03.09.2013 Views

r - Brandsma vletclub

r - Brandsma vletclub

r - Brandsma vletclub

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

1<br />

Rondreis België / Nederland met de LOBITO.<br />

Op zaterdag 31 augustus vertrekken we uit onze thuishaven De Spaanjerd te Ophoven voor<br />

een 3 weekse reis door Nederland en België. De familie Tanis is daags er voor reeds<br />

gearriveerd. Zij hebben er al twee weken vakantie opzitten en wij zullen met hen mee varen in<br />

hun laatste vakantieweek naar Terneuzen. De vorige dag hebben we hun boot de Shalom<br />

bekeken, de opvolger van hun <strong>Brandsma</strong>vlet. De reisleiding (Wilma en Ewit) besluiten, dat<br />

we via Noord-Brabant en Zeeland naar Terneuzen zullen varen, vervolgens zullen wij met de<br />

Lobito de reis via België voortzetten.<br />

Omdat we beloofd hebben om onze boot aan een groot aantal kennissen te laten zien, gaan we<br />

de eerste dag naar Weert. Dit betekent de Spaanjerdplas uit, een stukje Maas, een tussenstop<br />

in Maasbracht vanwege nieuwe brandstoffilters voor de Shalom, sluis Panheel, kanaal<br />

Wessem/Nederweert, sluis 15 en de Zuid-Willemsvaart.<br />

In sluis Panheel worden we in de oude sluiskolk circa 8 meter naar boven geschut. Deze<br />

schutkolk is de enige sluis in Nederland, die met spaarbekkens uitgerust is. Het is heel<br />

interessant om de werkende maquette op het sluiswachtergebouw te bekijken.<br />

In de stadshaven van Weert zijn nog enkele plaatsen vrij, maar om die te bereiken moeten we<br />

door een bomvolle haven manoeuvreren vol met schepen, die flink groter zijn dan de<br />

maximale toegestane 10 meter (tot 12 meter lijkt mij geen probleem).<br />

Onder het toeziend oog van enkele toevallig passerende vrienden en die dat later pas<br />

vertellen, slagen we erin op "professionele" wijze vast te maken. Het geheim van het<br />

professionele schuilt erin vooral rustig aan te doen, ernstig te kijken en je zo weinig mogelijk<br />

aan te trekken van goed bedoelde raad van de reeds afgemeerden, dat zijn namelijk veel<br />

minder profs dan ze lijken.<br />

Zaterdagavond en zondag is het dan open boot, tot groot genoegen van Wilma en in mindere<br />

mate van mij. Ik dacht, dat ik vakantie had en nu blijk ik ineens in de catering te werken<br />

annex het verzorgen van rondleidingen, om over de afwas maar niet te spreken. Maar ja, je<br />

moet er iets voor over hebben om een kapitalist te lijken, hoewel je meteen door de mand valt,<br />

want een kapitalist heeft daar natuurlijk zijn personeel voor.<br />

Op maandag 2 september vertrekken we aan de late kant uit Weert. Dat komt, omdat Ewit na<br />

het plaatsten van nieuwe brandstoffilters nogal wat zaken moet ontluchten om de motoren te<br />

starten. Wij hebben een bevriend echtpaar aan boord, die een dag meevaren. De tocht gaat<br />

over de Zuid-Willemsvaart. De sluizen 15, 13, 12, 11 en 10 worden genomen met telkens een<br />

verval van circa 2.5 meter. De sluizen 13 en 11 zijn in reparatie, dat wil zeggen ze zijn wel in<br />

werking, maar men moet vast maken aan een touw, dat aan grote ijzeren palen gespannen is,<br />

goedbedoeld, maar minder geslaagd voor de pleziervaart. Het kost heel wat geëmmer om te<br />

voorkomen, dat je onder het touw doordrijft richting onbekende wateren. Uiteindelijk maken<br />

we vast om 17.00 uur voor sluis 9 te Helmond. Dit is het oude kanaal door Helmond en hier is<br />

een afmeerplaats, zij het zonder elektra en water, een beetje in het wild dus maar verder<br />

prima. Hier worden ook onze gasten met de auto opgehaald en vertrekken na een geslaagde<br />

dag naar Weert terug.<br />

De volgende dag, dinsdag 3 september, gaan we verder naar sluis Helmond in het nieuwe<br />

omleidingkanaal van Helmond.<br />

Bij Aarle-Rixel draaien we het Wilhelminakanaal op. Sluis 5 staat altijd open, maar is zwaar<br />

vervallen. Het Wilhelminakanaal is een fraaie vaarweg met veel bomen en bossen op beide<br />

oevers. Bruggen worden verder automatisch bediend tot Tilburg, als men bij de eerste brug op


2<br />

de knop drukt. Merkwaardig genoeg is de brug voor sluis 4 nog handbediend. We komen<br />

enkele minuten na half vier bij de draaibrug voor de Piushaven in Tilburg aan.<br />

Gelukkig is de havenmeester nog bereid te draaien, want de brug wordt alleen gedraaid op het<br />

halve uur. Even later liggen we vast in de fraaie Piushaven inclusief stroom, water en<br />

toiletgelegenheid. Deze haven is een aanrader, temeer omdat de ligging op 500 meter van het<br />

centrum is.<br />

Wilhelmina Kanaal<br />

Vandaag, woensdag 4 september, gaan we over het Wilhelminakanaal, Markkanaal, Mark en<br />

Dintel naar Oudenbosch. Sluis 3 is een verrassing; deze heeft een dubbele trap, van de ene<br />

kolk komt men meteen in de volgende, leuk voor de mensen, die niet zo dol op schutten zijn.<br />

Het brugje over het toegangskanaal(tje) naar de haven van Oudenbosch lijkt op het oog aan de<br />

lage kant. Argwanend en zeer voorzichtig benaderen we de brug en na enig gepiel blijkt het<br />

brugje 10 cm. hoger te zijn dan het toplicht; 4.30 meter dus, oef ... Het haventje in<br />

Oudenbosch is vrij klein maar leuk. We liggen weer met walstroom en water, Rika en Laurens<br />

Kanning komen 's avonds op bezoek uit Etten-Leur (vlak bij) en toen werd het heel gezellig<br />

en tamelijk laat.<br />

Haven van Oudenbosch.<br />

Op donderdag 5 september vertrekken we naar Yerseke, achteraf een ruk van 58 km. De route<br />

is als volgt; Dintel, Volkerak, Rijn-Scheldekanaal, Zoommeer, Bergsediepsluis en


3<br />

Oosterschelde. Het Rijn-Scheldekanaal is bij aanwezigheid van beroepsvaart, die er stevig<br />

oplosvaart, een klotsbak. Goed opletten dus en snel wegwezen. Het is geen vaarwater om eens<br />

een middagje te gaan varen. De Bergsediepsluis is aan onze (niet-getijden) kant voorzien van<br />

een brug, die volgens ons ca 4.70 meter is en niet volgens de kaart 4.30 meter en de sluiskolk<br />

is aan de kleine kant.<br />

Niettemin maken we een fraaie overtocht over de Oosterschelde en liggen we om 15.30 uur in<br />

de jachthaven van Yerseke.<br />

Deze dag, vrijdag 6 september, varen we via de Oosterschelde, Zandkreeksluis, Veerse Meer<br />

naar de Omloop. Dit is een aanlegplaats in de natuur aan de zuidkant van het meer.<br />

Het is werkelijk een prachtplaats om te liggen, maar ik ben bang, dat in het hoogseizoen het<br />

hier gigantisch druk is.<br />

De Bergse Diepsluis.<br />

De dames bereiden een feestmaal met de vorige dag gekochte mosselen, inclusief een<br />

voorgerecht. Wijntje erbij en hoewel we in de middle of nowhere liggen, eten we als God in<br />

Zeeland.<br />

Op zaterdag 7 september gaan we naar Middelburg over het Veerse Meer, Veerse sluis en het<br />

kanaal door Walcheren. Het Veerse Meer is weliswaar een lang maar relatief smal vaarwater.<br />

Als het hier in het seizoen druk is met zeilers, zal dit ongetwijfeld tot hectische taferelen<br />

leiden. De jachthaven van Middelburg ligt na een ophaalbrug midden in het historische<br />

centrum. Het bezoeken van het centrum is de moeite waard, een aanrader.<br />

Vandaag zondag 8 september is wat ons betreft de grote dag. We gaan de Westerschelde van<br />

Vlissingen naar Terneuzen oversteken. We hebben van te voren de waterkaart bestudeerd en<br />

onder leiding van Ewit, die in zijn thuiswateren is kan er eigenlijk niets mis gaan.<br />

Gelukkig is het goed weer en goed zicht. Wanneer we de sluis van Vlissingen uit zijn, volgen<br />

we Ewit en aan de hand van de tonnen, die we langsvaren, houden we op de kaart bij, waar<br />

we precies zijn.<br />

Met de vloed mee doen we de oversteek in een uurtje. Er is eigenlijk geen bal aan (ja ja...!).<br />

Het is een goede oefening om soortgelijke oversteken te doen onder minder gunstige<br />

omstandigheden. Het is wel zaak om de boeg en hekgolven van zeeschepen met de kop en


4<br />

lage snelheid te nemen, deze golven zijn veel groter dan dat je in eerste instantie denkt. Ook<br />

varen deze schepen veel harder dan het lijkt, dus blijf flink ver uit de buurt.<br />

Schutten doen we in de Oostsluis (de gebruikelijke voor jachten) van Terneuzen en zo liggen<br />

we om 14.20 uur vast in de binnenjachthaven van de Neusen in Terneuzen, waar we twee<br />

nachten zullen blijven.<br />

Op dinsdag 10 september vertrekken we richting Gent en ditmaal in ons uppie en dus niks<br />

geen vaderlijke raad van Ewit. Het kanaal Gent-Terneuzen is van reusachtige afmetingen en<br />

ook geschikt voor zeer grote zeeschepen. Het varen is relatief gemakkelijk, als men zich aan<br />

de volgende regels houdt: Blijf zo ver mogelijk uit de buurt van de grote zee- en binnenschepen,<br />

luister de marifoon uit en hou de kaart erbij om alert te zijn op de diverse haven<br />

uitgangen. De passage van de grens gaat geruisloos. Op dit kanaal is niemand geïnteresseerd<br />

in een jachtje van 12 meter. Zo bereiken we de ringvaart om Gent. Dit is in feite maar een<br />

driekwart ringvaart , nl: noord, west en zuid; het oostelijke kwart ontbreekt (nog ?).<br />

De ringvaart heeft weer "normale" afmetingen, te vergelijken met bijvoorbeeld het<br />

Wilhelminakanaal. Na een 20 minuten dobberen worden we in sluis Evergem tegelijk met 3<br />

beroeps geschut. Hierna bereiken we na enkele kilometers de Leie en na een 200 meter de<br />

jachthaven van de Gentse Leie Vaarders. Da's eene plezante haven, weliswaar ver van het<br />

centrum, maar op 300 meter kunnen we de volgende dag met bus en tram naar het centrum<br />

voor een zeer schappelijke prijs. Over de stad Gent zijn boeken vol geschreven; prachtig en<br />

een bezoek van meerdere dagen waard.<br />

Overigens is het centrum over de Leie per boot bereikbaar, ik schat met een doorvaarhoogte<br />

van 3.70 meter en kan men er afmeren.<br />

Donderdag, 12 september, vertrekken we om 9.15 uur uit Gent om vandaag Lier te bereiken.<br />

Na enkele kilometers op de ringvaart komen bij sluis Merelbeke. Dit is een getijdensluis. De<br />

Zeeschelde, Rupel en Nete staan in open verbinding met de zee en zelfs op deze afstand is er<br />

heel opmerkelijk een getijdenverschil van zo'n 2.5 meter. Nadat we de sluis uitgestoven zijn,<br />

omdat een beroeps kennelijk van plan is in onze kont te varen, bevinden we ons op de<br />

Zeeschelde. Na een uur krijgen we de ebstroom mee, wat te merken is, want onze snelheid<br />

over de grond neemt steeds meer toe. Voor ons was het varen op een getijdenrivier het<br />

indrukwekkendste van onze vakantie.<br />

Naar mate de tijd verstrekt kijken we naar een oever waar onder de begroeiing een steeds<br />

groter stuk keien en modder vrijkomt. Varen op deze rivier betekent bij eb zoveel mogelijk de<br />

buitenbochten aanhouden. De binnenbocht bij Mariekerke is vooral om zijn ondiepte berucht.<br />

Juist vanwege eb kunnen we goed zien, dat bij vloed je flink op afstand van de kribben in de<br />

buitenbocht moet blijven, want dat zijn forse steenhopen. Bovendien moet men goed rekening<br />

houden met het getij in verband met een gunstige snelheid over de grond en doorvaarhoogte<br />

onder de vaste bruggen, speciaal op de Nete. Tevens goed opletten op alle rommel, die in het<br />

water drijft, volgens ons half België inclusief hele boomstammen.<br />

Als we de Rupel opdraaien is het nog steeds eb. We krijgen de stroom nu tegen evenals<br />

daarna op de Nete. Uiteindelijk worden we in Sluis Duffel zo'n 5 meter geschut het Nete<br />

kanaal op. We maken vast aan de kade van de nieuwe EU jachtsteiger in Lier, weliswaar in<br />

het kanaal, maar door de geringe beroepsvaart rustig en voorzien van elektra en water. We<br />

blijven hier 2 nachten en bezoeken het bezienswaardige centrum van Lier op circa 1.5<br />

kilometer lopen.Het volgende traject nemen we op zaterdag 14 september.<br />

Ons einddoel is Geel. Na een stukje Netekanaal worden we in sluis Viersel meer dan 8 meter<br />

naar het Albertkanaal opgeschut.


De sluiswachter hijst met een haak aan een touw onze landvasten op, wat fijn is want er zijn<br />

nauwelijks vastmaakmogelijkheden. Na enige discussie, waar vastgemaakt moet worden op<br />

de boot, volgens hem alleen voor, volgens mij voor en achter gaat het in een rotvaart<br />

naarboven.<br />

Het Albertkanaal is weer de bekende klotsbak, niet moeilijk maar zeker niet plezierig. Sluis<br />

Herentals is de toegang tot het kanaal Bochelt-Herentals. De sluiswachter is een prototype<br />

bureaucraat, geen hulp bij het vastmaken in de lastige sluis maar wel zeiken na het schutten<br />

dat hij (let wel de enige sluiswachter in Vlaanderen) de nota van het vaarvignet wil zien.<br />

5<br />

Sluis Viersel.<br />

Wilma heeft het er druk mee, want ze moet enkele keren op en neer draven naar zijn ivoren<br />

toren, kennelijk zit Dorreknoper met zijn reet aan zijn van rijkswege verstrekte stoel<br />

vastgelijmd.<br />

Na de laatste sluis Elsum maken we vast in de jachthaven van Geel aan de nieuwe steigers<br />

tegenover het clubhuis. Wat ligging betreft is het matig (elektrakasten afgesloten, direct langs<br />

het kanaal en er wordt gewaterskied), er komt niemand van de haven langs en dus varen we<br />

de volgende ochtend zonder ook maar met 'n poging tot betalen weg. Ja Mijnheer, wij zijn<br />

kritische consumenten !!<br />

Onze etappe van vandaag op zondag 15 september op het kanaal Bochel-Herentals om naar<br />

Lommel te varen is dé sluizendag: namelijk 8 sluizen op 28 kilometer. Het zijn bijna allemaal<br />

sluizen van kempenaar afmetingen (7x51 meter) en het verval is ongeveer telkens 2.5 meter.<br />

Alleen sluis 5 Dessel is tot dit jaar nog handbediend. De laatste drie sluizen zitten vlak achter<br />

elkaar.


Het is zondag dus worden de "kunstwerken" niet bediend voor de beroeps, zodoende hebben<br />

we nauwelijks wachttijden. Ook al omdat de bemanning steeds beter op elkaar ingespeeld<br />

raakt, maken we na 5 uur varen en schutten vast in de EU project jachthaven van<br />

Lommel. Deze haven is toegankelijk onder een voldoende hoge brug via een kanaaltje naar<br />

een flinke havenkom midden in een natuurgebied. Er is elektra, water, douchen, een<br />

vriendelijke havenmeester, winkels in Lommel Kolonie en een staminee. Er zijn ook wat<br />

vaste liggers en in het hoog seizoen is het er druk. Van harte dus aanbevolen en wij blijven<br />

een dagje liggen.<br />

6<br />

Sluis nr. 10 Bocholt-<br />

Herentals.<br />

Deze vaardag, dinsdag 17 september is sluisloos. Vanaf Lommel is de eerste sluis die men<br />

tegenkomt richting Maastricht de Bosserveldsluis te Maastricht, die verbinding geeft met de<br />

Maas. In no time maken we vast in de jachthaven van VVV Oeterdal te Neeroeteren.<br />

Wederom een idyllisch plekje. Het is een eiland tussen het oorspronkelijke Zuid-Willems<br />

kanaal en de nieuwe brede afsnijding. Met elektra, water, vriendelijke havenmeester en een<br />

staminee wederom een place to be.<br />

Op woensdag 18 september gaan we op weg naar Maastricht. Via de Zuid-Willemsvaart,<br />

waarvan het allerlaatste deel zeer fraai is bereiken we de Bosserveldsluis. Opgeroepen per<br />

marifoon zet de sluiswachter (achteraf blijkt deze zich te bevinden op sluis Borgharen) de<br />

lichten op groen. We liggen daarna in ons eentje ca 25 minuten vastgemaakt in de sluis zonder<br />

communicatie kennelijk te wachten op de Vliegende Hollander die nooit komt, want dan<br />

ineens begint het schutten. Rare jongens die Limburgers. Na een klein stukje Maas bevinden<br />

we ons voor de sluis, die toegang geeft tot het zogenaamde Bassin, de oude industriehaven<br />

van Maastricht, sinds kort na renovatie de nieuwe jachthaven. Na de sluis bevindt zich meteen<br />

een vaste brug met doorvaarhoogte van 3.65 meter. Gelieve dus voor het schutten indien<br />

nodig het mastje te strijken.<br />

Wat ook verneukeratief is dat de doorgang onder de vaste brug richting Bassin steeds lager<br />

wordt. Trap er dus niet in; de doorvaarhoogte is echt op het eind maar 3.65 meter. Het<br />

schutten is een sport apart. Rondvaartboten hebben een groot deel van de opgeschroefde<br />

ringen op de sluismuur er af gerukt en bovendien zijn veel van de oorspronkelijke<br />

vastmaakmogelijkheden doorgeroest.<br />

Als we bijna beneden zijn geschut staat Wilma met een losse landvast in de hand. De<br />

bevestiging in de kademuur blijkt te zijn doorgerot.


7<br />

Met de boegschroef en nu één landvast houden we de zaak onder controle. Van de opzet van<br />

het Bassin zijn positieve en negatieve zaken te melden.<br />

Eerst maar de positieve zaken; ambiance, opzet, ligging (op 500 meter van het centrum),<br />

elektra, toiletten etc. geweldig.<br />

Negatieve zaken; uitvoering door landrotten d.w.z. opstap van steiger naar kade veel te hoog,<br />

ringen voor landvasten op onlogische plaatsen en net groot genoeg om een wilde pekinees<br />

vast te leggen, steigervingers te kort en natuurlijk de erbarmelijke staat van de<br />

vastmaakmogelijkheden in de sluis.<br />

Toch slaat de balans ver door naar het positieve dus besluiten we 3 nachten te blijven in<br />

de enige Nederlandse stad (Amsterdam is een stad in Nederland, dat is effe iets anders, als je<br />

begrijpt wat ik bedoel !!??).<br />

De laatste vaardag van onze vakantie is op zaterdag 21 september. Na met de nodige<br />

voorzichtigheid weer omlaag de Maas op geschut te zijn, gaan we door de openstaande sluis<br />

Limme het Juliana kanaal op (wanneer komt er is eens een Jan met de Korte Achternaam<br />

kanaal, die heeft tenminste meegegraven in plaats van al die hotemetoten). Sluis Born en Sluis<br />

Maasbracht hebben een verval van 12.5 meter, maar beschikken over drijvende bolders, die<br />

ook lekker dicht bij elkaar liggen, eitje dus. Die drijvende bolders zijn er niet voor niets, want<br />

het schutten gaat met een rotvaart. Om 15.00 uur maken we weer vast op onze vaste ligplaats<br />

in de Spaanjerd, tevreden na een geslaagde, gedeeltelijke buitenlandse vakantie met over het<br />

algemeen zeer goed weer. Ook vervelende zaken zoals schade, pech of andere incidenten zijn<br />

ons niet overkomen.<br />

Drukken we onze vakantie uit in naakte cijfers dan geeft dit de volgende getallen: We<br />

zijn 22 dagen weggeweest, hiervan hebben we 15 dagen gevaren en 586 km afgelegd. De<br />

motor heeft 68.6 uur gedraaid en dat geeft een gemiddelde snelheid van 8.3 km/uur.<br />

WILMA en NOL SMOORENBURG

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!