Taakplan Gemeente - Oude Kerk Gemeente Zoetermeer
Taakplan Gemeente - Oude Kerk Gemeente Zoetermeer
Taakplan Gemeente - Oude Kerk Gemeente Zoetermeer
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
INHOUDSOPGAVE<br />
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
Inleiding 3<br />
1. Uitgangspunten 5<br />
2. De gemeente 9<br />
3. De kerkenraad, organen en commissies 21<br />
4. De eredienst 33<br />
5. Pastoraat 39<br />
6. Jeugdwerk 42<br />
7. Vorming en toerusting 48<br />
8. Evangelisatie, communicatie en P.R. 51<br />
9. Samen-op-weg en oecumene 55
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004
INLEIDING<br />
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
Dit taakplan wil dienst doen als een gespreksstuk.<br />
Het is het resultaat van de – over vier jaar uitgestrekte –<br />
doordenking van verschillende facetten van ons gemeenteleven<br />
door de wijkkerkenraad, daartoe gestimuleerd door de hiertoe<br />
ingestelde taakplancommissie.<br />
Vanwege de bestaande onduidelijkheid over het beleid binnen<br />
onze kerkenraad aan het begin van dit traject, besloten we<br />
als kerkenraad eerst intern een aantal zaken op een rij te<br />
zetten.<br />
In dit stuk verwoordt derhalve de kerkenraad hoe zij<br />
aankijkt tegen de wijkgemeente en de verschillende<br />
activiteiten die daarbinnen plaatsvinden.<br />
Met des te meer nadruk stellen we daarom evenwel dat dit<br />
taakplan allesbehalve een dictaat wil zijn.<br />
Feitelijk vormt het slechts een begin van bezinning.<br />
Graag willen we op grond van dit taakplan het gesprek<br />
aangaan met commissies, organen van bijstand en<br />
verenigingen.<br />
Als taakplancommissie kunnen we ons voorstellen dat we in<br />
het volgend winterseizoen hiertoe gericht deze verschillende<br />
groepen in onze kerkenraadsvergaderingen uitnodigen.<br />
Het resultaat van deze gesprekken dient te worden verwerkt<br />
in de diverse onderdelen van het taakplan.<br />
Dit geldt ook voor het gesprek met de gehele gemeente, dat<br />
o.a. op gemeenteavonden gevoerd kan worden.<br />
De leden van de taakplancommissie hopen dat het voor u<br />
liggende taakplan een brede, verrijkende bezinning over ons<br />
gemeente-zijn zal bevorderen.<br />
Dan mag ook dit werk dienen tot de opbouw van Gods<br />
Koninkrijk en zal het zijn tot Zijn eer.<br />
De taakplancommissie,<br />
mw. J. Gravesteijn<br />
mw. H. Hakkenberg<br />
dhr. J.W. de Ruiter<br />
dhr. O. van der Vorm<br />
mw. S. de Vos<br />
ds. W.M. de Bruin
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
HOOFDSTUK 1: UITGANGSPUNTEN<br />
In een aantal inhoudelijke grondprincipes drukken we iets<br />
uit van de beleving van geloof en kerk-zijn binnen de<br />
<strong>Oude</strong>kerkgemeente. Deze uitgangspunten werken we uit in de<br />
volgende hoofdstukken. Aan het begin van elk hoofdstuk<br />
zullen de relevante uitgangspunten daartoe worden herhaald.<br />
Over het belijden en het beleven van het geloof<br />
De <strong>Oude</strong>kerkgemeente is een gemeente die Jezus Christus<br />
belijdt als Heer. Daarbij wil zij ruimte geven voor een<br />
zekere verscheidenheid aan geloofsbelevingen. Deze kunnen<br />
elkaar aanvullen en verrijken. Het samenhoudende punt kan<br />
worden omschreven als “het verzoenende en helende werk van<br />
Jezus Christus". In modalitair opzicht kan de term “open<br />
confessioneel" van toepassing zijn.<br />
Over het wezen van ons kerk-zijn<br />
Omdat God mensen roept om niet enkel op zichzelf en voor<br />
zichzelf, maar ook met elkaar God en de naaste te dienen,<br />
wil de <strong>Oude</strong>kerkgemeente een plek zijn waar mensen elkaar<br />
rondom Gods Woord ontmoeten en samen het volgen van Jezus<br />
Christus gestalte geven.<br />
Over de zorg voor mensen van alle leeftijden<br />
De <strong>Oude</strong>kerkgemeente is een gemeente die relatief veel<br />
ouderen kent. Ook in de toekomst zal dit blijkens de<br />
verwachtingen het geval blijven. De pastorale en diaconale<br />
zorg en aandacht voor ouderen neemt daardoor een<br />
betrekkelijk grote plaats in. Toch wil de <strong>Oude</strong>kerkgemeente,<br />
overeenkomstig het wezen van de kerk van Jezus Christus,<br />
nadrukkelijk een gemeente zijn voor mensen van alle<br />
leeftijden, waarin ouderen, mensen van middelbare leeftijd,<br />
gezinnen, jongeren en kinderen zich thuis kunnen voelen.<br />
Over de kerkenraad<br />
De kerkenraad heeft, als door de gemeente en daarin door God<br />
geroepen ambtelijk orgaan, een eigen, bijzondere<br />
verantwoordelijkheid voor het gemeenteleven. Deze<br />
verantwoordelijkheid vervult zij in nauw overleg met<br />
gemeenteleden, organen van bijstand en commissies.<br />
Over de verbondenheid met Israël<br />
De <strong>Oude</strong>kerkgemeente weet zich, als onderdeel van de<br />
wereldwijde kerk van Jezus Christus, als loot geënt op de<br />
stam Israël. Wij nemen ons voor te zoeken naar manieren om<br />
aan deze fundamentele en blijvende verbondenheid inhoud te<br />
geven.<br />
Over de eredienst<br />
In de eredienst klopt het hart van ons gemeente-zijn. De<br />
geografische verspreiding van onze gemeenteleden maakt het
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
belang van de kerkdienst als brandpunt van ons kerk-zijn des<br />
te groter. Daarbij zoeken wij naar een invulling van de<br />
kerkdienst die mensen van verschillende achtergronden en<br />
leeftijden kan aanspreken. Naast de centrale<br />
Woordverkondiging streven we naar vormgevingen die aan de<br />
inhoud van het evangelie geen afbreuk doen, maar deze<br />
versterken en de kerkdienst verlevendigen.<br />
Over het pastoraat<br />
Het pastoraat zien we primair als een bijbelse opdracht van<br />
en voor de hele gemeente. Niet enkel de ambtsdragers, maar<br />
ook gemeenteleden mogen pastorale zorg geven aan elkaar. In<br />
een situatie waarin niet alleen de grootte en vergrijzing<br />
van onze gemeente het ambtelijke pastoraat meer en meer<br />
onder druk zet, maar ook het vinden van ambtsdragers voor<br />
het pastoraat steeds moeilijker wordt, willen we de<br />
uitdaging aangaan om nieuwe, aanvullende vormen van<br />
pastoraat te zoeken, waarbij ook gemeenteleden actief<br />
betrokken zijn bij het verlenen van pastorale zorg.<br />
Over het jeugdwerk<br />
Behalve inhoudelijke toerusting van jongeren bedoelt het<br />
jeugdwerk verantwoorde mogelijkheden van ontmoeting en<br />
ontspanning aan te bieden. Daarbij richten we ons allereerst<br />
op de kerkelijke jeugd, zonder daarbij andere jongeren uit<br />
te sluiten. Voor zover praktisch haalbaar, wordt in het<br />
zogenaamde “Open Jeugdwerk” samengewerkt met de<br />
gereformeerde Pelgrimskerkgemeente.<br />
Over catechese en toerusting<br />
Voor de opbouw en voortgang van onze gemeente achten we<br />
inhoudelijke toerusting en onderling geloofsgesprek<br />
onontbeerlijk. Daarbij gaat het zowel om de geloofsvorming<br />
van jongeren als toerusting van andere gemeenteleden.<br />
Catechese, vereniging- en kringwerk, en (met een zekere<br />
regelmaat gehouden) leerdiensten hebben in de<br />
<strong>Oude</strong>kerkgemeente derhalve een heel belangrijke plaats.<br />
Over het delen in bredere verbanden van de kerk<br />
Als leden van de <strong>Oude</strong>kerkgemeente weten we ons onderdeel van<br />
Gods wereldwijde kerk, die vele vormen en gestalten kent.<br />
Hoewel deze soms onder druk staat, achten we ons geroepen<br />
tot het blijven zoeken van de verbondenheid met de<br />
wijkgemeenten, waarmee wij de Hervormde <strong>Gemeente</strong> te<br />
<strong>Zoetermeer</strong> vormen. Daarnaast verkennen wij, de bijbelse roep<br />
om eenheid van de kerk beseffend, de mogelijkheden en<br />
grenzen van samenwerking met de gereformeerd-synodale<br />
broeders en zusters van de Pelgrimskerk.<br />
Over kerk-zijn in de samenleving<br />
De <strong>Oude</strong>kerkgemeente ziet het als een bijbelse opdracht om in<br />
biddende afhankelijkheid voortdurend te werken aan een<br />
gezond en levend gemeente-zijn. Daarbij wil zij echter niet
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
een naar-binnen-gekeerde gemeente zijn. Daarom zoekt zij<br />
naar manieren om de eveneens bijbelse opdracht tot<br />
verkondiging en dienst aan de wereld in onze plaatselijke<br />
context vorm te geven. In ons pogen onze diaconale en<br />
pastorale roeping t.o.v. de ons omringende samenleving<br />
gestalte te geven, voeren we mede het gesprek en werken we<br />
samen met andere kerken in <strong>Zoetermeer</strong>-Centrum.
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
HOOFDSTUK 2: DE GEMEENTE<br />
2.0. UITGANGSPUNTEN<br />
Over het belijden en het beleven van het geloof<br />
De <strong>Oude</strong>kerkgemeente is een gemeente die Jezus Christus<br />
belijdt als Heer. Daarbij wil zij ruimte geven voor een<br />
zekere verscheidenheid aan geloofsbelevingen. Deze kunnen<br />
elkaar aanvullen en verrijken. Het samenhoudende punt kan<br />
worden omschreven als "het verzoenende en helende werk van<br />
Jezus Christus". In modalitair opzicht kan de term "open<br />
confessioneel" van toepassing zijn.<br />
Over het wezen van ons kerk-zijn:<br />
Omdat God mensen roept om niet enkel op zichzelf en voor<br />
zichzelf, maar ook met elkaar God en de naaste te dienen,<br />
wil de <strong>Oude</strong>kerkgemeente een plek zijn waar mensen elkaar<br />
rondom Gods Woord ontmoeten en samen het volgen van Jezus<br />
Christus gestalte geven.<br />
Over de zorg voor mensen van alle leeftijden:<br />
De <strong>Oude</strong>kerkgemeente is een gemeente die relatief veel<br />
ouderen kent. Ook in de toekomst zal dit blijkens de<br />
verwachtingen het geval blijven. De pastorale en diaconale<br />
zorg en aandacht voor ouderen neemt daardoor een<br />
betrekkelijk grote plaats in. Toch wil de <strong>Oude</strong>kerkgemeente,<br />
overeenkomstig het wezen van de kerk van Jezus Christus,<br />
nadrukkelijk een gemeente zijn voor mensen van alle<br />
leeftijden, waarin ouderen, mensen van middelbare leeftijd,<br />
gezinnen, jongeren en kinderen zich thuis kunnen voelen.<br />
2.1. DE OUDEKERKGEMEENTE<br />
2.1.1. GESCHIEDENIS EN PROFIEL VAN DE OUDEKERKGEMEENTE<br />
Nog maar 30 jaar geleden was de <strong>Oude</strong> <strong>Kerk</strong> het middelpunt van<br />
een kleine confessionele gemeente in een dorp met ongeveer<br />
10.000 inwoners. Nu staat deze kerk midden in een stad met<br />
ruim 100.000 inwoners. In het begin van de jaren zestig werd<br />
<strong>Zoetermeer</strong> namelijk door de regering aangewezen als<br />
groeigemeente, om de overloop van de volgebouwde gemeente<br />
's-Gravenhage op te vangen. De nieuwkomers zijn op een<br />
opmerkelijk goede wijze in de <strong>Oude</strong>kerkgemeente geïntegreerd,<br />
hoewel zij uiteraard hun eigen ideeën en tradities<br />
meebrachten, die nogal eens verschilden van de cultuur en<br />
tradities in de oude dorpskerk.<br />
Hoewel bij de bouw van verschillende wijken voor eigen<br />
kerkelijke voorzieningen is gezorgd, zijn er ook uit heel<br />
<strong>Zoetermeer</strong> OKG-leden afkomstig, mede omdat sommigen na<br />
verhuizing vanuit het centrum in de <strong>Oude</strong> <strong>Kerk</strong> wilden blijven<br />
kerken. Zij worden “buitenwijkse leden" genoemd. In de sinds
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
1995 bestaande organisatiestructuur vormt de<br />
<strong>Oude</strong>kerkgemeente wijkgemeente 1 van de uit zes wijken<br />
bestaande Hervormde <strong>Gemeente</strong> van <strong>Zoetermeer</strong>. Het eigenlijke<br />
wijkgebied van de <strong>Oude</strong>kerkgemeente bestaat uit de wijken<br />
Driemanspolder en Palenstein. Samen met de wijk Dorp, waar<br />
vanouds ook veel leden van de <strong>Oude</strong>kerkgemeente wonen,<br />
behoren zij tot de oudere wijken in <strong>Zoetermeer</strong>, waar<br />
bovendien enkele grote ouderenvoorzieningen zijn. Dit heeft<br />
ingrijpende gevolgen voor de leeftijdsopbouw van onze<br />
gemeente, die we in de volgende paragraaf nader onder de<br />
loep nemen.<br />
Met de volgende aandachtspunten menen we de <strong>Oude</strong>kerkgemeente<br />
te kunnen typeren:<br />
- Prioriteit heeft de bijbels-theologische<br />
Woordverkondiging. Het Woord vormt voor ons allen de bron<br />
van leven waar we met vreugde en eerbied naar luisteren.<br />
Daarbij staat het heilswerk van Jezus Christus, - de<br />
vergeving en vernieuwing van het leven van zondige mensen<br />
door Zijn offerdood en opstanding -, centraal.<br />
- De grote onderlinge verscheidenheid beleven we steeds meer<br />
als een verrijking van het gemeente-zijn. Binnen onze<br />
gemeente zoeken we voor iedereen naar een plek waar men met<br />
zijn/haar gaven aan het geheel van de gemeente dienstbaar<br />
kan zijn.<br />
- In de <strong>Oude</strong> <strong>Kerk</strong> wordt zowel op zondagmorgen als op<br />
zondagavond dienst gehouden. De avonddiensten zijn mede<br />
bedoeld voor gemeenteleden uit andere wijken, waar alleen op<br />
zondagmorgen dienst is.<br />
2.1.2. VREUGDEN EN ZORGEN VAN DE OUDEKERKGEMEENTE<br />
Door haar gedeeltelijke concentratie op en lokalisering in<br />
het oudere gebied van <strong>Zoetermeer</strong>, vertoont de<br />
<strong>Oude</strong>kerkgemeente een opmerkelijke mengeling van dorps- en<br />
stadskenmerken. Dit heeft positieve kanten in de zin van<br />
bekendheid en betrokkenheid van vele, vooral oudere<br />
gemeenteleden ten opzichte van elkaar. Keerzijde is dat deze<br />
gemeenteleden vanouds wel eens verwachtingen omtrent<br />
persoonlijke aandacht van de kerk hebben, die in een - qua<br />
omvang en structuur - stadsgemeente niet altijd te<br />
realiseren zijn.<br />
Kenmerkend voor de <strong>Oude</strong>kerkgemeente is de gehechtheid aan<br />
een bepaald type, namelijk enigszins traditioneel<br />
vormgegeven kerkdienst en een confessionele prediking. Ook<br />
de binding van velen aan het prachtige kerkgebouw en het<br />
romantische orgel speelt een aanzienlijke rol. Deze dingen<br />
gelden in het bijzonder voor de buitenwijkse leden die een<br />
relatief groot deel vormen van de actieve kerkgangers. Het<br />
lijkt erop dat van de actieve kerkleden het aantal<br />
buitenwijkse leden geleidelijk aan groter wordt. Deels komt<br />
dit doordat "binnenwijkse", vaak oudere leden wegvallen.<br />
Deels ligt de oorzaak in de bewuste keus van meer
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
buitenwijkse leden om met de <strong>Oude</strong>kerkgemeente mee te leven.<br />
Dit laatste hangt samen met de, principieel misschien<br />
discutabele, maar steeds meer gangbare tendens om niet<br />
primair met de geografische wijkgemeente mee te leven, maar<br />
met die gemeente/kerkgebouw/type kerkdienst enz. waar men<br />
zich het meest thuis voelt. Het is overigens ook wel eens<br />
prettig dat na vele jaren, waarin de <strong>Oude</strong>kerkgemeente -<br />
overigens bewust en uit overtuiging - vooral mensen naar<br />
nieuwe wijken-in-opbouw zag vertrekken, er nu soms ook in de<br />
<strong>Oude</strong> <strong>Kerk</strong> nieuwe gezichten zijn te zien. We moeten daarbij<br />
wel constateren dat dit aantal lang niet groot genoeg is om<br />
de uitval vanwege met name de vergrijzing op te vangen.<br />
Voor een behoorlijk deel van de kerkgangers is de binding<br />
met onze wijkgemeente helaas minder sterk als het gaat om<br />
het ervaren van de gemeenschap van gelovigen of andere<br />
vormen van gemeente-zijn. Het onze maatschappij kenmerkende<br />
individualisme eist hier zijn tol. Daarbij lijkt de<br />
<strong>Oude</strong>kerkgemeente nog meer dan andere wijkgemeenten voor<br />
velen als "preekgemeente" te functioneren. We willen dit<br />
niet enkel negatief benoemen. We zijn ook blij met de<br />
aanwezigheid van gemeenteleden die "enkel" voor de<br />
kerkdienst komen. Toch schuilt hierin het gevaar dat de<br />
gemeente te zeer uit “los zand” bestaat. Een levende<br />
gemeente is ook een gemeenschap, waarin mensen meer met<br />
elkaar mogen delen dan een enkel uur op zondag in de kerk,<br />
hoe waardevol dat op zich ook is. Behalve over “omzien naar<br />
elkaar” gaat het hierbij ook om “het samen zorg dragen voor<br />
het gemeenteleven”. De kerkenraad vindt het wel eens<br />
moeilijk dat soms maar zo relatief weinig gemeenteleden mede<br />
verantwoordelijkheid willen dragen door middel van het ambt<br />
of op andere wijze. We hopen dat we in de toekomst hieraan<br />
op een goede manier kunnen werken.<br />
Een ander facet van het “samen delen”, namelijk de<br />
onderlinge toerusting, verloopt in onze gemeente wel op een<br />
heel fijne wijze. De verschillende toerustingsactiviteiten<br />
(kringen, leerhuis) worden goed bezocht. Ook de onderlinge<br />
gemeenschapsband wordt hierdoor versterkt (zie verder in het<br />
hoofdstuk “Vorming en toerusting”).<br />
Het gemeenteleven van de <strong>Oude</strong>kerkgemeente overziende, kan<br />
voorts gesteld worden dat dit sterk naar binnen is gekeerd.<br />
We zijn er totnogtoe weinig in geslaagd als kerk iets uit te<br />
stralen naar buiten toe. Ook de betekenis en dienstbaarheid<br />
van de kerk voor de ons omringende samenleving komen nog<br />
nauwelijks uit de verf. Aan evangelisatie werd tot voor kort<br />
nauwelijks iets gedaan. En dat terwijl hier belangrijke<br />
bijbelse opdrachten voor de kerk van Christus liggen! Het is<br />
een belangrijk punt van aandacht voor de komende jaren om<br />
een goed evenwicht te vinden tussen meer naar binnen<br />
gerichte en meer of mede naar buiten gerichte activiteiten<br />
van onze wijkgemeente.
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
Ten aanzien van de leeftijdsopbouw viel reeds de term<br />
"vergrijsde" wijk. Dit geldt zeker ook voor de actief<br />
meelevende gemeenteleden. Zowel ten aanzien van het<br />
kerkbezoek als bij andere activiteiten zijn de ouderen ver<br />
in de meerderheid. Blij zijn we daarom met een kleinere,<br />
maar de laatste jaren toch weer toegenomen groep positief<br />
meelevende jonge gezinnen. Ook de toeloop tot de<br />
nevendiensten en de catechese geven enige reden tot hoop.<br />
Opvallend is het veelal ontbreken van de "veertigers en<br />
vijftigers". Hoewel zij, meer dan jongere mensen, wel in de<br />
ledenbestanden zijn vertegenwoordigd, ontbreken deze in het<br />
actieve gemeenteleven vrijwel geheel. Het is een punt van<br />
blijvende aandacht hoe wij gemeenteleden van verschillende<br />
leeftijden op een goede wijze bij ons kerk-zijn kunnen<br />
betrekken.<br />
2.2. STATISTISCHE OVERZICHTEN<br />
(de cijfers zijn ontleend aan het Concept Beleidsplan van de<br />
Centrale <strong>Kerk</strong>enraad 2000-2004; de Profielschets<br />
<strong>Oude</strong>kerkgemeente <strong>Zoetermeer</strong> 1997; statistische gegevens van<br />
het kerkelijk bureau van de Hervormde <strong>Gemeente</strong> <strong>Zoetermeer</strong><br />
d.d. mei 2000; en de bevolkingsprognose 1999-2014 van de<br />
burgerlijke gemeente <strong>Zoetermeer</strong>)<br />
In deze paragraaf geven we enkele getallen weer, die inzicht<br />
geven in de samenstelling en leeftijdsopbouw van de<br />
<strong>Oude</strong>kerkgemeente in de context van hervormd <strong>Zoetermeer</strong>. De<br />
getallen geven de situatie weer van 1 januari 1998.<br />
2.2.1. AANTALLEN EN SOORTEN LEDEN<br />
Het totaal aantal actieve leden van de <strong>Oude</strong>kerkgemeente<br />
bedroeg op deze datum: 1985.<br />
Deze zijn te onderscheiden in:<br />
Lidmaten: 872<br />
Doopleden: 749<br />
Overige leden: 364<br />
(n.b.: overige leden = geboorteleden + meegeregistreerde<br />
niet-hervormde gezinsleden)<br />
Het aantal passieve leden van de <strong>Oude</strong>kerkgemeente was: 418<br />
(60 lidmaten; 160 doopleden; 198 overige leden)<br />
Nemen we actief en passief geregistreerde leden samen, dan<br />
komen we tot de volgende getallen:<br />
Totaal leden <strong>Oude</strong>kerkgemeente: 2403<br />
Lidmaten: 932<br />
Doopleden: 909
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
Overige leden: 562<br />
De volgende grafieken geven deze getallen als volgt weer:
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
Ter vergelijking geven we de aantallen actieve en passieve<br />
leden van de andere wijken van de Hervormde <strong>Gemeente</strong><br />
<strong>Zoetermeer</strong>:
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
actief passief totaal<br />
Wijk 2: 1199 400 1599<br />
Wijk 3: 1192 65 1257<br />
Wijk 4: 1162 1026 2118<br />
Wijk 5: 3121 1379 4500<br />
Wijk 6: 1854 647 2501<br />
De volgende grafieken beelden de verhouding tussen de zes<br />
Hervormde wijken van <strong>Zoetermeer</strong> als volgt uit:
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
De verdeling over resp. totaal aantal leden; lidmaten;<br />
doopleden; overige leden, in de andere wijken is als volgt:<br />
totaal lidmaten doopleden overige leden<br />
Wijk 2: 1599 644 635 320<br />
Wijk 3: 1257 463 524 270<br />
Wijk 4: 2118 468 801 919<br />
Wijk 5: 4500 1071 1826 1603<br />
Wijk 6: 2501 564 1056 881<br />
Ook hier laten we enkele grafieken volgen, die de getallen<br />
van de zes wijken in beeld weergeven:
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
Een recent statistisch overzicht (mei 2000) laat o.a zien<br />
hoezeer er de afgelopen vijf jaar een teruggang in het<br />
ledental heeft plaatsgevonden. Het aantal actief<br />
geregistreerde lidmaten en doopleden is in de volgende<br />
grafiek weergegeven:<br />
Ter vergelijking: In de wijken 3 en 5 vond een vergelijkbare<br />
teruggang in actieve lidmaten en doopleden plaats. De wijken<br />
2, 4 en 6 groeiden licht in aantal actieve lidmaten en<br />
doopleden.<br />
Concluderend kan ten aanzien van de <strong>Oude</strong>kerkgemeente worden<br />
gesteld: In vergelijking met de andere wijken is het aantal<br />
actieve leden en het aantal lidmaten relatief groot.<br />
Daarentegen scoren de aantallen overige leden en passieve<br />
leden minder dan gemiddeld. Deze situatie hangt ongetwijfeld<br />
samen met de leeftijdsopbouw van zowel de <strong>Oude</strong>kerkgemeente<br />
als de andere wijken. De leeftijdsopbouw is, naast de<br />
kerkverlating, tevens een belangrijke factor bij de<br />
geleidelijke teruggang in ledental.<br />
2.2.2. LEEFTIJDSOPBOUW<br />
In dit overzicht gaan we uit van de actief geregistreerde<br />
lidmaten en doopleden. Voor de leeftijdsopbouw van de<br />
<strong>Oude</strong>kerkgemeente gelden dan de volgende getallen:<br />
<strong>Oude</strong>kerkgemeente totaal alle wijken<br />
0 -19 jaar : 177 (10,9%) 1577 (19,4%)<br />
20-39 jaar : 378 (23,3%) 2091 (25,7%)<br />
40-64 jaar : 513 (31,7%) 2848 (34,9%)<br />
65 jaar e.o.: 553 (34,1%) 1633 (20,0%)
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
Totaal : 1621 8149<br />
Twee grafieken brengen deze getallen als volgt in beeld:<br />
Opvallend, - hoewel niet verrassend - is in dit overzicht<br />
het grote aantal ouderen. In vergelijking met de andere<br />
wijken is het verschil groot. Het aantal 65-plussers<br />
bedraagt in wijk 2 25,0%; wijk 3 18,6%; in wijk 4 13,2%;<br />
wijk 5 14,3 %; en wijk 6 14,2%.<br />
Gezien eveneens relatief sterke vertegenwoordiging van de<br />
leeftijdsgroep 40-64 jaar zal het aantal en percentage
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
ouderen in de <strong>Oude</strong>kerkgemeente nog verder toenemen. Ook in<br />
de andere wijken zal dit aantal overigens meer en meer<br />
groeien.<br />
Anderzijds zullen meer, dikwijls betrokken gemeenteleden ons<br />
ontvallen. Het is duidelijk dat dit gevolgen heeft voor de<br />
pastorale en diaconale zorg en andere vormen en facetten van<br />
ons gemeente-zijn.<br />
Frappant is het voorts vast te stellen dat een groot deel<br />
van de groepen gemeenteleden beneden de 40 jaar tot de<br />
zogenaamde "buitenwijkse leden" behoort. Met andere woorden:<br />
zonder deze "buitenwijkse leden" zou de <strong>Oude</strong>kerkgemeente, -<br />
met alle respect -, een nog grijzer geheel vormen. Positief<br />
verwoord: mede dankzij die gemeenteleden die vanuit hun<br />
binding met gebouw, gemeente en/of prediking tot onze<br />
gemeente behoren, vormt de <strong>Oude</strong>kerkgemeente tot op heden nog<br />
een redelijk vitaal en leeftijdsbreed vertegenwoordigd<br />
geheel. Ter illustratie dient hierbij een overzicht van de<br />
catechisanten in het seizoen 1999-2000. Daarbij hebben we,<br />
vanwege de historische verworteling van de OKG in dit<br />
gebied, ook de leden uit Dorp tot “binnenwijkse leden”<br />
gerekend:<br />
Totaal aantal catechisanten : 32<br />
uit Driemanspolder, Palenstein en Dorp: 18<br />
buitenleden : 14<br />
Verdeeld over verschillende wijken liggen de aantallen als<br />
volgt:<br />
Driemanspolder: 10 catechisanten<br />
Palenstein : 3 catechisanten<br />
Dorp : 5 catechisanten<br />
Rokkeveen : 6 catechisanten<br />
Meerzicht : 2 catechisanten<br />
Buitenwegh/<br />
De Leyens : 4 catechisanten<br />
Seghwaert : 1 catechisant<br />
Benthuizen : 1 catechisant<br />
Het relatief kleinere aantal gezinnen vertaalt zich ook in<br />
het – in verhouding tot het absolute totaal gemeenteleden –<br />
geringe aantal doopbedieningen dat in de <strong>Oude</strong>kerkgemeente<br />
plaatsvindt.<br />
De laatste jaren was het aantal dopelingen in onze diensten<br />
als volgt:<br />
1995: 10 dopelingen<br />
1996: 8 dopelingen<br />
1997: 9 dopelingen<br />
1998: 7 dopelingen<br />
1999: 8 dopelingen
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
2000: 13 dopelingen<br />
2.2.3. BEVOLKINGSPROGNOSE ZOETERMEER 1999-2014<br />
Voor een inschatting van de toekomstige samenstelling en<br />
leeftijdsopbouw van de <strong>Oude</strong>kerkgemeente zijn ook de cijfers<br />
van belang die de afdeling Onderzoek en Statistiek van de<br />
burgerlijke overheid heeft doen uitgaan. De verwachting is<br />
dat tot 2014 de bevolking van <strong>Zoetermeer</strong> verder zal<br />
uitgroeien van de huidige ong. 110.000 tot ong. 130.000<br />
inwoners. Daarbij zal het aantal senioren relatief steeds<br />
meer toenemen. In 2014 zal het aantal 65-plussers in<br />
<strong>Zoetermeer</strong> in absolute zin zelfs 55% hoger liggen dan nu.<br />
Parallel daaraan zal ook het aantal sterfgevallen toenemen.<br />
In de periode 1999-2014 zal dit aantal zelfs 70% hoger zijn<br />
dan in de periode 1984-1998. Het aantal geboorten zal<br />
daarentegen lager zijn: 17.400 in de periode 1999-2014<br />
tegenover iets meer dan 20.000 in de periode 1984-1998. Van<br />
belang is voorts de verwachting dat opvallend veel inwoners<br />
van <strong>Zoetermeer</strong> binnen de stad zullen verhuizen, namelijk<br />
125.000. Dit waren er in de periode 1984-1998 100.000.<br />
2.3. DE OUDEKERKGEMEENTE OVER VIJF TOT TIEN JAAR<br />
In het derde deel van dit hoofdstuk verwoorden we enkele<br />
verwachtingen en voornemens ten aanzien van de wijze waarop<br />
het gemeenteleven van <strong>Oude</strong>kerkgemeente in de komende vijf<br />
tot tien vorm zou moeten krijgen.<br />
2.3.1. EEN OPEN CONFESSIONELE WIJKGEMEENTE<br />
Ook in de komende jaren wil de <strong>Oude</strong>kerkgemeente een open<br />
confessionele wijkgemeente vormen, waarin het ene heilswerk<br />
van Jezus Christus in een zekere verscheidenheid kan worden<br />
beleefd. Deze identiteit past niet alleen bij de historie<br />
van de <strong>Oude</strong>kerkgemeente en de beleving van vele<br />
gemeenteleden, maar ze heeft ook een duidelijke functie<br />
binnen het rijk geschakeerde geheel van de Hervormde<br />
<strong>Gemeente</strong> van <strong>Zoetermeer</strong>. Als kenmerken van deze<br />
confessionele identiteit noemen we:<br />
- een luisterende houding naar de Bijbel als gezaghebbend<br />
Woord van God<br />
- een, zonder uitsluiting van elk ander inzicht, verworteling<br />
in de als bevrijdend ervaren "ontdekkingen" van de<br />
Reformatie: "alleen door geloof, genade en de Schrift"<br />
- een christocentrische vertolking van de bijbelse<br />
boodschap, waarbij Gods liefde in de gave van Zijn Zoon en<br />
de verzoening door Christus' volbrachte werk centraal staan<br />
- een persoonlijke toepassing van de bijbelse boodschap op<br />
het leven van vandaag; daarbij zijn de oproep tot geloof en<br />
de vernieuwing door Woord en Geest van zowel het persoonlijk<br />
leven als bredere levensverbanden wezenlijke elementen<br />
De confessionele verstaanshorizon van bijbel en geloofsleer<br />
dient overigens niet als keurslijf, maar als ijkpunt.
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
Daarmee bedoelen we dat we in onze gemeente enerzijds graag<br />
de openheid behouden voor andere, soms verrassende ingangen<br />
ter vertolking en/of praktisering van het evangelie.<br />
Anderzijds functioneert de confessionele uitgangspositie in<br />
het gemeenteleven wel steeds als een gezonde basis, heilzaam<br />
houvast en interpretatiekader. Als zodanig bepaalt zij de<br />
doorgaande lijn en het verdere perspectief van het<br />
inhoudelijke beleid.<br />
De term "open" willen we hier ook toepassen in de zin van<br />
een gemeente met een open deur naar de samenleving om haar<br />
heen. Er is reeds aangegeven dat hier een grote lacune in<br />
ons gemeenteleven zit. In de komende hoofdstukken zullen we<br />
proberen aanzetten te geven, opdat onze gemeente,<br />
overeenkomstig haar bijbelse roeping, in de komende jaren<br />
meer mag betekenen voor de wereld om ons heen.<br />
2.3.2. GEMEENTE EN GEMEENSCHAP<br />
Wanneer een kerkelijke gemeente in deze tijd van<br />
secularisatie en privatisering een levend geheel wil<br />
blijven, zal zij ook een gemeenschap moeten zijn, waar<br />
mensen betrokkenheid op elkaar kennen. Graag zouden wij<br />
gedurende de komende jaren in dit opzicht groeien. Enerzijds<br />
speelt hier het aspect van "het omzien naar elkaar". Mensen<br />
moeten zich geborgen kunnen weten in een kerkelijke<br />
gemeente. Dit geldt overigens niet alleen wanneer mensen<br />
zorgen hebben. Voor gemeenteleden van alle leeftijden, maar<br />
zeker ook voor de jongeren, is het belangrijk zich werkelijk<br />
"deel van de groep" te voelen. Anderzijds gaat het hier om<br />
de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het wel en wee van<br />
onze gemeente. Wij moeten vaststellen dat hier een zwak punt<br />
van onze wijkgemeente ligt. Betrekkelijk weinig mensen<br />
moeten daardoor vele taken verrichten. Voor de<br />
instandhouding en voortgang van ons gemeenteleven zal het<br />
van belang zijn in de komende jaren meer inhoud te geven aan<br />
het samen zorg dragen voor ons gemeente-zijn. Hiervoor<br />
zullen in de komende hoofdstukken geregeld concrete<br />
voornemens worden geuit.<br />
2.3.3. GEMEENTE VOOR ALLE LEEFTIJDEN<br />
In de komende decennia zal een groot deel van de huidige<br />
meelevende leden van de <strong>Oude</strong>kerkgemeente, gezien hun<br />
relatief hoge leeftijd, wegvallen. Tegelijk zal het aantal<br />
ouderen dat pastorale en diaconale zorg behoeft toenemen.<br />
Ook het aantal buitenleden zal relatief en absoluut groeien.<br />
De leeftijdsgroepen die de vergrijzing moeten opvangen<br />
zullen kleiner zijn. Ook de financiële basis zal minder<br />
vanzelfsprekend aanwezig zijn. Er wacht in dit opzicht een<br />
zware taak. Daarentegen mag ook gezegd worden dat de, -<br />
weliswaar in kleiner aantal aanwezige -, jongere gezinnen in<br />
onze gemeente dikwijls zeer bewust meeleven.<br />
Bij dit alles wil de <strong>Oude</strong>kerkgemeente principieel een
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
gemeente voor mensen van alle leeftijden zijn en blijven.<br />
Hoewel de grote groep ouderen relatief veel pastorale<br />
aandacht vraagt, moeten wij er zijn voor gemeenteleden van<br />
alle leeftijden. We noemen in het bijzonder de kinderen en<br />
de jongeren met hun ouders. Ook de mensen van middelbare<br />
leeftijd, die een opmerkelijk "gat" in onze actieve gemeente<br />
vormen, willen we meer trachten te bereiken. Hiertoe zullen<br />
wij de verschillende facetten van ons gemeenteleven opnieuw<br />
doordenken en, waar nodig, bijstellen of op andere wijze<br />
invullen.<br />
Het oude gezegde leert ons: "Bidt en werkt". Zo hopen ook<br />
wij, biddend om wijsheid en leiding van de Heer van de kerk,<br />
een wellicht in getal kleinere, maar toch vitale en levende<br />
gemeente in en rond de <strong>Oude</strong> <strong>Kerk</strong> in stand te mogen houden,<br />
die de Here Jezus Christus en de naaste mag dienen.
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
HOOFDSTUK 3: DE KERKENRAAD, COLLEGES EN COMMISSIES<br />
3.0. UITGANGSPUNTEN<br />
Over de kerkenraad:<br />
De kerkenraad heeft, als door de gemeente en daarin door God<br />
geroepen ambtelijk orgaan, een eigen, bijzondere<br />
verantwoordelijkheid voor het gemeenteleven. Deze<br />
verantwoordelijkheid vervult zij in nauw overleg met<br />
gemeenteleden, organen van bijstand en commissies.<br />
Over de verbondenheid met Israël:<br />
De <strong>Oude</strong>kerkgemeente weet zich, als onderdeel van de<br />
wereldwijde kerk van Jezus Christus, als loot geënt op de<br />
stam Israël. Wij nemen ons voor te zoeken naar manieren om<br />
aan deze fundamentele en blijvende verbondenheid inhoud te<br />
geven.<br />
3.1. TAAK EN PLAATS VAN DE KERKENRAAD<br />
Een kerkenraad heeft als taak leiding te geven aan het<br />
gemeenteleven. In dit besef mag ook de wijkkerkenraad van de<br />
<strong>Oude</strong>kerkgemeente actief zijn. Predikant, ouderlingen,<br />
diakenen, ouderling-kerkvoogden hebben in volstrekte<br />
gelijkwaardigheid, elk vanuit hun ambt een eigen inbreng.<br />
Samen proberen we met onze mogelijkheden en gaven het geheel<br />
van de wijkgemeente te dienen. Een specifieke functie hebben<br />
de ouderling-scriba, jeugdambtsdragers, werelddiaken,<br />
evangelisatie-ouderling en ouderling “externe relaties en<br />
samenlevingsvragen”. De werkzaamheden van deze laatste drie<br />
worden in de desbetreffende hoofstukken nader omschreven.<br />
De huidige constructie, waarbij de verantwoordelijkheid voor<br />
de wijkgemeenten bij wijkkerkenraden is gelegd, is nog<br />
betrekkelijk nieuw (1995). Eerder werden de verschillende<br />
wijkgemeenten door één grote kerkenraad bestuurd (de oude<br />
wijk 1). De voor een goed bestuur van de verschillende<br />
wijkgemeenten noodzakelijke herstructurering had tot gevolg<br />
dat de wijken nog meer dan voorheen elk een eigen gezicht<br />
kregen. Een van de taken waarvoor de wijkkerkenraad van de<br />
<strong>Oude</strong>kerkgemeente zich in toenemende mate gesteld zag, was<br />
het verkennen en vaststellen van het eigen profiel en van<br />
het te voeren beleid van onze wijkgemeente. Het, al enkele<br />
jaren geleden begonnen werk van de <strong>Taakplan</strong>groep is hier een<br />
uitvloeisel van. Het is fijn wanneer een kerkenraad beseft<br />
dat men een visie nodig heeft. Vandaaruit mag men het<br />
ambtelijke werk verrichten en de gemeente proberen op koers<br />
te houden. Dat het niet altijd meevalt zo'n visie te<br />
verwoorden, is niet zo erg. Ook een kerkenraad weerspiegelt,<br />
als het goed is, de verscheidenheid binnen een (wijk)gemeente.<br />
Een goede representatie op kerkenraadsniveau van de<br />
wijkgemeente in al zijn schakeringen achten we niet alleen
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
nuttig, maar ook noodzakelijk.<br />
Naast de hierboven genoemde zaken, die deels met de<br />
plaatselijke situatie samenhangen, houdt de wijkkerkenraad<br />
zich bezig met de haar kerkordelijk toebedeelde taken,<br />
waarvan we noemen:<br />
- alle zaken rondom kerkdiensten (incl. Doop en Avondmaal)<br />
- de zorg dat het er in het gemeenteleven in goede orde en<br />
in christelijke liefde aan toegaat<br />
- het leidinggeven aan de opbouw van de gemeente en haar<br />
dienst in de wereld<br />
- het onderhouden van contacten met andere kerken, in het<br />
bijzonder in S.O.W.-verband met de plaatselijke<br />
Gereformeerde <strong>Kerk</strong> (zie hoofdstuk "S.O.W.")<br />
- het bespreken van zaken m.b.t. de centrale - en meerdere<br />
vergaderingen<br />
De kerkenraad is er niet alleen om te besturen. Ook<br />
bezinning is van groot belang om beleidsmatig goed bezig te<br />
kunnen zijn. Allerlei onderwerpen kunnen hiertoe op de<br />
kerkenraadsvergadering aan de orde komen.<br />
Verschillende kerkenraadstaken zijn toevertrouwd aan de<br />
afzonderlijke colleges: het consistorie, het college van<br />
diakenen en het college van kerkvoogden. Ook zijn er<br />
verschillende commissies/organen van bijstand overeenkomstig<br />
door de kerkenraad vastgestelde lijnen actief in de<br />
gemeente. Deze colleges, commissies en organen van bijstand<br />
komen in het vervolg aan de orde.<br />
3.2. HET FUNCTIONEREN VAN DE WIJKKERKENRAAD<br />
De wijkkerkenraad vergadert in principe maandelijks, met<br />
uitzondering van de zomervakantie. De vergaderingen worden<br />
voorbereid door het jaarlijks gekozen moderamen, dat behalve<br />
voorzitter, scriba en assessor twee toegevoegde leden kent.<br />
De samenstelling van het moderamen is zodanig dat naast<br />
predikant en scriba van de kerkenraad alle colleges zijn<br />
vertegenwoordigd. De tijd tussen een moderamenvergadering en<br />
een kerkenraadsvergadering is onlangs vergroot tot twee<br />
weken, opdat de kerkenraadsleden meer tijd hebben de stukken<br />
voor de vergadering door te nemen. Tijdens de<br />
kerkenraadsvergadering wordt de door het moderamen<br />
opgestelde agenda gevolgd. Er worden geen besluiten genomen<br />
over mogelijk gevoelig liggende onderwerpen die niet voor de<br />
vergadering zijn geagendeerd.<br />
Zoals reeds is gezegd, is het dragen van<br />
verantwoordelijkheid door afzonderlijke wijkkerkenraden een<br />
relatief nieuw fenomeen op het <strong>Zoetermeer</strong>se hervormde erf.<br />
Het is begrijpelijk dat de gevolgen daarvan enige gewenning<br />
van ambtsdragers vragen. In de ontstaanstijd van dit<br />
<strong>Taakplan</strong> (2000) constateren we dat we ook als wijkkerkenraad
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
van de <strong>Oude</strong>kerkgemeente tot nu toe soms moeite hebben met<br />
ons functioneren. Het zinvol en op de agenda gericht<br />
vergaderen gaat ons nog niet altijd goed af. Een probleem is<br />
voorts het durven nemen van besluiten, en het onszelf en<br />
elkaar houden aan genomen besluiten. Daarbij blijkt onze<br />
wijkkerkenraad niet altijd een plek waar ieder zijn/haar<br />
mening durft te uiten. Dit houdt het gevaar in dat bij<br />
belangrijke gesprekspunten de gang tot vergaderruimte wordt,<br />
terwijl de kerkenraadszaal op een stiltecentrum lijkt. Het<br />
is een taak van voorzitter, moderamen en alle<br />
kerkenraadsleden hieraan met elkaar te werken. Het zal zaak<br />
zijn enerzijds bij de les te blijven en in een goede<br />
voortgang de kerkenraadsvergadering binnen redelijke<br />
tijdsgrenzen te volbrengen. Anderzijds dient er een zekere<br />
rust, ruimte en vertrouwen te zijn, waarbinnen ieder zich<br />
veilig kan voelen en ook zij, die wat minder van de tongriem<br />
zijn gesneden, aan de gesprekken durven bij te dragen. Ook<br />
het saamhorigheidsgevoel, dat tevens samenhangt met het<br />
besef dat je met elkaar in een gedeelde verantwoordelijkheid<br />
beslissingen mag en moet nemen, is een punt van blijvende<br />
aandacht. Te denken is aan het af en toe houden van<br />
bijeenkomsten ter toerusting of ontspanning, zoals een<br />
bezinningsdag of een dagje uit.<br />
Bij de ambtsdragerswisseling in januari 2000 bleven er maar<br />
liefst vijf vacatures in onze wijkkerkenraad bestaan, die<br />
tot op heden nog niet alle zijn vervuld. Hoewel wij dit feit<br />
op zichzelf betreuren, zit er ook een positieve kant aan. In<br />
een kleinere kerkenraad kan het onderlinge gesprek<br />
gemakkelijker gevoerd worden. Ook het ontwikkelen van een<br />
gevoel van saamhorigheid is met een iets minder groot aantal<br />
ambtsdragers kansrijker. Belangrijk is wel dat bij het<br />
aanhouden van vacatures bepaalde taken in de verschillende<br />
colleges goed worden opgevangen. Dit kan onder meer gebeuren<br />
door daarbij niet-ambtsdragers te betrekken. We denken aan<br />
de inzet van pastoraal medewerkers ter vervanging van een<br />
deel van het ouderlingenwerk en aan het zitting nemen van<br />
niet als ouderling bevestigde kerkvoogden in de<br />
wijkkerkvoogdij. Op het gebied van de diaconie is wellicht<br />
te overwegen of een diaconale werkgroep van gemeenteleden<br />
een kleiner college van diakenen ondersteuning kan bieden.<br />
Door dit alles kan ook beleving van de afstand tussen<br />
kerkenraad en gemeente kleiner worden dan thans bij velen<br />
het geval is.<br />
Met deze laatste opmerking raken we aan de relatie tussen<br />
wijkkerkenraad en wijkgemeente. In de vanaf 1995 ontstane<br />
situatie is, door de grotere bevoegdheden van de<br />
wijkkerkenraad in vergelijking met de eerdere wijkraad, de<br />
besluitvorming dichter bij de gemeenteleden komen te staan.<br />
Dit geeft de mogelijkheid de gemeente meer dan voorheen bij<br />
de besluitvorming te betrekken. Met name gemeente-avonden<br />
zijn daartoe van belang. Ook de verslaggeving van
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
hoofdpunten van kerkenraadsvergaderingen en andere kerkenraadsactiviteiten<br />
kan hiertoe helpen. Over het meer<br />
betrekken van gemeenteleden in aan de kerkenraad gerelateerde<br />
colleges en werkgroepen is hierboven al gesproken.<br />
Tegenover dit alles moet ook genoemd worden dat een kleinere<br />
afstand tussen gemeente en kerkenraad het gevaar kan<br />
inhouden dat de kerkenraad haar eigen verantwoorlijkheid<br />
niet durft te nemen bij de vorming en uitvoering van<br />
besluiten. Het is zaak in de toekomst een goed evenwicht te<br />
vinden tussen inspraak en betrokkenheid van de gemeente in<br />
beleidszaken en de eigen verantwoordelijkheid van de<br />
kerkenraad.<br />
3.3 DE COLLEGES<br />
3.3.1. HET CONSISTORIE<br />
Het consistorie omvat in eigenlijke zin de ouderlingen en<br />
predikant van onze wijkgemeente. Omdat ook pastoraal<br />
medewerkers, al dan niet zelfstandig, in het bezoekwerk<br />
actief zijn, worden ook zij geregeld bij het consistorie<br />
betrokken. De pastoraal medewerkers die het feitelijke<br />
ouderlingen-bezoekwerk voor een wijk op zich hebben genomen,<br />
maken zelfs bijna alle consistorie-vergaderingen mee. Vanuit<br />
hun specifieke ambtelijke verantwoordelijkheid komen<br />
ouderlingen en predikant daarnaast enkele malen afzonderlijk<br />
samen.<br />
Het consistorie vergadert, met uitzondering van de<br />
zomermaanden, in beginsel maandelijks. Het doel van de<br />
vergadering is tweeledig:<br />
- Onderling overleg over pastorale zaken: Het betreft hier<br />
overleg over de algemene gang van zaken en opgedane<br />
ervaringen in het pastorale werk. Daarnaast kunnen, -<br />
uiteraard onder geheimhouding -, pastorale zaken aangaande<br />
gemeenteleden worden overlegd, indien deze niet op<br />
bevredigende wijze in kleinere kring kunnen worden<br />
behandeld.<br />
- Onderlinge toerusting en bemoediging: Door middel van de<br />
bespreking van artikelen of verslagen rond diverse pastorale<br />
onderwerpen proberen we elkaar toe te rusten. Niet alleen<br />
kunnen we ons hierdoor vaardigheden eigen maken, ook het<br />
delen van ervaringen naar aanleiding van een bepaald<br />
onderwerp werkt vormend en bemoedigend.<br />
3.3.2. HET COLLEGE VAN DIAKENEN<br />
Het college van diakenen omvat de diakenen van onze<br />
wijkkerkenraad. Dit college (in het vervolg “wijkdiaconie”<br />
genoemd) vergadert ca. 5 keer per jaar over de diaconale<br />
zaken van onze wijkgemeente. De diakenen behartigen elk de<br />
zorg voor of coördinatie van bepaalde diaconale taken. Zulke<br />
taken zijn:<br />
- de auto-ophaaldienst voor het vervoer van mensen naar de
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
kerk<br />
- de organisatie van de kerktelefoon-zaken<br />
- verspreiding van cassettebandjes van kerkdiensten voor<br />
zieken, enz.<br />
- de organisatie en/of ondersteuning van ouderenmiddagen<br />
- de financiële ondersteuning van activiteiten van de H.V.D.<br />
- het organiseren van het jaarlijkse reisje voor<br />
gemeenteleden<br />
- de bloemendienst en kerst-/paasattenties<br />
- het geven van diaconale hulp in voorkomende gevallen, dit<br />
zowel op materieel als op immaterieel gebied<br />
- het opstellen van de jaarlijkse diaconale begroting en<br />
jaarrekening<br />
Door het voortduren van enkele vacatures moeten minder<br />
diakenen de verschillende taken vervullen. Wanneer de<br />
belasting voor hen daardoor te groot dreigt te worden, zou<br />
de instelling van een diaconale werkgroep van gemeenteleden<br />
wellicht uitkomst kunnen bieden. Deze werkgroep zou, onder<br />
leiding van het college van diakenen, een deel van de<br />
bestaande taken kunnen vervullen en eventueel nieuwe<br />
werkgebieden kunnen verkennen. Bij dit laatste denken we aan<br />
onze diaconale presentie ten aanzien van samenlevingsvragen<br />
(zie onder).<br />
De wijkdiaconie participeert in de Centrale Diaconie. Dit<br />
centrale college van diakenen behartigt diaconale zaken voor<br />
en namens de gehele Hervormde <strong>Gemeente</strong> van <strong>Zoetermeer</strong>.<br />
Modalitaire verschillen tussen de wijken hebben het werk van<br />
de Centrale Diaconie in de afgelopen jaren ernstig<br />
bemoeilijkt. Onze wijkdiakenen ondersteunen van harte de<br />
pogingen om het functioneren van de Centrale Diaconie te<br />
verbeteren. En dit leidt zoals nu blijkt tot resultaten<br />
Een van de wijkdiakenen is in het bijzonder actief voor het<br />
werelddiaconaat. Deze "werelddiaken" geeft leiding aan<br />
voorlichting op dit gebied aan de gemeente. Het werken met<br />
een project is in afgelopen jaren een succes gebleken en zal<br />
daarom worden voortgezet. Door zo'n project op gemeenteavonden,<br />
catechese-bijeenkomsten, enz. aan de orde te<br />
stellen, worden gemeenteleden concreet bij het<br />
werelddiaconaat betrokken. De werelddiaken geeft ook leiding<br />
aan de "werkgroep zending en werelddiaconaat", waarin enkele<br />
diakenen samen met gemeenteleden bijdragen aan bezinning en<br />
activiteiten op deze terreinen. Voorts vraagt hij/zij<br />
geregeld aandacht voor de schrijfacties van Amnesty<br />
International, waaraan door een min of meer vast aantal<br />
gemeenteleden wordt meegedaan.<br />
In de kerkdiensten van onze wijkgemeenten geven de diakenen<br />
leiding aan de inzameling van de gaven. Zij worden daarbij<br />
ondersteund door het "college van collectanten". Dit bestaat<br />
uit, deels jongere, gemeenteleden, waarvan wij in stilte
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
hopen dat zij hun "opleidingsplaats" nog eens zullen<br />
verruilen voor de kerkenraadsbank. Aan de Avondmaalstafel<br />
verzorgen twee diakenen samen met de predikant de<br />
voorbereiding van de viering.<br />
Een min of meer braak terrein voor de wijkdiaconie is onze<br />
opdracht inzake concrete samenlevingsvragen in de context<br />
van de <strong>Zoetermeer</strong>-centrum. Ons plaatselijk diaconaat blijft,<br />
mede door de huidige vacature(s) en te geringe capaciteit,<br />
nog teveel beperkt tot zorg voor de eigen gemeenteleden. Dit<br />
betekent in de praktijk: reageren op zich voordoende<br />
hulpvragen, m.a.w.: reactief gedrag m.b.t. de hulpverlening.<br />
Hoe waardevol en nodig de zorg binnen de eigen gemeente ook<br />
is, diaconaat reikt ook over de grenzen daarvan heen. In<br />
Handelingen 2 lezen we dat de eerste gemeente opviel door<br />
haar gemeenschapszin en sociale omzien naar mensen in nood.<br />
Ook in <strong>Zoetermeer</strong> komt, - binnen en buiten onze gemeente -<br />
verborgen, armoede voor. Ook spelen, vaak dichterbij dan we<br />
denken, andere sociale problemen, zoals dakloosheid,<br />
vluchtelingen- en verslavingsproblematiek. Als kerkelijke<br />
gemeente, die overeenkomstig haar wezen diaconaal, d.i.<br />
dienstbaar, mag zijn, kunnen wij hiertoe misschien meer<br />
betekenen dan nu het geval is. Enerzijds denken we aan het<br />
actief bieden van hulp aan mensen in nood. Anderzijds kan de<br />
wijkdiaconie in samenwerking met de Centrale Diaconie mensen<br />
voorlichten en doorverwijzen naar burgerlijke hulpinstanties<br />
en daarbij een begeleidende en/of bemiddelende rol<br />
vervullen. We verwijzen daarbij naar onlangs gepubliceerde<br />
cijfers van onze plaatselijke overheid. Daaruit blijkt dat<br />
de helft van de <strong>Zoetermeer</strong>ders allerlei overheidshulp niet<br />
weet te vinden. Daaronder zijn ongetwijfeld heel wat<br />
gemeenteleden uit onze wijk. Maar ook voor mensen buiten de<br />
kerk kunnen we hierin wellicht dienstbaar zijn.<br />
Een probleem bij dit alles is wel hoe we mensen die<br />
werkelijk hulp nodig hebben op het spoor kunnen komen.<br />
Meestal melden zij zichzelf niet. We zouden daarom moeten<br />
werken aan vormen van duidelijke diaconale presentie in onze<br />
wijkgemeente en de samenleving van <strong>Zoetermeer</strong>-centrum.<br />
Daarbij zijn zowel een nodigende openheid als de zekerheid<br />
van geheimhouding van groot belang. Omdat het hier gaat om<br />
een, niet zozeer aan een geestelijke modaliteit gebonden,<br />
maatschappelijke aanwezigheid van de kerk, zouden (sommige)<br />
activiteiten in deze richting wellicht in samenspraak en/of<br />
samenwerking met andere centrumkerken kunnen worden opgezet.<br />
Te denken is allereerst aan wijkgemeente 2 en aan de<br />
Pelgrimskerkgemeente (in S.O.W.-verband), maar misschien ook<br />
aan de Rooms Katholieke St. Nicolaasparochie en de<br />
samenwerkingsgemeente van de Adventskerk.<br />
3.3.3. HET COLLEGE VAN WIJKKERKVOOGDEN<br />
Het college van wijkkerkvoogden bestaat uit de ouderlingkerkvoogden<br />
en de door de kerkenraad benoemde kerkvoogden
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
die niet tot ambtsdrager zijn bevestigd. Periodiek<br />
vergaderen zij over alle stoffelijke zaken van onze<br />
wijkgemeente. Daarbij weten zij zich onderdeel van het<br />
centrale College van <strong>Kerk</strong>voogden, waaraan een groot deel van<br />
het financiële beleid is toevertrouwd.<br />
Een kleiner deel daarvan, zoals de uitgaven voor bepaalde<br />
wijkactiviteiten, wordt door de wijkkerkvoogdij behartigd.<br />
Een wijkkerkvoogd kijkt in zekere zin steeds twee kanten<br />
uit, hetgeen aan zijn/haar werk een bepaalde spanning geeft.<br />
Enerzijds is hij/zij verbonden aan de wijkgemeente en dient<br />
haar belang. Anderzijds weet hij/zij zich gebonden aan het<br />
centrale College van <strong>Kerk</strong>voogden, waarvan de, op het geheel<br />
gerichte, beleidslijnen soms kunnen strijden met de wensen<br />
van een afzonderlijke wijkgemeente. Enerzijds waarderen we<br />
deze situatie positief. Als <strong>Oude</strong>kerkgemeente willen we<br />
bewust niet op onszelf staan, maar actief deel uitmaken van<br />
en mede-verantwoordelijkheid dragen voor de hele Hervormde<br />
<strong>Gemeente</strong> van <strong>Zoetermeer</strong>. Dat onze wijkgemeente als<br />
"moedergemeente van hervormd <strong>Zoetermeer</strong>" tot vandaag toe op<br />
velerlei, ook financieel gebied in de nieuwere wijken<br />
investeert, achten we onze roeping. Anderzijds mag dit alles<br />
niet ten koste gaan van de voortgang van het werk in onze<br />
eigen wijkgemeente. In het verleden is dit, mede door het<br />
beleid van de Centrale <strong>Kerk</strong>enraad, vooral op het gebied van<br />
het predikantspastoraat helaas het geval geweest. We zijn<br />
dankbaar voor de huidige ondersteuning van dit werk door een<br />
bijstand in het pastoraat. We achten het noodzakelijk dat<br />
een dergelijke ondersteuning er ook in toekomst zal zijn.<br />
Dit geldt ook voor de positie van onze cantor-organist, die<br />
wezenlijk bijdraagt aan het profiel van onze wijkgemeente.<br />
Deze en andere belangen van de <strong>Oude</strong>kerkgemeente in het<br />
centrale College van <strong>Kerk</strong>voogden te behartigen, is mede een<br />
taak van onze wijkkerkvoogden.<br />
Een nieuwe, door het centrale College van <strong>Kerk</strong>voogden in<br />
gang gezette ontwikkeling is het toenemend werken met<br />
vrijwilligers. Dit is nodig om de pastorale zorg in onze<br />
Hervormde <strong>Gemeente</strong> op termijn te kunnen waarborgen. De<br />
kerkenraad van de <strong>Oude</strong>kerkgemeente ondersteunt deze<br />
grondlijn en heeft waardering voor de allesbehalve<br />
gemakkelijke taak van wijkkerkvoogden dit te realiseren.<br />
Toch maken we enkele kanttekeningen. De <strong>Oude</strong>kerkgemeente<br />
kent namelijk veel leden die gehecht zijn aan de bestaande<br />
situatie. Voor hen is deze omschakeling niet eenvoudig.<br />
Daarom dient hieraan met enig begrip en geduld te worden<br />
gewerkt. Een geleidelijke aanpak lijkt de beste manier om<br />
zonder onnodige pijn verschillende zaken rond beheer en<br />
onderhoud in onze wijkgemeente op vrijwillige basis te<br />
regelen.<br />
3.4. COMMISSIES EN ORGANEN VAN BIJSTAND
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
In deze paragraaf vermelden we een aantal commissies/organen<br />
van bijstand die, gedeeltelijk in centraal of ander verband,<br />
het kerkenraadswerk ondersteunen. Een probleem is soms dat<br />
de relatie van een commissie tot de kerkenraad niet geheel<br />
duidelijk is. Het zou voor een ieder goed zijn wanneer<br />
daarin op korte termijn helderheid wordt verschaft. Hiertoe<br />
is overleg met de commissies zelf wenselijk. Van belang is<br />
eveneens een meer geregeld overleg tussen kerkenraad en<br />
commissies dan nu het geval is. We zouden hiertoe elke<br />
commissie jaarlijks op de kerkenraadsvergadering kunnen<br />
uitnodigen. Wanneer hiertoe een soort rooster wordt<br />
ontworpen, raakt dit niet in de vergetelheid.<br />
3.4.1. HERVORMDE VROUWENDIENST<br />
De H.V.D. is betrokken bij de volgende activiteiten:<br />
bejaardenmiddagen; kerstattenties voor bejaarden en zieken;<br />
verjaars- en andere bezoeken aan ouderen; attenties bij<br />
huwelijksjubilea; kraambezoek; ziekenbezoek; bezoeken in het<br />
verpleeghuis. Als zodanig draagt zij in belangrijke mate bij<br />
aan het onderlinge pastoraat in de wijkgemeente. Ook<br />
coördineert de H.V.D. de kinderoppas, die plaatsvindt<br />
tijdens de erediensten op zondagochtend.<br />
3.4.2. BLOEMENDIENST<br />
Onder verantwoordelijkheid van de kerkenraad verzorgt een<br />
groep gemeenteleden de bezorging van de zondagse<br />
bloemengroet. Vergezeld van een door de voorganger van<br />
dienst ondertekend kaartje, dient deze als blijk van<br />
medeleven of ter felicitatie van gemeenteleden in bijzondere<br />
omstandigheden. De wijkpredikant geeft wekelijks op voor wie<br />
de bloemengroet van de komende zondag is bestemd. Overigens<br />
kan ieder gemeentelid gegadigden voor het ontvangen van een<br />
bloemengroet voordragen.<br />
3.4.3. WERKGROEP ZENDING EN WERELDDIACONAAT<br />
Onder verantwoordelijkheid van de diaconie is deze werkgroep<br />
actief op de in haar naam vermelde terreinen. Zie verder de<br />
paragraaf "Het college van diakenen".<br />
3.4.4. HET COLLEGE VAN COLLECTANTEN<br />
Deze commissie bestaat uit gemeenteleden die samen met de<br />
diakenen de inzameling der gaven in de eredienst verzorgen.<br />
Zie verder de paragraaf "Het college van diakenen".<br />
3.4.5. HET H.J.O.<br />
Het "Hervormd Jeugdwerk Overleg" verzorgt het "Open<br />
Jeugdwerk” van de <strong>Oude</strong>kerkgemeente. Zij is de opvolger van<br />
het vroegere “H.G.J.O.”, dat gezamenlijk met de<br />
(gereformeerde) Pelgrimskerkgemeente functioneerde. Voor<br />
zover praktisch haalbaar, worden activiteiten nog steeds<br />
samen met deze gemeente georganiseerd. Zie voor de<br />
werkzaamheden van het H.J.O. het hoofdstuk "Jeugdwerk".
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
3.4.6. LEIDING OPPASDIENST, KINDERNEVENDIENST EN JONGE KERK<br />
In het verleden deels spontaan ontstaan, zijn verschillende<br />
groepen gemeenteleden actief op het terrein van<br />
voorzieningen voor de jeugd tijdens de kerkdienst. Het<br />
betreft de oppasdienst (zie H.V.D.), kindernevendienst en<br />
Jonge <strong>Kerk</strong>. De leiding hiervan functioneert voor een groot<br />
deel zelfstandig. Hoewel hun werk veel waardering oogst, was<br />
er in het verleden wel eens miscommunicatie met de<br />
kerkenraad. Een goede afstemming, o.a. via de H.V.D.<br />
(kinderoppas) en de jeugdouderling (kindernevendienst en<br />
Jonge <strong>Kerk</strong>), is derhalve van belang. Zie voor de<br />
verschillende werkzaamheden van deze groepen het hoofdstuk<br />
"Jeugdwerk".<br />
3.4.7. CATECHESECOMMISSIE<br />
De kerkenraad acht het van belang dat de predikant actief is<br />
betrokken bij het geven van de catechese. Op deze wijze kan<br />
een waardevol contact met de jongeren van de gemeente tot<br />
stand komen. Wel is het goed dat hij daarin ondersteund<br />
wordt door ambtsdragers en/of gemeenteleden. Deze vormen met<br />
de predikant de catechesecommissie. Deze commissie houdt<br />
zich bezig met voorbereiding en evaluatie van de inhoud van<br />
de catechese, de verzorging en verspreiding van<br />
uitnodigingen, en de organisatie van bijkomende<br />
activiteiten. Zie ook het hoofdstuk "Jeugdwerk".<br />
3.4.8. COMMISSIE AVONDDIENSTEN<br />
Deze commissie bestaat uit de predikant, een of meer andere<br />
ambtsdragers en onze cantor-organist. Haar taak is invulling<br />
te geven aan het kerkenraadsbesluit een aantal avonddiensten<br />
een meer specifiek karakter te geven. Dit doet zij door de<br />
voorbereiding van zangdiensten met een koor, sing-indiensten,<br />
enz. Het belang van deze commissie ligt tevens in<br />
een goede communicatie tussen de kerkenraad en onze<br />
kerkmusici. Zie verder het hoofdstuk "De eredienst".<br />
3.4.9. COMMISSIE EVANGELISATIE EN COMMUNICATIE<br />
Deze commissie houdt zich bezig met het benaderen van<br />
randleden van onze wijkgemeente. Ook verkent zij manieren om<br />
mensen buiten de kerk met het evangelie te bereiken. Zie<br />
hierover het hoofdstuk "Evangelisatie, communicatie en<br />
P.R.".<br />
3.4.10. KERK EN ISRAEL<br />
Vanuit onze wijkgemeente zijn door de kerkenraad twee<br />
gemeenteleden officieel afgevaardigd naar de Classicale<br />
Commissie “<strong>Kerk</strong> en Israël”. Het doel van deze commissie is<br />
om de gemeenten te ondersteunen bij het vorm en inhoud geven<br />
van hun “onopgeefbare verbondenheid met het volk Israël”.<br />
De kerkenraad hecht belang aan de jaarlijkse Israëlzondag<br />
met de daarbij behorende collecte en verspreiding van<br />
brochures. Inmiddels is samen met leden van de wijkgemeenten<br />
3, 5 en 6 een plaatselijke werkgroep “<strong>Kerk</strong> en Israël”
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
gevormd. Deze heeft als doelstelling: het publiceren van<br />
informatieve artikelen in “<strong>Kerk</strong>klanken”, het organiseren van<br />
leerhuisavonden en de ondersteuning van kerkenraden op het<br />
terrein van “<strong>Kerk</strong> en Israël”.<br />
3.4.11. TAAKPLANCOMMISSIE<br />
De taakplancommissie is enkele jaren geleden ingesteld als<br />
een “denktank” m.b.t. te formuleren beleid voor onze<br />
wijkgemeente. In beginsel bestaat zij uit kerkenraadsleden,<br />
waarbij de verschillende colleges vertegenwoordigd zijn.<br />
Deze commissie komt geregeld bijeen en bereidt<br />
beleidsstukken voor ter bespreking in de kerkenraad. We<br />
hopen dat dit in de loop van het seizoen 2000/2001 kan<br />
resulteren in een beleidsplan (“taakplan”) op wijkniveau.<br />
Daarna hoeft het werk van deze commissie nog niet voorbij te<br />
zijn. Haar taak kan zich dan richten op het nemen van<br />
initiatieven ter uitvoering van beleidsvoornemens. Bovendien<br />
zal verdere doordenking van beleid ook dan nodig blijven.<br />
3.4.12. VERJAARDAGSFONDS<br />
We besluiten deze reeks met de vermelding van twee centrale<br />
commissies, die in onze wijk actief zijn. De eerste is het<br />
Verjaardagsfonds. De leden hiervan bezoeken gemeenteleden<br />
rond hun verjaardag met een gelukwens en vragen een bijdrage<br />
voor het kerkenwerk.<br />
3.4.13. COMMISSIE BEZOEK NIEUW-INGEKOMENEN<br />
Dit team van bezoekers is evenals het verjaardagsfonds<br />
centraal georganiseerd. Zij gaan bij alle nieuw-ingekomen<br />
gemeenteleden langs, informeren hen over onze gemeente en<br />
nemen de wensen van de nieuw-ingekomen gemeenteleden op. Als<br />
kerkenraad hechten we veel waarde aan dit vaak moeilijke<br />
werk. Van belang daarbij is ook een goede communicatie<br />
tussen de nieuw-ingekomenen-bezoekers enerzijds en<br />
ouderlingen, pastoraal medewerkers en predikant anderzijds.<br />
Hiertoe dienen o.a. de bezoekrapportjes van de nieuwingekomenen-bezoekers.<br />
Ook is het CCNI met een zekere<br />
regelmaat welkom op onze kerkenraadsvergadering.<br />
3.5. DE RELATIE TOT DE CENTRALE KERKENRAAD EN ANDERE ORGANEN<br />
3.5.1. DE CENTRALE KERKENRAAD<br />
De <strong>Oude</strong>kerkgemeente weet zich onderdeel van de Hervormde<br />
<strong>Gemeente</strong> van <strong>Zoetermeer</strong>. Als zodanig is onze wijkkerkenraad<br />
vertegenwoordigt in de Centrale <strong>Kerk</strong>enraad. Overeenkomstig<br />
de kerkorde is deze een zelfstandige kerkenraad met een<br />
eigen verantwoordelijkheid. In de Plaatselijke Regeling,<br />
laatst gewijzigd 28 mei 1998, worden taken en werkzaamheden<br />
van de Centrale <strong>Kerk</strong>enraad en de wijkkerkenraden nader<br />
omschreven en afgebakend. Ondanks het toenemende eigen<br />
profiel van elke wijkgemeente, blijft de wijkkerkenraad van<br />
de <strong>Oude</strong>kerkgemeente belang hechten aan de band met de andere
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
wijken van de Hervormde <strong>Gemeente</strong> van <strong>Zoetermeer</strong>. Daarom<br />
proberen wij een positieve bijdrage te leveren aan het, de<br />
wijken overkoepelende en coördinerende werk van de Centrale<br />
<strong>Kerk</strong>enraad, binnen de grenzen als omschreven in de<br />
Plaatselijke Regeling.<br />
3.5.2. DE CENTRALE DIAKONIE<br />
Onze diakenen participeren in de Centrale Diaconie. Op de<br />
vergadering van onze wijkkerkenraad wordt daarvan geregeld<br />
verslag gedaan. Zie verder de paragraaf "Het college van<br />
diakenen".<br />
3.5.3. HET CENTRALE COLLEGE VAN KERKVOOGDEN<br />
Onze wijkkerkvoogden werken nauw samen met en zijn<br />
vertegenwoordigd in het centrale College van <strong>Kerk</strong>voogden dat<br />
het financiële beleid voor de gehele Hervormde <strong>Gemeente</strong> van<br />
<strong>Zoetermeer</strong> behartigt. In de wijkkerkenraad wordt hiervan<br />
verslag gedaan. Zie verder de paragraaf "Het college van<br />
wijkkerkvoogden".<br />
3.5.4. DE CLASSIS ZOETERMEER<br />
Onze wijkgemeente maakt deel uit van de classis <strong>Zoetermeer</strong><br />
van de Nederlandse Hervormde <strong>Kerk</strong>. Namens onze kerkenraad<br />
zijn de predikant en een andere ambtsdrager naar de<br />
vergadering van de classis afgevaardigd. Hierover wordt in<br />
de wijkkerkenraad verslag uitgebracht.<br />
3.5.5. BURGERLIJKE EN ANDERE ORGANEN<br />
De contacten met de burgerlijke overheid en andere<br />
burgerlijke instanties lopen veelal via de Centrale<br />
<strong>Kerk</strong>enraad (zie ook Plaatselijke Regeling, art. III, 5a).<br />
Ook op wijkniveau is een zeker contact en/of overleg soms<br />
van belang. Te denken is aan overleg tussen wijkdiakenen en<br />
hulpverleningsinstanties inzake concrete hulpaanvragen. Ook<br />
aan het contact met de media zou meer kunnen worden gewerkt.<br />
Hierdoor kunnen de activiteiten van de <strong>Oude</strong>kerkgemeente een<br />
grotere bekendheid krijgen. Zie hiertoe ook het hoofdstuk<br />
"Evangelisatie en communicatie”<br />
3.6. AANDACHTSPUNTEN<br />
Voor de eerstkomende jaren formuleren we de volgende<br />
aandachtspunten:<br />
ten aanzien van de kerkenraad:<br />
- het zo goed mogelijk vervullen van de aan de<br />
wijkkerkenraad toevertrouwde taken<br />
- het werken aan het profiel van onze wijkgemeente op een<br />
wijze waarbij we evenwicht zoeken tussen identiteit en<br />
verscheidenheid<br />
- het in principe elke vergadering houden van een gespreks-<br />
/bezinningsmoment waarbij allerlei onderwerpen ter<br />
verdieping en toerusting aan bod kunnen komen<br />
- het ontwikkelen van een wijze van vergaderen waarin
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
openheid, respect, veiligheid, zakelijkheid en<br />
tijdsbeheersing belangrijke facetten zijn<br />
- het bevorderen van het saamhorigheidsgevoel door het<br />
geregeld houden van een bezinningsdag of een dagje uit.<br />
- het werken aan een goed evenwicht tussen enerzijds<br />
betrokkenheid van de gemeente bij besluitvorming en<br />
anderzijds het nemen van eigen verantwoordelijkheid door de<br />
wijkkerkenraad<br />
- het, in het kader van een herschikking van taken,<br />
overwegen in hoeverre bestaande vacatures alle moeten worden<br />
vervuld<br />
ten aanzien van het consistorie:<br />
- te blijven zorgdragen voor een goed overleg tussen en<br />
toerusting van ouderlingen, pastoraal werkers en predikant<br />
ten aanzien van het college van diakenen:<br />
- zich te blijven inzetten voor activiteiten voor oudere,<br />
zieke en noodlijdende gemeenteleden en anderen die een<br />
beroep op de diaconie doen<br />
- zich, o.a. projectsgewijs, in te spannen ter bestrijding<br />
van de materiële nood van onze naasten verweg<br />
- te verkennen op welke manieren onze wijkgemeente in de<br />
samenleving van <strong>Zoetermeer</strong>-centrum meer en duidelijker<br />
diaconaal present kan zijn<br />
ten aanzien van het college van wijkkerkvoogden:<br />
- leiding te blijven geven aan de verzorging van alle<br />
stoffelijke zaken van onze wijkgemeente, voor zover niet<br />
centraal geregeld<br />
- met oog voor een goede voortgang van het geheel van de<br />
Hervormde <strong>Gemeente</strong> van <strong>Zoetermeer</strong>, de belangen van de<br />
<strong>Oude</strong>kerkgemeente in het centrale College van <strong>Kerk</strong>voogden zo<br />
goed mogelijk te behartigen<br />
ten aanzien van commissies/organen van bijstand:<br />
- duidelijkheid te scheppen in de status van de diverse<br />
commissies en hun relatie tot de wijkkerkenraad<br />
- een goede communicatie, o.a. in de vorm van geregeld<br />
overleg, met de verschillende commissies/organen van<br />
bijstand<br />
ten aanzien van Centrale <strong>Kerk</strong>enraad en andere organen:<br />
- in het belang van het geheel van de Hervormde <strong>Gemeente</strong> van<br />
<strong>Zoetermeer</strong> positief mee te denken met de Centrale <strong>Kerk</strong>enraad<br />
in haar eigen verantwoordelijkheid<br />
- ditzelfde ten aanzien van Centrale Diaconie en het<br />
centrale College van <strong>Kerk</strong>voogden<br />
- trouw te blijven deelnemen in het vergaderen en werken van<br />
de classicale vergadering<br />
- waar nodig contacten te leggen en/of te onderhouden met<br />
overheden en andere instanties ten behoeve van getuigenis en<br />
dienst door onze wijkgemeente
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
HOOFDSTUK 4: DE EREDIENST<br />
4.0. UITGANGSPUNT<br />
In de eredienst klopt het hart van ons gemeente-zijn. De<br />
geografische verspreiding van onze gemeenteleden maakt het<br />
belang van de kerkdienst als brandpunt van ons kerk-zijn des<br />
te groter. Daarbij zoeken wij naar een invulling van de<br />
kerkdienst die mensen van verschillende achtergronden en<br />
leeftijden kan aanspreken. Naast de centrale<br />
Woordverkondiging streven we naar vormgevingen die aan de<br />
inhoud van het evangelie geen afbreuk doen, maar deze<br />
versterken en de kerkdienst verlevendigen.<br />
4.1. BESCHRIJVING<br />
In het gemeenteleven van de <strong>Oude</strong>kerkgemeente staat de<br />
eredienst centraal. Elke zondag worden er een ochtend- en<br />
avonddienst gehouden. Rond de feestdagen en op bid- en<br />
dankdag worden extra en/of bijzondere diensten gehouden.<br />
Ongeveer eens per twee maanden wordt gelegenheid gegeven tot<br />
bediening van de Heilige Doop. Het Heilig Avondmaal wordt<br />
zes maal per jaar gevierd, wisselend 's ochtends, 's avonds<br />
of in beide diensten. Bijzondere diensten zijn voorts de<br />
kerk-schooldiensten, diensten voor doven of verstandelijk<br />
gehandicapten, die onregelmatig in overleg met<br />
desbetreffende commissies of instanties worden<br />
georganiseerd.<br />
Gemiddeld vier á vijf keer per maand gaat de wijkpredikant<br />
voor. Overige diensten worden ingevuld door andere<br />
<strong>Zoetermeer</strong>se predikanten en gastvoorgangers. De liturgie is<br />
betrekkelijk sober en, behalve het onderscheid tussen<br />
wetslezing/genadeverkondiging en geloofsbelijdenis, 's<br />
ochtends en 's avonds in hoofdzaak gelijk. Centraal in de<br />
kerkdiensten van de <strong>Oude</strong>kerkgemeente staan doorgaans de<br />
lezing en verkondiging van Gods Woord. Ondanks de in<br />
beginsel sobere vormgeving, heeft dankzij het mooie orgel en<br />
onze cantor-organist de muziek in de liturgie een<br />
belangrijke plaats. Bijzonder gewaardeerd wordt ook de<br />
regelmatige medewerking van de cantorij. Minder frequent<br />
levert ook het interkerkelijk jongerenkoor "Hatikva" een<br />
bijdrage aan de eredienst. Om de avonddienst een eigen<br />
accent te geven en daarmee aantrekkelijker te maken heeft de<br />
kerkenraad reeds enige tijd geleden het houden van een<br />
aantal (series) leerdiensten aanbevolen. In 1999 is met<br />
hetzelfde oogmerk positief besloten inzake de medewerking<br />
van koren, muzikaal solisten e.d., in enkele avonddiensten.<br />
In de afgelopen jaren is de aandacht voor de kinderen en<br />
jongeren in de eredienst toegenomen. De waarde die onze<br />
gemeente hecht aan een uitlegkundig en theologisch gedegen<br />
verkondiging van het Woord van God, is een extra reden voor
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
het streven naar een geleidelijk kunnen groeien in de<br />
kerkdienst door onze kinderen en jongeren. Hiertoe<br />
functioneren wekelijks de kindernevendienst en eens per<br />
veertien dagen "de Jonge <strong>Kerk</strong>". Bovendien wordt "een moment<br />
voor de kinderen" in de dienst op prijs gesteld. Ook het<br />
zingen van het "lied van de week" en/of een kinderlied en de<br />
projecten in de tijd voor Kerst en Pasen vergroten de<br />
betrokkenheid van kinderen en gezinnen. Het destijds in de<br />
oude kerkelijke structuur door het zogenaamde "groot<br />
moderamen" van de (thans opgesplitste) wijkgemeente 1<br />
genomen besluit tot openstelling van de viering van het<br />
Heilig Avondmaal voor kinderen is in de <strong>Oude</strong>kerkgemeente met<br />
name vertaald in de bijzondere Pesach/Avondmaalsviering voor<br />
jonge gezinnen op Witte Donderdag. Daarnaast vergezellen<br />
enkele jongeren hun ouders in de reguliere vieringen.<br />
Anderen wachten tot het moment dat openbare belijdenis van<br />
het geloof is afgelegd.<br />
Om de kerkdienst ook een ontmoetingspunt te laten zijn voor<br />
de veelal verspreid wonende gemeenteleden, wordt twee maal<br />
per maand na de dienst koffie gedronken. Via de bloemengroet<br />
wordt de verbondenheid met zieken en gemeenteleden in<br />
bijzondere omstandigheden onderstreept. Het belang dat de<br />
<strong>Oude</strong>kerkgemeente hecht aan de aandacht voor zieken thuis, in<br />
ziekenhuizen en verpleeghuizen, blijkt ook uit de wekelijks<br />
bijgewerkte lijsten in de hal, en hun nadrukkelijke plaats<br />
in de voorbeden. In de gebeden wordt ook geregeld de<br />
verbondenheid verwoord met de tientallen, meest oudere<br />
gemeenteleden die onze kerkdiensten via de kerktelefoon of<br />
de cassetteband volgen.<br />
4.2. ENKELE FACETTEN VAN DE KERKDIENST NADER BELICHT<br />
4.2.1. DE KERKDIENST ALS DIENST VOOR DE HELE GEMEENTE<br />
Ook in het kerkbezoek is merkbaar dat de <strong>Oude</strong>kerkgemeente<br />
relatief veel ouderen telt. Duidelijk minder aanwezig zijn<br />
gemeenteleden in de middenleeftijden, gezinnen met kinderen<br />
en jongeren, en jongere gemeenteleden in het algemeen. De<br />
ook aan onze gemeente niet voorbijgaande verschijnselen van<br />
kerkverlating vergroten de vergrijzing van de zondagse<br />
kerkbezetting. Niet alleen omdat de jeugd onze toekomst<br />
inhoudt, maar vooral omdat wij, gedreven door Christus'<br />
liefde voor mensen van alle categorieën, een gemeente willen<br />
zijn waar men zich van jong tot oud thuis kan voelen, vraagt<br />
de plaats van genoemde kwetsbare groepen onze voortgaande<br />
aandacht. Hiertoe willen we zoeken naar aanvullende vormen,<br />
die met name hen kunnen aanspreken. Gesproken zou kunnen<br />
worden over de wijze waarop het nu reeds geregeld gehouden<br />
"moment voor de kinderen" nog beter en in samenwerking met<br />
de kindernevendienst invulling kan krijgen. Voorts zouden we<br />
ons kunnen bezinnen of er ook (eventueel bij afwisseling)<br />
"een moment voor de jongeren" moet komen, dat in
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
samenwerking met de "Jonge <strong>Kerk</strong>" kan worden vormgegeven. Ook<br />
het verbreden van het liedrepertoire met liederen die<br />
genoemde leeftijdsgroepen meer aanspreken is een punt van<br />
overweging.<br />
Van belang is voorts om in het geregelde pastoraat<br />
(huisbezoek) de waarde van de kerkdienst te onderstrepen;<br />
dit geldt tevens voor catechese, doopzittingen; doop- of<br />
jonge-ouderskringen enz.; te overwegen is ook of een vorm<br />
van groothuisbezoek of huiskameravond voor sommige gezinnen/jongeren<br />
drempelverlagend naar de kerkdienst zou kunnen<br />
werken.<br />
Verder is het een uitdaging te zoeken naar uitnodigende en<br />
evangeliserende vormen van werving die gezinnen en jongeren<br />
in onze wijkgemeente ertoe zouden kunnen bewegen de gang<br />
naar de kerk (meer) te wagen. Mede daartoe is sinds 2000 een<br />
evangelisatiecommissie actief.<br />
Daarnaast overwegen we om - vanuit de visie van "een<br />
gemeente voor alle leeftijden" - de doelgroep van de<br />
zondagse bloemengroet van de gemeente te verbreden tot,<br />
naast zieken, ouderen en eenzamen, ook bruidsparen, gezinnen<br />
bij een geboorte, rond een huwelijksjubileum, examens,<br />
aantredende en scheidende ambtsdragers enz. Daartoe kan<br />
overwogen worden te gaan werken met grote bossen bloemen,<br />
die in kleinere boeketten kunnen worden verdeeld en aan<br />
gemeenteleden worden geschonken. Ook zouden, met behoud van<br />
het karakter van een zondagse groet uit de gemeente, andere<br />
attenties kunnen worden gebruikt zoals een boekje met mooie<br />
teksten/gedichten.<br />
4.2.2. DE KERKDIENST ALS PLAATS VAN ONTMOETING<br />
De voor onze tijd kenmerkende individualistische beleving<br />
van geloof en kerk is ook in onze gemeente merkbaar. Hoewel<br />
velen elkaar in mindere of meerdere mate kennen en er voor<br />
en na de dienst menig "praatje" wordt gemaakt, ontbreekt het<br />
dikwijls aan werkelijke verbondenheid, waarin gemeenteleden<br />
en gasten zich opgenomen kunnen voelen. Hoewel het geregeld<br />
koffiedrinken na de dienst een beter onderling contact zeker<br />
bevordert, maakt een beperkte groep hiervan gebruik. Het<br />
vergroten van de onderlinge gemeenschapsband in en rond de<br />
kerkdienst blijft derhalve een belangrijke doelstelling.<br />
Voorts moet vermeld worden dat het relatief grote aantal,<br />
deels onbekende gastvoorgangers in de <strong>Oude</strong> <strong>Kerk</strong> de<br />
saamhorigheid (die ook samenhangt met vertrouwdheid en<br />
herkenbaarheid) evenmin ten goede komt.<br />
Mogelijkheden om de onderlinge ontmoeting van gemeenteleden<br />
in en rond de kerkdienst te bevorderen zijn:<br />
- het belang van het attent zijn op elkaar meer benadrukken,<br />
als een verantwoordelijkheid voor zowel gemeenteleden als<br />
kerkenraadsleden. In het bijzonder speelt dit bij ziekte en<br />
andere noden, verhuizing e.d., waardoor mensen soms
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
geruisloos "uit beeld verdwijnen".<br />
- het element van "samen gemeente zijn" nadrukkelijk doen<br />
uitkomen door de wijze waarop de voorbeden plaatsvinden. Van<br />
groot belang blijft het bij name noemen van gemeenteleden in<br />
bijzondere zorgen of vreugden. Ook het voorbedenboek heeft<br />
hierbij een gemeenschapsbevorderende rol. Waardevol is ook<br />
het in de afkondigingen kort noemen van zaken die het gevoel<br />
van de gemeente als "huisgezin" versterken, zoals jeugd-,<br />
kring- en verenigingswerk. Een goede wisselwerking tussen<br />
deze "cel-vormen" van gemeente-zijn en de zondagse<br />
kerkdienst is heilzaam voor de gemeenschapszin. Ook in de<br />
prediking dient het belang van "samen gemeente zijn"<br />
geregeld benadrukt te worden.<br />
- meer plaats geven aan de samenzang, aangezien dit element<br />
van de kerkdienst bij uitstek het gevoel van saamhorigheid<br />
versterkt. In bijzondere zin kan gedacht worden aan het in<br />
een zekere regelmaat houden van zangdiensten (zie verder<br />
onder 4.2.3), in meer algemene zin aan het, mits kritisch<br />
gewogen, verbreden van het liederenrepertoire met<br />
aansprekende liederen voor verschillende leeftijdsgroepen.<br />
In het bijzonder zouden enkele van deze liederen, te<br />
beginnen met één ochtenddienst per maand, voor de dienst<br />
gezongen kunnen worden. Daarnaast zou het een goede zaak<br />
zijn wanneer uit het reeds gebruikte "Liedboek voor de<br />
<strong>Kerk</strong>en" meer liederen worden benut en zo nodig, eventueel<br />
met hulp van de cantorij, worden aangeleerd.<br />
- het overwegen of bij de invulling van het preekrooster er<br />
meer vertrouwde gezichten op de kansel kunnen staan. De<br />
nieuwe situatie met een bijstand in het pastoraat biedt<br />
daartoe wellicht mogelijkheden. Wanneer naast de<br />
wijkpredikant (4/5 maal per maand) ook de bijstand in het<br />
pastoraat twee of drie keer per maand in de <strong>Oude</strong> <strong>Kerk</strong> zou<br />
voorgaan, draagt dat positief bij aan de herkenbaarheid en<br />
daarmee aan de gemeenschapszin in onze gemeente. Dit geldt<br />
ook ten aanzien van het reeds nu geregeld voorgaan van<br />
enkele <strong>Zoetermeer</strong>se predikanten in de <strong>Oude</strong> <strong>Kerk</strong>. Bovendien<br />
is dit punt van belang als we een aantal kerkdiensten een<br />
meer specifieke invulling zouden willen geven (zie 4.2.3).<br />
Bij een beperkter aantal gastvoorgangers kan men zich dan<br />
vooral richten op die predikers die we graag eens in onze<br />
kerk zouden willen horen.<br />
- bij de geregelde Avondmaalsviering het gemeenschapsaspect<br />
benadrukken. Dit kan nog explicieter gebeuren in diensten<br />
van voorbereiding en dankzegging, die niet bij enkelvoudige<br />
Avondmaalsdiensten, maar wel op en rond complete<br />
Avondmaalszondagen plaatsvinden.<br />
4.2.3. DE AVONDDIENST ALS DIENST MET EEN EIGEN GEZICHT<br />
Een al jaren bestaand probleem betreft de teruglopende<br />
belangstelling voor de avonddienst. Hoewel het kerkbezoek 's<br />
avonds in het algemeen het houden van een tweede dienst<br />
zonder meer nog rechtvaardigt, noopt de merkbare daling van<br />
kerkgangers in de avonddienst tot nadere bezinning. Nog
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
slechts een kleine groep van onze gemeenteleden beleeft het<br />
"twee-keer-per-zondag-naar-de-kerk-gaan" als<br />
vanzelfsprekend. Velen voelen zich wel bij enkel de<br />
ochtenddienst of zien de avonddienst als een welkom<br />
alternatief bij verhindering 's morgens. Een grondleggende<br />
vraag, die wij hier niet beantwoorden, is of wij het "tweekeer-per-zondag-naar-kerk-gaan"<br />
willen promoten als "iets<br />
dat eigenlijk toch zou moeten" of beschouwen als een,<br />
aantrekkelijker te maken, mogelijkheid. Met betrekking tot<br />
dit laatste is te wijzen op de grotendeels gelijke invulling<br />
van ochtend- en avonddienst, die een bijkomende reden is<br />
waarom veel gemeenteleden één dienst per zondag wel genoeg<br />
vinden. Het geven van een eigen gezicht van de avonddiensten<br />
of een aantal daarvan zou niet alleen bestaande kerkgangers<br />
kunnen motiveren om vaker een tweede maal te komen, maar zou<br />
ook anderen kunnen aantrekken en daarmee een wervende<br />
uitwerking hebben. Te overwegen zou daarom zijn:<br />
- de avonddienst vaker een eigen karakter te geven:<br />
bijvoorbeeld: een leer- of themadienst; een jeugddienst<br />
(vooral bedoeld als dienst die wordt medevoorbereid en -<br />
uitgevoerd door jongeren, bijv. een catechese-groep); een<br />
zangdienst/”sing-in” (als dienst met meer samenzang,<br />
eventueel door gemeenteleden zelf op te geven, mogelijk ook<br />
met een breder liedrepertoire, zie 4.2.1 en 4.2.2), een<br />
zangdienst met koor of muzikaal solist (reeds nu het geval).<br />
In het verleden genomen kerkenraadsbesluiten kunnen hierbij<br />
ingepast worden in een overkoepelende opzet, waarbij<br />
gedurende het winterseizoen van elke categorie vier of vijf<br />
diensten worden gehouden. Via een goede P.R. via kranten,<br />
posters e.d. kan getracht worden hiervan ook een wervende<br />
uitstraling te doen uitgaan. Omdat er ook gemeenteleden zijn<br />
die alleen de avonddienst (kunnen) bezoeken, is het van<br />
belang dat ook de "gewone" avonddienst regelmatig blijft<br />
bestaan.<br />
- ook om deze reden te streven naar meer vertrouwde<br />
voorgangers op de kansel, omdat deze zich makkelijker dan<br />
gastpredikanten kunnen aanpassen aan een bijzondere dienst.<br />
Behalve de wijkpredikant en de bijstand in het pastoraat,<br />
zouden ook andere <strong>Zoetermeer</strong>se predikanten, die jaarlijks<br />
een aantal preekbeurten in de <strong>Oude</strong> <strong>Kerk</strong> vervullen, kunnen<br />
worden gevraagd hieraan mee te werken.<br />
4.4. AANDACHTSPUNTEN<br />
In de komende jaren nemen wij ons voor:<br />
- evenals voorheen de eredienst als centraal gebeuren in het<br />
gemeenteleven te laten functioneren, waarbij de lezing en<br />
verkondiging van Gods Woord grote nadruk houdt. Van belang<br />
is hierbij voor de eigen predikant voldoende tijd<br />
beschikbaar te stellen voor een gedegen voorbereiding van de<br />
door hem te leiden diensten.<br />
- daarbij te zoeken naar aanvullende vormen en uitnodigende<br />
methoden van werving om het kerkbezoek voor mensen van alle
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
leeftijden aantrekkelijk te maken.<br />
- de thans een tiental jaren in onze wijkgemeente<br />
functionerende "vertaling" van het op centraal niveau<br />
genomen besluit voor openstelling van het Heilig Avondmaal<br />
voor kinderen te evalueren.<br />
- Door middel van het realiseren van hierboven reeds<br />
genoemde ideeën het ontmoetingskarakter van de kerkdienst te<br />
versterken en avonddiensten in toenemende mate een eigen<br />
gezicht te geven.
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
HOOFDSTUK 5: PASTORAAT<br />
5.0. UITGANGSPUNT<br />
Het pastoraat zien we primair als een bijbelse opdracht van<br />
en voor de hele gemeente. Niet enkel de ambtsdragers, maar<br />
ook gemeenteleden mogen pastorale zorg geven aan elkaar. In<br />
een situatie waarin niet alleen de grootte en vergrijzing<br />
van onze gemeente het ambtelijke pastoraat meer en meer<br />
onder druk zet, maar ook het vinden van ambtsdragers voor<br />
het pastoraat steeds moeilijker wordt, willen we de<br />
uitdaging aangaan om nieuwe, aanvullende vormen van<br />
pastoraat te zoeken, waarbij ook gemeenteleden actief<br />
betrokken zijn bij het verlenen van pastorale zorg.<br />
5.1. EEN TAAK VOOR ALLEN<br />
Het pastoraat beschouwen we primair als een taak van allen<br />
voor allen. Alle gemeenteleden zijn geroepen een gemeenschap<br />
te vormen, waarbinnen herderlijke zorg is voor elkaar in de<br />
vorm van aandacht, medeleven, onderlinge bemoediging en<br />
geestelijk gesprek. In dit kader vervullen in alle<br />
bescheidenheid ook kring- en verenigingswerk, koffiedrinken<br />
na de dienst, koffie-ochtenden en ouderenmiddagen een<br />
belangrijke functie. Al deze zaken vormen kleinere<br />
structuren in het grote geheel van onze gemeente, waarbinnen<br />
onderling pastoraat (in de ruime zin van liefdevolle<br />
aandacht voor de naaste) gestalte kan krijgen.<br />
5.2. BIJZONDER PASTORAAT<br />
Aan de ouderlingen, predikant en bijstand in het pastoraat<br />
zijn in het bijzonder pastorale taken toevertrouwd. Zij<br />
worden daarin ondersteund door pastoraal medewerkers. Ook<br />
noemen we met dankbaarheid de inzet van de H.V.D.-sters, die<br />
onder meer vele oudere gemeenteleden trouw bezoeken. Een<br />
relatief nieuw verschijnsel in onze gemeente is dat sommige<br />
pastoraal medewerkers een deel van het vroegere<br />
ouderlingenwerk voor hun rekening nemen. Evenals de<br />
ouderlingen trachten zij met een zekere regelmaat de<br />
gemeenteleden van hun wijk te bezoeken. Bijzondere aandacht<br />
is er voor gemeenteleden in omstandigheden van zorg, ziekte<br />
of rouw. Ook bij bijzondere vreugden zoals huwelijksjubilea,<br />
geboorten enz. wordt een bezoek gebracht.<br />
In de oude situatie was onze wijkgemeente ingedeeld in negen<br />
sectoren, met elk een ouderling, eventueel bijgestaan door<br />
pastoraal medewerkers. Reeds langere tijd bleek het niet<br />
meer mogelijk voor alle wijken een ouderling te vinden. Bij<br />
de ambtsdragerswisseling in januari 2000 werden er opnieuw<br />
wijken vacant. Daarnaast werd het voor menig ouderling<br />
steeds meer problematisch een zo grote wijk (150 tot 180<br />
eenheden) te bewerken. We moeten onder ogen zien dat een
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
dergelijk aantal te bezoeken gemeenteleden afschrikkend kan<br />
werken op potentiële ouderlingen. Bovendien bevatten deze<br />
grote wijken veel randleden. Dit had dikwijls frustrerende<br />
en demotiverende ervaringen tot gevolg.<br />
Het beleid voor de komende jaren is daarom in het pastoraat<br />
te gaan werken met kleinere taken: meer mensen nemen<br />
behapbare stukjes gemeentewerk op zich. Inmiddels is hiertoe<br />
een aantal gemeenteleden als pastoraal medewerker actief.<br />
Zij hebben elk ongeveer 25 adressen van relatief meelevende<br />
gemeenteleden onder hun hoede. In de praktijk hebben deze<br />
pastoraal medewerkers een deel van het ouderlingenwerk<br />
overgenomen. Hiertoe hebben zij dan ook een belofte van<br />
geheimhouding afgelegd. Ook zijn zij betrokken bij de<br />
vergaderingen van het consistorie, die maandelijks ter<br />
overleg en toerusting worden gehouden. Ook de enige, bij de<br />
ambtsdragerswisseling in januari 2000 aangetreden ouderling<br />
heeft als “ouderling-nieuwe-stijl” een wijk van ongeveer 25<br />
adressen. In dit licht benadrukken we het verlangen om in<br />
het bezoekwerk zo veel mogelijk te blijven werken met<br />
ouderlingen. Het functioneren in het ambt kan immers zowel<br />
voor ouderlingen als voor bezochte gemeenteleden een<br />
geestelijke meerwaarde aan het pastoraat geven.<br />
Naast deze nieuwe, verkleinde wijken zijn er nog ouderlingen<br />
in bestaande, grote wijken actief. Sommigen worden daarin<br />
bijgestaan door een of meer pastoraal medewerkers. Deze<br />
werken onder hun verantwoordelijkheid en wonen enkele malen<br />
per jaar het consistorie bij. Het is wel de bedoeling om op<br />
termijn ook uit deze `oude' wijken de zgn. randleden “uit te<br />
filteren”. Dit wil zeggen: die gemeenteleden, die duidelijk<br />
hebben aangegeven geen bezoek van de kerk op prijs te<br />
stellen en anderszins niet kerkelijk meelevend zijn, worden<br />
uit de bezoekadministratie van ouderlingen en pastoraal<br />
medewerkers verwijderd. Deze randleden vormen een<br />
afzonderlijk bestand, dat wordt toevertrouwd aan een hiertoe<br />
in te stellen evangelisatiecommissie. Deze commissie arbeidt<br />
onder leiding van een hiertoe aan te stellen evangelisatieouderling.<br />
Een van de doelstellingen van de evangelisatiecommissie<br />
is deze randleden op andere, meer geschikte<br />
manieren te benaderen. De randleden worden dus allesbehalve<br />
vergeten! De bedoeling is juist dat zij op deze wijze beter<br />
passende aandacht vanuit de kerk zullen krijgen. Bijna ten<br />
overvloede zij vermeld dat bij enig signaal dat een randlid<br />
bezoek van de kerk op prijs stelt, hiertoe actie wordt<br />
ondernomen door de evangelisatie-ouderling. Deze geeft naar<br />
bevind van zaken het adres door aan de ouderling of<br />
pastoraal medewerker van de desbetreffende wijk, die dit<br />
gemeentelid (weer) onder zijn/haar hoede neemt. Voor het<br />
werk van de evangelisatiecommissie verwijzen we naar<br />
hoofdstuk 8.<br />
Naast de ouderlingen zijn predikant en bijstand in het
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
pastoraat in de gemeente actief. De grootte van onze<br />
wijkgemeente brengt met zich mee dat hun werkzaamheden zich<br />
in de eerste plaats op gemeenteleden in bijzondere<br />
omstandigheden richten. Aan de bijstand in het pastoraat<br />
zijn de “ouderenconcentraties” in Schoutenhoek en Nassaulaan<br />
met alle bijkomende werkzaamheden toevertrouwd. De<br />
wijkpredikant verzorgt het pastorale werk voor het overige<br />
deel van de wijkgemeente. We zijn dankbaar voor deze, sinds<br />
1998 bestaande situatie. In voorbije jaren bleek het<br />
pastorale predikantswerk voor een enkele predikant immers<br />
veel te zwaar. Dit ging ten koste van de predikanten zelf.<br />
Bovendien kwamen andere, wezenlijke facetten van het<br />
gemeentewerk hierdoor onvoldoende aan bod. Met het oog op de<br />
opbouw van onze gemeente in de toekomst, achten wij de<br />
huidige constructie daarom onmisbaar en noodzakelijk.<br />
5.3. BELEIDSVOORNEMENS<br />
In het licht van bovenstaande opmerkingen formuleren wij<br />
voor het beleid van de komende jaren enkele aandachtspunten:<br />
- het uitdragen naar de gemeente van de noodzaak onderling<br />
pastoraal betrokken te zijn, op een wijze als in paragraaf<br />
5.1. is omschreven<br />
- het van harte blijven ondersteunen van daaraan<br />
bijdragende, eveneens in paragraaf 5.1. genoemde<br />
activiteiten<br />
- het geleidelijk inschakelen van meer gemeenteleden bij het<br />
pastorale werk om dit op goede en behapbare wijze te doen<br />
voortgaan<br />
- het zo mogelijk aanstellen van ouderlingen die ambtshalve<br />
het pastoraat kunnen verrichten of ondersteunen<br />
- het zo goed mogelijk benutten van de maandelijkse<br />
consistorie-vergaderingen voor onderling overleg,<br />
bemoediging en toerusting van ouderlingen, pastoraal<br />
medewerkers en predikant<br />
- het voor de toekomst zeker stellen van de huidige<br />
constructie, waarin naast de wijkpredikant een bijstand in<br />
het pastoraat een substantieel deel van het<br />
predikantspastoraat verzorgt
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
HOOFDSTUK 6: JEUGDWERK<br />
6.0. UITGANGSPUNTEN<br />
Over de zorg voor mensen van alle leeftijden<br />
De kerk van Christus is principieel bedoeld voor mensen van<br />
alle leeftijden. Zoals Jezus mensen van jong tot oud op hun<br />
eigen niveau aanprak en liefhad, mogen ook wij vormen van<br />
gemeente-zijn zoeken voor mensen van alle leeftijden. Hoewel<br />
de <strong>Oude</strong>kerkgemeente relatief veel ouderen kent, - en de<br />
pastorale en diaconale zorg en aandacht voor ouderen<br />
daardoor een betrekkelijk grote plaats inneemt – willen we<br />
vanuit het evangelie ernst maken met onze roeping voor<br />
allen. Wij weten ons geroepen om uit Gods kracht zo aan onze<br />
gemeente te bouwen, dat daarin ouderen, mensen van<br />
middelbare leeftijd, gezinnen, jongeren en kinderen zich<br />
thuis kunnen voelen en kunnen groeien in de dienst aan God<br />
en elkaar.<br />
Over het jeugdwerk<br />
In het jeugdwerk geven we gestalte aan onze missie om jonge<br />
mensen – aangepast aan hun niveau – in aanraking te brengen<br />
met het evangelie en een veilige plaats in de gemeente te<br />
bieden. Daarbij dienen inhoudelijke toerusting van jongeren<br />
en het bieden van verantwoorde mogelijkheden van ontmoeting<br />
en ontspanning samen op te gaan. Wanneer jongeren binnen de<br />
gemeente elkaar ontmoeten en gemeenschappen kunnen vormen,<br />
onstaan er kansen om hen meer bij het geloof en het<br />
kerkelijk leven te betrekken, alsook om rand- en<br />
buitenkerkelijke jongeren te bereiken.<br />
6.1. CATECHESE<br />
Ter toerusting van de jongeren van onze gemeente worden er<br />
catechisaties gegeven. Deze toerusting dient niet ter<br />
vervanging, maar ter aanvulling en ondersteuning van de<br />
geloofsopvoeding die jongeren – overeenkomstig de afgelegde<br />
gelofte bij de Doop – van hun ouders ontvangen. Het<br />
hoofddoel van de catechese is de jongeren vertrouwd te maken<br />
met de hoofdpunten van het christelijk geloof en hen – voor<br />
zover van onze kant mogelijk – toe te leiden naar een<br />
zelfstandig antwoord op de heilige Doop (openbare<br />
geloofsbelijdenis). Overigens is het ontvangen hebben van de<br />
(kinder)doop geen voorwaarde om catechese te volgen.<br />
Geregeld schuiven ook catechisanten aan die niet gedoopt<br />
zijn, maar dit sacrament bij het afleggen van de openbare<br />
geloofsbelijdenis kunnen ontvangen.<br />
Elk seizoen wordt er voor verschillende leeftijdsgroepen een<br />
reeks catechisaties gegeven. Om de veertien dagen komen de<br />
catechisanten samen. Hiermee komen we tegemoet aan de volle<br />
agenda, waarmee veel jongeren al kampen. Ook de relatief<br />
grote afstand die menig jongere voor de catechisatie moet<br />
afleggen
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
42<br />
vormt een reden voor een iets minder frequent, maar per keer<br />
wel iets langer geven van de catechese dan vroeger<br />
gebruikelijk was.<br />
Doorgaans worden jongelui vanaf hun 12/13-de jaar (begin<br />
middelbare school) voor de catechisatie uitgenodigd. Het<br />
blijft een uitdaging om ouders en jongeren van het belang<br />
van de catechese te doordringen. Enerzijds gaat het hier om<br />
“randleden”, die vaak wel hun kind lieten dopen. Anderzijds<br />
zijn er ook meelevende gezinnen, die andere prioriteiten<br />
stellen en de geloofsopvoeding vooral als een privé-zaak<br />
opvatten. Gericht uitnodigen en zo mogelijk persoonlijk<br />
aanspreken zijn hier van belang. Ook zal reeds bij de Doop<br />
van kinderen over het belang van catechese en de<br />
consequenties van de doopgelofte moeten worden gesproken.<br />
Wellicht is het goed om daartoe ook – niet al te lang na de<br />
Doopbediening - een (reeks) Doopavond(en) voor doopouders te<br />
organiseren om met hen over de geloofsopvoeding door te<br />
praten. Dergelijke doopavonden zouden ook de overgang naar<br />
de Jonge <strong>Oude</strong>rskring kunnen vergemakkelijken. Deze kring is<br />
bedoeld als een meer permanente ontmoetings- en<br />
gespreksplaats voor ouders met jonge, gedoopte kinderen. Ter<br />
vergroting van de betrokkenheid bij kerkelijke<br />
geloofsopvoeding en catechese zou ook een vervolg van deze<br />
kring voor ouders met kinderen in de tienerleeftijd<br />
wenselijk zijn.<br />
De catechese wordt in beginsel gegeven door de<br />
wijkpredikant. Hoewel er op zich geen bezwaar is tegen het<br />
inzetten van gemeenteleden als “huiscatecheet”, maakt het<br />
relatief geringe aantal catechisanten dat vanuit het oogpunt<br />
van werkdruk voor de predikant niet noodzakelijk. Bovendien<br />
is een goed en persoonlijk contact tussen de wijkpredikant<br />
en de jongeren van de gemeente van grote waarde.<br />
Waardevol is de ondersteuning van de predikant bij<br />
(activiteiten rond) de catechese door enkele ouders, die<br />
samen met hem een “catechesecommissie” vormen. De<br />
betrokkenheid van ouders proberen we ook te bevorderen door<br />
het jaarlijks houden van een catecheseuur voor de ouders.<br />
Omdat de aanwezigheid van belijdeniscatechisanten in onze<br />
gemeente helaas geen vanzelfsprekendheid is, wordt deze vaak<br />
in combinatie met de catechisatie voor oudere jongeren<br />
gegeven. Via persoonlijke gesprekken wordt in de loop van<br />
het jaar duidelijk welke jongeren belijdenis van het geloof<br />
willen afleggen. Op de zgn. “aannemingsavond” vindt<br />
vervolgens kennismaking met (een delegatie van) de<br />
kerkenraad plaats. Ook worden de nieuwe lidmaten dan formeel<br />
toegelaten tot het doen van belijdenis.<br />
6.2. JEUGDWERK IN EN RONDOM DE KERKDIENST<br />
Verschillende vormen van jeugdwerk hangen samen met de<br />
plaats van de jeugd in de kerkdienst. Wezenlijk is daarbij
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
de visie dat kinderen volwaardige gemeenteleden zijn.<br />
Daarbij past een<br />
43
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
volwaardige plaats in de eredienst, waarbij zij – op hun<br />
eigenniveau – ten volle kunnen participeren in de<br />
kerkdienst. In dat licht bezien, zijn kinderoppas,<br />
kindernevendienst en Jonge <strong>Kerk</strong> geen nevenactiviteiten, maar<br />
wezenlijke onderdelen van en fundamenteel verbonden met de<br />
zondagse eredienst. Het zou goed zijn om daarbij een beleid<br />
te ontwikkelen waarbij volgens een duidelijk concept en een<br />
doorgaande lijn kinderen en jongeren worden aangesproken en<br />
betrokken bij de eredienst van de gemeente.<br />
6.2.1. KINDEROPPAS<br />
Tijdens de ochtenddiensten van onze gemeente worden de<br />
kinderen tot vier jaar opgevangen in de kinderoppas.<br />
Verschillende gemeenteleden vervullen bij rooster deze<br />
oppasdienst. Voorheen viel de zorg voor de kinderoppas onder<br />
de Hervormde Vrouwendienst (HVD). Onlangs is besloten ook de<br />
kinderoppas onder het Jeugwerkoverleg te laten vallen. Ook<br />
de kinderoppas kan nu al worden meegenomen in een te<br />
ontwikkelen beleids- en werkplan, dat ook kindernevendienst<br />
en Jonge <strong>Kerk</strong> omvat.<br />
6.2.2. KINDERNEVENDIENST<br />
Voor de kinderen van 4 tot 12 jaar (basisschool-leeftijd)<br />
wordt tijdens een deel van de zondagochtenddiensten<br />
kindernevendienst gehouden. Verdeeld over twee<br />
leeftijdsgroepen luisteren zij naar een Bijbelvertelling,<br />
zingen liedjes en maken dikwijls een bij het verhaal<br />
passende verwerking. Een groep leidinggevenden verzorgt de<br />
kindernevendienst. Deze groep vormt een onder de kerkenraad<br />
ressorterende commissie, die in de praktijk veelal<br />
zelfstandig werkt.<br />
In samenwerking met de dienstdoende predikanten kan rond het<br />
vertrek van de kinderen uit de kerk een gericht moment voor<br />
de kinderen worden gehouden. In het bijzonder gebeurt dit in<br />
de advents- en lijdenstijd. Er worden dan speciale projecten<br />
verzorgd, met bijvoorbeeld een hongerdoek, projectlied of<br />
andere bijzondere activiteiten. In alle ochtenddiensten<br />
heeft het kinderlied een vaste plaats.<br />
Ook vermelden we hier het kinderkerstfeest dat in de<br />
afgelopen jaren door de leiding van de kindernevendienst is<br />
georganiseerd. Het is een goede vorm gebleken om niet alleen<br />
de “trouw opkomende” kinderen, maar ook andere kinderen in<br />
en buiten de wijkgemeente te bereiken.<br />
De ervaringen met andere soorten van kinderwerk dagen ons<br />
uit om de vorm en inhoud van onze kindernevendienst opnieuw<br />
onder de loep te nemen. Ook hierin hopen wij te leren van<br />
anderen en van elkaar, opdat kinderen met plezier de<br />
kindernevendienst beleven en zo groeien in betrokkenheid bij<br />
geloof en eredienst.<br />
44
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
6.2.3. JONGE KERK<br />
Vanuit de behoefte om ook jongeren in de middelbare schoolleeftijd<br />
beter vast te houden, is de Jonge <strong>Kerk</strong> ontstaan.<br />
Gemiddeld om de veertien dagen biedt deze aan jongeren van<br />
12 t/m ongeveer 17 jaar de mogelijkheid om tijdens de preek<br />
onder leiding van een gemeentelid met elkaar van gedachten<br />
te wisselen over een geloofsonderwerp.<br />
Zowel het vertrek van een aantal leidinggevenden als de bij<br />
veel jongeren als moeizaam ervaren overgang van Jonge <strong>Kerk</strong><br />
naar de kerkdienst, nopen ons tot een nieuwe doordenking van<br />
vormgeving en inhoud van de Jonge <strong>Kerk</strong>. Deze doordenking zal<br />
voor een belangrijk deel plaatsvinden in onlangs opgerichte<br />
Jeugdwerk Overleg (JWO). Te denken is aan het betrekken van<br />
jongeren bij (de voorbereiding van) gezinsdiensten; een<br />
‘jongerenmoment’ in de kerkdienst of samenwerking met de<br />
kindernevendienst bij een Advents- of Paasproject. Op deze<br />
wijze hopen we een weg te vinden die kansrijk is om onze<br />
jongeren echt in onze zondagse samenkomst te laten<br />
integreren.<br />
6.2.4. HET COMBO EN SPECIALE LIEDEREN<br />
Sinds enige tijd worden er in onze diensten kinderliederen<br />
en andere liederen gezongen, die kinderen en jonge mensen<br />
vaak aanspreken. Geregeld worden deze liederen begeleid door<br />
een combo, waaraan kinderen en jongeren meewerken. Dit<br />
relatief nieuwe intitiatief wordt gemeentebreed als een<br />
verrijking van onze diensten ervaren. We hopen dat ook ook<br />
dit in de toekomst zal bijdragen tot een eredienst, waarin<br />
mensen van jong tot oud zich kunnen thuisvoelen.<br />
6.3. OPEN JEUGDWERK<br />
Verschillende, vooral op ontmoeting en ontspanning gerichte<br />
activiteiten, die we samenvatten als “Open Jeugdwerk”,<br />
werden voorheen gezamenlijk georganiseerd met de<br />
gereformeerde Pelgrimskerk. O.a. doordat deze hiervoor niet<br />
langer mensen beschikbaar had, is het H.G.J.O (Hervormd<br />
Gereformeerd Jeugdwerk Overleg) in 2000 opgeheven.<br />
Daarna georganiseerde activiteiten voor jongeren vonden<br />
vooral incidenteel plaats. Hieraan willen we concreet iets<br />
doen. Hoewel veel jongeren druk zijn, en zij geen behoefte<br />
lijken te hebben aan bijv. een wekelijkse ontspannende<br />
activiteit, is er wel degelijk belangstelling voor minder<br />
frequente, maar wel structureel plaatsvindende activiteiten.<br />
Het is de bedoeling dat het al genoemde Jeugdwerk Overleg –<br />
in overleg en samenwerking met de Jonge <strong>Kerk</strong> - zich ook hier<br />
mee gaat bezighouden.<br />
Een nieuw idee betreft het ontwikkelen van een speciaal<br />
nieuwsbulletin (“OKE-junior”) voor jongeren, dat eventueel<br />
per e-mail verzonden kan worden.<br />
Hoewel primair resorterend onder “<strong>Gemeente</strong>opbouw” noemen we<br />
ook op deze plaats de start- en slotactiviteiten aan het<br />
begin
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
45
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
en einde van het winterseizoen, en gemeenteweekeinden. Het<br />
is belangrijk ook hier jongeren bij te betrekken, opdat zij<br />
zich in de gemeente opgenomen weten en thuis gaan voelen.<br />
6.4. DE JEUGDOUDERLING EN HET JEUGDWERKOVERLEG<br />
De diverse ontwikkelingen op het gebied van het jeugdwerk in<br />
de laatste jaren alsmede de vermindering van het aantal<br />
jeugdwerkambtsdragers in onze kerkenraad hebben geleid tot<br />
een nieuwe doordenking van de plaats van jeugdouderling. In<br />
het verleden waren de jeugdambtsdragers vaak zeer actief bij<br />
het in concreto organiseren van de verschillende<br />
activiteiten. Thans formuleren wij de taak van de<br />
jeugdouderling als contactpersoon en aanspreekpunt voor<br />
enerzijds de verschillende commissies/organen in het<br />
jeugdwerk en anderzijds de kerkenraad. Daarbij heeft de<br />
jeugdouderling vooral een coördinerende en samenbindende<br />
taak, terwijl de concrete uitvoering van activiteiten<br />
meestal door anderen plaatsvindt. Om zijn/haar taak goed te<br />
vervullen bezoekt de jeugdouderling met enige regelmaat de<br />
vergaderingen van de verschillende commissies. Ook het<br />
onlangs opgerichte Jeugdwerk Overleg bedoelt bij te dragen<br />
aan een betere afstemming van de verschillende werkvelden.<br />
In deze commissie participeren leidinggevenden van<br />
afzonderlijke commissies of groepen leiding. Behalve<br />
onderlinge communicatie en afstemming kan dit Jeugwerk<br />
Overleg ook overkoepelende activiteiten voor de jeugd<br />
organiseren. Het Jeugdwerk Overleg wordt geleid door de<br />
jeugdouderling, die rapporteert aan en vanuit de kerkenraad.<br />
We hopen dat op deze wijze een goed contact tussen de<br />
kerkenraad en de verschillende commissies in het jeugdwerk<br />
in stand blijft en - waar nodig - wordt verbeterd.<br />
6.5. AANDACHTSPUNTEN<br />
Voor de komende jaren nemen wij ons voor:<br />
- als kerkenraad in onze vergaderingen ruime aandacht te<br />
gunnen aan het jeugdwerk, te weten de verslaggeving door de<br />
jeugdouderling of bijdragen van commissies in het jeugdwerk<br />
die onze vergadering bezoeken<br />
- het belang van de catechese aan onze gemeenteleden nog<br />
meer duidelijk te maken via bijv. het reguliere huisbezoek,<br />
persoonlijke uitnodigingen, gesprekken rond de Doop en<br />
daaraan gerelateerde bijeenkomsten of kringen.<br />
- te onderzoeken of en hoe er een vervolg kan komen van de<br />
Jonge <strong>Oude</strong>rskring voor ouders met kinderen in de<br />
tienerleeftijd.<br />
- Via het zog. “Jeugdwerkoverleg” te streven naar een betere<br />
onderlinge afstemming van de verschillende soorten jeugdwerk<br />
en een alle onderdelen omvattende visie en beleidslijn<br />
aangaande het jeugdwerk.<br />
46
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
- te blijven zorg dragen voor een goede invulling van en<br />
goede voorzieningen voor de kinderoppasdienst<br />
- het opnieuw doordenken van en ruimte geven aan de<br />
kindernevendienst, onder meer op grond van ervaringen met<br />
kinderwerk in andere gemeenten.<br />
- samen met het te vormen Jeugdwerk Overleg en de leiding<br />
van de Jonge <strong>Kerk</strong> na te denken over de wijze waarop jongeren<br />
zich ook in de gewone kerkdienst meer thuis kunnen voelen en<br />
over de -in dit licht- best mogelijke werkwijze van de Jonge<br />
<strong>Kerk</strong><br />
- initiatieven van het Jeugwerk Overleg voor een meer<br />
structurele aanpak van “Open Jeugdwerk” aan te moedigen en<br />
blijvend te ondersteunen<br />
- onze jeugdouderling met raad en daad terzijde te staan,<br />
zodat deze de ambtelijke verantwoordelijkheid voor het<br />
Jeugdwerk te allen tijde met de kerkenraad kan delen<br />
47
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
HOOFDSTUK 7: VORMING EN TOERUSTING<br />
7.0. UITGANGSPUNT<br />
Voor de opbouw en voortgang van onze gemeente achten we<br />
inhoudelijke toerusting en onderling geloofsgesprek<br />
onontbeerlijk. Daarbij gaat het zowel om de geloofsvorming<br />
van jongeren als toerusting van andere gemeenteleden.<br />
Catechese, vereniging- en kringwerk, en (met een zekere<br />
regelmaat gehouden) leerdiensten hebben in de<br />
<strong>Oude</strong>kerkgemeente derhalve een heel belangrijke plaats.<br />
7.1. HET BELANG VAN VORMING EN TOERUSTING<br />
De zondagse kerkdienst is, zoals eerder gezegd, voor ons het<br />
hart van het gemeente-zijn. Het gemeente-zijn is echter<br />
breder. We zijn dankbaar met vele activiteiten die, deels<br />
ontspringend vanuit of samenhangend met de kerkdiensten,<br />
daarnaast in onze wijkgemeente plaatsvinden. Een flink deel<br />
daarvan heeft het oogmerk van vorming en toerusting van<br />
gemeenteleden.<br />
Het belang van vormende en toerustende activiteiten is o.a.<br />
gelegen in:<br />
- het verdiepen van elkaars geloof door overdracht en<br />
discussie in kleinere verbanden dan de zondagse kerkdienst.<br />
- de gemeenschapsvormende werking die uitgaat van de<br />
ontmoeting en het gesprek in kleinere kringen.<br />
- het plaatsvinden van `groepspastoraat' door onderling<br />
gesprek en het delen van persoonlijke (geloofs)zaken<br />
- het aanwezige persoonlijke en dialogische karakter, dat<br />
meer dan in de zondagse kerkdienst mogelijk is; in sommige<br />
gevallen kan zelfs een goede wisselwerking optreden tussen<br />
de zondagse kerkdienst en bepaalde vormende activiteiten<br />
- de mogelijkheid tot deelname aan het gemeenteleven voor<br />
mensen die de zondagse kerkdienst niet kunnen bijwonen<br />
Om deze redenen hechten we grote waarde aan de verschillende<br />
vormende en toerustende activiteiten die binnen de<br />
<strong>Oude</strong>kerkgemeente plaatsvinden. Voor een deel overlappen deze<br />
de in het hoofdstuk "Jeugdwerk" genoemde activiteiten. Voor<br />
de nevendiensten en de catechese verwijzen we naar het daar<br />
geschrevene.<br />
Het moge duidelijk zijn dat reeds de kerkdienst vormende en<br />
toerustende waarde heeft. Ook op andere, hier niet expliciet<br />
besproken terreinen vindt vorming en toerusting plaats. Te<br />
denken is aan bezinningsmomenten in vergaderingen van de<br />
kerkenraad en het consistorie. Ook gemeente-avonden en het<br />
kerkblad hebben een belangrijke vormende en toerustende<br />
waarde. We beperken ons in dit hoofdstuk tot die<br />
activiteiten die in het bijzonder met het oog op vorming en<br />
toerusting van gemeenteleden zijn opgezet.<br />
48
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
7.2. VORMENDE EN TOERUSTENDE ACTIVITEITEN<br />
7.2.1. BIJBEL- EN GESPREKSKRINGEN<br />
Bij de typering van onze wijkgemeente is aangegeven dat de<br />
Bijbel als het Woord van God voor ons centraal staat. Op<br />
verschillende kringen zijn gemeenteleden bezig met het<br />
zoeken naar de betekenis van de Bijbel voor het leven van<br />
alledag. In andere kringen wordt op meer thematische wijze<br />
het gesprek over allerlei geloofszaken gevoerd.<br />
In het seizoen 2000-2001 waren er de volgende kringen:<br />
- Bijbelkring "de Morgenster": kring overdag o.l.v. de<br />
ouderenpastor, ds. L. Romein, in het bijzonder gericht op de<br />
ouderen uit het gelijknamige gebouwencomplex.<br />
- Bijbelkring "Driemanspolder-Dorp": kring overdag o.l.v. de<br />
wijkpredikant, ds. W.M. de Bruin, in het bijzonder gericht<br />
op gemeenteleden uit de gelijknamige wijken.<br />
- Bijbelkring "Palenstein": kring overdag o.l.v. de<br />
wijkpredikant, ds. W.M. de Bruin, in het bijzonder gericht<br />
op gemeenteleden uit de gelijknamige wijk.<br />
- Bijbelkring 25+: kring op zondagavond o.l.v. de<br />
wijkpredikant, ds. W.M. de Bruin, in het bijzonder gericht<br />
op nieuwe lidmaten en andere "jong-volwassen" gemeenteleden.<br />
- "Jonge ouderskring": kring op zondagavond o.l.v. de<br />
wijkpredikant, ds. W.M. de Bruin, in het bijzonder voor<br />
doopouders en andere jonge ouders; m.b.t. velerlei thema's<br />
rond "geloof en opvoeding".<br />
Behalve de genoemde kringen worden er verschillende kringen<br />
door gemeenteleden zelf in onderling overleg gehouden.<br />
Sommige van deze kringen draaien al jaren in min of meer<br />
dezelfde samenstelling.<br />
7.2.2. VERENIGINGSWERK<br />
Een klassieke vorm voor vorming en toerusting in een<br />
kerkelijke gemeente is de vereniging: een organisatie voor<br />
een bepaalde doelgroep (mannen en/of vrouwen; een bepaalde<br />
leeftijd) die zich bezighoudt met bezinning en verdieping,<br />
eventueel in combinatie met activiteiten ter ontspanning. In<br />
onze gemeente was er in het seizoen 2000-2001 slechts één<br />
vereniging actief. Het betreft de Hervormde Vrouwen Groep<br />
"Ora et Labora", waarvan een twintigtal oudere dames uit<br />
onze gemeente lid is.<br />
7.2.3. HET LEERHUIS<br />
In het winterseizoen zijn er de maandelijkse bijeenkomsten<br />
van het "Leerhuis". Tal van bijbelse en theologische<br />
onderwerpen komen hier o.l.v. de wijkpredikant aan de orde.<br />
Behalve door een vaste groep geïnteresseerden worden de<br />
leerhuis-avonden bezocht door gemeenteleden en anderen die<br />
bijzondere belangstelling voor een bepaald onderwerp hebben.<br />
7.3. AANDACHTSPUNTEN
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
Ten aanzien van "vorming en toerusting" nemen wij ons de<br />
komende jaren voor:<br />
- van harte die activiteiten te steunen of te ontwikkelen<br />
die voor onze gemeenteleden in al hun verscheidenheid<br />
vormende en toerustende waarde hebben<br />
- te streven naar een goede wisselwerking van de<br />
verschillende vormende en toerustende activiteiten; in het<br />
bijzonder t.o.v. de zondagse kerkdienst, die het hart van<br />
ons gemeente-zijn is en blijft<br />
- met het oog op vormende en toerustende activiteiten tijd<br />
vrij te maken voor allen die hierin een bijzondere taak<br />
verrichten, zoals wijkpredikant en ouderenpastor, maar<br />
eventueel ook daartoe aangestelde ambtsdragers en<br />
gemeenteleden
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
HOOFDSTUK 8: EVANGELISATIE, COMMUNICATIE EN P.R.<br />
8.0. UITGANGSPUNT<br />
De <strong>Oude</strong>kerkgemeente ziet het als een bijbelse opdracht om in<br />
biddende afhankelijkheid voortdurend te werken aan een<br />
gezond en levend gemeente-zijn. Daarbij wil zij echter niet<br />
een naar-binnen-gekeerde gemeente zijn. Daarom zoekt zij<br />
naar manieren om de eveneens bijbelse opdracht tot<br />
verkondiging en dienst aan de wereld in onze plaatselijke<br />
context vorm te geven…<br />
8.1. BRAAK TERREIN<br />
In het verleden zijn ooit pogingen gedaan om in<br />
kerkenraadsverband het onderdeel `evangelisatie' een plek te<br />
geven. Helaas is dit nooit echt van de grond gekomen. De<br />
toenemende ontkerkelijking, die ook binnen het (papieren)<br />
geheel van onze wijkgemeente grote vormen heeft aangenomen,<br />
dringt ons tot nieuwe doordenking van dit stukje kerkenwerk.<br />
Daarbij willen wij de instelling en werkzaamheden van een<br />
evangelisatiecommissie koppelen aan in eerdere hoofdstukken<br />
genoemde beleidsvoornemens t.a.v. pastoraat en eredienst.<br />
Ook betrekken we daarbij de bekendmaking van relevante<br />
activiteiten van onze wijkgemeente. Het gaat hier om het<br />
werkveld van de communicatie en de “public relations” (P.R.)<br />
van de <strong>Oude</strong>kerkgemeente.<br />
8.2. COMMISSIE EVANGELISATIE EN COMMUNICATIE<br />
Ten behoeve van de hieronder omschreven werkzaamheden van<br />
evangelisatie en communicatie is sinds 2000 een commissie<br />
actief. Deze bestaat uit een tiental, meest jong-volwassen<br />
gemeenteleden. Thans functioneert deze commissie onder<br />
leiding van de wijkpredikant. Het is de bedoeling dat in de<br />
toekomst een nog aan te stellen evangelisatie-ouderling in<br />
het bijzonder de ambtelijke verantwoordelijkheid van de<br />
werkzaamheden van deze commissie gaat dragen. Hij of zij zal<br />
deze commissie in de kerkenraadsvergadering<br />
vertegenwoordigen. Voor commissieleden vormt hij/zij het<br />
aanspreek- en coördinatiepunt. De evangelisatie-ouderling<br />
beschikt tevens over dat deel van het ledenbestand, waarin<br />
die gemeenteleden zijn opgenomen die duidelijk hebben<br />
aangegeven het reguliere huisbezoek niet op prijs te stellen<br />
en die tevens niet op andere wijzen kerkelijk meeleven.<br />
Samen met de commissie tracht de evangelisatie-ouderling<br />
deze randleden anders te benaderen. Deze benadering is<br />
globaal te omschrijven als `het uitzenden van positieve<br />
signalen vanuit te kerk'. Door middel van vrijblijvende,<br />
maar nodigende gebaren laat de evangelisatiecommissie deze<br />
randleden merken dat zij er voor ons bijhoren en dat wij er<br />
zo nodig voor hen zijn. Om geen “schapen van bokken te<br />
scheiden” zullen daarbij in de praktijk vaak alle<br />
gemeenteleden worden benaderd met folders, uitnodigingen<br />
enz.
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
Het werk van de evangelisatiecommissie bestrijkt grofweg de<br />
volgende terreinen:<br />
- evangelisatie binnen de wijkgemeente<br />
- evangelisatie buiten de wijkgemeente<br />
- het verzorgen van communicatie aangaande activiteiten van<br />
de <strong>Oude</strong>kerkgemeente<br />
Ten aanzien van evangelisatie binnen de wijkgemeente is te<br />
denken aan:<br />
- het geregeld verspreiden van een krantje (met de naam<br />
“OKÉ”) over wijkactiviteiten, onder alle gemeenteleden, van<br />
wie velen geen kerkblad ontvangen.<br />
- het verspreiden van evangelisatiebladen als Echo of<br />
Elizabethbode<br />
- het jaarlijks verspreiden van de vakantiebijbelleesgids<br />
- het – op verzoek – door de evangelisatieouderling aangaan<br />
van pastoraal contact met randleden van onze wijkgemeente<br />
die hem/haar zijn toevertrouwd, omdat deze het reguliere<br />
bezoek van ouderling of pastoraal medewerker niet op prijs<br />
stelden en ook anderszins geen tekenen van kerkelijke<br />
meelevendheid vertoonden<br />
- andere door de evangelisatiecommissie op te starten<br />
activiteiten<br />
Evangelisatie buiten de wijkgemeente kan plaatsvinden door:<br />
- aanwezigheid en uitdelen van een attentie/info-folder bij<br />
activiteiten in en rond de <strong>Oude</strong> <strong>Kerk</strong>, zoals kaarsjesavond,<br />
Open Monumentendag<br />
- andere door de evangelisatiecommissie op te starten<br />
activiteiten<br />
Waar mogelijk zoekt de evangelisatie-commissie bij deze naar<br />
buiten gerichte activiteiten aansluiting bij bestaand<br />
evangelisatiewerk van andere wijken in de Hervormde <strong>Gemeente</strong><br />
<strong>Zoetermeer</strong>.<br />
De bevordering van communicatie van activiteiten van de<br />
<strong>Oude</strong>kerkgemeente verloopt, behalve via genoemde<br />
krantjes/folders, met name via een te ontwikkelen website<br />
met informatie over de <strong>Oude</strong>kerkgemeente.<br />
8.3. PUBLIC RELATIONS<br />
Deels overlappend ten opzichte van het hierboven genoemde<br />
aangaande communicatie vermelden we nog enkele bijzondere<br />
P.R.-activiteiten die vanaf 2001 worden toevertrouwd aan een<br />
o.a. hiertoe benoemde ouderling. Deze ouderling “externe<br />
relaties en samenlevingsvragen” behartigt o.m. berichtgeving<br />
van activiteiten van de <strong>Oude</strong>kerkgemeente in de diverse<br />
bladen. Ook zal hij mogelijk, in samenwerking met andere<br />
centrum kerken, mee zorg dragen voor het regelmatig<br />
verschijnen van een kerkelijke column (zie hiervoor en voor<br />
de andere activiteiten van deze ouderling hoofdstuk 9).
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
8.4. BELEIDSVOORNEMENS<br />
Op het gebied van evangelisatie, communicatie en P.R. nemen<br />
wij ons voor<br />
- een ouderling aan te stellen aan wie dit werkgebied in het<br />
bijzonder wordt toevertrouwd<br />
- door middel van de ingestelde commissie de verbreiding van<br />
het evangelie zowel binnen als buiten onze wijkgemeente na<br />
te streven, op een wijze zoals hierboven is omschreven<br />
- te streven naar goede P.R., o.a. d.m.v. de hiertoe<br />
werkzame ouderling “externe relaties en samenlevingsvragen”
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
HOOFDSTUK 9: SAMEN-OP-WEG EN OECUMENE<br />
9.0. UITGANGSPUNTEN<br />
"... Daarnaast verkennen wij, de bijbelse roep om eenheid<br />
van de kerk beseffend, de mogelijkheden en grenzen van<br />
samenwerking met de gereformeerd-synodale broeders en<br />
zusters van de Pelgrimskerk."<br />
“Behalve inhoudelijke toerusting van jongeren bedoelt het<br />
jeugdwerk verantwoorde mogelijkheden van ontmoeting en<br />
ontspanning aan te bieden. Daarbij richten we ons allereerst<br />
op de kerkelijke jeugd, zonder daarbij andere jongeren uit<br />
te sluiten. Voor zover praktisch haalbaar, wordt in het<br />
zogenaamde “Open Jeugdwerk” samengewerkt met de<br />
gereformeerde Pelgrimskerkgemeente.”<br />
“... In ons pogen onze diaconale en pastorale roeping t.o.v.<br />
de ons omringende samenleving gestalte te geven, voeren we<br />
mede het gesprek met en werken we samen met andere kerken in<br />
<strong>Zoetermeer</strong>-Centrum.”<br />
9.1. IMPASSE IN SAMEN-OP-WEG<br />
Het Samen-op-weg proces in <strong>Zoetermeer</strong> vertoont een zeer<br />
wisselend beeld, variërend van enerzijds een federatief<br />
verband van wijkgemeenten of het realiseren daarvan, tot<br />
anderzijds een geheel zich onthouden van elke vorm van<br />
samenwerking. De <strong>Oude</strong>kerkgemeente heeft totnogtoe een in<br />
beginsel positieve, maar tegelijk zeer voorzichtige houding<br />
ten opzichte van S.O.W. ingenomen. Op wijkniveau vindt enige<br />
samenwerking plaats met de gereformeerde Pelgrimskerk. In<br />
het jaar 2000 is deze samenwerking evenwel in een impasse<br />
geraakt. Na het ontvangen van een brief onzerzijds over<br />
binnen onze gemeente ervaren moeiten met gezamenlijke<br />
diensten en voorstellen over een mogelijke andere invulling<br />
van deze diensten (vooral als zangdiensten/diensten met een<br />
koor), heeft de kerkenraad van de Pelgrimskerkgemeente de<br />
gezamenlijke diensten m.i.v. januari 2001 opgezegd. Tevens<br />
speelde er een probleem in de bemensing binnen het H.G.J.O,<br />
dat het gezamenlijke jeugdwerk behartigde en dat mede<br />
hierdoor zichzelf moest opheffen. Op moderamenniveau wordt<br />
thans verder gepraat om het wederzijds begrip te vergroten<br />
en indien mogelijk een voor beide gemeenten goed begaanbare<br />
weg te vinden m.b.t. de samenwerking.<br />
In de afgelopen jaren (tot 2001)bestond de samenwerking uit:<br />
9.1.1. Gezamenlijke kerkdiensten<br />
- Gedurende de zomermaanden werden zes avonddiensten<br />
gezamenlijk gehouden, met voorgangers van beide kerken, om<br />
beurten in de Pelgrimskerk en de <strong>Oude</strong> <strong>Kerk</strong>. In elk van deze<br />
diensten werd dienst gedaan door ambtsdragers van beide<br />
kerken.<br />
- In de rest van het jaar vond ongeveer maandelijks een<br />
gezamenlijke avonddienst plaats. Ook hierin gingen
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
voorgangers uit beide kerken voor en werd telkens van<br />
kerkgebouw gewisseld. Ambtsdragers uit beide kerken deden<br />
dienst.<br />
- Op de avond van de Eerste Feestdagen werd in de <strong>Oude</strong> <strong>Kerk</strong><br />
een zangdienst gehouden, waarin om beurten de gereformeerde<br />
en hervormde wijkpredikant voorgingen.<br />
- Op Hemelvaartsdag vond in de <strong>Oude</strong> <strong>Kerk</strong> een gezamenlijke<br />
dienst plaats met wisselend voorgangers van beide zijden.<br />
- De diensten op Kerstavond (24 december) gaan terug op een<br />
gezamenlijk initiatief en zijn vele jaren geheel gezamenlijk<br />
gehouden. Op verzoek van de hervormde predikanten is deze<br />
samenwerking gedurende de laatste jaren verminderd en in<br />
1999 beperkt tot gezamenlijke publiciteit. Hierbij speelden<br />
met name de werkdruk en de betrekkelijke waarde van een<br />
gelijke inhoud van de twee diensten een rol.<br />
9.1.2. Gezamenlijke vergaderingen<br />
- Er werd in principe viermaal per jaar een gezamenlijke<br />
moderamen-vergadering gehouden.<br />
- Op kerkenraadsniveau is enkele malen een gezamenlijke<br />
vergadering belegd met een bezinningsonderwerp.<br />
9.1.3. Gezamenlijk jeugdwerk<br />
- Een groot deel van het jeugdwerk (met uitzondering van<br />
meer "binnenkerkelijke" activiteiten als catechese,<br />
kindernevendienst en Jonge <strong>Kerk</strong>) werd vele jaren gezamenlijk<br />
verricht. Hiertoe functioneerde het HGJO: "Hervormd-<br />
Gereformeerd-Jeugwerk-Overleg". De, uit beide gemeenten,<br />
hierin actieve ambtsdragers en gemeenteleden organiseerden<br />
het startweekend, de startdienst, een slotweekend, een<br />
gespreksgroep, maaltijdavonden, de zgn. soos- en ZAAKavonden<br />
en een laagdrempelig type jeugddiensten (de zog.<br />
HIKERS-diensten). De meeste activiteiten werden gehouden in<br />
"'t Gonk" (zalencentrum Pelgrimskerk).<br />
- In het verleden zijn enkele avonden voortgezette<br />
doopcatechese gezamenlijk gehouden.<br />
9.2. HOE OM TE GAAN MET DE HUIDIGE IMPASSE EN PERSPECTIEVEN<br />
9.2.1. OVER COMMUNICATIE EN VOORTGAAND GESPREK<br />
Als oorzaken van de huidige impasse in SOW op wijkniveau<br />
noemen wij:<br />
- het jarenlang zonder succes communiceren over ervaren<br />
verschillen en moeiten in de omgang met elkaar<br />
- de moeite om thans verschillen en moeiten, die we<br />
aangaande elkaar ervaren, goed te verwoorden c.q. in<br />
openheid te willen horen en bespreken<br />
- het ontbreken aan menskracht in de Pelgrimskerkgemeente om<br />
het gezamenlijke jeugdwerk (H.G.J.O.) voort te zetten<br />
Een belangrijk punt is derhalve de communicatie. Doordat<br />
deze niet adequaat heeft plaatsgevonden, zijn ervaren
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
moeiten binnen de <strong>Oude</strong>kerkgemeente te weinig tot op de kern<br />
besproken met de gereformeerde partner. Waar dit wel<br />
gebeurde, bleek daar bij de Pelgrimskerkgemeente, - wellicht<br />
versterkt door een ferm verlangen om zo snel mogelijk<br />
vergaande vormen van samenwerking te kunnen aangaan -, te<br />
weinig oor voor te zijn. Het is waardevol dat we, vooreerst<br />
op moderamenniveau, deze schade enigszins proberen in te<br />
halen. Het is van belang elkaars inhoudelijke intenties te<br />
begrijpen en te aanvaarden, om vervolgens over zinvolle en<br />
verantwoorde vormen van samenwerking te kunnen praten.<br />
In het kader hiervan is in onze wijkkerkenraad getracht onze<br />
motivatie om “aan SOW te doen” nog eens grondig te<br />
verwoorden. Vijf motieven noemen we hier, die samen onze<br />
drijfveer vormen om te blijven zoeken naar een zinvolle<br />
samenwerking in SOW op wijkniveau:<br />
a. het landelijk perspectief: hoezeer met problemen<br />
omgeven, bevinden de Gereformeerde <strong>Kerk</strong>en in Nederland<br />
en de Nederlandse Hervormde <strong>Kerk</strong> zich in een onomkeerbaar<br />
Samen-op-weg-proces. Omdat wij ons delen in een<br />
landelijk kerkverband serieus willen nemen, zoeken we<br />
ook op plaatselijk vlak naar een passende vertaling<br />
van dit proces.<br />
b. de roeping tot eenheid: een voortdurende motivatie tot<br />
het zoeken van vormen van samenwerking met andere<br />
kerken, - waaronder ook de samenwerking tussen onze<br />
beide gemeenten -, is de nadrukkelijk bede van de Heer<br />
der kerk tot eenheid van Zijn volgelingen.<br />
c. onderlinge herkenning: de kerkenraden van de Pelgrimskerkgemeente<br />
en de <strong>Oude</strong>kerkgemeente erkennen en<br />
herkennen elkaar als gemeenten die op grond van de<br />
Bijbel het volgen van Jezus Christus gestalte proberen<br />
te geven.<br />
d. praktische redenen: zowel de Pelgrimskerkgemeente als<br />
de <strong>Oude</strong>kerkgemeente hebben te maken met de gevolgen<br />
van secularisatie en vergrijzing. Hierdoor zijn er ook<br />
praktische redenen voor samenwerking op die gebieden,<br />
die beide gemeenten afzonderlijk niet meer verantwoord<br />
kunnen invullen.<br />
e. evangelisatorisch motief: er gaat "naar buiten" een<br />
positief signaal uit, wanneer gemeenten door gezamenlijke<br />
activiteiten er blijk van geven dat zij niet<br />
tegenover elkaar, maar naast en met elkaar kerk willen<br />
zijn.<br />
9.2.2. MOEITEN MET SOW EN PERSPECTIEVEN<br />
Moeiten met samenwerking met de Gereformeerde<br />
Pelgrimskerkgemeente hangen deels samen met de traditionele<br />
achtergrond van veel leden van de <strong>Oude</strong>kerkgemeente. Vanuit<br />
de geschiedenis van het dorp <strong>Zoetermeer</strong> leven bij menigeen<br />
nog tal van sentimenten t.o.v. de “afgescheidenen”. Er is<br />
echter meer aan de hand. Terwijl de Pelgrimskerkgemeente in<br />
velerlei zin voor een doorsnee Gereformeerde <strong>Kerk</strong> kan
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
doorgaan, die niet opvallend verschilt van andere<br />
Gereformeerde wijken in <strong>Zoetermeer</strong>, ligt dit bij de<br />
<strong>Oude</strong>kerkgemeente anders. Onze gemeente kenmerkt zich veel<br />
sterker door een specifieke modalitaire kleur, die men “open<br />
confessioneel” zou kunnen noemen. Daarbij zijn de meeste<br />
kerkgangers gehecht aan een, tot op zekere hoogte,<br />
traditionele vormgeving van de liturgie. Met zaken als<br />
“responsies” heeft men derhalve weinig op. Vanuit de<br />
verbondenheid met een confessionele prediking ervaart men<br />
daarbij de verkondiging door gereformeerde voorgangers nog<br />
al eens als weinig diepgaand. Terecht of niet, we stellen<br />
als kerkenraad wel vast dat de inhoudelijke koers van de<br />
Pelgrimskerkgemeente gedurende de jaren van onze<br />
samenwerking duidelijk is gewijzigd, in een zin die wij<br />
negatief waarderen.<br />
In het belang van de opbouw van onze <strong>Oude</strong>kerkgemeente (een<br />
taak waartoe we als kerkenraad primair zijn geroepen) moeten<br />
we ons daarom afvragen of het gezamenlijk houden van<br />
kerkdiensten, zoals dat in het verleden plaatsvond, in de<br />
toekomst opnieuw verstandig zou zijn. Besprekenswaardig<br />
blijft o.i. ons eerder gedane voorstel om eerder in de<br />
richting te denken van diensten waarin de Woordverkondiging<br />
een minder dominante plaats heeft, bijv. diensten met een<br />
koor of andere zangdiensten.<br />
Ten aanzien van gezamenlijke vergaderingen hopen we van<br />
harte dat de bijeenkomsten op moderamenniveau, die thans<br />
geregeld plaatsvinden, helderheid zullen scheppen. In dat<br />
geval zou het ook goed zijn elkaar op kerkenraadsniveau weer<br />
eens te ontmoeten.<br />
Ten aanzien van het gezamenlijk jeugdwerk is al gezegd dat<br />
de impasse op dit terrein vooral te wijten is aan een gebrek<br />
aan menskracht van de kant van de Pelgrimskerkgemeente.<br />
Wanneer er in de toekomst evenwel weer gezamenlijke<br />
activiteiten op het gebied van het zogenaamde “Open<br />
Jeugdwerk” zouden worden voorgesteld, staat onze kerkenraad<br />
daar in beginsel positief tegenover.<br />
De wenselijkheid/mogelijkheid van andere gezamenlijke<br />
activiteiten hangt mede af van het bredere perspectief<br />
waarin wij onze Samen-op-weg-relatie willen zien. Mede om<br />
bovengenoemde redenen (inhoudelijke vervreemding en<br />
gevoeligheden bij een grote groep gemeenteleden) bestaat bij<br />
ons niet het streven om op korte of middellange termijn tot<br />
eenwording van onze gemeenten te komen. Wij ervaren Samenop-weg<br />
meer in de zin van het "naast elkaar kerk zijn,<br />
waarbij we met behoud van ieders eigenheid samenwerken op<br />
die gebieden waar dat voor de opbouw van onze gemeenten en<br />
onze dienst aan de wereld nuttig is". Deze grondzin geeft<br />
wat ons betreft zowel de mogelijkheden als grenzen van de<br />
samenwerking aan.<br />
9.2.3. SOW OP CENTRAAL ZOETERMEERS NIVEAU
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
De ontwikkelingen op het gebied van SOW, zowel landelijk als<br />
plaatselijk, nopen ons ook tot nadenken over onze<br />
toekomstige plaats als wijkgemeente op centraal <strong>Zoetermeer</strong>s<br />
niveau. In de centrale organen zelf is het denken hierover<br />
pas in 2001 voorzichtig begonnen. Duidelijk is vooral dat<br />
vele zaken onduidelijk zijn. Verschillende opties en<br />
mogelijkheden zullen zorgvuldig onderzocht moeten worden.<br />
Het is van belang dat wij als wijkkerkenraad dit alles<br />
nauwlettend volgen, zodat we op verantwoorde wijze kunnen<br />
besluiten aangaande onze positie in en wensen m.b.t. de in<br />
het verband van de toekomstige landelijke SOW-kerk<br />
functionerende plaatselijke centrale organen.<br />
9.3. OECUMENISCHE SAMENWERKING IN ZOETERMEER-CENTRUM<br />
De onder 9.2.1 genoemde motieven om een - zij het begrensde<br />
- samenwerking in SOW op wijkniveau na te streven, gelden<br />
voor een belangrijk deel ook ten aanzien van andere<br />
kerkgenootschappen in onze nabijheid. Ook hierin streven we<br />
naar zinvolle samenwerking, met behoud van eigenheid in<br />
traditie en identiteit.<br />
Al enkele jaren bestaat er een overleg van centrum-pastores,<br />
van waaruit o.a. bijeenkomsten in de week van gebed voor de<br />
eenheid en de vredesweek worden voorbereid. Sinds 2000 vindt<br />
er enkele malen per jaar ook een overleg plaats tussen<br />
vertegenwoordigers van kerkenraden/besturen van kerken in<br />
<strong>Zoetermeer</strong>-Centrum. Een van de intenties is na te gaan hoe<br />
wij samen meer kunnen betekenen voor de verstedelijkte<br />
samenleving met al zijn problemen om ons heen. Met<br />
acceptatie van ieders eigenheid zoeken we naar passende<br />
manieren om duidelijker in de samenleving present te zijn.<br />
Dit heeft zowel diaconale als pastorale aspecten.<br />
Voorstellen die momenteel (begin 2001) besproken worden,<br />
zijn o.a.:<br />
- het samen verzorgen van een regelmatig verschijnende<br />
column in huis-aan-huisbladen<br />
- het organiseren van inloopochtenden voor eenzamen en<br />
anderen die behoefte hebben aan contact<br />
Onze kerkenraad doet positief mee aan het doordenken en<br />
concretiseren van deze en – mogelijk – andere vormen van<br />
oecumenische samenwerking op het gebied van maatschappelijke<br />
presentie. Vanaf 2001 houden enkele ambtsdragers zich in het<br />
bijzonder hiermee bezig.<br />
9.4. AANDACHTSPUNTEN<br />
Voor de komende jaren nemen wij ons voor:<br />
- te werken aan een goede communicatie met de Gereformeerde<br />
Pelgrimskerkgemeente, om tot een beter begrip en een<br />
zinvolle samenwerking te komen<br />
- in het SOW-proces de eigenheid van onze wijkgemeente te
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
bewaken, en daar rekening mee te houden bij het aangaan<br />
van en het zich beperken in samenwerking<br />
- op zorgvuldige wijze na te denken over de toekomstige<br />
positie van onze wijkgemeente op centraal plaatselijk<br />
niveau<br />
- de samenwerking met de verschillende Centrum-kerken op<br />
positieve wijze gestalte te geven m.b.t. een betere<br />
presentie en presentatie in de samenleving van<br />
<strong>Zoetermeer</strong>-Centrum
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004
TAAKPLAN OUDEKERKGEMEENTE 19-03-2001; gewijzigd (H6) 18 maart 2004<br />
vastgesteld in de<br />
kerkenraadsvergadering<br />
van 19 maart 2001