Inhoudstafel schoolreglement 2012-2013 - Viso Roeselare

Indien leerlingen om gegronde redenen niet kunnen aanwezig zijn op dergelijke activiteiten, dan worden ze
verwacht op een ander moment.
3.2 Afwezigheid
3.2.1 Algemene regel
Elke afwezigheid moet gewettigd worden. In sommige gevallen gebeurt dat automatisch als je de juiste
documenten binnenbrengt. Die afwezigheden vind je terug in de punten 3.2.2 tot en met 3.2.5. Je ouders
verwittigen ons in zulke gevallen zo snel mogelijk, als het mogelijk is op voorhand en anders tussen 7.45 uur
en 9 uur.
In alle andere gevallen heb je vooraf de uitdrukkelijke toestemming van de school nodig. Meer informatie
daarover vind je in punt 3.2.6.
Bij het begin van de voormiddag en de namiddag worden de aanwezigheden gecontroleerd.
Afwezige leerlingen die niet vooraf verwittigd hebben, worden opgebeld of er wordt schriftelijk contact
opgenomen.
Voor elke afwezigheid moet een schriftelijk bewijs kunnen worden voorgelegd. Deze bewijsstukken moeten
op het schoolsecretariaat worden bezorgd. Dit moet zo snel mogelijk gebeuren.
Indien er binnen de vijf dagen geen schriftelijk bericht ingediend is op het secretariaat, wordt de afwezigheid
als spijbelen gezien. Ook al werd er telefonisch verwittigd, dan nog is een schriftelijk bewijs nodig binnen de
vijf dagen. In het aanwezigheidsregister vullen we de code ‘B’ in, die duidt op een problematisch
geregistreerde afwezigheid. Code B wordt gebruikt voor elke afwezigheid die je niet kan wettigen of te laat
gewettigd hebt.
Vanaf zes halve dagen problematische afwezigheden (B) wordt dit besproken in de cel
leerlingenbegeleiding. De directie of de leerlingenbegeleider neemt telefonisch contact op of stuurt een brief.
De school probeert inzicht te krijgen in de als problematisch geregistreerde afwezigheid via een gesprek met
de leerling en/of de ouders. We vragen informatie bij de klassenleerkracht en/of de andere leerkrachten van
de leerling en bij de CLB-medewerker.
Van zodra er tien halve lesdagen geregistreerd zijn met code ‘B’, neemt de CLB-medewerker contact op met
de ouders om uit te maken welke eventuele achterliggende problematiek de oorzaak is van het
spijbelgedrag. We stellen een begeleidingsdossier op.
Het CLB verwijst eventueel door of schakelt externe hulpverlening in (bv. politie, Comité Bijzondere
Jeugdzorg, sociale dienst van de Jeugdrechtbank,…) als het CLB zelf de moeilijkheden niet kan aanpakken.
Het CLB houdt de school op de hoogte van de stappen die het zet.
Van zodra er dertig halve lesdagen geregistreerd zijn met code ‘B’, bekijkt de CLB-medewerker per casus
hoe deze problematiek het best aangepakt wordt (bijv. huisbezoek, verdere externe hulp…). De school
brengt het Agentschap voor Onderwijsdiensten van het Departement Onderwijs op de hoogte.
De school leeft de afspraken met het Departement Onderwijs na.
De CLB-medewerker en de school volgen de leerling verder op via telefonisch contact, opsturen van
brieven, contact met de ouders, huisbezoek, externe hulp,…
2012-2013 16