Geweld op het werk, pesterijen en ongewenst ... - ABVV UZ Brussel
Geweld op het werk, pesterijen en ongewenst ... - ABVV UZ Brussel
Geweld op het werk, pesterijen en ongewenst ... - ABVV UZ Brussel
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
UNIVERSITE CATHOLIQUE DE LOUVAIN.<br />
DEPARTEMENT DES SCIENCES POLITIQUES ET SOCIALES.<br />
MET DE MEDEWERKING VAN DE KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN.<br />
CENTRUM LUCAS-KULEUVEN.<br />
GEWELD OP HET WERK<br />
PESTERIJEN EN ONGEWENST SEKSUEEL GEDRAG<br />
EIGENSCHAPPEN EN GEVOLGEN VOOR DE MANNELIJKE EN<br />
VROUWELIJKE WERKNEMERS<br />
Project gerealiseerd <strong>op</strong> initiatief van <strong>het</strong> Ministerie van Te<strong>werk</strong>stelling <strong>en</strong> Arbeid,<br />
Directie van de humanisering van de arbeid, met de steun van <strong>het</strong> Eur<strong>op</strong>ees Sociaal Fonds<br />
Onderzoek uitgevoerd in sam<strong>en</strong><strong>werk</strong>ing met:<br />
Ada GARCIA (UCL), Catherine HUE (UCL), Sybille OPDEBEECK (KUL), Joeri VAN LOOY (KUL). Met<br />
de mede<strong>werk</strong>ing van: Alexandra DE TROZ, Isabelle DUMONT (GSW-CeFeSoc), Emalaf SEMEREAB,<br />
Serge VAN DIEST (GSW-CeFeSoc).<br />
Juli 2002
GEWELD OP HET WERK<br />
PESTERIJEN EN ONGEWENST SEKSUEEL GEDRAG OP HET<br />
WERK IN BELGIË<br />
INLEIDING<br />
Dit onderzoek beoogt <strong>het</strong> f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> af te gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>, de<br />
verschill<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> ervan <strong>en</strong> hun differ<strong>en</strong>tiële impact naargelang van <strong>het</strong> geslacht van de<br />
<strong>werk</strong>nemers te omschrijv<strong>en</strong>. Het gaat erom de gevolg<strong>en</strong> van pestgedrag <strong>op</strong> mann<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
vrouw<strong>en</strong> te analyser<strong>en</strong> <strong>en</strong> met elkaar te vergelijk<strong>en</strong>; hun perceptie van de meegemaakte<br />
situaties, hun ervaring<strong>en</strong> (gevoel<strong>en</strong>s, reacties, zoek<strong>en</strong> naar <strong>op</strong>lossing<strong>en</strong>) <strong>en</strong> de gevolg<strong>en</strong> van<br />
dit gedrag <strong>op</strong> hun beroepssituatie (overplaatsing<strong>en</strong>, carrièreremming<strong>en</strong>, <strong>werk</strong>uitsluiting, <strong>en</strong>z.)<br />
te bestuder<strong>en</strong>.<br />
E<strong>en</strong> eerste fase in de verwez<strong>en</strong>lijking van deze doelstelling<strong>en</strong> bestaat uit e<strong>en</strong> kwantitatieve<br />
<strong>en</strong>quête per vrag<strong>en</strong>lijst, bij e<strong>en</strong> steekproef van <strong>werk</strong>nemers <strong>en</strong> <strong>werk</strong>neemsters in de drie<br />
gewest<strong>en</strong> van <strong>het</strong> land: Vlaander<strong>en</strong>, Wallonië <strong>en</strong> <strong>Brussel</strong>. De doelstelling van deze <strong>en</strong>quête<br />
bestaat erin <strong>en</strong>erzijds <strong>het</strong> f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> <strong>op</strong> repres<strong>en</strong>tatieve wijze af te<br />
gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>, zijn omvang <strong>en</strong> k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>de eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> nauwkeurig weer te gev<strong>en</strong>, <strong>en</strong><br />
anderzijds slachtoffers te id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong> wi<strong>en</strong>s gedetailleerde getuig<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> nadi<strong>en</strong>, tijd<strong>en</strong>s de<br />
daar<strong>op</strong>volg<strong>en</strong>de kwalitatieve gegev<strong>en</strong>sverzameling, zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingezameld. De analyse<br />
van de process<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>als van de gevolg<strong>en</strong> die dergelijke gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> in <strong>het</strong> privé-lev<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> <strong>op</strong> niveau van de beroepsperspectiev<strong>en</strong> van de slachtoffers hebb<strong>en</strong> teweeggebracht, zal<br />
gebeur<strong>en</strong> <strong>op</strong> basis van de getuig<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> die tijd<strong>en</strong>s persoonlijke gesprekk<strong>en</strong> in deze tweede<br />
kwalitatieve fase word<strong>en</strong> ingezameld.<br />
Deze methodologische keuze werd geleid door de analyse van de wet<strong>en</strong>schappelijke<br />
literatuur terzake. De vergelijking van de onderzoek<strong>en</strong> over morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> die in Eur<strong>op</strong>a<br />
werd<strong>en</strong> uitgevoerd, br<strong>en</strong>gt e<strong>en</strong> aantal methodologische moeilijkhed<strong>en</strong>, inher<strong>en</strong>t aan de<br />
bestudeerde problematiek, aan <strong>het</strong> licht.<br />
T<strong>en</strong> eerste onderscheidt m<strong>en</strong> <strong>op</strong>merkelijke verschill<strong>en</strong> <strong>op</strong> niveau van de <strong>op</strong>erationalisering<br />
van bestudeerde f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong>. Er bestaan twee belangrijke b<strong>en</strong>aderingswijz<strong>en</strong>: (1) of m<strong>en</strong> stelt<br />
de respond<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> nauwkeurige <strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e definitie van pesterij voor met de vraag of<br />
hij/zij zich e<strong>en</strong> slachtoffer acht; (2) of m<strong>en</strong> meet <strong>het</strong> perc<strong>en</strong>tage van de verschill<strong>en</strong>de<br />
antwoord<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> lijst van gedraging<strong>en</strong> die als feit<strong>en</strong> van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> word<strong>en</strong> onderk<strong>en</strong>d.<br />
De eerste methode blijkt in de hoogste mate subjectief te zijn <strong>en</strong> dreigt ons inzi<strong>en</strong>s, rek<strong>en</strong>ing<br />
houd<strong>en</strong>d met de media-aandacht die dit f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> thans krijgt toebedeeld, e<strong>en</strong> overschatting<br />
van de problematiek teweeg te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. De tweede methode is objectiever maar de<br />
toepassing van e<strong>en</strong> geldige vrag<strong>en</strong>lijst zoals de Leymann-lijst, lijkt ons in zijn oorspronkelijke<br />
vorm ontoereik<strong>en</strong>d omdat, behalve de l<strong>en</strong>gte van <strong>het</strong> instrum<strong>en</strong>t, <strong>het</strong> subjectiviteitaandeel,<br />
inher<strong>en</strong>t aan de definitie van elke vorm van geweld, buit<strong>en</strong> beschouwing wordt gelat<strong>en</strong>.<br />
Daarom hebb<strong>en</strong> wij er <strong>en</strong>kele wijziging<strong>en</strong> aan toegebracht.<br />
2
E<strong>en</strong> tweede methodologische moeilijkheid inher<strong>en</strong>t aan <strong>het</strong> onderzoek van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong><br />
schuilt in de complexiteit van de problematiek of de pluraliteit van de factor<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> rol<br />
spel<strong>en</strong>. Daarom hebb<strong>en</strong> onderzoekers de aandacht gevestigd <strong>op</strong> <strong>het</strong> bestaan van "derde<br />
variabel<strong>en</strong>" die kunn<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>kom<strong>en</strong> in de relatie tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vermoedelijke oorzaak <strong>en</strong> <strong>het</strong><br />
f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong>: de negatieve affectiviteit, <strong>het</strong> machtsgebied <strong>en</strong> "social desirability"<br />
of maatschappelijk w<strong>en</strong>selijk gedrag (Hoel, Rayner & Co<strong>op</strong>er 1999: 215), variabel<strong>en</strong> die<br />
onderling met elkaar verbond<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zijn. Dit maakt dat de causale interpretaties beperkt<br />
zijn, des te meer omdat <strong>het</strong> ruim toegepaste dwarsverband e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk aandeel<br />
interindividuele variantie inhoudt.<br />
E<strong>en</strong> derde belangrijke methodologische moeilijkheid is de moeilijke toegang tot de bedrijv<strong>en</strong>.<br />
Het is ge<strong>en</strong> toeval dat de meeste onderzoek<strong>en</strong> terzake uitsluit<strong>en</strong>d bij de slachtoffers word<strong>en</strong><br />
uitgevoerd. De <strong>op</strong> die manier verzamelde gegev<strong>en</strong>s blijv<strong>en</strong> nog beperkt door de bias van de<br />
zelfselectie van de slachtoffers aangezi<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel de vrijwilligers deel uitmak<strong>en</strong> van <strong>het</strong><br />
onderzoeksveld. Overig<strong>en</strong>s stoot de onderzoeker <strong>op</strong> de moeilijkheid om onder de diverse<br />
vorm<strong>en</strong> van psychologisch geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> - zoals beroepsstress, conflict<strong>en</strong> of slechte<br />
<strong>werk</strong>omstandighed<strong>en</strong> - de eig<strong>en</strong>lijke gevall<strong>en</strong> van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> te id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong>. Verder zijn er<br />
ook gevall<strong>en</strong> van valse bewering<strong>en</strong> van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> aangevoerd door perverse of<br />
paranoïde person<strong>en</strong>.<br />
Wij bewer<strong>en</strong> niet met deze studie alle methodologische valstrikk<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong> overwonn<strong>en</strong><br />
die <strong>het</strong> parcours van <strong>het</strong> onderzoek inzake morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> afbak<strong>en</strong><strong>en</strong>, maar bij de <strong>op</strong>zet<br />
van <strong>het</strong> onderzoeksprogramma werd aan al deze moeilijkhed<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bijzondere aandacht<br />
besteed.<br />
3
INLEIDING<br />
DEEL EEN: OVERZICHT VAN DE LITERATUUR<br />
HOOFDSTUK 1: DEFINITIES EN BESCHRIJVING VAN DE PROBLEMATIEK<br />
1.1. Het begrip belaging<br />
Belaging is e<strong>en</strong> specifiek relationeel f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong>, te wet<strong>en</strong> dat er minst<strong>en</strong>s twee protagonist<strong>en</strong><br />
binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bepaalde maatschappelijke structuur bij betrokk<strong>en</strong> zijn, <strong>en</strong> beschrijft de actie van<br />
e<strong>en</strong> persoon <strong>op</strong> e<strong>en</strong> andere persoon die met betrekking tot deze actie correlatief word<strong>en</strong><br />
gedefinieerd.<br />
In <strong>het</strong> woord<strong>en</strong>boek wordt de oorsprong <strong>en</strong> de betek<strong>en</strong>is van belag<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwante begripp<strong>en</strong><br />
zoals pest<strong>en</strong> als volgt omschrev<strong>en</strong> (van Dale etymologisch woord<strong>en</strong>boek <strong>en</strong> van Dale Groot<br />
woord<strong>en</strong>boek der Nederlandse taal):<br />
belag<strong>en</strong>: [bedreig<strong>en</strong>] middelnl. belag<strong>en</strong> [lag<strong>en</strong> legg<strong>en</strong>], van be- + lag<strong>en</strong> [belag<strong>en</strong>], van lage [ligging,<br />
laag, hinderlaag], van ligg<strong>en</strong> - in <strong>het</strong> nauw br<strong>en</strong>g<strong>en</strong><br />
pest<strong>en</strong>: [kwell<strong>en</strong>] afgeleid van pest (Fr. peste of Lat. pestis, eig. e<strong>en</strong> pest voor iemand zijn - iets dat<br />
uiterst verderfelijk, hoogst nadelig is -<br />
kwell<strong>en</strong>: [pijnig<strong>en</strong>] middelnl. quell<strong>en</strong> [pijnig<strong>en</strong>], oudsaksisch quellian, oudhd. quell<strong>en</strong>, oud<strong>en</strong>g. cwellan,<br />
oudnoors kvelja, causatief bij middelnl. quel<strong>en</strong> [lijd<strong>en</strong>, kwijn<strong>en</strong>], middelnd. quel<strong>en</strong>, oudh. quelan [pijn<br />
lijd<strong>en</strong>], oud<strong>en</strong>g. cwelan [sterv<strong>en</strong>] (vgl. kwaal) - kwell<strong>en</strong>: vaak of langdurig pijn do<strong>en</strong> - ongemak<br />
aando<strong>en</strong> - treiter<strong>en</strong>:(iemand) <strong>op</strong> gem<strong>en</strong>e wijze voortdur<strong>en</strong>d plag<strong>en</strong><br />
Deze semantische context vestigt de aandacht <strong>op</strong> diverse aspect<strong>en</strong>: de actie, de herhaling,<br />
<strong>het</strong> geweld, <strong>het</strong> gem<strong>en</strong>e <strong>en</strong> verraderlijk karakter van <strong>het</strong> f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong>, de onmacht van <strong>het</strong><br />
mikpunt.<br />
Dergelijk gedrag tast de waardigheid <strong>en</strong> integriteit aan van de persoon die er <strong>het</strong> slachtoffer<br />
van is. Daarom bestaat sinds 1998 in België e<strong>en</strong> wetsartikel dat belaging definieert <strong>en</strong><br />
strafrechtelijk vervolgbaar stelt. Kracht<strong>en</strong>s artikel 442bis van <strong>het</strong> Strafwetboek, «Hij die e<strong>en</strong><br />
persoon heeft belaagd terwijl hij wist of had moet<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> dat hij door zijn gedrag de rust<br />
van die bewuste persoon ernstig zou verstor<strong>en</strong>, wordt gestraft met gevang<strong>en</strong>isstraf van<br />
vijfti<strong>en</strong> dag<strong>en</strong> tot twee jaar <strong>en</strong> met geldboete van vijftig frank tot driehonderd frank of met e<strong>en</strong><br />
van die straff<strong>en</strong> alle<strong>en</strong>. Teg<strong>en</strong> <strong>het</strong> in dit artikel bedoelde misdrijf kan alle<strong>en</strong> vervolging<br />
word<strong>en</strong> ingesteld <strong>op</strong> e<strong>en</strong> klacht van de persoon die beweert de word<strong>en</strong> belaagd.»<br />
Het juridische kader vestigt de aandacht <strong>op</strong> de uitermate subjectieve dim<strong>en</strong>sie van belaging.<br />
Enkel <strong>het</strong> slachtoffer is namelijk gerechtigd te bepal<strong>en</strong> wat zijn/haar rust verstoort, wat<br />
zijn/haar integriteit aantast. Hoewel gedraging<strong>en</strong> van moreel geweld waarschijnlijk zo oud<br />
zijn als de m<strong>en</strong>sheid zelf, is de subjectiviteit van belaging vermoedelijk één van de red<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
waarom de b<strong>en</strong>aming ervan rec<strong>en</strong>t is. Bijvoorbeeld, e<strong>en</strong> vijfti<strong>en</strong>tal jaar terug, to<strong>en</strong> <strong>het</strong><br />
onderzoek inzake seksueel ongew<strong>en</strong>st gedrag onder de leiding van Ada Garcia van start<br />
ging, <strong>en</strong> dat door <strong>het</strong> huidige onderzoek wordt <strong>op</strong>gevolgd, was de term «belaging» vrijwel<br />
ongek<strong>en</strong>d. Thans maakt de bezorgdheid over <strong>het</strong> uitroei<strong>en</strong> van seksueel ongew<strong>en</strong>st gedrag<br />
plaats voor e<strong>en</strong> andere bezorgdheid: de bestrijding van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong>. Op <strong>het</strong> mom<strong>en</strong>t<br />
dat dit onderzoek van start gaat, gaan ondermeer in de media stemm<strong>en</strong> <strong>op</strong> voor de instelling<br />
van e<strong>en</strong> specifieke wetgeving voor de strafbaarstelling van feit<strong>en</strong> van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong>.<br />
4
Belaging kan dus verschill<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> aannem<strong>en</strong>. Wij hebb<strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />
<strong>en</strong> morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> aangeroerd, twee aparte f<strong>en</strong>om<strong>en</strong><strong>en</strong> maar die e<strong>en</strong> aantal gelijk<strong>en</strong>iss<strong>en</strong><br />
verton<strong>en</strong> <strong>en</strong> feitelijk soms nauw met elkaar verbond<strong>en</strong> zijn. Belaging wordt hoofdzakelijk<br />
vanuit veelzijdige gedraging<strong>en</strong> gedefinieerd. Moreel geweld kan in verschill<strong>en</strong>de milieus<br />
voorkom<strong>en</strong>: in de familiekring, <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong>, <strong>op</strong> niveau van de bur<strong>en</strong>, <strong>en</strong>z.<br />
Het onderwerp van dit onderzoek zijn <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong>.<br />
1.2. Ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />
a) Definities van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />
Ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag werd voor <strong>het</strong> eerst in de Angelsaksische land<strong>en</strong> als «sexual<br />
harassm<strong>en</strong>t» g<strong>en</strong>oemd, geanalyseerd <strong>en</strong> bestraft. De baanbrekers <strong>op</strong> <strong>het</strong> gebied van<br />
onderzoek inzake ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag zijn de land<strong>en</strong> van Noord-Amerika. In de jar<strong>en</strong><br />
'70, onder de impuls van de vrouw<strong>en</strong>beweging<strong>en</strong> die <strong>het</strong> belang <strong>en</strong> de ernst van de<br />
problematiek onthuld<strong>en</strong>, werd<strong>en</strong> in de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> <strong>en</strong> Canada diverse<br />
onderzoeksproject<strong>en</strong>, politieke analyses <strong>en</strong> juridische acties betreff<strong>en</strong>de ongew<strong>en</strong>st seksueel<br />
gedrag uitgevoerd.<br />
Ook in Eur<strong>op</strong>a hebb<strong>en</strong> de vrouw<strong>en</strong> in de strijd teg<strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag e<strong>en</strong><br />
belangrijke rol gespeeld. Zo nam in België de Commissie Vrouw<strong>en</strong>arbeid, e<strong>en</strong> adviesorgaan<br />
van <strong>het</strong> ministerie van Te<strong>werk</strong>stelling <strong>en</strong> Arbeid, sam<strong>en</strong>gesteld uit verteg<strong>en</strong>woordigsters van<br />
vakbonds- <strong>en</strong> <strong>werk</strong>geversver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong>, <strong>het</strong> initiatief om dit onderwerp als onderzoeksthema<br />
voor te stell<strong>en</strong>. Deze mobilisatie van verteg<strong>en</strong>woordigsters van de vrouwelijke <strong>op</strong>inie is<br />
ongetwijfeld toe te schrijv<strong>en</strong> aan <strong>het</strong> feit dat vrouw<strong>en</strong> vaker dan mann<strong>en</strong> <strong>het</strong> slachtoffer zijn<br />
van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag.<br />
In zijn verslag over ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag in de lidstat<strong>en</strong> van de Eur<strong>op</strong>ese<br />
Geme<strong>en</strong>schap (1987: 12) vermeldt Michael Rub<strong>en</strong>stein (Engelse deskundige aangesteld<br />
door de Eur<strong>op</strong>ese Commissie om de situatie in de lidstat<strong>en</strong> <strong>en</strong> de maatregel<strong>en</strong> die werd<strong>en</strong><br />
getroff<strong>en</strong> te vergelijk<strong>en</strong>) dat alle definities geformuleerd door de instelling<strong>en</strong> van deze<br />
lidstat<strong>en</strong>, <strong>het</strong> algem<strong>en</strong>e principe van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag omschrijv<strong>en</strong>, te<br />
wet<strong>en</strong> «gedrag van seksuele aard of met e<strong>en</strong> seksuele connotatie, ongew<strong>en</strong>st door dieg<strong>en</strong>e<br />
die erdoor getroff<strong>en</strong> wordt».<br />
Ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag beperkt zich ev<strong>en</strong>wel niet tot deze eerste definitie. Dit<br />
<strong>op</strong>dringerig gedrag van seksuele aard is in feite slechts e<strong>en</strong> bestanddeel van de<br />
problematiek. In haar onderzoeksverslag over ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag in Frankrijk<br />
vermeldt Sylvie Cromer de analyse van Maurice Drapeau, e<strong>en</strong> Canadees schrijver volg<strong>en</strong>s<br />
wie ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag twee belangrijke bestanddel<strong>en</strong> bevat: <strong>het</strong> eerste<br />
bestanddeel wordt omschrev<strong>en</strong> als «e<strong>en</strong> gedrag met seksuele <strong>en</strong>/of seksistische connotatie<br />
dat door de ander<strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>st is». In dit <strong>op</strong>zicht di<strong>en</strong>t <strong>het</strong> gebruik van de twee term<strong>en</strong><br />
seksueel <strong>en</strong> seksistisch te word<strong>en</strong> aangestipt wat inhoudt dat dit gedrag onverschillig <strong>op</strong> <strong>het</strong><br />
geslacht als <strong>op</strong> <strong>het</strong> g<strong>en</strong>der betrekking kan hebb<strong>en</strong> zonder noodzakelijkerwijs naar<br />
seksualiteit te verwijz<strong>en</strong>. Het onderscheid tuss<strong>en</strong> geslacht <strong>en</strong> g<strong>en</strong>der dank<strong>en</strong> wij aan<br />
sociologe Ann Oakley. In 1972 verduidelijkt zij dat <strong>het</strong> geslacht <strong>op</strong> de biologische verschill<strong>en</strong><br />
tuss<strong>en</strong> mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> wijst terwijl <strong>het</strong> g<strong>en</strong>der naar de cultuur verwijst in die zin dat <strong>het</strong><br />
hier de maatschappelijke indeling tuss<strong>en</strong> mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> betreft. Terwijl de categorie<br />
van <strong>het</strong> geslacht onveranderlijk is, di<strong>en</strong>t aan de categorie van <strong>het</strong> g<strong>en</strong>der e<strong>en</strong> zekere<br />
veranderlijkheid te word<strong>en</strong> toegek<strong>en</strong>d. Het g<strong>en</strong>der is immers e<strong>en</strong> maatschappelijke categorie<br />
te midd<strong>en</strong> van andere soort<strong>en</strong> maatschappelijke categorieën. Ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />
bevat overig<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> specifiek bestanddeel dat omschrev<strong>en</strong> wordt als e<strong>en</strong> «kwell<strong>en</strong>d effect<br />
dat wordt gemet<strong>en</strong> in functie van de herhaling van <strong>het</strong> gedrag (…), of in functie van de<br />
5
gevolg<strong>en</strong> van <strong>het</strong> g<strong>en</strong>oemde gedrag - ev<strong>en</strong>tueel e<strong>en</strong>malig - <strong>op</strong> de persoon in term<strong>en</strong> van<br />
betrekking, lo<strong>op</strong>baan, gezondheid, privé-lev<strong>en</strong>».<br />
Ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag wordt hier dus duidelijk tegelijkertijd <strong>op</strong> basis van zijn frequ<strong>en</strong>tie<br />
<strong>en</strong> zijn gevolg<strong>en</strong> gedefinieerd. Het betreft dus e<strong>en</strong> proces, bestaande uit e<strong>en</strong> <strong>op</strong>e<strong>en</strong>volging<br />
van gedraging<strong>en</strong>, dat zowel <strong>het</strong> beroepslev<strong>en</strong> als <strong>het</strong> privé-lev<strong>en</strong> van <strong>het</strong> slachtoffer<br />
beïnvloedt.<br />
De definitie van Yvette Fuillet, Eur<strong>op</strong>ees Parlem<strong>en</strong>tslid <strong>en</strong> mede<strong>op</strong>richter in Frankrijk van de<br />
Association Eur<strong>op</strong>é<strong>en</strong>ne Contre les Viol<strong>en</strong>ces Faites aux Femmes au Travail (AVFT), bevat<br />
e<strong>en</strong> ethische dim<strong>en</strong>sie. Deze definitie werd in juni 1986 vermeld in e<strong>en</strong> communiqué waarin<br />
dring<strong>en</strong>d om e<strong>en</strong> Eur<strong>op</strong>ese richtlijn betreff<strong>en</strong>de ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag wordt verzocht<br />
(Rub<strong>en</strong>stein 1987: 13): «Elke vorm van ongew<strong>en</strong>ste to<strong>en</strong>adering, verzoek <strong>en</strong> gedrag met<br />
seksuele connotatie uitgeoef<strong>en</strong>d door e<strong>en</strong> <strong>werk</strong>gever, e<strong>en</strong> superieur, e<strong>en</strong> collega of e<strong>en</strong><br />
klant die de persoon tot wie dergelijk gedrag wordt gericht vernedert of zijn integriteit bedreigt<br />
<strong>en</strong> zodo<strong>en</strong>de inbreuk maakt <strong>op</strong> di<strong>en</strong>s recht <strong>op</strong> arbeid». De vernedering <strong>en</strong> de bedreiging van<br />
de integriteit van de persoon vestig<strong>en</strong> de aandacht <strong>op</strong> de oneerbiedige dim<strong>en</strong>sie van<br />
ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag. Er is in zekere mate sprake van e<strong>en</strong> aantasting van de<br />
m<strong>en</strong>selijke waardigheid, van e<strong>en</strong> sch<strong>en</strong>ding van de impliciete norm<strong>en</strong> die deel uitmak<strong>en</strong> van<br />
e<strong>en</strong> ethiek van de m<strong>en</strong>selijke relaties.<br />
De Belgische juridische formulering van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag neemt deze ethische<br />
dim<strong>en</strong>sie in aanmerking. België was <strong>het</strong> eerste Eur<strong>op</strong>ees land dat na e<strong>en</strong> geleidelijke<br />
bewustwording van <strong>het</strong> f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> door de bevolking <strong>en</strong> de overheid e<strong>en</strong> specifiek<br />
wetgev<strong>en</strong>d kader betreff<strong>en</strong>de deze problematiek invoerde. Het koninklijk besluit van 18<br />
september 1992 dat <strong>op</strong> 7 oktober 1992 in <strong>het</strong> Belgisch Staatsblad werd bek<strong>en</strong>dgemaakt<br />
omschrijft ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag als «elke vorm van verbaal, niet-verbaal of lichamelijk<br />
gedrag van seksuele aard waarvan deg<strong>en</strong>e die zich er schuldig aan maakt, weet of zou<br />
moet<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> dat <strong>het</strong> afbreuk doet aan de waardigheid van vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> mann<strong>en</strong> of <strong>het</strong><br />
<strong>werk</strong>.»<br />
b) Typologieën <strong>en</strong> beschrijving van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />
Er bestaan verschill<strong>en</strong>de typologieën die verschill<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel<br />
gedrag kunn<strong>en</strong> id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong>. Deze w<strong>en</strong>d<strong>en</strong> vaak (Stockdale M., 1996: 6 ; Cromer, 1995: 16)<br />
<strong>het</strong> onderscheid aan dat in 1980 door de Equal Employm<strong>en</strong>t Opportunity Commission werd<br />
ingevoerd tuss<strong>en</strong> «quid pro quo», e<strong>en</strong> chantage van seksuele aard die de betrekking van <strong>het</strong><br />
slachtoffer rechtstreeks of onrechtstreeks bedreigt, <strong>en</strong> «hostile work <strong>en</strong>vironem<strong>en</strong>t», e<strong>en</strong><br />
vorm van ongew<strong>en</strong>st gedrag dat de <strong>werk</strong>omgeving beïnvloedt. In <strong>het</strong> eerste geval gaat <strong>het</strong><br />
ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag met bedreiging<strong>en</strong> of beloft<strong>en</strong> gepaard. In <strong>het</strong> tweede geval<br />
beïnvloedt <strong>het</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag de individuele prestaties of schepp<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
bedreig<strong>en</strong>de, vijandige <strong>en</strong> zelfs agressieve omgeving.<br />
De typologie die in 1994 door <strong>het</strong> Fitzgerald-team werd voorgesteld (Fitzgerald L., Gelfand<br />
M., & Drasgow F., 1994, vermeld door Stockdale M., 1996: 6) heeft de verdi<strong>en</strong>ste e<strong>en</strong><br />
speciale vorm van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag in <strong>het</strong> daglicht te stell<strong>en</strong>, «g<strong>en</strong>der<br />
harassm<strong>en</strong>t», of ongew<strong>en</strong>st seksistisch gedrag dat gepaard gaat met seksistische<br />
<strong>op</strong>merking<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> beledig<strong>en</strong>d <strong>en</strong> verneder<strong>en</strong>d gedrag t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van <strong>het</strong> vrouwelijk<br />
geslacht. De tweede feitelijke categorie, «unwanted sexual att<strong>en</strong>tion», of ongew<strong>en</strong>ste<br />
seksuele aandacht, betreft divers gedrag gaande van fysieke of verbale<br />
to<strong>en</strong>aderingspoging<strong>en</strong> tot seksuele agressies <strong>en</strong> verkrachting<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> slotte, wat de auteurs<br />
omschrijv<strong>en</strong> als «sexual coercion», of seksuele dwang, is de seksuele chantage waarvan in<br />
de voorgaande typologie sprake is.<br />
6
In Eur<strong>op</strong>a word<strong>en</strong> de feit<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag meestal in uitgebreide<br />
«verbale» of «fysieke» gedragscategorieën ingedeeld (Rub<strong>en</strong>stein 1987: 12). Aldus werd<strong>en</strong><br />
de uiting<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag die bij <strong>het</strong> Franse onderzoek werd<strong>en</strong> verzameld<br />
(Cromer, 1995) in de eerste plaats in functie van de communicatiewijze <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s per<br />
thema ingedeeld.<br />
1) Niet-verbale uiting<strong>en</strong><br />
- blikk<strong>en</strong><br />
- pornografie<br />
- exhibitionisme<br />
2) Verbale uiting<strong>en</strong><br />
- uitnodiging<strong>en</strong><br />
- misplaatste of suggestieve <strong>op</strong>merking<strong>en</strong><br />
- vrag<strong>en</strong> over <strong>het</strong> seksuele <strong>en</strong>/of intieme lev<strong>en</strong><br />
- <strong>op</strong>dringerige vertrouwelijkhed<strong>en</strong> van de belager over zijn privé- <strong>en</strong>/of seksuele<br />
lev<strong>en</strong><br />
- seksuele voorstell<strong>en</strong> <strong>en</strong> gunst<strong>en</strong><br />
- aansporing<strong>en</strong> <strong>en</strong> dwang tot prostitutie<br />
3) Lichamelijke uiting<strong>en</strong><br />
- streling<strong>en</strong>, aanraking<strong>en</strong>, knijp<strong>en</strong>, zo<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
- fysiek geweld<br />
- seksuele agressies tot verkrachting<br />
T<strong>en</strong> slotte hebb<strong>en</strong> Gruber <strong>en</strong> zijn collega's (1996) bewez<strong>en</strong> dat ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />
e<strong>en</strong> universeel f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> is. Op basis van de analyse van kwantitatieve onderzoek<strong>en</strong><br />
uitgevoerd in de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong>, Canada <strong>en</strong> Eur<strong>op</strong>a, hebb<strong>en</strong> deze onderzoekers <strong>het</strong><br />
bestaan van drie grote categorieën van universeel ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag aangetoond:<br />
verbale seksuele verzoek<strong>en</strong>, verbale <strong>op</strong>merking<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet-verbaal gedrag. Het probleem van<br />
deze typologie is dat twee analys<strong>en</strong>iveaus (de communicatiewijze <strong>en</strong> <strong>het</strong> thema van<br />
ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag) door elkaar <strong>op</strong> één lijn word<strong>en</strong> geplaatst. Het gedrag dat <strong>op</strong> die<br />
manier wordt geïnv<strong>en</strong>tariseerd wordt in functie van de ernstigheidsgraad gerangschikt die <strong>op</strong><br />
basis van drie criteria wordt beoordeeld. De ervaring<strong>en</strong> die als <strong>het</strong> ernstigst word<strong>en</strong><br />
beschouwd zijn deze die <strong>het</strong> slachtoffer persoonlijk beog<strong>en</strong>, die van e<strong>en</strong> bijzonder dreig<strong>en</strong>de<br />
aard zijn <strong>en</strong> uitermate kwets<strong>en</strong>d zijn. De ernstigste feit<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> ook <strong>het</strong> minste voor.<br />
1.3. Morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong><br />
a) Definities van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong><br />
Het dagelijkse lev<strong>en</strong> leert ons dat arbeidsconflict<strong>en</strong> in om <strong>het</strong> ev<strong>en</strong> welk bedrijf voorkom<strong>en</strong>.<br />
Ernstiger feit<strong>en</strong> van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> werd<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wel in diverse Eur<strong>op</strong>ese<br />
land<strong>en</strong> aan <strong>het</strong> licht gebracht.<br />
De baanbrekers <strong>op</strong> <strong>het</strong> gebied van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> zijn de Scandinavische land<strong>en</strong>. De<br />
eerste onderzoek<strong>en</strong> <strong>en</strong> de eerste definitie van deze extreme vorm van beroepsstress,<br />
«Mobbing», dank<strong>en</strong> wij aan Heinz Leymann. Heinz Leymann, doctor in<br />
organisatiepsychologie, gebor<strong>en</strong> in 1932 in Duitsland maar sinds 1955 Zweeds burger, heeft<br />
gedur<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> aantal jar<strong>en</strong> aan de universiteit van Umea arbeidswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong><br />
onderwez<strong>en</strong>. Tijd<strong>en</strong>s zijn lo<strong>op</strong>baan van onderzoeker doet hij e<strong>en</strong> uitgebreide klinische<br />
ervaring <strong>op</strong> bij slachtoffers van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong>. Begin van de jar<strong>en</strong> '80 doet<br />
Heinz Leymann onderzoek naar de problematiek die hij «Mobbing» noemt. Na de publicatie<br />
7
van zijn eerste onderzoeksverslag in 1984 (Leymann & Gustafsson, 1984, vermeld door Zapf<br />
& Leymann, 1996), zi<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> aantal land<strong>en</strong> in <strong>het</strong> noord<strong>en</strong> van Eur<strong>op</strong>a e<strong>en</strong> reeks<br />
onderzoek<strong>en</strong> <strong>het</strong> licht: in Finland (Björkvist, Osterman & Hjelt-Bäck, 1994, vermeld door<br />
Vartia, 1996) ; in Noorweg<strong>en</strong> (Matthies<strong>en</strong>, 1990, vermeld door Einars<strong>en</strong> & Skogstad, 1996) ;<br />
in Oost<strong>en</strong>rijk (Niedl, 1996) ; in Duitsland (Zapf, Knorz & Kulla, 1996).<br />
Derhalve is de wet<strong>en</strong>schappelijke literatuur betreff<strong>en</strong>de morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong><br />
grot<strong>en</strong>deels in <strong>het</strong> Zweeds, Noors, Fins <strong>en</strong> Duits geschrev<strong>en</strong>. Daarom ook beslist<strong>en</strong> de<br />
noord Eur<strong>op</strong>ese onderzoekers de bijdrag<strong>en</strong> aan <strong>het</strong> symposium gewijd aan «Mobbing» dat in<br />
april 1995 tijd<strong>en</strong>s <strong>het</strong> Zev<strong>en</strong>de Eur<strong>op</strong>ees Congres van Arbeids- <strong>en</strong> Organisatiepsychologie in<br />
Guör in Hongarije plaatsvond, in <strong>het</strong> Engels te publicer<strong>en</strong>.<br />
De term «Mobbing» wordt ontle<strong>en</strong>d aan de ethologie. Hij wordt aanvankelijk aangew<strong>en</strong>d<br />
door Konrad Lor<strong>en</strong>z om gedraging<strong>en</strong> van collectieve aanval te beschrijv<strong>en</strong> («Mob» betek<strong>en</strong>t<br />
meute) die door e<strong>en</strong> grote troep kleine beest<strong>en</strong> <strong>op</strong> één <strong>en</strong>kel beest word<strong>en</strong> gepleegd.<br />
In 1972 w<strong>en</strong>dt e<strong>en</strong> Zweedse dokter de terminologie van Lor<strong>en</strong>z aan om binn<strong>en</strong><br />
schoolgroep<strong>en</strong> <strong>het</strong> agressieve gedrag van scholier<strong>en</strong> jeg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> «zondebok»-kind te<br />
beschrijv<strong>en</strong>. Leymann sluit <strong>op</strong> deze onderzoekslijn aan <strong>en</strong> gebruikt heel natuurlijk <strong>het</strong><br />
concept «Mobbing».wanneer hij in verschill<strong>en</strong>de beroepsmilieus vergelijkbare f<strong>en</strong>om<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
van systematische agressiviteit jeg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> <strong>werk</strong>nemer ontdekt die als slachtoffer wordt<br />
gebrandmerkt.<br />
Leymann (1996 b: 168) definieert morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> als volgt: «onder «mobbing»<br />
wordt verstaan e<strong>en</strong> gedrag van vijandige <strong>en</strong> onethische communicatie dat systematisch<br />
gericht is <strong>op</strong> e<strong>en</strong> individu dat die zich t<strong>en</strong> gevolge van <strong>het</strong> mobb<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> situatie van<br />
onmacht bevindt, wat de verm<strong>en</strong>igvuldiging van pestgedrag in de hand <strong>werk</strong>t. Dit gedrag<br />
doet zich vaak (statistische definitie: minst<strong>en</strong>s één maal per week) <strong>en</strong> gedur<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> lange<br />
periode voor (statistische definitie: minst<strong>en</strong>s gedur<strong>en</strong>de zes maand<strong>en</strong>). Weg<strong>en</strong>s de<br />
frequ<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> de duur van <strong>het</strong> vijandige gedrag berokk<strong>en</strong>t <strong>het</strong> proces van geweld aanzi<strong>en</strong>lijke<br />
psychologische, psychosomatische <strong>en</strong> maatschappelijke schade (…)». De auteur vestigt de<br />
aandacht <strong>op</strong> e<strong>en</strong> proces dat uit e<strong>en</strong> geheel van vijandige dad<strong>en</strong> bestaat die, apart<br />
beschouwd, onbeduid<strong>en</strong>d lijk<strong>en</strong>, maar waarvan <strong>het</strong> terugker<strong>en</strong>d karakter moreel schadelijke<br />
gevolg<strong>en</strong> heeft. Deze definitie maakt dus e<strong>en</strong> duidelijk onderscheid tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> proces van<br />
<strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> conflict. Dit onderscheid steunt <strong>op</strong> e<strong>en</strong> kwantitatief criterium. Het<br />
conc<strong>en</strong>treert zich niet <strong>op</strong> de daad die wordt gepleegd, maar wel <strong>op</strong> de frequ<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> de duur<br />
ervan. De definitie van Leymann blijft ev<strong>en</strong>wel in gebreke in die zin dat zij de subjectieve<br />
dim<strong>en</strong>sie van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> buit<strong>en</strong> beschouwing laat.<br />
Onder de impuls van de initiatiev<strong>en</strong> in de land<strong>en</strong> in noord Eur<strong>op</strong>a hebb<strong>en</strong> ook andere<br />
Eur<strong>op</strong>ese land<strong>en</strong> kort geled<strong>en</strong> onderzoek gestart naar <strong>en</strong> de strijd aangebond<strong>en</strong> teg<strong>en</strong><br />
morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong>. Daar waar de Scandinavische land<strong>en</strong> <strong>het</strong> f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> van<br />
«Mobbing» hoofdzakelijk vanuit e<strong>en</strong> ethologisch oogpunt b<strong>en</strong>ader<strong>en</strong>, beschouw<strong>en</strong> de<br />
Latijnse land<strong>en</strong> zoals Frankrijk morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> meer vanuit e<strong>en</strong> psychoanalytisch oogpunt,<br />
waardoor de subjectiviteit in de definitie zelf van deze vorm van geweld kan word<strong>en</strong><br />
ingevoerd. Zo roert Marie-France Hirigoy<strong>en</strong> (1998: 55), psychiater <strong>en</strong><br />
gezinspsychotherapeute met psychoanalytische gezindheid, in <strong>het</strong> kader van haar klinische<br />
ervaring met slachtoffers de problematiek van moreel geweld aan: «Onder <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong><br />
<strong>werk</strong> di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong> verstaan elk onrechtmatig gedrag dat zich inzonderheid kan uit<strong>en</strong> in<br />
gedraging<strong>en</strong>, woord<strong>en</strong>, dad<strong>en</strong>, gebar<strong>en</strong> <strong>en</strong> geschrift<strong>en</strong> die de persoonlijkheid, de<br />
waardigheid of de fysieke of psychische integriteit van e<strong>en</strong> persoon kunn<strong>en</strong> aantast<strong>en</strong>, zijn<br />
betrekking in gevaar br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> of <strong>het</strong> <strong>werk</strong>klimaat ondermijn<strong>en</strong>.» De auteur maakt e<strong>en</strong><br />
onderscheid tuss<strong>en</strong> twee f<strong>en</strong>om<strong>en</strong><strong>en</strong> van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong>: machtsmisbruik <strong>en</strong> perverse<br />
manipulatie. Terwijl <strong>het</strong> eerste f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> snel kan word<strong>en</strong> ontmaskerd, aangeklaagd <strong>en</strong><br />
bijgevolg word<strong>en</strong> uitgeroeid, is <strong>het</strong> tweede f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> verraderlijk <strong>en</strong> bijgevolg des te meer<br />
vernietig<strong>en</strong>d.<br />
8
De term «onrechtmatig» verwijst naar de subjectiviteit van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong>. Enkel <strong>het</strong><br />
slachtoffer kan immers bepal<strong>en</strong> waar onrecht werd aangedaan, waar zijn/haar persoonlijke<br />
limiet<strong>en</strong> met geweld werd<strong>en</strong> overschred<strong>en</strong>. Zijn morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> subjectief dan is dat<br />
vermoedelijk wel omdat zij <strong>op</strong> de ethiek van de m<strong>en</strong>selijke relaties betrekking hebb<strong>en</strong>. De<br />
definitie van Hirigoy<strong>en</strong> vestigt ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s de aandacht <strong>op</strong> <strong>het</strong> onethische karakter van dit<br />
proces. Net zoals bij ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag sch<strong>en</strong>d<strong>en</strong> morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> de impliciete<br />
norm<strong>en</strong> van <strong>het</strong> relationele lev<strong>en</strong> <strong>en</strong> do<strong>en</strong> afbreuk aan de m<strong>en</strong>selijke waardigheid. De auteur<br />
verwijst vooral naar de psychoanalytische theorie van <strong>het</strong> perverse sc<strong>en</strong>ario waarbij <strong>het</strong><br />
slachtoffer van dergelijk sc<strong>en</strong>ario tot de status van object wordt herleid <strong>en</strong> in zijn m<strong>en</strong>selijke<br />
waardigheid wordt gehoond.<br />
In haar beschrijving van <strong>het</strong> perverse proces b<strong>en</strong>adrukt Hirigoy<strong>en</strong> (1998: 56) de<br />
terugker<strong>en</strong>de dim<strong>en</strong>sie van <strong>het</strong> vijandelijk gedrag: «Het is normaal dat in e<strong>en</strong> groep<br />
conflict<strong>en</strong> <strong>op</strong>tred<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> kwets<strong>en</strong>de <strong>op</strong>merking in e<strong>en</strong> <strong>op</strong>welling van z<strong>en</strong>uwachtigheid of<br />
slecht humeur is onbeduid<strong>en</strong>d, des te meer wanneer nadi<strong>en</strong> verontschuldiging<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
aangebod<strong>en</strong>. Het vernietig<strong>en</strong>d f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> schuilt in de herhaling zonder <strong>en</strong>ige poging tot<br />
onderscheid van de belediging<strong>en</strong> <strong>en</strong> de vernedering<strong>en</strong>;»<br />
Hoel, Rayner & Co<strong>op</strong>er (1999: 195) wijz<strong>en</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> feit dat <strong>op</strong> internationaal niveau niet echt<br />
overe<strong>en</strong>stemming bestaat met betrekking tot de terminologie van deze vorm van geweld <strong>op</strong><br />
<strong>het</strong> <strong>werk</strong>. Zo wordt <strong>het</strong> f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> in de ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> <strong>en</strong> Canada beschrev<strong>en</strong> in term<strong>en</strong><br />
van «workplace harassm<strong>en</strong>t», «employee abuse», «emotional abuse», «mistreatm<strong>en</strong>t at<br />
work», «petty tyranny». In Groot-Brittannië <strong>en</strong> Ierland spreekt m<strong>en</strong> van «Bullying».<br />
b) Typologieën <strong>en</strong> beschrijving van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong><br />
Thans word<strong>en</strong> willekeurig meerdere term<strong>en</strong> gebruikt, vrij vaak letterlijk aan de<br />
Angelsaksische woord<strong>en</strong>schat ontle<strong>en</strong>d, om naar de verschill<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> van morele<br />
<strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> te verwijz<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> aantal auteurs hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> typologie van de<br />
problematiek voorgesteld. Onder h<strong>en</strong>, Jean Jacqmain (2000 et 2001), gewoon hoogleraar<br />
aan de Faculteit rechtsgeleerdheid aan de Université Libre de Bruxelles, ondervoorzitter van<br />
de Raad van gelijke kans<strong>en</strong> <strong>en</strong> deskundige <strong>op</strong> <strong>het</strong> gebied van vakbondskwesties. Jean<br />
Jacqmain stelt in zijn typologie <strong>het</strong> onderscheid voor, afhankelijk van de belager, tuss<strong>en</strong><br />
minst<strong>en</strong>s vier vorm<strong>en</strong> van moreel geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong>:<br />
- «Mobbing» in de <strong>en</strong>ge betek<strong>en</strong>is van de Engelse term, verwijst naar <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> door e<strong>en</strong><br />
groep gelijk<strong>en</strong> jeg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> individu;<br />
- «Bullying» verwijst naar e<strong>en</strong> grof gedrag vanwege e<strong>en</strong> superieur jeg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong><br />
ondergeschikte <strong>en</strong> betreft e<strong>en</strong> strikt interm<strong>en</strong>selijk gedrag;<br />
- «Managem<strong>en</strong>t-door-stress» verwijst naar morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> die deel uitmak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />
vrij uitzonderlijke d<strong>en</strong>kbeeld van <strong>het</strong> personeelsbeleid;<br />
- «Morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong>» binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bedrijf veroorzaakt door person<strong>en</strong> die extern zijn aan <strong>het</strong><br />
bedrijf.<br />
In <strong>het</strong> begin van de jar<strong>en</strong> '80 heeft Heinz Leymann (1996 b) <strong>op</strong> basis van zowat drie honderd<br />
interviews met slachtoffers, e<strong>en</strong> typologie van pestgedrag <strong>op</strong>gesteld. Het kwantitatief<br />
criterium van de oorspronkelijke definitie van <strong>het</strong> concept «Mobbing» (minst<strong>en</strong>s één maal per<br />
week gedur<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> periode van minst<strong>en</strong>s zes maand<strong>en</strong>) van <strong>het</strong> proces van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> is<br />
van toepassing <strong>op</strong> vijf<strong>en</strong>veertig gedraging<strong>en</strong> van moreel geweld die in vijf categorieën<br />
word<strong>en</strong> gerangschikt.<br />
9
1) Gedraging<strong>en</strong> met de bedoeling <strong>het</strong> slachtoffer te belett<strong>en</strong> zich uit te drukk<strong>en</strong>:<br />
A. De hiërarchische superieur belet <strong>het</strong> slachtoffer zich uit te drukk<strong>en</strong><br />
B. Het slachtoffer wordt voortdur<strong>en</strong>d in de rede vall<strong>en</strong><br />
C. Collega's belett<strong>en</strong> hem/haar zich uit te drukk<strong>en</strong><br />
D. Collega's tier<strong>en</strong> <strong>en</strong> scheld<strong>en</strong> hem/haar uit<br />
E. Kritiek <strong>op</strong> zijn/haar <strong>werk</strong><br />
F. Kritiek <strong>op</strong> zijn/haar privé-lev<strong>en</strong><br />
G. Het slachtoffer met kwaadwillige <strong>op</strong>roep<strong>en</strong> terroriser<strong>en</strong><br />
H. Verbale dreigem<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
I. Schriftelijke dreigem<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
J. Weigering van communicatie<br />
K. Zijn/haar aanwezigheid neger<strong>en</strong> door zich bijvoorbeeld <strong>en</strong>kel tot derd<strong>en</strong> te richt<strong>en</strong><br />
2) Gedraging<strong>en</strong> met de bedoeling <strong>het</strong> slachtoffer te isoler<strong>en</strong><br />
A. Niet meer met hem/haar prat<strong>en</strong><br />
B. Weiger<strong>en</strong> zich door hem/haar te lat<strong>en</strong> aansprek<strong>en</strong><br />
C. Hem/haar e<strong>en</strong> arbeidspost toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> die hem/haar van zijn/haar collega's<br />
verwijdert <strong>en</strong> isoleert<br />
D. Zijn/haar collega's verbied<strong>en</strong> hem/haar aan te sprek<strong>en</strong><br />
E. Zijn/haar aanwezigheid neger<strong>en</strong><br />
3) Gedraging<strong>en</strong> met de bedoeling <strong>het</strong> slachtoffer in de og<strong>en</strong> van zijn/haar collega's in<br />
diskrediet te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong><br />
A. Kwaadsprekerij <strong>en</strong> laster over hem/haar<br />
B. Gerucht<strong>en</strong> over hem/haar in omlo<strong>op</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong><br />
C. Hem/haar bespott<strong>en</strong>, belachelijk mak<strong>en</strong><br />
D. Bewer<strong>en</strong> dat hij/zij m<strong>en</strong>taal gestoord is<br />
E. Hem/haar tot e<strong>en</strong> psychiatrisch onderzoek tracht<strong>en</strong> te dwing<strong>en</strong><br />
F. De draak stek<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> zwakte of gebrek<br />
G. Zijn/haar houding, stem, gebar<strong>en</strong> naboots<strong>en</strong><br />
H. Zijn/haar politieke gezindheid of geloofsovertuiging bestok<strong>en</strong><br />
I. De draak stek<strong>en</strong> met zijn/haar privé-lev<strong>en</strong><br />
J. De spot drijv<strong>en</strong> met zijn/haar oorsprong, zijn/haar nationaliteit<br />
K. Hem/haar verneder<strong>en</strong>de tak<strong>en</strong> <strong>op</strong>drag<strong>en</strong><br />
L. Hem/haar in zijn/haar <strong>werk</strong> onrechtvaardig <strong>en</strong> in kwaadwillige bewoording<strong>en</strong><br />
beoordel<strong>en</strong><br />
M. Zijn/haar beslissing<strong>en</strong> in vraag stell<strong>en</strong>, betwist<strong>en</strong><br />
N. Hem/haar in obsc<strong>en</strong>e of verneder<strong>en</strong>de taal beledig<strong>en</strong><br />
O. Hem/haar met ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag pest<strong>en</strong> (met gebar<strong>en</strong> of woord<strong>en</strong>)<br />
4) Gedraging<strong>en</strong> met de bedoeling <strong>het</strong> slachtoffer <strong>op</strong> niveau van zijn <strong>werk</strong> in diskrediet te<br />
br<strong>en</strong>g<strong>en</strong><br />
A. Hem/haar ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele taak meer toevertrouw<strong>en</strong><br />
B. Hem/haar elke taak ontnem<strong>en</strong> <strong>en</strong> ervoor zorg<strong>en</strong> dat hij/haar niets anders te do<strong>en</strong><br />
vindt<br />
C. Hem/haar dwing<strong>en</strong> tot absoluut nutteloze <strong>en</strong> absurde tak<strong>en</strong><br />
D. Hem/haar tak<strong>en</strong> <strong>op</strong>drag<strong>en</strong> die ver onder zijn/haar bevoegdheid vall<strong>en</strong><br />
E. Hem/haar on<strong>op</strong>houdelijk nieuwe tak<strong>en</strong> <strong>op</strong>drag<strong>en</strong><br />
F. Hem/haar verneder<strong>en</strong>d <strong>werk</strong> do<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong><br />
G. Hem/haar tak<strong>en</strong> <strong>op</strong>drag<strong>en</strong> die ver bov<strong>en</strong> zijn/haar bevoegdhed<strong>en</strong> vall<strong>en</strong> met de<br />
bedoeling hem/haar in diskrediet te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong><br />
10
5) Gedraging<strong>en</strong> met de bedoeling de gezondheid van <strong>het</strong> slachtoffer te schad<strong>en</strong><br />
A. Hem/haar dwing<strong>en</strong> tot <strong>werk</strong> dat gevaarlijk of schadelijk is voor zijn/haar<br />
gezondheid<br />
B. Hem/haar met fysiek geweld bedreig<strong>en</strong><br />
C. Hem/haar bij wijze van waarschuwing fysiek maar zonder ernst aanvall<strong>en</strong><br />
D. Hem/haar onbeheerst aanvall<strong>en</strong><br />
E. Hem/haar <strong>op</strong>zettelijk kost<strong>en</strong> veroorzak<strong>en</strong> met de bedoeling hem/haar schade te<br />
berokk<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
F. Hem/haar schade berokk<strong>en</strong><strong>en</strong> aan zijn/haar woning of zijn/haar <strong>werk</strong>post<br />
G. Hem/haar seksueel aanvall<strong>en</strong><br />
Over de keuze van deze categorieën wordt thans nog gedebatteerd (Hoel, Rayner & Co<strong>op</strong>er,<br />
1999). In feite bestaat de aanpak van Leymann in e<strong>en</strong> groepering van gedraging<strong>en</strong> <strong>op</strong> basis<br />
van hun effect <strong>op</strong> <strong>het</strong> slachtoffer: in staat zijn communicatie <strong>en</strong> sociale contact<strong>en</strong> te<br />
onderhoud<strong>en</strong>, zijn/haar reputatie hoog te houd<strong>en</strong>, geloofwaardig te zijn in zijn/haar <strong>werk</strong>, e<strong>en</strong><br />
goede gezondheid te onderhoud<strong>en</strong>. Zapf, Knorz & Kulla (1996) hebb<strong>en</strong> de vrag<strong>en</strong>lijst van<br />
Leymann aan e<strong>en</strong> factoranalyse onderworp<strong>en</strong> wat geleid heeft tot e<strong>en</strong> hergroepering van de<br />
items <strong>op</strong> basis van 6 factor<strong>en</strong> die logischer zijn dan die van Leymann, <strong>en</strong>erzijds omdat zij<br />
overe<strong>en</strong>stemm<strong>en</strong> met de <strong>werk</strong>zaamhed<strong>en</strong> die voordi<strong>en</strong> door Vartia werd<strong>en</strong> uitgevoerd, <strong>en</strong><br />
anderzijds omdat zij zich eerder <strong>op</strong> <strong>het</strong> agressief gedrag dan <strong>op</strong> <strong>het</strong> effect ervan<br />
conc<strong>en</strong>trer<strong>en</strong>:<br />
Factor 1: verbale agressies<br />
Factor 2: gerucht<strong>en</strong><br />
Factor 3: agressies via organisatorische dwang<br />
Factor 4: sociale isolering<br />
Factor 5: agressies die <strong>het</strong> privé-lev<strong>en</strong> beog<strong>en</strong><br />
Factor 6: agressies die de houding van <strong>het</strong> slachtoffer beog<strong>en</strong><br />
Hirigoy<strong>en</strong> (2001: 88-89) heeft sinds kort e<strong>en</strong> typologie <strong>op</strong>gesteld van vijandig gedrag dat <strong>op</strong><br />
basis van 4 categorieën wordt gerangschikt:<br />
1) Sch<strong>en</strong>ding van de <strong>werk</strong>omstandighed<strong>en</strong><br />
2) Isolering <strong>en</strong> weigering van elke vorm van communicatie<br />
3) Sch<strong>en</strong>ding van de waardigheid<br />
4) Verbale, fysieke of seksuele agressie<br />
1.4. Twee aparte maar onderling verbond<strong>en</strong> problematiek<strong>en</strong><br />
a) De sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>en</strong> morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong><br />
Twee problematiek<strong>en</strong> die feitelijk met elkaar verbond<strong>en</strong> zijn<br />
«Op e<strong>en</strong> dag heb ik hem duidelijk gezegd - <strong>en</strong> herhaald - dat ik niet geïnteresseerd was, dat<br />
ik niet met hem wilde uitgaan, dat ik er ge<strong>en</strong> zin in had. Vanaf dat mom<strong>en</strong>t steeg de<br />
spanning, hij begon me te erger<strong>en</strong>, hij was onverschillig <strong>en</strong> bits, hij dicteerde heel slecht, gaf<br />
mij <strong>werk</strong> om zes uur 's avonds. Kortom, e<strong>en</strong> koude oorlog, <strong>het</strong> werd onuitstaanbaar…».<br />
Zoals uit deze getuig<strong>en</strong>is blijkt, die werd verzameld tijd<strong>en</strong>s <strong>het</strong> Belgische onderzoek over<br />
ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> onder de leiding van Ada Garcia <strong>en</strong> (1985: 20),<br />
gebeurt <strong>het</strong> dat e<strong>en</strong> proces van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag ontaardt in morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong><br />
11
wanneer <strong>het</strong> slachtoffer zich teg<strong>en</strong> de belager verzet <strong>en</strong> di<strong>en</strong>s to<strong>en</strong>aderingspoging<strong>en</strong><br />
weigert.<br />
Overig<strong>en</strong>s kan <strong>het</strong> gebeur<strong>en</strong> dat morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag gelijktijdig<br />
jeg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong>zelfde slachtoffer voorkom<strong>en</strong>. Zodanig dat in de typologie van Leymann (1996:<br />
42-43) items voorkom<strong>en</strong> van seksuele aard: iemand in obsc<strong>en</strong>e of verneder<strong>en</strong>de taal<br />
beledig<strong>en</strong>, iemand met gebar<strong>en</strong> of woord<strong>en</strong> seksueel pest<strong>en</strong>, <strong>het</strong> slachtoffer seksueel<br />
aanvall<strong>en</strong>.<br />
In dezelfde gedachtegang komt Sylvie Cromer (1995: 39) tot de overweging dat de<br />
gerichtheid <strong>op</strong> <strong>het</strong> bekom<strong>en</strong> van seksuele betrekking<strong>en</strong>, in bepaalde gevall<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st<br />
seksueel gedrag di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong> gerelativeerd. De finaliteit van de belager kan de<br />
slachtoffers toeschijn<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> poging tot onderdrukking, tot vernedering, zelfs tot uitsluiting<br />
van de machocultuur van <strong>het</strong> bedrijf. De auteur staaft haar stelling met de getuig<strong>en</strong>is van e<strong>en</strong><br />
slachtoffer: «Ik vraag mij af of <strong>het</strong> zelfs niet perverser was dan e<strong>en</strong> seksuele daad, of hij mijn<br />
zwak punt niet w<strong>en</strong>ste te ontdekk<strong>en</strong> om mij te vernietig<strong>en</strong>, om zich van mij te ontdo<strong>en</strong>.<br />
Omdat ik mijn <strong>werk</strong> goed k<strong>en</strong>de kon hij <strong>op</strong> dit niveau moeilijk iets aanmerk<strong>en</strong> <strong>en</strong> had hij dit<br />
zwak punt gevond<strong>en</strong>» (Cromer 1995: 39-40).<br />
In haar boek gewijd aan psychologische <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> beschouwt Marie-France Hirigoy<strong>en</strong><br />
(1998: 69) ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag als «e<strong>en</strong> stap verder in morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong>» voor zover<br />
<strong>het</strong> de belager niet zozeer gaat om <strong>het</strong> verkrijg<strong>en</strong> van seksuele gunst<strong>en</strong> maar wel om zijn<br />
macht te ton<strong>en</strong> <strong>en</strong> de vrouw als e<strong>en</strong> seksobject te beschouw<strong>en</strong>.<br />
<strong>Geweld</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong><br />
Thans is m<strong>en</strong> g<strong>en</strong>eigd ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag als één onder de andere vorm<strong>en</strong> van<br />
geweld jeg<strong>en</strong>s vrouw<strong>en</strong> te beschouw<strong>en</strong>. In dit <strong>op</strong>zicht merk<strong>en</strong> de auteurs van de Franse<br />
nationale <strong>en</strong>quête betreff<strong>en</strong>de geweld jeg<strong>en</strong>s vrouw<strong>en</strong> (<strong>en</strong>quête in uitvoering waarvan de<br />
resultat<strong>en</strong> pas eind 2001 bek<strong>en</strong>d zull<strong>en</strong> zijn) <strong>op</strong> dat hun onderzoek in e<strong>en</strong> meer algeme<strong>en</strong><br />
kader past dan de <strong>werk</strong>zaamhed<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong>de ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag: «geweld jeg<strong>en</strong>s<br />
vrouw<strong>en</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> is uiteraard niet <strong>en</strong>kel van seksuele aard, ook al doordringt de<br />
hiërarchie tuss<strong>en</strong> de geslacht<strong>en</strong> de andere vorm<strong>en</strong> van geweld» (uitspraak van Chantal<br />
Rogerat, mars 2001: 27). Met betrekking tot geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> wordt de aandacht<br />
ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s gevestigd <strong>op</strong> de herhaling van niet-seksueel beledig<strong>en</strong>d gedrag, met andere<br />
woord<strong>en</strong> <strong>op</strong> feit<strong>en</strong> van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong>.<br />
Ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>en</strong> morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> verteg<strong>en</strong>woordig<strong>en</strong> dus twee vorm<strong>en</strong> van<br />
geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong>. Door geweld wordt verstaan de sch<strong>en</strong>ding van de regels van de<br />
sam<strong>en</strong>leving, e<strong>en</strong> aantasting van de ethiek van de m<strong>en</strong>selijke betrekking<strong>en</strong>. De term geweld<br />
verwijst naar de uitoef<strong>en</strong>ing van druk, naar <strong>het</strong> gebruik van dwang <strong>op</strong> de ander<strong>en</strong>.<br />
In haar dossier met <strong>het</strong> thema «<strong>Geweld</strong> jeg<strong>en</strong>s vrouw<strong>en</strong>» (1999: 2), wijst Ada GARCIA <strong>op</strong> de<br />
evolutie van <strong>het</strong> begrip geweld in de lo<strong>op</strong> van de tijd<strong>en</strong> <strong>en</strong> de maatschappij<strong>en</strong>. «M<strong>en</strong> kan<br />
geweld in de Middeleeuw<strong>en</strong> niet met geweld in onze tijd vergelijk<strong>en</strong>. Wat to<strong>en</strong> als<br />
gewelddadig werd beschouwd zou vandaag als barbaars word<strong>en</strong> bestempeld. En<br />
omgekeerd, gedrag dat vandaag als gewelddadig wordt beschouwd zou to<strong>en</strong> niet de minste<br />
kritiek hebb<strong>en</strong> <strong>op</strong>gewekt (...). Wij kunn<strong>en</strong> dus terecht aanvaard<strong>en</strong> dat morg<strong>en</strong> nieuw gedrag<br />
<strong>het</strong> semantisch veld van de definitie van geweld zal betred<strong>en</strong>.» De rec<strong>en</strong>te b<strong>en</strong>aming van<br />
ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>en</strong> morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> maakt vermoedelijk deel uit van deze<br />
maatschappelijke evolutie. Deze verandering<strong>en</strong> uit<strong>en</strong> zich onder andere in juridische<br />
overweging<strong>en</strong>. Jean Jacqmain (2000 a) vergelijkt namelijk de huidige problematiek die zich<br />
met betrekking tot de juridische reglem<strong>en</strong>tering van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> stelt, met de vrag<strong>en</strong><br />
die vijfti<strong>en</strong> jaar geled<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong>de ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag werd<strong>en</strong> gesteld.<br />
12
Wij bevind<strong>en</strong> ons in dezelfde situatie: in de afwezigheid van specifieke wettelijke bepaling<strong>en</strong><br />
di<strong>en</strong><strong>en</strong> jurist<strong>en</strong> in <strong>het</strong> Arbeidsrecht elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> bije<strong>en</strong> te scharrel<strong>en</strong> om hun pleidooi <strong>op</strong> te<br />
bouw<strong>en</strong>.<br />
T<strong>en</strong> slotte, in hun onderzoek uitgevoerd bij slachtoffers van geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong>, vermeld<strong>en</strong><br />
Bruynooghe, Opdebeeck, Mont<strong>en</strong> et Verhaeg<strong>en</strong> (1996: 10) dat <strong>het</strong> punt van overe<strong>en</strong>komst<br />
van de klacht<strong>en</strong> die de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> als geweld k<strong>en</strong>sc<strong>het</strong>s<strong>en</strong> in <strong>het</strong> feit schuilt dat <strong>het</strong><br />
«situaties betreft waarbij m<strong>en</strong> zich gekwetst voelt <strong>en</strong> iemand voor deze kwetsuur<br />
verantwoordelijk stelt». De auteurs onderscheid<strong>en</strong> drie vorm<strong>en</strong> van geweld: fysiek geweld<br />
(waarbij <strong>het</strong> slachtoffer zich vooral in zijn fysieke integriteit gekwetst voelt), seksueel geweld<br />
(waarbij <strong>het</strong> slachtoffer zich vooral in zijn seksuele integriteit gekwetst voelt), psychisch<br />
geweld waarnaar de auteurs verwijz<strong>en</strong> in term<strong>en</strong> van «belediging<strong>en</strong>» (waarbij <strong>het</strong> slachtoffer<br />
zich vooral in zijn psychische integriteit gekwetst voelt). Uit de getuig<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> die tijd<strong>en</strong>s dit<br />
onderzoek werd<strong>en</strong> verzameld blijkt dat de onderverdeling theoretisch blijft, in die zin dat<br />
geweld dat door e<strong>en</strong> belager <strong>op</strong> e<strong>en</strong> slachtoffer wordt gepleegd niet altijd tot één <strong>en</strong>kele<br />
categorie beperkt blijft. «Alle soort<strong>en</strong> combinatiemogelijkhed<strong>en</strong> van fysiek, seksueel <strong>en</strong><br />
psychisch geweld zijn mogelijk: verschill<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> van geweld kunn<strong>en</strong> <strong>het</strong>zij gelijktijdig<br />
<strong>het</strong>zij achtere<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> gepleegd» (Bruynooghe & al. 1996: 4).<br />
Overig<strong>en</strong>s begrijpt geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> punctuele traumatische gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> zoals e<strong>en</strong><br />
hold-up in e<strong>en</strong> bank, ev<strong>en</strong>als talrijke dad<strong>en</strong> van agressie gepleegd door verschill<strong>en</strong>de<br />
person<strong>en</strong>, zoals dat bijvoorbeeld voor taxi- of buschauffeurs <strong>het</strong> geval is.<br />
Subjectiviteit<br />
Ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>en</strong> morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> hebb<strong>en</strong> ook hun subjectief karakter met<br />
elkaar geme<strong>en</strong>. Het voorbeeld van de blik als pestgedrag is symbolisch. De blik zou deel<br />
kunn<strong>en</strong> uitmak<strong>en</strong> van de vijandige gedraging<strong>en</strong> die in de Leymann-lijst word<strong>en</strong><br />
geïnv<strong>en</strong>tariseerd, voor zover e<strong>en</strong> blik de onverschilligheid jeg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> persoon of <strong>het</strong><br />
neger<strong>en</strong> van zijn fysieke aanwezigheid kan uitdrukk<strong>en</strong> van dieg<strong>en</strong>e die hem deze blik richt.<br />
Insgelijks kan e<strong>en</strong> vrouw voel<strong>en</strong> dat zij «met de og<strong>en</strong>» wordt uitgekleed <strong>en</strong> zich als e<strong>en</strong><br />
seksobject voel<strong>en</strong> voor dieg<strong>en</strong>e die haar aankijkt. Maar wat kan er nu subjectiever zijn dan<br />
e<strong>en</strong> blik? Het is inderdaad moeilijk e<strong>en</strong> blik te beschrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> uit te legg<strong>en</strong> waarom e<strong>en</strong> blik<br />
als «niet-professioneel» wordt ervar<strong>en</strong>? Weg<strong>en</strong>s <strong>het</strong> stempel van subjectiviteit dat deze<br />
beide vorm<strong>en</strong> van belaging drag<strong>en</strong>, zijn zij vaak moeilijk te onderscheid<strong>en</strong> <strong>en</strong> de bewijz<strong>en</strong><br />
van dergelijk gedrag zijn maar magertjes.<br />
Geleidelijk aan word<strong>en</strong> onder de impuls van maatschappelijke beweging<strong>en</strong> aan die groep<strong>en</strong><br />
die traditioneel over weinig definitiebevoegdheid beschikt<strong>en</strong>, bepaalde middel<strong>en</strong> toegek<strong>en</strong>d<br />
om over <strong>het</strong> gedrag van de andere e<strong>en</strong> oordeel te gev<strong>en</strong> <strong>en</strong> gedraging<strong>en</strong> af te bak<strong>en</strong><strong>en</strong> die<br />
als schadelijk voor de ander<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beschouwd. Bruynooghe, Noolanders <strong>en</strong> Opdebeeck<br />
(1998: 21) wijz<strong>en</strong> er ev<strong>en</strong>wel <strong>op</strong> dat in <strong>het</strong> geval van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>op</strong> <strong>het</strong><br />
<strong>werk</strong>, vooral de persoon die <strong>op</strong> de hiërarchische ladder de hoogste plaats bekleedt over de<br />
grootste definitiebevoegdheid beschikt. Wanneer e<strong>en</strong> superieur t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van e<strong>en</strong><br />
ondergeschikte zich aan ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag schuldig maakt, is <strong>het</strong> voor <strong>het</strong><br />
slachtoffer vaak bijzonder moeilijk om zijn/haar versie van de feit<strong>en</strong> serieus te do<strong>en</strong> nem<strong>en</strong>.<br />
13
Proces van uitsluiting van de arbeidsmarkt<br />
Heinz Leymann b<strong>en</strong>adrukt <strong>het</strong> terugker<strong>en</strong>d aspect van de feit<strong>en</strong> van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> die<br />
<strong>het</strong> slachtoffer verter<strong>en</strong>, ev<strong>en</strong>als de ontwikkeling van dit proces dat <strong>op</strong> termijn zijn/haar<br />
betrekking in <strong>het</strong> gedrang br<strong>en</strong>gt. Op basis van de talrijke getuig<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> die hij tijd<strong>en</strong>s zijn<br />
klinische ervaring heeft verzameld, heeft de auteur in <strong>het</strong> proces van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong><br />
(Leymann 1996: 74) vier fases kunn<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong> die beschrijv<strong>en</strong> hoe e<strong>en</strong> conflict in e<strong>en</strong><br />
soort psychologische dood kan ontaard<strong>en</strong>. Er di<strong>en</strong>t ev<strong>en</strong>wel te word<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adrukt dat de<br />
meeste conflict<strong>en</strong> normale bestanddel<strong>en</strong> zijn van de m<strong>en</strong>selijke wissel<strong>werk</strong>ing <strong>en</strong> dat <strong>en</strong>kel<br />
e<strong>en</strong> klein aantal van deze conflict<strong>en</strong> e<strong>en</strong> dergelijke uitkomst k<strong>en</strong>t.<br />
1) Dagelijkse conflict<strong>en</strong>: uitvall<strong>en</strong>, g<strong>en</strong>iepighed<strong>en</strong>, plagerij<strong>en</strong><br />
2) Overgang tot Mobbing: verpersoonlijking van <strong>het</strong> conflict, brandmerk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />
slachtoffer<br />
3) De door de personeelsdirectie gedulde of besliste ontk<strong>en</strong>ning van de recht<strong>en</strong> van <strong>het</strong><br />
slachtoffer<br />
4) Uitsluiting van de arbeidsmarkt:<br />
- <strong>op</strong> e<strong>en</strong> dood spoor zett<strong>en</strong><br />
- <strong>op</strong>volging van transfers van de <strong>en</strong>e post naar de andere<br />
- autoritaire beslissing tot <strong>op</strong>name in e<strong>en</strong> psychiatrische instelling<br />
- <strong>op</strong> invaliditeit plaats<strong>en</strong><br />
- ontslag met schadevergoeding<br />
- ziekteverlof van lange duur<br />
Volg<strong>en</strong>s Leymann (1996: 85) heeft <strong>het</strong> slachtoffer van «mobbing» weinig kans <strong>op</strong><br />
beroepsrehabilitatie. Zijn/haar anteced<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn in zijn/haar curriculum vitae te lez<strong>en</strong>. Het<br />
slachtoffer kan de spor<strong>en</strong> van de behandeling die hem/haar werd <strong>op</strong>gedrong<strong>en</strong> <strong>en</strong> de fysieke<br />
<strong>en</strong> psychische gevolg<strong>en</strong> die hij/zij ervan meedraagt moeilijk verborg<strong>en</strong> houd<strong>en</strong>.<br />
In <strong>het</strong> geval van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag sluit <strong>het</strong> proces ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s aan <strong>op</strong> de duur van<br />
<strong>het</strong> gedrag, maar <strong>het</strong> betreft e<strong>en</strong> onderbrok<strong>en</strong> f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> dat niet noodzakelijkerwijs uit de<br />
ontaarding van e<strong>en</strong> conflict bestaat. In haar analyse van <strong>het</strong> f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> in Frankrijk komt<br />
Sylvie Cromer tot de vaststelling dat de uiting<strong>en</strong> gaandeweg vererger<strong>en</strong>, maar ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s dat<br />
ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag in functie van de reacties van <strong>het</strong> slachtoffer <strong>op</strong> <strong>het</strong> gedrag van<br />
de belager, periodes van remissie kan hebb<strong>en</strong>. «Ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag, e<strong>en</strong><br />
onderbrok<strong>en</strong> proces met uiting<strong>en</strong> van verschill<strong>en</strong>de aard, stelt dusdanig e<strong>en</strong> probleem van<br />
herk<strong>en</strong>ning vanwege de verschill<strong>en</strong> die in dit proces in tijd <strong>en</strong> intervall<strong>en</strong> <strong>op</strong>tred<strong>en</strong>. Daarom<br />
zal dit proces betek<strong>en</strong>is krijg<strong>en</strong> (...) door de uiting<strong>en</strong> met elkaar in verband te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, hun<br />
evolutie vast te stell<strong>en</strong> <strong>en</strong> de gevolg<strong>en</strong> ervan <strong>op</strong> de <strong>werk</strong>- <strong>en</strong> persoonlijke omstandighed<strong>en</strong><br />
duidelijk te stell<strong>en</strong>.» (Cromer, 1995: 37-38).<br />
Beide process<strong>en</strong>, wanneer voltooid, leid<strong>en</strong> voor <strong>het</strong> slachtoffer tot dezelfde gevolg<strong>en</strong>. De<br />
fase van uitsluiting van de arbeidsmarkt beschrev<strong>en</strong> door Heinz Leymann, blijkt vrij vaak<br />
ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s <strong>het</strong> eindresultaat van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag te zijn. Kathy Hanisch (1996:<br />
185) vermeldt twee onderzoek<strong>en</strong> die gewag mak<strong>en</strong> van vertrekk<strong>en</strong>, overplaatsing<strong>en</strong> of<br />
ontslag<strong>en</strong> t<strong>en</strong> gevolge van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag. Overig<strong>en</strong>s betreft <strong>het</strong> hier niet<br />
noodzakelijkerwijs vrijwillige vertrekk<strong>en</strong> aangezi<strong>en</strong> bij één van de geregistreerde<br />
onderzoek<strong>en</strong> 42% van de vrouw<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> verklaard hun betrekking dwangmatig te hebb<strong>en</strong><br />
verlat<strong>en</strong> (Crull 1980, vermeld door Hanisch 1996: 185). Uit de Franse nationale <strong>en</strong>quête<br />
betreff<strong>en</strong>de ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> blijkt dat 71% van de <strong>werk</strong>nemers hun<br />
betrekking in vergelijkbare omstandighed<strong>en</strong> zoals hierbov<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong> zijn kwijtgeraakt.<br />
(Cromer, 1995: 75).<br />
14
Het proces van uitsluiting van de arbeidsmarkt dat beide vorm<strong>en</strong> van belaging k<strong>en</strong>merkt,<br />
veroorzaakt gelijke kost<strong>en</strong> voor de bedrijv<strong>en</strong> (kost<strong>en</strong> verbond<strong>en</strong> aan <strong>het</strong> r<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>tsverlies,<br />
abs<strong>en</strong>teïsme, de werving <strong>en</strong> <strong>op</strong>leiding van nieuwe personeelsled<strong>en</strong>, in bepaalde gevall<strong>en</strong> de<br />
schadeloosstelling van <strong>het</strong> slachtoffer, de aantasting van de reputatie van <strong>het</strong> bedrijf),<br />
ev<strong>en</strong>als voor de geme<strong>en</strong>schap (kost<strong>en</strong> verbond<strong>en</strong> aan de gezondheidszorg<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
rehabilitatie van de slachtoffers).<br />
Psychosomatische symptom<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>het</strong> psychofysische proces van stress<br />
Beide vorm<strong>en</strong> van belaging gev<strong>en</strong> meestal aanleiding tot e<strong>en</strong> zelfde lijst van fysieke <strong>en</strong><br />
psychische symptom<strong>en</strong> die meestal als psychosomatische stoorniss<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
geïd<strong>en</strong>tificeerd. Deze symptom<strong>en</strong> zijn <strong>het</strong> resultaat van <strong>het</strong> psychofysische proces van<br />
stress. Want, ongeacht de aard van de <strong>pesterij<strong>en</strong></strong>, seksueel <strong>en</strong>/of moreel, wordt de herhaling<br />
van vijandig gedrag als e<strong>en</strong> bedreiging ervar<strong>en</strong> wat e<strong>en</strong> belangrijke bron van beroepsstress<br />
is.<br />
Weg<strong>en</strong>s de herhaalde vijandighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> de duur van <strong>het</strong> proces van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> krijgt <strong>het</strong><br />
slachtoffer e<strong>en</strong> zware stress te verdur<strong>en</strong> waar<strong>op</strong> zijn/haar organisme met e<strong>en</strong> hele reeks<br />
fysiologische reacties gaat reager<strong>en</strong> t<strong>en</strong>einde de <strong>en</strong>ergetische reserves <strong>op</strong> te eis<strong>en</strong> om te<br />
kunn<strong>en</strong> «vlucht<strong>en</strong> of zich te verzett<strong>en</strong>». Aangezi<strong>en</strong> de stresssituatie ev<strong>en</strong>wel blijft<br />
voortbestaan maar deze motorische reacties (vlucht of verzet) zich niet kunn<strong>en</strong> uit<strong>en</strong>,<br />
veroorzak<strong>en</strong> deze aanhoud<strong>en</strong>de hormonale reacties e<strong>en</strong> reeks psychosomatische<br />
symptom<strong>en</strong>:<br />
Hartkl<strong>op</strong>ping<strong>en</strong><br />
Ademgebrek<br />
Slaapstoorniss<strong>en</strong><br />
Z<strong>en</strong>uwachtigheid<br />
Vermoeidheid<br />
Spijsverteringsstoorniss<strong>en</strong><br />
Gewichtsschommeling<strong>en</strong><br />
Angstgevoel<strong>en</strong>s<br />
Huilbui<strong>en</strong><br />
Geprikkeldheid<br />
Diverse pijn<strong>en</strong> (rugpijn, hoofdpijn, maagpijn, <strong>en</strong>z.)<br />
De psychosomatische aard van deze stoorniss<strong>en</strong> toont duidelijk aan dat <strong>het</strong> verschil tuss<strong>en</strong><br />
fysieke <strong>en</strong> psychische symptom<strong>en</strong> kunstmatig blijft. Het lijd<strong>en</strong> van <strong>het</strong> slachtoffer van geweld<br />
<strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> houdt vermoedelijk verband met e<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> gevoel van onbehag<strong>en</strong> dat<br />
zijn/haar hele wez<strong>en</strong> betreft.<br />
15
Om de sam<strong>en</strong>hang te bevatt<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> <strong>en</strong> de psychosomatische<br />
decomp<strong>en</strong>satie legt Marie Gr<strong>en</strong>ier-Pezé (maart 2001), psychoanalyticus <strong>en</strong><br />
psychosomaticus, ons uit waarom <strong>het</strong> <strong>werk</strong> zowel <strong>het</strong> lichaam als de geest betreft, <strong>en</strong><br />
bijgevolg waarom de sabotage van <strong>het</strong> <strong>werk</strong> ziekteverwekk<strong>en</strong>d is. Volg<strong>en</strong>s deze auteur<br />
sch<strong>en</strong>kt <strong>het</strong> <strong>werk</strong> via de symbolische inhoud van de taak niet <strong>en</strong>kel e<strong>en</strong> geestelijke<br />
voldo<strong>en</strong>ing, maar ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s via k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>de gebar<strong>en</strong> e<strong>en</strong> lichamelijke voldo<strong>en</strong>ing. En meer<br />
nog, <strong>het</strong> gebaar is e<strong>en</strong> id<strong>en</strong>titeitsvector: «Omdat de erk<strong>en</strong>ning van <strong>het</strong> <strong>werk</strong> betrekking heeft<br />
<strong>op</strong> <strong>het</strong> do<strong>en</strong>, is de id<strong>en</strong>titeit onafscheidelijk van de technische gebar<strong>en</strong> die de persoon<br />
uitvoert» (Gr<strong>en</strong>ier-Pezé mars 2001: 30). Morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> oef<strong>en</strong><strong>en</strong> dwang uit <strong>op</strong> de geest <strong>en</strong><br />
<strong>het</strong> gebaar, e<strong>en</strong> dwang die noodzakelijkerwijs e<strong>en</strong> psychosomatische comp<strong>en</strong>satie<br />
teweegbr<strong>en</strong>gt vermits beide dim<strong>en</strong>sies van <strong>het</strong> m<strong>en</strong>selijk wez<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangetast.<br />
«Wanneer d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>en</strong> handel<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> impasse gerak<strong>en</strong> treedt somatisatie, <strong>op</strong> <strong>en</strong>igszins<br />
lange termijn, onverbiddelijk <strong>op</strong>. Somatisatie is <strong>het</strong> proces waarbij e<strong>en</strong> conflict dat ge<strong>en</strong><br />
psychische of ethologische uitweg vindt, in <strong>het</strong> lichaam <strong>en</strong>docrino-metabolische stoorniss<strong>en</strong><br />
veroorzaakt, <strong>het</strong> vertrekpunt van e<strong>en</strong> organische ziekte.» (Gr<strong>en</strong>ier-Pezé mars 2001: 31).<br />
E<strong>en</strong> aantal negatieve emoties <strong>en</strong> gevoel<strong>en</strong>s, geme<strong>en</strong> aan beide vorm<strong>en</strong> van geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong><br />
<strong>werk</strong>, werd<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s geïd<strong>en</strong>tificeerd. Met betrekking tot ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>op</strong><br />
<strong>het</strong> <strong>werk</strong> blijft <strong>het</strong> overzicht van de literatuur <strong>op</strong>gesteld door Kathy Hanisch (Hanisch K. 1996:<br />
181) ons belangrijkste naslag<strong>werk</strong> terzake. Met betrekking tot morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> word<strong>en</strong> de<br />
gegev<strong>en</strong>s met betrekking tot dezelfde stoorniss<strong>en</strong> geput uit de Scandinavische onderzoek<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> uit de <strong>werk</strong><strong>en</strong> van Marie-France Hirigoy<strong>en</strong> (Hirigoy<strong>en</strong>, 1998 et 2001). Deze negatieve<br />
emoties <strong>en</strong> gevoel<strong>en</strong>s werd<strong>en</strong> vaak als psychologische symptom<strong>en</strong> gerangschikt.<br />
Angst om zich naar <strong>het</strong> <strong>werk</strong> te begev<strong>en</strong><br />
Schaamte<br />
Twijfel<br />
Woede<br />
Gevoel van onrechtvaardigheid<br />
Gevoel van vernedering<br />
Gevoel van onmacht<br />
Verlies van zelfvertrouw<strong>en</strong><br />
Verlies van zelfrespect<br />
Zelfmoordideeën<br />
Op langere termijn leid<strong>en</strong> beide process<strong>en</strong> tot vergelijkbare psych<strong>op</strong>athologische<br />
decomp<strong>en</strong>saties. De meest vermelde psychiatrische <strong>en</strong>titeit<strong>en</strong>, zowel in de literatuur<br />
betreff<strong>en</strong>de ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag (bijvoorbeeld in Cromer S. 1995) als in de<br />
onderzoek<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong>de morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> (bijvoorbeeld in de Scandinavische <strong>werk</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> in<br />
<strong>het</strong> kwalitatief onderzoek dat thans in Luik wordt gevoerd), word<strong>en</strong> hierna <strong>op</strong>gesomd.<br />
Ernstige depressieve stoornis<br />
Algem<strong>en</strong>e angststoornis<br />
Posttraumatische stressstoornis (PTSD)<br />
Overdrev<strong>en</strong> uiting<strong>en</strong> van obsessioneel gedrag<br />
Zelfmoordpoging<strong>en</strong> <strong>en</strong> zelfmoord<br />
16
Secundaire victimisatie<br />
In beide vorm<strong>en</strong> van belaging wordt <strong>het</strong> slachtoffer vaak door de omgeving gebrandmerkt.<br />
M<strong>en</strong> verd<strong>en</strong>kt hem/haar ervan dergelijke uiting<strong>en</strong> van geweld door zijn/haar gedrag uit te<br />
lokk<strong>en</strong> dat als te gedwee (in <strong>het</strong> geval van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong>) of te uitdag<strong>en</strong>d (in <strong>het</strong> geval<br />
van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag) wordt geoordeeld.<br />
In haar analyse van de getuig<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> van vrouw<strong>en</strong> die handeling<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel<br />
gedrag hebb<strong>en</strong> verduurd, vermeldt Cromer (1995) namelijk <strong>het</strong> risico van secundaire<br />
victimisatie waar<strong>op</strong> deze vrouw<strong>en</strong> stot<strong>en</strong> wanneer zij hun situatie aan andere person<strong>en</strong><br />
tracht<strong>en</strong> uit te legg<strong>en</strong>. De ongelovigheid van de omgeving is ge<strong>en</strong> zeldzaamheid. Vaak<br />
bagatelliser<strong>en</strong> of minimaliser<strong>en</strong> de vertrouweling<strong>en</strong> <strong>het</strong> verduurde geweld. In <strong>het</strong> verhaal van<br />
deze vrouw<strong>en</strong> komt de volg<strong>en</strong>de zin vaak voor: «Per slot van rek<strong>en</strong>ing werd u niet<br />
verkracht.» (Cromer 1995: 82). Vele derd<strong>en</strong> do<strong>en</strong> <strong>het</strong> slachtoffer de verantwoordelijkheid van<br />
dit geweld drag<strong>en</strong>. In dit <strong>op</strong>zicht bracht <strong>het</strong> eerste Belgisch onderzoek over dit onderwerp<br />
(Garcia A., 1985) de teg<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong> aan <strong>het</strong> licht die kunn<strong>en</strong> bestaan tuss<strong>en</strong> de<br />
voorstelling<strong>en</strong> van de mann<strong>en</strong> met betrekking tot <strong>het</strong> f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> <strong>en</strong> de ervaring van de<br />
slachtoffers. «In 20% van de gevall<strong>en</strong> acht<strong>en</strong> de mann<strong>en</strong> de vrouw uitdag<strong>en</strong>d, <strong>het</strong>zij door<br />
haar houding <strong>en</strong> de manier waar<strong>op</strong> zij zich gedraagt <strong>het</strong>zij door de wijze waar<strong>op</strong> zij zich<br />
kleedt. Vrouw<strong>en</strong> die pestgedrag hebb<strong>en</strong> verduurd acht<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wel in de eerste plaats (20%)<br />
dat dergelijke gedraging<strong>en</strong> aansluit<strong>en</strong> bij <strong>het</strong> beeld van «seksobject» dat de mann<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />
van de vrouw» (Garcia A. 1992: 14). Diverse myth<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> omkering van de<br />
verantwoordelijkheid be<strong>werk</strong><strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> bij de mann<strong>en</strong> de functie zich schoon te wass<strong>en</strong>, <strong>en</strong><br />
bij de vrouw<strong>en</strong> de angst te bezwer<strong>en</strong> om slachtoffer te word<strong>en</strong>. Sylvie Cromer (1995: 52)<br />
vermeldt de «mythe van de moeder <strong>en</strong> van de hoer» <strong>en</strong> <strong>het</strong> uitvloeisel ervan «als de<br />
vrouw<strong>en</strong> ne<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong> kan h<strong>en</strong> niets overkom<strong>en</strong>». E<strong>en</strong> dergelijke houding van ontk<strong>en</strong>ning<br />
van <strong>het</strong> verduurde geweld veroorzaakt bij de vernederde vrouw e<strong>en</strong> tweede agressie <strong>en</strong><br />
versterkt de schaamte- <strong>en</strong> schuldgevoel<strong>en</strong>s die haar reeds verter<strong>en</strong>.<br />
Hetzelfde risico van secundaire victimisatie bestaat in <strong>het</strong> geval van psychologische<br />
<strong>pesterij<strong>en</strong></strong>. De problematiek wordt door Marie-France Hirigoy<strong>en</strong> bestudeerd. Terwijl <strong>het</strong><br />
slachtoffer onschuldig is voor <strong>het</strong> misdrijf waarvoor hij/zij zal boet<strong>en</strong> wordt hij/zij zelfs<br />
verdacht door dieg<strong>en</strong><strong>en</strong> die getuige war<strong>en</strong> van de agressie. «Alles verlo<strong>op</strong>t alsof e<strong>en</strong><br />
onschuldig slachtoffer ond<strong>en</strong>kbaar is. M<strong>en</strong> verbeeldt zich dat hij/zij stilzwijg<strong>en</strong>d instemt of dat<br />
hij/zij, bewust of niet, aan zijn/haar agressie medeplichtig is.» (Hirigoy<strong>en</strong> 1998: 139) Zodanig<br />
dat de theorieën betreff<strong>en</strong>de de persoonlijkheid van <strong>het</strong> slachtoffer door de belager als<br />
wettiging van zijn gewelddadig gedrag word<strong>en</strong> aangew<strong>en</strong>d. «Deze verzonn<strong>en</strong><br />
masochistische t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s van de slachtoffers door hun belager onderworp<strong>en</strong> te will<strong>en</strong> word<strong>en</strong>,<br />
wordt door perverse person<strong>en</strong> aangew<strong>en</strong>d.» (Hirigoy<strong>en</strong> 1998: 143) Maar in teg<strong>en</strong>stelling tot<br />
wat hun belagers nu w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> wijs te mak<strong>en</strong> zijn de slachtoffers aanvankelijk ge<strong>en</strong> bepaald<br />
zwakke person<strong>en</strong>, of person<strong>en</strong> die aan e<strong>en</strong> of andere ziekte lijd<strong>en</strong>. Het di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong><br />
b<strong>en</strong>adrukt dat tot nog toe ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel onderzoek e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> de morele<br />
<strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> de persoonlijkheid van <strong>het</strong> slachtoffer heeft kunn<strong>en</strong> uitwijz<strong>en</strong>. Integ<strong>en</strong>deel, de<br />
weinige k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van <strong>het</strong> profiel van <strong>het</strong> slachtoffer van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> wijz<strong>en</strong> <strong>op</strong> e<strong>en</strong><br />
zekere karaktersterkte: zijn/haar weerstandsvermog<strong>en</strong>, zijn/haar relatief beschermd<br />
beroepsstatuut (vakbondsafgevaardigd<strong>en</strong>, zwangere vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>werk</strong>nemers van over de<br />
50 jaar) <strong>en</strong> zijn/haar <strong>werk</strong>ijver. «De slachtoffers word<strong>en</strong> meestal gekoz<strong>en</strong> voor wat zij meer<br />
hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> wat de belager zich w<strong>en</strong>st eig<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong>.» (Hirigoy<strong>en</strong> 1998: 140). Dit 'meer'<br />
wordt door de auteur herhaaldelijk vermeld in term<strong>en</strong> van vitaliteit, lev<strong>en</strong>svreugde <strong>en</strong><br />
<strong>op</strong>timisme. Met <strong>het</strong> psychoanalytische pervers sc<strong>en</strong>ario kan de interpretatie van secundaire<br />
victimisatie verbond<strong>en</strong> aan de houding van de omgeving, verder word<strong>en</strong> uitge<strong>werk</strong>t: «Zonder<br />
er noodzakelijkerwijs medeplichtig<strong>en</strong> van te mak<strong>en</strong>, gebeurt <strong>het</strong> wel vaker dat perverse<br />
person<strong>en</strong> met de stilzwijg<strong>en</strong>de instemming van de getuig<strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong> die zij eerst<br />
gedestabiliseerd <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s <strong>en</strong>igszins hebb<strong>en</strong> overtuigd.» (Hirigoy<strong>en</strong> 1998: 140).<br />
17
) Het onderscheid tuss<strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>en</strong> morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong><br />
Profiel van de slachtoffers<br />
De slachtoffers van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag zijn voor <strong>het</strong> mer<strong>en</strong>deel vrouw<strong>en</strong>. Alle<br />
vrouw<strong>en</strong>, ongeacht hun leeftijd, hun studi<strong>en</strong>iveau of hun beroepsstatuut zijn eraan<br />
blootgesteld. In de meeste gevall<strong>en</strong> behor<strong>en</strong> de mann<strong>en</strong> tot de categorie van de belagers.<br />
De onderzoek<strong>en</strong> die in verschill<strong>en</strong>de land<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>op</strong> verschill<strong>en</strong>de contin<strong>en</strong>t<strong>en</strong> werd<strong>en</strong><br />
uitgevoerd kom<strong>en</strong> all<strong>en</strong> tot deze zelfde conclusie. (Stockdale 1998: 7). In <strong>het</strong> Franse<br />
onderzoek bijvoorbeeld dat werd uitgevoerd <strong>op</strong> basis van de dossiers van 124 slachtoffers<br />
die hun situatie aan de Association Eur<strong>op</strong>é<strong>en</strong>ne Contre les Viol<strong>en</strong>ces Faites aux Femmes au<br />
Travail (AVFT) hebb<strong>en</strong> aangegev<strong>en</strong>, zijn alle slachtoffers vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong>, behalve twee gevall<strong>en</strong><br />
van anoniem gebruik van pornografie <strong>en</strong> één geval van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> gepleegd door e<strong>en</strong> vrouw,<br />
zijn de belagers mann<strong>en</strong> (Cromer S., 1995: 23). Zodanig dat wat de Belgische wetgeving<br />
betreft (wet van 7 mei 1999), «ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> vermoedelijk e<strong>en</strong><br />
discriminatie is <strong>op</strong> grond van <strong>het</strong> geslacht». Op basis van <strong>het</strong> eerste Belgische onderzoek,<br />
uitgevoerd bij 1000 <strong>werk</strong>nemers onder de leiding van Ada Garcia, werd<strong>en</strong> de risicogroep<strong>en</strong><br />
geïd<strong>en</strong>tificeerd <strong>en</strong> e<strong>en</strong> profiel van de slachtoffers van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>op</strong>gesteld:<br />
e<strong>en</strong> jonge vrouw zonder officiële s<strong>en</strong>tim<strong>en</strong>tele band<strong>en</strong> lo<strong>op</strong>t meer kans <strong>het</strong> mikpunt te<br />
word<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong>.<br />
De differ<strong>en</strong>tiële impact van «Mobbing» is ev<strong>en</strong>wel niet zo duidelijk. Terwijl bepaalde<br />
kwalitatieve onderzoek<strong>en</strong> (Leymann & Gustafsson, 1996) uitgevoerd bij slachtoffers van<br />
morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> inderdaad <strong>op</strong> e<strong>en</strong> oververteg<strong>en</strong>woordiging van vrouw<strong>en</strong> wijz<strong>en</strong>, heeft ge<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong>kel kwantitatief onderzoek (Leymann, 1996 ; Einars<strong>en</strong> & Skogstad, 1996 ; Vartia, 1996)<br />
onder de mikpunt<strong>en</strong> van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> e<strong>en</strong> k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d verschil kunn<strong>en</strong><br />
uitwijz<strong>en</strong>. In België, in <strong>het</strong> Luikse kwalitatief onderzoek (Faulx & Geuzaine, 23 okt. 2000) zijn<br />
beide geslacht<strong>en</strong> equival<strong>en</strong>t verteg<strong>en</strong>woordigd. De k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>de eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van de<br />
slachtoffers van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> die Marie-France Hirigoy<strong>en</strong> id<strong>en</strong>tificeert betreff<strong>en</strong> niet de<br />
seksuele rol maar mak<strong>en</strong> eerder deel uit van de «arbeidsrol»: e<strong>en</strong> relatief beschermde<br />
arbeidsovere<strong>en</strong>komst, e<strong>en</strong> grote <strong>werk</strong>ijver, e<strong>en</strong> zekere best<strong>en</strong>digheid t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van<br />
gezag, e<strong>en</strong> bezorgdheid om de ding<strong>en</strong> "goed te do<strong>en</strong>" wat <strong>op</strong> e<strong>en</strong> tekortkoming <strong>op</strong> <strong>het</strong> vlak<br />
van zelfvertrouw<strong>en</strong> zou kunn<strong>en</strong> duid<strong>en</strong>.<br />
Specifieke gevolg<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />
Behalve de voormelde lijst van psychosomatische stoorniss<strong>en</strong>, veroorzaakt ongew<strong>en</strong>st<br />
seksueel gedrag specifieke gevolg<strong>en</strong> verbond<strong>en</strong> aan de sch<strong>en</strong>ding <strong>op</strong> <strong>het</strong> gebied van de<br />
seksualiteit. Sinds de ontwikkeling<strong>en</strong> van de psychoanalyse wet<strong>en</strong> wij hoezeer de psyche<br />
aan de seksualiteit verankerd is. Daarom is de geled<strong>en</strong> schade t<strong>en</strong> gevolge van ongew<strong>en</strong>st<br />
seksueel gedrag <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> zo aanzi<strong>en</strong>lijk voor de vrouw.<br />
Hoewel slechts weinige auteurs zoals Marie Gr<strong>en</strong>ier-Pezé de aandacht vestig<strong>en</strong> <strong>op</strong> de<br />
verontrust<strong>en</strong>de frequ<strong>en</strong>tie van sch<strong>en</strong>ding<strong>en</strong> <strong>op</strong> gynaecologisch vlak (Gr<strong>en</strong>ier-Pezé mars<br />
2001: 36), lijkt de categorie van de seksuele <strong>en</strong> gynaecologische symptom<strong>en</strong> in <strong>het</strong> bijzonder<br />
met ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag sam<strong>en</strong> te hang<strong>en</strong>. De meeste onderzoek<strong>en</strong> vermeld<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
aantasting van <strong>het</strong> relationele lev<strong>en</strong> (familiaal <strong>en</strong>/of echtelijk) zonder bijzondere klacht<strong>en</strong> met<br />
naam te vermeld<strong>en</strong>. Onder de gevolg<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>op</strong> de gezondheid<br />
vermeldt de Franse nationale <strong>en</strong>quête expliciet seksuele stoorniss<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
m<strong>en</strong>struatieproblem<strong>en</strong>. Slechts 20% van de slachtoffers vermeld<strong>en</strong> moeilijkhed<strong>en</strong> in hun<br />
intiem <strong>en</strong> relationeel lev<strong>en</strong>. De afwezigheid van e<strong>en</strong> antwoord betek<strong>en</strong>t ev<strong>en</strong>wel zeld<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
18
afwezigheid van gevolg<strong>en</strong>. Het domein van de seksualiteit blijft gek<strong>en</strong>merkt door e<strong>en</strong> taboe,<br />
e<strong>en</strong> schroom <strong>en</strong> vermoedelijk e<strong>en</strong> groot lijd<strong>en</strong> voor deze vrouw<strong>en</strong>.<br />
Bepaalde vrouw<strong>en</strong> slag<strong>en</strong> erin hun afschuw voor seksualiteit «Door mijn afschuw voor<br />
mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> seks scheerde ik ze all<strong>en</strong> over één kam, wat mij <strong>en</strong>orme problem<strong>en</strong> met mijn<br />
echtg<strong>en</strong>oot <strong>op</strong>leverde» (Cromer 1995: 89) of hun wantrouw<strong>en</strong> t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van de mann<strong>en</strong><br />
uit te drukk<strong>en</strong> «Deze angst zal mij in zijn greep hebb<strong>en</strong> telk<strong>en</strong>s ik mij in huis in de<br />
aanwezigheid van e<strong>en</strong> man, e<strong>en</strong> dokter, e<strong>en</strong> <strong>werk</strong>man bevind. Ik heb de indruk alles te<br />
ontvlucht<strong>en</strong> wat met de relatie man-vrouw te mak<strong>en</strong> heeft. Sinds dit hele voorval is er ge<strong>en</strong><br />
man meer in mijn lev<strong>en</strong>, ik b<strong>en</strong> echt doodsb<strong>en</strong>auwd» (Cromer 1995: 89). M<strong>en</strong> kan de<br />
moeilijkheid begrijp<strong>en</strong> waarmee vermoedelijk de meeste van deze slachtoffers van<br />
ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag te kamp<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> om over deze aantasting van hun intimiteit te<br />
prat<strong>en</strong>. De aan de beroepsethiek verbond<strong>en</strong> beperking<strong>en</strong> van <strong>het</strong> wet<strong>en</strong>schappelijk<br />
onderzoek verplicht<strong>en</strong> ons dit zwijg<strong>en</strong> te eerbiedig<strong>en</strong>.<br />
Desalniettemin veroorzaakt de verduurde vernedering door de vrouw die tot de status van<br />
e<strong>en</strong> seksobject wordt gedwong<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijke schade <strong>op</strong> niveau van haar zelfbeeld <strong>en</strong> van<br />
haar id<strong>en</strong>titeit. Aangetast in haar fysieke integriteit <strong>en</strong> haar waardigheid van vrouw, ervaart zij<br />
deze kwetsuur in heel haar wez<strong>en</strong>. Zodanig dat de gevolg<strong>en</strong> van dit seksueel geweld <strong>op</strong> de<br />
gezondheid lang blijv<strong>en</strong> voortbestaan, zelfs wanneer <strong>het</strong> contact met de belager niet meer<br />
bestaat.<br />
Specifieke gevolg<strong>en</strong> van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong><br />
Wat morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> betreft, deze word<strong>en</strong> gek<strong>en</strong>merkt door verraderlijke agressies met de<br />
bedoeling de persoon aan wie zij gericht zijn uit zijn/haar ev<strong>en</strong>wicht te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. De<br />
perversiteit van dergelijk gedrag veroorzaakt aanzi<strong>en</strong>lijke schade <strong>op</strong> niveau van de id<strong>en</strong>titeit<br />
<strong>en</strong> <strong>het</strong> psychisme van <strong>het</strong> slachtoffer. De aanpak van Marie-France Hirigoy<strong>en</strong>, in <strong>het</strong><br />
psychoanalytisch kader van <strong>het</strong> pervers sc<strong>en</strong>ario, id<strong>en</strong>tificeert e<strong>en</strong> aantal specifieke<br />
moeilijkhed<strong>en</strong> waarmee de slachtoffers van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> te kamp<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>.<br />
Gevoel<strong>en</strong>s van schaamte <strong>en</strong> vernedering k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> de ervaring van de slachtoffers van<br />
<strong>pesterij<strong>en</strong></strong>. Volg<strong>en</strong>s de auteur gaan deze gevoel<strong>en</strong>s gepaard met e<strong>en</strong> afwezigheid van haat<br />
jeg<strong>en</strong>s de belager. Zij w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zich te verst<strong>op</strong>p<strong>en</strong> <strong>en</strong> van de wereld af te zonder<strong>en</strong>. De<br />
schaamte komt vanwege <strong>het</strong> feit dat zij zich niet teg<strong>en</strong> de agressies hebb<strong>en</strong> verzet. De<br />
schaamte verklaart ook de moeilijkheid van <strong>het</strong> slachtoffer om te prat<strong>en</strong> over wat hij/zij heeft<br />
verduurd.<br />
De paradoxale bevel<strong>en</strong> die eruit bestaan <strong>het</strong> <strong>en</strong>e te zegg<strong>en</strong> <strong>en</strong> zijn teg<strong>en</strong>gestelde <strong>op</strong> nietverbale<br />
wijze uit te drukk<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> gedrag dat vaak door de belagers wordt aangew<strong>en</strong>d om <strong>het</strong><br />
mikpunt uit zijn ev<strong>en</strong>wicht te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, veroorzak<strong>en</strong> bij <strong>het</strong> slachtoffer e<strong>en</strong> gevoel van<br />
zijn/haar zinn<strong>en</strong> te word<strong>en</strong> beroofd. «M<strong>en</strong> verwijt iemand dat hij/zij niet <strong>werk</strong>t, maar m<strong>en</strong><br />
geeft hem/haar de middel<strong>en</strong> niet om te <strong>werk</strong><strong>en</strong> of m<strong>en</strong> belet hem/haar te <strong>werk</strong><strong>en</strong> (…). Of<br />
nog, m<strong>en</strong> draagt e<strong>en</strong> <strong>werk</strong>nemer e<strong>en</strong> taak <strong>op</strong> waarvan iedere<strong>en</strong> weet dat deze nutteloos is.»<br />
(Hirigoy<strong>en</strong> 2001: 143). Het slachtoffer begrijpt niet wat hem/haar overkomt.<br />
Marie-France Hirigoy<strong>en</strong> vestigt ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s de aandacht <strong>op</strong> de ernstige psychische<br />
stoorniss<strong>en</strong>: de psychische verandering<strong>en</strong>. «Morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> kunn<strong>en</strong> de id<strong>en</strong>titeit aantast<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> <strong>het</strong> karakter van e<strong>en</strong> persoon blijv<strong>en</strong>d verander<strong>en</strong>.» (Hirigoy<strong>en</strong> 2001: 143).<br />
De ruimere term 'psychische verandering<strong>en</strong>' verwijst tegelijkertijd naar de devitalisatie (in de<br />
zin van e<strong>en</strong> traumatische neurose waarbij de depressie chronisch wordt) <strong>en</strong> de verstijving (te<br />
wet<strong>en</strong> <strong>het</strong> <strong>op</strong>tred<strong>en</strong> van paranoïde karaktertrekk<strong>en</strong>). E<strong>en</strong> psychotische paranoïde<br />
decomp<strong>en</strong>satie is k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d voor morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong>, <strong>het</strong> logische resultaat <strong>op</strong> <strong>het</strong><br />
slachtoffer van e<strong>en</strong> buit<strong>en</strong>sporig toezicht, paradoxale bevel<strong>en</strong> <strong>en</strong> kwaadwillige woord<strong>en</strong>. In<br />
19
dit <strong>op</strong>zicht wijst de psychoanalyse er<strong>op</strong> hoe frappant <strong>het</strong> is tot de vaststelling te kom<strong>en</strong> dat<br />
wat m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> persoon verwijt datg<strong>en</strong>e is waartoe m<strong>en</strong> hem/haar drijft. «Wanneer m<strong>en</strong> teg<strong>en</strong><br />
iemand zegt: «Je b<strong>en</strong>t gek» of «Je lijdt aan paranoia» dan wordt hij/zij wel degelijk gek of<br />
paranoïde.» (Hirigoy<strong>en</strong> 2001: 148).<br />
Het psychotische delirium kan echter niet als e<strong>en</strong> mislukking word<strong>en</strong> beleefd, <strong>het</strong> kan e<strong>en</strong><br />
middel zijn om zich uit de traumatische situatie te <strong>werk</strong><strong>en</strong>. Op basis van e<strong>en</strong> klinisch geval,<br />
dat van Maguy, toont de auteur aan dat paranoia e<strong>en</strong> doeltreff<strong>en</strong>de bescherming kan zijn die<br />
door <strong>het</strong> psychisme werd ontworp<strong>en</strong> om weerstand te bied<strong>en</strong>. Maguy had dit delirium nodig<br />
om e<strong>en</strong> krachtinspanning te lever<strong>en</strong> t<strong>en</strong>einde te kunn<strong>en</strong> reager<strong>en</strong> <strong>en</strong> zichzelf te bescherm<strong>en</strong>,<br />
te wet<strong>en</strong> haar ontslag indi<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />
Juridische argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
Volg<strong>en</strong>s Jean Jacqmain (2000 <strong>en</strong> 2001) kan ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag om drie red<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
niet als e<strong>en</strong> categorie van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> word<strong>en</strong> beschouwd.<br />
T<strong>en</strong> eerste omdat de g<strong>en</strong>derdim<strong>en</strong>sie, te wet<strong>en</strong> de verdeling van de tak<strong>en</strong> in de<br />
maatschappij <strong>op</strong> basis van <strong>het</strong> seksuele onderscheid aanwezig in elke m<strong>en</strong>selijke relatie,<br />
niet mag word<strong>en</strong> onderschat<br />
T<strong>en</strong> tweede omdat ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag door de kaderled<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> organisatie<br />
steeds als nefast voor <strong>het</strong> bedrijf wordt gezi<strong>en</strong>, terwijl er ev<strong>en</strong>wel e<strong>en</strong> managem<strong>en</strong>t-doorstress<br />
bestaat dat door bepaalde organisatorische milieus als positief wordt gezi<strong>en</strong>,<br />
bijvoorbeeld met <strong>het</strong> oog <strong>op</strong> ontslagvergoeding te bezuinig<strong>en</strong>.<br />
T<strong>en</strong> derde is de auteur van m<strong>en</strong>ing dat indi<strong>en</strong> m<strong>en</strong>, met <strong>het</strong> oog <strong>op</strong> de aanpak van gevall<strong>en</strong><br />
van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong>, de huidige Belgische wetgeving met betrekking tot ongew<strong>en</strong>st<br />
seksueel gedrag tracht sam<strong>en</strong> te voeg<strong>en</strong>, <strong>het</strong> risico bestaat dat de vrucht<strong>en</strong> van deze<br />
verworv<strong>en</strong>heid gedeeltelijk verlor<strong>en</strong> gaan. In dit <strong>op</strong>zicht kan ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag,<br />
aangezi<strong>en</strong> hiervoor reeds e<strong>en</strong> wetgeving bestaat, niet als e<strong>en</strong> categorie van morele<br />
<strong>pesterij<strong>en</strong></strong> word<strong>en</strong> beschouwd.<br />
20
CONCLUSIE<br />
Gezi<strong>en</strong> de nauwe sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>en</strong> morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong><br />
zull<strong>en</strong> beide vorm<strong>en</strong> van geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> deel uitmak<strong>en</strong> van <strong>het</strong> thema van dit<br />
onderzoek. De wet<strong>en</strong>schappelijke literatuur die in dit eerste hoofdstuk werd geanalyseerd<br />
getuigt van de complexiteit van deze f<strong>en</strong>om<strong>en</strong><strong>en</strong> die aanzi<strong>en</strong>lijke gevolg<strong>en</strong> voor de<br />
slachtoffers, maar ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s voor de bedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> de geme<strong>en</strong>schap met zich meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.<br />
Daarom is onderzoek naar de process<strong>en</strong> van pestgedrag noodzakelijk, t<strong>en</strong>einde hun omvang<br />
in België te met<strong>en</strong> <strong>en</strong> de middel<strong>en</strong> te schepp<strong>en</strong> om dergelijke vorm<strong>en</strong> van geweld te<br />
bestrijd<strong>en</strong>.<br />
Bezorgdheid met betrekking tot ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag lijkt tot <strong>het</strong> verled<strong>en</strong> te behor<strong>en</strong>.<br />
Deze vorm van psychologisch geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> is reeds sinds e<strong>en</strong> aantal jaar <strong>het</strong><br />
voorwerp van e<strong>en</strong> goed ingeburgerde definitie <strong>en</strong> g<strong>en</strong>iet in de meeste Eur<strong>op</strong>ese land<strong>en</strong> van<br />
e<strong>en</strong> duidelijk juridisch kader. Toch lijkt <strong>het</strong> er<strong>op</strong> dat de problematiek terzake blijft<br />
voortbestaan, wat betek<strong>en</strong>t dat de juridische <strong>en</strong> overige mechanism<strong>en</strong> die werd<strong>en</strong> ingesteld<br />
om deze problematiek aan te pakk<strong>en</strong>, voor verbetering vatbaar zijn.<br />
Op niveau van de definitie van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> blijv<strong>en</strong> er tuss<strong>en</strong> de Eur<strong>op</strong>ese land<strong>en</strong><br />
ev<strong>en</strong>wel discrepanties bestaan. Overig<strong>en</strong>s stell<strong>en</strong> wij vast dat in België aarzel<strong>en</strong>de poging<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> ondernom<strong>en</strong> voor <strong>het</strong> invoer<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> wetgeving terzake.<br />
De discrepanties die <strong>op</strong> niveau van de definitie van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>op</strong>tred<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> tot<br />
divers experim<strong>en</strong>teel «design», wat <strong>op</strong> niveau van <strong>het</strong> wet<strong>en</strong>schappelijk onderzoek<br />
inconsequ<strong>en</strong>te resultat<strong>en</strong> als gevolg heeft. Dit wordt duidelijker in hoofdstuk 2 dat de<br />
epidemiologie van <strong>het</strong> f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> behandelt.<br />
21
HOOFDSTUK 2: EPIDEMIOLOGIE VAN BELAGING<br />
2.1. Morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong><br />
Inleiding<br />
De preval<strong>en</strong>tie van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> werd in Eur<strong>op</strong>a maar ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s in Noord-Amerika <strong>op</strong><br />
verschill<strong>en</strong>de wijz<strong>en</strong> bestudeerd. Het blijft ev<strong>en</strong>wel moeilijk om internationale vergelijking<strong>en</strong><br />
te trekk<strong>en</strong>, rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong>d met de subtiele verschill<strong>en</strong> die bestaan maar die <strong>op</strong> niveau van<br />
de <strong>op</strong>erationele definitie van <strong>het</strong> concept dat wereldwijd wordt gebruikt van belang zijn.<br />
Daarom vermeld<strong>en</strong> de onderzoek<strong>en</strong> die in dit hoofdstuk aan bod kom<strong>en</strong> de nationale<br />
b<strong>en</strong>aming van de bestudeerde problematiek van psychologisch geweld.<br />
Overig<strong>en</strong>s kan m<strong>en</strong> zich met de ontwikkeling van deze onderzoekslijn aan e<strong>en</strong> converg<strong>en</strong>tie<br />
van de definities verwacht<strong>en</strong>. Algeme<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> zijn de auteurs duidelijk van m<strong>en</strong>ing dat<br />
de in aanmerking te nem<strong>en</strong> duur 6 maand<strong>en</strong> bedraagt. Twee andere maatregel<strong>en</strong> duik<strong>en</strong> in<br />
bepaalde land<strong>en</strong> <strong>op</strong>. De eerste beschouwt, in e<strong>en</strong> juridisch kader, de wekelijkse frequ<strong>en</strong>tie<br />
van de verduurde agressies. De tweede sluit aan <strong>op</strong> e<strong>en</strong> ontwikkeling in onderzoek <strong>en</strong><br />
volksgezondheid <strong>en</strong> houdt rek<strong>en</strong>ing met de subjectieve dim<strong>en</strong>sie van de definitie van moreel<br />
geweld door <strong>het</strong> slachtoffer. In bepaalde gevall<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> beide domein<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>vall<strong>en</strong>.<br />
De verklaring voor de afwijking<strong>en</strong> die <strong>op</strong> niveau van de resultat<strong>en</strong> word<strong>en</strong> vastgesteld di<strong>en</strong>t<br />
niet <strong>en</strong>kel in de verschill<strong>en</strong> <strong>op</strong> niveau van de definities te word<strong>en</strong> gezocht. T<strong>en</strong> eerste<br />
bestaan er vermoedelijk variabel<strong>en</strong> van culturele aard die ongetwijfeld zoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong><br />
voortbestaan, <strong>en</strong> die in de kwalitatieve onderzoek<strong>en</strong> die <strong>op</strong> de getuig<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> van de<br />
slachtoffers beroep do<strong>en</strong>, nog sterker tot uiting kom<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> tweede speelt de sociaalculturele<br />
context van elk land waarschijnlijk e<strong>en</strong> belangrijke rol in de bewustwording van <strong>het</strong><br />
f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> van psychologisch geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong>. De structuur van de arbeidsmarkt in elk<br />
land beïnvloedt ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s <strong>het</strong> profiel van de person<strong>en</strong> die onder morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> lijd<strong>en</strong>, <strong>en</strong><br />
de aard van <strong>het</strong> gedrag van de belagers.<br />
Tijd<strong>en</strong>s dit overzicht van de wet<strong>en</strong>schappelijke literatuur werd e<strong>en</strong> bijzondere aandacht<br />
besteed aan de risicofactor<strong>en</strong> van victimisatie. Met <strong>het</strong> oog <strong>op</strong> leesbaarheid werd<strong>en</strong> deze in<br />
de tekst in schuindruk vermeld.<br />
2.1.1. In Eur<strong>op</strong>a<br />
a) Het Eur<strong>op</strong>ese landschap: Eur<strong>op</strong>ese onderzoek<strong>en</strong> inzake de <strong>werk</strong>omstandighed<strong>en</strong><br />
De Eur<strong>op</strong>ese Stichting tot verbetering van de lev<strong>en</strong>s- <strong>en</strong> arbeidsomstandighed<strong>en</strong> heeft in<br />
2000 haar derde Eur<strong>op</strong>ese <strong>en</strong>quête gehoud<strong>en</strong> waarbij 21 500 <strong>werk</strong>nemers tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong><br />
persoonlijk gesprek over hun <strong>werk</strong>omstandighed<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> ondervraagd. Op nationaal<br />
niveau werd in elke lidstaat e<strong>en</strong> steekproef van 1500 person<strong>en</strong> <strong>op</strong>gesteld met de<br />
uitzondering van Luxemburg waar de <strong>en</strong>quête slecht bij 500 <strong>werk</strong>nemers werd gehoud<strong>en</strong>. De<br />
twee vorige peiling<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> in 1990 (Eur<strong>op</strong>a van de twaalf) <strong>en</strong> in 1995 (Eur<strong>op</strong>a van de<br />
vijfti<strong>en</strong>) uitgevoerd.<br />
Uit de <strong>en</strong>quête van 2000 blijkt dat stress, sinds de peiling van 1995 met e<strong>en</strong><br />
frequ<strong>en</strong>tieperc<strong>en</strong>tage van 28% stabiel geblev<strong>en</strong>, onmiddellijk na rugklacht<strong>en</strong> (33%) <strong>het</strong><br />
meest voorkom<strong>en</strong>d aan <strong>het</strong> <strong>werk</strong> verbond<strong>en</strong> gezondheidsprobleem verteg<strong>en</strong>woordigt.<br />
22
Spierpijn<strong>en</strong> (nek <strong>en</strong> schouders) <strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e vermoeidheid nem<strong>en</strong> met e<strong>en</strong><br />
frequ<strong>en</strong>tieperc<strong>en</strong>tage van 23% de derde plaats in. Het is belangrijk te b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> dat de<br />
pijn<strong>en</strong> waarvan hier sprake is, net als vermoeidheid, wel bek<strong>en</strong>de psychosomatische<br />
symptom<strong>en</strong> zijn die voortvloei<strong>en</strong> uit <strong>het</strong> eerder beschrev<strong>en</strong> psychofysische proces van<br />
stress.<br />
Behalve grotere fysieke gezondheidsrisico's voor de <strong>werk</strong>nemer (int<strong>en</strong>s geluid, lastige<br />
lichaamshouding<strong>en</strong>, hantering van zware last<strong>en</strong>), tred<strong>en</strong> in de <strong>en</strong>quête van 2000 <strong>op</strong> niveau<br />
van de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van <strong>het</strong> <strong>werk</strong> e<strong>en</strong> zeker aantal verandering<strong>en</strong> aan <strong>het</strong> licht die wijz<strong>en</strong> <strong>op</strong><br />
e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van de risico's met betrekking tot <strong>het</strong> psychologisch welzijn van de<br />
<strong>werk</strong>nemers.<br />
In de eerste plaats is in de afgel<strong>op</strong><strong>en</strong> ti<strong>en</strong> jaar de <strong>werk</strong>druk geleidelijk aan toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. In dit<br />
<strong>op</strong>zicht vermeld<strong>en</strong> meer dan de helft van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> bijzonder hoge <strong>werk</strong>tempo's<br />
ev<strong>en</strong>als strakke tijdschema's die tijd<strong>en</strong>s t<strong>en</strong> minste e<strong>en</strong> kwart van hun <strong>werk</strong>tijd moet<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> nageleefd. Overig<strong>en</strong>s zijn 21% van de <strong>werk</strong>nemers van m<strong>en</strong>ing dat zij niet over<br />
voldo<strong>en</strong>de tijd beschikk<strong>en</strong> om hun tak<strong>en</strong> uit te voer<strong>en</strong>. De <strong>werk</strong>druk blijkt nauw sam<strong>en</strong> te<br />
hang<strong>en</strong> met de gezondheidsproblem<strong>en</strong> zoals de voormelde pijn<strong>en</strong> <strong>en</strong> stress.<br />
Overig<strong>en</strong>s betreur<strong>en</strong> de onderzoekers <strong>het</strong> feit dat de flexibiliteit van <strong>het</strong> <strong>werk</strong> niet<br />
noodzakelijkerwijs goede <strong>werk</strong>omstandighed<strong>en</strong> be<strong>werk</strong>stelligt. Bijvoorbeeld de tijdelijke<br />
<strong>werk</strong>nemers (<strong>werk</strong>nemers met arbeidsovere<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> van bepaalde duur <strong>en</strong><br />
uitz<strong>en</strong>dkracht<strong>en</strong>) mak<strong>en</strong> nog steeds gewag van moeilijker <strong>werk</strong>omstandighed<strong>en</strong> dan de<br />
vaste <strong>werk</strong>nemers.<br />
Dergelijke <strong>werk</strong>omstandighed<strong>en</strong> dreig<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de <strong>werk</strong>groep<strong>en</strong> functiestoorniss<strong>en</strong> te<br />
veroorzak<strong>en</strong> <strong>en</strong> de verm<strong>en</strong>igvuldiging van conflict<strong>en</strong> in de hand te <strong>werk</strong><strong>en</strong> die in process<strong>en</strong><br />
van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> kunn<strong>en</strong> ontaard<strong>en</strong>. De meeste auteurs (zie de verklar<strong>en</strong>de modell<strong>en</strong> die in<br />
hoofdstuk 3 word<strong>en</strong> behandeld) die <strong>het</strong> f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> van psychologisch geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong><br />
hebb<strong>en</strong> bestudeerd, zijn <strong>het</strong> met elkaar e<strong>en</strong>s <strong>en</strong> veroordel<strong>en</strong> de grote rol die de druk <strong>op</strong> de<br />
<strong>werk</strong>nemers speelt in de in<strong>werk</strong>ingtreding van <strong>het</strong> proces van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong>.<br />
Hieromtr<strong>en</strong>t werd<strong>en</strong> de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s gevraagd hun m<strong>en</strong>ing te gev<strong>en</strong> over geweld<br />
<strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> in <strong>het</strong> algeme<strong>en</strong>, <strong>en</strong> in <strong>het</strong> bijzonder over de f<strong>en</strong>om<strong>en</strong><strong>en</strong> van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> die e<strong>en</strong><br />
groot probleem blijv<strong>en</strong>. In 2000, net als in 1995 mak<strong>en</strong> 2% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gewag van<br />
feit<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag. Met 9% in 2000 t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van 8% in 1995<br />
verton<strong>en</strong> morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> e<strong>en</strong> lichte stijging. Overig<strong>en</strong>s stell<strong>en</strong> de onderzoek<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de<br />
land<strong>en</strong> onderling aanzi<strong>en</strong>lijke verschill<strong>en</strong> vast (variër<strong>en</strong>d tuss<strong>en</strong> 4% <strong>en</strong> 15% met betrekking<br />
tot <strong>pesterij<strong>en</strong></strong>). Deze afwijking in de resultat<strong>en</strong> wijst vermoedelijk <strong>op</strong> e<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>d<br />
nationaal bewustzijn tuss<strong>en</strong> de lidstat<strong>en</strong> onderling, <strong>en</strong> hangt waarschijnlijk ook af van <strong>het</strong> feit<br />
of deze kwesties al dan niet <strong>het</strong> onderwerp van publieke debatt<strong>en</strong> zijn. Volg<strong>en</strong>s Dami<strong>en</strong><br />
Merllié et Pascal Paoli (2000: 11) word<strong>en</strong> de cijfers betreff<strong>en</strong>de deze problematiek in<br />
verhouding tot de <strong>werk</strong>elijkheid waarschijnlijk onderschat.<br />
Over <strong>het</strong> algeme<strong>en</strong> lijk<strong>en</strong> de <strong>werk</strong>omstandighed<strong>en</strong> bijzonder ongunstig te zijn voor de<br />
vrouw<strong>en</strong>. De resultat<strong>en</strong> van <strong>het</strong> onderzoek van 2000 wijz<strong>en</strong> uit dat de seksuele segregatie<br />
belangrijk blijft. Niet <strong>en</strong>kel bekled<strong>en</strong> de mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> niet dezelfde functies (directie<strong>en</strong><br />
leidinggev<strong>en</strong>de functies word<strong>en</strong> meer aan mann<strong>en</strong> voorbehoud<strong>en</strong>), maar in e<strong>en</strong> zelfde<br />
categorie bekled<strong>en</strong> de mann<strong>en</strong> meestal e<strong>en</strong> verantwoordelijke positie. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> blijft in<br />
term<strong>en</strong> van loonniveaus, voor id<strong>en</strong>tieke arbeidscategorieën <strong>en</strong> met e<strong>en</strong> zelfde arbeidsduur,<br />
de seksuele segregatie duidelijk merkbaar. T<strong>en</strong> slotte wordt <strong>het</strong> <strong>werk</strong> van de vrouw<strong>en</strong> voor<br />
<strong>het</strong> mer<strong>en</strong>deel door e<strong>en</strong> dubbele <strong>werk</strong>last gek<strong>en</strong>merkt, want naast hun beroepsactiviteit zijn<br />
zij ook belast met de gezinstak<strong>en</strong> <strong>en</strong> de <strong>op</strong>voeding van de kinder<strong>en</strong>.<br />
23
Overig<strong>en</strong>s, aangezi<strong>en</strong> de vrouw<strong>en</strong> meestal ondergeschikte functies bekled<strong>en</strong>, kan m<strong>en</strong><br />
stell<strong>en</strong> dat de vrouw<strong>en</strong> inzake moreel <strong>en</strong> seksueel geweld e<strong>en</strong> risicogroep<br />
verteg<strong>en</strong>woordig<strong>en</strong>.<br />
De betrouwbaarheid van de gegev<strong>en</strong>s die <strong>op</strong> basis van deze Eur<strong>op</strong>ese onderzoek<strong>en</strong> werd<strong>en</strong><br />
verzameld verteg<strong>en</strong>woordigt ev<strong>en</strong>wel bepaalde beperking<strong>en</strong>. Enerzijds wordt de methode,<br />
toegepast door de Eur<strong>op</strong>ese Stichting tot verbetering van de lev<strong>en</strong>s- <strong>en</strong><br />
arbeidsomstandighed<strong>en</strong>, niet sam<strong>en</strong> met de resultat<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong>. Anderzijds word<strong>en</strong> de<br />
preval<strong>en</strong>tieperc<strong>en</strong>tages van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong>, afhankelijk van de land<strong>en</strong>, <strong>op</strong> differ<strong>en</strong>tiële<br />
wijze beïnvloed, vermoedelijk door <strong>het</strong> nationale bewustzijn <strong>en</strong> de sociale mobilisatie<br />
waarvan dit f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> al dan niet in elke lidstaat afzonderlijk <strong>het</strong> voorwerp is.<br />
b) De baanbrekers: de Scandinavische land<strong>en</strong><br />
Het onderzoek inzake morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> heeft zich onder de impuls van de<br />
<strong>werk</strong>zaamhed<strong>en</strong> van Heinz Leymann in de Scandinavische land<strong>en</strong> snel ontwikkeld. Na de<br />
publicatie van zijn eerste onderzoeksverslag in 1984, zi<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> aantal land<strong>en</strong> in <strong>het</strong><br />
noord<strong>en</strong> van Eur<strong>op</strong>a e<strong>en</strong> reeks onderzoek<strong>en</strong> <strong>het</strong> licht: in Finland, Noorweg<strong>en</strong>, Oost<strong>en</strong>rijk <strong>en</strong><br />
Duitsland. Vandaar dat de wet<strong>en</strong>schappelijke literatuur betreff<strong>en</strong>de morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong><br />
<strong>werk</strong> grot<strong>en</strong>deels in <strong>het</strong> Scandinavisch of Duits geschrev<strong>en</strong> is. Daarom, met <strong>het</strong> oog de<br />
resultat<strong>en</strong> van hun <strong>werk</strong>zaamhed<strong>en</strong> grotere bek<strong>en</strong>dheid te gev<strong>en</strong>, beslist<strong>en</strong> de noord<br />
Eur<strong>op</strong>ese onderzoekers, ver<strong>en</strong>igd voor <strong>het</strong> symposium gewijd aan «Mobbing» dat in april<br />
1995 tijd<strong>en</strong>s <strong>het</strong> Zev<strong>en</strong>de Eur<strong>op</strong>ees Congres van Arbeids- <strong>en</strong> Organisatiepsychologie in<br />
Guör in Hongarije plaatsvond, de bijdrag<strong>en</strong> aan dit symposium in e<strong>en</strong> Engels<br />
wet<strong>en</strong>schappelijk tijdschrift te publicer<strong>en</strong>, <strong>het</strong> Eur<strong>op</strong>ean Journal of Work and Organizational<br />
Psychology. De Scandinavische gegev<strong>en</strong>s die hierna word<strong>en</strong> vermeld zijn hoofdzakelijk<br />
getrokk<strong>en</strong> uit speciale dossiers gewijd aan de problematiek van «Mobbing» in <strong>het</strong> Eur<strong>op</strong>ean<br />
Journal of Work and Organizational Psychology van1996 <strong>en</strong> 2001.<br />
Op basis van de getuig<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> van honderd<strong>en</strong> slachtoffers van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong><br />
<strong>werk</strong> heeft Heinz Leymann eerst de verschill<strong>en</strong>de vijandige gedraging<strong>en</strong> geïnv<strong>en</strong>tariseerd<br />
die deel kunn<strong>en</strong> uitmak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> proces van «Mobbing». Op basis van deze lijst heeft hij<br />
vervolg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> meetinstrum<strong>en</strong>t van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>op</strong>gesteld: de Leymann Inv<strong>en</strong>tory of<br />
Psychological Terror (LIPT) die in de methodes van de grote Eur<strong>op</strong>ese onderzoek<strong>en</strong> die<br />
terzake werd<strong>en</strong> uitgevoerd grot<strong>en</strong>deels wordt aangew<strong>en</strong>d <strong>en</strong> waarmee tuss<strong>en</strong> de verkreg<strong>en</strong><br />
resultat<strong>en</strong> vergelijking<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> word<strong>en</strong> getrokk<strong>en</strong>. De criteria van frequ<strong>en</strong>tie (minst<strong>en</strong>s één<br />
maal per week) <strong>en</strong> duur (gedur<strong>en</strong>de minst<strong>en</strong>s zes maand<strong>en</strong>) word<strong>en</strong> <strong>op</strong> de items van de<br />
Leymann-lijst toegepast.<br />
Volg<strong>en</strong>d <strong>op</strong> de <strong>werk</strong>zaamhed<strong>en</strong> van Heinz Leymann hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal wet<strong>en</strong>schappers<br />
zich gebog<strong>en</strong> over de problematiek betreff<strong>en</strong>de de meting van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong>. Onder h<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />
twee Noorse onderzoekers, Stale Einars<strong>en</strong> <strong>en</strong> Bjorn Raknes (1997), de Negative Act<br />
Questionnaire uitge<strong>werk</strong>t die de frequ<strong>en</strong>tie meet waarmee e<strong>en</strong> individu aan negatieve<br />
gedraging<strong>en</strong> wordt onderworp<strong>en</strong>. Deze lijst, sam<strong>en</strong>gesteld uit 32 items, werd in diverse<br />
onderzoek<strong>en</strong>, vaak in zijn oorspronkelijke versie of in e<strong>en</strong> aangepaste versie aangew<strong>en</strong>d. De<br />
door Heinz Leymann bepaalde criteria van frequ<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> duur zijn ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s <strong>op</strong> de Negative<br />
Act Questionnaire van toepassing.<br />
Het onderzoekscorpus dat door de Scandinavische land<strong>en</strong> werd sam<strong>en</strong>gesteld heeft <strong>het</strong><br />
voordeel kwantitatieve gegev<strong>en</strong>s te verstrekk<strong>en</strong> die bij uitgebreide steekproev<strong>en</strong> van<br />
person<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> verzameld, wat overe<strong>en</strong>komstig de statistische wet van <strong>het</strong> grootste aantal<br />
de betrouwbaarheid van de resultat<strong>en</strong> vrijwaart.<br />
24
De hierna volg<strong>en</strong>de tabel stelt de frequ<strong>en</strong>tieperc<strong>en</strong>tages van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> ev<strong>en</strong>als e<strong>en</strong><br />
analyse van de risicofactor<strong>en</strong> van <strong>het</strong> f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> in de Scandinavische land<strong>en</strong> voor.<br />
Tabel 1. Preval<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> risicofactor<strong>en</strong><br />
van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> in de Scandinavische land<strong>en</strong>.<br />
Onderzoek Steekproef Meting Resultat<strong>en</strong><br />
Zwed<strong>en</strong><br />
Leymann & Tallgr<strong>en</strong><br />
(1989) (Vermeld door<br />
Leymann, 1996)<br />
Zwed<strong>en</strong><br />
Leymann (1992)<br />
(Vermeld door Leymann,<br />
1996)<br />
Zwed<strong>en</strong><br />
Leymann & Gustafsson<br />
(1996)<br />
Noorweg<strong>en</strong><br />
Matthies<strong>en</strong>, Raknes, &<br />
Rökkum (1989)<br />
(Vermeld door Einars<strong>en</strong> &<br />
Skogstad, 1996)<br />
Noorweg<strong>en</strong><br />
Matthies<strong>en</strong> (1990)<br />
(Vermeld door Einars<strong>en</strong> &<br />
Skogstad, 1996)<br />
370 <strong>werk</strong>nemers van e<strong>en</strong><br />
staalfabriek in Stockholm<br />
2428 <strong>werk</strong>nemers<br />
Geselecteerd uit de<br />
registers van de burgerlijke<br />
stand van Zwed<strong>en</strong><br />
64 slachtoffers, patiënt<strong>en</strong><br />
van e<strong>en</strong><br />
rehabilitatieprogramma in<br />
e<strong>en</strong> traumac<strong>en</strong>trum<br />
99 verpleegsters <strong>werk</strong>zaam<br />
in psychiatrische<br />
instelling<strong>en</strong><br />
745 verpleegsters<br />
LIPT<br />
LIPT<br />
Preval<strong>en</strong>tie van 2.7%<br />
Preval<strong>en</strong>tie van 3.5%<br />
25<br />
Risico met betrekking tot <strong>het</strong><br />
geslacht:<br />
- Ge<strong>en</strong> <strong>op</strong>merkelijk verschil<br />
tuss<strong>en</strong> mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong><br />
- Oververteg<strong>en</strong>woordiging<br />
van vrouw<strong>en</strong> (55%)<br />
Risico met betrekking tot de<br />
leeftijd:<br />
- Ge<strong>en</strong> <strong>op</strong>merkelijk verschil<br />
tuss<strong>en</strong> leeftijdscategorieën<br />
- Oververteg<strong>en</strong>woordiging<br />
van de 21-30 jarig<strong>en</strong><br />
Risico met betrekking tot de<br />
bedrijfssector:<br />
- De tertiaire sector<br />
(<strong>het</strong> overheidsapparaat <strong>en</strong><br />
<strong>het</strong> onderwijs)<br />
verteg<strong>en</strong>woordigt e<strong>en</strong><br />
groter risico<br />
- De secundaire sector<br />
(productie <strong>en</strong> privébedrijv<strong>en</strong>)<br />
verteg<strong>en</strong>woordigt<br />
e<strong>en</strong> kleiner risico<br />
Risico met betrekking tot <strong>het</strong><br />
geslacht:<br />
- Oververteg<strong>en</strong>woordiging<br />
van vrouw<strong>en</strong> (69%)<br />
Risico met betrekking tot de<br />
bedrijfssector:<br />
- Oververteg<strong>en</strong>woordiging<br />
van de sector<strong>en</strong><br />
«overheidsdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong>» <strong>en</strong><br />
«gezondheidszorg» in<br />
verhouding tot de<br />
refer<strong>en</strong>tiep<strong>op</strong>ulatie<br />
Preval<strong>en</strong>tie van 10%<br />
Preval<strong>en</strong>tie van 8%<br />
Onderzoek Steekproef Meting Resultat<strong>en</strong>
Finland<br />
Björkvist, Osterman, &<br />
Hjelt-Bäck (1994)<br />
(Vermeld door Einars<strong>en</strong> &<br />
Skogstad, 1996 ; door<br />
Vartia, 1996 ; <strong>en</strong> door<br />
Hoel, Rayner & Co<strong>op</strong>er<br />
1999)<br />
Noorweg<strong>en</strong><br />
Einars<strong>en</strong> & Raknes<br />
(1995)<br />
(Vermeld door Einars<strong>en</strong> &<br />
Skogstad, 1996)<br />
Noorweg<strong>en</strong><br />
Einars<strong>en</strong> & Skogstad (1996)<br />
Werknemers in e<strong>en</strong><br />
universiteit<br />
460 mannelijke industriële<br />
<strong>werk</strong>nemers<br />
7787 onderzoeksperson<strong>en</strong><br />
geselecteerd uit vorige<br />
peiling<strong>en</strong><br />
De meest<strong>en</strong> zijn <strong>werk</strong>zaam in<br />
de <strong>op</strong><strong>en</strong>bare sector<br />
«Bullying»<br />
Verneder<strong>en</strong>d, beledig<strong>en</strong>d,<br />
lasterlijk gedrag<br />
Wekelijkse frequ<strong>en</strong>tie<br />
Algem<strong>en</strong>e vraag na e<strong>en</strong><br />
definitie van «Bullying»<br />
- Ne<strong>en</strong>, nooit<br />
- Ja, 1 of 2 maal<br />
- Ja, af <strong>en</strong> toe<br />
- Ja, 1 maal/week<br />
- Ja, meermaals/week<br />
Preval<strong>en</strong>tie van 30% bij de<br />
mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> van 55% bij de<br />
vrouw<strong>en</strong><br />
(cf.Einars<strong>en</strong> & Skogstad)<br />
26<br />
Risico met betrekking tot <strong>het</strong><br />
geslacht<br />
- Vrouw<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> «Bullying»<br />
vaker <strong>en</strong> ernstiger te<br />
verdur<strong>en</strong> dan mann<strong>en</strong>.<br />
Risico met betrekking tot de<br />
bedrijfssector:<br />
- Administratieve <strong>en</strong><br />
di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>sector (cf.Vartia)<br />
Preval<strong>en</strong>tie van 7%<br />
Preval<strong>en</strong>tie van 8.6%<br />
Inclusief geïsoleerde feit<strong>en</strong><br />
Preval<strong>en</strong>tie van 4.7%<br />
rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong>d met <strong>het</strong><br />
Olweus-criterium, te wet<strong>en</strong><br />
exclusief geïsoleerde feit<strong>en</strong><br />
De preval<strong>en</strong>tie valt tot 1.2%<br />
wanneer <strong>het</strong> wekelijks<br />
frequ<strong>en</strong>tiecriterium van<br />
Leymann in aanmerking<br />
wordt g<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />
Risico met betrekking tot <strong>het</strong><br />
geslacht:<br />
- Ge<strong>en</strong> <strong>op</strong>merkelijk verschil<br />
tuss<strong>en</strong> mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong><br />
Risico met betrekking tot de<br />
leeftijd:<br />
- Opmerkelijk risico bij de<br />
oudere <strong>werk</strong>nemers: 8.2%<br />
bij de <strong>werk</strong>nemers onder de<br />
20 jaar vergelek<strong>en</strong> met<br />
10.3% bij de <strong>werk</strong>nemers<br />
tuss<strong>en</strong> 51 <strong>en</strong> 60 jaar<br />
Risico met betrekking tot de<br />
bedrijfssector:<br />
- Opmerkelijk risico in de<br />
privé-sector<br />
Risico van organisatorische<br />
aard:<br />
(verdeling volg<strong>en</strong>s soort <strong>en</strong><br />
grootte van <strong>het</strong> bedrijf)<br />
- Opmerkelijk risico in<br />
overweg<strong>en</strong>d mannelijke<br />
bedrijv<strong>en</strong><br />
- Opmerkelijk risico in grote<br />
bedrijv<strong>en</strong>
Onderzoek Steekproef Meting Resultat<strong>en</strong><br />
Finland<br />
Vartia (1996)<br />
Duitsland<br />
Zapf, Knorz & Kulla (1996)<br />
D<strong>en</strong>emark<strong>en</strong><br />
Mikkels<strong>en</strong> & Einars<strong>en</strong> (2001)<br />
949 geme<strong>en</strong>teambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> <strong>op</strong><br />
basis van e<strong>en</strong> selectie van<br />
1577 <strong>werk</strong>nemers aangeslot<strong>en</strong><br />
bij de Finse Federatie van<br />
Geme<strong>en</strong>teambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> (elke<br />
35ste)<br />
Aanzi<strong>en</strong>lijk experim<strong>en</strong>teel<br />
sterftecijfer: slechts 60% van<br />
de selectie werd in <strong>het</strong><br />
onderzoek <strong>op</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />
Twee steekproev<strong>en</strong>:<br />
(a) 50 slachtoffers<br />
(b) 99 slachtoffers<br />
Twee steekproev<strong>en</strong>:<br />
(a) 90 person<strong>en</strong> in <strong>op</strong>leiding<br />
met e<strong>en</strong> beroepservaring<br />
(b) 597 <strong>werk</strong>nemers uit drie<br />
verschill<strong>en</strong>de bedrijfssector<strong>en</strong><br />
Zelfadministrer<strong>en</strong>de vrag<strong>en</strong>lijst<br />
per postz<strong>en</strong>ding<br />
De respons rate voor<br />
steekproef (b) varieert tuss<strong>en</strong><br />
42 <strong>en</strong> 65.8%<br />
Algem<strong>en</strong>e vraag na e<strong>en</strong><br />
definitie van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong><br />
Aangepaste LIPT-versie<br />
criteria om in aanmerking te<br />
kom<strong>en</strong>:<br />
- «Ja» <strong>op</strong> de algem<strong>en</strong>e vraag<br />
- «Vaak» tot minst<strong>en</strong>s één van<br />
de LIPT-categorieën<br />
Gestandaardiseerd interview<br />
LIPT<br />
ISTA -schal<strong>en</strong> met betrekking<br />
tot de <strong>werk</strong>inhoud<br />
Schaal met betrekking tot de<br />
<strong>werk</strong>stress<br />
Vraag: «B<strong>en</strong>t u in de<br />
afgel<strong>op</strong><strong>en</strong> 6 maand<strong>en</strong> aan<br />
mobbing blootgesteld<br />
geweest?»<br />
Aangepaste versie (23 items)<br />
van de NAQ – wekelijkse<br />
frequ<strong>en</strong>tie<br />
Preval<strong>en</strong>tie van 10.1%<br />
27<br />
Risico met betrekking tot <strong>het</strong><br />
geslacht:<br />
- Ge<strong>en</strong> <strong>op</strong>merkelijk verschil<br />
tuss<strong>en</strong> mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong><br />
- Ge<strong>en</strong> <strong>op</strong>merkelijke<br />
sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> <strong>het</strong><br />
g<strong>en</strong>re <strong>en</strong> «Bullying»<br />
Risico met betrekking tot de<br />
leeftijd:<br />
- Geringe negatieve<br />
sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> leeftijd<br />
<strong>en</strong> «Bullying»<br />
Organisatiegebond<strong>en</strong> risico:<br />
(psychologische omgeving<br />
van de <strong>werk</strong>- <strong>en</strong><br />
organisatiestructuur)<br />
- Autoritair beheer van<br />
m<strong>en</strong>ingsverschill<strong>en</strong><br />
- Beperkte mogelijkhed<strong>en</strong> tot<br />
medezegg<strong>en</strong>schap in zijn<br />
eig<strong>en</strong> <strong>werk</strong><br />
- Leemtes in de overdracht<br />
van informatie<br />
- Gebrek aan overleg<br />
betreff<strong>en</strong>de de <strong>werk</strong>tak<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> <strong>werk</strong>doelstelling<strong>en</strong><br />
- Negatieve instelling t<strong>en</strong><br />
<strong>op</strong>zichte van innovatie<br />
Risico met betrekking tot <strong>het</strong><br />
geslacht:<br />
- Oververteg<strong>en</strong>woordiging<br />
van de vrouw<strong>en</strong>:<br />
(a) 70%<br />
(b) 65%<br />
Risico met betrekking tot de<br />
bedrijfssector:<br />
- Tertiaire sector (bestur<strong>en</strong>,<br />
gezondheidsdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong>,<br />
schol<strong>en</strong>, kantor<strong>en</strong>)<br />
Risico van organisatorische<br />
aard:<br />
- Tak<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hoge<br />
moeilijkheidsgraad maar<br />
met weinig controle <strong>op</strong> de<br />
tijdsduur<br />
- Tak<strong>en</strong> die sam<strong>en</strong><strong>werk</strong>ing<br />
vereis<strong>en</strong><br />
Preval<strong>en</strong>tie:<br />
2% (a) <strong>en</strong> 4% (b)<br />
Preval<strong>en</strong>tie:<br />
14% (a) <strong>en</strong> 8% (b)
Onderzoek Steekproef Meting Resultat<strong>en</strong><br />
Finland<br />
Salin (2001)<br />
377 led<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> nationale<br />
vakg<strong>en</strong>ootschap van<br />
<strong>werk</strong>nemers die houder zijn<br />
van e<strong>en</strong> universitair diploma in<br />
de bedrijfssector<br />
Zelfadministrer<strong>en</strong>de vrag<strong>en</strong>lijst<br />
per postz<strong>en</strong>ding<br />
De respons rate bedraagt<br />
38.5%<br />
Vraag: «B<strong>en</strong>t u in de<br />
afgel<strong>op</strong><strong>en</strong> 6 maand<strong>en</strong> aan<br />
mobbing blootgesteld<br />
geweest?»<br />
NAQ – wekelijkse frequ<strong>en</strong>tie<br />
Preval<strong>en</strong>tie (1 jaar):<br />
8.8%<br />
Preval<strong>en</strong>tie (1 jaar):<br />
24.1%<br />
28<br />
Risico met betrekking tot <strong>het</strong><br />
geslacht:<br />
- Opmerkelijk verschil tuss<strong>en</strong><br />
vrouw<strong>en</strong> (11.6%) <strong>en</strong><br />
mann<strong>en</strong> (5%)<br />
Risico met betrekking tot <strong>het</strong><br />
beroepsstatuut:<br />
- Hoe hoger de<br />
beroepsstatus hoe groter<br />
<strong>het</strong> risico is om slachtoffer<br />
te word<strong>en</strong><br />
Risico met betrekking tot de<br />
bedrijfssector:<br />
- Oververteg<strong>en</strong>woordiging<br />
van de overheidssector<br />
De resultat<strong>en</strong> van de Scandinavische wet<strong>en</strong>schappelijke literatuur betreff<strong>en</strong>de de preval<strong>en</strong>tie<br />
van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> waartoe wij toegang hebb<strong>en</strong> gehad variër<strong>en</strong>, afhankelijk van de<br />
onderzoek<strong>en</strong>, van 1,2% tot 55%. E<strong>en</strong> dergelijke afwijking is gedeeltelijk te wijt<strong>en</strong> aan de<br />
methodologische keuze van de verschill<strong>en</strong>de onderzoek<strong>en</strong>. Hoewel wij niet over alle<br />
informatie met betrekking tot de onderzoeksmethod<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> wij in de huidige<br />
stand van zak<strong>en</strong> <strong>op</strong>merk<strong>en</strong> dat wanneer de door Heinz Leymann bepaalde criteria van<br />
frequ<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> duur word<strong>en</strong> toegepast, de variantie van deze resultat<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk wordt<br />
beperkt <strong>en</strong> de preval<strong>en</strong>tie van <strong>het</strong> f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> voor de onderzoek<strong>en</strong> van vóór 1996 de 7% niet<br />
overschrijdt.<br />
Twee epidemiologische onderzoek<strong>en</strong> waarvan de resultat<strong>en</strong> in 2001 werd<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>dgemaakt<br />
wijz<strong>en</strong> <strong>op</strong> hogere preval<strong>en</strong>tieperc<strong>en</strong>tages die tot 24% <strong>op</strong>l<strong>op</strong><strong>en</strong>. De vergelijking van twee<br />
methodologische b<strong>en</strong>adering<strong>en</strong> (e<strong>en</strong> directe <strong>en</strong> <strong>en</strong>ige vraag die beroep doet <strong>op</strong> de<br />
subjectiviteit van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> versus e<strong>en</strong> gestandaardiseerde vrag<strong>en</strong>lijst waar <strong>het</strong><br />
criterium van frequ<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> duur wordt toegepast) bij deze onderzoek<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wel<br />
verrass<strong>en</strong>de resultat<strong>en</strong>. Voor beide onderzoek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> namelijk <strong>op</strong> basis van de<br />
gestandaardiseerde vrag<strong>en</strong>lijst meer gevall<strong>en</strong> van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> vastgesteld in verhouding tot<br />
<strong>het</strong> aantal person<strong>en</strong> dat bevestig<strong>en</strong>d heeft geantwoord <strong>op</strong> de vraag «B<strong>en</strong>t u aan «mobbing»<br />
blootgesteld geweest?». Wordt in de afgel<strong>op</strong><strong>en</strong> vijf jaar in de bedrijv<strong>en</strong> e<strong>en</strong> stijging van<br />
onaanvaardbaar gedrag vastgesteld? Zijn bepaalde land<strong>en</strong>, zoals D<strong>en</strong>emark<strong>en</strong>, meer aan dit<br />
soort van geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> blootgesteld? Vertoont de Negative Act Questionnaire e<strong>en</strong><br />
zekere bias?
Uit deze onderzoeksresultat<strong>en</strong> tred<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal risicofactor<strong>en</strong> naar vor<strong>en</strong><br />
Het geslacht<br />
E<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel onderzoek heeft kunn<strong>en</strong> uitwijz<strong>en</strong> dat vrouw<strong>en</strong> e<strong>en</strong> <strong>op</strong>merkelijk groter risico l<strong>op</strong><strong>en</strong><br />
om slachtoffer te word<strong>en</strong> van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> (Salin, 2001). Over <strong>het</strong> algeme<strong>en</strong>, zelfs al<br />
werd ge<strong>en</strong> <strong>op</strong>merkelijke statistische sam<strong>en</strong>hang vastgesteld, zijn <strong>werk</strong>neemsters in de<br />
steekproev<strong>en</strong> van de slachtoffers vaak oververteg<strong>en</strong>woordigd. Telt de vrouwelijke p<strong>op</strong>ulatie<br />
<strong>werk</strong>elijk meer slachtoffers, bijvoorbeeld vanwege de ongelijke machtsverdeling tuss<strong>en</strong> de<br />
mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> de vrouw<strong>en</strong> <strong>op</strong> niveau van de <strong>werk</strong>organisatie? Overig<strong>en</strong>s zijn bepaalde auteurs<br />
van m<strong>en</strong>ing dat de oververteg<strong>en</strong>woordiging van de vrouw<strong>en</strong> onder de mikpunt<strong>en</strong> van morele<br />
<strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>op</strong> e<strong>en</strong> bias wijst die m<strong>en</strong> in andere soort<strong>en</strong> <strong>en</strong>quêtes terugvindt <strong>en</strong> die kan<br />
word<strong>en</strong> toegeschrev<strong>en</strong> aan <strong>het</strong> feit dat vrouw<strong>en</strong> gemakkelijker over hun exist<strong>en</strong>tiële<br />
problem<strong>en</strong> prat<strong>en</strong> dan de mann<strong>en</strong>.<br />
De leeftijd<br />
Het risico slachtoffer te word<strong>en</strong> blijkt zich <strong>op</strong> niveau van de twee uiterst<strong>en</strong> in de<br />
leeftijdscategorieën te conc<strong>en</strong>trer<strong>en</strong>.<br />
Enerzijds blijk<strong>en</strong> jongere <strong>werk</strong>nemers meer <strong>het</strong> mikpunt te zijn van <strong>het</strong> moreel geweld<br />
waarvan hier sprake is. Hoewel de steekproev<strong>en</strong> niet altijd uitgesprok<strong>en</strong> duidelijk zijn<br />
(Leymann, 1992 ; Vartia, 1996), wijz<strong>en</strong> de vastgestelde frequ<strong>en</strong>tieperc<strong>en</strong>tages <strong>op</strong> e<strong>en</strong><br />
grotere kwetsbaarheid bij de junior<strong>en</strong>, vermoedelijk weg<strong>en</strong>s hun hiërarchische positie, de<br />
hoge onzekerheid van hun beroepsstatuut (wanneer zij bijvoorbeeld in proefperiode zijn), of<br />
nog hun gebrek aan ervaring in beroepsmilieu.<br />
Anderzijds heeft e<strong>en</strong> Noors onderzoek (Einars<strong>en</strong> & Skogstad, 1996) uitgewez<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong><br />
<strong>op</strong>merkelijk risico bestaat bij de <strong>werk</strong>nemers van 51 tot 60 jaar. In dit geval kan m<strong>en</strong> zich de<br />
vraag stell<strong>en</strong> in welke mate psychologische <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> deel uitmak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />
managem<strong>en</strong>ttechniek ter aanmoediging van <strong>het</strong> vervroegd p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong> t<strong>en</strong>einde zich van de<br />
duurste <strong>werk</strong>nemers te ontdo<strong>en</strong>.<br />
De bedrijfssector<br />
De tertiaire sector lijkt in <strong>het</strong> bijzonder door «Mobbing» getroff<strong>en</strong> te word<strong>en</strong>, de<br />
Scandinavische onderzoek<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> de sector<strong>en</strong> in <strong>het</strong> licht die in <strong>het</strong> bijzonder<br />
risicodrag<strong>en</strong>d zijn, zoals overheidsinstelling<strong>en</strong> maar ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s de sector van <strong>het</strong> onderwijs<br />
<strong>en</strong> de gezondheidszorg.<br />
Organisatorische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />
Leymann (1996: 165) beschouwt de risicofactor<strong>en</strong> van «Mobbing» <strong>en</strong>kel <strong>op</strong> organisatorisch<br />
niveau: de <strong>werk</strong>organisatie, de taak<strong>op</strong>vatting <strong>en</strong> <strong>het</strong> managem<strong>en</strong>t.<br />
De auteur vestigt vooral de aandacht <strong>op</strong> de leemtes <strong>op</strong> niveau van <strong>het</strong><br />
personeelsbeleid (Leymann 1996: 77): «Alle waarneming<strong>en</strong> die tijd<strong>en</strong>s de onderzoek<strong>en</strong> naar<br />
Mobbing werd<strong>en</strong> gedaan wijz<strong>en</strong> <strong>op</strong> de rol van de hiërarchische superieur. Wij k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> ge<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong>kel conflict waarbij e<strong>en</strong> hiërarchische superieur niet had kunn<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>kom<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />
situatie kunn<strong>en</strong> beslecht<strong>en</strong> indi<strong>en</strong> hij dat had gewild. Maar in de meeste gevall<strong>en</strong> verkiest de<br />
hiërarchie blind te blijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>het</strong> hoofd te ker<strong>en</strong> (…). M<strong>en</strong> kan dus stell<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> conflict in<br />
Mobbing <strong>en</strong> psychologisch geweld ontaardt wanneer dat wordt toegelat<strong>en</strong>».<br />
29
)<br />
Met betrekking tot de <strong>werk</strong>organisatie <strong>en</strong> de taak<strong>op</strong>vatting vestigt Vartia (1996) in haar<br />
naslag<strong>werk</strong>, behalve de kwantitatieve <strong>werk</strong>overlast <strong>en</strong> <strong>het</strong> kwalitatieve <strong>werk</strong>tekort<br />
(monotonie) waar<strong>op</strong> door Leymann (1996: 166) werd gewez<strong>en</strong>, de aandacht <strong>op</strong> meer<br />
specifieke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> zoals <strong>het</strong> autoritaire beheer van m<strong>en</strong>ingsverschill<strong>en</strong>, de beperkte<br />
mogelijkhed<strong>en</strong> tot medezegg<strong>en</strong>schap van e<strong>en</strong> persoon in zijn eig<strong>en</strong> <strong>werk</strong>, leemtes in de<br />
overdracht van informatie, e<strong>en</strong> gebrek aan overleg betreff<strong>en</strong>de de <strong>werk</strong>tak<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
<strong>werk</strong>doelstelling<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> negatieve instelling van <strong>het</strong> bedrijf t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van innovatie. Het<br />
team van Zapf (1996: 231) id<strong>en</strong>tificeert tak<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hoge moeilijkheidsgraad maar met<br />
weinig controle <strong>op</strong> de duur van de uitvoering ervan ev<strong>en</strong>als tak<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong><strong>werk</strong>ing<br />
tuss<strong>en</strong> de <strong>werk</strong>nemers vereis<strong>en</strong>, als mogelijke bronn<strong>en</strong> voor psychologische <strong>pesterij<strong>en</strong></strong>.<br />
Het Noors nationaal onderzoek (Einars<strong>en</strong> & Kogstad) vestigt ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s de aandacht <strong>op</strong> meer<br />
algem<strong>en</strong>e k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>, inher<strong>en</strong>t aan <strong>het</strong> bedrijf zelf, als risicofactor<strong>en</strong> van moreel geweld:<br />
grote bedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> overweg<strong>en</strong>d mannelijk.<br />
c) In Groot-Brittannië<br />
Rayner (1997)<br />
E<strong>en</strong> onderzoek aan de universiteit van Staffordshire geleid door Charlotte Rayner (1997)<br />
werd bij 1137 halftime universiteitsstud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> uitgevoerd. De resultat<strong>en</strong> van <strong>het</strong> onderzoek<br />
wijz<strong>en</strong> in vergelijking met de Scandinavische gegev<strong>en</strong>s, <strong>op</strong> e<strong>en</strong> <strong>op</strong>merkelijk hoge preval<strong>en</strong>tie<br />
van «Bullying», aangezi<strong>en</strong> 53% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zich als slachtoffer id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong>. De<br />
victimisatie werd vermoedelijk overschat, <strong>en</strong>erzijds vanwege de gebruikte methode (e<strong>en</strong><br />
algem<strong>en</strong>e definitie van <strong>het</strong> bestudeerde f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> <strong>op</strong> basis waarvan de respond<strong>en</strong>t zich al<br />
dan niet als slachtoffer id<strong>en</strong>tificeert). Anderzijds kan de onderzoeksp<strong>op</strong>ulatie e<strong>en</strong> ander bron<br />
van bias verteg<strong>en</strong>woordig<strong>en</strong>: <strong>het</strong> betreft e<strong>en</strong> p<strong>op</strong>ulatie van halftime stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die misschi<strong>en</strong><br />
wel studies begonn<strong>en</strong> zijn als <strong>op</strong>lossing voor e<strong>en</strong> moeilijke beroepssituatie.<br />
Quine (1999)<br />
Twee jaar later onderzoekt Quine (1999) de omvang van deze vorm van psychologisch<br />
geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> bij 1850 <strong>werk</strong>nemers uit de sector van de nationale gezondheidszorg<br />
door middel van e<strong>en</strong> <strong>en</strong>quête per postz<strong>en</strong>ding. De bijzonder hoge respons rate (70%) levert<br />
e<strong>en</strong> steekproef van 1100 zelf-geselecteerde onderzoeksperson<strong>en</strong> <strong>op</strong>.<br />
Wat de methodologie betreft werd<strong>en</strong> de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gevraagd zich uit te sprek<strong>en</strong> over <strong>het</strong><br />
bestaan, in de afgel<strong>op</strong><strong>en</strong> 12 maand<strong>en</strong>, van gedrag van «Bullying» geïnv<strong>en</strong>tariseerd <strong>op</strong> basis<br />
van e<strong>en</strong> voor <strong>het</strong> onderzoek <strong>op</strong>gestelde schaal van 12 items. De preval<strong>en</strong>tie van moreel<br />
geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> werd <strong>op</strong> twee manier<strong>en</strong> gemet<strong>en</strong>, de respond<strong>en</strong>t plaatst zich als<br />
slachtoffer of als getuige. De aldus verkreg<strong>en</strong> perc<strong>en</strong>tages blijk<strong>en</strong> onderling vergelijkbaar te<br />
zijn. Zij schommel<strong>en</strong> rond 40% (38% slachtoffers <strong>en</strong> 42% getuig<strong>en</strong> van psychologische<br />
<strong>pesterij<strong>en</strong></strong>). Deze resultat<strong>en</strong> verteg<strong>en</strong>woordig<strong>en</strong> ruwweg de omvang van de problematiek in<br />
Engeland. Gaat <strong>het</strong> hier om e<strong>en</strong> uitermate <strong>op</strong>vall<strong>en</strong>de bewustwording van <strong>het</strong> f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> in<br />
Groot-Brittannië of om e<strong>en</strong> meer voorkom<strong>en</strong>de problematiek verbond<strong>en</strong> aan de structuur van<br />
de arbeidsmarkt inher<strong>en</strong>t aan dit land?<br />
Overig<strong>en</strong>s heeft dit onderzoek bepaalde risicofactor<strong>en</strong> van «Bullying» kunn<strong>en</strong> test<strong>en</strong>.<br />
30
Het geslacht<br />
Met betrekking tot de g<strong>en</strong>derdim<strong>en</strong>sie heeft <strong>het</strong> onderzoek ge<strong>en</strong> <strong>op</strong>merkelijk verschil van<br />
victimisatie tuss<strong>en</strong> mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> uitwijz<strong>en</strong>. Onder de mikpunt<strong>en</strong> van<br />
<strong>pesterij<strong>en</strong></strong> wordt ev<strong>en</strong>wel e<strong>en</strong> oververteg<strong>en</strong>woordiging van de vrouw<strong>en</strong> <strong>op</strong>gemerkt (63%).<br />
De leeftijd<br />
Hoewel onder de slachtoffers de leeftijdgroep 31- 51 jaar oververteg<strong>en</strong>woordigd is, hebb<strong>en</strong><br />
de statistische proev<strong>en</strong> <strong>op</strong> niveau van de leeftijd ge<strong>en</strong> <strong>op</strong>merkelijke verschill<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />
uitwijz<strong>en</strong>.<br />
Het type van de arbeidsovere<strong>en</strong>komst<br />
De «arbeidsovere<strong>en</strong>komst» werd daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> wel als risicofactor bevestigd aangezi<strong>en</strong> de<br />
deeltijdse <strong>werk</strong>nemers (die 70% van de slachtoffers verteg<strong>en</strong>woordig<strong>en</strong>) <strong>op</strong>merkelijk talrijker<br />
zijn dan de voltijdse <strong>werk</strong>nemers.<br />
De arbeidsontevred<strong>en</strong>heid<br />
T<strong>en</strong> slotte wijz<strong>en</strong> de resultat<strong>en</strong> van dit onderzoek <strong>op</strong> e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> moreel geweld<br />
<strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> <strong>en</strong> beroepsontevred<strong>en</strong>heid.<br />
Ellis (1999)<br />
Het onderzoek van Andy Ellis (Ruskin College, Oxford) biedt resultat<strong>en</strong> van kwalitatieve<br />
aard. Het betreft e<strong>en</strong> casestudy in e<strong>en</strong> privé-onderneming. 60 vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> per post<br />
naar de <strong>werk</strong>nemers van één <strong>en</strong>kele onderneming gestuurd: e<strong>en</strong> detailhandelsbedrijf in<br />
Gloucester in Somerset. De respons rate is vrij hoog (50%), wat met e<strong>en</strong> steekproef van 30<br />
onderzoeksperson<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>stemt.<br />
De vrag<strong>en</strong>lijst die voor deze <strong>en</strong>quête werd <strong>op</strong>gesteld bevatte verschill<strong>en</strong>de filters: de vrag<strong>en</strong><br />
met betrekking tot <strong>het</strong> bestaan van «Bullying» werd<strong>en</strong> vrij snel gesteld. Wanneer de<br />
respond<strong>en</strong>t <strong>op</strong> één van de twee hoofdvrag<strong>en</strong> («B<strong>en</strong>t u slachtoffer geweest van «Workplace<br />
Bullying?» <strong>en</strong> «B<strong>en</strong>t u getuige geweest van «Workplace Bullying»?») bevestig<strong>en</strong>d<br />
antwoordde, werd hem gevraagd de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van deze vorm van psychologisch geweld te<br />
verduidelijk<strong>en</strong>: <strong>het</strong> statuut <strong>en</strong> geslacht van de belager, specifieke gedraging<strong>en</strong> van<br />
<strong>pesterij<strong>en</strong></strong>, <strong>en</strong> de gevolg<strong>en</strong> van deze terugker<strong>en</strong>de agressies.<br />
Het aldus verkreg<strong>en</strong> preval<strong>en</strong>tieperc<strong>en</strong>tage blijkt <strong>op</strong>merkelijk hoog te zijn: 60% van de<br />
respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> <strong>het</strong> bestaan van moreel geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> gemeld.<br />
Onder de bestudeerde gedraging<strong>en</strong> van «Bullying», kom<strong>en</strong> verbale <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>op</strong> e<strong>en</strong><br />
onaanvaardbare toon (schreeuw<strong>en</strong>) <strong>het</strong> meest voor (94%), dan volg<strong>en</strong> de publieke<br />
vernedering<strong>en</strong> (70,6%), de belediging<strong>en</strong> (41%) <strong>en</strong> ongerechtvaardigde disciplinaire<br />
maatregel<strong>en</strong> (29,4%). Wat <strong>het</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag betreft, dit komt ev<strong>en</strong>veel voor<br />
(23,5%) als <strong>werk</strong>overlast, ongegronde wijziging<strong>en</strong> van <strong>het</strong> <strong>werk</strong>schema <strong>en</strong> laster. Deze<br />
perc<strong>en</strong>tages blijv<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk hoog. M<strong>en</strong> kan zich afvrag<strong>en</strong> in welke mate <strong>het</strong> bedrijf<br />
weg<strong>en</strong>s zijn reputatie als risicomilieu, <strong>op</strong>zettelijk door de auteur van <strong>het</strong> onderzoek werd<br />
uitgekoz<strong>en</strong>.<br />
31
Hoewel <strong>het</strong> slachtofferperc<strong>en</strong>tage buit<strong>en</strong>maats lijkt, schuilt één van de belangrijkste<br />
bijdrag<strong>en</strong> van dit onderzoek in de analyse van de gevolg<strong>en</strong> van «Bullying» <strong>op</strong> <strong>het</strong> privé-lev<strong>en</strong><br />
van de person<strong>en</strong> die eronder lijd<strong>en</strong>. In dit <strong>op</strong>zicht merk<strong>en</strong> wij e<strong>en</strong> <strong>op</strong> zijn minst origineel<br />
resultaat <strong>op</strong>, te wet<strong>en</strong> dat één van de belangrijkste gevolg<strong>en</strong> van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>het</strong> verlies van<br />
gevoel voor humor is (47,1%). Hier<strong>op</strong> volg<strong>en</strong> de psychosomatische stoorniss<strong>en</strong> die<br />
gewoonlijk in de wet<strong>en</strong>schappelijke literatuur terzake word<strong>en</strong> geïnv<strong>en</strong>tariseerd: depressie <strong>en</strong><br />
hoofdpijn (35.3%), aanhoud<strong>en</strong>de vermoeidheid <strong>en</strong> verhoogde bloeddruk (23.5%),<br />
dermatologische problem<strong>en</strong>, ademhalingsstoorniss<strong>en</strong> <strong>en</strong> spierpijn<strong>en</strong> (17.6%).<br />
Darmstoorniss<strong>en</strong> zoals brak<strong>en</strong> <strong>en</strong> diarree word<strong>en</strong> in mindere mate gemeld (11.8%).<br />
Twee risicofactor<strong>en</strong> zijn overig<strong>en</strong>s <strong>het</strong> voorwerp van e<strong>en</strong> speciaal onderzoek geweest.<br />
De hiërarchische positie<br />
Het lijkt er<strong>op</strong> dat de machtssdynamiek in <strong>het</strong> bijzonder met «Bullying» sam<strong>en</strong>hangt<br />
aangezi<strong>en</strong> in 91% van de gevall<strong>en</strong> de <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> van e<strong>en</strong> hiërarchische superieur uitgaan.<br />
Moreel geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> tuss<strong>en</strong> collega's komt minder voor (9%). Het onderzoek maakt<br />
ge<strong>en</strong> gewag van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> in e<strong>en</strong> verticaal klimm<strong>en</strong>de lijn.<br />
Het geslacht<br />
Seksuele discriminatie is e<strong>en</strong> ander k<strong>en</strong>merk van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong>. De belagers zijn<br />
doorgaans mann<strong>en</strong> (75%) <strong>en</strong> de slachtoffers zijn vaker vrouw<strong>en</strong> (61%).<br />
Hoel, Co<strong>op</strong>er & Faragher (2001)<br />
Het betreft e<strong>en</strong> grootscheeps nationaal epidemiologisch onderzoek dat in Groot-Brittannië bij<br />
70 bedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> bestur<strong>en</strong> werd uitgevoerd. In totaal werd<strong>en</strong> 5288 vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> per post<br />
ingestuurd wat e<strong>en</strong> hoge respons rate verteg<strong>en</strong>woordigt (42,8%).<br />
Twee meetmethod<strong>en</strong> van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> werd<strong>en</strong> toegepast: <strong>en</strong>erzijds e<strong>en</strong> directe vraag die na<br />
e<strong>en</strong> nauwkeurige definitie van de bestudeerde problematiek werd gesteld <strong>en</strong> <strong>op</strong> de<br />
subjectiviteit van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> beroep deed: «B<strong>en</strong>t u in de afgel<strong>op</strong><strong>en</strong> 6 maand<strong>en</strong><br />
slachtoffer geweest van «bullying»?», <strong>en</strong> anderzijds e<strong>en</strong> gestandaardiseerde vrag<strong>en</strong>lijst<br />
(Negative Act Questionnaire van Einars<strong>en</strong> & Raknes, 1997).<br />
Met e<strong>en</strong> preval<strong>en</strong>tie van 10,6% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die verklar<strong>en</strong> in de afgel<strong>op</strong><strong>en</strong> zes<br />
maand<strong>en</strong> <strong>het</strong> slachtoffer van «bullying» te zijn geweest, e<strong>en</strong> cijfer dat wanneer de periode tot<br />
5 jaar wordt uitgebreid, tot 24,7% <strong>op</strong>lo<strong>op</strong>t, bevestigt dit onderzoek <strong>het</strong> bestaan van de<br />
problematiek in Groot-Brittannië.<br />
De belangrijkste verdi<strong>en</strong>ste van dit onderzoek schuilt in <strong>het</strong> perspectief waarmee de<br />
gegev<strong>en</strong>s werd<strong>en</strong> bestudeerd, te wet<strong>en</strong> <strong>het</strong> onderscheid met betrekking tot <strong>het</strong><br />
beroepsstatuut van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. De preval<strong>en</strong>tie van «bullying», de duur van <strong>het</strong> proces,<br />
de beroepspositie van de belager, de geïsoleerde of gedeelde aard van de ervaring van<br />
pestgedrag, blijk<strong>en</strong> ongeacht <strong>het</strong> beroepsstatuut van de persoon (arbeider, bedi<strong>en</strong>de,<br />
kaderlid) vergelijkbaar te zijn. Met betrekking tot de feit<strong>en</strong> waarover de slachtoffers zich<br />
beklag<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wel, afhankelijk van <strong>het</strong> beroepsstatuut van <strong>het</strong> slachtoffer, verschill<strong>en</strong><br />
vastgesteld.<br />
32
Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> wijz<strong>en</strong> de verkreg<strong>en</strong> resultat<strong>en</strong> <strong>op</strong> e<strong>en</strong> <strong>op</strong>merkelijke interactie tuss<strong>en</strong> <strong>het</strong> g<strong>en</strong>re<br />
<strong>en</strong> <strong>het</strong> beroepsstatuut. Onder de arbeiders <strong>en</strong> de bedi<strong>en</strong>d<strong>en</strong> zijn de mann<strong>en</strong>, in vergelijking<br />
met de vrouw<strong>en</strong>, eerder <strong>het</strong> mikpunt van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong>. Onder de kaderled<strong>en</strong> is de t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s<br />
omgekeerd, hier zijn <strong>het</strong> de vrouw<strong>en</strong> die zich vaker in de positie van <strong>het</strong> slachtoffer bevind<strong>en</strong>.<br />
Dit resultaat kan gedeeltelijk word<strong>en</strong> verklaard door <strong>het</strong> «glaz<strong>en</strong> plafond»-f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> dat de<br />
moeilijkhed<strong>en</strong> beschrijft waarmee vrouw<strong>en</strong> in <strong>het</strong> verlo<strong>op</strong> van hun beroepscarrière word<strong>en</strong><br />
geconfronteerd.<br />
d) In Frankrijk<br />
Het verslag van de Conseil Economique et Social, <strong>op</strong>gesteld onder leiding van Michel<br />
Debout, maakt gewag van twee rec<strong>en</strong>te onderzoek<strong>en</strong> uitgevoerd in e<strong>en</strong> universitair kader in<br />
Frankrijk. Dit verslag heeft betrekking <strong>op</strong> <strong>het</strong> advies dat deze Franse instantie in haar zitting<br />
van 11 april 2001 t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> heeft aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Uit e<strong>en</strong> telefonische<br />
peiling uitgevoerd door <strong>het</strong> IPSOS-instituut <strong>en</strong> e<strong>en</strong> onderzoek geleid door <strong>het</strong> Institut<br />
National d’Etudes Démographiques kom<strong>en</strong> andere epidemiologische gegev<strong>en</strong>s met<br />
betrekking tot psychologisch geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> aan <strong>het</strong> licht.<br />
Seiler-VanDaal (2000)<br />
De <strong>en</strong>quête van Béatrice Seiler-VanDaal werd uitgevoerd in <strong>het</strong> kader van haar proefschrift<br />
voor <strong>het</strong> verkrijg<strong>en</strong> van haar doctoraat in g<strong>en</strong>eeskunde, met de mede<strong>werk</strong>ing van de<br />
ver<strong>en</strong>iging «Mots pour maux au travail» <strong>en</strong> van arbeidsg<strong>en</strong>eesher<strong>en</strong> uit Alsace. Het betreft<br />
e<strong>en</strong> kwantitatief onderzoek met <strong>het</strong> doel de omvang van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> te schatt<strong>en</strong> <strong>en</strong> te<br />
beschrijv<strong>en</strong>. De deelnemers werd<strong>en</strong> via de spreekur<strong>en</strong> van 36 arbeidsg<strong>en</strong>eesher<strong>en</strong><br />
geselecteerd. De steekproef werd als volgt sam<strong>en</strong>gesteld: één <strong>op</strong> de vier person<strong>en</strong> die zich<br />
<strong>op</strong> <strong>het</strong> spreekuur van de bedrijfsg<strong>en</strong>eesheer aanmeldde werd in volgorde van aankomst <strong>op</strong><br />
basis van e<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst ondervraagd. Het onderzoek vond tuss<strong>en</strong> februari <strong>en</strong> maart 2000<br />
over e<strong>en</strong> periode van 4 wek<strong>en</strong> plaats. 1210 vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> beantwoord. De vrag<strong>en</strong>lijst<br />
bestond uit twee del<strong>en</strong>, <strong>het</strong> <strong>en</strong>e deel door de <strong>werk</strong>nemer <strong>en</strong> <strong>het</strong> andere door de<br />
bedrijfsg<strong>en</strong>eesheer in te vull<strong>en</strong> (vrag<strong>en</strong> over de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van <strong>het</strong> bedrijf <strong>en</strong> over bepaalde<br />
elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van <strong>het</strong> lev<strong>en</strong> van de <strong>werk</strong>nemer). Er di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong> gewez<strong>en</strong> <strong>op</strong> de afwezigheid<br />
in <strong>het</strong> onderzoeksveld van <strong>het</strong> ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>apparaat vermits dit in Frankrijk niet langer meer<br />
door de bedrijfsg<strong>en</strong>eeskunde wordt gedekt.<br />
Op methodologisch vlak werd om de situatie van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> te k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>, <strong>het</strong> criterium<br />
toegepast van <strong>het</strong> bestaan van minst<strong>en</strong>s één gedrag <strong>en</strong> minst<strong>en</strong>s één item van e<strong>en</strong> pijnlijke<br />
ervaring. Het betreft e<strong>en</strong> statistische definitie die a priori ruimer is dan die van Heinz<br />
Leymann.<br />
Op deze basis bedraagt de verkreg<strong>en</strong> frequ<strong>en</strong>tie van de problematiek 9,6% (of 116 gevall<strong>en</strong><br />
van 1210 ondervraagde patiënt<strong>en</strong>-<strong>werk</strong>nemers).<br />
Béatrice Seiler-VanDaal heeft aan diverse vermoedelijke risicofactor<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bijzondere<br />
aandacht verle<strong>en</strong>d.<br />
De hiërarchische positie<br />
E<strong>en</strong> diepgaander analyse van de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van moreel geweld vestigt de aandacht <strong>op</strong> <strong>het</strong><br />
belang van de machtssdynamiek <strong>op</strong> niveau van <strong>het</strong> f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong>, aangezi<strong>en</strong> in 49% van de<br />
gevall<strong>en</strong> de hiërarchische superieur <strong>op</strong> zich alle<strong>en</strong> de bron van de <strong>pesterij<strong>en</strong></strong><br />
verteg<strong>en</strong>woordigt, in 25% van de gevall<strong>en</strong> de psychologische agressies van de collega's<br />
33
uitgaan, <strong>en</strong> in 17% van de gevall<strong>en</strong> <strong>het</strong> moreel geweld in e<strong>en</strong> vertikaal dal<strong>en</strong>de <strong>en</strong><br />
horizontale lijn ligt. Pesterij<strong>en</strong> uitgeoef<strong>en</strong>d door ondergeschikt<strong>en</strong> <strong>en</strong> klant<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> van<br />
weinig belang.<br />
De organisatieverandering<br />
E<strong>en</strong> door de onderzoekers geïd<strong>en</strong>tificeerde risicofactor is de organisatieverandering;<br />
<strong>pesterij<strong>en</strong></strong> word<strong>en</strong> door 57% van de slachtoffers als dergelijk ervar<strong>en</strong>.<br />
De leeftijd<br />
Het onderzoek van Béatrice Seiler-VanDaal wordt ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s in <strong>het</strong> rec<strong>en</strong>te onderzoek van<br />
Marie-France Hirigoy<strong>en</strong> (2001) vermeld. De psychoanalyticus vermeldt de resultat<strong>en</strong> van dit<br />
onderzoek met betrekking tot de risicofactor verbond<strong>en</strong> aan de leeftijd. Volg<strong>en</strong>s de auteur<br />
(Hirigoy<strong>en</strong> 2001: 78), verteg<strong>en</strong>woordig<strong>en</strong> de jonger<strong>en</strong> in vergelijking met de andere<br />
leeftijdsgroep<strong>en</strong> e<strong>en</strong> doelgroep van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> (16,7%).<br />
Het geslacht<br />
Volg<strong>en</strong>s Hirigoy<strong>en</strong> (2001: 80), kan uit de resultat<strong>en</strong> van <strong>het</strong> onderzoek van Straatsburg niet<br />
word<strong>en</strong> afgeleid dat de vrouw<strong>en</strong> met betrekking tot morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>op</strong>merkelijk<br />
kwetsbaarder zijn. Overig<strong>en</strong>s is hier, in teg<strong>en</strong>stelling tot de meeste onderzoek<strong>en</strong> die <strong>op</strong> dit<br />
domein werd<strong>en</strong> uitgevoerd, de mannelijke groep oververteg<strong>en</strong>woordigd: onder de<br />
slachtoffers van psychologisch geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> word<strong>en</strong> hier 43,5% vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 56,5%<br />
mann<strong>en</strong> geteld.<br />
Viaud & Bernaud (2000)<br />
Psycholog<strong>en</strong> van de universiteit van Rou<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kwalitatief onderzoek uitgevoerd <strong>op</strong><br />
basis van e<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst die per post aan 190 person<strong>en</strong> werd gestuurd die <strong>op</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> zijn<br />
in <strong>het</strong> bestand van de Association Nationale de Victimes de Harcèlem<strong>en</strong>t Psychologique au<br />
Travail (ANVHPT). De dossiers van deze person<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong><br />
«geloofwaardigheidsonderzoek» onderworp<strong>en</strong> om zeker te zijn dat <strong>het</strong> hier wel degelijk<br />
gevall<strong>en</strong> betrof die duidelijk deel uitmaakt<strong>en</strong> van <strong>het</strong> bestudeerde f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong>. Het aantal<br />
verkreg<strong>en</strong> gevall<strong>en</strong> bedraagt 105 of 55% van de verstuurde vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong>.<br />
Aan de hand van de resultat<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de slachtoffers <strong>en</strong> de belagers,<br />
de tijdelijke <strong>en</strong> relationele k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van <strong>het</strong> gedrag, de subjectieve perceptie van de<br />
oorzak<strong>en</strong> <strong>en</strong> de verdeling van de problematiek per bedrijfssector, nauwkeuriger word<strong>en</strong><br />
omschrev<strong>en</strong>.<br />
Het gebeurt zeld<strong>en</strong> dat <strong>het</strong> slachtoffer <strong>het</strong> <strong>en</strong>ige mikpunt is. E<strong>en</strong> hoog perc<strong>en</strong>tage (87,5%)<br />
wijst <strong>op</strong> meerdere person<strong>en</strong> die <strong>het</strong> mikpunt van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> vanwege dezelfde belagers zijn.<br />
Met betrekking tot de subjectieve perceptie van de oorzak<strong>en</strong> van moreel geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong>,<br />
voer<strong>en</strong> de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> vaak (40%) e<strong>en</strong> houding aan van afwijzing of verzet die zij hebb<strong>en</strong><br />
aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van praktijk<strong>en</strong> waaraan zij niet w<strong>en</strong>st<strong>en</strong> deel te hebb<strong>en</strong> of<br />
waarmee zij niet kond<strong>en</strong> instemm<strong>en</strong>. Het feit te word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> als behor<strong>en</strong>d tot e<strong>en</strong> «andere<br />
groep» (personeelsverteg<strong>en</strong>woordiger, vakbondslid) wordt in 10% van de gevall<strong>en</strong><br />
beschouwd als medebepal<strong>en</strong>d in de victimisatie. Hun houding <strong>en</strong> beroepsgedrag word<strong>en</strong><br />
ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s vaak aangevoerd door de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die zich slachtoffer acht<strong>en</strong> van de jaloezie<br />
van hun omgeving.<br />
34
Het geslacht<br />
Onder de talrijke resultat<strong>en</strong> die in <strong>het</strong> advies van de Conseil Economique et Social word<strong>en</strong><br />
vermeld, merk<strong>en</strong> wij met interesse <strong>op</strong> dat de g<strong>en</strong>derdim<strong>en</strong>sie de problematiek van moreel<br />
geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> doordringt.<br />
Enerzijds zijn <strong>het</strong> mer<strong>en</strong>deel van de slachtoffers vrouw<strong>en</strong> (72.4%) van meer dan 40 jaar. De<br />
meest voorkom<strong>en</strong>de gevall<strong>en</strong> treff<strong>en</strong> person<strong>en</strong> die goed geïntegreerd zijn <strong>en</strong><br />
beroepservaring hebb<strong>en</strong>. Zij beschikk<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> eerder hoog <strong>op</strong>leidingsniveau (70%<br />
vermeldt e<strong>en</strong> <strong>op</strong>leidingsniveau dat minst<strong>en</strong>s met e<strong>en</strong> baccalaureaat gelijkstaat) maar in dit<br />
domein is <strong>het</strong> goed mogelijk dat <strong>het</strong> <strong>op</strong>leidingsniveau de klacht- <strong>en</strong> aanklachtprocedure<br />
bevordert.<br />
Anderzijds bevind<strong>en</strong> de mann<strong>en</strong> zich hoofdzakelijk in de positie van de belager. De daders<br />
van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> die namelijk in eerste positie word<strong>en</strong> vermeld behor<strong>en</strong> voor 74,5% tot <strong>het</strong><br />
mannelijk geslacht, in tweede positie is dat voor 65,8% <strong>en</strong> in derde positie voor 53,7% van<br />
de daders <strong>het</strong> geval. Onder de daders die in vierde positie word<strong>en</strong> vermeld zijn de vrouw<strong>en</strong><br />
met 56,8% in de meerderheid. De gemiddelde leeftijd van de belagers, ongeacht hun positie,<br />
ligt net als bij hun slachtoffers, iets hoger dan 40 jaar. Zij hebb<strong>en</strong> doorgaans e<strong>en</strong> zeer hoog<br />
<strong>op</strong>leidingsniveau, voor 3/4 ligt <strong>het</strong> <strong>op</strong>leidingsniveau gelijk met of hoger dan <strong>het</strong><br />
baccalaureaat.<br />
De hiërarchische positie<br />
Ook <strong>op</strong> niveau van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> blijkt de machtsdynamiek c<strong>en</strong>traal te staan aangezi<strong>en</strong><br />
in 90% van de gevall<strong>en</strong> de hiërarchische superieur als belangrijkste belager wordt<br />
geïd<strong>en</strong>tificeerd. Voor de overige belagers blijft de vertikaal dal<strong>en</strong>de lijn van «Mobbing» in de<br />
meerderheid.<br />
De bedrijfssector<br />
Wanneer m<strong>en</strong> de spreiding per bedrijfssector in beschouwing neemt ligt de <strong>op</strong><strong>en</strong>bare sector<br />
(54,2%) vóór <strong>op</strong> de privé-sector (45.7% waarvan 10.5% in <strong>het</strong> ver<strong>en</strong>igingslev<strong>en</strong>). Dit verschil<br />
neemt toe wanneer m<strong>en</strong> <strong>het</strong> aantal bestaande arbeidspost<strong>en</strong> in elk van deze sector<strong>en</strong> in<br />
aanmerking neemt.<br />
Eén van de meest <strong>op</strong>merkelijke paradox<strong>en</strong> van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> is volg<strong>en</strong>s de<br />
auteurs <strong>het</strong> feit dat dergelijk gedrag <strong>werk</strong>milieus treft waar de <strong>werk</strong>nemers doorgaans relatief<br />
goed beschermd zijn, <strong>en</strong> organisaties die zich wijd<strong>en</strong> aan <strong>op</strong><strong>en</strong>bare di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing of<br />
hulpverl<strong>en</strong>ing. Zo verteg<strong>en</strong>woordigt de sector gezondheidszorg 16% van de risicoorganisaties,<br />
de ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> voor humanitaire hulp 9,5%, de onderwijsdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> 10,5% <strong>en</strong><br />
de administratieve di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> 25%. Insgelijks is <strong>op</strong> niveau van de bedrijv<strong>en</strong> de di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>sector<br />
vaker verteg<strong>en</strong>woordigd dan de industriesector (20%).<br />
Telefonische IPSOS-peiling (mei 2000)<br />
De resultat<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> telefonische peiling die in mei 2000 in Frankrijk door Ipsos<br />
International bij 471 <strong>werk</strong>nemers werd uitgevoerd wijst <strong>op</strong> e<strong>en</strong> preval<strong>en</strong>tie van morele<br />
<strong>pesterij<strong>en</strong></strong> dat merkelijk hoger ligt dan de vorige schatting<strong>en</strong>. 30% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
acht<strong>en</strong> zich <strong>het</strong> slachtoffer van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> 37% id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong> zich als getuige van <strong>het</strong><br />
f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> in hun bedrijf.<br />
35
De <strong>op</strong>erationalisering van de bestudeerde variabele in de IPSOS-peiling dreigt ev<strong>en</strong>wel<br />
gevall<strong>en</strong> te begrijp<strong>en</strong> die niet in e<strong>en</strong> proces van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> maar eerder in de meer algem<strong>en</strong>e<br />
problematiek van beroepsstress thuishor<strong>en</strong>. Na e<strong>en</strong> vrij ruime definitie van <strong>het</strong> betrokk<strong>en</strong><br />
f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> wordt de respond<strong>en</strong>t namelijk gevraagd zich als slachtoffer <strong>en</strong>/of getuige te<br />
plaats<strong>en</strong>. Rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong>d met de media-aandacht die deze vorm van geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong><br />
thans wekt, is <strong>het</strong> niet onvoorstelbaar dat e<strong>en</strong> gedeelte van <strong>het</strong> publiek de problematiek van<br />
moreel geweld wel e<strong>en</strong>s zou kunn<strong>en</strong> aangrijp<strong>en</strong> om zijn gevoel van arbeidsontevred<strong>en</strong>heid<br />
uit te drukk<strong>en</strong> of de problematiek met beroepsstress gelijk te stell<strong>en</strong>.<br />
Jaspard (2001) van <strong>het</strong> Institut National d’Etudes Démographiques<br />
Andere Franse gegev<strong>en</strong>s, verstrekt door <strong>het</strong> Institut National d’Etudes Démographiques<br />
(Jaspard M. & al., januari 2001) wijz<strong>en</strong> uit dat 8% van de vrouw<strong>en</strong> in hun <strong>werk</strong>omgeving <strong>het</strong><br />
slachtoffer zijn van belediging<strong>en</strong> <strong>en</strong> verbale agressies <strong>en</strong> dat 17% in <strong>het</strong> afgel<strong>op</strong><strong>en</strong> jaar<br />
minst<strong>en</strong>s één maal <strong>het</strong> mikpunt van psychologische dwang zijn geweest.<br />
De leeftijd <strong>en</strong> <strong>het</strong> <strong>op</strong>leidingsniveau<br />
Het lijkt er<strong>op</strong> dat deze beide vorm<strong>en</strong> van psychologisch geweld zich sterker do<strong>en</strong> geld<strong>en</strong> <strong>op</strong><br />
vrouw<strong>en</strong> van uiterst verschill<strong>en</strong>de leeftijdscategorieën <strong>en</strong> <strong>op</strong>leidingsniveaus: <strong>op</strong> jonge<br />
vrouw<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> <strong>op</strong>leidingsniveau dat lager ligt dan <strong>het</strong> baccalaureaat (29%) <strong>en</strong> in mindere<br />
mate <strong>op</strong> oudere vrouw<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hoog <strong>op</strong>leidingsniveau (20%). Het frequ<strong>en</strong>tiecriterium van<br />
morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> in beschouwing g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> daalt de preval<strong>en</strong>tie tot 4%.<br />
e) In Nederland<br />
Sinds 1994 is Nederland overe<strong>en</strong>komstig de «Arbeidsomstandighed<strong>en</strong>wet» verplicht de<br />
<strong>werk</strong>nemers teg<strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>en</strong> psychologisch geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> te<br />
bescherm<strong>en</strong>. Deze wet beoogt diverse vorm<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st gedrag te bestrijd<strong>en</strong>, incluis<br />
racistische dad<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>als agressies die door person<strong>en</strong> extern aan <strong>het</strong> bedrijf kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
gepleegd zoals klant<strong>en</strong>, patiënt<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>het</strong> publiek.<br />
E<strong>en</strong> nationaal onderzoek betreff<strong>en</strong>de de <strong>werk</strong>omstandighed<strong>en</strong>, geleid door Adri<strong>en</strong>ne<br />
B. Hubert <strong>en</strong> Marc van Veldhov<strong>en</strong> (2001), wijst uit dat betreff<strong>en</strong>de de preval<strong>en</strong>tie van geweld<br />
<strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong>, naargelang van de betrokk<strong>en</strong> bedrijfssector<strong>en</strong> e<strong>en</strong> grote afwijking bestaat. De<br />
gegev<strong>en</strong>s werd<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 1995 <strong>en</strong> 1999 door middel van e<strong>en</strong> uitgebreide vrag<strong>en</strong>lijst<br />
verzameld, de «Vrag<strong>en</strong>lijst Beleving <strong>en</strong> Beoordeling van de Arbeid, VBBA» die 108 vrag<strong>en</strong><br />
met betrekking tot de psychosociale <strong>werk</strong>last bevat. Vier vrag<strong>en</strong> b<strong>en</strong>ader<strong>en</strong> de problematiek<br />
van geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> (agressies vanwege collega's of superieur<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>als onaang<strong>en</strong>ame<br />
situaties verbond<strong>en</strong> aan de aanwezigheid van collega's of superieur<strong>en</strong>).<br />
Met betrekking tot <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> tuss<strong>en</strong> collega's verton<strong>en</strong> de verkreg<strong>en</strong> resultat<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
preval<strong>en</strong>tie van 2,2.% Terugker<strong>en</strong>d agressief gedrag vanwege hiërarchische superieur<strong>en</strong><br />
wordt met e<strong>en</strong> totale frequ<strong>en</strong>tie van 2,1% vermeld. In dit onderzoek verton<strong>en</strong> de<br />
preval<strong>en</strong>tieperc<strong>en</strong>tages naargelang van de bedrijfssector<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijke verschill<strong>en</strong>.<br />
36
Het prev<strong>en</strong>tie-effect van de wetgeving net als de onderzoeksmethodologie (vier losstaande<br />
items die in verhouding tot de problematiek van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> weinig expliciet zijn), zijn<br />
waarschijnlijk zoveel elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die <strong>het</strong> zwakke preval<strong>en</strong>tieperc<strong>en</strong>tage kunn<strong>en</strong> verklar<strong>en</strong>.<br />
f) In België<br />
In België heeft e<strong>en</strong> voorbereid<strong>en</strong>d kwalitatief onderzoek aan de Luikse universiteit e<strong>en</strong> aantal<br />
ontwikkelingslijn<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> sc<strong>het</strong>s<strong>en</strong>. De getuig<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> die van de slachtoffers werd<strong>en</strong><br />
afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> wijz<strong>en</strong> <strong>op</strong> e<strong>en</strong> zekere regelmaat. De gedeeltelijke resultat<strong>en</strong> van dit onderzoek,<br />
gefinancierd door <strong>het</strong> Nationaal Onderzoeksinstituut voor Arbeidsomstandighed<strong>en</strong>, werd<strong>en</strong><br />
<strong>op</strong> 23 oktober 2000 in <strong>Brussel</strong> tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> colloquium georganiseerd door de Afdeling<br />
Humanisering <strong>en</strong> bevordering van de arbeid, van <strong>het</strong> Federaal ministerie van Te<strong>werk</strong>stelling<br />
<strong>en</strong> Arbeid uite<strong>en</strong>gezet.<br />
Het Luikse onderzoek wijst <strong>op</strong> e<strong>en</strong> belangrijke dim<strong>en</strong>sie van «Mobbing», met name de<br />
irrationaliteit van <strong>het</strong> proces. Dit bijzonder k<strong>en</strong>merk van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> komt zowel tot<br />
uiting in de door de belager(s) toegepaste strategieën als in de door de slachtoffers<br />
aangew<strong>en</strong>de method<strong>en</strong> om zich uit de kwell<strong>en</strong>de situatie te redd<strong>en</strong> waarin zij vastzitt<strong>en</strong>. De<br />
eerstg<strong>en</strong>oemd<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> absurd gedrag zoals <strong>het</strong> verplaats<strong>en</strong> van <strong>het</strong> materiaal van de<br />
persoon die <strong>het</strong> mikpunt is van hun <strong>pesterij<strong>en</strong></strong>, <strong>het</strong> afzag<strong>en</strong> van de deur van zijn/haar bureau,<br />
<strong>het</strong> vervals<strong>en</strong> of do<strong>en</strong> verdwijn<strong>en</strong> van docum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Vandaar dat de poging<strong>en</strong> om zich teg<strong>en</strong><br />
dergelijk irrationeel gedrag te bescherm<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel als onaangepast of onredelijk kunn<strong>en</strong><br />
voorkom<strong>en</strong>. De auteurs vermeld<strong>en</strong> <strong>het</strong> geval van e<strong>en</strong> dame van e<strong>en</strong> veertigtal jaar die elke<br />
dag <strong>op</strong> weg naar haar <strong>werk</strong> teg<strong>en</strong> zichzelf zei dat e<strong>en</strong> dodelijk ongeval zou belett<strong>en</strong> dat zij<br />
<strong>op</strong>nieuw met haar belager zou word<strong>en</strong> geconfronteerd. Dit k<strong>en</strong>merk van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong><br />
lijkt verbond<strong>en</strong> aan de perverse natuur van <strong>het</strong> proces, aan de manipulatieve dim<strong>en</strong>sie die<br />
<strong>het</strong> gedrag dat hier wordt beschrev<strong>en</strong> laat doorschemer<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> kan zich trouw<strong>en</strong>s <strong>en</strong>kel<br />
maar vrag<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> over de bedoeling van de dader van dergelijke handeling<strong>en</strong>. Deze<br />
waarneming<strong>en</strong> zijn e<strong>en</strong> weerklank van de door Marie-France Hirigoy<strong>en</strong> voorgestelde analyse<br />
van <strong>het</strong> f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong>. Zij me<strong>en</strong>t dat <strong>het</strong> destabiliser<strong>en</strong>d effect van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> voorkomt<br />
uit e<strong>en</strong> gevoel van zijn zinn<strong>en</strong> te word<strong>en</strong> beroofd. «Meestal zijn de plagerij<strong>en</strong> van<br />
willekeurige aard, de vorm ervan varieert naargelang van de dag<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong> poging te<br />
begrijp<strong>en</strong> stelt <strong>het</strong> slachtoffer zich vrag<strong>en</strong> zonder antwoord waar hij/zij niet wijs uit geraakt.<br />
(…) Logica <strong>en</strong> gezond verstand bestaan niet meer, de red<strong>en</strong><strong>en</strong> van dergelijk gedrag kunn<strong>en</strong><br />
onmogelijk word<strong>en</strong> gevat, wat <strong>het</strong> slachtoffer aan zijn/haar m<strong>en</strong>tale gezondheid doet<br />
twijfel<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> zegt hem/haar dat hij/zij gek is <strong>en</strong> vermits hij/zij ge<strong>en</strong> verklaring vindt voor<br />
zijn/haar afzondering begint hij/zij dat ook te gelov<strong>en</strong>. Strikt g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> is dat e<strong>en</strong> manier om<br />
iemand gek te mak<strong>en</strong>» (Hirigoy<strong>en</strong> 2001: 48)<br />
Daniel Faulx <strong>en</strong> Caroline Geuzaine hebb<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s <strong>op</strong> niveau van <strong>het</strong> gedrag van de<br />
slachtoffers e<strong>en</strong> andere regelmaat <strong>op</strong>gemerkt: de <strong>werk</strong>drift. Het slachtoffer w<strong>en</strong>st steeds<br />
meer te do<strong>en</strong>. «Terwijl aan elk <strong>werk</strong> e<strong>en</strong> onvermijdelijke foutmarge verbond<strong>en</strong> is, heeft <strong>het</strong><br />
slachtoffer van «Mobbing» daar ge<strong>en</strong> recht <strong>op</strong>» (Faulx & Geuzaine, 23 oktober 2000: 2). De<br />
auteurs verklar<strong>en</strong> dit gedrag als e<strong>en</strong> aanpassingsstrategie vanwege <strong>het</strong> slachtoffer om de<br />
situatie aan te kunn<strong>en</strong> waarin hij/zij vastzit <strong>en</strong> voelt dat hij/zij constant in zijn/haar <strong>werk</strong> wordt<br />
gecontroleerd <strong>en</strong> beoordeeld. Volg<strong>en</strong>s Hirigoy<strong>en</strong> (1998: 58) vindt m<strong>en</strong> onder de slachtoffers<br />
veel perfectionistische <strong>werk</strong>nemers die e<strong>en</strong> «pathologisch pres<strong>en</strong>tisme» verton<strong>en</strong>. Dit<br />
k<strong>en</strong>merk wordt door de psychoanalyticus vooral als persoonlijkheidsk<strong>en</strong>merk aangehaald.<br />
De hiërarchische positie<br />
Uit de tot nog toe vier<strong>en</strong>dertig bestudeerde gevall<strong>en</strong> blijkt dat morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> eerder<br />
gepaard gaan met e<strong>en</strong> machtsdynamiek die meestal, maar niet uitsluit<strong>en</strong>d, voortvloeit uit <strong>het</strong><br />
beroepsstatuut. In de meeste gevall<strong>en</strong> (68%) werd de dader van de <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> namelijk als<br />
e<strong>en</strong> hiërarchische superieur geïd<strong>en</strong>tificeerd. In de andere gevall<strong>en</strong> ontwikkelt deze vorm van<br />
37
geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> zich in horizontale lijn. Daniel Faulx <strong>en</strong> Caroline Geuzaine interpreter<strong>en</strong><br />
«Mobbing» onder collega's in term<strong>en</strong> van «psychologisch overwicht» waarbij <strong>op</strong> <strong>het</strong><br />
theoretisch psychoanalytisch kader van perversie beroep wordt gedaan.<br />
<strong>het</strong> geslacht<br />
Daarom is <strong>het</strong> verwonderlijk dat ge<strong>en</strong> differ<strong>en</strong>tiële impact van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> naargelang<br />
van <strong>het</strong> geslacht wordt vastgesteld. De sociale structuur van de machtsverhouding<strong>en</strong> die de<br />
huidige <strong>werk</strong>organisatie doordringt in beschouwing g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, stelt m<strong>en</strong> vast dat de vrouw<strong>en</strong><br />
nog voor <strong>het</strong> mer<strong>en</strong>deel ondergeschikte posities bekled<strong>en</strong>.<br />
Gezagsbeheer<br />
De Luikse onderzoekers id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijke risicofactor met betrekking tot <strong>het</strong><br />
beheer van <strong>het</strong> gezagsapparaat. ««Mobbing» komt vaker voor in uitermate hiërarchieke<br />
system<strong>en</strong> waar ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele controle met terug<strong>werk</strong><strong>en</strong>de kracht <strong>op</strong> <strong>het</strong> gezagsapparaat<br />
wordt uitgevoerd: de ondergeschikte beschikt over ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel recht van oordeel <strong>op</strong> zijn<br />
superieur. «Mobbing» treedt vaker <strong>op</strong> ofwel in kleinere bedrijv<strong>en</strong> die door e<strong>en</strong> omnipot<strong>en</strong>te<br />
baas word<strong>en</strong> geleid, ofwel in grotere organisaties waar de hiërarchische superieur absolute<br />
evaluatie- <strong>en</strong> beslissingsbevoegdheid heeft» (Faulx & Geuzaine, 23 oktober 2000: 3).<br />
Werkorganisatie<br />
De risicofactor<strong>en</strong> van organisatorische aard die uit dit onderzoek naar vor<strong>en</strong> tred<strong>en</strong> zijn<br />
<strong>en</strong>erzijds de hiërarchische onbuigzaamheid van <strong>het</strong> bedrijf, <strong>en</strong> anderzijds de onnauwkeurige<br />
omschrijving van <strong>het</strong> <strong>werk</strong> <strong>en</strong> de kwaliteitscriteria.<br />
De beperking<strong>en</strong> van <strong>het</strong> Luikse onderzoek vloei<strong>en</strong> voort uit de omvang van <strong>het</strong><br />
onderzoeksveld. De resultat<strong>en</strong> steun<strong>en</strong> <strong>op</strong> getuig<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> van slachtoffers die zich tot de<br />
di<strong>en</strong>st hebb<strong>en</strong> gew<strong>en</strong>d die door de onderzoekers werd <strong>op</strong>gericht. Deze laatstg<strong>en</strong>oemd<strong>en</strong><br />
hebb<strong>en</strong> de getuig<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> via brochures <strong>en</strong> persartikel<strong>en</strong> <strong>op</strong>geroep<strong>en</strong>. Daarom<br />
verteg<strong>en</strong>woordig<strong>en</strong> de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> waar<strong>op</strong> dit onderzoek wijst waarschijnlijk niet alle situaties<br />
van «Mobbing» die in België bestaan. In dit <strong>op</strong>zicht mak<strong>en</strong> Caroline Geuzaine <strong>en</strong> Daniel<br />
Faulx weg<strong>en</strong>s de beperking<strong>en</strong> van <strong>het</strong> onderzoek e<strong>en</strong> onderscheid tuss<strong>en</strong> de waarneming<strong>en</strong><br />
die betrekking hebb<strong>en</strong> <strong>op</strong> de duur van <strong>het</strong> proces.<br />
38
2.1.2. In Noord-Amerika<br />
a) In de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong><br />
Spratl<strong>en</strong> (1995)<br />
In 1995, heeft L.P. Spratl<strong>en</strong> van de universiteit van Washington bij e<strong>en</strong> aselecte steekproef<br />
van 1585 led<strong>en</strong> van <strong>het</strong> universitair personeel de problematiek van «Mistreatm<strong>en</strong>t at Work»,<br />
<strong>het</strong> psychologisch geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong>, bestudeerd. De respons rate bedroeg 51% ofwel 810<br />
ingevulde vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong>. In totaal beantwoordd<strong>en</strong> 23% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aan de criteria<br />
van beroepsagressie.<br />
Het geslacht<br />
Van de bestudeerde risicofactor<strong>en</strong> blijkt de g<strong>en</strong>derdim<strong>en</strong>sie niet aan de voorvall<strong>en</strong> van<br />
morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> verbond<strong>en</strong>; onder de slachtoffers word<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>veel mann<strong>en</strong> als vrouw<strong>en</strong><br />
geteld.<br />
De hiërarchische positie<br />
Met betrekking tot de machtssdynamiek werd psychologisch geweld zowel door<br />
hiërarchische superieur<strong>en</strong> als door collega's gepleegd. Over <strong>het</strong> geheel g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> had<br />
agressie e<strong>en</strong> negatieve uit<strong>werk</strong>ing <strong>op</strong> de arbeidstevred<strong>en</strong>heid.<br />
Gary Namie (2000)<br />
Overig<strong>en</strong>s werd in de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> in <strong>het</strong> kader van de campagne ter bestrijding van<br />
grof gedrag <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> (Campaign Against Workplace Bullying) e<strong>en</strong> uitgebreide <strong>en</strong>quête<br />
uitgevoerd naar <strong>het</strong> f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> van «Workplace Bullying». De onderzoeksperson<strong>en</strong> werd<strong>en</strong><br />
geworv<strong>en</strong> <strong>op</strong> basis van e<strong>en</strong> Internetsite gewijd aan de problematiek waar e<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst<br />
anoniem kon word<strong>en</strong> ingevuld. Op die manier werd<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de periode van 1 maart tot 30<br />
mei 2000 onderzoeksgegev<strong>en</strong>s verzameld.<br />
Deze originele methodologie beïnvloedt de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de steekproef. De respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
verteg<strong>en</strong>woordig<strong>en</strong> namelijk grot<strong>en</strong>deels e<strong>en</strong> subgroep van slachtoffers. Het betreft ge<strong>en</strong><br />
aselecte steekproef, maar e<strong>en</strong> steekproef met e<strong>en</strong> bias van zelfselectie. De<br />
veralgeme<strong>en</strong>baarheid van de resultat<strong>en</strong> beperkt zich tot de slachtoffers <strong>op</strong> zoek naar<br />
informatie over moeilijkhed<strong>en</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> die over e<strong>en</strong> Internet-verbinding beschikk<strong>en</strong>. De<br />
grootte van de steekproef is ev<strong>en</strong>wel <strong>op</strong>merkelijk vermits 1335 respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, all<strong>en</strong><br />
slachtoffer, de vrag<strong>en</strong>lijst hebb<strong>en</strong> ingevuld. Het betreft dus e<strong>en</strong> grootscheeps kwalitatief<br />
onderzoek.<br />
De toegepaste definitie van «Bullying» luidt als volgt: <strong>het</strong> betreft e<strong>en</strong> <strong>op</strong>zettelijke,<br />
terugker<strong>en</strong>de <strong>en</strong> kwets<strong>en</strong>de verbale agressie jeg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> persoon (<strong>het</strong> slachtoffer) vanwege<br />
e<strong>en</strong> wrede belager (de dader van de <strong>pesterij<strong>en</strong></strong>).<br />
Net als bij <strong>het</strong> onderzoek van 1995, war<strong>en</strong> <strong>het</strong> geslacht <strong>en</strong> de hiërarchische positie de<br />
bestudeerde risicofactor<strong>en</strong>.<br />
39
Het geslacht<br />
Dit onderzoek wijst uit dat er tuss<strong>en</strong> de problematiek van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> de g<strong>en</strong>derdim<strong>en</strong>sie<br />
e<strong>en</strong> sterke sam<strong>en</strong>hang bestaat. In de eerste plaats, terwijl ev<strong>en</strong>veel mann<strong>en</strong> als vrouw<strong>en</strong> als<br />
belagers word<strong>en</strong> geïd<strong>en</strong>tificeerd zijn 75% van de slachtoffers vrouw<strong>en</strong>. Verder pest<strong>en</strong> de<br />
mann<strong>en</strong> meestal vrouw<strong>en</strong> (69%) <strong>en</strong> de vrouw<strong>en</strong> vrijwel uitsluit<strong>en</strong>d andere vrouw<strong>en</strong> (84%).<br />
De hiërarchische positie<br />
Behalve de g<strong>en</strong>derdim<strong>en</strong>sie lijkt de machtsdynamiek <strong>op</strong> niveau van «Workplace Bullying»<br />
e<strong>en</strong> belangrijke plaats in te nem<strong>en</strong>: 81% van de belagers zijn hiërarchische superieur<strong>en</strong>.<br />
Overig<strong>en</strong>s wijz<strong>en</strong> de resultat<strong>en</strong> van de <strong>en</strong>quête <strong>op</strong> <strong>het</strong> bestaan van diepgaande gevolg<strong>en</strong> <strong>op</strong><br />
de gezondheidstoestand van de slachtoffers: 41% van de slachtoffers lijd<strong>en</strong> aan depressie,<br />
80% verton<strong>en</strong> symptom<strong>en</strong> van psychische angst, conc<strong>en</strong>tratieverlies <strong>en</strong> slaapstoorniss<strong>en</strong>.<br />
De posttraumatische stressstoornis (PTSD) lijkt vergelijk<strong>en</strong>derwijs meer vrouw<strong>en</strong> (31%) dan<br />
mann<strong>en</strong> (21%) te treff<strong>en</strong>.<br />
De gevolg<strong>en</strong> van dergelijke hachelijke situatie <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> do<strong>en</strong> zich ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s <strong>op</strong> <strong>het</strong><br />
carrièreverlo<strong>op</strong> geld<strong>en</strong> <strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> economische impact voor de persoon die eronder<br />
gebukt gaat. Van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor wie e<strong>en</strong> einde aan de <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> werd gemaakt,<br />
hebb<strong>en</strong> 82% hun betrekking vrijwillig (38%) of dwangmatig (44%) verlor<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> gevolge<br />
waarvan 51% van de slachtoffers geheel of gedeeltelijk van hun inkomst<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> beroofd.<br />
Het trauma dat door moreel geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> <strong>op</strong>treedt heeft gevolg<strong>en</strong> <strong>op</strong> lange termijn,<br />
aangezi<strong>en</strong> 79% van de slachtoffers bewer<strong>en</strong> vaak of voortdur<strong>en</strong>d terug te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> aan de<br />
pijnlijke situatie die hij/zij <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> heeft verduurd.<br />
Deze resultat<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> moeilijk met de eerder verkreg<strong>en</strong> preval<strong>en</strong>tieperc<strong>en</strong>tages word<strong>en</strong><br />
vergelek<strong>en</strong>, zoals bijvoorbeeld in <strong>het</strong> onderzoek van Keashley et Wayne (2000), vermeld<br />
door de auteur, dat werd uitgevoerd bij <strong>werk</strong>nemers die <strong>op</strong> basis van e<strong>en</strong> aselecte<br />
steekproef in de staat van Michigan werd<strong>en</strong> geworv<strong>en</strong>. In dit onderzoek bedraagt de<br />
preval<strong>en</strong>tie van «Bullying» 21%. De Internet-<strong>en</strong>quête biedt ev<strong>en</strong>wel <strong>het</strong> voordeel van de<br />
kwalitatieve <strong>en</strong>quêtes, te wet<strong>en</strong> dat de aandacht wordt gevestigd <strong>op</strong> de verschill<strong>en</strong>de<br />
factor<strong>en</strong> die in deze problematiek e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong>, zoals de g<strong>en</strong>derdim<strong>en</strong>sie <strong>en</strong> de<br />
machtsdynamiek.<br />
b) In Canada<br />
De gegev<strong>en</strong>s betreff<strong>en</strong>de morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> in Canada zijn uit diverse bronn<strong>en</strong><br />
afkomstig.<br />
T<strong>en</strong> eerste verschaft e<strong>en</strong> internationale <strong>en</strong>quête betreff<strong>en</strong>de geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong>,<br />
gefinancierd door <strong>het</strong> Bureau International du Travail, e<strong>en</strong> aantal gegev<strong>en</strong>s voor Canada<br />
betreff<strong>en</strong>de deze bijzondere problematiek in de ruimere context van geweld in <strong>het</strong> algeme<strong>en</strong>.<br />
40
Overig<strong>en</strong>s verplicht de Code canadi<strong>en</strong> du travail de <strong>werk</strong>gevers hun eig<strong>en</strong> beleid <strong>op</strong> te<br />
stell<strong>en</strong> ter bestrijding van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong>. Dit concept omvat tegelijkertijd wat wij begrijp<strong>en</strong> onder<br />
«morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong>», onwettige discriminatie (zoals bepaald in de loi canadi<strong>en</strong>ne sur les<br />
droits de la personne), <strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag. Op die manier neemt thans de<br />
Conseil du Trésor du Canada, in zijn hoedanigheid van <strong>werk</strong>gever van <strong>het</strong><br />
ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>apparaat, t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van <strong>het</strong> welzijn van de <strong>werk</strong>nemers e<strong>en</strong> duidelijke positie<br />
in <strong>en</strong> veroordeelt psychologisch geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> aan de hand van e<strong>en</strong> beleid van<br />
prev<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> verord<strong>en</strong>ing van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong>. De bewoording<strong>en</strong> van dit beleid dat <strong>op</strong><br />
1 juni 2001 in <strong>werk</strong>ing treedt, luid<strong>en</strong> als volgt: «Pesterij<strong>en</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> zijn onaanvaardbaar<br />
<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> niet word<strong>en</strong> geduld. Alle person<strong>en</strong> die binn<strong>en</strong> <strong>het</strong> ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>apparaat <strong>werk</strong>zaam<br />
zijn, ongeacht zij al dan niet bedi<strong>en</strong>d<strong>en</strong> zijn, moet<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> <strong>werk</strong>omgeving zonder<br />
<strong>pesterij<strong>en</strong></strong> kunn<strong>en</strong> g<strong>en</strong>iet<strong>en</strong>.» Maar reeds in 1988 had de Canadese krijgsmacht e<strong>en</strong><br />
verord<strong>en</strong>ing afgekondigd betreff<strong>en</strong>de persoonlijke <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> waarin duidelijk werd gesteld<br />
dat <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> niet werd<strong>en</strong> geduld. Dit beleid wordt regelmatig aan interne evaluaties<br />
onderworp<strong>en</strong> wat ons terzake tot nauwkeuriger epidemiologische gegev<strong>en</strong>s toegang geeft.<br />
Chappell <strong>en</strong> Di Martino (1998)<br />
De internationale <strong>en</strong>quête gefinancierd door <strong>het</strong> Bureau International du Travail (BIT) stelt de<br />
problematiek van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> in Canada aan <strong>het</strong> licht. In <strong>het</strong> onderzoeksverslag<br />
van <strong>het</strong> BIT dat <strong>op</strong> 20 juli 1998 werd bek<strong>en</strong>dgemaakt, vermeld<strong>en</strong> Duncan Chappell <strong>en</strong><br />
Vittorio Di Martino met name resultat<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong>de de situatie in de Canadese<br />
beroepsmilieus. Deze <strong>en</strong>quête waarvan de gegev<strong>en</strong>s in 1996 werd<strong>en</strong> verzameld, werd bij<br />
2000 Canadese <strong>werk</strong>nemers uitgevoerd. Van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> vermeld<strong>en</strong> 5% van de<br />
vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 3,9% van de mann<strong>en</strong> voorvall<strong>en</strong> van geweld <strong>op</strong> hun <strong>werk</strong>. Het betreft ev<strong>en</strong>wel<br />
niet noodzakelijkerwijs fysiek geweld. <strong>Geweld</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> evolueert namelijk naar e<strong>en</strong> vorm<br />
van psychologisch geweld. Zodanig dat de vermelde voorvall<strong>en</strong> grot<strong>en</strong>deels gevall<strong>en</strong> betreft<br />
van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> «Bullying». Wat ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag betreft bedraagt <strong>het</strong><br />
klacht<strong>en</strong>perc<strong>en</strong>tage onder de Canadese vrouw<strong>en</strong> 9,7%.<br />
Duncan Chappell <strong>en</strong> Vittorio Di Martino (1998) hebb<strong>en</strong> de aandacht gevestigd <strong>op</strong> wijziging<strong>en</strong><br />
in <strong>het</strong> profiel van geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong>. Traditioneel werd dit probleem in de eerste plaats als<br />
fysiek geweld beschouwd. In de afgel<strong>op</strong><strong>en</strong> jar<strong>en</strong>, met de <strong>op</strong>e<strong>en</strong>h<strong>op</strong>ing van bewijz<strong>en</strong> van de<br />
schadelijke gevolg<strong>en</strong> van bepaalde niet-fysieke vernietig<strong>en</strong>de gedraging<strong>en</strong>, is <strong>het</strong> concept<br />
van psychologische geweld <strong>op</strong> de voorgrond getred<strong>en</strong>. Zo bracht in 1994 e<strong>en</strong> <strong>en</strong>quête<br />
uitgevoerd door <strong>het</strong> Syndicat Canadi<strong>en</strong> de la Fonction Publique aan <strong>het</strong> licht dat voor 70%<br />
van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> verbale agressie de voornaamste vorm van geweld was dat zij <strong>op</strong> <strong>het</strong><br />
<strong>werk</strong> te verdur<strong>en</strong> kreg<strong>en</strong> (Pizzino 1994, in Chappell & Di Martino 1998).<br />
Peiling van de Canadese krijgsmacht (1998)<br />
Na de verord<strong>en</strong>ing van 1988 die <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> in de Canadese krijgsmacht verbiedt, gaf e<strong>en</strong><br />
eerste onderzoek in 1992 aanleiding tot e<strong>en</strong> herzi<strong>en</strong>ing van <strong>het</strong> anti-pestbeleid, dat <strong>op</strong> haar<br />
beurt in 1998 tot e<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de peiling aanleiding gaf. De <strong>en</strong>quête van 1998 werd uitgevoerd<br />
in de vorm van e<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst die per post aan 2290 di<strong>en</strong>stplichtig<strong>en</strong> van de geregelde<br />
troep<strong>en</strong> <strong>en</strong> aan 2340 stagiaires werd verstuurd. De respons rates bedrag<strong>en</strong> respectievelijk<br />
48% (of 1099 led<strong>en</strong> van de geregelde troep<strong>en</strong>) <strong>en</strong> 38% (of 889 van de stagiaires).<br />
41
Vier vorm<strong>en</strong> van pestgedrag werd<strong>en</strong> bestudeerd: persoonlijke <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> (discriminatie),<br />
ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag, machtsmisbruik <strong>en</strong> inwijding (ontgro<strong>en</strong>ing). Na de definitie van<br />
<strong>pesterij<strong>en</strong></strong> werd aan de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gevraagd of zij in de afgel<strong>op</strong><strong>en</strong> twaalf maand<strong>en</strong> <strong>het</strong><br />
mikpunt van dit soort <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> zijn geweest.<br />
De verkreg<strong>en</strong> resultat<strong>en</strong> wez<strong>en</strong> <strong>op</strong> twee risicofactor<strong>en</strong>.<br />
Het geslacht<br />
De resultat<strong>en</strong> wijz<strong>en</strong> uit dat behalve de initiaties (dezelfde frequ<strong>en</strong>tie van 2% bij de mann<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> bij de vrouw<strong>en</strong>), de vrouw<strong>en</strong> eerder dan de mann<strong>en</strong> in de afgel<strong>op</strong><strong>en</strong> twaalf maand<strong>en</strong> één<br />
of andere vorm van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> hebb<strong>en</strong> verduurd. De vier vorm<strong>en</strong> van pestgedrag sam<strong>en</strong><br />
beschouwd, wijz<strong>en</strong> de gegev<strong>en</strong>s uit dat 39% van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 24% van de mann<strong>en</strong> in de<br />
Canadese krijgsmacht <strong>het</strong> mikpunt van één of meerdere van de vier bestudeerde vorm<strong>en</strong><br />
van pestgedrag zijn geweest.<br />
Overig<strong>en</strong>s wordt de differ<strong>en</strong>tiële impact van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> in <strong>het</strong> bijzonder <strong>op</strong>gemerkt met<br />
betrekking tot de gevolg<strong>en</strong> ervan. De slachtoffers werd<strong>en</strong> gevraagd e<strong>en</strong> ervaring van<br />
psychologisch geweld aan te duid<strong>en</strong> die h<strong>en</strong> <strong>het</strong> diepst had getroff<strong>en</strong>. Deze resultat<strong>en</strong> wijz<strong>en</strong><br />
<strong>op</strong> verschill<strong>en</strong> naargelang van <strong>het</strong> geslacht van <strong>het</strong> slachtoffer. Enerzijds zijn de vrouw<strong>en</strong><br />
eerder g<strong>en</strong>eigd ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>en</strong> persoonlijke <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> te vermeld<strong>en</strong> terwijl<br />
de mann<strong>en</strong> eerder machtmisbruik vermeld<strong>en</strong> als de ervaring die h<strong>en</strong> <strong>het</strong> diepst heeft<br />
getroff<strong>en</strong>.<br />
De hiërarchische positie<br />
Wanneer hun rang met die van de vermoedelijke dader van de <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> wordt vergelek<strong>en</strong>,<br />
vermeld<strong>en</strong> 7% van de slachtoffers gepest te zijn geweest door e<strong>en</strong> ondergeschikte, 12%<br />
door e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>knie <strong>en</strong> 79% door e<strong>en</strong> superieur. Overig<strong>en</strong>s wordt <strong>het</strong> personeel van de<br />
krijgsmacht dat lagere rang<strong>en</strong> bekleedt minder vaak van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> beschuldigd, terwijl de<br />
onderofficier<strong>en</strong> <strong>en</strong> de hoofdofficier<strong>en</strong>, rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong>d met hun vrij zwak perc<strong>en</strong>tage in de<br />
Canadese krijgsmacht, oververteg<strong>en</strong>woordigd zijn onder de belagers. T<strong>en</strong> <strong>op</strong>zicht van deze<br />
resultat<strong>en</strong> verton<strong>en</strong> de auteurs van <strong>het</strong> verslag ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele verbazing. Zij beschouw<strong>en</strong><br />
<strong>pesterij<strong>en</strong></strong> namelijk als e<strong>en</strong> gedrag dat meestal <strong>op</strong> gezag steunt. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> hangt de<br />
perceptie van de <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> waarschijnlijk van de rang of de positie van de dader af. Zo kan<br />
e<strong>en</strong> gebaar vanwege e<strong>en</strong> persoon van e<strong>en</strong> lagere rang dan de persoon die <strong>het</strong> gebaar<br />
waarneemt, mogelijk word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>egeerd omdat <strong>het</strong> gebaar ge<strong>en</strong> dreiging voorstelt, terwijl<br />
<strong>het</strong>zelfde gebaar vanwege e<strong>en</strong> persoon van e<strong>en</strong> hogere rang als e<strong>en</strong> agressie kan word<strong>en</strong><br />
ervar<strong>en</strong>.<br />
Peiling van <strong>het</strong> burgerpersoneel van <strong>het</strong> ministerie van Def<strong>en</strong>sie (1999)<br />
In <strong>het</strong> kader van <strong>het</strong> beleid betreff<strong>en</strong>de <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> van toepassing <strong>op</strong> <strong>het</strong> burgerpersoneel<br />
van <strong>het</strong> ministerie van def<strong>en</strong>sie, van kracht sinds 1985, werd e<strong>en</strong> peiling uitgevoerd naar de<br />
frequ<strong>en</strong>tie van gevall<strong>en</strong> van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> onder de personeelsled<strong>en</strong>. De vrag<strong>en</strong>lijst werd aan<br />
3204 led<strong>en</strong> van <strong>het</strong> burgerpersoneel van <strong>het</strong> ministerie van def<strong>en</strong>sie uitgedeeld. De respons<br />
rate bedraagt 37,6%, of 1205 respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.<br />
Vier grote categorieën van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> werd<strong>en</strong> bestudeerd: discriminatie, ongew<strong>en</strong>st seksueel<br />
gedrag, machtsmisbruik <strong>en</strong> persoonlijke <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> (de laatste categorie is e<strong>en</strong> nietgedefinieerde<br />
categorie waarin gedrag van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> wordt ondergebracht dat in ge<strong>en</strong> van<br />
de vooraf omschrev<strong>en</strong> categorieën past). Net zoals in <strong>het</strong> vorige onderzoek wordt aan de<br />
respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, na de definitie van de diverse vorm<strong>en</strong> van pestgedrag, gevraagd of zij van<br />
dergelijk gedrag <strong>het</strong> slachtoffer zijn geweest <strong>en</strong> teg<strong>en</strong> welke frequ<strong>en</strong>tie.<br />
42
Ook in dit onderzoek werd<strong>en</strong> de twee bov<strong>en</strong>vermelde risicofactor<strong>en</strong> bestudeerd.<br />
Het geslacht<br />
Over <strong>het</strong> geheel g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> wijst de peiling uit dat 63,2% van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 61,9% van de<br />
mann<strong>en</strong> bewer<strong>en</strong> <strong>het</strong> slachtoffer te zijn geweest van minst<strong>en</strong>s één gedrag verbond<strong>en</strong> aan de<br />
drie definities van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong>. Wanneer m<strong>en</strong> psychologisch geweld in zijn geheel beschouwt<br />
lijkt <strong>het</strong> verschil niet <strong>op</strong>merkelijk.<br />
Wanneer de verschill<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> van pestgedrag ev<strong>en</strong>wel afzonderlijk word<strong>en</strong> beschouwd<br />
stelt m<strong>en</strong> vast dat de g<strong>en</strong>derdim<strong>en</strong>sie de problematiek doordringt. De vrouw<strong>en</strong> zijn namelijk<br />
oververteg<strong>en</strong>woordigd onder de slachtoffers van discriminatie (43,3% teg<strong>en</strong>over 38,8%<br />
mann<strong>en</strong>) <strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag (42,1% teg<strong>en</strong>over 29,7% mann<strong>en</strong>). Meer<br />
mann<strong>en</strong> dan vrouw<strong>en</strong> vermeld<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wel pestgedrag verbond<strong>en</strong> aan machtsmisbruik te<br />
hebb<strong>en</strong> verduurd.<br />
Overig<strong>en</strong>s zijn de belagers voor <strong>het</strong> mer<strong>en</strong>deel mann<strong>en</strong>, ongeacht de vorm van de<br />
<strong>pesterij<strong>en</strong></strong>: de frequ<strong>en</strong>tieperc<strong>en</strong>tages van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> gepleegd door mannelijke <strong>werk</strong>nemers<br />
bedrag<strong>en</strong> 91,5% voor discriminatie, 80,7% voor ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>en</strong> 81,7% voor<br />
machtsmisbruik.<br />
De hiërarchische positie<br />
Hoewel <strong>het</strong> demografisch profiel van de daders van machtsmisbruik met de logica<br />
overe<strong>en</strong>stemt (om machtsmisbruik te kunn<strong>en</strong> uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> di<strong>en</strong>t m<strong>en</strong> eerst over deze macht te<br />
beschikk<strong>en</strong>, kracht<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> hiërarchische positie hoger dan die van de persoon die <strong>het</strong><br />
mikpunt is), word<strong>en</strong> discriminatoire <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag grot<strong>en</strong>deels<br />
aan collega's toegeschrev<strong>en</strong> (respectievelijk 76,8 <strong>en</strong> 79%). Deze resultat<strong>en</strong> zijn in strijd met<br />
de verklaring<strong>en</strong> van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>op</strong> basis van de machtsdynamiek. De auteurs van <strong>het</strong> verslag<br />
stell<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wel de hypothese van e<strong>en</strong> informeel organisatorisch gezag. Het betreft<br />
bijvoorbeeld de mate van de steun die m<strong>en</strong> van zijn collega's ontvangt, of <strong>het</strong> informele<br />
net<strong>werk</strong> gevormd door e<strong>en</strong> groep collega's die onderling exclusieve band<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>; of nog<br />
de verschill<strong>en</strong>de niveaus van vrijheid van handel<strong>en</strong> die de supervisor aan de verschill<strong>en</strong>de<br />
led<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> groep van gelijk<strong>en</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> gebied van besluitvorming toek<strong>en</strong>t. In dit <strong>op</strong>zicht<br />
wijz<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal onderzoek<strong>en</strong> uit dat mann<strong>en</strong> voor gelijke tak<strong>en</strong> als de vrouw<strong>en</strong> doorgaans<br />
meer gezag <strong>en</strong> invloed hebb<strong>en</strong> dan de vrouw<strong>en</strong>. Inderdaad zijn de belagers, zoals wij eerder<br />
hebb<strong>en</strong> vermeld, meestal mann<strong>en</strong>, ongeacht de vorm van de <strong>pesterij<strong>en</strong></strong>.<br />
43
Conclusie<br />
T<strong>en</strong> eerste, met betrekking tot de preval<strong>en</strong>tie van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> stell<strong>en</strong> wij vast dat de<br />
afmeting<strong>en</strong> die <strong>het</strong> f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> aanneemt in functie van de toegepaste<br />
onderzoeksmethodologie variër<strong>en</strong>. De onderzoek<strong>en</strong> waarbij vooraf e<strong>en</strong> definitie van de<br />
bestudeerde problematiek aan de respond<strong>en</strong>t wordt voorgelegd aan wie wordt gevraagd zich<br />
als slachtoffer of getuige van dit soort feit<strong>en</strong> te id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong>, wijz<strong>en</strong> <strong>op</strong> hogere<br />
preval<strong>en</strong>tieperc<strong>en</strong>tages in verhouding tot de onderzoek<strong>en</strong> die zich beroep<strong>en</strong> <strong>op</strong> de items van<br />
de Heinz Leymann.-schaal. De criteria van frequ<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> duur die door de Scandinavische<br />
baanbreker werd<strong>en</strong> bepaald word<strong>en</strong> in de onderzoek<strong>en</strong> niet noodzakelijkerwijs in<br />
aanmerking g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />
Van de risicofactor<strong>en</strong> die <strong>op</strong> internationaal niveau word<strong>en</strong> bestudeerd lijk<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> <strong>het</strong><br />
geslacht <strong>en</strong> de hiërarchische positie in de process<strong>en</strong> van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> e<strong>en</strong> bijzondere rol te<br />
spel<strong>en</strong>. Het betreft waarschijnlijk twee variabel<strong>en</strong> die onderling met elkaar verbond<strong>en</strong> zijn. De<br />
vrouw<strong>en</strong> bekled<strong>en</strong> nog voor <strong>het</strong> mer<strong>en</strong>deel de ondergeschikte posities in de bedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
stot<strong>en</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> «glaz<strong>en</strong> plafond», wat de invloed van de differ<strong>en</strong>tiële gevolg<strong>en</strong> naargelang van<br />
de vorm van de <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> versterkt. De leeftijdscategorie <strong>en</strong> de organisatorische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />
werd<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s bestudeerd <strong>en</strong> gav<strong>en</strong> gem<strong>en</strong>gde resultat<strong>en</strong>. Ook de bedrijfssector werd<br />
bestudeerd <strong>en</strong> treedt naar vor<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> <strong>op</strong>merkelijke risicofactor van psychologisch geweld.<br />
T<strong>en</strong> slotte word<strong>en</strong> variabel<strong>en</strong> in aanmerking g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, in <strong>het</strong> bijzonder in wet<strong>en</strong>schappelijke<br />
<strong>werk</strong>zaamhed<strong>en</strong> van kwalitatieve aard, die in e<strong>en</strong> verder stadium van <strong>het</strong> proces van<br />
<strong>pesterij<strong>en</strong></strong> thuis hor<strong>en</strong>. Het betreft onder andere arbeidstevred<strong>en</strong>heid, de gevolg<strong>en</strong> <strong>op</strong> de<br />
gezondheid <strong>en</strong> de impact van <strong>het</strong> psychologisch geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> carrièreverlo<strong>op</strong>.<br />
In dit onderzoek zull<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de bov<strong>en</strong>vermelde variabel<strong>en</strong> in aanmerking word<strong>en</strong><br />
g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Op basis van de analyse van de wet<strong>en</strong>schappelijke literatuur betreff<strong>en</strong>de morele<br />
<strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag, zull<strong>en</strong> namelijk e<strong>en</strong> aantal <strong>werk</strong>hypothes<strong>en</strong><br />
kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> uitge<strong>werk</strong>t die bij de Belgische bevolking aan de feit<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
getoetst, t<strong>en</strong>einde e<strong>en</strong> repres<strong>en</strong>tatief beeld van <strong>het</strong> f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> in<br />
België te sc<strong>het</strong>s<strong>en</strong>. De uitge<strong>werk</strong>te methodologie om deze hypothes<strong>en</strong> te test<strong>en</strong> steunt<br />
ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s <strong>op</strong> de gegev<strong>en</strong>s van de geraadpleegde onderzoek<strong>en</strong>.<br />
44
2.2. Ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />
a) In België<br />
2.2.1. In Eur<strong>op</strong>a<br />
Nationaal onderzoek geleid door Ada Garcia <strong>en</strong> Ann Hermans (1984)<br />
In 1984 gaf <strong>het</strong> ministerie van Te<strong>werk</strong>stelling <strong>en</strong> Arbeid de <strong>op</strong>dracht e<strong>en</strong> onderzoek te<br />
organiser<strong>en</strong> in België betreff<strong>en</strong>de ongew<strong>en</strong>st seksueel geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong>. Dit onderzoek<br />
werd in Wallonië door Ada Garcia 1 van de Université Catholique de Louvain <strong>en</strong> in<br />
Vlaander<strong>en</strong> door Ann Hermans 2 geleid.<br />
Methodologie<br />
Voor <strong>het</strong> Franstalig gedeelte werd e<strong>en</strong> steekproef van <strong>werk</strong>nemers <strong>op</strong>gesteld bestaande uit<br />
750 vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 250 mann<strong>en</strong>. Het deelnemingsperc<strong>en</strong>tage van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> de mann<strong>en</strong><br />
bedroeg respectievelijk 81% (591 vrouw<strong>en</strong>) <strong>en</strong> 88% (222 mann<strong>en</strong>). Deze person<strong>en</strong> werd<strong>en</strong><br />
thuis per vrag<strong>en</strong>lijst ondervraagd. Daarnaast werd<strong>en</strong> 60 aanvull<strong>en</strong>de gesprekk<strong>en</strong><br />
georganiseerd met vrouwelijke slachtoffers <strong>en</strong> met person<strong>en</strong> die getuige van ongew<strong>en</strong>st<br />
seksueel gedrag zijn geweest. T<strong>en</strong> slotte werd<strong>en</strong> <strong>op</strong> 500 vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> die naar <strong>werk</strong>gevers in<br />
de <strong>op</strong><strong>en</strong>bare <strong>en</strong> de privé-sector werd<strong>en</strong> gestuurd, 92 ervan (18,4%) teruggestuurd. Het<br />
betreft echter e<strong>en</strong> te beperkte groep om repres<strong>en</strong>tatief te zijn.<br />
In Vlaander<strong>en</strong> werd <strong>het</strong> onderzoek bij 5200 willekeurig gekoz<strong>en</strong> person<strong>en</strong> uit de actieve<br />
bevolking (2600 mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> 2600 vrouw<strong>en</strong>) uitgevoerd. Hiervan hebb<strong>en</strong> 30% (1563<br />
person<strong>en</strong>) de vrag<strong>en</strong>lijst ingevuld. Daarnaast war<strong>en</strong> 89 person<strong>en</strong> (55 vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 34<br />
mann<strong>en</strong>) <strong>het</strong> voorwerp van e<strong>en</strong> grondiger gesprek. Deze person<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> via e<strong>en</strong><br />
geschrev<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst gecontacteerd of hebb<strong>en</strong> zich spontaan aangebod<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> slotte<br />
werd<strong>en</strong> 34 person<strong>en</strong> geïnterviewd die weg<strong>en</strong>s hun beroep bewust zijn van ongew<strong>en</strong>st<br />
seksueel gedrag.<br />
De preval<strong>en</strong>tie van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong><br />
In Wallonië hebb<strong>en</strong> 34% van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 12% van de mann<strong>en</strong> verklaard <strong>het</strong> mikpunt van<br />
ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag te zijn geweest. In Vlaander<strong>en</strong> is dat voor 30% van de vrouw<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> voor 10% van de mann<strong>en</strong> <strong>het</strong> geval.<br />
1 GARCIA A.; Harcèlem<strong>en</strong>t sexuel sur les lieux de travail; UCL, Departem<strong>en</strong>t Sociologie;1985.<br />
2 HERMANS A.; Werksfeer <strong>en</strong> man-vrouwverhouding<strong>en</strong>; KUL; 1985.<br />
Zie ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s, BRUYNOOGHE R., CARMEN I., HINNEKINT B., HUTSEBAUT F.,<br />
VANSTEENWEGEN A., Viol<strong>en</strong>ce physique et sexuelle à l’égard des femmes. Situatie in België.<br />
Kabinet van de Staatssecretaris van <strong>het</strong> Leefmilieu <strong>en</strong> Sociale emancipatie, <strong>Brussel</strong>, INBEL, (1991:<br />
8-12).<br />
45
Houding<strong>en</strong> t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />
In Wallonië stelt m<strong>en</strong> vast dat 3 "zowel onder de mann<strong>en</strong> als onder de vrouw<strong>en</strong>, drie<br />
respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>op</strong> de vier van m<strong>en</strong>ing zijn dat ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag e<strong>en</strong> ernstig<br />
probleem stelt. De vierde beschouwt <strong>het</strong> eerder als e<strong>en</strong> normaal gedrag wanneer mann<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
vrouw<strong>en</strong> sam<strong>en</strong><strong>werk</strong><strong>en</strong>. Voor ongehuwde vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> gehuwde mann<strong>en</strong>, meer dan voor de<br />
ander<strong>en</strong>, is ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag e<strong>en</strong> ernstig probleem. Mann<strong>en</strong> met lagere<br />
<strong>op</strong>leidingsniveaus zull<strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag vaker als "natuurlijk" beoordel<strong>en</strong>. Op<br />
basis van e<strong>en</strong> ernstschaal van de verschill<strong>en</strong>de gedraging<strong>en</strong>, kan word<strong>en</strong> vastgesteld dat<br />
alles wat <strong>op</strong> fysiek contact betrekking heeft of <strong>het</strong> zou kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, de eerste plaats <strong>op</strong><br />
de ranglijst inneemt. De leeftijd lijkt de beoordeling<strong>en</strong> van de ernstschaal te beïnvloed<strong>en</strong>.<br />
Hetzelfde geldt voor de burgerlijke staat, <strong>het</strong> <strong>op</strong>leidingsniveau of de maatschappelijke<br />
situatie <strong>en</strong> <strong>het</strong> beroepsstatuut (…). E<strong>en</strong> man <strong>op</strong> de vijf is van m<strong>en</strong>ing dat <strong>het</strong> om "vrouwelijke<br />
provocatie" gaat. Vrijgezell<strong>en</strong>, person<strong>en</strong> met lagere <strong>op</strong>leidingsniveaus <strong>en</strong> <strong>werk</strong>loz<strong>en</strong> voer<strong>en</strong><br />
deze m<strong>en</strong>ing vaker aan dan de ander<strong>en</strong> ".<br />
In Vlaandere wordt <strong>het</strong> item "iemand tracht u te verkracht<strong>en</strong>" door 89% van de mann<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
99% van de vrouw<strong>en</strong> met afkeuring beoordeeld. Het gedrag "e<strong>en</strong> man (e<strong>en</strong> vrouw) houdt u<br />
voortdur<strong>en</strong>d in de gat<strong>en</strong>" wordt door 46% van de mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> 78% van de vrouw<strong>en</strong><br />
afgekeurd. T<strong>en</strong> slotte word<strong>en</strong> lukrake <strong>op</strong>merking<strong>en</strong> met betrekking tot seks door 50% van de<br />
mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> 59% van de vrouw<strong>en</strong> afgekeurd.<br />
Risicofactor<strong>en</strong><br />
Hoewel ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> <strong>op</strong> alle beroepsniveaus <strong>en</strong> alle<br />
leeftijdscategorieën e<strong>en</strong> risico voorstelt, wijst de Waalse <strong>en</strong>quête uit dat vrijgezell<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
alle<strong>en</strong>staande vrouw<strong>en</strong>, ongeacht zij weduwe of gescheid<strong>en</strong> zijn, vaker <strong>het</strong> mikpunt van<br />
<strong>op</strong>dringerig gedrag zijn.<br />
Naarmate de leeftijd stijgt wordt e<strong>en</strong> daling van dergelijk <strong>op</strong>dringerig gedrag vastgesteld. Het<br />
feit <strong>op</strong> de hiërarchische ladder, in elk van de sociale groep<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> <strong>en</strong>igszins hoge<br />
beroepsbekwaamheid te hebb<strong>en</strong>, bepaalt de frequ<strong>en</strong>tieverschill<strong>en</strong> van <strong>het</strong> <strong>op</strong>dringerig<br />
gedrag. Person<strong>en</strong> met de hoogste beroepsbekwaamhed<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> dergelijk gedrag veel<br />
minder te verdur<strong>en</strong>.<br />
Daders<br />
Wat betreft de daders kan <strong>het</strong> soort gedrag met de beroepspositie <strong>en</strong> <strong>het</strong> voorrecht dat elke<br />
categorie van person<strong>en</strong> t<strong>en</strong> deel valt, in verband word<strong>en</strong> gebracht. Naarmate m<strong>en</strong> de<br />
hiërarchische ladder beklimt, stijgt ook de ernst van <strong>het</strong> gedrag.<br />
Uit de Waalse <strong>en</strong>quête blijkt bijvoorbeeld dat <strong>het</strong> gedrag van "toelonk<strong>en</strong>" vooral aan de led<strong>en</strong><br />
van de personeelsdi<strong>en</strong>st wordt toegeschrev<strong>en</strong>, dat "prikkel<strong>en</strong>de <strong>op</strong>merking<strong>en</strong>" vooral onder<br />
collega's plaatsvind<strong>en</strong>, dat "verzoek<strong>en</strong> van seksuele gunst<strong>en</strong>" vooral van <strong>het</strong> leidinggev<strong>en</strong>d<br />
personeel <strong>en</strong> van de personeelsdi<strong>en</strong>st uitgaan, <strong>en</strong> t<strong>en</strong> slotte dat onmiddellijke superieur<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
collega's de daders zijn van "ongew<strong>en</strong>ste fysieke contact<strong>en</strong>".<br />
Reacties<br />
Met betrekking tot de reacties hebb<strong>en</strong> 5% van de vrouw<strong>en</strong> van <strong>het</strong> onderzoek dat in<br />
Vlaander<strong>en</strong> werd uitgevoerd, effectief maatregel<strong>en</strong> getroff<strong>en</strong> om dit probleem <strong>op</strong> te loss<strong>en</strong>.<br />
3<br />
GARCIA A.; Harcèlem<strong>en</strong>t sexuel sur les lieux de travail; UCL; Departem<strong>en</strong>t Sociologie;<br />
(1985: 369).<br />
46
Ge<strong>en</strong> van h<strong>en</strong> heeft juridische stapp<strong>en</strong> ondernom<strong>en</strong>, 1% hebb<strong>en</strong> <strong>het</strong> advies van e<strong>en</strong><br />
advocaat ingewonn<strong>en</strong>.<br />
Gevolg<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />
De gevolg<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag treff<strong>en</strong> <strong>het</strong> beroepslev<strong>en</strong> <strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> <strong>het</strong><br />
gevoelslev<strong>en</strong> anderzijds.<br />
Wat betreft de <strong>werk</strong>omgeving wordt behalve e<strong>en</strong> slechte atmosfeer, e<strong>en</strong> vermindering van de<br />
<strong>werk</strong>kwaliteit vastgesteld. De slachtoffers kunn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verplaatsing aanvrag<strong>en</strong> of hun ontslag<br />
indi<strong>en</strong><strong>en</strong>. Door seksuele to<strong>en</strong>aderingspoging<strong>en</strong> te weiger<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> de slachtoffers minder<br />
voordel<strong>en</strong> <strong>en</strong> word<strong>en</strong> van promotiemogelijkhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> loonsverhoging uitgeslot<strong>en</strong>. Dergelijke<br />
situaties kunn<strong>en</strong> met dreiging<strong>en</strong> of effectief ontslag gepaard gaan.<br />
Op affectief niveau erk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> de vrouw<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> grotere prikkelbaarheid, spanning<strong>en</strong>,<br />
twijfels, angst, <strong>en</strong> depressie onderhevig te zijn. Zij verliez<strong>en</strong> hun zelfvertrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> voel<strong>en</strong><br />
zich schuldig. 4<br />
In de Waalse <strong>en</strong>quête wordt vermeld 5 "Meer dan de helft van de vrouw<strong>en</strong> die <strong>het</strong> mikpunt<br />
van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag zijn geweest, verklar<strong>en</strong> dat dit gedrag ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel gevolg <strong>op</strong><br />
hun <strong>werk</strong> of hun privé-lev<strong>en</strong> heeft gehad, 15% verklar<strong>en</strong> geled<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong> aan fysieke<br />
stoorniss<strong>en</strong>, z<strong>en</strong>uwachtigheid, stress, hoofdpijn. E<strong>en</strong> vergelijkbaar perc<strong>en</strong>tage van vrouw<strong>en</strong><br />
hebb<strong>en</strong> negatieve gevolg<strong>en</strong> ondervond<strong>en</strong> <strong>op</strong> hun <strong>werk</strong> in <strong>het</strong> algeme<strong>en</strong>. De angst om te<br />
gaan <strong>werk</strong><strong>en</strong> bevindt zich onder de gevolg<strong>en</strong> die <strong>op</strong> de tweede plaats word<strong>en</strong> vermeld ".<br />
Enquête in de krijgsmacht (1990) 6<br />
In 1990, in <strong>op</strong>dracht van <strong>het</strong> ministerie van Landsverdediging hebb<strong>en</strong> de Leerstoel sociale<br />
wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van de Koninklijke Militaire School <strong>en</strong> <strong>het</strong> Vrouw<strong>en</strong>c<strong>en</strong>trum van de<br />
Universitaire Instelling Antwerp<strong>en</strong>, <strong>op</strong> basis van e<strong>en</strong> gestandaardiseerde zelfadministrer<strong>en</strong>de<br />
vrag<strong>en</strong>lijst, e<strong>en</strong> <strong>en</strong>quête uitgevoerd bij e<strong>en</strong> repres<strong>en</strong>tatieve steekproef sam<strong>en</strong>gesteld uit 765<br />
vrouwelijke militair<strong>en</strong> <strong>en</strong> 658 mannelijke militair<strong>en</strong>. Met betrekking tot de problematiek van<br />
ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag werd<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel de vrouw<strong>en</strong> ondervraagd.<br />
Uit de resultat<strong>en</strong> van deze <strong>en</strong>quête blijkt dat, ondanks <strong>het</strong> feit dat e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk aantal<br />
vrouwelijke respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> bewer<strong>en</strong> goed in <strong>het</strong> leger geïntegreerd te zijn <strong>en</strong> goed met hun<br />
collega's <strong>en</strong> superieur<strong>en</strong> <strong>op</strong> te schiet<strong>en</strong>, vele vrouw<strong>en</strong> zich beklag<strong>en</strong> <strong>het</strong> mikpunt van<br />
ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag te zijn geweest.<br />
Preval<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />
65% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> bewer<strong>en</strong> <strong>het</strong> slachtoffer te zijn geweest van dad<strong>en</strong> van<br />
voyeurisme, 75% hebb<strong>en</strong> obsc<strong>en</strong>e <strong>op</strong>merking<strong>en</strong> te verdur<strong>en</strong> gekreg<strong>en</strong>, 54% zijn <strong>het</strong> mikpunt<br />
geweest van impliciete voorstell<strong>en</strong> van seksuele aard. E<strong>en</strong> <strong>op</strong>merkelijke minderheid heeft<br />
overig<strong>en</strong>s ernstiger vorm<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag vermeld, zoals blootstelling aan<br />
pornografische voorwerp<strong>en</strong> (35%), expliciete seksuele to<strong>en</strong>aderingspoging<strong>en</strong> (28%) <strong>en</strong><br />
4<br />
BRUYNOOGHE R., CARMEN I., HINNEKINT B., HUTSEBAUT F., VANSTEENWEGEN A.,<br />
Viol<strong>en</strong>ce physique et sexuelle à l’égard des femmes. Situatie in België. Kabinet van de<br />
Staatssecretaris van <strong>het</strong> Leefmilieu <strong>en</strong> Sociale emancipatie, <strong>Brussel</strong>, INBEL, (1991: 12).<br />
5<br />
GARCIA A.; Harcèlem<strong>en</strong>t sexuel sur les lieux de travail; UCL; Departem<strong>en</strong>t Sociologie;<br />
(1985: 368).<br />
6<br />
MANIGART P.;La gestion de la diversité: personnel féminin et minorités culturelles dans les<br />
Forces armées belges; Courrier hebdomadaire du CRISP n°1630; (1999: 25).<br />
47
feitelijkhed<strong>en</strong> (39%). T<strong>en</strong> slotte bevestig<strong>en</strong> 5% <strong>en</strong> 3% <strong>het</strong> slachtoffer te zijn geweest van<br />
respectievelijk seksuele chantage <strong>en</strong> seksueel geweld.<br />
Onderzoek betreff<strong>en</strong>de ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag jeg<strong>en</strong>s secretaresses (1997) 7<br />
In 1997 heeft <strong>het</strong> tijdschrift Secretaresse e<strong>en</strong> onderzoek uitgevoerd naar de gevolg<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />
vorm van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> bij de secretaresses. Op de 3600 abonnees van <strong>het</strong> tijdschrift hebb<strong>en</strong><br />
182 person<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst beantwoord, of e<strong>en</strong> respons rate van 5%. E<strong>en</strong> onderzoek van<br />
dit type vertoont uiteraard beperking<strong>en</strong> verbond<strong>en</strong> aan de wervingswijze van de<br />
respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.<br />
Preval<strong>en</strong>tie van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />
Uit de resultat<strong>en</strong> van <strong>het</strong> onderzoek blijkt dat 29% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel<br />
gedrag <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> vermeld<strong>en</strong>.<br />
Daders van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />
In 33% van de gevall<strong>en</strong> war<strong>en</strong> de daders collega's, in 33% <strong>het</strong> afdelingshoofd (superieur van<br />
e<strong>en</strong> hogere rang), in 21% de onmiddellijke superieur, in 8% vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> van de directie of<br />
klant<strong>en</strong> <strong>en</strong> in 5% ondergeschikt<strong>en</strong>.<br />
Reacties<br />
Ongeveer 70% van de slachtoffers hebb<strong>en</strong> over hun ervaring met andere person<strong>en</strong> gepraat:<br />
met e<strong>en</strong> collega (41%) of met hun partner (30%). In 18% van de gevall<strong>en</strong> werd de<br />
vertrouw<strong>en</strong>spersoon geraadpleegd.<br />
Gevolg<strong>en</strong><br />
Voor 30% van de secretaresses die <strong>het</strong> mikpunt van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag zijn<br />
geweest, heeft dit feit gevolg<strong>en</strong> gehad <strong>op</strong> hun lo<strong>op</strong>baan (ontslag, minder gemotiveerd,<br />
minder goede arbeidsomstandighed<strong>en</strong> of promotiebelemmering).<br />
Psychologische gevolg<strong>en</strong> zoals stress, conc<strong>en</strong>tratieverlies, <strong>en</strong> angst werd<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s door<br />
de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aangehaald.<br />
Bedrijfsbeleid<br />
Ongeveer 40% van de bedrijv<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong>spersoon aangesteld. Hoewel 75%<br />
van de secretaresses die ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag te verdur<strong>en</strong> kreg<strong>en</strong> zich tot e<strong>en</strong><br />
vertrouw<strong>en</strong>spersoon hadd<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> w<strong>en</strong>d<strong>en</strong>, war<strong>en</strong> meer dan de helft van de<br />
onderzoeksperson<strong>en</strong> niet over de vertrouw<strong>en</strong>spersoon tevred<strong>en</strong> omdat deze persoon of te<br />
dicht bij de directie stond of e<strong>en</strong> man was.<br />
7<br />
BAJEMA C.W. vermeldt de resultat<strong>en</strong> van <strong>het</strong> onderzoek Ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>op</strong> <strong>het</strong><br />
<strong>werk</strong> in Le harcèlem<strong>en</strong>t sexuel sur le lieu de travail dans l'Union Eur<strong>op</strong>é<strong>en</strong>ne; Eur<strong>op</strong>ese<br />
Commissie: Directoraat-g<strong>en</strong>eraal Werkgeleg<strong>en</strong>heid, industriële betrekking<strong>en</strong> <strong>en</strong> sociale zak<strong>en</strong>;<br />
Bureau voor officiële publicaties der Eur<strong>op</strong>ese Geme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>; (1999: 62).<br />
48
) In Frankrijk<br />
De nationale peiling van Louis Harris (1991) 8<br />
Methodologie<br />
Van 9 tot 13 december 1991 voerde Harris bij 1300 person<strong>en</strong> e<strong>en</strong> peiling uit, te wet<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
repres<strong>en</strong>tatieve steekproef van 1000 Frans<strong>en</strong> (mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong>) <strong>en</strong> e<strong>en</strong> steekproef van<br />
300 <strong>werk</strong><strong>en</strong>de vrouw<strong>en</strong> van 18 tot 40 jaar oud. Deze peiling bevatte <strong>en</strong>erzijds e<strong>en</strong> <strong>op</strong>inie- <strong>en</strong><br />
perceptiepeiling betreff<strong>en</strong>de ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>en</strong> anderzijds de schatting van zijn<br />
omvang bij de vrouw<strong>en</strong>.<br />
Preval<strong>en</strong>tie<br />
9% van de vrouw<strong>en</strong> van de steekproef hebb<strong>en</strong> "vrij tot bijzonder onaang<strong>en</strong>ame situaties <strong>op</strong><br />
<strong>het</strong> <strong>werk</strong> meegemaakt", wat 19% van de <strong>werk</strong><strong>en</strong>de of <strong>werk</strong><strong>en</strong>d geweest zijnde vrouw<strong>en</strong><br />
verteg<strong>en</strong>woordigt. Het ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag kon bestaan uit to<strong>en</strong>aderingspoging<strong>en</strong><br />
gepaard met chantage; herhaalde to<strong>en</strong>aderingspoging<strong>en</strong> ondanks de weigering;<br />
dubbelzinnige woord<strong>en</strong> <strong>en</strong> handeling<strong>en</strong>; e<strong>en</strong> onaang<strong>en</strong>aam <strong>werk</strong>klimaat; de t<strong>en</strong>toonstelling<br />
van pornografische tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>en</strong> foto's.<br />
Betrokk<strong>en</strong> bedrijfssector<strong>en</strong><br />
De meest betrokk<strong>en</strong> sector<strong>en</strong> war<strong>en</strong> de handel <strong>en</strong> de ambachtnijverheid (18% van de<br />
<strong>werk</strong><strong>en</strong>de vrouw<strong>en</strong> / slachtoffers), de industriële sector (17%) <strong>en</strong> de ziek<strong>en</strong>huissector (14%).<br />
Daders<br />
Met betrekking tot de daders van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag gaat <strong>het</strong> meestal om de baas<br />
(29%), e<strong>en</strong> klant (27%), e<strong>en</strong> superieur (26%) of e<strong>en</strong> collega (22%).<br />
Hoewel de peiling licht werpt <strong>op</strong> de Franse publieke <strong>op</strong>inie, wordt ge<strong>en</strong> schatting gegev<strong>en</strong><br />
over <strong>het</strong> perc<strong>en</strong>tage van mannelijke slachtoffers.<br />
Peiling uitgevoerd door <strong>het</strong> Institut Français d'Opinion Publique (1999) 9<br />
Methodologie<br />
Op 11 <strong>en</strong> 12 februari 1999 heeft <strong>het</strong> Institut Français d'Opinion Publique (IFOP) e<strong>en</strong> peiling<br />
uitgevoerd voor l'Express bij 958 person<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> repres<strong>en</strong>tatieve steekproef van de p<strong>op</strong>ulatie<br />
van 18 jaar <strong>en</strong> meer. De peiling werd door middel van <strong>het</strong> quotasysteem uitgevoerd.<br />
De meting van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag bestond uit e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e vraag: "B<strong>en</strong>t u<br />
persoonlijk, of is iemand die u k<strong>en</strong>t, <strong>het</strong> slachtoffer van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>op</strong> <strong>het</strong><br />
<strong>werk</strong> geweest?"<br />
8<br />
9<br />
CROMER S. ; Le Harcèlem<strong>en</strong>t sexuel <strong>en</strong> France-La levée d'un tabou 1985-1990; La<br />
Docum<strong>en</strong>tation Française; Parijs; (1995: 192).<br />
http://www.if<strong>op</strong>.com/eur<strong>op</strong>e/sondages/<strong>op</strong>inion/harcel.asp.<br />
49
Preval<strong>en</strong>tie<br />
Uit de resultat<strong>en</strong> van deze peiling blijkt dat 9% van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 8% van de mann<strong>en</strong><br />
bewer<strong>en</strong> slachtoffer <strong>en</strong>/of getuige van e<strong>en</strong> daad van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong><br />
te zijn geweest. Ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> werd vanuit e<strong>en</strong> vrij ruim<br />
gezichtspunt bevat, in die zin dat aan de respond<strong>en</strong>t werd gevraagd zich als slachtoffer <strong>en</strong>/of<br />
getuige te plaats<strong>en</strong>.<br />
Gevolg<strong>en</strong><br />
Overig<strong>en</strong>s werd <strong>op</strong> de vraag "lo<strong>op</strong>t naar uw m<strong>en</strong>ing e<strong>en</strong> persoon die weg<strong>en</strong>s ongew<strong>en</strong>st<br />
seksueel gedrag e<strong>en</strong> klacht indi<strong>en</strong>t, <strong>het</strong> risico zijn/haar betrekking te verliez<strong>en</strong>?" door 63%<br />
van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> door 57% van de mann<strong>en</strong> bevestig<strong>en</strong>d geantwoord.<br />
c) In Luxemburg<br />
Nationaal onderzoek uitgevoerd door C. Margue (1995) 10<br />
Methodologie<br />
502 <strong>werk</strong><strong>en</strong>de vrouw<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 15 <strong>en</strong> 50 jaar, won<strong>en</strong>de in Luxemburg <strong>en</strong> <strong>werk</strong>zaam in e<strong>en</strong><br />
bedrijf dat minst<strong>en</strong>s 3 <strong>werk</strong>nemers telt, werd<strong>en</strong> telefonisch ondervraagd. De vrag<strong>en</strong>lijst werd<br />
als volgt <strong>op</strong>gesteld:<br />
Enerzijds werd de preval<strong>en</strong>tie vanuit e<strong>en</strong> objectieve definitie van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />
bevat. Op basis van 15 verschill<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> van verbaal, niet-verbaal <strong>en</strong> fysiek ongew<strong>en</strong>st<br />
gedrag di<strong>en</strong>d<strong>en</strong> de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aan te duid<strong>en</strong> of zij hiervan <strong>het</strong> mikpunt zijn geweest.<br />
Anderzijds werd<strong>en</strong> de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> na deze objectieve definitie gevraagd of zij huns inzi<strong>en</strong>s<br />
slachtoffer van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag war<strong>en</strong> geweest.<br />
Preval<strong>en</strong>tie van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />
Volg<strong>en</strong>s de objectieve definitie zijn 80% van de vrouw<strong>en</strong> minst<strong>en</strong>s één keer <strong>het</strong> mikpunt van<br />
e<strong>en</strong> af andere vorm van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag geweest. Volg<strong>en</strong>s de subjectieve<br />
definitie acht<strong>en</strong> 13% zich e<strong>en</strong> slachtoffer. Ondanks de vastgestelde afwijking naargelang van<br />
de definitie b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> de onderzoekers dat ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag e<strong>en</strong> reëel risico<br />
voor de vrouw<strong>en</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> verteg<strong>en</strong>woordigt.<br />
10 BAJEMA C. vermeldt de resultat<strong>en</strong> van <strong>het</strong> onderzoek Sexual harassm<strong>en</strong>t. A day-to-day reality at<br />
the workplace in Luxembourg in Le harcèlem<strong>en</strong>t sexuel sur le lieu de travail dans l'Union<br />
Eur<strong>op</strong>é<strong>en</strong>ne; Eur<strong>op</strong>ese Commissie: Directoraat-g<strong>en</strong>eraal Werkgeleg<strong>en</strong>heid, industriële<br />
betrekking<strong>en</strong> <strong>en</strong> sociale zak<strong>en</strong>; Bureau voor officiële publicaties der Eur<strong>op</strong>ese Geme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>;<br />
(1999: 93-94).<br />
50
Vorm<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />
De meest vermelde vorm<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag zijn, in dal<strong>en</strong>de orde: de blik<br />
(52%); schunnige m<strong>op</strong>p<strong>en</strong> (52%); toelonk<strong>en</strong> (44%); fluit<strong>en</strong> (31%); <strong>op</strong>merking<strong>en</strong> over <strong>het</strong><br />
uiterlijk <strong>en</strong> de kleding (23%).<br />
De onderzoekers hebb<strong>en</strong> vastgesteld dat de ernst <strong>en</strong> de omvang van ongew<strong>en</strong>st seksueel<br />
gedrag steeg naarmate <strong>het</strong> aantal <strong>werk</strong>nemers in e<strong>en</strong> bedrijf to<strong>en</strong>am. De horecasector wordt<br />
<strong>het</strong> meest door ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag getroff<strong>en</strong>.<br />
Risicofactor<strong>en</strong><br />
De leeftijd: Jongelui (in <strong>het</strong> bijzonder vrouw<strong>en</strong> van 25-29 jaar);<br />
Het <strong>op</strong>leidingsniveau: Vrouw<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> middelbareschooldiploma zijn <strong>het</strong> meest<br />
blootgesteld in verhouding tot vrouw<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> lager <strong>op</strong>leidingsniveau (omdat deze in hun<br />
<strong>werk</strong> minder vaak met mann<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geconfronteerd) of in verhouding tot vrouw<strong>en</strong> met<br />
e<strong>en</strong> hoger <strong>op</strong>leidingsniveau (omdat zij beter bestand lijk<strong>en</strong> om zich te verwer<strong>en</strong>);<br />
Het beroepsstatuut van de <strong>werk</strong>nemer: in verhouding tot de arbeiders l<strong>op</strong><strong>en</strong><br />
kantoorbedi<strong>en</strong>d<strong>en</strong> e<strong>en</strong> groter risico;<br />
Het geslacht: de vrouw<strong>en</strong> waarvan de hiërarchische superieur e<strong>en</strong> man is;<br />
De burgerlijke staat: bij gescheid<strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> of vrouw<strong>en</strong> die ongehuwd met hun partner<br />
sam<strong>en</strong>lev<strong>en</strong> wordt in verhouding tot ongehuwde vrouw<strong>en</strong>, gehuwde vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> weduw<strong>en</strong>,<br />
e<strong>en</strong> grotere kwetsbaarheid vastgesteld.<br />
Reacties van de slachtoffers<br />
Met betrekking tot de onmiddellijke reactie van de 13% van de vrouw<strong>en</strong> (66 gevall<strong>en</strong>) die <strong>het</strong><br />
mikpunt van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag zijn geweest, hebb<strong>en</strong> 39% weerstand gebod<strong>en</strong>,<br />
22% hebb<strong>en</strong> zich verdedigd / hebb<strong>en</strong> de dader met e<strong>en</strong> gevat antwoord gedi<strong>en</strong>d, 21%<br />
hebb<strong>en</strong> de dader e<strong>en</strong> klap in <strong>het</strong> gezicht gegev<strong>en</strong> of hebb<strong>en</strong> <strong>op</strong>vlieg<strong>en</strong>d gereageerd, 12%<br />
hebb<strong>en</strong> <strong>het</strong> gedrag gemeld, 10% hebb<strong>en</strong> ontslag gegev<strong>en</strong>; tuss<strong>en</strong> 2% <strong>en</strong> 5% hebb<strong>en</strong><br />
gedreigd erover te prat<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> zich verwijderd, hebb<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele weerstand gebod<strong>en</strong>,<br />
hebb<strong>en</strong> zich afgezonderd <strong>en</strong> zijn bang geweest.<br />
Op langere termijn hebb<strong>en</strong> 81% van de slachtoffers ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele actie ondernom<strong>en</strong>, 7%<br />
hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> klacht ingedi<strong>en</strong>d, 4% hebb<strong>en</strong> de personeelsverteg<strong>en</strong>woordiger gecontacteerd<br />
<strong>en</strong> 1% hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> klacht ingedi<strong>en</strong>d bij de politie.<br />
Gevolg<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />
Voor 54% van de slachtoffers heeft <strong>het</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag ge<strong>en</strong> gevolg<strong>en</strong> gehad in<br />
hun privé- of in hun beroepslev<strong>en</strong>; 19% zijn wantrouwig geword<strong>en</strong>; 16% hebb<strong>en</strong> onslag<br />
gevraagd; 9% mak<strong>en</strong> gewag van psychologische problem<strong>en</strong> <strong>en</strong> 5% hebb<strong>en</strong> problem<strong>en</strong><br />
gehad om promotie te krijg<strong>en</strong>.<br />
51
d) In Zwitserland<br />
Nationaal onderzoek geleid door Véronique Ducret <strong>en</strong> Chloé Fehlmann (1993) 11<br />
Methodologie<br />
Dit onderzoek werd in G<strong>en</strong>ève bij bedrijv<strong>en</strong> uitgevoerd die <strong>en</strong>erzijds <strong>op</strong> basis van hun<br />
bedrijfssector (Bank- / verzekeringswez<strong>en</strong>; Handel; Horeca; Gezondheidszorg; Vervoer /<br />
Communicatie; Metallurgie / Chemie / Bouw; Overheidsdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> / Internationale organisaties;<br />
andere di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>) <strong>en</strong> anderzijds <strong>op</strong> basis van hun grootte (kleine, middelgrote <strong>en</strong> grote<br />
bedrijv<strong>en</strong>) werd<strong>en</strong> uitgekoz<strong>en</strong>.<br />
In totaal hebb<strong>en</strong> 25 bedrijv<strong>en</strong> aan de <strong>en</strong>quête deelg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>: 558 <strong>werk</strong>neemsters, per loting<br />
gekoz<strong>en</strong> uit de personeelslijst<strong>en</strong> die door de directie werd<strong>en</strong> overhandigd, werd<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s<br />
e<strong>en</strong> gesprek tuss<strong>en</strong> november 1990 <strong>en</strong> mei 1991 ondervraagd.<br />
Preval<strong>en</strong>ties van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />
In de afgel<strong>op</strong><strong>en</strong> twee jaar werd<strong>en</strong> 59% van de ondervraagde vrouw<strong>en</strong> minst<strong>en</strong>s één maal<br />
met ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> geconfronteerd. De onderzoekers hebb<strong>en</strong><br />
vastgesteld dat de vrouw<strong>en</strong> moeilijkhed<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag te definiër<strong>en</strong>.<br />
Eerder dan de afgel<strong>op</strong><strong>en</strong> twee jaar hebb<strong>en</strong> 42% van de ondervraagde vrouw<strong>en</strong> minst<strong>en</strong>s<br />
één maal e<strong>en</strong> daad van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag in de lo<strong>op</strong> van hun beroepslev<strong>en</strong> te<br />
verdur<strong>en</strong> gehad. (de onderzoekers acht<strong>en</strong> dit perc<strong>en</strong>tage onderschat).<br />
In de lo<strong>op</strong> van hun beroepslev<strong>en</strong> (incluis de afgel<strong>op</strong><strong>en</strong> twee jaar) werd<strong>en</strong> 72% van de<br />
vrouw<strong>en</strong> met ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag geconfronteerd.<br />
Vorm<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />
De vorm<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag war<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> elkaar wederzijds uitsluit<strong>en</strong>de<br />
categorieën, de vrouw<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> meerdere antwoord<strong>en</strong> <strong>op</strong>gev<strong>en</strong>. In dal<strong>en</strong>de orde noter<strong>en</strong><br />
wij misplaatste <strong>op</strong>merking<strong>en</strong> jeg<strong>en</strong>s vrouw<strong>en</strong> in <strong>het</strong> algeme<strong>en</strong> (35%) <strong>en</strong> jeg<strong>en</strong>s de betrokk<strong>en</strong><br />
vrouw (33%); gedrag waarbij m<strong>en</strong> zich ongemakkelijk voelt (30%); ongeleg<strong>en</strong> of <strong>op</strong>dringerige<br />
voorstell<strong>en</strong> (19%); de aanwezigheid van pornografische voorwerp<strong>en</strong> (16%); ongew<strong>en</strong>ste<br />
fysieke contact<strong>en</strong> (14%); seksuele chantage (2%); <strong>op</strong>gedrong<strong>en</strong> seksuele betrekking<strong>en</strong><br />
(0,7%).<br />
Frequ<strong>en</strong>tie van <strong>het</strong> f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> in de afgel<strong>op</strong><strong>en</strong> twee jaar<br />
87% van de slachtoffers hebb<strong>en</strong> dit gedrag herhaaldelijk verduurd. Van de slachtoffers<br />
hebb<strong>en</strong> 70% gedur<strong>en</strong>de meer dan één jaar ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag vanwege e<strong>en</strong>zelfde<br />
persoon verduurd <strong>en</strong> 16% vermeld<strong>en</strong> gedur<strong>en</strong>de meer dan één jaar dagelijks ongew<strong>en</strong>st<br />
seksueel gedrag. Ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag is e<strong>en</strong> volhard<strong>en</strong>de daad in de tijd <strong>en</strong> heeft<br />
niets te mak<strong>en</strong> heeft met e<strong>en</strong> geïsoleerd feit, e<strong>en</strong> onbeholp<strong>en</strong>heid of e<strong>en</strong> onvoorzi<strong>en</strong>e<br />
teg<strong>en</strong>valler. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> erk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> 71% van de slachtoffers met meer dan één situatie van<br />
ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>en</strong> vanwege verschill<strong>en</strong>de daders geconfronteerd te zijn<br />
geweest.<br />
11 DUCRET V.; FEHLMANN C.; Harcèlem<strong>en</strong>t sexuel. La réalité cachée des femmes au travail;<br />
Uitgegev<strong>en</strong> door <strong>het</strong> Bureau fédéral de l'égalité <strong>en</strong>tre femmes et hommes <strong>en</strong> door <strong>het</strong> Bureau de<br />
l'égalité des droits <strong>en</strong>tre homme et femme; Berne; maart 1993.<br />
52
Risicofactor<strong>en</strong><br />
Bedrijfssector: Het risico lijkt in alle bedrijfstakk<strong>en</strong> aanwezig te zijn: in elke bedrijfstak hebb<strong>en</strong><br />
meer dan 50% van de <strong>werk</strong>neemsters hun beklag over ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />
gemaakt. De sector van de metallurgie, de bouw, de chemie, de drukkerij (69%) ev<strong>en</strong>als de<br />
sector van vervoer <strong>en</strong> communicatie (68%) zijn iets meer getroff<strong>en</strong> dan de andere<br />
bedrijfstakk<strong>en</strong>. De sector van <strong>het</strong> bank- <strong>en</strong> verzekeringswez<strong>en</strong> (52%) <strong>en</strong> de sector van de<br />
gezondheidszorg (53%) lijk<strong>en</strong> minder door ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag getroff<strong>en</strong>.<br />
Het type van de arbeidsovere<strong>en</strong>komst: vrouw<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> arbeidsovere<strong>en</strong>komst van bepaalde<br />
duur zijn in verhouding tot vrouw<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> arbeidsovere<strong>en</strong>komst van onbepaalde duur,<br />
vaker <strong>het</strong> mikpunt van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag (73% teg<strong>en</strong>over 58%);<br />
Leeftijd: Jongere vrouw<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> vaker ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag te verdur<strong>en</strong>, 71% van<br />
de vrouw<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 18 <strong>en</strong> 25 jaar zijn <strong>het</strong> slachtoffer van dergelijk gedrag geweest. Deze<br />
perc<strong>en</strong>tages verminder<strong>en</strong> bij vrouw<strong>en</strong> van 26 tot 35 jaar, van 36 tot 45 jaar <strong>en</strong> van meer dan<br />
45 jaar tot respectievelijk 66%, 57% <strong>en</strong> 49%;<br />
Opleidingsniveau: Vrouw<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> <strong>op</strong>leidingsniveau hoger dan <strong>het</strong> basisonderwijs zijn<br />
meer aan ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag onderhevig dan vrouw<strong>en</strong> die maar tot hun 12 jaar<br />
naar school zijn geweest (60% teg<strong>en</strong>over 42%). Het risico van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />
varieert ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s naar gelang de vrouw<strong>en</strong> al dan niet e<strong>en</strong> beroeps<strong>op</strong>leiding hebb<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />
volg<strong>en</strong> (61% teg<strong>en</strong>over 48%). T<strong>en</strong> slotte mak<strong>en</strong> meer vrouwelijke kaderled<strong>en</strong> gewag van<br />
ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag dan vrouw<strong>en</strong> die ge<strong>en</strong> hiërarchische verantwoordelijkheid<br />
hebb<strong>en</strong> (65% teg<strong>en</strong>over 57%).<br />
Zo zijn vrouw<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> precair beroepsstatuut vaak aan ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />
onderhevig maar dat geldt ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s voor vrouw<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hoge beroepsbekwaamheid <strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> verantwoordelijke positie. A priori lijk<strong>en</strong> deze resultat<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>strijdig. Al zijn alle vrouw<strong>en</strong><br />
blootgesteld zijn aan ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag, hebb<strong>en</strong> de onderzoekers do<strong>en</strong> <strong>op</strong>merk<strong>en</strong><br />
dat naargelang van hun beroepspositie <strong>en</strong> -situatie vrouw<strong>en</strong> aan verschill<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> van<br />
ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag onderworp<strong>en</strong> zijn. Zo zijn maatschappelijk kwetsbare vrouw<strong>en</strong><br />
meer onderhevig aan gedwong<strong>en</strong> fysieke contact<strong>en</strong>, aan to<strong>en</strong>aderingspoging<strong>en</strong> <strong>en</strong> chantage<br />
terwijl geschoolde / gediplomeerde / leidinggev<strong>en</strong>de <strong>werk</strong>neemsters meer hun beklag mak<strong>en</strong><br />
over misplaatste <strong>op</strong>merking<strong>en</strong>.<br />
De daders van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />
In dal<strong>en</strong>de orde zijn de daders van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag collega's (52%);<br />
hiërarchische superieur<strong>en</strong> (22%); person<strong>en</strong> extern aan <strong>het</strong> bedrijf (15%); ondergeschikt<strong>en</strong><br />
(5%).<br />
Hun positie zal ev<strong>en</strong>wel de vorm van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag beïnvloed<strong>en</strong>. Naarmate de<br />
belager e<strong>en</strong> hogere positie bekleedt kan hij zich veroorlov<strong>en</strong> de vrouw<strong>en</strong> dad<strong>en</strong> <strong>op</strong> te<br />
dwing<strong>en</strong> die ernstige gevolg<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>: teg<strong>en</strong>over 5% superieur<strong>en</strong> <strong>en</strong> 2% person<strong>en</strong> extern<br />
aan <strong>het</strong> bedrijf, wordt ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele <strong>werk</strong>nemer vermeld als dader van seksuele chantage, van<br />
gedwong<strong>en</strong> seksuele betrekking<strong>en</strong>, van verkrachting <strong>en</strong> fysiek geweld.<br />
Reacties van de slachtoffers t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />
72% van de vrouw<strong>en</strong> verklar<strong>en</strong> gereageerd te hebb<strong>en</strong>. De meest voorkom<strong>en</strong>de reacties zijn<br />
<strong>het</strong> verbale antwoord (46%); de persoon of <strong>het</strong> gebaar neger<strong>en</strong> (21%) <strong>en</strong> grapjes mak<strong>en</strong> /<br />
spott<strong>en</strong> (18%). Wat betreft de impact van de reacties hebb<strong>en</strong> 23% van de vrouw<strong>en</strong> die<br />
53
hebb<strong>en</strong> gereageerd <strong>het</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag zi<strong>en</strong> st<strong>op</strong>p<strong>en</strong> terwijl 77% ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele<br />
verandering in <strong>het</strong> gedrag van de dader hebb<strong>en</strong> <strong>op</strong>gemerkt.<br />
Met betrekking tot de doelmatigheid van de reacties b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> de auteurs dat 12 "teg<strong>en</strong><br />
ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag bepaalde reacties doeltreff<strong>en</strong>der blijk<strong>en</strong> te zijn dan andere,<br />
zoals e<strong>en</strong> koele <strong>en</strong> afgemet<strong>en</strong> houding teg<strong>en</strong>over de dader, de klacht bij de bevoegde<br />
instanties <strong>en</strong> e<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>aanval in de vorm van e<strong>en</strong> fysieke verdediging, terwijl gekheid,<br />
spott<strong>en</strong> of do<strong>en</strong> alsof "er niets aan de hand was" minder afdo<strong>en</strong>de middel<strong>en</strong> lijk<strong>en</strong> te zijn ".<br />
Van de vrouw<strong>en</strong> die niet hebb<strong>en</strong> gereageerd schrijv<strong>en</strong> meer dan 50% deze afwezigheid van<br />
reactie toe aan <strong>het</strong> feit dat "ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag gebruikelijk is, dat dit gedrag deel<br />
uitmaakt van de betrekking<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong>, dat de mann<strong>en</strong> nu e<strong>en</strong>maal zo<br />
zijn, <strong>en</strong> dat niets h<strong>en</strong> kan verander<strong>en</strong> ".<br />
Gevolg<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />
T<strong>en</strong> gevolge van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag lijd<strong>en</strong> 28% van de slachtoffers aan ernstige<br />
gevolg<strong>en</strong>. De meest vermelde gevolg<strong>en</strong> zijn van psychologische aard.<br />
e) Het Eur<strong>op</strong>ese landschap<br />
Eur<strong>op</strong>ese onderzoek<strong>en</strong> over de arbeidsomstandighed<strong>en</strong> geleid door de Eur<strong>op</strong>ese<br />
Stichting tot verbetering van de lev<strong>en</strong>s- <strong>en</strong> arbeidsomstandighed<strong>en</strong> (1996 et 2000) 13<br />
Methodologie<br />
In 1996 voerde de Eur<strong>op</strong>ese Stichting tot verbetering van de lev<strong>en</strong>s- <strong>en</strong><br />
arbeidsomstandighed<strong>en</strong> haar tweede <strong>en</strong>quête betreff<strong>en</strong>de de arbeidsomstandighed<strong>en</strong> uit. In<br />
dit kader werd e<strong>en</strong> repres<strong>en</strong>tatieve steekproef van <strong>werk</strong>nemers sam<strong>en</strong>gesteld: 15 800<br />
<strong>werk</strong>nemers werd<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> persoonlijk gesprek over onderwerp<strong>en</strong> met betrekking tot<br />
hun <strong>werk</strong>omstandighed<strong>en</strong> ondervraagd.<br />
In 2000 werd bij 21 500 Eur<strong>op</strong>ese <strong>werk</strong>nemers e<strong>en</strong> derde <strong>en</strong>quête uitgevoerd: 1 500<br />
<strong>werk</strong>nemers per lidstaat behalve in Luxemburg waar 500 <strong>werk</strong>nemers werd<strong>en</strong> ondervraagd.<br />
Preval<strong>en</strong>tie<br />
Uit de resultat<strong>en</strong> van de tweede <strong>en</strong>quête blijkt dat in de twaalf maand<strong>en</strong> voorafgaand aan de<br />
<strong>en</strong>quête 4% van de <strong>werk</strong>nemers bewer<strong>en</strong> <strong>het</strong> mikpunt te zijn geweest van fysiek geweld, 8%<br />
van intimidatie <strong>en</strong> bullying <strong>en</strong> 2% van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag. Het geslacht wordt als<br />
e<strong>en</strong> factor beschouwd die <strong>het</strong> risico van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag verhoogt. 4 vrouw<strong>en</strong> <strong>op</strong><br />
de 100 teg<strong>en</strong>over 1 man <strong>op</strong> de 100 acht<strong>en</strong> <strong>het</strong> slachtoffer van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag te<br />
zijn.<br />
Uit de derde <strong>en</strong>quête blijkt dat geweld, <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> intimidatie f<strong>en</strong>om<strong>en</strong><strong>en</strong> zijn die nog<br />
steeds <strong>op</strong> de <strong>werk</strong>plek aanwezig zijn. 4 tot 15% van de <strong>werk</strong>nemers hebb<strong>en</strong> namelijk erk<strong>en</strong>d<br />
12 DUCRET V. et FEHLMANN C.; Harcèlem<strong>en</strong>t sexuel. La réalité cachée des femmes au travail;<br />
Uitgegev<strong>en</strong> door <strong>het</strong> Bureau fédéral de l'égalité <strong>en</strong>tre femmes et hommes <strong>en</strong> door <strong>het</strong> Bureau de<br />
l'égalité des droits <strong>en</strong>tre homme et femme; Berne; maart (1993: 52).<br />
13 http://www.eurofound.ie/working/surveys.htm.<br />
54
<strong>het</strong> mikpunt van intimidatie te zijn geweest. Deze afwijking<strong>en</strong> vloei<strong>en</strong> vermoedelijk voort uit<br />
de verschill<strong>en</strong>de houding<strong>en</strong> in de verschill<strong>en</strong>de land<strong>en</strong> t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van deze problem<strong>en</strong>. De<br />
auteurs van <strong>het</strong> onderzoek zijn van m<strong>en</strong>ing dat in bepaalde land<strong>en</strong> deze cijfers in verhouding<br />
tot de realiteit onderschat zijn<br />
Met betrekking tot de omvang van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag vermeld<strong>en</strong> 2% van de<br />
<strong>werk</strong>nemers, naar <strong>het</strong> voorbeeld van de resultat<strong>en</strong> van 1996, door dit f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> getroff<strong>en</strong> te<br />
word<strong>en</strong>.<br />
Verdeling van de gevall<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />
De resultat<strong>en</strong> van de tweede <strong>en</strong>quête wijz<strong>en</strong> uit dat de meeste gevall<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st<br />
seksueel gedrag in dal<strong>en</strong>de orde <strong>op</strong>tred<strong>en</strong> in de horecasector (6% van de <strong>werk</strong>nemers); bij<br />
de <strong>werk</strong>neemsters (4%); bij de bedi<strong>en</strong>d<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> precaire arbeidssituatie (3% van de<br />
<strong>werk</strong>nemers met e<strong>en</strong> arbeidsovere<strong>en</strong>komst van bepaalde duur <strong>en</strong> uitz<strong>en</strong>dkracht<strong>en</strong>).<br />
Gevolg<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>op</strong> <strong>het</strong> abs<strong>en</strong>teïsme<br />
De tweede <strong>en</strong>quête wijst uit dat van de slachtoffers van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag 31% in<br />
de 12 maand<strong>en</strong> voorafgaand aan de <strong>en</strong>quête afwezig zijn geweest <strong>op</strong> hun <strong>werk</strong>.<br />
Onderzoek<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong>de de omvang van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>op</strong> de<br />
Eur<strong>op</strong>ese universiteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> hogeschol<strong>en</strong><br />
In 1998 gaf The National Unions of Stud<strong>en</strong>ts in Eur<strong>op</strong>e – e<strong>en</strong> organisatie die werd <strong>op</strong>gericht<br />
ter bevordering van de culturele, educatieve, sociale <strong>en</strong> economische belang<strong>en</strong> van<br />
stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>op</strong> Eur<strong>op</strong>ees niveau – e<strong>en</strong> gids 14 uit waarin e<strong>en</strong> overzicht wordt <strong>op</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> van<br />
de onderzoek<strong>en</strong> die in Eur<strong>op</strong>ese universiteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> hogeschol<strong>en</strong> over <strong>het</strong> thema van<br />
ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag werd<strong>en</strong> uitgevoerd. Weg<strong>en</strong>s de moeizame<br />
gegev<strong>en</strong>sverzameling bevat deze gids niet de onderzoeksresultat<strong>en</strong> die door Zuid- of Oost-<br />
Eur<strong>op</strong>ese universiteit<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> uitgevoerd. De belangrijkste onderzoeksresultat<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
hierna weergegev<strong>en</strong>:<br />
14 The National Unions of Stud<strong>en</strong>ts in Eur<strong>op</strong>e; Research and Results on Sexual Harassm<strong>en</strong>t and<br />
Viol<strong>en</strong>ce at Eur<strong>op</strong>ean Institutions of Higher Education; uitgegev<strong>en</strong> door ESIB-The National Unions<br />
of Stud<strong>en</strong>ts in Eur<strong>op</strong>e; 1998.<br />
55
Tabel 2. De omvang van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />
in Eur<strong>op</strong>ese universiteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> hogeschol<strong>en</strong>.<br />
Onderzoek Steekproef Meting Resultat<strong>en</strong><br />
Finland<br />
Mankkin<strong>en</strong> 15 (1995)<br />
Finland<br />
Sinkkon<strong>en</strong> (1997) (Vermeld<br />
door The National Unions of<br />
Stud<strong>en</strong>ts<br />
In Eur<strong>op</strong>e)<br />
Duitsland<br />
Frau<strong>en</strong>Druck (1992)<br />
(Vermeld door The National<br />
Unions of Stud<strong>en</strong>ts<br />
In Eur<strong>op</strong>e)<br />
Duitsland<br />
Frau<strong>en</strong>beauftragte der<br />
Frei<strong>en</strong> Universität Berlin<br />
(1992) (Vermeld door The<br />
National Unions of Stud<strong>en</strong>ts<br />
In Eur<strong>op</strong>e)<br />
740 person<strong>en</strong> van de<br />
academische <strong>en</strong> nietacademische<br />
personeelsled<strong>en</strong> van de<br />
universiteit van Helsinki<br />
hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst<br />
ingevuld <strong>en</strong> teruggestuurd (de<br />
universiteitsstud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> werd<strong>en</strong><br />
ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s ondervraagd maar<br />
de resultat<strong>en</strong> word<strong>en</strong> hier<br />
ev<strong>en</strong>wel niet vermeld).<br />
668 personeelsled<strong>en</strong> van de<br />
universiteit van Ku<strong>op</strong>io<br />
hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst<br />
ingevuld <strong>en</strong> teruggestuurd<br />
41 personeelsled<strong>en</strong> van de<br />
Fachhochschule for<br />
economics van Berlijn (FHW)<br />
waaronder 18 led<strong>en</strong> van <strong>het</strong><br />
academisch personeel<br />
(waarvan 7 vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 11<br />
mann<strong>en</strong>) <strong>en</strong> 23 led<strong>en</strong> van <strong>het</strong><br />
administratief <strong>en</strong> technische<br />
personeel (waarvan 16<br />
vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 7 mann<strong>en</strong>)<br />
hebb<strong>en</strong> <strong>op</strong> e<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst<br />
geantwoord. Afhankelijk van<br />
<strong>het</strong> geslacht werd e<strong>en</strong><br />
verschill<strong>en</strong>de vrag<strong>en</strong>lijst<br />
gestuurd, de meeste vrag<strong>en</strong><br />
war<strong>en</strong> <strong>op</strong><strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>.<br />
272 vrouw<strong>en</strong> (waarvan 171<br />
vrouw<strong>en</strong> te<strong>werk</strong>gesteld door<br />
de FU-Berlin <strong>en</strong> 101<br />
stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong>) hebb<strong>en</strong> <strong>op</strong> e<strong>en</strong><br />
vrag<strong>en</strong>lijst per postz<strong>en</strong>ding<br />
geantwoord.<br />
Definitie van ongew<strong>en</strong>st<br />
seksueel gedrag ontle<strong>en</strong>d aan<br />
<strong>het</strong> onderzoek van Varsa<br />
(1993):<br />
"Het is e<strong>en</strong> seksuele, fysieke,<br />
verbale of geschrev<strong>en</strong><br />
belangstelling - <strong>het</strong> is<br />
ongew<strong>en</strong>st <strong>en</strong> unilateraal - <strong>het</strong><br />
veroorzaakt vaak e<strong>en</strong> directe of<br />
indirecte druk of schept e<strong>en</strong><br />
onaang<strong>en</strong>ame <strong>werk</strong>sfeer - <strong>het</strong><br />
veroorzaakt negatieve gevolg<strong>en</strong><br />
of dreigt negatieve gevolg<strong>en</strong> te<br />
hebb<strong>en</strong> voor de persoon die <strong>het</strong><br />
mikpunt van ongew<strong>en</strong>st<br />
seksueel gedrag is geweest "<br />
Ge<strong>en</strong> informatie betreff<strong>en</strong>de de<br />
definitie <strong>en</strong> de<br />
<strong>op</strong>erationalisering van<br />
ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag.<br />
Afwezigheid van informatie over<br />
de meting <strong>en</strong> de definitie van<br />
ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag.<br />
Afwezigheid van informatie over<br />
de definitie <strong>en</strong> <strong>het</strong><br />
meetinstrum<strong>en</strong>t van ongew<strong>en</strong>st<br />
seksueel gedrag.<br />
56<br />
Preval<strong>en</strong>tie tijd<strong>en</strong>s de<br />
beroepscarrière:<br />
11%<br />
Preval<strong>en</strong>tie in de afgel<strong>op</strong><strong>en</strong> twee<br />
jaar: 7% waarvan 78% vrouw<strong>en</strong><br />
Preval<strong>en</strong>tie in de afgel<strong>op</strong><strong>en</strong> twee<br />
jaar: 34%<br />
E<strong>en</strong> preval<strong>en</strong>tie van 9,7% bij de<br />
vrouw<strong>en</strong> (of 4 vrouw<strong>en</strong> waarvan 1<br />
vrouwelijke doc<strong>en</strong>t <strong>en</strong> 3 vrouw<strong>en</strong><br />
van <strong>het</strong> administratief <strong>en</strong><br />
technische personeel).<br />
Preval<strong>en</strong>tie van 34,85%<br />
(stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
<strong>werk</strong>neemsters<br />
sam<strong>en</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>).<br />
Bij de <strong>werk</strong>neemsters war<strong>en</strong><br />
de daders hun superieur<br />
(29,2%); collega's van<br />
e<strong>en</strong>zelfde hiërarchisch<br />
niveau (36,5%); collega's<br />
van e<strong>en</strong> lager hiërarchisch<br />
niveau (4,1%) <strong>en</strong><br />
assist<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (2,7%). Fysieke<br />
to<strong>en</strong>aderingspoging<strong>en</strong><br />
(aanraking <strong>en</strong> omhelzing)<br />
zijn vaker <strong>het</strong> toedo<strong>en</strong> van<br />
daders van e<strong>en</strong> hoger<br />
hiërarchisch niveau.<br />
15 MANKKINEN T.; Le harcèlem<strong>en</strong>t sexuel sur le lieu de travail dans l'Union Eur<strong>op</strong>é<strong>en</strong>ne; Eur<strong>op</strong>ese<br />
Commissie: Directoraat-g<strong>en</strong>eraal Werkgeleg<strong>en</strong>heid, industriële betrekking<strong>en</strong> <strong>en</strong> sociale zak<strong>en</strong>;<br />
Bureau voor officiële publicaties der Eur<strong>op</strong>ese Geme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>; (1999: 75-76).
Duitsland<br />
Frau<strong>en</strong>beauftragte der<br />
Frei<strong>en</strong> Universität Berlin<br />
(1992) (Vermeld door The<br />
National Unions of Stud<strong>en</strong>ts<br />
In Eur<strong>op</strong>e)<br />
Ver<strong>en</strong>igd Koninkrijk<br />
Ledwith and Weaver (1996)<br />
(Vermeld door The National<br />
Unions of Stud<strong>en</strong>ts In<br />
Eur<strong>op</strong>e)<br />
Zwed<strong>en</strong><br />
Adriansson (1993) (Vermeld<br />
door The National Unions of<br />
Stud<strong>en</strong>ts In Eur<strong>op</strong>e <strong>en</strong> door<br />
Hagman 16 )<br />
E<strong>en</strong> anonieme vrag<strong>en</strong>lijst<br />
werd aan alle<br />
personeelsled<strong>en</strong> van de<br />
Oxford Brookes University<br />
gestuurd die sinds 6<br />
maand<strong>en</strong> of langer <strong>op</strong> basis<br />
van e<strong>en</strong><br />
arbeidsovere<strong>en</strong>komst van<br />
bepaalde duur werd<strong>en</strong><br />
te<strong>werk</strong>gesteld: 609 person<strong>en</strong><br />
hebb<strong>en</strong> de vrag<strong>en</strong>lijst<br />
beantwoord.<br />
E<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst werd aan alle<br />
<strong>werk</strong>nemers van de<br />
universiteit van Göteborg<br />
gestuurd: 2174 vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
1715 mann<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> er<strong>op</strong><br />
geantwoord.<br />
Afwezigheid van informatie over<br />
de definitie <strong>en</strong> <strong>het</strong><br />
meetinstrum<strong>en</strong>t van ongew<strong>en</strong>st<br />
seksueel gedrag.<br />
Definitie van ongew<strong>en</strong>st<br />
seksueel gedrag ontle<strong>en</strong>d aan<br />
<strong>het</strong> verslag van FRID-A:<br />
"Ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />
<strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> bestaat uit elke<br />
vorm van ongew<strong>en</strong>st gedrag<br />
van seksuele aard dat zich uit<br />
in woord<strong>en</strong> of handeling<strong>en</strong>, <strong>op</strong><br />
<strong>het</strong> <strong>werk</strong> of in e<strong>en</strong> situatie<br />
extern aan <strong>het</strong> huidige <strong>werk</strong> of<br />
in verband met e<strong>en</strong> sollicitatie,<br />
met <strong>het</strong> gevolg dat e<strong>en</strong> vrouw<br />
zich vernederd, onder druk of<br />
getroff<strong>en</strong> voelt".<br />
Daders<br />
57<br />
Negatieve gevolg<strong>en</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong><br />
<strong>werk</strong>klimaat, <strong>het</strong> persoonlijke<br />
welzijn, <strong>op</strong> de gezondheid<br />
<strong>en</strong> de psychische toestand.<br />
34% van de <strong>werk</strong>nemers<br />
hebb<strong>en</strong> verklaard <strong>het</strong><br />
mikpunt van ongew<strong>en</strong>st<br />
seksueel gedrag te zijn<br />
geweest, 18% hebb<strong>en</strong><br />
aanhoud<strong>en</strong>d ongew<strong>en</strong>st<br />
seksueel gedrag verduurd,<br />
geschat <strong>op</strong> meer dan drie<br />
maal;<br />
11% van de <strong>werk</strong>nemers<br />
acht<strong>en</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> og<strong>en</strong>blik van<br />
de <strong>en</strong>quête <strong>het</strong> slachtoffer<br />
van ongew<strong>en</strong>st seksueel<br />
gedrag te zijn.<br />
Oververteg<strong>en</strong>woordiging van<br />
de mann<strong>en</strong> onder de daders<br />
van bullying <strong>en</strong> <strong>pesterij<strong>en</strong></strong>.<br />
Meestal hebb<strong>en</strong> de daders<br />
e<strong>en</strong> hogere hiërarchische<br />
positie dan hun slachtoffers.<br />
De slachtoffers vermeld<strong>en</strong><br />
ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s ongew<strong>en</strong>st<br />
seksueel gedrag vanwege<br />
stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.<br />
2 soort<strong>en</strong> gevolg<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
<strong>op</strong>gemerkt: gevolg<strong>en</strong> <strong>op</strong> de<br />
gezondheid; vermijding van<br />
de situaties waar ongew<strong>en</strong>st<br />
seksueel gedrag kan<br />
<strong>op</strong>tred<strong>en</strong>.<br />
Preval<strong>en</strong>tie van 15% bij de<br />
vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 4% bij de mann<strong>en</strong>.<br />
Oververteg<strong>en</strong>woordiging van de<br />
mann<strong>en</strong> (90%)<br />
Beroepsstatuut van de belager:<br />
verschill<strong>en</strong>d beroep dan dat van<br />
<strong>het</strong> slachtoffer (33%); <strong>werk</strong>gever<br />
of superieur (32%); collega's<br />
(28%); stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (7%);<br />
studiedirecteurs (10%).<br />
16 HAGMAN N.; Le harcèlem<strong>en</strong>t sexuel sur le lieu de travail dans l'Union Eur<strong>op</strong>é<strong>en</strong>ne; Eur<strong>op</strong>ese<br />
Commissie: Directoraat-g<strong>en</strong>eraal Werkgeleg<strong>en</strong>heid, industriële betrekking<strong>en</strong> <strong>en</strong> sociale zak<strong>en</strong>;<br />
Bureau voor officiële publicaties der Eur<strong>op</strong>ese Geme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>; (1999: 120-122).
Zwed<strong>en</strong><br />
Adriansson (1993) (Vermeld<br />
door The National Unions of<br />
Stud<strong>en</strong>ts In Eur<strong>op</strong>e <strong>en</strong> door<br />
Hagman<br />
58<br />
Risicofactor<strong>en</strong> Leeftijd: hoewel alle<br />
leeftijd<strong>en</strong> verteg<strong>en</strong>woordigd<br />
zijn is de leeftijdsgroep van<br />
vrouw<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 25-34 jaar<br />
oververteg<strong>en</strong>woordigd (40%<br />
van de vrouw<strong>en</strong>.<br />
Burgerlijke staat er wordt<br />
ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele sam<strong>en</strong>hang<br />
vastgesteld tuss<strong>en</strong> de<br />
burgerlijke staat van <strong>het</strong><br />
slachtoffer <strong>en</strong> <strong>het</strong> ongew<strong>en</strong>st<br />
seksueel gedrag.<br />
Beroepsstatuut: de<br />
slachtoffers war<strong>en</strong> vaak<br />
vrouw<strong>en</strong> in directiefuncties,<br />
onderzoekers of stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
van de 3e cyclus. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong><br />
war<strong>en</strong> zij meestal <strong>werk</strong>zaam<br />
in e<strong>en</strong> overheers<strong>en</strong>d<br />
mannelijk milieu.<br />
f) Conclusie<br />
De voorgestelde onderzoek<strong>en</strong> <strong>en</strong> peiling<strong>en</strong> zijn niet uitputt<strong>en</strong>d. Overig<strong>en</strong>s kan in sommige<br />
gevall<strong>en</strong> de afwezigheid word<strong>en</strong> betreurd van informatie met betrekking tot de meting <strong>en</strong> de<br />
definitie van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag. Insgelijks, wanneer m<strong>en</strong> iemand vraagt of hij/zij, of<br />
iemand die hij/zij k<strong>en</strong>t, <strong>het</strong> slachtoffer van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> is<br />
geweest (zoals dat werd gevraagd in de peiling uitgevoerd door <strong>het</strong> Institut Français<br />
d'Opinion Publique in 1999) leidt deze vraag tot de bevatting van ongew<strong>en</strong>st seksueel<br />
gedrag vanuit e<strong>en</strong> ruimer gezichtpunt dan wanneer m<strong>en</strong> iemand vraagt of hij/zij tijd<strong>en</strong>s meer<br />
dan één jaar dagelijks <strong>het</strong> mikpunt van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag is geweest (zoals dat <strong>het</strong><br />
geval was voor de Zwitserse nationale <strong>en</strong>quête van 1993). Overig<strong>en</strong>s, terwijl bepaalde<br />
<strong>en</strong>quêtes e<strong>en</strong> nationale strekking hadd<strong>en</strong> beperkt<strong>en</strong> sommige <strong>en</strong>quêtes zich tot bepaalde<br />
bedrijfssector<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> slotte ondervroeg<strong>en</strong> bepaalde <strong>en</strong>quêtes <strong>en</strong>kel vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> bied<strong>en</strong> dus<br />
ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele aanwijzing betreff<strong>en</strong>de <strong>het</strong> perc<strong>en</strong>tage van mann<strong>en</strong> dat met ongew<strong>en</strong>st<br />
seksueel gedrag wordt geconfronteerd. De volg<strong>en</strong>de vaststelling<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wel word<strong>en</strong><br />
gemaakt:<br />
Ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag verteg<strong>en</strong>woordigt e<strong>en</strong> reëel risico voor de vrouw<strong>en</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong>,<br />
<strong>het</strong> geslacht is namelijk e<strong>en</strong> risicofactor die ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag in de hand <strong>werk</strong>t. De<br />
sectorale <strong>en</strong>quêtes buit<strong>en</strong> beschouwing gelat<strong>en</strong>, strekt de preval<strong>en</strong>tie van ongew<strong>en</strong>st<br />
seksueel gedrag zich met betrekking tot de vrouw<strong>en</strong>, van 4% (tweede Eur<strong>op</strong>ese <strong>en</strong>quête<br />
uitgevoerd in 1996 door de Eur<strong>op</strong>ese Stichting tot verbetering van de lev<strong>en</strong>s- <strong>en</strong><br />
arbeidsomstandighed<strong>en</strong>) tot 80% (nationaal onderzoek in Luxemburg in 1995). Dergelijke<br />
afwijking<strong>en</strong> vloei<strong>en</strong> voort uit <strong>het</strong> feit dat de tweede <strong>en</strong>quête van de Eur<strong>op</strong>ese Stichting tot<br />
verbetering van de lev<strong>en</strong>s- <strong>en</strong> arbeidsomstandighed<strong>en</strong> betrekking had <strong>op</strong> de situatie van de<br />
<strong>werk</strong>neemsters in de lo<strong>op</strong> van de 12 maand<strong>en</strong> voorafgaand aan de <strong>en</strong>quête terwijl de<br />
resultat<strong>en</strong> van <strong>het</strong> Luxemburgs onderzoek niet beperkt war<strong>en</strong> in de tijd <strong>en</strong> <strong>het</strong> perc<strong>en</strong>tage<br />
van vrouw<strong>en</strong> betrof die minst<strong>en</strong>s één maal <strong>het</strong> mikpunt van <strong>en</strong>ige vorm van ongew<strong>en</strong>st<br />
seksueel gedrag war<strong>en</strong> geweest. Overig<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> afhankelijk van de land<strong>en</strong> ongetwijfeld<br />
verschill<strong>en</strong>de houding<strong>en</strong> t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van dit probleem aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. De sectorale <strong>en</strong>quêtes<br />
buit<strong>en</strong> beschouwing gelat<strong>en</strong>, strekt de preval<strong>en</strong>tie van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag zich met<br />
betrekking tot de mann<strong>en</strong>, van 1% (tweede <strong>en</strong>quête van de Eur<strong>op</strong>ese Stichting tot<br />
verbetering van de lev<strong>en</strong>s- <strong>en</strong> arbeidsomstandighed<strong>en</strong> in 1996) tot 12% (Waalse resultat<strong>en</strong><br />
van <strong>het</strong> Belgische nationaal onderzoek uitgevoerd in 1984).
Hoewel ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>op</strong> alle beroepsniveaus <strong>en</strong> alle leeftijdscategorieën e<strong>en</strong><br />
risico voorstelt wijst de Belgische nationale <strong>en</strong>quête van 1984 uit dat ongehuwde <strong>en</strong><br />
alle<strong>en</strong>staande vrouw<strong>en</strong> (weduw<strong>en</strong> <strong>en</strong> gescheid<strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong>) er vaker door word<strong>en</strong> getroff<strong>en</strong>.<br />
Uit de Luxemburgse nationale <strong>en</strong>quête van 1995 blijkt dat gescheid<strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> of vrouw<strong>en</strong><br />
die ongehuwd met hun partner sam<strong>en</strong>lev<strong>en</strong>, kwetsbaarder zijn dan ongehuwde vrouw<strong>en</strong>,<br />
gehuwde vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> weduw<strong>en</strong>. Overig<strong>en</strong>s di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adrukt dat de Zweedse<br />
sectorale <strong>en</strong>quête van 1993 uitgevoerd bij universitair personeel ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele sam<strong>en</strong>hang<br />
heeft kunn<strong>en</strong> vaststell<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de burgerlijke staat van <strong>het</strong> slachtoffer <strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>st<br />
seksueel gedrag.<br />
Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> treft ongew<strong>en</strong>st seksueel gedag eerder vrouw<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> precaire<br />
arbeidsovere<strong>en</strong>komst zoals onder meer wordt uitgewez<strong>en</strong> door <strong>het</strong> Zwitsers nationaal<br />
onderzoek van 1993 <strong>en</strong> de tweede Eur<strong>op</strong>ese <strong>en</strong>quête van 1996 van de Eur<strong>op</strong>ese Stichting<br />
tot verbetering van de lev<strong>en</strong>s- <strong>en</strong> arbeidsomstandighed<strong>en</strong>. Wat betreft <strong>het</strong> <strong>op</strong>leidingsniveau<br />
van de slachtoffers blijkt uit de Zwitserse nationale <strong>en</strong>quête van 1993 <strong>en</strong> <strong>het</strong> Luxemburgs<br />
nationaal onderzoek van 1995 dat vrouw<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> middelbareschooldiploma meer aan<br />
ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag zijn blootgesteld dan vrouw<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> lager <strong>op</strong>leidingsniveau.<br />
Vrouw<strong>en</strong> in verantwoordelijke functies mak<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s hun beklag over ongew<strong>en</strong>st<br />
seksueel gedrag (resultat<strong>en</strong> van de Zwitserse nationale <strong>en</strong>quête van 1993 <strong>en</strong> de Zweedse<br />
sectorale <strong>en</strong>quête van 1993). Zij zijn ev<strong>en</strong>wel aan minder ernstige vorm<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st<br />
seksueel gedrag blootgesteld.<br />
Met betrekking tot de dader van <strong>het</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag zijn de mann<strong>en</strong><br />
oververteg<strong>en</strong>woordigd. Meestal hebb<strong>en</strong> de daders e<strong>en</strong> hogere hiërarchische positie dan<br />
(hiërarchische superieur) of e<strong>en</strong> id<strong>en</strong>tieke hiërarchische positie als (collega) <strong>het</strong> slachtoffer.<br />
De onderzoek<strong>en</strong> wijz<strong>en</strong> herhaaldelijk uit – de Belgische nationale <strong>en</strong>quête van 1984, <strong>het</strong><br />
Zwitsers nationaal onderzoek van 1993 <strong>en</strong> de Duitse sectorale <strong>en</strong>quête van 1992 aan de FU-<br />
Berlin – dat de positie van de dader van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag de ernst van <strong>het</strong> gedrag<br />
beïnvloedt. Naarmate m<strong>en</strong> de hiërarchische ladder beklimt, verhoogt ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s de ernst van<br />
<strong>het</strong> gedrag.<br />
Ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag lijkt in talrijke bedrijfstakk<strong>en</strong> aanwezig te zijn. Bepaalde<br />
sector<strong>en</strong> verteg<strong>en</strong>woordig<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wel e<strong>en</strong> groter risico, te wet<strong>en</strong> de handel <strong>en</strong> de<br />
ambachtnijverheid, de industriële sector <strong>en</strong> de ziek<strong>en</strong>huissector <strong>en</strong>erzijds, zoals blijkt uit de<br />
Franse nationale peiling van 1991, <strong>en</strong> anderzijds de sector van de metallurgie, de bouw, de<br />
chemie, de drukkerij ev<strong>en</strong>als de sector van vervoer <strong>en</strong> communicatie (de sector van de<br />
gezondheidszorg is minder getroff<strong>en</strong>) zoals blijkt uit de Zwitserse nationale <strong>en</strong>quête van<br />
1993. T<strong>en</strong> slotte wijst <strong>het</strong> Luxemburgs nationaal onderzoek uit dat de horecasector <strong>het</strong><br />
meest door ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag wordt getroff<strong>en</strong>.<br />
De gevolg<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag do<strong>en</strong> zich geld<strong>en</strong> <strong>op</strong> beroepsniveau<br />
(verslechtering van de kwaliteit van <strong>het</strong> <strong>werk</strong>, demotivatie, ontslag, uitsluiting van promotie<br />
<strong>en</strong> loonsverhoging, dreiging<strong>en</strong> of effectief ontslag, <strong>en</strong>z.) <strong>en</strong> psychologisch niveau (stress,<br />
angst, prikkelbaarheid, druk, depressie, wantrouw<strong>en</strong> ). Abs<strong>en</strong>teïsme wordt ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s<br />
vermeld.<br />
59
2.2.2. Noord-Amerika<br />
a) In de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong><br />
Onderzoek aan de universiteit van Purdue geleid door Elizabeth Grauerholz<br />
(1989) 17<br />
Methodologie<br />
In 1989 werd<strong>en</strong> per postz<strong>en</strong>ding aan de 340 vrouw<strong>en</strong> van <strong>het</strong> doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>korps van de<br />
universiteit van Purdue vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> gestuurd. Onder <strong>het</strong> totaal aantal doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> telde m<strong>en</strong><br />
19% vrouw<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> merkt e<strong>en</strong> bijzonder hoge respons rate <strong>op</strong> (62%).<br />
De vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> omvatt<strong>en</strong> twee algem<strong>en</strong>e vrag<strong>en</strong>: de eerste vraag bestond eruit te wet<strong>en</strong> of<br />
deze vrouw<strong>en</strong> in <strong>het</strong> academisch milieu e<strong>en</strong> slachtoffer k<strong>en</strong>d<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel<br />
gedrag <strong>en</strong> in de tweede vraag di<strong>en</strong>de de respond<strong>en</strong>t te vermeld<strong>en</strong> of zij tijd<strong>en</strong>s haar <strong>werk</strong><br />
aan de universiteit persoonlijk <strong>het</strong> slachtoffer van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag was geweest.<br />
Preval<strong>en</strong>tie<br />
van alle respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> 36% toegegev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> personeelslid van de universiteit te<br />
k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> of andere vorm van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag heeft meegemaakt. E<strong>en</strong><br />
respond<strong>en</strong>t <strong>op</strong> de vier vermeldt tijd<strong>en</strong>s haar carrière aan de universiteit <strong>het</strong> mikpunt van<br />
ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag te zijn geweest.<br />
Risicofactor<strong>en</strong><br />
Leeftijd. De resultat<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> de ervaring<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag niet met e<strong>en</strong><br />
bijzondere leeftijdsgroep van vrouwelijke doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in verband kunn<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Zo was de<br />
leeftijdswaaier van de vrouw<strong>en</strong> die wel <strong>het</strong> slachtoffer van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag zijn<br />
geweest vergelijkbaar met die van de vrouw<strong>en</strong> die niet <strong>het</strong> slachtoffer van ongew<strong>en</strong>st<br />
seksueel gedrag zijn geweest.<br />
Anciënniteit. Met betrekking tot <strong>het</strong> gemiddeld aantal jar<strong>en</strong> anciënniteit heeft de auteur ge<strong>en</strong><br />
verschill<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> vaststell<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de slachtoffers <strong>en</strong> de niet-slachtoffers. Van de vrouw<strong>en</strong><br />
die <strong>het</strong> slachtoffer van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag zijn geweest <strong>werk</strong>t<strong>en</strong> meer dan 50%<br />
sinds maximaal 4 jaar aan de universiteit wat e<strong>en</strong> grotere kwetsbaarheid doet vermoed<strong>en</strong> bij<br />
jongere vrouw<strong>en</strong>. Van de vrouw<strong>en</strong> die ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag hebb<strong>en</strong><br />
meegemaakt hadd<strong>en</strong> 50% echter e<strong>en</strong> anciënniteit van maximaal 5 jaar.<br />
Het type van de arbeidsovere<strong>en</strong>komst. Doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> voltijdse arbeidsovere<strong>en</strong>komst zijn<br />
minder onderhevig aan ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag. Zo word<strong>en</strong> onder de slachtoffers<br />
slechts 3,7% met e<strong>en</strong> voltijdse arbeidsovere<strong>en</strong>komst geteld.<br />
Werkomgeving. De slachtoffers zijn zeld<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> overheers<strong>en</strong>d vrouwelijk departem<strong>en</strong>t<br />
<strong>werk</strong>zaam terwijl de vrouw<strong>en</strong> niet-slachtoffers vaker in e<strong>en</strong> overheers<strong>en</strong>de vrouwelijke<br />
omgeving zijn te<strong>werk</strong>gesteld. Het betreft hier om één van de belangrijkste ontdekking<strong>en</strong> van<br />
dit onderzoek.<br />
17 GRAUERHOLZ E.; Sexual Harassm<strong>en</strong>t in the Academy: The case of Wom<strong>en</strong> Professors in<br />
Sexual Harassm<strong>en</strong>t in the Workplace ; Uitgegev<strong>en</strong> door Margaret S. Stockdale; Wom<strong>en</strong> and Work<br />
Vol. 5; (1996: 29-50).<br />
60
Vorm<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>en</strong> de daders ervan<br />
Ongeacht zij al dan niet slachtoffer zijn, hebb<strong>en</strong> alle vrouw<strong>en</strong> vermeld e<strong>en</strong> breed waaier van<br />
gedraging<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong> die, hoewel zij niet altijd als ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />
kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bestempeld, als ongepaste gedraging<strong>en</strong> van seksuele aard moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
beschouwd. De daders van dergelijke gedraging<strong>en</strong> behor<strong>en</strong> tot alle hiërarchische niveaus.<br />
Op basis van e<strong>en</strong> lijst van 10 gedraging<strong>en</strong> (seksistische <strong>op</strong>merking<strong>en</strong>; overdrev<strong>en</strong><br />
belangstelling; <strong>op</strong>merking<strong>en</strong> van seksuele aard; lichamelijke taal; geschrift<strong>en</strong> met e<strong>en</strong><br />
seksuele connotatie; fysieke to<strong>en</strong>aderingspoging<strong>en</strong>; expliciete seksuele voorstell<strong>en</strong>;<br />
seksuele corruptie; verkrachting; andere gedraging<strong>en</strong>). Onder de meest voorkom<strong>en</strong>de<br />
gedraging<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> in dal<strong>en</strong>de orde word<strong>en</strong> vermeld, seksistische <strong>op</strong>merking<strong>en</strong>,<br />
overdrev<strong>en</strong> belangstelling, <strong>op</strong>merking<strong>en</strong> van seksuele aard <strong>en</strong> lichamelijke taal.<br />
Elk van de gedraging<strong>en</strong> werd zowel gepleegd door hiërarchische superieur<strong>en</strong>, collega's <strong>en</strong><br />
stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Naargelang van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> war<strong>en</strong> de <strong>op</strong>merking<strong>en</strong> van seksuele aard<br />
ev<strong>en</strong>wel eerder <strong>het</strong> toedo<strong>en</strong> van superieur<strong>en</strong> dan van collega's. Seksistische <strong>op</strong>merking<strong>en</strong>,<br />
<strong>op</strong>merking<strong>en</strong> van seksuele aard, <strong>en</strong> fysieke to<strong>en</strong>aderingspoging<strong>en</strong> word<strong>en</strong> eerder aan<br />
superieur<strong>en</strong> <strong>en</strong> collega's dan aan stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> toegeschrev<strong>en</strong>. Wat de stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> betreft zij zijn<br />
eerder dan de andere categorieën, verantwoordelijk voor geschrift<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> seksuele<br />
connotatie. Meestal kom<strong>en</strong> deze geschrift<strong>en</strong> voor <strong>op</strong> anonieme evaluatieformulier<strong>en</strong> wat de<br />
dader van de geschrift<strong>en</strong> beschermt.<br />
De daders van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag war<strong>en</strong> voor <strong>het</strong> mer<strong>en</strong>deel van de gevall<strong>en</strong> van<br />
<strong>het</strong> mannelijk geslacht (van de daders zijn 93% hiërarchische superieur<strong>en</strong>, 90% collega's <strong>en</strong><br />
82% stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> behor<strong>en</strong> tot <strong>het</strong> mannelijk geslacht).<br />
Perceptie van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />
Het verdi<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong> <strong>op</strong>gemerkt dat met betrekking tot de perceptie van ongew<strong>en</strong>st<br />
seksueel gedrag, deze perceptie niet verschilt naargelang van de positie van de dader maar<br />
echter wel in functie van <strong>het</strong> <strong>op</strong>dringerig <strong>en</strong> ondubbelzinnig karakter van <strong>het</strong> gedrag. Hoe<br />
<strong>op</strong>dringeriger <strong>het</strong> gedrag is hoe ondubbelzinniger <strong>het</strong> is <strong>en</strong> hoe meer <strong>het</strong> als ongew<strong>en</strong>st<br />
seksueel gedrag wordt herk<strong>en</strong>d.<br />
61
Onderzoek in de uitz<strong>en</strong>dsector geleid door Jackie Krasas Rogers <strong>en</strong> Kevin.<br />
D.H<strong>en</strong>son (1997) 18<br />
In hun onderzoek hebb<strong>en</strong> Jackie Krasas Rogers <strong>en</strong> Kevin. D.H<strong>en</strong>son de gevolg<strong>en</strong> bevat die<br />
<strong>het</strong> f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> van de groei van de uitz<strong>en</strong>dsector in de afgel<strong>op</strong><strong>en</strong> jar<strong>en</strong> <strong>op</strong> de <strong>werk</strong>organisatie<br />
heeft gehad.<br />
Methodologie<br />
Dit onderzoek steunt <strong>op</strong> de resultat<strong>en</strong> afkomstig van twee <strong>en</strong>quêtes: de eerste werd van<br />
1990 tot 1991 in Chicago <strong>en</strong> de tweede van 1993 tot 1994 in Los-Angeles uitgevoerd. In<br />
totaal werd<strong>en</strong> 68 diepgaande interviews afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, 35 in Chicago <strong>en</strong> 33 in Los Angeles.<br />
Onder deze 68 person<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> 66% vrouw<strong>en</strong> geteld. De respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> war<strong>en</strong> voor <strong>het</strong><br />
mer<strong>en</strong>deel uitz<strong>en</strong>dkracht<strong>en</strong>. In deze studies werd <strong>het</strong> thema van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />
niet in de interviewgids<strong>en</strong> <strong>op</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Sam<strong>en</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in vrijwel<br />
40 uitz<strong>en</strong>dbureaus ge<strong>werk</strong>t over e<strong>en</strong> periode gaande van <strong>en</strong>kele maand<strong>en</strong> tot meer dan 10<br />
jaar. De onderzoeksp<strong>op</strong>ulatie bestond uit e<strong>en</strong> veelzijdige groep sam<strong>en</strong>gesteld uit zwart-<br />
Amerikan<strong>en</strong>, Latijns-Amerikan<strong>en</strong>, Aziatisch-Amerikan<strong>en</strong> <strong>en</strong> blanke mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong><br />
tuss<strong>en</strong> 20 <strong>en</strong> 60 jaar.<br />
Preval<strong>en</strong>tie<br />
De bedoeling van dit onderzoek was niet gegev<strong>en</strong>s te verzamel<strong>en</strong> over de omvang van<br />
ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag in de uitz<strong>en</strong>dsector maar eerder de organisatie <strong>en</strong> de gevolg<strong>en</strong><br />
van de groei van de uitz<strong>en</strong>dsector te bevatt<strong>en</strong>. De onderzoekers hebb<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wel<br />
vastgesteld dat 40% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, zonder erom te word<strong>en</strong> gevraagd, spontaan<br />
hebb<strong>en</strong> verklaard <strong>het</strong> slachtoffer van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag te zijn. Het di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong><br />
b<strong>en</strong>adrukt dat e<strong>en</strong> meer directe vraag ongetwijfeld e<strong>en</strong> omvangrijker perc<strong>en</strong>tage van<br />
ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag aan <strong>het</strong> licht zou hebb<strong>en</strong> gebracht.<br />
Zo heeft de vraag "Met wie <strong>werk</strong>t u <strong>en</strong> wat is de aard van deze <strong>werk</strong>relatie?" talrijke<br />
discussies over ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>op</strong> gang gebracht. In de conclusies van hun<br />
onderzoeksverslag b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> de auteurs dat 19 "Het <strong>werk</strong> van uitz<strong>en</strong>dbureaus e<strong>en</strong> vorm<br />
van arbeid is die e<strong>en</strong> hoge feminisering vertoont <strong>en</strong> ge<strong>en</strong> grote bevoegdheid heeft. Het<br />
precaire beroepsstatuut, de depersonalisatie van de uitz<strong>en</strong>dkracht<strong>en</strong> <strong>werk</strong>t e<strong>en</strong> omgeving in<br />
de hand waarin <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> zoals ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag plausibel zijn.(...) Veel<br />
<strong>werk</strong>nemers duld<strong>en</strong> <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> of andere misbruik<strong>en</strong> eerder dan hun mogelijkhed<strong>en</strong> voor<br />
toekomstige <strong>op</strong>dracht<strong>en</strong> of inkomst<strong>en</strong> via <strong>het</strong> uitz<strong>en</strong>dbureau in <strong>het</strong> gedrang te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>."<br />
De onderzoekers zijn ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s van m<strong>en</strong>ing dat de uitz<strong>en</strong>dsector, met e<strong>en</strong> uitermate hoge<br />
feminisering <strong>en</strong> seksualisering, e<strong>en</strong> omgeving schept die ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />
stimuleert <strong>en</strong> tolereert. Naar <strong>het</strong> voorbeeld van talrijke <strong>werk</strong>nemers in de di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>sector,<br />
word<strong>en</strong> uitz<strong>en</strong>dkracht<strong>en</strong> geacht voortdur<strong>en</strong>d <strong>op</strong>gewekt te zijn. Het uitz<strong>en</strong>dbureau moedigt<br />
h<strong>en</strong> aan zich als g<strong>en</strong>odigd<strong>en</strong> te beschouw<strong>en</strong> die hun gastheer niet mog<strong>en</strong> beledig<strong>en</strong>. Deze<br />
metamorfose van de g<strong>en</strong>odigde versterkt de passiviteit <strong>en</strong> maakt dat elke klacht van de<br />
uitz<strong>en</strong>dkracht<strong>en</strong> over hun <strong>werk</strong> ongepast is. Kritiek <strong>op</strong> <strong>werk</strong> is ongeoorloofd.<br />
18 KRASAS ROGERS J.; HENSON K.D.;"Hey, why don't you wear a shorter skirt?" Structural<br />
Vulnerability and the Organization of Sexual Harassm<strong>en</strong>t in Temporary Clerical Employm<strong>en</strong>t in<br />
G<strong>en</strong>der and Society, April (1997: 215-237).<br />
19 KRASAS ROGERS J.; HENSON K.D.;"Hey, why don't you wear a shorter skirt?" Structural<br />
Vulnerability and the Organization of Sexual Harassm<strong>en</strong>t in Temporary Clerical Employm<strong>en</strong>t in<br />
G<strong>en</strong>der and Society, April (1997: 233-234).<br />
62
Onderzoek in <strong>het</strong> juridische milieu geleid door Irène Padavic <strong>en</strong> James D. Orcutt<br />
(1997) 20<br />
Methodologie<br />
De gegev<strong>en</strong>s betreff<strong>en</strong>de de advocat<strong>en</strong> <strong>en</strong> rechters zijn afkomstig van twee <strong>en</strong>quêtes die in<br />
1988 door e<strong>en</strong> zelfstandig onderzoeksbureau werd<strong>en</strong> uitgevoerd.<br />
Wat de advocat<strong>en</strong> van Florida betreft, werd aan 1500 willekeurig gekoz<strong>en</strong> advocat<strong>en</strong>, 750<br />
mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> 750 vrouw<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst overhandigd. De respons rate bedroeg 46,8%. 702<br />
advocat<strong>en</strong>, waarvan 414 vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 288 mann<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> namelijk hun vrag<strong>en</strong>lijst<br />
teruggestuurd. Wat de rechters betreft hebb<strong>en</strong> 648 rechters (waarvan 67 vrouw<strong>en</strong>) e<strong>en</strong><br />
vrag<strong>en</strong>lijst ontvang<strong>en</strong>. 366 vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> teruggestuurd wat e<strong>en</strong> respons rate van<br />
56,5% voorstelt. In dit geval war<strong>en</strong> de respons rates bij de mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> de vrouw<strong>en</strong><br />
vergelijkbaar, te wet<strong>en</strong> 59,7% van de vrouw<strong>en</strong> (aantal=40) ev<strong>en</strong>als 56,1% van de mann<strong>en</strong><br />
(aantal=326) hebb<strong>en</strong> hun vrag<strong>en</strong>lijst teruggestuurd.<br />
De vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> bevatt<strong>en</strong> items met betrekking tot dad<strong>en</strong> <strong>en</strong> woord<strong>en</strong>. Voor elk van deze<br />
items werd aan de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gevraagd met welke frequ<strong>en</strong>tie mannelijke <strong>en</strong> vrouwelijke<br />
rechters <strong>en</strong> advocat<strong>en</strong> zich aan dergelijk gedrag schuldig maakt<strong>en</strong>.<br />
Vorm<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />
Uit de gegev<strong>en</strong>s van de <strong>en</strong>quête werd<strong>en</strong> twee vorm<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />
vastgesteld:<br />
"g<strong>en</strong>der typing" bestaat uit minder ernstig gedrag zoals: <strong>op</strong>merking<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong>de <strong>het</strong><br />
persoonlijk voorkom<strong>en</strong> van de vrouw<strong>en</strong>, blijk gev<strong>en</strong> van familiariteit, veronderstell<strong>en</strong> dat<br />
e<strong>en</strong> vrouw ge<strong>en</strong> advocate is;<br />
"g<strong>en</strong>der dominance" bestaat uit ernstiger gedrag zoals verneder<strong>en</strong>de grapp<strong>en</strong> of<br />
<strong>op</strong>merking<strong>en</strong> over vrouw<strong>en</strong>, verbale of fysieke seksuele to<strong>en</strong>aderingspoging<strong>en</strong>.<br />
De vrouwelijke respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> war<strong>en</strong> zich van de twee vorm<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel<br />
gedrag meer bewust dan de mannelijke respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. In de meeste gevall<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> twee<br />
maal zoveel vrouwelijke respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in verhouding tot de mann<strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel<br />
gedrag ondervond<strong>en</strong>.<br />
Anderzijds mak<strong>en</strong> de mannelijke advocat<strong>en</strong> zich vaker dan de mannelijke rechters schuldig<br />
aan ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag.<br />
T<strong>en</strong> slotte vermeldt de meerderheid van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (met één uitzondering) "g<strong>en</strong>der<br />
typing" te hebb<strong>en</strong> <strong>op</strong>gemerkt. E<strong>en</strong> minderheid van vrouw<strong>en</strong> vermeldt gedraging<strong>en</strong> van<br />
"g<strong>en</strong>der dominance" te hebb<strong>en</strong> <strong>op</strong>gemerkt. De vrouw<strong>en</strong> verklar<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wel dat de mannelijke<br />
advocat<strong>en</strong> zich vaak overgev<strong>en</strong> aan verneder<strong>en</strong>de grapp<strong>en</strong> of <strong>op</strong>merking<strong>en</strong> over vrouw<strong>en</strong>.<br />
20 PADAVIC I.; ORCUTT J.; Perceptions of Sexual Harassm<strong>en</strong>t in the Florida Legal System. A<br />
comparison of Dominance and Spillover Explanations in G<strong>en</strong>der and Society; Vol. 11 N°<br />
5;Oktober (1997: 682-698).<br />
63
Risicofactor<strong>en</strong><br />
Geslacht: In <strong>het</strong> juridische kader lijkt <strong>het</strong> minder waarschijnlijk dat mann<strong>en</strong> in verhouding tot<br />
de vrouw<strong>en</strong> gedraging<strong>en</strong> van "g<strong>en</strong>der typing" ondervind<strong>en</strong>;<br />
Leeftijd: Gedraging<strong>en</strong> van "g<strong>en</strong>der typing" verminder<strong>en</strong> naarmate de leeftijd stijgt, zowel bij<br />
de mannelijke rechters als bij de mannelijke advocat<strong>en</strong>;<br />
Hiërarchische positie: in teg<strong>en</strong>stelling tot de andere groep<strong>en</strong> van respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
onderscheid<strong>en</strong> de jonge vrouwelijke rechters zich <strong>op</strong>merkelijk doordat zij de mannelijke<br />
rechters als daders van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag zi<strong>en</strong>.<br />
Onderzoek bij <strong>het</strong> ministerie van Def<strong>en</strong>sie, geleid door Lisa D. Bastian <strong>en</strong> Anita R.<br />
Lancaster <strong>en</strong> Heidi E. Reyst (1996) 21<br />
Methodologie<br />
In maart 1994 gaf de ondersecretaris van Def<strong>en</strong>sie de <strong>op</strong>dracht tot de <strong>op</strong>stelling van e<strong>en</strong><br />
specifiek politiek actieplan betreff<strong>en</strong>de ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag. Dit plan bevatte onder<br />
meer de uitvoering van twee <strong>en</strong>quêtes over ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag bij <strong>het</strong> ministerie<br />
van Def<strong>en</strong>sie. Deze <strong>en</strong>quêtes werd<strong>en</strong> van 15 februari tot 18 september 1995 uitgevoerd.<br />
De eerste <strong>en</strong>quête beoogde de incid<strong>en</strong>tie te vergelijk<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />
tuss<strong>en</strong> 1988 <strong>en</strong> 1995; deze eerste <strong>en</strong>quête werd naar 30.000 <strong>werk</strong>nemers van <strong>het</strong> ministerie<br />
van def<strong>en</strong>sie gestuurd. Van de 30.000 person<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> 13.600 person<strong>en</strong> geantwoord (of<br />
e<strong>en</strong> respons rate van 46%).<br />
De doelstelling<strong>en</strong> van de tweede <strong>en</strong>quête bestond<strong>en</strong> erin <strong>en</strong>erzijds de preval<strong>en</strong>tie, de<br />
context <strong>en</strong> de omstandighed<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag te bepal<strong>en</strong> <strong>en</strong> anderzijds de<br />
doelmatigheid van de klacht<strong>en</strong>procedure <strong>en</strong> van de geboekte vooruitgang in de prev<strong>en</strong>tie <strong>en</strong><br />
bestrijding van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag te beoordel<strong>en</strong>. Voor deze tweede <strong>en</strong>quête werd<br />
aan 50.000 <strong>werk</strong>nemers van <strong>het</strong> ministerie van Def<strong>en</strong>sie e<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst gestuurd waarvan<br />
28.300 werd<strong>en</strong> ingevuld (of e<strong>en</strong> respons rate van 56%).<br />
Ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele persoon heeft meer dan één vrag<strong>en</strong>lijst ontvang<strong>en</strong>.<br />
Verlo<strong>op</strong> van de preval<strong>en</strong>tie van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />
In 1988 heeft 22% van <strong>het</strong> militaire personeel (64% van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 17% van de mann<strong>en</strong>)<br />
in <strong>het</strong> jaar voorafgaand aan de <strong>en</strong>quête één of meerdere feit<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel<br />
gedrag <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> gemeld. In 1995 lijkt ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag in omvang te<br />
verminder<strong>en</strong>: 19% van <strong>het</strong> personeel (55% van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 14% van de mann<strong>en</strong>)<br />
erk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> in <strong>het</strong> jaar voorafgaand aan de <strong>en</strong>quête <strong>het</strong> mikpunt van één of meerdere feit<strong>en</strong><br />
ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag te zijn geweest.<br />
Beoordeling van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />
Zo verklar<strong>en</strong> in 1995 <strong>op</strong> basis van e<strong>en</strong> lijst van 10 items (formulier A), 55% van de vrouw<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> 14% van de mann<strong>en</strong>, <strong>het</strong> mikpunt van één of meerdere feit<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel<br />
gedrag te zijn geweest.<br />
21 http://www.def<strong>en</strong>selink.mil/news/fact_sheets/sxhas95.html.<br />
64
Overig<strong>en</strong>s hebb<strong>en</strong> de onderzoekers <strong>het</strong> waarnemingsveld van <strong>het</strong> onderzoek w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> te<br />
verruim<strong>en</strong> tot ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag dat zich buit<strong>en</strong> de <strong>werk</strong>context kan voordo<strong>en</strong>. T<strong>en</strong><br />
eerste hebb<strong>en</strong> zij aan de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gevraagd - <strong>op</strong> basis van e<strong>en</strong> lijst van 25 items,<br />
formulier B g<strong>en</strong>oemd - of zij <strong>het</strong> mikpunt zijn geweest van één of meerdere feit<strong>en</strong> van<br />
ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag zowel binn<strong>en</strong> de <strong>werk</strong>context als erbuit<strong>en</strong>. Uit de resultat<strong>en</strong> blijkt<br />
dat 78% van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 38% van de mann<strong>en</strong> één of meerdere van de vermelde<br />
gedraging<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> meegemaakt. T<strong>en</strong> tweede hebb<strong>en</strong> de onderzoekers de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
gevraagd of zij deze gedraging<strong>en</strong> als ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag beschouwd<strong>en</strong>. In dit<br />
<strong>op</strong>zicht di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong> <strong>op</strong>gemerkt dat hoewel 78% van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 38% van de mann<strong>en</strong><br />
één of meerdere van dergelijke gedraging<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> meegemaakt, <strong>en</strong>kel 52% van de<br />
vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 9% van de mann<strong>en</strong> dergelijke gedraging<strong>en</strong> als ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />
aanduid<strong>en</strong>.<br />
Risicofactor<strong>en</strong><br />
Geslacht. In verhouding tot de mann<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> de vrouw<strong>en</strong> e<strong>en</strong> <strong>op</strong>merkelijk hoger<br />
perc<strong>en</strong>tage van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag gemeld;<br />
Hiërarchische positie. Onder <strong>het</strong> militaire personeel lijk<strong>en</strong> de jonge "gewone soldat<strong>en</strong>" meer<br />
dan de oudere "gewone soldat<strong>en</strong>" of de officier<strong>en</strong> <strong>het</strong> mikpunt van ongew<strong>en</strong>st seksueel<br />
gedrag te zijn. Van de jonge "gewone soldat<strong>en</strong>" hebb<strong>en</strong> 49% één of meerdere gevall<strong>en</strong><br />
gemeld, teg<strong>en</strong>over 40% bij de oudere "gewone soldat<strong>en</strong>" <strong>en</strong> 39% bij de officier<strong>en</strong>.<br />
Etnische afkomst. Mann<strong>en</strong> van <strong>het</strong> zwarte ras verton<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ietwat hogere incid<strong>en</strong>tie dan<br />
blanke mann<strong>en</strong> (43% teg<strong>en</strong>over 36%). Er werd echter ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel <strong>op</strong>merkelijk verschil<br />
tuss<strong>en</strong> zwarte <strong>en</strong> blanke vrouw<strong>en</strong> vastgesteld (76% teg<strong>en</strong>over 78%).<br />
Daders<br />
De daders die door de vrouwelijke <strong>en</strong> mannelijke slachtoffers <strong>het</strong> meest word<strong>en</strong> vermeld zijn<br />
collega's (44% van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 52% van de mann<strong>en</strong> duid<strong>en</strong> hun collega's als de dader<br />
aan), <strong>het</strong> militaire personeel met e<strong>en</strong> hogere rang dan <strong>het</strong> slachtoffer (43% van de vrouw<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> 21% van de mann<strong>en</strong>) <strong>en</strong> andere militair<strong>en</strong> (24% van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 22% van de<br />
mann<strong>en</strong>). De daders word<strong>en</strong> zeld<strong>en</strong> onder <strong>het</strong> burgerpersoneel aangewez<strong>en</strong>. Bijvoorbeeld<br />
slecht 6% van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 7% van de mann<strong>en</strong> vermeld<strong>en</strong> door burgercollega's te zijn<br />
lastiggevall<strong>en</strong>.<br />
Context van <strong>het</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />
De meeste feit<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag do<strong>en</strong> zich voor in de militaire instelling<strong>en</strong><br />
(88% van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 76% van de mann<strong>en</strong> meld<strong>en</strong> dit), <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> (74% van de<br />
vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 68% van de mann<strong>en</strong>) <strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de <strong>werk</strong>ur<strong>en</strong> (77% van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 68% van<br />
de mann<strong>en</strong>).<br />
Reacties van de slachtoffers<br />
Ongeveer 24% van de person<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> onaang<strong>en</strong>ame situatie hebb<strong>en</strong> beleefd hebb<strong>en</strong> dit<br />
k<strong>en</strong>baar gemaakt (40% van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 17% van de mann<strong>en</strong>).<br />
Meestal hebb<strong>en</strong> zij dit aan hun directe hiërarchische superieur gemeld (26% van de vrouw<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> 11% van de mann<strong>en</strong>); aan e<strong>en</strong> persoon die deel uitmaakt van de hiërarchie (21% van de<br />
vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 8% van de mann<strong>en</strong>) <strong>en</strong> aan de superieur van de belager (18% van de vrouw<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> 8% van de mann<strong>en</strong>).<br />
65
Acties die door de organisaties word<strong>en</strong> ondernom<strong>en</strong> om aan de klacht<strong>en</strong> van de slachtoffers<br />
tegemoet te kom<strong>en</strong><br />
De dader werd naar de red<strong>en</strong> van zijn gedrag gevraagd (vermeld door 50% van de<br />
vrouwelijke slachtoffers <strong>en</strong> 22% van de mannelijke slachtoffers);<br />
De dader kreeg advies (20% van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 10% van de mann<strong>en</strong>);<br />
De klacht werd onderzocht (14% van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 4% van de mann<strong>en</strong>);<br />
Ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele actie werd ondernom<strong>en</strong> (15% van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 39% van de mann<strong>en</strong>);<br />
De klacht werd niet serieus g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> (23% van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 16% van de mann<strong>en</strong>);<br />
10% van de slachtoffers hebb<strong>en</strong> verduidelijkt niet te wet<strong>en</strong> welke actie werd<br />
ondernom<strong>en</strong>.<br />
G<strong>en</strong>oegdo<strong>en</strong>ing van de slachtoffers t<strong>en</strong> gevolge van hun klacht<br />
Van de slachtoffers die <strong>het</strong> feit van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag hebb<strong>en</strong> aangegev<strong>en</strong> zijn één<br />
derde tevred<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> ander derde zijn niet tevred<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet ontevred<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> slotte zijn 35%<br />
van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 33% van de mann<strong>en</strong> niet tevred<strong>en</strong> met de algem<strong>en</strong>e aanpak van de<br />
klacht.<br />
Waarom hebb<strong>en</strong> bepaalde slachtoffers niet geklaagd?<br />
Op deze vraag beantwoord<strong>en</strong> de vrouw<strong>en</strong> in de eerste plaats dat zij dit probleem zelf<br />
w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>op</strong> te loss<strong>en</strong> (54% van de vrouw<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>over 47% van de mann<strong>en</strong>). In de eerste<br />
plaats acht<strong>en</strong> de mann<strong>en</strong> deze zaak niet belangrijk (51% van de mann<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>over 35% van<br />
de vrouw<strong>en</strong>). 20% van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 10% van de mann<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> niet geklaagd omdat zij<br />
me<strong>en</strong>d<strong>en</strong> dat ge<strong>en</strong> actie zou word<strong>en</strong> ondernom<strong>en</strong>.<br />
Met betrekking tot de negatieve gevolg<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de resultat<strong>en</strong> vastgesteld: 25%<br />
van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 13% van de mann<strong>en</strong> war<strong>en</strong> van m<strong>en</strong>ing dat <strong>het</strong> voorval meld<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
onaang<strong>en</strong>ame <strong>werk</strong>situatie kon schepp<strong>en</strong>. 17% van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 8% van de mann<strong>en</strong><br />
me<strong>en</strong>d<strong>en</strong> dat indi<strong>en</strong> zij klaagd<strong>en</strong> zij als onruststokers zoud<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bestempeld. T<strong>en</strong> slotte<br />
w<strong>en</strong>st<strong>en</strong> 13% van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 10% van de mann<strong>en</strong> hun belager niet te "kwets<strong>en</strong>".<br />
Opleiding over ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>en</strong> beoordeling van de doelmatigheid ervan<br />
79% van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 85% van de mann<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> verklaard over ongew<strong>en</strong>st seksueel<br />
gedrag e<strong>en</strong> <strong>op</strong>leiding te hebb<strong>en</strong> g<strong>en</strong>ot<strong>en</strong>. De onderzoekers w<strong>en</strong>st<strong>en</strong> te wet<strong>en</strong> of deze<br />
<strong>op</strong>leiding heeft bijgedrag<strong>en</strong> tot de vermindering <strong>en</strong> de prev<strong>en</strong>tie van ongew<strong>en</strong>st seksueel<br />
gedrag: 54% van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 65% van de mann<strong>en</strong> beoordel<strong>en</strong> de invloed van de<br />
<strong>op</strong>leiding als "matig tot bijzonder doelmatig", 35% van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 27% van de mann<strong>en</strong><br />
beoordel<strong>en</strong> de invloed van de <strong>op</strong>leiding als "gering" terwijl 12% van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 8% van<br />
de mann<strong>en</strong> de <strong>op</strong>leiding niet doelmatig acht<strong>en</strong>.<br />
66
) In Canada<br />
Nationaal onderzoek geleid door Statistique Canada (1993)<br />
In 1993 heeft Statistique Canada bij 12.000 vrouw<strong>en</strong> e<strong>en</strong> onderzoek uitgevoerd.<br />
Preval<strong>en</strong>tie<br />
Ondanks de afwezigheid van informatie met betrekking tot de gebruikte methodologie<br />
verklaart de Groupe d'aide et d'information sur le harcèlem<strong>en</strong>t sexuel au travail de la<br />
province de Québec, <strong>en</strong> vernoemt hierbij de resultat<strong>en</strong> van <strong>het</strong> onderzoek 22 : "6% van de<br />
vrouw<strong>en</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> hebb<strong>en</strong> in de lo<strong>op</strong> van de 12 maand<strong>en</strong> voorafgaand aan <strong>het</strong> onderzoek<br />
minst<strong>en</strong>s één voorval meegemaakt waarbij ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag betrokk<strong>en</strong> was (…)<br />
Vrijwel 25% van de ondervraagde vrouw<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> één of andere vorm van ongew<strong>en</strong>st<br />
seksueel gedrag <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> verduurd, voorvall<strong>en</strong> waarbij meestal <strong>op</strong>merking<strong>en</strong> over hun<br />
fysiek voorkom<strong>en</strong> of hun seksueel lev<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> gemaakt. Overig<strong>en</strong>s werd<strong>en</strong> zowat 23%<br />
minst<strong>en</strong>s één maal in hun lev<strong>en</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> gepest. Vele vrouw<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de<br />
vorm<strong>en</strong> van pestgedrag verduurd, gaande van misplaatste <strong>op</strong>merking<strong>en</strong> tot dreiging<strong>en</strong> met<br />
ontslag, t<strong>en</strong> gevolge van e<strong>en</strong> weigering seksuele gunst<strong>en</strong> toe te staan ".<br />
Risicofactor<strong>en</strong><br />
De meest voorkom<strong>en</strong>de mikpunt<strong>en</strong> zijn jonge <strong>en</strong> ongehuwde vrouw<strong>en</strong>: 10% van de vrouw<strong>en</strong><br />
van minder dan 25 jaar hebb<strong>en</strong> erk<strong>en</strong>d gepest te zijn geweest <strong>en</strong> 9% van deze vrouw<strong>en</strong><br />
war<strong>en</strong> ongehuwd.<br />
Daders van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />
55% van de gemelde voorvall<strong>en</strong> betroff<strong>en</strong> e<strong>en</strong> collega van <strong>het</strong> <strong>werk</strong>. 39% van de voorvall<strong>en</strong><br />
betroff<strong>en</strong> e<strong>en</strong> persoon met e<strong>en</strong> hoger hiërarchische positie dan <strong>het</strong> slachtoffer.<br />
Onderzoek aan de universiteit van Sherbrooke geleid door Marie-Jules Bergeron<br />
<strong>en</strong> Katie Deschamps (1996) 23<br />
Methodologie<br />
In 1996 hebb<strong>en</strong> Marie-Jules Bergeron <strong>en</strong> Katie Deschamps, stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in psychologie aan de<br />
universiteit van Sherbrooke, in sam<strong>en</strong><strong>werk</strong>ing met <strong>het</strong> C<strong>en</strong>tre de prév<strong>en</strong>tion et d'interv<strong>en</strong>tion<br />
<strong>en</strong> matière de harcèlem<strong>en</strong>t sexuel e<strong>en</strong> onderzoek betreff<strong>en</strong>de ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />
uitgevoerd.<br />
E<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst werd naar 1600 person<strong>en</strong> gestuurd die aan de universiteit van Sherbrooke<br />
studer<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>werk</strong><strong>en</strong>. 649 stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (58% vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 42% mann<strong>en</strong>) hebb<strong>en</strong> de vrag<strong>en</strong>lijst<br />
beantwoord. Van de personeelsled<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> 198 person<strong>en</strong> de vrag<strong>en</strong>lijst beantwoord.<br />
Onder deze 198 personeelsled<strong>en</strong> tell<strong>en</strong> wij 60% vrouw<strong>en</strong> (120 vrouw<strong>en</strong>) <strong>en</strong> 40% mann<strong>en</strong> (78<br />
mann<strong>en</strong>). De laatstg<strong>en</strong>oemde onderzoeksp<strong>op</strong>ulatie behoort tot de volg<strong>en</strong>de categorieën:<br />
22 Peiling vermeld door de Groupe d'aide et d'information sur le harcèlem<strong>en</strong>t sexuel au travail de la<br />
province de Quebec ; ça fait pas partie d'la job! Guide d'action contre le harcèlem<strong>en</strong>t sexuel au<br />
travail; Editions de la Pleine Lune; Quebec, (1996: 40-41).<br />
23 http://www.usherb.qc.ca/harcelem<strong>en</strong>t/savoirplus/sondage.html.<br />
67
doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (32%); lesverantwoordelijk<strong>en</strong> (12%); ondersteun<strong>en</strong>d personeel (29,5%);<br />
vakm<strong>en</strong>s<strong>en</strong> (18%); kaderled<strong>en</strong> (8,5%).<br />
Preval<strong>en</strong>tie<br />
Hoewel de afwezigheid van informatie betreff<strong>en</strong>de de definitie van ongew<strong>en</strong>st seksueel<br />
gedrag te betreur<strong>en</strong> valt wijz<strong>en</strong> de resultat<strong>en</strong> uit dat in <strong>het</strong> jaar voorafgaand aan <strong>het</strong><br />
onderzoek, 8% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> personeelsled<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>) zich<br />
slachtoffer van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag acht<strong>en</strong>; 20% zijn er getuige van; 45% zijn<br />
tegelijkertijd getuige <strong>en</strong> slachtoffer <strong>en</strong> t<strong>en</strong> slotte, 27% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn noch <strong>het</strong> <strong>en</strong>e<br />
noch <strong>het</strong> andere.<br />
73% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn dus slachtoffer of getuige van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />
geweest.<br />
Risicofactor<strong>en</strong><br />
De vrouw<strong>en</strong> l<strong>op</strong><strong>en</strong> e<strong>en</strong> groter risico. Bij de vrouwelijke respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> telt m<strong>en</strong> namelijk 10%<br />
slachtoffers (teg<strong>en</strong>over 5% bij de mannelijke respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>) <strong>en</strong> 49% getuig<strong>en</strong> / slachtoffers<br />
(teg<strong>en</strong>over 37% bij de mannelijke respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>).<br />
Onderzoek aan de universiteit van Ottawa geleid door Andrée Daviau <strong>en</strong> Diane<br />
Roller (1999) 24<br />
Methodologie<br />
In 1999 hebb<strong>en</strong> 1026 personeelsled<strong>en</strong> van de universiteit van Ottawa e<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst<br />
ingevuld met betrekking tot hun persoonlijke ervaring teg<strong>en</strong>over de verschill<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> van<br />
pestgedrag. Van deze 1026 personeelsled<strong>en</strong> zijn <strong>en</strong>erzijds 62% vrouw<strong>en</strong> (636 vrouw<strong>en</strong>) <strong>en</strong><br />
38% mann<strong>en</strong> (390 mann<strong>en</strong>) <strong>en</strong> anderzijds behor<strong>en</strong> 59,1% tot <strong>het</strong> ondersteun<strong>en</strong>d personeel<br />
<strong>en</strong> 33,5% tot <strong>het</strong> academisch personeel.<br />
Omvang van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />
8,3% van de personeelsled<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> gemeld tijd<strong>en</strong>s hun <strong>werk</strong> aan de universiteit van<br />
Ottawa of in de universitaire context ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag te hebb<strong>en</strong> ondergaan.<br />
Meer vrouw<strong>en</strong> dan mann<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> ondergaan, dat<br />
is <strong>het</strong> geval voor 9,7% van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 5,9% van de mann<strong>en</strong>. In de afgel<strong>op</strong><strong>en</strong> 12<br />
maand<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> 3,0% van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 1,8% van de mann<strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel<br />
gedrag ondergaan.<br />
Risicofactor<strong>en</strong><br />
Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> lijkt ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag meer voor te kom<strong>en</strong> bij de led<strong>en</strong> van <strong>het</strong><br />
onderwijz<strong>en</strong>d personeel (10,2%) dan bij de led<strong>en</strong> van <strong>het</strong> ondersteun<strong>en</strong>d personeel (7,4%).<br />
In deze arbeidscategorieën word<strong>en</strong> meer vrouw<strong>en</strong> dan mann<strong>en</strong> met ongew<strong>en</strong>st seksueel<br />
gedrag geconfronteerd.<br />
24 http://www.uottawa.ca/services/sex-har/survey99.htm.<br />
68
Daders van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag naargelang <strong>het</strong> geslacht <strong>en</strong> <strong>het</strong> beroep van de<br />
slachtoffers<br />
Volg<strong>en</strong>s de vrouw<strong>en</strong> is de dader in 93,5% van de gevall<strong>en</strong> e<strong>en</strong> man. De mann<strong>en</strong> vermeld<strong>en</strong><br />
in 65,2% van de gevall<strong>en</strong> de vrouw<strong>en</strong> als de dader. Mannelijke doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> in 68,4%<br />
van de gevall<strong>en</strong> de stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> verantwoordelijk terwijl de vrouwelijke doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in 62,0% van<br />
de gevall<strong>en</strong> hun collega's als de bron van <strong>het</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag aanduid<strong>en</strong>. Het<br />
ondersteun<strong>en</strong>d personeel wijst in dal<strong>en</strong>de orde de dader onder <strong>het</strong> doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>korps, <strong>het</strong><br />
directiepersoneel <strong>en</strong> de collega's aan.<br />
Gevolg<strong>en</strong><br />
De helft van de slachtoffers zijn van m<strong>en</strong>ing dat ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag hun <strong>werk</strong><br />
effectief aantast. Zij vermeld<strong>en</strong> conc<strong>en</strong>tratieproblem<strong>en</strong> (10,6%), stress (9,4%) <strong>en</strong><br />
abs<strong>en</strong>teïsme (7,1%). Voor de vrouw<strong>en</strong> komt hierbij nog de intimidatie (8,1%) terwijl de<br />
mann<strong>en</strong> hun activiteit <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> beperk<strong>en</strong> (12,0%).<br />
Klacht<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />
Ondanks de nefaste gevolg<strong>en</strong> van <strong>het</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>op</strong> <strong>het</strong> slachtoffer, di<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
slechts 9,4% van de slachtoffers bij de universiteitsdirectie e<strong>en</strong> klacht in. Meer mann<strong>en</strong> dan<br />
vrouw<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> gekoz<strong>en</strong> e<strong>en</strong> klacht neer te legg<strong>en</strong>. (12,0% van de mann<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>over 8,1%<br />
van de vrouw<strong>en</strong>). De slachtoffers nem<strong>en</strong> meestal e<strong>en</strong> naaste (68,2%) of collega's (50,6%) in<br />
vertrouw<strong>en</strong>.<br />
Red<strong>en</strong><strong>en</strong> van <strong>het</strong> zwijg<strong>en</strong><br />
Om hun afwezigheid van reactie te rechtvaardig<strong>en</strong> voer<strong>en</strong> zowel de mann<strong>en</strong> als de vrouw<strong>en</strong><br />
de volg<strong>en</strong>de red<strong>en</strong><strong>en</strong> aan: de situatie lijkt h<strong>en</strong> niet ernstig g<strong>en</strong>oeg; zij verkiez<strong>en</strong> de situatie<br />
zelf <strong>op</strong> te loss<strong>en</strong>; zij vrez<strong>en</strong> voor de reactie van hun omgeving.<br />
Andere vorm<strong>en</strong> van pestgedrag<br />
Tijd<strong>en</strong>s deze peiling werd<strong>en</strong> andere vorm<strong>en</strong> van pestgedrag <strong>en</strong> geweld bestudeerd. Uit de<br />
resultat<strong>en</strong> van de peiling blijkt dat <strong>het</strong> universitair personeel zeld<strong>en</strong> wordt geconfronteerd met<br />
<strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>op</strong> grond van <strong>het</strong> ras, de godsdi<strong>en</strong>st of de seksuele geaardheid. Andere vorm<strong>en</strong><br />
van pestgedrag <strong>en</strong> geweld kom<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wel meer voor: in dal<strong>en</strong>de orde kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
vermeld: verbale agressie (14,9% van <strong>het</strong> personeel); dreiging<strong>en</strong> (13,3%); machtsmisbruik<br />
<strong>en</strong> intimidatie (8,8%).<br />
c) Conclusie<br />
Het nationaal onderzoek van 1993 geleid door Statistique Canada buit<strong>en</strong> beschouwing<br />
gelat<strong>en</strong>, betreff<strong>en</strong> de onderzoek<strong>en</strong> die hier word<strong>en</strong> voorgesteld bijzondere sector<strong>en</strong>. Uit deze<br />
onderzoek<strong>en</strong> werd tot de hierna vermelde belangrijkste vaststelling<strong>en</strong> gekom<strong>en</strong>.<br />
Naargelang de sector<strong>en</strong> strekt de preval<strong>en</strong>tie van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag zich bij de<br />
vrouw<strong>en</strong> uit van 3% (perc<strong>en</strong>tage van vrouw<strong>en</strong> die <strong>het</strong> slachtoffer van ongew<strong>en</strong>st seksueel<br />
gedrag zijn geweest in de 12 maand<strong>en</strong> voorafgaand aan <strong>het</strong> onderzoek, zoals vermeld in <strong>het</strong><br />
onderzoek uitgevoerd aan de universiteit van Ottawa in 1999) tot 64% (perc<strong>en</strong>tage van<br />
vrouw<strong>en</strong> die één of meerdere feit<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag hebb<strong>en</strong> gemeld in <strong>het</strong><br />
jaar voorafgaand aan <strong>het</strong> onderzoek, zoals verduidelijkt in <strong>het</strong> eerste onderzoek uitgevoerd<br />
in 1988 bij <strong>het</strong> Amerikaanse ministerie van Def<strong>en</strong>sie). Naargelang de sector<strong>en</strong> strekt de<br />
69
preval<strong>en</strong>tie van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag zich bij de mann<strong>en</strong> uit van 1,8% (perc<strong>en</strong>tage<br />
van mann<strong>en</strong> die <strong>het</strong> slachtoffer van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag zijn geweest in de 12<br />
maand<strong>en</strong> voorafgaand aan <strong>het</strong> onderzoek, zoals vermeld in <strong>het</strong> onderzoek uitgevoerd aan<br />
de universiteit van Ottawa in 1999) tot 17% (perc<strong>en</strong>tage van mann<strong>en</strong> die één of meerdere<br />
feit<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag hebb<strong>en</strong> gemeld in <strong>het</strong> jaar voorafgaand aan <strong>het</strong><br />
onderzoek, zoals verduidelijkt in <strong>het</strong> eerste onderzoek uitgevoerd in 1988 bij <strong>het</strong><br />
Amerikaanse ministerie van Def<strong>en</strong>sie).<br />
Overig<strong>en</strong>s di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong> <strong>op</strong>gemerkt dat tijd<strong>en</strong>s <strong>het</strong> onderzoek dat in 1997 bij<br />
uitz<strong>en</strong>dkracht<strong>en</strong> werd uitgevoerd, 40% van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, zonder erom te word<strong>en</strong><br />
gevraagd, spontaan hebb<strong>en</strong> verklaard <strong>het</strong> slachtoffer van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag te zijn.<br />
De onderzoekers b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> dat uitz<strong>en</strong>dkracht<strong>en</strong> <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> lijk<strong>en</strong> te duld<strong>en</strong> eerder dan<br />
hun mogelijkhed<strong>en</strong> tot toekomstige <strong>op</strong>dracht<strong>en</strong> of inkomst<strong>en</strong> via <strong>het</strong> uitz<strong>en</strong>dbureau in <strong>het</strong><br />
gedrang te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Werknemers met e<strong>en</strong> precaire arbeidsovere<strong>en</strong>komst lijk<strong>en</strong> dus<br />
kwetsbaarder te zijn voor ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag. Het onderzoek dat in 1989 bij de<br />
vrouwelijke <strong>werk</strong>nemers aan de universiteit van Purdue werd uitgevoerd kwam ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s tot<br />
deze vaststelling.<br />
Behalve <strong>het</strong> feit tot <strong>het</strong> vrouwelijk geslacht te behor<strong>en</strong>, wat systematisch als verzwar<strong>en</strong>de<br />
risicofactor van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag wordt vermeld (zoals uitgewez<strong>en</strong> door <strong>het</strong><br />
Amerikaanse onderzoek van 1997 uitgevoerd in <strong>het</strong> juridische milieu; door <strong>het</strong> onderzoek<br />
van 1996 uitgevoerd bij <strong>het</strong> Amerikaanse ministerie van Def<strong>en</strong>sie; door <strong>het</strong> onderzoek van<br />
1993 geleid door Statistique Canada; door <strong>het</strong> Canadese onderzoek van 1996 aan de<br />
universiteit van Sherbrooke <strong>en</strong> van 1999 aan de universiteit van Ottawa) kunn<strong>en</strong> de<br />
volg<strong>en</strong>de risicofactor<strong>en</strong> word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd.<br />
De jongheid wordt als e<strong>en</strong> risicofactor vermeld. In <strong>het</strong> leger bijvoorbeeld waar de jonge<br />
"gewone soldat<strong>en</strong>", mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, meer <strong>het</strong> mikpunt zijn van<br />
ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag dan de oudere "gewone soldat<strong>en</strong>" (resultat<strong>en</strong> van <strong>het</strong><br />
onderzoek van 1996 uitgevoerd bij <strong>het</strong> Amerikaanse ministerie van Def<strong>en</strong>sie). Insgelijks wijst<br />
<strong>het</strong> onderzoek van 1993 uitgevoerd door Statistique Canada uit dat <strong>het</strong> feit e<strong>en</strong> jonge vrouw<br />
te zijn e<strong>en</strong> risicofactor verteg<strong>en</strong>woordigt. Daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> heeft <strong>het</strong> onderzoek van 1989<br />
uitgevoerd bij <strong>het</strong> vrouwelijk doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>korps aan de universiteit van Purdue, ge<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang<br />
kunn<strong>en</strong> aanton<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de feit<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>en</strong> e<strong>en</strong> bepaalde groep<br />
van vrouwelijke doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>; de leeftijdscategorieën van de vrouw<strong>en</strong> die wel, <strong>het</strong> slachtoffer<br />
van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag zijn geweest war<strong>en</strong> vergelijkbaar met die van de vrouw<strong>en</strong><br />
die niet <strong>het</strong> slachtoffer van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag zijn geweest.<br />
Wat betreft de burgerlijke staat lo<strong>op</strong>t e<strong>en</strong> ongehuwde vrouw e<strong>en</strong> groter risico <strong>het</strong> mikpunt te<br />
word<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag (nationaal onderzoek van 1993 door Statistique<br />
Canada).<br />
In e<strong>en</strong> overheers<strong>en</strong>de mannelijke omgeving <strong>werk</strong><strong>en</strong> verteg<strong>en</strong>woordigt ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong><br />
verzwar<strong>en</strong>de risicofactor voor e<strong>en</strong> vrouw (onderzoek van 1989 uitgevoerd aan de universiteit<br />
van Purdue).<br />
Met betrekking tot de perceptie van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag kunn<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de<br />
vaststelling<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gemaakt. Bij de vrouw<strong>en</strong>, hoe <strong>op</strong>dringeriger <strong>het</strong> gedrag is hoe<br />
ondubbelzinniger <strong>het</strong> is <strong>en</strong> hoe meer <strong>het</strong> als ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag wordt herk<strong>en</strong>d<br />
(onderzoek van 1989 aan de universiteit van Purdue). Bij de mann<strong>en</strong> vermindert <strong>het</strong> gedrag<br />
van "g<strong>en</strong>der typing" (<strong>op</strong>merking<strong>en</strong> over <strong>het</strong> persoonlijke voorkom<strong>en</strong> van de vrouw; blijk<br />
gev<strong>en</strong> van familiariteit, <strong>en</strong>z.) naarmate de leeftijd stijgt (onderzoek van 1997 uitgevoerd in <strong>het</strong><br />
Amerikaanse juridische milieu). T<strong>en</strong> slotte hebb<strong>en</strong> zowel de vrouw<strong>en</strong> als de mann<strong>en</strong> er<br />
moeite mee te erk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> dat zij <strong>het</strong> mikpunt zijn van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag.<br />
Bijvoorbeeld in 1995, in de sector van de Amerikaanse def<strong>en</strong>sie: hoewel 78% van de<br />
70
vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 38% van de mann<strong>en</strong> één of meerdere feit<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />
hebb<strong>en</strong> vermeld, hebb<strong>en</strong> slechts 52% van de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> 9% van de mann<strong>en</strong> dit gedrag als<br />
ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag aangewez<strong>en</strong> (onderzoek van 1996 uitgevoerd bij <strong>het</strong><br />
Amerikaanse ministerie van Def<strong>en</strong>sie).<br />
Wat de daders van <strong>het</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag betreft, bij de vrouwelijke slachtoffers<br />
zijn zij meestal van <strong>het</strong> mannelijk geslacht (onderzoek<strong>en</strong> van 1989 aan de universiteit van<br />
Purdue <strong>en</strong> van 1999 aan de universiteit van Ottawa). In 1999 aan de universiteit van Ottawa<br />
war<strong>en</strong> voor de mannelijke slachtoffers de vrouw<strong>en</strong> in 65,2% van de gevall<strong>en</strong> de daders<br />
(universiteit van Ottawa, 1999). Met betrekking tot de hiërarchische positie van de daders<br />
word<strong>en</strong> in <strong>het</strong> militaire milieu door de mannelijke <strong>en</strong> vrouwelijke slachtoffers de collega's <strong>het</strong><br />
meest als de daders g<strong>en</strong>oemd, gevolgd door hiërarchisch hogergeplaatste officier<strong>en</strong><br />
(onderzoek van 1996 uitgevoerd bij de Amerikaanse def<strong>en</strong>sie). Het onderzoek van 1993<br />
uitgevoerd door Statistique Canada bij 12.000 vrouw<strong>en</strong> id<strong>en</strong>tificeert eerst de collega's <strong>en</strong><br />
vervolg<strong>en</strong>s de hiërarchische superieur als daders van <strong>het</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag. T<strong>en</strong><br />
slotte, volg<strong>en</strong>s de resultat<strong>en</strong> van <strong>het</strong> onderzoek van 1999 uitgevoerd aan de universiteit van<br />
Ottawa, duid<strong>en</strong> de mannelijke doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> de stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> als de hoofdverantwoordelijk<strong>en</strong> aan<br />
terwijl de vrouwelijke doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hun collega's als voornaamste bron van ongew<strong>en</strong>st seksueel<br />
gedrag aanduid<strong>en</strong>.<br />
Met betrekking tot de reacties di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adrukt dat <strong>het</strong> mer<strong>en</strong>deel van de<br />
slachtoffers niet reager<strong>en</strong>. Zo wordt met betrekking tot <strong>het</strong> onderzoek van 1997 uitgevoerd in<br />
de uitz<strong>en</strong>dsector gesteld dat "Vele <strong>werk</strong>nemers <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> andere misbruik<strong>en</strong> duld<strong>en</strong><br />
eerder dan hun mogelijkhed<strong>en</strong> tot toekomstige <strong>op</strong>dracht<strong>en</strong> of inkomst<strong>en</strong> via <strong>het</strong><br />
uitz<strong>en</strong>dbureau in <strong>het</strong> gedrang te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>". In de sector van de Amerikaanse def<strong>en</strong>sie<br />
hebb<strong>en</strong> slechts 24% van de slachtoffers, mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, <strong>het</strong><br />
ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag k<strong>en</strong>baar gemaakt <strong>en</strong> aangegev<strong>en</strong>, wat ev<strong>en</strong>wel <strong>het</strong> geval is<br />
voor 40% van de vrouwelijke slachtoffers teg<strong>en</strong>over slechts 17% van de mannelijke<br />
slachtoffers (onderzoek van 1996 uitgevoerd bij <strong>het</strong> Amerikaanse ministerie van Def<strong>en</strong>sie).<br />
Hetzelfde geldt voor <strong>het</strong> onderzoek van 1999 aan de universiteit van Ottawa waar slechts<br />
9,4% van de slachtoffers e<strong>en</strong> klacht hebb<strong>en</strong> ingedi<strong>en</strong>d. Daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> meer mann<strong>en</strong><br />
dan vrouw<strong>en</strong> gekoz<strong>en</strong> e<strong>en</strong> klacht in te di<strong>en</strong><strong>en</strong> (universiteit van Ottawa, 1999).<br />
De red<strong>en</strong><strong>en</strong> die de slachtoffers aanvoer<strong>en</strong> om hun afwezigheid van reactie te rechtvaardig<strong>en</strong><br />
zijn de volg<strong>en</strong>de: bij de Amerikaanse def<strong>en</strong>sie noem<strong>en</strong> de vrouw<strong>en</strong> in de eerste plaats <strong>het</strong><br />
feit dat zij dit probleem zelf w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>op</strong> te loss<strong>en</strong> terwijl <strong>het</strong> bij de mann<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> zaak gaat<br />
die niet belangrijk is. In 1999, in <strong>het</strong> onderzoek aan de universiteit van Ottawa voer<strong>en</strong> de<br />
slachtoffers die niet hebb<strong>en</strong> gereageerd, de volg<strong>en</strong>de red<strong>en</strong><strong>en</strong> aan: de situatie lijkt h<strong>en</strong> niet<br />
ernstig g<strong>en</strong>oeg; zij verkiez<strong>en</strong> de situatie zelf <strong>op</strong> te loss<strong>en</strong>; zij vrez<strong>en</strong> voor de reactie van hun<br />
omgeving.<br />
Ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag is dus e<strong>en</strong> ernstig probleem dat vooral de vrouw<strong>en</strong> treft. De<br />
mannelijke daders zijn oververteg<strong>en</strong>woordigd. Dergelijk gedrag heeft ernstige gevolg<strong>en</strong> voor<br />
<strong>het</strong> slachtoffer <strong>en</strong> schept e<strong>en</strong> vijandig klimaat met nefaste gevolg<strong>en</strong> <strong>op</strong> de <strong>werk</strong>omgeving.<br />
Ondanks de ernstige gevolg<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag voor <strong>het</strong> slachtoffer <strong>en</strong> voor<br />
de <strong>werk</strong>organisatie lijkt dit gedrag weinig aan de kaak gesteld.<br />
71
HOOFDSTUK 3 : VERKLARENDE MODELLEN VAN PESTERIJEN<br />
3.1. Morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong><br />
Inleiding<br />
Er bestaan meerdere psychologische stroming<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de licht werp<strong>en</strong> <strong>op</strong> de<br />
problematiek<strong>en</strong> waarmee de m<strong>en</strong>s wordt geconfronteerd. Het wet<strong>en</strong>schappelijk onderzoek<br />
heeft uitgewez<strong>en</strong> dat morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> e<strong>en</strong> complex f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> is dat e<strong>en</strong> multifactoriële<br />
aanpak vereist. Dit hoofdstuk zal dus verschill<strong>en</strong>de psychologische theorieën b<strong>en</strong>ader<strong>en</strong> om<br />
de etiologie van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> te bevatt<strong>en</strong>.<br />
De keuze van de verklar<strong>en</strong>de theorieën die in dit hoofdstuk word<strong>en</strong> ontwikkeld wordt door de<br />
volg<strong>en</strong>de gedachtegang gemotiveerd. Uiteraard wordt in psychologie <strong>het</strong> persoonlijk<br />
gezichtspunt vaak bevoorrecht. Maar wanneer <strong>het</strong> om victimisatie gaat mag <strong>op</strong> de<br />
interm<strong>en</strong>selijke dynamiek niet word<strong>en</strong> bezuinigd. Het mikpunt van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> definieert<br />
zichzelf immers als «slachtoffer van e<strong>en</strong> belager» of als «slachtoffer van e<strong>en</strong> systeem».<br />
Daarom hebb<strong>en</strong> wij de voorkeur gegev<strong>en</strong> aan psychologische modell<strong>en</strong> die rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong><br />
met de m<strong>en</strong>selijke <strong>en</strong> organisatorische omgeving van de gepeste <strong>werk</strong>nemer.<br />
Dit gezegd, de ervaring van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> wordt voor elk van de slachtoffers <strong>op</strong><br />
verschill<strong>en</strong>de wijze in hun persoonlijke lev<strong>en</strong>sgeschied<strong>en</strong>is gegrift. Het behoort elk van deze<br />
person<strong>en</strong> toe aan deze ervaring e<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>is te gev<strong>en</strong>. Deze pijnlijke ervaring, zoals<br />
trouw<strong>en</strong>s alle moeilijke gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> die <strong>het</strong> bestaan van e<strong>en</strong>ieder afbak<strong>en</strong><strong>en</strong>, kan voor de<br />
slachtoffers de aanleiding zijn tot e<strong>en</strong> persoonlijke beschouwing van hun eig<strong>en</strong><br />
lev<strong>en</strong>sgeschied<strong>en</strong>is, <strong>en</strong> kan voor elk van h<strong>en</strong> de aanzet zijn van e<strong>en</strong> ontwikkeling die<br />
hem/haar in staat zal stell<strong>en</strong> zichzelf <strong>op</strong>nieuw te ontdekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> zijn/haar lev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> nieuwe<br />
w<strong>en</strong>ding te gev<strong>en</strong>.<br />
3.1.1. De theorie van de zondebok<br />
In organisatiepsychologie wordt <strong>op</strong> de theorie van de zondebok beroep gedaan t<strong>en</strong>einde <strong>het</strong><br />
geweld te verklar<strong>en</strong> dat binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> organisatie <strong>op</strong> e<strong>en</strong> individu wordt gepleegd. De<br />
algem<strong>en</strong>e hypothese van dit theoretisch model stelt dat de angst <strong>en</strong> de conflict<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
groep zich tot e<strong>en</strong> individu ker<strong>en</strong> die de zondebok wordt <strong>en</strong> wi<strong>en</strong>s rol, die van vervolgd te<br />
word<strong>en</strong>, de groep in staat stelt de spanning<strong>en</strong> te overwinn<strong>en</strong>. Deze theorie vooronderstelt<br />
dus <strong>het</strong> bestaan van spanning<strong>en</strong> of functiestoorniss<strong>en</strong> die schadelijk zijn voor de <strong>werk</strong>groep<br />
waarin e<strong>en</strong> proces van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> zich voordoet.<br />
Marie-France Hirigoy<strong>en</strong> heeft via haar klinische ervaring met slachtoffers van morele<br />
<strong>pesterij<strong>en</strong></strong> de aandacht gevestigd <strong>op</strong> e<strong>en</strong> aantal typische situaties die <strong>het</strong> brandmerk<strong>en</strong> van<br />
e<strong>en</strong> bepaald individu in de hand <strong>werk</strong><strong>en</strong>.<br />
Volg<strong>en</strong>s de auteur wordt de zondebok vaak gekoz<strong>en</strong> onder de person<strong>en</strong> die in verhouding<br />
tot de groepsnorm afwijk<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> vrouw in e<strong>en</strong> groep van mann<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> man in e<strong>en</strong> groep van<br />
vrouw<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>d ras, e<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de godsdi<strong>en</strong>st, e<strong>en</strong> homoseksueel (Hirigoy<strong>en</strong><br />
1998, 59-60). E<strong>en</strong> zondebok kan ook de nieuwkomer in e<strong>en</strong> reeds gevestigde groep zijn, de<br />
verandering wordt als e<strong>en</strong> verzwakk<strong>en</strong>de factor gezi<strong>en</strong>.<br />
72
Soms word<strong>en</strong> morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>op</strong>gewekt door e<strong>en</strong> gevoel van afgunst t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van e<strong>en</strong><br />
persoon met e<strong>en</strong> bijzondere kwaliteit: schoonheid, jongheid, rijkdom, relationele aanleg. Dat<br />
is ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s <strong>het</strong> geval voor jonge <strong>werk</strong>nemer met e<strong>en</strong> bijzonder hoog <strong>op</strong>leidingsniveau die<br />
e<strong>en</strong> functie bekled<strong>en</strong> waar hun hiërarchische superieur niet <strong>het</strong>zelfde <strong>op</strong>leidingsniveau heeft<br />
(Hirigoy<strong>en</strong> 1998, 60-61). Person<strong>en</strong> die te bekwaam zijn of te veel plaats innem<strong>en</strong> dreig<strong>en</strong><br />
ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> schaduw te werp<strong>en</strong> <strong>op</strong> e<strong>en</strong> superieur of e<strong>en</strong> collega, daarom is voor de<br />
laatstg<strong>en</strong>oemd<strong>en</strong> de verleiding groot deze persoon te kleiner<strong>en</strong> of af te zonder<strong>en</strong>.<br />
E<strong>en</strong> ander soort situatie die zich le<strong>en</strong>t tot <strong>het</strong> brandmerk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> individu door e<strong>en</strong><br />
<strong>werk</strong>groep is e<strong>en</strong> verkeerde politieke gezindheid. Soms word<strong>en</strong> person<strong>en</strong> weg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong><br />
groepsrivaliteit <strong>op</strong>geofferd.<br />
Werknemers in e<strong>en</strong> beschermde beroepssituatie, zoals vakbondsafgevaardigd<strong>en</strong>,<br />
personeelsverteg<strong>en</strong>woordigers, <strong>werk</strong>nemers van meer dan 50 jaar <strong>en</strong> zwangere vrouw<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s vermeld als voorkeurmikpunt<strong>en</strong> van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong>.<br />
T<strong>en</strong> slotte heeft Marie-France Hirigoy<strong>en</strong> de aandacht gevestigd <strong>op</strong> vijf zwakke persoonlijke<br />
trekk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> minder doeltreff<strong>en</strong>de verdediging van <strong>het</strong> slachtoffer (Hirigoy<strong>en</strong> 2001: 188-<br />
195): gebrek aan zelfrespect, overdrev<strong>en</strong> behoefte aan erk<strong>en</strong>telijkheid, pietluttigheid,<br />
overdrev<strong>en</strong> <strong>werk</strong>lust <strong>en</strong> s<strong>en</strong>sitiviteit (hyperemotie gek<strong>op</strong>peld aan angstvalligheid).<br />
De theorie van de zondebok is afgeleid van de «Frustratie-Agressie»-theorie geformuleerd<br />
door de onderzoekers van de Yale School (Dollard, Miller, Mowrer, Doob & Sears, 1939). In<br />
haar oorspronkelijke formulering postuleert de Frustratie-Agressie-theorie e<strong>en</strong> universeel<br />
causale sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> frustratie <strong>en</strong> agressie. Wat betek<strong>en</strong>t dat elke agressie<br />
noodzakelijkerwijs door e<strong>en</strong> frustratie wordt aangezet. Deze frustratie is niet altijd herk<strong>en</strong>baar<br />
maar wordt verondersteld aanwezig te zijn wanneer agressie wordt gepleegd. Anderzijds<br />
betek<strong>en</strong>t deze theorie ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s dat de reactie <strong>op</strong> e<strong>en</strong> frustratie noodzakelijkerwijs e<strong>en</strong><br />
agressie zal zijn.<br />
Deze theorie vertoont e<strong>en</strong> aantal beperking<strong>en</strong>: <strong>het</strong> aangebor<strong>en</strong>-zijn van de causale<br />
sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> frustratie <strong>en</strong> agressie, de noodzaak van <strong>het</strong> agressief gedrag, de<br />
noodzaak van de frustratie, ev<strong>en</strong>als de cirkelred<strong>en</strong>ering van de theorie. Daarom ook werd<strong>en</strong><br />
aan <strong>het</strong> oorspronkelijke model wijziging<strong>en</strong> toegebracht.<br />
De meest bek<strong>en</strong>de herformulering van deze theorie dank<strong>en</strong> wij aan Berkowitz<br />
(1969).Volg<strong>en</strong>s deze auteur bestaan de frustraties uit e<strong>en</strong> soort onaang<strong>en</strong>ame stimuli die<br />
e<strong>en</strong> emotionele activering <strong>en</strong> e<strong>en</strong> neiging tot agressief gedrag <strong>op</strong>wekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel in e<strong>en</strong><br />
agressie resulter<strong>en</strong>. Overig<strong>en</strong>s blijkt <strong>het</strong> dat agressieve signal<strong>en</strong> vaak nodig zijn om <strong>het</strong><br />
agressief gedrag effectief <strong>op</strong> te wekk<strong>en</strong>. In bepaalde omstandighed<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> deze signal<strong>en</strong><br />
<strong>op</strong> zichzelf reeds <strong>het</strong> agressief gedrag veroorzak<strong>en</strong>.<br />
De meest indrukwekk<strong>en</strong>de bewijsvoering van Berkowitz' theorie <strong>op</strong> niveau van <strong>het</strong> effect van<br />
de <strong>en</strong>kele aanwezigheid van signal<strong>en</strong> (cues) die met geweld word<strong>en</strong> geassocieerd, wordt<br />
traditioneel "de agressieve cue" g<strong>en</strong>oemd. Hierdoor bedoelt m<strong>en</strong> de grotere<br />
waarschijnlijkheid van agressief gedrag weg<strong>en</strong>s de loutere aanwezigheid van e<strong>en</strong> cue (bv.<br />
e<strong>en</strong> wap<strong>en</strong>).<br />
Overig<strong>en</strong>s vult de theorie van sociaal ler<strong>en</strong> ontwikkeld door Bandura de Berkowitz' theorie<br />
aan. Net als Berkowitz doet Bandura beroep <strong>op</strong> onaang<strong>en</strong>ame stimuli die e<strong>en</strong> emotionele<br />
activering <strong>op</strong>wekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> in agressief gedrag kunn<strong>en</strong> resulter<strong>en</strong>. Dit laatste is e<strong>en</strong> aangeleerd<br />
gedrag.<br />
73
T<strong>en</strong> slotte wordt de theorie van de zondebok gestaafd door de id<strong>en</strong>tificatie van<br />
brandmerkmechanism<strong>en</strong> van <strong>het</strong> slachtoffer. Door deze mechanism<strong>en</strong>, ontle<strong>en</strong>d aan de<br />
sociale psychologie, kunn<strong>en</strong> de cognitieve process<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bevat waarmee de individu<strong>en</strong><br />
van e<strong>en</strong>zelfde groep ertoe kom<strong>en</strong> één van de hunn<strong>en</strong> uit te sluit<strong>en</strong>;<br />
Voor alles plaatst de m<strong>en</strong>s zich in de wereld door deze schematisch te organiser<strong>en</strong>. Tajfel<br />
(1981) heeft dit f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> geformuleerd in term<strong>en</strong> van «sociale categorisatie». Het gaat om<br />
e<strong>en</strong> zuiver cognitief proces bij de m<strong>en</strong>s dat eruit bestaat de fysieke <strong>en</strong> sociale omgeving in<br />
aparte categorieën <strong>op</strong> te splits<strong>en</strong> <strong>en</strong> te rangschikk<strong>en</strong>.<br />
Tijd<strong>en</strong>s <strong>het</strong> proces van sociale categorisatie treedt <strong>het</strong> vooroordeel <strong>op</strong> (Allport, 1954), te<br />
wet<strong>en</strong> de negatieve houding of de neiging e<strong>en</strong> negatieve houding aan te nem<strong>en</strong> t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte<br />
van e<strong>en</strong> groep of led<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> groep. Deze negatieve houding of de neiging ertoe berust<br />
<strong>op</strong> e<strong>en</strong> ongegronde <strong>en</strong> onwrikbare veralgem<strong>en</strong>ing. Het vooroordeel betek<strong>en</strong>t de uitsluiting<br />
van de andere als lid van e<strong>en</strong> groep jeg<strong>en</strong>s wie m<strong>en</strong> negatieve gevoel<strong>en</strong>s koestert. De<br />
negatieve houding t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van <strong>het</strong> slachtoffer vloeit voort uit <strong>het</strong> feit dat hij/zij in e<strong>en</strong><br />
verschill<strong>en</strong>de sociale categorie thuishoort dan de groep.<br />
In deze organisatie van de wereld speelt de pro-<strong>en</strong>dogroept<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s (Brewer, 1979) - die <strong>op</strong><br />
de neiging wijst de led<strong>en</strong> van de groep waartoe m<strong>en</strong> behoort positief te beoordel<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />
led<strong>en</strong> van andere groep<strong>en</strong> negatief te beoordel<strong>en</strong> - ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> rol. Op basis van <strong>het</strong><br />
proces van sociale categorisatie definiër<strong>en</strong> de sociale groep<strong>en</strong>, <strong>en</strong> bijgevolg de individu<strong>en</strong><br />
die de groep<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>stell<strong>en</strong>, zichzelf in term<strong>en</strong> van «wij» (de <strong>en</strong>dogroep) <strong>en</strong> «zij» (de<br />
exogroep). De voorkeur gaat uiteraard uit naar <strong>het</strong> «wij». Het slachtoffer wordt negatief<br />
gezi<strong>en</strong> omdat hij/zij in e<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de sociale categorie thuishoort dan de groep.<br />
T<strong>en</strong> slotte tred<strong>en</strong> rechtvaardigingsprocess<strong>en</strong> <strong>op</strong> t<strong>en</strong>einde de algem<strong>en</strong>e houding van<br />
uitsluiting te sterk<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> eerste, de fundam<strong>en</strong>tele attributiefout (Ross, 1977) verwijst naar<br />
de algem<strong>en</strong>e m<strong>en</strong>selijke neiging om situationele spanning<strong>en</strong> t<strong>en</strong> voordele van persoonlijke of<br />
dispositionele variabel<strong>en</strong> te onderschatt<strong>en</strong>. Het betreft de neiging morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> te<br />
verklar<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> veroorzaakt door de persoonlijkheid van <strong>het</strong> mikpunt <strong>en</strong> niet als<br />
e<strong>en</strong> resultante van de organisatorische situatie. T<strong>en</strong> tweede bestaat e<strong>en</strong> vooronderstelling<br />
die deel uitmaakt van de basisideeën, <strong>en</strong> dus door e<strong>en</strong> meerderheid van person<strong>en</strong> wordt<br />
gedeeld, volg<strong>en</strong>s welke e<strong>en</strong> individu verdi<strong>en</strong>t wat hem overkomt. Naar dit f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> wordt<br />
verwez<strong>en</strong> als de «theorie van de rechtvaardige wereld». Het slachtoffer is dus<br />
noodzakelijkerwijs verantwoordelijk voor <strong>het</strong> uitsluitgedrag waarvan hij/zij <strong>het</strong> mikpunt is.<br />
Deze onbewuste mechanism<strong>en</strong> verklar<strong>en</strong> hoe uitsluitf<strong>en</strong>om<strong>en</strong><strong>en</strong> van e<strong>en</strong> individu door e<strong>en</strong><br />
groep kunn<strong>en</strong> <strong>op</strong>tred<strong>en</strong>, soms onafhankelijk van e<strong>en</strong> kwaadwillige int<strong>en</strong>tionaliteit.<br />
3.1.2. De psychoanalytische theorie van <strong>het</strong> perverse sc<strong>en</strong>ario<br />
De theorie van <strong>het</strong> perverse sc<strong>en</strong>ario bezuinigt daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> niet <strong>op</strong> de int<strong>en</strong>tionaliteit.<br />
Volg<strong>en</strong>s Hirigoy<strong>en</strong> (2001: 52) kan deze fundam<strong>en</strong>tele kwestie niet terzijde word<strong>en</strong> gelat<strong>en</strong>,<br />
bijvoorbeeld via systeemconcepties: «Er kan van int<strong>en</strong>tionaliteit ge<strong>en</strong> sprake zijn wanneer<br />
<strong>het</strong> system<strong>en</strong> betreft. De int<strong>en</strong>tionaliteit is <strong>het</strong> toedo<strong>en</strong> van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die deze perverse<br />
system<strong>en</strong> bestur<strong>en</strong> <strong>en</strong> er gebruik van mak<strong>en</strong>. Insgelijks is de mondialisering <strong>op</strong> zich niet<br />
schuldig, zelfs wanneer zij aan megalomane leiders de vrije lo<strong>op</strong> geeft aan hun zucht naar<br />
hegemonie, <strong>en</strong> wanneer zij h<strong>en</strong> soms in staat stelt hun macht <strong>op</strong> om <strong>het</strong> ev<strong>en</strong> welke manier<br />
uit te breid<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun vernietig<strong>en</strong>de manoeuvres achter niet verifieerbare cijfers verborg<strong>en</strong> te<br />
houd<strong>en</strong>.»<br />
74
Volg<strong>en</strong>s Hirigoy<strong>en</strong> (1998) omvatt<strong>en</strong> morel <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> twee f<strong>en</strong>om<strong>en</strong><strong>en</strong>: <strong>en</strong>erzijds<br />
<strong>het</strong> machtsmisbruik, dat door de <strong>werk</strong>nemers vlug wordt ontmaskerd <strong>en</strong> aangeklaagd, <strong>en</strong><br />
anderzijds de perverse manipulatie, die verraderlijker <strong>en</strong> des te meer vernietig<strong>en</strong>d is<br />
De psychoanalyse beschrijft perversie als e<strong>en</strong> koude rationaliteit, gecombineerd met e<strong>en</strong><br />
onvermog<strong>en</strong> de ander<strong>en</strong> als m<strong>en</strong>selijke wez<strong>en</strong>s te beschouw<strong>en</strong>. Zij b<strong>en</strong>adrukt ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s de<br />
verleidelijke <strong>en</strong> manipulatieve trekk<strong>en</strong> die pervers gedrag k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>.<br />
Volg<strong>en</strong>s Hirigoy<strong>en</strong> vestigt de relatie van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> zich in twee fases. De eerste fase<br />
k<strong>en</strong>merkt zich door de perverse verleiding terwijl in de tweede fase e<strong>en</strong> onmisk<strong>en</strong>baar<br />
geweld <strong>op</strong>treedt. De eerste fase, ook wel «<strong>het</strong> breinloos mak<strong>en</strong>» g<strong>en</strong>oemd, kan zich over<br />
verschill<strong>en</strong>de jar<strong>en</strong> spreid<strong>en</strong>. Het betreft e<strong>en</strong> voorbereidingsfase tijd<strong>en</strong>s welke de belager<br />
beoogt <strong>het</strong> slachtoffer uit zijn/haar ev<strong>en</strong>wicht te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. De verleiding van de perverse<br />
persoon wordt <strong>op</strong> de omgeving van <strong>het</strong> slachtoffer <strong>en</strong> <strong>het</strong> slachtoffer zelf uitgeoef<strong>en</strong>d. De<br />
belager verleidt <strong>het</strong> slachtoffer om hem/haar in zijn greep te krijg<strong>en</strong>, te wet<strong>en</strong> dat hij e<strong>en</strong><br />
relatie van overheersing invoert waarbij <strong>het</strong> slachtoffer belet wordt voor zichzelf te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. In<br />
de tweede fase maakt de belager gebruik van communicatievervorming (weigering van<br />
directe communicatie, taalverdraaiing, leug<strong>en</strong>s, hanter<strong>en</strong> van sarcasme, bespotting <strong>en</strong><br />
minachting, gebruik van paradox<strong>en</strong>, in diskrediet br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>) t<strong>en</strong>einde <strong>het</strong> slachtoffer te<br />
manipuler<strong>en</strong>.<br />
Het perverse sc<strong>en</strong>ario verlo<strong>op</strong>t als volgt: de <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> word<strong>en</strong> mogelijk gemaakt omdat zij<br />
word<strong>en</strong> voorafgegaan door e<strong>en</strong> geringschatting van <strong>het</strong> slachtoffer door de perverse<br />
persoon, e<strong>en</strong> uitsluiting die door de groep wordt aanvaard <strong>en</strong> waarmee vervolg<strong>en</strong>s wordt<br />
ingestemd. Deze geringschatting verschaft a posteriori e<strong>en</strong> rechtvaardiging voor de<br />
wreedheid die hij/zij te verdur<strong>en</strong> krijgt, <strong>en</strong> leidt hem/haar ertoe te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat hij/zij verdi<strong>en</strong>t<br />
wat hem/haar overkomt.<br />
E<strong>en</strong>s <strong>het</strong> proces <strong>op</strong> gang ontwikkelt zich e<strong>en</strong> cirkelf<strong>en</strong>ome<strong>en</strong>. «E<strong>en</strong> <strong>op</strong>e<strong>en</strong>volging van<br />
<strong>op</strong>zettelijke gedraging<strong>en</strong> vanwege de belager bedoeld de angst van <strong>het</strong> slachtoffer <strong>op</strong> te<br />
wekk<strong>en</strong>, lokt bij <strong>het</strong> slachtoffer e<strong>en</strong> verdedig<strong>en</strong>de houding uit die <strong>op</strong> haar beurt nieuwe<br />
agressies g<strong>en</strong>ereert. Na e<strong>en</strong> zekere tijd tred<strong>en</strong> in de ontwikkeling van <strong>het</strong> conflict f<strong>en</strong>om<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
van wederzijdse fobieën <strong>op</strong>: <strong>het</strong> zi<strong>en</strong> van de gehate persoon verwekt bij de belager e<strong>en</strong><br />
ingehoud<strong>en</strong> woede <strong>op</strong> terwijl <strong>het</strong> zi<strong>en</strong> van zijn/haar verdrukker bij <strong>het</strong> slachtoffer e<strong>en</strong><br />
angstf<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> ontk<strong>op</strong>pelt (…) Angst wekt bij <strong>het</strong> slachtoffer pathologisch gedrag <strong>op</strong> wat als<br />
alibi zal di<strong>en</strong><strong>en</strong> om de agressie retroactief te rechtvaardig<strong>en</strong>» (Hirigoy<strong>en</strong> 1998: 57).<br />
De auteur vestigt de aandacht <strong>op</strong> e<strong>en</strong> aantal psychologische gevolg<strong>en</strong> van dit sc<strong>en</strong>ario <strong>op</strong> de<br />
slachtoffers (onderworp<strong>en</strong>heid, twijfel, verwarring, stress, schuld, angst, afzondering). Op<br />
lange termijn zal <strong>het</strong> slachtoffer e<strong>en</strong> psychologische shock ondergaan. Wanneer <strong>het</strong><br />
slachtoffer zich bewust wordt <strong>het</strong> mikpunt van e<strong>en</strong> manipulatie te zijn geweest voelt hij/zij<br />
zich bedrog<strong>en</strong> <strong>en</strong> misbruikt. Dat kan tot e<strong>en</strong> ernstige psych<strong>op</strong>athologische decomp<strong>en</strong>satie<br />
leid<strong>en</strong> (algem<strong>en</strong>e angststoornis, zware depressieve fase). Volg<strong>en</strong>s Hirigoy<strong>en</strong>, zelfs wanneer<br />
<strong>het</strong> slachtoffer van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> e<strong>en</strong> strijd aanbindt om de agressies te do<strong>en</strong> <strong>op</strong>houd<strong>en</strong> of om<br />
de belager te ontvlucht<strong>en</strong>, blijft hij/zij voor <strong>het</strong> lev<strong>en</strong> door deze traumatische ervaring<br />
gemerkt.<br />
Hoewel Hirigoy<strong>en</strong> morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> hoofdzakelijk vanuit <strong>het</strong> oogpunt van perversie in<br />
beschouwing neemt, te wet<strong>en</strong> vanuit e<strong>en</strong> eerder dispositioneel perspectief, steun<strong>en</strong>d <strong>op</strong> de<br />
persoonlijkheidsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de belager, b<strong>en</strong>adrukt zij <strong>het</strong> belang van de organisatorische<br />
factor<strong>en</strong> zoals de houding van <strong>het</strong> managem<strong>en</strong>t: «Dit soort process<strong>en</strong> zijn <strong>en</strong>kel mogelijk<br />
wanneer <strong>het</strong> bedrijf of zelfs de omgeving de og<strong>en</strong> ervoor sluit». (Hirigoy<strong>en</strong> 1998: 80).<br />
75
Andere k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de bedrijfsorganisatie kunn<strong>en</strong> <strong>het</strong> <strong>op</strong>tred<strong>en</strong> van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> in de hand<br />
<strong>werk</strong><strong>en</strong>: steeds hogere r<strong>en</strong>tabiliteitsvereist<strong>en</strong>, onduidelijke taakomschrijving<strong>en</strong>, onstabiel<br />
organisatorisch klimaat, afwezigheid van overleg, overdrev<strong>en</strong> hiërarchische structuur, de<br />
druk die <strong>op</strong> de <strong>werk</strong>nemers wordt uitgeoef<strong>en</strong>d met <strong>het</strong> oog <strong>op</strong> e<strong>en</strong> maximale betrokk<strong>en</strong>heid<br />
in <strong>het</strong> bedrijf. Verder vermeldt Hirigoy<strong>en</strong> morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> die word<strong>en</strong> aangew<strong>en</strong>d voor<br />
managem<strong>en</strong>tdoeleind<strong>en</strong>.<br />
Behalve deze organisatorische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> stelt de psychoanalyse e<strong>en</strong> sociaal-economische<br />
context aan de kaak die de voedingsbodem vormt voor psychologisch geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong>:<br />
«Door de dreiging van <strong>werk</strong>loosheid word<strong>en</strong> verwaandheid <strong>en</strong> cynisme tot<br />
managem<strong>en</strong>tmethod<strong>en</strong> verhev<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong> verbet<strong>en</strong> concurr<strong>en</strong>tiesysteem word<strong>en</strong><br />
onverschilligheid <strong>en</strong> hardvochtigheid de regel.» (Hirigoy<strong>en</strong> 1998: 80).<br />
3.1.3. Systeem- <strong>en</strong> organisatietheorieën<br />
Systeemaspect<strong>en</strong><br />
In systeemtheorie wordt <strong>het</strong> individu nooit als e<strong>en</strong> geïsoleerde persoon beschouwd maar als<br />
lid van e<strong>en</strong> systeem. E<strong>en</strong> systeem wordt gedefinieerd als e<strong>en</strong> geheel van elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in<br />
dynamische interactie, georganiseerd in functie van e<strong>en</strong> finaliteit. Wanneer e<strong>en</strong> lid van e<strong>en</strong><br />
groep ziek valt drukt hij de functiestoornis van <strong>het</strong> systeem uit. Dit symptomatisch individu<br />
wordt de «geïd<strong>en</strong>tificeerde patiënt» g<strong>en</strong>oemd.<br />
Toegepast <strong>op</strong> <strong>het</strong> proces van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> zal <strong>het</strong> systeemmodel <strong>het</strong> slachtoffer als de<br />
geïd<strong>en</strong>tificeerde patiënt binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> disfunctionele <strong>werk</strong>groep definiër<strong>en</strong>. De overdrev<strong>en</strong><br />
machtsverhouding<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> communicatievervorming<strong>en</strong> in waardoor <strong>het</strong> systeem verder kan<br />
functioner<strong>en</strong>, of eerder disfunctioner<strong>en</strong>, zoals <strong>het</strong> dat reeds sinds zekere tijd doet.<br />
E<strong>en</strong> aantal ervaring<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> gewag van de mogelijke onderlinge verwisselbaarheid van de<br />
roll<strong>en</strong> van slachtoffer <strong>en</strong> belager. Deze omkering<strong>en</strong> van de situatie kunn<strong>en</strong> in e<strong>en</strong><br />
systeemkader als zoveel verplaatsing<strong>en</strong> van <strong>het</strong> mikpunt word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong>. Op paradoxale<br />
wijze kan <strong>het</strong> gebeur<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> <strong>op</strong>vlieg<strong>en</strong>de baas zich door zijn ondergeschikt<strong>en</strong> moreel<br />
gepest voelt, de victimisatie van iemand die als e<strong>en</strong> belager wordt herk<strong>en</strong>d lijkt bijzonder <strong>het</strong><br />
geval te zijn e<strong>en</strong>s de eis<strong>en</strong> vanwege e<strong>en</strong> <strong>werk</strong>nemerscollectief massaal de aandacht<br />
trekk<strong>en</strong>. Deze paradoxale gevolg<strong>en</strong> ton<strong>en</strong> de noodzaak aan van e<strong>en</strong> aanpak <strong>op</strong> niveau van<br />
<strong>het</strong> systeem in zijn geheel, anders kan e<strong>en</strong> verplaatsing van <strong>het</strong> mikpunt zich voordo<strong>en</strong>. In<br />
systeemtheorie beschouwt m<strong>en</strong> verandering<strong>en</strong> aan <strong>het</strong> systeem in zijn geheel als<br />
noodzakelijk indi<strong>en</strong> m<strong>en</strong> de interactiemodi tuss<strong>en</strong> de person<strong>en</strong> die lid zijn van dit systeem<br />
w<strong>en</strong>st te wijzig<strong>en</strong>, <strong>en</strong> in fine <strong>het</strong> lijd<strong>en</strong> van <strong>het</strong> slachtoffer.<br />
De systeemconcepties verton<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wel e<strong>en</strong> belangrijke beperking in die zin dat de notie<br />
van persoonlijke verantwoordelijkheid van de vraagstelling uitgeslot<strong>en</strong> lijkt. Uiteraard,<br />
system<strong>en</strong> functioner<strong>en</strong>, of disfunctioner<strong>en</strong>, maar zij die de system<strong>en</strong> in <strong>werk</strong>ing stell<strong>en</strong> zijn<br />
m<strong>en</strong>selijke wez<strong>en</strong>s die e<strong>en</strong> zekere bewegingsvrijheid hebb<strong>en</strong> die niet <strong>en</strong>kel door<br />
toevallighed<strong>en</strong> wordt bepaald maar ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s <strong>op</strong> rationaliteit <strong>en</strong> creativiteit berust.<br />
76
Organisatorische aspect<strong>en</strong><br />
Ongeacht de theoretische gerichtheid van alle auteurs die tot zover morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong><br />
specifiek hebb<strong>en</strong> behandeld (Leymann, Hirigoy<strong>en</strong>, Faulx), zijn zij <strong>het</strong> erover e<strong>en</strong>s de<br />
fundam<strong>en</strong>tele rol te onderk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van <strong>het</strong> managem<strong>en</strong>t in <strong>het</strong> onderhoud, <strong>en</strong> zelfs in de<br />
totstandkoming van process<strong>en</strong> van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong>.<br />
Heinz Leymann stelt: «Alle waarneming<strong>en</strong> die tijd<strong>en</strong>s de onderzoek<strong>en</strong> naar Mobbing werd<strong>en</strong><br />
gedaan wijz<strong>en</strong> <strong>op</strong> de rol van de hiërarchische superieur. Wij k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel conflict<br />
waarbij e<strong>en</strong> hiërarchische superieur niet had kunn<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>kom<strong>en</strong> <strong>en</strong> de situatie kunn<strong>en</strong><br />
beslecht<strong>en</strong> indi<strong>en</strong> hij dat had gewild. Maar in de meeste gevall<strong>en</strong> verkiest de hiërarchie blind<br />
te blijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>het</strong> hoofd te ker<strong>en</strong>» (Leymann, 1996: 77).<br />
Marie-France Hirigoy<strong>en</strong> is van m<strong>en</strong>ing dat «Dit soort process<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel mogelijk zijn indi<strong>en</strong> <strong>het</strong><br />
bedrijf of zelfs de omgeving de og<strong>en</strong> ervoor sluit» (1998: 80).<br />
Daniel Faulx, (oktober 2000: 1): «Zolang <strong>het</strong> arbeidssysteem plaats laat voor de ontwikkeling<br />
van perverse dwangrelaties <strong>en</strong> vernietig<strong>en</strong>d overwicht, zull<strong>en</strong> er altijd person<strong>en</strong> zijn die zich<br />
binn<strong>en</strong> <strong>het</strong> systeem zull<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ontplooi<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> niet e<strong>en</strong> minimum van controle <strong>op</strong> <strong>het</strong><br />
gezagsapparaat wordt uitgevoerd zal de tuss<strong>en</strong>komst <strong>op</strong> individueel niveau altijd slechts e<strong>en</strong><br />
herstell<strong>en</strong>de functie hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> van tijdelijk nut zijn»<br />
Al deze overweging<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> ons ertoe de problematiek van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> in de<br />
bredere context van de bedrijfsorganisatie te beschouw<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s de deskundig<strong>en</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong><br />
gebied van organisatiepsychologie <strong>en</strong> ergonomische psychologie, zoals Christian<br />
Vand<strong>en</strong>berghe, gewoon hoogleraar aan de U.C.L., k<strong>en</strong>merkt <strong>het</strong> huidige beroepsmilieu zich<br />
door de «organisatieverandering». Dit concept werd geformuleerd om de<br />
structuurwijziging<strong>en</strong>, de wijziging<strong>en</strong> in de bedrijfsvorm <strong>en</strong> de bedrijfscultuur te omschrijv<strong>en</strong><br />
die voortvloei<strong>en</strong> uit de talrijke fusies, herstructurering<strong>en</strong>, aanwinst<strong>en</strong> <strong>en</strong> verplaatsing<strong>en</strong> die<br />
de bedrijfswereld k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>.<br />
Onder de wijziging<strong>en</strong> die behor<strong>en</strong> tot de organisatieverandering onderscheidt m<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
belangrijk f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> dat de passiviteit van de kaderled<strong>en</strong> t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van de problematiek<br />
van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> kan verklar<strong>en</strong>. In de lo<strong>op</strong> van de jar<strong>en</strong> '90 heeft de logica van de<br />
te<strong>werk</strong>stelling plaats geruimd voor de «logica van de te<strong>werk</strong>stelbaarheid». Dat betek<strong>en</strong>t dat,<br />
terwijl <strong>het</strong> kaderlid in <strong>het</strong> begin van de jar<strong>en</strong> '90 kon h<strong>op</strong><strong>en</strong> om lang in e<strong>en</strong>zelfde bedrijf in<br />
di<strong>en</strong>st te blijv<strong>en</strong>, deze verwachting in rook is <strong>op</strong>gegaan to<strong>en</strong> fusies <strong>en</strong> herstructurering<strong>en</strong> de<br />
regel werd<strong>en</strong>. In dergelijke omstandighed<strong>en</strong> kan <strong>het</strong> bedrijf zijn kaderled<strong>en</strong> ge<strong>en</strong><br />
te<strong>werk</strong>stelling aanbied<strong>en</strong>, <strong>het</strong> kan hun k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> deskundigheid aanbied<strong>en</strong> wat h<strong>en</strong> in staat<br />
stelt «te<strong>werk</strong>stelbaar» te zijn <strong>en</strong> elders <strong>werk</strong> te vind<strong>en</strong>. Voor e<strong>en</strong> kaderlid is <strong>het</strong> thans<br />
belangrijker middel<strong>en</strong> te verwerv<strong>en</strong> om mobiel <strong>en</strong> verplaatsbaar te word<strong>en</strong>.<br />
Deze logica van te<strong>werk</strong>stelbaarheid dreigt e<strong>en</strong> mindere betrokk<strong>en</strong>heid te veroorzak<strong>en</strong> van<br />
<strong>het</strong> kaderlid in de bedrijv<strong>en</strong> waar hij <strong>werk</strong>zaam is. Wat er van <strong>het</strong> bedrijf <strong>op</strong> lange termijn zal<br />
geword<strong>en</strong> interesseert hem maar weinig, hij is eerder in beslag g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> met zijn eig<strong>en</strong><br />
toekomst in andere bedrijv<strong>en</strong>. De organisatorische situatie <strong>werk</strong>t morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> dus <strong>op</strong><br />
directe <strong>en</strong> indirecte wijze, via de houding van de kaderled<strong>en</strong>, in de hand.<br />
De geringe betrokk<strong>en</strong>heid van de kaderled<strong>en</strong> komt onder meer tot uiting <strong>op</strong> niveau van de<br />
leemt<strong>en</strong> in de organisatie van de bedrijfsvorm, maar ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s <strong>op</strong> niveau van <strong>het</strong> buit<strong>en</strong><br />
beschouwing lat<strong>en</strong> van de m<strong>en</strong>selijke aspect<strong>en</strong> van de arbeid, in <strong>het</strong> bijzonder betreff<strong>en</strong>de<br />
de betrekking<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de <strong>werk</strong>nemers <strong>en</strong> betreff<strong>en</strong>de <strong>het</strong> bedrijfsklimaat. De logica van de<br />
te<strong>werk</strong>stelbaarheid veroorzaakt e<strong>en</strong> ontbinding van de sociale band<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> <strong>het</strong> bedrijf.<br />
77
De r<strong>en</strong>dem<strong>en</strong>tsverwachting<strong>en</strong> <strong>op</strong> korte termijn die <strong>op</strong> de kaderled<strong>en</strong> weg<strong>en</strong> dreig<strong>en</strong><br />
overdrev<strong>en</strong> machtsverhouding<strong>en</strong> te veroorzak<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> relationeel lev<strong>en</strong> <strong>op</strong> korte termijn<br />
verwekt vermoedelijk e<strong>en</strong> kortsluiting in de dynamiek van de m<strong>en</strong>selijke relaties. Het<br />
leadership vestigt zich niet langer in de tijd <strong>op</strong> basis van e<strong>en</strong> geleidelijke erk<strong>en</strong>ning door de<br />
groep, maar doet zich mete<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> autoritaire machtsuitoef<strong>en</strong>ing geld<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> treft e<strong>en</strong><br />
dynamiek aan die heel vaak met <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> sam<strong>en</strong>hangt, met name e<strong>en</strong> machtsuitoef<strong>en</strong>ing.<br />
De wet<strong>en</strong>schappelijke onderzoek<strong>en</strong> die in hoofdstuk 2 word<strong>en</strong> voorgesteld hebb<strong>en</strong> duidelijk<br />
de aandacht gevestigd <strong>op</strong> de oververteg<strong>en</strong>woordiging van de hiërarchische superieur<strong>en</strong> in<br />
de categorie van de belagers.<br />
3.1.4. Het interactief model van geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong><br />
Morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> ev<strong>en</strong>als ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag, sluit<strong>en</strong> aan bij de ruimere<br />
problematiek van geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong>. Het betreft twee vorm<strong>en</strong> van psychologisch geweld in<br />
<strong>het</strong> beroepsmilieu. Om verslag uit te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> over de wijdere problematiek van geweld <strong>op</strong><br />
<strong>het</strong> <strong>werk</strong> hebb<strong>en</strong> Duncan Chappell <strong>en</strong> Vittorio Di Martino (1998) e<strong>en</strong> verklar<strong>en</strong>d theoretisch<br />
model uitge<strong>werk</strong>t waarbij e<strong>en</strong> brede waaier van interactiefactor<strong>en</strong> in beschouwing word<strong>en</strong><br />
g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Aan de hand van dit model kan <strong>het</strong> f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> gedeeltelijk word<strong>en</strong><br />
verklaard.<br />
De auteurs van dit model hebb<strong>en</strong> namelijk, na e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e analyse van de problematiek in<br />
e<strong>en</strong> internationale context, de aandacht gevestigd <strong>op</strong> <strong>het</strong> profiel van geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong>.<br />
Traditioneel werd geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> hoofdzakelijk beschouwd als fysiek geweld. In de<br />
afgel<strong>op</strong><strong>en</strong> jar<strong>en</strong> echter, met de <strong>op</strong>e<strong>en</strong>h<strong>op</strong>ing van bewijz<strong>en</strong> van de nefaste gevolg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />
aantal vorm<strong>en</strong> van niet fysiek gewelddadig gedrag, is <strong>het</strong> concept van psychologisch geweld<br />
ontstaan. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> wordt e<strong>en</strong> groei<strong>en</strong>de aandacht <strong>op</strong>gemerkt t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van e<strong>en</strong><br />
bepaalde vorm van geweld die via terugker<strong>en</strong>d gedrag wordt gepleegd, gedrag dat <strong>op</strong> zich<br />
niet veel voorstelt, maar dat, wanneer <strong>het</strong> zich <strong>op</strong>ho<strong>op</strong>t, e<strong>en</strong> ernstige vorm van geweld<br />
verteg<strong>en</strong>woordigt. De auteurs vernoem<strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag, grof gedrag<br />
(Bullying) <strong>en</strong> morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> (mobbing).<br />
<strong>Geweld</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> is e<strong>en</strong> concept dat naar sterk verschill<strong>en</strong>de situaties verwijst. De<br />
volg<strong>en</strong>de voorbeeld<strong>en</strong> getuig<strong>en</strong> hiervan: e<strong>en</strong> conflict in e<strong>en</strong> bedrijf tuss<strong>en</strong> twee <strong>werk</strong>nemers<br />
dat in e<strong>en</strong> fysieke agressie ontaardt; e<strong>en</strong> hold-up in e<strong>en</strong> financiële instelling waarbij e<strong>en</strong><br />
loketbedi<strong>en</strong>de wordt gemolesteerd; e<strong>en</strong> gevecht in e<strong>en</strong> bar tuss<strong>en</strong> twee klant<strong>en</strong> waarbij de<br />
zaakvoerder tuss<strong>en</strong>beide moet kom<strong>en</strong>; aanraking<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> <strong>werk</strong>neemster; de dagelijkse<br />
scheldpartij<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> <strong>op</strong>vlieg<strong>en</strong>de baas die onder druk staat weg<strong>en</strong>s de vereist<strong>en</strong> van de<br />
moedermaatschappij. Zoveel feit<strong>en</strong> van geweld in <strong>het</strong> beroepsmilieu die tot e<strong>en</strong> complexe<br />
verklaring behor<strong>en</strong>.<br />
Deze complexiteit wordt in aanmerking g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in <strong>het</strong> model dat Duncan Chappell <strong>en</strong><br />
Vittorio Di Martino (1998) hebb<strong>en</strong> ontwikkeld. De auteurs baser<strong>en</strong> zich <strong>op</strong> de hypothese<br />
volg<strong>en</strong>s welke geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> niet de resultante is van één <strong>en</strong>kele oorzaak, maar e<strong>en</strong><br />
complex f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> is dat de resultante is van de interactie van e<strong>en</strong> veelheid van factor<strong>en</strong>:<br />
persoonlijke factor<strong>en</strong> zowel wat <strong>het</strong> slachtoffer als de belager betreft, <strong>en</strong> situationele factor<strong>en</strong><br />
die tot de <strong>werk</strong>omgeving behor<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> lineaire causale red<strong>en</strong>ering wordt achterwege gelat<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> e<strong>en</strong> interactieve <strong>en</strong> retroactieve gedachtegang aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Het interactief model van<br />
geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> waarvan <strong>het</strong> schema in bijlage wordt voorgesteld, werd <strong>op</strong> basis van de<br />
resultat<strong>en</strong> van internationale wet<strong>en</strong>schappelijke onderzoek<strong>en</strong> uitge<strong>werk</strong>t die e<strong>en</strong> aantal<br />
risicofactor<strong>en</strong> van geweld in <strong>het</strong> beroepsmilieu hebb<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong>.<br />
78
Aan de belager verbond<strong>en</strong> persoonlijke risicofactor<strong>en</strong><br />
Wanneer m<strong>en</strong> <strong>het</strong> <strong>op</strong>tred<strong>en</strong> van gewelddadig gedrag tracht te voorspell<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t m<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
onderscheid te mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de voorspelling van <strong>het</strong> gedrag <strong>op</strong> niveau van e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e<br />
p<strong>op</strong>ulatie <strong>en</strong> <strong>op</strong> niveau van e<strong>en</strong> bepaald individu. De beschikbare wet<strong>en</strong>schappelijke<br />
gegev<strong>en</strong>s id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wel e<strong>en</strong> risico van <strong>op</strong>tred<strong>en</strong> van geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> bij groep<strong>en</strong><br />
van individu<strong>en</strong> die de volg<strong>en</strong>de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> verton<strong>en</strong>:<br />
Anteced<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van geweld in <strong>het</strong> lev<strong>en</strong> van de belager;<br />
Het feit e<strong>en</strong> man te zijn;<br />
Het feit jong te zijn;<br />
Het feit jeugdproblem<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong> gehad;<br />
Verslaafdheid aan alcohol of aan drugs;<br />
Ernstige m<strong>en</strong>tale gezondheidsproblem<strong>en</strong> waarvan de symptom<strong>en</strong> niet adequaat werd<strong>en</strong><br />
geïd<strong>en</strong>tificeerd <strong>en</strong> die niet therapeutisch onder bedwang word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong>;<br />
Zich in omstandighed<strong>en</strong> bevind<strong>en</strong> waarbij geweld in de hand wordt ge<strong>werk</strong>t, onder meer<br />
de toegang tot e<strong>en</strong> wap<strong>en</strong>.<br />
De verschill<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> elkaar onderling beïnvloed<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> cumulatief effect<br />
veroorzak<strong>en</strong>. Hoe meer e<strong>en</strong> p<strong>op</strong>ulatie van person<strong>en</strong> deze k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> vertoont, hoe groter<br />
<strong>het</strong> risico van geweld. In de huidige stand van de k<strong>en</strong>nis terzake is <strong>het</strong> ev<strong>en</strong>wel onmogelijk<br />
<strong>het</strong> agressief gedrag van e<strong>en</strong> individu met zekerheid te voorspell<strong>en</strong>. Daarom di<strong>en</strong><strong>en</strong> deze<br />
gegev<strong>en</strong>s, in <strong>het</strong> bijzonder in de context van geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong>, met omzichtigheid te<br />
word<strong>en</strong> aangew<strong>en</strong>d;<br />
Aan <strong>het</strong> slachtoffer verbond<strong>en</strong> persoonlijke risicofactor<strong>en</strong><br />
Het voorkom<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> individu, onder meer <strong>het</strong> drag<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> uniform, kan geweld<br />
aanmoedig<strong>en</strong>, of integ<strong>en</strong>deel ontmoedig<strong>en</strong>;<br />
De gezondheidstoestand, onder meer stress, is e<strong>en</strong> bron van misverstand<strong>en</strong>;<br />
De leeftijd <strong>en</strong> de ervaring van de mede<strong>werk</strong>er kan naargelang de gevall<strong>en</strong>, <strong>het</strong> risico van<br />
victimisatie vergrot<strong>en</strong> of verminder<strong>en</strong>;<br />
Het feit e<strong>en</strong> vrouw te zijn;<br />
De persoonlijkheid;<br />
De houding t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van <strong>het</strong> <strong>werk</strong>, onder meer de verwachting<strong>en</strong> t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van <strong>het</strong><br />
<strong>werk</strong>.<br />
79
Aan de omgeving verbond<strong>en</strong> situationele risicofactor<strong>en</strong><br />
De fysieke <strong>werk</strong>omgeving (e<strong>en</strong> Australisch onderzoek uitgevoerd in instelling<strong>en</strong> zoals<br />
pubs, clubs <strong>en</strong> bars heeft uitgewez<strong>en</strong> dat verhoudingsgewijs, overvolle, slecht<br />
gev<strong>en</strong>tileerde, vuile <strong>en</strong> luidruchtige instelling<strong>en</strong> hogere geweldperc<strong>en</strong>tages boek<strong>en</strong> dan<br />
de instelling<strong>en</strong> die over comfortabeler lokal<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong>) ;<br />
De <strong>werk</strong>organisatie, hoe meer zij tekortschiet hoe groter <strong>het</strong> risico van geweld ;<br />
De managem<strong>en</strong>tstijl <strong>en</strong> de bedrijfscultuur, e<strong>en</strong> participatieve bedrijfscultuur vermindert <strong>het</strong><br />
risico van geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> terwijl e<strong>en</strong> autoritaire bedrijfscultuur <strong>het</strong> risico vergroot;<br />
De ontvankelijkheid voor de externe omgeving.<br />
De voorspelling van <strong>het</strong> <strong>op</strong>tred<strong>en</strong> van gewelddadig gedrag in e<strong>en</strong> beroepsmilieu zal<br />
afhang<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> analyse van de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de <strong>werk</strong>omgeving, van de omgeving<br />
extern aan de <strong>werk</strong>plek, <strong>en</strong> van de persoonlijke situatie van <strong>het</strong> slachtoffer <strong>en</strong> van de<br />
belager.<br />
Aan de <strong>werk</strong>situatie verbond<strong>en</strong> situationele risicofactor<strong>en</strong><br />
Alle<strong>en</strong> <strong>werk</strong><strong>en</strong> verteg<strong>en</strong>woordigt e<strong>en</strong> risico van blootstelling aan bepaalde vorm<strong>en</strong> van<br />
geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong>;<br />
Werk<strong>en</strong> in contact met <strong>het</strong> publiek;<br />
Werk<strong>en</strong> met geld;<br />
Werk<strong>en</strong> met person<strong>en</strong> in nood;<br />
Werk<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> omgeving die <strong>op</strong><strong>en</strong> staat voor geweld, dit is in bijzonder <strong>het</strong> geval in<br />
schoolverband, vooral in de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong>;<br />
Werkomstandighed<strong>en</strong> waarbij de <strong>werk</strong>nemer zich in e<strong>en</strong> kwetsbare situatie bevindt<br />
(Gastarbeiders, uitgebuite arbeiders, <strong>werk</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> platteland, kinderarbeid).<br />
De interactie van deze verschill<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> leidt tot diverse vorm<strong>en</strong> van geweld <strong>en</strong><br />
veroorzaakt in extreme gevall<strong>en</strong>, zoals de slachtpartij van Dunblane, de dood van e<strong>en</strong> aantal<br />
person<strong>en</strong>, <strong>en</strong> voor de overlev<strong>en</strong>d<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> dergelijke ramp, e<strong>en</strong> ernstig trauma. De auteurs<br />
id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong> zes vorm<strong>en</strong> van geweld, onderverdeeld in twee categorieën:<br />
1) fysiek geweld: dood, verwonding<strong>en</strong>, poging<strong>en</strong> tot agressie<br />
2) psychisch geweld: ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag, grof gedrag <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong>, morele<br />
<strong>pesterij<strong>en</strong></strong><br />
Chappell <strong>en</strong> Di Martino (1998: 11) onderscheid<strong>en</strong> de drie vorm<strong>en</strong> van psychisch geweld als<br />
volgt:<br />
Ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag treedt vaak <strong>op</strong> in de vorm van e<strong>en</strong> terugker<strong>en</strong>d gedrag van<br />
seksuele aard, e<strong>en</strong> ongepast, niet wederkerig <strong>en</strong> <strong>op</strong>gedrong<strong>en</strong> gedrag. Dit gedrag kan<br />
ernstige gevolg<strong>en</strong> voor <strong>het</strong> slachtoffer veroorzak<strong>en</strong>. De auteurs somm<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal<br />
handeling<strong>en</strong> <strong>op</strong> die wellicht deel kunn<strong>en</strong> uitmak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> proces van ongew<strong>en</strong>st seksueel<br />
gedrag: aanraking<strong>en</strong>, <strong>op</strong>merking<strong>en</strong>, blikk<strong>en</strong>, houding<strong>en</strong>, plagerij<strong>en</strong>, seksueel gericht<br />
taalgebruik, zinspeling<strong>en</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> privé-lev<strong>en</strong>, seksueel gerichte verwijzing<strong>en</strong>, bedekte<br />
80
toespeling<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> seksuele connotatie, <strong>op</strong>merking<strong>en</strong> met betrekking tot e<strong>en</strong> jurk,<br />
wellustige blikk<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> persoon of e<strong>en</strong> lichaamsdeel van deze persoon.<br />
Grof gedrag <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> (workplace bullying) is e<strong>en</strong> beledig<strong>en</strong>d gedrag dat zich uit in wrede,<br />
spott<strong>en</strong>de of verneder<strong>en</strong>de aanvall<strong>en</strong> met de bedoeling e<strong>en</strong> individu of e<strong>en</strong> groep van<br />
<strong>werk</strong>nemers te onderwerp<strong>en</strong>. Deze aanvall<strong>en</strong> met betrekking tot hun sociale bekwaamhed<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> vakkundigheid, zijn typisch onvoorspelbaar, irrationeel <strong>en</strong> onrechtvaardig.<br />
Morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> (mobbing) wordt gedefinieerd als e<strong>en</strong> systematische <strong>en</strong><br />
collectieve vorm van geweld gericht <strong>op</strong> e<strong>en</strong> <strong>werk</strong>nemer die psychologische <strong>pesterij<strong>en</strong></strong><br />
ondergaat. Chappell <strong>en</strong> Di Martino vernoem<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de gedraging<strong>en</strong> van morele<br />
<strong>pesterij<strong>en</strong></strong>: voortdur<strong>en</strong>de negatieve <strong>op</strong>merking<strong>en</strong> over <strong>het</strong> slachtoffer, herhaaldelijke kritiek,<br />
afzondering van <strong>het</strong> slachtoffer, laster <strong>en</strong> roddelpraatjes, <strong>het</strong> slachtoffer in publiek belachelijk<br />
mak<strong>en</strong>.<br />
Uiteraard di<strong>en</strong>t naargelang van de beschouwde vorm van geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong>, de <strong>werk</strong>ing<br />
van de verschill<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> in ev<strong>en</strong>wicht te word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong>. Zo spel<strong>en</strong> van de<br />
verklar<strong>en</strong>de variabel<strong>en</strong> die de auteurs van <strong>het</strong> model in beschouwing nem<strong>en</strong>, sommige meer<br />
dan andere e<strong>en</strong> belangrijker rol bij <strong>het</strong> <strong>op</strong>tred<strong>en</strong> van psychologisch geweld, in <strong>het</strong> bijzonder<br />
in gevall<strong>en</strong> van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag. Het gebrek aan<br />
<strong>werk</strong>organisatie <strong>en</strong> in <strong>het</strong> bijzonder de onduidelijke taakverdeling, is bijvoorbeeld e<strong>en</strong><br />
dominer<strong>en</strong>de risicofactor terzake. Terwijl <strong>het</strong> feit met geld te <strong>werk</strong><strong>en</strong> met betrekking tot<br />
psychologische geweld e<strong>en</strong> onbeduid<strong>en</strong>de variabele is. Dit meer algeme<strong>en</strong> model heeft de<br />
verdi<strong>en</strong>ste de aandacht te vestig<strong>en</strong> <strong>op</strong> de complexiteit van e<strong>en</strong> gewelddadig proces, <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
algeme<strong>en</strong> beeld te sc<strong>het</strong>s<strong>en</strong> waarmee de struikelblok van e<strong>en</strong> lineaire causale verklaring<br />
wordt vermed<strong>en</strong> die met betrekking tot ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>en</strong> morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> te<br />
beperk<strong>en</strong>d is.<br />
81
Conclusie<br />
De theoretische modell<strong>en</strong> die in dit hoofdstuk word<strong>en</strong> uite<strong>en</strong>gezet vestig<strong>en</strong> de aandacht <strong>op</strong><br />
verschill<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> die in de process<strong>en</strong> van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel<br />
gedrag medebepal<strong>en</strong>d zijn: cognitieve variabel<strong>en</strong> met betrekking tot de groepsdynamiek<br />
vermeld in de theorie van de zondebok, persoonlijke variabel<strong>en</strong> waar<strong>op</strong> door de<br />
psychoanalyse wordt gewez<strong>en</strong>, contextuele <strong>en</strong> organisatorische variabel<strong>en</strong> die door de<br />
systeem- <strong>en</strong> organisatietheorieën in aanmerking word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>; e<strong>en</strong> geheel van<br />
interactieve risicofactor<strong>en</strong> dat door <strong>het</strong> interactief model van geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> wordt<br />
beschouwd.<br />
Overig<strong>en</strong>s bestaan er mogelijkerwijs verschill<strong>en</strong>de typ<strong>en</strong> van process<strong>en</strong> van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong>,<br />
afhankelijk van de aard van de overweg<strong>en</strong>de variabel<strong>en</strong> die in elke situatie in <strong>het</strong> geding zijn.<br />
In bepaalde gevall<strong>en</strong> vloei<strong>en</strong> de morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong>/of <strong>het</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />
voort uit e<strong>en</strong> conflict dat onvoldo<strong>en</strong>de werd beslecht; in andere gevall<strong>en</strong> ontwikkelt <strong>het</strong><br />
proces zich in e<strong>en</strong> context van e<strong>en</strong> te hevige beroepsstress gek<strong>op</strong>peld aan e<strong>en</strong> onduidelijke<br />
taakomschrijving, of verder kan de victimisatie van e<strong>en</strong> individu hoofdzakelijk zijn oorsprong<br />
vind<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> persoonlijke rivaliteit.<br />
Elke situatie van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> is specifiek. Het slachtoffer zelf zal zijn/haar ervaring<br />
volg<strong>en</strong>s zijn/haar eig<strong>en</strong> gevoeligheid interpreter<strong>en</strong>. En uiteindelijk zal <strong>het</strong> de betek<strong>en</strong>is zijn<br />
die <strong>het</strong> slachtoffer aan deze pijnlijke ervaring geeft die <strong>het</strong> meest telt, vermits deze betek<strong>en</strong>is<br />
waarschijnlijk de weg is waarlangs hij/zij zich uit de situatie redd<strong>en</strong> kan.<br />
3.2. Ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />
3.2.1 Het natuurlijk biologisch model / <strong>het</strong> organisatiemodel / <strong>het</strong> sociaalcultureel<br />
model<br />
Sandra Tangri, Martha Burt <strong>en</strong> Leanor Johnson 25 hebb<strong>en</strong> drie verklar<strong>en</strong>de modell<strong>en</strong> van<br />
ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag uitge<strong>werk</strong>t.<br />
Volg<strong>en</strong>s <strong>het</strong> natuurlijk biologisch model wordt ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag verklaard door<br />
e<strong>en</strong> loutere seksuele aantrekking tuss<strong>en</strong> de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>. Het organisatiemodel postuleert dat<br />
ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag de resultante is van e<strong>en</strong> structuur die dergelijk gedrag in de<br />
hand <strong>werk</strong>t. Deze structuur steunt <strong>op</strong> e<strong>en</strong> bepaalde bedrijfscultuur, <strong>op</strong> de hiërarchie <strong>en</strong><br />
specifieke gezagsverhouding<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> slotte, volg<strong>en</strong>s <strong>het</strong> sociaal-cultureel model is<br />
ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag de uitdrukking van de ongelijke machtsverdeling <strong>en</strong> status<br />
tuss<strong>en</strong> de geslacht<strong>en</strong>. Dit model wordt ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s beschouwd als e<strong>en</strong> mechanisme dat<br />
specifiek functioneert om de mannelijke overheersing t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van de vrouw<strong>en</strong> in stand<br />
te houd<strong>en</strong>, zowel in <strong>het</strong> <strong>werk</strong>milieu als in de economische sfeer.<br />
25 TANGRI S.; BURT M.; JOHNSON L.; Sexual Harassm<strong>en</strong>t at Work: Three Explanatory Models in<br />
Journal of Social Issues; Vol. 38; N°4; (1982: 33-54).<br />
82
a) Het natuurlijk biologisch model<br />
Het natuurlijk biologisch model berust <strong>op</strong> verschill<strong>en</strong>de hypothes<strong>en</strong>:<br />
De eerste hypothese stelt dat aangezi<strong>en</strong> de mannelijke seksuele drift sterker is, de<br />
mann<strong>en</strong> e<strong>en</strong> natuurlijke neiging hebb<strong>en</strong> de vrouw<strong>en</strong> seksueel lastig te vall<strong>en</strong> maar<br />
zonder discriminer<strong>en</strong>de bedoeling<strong>en</strong>. Als ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag simpelweg de<br />
uiting is van e<strong>en</strong> sterkere seksuele drift bij de man, dan kan word<strong>en</strong> verwacht dat in de<br />
leeftijdsgroep met de sterkste seksuele drift, ongeacht <strong>het</strong> beroepsstatuut of de<br />
hiërarchische positie, e<strong>en</strong> groter aantal daders van ongew<strong>en</strong>st seksueel zal word<strong>en</strong><br />
vastgesteld;<br />
De tweede hypothese stelt dat aangezi<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> de mann<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
natuurlijke aantrekkingskracht bestaat, de twee geslacht<strong>en</strong> deelnem<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> seksueel<br />
gericht gedrag <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong>. Als e<strong>en</strong> dergelijke hypothese gegrond is zou m<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />
verwacht<strong>en</strong> dat de mannelijke <strong>en</strong> vrouwelijke medespelers in deze relatie van dezelfde<br />
leeftijd zijn, van <strong>het</strong>zelfde ras, dat zij dezelfde k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>, houding<strong>en</strong> <strong>en</strong> status hebb<strong>en</strong>.<br />
Overig<strong>en</strong>s zoud<strong>en</strong> deze medespelers e<strong>en</strong> wederzijdse interesse, e<strong>en</strong> aantrekking voor<br />
elkaar moet<strong>en</strong> voel<strong>en</strong> <strong>en</strong> ge<strong>en</strong> van beid<strong>en</strong> zou hierover moet<strong>en</strong> klag<strong>en</strong>;<br />
T<strong>en</strong> slotte, in e<strong>en</strong> derde hypothese zoek<strong>en</strong> de voorstanders van <strong>het</strong> natuurlijk biologisch<br />
model de verklaring van <strong>het</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag in <strong>het</strong> ziekelijk gedrag van e<strong>en</strong><br />
minderheid van mann<strong>en</strong>. Dergelijke hypothese ontk<strong>en</strong>t <strong>en</strong>erzijds <strong>het</strong> bestaan van<br />
systematische modell<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>en</strong> anderzijds de motivering<strong>en</strong><br />
die voortvloei<strong>en</strong> uit discriminatie <strong>op</strong> grond van <strong>het</strong> geslacht. Blijkt deze hypothese<br />
gegrond, dan zou ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag willekeurig gespreid zijn onder mann<strong>en</strong><br />
van alle leeftijdscategorieën, beroepsstatut<strong>en</strong> <strong>en</strong> hiërarchische posities.<br />
Dit model is aan diverse kritiek<strong>en</strong> onderhevig geweest: ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag wordt als<br />
e<strong>en</strong> normaal, individueel, persoonlijk, onschuldig f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> beschouwd. Deze aanpak heeft<br />
tot gevolg ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag te vergoelijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> in de hand te <strong>werk</strong><strong>en</strong> vermits alle<br />
middel<strong>en</strong> nutteloos lijk<strong>en</strong>. Overig<strong>en</strong>s negeert dit model <strong>het</strong> feit dat ongew<strong>en</strong>st seksueel<br />
gedrag gemotiveerd kan zijn door de bedoeling de vrouw<strong>en</strong> te discriminer<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun<br />
carrièreverlo<strong>op</strong> te schad<strong>en</strong>.<br />
b) Het organisatiemodel<br />
Volg<strong>en</strong>s <strong>het</strong> organisatiemodel kunn<strong>en</strong> de instelling<strong>en</strong> structur<strong>en</strong> creër<strong>en</strong> waarin ongew<strong>en</strong>st<br />
seksueel gedrag mogelijk wordt.<br />
T<strong>en</strong> eerste kan ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag voortvloei<strong>en</strong> uit e<strong>en</strong> gezagsdiffer<strong>en</strong>tiatie. Sinds<br />
de <strong>werk</strong>organisatie zich k<strong>en</strong>merkt door e<strong>en</strong> verticale stratificatie kunn<strong>en</strong> de individu<strong>en</strong> hun<br />
gezag, hun positie gebruik<strong>en</strong> om seksuele gunst<strong>en</strong> van hun ondergeschikt<strong>en</strong> af te dwing<strong>en</strong>.<br />
Terwijl <strong>het</strong> geloofwaardig klinkt dat e<strong>en</strong> vrouw e<strong>en</strong> man lastigvalt, is deze situatie ev<strong>en</strong>wel<br />
minder waarschijnlijk dan omgekeerd <strong>het</strong> geval is, omdat de vrouw<strong>en</strong> eerder e<strong>en</strong> aan de<br />
mann<strong>en</strong> ondergeschikte positie bekled<strong>en</strong>.<br />
Deze asymmetrische relatie tuss<strong>en</strong> de superieur<strong>en</strong> (de mann<strong>en</strong>) <strong>en</strong> hun ondergeschikt<strong>en</strong> (de<br />
vrouw<strong>en</strong>) berooft de ondergeschikt<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> materiële zelfstandigheid <strong>en</strong> van de nodige<br />
veiligheid om aan ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag te weerstaan <strong>en</strong> maakt h<strong>en</strong> kwetsbaar voor<br />
de economische, psychologische, fysieke <strong>en</strong> sociale gevolg<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel<br />
gedrag. De economische gevolg<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ernstiger zijn <strong>en</strong> niet <strong>en</strong>kel de huidige betrekking<br />
maar ook <strong>het</strong> carrièreverlo<strong>op</strong> <strong>op</strong> lange termijn treff<strong>en</strong>.<br />
83
Behalve de gezagsdiffer<strong>en</strong>tiatie kunn<strong>en</strong> andere factor<strong>en</strong> <strong>het</strong> bestaan van e<strong>en</strong> f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> van<br />
ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag in de hand <strong>werk</strong><strong>en</strong>. Martin (1978), Martin <strong>en</strong> Fein (1978) -<br />
vermeld door Sandra Tangri <strong>en</strong> soortg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> - b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de stimuler<strong>en</strong>de<br />
factor<strong>en</strong>:<br />
De zichtbaarheid <strong>en</strong> de contact<strong>en</strong> in gem<strong>en</strong>gde arbeidspost<strong>en</strong><br />
Sommige <strong>werk</strong>nemers beschikk<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> <strong>werk</strong>omgeving; andere <strong>werk</strong><strong>en</strong> met twee<br />
of in groep. Elk type van arbeidsomstandigheid schept verschill<strong>en</strong>de geleg<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> tot<br />
ongew<strong>en</strong>st seksueel geweld;<br />
Het perc<strong>en</strong>tage van mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> organisatie kan ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag<br />
al dan niet in de hand <strong>werk</strong><strong>en</strong>;<br />
Organisati<strong>en</strong>orm<strong>en</strong><br />
Ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag kan oorspronkelijk door organisati<strong>en</strong>orm<strong>en</strong> inher<strong>en</strong>t aan<br />
bepaalde arbeidsplaats<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> geschraagd: <strong>het</strong> uniform van e<strong>en</strong> hostess, de titel van<br />
secretaresse kunn<strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag in de hand <strong>werk</strong><strong>en</strong>;<br />
Beroepspraktijk<strong>en</strong><br />
Bepaalde beroepspraktijk<strong>en</strong> - zoals overur<strong>en</strong>, zak<strong>en</strong>reiz<strong>en</strong>, <strong>het</strong> feit met e<strong>en</strong> persoon van <strong>het</strong><br />
andere geslacht te grapp<strong>en</strong> - kunn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> meer geslachtsgebond<strong>en</strong> sfeer in de hand <strong>werk</strong><strong>en</strong><br />
dan tijd<strong>en</strong>s de normale <strong>werk</strong>ur<strong>en</strong>;<br />
De procedures<br />
Het bestaan van controleprocedures van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag (klacht<strong>en</strong>procedure)<br />
<strong>en</strong> de mogelijkheid om van arbeidspost te verander<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> de <strong>werk</strong>nemers minder<br />
onderhevig aan <strong>het</strong> f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag.<br />
Sam<strong>en</strong>gevat berust <strong>het</strong> organisatiemodel <strong>op</strong> e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> <strong>het</strong> ongew<strong>en</strong>st<br />
seksueel gedrag <strong>en</strong> de infrastructuuraspect<strong>en</strong> van <strong>het</strong> <strong>werk</strong> die <strong>het</strong> <strong>op</strong>tred<strong>en</strong> van <strong>het</strong><br />
f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> kan schrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> in de hand <strong>werk</strong><strong>en</strong>.<br />
c) Het sociaal-cultureel model<br />
Volg<strong>en</strong>s dit model is ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag e<strong>en</strong> uiting van <strong>het</strong> patriarchaal systeem<br />
waarin de mannelijke regels <strong>en</strong> hun maatschappelijke overtuiging<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gewettigd.<br />
Culturele relatiemodell<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de man <strong>en</strong> de vrouw <strong>en</strong> de economische <strong>en</strong> politieke<br />
bov<strong>en</strong>bouw houd<strong>en</strong> deze mannelijke suprematie in stand.<br />
De maatschappij ziet de man als e<strong>en</strong> agressief <strong>en</strong> seksueel dominer<strong>en</strong>d wez<strong>en</strong> <strong>en</strong> de vrouw<br />
als e<strong>en</strong> onderworp<strong>en</strong> <strong>en</strong> passief wez<strong>en</strong>. De vermaatschappelijking van de man <strong>en</strong> de vrouw<br />
beoogt voor elk e<strong>en</strong> respectieve <strong>en</strong> aanvull<strong>en</strong>de rol.<br />
E<strong>en</strong> vrouw, meer dan e<strong>en</strong> man, beoordeelt <strong>en</strong> waardeert zichzelf in functie van de ander<strong>en</strong><br />
(<strong>en</strong> in <strong>het</strong> bijzonder in functie van de mann<strong>en</strong>), zij is van nature g<strong>en</strong>eigd de aandacht van<br />
e<strong>en</strong> man als e<strong>en</strong> vleierij <strong>en</strong> niet als e<strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag te zi<strong>en</strong>. De<br />
vermaatschappelijking van de vrouw<strong>en</strong> draagt bij tot hun kwetsbaarheid voor ongew<strong>en</strong>st<br />
seksueel gedrag: zij hebb<strong>en</strong> namelijk geleerd aantrekkelijk <strong>en</strong> verzo<strong>en</strong><strong>en</strong>d te zijn, niet te<br />
oordel<strong>en</strong>, zich schuldig te acht<strong>en</strong> voor wat h<strong>en</strong> overkomt.<br />
84
De instandhouding van de mannelijke suprematie - hun beroepssuprematie <strong>en</strong> economische<br />
suprematie - is de functie die ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag vervult door de vrouw<strong>en</strong> te<br />
ontmoedig<strong>en</strong> <strong>en</strong> h<strong>en</strong> uit de arbeidswereld uit te sluit<strong>en</strong>.<br />
3.2.2. De theorie van <strong>het</strong> overvloei<strong>en</strong> van de seksuele rol<br />
De "arbeidsrol" bestaat uit e<strong>en</strong> geheel van verwachting<strong>en</strong> die met de uitvoering van e<strong>en</strong> <strong>werk</strong><br />
gepaard gaan. De "seksuele rol" verteg<strong>en</strong>woordigt e<strong>en</strong> geheel van verwachting<strong>en</strong> die met<br />
<strong>het</strong> gedrag van de man <strong>en</strong> de vrouw gepaard gaan: bijvoorbeeld, e<strong>en</strong> seksueel beeld<br />
schepp<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> seksobject zijn, zijn aspect<strong>en</strong> van de vrouwelijke "seksuele rol".<br />
Deze theorie die in 1982 door Barbara Gutek <strong>en</strong> Bruce Morasch 26 werd uitge<strong>werk</strong>t, verklaart<br />
ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag als e<strong>en</strong> transfer van de "seksuele rol" naar de "arbeidsrol". Met<br />
andere woord<strong>en</strong> er vindt e<strong>en</strong> transplantatie in <strong>het</strong> <strong>werk</strong>milieu plaats van<br />
gedragsverwachting<strong>en</strong> inher<strong>en</strong>t aan elk geslacht, gedrag dat <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> ongepast of<br />
ongeleg<strong>en</strong> is.<br />
Wanneer in e<strong>en</strong> bepaalde <strong>werk</strong>groep de mann<strong>en</strong> of de vrouw<strong>en</strong> dominer<strong>en</strong> treedt e<strong>en</strong><br />
"overvloei<strong>en</strong> van de seksuele rol" <strong>op</strong>.<br />
Vrouw<strong>en</strong> die in e<strong>en</strong> traditioneel mannelijk milieu <strong>werk</strong>zaam zijn ervar<strong>en</strong> dit type van<br />
"overvloei<strong>en</strong> van de seksuele rol": doordat zij e<strong>en</strong> kleine minderheid verteg<strong>en</strong>woordig<strong>en</strong> is<br />
hun geslacht zo <strong>op</strong>vall<strong>en</strong>d dat hun mannelijke collega’s h<strong>en</strong> als vrouw<strong>en</strong> eerder dan als<br />
collega‘s beschouw<strong>en</strong>.<br />
Omgekeerd treedt in traditioneel vrouwelijke arbeidsplaats<strong>en</strong> e<strong>en</strong> "overvloei<strong>en</strong> van de<br />
seksuele rol" <strong>op</strong>: de "seksuele rol wordt één met de "arbeidsrol": m<strong>en</strong> verwacht van deze<br />
vrouw<strong>en</strong> dat zij zich <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> gedrag<strong>en</strong> zoals zij zich gebruikelijk als vrouw gedrag<strong>en</strong>, de<br />
arbeidsplaats wordt geseksualiseerd.<br />
Het "overvloei<strong>en</strong> van de seksuele rol" treedt <strong>op</strong> wanneer wordt verwacht dat de vrouw<strong>en</strong>,<br />
meer dan de mann<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> gelijke "arbeidsrol", via hun voorkom<strong>en</strong>, hun gedrag of hun<br />
kleding e<strong>en</strong> geseksualiseerd beeld schepp<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> man kan van e<strong>en</strong> <strong>werk</strong>neemster<br />
verwacht<strong>en</strong> dat zij e<strong>en</strong> seksobject is <strong>en</strong> insgelijks kunn<strong>en</strong> de <strong>werk</strong>neemsters zich eraan<br />
verwacht<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> seksobject te word<strong>en</strong> beschouwd.<br />
E<strong>en</strong> aantal red<strong>en</strong><strong>en</strong> verklar<strong>en</strong> de transfer van de "seksuele rol" naar de "arbeidsrol":<br />
T<strong>en</strong> eerste, de seksuele id<strong>en</strong>titeit lijkt e<strong>en</strong> ruimere cognitieve basis te hebb<strong>en</strong> dan de<br />
"arbeidsrol". E<strong>en</strong> persoon wordt eerst als man of vrouw <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s als verpleegster of<br />
pompbedi<strong>en</strong>de gecategoriseerd. E<strong>en</strong> mannelijke pompbedi<strong>en</strong>de kan verschill<strong>en</strong>d word<strong>en</strong><br />
beoordeeld dan e<strong>en</strong> vrouwelijke pompbedi<strong>en</strong>de.<br />
In bepaalde omstandighed<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> de vrouw<strong>en</strong> zich meer <strong>op</strong> hun gemak voel<strong>en</strong> in aan<br />
de "vrouwelijke rol" verbond<strong>en</strong> stereotyp<strong>en</strong>, in <strong>het</strong> bijzonder wanneer zij d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat de<br />
mann<strong>en</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> h<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel in e<strong>en</strong> vrouwelijke rol zull<strong>en</strong> aanvaard<strong>en</strong>.<br />
26 GUTEK B.; MORASCH B.; Sex-Ratios, Sex-Role Spillover, and Sexual Harassm<strong>en</strong>t of Wom<strong>en</strong> at<br />
Work in Journal of Social Issues; Vol. 38; N°.4;(1982: 55-74).<br />
85
T<strong>en</strong> slotte word<strong>en</strong> veel mann<strong>en</strong> eerst met de vrouw<strong>en</strong> in hun andere roll<strong>en</strong><br />
geconfronteerd (echtg<strong>en</strong>ote, moeder, dochter,…) <strong>en</strong> voel<strong>en</strong> zich met deze vertrouwde<br />
roll<strong>en</strong> meer <strong>op</strong> hun gemak. De onderzoekers hebb<strong>en</strong> bijvoorbeeld <strong>op</strong>gemerkt dat de<br />
mann<strong>en</strong> <strong>en</strong>erzijds, vaker dan de vrouw<strong>en</strong>, aan de man-vrouw interacties in<br />
beroepsverband e<strong>en</strong> seksuele connotatie toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, <strong>en</strong> anderzijds dat zij deze<br />
interacties, meer dan de vrouw<strong>en</strong>, in <strong>het</strong> beroepskader als normaal beschouw<strong>en</strong>.<br />
Het perc<strong>en</strong>tage van de mannelijke <strong>en</strong> vrouwelijke arbeidspost<strong>en</strong> hangt sam<strong>en</strong> met <strong>het</strong><br />
"overvloei<strong>en</strong> van de seksuele rol". Thans heeft de grotere aanwezigheid van de vrouw<strong>en</strong><br />
<strong>op</strong> de arbeidsmarkt tot gevolg dat de mann<strong>en</strong> zich aan de man-vrouw interactie <strong>op</strong> <strong>het</strong><br />
<strong>werk</strong> gaan w<strong>en</strong>n<strong>en</strong> wat <strong>het</strong> risico van <strong>het</strong> "overvloei<strong>en</strong> van de seksuele rol" zou moet<strong>en</strong><br />
beperk<strong>en</strong>.<br />
Volg<strong>en</strong>s Connell (1987) <strong>en</strong> Segal (1990) 27 - vermeld door Jackie Krasas Rogers <strong>en</strong> Kevin D.<br />
H<strong>en</strong>son -, stelt <strong>het</strong> concept "overvloei<strong>en</strong> van de seksuele rol" e<strong>en</strong> aantal aan de "seksuele<br />
rol" verbond<strong>en</strong> problem<strong>en</strong>. De "seksuele rol" bestaat buit<strong>en</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> maar dit persoonlijke<br />
k<strong>en</strong>merk vloeit <strong>op</strong> ongepaste wijze in de arbeidswereld over (ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag is<br />
e<strong>en</strong> gedrag dat in de arbeidswereld ongepast <strong>en</strong> ongeleg<strong>en</strong> is). In term<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st<br />
seksueel gedrag beperkt de verantwoordelijkheid van de organisaties zich tot de bestraffing<br />
van de occasionele belager. Volg<strong>en</strong>s Jackie Krasas Rogers <strong>en</strong> Kevin D. H<strong>en</strong>son, volstaat <strong>het</strong><br />
niet zich te beperk<strong>en</strong> tot <strong>het</strong> onderzoek van <strong>het</strong> perc<strong>en</strong>tage van de mannelijke <strong>en</strong> vrouwelijke<br />
arbeidspost<strong>en</strong> (symptoom van e<strong>en</strong> door <strong>het</strong> geslacht beïnvloede <strong>werk</strong>organisatie), maar te<br />
onderzoek<strong>en</strong> hoe deze organisaties (door <strong>het</strong> geslacht beïnvloed) ongew<strong>en</strong>st seksueel<br />
gedrag in de hand <strong>werk</strong><strong>en</strong>.<br />
Overig<strong>en</strong>s houd<strong>en</strong> vrouwelijke stereotyp<strong>en</strong> (bijvoorbeeld, seksobject) ongew<strong>en</strong>st seksueel<br />
gedrag in stand. Schneider 28 , - vermeld door Jackie Krasas Rogers <strong>en</strong> Kevin D. H<strong>en</strong>son -<br />
heeft aangetoond hoe de <strong>werk</strong>nemers bewog<strong>en</strong> word<strong>en</strong> vrouwelijke ontvankelijkheid als<br />
seksuele to<strong>en</strong>aderingspoging<strong>en</strong> te interpreter<strong>en</strong>, wat in sam<strong>en</strong>hang met hun gebrek aan<br />
gezag in beroepscontext, ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag veroorzaakt. Volg<strong>en</strong>s deze<br />
verklaring<strong>en</strong> is ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag, domein van individuele acties, <strong>op</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in de<br />
organisatorisch <strong>en</strong> institutionele voorschrift<strong>en</strong>;<br />
27 KRASAS ROGERS J. et HENSON K.D.; "Hey, why don't you wear a shorter skirt?" Structural<br />
Vulnerability and the Organization of Sexual Harassm<strong>en</strong>t in Temporary Clerical Employm<strong>en</strong>t in<br />
G<strong>en</strong>der and Society, April (1997: 216).<br />
28 KRASAS ROGERS J.; HENSON K.D.; "Hey, why don't you wear a shorter skirt?" Structural<br />
Vulnerability and the Organization of Sexual Harassm<strong>en</strong>t in Temporary Clerical Employm<strong>en</strong>t in<br />
G<strong>en</strong>der and Society, April (1997: 217).<br />
86
3.2.3. De theorie van de foute perceptie<br />
Met betrekking tot de hierbov<strong>en</strong> uite<strong>en</strong>gezette theorieën (natuurlijk biologisch model,<br />
organisatiemodel, sociaal-cultureel model, The Sex Role Spillover Model), b<strong>en</strong>adrukt Frank<br />
E. Saal 29 "Wat <strong>op</strong>merkelijk is, is dat ge<strong>en</strong> van deze modell<strong>en</strong> de mogelijkheid overweegt dat<br />
minst<strong>en</strong>s <strong>en</strong>kele voorbeeld<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag kunn<strong>en</strong> wijz<strong>en</strong> <strong>op</strong> e<strong>en</strong><br />
vervorming van de mannelijke perceptie van <strong>het</strong> gedrag <strong>en</strong> de bedoeling<strong>en</strong> van de vrouw<strong>en</strong>.<br />
Ik d<strong>en</strong>k dat er slechts weinig <strong>het</strong>eroseksuele mann<strong>en</strong> zijn die zich niet hebb<strong>en</strong> moet<strong>en</strong><br />
scham<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> foute interpretatie van <strong>het</strong> vrouwelijk gedrag in e<strong>en</strong> sociale context, <strong>en</strong>kel<br />
om uit te vind<strong>en</strong> dat de vrouw<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele bedoeling hadd<strong>en</strong> e<strong>en</strong> intiemere<br />
interm<strong>en</strong>selijke relatie na te strev<strong>en</strong>. Insgelijks vertell<strong>en</strong> vele vrouw<strong>en</strong> anekdotes die er<strong>op</strong><br />
wijz<strong>en</strong> dat ook zij lastige situaties hebb<strong>en</strong> beleefd waarbij hun vri<strong>en</strong>dschap jeg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> man<br />
door deze laatste verkeerd werd geïnterpreteerd omdat hij me<strong>en</strong>de bij de vrouw tek<strong>en</strong><strong>en</strong> van<br />
seksuele interesse of beschikbaarheid <strong>op</strong> te merk<strong>en</strong> ".<br />
Aldus is, volg<strong>en</strong>s de theorie van de foute perceptie, ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag de<br />
resultante van foute percepties bij de mann<strong>en</strong> van <strong>het</strong> gedrag <strong>en</strong> de bedoeling<strong>en</strong> van de<br />
vrouw<strong>en</strong>. De mann<strong>en</strong> die de neiging hebb<strong>en</strong> vri<strong>en</strong>dschappelijk, extrovert gedrag van de<br />
vrouw<strong>en</strong> (verkeerd) <strong>op</strong> te vatt<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> tek<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> seksuele interesse of<br />
beschikbaarheid, zull<strong>en</strong> zich eerder overgev<strong>en</strong> aan ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag jeg<strong>en</strong>s<br />
vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>het</strong> goedkeur<strong>en</strong>.".<br />
Over <strong>het</strong> geheel g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> de mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> de vrouw<strong>en</strong> de ding<strong>en</strong> anders waar: bij<br />
interm<strong>en</strong>selijke uitwisseling<strong>en</strong> werd vastgesteld dat mann<strong>en</strong> de neiging hebb<strong>en</strong> in <strong>het</strong> sociaal<br />
gedrag van de vrouw<strong>en</strong> (<strong>en</strong> in mindere mate van de mann<strong>en</strong>) sterkere seksuele impuls<strong>en</strong><br />
waar te nem<strong>en</strong>, terwijl de vrouw<strong>en</strong> in <strong>het</strong> vrouwelijk gedrag, in hun eig<strong>en</strong> gedrag, eerder<br />
vri<strong>en</strong>delijkheid <strong>en</strong> <strong>op</strong>rechtheid zi<strong>en</strong>.<br />
Parkinson (1989), - vermeld door Frank E. Saal 30 , heeft de hypothese bestudeerd volg<strong>en</strong>s<br />
welke de kans groter is dat mann<strong>en</strong>, die de vri<strong>en</strong>delijkheid van de vrouw<strong>en</strong> verkeerd<br />
<strong>op</strong>vatt<strong>en</strong>, onverbiddelijk gedrag ontwikkel<strong>en</strong> <strong>en</strong> zich aan agressief seksueel gedrag jeg<strong>en</strong>s<br />
vrouw<strong>en</strong> overgev<strong>en</strong>. 130 mannelijke stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> 144 vrouwelijke stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kreg<strong>en</strong> elk e<strong>en</strong><br />
video vertoont met e<strong>en</strong> prikkel<strong>en</strong>de interactie tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> doc<strong>en</strong>t <strong>en</strong> e<strong>en</strong> stud<strong>en</strong>t <strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> gewone, niet-prikkel<strong>en</strong>de interactie tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> doc<strong>en</strong>t <strong>en</strong> e<strong>en</strong> stud<strong>en</strong>t anderzijds.<br />
Vervolg<strong>en</strong>s werd<strong>en</strong> de stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> verzocht <strong>op</strong> 14 semantische items te antwoord<strong>en</strong>.<br />
In zijn conclusies merkt Parkinson (1989) <strong>op</strong> dat bij mann<strong>en</strong> die loutere vrouwelijke<br />
vri<strong>en</strong>delijkheid verkeerd <strong>op</strong>vatt<strong>en</strong>, ge<strong>en</strong> grotere waarschijnlijkheid bestaat geweld <strong>en</strong> gevaar<br />
als viriel <strong>en</strong> aang<strong>en</strong>aam te beschouw<strong>en</strong>, of jeg<strong>en</strong>s vrouw<strong>en</strong> ongevoelig of seksueel agressief<br />
te zijn. Indi<strong>en</strong> deze eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> <strong>het</strong> risico vergrot<strong>en</strong> dat mann<strong>en</strong> zich aan ongew<strong>en</strong>st<br />
seksueel gedrag overgev<strong>en</strong>, do<strong>en</strong> de gegev<strong>en</strong>s vermoed<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> foute perceptie van de<br />
vrouwelijke vri<strong>en</strong>dschap als e<strong>en</strong> tek<strong>en</strong> van seksuele interesse of beschikbaarheid, niet met<br />
ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag sam<strong>en</strong>hangt.<br />
Betreff<strong>en</strong>de de onderzoek<strong>en</strong> die werd<strong>en</strong> uitgevoerd om de theorie van de foute perceptie te<br />
test<strong>en</strong>, b<strong>en</strong>adrukt Frank E. Saal dat zij niet in hun poging zijn geslaagd deze geloofwaardige<br />
hypothese te ondersteun<strong>en</strong>.<br />
29 SAAL F. E. ; M<strong>en</strong>'s Misperceptions of Wom<strong>en</strong>'s Interpersonal Behaviors and Sexual Harassm<strong>en</strong>t<br />
in Sexual Harassm<strong>en</strong>t in the Workplace; Uitgegev<strong>en</strong> door Margaret S. Stockdale; Wom<strong>en</strong> and<br />
Work Volume 5; (1996: 69).<br />
30 SAAL F. E. ; M<strong>en</strong>'s Misperceptions of Wom<strong>en</strong>'s Interpersonal Behaviors and Sexual Harassm<strong>en</strong>t<br />
in Sexual Harassm<strong>en</strong>t in the Workplace; Uitgegev<strong>en</strong> door Margaret S. Stockdale; Wom<strong>en</strong> and<br />
Work Volume 5; (1996: 72).<br />
87
Hoewel <strong>het</strong> altijd mogelijk is dat deze theorie zijn verdi<strong>en</strong>ste heeft <strong>en</strong> dat deze onderzoek<strong>en</strong><br />
er e<strong>en</strong>voudigweg niet in geslaagd zijn de theorie adequaat te test<strong>en</strong>, is Frank E. Saal van<br />
oordeel dat <strong>het</strong> aanvoer<strong>en</strong> van foute percepties om dit onaanvaardbaar gedrag in<br />
institutionele structur<strong>en</strong> te verklar<strong>en</strong>, ertoe kan leid<strong>en</strong> de voorbedachtheid van ongew<strong>en</strong>st<br />
seksueel gedrag <strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> de laakbare <strong>en</strong> strafbare aard van dergelijk gedrag anderzijds<br />
te verminder<strong>en</strong><br />
3.2.4. De theorie van macht <strong>en</strong> overheersing<br />
De theorie van macht <strong>en</strong> overheersing, ontstaan uit de vrouw<strong>en</strong>beweging, heeft de meeste<br />
onderzoek<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong>de ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> geïnspireerd<br />
Fitzgerald (1992), - vermeld door Irène Padavic <strong>en</strong> James D. Orcutt 31 b<strong>en</strong>adrukt dat de<br />
meeste f<strong>en</strong>om<strong>en</strong><strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag niet veel te mak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> met<br />
erotische obsessies <strong>en</strong> niet bedacht zijn om e<strong>en</strong> seksuele relatie aan te moedig<strong>en</strong>, maar<br />
integ<strong>en</strong>deel om de vrouw<strong>en</strong> te beledig<strong>en</strong>, belachelijk te mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> te verneder<strong>en</strong>.<br />
Volg<strong>en</strong>s deze theorie van macht <strong>en</strong> overheersing is ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag e<strong>en</strong> middel<br />
waardoor de mann<strong>en</strong> hun overheersing t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van de vrouw<strong>en</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> <strong>en</strong> in de<br />
maatschappij in <strong>het</strong> algeme<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> do<strong>en</strong> geld<strong>en</strong>.<br />
Volg<strong>en</strong>s Margaret S. Stockdale 32 verklaart deze theorie ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag <strong>op</strong><br />
diverse manier<strong>en</strong>:<br />
Individu<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> persoonlijke machtswellust of e<strong>en</strong> grote behoefte aan overheersing, <strong>en</strong><br />
die negatieve houding<strong>en</strong> jeg<strong>en</strong>s vrouw<strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong>, zoud<strong>en</strong> e<strong>en</strong> grotere neiging tot<br />
ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag verton<strong>en</strong>;<br />
Anderzijds is e<strong>en</strong> onev<strong>en</strong>wichtige machtsverdeling <strong>op</strong> niveau van de interm<strong>en</strong>selijke relaties<br />
ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s medebepal<strong>en</strong>d in de verklaring van ongew<strong>en</strong>st seksueel gedrag. Kipnis (1990), -<br />
vermeld door Margaret S. Stockdale - heeft vastgesteld hoezeer person<strong>en</strong> met e<strong>en</strong><br />
buit<strong>en</strong>maatse macht g<strong>en</strong>eigd zijn de ander<strong>en</strong> te beschouw<strong>en</strong> als zwak, nietsnutt<strong>en</strong>,<br />
verdi<strong>en</strong><strong>en</strong>d wat hun overkomt, afgunstig jeg<strong>en</strong>s de machtshouders. Dergelijke process<strong>en</strong><br />
kunn<strong>en</strong> verklar<strong>en</strong> waarom superieur<strong>en</strong> hun <strong>werk</strong>nemers, doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hun stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> seksueel<br />
lastigvall<strong>en</strong>;<br />
T<strong>en</strong> slotte kan in e<strong>en</strong> discussie over macht <strong>het</strong> patriarchaat niet word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>egeerd. In onze<br />
maatschappij, zoals trouw<strong>en</strong>s in de meeste sam<strong>en</strong>leving<strong>en</strong>, g<strong>en</strong>iet<strong>en</strong> de mann<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />
belangrijker positie <strong>en</strong> macht <strong>en</strong>kel <strong>en</strong> alle<strong>en</strong> omdat zij mann<strong>en</strong> zijn. Opgroei<strong>en</strong> in e<strong>en</strong><br />
patriarchale beschaving kan bij de mann<strong>en</strong> <strong>het</strong> gevoel wekk<strong>en</strong> dat zij <strong>het</strong> recht hebb<strong>en</strong><br />
vrouw<strong>en</strong> seksueel lastig te vall<strong>en</strong>. Dit perspectief dat <strong>op</strong> macht berust, kan verklar<strong>en</strong> waarom<br />
mannelijke collega's hun vrouwelijke collega's, of waarom mannelijke ondergeschikt<strong>en</strong> of<br />
stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hun superieur<strong>en</strong> of doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> seksueel lastigvall<strong>en</strong>.<br />
31 PADAVIC I.; ORCUTT J.; Perceptions of Sexual Harassm<strong>en</strong>t in the Florida Legal System. A<br />
comparison of Dominance and Spillover Explanations in G<strong>en</strong>der and Society; Vol 11 N° 5;<br />
Oktober (1997: 683).<br />
32 STOCKDALE M. S.; What We Know and What We Need to Learn About Sexual Harassm<strong>en</strong>t in<br />
Sexual Harassm<strong>en</strong>t in the Workplace; Uitgegev<strong>en</strong> door by Margaret S. Stockdale; Wom<strong>en</strong> and<br />
Work Volume 5; (1996: 11).<br />
88
De eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van de slachtoffers (jong, ongehuwd, vrouw) ev<strong>en</strong>als organisatorische<br />
factor<strong>en</strong> (e<strong>en</strong> onev<strong>en</strong>wichtige g<strong>en</strong>derverdeling in e<strong>en</strong> <strong>werk</strong>groep) kunn<strong>en</strong> dergelijke<br />
machtsgebond<strong>en</strong> motiev<strong>en</strong> beïnvloed<strong>en</strong> of verwekk<strong>en</strong> die ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s door de daders <strong>en</strong><br />
andere situationele factor<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beïnvloed.<br />
Bijvoorbeeld kunn<strong>en</strong> jonge, ongehuwde vrouw<strong>en</strong>, in <strong>het</strong> bijzonder in de og<strong>en</strong> van person<strong>en</strong><br />
met e<strong>en</strong> grote persoonlijke machtshonger, word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> als person<strong>en</strong> die gemakkelijker<br />
kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gedomineerd.<br />
Margaret S. Stockdale wijst er<strong>op</strong> dat hoewel macht als organisatiekader voor ongew<strong>en</strong>st<br />
seksueel gedrag heeft gedi<strong>en</strong>d, dit begrip ev<strong>en</strong>wel <strong>op</strong> niveau van onderzoek <strong>en</strong> theoretische<br />
analyse weinig interesse heeft gewekt. Overig<strong>en</strong>s verzoekt zij deskundig<strong>en</strong> in Sociale<br />
Wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> om hun m<strong>en</strong>ing betreff<strong>en</strong>de deze belangrijke kwestie.<br />
3.2.5. De symbooltheorie<br />
C.W. Bajema verwijst naar de door Kanter (1977) ontwikkelde symbooltheorie <strong>en</strong><br />
verduidelijkt dat deze theorie berust <strong>op</strong> de discriminatie <strong>en</strong> marginalisatie van de led<strong>en</strong> van<br />
e<strong>en</strong> minderheidsgroep.<br />
Volg<strong>en</strong>s deze theorie zull<strong>en</strong> de led<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> willekeurige maatschappelijke groep <strong>het</strong><br />
voorwerp van discriminatie word<strong>en</strong> wanneer hun groep binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> organisatie minder dan<br />
15% verteg<strong>en</strong>woordigt.<br />
Volg<strong>en</strong>s C.W. Bajema 33 : "Tot nu toe heeft nog ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel onderzoek argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> t<strong>en</strong> gunste<br />
van deze theorie kunn<strong>en</strong> aanvoer<strong>en</strong>. De theorie van de symbolische discriminatie werd<br />
ontwikkeld <strong>op</strong> basis van bewijz<strong>en</strong> geleverd door de ervaring<strong>en</strong> van <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong><br />
marginalisatie van vrouw<strong>en</strong> in mannelijke arbeidsplaats<strong>en</strong>. Onderzoek heeft ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele<br />
aanwijzing kunn<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> van negatieve symbolische gevolg<strong>en</strong> wanneer de mann<strong>en</strong> in de<br />
minderheid zijn. Mann<strong>en</strong> die overheers<strong>en</strong>d vrouwelijke beroep<strong>en</strong> betred<strong>en</strong> word<strong>en</strong> meestal<br />
goed onthaald, of er bestaan althans weinig aanwijzing<strong>en</strong> die <strong>het</strong> bewijs lever<strong>en</strong> dat zij door<br />
hun vrouwelijke collega's gemarginaliseerd word<strong>en</strong>. Hoewel in talrijke onderzoek<strong>en</strong> de<br />
g<strong>en</strong>derverhouding in de verschill<strong>en</strong>de beroep<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijke contextuele variabele is,<br />
werd<strong>en</strong> de gevolg<strong>en</strong> van symbolisme nog niet bestudeerd (…)".<br />
3.2.6. De theorie van de seksuele prikkel<br />
De theorie van de seksuele prikkel hangt sam<strong>en</strong> met andere verklar<strong>en</strong>de modell<strong>en</strong>, met<br />
name de theorie van macht <strong>en</strong> overheersing. De factor<strong>en</strong> die de motivatie van macht <strong>en</strong><br />
overheersing beïnvloed<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> gelijktijdig <strong>op</strong> de seksuele prikkel word<strong>en</strong> toegepast.<br />
Lips (1991), - vermeld door Margaret S. Stockdale 34 - heeft aangetoond dat macht <strong>en</strong><br />
overheersing belangrijke thema's zijn in de mannelijke seksualiteit. Bepaalde mann<strong>en</strong><br />
kunn<strong>en</strong> g<strong>en</strong>eigd zijn e<strong>en</strong> band te legg<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> seksuele stimuli <strong>en</strong> machtsd<strong>en</strong>k<strong>en</strong>.<br />
33 Le harcèlem<strong>en</strong>t sexuel sur le lieu de travail dans l'Union Eur<strong>op</strong>é<strong>en</strong>ne; Eur<strong>op</strong>ese Commissie:<br />
Directoraat-g<strong>en</strong>eraal Werkgeleg<strong>en</strong>heid, industriële betrekking<strong>en</strong> <strong>en</strong> sociale zak<strong>en</strong>; Bureau voor<br />
officiële publicaties der Eur<strong>op</strong>ese Geme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>; (1999: 36).<br />
34 STOCKDALE M. S.; What We Know and What We Need to Learn About Sexual Harassm<strong>en</strong>t in<br />
Sexual Harassm<strong>en</strong>t in the Workplace; Uitgegev<strong>en</strong> door Margaret S. Stockdale; Wom<strong>en</strong> and Work<br />
Volume 5; (1996: 12).<br />
89
Bargh <strong>en</strong> Raymond (1995), - vermeld door Margaret S. Stockdale 35 - hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> theorie<br />
ontwikkeld waarbij overheersing <strong>en</strong> seksualiteitsgebond<strong>en</strong> motivaties met elkaar<br />
sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>. Zij postuler<strong>en</strong> dat bij seksueel agressieve mann<strong>en</strong> macht <strong>en</strong> seksgebond<strong>en</strong><br />
signal<strong>en</strong> zodanig nauw verbond<strong>en</strong> zijn dat zij zich van <strong>het</strong> misbruik van hun machtspositie<br />
niet langer meer bewust zijn.<br />
De theorie van de seksuele prikkel, in <strong>het</strong> bijzonder in sam<strong>en</strong>hang met de theorieën van<br />
overheersing, zou bijgevolg in <strong>het</strong> onderzoek naar de oorzak<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>st seksueel<br />
gedrag niet buit<strong>en</strong> beschouwing mog<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gelat<strong>en</strong>.<br />
HOOFDSTUK 4 : SOCIOLOGISCHE CONTEXT<br />
Thans veroorzaakt <strong>het</strong> f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> e<strong>en</strong> vloedgolf in de Belgische<br />
maatschappij <strong>en</strong> is <strong>het</strong> voorwerp van e<strong>en</strong> groei<strong>en</strong>de mediabelangstelling. Deze problematiek,<br />
nog niet zolang geled<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd, wordt ev<strong>en</strong>wel sinds e<strong>en</strong> aantal jar<strong>en</strong>, met de vertaling<br />
van <strong>het</strong> boek van Heinz Leymann <strong>en</strong> de uitgave van <strong>het</strong> eerste boek van Marie-France<br />
Hirigoy<strong>en</strong>, in andere land<strong>en</strong> onderk<strong>en</strong>d. Overig<strong>en</strong>s zijn de feit<strong>en</strong> die thans in <strong>het</strong> Franstalige<br />
Eur<strong>op</strong>a word<strong>en</strong> veroordeeld waarschijnlijk niet nieuw. Daarom wordt <strong>het</strong> noodzakelijk zich<br />
vrag<strong>en</strong> te stell<strong>en</strong> over de sociale betek<strong>en</strong>is van de huidige bezorgdheid betreff<strong>en</strong>de<br />
psychologisch geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong>, zowel <strong>op</strong> wet<strong>en</strong>schappelijk als <strong>op</strong> juridisch vlak.<br />
Heinz Leymann (1996: 39) had reeds de aandacht gevestigd <strong>op</strong> de sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> <strong>het</strong><br />
f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> van morele <strong>pesterij<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> <strong>het</strong> belang van de waarde «<strong>werk</strong>» in de Scandinavische<br />
maatschappij: «Mobbing lijkt in <strong>het</strong> domein van vrije tijd, politiek <strong>en</strong>gagem<strong>en</strong>t <strong>en</strong><br />
sportactiviteit<strong>en</strong> weinig effect te sorter<strong>en</strong>. Het mikpunt wordt er niet diep door getroff<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
kan de aanval gemakkelijk ontwijk<strong>en</strong>. Overig<strong>en</strong>s blijkt dat dad<strong>en</strong> van mobbing tijd<strong>en</strong>s de vrije<br />
tijd weinig gevolg<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> <strong>op</strong> <strong>het</strong> beroepslev<strong>en</strong>. Daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> veroorzaakt mobbing <strong>op</strong> <strong>het</strong><br />
<strong>werk</strong> vaak moeilijkhed<strong>en</strong> in <strong>het</strong> privé-lev<strong>en</strong>. De belangrijkste verklaring hiervoor ligt in <strong>het</strong><br />
overwicht van <strong>het</strong> beroepslev<strong>en</strong> <strong>op</strong> de andere lev<strong>en</strong>ssfer<strong>en</strong>. Het slachtoffer zijn van mobbing<br />
<strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> verteg<strong>en</strong>woordigt dus e<strong>en</strong> gevaar voor <strong>het</strong> ev<strong>en</strong>wicht <strong>en</strong> de kwaliteit van <strong>het</strong><br />
bestaan in <strong>het</strong> algeme<strong>en</strong>.» Deze waarde lijkt de huidige neoliberale sociaal-economische<br />
context te dominer<strong>en</strong>. Er gaan ev<strong>en</strong>wel steeds meer stemm<strong>en</strong> <strong>op</strong> die deze sociale <strong>werk</strong>wijze<br />
in naam van <strong>het</strong> recht <strong>op</strong> arbeid in vraag stell<strong>en</strong>. In <strong>het</strong> boek van Christ<strong>op</strong>he Dejours treft<br />
m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> analyse van <strong>het</strong> f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> van psychologisch geweld <strong>op</strong> <strong>het</strong> <strong>werk</strong> in e<strong>en</strong><br />
neoliberale context aan.<br />
Christ<strong>op</strong>he Dejours (1998), psychiater, psychoanalyticus, doc<strong>en</strong>t aan <strong>het</strong> Conservatoire<br />
national des Arts et Métiers <strong>en</strong> directeur van <strong>het</strong> Laboratoire de Psychologie du Travail, heeft<br />
onlangs e<strong>en</strong> boek uitgegev<strong>en</strong> met als titel «Souffrance <strong>en</strong> France. La banalisation de<br />
l’injustice sociale.». Hierin stelt hij bij de burgers t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van sociaal onrecht e<strong>en</strong><br />
stilzwijg<strong>en</strong>de instemming vast. Hij vraagt zicht af wat ons toelaat <strong>het</strong> lot van de <strong>werk</strong>loz<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
«nieuwe arm<strong>en</strong>» te duld<strong>en</strong>. Hij tracht te bevatt<strong>en</strong> hoe e<strong>en</strong> hele maatschappij, zonder zich te<br />
verzett<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> steeds grotere arbeidsdruk kan aanvaard<strong>en</strong> waarvan zij nochtans weet dat<br />
deze de m<strong>en</strong>tale <strong>en</strong> psychische integriteit van haar led<strong>en</strong> in <strong>het</strong> gedrang br<strong>en</strong>gt. Christ<strong>op</strong>he<br />
Dejours komt tot de ontdekking dat angst aan de oorsprong van deze stilzwijg<strong>en</strong>de<br />
instemming ligt. In <strong>het</strong> licht van <strong>het</strong> concept communicatievervorming van Jürg<strong>en</strong> Habermas<br />
<strong>en</strong> banaliteit van Hannah Ar<strong>en</strong>dt reconstrueert hij <strong>het</strong> proces dat de m<strong>en</strong>s toelaat lijd<strong>en</strong> te<br />
duld<strong>en</strong> <strong>en</strong> sociale onrechtvaardigheid te bagatelliser<strong>en</strong>.<br />
35 STOCKDALE M. S.; What We Know and What We Need to Learn About Sexual Harassm<strong>en</strong>t in<br />
Sexual Harassm<strong>en</strong>t in the Workplace; Uitgegev<strong>en</strong> door Margaret S. Stockdale; Wom<strong>en</strong> and Work<br />
Volume 5; (1996: 12).<br />
90
Christ<strong>op</strong>he Dejours assimileert de economische crisis waarin wij ons bevind<strong>en</strong> <strong>en</strong> die<br />
voortvloeit uit <strong>het</strong> neoliberalisme, met e<strong>en</strong> oorlogssituatie. Hij heeft <strong>het</strong> over e<strong>en</strong><br />
economische oorlog waarbij niets minder dan de overleving van de natie <strong>en</strong> de bescherming<br />
van de vrijheid <strong>op</strong> <strong>het</strong> spel staan. Dejours (1998: 10): «Wij zull<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel overlev<strong>en</strong>, zo wordt<br />
ons voorgehoud<strong>en</strong>, indi<strong>en</strong> wij onszelf overtreff<strong>en</strong> <strong>en</strong> nog doeltreff<strong>en</strong>der dan onze<br />
concurr<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zijn. Deze oorlog zondere wap<strong>en</strong>s gaat ev<strong>en</strong>wel gepaard met<br />
individuele offers gebracht door person<strong>en</strong>, <strong>en</strong> collectieve offers die <strong>op</strong> economische grond<strong>en</strong><br />
hoger<strong>op</strong> werd<strong>en</strong> beslist.» Het belangrijkste wap<strong>en</strong> van de economische oorlog is de<br />
ontwikkeling van <strong>het</strong> concurr<strong>en</strong>tievermog<strong>en</strong> waarbij <strong>het</strong> doel de middel<strong>en</strong> heiligt. Het<br />
concurr<strong>en</strong>tievermog<strong>en</strong> br<strong>en</strong>gt massale ontslagmaatregel<strong>en</strong> met zich die veel m<strong>en</strong>selijk lijd<strong>en</strong><br />
veroorzak<strong>en</strong>, zowel voor de ontslag<strong>en</strong> <strong>werk</strong>nemers als voor de «overlev<strong>en</strong>d<strong>en</strong>».<br />
Christ<strong>op</strong>he Dejours vervolgt deze vergelijk<strong>en</strong>de analyse <strong>en</strong> komt tot de vaststelling dat de<br />
ingestelde oorlogsmachine heel doeltreff<strong>en</strong>d functioneert, <strong>en</strong> tracht te begrijp<strong>en</strong> waardoor zij<br />
zo goed functioner<strong>en</strong> kan. Hij analyseert de mogelijke verklar<strong>en</strong>de hypothes<strong>en</strong>.<br />
De eerste hypothese vloeit voort uit de systeem- <strong>en</strong> organisatiemodell<strong>en</strong> die stell<strong>en</strong> dat de<br />
economische <strong>werk</strong>wijze, e<strong>en</strong>s ingesteld, zich volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> proces van zelfschepping<br />
automatisch voortplant. Berust<strong>en</strong>d <strong>op</strong> zijn interne logica blijft <strong>het</strong> economische<br />
wereldsysteem autonoom functioner<strong>en</strong>, onafhankelijk van de person<strong>en</strong> die eraan<br />
deelnem<strong>en</strong>. Dat vooronderstelt e<strong>en</strong> marktautonomie die door haar eig<strong>en</strong> wett<strong>en</strong> wordt<br />
bestuurd, onontkoombare wett<strong>en</strong> die de status hebb<strong>en</strong> van natuurlijke wett<strong>en</strong>.<br />
De tweede verklar<strong>en</strong>de hypothese die door de auteur in beschouwing wordt g<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />
bestaat eruit <strong>het</strong> bestaan van economische wett<strong>en</strong> te aanvaard<strong>en</strong> maar deze als ingevoerde<br />
wett<strong>en</strong> te beschouw<strong>en</strong>, te wet<strong>en</strong> door de m<strong>en</strong>s ontworp<strong>en</strong>. Dejours (1998: 14): «Vanuit dit<br />
gezichtspunt zou de oorlog zijn oorsprong niet <strong>en</strong>kel vind<strong>en</strong> in de aard van <strong>het</strong> economische<br />
systeem, in de markt of in de «mondialisering», maar in de m<strong>en</strong>selijke gedragslijn.» Dit<br />
epistemologisch standpunt br<strong>en</strong>gt e<strong>en</strong> aantal overweging<strong>en</strong> met zich mee met betrekking tot<br />
de rol die elke<strong>en</strong> speelt in de voorplanting van deze neoliberale economie. Terwijl m<strong>en</strong> zich<br />
niet verbaast over <strong>het</strong> verantwoordelijkheidsaandeel, weg<strong>en</strong>s strategische red<strong>en</strong><strong>en</strong> van<br />
persoonlijk winstbejag, dat in de voortzetting van deze economische oorlog <strong>op</strong> de leiders van<br />
bepaalde bedrijv<strong>en</strong> rust, is <strong>het</strong> des te verbaz<strong>en</strong>der te moet<strong>en</strong> vaststell<strong>en</strong> dat de slachtoffers<br />
van dit systeem, die per slot van rek<strong>en</strong>ing e<strong>en</strong> overweldig<strong>en</strong>de meerderheid vorm<strong>en</strong>, de<br />
voortzetting ervan niet tracht<strong>en</strong> te belett<strong>en</strong>. Dejours (1998: 15): «De economische<br />
oorlogsmachine is nochtans ge<strong>en</strong> deus ex machina. Zij functioneert omdat de mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />
vrouw<strong>en</strong> massaal instemm<strong>en</strong> om eraan deel te nem<strong>en</strong> (…) Oef<strong>en</strong>t deze machine haar macht<br />
verder uit, is <strong>het</strong> wel omdat wij ermee instemm<strong>en</strong> dat zij functioneert, zelfs al doet zij ons<br />
walg<strong>en</strong>»<br />
De auteur beoogt <strong>het</strong> m<strong>en</strong>selijk gedrag te analyser<strong>en</strong> dat deze oorlogsmachine bouwt <strong>en</strong> <strong>het</strong><br />
m<strong>en</strong>selijke gedrag dat ermee instemt <strong>en</strong> dat er zich zelfs aan onderwerpt. De grootste<br />
verdi<strong>en</strong>ste van dit <strong>werk</strong> schuilt in de analyse van de subjectieve veerkracht van de<br />
instemming. Dejours verwijst namelijk naar de verwachting<strong>en</strong> die in 1980 door de politieke<br />
analist<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> <strong>op</strong>gesteld. T<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van de groei<strong>en</strong>de crisis <strong>op</strong> de arbeidsmarkt<br />
verwachtt<strong>en</strong> zij dat e<strong>en</strong> <strong>werk</strong>loosheidscijfer van 4% van de beroepsbevolking niet kon<br />
word<strong>en</strong> overschred<strong>en</strong> zonder dat e<strong>en</strong> ernstige politieke crisis zou <strong>op</strong>tred<strong>en</strong>, die in sociale<br />
onrust <strong>en</strong> <strong>op</strong>roerbeweging<strong>en</strong> zou ontaard<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>het</strong> ev<strong>en</strong>wicht van de Franse maatschappij<br />
zou kunn<strong>en</strong> verstor<strong>en</strong>. Met <strong>het</strong> huidige <strong>werk</strong>loosheidscijfer dat vrijwel 13% bereikt kan m<strong>en</strong><br />
zich alle<strong>en</strong> maar verbaz<strong>en</strong> over de passiviteit van de Franse burgers teg<strong>en</strong>over de onzekere<br />
arbeidssituatie die e<strong>en</strong> steeds grotere meerderheid van de bevolking treft.<br />
91
Ook al werd <strong>het</strong> lijd<strong>en</strong> veroorzaakt door <strong>werk</strong>loosheid <strong>en</strong> <strong>het</strong> eruit voortvloei<strong>en</strong>de proces van<br />
sociale uitsluiting wet<strong>en</strong>schappelijk aangetoond, ook al del<strong>en</strong> wij all<strong>en</strong> voor onszelf, onze<br />
naast<strong>en</strong>, onze vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> of onze kinder<strong>en</strong> e<strong>en</strong> gevoel van angst teg<strong>en</strong>over <strong>het</strong> risico van<br />
uitsluiting, <strong>en</strong> ondanks <strong>het</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de aantal sociaal uitgeslot<strong>en</strong><strong>en</strong> in Eur<strong>op</strong>a, is niet<br />
iedere<strong>en</strong> de m<strong>en</strong>ing toegedaan dat de slachtoffers van <strong>werk</strong>loosheid, van armoede, van<br />
sociale uitsluiting, <strong>het</strong> slachtoffer van e<strong>en</strong> onrechtvaardigheid zoud<strong>en</strong> zijn.<br />
Dejours (1998: 20) vestigt de aandacht <strong>op</strong> onze neiging spontaan <strong>het</strong> onderscheid te mak<strong>en</strong><br />
tuss<strong>en</strong> lijd<strong>en</strong> <strong>en</strong> onrechtvaardigheid. Dit mechanisme leidt <strong>en</strong>erzijds tot de instemming met<br />
<strong>het</strong> economische d<strong>en</strong>kbeeld <strong>en</strong> anderzijds tot e<strong>en</strong> lijdzame houding. «De person<strong>en</strong> die hun<br />
perceptie van <strong>het</strong> lijd<strong>en</strong> van ander<strong>en</strong> gescheid<strong>en</strong> houd<strong>en</strong> van <strong>het</strong> gevoel van<br />
verontwaardiging <strong>op</strong>gewekt door de herk<strong>en</strong>ning van e<strong>en</strong> onrechtvaardigheid, nem<strong>en</strong> vaak<br />
e<strong>en</strong> lijdzame houding aan. Lijdzaamheid t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van e<strong>en</strong> «f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong>»: de crisis van de<br />
<strong>werk</strong>geleg<strong>en</strong>heid die als e<strong>en</strong> fataliteit wordt beschouwd …» Volg<strong>en</strong>s de economische<br />
d<strong>en</strong>kbeeld<strong>en</strong> zijn <strong>werk</strong>loosheid <strong>en</strong> sociale uitsluiting de resultant<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> systeem- <strong>en</strong><br />
economisch f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> waar<strong>op</strong> wij ge<strong>en</strong> vat hebb<strong>en</strong>, zij zijn de resultant<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> crisis<br />
waarvoor niemand verantwoordelijk is. Lijdzaamheid <strong>en</strong> instemming met <strong>het</strong> economische<br />
d<strong>en</strong>kbeeld houd<strong>en</strong> gelijke tred.<br />
Van hieruit tracht de auteur te begrijp<strong>en</strong> waarom <strong>het</strong> economische d<strong>en</strong>kbeeld <strong>en</strong> de eruit<br />
voortvloei<strong>en</strong>de afwezigheid van e<strong>en</strong> collectieve mobilisatie de massale instemming van de<br />
Franse burgers krijgt.<br />
Om <strong>op</strong> deze vraag <strong>het</strong> antwoord te gev<strong>en</strong> vestigt hij de aandacht <strong>op</strong> e<strong>en</strong> «banaliseringproces<br />
van <strong>het</strong> kwaad». Christ<strong>op</strong>he Dejours ontwikkelt dit concept bij uitbreiding van <strong>het</strong> concept<br />
«de banaliteit van <strong>het</strong> kwaad» van Hannah Ar<strong>en</strong>dt in haar analyse van <strong>het</strong> nazisme <strong>en</strong> in <strong>het</strong><br />
bijzonder van de Eichmann-zaak. Onder «de banaliteit van <strong>het</strong> kwaad» verstond Hannah<br />
Ar<strong>en</strong>dt <strong>het</strong> volg<strong>en</strong>de (Dejours, 1998: 195): «De afwezigheid, de <strong>op</strong>schorting of de<br />
verwijdering van <strong>het</strong> d<strong>en</strong>kvermog<strong>en</strong> die gepaard kunn<strong>en</strong> gaan met onm<strong>en</strong>selijke dad<strong>en</strong>, <strong>en</strong><br />
meer in <strong>het</strong> algeme<strong>en</strong>, met de uitoef<strong>en</strong>ing van <strong>het</strong> kwaad». Dejours trekt e<strong>en</strong> aantal<br />
vergelijking<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de massale instemming t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van sociale uitsluiting die <strong>het</strong><br />
neoliberale systeem van de Franse maatschappij <strong>op</strong> <strong>het</strong> einde van de twintigste eeuw<br />
k<strong>en</strong>merkt <strong>en</strong> de massale instemming van de Duitse bevolking t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van de etnische<br />
zuivering die <strong>het</strong> politieke nazi-regime k<strong>en</strong>merkte. Beide system<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> de uitsluiting van<br />
de ander<strong>en</strong> <strong>en</strong> de afwezigheid van e<strong>en</strong> politieke mobilisatie teg<strong>en</strong> de sociale<br />
onrechtvaardigheid geme<strong>en</strong>. Deze uitsluiting is de resultante van e<strong>en</strong> onderscheid tuss<strong>en</strong><br />
lijd<strong>en</strong> <strong>en</strong> onrechtvaardigheid, e<strong>en</strong> onderscheid dat in de hand wordt ge<strong>werk</strong>t door e<strong>en</strong><br />
banaliseringproces van <strong>het</strong> kwaad.<br />
Dit concept steunt <strong>op</strong> twee fundam<strong>en</strong>tele begripp<strong>en</strong> die hier verder word<strong>en</strong> uitge<strong>werk</strong>t: dat<br />
van «<strong>het</strong> banaliseringproces» <strong>en</strong> dat van «<strong>het</strong> kwaad».<br />
Volg<strong>en</strong>s dit banaliseringproces (Dejours, 1998: 157) «kan e<strong>en</strong> uitzonderlijk gedrag, dat<br />
normaal gesprok<strong>en</strong> door de actie <strong>en</strong> <strong>het</strong> gedrag van de meerderheid wordt verhinderd, als<br />
gedragsregel <strong>en</strong> zelfs als e<strong>en</strong> waarde ingang vind<strong>en</strong>». Zo gebeurt <strong>het</strong> dat in talrijke<br />
bedrijv<strong>en</strong>, wat voordi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> sch<strong>en</strong>ding van de ethiek werd beschouwd, thans e<strong>en</strong> norm<br />
dreigt te word<strong>en</strong>.<br />
92
Het kwaad waarvan sprake is wordt door de auteur gedefinieerd als (Dejours, 1998: 108)<br />
«<strong>het</strong> duld<strong>en</strong>, <strong>het</strong> niet veroordel<strong>en</strong> <strong>en</strong> de deelname aan de onrechtvaardigheid <strong>en</strong> <strong>het</strong> lijd<strong>en</strong><br />
die de ander<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangedaan». Hij vermeldt eerst de steeds talrijker overtreding<strong>en</strong> van<br />
de arbeidswetgeving: person<strong>en</strong> zonder <strong>werk</strong>vergunning te<strong>werk</strong>stell<strong>en</strong> om ge<strong>en</strong> sociale last<strong>en</strong><br />
te hoev<strong>en</strong> betal<strong>en</strong> <strong>en</strong> h<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> ongeval zonder schadevergoeding te kunn<strong>en</strong> ontslag<strong>en</strong>;<br />
e<strong>en</strong> <strong>werk</strong> vereis<strong>en</strong> waarvan de arbeidsduur de wettelijke vergunning<strong>en</strong> overschrijdt zoals dat<br />
in de sector van <strong>het</strong> wegvervoer <strong>het</strong> geval is. Vervolg<strong>en</strong>s vernoemt Dejours e<strong>en</strong> hele reeks<br />
gedraging<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> afspiegeling zijn van de door Heinz Leymann geïnv<strong>en</strong>tariseerde<br />
handeling<strong>en</strong> van pestgedrag: <strong>op</strong>zettelijk onrechtvaardig gedrag met betrekking tot de<br />
discriminer<strong>en</strong>de toewijzing van de lastigste <strong>en</strong> gevaarlijkste arbeidspost<strong>en</strong>; grof <strong>en</strong> obsce<strong>en</strong><br />
gedrag jeg<strong>en</strong>s vrouw<strong>en</strong>; chantage van <strong>het</strong> <strong>werk</strong>; insinuaties jeg<strong>en</strong>s <strong>werk</strong>nemers met de<br />
bedoeling h<strong>en</strong> psychologisch uit hun ev<strong>en</strong>wicht te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>; manipulaties met de bedoeling<br />
h<strong>en</strong> tot <strong>het</strong> uiterste te drijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> fout<strong>en</strong> te do<strong>en</strong> begaan; gebruikelijke praktijk<strong>en</strong> van ontslag<br />
zonder <strong>op</strong>zegtermijn. In dit <strong>op</strong>zicht verhaalt Dejours <strong>het</strong> lot van kaderled<strong>en</strong> die <strong>op</strong> e<strong>en</strong><br />
morg<strong>en</strong> niet meer in hun kantoor kunn<strong>en</strong> omdat <strong>het</strong> slot werd veranderd, <strong>en</strong> die word<strong>en</strong><br />
verzocht hun loon in ontvangst te gaan nem<strong>en</strong>, hun ontslag te tek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> hun persoonlijk<br />
spull<strong>en</strong> mee te nem<strong>en</strong> die reeds aan de uitgang werd<strong>en</strong> klaargezet. Verder veroordeelt de<br />
auteur de perversiteit van bepaalde sociale programma's: <strong>het</strong> betreft ontslag<strong>en</strong> omkleed met<br />
valse beloft<strong>en</strong> van bijstand <strong>en</strong> hulp bij e<strong>en</strong> her<strong>op</strong>name in <strong>het</strong> arbeidsproces. T<strong>en</strong> slotte noemt<br />
Dejours de aanw<strong>en</strong>ding van dreigem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> tot onslag om de ander<strong>en</strong> te onderwerp<strong>en</strong> <strong>en</strong> h<strong>en</strong><br />
di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> te do<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong> of ding<strong>en</strong> te do<strong>en</strong> do<strong>en</strong> die zij innerlijk afkeur<strong>en</strong>.<br />
(Dejours, 1998: 107): «Wij k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>het</strong> gewone bestaan van dit lijd<strong>en</strong> <strong>en</strong> deze<br />
onrechtvaardigheid die de ander<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangedaan in alle, zelfs democratische<br />
sam<strong>en</strong>leving<strong>en</strong>. Wij bestempel<strong>en</strong> deze gedraging<strong>en</strong> hier als «kwaad» wanneer zij:<br />
- als e<strong>en</strong> bestuurssysteem, e<strong>en</strong> machtsuitoef<strong>en</strong>ing, e<strong>en</strong> organisatie- of<br />
managem<strong>en</strong>tsysteem word<strong>en</strong> ingesteld, te wet<strong>en</strong> wanneer iedere<strong>en</strong> als slachtoffers,<br />
beul<strong>en</strong>, of afwissel<strong>en</strong>d of tegelijkertijd als slachtoffers <strong>en</strong> beul<strong>en</strong> wordt voor<strong>op</strong>gesteld;<br />
- <strong>op</strong><strong>en</strong>lijk, gebagatelliseerd, bewust, <strong>op</strong>zettelijk, aanvaard of eis<strong>en</strong>d zijn, <strong>en</strong> niet heimelijk,<br />
toevallig of uitzonderlijk zijn, <strong>en</strong> zelfs wanneer zij als dapper word<strong>en</strong> beschouwd»<br />
De auteur stelt dus niet de praktijk<strong>en</strong> <strong>op</strong> zich aan de kaak maar de houding van de hele<br />
sam<strong>en</strong>leving die met dergelijke gedraging<strong>en</strong> instemt. Christ<strong>op</strong>he Dejours tracht dit<br />
massagedrag te bevatt<strong>en</strong> dat de individuele bijzonderhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> persoonlijkheid overtreft.<br />
Volg<strong>en</strong>s deze auteur zijn de verklar<strong>en</strong>de hypothes<strong>en</strong> die <strong>op</strong> de persoonlijkheid berust<strong>en</strong><br />
ontoereik<strong>en</strong>d om deze houding te bevatt<strong>en</strong> van collectieve instemming met sociale<br />
uitsluiting. Dejours (1998: 158): «Mijn stelling is dat <strong>het</strong> <strong>werk</strong> voor al deze person<strong>en</strong> de<br />
grootste gem<strong>en</strong>e deler is, <strong>en</strong> dat, uitgaande van de psychodynamiek van de verhouding tot<br />
<strong>het</strong> <strong>werk</strong>, m<strong>en</strong> misschi<strong>en</strong> kan bevatt<strong>en</strong> hoe de «banalisering van <strong>het</strong> kwaad» tot stand kon<br />
kom<strong>en</strong>»<br />
De auteur onderscheidt – in de onverschilligheid <strong>en</strong> de toegeeflijkheid jeg<strong>en</strong>s lijd<strong>en</strong> vanwege<br />
e<strong>en</strong> gedeelte van de bevolking; in de overname door de meerderheid van de Franse burgers<br />
van economische stereotyp<strong>en</strong> die h<strong>en</strong> ertoe br<strong>en</strong>gt <strong>het</strong> kwaad aan de causaliteit van <strong>het</strong> lot<br />
toe te schrijv<strong>en</strong>; <strong>en</strong> in de afwezigheid van e<strong>en</strong> collectieve reactie t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van de<br />
onrechtvaardigheid van e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>leving waarvan de rijdom steeds to<strong>en</strong>eemt terwijl de<br />
verpaupering tegelijkertijd e<strong>en</strong> steeds groter gedeelte van de bevolking treft – de drie<br />
k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de norm<strong>op</strong>athie 36 .<br />
36 Norm<strong>op</strong>athie is e<strong>en</strong> term die in psych<strong>op</strong>athologie wordt gebruikt om person<strong>en</strong> aan te duid<strong>en</strong> die<br />
zich k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> door hun overdrev<strong>en</strong> conformisme aan sociale <strong>en</strong> beroepsnorm<strong>en</strong> <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s<br />
door hun gebrek aan creativiteit <strong>en</strong> verbeelding.<br />
93
Norm<strong>op</strong>athie k<strong>en</strong>merkt zich door drie factor<strong>en</strong>:<br />
1. onverschilligheid t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van de distale wereld<br />
2. de <strong>op</strong>schorting van <strong>het</strong> d<strong>en</strong>kvermog<strong>en</strong> <strong>en</strong> zijn vervanging door dominer<strong>en</strong>de stereotyp<strong>en</strong><br />
die van buit<strong>en</strong>af word<strong>en</strong> aangebod<strong>en</strong> (in dit geval de economische stereotyp<strong>en</strong>)<br />
3. De afschaffing van <strong>het</strong> oordeelsvermog<strong>en</strong> <strong>en</strong> de wil om collectief teg<strong>en</strong><br />
onrechtvaardigheid <strong>op</strong> te tred<strong>en</strong><br />
Volg<strong>en</strong>s Dejours is <strong>het</strong> massagedrag dat aan de oorspong ligt van <strong>het</strong> banaliseringproces<br />
e<strong>en</strong> norm<strong>op</strong>athisch gedrag. Dat betek<strong>en</strong>t ev<strong>en</strong>wel niet dat de individu<strong>en</strong> die de bevolking<br />
sam<strong>en</strong>stell<strong>en</strong> all<strong>en</strong> norm<strong>op</strong>aat zijn. Dejours (1998: 169): «Het norm<strong>op</strong>athisch gedrag kan de<br />
resultante zijn van e<strong>en</strong> afweerstrategie <strong>en</strong> niet van de persoonlijkheidsstructuur <strong>en</strong> kan als<br />
e<strong>en</strong> «persoonlijke afweerstrategie» word<strong>en</strong> ingeroep<strong>en</strong>». Doorgaans verwijst <strong>het</strong><br />
psychoanalytisch concept van «afweermechanisme» naar onbewuste reacties waarmee de<br />
persoon zich teg<strong>en</strong> <strong>en</strong>dog<strong>en</strong>e angst voortvloei<strong>en</strong>d uit inw<strong>en</strong>dige psychische conflict<strong>en</strong> kan<br />
verzett<strong>en</strong>. De auteur heeft <strong>het</strong> hier over e<strong>en</strong> persoonlijke afweerstrategie waarmee <strong>het</strong><br />
individu zich kan aanpass<strong>en</strong> aan <strong>het</strong> lijd<strong>en</strong> veroorzaakt door de angst voortvloei<strong>en</strong>d uit <strong>het</strong><br />
risico van uitsluiting <strong>en</strong> <strong>werk</strong>loosheid, e<strong>en</strong> risico dat van buit<strong>en</strong>af komt. Bov<strong>en</strong> dit hele proces<br />
van collectieve instemming met sociale onrechtvaardigheid ligt dus de angst.<br />
Dejours (1998: 198-199): «Waar<strong>op</strong> wij de aandacht hebb<strong>en</strong> tracht<strong>en</strong> te vestig<strong>en</strong> – <strong>het</strong><br />
banaliseringproces van <strong>het</strong> kwaad door <strong>het</strong> <strong>werk</strong> – is niet nieuw noch uitzonderlijk. Wat<br />
nieuw is, is niet zozeer de ongerustheid, de onrechtvaardigheid <strong>en</strong> <strong>het</strong> lijd<strong>en</strong> dat de ander<strong>en</strong><br />
wordt aangedaan door de tuss<strong>en</strong>komst van de machtsverhouding<strong>en</strong> die dezelfde ext<strong>en</strong>sie<br />
bezitt<strong>en</strong>, maar <strong>en</strong>kel <strong>het</strong> feit dat dit systeem als billijk <strong>en</strong> rechtvaardig kan doorgaan; dat <strong>het</strong><br />
als realistisch <strong>en</strong> rationeel wordt voorgesteld; dat <strong>het</strong> door e<strong>en</strong> meerderheid van burgers<br />
wordt aanvaard <strong>en</strong> zelfs goedgekeurd; <strong>en</strong> t<strong>en</strong> slotte dat <strong>het</strong> thans <strong>op</strong><strong>en</strong>lijk als e<strong>en</strong><br />
modelsysteem wordt aangeprez<strong>en</strong> waar<strong>op</strong> elk bedrijf zich in naam van <strong>het</strong> goede, <strong>het</strong><br />
eerlijke <strong>en</strong> <strong>het</strong> echte, zou moet<strong>en</strong> inspirer<strong>en</strong>. Wat dus nieuw is, is e<strong>en</strong> systeem dat<br />
voortdur<strong>en</strong>d lijd<strong>en</strong>, onrechtvaardighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> ongelijkhed<strong>en</strong> voortbr<strong>en</strong>gt <strong>en</strong> verergert, <strong>en</strong> deze<br />
als goed <strong>en</strong> rechtvaardig kan do<strong>en</strong> aanvaard<strong>en</strong>. Wat nieuw is, is de banalisering van de<br />
onrechtvaardige gedraging<strong>en</strong> die er <strong>het</strong> strami<strong>en</strong> van vorm<strong>en</strong>.»<br />
Het onderscheid dat Christ<strong>op</strong>he Dejours maakt tuss<strong>en</strong> <strong>het</strong> neoliberale systeem <strong>en</strong> <strong>het</strong> naziregime<br />
heeft ge<strong>en</strong> betrekking <strong>op</strong> <strong>het</strong> psychologische banaliseringproces van <strong>het</strong> kwaad bij de<br />
mede<strong>werk</strong>ers, maar plaatst zich hoger, te wet<strong>en</strong> <strong>op</strong> niveau van de doelstelling<strong>en</strong> waaraan<br />
banalisering gewijd is. In <strong>het</strong> geval van <strong>het</strong> neoliberalisme is de beoogde doelstelling winst<br />
<strong>en</strong> economische macht terwijl bij <strong>het</strong> totalitarisme de beoogde doelstelling de orde <strong>en</strong><br />
overheersing van de wereld is.<br />
Overig<strong>en</strong>s wijst de auteur <strong>op</strong> e<strong>en</strong> omkering in de term<strong>en</strong> van de pr<strong>op</strong>ositie bij de vermelding<br />
van <strong>het</strong> doel <strong>en</strong> de middel<strong>en</strong> van beide voorg<strong>en</strong>oemde system<strong>en</strong>. Dejours (1998: 200): «In<br />
de neoliberale rationalisering van geweld zijn macht <strong>en</strong> gezag instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de<br />
economie. In de totalitaire argum<strong>en</strong>tatie is de economie e<strong>en</strong> instrum<strong>en</strong>t van macht <strong>en</strong><br />
gezag.»<br />
Het banaliseringproces maakt minder deel uit van de algem<strong>en</strong>e psychologie dan van de<br />
arbeidspsych<strong>op</strong>athologie. De doorweg<strong>en</strong>de categorie is de arbeid. Wat betek<strong>en</strong>t dat?<br />
Christ<strong>op</strong>he Dejours herinnert eraan dat, fundam<strong>en</strong>teel gezi<strong>en</strong>, de arbeidsverhouding<strong>en</strong> in de<br />
eerste plaats ongelijke sociale verhouding<strong>en</strong> zijn waarbij e<strong>en</strong>ieder met de overheersing <strong>en</strong><br />
de ervaring van onrechtvaardigheid wordt geconfronteerd. Arbeid kan ev<strong>en</strong>wel ook e<strong>en</strong><br />
onvervangbaar middel zijn voor zelfontplooiing. Arbeid blijkt e<strong>en</strong> onuitputtelijke bron van<br />
paradox<strong>en</strong> te zijn. Dejours (1998: 201): «Arbeid ligt ongetwijfeld aan de bron van<br />
94
schrikwekk<strong>en</strong>de vervreemdingsprocess<strong>en</strong>, maar kan ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> krachtig middel zijn t<strong>en</strong><br />
di<strong>en</strong>ste van de emancipatie ev<strong>en</strong>als van <strong>het</strong> leerproces <strong>en</strong> de ervaring van solidariteit <strong>en</strong><br />
democratie.»<br />
Volg<strong>en</strong>s de auteur schuilt de doorslaggev<strong>en</strong>de factor die de arbeidsverhouding<strong>en</strong> t<strong>en</strong> gunste<br />
van <strong>het</strong> goede of <strong>het</strong> kwaad do<strong>en</strong> overhell<strong>en</strong> in de angst. Het gaat niet om angst in <strong>het</strong><br />
algeme<strong>en</strong> maar om de angst inher<strong>en</strong>t aan de arbeidsverhouding<strong>en</strong>, dat is bijvoorbeeld <strong>het</strong><br />
geval voor de dreiging van <strong>werk</strong>loosheid die thans <strong>op</strong> de arbeidsmarkt weegt.<br />
95