86827 NL ALDI NL Content MSN 5004 4710 final_rev1.indd - Medion

12. Het moduswiel
Door aan het moduswiel te draaien kunt u 8 verschillende opnamemodi instellen; de modi
Aangepaste scène , Programma R, Handmatige belichting O, Diafragma-instelling C, Seriefunctie
en sluiterinstelling U kunnen direct worden gebruikt.
In de scènemodus UEP kunt u kiezen uit verschillende opnamewijzen om een beter resultaat
te verkrijgen bij de gewenste scène.
De volgende functies zijn beschikbaar:
Pictogram Modus Beschrijving
De camera analyseert de opnamesituatie en
AANGEPASTE SCÈNE schakelt automatisch naar de passende scènemodus
(zie Pagina 64).
SCN OPNAMEMODUS
Voor bepaalde opnamesituaties of motieven
kunt u vooraf ingestelde opnamemodi selecteren
waarin een voorgeprogrammeerde automatische
instelling gebruikt wordt (zie Pagina
66).
P PROGRAMMA
De camera stelt automatisch de juiste opname-instellingen
in, bv. belichtingstijd en
diafragmawaarde.
A DIAFRAGMA-INSTEL-
LING
S SLUITERINSTELLING
M
HANDMATIGE BE-
LICHTINGSINSTEL-
LING
SERIEFUNCTIE
Met deze functie kunt u de diafragmawaarde
instellen. De camera stelt zelf automatisch de
sluitersnelheid in om de helderheid aan te passen.
Met deze functie kunt u de sluitersnelheid instellen.
De camera stelt zelf automatisch de
diafragmawaarde in om de helderheid aan te
passen.
Met deze functie kunt u de sluitersnelheid en
de diafragmawaarde instellen (zie Pagina 66).
Met deze functie kunt u een reeks opnamen
maken.
63 van 92