Uitbouwen - Inbouwen - Laguna Club
Uitbouwen - Inbouwen - Laguna Club
Uitbouwen - Inbouwen - Laguna Club
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
8 Elektrische installatie<br />
80A ACCU<br />
80B VERLICHTING VOORZIJDE<br />
80C XENONLAMPEN<br />
81A VERLICHTING ACHTER<br />
81B BINNENVERLICHTING<br />
81C ZEKERING<br />
82A STARTVERGRENDELING<br />
82B CLAXON<br />
82C ALARM<br />
83A INSTRUMENTEN - DASHBOARD<br />
83C INGEBOUWD TELEMATICASYSTEEM<br />
De door de constructeur voorgeschreven reparatiemethoden, zoals in dit document<br />
beschreven, zijn gemaakt volgens de technische richtlijnen geldend op het tijdstip dat dit<br />
document werd samengesteld.<br />
Deze methoden zijn aan verandering onderhevig indien de constructeur tussentijds<br />
constructiewijzigingen op onderdelen of accessoires heeft aangebracht.<br />
X74<br />
DECEMBER 2004 Edition néerlandaise<br />
© Renault s.a.s. 2005<br />
Alle auteursrechten zijn voorbehouden aan Renault.<br />
Reproduceren en/of vertalen, zelfs gedeeltelijk, van dit document evenals het overnemen<br />
van de indeling van dit document en/of wijze van aanduiden van de onderdelen is verboden<br />
zonder vooraf ontvangen schriftelijke toestemming van Renault.
83D SNELHEIDSREGELAAR<br />
84A SCHAKELAARS<br />
85A WISSEN - SPROEIEN<br />
86A RADIO<br />
86B TELEFOON<br />
87B HUIS MET HULPORGANEN INTERIEUR<br />
87C REGELING VAN DE PORTIEREN<br />
87D RUITBEDIENING - OPEN DAK<br />
87F PARKEERHULP<br />
88A BEDRADING<br />
88C AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />
88D BESTUURDERSSTOEL<br />
De door de constructeur voorgeschreven reparatiemethoden, zoals in dit document<br />
beschreven, zijn gemaakt volgens de technische richtlijnen geldend op het tijdstip dat dit<br />
document werd samengesteld.<br />
Deze methoden zijn aan verandering onderhevig indien de constructeur tussentijds<br />
constructiewijzigingen op onderdelen of accessoires heeft aangebracht.<br />
X74<br />
DECEMBER 2004 Edition néerlandaise<br />
© Renault s.a.s. 2005<br />
Alle auteursrechten zijn voorbehouden aan Renault.<br />
Reproduceren en/of vertalen, zelfs gedeeltelijk, van dit document evenals het overnemen<br />
van de indeling van dit document en/of wijze van aanduiden van de onderdelen is verboden<br />
zonder vooraf ontvangen schriftelijke toestemming van Renault.
LAGUNA II PHASE II - Hoofdstuk 8 InhoudBlz.<br />
80A ACCU<br />
LAGUNA II PHASE II - Hoofdstuk 8<br />
Accu: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 80A-1<br />
Accu: Veiligheid 80A-3<br />
Accu: Controle 80A-4<br />
80B VERLICHTING VOORZIJDE<br />
Automatische verlichting 80B-1<br />
Rijverlichting 80B-2<br />
Halogeenkoplamp:<br />
<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 80B-3<br />
Halogeen koplamp: Afstellen 80B-4<br />
Halogeenlampen: Vervangen 80B-5<br />
Mistlicht voor: <strong>Uitbouwen</strong> -<br />
<strong>Inbouwen</strong> 80B-7<br />
Stelmotor van de koplampen:<br />
<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 80B-8<br />
Stelknop van de koplampen:<br />
<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 80B-9<br />
80C XENONLAMPEN<br />
Xenonkoplampen:<br />
Beschrijving 80C-1<br />
Xenonkoplamp: <strong>Uitbouwen</strong> -<br />
<strong>Inbouwen</strong> 80C-4<br />
Hoogspanningseenheid<br />
xenonkoplamp: <strong>Uitbouwen</strong> -<br />
<strong>Inbouwen</strong> 80C-5<br />
Xenonkoplampen: Afstellen 80C-6<br />
Xenonlampen: Vervangen 80C-8<br />
Inhoud<br />
80C XENONLAMPEN<br />
Koplampstelmotor:<br />
<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 80C-10<br />
Rekeneenheid xenonlamp:<br />
<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 80C-11<br />
Opname element voor van<br />
de koplampverstelling:<br />
<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 80C-12<br />
Opname element achter van<br />
de koplampverstelling:<br />
<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 80C-13<br />
81A VERLICHTING ACHTER<br />
Derde remlicht: <strong>Uitbouwen</strong> -<br />
<strong>Inbouwen</strong> 81A-1<br />
Lichten van achterklep:<br />
<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 81A-2<br />
Achterlicht op scherm:<br />
<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 81A-3<br />
Kentekenverlichting:<br />
<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 81A-5<br />
81B BINNENVERLICHTING<br />
Werking 81B-1<br />
Binnenlicht: Algemeen 81B-2<br />
Binnenlicht: <strong>Uitbouwen</strong> -<br />
<strong>Inbouwen</strong> 81B-3<br />
Verlichting make-up spiegel:<br />
<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 81B-4<br />
Verlichting onder portier:<br />
<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 81B-6
81C ZEKERING<br />
Verlichting in<br />
dashboardkastje: <strong>Uitbouwen</strong><br />
- <strong>Inbouwen</strong> 81B-7<br />
Verlichting onder dashboard:<br />
<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 81B-8<br />
Bagageverlichting:<br />
<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 81B-9<br />
Zekering stroomonderbreker:<br />
Identificatie 81C-1<br />
82A STARTVERGRENDELING<br />
82B CLAXON<br />
Algemeen 82A-1<br />
Beschrijving 82A-2<br />
Werking 82A-3<br />
Startantennes: Werking 82A-6<br />
Startantenne: <strong>Uitbouwen</strong> -<br />
<strong>Inbouwen</strong> 82A-7<br />
Knop voor het starten:<br />
<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 82A-10<br />
Elektrische<br />
stuurkolomgrendel:<br />
<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 82A-11<br />
Kaartlezer: <strong>Uitbouwen</strong> -<br />
<strong>Inbouwen</strong> 82A-13<br />
Claxon: <strong>Uitbouwen</strong> -<br />
<strong>Inbouwen</strong> 82B-1<br />
Inhoud<br />
81B BINNENVERLICHTING 82C ALARM<br />
Afstandsradar: <strong>Uitbouwen</strong> -<br />
<strong>Inbouwen</strong> 82C-1<br />
83A INSTRUMENTEN - DASHBOARD<br />
Instrumentenpaneel:<br />
Algemeen 83A-1<br />
Instrumentenpaneel:<br />
Beschrijving 83A-2<br />
Instrumentenpaneel:<br />
<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 83A-5<br />
Instrumentenpaneel:<br />
Waarschuwingslampjes en<br />
tekstberichten 83A-8<br />
Instrumentenpaneel:<br />
Configuratie 83A-9<br />
Tankelement: Controle 83A-13<br />
Oliepeilzender: Werking 83A-14<br />
83C INGEBOUWD TELEMATICASYSTEEM<br />
Navigatiesysteem "lage<br />
gamma": <strong>Uitbouwen</strong> -<br />
<strong>Inbouwen</strong> 83C-1<br />
Navigatiescherm: <strong>Uitbouwen</strong><br />
- <strong>Inbouwen</strong> 83C-2<br />
Antenne: <strong>Uitbouwen</strong> -<br />
<strong>Inbouwen</strong> 83C-4<br />
Navigatiesysteem "lage<br />
gamma": Antidiefstalcode 83C-5<br />
Navigatiesysteem "lage<br />
gamma": Invoeren van de<br />
antidiefstalcode 83C-6<br />
Navigatiesysteem hoge<br />
gamma: Toetsenbord 83C-8<br />
Centrale communicatie<br />
eenheid: <strong>Uitbouwen</strong> -<br />
<strong>Inbouwen</strong> 83C-9
83D SNELHEIDSREGELAAR<br />
Snelheidsregeling en -<br />
begrenzing: Algemeen 83D-1<br />
84A SCHAKELAARS<br />
Draaibare doorvoer:<br />
<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 84A-1<br />
Schakelaars onder stuurwiel:<br />
<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 84A-2<br />
Ruitenwisserschakelaar:<br />
<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 84A-4<br />
Lichtschakelaar: <strong>Uitbouwen</strong> -<br />
<strong>Inbouwen</strong> 84A-5<br />
Achterruitverwarming:<br />
Revisie 84A-6<br />
Buitentemperatuurzender:<br />
<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 84A-8<br />
85A WISSEN - SPROEIEN<br />
Regen- en lichtsensor:<br />
<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 85A-1<br />
Ruitenwissermechanisme<br />
voor: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 85A-2<br />
Ruitenwissermotor voor:<br />
<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 85A-5<br />
Ruitenwissermotor achter:<br />
<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 85A-8<br />
Mechanisme<br />
ruitenwissermotor achter:<br />
<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 85A-10<br />
Ruitensproeierpomp:<br />
<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 85A-14<br />
Ruitensproeier 85A-15<br />
Koplampsproeierpomp:<br />
<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 85A-16<br />
Koplampsproeier: <strong>Uitbouwen</strong><br />
- <strong>Inbouwen</strong> 85A-17<br />
Koplampsproeiers 85A-19<br />
Inhoud<br />
86A RADIO<br />
86B TELEFOON<br />
Lage gamma: Autoradio 86A-1<br />
"lage gamma":<br />
Antidiefstalcode 86A-2<br />
"hoge gamma" :<br />
Antidiefstalcode 86A-3<br />
Tuner-versterker: <strong>Uitbouwen</strong><br />
- <strong>Inbouwen</strong> 86A-4<br />
Antenne van de autoradio:<br />
<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 86A-6<br />
Antenne : Werking 86A-8<br />
Tweeter: <strong>Uitbouwen</strong> -<br />
<strong>Inbouwen</strong> 86A-9<br />
Luidsprekers voor:<br />
<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 86A-11<br />
Luidsprekers achter:<br />
<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 86A-12<br />
Display 86A-13<br />
Radiobedieningssatelliet:<br />
Controle 86A-14<br />
Voorbereiding: Beschrijving 86B-1<br />
Rekeneenheid: <strong>Uitbouwen</strong> -<br />
<strong>Inbouwen</strong> 86B-2<br />
Steun van telefoonset:<br />
<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 86B-3<br />
Microfoon "handsfree":<br />
<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 86B-5<br />
87B HUIS MET HULPORGANEN INTERIEUR<br />
Huis met hulporganen<br />
interieur: Algemeen 87B-1<br />
Huis met hulporganen<br />
interieur: <strong>Uitbouwen</strong> -<br />
<strong>Inbouwen</strong> 87B-3
87C REGELING VAN DE PORTIEREN<br />
Auto zonder sleutel:<br />
Beschrijving 87C-1<br />
Auto zonder sleutel : Werking 87C-3<br />
Openingsantennes 87C-8<br />
Openingsantennes: Werking 87C-9<br />
Schakelaar voor het openen<br />
van de achterklep:<br />
<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 87C-10<br />
Achterklepslot: <strong>Uitbouwen</strong> -<br />
<strong>Inbouwen</strong> 87C-11<br />
Grendelmotor van de<br />
tankdopklep: <strong>Uitbouwen</strong> -<br />
<strong>Inbouwen</strong> 87C-12<br />
87D RUITBEDIENING - OPEN DAK<br />
Elektrisch open dak: Werking 87D-1<br />
Elektrische ruitbediening:<br />
Werking 87D-3<br />
Schakelaar ruitbediening<br />
voor op bestuurdersportier 87D-4<br />
Schakelaar ruitbediening<br />
voor op passagiersportier:<br />
<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 87D-6<br />
Schakelaar ruitbediening<br />
achter op achterportier 87D-7<br />
Schakelaar open dak:<br />
<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 87D-8<br />
Openingsmotor open dak:<br />
<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 87D-9<br />
Elektrisch open dak:<br />
Initialisatie 87D-11<br />
87F PARKEERHULP<br />
Parkeerhulp: Werking 87F-1<br />
Schakelaar: <strong>Uitbouwen</strong> -<br />
<strong>Inbouwen</strong> 87F-2<br />
Inhoud<br />
87F PARKEERHULP<br />
88A BEDRADING<br />
Zoemer: <strong>Uitbouwen</strong> -<br />
<strong>Inbouwen</strong> 87F-3<br />
Rekeneenheid: <strong>Uitbouwen</strong> -<br />
<strong>Inbouwen</strong> 87F-4<br />
Rekeneenheid: Configuratie 87F-5<br />
Afstandsradar: <strong>Uitbouwen</strong> -<br />
<strong>Inbouwen</strong> 87F-6<br />
Diagnoseaansluiting 88A-1<br />
Kabelbundel van de<br />
hemelbekleding: <strong>Uitbouwen</strong> -<br />
<strong>Inbouwen</strong> 88A-2<br />
Plaats van de<br />
rekeneenheden 88A-3<br />
88C AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />
Algemeen 88C-1<br />
Voorzorgen bij de reparatie 88C-3<br />
Rekeneenheid 88C-5<br />
Opname element stand van<br />
de stoel 88C-7<br />
Airbagschakelaar:<br />
<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 88C-8<br />
Airbagschakelaar: Controle 88C-9<br />
Schoudergordelspanners<br />
voor 88C-10<br />
Gordelspanner heupgordel<br />
voor: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 88C-13<br />
Frontale airbag bestuurder:<br />
<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 88C-16<br />
Frontale airbag passagier:<br />
<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 88C-18<br />
Zijairbag borstkas voor:<br />
<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 88C-20
88C AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />
Zijairbag borstkas achter:<br />
<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 88C-22<br />
Zijruitairbag: <strong>Uitbouwen</strong> -<br />
<strong>Inbouwen</strong> 88C-24<br />
Crash sensor zijkant:<br />
<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 88C-26<br />
Onschadelijk maken 88C-27<br />
88D BESTUURDERSSTOEL<br />
Toetsenbord bediening<br />
voorstoel: <strong>Uitbouwen</strong> -<br />
<strong>Inbouwen</strong> 88D-1<br />
Inhoud
diagnoseapparaat<br />
ACCU<br />
Accu: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
Onmisbaar materiaal<br />
Aantrekkoppelsm<br />
accuklemmen 6 N.m<br />
bevestigingsbeugel 12 N.m<br />
steun van de veiligheidszekeringen<br />
op de<br />
positieve aansluiting<br />
moer van het tapeind (∅<br />
8) van de negatieve<br />
kabelschoen<br />
moeren van de tapeinden<br />
(∅ 6) van de negatieve<br />
kabelschoen<br />
11 N.m<br />
11 N.m<br />
6 N.m<br />
80A-1<br />
UITBOUWEN<br />
2<br />
3<br />
80A<br />
111449<br />
Verwijder de sierkap.<br />
Maak de vacuümslang los.<br />
Bouw uit:<br />
- de moeren van de tapeinden (∅ 6) van de negatieve<br />
kabelschoen (1),<br />
- de moer van het tapeind (∅ 8) van de negatieve kabelschoen,<br />
- de steun van veiligheidszekeringen op de positieve<br />
aansluiting (2).<br />
N.B.:<br />
De bevestiging van de zekering is kwetsbaar.<br />
1<br />
4
Maak de steun van de massakabel los.<br />
Bouw uit:<br />
- de beschermhoes (3),<br />
- de bevestigingsbeugel (4),<br />
- de accu,<br />
ACCU<br />
Accu: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
- de accuklemmen (in geval van vervangen).<br />
INBOUWEN<br />
Zet vast met het aantrekkoppel: de accuklemmen<br />
(6 N.m) (in geval van vervangen).<br />
Plaats de accu goed in zijn houder.<br />
Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigingsbeugel<br />
(12 N.m).<br />
Monteer de beschermhoes.<br />
Maak de steun van de massakabel vast.<br />
111447<br />
Zet vast met de voorgeschreven aantrekkoppels:<br />
-de steun van de veiligheidszekeringen op de<br />
positieve aansluiting (11 N.m),<br />
- de moer van het tapeind (∅ 8) van de negatieve<br />
kabelschoen (11 N.m),<br />
-de moeren van de tapeinden (∅∅ 6) van de negatieve<br />
kabelschoen (6 N.m).<br />
80A-2<br />
80A<br />
Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />
Na het inbouwen van de accu of iedere keer nadat<br />
deze is los geweest, kan het nodig zijn een aantal<br />
eenvoudige inlezingen uit te voeren, zonder diagnoseapparaat,<br />
om de auto goed te kunnen laten werken:<br />
- klokje op tijd zetten,<br />
- invoer van de viercijferige code van de autoradio<br />
met behulp van de stuurkolombediening (zie 86A,<br />
Radio, antidiefstalcode),<br />
- initialiseren van de ruitbedieningen met sneltoets:<br />
• sluit de ruiten geheel,<br />
• de ruiten sluiten schoksgewijs tot de bovenste<br />
aanslag,<br />
• houd de toetsen enkele secondes ingedrukt,<br />
• laat de ruiten zakken tot de onderste aanslag,<br />
• houd de toetsen enkele secondes ingedrukt,<br />
• de motors zijn geïnitialiseerd.<br />
- initialiseren van de motor van het open dak:<br />
• zet de schakelaar van het open dak in de stand<br />
maximaal kantelen,<br />
• druk op de schakelaar. Na 2 secondes kantelt<br />
het dak stap voor stap in de maximum stand en<br />
zakt dan weer enkele centimeters.<br />
• laat de schakelaar los,<br />
• druk binnen 5 secondes op de schakelaar,<br />
• houd de schakelaar ingedrukt, het dak schuift<br />
open en weer dicht,<br />
• de motor is geïnitialiseerd,<br />
• zet de schakelaar in de stand « uit ».<br />
N.B.:<br />
Voor het op tijd zetten van de radionavigatie: voer<br />
de viercijferige code in, plaats de navigatie cdrom<br />
en rijd daarna naar buiten om de satellietsignalen<br />
op te vangen. Het op tijd zetten is dan<br />
mogelijk.
I - GEVAAR ZUUR<br />
ACCU<br />
Accu: Veiligheid<br />
BELANGRIJK:<br />
- Een accu bevat het gevaarlijke zwavelzuur.<br />
- Tijdens het laden van een accu, ontstaan zuurstof<br />
en waterstof. Het mengen van deze twee gassen<br />
brengt een explosiegevaar met zich mee.<br />
De oplossing van zwavelzuur is erg agressief en giftig<br />
en tast de meeste metalen aan.<br />
Tijdens werkzaamheden aan accu's moeten altijd de<br />
volgende voorzorgen in acht worden genomen:<br />
- draag een veiligheidsbril,<br />
- draag handschoenen en zuurbestendige kleding.<br />
BELANGRIJK:<br />
- Een accu bevat het gevaarlijke zwavelzuur.<br />
- Tijdens het laden van de accu, ontstaan zuurstof<br />
en waterstof. Het mengsel van deze twee gassen<br />
is zeer explosief.<br />
- Zuurspatten moeten met overvloedig water van<br />
alle getroffen delen afgespoeld worden.<br />
- Indien er contact is met de huis of de ogen, moet<br />
een arts worden geraadpleegd.<br />
II - EXPLOSIEGEVAAR<br />
Als een accu geladen wordt, komt zuurstofgas en waterstofgas<br />
vrij. De hoeveelheid die ontstaat is het<br />
grootst als de accu geheel geladen is, en is evenredig<br />
met de laadstroom.<br />
Het zuurstofgas en het waterstofgas vermengen zich in<br />
de vrije ruimte boven de platen en vormen zo het bijzonder<br />
explosieve knalgas. Dit mengsel is zeer explosief.<br />
De kleinste vonk of warmtebron kan een explosie veroorzaken.<br />
De ontploffing is zo hevig dat de accu uit elkaar<br />
kan spatten en het accuzuur in het rond vliegt.<br />
Personen in de omgeving lopen gevaar geraakt te worden<br />
door brokstukken of zuurspatten. Zuurspatten zijn<br />
gevaarlijk. Zij tasten ook de kleding aan.<br />
Gezien de ernst van het explosiegevaar moet de accu<br />
dus altijd met de grootste zorgvuldigheid worden behandeld.<br />
80A-3<br />
BELANGRIJK:<br />
80A<br />
Om ieder gevaar van vonken te voorkomen:<br />
- controleer of alle elektrische stroomverbruikers<br />
volledig zijn uitgeschakeld,<br />
- schakel de acculader uit voordat u deze aansluit<br />
op of losmaakt van de accupolen,<br />
- leg nooit metalen voorwerpen op de accu: zij kunnen<br />
kortsluiting tussen de polen veroorzaken,<br />
- kom nooit dicht bij een accu met open vuur: een<br />
lasbrander, een blaaslamp, een sigaret, een brandende<br />
lucifer.
Onmisbaar speciaal gereedschap<br />
I - CONTROLE VAN DE ACCU:<br />
ACCU<br />
Accu: Controle<br />
Ele. 1593 Accutester. Midtronics<br />
R 330<br />
bevestigingsbeugel van<br />
de accu<br />
moer van de tapeinden<br />
(∅ 6) van de negatieve<br />
kabelschoen<br />
moeren van de tapeinden<br />
(∅ 8) van de negatieve<br />
kabelschoen<br />
steun van de veiligheidszekeringen<br />
op de<br />
positieve aansluiting<br />
Aantrekkoppelsm<br />
12 N.m<br />
6 N.m<br />
11 N.m<br />
11 N.m<br />
1 - Controle van de bevestiging<br />
Controleer of de accu correct is vastgezet (bevestigingsbeugel<br />
van de accu (12 N.m)):<br />
- als de bevestigingsbeugel van de accu te vast<br />
wordt gezet bestaat het gevaar dat de accubak vervormt<br />
of breekt,<br />
- als de bevestigingsbeugel van de accu speling<br />
heeft, kan de accubak slijten doorschuren door de<br />
bewegingen of breken bij een botsing.<br />
2 - Controle van de reinheid<br />
Controleer of de aansluitingen en de accupolen niet<br />
gesulfateerd zijn (met zout bedekt).<br />
Reinig de accupolen.<br />
Vet de accupolen in indien nodig.<br />
80A-4<br />
Controleer de aantrekkoppels:<br />
80A<br />
- de moer van de tapeinden (∅∅ 6) van de negatieve<br />
kabelschoen (6 N.m),<br />
- de moeren van de tapeinden (∅ 8) van de negatieve<br />
kabelschoen (11 N.m),<br />
-de steun van de veiligheidszekeringen op de<br />
positieve aansluiting (11 N.m).<br />
BELANGRIJK:<br />
- Een accu bevat het gevaarlijke zwavelzuur.<br />
- Tijdens het laden van de accu, ontstaan zuurstof<br />
en waterstof. Het mengsel van deze twee<br />
gassen is zeer explosief.<br />
- Zuurspatten moeten met overvloedig water van<br />
alle getroffen delen afgespoeld worden.<br />
- Indien er contact is met de huis of de ogen,<br />
moet een arts worden geraadpleegd.<br />
LET OP<br />
Deze auto's hebben een accu die weinig water<br />
gebruikt. Het bijvullen van het peil van de accuvloeistof<br />
is verboden.<br />
II - LAADTOESTAND VAN DE ACCU<br />
Controleer de accu met het gereedschap (Ele.<br />
1593).<br />
1 - Uitleg van de valideringstest van de acculader<br />
Gebruik uitsluitend een acculader met constante<br />
spanning, om te voorkomen dat de accu evenredig<br />
met de stroomsterkte warmer wordt.<br />
2 - Test<br />
Stel de potentiometer voor de regeling van de laadstroomsterkte<br />
in op maximaal.<br />
Lees de spanning af op de lader of aan de accupolen.<br />
LET OP<br />
Als de spanning boven 15 V, komt, levert de<br />
acculader geen constante spanning en is hij<br />
gevaarlijk voor de accu).<br />
Stop direct het laden als de acculader geen constante<br />
spanning levert.
III - CONTROLEPROCEDURE<br />
ACCU<br />
Accu: Controle<br />
N.B.:<br />
- De auto kan in de « opslagstand » van de<br />
nieuwe auto stand; herkenbaar aan het vast<br />
branden van de twee richtingaanwijzerlampjes<br />
op het instrumentenpaneel.<br />
- Om deze stand uit te schakelen, zet u de schakelaars<br />
van de verlichting en van de ruitenwisser<br />
tegelijk omlaag.<br />
(Zie SM 3682A, Accu, 80A, Accu controle).<br />
80A-5<br />
80A
VERLICHTING VOORZIJDE<br />
Automatische verlichting<br />
I - UITSCHAKELVERTRAGING<br />
Afhankelijk van de uitvoering van de auto kunnen de dimlichten<br />
(bij stilstaande motor) automatisch in- en uitschakelen,<br />
om de voorkant van de auto te verlichten.<br />
Deze functie is alleen mogelijk bij contact uit en werkt<br />
met tijdsduren van 30 secondes (maximum 2 minuten).<br />
Activeren<br />
Het activeren gebeurt via de lichtschakelaar:<br />
- zet het contact uit (kaart uit de houder),<br />
- geef een grootlichtsignaal met behulp van de lichtschakelaar,<br />
- de dimlichten branden 30 secondes.<br />
N.B.:<br />
Elk grootlichtsignaal met de lichtschakelaar verlengt<br />
de tijdschakeling met 30 secondes (maximum 2<br />
minuten).<br />
Het inschakelen van de markeringslichten stopt de<br />
functie.<br />
II - AUTOMATISCHE VERLICHTING TIJDENS HET<br />
RIJDEN<br />
De functie kan met de lichtschakelaar worden geactiveerd<br />
en gedeactiveerd als het huis met hulporganen<br />
interieur correct is geconfigureerd (zie 87B Huis met<br />
hulporganen interieur, Configuratie).<br />
1 - Om de functie te activeren:<br />
Stilstaande of draaiende motor,<br />
- steek de kaart in de houder,<br />
- zet het contact aan,<br />
- draai de lichtschakelaar twee keer van stand "0" naar<br />
de stand markeringslichten.<br />
Het instrumentenpaneel geeft een geluidssignaal.<br />
Het systeem werkt automatisch.<br />
2 - Om de functie te deactiveren:<br />
Stilstaande motor,<br />
- steek de kaart in de houder,<br />
- zet het contact aan,<br />
- draai de lichtschakelaar twee keer van stand "0" naar<br />
de stand markeringslichten.<br />
Het instrumentenpaneel geeft een geluidssignaal.<br />
80B-1<br />
N.B.:<br />
80B<br />
Voor de bijzonderheden over het vervangen van de<br />
lichtsensor, zie 85A, Wissen/Sproeien, Regen- en<br />
lichtsensor.
diagnoseapparaat<br />
VERLICHTING VOORZIJDE<br />
Rijverlichting<br />
Onmisbaar materiaal<br />
I - WERKING<br />
Deze functie, verplicht voor de Scandinavische landen,<br />
laat de markeringslichten en de dimlichten branden bij<br />
draaiende motor zonder actie door de bestuurder op de<br />
lichtschakelaar.<br />
De werking van de rijverlichting (running-lights) wordt<br />
verzorgd door het huis met hulporganen interieur.<br />
II - CONFIGURATIE<br />
Configureer de huis met hulporganen interieur met behulp<br />
van het diagnoseapparaat (zie 87B, Huis met<br />
hulporganen interieur, Configuratie) :<br />
- start de communicatie met de UCH,<br />
- gebruik het menu « reparatie », « Schrijven<br />
configuratie »,<br />
- Selecteer de regel CF118 « Type huis met hulporganen<br />
interieur »,<br />
- Selecteer de regel CF014 « Rijverlichting »,<br />
- kies « Met » of « Zonder »,<br />
- klik op « Bevestigen »,<br />
- controleer in het menu LC008 « Lezen<br />
configuratie » of de configuratie goed is uitgevoerd.<br />
- Controleer of alle uitrustingen van de auto goed werken.<br />
80B-2<br />
80B
UITBOUWEN<br />
VERLICHTING VOORZIJDE<br />
Halogeenkoplamp: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
LET OP<br />
Voor de xenonkoplampen moet u zich aan de veiligheidsregels<br />
houden (zie 80C, Xenonlampen,<br />
Xenonkoplamp).<br />
Bouw de schildbumper voor uit (zie 55A, Bescherming<br />
buitenkant, Schildbumper voor).<br />
1<br />
111454<br />
Bouw de bovenste bevestigingsbouten (1) van de<br />
koplamp uit.<br />
80B-3<br />
2<br />
80B<br />
111455<br />
Bouw de onderste bevestigingsbout (2) van de koplamp<br />
uit.<br />
Maak de koplamp los van zijn centreerder (3).<br />
Maak de stekkers los van de koplamp.<br />
Bouw de koplamp uit.<br />
INBOUWEN<br />
Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />
Stel de koplampen af (zie 80B, Koplamp, Halogeen<br />
koplamp: Afstellen).<br />
3
koplampafstelapparaat<br />
VERLICHTING VOORZIJDE<br />
Halogeen koplamp: Afstellen<br />
Onmisbaar materiaal<br />
De auto moet op een vlakke horizontale ondergrond<br />
staan.<br />
LET OP<br />
Zet de parkeerrem niet vast.<br />
Controleer en corrigeer indien nodig de bandenspanning.<br />
Controleer of de bagageruimte van de auto leeg is.<br />
Zet de koplampstelknop op "0".<br />
Schakel de dimlichten in.<br />
Plaats een koplampafstelapparaat voor de auto en<br />
stel het af afhankelijk van de op de koplamp opgegeven<br />
waarde -1 %.<br />
80B-4<br />
2<br />
80B<br />
111451<br />
111430<br />
Zonder de auto te verplaatsen, stelt u de koplampen<br />
handmatig af.<br />
- verdraai schroef (1) voor de verticale afstelling,<br />
- verdraai schroef (2) voor de horizontale afstelling.<br />
1<br />
1
UITBOUWEN<br />
I - LAMPEN VAN GROOTLICHT EN<br />
MARKERINGSLICHT<br />
Bouw de afdichtkap (1) uit.<br />
VERLICHTING VOORZIJDE<br />
Halogeenlampen: Vervangen<br />
N.B.:<br />
Voor het vervangen van de lampen van de<br />
xenonkoplampen, zie 80C, Xenonlampen,<br />
Xenonlampen: Vervangen.<br />
1<br />
111430<br />
80B-5<br />
Maak de stekkers los van de lampen.<br />
Ontgrendel het klemmetje (2).<br />
Bouw de lamp van het grootlicht uit.<br />
80B<br />
Bouw de lamp van het markeringslicht uit door in de<br />
klemmetjes van de fitting te knijpen.<br />
II - LAMPEN VAN DIMLICHTEN<br />
Bouw de sierkap uit en maak het stuurbekrachtigingsreservoir<br />
los om bij de lamp van de koplamp<br />
rechts te komen.<br />
Bouw de afdichtkap (3) uit.<br />
111429<br />
N.B.:<br />
Gebruik uitsluitend goedgekeurde H1 lampen<br />
voor de dimlichten.<br />
Gebruik uitsluitend goedgekeurde W5W lampen<br />
voor de markeringslichten.<br />
3<br />
2<br />
111430
Maak de stekkers los van de lamp.<br />
Ontgrendel het klemmetje (4).<br />
Bouw de lamp uit.<br />
N.B.:<br />
III - LAMPEN VAN RICHTINGAANWIJZER<br />
VERLICHTING VOORZIJDE<br />
Halogeenlampen: Vervangen<br />
111429<br />
Gebruik uitsluitend goedgekeurde H7 lampen<br />
voor de grootlichten.<br />
5<br />
4<br />
111430<br />
Bouw de fitting (5) uit (een kwart slag naar de buitenkant<br />
van de auto).<br />
N.B.:<br />
Gebruik uitsluitend goedgekeurde PY21W lampen<br />
voor de richtingaanwijzers.<br />
80B-6<br />
80B
UITBOUWEN<br />
VERLICHTING VOORZIJDE<br />
Mistlicht voor: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
Bouw de schildbumper voor uit (zie 55A, Bescherming<br />
buitenkant, Schildbumper voor).<br />
Maak de stekker los.<br />
Bouw de bevestigingsbouten (1) uit.<br />
INBOUWEN<br />
1<br />
111460<br />
N.B.:<br />
Gebruik uitsluitend goedgekeurde H11 lampen.<br />
Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />
80B-7<br />
80B<br />
111453<br />
Stel de mistlichten af met behulp van een schroevendraaier.
VERLICHTING VOORZIJDE<br />
Stelmotor van de koplampen: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 80B<br />
UITBOUWEN<br />
Bouw de koplamp uit (zie 80B, Verlichting voorzijde,<br />
Koplamp).<br />
Maak de stekker los van de stelmotor.<br />
Draai de stelschroef (1) (maximum zes omwentelingen)<br />
in.<br />
Druk bij (2).<br />
Maak de stelmotor (3) met een achtste omwenteling<br />
naar de buitenkant van de auto los door het klemmetje<br />
te bewegen (4).<br />
Maak het kogeldraaipunt (5) van de reflector los door<br />
de stelmotor iets te kantelen.<br />
INBOUWEN<br />
5<br />
111431<br />
N.B.:<br />
Zet de afstelschroef van de stelmotor vast met<br />
zes omwentelingen bij het vervangen door een<br />
nieuw onderdeel.<br />
Bouw de afdichtplaat van de lamp van het grootlicht<br />
uit.<br />
Houd de parabool naar de achterkant van de koplamp<br />
door aan de fitting van de lamp te trekken.<br />
3<br />
2<br />
4<br />
1<br />
80B-8<br />
Klik het kogeldraaipunt in het klemmetje van de koplamp.<br />
LET OP<br />
Het kogeldraaipunt moet niet alleen de groef<br />
raken, maar moet er goed in liggen.<br />
Draai de stelmotor een achtste slag naar de binnenkant<br />
van de auto.<br />
Sluit de stekker van de stelmotor aan.<br />
Zet de afstelschroef van de stelmotor los (zes omwentelingen).<br />
Stel de koplampen af (zie 80B, Verlichting voorzijde,<br />
Halogeen koplampen: Afstellen).
VERLICHTING VOORZIJDE<br />
Stelknop van de koplampen: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 80B<br />
UITBOUWEN<br />
Maak de kap (1) los.<br />
3<br />
Verwijder de schroeven (2).<br />
Verwijder de bediening van de automatische parkeerrem.<br />
Maak de stekkers los.<br />
Maak de bekleding los.(3)<br />
Maak de stekkers los.<br />
Maak de schakelaar van de plaat los.<br />
2<br />
1<br />
111504<br />
111503<br />
80B-9<br />
INBOUWEN<br />
Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.
XENONLAMPEN<br />
Xenonkoplampen: Beschrijving<br />
Deze auto' moeten uitgerust zijn met:<br />
- een automatische verstelling van de lichtbundel van<br />
elke koplamp afhankelijk van de belading, de acceleratie,<br />
het remmen en de snelheid van de auto,<br />
D<br />
(A) Opname element achter<br />
(B) Opname element voor<br />
(C) Rekeneenheid<br />
(D) Stelmotor<br />
BELANGRIJK:<br />
- Het is verboden een lamp te laten branden buiten<br />
de koplamp (gevaarlijk voor de ogen).<br />
- De xenonlampen werken met een spanning van<br />
20000 V bij het ontsteken en daarna met een 85 V<br />
wisselspanning.<br />
- Wacht tot alle « hoogspanningsmodules »<br />
afgekoeld zijn voordat u ze demonteert..<br />
- De accu moet altijd worden losgekoppeld, te<br />
beginnen met de minpool, voordat u aan de werkzaamheden<br />
begint.<br />
C<br />
80C-1<br />
- koplampsproeiers.<br />
B<br />
80C<br />
111693<br />
N.B.:<br />
- De hoogte van de lichtbundel verschilt afhankelijk<br />
van de rijsnelheid.<br />
- Boven 30 km/h, is de reikwijdte van de verlichting<br />
groter.<br />
De lampen hebben geen gloeidraad. Het licht van deze<br />
lampen wordt opgewekt door twee elektrodes in een<br />
kwarts lamp gevuld met een gas (xenon) onder hoge<br />
druk en kwik.<br />
Elke koplamp heeft een hoogspanningsmodule (ballast).<br />
De hoogspanningsmodule en de xenonlamp kunnen<br />
los van de koplamp vervangen worden.<br />
A
2<br />
2<br />
XENONLAMPEN<br />
Xenonkoplampen: Beschrijving<br />
Aansl. Omschrijving<br />
1 Stelmotor<br />
2 Xenonmodule<br />
3 Hoogspanningsmodule<br />
4 Rekeneenheid<br />
5 Opname element voor<br />
6 Opname element achter<br />
Het licht van de grootlichten wordt aangevuld door de<br />
xenonlampen :<br />
- als de dimlichten niet branden, krijgt de xenonlamp<br />
geen voeding, een lichtsignaal schakelt alleen de<br />
grootlichten in.<br />
- Als de dimlichten (xenonlampen) branden, schakelt<br />
een lichtsignaal de grootlichten in en een elektromagneet<br />
(de xenonlamp blijft branden). Deze elektromagneet<br />
verandert de lichtbundel van de dimlichten.<br />
1<br />
1<br />
3<br />
3<br />
80C-2<br />
4<br />
A<br />
80C<br />
5<br />
6<br />
111692<br />
100274<br />
(A) Elektromagneet<br />
(B) Systeem voor het verstellen van<br />
de lichtbundel (omlaag voor<br />
dimlicht ; omhoog voor grootlicht)<br />
B
XENONLAMPEN<br />
Xenonkoplampen: Beschrijving<br />
Als de elektromagneet of het systeem voor het veranderen<br />
van de lichtbundel defect is, moet de koplamp<br />
worden vervangen.<br />
I - CONTROLE VAN DE ELEKTROMAGNEET<br />
Bij een lichtsignaal (dimlichten uit), moet bij het inschakelen<br />
van de grootlichten de elektromagneet voeding<br />
krijgen (hoorbaar).<br />
II - CONTROLE VAN DE VERANDERING VAN DE<br />
LICHTBUNDEL<br />
BELANGRIJK:<br />
Kijk niet in de lichtbundel (gevaar voor de ogen).<br />
- Maak de stekkers van de lampen van de grootlichten<br />
los.<br />
- Plaats een koplampafstelapparaat voor de koplampen.<br />
- Schakel de dimlichten in.<br />
- Zet de lichtschakelaar in de stand grootlichten.<br />
- De lichtbundel moet veranderen.<br />
Lichtbundel van het dimlicht<br />
100276<br />
80C-3<br />
Lichtbundel van het grootlicht<br />
80C<br />
100277
XENONLAMPEN<br />
Xenonkoplamp: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
UITBOUWEN - INBOUWEN<br />
De methode voor het uitbouwen-inbouwen van de<br />
xenonkoplampen is dezelfde als de methode voor de<br />
halogeenlampen (zie 80B, Verlichting voorzijde,<br />
koplamp).<br />
LET OP<br />
- Het is verboden een lamp te laten branden die<br />
niet in de koplamp is gemonteerd (gevaar voor<br />
de ogen).<br />
- De xenonlampen werken met een spanning van<br />
20000 V bij het ontsteken en daarna met een 85<br />
V wisselspanning.<br />
- Wacht tot de "hoogspanningsmodule" afgekoeld<br />
is voordat u hem demonteert.<br />
- De accu moet daarom altijd worden losgekoppeld<br />
voordat u aan de werkzaamheden begint.<br />
N.B.:<br />
Het systeem van de xenonlampen moet beslist<br />
worden geïnitialiseerd (zie 80C, Xenonlamp,<br />
Xenonkoplamp: Afstellen) en stel de koplampen<br />
af.<br />
80C-4<br />
80C
XENONLAMPEN<br />
Hoogspanningseenheid xenonkoplamp: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 80C<br />
LET OP<br />
- Het is verboden een lamp te laten branden die niet<br />
in de koplamp is gemonteerd (gevaar voor de<br />
ogen).<br />
- De xenonlampen werken met een spanning van<br />
20000 V bij het ontsteken en daarna met een 85 V<br />
wisselspanning.<br />
- Wacht tot de "hoogspanningsmodule" afgekoeld is<br />
voordat u hem demonteert.<br />
- De accu moet daarom altijd worden losgekoppeld<br />
voordat u aan de werkzaamheden begint.<br />
UITBOUWEN<br />
Maak de accukabels los, te beginnen met de negatieve<br />
pool.<br />
Bouw de koplamp uit (zie 80B, Verlichting voorzijde,<br />
Koplamp).<br />
Leg de koplamp op een schone doek zodat er geen<br />
krassen in komen.<br />
2<br />
1<br />
111427<br />
Bouw de condensator (2) uit door deze een achtste<br />
slag linksom te draaien (1).<br />
80C-5<br />
Verwijder de bevestigingsschroef.<br />
Verwijder de hoogspanningseenheid.<br />
Maak de voeding van de hoogspanningseenheid los.<br />
INBOUWEN<br />
111492<br />
Vervang altijd de afdichting bij iedere demontage<br />
van de hoogspanningseenheid.<br />
Zet de accukabels weer vast, te beginnen met de positieve<br />
pool.<br />
LET OP<br />
Het systeem van de xenonlampen moet beslist<br />
worden geïnitialiseerd (zie 80C, Xenonlamp,<br />
Xenonkoplamp: Afstellen).
diagnoseapparaat<br />
koplampafstelapparaat<br />
XENONLAMPEN<br />
Xenonkoplampen: Afstellen<br />
Zet de auto op een vlakke en horizontale ondergrond.<br />
Controleer en corrigeer indien nodig de bandenspanning.<br />
Controleer of de bagageruimte van de auto leeg is.<br />
INSTELLEN<br />
Onmisbaar materiaal<br />
LET OP<br />
Na werkzaamheden aan een xenonkoplamp, aan<br />
een opname element of aan de voor- of achtertrein,<br />
moet u het systeem van de xenonkoplampen initialiseren<br />
en de koplampen afstellen.<br />
N.B.:<br />
- Zet de parkeerrem niet vast.<br />
- Stap tijdens deze procedure niet in de auto.<br />
Zet het contact aan.<br />
Sluit het diagnoseapparaat aan.<br />
Selecteer op het diagnoseapparaat het systeem<br />
« xenonlamp ».<br />
Controleer of er geen storingen zijn.<br />
80C-6<br />
80C<br />
Geef het commando CF001 « Calibratie<br />
rekeneenheid ».<br />
N.B.:<br />
- Het is mogelijk om te controleren of het systeem<br />
is geïnitialiseerd:<br />
• de waarde van het opname element voor,<br />
zichtbaar met parameter PR017 « Hoogte<br />
voor » moet gelijk zijn aan de waarde van de<br />
oorspronkelijke hoogte voor (PR004),<br />
• de waarde van het opname element achter,<br />
zichtbaar met parameter PR018 « Hoogte<br />
achter » moet gelijk zijn aan de waarde van de<br />
oorspronkelijke hoogte achter (PR005).<br />
- Het initialiseren van het systeem is niet<br />
mogelijk:<br />
• als de rijsnelheid afwezig is of niet nul,<br />
• als de stand van een opname element buiten<br />
de tolerantie is,<br />
• als de configuratie van de rekeneenheid niet<br />
correct is uitgevoerd.<br />
Plaats een koplampafstelapparaat afgesteld op -1,<br />
3 % (waarde staat op de koplamp) voor de auto.<br />
Schakel de dimlichten in.
Stel de stand van de koplampen af.<br />
- schroef (1) voor de hoogte,<br />
- schroef (2) voor de richting.<br />
XENONLAMPEN<br />
Xenonkoplampen: Afstellen<br />
2<br />
1<br />
111452<br />
111430<br />
N.B.:<br />
De initialisatie kan mislukken:<br />
- als de rijsnelheid niet nul is,<br />
- als er een storing van een opname element is<br />
(geen of onsamenhangend signaal),<br />
- als de rekeneenheid niet goed is geconfigureerd<br />
(type van de auto : <strong>Laguna</strong> II en <strong>Laguna</strong> II<br />
Break).<br />
1<br />
80C-7<br />
80C
XENONLAMPEN<br />
Xenonlampen: Vervangen<br />
BELANGRIJK:<br />
- Het is verboden een lamp te laten branden buiten<br />
de koplamp (gevaarlijk voor de ogen).<br />
- De xenonlampen werken met een spanning van<br />
20000 V bij het ontsteken en daarna met een 85 V<br />
wisselspanning.<br />
- Wacht tot de « hoogspanningsmodule » afgekoeld<br />
is voordat u hem demonteert.<br />
- De accu moet daarom altijd worden losgekoppeld<br />
voordat u aan de werkzaamheden begint.<br />
Voor het vervangen van een xenonlamp bouwt u de koplamp<br />
uit (zie 80C, Xenonlampen, Xenonkoplamp).<br />
UITBOUWEN<br />
1<br />
Verwijder de afdichtkap (1).<br />
3<br />
2<br />
111428<br />
111427<br />
Bouw de condensator (3) uit door deze een achtste<br />
slag linksom te draaien (2).<br />
80C-8<br />
Bouw de lamp voorzichtig uit.<br />
INBOUWEN<br />
80C<br />
111438<br />
Houd de lamp vast aan het metalen deel (raak het<br />
glas niet met de vingers aan, maak het glas anders<br />
schoon met alcohol en een pluisvrije zachte doek).<br />
4<br />
12398<br />
LET OP<br />
Behandel de lamp zeer voorzichtig want de geleider<br />
aan de buitenkant (4) is bijzonder kwetsbaar<br />
en mag niet verbuigen.<br />
5
XENONLAMPEN<br />
Xenonlampen: Vervangen<br />
Plaats:<br />
- de lamp (het nokje (5) moet in de groef van de koplamp<br />
vallen),<br />
- condensator.<br />
N.B.:<br />
- Initialiseer beslist het systeem van de xenonlampen<br />
en stel de koplampen af (zie 80C,<br />
Xenonlampen, Xenonkoplampen : Afstellen).<br />
- Gebruik uitsluitend goedgekeurde D2S lampen.<br />
80C-9<br />
80C
UITBOUWEN<br />
XENONLAMPEN<br />
Koplampstelmotor: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
N.B.:<br />
De xenonkoplampen hebben specifieke stelmotors.<br />
Bouw de koplamp uit (zie 80B, Verlichting voorzijde,<br />
Koplamp).<br />
Maak de stekker los van de stelmotor.<br />
Draai de stelschroef (1) (maximum zes omwentelingen)<br />
in.<br />
Druk bij (2).<br />
Maak de stelmotor (3) met een achtste omwenteling<br />
naar de buitenkant van de auto los door het klemmetje<br />
te bewegen (4).<br />
Maak het kogeldraaipunt (5) van de reflector los door<br />
de stelmotor iets te kantelen.<br />
INBOUWEN<br />
5<br />
Bouw de afdichtkap van de xenonlamp uit.<br />
111431<br />
N.B.:<br />
Zet de afstelschroef van de stelmotor vast met<br />
zes omwentelingen bij het vervangen door een<br />
nieuw onderdeel.<br />
Houd de parabool naar de achterkant van de koplamp<br />
door aan de module van de lamp te trekken.<br />
3<br />
2<br />
4<br />
1<br />
80C-10<br />
80C<br />
Klik het kogeldraaipunt in het klemmetje van de koplamp.<br />
LET OP<br />
Het kogeldraaipunt moet niet alleen de groef<br />
raken, maar moet er goed in liggen.<br />
Draai de stelmotor een achtste slag naar de binnenkant<br />
van de auto.<br />
Sluit de stekker van de stelmotor aan.<br />
Zet de afstelschroef van de stelmotor los (zes omwentelingen).<br />
Stel de koplampen af (zie 80C, Xenonlampen, Xenonkoplampen:<br />
Afstellen).
XENONLAMPEN<br />
Rekeneenheid xenonlamp: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
BELANGRIJK:<br />
- Het is verboden een lamp te laten branden buiten<br />
de koplamp (gevaarlijk voor de ogen).<br />
- De xenonlampen werken met een spanning van<br />
20000 V bij het ontsteken en daarna met een 85 V<br />
wisselspanning.<br />
- Wacht tot de « hoogspanningsmodule » afgekoeld<br />
is voordat u hem demonteert.<br />
- De accu moet daarom altijd worden losgekoppeld<br />
voordat u aan de werkzaamheden begint.<br />
UITBOUWEN<br />
Maak de accukabels los, te beginnen met de negatieve<br />
pool.<br />
Maak de rekeneenheid (1) los.<br />
Maak de stekkers los.<br />
INBOUWEN<br />
1<br />
111491<br />
Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />
Zet de accukabels weer vast, te beginnen met de positieve<br />
pool.<br />
LET OP<br />
Het systeem van de xenonlampen moet beslist<br />
worden geïnitialiseerd (zie 80C, Xenonlamp,<br />
Xenonkoplamp: Afstellen).<br />
80C-11<br />
80C
XENONLAMPEN<br />
Opname element voor van de koplampverstelling: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 80C<br />
bevestigingsbout van<br />
het opname element<br />
Het opname element wagenhoogte voor bevindt zich<br />
achter het wiel links voor.<br />
UITBOUWEN<br />
Aantrekkoppelsm<br />
8 N.m<br />
18852<br />
Bouw uit:<br />
- het klemmetje op het einde van het stangetje (1),<br />
- de bevestigingsbouten van het opname element<br />
(2).<br />
Maak de stekker van de sensor los.<br />
Bouw het opname element wagenhoogte uit.<br />
INBOUWEN<br />
Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />
LET OP<br />
Vervang het klemmetje op het einde van het stangetje<br />
na iedere demontage.<br />
2<br />
1<br />
80C-12<br />
Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigingsbout<br />
van het opname element (8 N.m).<br />
LET OP<br />
Het systeem van de xenonlampen moet beslist<br />
worden geïnitialiseerd (zie 80C, Xenonlamp,<br />
Xenonkoplamp: Afstellen).
XENONLAMPEN<br />
Opname element achter van de koplampverstelling: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 80C<br />
bevestigingsbout van de<br />
steun van het opname<br />
element hoogte achter<br />
Het opname element wagenhoogte achter bevindt zich<br />
achter het wiel links achter.<br />
Bouw uit:<br />
- het klemmetje op het einde van het stangetje,<br />
- de bevestigingsmoer van de steun (1).<br />
Maak de stekker (2) los.<br />
Bouw uit:<br />
- het opname element en zijn steun,<br />
- de bevestigingsbouten (3) van het opname element.<br />
INBOUWEN<br />
Aantrekkoppelsm<br />
8 N.m<br />
18853<br />
Plaats het opname element met zijn steun op de<br />
auto.<br />
LET OP<br />
Vervang het klemmetje op het einde van het stangetje<br />
na iedere demontage.<br />
Zet met het aantrekkoppel vast: de bevestigingsbout<br />
van de steun van het opname element<br />
hoogte achter (8 N.m).<br />
2<br />
3<br />
1<br />
80C-13<br />
Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />
LET OP<br />
Het systeem van de xenonlampen moet beslist<br />
worden geïnitialiseerd (zie 80C, Xenonlamp,<br />
Xenonkoplamp: Afstellen).
UITBOUWEN<br />
VERLICHTING ACHTER<br />
Derde remlicht: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
18319<br />
Bouw de bekleding van de achterklep uit (zie MR<br />
396, Carrosserie, 73A, Bekleding kappen en kleppen,<br />
Bekleding achterklep).<br />
Druk naar boven en naar achteren op de klemmetjes<br />
(1) om het derde remlicht los te maken.<br />
Maak de stekker los.<br />
N.B.:<br />
- Voor het vervangen van de lamp, gebruikt u een<br />
goedgekeurde lamp W16W.<br />
- Het derde remlicht van de hatchback heeft een<br />
lamp. Het derde remlicht van de break heeft diodes.<br />
INBOUWEN<br />
Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />
1<br />
81A-1<br />
81A
VERLICHTING ACHTER<br />
Lichten van achterklep: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
De achterlichten zijn in twee delen uitgevoerd, een in<br />
het scherm en een in de achterklep.<br />
UITBOUWEN<br />
Bouw uit:<br />
- de dop,<br />
- de achterste bevestigingsbout (1).<br />
Bouw het licht uit.<br />
Maak de stekker los.<br />
113460<br />
113459<br />
Maak de lamphouder los door te drukken op de lipjes<br />
(2).<br />
81A-2<br />
INBOUWEN<br />
81A<br />
Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.
VERLICHTING ACHTER<br />
Achterlicht op scherm: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
De achterlichten zijn in twee delen uitgevoerd, een in<br />
het scherm en een in de achterklep.<br />
UITBOUWEN<br />
I - LICHTEN OP ZIJSCHERM (HATCHBACK)<br />
Bouw de achterste bevestigingsmoer (1) uit.<br />
Maak de stekker los.<br />
Bouw het licht uit.<br />
113461<br />
113458<br />
Maak de lamphouder los door te drukken op het lipje<br />
(2).<br />
81A-3<br />
II - LICHTEN OP ZIJSCHERM (BREAK)<br />
Verwijder de schroeven (3).<br />
Bouw het toegangsluik uit.<br />
81A<br />
Verwijder de twee stukken beschermschuim.<br />
Bouw uit:<br />
- de schroef (4),<br />
- het licht op het achterscherm door met een schroevendraaier<br />
te drukken op de richtpen (5).<br />
Maak de stekker los.<br />
113465<br />
113466
INBOUWEN<br />
VERLICHTING ACHTER<br />
Achterlicht op scherm: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />
81A-4<br />
81A
UITBOUWEN<br />
VERLICHTING ACHTER<br />
Kentekenverlichting: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
108174<br />
Wip de verlichting los met een schroevendraaier.<br />
Maak de stekker los.<br />
N.B.:<br />
Voor het vervangen van de lamp, gebruikt u een<br />
goedgekeurde lamp W5W.<br />
INBOUWEN<br />
Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />
81A-5<br />
81A
BINNENVERLICHTING<br />
Werking<br />
I - BIJZONDERHEID<br />
De auto's hebben, afhankelijk van de uitvoering:<br />
- onafhankelijke verlichting onder de portieren (die<br />
brandt bij het openen van het betreffende portier),<br />
- tijdgeschakelde binnenlichten (voor en achter),<br />
- verlichting onder het dashboard en verlichting onder<br />
de voorstoelen gekoppeld aan de binnenlichten,<br />
- verlichting in de bagageruimte,<br />
- verlichte make-up spiegels in de zonnekleppen.<br />
II - WERKING VAN DE TIJDSCHAKELING<br />
De binnenverlichting (plafond en voetenruimtes) worden<br />
direct ingeschakeld door het huis met hulporganen<br />
interieur:<br />
- bij het openen van een portier of de achterklep,<br />
- bij het ontgrendelen van de portieren via de afstandsbediening<br />
(of door de handsfree functie),<br />
- bij het verwijderen van de RENAULT-kaart uit de<br />
kaartlezer.<br />
Bij het uitschakelen van de binnenverlichting gebruikt<br />
het huis met hulporganen interieur, afhankelijk van het<br />
geval, een vertraging:<br />
- uitschakeling zonder vertraging:<br />
• bij het vergrendelen van de portieren via de afstandsbediening<br />
(portieren/klep gesloten),<br />
- uitschakeling met vertraging:<br />
• na het sluiten van het laatste portier/klep,<br />
• bij het ontgrendelen van de portieren/klep via de afstandsbediening,<br />
• bij het aanzetten van het contact.<br />
N.B.:<br />
Als een portier of klep lang open staat, zonder aanzetten<br />
of uitzetten van het contact, dooft het huis<br />
met hulporganen interieur de binnenverlichting na<br />
een vertraging van ongeveer 15 minuten.<br />
81B-1<br />
81B
BINNENVERLICHTING<br />
Binnenlicht: Algemeen<br />
Afhankelijk van de plaats van het binnenlicht en het uitrustingsniveau<br />
van de auto, kan het licht zijn voorzien<br />
van:<br />
- een enkele centrale lichtschakelaar,<br />
- een centrale lichtschakelaar en een kaartleeslampje,<br />
- een centrale lichtschakelaar met regelbare lichtsterkte<br />
en twee kaartleeslampjes.<br />
81B-2<br />
81B
UITBOUWEN<br />
2<br />
BINNENVERLICHTING<br />
Binnenlicht: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
18879<br />
19255<br />
Maak de doorschijnende kap (1) los.<br />
Trek aan de bevestigingsgrendels (2).<br />
Verwijder de stekker met een draaiende beweging.<br />
Maak de stekker los.<br />
INBOUWEN<br />
Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />
1<br />
81B-3<br />
81B
BINNENVERLICHTING<br />
Verlichting make-up spiegel: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 81B<br />
Afhankelijk van de uitvoering, hebben de make-up<br />
spiegels verlichting in de hemelbekleding.<br />
De schakelaar bevindt zich op het klepje (1) van de<br />
zonneklep (4). De stroom naar de verlichting (2) loopt<br />
via de centrale bevestiging (3) van de zonneklep.<br />
81B-4<br />
UITBOUWEN<br />
Maak los :<br />
- de lichtkap van het lichtpunt (2),<br />
- het lichtpunt,<br />
- de stekker.<br />
1<br />
18991<br />
19250<br />
N.B.:<br />
De werking van de schakelaar kan worden<br />
gecontroleerd via de verbinding naar de centrale<br />
bevestiging (2):<br />
- klepje van de spiegel gesloten (schakelaar<br />
open) = lamp uit = weerstand oneindig,<br />
- klepje van de spiegel open (schakelaar gesloten)<br />
= lamp aan = weerstand nul,<br />
2<br />
4<br />
3
BINNENVERLICHTING<br />
Verlichting make-up spiegel: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 81B<br />
INBOUWEN<br />
Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />
81B-5
BINNENVERLICHTING<br />
Verlichting onder portier: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
De portieren hebben onafhankelijke verlichting die<br />
wordt aangestuurd door het huis met hulporganen interieur<br />
bij het openen van het portier. Alleen de lamp van<br />
het betreffende portier gaat branden.<br />
UITBOUWEN<br />
113463<br />
Bouw de verlichting onder het portier (1) uit met behulp<br />
van het gereedschap (Car. 1597).<br />
Ontgrendel de lamphouder met een kwart slag.<br />
INBOUWEN<br />
Onmisbaar speciaal gereedschap<br />
Car. 1597 Hefboom voor het losmaken<br />
van de klemmetjes<br />
van de<br />
handgreep achter<br />
113464<br />
Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />
81B-6<br />
81B
BINNENVERLICHTING<br />
Verlichting in dashboardkastje: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 81B<br />
UITBOUWEN<br />
1<br />
18473<br />
Bouw uit:<br />
- de bevestigingsschroef van de bekleding van de<br />
opbergruimte,<br />
- de bekleding van de opbergruimte,<br />
- het lichtpunt (1) door op de bevestigingsgrendel te<br />
drukken.<br />
Maak de stekker los.<br />
INBOUWEN<br />
Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />
N.B.:<br />
Voor het vervangen van de lamp, gebruikt u een<br />
goedgekeurde lamp C5W.<br />
81B-7
BINNENVERLICHTING<br />
Verlichting onder dashboard: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 81B<br />
2<br />
1<br />
18631<br />
18832<br />
De auto heeft lampen voor de verlichting onder het dashboard<br />
en onder de voorstoel die zijn gekoppeld aan de<br />
binnenverlichting. Zij bevinden zich:<br />
- onder het dashboardkastje (passagierskant),<br />
- onder de voorstoelen (1) (afhankelijk van de uitvoering),<br />
- onder het stuurwiel (2).<br />
Deze lampen worden aangestuurd door het huis met<br />
hulporganen interieur :<br />
- bij het ontgrendelen van de portieren via de afstandsbediening<br />
(of de handsfree functie),<br />
81B-8<br />
- bij het openen van een portier,<br />
- als de Renault-kaart uit de lezer wordt getrokken.<br />
UITBOUWEN<br />
Draai het lichtpunt rechtsom.<br />
INBOUWEN<br />
Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />
N.B.:<br />
Voor het vervangen van de lamp, gebruikt u een<br />
goedgekeurde lamp W5W.
UITBOUWEN<br />
BINNENVERLICHTING<br />
Bagageverlichting: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
113462<br />
Maak de bagageverlichting los door op de klemmetjes<br />
(1) te drukken.<br />
Maak de stekker los.<br />
INBOUWEN<br />
Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />
N.B.:<br />
Voor het vervangen van de lamp, gebruikt u een<br />
goedgekeurde lamp C5W.<br />
81B-9<br />
81B
ZEKERING<br />
Zekering stroomonderbreker: Identificatie<br />
1<br />
111497<br />
De zekering stroomonderbreker bevindt zich in de middenconsole,<br />
onder de asbak (1).<br />
N.B.:<br />
Gebruik een zekering van 10 A, één van de reservezekeringen.<br />
81C-1<br />
81C
STARTVERGRENDELING<br />
Algemeen<br />
De startvergrendeling wordt gestuurd via kaartherkenningssysteem<br />
van de Renault kaart met een continu<br />
variabele code (gecrypteerd V3).<br />
De startvergrendeling heeft geen noodcode maar een<br />
reparatiecode die levenslang aan de auto is toegewezen<br />
tijdens de fabricage.<br />
Het systeem kan maximaal vier Renault kaarten bevatten.<br />
De Renault kaarten met « eenvoudige » afstandsbediening<br />
en « handsfree » zijn verschillend en kunnen<br />
niet op een en dezelfde auto worden gebruikt.<br />
Bij verlies of diefstal van een auto, kan een Renault<br />
kaart onwerkzaam worden gemaakt. Deze kan, indien<br />
nodig, opnieuw aan dezelfde auto worden toegewezen.<br />
LET OP<br />
Met dit systeem is het niet mogelijk verschillende<br />
elementen (huis met hulporganen interieur en<br />
Renault kaarten of huis met hulporganen interieur<br />
en rekeneenheid van het inspuitsysteem) tegelijk te<br />
vervangen. Deze onderdelen worden ongecodeerd<br />
geleverd.<br />
Bij het vervangen van een element, met één van de elementen<br />
van het systeem de oorspronkelijke code van<br />
de auto in het geheugen hebben (zie 82A, Startvergrendeling,<br />
Inlezen).<br />
De door de onderdelen van het systeem ingelezen<br />
code kan niet worden gewist.<br />
N.B.:<br />
Voor de bijzonderheden van het huis met hulporganen<br />
interieur (zie 87B, Huis met hulporganen interieur,<br />
Huis met hulporganen interieur).<br />
Voor de bijzonderheden van het openen-sluiten van<br />
de portieren (zie 87C, Regeling van de portieren).<br />
82A-1<br />
82A<br />
23304<br />
De Renault kaart heeft met een noodsleutel (1) waarmee<br />
het portier geopend kan worden in geval van een<br />
storing.<br />
De Renault kaart die door het onderdelenmagazijn geleverd<br />
wordt heeft geen noodsleutel. Op de plaats van<br />
de noodsleutel is een bescherming geplaatst.<br />
N.B.:<br />
Het is mogelijk om een noodsleutel bij het magazijn<br />
te bestellen onder vermelding van de reparatiecode<br />
en het identificatienummer van de auto.<br />
1
1<br />
6<br />
Het systeem bestaat uit:<br />
STARTVERGRENDELING<br />
Beschrijving<br />
- twee Renault kaarten (1) (het systeem kan maximaal<br />
vier kaarten bevatten),<br />
- een kaarthouder (2),<br />
- een huis met hulporganen interieur (3), in het interieur,<br />
- rood controlelampje van de startvergrendeling (4),<br />
- een rekeneenheid van het inspuitsysteem (5),<br />
- een elektrische stuurkolomgrendel (6),<br />
- een startknop (7),<br />
13<br />
14<br />
10<br />
11<br />
12<br />
9 5 4 8<br />
- een rekeneenheid van de airbag (8),<br />
- een rekeneenheid van het ABS (9),<br />
- een opname element koppelingspedaal (10),<br />
- een opname element stand "neutraal" van de versnellingsbak<br />
(11),<br />
- een opname element rempedaal (12) (specifiek voor<br />
de handsfree uitvoering),<br />
- twee antennes voor de regeling van de portieren (13)<br />
(specifiek voor de handsfree uitvoering, worden niet<br />
gebruikt voor de startvergrendeling),<br />
7<br />
2<br />
3<br />
82A-2<br />
16<br />
15<br />
82A<br />
100269<br />
- vier startantennes (14) verbonden met de kaarthouder<br />
(specifiek voor de handsfree uitvoering),<br />
- een claxon (15) (specifiek voor de handsfree uitvoering,<br />
wordt niet gebruikt voor de startvergrendeling),<br />
- handgrepen en sloten (16) (specifiek voor de handsfree<br />
uitvoering, worden niet gebruikt voor de startvergrendeling).
STARTVERGRENDELING<br />
Werking<br />
I - EENVOUDIGE WERKING<br />
Als de startvergrendeling operationeel is, knippert het<br />
rode controlelampje van de startvergrendeling. De<br />
elektrische stuurkolomgrendel is geblokkeerd.<br />
De startvergrendeling wordt enkele secondes na het afzetten<br />
van het contact geactiveerd.<br />
- Bij een druk op de startknop of op het rempedaal, ondervraagt<br />
het huis met hulporganen interieur de kaartlezer,<br />
als de Renault kaart in de kaartlezer zit.<br />
- De kaartlezer ontvangt de code van de Renault kaart<br />
en stuurt deze naar het huis met hulporganen interieur.<br />
- Als de code wordt herkend door het huis met hulporganen<br />
interieur, stuurt dit via het multiplexnetwerk een<br />
gecodeerd signaal naar de stuurkolomgrendel.<br />
- Als het gecodeerde signaal dat de stuurkolomgrendel<br />
ontvangt, gelijk is aan dat wat hij in zijn geheugen<br />
heeft, ontgrendelt deze de stuurkolom en stuurt hij<br />
een bevestiging naar het huis met hulporganen interieur.<br />
- Als het huis met hulporganen interieur dit bericht ontvangt,<br />
brengt het huis met hulporganen interieur de<br />
voeding voor het « rijden » tot stand en dooft het rode<br />
lampje van de startvergrendeling.<br />
- Als de voeding voor het « rijden » is ingeschakeld,<br />
sturen het huis met hulporganen interieur en de rekeneenheid<br />
van het inspuitsysteem elkaar gecodeerde<br />
signalen via het multiplexnetwerk.<br />
Branden controlelampje<br />
Contact<br />
aan<br />
II - WERKING « HANDSFREE »<br />
Als de startvergrendeling operationeel is, knippert het<br />
rode controlelampje van de startvergrendeling. De<br />
82A-3<br />
82A<br />
- Als de signalen van het huis met hulporganen interieur<br />
en die van de rekeneenheid van het inspuitsysteem<br />
overeenkomen, geeft het huis met hulporganen<br />
interieur toestemming voor het starten van de motor<br />
en het inspuitsysteem ontgrendelt zich.<br />
1 - Bijzondere situaties<br />
- Als de rekeneenheid van het inspuitsysteem of de<br />
stuurkolomgrendel geen referentiecode in het geheugen<br />
heeft neemt hij de ontvangen code op in zijn geheugen.<br />
- Als er een probleem is met de overeenkomst tussen<br />
de codes, blijft het systeem vergrendeld. Het rode<br />
controlelampje van de startvergrendeling knippert of<br />
brandt continu (zie overzichtstabel van de lampjes).<br />
- Als het huis met hulporganen interieur nieuw (ongecodeerd)<br />
is, blijft het controlelampje van de startvergrendeling<br />
uit.<br />
LET OP<br />
Als gestart wordt met een accu met een lage accuspanning<br />
is het mogelijk dat de startvergrendeling<br />
door de spanningsdaling opnieuw wordt ingeschakeld.<br />
Als de spanning te laag is kan er niet worden<br />
gestart, zelfs niet als de auto wordt aangeduwd.<br />
2 - Tabel van de werking van de lampjes<br />
Mogelijke oorzaak<br />
Knipperend Nee Startvergrendeling in actie (geen kaart<br />
herkend in de kaartlezer)<br />
Snel knipperend (de<br />
kaartlezer knippert<br />
tegelijk mee)<br />
Nee Kaart niet herkend door de kaartlezer. De<br />
kaart is niet van de auto of niet langer<br />
toegewezen aan de auto.<br />
Vast Nee Probleem met de elektrische stuurkolomgrendel<br />
of de multiplexverbinding.<br />
Continu Ja De elektrische stuurkolomgrendel is<br />
ontgrendeld.<br />
De auto heeft een probleem van het inspuitsysteem.<br />
Continu 3 s en dan<br />
uit<br />
Ja Starten van de motor.<br />
elektrische stuurkolomgrendel is geblokkeerd:<br />
- Tijdens het indrukken van de startknop, ondervraagt<br />
de auto de kaart via de startantennes (125 kHz).
STARTVERGRENDELING<br />
Werking<br />
- De kaart antwoordt op een frequentie van 433 MHz of<br />
315 MHz (afhankelijk van het land).<br />
- De code van de kaart wordt ontvangen door het huis<br />
met hulporganen interieur.<br />
- Als de code wordt herkend door het huis met hulporganen<br />
interieur, stuurt dit via het multiplexnetwerk een<br />
gecodeerd signaal naar de stuurkolomgrendel.<br />
- Als het gecodeerde signaal dat de stuurkolomgrendel<br />
ontvangt, gelijk is aan dat wat hij in zijn geheugen<br />
heeft, ontgrendelt deze de stuurkolom en stuurt hij<br />
een bevestiging naar het huis met hulporganen interieur.<br />
- Als het huis met hulporganen interieur het bericht ontvangt<br />
van de elektrische stuurkolomgrendel, stelt het<br />
huis met hulporganen interieur de voeding « rijden »<br />
in en dooft het rode lampje van de startvergrendeling.<br />
- Als de voeding voor het « rijden » is ingeschakeld,<br />
sturen het huis met hulporganen interieur en de rekeneenheid<br />
van het inspuitsysteem elkaar gecodeerde<br />
signalen via het multiplexnetwerk.<br />
- Als de signalen van het huis met hulporganen interieur<br />
en die van de rekeneenheid van het inspuitsysteem<br />
overeenkomen, geeft het huis met hulporganen<br />
interieur toestemming voor het starten van de motor<br />
en het inspuitsysteem ontgrendelt zich.<br />
Branden controlelampje<br />
Bericht instrumentenpaneel<br />
Knipperend Indrukken rem + start of<br />
koppeling<br />
Knipperend Kaartlezer defect of kaart<br />
niet gedetecteerd<br />
Knipperend Stuurkolom niet geblokkeerd<br />
of kaart niet herkend<br />
Vast Inspuitsysteem defect -<br />
Startvergrendeling defect<br />
Continu 3 s en dan<br />
uit<br />
Contact<br />
aan<br />
82A-4<br />
82A<br />
1 - Bijzondere situaties<br />
- De « handsfree » Renault kaart werkt met een batterij.<br />
Als het batterijtje niet werkt, kan de kaart in de kaarthouder<br />
worden gestoken. De auto werkt als een<br />
« eenvoudige » (zonder « handsfree » functie).<br />
- Als de rekeneenheid van het inspuitsysteem of de<br />
stuurkolomgrendel geen referentiecode in het geheugen<br />
heeft neemt hij de ontvangen code op in zijn geheugen.<br />
- Als er een probleem is met de overeenkomst tussen<br />
de codes, blijft het systeem vergrendeld. Het rode<br />
controlelampje van de startvergrendeling knippert of<br />
brandt vast en het instrumentenpaneel toont berichten.<br />
Zie de tabel van de werking van de lampjes<br />
- Als het huis met hulporganen interieur nieuw (ongecodeerd)<br />
is, knippert het controlelampje van de startvergrendeling.<br />
LET OP<br />
Als gestart wordt met een accu met een lage accuspanning<br />
is het mogelijk dat de startvergrendeling<br />
door de spanningsdaling opnieuw wordt ingeschakeld.<br />
Als de spanning te laag is kan er niet worden<br />
gestart, zelfs niet als de auto wordt aangeduwd.<br />
2 - Tabel van de werking van de lampjes<br />
Mogelijke oorzaak<br />
Nee Startvergrendeling in actie (geen kaart<br />
herkend in de kaarthouder)<br />
Nee Kaart niet herkend door de kaarthouder.<br />
De kaart is niet van de auto of niet langer<br />
toegewezen aan de auto.<br />
Nee Probleem met de elektrische stuurkolomgrendel<br />
of de multiplexverbinding.<br />
Ja De elektrische stuurkolomgrendel is<br />
ontgrendeld.<br />
De auto heeft een probleem van het inspuitsysteem.<br />
- Ja Starten van de motor.<br />
III - NOODZAKELIJKE VOORWAARDEN VOOR HET<br />
STARTEN VAN DE MOTOR<br />
1 - Bijzonderheden van het « eenvoudige »systeem<br />
- Kaart in de kaartlezer,
STARTVERGRENDELING<br />
Werking<br />
- Transponder (ingebouwd in kaartlezer), elektrische<br />
stuurkolomgrendel en rekeneenheid van het inspuitsysteem<br />
herkend,<br />
- Koppelingspedaal ontkoppeld of rempedaal ingedrukt<br />
en handgeschakelde versnellingsbak in de neutraal<br />
stand,<br />
- Rempedaal ingedrukt en automatische transmissie in<br />
stand « Neutraal » of « Parking ».<br />
2 - Bijzonderheden « handsfree »systeem<br />
- Kaart in startzone,<br />
- Kaart, elektrische stuurkolomgrendel en rekeneenheid<br />
van het inspuitsysteem herkend,<br />
- Koppelingspedaal ontkoppeld of rempedaal ingedrukt<br />
en handgeschakelde versnellingsbak in de neutraal<br />
stand,<br />
- Rempedaal ingedrukt en automatische transmissie in<br />
stand « Neutraal » of « Parking ».<br />
82A-5<br />
82A
STARTVERGRENDELING<br />
Startantennes: Werking<br />
De auto's met het « handsfree » systeem hebben vier<br />
antennes voor het starten de twee andere voor de regeling<br />
van de portieren.<br />
- de antennes (1) en (2) voor de detectie van de kaart<br />
(zone voorin) bevinden zich op de dashboarddwarsbalk<br />
en bij de versnellingshendel.<br />
- de antenne (3) voor de detectie van de kaart (zone<br />
achterin) bevindt zich achter in de middenconsole.<br />
- de antenne (4) voor de detectie van de kaart (zone<br />
achterin) bevindt zich achter de achterstoelen onder<br />
de vloerbekleding.<br />
N.B.:<br />
De break heeft geen openingsantenne in de schildbumper<br />
achter.<br />
Voor het uitbouwen van de antennes van de portiervergrendeling<br />
(zie 87C, Regeling van de portieren,<br />
Openingsantenne).<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
82A-6<br />
111849<br />
82A
STARTVERGRENDELING<br />
Startantenne: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
Het uitbouwen van de antennes is gelijk, ongeacht de<br />
plaats van de antennes.<br />
De details van het uitbouwen van de antenne van zijn<br />
klemmetje laten wij zien voor antenne 3.<br />
LET OP<br />
De bevestigingsklemmetjes van de antennes en le<br />
centreerder voor de vergrendeling zijn breekbaar;<br />
werk voorzichtig.<br />
UITBOUWEN<br />
I - ANTENNE 1 (ZONE VOOR)<br />
Bouw het dashboard uit (zie 83A, Instrumenten -<br />
dashboard, Dashboard).<br />
Maak de stekker los.<br />
Druk omhoog, aan de kant van de stekker, zodat de<br />
centreerder (1) uit zijn houder komt.<br />
Maak de antenne los met een kleine platte schroevendraaier<br />
en schuif de antenne naar de voorzijde<br />
van de auto (zie details Antenne 3).<br />
II - ANTENNE 2 (ZONE VOOR)<br />
Bouw de middenconsole uit (zie 57A, Accessoires<br />
interieur, Middenconsole).<br />
1<br />
111295<br />
82A-7<br />
82A<br />
Maak een uitsnijding in de mat (2) volgens de illustratie<br />
hierboven.<br />
Bouw de ventilatiekanalen uit bij (3) en (4).<br />
111433<br />
N.B.:<br />
Gebruik klemmetjes (nummer 77 01 047 751)<br />
voor het weer vastmaken van de twee delen van<br />
de mat.<br />
4<br />
2<br />
3<br />
111434
STARTVERGRENDELING<br />
Startantenne: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
5<br />
111435<br />
Bouw de bevestigingsschroeven (5) van de steunplaat<br />
van de diagnoseaansluiting uit.<br />
Bouw de plaat gedeeltelijk uit.<br />
Maak de stekker van de antenne los.<br />
Druk omhoog, aan de kant van de stekker, zodat de<br />
centreerder uit zijn houder komt.<br />
Maak de antenne (6) los met een kleine platte<br />
schroevendraaier en schuif de antenne naar links<br />
(zie details Antenne 3).<br />
III - ANTENNE 3 (CENTRALE ZONE)<br />
Bouw de middenconsole uit (zie 57A, Accessoires<br />
interieur, Middenconsole).<br />
6<br />
82A-8<br />
82A<br />
111444<br />
Druk (7), aan de kant van de stekker, zodat de centreerder<br />
(8) uit zijn houder komt.<br />
Maak de antenne (9) los met een kleine platte<br />
schroevendraaier en schuif de antenne (10).<br />
IV - ANTENNE 4 (ZONE ACHTER)<br />
Bouw de mat van de bagageruimte uit (zie 71A, Interieurbekleding,<br />
Mat bagageruimte).<br />
9<br />
8<br />
10<br />
7
STARTVERGRENDELING<br />
Startantenne: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
111441<br />
Maak de stekker (11) los.<br />
Druk omhoog, aan de kant van de stekker, zodat de<br />
centreerder uit zijn houder komt.<br />
Maak de antenne los met een kleine platte schroevendraaier<br />
en schuif de antenne naar rechts (zie details<br />
Antenne 3).<br />
INBOUWEN<br />
11<br />
Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />
Controleer of het systeem goed werkt.<br />
82A-9<br />
82A
UITBOUWEN<br />
STARTVERGRENDELING<br />
Knop voor het starten: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
Maak de bekleding los.(1)<br />
3<br />
1<br />
2<br />
Trek het stuurwiel zoveel mogelijk in de lage stand.<br />
Zet de onderste schroeven van de kappen (2) los.<br />
Maak de bovenste kap (3) los.<br />
Bouw het geheel "bovenste kap, bekleding" uit.<br />
111206<br />
111207<br />
82A-10<br />
4<br />
82A<br />
18830<br />
101923<br />
Knijp de klemmetjes van de startknop (4) in via de<br />
bovenkant van de stuurkolom.<br />
Verwijder de startknop.<br />
Maak de stekker los.<br />
INBOUWEN<br />
Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.
STARTVERGRENDELING<br />
Elektrische stuurkolomgrendel: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 82A<br />
diagnoseapparaat<br />
bevestigingsbout van de<br />
stuurkolomgrendel<br />
Onmisbaar materiaal<br />
Aantrekkoppelsm<br />
8 N.m<br />
De elektrische stuurkolomgrendel is vastgezet op de<br />
stuurkolom.<br />
LET OP<br />
Voor het uitbouwen van de stuurkolomgrendel, moet<br />
u de rekeneenheid van de airbag vergrendelen met<br />
behulp van het diagnoseapparaat (zie 88C, Airbag<br />
en gordelspanners, Vergrendelen van de<br />
rekeneenheid van de airbag). Alle ontstekingscircuits<br />
zijn hierdoor vergrendeld en het airbaglampje<br />
op het instrumentenpaneel brandt vast (met contact<br />
aan). De stuurkolomgrendel is ontgrendeld.<br />
Voor het uitbouwen van de grendel moet de<br />
stuurkolom zijn ontgrendeld.<br />
82A-11<br />
UITBOUWEN<br />
Bouw de bevestigingsbout (1) van de elektrische<br />
stuurkolomgrendel uit door deze rechtsom te<br />
draaien.<br />
Maak de stekker los.<br />
111294<br />
100231<br />
N.B.:<br />
De bevestigingsbout van de elektrische stuurkolomgrendel<br />
heeft linkse schroefdraad.<br />
De elektrische stuurkolomgrendel kan alleen<br />
ontgrendeld worden uitgebouwd.<br />
1
STARTVERGRENDELING<br />
Elektrische stuurkolomgrendel: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 82A<br />
INBOUWEN<br />
Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />
Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigingsbout<br />
van de stuurkolomgrendel (8 N.m).<br />
CODERING VAN DE ELEKTRISCHE<br />
STUURKOLOMGRENDEL<br />
N.B.:<br />
De grendel wordt ongecodeerd geleverd. Hij<br />
moet daarom bij de montage de code inlezen van<br />
het startvergrendelingssysteem voor het vrijgeven<br />
van het aanzetten van het contact.<br />
LET OP<br />
De rekeneenheid van het inspuitsysteem<br />
behoudt levenslang zijn startvergrendelingscode.<br />
Het is daarom verboden tests uit te voeren met<br />
een uit een andere auto of uit het magazijn<br />
geleende elektrische stuurkolomgrendel.<br />
De ingelezen code kan niet gewist worden.<br />
Steek de kaart in de kaartlezer.<br />
Druk op de startknop.<br />
Trek de kaart uit de kaartlezer om het contact uit te<br />
schakelen.<br />
N.B.:<br />
- De elektrische stuurkolomgrendel blokkeert na<br />
enkele secondes de stuurkolom. deze is dan<br />
gecodeerd.<br />
- Het rode waarschuwingslampje van de startvergrendeling<br />
knippert om aan te geven dat de<br />
startvergrendeling actief is.<br />
82A-12
UITBOUWEN<br />
STARTVERGRENDELING<br />
Kaartlezer: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
Onmisbaar speciaal gereedschap<br />
Ms. 1544 Gereedschap voor uitbouwen<br />
autoradio-<br />
Carminat Becker<br />
Ms. 1373 Gereedschap voor het<br />
uitbouwen autoradio<br />
Philips<br />
Maak de stofhoes los.<br />
111256<br />
82A-13<br />
1<br />
82A<br />
Maak de bovenste bekleding van de middenconsole<br />
los bij (1) en bij (2).<br />
Maak de asbak los.<br />
2<br />
111255<br />
111254
STARTVERGRENDELING<br />
Kaartlezer: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
111261<br />
Bouw de radio uit met behulp van het gereedschap<br />
(Ms. 1544) of (Ms. 1373) (afhankelijk van het uitrustingsniveau).<br />
Bouw het bedieningspaneel van de airconditioning<br />
(3) uit.<br />
Maak de stekker los.<br />
5<br />
3<br />
Maak de kaartlezer los met behulp van de klemmetjes<br />
(4) en (5).<br />
INBOUWEN<br />
111445<br />
Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />
4<br />
82A-14<br />
82A
UITBOUWEN<br />
CLAXON<br />
Claxon: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
Aantrekkoppelsm<br />
bevestigingsbout 20 N.m<br />
Bouw de schildbumper voor uit (zie MR396 Carrosserie,<br />
55A, Bescherming buitenkant, Schildbumper<br />
voor: <strong>Uitbouwen</strong>- inbouwen).<br />
1<br />
2<br />
Maak de stekker (1) los.<br />
Bouw uit:<br />
- de bevestigingsbout (2),<br />
- de claxon.<br />
111456<br />
INBOUWEN<br />
Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />
Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigingsbout<br />
(20 N.m).<br />
82B-1<br />
82B
ALARM<br />
Afstandsradar: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
De afstandsradars zijn alle gelijk maar de montages<br />
verschillen:<br />
- bijzonderheid van de hatchback: de afstandsradars<br />
zijn ingebouwd in de band van de schildbumper. Er<br />
zijn twee verschillende schildbumpers.<br />
- bijzonderheid van de break: de afstandsradars zijn in<br />
steunen vastgeklemd. Deze steunen zijn vastgeklemd<br />
op de schildbumper. De vier steunen zijn verschillend<br />
en niet onderling verwisselbaar.<br />
UITBOUWEN<br />
Bouw de schildbumper achter uit (zie MR 396, Carrosserie,<br />
55A, Bescherming buitenkant, Schildbumper<br />
achter).<br />
LET OP<br />
De afstandsradars zijn kwetsbaar en gevoelig<br />
voor warmte, de buitenkant is niet bestand tegen<br />
klappen, behandel ze met zorg.<br />
111314<br />
Maak de stekker los.<br />
Maak de afstandsradar (1)los zonder er krassen op<br />
te maken.<br />
82C-1<br />
BIJZONDERHEID VAN DE BREAK<br />
82C<br />
Maak de steun los uit de schildbumper door op de<br />
klemmetjes (2) te drukken.<br />
Maak de afstandsradar los van zijn steun door op de<br />
klemmetjes (3) te drukken zonder krassen te maken.<br />
INBOUWEN<br />
19253<br />
Klem de afstandsradar vast zonder er krassen op te<br />
maken.<br />
Sluit de stekker van de afstandsradar aan.<br />
BIJZONDERHEID VAN DE BREAK<br />
Maak de afstandsradar vast in zijn steun zonder<br />
krassen te maken.<br />
Maak de steun van de afstandsradar vast op de<br />
schildbumper.<br />
Monteer de schildbumper achter uit (zie MR 396,<br />
Carrosserie, 55A, Bescherming buitenkant,<br />
Schildbumper achter).
INSTRUMENTEN - DASHBOARD<br />
Instrumentenpaneel: Algemeen<br />
Het instrumentenpaneel van het lage gamma heeft de<br />
volgende functies:<br />
- Bijzonderheid benzine:<br />
• waarschuwingslampje gas (LPG),<br />
• toerenteller tot 7125 tr/min.<br />
- Bijzonderheid diesel:<br />
• waarschuwingslampje roetfilter,<br />
• toerenteller tot 5000 tr/min.<br />
- Zichtbaar door analoge wijzers:<br />
• rijsnelheid,<br />
• toerenteller,<br />
• brandstofpeil (benzine, diesel of gas),<br />
• koelvloeistoftemperatuur.<br />
- Zichtbaar op display:<br />
• afstandsmeter totaal- en dagteller: informatie ABS/<br />
ESP via CAN,<br />
• oliepeil,<br />
• boordcomputer:<br />
- verbruikte brandstof (benzine, gas of diesel),<br />
- gemiddeld verbruik (benzine, gas of diesel),<br />
- actueel verbruik (benzine of diesel),<br />
- actieradius brandstof (benzine, gas of diesel),<br />
- afgelegde afstand,<br />
- gemiddelde snelheid,<br />
- afstand tot olie verversen<br />
- Zichtbaar op een monochroom infoscherm met<br />
informatie over de staat van de werking van de auto<br />
door een kleurensysteem:<br />
• wit : boodschap over de staat (snelheidsregelaar,<br />
auto zonder sleutel, enz.),<br />
• oranje: waarschuwingsboodschappen met risico<br />
(sensor controlesysteem bandenspanning defect,<br />
enz.),<br />
• rood : waarschuwingsboodschappen met gevaar<br />
(temperatuur van de koelvloeistof in de motor, enz.).<br />
- Het infoscherm wordt gebruikt voor de volgende<br />
functies:<br />
• auto zonder sleutel,<br />
• controlesysteem bandenspanning<br />
• staat van de portieren,<br />
83A-1<br />
• indicator automatische transmissie (optie),<br />
N.B.:<br />
- Beheer van een multifunctionele zoemer:<br />
83A<br />
Het is mogelijk om in het zelfdiagnoseprogramma<br />
van het instrumentenpaneel te komen. Zet het<br />
contact aan met ingedrukte functiekeuzetoets van<br />
de boordcomputer op het uiteinde van de wisserschakelaar.<br />
• signaleren van de werking van de knipperlichten,<br />
• signaleren van het vergeten van de lichten,<br />
• aan de bestuurder aangeven van het activeren of<br />
deactiveren van de portiervergrendeling tijdens het<br />
rijden,<br />
• aangeven van de storing van het kinderveiligheidssysteem,<br />
• aangeven van het memory systeem van de bestuurdersstoel,<br />
• signaleren van het vergeten van de parkeerrem,<br />
• signaleren van het vergeten van het vastmaken van<br />
de gordel van bestuurder of passagier tijdens het rijden,<br />
• signaleren van het begin van het aangeven van alle<br />
waarschuwingen van de eerste prioriteit (gekoppeld<br />
aan een waarschuwingslampje STOP),<br />
• signaleren van een storing met de eerste prioriteit<br />
door het SSPP : leeglopen of lekke band,<br />
•signaleren bereiken brandstofreserve<br />
« waarschuwing brandstof »,<br />
• signaleren portier/achterklep niet goed gesloten,<br />
• aangeven van overschrijden snelheid van uitvoeringen<br />
Arabië waar een snelheidsverklikker is voorgeschreven.<br />
- De zoemer is werkzaam vanaf het ontwaken van het<br />
instrumentenpaneel, de volgende functies kunnen<br />
werken:<br />
• vergeten lichten,<br />
• knipperlichten,<br />
• kaart vergeten,<br />
• automatische parkeerrem.
INSTRUMENTEN - DASHBOARD<br />
Instrumentenpaneel: Beschrijving<br />
I - AFSTAND TOT OLIE VERVERSEN<br />
Deze informeert de bestuurder over de afstand (in km<br />
of mijlen) die kan worden afgelegd tot de volgende keer<br />
olie verversen (4). Als de afstand kleiner is dan 1500<br />
km of 1000 mijl of als er nog maar 2 maanden overblijven,<br />
knippert de sleutel gedurende 30 s bij het aanzetten<br />
van het contact of als de bladzijde « afstand tot<br />
verversen » zichtbaar is op de boordcomputer. De<br />
sleutel knippert permanent als de afstand 0 is geworden<br />
of na 24 maanden (afhankelijk van motortype en<br />
land).<br />
Initialiseren van de afstand tot het olie verversen:<br />
- zet het contact aan,<br />
- selecteer de bladzijde « afstand tot verversen » op de<br />
boordcomputer,<br />
- druk op de toets « Boordcomputer » gedurende ongeveer<br />
5 s,<br />
- de afstand knippert 4 s en wordt dan vast,<br />
- laat de toets « Boordcomputer » los als de juiste<br />
waarde verschijnt.<br />
II - WERKING VAN HET DISPLAY<br />
1 - Oliepeilmeter<br />
Deze functie verschijnt bij het aanzetten van het contact<br />
of na het starten van de motor gedurende ongeveer<br />
30 secondes .<br />
2<br />
4<br />
3<br />
1<br />
111184<br />
83A-2<br />
83A<br />
Als het peil tussen het maximum en het minimum peil<br />
staat, toont het display « oil ok »(1). Als tijdens deze<br />
secondes, gedrukt wordt op de toets<br />
« Boordcomputer », geeft het display het oliepeil aan in<br />
de vorm van blokjes (3).<br />
Als het oliepeil op het minimumpeil staat bij het aanzetten<br />
van het contact, knipperen de streepjes (2) gedurende<br />
30 s. Het waarschuwingslampje « service » licht<br />
op en blijft branden na het starten van de motor.<br />
N.B.:<br />
Onder normale omstandigheden wordt het oliepeil<br />
alleen gemeten na een onderbreking van het contact<br />
van langer dan 1 minuut; anders wordt de oude<br />
waarde opnieuw getoond.<br />
Als er een storing van de peilzender is gedetecteerd,<br />
gaat het display bij het aanzetten van het<br />
contact direct naar de km-totaalteller.<br />
2 - Kilometerteller<br />
a - Totaalteller<br />
De kilometertotaalteller (5) verschijnt 30 secondes na<br />
het aanzetten van het contact (na de informatie van het<br />
oliepeil). Door drukken op de toets « boordcomputer »<br />
kan deze wachttijd verkort worden.<br />
b - Dagteller<br />
111185<br />
De dagteller (6) wordt in plaats van de totaalteller weergegeven<br />
na een korte druk op de toets<br />
« boordcomputer ».<br />
De nulinstelling gebeurt door het lang indrukken van de<br />
toets « boordcomputer ». De nulinstelling van de dagteller<br />
is niet dezelfde als de nulinstelling van de boordcomputer.<br />
5<br />
6
INSTRUMENTEN - DASHBOARD<br />
Instrumentenpaneel: Beschrijving<br />
N.B.:<br />
De weergave in kilometers of in mijlen kan niet worden<br />
geconfigureerd. Hiervoor moet het instrumentenpaneel<br />
worden vervangen.<br />
3 - De « boordcomputer »<br />
De opeenvolgende gegevens van de boordcomputer<br />
verschijnen in plaats van de km-tellers door lang drukken<br />
op de toets op het einde van de ruitenwisserschakelaar<br />
(toets « boordcomputer »).<br />
De nulinstelling gebeurt door het indrukken van de<br />
toets « nulinstelling ».<br />
a - afgelegde afstand<br />
Sinds de laatste nulinstelling (7).<br />
b - Gemiddelde snelheid<br />
Sinds de laatste nulinstelling, verschijnt deze na ongeveer<br />
400 m te hebben afgelegd (8). Daaronder geeft<br />
het display vaste streepjes aan.<br />
Deze waarde wordt berekend door de afgelegde afstand<br />
te delen door de tijd die is verstreken sinds de<br />
laatste nulinstelling. De tijdbasis is ingebouwd in de<br />
boordcomputer.<br />
c - Bereik met de overgebleven brandstof<br />
Deze verschijnt na ongeveer 400 m te hebben afgelegd<br />
sinds de laatste nulinstelling (9). Daaronder geeft<br />
het display vaste streepjes aan.<br />
9<br />
7<br />
8<br />
111183<br />
83A-3<br />
83A<br />
Bij het berekenen van de actieradius wordt uitgegaan<br />
van de afgelegde afstand, de hoeveelheid in de tank<br />
aanwezige brandstof en de verbruikte brandstof.<br />
N.B.:<br />
Als het waarschuwingslampje brandstofreserve<br />
brandt, wordt geen actieradius aangegeven.<br />
d - Verbruikte brandstof<br />
In liter of in gallon sinds de laatste nulinstelling (10).<br />
e - Gemiddeld verbruik<br />
In l/100 km of MPG, sinds de laatste nulinstelling. Deze<br />
verschijnt nadat ongeveer 400 m is afgelegd (11).<br />
Daaronder geeft het display vaste streepjes aan.<br />
Hierbij wordt gerekend met de afgelegde afstand en de<br />
hoeveelheid verbruikte brandstof sinds de laatste nulinstelling.<br />
f - Actueel verbruik<br />
12<br />
10<br />
13<br />
11<br />
111182<br />
In l/100 km, verschijnt pas als de auto sneller rijdt dan<br />
30 km/u(12), het actueel verbruik wordt vervangen<br />
door streepjes.<br />
N.B.:<br />
Deze functie ontbreekt op de Angelsaksische<br />
uitvoering.
III - DIAGNOSEPROGRAMMA<br />
INSTRUMENTEN - DASHBOARD<br />
Instrumentenpaneel: Beschrijving<br />
Om toegang te krijgen tot het diagnoseprogramma,<br />
houdt u de toets « boordcomputer » op het einde van<br />
de ruitenwisserschakelaar ingedrukt en zet u het contact<br />
aan zonder de motor te starten<br />
De wijzers bewegen met stappen van 1000 tr/min, 40<br />
km/u, van 25˚ en kwarten van de tankinhoud.<br />
De test van het LCD-display verschijnt (13). Alle segmenten<br />
van het display moeten oplichten.<br />
Ga naar de volgende test door op de toets<br />
« boordcomputer » te drukken.<br />
15<br />
16<br />
14<br />
De warde moet overeenkomen met de hoeveelheid<br />
overgebleven brandstof in de tank en liter (14) (zelfs in<br />
de Engelse uitvoering) zolang het waarschuwingsniveau<br />
nog niet is bereikt.<br />
Ga naar de volgende test door op de toets<br />
« boordcomputer » te drukken.<br />
De test brandstofverbruik in liter / uur verschijnt (15)<br />
(draaiende motor).<br />
Een waarde moet aangegeven zijn bij draaiende motor.<br />
Ga naar de volgende test door op de toets<br />
« boordcomputer » te drukken.<br />
Weergave van storingen in het geheugen (16).<br />
112833<br />
Als de letter « t » verschijnt, is er een storing in de informatie<br />
« inspuitsysteem » in het geheugen geregistreerd<br />
gedurende ten minste 4 s.<br />
Als de letter « j » verschijnt, is er een storing in het tankelement<br />
(onderbreking gedurende meer dan 100 s).<br />
De weerstand moet liggen tussen 5 en 350 Ω.<br />
83A-4<br />
83A<br />
Als de letter « d » verschijnt is er een storing in de informatie<br />
« inspuitsysteem ».<br />
Als de letter « h » verschijnt is er een storing in de informatie<br />
oliepeil. De weerstand moet liggen tussen 3 en<br />
20 Ω.<br />
Als er alleen streepjes zijn, is er geen storing gedetecteerd.<br />
Door een druk op de toets « Boordcomputer » kan het<br />
programma worden afgesloten en het storingsgeheugen<br />
gewist.
UITBOUWEN<br />
INSTRUMENTEN - DASHBOARD<br />
Instrumentenpaneel: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
Maak de bekleding los.(1)<br />
2<br />
Trek het stuurwiel zoveel mogelijk in de lage stand,<br />
Zet de onderste schroeven van de kappen los,<br />
Maak de bovenste kap (2) los.<br />
1<br />
111206<br />
111207<br />
Bouw het geheel « bovenste kap, bekleding »(2),(1)<br />
uit,<br />
Maak de stofhoes van de bekleding (1) van de bovenste<br />
kap (2) los.<br />
83A-5<br />
Maak de plaat (3) los.<br />
4<br />
3<br />
5<br />
83A<br />
111208<br />
111209<br />
Maak de bekleding van het instrumentenpaneel los<br />
bij (4), (5).
6<br />
INSTRUMENTEN - DASHBOARD<br />
Instrumentenpaneel: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
7<br />
Bouw de schroef (6) uit.<br />
Maak los :<br />
- het instrumentenpaneel (7),<br />
- de stekkers van het instrumentenpaneel,<br />
Bouw het instrumentenpaneel uit.<br />
111210<br />
INBOUWEN<br />
Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />
Bij het inbouwen van het geheel « bovenste kap,<br />
bekleding »(2),(1) :<br />
- Trek het stuurwiel zoveel mogelijk in de lage stand,<br />
- ze de bovenste kap vast,<br />
- plaats de bekleding (1),<br />
- maak de stofhoes van de bekleding (1) op de bovenste<br />
kap (2) vast,<br />
- maak de bekleding (1) los,<br />
Voer de nodige configuraties uit: (zie 83A Instrumenten<br />
- Dashboard, Instrumentenpaneel, Configuratie).<br />
83A-6<br />
83A
INSTRUMENTEN - DASHBOARD<br />
Instrumentenpaneel: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
B74 of K74, en DOCUMENTATIEFASE 1<br />
Het magazijn levert niet langer het instrumentenpaneel<br />
phase 1. Bij het vervangen van het instrumentenpaneel,<br />
worden automatisch de onderdelen van phase 2<br />
geleverd. Voor deze montage zijn een aantal specifieke<br />
configuraties nodig voor de goede werking van het instrumentenpaneel.<br />
N.B.:<br />
Bouw het vliegwiel niet uit voor het uitbouwen van<br />
het instrumentenpaneel.<br />
UITBOUWEN<br />
Zet de stuurkolom in de laagste stand en trek deze<br />
naar u toe.<br />
Maak los :<br />
18555<br />
- De plaat (1),<br />
- de sierlijst van het instrumentenpaneel (2).<br />
Bouw het geheel "bovenste stuurkolomkap - sierlijst<br />
instrumentenpaneel"(3) en (2) uit.<br />
83A-7<br />
83A<br />
Bouw de bevestigingsschroef (4) van het instrumentenpaneel<br />
uit.<br />
Maak het instrumentenpaneel los.<br />
Maak de twee stekkers van het instrumentenpaneel<br />
los.<br />
Bouw het instrumentenpaneel uit.<br />
INBOUWEN<br />
Sluit de twee stekkers van het instrumentenpaneel<br />
aan.<br />
Plaats:<br />
- het instrumentenpaneel,<br />
- de bevestigingsbouten van het instrumentenpaneel,<br />
- het geheel "sierlijst instrumentenpaneel - bovenste<br />
stuurkolomkap",<br />
- de plaat.<br />
18558<br />
Configureer het instrumentenpaneel (zie 83A, Instrumenten<br />
- dashboard, Instrumentenpaneel: Configuratie,<br />
blz. 83A-9).<br />
N.B.:<br />
Voor het starten van de communicatie met de<br />
rekeneenheid van het instrumentenpaneel, (zie<br />
Instrumentenpaneel : Voorzorgen voor de<br />
reparatie).
INSTRUMENTEN - DASHBOARD<br />
Instrumentenpaneel: Waarschuwingslampjes en tekstberichten 83A<br />
Tekstbericht Waarschuwingslampje stop Lampje Service<br />
Motor te heet x<br />
Storing stuurkolomgrendel x<br />
Storing van het inspuitsysteem x<br />
Storing inspuitsysteem x<br />
Remlichten controleren x<br />
Storing remsysteem x<br />
Markeringslichten controleren x<br />
Relais na contact controleren x<br />
Leeglopen of lekke band x<br />
Storing laadstroom x<br />
Stuurkolom controleren x<br />
ABS defect x<br />
Oliedruk te laag x<br />
Storing automatische parkeerrem x<br />
Storing diefstalbeveiligingssysteem<br />
x<br />
Storing stuurkolomgrendel x<br />
Storing parkeerrem x<br />
Storing LPG x<br />
Storing ESP x<br />
Storing Airbag x<br />
Aftappen x<br />
Storing roetfilter x<br />
Storing ESP x<br />
Antiluchtverontreiniging x<br />
83A-8
Configuratie<br />
INSTRUMENTEN - DASHBOARD<br />
Instrumentenpaneel: Configuratie<br />
83A-9<br />
diagnoseapparaat<br />
N˚ CF Configuratie Opmerking<br />
CF018 Inhoud reserve<br />
LAGUNA phase 2 9 liter<br />
Onmisbaar materiaal<br />
CF019 Type display boordcomputer<br />
Europa (l/100 km)<br />
GB (miles/gallon)<br />
Brazilië (km/l)<br />
CF035 Inhoud tank<br />
LAGUNA phase 2 80 liter<br />
83A<br />
Controleer de aan- of afwezigheid<br />
van de bladzijde boordcomputer<br />
« actueel verbruik ».<br />
CF039 Huis met hulporganen interieur (UCH)<br />
LAGUNA phase 2<br />
CF040 Pollenfilter<br />
Geen<br />
met<br />
CF046 Inhoud van de gastank<br />
60 liter<br />
CF125 Uitvoering taal<br />
Frans<br />
Engels<br />
Italiaans<br />
Duits<br />
Spaans<br />
Nederlands<br />
Portugees<br />
Turks<br />
Japans<br />
Russisch<br />
CF136 Eenheid voor de bandenspanning<br />
bar<br />
Psi<br />
Selectie van de eenheid waarin<br />
de bandenspanning wordt weergegeven.
INSTRUMENTEN - DASHBOARD<br />
Instrumentenpaneel: Configuratie<br />
N˚ CF Configuratie Opmerking<br />
CF137 Type van de auto<br />
83A-10<br />
83A<br />
LAGUNA phase 2 Selectie van de auto waarin het<br />
instrumentenpaneel is gemonteerd.<br />
CF138 Soort brandstof<br />
Benzine<br />
Diesel<br />
Dubbele brandstof benzine/gas<br />
CF139 Spraakmaker<br />
Geen<br />
Met<br />
Benzine : controleer of de<br />
schaalverdeling van de toerenteller<br />
maximaal 7000 tr/min<br />
aangeeft.<br />
Diesel : controleer of de schaalverdeling<br />
van de toerenteller<br />
maximaal 6000 tr/min aangeeft<br />
en het controlelampje<br />
voorverwarming diesel oplicht bij<br />
het aanzetten van het contact.<br />
LAGUNA alleen.<br />
CF140 Eenheid van afstand<br />
km<br />
Miles<br />
CF141 Snelheidsverklikker Arabië<br />
Geen<br />
Met<br />
CF142 ESP<br />
Geen<br />
Met<br />
CF145 Bandenspanning-controlesysteem<br />
Geen<br />
Met<br />
CF146 Automatische parkeerrem<br />
Selectie van de aanwezigheid of<br />
niet van de optie snelheidsregelaar<br />
met afstandsregelaar (radar<br />
aan voorzijde).<br />
Rijden met meer dan 130 km/u<br />
laat een zoemer afgaan.<br />
Als de auto het ESP heeft: controleer<br />
door op de knop ESP<br />
OFF te drukken of de boodschap<br />
« ESP uitgeschakeld »<br />
wordt aangegeven.<br />
Als de auto een bandenspanning-controlesysteem<br />
heeft :<br />
controleer of het profiel auto niet<br />
aangegeven blijft zonder de wielen<br />
en niet de boodschap<br />
« Spanning niet gecontroleerd »<br />
wordt aangegeven.
INSTRUMENTEN - DASHBOARD<br />
Instrumentenpaneel: Configuratie<br />
N˚ CF Configuratie Opmerking<br />
Als het instrumentenpaneel nooit geconfigureerd is,<br />
verschijnt de boodschap « NO PROG » op het display<br />
zodra het contact aangezet wordt.<br />
I - AFSTAND TOT OLIE VERVERSEN<br />
Geen<br />
Met<br />
CF148 Automatische verlichting<br />
Met<br />
Geen<br />
CF 149 Type versnellingsbak<br />
Initialiseer de waarden van afstand en tijd tot olie<br />
verversen evenals de afstand na het olie verversen,<br />
met de twee door het diagnoseapparaat CLIP te configureren<br />
parameters, VP008 « Afstand tot olie ver-<br />
BVA<br />
BVR<br />
Handgeschakelde versnellingsbak<br />
CF150 Snelheidsregelaar / -begrenzer<br />
Met<br />
Geen<br />
CF158 Zoemer gordel vergeten<br />
Met<br />
Geen<br />
83A-11<br />
83A<br />
Als het instrumentenpaneel<br />
geconfigureerd is « zonder automatische<br />
parkeerrem » terwijl de<br />
auto er mee uitgerust is, geeft<br />
het instrumentenpaneel « NO<br />
PROG » op het infoscherm aan.<br />
Schakel de automatische verlichting<br />
uit, controleer of het<br />
bericht « Lichtautomaat Off »<br />
verschijnt.<br />
Als de auto een automatische<br />
transmissie (BVA) of robotversnellingsbak<br />
(BVR) heeft, controleer<br />
dan of het<br />
instrumentenpaneel de versnelling<br />
aangeeft.<br />
Als de auto geen automatische<br />
transmissie of geen robotversnellingsbak<br />
heeft, controleer<br />
dan of er geen boodschap<br />
« Versnellingsbak controleren »<br />
is.<br />
Als de auto uitgerust is met een<br />
snelheidsregelaar/-begrenzer:<br />
controleer dan of het controlelampje<br />
snelheidsregelaar of<br />
snelheidsbegrenzer oplicht door<br />
het knopje snelheidsregelaar/begrenzer<br />
te gebruiken.<br />
versen: actuele waarde in km » en VP009<br />
« Afstand tot olie verversen: actuele waarde in<br />
maanden ».<br />
Bereiken van de eerste waarschuwingsdrempel:<br />
Binnenkort olie verversen<br />
- Als de overgebleven afstand tot olie verversen de<br />
waarde van 1500 km of 1000 mijl bereikt of als de<br />
overgebleven tijd tot olie verversen de waarde van
INSTRUMENTEN - DASHBOARD<br />
Instrumentenpaneel: Configuratie<br />
2 maanden bereikt, wordt de eerste waarschuwingsdrempel<br />
gepasseerd met de weergave<br />
« Binnenkort olie verversen ».<br />
Bereiken van de tweede waarschuwingsdrempel:<br />
Snel olie verversen<br />
- Als de overgebleven afstand of de overgebleven<br />
tijd de waarde bereikt, wordt de tweede waarschuwingsdrempel<br />
gepasseerd met weergave van<br />
« Snel olie verversen » (en branden van het controlelampje<br />
SERVICE).<br />
II - INTERVAL OLIEVERVERSEN<br />
Gebruik deze parameter uitsluitend als het instrumentenpaneel<br />
nieuw is.<br />
Raadpleeg het instructieboekje van de auto voor het<br />
kilometer- en het tijdsinterval olie verversen van de<br />
auto afhankelijk van het land.<br />
Geef, met contact aan en stilstaande motor, het<br />
commando VP006 « Interval olieverversen in km ».<br />
Voer de verversingsinterval in km in.<br />
Voorbeeld:<br />
- voer 20 in om 20000 km aan te geven,<br />
- voer 30 in om 30000 km aan te geven.<br />
Bijzonderheid bij Engelse uitvoeringen:<br />
Het nieuw geleverde instrumentenpaneel is in kilometers<br />
geconfigureerd. Maak, behalve het configureren<br />
van de taal CF125 « Uitvoering taal »,<br />
onderstaande berekening zodat het instrumentenpaneel<br />
de juiste waarde aangeeft voor de afstand tot<br />
olie verversen en het gewenste interval voor het olieverversen.<br />
Om het interval voor het olieverversen in mijlen aan<br />
te geven vermenigvuldigt u de in mijlen aangegeven<br />
waarde in het onderhoudsboekje met 10 daarna<br />
deelt u door 6 om de waarde in kilometers te krijgen.<br />
Na de waarde te hebben ingevoerd, rekent de rekeneenheid<br />
deze automatisch om in mijlen voor het interval<br />
van het olieverversen.<br />
Voorbeeld:<br />
18000 mijl X 10 = 180000 mijl daarna delen door 6<br />
= 30000 km<br />
83A-12<br />
83A<br />
III - AFSTANDSMETER<br />
Gebruik deze parameter alleen als het instrumentenpaneel<br />
nieuw is.<br />
Deze parameter dient voor het actualiseren van de<br />
afstandsmeting op het nieuwe instrumentenpaneel,<br />
door middel van een parameter die te configureren is<br />
met de diagnoseapparaat, VP010 « Actualiseren<br />
afstandsmeter ».<br />
De update teller wordt groter bij elke update van de<br />
afstandsmeter van het instrumentenpaneel (maximale<br />
waarde 15).<br />
Deze update teller kan alleen geïnitialiseerd worden<br />
in de fabriek of in de werkplaats .<br />
IV - KALIBRATIE VAN HET TANKELEMENT<br />
Gebruik deze parameter alleen als het instrumentenpaneel<br />
nieuw is.<br />
Deze parameter dient voor het actualiseren van de<br />
peilmeting op het nieuwe instrumentenpaneel, door<br />
middel van een parameter die te configureren is met<br />
de diagnoseapparaat, VP011 « Kalibratie van het<br />
tankelement ».<br />
Geef, met contact aan en stilstaande motor, het<br />
commando VP011 « Kalibratie van het<br />
tankelement ».<br />
De waarde van de meting gaat van 15 tot 320 Ω<br />
waarbij het instrumentenpaneel de weerstandswaarde<br />
omrekent in liters.
INSTRUMENTEN - DASHBOARD<br />
Tankelement: Controle<br />
Controleer de weerstandsverandering door de vlotter te<br />
verplaatsen.<br />
Niveau Weerstand (±± 10 Ω) Nuttige liters benzine (± 5<br />
l)<br />
Tank vol 20 Ω 80 80<br />
Tank 75 Ω 65 65<br />
Tank 176 Ω 39 38<br />
Tank 233 Ω 23 22<br />
Tank leeg 280 Ω 11 10<br />
N.B.:<br />
De genoemde waarden gelden ter indicatie.<br />
Weerstand ingang instrumentenpaneel in Ω (±<br />
10 Ω)<br />
83A-13<br />
83A<br />
Nuttige liters diesel (± 5 l)<br />
Voor een nauwkeuriger weergave, gebruikt het instrumentenpaneel<br />
een verschillende overeenkomst<br />
Weerstand/Meterstand:<br />
Meterstand<br />
20 Tank vol<br />
57,5 7/8<br />
95 3/4<br />
132,5 5/8<br />
170 1/2<br />
207,5 3/8<br />
245 1/4<br />
282,5 Ingang reserve
INSTRUMENTEN - DASHBOARD<br />
Oliepeilzender: Werking<br />
I - WERKING<br />
De oliepeilzender bestaat uit een draad met een hoge<br />
weerstandscoëfficiënt. Als de draad is ondergedompeld<br />
in een vloeistof heeft hij een andere elektrische<br />
weerstand dan in lucht.<br />
Na een vaste tijd, ontstaat een spanningsverschil tussen<br />
de aansluitingen afhankelijk van de onderdompeling<br />
van de draad. Dit spanningsverschil wordt verwerkt<br />
door de elektronica van het instrumentenpaneel dat de<br />
weergave van het peil regelt en de waarschuwing<br />
« minimum oliepeil » op het centrale display.<br />
Bij het aanzetten van het contact, geeft het centrale display<br />
de boodschap « oil ok » aan gedurende ongeveer<br />
30 s voordat het overgaat op het display van de kilometertotaaltellers.<br />
Als de accuspanning lager is dan 8 V,<br />
wordt het peil niet aangegeven.<br />
N.B.:<br />
bij een kortsluiting of onderbreking in het circuit<br />
tijdens de weergave van het oliepeil, wordt meteen<br />
overgegaan op de kilometerstanden.<br />
II - CONTROLE<br />
De weerstand van het opname element moet liggen<br />
tussen 6 en 20 Ω.<br />
Bij waarden onder 3 Ω is er sprake van een kortsluiting.<br />
Bij waarden boven ongeveer 20 Ω is er sprake van een<br />
onderbreking.<br />
83A-14<br />
83A
INGEBOUWD TELEMATICASYSTEEM<br />
Navigatiesysteem "lage gamma": <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 83C<br />
UITBOUWEN<br />
Bouw de radionavigatie uit met behulp van het gereedschap<br />
(Ms. 1544).<br />
INBOUWEN<br />
Onmisbaar speciaal gereedschap<br />
Ms. 1544 Gereedschap voor uitbouwen<br />
autoradio-<br />
Carminat Becker<br />
111546<br />
Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />
Voer de antidiefstalcode in (zie 83C, Ingebouwd telematicasysteem,<br />
Navigatie lage gamma invoeren<br />
van de antidiefstalcode).<br />
83C-1
UITBOUWEN<br />
Scherm lage gamma.<br />
INGEBOUWD TELEMATICASYSTEEM<br />
Navigatiescherm: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
LET OP<br />
Druk om elke beschadiging te voorkomen niet op<br />
het front van het scherm.<br />
Maak los :<br />
- de klep van het scherm (1),<br />
- de stekkers.<br />
3<br />
1<br />
Maak het scherm los bij (2),(3).<br />
2<br />
3<br />
2<br />
111547<br />
111550<br />
83C-2<br />
Scherm hoge gamma.<br />
Maak de kapjes (4) los.<br />
Verwijder de schroeven (5).<br />
4<br />
5<br />
83C<br />
111266<br />
111265
Maak los :<br />
INGEBOUWD TELEMATICASYSTEEM<br />
Navigatiescherm: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
- de klep van het scherm (6),<br />
- de stekker.<br />
9<br />
Verwijder de schroeven (7).<br />
Houd de klemmetjes (8) opzij met behulp van een<br />
set voelermaatjes 0,4 mm,0,6 mm.<br />
Maak het scherm los bij (9) waarbij u de klemmetjes<br />
(8) opzij houdt,<br />
Bouw het scherm uit.<br />
INBOUWEN<br />
8<br />
7<br />
9<br />
6<br />
111264<br />
111549<br />
Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />
8<br />
83C-3<br />
83C
UITBOUWEN<br />
INGEBOUWD TELEMATICASYSTEEM<br />
Antenne: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
Bouw de hemelbekleding uit (zie 71A, Interieurbekleding,<br />
hemelbekleding).<br />
Bouw de bekleding van de zijwand achter uit (zie<br />
71A, Interieurbekleding, Bekleding zijwand achter).<br />
Maak de stekkers (2) los.<br />
Bouw uit:<br />
- de moer (1),<br />
- de antenne.<br />
INBOUWEN<br />
2<br />
Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />
1<br />
111551<br />
111440<br />
83C-4<br />
83C
INGEBOUWD TELEMATICASYSTEEM<br />
Navigatiesysteem "lage gamma": Antidiefstalcode<br />
Twee componenten van het systeem zijn beveiligd via<br />
een code :<br />
I - ANTIDIEFSTALCODE<br />
De viercijferige antidiefstalcode hoort bij de radionavigatie.<br />
Deze code moet na iedere onderbreking van de<br />
voeding worden ingevoerd. Deze code moet worden ingevoerd<br />
via de bedieningssatelliet. Het display toont<br />
« code » gevolgd door « 0000 ».<br />
- Als de code fout is, geeft de radionavigatie een geluidssignaal,<br />
toont « CODE » en blokkeert (1 min.<br />
voor de eerste fout, 2 min. voor de tweede fout, 4 min.<br />
voor de derde fout tot 32 min. maximum).<br />
- Na de eerste invoering van de code, moeten bepaalde<br />
parameters geprogrammeerd worden (zie S.M.<br />
6011A, Navigatie lage gamma, 83C, Navigatie lage<br />
gamma: Parameters). Deze parameters blijven behouden<br />
als de accu wordt losgenomen.<br />
- De radionavigatie kan ongeveer 2 minuten werken<br />
met regelmatig klinkende piepjes zonder dat de code<br />
is ingevoerd.<br />
II - CODE UITGEWISSELD TUSSEN DE CD-<br />
WISSELAAR EN DE RADIONAVIGATIE<br />
1 - Bij het vervangen van alleen de radionavigatie:<br />
Voer de code van de nieuwe radionavigatie in.<br />
Voer de cd-code in (code van de oude radionavigatie<br />
waarmee de wisselaar eerst was verbonden).<br />
2 - Bij het vervangen van alleen de cd-wisselaar:<br />
Als het een nieuwe cd-wisselaar betreft, wordt de code<br />
van het systeem automatisch ingelezen.<br />
Als de cd-wisselaar eerder verbonden is geweest met<br />
een navigatiesysteem:<br />
- Voer de cd-code in (code van de oude radionavigatie<br />
waarmee de wisselaar eerst was verbonden).<br />
- als de code van de oude radionavigatie verloren is gegaan,<br />
kan de verbindingscode worden gewist door<br />
een wiscode.<br />
Om de wiscode te krijgen:<br />
- maak verbinding met RENAULT NET,<br />
- beheer van de codes,<br />
- radiocode,<br />
- zoek de voorcode van de radionavigatie bestaande uit<br />
een letter en de drie laatste cijfers onder de barcode<br />
op de achterkant van de radionavigatie,<br />
- voer het VIN van de auto en de voorcode in,<br />
83C-5<br />
- de wiscode is op deze manier verkregen.<br />
83C<br />
LET OP<br />
alleen cd-wisselaars aan de voorzijde worden gecodeerd.<br />
De wisselaars in de bagageruimte worden<br />
niet gecodeerd.<br />
N.B.:<br />
De radionavigatie wisselt de codes uit met de wisselaar<br />
na het onderbreken van de voeding.
INGEBOUWD TELEMATICASYSTEEM<br />
Navigatiesysteem "lage gamma": Invoeren van de antidiefstalcode 83C<br />
Zoekschema 1 Het display toont : "CODE" of "CD CODE"<br />
Invoeren van de antidiefstalcode.<br />
De radionavigatie laat bij de eerste installatie iedere<br />
seconde een piep horen.<br />
De radionavigatie toont daarna<br />
.<br />
Voer het eerste cijfer in met behulp van de draaiknop<br />
van de satelliet bij het stuurwiel.<br />
Bevestig het cijfer door kort drukken op de toets aan<br />
de onderkant van de satelliet bij het stuurwiel.<br />
Voer de drie andere cijfers op dezelfde manier in.<br />
Bevestig de antidiefstalcode door lang drukken op<br />
de toets aan de onderkant van de satelliet bij het<br />
stuurwiel.<br />
De radionavigatie toont en <br />
?<br />
ja<br />
nee<br />
De radionavigatie werkt correct<br />
ja<br />
83C-6<br />
Probeer de code opnieuw in te voeren.
INGEBOUWD TELEMATICASYSTEEM<br />
Navigatiesysteem "lage gamma": Invoeren van de antidiefstalcode 83C<br />
Zoekschema 2 Het display toont "CD CODE"<br />
De radionavigatie toont « ERROR CD », « CD<br />
CODE » daarna « CD-0000 »<br />
Invoeren van de code van de oude radionavigatie<br />
die op deze wisselaar was aangesloten.<br />
Voer het eerste cijfer in met behulp van de draaiknop<br />
van de bediening bij het stuurwiel.<br />
Bevestig het cijfer door kort op de achterkant van de<br />
draaiknop te drukken.<br />
Voer de drie andere cijfers op dezelfde manier in.<br />
Bevestig de antidiefstalcode door lang op de achterkant<br />
van de draaiknop te drukken.<br />
Komt de code van de wisselaar overeen met de<br />
code van de radionavigatie?<br />
ja<br />
De CD-wisselaar en de radionavigatie werken correct.<br />
nee<br />
83C-7<br />
De radionavigatie toont « ERROR » daarna « CD<br />
CODE ». Als het probleem aanhoudt, voert u de wiscode<br />
in.
UITBOUWEN<br />
INGEBOUWD TELEMATICASYSTEEM<br />
Navigatiesysteem hoge gamma: Toetsenbord<br />
111256<br />
Maak de stofhoes van de versnellingshendel los.<br />
1<br />
Maak los :<br />
- de bovenkant van de middenconsole (1),(2).<br />
- de stekkers.<br />
Bouw de bovenkant van de middenconsole uit.<br />
2<br />
2<br />
111255<br />
83C-8<br />
Maak het toetsenbord los bij (3).<br />
INBOUWEN<br />
83C<br />
111446<br />
Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />
3
INGEBOUWD TELEMATICASYSTEEM<br />
Centrale communicatie eenheid: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 83C<br />
UITBOUWEN<br />
Onmisbaar speciaal gereedschap<br />
Ms. 1373 Gereedschap voor het<br />
uitbouwen autoradio<br />
Philips<br />
Bouw de centrale communicatie eenheid (1) uit met<br />
behulp van het gereedschap (Ms. 1373)<br />
Maak de stekkers los.<br />
INBOUWEN<br />
Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />
Voer de antidiefstalcode in als de centrale communicatie<br />
eenheid is vervangen (zie 83C, Ingebouwd telematicasysteem,<br />
Navigatie hoge gamma,<br />
antidiefstalcode).<br />
1<br />
111262<br />
83C-9
ALGEMEEN<br />
SNELHEIDSREGELAAR<br />
Snelheidsregeling en -begrenzing: Algemeen<br />
1<br />
2<br />
18832<br />
De auto's hebben twee systemen:<br />
- de « snelheidsregelaar »(1) zorgt ervoor dat de door<br />
de bestuurder ingestelde snelheid wordt vastgehouden.<br />
Deze functie kan op ieder moment worden uitgeschakeld<br />
door een druk op het rempedaal,<br />
koppelingspedaal of door een van de toetsen van het<br />
systeem.<br />
- de « snelheidsbegrenzer »(2) geeft de bestuurder de<br />
mogelijkheid een maximum snelheid in te stellen.<br />
Voorbij deze snelheid is het gaspedaal niet actief. De<br />
ingestelde maximum snelheid kan altijd worden<br />
overschreden als het gaspedaal wordt ingedrukt voorbij<br />
een zwaar punt.<br />
Deze functies worden beheerd door de rekeneenheid<br />
van het inspuitsysteem. Deze wisselt informatie uit met<br />
de rekeneenheid van de automatische transmissie en<br />
het instrumentenpaneel.<br />
N.B.:<br />
Een knipperende bladzijde van de boordcomputer<br />
of van het display wijst de bestuurder erop dat de<br />
ingestelde snelheid niet aangehouden kan worden<br />
(bijvoorbeeld tijdens een afdaling).<br />
83D-1<br />
83D
UITBOUWEN<br />
SCHAKELAARS<br />
Draaibare doorvoer: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
Bouw het geheel van de stuurkolomschakelaars uit<br />
(zie, Stuurkolomschakelaars).<br />
18558<br />
LET OP<br />
Controleer of de wielen rechtuit staan.<br />
Voor het inbouwen van het geheel van de<br />
stuurkolomschakelaars, moet u controleren of het<br />
merkteken « nul » van de draaibare doorvoer<br />
wel tegenover de index staat.<br />
Draai de schroef los waarmee de draaibare doorvoer<br />
vastzit.<br />
Trek de complete bediening onder het stuurwiel gedeeltelijk<br />
los voor het losmaken van de stekkers.<br />
Bouw uit:<br />
- de complete bediening onder het stuurwiel,<br />
- de ruitenwisserschakelaar (zie Ruitenwisserschakelaar),<br />
- de lichtschakelaar (zie Lichtschakelaar).<br />
84A-1<br />
INBOUWEN<br />
84A<br />
LET OP<br />
Controleer of de voorwielen rechtuit staan en of<br />
het merkteken van de draaibare doorvoer in<br />
stand « 0 » staat.<br />
LET OP<br />
Houd u stipt aan de ligging van de kabelbundel<br />
zodat deze niet beschadigt bij het monteren van<br />
de kappen.<br />
18313<br />
Plaats de kabelbundel correct.<br />
Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.
SCHAKELAARS<br />
Schakelaars onder stuurwiel: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 84A<br />
diagnoseapparaat<br />
UITBOUWEN<br />
Onmisbaar materiaal<br />
Aantrekkoppelsm<br />
stuurwielbout 44 N.m<br />
BELANGRIJK:<br />
Voor werkzaamheden aan een element van het veiligheidssysteem,<br />
moet u altijd de rekeneenheid van<br />
de airbag vergrendelen met behulp van het diagnoseapparaat<br />
(zie 88C, Airbags en gordelspanners,<br />
vergrendelen van de rekeneenheid van de airbag).<br />
Alle ontstekingscircuits zijn hierdoor vergrendeld<br />
en het airbaglampje op het<br />
instrumentenpaneel brandt vast (met contact aan).<br />
2<br />
1<br />
18455<br />
Maak de accukabels los, te beginnen met de negatieve<br />
pool.<br />
Steek een schroevendraaier (1) naar binnen.<br />
Maak een beweging naar boven (2).<br />
Zet de wielen in de rechtuit stand.<br />
Bouw uit:<br />
- de stuurwielbout,<br />
- het stuurwiel<br />
84A-2<br />
- de omlijsting van de teller,<br />
- de stuurkolomkappen,<br />
Maak los:<br />
- de schakelaars (ruitenwisser, radiobediening en<br />
verlichting)<br />
- de stekkers van de draaibare doorvoer (airbag en<br />
snelheidsregelaar)<br />
LET OP<br />
De wielen moeten in de rechtuitstand staan. Voor<br />
het inbouwen van het geheel van de stuurkolomschakelaars,<br />
moet u controleren of het merkteken<br />
"nul" van de draaibare doorvoer wel<br />
tegenover de index staat.<br />
Bouw uit:<br />
- de bevestigingsschroef van de draaibare doorvoer,<br />
- het geheel van de stuurkolomschakelaars van de<br />
stuurkolom.<br />
INBOUWEN<br />
18313<br />
LET OP<br />
Controleer of de voorwielen rechtuit staan en of<br />
het merkteken van de draaibare doorvoer in<br />
stand "0" staat.<br />
LET OP<br />
Houd u stipt aan de ligging van de kabelbundel<br />
zodat deze niet beschadigt bij het monteren van<br />
de kappen.
SCHAKELAARS<br />
Schakelaars onder stuurwiel: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 84A<br />
I - BIJZONDERHEDEN VAN HET STUURWIEL<br />
18313<br />
18835<br />
LET OP<br />
- Het stuurwiel moet vrij over de spiebanen schuiven<br />
(de spiebanen hebben pasnokken).<br />
- Beschadig de pasnokken van de spiebanen<br />
niet.<br />
- Vervang altijd de stuurwielbout na iedere<br />
demontage.<br />
Zet vast met het aantrekkoppel: de stuurwielbout<br />
(44 N.m).<br />
84A-3<br />
II - BIJZONDERHEDEN VAN DE AIRBAG<br />
Sluit aan:<br />
- de massakabelschoen,<br />
- de twee stekkers.<br />
Controleer de vergrendeling van de stekkers.<br />
Plaats de airbag op het stuurwiel.<br />
Druk de airbagmodule vast.<br />
18994<br />
BELANGRIJK:<br />
Controleer de ligging van de kabelbundel bij het<br />
monteren van de airbagmodule.<br />
Zet de accukabels vast, te beginnen met de positieve<br />
pool.<br />
LET OP<br />
Voer de noodzakelijke inlezingen uit (zie 80A,<br />
Accu : <strong>Uitbouwen</strong> - inbouwen).<br />
BELANGRIJK:<br />
Controleer de rekeneenheid van de airbag met<br />
behulp van het diagnoseapparaat.<br />
Als alles in orde is, ontgrendelt u de rekeneenheid,<br />
zo niet raadpleegt u het diagnosehandboek.
SCHAKELAARS<br />
Ruitenwisserschakelaar: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
UITBOUWEN<br />
Bouw het geheel van de stuurkolomschakelaars uit<br />
(zie, 84A, Schakelaars, Stuurkolomschakelaars).<br />
Bouw de schakelaar uit door op de lipjes (1) te drukken.<br />
INBOUWEN<br />
2 1<br />
18797<br />
N.B.<br />
het scheiden van het opname element stuurwielhoek<br />
(2) is niet nodig.<br />
Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />
84A-4<br />
84A
UITBOUWEN<br />
SCHAKELAARS<br />
Lichtschakelaar: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
Bouw het geheel van de stuurkolomschakelaars uit<br />
(zie, 84A, Schakelaars, Stuurkolomschakelaars).<br />
1<br />
Bouw de schakelaar uit door op de lipjes (1) te drukken.<br />
INBOUWEN<br />
2<br />
18797<br />
N.B.<br />
het scheiden van het opname element stuurwielhoek<br />
(2) is niet nodig.<br />
Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />
84A-5<br />
84A
SCHAKELAARS<br />
Achterruitverwarming: Revisie<br />
De bedrading van de achterruitverwarming die aan de<br />
binnenzijde op de achterruit is gedrukt, kan een breuk<br />
vertonen waardoor de verwarming plaatselijk niet werkt.<br />
Spoor de plaats van de breuk op met behulp van een<br />
voltmeter.<br />
De reparatie is mogelijk met reparatievernis voor de<br />
achterruitverwarming uit het magasin Pièce de rechange.<br />
I - OPSPOREN VAN DE BREUK MET EEN<br />
VOLTMETER<br />
Zet het contact aan.<br />
Schakel de achterruitverwarming in.<br />
1 - Zoeken tussen de lijnen B en A<br />
Sluit de + van de voltmeter aan op de + zijde van de<br />
achterruitverwarming.<br />
Plaats de - van de voltmeter op de verwarmingsdraad<br />
aan de - zijde (lijn B). U moet hier ongeveer de<br />
accuspanning aflezen.<br />
Verplaats de - draad naar de lijn A (pijl): de spanning<br />
daalt geleidelijk.<br />
Als de spanning plotseling sterk afneemt is de bedrading<br />
op die plek onderbroken. Herhaal deze controle<br />
bij iedere draad.<br />
2 - Zoeken tussen de lijnen C en A<br />
8814<br />
Sluit de - draad van de voltmeter aan op de - aansluiting<br />
van de achterruitverwarming.<br />
Plaats de + draad van de voltmeter op de op de verwarmingsdraad<br />
aan de + zijde (lijn C) ; u moet hier<br />
ongeveer de accuspanning aflezen.<br />
Verplaats de + draad naar de lijn A (pijl); de spanning<br />
daalt geleidelijk.<br />
84A-6<br />
84A<br />
8815<br />
Als de spanning plotseling sterk afneemt is de bedrading<br />
op die plek onderbroken (herhaal deze controle<br />
bij iedere draad).<br />
II - REPARATIE VAN DE VERWARMINGSDRAAD<br />
Maak de plaats rond de breuk goed schoon met alcohol<br />
of een ruitreinigingsmiddel, totdat het geheel<br />
stof- en vetvrij is. Wrijf na met een schone en droge<br />
doek.<br />
Om een dunne, rechte lijn te verkrijgen plakt u aan<br />
beide zijden van de te repareren draad een strook tape,<br />
waarbij de geleider vrij blijft.<br />
Voordat u de zilververf aanbrengt moet u het flesje<br />
goed schudden om de zilverdeeltjes goed met de<br />
vernis te vermengen.<br />
REPARATIE<br />
Breng met een dun penseeltje een voldoende dikke<br />
laag aan in de lijn tussen de twee stroken tape. Laat<br />
de verf drogen en breng een tweede laag aan. Daarna<br />
indien nodig nog een derde laag als de tweede<br />
laag droog is.<br />
Uitlopers kunt u met een scherp mes verwijderen,<br />
maar niet voordat de verf volledig is uitgehard, na<br />
een paar uur.
SCHAKELAARS<br />
Achterruitverwarming: Revisie<br />
77324<br />
De tape moet u minstens een uur laten zitten. U verwijdert<br />
de tape vervolgens door deze loodrecht op<br />
de draad los te trekken in de richting van de pijl. Bij<br />
een temperatuur van 20˚C zal de vernislaag na drie<br />
uur volledig uitgehard zijn. Bij lagere temperaturen<br />
duurt het uitharden langer.<br />
84A-7<br />
84A
SCHAKELAARS<br />
Buitentemperatuurzender: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
De buitentemperatuurzender bevindt zich in de rechter<br />
buitenspiegel.<br />
UITBOUWEN<br />
Bescherm de rand van de spiegel met behulp van afplaktape,<br />
Gebruik het gereedschap (Car. 1363) als hefboom<br />
voor het losmaken van het spiegelglas,<br />
Bouw de bevestigingsbout van de halve kap (1) uit.<br />
Maak de sonde (2) los,<br />
Knip de draden door.<br />
INBOUWEN<br />
Onmisbaar speciaal gereedschap<br />
Car. 1363 Hefboom voor losmaken<br />
bekleding<br />
1<br />
2<br />
19256<br />
Sluit de twee draden van de temperatuursensor aan<br />
met behulp van hulsjes en krimpkousjes.<br />
Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />
N.B.<br />
De weerstand van de buitentemperatuurzender is<br />
ongeveer 2500 Ω bij 20˚C .<br />
84A-8<br />
84A
UITBOUWEN<br />
WISSEN - SPROEIEN<br />
Regen- en lichtsensor: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
Bouw de kap van de binnenspiegel (1) uit.<br />
Maak de stekker los van de regensensor.<br />
2<br />
Bouw de regensensor uit door de klemmetjes (2) te<br />
openen.<br />
1<br />
18880<br />
20900<br />
85A-1<br />
INBOUWEN<br />
85A<br />
Reinig de voorruit met (bij voorkeur) een houten spatel.<br />
LET OP<br />
Bij het uitbouwen-inbouwen van de regensensor<br />
moet alles bijzonder schoon zijn: het kleinste<br />
stofje of pluisje kan de werking verstoren.<br />
Raak de elektronische onderdelen van de sensor<br />
niet met de vingers aan. Haal de sensor pas vlak<br />
voor de montage uit de verpakking.<br />
Monteer de regensensor.<br />
Sluit de stekker aan.<br />
Monter de kap van de binnenspiegel.
WISSEN - SPROEIEN<br />
Ruitenwissermechanisme voor: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 85A<br />
Onmisbaar speciaal gereedschap<br />
Ele. 1294-01 Ruitenwisserarmtrekker<br />
bevestigingsbouten van<br />
het ruitenwissermechanisme<br />
moeren van de ruitenwisserarmen<br />
bevestigingsbouten van<br />
het mechanisme<br />
bevestigingsmoer van<br />
de stang op de motor<br />
moeren van de ruitenwisserarmen<br />
Aantrekkoppelsm<br />
8 N.m<br />
21 N.m<br />
8 N.m<br />
22 N.m<br />
21 N.m<br />
LET OP<br />
De ruitenwissers verschillen bij rechts stuur en links<br />
stuur.<br />
85A-2<br />
UITBOUWEN<br />
LINKS STUUR.<br />
1<br />
2 3<br />
18536<br />
N.B.:<br />
Om het losgaan van de ruitenwisseraandrijving<br />
tijdens de werking te voorkomen, moet u beslist<br />
controleren of de motor van de ruitenwisser voor<br />
in de ruststand staat.<br />
Beweeg de ruitenwisserschakalaar van staat (0)<br />
naar staat (1), daarna van staat (1) naar staat (0).<br />
Maak de massakabel van de accu los.<br />
Bouw uit:<br />
- de ruitenwisserarmen (1) rechts en links met behulp<br />
van het gereedschap (Ele. 1294-01),<br />
- de afdichting van de schutbordkast (2),<br />
- de afdekplaat van de schutbordkast links (3).<br />
4<br />
18536-1<br />
Bouw uit:<br />
- de bevestigingsbouten (4) van het ruitenwissermechanisme,
WISSEN - SPROEIEN<br />
Ruitenwissermechanisme voor: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 85A<br />
- de stekker van de motor,<br />
- het ruitenwissermechanisme.<br />
INBOUWEN<br />
Plaats:<br />
- het ruitenwissermechanisme,<br />
- de stekker van de motor,<br />
- de bevestigingsbouten van het ruitenwissermechanisme.<br />
Sluit de accu aan.<br />
N.B.:<br />
Om het losgaan van de ruitenwisseraandrijving<br />
tijdens de werking te voorkomen, moet u beslist<br />
controleren of de motor van de ruitenwisser voor<br />
in de ruststand staat.<br />
Beweeg de ruitenwisserschakalaar van staat (0)<br />
naar staat (1), daarna van staat (1) naar staat (0).<br />
Maak de massakabel van de accu los.<br />
Zet vast met het aantrekkoppel: debevestigingsbouten<br />
van het ruitenwissermechanisme (8 N.m).<br />
Plaats:<br />
- de afdekplaat van de schutbordkast links,<br />
- de afdichting van de schutbordkast.<br />
Plaats de ruitenwisserarmen op de merktekens (5).<br />
Zet vast met het aanterkkoppel: de moeren van de<br />
ruitenwisserarmen (21 N.m).<br />
5<br />
19095<br />
85A-3<br />
Sluit de accu aan; voer de noodzakelijke inlezingen<br />
uit (zie 80A, accu, Accu: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong>).<br />
RECHTS STUUR.<br />
UITBOUWEN<br />
N.B.<br />
Om het losgaan van de ruitenwisseraandrijving<br />
tijdens de werking te voorkomen, moet u beslist<br />
controleren of de motor van de ruitenwisser voor<br />
in de ruststand staat.<br />
Beweeg de ruitenwisserschakalaar van staat (0)<br />
naar staat (1), daarna van staat (1) naar staat (0).<br />
N.B.<br />
De ruststand wordt gecontroleerd door de juiste<br />
stand van de aandrijfstang van het mechanisme<br />
tussen de merktekens.<br />
Maak de massakabel van de accu los.<br />
6<br />
Bouw uit:<br />
- de ruitenwisserarmen rechts en links met behulp<br />
van het gereedschap (Ele. 1294-01),<br />
- de afdichting van de schutbordkast,<br />
- de afdekplaten van de schutbordkast rechts en<br />
links,<br />
- de bevestigingsmoer van de stang op de motor (6),<br />
- de stang.<br />
18534
WISSEN - SPROEIEN<br />
Ruitenwissermechanisme voor: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 85A<br />
Bouw uit:<br />
- de bevestigingsbouten (7) van het ruitenwissermechanisme,<br />
- het ruitenwissermechanisme.<br />
INBOUWEN<br />
7<br />
18533<br />
Plaats:<br />
- het ruitenwissermechanisme,<br />
- de bevestigingsbouten van het ruitenwissermechanisme.<br />
Sluit de accu aan.<br />
N.B.<br />
Om het losgaan van de ruitenwisseraandrijving<br />
tijdens de werking te voorkomen, moet u beslist<br />
controleren of de motor van de ruitenwisser voor<br />
in de ruststand staat.<br />
Beweeg de ruitenwisserschakalaar van staat (0)<br />
naar staat (1), daarna van staat (1) naar staat (0).<br />
Maak de massakabel van de accu los.<br />
Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigingsbouten<br />
van het mechanisme (8 N.m).<br />
85A-4<br />
8<br />
18534<br />
Plaats:<br />
- de stang tussen de twee merktekens (8) op de plaat<br />
van de motor,<br />
- de bevestigingsmoer van de stang op de motor.<br />
Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigingsmoer<br />
van de stang op de motor (22 N.m).<br />
Plaats:<br />
- de afdekplaten van de schutbordkast rechts en<br />
links,<br />
- de afdichting van de schutbordkast,<br />
- de ruitenwisserarmen rechts en links.<br />
Zet vast met het aanterkkoppel: de moeren van de<br />
ruitenwisserarmen (21 N.m).<br />
Sluit de accu aan; voer de noodzakelijke inlezingen<br />
uit . (zie 80A, Accu, Accu : <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong>).
WISSEN - SPROEIEN<br />
Ruitenwissermotor voor: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
Het uitbouwen-inbouwen van de ruitenwissermotor is<br />
gelijk voor rechts of links stuur.<br />
UITBOUWEN<br />
LINKS STUUR<br />
Onmisbaar speciaal gereedschap<br />
Ele. 1294-01 Ruitenwisserarmtrekker<br />
bevestigingsbouten van<br />
de motor<br />
moer van de as van de<br />
motor<br />
moeren van de ruitenwisserarmen<br />
bevestigingsbouten van<br />
de motor<br />
moer van de as van de<br />
motor<br />
moeren van de ruitenwisserarmen<br />
Aantrekkoppelsm<br />
8 N.m<br />
22 N.m<br />
21 N.m<br />
8 N.m<br />
22 N.m<br />
21 N.m<br />
N.B.:<br />
Om het losgaan van de ruitenwisseraandrijving<br />
tijdens de werking te voorkomen, moet u beslist<br />
controleren of de motor van de ruitenwisser voor<br />
in de ruststand staat.<br />
Beweeg de ruitenwisserschakalaar van staat (0)<br />
naar staat (1), daarna van staat (1) naar staat (0).<br />
Maak de massakabel van de accu los.<br />
85A-5<br />
Bouw uit:<br />
85A<br />
- de ruitenwisserarmen (1) rechts en links met behulp<br />
van het gereedschap (Ele. 1294-01),<br />
- de afdichting van de schutbordkast (2),<br />
- de afdekplaat van de schutbordkast links (3).<br />
Bouw uit:<br />
- de moer (4) van de as van de motor,<br />
- de stang van de as van de motor,<br />
- de bevestigingsbouten (5) van de motor.<br />
Maak de motor via de onderkant vrij.<br />
Maak de stekker van de motor los.<br />
INBOUWEN<br />
Sluit de stekker van de motor aan.<br />
Monteer de motor via de onderkant.<br />
18536<br />
18536-1<br />
Monteer de bevestigingsbouten van de motor.<br />
Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigingsbouten<br />
van de motor (8 N.m).
WISSEN - SPROEIEN<br />
Ruitenwissermotor voor: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
Sluit de accu aan.<br />
N.B.:<br />
Om het losgaan van de ruitenwisseraandrijving<br />
tijdens de werking te voorkomen, moet u beslist<br />
controleren of de motor van de ruitenwisser voor<br />
in de ruststand staat.<br />
Beweeg de ruitenwisserschakalaar van staat (0)<br />
naar staat (1), daarna van staat (1) naar staat (0).<br />
Maak de massakabel van de accu los.<br />
Monteer de stang op de as van de motor.<br />
Monteer de moer van de as van de motor.<br />
Zet vast met het aantrekkoppel: demoer van de as<br />
van de motor (22 N.m).<br />
Plaats:<br />
- de afdekplaat van de schutbordkast links,<br />
- de afdichting van de schutbordkast,<br />
- de ruitenwisserarmen rechts en links.<br />
Zet vast met het aanterkkoppel: de moeren van de<br />
ruitenwisserarmen (21 N.m).<br />
Sluit de accu aan; voer de noodzakelijke inlezingen<br />
uit (zie 80A, accu, Accu: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong>).<br />
RECHTS STUUR<br />
UITBOUWEN<br />
N.B.:<br />
Om het losgaan van de ruitenwisseraandrijving<br />
tijdens de werking te voorkomen, moet u beslist<br />
controleren of de motor van de ruitenwisser voor<br />
in de ruststand staat<br />
Beweeg de ruitenwisserschakalaar van staat (0)<br />
naar staat (1), daarna van staat (1) naar staat (0).<br />
N.B.<br />
De ruststand wordt gecontroleerd door de juiste<br />
stand van de aandrijfstang van het mechanisme<br />
tussen de merktekens.<br />
Maak de massakabel van de accu los.<br />
85A-6<br />
85A<br />
Bouw uit:<br />
- de ruitenwisserarmen rechts en links met behulp<br />
van het gereedschap (Ele. 1294-01),<br />
- de afdichting van de schutbordkast links,<br />
- de bevestigingsmoer van de stang op de motor (6),<br />
- de stang,<br />
- de bevestigingsbouten van de motor (7).<br />
Maak de motor via de onderkant vrij.<br />
Maak de stekker los.<br />
INBOUWEN<br />
Sluit de stekker van de motor aan.<br />
Monteer de motor via de onderkant.<br />
Monteer de bevestigingsbouten van de motor.<br />
Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigingsbouten<br />
van de motor (8 N.m).<br />
Sluit de accu aan.<br />
Beweeg de ruitenwisserschakalaar van staat (0)<br />
naar staat (1), daarna van staat (1) naar staat (0).<br />
Maak de massakabel van de accu los.<br />
18534<br />
N.B.:<br />
Om het losgaan van de ruitenwisseraandrijving<br />
tijdens de werking te voorkomen, moet u beslist<br />
controleren of de motor van de ruitenwisser voor<br />
in de ruststand staat<br />
N.B.:<br />
De ruststand wordt gecontroleerd door de juiste<br />
stand van de aandrijfstang van het mechanisme<br />
tussen de merktekens.
WISSEN - SPROEIEN<br />
Ruitenwissermotor voor: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
Monteer de moer van de as van de motor.<br />
Zet vast met het aantrekkoppel: demoer van de as<br />
van de motor (22 N.m).<br />
Plaats:<br />
- de afdekplaat van de schutbordkast.<br />
- de afdichting van de schutbordkast,<br />
- de ruitenwisserarmen rechts en links.<br />
Zet vast met het aanterkkoppel: de moeren van de<br />
ruitenwisserarmen (21 N.m).<br />
Sluit de accu aan; voer de noodzakelijke inlezingen<br />
uit (zie 80A, accu, Accu: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
85A-7<br />
85A
WISSEN - SPROEIEN<br />
Ruitenwissermotor achter: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
UITBOUWEN<br />
Onmisbaar speciaal gereedschap<br />
Ele. 1552 Ruitenwisserarmtrekker<br />
achter<br />
bevestigingsmoer van<br />
de ruitenwisserarm<br />
Aantrekkoppelsm<br />
HATCHBACK EN BREAK MET VASTE<br />
ACHTERRUIT<br />
Open de bagageruimte.<br />
12 N.m<br />
N.B.:<br />
Controleer of de motor van de achterruitwisser in<br />
de ruststand staat.<br />
Beweeg de ruitenwisserschakalaar van staat (0)<br />
naar staat (1), daarna van staat (1) naar staat (0).<br />
85A-8<br />
Bouw uit:<br />
85A<br />
- de bekleding van de achterklep (zie MR 396, Carrosserie,<br />
73A, Bekleding kappen en kleppen,<br />
Bekleding achterklep: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong>),<br />
- de bevestigingsmoer van de ruitenwisserarm,<br />
- de ruitenwisserarm met het gereedschap (Ele.<br />
1552),<br />
- de bevestigingsbouten (1) van de motor.<br />
Maak de stekker los van de ruitenwissermotor.<br />
INBOUWEN<br />
Sluit de stekker van de ruitenwissermotor aan.<br />
Monteer de bevestigingsbouten van de motor.<br />
Beweeg de ruitenwisserschakalaar van staat (0)<br />
naar staat (1), daarna van staat (1) naar staat (0).<br />
Plaats:<br />
- de ruitenwisserarm,<br />
- de bevestigingsmoer van de ruitenwisserarm.<br />
18553<br />
N.B.<br />
Controleer of de motor van de achterruitwisser in<br />
de ruststand staat.<br />
Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigingsmoer<br />
van de ruitenwisserarm (12 N.m).<br />
1
WISSEN - SPROEIEN<br />
Ruitenwissermotor achter: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
Monteer de bekleding van de achterklep (zie MR<br />
396, Carrosserie, 73A, Bekleding kappen en kleppen,<br />
Bekleding achterklep: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong>).<br />
85A-9<br />
85A
WISSEN - SPROEIEN<br />
Mechanisme ruitenwissermotor achter: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 85A<br />
UITBOUWEN<br />
BREAK MET UITZETBARE ACHTERRUIT<br />
Beweeg de ruitenwisserschakalaar van staat (0)<br />
naar staat (1), daarna van staat (1) naar staat (0).<br />
Bouw uit:<br />
Onmisbaar speciaal gereedschap<br />
Ele. 1552 Ruitenwisserarmtrekker<br />
achter<br />
Ele. 1580 Positiemal ruitenwissermechanismeachter.<br />
bevestigingsbouten van<br />
het mechanisme<br />
bevestigingsmoer van<br />
het mechanisme<br />
Aantrekkoppelsm<br />
4 N.m<br />
8 N.m<br />
N.B.<br />
Controleer of de motor van de achterruitwisser in<br />
de ruststand staat.<br />
111335<br />
- het afdekkapje van de moer (1) door te drukken bij<br />
(2),<br />
85A-10<br />
- de moer van de ruitewisserarm (3),<br />
- de ruitewisserarm met behulp van het gereedschap<br />
(Ele. 1552).<br />
Bouw uit:<br />
- het afdekkapje van de moer,<br />
- de bevestigingsmoer van het mechanisme (4),<br />
- de sierlijst (5).<br />
19756<br />
19081<br />
Bouw de kap (6) van het ruitenwissermechanisme<br />
uit.
WISSEN - SPROEIEN<br />
Mechanisme ruitenwissermotor achter: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 85A<br />
Bouw uit:<br />
- de bevestigingsmoer (7),<br />
- het ruitenwissermechanisme.<br />
19757<br />
INBOUWEN<br />
Stel de stand van de uitzetbare achterruit af als deze<br />
uitgebouwd is geweest (zie, MR 396, Carrosserie,<br />
54A, Ruiten, Uitzetbare achterruit: <strong>Uitbouwen</strong> -<br />
<strong>Inbouwen</strong>).<br />
Bouw de bekleding van de achterklep gedeeltelijk uit<br />
(zie MR 396, Carrosserie, 73A, Bekleding kappen<br />
en kleppen, Bekleding achterklep: <strong>Uitbouwen</strong> -<br />
<strong>Inbouwen</strong>).<br />
N.B.<br />
Controleer of de motor van de achterruitwisser in<br />
de ruststand staat.<br />
Beweeg de ruitenwisserschakalaar van staat (0)<br />
naar staat (1), daarna van staat (1) naar staat (0).<br />
85A-11<br />
Plaats de drie richtnokken (8) van de mal (Ele. 1580)<br />
op de plaat van de motor.<br />
Klem de mal vast op de plaat van de motor.<br />
Zet de bevestigingsbouten van de slotpen los,<br />
19752<br />
19754
WISSEN - SPROEIEN<br />
Mechanisme ruitenwissermotor achter: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 85A<br />
Klem het beweegbare ruitenwissermechanisme op<br />
de mal.<br />
Plaats de slotpen in het slot.<br />
Sluit de achterruit voorzichtig,<br />
Monteer:<br />
- de sierlijst (9),<br />
- de bevestigingsmoer van het mechanisme (10).<br />
19753<br />
19756<br />
Zet de bevestigingsmoer van het mechanisme met<br />
de hand vast.<br />
85A-12<br />
Zet vast:<br />
-de bevestigingsbouten van het mechanisme (4<br />
N.m)(11),<br />
- de bevestigingsbouten van de slotpen (12).<br />
Verwijder de mal van de plaat van de motor.<br />
19757<br />
Monteer de bekleding van de achterklep (zie MR<br />
396, Carrosserie, 73A, Bekleding kappen en kleppen,<br />
Bekleding achterklep: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong>).<br />
19756<br />
Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigingsmoer<br />
van het mechanisme (8 N.m)(13).
WISSEN - SPROEIEN<br />
Mechanisme ruitenwissermotor achter: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 85A<br />
19749<br />
Plaats het ruitenwisserblad 5 mm onder de verwarmingsdraden.<br />
Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigingsmoer<br />
van de ruitenwisserarm (12 N.m).<br />
85A-13
WISSEN - SPROEIEN<br />
Ruitensproeierpomp: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
Bouw de schildbumper voor uit (zie 55A, Bescherming<br />
buitenkant, Schildbumper voor).<br />
1<br />
2<br />
3<br />
111457<br />
Maak de stekker (1) van de ruitensproeierpomp los.<br />
Markeer de twee leidingen (2) voordat u ze losmaakt.<br />
Bouw de pomp uit.<br />
N.B.:<br />
Om het reservoir uit te bouwen, bouwt u uit:<br />
- de ruitensproeierpomp,<br />
- de koplampsproeierpomp (afhankelijk van het<br />
uitrustingsniveau),<br />
- de bevestigingsbout (3) van het reservoir.<br />
Trek het reservoir naar de achterzijde van de<br />
auto.<br />
INBOUWEN<br />
Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />
85A-14<br />
85A
WISSEN - SPROEIEN<br />
Ruitensproeier<br />
De pomp bedient vanuit één reservoir de sproeiers van<br />
de voorruit of van de achterruit, afhankelijk van de polariteit<br />
van de twee aansluitingen van de stekker.<br />
De ruitensproeiers voor en achter worden rechtstreeks<br />
aangestuurd door de ruitenwisserschakelaar.<br />
Er zijn twee mogelijkheden: A en B.<br />
4<br />
2<br />
A: De leiding wordt gevoed uit de wartel 3, de<br />
voorruitsproeier werkt<br />
Aansl. Omschrijving<br />
1 Massa<br />
2 + 12 V<br />
B: De leiding wordt gevoed uit de wartel 4, de<br />
achterruitsproeier werkt<br />
Aansl. Omschrijving<br />
1 + 12 V<br />
2 Massa<br />
1<br />
3<br />
20389<br />
85A-15<br />
85A
WISSEN - SPROEIEN<br />
Koplampsproeierpomp: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
Bouw de schildbumper voor uit (zie 55A, Bescherming<br />
buitenkant, Schildbumper voor).<br />
2<br />
3<br />
111457<br />
Maak de stekker (1) van de koplampsproeierpomp<br />
los.<br />
Maak de leiding (2) los.<br />
Bouw de pomp uit.<br />
N.B.:<br />
Om het reservoir uit te bouwen, bouwt u uit:<br />
- de ruitensproeierpomp,<br />
- de koplampsproeierpomp (afhankelijk van het<br />
uitrustingsniveau),<br />
- de bevestigingsbout (3) van het reservoir.<br />
Trek het reservoir naar de achterzijde van de<br />
auto.<br />
INBOUWEN<br />
Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />
1<br />
85A-16<br />
85A
UITBOUWEN<br />
WISSEN - SPROEIEN<br />
Koplampsproeier: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
Bouw de schildbumper voor uit (zie 55A, Bescherming<br />
buitenkant, Schildbumper voor).<br />
Maak de wartel van de voedingsslang (1) los.<br />
3<br />
4<br />
Maak de leiding los (2).<br />
Bouw de bevestigingsschroeven (3) van de koplampsproeier<br />
uit.<br />
Maak de sproeier (4) los.<br />
Trek de sproeier omhoog uit de schildbumper.<br />
3<br />
2<br />
1<br />
111410<br />
111459<br />
85A-17<br />
5<br />
85A<br />
Maak de dop (5) van de koplampsproeiers los.<br />
Bouw uit:<br />
- het klemmetje (6),<br />
- de sproeier.<br />
6<br />
5<br />
111419<br />
111420
INBOUWEN<br />
WISSEN - SPROEIEN<br />
Koplampsproeier: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />
N.B.:<br />
De koplampsproeiers kunnen worden gemonteerd<br />
op een schildbumper voor die deze niet<br />
heeft, er staat een markering op de<br />
schildbumper : voor het boren en de aanpassing,<br />
zie 55A, bescherming buitenkant, Schildbumper<br />
voor.<br />
85A-18<br />
85A
WISSEN - SPROEIEN<br />
Koplampsproeiers<br />
De koplampsproeierpomp (1) wordt aangestuurd via<br />
het huis met hulporganen interieur.<br />
Als de ruitensproeierschakelaar bediend wordt terwijl<br />
de groot- of dimlichten branden, stuurt het huis met hulporganen<br />
interieur het relais van de koplampsproeierpomp<br />
aan (het relais R30 op de zekeringen-/relaisplaat<br />
interieur optie, achter het dashboardkastje, zie SM<br />
Elektrisch schema, <strong>Laguna</strong> II, orgaancode 1619).<br />
1<br />
2<br />
111457<br />
111458<br />
N.B.:<br />
Alleen auto's met koplampsproeiers hebben een<br />
opname element voor het vloeistofpeil (2).<br />
85A-19<br />
85A<br />
111410<br />
De sproeiers worden tegelijk gevoed door de pomp.<br />
Door de wartel in de voedingsslang (3) kan de schildbumper<br />
worden uitgebouwd.<br />
3
UITBOUWEN<br />
Onmisbaar speciaal gereedschap<br />
RADIO<br />
Lage gamma: Autoradio<br />
Ms. 1373 Gereedschap voor het<br />
uitbouwen autoradio<br />
Philips<br />
111307<br />
Bouw de autoradio (1) uit met behulp van het gereedschap<br />
(Ms. 1373).<br />
Maak de stekkers los.<br />
INBOUWEN<br />
Sluit de stekkers aan.<br />
Monteer de autoradio.<br />
Voer de antidiefstalcode in (zie 86A, Radio, Lage<br />
gamma: Antidiefstalcode).<br />
86A-1<br />
86A
RADIO<br />
"lage gamma": Antidiefstalcode<br />
De autoradio is beveiligd via een vier cijferige code.<br />
Deze code wordt aan de gebruiker gevraagd na elke<br />
keer losmaken van de stekkers of de accu. Deze code<br />
moet met behulp van de bedieningssatelliet of het toetsenbord<br />
van de autoradio ingevoerd worden. Het display<br />
toont « code » gevolgd door « 0000 ».<br />
INVOEREN VAN DE CODE<br />
1 - Via de bediening bij het stuurwiel<br />
Om een ingevoerd cijfer te valideren, drukt u op de onderste<br />
toets van de satelliet.<br />
2 - Via het toetsenbord van de autoradio<br />
4 5 6<br />
1 2 3<br />
18627<br />
Voer de cijfers in met de toetsen (1) t/m (4) en bevestig<br />
daarna met de toets (6).<br />
- Als de code fout is, geeft de autoradio een geluidssignaal,<br />
toont « code » en blokkeert (1 min. voor de<br />
eerste fout, 2 min. voor de tweede fout, 4 min. voor<br />
de derde fout tot 32 min. maximum).<br />
- Na de eerste invoering van de code, moeten bepaalde<br />
parameters geprogrammeerd worden (zie S.M.<br />
3701A, Radio lage gamma, 86A, Radio: Configuraties-Parameters).<br />
Deze parameters blijven behouden<br />
als de accu wordt losgenomen.<br />
- De fabrieksstand wort hersteld door gelijktijdig drukken<br />
op de toetsen (2) en (5) tijdens het inschakelen<br />
van het toestel. Wacht daarna ongeveer 2 minuten.<br />
- De autoradio kan ongeveer 2 minuten werken met regelmatig<br />
klinkende piepjes zonder dat de code is ingevoerd.<br />
86A-2<br />
86A
1<br />
2<br />
3<br />
I - ANTIDIEFSTALCODE<br />
RADIO<br />
"hoge gamma" : Antidiefstalcode<br />
4<br />
5<br />
6<br />
100794<br />
De antidiefstalcode van vier cijfers is voor de tunerversterker.<br />
Deze code wordt gevraagd bij iedere onderbreking<br />
van de voeding. Deze code moet worden ingevoerd<br />
via de bedieningssatelliet. Het display toont<br />
« code » gevolgd door « 0000 ».<br />
- Als de code fout is, geeft de radio een geluidssignaal,<br />
toont « CODE » en blokkeert (1 min. voor de eerste<br />
fout, 2 min. voor de tweede fout, 4 min. voor de derde<br />
fout tot 32 min. maximaal.<br />
- Na de eerste invoering van de code, moeten bepaalde<br />
parameters geprogrammeerd worden (zie S.M.<br />
3702A, Radio hoge gamma, 86A, Radio: Configuraties-Parameters).<br />
Deze parameters blijven behouden<br />
als de accu wordt losgenomen.<br />
- De fabrieksstand wort hersteld door gelijktijdig drukken<br />
op de toetsen (2) en (5) tijdens het inschakelen<br />
van het toestel. Wacht ongeveer 2 minuten.<br />
- De autoradio kan werken gedurende ongeveer 2 min.<br />
met regelmatige piepjes zonder invoeren van de code.<br />
II - UITWISSELING CODE TUSSEN CD-WISSELAAR<br />
EN TUNER-VERSTERKER<br />
1 - Bij het vervangen van alleen de tuner-versterker:<br />
De code van de oude tuner-versterker die was aangesloten<br />
op de cd-wisselaar kan niet worden ingevoerd. De<br />
cd-wisselaar geeft de code aan de nieuwe tuner-versterker.<br />
86A-3<br />
86A<br />
2 - Bij het vervangen van alleen de cd-wisselaar:<br />
De code van de tuner-versterker wordt ingelezen bij het<br />
aansluiten van de accu of van de cd-wisselaar.
UITBOUWEN<br />
RADIO<br />
Tuner-versterker: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
Onmisbaar speciaal gereedschap<br />
Ms. 1373 Gereedschap voor het<br />
uitbouwen autoradio<br />
Philips<br />
1<br />
111286<br />
Bouw de bevestigingsschroef (1) van de bekleding<br />
van de opbergruimte uit.<br />
Maak de bekleding van de opbergruimte (2) los.<br />
2<br />
111287<br />
86A-4<br />
Bouw uit:<br />
86A<br />
- de bevestigingsbouten van de tuner-versterker.<br />
- de steun van de tuner-versterker.<br />
Maak de stekkers los.<br />
Maak de tuner-versterker los uit zijn steun met behulp<br />
van het gereedschap (Ms. 1373).<br />
INBOUWEN<br />
Monteer de tuner-versterker in zijn steun.<br />
Klem de stekkers vast.<br />
3<br />
111284<br />
19306
RADIO<br />
Tuner-versterker: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
<strong>Inbouwen</strong><br />
- de steun van de tuner-versterker,<br />
- de bevestigingsbouten van de tuner-versterker.<br />
Klem de bekleding van de opbergruimte vast.<br />
Monteer de bevestigingsschroef van de bekleding<br />
van de opbergruimte.<br />
Voer de antidiefstalcode in (zie 86A, Radio hoge<br />
gamma, Antidiefstalcode).<br />
86A-5<br />
86A
RADIO<br />
Antenne van de autoradio: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
De ingegoten radioantenne bevindt zich:<br />
- bij de hatchback: op de achterruit,<br />
- bij de break: op de zijruit rechts achter.<br />
Het systeem gebruikt een via de autoradio gevoede antenneversterker<br />
die is geplaatst:<br />
- voor de hatchback: onder het bovenste midden deel<br />
van de bekleding van de lijst van de achterruit,<br />
- voor de break: onder de bekleding van de zijwand<br />
rechts achter.<br />
UITBOUWEN<br />
VERSTERKER VAN INGEGOTEN ANTENNE.<br />
1 - Hatchback.<br />
Bouw het bovenste midden deel van de bekleding<br />
van de lijst van de achterruit uit met behulp van de<br />
klemmetjestang.<br />
Maak de stekkers los.<br />
Bouw uit:<br />
- de bout van de antenneversterker,<br />
- de antenneversterker.<br />
18551<br />
N.B.:<br />
Voor het uitbouwen van de antenne bouwt u de<br />
achterruit uit (zie MR 396, Carrosserie, 54A,<br />
Ruiten, Achterruit : <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong>).<br />
86A-6<br />
2 - Break.<br />
86A<br />
Bouw uit:<br />
- de bevestigingsschroef van de bekleding van de zijwand<br />
rechts achter.<br />
- gedeeltelijk het achterkleprubber en het achterportierrubber.<br />
Maak gedeeltelijk de bekleding van de zijwand<br />
rechts achter los.<br />
Maak de stekkers los.<br />
Bouw uit:<br />
- de bout van de antenneversterker,<br />
- de antenneversterker.<br />
N.B.:<br />
INBOUWEN<br />
VERSTERKER VAN INGEGOTEN ANTENNE<br />
1 - Hatchback<br />
Plaats:<br />
- de antenneversterker,<br />
- de bevestigingsbout van de antenneversterker.<br />
Sluit de stekkers van de antenneversterker aan.<br />
111552<br />
Voor het uitbouwen van de antenne bouwt u de<br />
achterste zijruit uit (zie MR 396, Carrosserie,<br />
54A, Ruiten, Achterste zijruit break).
RADIO<br />
Antenne van de autoradio: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
Monteer het bovenste midden deel van de bekleding<br />
van de lijst van de achterruit.<br />
2 - Break<br />
Plaats:<br />
- de antenneversterker,<br />
- de bevestigingsbout van de antenneversterker.<br />
Sluit de stekkers van de antenneversterker aan.<br />
Klem de bekleding van de zijwand achter vast.<br />
Plaats:<br />
- het achterkleprubber en het portierrubber,<br />
- de bevestigingsschroef van de bekleding van de zijwand.<br />
86A-7<br />
86A
RADIO<br />
Antenne : Werking<br />
De auto's zijn uitgerust met een van de drie antennes<br />
speciaal voor de ontvangst van:<br />
- radio,<br />
- radio + telefoon,<br />
- radio + telefoon + navigatie.<br />
De ingegoten radioantenne bevindt zich:<br />
- bij de hatchback: op de achterruit,<br />
- bij de break: op de zijruit rechts achter.<br />
De antenne heeft een versterker die is geplaatst:<br />
- voor de hatchback: onder het bovenste midden deel<br />
van de bekleding van de lijst van de achterruit,<br />
- voor de break: onder de bekleding van de zijwand<br />
rechts achter.<br />
De versterker wordt gevoed:<br />
- door de radio voor auto's zonder navigatiesysteem,<br />
- door de centrale communicatie eenheid voor de<br />
auto's met navigatiesysteem (zie SM 6011A, Ingebouwd<br />
telematicasysteem, Navigatie lage gamma:<br />
Algemeen).<br />
86A-8<br />
86A
UITBOUWEN<br />
I - TWEETERS VOOR<br />
RADIO<br />
Tweeter: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
Maak het rooster (1) van de tweeter los.<br />
2<br />
Bouw de tweeter (2) uit.<br />
Maak de stekker van de tweeter los.<br />
1<br />
111282<br />
111281<br />
86A-9<br />
II - TWEETERS ACHTER<br />
86A<br />
Bouw het rooster (3) van de luidspreker achter uit.<br />
Bouw de tweeter (4) uit,<br />
Maak de stekker van de tweeter los.<br />
INBOUWEN<br />
I - TWEETERS VOOR<br />
Sluit de stekker van de tweeter aan.<br />
Monteer de tweeter.<br />
Klem het rooster van de tweeter vast.<br />
3<br />
4<br />
111502<br />
111501
RADIO<br />
Tweeter: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
II - TWEETERS ACHTER<br />
Sluit de stekker aan.<br />
Monteer de tweeter.<br />
Klem het luidsprekerrooster achter vast.<br />
86A-10<br />
86A
UITBOUWEN<br />
RADIO<br />
Luidsprekers voor: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
Maak het luidsprekerrooster (1) los.<br />
Bouw uit:<br />
- de schroeven (2) van de luidspreker voor,<br />
- de luidspreker voor.<br />
Maak de stekker los.<br />
INBOUWEN<br />
Sluit de stekker van de luidsprekers voor aan.<br />
1<br />
2<br />
111499<br />
111500<br />
86A-11<br />
Plaats:<br />
- de luidspreker voor,<br />
- de schroeven van de luidspreker voor.<br />
Klem het luidsprekerrooster voor vast.<br />
86A
UITBOUWEN<br />
RADIO<br />
Luidsprekers achter: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
Bouw het rooster (1) van de luidspreker achter uit.<br />
Bouw uit:<br />
- de schroeven van de luidspreker (2) achter,<br />
- de luidspreker achter.<br />
Maak de stekker van de luidspreker achter los.<br />
INBOUWEN<br />
Sluit de stekker van de luidspreker achter aan.<br />
1<br />
2<br />
111502<br />
111501<br />
86A-12<br />
Plaats:<br />
- de luidspreker achter,<br />
- de schroeven van de luidspreker achter.<br />
Klem het luidsprekerrooster achter vast.<br />
86A
UITBOUWEN<br />
Maak los :<br />
- de klep van het scherm (1),<br />
- de stekkers.<br />
3<br />
Maak het scherm los bij (2) en bij (3).<br />
INBOUWEN<br />
1<br />
Klem het scherm vast op zijn steun.<br />
Sluit de stekkers aan.<br />
Klem de kap van het scherm vast.<br />
2<br />
3<br />
RADIO<br />
Display<br />
111547<br />
111550<br />
LET OP<br />
Druk om elke beschadiging te voorkomen niet op<br />
het front van het scherm.<br />
2<br />
86A-13<br />
86A
1<br />
5<br />
RADIO<br />
Radiobedieningssatelliet: Controle<br />
Actie Toets<br />
Source hoog/laag (1)<br />
Bevestigingstoets (2)<br />
Volume - (3)<br />
Volume + (4)<br />
Selectiedraaiknop (5)<br />
2<br />
4<br />
3<br />
108545<br />
86A-14<br />
86A
TELEFOON<br />
Voorbereiding: Beschrijving<br />
De auto's zijn voorbekabeld om een aansluiting van<br />
een handsfree set mogelijk te maken.<br />
De specifieke stekker en de antennekabel bevinden<br />
zich onder de middenconsole.<br />
Voor het uitbouw van de middenconsole, zie MR 396,<br />
Carrosserie, 57A, Accessoires interieur, Middenconsole.<br />
111269<br />
86B-1<br />
86B
UITBOUWEN<br />
TELEFOON<br />
Rekeneenheid: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
Maak de massakabel van de accu los.<br />
Bouw de bevestigingsschroeven (1) van de opbergruimte<br />
uit.<br />
Maak (2) de bekleding van de opbergruimte los.<br />
111286<br />
111287<br />
86B-2<br />
86B<br />
113469<br />
Bouw de rekeneenheid van de telefoon (3) uit door<br />
deze naar de achterzijde van de auto te trekken.<br />
Maak de stekkers los.<br />
INBOUWEN<br />
Sluit de stekkers aan.<br />
Monteer de rekeneenheid van de telefoon.<br />
Klem de bekleding van de opbergruimte vast.<br />
Monteer de bevestigingsschroeven van de opbergruimte.<br />
Sluit de accu aan; voer de noodzakelijke inlezingen<br />
uit (zie 80A, accu, Accu: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong>).
UITBOUWEN<br />
TELEFOON<br />
Steun van telefoonset: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
4<br />
1<br />
2<br />
111778<br />
Bouw de middenconsole uit (zie MR 396, Carrosserie,<br />
57A, Accessoires interieur, Middenconsole).<br />
Maak los :<br />
- de stekkers van de steun van de telefoon,<br />
N.B.:<br />
Om de stekker van de antenne los te maken van<br />
de steun van de telefoon:<br />
- houd het kleine (1) deel van de stekker vast,<br />
- beweeg het grote deel (2) naar het kleine deel<br />
(1) bij (3),<br />
- houd het grote deel (2) van de stekker tegen het<br />
kleine deel (1),<br />
- trek aan het kleine deel van de stekker bij (4).<br />
3<br />
86B-3<br />
86B<br />
111498<br />
111258<br />
maak de stekker van de accessoiresaansluiting (6)<br />
los.<br />
Bouw uit:<br />
- de accessoiresaansluiting (6),<br />
- de schroeven van de steun van de telefoon (5),<br />
- de kabelbundel van de steun van de telefoon,<br />
- de steun van de telefoon.<br />
6
INBOUWEN<br />
TELEFOON<br />
Steun van telefoonset: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
Plaats:<br />
- de steun van de telefoon,<br />
- de kabelbundel van de steun van de telefoon,<br />
- de schroeven van de steun van de telefoon ,<br />
- de accessoiresaansluiting.<br />
Klem vast:<br />
- de stekker van de accessoiresaansluiting,<br />
- de stekkers van de steun van de telefoon.<br />
Monteer de middenconsole (zie MR 396, Carrosserie,<br />
57A, Accessoires interieur, Middenconsole).<br />
86B-4<br />
86B
UITBOUWEN<br />
TELEFOON<br />
Microfoon "handsfree": <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
111496<br />
Bouw de hemelbekleding uit (zie MR 396, Carrosserie,<br />
71A, Interieurbekleding, Hemelbekleding).<br />
Maak los :<br />
- de stekker van de microfoon,<br />
- de microfoon.<br />
INBOUWEN<br />
Klem vast:<br />
- de microfoon,<br />
- de stekker van de microfoon.<br />
Monteer de hemelbekleding (zie MR 396, Carrosserie,<br />
71A, Interieurbekleding, Hemelbekleding).<br />
86B-5<br />
86B
HUIS MET HULPORGANEN INTERIEUR<br />
Huis met hulporganen interieur: Algemeen<br />
Er zijn twee modellen voor het huis met hulporganen interieur<br />
voor deze auto's:<br />
- huis met hulporganen interieur « lage gamma »,<br />
- huis met hulporganen interieur « hoge gamma ».<br />
Versie van de UCH Lage<br />
gamma<br />
87B-1<br />
87B<br />
N.B.:<br />
Het magazijn levert alleen het huis met hulporganen<br />
interieur van het « hoge gamma ».<br />
Dit kan worden gemonteerd in plaats van de uitvoering<br />
van het « lage gamma ».<br />
Midden<br />
gamma<br />
Beheer van de knipperlichten X X -<br />
Beheer van de rijverlichting (Running lights) - X 80B<br />
Beheer van de markeringslichten X X -<br />
Defecte lampen (markerings- en remlichten) voor de spraakmaker X X 83A<br />
Commando ruitenwisser voor en achter X X 85A<br />
Commando koplampsproeiers - X 85A<br />
Regeling van de deuren X X 87C<br />
Beheer van de portieren (bestuurdersportier alleen) - X 87C<br />
Portiervergrendeling tijdens het rijden/ontgrendeling bij botsing X X 87C<br />
Beheer van de portieren (extra portiervergrendeling) - X 87C<br />
Beheer van de portieren (elektrische kinderveiligheid) - X 87C<br />
Controlelampje openen van de portieren/Controlelampje portiervergrendeling<br />
X X -<br />
Beheer van het elektrische achterklepslot X X -<br />
Beheer van de tijdgeschakelde binnenverlichting X X 81B<br />
Verbinding zoemer voor sluiten van de portieren - X 87C<br />
Beheer van de afstandsbediening X X 87C<br />
Beheer van de afstandsbediening met handsfree systeem - X 87C<br />
Beheer van de transponder (startvergrendeling) X X 82A<br />
Commando relais accessoires/+ na contact startmotor X X -<br />
Zoemer interieur X X 83A<br />
Snelheidsverklikker (Arabië) X X 83A<br />
Toerenbegrenzer motor X X -<br />
Buitentemperatuur X X -<br />
Te raadplegensubhoofdstuk
HUIS MET HULPORGANEN INTERIEUR<br />
Huis met hulporganen interieur: Algemeen<br />
Versie van de UCH Lage<br />
gamma<br />
Multifunctionele verbindingen met elektrische stoelen en spiegels - X 87D<br />
Verbinding alarm (accessoire) X X 82C<br />
Variabele stuurbekrachtiging - X 87<br />
Interface multiplexnetwerk X X 88B<br />
Interface met het diagnoseapparaat X X 88A<br />
87B-2<br />
Midden<br />
gamma<br />
87B<br />
Te raadplegensubhoofdstuk
HUIS MET HULPORGANEN INTERIEUR<br />
Huis met hulporganen interieur: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 87B<br />
diagnoseapparaat<br />
UITBOUWEN<br />
Onmisbaar materiaal<br />
N.B.:<br />
Bij het vervangen van het huis met hulporganen<br />
interieur, moet u altijd de configuraties noteren<br />
met behulp van het diagnoseapparaat.<br />
De zekeringen-/relaisplaat is op het huis met hulporganen<br />
interieur geklemd. Het uitbouwen van<br />
de ene betekent het uitbouwen van de andere.<br />
Maak de massakabel van de accu los.<br />
111187<br />
Bouw de zijkant van het dashboard (1) aan bestuurderskant<br />
uit.<br />
Bouw de vloerbekleding onder het dashboard uit boven<br />
de pedalen.<br />
87B-3<br />
Verwijder de kabel (2).<br />
Bouw de bevestigingsschroeven (3) van de bediening<br />
van de parkeerrem uit.<br />
Verwijder de bekleding.(4)<br />
111190<br />
111191<br />
111192
HUIS MET HULPORGANEN INTERIEUR<br />
Huis met hulporganen interieur: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 87B<br />
111291<br />
Bouw de bevestigingsbout (5) van het huis met hulporganen<br />
interieur uit.<br />
Druk op de klemmetjes (6).<br />
111290<br />
Maak het huis met hulporganen interieur vrij door te<br />
trekken bij (7) en bij (8).<br />
Knip het plastic klembandje door bij (11) op de zekering-<br />
en relaisplaat interieur.<br />
Maak de stekkers los.<br />
87B-4<br />
Maak de module (9) los.<br />
Bouw het huis met hulporganen interieur uit via de<br />
onderkant, let op het opname element van de stand<br />
van de koppeling.<br />
Maak het huis met hulporganen interieur los van de<br />
zekering- en relaisplaat interieur door te drukken op<br />
de klemmetjes (10).<br />
INBOUWEN<br />
Monteer het huis met hulporganen interieur.<br />
Klem de module vast.<br />
111292<br />
111297
HUIS MET HULPORGANEN INTERIEUR<br />
Huis met hulporganen interieur: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 87B<br />
Sluit de stekkers aan.<br />
Klem het huis met hulporganen interieur vast.<br />
Plaats:<br />
- de bevestigingsbout van het huis met de hulporganen.<br />
- de bekleding van het dashboard,<br />
- de bevestigingsschroeven van de bediening van de<br />
parkeerrem,<br />
- het kapje van de bevestigingsschroeven van de bediening<br />
van de parkeerrem,<br />
- de zijkant van het dashboard aan bestuurderskant,<br />
- de vloerbekleding onder het dashboard boven de<br />
pedalen.<br />
Sluit de accu aan; voer de noodzakelijke inlezingen<br />
uit (zie 80A, accu, Accu: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong>).<br />
87B-5
REGELING VAN DE PORTIEREN<br />
Auto zonder sleutel: Beschrijving<br />
Het systeem voor de portiervergrendeling van de auto<br />
zonder sleutel bestaat uit:<br />
- het huis met hulporganen interieur,<br />
- de specifieke Renault kaarten met twee knoppen in de<br />
« eenvoudige » uitvoering en drie knoppen in de<br />
« handsfree » uitvoering,<br />
- een niet-gecodeerde kaartlezer (ontvanger radiofrequentie<br />
en transponder in de uitvoering<br />
« eenvoudige ») en een ongecodeerde kaarthouder<br />
(ontvanger transponder in de « handsfree » uitvoering),<br />
- een drukknop voor het starten en stilzetten van de<br />
motor,<br />
Voor de bijzonderheden van het huis met hulporganen<br />
interieur, (zie 87B, Huis met hulporganen interieur,<br />
Huis met hulporganen interieur: Algemeen).<br />
Voor de bijzonderheden van de veiligheids- en schakeleenheid,<br />
(zie 87G, Huis met hulporganen motorruimte,<br />
Veiligheids- en schakeleenheid : Algemeen).<br />
Voor de bijzonderheden van de kaarthouder en de startknop,<br />
(zie 82A, Startvergrendeling).<br />
87C-1<br />
87C<br />
- de stuurkolomgrendel voor de mechanische blokkering<br />
van het stuurwiel,<br />
- motors voor het vergrendelen - ontgrendelen van de<br />
portieren (ingebouwd in de sloten),<br />
- twee specifieke antennes voor de detectie van de Renault<br />
kaart (« handsfree » uitvoering) in de schildbumper<br />
achter (alleen op de hatchback) en in de<br />
hemelbekleding,<br />
- aanwezigheids- en bewegingssensors in de portierhandgrepen<br />
(« handsfree » uitvoering),<br />
- specifieke portiersloten voor de functies kinderveiligheid<br />
en extra portiervergrendeling (afhankelijk van<br />
de uitvoering).<br />
19043<br />
In de fabriek worden twee Renault-kaarten aan de auto<br />
toegewezen. Afhankelijk van het uitrustingsniveau kan<br />
de auto hebben:<br />
- ofwel twee Renault-kaarten met twee knoppen (zonder<br />
handsfree systeem),:<br />
- ofwel twee RENAULT-kaarten met een met "handsfree"<br />
systeem (drie knoppen).
REGELING VAN DE PORTIEREN<br />
Auto zonder sleutel: Beschrijving<br />
I - RENAULT KAART AFSTANDSBEDIENING<br />
18249<br />
De Renault kaarten met afstandsbediening met twee<br />
knoppen hebben:<br />
- een gecodeerde chip zonder batterijtje, voor de startvergrendeling,<br />
- een FM-afstandsbediening voor het vergrendelen of<br />
het ontgrendelen van de portieren.<br />
De code van het radiosignaal dat de Renault-kaarten<br />
uitzenden is continu variabel om een eventueel kopiëren<br />
tegen te gaan.<br />
Bij dit systeem, verloopt de synchronisatie van de afstandsbedieningen<br />
automatisch.<br />
De afstandsbediening wordt alleen gebruikt voor het<br />
vergrendelen en ontgrendelen van de portieren en is<br />
geheel onafhankelijk van de startvergrendeling.<br />
N.B.:<br />
Het huis met hulporganen interieur kan vier verschillende<br />
codes verwerken (vier Renault-kaarten<br />
maximum).<br />
87C-2<br />
II - RENAULT KAART "HANDSFREE"<br />
87C<br />
23303<br />
Met dit systeem kunnen de portieren worden geopend<br />
en gesloten zonder de FM-afstandsbediening te gebruiken.<br />
Hiermee is ook het starten mogelijk zonder dat de RE-<br />
NAULT-kaart in de houder zit.<br />
De "handsfree" is te herkennen aan een derde knop (1)<br />
voor het inschakelen de lichten bij stilstaande motor.<br />
N.B.:<br />
Als de accu van de auto onvoldoende is geladen,<br />
kan de stuurkolomgrendel niet ontgrendelen. De<br />
auto kan niet worden aangeduwd.<br />
1
REGELING VAN DE PORTIEREN<br />
Auto zonder sleutel : Werking<br />
I - WERKING VAN DE "EENVOUDIGE" RENAULT<br />
KAARTEN AFSTANDSBEDIENING<br />
Het systeem functioneert met behulp van:<br />
- een Renault kaart met afstandsbediening (twee knoppen)<br />
(1),<br />
- een radiofrequentie ontvanger ingebouwd in de kaartlezer<br />
(2),<br />
- een elektronisch besturingscircuit in het huis met hulporganen<br />
interieur (3),<br />
- een startknop (4),<br />
- de portiersloten,<br />
7<br />
1<br />
- een controlelampje van de portiervergrendeling,<br />
- de richtingaanwijzers,<br />
- de rekeneenheid van het inspuitsysteem (5),<br />
- de opname elementen van het koppelingspedaal (6)<br />
en de stand "neutraal" van de versnellingsbak voor de<br />
startvergrendeling,<br />
- de elektrische stuurkolomgrendel (7) voor de startvergrendeling.<br />
5<br />
6<br />
4<br />
2<br />
87C-3<br />
3<br />
9<br />
8<br />
87C<br />
19242<br />
18249<br />
De "eenvoudige" Renault kaart met afstandsbediening<br />
heeft twee knoppen:<br />
- een vergrendelknop (8),
- een ontgrendelknop (9).<br />
REGELING VAN DE PORTIEREN<br />
Auto zonder sleutel : Werking<br />
Om de portieren te vergrendelen, drukt u op de knop<br />
sluiten.<br />
Het vergrendelen van de portieren met behulp van de<br />
afstandsbediening is zichtbaar door het twee maal<br />
oplichten van de alarmknipperlichten (als alle portieren<br />
goed gesloten zijn). Het rode vergrendelingslampje<br />
brandt.<br />
Als een of meerdere portieren slecht gesloten zijn, lichten<br />
de alarmknipperlichten niet op bij het vergrendelen<br />
met de afstandsbediening.<br />
Om de portieren te ontgrendelen, drukt u op de knop<br />
openen.<br />
Het vergrendelen van de portieren met behulp van de<br />
afstandsbediening is zichtbaar door het oplichten van<br />
de alarmknipperlichten.<br />
N.B.:<br />
Het knipperen van de alarmknipperlichten bij het<br />
gebruik van de afstandsbediening wordt aangestuurd<br />
door het huis met hulporganen interieur.<br />
De werking van de schakelaar van de centrale portiervergrendeling<br />
wordt uitgeschakeld als de portieren vergrendeld<br />
zijn met de afstandsbediening.<br />
Sommige uitvoeringen (met rechts stuur) zijn uitgerust<br />
met de functie "extra portiervergrendeling" die de<br />
portieren zo vergrendelt dat zij niet van binnenuit kunnen<br />
worden geopend. Voor de extra portiervergrendeling,<br />
drukt u twee keer na elkaar op de knop sluiten(8).<br />
Deze functie gebruikt speciale portierslotmotors. De<br />
staat van de extra portiervergrendeling is te zien aan<br />
een keer knipperen van de alarmknipperlichten.<br />
Auto's met rechts stuur kunnen zijn voorzien van de<br />
functie openen bestuurdersportier alleen. Deze functie<br />
zorgt ervoor dat bij een keer drukken op de Renaultkaart<br />
alleen het bestuurdersportier en de achterklep<br />
worden ontgrendeld. Om alle portieren te ontgrendelen<br />
moet twee keer achter worden gedrukt.<br />
Bij auto's met ruitbediening met sneltoets of elektrisch<br />
open dak, kunnen met een lange druk op de knop sluiten<br />
alle portierruiten en het dak worden gesloten (als<br />
deze zijn geïnitialiseerd).<br />
Als een portier niet goed is gesloten bij het drukken op<br />
de knop sluiten, vergrendelen en ontgrendelen de portieren<br />
automatisch.<br />
87C-4<br />
87C
REGELING VAN DE PORTIEREN<br />
Auto zonder sleutel : Werking<br />
II - WERKING VAN DE "HANDSFREE" RENAULT<br />
KAARTEN<br />
18<br />
10<br />
15<br />
14<br />
Het systeem functioneert met behulp van:<br />
- een "handsfree" Renault kaart met drie knoppen (10),<br />
- een kaarthouder (11),<br />
22<br />
23<br />
20<br />
19<br />
21<br />
13<br />
16<br />
11<br />
17<br />
- een elektronisch besturingscircuit in het huis met hulporganen<br />
interieur (12),<br />
- een rood controlelampje startvergrendeling (13),<br />
- de rekeneenheid van het inspuitsysteem (14) voor de<br />
startvergrendeling,<br />
- de elektrische stuurkolomgrendel (15) voor de startvergrendeling,<br />
- de startknop (16),<br />
- de rekeneenheid van de airbag voor de startvergrendeling<br />
(17),<br />
- de rekeneenheid van het ABS voor de startvergrendeling<br />
(18),<br />
- het opname element van het koppelingspedaal (19)<br />
voor de startvergrendeling,<br />
- het opname element stand "neutraal" van de versnellingsbak<br />
(20) voor de startvergrendeling,<br />
12<br />
87C-5<br />
24<br />
87C<br />
25<br />
100269<br />
- het opname element van het rempedaal (21) voor de<br />
startvergrendeling,<br />
- antennes voor de detectie van de Renault kaart voor<br />
het openen van de portieren (22),<br />
- antennes voor de detectie van de Renault kaart voor<br />
het starten van de motor (23),<br />
- de claxon (24),<br />
- de handgrepen met aanwezigheidssensors en bewegingscontacten,<br />
en de sloten (25).
27<br />
26<br />
REGELING VAN DE PORTIEREN<br />
Auto zonder sleutel : Werking<br />
28<br />
23303<br />
De Renault-kaart met "handsfree" functie heeft drie<br />
knoppen:<br />
- een knop voor het sluiten (26). Met deze knop worden<br />
de portieren vergrendeld en kan de "handsfree" functie<br />
worden uitgeschakeld,<br />
- een knop voor het openen (27). Met deze knop worden<br />
de portieren ontgrendeld en kan de "handsfree"<br />
functie worden uitgeschakeld,<br />
- een knop (28) voor het inschakelen de lichten bij stilstaande<br />
motor (met uitschakelvertraging).<br />
1 - Handbediende werking<br />
De "handsfree" werking kan worden uitgeschakeld<br />
door een druk op de toets sluiten of openen. De werking<br />
is in dat geval als van een eenvoudige afstandsbediening.<br />
Om de "handsfree" werking terug te krijgen:<br />
zet het contact aan en steek de RENAULT kaart in de<br />
kaarthouder.<br />
2 - Ontgrendeling van de portieren<br />
Loop naar de auto, binnen de detectiezone van de antennes,<br />
zodat de Renault kaart verbinding maakt met<br />
het huis met hulporganen interieur.<br />
Steek uw hand achter een van de portierhandgrepen of<br />
open de achterklep.<br />
De aanwezigheidssensors in de handgrepen veroorzaken<br />
het "handsfree" ondervragen van de auto via de<br />
antenne van het dak.<br />
Als de kaart is herkend door de kaarthouder, ontgrendelt<br />
de auto (zichtbaar door het knipperen van de alarmknipperlichten).<br />
87C-6<br />
3 - Vergrendeling van de portieren<br />
87C<br />
N.B.:<br />
Het knipperen van de alarmknipperlichten bij het<br />
gebruik van de afstandsbediening wordt aangestuurd<br />
door het huis met hulporganen interieur.<br />
Loop van de auto weg, portieren dicht, buiten de detectiezone<br />
van de antennes, zodat de Renault kaart geen<br />
verbinding meer heeft met het huis met hulporganen interieur.<br />
De portieren vergrendelen automatisch.<br />
Het vergrendelen van de portieren is te zien aan het<br />
twee keer knipperen van de alarmknipperlichten, het<br />
vast branden van de zijknipperlichten (ongeveer tien<br />
secondes) en een geluidssignaal.<br />
N.B.:<br />
De bewegingssensors in de portierhandgrepen werken<br />
gedurende 72 u. Na deze periode, moet een<br />
openingsbeweging worden gemaakt met de handgreep.<br />
4 - Werking van de openingssensors<br />
Voor de "handsfree" werking van de Renault-kaart,<br />
heeft elke portierhandgreep een aanwezigheidssensor.<br />
Deze sensor detecteert de hand van de gebruiker en<br />
schakelt de handsfree ondervraging in.<br />
29<br />
18993<br />
De sensor (29) in de handgreep heeft een reflector en<br />
de handgreep heeft een bewegingscontact.<br />
Na lange inactiviteit (72 u), wordt de sensor overgenomen<br />
door het bewegingscontact in de handgreep.
REGELING VAN DE PORTIEREN<br />
Auto zonder sleutel : Werking<br />
Voor het uitbouwen van de portierhandgrepen, zie<br />
(51A, Mechanismes in portieren, Buitenhandgreep<br />
portier).<br />
Voor het openen van de bagageruimte, is de sensor<br />
vervangen door een schakelaar.<br />
Sluiten<br />
Openen<br />
Druk op de Renault kaart Effect op de<br />
sloten<br />
* Voor deze functie, moet de auto ruitbediening met<br />
sneltoets en open dak met afknijpbeveiliging hebben.<br />
* Auto's met rechts stuur kunnen zijn voorzien van de<br />
functie openen bestuurdersportier alleen. Deze functie<br />
zorgt ervoor dat bij een keer kort drukken op de Renault<br />
kaart alleen het bestuurdersportier wordt<br />
ontgrendeld.<br />
*** Ontgrendelen van de portieren van een auto met de<br />
functie openen "bestuurdersportier alleen".<br />
**** Bij bepaalde uitvoeringen met "rechts stuur", wordt<br />
deze functie voorafgegaan door de "extra portiervergrendeling.<br />
Beperkte werking<br />
1 korte druk portiervergrendeling<br />
2 korte drukken extra portiervergrendeling<br />
van<br />
de portieren<br />
1 lange druk**** sluiten van de<br />
ruiten en het<br />
open dak*<br />
handsfree werking<br />
portiervergrendeling<br />
1 korte druk Ontgrendelen<br />
van de portieren<br />
of het bestuurdersportier*<br />
*<br />
2 korte drukken ontgrendelen<br />
van de portieren**<br />
handsfree werking<br />
Ontgrendelen<br />
van de portieren<br />
of het bestuurdersportier*<br />
*<br />
87C-7<br />
87C<br />
III - WERKING VAN DE ZIJKNIPPERLICHTEN<br />
Om het ontgrendelen en het vergrendelen te kunnen<br />
controleren, stuurt het huis met hulporganen interieur<br />
alle knipperlichten aan.<br />
Werking van de<br />
richtingaanwijzers<br />
Werking van de<br />
zijknipperlichten<br />
2 knipperingen 2 knipperingen -<br />
snel knipperen snel knipperen -<br />
2 knipperingen snel knipperen -<br />
2 knipperingen continu branden<br />
gedurende<br />
ongeveer 10 s<br />
1 keer knipperen<br />
1 keer knipperen<br />
1 keer knipperen<br />
1 keer knipperen<br />
1 keer knipperen<br />
1 keer knipperen<br />
Werking van de<br />
claxon<br />
1 signaal (te<br />
configureren)<br />
Bij de opdracht tot vergrendelen:<br />
- een niet goed gesloten bestuurdersportier verhindert<br />
het vergrendelen van alle portieren,<br />
- een niet gesloten achterklep of portier verhindert het<br />
oplichten van de knipperlichten en verhindert de<br />
handsfree vergrendeling.<br />
-<br />
-<br />
-
REGELING VAN DE PORTIEREN<br />
Openingsantennes<br />
Om "handsfree" te kunnen werken, moeten de auto's<br />
portierhandgrepen met aanwezigheidsensors hebben.<br />
Deze sensor detecteert de hand van de gebruiker en<br />
schakelt de handsfree ondervraging in.<br />
De sensor in de handgreep heeft een reflector en de<br />
handgreep heeft een bewegingscontact.<br />
Voor het uitbouwen van de portierhandgrepen, zie<br />
(51A, Mechanismes in portieren, Buitenhandgreep<br />
portier).<br />
Antenne ingebouwd in schildbumper achter<br />
18993<br />
111461<br />
Om bij de antenne te komen, bouwt u de schildbumper<br />
achter uit (zie 55A, Bescherming buitenkant, Schildbumper<br />
achter).<br />
N.B.:<br />
De break heeft geen openingsantenne in de schildbumper<br />
achter.<br />
87C-8<br />
Antenne ingebouwd in de hemelbekleding<br />
87C<br />
111439<br />
Voor het vervangen van de antenne, zie (88A, Kabelbundel,<br />
Kabelbundel van de hemelbekleding).
Detectieantenne van de Renault kaart<br />
REGELING VAN DE PORTIEREN<br />
Openingsantennes: Werking<br />
De auto's met het « handsfree » systeem hebben vier<br />
antennes voor het starten de twee andere voor de regeling<br />
van de portieren.<br />
De detectieantennes van de "Renault" kaart bevinden<br />
zich op de volgende plaatsen:<br />
- Een antenne (1) voor de detectie van de kaart (centrale<br />
zone) in de hemelbekleding.<br />
- Een antenne (2) voor de detectie van de kaart (zone<br />
achterin) in de lijst van de schildbumper achter.<br />
N.B.:<br />
De break heeft geen openingsantenne in de schildbumper<br />
achter.<br />
1<br />
2<br />
87C-9<br />
111848<br />
87C
REGELING VAN DE PORTIEREN<br />
Schakelaar voor het openen van de achterklep: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 87C<br />
UITBOUWEN<br />
Bouw de bekleding van de achterklep uit (zie 73A,<br />
Bekleding kappen en kleppen, Bekleding achterklep).<br />
2<br />
Maak de stekker (1) los.<br />
Bouw de bevestigingsbouten (2) uit.<br />
Maak de plaat los.<br />
111495<br />
INBOUWEN<br />
Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />
1<br />
87C-10
UITBOUWEN<br />
REGELING VAN DE PORTIEREN<br />
Achterklepslot: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
Bouw de bekleding van de achterklep uit (zie 73A,<br />
Bekleding kappen en kleppen, Bekleding achterklep).<br />
Bouw het kapje uit met een kleine schroevendraaier.<br />
Bouw de bevestigingsschroef (1) uit.<br />
Verwijder het slot (via de binnenkant van de achterklep).<br />
Maak de stekker los.<br />
Bouw het slot uit.<br />
1<br />
111494<br />
111493<br />
87C-11<br />
87C<br />
Ontgrendel het slot van de achterklep door met een<br />
schroevendraaier tegen de pal te drukken (2).<br />
INBOUWEN<br />
2<br />
100232<br />
N.B.:<br />
In geval van een elektrische storing is het mogelijk<br />
de achterklep handmatig te openen.<br />
Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.
REGELING VAN DE PORTIEREN<br />
Grendelmotor van de tankdopklep: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 87C<br />
Het vergrendelen - ontgrendelen van de tankdopklep<br />
wordt tegelijk met het bestuurdersportier aangestuurd.<br />
UITBOUWEN<br />
Bouw uit:<br />
- het scherm in de wielkuip rechts achter (zie 55A,<br />
Bescherming buitenkant, Scherm in wielkuip<br />
achter),<br />
- de bekleding van de wielkuip rechts achter (zie<br />
71A, Interieurbekleding, Bekleding van de<br />
wielkuip achter).<br />
LET OP<br />
Controleer of de motor in de stand "klep ontgrendeld"<br />
staat.<br />
Maak de stekker los.<br />
1<br />
19249<br />
N.B.:<br />
Bij een elektrische storing, kan de motor handmatig<br />
worden bediend met het trekstangetje (1).<br />
87C-12<br />
2<br />
Bouw uit:<br />
- de bevestigingsmoer (2) van de motor (naast de<br />
klep in de buitenste wielkuip),<br />
- de motor.<br />
INBOUWEN<br />
105881<br />
N.B.:<br />
De elektrische bediening voor het vergrendelen<br />
van de klep is een eenvoudige omkeermotor.<br />
LET OP<br />
Zet de moer niet te vast op de plastic schroefdraad<br />
van de motor.<br />
Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.
RUITBEDIENING - OPEN DAK<br />
Elektrisch open dak: Werking<br />
Het elektisch open dak heeft twee functies die door dezelfde<br />
motor worden bediend : kantelen met 6 standen<br />
of schuiven met 3 standen).<br />
Het elektisch open dak heeft een snelheidsafhankelijke<br />
afknijpbeveiliging.<br />
N.B.<br />
het sluiten van het open dak (schuiven of kantelen)<br />
kan worden aangestuurd door een lange druk2s op<br />
de knop voor het sluiten van de RENAULT kaart. Dit<br />
signaal wordt beheerd door het huis met hulporganen<br />
interieur (als het huis met hulporganen interieur<br />
correct is geconfigureerd). (zie, MR 397 Diagnose,<br />
87B, Huis met hulporganen, Huis met hulporganen<br />
interieur, Configuratie).<br />
In dit geval, blijft de schakelaar in de stand voor het<br />
openen, druk erop om de werking voor het openen te<br />
herstellen.<br />
1<br />
18872<br />
N.B.<br />
bij een storing van de motor van het open dak, is het<br />
mogelijk de motor te bewegen met een inbussleutel<br />
4 (1)<br />
87D-1<br />
WERKINGSPRINCIPE<br />
87D<br />
Het open dak wordt bediend met de schakelaar.<br />
Voordat hij kan werken moet de motor van het open<br />
dak toestemming hebben van het huis met hulporganen<br />
interieur:<br />
- signaal 0 V: vrijgave van de beweging van het open<br />
dak (sluiten of openen)<br />
- signaal + 12 V : geen vrijgave van de beweging van<br />
het open dak<br />
- cyclisch stuursignaal: automatisch sluiten van het<br />
open dak door lang drukken op de afstandsbediening.<br />
Afknijpbeveiliging<br />
18875<br />
De detectie van een obstakel is gebaseerd op de analyse<br />
van het toerental van de motor. Als een obstakel<br />
wordt ontmoet verandert het toerental plotseling.<br />
Twee opname elementen met hall-effect op de motor<br />
geven periodieke signalen. In dit geval kan het toerental<br />
worden gemeten over een halve omwenteling.<br />
Bij de initialisatie wordt een toerentalkromme vastgelegd<br />
in de rekeneenheid in de motor.<br />
Voor de afknijpbeveiliging, vergelijkt de rekeneenheid<br />
de verplaatsingssnelheid en de opgeslagen snelheid.<br />
Afhankelijk van geconstateerde verschillen, schakelt<br />
het systeem de afknijpbeveiliging in.<br />
de afknijpbeveiliging werkt alleen als het systeem correct<br />
is geïnitialiseerd.
N.B.<br />
RUITBEDIENING - OPEN DAK<br />
Elektrisch open dak: Werking<br />
de afknijpbeveiliging kan worden uitgeschakeld om<br />
een zwaar punt te overwinnen (verbogen rail,<br />
vreemd voorwerp in de schuiver). Houd de schakelar<br />
hiertoe ingedrukt tot het dak stap voor stap sluit.<br />
Na het loslaten van de schakelaar is de afknijpbeveiliging<br />
weer actief.<br />
87D-2<br />
87D
RUITBEDIENING - OPEN DAK<br />
Elektrische ruitbediening: Werking<br />
Naargelang de uitvoering, kan de auto één van de volgen<br />
drie types elektrische ruitbediening hebben:<br />
- eenvoudige elektrische ruitbediening (behalve op<br />
het bestuurdersportier),<br />
- elektrische ruitbediening met sneltoets en afknijpbeveiliging<br />
op het bestuurdersportier alleen of op alle<br />
portieren,<br />
- elektrische ruitbediening met sneltoets met multiplexverbinding.<br />
N.B.:<br />
De sneltoetsfunctie is altijd gecombineerd met afknijpbeveiliging.<br />
Wanneer de ruit aan het einde van<br />
de sluitbeweging een het obstakel tegenkomt, stopt<br />
de beweging en zakt de ruit ongeveer 5 cm. Dit het<br />
obstakel wordt gedetecteerd door het meten van de<br />
stroom in de motor, terwijl de positie van de ruit<br />
wordt gemeten door een opname element met halleffect<br />
in de motor. De afknijpbeveiliging wordt<br />
gecorrigeerd voor de accuspanning en rijsnelheid.<br />
- eenvoudige elektrische ruitbediening (behalve op<br />
het bestuurdersportier).<br />
Bij dit klassieke systeem zorgt voor het openen en het<br />
sluiten door een eenvoudige schakelaar.<br />
- elektrische ruitbediening met sneltoets en<br />
afknijpbeveiliging<br />
In dit geval hebben de schakelaars een dubbele<br />
beweging. De ruit stopt door de detectie van de bovenste<br />
of de onderste stand, door een ander commando<br />
of na een vertraging van 10 s. Bij deze<br />
montage kunnen de ruiten worden gesloten na het<br />
sluiten van de portieren door een lange druk op de<br />
RENAULT kaart. De motoren voor het automatische<br />
sluiten worden na elkaar aangestuurd. Deze functie is<br />
te configureren met de diagnoseapparaten.<br />
- elektrische ruitbediening met sneltoets en<br />
afknijpbeveiliging met multiplexverbinding<br />
Deze montage heeft een geheugen voor de stand van<br />
de buitenspiegels. De informatie wordt opgeslagen in<br />
de rekeneenheid van de ruitbediening (per kant) en<br />
aan de spiegels gegeven (zie, MR 341, Diagnose, 88,<br />
Bedrading, Memory systeem van de bestuurdersstoel).<br />
87D-3<br />
87D
RUITBEDIENING - OPEN DAK<br />
Schakelaar ruitbediening voor op bestuurdersportier 87D<br />
UITBOUWEN<br />
I - EERSTE UITBOUWMETHODE VAN DE PLAAT<br />
VAN DE RUITBEDIENING<br />
18789<br />
Bescherm de bekleding (bijvoorbeeld met een plamuurmes),<br />
en wip met behulp van de klemmetjestang<br />
de plaat van de ruitbediening (1) (aan de<br />
achterkant) los.<br />
Maak de stekkers los.<br />
87D-4<br />
II - TWEEDE UITBOUWMETHODE VAN DE PLAAT<br />
VAN DE RUITBEDIENING<br />
Maak een verschuivende knoop in een stuk geïsoleerd<br />
elektriciteitsdraad van 3 mm.<br />
Steek de lus bij (2) tussen de bekleding en de lip van<br />
de plaat, langs de gehele omtrek ervan.<br />
Trek aan de draad (3).<br />
Maak de plaat van de ruitbediening (4) los.<br />
Maak de stekkers los.<br />
19071<br />
18465
RUITBEDIENING - OPEN DAK<br />
Schakelaar ruitbediening voor op bestuurdersportier 87D<br />
INBOUWEN<br />
Sluit de stekkers aan.<br />
Klem de plaat van de ruitbediening op de bekleding.<br />
87D-5
RUITBEDIENING - OPEN DAK<br />
Schakelaar ruitbediening voor op passagiersportier: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 87D<br />
UITBOUWEN<br />
Bouw de bekleding van het passagiersportier uit (zie<br />
MR 396, 72A, Bekleding portieren, Portierbekleding<br />
voor: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong>).<br />
Bouw uit:<br />
- de bevestigingsbouten (1) van de handgreep,<br />
- de handgreep.<br />
113471<br />
113470<br />
Maak de schakelaar van de ruitbediening los door op<br />
de klemmetjes (2) te drukken.<br />
87D-6<br />
INBOUWEN<br />
Klem de schakelaar van de ruitbediening vast.<br />
Plaats:<br />
- de handgreep ,<br />
- de bevestigingsbouten van de handgreep.<br />
Monteer de bekleding van het passagiersportier (zie<br />
MR 396, 72A, Bekleding portieren, Portierbekleding<br />
voor: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong>).
RUITBEDIENING - OPEN DAK<br />
Schakelaar ruitbediening achter op achterportier<br />
UITBOUWEN<br />
18597<br />
Maak de schakelaar van de ruitbediening (1) op dezelfde<br />
manier los als de schakelaar voor op het bestuurdersportier<br />
(zie 87D, Elektrisch ruitbediening -<br />
Open dak, Schakelaar ruitbediening voor op bestuurdersportier).<br />
Maak de stekker los.<br />
INBOUWEN<br />
Sluit de stekker aan.<br />
Klem de schakelaar op het portier.<br />
87D-7<br />
87D
UITBOUWEN<br />
RUITBEDIENING - OPEN DAK<br />
Schakelaar open dak: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
18875-1<br />
Maak de plaat van de schakelaar (1) van het open<br />
dak los.<br />
Maak de stekker los.<br />
INBOUWEN<br />
Sluit de stekker aan.<br />
Klem de plaat van de schakelaar van het open dak<br />
vast.<br />
1<br />
87D-8<br />
87D
RUITBEDIENING - OPEN DAK<br />
Openingsmotor open dak: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
UITBOUWEN<br />
1<br />
18875-1<br />
Verwijder de bedieningseenheid (1) van het open<br />
dak.<br />
Bouw het binnenlicht uit (2) (zie 81B, Binnenverlichting,<br />
Binnenlicht : <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong>).<br />
2<br />
18879<br />
87D-9<br />
Maak de stekkers (3) van de motor los.<br />
Bouw uit:<br />
- de bevestigingsbouten (4)<br />
87D<br />
- de motor door het gat van het binnenlicht.<br />
INBOUWEN<br />
Plaats:<br />
- de motor van het open dak,<br />
- de bevestigingsbouten van de motor.<br />
18871<br />
18872<br />
N.B.<br />
Bij een elektrische storing, draait u de schroef (5)<br />
met een inbussleutel 4 om het beweegbare<br />
paneel te sluiten (als dit open is.<br />
3
RUITBEDIENING - OPEN DAK<br />
Openingsmotor open dak: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
Sluit de stekkers van de motor van het open dak aan.<br />
Plaats:<br />
- de binnenverlichting,<br />
- de bedieningseenheid van het open dak.<br />
Initialiseer de motor van het open dak (zie, 87D,<br />
elektrische ruitbediening open dak, elektisch<br />
open dak, initialiseren ).<br />
N.B.:<br />
voor het automatisch sluiten bij het vergrendelen<br />
via de RENAULT-kaart, moeten de motors zijn<br />
geïnitialiseerd. (zie, 87D, elektrische ruitbediening<br />
open dak, elektisch open dak, initialiseren);<br />
Het huis met hulporganen interieur moet<br />
zijn geconfigureerd (zie, MR 397 diagnose, 87B,<br />
Huis met hulporganen, Huis met hulporganen<br />
interieur : configuratie).<br />
87D-10<br />
87D
RUITBEDIENING - OPEN DAK<br />
Elektrisch open dak: Initialisatie<br />
Na het losmaken van de accukabels, een elektrische<br />
storing of werkzaamheden aan het open dak, werkt het<br />
systeem handbediend en schoksgewijs.<br />
INITIALISATIEPROCEDURE<br />
Zet de schakelaar van het open dak in de stand<br />
maximaal kantelen.<br />
Druk lang op de schakelaar. (Na 2 secondes kantelt<br />
het dak stap voor stap in de maximum stand en<br />
zakt dan weer enkele centimeters).<br />
Laat de schakelaar los.<br />
Druk binnen 5 secondes opnieuw op de schakelaar.<br />
Houd de schakelaar ingedrukt, (het dak opent en<br />
schuift weer dicht): de motor is geïnitialiseerd.<br />
Zet de schakelaar in de stand.« uit ».<br />
N.B.:<br />
tussen twee acties bij het initialiseren mag niet<br />
meer dan 5 s verstrijken, na de 5 s voert de elektronica<br />
een nieuwe initialisatiecyclus uit.<br />
87D-11<br />
87D
I - ALGEMEEN<br />
PARKEERHULP<br />
Parkeerhulp: Werking<br />
Afhankelijk van de uitvoering heeft de auto een systeem<br />
dat de bestuurder, tijdens het achteruit rijden,<br />
waarschuwt als er zich een obstakel achter de auto bevindt<br />
(paaltje, andere auto...).<br />
II - WERKING<br />
Het systeem bestaat uit:<br />
- de vier afstandsradars in de schildbumper achter,<br />
- een zelfstandige rekeneenheid (met een diagnosefunctie),<br />
- een zoemer,<br />
19040<br />
Bij het inschakelen van de achteruit, komt het systeem<br />
automatisch in werking (dit is hoorbaar door een kort<br />
geluidssignaal van 0,5 seconde).<br />
De afstandsradars in de schildbumper achter meten de<br />
afstand tussen de auto en een eventueel obstakel.<br />
De frequentie van het geluidssignaal varieert afhankelijk<br />
van de afstand: de akoestische waarschuwing wordt<br />
actief als er zich een het obstakel bevindt op ongeveer<br />
150 cm van de schildbumper, tot een continu geluid op<br />
ongeveer 25 cm van de schildbumper.<br />
N.B.:<br />
Voor een goede werking van het systeem, moeten<br />
de ultrasoon sensors schoon zijn.<br />
Als het systeem een storing detecteert, klinkt gedurende<br />
ongeveer 5 secondes een geluidssignaal.<br />
Bij hevige regenval of bij het gebruik van een fietsdrager,<br />
is de detectie door de sensors onbetrouwbaar.<br />
87F-1<br />
87F<br />
III - UITSCHAKELEN VAN HET SYSTEEM<br />
Het systeem schakelt automatisch uit door de aansluiting<br />
van de stekker van de aanhanger (alleen met een<br />
Renault fabriekstrekhaak).<br />
IV - DIAGNOSE<br />
Bij een storing in het systeem, hoort de bestuurder bij<br />
het aanzetten van het contact gedurende ongeveer 5<br />
secondes een lage zoemtoon.
UITBOUWEN<br />
PARKEERHULP<br />
Schakelaar: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
111199<br />
Bouw de onderste sierlijst van het instrumentenpaneel<br />
(1) uit.<br />
Bouw de steun (2) van de airbagschakelaar uit.<br />
Maak de stekker van de airbagschakelaar los.<br />
Maak de airbagschakelaar (3) los van zijn steun.<br />
INBOUWEN<br />
Klem de airbagschakelaar vast.<br />
Sluit de stekker van de airbagschakelaar aan.<br />
Plaats:<br />
- de steun van de airbagschakelaar,<br />
- de sierlijst onder het instrumentenpaneel.<br />
111201<br />
87F-2<br />
87F
UITBOUWEN<br />
PARKEERHULP<br />
Zoemer: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
Bouw de bekleding in de bagageruimte links uit (zie<br />
MR 396, 71A, Interieurbekleding, Bekleding van<br />
de wielkuip achter: <strong>Uitbouwen</strong> - inbouwen).<br />
Maak de stekker (1) los.<br />
Bouw uit:<br />
- de bevestigingspopnagels (2),<br />
- de zoemer.<br />
INBOUWEN<br />
Monteer de zoemer.<br />
Zet de zoemer vast met popnagels.<br />
Sluit de stekker aan.<br />
Monteer de bekleding in de bagageruimte links (zie<br />
MR 396, 71A, Interieurbekleding, Bekleding van<br />
de wielkuip achter: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong>).<br />
2<br />
1<br />
19248<br />
87F-3<br />
87F
UITBOUWEN<br />
PARKEERHULP<br />
Rekeneenheid: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
Bouw de bekleding in de bagageruimte rechts uit (zie<br />
MR 396, 71A, Interieurbekleding, Bekleding van<br />
de wielkuip achter: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong>).<br />
Maak de stekkers van de rekeneenheid los<br />
Bouw de bevestigingsbouten (1) van de rekeneenheid<br />
uit.<br />
INBOUWEN<br />
Monteer de bevestigingsbouten van de rekeneenheid<br />
uit.<br />
Sluit de stekkers van de rekeneenheid aan.<br />
Monteer de bekleding in de bagageruimte rechts (zie<br />
MR 396, 71A, Interieurbekleding, Bekleding van<br />
de wielkuip achter: <strong>Uitbouwen</strong> - inbouwen).<br />
Configureer de rekeneenheid na het vervangen (zie<br />
87F, Parkeerhulp, Rekeneenheid : Configuratie).<br />
1<br />
19249<br />
87F-4<br />
87F
diagnoseapparaat<br />
PARKEERHULP<br />
Rekeneenheid: Configuratie<br />
Onmisbaar materiaal<br />
I - CONFIGURATIE NA VERVANGEN<br />
Na het vervangen van de rekeneenheid moet u deze<br />
configureren met behulp van de diagnoseapparaat.<br />
- selecteer en bevestig het systeem « parkeerhulp »,<br />
- selecteer en bevestig het menu « commando »,<br />
« configuratie van het systeem »,<br />
- selecteer en bevestig het autotype,<br />
- Controleer de juiste configuratie via het menu<br />
« lezen van de configuratie ».<br />
II - AFSTELMOGELIJKHEDEN<br />
Op verzoek van de klant, kunnen het volume en de<br />
toon van de zoemer worden veranderd of uitgeschakeld<br />
met behulp van het ’diagnoseapparaat.<br />
- selecteer en bevestig het systeem « parkeerhulp »,<br />
- selecteer en bevestig het menu « commando »,<br />
« CF001 : volume zoemer »,<br />
- controleer de juiste configuratie via het menu<br />
« lezen van de configuratie ».<br />
87F-5<br />
87F
PARKEERHULP<br />
Afstandsradar: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
De afstandsradars zijn alle gelijk maar de montages<br />
verschillen:<br />
- bijzonderheid van de hatchback: de afstandsradars<br />
zijn ingebouwd in de band van de schildbumper. Er<br />
zijn twee verschillende schildbumpers.<br />
- bijzonderheid van de break: de afstandsradars zijn in<br />
steunen vastgeklemd. Deze steunen zijn vastgeklemd<br />
op de schildbumper. De vier steunen zijn verschillend<br />
en niet onderling verwisselbaar.<br />
UITBOUWEN<br />
Bouw de schildbumper achter uit (zie MR 396, Carrosserie,<br />
55A, Bescherming buitenkant, Schildbumper<br />
achter).<br />
LET OP<br />
De afstandsradars zijn kwetsbaar en gevoelig<br />
voor warmte, de buitenkant is niet bestand tegen<br />
klappen, behandel ze met zorg.<br />
111314<br />
Maak de stekker los.<br />
Maak de afstandsradar (1)los zonder er krassen op<br />
te maken.<br />
87F-6<br />
BIJZONDERHEID VAN DE BREAK<br />
87F<br />
Maak de steun los uit de schildbumper door op de<br />
klemmetjes (2) te drukken.<br />
Maak de afstandsradar los van zijn steun door op de<br />
klemmetjes (3) te drukken zonder krassen te maken.<br />
INBOUWEN<br />
19253<br />
Klem de afstandsradar vast zonder er krassen op te<br />
maken.<br />
Sluit de stekker van de afstandsradar aan.<br />
BIJZONDERHEID VAN DE BREAK<br />
Maak de afstandsradar vast in zijn steun zonder<br />
krassen te maken.<br />
Maak de steun van de afstandsradar vast op de<br />
schildbumper.<br />
Monteer de schildbumper achter uit (zie MR 396,<br />
Carrosserie, 55A, Bescherming buitenkant,<br />
Schildbumper achter).
Plaats<br />
BEDRADING<br />
Diagnoseaansluiting<br />
111497<br />
Bouw het toegangsklepje van de diagnoseaansluiting<br />
uit.<br />
88A-1<br />
88A
BEDRADING<br />
Kabelbundel van de hemelbekleding: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 88A<br />
De hemelbekleding is niet vastgelijmd in de auto. Hij<br />
wordt op zijn plaats gehouden door de portierrubbers,<br />
door de zonnekleppen en door de handgrepen (zie<br />
71A, Interieurbekleding , Hemelbekleding).<br />
Bij het vervangen, wordt de kabelbundel van de hemelbekleding<br />
met de hemelbekleding meegeleverd.<br />
Het is niet toegestaan de kabelbundel te repareren. Als<br />
deze is gebroken, gescheurd of verbrand, moet hij worden<br />
vervangen.<br />
UITBOUWEN<br />
Bouw de hemelbekleding uit (zie 71A, Interieurbekleding,<br />
hemelbekleding).<br />
Maak de stekker los van de hemelbekleding (1).<br />
1<br />
18550<br />
88A-2<br />
INBOUWEN<br />
2<br />
111439<br />
Afhankelijk van het uitrustingsniveau, kan de auto<br />
verschillende types hemelbekleding:<br />
- een hemelbekleding voor de uitvoering met of zonder<br />
open dak,<br />
- een hemelbekleding "handsfree" (met een plat element<br />
(2) dat de antenne is voor de detectie van de<br />
"handsfree" kaart), met of zonder open dak.<br />
Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.
BEDRADING<br />
Plaats van de rekeneenheden<br />
PLAATS VAN DE REKENEENHEDEN IN DE AUTO<br />
17<br />
10<br />
6<br />
4<br />
11<br />
(1) Rekeneenheid ABS<br />
9<br />
13<br />
8<br />
7 15<br />
5<br />
3<br />
16<br />
1<br />
12<br />
2<br />
88A-3<br />
14<br />
(2) Rekeneenheid van het inspuitsysteem<br />
(3) Accu<br />
(4) Rekeneenheid automatische transmissie (afhankelijk van de<br />
uitvoering)<br />
(5) RENAULT-kaartlezer<br />
(6) Centrale communicatie eenheid<br />
(7) Bedieningspaneel airconditioning<br />
(8) Autoradio en navigatiesysteem<br />
(9) Display op instrumentenpaneel<br />
(10) Ruithefmotor met sneltoets multiplex<br />
(11) Spraakmaker<br />
(12) Opname elementen zij-airbag<br />
(13) Rekeneenheid airbag<br />
10<br />
18<br />
19<br />
12<br />
20<br />
19045<br />
88A
BEDRADING<br />
Plaats van de rekeneenheden<br />
(14) Instrumentenpaneel<br />
(15) Elektrische stuurkolomgrendel<br />
(16) Huis met hulporganen interieur<br />
(17) Rekeneenheid xenonlampen<br />
(18) Memory systeem bestuurdersstoel<br />
(19) Rekeneenheid parkeerhulp<br />
(20) CD-wisselaar<br />
88A-4<br />
88A
AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />
Algemeen<br />
De auto hebben een systeem voor de passieve veiligheid<br />
type SRP (Spannings Reductie Systeem) bestaande<br />
uit:<br />
- een frontale bestuurdersairbag met een opblaasbaar<br />
kussen (SRP) met twee volumes,<br />
- een frontale passagiersairbag met een opblaasbaar<br />
kussen (SRP) met twee volumes,<br />
- gordelspanners voor en achter,<br />
- speciale SRP-autogordels voor,<br />
ALGEMEEN<br />
1 - Bij een voldoende zware aanrijding:<br />
- de veiligheidsgordels houden de bestuurder en de<br />
passagiers op hun plaats.<br />
- de gordelspanners (voor en achter) komen in werking<br />
om de autogordels strak te trekken tegen het lichaam<br />
van de inzittenden.<br />
- het SRP-systeem zorgt voor een vermindering van<br />
kracht van de gordel over het lichaam.<br />
88C-1<br />
88C<br />
- een rekeneenheid (75-polig),<br />
- twee crash sensors in de middenstijlen rechts en<br />
links,<br />
- zijairbags die de borstkas beschermen van de inzittenden<br />
van de voorstoelen,<br />
- zijruitairbags die het hoofd beschermen van de inzittenden<br />
voorin en achterin,<br />
- zijairbags (afhankelijk van de uitvoering) die de borstkas<br />
beschermen van de inzittenden van de achterste<br />
zitplaatsen.<br />
- de airbags worden opgeblazen:<br />
19041<br />
• in het stuurwiel zodat het hoofd van de bestuurder<br />
wordt beschermd<br />
• in het dashboard zodat het hoofd van de voorpassagier<br />
wordt beschermd.<br />
N.B.:<br />
de frontale airbags hebben twee ontstekers om het<br />
volume van de airbags aan te passen afhankelijk<br />
van de ernst van de botsing en de stand van de<br />
bestuurdersstoel.
AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />
Algemeen<br />
2 - Bij een voldoende zware aanrijding tegen de<br />
zijkant:<br />
- de borstkas zijairbag voor, in de voorstoel aan de kant<br />
van de botsing blaast zich op naast het portier om de<br />
borstkas van de inzittende van de voorstoel te beschermen.<br />
- (afhankelijk van de uitvoering) de borstkas zijairbag<br />
achter, in de zijwand achter aan de kant van de botsing<br />
blaast zich op naast het portier om de borstkas<br />
van de inzittende achter te beschermen.<br />
- de zijruitairbag aan de kant van de botsing blaast zich<br />
op naast het portier om het hoofd van de inzittenden<br />
voor en achter te beschermen<br />
BELANGRIJK:<br />
Om te voorkomen dat de werking van de airbags<br />
wordt belemmerd :<br />
- geen hoes over de voorstoel plaatsen,<br />
- geen voorwerpen in het ontplooiingsgebied van de<br />
airbag plaatsen.<br />
88C-2<br />
88C<br />
19239
AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />
Voorzorgen bij de reparatie<br />
VERVANGEN VAN DE VEILIGHEIDSELEMENTEN<br />
NA EEN BOTSING<br />
Op dit overzicht staan de onderdelen die vervangen<br />
moeten worden na een botsing.<br />
Niveaus van frontale botsing:<br />
- botsing zonder activering van de pyrotechnische elementen:<br />
« niveau 0 » (lichte botsing),<br />
Element Uitrusting<br />
Gordelspanners<br />
van de<br />
schoudergordels(bestuurder<br />
en<br />
passagier)<br />
Pyrotechnisch<br />
oprolmechanisme<br />
achter<br />
(zitplaatsen zijkant)<br />
Frontale bestuurdersairbag<br />
Frontale airbag<br />
passagier<br />
*<br />
Gordelspanner<br />
heupgordel<br />
(bestuurder)<br />
Airbags borstkas<br />
(thorax)<br />
voor (bestuurder<br />
en passagier*)<br />
Airbags borstkas<br />
(thorax)<br />
achter<br />
Frontale aanrijding<br />
Niveau<br />
1 2 3<br />
88C-3<br />
88C<br />
- botsing met activering van de schoudergordelspanners:<br />
« niveau 1 » (middelzware botsing),<br />
- botsing niveau 1 met activering van de airbags:<br />
« niveau 2 » (zware botsing),<br />
- botsing niveau 2 met activering van de heupgordelspanners:<br />
« niveau 3 » (zeer zware botsing).<br />
Aanrijding<br />
zijkant<br />
Verplicht vervangen voor de veiligheid<br />
van de inzittenden<br />
Standaard X X X Nee Rekeneenheid airbag<br />
gordel (indien deze was vastgemaakt)<br />
Stoelframe (als de stoel was bezet)<br />
De gordelspanners van schoudergordel<br />
(bestuurder en passagier) zijn in serie<br />
aangesloten en moeten altijd per twee<br />
vervangen worden indien zij geactiveerd<br />
zijn geweest<br />
Standaard - X X Nee De pyrotechnische oprolmechanismes<br />
zijn in serie aangesloten en moeten altijd<br />
per twee vervangen worden indien zij<br />
geactiveerd zijn geweest<br />
Standaard - X X Nee Stuurwiel<br />
Bevestigingsbouten<br />
Standaard - X X Nee Dashboard<br />
Dwarsbalk<br />
Standaard - - X Nee<br />
Standaard Nee ja aan de<br />
kant van de<br />
botsing<br />
Optie Nee ja aan de<br />
kant van de<br />
botsing<br />
Zijruitairbags Standaard Nee ja aan de<br />
kant van de<br />
botsing<br />
Stoelframe<br />
Rekeneenheid airbag<br />
Crash sensor aan de zijkant<br />
Geleideplaat van de airbag<br />
Reparatieplaten<br />
Rekeneenheid airbag<br />
Crash sensor aan de zijkant
* tenzij uitgeschakeld met schakelaar.<br />
AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />
Voorzorgen bij de reparatie<br />
88C-4<br />
88C
diagnoseapparaat<br />
bevestigingsmoeren van<br />
de rekeneenheid van de<br />
airbag<br />
UITBOUWEN<br />
AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />
Rekeneenheid<br />
Onmisbaar materiaal<br />
Aantrekkoppelsm<br />
8 N.m<br />
BELANGRIJK:<br />
Voordat u begint met het uitbouwen, moet u altijd<br />
de rekeneenheid van de airbag vergrendelen met<br />
behulp van het diagnoseapparaat . Alle ontstekingscircuits<br />
zijn hierdoor vergrendeld en het airbaglampje<br />
op het instrumentenpaneel brandt<br />
(met contact aan). Door het vergrendelen van de<br />
rekeneenheid van de airbag wordt ook de<br />
stuurkolom ontgrendeld.<br />
Maak de massakabel van de accu los.<br />
Bouw de middenconsole uit (zie MR 396, 57A, Accessoires<br />
interieur, Middenconsole: <strong>Uitbouwen</strong> -<br />
<strong>Inbouwen</strong>).<br />
N.B.:<br />
Voor het uitbouwen van de rekeneenheid is het<br />
uitbouwen van de stoelen en de matten niet<br />
nodig.<br />
88C-5<br />
Snijd de mat in bij (1),<br />
Vouw de mat een stukje terug,<br />
88C<br />
Bouw de luchtkanalen rechts en links (2) uit.<br />
1<br />
2<br />
111433<br />
111434
AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />
Rekeneenheid<br />
Bouw de bevestigingsbouten (3) van de beschermplaat<br />
van de rekeneenheid uit.<br />
4<br />
Maak de stekker (4) los,<br />
Bouw uit:<br />
- de bevestigingsmoeren van de rekeneenheid (5),<br />
- de rekeneenheid.<br />
INBOUWEN<br />
Plaats de rekeneenheid.<br />
5<br />
3<br />
111436<br />
111437<br />
88C-6<br />
88C<br />
Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigingsmoeren<br />
van de rekeneenheid van de airbag (8<br />
N.m).<br />
Sluit de stekker aan.<br />
N.B.:<br />
Houd u bij het inbouwen aan de montagerichting<br />
van de rekeneenheid.<br />
De pijl moet naar de voorzijde van de auto wijzen.<br />
Zet de mat vast met klemmetjes.<br />
Sluit de accu aan; voer de noodzakelijke inlezingen<br />
uit (zie 80A, accu, Accu: <strong>Uitbouwen</strong> - inbouwen).<br />
Configureer de rekeneenheid (zie MR 397, Diagnose,<br />
Diagnose-Configuratie en inlezen).<br />
BELANGRIJK:<br />
Controleer, als alles is gemonteerd, de rekeneenheid<br />
van de airbag met behulp van het diagnoseapparaat.<br />
Als alles correct is, ontgrendelt u de<br />
rekeneenheid van de airbag.
AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />
Opname element stand van de stoel<br />
CONTACT ONDER STOEL<br />
De bestuurdersstoel heeft een contact dat de stand van<br />
de voorstoel op de rail (1) signaleert. Met deze schakelaar<br />
kan het opblazen van de frontale airbag van de<br />
bestuurder (klein of groot volume) aangepast worden<br />
aan de stand van de bestuurdersstoel en aan de ernst<br />
van de botsing.<br />
1<br />
18631<br />
N.B.:<br />
Dit opname element vormt één geheel met de<br />
kabelbundel, als het opname element defect is, vervangt<br />
u de kabelbundel.<br />
N.B.:<br />
Het volume van de passagiersairbag is niet afhankelijk<br />
van de stand van de stoelen.<br />
88C-7<br />
88C
diagnoseapparaat<br />
UITBOUWEN<br />
AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />
Airbagschakelaar: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
Onmisbaar materiaal<br />
BELANGRIJK:<br />
Vergrendel altijd de rekeneenheid van de airbag<br />
met behulp van het d i agnoseapparaat. Alle<br />
ontstekingscircuits zijn hierdoor vergrendeld en<br />
het airbaglampje op het instrumentenpaneel<br />
brandt vast (met contact aan).<br />
1<br />
Bouw de zijkant (1) uit.<br />
Maak de airbagschakelaar los.<br />
111280<br />
88C-8<br />
88C<br />
Maak de airbagschakelaar los van de zijkant door te<br />
drukken op de klemmetjes (2).<br />
INBOUWEN<br />
2<br />
Monteer de airbagschakelaar op de zijkant.<br />
Sluit de stekker van de airbagschakelaar aan.<br />
Monteer de zijkant.<br />
107720<br />
BELANGRIJK:<br />
Controleer, als alles is gemonteerd, de rekeneenheid<br />
van de airbag met behulp van het diagnoseapparaat.<br />
Als alles correct is, ontgrendelt u de<br />
rekeneenheid van de airbag.<br />
2
AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />
Airbagschakelaar: Controle<br />
De airbagschakelaar bevindt zich tegen de zijkant van<br />
het dashboard (aan passagierskant).<br />
100267<br />
Deze schakelaar heeft twee standen:<br />
- stand ON = werking van de passagiersairbags<br />
(weerstand = 400 Ω),<br />
- stand OFF = de passagiersairbags zijn uitgeschakeld<br />
zodat een kinderzitje kan worden geplaatst.<br />
Deze stand is zichtbaar op het instrumentenpaneel<br />
door een oranje lampje « airbag OFF » (weerstand =<br />
100 Ω).<br />
De airbagschakelaar schakelt de verbindingen naar<br />
de ontsteker uit:<br />
- van de frontale passagiersairbag,<br />
- van de zijairbag borstkas voor<br />
- van de heupgordelspanner.<br />
88C-9<br />
88C
diagnoseapparaat<br />
bevestigingsbout van de<br />
gordelspanner<br />
UITBOUWEN<br />
AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />
Schoudergordelspanners voor<br />
Onmisbaar materiaal<br />
Aantrekkoppelsm<br />
21 N.m<br />
BELANGRIJK:<br />
Voordat u begint met het uitbouwen, moet u altijd<br />
de rekeneenheid van de airbag vergrendelen met<br />
behulp van het diagnoseapparaat . Alle ontstekingscircuits<br />
zijn hierdoor vergrendeld en het airbaglampje<br />
op het instrumentenpaneel brandt<br />
vast (met contact aan). Door het vergrendelen<br />
van de rekeneenheid van de airbag wordt ook de<br />
stuurkolom ontgrendeld.<br />
N.B.<br />
Voor het uitbouwen van de gordelspanner moet u<br />
de stoel zo laag mogelijk zetten.<br />
Maak de massakabel van de accu los.<br />
Bouw de stoel uit (zie MR 396, Carrosserie, 75A,<br />
Stoelframe en stelrails voorstoel, Voorstoel<br />
compleet : <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong>.)<br />
88C-10<br />
88C<br />
113472<br />
Bouw de bevestigingsbout (1) van de gordelspanner<br />
uit.<br />
Maak de stekker los van de gordelspanner.<br />
19107<br />
Bouw de twee halve kappen van de sluiting van de<br />
autogordel uit.<br />
Maak de stekker (2) los van de sluiting van de autogordel.
Bouw de gordelspanner uit.<br />
AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />
Schoudergordelspanners voor<br />
BELANGRIJK:<br />
Pyrotechnische onderdelen mogen nooit<br />
bewaard worden voor later hergebruik. Maak de<br />
gordelspanners en airbags van een auto die bestemd<br />
is voor de sloop altijd onschadelijk.<br />
(zie 88C, Airbag en gordelspanners, Onschadelijk<br />
maken).<br />
INBOUWEN<br />
Monteer de gordelspanner.<br />
Klem de stekker van de sluiting van de autogordel<br />
vast.<br />
Monteer de twee halve kappen van de sluiting van<br />
de autogordel.<br />
Sluit de stekker van de gordelspanner aan.<br />
LET OP<br />
Na het activeren van een pyrotechnisch onderdeel,<br />
moet u bepaalde onderdelen altijd vervangen.<br />
(zie, 88c, airbag en gordelspanner, voorzorgen<br />
voor de reparatie).<br />
Monteer de bevestigingsbout van de gordelspanner.<br />
Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigingsbout<br />
van de gordelspanner (21 N.m).<br />
Monteer de stoel (zie MR 396, Carrosserie, 75A,<br />
Stoelframe en stelrails voorstoel, Voorstoel<br />
compleet : <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong>).<br />
88C-11<br />
88C
AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />
Schoudergordelspanners voor<br />
18630<br />
18829<br />
BELANGRIJK:<br />
Voor het inbouwen van de stoel, controleert u<br />
visueel de staat van de stekkers op het stoelframe<br />
en op de carrosserie .<br />
BELANGRIJK:<br />
Controleer, als alles is gemonteerd, de rekeneenheid<br />
van de airbag met behulp van het diagnoseapparaat.<br />
Als alles correct is, ontgrendelt u de<br />
rekeneenheid van de airbag.<br />
88C-12<br />
88C<br />
Sluit de accu aan; voer de noodzakelijke inlezingen<br />
uit (zie 80A, Accu, Accu: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong>).
AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />
Gordelspanner heupgordel voor: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 88C<br />
diagnoseapparaat<br />
bevestigingsbout van de<br />
gordelspanner<br />
UITBOUWEN<br />
Maak de massakabel van de accu los.<br />
Bouw de stoel uit (zie MR 396, Carrosserie, 75A,<br />
Stoelframe en stelrails voorstoel, Voorstoel<br />
compleet : <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong>)<br />
Bouw uit:<br />
Onmisbaar materiaal<br />
Aantrekkoppelsm<br />
21 N.m<br />
BELANGRIJK:<br />
Voor alle werkzaamheden aan of in de nabijheid<br />
van het veiligheidssysteem, moet u de rekeneenheid<br />
van de airbag vergrendelen met het diagnoseapparaat.<br />
Alle ontstekingscircuits zijn hierdoor<br />
vergrendeld en het airbaglampje op het instrumentenpaneel<br />
brandt (met contact aan).<br />
- de bevestigingsschroef aan de voorkant van de kap<br />
(4),<br />
- de hendel voor het verstellen van de rugleuning<br />
met behulp van de klemmetjestang (6),<br />
- de dop van de hendel voor de hoogte-afstelling,<br />
18958<br />
88C-13<br />
- de bevestigingsschroeven van de hendel voor de<br />
hoogte-afstelling,<br />
- de hendel voor de hoogte-afstelling.<br />
18960<br />
Maak de bevestigingsklemmetjes van de kap los met<br />
behulp van een klemmetjestang,<br />
Bouw de kap (7) uit.<br />
Bouw uit:<br />
- de stekker van de gordelspanner,<br />
- de bevestigingsbout van de gordelspanner,<br />
- de complete gordelspanner.<br />
BELANGRIJK:<br />
Pyrotechnische onderdelen mogen nooit<br />
bewaard worden voor later hergebruik. Maak de<br />
gordelspanners en airbags van een auto die bestemd<br />
is voor de sloop altijd onschadelijk.<br />
(zie 88C, Airbag en gordelspanners, Onschadelijk<br />
maken).
AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />
Gordelspanner heupgordel voor: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 88C<br />
INBOUWEN<br />
Plaats:<br />
- de complete gordelspanner,<br />
- de bevestigingsbout van de gordelspanner,<br />
- de stekker van de gordelspanner.<br />
LET OP<br />
Na het activeren van een pyrotechnisch onderdeel,<br />
moet u bepaalde onderdelen altijd vervangen.<br />
(zie, 88c, airbag en gordelspanner, voorzorgen<br />
voor de reparatie).<br />
Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigingsbout<br />
van de gordelspanner (21 N.m).<br />
Maak de klemmetjes van de kap vast.<br />
Plaats:<br />
- de hendel voor de hoogte-afstelling,<br />
- de bevestigingsschroeven van de hendel voor de<br />
hoogte-afstelling,<br />
- de dop van de hendel voor de hoogte-afstelling,<br />
- de hendel voor de afstelling van de rugleuning,<br />
- de bevestigingsschroef aan de voorkant van de<br />
kap.<br />
Let op de juiste ligging van de kabelbundels en hun<br />
bevestigingspunten onder de stoel.<br />
Monteer de stoel (zie MR 396, Carrosserie, 75A,<br />
Stoelframe en stelrails voorstoel, Voorstoel<br />
compleet : <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong>).<br />
88C-14
AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />
Gordelspanner heupgordel voor: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 88C<br />
18630<br />
18829<br />
BELANGRIJK:<br />
Voor het inbouwen van de stoel, controleert u<br />
visueel de staat van de stekkers op het stoelframe<br />
en op de carrosserie .<br />
BELANGRIJK:<br />
Controleer, als alles is gemonteerd, de rekeneenheid<br />
van de airbag met behulp van het diagnoseapparaat.<br />
Als alles correct is, ontgrendelt u de<br />
rekeneenheid van de airbag.<br />
88C-15<br />
Sluit de accu aan; voer de noodzakelijke inlezingen<br />
uit (zie 80A, Accu, Accu:. <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong>).
AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />
Frontale airbag bestuurder: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
diagnoseapparaat<br />
De frontale bestuurdersairbag heeft een opblaasbaar<br />
kussen met twee volumes (klein of groot volume).<br />
Het opblazen is afhankelijk van de ernst van de botsing<br />
en van de stand van positie van de bestuurdersstoel.<br />
Bij het ontplooien verscheurt het airbagkussen de<br />
stuurwielbekleding.<br />
Voor dit type montage, is de airbag gekoppeld aan de<br />
autogordel tegenover de airbag.<br />
De afstelling van het spannings reductie programma<br />
van de gordel is speciaal afgestemd op het type airbag.<br />
UITBOUWEN<br />
Onmisbaar materiaal<br />
BELANGRIJK:<br />
Voordat u begint met het uitbouwen, moet u altijd<br />
de rekeneenheid van de airbag vergrendelen met<br />
behulp van het diagnoseapparaat . Alle ontstekingscircuits<br />
zijn hierdoor vergrendeld en het airbaglampje<br />
op het instrumentenpaneel brandt<br />
(met contact aan). Door het vergrendelen van de<br />
rekeneenheid van de airbag wordt ook de<br />
stuurkolom ontgrendeld.<br />
BELANGRIJK:<br />
Het is verboden aan de pyrotechnische systemen<br />
(airbag of gordelspanner) te werken in de buurt<br />
van een warmtebron of een vlam: er is kans op<br />
explosie van de airbags of gordelspanners.<br />
Maak de massakabel van de accu los.<br />
88C-16<br />
88C<br />
Steek een schroevendraaier (type T30 of een pen<br />
met diameter 6 mm in het gat (1) achter het stuurwiel<br />
Maakde airbagmodule aan de bovenkant (2) los.<br />
1<br />
2<br />
18455<br />
111194
AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />
Frontale airbag bestuurder: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
18994<br />
Maak los:<br />
- de stekkers van de bestuurdersairbag (3),<br />
- de stekkers van de toetsen van de snelheidsregelaar<br />
(afhankelijk van de uitvoering).<br />
Bouw de airbagmodule uit.<br />
BELANGRIJK:<br />
Gebruik pyrotechnische onderdelen nooit<br />
opnieuw. Maak de gordelspanners of airbags van<br />
een auto die bestemd is voor de sloop altijd onschadelijk.<br />
(zie 88C, Airbag en gordelspanners, Onschadelijk<br />
maken).<br />
INBOUWEN<br />
Monteer de airbagmodule.<br />
Sluit aan:<br />
- de stekkers van de toetsen van de snelheidsregelaar<br />
(afhankelijk van de uitvoering),<br />
- de stekkers van de bestuurdersairbag.<br />
Klem de module van de airbag op het stuurwiel.<br />
3<br />
88C-17<br />
88C<br />
Sluit de accu aan; voer de noodzakelijke inlezingen<br />
uit (zie 80A, Accu, Accu:. <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong>).<br />
BELANGRIJK:<br />
Controleer, als alles is gemonteerd, de rekeneenheid<br />
van de airbag met behulp van het diagnoseapparaat.<br />
Als alles correct is, ontgrendelt u de<br />
rekeneenheid van de airbag.
AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />
Frontale airbag passagier: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
diagnoseapparaat<br />
bevestigingsschroeven<br />
van de airbagmodule<br />
De passagiersairbag(SRP) heeft een opblaasbaar kussen<br />
met twee volumes.<br />
Voor dit type montage, is de airbag gekoppeld aan de<br />
autogordel tegenover de airbag.<br />
De afstelling van het spannings reductie programma<br />
van de gordel is speciaal afgestemd op dit type airbag.<br />
UITBOUWEN<br />
Onmisbaar materiaal<br />
Aantrekkoppelsm<br />
2 N.m<br />
BELANGRIJK:<br />
Voordat u begint met het uitbouwen, moet u altijd<br />
de rekeneenheid van de airbag vergrendelen met<br />
behulp van het diagnoseapparaat . Alle ontstekingscircuits<br />
zijn hierdoor vergrendeld en het airbaglampje<br />
op het instrumentenpaneel brandt<br />
(met contact aan). Door het vergrendelen van de<br />
rekeneenheid van de airbag wordt ook de<br />
stuurkolom ontgrendeld.<br />
BELANGRIJK:<br />
Het is verboden aan de pyrotechnische systemen<br />
(airbag of gordelspanner) te werken in de buurt<br />
van een warmtebron of een vlam: er is kans op<br />
explosie van de airbags of gordelspanners.<br />
Maak de massakabel van de accu los.<br />
Bouw het dashboard uit (zie, MR 339, Carrosserie,<br />
57A, Accessoires interieur, Dashboard: <strong>Uitbouwen</strong><br />
- <strong>Inbouwen</strong>).<br />
Maak los:<br />
- de stekkers van de airbag,<br />
- de massakabelschoen.<br />
88C-18<br />
Bouw uit:<br />
- de bevestigingsbouten (1),<br />
- de airbagmodule.<br />
88C<br />
(zie 88C, Airbag en gordelspanners, Onschadelijk<br />
maken).<br />
INBOUWEN<br />
1<br />
111276<br />
BELANGRIJK:<br />
Pyrotechnische onderdelen mogen nooit<br />
bewaard worden voor later hergebruik. Maak de<br />
gordelspanners en airbags van een auto die bestemd<br />
is voor de sloop altijd onschadelijk.<br />
Ga te werk in omgekeerde volgorde van uitbouwen.<br />
BELANGRIJK:<br />
Door het afgaan van de dashboardairbag vervormen<br />
en beschadigen de bevestigingspunten<br />
zodanig dat het dashboard moet worden vervangen.<br />
Vergeet niet de sticker met het verbod om<br />
een kinderzitje achterstevoren op de passagiersstoel<br />
te installeren op de zijkant van het<br />
nieuwe dashboard te plakken.<br />
N.B.:<br />
Na het uitbouwen van de passagiersairbag, moet<br />
u altijd de bevestigingsbouten van de airbagmodule<br />
op het dashboard vervangen.
AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />
Frontale airbag passagier: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
2<br />
3<br />
18546<br />
Vervang het bevestigingsklemmetje (2) van de passagiersairbag.<br />
Zet met het aantrekkoppel vast: de bevestigingsschroeven<br />
van de airbagmodule (2 N.m).<br />
Sluit de accu aan; voer de noodzakelijke inlezingen<br />
uit (zie 80A, accu, Accu: UITBOUWEN - IN-<br />
BOUWEN<br />
BELANGRIJK:<br />
Controleer, als alles is gemonteerd, de rekeneenheid<br />
van de airbag met behulp van het diagnoseapparaat.<br />
Als alles correct is, ontgrendelt u de<br />
rekeneenheid van de airbag.<br />
N.B.:<br />
om bij de tussenstekkker (3) te kunnen komen,<br />
bouwt u de kap van het dashboardkastje uit, de<br />
stekker bevindt zich rechts in het dashboard (bij<br />
de zekeringplaat/relais opties indien aanwezig).<br />
88C-19<br />
88C
AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />
Zijairbag borstkas voor: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
diagnoseapparaat<br />
De zijairbag voor (1) is bevestigd aan de rugleuning<br />
van elke voorstoel aan de kant van het portier.<br />
Bij het ontplooien, scheurt de airbag de buitenkant<br />
van de module, het schuim en de bekleding van de<br />
stoel door.<br />
UITBOUWEN<br />
Onmisbaar materiaal<br />
Maak de massakabel van de accu los.<br />
15132<br />
BELANGRIJK:<br />
Voordat u begint met het uitbouwen, moet u altijd<br />
de rekeneenheid van de airbag vergrendelen met<br />
behulp van het diagnoseapparaat . Alle ontstekingscircuits<br />
zijn hierdoor vergrendeld en het airbaglampje<br />
op het instrumentenpaneel brandt<br />
vast (met contact aan). Door het vergrendelen<br />
van de rekeneenheid van de airbag wordt ook de<br />
stuurkolom ontgrendeld.<br />
BELANGRIJK:<br />
Het is verboden aan de pyrotechnische systemen<br />
(airbag of gordelspanner) te werken in de buurt<br />
van een warmtebron of een vlam: er is kans op<br />
explosie van de airbags of gordelspanners.<br />
1<br />
88C-20<br />
88C<br />
Bouw uit:<br />
- de stoel (zie MR 396, Carrosserie, 75A, Stoelframe<br />
en stelrails voorstoel, Voorstoel compleet),<br />
- de bekleding van de rugleuning (zie MR 396, Carrosserie,<br />
77A, Bekleding voorstoel, Bekleding<br />
van de rugleuning).<br />
Maak los:<br />
- de stekker van de airbagmodule,<br />
- de massakabelschoen van de airbagmodule.<br />
Bouw uit:<br />
- le bevestigingspopnagel (2),<br />
- de airbagmodule.<br />
19105<br />
BELANGRIJK:<br />
Pyrotechnische onderdelen mogen nooit<br />
bewaard worden voor later hergebruik. Maak de<br />
gordelspanners en airbags van een auto die bestemd<br />
is voor de sloop altijd onschadelijk.<br />
(zie 88C, Airbag en gordelspanners, Onschadelijk<br />
maken).<br />
2
INBOUWEN<br />
AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />
Zijairbag borstkas voor: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
19102<br />
Plaats de airbag op het stoelframe.<br />
Zet de airbag met een popnagel vast op het stoelframe.<br />
Monteer de bedrading onder het zitkussen op dezelfde<br />
wijze en bevestigingspunten als bij de oorspronkelijke<br />
ligging.<br />
Sluit aan:<br />
- de massakabelschoen,<br />
- de stekker.<br />
Bekleed de stoel, houd u stipt aan de voorschriften<br />
(zie MR 396, Carrosserie, 77A, bekleding voorstoel,<br />
bekleding van de rugleuning).<br />
Monteer de stoel in de auto (zie MR 396, Carrosserie,<br />
75A, Stoelframe en stelrails voor, Voorstoel<br />
compleet).<br />
Sluit de accu aan; voer de noodzakelijke inlezingen<br />
uit (zie 80A, accu, Accu: <strong>Uitbouwen</strong> - inbouwen).<br />
BELANGRIJK:<br />
Controleer, als alles is gemonteerd, de rekeneenheid<br />
van de airbag met behulp van het diagnoseapparaat.<br />
Als alles correct is, ontgrendelt u de<br />
rekeneenheid van de airbag.<br />
88C-21<br />
88C
AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />
Zijairbag borstkas achter: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
diagnoseapparaat<br />
bevestigingsbouten van<br />
de zijairbag borstkas<br />
achter<br />
Onmisbaar materiaal<br />
Aantrekkoppelsm<br />
8 N.m<br />
De zijairbag borstkas (thorax) achter is vastgezet op de<br />
versterking van de zijwand achter.<br />
Bij het ontplooien, scheurt het airbagkussen de bekleding<br />
door.<br />
18547<br />
88C-22<br />
UITBOUWEN<br />
88C<br />
BELANGRIJK:<br />
Voordat u begint met het uitbouwen, moet u altijd<br />
de rekeneenheid van de airbag vergrendelen met<br />
behulp van het diagnoseapparaat . Alle ontstekingscircuits<br />
zijn hierdoor vergrendeld en het airbaglampje<br />
op het instrumentenpaneel brandt<br />
(met contact aan). Door het vergrendelen van de<br />
rekeneenheid van de airbag wordt ook de<br />
stuurkolom ontgrendeld.<br />
BELANGRIJK:<br />
Het is verboden aan de pyrotechnische systemen<br />
(airbag en gordelspanners) te werken bij een<br />
warmtebron of een vlam: er is kans op explosie<br />
van de airbags en gordelspanners.<br />
Maak de massakabel van de accu los.<br />
Bouw de bekleding uit (zie MR396, Carrosserie,<br />
71A, Interieurbekleding, Bekleding van de wielkuip).<br />
Maak los:<br />
- de stekker van de airbag,<br />
- de massadraad van de airbag.<br />
Bouw uit:<br />
- de twee bevestigingsbouten .<br />
- de zijairbag borstkas achter.<br />
BELANGRIJK:<br />
Pyrotechnische onderdelen mogen nooit<br />
bewaard worden voor later hergebruik. Maak de<br />
gordelspanners en airbags van een auto die bestemd<br />
is voor de sloop altijd onschadelijk.<br />
(zie 88C, Airbag en gordelspanners, Onschadelijk<br />
maken).
AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />
Zijairbag borstkas achter: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
INBOUWEN<br />
Plaats de airbag.<br />
Zet vast met het aantrekkoppel: de bevestigingsbouten<br />
van de zijairbag borstkas achter (8 N.m).<br />
Sluit aan:<br />
- de stekker van de airbag en controleer de goede<br />
vergrendeling van de stekker,<br />
- de massadraad.<br />
Monteer de bekleding (zie MR396, Carrosserie,<br />
71A, Interieurbekleding, Bekleding van de wielkuip).<br />
BELANGRIJK:<br />
Controleer, als alles is gemonteerd, de rekeneenheid<br />
van de airbag met behulp van het diagnoseapparaat.<br />
Als alles correct is, ontgrendelt u de<br />
rekeneenheid van de airbag.<br />
88C-23<br />
88C
diagnoseapparaat<br />
bevestigingsbouten van<br />
de airbagmodule<br />
AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />
Zijruitairbag: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
De zijruitairbag is vastgezet achter de hemelbekleding.<br />
Bij het ontplooien, scheurt het airbagkussen de hemelbekleding<br />
door.<br />
UITBOUWEN<br />
Onmisbaar materiaal<br />
Aantrekkoppelsm<br />
6,5 N.m<br />
BELANGRIJK:<br />
Voordat u begint met het uitbouwen, moet u altijd<br />
de rekeneenheid van de airbag vergrendelen met<br />
behulp van het diagnoseapparaat . Alle ontstekingscircuits<br />
zijn hierdoor vergrendeld en het airbaglampje<br />
op het instrumentenpaneel brandt<br />
vast (met contact aan). Door het ontgrendelen<br />
van de rekeneenheid wordt ook de stuurkolom<br />
ontgrendeld.<br />
BELANGRIJK:<br />
Het is verboden aan de pyrotechnische systemen<br />
(airbag of gordelspanner) te werken in de buurt<br />
van een warmtebron of een vlam: er is kans op<br />
explosie van de airbags of gordelspanners.<br />
Maak de massakabel van de accu los.<br />
Bouw de hemelbekleding uit (zie MR 396, Carrosserie,<br />
71A, Interieurbekleding, Hemelbekleding:<br />
<strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong>).<br />
88C-24<br />
2<br />
Maak los:<br />
- de stekker van de airbag,<br />
- de massa van de airbag.<br />
88C<br />
Bouw uit:<br />
- de bevestigingsbouten (2) van de airbagmodule.<br />
- de popnagels van de geleideplaat,<br />
- de geleideplaat.<br />
Maak de klemmetjes (1) los.<br />
INBOUWEN<br />
Maak de klemmetjes vast.<br />
Vervang de geleideplaat.<br />
Zet de geleideplaat vast met een popnagel.<br />
18634<br />
LET OP<br />
Na het activeren van een pyrotechnisch onderdeel,<br />
moet u bepaalde onderdelen altijd vervangen.<br />
LET OP<br />
1<br />
Plaatselijk blanke plaat, bijvoorbeeld als gevolg<br />
van boren, moet u ontvetten en afvegen en vervolgens<br />
met een fijne kwast behandelen met:<br />
- fosfaterende grondlak,<br />
- twee componenten primer<br />
- lak in de kleur van de auto.<br />
Monteer de bevestigingsbouten van de airbagmodule.<br />
Zet met het aantrekkoppel vast: de bevestigingsbouten<br />
van de airbagmodule (6,5 N.m).<br />
1<br />
1
AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />
Zijruitairbag: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
Sluit aan:<br />
- de massakabelschoen van de airbag,<br />
- de stekker van de airbag.<br />
Controleer de goede vergrendeling van de stekker.<br />
Sluit de accu aan; voer de noodzakelijke inlezingen<br />
uit (zie 80A, accu, Accu: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong>).<br />
BELANGRIJK:<br />
Controleer, als alles is gemonteerd, de rekeneenheid<br />
van de airbag met behulp van het diagnoseapparaat.<br />
Als alles correct is, ontgrendelt u de<br />
rekeneenheid van de airbag.<br />
88C-25<br />
88C
UITBOUWEN<br />
AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />
Crash sensor zijkant: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong><br />
diagnoseapparaat<br />
bevestigingsbout van de<br />
crash sensor<br />
Onmisbaar materiaal<br />
Aantrekkoppelsm<br />
Maak de massakabel van de accu los.<br />
Bouw de bekleding van de middenstijl uit (zie MR<br />
340, Carrosserie, 71A, Interieurbekleding, Bekleding<br />
middenstijl).<br />
Bouw het oprolmechanisme van de gordel uit.<br />
8 N.m<br />
BELANGRIJK:<br />
Voordat u begint met het uitbouwen, moet u altijd<br />
de rekeneenheid van de airbag vergrendelen met<br />
behulp van het diagnoseapparaat. Alle ontstekingscircuits<br />
zijn hierdoor vergrendeld en het airbaglampje<br />
op het instrumentenpaneel brandt<br />
vast (met contact aan). Door het ontgrendelen<br />
van de rekeneenheid van de airbag wordt ook de<br />
stuurkolom ontgrendeld.<br />
N.B.:<br />
De voorstoel hoeft niet te worden uitgebouwd.<br />
19065<br />
88C-26<br />
Bouw uit:<br />
88C<br />
- de bevestigingsbout van het opname element (2),<br />
- het opname element.<br />
INBOUWEN<br />
Plaats:<br />
- het opname element,<br />
- de bevestigingsbout van het opname element.<br />
18831<br />
LET OP<br />
Na het activeren van een pyrotechnisch onderdeel,<br />
moet u bepaalde onderdelen altijd vervangen.<br />
Zet met het aantrekkoppel vast: de bevestigingsbout<br />
van de crash sensor (8 N.m).<br />
Monteer de bekleding van de middenstijl (zie MR<br />
340, Carrosserie, 71A, Interieurbekleding, Bekleding<br />
middenstijl).<br />
BELANGRIJK:<br />
Controleer, als alles is gemonteerd, de rekeneenheid<br />
van de airbag met behulp van het diagnoseapparaat.<br />
Als alles correct is, ontgrendelt u de<br />
rekeneenheid van de airbag.<br />
Zet de accukabels vast, te beginnen met de positieve<br />
pool; voer de noodzakelijke inlezingen uit (zie<br />
80A, accu, Accu: <strong>Uitbouwen</strong> - inbouwen ).<br />
2
AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />
Onschadelijk maken<br />
Onmisbaar speciaal gereedschap<br />
Ele. 1287 Gereedschap voor het<br />
onschadelijk maken<br />
van "airbag en gordelspanners"<br />
Ele. 1287-02 Set van 2 adapters<br />
voor het gereedschap<br />
voor het onschadelijk<br />
maken van "airbag en<br />
gordelspanners"<br />
Ele. 1287-1 Reservekabel voor het<br />
gereedschap voor het<br />
onschadelijk maken<br />
van "airbag en gordelspanners"<br />
BELANGRIJK:<br />
Om ongelukken te voorkomen moeten de gaspatronen<br />
van de gordelspanners geactiveerd worden<br />
voordat de auto en/of de veiligheidsvoorzieningen<br />
als afval worden afgevoerd.<br />
LET OP<br />
De procedure voor het onschadelijk maken geldt<br />
niet als de lokale voorschriften een andere procedure<br />
voorschrijven die is gevalideerd en verspreid<br />
door de afdeling Methodes, Diagnose en Reparatie.<br />
96832<br />
88C-27<br />
88C<br />
Gebruik uitsluitend het gereedschap (Ele. 1287) en de<br />
snoeren (Ele. 1287-02) en (Ele. 1287-1).<br />
BELANGRIJK:<br />
Pyrotechnische onderdelen mogen nooit bewaard<br />
worden voor later hergebruik. Maak de gordelspanners<br />
of airbags van een auto die bestemd is voor de<br />
sloop altijd onschadelijk.<br />
LET OP<br />
- Ieder onderdeel is bestemd voor een autotype en<br />
mag nooit worden gemonteerd in een ander. De<br />
onderdelen zijn niet onderling verwisselbaar.<br />
- Gordelspanners die voor garantie worden vervangen<br />
mag u niet onschadelijk maken. De leverancier<br />
kan ze in dat geval niet meer analyseren.<br />
Retourneer het defecte onderdeel in de verpakking<br />
van het nieuwe onderdeel naar de technische<br />
helpdesk.<br />
I - GORDELSPANNERS EN PYROTECHNISCHE<br />
OPROLMECHANISME<br />
1 - Onschadelijk maken in de auto:<br />
Zet de auto buiten de werkplaats.<br />
Verwijder de kap over de stelrails en sluit het gereedschap<br />
(Ele. 1287) voor het onschadelijk maken aan op<br />
de gordelspanner.<br />
Rol de verlengkabel volledig uit zodat u zich op tenminste<br />
tien meter van de auto bevindt.<br />
Sluit de voedingsdraden van het gereedschap aan op<br />
een accu.<br />
BELANGRIJK:<br />
Om ongelukken te voorkomen tijdens het onschadelijk<br />
maken van pyrotechnische onderdelen, mag<br />
zich niemand in de nabijheid bevinden.<br />
Maak de gordelspanner onschadelijk door gelijktijdig<br />
de twee drukknoppen van het apparaat in te drukken.<br />
2 - Uitgebouwd onderdeel onschadelijk maken :<br />
Ga op dezelfde wijze te werk als bij de frontale airbag<br />
in een stapel oude banden.<br />
II - AIRBAG<br />
Deze onderdelen mogen uitsluitend uitgebouwd en buiten<br />
de werkplaats onschadelijk worden gemaakt.
Sluit de bijbehorende kabel aan.<br />
Leg de airbag op twee houten blokken.<br />
AIRBAG EN GORDELSPANNERS<br />
Onschadelijk maken<br />
96834<br />
96835<br />
Het onschadelijk maken moet in een stapel oude banden<br />
gebeuren.<br />
Controleer of het airbagkussen zich vrij kan ontplooien.<br />
Sluit de verlengkabel aan op de airbag en rol hem volledig<br />
uit zodat u zich op tenminste tien meter afstand<br />
bevindt.<br />
Verbind de twee voedingsdraden van het vernietigingsgereedschap<br />
(Ele. 1287) met een accu.<br />
88C-28<br />
88C<br />
BELANGRIJK:<br />
Om ongelukken te voorkomen tijdens het onschadelijk<br />
maken van pyrotechnische onderdelen, mag<br />
zich niemand in de nabijheid bevinden.<br />
Maak de airbag onschadelijk door gelijktijdig de twee<br />
drukknoppen van het apparaat in te drukken.<br />
N.B.:<br />
Indien de betreffende gaspatroon niet onschadelijk<br />
kan worden gemaakt (ontstekingsmechanisme<br />
defect), moet u het onderdeel naar de technische<br />
helpdesk opsturen.
BESTUURDERSSTOEL<br />
Toetsenbord bediening voorstoel: <strong>Uitbouwen</strong> - <strong>Inbouwen</strong> 88D<br />
UITBOUWEN<br />
N.B.:<br />
Zet de stoel zo ver mogelijk naar voren voor het<br />
uitbouwen van het toetsenbord van de elektrische<br />
stoel.<br />
113467<br />
Bouw de bevestigingsschroef (1) van de bekleding<br />
van de voorstoel uit.<br />
Maak de bekleding (2) van de voorstoel uit.<br />
Maak de stekkers los.<br />
88D-1<br />
Bouw het toetsenbord van de elektrische stoel uit<br />
door te drukken op de klemmetjes (3).<br />
INBOUWEN<br />
113468<br />
Monteer het toetsenbord op de bekleding van de<br />
stoel.<br />
Sluit de stekkers van het toetsenbord aan.<br />
Klem de bekleding van de voorstoel vast op de<br />
voorstoel.<br />
Monteer de bevestigingsschroef van de bekleding<br />
van de voorstoel.