pagina 3


Die uitwisselbaarheid is d<strong>er</strong>halve geen argument dat de belastingrecht<strong>er</strong> kan gebruiken.<br />

D<strong>er</strong>halve meen ik dat <strong>er</strong> goede argumenten zijn om binnen het belastingrecht vast te houden<br />

aan de le<strong>er</strong> dat de medepleg<strong>er</strong> alleen een boete kan belopen, indien ook de<br />

belastingplichtige opzet op het doen van een onjuiste aangifte had.<br />

5. Bewuste en nauwe samenw<strong>er</strong>king<br />

In het v<strong>er</strong>leden hante<strong>er</strong>de de Hoge Raad voor medeplegen een definitie waarin niet alleen<br />

de bewuste samenw<strong>er</strong>king maar ook de gezamenlijke uitvo<strong>er</strong>ing centraal stond. Die definitie<br />

is op enig moment losgelaten en heeft plaats gemaakt voor de regel dat voor medeplegen<br />

sprake moet zijn van nauwe en bewuste samenw<strong>er</strong>king. Wat daarond<strong>er</strong> in concreto moet<br />

worden v<strong>er</strong>staan is een ze<strong>er</strong> feitelijke aangelegenheid. De beoordeling daarvan zal in elke<br />

zaak afzond<strong>er</strong>lijk gemaakt moeten worden. De Hoge Raad kan daaraan slechts tot op zek<strong>er</strong>e<br />

hoogte sturing geven.<br />

De kwestie in het arrest van 6 maart 2012 bood niettemin naar mijn mening wel<br />

aanknopingspunten om ten aanzien van de fiscale advis<strong>er</strong>ing een paar duidelijke piketpalen<br />

te slaan. Ten aanzien van de betreffende onjuiste aangifte stond de belastingadviseur op<br />

behoorlijke grote afstand. Zo <strong>was</strong> hij niet de reguli<strong>er</strong>e belastingadviseur van de<br />

belastingplichtige, <strong>was</strong> hij niet v<strong>er</strong>antwoordelijk voor het opstellen van de belastingaangifte,<br />

<strong>was</strong> hij daar<strong>bij</strong> feitelijk ook niet betrokken en heeft hij bovendien geen check of controle<br />

uitgeoefend op de aangifte zoals die is ingediend. Niettemin heeft de Hoge Raad de<br />

v<strong>er</strong>oordeling door het Hof voor medeplegen intact gelaten. Het arrest kan moeilijk and<strong>er</strong>s<br />

gelezen worden <strong>dan</strong> als een goedkeuring van een v<strong>er</strong>oordeling voor medeplegen in een<br />

geval waarin de adviseur een fout advies geeft dat v<strong>er</strong>volgens door de cliënt zond<strong>er</strong> de<br />

betrokkenheid van de adviseur opvolgt. De Hoge Raad voegt aan zijn ov<strong>er</strong>wegingen expliciet<br />

toe dat de omstandigheid dat de adviseur de aangifte niet zelf heeft ingevuld, ond<strong>er</strong>tekend of<br />

ingezonden niet in de weg staat aan een v<strong>er</strong>oordeling voor medeplegen. Daarmee gaat de<br />

Hoge Raad naar mijn mening wel <strong>er</strong>g v<strong>er</strong> <strong>bij</strong> het uitleggen van het begrip medeplegen.<br />

6. Conclusie<br />

De strafrechtelijke aansprakelijkheid van de belastingadviseur is als gevolg van het arrest<br />

van 6 maart 2012 v<strong>er</strong>ruimd. Formele v<strong>er</strong>w<strong>er</strong>en die zien op het ontbreken van schuld <strong>bij</strong> de<br />

cliënt blijken geen doel te treffen. De strafrecht<strong>er</strong> kan zich volledig concentr<strong>er</strong>en op de vraag<br />

of de adviseur actief betrokken <strong>was</strong> <strong>bij</strong> belastingfraude. Niet nodig is het dat de schuld van<br />

de cliënt wordt vastgesteld. Bovendien is actieve betrokkenheid <strong>bij</strong> het v<strong>er</strong>vullen van de<br />

formele fiscale v<strong>er</strong>plichtingen niet noodzakelijk om van medeplegen te kunnen spreken. Een<br />

betekenisvolle rol in de adviesfase kan voldoende zijn om strafrechtelijk aansprakelijk te zijn.<br />

De vraag is nog wel of deze strafrechtelijke jurisprudentie moet worden doorgetrokken naar<br />

de boete voor medepleg<strong>er</strong>s (vi<strong>er</strong>de tranche Awb). Mijns inziens zijn <strong>er</strong> goede argumenten<br />

om binnen de fiscale boete voor een mind<strong>er</strong> v<strong>er</strong>strekkende definitie van medeplegen te<br />

pleiten. Imm<strong>er</strong>s and<strong>er</strong>s <strong>dan</strong> in het strafrecht is het aantal varianten van deelnemen die<br />

beboetbaar zijn aanzienlijk klein<strong>er</strong>. Dat maakt een duidelijke afbakening v<strong>er</strong>dedigbaar. Dat<br />

neemt niet weg dat de kans dat de fiscale recht<strong>er</strong> een eigen weg zal volgen niet groot. De<br />

trend in de rechtspraak is imm<strong>er</strong>s om de v<strong>er</strong>schillende recht<strong>er</strong>s juist naar elkaar toe te laten<br />

groeien.<br />

Breda, 27 juni 2012<br />

Pagina 4

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!