“Het echt ánders durven doen - Kennisbank Platform 31 - Platform31
“Het echt ánders durven doen - Kennisbank Platform 31 - Platform31
“Het echt ánders durven doen - Kennisbank Platform 31 - Platform31
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
“De stedelijke vernieuwing die niet meer het uitrollen van<br />
een programma (stad maken), maar het voortdurende<br />
doorontwikkelen van het gebied (stad zijn) als uitgangspunt<br />
heeft, met een permanente uitnodiging om initiatief te nemen,<br />
zal kansen bieden om nieuwe manieren van werken en andere<br />
financieringsmodellen mogelijk te maken. Dat klimaat is er niet<br />
van de ene op de andere dag. De proposities liggen nog niet<br />
voor het oprapen.”<br />
4 Bouwend Nederland Podium | 08 | 11 oktober<br />
(uit: ‘Stedelijke vernieuwing op uitnodiging’)<br />
INTERVIEW<br />
Een denktank van ruim 70 professionals heeft op verzoek van het<br />
ministerie van BZK, IPO en VNG een essay opgesteld dat de opstap<br />
moet vormen naar een andere aanpak van stedelijke vernieuwing.<br />
Die andere aanpak is nodig omdat na 2014 het Investeringsbudget<br />
Stedelijke Vernieuwing (ISV) ophoudt te bestaan. Kern van de<br />
boodschap: we moeten het <strong>echt</strong> <strong>ánders</strong> <strong>durven</strong> <strong>doen</strong>. Met andere<br />
spelers, een andere rolverdeling en minder regels.<br />
Het essay en het bijbehorende rapport (“Toekomst van de stedelijke vernieuwing<br />
na 2014”) kwamen tot stand onder leiding van KEI Kenniscentrum Stedelijke<br />
Vernieuwing en Nicis Institute (intussen met Nirov en SEV gefuseerd tot<br />
<strong>Platform</strong><strong>31</strong>). Bianca Seekles, hoofd Initiatief en Concept van ERA Contour in<br />
Zoetermeer en Olof van de Wal, destijds directeur van KEI en nu lid van het<br />
managementteam van <strong>Platform</strong><strong>31</strong>, maakten deel uit van de denktank van<br />
professionals.<br />
Stedelijke vernieuwing is zo oud als de stad zelf, aldus Van de Wal. “Midden<br />
jaren ’90 is er beleid op gemaakt dat ook een stevige impuls heeft gegeven. Nu<br />
de ISV ophoudt te bestaan, moeten we kijken hoe we verder kunnen. Want<br />
vernieuwing hoort nu eenmaal bij de stad. Dat is iets anders dan de stad steeds<br />
opnieuw uitvinden. En met dat laatste zijn we de laatste jaren wel erg bezig<br />
geweest. De stad is er en hoeft niet meer gemaakt te worden. We moeten na<br />
de stevige ingrepen van de afgelopen jaren nu teruggaan naar een manier van<br />
werken die minder afhankelijk is van grote bouwstromen. En die aandacht<br />
heeft voor versterking van de stad, zijn bewoners en zijn economie.”<br />
Steden sterker maken<br />
Seekles voegt eraan toe: <strong>“Het</strong> gaat erom steden sterker te maken. We moeten<br />
dat voor elkaar zien te krijgen los van de geijkte, vaste patronen. Het is vooral<br />
een kwestie van het op een andere manier <strong>durven</strong> <strong>doen</strong>. En nu de overheid een<br />
stevige stap achterwaarts maakt, hopen we dat andere partijen <strong>durven</strong> opstaan<br />
en <strong>durven</strong> nadenken op welke plekken iets nodig is. Dat betekent loskomen<br />
van de bestaande manier van werken.”<br />
Van de Wal: “Die andere manier van <strong>durven</strong> aanpakken betekent niet steeds<br />
dezelfde oplossing aandragen voor verschillende plaatsen. Den Haag-West<br />
heeft heel andere componenten en aandachtspunten nodig dan Rotterdam-<br />
Zuid. De laatste jaren is de aanpak er een geweest van alles met dezelfde saus<br />
overgieten. Met als gevolg dat initiatieven geen aandacht hadden voor hun<br />
‘unique selling points’, maar vooral voor de subsidiestromen. Natuurlijk, het<br />
wegvallen van die subsidiestromen zal het er niet gemakkelijker op maken.<br />
Mensen zullen er in bepaalde gevallen last van ondervinden. Maar we moeten<br />
niet meer proberen alle problemen tegelijkertijd op te lossen, maar steeds een<br />
paar tegelijk. Daardoor zullen we bovendien betere oplossingen krijgen die<br />
meer toegespitst zijn op die bepaalde plek.”<br />
Seekles: <strong>“Het</strong> gaat vooral om een ander soort houding, een andere kernfunctie.<br />
Het betekent nadenken over flexibeler met elkaar omgaan. Passend bij de<br />
opgave.”<br />
Rol van de overheid<br />
Van de Wal: “Hoewel de overheid in financiële zin een belangrijke stap achterwaarts<br />
maakt, zal diezelfde overheid toch een belangrijke rol moeten spelen.<br />
De overheid staat immers voor maatschappelijk belang en maatschappelijke<br />
keuzes. Hoe brengen we partijen bij elkaar? Gaan we voor participatie of moet<br />
het anders? Dat soort regievragen zijn specifiek het domein van de overheid.”<br />
In de aanpak van de stad zijn ook andere accenten nodig, aldus Van de Wal: “Tot<br />
nu toe is er is veel langs de politieke lijn gegaan. De opgave voor de toekomst ligt<br />
veel meer in de hoek van het aanboren van het economisch potentieel. Tot nu<br />
toe dacht iedereen dan hooguit aan winkels, maar het is veel breder. Het gaat<br />
om functies mengen, differentiatie en sociale doelstellingen realiseren. Je moet<br />
financiële stromen goed gebruiken voor de totale waarde van de wijk. En waarde<br />
creëren door andere mensen, andere bedrijven aan te trekken.”<br />
Seekles: “En dat is precies wat de afgelopen tijd is overgeslagen. Op wijk- of<br />
projectniveau is alleen naar eigen zaken gekeken. Nu is het tijd om in buurtontwikkeling<br />
te investeren. Wat betekent mijn projectje voor deze buurt? Dat is<br />
essentieel: verder <strong>durven</strong> kijken dan je eigen project en tegelijkertijd <strong>durven</strong><br />
indalen. Daarmee kun je mensen boeien en aan je binden. Als mensen in hun<br />
wijk kunnen <strong>doen</strong> wat ze leuk vinden, dan zijn ze ook bereid daar met passie<br />
aan te werken. Wie in een keurslijf zit, durft geen beslissingen te nemen.”<br />
Het kan beter en sterker<br />
Van de Wal: <strong>“Het</strong> vergt ook een zekere mate van ondernemerschap van de<br />
bewoners. Het potentieel is er al. Bewoners willen best, als hun straat, hun<br />
buurt, hun wijk er beter van wordt. Maar het kan nog beter en sterker. En juist<br />
dat moet ondersteund en gestimuleerd worden. Dat kan een rol voor de<br />
gemeente zijn, maar bijvoorbeeld ook voor een corporatie. Die kan haar diensten<br />
ook aanbieden aan eigenaren. En wat vooral belangrijk is: het hoeft niet<br />
ongelooflijk veel geld te kosten.”<br />
Stedelijke vernieuwing:<br />
<strong>“Het</strong> <strong>echt</strong> <strong>ánders</strong> d
Seekles: “Bewoners willen al heel veel zelf, maar het is vaak leuren en sleuren<br />
om het voor elkaar te krijgen. Niet langer een heel bureaucratisch traject voor<br />
elk lullig pandje, met telkens een nieuwe vergunning. Het kan en het moet. De<br />
regelgeving staat het toe, maar het zijn de mensen die de regels interpreteren<br />
die het vernieuwingsproces lastig maken. Het zegt iets over het bestuur van de<br />
stad. Dat wordt nu uit de wind gehouden, want fouten zijn lastig en gevaarlijk.<br />
Maar daar moet een omslag gemaakt worden. Dat het kan, bewijst de Crisis- en<br />
herstelwet.”<br />
Van de Wal: “Ook het feit dat het ministerie van BZK, IPO en VNG ons als<br />
denktank met bijna 80 partijen hebben gevraagd om dit essay op te stellen,<br />
laat zien dat die beweging naar meer openheid op gang begint te komen.<br />
Tegelijkertijd realiseren we ons dat de praktijk weerbarstig is. Het gaat er niet<br />
om van stedelijke vernieuwing een groot nationaal project te maken, maar<br />
juist om op kleine schaal aan de slag te gaan. En dat gebeurt ook. Het ontstaat<br />
op plekken als Enschede, Deventer en Rotterdam-Zuid. Nieuwbouw is een<br />
mogelijkheid, maar er zijn ook andere oplossingen denkbaar. Partijen ter<br />
plekke moeten vooral kijken welke stromen nodig zijn. En welke combinaties<br />
er te vormen zijn. Van partijen, maar ook binnen projecten. Bijvoorbeeld van<br />
een corporatie en particulier opdrachtgeverschap. Het gaat erom fijnmazig te<br />
weten wat de vraag is.”<br />
Weten waar je ‘t over hebt<br />
Seekles haalt een voorbeeld aan uit de recente praktijk: het project Oriënt in de<br />
Haagse Transvaalwijk. “Aan een project beginnen betekent eerst met mensen<br />
praten. Je moet willen weten waar je het over hebt. De Transvaalwijk heeft<br />
veel Hindoestaanse ondernemers. Die woonden voor een groot deel in Wateringse<br />
Veld. We hebben ze gevraagd waarom ze niet in de wijk wonen waar ze<br />
ook werken. Het blijkt dat de woningbouw die daar de laatste jaren is gerealiseerd,<br />
niet past bij de manier waarop zij willen wonen. Met het project Oriënt<br />
hebben we kans gezien een flink aantal van die ondernemers weer terug te<br />
halen naar de wijk. Als je luistert naar wensen en overwegingen en vervolgens<br />
iets realiseert waar mensen wel willen wonen, kan dat het verschil maken. Dan<br />
ontstaan er nieuwe samenwerkingsverbanden, nieuwe energie en nieuwe<br />
impulsen voor de stad. Het is een kwestie van je verdiepen in de opgave.”<br />
Van de Wal: <strong>“Het</strong> is vooral kijken naar wat er lokaal aan de hand is. Ik hoor nog<br />
steeds projectontwikkelaars die zeggen: “wij weten nu <strong>echt</strong> wel wat de<br />
bewoner wil”, en dan krijg je toch weer het standaardrijtje van vijf oplossingen.”<br />
Seekles: “In de stad moet je dingen maken waar mensen <strong>echt</strong> willen wonen. Er<br />
is ons als ERA wel eens verweten dat we denken als een corporatie. Maar het is<br />
gewoon een kwestie van je willen verdiepen in de drijfveren van de mensen.<br />
De arrogantie moet eruit.”<br />
Kernpunt is in elk geval dat partijen de benodigde informatie vinden en wat ze<br />
er vervolgens mee <strong>doen</strong>. Van de Wal noemt de stadsbouwmeester van Antwerpen<br />
als voorbeeld. “Eenmaal per maand wil hij weten wat voor vergunningen<br />
er worden aangevraagd om vast te stellen wat de markt vraagt. Daarop<br />
kan het beleid dan verder worden afgestemd. Je moet vooral zorgen dat je op<br />
de hoogte bent en nadenkt over wat dat betekent voor de stad en de bewoners.<br />
Het kennen van de stad begint bij het aanvragen van de vergunning.”<br />
Nederland wordt diverser<br />
Het essay en het bijbehorende rapport zijn wat Van de Wal en Seekles betreft<br />
het startpunt. Het is nu zaak de verschillende partijen te benaderen en met ze<br />
in discussie te gaan. Van de Wal: <strong>“Het</strong> zou fantastisch zijn als we over twee jaar<br />
kunnen zeggen: we zijn alweer een heel eind verder. Voor mij staat vast dat<br />
Nederland diverser zal worden. Het verschil tussen de stad en de omliggende<br />
regio zal groter worden. Het gaat niet naar nivelleren maar naar concentreren.<br />
Steden zullen ieder hun eigen aantrekkingskracht op mensen krijgen. Zoals in<br />
Rotterdam nu al het geval is. Daar kunnen mensen met een middeninkomen<br />
bijvoorbeeld veel grotere huizen krijgen dan elders. Dat soort specifieke kenmerken<br />
per stad, per wijk en per buurt zal nog nadrukkelijker worden.<br />
Seekles: <strong>“Het</strong> zal er ook toe leiden dat mensen <strong>durven</strong> en kunnen kiezen. Ze<br />
hoeven geen genoegen meer te nemen met het gemiddelde. Maar het zal nog<br />
wel het nodige innovatieve vermogen van álle partijen vergen. Van bouwers,<br />
van gemeenten, van beleggers en van partijen waar we misschien nu nog niet<br />
eens aan denken. Maar dat er veel te gebeuren staat in de stedelijke vernieuwing,<br />
staat voor mij wel vast.”<br />
‘Stedelijke vernieuwing op uitnodiging’ is te downloaden op<br />
http://www.kei-centrum.nl/pages/28628/E1-.html<br />
<strong>durven</strong> <strong>doen</strong>”<br />
“Stad zijn kan niet zonder een grotere rol van bewoners en<br />
ondernemers in hun woon-, werk- en leefomgeving. Nederland<br />
kampt met bezuinigingen en de institutionele partijen maken<br />
een pas op de plaats, maar dat betekent niet er geen geld meer<br />
is. Spaartegoeden zijn hoger dan ooit, grote uitgaven worden<br />
beperkt, Nederlanders geven gul (4,7 miljard euro 2009); er is<br />
vol<strong>doen</strong>de kapitaal voor bewoners om hun eigen slagkracht in de<br />
woonomgeving te organiseren. Nieuwe financieringsinstrumenten<br />
als crowdfunding maken het mogelijk om ook zonder tussenkomst<br />
van banken en overheden vraag en aanbod bij elkaar te brengen.”<br />
(uit: ‘Stedelijke vernieuwing op uitnodiging’)<br />
Foto: Hans Kuiper<br />
Bouwend Nederland Podium | 08 | 11 oktober 5