780 - DWA
780 - DWA
780 - DWA
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>780</strong><br />
Het beheer van monumenten is een intensieve opgave. Zon -<br />
der planmatig beheer ligt afbraak of sloop op de loer. In<br />
Frankrijk worden er bijvoorbeeld 2.800 kerken met afbraak<br />
bedreigd. Ook in Nederland is het behoud van monumentale<br />
gebouwen niet vanzelfsprekend. Wat zijn de mogelijkheden?<br />
Kan het gebouw zijn functie behouden of is er een passende<br />
herbestemming mogelijk? In beide situaties zijn installaties<br />
hulpmiddelen om de gebouwen ook voor de komende<br />
generatie beeldbepalend te laten zijn voor de omgeving.<br />
In de meeste historische gebouwen is geen rekening gehouden<br />
met ruimte voor installaties. Toch zijn er installaties nodig<br />
voor het behoud ervan. Daarbij denken wij onder andere<br />
aan de aspecten brandveiligheid, thermisch binnenmilieu en<br />
lichttoetreding. Ingegaan wordt op de noodzakelijke installaties<br />
voor de gebouwen, en dan vooral de klimaatinstallaties.<br />
KLIMATISEREN VAN KERKEN<br />
In veel historische kerkgebouwen kan vrij eenvoudig worden<br />
gezorgd voor voldoende frisse lucht, doordat er veel gebouwinhoud<br />
is per bezoeker. Een voorbeeld hiervan is de<br />
kapel bij Kasteel De Haar (afbeelding 1). De niet meer func-<br />
september<br />
2007 vv+<br />
renovatie Tegemoet komen aan gezondheid en veiligheid<br />
Klimatiseren van kerken<br />
ir. Kees Zandijk en kastelen<br />
Bij de restauratie van monumentale kerken en kastelen komt de vraag<br />
naar voren hoe met behoud van het bestaande tegemoet kan worden<br />
gekomen aan de moderne eisen voor gezondheid en veiligheid van gebouwen.<br />
Dit betekent onder meer inpassing van verwarming- en luchtbehandelingssytemen<br />
in het gebouw. Verschillende uitgevoerde projecten<br />
laten zien dat er voldoende mogelijkheden zijn om dit te realiseren.<br />
1. In Kasteel de Haar wordt de gehele stoominstallatie gerestaureerd, waarbij het gebouw<br />
gelijkmatig en beperkt wordt verwarmd. (foto: Kasteel de Haar, Haarzuilens)<br />
tionerende kolenketel met in goten gelegde buizen is omgebouwd<br />
naar een gasgestookte installatie met vernieuwde<br />
convectorputten. Hierdoor blijft het karakter van het gebouw<br />
intact. Ook bij nieuwe kerkgebouwen kan er bij voldoende<br />
gebouwinhoud worden gekozen voor natuurlijke<br />
ventilatie, zoals het kerkgebouw van de gereformeerde gemeente<br />
te Dirksland met 1.000 zitplaatsen.<br />
Voor de Julianakerk in Dordrecht is de situatie echter heel<br />
anders. Het gebouw is recent volledig gerestaureerd in de<br />
stijl van de Amsterdamse school, waarbij tevens het aantal<br />
zitplaatsen is uitgebreid tot 1.030 personen door een efficiëntere<br />
bankindeling en vergroting van de gaanderij.<br />
Uit de CO 2-berekening blijkt dat bij een ventilatie van<br />
12.000 m 3 /h en een bezetting van 1.030 personen, de CO 2concentratie<br />
tijdens de dienst oploopt tot maximaal 2.000<br />
ppm. De benodigde hoeveelheid ventilatielucht is dermate<br />
hoog, dat dit bij natuurlijke ventilatie via gevelroosters onvermijdelijk<br />
tot tochtklachten zal leiden. Daarom is gekozen<br />
voor mechanische ventilatie.<br />
Voor mechanische ventilatie van de kerkzaal kan globaal gezien<br />
worden gekozen voor twee ventilatieprincipes, inductieprincipe<br />
en verdringingsprincipe.<br />
Inductieprincipe<br />
Bij dit ventilatiesysteem wordt de toevoerlucht bij de roosters<br />
direct gemengd met de ruimtelucht. Het voordeel is dat<br />
hogere inblaassnelheden mogelijk zijn, waardoor minder<br />
ventilatieroosters geplaatst hoeven te worden. Het nadeel is<br />
dat de verse lucht minder effectief wordt benut. De luchttoevoerroosters<br />
worden geplaatst in de plafonds en vloeren<br />
van de gaanderijen. Boven in de nok wordt de vervuilde<br />
ventilatielucht afgevoerd.<br />
Verdringingsprincipe<br />
Bij dit ventilatiesysteem wordt de lucht met lage snelheid op<br />
vloerniveau toegevoerd. De enigszins koele lucht stijgt door<br />
thermische trek ter plaatse van de aanwezige personen op,<br />
waardoor de ventilatielucht alle personen optimaal bereikt.<br />
Boven in de nok wordt de vervuilde ventilatielucht afge
voerd. De luchttoevoer heeft plaats door vloerroosters in<br />
de vloeren op de begane grond en galerijen.<br />
Verdringingsventilatie is de effectiefste wijze van ventilatie.<br />
De verse lucht wordt goed verspreid en in de directie omgeving<br />
van de zittende personen toegevoerd en bereikt<br />
daarmee optimaal de personen. Daarom is gekozen voor<br />
verdringingsventilatie. Toch zijn er hierbij aandachtspunten,<br />
zoals een goed inblaaspatroon, bij voorkeur onopvallende<br />
toevoerroosters en het voorkomen van vervuiling.<br />
Julianakerk<br />
Voor de Julianakerk is daarom een proefopstelling gemaakt<br />
van een kerkbank met een integratie van toevoerventilatie<br />
via de voetregels. Hierbij wordt de lucht via de bankconstructie<br />
naar de voetregels gebracht. In de holle voetregel is<br />
aan de onder- en voorzijde een geperforeerd deel opgenomen.<br />
De lucht stroomt via een aansluiting aan weerszijde<br />
van de voetregel toe. Het luchtstromingspatroon van de<br />
banken is beoordeeld door rookproeven. Het stromingspatroon<br />
is weergegeven in afbeelding 2.<br />
Duidelijk zichtbaar is dat de luchtstroom vooral in het middendeel<br />
van de bank naar buiten treedt. De luchtsnelheid is<br />
zodanig laag dat dit nauwelijks voelbaar is. Om een beter<br />
verspreid luchtuitstroompatroon te krijgen is vervolgens gekozen<br />
de bankregel aan de voorzijde dicht te maken, dus alleen<br />
de onderzijde open. Hierdoor neemt de druk in de<br />
voetregel toe, waardoor de lucht meer verdeeld naar buiten<br />
treedt. Dit is ook zo gerealiseerd (afbeelding 3).<br />
Voldoende verse lucht is echter niet genoeg voor een comfortabel<br />
binnenklimaat. Naast verwarming is in de Julianakerk<br />
ook gekozen voor koeling. Ook tijdens warme zomerdagen<br />
is het goed toeven in de kerk. De gerestaureerde Julianakerk<br />
in Dordrecht laat zien dat een comfortabel binnenklimaat<br />
mogelijk is met aan oog en oor ontrokken installaties. Dat<br />
vergt creativiteit van de installatieadviseur, in nauw overleg<br />
met de architect.<br />
KLIMATISEREN VAN KASTELEN<br />
In het verleden zijn kastelen veelal beperkt en plaatselijk<br />
verwarmd. De bewoners zorgden door luchten (ventilatie)<br />
en schoonmaken dat het gebouw in conditie bleef. Kasteel<br />
Amerongen is zo’n voorbeeld. Kasteel Amerongen is in 1286<br />
gesticht. Vervolgens is het kasteel in de 17 e eeuw verwoest<br />
en weer herbouwd. Op kasteel Amerongen is een combinatie<br />
van een collectie kunst en antiek te zien in een omgeving<br />
die de sfeer van een bewoond huis heeft.<br />
Inmiddels is de gefaseerde restauratie van het hoofdgebouw<br />
2. Stromingspatroon bij ventilatie via voetregels.<br />
3. De gerealiseerde oplossing in de Julianakerk.<br />
‘t Huys Amerongen gestart onder leiding van restauratiearchitect<br />
ir. G.W. van Hoogevest. Uitgangspunt hierbij is te voldoen<br />
aan de richtlijnen van Instituut Collectie Nederland<br />
(ICN) en de Ashrea-normen. Deze richtlijnen voor het klimaat<br />
voor het behoud van de museale objecten kunnen tegenstrijdig<br />
zijn met de eisen die worden gesteld aan het<br />
comfort van bezoekers en de constructie van het gebouw.<br />
Kortom de ontwerpcondities van een gewenst thermisch<br />
binnencomfort is een optimalisatie tussen:<br />
• wat wordt gewenst vanuit het gebruik;<br />
• de beperkingen van het gebouw;<br />
• integratie van installaties in het gebouw.<br />
In de planvorming is uitgegaan van beperkte verwarming,<br />
voornamelijk vanuit de gangzones in het gebouw, uitgevoerd<br />
als vloerverwarming. Deze kernvloerverwarming zorgt voor<br />
de juiste absolute luchtvochtigheid door het hygrostatisch<br />
geregeld verwarmen van de vertrekken. Hierbij wordt gestreefd<br />
de relatieve vochtigheid te houden tussen de 40 en<br />
60 procent door de temperatuur hierop aan te passen.<br />
september<br />
2007 vv+<br />
781
4. Tekening uit 1893 van Kasteel De Haar.<br />
De bijgebouwen van kasteel Amerongen hebben een andere<br />
functie gekregen, namelijk bijeenkomstfunctie (feestelijke<br />
bijeenkomsten, concerten en andere (bedrijfs)activiteiten).<br />
Hiervoor zijn ingrijpende installaties nodig. Een van de bijgebouwen,<br />
het Poortgebouw, is inmiddels gerestaureerd met<br />
een stijlvol en eigentijds interieur. Resultaat is een restaurant<br />
met verschillende zalen die voldoen aan alle eigentijdse<br />
wensen rond comfort en veiligheid. De ventilatie en koeling<br />
is gerealiseerd zonder zichtbare installaties op het dak, doordat<br />
de technische ruimten op afstand zijn geplaatst in het<br />
voormalig brandstoffenhok. Momenteel worden ook de andere<br />
bijgebouwen gerestaureerd.<br />
KASTEEL DE HAAR<br />
Kasteel De Haar heeft ook een lange historie, de oudste<br />
vermelding van het kasteel dateert uit 1391. Het kasteel<br />
raakte echter in verval en er restte weinig meer dan een<br />
ruïne. Rond 1900 is echter een nieuw kasteel op de ruïnes<br />
opgebouwd, waarvoor de beroemde architect Pierre Cuypers<br />
is ingeschakeld, die er twintig jaar mee bezig zou zijn.<br />
Het kasteel heeft 200 kamers en 30 badkamers. Cuypers<br />
heeft het kasteel voorzien van de modernste snufjes, zoals<br />
elektrische verlichting, centrale verwarming en warmtapwater<br />
(met een circulatienet) met behulp van stoom. Deze installatie<br />
is internationaal erkend als industrieel monument.<br />
Kenmerkend voor de herbouw door Cuypers is de vakkundige<br />
integratie van bouwkunde en installaties. De tekeningen<br />
(afbeelding 4) uit 1893 geven een goed beeld van het traject<br />
van ontwerp tot uitvoering.<br />
Nu is de vraag actueel hoe met behoud van het goede be-<br />
5. In kasteel Amerongen worden moderne voorzieningen geïntegreerd.<br />
staande tegemoet kan worden gekomen aan de hedendaagse<br />
eisen rond het gebruik van de gebouwen. Daarom worden in<br />
de gefaseerde restauratie (onder leiding van P.D. van Vliet en<br />
architectenbureau Verlaan en Bouwstra) onder andere de ledenradiatoren<br />
en convectorputten gerestaureerd. Kortom de<br />
gehele stoominstallatie wordt gerestaureerd, waarbij het gebouw<br />
gelijkmatig en beperkt wordt verwarmd.<br />
Tevens wordt echter met aanvullende luchtbehandeling gezorgd<br />
voor comfort voor bezoekers in de hal en het souterrain,<br />
waarbij wordt geconditioneerd binnen de minimale<br />
grenzen van de benodigde luchtvochtigheid voor gebouw<br />
en collectie (20 en 65 % RV). Uit puur museaal oogpunt zouden<br />
veel strengere klimaateisen moeten worden gehanteerd,<br />
maar ook hier is gestreefd naar het optimum dat aansluit<br />
bij de gebruikswijze van de afgelopen honderd jaar.<br />
CULTUURHISTORIE<br />
Met deze voorbeelden is aangetoond dat installaties een<br />
verantwoorde exploitatie van cultuurhistorie kan ondersteunen,<br />
waarbij de installaties aan oog en oor zijn onttrokken.<br />
Auteur<br />
ir. C.B. Zandijk, <strong>DWA</strong> installatie- en energieadvies,<br />
Bodegraven.<br />
september<br />
2007 vv+ 783