02.09.2013 Views

Uitbouwen - Inbouwen - Laguna Club

Uitbouwen - Inbouwen - Laguna Club

Uitbouwen - Inbouwen - Laguna Club

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

8 Elektrische installatie<br />

80A ACCU<br />

80B VERLICHTING VOORZIJDE<br />

80C XENONLAMPEN<br />

81A VERLICHTING ACHTER<br />

81B BINNENVERLICHTING<br />

81C ZEKERING<br />

82A STARTVERGRENDELING<br />

82B CLAXON<br />

82C ALARM<br />

83A INSTRUMENTEN - DASHBOARD<br />

83C INGEBOUWD TELEMATICASYSTEEM<br />

De door de constructeur voorgeschreven reparatiemethoden, zoals in dit document<br />

beschreven, zijn gemaakt volgens de technische richtlijnen geldend op het tijdstip dat dit<br />

document werd samengesteld.<br />

Deze methoden zijn aan verandering onderhevig indien de constructeur tussentijds<br />

constructiewijzigingen op onderdelen of accessoires heeft aangebracht.<br />

X74<br />

DECEMBER 2004 Edition néerlandaise<br />

© Renault s.a.s. 2005<br />

Alle auteursrechten zijn voorbehouden aan Renault.<br />

Reproduceren en/of vertalen, zelfs gedeeltelijk, van dit document evenals het overnemen<br />

van de indeling van dit document en/of wijze van aanduiden van de onderdelen is verboden<br />

zonder vooraf ontvangen schriftelijke toestemming van Renault.


83D SNELHEIDSREGELAAR<br />

84A SCHAKELAARS<br />

85A WISSEN - SPROEIEN<br />

86A RADIO<br />

86B TELEFOON<br />

87B HUIS MET HULPORGANEN INTERIEUR<br />

87C REGELING VAN DE PORTIEREN<br />

87D RUITBEDIENING - OPEN DAK<br />

87F PARKEERHULP<br />

88A BEDRADING<br />

88C AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />

88D BESTUURDERSSTOEL<br />

De door de constructeur voorgeschreven reparatiemethoden, zoals in dit document<br />

beschreven, zijn gemaakt volgens de technische richtlijnen geldend op het tijdstip dat dit<br />

document werd samengesteld.<br />

Deze methoden zijn aan verandering onderhevig indien de constructeur tussentijds<br />

constructiewijzigingen op onderdelen of accessoires heeft aangebracht.<br />

X74<br />

DECEMBER 2004 Edition néerlandaise<br />

© Renault s.a.s. 2005<br />

Alle auteursrechten zijn voorbehouden aan Renault.<br />

Reproduceren en/of vertalen, zelfs gedeeltelijk, van dit document evenals het overnemen<br />

van de indeling van dit document en/of wijze van aanduiden van de onderdelen is verboden<br />

zonder vooraf ontvangen schriftelijke toestemming van Renault.


LAGUNA II PHASE II - Hoofdstuk 8 InhoudBlz.<br />

80A ACCU<br />

LAGUNA II PHASE II - Hoofdstuk 8<br />

Accu: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 80A-1<br />

Accu: Veiligheid 80A-3<br />

Accu: Controle 80A-4<br />

80B VERLICHTING VOORZIJDE<br />

Automatische verlichting 80B-1<br />

Rijverlichting 80B-2<br />

Halogeenkoplamp:<br />

<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 80B-3<br />

Halogeen koplamp: Afstellen 80B-4<br />

Halogeenlampen: Vervangen 80B-5<br />

Mistlicht voor: <strong>Uitbouwen</strong> -<br />

<strong>Inbouwen</strong> 80B-7<br />

Stelmotor van de koplampen:<br />

<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 80B-8<br />

Stelknop van de koplampen:<br />

<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 80B-9<br />

80C XENONLAMPEN<br />

Xenonkoplampen:<br />

Beschrijving 80C-1<br />

Xenonkoplamp: <strong>Uitbouwen</strong> -<br />

<strong>Inbouwen</strong> 80C-4<br />

Hoogspanningseenheid<br />

xenonkoplamp: <strong>Uitbouwen</strong> -<br />

<strong>Inbouwen</strong> 80C-5<br />

Xenonkoplampen: Afstellen 80C-6<br />

Xenonlampen: Vervangen 80C-8<br />

Inhoud<br />

80C XENONLAMPEN<br />

Koplampstelmotor:<br />

<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 80C-10<br />

Rekeneenheid xenonlamp:<br />

<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 80C-11<br />

Opname element voor van<br />

de koplampverstelling:<br />

<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 80C-12<br />

Opname element achter van<br />

de koplampverstelling:<br />

<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 80C-13<br />

81A VERLICHTING ACHTER<br />

Derde remlicht: <strong>Uitbouwen</strong> -<br />

<strong>Inbouwen</strong> 81A-1<br />

Lichten van achterklep:<br />

<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 81A-2<br />

Achterlicht op scherm:<br />

<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 81A-3<br />

Kentekenverlichting:<br />

<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 81A-5<br />

81B BINNENVERLICHTING<br />

Werking 81B-1<br />

Binnenlicht: Algemeen 81B-2<br />

Binnenlicht: <strong>Uitbouwen</strong> -<br />

<strong>Inbouwen</strong> 81B-3<br />

Verlichting make-up spiegel:<br />

<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 81B-4<br />

Verlichting onder portier:<br />

<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 81B-6


81C ZEKERING<br />

Verlichting in<br />

dashboardkastje: <strong>Uitbouwen</strong><br />

- <strong>Inbouwen</strong> 81B-7<br />

Verlichting onder dashboard:<br />

<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 81B-8<br />

Bagageverlichting:<br />

<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 81B-9<br />

Zekering stroomonderbreker:<br />

Identificatie 81C-1<br />

82A STARTVERGRENDELING<br />

82B CLAXON<br />

Algemeen 82A-1<br />

Beschrijving 82A-2<br />

Werking 82A-3<br />

Startantennes: Werking 82A-6<br />

Startantenne: <strong>Uitbouwen</strong> -<br />

<strong>Inbouwen</strong> 82A-7<br />

Knop voor het starten:<br />

<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 82A-10<br />

Elektrische<br />

stuurkolomgrendel:<br />

<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 82A-11<br />

Kaartlezer: <strong>Uitbouwen</strong> -<br />

<strong>Inbouwen</strong> 82A-13<br />

Claxon: <strong>Uitbouwen</strong> -<br />

<strong>Inbouwen</strong> 82B-1<br />

Inhoud<br />

81B BINNENVERLICHTING 82C ALARM<br />

Afstandsradar: <strong>Uitbouwen</strong> -<br />

<strong>Inbouwen</strong> 82C-1<br />

83A INSTRUMENTEN - DASHBOARD<br />

Instrumentenpaneel:<br />

Algemeen 83A-1<br />

Instrumentenpaneel:<br />

Beschrijving 83A-2<br />

Instrumentenpaneel:<br />

<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 83A-5<br />

Instrumentenpaneel:<br />

Waarschuwingslampjes en<br />

tekstberichten 83A-8<br />

Instrumentenpaneel:<br />

Configuratie 83A-9<br />

Tankelement: Controle 83A-13<br />

Oliepeilzender: Werking 83A-14<br />

83C INGEBOUWD TELEMATICASYSTEEM<br />

Navigatiesysteem "lage<br />

gamma": <strong>Uitbouwen</strong> -<br />

<strong>Inbouwen</strong> 83C-1<br />

Navigatiescherm: <strong>Uitbouwen</strong><br />

- <strong>Inbouwen</strong> 83C-2<br />

Antenne: <strong>Uitbouwen</strong> -<br />

<strong>Inbouwen</strong> 83C-4<br />

Navigatiesysteem "lage<br />

gamma": Antidiefstalcode 83C-5<br />

Navigatiesysteem "lage<br />

gamma": Invoeren van de<br />

antidiefstalcode 83C-6<br />

Navigatiesysteem hoge<br />

gamma: Toetsenbord 83C-8<br />

Centrale communicatie<br />

eenheid: <strong>Uitbouwen</strong> -<br />

<strong>Inbouwen</strong> 83C-9


83D SNELHEIDSREGELAAR<br />

Snelheidsregeling en -<br />

begrenzing: Algemeen 83D-1<br />

84A SCHAKELAARS<br />

Draaibare doorvoer:<br />

<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 84A-1<br />

Schakelaars onder stuurwiel:<br />

<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 84A-2<br />

Ruitenwisserschakelaar:<br />

<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 84A-4<br />

Lichtschakelaar: <strong>Uitbouwen</strong> -<br />

<strong>Inbouwen</strong> 84A-5<br />

Achterruitverwarming:<br />

Revisie 84A-6<br />

Buitentemperatuurzender:<br />

<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 84A-8<br />

85A WISSEN - SPROEIEN<br />

Regen- en lichtsensor:<br />

<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 85A-1<br />

Ruitenwissermechanisme<br />

voor: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 85A-2<br />

Ruitenwissermotor voor:<br />

<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 85A-5<br />

Ruitenwissermotor achter:<br />

<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 85A-8<br />

Mechanisme<br />

ruitenwissermotor achter:<br />

<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 85A-10<br />

Ruitensproeierpomp:<br />

<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 85A-14<br />

Ruitensproeier 85A-15<br />

Koplampsproeierpomp:<br />

<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 85A-16<br />

Koplampsproeier: <strong>Uitbouwen</strong><br />

- <strong>Inbouwen</strong> 85A-17<br />

Koplampsproeiers 85A-19<br />

Inhoud<br />

86A RADIO<br />

86B TELEFOON<br />

Lage gamma: Autoradio 86A-1<br />

"lage gamma":<br />

Antidiefstalcode 86A-2<br />

"hoge gamma" :<br />

Antidiefstalcode 86A-3<br />

Tuner-versterker: <strong>Uitbouwen</strong><br />

- <strong>Inbouwen</strong> 86A-4<br />

Antenne van de autoradio:<br />

<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 86A-6<br />

Antenne : Werking 86A-8<br />

Tweeter: <strong>Uitbouwen</strong> -<br />

<strong>Inbouwen</strong> 86A-9<br />

Luidsprekers voor:<br />

<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 86A-11<br />

Luidsprekers achter:<br />

<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 86A-12<br />

Display 86A-13<br />

Radiobedieningssatelliet:<br />

Controle 86A-14<br />

Voorbereiding: Beschrijving 86B-1<br />

Rekeneenheid: <strong>Uitbouwen</strong> -<br />

<strong>Inbouwen</strong> 86B-2<br />

Steun van telefoonset:<br />

<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 86B-3<br />

Microfoon "handsfree":<br />

<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 86B-5<br />

87B HUIS MET HULPORGANEN INTERIEUR<br />

Huis met hulporganen<br />

interieur: Algemeen 87B-1<br />

Huis met hulporganen<br />

interieur: <strong>Uitbouwen</strong> -<br />

<strong>Inbouwen</strong> 87B-3


87C REGELING VAN DE PORTIEREN<br />

Auto zonder sleutel:<br />

Beschrijving 87C-1<br />

Auto zonder sleutel : Werking 87C-3<br />

Openingsantennes 87C-8<br />

Openingsantennes: Werking 87C-9<br />

Schakelaar voor het openen<br />

van de achterklep:<br />

<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 87C-10<br />

Achterklepslot: <strong>Uitbouwen</strong> -<br />

<strong>Inbouwen</strong> 87C-11<br />

Grendelmotor van de<br />

tankdopklep: <strong>Uitbouwen</strong> -<br />

<strong>Inbouwen</strong> 87C-12<br />

87D RUITBEDIENING - OPEN DAK<br />

Elektrisch open dak: Werking 87D-1<br />

Elektrische ruitbediening:<br />

Werking 87D-3<br />

Schakelaar ruitbediening<br />

voor op bestuurdersportier 87D-4<br />

Schakelaar ruitbediening<br />

voor op passagiersportier:<br />

<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 87D-6<br />

Schakelaar ruitbediening<br />

achter op achterportier 87D-7<br />

Schakelaar open dak:<br />

<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 87D-8<br />

Openingsmotor open dak:<br />

<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 87D-9<br />

Elektrisch open dak:<br />

Initialisatie 87D-11<br />

87F PARKEERHULP<br />

Parkeerhulp: Werking 87F-1<br />

Schakelaar: <strong>Uitbouwen</strong> -<br />

<strong>Inbouwen</strong> 87F-2<br />

Inhoud<br />

87F PARKEERHULP<br />

88A BEDRADING<br />

Zoemer: <strong>Uitbouwen</strong> -<br />

<strong>Inbouwen</strong> 87F-3<br />

Rekeneenheid: <strong>Uitbouwen</strong> -<br />

<strong>Inbouwen</strong> 87F-4<br />

Rekeneenheid: Configuratie 87F-5<br />

Afstandsradar: <strong>Uitbouwen</strong> -<br />

<strong>Inbouwen</strong> 87F-6<br />

Diagnoseaansluiting 88A-1<br />

Kabelbundel van de<br />

hemelbekleding: <strong>Uitbouwen</strong> -<br />

<strong>Inbouwen</strong> 88A-2<br />

Plaats van de<br />

rekeneenheden 88A-3<br />

88C AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />

Algemeen 88C-1<br />

Voorzorgen bij de reparatie 88C-3<br />

Rekeneenheid 88C-5<br />

Opname element stand van<br />

de stoel 88C-7<br />

Airbagschakelaar:<br />

<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 88C-8<br />

Airbagschakelaar: Controle 88C-9<br />

Schoudergordelspanners<br />

voor 88C-10<br />

Gordelspanner heupgordel<br />

voor: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 88C-13<br />

Frontale airbag bestuurder:<br />

<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 88C-16<br />

Frontale airbag passagier:<br />

<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 88C-18<br />

Zijairbag borstkas voor:<br />

<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 88C-20


88C AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />

Zijairbag borstkas achter:<br />

<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 88C-22<br />

Zijruitairbag: <strong>Uitbouwen</strong> -<br />

<strong>Inbouwen</strong> 88C-24<br />

Crash sensor zijkant:<br />

<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 88C-26<br />

Onschadelijk maken 88C-27<br />

88D BESTUURDERSSTOEL<br />

Toetsenbord bediening<br />

voorstoel: <strong>Uitbouwen</strong> -<br />

<strong>Inbouwen</strong> 88D-1<br />

Inhoud


diagnoseapparaat<br />

ACCU<br />

Accu: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

Onmisbaar materiaal<br />

Aantrekkoppelsm<br />

accuklemmen 6 N.m<br />

bevestigingsbeugel 12 N.m<br />

steun van de veiligheidszekeringen<br />

op de<br />

positieve aansluiting<br />

moer van het tapeind (∅<br />

8) van de negatieve<br />

kabelschoen<br />

moeren van de tapeinden<br />

(∅ 6) van de negatieve<br />

kabelschoen<br />

11 N.m<br />

11 N.m<br />

6 N.m<br />

80A-1<br />

UITBOUWEN<br />

2<br />

3<br />

80A<br />

111449<br />

Verwijder de sierkap.<br />

Maak de vacuümslang los.<br />

Bouw uit:<br />

- de moeren van de tapeinden (∅ 6) van de negatieve<br />

kabelschoen (1),<br />

- de moer van het tapeind (∅ 8) van de negatieve kabelschoen,<br />

- de steun van veiligheidszekeringen op de positieve<br />

aansluiting (2).<br />

N.B.:<br />

De bevestiging van de zekering is kwetsbaar.<br />

1<br />

4


Maak de steun van de massakabel los.<br />

Bouw uit:<br />

- de beschermhoes (3),<br />

- de bevestigingsbeugel (4),<br />

- de accu,<br />

ACCU<br />

Accu: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

- de accuklemmen (in geval van vervangen).<br />

INBOUWEN<br />

Zet vast met het aantrekkoppel: de accuklemmen<br />

(6 N.m) (in geval van vervangen).<br />

Plaats de accu goed in zijn houder.<br />

Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigingsbeugel<br />

(12 N.m).<br />

Monteer de beschermhoes.<br />

Maak de steun van de massakabel vast.<br />

111447<br />

Zet vast met de voorgeschreven aantrekkoppels:<br />

-de steun van de veiligheidszekeringen op de<br />

positieve aansluiting (11 N.m),<br />

- de moer van het tapeind (∅ 8) van de negatieve<br />

kabelschoen (11 N.m),<br />

-de moeren van de tapeinden (∅∅ 6) van de negatieve<br />

kabelschoen (6 N.m).<br />

80A-2<br />

80A<br />

Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />

Na het inbouwen van de accu of iedere keer nadat<br />

deze is los geweest, kan het nodig zijn een aantal<br />

eenvoudige inlezingen uit te voeren, zonder diagnoseapparaat,<br />

om de auto goed te kunnen laten werken:<br />

- klokje op tijd zetten,<br />

- invoer van de viercijferige code van de autoradio<br />

met behulp van de stuurkolombediening (zie 86A,<br />

Radio, antidiefstalcode),<br />

- initialiseren van de ruitbedieningen met sneltoets:<br />

• sluit de ruiten geheel,<br />

• de ruiten sluiten schoksgewijs tot de bovenste<br />

aanslag,<br />

• houd de toetsen enkele secondes ingedrukt,<br />

• laat de ruiten zakken tot de onderste aanslag,<br />

• houd de toetsen enkele secondes ingedrukt,<br />

• de motors zijn geïnitialiseerd.<br />

- initialiseren van de motor van het open dak:<br />

• zet de schakelaar van het open dak in de stand<br />

maximaal kantelen,<br />

• druk op de schakelaar. Na 2 secondes kantelt<br />

het dak stap voor stap in de maximum stand en<br />

zakt dan weer enkele centimeters.<br />

• laat de schakelaar los,<br />

• druk binnen 5 secondes op de schakelaar,<br />

• houd de schakelaar ingedrukt, het dak schuift<br />

open en weer dicht,<br />

• de motor is geïnitialiseerd,<br />

• zet de schakelaar in de stand « uit ».<br />

N.B.:<br />

Voor het op tijd zetten van de radionavigatie: voer<br />

de viercijferige code in, plaats de navigatie cdrom<br />

en rijd daarna naar buiten om de satellietsignalen<br />

op te vangen. Het op tijd zetten is dan<br />

mogelijk.


I - GEVAAR ZUUR<br />

ACCU<br />

Accu: Veiligheid<br />

BELANGRIJK:<br />

- Een accu bevat het gevaarlijke zwavelzuur.<br />

- Tijdens het laden van een accu, ontstaan zuurstof<br />

en waterstof. Het mengen van deze twee gassen<br />

brengt een explosiegevaar met zich mee.<br />

De oplossing van zwavelzuur is erg agressief en giftig<br />

en tast de meeste metalen aan.<br />

Tijdens werkzaamheden aan accu's moeten altijd de<br />

volgende voorzorgen in acht worden genomen:<br />

- draag een veiligheidsbril,<br />

- draag handschoenen en zuurbestendige kleding.<br />

BELANGRIJK:<br />

- Een accu bevat het gevaarlijke zwavelzuur.<br />

- Tijdens het laden van de accu, ontstaan zuurstof<br />

en waterstof. Het mengsel van deze twee gassen<br />

is zeer explosief.<br />

- Zuurspatten moeten met overvloedig water van<br />

alle getroffen delen afgespoeld worden.<br />

- Indien er contact is met de huis of de ogen, moet<br />

een arts worden geraadpleegd.<br />

II - EXPLOSIEGEVAAR<br />

Als een accu geladen wordt, komt zuurstofgas en waterstofgas<br />

vrij. De hoeveelheid die ontstaat is het<br />

grootst als de accu geheel geladen is, en is evenredig<br />

met de laadstroom.<br />

Het zuurstofgas en het waterstofgas vermengen zich in<br />

de vrije ruimte boven de platen en vormen zo het bijzonder<br />

explosieve knalgas. Dit mengsel is zeer explosief.<br />

De kleinste vonk of warmtebron kan een explosie veroorzaken.<br />

De ontploffing is zo hevig dat de accu uit elkaar<br />

kan spatten en het accuzuur in het rond vliegt.<br />

Personen in de omgeving lopen gevaar geraakt te worden<br />

door brokstukken of zuurspatten. Zuurspatten zijn<br />

gevaarlijk. Zij tasten ook de kleding aan.<br />

Gezien de ernst van het explosiegevaar moet de accu<br />

dus altijd met de grootste zorgvuldigheid worden behandeld.<br />

80A-3<br />

BELANGRIJK:<br />

80A<br />

Om ieder gevaar van vonken te voorkomen:<br />

- controleer of alle elektrische stroomverbruikers<br />

volledig zijn uitgeschakeld,<br />

- schakel de acculader uit voordat u deze aansluit<br />

op of losmaakt van de accupolen,<br />

- leg nooit metalen voorwerpen op de accu: zij kunnen<br />

kortsluiting tussen de polen veroorzaken,<br />

- kom nooit dicht bij een accu met open vuur: een<br />

lasbrander, een blaaslamp, een sigaret, een brandende<br />

lucifer.


Onmisbaar speciaal gereedschap<br />

I - CONTROLE VAN DE ACCU:<br />

ACCU<br />

Accu: Controle<br />

Ele. 1593 Accutester. Midtronics<br />

R 330<br />

bevestigingsbeugel van<br />

de accu<br />

moer van de tapeinden<br />

(∅ 6) van de negatieve<br />

kabelschoen<br />

moeren van de tapeinden<br />

(∅ 8) van de negatieve<br />

kabelschoen<br />

steun van de veiligheidszekeringen<br />

op de<br />

positieve aansluiting<br />

Aantrekkoppelsm<br />

12 N.m<br />

6 N.m<br />

11 N.m<br />

11 N.m<br />

1 - Controle van de bevestiging<br />

Controleer of de accu correct is vastgezet (bevestigingsbeugel<br />

van de accu (12 N.m)):<br />

- als de bevestigingsbeugel van de accu te vast<br />

wordt gezet bestaat het gevaar dat de accubak vervormt<br />

of breekt,<br />

- als de bevestigingsbeugel van de accu speling<br />

heeft, kan de accubak slijten doorschuren door de<br />

bewegingen of breken bij een botsing.<br />

2 - Controle van de reinheid<br />

Controleer of de aansluitingen en de accupolen niet<br />

gesulfateerd zijn (met zout bedekt).<br />

Reinig de accupolen.<br />

Vet de accupolen in indien nodig.<br />

80A-4<br />

Controleer de aantrekkoppels:<br />

80A<br />

- de moer van de tapeinden (∅∅ 6) van de negatieve<br />

kabelschoen (6 N.m),<br />

- de moeren van de tapeinden (∅ 8) van de negatieve<br />

kabelschoen (11 N.m),<br />

-de steun van de veiligheidszekeringen op de<br />

positieve aansluiting (11 N.m).<br />

BELANGRIJK:<br />

- Een accu bevat het gevaarlijke zwavelzuur.<br />

- Tijdens het laden van de accu, ontstaan zuurstof<br />

en waterstof. Het mengsel van deze twee<br />

gassen is zeer explosief.<br />

- Zuurspatten moeten met overvloedig water van<br />

alle getroffen delen afgespoeld worden.<br />

- Indien er contact is met de huis of de ogen,<br />

moet een arts worden geraadpleegd.<br />

LET OP<br />

Deze auto's hebben een accu die weinig water<br />

gebruikt. Het bijvullen van het peil van de accuvloeistof<br />

is verboden.<br />

II - LAADTOESTAND VAN DE ACCU<br />

Controleer de accu met het gereedschap (Ele.<br />

1593).<br />

1 - Uitleg van de valideringstest van de acculader<br />

Gebruik uitsluitend een acculader met constante<br />

spanning, om te voorkomen dat de accu evenredig<br />

met de stroomsterkte warmer wordt.<br />

2 - Test<br />

Stel de potentiometer voor de regeling van de laadstroomsterkte<br />

in op maximaal.<br />

Lees de spanning af op de lader of aan de accupolen.<br />

LET OP<br />

Als de spanning boven 15 V, komt, levert de<br />

acculader geen constante spanning en is hij<br />

gevaarlijk voor de accu).<br />

Stop direct het laden als de acculader geen constante<br />

spanning levert.


III - CONTROLEPROCEDURE<br />

ACCU<br />

Accu: Controle<br />

N.B.:<br />

- De auto kan in de « opslagstand » van de<br />

nieuwe auto stand; herkenbaar aan het vast<br />

branden van de twee richtingaanwijzerlampjes<br />

op het instrumentenpaneel.<br />

- Om deze stand uit te schakelen, zet u de schakelaars<br />

van de verlichting en van de ruitenwisser<br />

tegelijk omlaag.<br />

(Zie SM 3682A, Accu, 80A, Accu controle).<br />

80A-5<br />

80A


VERLICHTING VOORZIJDE<br />

Automatische verlichting<br />

I - UITSCHAKELVERTRAGING<br />

Afhankelijk van de uitvoering van de auto kunnen de dimlichten<br />

(bij stilstaande motor) automatisch in- en uitschakelen,<br />

om de voorkant van de auto te verlichten.<br />

Deze functie is alleen mogelijk bij contact uit en werkt<br />

met tijdsduren van 30 secondes (maximum 2 minuten).<br />

Activeren<br />

Het activeren gebeurt via de lichtschakelaar:<br />

- zet het contact uit (kaart uit de houder),<br />

- geef een grootlichtsignaal met behulp van de lichtschakelaar,<br />

- de dimlichten branden 30 secondes.<br />

N.B.:<br />

Elk grootlichtsignaal met de lichtschakelaar verlengt<br />

de tijdschakeling met 30 secondes (maximum 2<br />

minuten).<br />

Het inschakelen van de markeringslichten stopt de<br />

functie.<br />

II - AUTOMATISCHE VERLICHTING TIJDENS HET<br />

RIJDEN<br />

De functie kan met de lichtschakelaar worden geactiveerd<br />

en gedeactiveerd als het huis met hulporganen<br />

interieur correct is geconfigureerd (zie 87B Huis met<br />

hulporganen interieur, Configuratie).<br />

1 - Om de functie te activeren:<br />

Stilstaande of draaiende motor,<br />

- steek de kaart in de houder,<br />

- zet het contact aan,<br />

- draai de lichtschakelaar twee keer van stand "0" naar<br />

de stand markeringslichten.<br />

Het instrumentenpaneel geeft een geluidssignaal.<br />

Het systeem werkt automatisch.<br />

2 - Om de functie te deactiveren:<br />

Stilstaande motor,<br />

- steek de kaart in de houder,<br />

- zet het contact aan,<br />

- draai de lichtschakelaar twee keer van stand "0" naar<br />

de stand markeringslichten.<br />

Het instrumentenpaneel geeft een geluidssignaal.<br />

80B-1<br />

N.B.:<br />

80B<br />

Voor de bijzonderheden over het vervangen van de<br />

lichtsensor, zie 85A, Wissen/Sproeien, Regen- en<br />

lichtsensor.


diagnoseapparaat<br />

VERLICHTING VOORZIJDE<br />

Rijverlichting<br />

Onmisbaar materiaal<br />

I - WERKING<br />

Deze functie, verplicht voor de Scandinavische landen,<br />

laat de markeringslichten en de dimlichten branden bij<br />

draaiende motor zonder actie door de bestuurder op de<br />

lichtschakelaar.<br />

De werking van de rijverlichting (running-lights) wordt<br />

verzorgd door het huis met hulporganen interieur.<br />

II - CONFIGURATIE<br />

Configureer de huis met hulporganen interieur met behulp<br />

van het diagnoseapparaat (zie 87B, Huis met<br />

hulporganen interieur, Configuratie) :<br />

- start de communicatie met de UCH,<br />

- gebruik het menu « reparatie », « Schrijven<br />

configuratie »,<br />

- Selecteer de regel CF118 « Type huis met hulporganen<br />

interieur »,<br />

- Selecteer de regel CF014 « Rijverlichting »,<br />

- kies « Met » of « Zonder »,<br />

- klik op « Bevestigen »,<br />

- controleer in het menu LC008 « Lezen<br />

configuratie » of de configuratie goed is uitgevoerd.<br />

- Controleer of alle uitrustingen van de auto goed werken.<br />

80B-2<br />

80B


UITBOUWEN<br />

VERLICHTING VOORZIJDE<br />

Halogeenkoplamp: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

LET OP<br />

Voor de xenonkoplampen moet u zich aan de veiligheidsregels<br />

houden (zie 80C, Xenonlampen,<br />

Xenonkoplamp).<br />

Bouw de schildbumper voor uit (zie 55A, Bescherming<br />

buitenkant, Schildbumper voor).<br />

1<br />

111454<br />

Bouw de bovenste bevestigingsbouten (1) van de<br />

koplamp uit.<br />

80B-3<br />

2<br />

80B<br />

111455<br />

Bouw de onderste bevestigingsbout (2) van de koplamp<br />

uit.<br />

Maak de koplamp los van zijn centreerder (3).<br />

Maak de stekkers los van de koplamp.<br />

Bouw de koplamp uit.<br />

INBOUWEN<br />

Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />

Stel de koplampen af (zie 80B, Koplamp, Halogeen<br />

koplamp: Afstellen).<br />

3


koplampafstelapparaat<br />

VERLICHTING VOORZIJDE<br />

Halogeen koplamp: Afstellen<br />

Onmisbaar materiaal<br />

De auto moet op een vlakke horizontale ondergrond<br />

staan.<br />

LET OP<br />

Zet de parkeerrem niet vast.<br />

Controleer en corrigeer indien nodig de bandenspanning.<br />

Controleer of de bagageruimte van de auto leeg is.<br />

Zet de koplampstelknop op "0".<br />

Schakel de dimlichten in.<br />

Plaats een koplampafstelapparaat voor de auto en<br />

stel het af afhankelijk van de op de koplamp opgegeven<br />

waarde -1 %.<br />

80B-4<br />

2<br />

80B<br />

111451<br />

111430<br />

Zonder de auto te verplaatsen, stelt u de koplampen<br />

handmatig af.<br />

- verdraai schroef (1) voor de verticale afstelling,<br />

- verdraai schroef (2) voor de horizontale afstelling.<br />

1<br />

1


UITBOUWEN<br />

I - LAMPEN VAN GROOTLICHT EN<br />

MARKERINGSLICHT<br />

Bouw de afdichtkap (1) uit.<br />

VERLICHTING VOORZIJDE<br />

Halogeenlampen: Vervangen<br />

N.B.:<br />

Voor het vervangen van de lampen van de<br />

xenonkoplampen, zie 80C, Xenonlampen,<br />

Xenonlampen: Vervangen.<br />

1<br />

111430<br />

80B-5<br />

Maak de stekkers los van de lampen.<br />

Ontgrendel het klemmetje (2).<br />

Bouw de lamp van het grootlicht uit.<br />

80B<br />

Bouw de lamp van het markeringslicht uit door in de<br />

klemmetjes van de fitting te knijpen.<br />

II - LAMPEN VAN DIMLICHTEN<br />

Bouw de sierkap uit en maak het stuurbekrachtigingsreservoir<br />

los om bij de lamp van de koplamp<br />

rechts te komen.<br />

Bouw de afdichtkap (3) uit.<br />

111429<br />

N.B.:<br />

Gebruik uitsluitend goedgekeurde H1 lampen<br />

voor de dimlichten.<br />

Gebruik uitsluitend goedgekeurde W5W lampen<br />

voor de markeringslichten.<br />

3<br />

2<br />

111430


Maak de stekkers los van de lamp.<br />

Ontgrendel het klemmetje (4).<br />

Bouw de lamp uit.<br />

N.B.:<br />

III - LAMPEN VAN RICHTINGAANWIJZER<br />

VERLICHTING VOORZIJDE<br />

Halogeenlampen: Vervangen<br />

111429<br />

Gebruik uitsluitend goedgekeurde H7 lampen<br />

voor de grootlichten.<br />

5<br />

4<br />

111430<br />

Bouw de fitting (5) uit (een kwart slag naar de buitenkant<br />

van de auto).<br />

N.B.:<br />

Gebruik uitsluitend goedgekeurde PY21W lampen<br />

voor de richtingaanwijzers.<br />

80B-6<br />

80B


UITBOUWEN<br />

VERLICHTING VOORZIJDE<br />

Mistlicht voor: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

Bouw de schildbumper voor uit (zie 55A, Bescherming<br />

buitenkant, Schildbumper voor).<br />

Maak de stekker los.<br />

Bouw de bevestigingsbouten (1) uit.<br />

INBOUWEN<br />

1<br />

111460<br />

N.B.:<br />

Gebruik uitsluitend goedgekeurde H11 lampen.<br />

Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />

80B-7<br />

80B<br />

111453<br />

Stel de mistlichten af met behulp van een schroevendraaier.


VERLICHTING VOORZIJDE<br />

Stelmotor van de koplampen: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 80B<br />

UITBOUWEN<br />

Bouw de koplamp uit (zie 80B, Verlichting voorzijde,<br />

Koplamp).<br />

Maak de stekker los van de stelmotor.<br />

Draai de stelschroef (1) (maximum zes omwentelingen)<br />

in.<br />

Druk bij (2).<br />

Maak de stelmotor (3) met een achtste omwenteling<br />

naar de buitenkant van de auto los door het klemmetje<br />

te bewegen (4).<br />

Maak het kogeldraaipunt (5) van de reflector los door<br />

de stelmotor iets te kantelen.<br />

INBOUWEN<br />

5<br />

111431<br />

N.B.:<br />

Zet de afstelschroef van de stelmotor vast met<br />

zes omwentelingen bij het vervangen door een<br />

nieuw onderdeel.<br />

Bouw de afdichtplaat van de lamp van het grootlicht<br />

uit.<br />

Houd de parabool naar de achterkant van de koplamp<br />

door aan de fitting van de lamp te trekken.<br />

3<br />

2<br />

4<br />

1<br />

80B-8<br />

Klik het kogeldraaipunt in het klemmetje van de koplamp.<br />

LET OP<br />

Het kogeldraaipunt moet niet alleen de groef<br />

raken, maar moet er goed in liggen.<br />

Draai de stelmotor een achtste slag naar de binnenkant<br />

van de auto.<br />

Sluit de stekker van de stelmotor aan.<br />

Zet de afstelschroef van de stelmotor los (zes omwentelingen).<br />

Stel de koplampen af (zie 80B, Verlichting voorzijde,<br />

Halogeen koplampen: Afstellen).


VERLICHTING VOORZIJDE<br />

Stelknop van de koplampen: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 80B<br />

UITBOUWEN<br />

Maak de kap (1) los.<br />

3<br />

Verwijder de schroeven (2).<br />

Verwijder de bediening van de automatische parkeerrem.<br />

Maak de stekkers los.<br />

Maak de bekleding los.(3)<br />

Maak de stekkers los.<br />

Maak de schakelaar van de plaat los.<br />

2<br />

1<br />

111504<br />

111503<br />

80B-9<br />

INBOUWEN<br />

Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.


XENONLAMPEN<br />

Xenonkoplampen: Beschrijving<br />

Deze auto' moeten uitgerust zijn met:<br />

- een automatische verstelling van de lichtbundel van<br />

elke koplamp afhankelijk van de belading, de acceleratie,<br />

het remmen en de snelheid van de auto,<br />

D<br />

(A) Opname element achter<br />

(B) Opname element voor<br />

(C) Rekeneenheid<br />

(D) Stelmotor<br />

BELANGRIJK:<br />

- Het is verboden een lamp te laten branden buiten<br />

de koplamp (gevaarlijk voor de ogen).<br />

- De xenonlampen werken met een spanning van<br />

20000 V bij het ontsteken en daarna met een 85 V<br />

wisselspanning.<br />

- Wacht tot alle « hoogspanningsmodules »<br />

afgekoeld zijn voordat u ze demonteert..<br />

- De accu moet altijd worden losgekoppeld, te<br />

beginnen met de minpool, voordat u aan de werkzaamheden<br />

begint.<br />

C<br />

80C-1<br />

- koplampsproeiers.<br />

B<br />

80C<br />

111693<br />

N.B.:<br />

- De hoogte van de lichtbundel verschilt afhankelijk<br />

van de rijsnelheid.<br />

- Boven 30 km/h, is de reikwijdte van de verlichting<br />

groter.<br />

De lampen hebben geen gloeidraad. Het licht van deze<br />

lampen wordt opgewekt door twee elektrodes in een<br />

kwarts lamp gevuld met een gas (xenon) onder hoge<br />

druk en kwik.<br />

Elke koplamp heeft een hoogspanningsmodule (ballast).<br />

De hoogspanningsmodule en de xenonlamp kunnen<br />

los van de koplamp vervangen worden.<br />

A


2<br />

2<br />

XENONLAMPEN<br />

Xenonkoplampen: Beschrijving<br />

Aansl. Omschrijving<br />

1 Stelmotor<br />

2 Xenonmodule<br />

3 Hoogspanningsmodule<br />

4 Rekeneenheid<br />

5 Opname element voor<br />

6 Opname element achter<br />

Het licht van de grootlichten wordt aangevuld door de<br />

xenonlampen :<br />

- als de dimlichten niet branden, krijgt de xenonlamp<br />

geen voeding, een lichtsignaal schakelt alleen de<br />

grootlichten in.<br />

- Als de dimlichten (xenonlampen) branden, schakelt<br />

een lichtsignaal de grootlichten in en een elektromagneet<br />

(de xenonlamp blijft branden). Deze elektromagneet<br />

verandert de lichtbundel van de dimlichten.<br />

1<br />

1<br />

3<br />

3<br />

80C-2<br />

4<br />

A<br />

80C<br />

5<br />

6<br />

111692<br />

100274<br />

(A) Elektromagneet<br />

(B) Systeem voor het verstellen van<br />

de lichtbundel (omlaag voor<br />

dimlicht ; omhoog voor grootlicht)<br />

B


XENONLAMPEN<br />

Xenonkoplampen: Beschrijving<br />

Als de elektromagneet of het systeem voor het veranderen<br />

van de lichtbundel defect is, moet de koplamp<br />

worden vervangen.<br />

I - CONTROLE VAN DE ELEKTROMAGNEET<br />

Bij een lichtsignaal (dimlichten uit), moet bij het inschakelen<br />

van de grootlichten de elektromagneet voeding<br />

krijgen (hoorbaar).<br />

II - CONTROLE VAN DE VERANDERING VAN DE<br />

LICHTBUNDEL<br />

BELANGRIJK:<br />

Kijk niet in de lichtbundel (gevaar voor de ogen).<br />

- Maak de stekkers van de lampen van de grootlichten<br />

los.<br />

- Plaats een koplampafstelapparaat voor de koplampen.<br />

- Schakel de dimlichten in.<br />

- Zet de lichtschakelaar in de stand grootlichten.<br />

- De lichtbundel moet veranderen.<br />

Lichtbundel van het dimlicht<br />

100276<br />

80C-3<br />

Lichtbundel van het grootlicht<br />

80C<br />

100277


XENONLAMPEN<br />

Xenonkoplamp: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

UITBOUWEN - INBOUWEN<br />

De methode voor het uitbouwen-inbouwen van de<br />

xenonkoplampen is dezelfde als de methode voor de<br />

halogeenlampen (zie 80B, Verlichting voorzijde,<br />

koplamp).<br />

LET OP<br />

- Het is verboden een lamp te laten branden die<br />

niet in de koplamp is gemonteerd (gevaar voor<br />

de ogen).<br />

- De xenonlampen werken met een spanning van<br />

20000 V bij het ontsteken en daarna met een 85<br />

V wisselspanning.<br />

- Wacht tot de "hoogspanningsmodule" afgekoeld<br />

is voordat u hem demonteert.<br />

- De accu moet daarom altijd worden losgekoppeld<br />

voordat u aan de werkzaamheden begint.<br />

N.B.:<br />

Het systeem van de xenonlampen moet beslist<br />

worden geïnitialiseerd (zie 80C, Xenonlamp,<br />

Xenonkoplamp: Afstellen) en stel de koplampen<br />

af.<br />

80C-4<br />

80C


XENONLAMPEN<br />

Hoogspanningseenheid xenonkoplamp: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 80C<br />

LET OP<br />

- Het is verboden een lamp te laten branden die niet<br />

in de koplamp is gemonteerd (gevaar voor de<br />

ogen).<br />

- De xenonlampen werken met een spanning van<br />

20000 V bij het ontsteken en daarna met een 85 V<br />

wisselspanning.<br />

- Wacht tot de "hoogspanningsmodule" afgekoeld is<br />

voordat u hem demonteert.<br />

- De accu moet daarom altijd worden losgekoppeld<br />

voordat u aan de werkzaamheden begint.<br />

UITBOUWEN<br />

Maak de accukabels los, te beginnen met de negatieve<br />

pool.<br />

Bouw de koplamp uit (zie 80B, Verlichting voorzijde,<br />

Koplamp).<br />

Leg de koplamp op een schone doek zodat er geen<br />

krassen in komen.<br />

2<br />

1<br />

111427<br />

Bouw de condensator (2) uit door deze een achtste<br />

slag linksom te draaien (1).<br />

80C-5<br />

Verwijder de bevestigingsschroef.<br />

Verwijder de hoogspanningseenheid.<br />

Maak de voeding van de hoogspanningseenheid los.<br />

INBOUWEN<br />

111492<br />

Vervang altijd de afdichting bij iedere demontage<br />

van de hoogspanningseenheid.<br />

Zet de accukabels weer vast, te beginnen met de positieve<br />

pool.<br />

LET OP<br />

Het systeem van de xenonlampen moet beslist<br />

worden geïnitialiseerd (zie 80C, Xenonlamp,<br />

Xenonkoplamp: Afstellen).


diagnoseapparaat<br />

koplampafstelapparaat<br />

XENONLAMPEN<br />

Xenonkoplampen: Afstellen<br />

Zet de auto op een vlakke en horizontale ondergrond.<br />

Controleer en corrigeer indien nodig de bandenspanning.<br />

Controleer of de bagageruimte van de auto leeg is.<br />

INSTELLEN<br />

Onmisbaar materiaal<br />

LET OP<br />

Na werkzaamheden aan een xenonkoplamp, aan<br />

een opname element of aan de voor- of achtertrein,<br />

moet u het systeem van de xenonkoplampen initialiseren<br />

en de koplampen afstellen.<br />

N.B.:<br />

- Zet de parkeerrem niet vast.<br />

- Stap tijdens deze procedure niet in de auto.<br />

Zet het contact aan.<br />

Sluit het diagnoseapparaat aan.<br />

Selecteer op het diagnoseapparaat het systeem<br />

« xenonlamp ».<br />

Controleer of er geen storingen zijn.<br />

80C-6<br />

80C<br />

Geef het commando CF001 « Calibratie<br />

rekeneenheid ».<br />

N.B.:<br />

- Het is mogelijk om te controleren of het systeem<br />

is geïnitialiseerd:<br />

• de waarde van het opname element voor,<br />

zichtbaar met parameter PR017 « Hoogte<br />

voor » moet gelijk zijn aan de waarde van de<br />

oorspronkelijke hoogte voor (PR004),<br />

• de waarde van het opname element achter,<br />

zichtbaar met parameter PR018 « Hoogte<br />

achter » moet gelijk zijn aan de waarde van de<br />

oorspronkelijke hoogte achter (PR005).<br />

- Het initialiseren van het systeem is niet<br />

mogelijk:<br />

• als de rijsnelheid afwezig is of niet nul,<br />

• als de stand van een opname element buiten<br />

de tolerantie is,<br />

• als de configuratie van de rekeneenheid niet<br />

correct is uitgevoerd.<br />

Plaats een koplampafstelapparaat afgesteld op -1,<br />

3 % (waarde staat op de koplamp) voor de auto.<br />

Schakel de dimlichten in.


Stel de stand van de koplampen af.<br />

- schroef (1) voor de hoogte,<br />

- schroef (2) voor de richting.<br />

XENONLAMPEN<br />

Xenonkoplampen: Afstellen<br />

2<br />

1<br />

111452<br />

111430<br />

N.B.:<br />

De initialisatie kan mislukken:<br />

- als de rijsnelheid niet nul is,<br />

- als er een storing van een opname element is<br />

(geen of onsamenhangend signaal),<br />

- als de rekeneenheid niet goed is geconfigureerd<br />

(type van de auto : <strong>Laguna</strong> II en <strong>Laguna</strong> II<br />

Break).<br />

1<br />

80C-7<br />

80C


XENONLAMPEN<br />

Xenonlampen: Vervangen<br />

BELANGRIJK:<br />

- Het is verboden een lamp te laten branden buiten<br />

de koplamp (gevaarlijk voor de ogen).<br />

- De xenonlampen werken met een spanning van<br />

20000 V bij het ontsteken en daarna met een 85 V<br />

wisselspanning.<br />

- Wacht tot de « hoogspanningsmodule » afgekoeld<br />

is voordat u hem demonteert.<br />

- De accu moet daarom altijd worden losgekoppeld<br />

voordat u aan de werkzaamheden begint.<br />

Voor het vervangen van een xenonlamp bouwt u de koplamp<br />

uit (zie 80C, Xenonlampen, Xenonkoplamp).<br />

UITBOUWEN<br />

1<br />

Verwijder de afdichtkap (1).<br />

3<br />

2<br />

111428<br />

111427<br />

Bouw de condensator (3) uit door deze een achtste<br />

slag linksom te draaien (2).<br />

80C-8<br />

Bouw de lamp voorzichtig uit.<br />

INBOUWEN<br />

80C<br />

111438<br />

Houd de lamp vast aan het metalen deel (raak het<br />

glas niet met de vingers aan, maak het glas anders<br />

schoon met alcohol en een pluisvrije zachte doek).<br />

4<br />

12398<br />

LET OP<br />

Behandel de lamp zeer voorzichtig want de geleider<br />

aan de buitenkant (4) is bijzonder kwetsbaar<br />

en mag niet verbuigen.<br />

5


XENONLAMPEN<br />

Xenonlampen: Vervangen<br />

Plaats:<br />

- de lamp (het nokje (5) moet in de groef van de koplamp<br />

vallen),<br />

- condensator.<br />

N.B.:<br />

- Initialiseer beslist het systeem van de xenonlampen<br />

en stel de koplampen af (zie 80C,<br />

Xenonlampen, Xenonkoplampen : Afstellen).<br />

- Gebruik uitsluitend goedgekeurde D2S lampen.<br />

80C-9<br />

80C


UITBOUWEN<br />

XENONLAMPEN<br />

Koplampstelmotor: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

N.B.:<br />

De xenonkoplampen hebben specifieke stelmotors.<br />

Bouw de koplamp uit (zie 80B, Verlichting voorzijde,<br />

Koplamp).<br />

Maak de stekker los van de stelmotor.<br />

Draai de stelschroef (1) (maximum zes omwentelingen)<br />

in.<br />

Druk bij (2).<br />

Maak de stelmotor (3) met een achtste omwenteling<br />

naar de buitenkant van de auto los door het klemmetje<br />

te bewegen (4).<br />

Maak het kogeldraaipunt (5) van de reflector los door<br />

de stelmotor iets te kantelen.<br />

INBOUWEN<br />

5<br />

Bouw de afdichtkap van de xenonlamp uit.<br />

111431<br />

N.B.:<br />

Zet de afstelschroef van de stelmotor vast met<br />

zes omwentelingen bij het vervangen door een<br />

nieuw onderdeel.<br />

Houd de parabool naar de achterkant van de koplamp<br />

door aan de module van de lamp te trekken.<br />

3<br />

2<br />

4<br />

1<br />

80C-10<br />

80C<br />

Klik het kogeldraaipunt in het klemmetje van de koplamp.<br />

LET OP<br />

Het kogeldraaipunt moet niet alleen de groef<br />

raken, maar moet er goed in liggen.<br />

Draai de stelmotor een achtste slag naar de binnenkant<br />

van de auto.<br />

Sluit de stekker van de stelmotor aan.<br />

Zet de afstelschroef van de stelmotor los (zes omwentelingen).<br />

Stel de koplampen af (zie 80C, Xenonlampen, Xenonkoplampen:<br />

Afstellen).


XENONLAMPEN<br />

Rekeneenheid xenonlamp: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

BELANGRIJK:<br />

- Het is verboden een lamp te laten branden buiten<br />

de koplamp (gevaarlijk voor de ogen).<br />

- De xenonlampen werken met een spanning van<br />

20000 V bij het ontsteken en daarna met een 85 V<br />

wisselspanning.<br />

- Wacht tot de « hoogspanningsmodule » afgekoeld<br />

is voordat u hem demonteert.<br />

- De accu moet daarom altijd worden losgekoppeld<br />

voordat u aan de werkzaamheden begint.<br />

UITBOUWEN<br />

Maak de accukabels los, te beginnen met de negatieve<br />

pool.<br />

Maak de rekeneenheid (1) los.<br />

Maak de stekkers los.<br />

INBOUWEN<br />

1<br />

111491<br />

Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />

Zet de accukabels weer vast, te beginnen met de positieve<br />

pool.<br />

LET OP<br />

Het systeem van de xenonlampen moet beslist<br />

worden geïnitialiseerd (zie 80C, Xenonlamp,<br />

Xenonkoplamp: Afstellen).<br />

80C-11<br />

80C


XENONLAMPEN<br />

Opname element voor van de koplampverstelling: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 80C<br />

bevestigingsbout van<br />

het opname element<br />

Het opname element wagenhoogte voor bevindt zich<br />

achter het wiel links voor.<br />

UITBOUWEN<br />

Aantrekkoppelsm<br />

8 N.m<br />

18852<br />

Bouw uit:<br />

- het klemmetje op het einde van het stangetje (1),<br />

- de bevestigingsbouten van het opname element<br />

(2).<br />

Maak de stekker van de sensor los.<br />

Bouw het opname element wagenhoogte uit.<br />

INBOUWEN<br />

Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />

LET OP<br />

Vervang het klemmetje op het einde van het stangetje<br />

na iedere demontage.<br />

2<br />

1<br />

80C-12<br />

Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigingsbout<br />

van het opname element (8 N.m).<br />

LET OP<br />

Het systeem van de xenonlampen moet beslist<br />

worden geïnitialiseerd (zie 80C, Xenonlamp,<br />

Xenonkoplamp: Afstellen).


XENONLAMPEN<br />

Opname element achter van de koplampverstelling: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 80C<br />

bevestigingsbout van de<br />

steun van het opname<br />

element hoogte achter<br />

Het opname element wagenhoogte achter bevindt zich<br />

achter het wiel links achter.<br />

Bouw uit:<br />

- het klemmetje op het einde van het stangetje,<br />

- de bevestigingsmoer van de steun (1).<br />

Maak de stekker (2) los.<br />

Bouw uit:<br />

- het opname element en zijn steun,<br />

- de bevestigingsbouten (3) van het opname element.<br />

INBOUWEN<br />

Aantrekkoppelsm<br />

8 N.m<br />

18853<br />

Plaats het opname element met zijn steun op de<br />

auto.<br />

LET OP<br />

Vervang het klemmetje op het einde van het stangetje<br />

na iedere demontage.<br />

Zet met het aantrekkoppel vast: de bevestigingsbout<br />

van de steun van het opname element<br />

hoogte achter (8 N.m).<br />

2<br />

3<br />

1<br />

80C-13<br />

Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />

LET OP<br />

Het systeem van de xenonlampen moet beslist<br />

worden geïnitialiseerd (zie 80C, Xenonlamp,<br />

Xenonkoplamp: Afstellen).


UITBOUWEN<br />

VERLICHTING ACHTER<br />

Derde remlicht: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

18319<br />

Bouw de bekleding van de achterklep uit (zie MR<br />

396, Carrosserie, 73A, Bekleding kappen en kleppen,<br />

Bekleding achterklep).<br />

Druk naar boven en naar achteren op de klemmetjes<br />

(1) om het derde remlicht los te maken.<br />

Maak de stekker los.<br />

N.B.:<br />

- Voor het vervangen van de lamp, gebruikt u een<br />

goedgekeurde lamp W16W.<br />

- Het derde remlicht van de hatchback heeft een<br />

lamp. Het derde remlicht van de break heeft diodes.<br />

INBOUWEN<br />

Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />

1<br />

81A-1<br />

81A


VERLICHTING ACHTER<br />

Lichten van achterklep: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

De achterlichten zijn in twee delen uitgevoerd, een in<br />

het scherm en een in de achterklep.<br />

UITBOUWEN<br />

Bouw uit:<br />

- de dop,<br />

- de achterste bevestigingsbout (1).<br />

Bouw het licht uit.<br />

Maak de stekker los.<br />

113460<br />

113459<br />

Maak de lamphouder los door te drukken op de lipjes<br />

(2).<br />

81A-2<br />

INBOUWEN<br />

81A<br />

Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.


VERLICHTING ACHTER<br />

Achterlicht op scherm: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

De achterlichten zijn in twee delen uitgevoerd, een in<br />

het scherm en een in de achterklep.<br />

UITBOUWEN<br />

I - LICHTEN OP ZIJSCHERM (HATCHBACK)<br />

Bouw de achterste bevestigingsmoer (1) uit.<br />

Maak de stekker los.<br />

Bouw het licht uit.<br />

113461<br />

113458<br />

Maak de lamphouder los door te drukken op het lipje<br />

(2).<br />

81A-3<br />

II - LICHTEN OP ZIJSCHERM (BREAK)<br />

Verwijder de schroeven (3).<br />

Bouw het toegangsluik uit.<br />

81A<br />

Verwijder de twee stukken beschermschuim.<br />

Bouw uit:<br />

- de schroef (4),<br />

- het licht op het achterscherm door met een schroevendraaier<br />

te drukken op de richtpen (5).<br />

Maak de stekker los.<br />

113465<br />

113466


INBOUWEN<br />

VERLICHTING ACHTER<br />

Achterlicht op scherm: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />

81A-4<br />

81A


UITBOUWEN<br />

VERLICHTING ACHTER<br />

Kentekenverlichting: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

108174<br />

Wip de verlichting los met een schroevendraaier.<br />

Maak de stekker los.<br />

N.B.:<br />

Voor het vervangen van de lamp, gebruikt u een<br />

goedgekeurde lamp W5W.<br />

INBOUWEN<br />

Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />

81A-5<br />

81A


BINNENVERLICHTING<br />

Werking<br />

I - BIJZONDERHEID<br />

De auto's hebben, afhankelijk van de uitvoering:<br />

- onafhankelijke verlichting onder de portieren (die<br />

brandt bij het openen van het betreffende portier),<br />

- tijdgeschakelde binnenlichten (voor en achter),<br />

- verlichting onder het dashboard en verlichting onder<br />

de voorstoelen gekoppeld aan de binnenlichten,<br />

- verlichting in de bagageruimte,<br />

- verlichte make-up spiegels in de zonnekleppen.<br />

II - WERKING VAN DE TIJDSCHAKELING<br />

De binnenverlichting (plafond en voetenruimtes) worden<br />

direct ingeschakeld door het huis met hulporganen<br />

interieur:<br />

- bij het openen van een portier of de achterklep,<br />

- bij het ontgrendelen van de portieren via de afstandsbediening<br />

(of door de handsfree functie),<br />

- bij het verwijderen van de RENAULT-kaart uit de<br />

kaartlezer.<br />

Bij het uitschakelen van de binnenverlichting gebruikt<br />

het huis met hulporganen interieur, afhankelijk van het<br />

geval, een vertraging:<br />

- uitschakeling zonder vertraging:<br />

• bij het vergrendelen van de portieren via de afstandsbediening<br />

(portieren/klep gesloten),<br />

- uitschakeling met vertraging:<br />

• na het sluiten van het laatste portier/klep,<br />

• bij het ontgrendelen van de portieren/klep via de afstandsbediening,<br />

• bij het aanzetten van het contact.<br />

N.B.:<br />

Als een portier of klep lang open staat, zonder aanzetten<br />

of uitzetten van het contact, dooft het huis<br />

met hulporganen interieur de binnenverlichting na<br />

een vertraging van ongeveer 15 minuten.<br />

81B-1<br />

81B


BINNENVERLICHTING<br />

Binnenlicht: Algemeen<br />

Afhankelijk van de plaats van het binnenlicht en het uitrustingsniveau<br />

van de auto, kan het licht zijn voorzien<br />

van:<br />

- een enkele centrale lichtschakelaar,<br />

- een centrale lichtschakelaar en een kaartleeslampje,<br />

- een centrale lichtschakelaar met regelbare lichtsterkte<br />

en twee kaartleeslampjes.<br />

81B-2<br />

81B


UITBOUWEN<br />

2<br />

BINNENVERLICHTING<br />

Binnenlicht: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

18879<br />

19255<br />

Maak de doorschijnende kap (1) los.<br />

Trek aan de bevestigingsgrendels (2).<br />

Verwijder de stekker met een draaiende beweging.<br />

Maak de stekker los.<br />

INBOUWEN<br />

Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />

1<br />

81B-3<br />

81B


BINNENVERLICHTING<br />

Verlichting make-up spiegel: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 81B<br />

Afhankelijk van de uitvoering, hebben de make-up<br />

spiegels verlichting in de hemelbekleding.<br />

De schakelaar bevindt zich op het klepje (1) van de<br />

zonneklep (4). De stroom naar de verlichting (2) loopt<br />

via de centrale bevestiging (3) van de zonneklep.<br />

81B-4<br />

UITBOUWEN<br />

Maak los :<br />

- de lichtkap van het lichtpunt (2),<br />

- het lichtpunt,<br />

- de stekker.<br />

1<br />

18991<br />

19250<br />

N.B.:<br />

De werking van de schakelaar kan worden<br />

gecontroleerd via de verbinding naar de centrale<br />

bevestiging (2):<br />

- klepje van de spiegel gesloten (schakelaar<br />

open) = lamp uit = weerstand oneindig,<br />

- klepje van de spiegel open (schakelaar gesloten)<br />

= lamp aan = weerstand nul,<br />

2<br />

4<br />

3


BINNENVERLICHTING<br />

Verlichting make-up spiegel: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 81B<br />

INBOUWEN<br />

Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />

81B-5


BINNENVERLICHTING<br />

Verlichting onder portier: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

De portieren hebben onafhankelijke verlichting die<br />

wordt aangestuurd door het huis met hulporganen interieur<br />

bij het openen van het portier. Alleen de lamp van<br />

het betreffende portier gaat branden.<br />

UITBOUWEN<br />

113463<br />

Bouw de verlichting onder het portier (1) uit met behulp<br />

van het gereedschap (Car. 1597).<br />

Ontgrendel de lamphouder met een kwart slag.<br />

INBOUWEN<br />

Onmisbaar speciaal gereedschap<br />

Car. 1597 Hefboom voor het losmaken<br />

van de klemmetjes<br />

van de<br />

handgreep achter<br />

113464<br />

Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />

81B-6<br />

81B


BINNENVERLICHTING<br />

Verlichting in dashboardkastje: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 81B<br />

UITBOUWEN<br />

1<br />

18473<br />

Bouw uit:<br />

- de bevestigingsschroef van de bekleding van de<br />

opbergruimte,<br />

- de bekleding van de opbergruimte,<br />

- het lichtpunt (1) door op de bevestigingsgrendel te<br />

drukken.<br />

Maak de stekker los.<br />

INBOUWEN<br />

Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />

N.B.:<br />

Voor het vervangen van de lamp, gebruikt u een<br />

goedgekeurde lamp C5W.<br />

81B-7


BINNENVERLICHTING<br />

Verlichting onder dashboard: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 81B<br />

2<br />

1<br />

18631<br />

18832<br />

De auto heeft lampen voor de verlichting onder het dashboard<br />

en onder de voorstoel die zijn gekoppeld aan de<br />

binnenverlichting. Zij bevinden zich:<br />

- onder het dashboardkastje (passagierskant),<br />

- onder de voorstoelen (1) (afhankelijk van de uitvoering),<br />

- onder het stuurwiel (2).<br />

Deze lampen worden aangestuurd door het huis met<br />

hulporganen interieur :<br />

- bij het ontgrendelen van de portieren via de afstandsbediening<br />

(of de handsfree functie),<br />

81B-8<br />

- bij het openen van een portier,<br />

- als de Renault-kaart uit de lezer wordt getrokken.<br />

UITBOUWEN<br />

Draai het lichtpunt rechtsom.<br />

INBOUWEN<br />

Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />

N.B.:<br />

Voor het vervangen van de lamp, gebruikt u een<br />

goedgekeurde lamp W5W.


UITBOUWEN<br />

BINNENVERLICHTING<br />

Bagageverlichting: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

113462<br />

Maak de bagageverlichting los door op de klemmetjes<br />

(1) te drukken.<br />

Maak de stekker los.<br />

INBOUWEN<br />

Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />

N.B.:<br />

Voor het vervangen van de lamp, gebruikt u een<br />

goedgekeurde lamp C5W.<br />

81B-9<br />

81B


ZEKERING<br />

Zekering stroomonderbreker: Identificatie<br />

1<br />

111497<br />

De zekering stroomonderbreker bevindt zich in de middenconsole,<br />

onder de asbak (1).<br />

N.B.:<br />

Gebruik een zekering van 10 A, één van de reservezekeringen.<br />

81C-1<br />

81C


STARTVERGRENDELING<br />

Algemeen<br />

De startvergrendeling wordt gestuurd via kaartherkenningssysteem<br />

van de Renault kaart met een continu<br />

variabele code (gecrypteerd V3).<br />

De startvergrendeling heeft geen noodcode maar een<br />

reparatiecode die levenslang aan de auto is toegewezen<br />

tijdens de fabricage.<br />

Het systeem kan maximaal vier Renault kaarten bevatten.<br />

De Renault kaarten met « eenvoudige » afstandsbediening<br />

en « handsfree » zijn verschillend en kunnen<br />

niet op een en dezelfde auto worden gebruikt.<br />

Bij verlies of diefstal van een auto, kan een Renault<br />

kaart onwerkzaam worden gemaakt. Deze kan, indien<br />

nodig, opnieuw aan dezelfde auto worden toegewezen.<br />

LET OP<br />

Met dit systeem is het niet mogelijk verschillende<br />

elementen (huis met hulporganen interieur en<br />

Renault kaarten of huis met hulporganen interieur<br />

en rekeneenheid van het inspuitsysteem) tegelijk te<br />

vervangen. Deze onderdelen worden ongecodeerd<br />

geleverd.<br />

Bij het vervangen van een element, met één van de elementen<br />

van het systeem de oorspronkelijke code van<br />

de auto in het geheugen hebben (zie 82A, Startvergrendeling,<br />

Inlezen).<br />

De door de onderdelen van het systeem ingelezen<br />

code kan niet worden gewist.<br />

N.B.:<br />

Voor de bijzonderheden van het huis met hulporganen<br />

interieur (zie 87B, Huis met hulporganen interieur,<br />

Huis met hulporganen interieur).<br />

Voor de bijzonderheden van het openen-sluiten van<br />

de portieren (zie 87C, Regeling van de portieren).<br />

82A-1<br />

82A<br />

23304<br />

De Renault kaart heeft met een noodsleutel (1) waarmee<br />

het portier geopend kan worden in geval van een<br />

storing.<br />

De Renault kaart die door het onderdelenmagazijn geleverd<br />

wordt heeft geen noodsleutel. Op de plaats van<br />

de noodsleutel is een bescherming geplaatst.<br />

N.B.:<br />

Het is mogelijk om een noodsleutel bij het magazijn<br />

te bestellen onder vermelding van de reparatiecode<br />

en het identificatienummer van de auto.<br />

1


1<br />

6<br />

Het systeem bestaat uit:<br />

STARTVERGRENDELING<br />

Beschrijving<br />

- twee Renault kaarten (1) (het systeem kan maximaal<br />

vier kaarten bevatten),<br />

- een kaarthouder (2),<br />

- een huis met hulporganen interieur (3), in het interieur,<br />

- rood controlelampje van de startvergrendeling (4),<br />

- een rekeneenheid van het inspuitsysteem (5),<br />

- een elektrische stuurkolomgrendel (6),<br />

- een startknop (7),<br />

13<br />

14<br />

10<br />

11<br />

12<br />

9 5 4 8<br />

- een rekeneenheid van de airbag (8),<br />

- een rekeneenheid van het ABS (9),<br />

- een opname element koppelingspedaal (10),<br />

- een opname element stand "neutraal" van de versnellingsbak<br />

(11),<br />

- een opname element rempedaal (12) (specifiek voor<br />

de handsfree uitvoering),<br />

- twee antennes voor de regeling van de portieren (13)<br />

(specifiek voor de handsfree uitvoering, worden niet<br />

gebruikt voor de startvergrendeling),<br />

7<br />

2<br />

3<br />

82A-2<br />

16<br />

15<br />

82A<br />

100269<br />

- vier startantennes (14) verbonden met de kaarthouder<br />

(specifiek voor de handsfree uitvoering),<br />

- een claxon (15) (specifiek voor de handsfree uitvoering,<br />

wordt niet gebruikt voor de startvergrendeling),<br />

- handgrepen en sloten (16) (specifiek voor de handsfree<br />

uitvoering, worden niet gebruikt voor de startvergrendeling).


STARTVERGRENDELING<br />

Werking<br />

I - EENVOUDIGE WERKING<br />

Als de startvergrendeling operationeel is, knippert het<br />

rode controlelampje van de startvergrendeling. De<br />

elektrische stuurkolomgrendel is geblokkeerd.<br />

De startvergrendeling wordt enkele secondes na het afzetten<br />

van het contact geactiveerd.<br />

- Bij een druk op de startknop of op het rempedaal, ondervraagt<br />

het huis met hulporganen interieur de kaartlezer,<br />

als de Renault kaart in de kaartlezer zit.<br />

- De kaartlezer ontvangt de code van de Renault kaart<br />

en stuurt deze naar het huis met hulporganen interieur.<br />

- Als de code wordt herkend door het huis met hulporganen<br />

interieur, stuurt dit via het multiplexnetwerk een<br />

gecodeerd signaal naar de stuurkolomgrendel.<br />

- Als het gecodeerde signaal dat de stuurkolomgrendel<br />

ontvangt, gelijk is aan dat wat hij in zijn geheugen<br />

heeft, ontgrendelt deze de stuurkolom en stuurt hij<br />

een bevestiging naar het huis met hulporganen interieur.<br />

- Als het huis met hulporganen interieur dit bericht ontvangt,<br />

brengt het huis met hulporganen interieur de<br />

voeding voor het « rijden » tot stand en dooft het rode<br />

lampje van de startvergrendeling.<br />

- Als de voeding voor het « rijden » is ingeschakeld,<br />

sturen het huis met hulporganen interieur en de rekeneenheid<br />

van het inspuitsysteem elkaar gecodeerde<br />

signalen via het multiplexnetwerk.<br />

Branden controlelampje<br />

Contact<br />

aan<br />

II - WERKING « HANDSFREE »<br />

Als de startvergrendeling operationeel is, knippert het<br />

rode controlelampje van de startvergrendeling. De<br />

82A-3<br />

82A<br />

- Als de signalen van het huis met hulporganen interieur<br />

en die van de rekeneenheid van het inspuitsysteem<br />

overeenkomen, geeft het huis met hulporganen<br />

interieur toestemming voor het starten van de motor<br />

en het inspuitsysteem ontgrendelt zich.<br />

1 - Bijzondere situaties<br />

- Als de rekeneenheid van het inspuitsysteem of de<br />

stuurkolomgrendel geen referentiecode in het geheugen<br />

heeft neemt hij de ontvangen code op in zijn geheugen.<br />

- Als er een probleem is met de overeenkomst tussen<br />

de codes, blijft het systeem vergrendeld. Het rode<br />

controlelampje van de startvergrendeling knippert of<br />

brandt continu (zie overzichtstabel van de lampjes).<br />

- Als het huis met hulporganen interieur nieuw (ongecodeerd)<br />

is, blijft het controlelampje van de startvergrendeling<br />

uit.<br />

LET OP<br />

Als gestart wordt met een accu met een lage accuspanning<br />

is het mogelijk dat de startvergrendeling<br />

door de spanningsdaling opnieuw wordt ingeschakeld.<br />

Als de spanning te laag is kan er niet worden<br />

gestart, zelfs niet als de auto wordt aangeduwd.<br />

2 - Tabel van de werking van de lampjes<br />

Mogelijke oorzaak<br />

Knipperend Nee Startvergrendeling in actie (geen kaart<br />

herkend in de kaartlezer)<br />

Snel knipperend (de<br />

kaartlezer knippert<br />

tegelijk mee)<br />

Nee Kaart niet herkend door de kaartlezer. De<br />

kaart is niet van de auto of niet langer<br />

toegewezen aan de auto.<br />

Vast Nee Probleem met de elektrische stuurkolomgrendel<br />

of de multiplexverbinding.<br />

Continu Ja De elektrische stuurkolomgrendel is<br />

ontgrendeld.<br />

De auto heeft een probleem van het inspuitsysteem.<br />

Continu 3 s en dan<br />

uit<br />

Ja Starten van de motor.<br />

elektrische stuurkolomgrendel is geblokkeerd:<br />

- Tijdens het indrukken van de startknop, ondervraagt<br />

de auto de kaart via de startantennes (125 kHz).


STARTVERGRENDELING<br />

Werking<br />

- De kaart antwoordt op een frequentie van 433 MHz of<br />

315 MHz (afhankelijk van het land).<br />

- De code van de kaart wordt ontvangen door het huis<br />

met hulporganen interieur.<br />

- Als de code wordt herkend door het huis met hulporganen<br />

interieur, stuurt dit via het multiplexnetwerk een<br />

gecodeerd signaal naar de stuurkolomgrendel.<br />

- Als het gecodeerde signaal dat de stuurkolomgrendel<br />

ontvangt, gelijk is aan dat wat hij in zijn geheugen<br />

heeft, ontgrendelt deze de stuurkolom en stuurt hij<br />

een bevestiging naar het huis met hulporganen interieur.<br />

- Als het huis met hulporganen interieur het bericht ontvangt<br />

van de elektrische stuurkolomgrendel, stelt het<br />

huis met hulporganen interieur de voeding « rijden »<br />

in en dooft het rode lampje van de startvergrendeling.<br />

- Als de voeding voor het « rijden » is ingeschakeld,<br />

sturen het huis met hulporganen interieur en de rekeneenheid<br />

van het inspuitsysteem elkaar gecodeerde<br />

signalen via het multiplexnetwerk.<br />

- Als de signalen van het huis met hulporganen interieur<br />

en die van de rekeneenheid van het inspuitsysteem<br />

overeenkomen, geeft het huis met hulporganen<br />

interieur toestemming voor het starten van de motor<br />

en het inspuitsysteem ontgrendelt zich.<br />

Branden controlelampje<br />

Bericht instrumentenpaneel<br />

Knipperend Indrukken rem + start of<br />

koppeling<br />

Knipperend Kaartlezer defect of kaart<br />

niet gedetecteerd<br />

Knipperend Stuurkolom niet geblokkeerd<br />

of kaart niet herkend<br />

Vast Inspuitsysteem defect -<br />

Startvergrendeling defect<br />

Continu 3 s en dan<br />

uit<br />

Contact<br />

aan<br />

82A-4<br />

82A<br />

1 - Bijzondere situaties<br />

- De « handsfree » Renault kaart werkt met een batterij.<br />

Als het batterijtje niet werkt, kan de kaart in de kaarthouder<br />

worden gestoken. De auto werkt als een<br />

« eenvoudige » (zonder « handsfree » functie).<br />

- Als de rekeneenheid van het inspuitsysteem of de<br />

stuurkolomgrendel geen referentiecode in het geheugen<br />

heeft neemt hij de ontvangen code op in zijn geheugen.<br />

- Als er een probleem is met de overeenkomst tussen<br />

de codes, blijft het systeem vergrendeld. Het rode<br />

controlelampje van de startvergrendeling knippert of<br />

brandt vast en het instrumentenpaneel toont berichten.<br />

Zie de tabel van de werking van de lampjes<br />

- Als het huis met hulporganen interieur nieuw (ongecodeerd)<br />

is, knippert het controlelampje van de startvergrendeling.<br />

LET OP<br />

Als gestart wordt met een accu met een lage accuspanning<br />

is het mogelijk dat de startvergrendeling<br />

door de spanningsdaling opnieuw wordt ingeschakeld.<br />

Als de spanning te laag is kan er niet worden<br />

gestart, zelfs niet als de auto wordt aangeduwd.<br />

2 - Tabel van de werking van de lampjes<br />

Mogelijke oorzaak<br />

Nee Startvergrendeling in actie (geen kaart<br />

herkend in de kaarthouder)<br />

Nee Kaart niet herkend door de kaarthouder.<br />

De kaart is niet van de auto of niet langer<br />

toegewezen aan de auto.<br />

Nee Probleem met de elektrische stuurkolomgrendel<br />

of de multiplexverbinding.<br />

Ja De elektrische stuurkolomgrendel is<br />

ontgrendeld.<br />

De auto heeft een probleem van het inspuitsysteem.<br />

- Ja Starten van de motor.<br />

III - NOODZAKELIJKE VOORWAARDEN VOOR HET<br />

STARTEN VAN DE MOTOR<br />

1 - Bijzonderheden van het « eenvoudige »systeem<br />

- Kaart in de kaartlezer,


STARTVERGRENDELING<br />

Werking<br />

- Transponder (ingebouwd in kaartlezer), elektrische<br />

stuurkolomgrendel en rekeneenheid van het inspuitsysteem<br />

herkend,<br />

- Koppelingspedaal ontkoppeld of rempedaal ingedrukt<br />

en handgeschakelde versnellingsbak in de neutraal<br />

stand,<br />

- Rempedaal ingedrukt en automatische transmissie in<br />

stand « Neutraal » of « Parking ».<br />

2 - Bijzonderheden « handsfree »systeem<br />

- Kaart in startzone,<br />

- Kaart, elektrische stuurkolomgrendel en rekeneenheid<br />

van het inspuitsysteem herkend,<br />

- Koppelingspedaal ontkoppeld of rempedaal ingedrukt<br />

en handgeschakelde versnellingsbak in de neutraal<br />

stand,<br />

- Rempedaal ingedrukt en automatische transmissie in<br />

stand « Neutraal » of « Parking ».<br />

82A-5<br />

82A


STARTVERGRENDELING<br />

Startantennes: Werking<br />

De auto's met het « handsfree » systeem hebben vier<br />

antennes voor het starten de twee andere voor de regeling<br />

van de portieren.<br />

- de antennes (1) en (2) voor de detectie van de kaart<br />

(zone voorin) bevinden zich op de dashboarddwarsbalk<br />

en bij de versnellingshendel.<br />

- de antenne (3) voor de detectie van de kaart (zone<br />

achterin) bevindt zich achter in de middenconsole.<br />

- de antenne (4) voor de detectie van de kaart (zone<br />

achterin) bevindt zich achter de achterstoelen onder<br />

de vloerbekleding.<br />

N.B.:<br />

De break heeft geen openingsantenne in de schildbumper<br />

achter.<br />

Voor het uitbouwen van de antennes van de portiervergrendeling<br />

(zie 87C, Regeling van de portieren,<br />

Openingsantenne).<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

82A-6<br />

111849<br />

82A


STARTVERGRENDELING<br />

Startantenne: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

Het uitbouwen van de antennes is gelijk, ongeacht de<br />

plaats van de antennes.<br />

De details van het uitbouwen van de antenne van zijn<br />

klemmetje laten wij zien voor antenne 3.<br />

LET OP<br />

De bevestigingsklemmetjes van de antennes en le<br />

centreerder voor de vergrendeling zijn breekbaar;<br />

werk voorzichtig.<br />

UITBOUWEN<br />

I - ANTENNE 1 (ZONE VOOR)<br />

Bouw het dashboard uit (zie 83A, Instrumenten -<br />

dashboard, Dashboard).<br />

Maak de stekker los.<br />

Druk omhoog, aan de kant van de stekker, zodat de<br />

centreerder (1) uit zijn houder komt.<br />

Maak de antenne los met een kleine platte schroevendraaier<br />

en schuif de antenne naar de voorzijde<br />

van de auto (zie details Antenne 3).<br />

II - ANTENNE 2 (ZONE VOOR)<br />

Bouw de middenconsole uit (zie 57A, Accessoires<br />

interieur, Middenconsole).<br />

1<br />

111295<br />

82A-7<br />

82A<br />

Maak een uitsnijding in de mat (2) volgens de illustratie<br />

hierboven.<br />

Bouw de ventilatiekanalen uit bij (3) en (4).<br />

111433<br />

N.B.:<br />

Gebruik klemmetjes (nummer 77 01 047 751)<br />

voor het weer vastmaken van de twee delen van<br />

de mat.<br />

4<br />

2<br />

3<br />

111434


STARTVERGRENDELING<br />

Startantenne: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

5<br />

111435<br />

Bouw de bevestigingsschroeven (5) van de steunplaat<br />

van de diagnoseaansluiting uit.<br />

Bouw de plaat gedeeltelijk uit.<br />

Maak de stekker van de antenne los.<br />

Druk omhoog, aan de kant van de stekker, zodat de<br />

centreerder uit zijn houder komt.<br />

Maak de antenne (6) los met een kleine platte<br />

schroevendraaier en schuif de antenne naar links<br />

(zie details Antenne 3).<br />

III - ANTENNE 3 (CENTRALE ZONE)<br />

Bouw de middenconsole uit (zie 57A, Accessoires<br />

interieur, Middenconsole).<br />

6<br />

82A-8<br />

82A<br />

111444<br />

Druk (7), aan de kant van de stekker, zodat de centreerder<br />

(8) uit zijn houder komt.<br />

Maak de antenne (9) los met een kleine platte<br />

schroevendraaier en schuif de antenne (10).<br />

IV - ANTENNE 4 (ZONE ACHTER)<br />

Bouw de mat van de bagageruimte uit (zie 71A, Interieurbekleding,<br />

Mat bagageruimte).<br />

9<br />

8<br />

10<br />

7


STARTVERGRENDELING<br />

Startantenne: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

111441<br />

Maak de stekker (11) los.<br />

Druk omhoog, aan de kant van de stekker, zodat de<br />

centreerder uit zijn houder komt.<br />

Maak de antenne los met een kleine platte schroevendraaier<br />

en schuif de antenne naar rechts (zie details<br />

Antenne 3).<br />

INBOUWEN<br />

11<br />

Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />

Controleer of het systeem goed werkt.<br />

82A-9<br />

82A


UITBOUWEN<br />

STARTVERGRENDELING<br />

Knop voor het starten: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

Maak de bekleding los.(1)<br />

3<br />

1<br />

2<br />

Trek het stuurwiel zoveel mogelijk in de lage stand.<br />

Zet de onderste schroeven van de kappen (2) los.<br />

Maak de bovenste kap (3) los.<br />

Bouw het geheel "bovenste kap, bekleding" uit.<br />

111206<br />

111207<br />

82A-10<br />

4<br />

82A<br />

18830<br />

101923<br />

Knijp de klemmetjes van de startknop (4) in via de<br />

bovenkant van de stuurkolom.<br />

Verwijder de startknop.<br />

Maak de stekker los.<br />

INBOUWEN<br />

Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.


STARTVERGRENDELING<br />

Elektrische stuurkolomgrendel: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 82A<br />

diagnoseapparaat<br />

bevestigingsbout van de<br />

stuurkolomgrendel<br />

Onmisbaar materiaal<br />

Aantrekkoppelsm<br />

8 N.m<br />

De elektrische stuurkolomgrendel is vastgezet op de<br />

stuurkolom.<br />

LET OP<br />

Voor het uitbouwen van de stuurkolomgrendel, moet<br />

u de rekeneenheid van de airbag vergrendelen met<br />

behulp van het diagnoseapparaat (zie 88C, Airbag<br />

en gordelspanners, Vergrendelen van de<br />

rekeneenheid van de airbag). Alle ontstekingscircuits<br />

zijn hierdoor vergrendeld en het airbaglampje<br />

op het instrumentenpaneel brandt vast (met contact<br />

aan). De stuurkolomgrendel is ontgrendeld.<br />

Voor het uitbouwen van de grendel moet de<br />

stuurkolom zijn ontgrendeld.<br />

82A-11<br />

UITBOUWEN<br />

Bouw de bevestigingsbout (1) van de elektrische<br />

stuurkolomgrendel uit door deze rechtsom te<br />

draaien.<br />

Maak de stekker los.<br />

111294<br />

100231<br />

N.B.:<br />

De bevestigingsbout van de elektrische stuurkolomgrendel<br />

heeft linkse schroefdraad.<br />

De elektrische stuurkolomgrendel kan alleen<br />

ontgrendeld worden uitgebouwd.<br />

1


STARTVERGRENDELING<br />

Elektrische stuurkolomgrendel: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 82A<br />

INBOUWEN<br />

Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />

Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigingsbout<br />

van de stuurkolomgrendel (8 N.m).<br />

CODERING VAN DE ELEKTRISCHE<br />

STUURKOLOMGRENDEL<br />

N.B.:<br />

De grendel wordt ongecodeerd geleverd. Hij<br />

moet daarom bij de montage de code inlezen van<br />

het startvergrendelingssysteem voor het vrijgeven<br />

van het aanzetten van het contact.<br />

LET OP<br />

De rekeneenheid van het inspuitsysteem<br />

behoudt levenslang zijn startvergrendelingscode.<br />

Het is daarom verboden tests uit te voeren met<br />

een uit een andere auto of uit het magazijn<br />

geleende elektrische stuurkolomgrendel.<br />

De ingelezen code kan niet gewist worden.<br />

Steek de kaart in de kaartlezer.<br />

Druk op de startknop.<br />

Trek de kaart uit de kaartlezer om het contact uit te<br />

schakelen.<br />

N.B.:<br />

- De elektrische stuurkolomgrendel blokkeert na<br />

enkele secondes de stuurkolom. deze is dan<br />

gecodeerd.<br />

- Het rode waarschuwingslampje van de startvergrendeling<br />

knippert om aan te geven dat de<br />

startvergrendeling actief is.<br />

82A-12


UITBOUWEN<br />

STARTVERGRENDELING<br />

Kaartlezer: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

Onmisbaar speciaal gereedschap<br />

Ms. 1544 Gereedschap voor uitbouwen<br />

autoradio-<br />

Carminat Becker<br />

Ms. 1373 Gereedschap voor het<br />

uitbouwen autoradio<br />

Philips<br />

Maak de stofhoes los.<br />

111256<br />

82A-13<br />

1<br />

82A<br />

Maak de bovenste bekleding van de middenconsole<br />

los bij (1) en bij (2).<br />

Maak de asbak los.<br />

2<br />

111255<br />

111254


STARTVERGRENDELING<br />

Kaartlezer: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

111261<br />

Bouw de radio uit met behulp van het gereedschap<br />

(Ms. 1544) of (Ms. 1373) (afhankelijk van het uitrustingsniveau).<br />

Bouw het bedieningspaneel van de airconditioning<br />

(3) uit.<br />

Maak de stekker los.<br />

5<br />

3<br />

Maak de kaartlezer los met behulp van de klemmetjes<br />

(4) en (5).<br />

INBOUWEN<br />

111445<br />

Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />

4<br />

82A-14<br />

82A


UITBOUWEN<br />

CLAXON<br />

Claxon: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

Aantrekkoppelsm<br />

bevestigingsbout 20 N.m<br />

Bouw de schildbumper voor uit (zie MR396 Carrosserie,<br />

55A, Bescherming buitenkant, Schildbumper<br />

voor: <strong>Uitbouwen</strong>- inbouwen).<br />

1<br />

2<br />

Maak de stekker (1) los.<br />

Bouw uit:<br />

- de bevestigingsbout (2),<br />

- de claxon.<br />

111456<br />

INBOUWEN<br />

Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />

Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigingsbout<br />

(20 N.m).<br />

82B-1<br />

82B


ALARM<br />

Afstandsradar: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

De afstandsradars zijn alle gelijk maar de montages<br />

verschillen:<br />

- bijzonderheid van de hatchback: de afstandsradars<br />

zijn ingebouwd in de band van de schildbumper. Er<br />

zijn twee verschillende schildbumpers.<br />

- bijzonderheid van de break: de afstandsradars zijn in<br />

steunen vastgeklemd. Deze steunen zijn vastgeklemd<br />

op de schildbumper. De vier steunen zijn verschillend<br />

en niet onderling verwisselbaar.<br />

UITBOUWEN<br />

Bouw de schildbumper achter uit (zie MR 396, Carrosserie,<br />

55A, Bescherming buitenkant, Schildbumper<br />

achter).<br />

LET OP<br />

De afstandsradars zijn kwetsbaar en gevoelig<br />

voor warmte, de buitenkant is niet bestand tegen<br />

klappen, behandel ze met zorg.<br />

111314<br />

Maak de stekker los.<br />

Maak de afstandsradar (1)los zonder er krassen op<br />

te maken.<br />

82C-1<br />

BIJZONDERHEID VAN DE BREAK<br />

82C<br />

Maak de steun los uit de schildbumper door op de<br />

klemmetjes (2) te drukken.<br />

Maak de afstandsradar los van zijn steun door op de<br />

klemmetjes (3) te drukken zonder krassen te maken.<br />

INBOUWEN<br />

19253<br />

Klem de afstandsradar vast zonder er krassen op te<br />

maken.<br />

Sluit de stekker van de afstandsradar aan.<br />

BIJZONDERHEID VAN DE BREAK<br />

Maak de afstandsradar vast in zijn steun zonder<br />

krassen te maken.<br />

Maak de steun van de afstandsradar vast op de<br />

schildbumper.<br />

Monteer de schildbumper achter uit (zie MR 396,<br />

Carrosserie, 55A, Bescherming buitenkant,<br />

Schildbumper achter).


INSTRUMENTEN - DASHBOARD<br />

Instrumentenpaneel: Algemeen<br />

Het instrumentenpaneel van het lage gamma heeft de<br />

volgende functies:<br />

- Bijzonderheid benzine:<br />

• waarschuwingslampje gas (LPG),<br />

• toerenteller tot 7125 tr/min.<br />

- Bijzonderheid diesel:<br />

• waarschuwingslampje roetfilter,<br />

• toerenteller tot 5000 tr/min.<br />

- Zichtbaar door analoge wijzers:<br />

• rijsnelheid,<br />

• toerenteller,<br />

• brandstofpeil (benzine, diesel of gas),<br />

• koelvloeistoftemperatuur.<br />

- Zichtbaar op display:<br />

• afstandsmeter totaal- en dagteller: informatie ABS/<br />

ESP via CAN,<br />

• oliepeil,<br />

• boordcomputer:<br />

- verbruikte brandstof (benzine, gas of diesel),<br />

- gemiddeld verbruik (benzine, gas of diesel),<br />

- actueel verbruik (benzine of diesel),<br />

- actieradius brandstof (benzine, gas of diesel),<br />

- afgelegde afstand,<br />

- gemiddelde snelheid,<br />

- afstand tot olie verversen<br />

- Zichtbaar op een monochroom infoscherm met<br />

informatie over de staat van de werking van de auto<br />

door een kleurensysteem:<br />

• wit : boodschap over de staat (snelheidsregelaar,<br />

auto zonder sleutel, enz.),<br />

• oranje: waarschuwingsboodschappen met risico<br />

(sensor controlesysteem bandenspanning defect,<br />

enz.),<br />

• rood : waarschuwingsboodschappen met gevaar<br />

(temperatuur van de koelvloeistof in de motor, enz.).<br />

- Het infoscherm wordt gebruikt voor de volgende<br />

functies:<br />

• auto zonder sleutel,<br />

• controlesysteem bandenspanning<br />

• staat van de portieren,<br />

83A-1<br />

• indicator automatische transmissie (optie),<br />

N.B.:<br />

- Beheer van een multifunctionele zoemer:<br />

83A<br />

Het is mogelijk om in het zelfdiagnoseprogramma<br />

van het instrumentenpaneel te komen. Zet het<br />

contact aan met ingedrukte functiekeuzetoets van<br />

de boordcomputer op het uiteinde van de wisserschakelaar.<br />

• signaleren van de werking van de knipperlichten,<br />

• signaleren van het vergeten van de lichten,<br />

• aan de bestuurder aangeven van het activeren of<br />

deactiveren van de portiervergrendeling tijdens het<br />

rijden,<br />

• aangeven van de storing van het kinderveiligheidssysteem,<br />

• aangeven van het memory systeem van de bestuurdersstoel,<br />

• signaleren van het vergeten van de parkeerrem,<br />

• signaleren van het vergeten van het vastmaken van<br />

de gordel van bestuurder of passagier tijdens het rijden,<br />

• signaleren van het begin van het aangeven van alle<br />

waarschuwingen van de eerste prioriteit (gekoppeld<br />

aan een waarschuwingslampje STOP),<br />

• signaleren van een storing met de eerste prioriteit<br />

door het SSPP : leeglopen of lekke band,<br />

•signaleren bereiken brandstofreserve<br />

« waarschuwing brandstof »,<br />

• signaleren portier/achterklep niet goed gesloten,<br />

• aangeven van overschrijden snelheid van uitvoeringen<br />

Arabië waar een snelheidsverklikker is voorgeschreven.<br />

- De zoemer is werkzaam vanaf het ontwaken van het<br />

instrumentenpaneel, de volgende functies kunnen<br />

werken:<br />

• vergeten lichten,<br />

• knipperlichten,<br />

• kaart vergeten,<br />

• automatische parkeerrem.


INSTRUMENTEN - DASHBOARD<br />

Instrumentenpaneel: Beschrijving<br />

I - AFSTAND TOT OLIE VERVERSEN<br />

Deze informeert de bestuurder over de afstand (in km<br />

of mijlen) die kan worden afgelegd tot de volgende keer<br />

olie verversen (4). Als de afstand kleiner is dan 1500<br />

km of 1000 mijl of als er nog maar 2 maanden overblijven,<br />

knippert de sleutel gedurende 30 s bij het aanzetten<br />

van het contact of als de bladzijde « afstand tot<br />

verversen » zichtbaar is op de boordcomputer. De<br />

sleutel knippert permanent als de afstand 0 is geworden<br />

of na 24 maanden (afhankelijk van motortype en<br />

land).<br />

Initialiseren van de afstand tot het olie verversen:<br />

- zet het contact aan,<br />

- selecteer de bladzijde « afstand tot verversen » op de<br />

boordcomputer,<br />

- druk op de toets « Boordcomputer » gedurende ongeveer<br />

5 s,<br />

- de afstand knippert 4 s en wordt dan vast,<br />

- laat de toets « Boordcomputer » los als de juiste<br />

waarde verschijnt.<br />

II - WERKING VAN HET DISPLAY<br />

1 - Oliepeilmeter<br />

Deze functie verschijnt bij het aanzetten van het contact<br />

of na het starten van de motor gedurende ongeveer<br />

30 secondes .<br />

2<br />

4<br />

3<br />

1<br />

111184<br />

83A-2<br />

83A<br />

Als het peil tussen het maximum en het minimum peil<br />

staat, toont het display « oil ok »(1). Als tijdens deze<br />

secondes, gedrukt wordt op de toets<br />

« Boordcomputer », geeft het display het oliepeil aan in<br />

de vorm van blokjes (3).<br />

Als het oliepeil op het minimumpeil staat bij het aanzetten<br />

van het contact, knipperen de streepjes (2) gedurende<br />

30 s. Het waarschuwingslampje « service » licht<br />

op en blijft branden na het starten van de motor.<br />

N.B.:<br />

Onder normale omstandigheden wordt het oliepeil<br />

alleen gemeten na een onderbreking van het contact<br />

van langer dan 1 minuut; anders wordt de oude<br />

waarde opnieuw getoond.<br />

Als er een storing van de peilzender is gedetecteerd,<br />

gaat het display bij het aanzetten van het<br />

contact direct naar de km-totaalteller.<br />

2 - Kilometerteller<br />

a - Totaalteller<br />

De kilometertotaalteller (5) verschijnt 30 secondes na<br />

het aanzetten van het contact (na de informatie van het<br />

oliepeil). Door drukken op de toets « boordcomputer »<br />

kan deze wachttijd verkort worden.<br />

b - Dagteller<br />

111185<br />

De dagteller (6) wordt in plaats van de totaalteller weergegeven<br />

na een korte druk op de toets<br />

« boordcomputer ».<br />

De nulinstelling gebeurt door het lang indrukken van de<br />

toets « boordcomputer ». De nulinstelling van de dagteller<br />

is niet dezelfde als de nulinstelling van de boordcomputer.<br />

5<br />

6


INSTRUMENTEN - DASHBOARD<br />

Instrumentenpaneel: Beschrijving<br />

N.B.:<br />

De weergave in kilometers of in mijlen kan niet worden<br />

geconfigureerd. Hiervoor moet het instrumentenpaneel<br />

worden vervangen.<br />

3 - De « boordcomputer »<br />

De opeenvolgende gegevens van de boordcomputer<br />

verschijnen in plaats van de km-tellers door lang drukken<br />

op de toets op het einde van de ruitenwisserschakelaar<br />

(toets « boordcomputer »).<br />

De nulinstelling gebeurt door het indrukken van de<br />

toets « nulinstelling ».<br />

a - afgelegde afstand<br />

Sinds de laatste nulinstelling (7).<br />

b - Gemiddelde snelheid<br />

Sinds de laatste nulinstelling, verschijnt deze na ongeveer<br />

400 m te hebben afgelegd (8). Daaronder geeft<br />

het display vaste streepjes aan.<br />

Deze waarde wordt berekend door de afgelegde afstand<br />

te delen door de tijd die is verstreken sinds de<br />

laatste nulinstelling. De tijdbasis is ingebouwd in de<br />

boordcomputer.<br />

c - Bereik met de overgebleven brandstof<br />

Deze verschijnt na ongeveer 400 m te hebben afgelegd<br />

sinds de laatste nulinstelling (9). Daaronder geeft<br />

het display vaste streepjes aan.<br />

9<br />

7<br />

8<br />

111183<br />

83A-3<br />

83A<br />

Bij het berekenen van de actieradius wordt uitgegaan<br />

van de afgelegde afstand, de hoeveelheid in de tank<br />

aanwezige brandstof en de verbruikte brandstof.<br />

N.B.:<br />

Als het waarschuwingslampje brandstofreserve<br />

brandt, wordt geen actieradius aangegeven.<br />

d - Verbruikte brandstof<br />

In liter of in gallon sinds de laatste nulinstelling (10).<br />

e - Gemiddeld verbruik<br />

In l/100 km of MPG, sinds de laatste nulinstelling. Deze<br />

verschijnt nadat ongeveer 400 m is afgelegd (11).<br />

Daaronder geeft het display vaste streepjes aan.<br />

Hierbij wordt gerekend met de afgelegde afstand en de<br />

hoeveelheid verbruikte brandstof sinds de laatste nulinstelling.<br />

f - Actueel verbruik<br />

12<br />

10<br />

13<br />

11<br />

111182<br />

In l/100 km, verschijnt pas als de auto sneller rijdt dan<br />

30 km/u(12), het actueel verbruik wordt vervangen<br />

door streepjes.<br />

N.B.:<br />

Deze functie ontbreekt op de Angelsaksische<br />

uitvoering.


III - DIAGNOSEPROGRAMMA<br />

INSTRUMENTEN - DASHBOARD<br />

Instrumentenpaneel: Beschrijving<br />

Om toegang te krijgen tot het diagnoseprogramma,<br />

houdt u de toets « boordcomputer » op het einde van<br />

de ruitenwisserschakelaar ingedrukt en zet u het contact<br />

aan zonder de motor te starten<br />

De wijzers bewegen met stappen van 1000 tr/min, 40<br />

km/u, van 25˚ en kwarten van de tankinhoud.<br />

De test van het LCD-display verschijnt (13). Alle segmenten<br />

van het display moeten oplichten.<br />

Ga naar de volgende test door op de toets<br />

« boordcomputer » te drukken.<br />

15<br />

16<br />

14<br />

De warde moet overeenkomen met de hoeveelheid<br />

overgebleven brandstof in de tank en liter (14) (zelfs in<br />

de Engelse uitvoering) zolang het waarschuwingsniveau<br />

nog niet is bereikt.<br />

Ga naar de volgende test door op de toets<br />

« boordcomputer » te drukken.<br />

De test brandstofverbruik in liter / uur verschijnt (15)<br />

(draaiende motor).<br />

Een waarde moet aangegeven zijn bij draaiende motor.<br />

Ga naar de volgende test door op de toets<br />

« boordcomputer » te drukken.<br />

Weergave van storingen in het geheugen (16).<br />

112833<br />

Als de letter « t » verschijnt, is er een storing in de informatie<br />

« inspuitsysteem » in het geheugen geregistreerd<br />

gedurende ten minste 4 s.<br />

Als de letter « j » verschijnt, is er een storing in het tankelement<br />

(onderbreking gedurende meer dan 100 s).<br />

De weerstand moet liggen tussen 5 en 350 Ω.<br />

83A-4<br />

83A<br />

Als de letter « d » verschijnt is er een storing in de informatie<br />

« inspuitsysteem ».<br />

Als de letter « h » verschijnt is er een storing in de informatie<br />

oliepeil. De weerstand moet liggen tussen 3 en<br />

20 Ω.<br />

Als er alleen streepjes zijn, is er geen storing gedetecteerd.<br />

Door een druk op de toets « Boordcomputer » kan het<br />

programma worden afgesloten en het storingsgeheugen<br />

gewist.


UITBOUWEN<br />

INSTRUMENTEN - DASHBOARD<br />

Instrumentenpaneel: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

Maak de bekleding los.(1)<br />

2<br />

Trek het stuurwiel zoveel mogelijk in de lage stand,<br />

Zet de onderste schroeven van de kappen los,<br />

Maak de bovenste kap (2) los.<br />

1<br />

111206<br />

111207<br />

Bouw het geheel « bovenste kap, bekleding »(2),(1)<br />

uit,<br />

Maak de stofhoes van de bekleding (1) van de bovenste<br />

kap (2) los.<br />

83A-5<br />

Maak de plaat (3) los.<br />

4<br />

3<br />

5<br />

83A<br />

111208<br />

111209<br />

Maak de bekleding van het instrumentenpaneel los<br />

bij (4), (5).


6<br />

INSTRUMENTEN - DASHBOARD<br />

Instrumentenpaneel: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

7<br />

Bouw de schroef (6) uit.<br />

Maak los :<br />

- het instrumentenpaneel (7),<br />

- de stekkers van het instrumentenpaneel,<br />

Bouw het instrumentenpaneel uit.<br />

111210<br />

INBOUWEN<br />

Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />

Bij het inbouwen van het geheel « bovenste kap,<br />

bekleding »(2),(1) :<br />

- Trek het stuurwiel zoveel mogelijk in de lage stand,<br />

- ze de bovenste kap vast,<br />

- plaats de bekleding (1),<br />

- maak de stofhoes van de bekleding (1) op de bovenste<br />

kap (2) vast,<br />

- maak de bekleding (1) los,<br />

Voer de nodige configuraties uit: (zie 83A Instrumenten<br />

- Dashboard, Instrumentenpaneel, Configuratie).<br />

83A-6<br />

83A


INSTRUMENTEN - DASHBOARD<br />

Instrumentenpaneel: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

B74 of K74, en DOCUMENTATIEFASE 1<br />

Het magazijn levert niet langer het instrumentenpaneel<br />

phase 1. Bij het vervangen van het instrumentenpaneel,<br />

worden automatisch de onderdelen van phase 2<br />

geleverd. Voor deze montage zijn een aantal specifieke<br />

configuraties nodig voor de goede werking van het instrumentenpaneel.<br />

N.B.:<br />

Bouw het vliegwiel niet uit voor het uitbouwen van<br />

het instrumentenpaneel.<br />

UITBOUWEN<br />

Zet de stuurkolom in de laagste stand en trek deze<br />

naar u toe.<br />

Maak los :<br />

18555<br />

- De plaat (1),<br />

- de sierlijst van het instrumentenpaneel (2).<br />

Bouw het geheel "bovenste stuurkolomkap - sierlijst<br />

instrumentenpaneel"(3) en (2) uit.<br />

83A-7<br />

83A<br />

Bouw de bevestigingsschroef (4) van het instrumentenpaneel<br />

uit.<br />

Maak het instrumentenpaneel los.<br />

Maak de twee stekkers van het instrumentenpaneel<br />

los.<br />

Bouw het instrumentenpaneel uit.<br />

INBOUWEN<br />

Sluit de twee stekkers van het instrumentenpaneel<br />

aan.<br />

Plaats:<br />

- het instrumentenpaneel,<br />

- de bevestigingsbouten van het instrumentenpaneel,<br />

- het geheel "sierlijst instrumentenpaneel - bovenste<br />

stuurkolomkap",<br />

- de plaat.<br />

18558<br />

Configureer het instrumentenpaneel (zie 83A, Instrumenten<br />

- dashboard, Instrumentenpaneel: Configuratie,<br />

blz. 83A-9).<br />

N.B.:<br />

Voor het starten van de communicatie met de<br />

rekeneenheid van het instrumentenpaneel, (zie<br />

Instrumentenpaneel : Voorzorgen voor de<br />

reparatie).


INSTRUMENTEN - DASHBOARD<br />

Instrumentenpaneel: Waarschuwingslampjes en tekstberichten 83A<br />

Tekstbericht Waarschuwingslampje stop Lampje Service<br />

Motor te heet x<br />

Storing stuurkolomgrendel x<br />

Storing van het inspuitsysteem x<br />

Storing inspuitsysteem x<br />

Remlichten controleren x<br />

Storing remsysteem x<br />

Markeringslichten controleren x<br />

Relais na contact controleren x<br />

Leeglopen of lekke band x<br />

Storing laadstroom x<br />

Stuurkolom controleren x<br />

ABS defect x<br />

Oliedruk te laag x<br />

Storing automatische parkeerrem x<br />

Storing diefstalbeveiligingssysteem<br />

x<br />

Storing stuurkolomgrendel x<br />

Storing parkeerrem x<br />

Storing LPG x<br />

Storing ESP x<br />

Storing Airbag x<br />

Aftappen x<br />

Storing roetfilter x<br />

Storing ESP x<br />

Antiluchtverontreiniging x<br />

83A-8


Configuratie<br />

INSTRUMENTEN - DASHBOARD<br />

Instrumentenpaneel: Configuratie<br />

83A-9<br />

diagnoseapparaat<br />

N˚ CF Configuratie Opmerking<br />

CF018 Inhoud reserve<br />

LAGUNA phase 2 9 liter<br />

Onmisbaar materiaal<br />

CF019 Type display boordcomputer<br />

Europa (l/100 km)<br />

GB (miles/gallon)<br />

Brazilië (km/l)<br />

CF035 Inhoud tank<br />

LAGUNA phase 2 80 liter<br />

83A<br />

Controleer de aan- of afwezigheid<br />

van de bladzijde boordcomputer<br />

« actueel verbruik ».<br />

CF039 Huis met hulporganen interieur (UCH)<br />

LAGUNA phase 2<br />

CF040 Pollenfilter<br />

Geen<br />

met<br />

CF046 Inhoud van de gastank<br />

60 liter<br />

CF125 Uitvoering taal<br />

Frans<br />

Engels<br />

Italiaans<br />

Duits<br />

Spaans<br />

Nederlands<br />

Portugees<br />

Turks<br />

Japans<br />

Russisch<br />

CF136 Eenheid voor de bandenspanning<br />

bar<br />

Psi<br />

Selectie van de eenheid waarin<br />

de bandenspanning wordt weergegeven.


INSTRUMENTEN - DASHBOARD<br />

Instrumentenpaneel: Configuratie<br />

N˚ CF Configuratie Opmerking<br />

CF137 Type van de auto<br />

83A-10<br />

83A<br />

LAGUNA phase 2 Selectie van de auto waarin het<br />

instrumentenpaneel is gemonteerd.<br />

CF138 Soort brandstof<br />

Benzine<br />

Diesel<br />

Dubbele brandstof benzine/gas<br />

CF139 Spraakmaker<br />

Geen<br />

Met<br />

Benzine : controleer of de<br />

schaalverdeling van de toerenteller<br />

maximaal 7000 tr/min<br />

aangeeft.<br />

Diesel : controleer of de schaalverdeling<br />

van de toerenteller<br />

maximaal 6000 tr/min aangeeft<br />

en het controlelampje<br />

voorverwarming diesel oplicht bij<br />

het aanzetten van het contact.<br />

LAGUNA alleen.<br />

CF140 Eenheid van afstand<br />

km<br />

Miles<br />

CF141 Snelheidsverklikker Arabië<br />

Geen<br />

Met<br />

CF142 ESP<br />

Geen<br />

Met<br />

CF145 Bandenspanning-controlesysteem<br />

Geen<br />

Met<br />

CF146 Automatische parkeerrem<br />

Selectie van de aanwezigheid of<br />

niet van de optie snelheidsregelaar<br />

met afstandsregelaar (radar<br />

aan voorzijde).<br />

Rijden met meer dan 130 km/u<br />

laat een zoemer afgaan.<br />

Als de auto het ESP heeft: controleer<br />

door op de knop ESP<br />

OFF te drukken of de boodschap<br />

« ESP uitgeschakeld »<br />

wordt aangegeven.<br />

Als de auto een bandenspanning-controlesysteem<br />

heeft :<br />

controleer of het profiel auto niet<br />

aangegeven blijft zonder de wielen<br />

en niet de boodschap<br />

« Spanning niet gecontroleerd »<br />

wordt aangegeven.


INSTRUMENTEN - DASHBOARD<br />

Instrumentenpaneel: Configuratie<br />

N˚ CF Configuratie Opmerking<br />

Als het instrumentenpaneel nooit geconfigureerd is,<br />

verschijnt de boodschap « NO PROG » op het display<br />

zodra het contact aangezet wordt.<br />

I - AFSTAND TOT OLIE VERVERSEN<br />

Geen<br />

Met<br />

CF148 Automatische verlichting<br />

Met<br />

Geen<br />

CF 149 Type versnellingsbak<br />

Initialiseer de waarden van afstand en tijd tot olie<br />

verversen evenals de afstand na het olie verversen,<br />

met de twee door het diagnoseapparaat CLIP te configureren<br />

parameters, VP008 « Afstand tot olie ver-<br />

BVA<br />

BVR<br />

Handgeschakelde versnellingsbak<br />

CF150 Snelheidsregelaar / -begrenzer<br />

Met<br />

Geen<br />

CF158 Zoemer gordel vergeten<br />

Met<br />

Geen<br />

83A-11<br />

83A<br />

Als het instrumentenpaneel<br />

geconfigureerd is « zonder automatische<br />

parkeerrem » terwijl de<br />

auto er mee uitgerust is, geeft<br />

het instrumentenpaneel « NO<br />

PROG » op het infoscherm aan.<br />

Schakel de automatische verlichting<br />

uit, controleer of het<br />

bericht « Lichtautomaat Off »<br />

verschijnt.<br />

Als de auto een automatische<br />

transmissie (BVA) of robotversnellingsbak<br />

(BVR) heeft, controleer<br />

dan of het<br />

instrumentenpaneel de versnelling<br />

aangeeft.<br />

Als de auto geen automatische<br />

transmissie of geen robotversnellingsbak<br />

heeft, controleer<br />

dan of er geen boodschap<br />

« Versnellingsbak controleren »<br />

is.<br />

Als de auto uitgerust is met een<br />

snelheidsregelaar/-begrenzer:<br />

controleer dan of het controlelampje<br />

snelheidsregelaar of<br />

snelheidsbegrenzer oplicht door<br />

het knopje snelheidsregelaar/begrenzer<br />

te gebruiken.<br />

versen: actuele waarde in km » en VP009<br />

« Afstand tot olie verversen: actuele waarde in<br />

maanden ».<br />

Bereiken van de eerste waarschuwingsdrempel:<br />

Binnenkort olie verversen<br />

- Als de overgebleven afstand tot olie verversen de<br />

waarde van 1500 km of 1000 mijl bereikt of als de<br />

overgebleven tijd tot olie verversen de waarde van


INSTRUMENTEN - DASHBOARD<br />

Instrumentenpaneel: Configuratie<br />

2 maanden bereikt, wordt de eerste waarschuwingsdrempel<br />

gepasseerd met de weergave<br />

« Binnenkort olie verversen ».<br />

Bereiken van de tweede waarschuwingsdrempel:<br />

Snel olie verversen<br />

- Als de overgebleven afstand of de overgebleven<br />

tijd de waarde bereikt, wordt de tweede waarschuwingsdrempel<br />

gepasseerd met weergave van<br />

« Snel olie verversen » (en branden van het controlelampje<br />

SERVICE).<br />

II - INTERVAL OLIEVERVERSEN<br />

Gebruik deze parameter uitsluitend als het instrumentenpaneel<br />

nieuw is.<br />

Raadpleeg het instructieboekje van de auto voor het<br />

kilometer- en het tijdsinterval olie verversen van de<br />

auto afhankelijk van het land.<br />

Geef, met contact aan en stilstaande motor, het<br />

commando VP006 « Interval olieverversen in km ».<br />

Voer de verversingsinterval in km in.<br />

Voorbeeld:<br />

- voer 20 in om 20000 km aan te geven,<br />

- voer 30 in om 30000 km aan te geven.<br />

Bijzonderheid bij Engelse uitvoeringen:<br />

Het nieuw geleverde instrumentenpaneel is in kilometers<br />

geconfigureerd. Maak, behalve het configureren<br />

van de taal CF125 « Uitvoering taal »,<br />

onderstaande berekening zodat het instrumentenpaneel<br />

de juiste waarde aangeeft voor de afstand tot<br />

olie verversen en het gewenste interval voor het olieverversen.<br />

Om het interval voor het olieverversen in mijlen aan<br />

te geven vermenigvuldigt u de in mijlen aangegeven<br />

waarde in het onderhoudsboekje met 10 daarna<br />

deelt u door 6 om de waarde in kilometers te krijgen.<br />

Na de waarde te hebben ingevoerd, rekent de rekeneenheid<br />

deze automatisch om in mijlen voor het interval<br />

van het olieverversen.<br />

Voorbeeld:<br />

18000 mijl X 10 = 180000 mijl daarna delen door 6<br />

= 30000 km<br />

83A-12<br />

83A<br />

III - AFSTANDSMETER<br />

Gebruik deze parameter alleen als het instrumentenpaneel<br />

nieuw is.<br />

Deze parameter dient voor het actualiseren van de<br />

afstandsmeting op het nieuwe instrumentenpaneel,<br />

door middel van een parameter die te configureren is<br />

met de diagnoseapparaat, VP010 « Actualiseren<br />

afstandsmeter ».<br />

De update teller wordt groter bij elke update van de<br />

afstandsmeter van het instrumentenpaneel (maximale<br />

waarde 15).<br />

Deze update teller kan alleen geïnitialiseerd worden<br />

in de fabriek of in de werkplaats .<br />

IV - KALIBRATIE VAN HET TANKELEMENT<br />

Gebruik deze parameter alleen als het instrumentenpaneel<br />

nieuw is.<br />

Deze parameter dient voor het actualiseren van de<br />

peilmeting op het nieuwe instrumentenpaneel, door<br />

middel van een parameter die te configureren is met<br />

de diagnoseapparaat, VP011 « Kalibratie van het<br />

tankelement ».<br />

Geef, met contact aan en stilstaande motor, het<br />

commando VP011 « Kalibratie van het<br />

tankelement ».<br />

De waarde van de meting gaat van 15 tot 320 Ω<br />

waarbij het instrumentenpaneel de weerstandswaarde<br />

omrekent in liters.


INSTRUMENTEN - DASHBOARD<br />

Tankelement: Controle<br />

Controleer de weerstandsverandering door de vlotter te<br />

verplaatsen.<br />

Niveau Weerstand (±± 10 Ω) Nuttige liters benzine (± 5<br />

l)<br />

Tank vol 20 Ω 80 80<br />

Tank 75 Ω 65 65<br />

Tank 176 Ω 39 38<br />

Tank 233 Ω 23 22<br />

Tank leeg 280 Ω 11 10<br />

N.B.:<br />

De genoemde waarden gelden ter indicatie.<br />

Weerstand ingang instrumentenpaneel in Ω (±<br />

10 Ω)<br />

83A-13<br />

83A<br />

Nuttige liters diesel (± 5 l)<br />

Voor een nauwkeuriger weergave, gebruikt het instrumentenpaneel<br />

een verschillende overeenkomst<br />

Weerstand/Meterstand:<br />

Meterstand<br />

20 Tank vol<br />

57,5 7/8<br />

95 3/4<br />

132,5 5/8<br />

170 1/2<br />

207,5 3/8<br />

245 1/4<br />

282,5 Ingang reserve


INSTRUMENTEN - DASHBOARD<br />

Oliepeilzender: Werking<br />

I - WERKING<br />

De oliepeilzender bestaat uit een draad met een hoge<br />

weerstandscoëfficiënt. Als de draad is ondergedompeld<br />

in een vloeistof heeft hij een andere elektrische<br />

weerstand dan in lucht.<br />

Na een vaste tijd, ontstaat een spanningsverschil tussen<br />

de aansluitingen afhankelijk van de onderdompeling<br />

van de draad. Dit spanningsverschil wordt verwerkt<br />

door de elektronica van het instrumentenpaneel dat de<br />

weergave van het peil regelt en de waarschuwing<br />

« minimum oliepeil » op het centrale display.<br />

Bij het aanzetten van het contact, geeft het centrale display<br />

de boodschap « oil ok » aan gedurende ongeveer<br />

30 s voordat het overgaat op het display van de kilometertotaaltellers.<br />

Als de accuspanning lager is dan 8 V,<br />

wordt het peil niet aangegeven.<br />

N.B.:<br />

bij een kortsluiting of onderbreking in het circuit<br />

tijdens de weergave van het oliepeil, wordt meteen<br />

overgegaan op de kilometerstanden.<br />

II - CONTROLE<br />

De weerstand van het opname element moet liggen<br />

tussen 6 en 20 Ω.<br />

Bij waarden onder 3 Ω is er sprake van een kortsluiting.<br />

Bij waarden boven ongeveer 20 Ω is er sprake van een<br />

onderbreking.<br />

83A-14<br />

83A


INGEBOUWD TELEMATICASYSTEEM<br />

Navigatiesysteem "lage gamma": <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 83C<br />

UITBOUWEN<br />

Bouw de radionavigatie uit met behulp van het gereedschap<br />

(Ms. 1544).<br />

INBOUWEN<br />

Onmisbaar speciaal gereedschap<br />

Ms. 1544 Gereedschap voor uitbouwen<br />

autoradio-<br />

Carminat Becker<br />

111546<br />

Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />

Voer de antidiefstalcode in (zie 83C, Ingebouwd telematicasysteem,<br />

Navigatie lage gamma invoeren<br />

van de antidiefstalcode).<br />

83C-1


UITBOUWEN<br />

Scherm lage gamma.<br />

INGEBOUWD TELEMATICASYSTEEM<br />

Navigatiescherm: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

LET OP<br />

Druk om elke beschadiging te voorkomen niet op<br />

het front van het scherm.<br />

Maak los :<br />

- de klep van het scherm (1),<br />

- de stekkers.<br />

3<br />

1<br />

Maak het scherm los bij (2),(3).<br />

2<br />

3<br />

2<br />

111547<br />

111550<br />

83C-2<br />

Scherm hoge gamma.<br />

Maak de kapjes (4) los.<br />

Verwijder de schroeven (5).<br />

4<br />

5<br />

83C<br />

111266<br />

111265


Maak los :<br />

INGEBOUWD TELEMATICASYSTEEM<br />

Navigatiescherm: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

- de klep van het scherm (6),<br />

- de stekker.<br />

9<br />

Verwijder de schroeven (7).<br />

Houd de klemmetjes (8) opzij met behulp van een<br />

set voelermaatjes 0,4 mm,0,6 mm.<br />

Maak het scherm los bij (9) waarbij u de klemmetjes<br />

(8) opzij houdt,<br />

Bouw het scherm uit.<br />

INBOUWEN<br />

8<br />

7<br />

9<br />

6<br />

111264<br />

111549<br />

Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />

8<br />

83C-3<br />

83C


UITBOUWEN<br />

INGEBOUWD TELEMATICASYSTEEM<br />

Antenne: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

Bouw de hemelbekleding uit (zie 71A, Interieurbekleding,<br />

hemelbekleding).<br />

Bouw de bekleding van de zijwand achter uit (zie<br />

71A, Interieurbekleding, Bekleding zijwand achter).<br />

Maak de stekkers (2) los.<br />

Bouw uit:<br />

- de moer (1),<br />

- de antenne.<br />

INBOUWEN<br />

2<br />

Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />

1<br />

111551<br />

111440<br />

83C-4<br />

83C


INGEBOUWD TELEMATICASYSTEEM<br />

Navigatiesysteem "lage gamma": Antidiefstalcode<br />

Twee componenten van het systeem zijn beveiligd via<br />

een code :<br />

I - ANTIDIEFSTALCODE<br />

De viercijferige antidiefstalcode hoort bij de radionavigatie.<br />

Deze code moet na iedere onderbreking van de<br />

voeding worden ingevoerd. Deze code moet worden ingevoerd<br />

via de bedieningssatelliet. Het display toont<br />

« code » gevolgd door « 0000 ».<br />

- Als de code fout is, geeft de radionavigatie een geluidssignaal,<br />

toont « CODE » en blokkeert (1 min.<br />

voor de eerste fout, 2 min. voor de tweede fout, 4 min.<br />

voor de derde fout tot 32 min. maximum).<br />

- Na de eerste invoering van de code, moeten bepaalde<br />

parameters geprogrammeerd worden (zie S.M.<br />

6011A, Navigatie lage gamma, 83C, Navigatie lage<br />

gamma: Parameters). Deze parameters blijven behouden<br />

als de accu wordt losgenomen.<br />

- De radionavigatie kan ongeveer 2 minuten werken<br />

met regelmatig klinkende piepjes zonder dat de code<br />

is ingevoerd.<br />

II - CODE UITGEWISSELD TUSSEN DE CD-<br />

WISSELAAR EN DE RADIONAVIGATIE<br />

1 - Bij het vervangen van alleen de radionavigatie:<br />

Voer de code van de nieuwe radionavigatie in.<br />

Voer de cd-code in (code van de oude radionavigatie<br />

waarmee de wisselaar eerst was verbonden).<br />

2 - Bij het vervangen van alleen de cd-wisselaar:<br />

Als het een nieuwe cd-wisselaar betreft, wordt de code<br />

van het systeem automatisch ingelezen.<br />

Als de cd-wisselaar eerder verbonden is geweest met<br />

een navigatiesysteem:<br />

- Voer de cd-code in (code van de oude radionavigatie<br />

waarmee de wisselaar eerst was verbonden).<br />

- als de code van de oude radionavigatie verloren is gegaan,<br />

kan de verbindingscode worden gewist door<br />

een wiscode.<br />

Om de wiscode te krijgen:<br />

- maak verbinding met RENAULT NET,<br />

- beheer van de codes,<br />

- radiocode,<br />

- zoek de voorcode van de radionavigatie bestaande uit<br />

een letter en de drie laatste cijfers onder de barcode<br />

op de achterkant van de radionavigatie,<br />

- voer het VIN van de auto en de voorcode in,<br />

83C-5<br />

- de wiscode is op deze manier verkregen.<br />

83C<br />

LET OP<br />

alleen cd-wisselaars aan de voorzijde worden gecodeerd.<br />

De wisselaars in de bagageruimte worden<br />

niet gecodeerd.<br />

N.B.:<br />

De radionavigatie wisselt de codes uit met de wisselaar<br />

na het onderbreken van de voeding.


INGEBOUWD TELEMATICASYSTEEM<br />

Navigatiesysteem "lage gamma": Invoeren van de antidiefstalcode 83C<br />

Zoekschema 1 Het display toont : "CODE" of "CD CODE"<br />

Invoeren van de antidiefstalcode.<br />

De radionavigatie laat bij de eerste installatie iedere<br />

seconde een piep horen.<br />

De radionavigatie toont daarna<br />

.<br />

Voer het eerste cijfer in met behulp van de draaiknop<br />

van de satelliet bij het stuurwiel.<br />

Bevestig het cijfer door kort drukken op de toets aan<br />

de onderkant van de satelliet bij het stuurwiel.<br />

Voer de drie andere cijfers op dezelfde manier in.<br />

Bevestig de antidiefstalcode door lang drukken op<br />

de toets aan de onderkant van de satelliet bij het<br />

stuurwiel.<br />

De radionavigatie toont en <br />

?<br />

ja<br />

nee<br />

De radionavigatie werkt correct<br />

ja<br />

83C-6<br />

Probeer de code opnieuw in te voeren.


INGEBOUWD TELEMATICASYSTEEM<br />

Navigatiesysteem "lage gamma": Invoeren van de antidiefstalcode 83C<br />

Zoekschema 2 Het display toont "CD CODE"<br />

De radionavigatie toont « ERROR CD », « CD<br />

CODE » daarna « CD-0000 »<br />

Invoeren van de code van de oude radionavigatie<br />

die op deze wisselaar was aangesloten.<br />

Voer het eerste cijfer in met behulp van de draaiknop<br />

van de bediening bij het stuurwiel.<br />

Bevestig het cijfer door kort op de achterkant van de<br />

draaiknop te drukken.<br />

Voer de drie andere cijfers op dezelfde manier in.<br />

Bevestig de antidiefstalcode door lang op de achterkant<br />

van de draaiknop te drukken.<br />

Komt de code van de wisselaar overeen met de<br />

code van de radionavigatie?<br />

ja<br />

De CD-wisselaar en de radionavigatie werken correct.<br />

nee<br />

83C-7<br />

De radionavigatie toont « ERROR » daarna « CD<br />

CODE ». Als het probleem aanhoudt, voert u de wiscode<br />

in.


UITBOUWEN<br />

INGEBOUWD TELEMATICASYSTEEM<br />

Navigatiesysteem hoge gamma: Toetsenbord<br />

111256<br />

Maak de stofhoes van de versnellingshendel los.<br />

1<br />

Maak los :<br />

- de bovenkant van de middenconsole (1),(2).<br />

- de stekkers.<br />

Bouw de bovenkant van de middenconsole uit.<br />

2<br />

2<br />

111255<br />

83C-8<br />

Maak het toetsenbord los bij (3).<br />

INBOUWEN<br />

83C<br />

111446<br />

Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />

3


INGEBOUWD TELEMATICASYSTEEM<br />

Centrale communicatie eenheid: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 83C<br />

UITBOUWEN<br />

Onmisbaar speciaal gereedschap<br />

Ms. 1373 Gereedschap voor het<br />

uitbouwen autoradio<br />

Philips<br />

Bouw de centrale communicatie eenheid (1) uit met<br />

behulp van het gereedschap (Ms. 1373)<br />

Maak de stekkers los.<br />

INBOUWEN<br />

Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />

Voer de antidiefstalcode in als de centrale communicatie<br />

eenheid is vervangen (zie 83C, Ingebouwd telematicasysteem,<br />

Navigatie hoge gamma,<br />

antidiefstalcode).<br />

1<br />

111262<br />

83C-9


ALGEMEEN<br />

SNELHEIDSREGELAAR<br />

Snelheidsregeling en -begrenzing: Algemeen<br />

1<br />

2<br />

18832<br />

De auto's hebben twee systemen:<br />

- de « snelheidsregelaar »(1) zorgt ervoor dat de door<br />

de bestuurder ingestelde snelheid wordt vastgehouden.<br />

Deze functie kan op ieder moment worden uitgeschakeld<br />

door een druk op het rempedaal,<br />

koppelingspedaal of door een van de toetsen van het<br />

systeem.<br />

- de « snelheidsbegrenzer »(2) geeft de bestuurder de<br />

mogelijkheid een maximum snelheid in te stellen.<br />

Voorbij deze snelheid is het gaspedaal niet actief. De<br />

ingestelde maximum snelheid kan altijd worden<br />

overschreden als het gaspedaal wordt ingedrukt voorbij<br />

een zwaar punt.<br />

Deze functies worden beheerd door de rekeneenheid<br />

van het inspuitsysteem. Deze wisselt informatie uit met<br />

de rekeneenheid van de automatische transmissie en<br />

het instrumentenpaneel.<br />

N.B.:<br />

Een knipperende bladzijde van de boordcomputer<br />

of van het display wijst de bestuurder erop dat de<br />

ingestelde snelheid niet aangehouden kan worden<br />

(bijvoorbeeld tijdens een afdaling).<br />

83D-1<br />

83D


UITBOUWEN<br />

SCHAKELAARS<br />

Draaibare doorvoer: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

Bouw het geheel van de stuurkolomschakelaars uit<br />

(zie, Stuurkolomschakelaars).<br />

18558<br />

LET OP<br />

Controleer of de wielen rechtuit staan.<br />

Voor het inbouwen van het geheel van de<br />

stuurkolomschakelaars, moet u controleren of het<br />

merkteken « nul » van de draaibare doorvoer<br />

wel tegenover de index staat.<br />

Draai de schroef los waarmee de draaibare doorvoer<br />

vastzit.<br />

Trek de complete bediening onder het stuurwiel gedeeltelijk<br />

los voor het losmaken van de stekkers.<br />

Bouw uit:<br />

- de complete bediening onder het stuurwiel,<br />

- de ruitenwisserschakelaar (zie Ruitenwisserschakelaar),<br />

- de lichtschakelaar (zie Lichtschakelaar).<br />

84A-1<br />

INBOUWEN<br />

84A<br />

LET OP<br />

Controleer of de voorwielen rechtuit staan en of<br />

het merkteken van de draaibare doorvoer in<br />

stand « 0 » staat.<br />

LET OP<br />

Houd u stipt aan de ligging van de kabelbundel<br />

zodat deze niet beschadigt bij het monteren van<br />

de kappen.<br />

18313<br />

Plaats de kabelbundel correct.<br />

Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.


SCHAKELAARS<br />

Schakelaars onder stuurwiel: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 84A<br />

diagnoseapparaat<br />

UITBOUWEN<br />

Onmisbaar materiaal<br />

Aantrekkoppelsm<br />

stuurwielbout 44 N.m<br />

BELANGRIJK:<br />

Voor werkzaamheden aan een element van het veiligheidssysteem,<br />

moet u altijd de rekeneenheid van<br />

de airbag vergrendelen met behulp van het diagnoseapparaat<br />

(zie 88C, Airbags en gordelspanners,<br />

vergrendelen van de rekeneenheid van de airbag).<br />

Alle ontstekingscircuits zijn hierdoor vergrendeld<br />

en het airbaglampje op het<br />

instrumentenpaneel brandt vast (met contact aan).<br />

2<br />

1<br />

18455<br />

Maak de accukabels los, te beginnen met de negatieve<br />

pool.<br />

Steek een schroevendraaier (1) naar binnen.<br />

Maak een beweging naar boven (2).<br />

Zet de wielen in de rechtuit stand.<br />

Bouw uit:<br />

- de stuurwielbout,<br />

- het stuurwiel<br />

84A-2<br />

- de omlijsting van de teller,<br />

- de stuurkolomkappen,<br />

Maak los:<br />

- de schakelaars (ruitenwisser, radiobediening en<br />

verlichting)<br />

- de stekkers van de draaibare doorvoer (airbag en<br />

snelheidsregelaar)<br />

LET OP<br />

De wielen moeten in de rechtuitstand staan. Voor<br />

het inbouwen van het geheel van de stuurkolomschakelaars,<br />

moet u controleren of het merkteken<br />

"nul" van de draaibare doorvoer wel<br />

tegenover de index staat.<br />

Bouw uit:<br />

- de bevestigingsschroef van de draaibare doorvoer,<br />

- het geheel van de stuurkolomschakelaars van de<br />

stuurkolom.<br />

INBOUWEN<br />

18313<br />

LET OP<br />

Controleer of de voorwielen rechtuit staan en of<br />

het merkteken van de draaibare doorvoer in<br />

stand "0" staat.<br />

LET OP<br />

Houd u stipt aan de ligging van de kabelbundel<br />

zodat deze niet beschadigt bij het monteren van<br />

de kappen.


SCHAKELAARS<br />

Schakelaars onder stuurwiel: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 84A<br />

I - BIJZONDERHEDEN VAN HET STUURWIEL<br />

18313<br />

18835<br />

LET OP<br />

- Het stuurwiel moet vrij over de spiebanen schuiven<br />

(de spiebanen hebben pasnokken).<br />

- Beschadig de pasnokken van de spiebanen<br />

niet.<br />

- Vervang altijd de stuurwielbout na iedere<br />

demontage.<br />

Zet vast met het aantrekkoppel: de stuurwielbout<br />

(44 N.m).<br />

84A-3<br />

II - BIJZONDERHEDEN VAN DE AIRBAG<br />

Sluit aan:<br />

- de massakabelschoen,<br />

- de twee stekkers.<br />

Controleer de vergrendeling van de stekkers.<br />

Plaats de airbag op het stuurwiel.<br />

Druk de airbagmodule vast.<br />

18994<br />

BELANGRIJK:<br />

Controleer de ligging van de kabelbundel bij het<br />

monteren van de airbagmodule.<br />

Zet de accukabels vast, te beginnen met de positieve<br />

pool.<br />

LET OP<br />

Voer de noodzakelijke inlezingen uit (zie 80A,<br />

Accu : <strong>Uitbouwen</strong> - inbouwen).<br />

BELANGRIJK:<br />

Controleer de rekeneenheid van de airbag met<br />

behulp van het diagnoseapparaat.<br />

Als alles in orde is, ontgrendelt u de rekeneenheid,<br />

zo niet raadpleegt u het diagnosehandboek.


SCHAKELAARS<br />

Ruitenwisserschakelaar: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

UITBOUWEN<br />

Bouw het geheel van de stuurkolomschakelaars uit<br />

(zie, 84A, Schakelaars, Stuurkolomschakelaars).<br />

Bouw de schakelaar uit door op de lipjes (1) te drukken.<br />

INBOUWEN<br />

2 1<br />

18797<br />

N.B.<br />

het scheiden van het opname element stuurwielhoek<br />

(2) is niet nodig.<br />

Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />

84A-4<br />

84A


UITBOUWEN<br />

SCHAKELAARS<br />

Lichtschakelaar: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

Bouw het geheel van de stuurkolomschakelaars uit<br />

(zie, 84A, Schakelaars, Stuurkolomschakelaars).<br />

1<br />

Bouw de schakelaar uit door op de lipjes (1) te drukken.<br />

INBOUWEN<br />

2<br />

18797<br />

N.B.<br />

het scheiden van het opname element stuurwielhoek<br />

(2) is niet nodig.<br />

Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />

84A-5<br />

84A


SCHAKELAARS<br />

Achterruitverwarming: Revisie<br />

De bedrading van de achterruitverwarming die aan de<br />

binnenzijde op de achterruit is gedrukt, kan een breuk<br />

vertonen waardoor de verwarming plaatselijk niet werkt.<br />

Spoor de plaats van de breuk op met behulp van een<br />

voltmeter.<br />

De reparatie is mogelijk met reparatievernis voor de<br />

achterruitverwarming uit het magasin Pièce de rechange.<br />

I - OPSPOREN VAN DE BREUK MET EEN<br />

VOLTMETER<br />

Zet het contact aan.<br />

Schakel de achterruitverwarming in.<br />

1 - Zoeken tussen de lijnen B en A<br />

Sluit de + van de voltmeter aan op de + zijde van de<br />

achterruitverwarming.<br />

Plaats de - van de voltmeter op de verwarmingsdraad<br />

aan de - zijde (lijn B). U moet hier ongeveer de<br />

accuspanning aflezen.<br />

Verplaats de - draad naar de lijn A (pijl): de spanning<br />

daalt geleidelijk.<br />

Als de spanning plotseling sterk afneemt is de bedrading<br />

op die plek onderbroken. Herhaal deze controle<br />

bij iedere draad.<br />

2 - Zoeken tussen de lijnen C en A<br />

8814<br />

Sluit de - draad van de voltmeter aan op de - aansluiting<br />

van de achterruitverwarming.<br />

Plaats de + draad van de voltmeter op de op de verwarmingsdraad<br />

aan de + zijde (lijn C) ; u moet hier<br />

ongeveer de accuspanning aflezen.<br />

Verplaats de + draad naar de lijn A (pijl); de spanning<br />

daalt geleidelijk.<br />

84A-6<br />

84A<br />

8815<br />

Als de spanning plotseling sterk afneemt is de bedrading<br />

op die plek onderbroken (herhaal deze controle<br />

bij iedere draad).<br />

II - REPARATIE VAN DE VERWARMINGSDRAAD<br />

Maak de plaats rond de breuk goed schoon met alcohol<br />

of een ruitreinigingsmiddel, totdat het geheel<br />

stof- en vetvrij is. Wrijf na met een schone en droge<br />

doek.<br />

Om een dunne, rechte lijn te verkrijgen plakt u aan<br />

beide zijden van de te repareren draad een strook tape,<br />

waarbij de geleider vrij blijft.<br />

Voordat u de zilververf aanbrengt moet u het flesje<br />

goed schudden om de zilverdeeltjes goed met de<br />

vernis te vermengen.<br />

REPARATIE<br />

Breng met een dun penseeltje een voldoende dikke<br />

laag aan in de lijn tussen de twee stroken tape. Laat<br />

de verf drogen en breng een tweede laag aan. Daarna<br />

indien nodig nog een derde laag als de tweede<br />

laag droog is.<br />

Uitlopers kunt u met een scherp mes verwijderen,<br />

maar niet voordat de verf volledig is uitgehard, na<br />

een paar uur.


SCHAKELAARS<br />

Achterruitverwarming: Revisie<br />

77324<br />

De tape moet u minstens een uur laten zitten. U verwijdert<br />

de tape vervolgens door deze loodrecht op<br />

de draad los te trekken in de richting van de pijl. Bij<br />

een temperatuur van 20˚C zal de vernislaag na drie<br />

uur volledig uitgehard zijn. Bij lagere temperaturen<br />

duurt het uitharden langer.<br />

84A-7<br />

84A


SCHAKELAARS<br />

Buitentemperatuurzender: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

De buitentemperatuurzender bevindt zich in de rechter<br />

buitenspiegel.<br />

UITBOUWEN<br />

Bescherm de rand van de spiegel met behulp van afplaktape,<br />

Gebruik het gereedschap (Car. 1363) als hefboom<br />

voor het losmaken van het spiegelglas,<br />

Bouw de bevestigingsbout van de halve kap (1) uit.<br />

Maak de sonde (2) los,<br />

Knip de draden door.<br />

INBOUWEN<br />

Onmisbaar speciaal gereedschap<br />

Car. 1363 Hefboom voor losmaken<br />

bekleding<br />

1<br />

2<br />

19256<br />

Sluit de twee draden van de temperatuursensor aan<br />

met behulp van hulsjes en krimpkousjes.<br />

Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />

N.B.<br />

De weerstand van de buitentemperatuurzender is<br />

ongeveer 2500 Ω bij 20˚C .<br />

84A-8<br />

84A


UITBOUWEN<br />

WISSEN - SPROEIEN<br />

Regen- en lichtsensor: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

Bouw de kap van de binnenspiegel (1) uit.<br />

Maak de stekker los van de regensensor.<br />

2<br />

Bouw de regensensor uit door de klemmetjes (2) te<br />

openen.<br />

1<br />

18880<br />

20900<br />

85A-1<br />

INBOUWEN<br />

85A<br />

Reinig de voorruit met (bij voorkeur) een houten spatel.<br />

LET OP<br />

Bij het uitbouwen-inbouwen van de regensensor<br />

moet alles bijzonder schoon zijn: het kleinste<br />

stofje of pluisje kan de werking verstoren.<br />

Raak de elektronische onderdelen van de sensor<br />

niet met de vingers aan. Haal de sensor pas vlak<br />

voor de montage uit de verpakking.<br />

Monteer de regensensor.<br />

Sluit de stekker aan.<br />

Monter de kap van de binnenspiegel.


WISSEN - SPROEIEN<br />

Ruitenwissermechanisme voor: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 85A<br />

Onmisbaar speciaal gereedschap<br />

Ele. 1294-01 Ruitenwisserarmtrekker<br />

bevestigingsbouten van<br />

het ruitenwissermechanisme<br />

moeren van de ruitenwisserarmen<br />

bevestigingsbouten van<br />

het mechanisme<br />

bevestigingsmoer van<br />

de stang op de motor<br />

moeren van de ruitenwisserarmen<br />

Aantrekkoppelsm<br />

8 N.m<br />

21 N.m<br />

8 N.m<br />

22 N.m<br />

21 N.m<br />

LET OP<br />

De ruitenwissers verschillen bij rechts stuur en links<br />

stuur.<br />

85A-2<br />

UITBOUWEN<br />

LINKS STUUR.<br />

1<br />

2 3<br />

18536<br />

N.B.:<br />

Om het losgaan van de ruitenwisseraandrijving<br />

tijdens de werking te voorkomen, moet u beslist<br />

controleren of de motor van de ruitenwisser voor<br />

in de ruststand staat.<br />

Beweeg de ruitenwisserschakalaar van staat (0)<br />

naar staat (1), daarna van staat (1) naar staat (0).<br />

Maak de massakabel van de accu los.<br />

Bouw uit:<br />

- de ruitenwisserarmen (1) rechts en links met behulp<br />

van het gereedschap (Ele. 1294-01),<br />

- de afdichting van de schutbordkast (2),<br />

- de afdekplaat van de schutbordkast links (3).<br />

4<br />

18536-1<br />

Bouw uit:<br />

- de bevestigingsbouten (4) van het ruitenwissermechanisme,


WISSEN - SPROEIEN<br />

Ruitenwissermechanisme voor: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 85A<br />

- de stekker van de motor,<br />

- het ruitenwissermechanisme.<br />

INBOUWEN<br />

Plaats:<br />

- het ruitenwissermechanisme,<br />

- de stekker van de motor,<br />

- de bevestigingsbouten van het ruitenwissermechanisme.<br />

Sluit de accu aan.<br />

N.B.:<br />

Om het losgaan van de ruitenwisseraandrijving<br />

tijdens de werking te voorkomen, moet u beslist<br />

controleren of de motor van de ruitenwisser voor<br />

in de ruststand staat.<br />

Beweeg de ruitenwisserschakalaar van staat (0)<br />

naar staat (1), daarna van staat (1) naar staat (0).<br />

Maak de massakabel van de accu los.<br />

Zet vast met het aantrekkoppel: debevestigingsbouten<br />

van het ruitenwissermechanisme (8 N.m).<br />

Plaats:<br />

- de afdekplaat van de schutbordkast links,<br />

- de afdichting van de schutbordkast.<br />

Plaats de ruitenwisserarmen op de merktekens (5).<br />

Zet vast met het aanterkkoppel: de moeren van de<br />

ruitenwisserarmen (21 N.m).<br />

5<br />

19095<br />

85A-3<br />

Sluit de accu aan; voer de noodzakelijke inlezingen<br />

uit (zie 80A, accu, Accu: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong>).<br />

RECHTS STUUR.<br />

UITBOUWEN<br />

N.B.<br />

Om het losgaan van de ruitenwisseraandrijving<br />

tijdens de werking te voorkomen, moet u beslist<br />

controleren of de motor van de ruitenwisser voor<br />

in de ruststand staat.<br />

Beweeg de ruitenwisserschakalaar van staat (0)<br />

naar staat (1), daarna van staat (1) naar staat (0).<br />

N.B.<br />

De ruststand wordt gecontroleerd door de juiste<br />

stand van de aandrijfstang van het mechanisme<br />

tussen de merktekens.<br />

Maak de massakabel van de accu los.<br />

6<br />

Bouw uit:<br />

- de ruitenwisserarmen rechts en links met behulp<br />

van het gereedschap (Ele. 1294-01),<br />

- de afdichting van de schutbordkast,<br />

- de afdekplaten van de schutbordkast rechts en<br />

links,<br />

- de bevestigingsmoer van de stang op de motor (6),<br />

- de stang.<br />

18534


WISSEN - SPROEIEN<br />

Ruitenwissermechanisme voor: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 85A<br />

Bouw uit:<br />

- de bevestigingsbouten (7) van het ruitenwissermechanisme,<br />

- het ruitenwissermechanisme.<br />

INBOUWEN<br />

7<br />

18533<br />

Plaats:<br />

- het ruitenwissermechanisme,<br />

- de bevestigingsbouten van het ruitenwissermechanisme.<br />

Sluit de accu aan.<br />

N.B.<br />

Om het losgaan van de ruitenwisseraandrijving<br />

tijdens de werking te voorkomen, moet u beslist<br />

controleren of de motor van de ruitenwisser voor<br />

in de ruststand staat.<br />

Beweeg de ruitenwisserschakalaar van staat (0)<br />

naar staat (1), daarna van staat (1) naar staat (0).<br />

Maak de massakabel van de accu los.<br />

Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigingsbouten<br />

van het mechanisme (8 N.m).<br />

85A-4<br />

8<br />

18534<br />

Plaats:<br />

- de stang tussen de twee merktekens (8) op de plaat<br />

van de motor,<br />

- de bevestigingsmoer van de stang op de motor.<br />

Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigingsmoer<br />

van de stang op de motor (22 N.m).<br />

Plaats:<br />

- de afdekplaten van de schutbordkast rechts en<br />

links,<br />

- de afdichting van de schutbordkast,<br />

- de ruitenwisserarmen rechts en links.<br />

Zet vast met het aanterkkoppel: de moeren van de<br />

ruitenwisserarmen (21 N.m).<br />

Sluit de accu aan; voer de noodzakelijke inlezingen<br />

uit . (zie 80A, Accu, Accu : <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong>).


WISSEN - SPROEIEN<br />

Ruitenwissermotor voor: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

Het uitbouwen-inbouwen van de ruitenwissermotor is<br />

gelijk voor rechts of links stuur.<br />

UITBOUWEN<br />

LINKS STUUR<br />

Onmisbaar speciaal gereedschap<br />

Ele. 1294-01 Ruitenwisserarmtrekker<br />

bevestigingsbouten van<br />

de motor<br />

moer van de as van de<br />

motor<br />

moeren van de ruitenwisserarmen<br />

bevestigingsbouten van<br />

de motor<br />

moer van de as van de<br />

motor<br />

moeren van de ruitenwisserarmen<br />

Aantrekkoppelsm<br />

8 N.m<br />

22 N.m<br />

21 N.m<br />

8 N.m<br />

22 N.m<br />

21 N.m<br />

N.B.:<br />

Om het losgaan van de ruitenwisseraandrijving<br />

tijdens de werking te voorkomen, moet u beslist<br />

controleren of de motor van de ruitenwisser voor<br />

in de ruststand staat.<br />

Beweeg de ruitenwisserschakalaar van staat (0)<br />

naar staat (1), daarna van staat (1) naar staat (0).<br />

Maak de massakabel van de accu los.<br />

85A-5<br />

Bouw uit:<br />

85A<br />

- de ruitenwisserarmen (1) rechts en links met behulp<br />

van het gereedschap (Ele. 1294-01),<br />

- de afdichting van de schutbordkast (2),<br />

- de afdekplaat van de schutbordkast links (3).<br />

Bouw uit:<br />

- de moer (4) van de as van de motor,<br />

- de stang van de as van de motor,<br />

- de bevestigingsbouten (5) van de motor.<br />

Maak de motor via de onderkant vrij.<br />

Maak de stekker van de motor los.<br />

INBOUWEN<br />

Sluit de stekker van de motor aan.<br />

Monteer de motor via de onderkant.<br />

18536<br />

18536-1<br />

Monteer de bevestigingsbouten van de motor.<br />

Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigingsbouten<br />

van de motor (8 N.m).


WISSEN - SPROEIEN<br />

Ruitenwissermotor voor: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

Sluit de accu aan.<br />

N.B.:<br />

Om het losgaan van de ruitenwisseraandrijving<br />

tijdens de werking te voorkomen, moet u beslist<br />

controleren of de motor van de ruitenwisser voor<br />

in de ruststand staat.<br />

Beweeg de ruitenwisserschakalaar van staat (0)<br />

naar staat (1), daarna van staat (1) naar staat (0).<br />

Maak de massakabel van de accu los.<br />

Monteer de stang op de as van de motor.<br />

Monteer de moer van de as van de motor.<br />

Zet vast met het aantrekkoppel: demoer van de as<br />

van de motor (22 N.m).<br />

Plaats:<br />

- de afdekplaat van de schutbordkast links,<br />

- de afdichting van de schutbordkast,<br />

- de ruitenwisserarmen rechts en links.<br />

Zet vast met het aanterkkoppel: de moeren van de<br />

ruitenwisserarmen (21 N.m).<br />

Sluit de accu aan; voer de noodzakelijke inlezingen<br />

uit (zie 80A, accu, Accu: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong>).<br />

RECHTS STUUR<br />

UITBOUWEN<br />

N.B.:<br />

Om het losgaan van de ruitenwisseraandrijving<br />

tijdens de werking te voorkomen, moet u beslist<br />

controleren of de motor van de ruitenwisser voor<br />

in de ruststand staat<br />

Beweeg de ruitenwisserschakalaar van staat (0)<br />

naar staat (1), daarna van staat (1) naar staat (0).<br />

N.B.<br />

De ruststand wordt gecontroleerd door de juiste<br />

stand van de aandrijfstang van het mechanisme<br />

tussen de merktekens.<br />

Maak de massakabel van de accu los.<br />

85A-6<br />

85A<br />

Bouw uit:<br />

- de ruitenwisserarmen rechts en links met behulp<br />

van het gereedschap (Ele. 1294-01),<br />

- de afdichting van de schutbordkast links,<br />

- de bevestigingsmoer van de stang op de motor (6),<br />

- de stang,<br />

- de bevestigingsbouten van de motor (7).<br />

Maak de motor via de onderkant vrij.<br />

Maak de stekker los.<br />

INBOUWEN<br />

Sluit de stekker van de motor aan.<br />

Monteer de motor via de onderkant.<br />

Monteer de bevestigingsbouten van de motor.<br />

Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigingsbouten<br />

van de motor (8 N.m).<br />

Sluit de accu aan.<br />

Beweeg de ruitenwisserschakalaar van staat (0)<br />

naar staat (1), daarna van staat (1) naar staat (0).<br />

Maak de massakabel van de accu los.<br />

18534<br />

N.B.:<br />

Om het losgaan van de ruitenwisseraandrijving<br />

tijdens de werking te voorkomen, moet u beslist<br />

controleren of de motor van de ruitenwisser voor<br />

in de ruststand staat<br />

N.B.:<br />

De ruststand wordt gecontroleerd door de juiste<br />

stand van de aandrijfstang van het mechanisme<br />

tussen de merktekens.


WISSEN - SPROEIEN<br />

Ruitenwissermotor voor: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

Monteer de moer van de as van de motor.<br />

Zet vast met het aantrekkoppel: demoer van de as<br />

van de motor (22 N.m).<br />

Plaats:<br />

- de afdekplaat van de schutbordkast.<br />

- de afdichting van de schutbordkast,<br />

- de ruitenwisserarmen rechts en links.<br />

Zet vast met het aanterkkoppel: de moeren van de<br />

ruitenwisserarmen (21 N.m).<br />

Sluit de accu aan; voer de noodzakelijke inlezingen<br />

uit (zie 80A, accu, Accu: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

85A-7<br />

85A


WISSEN - SPROEIEN<br />

Ruitenwissermotor achter: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

UITBOUWEN<br />

Onmisbaar speciaal gereedschap<br />

Ele. 1552 Ruitenwisserarmtrekker<br />

achter<br />

bevestigingsmoer van<br />

de ruitenwisserarm<br />

Aantrekkoppelsm<br />

HATCHBACK EN BREAK MET VASTE<br />

ACHTERRUIT<br />

Open de bagageruimte.<br />

12 N.m<br />

N.B.:<br />

Controleer of de motor van de achterruitwisser in<br />

de ruststand staat.<br />

Beweeg de ruitenwisserschakalaar van staat (0)<br />

naar staat (1), daarna van staat (1) naar staat (0).<br />

85A-8<br />

Bouw uit:<br />

85A<br />

- de bekleding van de achterklep (zie MR 396, Carrosserie,<br />

73A, Bekleding kappen en kleppen,<br />

Bekleding achterklep: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong>),<br />

- de bevestigingsmoer van de ruitenwisserarm,<br />

- de ruitenwisserarm met het gereedschap (Ele.<br />

1552),<br />

- de bevestigingsbouten (1) van de motor.<br />

Maak de stekker los van de ruitenwissermotor.<br />

INBOUWEN<br />

Sluit de stekker van de ruitenwissermotor aan.<br />

Monteer de bevestigingsbouten van de motor.<br />

Beweeg de ruitenwisserschakalaar van staat (0)<br />

naar staat (1), daarna van staat (1) naar staat (0).<br />

Plaats:<br />

- de ruitenwisserarm,<br />

- de bevestigingsmoer van de ruitenwisserarm.<br />

18553<br />

N.B.<br />

Controleer of de motor van de achterruitwisser in<br />

de ruststand staat.<br />

Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigingsmoer<br />

van de ruitenwisserarm (12 N.m).<br />

1


WISSEN - SPROEIEN<br />

Ruitenwissermotor achter: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

Monteer de bekleding van de achterklep (zie MR<br />

396, Carrosserie, 73A, Bekleding kappen en kleppen,<br />

Bekleding achterklep: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong>).<br />

85A-9<br />

85A


WISSEN - SPROEIEN<br />

Mechanisme ruitenwissermotor achter: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 85A<br />

UITBOUWEN<br />

BREAK MET UITZETBARE ACHTERRUIT<br />

Beweeg de ruitenwisserschakalaar van staat (0)<br />

naar staat (1), daarna van staat (1) naar staat (0).<br />

Bouw uit:<br />

Onmisbaar speciaal gereedschap<br />

Ele. 1552 Ruitenwisserarmtrekker<br />

achter<br />

Ele. 1580 Positiemal ruitenwissermechanismeachter.<br />

bevestigingsbouten van<br />

het mechanisme<br />

bevestigingsmoer van<br />

het mechanisme<br />

Aantrekkoppelsm<br />

4 N.m<br />

8 N.m<br />

N.B.<br />

Controleer of de motor van de achterruitwisser in<br />

de ruststand staat.<br />

111335<br />

- het afdekkapje van de moer (1) door te drukken bij<br />

(2),<br />

85A-10<br />

- de moer van de ruitewisserarm (3),<br />

- de ruitewisserarm met behulp van het gereedschap<br />

(Ele. 1552).<br />

Bouw uit:<br />

- het afdekkapje van de moer,<br />

- de bevestigingsmoer van het mechanisme (4),<br />

- de sierlijst (5).<br />

19756<br />

19081<br />

Bouw de kap (6) van het ruitenwissermechanisme<br />

uit.


WISSEN - SPROEIEN<br />

Mechanisme ruitenwissermotor achter: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 85A<br />

Bouw uit:<br />

- de bevestigingsmoer (7),<br />

- het ruitenwissermechanisme.<br />

19757<br />

INBOUWEN<br />

Stel de stand van de uitzetbare achterruit af als deze<br />

uitgebouwd is geweest (zie, MR 396, Carrosserie,<br />

54A, Ruiten, Uitzetbare achterruit: <strong>Uitbouwen</strong> -<br />

<strong>Inbouwen</strong>).<br />

Bouw de bekleding van de achterklep gedeeltelijk uit<br />

(zie MR 396, Carrosserie, 73A, Bekleding kappen<br />

en kleppen, Bekleding achterklep: <strong>Uitbouwen</strong> -<br />

<strong>Inbouwen</strong>).<br />

N.B.<br />

Controleer of de motor van de achterruitwisser in<br />

de ruststand staat.<br />

Beweeg de ruitenwisserschakalaar van staat (0)<br />

naar staat (1), daarna van staat (1) naar staat (0).<br />

85A-11<br />

Plaats de drie richtnokken (8) van de mal (Ele. 1580)<br />

op de plaat van de motor.<br />

Klem de mal vast op de plaat van de motor.<br />

Zet de bevestigingsbouten van de slotpen los,<br />

19752<br />

19754


WISSEN - SPROEIEN<br />

Mechanisme ruitenwissermotor achter: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 85A<br />

Klem het beweegbare ruitenwissermechanisme op<br />

de mal.<br />

Plaats de slotpen in het slot.<br />

Sluit de achterruit voorzichtig,<br />

Monteer:<br />

- de sierlijst (9),<br />

- de bevestigingsmoer van het mechanisme (10).<br />

19753<br />

19756<br />

Zet de bevestigingsmoer van het mechanisme met<br />

de hand vast.<br />

85A-12<br />

Zet vast:<br />

-de bevestigingsbouten van het mechanisme (4<br />

N.m)(11),<br />

- de bevestigingsbouten van de slotpen (12).<br />

Verwijder de mal van de plaat van de motor.<br />

19757<br />

Monteer de bekleding van de achterklep (zie MR<br />

396, Carrosserie, 73A, Bekleding kappen en kleppen,<br />

Bekleding achterklep: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong>).<br />

19756<br />

Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigingsmoer<br />

van het mechanisme (8 N.m)(13).


WISSEN - SPROEIEN<br />

Mechanisme ruitenwissermotor achter: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 85A<br />

19749<br />

Plaats het ruitenwisserblad 5 mm onder de verwarmingsdraden.<br />

Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigingsmoer<br />

van de ruitenwisserarm (12 N.m).<br />

85A-13


WISSEN - SPROEIEN<br />

Ruitensproeierpomp: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

Bouw de schildbumper voor uit (zie 55A, Bescherming<br />

buitenkant, Schildbumper voor).<br />

1<br />

2<br />

3<br />

111457<br />

Maak de stekker (1) van de ruitensproeierpomp los.<br />

Markeer de twee leidingen (2) voordat u ze losmaakt.<br />

Bouw de pomp uit.<br />

N.B.:<br />

Om het reservoir uit te bouwen, bouwt u uit:<br />

- de ruitensproeierpomp,<br />

- de koplampsproeierpomp (afhankelijk van het<br />

uitrustingsniveau),<br />

- de bevestigingsbout (3) van het reservoir.<br />

Trek het reservoir naar de achterzijde van de<br />

auto.<br />

INBOUWEN<br />

Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />

85A-14<br />

85A


WISSEN - SPROEIEN<br />

Ruitensproeier<br />

De pomp bedient vanuit één reservoir de sproeiers van<br />

de voorruit of van de achterruit, afhankelijk van de polariteit<br />

van de twee aansluitingen van de stekker.<br />

De ruitensproeiers voor en achter worden rechtstreeks<br />

aangestuurd door de ruitenwisserschakelaar.<br />

Er zijn twee mogelijkheden: A en B.<br />

4<br />

2<br />

A: De leiding wordt gevoed uit de wartel 3, de<br />

voorruitsproeier werkt<br />

Aansl. Omschrijving<br />

1 Massa<br />

2 + 12 V<br />

B: De leiding wordt gevoed uit de wartel 4, de<br />

achterruitsproeier werkt<br />

Aansl. Omschrijving<br />

1 + 12 V<br />

2 Massa<br />

1<br />

3<br />

20389<br />

85A-15<br />

85A


WISSEN - SPROEIEN<br />

Koplampsproeierpomp: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

Bouw de schildbumper voor uit (zie 55A, Bescherming<br />

buitenkant, Schildbumper voor).<br />

2<br />

3<br />

111457<br />

Maak de stekker (1) van de koplampsproeierpomp<br />

los.<br />

Maak de leiding (2) los.<br />

Bouw de pomp uit.<br />

N.B.:<br />

Om het reservoir uit te bouwen, bouwt u uit:<br />

- de ruitensproeierpomp,<br />

- de koplampsproeierpomp (afhankelijk van het<br />

uitrustingsniveau),<br />

- de bevestigingsbout (3) van het reservoir.<br />

Trek het reservoir naar de achterzijde van de<br />

auto.<br />

INBOUWEN<br />

Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />

1<br />

85A-16<br />

85A


UITBOUWEN<br />

WISSEN - SPROEIEN<br />

Koplampsproeier: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

Bouw de schildbumper voor uit (zie 55A, Bescherming<br />

buitenkant, Schildbumper voor).<br />

Maak de wartel van de voedingsslang (1) los.<br />

3<br />

4<br />

Maak de leiding los (2).<br />

Bouw de bevestigingsschroeven (3) van de koplampsproeier<br />

uit.<br />

Maak de sproeier (4) los.<br />

Trek de sproeier omhoog uit de schildbumper.<br />

3<br />

2<br />

1<br />

111410<br />

111459<br />

85A-17<br />

5<br />

85A<br />

Maak de dop (5) van de koplampsproeiers los.<br />

Bouw uit:<br />

- het klemmetje (6),<br />

- de sproeier.<br />

6<br />

5<br />

111419<br />

111420


INBOUWEN<br />

WISSEN - SPROEIEN<br />

Koplampsproeier: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />

N.B.:<br />

De koplampsproeiers kunnen worden gemonteerd<br />

op een schildbumper voor die deze niet<br />

heeft, er staat een markering op de<br />

schildbumper : voor het boren en de aanpassing,<br />

zie 55A, bescherming buitenkant, Schildbumper<br />

voor.<br />

85A-18<br />

85A


WISSEN - SPROEIEN<br />

Koplampsproeiers<br />

De koplampsproeierpomp (1) wordt aangestuurd via<br />

het huis met hulporganen interieur.<br />

Als de ruitensproeierschakelaar bediend wordt terwijl<br />

de groot- of dimlichten branden, stuurt het huis met hulporganen<br />

interieur het relais van de koplampsproeierpomp<br />

aan (het relais R30 op de zekeringen-/relaisplaat<br />

interieur optie, achter het dashboardkastje, zie SM<br />

Elektrisch schema, <strong>Laguna</strong> II, orgaancode 1619).<br />

1<br />

2<br />

111457<br />

111458<br />

N.B.:<br />

Alleen auto's met koplampsproeiers hebben een<br />

opname element voor het vloeistofpeil (2).<br />

85A-19<br />

85A<br />

111410<br />

De sproeiers worden tegelijk gevoed door de pomp.<br />

Door de wartel in de voedingsslang (3) kan de schildbumper<br />

worden uitgebouwd.<br />

3


UITBOUWEN<br />

Onmisbaar speciaal gereedschap<br />

RADIO<br />

Lage gamma: Autoradio<br />

Ms. 1373 Gereedschap voor het<br />

uitbouwen autoradio<br />

Philips<br />

111307<br />

Bouw de autoradio (1) uit met behulp van het gereedschap<br />

(Ms. 1373).<br />

Maak de stekkers los.<br />

INBOUWEN<br />

Sluit de stekkers aan.<br />

Monteer de autoradio.<br />

Voer de antidiefstalcode in (zie 86A, Radio, Lage<br />

gamma: Antidiefstalcode).<br />

86A-1<br />

86A


RADIO<br />

"lage gamma": Antidiefstalcode<br />

De autoradio is beveiligd via een vier cijferige code.<br />

Deze code wordt aan de gebruiker gevraagd na elke<br />

keer losmaken van de stekkers of de accu. Deze code<br />

moet met behulp van de bedieningssatelliet of het toetsenbord<br />

van de autoradio ingevoerd worden. Het display<br />

toont « code » gevolgd door « 0000 ».<br />

INVOEREN VAN DE CODE<br />

1 - Via de bediening bij het stuurwiel<br />

Om een ingevoerd cijfer te valideren, drukt u op de onderste<br />

toets van de satelliet.<br />

2 - Via het toetsenbord van de autoradio<br />

4 5 6<br />

1 2 3<br />

18627<br />

Voer de cijfers in met de toetsen (1) t/m (4) en bevestig<br />

daarna met de toets (6).<br />

- Als de code fout is, geeft de autoradio een geluidssignaal,<br />

toont « code » en blokkeert (1 min. voor de<br />

eerste fout, 2 min. voor de tweede fout, 4 min. voor<br />

de derde fout tot 32 min. maximum).<br />

- Na de eerste invoering van de code, moeten bepaalde<br />

parameters geprogrammeerd worden (zie S.M.<br />

3701A, Radio lage gamma, 86A, Radio: Configuraties-Parameters).<br />

Deze parameters blijven behouden<br />

als de accu wordt losgenomen.<br />

- De fabrieksstand wort hersteld door gelijktijdig drukken<br />

op de toetsen (2) en (5) tijdens het inschakelen<br />

van het toestel. Wacht daarna ongeveer 2 minuten.<br />

- De autoradio kan ongeveer 2 minuten werken met regelmatig<br />

klinkende piepjes zonder dat de code is ingevoerd.<br />

86A-2<br />

86A


1<br />

2<br />

3<br />

I - ANTIDIEFSTALCODE<br />

RADIO<br />

"hoge gamma" : Antidiefstalcode<br />

4<br />

5<br />

6<br />

100794<br />

De antidiefstalcode van vier cijfers is voor de tunerversterker.<br />

Deze code wordt gevraagd bij iedere onderbreking<br />

van de voeding. Deze code moet worden ingevoerd<br />

via de bedieningssatelliet. Het display toont<br />

« code » gevolgd door « 0000 ».<br />

- Als de code fout is, geeft de radio een geluidssignaal,<br />

toont « CODE » en blokkeert (1 min. voor de eerste<br />

fout, 2 min. voor de tweede fout, 4 min. voor de derde<br />

fout tot 32 min. maximaal.<br />

- Na de eerste invoering van de code, moeten bepaalde<br />

parameters geprogrammeerd worden (zie S.M.<br />

3702A, Radio hoge gamma, 86A, Radio: Configuraties-Parameters).<br />

Deze parameters blijven behouden<br />

als de accu wordt losgenomen.<br />

- De fabrieksstand wort hersteld door gelijktijdig drukken<br />

op de toetsen (2) en (5) tijdens het inschakelen<br />

van het toestel. Wacht ongeveer 2 minuten.<br />

- De autoradio kan werken gedurende ongeveer 2 min.<br />

met regelmatige piepjes zonder invoeren van de code.<br />

II - UITWISSELING CODE TUSSEN CD-WISSELAAR<br />

EN TUNER-VERSTERKER<br />

1 - Bij het vervangen van alleen de tuner-versterker:<br />

De code van de oude tuner-versterker die was aangesloten<br />

op de cd-wisselaar kan niet worden ingevoerd. De<br />

cd-wisselaar geeft de code aan de nieuwe tuner-versterker.<br />

86A-3<br />

86A<br />

2 - Bij het vervangen van alleen de cd-wisselaar:<br />

De code van de tuner-versterker wordt ingelezen bij het<br />

aansluiten van de accu of van de cd-wisselaar.


UITBOUWEN<br />

RADIO<br />

Tuner-versterker: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

Onmisbaar speciaal gereedschap<br />

Ms. 1373 Gereedschap voor het<br />

uitbouwen autoradio<br />

Philips<br />

1<br />

111286<br />

Bouw de bevestigingsschroef (1) van de bekleding<br />

van de opbergruimte uit.<br />

Maak de bekleding van de opbergruimte (2) los.<br />

2<br />

111287<br />

86A-4<br />

Bouw uit:<br />

86A<br />

- de bevestigingsbouten van de tuner-versterker.<br />

- de steun van de tuner-versterker.<br />

Maak de stekkers los.<br />

Maak de tuner-versterker los uit zijn steun met behulp<br />

van het gereedschap (Ms. 1373).<br />

INBOUWEN<br />

Monteer de tuner-versterker in zijn steun.<br />

Klem de stekkers vast.<br />

3<br />

111284<br />

19306


RADIO<br />

Tuner-versterker: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

<strong>Inbouwen</strong><br />

- de steun van de tuner-versterker,<br />

- de bevestigingsbouten van de tuner-versterker.<br />

Klem de bekleding van de opbergruimte vast.<br />

Monteer de bevestigingsschroef van de bekleding<br />

van de opbergruimte.<br />

Voer de antidiefstalcode in (zie 86A, Radio hoge<br />

gamma, Antidiefstalcode).<br />

86A-5<br />

86A


RADIO<br />

Antenne van de autoradio: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

De ingegoten radioantenne bevindt zich:<br />

- bij de hatchback: op de achterruit,<br />

- bij de break: op de zijruit rechts achter.<br />

Het systeem gebruikt een via de autoradio gevoede antenneversterker<br />

die is geplaatst:<br />

- voor de hatchback: onder het bovenste midden deel<br />

van de bekleding van de lijst van de achterruit,<br />

- voor de break: onder de bekleding van de zijwand<br />

rechts achter.<br />

UITBOUWEN<br />

VERSTERKER VAN INGEGOTEN ANTENNE.<br />

1 - Hatchback.<br />

Bouw het bovenste midden deel van de bekleding<br />

van de lijst van de achterruit uit met behulp van de<br />

klemmetjestang.<br />

Maak de stekkers los.<br />

Bouw uit:<br />

- de bout van de antenneversterker,<br />

- de antenneversterker.<br />

18551<br />

N.B.:<br />

Voor het uitbouwen van de antenne bouwt u de<br />

achterruit uit (zie MR 396, Carrosserie, 54A,<br />

Ruiten, Achterruit : <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong>).<br />

86A-6<br />

2 - Break.<br />

86A<br />

Bouw uit:<br />

- de bevestigingsschroef van de bekleding van de zijwand<br />

rechts achter.<br />

- gedeeltelijk het achterkleprubber en het achterportierrubber.<br />

Maak gedeeltelijk de bekleding van de zijwand<br />

rechts achter los.<br />

Maak de stekkers los.<br />

Bouw uit:<br />

- de bout van de antenneversterker,<br />

- de antenneversterker.<br />

N.B.:<br />

INBOUWEN<br />

VERSTERKER VAN INGEGOTEN ANTENNE<br />

1 - Hatchback<br />

Plaats:<br />

- de antenneversterker,<br />

- de bevestigingsbout van de antenneversterker.<br />

Sluit de stekkers van de antenneversterker aan.<br />

111552<br />

Voor het uitbouwen van de antenne bouwt u de<br />

achterste zijruit uit (zie MR 396, Carrosserie,<br />

54A, Ruiten, Achterste zijruit break).


RADIO<br />

Antenne van de autoradio: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

Monteer het bovenste midden deel van de bekleding<br />

van de lijst van de achterruit.<br />

2 - Break<br />

Plaats:<br />

- de antenneversterker,<br />

- de bevestigingsbout van de antenneversterker.<br />

Sluit de stekkers van de antenneversterker aan.<br />

Klem de bekleding van de zijwand achter vast.<br />

Plaats:<br />

- het achterkleprubber en het portierrubber,<br />

- de bevestigingsschroef van de bekleding van de zijwand.<br />

86A-7<br />

86A


RADIO<br />

Antenne : Werking<br />

De auto's zijn uitgerust met een van de drie antennes<br />

speciaal voor de ontvangst van:<br />

- radio,<br />

- radio + telefoon,<br />

- radio + telefoon + navigatie.<br />

De ingegoten radioantenne bevindt zich:<br />

- bij de hatchback: op de achterruit,<br />

- bij de break: op de zijruit rechts achter.<br />

De antenne heeft een versterker die is geplaatst:<br />

- voor de hatchback: onder het bovenste midden deel<br />

van de bekleding van de lijst van de achterruit,<br />

- voor de break: onder de bekleding van de zijwand<br />

rechts achter.<br />

De versterker wordt gevoed:<br />

- door de radio voor auto's zonder navigatiesysteem,<br />

- door de centrale communicatie eenheid voor de<br />

auto's met navigatiesysteem (zie SM 6011A, Ingebouwd<br />

telematicasysteem, Navigatie lage gamma:<br />

Algemeen).<br />

86A-8<br />

86A


UITBOUWEN<br />

I - TWEETERS VOOR<br />

RADIO<br />

Tweeter: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

Maak het rooster (1) van de tweeter los.<br />

2<br />

Bouw de tweeter (2) uit.<br />

Maak de stekker van de tweeter los.<br />

1<br />

111282<br />

111281<br />

86A-9<br />

II - TWEETERS ACHTER<br />

86A<br />

Bouw het rooster (3) van de luidspreker achter uit.<br />

Bouw de tweeter (4) uit,<br />

Maak de stekker van de tweeter los.<br />

INBOUWEN<br />

I - TWEETERS VOOR<br />

Sluit de stekker van de tweeter aan.<br />

Monteer de tweeter.<br />

Klem het rooster van de tweeter vast.<br />

3<br />

4<br />

111502<br />

111501


RADIO<br />

Tweeter: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

II - TWEETERS ACHTER<br />

Sluit de stekker aan.<br />

Monteer de tweeter.<br />

Klem het luidsprekerrooster achter vast.<br />

86A-10<br />

86A


UITBOUWEN<br />

RADIO<br />

Luidsprekers voor: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

Maak het luidsprekerrooster (1) los.<br />

Bouw uit:<br />

- de schroeven (2) van de luidspreker voor,<br />

- de luidspreker voor.<br />

Maak de stekker los.<br />

INBOUWEN<br />

Sluit de stekker van de luidsprekers voor aan.<br />

1<br />

2<br />

111499<br />

111500<br />

86A-11<br />

Plaats:<br />

- de luidspreker voor,<br />

- de schroeven van de luidspreker voor.<br />

Klem het luidsprekerrooster voor vast.<br />

86A


UITBOUWEN<br />

RADIO<br />

Luidsprekers achter: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

Bouw het rooster (1) van de luidspreker achter uit.<br />

Bouw uit:<br />

- de schroeven van de luidspreker (2) achter,<br />

- de luidspreker achter.<br />

Maak de stekker van de luidspreker achter los.<br />

INBOUWEN<br />

Sluit de stekker van de luidspreker achter aan.<br />

1<br />

2<br />

111502<br />

111501<br />

86A-12<br />

Plaats:<br />

- de luidspreker achter,<br />

- de schroeven van de luidspreker achter.<br />

Klem het luidsprekerrooster achter vast.<br />

86A


UITBOUWEN<br />

Maak los :<br />

- de klep van het scherm (1),<br />

- de stekkers.<br />

3<br />

Maak het scherm los bij (2) en bij (3).<br />

INBOUWEN<br />

1<br />

Klem het scherm vast op zijn steun.<br />

Sluit de stekkers aan.<br />

Klem de kap van het scherm vast.<br />

2<br />

3<br />

RADIO<br />

Display<br />

111547<br />

111550<br />

LET OP<br />

Druk om elke beschadiging te voorkomen niet op<br />

het front van het scherm.<br />

2<br />

86A-13<br />

86A


1<br />

5<br />

RADIO<br />

Radiobedieningssatelliet: Controle<br />

Actie Toets<br />

Source hoog/laag (1)<br />

Bevestigingstoets (2)<br />

Volume - (3)<br />

Volume + (4)<br />

Selectiedraaiknop (5)<br />

2<br />

4<br />

3<br />

108545<br />

86A-14<br />

86A


TELEFOON<br />

Voorbereiding: Beschrijving<br />

De auto's zijn voorbekabeld om een aansluiting van<br />

een handsfree set mogelijk te maken.<br />

De specifieke stekker en de antennekabel bevinden<br />

zich onder de middenconsole.<br />

Voor het uitbouw van de middenconsole, zie MR 396,<br />

Carrosserie, 57A, Accessoires interieur, Middenconsole.<br />

111269<br />

86B-1<br />

86B


UITBOUWEN<br />

TELEFOON<br />

Rekeneenheid: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

Maak de massakabel van de accu los.<br />

Bouw de bevestigingsschroeven (1) van de opbergruimte<br />

uit.<br />

Maak (2) de bekleding van de opbergruimte los.<br />

111286<br />

111287<br />

86B-2<br />

86B<br />

113469<br />

Bouw de rekeneenheid van de telefoon (3) uit door<br />

deze naar de achterzijde van de auto te trekken.<br />

Maak de stekkers los.<br />

INBOUWEN<br />

Sluit de stekkers aan.<br />

Monteer de rekeneenheid van de telefoon.<br />

Klem de bekleding van de opbergruimte vast.<br />

Monteer de bevestigingsschroeven van de opbergruimte.<br />

Sluit de accu aan; voer de noodzakelijke inlezingen<br />

uit (zie 80A, accu, Accu: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong>).


UITBOUWEN<br />

TELEFOON<br />

Steun van telefoonset: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

4<br />

1<br />

2<br />

111778<br />

Bouw de middenconsole uit (zie MR 396, Carrosserie,<br />

57A, Accessoires interieur, Middenconsole).<br />

Maak los :<br />

- de stekkers van de steun van de telefoon,<br />

N.B.:<br />

Om de stekker van de antenne los te maken van<br />

de steun van de telefoon:<br />

- houd het kleine (1) deel van de stekker vast,<br />

- beweeg het grote deel (2) naar het kleine deel<br />

(1) bij (3),<br />

- houd het grote deel (2) van de stekker tegen het<br />

kleine deel (1),<br />

- trek aan het kleine deel van de stekker bij (4).<br />

3<br />

86B-3<br />

86B<br />

111498<br />

111258<br />

maak de stekker van de accessoiresaansluiting (6)<br />

los.<br />

Bouw uit:<br />

- de accessoiresaansluiting (6),<br />

- de schroeven van de steun van de telefoon (5),<br />

- de kabelbundel van de steun van de telefoon,<br />

- de steun van de telefoon.<br />

6


INBOUWEN<br />

TELEFOON<br />

Steun van telefoonset: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

Plaats:<br />

- de steun van de telefoon,<br />

- de kabelbundel van de steun van de telefoon,<br />

- de schroeven van de steun van de telefoon ,<br />

- de accessoiresaansluiting.<br />

Klem vast:<br />

- de stekker van de accessoiresaansluiting,<br />

- de stekkers van de steun van de telefoon.<br />

Monteer de middenconsole (zie MR 396, Carrosserie,<br />

57A, Accessoires interieur, Middenconsole).<br />

86B-4<br />

86B


UITBOUWEN<br />

TELEFOON<br />

Microfoon "handsfree": <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

111496<br />

Bouw de hemelbekleding uit (zie MR 396, Carrosserie,<br />

71A, Interieurbekleding, Hemelbekleding).<br />

Maak los :<br />

- de stekker van de microfoon,<br />

- de microfoon.<br />

INBOUWEN<br />

Klem vast:<br />

- de microfoon,<br />

- de stekker van de microfoon.<br />

Monteer de hemelbekleding (zie MR 396, Carrosserie,<br />

71A, Interieurbekleding, Hemelbekleding).<br />

86B-5<br />

86B


HUIS MET HULPORGANEN INTERIEUR<br />

Huis met hulporganen interieur: Algemeen<br />

Er zijn twee modellen voor het huis met hulporganen interieur<br />

voor deze auto's:<br />

- huis met hulporganen interieur « lage gamma »,<br />

- huis met hulporganen interieur « hoge gamma ».<br />

Versie van de UCH Lage<br />

gamma<br />

87B-1<br />

87B<br />

N.B.:<br />

Het magazijn levert alleen het huis met hulporganen<br />

interieur van het « hoge gamma ».<br />

Dit kan worden gemonteerd in plaats van de uitvoering<br />

van het « lage gamma ».<br />

Midden<br />

gamma<br />

Beheer van de knipperlichten X X -<br />

Beheer van de rijverlichting (Running lights) - X 80B<br />

Beheer van de markeringslichten X X -<br />

Defecte lampen (markerings- en remlichten) voor de spraakmaker X X 83A<br />

Commando ruitenwisser voor en achter X X 85A<br />

Commando koplampsproeiers - X 85A<br />

Regeling van de deuren X X 87C<br />

Beheer van de portieren (bestuurdersportier alleen) - X 87C<br />

Portiervergrendeling tijdens het rijden/ontgrendeling bij botsing X X 87C<br />

Beheer van de portieren (extra portiervergrendeling) - X 87C<br />

Beheer van de portieren (elektrische kinderveiligheid) - X 87C<br />

Controlelampje openen van de portieren/Controlelampje portiervergrendeling<br />

X X -<br />

Beheer van het elektrische achterklepslot X X -<br />

Beheer van de tijdgeschakelde binnenverlichting X X 81B<br />

Verbinding zoemer voor sluiten van de portieren - X 87C<br />

Beheer van de afstandsbediening X X 87C<br />

Beheer van de afstandsbediening met handsfree systeem - X 87C<br />

Beheer van de transponder (startvergrendeling) X X 82A<br />

Commando relais accessoires/+ na contact startmotor X X -<br />

Zoemer interieur X X 83A<br />

Snelheidsverklikker (Arabië) X X 83A<br />

Toerenbegrenzer motor X X -<br />

Buitentemperatuur X X -<br />

Te raadplegensubhoofdstuk


HUIS MET HULPORGANEN INTERIEUR<br />

Huis met hulporganen interieur: Algemeen<br />

Versie van de UCH Lage<br />

gamma<br />

Multifunctionele verbindingen met elektrische stoelen en spiegels - X 87D<br />

Verbinding alarm (accessoire) X X 82C<br />

Variabele stuurbekrachtiging - X 87<br />

Interface multiplexnetwerk X X 88B<br />

Interface met het diagnoseapparaat X X 88A<br />

87B-2<br />

Midden<br />

gamma<br />

87B<br />

Te raadplegensubhoofdstuk


HUIS MET HULPORGANEN INTERIEUR<br />

Huis met hulporganen interieur: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 87B<br />

diagnoseapparaat<br />

UITBOUWEN<br />

Onmisbaar materiaal<br />

N.B.:<br />

Bij het vervangen van het huis met hulporganen<br />

interieur, moet u altijd de configuraties noteren<br />

met behulp van het diagnoseapparaat.<br />

De zekeringen-/relaisplaat is op het huis met hulporganen<br />

interieur geklemd. Het uitbouwen van<br />

de ene betekent het uitbouwen van de andere.<br />

Maak de massakabel van de accu los.<br />

111187<br />

Bouw de zijkant van het dashboard (1) aan bestuurderskant<br />

uit.<br />

Bouw de vloerbekleding onder het dashboard uit boven<br />

de pedalen.<br />

87B-3<br />

Verwijder de kabel (2).<br />

Bouw de bevestigingsschroeven (3) van de bediening<br />

van de parkeerrem uit.<br />

Verwijder de bekleding.(4)<br />

111190<br />

111191<br />

111192


HUIS MET HULPORGANEN INTERIEUR<br />

Huis met hulporganen interieur: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 87B<br />

111291<br />

Bouw de bevestigingsbout (5) van het huis met hulporganen<br />

interieur uit.<br />

Druk op de klemmetjes (6).<br />

111290<br />

Maak het huis met hulporganen interieur vrij door te<br />

trekken bij (7) en bij (8).<br />

Knip het plastic klembandje door bij (11) op de zekering-<br />

en relaisplaat interieur.<br />

Maak de stekkers los.<br />

87B-4<br />

Maak de module (9) los.<br />

Bouw het huis met hulporganen interieur uit via de<br />

onderkant, let op het opname element van de stand<br />

van de koppeling.<br />

Maak het huis met hulporganen interieur los van de<br />

zekering- en relaisplaat interieur door te drukken op<br />

de klemmetjes (10).<br />

INBOUWEN<br />

Monteer het huis met hulporganen interieur.<br />

Klem de module vast.<br />

111292<br />

111297


HUIS MET HULPORGANEN INTERIEUR<br />

Huis met hulporganen interieur: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 87B<br />

Sluit de stekkers aan.<br />

Klem het huis met hulporganen interieur vast.<br />

Plaats:<br />

- de bevestigingsbout van het huis met de hulporganen.<br />

- de bekleding van het dashboard,<br />

- de bevestigingsschroeven van de bediening van de<br />

parkeerrem,<br />

- het kapje van de bevestigingsschroeven van de bediening<br />

van de parkeerrem,<br />

- de zijkant van het dashboard aan bestuurderskant,<br />

- de vloerbekleding onder het dashboard boven de<br />

pedalen.<br />

Sluit de accu aan; voer de noodzakelijke inlezingen<br />

uit (zie 80A, accu, Accu: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong>).<br />

87B-5


REGELING VAN DE PORTIEREN<br />

Auto zonder sleutel: Beschrijving<br />

Het systeem voor de portiervergrendeling van de auto<br />

zonder sleutel bestaat uit:<br />

- het huis met hulporganen interieur,<br />

- de specifieke Renault kaarten met twee knoppen in de<br />

« eenvoudige » uitvoering en drie knoppen in de<br />

« handsfree » uitvoering,<br />

- een niet-gecodeerde kaartlezer (ontvanger radiofrequentie<br />

en transponder in de uitvoering<br />

« eenvoudige ») en een ongecodeerde kaarthouder<br />

(ontvanger transponder in de « handsfree » uitvoering),<br />

- een drukknop voor het starten en stilzetten van de<br />

motor,<br />

Voor de bijzonderheden van het huis met hulporganen<br />

interieur, (zie 87B, Huis met hulporganen interieur,<br />

Huis met hulporganen interieur: Algemeen).<br />

Voor de bijzonderheden van de veiligheids- en schakeleenheid,<br />

(zie 87G, Huis met hulporganen motorruimte,<br />

Veiligheids- en schakeleenheid : Algemeen).<br />

Voor de bijzonderheden van de kaarthouder en de startknop,<br />

(zie 82A, Startvergrendeling).<br />

87C-1<br />

87C<br />

- de stuurkolomgrendel voor de mechanische blokkering<br />

van het stuurwiel,<br />

- motors voor het vergrendelen - ontgrendelen van de<br />

portieren (ingebouwd in de sloten),<br />

- twee specifieke antennes voor de detectie van de Renault<br />

kaart (« handsfree » uitvoering) in de schildbumper<br />

achter (alleen op de hatchback) en in de<br />

hemelbekleding,<br />

- aanwezigheids- en bewegingssensors in de portierhandgrepen<br />

(« handsfree » uitvoering),<br />

- specifieke portiersloten voor de functies kinderveiligheid<br />

en extra portiervergrendeling (afhankelijk van<br />

de uitvoering).<br />

19043<br />

In de fabriek worden twee Renault-kaarten aan de auto<br />

toegewezen. Afhankelijk van het uitrustingsniveau kan<br />

de auto hebben:<br />

- ofwel twee Renault-kaarten met twee knoppen (zonder<br />

handsfree systeem),:<br />

- ofwel twee RENAULT-kaarten met een met "handsfree"<br />

systeem (drie knoppen).


REGELING VAN DE PORTIEREN<br />

Auto zonder sleutel: Beschrijving<br />

I - RENAULT KAART AFSTANDSBEDIENING<br />

18249<br />

De Renault kaarten met afstandsbediening met twee<br />

knoppen hebben:<br />

- een gecodeerde chip zonder batterijtje, voor de startvergrendeling,<br />

- een FM-afstandsbediening voor het vergrendelen of<br />

het ontgrendelen van de portieren.<br />

De code van het radiosignaal dat de Renault-kaarten<br />

uitzenden is continu variabel om een eventueel kopiëren<br />

tegen te gaan.<br />

Bij dit systeem, verloopt de synchronisatie van de afstandsbedieningen<br />

automatisch.<br />

De afstandsbediening wordt alleen gebruikt voor het<br />

vergrendelen en ontgrendelen van de portieren en is<br />

geheel onafhankelijk van de startvergrendeling.<br />

N.B.:<br />

Het huis met hulporganen interieur kan vier verschillende<br />

codes verwerken (vier Renault-kaarten<br />

maximum).<br />

87C-2<br />

II - RENAULT KAART "HANDSFREE"<br />

87C<br />

23303<br />

Met dit systeem kunnen de portieren worden geopend<br />

en gesloten zonder de FM-afstandsbediening te gebruiken.<br />

Hiermee is ook het starten mogelijk zonder dat de RE-<br />

NAULT-kaart in de houder zit.<br />

De "handsfree" is te herkennen aan een derde knop (1)<br />

voor het inschakelen de lichten bij stilstaande motor.<br />

N.B.:<br />

Als de accu van de auto onvoldoende is geladen,<br />

kan de stuurkolomgrendel niet ontgrendelen. De<br />

auto kan niet worden aangeduwd.<br />

1


REGELING VAN DE PORTIEREN<br />

Auto zonder sleutel : Werking<br />

I - WERKING VAN DE "EENVOUDIGE" RENAULT<br />

KAARTEN AFSTANDSBEDIENING<br />

Het systeem functioneert met behulp van:<br />

- een Renault kaart met afstandsbediening (twee knoppen)<br />

(1),<br />

- een radiofrequentie ontvanger ingebouwd in de kaartlezer<br />

(2),<br />

- een elektronisch besturingscircuit in het huis met hulporganen<br />

interieur (3),<br />

- een startknop (4),<br />

- de portiersloten,<br />

7<br />

1<br />

- een controlelampje van de portiervergrendeling,<br />

- de richtingaanwijzers,<br />

- de rekeneenheid van het inspuitsysteem (5),<br />

- de opname elementen van het koppelingspedaal (6)<br />

en de stand "neutraal" van de versnellingsbak voor de<br />

startvergrendeling,<br />

- de elektrische stuurkolomgrendel (7) voor de startvergrendeling.<br />

5<br />

6<br />

4<br />

2<br />

87C-3<br />

3<br />

9<br />

8<br />

87C<br />

19242<br />

18249<br />

De "eenvoudige" Renault kaart met afstandsbediening<br />

heeft twee knoppen:<br />

- een vergrendelknop (8),


- een ontgrendelknop (9).<br />

REGELING VAN DE PORTIEREN<br />

Auto zonder sleutel : Werking<br />

Om de portieren te vergrendelen, drukt u op de knop<br />

sluiten.<br />

Het vergrendelen van de portieren met behulp van de<br />

afstandsbediening is zichtbaar door het twee maal<br />

oplichten van de alarmknipperlichten (als alle portieren<br />

goed gesloten zijn). Het rode vergrendelingslampje<br />

brandt.<br />

Als een of meerdere portieren slecht gesloten zijn, lichten<br />

de alarmknipperlichten niet op bij het vergrendelen<br />

met de afstandsbediening.<br />

Om de portieren te ontgrendelen, drukt u op de knop<br />

openen.<br />

Het vergrendelen van de portieren met behulp van de<br />

afstandsbediening is zichtbaar door het oplichten van<br />

de alarmknipperlichten.<br />

N.B.:<br />

Het knipperen van de alarmknipperlichten bij het<br />

gebruik van de afstandsbediening wordt aangestuurd<br />

door het huis met hulporganen interieur.<br />

De werking van de schakelaar van de centrale portiervergrendeling<br />

wordt uitgeschakeld als de portieren vergrendeld<br />

zijn met de afstandsbediening.<br />

Sommige uitvoeringen (met rechts stuur) zijn uitgerust<br />

met de functie "extra portiervergrendeling" die de<br />

portieren zo vergrendelt dat zij niet van binnenuit kunnen<br />

worden geopend. Voor de extra portiervergrendeling,<br />

drukt u twee keer na elkaar op de knop sluiten(8).<br />

Deze functie gebruikt speciale portierslotmotors. De<br />

staat van de extra portiervergrendeling is te zien aan<br />

een keer knipperen van de alarmknipperlichten.<br />

Auto's met rechts stuur kunnen zijn voorzien van de<br />

functie openen bestuurdersportier alleen. Deze functie<br />

zorgt ervoor dat bij een keer drukken op de Renaultkaart<br />

alleen het bestuurdersportier en de achterklep<br />

worden ontgrendeld. Om alle portieren te ontgrendelen<br />

moet twee keer achter worden gedrukt.<br />

Bij auto's met ruitbediening met sneltoets of elektrisch<br />

open dak, kunnen met een lange druk op de knop sluiten<br />

alle portierruiten en het dak worden gesloten (als<br />

deze zijn geïnitialiseerd).<br />

Als een portier niet goed is gesloten bij het drukken op<br />

de knop sluiten, vergrendelen en ontgrendelen de portieren<br />

automatisch.<br />

87C-4<br />

87C


REGELING VAN DE PORTIEREN<br />

Auto zonder sleutel : Werking<br />

II - WERKING VAN DE "HANDSFREE" RENAULT<br />

KAARTEN<br />

18<br />

10<br />

15<br />

14<br />

Het systeem functioneert met behulp van:<br />

- een "handsfree" Renault kaart met drie knoppen (10),<br />

- een kaarthouder (11),<br />

22<br />

23<br />

20<br />

19<br />

21<br />

13<br />

16<br />

11<br />

17<br />

- een elektronisch besturingscircuit in het huis met hulporganen<br />

interieur (12),<br />

- een rood controlelampje startvergrendeling (13),<br />

- de rekeneenheid van het inspuitsysteem (14) voor de<br />

startvergrendeling,<br />

- de elektrische stuurkolomgrendel (15) voor de startvergrendeling,<br />

- de startknop (16),<br />

- de rekeneenheid van de airbag voor de startvergrendeling<br />

(17),<br />

- de rekeneenheid van het ABS voor de startvergrendeling<br />

(18),<br />

- het opname element van het koppelingspedaal (19)<br />

voor de startvergrendeling,<br />

- het opname element stand "neutraal" van de versnellingsbak<br />

(20) voor de startvergrendeling,<br />

12<br />

87C-5<br />

24<br />

87C<br />

25<br />

100269<br />

- het opname element van het rempedaal (21) voor de<br />

startvergrendeling,<br />

- antennes voor de detectie van de Renault kaart voor<br />

het openen van de portieren (22),<br />

- antennes voor de detectie van de Renault kaart voor<br />

het starten van de motor (23),<br />

- de claxon (24),<br />

- de handgrepen met aanwezigheidssensors en bewegingscontacten,<br />

en de sloten (25).


27<br />

26<br />

REGELING VAN DE PORTIEREN<br />

Auto zonder sleutel : Werking<br />

28<br />

23303<br />

De Renault-kaart met "handsfree" functie heeft drie<br />

knoppen:<br />

- een knop voor het sluiten (26). Met deze knop worden<br />

de portieren vergrendeld en kan de "handsfree" functie<br />

worden uitgeschakeld,<br />

- een knop voor het openen (27). Met deze knop worden<br />

de portieren ontgrendeld en kan de "handsfree"<br />

functie worden uitgeschakeld,<br />

- een knop (28) voor het inschakelen de lichten bij stilstaande<br />

motor (met uitschakelvertraging).<br />

1 - Handbediende werking<br />

De "handsfree" werking kan worden uitgeschakeld<br />

door een druk op de toets sluiten of openen. De werking<br />

is in dat geval als van een eenvoudige afstandsbediening.<br />

Om de "handsfree" werking terug te krijgen:<br />

zet het contact aan en steek de RENAULT kaart in de<br />

kaarthouder.<br />

2 - Ontgrendeling van de portieren<br />

Loop naar de auto, binnen de detectiezone van de antennes,<br />

zodat de Renault kaart verbinding maakt met<br />

het huis met hulporganen interieur.<br />

Steek uw hand achter een van de portierhandgrepen of<br />

open de achterklep.<br />

De aanwezigheidssensors in de handgrepen veroorzaken<br />

het "handsfree" ondervragen van de auto via de<br />

antenne van het dak.<br />

Als de kaart is herkend door de kaarthouder, ontgrendelt<br />

de auto (zichtbaar door het knipperen van de alarmknipperlichten).<br />

87C-6<br />

3 - Vergrendeling van de portieren<br />

87C<br />

N.B.:<br />

Het knipperen van de alarmknipperlichten bij het<br />

gebruik van de afstandsbediening wordt aangestuurd<br />

door het huis met hulporganen interieur.<br />

Loop van de auto weg, portieren dicht, buiten de detectiezone<br />

van de antennes, zodat de Renault kaart geen<br />

verbinding meer heeft met het huis met hulporganen interieur.<br />

De portieren vergrendelen automatisch.<br />

Het vergrendelen van de portieren is te zien aan het<br />

twee keer knipperen van de alarmknipperlichten, het<br />

vast branden van de zijknipperlichten (ongeveer tien<br />

secondes) en een geluidssignaal.<br />

N.B.:<br />

De bewegingssensors in de portierhandgrepen werken<br />

gedurende 72 u. Na deze periode, moet een<br />

openingsbeweging worden gemaakt met de handgreep.<br />

4 - Werking van de openingssensors<br />

Voor de "handsfree" werking van de Renault-kaart,<br />

heeft elke portierhandgreep een aanwezigheidssensor.<br />

Deze sensor detecteert de hand van de gebruiker en<br />

schakelt de handsfree ondervraging in.<br />

29<br />

18993<br />

De sensor (29) in de handgreep heeft een reflector en<br />

de handgreep heeft een bewegingscontact.<br />

Na lange inactiviteit (72 u), wordt de sensor overgenomen<br />

door het bewegingscontact in de handgreep.


REGELING VAN DE PORTIEREN<br />

Auto zonder sleutel : Werking<br />

Voor het uitbouwen van de portierhandgrepen, zie<br />

(51A, Mechanismes in portieren, Buitenhandgreep<br />

portier).<br />

Voor het openen van de bagageruimte, is de sensor<br />

vervangen door een schakelaar.<br />

Sluiten<br />

Openen<br />

Druk op de Renault kaart Effect op de<br />

sloten<br />

* Voor deze functie, moet de auto ruitbediening met<br />

sneltoets en open dak met afknijpbeveiliging hebben.<br />

* Auto's met rechts stuur kunnen zijn voorzien van de<br />

functie openen bestuurdersportier alleen. Deze functie<br />

zorgt ervoor dat bij een keer kort drukken op de Renault<br />

kaart alleen het bestuurdersportier wordt<br />

ontgrendeld.<br />

*** Ontgrendelen van de portieren van een auto met de<br />

functie openen "bestuurdersportier alleen".<br />

**** Bij bepaalde uitvoeringen met "rechts stuur", wordt<br />

deze functie voorafgegaan door de "extra portiervergrendeling.<br />

Beperkte werking<br />

1 korte druk portiervergrendeling<br />

2 korte drukken extra portiervergrendeling<br />

van<br />

de portieren<br />

1 lange druk**** sluiten van de<br />

ruiten en het<br />

open dak*<br />

handsfree werking<br />

portiervergrendeling<br />

1 korte druk Ontgrendelen<br />

van de portieren<br />

of het bestuurdersportier*<br />

*<br />

2 korte drukken ontgrendelen<br />

van de portieren**<br />

handsfree werking<br />

Ontgrendelen<br />

van de portieren<br />

of het bestuurdersportier*<br />

*<br />

87C-7<br />

87C<br />

III - WERKING VAN DE ZIJKNIPPERLICHTEN<br />

Om het ontgrendelen en het vergrendelen te kunnen<br />

controleren, stuurt het huis met hulporganen interieur<br />

alle knipperlichten aan.<br />

Werking van de<br />

richtingaanwijzers<br />

Werking van de<br />

zijknipperlichten<br />

2 knipperingen 2 knipperingen -<br />

snel knipperen snel knipperen -<br />

2 knipperingen snel knipperen -<br />

2 knipperingen continu branden<br />

gedurende<br />

ongeveer 10 s<br />

1 keer knipperen<br />

1 keer knipperen<br />

1 keer knipperen<br />

1 keer knipperen<br />

1 keer knipperen<br />

1 keer knipperen<br />

Werking van de<br />

claxon<br />

1 signaal (te<br />

configureren)<br />

Bij de opdracht tot vergrendelen:<br />

- een niet goed gesloten bestuurdersportier verhindert<br />

het vergrendelen van alle portieren,<br />

- een niet gesloten achterklep of portier verhindert het<br />

oplichten van de knipperlichten en verhindert de<br />

handsfree vergrendeling.<br />

-<br />

-<br />

-


REGELING VAN DE PORTIEREN<br />

Openingsantennes<br />

Om "handsfree" te kunnen werken, moeten de auto's<br />

portierhandgrepen met aanwezigheidsensors hebben.<br />

Deze sensor detecteert de hand van de gebruiker en<br />

schakelt de handsfree ondervraging in.<br />

De sensor in de handgreep heeft een reflector en de<br />

handgreep heeft een bewegingscontact.<br />

Voor het uitbouwen van de portierhandgrepen, zie<br />

(51A, Mechanismes in portieren, Buitenhandgreep<br />

portier).<br />

Antenne ingebouwd in schildbumper achter<br />

18993<br />

111461<br />

Om bij de antenne te komen, bouwt u de schildbumper<br />

achter uit (zie 55A, Bescherming buitenkant, Schildbumper<br />

achter).<br />

N.B.:<br />

De break heeft geen openingsantenne in de schildbumper<br />

achter.<br />

87C-8<br />

Antenne ingebouwd in de hemelbekleding<br />

87C<br />

111439<br />

Voor het vervangen van de antenne, zie (88A, Kabelbundel,<br />

Kabelbundel van de hemelbekleding).


Detectieantenne van de Renault kaart<br />

REGELING VAN DE PORTIEREN<br />

Openingsantennes: Werking<br />

De auto's met het « handsfree » systeem hebben vier<br />

antennes voor het starten de twee andere voor de regeling<br />

van de portieren.<br />

De detectieantennes van de "Renault" kaart bevinden<br />

zich op de volgende plaatsen:<br />

- Een antenne (1) voor de detectie van de kaart (centrale<br />

zone) in de hemelbekleding.<br />

- Een antenne (2) voor de detectie van de kaart (zone<br />

achterin) in de lijst van de schildbumper achter.<br />

N.B.:<br />

De break heeft geen openingsantenne in de schildbumper<br />

achter.<br />

1<br />

2<br />

87C-9<br />

111848<br />

87C


REGELING VAN DE PORTIEREN<br />

Schakelaar voor het openen van de achterklep: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 87C<br />

UITBOUWEN<br />

Bouw de bekleding van de achterklep uit (zie 73A,<br />

Bekleding kappen en kleppen, Bekleding achterklep).<br />

2<br />

Maak de stekker (1) los.<br />

Bouw de bevestigingsbouten (2) uit.<br />

Maak de plaat los.<br />

111495<br />

INBOUWEN<br />

Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />

1<br />

87C-10


UITBOUWEN<br />

REGELING VAN DE PORTIEREN<br />

Achterklepslot: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

Bouw de bekleding van de achterklep uit (zie 73A,<br />

Bekleding kappen en kleppen, Bekleding achterklep).<br />

Bouw het kapje uit met een kleine schroevendraaier.<br />

Bouw de bevestigingsschroef (1) uit.<br />

Verwijder het slot (via de binnenkant van de achterklep).<br />

Maak de stekker los.<br />

Bouw het slot uit.<br />

1<br />

111494<br />

111493<br />

87C-11<br />

87C<br />

Ontgrendel het slot van de achterklep door met een<br />

schroevendraaier tegen de pal te drukken (2).<br />

INBOUWEN<br />

2<br />

100232<br />

N.B.:<br />

In geval van een elektrische storing is het mogelijk<br />

de achterklep handmatig te openen.<br />

Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.


REGELING VAN DE PORTIEREN<br />

Grendelmotor van de tankdopklep: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 87C<br />

Het vergrendelen - ontgrendelen van de tankdopklep<br />

wordt tegelijk met het bestuurdersportier aangestuurd.<br />

UITBOUWEN<br />

Bouw uit:<br />

- het scherm in de wielkuip rechts achter (zie 55A,<br />

Bescherming buitenkant, Scherm in wielkuip<br />

achter),<br />

- de bekleding van de wielkuip rechts achter (zie<br />

71A, Interieurbekleding, Bekleding van de<br />

wielkuip achter).<br />

LET OP<br />

Controleer of de motor in de stand "klep ontgrendeld"<br />

staat.<br />

Maak de stekker los.<br />

1<br />

19249<br />

N.B.:<br />

Bij een elektrische storing, kan de motor handmatig<br />

worden bediend met het trekstangetje (1).<br />

87C-12<br />

2<br />

Bouw uit:<br />

- de bevestigingsmoer (2) van de motor (naast de<br />

klep in de buitenste wielkuip),<br />

- de motor.<br />

INBOUWEN<br />

105881<br />

N.B.:<br />

De elektrische bediening voor het vergrendelen<br />

van de klep is een eenvoudige omkeermotor.<br />

LET OP<br />

Zet de moer niet te vast op de plastic schroefdraad<br />

van de motor.<br />

Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.


RUITBEDIENING - OPEN DAK<br />

Elektrisch open dak: Werking<br />

Het elektisch open dak heeft twee functies die door dezelfde<br />

motor worden bediend : kantelen met 6 standen<br />

of schuiven met 3 standen).<br />

Het elektisch open dak heeft een snelheidsafhankelijke<br />

afknijpbeveiliging.<br />

N.B.<br />

het sluiten van het open dak (schuiven of kantelen)<br />

kan worden aangestuurd door een lange druk2s op<br />

de knop voor het sluiten van de RENAULT kaart. Dit<br />

signaal wordt beheerd door het huis met hulporganen<br />

interieur (als het huis met hulporganen interieur<br />

correct is geconfigureerd). (zie, MR 397 Diagnose,<br />

87B, Huis met hulporganen, Huis met hulporganen<br />

interieur, Configuratie).<br />

In dit geval, blijft de schakelaar in de stand voor het<br />

openen, druk erop om de werking voor het openen te<br />

herstellen.<br />

1<br />

18872<br />

N.B.<br />

bij een storing van de motor van het open dak, is het<br />

mogelijk de motor te bewegen met een inbussleutel<br />

4 (1)<br />

87D-1<br />

WERKINGSPRINCIPE<br />

87D<br />

Het open dak wordt bediend met de schakelaar.<br />

Voordat hij kan werken moet de motor van het open<br />

dak toestemming hebben van het huis met hulporganen<br />

interieur:<br />

- signaal 0 V: vrijgave van de beweging van het open<br />

dak (sluiten of openen)<br />

- signaal + 12 V : geen vrijgave van de beweging van<br />

het open dak<br />

- cyclisch stuursignaal: automatisch sluiten van het<br />

open dak door lang drukken op de afstandsbediening.<br />

Afknijpbeveiliging<br />

18875<br />

De detectie van een obstakel is gebaseerd op de analyse<br />

van het toerental van de motor. Als een obstakel<br />

wordt ontmoet verandert het toerental plotseling.<br />

Twee opname elementen met hall-effect op de motor<br />

geven periodieke signalen. In dit geval kan het toerental<br />

worden gemeten over een halve omwenteling.<br />

Bij de initialisatie wordt een toerentalkromme vastgelegd<br />

in de rekeneenheid in de motor.<br />

Voor de afknijpbeveiliging, vergelijkt de rekeneenheid<br />

de verplaatsingssnelheid en de opgeslagen snelheid.<br />

Afhankelijk van geconstateerde verschillen, schakelt<br />

het systeem de afknijpbeveiliging in.<br />

de afknijpbeveiliging werkt alleen als het systeem correct<br />

is geïnitialiseerd.


N.B.<br />

RUITBEDIENING - OPEN DAK<br />

Elektrisch open dak: Werking<br />

de afknijpbeveiliging kan worden uitgeschakeld om<br />

een zwaar punt te overwinnen (verbogen rail,<br />

vreemd voorwerp in de schuiver). Houd de schakelar<br />

hiertoe ingedrukt tot het dak stap voor stap sluit.<br />

Na het loslaten van de schakelaar is de afknijpbeveiliging<br />

weer actief.<br />

87D-2<br />

87D


RUITBEDIENING - OPEN DAK<br />

Elektrische ruitbediening: Werking<br />

Naargelang de uitvoering, kan de auto één van de volgen<br />

drie types elektrische ruitbediening hebben:<br />

- eenvoudige elektrische ruitbediening (behalve op<br />

het bestuurdersportier),<br />

- elektrische ruitbediening met sneltoets en afknijpbeveiliging<br />

op het bestuurdersportier alleen of op alle<br />

portieren,<br />

- elektrische ruitbediening met sneltoets met multiplexverbinding.<br />

N.B.:<br />

De sneltoetsfunctie is altijd gecombineerd met afknijpbeveiliging.<br />

Wanneer de ruit aan het einde van<br />

de sluitbeweging een het obstakel tegenkomt, stopt<br />

de beweging en zakt de ruit ongeveer 5 cm. Dit het<br />

obstakel wordt gedetecteerd door het meten van de<br />

stroom in de motor, terwijl de positie van de ruit<br />

wordt gemeten door een opname element met halleffect<br />

in de motor. De afknijpbeveiliging wordt<br />

gecorrigeerd voor de accuspanning en rijsnelheid.<br />

- eenvoudige elektrische ruitbediening (behalve op<br />

het bestuurdersportier).<br />

Bij dit klassieke systeem zorgt voor het openen en het<br />

sluiten door een eenvoudige schakelaar.<br />

- elektrische ruitbediening met sneltoets en<br />

afknijpbeveiliging<br />

In dit geval hebben de schakelaars een dubbele<br />

beweging. De ruit stopt door de detectie van de bovenste<br />

of de onderste stand, door een ander commando<br />

of na een vertraging van 10 s. Bij deze<br />

montage kunnen de ruiten worden gesloten na het<br />

sluiten van de portieren door een lange druk op de<br />

RENAULT kaart. De motoren voor het automatische<br />

sluiten worden na elkaar aangestuurd. Deze functie is<br />

te configureren met de diagnoseapparaten.<br />

- elektrische ruitbediening met sneltoets en<br />

afknijpbeveiliging met multiplexverbinding<br />

Deze montage heeft een geheugen voor de stand van<br />

de buitenspiegels. De informatie wordt opgeslagen in<br />

de rekeneenheid van de ruitbediening (per kant) en<br />

aan de spiegels gegeven (zie, MR 341, Diagnose, 88,<br />

Bedrading, Memory systeem van de bestuurdersstoel).<br />

87D-3<br />

87D


RUITBEDIENING - OPEN DAK<br />

Schakelaar ruitbediening voor op bestuurdersportier 87D<br />

UITBOUWEN<br />

I - EERSTE UITBOUWMETHODE VAN DE PLAAT<br />

VAN DE RUITBEDIENING<br />

18789<br />

Bescherm de bekleding (bijvoorbeeld met een plamuurmes),<br />

en wip met behulp van de klemmetjestang<br />

de plaat van de ruitbediening (1) (aan de<br />

achterkant) los.<br />

Maak de stekkers los.<br />

87D-4<br />

II - TWEEDE UITBOUWMETHODE VAN DE PLAAT<br />

VAN DE RUITBEDIENING<br />

Maak een verschuivende knoop in een stuk geïsoleerd<br />

elektriciteitsdraad van 3 mm.<br />

Steek de lus bij (2) tussen de bekleding en de lip van<br />

de plaat, langs de gehele omtrek ervan.<br />

Trek aan de draad (3).<br />

Maak de plaat van de ruitbediening (4) los.<br />

Maak de stekkers los.<br />

19071<br />

18465


RUITBEDIENING - OPEN DAK<br />

Schakelaar ruitbediening voor op bestuurdersportier 87D<br />

INBOUWEN<br />

Sluit de stekkers aan.<br />

Klem de plaat van de ruitbediening op de bekleding.<br />

87D-5


RUITBEDIENING - OPEN DAK<br />

Schakelaar ruitbediening voor op passagiersportier: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 87D<br />

UITBOUWEN<br />

Bouw de bekleding van het passagiersportier uit (zie<br />

MR 396, 72A, Bekleding portieren, Portierbekleding<br />

voor: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong>).<br />

Bouw uit:<br />

- de bevestigingsbouten (1) van de handgreep,<br />

- de handgreep.<br />

113471<br />

113470<br />

Maak de schakelaar van de ruitbediening los door op<br />

de klemmetjes (2) te drukken.<br />

87D-6<br />

INBOUWEN<br />

Klem de schakelaar van de ruitbediening vast.<br />

Plaats:<br />

- de handgreep ,<br />

- de bevestigingsbouten van de handgreep.<br />

Monteer de bekleding van het passagiersportier (zie<br />

MR 396, 72A, Bekleding portieren, Portierbekleding<br />

voor: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong>).


RUITBEDIENING - OPEN DAK<br />

Schakelaar ruitbediening achter op achterportier<br />

UITBOUWEN<br />

18597<br />

Maak de schakelaar van de ruitbediening (1) op dezelfde<br />

manier los als de schakelaar voor op het bestuurdersportier<br />

(zie 87D, Elektrisch ruitbediening -<br />

Open dak, Schakelaar ruitbediening voor op bestuurdersportier).<br />

Maak de stekker los.<br />

INBOUWEN<br />

Sluit de stekker aan.<br />

Klem de schakelaar op het portier.<br />

87D-7<br />

87D


UITBOUWEN<br />

RUITBEDIENING - OPEN DAK<br />

Schakelaar open dak: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

18875-1<br />

Maak de plaat van de schakelaar (1) van het open<br />

dak los.<br />

Maak de stekker los.<br />

INBOUWEN<br />

Sluit de stekker aan.<br />

Klem de plaat van de schakelaar van het open dak<br />

vast.<br />

1<br />

87D-8<br />

87D


RUITBEDIENING - OPEN DAK<br />

Openingsmotor open dak: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

UITBOUWEN<br />

1<br />

18875-1<br />

Verwijder de bedieningseenheid (1) van het open<br />

dak.<br />

Bouw het binnenlicht uit (2) (zie 81B, Binnenverlichting,<br />

Binnenlicht : <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong>).<br />

2<br />

18879<br />

87D-9<br />

Maak de stekkers (3) van de motor los.<br />

Bouw uit:<br />

- de bevestigingsbouten (4)<br />

87D<br />

- de motor door het gat van het binnenlicht.<br />

INBOUWEN<br />

Plaats:<br />

- de motor van het open dak,<br />

- de bevestigingsbouten van de motor.<br />

18871<br />

18872<br />

N.B.<br />

Bij een elektrische storing, draait u de schroef (5)<br />

met een inbussleutel 4 om het beweegbare<br />

paneel te sluiten (als dit open is.<br />

3


RUITBEDIENING - OPEN DAK<br />

Openingsmotor open dak: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

Sluit de stekkers van de motor van het open dak aan.<br />

Plaats:<br />

- de binnenverlichting,<br />

- de bedieningseenheid van het open dak.<br />

Initialiseer de motor van het open dak (zie, 87D,<br />

elektrische ruitbediening open dak, elektisch<br />

open dak, initialiseren ).<br />

N.B.:<br />

voor het automatisch sluiten bij het vergrendelen<br />

via de RENAULT-kaart, moeten de motors zijn<br />

geïnitialiseerd. (zie, 87D, elektrische ruitbediening<br />

open dak, elektisch open dak, initialiseren);<br />

Het huis met hulporganen interieur moet<br />

zijn geconfigureerd (zie, MR 397 diagnose, 87B,<br />

Huis met hulporganen, Huis met hulporganen<br />

interieur : configuratie).<br />

87D-10<br />

87D


RUITBEDIENING - OPEN DAK<br />

Elektrisch open dak: Initialisatie<br />

Na het losmaken van de accukabels, een elektrische<br />

storing of werkzaamheden aan het open dak, werkt het<br />

systeem handbediend en schoksgewijs.<br />

INITIALISATIEPROCEDURE<br />

Zet de schakelaar van het open dak in de stand<br />

maximaal kantelen.<br />

Druk lang op de schakelaar. (Na 2 secondes kantelt<br />

het dak stap voor stap in de maximum stand en<br />

zakt dan weer enkele centimeters).<br />

Laat de schakelaar los.<br />

Druk binnen 5 secondes opnieuw op de schakelaar.<br />

Houd de schakelaar ingedrukt, (het dak opent en<br />

schuift weer dicht): de motor is geïnitialiseerd.<br />

Zet de schakelaar in de stand.« uit ».<br />

N.B.:<br />

tussen twee acties bij het initialiseren mag niet<br />

meer dan 5 s verstrijken, na de 5 s voert de elektronica<br />

een nieuwe initialisatiecyclus uit.<br />

87D-11<br />

87D


I - ALGEMEEN<br />

PARKEERHULP<br />

Parkeerhulp: Werking<br />

Afhankelijk van de uitvoering heeft de auto een systeem<br />

dat de bestuurder, tijdens het achteruit rijden,<br />

waarschuwt als er zich een obstakel achter de auto bevindt<br />

(paaltje, andere auto...).<br />

II - WERKING<br />

Het systeem bestaat uit:<br />

- de vier afstandsradars in de schildbumper achter,<br />

- een zelfstandige rekeneenheid (met een diagnosefunctie),<br />

- een zoemer,<br />

19040<br />

Bij het inschakelen van de achteruit, komt het systeem<br />

automatisch in werking (dit is hoorbaar door een kort<br />

geluidssignaal van 0,5 seconde).<br />

De afstandsradars in de schildbumper achter meten de<br />

afstand tussen de auto en een eventueel obstakel.<br />

De frequentie van het geluidssignaal varieert afhankelijk<br />

van de afstand: de akoestische waarschuwing wordt<br />

actief als er zich een het obstakel bevindt op ongeveer<br />

150 cm van de schildbumper, tot een continu geluid op<br />

ongeveer 25 cm van de schildbumper.<br />

N.B.:<br />

Voor een goede werking van het systeem, moeten<br />

de ultrasoon sensors schoon zijn.<br />

Als het systeem een storing detecteert, klinkt gedurende<br />

ongeveer 5 secondes een geluidssignaal.<br />

Bij hevige regenval of bij het gebruik van een fietsdrager,<br />

is de detectie door de sensors onbetrouwbaar.<br />

87F-1<br />

87F<br />

III - UITSCHAKELEN VAN HET SYSTEEM<br />

Het systeem schakelt automatisch uit door de aansluiting<br />

van de stekker van de aanhanger (alleen met een<br />

Renault fabriekstrekhaak).<br />

IV - DIAGNOSE<br />

Bij een storing in het systeem, hoort de bestuurder bij<br />

het aanzetten van het contact gedurende ongeveer 5<br />

secondes een lage zoemtoon.


UITBOUWEN<br />

PARKEERHULP<br />

Schakelaar: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

111199<br />

Bouw de onderste sierlijst van het instrumentenpaneel<br />

(1) uit.<br />

Bouw de steun (2) van de airbagschakelaar uit.<br />

Maak de stekker van de airbagschakelaar los.<br />

Maak de airbagschakelaar (3) los van zijn steun.<br />

INBOUWEN<br />

Klem de airbagschakelaar vast.<br />

Sluit de stekker van de airbagschakelaar aan.<br />

Plaats:<br />

- de steun van de airbagschakelaar,<br />

- de sierlijst onder het instrumentenpaneel.<br />

111201<br />

87F-2<br />

87F


UITBOUWEN<br />

PARKEERHULP<br />

Zoemer: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

Bouw de bekleding in de bagageruimte links uit (zie<br />

MR 396, 71A, Interieurbekleding, Bekleding van<br />

de wielkuip achter: <strong>Uitbouwen</strong> - inbouwen).<br />

Maak de stekker (1) los.<br />

Bouw uit:<br />

- de bevestigingspopnagels (2),<br />

- de zoemer.<br />

INBOUWEN<br />

Monteer de zoemer.<br />

Zet de zoemer vast met popnagels.<br />

Sluit de stekker aan.<br />

Monteer de bekleding in de bagageruimte links (zie<br />

MR 396, 71A, Interieurbekleding, Bekleding van<br />

de wielkuip achter: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong>).<br />

2<br />

1<br />

19248<br />

87F-3<br />

87F


UITBOUWEN<br />

PARKEERHULP<br />

Rekeneenheid: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

Bouw de bekleding in de bagageruimte rechts uit (zie<br />

MR 396, 71A, Interieurbekleding, Bekleding van<br />

de wielkuip achter: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong>).<br />

Maak de stekkers van de rekeneenheid los<br />

Bouw de bevestigingsbouten (1) van de rekeneenheid<br />

uit.<br />

INBOUWEN<br />

Monteer de bevestigingsbouten van de rekeneenheid<br />

uit.<br />

Sluit de stekkers van de rekeneenheid aan.<br />

Monteer de bekleding in de bagageruimte rechts (zie<br />

MR 396, 71A, Interieurbekleding, Bekleding van<br />

de wielkuip achter: <strong>Uitbouwen</strong> - inbouwen).<br />

Configureer de rekeneenheid na het vervangen (zie<br />

87F, Parkeerhulp, Rekeneenheid : Configuratie).<br />

1<br />

19249<br />

87F-4<br />

87F


diagnoseapparaat<br />

PARKEERHULP<br />

Rekeneenheid: Configuratie<br />

Onmisbaar materiaal<br />

I - CONFIGURATIE NA VERVANGEN<br />

Na het vervangen van de rekeneenheid moet u deze<br />

configureren met behulp van de diagnoseapparaat.<br />

- selecteer en bevestig het systeem « parkeerhulp »,<br />

- selecteer en bevestig het menu « commando »,<br />

« configuratie van het systeem »,<br />

- selecteer en bevestig het autotype,<br />

- Controleer de juiste configuratie via het menu<br />

« lezen van de configuratie ».<br />

II - AFSTELMOGELIJKHEDEN<br />

Op verzoek van de klant, kunnen het volume en de<br />

toon van de zoemer worden veranderd of uitgeschakeld<br />

met behulp van het ’diagnoseapparaat.<br />

- selecteer en bevestig het systeem « parkeerhulp »,<br />

- selecteer en bevestig het menu « commando »,<br />

« CF001 : volume zoemer »,<br />

- controleer de juiste configuratie via het menu<br />

« lezen van de configuratie ».<br />

87F-5<br />

87F


PARKEERHULP<br />

Afstandsradar: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

De afstandsradars zijn alle gelijk maar de montages<br />

verschillen:<br />

- bijzonderheid van de hatchback: de afstandsradars<br />

zijn ingebouwd in de band van de schildbumper. Er<br />

zijn twee verschillende schildbumpers.<br />

- bijzonderheid van de break: de afstandsradars zijn in<br />

steunen vastgeklemd. Deze steunen zijn vastgeklemd<br />

op de schildbumper. De vier steunen zijn verschillend<br />

en niet onderling verwisselbaar.<br />

UITBOUWEN<br />

Bouw de schildbumper achter uit (zie MR 396, Carrosserie,<br />

55A, Bescherming buitenkant, Schildbumper<br />

achter).<br />

LET OP<br />

De afstandsradars zijn kwetsbaar en gevoelig<br />

voor warmte, de buitenkant is niet bestand tegen<br />

klappen, behandel ze met zorg.<br />

111314<br />

Maak de stekker los.<br />

Maak de afstandsradar (1)los zonder er krassen op<br />

te maken.<br />

87F-6<br />

BIJZONDERHEID VAN DE BREAK<br />

87F<br />

Maak de steun los uit de schildbumper door op de<br />

klemmetjes (2) te drukken.<br />

Maak de afstandsradar los van zijn steun door op de<br />

klemmetjes (3) te drukken zonder krassen te maken.<br />

INBOUWEN<br />

19253<br />

Klem de afstandsradar vast zonder er krassen op te<br />

maken.<br />

Sluit de stekker van de afstandsradar aan.<br />

BIJZONDERHEID VAN DE BREAK<br />

Maak de afstandsradar vast in zijn steun zonder<br />

krassen te maken.<br />

Maak de steun van de afstandsradar vast op de<br />

schildbumper.<br />

Monteer de schildbumper achter uit (zie MR 396,<br />

Carrosserie, 55A, Bescherming buitenkant,<br />

Schildbumper achter).


Plaats<br />

BEDRADING<br />

Diagnoseaansluiting<br />

111497<br />

Bouw het toegangsklepje van de diagnoseaansluiting<br />

uit.<br />

88A-1<br />

88A


BEDRADING<br />

Kabelbundel van de hemelbekleding: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 88A<br />

De hemelbekleding is niet vastgelijmd in de auto. Hij<br />

wordt op zijn plaats gehouden door de portierrubbers,<br />

door de zonnekleppen en door de handgrepen (zie<br />

71A, Interieurbekleding , Hemelbekleding).<br />

Bij het vervangen, wordt de kabelbundel van de hemelbekleding<br />

met de hemelbekleding meegeleverd.<br />

Het is niet toegestaan de kabelbundel te repareren. Als<br />

deze is gebroken, gescheurd of verbrand, moet hij worden<br />

vervangen.<br />

UITBOUWEN<br />

Bouw de hemelbekleding uit (zie 71A, Interieurbekleding,<br />

hemelbekleding).<br />

Maak de stekker los van de hemelbekleding (1).<br />

1<br />

18550<br />

88A-2<br />

INBOUWEN<br />

2<br />

111439<br />

Afhankelijk van het uitrustingsniveau, kan de auto<br />

verschillende types hemelbekleding:<br />

- een hemelbekleding voor de uitvoering met of zonder<br />

open dak,<br />

- een hemelbekleding "handsfree" (met een plat element<br />

(2) dat de antenne is voor de detectie van de<br />

"handsfree" kaart), met of zonder open dak.<br />

Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.


BEDRADING<br />

Plaats van de rekeneenheden<br />

PLAATS VAN DE REKENEENHEDEN IN DE AUTO<br />

17<br />

10<br />

6<br />

4<br />

11<br />

(1) Rekeneenheid ABS<br />

9<br />

13<br />

8<br />

7 15<br />

5<br />

3<br />

16<br />

1<br />

12<br />

2<br />

88A-3<br />

14<br />

(2) Rekeneenheid van het inspuitsysteem<br />

(3) Accu<br />

(4) Rekeneenheid automatische transmissie (afhankelijk van de<br />

uitvoering)<br />

(5) RENAULT-kaartlezer<br />

(6) Centrale communicatie eenheid<br />

(7) Bedieningspaneel airconditioning<br />

(8) Autoradio en navigatiesysteem<br />

(9) Display op instrumentenpaneel<br />

(10) Ruithefmotor met sneltoets multiplex<br />

(11) Spraakmaker<br />

(12) Opname elementen zij-airbag<br />

(13) Rekeneenheid airbag<br />

10<br />

18<br />

19<br />

12<br />

20<br />

19045<br />

88A


BEDRADING<br />

Plaats van de rekeneenheden<br />

(14) Instrumentenpaneel<br />

(15) Elektrische stuurkolomgrendel<br />

(16) Huis met hulporganen interieur<br />

(17) Rekeneenheid xenonlampen<br />

(18) Memory systeem bestuurdersstoel<br />

(19) Rekeneenheid parkeerhulp<br />

(20) CD-wisselaar<br />

88A-4<br />

88A


AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />

Algemeen<br />

De auto hebben een systeem voor de passieve veiligheid<br />

type SRP (Spannings Reductie Systeem) bestaande<br />

uit:<br />

- een frontale bestuurdersairbag met een opblaasbaar<br />

kussen (SRP) met twee volumes,<br />

- een frontale passagiersairbag met een opblaasbaar<br />

kussen (SRP) met twee volumes,<br />

- gordelspanners voor en achter,<br />

- speciale SRP-autogordels voor,<br />

ALGEMEEN<br />

1 - Bij een voldoende zware aanrijding:<br />

- de veiligheidsgordels houden de bestuurder en de<br />

passagiers op hun plaats.<br />

- de gordelspanners (voor en achter) komen in werking<br />

om de autogordels strak te trekken tegen het lichaam<br />

van de inzittenden.<br />

- het SRP-systeem zorgt voor een vermindering van<br />

kracht van de gordel over het lichaam.<br />

88C-1<br />

88C<br />

- een rekeneenheid (75-polig),<br />

- twee crash sensors in de middenstijlen rechts en<br />

links,<br />

- zijairbags die de borstkas beschermen van de inzittenden<br />

van de voorstoelen,<br />

- zijruitairbags die het hoofd beschermen van de inzittenden<br />

voorin en achterin,<br />

- zijairbags (afhankelijk van de uitvoering) die de borstkas<br />

beschermen van de inzittenden van de achterste<br />

zitplaatsen.<br />

- de airbags worden opgeblazen:<br />

19041<br />

• in het stuurwiel zodat het hoofd van de bestuurder<br />

wordt beschermd<br />

• in het dashboard zodat het hoofd van de voorpassagier<br />

wordt beschermd.<br />

N.B.:<br />

de frontale airbags hebben twee ontstekers om het<br />

volume van de airbags aan te passen afhankelijk<br />

van de ernst van de botsing en de stand van de<br />

bestuurdersstoel.


AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />

Algemeen<br />

2 - Bij een voldoende zware aanrijding tegen de<br />

zijkant:<br />

- de borstkas zijairbag voor, in de voorstoel aan de kant<br />

van de botsing blaast zich op naast het portier om de<br />

borstkas van de inzittende van de voorstoel te beschermen.<br />

- (afhankelijk van de uitvoering) de borstkas zijairbag<br />

achter, in de zijwand achter aan de kant van de botsing<br />

blaast zich op naast het portier om de borstkas<br />

van de inzittende achter te beschermen.<br />

- de zijruitairbag aan de kant van de botsing blaast zich<br />

op naast het portier om het hoofd van de inzittenden<br />

voor en achter te beschermen<br />

BELANGRIJK:<br />

Om te voorkomen dat de werking van de airbags<br />

wordt belemmerd :<br />

- geen hoes over de voorstoel plaatsen,<br />

- geen voorwerpen in het ontplooiingsgebied van de<br />

airbag plaatsen.<br />

88C-2<br />

88C<br />

19239


AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />

Voorzorgen bij de reparatie<br />

VERVANGEN VAN DE VEILIGHEIDSELEMENTEN<br />

NA EEN BOTSING<br />

Op dit overzicht staan de onderdelen die vervangen<br />

moeten worden na een botsing.<br />

Niveaus van frontale botsing:<br />

- botsing zonder activering van de pyrotechnische elementen:<br />

« niveau 0 » (lichte botsing),<br />

Element Uitrusting<br />

Gordelspanners<br />

van de<br />

schoudergordels(bestuurder<br />

en<br />

passagier)<br />

Pyrotechnisch<br />

oprolmechanisme<br />

achter<br />

(zitplaatsen zijkant)<br />

Frontale bestuurdersairbag<br />

Frontale airbag<br />

passagier<br />

*<br />

Gordelspanner<br />

heupgordel<br />

(bestuurder)<br />

Airbags borstkas<br />

(thorax)<br />

voor (bestuurder<br />

en passagier*)<br />

Airbags borstkas<br />

(thorax)<br />

achter<br />

Frontale aanrijding<br />

Niveau<br />

1 2 3<br />

88C-3<br />

88C<br />

- botsing met activering van de schoudergordelspanners:<br />

« niveau 1 » (middelzware botsing),<br />

- botsing niveau 1 met activering van de airbags:<br />

« niveau 2 » (zware botsing),<br />

- botsing niveau 2 met activering van de heupgordelspanners:<br />

« niveau 3 » (zeer zware botsing).<br />

Aanrijding<br />

zijkant<br />

Verplicht vervangen voor de veiligheid<br />

van de inzittenden<br />

Standaard X X X Nee Rekeneenheid airbag<br />

gordel (indien deze was vastgemaakt)<br />

Stoelframe (als de stoel was bezet)<br />

De gordelspanners van schoudergordel<br />

(bestuurder en passagier) zijn in serie<br />

aangesloten en moeten altijd per twee<br />

vervangen worden indien zij geactiveerd<br />

zijn geweest<br />

Standaard - X X Nee De pyrotechnische oprolmechanismes<br />

zijn in serie aangesloten en moeten altijd<br />

per twee vervangen worden indien zij<br />

geactiveerd zijn geweest<br />

Standaard - X X Nee Stuurwiel<br />

Bevestigingsbouten<br />

Standaard - X X Nee Dashboard<br />

Dwarsbalk<br />

Standaard - - X Nee<br />

Standaard Nee ja aan de<br />

kant van de<br />

botsing<br />

Optie Nee ja aan de<br />

kant van de<br />

botsing<br />

Zijruitairbags Standaard Nee ja aan de<br />

kant van de<br />

botsing<br />

Stoelframe<br />

Rekeneenheid airbag<br />

Crash sensor aan de zijkant<br />

Geleideplaat van de airbag<br />

Reparatieplaten<br />

Rekeneenheid airbag<br />

Crash sensor aan de zijkant


* tenzij uitgeschakeld met schakelaar.<br />

AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />

Voorzorgen bij de reparatie<br />

88C-4<br />

88C


diagnoseapparaat<br />

bevestigingsmoeren van<br />

de rekeneenheid van de<br />

airbag<br />

UITBOUWEN<br />

AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />

Rekeneenheid<br />

Onmisbaar materiaal<br />

Aantrekkoppelsm<br />

8 N.m<br />

BELANGRIJK:<br />

Voordat u begint met het uitbouwen, moet u altijd<br />

de rekeneenheid van de airbag vergrendelen met<br />

behulp van het diagnoseapparaat . Alle ontstekingscircuits<br />

zijn hierdoor vergrendeld en het airbaglampje<br />

op het instrumentenpaneel brandt<br />

(met contact aan). Door het vergrendelen van de<br />

rekeneenheid van de airbag wordt ook de<br />

stuurkolom ontgrendeld.<br />

Maak de massakabel van de accu los.<br />

Bouw de middenconsole uit (zie MR 396, 57A, Accessoires<br />

interieur, Middenconsole: <strong>Uitbouwen</strong> -<br />

<strong>Inbouwen</strong>).<br />

N.B.:<br />

Voor het uitbouwen van de rekeneenheid is het<br />

uitbouwen van de stoelen en de matten niet<br />

nodig.<br />

88C-5<br />

Snijd de mat in bij (1),<br />

Vouw de mat een stukje terug,<br />

88C<br />

Bouw de luchtkanalen rechts en links (2) uit.<br />

1<br />

2<br />

111433<br />

111434


AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />

Rekeneenheid<br />

Bouw de bevestigingsbouten (3) van de beschermplaat<br />

van de rekeneenheid uit.<br />

4<br />

Maak de stekker (4) los,<br />

Bouw uit:<br />

- de bevestigingsmoeren van de rekeneenheid (5),<br />

- de rekeneenheid.<br />

INBOUWEN<br />

Plaats de rekeneenheid.<br />

5<br />

3<br />

111436<br />

111437<br />

88C-6<br />

88C<br />

Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigingsmoeren<br />

van de rekeneenheid van de airbag (8<br />

N.m).<br />

Sluit de stekker aan.<br />

N.B.:<br />

Houd u bij het inbouwen aan de montagerichting<br />

van de rekeneenheid.<br />

De pijl moet naar de voorzijde van de auto wijzen.<br />

Zet de mat vast met klemmetjes.<br />

Sluit de accu aan; voer de noodzakelijke inlezingen<br />

uit (zie 80A, accu, Accu: <strong>Uitbouwen</strong> - inbouwen).<br />

Configureer de rekeneenheid (zie MR 397, Diagnose,<br />

Diagnose-Configuratie en inlezen).<br />

BELANGRIJK:<br />

Controleer, als alles is gemonteerd, de rekeneenheid<br />

van de airbag met behulp van het diagnoseapparaat.<br />

Als alles correct is, ontgrendelt u de<br />

rekeneenheid van de airbag.


AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />

Opname element stand van de stoel<br />

CONTACT ONDER STOEL<br />

De bestuurdersstoel heeft een contact dat de stand van<br />

de voorstoel op de rail (1) signaleert. Met deze schakelaar<br />

kan het opblazen van de frontale airbag van de<br />

bestuurder (klein of groot volume) aangepast worden<br />

aan de stand van de bestuurdersstoel en aan de ernst<br />

van de botsing.<br />

1<br />

18631<br />

N.B.:<br />

Dit opname element vormt één geheel met de<br />

kabelbundel, als het opname element defect is, vervangt<br />

u de kabelbundel.<br />

N.B.:<br />

Het volume van de passagiersairbag is niet afhankelijk<br />

van de stand van de stoelen.<br />

88C-7<br />

88C


diagnoseapparaat<br />

UITBOUWEN<br />

AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />

Airbagschakelaar: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

Onmisbaar materiaal<br />

BELANGRIJK:<br />

Vergrendel altijd de rekeneenheid van de airbag<br />

met behulp van het d i agnoseapparaat. Alle<br />

ontstekingscircuits zijn hierdoor vergrendeld en<br />

het airbaglampje op het instrumentenpaneel<br />

brandt vast (met contact aan).<br />

1<br />

Bouw de zijkant (1) uit.<br />

Maak de airbagschakelaar los.<br />

111280<br />

88C-8<br />

88C<br />

Maak de airbagschakelaar los van de zijkant door te<br />

drukken op de klemmetjes (2).<br />

INBOUWEN<br />

2<br />

Monteer de airbagschakelaar op de zijkant.<br />

Sluit de stekker van de airbagschakelaar aan.<br />

Monteer de zijkant.<br />

107720<br />

BELANGRIJK:<br />

Controleer, als alles is gemonteerd, de rekeneenheid<br />

van de airbag met behulp van het diagnoseapparaat.<br />

Als alles correct is, ontgrendelt u de<br />

rekeneenheid van de airbag.<br />

2


AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />

Airbagschakelaar: Controle<br />

De airbagschakelaar bevindt zich tegen de zijkant van<br />

het dashboard (aan passagierskant).<br />

100267<br />

Deze schakelaar heeft twee standen:<br />

- stand ON = werking van de passagiersairbags<br />

(weerstand = 400 Ω),<br />

- stand OFF = de passagiersairbags zijn uitgeschakeld<br />

zodat een kinderzitje kan worden geplaatst.<br />

Deze stand is zichtbaar op het instrumentenpaneel<br />

door een oranje lampje « airbag OFF » (weerstand =<br />

100 Ω).<br />

De airbagschakelaar schakelt de verbindingen naar<br />

de ontsteker uit:<br />

- van de frontale passagiersairbag,<br />

- van de zijairbag borstkas voor<br />

- van de heupgordelspanner.<br />

88C-9<br />

88C


diagnoseapparaat<br />

bevestigingsbout van de<br />

gordelspanner<br />

UITBOUWEN<br />

AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />

Schoudergordelspanners voor<br />

Onmisbaar materiaal<br />

Aantrekkoppelsm<br />

21 N.m<br />

BELANGRIJK:<br />

Voordat u begint met het uitbouwen, moet u altijd<br />

de rekeneenheid van de airbag vergrendelen met<br />

behulp van het diagnoseapparaat . Alle ontstekingscircuits<br />

zijn hierdoor vergrendeld en het airbaglampje<br />

op het instrumentenpaneel brandt<br />

vast (met contact aan). Door het vergrendelen<br />

van de rekeneenheid van de airbag wordt ook de<br />

stuurkolom ontgrendeld.<br />

N.B.<br />

Voor het uitbouwen van de gordelspanner moet u<br />

de stoel zo laag mogelijk zetten.<br />

Maak de massakabel van de accu los.<br />

Bouw de stoel uit (zie MR 396, Carrosserie, 75A,<br />

Stoelframe en stelrails voorstoel, Voorstoel<br />

compleet : <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong>.)<br />

88C-10<br />

88C<br />

113472<br />

Bouw de bevestigingsbout (1) van de gordelspanner<br />

uit.<br />

Maak de stekker los van de gordelspanner.<br />

19107<br />

Bouw de twee halve kappen van de sluiting van de<br />

autogordel uit.<br />

Maak de stekker (2) los van de sluiting van de autogordel.


Bouw de gordelspanner uit.<br />

AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />

Schoudergordelspanners voor<br />

BELANGRIJK:<br />

Pyrotechnische onderdelen mogen nooit<br />

bewaard worden voor later hergebruik. Maak de<br />

gordelspanners en airbags van een auto die bestemd<br />

is voor de sloop altijd onschadelijk.<br />

(zie 88C, Airbag en gordelspanners, Onschadelijk<br />

maken).<br />

INBOUWEN<br />

Monteer de gordelspanner.<br />

Klem de stekker van de sluiting van de autogordel<br />

vast.<br />

Monteer de twee halve kappen van de sluiting van<br />

de autogordel.<br />

Sluit de stekker van de gordelspanner aan.<br />

LET OP<br />

Na het activeren van een pyrotechnisch onderdeel,<br />

moet u bepaalde onderdelen altijd vervangen.<br />

(zie, 88c, airbag en gordelspanner, voorzorgen<br />

voor de reparatie).<br />

Monteer de bevestigingsbout van de gordelspanner.<br />

Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigingsbout<br />

van de gordelspanner (21 N.m).<br />

Monteer de stoel (zie MR 396, Carrosserie, 75A,<br />

Stoelframe en stelrails voorstoel, Voorstoel<br />

compleet : <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong>).<br />

88C-11<br />

88C


AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />

Schoudergordelspanners voor<br />

18630<br />

18829<br />

BELANGRIJK:<br />

Voor het inbouwen van de stoel, controleert u<br />

visueel de staat van de stekkers op het stoelframe<br />

en op de carrosserie .<br />

BELANGRIJK:<br />

Controleer, als alles is gemonteerd, de rekeneenheid<br />

van de airbag met behulp van het diagnoseapparaat.<br />

Als alles correct is, ontgrendelt u de<br />

rekeneenheid van de airbag.<br />

88C-12<br />

88C<br />

Sluit de accu aan; voer de noodzakelijke inlezingen<br />

uit (zie 80A, Accu, Accu: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong>).


AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />

Gordelspanner heupgordel voor: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 88C<br />

diagnoseapparaat<br />

bevestigingsbout van de<br />

gordelspanner<br />

UITBOUWEN<br />

Maak de massakabel van de accu los.<br />

Bouw de stoel uit (zie MR 396, Carrosserie, 75A,<br />

Stoelframe en stelrails voorstoel, Voorstoel<br />

compleet : <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong>)<br />

Bouw uit:<br />

Onmisbaar materiaal<br />

Aantrekkoppelsm<br />

21 N.m<br />

BELANGRIJK:<br />

Voor alle werkzaamheden aan of in de nabijheid<br />

van het veiligheidssysteem, moet u de rekeneenheid<br />

van de airbag vergrendelen met het diagnoseapparaat.<br />

Alle ontstekingscircuits zijn hierdoor<br />

vergrendeld en het airbaglampje op het instrumentenpaneel<br />

brandt (met contact aan).<br />

- de bevestigingsschroef aan de voorkant van de kap<br />

(4),<br />

- de hendel voor het verstellen van de rugleuning<br />

met behulp van de klemmetjestang (6),<br />

- de dop van de hendel voor de hoogte-afstelling,<br />

18958<br />

88C-13<br />

- de bevestigingsschroeven van de hendel voor de<br />

hoogte-afstelling,<br />

- de hendel voor de hoogte-afstelling.<br />

18960<br />

Maak de bevestigingsklemmetjes van de kap los met<br />

behulp van een klemmetjestang,<br />

Bouw de kap (7) uit.<br />

Bouw uit:<br />

- de stekker van de gordelspanner,<br />

- de bevestigingsbout van de gordelspanner,<br />

- de complete gordelspanner.<br />

BELANGRIJK:<br />

Pyrotechnische onderdelen mogen nooit<br />

bewaard worden voor later hergebruik. Maak de<br />

gordelspanners en airbags van een auto die bestemd<br />

is voor de sloop altijd onschadelijk.<br />

(zie 88C, Airbag en gordelspanners, Onschadelijk<br />

maken).


AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />

Gordelspanner heupgordel voor: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 88C<br />

INBOUWEN<br />

Plaats:<br />

- de complete gordelspanner,<br />

- de bevestigingsbout van de gordelspanner,<br />

- de stekker van de gordelspanner.<br />

LET OP<br />

Na het activeren van een pyrotechnisch onderdeel,<br />

moet u bepaalde onderdelen altijd vervangen.<br />

(zie, 88c, airbag en gordelspanner, voorzorgen<br />

voor de reparatie).<br />

Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigingsbout<br />

van de gordelspanner (21 N.m).<br />

Maak de klemmetjes van de kap vast.<br />

Plaats:<br />

- de hendel voor de hoogte-afstelling,<br />

- de bevestigingsschroeven van de hendel voor de<br />

hoogte-afstelling,<br />

- de dop van de hendel voor de hoogte-afstelling,<br />

- de hendel voor de afstelling van de rugleuning,<br />

- de bevestigingsschroef aan de voorkant van de<br />

kap.<br />

Let op de juiste ligging van de kabelbundels en hun<br />

bevestigingspunten onder de stoel.<br />

Monteer de stoel (zie MR 396, Carrosserie, 75A,<br />

Stoelframe en stelrails voorstoel, Voorstoel<br />

compleet : <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong>).<br />

88C-14


AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />

Gordelspanner heupgordel voor: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 88C<br />

18630<br />

18829<br />

BELANGRIJK:<br />

Voor het inbouwen van de stoel, controleert u<br />

visueel de staat van de stekkers op het stoelframe<br />

en op de carrosserie .<br />

BELANGRIJK:<br />

Controleer, als alles is gemonteerd, de rekeneenheid<br />

van de airbag met behulp van het diagnoseapparaat.<br />

Als alles correct is, ontgrendelt u de<br />

rekeneenheid van de airbag.<br />

88C-15<br />

Sluit de accu aan; voer de noodzakelijke inlezingen<br />

uit (zie 80A, Accu, Accu:. <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong>).


AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />

Frontale airbag bestuurder: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

diagnoseapparaat<br />

De frontale bestuurdersairbag heeft een opblaasbaar<br />

kussen met twee volumes (klein of groot volume).<br />

Het opblazen is afhankelijk van de ernst van de botsing<br />

en van de stand van positie van de bestuurdersstoel.<br />

Bij het ontplooien verscheurt het airbagkussen de<br />

stuurwielbekleding.<br />

Voor dit type montage, is de airbag gekoppeld aan de<br />

autogordel tegenover de airbag.<br />

De afstelling van het spannings reductie programma<br />

van de gordel is speciaal afgestemd op het type airbag.<br />

UITBOUWEN<br />

Onmisbaar materiaal<br />

BELANGRIJK:<br />

Voordat u begint met het uitbouwen, moet u altijd<br />

de rekeneenheid van de airbag vergrendelen met<br />

behulp van het diagnoseapparaat . Alle ontstekingscircuits<br />

zijn hierdoor vergrendeld en het airbaglampje<br />

op het instrumentenpaneel brandt<br />

(met contact aan). Door het vergrendelen van de<br />

rekeneenheid van de airbag wordt ook de<br />

stuurkolom ontgrendeld.<br />

BELANGRIJK:<br />

Het is verboden aan de pyrotechnische systemen<br />

(airbag of gordelspanner) te werken in de buurt<br />

van een warmtebron of een vlam: er is kans op<br />

explosie van de airbags of gordelspanners.<br />

Maak de massakabel van de accu los.<br />

88C-16<br />

88C<br />

Steek een schroevendraaier (type T30 of een pen<br />

met diameter 6 mm in het gat (1) achter het stuurwiel<br />

Maakde airbagmodule aan de bovenkant (2) los.<br />

1<br />

2<br />

18455<br />

111194


AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />

Frontale airbag bestuurder: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

18994<br />

Maak los:<br />

- de stekkers van de bestuurdersairbag (3),<br />

- de stekkers van de toetsen van de snelheidsregelaar<br />

(afhankelijk van de uitvoering).<br />

Bouw de airbagmodule uit.<br />

BELANGRIJK:<br />

Gebruik pyrotechnische onderdelen nooit<br />

opnieuw. Maak de gordelspanners of airbags van<br />

een auto die bestemd is voor de sloop altijd onschadelijk.<br />

(zie 88C, Airbag en gordelspanners, Onschadelijk<br />

maken).<br />

INBOUWEN<br />

Monteer de airbagmodule.<br />

Sluit aan:<br />

- de stekkers van de toetsen van de snelheidsregelaar<br />

(afhankelijk van de uitvoering),<br />

- de stekkers van de bestuurdersairbag.<br />

Klem de module van de airbag op het stuurwiel.<br />

3<br />

88C-17<br />

88C<br />

Sluit de accu aan; voer de noodzakelijke inlezingen<br />

uit (zie 80A, Accu, Accu:. <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong>).<br />

BELANGRIJK:<br />

Controleer, als alles is gemonteerd, de rekeneenheid<br />

van de airbag met behulp van het diagnoseapparaat.<br />

Als alles correct is, ontgrendelt u de<br />

rekeneenheid van de airbag.


AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />

Frontale airbag passagier: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

diagnoseapparaat<br />

bevestigingsschroeven<br />

van de airbagmodule<br />

De passagiersairbag(SRP) heeft een opblaasbaar kussen<br />

met twee volumes.<br />

Voor dit type montage, is de airbag gekoppeld aan de<br />

autogordel tegenover de airbag.<br />

De afstelling van het spannings reductie programma<br />

van de gordel is speciaal afgestemd op dit type airbag.<br />

UITBOUWEN<br />

Onmisbaar materiaal<br />

Aantrekkoppelsm<br />

2 N.m<br />

BELANGRIJK:<br />

Voordat u begint met het uitbouwen, moet u altijd<br />

de rekeneenheid van de airbag vergrendelen met<br />

behulp van het diagnoseapparaat . Alle ontstekingscircuits<br />

zijn hierdoor vergrendeld en het airbaglampje<br />

op het instrumentenpaneel brandt<br />

(met contact aan). Door het vergrendelen van de<br />

rekeneenheid van de airbag wordt ook de<br />

stuurkolom ontgrendeld.<br />

BELANGRIJK:<br />

Het is verboden aan de pyrotechnische systemen<br />

(airbag of gordelspanner) te werken in de buurt<br />

van een warmtebron of een vlam: er is kans op<br />

explosie van de airbags of gordelspanners.<br />

Maak de massakabel van de accu los.<br />

Bouw het dashboard uit (zie, MR 339, Carrosserie,<br />

57A, Accessoires interieur, Dashboard: <strong>Uitbouwen</strong><br />

- <strong>Inbouwen</strong>).<br />

Maak los:<br />

- de stekkers van de airbag,<br />

- de massakabelschoen.<br />

88C-18<br />

Bouw uit:<br />

- de bevestigingsbouten (1),<br />

- de airbagmodule.<br />

88C<br />

(zie 88C, Airbag en gordelspanners, Onschadelijk<br />

maken).<br />

INBOUWEN<br />

1<br />

111276<br />

BELANGRIJK:<br />

Pyrotechnische onderdelen mogen nooit<br />

bewaard worden voor later hergebruik. Maak de<br />

gordelspanners en airbags van een auto die bestemd<br />

is voor de sloop altijd onschadelijk.<br />

Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />

BELANGRIJK:<br />

Door het afgaan van de dashboardairbag vervormen<br />

en beschadigen de bevestigingspunten<br />

zodanig dat het dashboard moet worden vervangen.<br />

Vergeet niet de sticker met het verbod om<br />

een kinderzitje achterstevoren op de passagiersstoel<br />

te installeren op de zijkant van het<br />

nieuwe dashboard te plakken.<br />

N.B.:<br />

Na het uitbouwen van de passagiersairbag, moet<br />

u altijd de bevestigingsbouten van de airbagmodule<br />

op het dashboard vervangen.


AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />

Frontale airbag passagier: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

2<br />

3<br />

18546<br />

Vervang het bevestigingsklemmetje (2) van de passagiersairbag.<br />

Zet met het aantrekkoppel vast: de bevestigingsschroeven<br />

van de airbagmodule (2 N.m).<br />

Sluit de accu aan; voer de noodzakelijke inlezingen<br />

uit (zie 80A, accu, Accu: UITBOUWEN - IN-<br />

BOUWEN<br />

BELANGRIJK:<br />

Controleer, als alles is gemonteerd, de rekeneenheid<br />

van de airbag met behulp van het diagnoseapparaat.<br />

Als alles correct is, ontgrendelt u de<br />

rekeneenheid van de airbag.<br />

N.B.:<br />

om bij de tussenstekkker (3) te kunnen komen,<br />

bouwt u de kap van het dashboardkastje uit, de<br />

stekker bevindt zich rechts in het dashboard (bij<br />

de zekeringplaat/relais opties indien aanwezig).<br />

88C-19<br />

88C


AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />

Zijairbag borstkas voor: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

diagnoseapparaat<br />

De zijairbag voor (1) is bevestigd aan de rugleuning<br />

van elke voorstoel aan de kant van het portier.<br />

Bij het ontplooien, scheurt de airbag de buitenkant<br />

van de module, het schuim en de bekleding van de<br />

stoel door.<br />

UITBOUWEN<br />

Onmisbaar materiaal<br />

Maak de massakabel van de accu los.<br />

15132<br />

BELANGRIJK:<br />

Voordat u begint met het uitbouwen, moet u altijd<br />

de rekeneenheid van de airbag vergrendelen met<br />

behulp van het diagnoseapparaat . Alle ontstekingscircuits<br />

zijn hierdoor vergrendeld en het airbaglampje<br />

op het instrumentenpaneel brandt<br />

vast (met contact aan). Door het vergrendelen<br />

van de rekeneenheid van de airbag wordt ook de<br />

stuurkolom ontgrendeld.<br />

BELANGRIJK:<br />

Het is verboden aan de pyrotechnische systemen<br />

(airbag of gordelspanner) te werken in de buurt<br />

van een warmtebron of een vlam: er is kans op<br />

explosie van de airbags of gordelspanners.<br />

1<br />

88C-20<br />

88C<br />

Bouw uit:<br />

- de stoel (zie MR 396, Carrosserie, 75A, Stoelframe<br />

en stelrails voorstoel, Voorstoel compleet),<br />

- de bekleding van de rugleuning (zie MR 396, Carrosserie,<br />

77A, Bekleding voorstoel, Bekleding<br />

van de rugleuning).<br />

Maak los:<br />

- de stekker van de airbagmodule,<br />

- de massakabelschoen van de airbagmodule.<br />

Bouw uit:<br />

- le bevestigingspopnagel (2),<br />

- de airbagmodule.<br />

19105<br />

BELANGRIJK:<br />

Pyrotechnische onderdelen mogen nooit<br />

bewaard worden voor later hergebruik. Maak de<br />

gordelspanners en airbags van een auto die bestemd<br />

is voor de sloop altijd onschadelijk.<br />

(zie 88C, Airbag en gordelspanners, Onschadelijk<br />

maken).<br />

2


INBOUWEN<br />

AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />

Zijairbag borstkas voor: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

19102<br />

Plaats de airbag op het stoelframe.<br />

Zet de airbag met een popnagel vast op het stoelframe.<br />

Monteer de bedrading onder het zitkussen op dezelfde<br />

wijze en bevestigingspunten als bij de oorspronkelijke<br />

ligging.<br />

Sluit aan:<br />

- de massakabelschoen,<br />

- de stekker.<br />

Bekleed de stoel, houd u stipt aan de voorschriften<br />

(zie MR 396, Carrosserie, 77A, bekleding voorstoel,<br />

bekleding van de rugleuning).<br />

Monteer de stoel in de auto (zie MR 396, Carrosserie,<br />

75A, Stoelframe en stelrails voor, Voorstoel<br />

compleet).<br />

Sluit de accu aan; voer de noodzakelijke inlezingen<br />

uit (zie 80A, accu, Accu: <strong>Uitbouwen</strong> - inbouwen).<br />

BELANGRIJK:<br />

Controleer, als alles is gemonteerd, de rekeneenheid<br />

van de airbag met behulp van het diagnoseapparaat.<br />

Als alles correct is, ontgrendelt u de<br />

rekeneenheid van de airbag.<br />

88C-21<br />

88C


AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />

Zijairbag borstkas achter: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

diagnoseapparaat<br />

bevestigingsbouten van<br />

de zijairbag borstkas<br />

achter<br />

Onmisbaar materiaal<br />

Aantrekkoppelsm<br />

8 N.m<br />

De zijairbag borstkas (thorax) achter is vastgezet op de<br />

versterking van de zijwand achter.<br />

Bij het ontplooien, scheurt het airbagkussen de bekleding<br />

door.<br />

18547<br />

88C-22<br />

UITBOUWEN<br />

88C<br />

BELANGRIJK:<br />

Voordat u begint met het uitbouwen, moet u altijd<br />

de rekeneenheid van de airbag vergrendelen met<br />

behulp van het diagnoseapparaat . Alle ontstekingscircuits<br />

zijn hierdoor vergrendeld en het airbaglampje<br />

op het instrumentenpaneel brandt<br />

(met contact aan). Door het vergrendelen van de<br />

rekeneenheid van de airbag wordt ook de<br />

stuurkolom ontgrendeld.<br />

BELANGRIJK:<br />

Het is verboden aan de pyrotechnische systemen<br />

(airbag en gordelspanners) te werken bij een<br />

warmtebron of een vlam: er is kans op explosie<br />

van de airbags en gordelspanners.<br />

Maak de massakabel van de accu los.<br />

Bouw de bekleding uit (zie MR396, Carrosserie,<br />

71A, Interieurbekleding, Bekleding van de wielkuip).<br />

Maak los:<br />

- de stekker van de airbag,<br />

- de massadraad van de airbag.<br />

Bouw uit:<br />

- de twee bevestigingsbouten .<br />

- de zijairbag borstkas achter.<br />

BELANGRIJK:<br />

Pyrotechnische onderdelen mogen nooit<br />

bewaard worden voor later hergebruik. Maak de<br />

gordelspanners en airbags van een auto die bestemd<br />

is voor de sloop altijd onschadelijk.<br />

(zie 88C, Airbag en gordelspanners, Onschadelijk<br />

maken).


AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />

Zijairbag borstkas achter: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

INBOUWEN<br />

Plaats de airbag.<br />

Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigingsbouten<br />

van de zijairbag borstkas achter (8 N.m).<br />

Sluit aan:<br />

- de stekker van de airbag en controleer de goede<br />

vergrendeling van de stekker,<br />

- de massadraad.<br />

Monteer de bekleding (zie MR396, Carrosserie,<br />

71A, Interieurbekleding, Bekleding van de wielkuip).<br />

BELANGRIJK:<br />

Controleer, als alles is gemonteerd, de rekeneenheid<br />

van de airbag met behulp van het diagnoseapparaat.<br />

Als alles correct is, ontgrendelt u de<br />

rekeneenheid van de airbag.<br />

88C-23<br />

88C


diagnoseapparaat<br />

bevestigingsbouten van<br />

de airbagmodule<br />

AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />

Zijruitairbag: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

De zijruitairbag is vastgezet achter de hemelbekleding.<br />

Bij het ontplooien, scheurt het airbagkussen de hemelbekleding<br />

door.<br />

UITBOUWEN<br />

Onmisbaar materiaal<br />

Aantrekkoppelsm<br />

6,5 N.m<br />

BELANGRIJK:<br />

Voordat u begint met het uitbouwen, moet u altijd<br />

de rekeneenheid van de airbag vergrendelen met<br />

behulp van het diagnoseapparaat . Alle ontstekingscircuits<br />

zijn hierdoor vergrendeld en het airbaglampje<br />

op het instrumentenpaneel brandt<br />

vast (met contact aan). Door het ontgrendelen<br />

van de rekeneenheid wordt ook de stuurkolom<br />

ontgrendeld.<br />

BELANGRIJK:<br />

Het is verboden aan de pyrotechnische systemen<br />

(airbag of gordelspanner) te werken in de buurt<br />

van een warmtebron of een vlam: er is kans op<br />

explosie van de airbags of gordelspanners.<br />

Maak de massakabel van de accu los.<br />

Bouw de hemelbekleding uit (zie MR 396, Carrosserie,<br />

71A, Interieurbekleding, Hemelbekleding:<br />

<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong>).<br />

88C-24<br />

2<br />

Maak los:<br />

- de stekker van de airbag,<br />

- de massa van de airbag.<br />

88C<br />

Bouw uit:<br />

- de bevestigingsbouten (2) van de airbagmodule.<br />

- de popnagels van de geleideplaat,<br />

- de geleideplaat.<br />

Maak de klemmetjes (1) los.<br />

INBOUWEN<br />

Maak de klemmetjes vast.<br />

Vervang de geleideplaat.<br />

Zet de geleideplaat vast met een popnagel.<br />

18634<br />

LET OP<br />

Na het activeren van een pyrotechnisch onderdeel,<br />

moet u bepaalde onderdelen altijd vervangen.<br />

LET OP<br />

1<br />

Plaatselijk blanke plaat, bijvoorbeeld als gevolg<br />

van boren, moet u ontvetten en afvegen en vervolgens<br />

met een fijne kwast behandelen met:<br />

- fosfaterende grondlak,<br />

- twee componenten primer<br />

- lak in de kleur van de auto.<br />

Monteer de bevestigingsbouten van de airbagmodule.<br />

Zet met het aantrekkoppel vast: de bevestigingsbouten<br />

van de airbagmodule (6,5 N.m).<br />

1<br />

1


AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />

Zijruitairbag: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

Sluit aan:<br />

- de massakabelschoen van de airbag,<br />

- de stekker van de airbag.<br />

Controleer de goede vergrendeling van de stekker.<br />

Sluit de accu aan; voer de noodzakelijke inlezingen<br />

uit (zie 80A, accu, Accu: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong>).<br />

BELANGRIJK:<br />

Controleer, als alles is gemonteerd, de rekeneenheid<br />

van de airbag met behulp van het diagnoseapparaat.<br />

Als alles correct is, ontgrendelt u de<br />

rekeneenheid van de airbag.<br />

88C-25<br />

88C


UITBOUWEN<br />

AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />

Crash sensor zijkant: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />

diagnoseapparaat<br />

bevestigingsbout van de<br />

crash sensor<br />

Onmisbaar materiaal<br />

Aantrekkoppelsm<br />

Maak de massakabel van de accu los.<br />

Bouw de bekleding van de middenstijl uit (zie MR<br />

340, Carrosserie, 71A, Interieurbekleding, Bekleding<br />

middenstijl).<br />

Bouw het oprolmechanisme van de gordel uit.<br />

8 N.m<br />

BELANGRIJK:<br />

Voordat u begint met het uitbouwen, moet u altijd<br />

de rekeneenheid van de airbag vergrendelen met<br />

behulp van het diagnoseapparaat. Alle ontstekingscircuits<br />

zijn hierdoor vergrendeld en het airbaglampje<br />

op het instrumentenpaneel brandt<br />

vast (met contact aan). Door het ontgrendelen<br />

van de rekeneenheid van de airbag wordt ook de<br />

stuurkolom ontgrendeld.<br />

N.B.:<br />

De voorstoel hoeft niet te worden uitgebouwd.<br />

19065<br />

88C-26<br />

Bouw uit:<br />

88C<br />

- de bevestigingsbout van het opname element (2),<br />

- het opname element.<br />

INBOUWEN<br />

Plaats:<br />

- het opname element,<br />

- de bevestigingsbout van het opname element.<br />

18831<br />

LET OP<br />

Na het activeren van een pyrotechnisch onderdeel,<br />

moet u bepaalde onderdelen altijd vervangen.<br />

Zet met het aantrekkoppel vast: de bevestigingsbout<br />

van de crash sensor (8 N.m).<br />

Monteer de bekleding van de middenstijl (zie MR<br />

340, Carrosserie, 71A, Interieurbekleding, Bekleding<br />

middenstijl).<br />

BELANGRIJK:<br />

Controleer, als alles is gemonteerd, de rekeneenheid<br />

van de airbag met behulp van het diagnoseapparaat.<br />

Als alles correct is, ontgrendelt u de<br />

rekeneenheid van de airbag.<br />

Zet de accukabels vast, te beginnen met de positieve<br />

pool; voer de noodzakelijke inlezingen uit (zie<br />

80A, accu, Accu: <strong>Uitbouwen</strong> - inbouwen ).<br />

2


AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />

Onschadelijk maken<br />

Onmisbaar speciaal gereedschap<br />

Ele. 1287 Gereedschap voor het<br />

onschadelijk maken<br />

van "airbag en gordelspanners"<br />

Ele. 1287-02 Set van 2 adapters<br />

voor het gereedschap<br />

voor het onschadelijk<br />

maken van "airbag en<br />

gordelspanners"<br />

Ele. 1287-1 Reservekabel voor het<br />

gereedschap voor het<br />

onschadelijk maken<br />

van "airbag en gordelspanners"<br />

BELANGRIJK:<br />

Om ongelukken te voorkomen moeten de gaspatronen<br />

van de gordelspanners geactiveerd worden<br />

voordat de auto en/of de veiligheidsvoorzieningen<br />

als afval worden afgevoerd.<br />

LET OP<br />

De procedure voor het onschadelijk maken geldt<br />

niet als de lokale voorschriften een andere procedure<br />

voorschrijven die is gevalideerd en verspreid<br />

door de afdeling Methodes, Diagnose en Reparatie.<br />

96832<br />

88C-27<br />

88C<br />

Gebruik uitsluitend het gereedschap (Ele. 1287) en de<br />

snoeren (Ele. 1287-02) en (Ele. 1287-1).<br />

BELANGRIJK:<br />

Pyrotechnische onderdelen mogen nooit bewaard<br />

worden voor later hergebruik. Maak de gordelspanners<br />

of airbags van een auto die bestemd is voor de<br />

sloop altijd onschadelijk.<br />

LET OP<br />

- Ieder onderdeel is bestemd voor een autotype en<br />

mag nooit worden gemonteerd in een ander. De<br />

onderdelen zijn niet onderling verwisselbaar.<br />

- Gordelspanners die voor garantie worden vervangen<br />

mag u niet onschadelijk maken. De leverancier<br />

kan ze in dat geval niet meer analyseren.<br />

Retourneer het defecte onderdeel in de verpakking<br />

van het nieuwe onderdeel naar de technische<br />

helpdesk.<br />

I - GORDELSPANNERS EN PYROTECHNISCHE<br />

OPROLMECHANISME<br />

1 - Onschadelijk maken in de auto:<br />

Zet de auto buiten de werkplaats.<br />

Verwijder de kap over de stelrails en sluit het gereedschap<br />

(Ele. 1287) voor het onschadelijk maken aan op<br />

de gordelspanner.<br />

Rol de verlengkabel volledig uit zodat u zich op tenminste<br />

tien meter van de auto bevindt.<br />

Sluit de voedingsdraden van het gereedschap aan op<br />

een accu.<br />

BELANGRIJK:<br />

Om ongelukken te voorkomen tijdens het onschadelijk<br />

maken van pyrotechnische onderdelen, mag<br />

zich niemand in de nabijheid bevinden.<br />

Maak de gordelspanner onschadelijk door gelijktijdig<br />

de twee drukknoppen van het apparaat in te drukken.<br />

2 - Uitgebouwd onderdeel onschadelijk maken :<br />

Ga op dezelfde wijze te werk als bij de frontale airbag<br />

in een stapel oude banden.<br />

II - AIRBAG<br />

Deze onderdelen mogen uitsluitend uitgebouwd en buiten<br />

de werkplaats onschadelijk worden gemaakt.


Sluit de bijbehorende kabel aan.<br />

Leg de airbag op twee houten blokken.<br />

AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />

Onschadelijk maken<br />

96834<br />

96835<br />

Het onschadelijk maken moet in een stapel oude banden<br />

gebeuren.<br />

Controleer of het airbagkussen zich vrij kan ontplooien.<br />

Sluit de verlengkabel aan op de airbag en rol hem volledig<br />

uit zodat u zich op tenminste tien meter afstand<br />

bevindt.<br />

Verbind de twee voedingsdraden van het vernietigingsgereedschap<br />

(Ele. 1287) met een accu.<br />

88C-28<br />

88C<br />

BELANGRIJK:<br />

Om ongelukken te voorkomen tijdens het onschadelijk<br />

maken van pyrotechnische onderdelen, mag<br />

zich niemand in de nabijheid bevinden.<br />

Maak de airbag onschadelijk door gelijktijdig de twee<br />

drukknoppen van het apparaat in te drukken.<br />

N.B.:<br />

Indien de betreffende gaspatroon niet onschadelijk<br />

kan worden gemaakt (ontstekingsmechanisme<br />

defect), moet u het onderdeel naar de technische<br />

helpdesk opsturen.


BESTUURDERSSTOEL<br />

Toetsenbord bediening voorstoel: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 88D<br />

UITBOUWEN<br />

N.B.:<br />

Zet de stoel zo ver mogelijk naar voren voor het<br />

uitbouwen van het toetsenbord van de elektrische<br />

stoel.<br />

113467<br />

Bouw de bevestigingsschroef (1) van de bekleding<br />

van de voorstoel uit.<br />

Maak de bekleding (2) van de voorstoel uit.<br />

Maak de stekkers los.<br />

88D-1<br />

Bouw het toetsenbord van de elektrische stoel uit<br />

door te drukken op de klemmetjes (3).<br />

INBOUWEN<br />

113468<br />

Monteer het toetsenbord op de bekleding van de<br />

stoel.<br />

Sluit de stekkers van het toetsenbord aan.<br />

Klem de bekleding van de voorstoel vast op de<br />

voorstoel.<br />

Monteer de bevestigingsschroef van de bekleding<br />

van de voorstoel.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!