03.09.2013 Views

Geweld op het werk, pesterijen en ongewenst ... - ABVV UZ Brussel

Geweld op het werk, pesterijen en ongewenst ... - ABVV UZ Brussel

Geweld op het werk, pesterijen en ongewenst ... - ABVV UZ Brussel

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

UNIVERSITE CATHOLIQUE DE LOUVAIN.<br />

DEPARTEMENT DES SCIENCES POLITIQUES ET SOCIALES.<br />

MET DE MEDEWERKING VAN DE KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN.<br />

CENTRUM LUCAS-KULEUVEN.<br />

GEWELD OP HET WERK<br />

PESTERIJEN EN ONGEWENST SEKSUEEL GEDRAG<br />

EIGENSCHAPPEN EN GEVOLGEN VOOR DE MANNELIJKE EN<br />

VROUWELIJKE WERKNEMERS<br />

Project gerealiseerd <strong>op</strong> initiatief van <strong>het</strong> Ministerie van Te<strong>werk</strong>stelling <strong>en</strong> Arbeid,<br />

Directie van de humanisering van de arbeid, met de steun van <strong>het</strong> Eur<strong>op</strong>ees Sociaal Fonds<br />

Onderzoek uitgevoerd in sam<strong>en</strong><strong>werk</strong>ing met:<br />

Ada GARCIA (UCL), Catherine HUE (UCL), Sybille OPDEBEECK (KUL), Joeri VAN LOOY (KUL). Met<br />

de mede<strong>werk</strong>ing van: Alexandra DE TROZ, Isabelle DUMONT (GSW-CeFeSoc), Emalaf SEMEREAB,<br />

Serge VAN DIEST (GSW-CeFeSoc).<br />

Juli 2002


GEWELD OP HET WERK<br />

PESTERIJEN EN ONGEWENST SEKSUEEL GEDRAG OP HET<br />

WERK IN BELGIË<br />

INLEIDING<br />

Dit onderzoek beoogt <strong>het</strong> f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> af te gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>, de<br />

verschill<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> ervan <strong>en</strong> hun differ<strong>en</strong>tiële impact naargelang van <strong>het</strong> geslacht van de<br />

<strong>werk</strong>nemers te omschrijv<strong>en</strong>. Het gaat erom de gevolg<strong>en</strong> van pestgedrag <strong>op</strong> mann<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

vrouw<strong>en</strong> te analyser<strong>en</strong> <strong>en</strong> met elkaar te vergelijk<strong>en</strong>; hun perceptie van de meegemaakte<br />

situaties, hun ervaring<strong>en</strong> (gevoel<strong>en</strong>s, reacties, zoek<strong>en</strong> naar <strong>op</strong>lossing<strong>en</strong>) <strong>en</strong> de gevolg<strong>en</strong> van<br />

dit gedrag <strong>op</strong> hun beroepssituatie (overplaatsing<strong>en</strong>, carrièreremming<strong>en</strong>, <strong>werk</strong>uitsluiting, <strong>en</strong>z.)<br />

te bestuder<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> eerste fase in de verwez<strong>en</strong>lijking van deze doelstelling<strong>en</strong> bestaat uit e<strong>en</strong> kwantitatieve<br />

<strong>en</strong>quête per vrag<strong>en</strong>lijst, bij e<strong>en</strong> steekproef van <strong>werk</strong>nemers <strong>en</strong> <strong>werk</strong>neemsters in de drie<br />

gewest<strong>en</strong> van <strong>het</strong> land: Vlaander<strong>en</strong>, Wallonië <strong>en</strong> <strong>Brussel</strong>. De doelstelling van deze <strong>en</strong>quête<br />

bestaat erin <strong>en</strong>erzijds <strong>het</strong> f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> <strong>op</strong> repres<strong>en</strong>tatieve wijze af te<br />

gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>, zijn omvang <strong>en</strong> k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>de eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> nauwkeurig weer te gev<strong>en</strong>, <strong>en</strong><br />

anderzijds slachtoffers te id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong> wi<strong>en</strong>s gedetailleerde getuig<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> nadi<strong>en</strong>, tijd<strong>en</strong>s de<br />

daar<strong>op</strong>volg<strong>en</strong>de kwalitatieve gegev<strong>en</strong>sverzameling, zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingezameld. De analyse<br />

van de process<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>als van de gevolg<strong>en</strong> die dergelijke gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> in <strong>het</strong> privé-lev<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> <strong>op</strong> niveau van de beroepsperspectiev<strong>en</strong> van de slachtoffers hebb<strong>en</strong> teweeggebracht, zal<br />

gebeur<strong>en</strong> <strong>op</strong> basis van de getuig<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> die tijd<strong>en</strong>s persoonlijke gesprekk<strong>en</strong> in deze tweede<br />

kwalitatieve fase word<strong>en</strong> ingezameld.<br />

Deze methodologische keuze werd geleid door de analyse van de wet<strong>en</strong>schappelijke<br />

literatuur terzake. De vergelijking van de onderzoek<strong>en</strong> over morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> die in Eur<strong>op</strong>a<br />

werd<strong>en</strong> uitgevoerd, br<strong>en</strong>gt e<strong>en</strong> aantal methodologische moeilijkhed<strong>en</strong>, inher<strong>en</strong>t aan de<br />

bestudeerde problematiek, aan <strong>het</strong> licht.<br />

T<strong>en</strong> eerste onderscheidt m<strong>en</strong> <strong>op</strong>merkelijke verschill<strong>en</strong> <strong>op</strong> niveau van de <strong>op</strong>erationalisering<br />

van bestudeerde f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong>. Er bestaan twee belangrijke b<strong>en</strong>aderingswijz<strong>en</strong>: (1) of m<strong>en</strong> stelt<br />

de respond<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> nauwkeurige <strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e definitie van pesterij voor met de vraag of<br />

hij/zij zich e<strong>en</strong> slachtoffer acht; (2) of m<strong>en</strong> meet <strong>het</strong> perc<strong>en</strong>tage van de verschill<strong>en</strong>de<br />

antwoord<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> lijst van gedraging<strong>en</strong> die als feit<strong>en</strong> van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> word<strong>en</strong> onderk<strong>en</strong>d.<br />

De eerste methode blijkt in de hoogste mate subjectief te zijn <strong>en</strong> dreigt ons inzi<strong>en</strong>s, rek<strong>en</strong>ing<br />

houd<strong>en</strong>d met de media-aandacht die dit f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> thans krijgt toebedeeld, e<strong>en</strong> overschatting<br />

van de problematiek teweeg te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. De tweede methode is objectiever maar de<br />

toepassing van e<strong>en</strong> geldige vrag<strong>en</strong>lijst zoals de Leymann-lijst, lijkt ons in zijn oorspronkelijke<br />

vorm ontoereik<strong>en</strong>d omdat, behalve de l<strong>en</strong>gte van <strong>het</strong> instrum<strong>en</strong>t, <strong>het</strong> subjectiviteitaandeel,<br />

inher<strong>en</strong>t aan de definitie van elke vorm van geweld, buit<strong>en</strong> beschouwing wordt gelat<strong>en</strong>.<br />

Daarom hebb<strong>en</strong> wij er <strong>en</strong>kele wijziging<strong>en</strong> aan toegebracht.<br />

2


E<strong>en</strong> tweede methodologische moeilijkheid inher<strong>en</strong>t aan <strong>het</strong> onderzoek van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong><br />

schuilt in de complexiteit van de problematiek of de pluraliteit van de factor<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> rol<br />

spel<strong>en</strong>. Daarom hebb<strong>en</strong> onderzoekers de aandacht gevestigd <strong>op</strong> <strong>het</strong> bestaan van "derde<br />

variabel<strong>en</strong>" die kunn<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>kom<strong>en</strong> in de relatie tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vermoedelijke oorzaak <strong>en</strong> <strong>het</strong><br />

f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong>: de negatieve affectiviteit, <strong>het</strong> machtsgebied <strong>en</strong> "social desirability"<br />

of maatschappelijk w<strong>en</strong>selijk gedrag (Hoel, Rayner & Co<strong>op</strong>er 1999: 215), variabel<strong>en</strong> die<br />

onderling met elkaar verbond<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zijn. Dit maakt dat de causale interpretaties beperkt<br />

zijn, des te meer omdat <strong>het</strong> ruim toegepaste dwarsverband e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk aandeel<br />

interindividuele variantie inhoudt.<br />

E<strong>en</strong> derde belangrijke methodologische moeilijkheid is de moeilijke toegang tot de bedrijv<strong>en</strong>.<br />

Het is ge<strong>en</strong> toeval dat de meeste onderzoek<strong>en</strong> terzake uitsluit<strong>en</strong>d bij de slachtoffers word<strong>en</strong><br />

uitgevoerd. De <strong>op</strong> die manier verzamelde gegev<strong>en</strong>s blijv<strong>en</strong> nog beperkt door de bias van de<br />

zelfselectie van de slachtoffers aangezi<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel de vrijwilligers deel uitmak<strong>en</strong> van <strong>het</strong><br />

onderzoeksveld. Overig<strong>en</strong>s stoot de onderzoeker <strong>op</strong> de moeilijkheid om onder de diverse<br />

vorm<strong>en</strong> van psychologisch geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> - zoals beroepsstress, conflict<strong>en</strong> of slechte<br />

<strong>werk</strong>omstandighed<strong>en</strong> - de eig<strong>en</strong>lijke gevall<strong>en</strong> van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> te id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong>. Verder zijn er<br />

ook gevall<strong>en</strong> van valse bewering<strong>en</strong> van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> aangevoerd door perverse of<br />

paranoïde person<strong>en</strong>.<br />

Wij bewer<strong>en</strong> niet met deze studie alle methodologische valstrikk<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong> overwonn<strong>en</strong><br />

die <strong>het</strong> parcours van <strong>het</strong> onderzoek inzake morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> afbak<strong>en</strong><strong>en</strong>, maar bij de <strong>op</strong>zet<br />

van <strong>het</strong> onderzoeksprogramma werd aan al deze moeilijkhed<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bijzondere aandacht<br />

besteed.<br />

3


INLEIDING<br />

DEEL EEN: OVERZICHT VAN DE LITERATUUR<br />

HOOFDSTUK 1: DEFINITIES EN BESCHRIJVING VAN DE PROBLEMATIEK<br />

1.1. Het begrip belaging<br />

Belaging is e<strong>en</strong> specifiek relationeel f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong>, te wet<strong>en</strong> dat er minst<strong>en</strong>s twee protagonist<strong>en</strong><br />

binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bepaalde maatschappelijke structuur bij betrokk<strong>en</strong> zijn, <strong>en</strong> beschrijft de actie van<br />

e<strong>en</strong> persoon <strong>op</strong> e<strong>en</strong> andere persoon die met betrekking tot deze actie correlatief word<strong>en</strong><br />

gedefinieerd.<br />

In <strong>het</strong> woord<strong>en</strong>boek wordt de oorsprong <strong>en</strong> de betek<strong>en</strong>is van belag<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwante begripp<strong>en</strong><br />

zoals pest<strong>en</strong> als volgt omschrev<strong>en</strong> (van Dale etymologisch woord<strong>en</strong>boek <strong>en</strong> van Dale Groot<br />

woord<strong>en</strong>boek der Nederlandse taal):<br />

belag<strong>en</strong>: [bedreig<strong>en</strong>] middelnl. belag<strong>en</strong> [lag<strong>en</strong> legg<strong>en</strong>], van be- + lag<strong>en</strong> [belag<strong>en</strong>], van lage [ligging,<br />

laag, hinderlaag], van ligg<strong>en</strong> - in <strong>het</strong> nauw br<strong>en</strong>g<strong>en</strong><br />

pest<strong>en</strong>: [kwell<strong>en</strong>] afgeleid van pest (Fr. peste of Lat. pestis, eig. e<strong>en</strong> pest voor iemand zijn - iets dat<br />

uiterst verderfelijk, hoogst nadelig is -<br />

kwell<strong>en</strong>: [pijnig<strong>en</strong>] middelnl. quell<strong>en</strong> [pijnig<strong>en</strong>], oudsaksisch quellian, oudhd. quell<strong>en</strong>, oud<strong>en</strong>g. cwellan,<br />

oudnoors kvelja, causatief bij middelnl. quel<strong>en</strong> [lijd<strong>en</strong>, kwijn<strong>en</strong>], middelnd. quel<strong>en</strong>, oudh. quelan [pijn<br />

lijd<strong>en</strong>], oud<strong>en</strong>g. cwelan [sterv<strong>en</strong>] (vgl. kwaal) - kwell<strong>en</strong>: vaak of langdurig pijn do<strong>en</strong> - ongemak<br />

aando<strong>en</strong> - treiter<strong>en</strong>:(iemand) <strong>op</strong> gem<strong>en</strong>e wijze voortdur<strong>en</strong>d plag<strong>en</strong><br />

Deze semantische context vestigt de aandacht <strong>op</strong> diverse aspect<strong>en</strong>: de actie, de herhaling,<br />

<strong>het</strong> geweld, <strong>het</strong> gem<strong>en</strong>e <strong>en</strong> verraderlijk karakter van <strong>het</strong> f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong>, de onmacht van <strong>het</strong><br />

mikpunt.<br />

Dergelijk gedrag tast de waardigheid <strong>en</strong> integriteit aan van de persoon die er <strong>het</strong> slachtoffer<br />

van is. Daarom bestaat sinds 1998 in België e<strong>en</strong> wetsartikel dat belaging definieert <strong>en</strong><br />

strafrechtelijk vervolgbaar stelt. Kracht<strong>en</strong>s artikel 442bis van <strong>het</strong> Strafwetboek, «Hij die e<strong>en</strong><br />

persoon heeft belaagd terwijl hij wist of had moet<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> dat hij door zijn gedrag de rust<br />

van die bewuste persoon ernstig zou verstor<strong>en</strong>, wordt gestraft met gevang<strong>en</strong>isstraf van<br />

vijfti<strong>en</strong> dag<strong>en</strong> tot twee jaar <strong>en</strong> met geldboete van vijftig frank tot driehonderd frank of met e<strong>en</strong><br />

van die straff<strong>en</strong> alle<strong>en</strong>. Teg<strong>en</strong> <strong>het</strong> in dit artikel bedoelde misdrijf kan alle<strong>en</strong> vervolging<br />

word<strong>en</strong> ingesteld <strong>op</strong> e<strong>en</strong> klacht van de persoon die beweert de word<strong>en</strong> belaagd.»<br />

Het juridische kader vestigt de aandacht <strong>op</strong> de uitermate subjectieve dim<strong>en</strong>sie van belaging.<br />

Enkel <strong>het</strong> slachtoffer is namelijk gerechtigd te bepal<strong>en</strong> wat zijn/haar rust verstoort, wat<br />

zijn/haar integriteit aantast. Hoewel gedraging<strong>en</strong> van moreel geweld waarschijnlijk zo oud<br />

zijn als de m<strong>en</strong>sheid zelf, is de subjectiviteit van belaging vermoedelijk één van de red<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

waarom de b<strong>en</strong>aming ervan rec<strong>en</strong>t is. Bijvoorbeeld, e<strong>en</strong> vijfti<strong>en</strong>tal jaar terug, to<strong>en</strong> <strong>het</strong><br />

onderzoek inzake seksueel ongew<strong>en</strong>st gedrag onder de leiding van Ada Garcia van start<br />

ging, <strong>en</strong> dat door <strong>het</strong> huidige onderzoek wordt <strong>op</strong>gevolgd, was de term «belaging» vrijwel<br />

ongek<strong>en</strong>d. Thans maakt de bezorgdheid over <strong>het</strong> uitroei<strong>en</strong> van seksueel ongew<strong>en</strong>st gedrag<br />

plaats voor e<strong>en</strong> andere bezorgdheid: de bestrijding van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong>. Op <strong>het</strong> mom<strong>en</strong>t<br />

dat dit onderzoek van start gaat, gaan ondermeer in de media stemm<strong>en</strong> <strong>op</strong> voor de instelling<br />

van e<strong>en</strong> specifieke wetgeving voor de strafbaarstelling van feit<strong>en</strong> van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong>.<br />

4


Belaging kan dus verschill<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> aannem<strong>en</strong>. Wij hebb<strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />

<strong>en</strong> morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> aangeroerd, twee aparte f<strong>en</strong>om<strong>en</strong><strong>en</strong> maar die e<strong>en</strong> aantal gelijk<strong>en</strong>iss<strong>en</strong><br />

verton<strong>en</strong> <strong>en</strong> feitelijk soms nauw met elkaar verbond<strong>en</strong> zijn. Belaging wordt hoofdzakelijk<br />

vanuit veelzijdige gedraging<strong>en</strong> gedefinieerd. Moreel geweld kan in verschill<strong>en</strong>de milieus<br />

voorkom<strong>en</strong>: in de familiekring, <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong>, <strong>op</strong> niveau van de bur<strong>en</strong>, <strong>en</strong>z.<br />

Het onderwerp van dit onderzoek zijn <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong>.<br />

1.2. Ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />

a) Definities van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />

Ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag werd voor <strong>het</strong> eerst in de Angelsaksische land<strong>en</strong> als «sexual<br />

harassm<strong>en</strong>t» g<strong>en</strong>oemd, geanalyseerd <strong>en</strong> bestraft. De baanbrekers <strong>op</strong> <strong>het</strong> gebied van<br />

onderzoek inzake ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag zijn de land<strong>en</strong> van Noord-Amerika. In de jar<strong>en</strong><br />

'70, onder de impuls van de vrouw<strong>en</strong>beweging<strong>en</strong> die <strong>het</strong> belang <strong>en</strong> de ernst van de<br />

problematiek onthuld<strong>en</strong>, werd<strong>en</strong> in de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> <strong>en</strong> Canada diverse<br />

onderzoeksproject<strong>en</strong>, politieke analyses <strong>en</strong> juridische acties betreff<strong>en</strong>de ongew<strong>en</strong>st seksueel<br />

gedrag uitgevoerd.<br />

Ook in Eur<strong>op</strong>a hebb<strong>en</strong> de vrouw<strong>en</strong> in de strijd teg<strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag e<strong>en</strong><br />

belangrijke rol gespeeld. Zo nam in België de Commissie Vrouw<strong>en</strong>arbeid, e<strong>en</strong> adviesorgaan<br />

van <strong>het</strong> ministerie van Te<strong>werk</strong>stelling <strong>en</strong> Arbeid, sam<strong>en</strong>gesteld uit verteg<strong>en</strong>woordigsters van<br />

vakbonds- <strong>en</strong> <strong>werk</strong>geversver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>, <strong>het</strong> initiatief om dit onderwerp als onderzoeksthema<br />

voor te stell<strong>en</strong>. Deze mobilisatie van verteg<strong>en</strong>woordigsters van de vrouwelijke <strong>op</strong>inie is<br />

ongetwijfeld toe te schrijv<strong>en</strong> aan <strong>het</strong> feit dat vrouw<strong>en</strong> vaker dan mann<strong>en</strong> <strong>het</strong> slachtoffer zijn<br />

van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag.<br />

In zijn verslag over ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag in de lidstat<strong>en</strong> van de Eur<strong>op</strong>ese<br />

Geme<strong>en</strong>schap (1987: 12) vermeldt Michael Rub<strong>en</strong>stein (Engelse deskundige aangesteld<br />

door de Eur<strong>op</strong>ese Commissie om de situatie in de lidstat<strong>en</strong> <strong>en</strong> de maatregel<strong>en</strong> die werd<strong>en</strong><br />

getroff<strong>en</strong> te vergelijk<strong>en</strong>) dat alle definities geformuleerd door de instelling<strong>en</strong> van deze<br />

lidstat<strong>en</strong>, <strong>het</strong> algem<strong>en</strong>e principe van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag omschrijv<strong>en</strong>, te<br />

wet<strong>en</strong> «gedrag van seksuele aard of met e<strong>en</strong> seksuele connotatie, ongew<strong>en</strong>st door dieg<strong>en</strong>e<br />

die erdoor getroff<strong>en</strong> wordt».<br />

Ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag beperkt zich ev<strong>en</strong>wel niet tot deze eerste definitie. Dit<br />

<strong>op</strong>dringerig gedrag van seksuele aard is in feite slechts e<strong>en</strong> bestanddeel van de<br />

problematiek. In haar onderzoeksverslag over ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag in Frankrijk<br />

vermeldt Sylvie Cromer de analyse van Maurice Drapeau, e<strong>en</strong> Canadees schrijver volg<strong>en</strong>s<br />

wie ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag twee belangrijke bestanddel<strong>en</strong> bevat: <strong>het</strong> eerste<br />

bestanddeel wordt omschrev<strong>en</strong> als «e<strong>en</strong> gedrag met seksuele <strong>en</strong>/of seksistische connotatie<br />

dat door de ander<strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>st is». In dit <strong>op</strong>zicht di<strong>en</strong>t <strong>het</strong> gebruik van de twee term<strong>en</strong><br />

seksueel <strong>en</strong> seksistisch te word<strong>en</strong> aangestipt wat inhoudt dat dit gedrag onverschillig <strong>op</strong> <strong>het</strong><br />

geslacht als <strong>op</strong> <strong>het</strong> g<strong>en</strong>der betrekking kan hebb<strong>en</strong> zonder noodzakelijkerwijs naar<br />

seksualiteit te verwijz<strong>en</strong>. Het onderscheid tuss<strong>en</strong> geslacht <strong>en</strong> g<strong>en</strong>der dank<strong>en</strong> wij aan<br />

sociologe Ann Oakley. In 1972 verduidelijkt zij dat <strong>het</strong> geslacht <strong>op</strong> de biologische verschill<strong>en</strong><br />

tuss<strong>en</strong> mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> wijst terwijl <strong>het</strong> g<strong>en</strong>der naar de cultuur verwijst in die zin dat <strong>het</strong><br />

hier de maatschappelijke indeling tuss<strong>en</strong> mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> betreft. Terwijl de categorie<br />

van <strong>het</strong> geslacht onveranderlijk is, di<strong>en</strong>t aan de categorie van <strong>het</strong> g<strong>en</strong>der e<strong>en</strong> zekere<br />

veranderlijkheid te word<strong>en</strong> toegek<strong>en</strong>d. Het g<strong>en</strong>der is immers e<strong>en</strong> maatschappelijke categorie<br />

te midd<strong>en</strong> van andere soort<strong>en</strong> maatschappelijke categorieën. Ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />

bevat overig<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> specifiek bestanddeel dat omschrev<strong>en</strong> wordt als e<strong>en</strong> «kwell<strong>en</strong>d effect<br />

dat wordt gemet<strong>en</strong> in functie van de herhaling van <strong>het</strong> gedrag (…), of in functie van de<br />

5


gevolg<strong>en</strong> van <strong>het</strong> g<strong>en</strong>oemde gedrag - ev<strong>en</strong>tueel e<strong>en</strong>malig - <strong>op</strong> de persoon in term<strong>en</strong> van<br />

betrekking, lo<strong>op</strong>baan, gezondheid, privé-lev<strong>en</strong>».<br />

Ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag wordt hier dus duidelijk tegelijkertijd <strong>op</strong> basis van zijn frequ<strong>en</strong>tie<br />

<strong>en</strong> zijn gevolg<strong>en</strong> gedefinieerd. Het betreft dus e<strong>en</strong> proces, bestaande uit e<strong>en</strong> <strong>op</strong>e<strong>en</strong>volging<br />

van gedraging<strong>en</strong>, dat zowel <strong>het</strong> beroepslev<strong>en</strong> als <strong>het</strong> privé-lev<strong>en</strong> van <strong>het</strong> slachtoffer<br />

beïnvloedt.<br />

De definitie van Yvette Fuillet, Eur<strong>op</strong>ees Parlem<strong>en</strong>tslid <strong>en</strong> mede<strong>op</strong>richter in Frankrijk van de<br />

Association Eur<strong>op</strong>é<strong>en</strong>ne Contre les Viol<strong>en</strong>ces Faites aux Femmes au Travail (AVFT), bevat<br />

e<strong>en</strong> ethische dim<strong>en</strong>sie. Deze definitie werd in juni 1986 vermeld in e<strong>en</strong> communiqué waarin<br />

dring<strong>en</strong>d om e<strong>en</strong> Eur<strong>op</strong>ese richtlijn betreff<strong>en</strong>de ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag wordt verzocht<br />

(Rub<strong>en</strong>stein 1987: 13): «Elke vorm van ongew<strong>en</strong>ste to<strong>en</strong>adering, verzoek <strong>en</strong> gedrag met<br />

seksuele connotatie uitgeoef<strong>en</strong>d door e<strong>en</strong> <strong>werk</strong>gever, e<strong>en</strong> superieur, e<strong>en</strong> collega of e<strong>en</strong><br />

klant die de persoon tot wie dergelijk gedrag wordt gericht vernedert of zijn integriteit bedreigt<br />

<strong>en</strong> zodo<strong>en</strong>de inbreuk maakt <strong>op</strong> di<strong>en</strong>s recht <strong>op</strong> arbeid». De vernedering <strong>en</strong> de bedreiging van<br />

de integriteit van de persoon vestig<strong>en</strong> de aandacht <strong>op</strong> de oneerbiedige dim<strong>en</strong>sie van<br />

ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag. Er is in zekere mate sprake van e<strong>en</strong> aantasting van de<br />

m<strong>en</strong>selijke waardigheid, van e<strong>en</strong> sch<strong>en</strong>ding van de impliciete norm<strong>en</strong> die deel uitmak<strong>en</strong> van<br />

e<strong>en</strong> ethiek van de m<strong>en</strong>selijke relaties.<br />

De Belgische juridische formulering van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag neemt deze ethische<br />

dim<strong>en</strong>sie in aanmerking. België was <strong>het</strong> eerste Eur<strong>op</strong>ees land dat na e<strong>en</strong> geleidelijke<br />

bewustwording van <strong>het</strong> f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> door de bevolking <strong>en</strong> de overheid e<strong>en</strong> specifiek<br />

wetgev<strong>en</strong>d kader betreff<strong>en</strong>de deze problematiek invoerde. Het koninklijk besluit van 18<br />

september 1992 dat <strong>op</strong> 7 oktober 1992 in <strong>het</strong> Belgisch Staatsblad werd bek<strong>en</strong>dgemaakt<br />

omschrijft ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag als «elke vorm van verbaal, niet-verbaal of lichamelijk<br />

gedrag van seksuele aard waarvan deg<strong>en</strong>e die zich er schuldig aan maakt, weet of zou<br />

moet<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> dat <strong>het</strong> afbreuk doet aan de waardigheid van vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> mann<strong>en</strong> of <strong>het</strong><br />

<strong>werk</strong>.»<br />

b) Typologieën <strong>en</strong> beschrijving van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />

Er bestaan verschill<strong>en</strong>de typologieën die verschill<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel<br />

gedrag kunn<strong>en</strong> id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong>. Deze w<strong>en</strong>d<strong>en</strong> vaak (Stockdale M., 1996: 6 ; Cromer, 1995: 16)<br />

<strong>het</strong> onderscheid aan dat in 1980 door de Equal Employm<strong>en</strong>t Opportunity Commission werd<br />

ingevoerd tuss<strong>en</strong> «quid pro quo», e<strong>en</strong> chantage van seksuele aard die de betrekking van <strong>het</strong><br />

slachtoffer rechtstreeks of onrechtstreeks bedreigt, <strong>en</strong> «hostile work <strong>en</strong>vironem<strong>en</strong>t», e<strong>en</strong><br />

vorm van ongew<strong>en</strong>st gedrag dat de <strong>werk</strong>omgeving beïnvloedt. In <strong>het</strong> eerste geval gaat <strong>het</strong><br />

ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag met bedreiging<strong>en</strong> of beloft<strong>en</strong> gepaard. In <strong>het</strong> tweede geval<br />

beïnvloedt <strong>het</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag de individuele prestaties of schepp<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

bedreig<strong>en</strong>de, vijandige <strong>en</strong> zelfs agressieve omgeving.<br />

De typologie die in 1994 door <strong>het</strong> Fitzgerald-team werd voorgesteld (Fitzgerald L., Gelfand<br />

M., & Drasgow F., 1994, vermeld door Stockdale M., 1996: 6) heeft de verdi<strong>en</strong>ste e<strong>en</strong><br />

speciale vorm van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag in <strong>het</strong> daglicht te stell<strong>en</strong>, «g<strong>en</strong>der<br />

harassm<strong>en</strong>t», of ongew<strong>en</strong>st seksistisch gedrag dat gepaard gaat met seksistische<br />

<strong>op</strong>merking<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> beledig<strong>en</strong>d <strong>en</strong> verneder<strong>en</strong>d gedrag t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van <strong>het</strong> vrouwelijk<br />

geslacht. De tweede feitelijke categorie, «unwanted sexual att<strong>en</strong>tion», of ongew<strong>en</strong>ste<br />

seksuele aandacht, betreft divers gedrag gaande van fysieke of verbale<br />

to<strong>en</strong>aderingspoging<strong>en</strong> tot seksuele agressies <strong>en</strong> verkrachting<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> slotte, wat de auteurs<br />

omschrijv<strong>en</strong> als «sexual coercion», of seksuele dwang, is de seksuele chantage waarvan in<br />

de voorgaande typologie sprake is.<br />

6


In Eur<strong>op</strong>a word<strong>en</strong> de feit<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag meestal in uitgebreide<br />

«verbale» of «fysieke» gedragscategorieën ingedeeld (Rub<strong>en</strong>stein 1987: 12). Aldus werd<strong>en</strong><br />

de uiting<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag die bij <strong>het</strong> Franse onderzoek werd<strong>en</strong> verzameld<br />

(Cromer, 1995) in de eerste plaats in functie van de communicatiewijze <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s per<br />

thema ingedeeld.<br />

1) Niet-verbale uiting<strong>en</strong><br />

- blikk<strong>en</strong><br />

- pornografie<br />

- exhibitionisme<br />

2) Verbale uiting<strong>en</strong><br />

- uitnodiging<strong>en</strong><br />

- misplaatste of suggestieve <strong>op</strong>merking<strong>en</strong><br />

- vrag<strong>en</strong> over <strong>het</strong> seksuele <strong>en</strong>/of intieme lev<strong>en</strong><br />

- <strong>op</strong>dringerige vertrouwelijkhed<strong>en</strong> van de belager over zijn privé- <strong>en</strong>/of seksuele<br />

lev<strong>en</strong><br />

- seksuele voorstell<strong>en</strong> <strong>en</strong> gunst<strong>en</strong><br />

- aansporing<strong>en</strong> <strong>en</strong> dwang tot prostitutie<br />

3) Lichamelijke uiting<strong>en</strong><br />

- streling<strong>en</strong>, aanraking<strong>en</strong>, knijp<strong>en</strong>, zo<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

- fysiek geweld<br />

- seksuele agressies tot verkrachting<br />

T<strong>en</strong> slotte hebb<strong>en</strong> Gruber <strong>en</strong> zijn collega's (1996) bewez<strong>en</strong> dat ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />

e<strong>en</strong> universeel f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> is. Op basis van de analyse van kwantitatieve onderzoek<strong>en</strong><br />

uitgevoerd in de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong>, Canada <strong>en</strong> Eur<strong>op</strong>a, hebb<strong>en</strong> deze onderzoekers <strong>het</strong><br />

bestaan van drie grote categorieën van universeel ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag aangetoond:<br />

verbale seksuele verzoek<strong>en</strong>, verbale <strong>op</strong>merking<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet-verbaal gedrag. Het probleem van<br />

deze typologie is dat twee analys<strong>en</strong>iveaus (de communicatiewijze <strong>en</strong> <strong>het</strong> thema van<br />

ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag) door elkaar <strong>op</strong> één lijn word<strong>en</strong> geplaatst. Het gedrag dat <strong>op</strong> die<br />

manier wordt geïnv<strong>en</strong>tariseerd wordt in functie van de ernstigheidsgraad gerangschikt die <strong>op</strong><br />

basis van drie criteria wordt beoordeeld. De ervaring<strong>en</strong> die als <strong>het</strong> ernstigst word<strong>en</strong><br />

beschouwd zijn deze die <strong>het</strong> slachtoffer persoonlijk beog<strong>en</strong>, die van e<strong>en</strong> bijzonder dreig<strong>en</strong>de<br />

aard zijn <strong>en</strong> uitermate kwets<strong>en</strong>d zijn. De ernstigste feit<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> ook <strong>het</strong> minste voor.<br />

1.3. Morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong><br />

a) Definities van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong><br />

Het dagelijkse lev<strong>en</strong> leert ons dat arbeidsconflict<strong>en</strong> in om <strong>het</strong> ev<strong>en</strong> welk bedrijf voorkom<strong>en</strong>.<br />

Ernstiger feit<strong>en</strong> van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> werd<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wel in diverse Eur<strong>op</strong>ese<br />

land<strong>en</strong> aan <strong>het</strong> licht gebracht.<br />

De baanbrekers <strong>op</strong> <strong>het</strong> gebied van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> zijn de Scandinavische land<strong>en</strong>. De<br />

eerste onderzoek<strong>en</strong> <strong>en</strong> de eerste definitie van deze extreme vorm van beroepsstress,<br />

«Mobbing», dank<strong>en</strong> wij aan Heinz Leymann. Heinz Leymann, doctor in<br />

organisatiepsychologie, gebor<strong>en</strong> in 1932 in Duitsland maar sinds 1955 Zweeds burger, heeft<br />

gedur<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> aantal jar<strong>en</strong> aan de universiteit van Umea arbeidswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong><br />

onderwez<strong>en</strong>. Tijd<strong>en</strong>s zijn lo<strong>op</strong>baan van onderzoeker doet hij e<strong>en</strong> uitgebreide klinische<br />

ervaring <strong>op</strong> bij slachtoffers van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong>. Begin van de jar<strong>en</strong> '80 doet<br />

Heinz Leymann onderzoek naar de problematiek die hij «Mobbing» noemt. Na de publicatie<br />

7


van zijn eerste onderzoeksverslag in 1984 (Leymann & Gustafsson, 1984, vermeld door Zapf<br />

& Leymann, 1996), zi<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> aantal land<strong>en</strong> in <strong>het</strong> noord<strong>en</strong> van Eur<strong>op</strong>a e<strong>en</strong> reeks<br />

onderzoek<strong>en</strong> <strong>het</strong> licht: in Finland (Björkvist, Osterman & Hjelt-Bäck, 1994, vermeld door<br />

Vartia, 1996) ; in Noorweg<strong>en</strong> (Matthies<strong>en</strong>, 1990, vermeld door Einars<strong>en</strong> & Skogstad, 1996) ;<br />

in Oost<strong>en</strong>rijk (Niedl, 1996) ; in Duitsland (Zapf, Knorz & Kulla, 1996).<br />

Derhalve is de wet<strong>en</strong>schappelijke literatuur betreff<strong>en</strong>de morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong><br />

grot<strong>en</strong>deels in <strong>het</strong> Zweeds, Noors, Fins <strong>en</strong> Duits geschrev<strong>en</strong>. Daarom ook beslist<strong>en</strong> de<br />

noord Eur<strong>op</strong>ese onderzoekers de bijdrag<strong>en</strong> aan <strong>het</strong> symposium gewijd aan «Mobbing» dat in<br />

april 1995 tijd<strong>en</strong>s <strong>het</strong> Zev<strong>en</strong>de Eur<strong>op</strong>ees Congres van Arbeids- <strong>en</strong> Organisatiepsychologie in<br />

Guör in Hongarije plaatsvond, in <strong>het</strong> Engels te publicer<strong>en</strong>.<br />

De term «Mobbing» wordt ontle<strong>en</strong>d aan de ethologie. Hij wordt aanvankelijk aangew<strong>en</strong>d<br />

door Konrad Lor<strong>en</strong>z om gedraging<strong>en</strong> van collectieve aanval te beschrijv<strong>en</strong> («Mob» betek<strong>en</strong>t<br />

meute) die door e<strong>en</strong> grote troep kleine beest<strong>en</strong> <strong>op</strong> één <strong>en</strong>kel beest word<strong>en</strong> gepleegd.<br />

In 1972 w<strong>en</strong>dt e<strong>en</strong> Zweedse dokter de terminologie van Lor<strong>en</strong>z aan om binn<strong>en</strong><br />

schoolgroep<strong>en</strong> <strong>het</strong> agressieve gedrag van scholier<strong>en</strong> jeg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> «zondebok»-kind te<br />

beschrijv<strong>en</strong>. Leymann sluit <strong>op</strong> deze onderzoekslijn aan <strong>en</strong> gebruikt heel natuurlijk <strong>het</strong><br />

concept «Mobbing».wanneer hij in verschill<strong>en</strong>de beroepsmilieus vergelijkbare f<strong>en</strong>om<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

van systematische agressiviteit jeg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> <strong>werk</strong>nemer ontdekt die als slachtoffer wordt<br />

gebrandmerkt.<br />

Leymann (1996 b: 168) definieert morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> als volgt: «onder «mobbing»<br />

wordt verstaan e<strong>en</strong> gedrag van vijandige <strong>en</strong> onethische communicatie dat systematisch<br />

gericht is <strong>op</strong> e<strong>en</strong> individu dat die zich t<strong>en</strong> gevolge van <strong>het</strong> mobb<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> situatie van<br />

onmacht bevindt, wat de verm<strong>en</strong>igvuldiging van pestgedrag in de hand <strong>werk</strong>t. Dit gedrag<br />

doet zich vaak (statistische definitie: minst<strong>en</strong>s één maal per week) <strong>en</strong> gedur<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> lange<br />

periode voor (statistische definitie: minst<strong>en</strong>s gedur<strong>en</strong>de zes maand<strong>en</strong>). Weg<strong>en</strong>s de<br />

frequ<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> de duur van <strong>het</strong> vijandige gedrag berokk<strong>en</strong>t <strong>het</strong> proces van geweld aanzi<strong>en</strong>lijke<br />

psychologische, psychosomatische <strong>en</strong> maatschappelijke schade (…)». De auteur vestigt de<br />

aandacht <strong>op</strong> e<strong>en</strong> proces dat uit e<strong>en</strong> geheel van vijandige dad<strong>en</strong> bestaat die, apart<br />

beschouwd, onbeduid<strong>en</strong>d lijk<strong>en</strong>, maar waarvan <strong>het</strong> terugker<strong>en</strong>d karakter moreel schadelijke<br />

gevolg<strong>en</strong> heeft. Deze definitie maakt dus e<strong>en</strong> duidelijk onderscheid tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> proces van<br />

<strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> conflict. Dit onderscheid steunt <strong>op</strong> e<strong>en</strong> kwantitatief criterium. Het<br />

conc<strong>en</strong>treert zich niet <strong>op</strong> de daad die wordt gepleegd, maar wel <strong>op</strong> de frequ<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> de duur<br />

ervan. De definitie van Leymann blijft ev<strong>en</strong>wel in gebreke in die zin dat zij de subjectieve<br />

dim<strong>en</strong>sie van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> buit<strong>en</strong> beschouwing laat.<br />

Onder de impuls van de initiatiev<strong>en</strong> in de land<strong>en</strong> in noord Eur<strong>op</strong>a hebb<strong>en</strong> ook andere<br />

Eur<strong>op</strong>ese land<strong>en</strong> kort geled<strong>en</strong> onderzoek gestart naar <strong>en</strong> de strijd aangebond<strong>en</strong> teg<strong>en</strong><br />

morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong>. Daar waar de Scandinavische land<strong>en</strong> <strong>het</strong> f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> van<br />

«Mobbing» hoofdzakelijk vanuit e<strong>en</strong> ethologisch oogpunt b<strong>en</strong>ader<strong>en</strong>, beschouw<strong>en</strong> de<br />

Latijnse land<strong>en</strong> zoals Frankrijk morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> meer vanuit e<strong>en</strong> psychoanalytisch oogpunt,<br />

waardoor de subjectiviteit in de definitie zelf van deze vorm van geweld kan word<strong>en</strong><br />

ingevoerd. Zo roert Marie-France Hirigoy<strong>en</strong> (1998: 55), psychiater <strong>en</strong><br />

gezinspsychotherapeute met psychoanalytische gezindheid, in <strong>het</strong> kader van haar klinische<br />

ervaring met slachtoffers de problematiek van moreel geweld aan: «Onder <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong><br />

<strong>werk</strong> di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong> verstaan elk onrechtmatig gedrag dat zich inzonderheid kan uit<strong>en</strong> in<br />

gedraging<strong>en</strong>, woord<strong>en</strong>, dad<strong>en</strong>, gebar<strong>en</strong> <strong>en</strong> geschrift<strong>en</strong> die de persoonlijkheid, de<br />

waardigheid of de fysieke of psychische integriteit van e<strong>en</strong> persoon kunn<strong>en</strong> aantast<strong>en</strong>, zijn<br />

betrekking in gevaar br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> of <strong>het</strong> <strong>werk</strong>klimaat ondermijn<strong>en</strong>.» De auteur maakt e<strong>en</strong><br />

onderscheid tuss<strong>en</strong> twee f<strong>en</strong>om<strong>en</strong><strong>en</strong> van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong>: machtsmisbruik <strong>en</strong> perverse<br />

manipulatie. Terwijl <strong>het</strong> eerste f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> snel kan word<strong>en</strong> ontmaskerd, aangeklaagd <strong>en</strong><br />

bijgevolg word<strong>en</strong> uitgeroeid, is <strong>het</strong> tweede f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> verraderlijk <strong>en</strong> bijgevolg des te meer<br />

vernietig<strong>en</strong>d.<br />

8


De term «onrechtmatig» verwijst naar de subjectiviteit van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong>. Enkel <strong>het</strong><br />

slachtoffer kan immers bepal<strong>en</strong> waar onrecht werd aangedaan, waar zijn/haar persoonlijke<br />

limiet<strong>en</strong> met geweld werd<strong>en</strong> overschred<strong>en</strong>. Zijn morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> subjectief dan is dat<br />

vermoedelijk wel omdat zij <strong>op</strong> de ethiek van de m<strong>en</strong>selijke relaties betrekking hebb<strong>en</strong>. De<br />

definitie van Hirigoy<strong>en</strong> vestigt ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s de aandacht <strong>op</strong> <strong>het</strong> onethische karakter van dit<br />

proces. Net zoals bij ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag sch<strong>en</strong>d<strong>en</strong> morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> de impliciete<br />

norm<strong>en</strong> van <strong>het</strong> relationele lev<strong>en</strong> <strong>en</strong> do<strong>en</strong> afbreuk aan de m<strong>en</strong>selijke waardigheid. De auteur<br />

verwijst vooral naar de psychoanalytische theorie van <strong>het</strong> perverse sc<strong>en</strong>ario waarbij <strong>het</strong><br />

slachtoffer van dergelijk sc<strong>en</strong>ario tot de status van object wordt herleid <strong>en</strong> in zijn m<strong>en</strong>selijke<br />

waardigheid wordt gehoond.<br />

In haar beschrijving van <strong>het</strong> perverse proces b<strong>en</strong>adrukt Hirigoy<strong>en</strong> (1998: 56) de<br />

terugker<strong>en</strong>de dim<strong>en</strong>sie van <strong>het</strong> vijandelijk gedrag: «Het is normaal dat in e<strong>en</strong> groep<br />

conflict<strong>en</strong> <strong>op</strong>tred<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> kwets<strong>en</strong>de <strong>op</strong>merking in e<strong>en</strong> <strong>op</strong>welling van z<strong>en</strong>uwachtigheid of<br />

slecht humeur is onbeduid<strong>en</strong>d, des te meer wanneer nadi<strong>en</strong> verontschuldiging<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

aangebod<strong>en</strong>. Het vernietig<strong>en</strong>d f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> schuilt in de herhaling zonder <strong>en</strong>ige poging tot<br />

onderscheid van de belediging<strong>en</strong> <strong>en</strong> de vernedering<strong>en</strong>;»<br />

Hoel, Rayner & Co<strong>op</strong>er (1999: 195) wijz<strong>en</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> feit dat <strong>op</strong> internationaal niveau niet echt<br />

overe<strong>en</strong>stemming bestaat met betrekking tot de terminologie van deze vorm van geweld <strong>op</strong><br />

<strong>het</strong> <strong>werk</strong>. Zo wordt <strong>het</strong> f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> in de ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> <strong>en</strong> Canada beschrev<strong>en</strong> in term<strong>en</strong><br />

van «workplace harassm<strong>en</strong>t», «employee abuse», «emotional abuse», «mistreatm<strong>en</strong>t at<br />

work», «petty tyranny». In Groot-Brittannië <strong>en</strong> Ierland spreekt m<strong>en</strong> van «Bullying».<br />

b) Typologieën <strong>en</strong> beschrijving van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong><br />

Thans word<strong>en</strong> willekeurig meerdere term<strong>en</strong> gebruikt, vrij vaak letterlijk aan de<br />

Angelsaksische woord<strong>en</strong>schat ontle<strong>en</strong>d, om naar de verschill<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> van morele<br />

<strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> te verwijz<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> aantal auteurs hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> typologie van de<br />

problematiek voorgesteld. Onder h<strong>en</strong>, Jean Jacqmain (2000 et 2001), gewoon hoogleraar<br />

aan de Faculteit rechtsgeleerdheid aan de Université Libre de Bruxelles, ondervoorzitter van<br />

de Raad van gelijke kans<strong>en</strong> <strong>en</strong> deskundige <strong>op</strong> <strong>het</strong> gebied van vakbondskwesties. Jean<br />

Jacqmain stelt in zijn typologie <strong>het</strong> onderscheid voor, afhankelijk van de belager, tuss<strong>en</strong><br />

minst<strong>en</strong>s vier vorm<strong>en</strong> van moreel geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong>:<br />

- «Mobbing» in de <strong>en</strong>ge betek<strong>en</strong>is van de Engelse term, verwijst naar <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> door e<strong>en</strong><br />

groep gelijk<strong>en</strong> jeg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> individu;<br />

- «Bullying» verwijst naar e<strong>en</strong> grof gedrag vanwege e<strong>en</strong> superieur jeg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong><br />

ondergeschikte <strong>en</strong> betreft e<strong>en</strong> strikt interm<strong>en</strong>selijk gedrag;<br />

- «Managem<strong>en</strong>t-door-stress» verwijst naar morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> die deel uitmak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />

vrij uitzonderlijke d<strong>en</strong>kbeeld van <strong>het</strong> personeelsbeleid;<br />

- «Morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong>» binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bedrijf veroorzaakt door person<strong>en</strong> die extern zijn aan <strong>het</strong><br />

bedrijf.<br />

In <strong>het</strong> begin van de jar<strong>en</strong> '80 heeft Heinz Leymann (1996 b) <strong>op</strong> basis van zowat drie honderd<br />

interviews met slachtoffers, e<strong>en</strong> typologie van pestgedrag <strong>op</strong>gesteld. Het kwantitatief<br />

criterium van de oorspronkelijke definitie van <strong>het</strong> concept «Mobbing» (minst<strong>en</strong>s één maal per<br />

week gedur<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> periode van minst<strong>en</strong>s zes maand<strong>en</strong>) van <strong>het</strong> proces van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> is<br />

van toepassing <strong>op</strong> vijf<strong>en</strong>veertig gedraging<strong>en</strong> van moreel geweld die in vijf categorieën<br />

word<strong>en</strong> gerangschikt.<br />

9


1) Gedraging<strong>en</strong> met de bedoeling <strong>het</strong> slachtoffer te belett<strong>en</strong> zich uit te drukk<strong>en</strong>:<br />

A. De hiërarchische superieur belet <strong>het</strong> slachtoffer zich uit te drukk<strong>en</strong><br />

B. Het slachtoffer wordt voortdur<strong>en</strong>d in de rede vall<strong>en</strong><br />

C. Collega's belett<strong>en</strong> hem/haar zich uit te drukk<strong>en</strong><br />

D. Collega's tier<strong>en</strong> <strong>en</strong> scheld<strong>en</strong> hem/haar uit<br />

E. Kritiek <strong>op</strong> zijn/haar <strong>werk</strong><br />

F. Kritiek <strong>op</strong> zijn/haar privé-lev<strong>en</strong><br />

G. Het slachtoffer met kwaadwillige <strong>op</strong>roep<strong>en</strong> terroriser<strong>en</strong><br />

H. Verbale dreigem<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

I. Schriftelijke dreigem<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

J. Weigering van communicatie<br />

K. Zijn/haar aanwezigheid neger<strong>en</strong> door zich bijvoorbeeld <strong>en</strong>kel tot derd<strong>en</strong> te richt<strong>en</strong><br />

2) Gedraging<strong>en</strong> met de bedoeling <strong>het</strong> slachtoffer te isoler<strong>en</strong><br />

A. Niet meer met hem/haar prat<strong>en</strong><br />

B. Weiger<strong>en</strong> zich door hem/haar te lat<strong>en</strong> aansprek<strong>en</strong><br />

C. Hem/haar e<strong>en</strong> arbeidspost toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> die hem/haar van zijn/haar collega's<br />

verwijdert <strong>en</strong> isoleert<br />

D. Zijn/haar collega's verbied<strong>en</strong> hem/haar aan te sprek<strong>en</strong><br />

E. Zijn/haar aanwezigheid neger<strong>en</strong><br />

3) Gedraging<strong>en</strong> met de bedoeling <strong>het</strong> slachtoffer in de og<strong>en</strong> van zijn/haar collega's in<br />

diskrediet te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong><br />

A. Kwaadsprekerij <strong>en</strong> laster over hem/haar<br />

B. Gerucht<strong>en</strong> over hem/haar in omlo<strong>op</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong><br />

C. Hem/haar bespott<strong>en</strong>, belachelijk mak<strong>en</strong><br />

D. Bewer<strong>en</strong> dat hij/zij m<strong>en</strong>taal gestoord is<br />

E. Hem/haar tot e<strong>en</strong> psychiatrisch onderzoek tracht<strong>en</strong> te dwing<strong>en</strong><br />

F. De draak stek<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> zwakte of gebrek<br />

G. Zijn/haar houding, stem, gebar<strong>en</strong> naboots<strong>en</strong><br />

H. Zijn/haar politieke gezindheid of geloofsovertuiging bestok<strong>en</strong><br />

I. De draak stek<strong>en</strong> met zijn/haar privé-lev<strong>en</strong><br />

J. De spot drijv<strong>en</strong> met zijn/haar oorsprong, zijn/haar nationaliteit<br />

K. Hem/haar verneder<strong>en</strong>de tak<strong>en</strong> <strong>op</strong>drag<strong>en</strong><br />

L. Hem/haar in zijn/haar <strong>werk</strong> onrechtvaardig <strong>en</strong> in kwaadwillige bewoording<strong>en</strong><br />

beoordel<strong>en</strong><br />

M. Zijn/haar beslissing<strong>en</strong> in vraag stell<strong>en</strong>, betwist<strong>en</strong><br />

N. Hem/haar in obsc<strong>en</strong>e of verneder<strong>en</strong>de taal beledig<strong>en</strong><br />

O. Hem/haar met ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag pest<strong>en</strong> (met gebar<strong>en</strong> of woord<strong>en</strong>)<br />

4) Gedraging<strong>en</strong> met de bedoeling <strong>het</strong> slachtoffer <strong>op</strong> niveau van zijn <strong>werk</strong> in diskrediet te<br />

br<strong>en</strong>g<strong>en</strong><br />

A. Hem/haar ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele taak meer toevertrouw<strong>en</strong><br />

B. Hem/haar elke taak ontnem<strong>en</strong> <strong>en</strong> ervoor zorg<strong>en</strong> dat hij/haar niets anders te do<strong>en</strong><br />

vindt<br />

C. Hem/haar dwing<strong>en</strong> tot absoluut nutteloze <strong>en</strong> absurde tak<strong>en</strong><br />

D. Hem/haar tak<strong>en</strong> <strong>op</strong>drag<strong>en</strong> die ver onder zijn/haar bevoegdheid vall<strong>en</strong><br />

E. Hem/haar on<strong>op</strong>houdelijk nieuwe tak<strong>en</strong> <strong>op</strong>drag<strong>en</strong><br />

F. Hem/haar verneder<strong>en</strong>d <strong>werk</strong> do<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong><br />

G. Hem/haar tak<strong>en</strong> <strong>op</strong>drag<strong>en</strong> die ver bov<strong>en</strong> zijn/haar bevoegdhed<strong>en</strong> vall<strong>en</strong> met de<br />

bedoeling hem/haar in diskrediet te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong><br />

10


5) Gedraging<strong>en</strong> met de bedoeling de gezondheid van <strong>het</strong> slachtoffer te schad<strong>en</strong><br />

A. Hem/haar dwing<strong>en</strong> tot <strong>werk</strong> dat gevaarlijk of schadelijk is voor zijn/haar<br />

gezondheid<br />

B. Hem/haar met fysiek geweld bedreig<strong>en</strong><br />

C. Hem/haar bij wijze van waarschuwing fysiek maar zonder ernst aanvall<strong>en</strong><br />

D. Hem/haar onbeheerst aanvall<strong>en</strong><br />

E. Hem/haar <strong>op</strong>zettelijk kost<strong>en</strong> veroorzak<strong>en</strong> met de bedoeling hem/haar schade te<br />

berokk<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

F. Hem/haar schade berokk<strong>en</strong><strong>en</strong> aan zijn/haar woning of zijn/haar <strong>werk</strong>post<br />

G. Hem/haar seksueel aanvall<strong>en</strong><br />

Over de keuze van deze categorieën wordt thans nog gedebatteerd (Hoel, Rayner & Co<strong>op</strong>er,<br />

1999). In feite bestaat de aanpak van Leymann in e<strong>en</strong> groepering van gedraging<strong>en</strong> <strong>op</strong> basis<br />

van hun effect <strong>op</strong> <strong>het</strong> slachtoffer: in staat zijn communicatie <strong>en</strong> sociale contact<strong>en</strong> te<br />

onderhoud<strong>en</strong>, zijn/haar reputatie hoog te houd<strong>en</strong>, geloofwaardig te zijn in zijn/haar <strong>werk</strong>, e<strong>en</strong><br />

goede gezondheid te onderhoud<strong>en</strong>. Zapf, Knorz & Kulla (1996) hebb<strong>en</strong> de vrag<strong>en</strong>lijst van<br />

Leymann aan e<strong>en</strong> factoranalyse onderworp<strong>en</strong> wat geleid heeft tot e<strong>en</strong> hergroepering van de<br />

items <strong>op</strong> basis van 6 factor<strong>en</strong> die logischer zijn dan die van Leymann, <strong>en</strong>erzijds omdat zij<br />

overe<strong>en</strong>stemm<strong>en</strong> met de <strong>werk</strong>zaamhed<strong>en</strong> die voordi<strong>en</strong> door Vartia werd<strong>en</strong> uitgevoerd, <strong>en</strong><br />

anderzijds omdat zij zich eerder <strong>op</strong> <strong>het</strong> agressief gedrag dan <strong>op</strong> <strong>het</strong> effect ervan<br />

conc<strong>en</strong>trer<strong>en</strong>:<br />

Factor 1: verbale agressies<br />

Factor 2: gerucht<strong>en</strong><br />

Factor 3: agressies via organisatorische dwang<br />

Factor 4: sociale isolering<br />

Factor 5: agressies die <strong>het</strong> privé-lev<strong>en</strong> beog<strong>en</strong><br />

Factor 6: agressies die de houding van <strong>het</strong> slachtoffer beog<strong>en</strong><br />

Hirigoy<strong>en</strong> (2001: 88-89) heeft sinds kort e<strong>en</strong> typologie <strong>op</strong>gesteld van vijandig gedrag dat <strong>op</strong><br />

basis van 4 categorieën wordt gerangschikt:<br />

1) Sch<strong>en</strong>ding van de <strong>werk</strong>omstandighed<strong>en</strong><br />

2) Isolering <strong>en</strong> weigering van elke vorm van communicatie<br />

3) Sch<strong>en</strong>ding van de waardigheid<br />

4) Verbale, fysieke of seksuele agressie<br />

1.4. Twee aparte maar onderling verbond<strong>en</strong> problematiek<strong>en</strong><br />

a) De sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>en</strong> morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong><br />

Twee problematiek<strong>en</strong> die feitelijk met elkaar verbond<strong>en</strong> zijn<br />

«Op e<strong>en</strong> dag heb ik hem duidelijk gezegd - <strong>en</strong> herhaald - dat ik niet geïnteresseerd was, dat<br />

ik niet met hem wilde uitgaan, dat ik er ge<strong>en</strong> zin in had. Vanaf dat mom<strong>en</strong>t steeg de<br />

spanning, hij begon me te erger<strong>en</strong>, hij was onverschillig <strong>en</strong> bits, hij dicteerde heel slecht, gaf<br />

mij <strong>werk</strong> om zes uur 's avonds. Kortom, e<strong>en</strong> koude oorlog, <strong>het</strong> werd onuitstaanbaar…».<br />

Zoals uit deze getuig<strong>en</strong>is blijkt, die werd verzameld tijd<strong>en</strong>s <strong>het</strong> Belgische onderzoek over<br />

ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> onder de leiding van Ada Garcia <strong>en</strong> (1985: 20),<br />

gebeurt <strong>het</strong> dat e<strong>en</strong> proces van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag ontaardt in morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong><br />

11


wanneer <strong>het</strong> slachtoffer zich teg<strong>en</strong> de belager verzet <strong>en</strong> di<strong>en</strong>s to<strong>en</strong>aderingspoging<strong>en</strong><br />

weigert.<br />

Overig<strong>en</strong>s kan <strong>het</strong> gebeur<strong>en</strong> dat morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag gelijktijdig<br />

jeg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong>zelfde slachtoffer voorkom<strong>en</strong>. Zodanig dat in de typologie van Leymann (1996:<br />

42-43) items voorkom<strong>en</strong> van seksuele aard: iemand in obsc<strong>en</strong>e of verneder<strong>en</strong>de taal<br />

beledig<strong>en</strong>, iemand met gebar<strong>en</strong> of woord<strong>en</strong> seksueel pest<strong>en</strong>, <strong>het</strong> slachtoffer seksueel<br />

aanvall<strong>en</strong>.<br />

In dezelfde gedachtegang komt Sylvie Cromer (1995: 39) tot de overweging dat de<br />

gerichtheid <strong>op</strong> <strong>het</strong> bekom<strong>en</strong> van seksuele betrekking<strong>en</strong>, in bepaalde gevall<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st<br />

seksueel gedrag di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong> gerelativeerd. De finaliteit van de belager kan de<br />

slachtoffers toeschijn<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> poging tot onderdrukking, tot vernedering, zelfs tot uitsluiting<br />

van de machocultuur van <strong>het</strong> bedrijf. De auteur staaft haar stelling met de getuig<strong>en</strong>is van e<strong>en</strong><br />

slachtoffer: «Ik vraag mij af of <strong>het</strong> zelfs niet perverser was dan e<strong>en</strong> seksuele daad, of hij mijn<br />

zwak punt niet w<strong>en</strong>ste te ontdekk<strong>en</strong> om mij te vernietig<strong>en</strong>, om zich van mij te ontdo<strong>en</strong>.<br />

Omdat ik mijn <strong>werk</strong> goed k<strong>en</strong>de kon hij <strong>op</strong> dit niveau moeilijk iets aanmerk<strong>en</strong> <strong>en</strong> had hij dit<br />

zwak punt gevond<strong>en</strong>» (Cromer 1995: 39-40).<br />

In haar boek gewijd aan psychologische <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> beschouwt Marie-France Hirigoy<strong>en</strong><br />

(1998: 69) ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag als «e<strong>en</strong> stap verder in morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong>» voor zover<br />

<strong>het</strong> de belager niet zozeer gaat om <strong>het</strong> verkrijg<strong>en</strong> van seksuele gunst<strong>en</strong> maar wel om zijn<br />

macht te ton<strong>en</strong> <strong>en</strong> de vrouw als e<strong>en</strong> seksobject te beschouw<strong>en</strong>.<br />

<strong>Geweld</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong><br />

Thans is m<strong>en</strong> g<strong>en</strong>eigd ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag als één onder de andere vorm<strong>en</strong> van<br />

geweld jeg<strong>en</strong>s vrouw<strong>en</strong> te beschouw<strong>en</strong>. In dit <strong>op</strong>zicht merk<strong>en</strong> de auteurs van de Franse<br />

nationale <strong>en</strong>quête betreff<strong>en</strong>de geweld jeg<strong>en</strong>s vrouw<strong>en</strong> (<strong>en</strong>quête in uitvoering waarvan de<br />

resultat<strong>en</strong> pas eind 2001 bek<strong>en</strong>d zull<strong>en</strong> zijn) <strong>op</strong> dat hun onderzoek in e<strong>en</strong> meer algeme<strong>en</strong><br />

kader past dan de <strong>werk</strong>zaamhed<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong>de ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag: «geweld jeg<strong>en</strong>s<br />

vrouw<strong>en</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> is uiteraard niet <strong>en</strong>kel van seksuele aard, ook al doordringt de<br />

hiërarchie tuss<strong>en</strong> de geslacht<strong>en</strong> de andere vorm<strong>en</strong> van geweld» (uitspraak van Chantal<br />

Rogerat, mars 2001: 27). Met betrekking tot geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> wordt de aandacht<br />

ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s gevestigd <strong>op</strong> de herhaling van niet-seksueel beledig<strong>en</strong>d gedrag, met andere<br />

woord<strong>en</strong> <strong>op</strong> feit<strong>en</strong> van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong>.<br />

Ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>en</strong> morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> verteg<strong>en</strong>woordig<strong>en</strong> dus twee vorm<strong>en</strong> van<br />

geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong>. Door geweld wordt verstaan de sch<strong>en</strong>ding van de regels van de<br />

sam<strong>en</strong>leving, e<strong>en</strong> aantasting van de ethiek van de m<strong>en</strong>selijke betrekking<strong>en</strong>. De term geweld<br />

verwijst naar de uitoef<strong>en</strong>ing van druk, naar <strong>het</strong> gebruik van dwang <strong>op</strong> de ander<strong>en</strong>.<br />

In haar dossier met <strong>het</strong> thema «<strong>Geweld</strong> jeg<strong>en</strong>s vrouw<strong>en</strong>» (1999: 2), wijst Ada GARCIA <strong>op</strong> de<br />

evolutie van <strong>het</strong> begrip geweld in de lo<strong>op</strong> van de tijd<strong>en</strong> <strong>en</strong> de maatschappij<strong>en</strong>. «M<strong>en</strong> kan<br />

geweld in de Middeleeuw<strong>en</strong> niet met geweld in onze tijd vergelijk<strong>en</strong>. Wat to<strong>en</strong> als<br />

gewelddadig werd beschouwd zou vandaag als barbaars word<strong>en</strong> bestempeld. En<br />

omgekeerd, gedrag dat vandaag als gewelddadig wordt beschouwd zou to<strong>en</strong> niet de minste<br />

kritiek hebb<strong>en</strong> <strong>op</strong>gewekt (...). Wij kunn<strong>en</strong> dus terecht aanvaard<strong>en</strong> dat morg<strong>en</strong> nieuw gedrag<br />

<strong>het</strong> semantisch veld van de definitie van geweld zal betred<strong>en</strong>.» De rec<strong>en</strong>te b<strong>en</strong>aming van<br />

ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>en</strong> morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> maakt vermoedelijk deel uit van deze<br />

maatschappelijke evolutie. Deze verandering<strong>en</strong> uit<strong>en</strong> zich onder andere in juridische<br />

overweging<strong>en</strong>. Jean Jacqmain (2000 a) vergelijkt namelijk de huidige problematiek die zich<br />

met betrekking tot de juridische reglem<strong>en</strong>tering van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> stelt, met de vrag<strong>en</strong><br />

die vijfti<strong>en</strong> jaar geled<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong>de ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag werd<strong>en</strong> gesteld.<br />

12


Wij bevind<strong>en</strong> ons in dezelfde situatie: in de afwezigheid van specifieke wettelijke bepaling<strong>en</strong><br />

di<strong>en</strong><strong>en</strong> jurist<strong>en</strong> in <strong>het</strong> Arbeidsrecht elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> bije<strong>en</strong> te scharrel<strong>en</strong> om hun pleidooi <strong>op</strong> te<br />

bouw<strong>en</strong>.<br />

T<strong>en</strong> slotte, in hun onderzoek uitgevoerd bij slachtoffers van geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong>, vermeld<strong>en</strong><br />

Bruynooghe, Opdebeeck, Mont<strong>en</strong> et Verhaeg<strong>en</strong> (1996: 10) dat <strong>het</strong> punt van overe<strong>en</strong>komst<br />

van de klacht<strong>en</strong> die de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> als geweld k<strong>en</strong>sc<strong>het</strong>s<strong>en</strong> in <strong>het</strong> feit schuilt dat <strong>het</strong><br />

«situaties betreft waarbij m<strong>en</strong> zich gekwetst voelt <strong>en</strong> iemand voor deze kwetsuur<br />

verantwoordelijk stelt». De auteurs onderscheid<strong>en</strong> drie vorm<strong>en</strong> van geweld: fysiek geweld<br />

(waarbij <strong>het</strong> slachtoffer zich vooral in zijn fysieke integriteit gekwetst voelt), seksueel geweld<br />

(waarbij <strong>het</strong> slachtoffer zich vooral in zijn seksuele integriteit gekwetst voelt), psychisch<br />

geweld waarnaar de auteurs verwijz<strong>en</strong> in term<strong>en</strong> van «belediging<strong>en</strong>» (waarbij <strong>het</strong> slachtoffer<br />

zich vooral in zijn psychische integriteit gekwetst voelt). Uit de getuig<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> die tijd<strong>en</strong>s dit<br />

onderzoek werd<strong>en</strong> verzameld blijkt dat de onderverdeling theoretisch blijft, in die zin dat<br />

geweld dat door e<strong>en</strong> belager <strong>op</strong> e<strong>en</strong> slachtoffer wordt gepleegd niet altijd tot één <strong>en</strong>kele<br />

categorie beperkt blijft. «Alle soort<strong>en</strong> combinatiemogelijkhed<strong>en</strong> van fysiek, seksueel <strong>en</strong><br />

psychisch geweld zijn mogelijk: verschill<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> van geweld kunn<strong>en</strong> <strong>het</strong>zij gelijktijdig<br />

<strong>het</strong>zij achtere<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> gepleegd» (Bruynooghe & al. 1996: 4).<br />

Overig<strong>en</strong>s begrijpt geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> punctuele traumatische gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> zoals e<strong>en</strong><br />

hold-up in e<strong>en</strong> bank, ev<strong>en</strong>als talrijke dad<strong>en</strong> van agressie gepleegd door verschill<strong>en</strong>de<br />

person<strong>en</strong>, zoals dat bijvoorbeeld voor taxi- of buschauffeurs <strong>het</strong> geval is.<br />

Subjectiviteit<br />

Ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>en</strong> morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> hebb<strong>en</strong> ook hun subjectief karakter met<br />

elkaar geme<strong>en</strong>. Het voorbeeld van de blik als pestgedrag is symbolisch. De blik zou deel<br />

kunn<strong>en</strong> uitmak<strong>en</strong> van de vijandige gedraging<strong>en</strong> die in de Leymann-lijst word<strong>en</strong><br />

geïnv<strong>en</strong>tariseerd, voor zover e<strong>en</strong> blik de onverschilligheid jeg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> persoon of <strong>het</strong><br />

neger<strong>en</strong> van zijn fysieke aanwezigheid kan uitdrukk<strong>en</strong> van dieg<strong>en</strong>e die hem deze blik richt.<br />

Insgelijks kan e<strong>en</strong> vrouw voel<strong>en</strong> dat zij «met de og<strong>en</strong>» wordt uitgekleed <strong>en</strong> zich als e<strong>en</strong><br />

seksobject voel<strong>en</strong> voor dieg<strong>en</strong>e die haar aankijkt. Maar wat kan er nu subjectiever zijn dan<br />

e<strong>en</strong> blik? Het is inderdaad moeilijk e<strong>en</strong> blik te beschrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> uit te legg<strong>en</strong> waarom e<strong>en</strong> blik<br />

als «niet-professioneel» wordt ervar<strong>en</strong>? Weg<strong>en</strong>s <strong>het</strong> stempel van subjectiviteit dat deze<br />

beide vorm<strong>en</strong> van belaging drag<strong>en</strong>, zijn zij vaak moeilijk te onderscheid<strong>en</strong> <strong>en</strong> de bewijz<strong>en</strong><br />

van dergelijk gedrag zijn maar magertjes.<br />

Geleidelijk aan word<strong>en</strong> onder de impuls van maatschappelijke beweging<strong>en</strong> aan die groep<strong>en</strong><br />

die traditioneel over weinig definitiebevoegdheid beschikt<strong>en</strong>, bepaalde middel<strong>en</strong> toegek<strong>en</strong>d<br />

om over <strong>het</strong> gedrag van de andere e<strong>en</strong> oordeel te gev<strong>en</strong> <strong>en</strong> gedraging<strong>en</strong> af te bak<strong>en</strong><strong>en</strong> die<br />

als schadelijk voor de ander<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beschouwd. Bruynooghe, Noolanders <strong>en</strong> Opdebeeck<br />

(1998: 21) wijz<strong>en</strong> er ev<strong>en</strong>wel <strong>op</strong> dat in <strong>het</strong> geval van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>op</strong> <strong>het</strong><br />

<strong>werk</strong>, vooral de persoon die <strong>op</strong> de hiërarchische ladder de hoogste plaats bekleedt over de<br />

grootste definitiebevoegdheid beschikt. Wanneer e<strong>en</strong> superieur t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van e<strong>en</strong><br />

ondergeschikte zich aan ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag schuldig maakt, is <strong>het</strong> voor <strong>het</strong><br />

slachtoffer vaak bijzonder moeilijk om zijn/haar versie van de feit<strong>en</strong> serieus te do<strong>en</strong> nem<strong>en</strong>.<br />

13


Proces van uitsluiting van de arbeidsmarkt<br />

Heinz Leymann b<strong>en</strong>adrukt <strong>het</strong> terugker<strong>en</strong>d aspect van de feit<strong>en</strong> van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> die<br />

<strong>het</strong> slachtoffer verter<strong>en</strong>, ev<strong>en</strong>als de ontwikkeling van dit proces dat <strong>op</strong> termijn zijn/haar<br />

betrekking in <strong>het</strong> gedrang br<strong>en</strong>gt. Op basis van de talrijke getuig<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> die hij tijd<strong>en</strong>s zijn<br />

klinische ervaring heeft verzameld, heeft de auteur in <strong>het</strong> proces van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong><br />

(Leymann 1996: 74) vier fases kunn<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong> die beschrijv<strong>en</strong> hoe e<strong>en</strong> conflict in e<strong>en</strong><br />

soort psychologische dood kan ontaard<strong>en</strong>. Er di<strong>en</strong>t ev<strong>en</strong>wel te word<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adrukt dat de<br />

meeste conflict<strong>en</strong> normale bestanddel<strong>en</strong> zijn van de m<strong>en</strong>selijke wissel<strong>werk</strong>ing <strong>en</strong> dat <strong>en</strong>kel<br />

e<strong>en</strong> klein aantal van deze conflict<strong>en</strong> e<strong>en</strong> dergelijke uitkomst k<strong>en</strong>t.<br />

1) Dagelijkse conflict<strong>en</strong>: uitvall<strong>en</strong>, g<strong>en</strong>iepighed<strong>en</strong>, plagerij<strong>en</strong><br />

2) Overgang tot Mobbing: verpersoonlijking van <strong>het</strong> conflict, brandmerk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />

slachtoffer<br />

3) De door de personeelsdirectie gedulde of besliste ontk<strong>en</strong>ning van de recht<strong>en</strong> van <strong>het</strong><br />

slachtoffer<br />

4) Uitsluiting van de arbeidsmarkt:<br />

- <strong>op</strong> e<strong>en</strong> dood spoor zett<strong>en</strong><br />

- <strong>op</strong>volging van transfers van de <strong>en</strong>e post naar de andere<br />

- autoritaire beslissing tot <strong>op</strong>name in e<strong>en</strong> psychiatrische instelling<br />

- <strong>op</strong> invaliditeit plaats<strong>en</strong><br />

- ontslag met schadevergoeding<br />

- ziekteverlof van lange duur<br />

Volg<strong>en</strong>s Leymann (1996: 85) heeft <strong>het</strong> slachtoffer van «mobbing» weinig kans <strong>op</strong><br />

beroepsrehabilitatie. Zijn/haar anteced<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn in zijn/haar curriculum vitae te lez<strong>en</strong>. Het<br />

slachtoffer kan de spor<strong>en</strong> van de behandeling die hem/haar werd <strong>op</strong>gedrong<strong>en</strong> <strong>en</strong> de fysieke<br />

<strong>en</strong> psychische gevolg<strong>en</strong> die hij/zij ervan meedraagt moeilijk verborg<strong>en</strong> houd<strong>en</strong>.<br />

In <strong>het</strong> geval van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag sluit <strong>het</strong> proces ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s aan <strong>op</strong> de duur van<br />

<strong>het</strong> gedrag, maar <strong>het</strong> betreft e<strong>en</strong> onderbrok<strong>en</strong> f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> dat niet noodzakelijkerwijs uit de<br />

ontaarding van e<strong>en</strong> conflict bestaat. In haar analyse van <strong>het</strong> f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> in Frankrijk komt<br />

Sylvie Cromer tot de vaststelling dat de uiting<strong>en</strong> gaandeweg vererger<strong>en</strong>, maar ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s dat<br />

ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag in functie van de reacties van <strong>het</strong> slachtoffer <strong>op</strong> <strong>het</strong> gedrag van<br />

de belager, periodes van remissie kan hebb<strong>en</strong>. «Ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag, e<strong>en</strong><br />

onderbrok<strong>en</strong> proces met uiting<strong>en</strong> van verschill<strong>en</strong>de aard, stelt dusdanig e<strong>en</strong> probleem van<br />

herk<strong>en</strong>ning vanwege de verschill<strong>en</strong> die in dit proces in tijd <strong>en</strong> intervall<strong>en</strong> <strong>op</strong>tred<strong>en</strong>. Daarom<br />

zal dit proces betek<strong>en</strong>is krijg<strong>en</strong> (...) door de uiting<strong>en</strong> met elkaar in verband te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, hun<br />

evolutie vast te stell<strong>en</strong> <strong>en</strong> de gevolg<strong>en</strong> ervan <strong>op</strong> de <strong>werk</strong>- <strong>en</strong> persoonlijke omstandighed<strong>en</strong><br />

duidelijk te stell<strong>en</strong>.» (Cromer, 1995: 37-38).<br />

Beide process<strong>en</strong>, wanneer voltooid, leid<strong>en</strong> voor <strong>het</strong> slachtoffer tot dezelfde gevolg<strong>en</strong>. De<br />

fase van uitsluiting van de arbeidsmarkt beschrev<strong>en</strong> door Heinz Leymann, blijkt vrij vaak<br />

ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s <strong>het</strong> eindresultaat van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag te zijn. Kathy Hanisch (1996:<br />

185) vermeldt twee onderzoek<strong>en</strong> die gewag mak<strong>en</strong> van vertrekk<strong>en</strong>, overplaatsing<strong>en</strong> of<br />

ontslag<strong>en</strong> t<strong>en</strong> gevolge van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag. Overig<strong>en</strong>s betreft <strong>het</strong> hier niet<br />

noodzakelijkerwijs vrijwillige vertrekk<strong>en</strong> aangezi<strong>en</strong> bij één van de geregistreerde<br />

onderzoek<strong>en</strong> 42% van de vrouw<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> verklaard hun betrekking dwangmatig te hebb<strong>en</strong><br />

verlat<strong>en</strong> (Crull 1980, vermeld door Hanisch 1996: 185). Uit de Franse nationale <strong>en</strong>quête<br />

betreff<strong>en</strong>de ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> blijkt dat 71% van de <strong>werk</strong>nemers hun<br />

betrekking in vergelijkbare omstandighed<strong>en</strong> zoals hierbov<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong> zijn kwijtgeraakt.<br />

(Cromer, 1995: 75).<br />

14


Het proces van uitsluiting van de arbeidsmarkt dat beide vorm<strong>en</strong> van belaging k<strong>en</strong>merkt,<br />

veroorzaakt gelijke kost<strong>en</strong> voor de bedrijv<strong>en</strong> (kost<strong>en</strong> verbond<strong>en</strong> aan <strong>het</strong> r<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>tsverlies,<br />

abs<strong>en</strong>teïsme, de werving <strong>en</strong> <strong>op</strong>leiding van nieuwe personeelsled<strong>en</strong>, in bepaalde gevall<strong>en</strong> de<br />

schadeloosstelling van <strong>het</strong> slachtoffer, de aantasting van de reputatie van <strong>het</strong> bedrijf),<br />

ev<strong>en</strong>als voor de geme<strong>en</strong>schap (kost<strong>en</strong> verbond<strong>en</strong> aan de gezondheidszorg<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

rehabilitatie van de slachtoffers).<br />

Psychosomatische symptom<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>het</strong> psychofysische proces van stress<br />

Beide vorm<strong>en</strong> van belaging gev<strong>en</strong> meestal aanleiding tot e<strong>en</strong> zelfde lijst van fysieke <strong>en</strong><br />

psychische symptom<strong>en</strong> die meestal als psychosomatische stoorniss<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

geïd<strong>en</strong>tificeerd. Deze symptom<strong>en</strong> zijn <strong>het</strong> resultaat van <strong>het</strong> psychofysische proces van<br />

stress. Want, ongeacht de aard van de <strong>pesterij<strong>en</strong></strong>, seksueel <strong>en</strong>/of moreel, wordt de herhaling<br />

van vijandig gedrag als e<strong>en</strong> bedreiging ervar<strong>en</strong> wat e<strong>en</strong> belangrijke bron van beroepsstress<br />

is.<br />

Weg<strong>en</strong>s de herhaalde vijandighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> de duur van <strong>het</strong> proces van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> krijgt <strong>het</strong><br />

slachtoffer e<strong>en</strong> zware stress te verdur<strong>en</strong> waar<strong>op</strong> zijn/haar organisme met e<strong>en</strong> hele reeks<br />

fysiologische reacties gaat reager<strong>en</strong> t<strong>en</strong>einde de <strong>en</strong>ergetische reserves <strong>op</strong> te eis<strong>en</strong> om te<br />

kunn<strong>en</strong> «vlucht<strong>en</strong> of zich te verzett<strong>en</strong>». Aangezi<strong>en</strong> de stresssituatie ev<strong>en</strong>wel blijft<br />

voortbestaan maar deze motorische reacties (vlucht of verzet) zich niet kunn<strong>en</strong> uit<strong>en</strong>,<br />

veroorzak<strong>en</strong> deze aanhoud<strong>en</strong>de hormonale reacties e<strong>en</strong> reeks psychosomatische<br />

symptom<strong>en</strong>:<br />

Hartkl<strong>op</strong>ping<strong>en</strong><br />

Ademgebrek<br />

Slaapstoorniss<strong>en</strong><br />

Z<strong>en</strong>uwachtigheid<br />

Vermoeidheid<br />

Spijsverteringsstoorniss<strong>en</strong><br />

Gewichtsschommeling<strong>en</strong><br />

Angstgevoel<strong>en</strong>s<br />

Huilbui<strong>en</strong><br />

Geprikkeldheid<br />

Diverse pijn<strong>en</strong> (rugpijn, hoofdpijn, maagpijn, <strong>en</strong>z.)<br />

De psychosomatische aard van deze stoorniss<strong>en</strong> toont duidelijk aan dat <strong>het</strong> verschil tuss<strong>en</strong><br />

fysieke <strong>en</strong> psychische symptom<strong>en</strong> kunstmatig blijft. Het lijd<strong>en</strong> van <strong>het</strong> slachtoffer van geweld<br />

<strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> houdt vermoedelijk verband met e<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> gevoel van onbehag<strong>en</strong> dat<br />

zijn/haar hele wez<strong>en</strong> betreft.<br />

15


Om de sam<strong>en</strong>hang te bevatt<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> <strong>en</strong> de psychosomatische<br />

decomp<strong>en</strong>satie legt Marie Gr<strong>en</strong>ier-Pezé (maart 2001), psychoanalyticus <strong>en</strong><br />

psychosomaticus, ons uit waarom <strong>het</strong> <strong>werk</strong> zowel <strong>het</strong> lichaam als de geest betreft, <strong>en</strong><br />

bijgevolg waarom de sabotage van <strong>het</strong> <strong>werk</strong> ziekteverwekk<strong>en</strong>d is. Volg<strong>en</strong>s deze auteur<br />

sch<strong>en</strong>kt <strong>het</strong> <strong>werk</strong> via de symbolische inhoud van de taak niet <strong>en</strong>kel e<strong>en</strong> geestelijke<br />

voldo<strong>en</strong>ing, maar ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s via k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>de gebar<strong>en</strong> e<strong>en</strong> lichamelijke voldo<strong>en</strong>ing. En meer<br />

nog, <strong>het</strong> gebaar is e<strong>en</strong> id<strong>en</strong>titeitsvector: «Omdat de erk<strong>en</strong>ning van <strong>het</strong> <strong>werk</strong> betrekking heeft<br />

<strong>op</strong> <strong>het</strong> do<strong>en</strong>, is de id<strong>en</strong>titeit onafscheidelijk van de technische gebar<strong>en</strong> die de persoon<br />

uitvoert» (Gr<strong>en</strong>ier-Pezé mars 2001: 30). Morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> oef<strong>en</strong><strong>en</strong> dwang uit <strong>op</strong> de geest <strong>en</strong><br />

<strong>het</strong> gebaar, e<strong>en</strong> dwang die noodzakelijkerwijs e<strong>en</strong> psychosomatische comp<strong>en</strong>satie<br />

teweegbr<strong>en</strong>gt vermits beide dim<strong>en</strong>sies van <strong>het</strong> m<strong>en</strong>selijk wez<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangetast.<br />

«Wanneer d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>en</strong> handel<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> impasse gerak<strong>en</strong> treedt somatisatie, <strong>op</strong> <strong>en</strong>igszins<br />

lange termijn, onverbiddelijk <strong>op</strong>. Somatisatie is <strong>het</strong> proces waarbij e<strong>en</strong> conflict dat ge<strong>en</strong><br />

psychische of ethologische uitweg vindt, in <strong>het</strong> lichaam <strong>en</strong>docrino-metabolische stoorniss<strong>en</strong><br />

veroorzaakt, <strong>het</strong> vertrekpunt van e<strong>en</strong> organische ziekte.» (Gr<strong>en</strong>ier-Pezé mars 2001: 31).<br />

E<strong>en</strong> aantal negatieve emoties <strong>en</strong> gevoel<strong>en</strong>s, geme<strong>en</strong> aan beide vorm<strong>en</strong> van geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong><br />

<strong>werk</strong>, werd<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s geïd<strong>en</strong>tificeerd. Met betrekking tot ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>op</strong><br />

<strong>het</strong> <strong>werk</strong> blijft <strong>het</strong> overzicht van de literatuur <strong>op</strong>gesteld door Kathy Hanisch (Hanisch K. 1996:<br />

181) ons belangrijkste naslag<strong>werk</strong> terzake. Met betrekking tot morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> word<strong>en</strong> de<br />

gegev<strong>en</strong>s met betrekking tot dezelfde stoorniss<strong>en</strong> geput uit de Scandinavische onderzoek<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> uit de <strong>werk</strong><strong>en</strong> van Marie-France Hirigoy<strong>en</strong> (Hirigoy<strong>en</strong>, 1998 et 2001). Deze negatieve<br />

emoties <strong>en</strong> gevoel<strong>en</strong>s werd<strong>en</strong> vaak als psychologische symptom<strong>en</strong> gerangschikt.<br />

Angst om zich naar <strong>het</strong> <strong>werk</strong> te begev<strong>en</strong><br />

Schaamte<br />

Twijfel<br />

Woede<br />

Gevoel van onrechtvaardigheid<br />

Gevoel van vernedering<br />

Gevoel van onmacht<br />

Verlies van zelfvertrouw<strong>en</strong><br />

Verlies van zelfrespect<br />

Zelfmoordideeën<br />

Op langere termijn leid<strong>en</strong> beide process<strong>en</strong> tot vergelijkbare psych<strong>op</strong>athologische<br />

decomp<strong>en</strong>saties. De meest vermelde psychiatrische <strong>en</strong>titeit<strong>en</strong>, zowel in de literatuur<br />

betreff<strong>en</strong>de ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag (bijvoorbeeld in Cromer S. 1995) als in de<br />

onderzoek<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong>de morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> (bijvoorbeeld in de Scandinavische <strong>werk</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> in<br />

<strong>het</strong> kwalitatief onderzoek dat thans in Luik wordt gevoerd), word<strong>en</strong> hierna <strong>op</strong>gesomd.<br />

Ernstige depressieve stoornis<br />

Algem<strong>en</strong>e angststoornis<br />

Posttraumatische stressstoornis (PTSD)<br />

Overdrev<strong>en</strong> uiting<strong>en</strong> van obsessioneel gedrag<br />

Zelfmoordpoging<strong>en</strong> <strong>en</strong> zelfmoord<br />

16


Secundaire victimisatie<br />

In beide vorm<strong>en</strong> van belaging wordt <strong>het</strong> slachtoffer vaak door de omgeving gebrandmerkt.<br />

M<strong>en</strong> verd<strong>en</strong>kt hem/haar ervan dergelijke uiting<strong>en</strong> van geweld door zijn/haar gedrag uit te<br />

lokk<strong>en</strong> dat als te gedwee (in <strong>het</strong> geval van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong>) of te uitdag<strong>en</strong>d (in <strong>het</strong> geval<br />

van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag) wordt geoordeeld.<br />

In haar analyse van de getuig<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> van vrouw<strong>en</strong> die handeling<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel<br />

gedrag hebb<strong>en</strong> verduurd, vermeldt Cromer (1995) namelijk <strong>het</strong> risico van secundaire<br />

victimisatie waar<strong>op</strong> deze vrouw<strong>en</strong> stot<strong>en</strong> wanneer zij hun situatie aan andere person<strong>en</strong><br />

tracht<strong>en</strong> uit te legg<strong>en</strong>. De ongelovigheid van de omgeving is ge<strong>en</strong> zeldzaamheid. Vaak<br />

bagatelliser<strong>en</strong> of minimaliser<strong>en</strong> de vertrouweling<strong>en</strong> <strong>het</strong> verduurde geweld. In <strong>het</strong> verhaal van<br />

deze vrouw<strong>en</strong> komt de volg<strong>en</strong>de zin vaak voor: «Per slot van rek<strong>en</strong>ing werd u niet<br />

verkracht.» (Cromer 1995: 82). Vele derd<strong>en</strong> do<strong>en</strong> <strong>het</strong> slachtoffer de verantwoordelijkheid van<br />

dit geweld drag<strong>en</strong>. In dit <strong>op</strong>zicht bracht <strong>het</strong> eerste Belgisch onderzoek over dit onderwerp<br />

(Garcia A., 1985) de teg<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong> aan <strong>het</strong> licht die kunn<strong>en</strong> bestaan tuss<strong>en</strong> de<br />

voorstelling<strong>en</strong> van de mann<strong>en</strong> met betrekking tot <strong>het</strong> f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> <strong>en</strong> de ervaring van de<br />

slachtoffers. «In 20% van de gevall<strong>en</strong> acht<strong>en</strong> de mann<strong>en</strong> de vrouw uitdag<strong>en</strong>d, <strong>het</strong>zij door<br />

haar houding <strong>en</strong> de manier waar<strong>op</strong> zij zich gedraagt <strong>het</strong>zij door de wijze waar<strong>op</strong> zij zich<br />

kleedt. Vrouw<strong>en</strong> die pestgedrag hebb<strong>en</strong> verduurd acht<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wel in de eerste plaats (20%)<br />

dat dergelijke gedraging<strong>en</strong> aansluit<strong>en</strong> bij <strong>het</strong> beeld van «seksobject» dat de mann<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />

van de vrouw» (Garcia A. 1992: 14). Diverse myth<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> omkering van de<br />

verantwoordelijkheid be<strong>werk</strong><strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> bij de mann<strong>en</strong> de functie zich schoon te wass<strong>en</strong>, <strong>en</strong><br />

bij de vrouw<strong>en</strong> de angst te bezwer<strong>en</strong> om slachtoffer te word<strong>en</strong>. Sylvie Cromer (1995: 52)<br />

vermeldt de «mythe van de moeder <strong>en</strong> van de hoer» <strong>en</strong> <strong>het</strong> uitvloeisel ervan «als de<br />

vrouw<strong>en</strong> ne<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong> kan h<strong>en</strong> niets overkom<strong>en</strong>». E<strong>en</strong> dergelijke houding van ontk<strong>en</strong>ning<br />

van <strong>het</strong> verduurde geweld veroorzaakt bij de vernederde vrouw e<strong>en</strong> tweede agressie <strong>en</strong><br />

versterkt de schaamte- <strong>en</strong> schuldgevoel<strong>en</strong>s die haar reeds verter<strong>en</strong>.<br />

Hetzelfde risico van secundaire victimisatie bestaat in <strong>het</strong> geval van psychologische<br />

<strong>pesterij<strong>en</strong></strong>. De problematiek wordt door Marie-France Hirigoy<strong>en</strong> bestudeerd. Terwijl <strong>het</strong><br />

slachtoffer onschuldig is voor <strong>het</strong> misdrijf waarvoor hij/zij zal boet<strong>en</strong> wordt hij/zij zelfs<br />

verdacht door dieg<strong>en</strong><strong>en</strong> die getuige war<strong>en</strong> van de agressie. «Alles verlo<strong>op</strong>t alsof e<strong>en</strong><br />

onschuldig slachtoffer ond<strong>en</strong>kbaar is. M<strong>en</strong> verbeeldt zich dat hij/zij stilzwijg<strong>en</strong>d instemt of dat<br />

hij/zij, bewust of niet, aan zijn/haar agressie medeplichtig is.» (Hirigoy<strong>en</strong> 1998: 139) Zodanig<br />

dat de theorieën betreff<strong>en</strong>de de persoonlijkheid van <strong>het</strong> slachtoffer door de belager als<br />

wettiging van zijn gewelddadig gedrag word<strong>en</strong> aangew<strong>en</strong>d. «Deze verzonn<strong>en</strong><br />

masochistische t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s van de slachtoffers door hun belager onderworp<strong>en</strong> te will<strong>en</strong> word<strong>en</strong>,<br />

wordt door perverse person<strong>en</strong> aangew<strong>en</strong>d.» (Hirigoy<strong>en</strong> 1998: 143) Maar in teg<strong>en</strong>stelling tot<br />

wat hun belagers nu w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> wijs te mak<strong>en</strong> zijn de slachtoffers aanvankelijk ge<strong>en</strong> bepaald<br />

zwakke person<strong>en</strong>, of person<strong>en</strong> die aan e<strong>en</strong> of andere ziekte lijd<strong>en</strong>. Het di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong><br />

b<strong>en</strong>adrukt dat tot nog toe ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel onderzoek e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> de morele<br />

<strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> de persoonlijkheid van <strong>het</strong> slachtoffer heeft kunn<strong>en</strong> uitwijz<strong>en</strong>. Integ<strong>en</strong>deel, de<br />

weinige k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van <strong>het</strong> profiel van <strong>het</strong> slachtoffer van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> wijz<strong>en</strong> <strong>op</strong> e<strong>en</strong><br />

zekere karaktersterkte: zijn/haar weerstandsvermog<strong>en</strong>, zijn/haar relatief beschermd<br />

beroepsstatuut (vakbondsafgevaardigd<strong>en</strong>, zwangere vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>werk</strong>nemers van over de<br />

50 jaar) <strong>en</strong> zijn/haar <strong>werk</strong>ijver. «De slachtoffers word<strong>en</strong> meestal gekoz<strong>en</strong> voor wat zij meer<br />

hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> wat de belager zich w<strong>en</strong>st eig<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong>.» (Hirigoy<strong>en</strong> 1998: 140). Dit 'meer'<br />

wordt door de auteur herhaaldelijk vermeld in term<strong>en</strong> van vitaliteit, lev<strong>en</strong>svreugde <strong>en</strong><br />

<strong>op</strong>timisme. Met <strong>het</strong> psychoanalytische pervers sc<strong>en</strong>ario kan de interpretatie van secundaire<br />

victimisatie verbond<strong>en</strong> aan de houding van de omgeving, verder word<strong>en</strong> uitge<strong>werk</strong>t: «Zonder<br />

er noodzakelijkerwijs medeplichtig<strong>en</strong> van te mak<strong>en</strong>, gebeurt <strong>het</strong> wel vaker dat perverse<br />

person<strong>en</strong> met de stilzwijg<strong>en</strong>de instemming van de getuig<strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong> die zij eerst<br />

gedestabiliseerd <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s <strong>en</strong>igszins hebb<strong>en</strong> overtuigd.» (Hirigoy<strong>en</strong> 1998: 140).<br />

17


) Het onderscheid tuss<strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>en</strong> morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong><br />

Profiel van de slachtoffers<br />

De slachtoffers van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag zijn voor <strong>het</strong> mer<strong>en</strong>deel vrouw<strong>en</strong>. Alle<br />

vrouw<strong>en</strong>, ongeacht hun leeftijd, hun studi<strong>en</strong>iveau of hun beroepsstatuut zijn eraan<br />

blootgesteld. In de meeste gevall<strong>en</strong> behor<strong>en</strong> de mann<strong>en</strong> tot de categorie van de belagers.<br />

De onderzoek<strong>en</strong> die in verschill<strong>en</strong>de land<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>op</strong> verschill<strong>en</strong>de contin<strong>en</strong>t<strong>en</strong> werd<strong>en</strong><br />

uitgevoerd kom<strong>en</strong> all<strong>en</strong> tot deze zelfde conclusie. (Stockdale 1998: 7). In <strong>het</strong> Franse<br />

onderzoek bijvoorbeeld dat werd uitgevoerd <strong>op</strong> basis van de dossiers van 124 slachtoffers<br />

die hun situatie aan de Association Eur<strong>op</strong>é<strong>en</strong>ne Contre les Viol<strong>en</strong>ces Faites aux Femmes au<br />

Travail (AVFT) hebb<strong>en</strong> aangegev<strong>en</strong>, zijn alle slachtoffers vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong>, behalve twee gevall<strong>en</strong><br />

van anoniem gebruik van pornografie <strong>en</strong> één geval van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> gepleegd door e<strong>en</strong> vrouw,<br />

zijn de belagers mann<strong>en</strong> (Cromer S., 1995: 23). Zodanig dat wat de Belgische wetgeving<br />

betreft (wet van 7 mei 1999), «ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> vermoedelijk e<strong>en</strong><br />

discriminatie is <strong>op</strong> grond van <strong>het</strong> geslacht». Op basis van <strong>het</strong> eerste Belgische onderzoek,<br />

uitgevoerd bij 1000 <strong>werk</strong>nemers onder de leiding van Ada Garcia, werd<strong>en</strong> de risicogroep<strong>en</strong><br />

geïd<strong>en</strong>tificeerd <strong>en</strong> e<strong>en</strong> profiel van de slachtoffers van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>op</strong>gesteld:<br />

e<strong>en</strong> jonge vrouw zonder officiële s<strong>en</strong>tim<strong>en</strong>tele band<strong>en</strong> lo<strong>op</strong>t meer kans <strong>het</strong> mikpunt te<br />

word<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong>.<br />

De differ<strong>en</strong>tiële impact van «Mobbing» is ev<strong>en</strong>wel niet zo duidelijk. Terwijl bepaalde<br />

kwalitatieve onderzoek<strong>en</strong> (Leymann & Gustafsson, 1996) uitgevoerd bij slachtoffers van<br />

morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> inderdaad <strong>op</strong> e<strong>en</strong> oververteg<strong>en</strong>woordiging van vrouw<strong>en</strong> wijz<strong>en</strong>, heeft ge<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong>kel kwantitatief onderzoek (Leymann, 1996 ; Einars<strong>en</strong> & Skogstad, 1996 ; Vartia, 1996)<br />

onder de mikpunt<strong>en</strong> van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> e<strong>en</strong> k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d verschil kunn<strong>en</strong><br />

uitwijz<strong>en</strong>. In België, in <strong>het</strong> Luikse kwalitatief onderzoek (Faulx & Geuzaine, 23 okt. 2000) zijn<br />

beide geslacht<strong>en</strong> equival<strong>en</strong>t verteg<strong>en</strong>woordigd. De k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>de eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van de<br />

slachtoffers van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> die Marie-France Hirigoy<strong>en</strong> id<strong>en</strong>tificeert betreff<strong>en</strong> niet de<br />

seksuele rol maar mak<strong>en</strong> eerder deel uit van de «arbeidsrol»: e<strong>en</strong> relatief beschermde<br />

arbeidsovere<strong>en</strong>komst, e<strong>en</strong> grote <strong>werk</strong>ijver, e<strong>en</strong> zekere best<strong>en</strong>digheid t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van<br />

gezag, e<strong>en</strong> bezorgdheid om de ding<strong>en</strong> "goed te do<strong>en</strong>" wat <strong>op</strong> e<strong>en</strong> tekortkoming <strong>op</strong> <strong>het</strong> vlak<br />

van zelfvertrouw<strong>en</strong> zou kunn<strong>en</strong> duid<strong>en</strong>.<br />

Specifieke gevolg<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />

Behalve de voormelde lijst van psychosomatische stoorniss<strong>en</strong>, veroorzaakt ongew<strong>en</strong>st<br />

seksueel gedrag specifieke gevolg<strong>en</strong> verbond<strong>en</strong> aan de sch<strong>en</strong>ding <strong>op</strong> <strong>het</strong> gebied van de<br />

seksualiteit. Sinds de ontwikkeling<strong>en</strong> van de psychoanalyse wet<strong>en</strong> wij hoezeer de psyche<br />

aan de seksualiteit verankerd is. Daarom is de geled<strong>en</strong> schade t<strong>en</strong> gevolge van ongew<strong>en</strong>st<br />

seksueel gedrag <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> zo aanzi<strong>en</strong>lijk voor de vrouw.<br />

Hoewel slechts weinige auteurs zoals Marie Gr<strong>en</strong>ier-Pezé de aandacht vestig<strong>en</strong> <strong>op</strong> de<br />

verontrust<strong>en</strong>de frequ<strong>en</strong>tie van sch<strong>en</strong>ding<strong>en</strong> <strong>op</strong> gynaecologisch vlak (Gr<strong>en</strong>ier-Pezé mars<br />

2001: 36), lijkt de categorie van de seksuele <strong>en</strong> gynaecologische symptom<strong>en</strong> in <strong>het</strong> bijzonder<br />

met ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag sam<strong>en</strong> te hang<strong>en</strong>. De meeste onderzoek<strong>en</strong> vermeld<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

aantasting van <strong>het</strong> relationele lev<strong>en</strong> (familiaal <strong>en</strong>/of echtelijk) zonder bijzondere klacht<strong>en</strong> met<br />

naam te vermeld<strong>en</strong>. Onder de gevolg<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>op</strong> de gezondheid<br />

vermeldt de Franse nationale <strong>en</strong>quête expliciet seksuele stoorniss<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

m<strong>en</strong>struatieproblem<strong>en</strong>. Slechts 20% van de slachtoffers vermeld<strong>en</strong> moeilijkhed<strong>en</strong> in hun<br />

intiem <strong>en</strong> relationeel lev<strong>en</strong>. De afwezigheid van e<strong>en</strong> antwoord betek<strong>en</strong>t ev<strong>en</strong>wel zeld<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

18


afwezigheid van gevolg<strong>en</strong>. Het domein van de seksualiteit blijft gek<strong>en</strong>merkt door e<strong>en</strong> taboe,<br />

e<strong>en</strong> schroom <strong>en</strong> vermoedelijk e<strong>en</strong> groot lijd<strong>en</strong> voor deze vrouw<strong>en</strong>.<br />

Bepaalde vrouw<strong>en</strong> slag<strong>en</strong> erin hun afschuw voor seksualiteit «Door mijn afschuw voor<br />

mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> seks scheerde ik ze all<strong>en</strong> over één kam, wat mij <strong>en</strong>orme problem<strong>en</strong> met mijn<br />

echtg<strong>en</strong>oot <strong>op</strong>leverde» (Cromer 1995: 89) of hun wantrouw<strong>en</strong> t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van de mann<strong>en</strong><br />

uit te drukk<strong>en</strong> «Deze angst zal mij in zijn greep hebb<strong>en</strong> telk<strong>en</strong>s ik mij in huis in de<br />

aanwezigheid van e<strong>en</strong> man, e<strong>en</strong> dokter, e<strong>en</strong> <strong>werk</strong>man bevind. Ik heb de indruk alles te<br />

ontvlucht<strong>en</strong> wat met de relatie man-vrouw te mak<strong>en</strong> heeft. Sinds dit hele voorval is er ge<strong>en</strong><br />

man meer in mijn lev<strong>en</strong>, ik b<strong>en</strong> echt doodsb<strong>en</strong>auwd» (Cromer 1995: 89). M<strong>en</strong> kan de<br />

moeilijkheid begrijp<strong>en</strong> waarmee vermoedelijk de meeste van deze slachtoffers van<br />

ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag te kamp<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> om over deze aantasting van hun intimiteit te<br />

prat<strong>en</strong>. De aan de beroepsethiek verbond<strong>en</strong> beperking<strong>en</strong> van <strong>het</strong> wet<strong>en</strong>schappelijk<br />

onderzoek verplicht<strong>en</strong> ons dit zwijg<strong>en</strong> te eerbiedig<strong>en</strong>.<br />

Desalniettemin veroorzaakt de verduurde vernedering door de vrouw die tot de status van<br />

e<strong>en</strong> seksobject wordt gedwong<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijke schade <strong>op</strong> niveau van haar zelfbeeld <strong>en</strong> van<br />

haar id<strong>en</strong>titeit. Aangetast in haar fysieke integriteit <strong>en</strong> haar waardigheid van vrouw, ervaart zij<br />

deze kwetsuur in heel haar wez<strong>en</strong>. Zodanig dat de gevolg<strong>en</strong> van dit seksueel geweld <strong>op</strong> de<br />

gezondheid lang blijv<strong>en</strong> voortbestaan, zelfs wanneer <strong>het</strong> contact met de belager niet meer<br />

bestaat.<br />

Specifieke gevolg<strong>en</strong> van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong><br />

Wat morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> betreft, deze word<strong>en</strong> gek<strong>en</strong>merkt door verraderlijke agressies met de<br />

bedoeling de persoon aan wie zij gericht zijn uit zijn/haar ev<strong>en</strong>wicht te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. De<br />

perversiteit van dergelijk gedrag veroorzaakt aanzi<strong>en</strong>lijke schade <strong>op</strong> niveau van de id<strong>en</strong>titeit<br />

<strong>en</strong> <strong>het</strong> psychisme van <strong>het</strong> slachtoffer. De aanpak van Marie-France Hirigoy<strong>en</strong>, in <strong>het</strong><br />

psychoanalytisch kader van <strong>het</strong> pervers sc<strong>en</strong>ario, id<strong>en</strong>tificeert e<strong>en</strong> aantal specifieke<br />

moeilijkhed<strong>en</strong> waarmee de slachtoffers van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> te kamp<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>.<br />

Gevoel<strong>en</strong>s van schaamte <strong>en</strong> vernedering k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> de ervaring van de slachtoffers van<br />

<strong>pesterij<strong>en</strong></strong>. Volg<strong>en</strong>s de auteur gaan deze gevoel<strong>en</strong>s gepaard met e<strong>en</strong> afwezigheid van haat<br />

jeg<strong>en</strong>s de belager. Zij w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zich te verst<strong>op</strong>p<strong>en</strong> <strong>en</strong> van de wereld af te zonder<strong>en</strong>. De<br />

schaamte komt vanwege <strong>het</strong> feit dat zij zich niet teg<strong>en</strong> de agressies hebb<strong>en</strong> verzet. De<br />

schaamte verklaart ook de moeilijkheid van <strong>het</strong> slachtoffer om te prat<strong>en</strong> over wat hij/zij heeft<br />

verduurd.<br />

De paradoxale bevel<strong>en</strong> die eruit bestaan <strong>het</strong> <strong>en</strong>e te zegg<strong>en</strong> <strong>en</strong> zijn teg<strong>en</strong>gestelde <strong>op</strong> nietverbale<br />

wijze uit te drukk<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> gedrag dat vaak door de belagers wordt aangew<strong>en</strong>d om <strong>het</strong><br />

mikpunt uit zijn ev<strong>en</strong>wicht te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, veroorzak<strong>en</strong> bij <strong>het</strong> slachtoffer e<strong>en</strong> gevoel van<br />

zijn/haar zinn<strong>en</strong> te word<strong>en</strong> beroofd. «M<strong>en</strong> verwijt iemand dat hij/zij niet <strong>werk</strong>t, maar m<strong>en</strong><br />

geeft hem/haar de middel<strong>en</strong> niet om te <strong>werk</strong><strong>en</strong> of m<strong>en</strong> belet hem/haar te <strong>werk</strong><strong>en</strong> (…). Of<br />

nog, m<strong>en</strong> draagt e<strong>en</strong> <strong>werk</strong>nemer e<strong>en</strong> taak <strong>op</strong> waarvan iedere<strong>en</strong> weet dat deze nutteloos is.»<br />

(Hirigoy<strong>en</strong> 2001: 143). Het slachtoffer begrijpt niet wat hem/haar overkomt.<br />

Marie-France Hirigoy<strong>en</strong> vestigt ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s de aandacht <strong>op</strong> de ernstige psychische<br />

stoorniss<strong>en</strong>: de psychische verandering<strong>en</strong>. «Morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> kunn<strong>en</strong> de id<strong>en</strong>titeit aantast<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> <strong>het</strong> karakter van e<strong>en</strong> persoon blijv<strong>en</strong>d verander<strong>en</strong>.» (Hirigoy<strong>en</strong> 2001: 143).<br />

De ruimere term 'psychische verandering<strong>en</strong>' verwijst tegelijkertijd naar de devitalisatie (in de<br />

zin van e<strong>en</strong> traumatische neurose waarbij de depressie chronisch wordt) <strong>en</strong> de verstijving (te<br />

wet<strong>en</strong> <strong>het</strong> <strong>op</strong>tred<strong>en</strong> van paranoïde karaktertrekk<strong>en</strong>). E<strong>en</strong> psychotische paranoïde<br />

decomp<strong>en</strong>satie is k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d voor morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong>, <strong>het</strong> logische resultaat <strong>op</strong> <strong>het</strong><br />

slachtoffer van e<strong>en</strong> buit<strong>en</strong>sporig toezicht, paradoxale bevel<strong>en</strong> <strong>en</strong> kwaadwillige woord<strong>en</strong>. In<br />

19


dit <strong>op</strong>zicht wijst de psychoanalyse er<strong>op</strong> hoe frappant <strong>het</strong> is tot de vaststelling te kom<strong>en</strong> dat<br />

wat m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> persoon verwijt datg<strong>en</strong>e is waartoe m<strong>en</strong> hem/haar drijft. «Wanneer m<strong>en</strong> teg<strong>en</strong><br />

iemand zegt: «Je b<strong>en</strong>t gek» of «Je lijdt aan paranoia» dan wordt hij/zij wel degelijk gek of<br />

paranoïde.» (Hirigoy<strong>en</strong> 2001: 148).<br />

Het psychotische delirium kan echter niet als e<strong>en</strong> mislukking word<strong>en</strong> beleefd, <strong>het</strong> kan e<strong>en</strong><br />

middel zijn om zich uit de traumatische situatie te <strong>werk</strong><strong>en</strong>. Op basis van e<strong>en</strong> klinisch geval,<br />

dat van Maguy, toont de auteur aan dat paranoia e<strong>en</strong> doeltreff<strong>en</strong>de bescherming kan zijn die<br />

door <strong>het</strong> psychisme werd ontworp<strong>en</strong> om weerstand te bied<strong>en</strong>. Maguy had dit delirium nodig<br />

om e<strong>en</strong> krachtinspanning te lever<strong>en</strong> t<strong>en</strong>einde te kunn<strong>en</strong> reager<strong>en</strong> <strong>en</strong> zichzelf te bescherm<strong>en</strong>,<br />

te wet<strong>en</strong> haar ontslag indi<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

Juridische argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

Volg<strong>en</strong>s Jean Jacqmain (2000 <strong>en</strong> 2001) kan ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag om drie red<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

niet als e<strong>en</strong> categorie van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> word<strong>en</strong> beschouwd.<br />

T<strong>en</strong> eerste omdat de g<strong>en</strong>derdim<strong>en</strong>sie, te wet<strong>en</strong> de verdeling van de tak<strong>en</strong> in de<br />

maatschappij <strong>op</strong> basis van <strong>het</strong> seksuele onderscheid aanwezig in elke m<strong>en</strong>selijke relatie,<br />

niet mag word<strong>en</strong> onderschat<br />

T<strong>en</strong> tweede omdat ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag door de kaderled<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> organisatie<br />

steeds als nefast voor <strong>het</strong> bedrijf wordt gezi<strong>en</strong>, terwijl er ev<strong>en</strong>wel e<strong>en</strong> managem<strong>en</strong>t-doorstress<br />

bestaat dat door bepaalde organisatorische milieus als positief wordt gezi<strong>en</strong>,<br />

bijvoorbeeld met <strong>het</strong> oog <strong>op</strong> ontslagvergoeding te bezuinig<strong>en</strong>.<br />

T<strong>en</strong> derde is de auteur van m<strong>en</strong>ing dat indi<strong>en</strong> m<strong>en</strong>, met <strong>het</strong> oog <strong>op</strong> de aanpak van gevall<strong>en</strong><br />

van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong>, de huidige Belgische wetgeving met betrekking tot ongew<strong>en</strong>st<br />

seksueel gedrag tracht sam<strong>en</strong> te voeg<strong>en</strong>, <strong>het</strong> risico bestaat dat de vrucht<strong>en</strong> van deze<br />

verworv<strong>en</strong>heid gedeeltelijk verlor<strong>en</strong> gaan. In dit <strong>op</strong>zicht kan ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag,<br />

aangezi<strong>en</strong> hiervoor reeds e<strong>en</strong> wetgeving bestaat, niet als e<strong>en</strong> categorie van morele<br />

<strong>pesterij<strong>en</strong></strong> word<strong>en</strong> beschouwd.<br />

20


CONCLUSIE<br />

Gezi<strong>en</strong> de nauwe sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>en</strong> morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong><br />

zull<strong>en</strong> beide vorm<strong>en</strong> van geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> deel uitmak<strong>en</strong> van <strong>het</strong> thema van dit<br />

onderzoek. De wet<strong>en</strong>schappelijke literatuur die in dit eerste hoofdstuk werd geanalyseerd<br />

getuigt van de complexiteit van deze f<strong>en</strong>om<strong>en</strong><strong>en</strong> die aanzi<strong>en</strong>lijke gevolg<strong>en</strong> voor de<br />

slachtoffers, maar ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s voor de bedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> de geme<strong>en</strong>schap met zich meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.<br />

Daarom is onderzoek naar de process<strong>en</strong> van pestgedrag noodzakelijk, t<strong>en</strong>einde hun omvang<br />

in België te met<strong>en</strong> <strong>en</strong> de middel<strong>en</strong> te schepp<strong>en</strong> om dergelijke vorm<strong>en</strong> van geweld te<br />

bestrijd<strong>en</strong>.<br />

Bezorgdheid met betrekking tot ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag lijkt tot <strong>het</strong> verled<strong>en</strong> te behor<strong>en</strong>.<br />

Deze vorm van psychologisch geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> is reeds sinds e<strong>en</strong> aantal jaar <strong>het</strong><br />

voorwerp van e<strong>en</strong> goed ingeburgerde definitie <strong>en</strong> g<strong>en</strong>iet in de meeste Eur<strong>op</strong>ese land<strong>en</strong> van<br />

e<strong>en</strong> duidelijk juridisch kader. Toch lijkt <strong>het</strong> er<strong>op</strong> dat de problematiek terzake blijft<br />

voortbestaan, wat betek<strong>en</strong>t dat de juridische <strong>en</strong> overige mechanism<strong>en</strong> die werd<strong>en</strong> ingesteld<br />

om deze problematiek aan te pakk<strong>en</strong>, voor verbetering vatbaar zijn.<br />

Op niveau van de definitie van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> blijv<strong>en</strong> er tuss<strong>en</strong> de Eur<strong>op</strong>ese land<strong>en</strong><br />

ev<strong>en</strong>wel discrepanties bestaan. Overig<strong>en</strong>s stell<strong>en</strong> wij vast dat in België aarzel<strong>en</strong>de poging<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> ondernom<strong>en</strong> voor <strong>het</strong> invoer<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> wetgeving terzake.<br />

De discrepanties die <strong>op</strong> niveau van de definitie van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>op</strong>tred<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> tot<br />

divers experim<strong>en</strong>teel «design», wat <strong>op</strong> niveau van <strong>het</strong> wet<strong>en</strong>schappelijk onderzoek<br />

inconsequ<strong>en</strong>te resultat<strong>en</strong> als gevolg heeft. Dit wordt duidelijker in hoofdstuk 2 dat de<br />

epidemiologie van <strong>het</strong> f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> behandelt.<br />

21


HOOFDSTUK 2: EPIDEMIOLOGIE VAN BELAGING<br />

2.1. Morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong><br />

Inleiding<br />

De preval<strong>en</strong>tie van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> werd in Eur<strong>op</strong>a maar ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s in Noord-Amerika <strong>op</strong><br />

verschill<strong>en</strong>de wijz<strong>en</strong> bestudeerd. Het blijft ev<strong>en</strong>wel moeilijk om internationale vergelijking<strong>en</strong><br />

te trekk<strong>en</strong>, rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong>d met de subtiele verschill<strong>en</strong> die bestaan maar die <strong>op</strong> niveau van<br />

de <strong>op</strong>erationele definitie van <strong>het</strong> concept dat wereldwijd wordt gebruikt van belang zijn.<br />

Daarom vermeld<strong>en</strong> de onderzoek<strong>en</strong> die in dit hoofdstuk aan bod kom<strong>en</strong> de nationale<br />

b<strong>en</strong>aming van de bestudeerde problematiek van psychologisch geweld.<br />

Overig<strong>en</strong>s kan m<strong>en</strong> zich met de ontwikkeling van deze onderzoekslijn aan e<strong>en</strong> converg<strong>en</strong>tie<br />

van de definities verwacht<strong>en</strong>. Algeme<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> zijn de auteurs duidelijk van m<strong>en</strong>ing dat<br />

de in aanmerking te nem<strong>en</strong> duur 6 maand<strong>en</strong> bedraagt. Twee andere maatregel<strong>en</strong> duik<strong>en</strong> in<br />

bepaalde land<strong>en</strong> <strong>op</strong>. De eerste beschouwt, in e<strong>en</strong> juridisch kader, de wekelijkse frequ<strong>en</strong>tie<br />

van de verduurde agressies. De tweede sluit aan <strong>op</strong> e<strong>en</strong> ontwikkeling in onderzoek <strong>en</strong><br />

volksgezondheid <strong>en</strong> houdt rek<strong>en</strong>ing met de subjectieve dim<strong>en</strong>sie van de definitie van moreel<br />

geweld door <strong>het</strong> slachtoffer. In bepaalde gevall<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> beide domein<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>vall<strong>en</strong>.<br />

De verklaring voor de afwijking<strong>en</strong> die <strong>op</strong> niveau van de resultat<strong>en</strong> word<strong>en</strong> vastgesteld di<strong>en</strong>t<br />

niet <strong>en</strong>kel in de verschill<strong>en</strong> <strong>op</strong> niveau van de definities te word<strong>en</strong> gezocht. T<strong>en</strong> eerste<br />

bestaan er vermoedelijk variabel<strong>en</strong> van culturele aard die ongetwijfeld zoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong><br />

voortbestaan, <strong>en</strong> die in de kwalitatieve onderzoek<strong>en</strong> die <strong>op</strong> de getuig<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> van de<br />

slachtoffers beroep do<strong>en</strong>, nog sterker tot uiting kom<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> tweede speelt de sociaalculturele<br />

context van elk land waarschijnlijk e<strong>en</strong> belangrijke rol in de bewustwording van <strong>het</strong><br />

f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> van psychologisch geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong>. De structuur van de arbeidsmarkt in elk<br />

land beïnvloedt ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s <strong>het</strong> profiel van de person<strong>en</strong> die onder morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> lijd<strong>en</strong>, <strong>en</strong><br />

de aard van <strong>het</strong> gedrag van de belagers.<br />

Tijd<strong>en</strong>s dit overzicht van de wet<strong>en</strong>schappelijke literatuur werd e<strong>en</strong> bijzondere aandacht<br />

besteed aan de risicofactor<strong>en</strong> van victimisatie. Met <strong>het</strong> oog <strong>op</strong> leesbaarheid werd<strong>en</strong> deze in<br />

de tekst in schuindruk vermeld.<br />

2.1.1. In Eur<strong>op</strong>a<br />

a) Het Eur<strong>op</strong>ese landschap: Eur<strong>op</strong>ese onderzoek<strong>en</strong> inzake de <strong>werk</strong>omstandighed<strong>en</strong><br />

De Eur<strong>op</strong>ese Stichting tot verbetering van de lev<strong>en</strong>s- <strong>en</strong> arbeidsomstandighed<strong>en</strong> heeft in<br />

2000 haar derde Eur<strong>op</strong>ese <strong>en</strong>quête gehoud<strong>en</strong> waarbij 21 500 <strong>werk</strong>nemers tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong><br />

persoonlijk gesprek over hun <strong>werk</strong>omstandighed<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> ondervraagd. Op nationaal<br />

niveau werd in elke lidstaat e<strong>en</strong> steekproef van 1500 person<strong>en</strong> <strong>op</strong>gesteld met de<br />

uitzondering van Luxemburg waar de <strong>en</strong>quête slecht bij 500 <strong>werk</strong>nemers werd gehoud<strong>en</strong>. De<br />

twee vorige peiling<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> in 1990 (Eur<strong>op</strong>a van de twaalf) <strong>en</strong> in 1995 (Eur<strong>op</strong>a van de<br />

vijfti<strong>en</strong>) uitgevoerd.<br />

Uit de <strong>en</strong>quête van 2000 blijkt dat stress, sinds de peiling van 1995 met e<strong>en</strong><br />

frequ<strong>en</strong>tieperc<strong>en</strong>tage van 28% stabiel geblev<strong>en</strong>, onmiddellijk na rugklacht<strong>en</strong> (33%) <strong>het</strong><br />

meest voorkom<strong>en</strong>d aan <strong>het</strong> <strong>werk</strong> verbond<strong>en</strong> gezondheidsprobleem verteg<strong>en</strong>woordigt.<br />

22


Spierpijn<strong>en</strong> (nek <strong>en</strong> schouders) <strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e vermoeidheid nem<strong>en</strong> met e<strong>en</strong><br />

frequ<strong>en</strong>tieperc<strong>en</strong>tage van 23% de derde plaats in. Het is belangrijk te b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> dat de<br />

pijn<strong>en</strong> waarvan hier sprake is, net als vermoeidheid, wel bek<strong>en</strong>de psychosomatische<br />

symptom<strong>en</strong> zijn die voortvloei<strong>en</strong> uit <strong>het</strong> eerder beschrev<strong>en</strong> psychofysische proces van<br />

stress.<br />

Behalve grotere fysieke gezondheidsrisico's voor de <strong>werk</strong>nemer (int<strong>en</strong>s geluid, lastige<br />

lichaamshouding<strong>en</strong>, hantering van zware last<strong>en</strong>), tred<strong>en</strong> in de <strong>en</strong>quête van 2000 <strong>op</strong> niveau<br />

van de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van <strong>het</strong> <strong>werk</strong> e<strong>en</strong> zeker aantal verandering<strong>en</strong> aan <strong>het</strong> licht die wijz<strong>en</strong> <strong>op</strong><br />

e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van de risico's met betrekking tot <strong>het</strong> psychologisch welzijn van de<br />

<strong>werk</strong>nemers.<br />

In de eerste plaats is in de afgel<strong>op</strong><strong>en</strong> ti<strong>en</strong> jaar de <strong>werk</strong>druk geleidelijk aan toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. In dit<br />

<strong>op</strong>zicht vermeld<strong>en</strong> meer dan de helft van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> bijzonder hoge <strong>werk</strong>tempo's<br />

ev<strong>en</strong>als strakke tijdschema's die tijd<strong>en</strong>s t<strong>en</strong> minste e<strong>en</strong> kwart van hun <strong>werk</strong>tijd moet<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> nageleefd. Overig<strong>en</strong>s zijn 21% van de <strong>werk</strong>nemers van m<strong>en</strong>ing dat zij niet over<br />

voldo<strong>en</strong>de tijd beschikk<strong>en</strong> om hun tak<strong>en</strong> uit te voer<strong>en</strong>. De <strong>werk</strong>druk blijkt nauw sam<strong>en</strong> te<br />

hang<strong>en</strong> met de gezondheidsproblem<strong>en</strong> zoals de voormelde pijn<strong>en</strong> <strong>en</strong> stress.<br />

Overig<strong>en</strong>s betreur<strong>en</strong> de onderzoekers <strong>het</strong> feit dat de flexibiliteit van <strong>het</strong> <strong>werk</strong> niet<br />

noodzakelijkerwijs goede <strong>werk</strong>omstandighed<strong>en</strong> be<strong>werk</strong>stelligt. Bijvoorbeeld de tijdelijke<br />

<strong>werk</strong>nemers (<strong>werk</strong>nemers met arbeidsovere<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> van bepaalde duur <strong>en</strong><br />

uitz<strong>en</strong>dkracht<strong>en</strong>) mak<strong>en</strong> nog steeds gewag van moeilijker <strong>werk</strong>omstandighed<strong>en</strong> dan de<br />

vaste <strong>werk</strong>nemers.<br />

Dergelijke <strong>werk</strong>omstandighed<strong>en</strong> dreig<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de <strong>werk</strong>groep<strong>en</strong> functiestoorniss<strong>en</strong> te<br />

veroorzak<strong>en</strong> <strong>en</strong> de verm<strong>en</strong>igvuldiging van conflict<strong>en</strong> in de hand te <strong>werk</strong><strong>en</strong> die in process<strong>en</strong><br />

van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> kunn<strong>en</strong> ontaard<strong>en</strong>. De meeste auteurs (zie de verklar<strong>en</strong>de modell<strong>en</strong> die in<br />

hoofdstuk 3 word<strong>en</strong> behandeld) die <strong>het</strong> f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> van psychologisch geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong><br />

hebb<strong>en</strong> bestudeerd, zijn <strong>het</strong> met elkaar e<strong>en</strong>s <strong>en</strong> veroordel<strong>en</strong> de grote rol die de druk <strong>op</strong> de<br />

<strong>werk</strong>nemers speelt in de in<strong>werk</strong>ingtreding van <strong>het</strong> proces van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong>.<br />

Hieromtr<strong>en</strong>t werd<strong>en</strong> de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s gevraagd hun m<strong>en</strong>ing te gev<strong>en</strong> over geweld<br />

<strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> in <strong>het</strong> algeme<strong>en</strong>, <strong>en</strong> in <strong>het</strong> bijzonder over de f<strong>en</strong>om<strong>en</strong><strong>en</strong> van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> die e<strong>en</strong><br />

groot probleem blijv<strong>en</strong>. In 2000, net als in 1995 mak<strong>en</strong> 2% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gewag van<br />

feit<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag. Met 9% in 2000 t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van 8% in 1995<br />

verton<strong>en</strong> morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> e<strong>en</strong> lichte stijging. Overig<strong>en</strong>s stell<strong>en</strong> de onderzoek<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de<br />

land<strong>en</strong> onderling aanzi<strong>en</strong>lijke verschill<strong>en</strong> vast (variër<strong>en</strong>d tuss<strong>en</strong> 4% <strong>en</strong> 15% met betrekking<br />

tot <strong>pesterij<strong>en</strong></strong>). Deze afwijking in de resultat<strong>en</strong> wijst vermoedelijk <strong>op</strong> e<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>d<br />

nationaal bewustzijn tuss<strong>en</strong> de lidstat<strong>en</strong> onderling, <strong>en</strong> hangt waarschijnlijk ook af van <strong>het</strong> feit<br />

of deze kwesties al dan niet <strong>het</strong> onderwerp van publieke debatt<strong>en</strong> zijn. Volg<strong>en</strong>s Dami<strong>en</strong><br />

Merllié et Pascal Paoli (2000: 11) word<strong>en</strong> de cijfers betreff<strong>en</strong>de deze problematiek in<br />

verhouding tot de <strong>werk</strong>elijkheid waarschijnlijk onderschat.<br />

Over <strong>het</strong> algeme<strong>en</strong> lijk<strong>en</strong> de <strong>werk</strong>omstandighed<strong>en</strong> bijzonder ongunstig te zijn voor de<br />

vrouw<strong>en</strong>. De resultat<strong>en</strong> van <strong>het</strong> onderzoek van 2000 wijz<strong>en</strong> uit dat de seksuele segregatie<br />

belangrijk blijft. Niet <strong>en</strong>kel bekled<strong>en</strong> de mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> niet dezelfde functies (directie<strong>en</strong><br />

leidinggev<strong>en</strong>de functies word<strong>en</strong> meer aan mann<strong>en</strong> voorbehoud<strong>en</strong>), maar in e<strong>en</strong> zelfde<br />

categorie bekled<strong>en</strong> de mann<strong>en</strong> meestal e<strong>en</strong> verantwoordelijke positie. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> blijft in<br />

term<strong>en</strong> van loonniveaus, voor id<strong>en</strong>tieke arbeidscategorieën <strong>en</strong> met e<strong>en</strong> zelfde arbeidsduur,<br />

de seksuele segregatie duidelijk merkbaar. T<strong>en</strong> slotte wordt <strong>het</strong> <strong>werk</strong> van de vrouw<strong>en</strong> voor<br />

<strong>het</strong> mer<strong>en</strong>deel door e<strong>en</strong> dubbele <strong>werk</strong>last gek<strong>en</strong>merkt, want naast hun beroepsactiviteit zijn<br />

zij ook belast met de gezinstak<strong>en</strong> <strong>en</strong> de <strong>op</strong>voeding van de kinder<strong>en</strong>.<br />

23


Overig<strong>en</strong>s, aangezi<strong>en</strong> de vrouw<strong>en</strong> meestal ondergeschikte functies bekled<strong>en</strong>, kan m<strong>en</strong><br />

stell<strong>en</strong> dat de vrouw<strong>en</strong> inzake moreel <strong>en</strong> seksueel geweld e<strong>en</strong> risicogroep<br />

verteg<strong>en</strong>woordig<strong>en</strong>.<br />

De betrouwbaarheid van de gegev<strong>en</strong>s die <strong>op</strong> basis van deze Eur<strong>op</strong>ese onderzoek<strong>en</strong> werd<strong>en</strong><br />

verzameld verteg<strong>en</strong>woordigt ev<strong>en</strong>wel bepaalde beperking<strong>en</strong>. Enerzijds wordt de methode,<br />

toegepast door de Eur<strong>op</strong>ese Stichting tot verbetering van de lev<strong>en</strong>s- <strong>en</strong><br />

arbeidsomstandighed<strong>en</strong>, niet sam<strong>en</strong> met de resultat<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong>. Anderzijds word<strong>en</strong> de<br />

preval<strong>en</strong>tieperc<strong>en</strong>tages van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong>, afhankelijk van de land<strong>en</strong>, <strong>op</strong> differ<strong>en</strong>tiële<br />

wijze beïnvloed, vermoedelijk door <strong>het</strong> nationale bewustzijn <strong>en</strong> de sociale mobilisatie<br />

waarvan dit f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> al dan niet in elke lidstaat afzonderlijk <strong>het</strong> voorwerp is.<br />

b) De baanbrekers: de Scandinavische land<strong>en</strong><br />

Het onderzoek inzake morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> heeft zich onder de impuls van de<br />

<strong>werk</strong>zaamhed<strong>en</strong> van Heinz Leymann in de Scandinavische land<strong>en</strong> snel ontwikkeld. Na de<br />

publicatie van zijn eerste onderzoeksverslag in 1984, zi<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> aantal land<strong>en</strong> in <strong>het</strong><br />

noord<strong>en</strong> van Eur<strong>op</strong>a e<strong>en</strong> reeks onderzoek<strong>en</strong> <strong>het</strong> licht: in Finland, Noorweg<strong>en</strong>, Oost<strong>en</strong>rijk <strong>en</strong><br />

Duitsland. Vandaar dat de wet<strong>en</strong>schappelijke literatuur betreff<strong>en</strong>de morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong><br />

<strong>werk</strong> grot<strong>en</strong>deels in <strong>het</strong> Scandinavisch of Duits geschrev<strong>en</strong> is. Daarom, met <strong>het</strong> oog de<br />

resultat<strong>en</strong> van hun <strong>werk</strong>zaamhed<strong>en</strong> grotere bek<strong>en</strong>dheid te gev<strong>en</strong>, beslist<strong>en</strong> de noord<br />

Eur<strong>op</strong>ese onderzoekers, ver<strong>en</strong>igd voor <strong>het</strong> symposium gewijd aan «Mobbing» dat in april<br />

1995 tijd<strong>en</strong>s <strong>het</strong> Zev<strong>en</strong>de Eur<strong>op</strong>ees Congres van Arbeids- <strong>en</strong> Organisatiepsychologie in<br />

Guör in Hongarije plaatsvond, de bijdrag<strong>en</strong> aan dit symposium in e<strong>en</strong> Engels<br />

wet<strong>en</strong>schappelijk tijdschrift te publicer<strong>en</strong>, <strong>het</strong> Eur<strong>op</strong>ean Journal of Work and Organizational<br />

Psychology. De Scandinavische gegev<strong>en</strong>s die hierna word<strong>en</strong> vermeld zijn hoofdzakelijk<br />

getrokk<strong>en</strong> uit speciale dossiers gewijd aan de problematiek van «Mobbing» in <strong>het</strong> Eur<strong>op</strong>ean<br />

Journal of Work and Organizational Psychology van1996 <strong>en</strong> 2001.<br />

Op basis van de getuig<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> van honderd<strong>en</strong> slachtoffers van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong><br />

<strong>werk</strong> heeft Heinz Leymann eerst de verschill<strong>en</strong>de vijandige gedraging<strong>en</strong> geïnv<strong>en</strong>tariseerd<br />

die deel kunn<strong>en</strong> uitmak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> proces van «Mobbing». Op basis van deze lijst heeft hij<br />

vervolg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> meetinstrum<strong>en</strong>t van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>op</strong>gesteld: de Leymann Inv<strong>en</strong>tory of<br />

Psychological Terror (LIPT) die in de methodes van de grote Eur<strong>op</strong>ese onderzoek<strong>en</strong> die<br />

terzake werd<strong>en</strong> uitgevoerd grot<strong>en</strong>deels wordt aangew<strong>en</strong>d <strong>en</strong> waarmee tuss<strong>en</strong> de verkreg<strong>en</strong><br />

resultat<strong>en</strong> vergelijking<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> word<strong>en</strong> getrokk<strong>en</strong>. De criteria van frequ<strong>en</strong>tie (minst<strong>en</strong>s één<br />

maal per week) <strong>en</strong> duur (gedur<strong>en</strong>de minst<strong>en</strong>s zes maand<strong>en</strong>) word<strong>en</strong> <strong>op</strong> de items van de<br />

Leymann-lijst toegepast.<br />

Volg<strong>en</strong>d <strong>op</strong> de <strong>werk</strong>zaamhed<strong>en</strong> van Heinz Leymann hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal wet<strong>en</strong>schappers<br />

zich gebog<strong>en</strong> over de problematiek betreff<strong>en</strong>de de meting van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong>. Onder h<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />

twee Noorse onderzoekers, Stale Einars<strong>en</strong> <strong>en</strong> Bjorn Raknes (1997), de Negative Act<br />

Questionnaire uitge<strong>werk</strong>t die de frequ<strong>en</strong>tie meet waarmee e<strong>en</strong> individu aan negatieve<br />

gedraging<strong>en</strong> wordt onderworp<strong>en</strong>. Deze lijst, sam<strong>en</strong>gesteld uit 32 items, werd in diverse<br />

onderzoek<strong>en</strong>, vaak in zijn oorspronkelijke versie of in e<strong>en</strong> aangepaste versie aangew<strong>en</strong>d. De<br />

door Heinz Leymann bepaalde criteria van frequ<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> duur zijn ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s <strong>op</strong> de Negative<br />

Act Questionnaire van toepassing.<br />

Het onderzoekscorpus dat door de Scandinavische land<strong>en</strong> werd sam<strong>en</strong>gesteld heeft <strong>het</strong><br />

voordeel kwantitatieve gegev<strong>en</strong>s te verstrekk<strong>en</strong> die bij uitgebreide steekproev<strong>en</strong> van<br />

person<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> verzameld, wat overe<strong>en</strong>komstig de statistische wet van <strong>het</strong> grootste aantal<br />

de betrouwbaarheid van de resultat<strong>en</strong> vrijwaart.<br />

24


De hierna volg<strong>en</strong>de tabel stelt de frequ<strong>en</strong>tieperc<strong>en</strong>tages van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> ev<strong>en</strong>als e<strong>en</strong><br />

analyse van de risicofactor<strong>en</strong> van <strong>het</strong> f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> in de Scandinavische land<strong>en</strong> voor.<br />

Tabel 1. Preval<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> risicofactor<strong>en</strong><br />

van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> in de Scandinavische land<strong>en</strong>.<br />

Onderzoek Steekproef Meting Resultat<strong>en</strong><br />

Zwed<strong>en</strong><br />

Leymann & Tallgr<strong>en</strong><br />

(1989) (Vermeld door<br />

Leymann, 1996)<br />

Zwed<strong>en</strong><br />

Leymann (1992)<br />

(Vermeld door Leymann,<br />

1996)<br />

Zwed<strong>en</strong><br />

Leymann & Gustafsson<br />

(1996)<br />

Noorweg<strong>en</strong><br />

Matthies<strong>en</strong>, Raknes, &<br />

Rökkum (1989)<br />

(Vermeld door Einars<strong>en</strong> &<br />

Skogstad, 1996)<br />

Noorweg<strong>en</strong><br />

Matthies<strong>en</strong> (1990)<br />

(Vermeld door Einars<strong>en</strong> &<br />

Skogstad, 1996)<br />

370 <strong>werk</strong>nemers van e<strong>en</strong><br />

staalfabriek in Stockholm<br />

2428 <strong>werk</strong>nemers<br />

Geselecteerd uit de<br />

registers van de burgerlijke<br />

stand van Zwed<strong>en</strong><br />

64 slachtoffers, patiënt<strong>en</strong><br />

van e<strong>en</strong><br />

rehabilitatieprogramma in<br />

e<strong>en</strong> traumac<strong>en</strong>trum<br />

99 verpleegsters <strong>werk</strong>zaam<br />

in psychiatrische<br />

instelling<strong>en</strong><br />

745 verpleegsters<br />

LIPT<br />

LIPT<br />

Preval<strong>en</strong>tie van 2.7%<br />

Preval<strong>en</strong>tie van 3.5%<br />

25<br />

Risico met betrekking tot <strong>het</strong><br />

geslacht:<br />

- Ge<strong>en</strong> <strong>op</strong>merkelijk verschil<br />

tuss<strong>en</strong> mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong><br />

- Oververteg<strong>en</strong>woordiging<br />

van vrouw<strong>en</strong> (55%)<br />

Risico met betrekking tot de<br />

leeftijd:<br />

- Ge<strong>en</strong> <strong>op</strong>merkelijk verschil<br />

tuss<strong>en</strong> leeftijdscategorieën<br />

- Oververteg<strong>en</strong>woordiging<br />

van de 21-30 jarig<strong>en</strong><br />

Risico met betrekking tot de<br />

bedrijfssector:<br />

- De tertiaire sector<br />

(<strong>het</strong> overheidsapparaat <strong>en</strong><br />

<strong>het</strong> onderwijs)<br />

verteg<strong>en</strong>woordigt e<strong>en</strong><br />

groter risico<br />

- De secundaire sector<br />

(productie <strong>en</strong> privébedrijv<strong>en</strong>)<br />

verteg<strong>en</strong>woordigt<br />

e<strong>en</strong> kleiner risico<br />

Risico met betrekking tot <strong>het</strong><br />

geslacht:<br />

- Oververteg<strong>en</strong>woordiging<br />

van vrouw<strong>en</strong> (69%)<br />

Risico met betrekking tot de<br />

bedrijfssector:<br />

- Oververteg<strong>en</strong>woordiging<br />

van de sector<strong>en</strong><br />

«overheidsdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong>» <strong>en</strong><br />

«gezondheidszorg» in<br />

verhouding tot de<br />

refer<strong>en</strong>tiep<strong>op</strong>ulatie<br />

Preval<strong>en</strong>tie van 10%<br />

Preval<strong>en</strong>tie van 8%<br />

Onderzoek Steekproef Meting Resultat<strong>en</strong>


Finland<br />

Björkvist, Osterman, &<br />

Hjelt-Bäck (1994)<br />

(Vermeld door Einars<strong>en</strong> &<br />

Skogstad, 1996 ; door<br />

Vartia, 1996 ; <strong>en</strong> door<br />

Hoel, Rayner & Co<strong>op</strong>er<br />

1999)<br />

Noorweg<strong>en</strong><br />

Einars<strong>en</strong> & Raknes<br />

(1995)<br />

(Vermeld door Einars<strong>en</strong> &<br />

Skogstad, 1996)<br />

Noorweg<strong>en</strong><br />

Einars<strong>en</strong> & Skogstad (1996)<br />

Werknemers in e<strong>en</strong><br />

universiteit<br />

460 mannelijke industriële<br />

<strong>werk</strong>nemers<br />

7787 onderzoeksperson<strong>en</strong><br />

geselecteerd uit vorige<br />

peiling<strong>en</strong><br />

De meest<strong>en</strong> zijn <strong>werk</strong>zaam in<br />

de <strong>op</strong><strong>en</strong>bare sector<br />

«Bullying»<br />

Verneder<strong>en</strong>d, beledig<strong>en</strong>d,<br />

lasterlijk gedrag<br />

Wekelijkse frequ<strong>en</strong>tie<br />

Algem<strong>en</strong>e vraag na e<strong>en</strong><br />

definitie van «Bullying»<br />

- Ne<strong>en</strong>, nooit<br />

- Ja, 1 of 2 maal<br />

- Ja, af <strong>en</strong> toe<br />

- Ja, 1 maal/week<br />

- Ja, meermaals/week<br />

Preval<strong>en</strong>tie van 30% bij de<br />

mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> van 55% bij de<br />

vrouw<strong>en</strong><br />

(cf.Einars<strong>en</strong> & Skogstad)<br />

26<br />

Risico met betrekking tot <strong>het</strong><br />

geslacht<br />

- Vrouw<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> «Bullying»<br />

vaker <strong>en</strong> ernstiger te<br />

verdur<strong>en</strong> dan mann<strong>en</strong>.<br />

Risico met betrekking tot de<br />

bedrijfssector:<br />

- Administratieve <strong>en</strong><br />

di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>sector (cf.Vartia)<br />

Preval<strong>en</strong>tie van 7%<br />

Preval<strong>en</strong>tie van 8.6%<br />

Inclusief geïsoleerde feit<strong>en</strong><br />

Preval<strong>en</strong>tie van 4.7%<br />

rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong>d met <strong>het</strong><br />

Olweus-criterium, te wet<strong>en</strong><br />

exclusief geïsoleerde feit<strong>en</strong><br />

De preval<strong>en</strong>tie valt tot 1.2%<br />

wanneer <strong>het</strong> wekelijks<br />

frequ<strong>en</strong>tiecriterium van<br />

Leymann in aanmerking<br />

wordt g<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />

Risico met betrekking tot <strong>het</strong><br />

geslacht:<br />

- Ge<strong>en</strong> <strong>op</strong>merkelijk verschil<br />

tuss<strong>en</strong> mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong><br />

Risico met betrekking tot de<br />

leeftijd:<br />

- Opmerkelijk risico bij de<br />

oudere <strong>werk</strong>nemers: 8.2%<br />

bij de <strong>werk</strong>nemers onder de<br />

20 jaar vergelek<strong>en</strong> met<br />

10.3% bij de <strong>werk</strong>nemers<br />

tuss<strong>en</strong> 51 <strong>en</strong> 60 jaar<br />

Risico met betrekking tot de<br />

bedrijfssector:<br />

- Opmerkelijk risico in de<br />

privé-sector<br />

Risico van organisatorische<br />

aard:<br />

(verdeling volg<strong>en</strong>s soort <strong>en</strong><br />

grootte van <strong>het</strong> bedrijf)<br />

- Opmerkelijk risico in<br />

overweg<strong>en</strong>d mannelijke<br />

bedrijv<strong>en</strong><br />

- Opmerkelijk risico in grote<br />

bedrijv<strong>en</strong>


Onderzoek Steekproef Meting Resultat<strong>en</strong><br />

Finland<br />

Vartia (1996)<br />

Duitsland<br />

Zapf, Knorz & Kulla (1996)<br />

D<strong>en</strong>emark<strong>en</strong><br />

Mikkels<strong>en</strong> & Einars<strong>en</strong> (2001)<br />

949 geme<strong>en</strong>teambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> <strong>op</strong><br />

basis van e<strong>en</strong> selectie van<br />

1577 <strong>werk</strong>nemers aangeslot<strong>en</strong><br />

bij de Finse Federatie van<br />

Geme<strong>en</strong>teambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> (elke<br />

35ste)<br />

Aanzi<strong>en</strong>lijk experim<strong>en</strong>teel<br />

sterftecijfer: slechts 60% van<br />

de selectie werd in <strong>het</strong><br />

onderzoek <strong>op</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

Twee steekproev<strong>en</strong>:<br />

(a) 50 slachtoffers<br />

(b) 99 slachtoffers<br />

Twee steekproev<strong>en</strong>:<br />

(a) 90 person<strong>en</strong> in <strong>op</strong>leiding<br />

met e<strong>en</strong> beroepservaring<br />

(b) 597 <strong>werk</strong>nemers uit drie<br />

verschill<strong>en</strong>de bedrijfssector<strong>en</strong><br />

Zelfadministrer<strong>en</strong>de vrag<strong>en</strong>lijst<br />

per postz<strong>en</strong>ding<br />

De respons rate voor<br />

steekproef (b) varieert tuss<strong>en</strong><br />

42 <strong>en</strong> 65.8%<br />

Algem<strong>en</strong>e vraag na e<strong>en</strong><br />

definitie van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong><br />

Aangepaste LIPT-versie<br />

criteria om in aanmerking te<br />

kom<strong>en</strong>:<br />

- «Ja» <strong>op</strong> de algem<strong>en</strong>e vraag<br />

- «Vaak» tot minst<strong>en</strong>s één van<br />

de LIPT-categorieën<br />

Gestandaardiseerd interview<br />

LIPT<br />

ISTA -schal<strong>en</strong> met betrekking<br />

tot de <strong>werk</strong>inhoud<br />

Schaal met betrekking tot de<br />

<strong>werk</strong>stress<br />

Vraag: «B<strong>en</strong>t u in de<br />

afgel<strong>op</strong><strong>en</strong> 6 maand<strong>en</strong> aan<br />

mobbing blootgesteld<br />

geweest?»<br />

Aangepaste versie (23 items)<br />

van de NAQ – wekelijkse<br />

frequ<strong>en</strong>tie<br />

Preval<strong>en</strong>tie van 10.1%<br />

27<br />

Risico met betrekking tot <strong>het</strong><br />

geslacht:<br />

- Ge<strong>en</strong> <strong>op</strong>merkelijk verschil<br />

tuss<strong>en</strong> mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong><br />

- Ge<strong>en</strong> <strong>op</strong>merkelijke<br />

sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> <strong>het</strong><br />

g<strong>en</strong>re <strong>en</strong> «Bullying»<br />

Risico met betrekking tot de<br />

leeftijd:<br />

- Geringe negatieve<br />

sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> leeftijd<br />

<strong>en</strong> «Bullying»<br />

Organisatiegebond<strong>en</strong> risico:<br />

(psychologische omgeving<br />

van de <strong>werk</strong>- <strong>en</strong><br />

organisatiestructuur)<br />

- Autoritair beheer van<br />

m<strong>en</strong>ingsverschill<strong>en</strong><br />

- Beperkte mogelijkhed<strong>en</strong> tot<br />

medezegg<strong>en</strong>schap in zijn<br />

eig<strong>en</strong> <strong>werk</strong><br />

- Leemtes in de overdracht<br />

van informatie<br />

- Gebrek aan overleg<br />

betreff<strong>en</strong>de de <strong>werk</strong>tak<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> <strong>werk</strong>doelstelling<strong>en</strong><br />

- Negatieve instelling t<strong>en</strong><br />

<strong>op</strong>zichte van innovatie<br />

Risico met betrekking tot <strong>het</strong><br />

geslacht:<br />

- Oververteg<strong>en</strong>woordiging<br />

van de vrouw<strong>en</strong>:<br />

(a) 70%<br />

(b) 65%<br />

Risico met betrekking tot de<br />

bedrijfssector:<br />

- Tertiaire sector (bestur<strong>en</strong>,<br />

gezondheidsdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong>,<br />

schol<strong>en</strong>, kantor<strong>en</strong>)<br />

Risico van organisatorische<br />

aard:<br />

- Tak<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hoge<br />

moeilijkheidsgraad maar<br />

met weinig controle <strong>op</strong> de<br />

tijdsduur<br />

- Tak<strong>en</strong> die sam<strong>en</strong><strong>werk</strong>ing<br />

vereis<strong>en</strong><br />

Preval<strong>en</strong>tie:<br />

2% (a) <strong>en</strong> 4% (b)<br />

Preval<strong>en</strong>tie:<br />

14% (a) <strong>en</strong> 8% (b)


Onderzoek Steekproef Meting Resultat<strong>en</strong><br />

Finland<br />

Salin (2001)<br />

377 led<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> nationale<br />

vakg<strong>en</strong>ootschap van<br />

<strong>werk</strong>nemers die houder zijn<br />

van e<strong>en</strong> universitair diploma in<br />

de bedrijfssector<br />

Zelfadministrer<strong>en</strong>de vrag<strong>en</strong>lijst<br />

per postz<strong>en</strong>ding<br />

De respons rate bedraagt<br />

38.5%<br />

Vraag: «B<strong>en</strong>t u in de<br />

afgel<strong>op</strong><strong>en</strong> 6 maand<strong>en</strong> aan<br />

mobbing blootgesteld<br />

geweest?»<br />

NAQ – wekelijkse frequ<strong>en</strong>tie<br />

Preval<strong>en</strong>tie (1 jaar):<br />

8.8%<br />

Preval<strong>en</strong>tie (1 jaar):<br />

24.1%<br />

28<br />

Risico met betrekking tot <strong>het</strong><br />

geslacht:<br />

- Opmerkelijk verschil tuss<strong>en</strong><br />

vrouw<strong>en</strong> (11.6%) <strong>en</strong><br />

mann<strong>en</strong> (5%)<br />

Risico met betrekking tot <strong>het</strong><br />

beroepsstatuut:<br />

- Hoe hoger de<br />

beroepsstatus hoe groter<br />

<strong>het</strong> risico is om slachtoffer<br />

te word<strong>en</strong><br />

Risico met betrekking tot de<br />

bedrijfssector:<br />

- Oververteg<strong>en</strong>woordiging<br />

van de overheidssector<br />

De resultat<strong>en</strong> van de Scandinavische wet<strong>en</strong>schappelijke literatuur betreff<strong>en</strong>de de preval<strong>en</strong>tie<br />

van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> waartoe wij toegang hebb<strong>en</strong> gehad variër<strong>en</strong>, afhankelijk van de<br />

onderzoek<strong>en</strong>, van 1,2% tot 55%. E<strong>en</strong> dergelijke afwijking is gedeeltelijk te wijt<strong>en</strong> aan de<br />

methodologische keuze van de verschill<strong>en</strong>de onderzoek<strong>en</strong>. Hoewel wij niet over alle<br />

informatie met betrekking tot de onderzoeksmethod<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> wij in de huidige<br />

stand van zak<strong>en</strong> <strong>op</strong>merk<strong>en</strong> dat wanneer de door Heinz Leymann bepaalde criteria van<br />

frequ<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> duur word<strong>en</strong> toegepast, de variantie van deze resultat<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk wordt<br />

beperkt <strong>en</strong> de preval<strong>en</strong>tie van <strong>het</strong> f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> voor de onderzoek<strong>en</strong> van vóór 1996 de 7% niet<br />

overschrijdt.<br />

Twee epidemiologische onderzoek<strong>en</strong> waarvan de resultat<strong>en</strong> in 2001 werd<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>dgemaakt<br />

wijz<strong>en</strong> <strong>op</strong> hogere preval<strong>en</strong>tieperc<strong>en</strong>tages die tot 24% <strong>op</strong>l<strong>op</strong><strong>en</strong>. De vergelijking van twee<br />

methodologische b<strong>en</strong>adering<strong>en</strong> (e<strong>en</strong> directe <strong>en</strong> <strong>en</strong>ige vraag die beroep doet <strong>op</strong> de<br />

subjectiviteit van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> versus e<strong>en</strong> gestandaardiseerde vrag<strong>en</strong>lijst waar <strong>het</strong><br />

criterium van frequ<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> duur wordt toegepast) bij deze onderzoek<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wel<br />

verrass<strong>en</strong>de resultat<strong>en</strong>. Voor beide onderzoek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> namelijk <strong>op</strong> basis van de<br />

gestandaardiseerde vrag<strong>en</strong>lijst meer gevall<strong>en</strong> van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> vastgesteld in verhouding tot<br />

<strong>het</strong> aantal person<strong>en</strong> dat bevestig<strong>en</strong>d heeft geantwoord <strong>op</strong> de vraag «B<strong>en</strong>t u aan «mobbing»<br />

blootgesteld geweest?». Wordt in de afgel<strong>op</strong><strong>en</strong> vijf jaar in de bedrijv<strong>en</strong> e<strong>en</strong> stijging van<br />

onaanvaardbaar gedrag vastgesteld? Zijn bepaalde land<strong>en</strong>, zoals D<strong>en</strong>emark<strong>en</strong>, meer aan dit<br />

soort van geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> blootgesteld? Vertoont de Negative Act Questionnaire e<strong>en</strong><br />

zekere bias?


Uit deze onderzoeksresultat<strong>en</strong> tred<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal risicofactor<strong>en</strong> naar vor<strong>en</strong><br />

Het geslacht<br />

E<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel onderzoek heeft kunn<strong>en</strong> uitwijz<strong>en</strong> dat vrouw<strong>en</strong> e<strong>en</strong> <strong>op</strong>merkelijk groter risico l<strong>op</strong><strong>en</strong><br />

om slachtoffer te word<strong>en</strong> van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> (Salin, 2001). Over <strong>het</strong> algeme<strong>en</strong>, zelfs al<br />

werd ge<strong>en</strong> <strong>op</strong>merkelijke statistische sam<strong>en</strong>hang vastgesteld, zijn <strong>werk</strong>neemsters in de<br />

steekproev<strong>en</strong> van de slachtoffers vaak oververteg<strong>en</strong>woordigd. Telt de vrouwelijke p<strong>op</strong>ulatie<br />

<strong>werk</strong>elijk meer slachtoffers, bijvoorbeeld vanwege de ongelijke machtsverdeling tuss<strong>en</strong> de<br />

mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> de vrouw<strong>en</strong> <strong>op</strong> niveau van de <strong>werk</strong>organisatie? Overig<strong>en</strong>s zijn bepaalde auteurs<br />

van m<strong>en</strong>ing dat de oververteg<strong>en</strong>woordiging van de vrouw<strong>en</strong> onder de mikpunt<strong>en</strong> van morele<br />

<strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>op</strong> e<strong>en</strong> bias wijst die m<strong>en</strong> in andere soort<strong>en</strong> <strong>en</strong>quêtes terugvindt <strong>en</strong> die kan<br />

word<strong>en</strong> toegeschrev<strong>en</strong> aan <strong>het</strong> feit dat vrouw<strong>en</strong> gemakkelijker over hun exist<strong>en</strong>tiële<br />

problem<strong>en</strong> prat<strong>en</strong> dan de mann<strong>en</strong>.<br />

De leeftijd<br />

Het risico slachtoffer te word<strong>en</strong> blijkt zich <strong>op</strong> niveau van de twee uiterst<strong>en</strong> in de<br />

leeftijdscategorieën te conc<strong>en</strong>trer<strong>en</strong>.<br />

Enerzijds blijk<strong>en</strong> jongere <strong>werk</strong>nemers meer <strong>het</strong> mikpunt te zijn van <strong>het</strong> moreel geweld<br />

waarvan hier sprake is. Hoewel de steekproev<strong>en</strong> niet altijd uitgesprok<strong>en</strong> duidelijk zijn<br />

(Leymann, 1992 ; Vartia, 1996), wijz<strong>en</strong> de vastgestelde frequ<strong>en</strong>tieperc<strong>en</strong>tages <strong>op</strong> e<strong>en</strong><br />

grotere kwetsbaarheid bij de junior<strong>en</strong>, vermoedelijk weg<strong>en</strong>s hun hiërarchische positie, de<br />

hoge onzekerheid van hun beroepsstatuut (wanneer zij bijvoorbeeld in proefperiode zijn), of<br />

nog hun gebrek aan ervaring in beroepsmilieu.<br />

Anderzijds heeft e<strong>en</strong> Noors onderzoek (Einars<strong>en</strong> & Skogstad, 1996) uitgewez<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong><br />

<strong>op</strong>merkelijk risico bestaat bij de <strong>werk</strong>nemers van 51 tot 60 jaar. In dit geval kan m<strong>en</strong> zich de<br />

vraag stell<strong>en</strong> in welke mate psychologische <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> deel uitmak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />

managem<strong>en</strong>ttechniek ter aanmoediging van <strong>het</strong> vervroegd p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong> t<strong>en</strong>einde zich van de<br />

duurste <strong>werk</strong>nemers te ontdo<strong>en</strong>.<br />

De bedrijfssector<br />

De tertiaire sector lijkt in <strong>het</strong> bijzonder door «Mobbing» getroff<strong>en</strong> te word<strong>en</strong>, de<br />

Scandinavische onderzoek<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> de sector<strong>en</strong> in <strong>het</strong> licht die in <strong>het</strong> bijzonder<br />

risicodrag<strong>en</strong>d zijn, zoals overheidsinstelling<strong>en</strong> maar ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s de sector van <strong>het</strong> onderwijs<br />

<strong>en</strong> de gezondheidszorg.<br />

Organisatorische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />

Leymann (1996: 165) beschouwt de risicofactor<strong>en</strong> van «Mobbing» <strong>en</strong>kel <strong>op</strong> organisatorisch<br />

niveau: de <strong>werk</strong>organisatie, de taak<strong>op</strong>vatting <strong>en</strong> <strong>het</strong> managem<strong>en</strong>t.<br />

De auteur vestigt vooral de aandacht <strong>op</strong> de leemtes <strong>op</strong> niveau van <strong>het</strong><br />

personeelsbeleid (Leymann 1996: 77): «Alle waarneming<strong>en</strong> die tijd<strong>en</strong>s de onderzoek<strong>en</strong> naar<br />

Mobbing werd<strong>en</strong> gedaan wijz<strong>en</strong> <strong>op</strong> de rol van de hiërarchische superieur. Wij k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> ge<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong>kel conflict waarbij e<strong>en</strong> hiërarchische superieur niet had kunn<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>kom<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />

situatie kunn<strong>en</strong> beslecht<strong>en</strong> indi<strong>en</strong> hij dat had gewild. Maar in de meeste gevall<strong>en</strong> verkiest de<br />

hiërarchie blind te blijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>het</strong> hoofd te ker<strong>en</strong> (…). M<strong>en</strong> kan dus stell<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> conflict in<br />

Mobbing <strong>en</strong> psychologisch geweld ontaardt wanneer dat wordt toegelat<strong>en</strong>».<br />

29


)<br />

Met betrekking tot de <strong>werk</strong>organisatie <strong>en</strong> de taak<strong>op</strong>vatting vestigt Vartia (1996) in haar<br />

naslag<strong>werk</strong>, behalve de kwantitatieve <strong>werk</strong>overlast <strong>en</strong> <strong>het</strong> kwalitatieve <strong>werk</strong>tekort<br />

(monotonie) waar<strong>op</strong> door Leymann (1996: 166) werd gewez<strong>en</strong>, de aandacht <strong>op</strong> meer<br />

specifieke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> zoals <strong>het</strong> autoritaire beheer van m<strong>en</strong>ingsverschill<strong>en</strong>, de beperkte<br />

mogelijkhed<strong>en</strong> tot medezegg<strong>en</strong>schap van e<strong>en</strong> persoon in zijn eig<strong>en</strong> <strong>werk</strong>, leemtes in de<br />

overdracht van informatie, e<strong>en</strong> gebrek aan overleg betreff<strong>en</strong>de de <strong>werk</strong>tak<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

<strong>werk</strong>doelstelling<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> negatieve instelling van <strong>het</strong> bedrijf t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van innovatie. Het<br />

team van Zapf (1996: 231) id<strong>en</strong>tificeert tak<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hoge moeilijkheidsgraad maar met<br />

weinig controle <strong>op</strong> de duur van de uitvoering ervan ev<strong>en</strong>als tak<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong><strong>werk</strong>ing<br />

tuss<strong>en</strong> de <strong>werk</strong>nemers vereis<strong>en</strong>, als mogelijke bronn<strong>en</strong> voor psychologische <strong>pesterij<strong>en</strong></strong>.<br />

Het Noors nationaal onderzoek (Einars<strong>en</strong> & Kogstad) vestigt ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s de aandacht <strong>op</strong> meer<br />

algem<strong>en</strong>e k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>, inher<strong>en</strong>t aan <strong>het</strong> bedrijf zelf, als risicofactor<strong>en</strong> van moreel geweld:<br />

grote bedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> overweg<strong>en</strong>d mannelijk.<br />

c) In Groot-Brittannië<br />

Rayner (1997)<br />

E<strong>en</strong> onderzoek aan de universiteit van Staffordshire geleid door Charlotte Rayner (1997)<br />

werd bij 1137 halftime universiteitsstud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> uitgevoerd. De resultat<strong>en</strong> van <strong>het</strong> onderzoek<br />

wijz<strong>en</strong> in vergelijking met de Scandinavische gegev<strong>en</strong>s, <strong>op</strong> e<strong>en</strong> <strong>op</strong>merkelijk hoge preval<strong>en</strong>tie<br />

van «Bullying», aangezi<strong>en</strong> 53% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zich als slachtoffer id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong>. De<br />

victimisatie werd vermoedelijk overschat, <strong>en</strong>erzijds vanwege de gebruikte methode (e<strong>en</strong><br />

algem<strong>en</strong>e definitie van <strong>het</strong> bestudeerde f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> <strong>op</strong> basis waarvan de respond<strong>en</strong>t zich al<br />

dan niet als slachtoffer id<strong>en</strong>tificeert). Anderzijds kan de onderzoeksp<strong>op</strong>ulatie e<strong>en</strong> ander bron<br />

van bias verteg<strong>en</strong>woordig<strong>en</strong>: <strong>het</strong> betreft e<strong>en</strong> p<strong>op</strong>ulatie van halftime stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die misschi<strong>en</strong><br />

wel studies begonn<strong>en</strong> zijn als <strong>op</strong>lossing voor e<strong>en</strong> moeilijke beroepssituatie.<br />

Quine (1999)<br />

Twee jaar later onderzoekt Quine (1999) de omvang van deze vorm van psychologisch<br />

geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> bij 1850 <strong>werk</strong>nemers uit de sector van de nationale gezondheidszorg<br />

door middel van e<strong>en</strong> <strong>en</strong>quête per postz<strong>en</strong>ding. De bijzonder hoge respons rate (70%) levert<br />

e<strong>en</strong> steekproef van 1100 zelf-geselecteerde onderzoeksperson<strong>en</strong> <strong>op</strong>.<br />

Wat de methodologie betreft werd<strong>en</strong> de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gevraagd zich uit te sprek<strong>en</strong> over <strong>het</strong><br />

bestaan, in de afgel<strong>op</strong><strong>en</strong> 12 maand<strong>en</strong>, van gedrag van «Bullying» geïnv<strong>en</strong>tariseerd <strong>op</strong> basis<br />

van e<strong>en</strong> voor <strong>het</strong> onderzoek <strong>op</strong>gestelde schaal van 12 items. De preval<strong>en</strong>tie van moreel<br />

geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> werd <strong>op</strong> twee manier<strong>en</strong> gemet<strong>en</strong>, de respond<strong>en</strong>t plaatst zich als<br />

slachtoffer of als getuige. De aldus verkreg<strong>en</strong> perc<strong>en</strong>tages blijk<strong>en</strong> onderling vergelijkbaar te<br />

zijn. Zij schommel<strong>en</strong> rond 40% (38% slachtoffers <strong>en</strong> 42% getuig<strong>en</strong> van psychologische<br />

<strong>pesterij<strong>en</strong></strong>). Deze resultat<strong>en</strong> verteg<strong>en</strong>woordig<strong>en</strong> ruwweg de omvang van de problematiek in<br />

Engeland. Gaat <strong>het</strong> hier om e<strong>en</strong> uitermate <strong>op</strong>vall<strong>en</strong>de bewustwording van <strong>het</strong> f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> in<br />

Groot-Brittannië of om e<strong>en</strong> meer voorkom<strong>en</strong>de problematiek verbond<strong>en</strong> aan de structuur van<br />

de arbeidsmarkt inher<strong>en</strong>t aan dit land?<br />

Overig<strong>en</strong>s heeft dit onderzoek bepaalde risicofactor<strong>en</strong> van «Bullying» kunn<strong>en</strong> test<strong>en</strong>.<br />

30


Het geslacht<br />

Met betrekking tot de g<strong>en</strong>derdim<strong>en</strong>sie heeft <strong>het</strong> onderzoek ge<strong>en</strong> <strong>op</strong>merkelijk verschil van<br />

victimisatie tuss<strong>en</strong> mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> uitwijz<strong>en</strong>. Onder de mikpunt<strong>en</strong> van<br />

<strong>pesterij<strong>en</strong></strong> wordt ev<strong>en</strong>wel e<strong>en</strong> oververteg<strong>en</strong>woordiging van de vrouw<strong>en</strong> <strong>op</strong>gemerkt (63%).<br />

De leeftijd<br />

Hoewel onder de slachtoffers de leeftijdgroep 31- 51 jaar oververteg<strong>en</strong>woordigd is, hebb<strong>en</strong><br />

de statistische proev<strong>en</strong> <strong>op</strong> niveau van de leeftijd ge<strong>en</strong> <strong>op</strong>merkelijke verschill<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />

uitwijz<strong>en</strong>.<br />

Het type van de arbeidsovere<strong>en</strong>komst<br />

De «arbeidsovere<strong>en</strong>komst» werd daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> wel als risicofactor bevestigd aangezi<strong>en</strong> de<br />

deeltijdse <strong>werk</strong>nemers (die 70% van de slachtoffers verteg<strong>en</strong>woordig<strong>en</strong>) <strong>op</strong>merkelijk talrijker<br />

zijn dan de voltijdse <strong>werk</strong>nemers.<br />

De arbeidsontevred<strong>en</strong>heid<br />

T<strong>en</strong> slotte wijz<strong>en</strong> de resultat<strong>en</strong> van dit onderzoek <strong>op</strong> e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> moreel geweld<br />

<strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> <strong>en</strong> beroepsontevred<strong>en</strong>heid.<br />

Ellis (1999)<br />

Het onderzoek van Andy Ellis (Ruskin College, Oxford) biedt resultat<strong>en</strong> van kwalitatieve<br />

aard. Het betreft e<strong>en</strong> casestudy in e<strong>en</strong> privé-onderneming. 60 vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> per post<br />

naar de <strong>werk</strong>nemers van één <strong>en</strong>kele onderneming gestuurd: e<strong>en</strong> detailhandelsbedrijf in<br />

Gloucester in Somerset. De respons rate is vrij hoog (50%), wat met e<strong>en</strong> steekproef van 30<br />

onderzoeksperson<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>stemt.<br />

De vrag<strong>en</strong>lijst die voor deze <strong>en</strong>quête werd <strong>op</strong>gesteld bevatte verschill<strong>en</strong>de filters: de vrag<strong>en</strong><br />

met betrekking tot <strong>het</strong> bestaan van «Bullying» werd<strong>en</strong> vrij snel gesteld. Wanneer de<br />

respond<strong>en</strong>t <strong>op</strong> één van de twee hoofdvrag<strong>en</strong> («B<strong>en</strong>t u slachtoffer geweest van «Workplace<br />

Bullying?» <strong>en</strong> «B<strong>en</strong>t u getuige geweest van «Workplace Bullying»?») bevestig<strong>en</strong>d<br />

antwoordde, werd hem gevraagd de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van deze vorm van psychologisch geweld te<br />

verduidelijk<strong>en</strong>: <strong>het</strong> statuut <strong>en</strong> geslacht van de belager, specifieke gedraging<strong>en</strong> van<br />

<strong>pesterij<strong>en</strong></strong>, <strong>en</strong> de gevolg<strong>en</strong> van deze terugker<strong>en</strong>de agressies.<br />

Het aldus verkreg<strong>en</strong> preval<strong>en</strong>tieperc<strong>en</strong>tage blijkt <strong>op</strong>merkelijk hoog te zijn: 60% van de<br />

respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> <strong>het</strong> bestaan van moreel geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> gemeld.<br />

Onder de bestudeerde gedraging<strong>en</strong> van «Bullying», kom<strong>en</strong> verbale <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>op</strong> e<strong>en</strong><br />

onaanvaardbare toon (schreeuw<strong>en</strong>) <strong>het</strong> meest voor (94%), dan volg<strong>en</strong> de publieke<br />

vernedering<strong>en</strong> (70,6%), de belediging<strong>en</strong> (41%) <strong>en</strong> ongerechtvaardigde disciplinaire<br />

maatregel<strong>en</strong> (29,4%). Wat <strong>het</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag betreft, dit komt ev<strong>en</strong>veel voor<br />

(23,5%) als <strong>werk</strong>overlast, ongegronde wijziging<strong>en</strong> van <strong>het</strong> <strong>werk</strong>schema <strong>en</strong> laster. Deze<br />

perc<strong>en</strong>tages blijv<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk hoog. M<strong>en</strong> kan zich afvrag<strong>en</strong> in welke mate <strong>het</strong> bedrijf<br />

weg<strong>en</strong>s zijn reputatie als risicomilieu, <strong>op</strong>zettelijk door de auteur van <strong>het</strong> onderzoek werd<br />

uitgekoz<strong>en</strong>.<br />

31


Hoewel <strong>het</strong> slachtofferperc<strong>en</strong>tage buit<strong>en</strong>maats lijkt, schuilt één van de belangrijkste<br />

bijdrag<strong>en</strong> van dit onderzoek in de analyse van de gevolg<strong>en</strong> van «Bullying» <strong>op</strong> <strong>het</strong> privé-lev<strong>en</strong><br />

van de person<strong>en</strong> die eronder lijd<strong>en</strong>. In dit <strong>op</strong>zicht merk<strong>en</strong> wij e<strong>en</strong> <strong>op</strong> zijn minst origineel<br />

resultaat <strong>op</strong>, te wet<strong>en</strong> dat één van de belangrijkste gevolg<strong>en</strong> van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>het</strong> verlies van<br />

gevoel voor humor is (47,1%). Hier<strong>op</strong> volg<strong>en</strong> de psychosomatische stoorniss<strong>en</strong> die<br />

gewoonlijk in de wet<strong>en</strong>schappelijke literatuur terzake word<strong>en</strong> geïnv<strong>en</strong>tariseerd: depressie <strong>en</strong><br />

hoofdpijn (35.3%), aanhoud<strong>en</strong>de vermoeidheid <strong>en</strong> verhoogde bloeddruk (23.5%),<br />

dermatologische problem<strong>en</strong>, ademhalingsstoorniss<strong>en</strong> <strong>en</strong> spierpijn<strong>en</strong> (17.6%).<br />

Darmstoorniss<strong>en</strong> zoals brak<strong>en</strong> <strong>en</strong> diarree word<strong>en</strong> in mindere mate gemeld (11.8%).<br />

Twee risicofactor<strong>en</strong> zijn overig<strong>en</strong>s <strong>het</strong> voorwerp van e<strong>en</strong> speciaal onderzoek geweest.<br />

De hiërarchische positie<br />

Het lijkt er<strong>op</strong> dat de machtssdynamiek in <strong>het</strong> bijzonder met «Bullying» sam<strong>en</strong>hangt<br />

aangezi<strong>en</strong> in 91% van de gevall<strong>en</strong> de <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> van e<strong>en</strong> hiërarchische superieur uitgaan.<br />

Moreel geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> tuss<strong>en</strong> collega's komt minder voor (9%). Het onderzoek maakt<br />

ge<strong>en</strong> gewag van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> in e<strong>en</strong> verticaal klimm<strong>en</strong>de lijn.<br />

Het geslacht<br />

Seksuele discriminatie is e<strong>en</strong> ander k<strong>en</strong>merk van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong>. De belagers zijn<br />

doorgaans mann<strong>en</strong> (75%) <strong>en</strong> de slachtoffers zijn vaker vrouw<strong>en</strong> (61%).<br />

Hoel, Co<strong>op</strong>er & Faragher (2001)<br />

Het betreft e<strong>en</strong> grootscheeps nationaal epidemiologisch onderzoek dat in Groot-Brittannië bij<br />

70 bedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> bestur<strong>en</strong> werd uitgevoerd. In totaal werd<strong>en</strong> 5288 vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> per post<br />

ingestuurd wat e<strong>en</strong> hoge respons rate verteg<strong>en</strong>woordigt (42,8%).<br />

Twee meetmethod<strong>en</strong> van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> werd<strong>en</strong> toegepast: <strong>en</strong>erzijds e<strong>en</strong> directe vraag die na<br />

e<strong>en</strong> nauwkeurige definitie van de bestudeerde problematiek werd gesteld <strong>en</strong> <strong>op</strong> de<br />

subjectiviteit van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> beroep deed: «B<strong>en</strong>t u in de afgel<strong>op</strong><strong>en</strong> 6 maand<strong>en</strong><br />

slachtoffer geweest van «bullying»?», <strong>en</strong> anderzijds e<strong>en</strong> gestandaardiseerde vrag<strong>en</strong>lijst<br />

(Negative Act Questionnaire van Einars<strong>en</strong> & Raknes, 1997).<br />

Met e<strong>en</strong> preval<strong>en</strong>tie van 10,6% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die verklar<strong>en</strong> in de afgel<strong>op</strong><strong>en</strong> zes<br />

maand<strong>en</strong> <strong>het</strong> slachtoffer van «bullying» te zijn geweest, e<strong>en</strong> cijfer dat wanneer de periode tot<br />

5 jaar wordt uitgebreid, tot 24,7% <strong>op</strong>lo<strong>op</strong>t, bevestigt dit onderzoek <strong>het</strong> bestaan van de<br />

problematiek in Groot-Brittannië.<br />

De belangrijkste verdi<strong>en</strong>ste van dit onderzoek schuilt in <strong>het</strong> perspectief waarmee de<br />

gegev<strong>en</strong>s werd<strong>en</strong> bestudeerd, te wet<strong>en</strong> <strong>het</strong> onderscheid met betrekking tot <strong>het</strong><br />

beroepsstatuut van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. De preval<strong>en</strong>tie van «bullying», de duur van <strong>het</strong> proces,<br />

de beroepspositie van de belager, de geïsoleerde of gedeelde aard van de ervaring van<br />

pestgedrag, blijk<strong>en</strong> ongeacht <strong>het</strong> beroepsstatuut van de persoon (arbeider, bedi<strong>en</strong>de,<br />

kaderlid) vergelijkbaar te zijn. Met betrekking tot de feit<strong>en</strong> waarover de slachtoffers zich<br />

beklag<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wel, afhankelijk van <strong>het</strong> beroepsstatuut van <strong>het</strong> slachtoffer, verschill<strong>en</strong><br />

vastgesteld.<br />

32


Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> wijz<strong>en</strong> de verkreg<strong>en</strong> resultat<strong>en</strong> <strong>op</strong> e<strong>en</strong> <strong>op</strong>merkelijke interactie tuss<strong>en</strong> <strong>het</strong> g<strong>en</strong>re<br />

<strong>en</strong> <strong>het</strong> beroepsstatuut. Onder de arbeiders <strong>en</strong> de bedi<strong>en</strong>d<strong>en</strong> zijn de mann<strong>en</strong>, in vergelijking<br />

met de vrouw<strong>en</strong>, eerder <strong>het</strong> mikpunt van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong>. Onder de kaderled<strong>en</strong> is de t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s<br />

omgekeerd, hier zijn <strong>het</strong> de vrouw<strong>en</strong> die zich vaker in de positie van <strong>het</strong> slachtoffer bevind<strong>en</strong>.<br />

Dit resultaat kan gedeeltelijk word<strong>en</strong> verklaard door <strong>het</strong> «glaz<strong>en</strong> plafond»-f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> dat de<br />

moeilijkhed<strong>en</strong> beschrijft waarmee vrouw<strong>en</strong> in <strong>het</strong> verlo<strong>op</strong> van hun beroepscarrière word<strong>en</strong><br />

geconfronteerd.<br />

d) In Frankrijk<br />

Het verslag van de Conseil Economique et Social, <strong>op</strong>gesteld onder leiding van Michel<br />

Debout, maakt gewag van twee rec<strong>en</strong>te onderzoek<strong>en</strong> uitgevoerd in e<strong>en</strong> universitair kader in<br />

Frankrijk. Dit verslag heeft betrekking <strong>op</strong> <strong>het</strong> advies dat deze Franse instantie in haar zitting<br />

van 11 april 2001 t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> heeft aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Uit e<strong>en</strong> telefonische<br />

peiling uitgevoerd door <strong>het</strong> IPSOS-instituut <strong>en</strong> e<strong>en</strong> onderzoek geleid door <strong>het</strong> Institut<br />

National d’Etudes Démographiques kom<strong>en</strong> andere epidemiologische gegev<strong>en</strong>s met<br />

betrekking tot psychologisch geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> aan <strong>het</strong> licht.<br />

Seiler-VanDaal (2000)<br />

De <strong>en</strong>quête van Béatrice Seiler-VanDaal werd uitgevoerd in <strong>het</strong> kader van haar proefschrift<br />

voor <strong>het</strong> verkrijg<strong>en</strong> van haar doctoraat in g<strong>en</strong>eeskunde, met de mede<strong>werk</strong>ing van de<br />

ver<strong>en</strong>iging «Mots pour maux au travail» <strong>en</strong> van arbeidsg<strong>en</strong>eesher<strong>en</strong> uit Alsace. Het betreft<br />

e<strong>en</strong> kwantitatief onderzoek met <strong>het</strong> doel de omvang van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> te schatt<strong>en</strong> <strong>en</strong> te<br />

beschrijv<strong>en</strong>. De deelnemers werd<strong>en</strong> via de spreekur<strong>en</strong> van 36 arbeidsg<strong>en</strong>eesher<strong>en</strong><br />

geselecteerd. De steekproef werd als volgt sam<strong>en</strong>gesteld: één <strong>op</strong> de vier person<strong>en</strong> die zich<br />

<strong>op</strong> <strong>het</strong> spreekuur van de bedrijfsg<strong>en</strong>eesheer aanmeldde werd in volgorde van aankomst <strong>op</strong><br />

basis van e<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst ondervraagd. Het onderzoek vond tuss<strong>en</strong> februari <strong>en</strong> maart 2000<br />

over e<strong>en</strong> periode van 4 wek<strong>en</strong> plaats. 1210 vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> beantwoord. De vrag<strong>en</strong>lijst<br />

bestond uit twee del<strong>en</strong>, <strong>het</strong> <strong>en</strong>e deel door de <strong>werk</strong>nemer <strong>en</strong> <strong>het</strong> andere door de<br />

bedrijfsg<strong>en</strong>eesheer in te vull<strong>en</strong> (vrag<strong>en</strong> over de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van <strong>het</strong> bedrijf <strong>en</strong> over bepaalde<br />

elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van <strong>het</strong> lev<strong>en</strong> van de <strong>werk</strong>nemer). Er di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong> gewez<strong>en</strong> <strong>op</strong> de afwezigheid<br />

in <strong>het</strong> onderzoeksveld van <strong>het</strong> ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>apparaat vermits dit in Frankrijk niet langer meer<br />

door de bedrijfsg<strong>en</strong>eeskunde wordt gedekt.<br />

Op methodologisch vlak werd om de situatie van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> te k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>, <strong>het</strong> criterium<br />

toegepast van <strong>het</strong> bestaan van minst<strong>en</strong>s één gedrag <strong>en</strong> minst<strong>en</strong>s één item van e<strong>en</strong> pijnlijke<br />

ervaring. Het betreft e<strong>en</strong> statistische definitie die a priori ruimer is dan die van Heinz<br />

Leymann.<br />

Op deze basis bedraagt de verkreg<strong>en</strong> frequ<strong>en</strong>tie van de problematiek 9,6% (of 116 gevall<strong>en</strong><br />

van 1210 ondervraagde patiënt<strong>en</strong>-<strong>werk</strong>nemers).<br />

Béatrice Seiler-VanDaal heeft aan diverse vermoedelijke risicofactor<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bijzondere<br />

aandacht verle<strong>en</strong>d.<br />

De hiërarchische positie<br />

E<strong>en</strong> diepgaander analyse van de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van moreel geweld vestigt de aandacht <strong>op</strong> <strong>het</strong><br />

belang van de machtssdynamiek <strong>op</strong> niveau van <strong>het</strong> f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong>, aangezi<strong>en</strong> in 49% van de<br />

gevall<strong>en</strong> de hiërarchische superieur <strong>op</strong> zich alle<strong>en</strong> de bron van de <strong>pesterij<strong>en</strong></strong><br />

verteg<strong>en</strong>woordigt, in 25% van de gevall<strong>en</strong> de psychologische agressies van de collega's<br />

33


uitgaan, <strong>en</strong> in 17% van de gevall<strong>en</strong> <strong>het</strong> moreel geweld in e<strong>en</strong> vertikaal dal<strong>en</strong>de <strong>en</strong><br />

horizontale lijn ligt. Pesterij<strong>en</strong> uitgeoef<strong>en</strong>d door ondergeschikt<strong>en</strong> <strong>en</strong> klant<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> van<br />

weinig belang.<br />

De organisatieverandering<br />

E<strong>en</strong> door de onderzoekers geïd<strong>en</strong>tificeerde risicofactor is de organisatieverandering;<br />

<strong>pesterij<strong>en</strong></strong> word<strong>en</strong> door 57% van de slachtoffers als dergelijk ervar<strong>en</strong>.<br />

De leeftijd<br />

Het onderzoek van Béatrice Seiler-VanDaal wordt ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s in <strong>het</strong> rec<strong>en</strong>te onderzoek van<br />

Marie-France Hirigoy<strong>en</strong> (2001) vermeld. De psychoanalyticus vermeldt de resultat<strong>en</strong> van dit<br />

onderzoek met betrekking tot de risicofactor verbond<strong>en</strong> aan de leeftijd. Volg<strong>en</strong>s de auteur<br />

(Hirigoy<strong>en</strong> 2001: 78), verteg<strong>en</strong>woordig<strong>en</strong> de jonger<strong>en</strong> in vergelijking met de andere<br />

leeftijdsgroep<strong>en</strong> e<strong>en</strong> doelgroep van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> (16,7%).<br />

Het geslacht<br />

Volg<strong>en</strong>s Hirigoy<strong>en</strong> (2001: 80), kan uit de resultat<strong>en</strong> van <strong>het</strong> onderzoek van Straatsburg niet<br />

word<strong>en</strong> afgeleid dat de vrouw<strong>en</strong> met betrekking tot morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>op</strong>merkelijk<br />

kwetsbaarder zijn. Overig<strong>en</strong>s is hier, in teg<strong>en</strong>stelling tot de meeste onderzoek<strong>en</strong> die <strong>op</strong> dit<br />

domein werd<strong>en</strong> uitgevoerd, de mannelijke groep oververteg<strong>en</strong>woordigd: onder de<br />

slachtoffers van psychologisch geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> word<strong>en</strong> hier 43,5% vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 56,5%<br />

mann<strong>en</strong> geteld.<br />

Viaud & Bernaud (2000)<br />

Psycholog<strong>en</strong> van de universiteit van Rou<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kwalitatief onderzoek uitgevoerd <strong>op</strong><br />

basis van e<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst die per post aan 190 person<strong>en</strong> werd gestuurd die <strong>op</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> zijn<br />

in <strong>het</strong> bestand van de Association Nationale de Victimes de Harcèlem<strong>en</strong>t Psychologique au<br />

Travail (ANVHPT). De dossiers van deze person<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong><br />

«geloofwaardigheidsonderzoek» onderworp<strong>en</strong> om zeker te zijn dat <strong>het</strong> hier wel degelijk<br />

gevall<strong>en</strong> betrof die duidelijk deel uitmaakt<strong>en</strong> van <strong>het</strong> bestudeerde f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong>. Het aantal<br />

verkreg<strong>en</strong> gevall<strong>en</strong> bedraagt 105 of 55% van de verstuurde vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong>.<br />

Aan de hand van de resultat<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de slachtoffers <strong>en</strong> de belagers,<br />

de tijdelijke <strong>en</strong> relationele k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van <strong>het</strong> gedrag, de subjectieve perceptie van de<br />

oorzak<strong>en</strong> <strong>en</strong> de verdeling van de problematiek per bedrijfssector, nauwkeuriger word<strong>en</strong><br />

omschrev<strong>en</strong>.<br />

Het gebeurt zeld<strong>en</strong> dat <strong>het</strong> slachtoffer <strong>het</strong> <strong>en</strong>ige mikpunt is. E<strong>en</strong> hoog perc<strong>en</strong>tage (87,5%)<br />

wijst <strong>op</strong> meerdere person<strong>en</strong> die <strong>het</strong> mikpunt van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> vanwege dezelfde belagers zijn.<br />

Met betrekking tot de subjectieve perceptie van de oorzak<strong>en</strong> van moreel geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong>,<br />

voer<strong>en</strong> de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> vaak (40%) e<strong>en</strong> houding aan van afwijzing of verzet die zij hebb<strong>en</strong><br />

aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van praktijk<strong>en</strong> waaraan zij niet w<strong>en</strong>st<strong>en</strong> deel te hebb<strong>en</strong> of<br />

waarmee zij niet kond<strong>en</strong> instemm<strong>en</strong>. Het feit te word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> als behor<strong>en</strong>d tot e<strong>en</strong> «andere<br />

groep» (personeelsverteg<strong>en</strong>woordiger, vakbondslid) wordt in 10% van de gevall<strong>en</strong><br />

beschouwd als medebepal<strong>en</strong>d in de victimisatie. Hun houding <strong>en</strong> beroepsgedrag word<strong>en</strong><br />

ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s vaak aangevoerd door de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die zich slachtoffer acht<strong>en</strong> van de jaloezie<br />

van hun omgeving.<br />

34


Het geslacht<br />

Onder de talrijke resultat<strong>en</strong> die in <strong>het</strong> advies van de Conseil Economique et Social word<strong>en</strong><br />

vermeld, merk<strong>en</strong> wij met interesse <strong>op</strong> dat de g<strong>en</strong>derdim<strong>en</strong>sie de problematiek van moreel<br />

geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> doordringt.<br />

Enerzijds zijn <strong>het</strong> mer<strong>en</strong>deel van de slachtoffers vrouw<strong>en</strong> (72.4%) van meer dan 40 jaar. De<br />

meest voorkom<strong>en</strong>de gevall<strong>en</strong> treff<strong>en</strong> person<strong>en</strong> die goed geïntegreerd zijn <strong>en</strong><br />

beroepservaring hebb<strong>en</strong>. Zij beschikk<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> eerder hoog <strong>op</strong>leidingsniveau (70%<br />

vermeldt e<strong>en</strong> <strong>op</strong>leidingsniveau dat minst<strong>en</strong>s met e<strong>en</strong> baccalaureaat gelijkstaat) maar in dit<br />

domein is <strong>het</strong> goed mogelijk dat <strong>het</strong> <strong>op</strong>leidingsniveau de klacht- <strong>en</strong> aanklachtprocedure<br />

bevordert.<br />

Anderzijds bevind<strong>en</strong> de mann<strong>en</strong> zich hoofdzakelijk in de positie van de belager. De daders<br />

van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> die namelijk in eerste positie word<strong>en</strong> vermeld behor<strong>en</strong> voor 74,5% tot <strong>het</strong><br />

mannelijk geslacht, in tweede positie is dat voor 65,8% <strong>en</strong> in derde positie voor 53,7% van<br />

de daders <strong>het</strong> geval. Onder de daders die in vierde positie word<strong>en</strong> vermeld zijn de vrouw<strong>en</strong><br />

met 56,8% in de meerderheid. De gemiddelde leeftijd van de belagers, ongeacht hun positie,<br />

ligt net als bij hun slachtoffers, iets hoger dan 40 jaar. Zij hebb<strong>en</strong> doorgaans e<strong>en</strong> zeer hoog<br />

<strong>op</strong>leidingsniveau, voor 3/4 ligt <strong>het</strong> <strong>op</strong>leidingsniveau gelijk met of hoger dan <strong>het</strong><br />

baccalaureaat.<br />

De hiërarchische positie<br />

Ook <strong>op</strong> niveau van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> blijkt de machtsdynamiek c<strong>en</strong>traal te staan aangezi<strong>en</strong><br />

in 90% van de gevall<strong>en</strong> de hiërarchische superieur als belangrijkste belager wordt<br />

geïd<strong>en</strong>tificeerd. Voor de overige belagers blijft de vertikaal dal<strong>en</strong>de lijn van «Mobbing» in de<br />

meerderheid.<br />

De bedrijfssector<br />

Wanneer m<strong>en</strong> de spreiding per bedrijfssector in beschouwing neemt ligt de <strong>op</strong><strong>en</strong>bare sector<br />

(54,2%) vóór <strong>op</strong> de privé-sector (45.7% waarvan 10.5% in <strong>het</strong> ver<strong>en</strong>igingslev<strong>en</strong>). Dit verschil<br />

neemt toe wanneer m<strong>en</strong> <strong>het</strong> aantal bestaande arbeidspost<strong>en</strong> in elk van deze sector<strong>en</strong> in<br />

aanmerking neemt.<br />

Eén van de meest <strong>op</strong>merkelijke paradox<strong>en</strong> van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> is volg<strong>en</strong>s de<br />

auteurs <strong>het</strong> feit dat dergelijk gedrag <strong>werk</strong>milieus treft waar de <strong>werk</strong>nemers doorgaans relatief<br />

goed beschermd zijn, <strong>en</strong> organisaties die zich wijd<strong>en</strong> aan <strong>op</strong><strong>en</strong>bare di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing of<br />

hulpverl<strong>en</strong>ing. Zo verteg<strong>en</strong>woordigt de sector gezondheidszorg 16% van de risicoorganisaties,<br />

de ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> voor humanitaire hulp 9,5%, de onderwijsdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> 10,5% <strong>en</strong><br />

de administratieve di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> 25%. Insgelijks is <strong>op</strong> niveau van de bedrijv<strong>en</strong> de di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>sector<br />

vaker verteg<strong>en</strong>woordigd dan de industriesector (20%).<br />

Telefonische IPSOS-peiling (mei 2000)<br />

De resultat<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> telefonische peiling die in mei 2000 in Frankrijk door Ipsos<br />

International bij 471 <strong>werk</strong>nemers werd uitgevoerd wijst <strong>op</strong> e<strong>en</strong> preval<strong>en</strong>tie van morele<br />

<strong>pesterij<strong>en</strong></strong> dat merkelijk hoger ligt dan de vorige schatting<strong>en</strong>. 30% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

acht<strong>en</strong> zich <strong>het</strong> slachtoffer van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> 37% id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong> zich als getuige van <strong>het</strong><br />

f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> in hun bedrijf.<br />

35


De <strong>op</strong>erationalisering van de bestudeerde variabele in de IPSOS-peiling dreigt ev<strong>en</strong>wel<br />

gevall<strong>en</strong> te begrijp<strong>en</strong> die niet in e<strong>en</strong> proces van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> maar eerder in de meer algem<strong>en</strong>e<br />

problematiek van beroepsstress thuishor<strong>en</strong>. Na e<strong>en</strong> vrij ruime definitie van <strong>het</strong> betrokk<strong>en</strong><br />

f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> wordt de respond<strong>en</strong>t namelijk gevraagd zich als slachtoffer <strong>en</strong>/of getuige te<br />

plaats<strong>en</strong>. Rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong>d met de media-aandacht die deze vorm van geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong><br />

thans wekt, is <strong>het</strong> niet onvoorstelbaar dat e<strong>en</strong> gedeelte van <strong>het</strong> publiek de problematiek van<br />

moreel geweld wel e<strong>en</strong>s zou kunn<strong>en</strong> aangrijp<strong>en</strong> om zijn gevoel van arbeidsontevred<strong>en</strong>heid<br />

uit te drukk<strong>en</strong> of de problematiek met beroepsstress gelijk te stell<strong>en</strong>.<br />

Jaspard (2001) van <strong>het</strong> Institut National d’Etudes Démographiques<br />

Andere Franse gegev<strong>en</strong>s, verstrekt door <strong>het</strong> Institut National d’Etudes Démographiques<br />

(Jaspard M. & al., januari 2001) wijz<strong>en</strong> uit dat 8% van de vrouw<strong>en</strong> in hun <strong>werk</strong>omgeving <strong>het</strong><br />

slachtoffer zijn van belediging<strong>en</strong> <strong>en</strong> verbale agressies <strong>en</strong> dat 17% in <strong>het</strong> afgel<strong>op</strong><strong>en</strong> jaar<br />

minst<strong>en</strong>s één maal <strong>het</strong> mikpunt van psychologische dwang zijn geweest.<br />

De leeftijd <strong>en</strong> <strong>het</strong> <strong>op</strong>leidingsniveau<br />

Het lijkt er<strong>op</strong> dat deze beide vorm<strong>en</strong> van psychologisch geweld zich sterker do<strong>en</strong> geld<strong>en</strong> <strong>op</strong><br />

vrouw<strong>en</strong> van uiterst verschill<strong>en</strong>de leeftijdscategorieën <strong>en</strong> <strong>op</strong>leidingsniveaus: <strong>op</strong> jonge<br />

vrouw<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> <strong>op</strong>leidingsniveau dat lager ligt dan <strong>het</strong> baccalaureaat (29%) <strong>en</strong> in mindere<br />

mate <strong>op</strong> oudere vrouw<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hoog <strong>op</strong>leidingsniveau (20%). Het frequ<strong>en</strong>tiecriterium van<br />

morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> in beschouwing g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> daalt de preval<strong>en</strong>tie tot 4%.<br />

e) In Nederland<br />

Sinds 1994 is Nederland overe<strong>en</strong>komstig de «Arbeidsomstandighed<strong>en</strong>wet» verplicht de<br />

<strong>werk</strong>nemers teg<strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>en</strong> psychologisch geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> te<br />

bescherm<strong>en</strong>. Deze wet beoogt diverse vorm<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st gedrag te bestrijd<strong>en</strong>, incluis<br />

racistische dad<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>als agressies die door person<strong>en</strong> extern aan <strong>het</strong> bedrijf kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

gepleegd zoals klant<strong>en</strong>, patiënt<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>het</strong> publiek.<br />

E<strong>en</strong> nationaal onderzoek betreff<strong>en</strong>de de <strong>werk</strong>omstandighed<strong>en</strong>, geleid door Adri<strong>en</strong>ne<br />

B. Hubert <strong>en</strong> Marc van Veldhov<strong>en</strong> (2001), wijst uit dat betreff<strong>en</strong>de de preval<strong>en</strong>tie van geweld<br />

<strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong>, naargelang van de betrokk<strong>en</strong> bedrijfssector<strong>en</strong> e<strong>en</strong> grote afwijking bestaat. De<br />

gegev<strong>en</strong>s werd<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 1995 <strong>en</strong> 1999 door middel van e<strong>en</strong> uitgebreide vrag<strong>en</strong>lijst<br />

verzameld, de «Vrag<strong>en</strong>lijst Beleving <strong>en</strong> Beoordeling van de Arbeid, VBBA» die 108 vrag<strong>en</strong><br />

met betrekking tot de psychosociale <strong>werk</strong>last bevat. Vier vrag<strong>en</strong> b<strong>en</strong>ader<strong>en</strong> de problematiek<br />

van geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> (agressies vanwege collega's of superieur<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>als onaang<strong>en</strong>ame<br />

situaties verbond<strong>en</strong> aan de aanwezigheid van collega's of superieur<strong>en</strong>).<br />

Met betrekking tot <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> tuss<strong>en</strong> collega's verton<strong>en</strong> de verkreg<strong>en</strong> resultat<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

preval<strong>en</strong>tie van 2,2.% Terugker<strong>en</strong>d agressief gedrag vanwege hiërarchische superieur<strong>en</strong><br />

wordt met e<strong>en</strong> totale frequ<strong>en</strong>tie van 2,1% vermeld. In dit onderzoek verton<strong>en</strong> de<br />

preval<strong>en</strong>tieperc<strong>en</strong>tages naargelang van de bedrijfssector<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijke verschill<strong>en</strong>.<br />

36


Het prev<strong>en</strong>tie-effect van de wetgeving net als de onderzoeksmethodologie (vier losstaande<br />

items die in verhouding tot de problematiek van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> weinig expliciet zijn), zijn<br />

waarschijnlijk zoveel elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die <strong>het</strong> zwakke preval<strong>en</strong>tieperc<strong>en</strong>tage kunn<strong>en</strong> verklar<strong>en</strong>.<br />

f) In België<br />

In België heeft e<strong>en</strong> voorbereid<strong>en</strong>d kwalitatief onderzoek aan de Luikse universiteit e<strong>en</strong> aantal<br />

ontwikkelingslijn<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> sc<strong>het</strong>s<strong>en</strong>. De getuig<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> die van de slachtoffers werd<strong>en</strong><br />

afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> wijz<strong>en</strong> <strong>op</strong> e<strong>en</strong> zekere regelmaat. De gedeeltelijke resultat<strong>en</strong> van dit onderzoek,<br />

gefinancierd door <strong>het</strong> Nationaal Onderzoeksinstituut voor Arbeidsomstandighed<strong>en</strong>, werd<strong>en</strong><br />

<strong>op</strong> 23 oktober 2000 in <strong>Brussel</strong> tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> colloquium georganiseerd door de Afdeling<br />

Humanisering <strong>en</strong> bevordering van de arbeid, van <strong>het</strong> Federaal ministerie van Te<strong>werk</strong>stelling<br />

<strong>en</strong> Arbeid uite<strong>en</strong>gezet.<br />

Het Luikse onderzoek wijst <strong>op</strong> e<strong>en</strong> belangrijke dim<strong>en</strong>sie van «Mobbing», met name de<br />

irrationaliteit van <strong>het</strong> proces. Dit bijzonder k<strong>en</strong>merk van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> komt zowel tot<br />

uiting in de door de belager(s) toegepaste strategieën als in de door de slachtoffers<br />

aangew<strong>en</strong>de method<strong>en</strong> om zich uit de kwell<strong>en</strong>de situatie te redd<strong>en</strong> waarin zij vastzitt<strong>en</strong>. De<br />

eerstg<strong>en</strong>oemd<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> absurd gedrag zoals <strong>het</strong> verplaats<strong>en</strong> van <strong>het</strong> materiaal van de<br />

persoon die <strong>het</strong> mikpunt is van hun <strong>pesterij<strong>en</strong></strong>, <strong>het</strong> afzag<strong>en</strong> van de deur van zijn/haar bureau,<br />

<strong>het</strong> vervals<strong>en</strong> of do<strong>en</strong> verdwijn<strong>en</strong> van docum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Vandaar dat de poging<strong>en</strong> om zich teg<strong>en</strong><br />

dergelijk irrationeel gedrag te bescherm<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel als onaangepast of onredelijk kunn<strong>en</strong><br />

voorkom<strong>en</strong>. De auteurs vermeld<strong>en</strong> <strong>het</strong> geval van e<strong>en</strong> dame van e<strong>en</strong> veertigtal jaar die elke<br />

dag <strong>op</strong> weg naar haar <strong>werk</strong> teg<strong>en</strong> zichzelf zei dat e<strong>en</strong> dodelijk ongeval zou belett<strong>en</strong> dat zij<br />

<strong>op</strong>nieuw met haar belager zou word<strong>en</strong> geconfronteerd. Dit k<strong>en</strong>merk van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong><br />

lijkt verbond<strong>en</strong> aan de perverse natuur van <strong>het</strong> proces, aan de manipulatieve dim<strong>en</strong>sie die<br />

<strong>het</strong> gedrag dat hier wordt beschrev<strong>en</strong> laat doorschemer<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> kan zich trouw<strong>en</strong>s <strong>en</strong>kel<br />

maar vrag<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> over de bedoeling van de dader van dergelijke handeling<strong>en</strong>. Deze<br />

waarneming<strong>en</strong> zijn e<strong>en</strong> weerklank van de door Marie-France Hirigoy<strong>en</strong> voorgestelde analyse<br />

van <strong>het</strong> f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong>. Zij me<strong>en</strong>t dat <strong>het</strong> destabiliser<strong>en</strong>d effect van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> voorkomt<br />

uit e<strong>en</strong> gevoel van zijn zinn<strong>en</strong> te word<strong>en</strong> beroofd. «Meestal zijn de plagerij<strong>en</strong> van<br />

willekeurige aard, de vorm ervan varieert naargelang van de dag<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong> poging te<br />

begrijp<strong>en</strong> stelt <strong>het</strong> slachtoffer zich vrag<strong>en</strong> zonder antwoord waar hij/zij niet wijs uit geraakt.<br />

(…) Logica <strong>en</strong> gezond verstand bestaan niet meer, de red<strong>en</strong><strong>en</strong> van dergelijk gedrag kunn<strong>en</strong><br />

onmogelijk word<strong>en</strong> gevat, wat <strong>het</strong> slachtoffer aan zijn/haar m<strong>en</strong>tale gezondheid doet<br />

twijfel<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> zegt hem/haar dat hij/zij gek is <strong>en</strong> vermits hij/zij ge<strong>en</strong> verklaring vindt voor<br />

zijn/haar afzondering begint hij/zij dat ook te gelov<strong>en</strong>. Strikt g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> is dat e<strong>en</strong> manier om<br />

iemand gek te mak<strong>en</strong>» (Hirigoy<strong>en</strong> 2001: 48)<br />

Daniel Faulx <strong>en</strong> Caroline Geuzaine hebb<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s <strong>op</strong> niveau van <strong>het</strong> gedrag van de<br />

slachtoffers e<strong>en</strong> andere regelmaat <strong>op</strong>gemerkt: de <strong>werk</strong>drift. Het slachtoffer w<strong>en</strong>st steeds<br />

meer te do<strong>en</strong>. «Terwijl aan elk <strong>werk</strong> e<strong>en</strong> onvermijdelijke foutmarge verbond<strong>en</strong> is, heeft <strong>het</strong><br />

slachtoffer van «Mobbing» daar ge<strong>en</strong> recht <strong>op</strong>» (Faulx & Geuzaine, 23 oktober 2000: 2). De<br />

auteurs verklar<strong>en</strong> dit gedrag als e<strong>en</strong> aanpassingsstrategie vanwege <strong>het</strong> slachtoffer om de<br />

situatie aan te kunn<strong>en</strong> waarin hij/zij vastzit <strong>en</strong> voelt dat hij/zij constant in zijn/haar <strong>werk</strong> wordt<br />

gecontroleerd <strong>en</strong> beoordeeld. Volg<strong>en</strong>s Hirigoy<strong>en</strong> (1998: 58) vindt m<strong>en</strong> onder de slachtoffers<br />

veel perfectionistische <strong>werk</strong>nemers die e<strong>en</strong> «pathologisch pres<strong>en</strong>tisme» verton<strong>en</strong>. Dit<br />

k<strong>en</strong>merk wordt door de psychoanalyticus vooral als persoonlijkheidsk<strong>en</strong>merk aangehaald.<br />

De hiërarchische positie<br />

Uit de tot nog toe vier<strong>en</strong>dertig bestudeerde gevall<strong>en</strong> blijkt dat morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> eerder<br />

gepaard gaan met e<strong>en</strong> machtsdynamiek die meestal, maar niet uitsluit<strong>en</strong>d, voortvloeit uit <strong>het</strong><br />

beroepsstatuut. In de meeste gevall<strong>en</strong> (68%) werd de dader van de <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> namelijk als<br />

e<strong>en</strong> hiërarchische superieur geïd<strong>en</strong>tificeerd. In de andere gevall<strong>en</strong> ontwikkelt deze vorm van<br />

37


geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> zich in horizontale lijn. Daniel Faulx <strong>en</strong> Caroline Geuzaine interpreter<strong>en</strong><br />

«Mobbing» onder collega's in term<strong>en</strong> van «psychologisch overwicht» waarbij <strong>op</strong> <strong>het</strong><br />

theoretisch psychoanalytisch kader van perversie beroep wordt gedaan.<br />

<strong>het</strong> geslacht<br />

Daarom is <strong>het</strong> verwonderlijk dat ge<strong>en</strong> differ<strong>en</strong>tiële impact van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> naargelang<br />

van <strong>het</strong> geslacht wordt vastgesteld. De sociale structuur van de machtsverhouding<strong>en</strong> die de<br />

huidige <strong>werk</strong>organisatie doordringt in beschouwing g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, stelt m<strong>en</strong> vast dat de vrouw<strong>en</strong><br />

nog voor <strong>het</strong> mer<strong>en</strong>deel ondergeschikte posities bekled<strong>en</strong>.<br />

Gezagsbeheer<br />

De Luikse onderzoekers id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijke risicofactor met betrekking tot <strong>het</strong><br />

beheer van <strong>het</strong> gezagsapparaat. ««Mobbing» komt vaker voor in uitermate hiërarchieke<br />

system<strong>en</strong> waar ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele controle met terug<strong>werk</strong><strong>en</strong>de kracht <strong>op</strong> <strong>het</strong> gezagsapparaat<br />

wordt uitgevoerd: de ondergeschikte beschikt over ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel recht van oordeel <strong>op</strong> zijn<br />

superieur. «Mobbing» treedt vaker <strong>op</strong> ofwel in kleinere bedrijv<strong>en</strong> die door e<strong>en</strong> omnipot<strong>en</strong>te<br />

baas word<strong>en</strong> geleid, ofwel in grotere organisaties waar de hiërarchische superieur absolute<br />

evaluatie- <strong>en</strong> beslissingsbevoegdheid heeft» (Faulx & Geuzaine, 23 oktober 2000: 3).<br />

Werkorganisatie<br />

De risicofactor<strong>en</strong> van organisatorische aard die uit dit onderzoek naar vor<strong>en</strong> tred<strong>en</strong> zijn<br />

<strong>en</strong>erzijds de hiërarchische onbuigzaamheid van <strong>het</strong> bedrijf, <strong>en</strong> anderzijds de onnauwkeurige<br />

omschrijving van <strong>het</strong> <strong>werk</strong> <strong>en</strong> de kwaliteitscriteria.<br />

De beperking<strong>en</strong> van <strong>het</strong> Luikse onderzoek vloei<strong>en</strong> voort uit de omvang van <strong>het</strong><br />

onderzoeksveld. De resultat<strong>en</strong> steun<strong>en</strong> <strong>op</strong> getuig<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> van slachtoffers die zich tot de<br />

di<strong>en</strong>st hebb<strong>en</strong> gew<strong>en</strong>d die door de onderzoekers werd <strong>op</strong>gericht. Deze laatstg<strong>en</strong>oemd<strong>en</strong><br />

hebb<strong>en</strong> de getuig<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> via brochures <strong>en</strong> persartikel<strong>en</strong> <strong>op</strong>geroep<strong>en</strong>. Daarom<br />

verteg<strong>en</strong>woordig<strong>en</strong> de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> waar<strong>op</strong> dit onderzoek wijst waarschijnlijk niet alle situaties<br />

van «Mobbing» die in België bestaan. In dit <strong>op</strong>zicht mak<strong>en</strong> Caroline Geuzaine <strong>en</strong> Daniel<br />

Faulx weg<strong>en</strong>s de beperking<strong>en</strong> van <strong>het</strong> onderzoek e<strong>en</strong> onderscheid tuss<strong>en</strong> de waarneming<strong>en</strong><br />

die betrekking hebb<strong>en</strong> <strong>op</strong> de duur van <strong>het</strong> proces.<br />

38


2.1.2. In Noord-Amerika<br />

a) In de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong><br />

Spratl<strong>en</strong> (1995)<br />

In 1995, heeft L.P. Spratl<strong>en</strong> van de universiteit van Washington bij e<strong>en</strong> aselecte steekproef<br />

van 1585 led<strong>en</strong> van <strong>het</strong> universitair personeel de problematiek van «Mistreatm<strong>en</strong>t at Work»,<br />

<strong>het</strong> psychologisch geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong>, bestudeerd. De respons rate bedroeg 51% ofwel 810<br />

ingevulde vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong>. In totaal beantwoordd<strong>en</strong> 23% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aan de criteria<br />

van beroepsagressie.<br />

Het geslacht<br />

Van de bestudeerde risicofactor<strong>en</strong> blijkt de g<strong>en</strong>derdim<strong>en</strong>sie niet aan de voorvall<strong>en</strong> van<br />

morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> verbond<strong>en</strong>; onder de slachtoffers word<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>veel mann<strong>en</strong> als vrouw<strong>en</strong><br />

geteld.<br />

De hiërarchische positie<br />

Met betrekking tot de machtssdynamiek werd psychologisch geweld zowel door<br />

hiërarchische superieur<strong>en</strong> als door collega's gepleegd. Over <strong>het</strong> geheel g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> had<br />

agressie e<strong>en</strong> negatieve uit<strong>werk</strong>ing <strong>op</strong> de arbeidstevred<strong>en</strong>heid.<br />

Gary Namie (2000)<br />

Overig<strong>en</strong>s werd in de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> in <strong>het</strong> kader van de campagne ter bestrijding van<br />

grof gedrag <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> (Campaign Against Workplace Bullying) e<strong>en</strong> uitgebreide <strong>en</strong>quête<br />

uitgevoerd naar <strong>het</strong> f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> van «Workplace Bullying». De onderzoeksperson<strong>en</strong> werd<strong>en</strong><br />

geworv<strong>en</strong> <strong>op</strong> basis van e<strong>en</strong> Internetsite gewijd aan de problematiek waar e<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst<br />

anoniem kon word<strong>en</strong> ingevuld. Op die manier werd<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de periode van 1 maart tot 30<br />

mei 2000 onderzoeksgegev<strong>en</strong>s verzameld.<br />

Deze originele methodologie beïnvloedt de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de steekproef. De respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

verteg<strong>en</strong>woordig<strong>en</strong> namelijk grot<strong>en</strong>deels e<strong>en</strong> subgroep van slachtoffers. Het betreft ge<strong>en</strong><br />

aselecte steekproef, maar e<strong>en</strong> steekproef met e<strong>en</strong> bias van zelfselectie. De<br />

veralgeme<strong>en</strong>baarheid van de resultat<strong>en</strong> beperkt zich tot de slachtoffers <strong>op</strong> zoek naar<br />

informatie over moeilijkhed<strong>en</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> die over e<strong>en</strong> Internet-verbinding beschikk<strong>en</strong>. De<br />

grootte van de steekproef is ev<strong>en</strong>wel <strong>op</strong>merkelijk vermits 1335 respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, all<strong>en</strong><br />

slachtoffer, de vrag<strong>en</strong>lijst hebb<strong>en</strong> ingevuld. Het betreft dus e<strong>en</strong> grootscheeps kwalitatief<br />

onderzoek.<br />

De toegepaste definitie van «Bullying» luidt als volgt: <strong>het</strong> betreft e<strong>en</strong> <strong>op</strong>zettelijke,<br />

terugker<strong>en</strong>de <strong>en</strong> kwets<strong>en</strong>de verbale agressie jeg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> persoon (<strong>het</strong> slachtoffer) vanwege<br />

e<strong>en</strong> wrede belager (de dader van de <strong>pesterij<strong>en</strong></strong>).<br />

Net als bij <strong>het</strong> onderzoek van 1995, war<strong>en</strong> <strong>het</strong> geslacht <strong>en</strong> de hiërarchische positie de<br />

bestudeerde risicofactor<strong>en</strong>.<br />

39


Het geslacht<br />

Dit onderzoek wijst uit dat er tuss<strong>en</strong> de problematiek van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> de g<strong>en</strong>derdim<strong>en</strong>sie<br />

e<strong>en</strong> sterke sam<strong>en</strong>hang bestaat. In de eerste plaats, terwijl ev<strong>en</strong>veel mann<strong>en</strong> als vrouw<strong>en</strong> als<br />

belagers word<strong>en</strong> geïd<strong>en</strong>tificeerd zijn 75% van de slachtoffers vrouw<strong>en</strong>. Verder pest<strong>en</strong> de<br />

mann<strong>en</strong> meestal vrouw<strong>en</strong> (69%) <strong>en</strong> de vrouw<strong>en</strong> vrijwel uitsluit<strong>en</strong>d andere vrouw<strong>en</strong> (84%).<br />

De hiërarchische positie<br />

Behalve de g<strong>en</strong>derdim<strong>en</strong>sie lijkt de machtsdynamiek <strong>op</strong> niveau van «Workplace Bullying»<br />

e<strong>en</strong> belangrijke plaats in te nem<strong>en</strong>: 81% van de belagers zijn hiërarchische superieur<strong>en</strong>.<br />

Overig<strong>en</strong>s wijz<strong>en</strong> de resultat<strong>en</strong> van de <strong>en</strong>quête <strong>op</strong> <strong>het</strong> bestaan van diepgaande gevolg<strong>en</strong> <strong>op</strong><br />

de gezondheidstoestand van de slachtoffers: 41% van de slachtoffers lijd<strong>en</strong> aan depressie,<br />

80% verton<strong>en</strong> symptom<strong>en</strong> van psychische angst, conc<strong>en</strong>tratieverlies <strong>en</strong> slaapstoorniss<strong>en</strong>.<br />

De posttraumatische stressstoornis (PTSD) lijkt vergelijk<strong>en</strong>derwijs meer vrouw<strong>en</strong> (31%) dan<br />

mann<strong>en</strong> (21%) te treff<strong>en</strong>.<br />

De gevolg<strong>en</strong> van dergelijke hachelijke situatie <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> do<strong>en</strong> zich ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s <strong>op</strong> <strong>het</strong><br />

carrièreverlo<strong>op</strong> geld<strong>en</strong> <strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> economische impact voor de persoon die eronder<br />

gebukt gaat. Van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor wie e<strong>en</strong> einde aan de <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> werd gemaakt,<br />

hebb<strong>en</strong> 82% hun betrekking vrijwillig (38%) of dwangmatig (44%) verlor<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> gevolge<br />

waarvan 51% van de slachtoffers geheel of gedeeltelijk van hun inkomst<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> beroofd.<br />

Het trauma dat door moreel geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> <strong>op</strong>treedt heeft gevolg<strong>en</strong> <strong>op</strong> lange termijn,<br />

aangezi<strong>en</strong> 79% van de slachtoffers bewer<strong>en</strong> vaak of voortdur<strong>en</strong>d terug te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> aan de<br />

pijnlijke situatie die hij/zij <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> heeft verduurd.<br />

Deze resultat<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> moeilijk met de eerder verkreg<strong>en</strong> preval<strong>en</strong>tieperc<strong>en</strong>tages word<strong>en</strong><br />

vergelek<strong>en</strong>, zoals bijvoorbeeld in <strong>het</strong> onderzoek van Keashley et Wayne (2000), vermeld<br />

door de auteur, dat werd uitgevoerd bij <strong>werk</strong>nemers die <strong>op</strong> basis van e<strong>en</strong> aselecte<br />

steekproef in de staat van Michigan werd<strong>en</strong> geworv<strong>en</strong>. In dit onderzoek bedraagt de<br />

preval<strong>en</strong>tie van «Bullying» 21%. De Internet-<strong>en</strong>quête biedt ev<strong>en</strong>wel <strong>het</strong> voordeel van de<br />

kwalitatieve <strong>en</strong>quêtes, te wet<strong>en</strong> dat de aandacht wordt gevestigd <strong>op</strong> de verschill<strong>en</strong>de<br />

factor<strong>en</strong> die in deze problematiek e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong>, zoals de g<strong>en</strong>derdim<strong>en</strong>sie <strong>en</strong> de<br />

machtsdynamiek.<br />

b) In Canada<br />

De gegev<strong>en</strong>s betreff<strong>en</strong>de morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> in Canada zijn uit diverse bronn<strong>en</strong><br />

afkomstig.<br />

T<strong>en</strong> eerste verschaft e<strong>en</strong> internationale <strong>en</strong>quête betreff<strong>en</strong>de geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong>,<br />

gefinancierd door <strong>het</strong> Bureau International du Travail, e<strong>en</strong> aantal gegev<strong>en</strong>s voor Canada<br />

betreff<strong>en</strong>de deze bijzondere problematiek in de ruimere context van geweld in <strong>het</strong> algeme<strong>en</strong>.<br />

40


Overig<strong>en</strong>s verplicht de Code canadi<strong>en</strong> du travail de <strong>werk</strong>gevers hun eig<strong>en</strong> beleid <strong>op</strong> te<br />

stell<strong>en</strong> ter bestrijding van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong>. Dit concept omvat tegelijkertijd wat wij begrijp<strong>en</strong> onder<br />

«morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong>», onwettige discriminatie (zoals bepaald in de loi canadi<strong>en</strong>ne sur les<br />

droits de la personne), <strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag. Op die manier neemt thans de<br />

Conseil du Trésor du Canada, in zijn hoedanigheid van <strong>werk</strong>gever van <strong>het</strong><br />

ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>apparaat, t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van <strong>het</strong> welzijn van de <strong>werk</strong>nemers e<strong>en</strong> duidelijke positie<br />

in <strong>en</strong> veroordeelt psychologisch geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> aan de hand van e<strong>en</strong> beleid van<br />

prev<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> verord<strong>en</strong>ing van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong>. De bewoording<strong>en</strong> van dit beleid dat <strong>op</strong><br />

1 juni 2001 in <strong>werk</strong>ing treedt, luid<strong>en</strong> als volgt: «Pesterij<strong>en</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> zijn onaanvaardbaar<br />

<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> niet word<strong>en</strong> geduld. Alle person<strong>en</strong> die binn<strong>en</strong> <strong>het</strong> ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>apparaat <strong>werk</strong>zaam<br />

zijn, ongeacht zij al dan niet bedi<strong>en</strong>d<strong>en</strong> zijn, moet<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> <strong>werk</strong>omgeving zonder<br />

<strong>pesterij<strong>en</strong></strong> kunn<strong>en</strong> g<strong>en</strong>iet<strong>en</strong>.» Maar reeds in 1988 had de Canadese krijgsmacht e<strong>en</strong><br />

verord<strong>en</strong>ing afgekondigd betreff<strong>en</strong>de persoonlijke <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> waarin duidelijk werd gesteld<br />

dat <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> niet werd<strong>en</strong> geduld. Dit beleid wordt regelmatig aan interne evaluaties<br />

onderworp<strong>en</strong> wat ons terzake tot nauwkeuriger epidemiologische gegev<strong>en</strong>s toegang geeft.<br />

Chappell <strong>en</strong> Di Martino (1998)<br />

De internationale <strong>en</strong>quête gefinancierd door <strong>het</strong> Bureau International du Travail (BIT) stelt de<br />

problematiek van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> in Canada aan <strong>het</strong> licht. In <strong>het</strong> onderzoeksverslag<br />

van <strong>het</strong> BIT dat <strong>op</strong> 20 juli 1998 werd bek<strong>en</strong>dgemaakt, vermeld<strong>en</strong> Duncan Chappell <strong>en</strong><br />

Vittorio Di Martino met name resultat<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong>de de situatie in de Canadese<br />

beroepsmilieus. Deze <strong>en</strong>quête waarvan de gegev<strong>en</strong>s in 1996 werd<strong>en</strong> verzameld, werd bij<br />

2000 Canadese <strong>werk</strong>nemers uitgevoerd. Van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> vermeld<strong>en</strong> 5% van de<br />

vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 3,9% van de mann<strong>en</strong> voorvall<strong>en</strong> van geweld <strong>op</strong> hun <strong>werk</strong>. Het betreft ev<strong>en</strong>wel<br />

niet noodzakelijkerwijs fysiek geweld. <strong>Geweld</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> evolueert namelijk naar e<strong>en</strong> vorm<br />

van psychologisch geweld. Zodanig dat de vermelde voorvall<strong>en</strong> grot<strong>en</strong>deels gevall<strong>en</strong> betreft<br />

van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> «Bullying». Wat ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag betreft bedraagt <strong>het</strong><br />

klacht<strong>en</strong>perc<strong>en</strong>tage onder de Canadese vrouw<strong>en</strong> 9,7%.<br />

Duncan Chappell <strong>en</strong> Vittorio Di Martino (1998) hebb<strong>en</strong> de aandacht gevestigd <strong>op</strong> wijziging<strong>en</strong><br />

in <strong>het</strong> profiel van geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong>. Traditioneel werd dit probleem in de eerste plaats als<br />

fysiek geweld beschouwd. In de afgel<strong>op</strong><strong>en</strong> jar<strong>en</strong>, met de <strong>op</strong>e<strong>en</strong>h<strong>op</strong>ing van bewijz<strong>en</strong> van de<br />

schadelijke gevolg<strong>en</strong> van bepaalde niet-fysieke vernietig<strong>en</strong>de gedraging<strong>en</strong>, is <strong>het</strong> concept<br />

van psychologische geweld <strong>op</strong> de voorgrond getred<strong>en</strong>. Zo bracht in 1994 e<strong>en</strong> <strong>en</strong>quête<br />

uitgevoerd door <strong>het</strong> Syndicat Canadi<strong>en</strong> de la Fonction Publique aan <strong>het</strong> licht dat voor 70%<br />

van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> verbale agressie de voornaamste vorm van geweld was dat zij <strong>op</strong> <strong>het</strong><br />

<strong>werk</strong> te verdur<strong>en</strong> kreg<strong>en</strong> (Pizzino 1994, in Chappell & Di Martino 1998).<br />

Peiling van de Canadese krijgsmacht (1998)<br />

Na de verord<strong>en</strong>ing van 1988 die <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> in de Canadese krijgsmacht verbiedt, gaf e<strong>en</strong><br />

eerste onderzoek in 1992 aanleiding tot e<strong>en</strong> herzi<strong>en</strong>ing van <strong>het</strong> anti-pestbeleid, dat <strong>op</strong> haar<br />

beurt in 1998 tot e<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de peiling aanleiding gaf. De <strong>en</strong>quête van 1998 werd uitgevoerd<br />

in de vorm van e<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst die per post aan 2290 di<strong>en</strong>stplichtig<strong>en</strong> van de geregelde<br />

troep<strong>en</strong> <strong>en</strong> aan 2340 stagiaires werd verstuurd. De respons rates bedrag<strong>en</strong> respectievelijk<br />

48% (of 1099 led<strong>en</strong> van de geregelde troep<strong>en</strong>) <strong>en</strong> 38% (of 889 van de stagiaires).<br />

41


Vier vorm<strong>en</strong> van pestgedrag werd<strong>en</strong> bestudeerd: persoonlijke <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> (discriminatie),<br />

ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag, machtsmisbruik <strong>en</strong> inwijding (ontgro<strong>en</strong>ing). Na de definitie van<br />

<strong>pesterij<strong>en</strong></strong> werd aan de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gevraagd of zij in de afgel<strong>op</strong><strong>en</strong> twaalf maand<strong>en</strong> <strong>het</strong><br />

mikpunt van dit soort <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> zijn geweest.<br />

De verkreg<strong>en</strong> resultat<strong>en</strong> wez<strong>en</strong> <strong>op</strong> twee risicofactor<strong>en</strong>.<br />

Het geslacht<br />

De resultat<strong>en</strong> wijz<strong>en</strong> uit dat behalve de initiaties (dezelfde frequ<strong>en</strong>tie van 2% bij de mann<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> bij de vrouw<strong>en</strong>), de vrouw<strong>en</strong> eerder dan de mann<strong>en</strong> in de afgel<strong>op</strong><strong>en</strong> twaalf maand<strong>en</strong> één<br />

of andere vorm van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> hebb<strong>en</strong> verduurd. De vier vorm<strong>en</strong> van pestgedrag sam<strong>en</strong><br />

beschouwd, wijz<strong>en</strong> de gegev<strong>en</strong>s uit dat 39% van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 24% van de mann<strong>en</strong> in de<br />

Canadese krijgsmacht <strong>het</strong> mikpunt van één of meerdere van de vier bestudeerde vorm<strong>en</strong><br />

van pestgedrag zijn geweest.<br />

Overig<strong>en</strong>s wordt de differ<strong>en</strong>tiële impact van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> in <strong>het</strong> bijzonder <strong>op</strong>gemerkt met<br />

betrekking tot de gevolg<strong>en</strong> ervan. De slachtoffers werd<strong>en</strong> gevraagd e<strong>en</strong> ervaring van<br />

psychologisch geweld aan te duid<strong>en</strong> die h<strong>en</strong> <strong>het</strong> diepst had getroff<strong>en</strong>. Deze resultat<strong>en</strong> wijz<strong>en</strong><br />

<strong>op</strong> verschill<strong>en</strong> naargelang van <strong>het</strong> geslacht van <strong>het</strong> slachtoffer. Enerzijds zijn de vrouw<strong>en</strong><br />

eerder g<strong>en</strong>eigd ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>en</strong> persoonlijke <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> te vermeld<strong>en</strong> terwijl<br />

de mann<strong>en</strong> eerder machtmisbruik vermeld<strong>en</strong> als de ervaring die h<strong>en</strong> <strong>het</strong> diepst heeft<br />

getroff<strong>en</strong>.<br />

De hiërarchische positie<br />

Wanneer hun rang met die van de vermoedelijke dader van de <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> wordt vergelek<strong>en</strong>,<br />

vermeld<strong>en</strong> 7% van de slachtoffers gepest te zijn geweest door e<strong>en</strong> ondergeschikte, 12%<br />

door e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>knie <strong>en</strong> 79% door e<strong>en</strong> superieur. Overig<strong>en</strong>s wordt <strong>het</strong> personeel van de<br />

krijgsmacht dat lagere rang<strong>en</strong> bekleedt minder vaak van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> beschuldigd, terwijl de<br />

onderofficier<strong>en</strong> <strong>en</strong> de hoofdofficier<strong>en</strong>, rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong>d met hun vrij zwak perc<strong>en</strong>tage in de<br />

Canadese krijgsmacht, oververteg<strong>en</strong>woordigd zijn onder de belagers. T<strong>en</strong> <strong>op</strong>zicht van deze<br />

resultat<strong>en</strong> verton<strong>en</strong> de auteurs van <strong>het</strong> verslag ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele verbazing. Zij beschouw<strong>en</strong><br />

<strong>pesterij<strong>en</strong></strong> namelijk als e<strong>en</strong> gedrag dat meestal <strong>op</strong> gezag steunt. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> hangt de<br />

perceptie van de <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> waarschijnlijk van de rang of de positie van de dader af. Zo kan<br />

e<strong>en</strong> gebaar vanwege e<strong>en</strong> persoon van e<strong>en</strong> lagere rang dan de persoon die <strong>het</strong> gebaar<br />

waarneemt, mogelijk word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>egeerd omdat <strong>het</strong> gebaar ge<strong>en</strong> dreiging voorstelt, terwijl<br />

<strong>het</strong>zelfde gebaar vanwege e<strong>en</strong> persoon van e<strong>en</strong> hogere rang als e<strong>en</strong> agressie kan word<strong>en</strong><br />

ervar<strong>en</strong>.<br />

Peiling van <strong>het</strong> burgerpersoneel van <strong>het</strong> ministerie van Def<strong>en</strong>sie (1999)<br />

In <strong>het</strong> kader van <strong>het</strong> beleid betreff<strong>en</strong>de <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> van toepassing <strong>op</strong> <strong>het</strong> burgerpersoneel<br />

van <strong>het</strong> ministerie van def<strong>en</strong>sie, van kracht sinds 1985, werd e<strong>en</strong> peiling uitgevoerd naar de<br />

frequ<strong>en</strong>tie van gevall<strong>en</strong> van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> onder de personeelsled<strong>en</strong>. De vrag<strong>en</strong>lijst werd aan<br />

3204 led<strong>en</strong> van <strong>het</strong> burgerpersoneel van <strong>het</strong> ministerie van def<strong>en</strong>sie uitgedeeld. De respons<br />

rate bedraagt 37,6%, of 1205 respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.<br />

Vier grote categorieën van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> werd<strong>en</strong> bestudeerd: discriminatie, ongew<strong>en</strong>st seksueel<br />

gedrag, machtsmisbruik <strong>en</strong> persoonlijke <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> (de laatste categorie is e<strong>en</strong> nietgedefinieerde<br />

categorie waarin gedrag van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> wordt ondergebracht dat in ge<strong>en</strong> van<br />

de vooraf omschrev<strong>en</strong> categorieën past). Net zoals in <strong>het</strong> vorige onderzoek wordt aan de<br />

respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, na de definitie van de diverse vorm<strong>en</strong> van pestgedrag, gevraagd of zij van<br />

dergelijk gedrag <strong>het</strong> slachtoffer zijn geweest <strong>en</strong> teg<strong>en</strong> welke frequ<strong>en</strong>tie.<br />

42


Ook in dit onderzoek werd<strong>en</strong> de twee bov<strong>en</strong>vermelde risicofactor<strong>en</strong> bestudeerd.<br />

Het geslacht<br />

Over <strong>het</strong> geheel g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> wijst de peiling uit dat 63,2% van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 61,9% van de<br />

mann<strong>en</strong> bewer<strong>en</strong> <strong>het</strong> slachtoffer te zijn geweest van minst<strong>en</strong>s één gedrag verbond<strong>en</strong> aan de<br />

drie definities van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong>. Wanneer m<strong>en</strong> psychologisch geweld in zijn geheel beschouwt<br />

lijkt <strong>het</strong> verschil niet <strong>op</strong>merkelijk.<br />

Wanneer de verschill<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> van pestgedrag ev<strong>en</strong>wel afzonderlijk word<strong>en</strong> beschouwd<br />

stelt m<strong>en</strong> vast dat de g<strong>en</strong>derdim<strong>en</strong>sie de problematiek doordringt. De vrouw<strong>en</strong> zijn namelijk<br />

oververteg<strong>en</strong>woordigd onder de slachtoffers van discriminatie (43,3% teg<strong>en</strong>over 38,8%<br />

mann<strong>en</strong>) <strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag (42,1% teg<strong>en</strong>over 29,7% mann<strong>en</strong>). Meer<br />

mann<strong>en</strong> dan vrouw<strong>en</strong> vermeld<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wel pestgedrag verbond<strong>en</strong> aan machtsmisbruik te<br />

hebb<strong>en</strong> verduurd.<br />

Overig<strong>en</strong>s zijn de belagers voor <strong>het</strong> mer<strong>en</strong>deel mann<strong>en</strong>, ongeacht de vorm van de<br />

<strong>pesterij<strong>en</strong></strong>: de frequ<strong>en</strong>tieperc<strong>en</strong>tages van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> gepleegd door mannelijke <strong>werk</strong>nemers<br />

bedrag<strong>en</strong> 91,5% voor discriminatie, 80,7% voor ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>en</strong> 81,7% voor<br />

machtsmisbruik.<br />

De hiërarchische positie<br />

Hoewel <strong>het</strong> demografisch profiel van de daders van machtsmisbruik met de logica<br />

overe<strong>en</strong>stemt (om machtsmisbruik te kunn<strong>en</strong> uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> di<strong>en</strong>t m<strong>en</strong> eerst over deze macht te<br />

beschikk<strong>en</strong>, kracht<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> hiërarchische positie hoger dan die van de persoon die <strong>het</strong><br />

mikpunt is), word<strong>en</strong> discriminatoire <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag grot<strong>en</strong>deels<br />

aan collega's toegeschrev<strong>en</strong> (respectievelijk 76,8 <strong>en</strong> 79%). Deze resultat<strong>en</strong> zijn in strijd met<br />

de verklaring<strong>en</strong> van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>op</strong> basis van de machtsdynamiek. De auteurs van <strong>het</strong> verslag<br />

stell<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wel de hypothese van e<strong>en</strong> informeel organisatorisch gezag. Het betreft<br />

bijvoorbeeld de mate van de steun die m<strong>en</strong> van zijn collega's ontvangt, of <strong>het</strong> informele<br />

net<strong>werk</strong> gevormd door e<strong>en</strong> groep collega's die onderling exclusieve band<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>; of nog<br />

de verschill<strong>en</strong>de niveaus van vrijheid van handel<strong>en</strong> die de supervisor aan de verschill<strong>en</strong>de<br />

led<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> groep van gelijk<strong>en</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> gebied van besluitvorming toek<strong>en</strong>t. In dit <strong>op</strong>zicht<br />

wijz<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal onderzoek<strong>en</strong> uit dat mann<strong>en</strong> voor gelijke tak<strong>en</strong> als de vrouw<strong>en</strong> doorgaans<br />

meer gezag <strong>en</strong> invloed hebb<strong>en</strong> dan de vrouw<strong>en</strong>. Inderdaad zijn de belagers, zoals wij eerder<br />

hebb<strong>en</strong> vermeld, meestal mann<strong>en</strong>, ongeacht de vorm van de <strong>pesterij<strong>en</strong></strong>.<br />

43


Conclusie<br />

T<strong>en</strong> eerste, met betrekking tot de preval<strong>en</strong>tie van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> stell<strong>en</strong> wij vast dat de<br />

afmeting<strong>en</strong> die <strong>het</strong> f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> aanneemt in functie van de toegepaste<br />

onderzoeksmethodologie variër<strong>en</strong>. De onderzoek<strong>en</strong> waarbij vooraf e<strong>en</strong> definitie van de<br />

bestudeerde problematiek aan de respond<strong>en</strong>t wordt voorgelegd aan wie wordt gevraagd zich<br />

als slachtoffer of getuige van dit soort feit<strong>en</strong> te id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong>, wijz<strong>en</strong> <strong>op</strong> hogere<br />

preval<strong>en</strong>tieperc<strong>en</strong>tages in verhouding tot de onderzoek<strong>en</strong> die zich beroep<strong>en</strong> <strong>op</strong> de items van<br />

de Heinz Leymann.-schaal. De criteria van frequ<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> duur die door de Scandinavische<br />

baanbreker werd<strong>en</strong> bepaald word<strong>en</strong> in de onderzoek<strong>en</strong> niet noodzakelijkerwijs in<br />

aanmerking g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

Van de risicofactor<strong>en</strong> die <strong>op</strong> internationaal niveau word<strong>en</strong> bestudeerd lijk<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> <strong>het</strong><br />

geslacht <strong>en</strong> de hiërarchische positie in de process<strong>en</strong> van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> e<strong>en</strong> bijzondere rol te<br />

spel<strong>en</strong>. Het betreft waarschijnlijk twee variabel<strong>en</strong> die onderling met elkaar verbond<strong>en</strong> zijn. De<br />

vrouw<strong>en</strong> bekled<strong>en</strong> nog voor <strong>het</strong> mer<strong>en</strong>deel de ondergeschikte posities in de bedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

stot<strong>en</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> «glaz<strong>en</strong> plafond», wat de invloed van de differ<strong>en</strong>tiële gevolg<strong>en</strong> naargelang van<br />

de vorm van de <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> versterkt. De leeftijdscategorie <strong>en</strong> de organisatorische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />

werd<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s bestudeerd <strong>en</strong> gav<strong>en</strong> gem<strong>en</strong>gde resultat<strong>en</strong>. Ook de bedrijfssector werd<br />

bestudeerd <strong>en</strong> treedt naar vor<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> <strong>op</strong>merkelijke risicofactor van psychologisch geweld.<br />

T<strong>en</strong> slotte word<strong>en</strong> variabel<strong>en</strong> in aanmerking g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, in <strong>het</strong> bijzonder in wet<strong>en</strong>schappelijke<br />

<strong>werk</strong>zaamhed<strong>en</strong> van kwalitatieve aard, die in e<strong>en</strong> verder stadium van <strong>het</strong> proces van<br />

<strong>pesterij<strong>en</strong></strong> thuis hor<strong>en</strong>. Het betreft onder andere arbeidstevred<strong>en</strong>heid, de gevolg<strong>en</strong> <strong>op</strong> de<br />

gezondheid <strong>en</strong> de impact van <strong>het</strong> psychologisch geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> carrièreverlo<strong>op</strong>.<br />

In dit onderzoek zull<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de bov<strong>en</strong>vermelde variabel<strong>en</strong> in aanmerking word<strong>en</strong><br />

g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Op basis van de analyse van de wet<strong>en</strong>schappelijke literatuur betreff<strong>en</strong>de morele<br />

<strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag, zull<strong>en</strong> namelijk e<strong>en</strong> aantal <strong>werk</strong>hypothes<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> uitge<strong>werk</strong>t die bij de Belgische bevolking aan de feit<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

getoetst, t<strong>en</strong>einde e<strong>en</strong> repres<strong>en</strong>tatief beeld van <strong>het</strong> f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> in<br />

België te sc<strong>het</strong>s<strong>en</strong>. De uitge<strong>werk</strong>te methodologie om deze hypothes<strong>en</strong> te test<strong>en</strong> steunt<br />

ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s <strong>op</strong> de gegev<strong>en</strong>s van de geraadpleegde onderzoek<strong>en</strong>.<br />

44


2.2. Ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />

a) In België<br />

2.2.1. In Eur<strong>op</strong>a<br />

Nationaal onderzoek geleid door Ada Garcia <strong>en</strong> Ann Hermans (1984)<br />

In 1984 gaf <strong>het</strong> ministerie van Te<strong>werk</strong>stelling <strong>en</strong> Arbeid de <strong>op</strong>dracht e<strong>en</strong> onderzoek te<br />

organiser<strong>en</strong> in België betreff<strong>en</strong>de ongew<strong>en</strong>st seksueel geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong>. Dit onderzoek<br />

werd in Wallonië door Ada Garcia 1 van de Université Catholique de Louvain <strong>en</strong> in<br />

Vlaander<strong>en</strong> door Ann Hermans 2 geleid.<br />

Methodologie<br />

Voor <strong>het</strong> Franstalig gedeelte werd e<strong>en</strong> steekproef van <strong>werk</strong>nemers <strong>op</strong>gesteld bestaande uit<br />

750 vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 250 mann<strong>en</strong>. Het deelnemingsperc<strong>en</strong>tage van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> de mann<strong>en</strong><br />

bedroeg respectievelijk 81% (591 vrouw<strong>en</strong>) <strong>en</strong> 88% (222 mann<strong>en</strong>). Deze person<strong>en</strong> werd<strong>en</strong><br />

thuis per vrag<strong>en</strong>lijst ondervraagd. Daarnaast werd<strong>en</strong> 60 aanvull<strong>en</strong>de gesprekk<strong>en</strong><br />

georganiseerd met vrouwelijke slachtoffers <strong>en</strong> met person<strong>en</strong> die getuige van ongew<strong>en</strong>st<br />

seksueel gedrag zijn geweest. T<strong>en</strong> slotte werd<strong>en</strong> <strong>op</strong> 500 vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> die naar <strong>werk</strong>gevers in<br />

de <strong>op</strong><strong>en</strong>bare <strong>en</strong> de privé-sector werd<strong>en</strong> gestuurd, 92 ervan (18,4%) teruggestuurd. Het<br />

betreft echter e<strong>en</strong> te beperkte groep om repres<strong>en</strong>tatief te zijn.<br />

In Vlaander<strong>en</strong> werd <strong>het</strong> onderzoek bij 5200 willekeurig gekoz<strong>en</strong> person<strong>en</strong> uit de actieve<br />

bevolking (2600 mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> 2600 vrouw<strong>en</strong>) uitgevoerd. Hiervan hebb<strong>en</strong> 30% (1563<br />

person<strong>en</strong>) de vrag<strong>en</strong>lijst ingevuld. Daarnaast war<strong>en</strong> 89 person<strong>en</strong> (55 vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 34<br />

mann<strong>en</strong>) <strong>het</strong> voorwerp van e<strong>en</strong> grondiger gesprek. Deze person<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> via e<strong>en</strong><br />

geschrev<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst gecontacteerd of hebb<strong>en</strong> zich spontaan aangebod<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> slotte<br />

werd<strong>en</strong> 34 person<strong>en</strong> geïnterviewd die weg<strong>en</strong>s hun beroep bewust zijn van ongew<strong>en</strong>st<br />

seksueel gedrag.<br />

De preval<strong>en</strong>tie van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong><br />

In Wallonië hebb<strong>en</strong> 34% van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 12% van de mann<strong>en</strong> verklaard <strong>het</strong> mikpunt van<br />

ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag te zijn geweest. In Vlaander<strong>en</strong> is dat voor 30% van de vrouw<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> voor 10% van de mann<strong>en</strong> <strong>het</strong> geval.<br />

1 GARCIA A.; Harcèlem<strong>en</strong>t sexuel sur les lieux de travail; UCL, Departem<strong>en</strong>t Sociologie;1985.<br />

2 HERMANS A.; Werksfeer <strong>en</strong> man-vrouwverhouding<strong>en</strong>; KUL; 1985.<br />

Zie ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s, BRUYNOOGHE R., CARMEN I., HINNEKINT B., HUTSEBAUT F.,<br />

VANSTEENWEGEN A., Viol<strong>en</strong>ce physique et sexuelle à l’égard des femmes. Situatie in België.<br />

Kabinet van de Staatssecretaris van <strong>het</strong> Leefmilieu <strong>en</strong> Sociale emancipatie, <strong>Brussel</strong>, INBEL, (1991:<br />

8-12).<br />

45


Houding<strong>en</strong> t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />

In Wallonië stelt m<strong>en</strong> vast dat 3 "zowel onder de mann<strong>en</strong> als onder de vrouw<strong>en</strong>, drie<br />

respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>op</strong> de vier van m<strong>en</strong>ing zijn dat ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag e<strong>en</strong> ernstig<br />

probleem stelt. De vierde beschouwt <strong>het</strong> eerder als e<strong>en</strong> normaal gedrag wanneer mann<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

vrouw<strong>en</strong> sam<strong>en</strong><strong>werk</strong><strong>en</strong>. Voor ongehuwde vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> gehuwde mann<strong>en</strong>, meer dan voor de<br />

ander<strong>en</strong>, is ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag e<strong>en</strong> ernstig probleem. Mann<strong>en</strong> met lagere<br />

<strong>op</strong>leidingsniveaus zull<strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag vaker als "natuurlijk" beoordel<strong>en</strong>. Op<br />

basis van e<strong>en</strong> ernstschaal van de verschill<strong>en</strong>de gedraging<strong>en</strong>, kan word<strong>en</strong> vastgesteld dat<br />

alles wat <strong>op</strong> fysiek contact betrekking heeft of <strong>het</strong> zou kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, de eerste plaats <strong>op</strong><br />

de ranglijst inneemt. De leeftijd lijkt de beoordeling<strong>en</strong> van de ernstschaal te beïnvloed<strong>en</strong>.<br />

Hetzelfde geldt voor de burgerlijke staat, <strong>het</strong> <strong>op</strong>leidingsniveau of de maatschappelijke<br />

situatie <strong>en</strong> <strong>het</strong> beroepsstatuut (…). E<strong>en</strong> man <strong>op</strong> de vijf is van m<strong>en</strong>ing dat <strong>het</strong> om "vrouwelijke<br />

provocatie" gaat. Vrijgezell<strong>en</strong>, person<strong>en</strong> met lagere <strong>op</strong>leidingsniveaus <strong>en</strong> <strong>werk</strong>loz<strong>en</strong> voer<strong>en</strong><br />

deze m<strong>en</strong>ing vaker aan dan de ander<strong>en</strong> ".<br />

In Vlaandere wordt <strong>het</strong> item "iemand tracht u te verkracht<strong>en</strong>" door 89% van de mann<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

99% van de vrouw<strong>en</strong> met afkeuring beoordeeld. Het gedrag "e<strong>en</strong> man (e<strong>en</strong> vrouw) houdt u<br />

voortdur<strong>en</strong>d in de gat<strong>en</strong>" wordt door 46% van de mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> 78% van de vrouw<strong>en</strong><br />

afgekeurd. T<strong>en</strong> slotte word<strong>en</strong> lukrake <strong>op</strong>merking<strong>en</strong> met betrekking tot seks door 50% van de<br />

mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> 59% van de vrouw<strong>en</strong> afgekeurd.<br />

Risicofactor<strong>en</strong><br />

Hoewel ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> <strong>op</strong> alle beroepsniveaus <strong>en</strong> alle<br />

leeftijdscategorieën e<strong>en</strong> risico voorstelt, wijst de Waalse <strong>en</strong>quête uit dat vrijgezell<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

alle<strong>en</strong>staande vrouw<strong>en</strong>, ongeacht zij weduwe of gescheid<strong>en</strong> zijn, vaker <strong>het</strong> mikpunt van<br />

<strong>op</strong>dringerig gedrag zijn.<br />

Naarmate de leeftijd stijgt wordt e<strong>en</strong> daling van dergelijk <strong>op</strong>dringerig gedrag vastgesteld. Het<br />

feit <strong>op</strong> de hiërarchische ladder, in elk van de sociale groep<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> <strong>en</strong>igszins hoge<br />

beroepsbekwaamheid te hebb<strong>en</strong>, bepaalt de frequ<strong>en</strong>tieverschill<strong>en</strong> van <strong>het</strong> <strong>op</strong>dringerig<br />

gedrag. Person<strong>en</strong> met de hoogste beroepsbekwaamhed<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> dergelijk gedrag veel<br />

minder te verdur<strong>en</strong>.<br />

Daders<br />

Wat betreft de daders kan <strong>het</strong> soort gedrag met de beroepspositie <strong>en</strong> <strong>het</strong> voorrecht dat elke<br />

categorie van person<strong>en</strong> t<strong>en</strong> deel valt, in verband word<strong>en</strong> gebracht. Naarmate m<strong>en</strong> de<br />

hiërarchische ladder beklimt, stijgt ook de ernst van <strong>het</strong> gedrag.<br />

Uit de Waalse <strong>en</strong>quête blijkt bijvoorbeeld dat <strong>het</strong> gedrag van "toelonk<strong>en</strong>" vooral aan de led<strong>en</strong><br />

van de personeelsdi<strong>en</strong>st wordt toegeschrev<strong>en</strong>, dat "prikkel<strong>en</strong>de <strong>op</strong>merking<strong>en</strong>" vooral onder<br />

collega's plaatsvind<strong>en</strong>, dat "verzoek<strong>en</strong> van seksuele gunst<strong>en</strong>" vooral van <strong>het</strong> leidinggev<strong>en</strong>d<br />

personeel <strong>en</strong> van de personeelsdi<strong>en</strong>st uitgaan, <strong>en</strong> t<strong>en</strong> slotte dat onmiddellijke superieur<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

collega's de daders zijn van "ongew<strong>en</strong>ste fysieke contact<strong>en</strong>".<br />

Reacties<br />

Met betrekking tot de reacties hebb<strong>en</strong> 5% van de vrouw<strong>en</strong> van <strong>het</strong> onderzoek dat in<br />

Vlaander<strong>en</strong> werd uitgevoerd, effectief maatregel<strong>en</strong> getroff<strong>en</strong> om dit probleem <strong>op</strong> te loss<strong>en</strong>.<br />

3<br />

GARCIA A.; Harcèlem<strong>en</strong>t sexuel sur les lieux de travail; UCL; Departem<strong>en</strong>t Sociologie;<br />

(1985: 369).<br />

46


Ge<strong>en</strong> van h<strong>en</strong> heeft juridische stapp<strong>en</strong> ondernom<strong>en</strong>, 1% hebb<strong>en</strong> <strong>het</strong> advies van e<strong>en</strong><br />

advocaat ingewonn<strong>en</strong>.<br />

Gevolg<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />

De gevolg<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag treff<strong>en</strong> <strong>het</strong> beroepslev<strong>en</strong> <strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> <strong>het</strong><br />

gevoelslev<strong>en</strong> anderzijds.<br />

Wat betreft de <strong>werk</strong>omgeving wordt behalve e<strong>en</strong> slechte atmosfeer, e<strong>en</strong> vermindering van de<br />

<strong>werk</strong>kwaliteit vastgesteld. De slachtoffers kunn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verplaatsing aanvrag<strong>en</strong> of hun ontslag<br />

indi<strong>en</strong><strong>en</strong>. Door seksuele to<strong>en</strong>aderingspoging<strong>en</strong> te weiger<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> de slachtoffers minder<br />

voordel<strong>en</strong> <strong>en</strong> word<strong>en</strong> van promotiemogelijkhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> loonsverhoging uitgeslot<strong>en</strong>. Dergelijke<br />

situaties kunn<strong>en</strong> met dreiging<strong>en</strong> of effectief ontslag gepaard gaan.<br />

Op affectief niveau erk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> de vrouw<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> grotere prikkelbaarheid, spanning<strong>en</strong>,<br />

twijfels, angst, <strong>en</strong> depressie onderhevig te zijn. Zij verliez<strong>en</strong> hun zelfvertrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> voel<strong>en</strong><br />

zich schuldig. 4<br />

In de Waalse <strong>en</strong>quête wordt vermeld 5 "Meer dan de helft van de vrouw<strong>en</strong> die <strong>het</strong> mikpunt<br />

van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag zijn geweest, verklar<strong>en</strong> dat dit gedrag ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel gevolg <strong>op</strong><br />

hun <strong>werk</strong> of hun privé-lev<strong>en</strong> heeft gehad, 15% verklar<strong>en</strong> geled<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong> aan fysieke<br />

stoorniss<strong>en</strong>, z<strong>en</strong>uwachtigheid, stress, hoofdpijn. E<strong>en</strong> vergelijkbaar perc<strong>en</strong>tage van vrouw<strong>en</strong><br />

hebb<strong>en</strong> negatieve gevolg<strong>en</strong> ondervond<strong>en</strong> <strong>op</strong> hun <strong>werk</strong> in <strong>het</strong> algeme<strong>en</strong>. De angst om te<br />

gaan <strong>werk</strong><strong>en</strong> bevindt zich onder de gevolg<strong>en</strong> die <strong>op</strong> de tweede plaats word<strong>en</strong> vermeld ".<br />

Enquête in de krijgsmacht (1990) 6<br />

In 1990, in <strong>op</strong>dracht van <strong>het</strong> ministerie van Landsverdediging hebb<strong>en</strong> de Leerstoel sociale<br />

wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van de Koninklijke Militaire School <strong>en</strong> <strong>het</strong> Vrouw<strong>en</strong>c<strong>en</strong>trum van de<br />

Universitaire Instelling Antwerp<strong>en</strong>, <strong>op</strong> basis van e<strong>en</strong> gestandaardiseerde zelfadministrer<strong>en</strong>de<br />

vrag<strong>en</strong>lijst, e<strong>en</strong> <strong>en</strong>quête uitgevoerd bij e<strong>en</strong> repres<strong>en</strong>tatieve steekproef sam<strong>en</strong>gesteld uit 765<br />

vrouwelijke militair<strong>en</strong> <strong>en</strong> 658 mannelijke militair<strong>en</strong>. Met betrekking tot de problematiek van<br />

ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag werd<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel de vrouw<strong>en</strong> ondervraagd.<br />

Uit de resultat<strong>en</strong> van deze <strong>en</strong>quête blijkt dat, ondanks <strong>het</strong> feit dat e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk aantal<br />

vrouwelijke respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> bewer<strong>en</strong> goed in <strong>het</strong> leger geïntegreerd te zijn <strong>en</strong> goed met hun<br />

collega's <strong>en</strong> superieur<strong>en</strong> <strong>op</strong> te schiet<strong>en</strong>, vele vrouw<strong>en</strong> zich beklag<strong>en</strong> <strong>het</strong> mikpunt van<br />

ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag te zijn geweest.<br />

Preval<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />

65% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> bewer<strong>en</strong> <strong>het</strong> slachtoffer te zijn geweest van dad<strong>en</strong> van<br />

voyeurisme, 75% hebb<strong>en</strong> obsc<strong>en</strong>e <strong>op</strong>merking<strong>en</strong> te verdur<strong>en</strong> gekreg<strong>en</strong>, 54% zijn <strong>het</strong> mikpunt<br />

geweest van impliciete voorstell<strong>en</strong> van seksuele aard. E<strong>en</strong> <strong>op</strong>merkelijke minderheid heeft<br />

overig<strong>en</strong>s ernstiger vorm<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag vermeld, zoals blootstelling aan<br />

pornografische voorwerp<strong>en</strong> (35%), expliciete seksuele to<strong>en</strong>aderingspoging<strong>en</strong> (28%) <strong>en</strong><br />

4<br />

BRUYNOOGHE R., CARMEN I., HINNEKINT B., HUTSEBAUT F., VANSTEENWEGEN A.,<br />

Viol<strong>en</strong>ce physique et sexuelle à l’égard des femmes. Situatie in België. Kabinet van de<br />

Staatssecretaris van <strong>het</strong> Leefmilieu <strong>en</strong> Sociale emancipatie, <strong>Brussel</strong>, INBEL, (1991: 12).<br />

5<br />

GARCIA A.; Harcèlem<strong>en</strong>t sexuel sur les lieux de travail; UCL; Departem<strong>en</strong>t Sociologie;<br />

(1985: 368).<br />

6<br />

MANIGART P.;La gestion de la diversité: personnel féminin et minorités culturelles dans les<br />

Forces armées belges; Courrier hebdomadaire du CRISP n°1630; (1999: 25).<br />

47


feitelijkhed<strong>en</strong> (39%). T<strong>en</strong> slotte bevestig<strong>en</strong> 5% <strong>en</strong> 3% <strong>het</strong> slachtoffer te zijn geweest van<br />

respectievelijk seksuele chantage <strong>en</strong> seksueel geweld.<br />

Onderzoek betreff<strong>en</strong>de ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag jeg<strong>en</strong>s secretaresses (1997) 7<br />

In 1997 heeft <strong>het</strong> tijdschrift Secretaresse e<strong>en</strong> onderzoek uitgevoerd naar de gevolg<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />

vorm van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> bij de secretaresses. Op de 3600 abonnees van <strong>het</strong> tijdschrift hebb<strong>en</strong><br />

182 person<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst beantwoord, of e<strong>en</strong> respons rate van 5%. E<strong>en</strong> onderzoek van<br />

dit type vertoont uiteraard beperking<strong>en</strong> verbond<strong>en</strong> aan de wervingswijze van de<br />

respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.<br />

Preval<strong>en</strong>tie van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />

Uit de resultat<strong>en</strong> van <strong>het</strong> onderzoek blijkt dat 29% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel<br />

gedrag <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> vermeld<strong>en</strong>.<br />

Daders van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />

In 33% van de gevall<strong>en</strong> war<strong>en</strong> de daders collega's, in 33% <strong>het</strong> afdelingshoofd (superieur van<br />

e<strong>en</strong> hogere rang), in 21% de onmiddellijke superieur, in 8% vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> van de directie of<br />

klant<strong>en</strong> <strong>en</strong> in 5% ondergeschikt<strong>en</strong>.<br />

Reacties<br />

Ongeveer 70% van de slachtoffers hebb<strong>en</strong> over hun ervaring met andere person<strong>en</strong> gepraat:<br />

met e<strong>en</strong> collega (41%) of met hun partner (30%). In 18% van de gevall<strong>en</strong> werd de<br />

vertrouw<strong>en</strong>spersoon geraadpleegd.<br />

Gevolg<strong>en</strong><br />

Voor 30% van de secretaresses die <strong>het</strong> mikpunt van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag zijn<br />

geweest, heeft dit feit gevolg<strong>en</strong> gehad <strong>op</strong> hun lo<strong>op</strong>baan (ontslag, minder gemotiveerd,<br />

minder goede arbeidsomstandighed<strong>en</strong> of promotiebelemmering).<br />

Psychologische gevolg<strong>en</strong> zoals stress, conc<strong>en</strong>tratieverlies, <strong>en</strong> angst werd<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s door<br />

de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aangehaald.<br />

Bedrijfsbeleid<br />

Ongeveer 40% van de bedrijv<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong>spersoon aangesteld. Hoewel 75%<br />

van de secretaresses die ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag te verdur<strong>en</strong> kreg<strong>en</strong> zich tot e<strong>en</strong><br />

vertrouw<strong>en</strong>spersoon hadd<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> w<strong>en</strong>d<strong>en</strong>, war<strong>en</strong> meer dan de helft van de<br />

onderzoeksperson<strong>en</strong> niet over de vertrouw<strong>en</strong>spersoon tevred<strong>en</strong> omdat deze persoon of te<br />

dicht bij de directie stond of e<strong>en</strong> man was.<br />

7<br />

BAJEMA C.W. vermeldt de resultat<strong>en</strong> van <strong>het</strong> onderzoek Ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>op</strong> <strong>het</strong><br />

<strong>werk</strong> in Le harcèlem<strong>en</strong>t sexuel sur le lieu de travail dans l'Union Eur<strong>op</strong>é<strong>en</strong>ne; Eur<strong>op</strong>ese<br />

Commissie: Directoraat-g<strong>en</strong>eraal Werkgeleg<strong>en</strong>heid, industriële betrekking<strong>en</strong> <strong>en</strong> sociale zak<strong>en</strong>;<br />

Bureau voor officiële publicaties der Eur<strong>op</strong>ese Geme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>; (1999: 62).<br />

48


) In Frankrijk<br />

De nationale peiling van Louis Harris (1991) 8<br />

Methodologie<br />

Van 9 tot 13 december 1991 voerde Harris bij 1300 person<strong>en</strong> e<strong>en</strong> peiling uit, te wet<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

repres<strong>en</strong>tatieve steekproef van 1000 Frans<strong>en</strong> (mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong>) <strong>en</strong> e<strong>en</strong> steekproef van<br />

300 <strong>werk</strong><strong>en</strong>de vrouw<strong>en</strong> van 18 tot 40 jaar oud. Deze peiling bevatte <strong>en</strong>erzijds e<strong>en</strong> <strong>op</strong>inie- <strong>en</strong><br />

perceptiepeiling betreff<strong>en</strong>de ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>en</strong> anderzijds de schatting van zijn<br />

omvang bij de vrouw<strong>en</strong>.<br />

Preval<strong>en</strong>tie<br />

9% van de vrouw<strong>en</strong> van de steekproef hebb<strong>en</strong> "vrij tot bijzonder onaang<strong>en</strong>ame situaties <strong>op</strong><br />

<strong>het</strong> <strong>werk</strong> meegemaakt", wat 19% van de <strong>werk</strong><strong>en</strong>de of <strong>werk</strong><strong>en</strong>d geweest zijnde vrouw<strong>en</strong><br />

verteg<strong>en</strong>woordigt. Het ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag kon bestaan uit to<strong>en</strong>aderingspoging<strong>en</strong><br />

gepaard met chantage; herhaalde to<strong>en</strong>aderingspoging<strong>en</strong> ondanks de weigering;<br />

dubbelzinnige woord<strong>en</strong> <strong>en</strong> handeling<strong>en</strong>; e<strong>en</strong> onaang<strong>en</strong>aam <strong>werk</strong>klimaat; de t<strong>en</strong>toonstelling<br />

van pornografische tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>en</strong> foto's.<br />

Betrokk<strong>en</strong> bedrijfssector<strong>en</strong><br />

De meest betrokk<strong>en</strong> sector<strong>en</strong> war<strong>en</strong> de handel <strong>en</strong> de ambachtnijverheid (18% van de<br />

<strong>werk</strong><strong>en</strong>de vrouw<strong>en</strong> / slachtoffers), de industriële sector (17%) <strong>en</strong> de ziek<strong>en</strong>huissector (14%).<br />

Daders<br />

Met betrekking tot de daders van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag gaat <strong>het</strong> meestal om de baas<br />

(29%), e<strong>en</strong> klant (27%), e<strong>en</strong> superieur (26%) of e<strong>en</strong> collega (22%).<br />

Hoewel de peiling licht werpt <strong>op</strong> de Franse publieke <strong>op</strong>inie, wordt ge<strong>en</strong> schatting gegev<strong>en</strong><br />

over <strong>het</strong> perc<strong>en</strong>tage van mannelijke slachtoffers.<br />

Peiling uitgevoerd door <strong>het</strong> Institut Français d'Opinion Publique (1999) 9<br />

Methodologie<br />

Op 11 <strong>en</strong> 12 februari 1999 heeft <strong>het</strong> Institut Français d'Opinion Publique (IFOP) e<strong>en</strong> peiling<br />

uitgevoerd voor l'Express bij 958 person<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> repres<strong>en</strong>tatieve steekproef van de p<strong>op</strong>ulatie<br />

van 18 jaar <strong>en</strong> meer. De peiling werd door middel van <strong>het</strong> quotasysteem uitgevoerd.<br />

De meting van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag bestond uit e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e vraag: "B<strong>en</strong>t u<br />

persoonlijk, of is iemand die u k<strong>en</strong>t, <strong>het</strong> slachtoffer van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>op</strong> <strong>het</strong><br />

<strong>werk</strong> geweest?"<br />

8<br />

9<br />

CROMER S. ; Le Harcèlem<strong>en</strong>t sexuel <strong>en</strong> France-La levée d'un tabou 1985-1990; La<br />

Docum<strong>en</strong>tation Française; Parijs; (1995: 192).<br />

http://www.if<strong>op</strong>.com/eur<strong>op</strong>e/sondages/<strong>op</strong>inion/harcel.asp.<br />

49


Preval<strong>en</strong>tie<br />

Uit de resultat<strong>en</strong> van deze peiling blijkt dat 9% van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 8% van de mann<strong>en</strong><br />

bewer<strong>en</strong> slachtoffer <strong>en</strong>/of getuige van e<strong>en</strong> daad van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong><br />

te zijn geweest. Ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> werd vanuit e<strong>en</strong> vrij ruim<br />

gezichtspunt bevat, in die zin dat aan de respond<strong>en</strong>t werd gevraagd zich als slachtoffer <strong>en</strong>/of<br />

getuige te plaats<strong>en</strong>.<br />

Gevolg<strong>en</strong><br />

Overig<strong>en</strong>s werd <strong>op</strong> de vraag "lo<strong>op</strong>t naar uw m<strong>en</strong>ing e<strong>en</strong> persoon die weg<strong>en</strong>s ongew<strong>en</strong>st<br />

seksueel gedrag e<strong>en</strong> klacht indi<strong>en</strong>t, <strong>het</strong> risico zijn/haar betrekking te verliez<strong>en</strong>?" door 63%<br />

van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> door 57% van de mann<strong>en</strong> bevestig<strong>en</strong>d geantwoord.<br />

c) In Luxemburg<br />

Nationaal onderzoek uitgevoerd door C. Margue (1995) 10<br />

Methodologie<br />

502 <strong>werk</strong><strong>en</strong>de vrouw<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 15 <strong>en</strong> 50 jaar, won<strong>en</strong>de in Luxemburg <strong>en</strong> <strong>werk</strong>zaam in e<strong>en</strong><br />

bedrijf dat minst<strong>en</strong>s 3 <strong>werk</strong>nemers telt, werd<strong>en</strong> telefonisch ondervraagd. De vrag<strong>en</strong>lijst werd<br />

als volgt <strong>op</strong>gesteld:<br />

Enerzijds werd de preval<strong>en</strong>tie vanuit e<strong>en</strong> objectieve definitie van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />

bevat. Op basis van 15 verschill<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> van verbaal, niet-verbaal <strong>en</strong> fysiek ongew<strong>en</strong>st<br />

gedrag di<strong>en</strong>d<strong>en</strong> de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aan te duid<strong>en</strong> of zij hiervan <strong>het</strong> mikpunt zijn geweest.<br />

Anderzijds werd<strong>en</strong> de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> na deze objectieve definitie gevraagd of zij huns inzi<strong>en</strong>s<br />

slachtoffer van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag war<strong>en</strong> geweest.<br />

Preval<strong>en</strong>tie van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />

Volg<strong>en</strong>s de objectieve definitie zijn 80% van de vrouw<strong>en</strong> minst<strong>en</strong>s één keer <strong>het</strong> mikpunt van<br />

e<strong>en</strong> af andere vorm van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag geweest. Volg<strong>en</strong>s de subjectieve<br />

definitie acht<strong>en</strong> 13% zich e<strong>en</strong> slachtoffer. Ondanks de vastgestelde afwijking naargelang van<br />

de definitie b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> de onderzoekers dat ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag e<strong>en</strong> reëel risico<br />

voor de vrouw<strong>en</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> verteg<strong>en</strong>woordigt.<br />

10 BAJEMA C. vermeldt de resultat<strong>en</strong> van <strong>het</strong> onderzoek Sexual harassm<strong>en</strong>t. A day-to-day reality at<br />

the workplace in Luxembourg in Le harcèlem<strong>en</strong>t sexuel sur le lieu de travail dans l'Union<br />

Eur<strong>op</strong>é<strong>en</strong>ne; Eur<strong>op</strong>ese Commissie: Directoraat-g<strong>en</strong>eraal Werkgeleg<strong>en</strong>heid, industriële<br />

betrekking<strong>en</strong> <strong>en</strong> sociale zak<strong>en</strong>; Bureau voor officiële publicaties der Eur<strong>op</strong>ese Geme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>;<br />

(1999: 93-94).<br />

50


Vorm<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />

De meest vermelde vorm<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag zijn, in dal<strong>en</strong>de orde: de blik<br />

(52%); schunnige m<strong>op</strong>p<strong>en</strong> (52%); toelonk<strong>en</strong> (44%); fluit<strong>en</strong> (31%); <strong>op</strong>merking<strong>en</strong> over <strong>het</strong><br />

uiterlijk <strong>en</strong> de kleding (23%).<br />

De onderzoekers hebb<strong>en</strong> vastgesteld dat de ernst <strong>en</strong> de omvang van ongew<strong>en</strong>st seksueel<br />

gedrag steeg naarmate <strong>het</strong> aantal <strong>werk</strong>nemers in e<strong>en</strong> bedrijf to<strong>en</strong>am. De horecasector wordt<br />

<strong>het</strong> meest door ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag getroff<strong>en</strong>.<br />

Risicofactor<strong>en</strong><br />

De leeftijd: Jongelui (in <strong>het</strong> bijzonder vrouw<strong>en</strong> van 25-29 jaar);<br />

Het <strong>op</strong>leidingsniveau: Vrouw<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> middelbareschooldiploma zijn <strong>het</strong> meest<br />

blootgesteld in verhouding tot vrouw<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> lager <strong>op</strong>leidingsniveau (omdat deze in hun<br />

<strong>werk</strong> minder vaak met mann<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geconfronteerd) of in verhouding tot vrouw<strong>en</strong> met<br />

e<strong>en</strong> hoger <strong>op</strong>leidingsniveau (omdat zij beter bestand lijk<strong>en</strong> om zich te verwer<strong>en</strong>);<br />

Het beroepsstatuut van de <strong>werk</strong>nemer: in verhouding tot de arbeiders l<strong>op</strong><strong>en</strong><br />

kantoorbedi<strong>en</strong>d<strong>en</strong> e<strong>en</strong> groter risico;<br />

Het geslacht: de vrouw<strong>en</strong> waarvan de hiërarchische superieur e<strong>en</strong> man is;<br />

De burgerlijke staat: bij gescheid<strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> of vrouw<strong>en</strong> die ongehuwd met hun partner<br />

sam<strong>en</strong>lev<strong>en</strong> wordt in verhouding tot ongehuwde vrouw<strong>en</strong>, gehuwde vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> weduw<strong>en</strong>,<br />

e<strong>en</strong> grotere kwetsbaarheid vastgesteld.<br />

Reacties van de slachtoffers<br />

Met betrekking tot de onmiddellijke reactie van de 13% van de vrouw<strong>en</strong> (66 gevall<strong>en</strong>) die <strong>het</strong><br />

mikpunt van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag zijn geweest, hebb<strong>en</strong> 39% weerstand gebod<strong>en</strong>,<br />

22% hebb<strong>en</strong> zich verdedigd / hebb<strong>en</strong> de dader met e<strong>en</strong> gevat antwoord gedi<strong>en</strong>d, 21%<br />

hebb<strong>en</strong> de dader e<strong>en</strong> klap in <strong>het</strong> gezicht gegev<strong>en</strong> of hebb<strong>en</strong> <strong>op</strong>vlieg<strong>en</strong>d gereageerd, 12%<br />

hebb<strong>en</strong> <strong>het</strong> gedrag gemeld, 10% hebb<strong>en</strong> ontslag gegev<strong>en</strong>; tuss<strong>en</strong> 2% <strong>en</strong> 5% hebb<strong>en</strong><br />

gedreigd erover te prat<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> zich verwijderd, hebb<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele weerstand gebod<strong>en</strong>,<br />

hebb<strong>en</strong> zich afgezonderd <strong>en</strong> zijn bang geweest.<br />

Op langere termijn hebb<strong>en</strong> 81% van de slachtoffers ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele actie ondernom<strong>en</strong>, 7%<br />

hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> klacht ingedi<strong>en</strong>d, 4% hebb<strong>en</strong> de personeelsverteg<strong>en</strong>woordiger gecontacteerd<br />

<strong>en</strong> 1% hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> klacht ingedi<strong>en</strong>d bij de politie.<br />

Gevolg<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />

Voor 54% van de slachtoffers heeft <strong>het</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag ge<strong>en</strong> gevolg<strong>en</strong> gehad in<br />

hun privé- of in hun beroepslev<strong>en</strong>; 19% zijn wantrouwig geword<strong>en</strong>; 16% hebb<strong>en</strong> onslag<br />

gevraagd; 9% mak<strong>en</strong> gewag van psychologische problem<strong>en</strong> <strong>en</strong> 5% hebb<strong>en</strong> problem<strong>en</strong><br />

gehad om promotie te krijg<strong>en</strong>.<br />

51


d) In Zwitserland<br />

Nationaal onderzoek geleid door Véronique Ducret <strong>en</strong> Chloé Fehlmann (1993) 11<br />

Methodologie<br />

Dit onderzoek werd in G<strong>en</strong>ève bij bedrijv<strong>en</strong> uitgevoerd die <strong>en</strong>erzijds <strong>op</strong> basis van hun<br />

bedrijfssector (Bank- / verzekeringswez<strong>en</strong>; Handel; Horeca; Gezondheidszorg; Vervoer /<br />

Communicatie; Metallurgie / Chemie / Bouw; Overheidsdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> / Internationale organisaties;<br />

andere di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>) <strong>en</strong> anderzijds <strong>op</strong> basis van hun grootte (kleine, middelgrote <strong>en</strong> grote<br />

bedrijv<strong>en</strong>) werd<strong>en</strong> uitgekoz<strong>en</strong>.<br />

In totaal hebb<strong>en</strong> 25 bedrijv<strong>en</strong> aan de <strong>en</strong>quête deelg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>: 558 <strong>werk</strong>neemsters, per loting<br />

gekoz<strong>en</strong> uit de personeelslijst<strong>en</strong> die door de directie werd<strong>en</strong> overhandigd, werd<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s<br />

e<strong>en</strong> gesprek tuss<strong>en</strong> november 1990 <strong>en</strong> mei 1991 ondervraagd.<br />

Preval<strong>en</strong>ties van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />

In de afgel<strong>op</strong><strong>en</strong> twee jaar werd<strong>en</strong> 59% van de ondervraagde vrouw<strong>en</strong> minst<strong>en</strong>s één maal<br />

met ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> geconfronteerd. De onderzoekers hebb<strong>en</strong><br />

vastgesteld dat de vrouw<strong>en</strong> moeilijkhed<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag te definiër<strong>en</strong>.<br />

Eerder dan de afgel<strong>op</strong><strong>en</strong> twee jaar hebb<strong>en</strong> 42% van de ondervraagde vrouw<strong>en</strong> minst<strong>en</strong>s<br />

één maal e<strong>en</strong> daad van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag in de lo<strong>op</strong> van hun beroepslev<strong>en</strong> te<br />

verdur<strong>en</strong> gehad. (de onderzoekers acht<strong>en</strong> dit perc<strong>en</strong>tage onderschat).<br />

In de lo<strong>op</strong> van hun beroepslev<strong>en</strong> (incluis de afgel<strong>op</strong><strong>en</strong> twee jaar) werd<strong>en</strong> 72% van de<br />

vrouw<strong>en</strong> met ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag geconfronteerd.<br />

Vorm<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />

De vorm<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag war<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> elkaar wederzijds uitsluit<strong>en</strong>de<br />

categorieën, de vrouw<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> meerdere antwoord<strong>en</strong> <strong>op</strong>gev<strong>en</strong>. In dal<strong>en</strong>de orde noter<strong>en</strong><br />

wij misplaatste <strong>op</strong>merking<strong>en</strong> jeg<strong>en</strong>s vrouw<strong>en</strong> in <strong>het</strong> algeme<strong>en</strong> (35%) <strong>en</strong> jeg<strong>en</strong>s de betrokk<strong>en</strong><br />

vrouw (33%); gedrag waarbij m<strong>en</strong> zich ongemakkelijk voelt (30%); ongeleg<strong>en</strong> of <strong>op</strong>dringerige<br />

voorstell<strong>en</strong> (19%); de aanwezigheid van pornografische voorwerp<strong>en</strong> (16%); ongew<strong>en</strong>ste<br />

fysieke contact<strong>en</strong> (14%); seksuele chantage (2%); <strong>op</strong>gedrong<strong>en</strong> seksuele betrekking<strong>en</strong><br />

(0,7%).<br />

Frequ<strong>en</strong>tie van <strong>het</strong> f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> in de afgel<strong>op</strong><strong>en</strong> twee jaar<br />

87% van de slachtoffers hebb<strong>en</strong> dit gedrag herhaaldelijk verduurd. Van de slachtoffers<br />

hebb<strong>en</strong> 70% gedur<strong>en</strong>de meer dan één jaar ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag vanwege e<strong>en</strong>zelfde<br />

persoon verduurd <strong>en</strong> 16% vermeld<strong>en</strong> gedur<strong>en</strong>de meer dan één jaar dagelijks ongew<strong>en</strong>st<br />

seksueel gedrag. Ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag is e<strong>en</strong> volhard<strong>en</strong>de daad in de tijd <strong>en</strong> heeft<br />

niets te mak<strong>en</strong> heeft met e<strong>en</strong> geïsoleerd feit, e<strong>en</strong> onbeholp<strong>en</strong>heid of e<strong>en</strong> onvoorzi<strong>en</strong>e<br />

teg<strong>en</strong>valler. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> erk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> 71% van de slachtoffers met meer dan één situatie van<br />

ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>en</strong> vanwege verschill<strong>en</strong>de daders geconfronteerd te zijn<br />

geweest.<br />

11 DUCRET V.; FEHLMANN C.; Harcèlem<strong>en</strong>t sexuel. La réalité cachée des femmes au travail;<br />

Uitgegev<strong>en</strong> door <strong>het</strong> Bureau fédéral de l'égalité <strong>en</strong>tre femmes et hommes <strong>en</strong> door <strong>het</strong> Bureau de<br />

l'égalité des droits <strong>en</strong>tre homme et femme; Berne; maart 1993.<br />

52


Risicofactor<strong>en</strong><br />

Bedrijfssector: Het risico lijkt in alle bedrijfstakk<strong>en</strong> aanwezig te zijn: in elke bedrijfstak hebb<strong>en</strong><br />

meer dan 50% van de <strong>werk</strong>neemsters hun beklag over ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />

gemaakt. De sector van de metallurgie, de bouw, de chemie, de drukkerij (69%) ev<strong>en</strong>als de<br />

sector van vervoer <strong>en</strong> communicatie (68%) zijn iets meer getroff<strong>en</strong> dan de andere<br />

bedrijfstakk<strong>en</strong>. De sector van <strong>het</strong> bank- <strong>en</strong> verzekeringswez<strong>en</strong> (52%) <strong>en</strong> de sector van de<br />

gezondheidszorg (53%) lijk<strong>en</strong> minder door ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag getroff<strong>en</strong>.<br />

Het type van de arbeidsovere<strong>en</strong>komst: vrouw<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> arbeidsovere<strong>en</strong>komst van bepaalde<br />

duur zijn in verhouding tot vrouw<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> arbeidsovere<strong>en</strong>komst van onbepaalde duur,<br />

vaker <strong>het</strong> mikpunt van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag (73% teg<strong>en</strong>over 58%);<br />

Leeftijd: Jongere vrouw<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> vaker ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag te verdur<strong>en</strong>, 71% van<br />

de vrouw<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 18 <strong>en</strong> 25 jaar zijn <strong>het</strong> slachtoffer van dergelijk gedrag geweest. Deze<br />

perc<strong>en</strong>tages verminder<strong>en</strong> bij vrouw<strong>en</strong> van 26 tot 35 jaar, van 36 tot 45 jaar <strong>en</strong> van meer dan<br />

45 jaar tot respectievelijk 66%, 57% <strong>en</strong> 49%;<br />

Opleidingsniveau: Vrouw<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> <strong>op</strong>leidingsniveau hoger dan <strong>het</strong> basisonderwijs zijn<br />

meer aan ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag onderhevig dan vrouw<strong>en</strong> die maar tot hun 12 jaar<br />

naar school zijn geweest (60% teg<strong>en</strong>over 42%). Het risico van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />

varieert ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s naar gelang de vrouw<strong>en</strong> al dan niet e<strong>en</strong> beroeps<strong>op</strong>leiding hebb<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />

volg<strong>en</strong> (61% teg<strong>en</strong>over 48%). T<strong>en</strong> slotte mak<strong>en</strong> meer vrouwelijke kaderled<strong>en</strong> gewag van<br />

ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag dan vrouw<strong>en</strong> die ge<strong>en</strong> hiërarchische verantwoordelijkheid<br />

hebb<strong>en</strong> (65% teg<strong>en</strong>over 57%).<br />

Zo zijn vrouw<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> precair beroepsstatuut vaak aan ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />

onderhevig maar dat geldt ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s voor vrouw<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hoge beroepsbekwaamheid <strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> verantwoordelijke positie. A priori lijk<strong>en</strong> deze resultat<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>strijdig. Al zijn alle vrouw<strong>en</strong><br />

blootgesteld zijn aan ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag, hebb<strong>en</strong> de onderzoekers do<strong>en</strong> <strong>op</strong>merk<strong>en</strong><br />

dat naargelang van hun beroepspositie <strong>en</strong> -situatie vrouw<strong>en</strong> aan verschill<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> van<br />

ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag onderworp<strong>en</strong> zijn. Zo zijn maatschappelijk kwetsbare vrouw<strong>en</strong><br />

meer onderhevig aan gedwong<strong>en</strong> fysieke contact<strong>en</strong>, aan to<strong>en</strong>aderingspoging<strong>en</strong> <strong>en</strong> chantage<br />

terwijl geschoolde / gediplomeerde / leidinggev<strong>en</strong>de <strong>werk</strong>neemsters meer hun beklag mak<strong>en</strong><br />

over misplaatste <strong>op</strong>merking<strong>en</strong>.<br />

De daders van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />

In dal<strong>en</strong>de orde zijn de daders van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag collega's (52%);<br />

hiërarchische superieur<strong>en</strong> (22%); person<strong>en</strong> extern aan <strong>het</strong> bedrijf (15%); ondergeschikt<strong>en</strong><br />

(5%).<br />

Hun positie zal ev<strong>en</strong>wel de vorm van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag beïnvloed<strong>en</strong>. Naarmate de<br />

belager e<strong>en</strong> hogere positie bekleedt kan hij zich veroorlov<strong>en</strong> de vrouw<strong>en</strong> dad<strong>en</strong> <strong>op</strong> te<br />

dwing<strong>en</strong> die ernstige gevolg<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>: teg<strong>en</strong>over 5% superieur<strong>en</strong> <strong>en</strong> 2% person<strong>en</strong> extern<br />

aan <strong>het</strong> bedrijf, wordt ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele <strong>werk</strong>nemer vermeld als dader van seksuele chantage, van<br />

gedwong<strong>en</strong> seksuele betrekking<strong>en</strong>, van verkrachting <strong>en</strong> fysiek geweld.<br />

Reacties van de slachtoffers t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />

72% van de vrouw<strong>en</strong> verklar<strong>en</strong> gereageerd te hebb<strong>en</strong>. De meest voorkom<strong>en</strong>de reacties zijn<br />

<strong>het</strong> verbale antwoord (46%); de persoon of <strong>het</strong> gebaar neger<strong>en</strong> (21%) <strong>en</strong> grapjes mak<strong>en</strong> /<br />

spott<strong>en</strong> (18%). Wat betreft de impact van de reacties hebb<strong>en</strong> 23% van de vrouw<strong>en</strong> die<br />

53


hebb<strong>en</strong> gereageerd <strong>het</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag zi<strong>en</strong> st<strong>op</strong>p<strong>en</strong> terwijl 77% ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele<br />

verandering in <strong>het</strong> gedrag van de dader hebb<strong>en</strong> <strong>op</strong>gemerkt.<br />

Met betrekking tot de doelmatigheid van de reacties b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> de auteurs dat 12 "teg<strong>en</strong><br />

ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag bepaalde reacties doeltreff<strong>en</strong>der blijk<strong>en</strong> te zijn dan andere,<br />

zoals e<strong>en</strong> koele <strong>en</strong> afgemet<strong>en</strong> houding teg<strong>en</strong>over de dader, de klacht bij de bevoegde<br />

instanties <strong>en</strong> e<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>aanval in de vorm van e<strong>en</strong> fysieke verdediging, terwijl gekheid,<br />

spott<strong>en</strong> of do<strong>en</strong> alsof "er niets aan de hand was" minder afdo<strong>en</strong>de middel<strong>en</strong> lijk<strong>en</strong> te zijn ".<br />

Van de vrouw<strong>en</strong> die niet hebb<strong>en</strong> gereageerd schrijv<strong>en</strong> meer dan 50% deze afwezigheid van<br />

reactie toe aan <strong>het</strong> feit dat "ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag gebruikelijk is, dat dit gedrag deel<br />

uitmaakt van de betrekking<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong>, dat de mann<strong>en</strong> nu e<strong>en</strong>maal zo<br />

zijn, <strong>en</strong> dat niets h<strong>en</strong> kan verander<strong>en</strong> ".<br />

Gevolg<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />

T<strong>en</strong> gevolge van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag lijd<strong>en</strong> 28% van de slachtoffers aan ernstige<br />

gevolg<strong>en</strong>. De meest vermelde gevolg<strong>en</strong> zijn van psychologische aard.<br />

e) Het Eur<strong>op</strong>ese landschap<br />

Eur<strong>op</strong>ese onderzoek<strong>en</strong> over de arbeidsomstandighed<strong>en</strong> geleid door de Eur<strong>op</strong>ese<br />

Stichting tot verbetering van de lev<strong>en</strong>s- <strong>en</strong> arbeidsomstandighed<strong>en</strong> (1996 et 2000) 13<br />

Methodologie<br />

In 1996 voerde de Eur<strong>op</strong>ese Stichting tot verbetering van de lev<strong>en</strong>s- <strong>en</strong><br />

arbeidsomstandighed<strong>en</strong> haar tweede <strong>en</strong>quête betreff<strong>en</strong>de de arbeidsomstandighed<strong>en</strong> uit. In<br />

dit kader werd e<strong>en</strong> repres<strong>en</strong>tatieve steekproef van <strong>werk</strong>nemers sam<strong>en</strong>gesteld: 15 800<br />

<strong>werk</strong>nemers werd<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> persoonlijk gesprek over onderwerp<strong>en</strong> met betrekking tot<br />

hun <strong>werk</strong>omstandighed<strong>en</strong> ondervraagd.<br />

In 2000 werd bij 21 500 Eur<strong>op</strong>ese <strong>werk</strong>nemers e<strong>en</strong> derde <strong>en</strong>quête uitgevoerd: 1 500<br />

<strong>werk</strong>nemers per lidstaat behalve in Luxemburg waar 500 <strong>werk</strong>nemers werd<strong>en</strong> ondervraagd.<br />

Preval<strong>en</strong>tie<br />

Uit de resultat<strong>en</strong> van de tweede <strong>en</strong>quête blijkt dat in de twaalf maand<strong>en</strong> voorafgaand aan de<br />

<strong>en</strong>quête 4% van de <strong>werk</strong>nemers bewer<strong>en</strong> <strong>het</strong> mikpunt te zijn geweest van fysiek geweld, 8%<br />

van intimidatie <strong>en</strong> bullying <strong>en</strong> 2% van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag. Het geslacht wordt als<br />

e<strong>en</strong> factor beschouwd die <strong>het</strong> risico van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag verhoogt. 4 vrouw<strong>en</strong> <strong>op</strong><br />

de 100 teg<strong>en</strong>over 1 man <strong>op</strong> de 100 acht<strong>en</strong> <strong>het</strong> slachtoffer van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag te<br />

zijn.<br />

Uit de derde <strong>en</strong>quête blijkt dat geweld, <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> intimidatie f<strong>en</strong>om<strong>en</strong><strong>en</strong> zijn die nog<br />

steeds <strong>op</strong> de <strong>werk</strong>plek aanwezig zijn. 4 tot 15% van de <strong>werk</strong>nemers hebb<strong>en</strong> namelijk erk<strong>en</strong>d<br />

12 DUCRET V. et FEHLMANN C.; Harcèlem<strong>en</strong>t sexuel. La réalité cachée des femmes au travail;<br />

Uitgegev<strong>en</strong> door <strong>het</strong> Bureau fédéral de l'égalité <strong>en</strong>tre femmes et hommes <strong>en</strong> door <strong>het</strong> Bureau de<br />

l'égalité des droits <strong>en</strong>tre homme et femme; Berne; maart (1993: 52).<br />

13 http://www.eurofound.ie/working/surveys.htm.<br />

54


<strong>het</strong> mikpunt van intimidatie te zijn geweest. Deze afwijking<strong>en</strong> vloei<strong>en</strong> vermoedelijk voort uit<br />

de verschill<strong>en</strong>de houding<strong>en</strong> in de verschill<strong>en</strong>de land<strong>en</strong> t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van deze problem<strong>en</strong>. De<br />

auteurs van <strong>het</strong> onderzoek zijn van m<strong>en</strong>ing dat in bepaalde land<strong>en</strong> deze cijfers in verhouding<br />

tot de realiteit onderschat zijn<br />

Met betrekking tot de omvang van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag vermeld<strong>en</strong> 2% van de<br />

<strong>werk</strong>nemers, naar <strong>het</strong> voorbeeld van de resultat<strong>en</strong> van 1996, door dit f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> getroff<strong>en</strong> te<br />

word<strong>en</strong>.<br />

Verdeling van de gevall<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />

De resultat<strong>en</strong> van de tweede <strong>en</strong>quête wijz<strong>en</strong> uit dat de meeste gevall<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st<br />

seksueel gedrag in dal<strong>en</strong>de orde <strong>op</strong>tred<strong>en</strong> in de horecasector (6% van de <strong>werk</strong>nemers); bij<br />

de <strong>werk</strong>neemsters (4%); bij de bedi<strong>en</strong>d<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> precaire arbeidssituatie (3% van de<br />

<strong>werk</strong>nemers met e<strong>en</strong> arbeidsovere<strong>en</strong>komst van bepaalde duur <strong>en</strong> uitz<strong>en</strong>dkracht<strong>en</strong>).<br />

Gevolg<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>op</strong> <strong>het</strong> abs<strong>en</strong>teïsme<br />

De tweede <strong>en</strong>quête wijst uit dat van de slachtoffers van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag 31% in<br />

de 12 maand<strong>en</strong> voorafgaand aan de <strong>en</strong>quête afwezig zijn geweest <strong>op</strong> hun <strong>werk</strong>.<br />

Onderzoek<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong>de de omvang van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>op</strong> de<br />

Eur<strong>op</strong>ese universiteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> hogeschol<strong>en</strong><br />

In 1998 gaf The National Unions of Stud<strong>en</strong>ts in Eur<strong>op</strong>e – e<strong>en</strong> organisatie die werd <strong>op</strong>gericht<br />

ter bevordering van de culturele, educatieve, sociale <strong>en</strong> economische belang<strong>en</strong> van<br />

stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>op</strong> Eur<strong>op</strong>ees niveau – e<strong>en</strong> gids 14 uit waarin e<strong>en</strong> overzicht wordt <strong>op</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> van<br />

de onderzoek<strong>en</strong> die in Eur<strong>op</strong>ese universiteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> hogeschol<strong>en</strong> over <strong>het</strong> thema van<br />

ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag werd<strong>en</strong> uitgevoerd. Weg<strong>en</strong>s de moeizame<br />

gegev<strong>en</strong>sverzameling bevat deze gids niet de onderzoeksresultat<strong>en</strong> die door Zuid- of Oost-<br />

Eur<strong>op</strong>ese universiteit<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> uitgevoerd. De belangrijkste onderzoeksresultat<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

hierna weergegev<strong>en</strong>:<br />

14 The National Unions of Stud<strong>en</strong>ts in Eur<strong>op</strong>e; Research and Results on Sexual Harassm<strong>en</strong>t and<br />

Viol<strong>en</strong>ce at Eur<strong>op</strong>ean Institutions of Higher Education; uitgegev<strong>en</strong> door ESIB-The National Unions<br />

of Stud<strong>en</strong>ts in Eur<strong>op</strong>e; 1998.<br />

55


Tabel 2. De omvang van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />

in Eur<strong>op</strong>ese universiteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> hogeschol<strong>en</strong>.<br />

Onderzoek Steekproef Meting Resultat<strong>en</strong><br />

Finland<br />

Mankkin<strong>en</strong> 15 (1995)<br />

Finland<br />

Sinkkon<strong>en</strong> (1997) (Vermeld<br />

door The National Unions of<br />

Stud<strong>en</strong>ts<br />

In Eur<strong>op</strong>e)<br />

Duitsland<br />

Frau<strong>en</strong>Druck (1992)<br />

(Vermeld door The National<br />

Unions of Stud<strong>en</strong>ts<br />

In Eur<strong>op</strong>e)<br />

Duitsland<br />

Frau<strong>en</strong>beauftragte der<br />

Frei<strong>en</strong> Universität Berlin<br />

(1992) (Vermeld door The<br />

National Unions of Stud<strong>en</strong>ts<br />

In Eur<strong>op</strong>e)<br />

740 person<strong>en</strong> van de<br />

academische <strong>en</strong> nietacademische<br />

personeelsled<strong>en</strong> van de<br />

universiteit van Helsinki<br />

hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst<br />

ingevuld <strong>en</strong> teruggestuurd (de<br />

universiteitsstud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> werd<strong>en</strong><br />

ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s ondervraagd maar<br />

de resultat<strong>en</strong> word<strong>en</strong> hier<br />

ev<strong>en</strong>wel niet vermeld).<br />

668 personeelsled<strong>en</strong> van de<br />

universiteit van Ku<strong>op</strong>io<br />

hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst<br />

ingevuld <strong>en</strong> teruggestuurd<br />

41 personeelsled<strong>en</strong> van de<br />

Fachhochschule for<br />

economics van Berlijn (FHW)<br />

waaronder 18 led<strong>en</strong> van <strong>het</strong><br />

academisch personeel<br />

(waarvan 7 vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 11<br />

mann<strong>en</strong>) <strong>en</strong> 23 led<strong>en</strong> van <strong>het</strong><br />

administratief <strong>en</strong> technische<br />

personeel (waarvan 16<br />

vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 7 mann<strong>en</strong>)<br />

hebb<strong>en</strong> <strong>op</strong> e<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst<br />

geantwoord. Afhankelijk van<br />

<strong>het</strong> geslacht werd e<strong>en</strong><br />

verschill<strong>en</strong>de vrag<strong>en</strong>lijst<br />

gestuurd, de meeste vrag<strong>en</strong><br />

war<strong>en</strong> <strong>op</strong><strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>.<br />

272 vrouw<strong>en</strong> (waarvan 171<br />

vrouw<strong>en</strong> te<strong>werk</strong>gesteld door<br />

de FU-Berlin <strong>en</strong> 101<br />

stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong>) hebb<strong>en</strong> <strong>op</strong> e<strong>en</strong><br />

vrag<strong>en</strong>lijst per postz<strong>en</strong>ding<br />

geantwoord.<br />

Definitie van ongew<strong>en</strong>st<br />

seksueel gedrag ontle<strong>en</strong>d aan<br />

<strong>het</strong> onderzoek van Varsa<br />

(1993):<br />

"Het is e<strong>en</strong> seksuele, fysieke,<br />

verbale of geschrev<strong>en</strong><br />

belangstelling - <strong>het</strong> is<br />

ongew<strong>en</strong>st <strong>en</strong> unilateraal - <strong>het</strong><br />

veroorzaakt vaak e<strong>en</strong> directe of<br />

indirecte druk of schept e<strong>en</strong><br />

onaang<strong>en</strong>ame <strong>werk</strong>sfeer - <strong>het</strong><br />

veroorzaakt negatieve gevolg<strong>en</strong><br />

of dreigt negatieve gevolg<strong>en</strong> te<br />

hebb<strong>en</strong> voor de persoon die <strong>het</strong><br />

mikpunt van ongew<strong>en</strong>st<br />

seksueel gedrag is geweest "<br />

Ge<strong>en</strong> informatie betreff<strong>en</strong>de de<br />

definitie <strong>en</strong> de<br />

<strong>op</strong>erationalisering van<br />

ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag.<br />

Afwezigheid van informatie over<br />

de meting <strong>en</strong> de definitie van<br />

ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag.<br />

Afwezigheid van informatie over<br />

de definitie <strong>en</strong> <strong>het</strong><br />

meetinstrum<strong>en</strong>t van ongew<strong>en</strong>st<br />

seksueel gedrag.<br />

56<br />

Preval<strong>en</strong>tie tijd<strong>en</strong>s de<br />

beroepscarrière:<br />

11%<br />

Preval<strong>en</strong>tie in de afgel<strong>op</strong><strong>en</strong> twee<br />

jaar: 7% waarvan 78% vrouw<strong>en</strong><br />

Preval<strong>en</strong>tie in de afgel<strong>op</strong><strong>en</strong> twee<br />

jaar: 34%<br />

E<strong>en</strong> preval<strong>en</strong>tie van 9,7% bij de<br />

vrouw<strong>en</strong> (of 4 vrouw<strong>en</strong> waarvan 1<br />

vrouwelijke doc<strong>en</strong>t <strong>en</strong> 3 vrouw<strong>en</strong><br />

van <strong>het</strong> administratief <strong>en</strong><br />

technische personeel).<br />

Preval<strong>en</strong>tie van 34,85%<br />

(stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

<strong>werk</strong>neemsters<br />

sam<strong>en</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>).<br />

Bij de <strong>werk</strong>neemsters war<strong>en</strong><br />

de daders hun superieur<br />

(29,2%); collega's van<br />

e<strong>en</strong>zelfde hiërarchisch<br />

niveau (36,5%); collega's<br />

van e<strong>en</strong> lager hiërarchisch<br />

niveau (4,1%) <strong>en</strong><br />

assist<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (2,7%). Fysieke<br />

to<strong>en</strong>aderingspoging<strong>en</strong><br />

(aanraking <strong>en</strong> omhelzing)<br />

zijn vaker <strong>het</strong> toedo<strong>en</strong> van<br />

daders van e<strong>en</strong> hoger<br />

hiërarchisch niveau.<br />

15 MANKKINEN T.; Le harcèlem<strong>en</strong>t sexuel sur le lieu de travail dans l'Union Eur<strong>op</strong>é<strong>en</strong>ne; Eur<strong>op</strong>ese<br />

Commissie: Directoraat-g<strong>en</strong>eraal Werkgeleg<strong>en</strong>heid, industriële betrekking<strong>en</strong> <strong>en</strong> sociale zak<strong>en</strong>;<br />

Bureau voor officiële publicaties der Eur<strong>op</strong>ese Geme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>; (1999: 75-76).


Duitsland<br />

Frau<strong>en</strong>beauftragte der<br />

Frei<strong>en</strong> Universität Berlin<br />

(1992) (Vermeld door The<br />

National Unions of Stud<strong>en</strong>ts<br />

In Eur<strong>op</strong>e)<br />

Ver<strong>en</strong>igd Koninkrijk<br />

Ledwith and Weaver (1996)<br />

(Vermeld door The National<br />

Unions of Stud<strong>en</strong>ts In<br />

Eur<strong>op</strong>e)<br />

Zwed<strong>en</strong><br />

Adriansson (1993) (Vermeld<br />

door The National Unions of<br />

Stud<strong>en</strong>ts In Eur<strong>op</strong>e <strong>en</strong> door<br />

Hagman 16 )<br />

E<strong>en</strong> anonieme vrag<strong>en</strong>lijst<br />

werd aan alle<br />

personeelsled<strong>en</strong> van de<br />

Oxford Brookes University<br />

gestuurd die sinds 6<br />

maand<strong>en</strong> of langer <strong>op</strong> basis<br />

van e<strong>en</strong><br />

arbeidsovere<strong>en</strong>komst van<br />

bepaalde duur werd<strong>en</strong><br />

te<strong>werk</strong>gesteld: 609 person<strong>en</strong><br />

hebb<strong>en</strong> de vrag<strong>en</strong>lijst<br />

beantwoord.<br />

E<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst werd aan alle<br />

<strong>werk</strong>nemers van de<br />

universiteit van Göteborg<br />

gestuurd: 2174 vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

1715 mann<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> er<strong>op</strong><br />

geantwoord.<br />

Afwezigheid van informatie over<br />

de definitie <strong>en</strong> <strong>het</strong><br />

meetinstrum<strong>en</strong>t van ongew<strong>en</strong>st<br />

seksueel gedrag.<br />

Definitie van ongew<strong>en</strong>st<br />

seksueel gedrag ontle<strong>en</strong>d aan<br />

<strong>het</strong> verslag van FRID-A:<br />

"Ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />

<strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> bestaat uit elke<br />

vorm van ongew<strong>en</strong>st gedrag<br />

van seksuele aard dat zich uit<br />

in woord<strong>en</strong> of handeling<strong>en</strong>, <strong>op</strong><br />

<strong>het</strong> <strong>werk</strong> of in e<strong>en</strong> situatie<br />

extern aan <strong>het</strong> huidige <strong>werk</strong> of<br />

in verband met e<strong>en</strong> sollicitatie,<br />

met <strong>het</strong> gevolg dat e<strong>en</strong> vrouw<br />

zich vernederd, onder druk of<br />

getroff<strong>en</strong> voelt".<br />

Daders<br />

57<br />

Negatieve gevolg<strong>en</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong><br />

<strong>werk</strong>klimaat, <strong>het</strong> persoonlijke<br />

welzijn, <strong>op</strong> de gezondheid<br />

<strong>en</strong> de psychische toestand.<br />

34% van de <strong>werk</strong>nemers<br />

hebb<strong>en</strong> verklaard <strong>het</strong><br />

mikpunt van ongew<strong>en</strong>st<br />

seksueel gedrag te zijn<br />

geweest, 18% hebb<strong>en</strong><br />

aanhoud<strong>en</strong>d ongew<strong>en</strong>st<br />

seksueel gedrag verduurd,<br />

geschat <strong>op</strong> meer dan drie<br />

maal;<br />

11% van de <strong>werk</strong>nemers<br />

acht<strong>en</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> og<strong>en</strong>blik van<br />

de <strong>en</strong>quête <strong>het</strong> slachtoffer<br />

van ongew<strong>en</strong>st seksueel<br />

gedrag te zijn.<br />

Oververteg<strong>en</strong>woordiging van<br />

de mann<strong>en</strong> onder de daders<br />

van bullying <strong>en</strong> <strong>pesterij<strong>en</strong></strong>.<br />

Meestal hebb<strong>en</strong> de daders<br />

e<strong>en</strong> hogere hiërarchische<br />

positie dan hun slachtoffers.<br />

De slachtoffers vermeld<strong>en</strong><br />

ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s ongew<strong>en</strong>st<br />

seksueel gedrag vanwege<br />

stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.<br />

2 soort<strong>en</strong> gevolg<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

<strong>op</strong>gemerkt: gevolg<strong>en</strong> <strong>op</strong> de<br />

gezondheid; vermijding van<br />

de situaties waar ongew<strong>en</strong>st<br />

seksueel gedrag kan<br />

<strong>op</strong>tred<strong>en</strong>.<br />

Preval<strong>en</strong>tie van 15% bij de<br />

vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 4% bij de mann<strong>en</strong>.<br />

Oververteg<strong>en</strong>woordiging van de<br />

mann<strong>en</strong> (90%)<br />

Beroepsstatuut van de belager:<br />

verschill<strong>en</strong>d beroep dan dat van<br />

<strong>het</strong> slachtoffer (33%); <strong>werk</strong>gever<br />

of superieur (32%); collega's<br />

(28%); stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (7%);<br />

studiedirecteurs (10%).<br />

16 HAGMAN N.; Le harcèlem<strong>en</strong>t sexuel sur le lieu de travail dans l'Union Eur<strong>op</strong>é<strong>en</strong>ne; Eur<strong>op</strong>ese<br />

Commissie: Directoraat-g<strong>en</strong>eraal Werkgeleg<strong>en</strong>heid, industriële betrekking<strong>en</strong> <strong>en</strong> sociale zak<strong>en</strong>;<br />

Bureau voor officiële publicaties der Eur<strong>op</strong>ese Geme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>; (1999: 120-122).


Zwed<strong>en</strong><br />

Adriansson (1993) (Vermeld<br />

door The National Unions of<br />

Stud<strong>en</strong>ts In Eur<strong>op</strong>e <strong>en</strong> door<br />

Hagman<br />

58<br />

Risicofactor<strong>en</strong> Leeftijd: hoewel alle<br />

leeftijd<strong>en</strong> verteg<strong>en</strong>woordigd<br />

zijn is de leeftijdsgroep van<br />

vrouw<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 25-34 jaar<br />

oververteg<strong>en</strong>woordigd (40%<br />

van de vrouw<strong>en</strong>.<br />

Burgerlijke staat er wordt<br />

ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele sam<strong>en</strong>hang<br />

vastgesteld tuss<strong>en</strong> de<br />

burgerlijke staat van <strong>het</strong><br />

slachtoffer <strong>en</strong> <strong>het</strong> ongew<strong>en</strong>st<br />

seksueel gedrag.<br />

Beroepsstatuut: de<br />

slachtoffers war<strong>en</strong> vaak<br />

vrouw<strong>en</strong> in directiefuncties,<br />

onderzoekers of stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

van de 3e cyclus. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong><br />

war<strong>en</strong> zij meestal <strong>werk</strong>zaam<br />

in e<strong>en</strong> overheers<strong>en</strong>d<br />

mannelijk milieu.<br />

f) Conclusie<br />

De voorgestelde onderzoek<strong>en</strong> <strong>en</strong> peiling<strong>en</strong> zijn niet uitputt<strong>en</strong>d. Overig<strong>en</strong>s kan in sommige<br />

gevall<strong>en</strong> de afwezigheid word<strong>en</strong> betreurd van informatie met betrekking tot de meting <strong>en</strong> de<br />

definitie van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag. Insgelijks, wanneer m<strong>en</strong> iemand vraagt of hij/zij, of<br />

iemand die hij/zij k<strong>en</strong>t, <strong>het</strong> slachtoffer van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> is<br />

geweest (zoals dat werd gevraagd in de peiling uitgevoerd door <strong>het</strong> Institut Français<br />

d'Opinion Publique in 1999) leidt deze vraag tot de bevatting van ongew<strong>en</strong>st seksueel<br />

gedrag vanuit e<strong>en</strong> ruimer gezichtpunt dan wanneer m<strong>en</strong> iemand vraagt of hij/zij tijd<strong>en</strong>s meer<br />

dan één jaar dagelijks <strong>het</strong> mikpunt van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag is geweest (zoals dat <strong>het</strong><br />

geval was voor de Zwitserse nationale <strong>en</strong>quête van 1993). Overig<strong>en</strong>s, terwijl bepaalde<br />

<strong>en</strong>quêtes e<strong>en</strong> nationale strekking hadd<strong>en</strong> beperkt<strong>en</strong> sommige <strong>en</strong>quêtes zich tot bepaalde<br />

bedrijfssector<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> slotte ondervroeg<strong>en</strong> bepaalde <strong>en</strong>quêtes <strong>en</strong>kel vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> bied<strong>en</strong> dus<br />

ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele aanwijzing betreff<strong>en</strong>de <strong>het</strong> perc<strong>en</strong>tage van mann<strong>en</strong> dat met ongew<strong>en</strong>st<br />

seksueel gedrag wordt geconfronteerd. De volg<strong>en</strong>de vaststelling<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wel word<strong>en</strong><br />

gemaakt:<br />

Ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag verteg<strong>en</strong>woordigt e<strong>en</strong> reëel risico voor de vrouw<strong>en</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong>,<br />

<strong>het</strong> geslacht is namelijk e<strong>en</strong> risicofactor die ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag in de hand <strong>werk</strong>t. De<br />

sectorale <strong>en</strong>quêtes buit<strong>en</strong> beschouwing gelat<strong>en</strong>, strekt de preval<strong>en</strong>tie van ongew<strong>en</strong>st<br />

seksueel gedrag zich met betrekking tot de vrouw<strong>en</strong>, van 4% (tweede Eur<strong>op</strong>ese <strong>en</strong>quête<br />

uitgevoerd in 1996 door de Eur<strong>op</strong>ese Stichting tot verbetering van de lev<strong>en</strong>s- <strong>en</strong><br />

arbeidsomstandighed<strong>en</strong>) tot 80% (nationaal onderzoek in Luxemburg in 1995). Dergelijke<br />

afwijking<strong>en</strong> vloei<strong>en</strong> voort uit <strong>het</strong> feit dat de tweede <strong>en</strong>quête van de Eur<strong>op</strong>ese Stichting tot<br />

verbetering van de lev<strong>en</strong>s- <strong>en</strong> arbeidsomstandighed<strong>en</strong> betrekking had <strong>op</strong> de situatie van de<br />

<strong>werk</strong>neemsters in de lo<strong>op</strong> van de 12 maand<strong>en</strong> voorafgaand aan de <strong>en</strong>quête terwijl de<br />

resultat<strong>en</strong> van <strong>het</strong> Luxemburgs onderzoek niet beperkt war<strong>en</strong> in de tijd <strong>en</strong> <strong>het</strong> perc<strong>en</strong>tage<br />

van vrouw<strong>en</strong> betrof die minst<strong>en</strong>s één maal <strong>het</strong> mikpunt van <strong>en</strong>ige vorm van ongew<strong>en</strong>st<br />

seksueel gedrag war<strong>en</strong> geweest. Overig<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> afhankelijk van de land<strong>en</strong> ongetwijfeld<br />

verschill<strong>en</strong>de houding<strong>en</strong> t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van dit probleem aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. De sectorale <strong>en</strong>quêtes<br />

buit<strong>en</strong> beschouwing gelat<strong>en</strong>, strekt de preval<strong>en</strong>tie van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag zich met<br />

betrekking tot de mann<strong>en</strong>, van 1% (tweede <strong>en</strong>quête van de Eur<strong>op</strong>ese Stichting tot<br />

verbetering van de lev<strong>en</strong>s- <strong>en</strong> arbeidsomstandighed<strong>en</strong> in 1996) tot 12% (Waalse resultat<strong>en</strong><br />

van <strong>het</strong> Belgische nationaal onderzoek uitgevoerd in 1984).


Hoewel ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>op</strong> alle beroepsniveaus <strong>en</strong> alle leeftijdscategorieën e<strong>en</strong><br />

risico voorstelt wijst de Belgische nationale <strong>en</strong>quête van 1984 uit dat ongehuwde <strong>en</strong><br />

alle<strong>en</strong>staande vrouw<strong>en</strong> (weduw<strong>en</strong> <strong>en</strong> gescheid<strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong>) er vaker door word<strong>en</strong> getroff<strong>en</strong>.<br />

Uit de Luxemburgse nationale <strong>en</strong>quête van 1995 blijkt dat gescheid<strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> of vrouw<strong>en</strong><br />

die ongehuwd met hun partner sam<strong>en</strong>lev<strong>en</strong>, kwetsbaarder zijn dan ongehuwde vrouw<strong>en</strong>,<br />

gehuwde vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> weduw<strong>en</strong>. Overig<strong>en</strong>s di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adrukt dat de Zweedse<br />

sectorale <strong>en</strong>quête van 1993 uitgevoerd bij universitair personeel ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele sam<strong>en</strong>hang<br />

heeft kunn<strong>en</strong> vaststell<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de burgerlijke staat van <strong>het</strong> slachtoffer <strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>st<br />

seksueel gedrag.<br />

Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> treft ongew<strong>en</strong>st seksueel gedag eerder vrouw<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> precaire<br />

arbeidsovere<strong>en</strong>komst zoals onder meer wordt uitgewez<strong>en</strong> door <strong>het</strong> Zwitsers nationaal<br />

onderzoek van 1993 <strong>en</strong> de tweede Eur<strong>op</strong>ese <strong>en</strong>quête van 1996 van de Eur<strong>op</strong>ese Stichting<br />

tot verbetering van de lev<strong>en</strong>s- <strong>en</strong> arbeidsomstandighed<strong>en</strong>. Wat betreft <strong>het</strong> <strong>op</strong>leidingsniveau<br />

van de slachtoffers blijkt uit de Zwitserse nationale <strong>en</strong>quête van 1993 <strong>en</strong> <strong>het</strong> Luxemburgs<br />

nationaal onderzoek van 1995 dat vrouw<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> middelbareschooldiploma meer aan<br />

ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag zijn blootgesteld dan vrouw<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> lager <strong>op</strong>leidingsniveau.<br />

Vrouw<strong>en</strong> in verantwoordelijke functies mak<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s hun beklag over ongew<strong>en</strong>st<br />

seksueel gedrag (resultat<strong>en</strong> van de Zwitserse nationale <strong>en</strong>quête van 1993 <strong>en</strong> de Zweedse<br />

sectorale <strong>en</strong>quête van 1993). Zij zijn ev<strong>en</strong>wel aan minder ernstige vorm<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st<br />

seksueel gedrag blootgesteld.<br />

Met betrekking tot de dader van <strong>het</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag zijn de mann<strong>en</strong><br />

oververteg<strong>en</strong>woordigd. Meestal hebb<strong>en</strong> de daders e<strong>en</strong> hogere hiërarchische positie dan<br />

(hiërarchische superieur) of e<strong>en</strong> id<strong>en</strong>tieke hiërarchische positie als (collega) <strong>het</strong> slachtoffer.<br />

De onderzoek<strong>en</strong> wijz<strong>en</strong> herhaaldelijk uit – de Belgische nationale <strong>en</strong>quête van 1984, <strong>het</strong><br />

Zwitsers nationaal onderzoek van 1993 <strong>en</strong> de Duitse sectorale <strong>en</strong>quête van 1992 aan de FU-<br />

Berlin – dat de positie van de dader van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag de ernst van <strong>het</strong> gedrag<br />

beïnvloedt. Naarmate m<strong>en</strong> de hiërarchische ladder beklimt, verhoogt ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s de ernst van<br />

<strong>het</strong> gedrag.<br />

Ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag lijkt in talrijke bedrijfstakk<strong>en</strong> aanwezig te zijn. Bepaalde<br />

sector<strong>en</strong> verteg<strong>en</strong>woordig<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wel e<strong>en</strong> groter risico, te wet<strong>en</strong> de handel <strong>en</strong> de<br />

ambachtnijverheid, de industriële sector <strong>en</strong> de ziek<strong>en</strong>huissector <strong>en</strong>erzijds, zoals blijkt uit de<br />

Franse nationale peiling van 1991, <strong>en</strong> anderzijds de sector van de metallurgie, de bouw, de<br />

chemie, de drukkerij ev<strong>en</strong>als de sector van vervoer <strong>en</strong> communicatie (de sector van de<br />

gezondheidszorg is minder getroff<strong>en</strong>) zoals blijkt uit de Zwitserse nationale <strong>en</strong>quête van<br />

1993. T<strong>en</strong> slotte wijst <strong>het</strong> Luxemburgs nationaal onderzoek uit dat de horecasector <strong>het</strong><br />

meest door ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag wordt getroff<strong>en</strong>.<br />

De gevolg<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag do<strong>en</strong> zich geld<strong>en</strong> <strong>op</strong> beroepsniveau<br />

(verslechtering van de kwaliteit van <strong>het</strong> <strong>werk</strong>, demotivatie, ontslag, uitsluiting van promotie<br />

<strong>en</strong> loonsverhoging, dreiging<strong>en</strong> of effectief ontslag, <strong>en</strong>z.) <strong>en</strong> psychologisch niveau (stress,<br />

angst, prikkelbaarheid, druk, depressie, wantrouw<strong>en</strong> ). Abs<strong>en</strong>teïsme wordt ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s<br />

vermeld.<br />

59


2.2.2. Noord-Amerika<br />

a) In de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong><br />

Onderzoek aan de universiteit van Purdue geleid door Elizabeth Grauerholz<br />

(1989) 17<br />

Methodologie<br />

In 1989 werd<strong>en</strong> per postz<strong>en</strong>ding aan de 340 vrouw<strong>en</strong> van <strong>het</strong> doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>korps van de<br />

universiteit van Purdue vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> gestuurd. Onder <strong>het</strong> totaal aantal doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> telde m<strong>en</strong><br />

19% vrouw<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> merkt e<strong>en</strong> bijzonder hoge respons rate <strong>op</strong> (62%).<br />

De vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> omvatt<strong>en</strong> twee algem<strong>en</strong>e vrag<strong>en</strong>: de eerste vraag bestond eruit te wet<strong>en</strong> of<br />

deze vrouw<strong>en</strong> in <strong>het</strong> academisch milieu e<strong>en</strong> slachtoffer k<strong>en</strong>d<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel<br />

gedrag <strong>en</strong> in de tweede vraag di<strong>en</strong>de de respond<strong>en</strong>t te vermeld<strong>en</strong> of zij tijd<strong>en</strong>s haar <strong>werk</strong><br />

aan de universiteit persoonlijk <strong>het</strong> slachtoffer van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag was geweest.<br />

Preval<strong>en</strong>tie<br />

van alle respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> 36% toegegev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> personeelslid van de universiteit te<br />

k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> of andere vorm van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag heeft meegemaakt. E<strong>en</strong><br />

respond<strong>en</strong>t <strong>op</strong> de vier vermeldt tijd<strong>en</strong>s haar carrière aan de universiteit <strong>het</strong> mikpunt van<br />

ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag te zijn geweest.<br />

Risicofactor<strong>en</strong><br />

Leeftijd. De resultat<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> de ervaring<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag niet met e<strong>en</strong><br />

bijzondere leeftijdsgroep van vrouwelijke doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in verband kunn<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Zo was de<br />

leeftijdswaaier van de vrouw<strong>en</strong> die wel <strong>het</strong> slachtoffer van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag zijn<br />

geweest vergelijkbaar met die van de vrouw<strong>en</strong> die niet <strong>het</strong> slachtoffer van ongew<strong>en</strong>st<br />

seksueel gedrag zijn geweest.<br />

Anciënniteit. Met betrekking tot <strong>het</strong> gemiddeld aantal jar<strong>en</strong> anciënniteit heeft de auteur ge<strong>en</strong><br />

verschill<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> vaststell<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de slachtoffers <strong>en</strong> de niet-slachtoffers. Van de vrouw<strong>en</strong><br />

die <strong>het</strong> slachtoffer van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag zijn geweest <strong>werk</strong>t<strong>en</strong> meer dan 50%<br />

sinds maximaal 4 jaar aan de universiteit wat e<strong>en</strong> grotere kwetsbaarheid doet vermoed<strong>en</strong> bij<br />

jongere vrouw<strong>en</strong>. Van de vrouw<strong>en</strong> die ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag hebb<strong>en</strong><br />

meegemaakt hadd<strong>en</strong> 50% echter e<strong>en</strong> anciënniteit van maximaal 5 jaar.<br />

Het type van de arbeidsovere<strong>en</strong>komst. Doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> voltijdse arbeidsovere<strong>en</strong>komst zijn<br />

minder onderhevig aan ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag. Zo word<strong>en</strong> onder de slachtoffers<br />

slechts 3,7% met e<strong>en</strong> voltijdse arbeidsovere<strong>en</strong>komst geteld.<br />

Werkomgeving. De slachtoffers zijn zeld<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> overheers<strong>en</strong>d vrouwelijk departem<strong>en</strong>t<br />

<strong>werk</strong>zaam terwijl de vrouw<strong>en</strong> niet-slachtoffers vaker in e<strong>en</strong> overheers<strong>en</strong>de vrouwelijke<br />

omgeving zijn te<strong>werk</strong>gesteld. Het betreft hier om één van de belangrijkste ontdekking<strong>en</strong> van<br />

dit onderzoek.<br />

17 GRAUERHOLZ E.; Sexual Harassm<strong>en</strong>t in the Academy: The case of Wom<strong>en</strong> Professors in<br />

Sexual Harassm<strong>en</strong>t in the Workplace ; Uitgegev<strong>en</strong> door Margaret S. Stockdale; Wom<strong>en</strong> and Work<br />

Vol. 5; (1996: 29-50).<br />

60


Vorm<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>en</strong> de daders ervan<br />

Ongeacht zij al dan niet slachtoffer zijn, hebb<strong>en</strong> alle vrouw<strong>en</strong> vermeld e<strong>en</strong> breed waaier van<br />

gedraging<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong> die, hoewel zij niet altijd als ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />

kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bestempeld, als ongepaste gedraging<strong>en</strong> van seksuele aard moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

beschouwd. De daders van dergelijke gedraging<strong>en</strong> behor<strong>en</strong> tot alle hiërarchische niveaus.<br />

Op basis van e<strong>en</strong> lijst van 10 gedraging<strong>en</strong> (seksistische <strong>op</strong>merking<strong>en</strong>; overdrev<strong>en</strong><br />

belangstelling; <strong>op</strong>merking<strong>en</strong> van seksuele aard; lichamelijke taal; geschrift<strong>en</strong> met e<strong>en</strong><br />

seksuele connotatie; fysieke to<strong>en</strong>aderingspoging<strong>en</strong>; expliciete seksuele voorstell<strong>en</strong>;<br />

seksuele corruptie; verkrachting; andere gedraging<strong>en</strong>). Onder de meest voorkom<strong>en</strong>de<br />

gedraging<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> in dal<strong>en</strong>de orde word<strong>en</strong> vermeld, seksistische <strong>op</strong>merking<strong>en</strong>,<br />

overdrev<strong>en</strong> belangstelling, <strong>op</strong>merking<strong>en</strong> van seksuele aard <strong>en</strong> lichamelijke taal.<br />

Elk van de gedraging<strong>en</strong> werd zowel gepleegd door hiërarchische superieur<strong>en</strong>, collega's <strong>en</strong><br />

stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Naargelang van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> war<strong>en</strong> de <strong>op</strong>merking<strong>en</strong> van seksuele aard<br />

ev<strong>en</strong>wel eerder <strong>het</strong> toedo<strong>en</strong> van superieur<strong>en</strong> dan van collega's. Seksistische <strong>op</strong>merking<strong>en</strong>,<br />

<strong>op</strong>merking<strong>en</strong> van seksuele aard, <strong>en</strong> fysieke to<strong>en</strong>aderingspoging<strong>en</strong> word<strong>en</strong> eerder aan<br />

superieur<strong>en</strong> <strong>en</strong> collega's dan aan stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> toegeschrev<strong>en</strong>. Wat de stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> betreft zij zijn<br />

eerder dan de andere categorieën, verantwoordelijk voor geschrift<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> seksuele<br />

connotatie. Meestal kom<strong>en</strong> deze geschrift<strong>en</strong> voor <strong>op</strong> anonieme evaluatieformulier<strong>en</strong> wat de<br />

dader van de geschrift<strong>en</strong> beschermt.<br />

De daders van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag war<strong>en</strong> voor <strong>het</strong> mer<strong>en</strong>deel van de gevall<strong>en</strong> van<br />

<strong>het</strong> mannelijk geslacht (van de daders zijn 93% hiërarchische superieur<strong>en</strong>, 90% collega's <strong>en</strong><br />

82% stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> behor<strong>en</strong> tot <strong>het</strong> mannelijk geslacht).<br />

Perceptie van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />

Het verdi<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong> <strong>op</strong>gemerkt dat met betrekking tot de perceptie van ongew<strong>en</strong>st<br />

seksueel gedrag, deze perceptie niet verschilt naargelang van de positie van de dader maar<br />

echter wel in functie van <strong>het</strong> <strong>op</strong>dringerig <strong>en</strong> ondubbelzinnig karakter van <strong>het</strong> gedrag. Hoe<br />

<strong>op</strong>dringeriger <strong>het</strong> gedrag is hoe ondubbelzinniger <strong>het</strong> is <strong>en</strong> hoe meer <strong>het</strong> als ongew<strong>en</strong>st<br />

seksueel gedrag wordt herk<strong>en</strong>d.<br />

61


Onderzoek in de uitz<strong>en</strong>dsector geleid door Jackie Krasas Rogers <strong>en</strong> Kevin.<br />

D.H<strong>en</strong>son (1997) 18<br />

In hun onderzoek hebb<strong>en</strong> Jackie Krasas Rogers <strong>en</strong> Kevin. D.H<strong>en</strong>son de gevolg<strong>en</strong> bevat die<br />

<strong>het</strong> f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> van de groei van de uitz<strong>en</strong>dsector in de afgel<strong>op</strong><strong>en</strong> jar<strong>en</strong> <strong>op</strong> de <strong>werk</strong>organisatie<br />

heeft gehad.<br />

Methodologie<br />

Dit onderzoek steunt <strong>op</strong> de resultat<strong>en</strong> afkomstig van twee <strong>en</strong>quêtes: de eerste werd van<br />

1990 tot 1991 in Chicago <strong>en</strong> de tweede van 1993 tot 1994 in Los-Angeles uitgevoerd. In<br />

totaal werd<strong>en</strong> 68 diepgaande interviews afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, 35 in Chicago <strong>en</strong> 33 in Los Angeles.<br />

Onder deze 68 person<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> 66% vrouw<strong>en</strong> geteld. De respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> war<strong>en</strong> voor <strong>het</strong><br />

mer<strong>en</strong>deel uitz<strong>en</strong>dkracht<strong>en</strong>. In deze studies werd <strong>het</strong> thema van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />

niet in de interviewgids<strong>en</strong> <strong>op</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Sam<strong>en</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in vrijwel<br />

40 uitz<strong>en</strong>dbureaus ge<strong>werk</strong>t over e<strong>en</strong> periode gaande van <strong>en</strong>kele maand<strong>en</strong> tot meer dan 10<br />

jaar. De onderzoeksp<strong>op</strong>ulatie bestond uit e<strong>en</strong> veelzijdige groep sam<strong>en</strong>gesteld uit zwart-<br />

Amerikan<strong>en</strong>, Latijns-Amerikan<strong>en</strong>, Aziatisch-Amerikan<strong>en</strong> <strong>en</strong> blanke mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong><br />

tuss<strong>en</strong> 20 <strong>en</strong> 60 jaar.<br />

Preval<strong>en</strong>tie<br />

De bedoeling van dit onderzoek was niet gegev<strong>en</strong>s te verzamel<strong>en</strong> over de omvang van<br />

ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag in de uitz<strong>en</strong>dsector maar eerder de organisatie <strong>en</strong> de gevolg<strong>en</strong><br />

van de groei van de uitz<strong>en</strong>dsector te bevatt<strong>en</strong>. De onderzoekers hebb<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wel<br />

vastgesteld dat 40% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, zonder erom te word<strong>en</strong> gevraagd, spontaan<br />

hebb<strong>en</strong> verklaard <strong>het</strong> slachtoffer van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag te zijn. Het di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong><br />

b<strong>en</strong>adrukt dat e<strong>en</strong> meer directe vraag ongetwijfeld e<strong>en</strong> omvangrijker perc<strong>en</strong>tage van<br />

ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag aan <strong>het</strong> licht zou hebb<strong>en</strong> gebracht.<br />

Zo heeft de vraag "Met wie <strong>werk</strong>t u <strong>en</strong> wat is de aard van deze <strong>werk</strong>relatie?" talrijke<br />

discussies over ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>op</strong> gang gebracht. In de conclusies van hun<br />

onderzoeksverslag b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> de auteurs dat 19 "Het <strong>werk</strong> van uitz<strong>en</strong>dbureaus e<strong>en</strong> vorm<br />

van arbeid is die e<strong>en</strong> hoge feminisering vertoont <strong>en</strong> ge<strong>en</strong> grote bevoegdheid heeft. Het<br />

precaire beroepsstatuut, de depersonalisatie van de uitz<strong>en</strong>dkracht<strong>en</strong> <strong>werk</strong>t e<strong>en</strong> omgeving in<br />

de hand waarin <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> zoals ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag plausibel zijn.(...) Veel<br />

<strong>werk</strong>nemers duld<strong>en</strong> <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> of andere misbruik<strong>en</strong> eerder dan hun mogelijkhed<strong>en</strong> voor<br />

toekomstige <strong>op</strong>dracht<strong>en</strong> of inkomst<strong>en</strong> via <strong>het</strong> uitz<strong>en</strong>dbureau in <strong>het</strong> gedrang te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>."<br />

De onderzoekers zijn ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s van m<strong>en</strong>ing dat de uitz<strong>en</strong>dsector, met e<strong>en</strong> uitermate hoge<br />

feminisering <strong>en</strong> seksualisering, e<strong>en</strong> omgeving schept die ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />

stimuleert <strong>en</strong> tolereert. Naar <strong>het</strong> voorbeeld van talrijke <strong>werk</strong>nemers in de di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>sector,<br />

word<strong>en</strong> uitz<strong>en</strong>dkracht<strong>en</strong> geacht voortdur<strong>en</strong>d <strong>op</strong>gewekt te zijn. Het uitz<strong>en</strong>dbureau moedigt<br />

h<strong>en</strong> aan zich als g<strong>en</strong>odigd<strong>en</strong> te beschouw<strong>en</strong> die hun gastheer niet mog<strong>en</strong> beledig<strong>en</strong>. Deze<br />

metamorfose van de g<strong>en</strong>odigde versterkt de passiviteit <strong>en</strong> maakt dat elke klacht van de<br />

uitz<strong>en</strong>dkracht<strong>en</strong> over hun <strong>werk</strong> ongepast is. Kritiek <strong>op</strong> <strong>werk</strong> is ongeoorloofd.<br />

18 KRASAS ROGERS J.; HENSON K.D.;"Hey, why don't you wear a shorter skirt?" Structural<br />

Vulnerability and the Organization of Sexual Harassm<strong>en</strong>t in Temporary Clerical Employm<strong>en</strong>t in<br />

G<strong>en</strong>der and Society, April (1997: 215-237).<br />

19 KRASAS ROGERS J.; HENSON K.D.;"Hey, why don't you wear a shorter skirt?" Structural<br />

Vulnerability and the Organization of Sexual Harassm<strong>en</strong>t in Temporary Clerical Employm<strong>en</strong>t in<br />

G<strong>en</strong>der and Society, April (1997: 233-234).<br />

62


Onderzoek in <strong>het</strong> juridische milieu geleid door Irène Padavic <strong>en</strong> James D. Orcutt<br />

(1997) 20<br />

Methodologie<br />

De gegev<strong>en</strong>s betreff<strong>en</strong>de de advocat<strong>en</strong> <strong>en</strong> rechters zijn afkomstig van twee <strong>en</strong>quêtes die in<br />

1988 door e<strong>en</strong> zelfstandig onderzoeksbureau werd<strong>en</strong> uitgevoerd.<br />

Wat de advocat<strong>en</strong> van Florida betreft, werd aan 1500 willekeurig gekoz<strong>en</strong> advocat<strong>en</strong>, 750<br />

mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> 750 vrouw<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst overhandigd. De respons rate bedroeg 46,8%. 702<br />

advocat<strong>en</strong>, waarvan 414 vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 288 mann<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> namelijk hun vrag<strong>en</strong>lijst<br />

teruggestuurd. Wat de rechters betreft hebb<strong>en</strong> 648 rechters (waarvan 67 vrouw<strong>en</strong>) e<strong>en</strong><br />

vrag<strong>en</strong>lijst ontvang<strong>en</strong>. 366 vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> teruggestuurd wat e<strong>en</strong> respons rate van<br />

56,5% voorstelt. In dit geval war<strong>en</strong> de respons rates bij de mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> de vrouw<strong>en</strong><br />

vergelijkbaar, te wet<strong>en</strong> 59,7% van de vrouw<strong>en</strong> (aantal=40) ev<strong>en</strong>als 56,1% van de mann<strong>en</strong><br />

(aantal=326) hebb<strong>en</strong> hun vrag<strong>en</strong>lijst teruggestuurd.<br />

De vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> bevatt<strong>en</strong> items met betrekking tot dad<strong>en</strong> <strong>en</strong> woord<strong>en</strong>. Voor elk van deze<br />

items werd aan de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gevraagd met welke frequ<strong>en</strong>tie mannelijke <strong>en</strong> vrouwelijke<br />

rechters <strong>en</strong> advocat<strong>en</strong> zich aan dergelijk gedrag schuldig maakt<strong>en</strong>.<br />

Vorm<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />

Uit de gegev<strong>en</strong>s van de <strong>en</strong>quête werd<strong>en</strong> twee vorm<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />

vastgesteld:<br />

"g<strong>en</strong>der typing" bestaat uit minder ernstig gedrag zoals: <strong>op</strong>merking<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong>de <strong>het</strong><br />

persoonlijk voorkom<strong>en</strong> van de vrouw<strong>en</strong>, blijk gev<strong>en</strong> van familiariteit, veronderstell<strong>en</strong> dat<br />

e<strong>en</strong> vrouw ge<strong>en</strong> advocate is;<br />

"g<strong>en</strong>der dominance" bestaat uit ernstiger gedrag zoals verneder<strong>en</strong>de grapp<strong>en</strong> of<br />

<strong>op</strong>merking<strong>en</strong> over vrouw<strong>en</strong>, verbale of fysieke seksuele to<strong>en</strong>aderingspoging<strong>en</strong>.<br />

De vrouwelijke respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> war<strong>en</strong> zich van de twee vorm<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel<br />

gedrag meer bewust dan de mannelijke respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. In de meeste gevall<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> twee<br />

maal zoveel vrouwelijke respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in verhouding tot de mann<strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel<br />

gedrag ondervond<strong>en</strong>.<br />

Anderzijds mak<strong>en</strong> de mannelijke advocat<strong>en</strong> zich vaker dan de mannelijke rechters schuldig<br />

aan ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag.<br />

T<strong>en</strong> slotte vermeldt de meerderheid van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (met één uitzondering) "g<strong>en</strong>der<br />

typing" te hebb<strong>en</strong> <strong>op</strong>gemerkt. E<strong>en</strong> minderheid van vrouw<strong>en</strong> vermeldt gedraging<strong>en</strong> van<br />

"g<strong>en</strong>der dominance" te hebb<strong>en</strong> <strong>op</strong>gemerkt. De vrouw<strong>en</strong> verklar<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wel dat de mannelijke<br />

advocat<strong>en</strong> zich vaak overgev<strong>en</strong> aan verneder<strong>en</strong>de grapp<strong>en</strong> of <strong>op</strong>merking<strong>en</strong> over vrouw<strong>en</strong>.<br />

20 PADAVIC I.; ORCUTT J.; Perceptions of Sexual Harassm<strong>en</strong>t in the Florida Legal System. A<br />

comparison of Dominance and Spillover Explanations in G<strong>en</strong>der and Society; Vol. 11 N°<br />

5;Oktober (1997: 682-698).<br />

63


Risicofactor<strong>en</strong><br />

Geslacht: In <strong>het</strong> juridische kader lijkt <strong>het</strong> minder waarschijnlijk dat mann<strong>en</strong> in verhouding tot<br />

de vrouw<strong>en</strong> gedraging<strong>en</strong> van "g<strong>en</strong>der typing" ondervind<strong>en</strong>;<br />

Leeftijd: Gedraging<strong>en</strong> van "g<strong>en</strong>der typing" verminder<strong>en</strong> naarmate de leeftijd stijgt, zowel bij<br />

de mannelijke rechters als bij de mannelijke advocat<strong>en</strong>;<br />

Hiërarchische positie: in teg<strong>en</strong>stelling tot de andere groep<strong>en</strong> van respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

onderscheid<strong>en</strong> de jonge vrouwelijke rechters zich <strong>op</strong>merkelijk doordat zij de mannelijke<br />

rechters als daders van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag zi<strong>en</strong>.<br />

Onderzoek bij <strong>het</strong> ministerie van Def<strong>en</strong>sie, geleid door Lisa D. Bastian <strong>en</strong> Anita R.<br />

Lancaster <strong>en</strong> Heidi E. Reyst (1996) 21<br />

Methodologie<br />

In maart 1994 gaf de ondersecretaris van Def<strong>en</strong>sie de <strong>op</strong>dracht tot de <strong>op</strong>stelling van e<strong>en</strong><br />

specifiek politiek actieplan betreff<strong>en</strong>de ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag. Dit plan bevatte onder<br />

meer de uitvoering van twee <strong>en</strong>quêtes over ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag bij <strong>het</strong> ministerie<br />

van Def<strong>en</strong>sie. Deze <strong>en</strong>quêtes werd<strong>en</strong> van 15 februari tot 18 september 1995 uitgevoerd.<br />

De eerste <strong>en</strong>quête beoogde de incid<strong>en</strong>tie te vergelijk<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />

tuss<strong>en</strong> 1988 <strong>en</strong> 1995; deze eerste <strong>en</strong>quête werd naar 30.000 <strong>werk</strong>nemers van <strong>het</strong> ministerie<br />

van def<strong>en</strong>sie gestuurd. Van de 30.000 person<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> 13.600 person<strong>en</strong> geantwoord (of<br />

e<strong>en</strong> respons rate van 46%).<br />

De doelstelling<strong>en</strong> van de tweede <strong>en</strong>quête bestond<strong>en</strong> erin <strong>en</strong>erzijds de preval<strong>en</strong>tie, de<br />

context <strong>en</strong> de omstandighed<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag te bepal<strong>en</strong> <strong>en</strong> anderzijds de<br />

doelmatigheid van de klacht<strong>en</strong>procedure <strong>en</strong> van de geboekte vooruitgang in de prev<strong>en</strong>tie <strong>en</strong><br />

bestrijding van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag te beoordel<strong>en</strong>. Voor deze tweede <strong>en</strong>quête werd<br />

aan 50.000 <strong>werk</strong>nemers van <strong>het</strong> ministerie van Def<strong>en</strong>sie e<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst gestuurd waarvan<br />

28.300 werd<strong>en</strong> ingevuld (of e<strong>en</strong> respons rate van 56%).<br />

Ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele persoon heeft meer dan één vrag<strong>en</strong>lijst ontvang<strong>en</strong>.<br />

Verlo<strong>op</strong> van de preval<strong>en</strong>tie van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />

In 1988 heeft 22% van <strong>het</strong> militaire personeel (64% van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 17% van de mann<strong>en</strong>)<br />

in <strong>het</strong> jaar voorafgaand aan de <strong>en</strong>quête één of meerdere feit<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel<br />

gedrag <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> gemeld. In 1995 lijkt ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag in omvang te<br />

verminder<strong>en</strong>: 19% van <strong>het</strong> personeel (55% van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 14% van de mann<strong>en</strong>)<br />

erk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> in <strong>het</strong> jaar voorafgaand aan de <strong>en</strong>quête <strong>het</strong> mikpunt van één of meerdere feit<strong>en</strong><br />

ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag te zijn geweest.<br />

Beoordeling van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />

Zo verklar<strong>en</strong> in 1995 <strong>op</strong> basis van e<strong>en</strong> lijst van 10 items (formulier A), 55% van de vrouw<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> 14% van de mann<strong>en</strong>, <strong>het</strong> mikpunt van één of meerdere feit<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel<br />

gedrag te zijn geweest.<br />

21 http://www.def<strong>en</strong>selink.mil/news/fact_sheets/sxhas95.html.<br />

64


Overig<strong>en</strong>s hebb<strong>en</strong> de onderzoekers <strong>het</strong> waarnemingsveld van <strong>het</strong> onderzoek w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> te<br />

verruim<strong>en</strong> tot ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag dat zich buit<strong>en</strong> de <strong>werk</strong>context kan voordo<strong>en</strong>. T<strong>en</strong><br />

eerste hebb<strong>en</strong> zij aan de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gevraagd - <strong>op</strong> basis van e<strong>en</strong> lijst van 25 items,<br />

formulier B g<strong>en</strong>oemd - of zij <strong>het</strong> mikpunt zijn geweest van één of meerdere feit<strong>en</strong> van<br />

ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag zowel binn<strong>en</strong> de <strong>werk</strong>context als erbuit<strong>en</strong>. Uit de resultat<strong>en</strong> blijkt<br />

dat 78% van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 38% van de mann<strong>en</strong> één of meerdere van de vermelde<br />

gedraging<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> meegemaakt. T<strong>en</strong> tweede hebb<strong>en</strong> de onderzoekers de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

gevraagd of zij deze gedraging<strong>en</strong> als ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag beschouwd<strong>en</strong>. In dit<br />

<strong>op</strong>zicht di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong> <strong>op</strong>gemerkt dat hoewel 78% van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 38% van de mann<strong>en</strong><br />

één of meerdere van dergelijke gedraging<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> meegemaakt, <strong>en</strong>kel 52% van de<br />

vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 9% van de mann<strong>en</strong> dergelijke gedraging<strong>en</strong> als ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />

aanduid<strong>en</strong>.<br />

Risicofactor<strong>en</strong><br />

Geslacht. In verhouding tot de mann<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> de vrouw<strong>en</strong> e<strong>en</strong> <strong>op</strong>merkelijk hoger<br />

perc<strong>en</strong>tage van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag gemeld;<br />

Hiërarchische positie. Onder <strong>het</strong> militaire personeel lijk<strong>en</strong> de jonge "gewone soldat<strong>en</strong>" meer<br />

dan de oudere "gewone soldat<strong>en</strong>" of de officier<strong>en</strong> <strong>het</strong> mikpunt van ongew<strong>en</strong>st seksueel<br />

gedrag te zijn. Van de jonge "gewone soldat<strong>en</strong>" hebb<strong>en</strong> 49% één of meerdere gevall<strong>en</strong><br />

gemeld, teg<strong>en</strong>over 40% bij de oudere "gewone soldat<strong>en</strong>" <strong>en</strong> 39% bij de officier<strong>en</strong>.<br />

Etnische afkomst. Mann<strong>en</strong> van <strong>het</strong> zwarte ras verton<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ietwat hogere incid<strong>en</strong>tie dan<br />

blanke mann<strong>en</strong> (43% teg<strong>en</strong>over 36%). Er werd echter ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel <strong>op</strong>merkelijk verschil<br />

tuss<strong>en</strong> zwarte <strong>en</strong> blanke vrouw<strong>en</strong> vastgesteld (76% teg<strong>en</strong>over 78%).<br />

Daders<br />

De daders die door de vrouwelijke <strong>en</strong> mannelijke slachtoffers <strong>het</strong> meest word<strong>en</strong> vermeld zijn<br />

collega's (44% van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 52% van de mann<strong>en</strong> duid<strong>en</strong> hun collega's als de dader<br />

aan), <strong>het</strong> militaire personeel met e<strong>en</strong> hogere rang dan <strong>het</strong> slachtoffer (43% van de vrouw<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> 21% van de mann<strong>en</strong>) <strong>en</strong> andere militair<strong>en</strong> (24% van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 22% van de<br />

mann<strong>en</strong>). De daders word<strong>en</strong> zeld<strong>en</strong> onder <strong>het</strong> burgerpersoneel aangewez<strong>en</strong>. Bijvoorbeeld<br />

slecht 6% van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 7% van de mann<strong>en</strong> vermeld<strong>en</strong> door burgercollega's te zijn<br />

lastiggevall<strong>en</strong>.<br />

Context van <strong>het</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />

De meeste feit<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag do<strong>en</strong> zich voor in de militaire instelling<strong>en</strong><br />

(88% van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 76% van de mann<strong>en</strong> meld<strong>en</strong> dit), <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> (74% van de<br />

vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 68% van de mann<strong>en</strong>) <strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de <strong>werk</strong>ur<strong>en</strong> (77% van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 68% van<br />

de mann<strong>en</strong>).<br />

Reacties van de slachtoffers<br />

Ongeveer 24% van de person<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> onaang<strong>en</strong>ame situatie hebb<strong>en</strong> beleefd hebb<strong>en</strong> dit<br />

k<strong>en</strong>baar gemaakt (40% van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 17% van de mann<strong>en</strong>).<br />

Meestal hebb<strong>en</strong> zij dit aan hun directe hiërarchische superieur gemeld (26% van de vrouw<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> 11% van de mann<strong>en</strong>); aan e<strong>en</strong> persoon die deel uitmaakt van de hiërarchie (21% van de<br />

vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 8% van de mann<strong>en</strong>) <strong>en</strong> aan de superieur van de belager (18% van de vrouw<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> 8% van de mann<strong>en</strong>).<br />

65


Acties die door de organisaties word<strong>en</strong> ondernom<strong>en</strong> om aan de klacht<strong>en</strong> van de slachtoffers<br />

tegemoet te kom<strong>en</strong><br />

De dader werd naar de red<strong>en</strong> van zijn gedrag gevraagd (vermeld door 50% van de<br />

vrouwelijke slachtoffers <strong>en</strong> 22% van de mannelijke slachtoffers);<br />

De dader kreeg advies (20% van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 10% van de mann<strong>en</strong>);<br />

De klacht werd onderzocht (14% van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 4% van de mann<strong>en</strong>);<br />

Ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele actie werd ondernom<strong>en</strong> (15% van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 39% van de mann<strong>en</strong>);<br />

De klacht werd niet serieus g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> (23% van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 16% van de mann<strong>en</strong>);<br />

10% van de slachtoffers hebb<strong>en</strong> verduidelijkt niet te wet<strong>en</strong> welke actie werd<br />

ondernom<strong>en</strong>.<br />

G<strong>en</strong>oegdo<strong>en</strong>ing van de slachtoffers t<strong>en</strong> gevolge van hun klacht<br />

Van de slachtoffers die <strong>het</strong> feit van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag hebb<strong>en</strong> aangegev<strong>en</strong> zijn één<br />

derde tevred<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> ander derde zijn niet tevred<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet ontevred<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> slotte zijn 35%<br />

van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 33% van de mann<strong>en</strong> niet tevred<strong>en</strong> met de algem<strong>en</strong>e aanpak van de<br />

klacht.<br />

Waarom hebb<strong>en</strong> bepaalde slachtoffers niet geklaagd?<br />

Op deze vraag beantwoord<strong>en</strong> de vrouw<strong>en</strong> in de eerste plaats dat zij dit probleem zelf<br />

w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>op</strong> te loss<strong>en</strong> (54% van de vrouw<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>over 47% van de mann<strong>en</strong>). In de eerste<br />

plaats acht<strong>en</strong> de mann<strong>en</strong> deze zaak niet belangrijk (51% van de mann<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>over 35% van<br />

de vrouw<strong>en</strong>). 20% van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 10% van de mann<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> niet geklaagd omdat zij<br />

me<strong>en</strong>d<strong>en</strong> dat ge<strong>en</strong> actie zou word<strong>en</strong> ondernom<strong>en</strong>.<br />

Met betrekking tot de negatieve gevolg<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de resultat<strong>en</strong> vastgesteld: 25%<br />

van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 13% van de mann<strong>en</strong> war<strong>en</strong> van m<strong>en</strong>ing dat <strong>het</strong> voorval meld<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

onaang<strong>en</strong>ame <strong>werk</strong>situatie kon schepp<strong>en</strong>. 17% van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 8% van de mann<strong>en</strong><br />

me<strong>en</strong>d<strong>en</strong> dat indi<strong>en</strong> zij klaagd<strong>en</strong> zij als onruststokers zoud<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bestempeld. T<strong>en</strong> slotte<br />

w<strong>en</strong>st<strong>en</strong> 13% van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 10% van de mann<strong>en</strong> hun belager niet te "kwets<strong>en</strong>".<br />

Opleiding over ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>en</strong> beoordeling van de doelmatigheid ervan<br />

79% van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 85% van de mann<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> verklaard over ongew<strong>en</strong>st seksueel<br />

gedrag e<strong>en</strong> <strong>op</strong>leiding te hebb<strong>en</strong> g<strong>en</strong>ot<strong>en</strong>. De onderzoekers w<strong>en</strong>st<strong>en</strong> te wet<strong>en</strong> of deze<br />

<strong>op</strong>leiding heeft bijgedrag<strong>en</strong> tot de vermindering <strong>en</strong> de prev<strong>en</strong>tie van ongew<strong>en</strong>st seksueel<br />

gedrag: 54% van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 65% van de mann<strong>en</strong> beoordel<strong>en</strong> de invloed van de<br />

<strong>op</strong>leiding als "matig tot bijzonder doelmatig", 35% van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 27% van de mann<strong>en</strong><br />

beoordel<strong>en</strong> de invloed van de <strong>op</strong>leiding als "gering" terwijl 12% van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 8% van<br />

de mann<strong>en</strong> de <strong>op</strong>leiding niet doelmatig acht<strong>en</strong>.<br />

66


) In Canada<br />

Nationaal onderzoek geleid door Statistique Canada (1993)<br />

In 1993 heeft Statistique Canada bij 12.000 vrouw<strong>en</strong> e<strong>en</strong> onderzoek uitgevoerd.<br />

Preval<strong>en</strong>tie<br />

Ondanks de afwezigheid van informatie met betrekking tot de gebruikte methodologie<br />

verklaart de Groupe d'aide et d'information sur le harcèlem<strong>en</strong>t sexuel au travail de la<br />

province de Québec, <strong>en</strong> vernoemt hierbij de resultat<strong>en</strong> van <strong>het</strong> onderzoek 22 : "6% van de<br />

vrouw<strong>en</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> hebb<strong>en</strong> in de lo<strong>op</strong> van de 12 maand<strong>en</strong> voorafgaand aan <strong>het</strong> onderzoek<br />

minst<strong>en</strong>s één voorval meegemaakt waarbij ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag betrokk<strong>en</strong> was (…)<br />

Vrijwel 25% van de ondervraagde vrouw<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> één of andere vorm van ongew<strong>en</strong>st<br />

seksueel gedrag <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> verduurd, voorvall<strong>en</strong> waarbij meestal <strong>op</strong>merking<strong>en</strong> over hun<br />

fysiek voorkom<strong>en</strong> of hun seksueel lev<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> gemaakt. Overig<strong>en</strong>s werd<strong>en</strong> zowat 23%<br />

minst<strong>en</strong>s één maal in hun lev<strong>en</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> gepest. Vele vrouw<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de<br />

vorm<strong>en</strong> van pestgedrag verduurd, gaande van misplaatste <strong>op</strong>merking<strong>en</strong> tot dreiging<strong>en</strong> met<br />

ontslag, t<strong>en</strong> gevolge van e<strong>en</strong> weigering seksuele gunst<strong>en</strong> toe te staan ".<br />

Risicofactor<strong>en</strong><br />

De meest voorkom<strong>en</strong>de mikpunt<strong>en</strong> zijn jonge <strong>en</strong> ongehuwde vrouw<strong>en</strong>: 10% van de vrouw<strong>en</strong><br />

van minder dan 25 jaar hebb<strong>en</strong> erk<strong>en</strong>d gepest te zijn geweest <strong>en</strong> 9% van deze vrouw<strong>en</strong><br />

war<strong>en</strong> ongehuwd.<br />

Daders van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />

55% van de gemelde voorvall<strong>en</strong> betroff<strong>en</strong> e<strong>en</strong> collega van <strong>het</strong> <strong>werk</strong>. 39% van de voorvall<strong>en</strong><br />

betroff<strong>en</strong> e<strong>en</strong> persoon met e<strong>en</strong> hoger hiërarchische positie dan <strong>het</strong> slachtoffer.<br />

Onderzoek aan de universiteit van Sherbrooke geleid door Marie-Jules Bergeron<br />

<strong>en</strong> Katie Deschamps (1996) 23<br />

Methodologie<br />

In 1996 hebb<strong>en</strong> Marie-Jules Bergeron <strong>en</strong> Katie Deschamps, stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in psychologie aan de<br />

universiteit van Sherbrooke, in sam<strong>en</strong><strong>werk</strong>ing met <strong>het</strong> C<strong>en</strong>tre de prév<strong>en</strong>tion et d'interv<strong>en</strong>tion<br />

<strong>en</strong> matière de harcèlem<strong>en</strong>t sexuel e<strong>en</strong> onderzoek betreff<strong>en</strong>de ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />

uitgevoerd.<br />

E<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst werd naar 1600 person<strong>en</strong> gestuurd die aan de universiteit van Sherbrooke<br />

studer<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>werk</strong><strong>en</strong>. 649 stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (58% vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 42% mann<strong>en</strong>) hebb<strong>en</strong> de vrag<strong>en</strong>lijst<br />

beantwoord. Van de personeelsled<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> 198 person<strong>en</strong> de vrag<strong>en</strong>lijst beantwoord.<br />

Onder deze 198 personeelsled<strong>en</strong> tell<strong>en</strong> wij 60% vrouw<strong>en</strong> (120 vrouw<strong>en</strong>) <strong>en</strong> 40% mann<strong>en</strong> (78<br />

mann<strong>en</strong>). De laatstg<strong>en</strong>oemde onderzoeksp<strong>op</strong>ulatie behoort tot de volg<strong>en</strong>de categorieën:<br />

22 Peiling vermeld door de Groupe d'aide et d'information sur le harcèlem<strong>en</strong>t sexuel au travail de la<br />

province de Quebec ; ça fait pas partie d'la job! Guide d'action contre le harcèlem<strong>en</strong>t sexuel au<br />

travail; Editions de la Pleine Lune; Quebec, (1996: 40-41).<br />

23 http://www.usherb.qc.ca/harcelem<strong>en</strong>t/savoirplus/sondage.html.<br />

67


doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (32%); lesverantwoordelijk<strong>en</strong> (12%); ondersteun<strong>en</strong>d personeel (29,5%);<br />

vakm<strong>en</strong>s<strong>en</strong> (18%); kaderled<strong>en</strong> (8,5%).<br />

Preval<strong>en</strong>tie<br />

Hoewel de afwezigheid van informatie betreff<strong>en</strong>de de definitie van ongew<strong>en</strong>st seksueel<br />

gedrag te betreur<strong>en</strong> valt wijz<strong>en</strong> de resultat<strong>en</strong> uit dat in <strong>het</strong> jaar voorafgaand aan <strong>het</strong><br />

onderzoek, 8% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> personeelsled<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>) zich<br />

slachtoffer van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag acht<strong>en</strong>; 20% zijn er getuige van; 45% zijn<br />

tegelijkertijd getuige <strong>en</strong> slachtoffer <strong>en</strong> t<strong>en</strong> slotte, 27% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn noch <strong>het</strong> <strong>en</strong>e<br />

noch <strong>het</strong> andere.<br />

73% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn dus slachtoffer of getuige van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />

geweest.<br />

Risicofactor<strong>en</strong><br />

De vrouw<strong>en</strong> l<strong>op</strong><strong>en</strong> e<strong>en</strong> groter risico. Bij de vrouwelijke respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> telt m<strong>en</strong> namelijk 10%<br />

slachtoffers (teg<strong>en</strong>over 5% bij de mannelijke respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>) <strong>en</strong> 49% getuig<strong>en</strong> / slachtoffers<br />

(teg<strong>en</strong>over 37% bij de mannelijke respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>).<br />

Onderzoek aan de universiteit van Ottawa geleid door Andrée Daviau <strong>en</strong> Diane<br />

Roller (1999) 24<br />

Methodologie<br />

In 1999 hebb<strong>en</strong> 1026 personeelsled<strong>en</strong> van de universiteit van Ottawa e<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst<br />

ingevuld met betrekking tot hun persoonlijke ervaring teg<strong>en</strong>over de verschill<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> van<br />

pestgedrag. Van deze 1026 personeelsled<strong>en</strong> zijn <strong>en</strong>erzijds 62% vrouw<strong>en</strong> (636 vrouw<strong>en</strong>) <strong>en</strong><br />

38% mann<strong>en</strong> (390 mann<strong>en</strong>) <strong>en</strong> anderzijds behor<strong>en</strong> 59,1% tot <strong>het</strong> ondersteun<strong>en</strong>d personeel<br />

<strong>en</strong> 33,5% tot <strong>het</strong> academisch personeel.<br />

Omvang van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />

8,3% van de personeelsled<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> gemeld tijd<strong>en</strong>s hun <strong>werk</strong> aan de universiteit van<br />

Ottawa of in de universitaire context ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag te hebb<strong>en</strong> ondergaan.<br />

Meer vrouw<strong>en</strong> dan mann<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> ondergaan, dat<br />

is <strong>het</strong> geval voor 9,7% van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 5,9% van de mann<strong>en</strong>. In de afgel<strong>op</strong><strong>en</strong> 12<br />

maand<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> 3,0% van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 1,8% van de mann<strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel<br />

gedrag ondergaan.<br />

Risicofactor<strong>en</strong><br />

Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> lijkt ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag meer voor te kom<strong>en</strong> bij de led<strong>en</strong> van <strong>het</strong><br />

onderwijz<strong>en</strong>d personeel (10,2%) dan bij de led<strong>en</strong> van <strong>het</strong> ondersteun<strong>en</strong>d personeel (7,4%).<br />

In deze arbeidscategorieën word<strong>en</strong> meer vrouw<strong>en</strong> dan mann<strong>en</strong> met ongew<strong>en</strong>st seksueel<br />

gedrag geconfronteerd.<br />

24 http://www.uottawa.ca/services/sex-har/survey99.htm.<br />

68


Daders van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag naargelang <strong>het</strong> geslacht <strong>en</strong> <strong>het</strong> beroep van de<br />

slachtoffers<br />

Volg<strong>en</strong>s de vrouw<strong>en</strong> is de dader in 93,5% van de gevall<strong>en</strong> e<strong>en</strong> man. De mann<strong>en</strong> vermeld<strong>en</strong><br />

in 65,2% van de gevall<strong>en</strong> de vrouw<strong>en</strong> als de dader. Mannelijke doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> in 68,4%<br />

van de gevall<strong>en</strong> de stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> verantwoordelijk terwijl de vrouwelijke doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in 62,0% van<br />

de gevall<strong>en</strong> hun collega's als de bron van <strong>het</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag aanduid<strong>en</strong>. Het<br />

ondersteun<strong>en</strong>d personeel wijst in dal<strong>en</strong>de orde de dader onder <strong>het</strong> doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>korps, <strong>het</strong><br />

directiepersoneel <strong>en</strong> de collega's aan.<br />

Gevolg<strong>en</strong><br />

De helft van de slachtoffers zijn van m<strong>en</strong>ing dat ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag hun <strong>werk</strong><br />

effectief aantast. Zij vermeld<strong>en</strong> conc<strong>en</strong>tratieproblem<strong>en</strong> (10,6%), stress (9,4%) <strong>en</strong><br />

abs<strong>en</strong>teïsme (7,1%). Voor de vrouw<strong>en</strong> komt hierbij nog de intimidatie (8,1%) terwijl de<br />

mann<strong>en</strong> hun activiteit <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> beperk<strong>en</strong> (12,0%).<br />

Klacht<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />

Ondanks de nefaste gevolg<strong>en</strong> van <strong>het</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>op</strong> <strong>het</strong> slachtoffer, di<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

slechts 9,4% van de slachtoffers bij de universiteitsdirectie e<strong>en</strong> klacht in. Meer mann<strong>en</strong> dan<br />

vrouw<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> gekoz<strong>en</strong> e<strong>en</strong> klacht neer te legg<strong>en</strong>. (12,0% van de mann<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>over 8,1%<br />

van de vrouw<strong>en</strong>). De slachtoffers nem<strong>en</strong> meestal e<strong>en</strong> naaste (68,2%) of collega's (50,6%) in<br />

vertrouw<strong>en</strong>.<br />

Red<strong>en</strong><strong>en</strong> van <strong>het</strong> zwijg<strong>en</strong><br />

Om hun afwezigheid van reactie te rechtvaardig<strong>en</strong> voer<strong>en</strong> zowel de mann<strong>en</strong> als de vrouw<strong>en</strong><br />

de volg<strong>en</strong>de red<strong>en</strong><strong>en</strong> aan: de situatie lijkt h<strong>en</strong> niet ernstig g<strong>en</strong>oeg; zij verkiez<strong>en</strong> de situatie<br />

zelf <strong>op</strong> te loss<strong>en</strong>; zij vrez<strong>en</strong> voor de reactie van hun omgeving.<br />

Andere vorm<strong>en</strong> van pestgedrag<br />

Tijd<strong>en</strong>s deze peiling werd<strong>en</strong> andere vorm<strong>en</strong> van pestgedrag <strong>en</strong> geweld bestudeerd. Uit de<br />

resultat<strong>en</strong> van de peiling blijkt dat <strong>het</strong> universitair personeel zeld<strong>en</strong> wordt geconfronteerd met<br />

<strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>op</strong> grond van <strong>het</strong> ras, de godsdi<strong>en</strong>st of de seksuele geaardheid. Andere vorm<strong>en</strong><br />

van pestgedrag <strong>en</strong> geweld kom<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wel meer voor: in dal<strong>en</strong>de orde kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

vermeld: verbale agressie (14,9% van <strong>het</strong> personeel); dreiging<strong>en</strong> (13,3%); machtsmisbruik<br />

<strong>en</strong> intimidatie (8,8%).<br />

c) Conclusie<br />

Het nationaal onderzoek van 1993 geleid door Statistique Canada buit<strong>en</strong> beschouwing<br />

gelat<strong>en</strong>, betreff<strong>en</strong> de onderzoek<strong>en</strong> die hier word<strong>en</strong> voorgesteld bijzondere sector<strong>en</strong>. Uit deze<br />

onderzoek<strong>en</strong> werd tot de hierna vermelde belangrijkste vaststelling<strong>en</strong> gekom<strong>en</strong>.<br />

Naargelang de sector<strong>en</strong> strekt de preval<strong>en</strong>tie van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag zich bij de<br />

vrouw<strong>en</strong> uit van 3% (perc<strong>en</strong>tage van vrouw<strong>en</strong> die <strong>het</strong> slachtoffer van ongew<strong>en</strong>st seksueel<br />

gedrag zijn geweest in de 12 maand<strong>en</strong> voorafgaand aan <strong>het</strong> onderzoek, zoals vermeld in <strong>het</strong><br />

onderzoek uitgevoerd aan de universiteit van Ottawa in 1999) tot 64% (perc<strong>en</strong>tage van<br />

vrouw<strong>en</strong> die één of meerdere feit<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag hebb<strong>en</strong> gemeld in <strong>het</strong><br />

jaar voorafgaand aan <strong>het</strong> onderzoek, zoals verduidelijkt in <strong>het</strong> eerste onderzoek uitgevoerd<br />

in 1988 bij <strong>het</strong> Amerikaanse ministerie van Def<strong>en</strong>sie). Naargelang de sector<strong>en</strong> strekt de<br />

69


preval<strong>en</strong>tie van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag zich bij de mann<strong>en</strong> uit van 1,8% (perc<strong>en</strong>tage<br />

van mann<strong>en</strong> die <strong>het</strong> slachtoffer van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag zijn geweest in de 12<br />

maand<strong>en</strong> voorafgaand aan <strong>het</strong> onderzoek, zoals vermeld in <strong>het</strong> onderzoek uitgevoerd aan<br />

de universiteit van Ottawa in 1999) tot 17% (perc<strong>en</strong>tage van mann<strong>en</strong> die één of meerdere<br />

feit<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag hebb<strong>en</strong> gemeld in <strong>het</strong> jaar voorafgaand aan <strong>het</strong><br />

onderzoek, zoals verduidelijkt in <strong>het</strong> eerste onderzoek uitgevoerd in 1988 bij <strong>het</strong><br />

Amerikaanse ministerie van Def<strong>en</strong>sie).<br />

Overig<strong>en</strong>s di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong> <strong>op</strong>gemerkt dat tijd<strong>en</strong>s <strong>het</strong> onderzoek dat in 1997 bij<br />

uitz<strong>en</strong>dkracht<strong>en</strong> werd uitgevoerd, 40% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, zonder erom te word<strong>en</strong><br />

gevraagd, spontaan hebb<strong>en</strong> verklaard <strong>het</strong> slachtoffer van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag te zijn.<br />

De onderzoekers b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> dat uitz<strong>en</strong>dkracht<strong>en</strong> <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> lijk<strong>en</strong> te duld<strong>en</strong> eerder dan<br />

hun mogelijkhed<strong>en</strong> tot toekomstige <strong>op</strong>dracht<strong>en</strong> of inkomst<strong>en</strong> via <strong>het</strong> uitz<strong>en</strong>dbureau in <strong>het</strong><br />

gedrang te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Werknemers met e<strong>en</strong> precaire arbeidsovere<strong>en</strong>komst lijk<strong>en</strong> dus<br />

kwetsbaarder te zijn voor ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag. Het onderzoek dat in 1989 bij de<br />

vrouwelijke <strong>werk</strong>nemers aan de universiteit van Purdue werd uitgevoerd kwam ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s tot<br />

deze vaststelling.<br />

Behalve <strong>het</strong> feit tot <strong>het</strong> vrouwelijk geslacht te behor<strong>en</strong>, wat systematisch als verzwar<strong>en</strong>de<br />

risicofactor van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag wordt vermeld (zoals uitgewez<strong>en</strong> door <strong>het</strong><br />

Amerikaanse onderzoek van 1997 uitgevoerd in <strong>het</strong> juridische milieu; door <strong>het</strong> onderzoek<br />

van 1996 uitgevoerd bij <strong>het</strong> Amerikaanse ministerie van Def<strong>en</strong>sie; door <strong>het</strong> onderzoek van<br />

1993 geleid door Statistique Canada; door <strong>het</strong> Canadese onderzoek van 1996 aan de<br />

universiteit van Sherbrooke <strong>en</strong> van 1999 aan de universiteit van Ottawa) kunn<strong>en</strong> de<br />

volg<strong>en</strong>de risicofactor<strong>en</strong> word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd.<br />

De jongheid wordt als e<strong>en</strong> risicofactor vermeld. In <strong>het</strong> leger bijvoorbeeld waar de jonge<br />

"gewone soldat<strong>en</strong>", mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, meer <strong>het</strong> mikpunt zijn van<br />

ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag dan de oudere "gewone soldat<strong>en</strong>" (resultat<strong>en</strong> van <strong>het</strong><br />

onderzoek van 1996 uitgevoerd bij <strong>het</strong> Amerikaanse ministerie van Def<strong>en</strong>sie). Insgelijks wijst<br />

<strong>het</strong> onderzoek van 1993 uitgevoerd door Statistique Canada uit dat <strong>het</strong> feit e<strong>en</strong> jonge vrouw<br />

te zijn e<strong>en</strong> risicofactor verteg<strong>en</strong>woordigt. Daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> heeft <strong>het</strong> onderzoek van 1989<br />

uitgevoerd bij <strong>het</strong> vrouwelijk doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>korps aan de universiteit van Purdue, ge<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang<br />

kunn<strong>en</strong> aanton<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de feit<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>en</strong> e<strong>en</strong> bepaalde groep<br />

van vrouwelijke doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>; de leeftijdscategorieën van de vrouw<strong>en</strong> die wel, <strong>het</strong> slachtoffer<br />

van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag zijn geweest war<strong>en</strong> vergelijkbaar met die van de vrouw<strong>en</strong><br />

die niet <strong>het</strong> slachtoffer van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag zijn geweest.<br />

Wat betreft de burgerlijke staat lo<strong>op</strong>t e<strong>en</strong> ongehuwde vrouw e<strong>en</strong> groter risico <strong>het</strong> mikpunt te<br />

word<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag (nationaal onderzoek van 1993 door Statistique<br />

Canada).<br />

In e<strong>en</strong> overheers<strong>en</strong>de mannelijke omgeving <strong>werk</strong><strong>en</strong> verteg<strong>en</strong>woordigt ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong><br />

verzwar<strong>en</strong>de risicofactor voor e<strong>en</strong> vrouw (onderzoek van 1989 uitgevoerd aan de universiteit<br />

van Purdue).<br />

Met betrekking tot de perceptie van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag kunn<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de<br />

vaststelling<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gemaakt. Bij de vrouw<strong>en</strong>, hoe <strong>op</strong>dringeriger <strong>het</strong> gedrag is hoe<br />

ondubbelzinniger <strong>het</strong> is <strong>en</strong> hoe meer <strong>het</strong> als ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag wordt herk<strong>en</strong>d<br />

(onderzoek van 1989 aan de universiteit van Purdue). Bij de mann<strong>en</strong> vermindert <strong>het</strong> gedrag<br />

van "g<strong>en</strong>der typing" (<strong>op</strong>merking<strong>en</strong> over <strong>het</strong> persoonlijke voorkom<strong>en</strong> van de vrouw; blijk<br />

gev<strong>en</strong> van familiariteit, <strong>en</strong>z.) naarmate de leeftijd stijgt (onderzoek van 1997 uitgevoerd in <strong>het</strong><br />

Amerikaanse juridische milieu). T<strong>en</strong> slotte hebb<strong>en</strong> zowel de vrouw<strong>en</strong> als de mann<strong>en</strong> er<br />

moeite mee te erk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> dat zij <strong>het</strong> mikpunt zijn van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag.<br />

Bijvoorbeeld in 1995, in de sector van de Amerikaanse def<strong>en</strong>sie: hoewel 78% van de<br />

70


vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 38% van de mann<strong>en</strong> één of meerdere feit<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />

hebb<strong>en</strong> vermeld, hebb<strong>en</strong> slechts 52% van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 9% van de mann<strong>en</strong> dit gedrag als<br />

ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag aangewez<strong>en</strong> (onderzoek van 1996 uitgevoerd bij <strong>het</strong><br />

Amerikaanse ministerie van Def<strong>en</strong>sie).<br />

Wat de daders van <strong>het</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag betreft, bij de vrouwelijke slachtoffers<br />

zijn zij meestal van <strong>het</strong> mannelijk geslacht (onderzoek<strong>en</strong> van 1989 aan de universiteit van<br />

Purdue <strong>en</strong> van 1999 aan de universiteit van Ottawa). In 1999 aan de universiteit van Ottawa<br />

war<strong>en</strong> voor de mannelijke slachtoffers de vrouw<strong>en</strong> in 65,2% van de gevall<strong>en</strong> de daders<br />

(universiteit van Ottawa, 1999). Met betrekking tot de hiërarchische positie van de daders<br />

word<strong>en</strong> in <strong>het</strong> militaire milieu door de mannelijke <strong>en</strong> vrouwelijke slachtoffers de collega's <strong>het</strong><br />

meest als de daders g<strong>en</strong>oemd, gevolgd door hiërarchisch hogergeplaatste officier<strong>en</strong><br />

(onderzoek van 1996 uitgevoerd bij de Amerikaanse def<strong>en</strong>sie). Het onderzoek van 1993<br />

uitgevoerd door Statistique Canada bij 12.000 vrouw<strong>en</strong> id<strong>en</strong>tificeert eerst de collega's <strong>en</strong><br />

vervolg<strong>en</strong>s de hiërarchische superieur als daders van <strong>het</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag. T<strong>en</strong><br />

slotte, volg<strong>en</strong>s de resultat<strong>en</strong> van <strong>het</strong> onderzoek van 1999 uitgevoerd aan de universiteit van<br />

Ottawa, duid<strong>en</strong> de mannelijke doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> de stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> als de hoofdverantwoordelijk<strong>en</strong> aan<br />

terwijl de vrouwelijke doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hun collega's als voornaamste bron van ongew<strong>en</strong>st seksueel<br />

gedrag aanduid<strong>en</strong>.<br />

Met betrekking tot de reacties di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adrukt dat <strong>het</strong> mer<strong>en</strong>deel van de<br />

slachtoffers niet reager<strong>en</strong>. Zo wordt met betrekking tot <strong>het</strong> onderzoek van 1997 uitgevoerd in<br />

de uitz<strong>en</strong>dsector gesteld dat "Vele <strong>werk</strong>nemers <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> andere misbruik<strong>en</strong> duld<strong>en</strong><br />

eerder dan hun mogelijkhed<strong>en</strong> tot toekomstige <strong>op</strong>dracht<strong>en</strong> of inkomst<strong>en</strong> via <strong>het</strong><br />

uitz<strong>en</strong>dbureau in <strong>het</strong> gedrang te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>". In de sector van de Amerikaanse def<strong>en</strong>sie<br />

hebb<strong>en</strong> slechts 24% van de slachtoffers, mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, <strong>het</strong><br />

ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag k<strong>en</strong>baar gemaakt <strong>en</strong> aangegev<strong>en</strong>, wat ev<strong>en</strong>wel <strong>het</strong> geval is<br />

voor 40% van de vrouwelijke slachtoffers teg<strong>en</strong>over slechts 17% van de mannelijke<br />

slachtoffers (onderzoek van 1996 uitgevoerd bij <strong>het</strong> Amerikaanse ministerie van Def<strong>en</strong>sie).<br />

Hetzelfde geldt voor <strong>het</strong> onderzoek van 1999 aan de universiteit van Ottawa waar slechts<br />

9,4% van de slachtoffers e<strong>en</strong> klacht hebb<strong>en</strong> ingedi<strong>en</strong>d. Daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> meer mann<strong>en</strong><br />

dan vrouw<strong>en</strong> gekoz<strong>en</strong> e<strong>en</strong> klacht in te di<strong>en</strong><strong>en</strong> (universiteit van Ottawa, 1999).<br />

De red<strong>en</strong><strong>en</strong> die de slachtoffers aanvoer<strong>en</strong> om hun afwezigheid van reactie te rechtvaardig<strong>en</strong><br />

zijn de volg<strong>en</strong>de: bij de Amerikaanse def<strong>en</strong>sie noem<strong>en</strong> de vrouw<strong>en</strong> in de eerste plaats <strong>het</strong><br />

feit dat zij dit probleem zelf w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>op</strong> te loss<strong>en</strong> terwijl <strong>het</strong> bij de mann<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> zaak gaat<br />

die niet belangrijk is. In 1999, in <strong>het</strong> onderzoek aan de universiteit van Ottawa voer<strong>en</strong> de<br />

slachtoffers die niet hebb<strong>en</strong> gereageerd, de volg<strong>en</strong>de red<strong>en</strong><strong>en</strong> aan: de situatie lijkt h<strong>en</strong> niet<br />

ernstig g<strong>en</strong>oeg; zij verkiez<strong>en</strong> de situatie zelf <strong>op</strong> te loss<strong>en</strong>; zij vrez<strong>en</strong> voor de reactie van hun<br />

omgeving.<br />

Ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag is dus e<strong>en</strong> ernstig probleem dat vooral de vrouw<strong>en</strong> treft. De<br />

mannelijke daders zijn oververteg<strong>en</strong>woordigd. Dergelijk gedrag heeft ernstige gevolg<strong>en</strong> voor<br />

<strong>het</strong> slachtoffer <strong>en</strong> schept e<strong>en</strong> vijandig klimaat met nefaste gevolg<strong>en</strong> <strong>op</strong> de <strong>werk</strong>omgeving.<br />

Ondanks de ernstige gevolg<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag voor <strong>het</strong> slachtoffer <strong>en</strong> voor<br />

de <strong>werk</strong>organisatie lijkt dit gedrag weinig aan de kaak gesteld.<br />

71


HOOFDSTUK 3 : VERKLARENDE MODELLEN VAN PESTERIJEN<br />

3.1. Morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong><br />

Inleiding<br />

Er bestaan meerdere psychologische stroming<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de licht werp<strong>en</strong> <strong>op</strong> de<br />

problematiek<strong>en</strong> waarmee de m<strong>en</strong>s wordt geconfronteerd. Het wet<strong>en</strong>schappelijk onderzoek<br />

heeft uitgewez<strong>en</strong> dat morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> e<strong>en</strong> complex f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> is dat e<strong>en</strong> multifactoriële<br />

aanpak vereist. Dit hoofdstuk zal dus verschill<strong>en</strong>de psychologische theorieën b<strong>en</strong>ader<strong>en</strong> om<br />

de etiologie van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> te bevatt<strong>en</strong>.<br />

De keuze van de verklar<strong>en</strong>de theorieën die in dit hoofdstuk word<strong>en</strong> ontwikkeld wordt door de<br />

volg<strong>en</strong>de gedachtegang gemotiveerd. Uiteraard wordt in psychologie <strong>het</strong> persoonlijk<br />

gezichtspunt vaak bevoorrecht. Maar wanneer <strong>het</strong> om victimisatie gaat mag <strong>op</strong> de<br />

interm<strong>en</strong>selijke dynamiek niet word<strong>en</strong> bezuinigd. Het mikpunt van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> definieert<br />

zichzelf immers als «slachtoffer van e<strong>en</strong> belager» of als «slachtoffer van e<strong>en</strong> systeem».<br />

Daarom hebb<strong>en</strong> wij de voorkeur gegev<strong>en</strong> aan psychologische modell<strong>en</strong> die rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong><br />

met de m<strong>en</strong>selijke <strong>en</strong> organisatorische omgeving van de gepeste <strong>werk</strong>nemer.<br />

Dit gezegd, de ervaring van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> wordt voor elk van de slachtoffers <strong>op</strong><br />

verschill<strong>en</strong>de wijze in hun persoonlijke lev<strong>en</strong>sgeschied<strong>en</strong>is gegrift. Het behoort elk van deze<br />

person<strong>en</strong> toe aan deze ervaring e<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>is te gev<strong>en</strong>. Deze pijnlijke ervaring, zoals<br />

trouw<strong>en</strong>s alle moeilijke gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> die <strong>het</strong> bestaan van e<strong>en</strong>ieder afbak<strong>en</strong><strong>en</strong>, kan voor de<br />

slachtoffers de aanleiding zijn tot e<strong>en</strong> persoonlijke beschouwing van hun eig<strong>en</strong><br />

lev<strong>en</strong>sgeschied<strong>en</strong>is, <strong>en</strong> kan voor elk van h<strong>en</strong> de aanzet zijn van e<strong>en</strong> ontwikkeling die<br />

hem/haar in staat zal stell<strong>en</strong> zichzelf <strong>op</strong>nieuw te ontdekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> zijn/haar lev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> nieuwe<br />

w<strong>en</strong>ding te gev<strong>en</strong>.<br />

3.1.1. De theorie van de zondebok<br />

In organisatiepsychologie wordt <strong>op</strong> de theorie van de zondebok beroep gedaan t<strong>en</strong>einde <strong>het</strong><br />

geweld te verklar<strong>en</strong> dat binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> organisatie <strong>op</strong> e<strong>en</strong> individu wordt gepleegd. De<br />

algem<strong>en</strong>e hypothese van dit theoretisch model stelt dat de angst <strong>en</strong> de conflict<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

groep zich tot e<strong>en</strong> individu ker<strong>en</strong> die de zondebok wordt <strong>en</strong> wi<strong>en</strong>s rol, die van vervolgd te<br />

word<strong>en</strong>, de groep in staat stelt de spanning<strong>en</strong> te overwinn<strong>en</strong>. Deze theorie vooronderstelt<br />

dus <strong>het</strong> bestaan van spanning<strong>en</strong> of functiestoorniss<strong>en</strong> die schadelijk zijn voor de <strong>werk</strong>groep<br />

waarin e<strong>en</strong> proces van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> zich voordoet.<br />

Marie-France Hirigoy<strong>en</strong> heeft via haar klinische ervaring met slachtoffers van morele<br />

<strong>pesterij<strong>en</strong></strong> de aandacht gevestigd <strong>op</strong> e<strong>en</strong> aantal typische situaties die <strong>het</strong> brandmerk<strong>en</strong> van<br />

e<strong>en</strong> bepaald individu in de hand <strong>werk</strong><strong>en</strong>.<br />

Volg<strong>en</strong>s de auteur wordt de zondebok vaak gekoz<strong>en</strong> onder de person<strong>en</strong> die in verhouding<br />

tot de groepsnorm afwijk<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> vrouw in e<strong>en</strong> groep van mann<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> man in e<strong>en</strong> groep van<br />

vrouw<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>d ras, e<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de godsdi<strong>en</strong>st, e<strong>en</strong> homoseksueel (Hirigoy<strong>en</strong><br />

1998, 59-60). E<strong>en</strong> zondebok kan ook de nieuwkomer in e<strong>en</strong> reeds gevestigde groep zijn, de<br />

verandering wordt als e<strong>en</strong> verzwakk<strong>en</strong>de factor gezi<strong>en</strong>.<br />

72


Soms word<strong>en</strong> morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>op</strong>gewekt door e<strong>en</strong> gevoel van afgunst t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van e<strong>en</strong><br />

persoon met e<strong>en</strong> bijzondere kwaliteit: schoonheid, jongheid, rijkdom, relationele aanleg. Dat<br />

is ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s <strong>het</strong> geval voor jonge <strong>werk</strong>nemer met e<strong>en</strong> bijzonder hoog <strong>op</strong>leidingsniveau die<br />

e<strong>en</strong> functie bekled<strong>en</strong> waar hun hiërarchische superieur niet <strong>het</strong>zelfde <strong>op</strong>leidingsniveau heeft<br />

(Hirigoy<strong>en</strong> 1998, 60-61). Person<strong>en</strong> die te bekwaam zijn of te veel plaats innem<strong>en</strong> dreig<strong>en</strong><br />

ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> schaduw te werp<strong>en</strong> <strong>op</strong> e<strong>en</strong> superieur of e<strong>en</strong> collega, daarom is voor de<br />

laatstg<strong>en</strong>oemd<strong>en</strong> de verleiding groot deze persoon te kleiner<strong>en</strong> of af te zonder<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> ander soort situatie die zich le<strong>en</strong>t tot <strong>het</strong> brandmerk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> individu door e<strong>en</strong><br />

<strong>werk</strong>groep is e<strong>en</strong> verkeerde politieke gezindheid. Soms word<strong>en</strong> person<strong>en</strong> weg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong><br />

groepsrivaliteit <strong>op</strong>geofferd.<br />

Werknemers in e<strong>en</strong> beschermde beroepssituatie, zoals vakbondsafgevaardigd<strong>en</strong>,<br />

personeelsverteg<strong>en</strong>woordigers, <strong>werk</strong>nemers van meer dan 50 jaar <strong>en</strong> zwangere vrouw<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s vermeld als voorkeurmikpunt<strong>en</strong> van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong>.<br />

T<strong>en</strong> slotte heeft Marie-France Hirigoy<strong>en</strong> de aandacht gevestigd <strong>op</strong> vijf zwakke persoonlijke<br />

trekk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> minder doeltreff<strong>en</strong>de verdediging van <strong>het</strong> slachtoffer (Hirigoy<strong>en</strong> 2001: 188-<br />

195): gebrek aan zelfrespect, overdrev<strong>en</strong> behoefte aan erk<strong>en</strong>telijkheid, pietluttigheid,<br />

overdrev<strong>en</strong> <strong>werk</strong>lust <strong>en</strong> s<strong>en</strong>sitiviteit (hyperemotie gek<strong>op</strong>peld aan angstvalligheid).<br />

De theorie van de zondebok is afgeleid van de «Frustratie-Agressie»-theorie geformuleerd<br />

door de onderzoekers van de Yale School (Dollard, Miller, Mowrer, Doob & Sears, 1939). In<br />

haar oorspronkelijke formulering postuleert de Frustratie-Agressie-theorie e<strong>en</strong> universeel<br />

causale sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> frustratie <strong>en</strong> agressie. Wat betek<strong>en</strong>t dat elke agressie<br />

noodzakelijkerwijs door e<strong>en</strong> frustratie wordt aangezet. Deze frustratie is niet altijd herk<strong>en</strong>baar<br />

maar wordt verondersteld aanwezig te zijn wanneer agressie wordt gepleegd. Anderzijds<br />

betek<strong>en</strong>t deze theorie ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s dat de reactie <strong>op</strong> e<strong>en</strong> frustratie noodzakelijkerwijs e<strong>en</strong><br />

agressie zal zijn.<br />

Deze theorie vertoont e<strong>en</strong> aantal beperking<strong>en</strong>: <strong>het</strong> aangebor<strong>en</strong>-zijn van de causale<br />

sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> frustratie <strong>en</strong> agressie, de noodzaak van <strong>het</strong> agressief gedrag, de<br />

noodzaak van de frustratie, ev<strong>en</strong>als de cirkelred<strong>en</strong>ering van de theorie. Daarom ook werd<strong>en</strong><br />

aan <strong>het</strong> oorspronkelijke model wijziging<strong>en</strong> toegebracht.<br />

De meest bek<strong>en</strong>de herformulering van deze theorie dank<strong>en</strong> wij aan Berkowitz<br />

(1969).Volg<strong>en</strong>s deze auteur bestaan de frustraties uit e<strong>en</strong> soort onaang<strong>en</strong>ame stimuli die<br />

e<strong>en</strong> emotionele activering <strong>en</strong> e<strong>en</strong> neiging tot agressief gedrag <strong>op</strong>wekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel in e<strong>en</strong><br />

agressie resulter<strong>en</strong>. Overig<strong>en</strong>s blijkt <strong>het</strong> dat agressieve signal<strong>en</strong> vaak nodig zijn om <strong>het</strong><br />

agressief gedrag effectief <strong>op</strong> te wekk<strong>en</strong>. In bepaalde omstandighed<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> deze signal<strong>en</strong><br />

<strong>op</strong> zichzelf reeds <strong>het</strong> agressief gedrag veroorzak<strong>en</strong>.<br />

De meest indrukwekk<strong>en</strong>de bewijsvoering van Berkowitz' theorie <strong>op</strong> niveau van <strong>het</strong> effect van<br />

de <strong>en</strong>kele aanwezigheid van signal<strong>en</strong> (cues) die met geweld word<strong>en</strong> geassocieerd, wordt<br />

traditioneel "de agressieve cue" g<strong>en</strong>oemd. Hierdoor bedoelt m<strong>en</strong> de grotere<br />

waarschijnlijkheid van agressief gedrag weg<strong>en</strong>s de loutere aanwezigheid van e<strong>en</strong> cue (bv.<br />

e<strong>en</strong> wap<strong>en</strong>).<br />

Overig<strong>en</strong>s vult de theorie van sociaal ler<strong>en</strong> ontwikkeld door Bandura de Berkowitz' theorie<br />

aan. Net als Berkowitz doet Bandura beroep <strong>op</strong> onaang<strong>en</strong>ame stimuli die e<strong>en</strong> emotionele<br />

activering <strong>op</strong>wekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> in agressief gedrag kunn<strong>en</strong> resulter<strong>en</strong>. Dit laatste is e<strong>en</strong> aangeleerd<br />

gedrag.<br />

73


T<strong>en</strong> slotte wordt de theorie van de zondebok gestaafd door de id<strong>en</strong>tificatie van<br />

brandmerkmechanism<strong>en</strong> van <strong>het</strong> slachtoffer. Door deze mechanism<strong>en</strong>, ontle<strong>en</strong>d aan de<br />

sociale psychologie, kunn<strong>en</strong> de cognitieve process<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bevat waarmee de individu<strong>en</strong><br />

van e<strong>en</strong>zelfde groep ertoe kom<strong>en</strong> één van de hunn<strong>en</strong> uit te sluit<strong>en</strong>;<br />

Voor alles plaatst de m<strong>en</strong>s zich in de wereld door deze schematisch te organiser<strong>en</strong>. Tajfel<br />

(1981) heeft dit f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> geformuleerd in term<strong>en</strong> van «sociale categorisatie». Het gaat om<br />

e<strong>en</strong> zuiver cognitief proces bij de m<strong>en</strong>s dat eruit bestaat de fysieke <strong>en</strong> sociale omgeving in<br />

aparte categorieën <strong>op</strong> te splits<strong>en</strong> <strong>en</strong> te rangschikk<strong>en</strong>.<br />

Tijd<strong>en</strong>s <strong>het</strong> proces van sociale categorisatie treedt <strong>het</strong> vooroordeel <strong>op</strong> (Allport, 1954), te<br />

wet<strong>en</strong> de negatieve houding of de neiging e<strong>en</strong> negatieve houding aan te nem<strong>en</strong> t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte<br />

van e<strong>en</strong> groep of led<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> groep. Deze negatieve houding of de neiging ertoe berust<br />

<strong>op</strong> e<strong>en</strong> ongegronde <strong>en</strong> onwrikbare veralgem<strong>en</strong>ing. Het vooroordeel betek<strong>en</strong>t de uitsluiting<br />

van de andere als lid van e<strong>en</strong> groep jeg<strong>en</strong>s wie m<strong>en</strong> negatieve gevoel<strong>en</strong>s koestert. De<br />

negatieve houding t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van <strong>het</strong> slachtoffer vloeit voort uit <strong>het</strong> feit dat hij/zij in e<strong>en</strong><br />

verschill<strong>en</strong>de sociale categorie thuishoort dan de groep.<br />

In deze organisatie van de wereld speelt de pro-<strong>en</strong>dogroept<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s (Brewer, 1979) - die <strong>op</strong><br />

de neiging wijst de led<strong>en</strong> van de groep waartoe m<strong>en</strong> behoort positief te beoordel<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />

led<strong>en</strong> van andere groep<strong>en</strong> negatief te beoordel<strong>en</strong> - ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> rol. Op basis van <strong>het</strong><br />

proces van sociale categorisatie definiër<strong>en</strong> de sociale groep<strong>en</strong>, <strong>en</strong> bijgevolg de individu<strong>en</strong><br />

die de groep<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>stell<strong>en</strong>, zichzelf in term<strong>en</strong> van «wij» (de <strong>en</strong>dogroep) <strong>en</strong> «zij» (de<br />

exogroep). De voorkeur gaat uiteraard uit naar <strong>het</strong> «wij». Het slachtoffer wordt negatief<br />

gezi<strong>en</strong> omdat hij/zij in e<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de sociale categorie thuishoort dan de groep.<br />

T<strong>en</strong> slotte tred<strong>en</strong> rechtvaardigingsprocess<strong>en</strong> <strong>op</strong> t<strong>en</strong>einde de algem<strong>en</strong>e houding van<br />

uitsluiting te sterk<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> eerste, de fundam<strong>en</strong>tele attributiefout (Ross, 1977) verwijst naar<br />

de algem<strong>en</strong>e m<strong>en</strong>selijke neiging om situationele spanning<strong>en</strong> t<strong>en</strong> voordele van persoonlijke of<br />

dispositionele variabel<strong>en</strong> te onderschatt<strong>en</strong>. Het betreft de neiging morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> te<br />

verklar<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> veroorzaakt door de persoonlijkheid van <strong>het</strong> mikpunt <strong>en</strong> niet als<br />

e<strong>en</strong> resultante van de organisatorische situatie. T<strong>en</strong> tweede bestaat e<strong>en</strong> vooronderstelling<br />

die deel uitmaakt van de basisideeën, <strong>en</strong> dus door e<strong>en</strong> meerderheid van person<strong>en</strong> wordt<br />

gedeeld, volg<strong>en</strong>s welke e<strong>en</strong> individu verdi<strong>en</strong>t wat hem overkomt. Naar dit f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> wordt<br />

verwez<strong>en</strong> als de «theorie van de rechtvaardige wereld». Het slachtoffer is dus<br />

noodzakelijkerwijs verantwoordelijk voor <strong>het</strong> uitsluitgedrag waarvan hij/zij <strong>het</strong> mikpunt is.<br />

Deze onbewuste mechanism<strong>en</strong> verklar<strong>en</strong> hoe uitsluitf<strong>en</strong>om<strong>en</strong><strong>en</strong> van e<strong>en</strong> individu door e<strong>en</strong><br />

groep kunn<strong>en</strong> <strong>op</strong>tred<strong>en</strong>, soms onafhankelijk van e<strong>en</strong> kwaadwillige int<strong>en</strong>tionaliteit.<br />

3.1.2. De psychoanalytische theorie van <strong>het</strong> perverse sc<strong>en</strong>ario<br />

De theorie van <strong>het</strong> perverse sc<strong>en</strong>ario bezuinigt daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> niet <strong>op</strong> de int<strong>en</strong>tionaliteit.<br />

Volg<strong>en</strong>s Hirigoy<strong>en</strong> (2001: 52) kan deze fundam<strong>en</strong>tele kwestie niet terzijde word<strong>en</strong> gelat<strong>en</strong>,<br />

bijvoorbeeld via systeemconcepties: «Er kan van int<strong>en</strong>tionaliteit ge<strong>en</strong> sprake zijn wanneer<br />

<strong>het</strong> system<strong>en</strong> betreft. De int<strong>en</strong>tionaliteit is <strong>het</strong> toedo<strong>en</strong> van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die deze perverse<br />

system<strong>en</strong> bestur<strong>en</strong> <strong>en</strong> er gebruik van mak<strong>en</strong>. Insgelijks is de mondialisering <strong>op</strong> zich niet<br />

schuldig, zelfs wanneer zij aan megalomane leiders de vrije lo<strong>op</strong> geeft aan hun zucht naar<br />

hegemonie, <strong>en</strong> wanneer zij h<strong>en</strong> soms in staat stelt hun macht <strong>op</strong> om <strong>het</strong> ev<strong>en</strong> welke manier<br />

uit te breid<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun vernietig<strong>en</strong>de manoeuvres achter niet verifieerbare cijfers verborg<strong>en</strong> te<br />

houd<strong>en</strong>.»<br />

74


Volg<strong>en</strong>s Hirigoy<strong>en</strong> (1998) omvatt<strong>en</strong> morel <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> twee f<strong>en</strong>om<strong>en</strong><strong>en</strong>: <strong>en</strong>erzijds<br />

<strong>het</strong> machtsmisbruik, dat door de <strong>werk</strong>nemers vlug wordt ontmaskerd <strong>en</strong> aangeklaagd, <strong>en</strong><br />

anderzijds de perverse manipulatie, die verraderlijker <strong>en</strong> des te meer vernietig<strong>en</strong>d is<br />

De psychoanalyse beschrijft perversie als e<strong>en</strong> koude rationaliteit, gecombineerd met e<strong>en</strong><br />

onvermog<strong>en</strong> de ander<strong>en</strong> als m<strong>en</strong>selijke wez<strong>en</strong>s te beschouw<strong>en</strong>. Zij b<strong>en</strong>adrukt ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s de<br />

verleidelijke <strong>en</strong> manipulatieve trekk<strong>en</strong> die pervers gedrag k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>.<br />

Volg<strong>en</strong>s Hirigoy<strong>en</strong> vestigt de relatie van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> zich in twee fases. De eerste fase<br />

k<strong>en</strong>merkt zich door de perverse verleiding terwijl in de tweede fase e<strong>en</strong> onmisk<strong>en</strong>baar<br />

geweld <strong>op</strong>treedt. De eerste fase, ook wel «<strong>het</strong> breinloos mak<strong>en</strong>» g<strong>en</strong>oemd, kan zich over<br />

verschill<strong>en</strong>de jar<strong>en</strong> spreid<strong>en</strong>. Het betreft e<strong>en</strong> voorbereidingsfase tijd<strong>en</strong>s welke de belager<br />

beoogt <strong>het</strong> slachtoffer uit zijn/haar ev<strong>en</strong>wicht te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. De verleiding van de perverse<br />

persoon wordt <strong>op</strong> de omgeving van <strong>het</strong> slachtoffer <strong>en</strong> <strong>het</strong> slachtoffer zelf uitgeoef<strong>en</strong>d. De<br />

belager verleidt <strong>het</strong> slachtoffer om hem/haar in zijn greep te krijg<strong>en</strong>, te wet<strong>en</strong> dat hij e<strong>en</strong><br />

relatie van overheersing invoert waarbij <strong>het</strong> slachtoffer belet wordt voor zichzelf te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. In<br />

de tweede fase maakt de belager gebruik van communicatievervorming (weigering van<br />

directe communicatie, taalverdraaiing, leug<strong>en</strong>s, hanter<strong>en</strong> van sarcasme, bespotting <strong>en</strong><br />

minachting, gebruik van paradox<strong>en</strong>, in diskrediet br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>) t<strong>en</strong>einde <strong>het</strong> slachtoffer te<br />

manipuler<strong>en</strong>.<br />

Het perverse sc<strong>en</strong>ario verlo<strong>op</strong>t als volgt: de <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> word<strong>en</strong> mogelijk gemaakt omdat zij<br />

word<strong>en</strong> voorafgegaan door e<strong>en</strong> geringschatting van <strong>het</strong> slachtoffer door de perverse<br />

persoon, e<strong>en</strong> uitsluiting die door de groep wordt aanvaard <strong>en</strong> waarmee vervolg<strong>en</strong>s wordt<br />

ingestemd. Deze geringschatting verschaft a posteriori e<strong>en</strong> rechtvaardiging voor de<br />

wreedheid die hij/zij te verdur<strong>en</strong> krijgt, <strong>en</strong> leidt hem/haar ertoe te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat hij/zij verdi<strong>en</strong>t<br />

wat hem/haar overkomt.<br />

E<strong>en</strong>s <strong>het</strong> proces <strong>op</strong> gang ontwikkelt zich e<strong>en</strong> cirkelf<strong>en</strong>ome<strong>en</strong>. «E<strong>en</strong> <strong>op</strong>e<strong>en</strong>volging van<br />

<strong>op</strong>zettelijke gedraging<strong>en</strong> vanwege de belager bedoeld de angst van <strong>het</strong> slachtoffer <strong>op</strong> te<br />

wekk<strong>en</strong>, lokt bij <strong>het</strong> slachtoffer e<strong>en</strong> verdedig<strong>en</strong>de houding uit die <strong>op</strong> haar beurt nieuwe<br />

agressies g<strong>en</strong>ereert. Na e<strong>en</strong> zekere tijd tred<strong>en</strong> in de ontwikkeling van <strong>het</strong> conflict f<strong>en</strong>om<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

van wederzijdse fobieën <strong>op</strong>: <strong>het</strong> zi<strong>en</strong> van de gehate persoon verwekt bij de belager e<strong>en</strong><br />

ingehoud<strong>en</strong> woede <strong>op</strong> terwijl <strong>het</strong> zi<strong>en</strong> van zijn/haar verdrukker bij <strong>het</strong> slachtoffer e<strong>en</strong><br />

angstf<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> ontk<strong>op</strong>pelt (…) Angst wekt bij <strong>het</strong> slachtoffer pathologisch gedrag <strong>op</strong> wat als<br />

alibi zal di<strong>en</strong><strong>en</strong> om de agressie retroactief te rechtvaardig<strong>en</strong>» (Hirigoy<strong>en</strong> 1998: 57).<br />

De auteur vestigt de aandacht <strong>op</strong> e<strong>en</strong> aantal psychologische gevolg<strong>en</strong> van dit sc<strong>en</strong>ario <strong>op</strong> de<br />

slachtoffers (onderworp<strong>en</strong>heid, twijfel, verwarring, stress, schuld, angst, afzondering). Op<br />

lange termijn zal <strong>het</strong> slachtoffer e<strong>en</strong> psychologische shock ondergaan. Wanneer <strong>het</strong><br />

slachtoffer zich bewust wordt <strong>het</strong> mikpunt van e<strong>en</strong> manipulatie te zijn geweest voelt hij/zij<br />

zich bedrog<strong>en</strong> <strong>en</strong> misbruikt. Dat kan tot e<strong>en</strong> ernstige psych<strong>op</strong>athologische decomp<strong>en</strong>satie<br />

leid<strong>en</strong> (algem<strong>en</strong>e angststoornis, zware depressieve fase). Volg<strong>en</strong>s Hirigoy<strong>en</strong>, zelfs wanneer<br />

<strong>het</strong> slachtoffer van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> e<strong>en</strong> strijd aanbindt om de agressies te do<strong>en</strong> <strong>op</strong>houd<strong>en</strong> of om<br />

de belager te ontvlucht<strong>en</strong>, blijft hij/zij voor <strong>het</strong> lev<strong>en</strong> door deze traumatische ervaring<br />

gemerkt.<br />

Hoewel Hirigoy<strong>en</strong> morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> hoofdzakelijk vanuit <strong>het</strong> oogpunt van perversie in<br />

beschouwing neemt, te wet<strong>en</strong> vanuit e<strong>en</strong> eerder dispositioneel perspectief, steun<strong>en</strong>d <strong>op</strong> de<br />

persoonlijkheidsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de belager, b<strong>en</strong>adrukt zij <strong>het</strong> belang van de organisatorische<br />

factor<strong>en</strong> zoals de houding van <strong>het</strong> managem<strong>en</strong>t: «Dit soort process<strong>en</strong> zijn <strong>en</strong>kel mogelijk<br />

wanneer <strong>het</strong> bedrijf of zelfs de omgeving de og<strong>en</strong> ervoor sluit». (Hirigoy<strong>en</strong> 1998: 80).<br />

75


Andere k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de bedrijfsorganisatie kunn<strong>en</strong> <strong>het</strong> <strong>op</strong>tred<strong>en</strong> van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> in de hand<br />

<strong>werk</strong><strong>en</strong>: steeds hogere r<strong>en</strong>tabiliteitsvereist<strong>en</strong>, onduidelijke taakomschrijving<strong>en</strong>, onstabiel<br />

organisatorisch klimaat, afwezigheid van overleg, overdrev<strong>en</strong> hiërarchische structuur, de<br />

druk die <strong>op</strong> de <strong>werk</strong>nemers wordt uitgeoef<strong>en</strong>d met <strong>het</strong> oog <strong>op</strong> e<strong>en</strong> maximale betrokk<strong>en</strong>heid<br />

in <strong>het</strong> bedrijf. Verder vermeldt Hirigoy<strong>en</strong> morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> die word<strong>en</strong> aangew<strong>en</strong>d voor<br />

managem<strong>en</strong>tdoeleind<strong>en</strong>.<br />

Behalve deze organisatorische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> stelt de psychoanalyse e<strong>en</strong> sociaal-economische<br />

context aan de kaak die de voedingsbodem vormt voor psychologisch geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong>:<br />

«Door de dreiging van <strong>werk</strong>loosheid word<strong>en</strong> verwaandheid <strong>en</strong> cynisme tot<br />

managem<strong>en</strong>tmethod<strong>en</strong> verhev<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong> verbet<strong>en</strong> concurr<strong>en</strong>tiesysteem word<strong>en</strong><br />

onverschilligheid <strong>en</strong> hardvochtigheid de regel.» (Hirigoy<strong>en</strong> 1998: 80).<br />

3.1.3. Systeem- <strong>en</strong> organisatietheorieën<br />

Systeemaspect<strong>en</strong><br />

In systeemtheorie wordt <strong>het</strong> individu nooit als e<strong>en</strong> geïsoleerde persoon beschouwd maar als<br />

lid van e<strong>en</strong> systeem. E<strong>en</strong> systeem wordt gedefinieerd als e<strong>en</strong> geheel van elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in<br />

dynamische interactie, georganiseerd in functie van e<strong>en</strong> finaliteit. Wanneer e<strong>en</strong> lid van e<strong>en</strong><br />

groep ziek valt drukt hij de functiestoornis van <strong>het</strong> systeem uit. Dit symptomatisch individu<br />

wordt de «geïd<strong>en</strong>tificeerde patiënt» g<strong>en</strong>oemd.<br />

Toegepast <strong>op</strong> <strong>het</strong> proces van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> zal <strong>het</strong> systeemmodel <strong>het</strong> slachtoffer als de<br />

geïd<strong>en</strong>tificeerde patiënt binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> disfunctionele <strong>werk</strong>groep definiër<strong>en</strong>. De overdrev<strong>en</strong><br />

machtsverhouding<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> communicatievervorming<strong>en</strong> in waardoor <strong>het</strong> systeem verder kan<br />

functioner<strong>en</strong>, of eerder disfunctioner<strong>en</strong>, zoals <strong>het</strong> dat reeds sinds zekere tijd doet.<br />

E<strong>en</strong> aantal ervaring<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> gewag van de mogelijke onderlinge verwisselbaarheid van de<br />

roll<strong>en</strong> van slachtoffer <strong>en</strong> belager. Deze omkering<strong>en</strong> van de situatie kunn<strong>en</strong> in e<strong>en</strong><br />

systeemkader als zoveel verplaatsing<strong>en</strong> van <strong>het</strong> mikpunt word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong>. Op paradoxale<br />

wijze kan <strong>het</strong> gebeur<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> <strong>op</strong>vlieg<strong>en</strong>de baas zich door zijn ondergeschikt<strong>en</strong> moreel<br />

gepest voelt, de victimisatie van iemand die als e<strong>en</strong> belager wordt herk<strong>en</strong>d lijkt bijzonder <strong>het</strong><br />

geval te zijn e<strong>en</strong>s de eis<strong>en</strong> vanwege e<strong>en</strong> <strong>werk</strong>nemerscollectief massaal de aandacht<br />

trekk<strong>en</strong>. Deze paradoxale gevolg<strong>en</strong> ton<strong>en</strong> de noodzaak aan van e<strong>en</strong> aanpak <strong>op</strong> niveau van<br />

<strong>het</strong> systeem in zijn geheel, anders kan e<strong>en</strong> verplaatsing van <strong>het</strong> mikpunt zich voordo<strong>en</strong>. In<br />

systeemtheorie beschouwt m<strong>en</strong> verandering<strong>en</strong> aan <strong>het</strong> systeem in zijn geheel als<br />

noodzakelijk indi<strong>en</strong> m<strong>en</strong> de interactiemodi tuss<strong>en</strong> de person<strong>en</strong> die lid zijn van dit systeem<br />

w<strong>en</strong>st te wijzig<strong>en</strong>, <strong>en</strong> in fine <strong>het</strong> lijd<strong>en</strong> van <strong>het</strong> slachtoffer.<br />

De systeemconcepties verton<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wel e<strong>en</strong> belangrijke beperking in die zin dat de notie<br />

van persoonlijke verantwoordelijkheid van de vraagstelling uitgeslot<strong>en</strong> lijkt. Uiteraard,<br />

system<strong>en</strong> functioner<strong>en</strong>, of disfunctioner<strong>en</strong>, maar zij die de system<strong>en</strong> in <strong>werk</strong>ing stell<strong>en</strong> zijn<br />

m<strong>en</strong>selijke wez<strong>en</strong>s die e<strong>en</strong> zekere bewegingsvrijheid hebb<strong>en</strong> die niet <strong>en</strong>kel door<br />

toevallighed<strong>en</strong> wordt bepaald maar ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s <strong>op</strong> rationaliteit <strong>en</strong> creativiteit berust.<br />

76


Organisatorische aspect<strong>en</strong><br />

Ongeacht de theoretische gerichtheid van alle auteurs die tot zover morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong><br />

specifiek hebb<strong>en</strong> behandeld (Leymann, Hirigoy<strong>en</strong>, Faulx), zijn zij <strong>het</strong> erover e<strong>en</strong>s de<br />

fundam<strong>en</strong>tele rol te onderk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van <strong>het</strong> managem<strong>en</strong>t in <strong>het</strong> onderhoud, <strong>en</strong> zelfs in de<br />

totstandkoming van process<strong>en</strong> van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong>.<br />

Heinz Leymann stelt: «Alle waarneming<strong>en</strong> die tijd<strong>en</strong>s de onderzoek<strong>en</strong> naar Mobbing werd<strong>en</strong><br />

gedaan wijz<strong>en</strong> <strong>op</strong> de rol van de hiërarchische superieur. Wij k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel conflict<br />

waarbij e<strong>en</strong> hiërarchische superieur niet had kunn<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>kom<strong>en</strong> <strong>en</strong> de situatie kunn<strong>en</strong><br />

beslecht<strong>en</strong> indi<strong>en</strong> hij dat had gewild. Maar in de meeste gevall<strong>en</strong> verkiest de hiërarchie blind<br />

te blijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>het</strong> hoofd te ker<strong>en</strong>» (Leymann, 1996: 77).<br />

Marie-France Hirigoy<strong>en</strong> is van m<strong>en</strong>ing dat «Dit soort process<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel mogelijk zijn indi<strong>en</strong> <strong>het</strong><br />

bedrijf of zelfs de omgeving de og<strong>en</strong> ervoor sluit» (1998: 80).<br />

Daniel Faulx, (oktober 2000: 1): «Zolang <strong>het</strong> arbeidssysteem plaats laat voor de ontwikkeling<br />

van perverse dwangrelaties <strong>en</strong> vernietig<strong>en</strong>d overwicht, zull<strong>en</strong> er altijd person<strong>en</strong> zijn die zich<br />

binn<strong>en</strong> <strong>het</strong> systeem zull<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ontplooi<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> niet e<strong>en</strong> minimum van controle <strong>op</strong> <strong>het</strong><br />

gezagsapparaat wordt uitgevoerd zal de tuss<strong>en</strong>komst <strong>op</strong> individueel niveau altijd slechts e<strong>en</strong><br />

herstell<strong>en</strong>de functie hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> van tijdelijk nut zijn»<br />

Al deze overweging<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> ons ertoe de problematiek van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> in de<br />

bredere context van de bedrijfsorganisatie te beschouw<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s de deskundig<strong>en</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong><br />

gebied van organisatiepsychologie <strong>en</strong> ergonomische psychologie, zoals Christian<br />

Vand<strong>en</strong>berghe, gewoon hoogleraar aan de U.C.L., k<strong>en</strong>merkt <strong>het</strong> huidige beroepsmilieu zich<br />

door de «organisatieverandering». Dit concept werd geformuleerd om de<br />

structuurwijziging<strong>en</strong>, de wijziging<strong>en</strong> in de bedrijfsvorm <strong>en</strong> de bedrijfscultuur te omschrijv<strong>en</strong><br />

die voortvloei<strong>en</strong> uit de talrijke fusies, herstructurering<strong>en</strong>, aanwinst<strong>en</strong> <strong>en</strong> verplaatsing<strong>en</strong> die<br />

de bedrijfswereld k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>.<br />

Onder de wijziging<strong>en</strong> die behor<strong>en</strong> tot de organisatieverandering onderscheidt m<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

belangrijk f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> dat de passiviteit van de kaderled<strong>en</strong> t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van de problematiek<br />

van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> kan verklar<strong>en</strong>. In de lo<strong>op</strong> van de jar<strong>en</strong> '90 heeft de logica van de<br />

te<strong>werk</strong>stelling plaats geruimd voor de «logica van de te<strong>werk</strong>stelbaarheid». Dat betek<strong>en</strong>t dat,<br />

terwijl <strong>het</strong> kaderlid in <strong>het</strong> begin van de jar<strong>en</strong> '90 kon h<strong>op</strong><strong>en</strong> om lang in e<strong>en</strong>zelfde bedrijf in<br />

di<strong>en</strong>st te blijv<strong>en</strong>, deze verwachting in rook is <strong>op</strong>gegaan to<strong>en</strong> fusies <strong>en</strong> herstructurering<strong>en</strong> de<br />

regel werd<strong>en</strong>. In dergelijke omstandighed<strong>en</strong> kan <strong>het</strong> bedrijf zijn kaderled<strong>en</strong> ge<strong>en</strong><br />

te<strong>werk</strong>stelling aanbied<strong>en</strong>, <strong>het</strong> kan hun k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> deskundigheid aanbied<strong>en</strong> wat h<strong>en</strong> in staat<br />

stelt «te<strong>werk</strong>stelbaar» te zijn <strong>en</strong> elders <strong>werk</strong> te vind<strong>en</strong>. Voor e<strong>en</strong> kaderlid is <strong>het</strong> thans<br />

belangrijker middel<strong>en</strong> te verwerv<strong>en</strong> om mobiel <strong>en</strong> verplaatsbaar te word<strong>en</strong>.<br />

Deze logica van te<strong>werk</strong>stelbaarheid dreigt e<strong>en</strong> mindere betrokk<strong>en</strong>heid te veroorzak<strong>en</strong> van<br />

<strong>het</strong> kaderlid in de bedrijv<strong>en</strong> waar hij <strong>werk</strong>zaam is. Wat er van <strong>het</strong> bedrijf <strong>op</strong> lange termijn zal<br />

geword<strong>en</strong> interesseert hem maar weinig, hij is eerder in beslag g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> met zijn eig<strong>en</strong><br />

toekomst in andere bedrijv<strong>en</strong>. De organisatorische situatie <strong>werk</strong>t morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> dus <strong>op</strong><br />

directe <strong>en</strong> indirecte wijze, via de houding van de kaderled<strong>en</strong>, in de hand.<br />

De geringe betrokk<strong>en</strong>heid van de kaderled<strong>en</strong> komt onder meer tot uiting <strong>op</strong> niveau van de<br />

leemt<strong>en</strong> in de organisatie van de bedrijfsvorm, maar ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s <strong>op</strong> niveau van <strong>het</strong> buit<strong>en</strong><br />

beschouwing lat<strong>en</strong> van de m<strong>en</strong>selijke aspect<strong>en</strong> van de arbeid, in <strong>het</strong> bijzonder betreff<strong>en</strong>de<br />

de betrekking<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de <strong>werk</strong>nemers <strong>en</strong> betreff<strong>en</strong>de <strong>het</strong> bedrijfsklimaat. De logica van de<br />

te<strong>werk</strong>stelbaarheid veroorzaakt e<strong>en</strong> ontbinding van de sociale band<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> <strong>het</strong> bedrijf.<br />

77


De r<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>tsverwachting<strong>en</strong> <strong>op</strong> korte termijn die <strong>op</strong> de kaderled<strong>en</strong> weg<strong>en</strong> dreig<strong>en</strong><br />

overdrev<strong>en</strong> machtsverhouding<strong>en</strong> te veroorzak<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> relationeel lev<strong>en</strong> <strong>op</strong> korte termijn<br />

verwekt vermoedelijk e<strong>en</strong> kortsluiting in de dynamiek van de m<strong>en</strong>selijke relaties. Het<br />

leadership vestigt zich niet langer in de tijd <strong>op</strong> basis van e<strong>en</strong> geleidelijke erk<strong>en</strong>ning door de<br />

groep, maar doet zich mete<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> autoritaire machtsuitoef<strong>en</strong>ing geld<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> treft e<strong>en</strong><br />

dynamiek aan die heel vaak met <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> sam<strong>en</strong>hangt, met name e<strong>en</strong> machtsuitoef<strong>en</strong>ing.<br />

De wet<strong>en</strong>schappelijke onderzoek<strong>en</strong> die in hoofdstuk 2 word<strong>en</strong> voorgesteld hebb<strong>en</strong> duidelijk<br />

de aandacht gevestigd <strong>op</strong> de oververteg<strong>en</strong>woordiging van de hiërarchische superieur<strong>en</strong> in<br />

de categorie van de belagers.<br />

3.1.4. Het interactief model van geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong><br />

Morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> ev<strong>en</strong>als ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag, sluit<strong>en</strong> aan bij de ruimere<br />

problematiek van geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong>. Het betreft twee vorm<strong>en</strong> van psychologisch geweld in<br />

<strong>het</strong> beroepsmilieu. Om verslag uit te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> over de wijdere problematiek van geweld <strong>op</strong><br />

<strong>het</strong> <strong>werk</strong> hebb<strong>en</strong> Duncan Chappell <strong>en</strong> Vittorio Di Martino (1998) e<strong>en</strong> verklar<strong>en</strong>d theoretisch<br />

model uitge<strong>werk</strong>t waarbij e<strong>en</strong> brede waaier van interactiefactor<strong>en</strong> in beschouwing word<strong>en</strong><br />

g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Aan de hand van dit model kan <strong>het</strong> f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> gedeeltelijk word<strong>en</strong><br />

verklaard.<br />

De auteurs van dit model hebb<strong>en</strong> namelijk, na e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e analyse van de problematiek in<br />

e<strong>en</strong> internationale context, de aandacht gevestigd <strong>op</strong> <strong>het</strong> profiel van geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong>.<br />

Traditioneel werd geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> hoofdzakelijk beschouwd als fysiek geweld. In de<br />

afgel<strong>op</strong><strong>en</strong> jar<strong>en</strong> echter, met de <strong>op</strong>e<strong>en</strong>h<strong>op</strong>ing van bewijz<strong>en</strong> van de nefaste gevolg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />

aantal vorm<strong>en</strong> van niet fysiek gewelddadig gedrag, is <strong>het</strong> concept van psychologisch geweld<br />

ontstaan. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> wordt e<strong>en</strong> groei<strong>en</strong>de aandacht <strong>op</strong>gemerkt t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van e<strong>en</strong><br />

bepaalde vorm van geweld die via terugker<strong>en</strong>d gedrag wordt gepleegd, gedrag dat <strong>op</strong> zich<br />

niet veel voorstelt, maar dat, wanneer <strong>het</strong> zich <strong>op</strong>ho<strong>op</strong>t, e<strong>en</strong> ernstige vorm van geweld<br />

verteg<strong>en</strong>woordigt. De auteurs vernoem<strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag, grof gedrag<br />

(Bullying) <strong>en</strong> morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> (mobbing).<br />

<strong>Geweld</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> is e<strong>en</strong> concept dat naar sterk verschill<strong>en</strong>de situaties verwijst. De<br />

volg<strong>en</strong>de voorbeeld<strong>en</strong> getuig<strong>en</strong> hiervan: e<strong>en</strong> conflict in e<strong>en</strong> bedrijf tuss<strong>en</strong> twee <strong>werk</strong>nemers<br />

dat in e<strong>en</strong> fysieke agressie ontaardt; e<strong>en</strong> hold-up in e<strong>en</strong> financiële instelling waarbij e<strong>en</strong><br />

loketbedi<strong>en</strong>de wordt gemolesteerd; e<strong>en</strong> gevecht in e<strong>en</strong> bar tuss<strong>en</strong> twee klant<strong>en</strong> waarbij de<br />

zaakvoerder tuss<strong>en</strong>beide moet kom<strong>en</strong>; aanraking<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> <strong>werk</strong>neemster; de dagelijkse<br />

scheldpartij<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> <strong>op</strong>vlieg<strong>en</strong>de baas die onder druk staat weg<strong>en</strong>s de vereist<strong>en</strong> van de<br />

moedermaatschappij. Zoveel feit<strong>en</strong> van geweld in <strong>het</strong> beroepsmilieu die tot e<strong>en</strong> complexe<br />

verklaring behor<strong>en</strong>.<br />

Deze complexiteit wordt in aanmerking g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in <strong>het</strong> model dat Duncan Chappell <strong>en</strong><br />

Vittorio Di Martino (1998) hebb<strong>en</strong> ontwikkeld. De auteurs baser<strong>en</strong> zich <strong>op</strong> de hypothese<br />

volg<strong>en</strong>s welke geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> niet de resultante is van één <strong>en</strong>kele oorzaak, maar e<strong>en</strong><br />

complex f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> is dat de resultante is van de interactie van e<strong>en</strong> veelheid van factor<strong>en</strong>:<br />

persoonlijke factor<strong>en</strong> zowel wat <strong>het</strong> slachtoffer als de belager betreft, <strong>en</strong> situationele factor<strong>en</strong><br />

die tot de <strong>werk</strong>omgeving behor<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> lineaire causale red<strong>en</strong>ering wordt achterwege gelat<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> e<strong>en</strong> interactieve <strong>en</strong> retroactieve gedachtegang aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Het interactief model van<br />

geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> waarvan <strong>het</strong> schema in bijlage wordt voorgesteld, werd <strong>op</strong> basis van de<br />

resultat<strong>en</strong> van internationale wet<strong>en</strong>schappelijke onderzoek<strong>en</strong> uitge<strong>werk</strong>t die e<strong>en</strong> aantal<br />

risicofactor<strong>en</strong> van geweld in <strong>het</strong> beroepsmilieu hebb<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong>.<br />

78


Aan de belager verbond<strong>en</strong> persoonlijke risicofactor<strong>en</strong><br />

Wanneer m<strong>en</strong> <strong>het</strong> <strong>op</strong>tred<strong>en</strong> van gewelddadig gedrag tracht te voorspell<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t m<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

onderscheid te mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de voorspelling van <strong>het</strong> gedrag <strong>op</strong> niveau van e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e<br />

p<strong>op</strong>ulatie <strong>en</strong> <strong>op</strong> niveau van e<strong>en</strong> bepaald individu. De beschikbare wet<strong>en</strong>schappelijke<br />

gegev<strong>en</strong>s id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wel e<strong>en</strong> risico van <strong>op</strong>tred<strong>en</strong> van geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> bij groep<strong>en</strong><br />

van individu<strong>en</strong> die de volg<strong>en</strong>de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> verton<strong>en</strong>:<br />

Anteced<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van geweld in <strong>het</strong> lev<strong>en</strong> van de belager;<br />

Het feit e<strong>en</strong> man te zijn;<br />

Het feit jong te zijn;<br />

Het feit jeugdproblem<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong> gehad;<br />

Verslaafdheid aan alcohol of aan drugs;<br />

Ernstige m<strong>en</strong>tale gezondheidsproblem<strong>en</strong> waarvan de symptom<strong>en</strong> niet adequaat werd<strong>en</strong><br />

geïd<strong>en</strong>tificeerd <strong>en</strong> die niet therapeutisch onder bedwang word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong>;<br />

Zich in omstandighed<strong>en</strong> bevind<strong>en</strong> waarbij geweld in de hand wordt ge<strong>werk</strong>t, onder meer<br />

de toegang tot e<strong>en</strong> wap<strong>en</strong>.<br />

De verschill<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> elkaar onderling beïnvloed<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> cumulatief effect<br />

veroorzak<strong>en</strong>. Hoe meer e<strong>en</strong> p<strong>op</strong>ulatie van person<strong>en</strong> deze k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> vertoont, hoe groter<br />

<strong>het</strong> risico van geweld. In de huidige stand van de k<strong>en</strong>nis terzake is <strong>het</strong> ev<strong>en</strong>wel onmogelijk<br />

<strong>het</strong> agressief gedrag van e<strong>en</strong> individu met zekerheid te voorspell<strong>en</strong>. Daarom di<strong>en</strong><strong>en</strong> deze<br />

gegev<strong>en</strong>s, in <strong>het</strong> bijzonder in de context van geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong>, met omzichtigheid te<br />

word<strong>en</strong> aangew<strong>en</strong>d;<br />

Aan <strong>het</strong> slachtoffer verbond<strong>en</strong> persoonlijke risicofactor<strong>en</strong><br />

Het voorkom<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> individu, onder meer <strong>het</strong> drag<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> uniform, kan geweld<br />

aanmoedig<strong>en</strong>, of integ<strong>en</strong>deel ontmoedig<strong>en</strong>;<br />

De gezondheidstoestand, onder meer stress, is e<strong>en</strong> bron van misverstand<strong>en</strong>;<br />

De leeftijd <strong>en</strong> de ervaring van de mede<strong>werk</strong>er kan naargelang de gevall<strong>en</strong>, <strong>het</strong> risico van<br />

victimisatie vergrot<strong>en</strong> of verminder<strong>en</strong>;<br />

Het feit e<strong>en</strong> vrouw te zijn;<br />

De persoonlijkheid;<br />

De houding t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van <strong>het</strong> <strong>werk</strong>, onder meer de verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van <strong>het</strong><br />

<strong>werk</strong>.<br />

79


Aan de omgeving verbond<strong>en</strong> situationele risicofactor<strong>en</strong><br />

De fysieke <strong>werk</strong>omgeving (e<strong>en</strong> Australisch onderzoek uitgevoerd in instelling<strong>en</strong> zoals<br />

pubs, clubs <strong>en</strong> bars heeft uitgewez<strong>en</strong> dat verhoudingsgewijs, overvolle, slecht<br />

gev<strong>en</strong>tileerde, vuile <strong>en</strong> luidruchtige instelling<strong>en</strong> hogere geweldperc<strong>en</strong>tages boek<strong>en</strong> dan<br />

de instelling<strong>en</strong> die over comfortabeler lokal<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong>) ;<br />

De <strong>werk</strong>organisatie, hoe meer zij tekortschiet hoe groter <strong>het</strong> risico van geweld ;<br />

De managem<strong>en</strong>tstijl <strong>en</strong> de bedrijfscultuur, e<strong>en</strong> participatieve bedrijfscultuur vermindert <strong>het</strong><br />

risico van geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> terwijl e<strong>en</strong> autoritaire bedrijfscultuur <strong>het</strong> risico vergroot;<br />

De ontvankelijkheid voor de externe omgeving.<br />

De voorspelling van <strong>het</strong> <strong>op</strong>tred<strong>en</strong> van gewelddadig gedrag in e<strong>en</strong> beroepsmilieu zal<br />

afhang<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> analyse van de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de <strong>werk</strong>omgeving, van de omgeving<br />

extern aan de <strong>werk</strong>plek, <strong>en</strong> van de persoonlijke situatie van <strong>het</strong> slachtoffer <strong>en</strong> van de<br />

belager.<br />

Aan de <strong>werk</strong>situatie verbond<strong>en</strong> situationele risicofactor<strong>en</strong><br />

Alle<strong>en</strong> <strong>werk</strong><strong>en</strong> verteg<strong>en</strong>woordigt e<strong>en</strong> risico van blootstelling aan bepaalde vorm<strong>en</strong> van<br />

geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong>;<br />

Werk<strong>en</strong> in contact met <strong>het</strong> publiek;<br />

Werk<strong>en</strong> met geld;<br />

Werk<strong>en</strong> met person<strong>en</strong> in nood;<br />

Werk<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> omgeving die <strong>op</strong><strong>en</strong> staat voor geweld, dit is in bijzonder <strong>het</strong> geval in<br />

schoolverband, vooral in de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong>;<br />

Werkomstandighed<strong>en</strong> waarbij de <strong>werk</strong>nemer zich in e<strong>en</strong> kwetsbare situatie bevindt<br />

(Gastarbeiders, uitgebuite arbeiders, <strong>werk</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> platteland, kinderarbeid).<br />

De interactie van deze verschill<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> leidt tot diverse vorm<strong>en</strong> van geweld <strong>en</strong><br />

veroorzaakt in extreme gevall<strong>en</strong>, zoals de slachtpartij van Dunblane, de dood van e<strong>en</strong> aantal<br />

person<strong>en</strong>, <strong>en</strong> voor de overlev<strong>en</strong>d<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> dergelijke ramp, e<strong>en</strong> ernstig trauma. De auteurs<br />

id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong> zes vorm<strong>en</strong> van geweld, onderverdeeld in twee categorieën:<br />

1) fysiek geweld: dood, verwonding<strong>en</strong>, poging<strong>en</strong> tot agressie<br />

2) psychisch geweld: ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag, grof gedrag <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong>, morele<br />

<strong>pesterij<strong>en</strong></strong><br />

Chappell <strong>en</strong> Di Martino (1998: 11) onderscheid<strong>en</strong> de drie vorm<strong>en</strong> van psychisch geweld als<br />

volgt:<br />

Ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag treedt vaak <strong>op</strong> in de vorm van e<strong>en</strong> terugker<strong>en</strong>d gedrag van<br />

seksuele aard, e<strong>en</strong> ongepast, niet wederkerig <strong>en</strong> <strong>op</strong>gedrong<strong>en</strong> gedrag. Dit gedrag kan<br />

ernstige gevolg<strong>en</strong> voor <strong>het</strong> slachtoffer veroorzak<strong>en</strong>. De auteurs somm<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal<br />

handeling<strong>en</strong> <strong>op</strong> die wellicht deel kunn<strong>en</strong> uitmak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> proces van ongew<strong>en</strong>st seksueel<br />

gedrag: aanraking<strong>en</strong>, <strong>op</strong>merking<strong>en</strong>, blikk<strong>en</strong>, houding<strong>en</strong>, plagerij<strong>en</strong>, seksueel gericht<br />

taalgebruik, zinspeling<strong>en</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> privé-lev<strong>en</strong>, seksueel gerichte verwijzing<strong>en</strong>, bedekte<br />

80


toespeling<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> seksuele connotatie, <strong>op</strong>merking<strong>en</strong> met betrekking tot e<strong>en</strong> jurk,<br />

wellustige blikk<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> persoon of e<strong>en</strong> lichaamsdeel van deze persoon.<br />

Grof gedrag <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> (workplace bullying) is e<strong>en</strong> beledig<strong>en</strong>d gedrag dat zich uit in wrede,<br />

spott<strong>en</strong>de of verneder<strong>en</strong>de aanvall<strong>en</strong> met de bedoeling e<strong>en</strong> individu of e<strong>en</strong> groep van<br />

<strong>werk</strong>nemers te onderwerp<strong>en</strong>. Deze aanvall<strong>en</strong> met betrekking tot hun sociale bekwaamhed<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> vakkundigheid, zijn typisch onvoorspelbaar, irrationeel <strong>en</strong> onrechtvaardig.<br />

Morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> (mobbing) wordt gedefinieerd als e<strong>en</strong> systematische <strong>en</strong><br />

collectieve vorm van geweld gericht <strong>op</strong> e<strong>en</strong> <strong>werk</strong>nemer die psychologische <strong>pesterij<strong>en</strong></strong><br />

ondergaat. Chappell <strong>en</strong> Di Martino vernoem<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de gedraging<strong>en</strong> van morele<br />

<strong>pesterij<strong>en</strong></strong>: voortdur<strong>en</strong>de negatieve <strong>op</strong>merking<strong>en</strong> over <strong>het</strong> slachtoffer, herhaaldelijke kritiek,<br />

afzondering van <strong>het</strong> slachtoffer, laster <strong>en</strong> roddelpraatjes, <strong>het</strong> slachtoffer in publiek belachelijk<br />

mak<strong>en</strong>.<br />

Uiteraard di<strong>en</strong>t naargelang van de beschouwde vorm van geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong>, de <strong>werk</strong>ing<br />

van de verschill<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> in ev<strong>en</strong>wicht te word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong>. Zo spel<strong>en</strong> van de<br />

verklar<strong>en</strong>de variabel<strong>en</strong> die de auteurs van <strong>het</strong> model in beschouwing nem<strong>en</strong>, sommige meer<br />

dan andere e<strong>en</strong> belangrijker rol bij <strong>het</strong> <strong>op</strong>tred<strong>en</strong> van psychologisch geweld, in <strong>het</strong> bijzonder<br />

in gevall<strong>en</strong> van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag. Het gebrek aan<br />

<strong>werk</strong>organisatie <strong>en</strong> in <strong>het</strong> bijzonder de onduidelijke taakverdeling, is bijvoorbeeld e<strong>en</strong><br />

dominer<strong>en</strong>de risicofactor terzake. Terwijl <strong>het</strong> feit met geld te <strong>werk</strong><strong>en</strong> met betrekking tot<br />

psychologische geweld e<strong>en</strong> onbeduid<strong>en</strong>de variabele is. Dit meer algeme<strong>en</strong> model heeft de<br />

verdi<strong>en</strong>ste de aandacht te vestig<strong>en</strong> <strong>op</strong> de complexiteit van e<strong>en</strong> gewelddadig proces, <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

algeme<strong>en</strong> beeld te sc<strong>het</strong>s<strong>en</strong> waarmee de struikelblok van e<strong>en</strong> lineaire causale verklaring<br />

wordt vermed<strong>en</strong> die met betrekking tot ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>en</strong> morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> te<br />

beperk<strong>en</strong>d is.<br />

81


Conclusie<br />

De theoretische modell<strong>en</strong> die in dit hoofdstuk word<strong>en</strong> uite<strong>en</strong>gezet vestig<strong>en</strong> de aandacht <strong>op</strong><br />

verschill<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> die in de process<strong>en</strong> van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel<br />

gedrag medebepal<strong>en</strong>d zijn: cognitieve variabel<strong>en</strong> met betrekking tot de groepsdynamiek<br />

vermeld in de theorie van de zondebok, persoonlijke variabel<strong>en</strong> waar<strong>op</strong> door de<br />

psychoanalyse wordt gewez<strong>en</strong>, contextuele <strong>en</strong> organisatorische variabel<strong>en</strong> die door de<br />

systeem- <strong>en</strong> organisatietheorieën in aanmerking word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>; e<strong>en</strong> geheel van<br />

interactieve risicofactor<strong>en</strong> dat door <strong>het</strong> interactief model van geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> wordt<br />

beschouwd.<br />

Overig<strong>en</strong>s bestaan er mogelijkerwijs verschill<strong>en</strong>de typ<strong>en</strong> van process<strong>en</strong> van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong>,<br />

afhankelijk van de aard van de overweg<strong>en</strong>de variabel<strong>en</strong> die in elke situatie in <strong>het</strong> geding zijn.<br />

In bepaalde gevall<strong>en</strong> vloei<strong>en</strong> de morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong>/of <strong>het</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />

voort uit e<strong>en</strong> conflict dat onvoldo<strong>en</strong>de werd beslecht; in andere gevall<strong>en</strong> ontwikkelt <strong>het</strong><br />

proces zich in e<strong>en</strong> context van e<strong>en</strong> te hevige beroepsstress gek<strong>op</strong>peld aan e<strong>en</strong> onduidelijke<br />

taakomschrijving, of verder kan de victimisatie van e<strong>en</strong> individu hoofdzakelijk zijn oorsprong<br />

vind<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> persoonlijke rivaliteit.<br />

Elke situatie van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> is specifiek. Het slachtoffer zelf zal zijn/haar ervaring<br />

volg<strong>en</strong>s zijn/haar eig<strong>en</strong> gevoeligheid interpreter<strong>en</strong>. En uiteindelijk zal <strong>het</strong> de betek<strong>en</strong>is zijn<br />

die <strong>het</strong> slachtoffer aan deze pijnlijke ervaring geeft die <strong>het</strong> meest telt, vermits deze betek<strong>en</strong>is<br />

waarschijnlijk de weg is waarlangs hij/zij zich uit de situatie redd<strong>en</strong> kan.<br />

3.2. Ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />

3.2.1 Het natuurlijk biologisch model / <strong>het</strong> organisatiemodel / <strong>het</strong> sociaalcultureel<br />

model<br />

Sandra Tangri, Martha Burt <strong>en</strong> Leanor Johnson 25 hebb<strong>en</strong> drie verklar<strong>en</strong>de modell<strong>en</strong> van<br />

ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag uitge<strong>werk</strong>t.<br />

Volg<strong>en</strong>s <strong>het</strong> natuurlijk biologisch model wordt ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag verklaard door<br />

e<strong>en</strong> loutere seksuele aantrekking tuss<strong>en</strong> de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>. Het organisatiemodel postuleert dat<br />

ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag de resultante is van e<strong>en</strong> structuur die dergelijk gedrag in de<br />

hand <strong>werk</strong>t. Deze structuur steunt <strong>op</strong> e<strong>en</strong> bepaalde bedrijfscultuur, <strong>op</strong> de hiërarchie <strong>en</strong><br />

specifieke gezagsverhouding<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> slotte, volg<strong>en</strong>s <strong>het</strong> sociaal-cultureel model is<br />

ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag de uitdrukking van de ongelijke machtsverdeling <strong>en</strong> status<br />

tuss<strong>en</strong> de geslacht<strong>en</strong>. Dit model wordt ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s beschouwd als e<strong>en</strong> mechanisme dat<br />

specifiek functioneert om de mannelijke overheersing t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van de vrouw<strong>en</strong> in stand<br />

te houd<strong>en</strong>, zowel in <strong>het</strong> <strong>werk</strong>milieu als in de economische sfeer.<br />

25 TANGRI S.; BURT M.; JOHNSON L.; Sexual Harassm<strong>en</strong>t at Work: Three Explanatory Models in<br />

Journal of Social Issues; Vol. 38; N°4; (1982: 33-54).<br />

82


a) Het natuurlijk biologisch model<br />

Het natuurlijk biologisch model berust <strong>op</strong> verschill<strong>en</strong>de hypothes<strong>en</strong>:<br />

De eerste hypothese stelt dat aangezi<strong>en</strong> de mannelijke seksuele drift sterker is, de<br />

mann<strong>en</strong> e<strong>en</strong> natuurlijke neiging hebb<strong>en</strong> de vrouw<strong>en</strong> seksueel lastig te vall<strong>en</strong> maar<br />

zonder discriminer<strong>en</strong>de bedoeling<strong>en</strong>. Als ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag simpelweg de<br />

uiting is van e<strong>en</strong> sterkere seksuele drift bij de man, dan kan word<strong>en</strong> verwacht dat in de<br />

leeftijdsgroep met de sterkste seksuele drift, ongeacht <strong>het</strong> beroepsstatuut of de<br />

hiërarchische positie, e<strong>en</strong> groter aantal daders van ongew<strong>en</strong>st seksueel zal word<strong>en</strong><br />

vastgesteld;<br />

De tweede hypothese stelt dat aangezi<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> de mann<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

natuurlijke aantrekkingskracht bestaat, de twee geslacht<strong>en</strong> deelnem<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> seksueel<br />

gericht gedrag <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong>. Als e<strong>en</strong> dergelijke hypothese gegrond is zou m<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />

verwacht<strong>en</strong> dat de mannelijke <strong>en</strong> vrouwelijke medespelers in deze relatie van dezelfde<br />

leeftijd zijn, van <strong>het</strong>zelfde ras, dat zij dezelfde k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>, houding<strong>en</strong> <strong>en</strong> status hebb<strong>en</strong>.<br />

Overig<strong>en</strong>s zoud<strong>en</strong> deze medespelers e<strong>en</strong> wederzijdse interesse, e<strong>en</strong> aantrekking voor<br />

elkaar moet<strong>en</strong> voel<strong>en</strong> <strong>en</strong> ge<strong>en</strong> van beid<strong>en</strong> zou hierover moet<strong>en</strong> klag<strong>en</strong>;<br />

T<strong>en</strong> slotte, in e<strong>en</strong> derde hypothese zoek<strong>en</strong> de voorstanders van <strong>het</strong> natuurlijk biologisch<br />

model de verklaring van <strong>het</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag in <strong>het</strong> ziekelijk gedrag van e<strong>en</strong><br />

minderheid van mann<strong>en</strong>. Dergelijke hypothese ontk<strong>en</strong>t <strong>en</strong>erzijds <strong>het</strong> bestaan van<br />

systematische modell<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>en</strong> anderzijds de motivering<strong>en</strong><br />

die voortvloei<strong>en</strong> uit discriminatie <strong>op</strong> grond van <strong>het</strong> geslacht. Blijkt deze hypothese<br />

gegrond, dan zou ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag willekeurig gespreid zijn onder mann<strong>en</strong><br />

van alle leeftijdscategorieën, beroepsstatut<strong>en</strong> <strong>en</strong> hiërarchische posities.<br />

Dit model is aan diverse kritiek<strong>en</strong> onderhevig geweest: ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag wordt als<br />

e<strong>en</strong> normaal, individueel, persoonlijk, onschuldig f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> beschouwd. Deze aanpak heeft<br />

tot gevolg ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag te vergoelijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> in de hand te <strong>werk</strong><strong>en</strong> vermits alle<br />

middel<strong>en</strong> nutteloos lijk<strong>en</strong>. Overig<strong>en</strong>s negeert dit model <strong>het</strong> feit dat ongew<strong>en</strong>st seksueel<br />

gedrag gemotiveerd kan zijn door de bedoeling de vrouw<strong>en</strong> te discriminer<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun<br />

carrièreverlo<strong>op</strong> te schad<strong>en</strong>.<br />

b) Het organisatiemodel<br />

Volg<strong>en</strong>s <strong>het</strong> organisatiemodel kunn<strong>en</strong> de instelling<strong>en</strong> structur<strong>en</strong> creër<strong>en</strong> waarin ongew<strong>en</strong>st<br />

seksueel gedrag mogelijk wordt.<br />

T<strong>en</strong> eerste kan ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag voortvloei<strong>en</strong> uit e<strong>en</strong> gezagsdiffer<strong>en</strong>tiatie. Sinds<br />

de <strong>werk</strong>organisatie zich k<strong>en</strong>merkt door e<strong>en</strong> verticale stratificatie kunn<strong>en</strong> de individu<strong>en</strong> hun<br />

gezag, hun positie gebruik<strong>en</strong> om seksuele gunst<strong>en</strong> van hun ondergeschikt<strong>en</strong> af te dwing<strong>en</strong>.<br />

Terwijl <strong>het</strong> geloofwaardig klinkt dat e<strong>en</strong> vrouw e<strong>en</strong> man lastigvalt, is deze situatie ev<strong>en</strong>wel<br />

minder waarschijnlijk dan omgekeerd <strong>het</strong> geval is, omdat de vrouw<strong>en</strong> eerder e<strong>en</strong> aan de<br />

mann<strong>en</strong> ondergeschikte positie bekled<strong>en</strong>.<br />

Deze asymmetrische relatie tuss<strong>en</strong> de superieur<strong>en</strong> (de mann<strong>en</strong>) <strong>en</strong> hun ondergeschikt<strong>en</strong> (de<br />

vrouw<strong>en</strong>) berooft de ondergeschikt<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> materiële zelfstandigheid <strong>en</strong> van de nodige<br />

veiligheid om aan ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag te weerstaan <strong>en</strong> maakt h<strong>en</strong> kwetsbaar voor<br />

de economische, psychologische, fysieke <strong>en</strong> sociale gevolg<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel<br />

gedrag. De economische gevolg<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ernstiger zijn <strong>en</strong> niet <strong>en</strong>kel de huidige betrekking<br />

maar ook <strong>het</strong> carrièreverlo<strong>op</strong> <strong>op</strong> lange termijn treff<strong>en</strong>.<br />

83


Behalve de gezagsdiffer<strong>en</strong>tiatie kunn<strong>en</strong> andere factor<strong>en</strong> <strong>het</strong> bestaan van e<strong>en</strong> f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> van<br />

ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag in de hand <strong>werk</strong><strong>en</strong>. Martin (1978), Martin <strong>en</strong> Fein (1978) -<br />

vermeld door Sandra Tangri <strong>en</strong> soortg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> - b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de stimuler<strong>en</strong>de<br />

factor<strong>en</strong>:<br />

De zichtbaarheid <strong>en</strong> de contact<strong>en</strong> in gem<strong>en</strong>gde arbeidspost<strong>en</strong><br />

Sommige <strong>werk</strong>nemers beschikk<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> <strong>werk</strong>omgeving; andere <strong>werk</strong><strong>en</strong> met twee<br />

of in groep. Elk type van arbeidsomstandigheid schept verschill<strong>en</strong>de geleg<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> tot<br />

ongew<strong>en</strong>st seksueel geweld;<br />

Het perc<strong>en</strong>tage van mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> organisatie kan ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />

al dan niet in de hand <strong>werk</strong><strong>en</strong>;<br />

Organisati<strong>en</strong>orm<strong>en</strong><br />

Ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag kan oorspronkelijk door organisati<strong>en</strong>orm<strong>en</strong> inher<strong>en</strong>t aan<br />

bepaalde arbeidsplaats<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> geschraagd: <strong>het</strong> uniform van e<strong>en</strong> hostess, de titel van<br />

secretaresse kunn<strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag in de hand <strong>werk</strong><strong>en</strong>;<br />

Beroepspraktijk<strong>en</strong><br />

Bepaalde beroepspraktijk<strong>en</strong> - zoals overur<strong>en</strong>, zak<strong>en</strong>reiz<strong>en</strong>, <strong>het</strong> feit met e<strong>en</strong> persoon van <strong>het</strong><br />

andere geslacht te grapp<strong>en</strong> - kunn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> meer geslachtsgebond<strong>en</strong> sfeer in de hand <strong>werk</strong><strong>en</strong><br />

dan tijd<strong>en</strong>s de normale <strong>werk</strong>ur<strong>en</strong>;<br />

De procedures<br />

Het bestaan van controleprocedures van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag (klacht<strong>en</strong>procedure)<br />

<strong>en</strong> de mogelijkheid om van arbeidspost te verander<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> de <strong>werk</strong>nemers minder<br />

onderhevig aan <strong>het</strong> f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag.<br />

Sam<strong>en</strong>gevat berust <strong>het</strong> organisatiemodel <strong>op</strong> e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> <strong>het</strong> ongew<strong>en</strong>st<br />

seksueel gedrag <strong>en</strong> de infrastructuuraspect<strong>en</strong> van <strong>het</strong> <strong>werk</strong> die <strong>het</strong> <strong>op</strong>tred<strong>en</strong> van <strong>het</strong><br />

f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> kan schrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> in de hand <strong>werk</strong><strong>en</strong>.<br />

c) Het sociaal-cultureel model<br />

Volg<strong>en</strong>s dit model is ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag e<strong>en</strong> uiting van <strong>het</strong> patriarchaal systeem<br />

waarin de mannelijke regels <strong>en</strong> hun maatschappelijke overtuiging<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gewettigd.<br />

Culturele relatiemodell<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de man <strong>en</strong> de vrouw <strong>en</strong> de economische <strong>en</strong> politieke<br />

bov<strong>en</strong>bouw houd<strong>en</strong> deze mannelijke suprematie in stand.<br />

De maatschappij ziet de man als e<strong>en</strong> agressief <strong>en</strong> seksueel dominer<strong>en</strong>d wez<strong>en</strong> <strong>en</strong> de vrouw<br />

als e<strong>en</strong> onderworp<strong>en</strong> <strong>en</strong> passief wez<strong>en</strong>. De vermaatschappelijking van de man <strong>en</strong> de vrouw<br />

beoogt voor elk e<strong>en</strong> respectieve <strong>en</strong> aanvull<strong>en</strong>de rol.<br />

E<strong>en</strong> vrouw, meer dan e<strong>en</strong> man, beoordeelt <strong>en</strong> waardeert zichzelf in functie van de ander<strong>en</strong><br />

(<strong>en</strong> in <strong>het</strong> bijzonder in functie van de mann<strong>en</strong>), zij is van nature g<strong>en</strong>eigd de aandacht van<br />

e<strong>en</strong> man als e<strong>en</strong> vleierij <strong>en</strong> niet als e<strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag te zi<strong>en</strong>. De<br />

vermaatschappelijking van de vrouw<strong>en</strong> draagt bij tot hun kwetsbaarheid voor ongew<strong>en</strong>st<br />

seksueel gedrag: zij hebb<strong>en</strong> namelijk geleerd aantrekkelijk <strong>en</strong> verzo<strong>en</strong><strong>en</strong>d te zijn, niet te<br />

oordel<strong>en</strong>, zich schuldig te acht<strong>en</strong> voor wat h<strong>en</strong> overkomt.<br />

84


De instandhouding van de mannelijke suprematie - hun beroepssuprematie <strong>en</strong> economische<br />

suprematie - is de functie die ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag vervult door de vrouw<strong>en</strong> te<br />

ontmoedig<strong>en</strong> <strong>en</strong> h<strong>en</strong> uit de arbeidswereld uit te sluit<strong>en</strong>.<br />

3.2.2. De theorie van <strong>het</strong> overvloei<strong>en</strong> van de seksuele rol<br />

De "arbeidsrol" bestaat uit e<strong>en</strong> geheel van verwachting<strong>en</strong> die met de uitvoering van e<strong>en</strong> <strong>werk</strong><br />

gepaard gaan. De "seksuele rol" verteg<strong>en</strong>woordigt e<strong>en</strong> geheel van verwachting<strong>en</strong> die met<br />

<strong>het</strong> gedrag van de man <strong>en</strong> de vrouw gepaard gaan: bijvoorbeeld, e<strong>en</strong> seksueel beeld<br />

schepp<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> seksobject zijn, zijn aspect<strong>en</strong> van de vrouwelijke "seksuele rol".<br />

Deze theorie die in 1982 door Barbara Gutek <strong>en</strong> Bruce Morasch 26 werd uitge<strong>werk</strong>t, verklaart<br />

ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag als e<strong>en</strong> transfer van de "seksuele rol" naar de "arbeidsrol". Met<br />

andere woord<strong>en</strong> er vindt e<strong>en</strong> transplantatie in <strong>het</strong> <strong>werk</strong>milieu plaats van<br />

gedragsverwachting<strong>en</strong> inher<strong>en</strong>t aan elk geslacht, gedrag dat <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> ongepast of<br />

ongeleg<strong>en</strong> is.<br />

Wanneer in e<strong>en</strong> bepaalde <strong>werk</strong>groep de mann<strong>en</strong> of de vrouw<strong>en</strong> dominer<strong>en</strong> treedt e<strong>en</strong><br />

"overvloei<strong>en</strong> van de seksuele rol" <strong>op</strong>.<br />

Vrouw<strong>en</strong> die in e<strong>en</strong> traditioneel mannelijk milieu <strong>werk</strong>zaam zijn ervar<strong>en</strong> dit type van<br />

"overvloei<strong>en</strong> van de seksuele rol": doordat zij e<strong>en</strong> kleine minderheid verteg<strong>en</strong>woordig<strong>en</strong> is<br />

hun geslacht zo <strong>op</strong>vall<strong>en</strong>d dat hun mannelijke collega’s h<strong>en</strong> als vrouw<strong>en</strong> eerder dan als<br />

collega‘s beschouw<strong>en</strong>.<br />

Omgekeerd treedt in traditioneel vrouwelijke arbeidsplaats<strong>en</strong> e<strong>en</strong> "overvloei<strong>en</strong> van de<br />

seksuele rol" <strong>op</strong>: de "seksuele rol wordt één met de "arbeidsrol": m<strong>en</strong> verwacht van deze<br />

vrouw<strong>en</strong> dat zij zich <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> gedrag<strong>en</strong> zoals zij zich gebruikelijk als vrouw gedrag<strong>en</strong>, de<br />

arbeidsplaats wordt geseksualiseerd.<br />

Het "overvloei<strong>en</strong> van de seksuele rol" treedt <strong>op</strong> wanneer wordt verwacht dat de vrouw<strong>en</strong>,<br />

meer dan de mann<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> gelijke "arbeidsrol", via hun voorkom<strong>en</strong>, hun gedrag of hun<br />

kleding e<strong>en</strong> geseksualiseerd beeld schepp<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> man kan van e<strong>en</strong> <strong>werk</strong>neemster<br />

verwacht<strong>en</strong> dat zij e<strong>en</strong> seksobject is <strong>en</strong> insgelijks kunn<strong>en</strong> de <strong>werk</strong>neemsters zich eraan<br />

verwacht<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> seksobject te word<strong>en</strong> beschouwd.<br />

E<strong>en</strong> aantal red<strong>en</strong><strong>en</strong> verklar<strong>en</strong> de transfer van de "seksuele rol" naar de "arbeidsrol":<br />

T<strong>en</strong> eerste, de seksuele id<strong>en</strong>titeit lijkt e<strong>en</strong> ruimere cognitieve basis te hebb<strong>en</strong> dan de<br />

"arbeidsrol". E<strong>en</strong> persoon wordt eerst als man of vrouw <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s als verpleegster of<br />

pompbedi<strong>en</strong>de gecategoriseerd. E<strong>en</strong> mannelijke pompbedi<strong>en</strong>de kan verschill<strong>en</strong>d word<strong>en</strong><br />

beoordeeld dan e<strong>en</strong> vrouwelijke pompbedi<strong>en</strong>de.<br />

In bepaalde omstandighed<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> de vrouw<strong>en</strong> zich meer <strong>op</strong> hun gemak voel<strong>en</strong> in aan<br />

de "vrouwelijke rol" verbond<strong>en</strong> stereotyp<strong>en</strong>, in <strong>het</strong> bijzonder wanneer zij d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat de<br />

mann<strong>en</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> h<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel in e<strong>en</strong> vrouwelijke rol zull<strong>en</strong> aanvaard<strong>en</strong>.<br />

26 GUTEK B.; MORASCH B.; Sex-Ratios, Sex-Role Spillover, and Sexual Harassm<strong>en</strong>t of Wom<strong>en</strong> at<br />

Work in Journal of Social Issues; Vol. 38; N°.4;(1982: 55-74).<br />

85


T<strong>en</strong> slotte word<strong>en</strong> veel mann<strong>en</strong> eerst met de vrouw<strong>en</strong> in hun andere roll<strong>en</strong><br />

geconfronteerd (echtg<strong>en</strong>ote, moeder, dochter,…) <strong>en</strong> voel<strong>en</strong> zich met deze vertrouwde<br />

roll<strong>en</strong> meer <strong>op</strong> hun gemak. De onderzoekers hebb<strong>en</strong> bijvoorbeeld <strong>op</strong>gemerkt dat de<br />

mann<strong>en</strong> <strong>en</strong>erzijds, vaker dan de vrouw<strong>en</strong>, aan de man-vrouw interacties in<br />

beroepsverband e<strong>en</strong> seksuele connotatie toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, <strong>en</strong> anderzijds dat zij deze<br />

interacties, meer dan de vrouw<strong>en</strong>, in <strong>het</strong> beroepskader als normaal beschouw<strong>en</strong>.<br />

Het perc<strong>en</strong>tage van de mannelijke <strong>en</strong> vrouwelijke arbeidspost<strong>en</strong> hangt sam<strong>en</strong> met <strong>het</strong><br />

"overvloei<strong>en</strong> van de seksuele rol". Thans heeft de grotere aanwezigheid van de vrouw<strong>en</strong><br />

<strong>op</strong> de arbeidsmarkt tot gevolg dat de mann<strong>en</strong> zich aan de man-vrouw interactie <strong>op</strong> <strong>het</strong><br />

<strong>werk</strong> gaan w<strong>en</strong>n<strong>en</strong> wat <strong>het</strong> risico van <strong>het</strong> "overvloei<strong>en</strong> van de seksuele rol" zou moet<strong>en</strong><br />

beperk<strong>en</strong>.<br />

Volg<strong>en</strong>s Connell (1987) <strong>en</strong> Segal (1990) 27 - vermeld door Jackie Krasas Rogers <strong>en</strong> Kevin D.<br />

H<strong>en</strong>son -, stelt <strong>het</strong> concept "overvloei<strong>en</strong> van de seksuele rol" e<strong>en</strong> aantal aan de "seksuele<br />

rol" verbond<strong>en</strong> problem<strong>en</strong>. De "seksuele rol" bestaat buit<strong>en</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> maar dit persoonlijke<br />

k<strong>en</strong>merk vloeit <strong>op</strong> ongepaste wijze in de arbeidswereld over (ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag is<br />

e<strong>en</strong> gedrag dat in de arbeidswereld ongepast <strong>en</strong> ongeleg<strong>en</strong> is). In term<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st<br />

seksueel gedrag beperkt de verantwoordelijkheid van de organisaties zich tot de bestraffing<br />

van de occasionele belager. Volg<strong>en</strong>s Jackie Krasas Rogers <strong>en</strong> Kevin D. H<strong>en</strong>son, volstaat <strong>het</strong><br />

niet zich te beperk<strong>en</strong> tot <strong>het</strong> onderzoek van <strong>het</strong> perc<strong>en</strong>tage van de mannelijke <strong>en</strong> vrouwelijke<br />

arbeidspost<strong>en</strong> (symptoom van e<strong>en</strong> door <strong>het</strong> geslacht beïnvloede <strong>werk</strong>organisatie), maar te<br />

onderzoek<strong>en</strong> hoe deze organisaties (door <strong>het</strong> geslacht beïnvloed) ongew<strong>en</strong>st seksueel<br />

gedrag in de hand <strong>werk</strong><strong>en</strong>.<br />

Overig<strong>en</strong>s houd<strong>en</strong> vrouwelijke stereotyp<strong>en</strong> (bijvoorbeeld, seksobject) ongew<strong>en</strong>st seksueel<br />

gedrag in stand. Schneider 28 , - vermeld door Jackie Krasas Rogers <strong>en</strong> Kevin D. H<strong>en</strong>son -<br />

heeft aangetoond hoe de <strong>werk</strong>nemers bewog<strong>en</strong> word<strong>en</strong> vrouwelijke ontvankelijkheid als<br />

seksuele to<strong>en</strong>aderingspoging<strong>en</strong> te interpreter<strong>en</strong>, wat in sam<strong>en</strong>hang met hun gebrek aan<br />

gezag in beroepscontext, ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag veroorzaakt. Volg<strong>en</strong>s deze<br />

verklaring<strong>en</strong> is ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag, domein van individuele acties, <strong>op</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in de<br />

organisatorisch <strong>en</strong> institutionele voorschrift<strong>en</strong>;<br />

27 KRASAS ROGERS J. et HENSON K.D.; "Hey, why don't you wear a shorter skirt?" Structural<br />

Vulnerability and the Organization of Sexual Harassm<strong>en</strong>t in Temporary Clerical Employm<strong>en</strong>t in<br />

G<strong>en</strong>der and Society, April (1997: 216).<br />

28 KRASAS ROGERS J.; HENSON K.D.; "Hey, why don't you wear a shorter skirt?" Structural<br />

Vulnerability and the Organization of Sexual Harassm<strong>en</strong>t in Temporary Clerical Employm<strong>en</strong>t in<br />

G<strong>en</strong>der and Society, April (1997: 217).<br />

86


3.2.3. De theorie van de foute perceptie<br />

Met betrekking tot de hierbov<strong>en</strong> uite<strong>en</strong>gezette theorieën (natuurlijk biologisch model,<br />

organisatiemodel, sociaal-cultureel model, The Sex Role Spillover Model), b<strong>en</strong>adrukt Frank<br />

E. Saal 29 "Wat <strong>op</strong>merkelijk is, is dat ge<strong>en</strong> van deze modell<strong>en</strong> de mogelijkheid overweegt dat<br />

minst<strong>en</strong>s <strong>en</strong>kele voorbeeld<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag kunn<strong>en</strong> wijz<strong>en</strong> <strong>op</strong> e<strong>en</strong><br />

vervorming van de mannelijke perceptie van <strong>het</strong> gedrag <strong>en</strong> de bedoeling<strong>en</strong> van de vrouw<strong>en</strong>.<br />

Ik d<strong>en</strong>k dat er slechts weinig <strong>het</strong>eroseksuele mann<strong>en</strong> zijn die zich niet hebb<strong>en</strong> moet<strong>en</strong><br />

scham<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> foute interpretatie van <strong>het</strong> vrouwelijk gedrag in e<strong>en</strong> sociale context, <strong>en</strong>kel<br />

om uit te vind<strong>en</strong> dat de vrouw<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele bedoeling hadd<strong>en</strong> e<strong>en</strong> intiemere<br />

interm<strong>en</strong>selijke relatie na te strev<strong>en</strong>. Insgelijks vertell<strong>en</strong> vele vrouw<strong>en</strong> anekdotes die er<strong>op</strong><br />

wijz<strong>en</strong> dat ook zij lastige situaties hebb<strong>en</strong> beleefd waarbij hun vri<strong>en</strong>dschap jeg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> man<br />

door deze laatste verkeerd werd geïnterpreteerd omdat hij me<strong>en</strong>de bij de vrouw tek<strong>en</strong><strong>en</strong> van<br />

seksuele interesse of beschikbaarheid <strong>op</strong> te merk<strong>en</strong> ".<br />

Aldus is, volg<strong>en</strong>s de theorie van de foute perceptie, ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag de<br />

resultante van foute percepties bij de mann<strong>en</strong> van <strong>het</strong> gedrag <strong>en</strong> de bedoeling<strong>en</strong> van de<br />

vrouw<strong>en</strong>. De mann<strong>en</strong> die de neiging hebb<strong>en</strong> vri<strong>en</strong>dschappelijk, extrovert gedrag van de<br />

vrouw<strong>en</strong> (verkeerd) <strong>op</strong> te vatt<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> tek<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> seksuele interesse of<br />

beschikbaarheid, zull<strong>en</strong> zich eerder overgev<strong>en</strong> aan ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag jeg<strong>en</strong>s<br />

vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>het</strong> goedkeur<strong>en</strong>.".<br />

Over <strong>het</strong> geheel g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> de mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> de vrouw<strong>en</strong> de ding<strong>en</strong> anders waar: bij<br />

interm<strong>en</strong>selijke uitwisseling<strong>en</strong> werd vastgesteld dat mann<strong>en</strong> de neiging hebb<strong>en</strong> in <strong>het</strong> sociaal<br />

gedrag van de vrouw<strong>en</strong> (<strong>en</strong> in mindere mate van de mann<strong>en</strong>) sterkere seksuele impuls<strong>en</strong><br />

waar te nem<strong>en</strong>, terwijl de vrouw<strong>en</strong> in <strong>het</strong> vrouwelijk gedrag, in hun eig<strong>en</strong> gedrag, eerder<br />

vri<strong>en</strong>delijkheid <strong>en</strong> <strong>op</strong>rechtheid zi<strong>en</strong>.<br />

Parkinson (1989), - vermeld door Frank E. Saal 30 , heeft de hypothese bestudeerd volg<strong>en</strong>s<br />

welke de kans groter is dat mann<strong>en</strong>, die de vri<strong>en</strong>delijkheid van de vrouw<strong>en</strong> verkeerd<br />

<strong>op</strong>vatt<strong>en</strong>, onverbiddelijk gedrag ontwikkel<strong>en</strong> <strong>en</strong> zich aan agressief seksueel gedrag jeg<strong>en</strong>s<br />

vrouw<strong>en</strong> overgev<strong>en</strong>. 130 mannelijke stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> 144 vrouwelijke stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kreg<strong>en</strong> elk e<strong>en</strong><br />

video vertoont met e<strong>en</strong> prikkel<strong>en</strong>de interactie tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> doc<strong>en</strong>t <strong>en</strong> e<strong>en</strong> stud<strong>en</strong>t <strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> gewone, niet-prikkel<strong>en</strong>de interactie tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> doc<strong>en</strong>t <strong>en</strong> e<strong>en</strong> stud<strong>en</strong>t anderzijds.<br />

Vervolg<strong>en</strong>s werd<strong>en</strong> de stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> verzocht <strong>op</strong> 14 semantische items te antwoord<strong>en</strong>.<br />

In zijn conclusies merkt Parkinson (1989) <strong>op</strong> dat bij mann<strong>en</strong> die loutere vrouwelijke<br />

vri<strong>en</strong>delijkheid verkeerd <strong>op</strong>vatt<strong>en</strong>, ge<strong>en</strong> grotere waarschijnlijkheid bestaat geweld <strong>en</strong> gevaar<br />

als viriel <strong>en</strong> aang<strong>en</strong>aam te beschouw<strong>en</strong>, of jeg<strong>en</strong>s vrouw<strong>en</strong> ongevoelig of seksueel agressief<br />

te zijn. Indi<strong>en</strong> deze eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> <strong>het</strong> risico vergrot<strong>en</strong> dat mann<strong>en</strong> zich aan ongew<strong>en</strong>st<br />

seksueel gedrag overgev<strong>en</strong>, do<strong>en</strong> de gegev<strong>en</strong>s vermoed<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> foute perceptie van de<br />

vrouwelijke vri<strong>en</strong>dschap als e<strong>en</strong> tek<strong>en</strong> van seksuele interesse of beschikbaarheid, niet met<br />

ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag sam<strong>en</strong>hangt.<br />

Betreff<strong>en</strong>de de onderzoek<strong>en</strong> die werd<strong>en</strong> uitgevoerd om de theorie van de foute perceptie te<br />

test<strong>en</strong>, b<strong>en</strong>adrukt Frank E. Saal dat zij niet in hun poging zijn geslaagd deze geloofwaardige<br />

hypothese te ondersteun<strong>en</strong>.<br />

29 SAAL F. E. ; M<strong>en</strong>'s Misperceptions of Wom<strong>en</strong>'s Interpersonal Behaviors and Sexual Harassm<strong>en</strong>t<br />

in Sexual Harassm<strong>en</strong>t in the Workplace; Uitgegev<strong>en</strong> door Margaret S. Stockdale; Wom<strong>en</strong> and<br />

Work Volume 5; (1996: 69).<br />

30 SAAL F. E. ; M<strong>en</strong>'s Misperceptions of Wom<strong>en</strong>'s Interpersonal Behaviors and Sexual Harassm<strong>en</strong>t<br />

in Sexual Harassm<strong>en</strong>t in the Workplace; Uitgegev<strong>en</strong> door Margaret S. Stockdale; Wom<strong>en</strong> and<br />

Work Volume 5; (1996: 72).<br />

87


Hoewel <strong>het</strong> altijd mogelijk is dat deze theorie zijn verdi<strong>en</strong>ste heeft <strong>en</strong> dat deze onderzoek<strong>en</strong><br />

er e<strong>en</strong>voudigweg niet in geslaagd zijn de theorie adequaat te test<strong>en</strong>, is Frank E. Saal van<br />

oordeel dat <strong>het</strong> aanvoer<strong>en</strong> van foute percepties om dit onaanvaardbaar gedrag in<br />

institutionele structur<strong>en</strong> te verklar<strong>en</strong>, ertoe kan leid<strong>en</strong> de voorbedachtheid van ongew<strong>en</strong>st<br />

seksueel gedrag <strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> de laakbare <strong>en</strong> strafbare aard van dergelijk gedrag anderzijds<br />

te verminder<strong>en</strong><br />

3.2.4. De theorie van macht <strong>en</strong> overheersing<br />

De theorie van macht <strong>en</strong> overheersing, ontstaan uit de vrouw<strong>en</strong>beweging, heeft de meeste<br />

onderzoek<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong>de ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> geïnspireerd<br />

Fitzgerald (1992), - vermeld door Irène Padavic <strong>en</strong> James D. Orcutt 31 b<strong>en</strong>adrukt dat de<br />

meeste f<strong>en</strong>om<strong>en</strong><strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag niet veel te mak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> met<br />

erotische obsessies <strong>en</strong> niet bedacht zijn om e<strong>en</strong> seksuele relatie aan te moedig<strong>en</strong>, maar<br />

integ<strong>en</strong>deel om de vrouw<strong>en</strong> te beledig<strong>en</strong>, belachelijk te mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> te verneder<strong>en</strong>.<br />

Volg<strong>en</strong>s deze theorie van macht <strong>en</strong> overheersing is ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag e<strong>en</strong> middel<br />

waardoor de mann<strong>en</strong> hun overheersing t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van de vrouw<strong>en</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> <strong>en</strong> in de<br />

maatschappij in <strong>het</strong> algeme<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> do<strong>en</strong> geld<strong>en</strong>.<br />

Volg<strong>en</strong>s Margaret S. Stockdale 32 verklaart deze theorie ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>op</strong><br />

diverse manier<strong>en</strong>:<br />

Individu<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> persoonlijke machtswellust of e<strong>en</strong> grote behoefte aan overheersing, <strong>en</strong><br />

die negatieve houding<strong>en</strong> jeg<strong>en</strong>s vrouw<strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong>, zoud<strong>en</strong> e<strong>en</strong> grotere neiging tot<br />

ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag verton<strong>en</strong>;<br />

Anderzijds is e<strong>en</strong> onev<strong>en</strong>wichtige machtsverdeling <strong>op</strong> niveau van de interm<strong>en</strong>selijke relaties<br />

ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s medebepal<strong>en</strong>d in de verklaring van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag. Kipnis (1990), -<br />

vermeld door Margaret S. Stockdale - heeft vastgesteld hoezeer person<strong>en</strong> met e<strong>en</strong><br />

buit<strong>en</strong>maatse macht g<strong>en</strong>eigd zijn de ander<strong>en</strong> te beschouw<strong>en</strong> als zwak, nietsnutt<strong>en</strong>,<br />

verdi<strong>en</strong><strong>en</strong>d wat hun overkomt, afgunstig jeg<strong>en</strong>s de machtshouders. Dergelijke process<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> verklar<strong>en</strong> waarom superieur<strong>en</strong> hun <strong>werk</strong>nemers, doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hun stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> seksueel<br />

lastigvall<strong>en</strong>;<br />

T<strong>en</strong> slotte kan in e<strong>en</strong> discussie over macht <strong>het</strong> patriarchaat niet word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>egeerd. In onze<br />

maatschappij, zoals trouw<strong>en</strong>s in de meeste sam<strong>en</strong>leving<strong>en</strong>, g<strong>en</strong>iet<strong>en</strong> de mann<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />

belangrijker positie <strong>en</strong> macht <strong>en</strong>kel <strong>en</strong> alle<strong>en</strong> omdat zij mann<strong>en</strong> zijn. Opgroei<strong>en</strong> in e<strong>en</strong><br />

patriarchale beschaving kan bij de mann<strong>en</strong> <strong>het</strong> gevoel wekk<strong>en</strong> dat zij <strong>het</strong> recht hebb<strong>en</strong><br />

vrouw<strong>en</strong> seksueel lastig te vall<strong>en</strong>. Dit perspectief dat <strong>op</strong> macht berust, kan verklar<strong>en</strong> waarom<br />

mannelijke collega's hun vrouwelijke collega's, of waarom mannelijke ondergeschikt<strong>en</strong> of<br />

stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hun superieur<strong>en</strong> of doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> seksueel lastigvall<strong>en</strong>.<br />

31 PADAVIC I.; ORCUTT J.; Perceptions of Sexual Harassm<strong>en</strong>t in the Florida Legal System. A<br />

comparison of Dominance and Spillover Explanations in G<strong>en</strong>der and Society; Vol 11 N° 5;<br />

Oktober (1997: 683).<br />

32 STOCKDALE M. S.; What We Know and What We Need to Learn About Sexual Harassm<strong>en</strong>t in<br />

Sexual Harassm<strong>en</strong>t in the Workplace; Uitgegev<strong>en</strong> door by Margaret S. Stockdale; Wom<strong>en</strong> and<br />

Work Volume 5; (1996: 11).<br />

88


De eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van de slachtoffers (jong, ongehuwd, vrouw) ev<strong>en</strong>als organisatorische<br />

factor<strong>en</strong> (e<strong>en</strong> onev<strong>en</strong>wichtige g<strong>en</strong>derverdeling in e<strong>en</strong> <strong>werk</strong>groep) kunn<strong>en</strong> dergelijke<br />

machtsgebond<strong>en</strong> motiev<strong>en</strong> beïnvloed<strong>en</strong> of verwekk<strong>en</strong> die ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s door de daders <strong>en</strong><br />

andere situationele factor<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beïnvloed.<br />

Bijvoorbeeld kunn<strong>en</strong> jonge, ongehuwde vrouw<strong>en</strong>, in <strong>het</strong> bijzonder in de og<strong>en</strong> van person<strong>en</strong><br />

met e<strong>en</strong> grote persoonlijke machtshonger, word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> als person<strong>en</strong> die gemakkelijker<br />

kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gedomineerd.<br />

Margaret S. Stockdale wijst er<strong>op</strong> dat hoewel macht als organisatiekader voor ongew<strong>en</strong>st<br />

seksueel gedrag heeft gedi<strong>en</strong>d, dit begrip ev<strong>en</strong>wel <strong>op</strong> niveau van onderzoek <strong>en</strong> theoretische<br />

analyse weinig interesse heeft gewekt. Overig<strong>en</strong>s verzoekt zij deskundig<strong>en</strong> in Sociale<br />

Wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> om hun m<strong>en</strong>ing betreff<strong>en</strong>de deze belangrijke kwestie.<br />

3.2.5. De symbooltheorie<br />

C.W. Bajema verwijst naar de door Kanter (1977) ontwikkelde symbooltheorie <strong>en</strong><br />

verduidelijkt dat deze theorie berust <strong>op</strong> de discriminatie <strong>en</strong> marginalisatie van de led<strong>en</strong> van<br />

e<strong>en</strong> minderheidsgroep.<br />

Volg<strong>en</strong>s deze theorie zull<strong>en</strong> de led<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> willekeurige maatschappelijke groep <strong>het</strong><br />

voorwerp van discriminatie word<strong>en</strong> wanneer hun groep binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> organisatie minder dan<br />

15% verteg<strong>en</strong>woordigt.<br />

Volg<strong>en</strong>s C.W. Bajema 33 : "Tot nu toe heeft nog ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel onderzoek argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> t<strong>en</strong> gunste<br />

van deze theorie kunn<strong>en</strong> aanvoer<strong>en</strong>. De theorie van de symbolische discriminatie werd<br />

ontwikkeld <strong>op</strong> basis van bewijz<strong>en</strong> geleverd door de ervaring<strong>en</strong> van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong><br />

marginalisatie van vrouw<strong>en</strong> in mannelijke arbeidsplaats<strong>en</strong>. Onderzoek heeft ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele<br />

aanwijzing kunn<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> van negatieve symbolische gevolg<strong>en</strong> wanneer de mann<strong>en</strong> in de<br />

minderheid zijn. Mann<strong>en</strong> die overheers<strong>en</strong>d vrouwelijke beroep<strong>en</strong> betred<strong>en</strong> word<strong>en</strong> meestal<br />

goed onthaald, of er bestaan althans weinig aanwijzing<strong>en</strong> die <strong>het</strong> bewijs lever<strong>en</strong> dat zij door<br />

hun vrouwelijke collega's gemarginaliseerd word<strong>en</strong>. Hoewel in talrijke onderzoek<strong>en</strong> de<br />

g<strong>en</strong>derverhouding in de verschill<strong>en</strong>de beroep<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijke contextuele variabele is,<br />

werd<strong>en</strong> de gevolg<strong>en</strong> van symbolisme nog niet bestudeerd (…)".<br />

3.2.6. De theorie van de seksuele prikkel<br />

De theorie van de seksuele prikkel hangt sam<strong>en</strong> met andere verklar<strong>en</strong>de modell<strong>en</strong>, met<br />

name de theorie van macht <strong>en</strong> overheersing. De factor<strong>en</strong> die de motivatie van macht <strong>en</strong><br />

overheersing beïnvloed<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> gelijktijdig <strong>op</strong> de seksuele prikkel word<strong>en</strong> toegepast.<br />

Lips (1991), - vermeld door Margaret S. Stockdale 34 - heeft aangetoond dat macht <strong>en</strong><br />

overheersing belangrijke thema's zijn in de mannelijke seksualiteit. Bepaalde mann<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> g<strong>en</strong>eigd zijn e<strong>en</strong> band te legg<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> seksuele stimuli <strong>en</strong> machtsd<strong>en</strong>k<strong>en</strong>.<br />

33 Le harcèlem<strong>en</strong>t sexuel sur le lieu de travail dans l'Union Eur<strong>op</strong>é<strong>en</strong>ne; Eur<strong>op</strong>ese Commissie:<br />

Directoraat-g<strong>en</strong>eraal Werkgeleg<strong>en</strong>heid, industriële betrekking<strong>en</strong> <strong>en</strong> sociale zak<strong>en</strong>; Bureau voor<br />

officiële publicaties der Eur<strong>op</strong>ese Geme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>; (1999: 36).<br />

34 STOCKDALE M. S.; What We Know and What We Need to Learn About Sexual Harassm<strong>en</strong>t in<br />

Sexual Harassm<strong>en</strong>t in the Workplace; Uitgegev<strong>en</strong> door Margaret S. Stockdale; Wom<strong>en</strong> and Work<br />

Volume 5; (1996: 12).<br />

89


Bargh <strong>en</strong> Raymond (1995), - vermeld door Margaret S. Stockdale 35 - hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> theorie<br />

ontwikkeld waarbij overheersing <strong>en</strong> seksualiteitsgebond<strong>en</strong> motivaties met elkaar<br />

sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>. Zij postuler<strong>en</strong> dat bij seksueel agressieve mann<strong>en</strong> macht <strong>en</strong> seksgebond<strong>en</strong><br />

signal<strong>en</strong> zodanig nauw verbond<strong>en</strong> zijn dat zij zich van <strong>het</strong> misbruik van hun machtspositie<br />

niet langer meer bewust zijn.<br />

De theorie van de seksuele prikkel, in <strong>het</strong> bijzonder in sam<strong>en</strong>hang met de theorieën van<br />

overheersing, zou bijgevolg in <strong>het</strong> onderzoek naar de oorzak<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel<br />

gedrag niet buit<strong>en</strong> beschouwing mog<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gelat<strong>en</strong>.<br />

HOOFDSTUK 4 : SOCIOLOGISCHE CONTEXT<br />

Thans veroorzaakt <strong>het</strong> f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> e<strong>en</strong> vloedgolf in de Belgische<br />

maatschappij <strong>en</strong> is <strong>het</strong> voorwerp van e<strong>en</strong> groei<strong>en</strong>de mediabelangstelling. Deze problematiek,<br />

nog niet zolang geled<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd, wordt ev<strong>en</strong>wel sinds e<strong>en</strong> aantal jar<strong>en</strong>, met de vertaling<br />

van <strong>het</strong> boek van Heinz Leymann <strong>en</strong> de uitgave van <strong>het</strong> eerste boek van Marie-France<br />

Hirigoy<strong>en</strong>, in andere land<strong>en</strong> onderk<strong>en</strong>d. Overig<strong>en</strong>s zijn de feit<strong>en</strong> die thans in <strong>het</strong> Franstalige<br />

Eur<strong>op</strong>a word<strong>en</strong> veroordeeld waarschijnlijk niet nieuw. Daarom wordt <strong>het</strong> noodzakelijk zich<br />

vrag<strong>en</strong> te stell<strong>en</strong> over de sociale betek<strong>en</strong>is van de huidige bezorgdheid betreff<strong>en</strong>de<br />

psychologisch geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong>, zowel <strong>op</strong> wet<strong>en</strong>schappelijk als <strong>op</strong> juridisch vlak.<br />

Heinz Leymann (1996: 39) had reeds de aandacht gevestigd <strong>op</strong> de sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> <strong>het</strong><br />

f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>het</strong> belang van de waarde «<strong>werk</strong>» in de Scandinavische<br />

maatschappij: «Mobbing lijkt in <strong>het</strong> domein van vrije tijd, politiek <strong>en</strong>gagem<strong>en</strong>t <strong>en</strong><br />

sportactiviteit<strong>en</strong> weinig effect te sorter<strong>en</strong>. Het mikpunt wordt er niet diep door getroff<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

kan de aanval gemakkelijk ontwijk<strong>en</strong>. Overig<strong>en</strong>s blijkt dat dad<strong>en</strong> van mobbing tijd<strong>en</strong>s de vrije<br />

tijd weinig gevolg<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> beroepslev<strong>en</strong>. Daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> veroorzaakt mobbing <strong>op</strong> <strong>het</strong><br />

<strong>werk</strong> vaak moeilijkhed<strong>en</strong> in <strong>het</strong> privé-lev<strong>en</strong>. De belangrijkste verklaring hiervoor ligt in <strong>het</strong><br />

overwicht van <strong>het</strong> beroepslev<strong>en</strong> <strong>op</strong> de andere lev<strong>en</strong>ssfer<strong>en</strong>. Het slachtoffer zijn van mobbing<br />

<strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> verteg<strong>en</strong>woordigt dus e<strong>en</strong> gevaar voor <strong>het</strong> ev<strong>en</strong>wicht <strong>en</strong> de kwaliteit van <strong>het</strong><br />

bestaan in <strong>het</strong> algeme<strong>en</strong>.» Deze waarde lijkt de huidige neoliberale sociaal-economische<br />

context te dominer<strong>en</strong>. Er gaan ev<strong>en</strong>wel steeds meer stemm<strong>en</strong> <strong>op</strong> die deze sociale <strong>werk</strong>wijze<br />

in naam van <strong>het</strong> recht <strong>op</strong> arbeid in vraag stell<strong>en</strong>. In <strong>het</strong> boek van Christ<strong>op</strong>he Dejours treft<br />

m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> analyse van <strong>het</strong> f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> van psychologisch geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> in e<strong>en</strong><br />

neoliberale context aan.<br />

Christ<strong>op</strong>he Dejours (1998), psychiater, psychoanalyticus, doc<strong>en</strong>t aan <strong>het</strong> Conservatoire<br />

national des Arts et Métiers <strong>en</strong> directeur van <strong>het</strong> Laboratoire de Psychologie du Travail, heeft<br />

onlangs e<strong>en</strong> boek uitgegev<strong>en</strong> met als titel «Souffrance <strong>en</strong> France. La banalisation de<br />

l’injustice sociale.». Hierin stelt hij bij de burgers t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van sociaal onrecht e<strong>en</strong><br />

stilzwijg<strong>en</strong>de instemming vast. Hij vraagt zicht af wat ons toelaat <strong>het</strong> lot van de <strong>werk</strong>loz<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

«nieuwe arm<strong>en</strong>» te duld<strong>en</strong>. Hij tracht te bevatt<strong>en</strong> hoe e<strong>en</strong> hele maatschappij, zonder zich te<br />

verzett<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> steeds grotere arbeidsdruk kan aanvaard<strong>en</strong> waarvan zij nochtans weet dat<br />

deze de m<strong>en</strong>tale <strong>en</strong> psychische integriteit van haar led<strong>en</strong> in <strong>het</strong> gedrang br<strong>en</strong>gt. Christ<strong>op</strong>he<br />

Dejours komt tot de ontdekking dat angst aan de oorsprong van deze stilzwijg<strong>en</strong>de<br />

instemming ligt. In <strong>het</strong> licht van <strong>het</strong> concept communicatievervorming van Jürg<strong>en</strong> Habermas<br />

<strong>en</strong> banaliteit van Hannah Ar<strong>en</strong>dt reconstrueert hij <strong>het</strong> proces dat de m<strong>en</strong>s toelaat lijd<strong>en</strong> te<br />

duld<strong>en</strong> <strong>en</strong> sociale onrechtvaardigheid te bagatelliser<strong>en</strong>.<br />

35 STOCKDALE M. S.; What We Know and What We Need to Learn About Sexual Harassm<strong>en</strong>t in<br />

Sexual Harassm<strong>en</strong>t in the Workplace; Uitgegev<strong>en</strong> door Margaret S. Stockdale; Wom<strong>en</strong> and Work<br />

Volume 5; (1996: 12).<br />

90


Christ<strong>op</strong>he Dejours assimileert de economische crisis waarin wij ons bevind<strong>en</strong> <strong>en</strong> die<br />

voortvloeit uit <strong>het</strong> neoliberalisme, met e<strong>en</strong> oorlogssituatie. Hij heeft <strong>het</strong> over e<strong>en</strong><br />

economische oorlog waarbij niets minder dan de overleving van de natie <strong>en</strong> de bescherming<br />

van de vrijheid <strong>op</strong> <strong>het</strong> spel staan. Dejours (1998: 10): «Wij zull<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel overlev<strong>en</strong>, zo wordt<br />

ons voorgehoud<strong>en</strong>, indi<strong>en</strong> wij onszelf overtreff<strong>en</strong> <strong>en</strong> nog doeltreff<strong>en</strong>der dan onze<br />

concurr<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zijn. Deze oorlog zondere wap<strong>en</strong>s gaat ev<strong>en</strong>wel gepaard met<br />

individuele offers gebracht door person<strong>en</strong>, <strong>en</strong> collectieve offers die <strong>op</strong> economische grond<strong>en</strong><br />

hoger<strong>op</strong> werd<strong>en</strong> beslist.» Het belangrijkste wap<strong>en</strong> van de economische oorlog is de<br />

ontwikkeling van <strong>het</strong> concurr<strong>en</strong>tievermog<strong>en</strong> waarbij <strong>het</strong> doel de middel<strong>en</strong> heiligt. Het<br />

concurr<strong>en</strong>tievermog<strong>en</strong> br<strong>en</strong>gt massale ontslagmaatregel<strong>en</strong> met zich die veel m<strong>en</strong>selijk lijd<strong>en</strong><br />

veroorzak<strong>en</strong>, zowel voor de ontslag<strong>en</strong> <strong>werk</strong>nemers als voor de «overlev<strong>en</strong>d<strong>en</strong>».<br />

Christ<strong>op</strong>he Dejours vervolgt deze vergelijk<strong>en</strong>de analyse <strong>en</strong> komt tot de vaststelling dat de<br />

ingestelde oorlogsmachine heel doeltreff<strong>en</strong>d functioneert, <strong>en</strong> tracht te begrijp<strong>en</strong> waardoor zij<br />

zo goed functioner<strong>en</strong> kan. Hij analyseert de mogelijke verklar<strong>en</strong>de hypothes<strong>en</strong>.<br />

De eerste hypothese vloeit voort uit de systeem- <strong>en</strong> organisatiemodell<strong>en</strong> die stell<strong>en</strong> dat de<br />

economische <strong>werk</strong>wijze, e<strong>en</strong>s ingesteld, zich volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> proces van zelfschepping<br />

automatisch voortplant. Berust<strong>en</strong>d <strong>op</strong> zijn interne logica blijft <strong>het</strong> economische<br />

wereldsysteem autonoom functioner<strong>en</strong>, onafhankelijk van de person<strong>en</strong> die eraan<br />

deelnem<strong>en</strong>. Dat vooronderstelt e<strong>en</strong> marktautonomie die door haar eig<strong>en</strong> wett<strong>en</strong> wordt<br />

bestuurd, onontkoombare wett<strong>en</strong> die de status hebb<strong>en</strong> van natuurlijke wett<strong>en</strong>.<br />

De tweede verklar<strong>en</strong>de hypothese die door de auteur in beschouwing wordt g<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />

bestaat eruit <strong>het</strong> bestaan van economische wett<strong>en</strong> te aanvaard<strong>en</strong> maar deze als ingevoerde<br />

wett<strong>en</strong> te beschouw<strong>en</strong>, te wet<strong>en</strong> door de m<strong>en</strong>s ontworp<strong>en</strong>. Dejours (1998: 14): «Vanuit dit<br />

gezichtspunt zou de oorlog zijn oorsprong niet <strong>en</strong>kel vind<strong>en</strong> in de aard van <strong>het</strong> economische<br />

systeem, in de markt of in de «mondialisering», maar in de m<strong>en</strong>selijke gedragslijn.» Dit<br />

epistemologisch standpunt br<strong>en</strong>gt e<strong>en</strong> aantal overweging<strong>en</strong> met zich mee met betrekking tot<br />

de rol die elke<strong>en</strong> speelt in de voorplanting van deze neoliberale economie. Terwijl m<strong>en</strong> zich<br />

niet verbaast over <strong>het</strong> verantwoordelijkheidsaandeel, weg<strong>en</strong>s strategische red<strong>en</strong><strong>en</strong> van<br />

persoonlijk winstbejag, dat in de voortzetting van deze economische oorlog <strong>op</strong> de leiders van<br />

bepaalde bedrijv<strong>en</strong> rust, is <strong>het</strong> des te verbaz<strong>en</strong>der te moet<strong>en</strong> vaststell<strong>en</strong> dat de slachtoffers<br />

van dit systeem, die per slot van rek<strong>en</strong>ing e<strong>en</strong> overweldig<strong>en</strong>de meerderheid vorm<strong>en</strong>, de<br />

voortzetting ervan niet tracht<strong>en</strong> te belett<strong>en</strong>. Dejours (1998: 15): «De economische<br />

oorlogsmachine is nochtans ge<strong>en</strong> deus ex machina. Zij functioneert omdat de mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />

vrouw<strong>en</strong> massaal instemm<strong>en</strong> om eraan deel te nem<strong>en</strong> (…) Oef<strong>en</strong>t deze machine haar macht<br />

verder uit, is <strong>het</strong> wel omdat wij ermee instemm<strong>en</strong> dat zij functioneert, zelfs al doet zij ons<br />

walg<strong>en</strong>»<br />

De auteur beoogt <strong>het</strong> m<strong>en</strong>selijk gedrag te analyser<strong>en</strong> dat deze oorlogsmachine bouwt <strong>en</strong> <strong>het</strong><br />

m<strong>en</strong>selijke gedrag dat ermee instemt <strong>en</strong> dat er zich zelfs aan onderwerpt. De grootste<br />

verdi<strong>en</strong>ste van dit <strong>werk</strong> schuilt in de analyse van de subjectieve veerkracht van de<br />

instemming. Dejours verwijst namelijk naar de verwachting<strong>en</strong> die in 1980 door de politieke<br />

analist<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> <strong>op</strong>gesteld. T<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van de groei<strong>en</strong>de crisis <strong>op</strong> de arbeidsmarkt<br />

verwachtt<strong>en</strong> zij dat e<strong>en</strong> <strong>werk</strong>loosheidscijfer van 4% van de beroepsbevolking niet kon<br />

word<strong>en</strong> overschred<strong>en</strong> zonder dat e<strong>en</strong> ernstige politieke crisis zou <strong>op</strong>tred<strong>en</strong>, die in sociale<br />

onrust <strong>en</strong> <strong>op</strong>roerbeweging<strong>en</strong> zou ontaard<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>het</strong> ev<strong>en</strong>wicht van de Franse maatschappij<br />

zou kunn<strong>en</strong> verstor<strong>en</strong>. Met <strong>het</strong> huidige <strong>werk</strong>loosheidscijfer dat vrijwel 13% bereikt kan m<strong>en</strong><br />

zich alle<strong>en</strong> maar verbaz<strong>en</strong> over de passiviteit van de Franse burgers teg<strong>en</strong>over de onzekere<br />

arbeidssituatie die e<strong>en</strong> steeds grotere meerderheid van de bevolking treft.<br />

91


Ook al werd <strong>het</strong> lijd<strong>en</strong> veroorzaakt door <strong>werk</strong>loosheid <strong>en</strong> <strong>het</strong> eruit voortvloei<strong>en</strong>de proces van<br />

sociale uitsluiting wet<strong>en</strong>schappelijk aangetoond, ook al del<strong>en</strong> wij all<strong>en</strong> voor onszelf, onze<br />

naast<strong>en</strong>, onze vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> of onze kinder<strong>en</strong> e<strong>en</strong> gevoel van angst teg<strong>en</strong>over <strong>het</strong> risico van<br />

uitsluiting, <strong>en</strong> ondanks <strong>het</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de aantal sociaal uitgeslot<strong>en</strong><strong>en</strong> in Eur<strong>op</strong>a, is niet<br />

iedere<strong>en</strong> de m<strong>en</strong>ing toegedaan dat de slachtoffers van <strong>werk</strong>loosheid, van armoede, van<br />

sociale uitsluiting, <strong>het</strong> slachtoffer van e<strong>en</strong> onrechtvaardigheid zoud<strong>en</strong> zijn.<br />

Dejours (1998: 20) vestigt de aandacht <strong>op</strong> onze neiging spontaan <strong>het</strong> onderscheid te mak<strong>en</strong><br />

tuss<strong>en</strong> lijd<strong>en</strong> <strong>en</strong> onrechtvaardigheid. Dit mechanisme leidt <strong>en</strong>erzijds tot de instemming met<br />

<strong>het</strong> economische d<strong>en</strong>kbeeld <strong>en</strong> anderzijds tot e<strong>en</strong> lijdzame houding. «De person<strong>en</strong> die hun<br />

perceptie van <strong>het</strong> lijd<strong>en</strong> van ander<strong>en</strong> gescheid<strong>en</strong> houd<strong>en</strong> van <strong>het</strong> gevoel van<br />

verontwaardiging <strong>op</strong>gewekt door de herk<strong>en</strong>ning van e<strong>en</strong> onrechtvaardigheid, nem<strong>en</strong> vaak<br />

e<strong>en</strong> lijdzame houding aan. Lijdzaamheid t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van e<strong>en</strong> «f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong>»: de crisis van de<br />

<strong>werk</strong>geleg<strong>en</strong>heid die als e<strong>en</strong> fataliteit wordt beschouwd …» Volg<strong>en</strong>s de economische<br />

d<strong>en</strong>kbeeld<strong>en</strong> zijn <strong>werk</strong>loosheid <strong>en</strong> sociale uitsluiting de resultant<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> systeem- <strong>en</strong><br />

economisch f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> waar<strong>op</strong> wij ge<strong>en</strong> vat hebb<strong>en</strong>, zij zijn de resultant<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> crisis<br />

waarvoor niemand verantwoordelijk is. Lijdzaamheid <strong>en</strong> instemming met <strong>het</strong> economische<br />

d<strong>en</strong>kbeeld houd<strong>en</strong> gelijke tred.<br />

Van hieruit tracht de auteur te begrijp<strong>en</strong> waarom <strong>het</strong> economische d<strong>en</strong>kbeeld <strong>en</strong> de eruit<br />

voortvloei<strong>en</strong>de afwezigheid van e<strong>en</strong> collectieve mobilisatie de massale instemming van de<br />

Franse burgers krijgt.<br />

Om <strong>op</strong> deze vraag <strong>het</strong> antwoord te gev<strong>en</strong> vestigt hij de aandacht <strong>op</strong> e<strong>en</strong> «banaliseringproces<br />

van <strong>het</strong> kwaad». Christ<strong>op</strong>he Dejours ontwikkelt dit concept bij uitbreiding van <strong>het</strong> concept<br />

«de banaliteit van <strong>het</strong> kwaad» van Hannah Ar<strong>en</strong>dt in haar analyse van <strong>het</strong> nazisme <strong>en</strong> in <strong>het</strong><br />

bijzonder van de Eichmann-zaak. Onder «de banaliteit van <strong>het</strong> kwaad» verstond Hannah<br />

Ar<strong>en</strong>dt <strong>het</strong> volg<strong>en</strong>de (Dejours, 1998: 195): «De afwezigheid, de <strong>op</strong>schorting of de<br />

verwijdering van <strong>het</strong> d<strong>en</strong>kvermog<strong>en</strong> die gepaard kunn<strong>en</strong> gaan met onm<strong>en</strong>selijke dad<strong>en</strong>, <strong>en</strong><br />

meer in <strong>het</strong> algeme<strong>en</strong>, met de uitoef<strong>en</strong>ing van <strong>het</strong> kwaad». Dejours trekt e<strong>en</strong> aantal<br />

vergelijking<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de massale instemming t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van sociale uitsluiting die <strong>het</strong><br />

neoliberale systeem van de Franse maatschappij <strong>op</strong> <strong>het</strong> einde van de twintigste eeuw<br />

k<strong>en</strong>merkt <strong>en</strong> de massale instemming van de Duitse bevolking t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van de etnische<br />

zuivering die <strong>het</strong> politieke nazi-regime k<strong>en</strong>merkte. Beide system<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> de uitsluiting van<br />

de ander<strong>en</strong> <strong>en</strong> de afwezigheid van e<strong>en</strong> politieke mobilisatie teg<strong>en</strong> de sociale<br />

onrechtvaardigheid geme<strong>en</strong>. Deze uitsluiting is de resultante van e<strong>en</strong> onderscheid tuss<strong>en</strong><br />

lijd<strong>en</strong> <strong>en</strong> onrechtvaardigheid, e<strong>en</strong> onderscheid dat in de hand wordt ge<strong>werk</strong>t door e<strong>en</strong><br />

banaliseringproces van <strong>het</strong> kwaad.<br />

Dit concept steunt <strong>op</strong> twee fundam<strong>en</strong>tele begripp<strong>en</strong> die hier verder word<strong>en</strong> uitge<strong>werk</strong>t: dat<br />

van «<strong>het</strong> banaliseringproces» <strong>en</strong> dat van «<strong>het</strong> kwaad».<br />

Volg<strong>en</strong>s dit banaliseringproces (Dejours, 1998: 157) «kan e<strong>en</strong> uitzonderlijk gedrag, dat<br />

normaal gesprok<strong>en</strong> door de actie <strong>en</strong> <strong>het</strong> gedrag van de meerderheid wordt verhinderd, als<br />

gedragsregel <strong>en</strong> zelfs als e<strong>en</strong> waarde ingang vind<strong>en</strong>». Zo gebeurt <strong>het</strong> dat in talrijke<br />

bedrijv<strong>en</strong>, wat voordi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> sch<strong>en</strong>ding van de ethiek werd beschouwd, thans e<strong>en</strong> norm<br />

dreigt te word<strong>en</strong>.<br />

92


Het kwaad waarvan sprake is wordt door de auteur gedefinieerd als (Dejours, 1998: 108)<br />

«<strong>het</strong> duld<strong>en</strong>, <strong>het</strong> niet veroordel<strong>en</strong> <strong>en</strong> de deelname aan de onrechtvaardigheid <strong>en</strong> <strong>het</strong> lijd<strong>en</strong><br />

die de ander<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangedaan». Hij vermeldt eerst de steeds talrijker overtreding<strong>en</strong> van<br />

de arbeidswetgeving: person<strong>en</strong> zonder <strong>werk</strong>vergunning te<strong>werk</strong>stell<strong>en</strong> om ge<strong>en</strong> sociale last<strong>en</strong><br />

te hoev<strong>en</strong> betal<strong>en</strong> <strong>en</strong> h<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> ongeval zonder schadevergoeding te kunn<strong>en</strong> ontslag<strong>en</strong>;<br />

e<strong>en</strong> <strong>werk</strong> vereis<strong>en</strong> waarvan de arbeidsduur de wettelijke vergunning<strong>en</strong> overschrijdt zoals dat<br />

in de sector van <strong>het</strong> wegvervoer <strong>het</strong> geval is. Vervolg<strong>en</strong>s vernoemt Dejours e<strong>en</strong> hele reeks<br />

gedraging<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> afspiegeling zijn van de door Heinz Leymann geïnv<strong>en</strong>tariseerde<br />

handeling<strong>en</strong> van pestgedrag: <strong>op</strong>zettelijk onrechtvaardig gedrag met betrekking tot de<br />

discriminer<strong>en</strong>de toewijzing van de lastigste <strong>en</strong> gevaarlijkste arbeidspost<strong>en</strong>; grof <strong>en</strong> obsce<strong>en</strong><br />

gedrag jeg<strong>en</strong>s vrouw<strong>en</strong>; chantage van <strong>het</strong> <strong>werk</strong>; insinuaties jeg<strong>en</strong>s <strong>werk</strong>nemers met de<br />

bedoeling h<strong>en</strong> psychologisch uit hun ev<strong>en</strong>wicht te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>; manipulaties met de bedoeling<br />

h<strong>en</strong> tot <strong>het</strong> uiterste te drijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> fout<strong>en</strong> te do<strong>en</strong> begaan; gebruikelijke praktijk<strong>en</strong> van ontslag<br />

zonder <strong>op</strong>zegtermijn. In dit <strong>op</strong>zicht verhaalt Dejours <strong>het</strong> lot van kaderled<strong>en</strong> die <strong>op</strong> e<strong>en</strong><br />

morg<strong>en</strong> niet meer in hun kantoor kunn<strong>en</strong> omdat <strong>het</strong> slot werd veranderd, <strong>en</strong> die word<strong>en</strong><br />

verzocht hun loon in ontvangst te gaan nem<strong>en</strong>, hun ontslag te tek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> hun persoonlijk<br />

spull<strong>en</strong> mee te nem<strong>en</strong> die reeds aan de uitgang werd<strong>en</strong> klaargezet. Verder veroordeelt de<br />

auteur de perversiteit van bepaalde sociale programma's: <strong>het</strong> betreft ontslag<strong>en</strong> omkleed met<br />

valse beloft<strong>en</strong> van bijstand <strong>en</strong> hulp bij e<strong>en</strong> her<strong>op</strong>name in <strong>het</strong> arbeidsproces. T<strong>en</strong> slotte noemt<br />

Dejours de aanw<strong>en</strong>ding van dreigem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> tot onslag om de ander<strong>en</strong> te onderwerp<strong>en</strong> <strong>en</strong> h<strong>en</strong><br />

di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> te do<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong> of ding<strong>en</strong> te do<strong>en</strong> do<strong>en</strong> die zij innerlijk afkeur<strong>en</strong>.<br />

(Dejours, 1998: 107): «Wij k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>het</strong> gewone bestaan van dit lijd<strong>en</strong> <strong>en</strong> deze<br />

onrechtvaardigheid die de ander<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangedaan in alle, zelfs democratische<br />

sam<strong>en</strong>leving<strong>en</strong>. Wij bestempel<strong>en</strong> deze gedraging<strong>en</strong> hier als «kwaad» wanneer zij:<br />

- als e<strong>en</strong> bestuurssysteem, e<strong>en</strong> machtsuitoef<strong>en</strong>ing, e<strong>en</strong> organisatie- of<br />

managem<strong>en</strong>tsysteem word<strong>en</strong> ingesteld, te wet<strong>en</strong> wanneer iedere<strong>en</strong> als slachtoffers,<br />

beul<strong>en</strong>, of afwissel<strong>en</strong>d of tegelijkertijd als slachtoffers <strong>en</strong> beul<strong>en</strong> wordt voor<strong>op</strong>gesteld;<br />

- <strong>op</strong><strong>en</strong>lijk, gebagatelliseerd, bewust, <strong>op</strong>zettelijk, aanvaard of eis<strong>en</strong>d zijn, <strong>en</strong> niet heimelijk,<br />

toevallig of uitzonderlijk zijn, <strong>en</strong> zelfs wanneer zij als dapper word<strong>en</strong> beschouwd»<br />

De auteur stelt dus niet de praktijk<strong>en</strong> <strong>op</strong> zich aan de kaak maar de houding van de hele<br />

sam<strong>en</strong>leving die met dergelijke gedraging<strong>en</strong> instemt. Christ<strong>op</strong>he Dejours tracht dit<br />

massagedrag te bevatt<strong>en</strong> dat de individuele bijzonderhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> persoonlijkheid overtreft.<br />

Volg<strong>en</strong>s deze auteur zijn de verklar<strong>en</strong>de hypothes<strong>en</strong> die <strong>op</strong> de persoonlijkheid berust<strong>en</strong><br />

ontoereik<strong>en</strong>d om deze houding te bevatt<strong>en</strong> van collectieve instemming met sociale<br />

uitsluiting. Dejours (1998: 158): «Mijn stelling is dat <strong>het</strong> <strong>werk</strong> voor al deze person<strong>en</strong> de<br />

grootste gem<strong>en</strong>e deler is, <strong>en</strong> dat, uitgaande van de psychodynamiek van de verhouding tot<br />

<strong>het</strong> <strong>werk</strong>, m<strong>en</strong> misschi<strong>en</strong> kan bevatt<strong>en</strong> hoe de «banalisering van <strong>het</strong> kwaad» tot stand kon<br />

kom<strong>en</strong>»<br />

De auteur onderscheidt – in de onverschilligheid <strong>en</strong> de toegeeflijkheid jeg<strong>en</strong>s lijd<strong>en</strong> vanwege<br />

e<strong>en</strong> gedeelte van de bevolking; in de overname door de meerderheid van de Franse burgers<br />

van economische stereotyp<strong>en</strong> die h<strong>en</strong> ertoe br<strong>en</strong>gt <strong>het</strong> kwaad aan de causaliteit van <strong>het</strong> lot<br />

toe te schrijv<strong>en</strong>; <strong>en</strong> in de afwezigheid van e<strong>en</strong> collectieve reactie t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van de<br />

onrechtvaardigheid van e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>leving waarvan de rijdom steeds to<strong>en</strong>eemt terwijl de<br />

verpaupering tegelijkertijd e<strong>en</strong> steeds groter gedeelte van de bevolking treft – de drie<br />

k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de norm<strong>op</strong>athie 36 .<br />

36 Norm<strong>op</strong>athie is e<strong>en</strong> term die in psych<strong>op</strong>athologie wordt gebruikt om person<strong>en</strong> aan te duid<strong>en</strong> die<br />

zich k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> door hun overdrev<strong>en</strong> conformisme aan sociale <strong>en</strong> beroepsnorm<strong>en</strong> <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s<br />

door hun gebrek aan creativiteit <strong>en</strong> verbeelding.<br />

93


Norm<strong>op</strong>athie k<strong>en</strong>merkt zich door drie factor<strong>en</strong>:<br />

1. onverschilligheid t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van de distale wereld<br />

2. de <strong>op</strong>schorting van <strong>het</strong> d<strong>en</strong>kvermog<strong>en</strong> <strong>en</strong> zijn vervanging door dominer<strong>en</strong>de stereotyp<strong>en</strong><br />

die van buit<strong>en</strong>af word<strong>en</strong> aangebod<strong>en</strong> (in dit geval de economische stereotyp<strong>en</strong>)<br />

3. De afschaffing van <strong>het</strong> oordeelsvermog<strong>en</strong> <strong>en</strong> de wil om collectief teg<strong>en</strong><br />

onrechtvaardigheid <strong>op</strong> te tred<strong>en</strong><br />

Volg<strong>en</strong>s Dejours is <strong>het</strong> massagedrag dat aan de oorspong ligt van <strong>het</strong> banaliseringproces<br />

e<strong>en</strong> norm<strong>op</strong>athisch gedrag. Dat betek<strong>en</strong>t ev<strong>en</strong>wel niet dat de individu<strong>en</strong> die de bevolking<br />

sam<strong>en</strong>stell<strong>en</strong> all<strong>en</strong> norm<strong>op</strong>aat zijn. Dejours (1998: 169): «Het norm<strong>op</strong>athisch gedrag kan de<br />

resultante zijn van e<strong>en</strong> afweerstrategie <strong>en</strong> niet van de persoonlijkheidsstructuur <strong>en</strong> kan als<br />

e<strong>en</strong> «persoonlijke afweerstrategie» word<strong>en</strong> ingeroep<strong>en</strong>». Doorgaans verwijst <strong>het</strong><br />

psychoanalytisch concept van «afweermechanisme» naar onbewuste reacties waarmee de<br />

persoon zich teg<strong>en</strong> <strong>en</strong>dog<strong>en</strong>e angst voortvloei<strong>en</strong>d uit inw<strong>en</strong>dige psychische conflict<strong>en</strong> kan<br />

verzett<strong>en</strong>. De auteur heeft <strong>het</strong> hier over e<strong>en</strong> persoonlijke afweerstrategie waarmee <strong>het</strong><br />

individu zich kan aanpass<strong>en</strong> aan <strong>het</strong> lijd<strong>en</strong> veroorzaakt door de angst voortvloei<strong>en</strong>d uit <strong>het</strong><br />

risico van uitsluiting <strong>en</strong> <strong>werk</strong>loosheid, e<strong>en</strong> risico dat van buit<strong>en</strong>af komt. Bov<strong>en</strong> dit hele proces<br />

van collectieve instemming met sociale onrechtvaardigheid ligt dus de angst.<br />

Dejours (1998: 198-199): «Waar<strong>op</strong> wij de aandacht hebb<strong>en</strong> tracht<strong>en</strong> te vestig<strong>en</strong> – <strong>het</strong><br />

banaliseringproces van <strong>het</strong> kwaad door <strong>het</strong> <strong>werk</strong> – is niet nieuw noch uitzonderlijk. Wat<br />

nieuw is, is niet zozeer de ongerustheid, de onrechtvaardigheid <strong>en</strong> <strong>het</strong> lijd<strong>en</strong> dat de ander<strong>en</strong><br />

wordt aangedaan door de tuss<strong>en</strong>komst van de machtsverhouding<strong>en</strong> die dezelfde ext<strong>en</strong>sie<br />

bezitt<strong>en</strong>, maar <strong>en</strong>kel <strong>het</strong> feit dat dit systeem als billijk <strong>en</strong> rechtvaardig kan doorgaan; dat <strong>het</strong><br />

als realistisch <strong>en</strong> rationeel wordt voorgesteld; dat <strong>het</strong> door e<strong>en</strong> meerderheid van burgers<br />

wordt aanvaard <strong>en</strong> zelfs goedgekeurd; <strong>en</strong> t<strong>en</strong> slotte dat <strong>het</strong> thans <strong>op</strong><strong>en</strong>lijk als e<strong>en</strong><br />

modelsysteem wordt aangeprez<strong>en</strong> waar<strong>op</strong> elk bedrijf zich in naam van <strong>het</strong> goede, <strong>het</strong><br />

eerlijke <strong>en</strong> <strong>het</strong> echte, zou moet<strong>en</strong> inspirer<strong>en</strong>. Wat dus nieuw is, is e<strong>en</strong> systeem dat<br />

voortdur<strong>en</strong>d lijd<strong>en</strong>, onrechtvaardighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> ongelijkhed<strong>en</strong> voortbr<strong>en</strong>gt <strong>en</strong> verergert, <strong>en</strong> deze<br />

als goed <strong>en</strong> rechtvaardig kan do<strong>en</strong> aanvaard<strong>en</strong>. Wat nieuw is, is de banalisering van de<br />

onrechtvaardige gedraging<strong>en</strong> die er <strong>het</strong> strami<strong>en</strong> van vorm<strong>en</strong>.»<br />

Het onderscheid dat Christ<strong>op</strong>he Dejours maakt tuss<strong>en</strong> <strong>het</strong> neoliberale systeem <strong>en</strong> <strong>het</strong> naziregime<br />

heeft ge<strong>en</strong> betrekking <strong>op</strong> <strong>het</strong> psychologische banaliseringproces van <strong>het</strong> kwaad bij de<br />

mede<strong>werk</strong>ers, maar plaatst zich hoger, te wet<strong>en</strong> <strong>op</strong> niveau van de doelstelling<strong>en</strong> waaraan<br />

banalisering gewijd is. In <strong>het</strong> geval van <strong>het</strong> neoliberalisme is de beoogde doelstelling winst<br />

<strong>en</strong> economische macht terwijl bij <strong>het</strong> totalitarisme de beoogde doelstelling de orde <strong>en</strong><br />

overheersing van de wereld is.<br />

Overig<strong>en</strong>s wijst de auteur <strong>op</strong> e<strong>en</strong> omkering in de term<strong>en</strong> van de pr<strong>op</strong>ositie bij de vermelding<br />

van <strong>het</strong> doel <strong>en</strong> de middel<strong>en</strong> van beide voorg<strong>en</strong>oemde system<strong>en</strong>. Dejours (1998: 200): «In<br />

de neoliberale rationalisering van geweld zijn macht <strong>en</strong> gezag instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de<br />

economie. In de totalitaire argum<strong>en</strong>tatie is de economie e<strong>en</strong> instrum<strong>en</strong>t van macht <strong>en</strong><br />

gezag.»<br />

Het banaliseringproces maakt minder deel uit van de algem<strong>en</strong>e psychologie dan van de<br />

arbeidspsych<strong>op</strong>athologie. De doorweg<strong>en</strong>de categorie is de arbeid. Wat betek<strong>en</strong>t dat?<br />

Christ<strong>op</strong>he Dejours herinnert eraan dat, fundam<strong>en</strong>teel gezi<strong>en</strong>, de arbeidsverhouding<strong>en</strong> in de<br />

eerste plaats ongelijke sociale verhouding<strong>en</strong> zijn waarbij e<strong>en</strong>ieder met de overheersing <strong>en</strong><br />

de ervaring van onrechtvaardigheid wordt geconfronteerd. Arbeid kan ev<strong>en</strong>wel ook e<strong>en</strong><br />

onvervangbaar middel zijn voor zelfontplooiing. Arbeid blijkt e<strong>en</strong> onuitputtelijke bron van<br />

paradox<strong>en</strong> te zijn. Dejours (1998: 201): «Arbeid ligt ongetwijfeld aan de bron van<br />

94


schrikwekk<strong>en</strong>de vervreemdingsprocess<strong>en</strong>, maar kan ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> krachtig middel zijn t<strong>en</strong><br />

di<strong>en</strong>ste van de emancipatie ev<strong>en</strong>als van <strong>het</strong> leerproces <strong>en</strong> de ervaring van solidariteit <strong>en</strong><br />

democratie.»<br />

Volg<strong>en</strong>s de auteur schuilt de doorslaggev<strong>en</strong>de factor die de arbeidsverhouding<strong>en</strong> t<strong>en</strong> gunste<br />

van <strong>het</strong> goede of <strong>het</strong> kwaad do<strong>en</strong> overhell<strong>en</strong> in de angst. Het gaat niet om angst in <strong>het</strong><br />

algeme<strong>en</strong> maar om de angst inher<strong>en</strong>t aan de arbeidsverhouding<strong>en</strong>, dat is bijvoorbeeld <strong>het</strong><br />

geval voor de dreiging van <strong>werk</strong>loosheid die thans <strong>op</strong> de arbeidsmarkt weegt.<br />

95

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!