03.09.2013 Views

7 TOELICHTING Algemeen Het onderhavige plangebied is ...

7 TOELICHTING Algemeen Het onderhavige plangebied is ...

7 TOELICHTING Algemeen Het onderhavige plangebied is ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>TOELICHTING</strong><br />

<strong>Algemeen</strong><br />

<strong>Het</strong> <strong>onderhavige</strong> <strong>plangebied</strong> <strong>is</strong> opgenomen in het geldende bestemmingsplan “Broersveld-<br />

Kwakkenberg 1971” en bestemd voor “bijzondere doeleinden en/of bijzondere<br />

woongebouwen” (BD-B). Deze met toepassing van artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke<br />

Ordening nader uit te werken bestemming <strong>is</strong> gericht op de bouw van gebouwen ten dienste<br />

van een sociale of openbare doelstelling, kerken, scholen en andere hiermee gelijk te stellen<br />

gebouwen, alsmede gebouwen die meerdere woningen bevatten en gelet op afmetingen en<br />

indeling bestemd zijn voor bewoning door bejaarden, studenten en alleenstaanden.<br />

Deze uitwerking heeft niet plaatsgevonden en past bovendien niet (meer) in het gemeentelijk<br />

beleid, zoals dat onder meer blijkt uit de hierna genoemde 'kloosterv<strong>is</strong>ie'. Op 23 november<br />

1994 heeft de gemeenteraad besloten dat met ingang van 1 december 1995 gedurende 2<br />

jaar een Voorbereidingsbesluit als bedoeld in artikel 21 van de WRO van kracht <strong>is</strong>. Dit<br />

Voorbereidingsbesluit <strong>is</strong> genomen ter wering van ongewenste ontwikkelingen, ter voorkoming<br />

dat groen- en landschapsbelangen bedreigd worden en ter operational<strong>is</strong>ering van de intenties<br />

van het Groenstructuurplan.<br />

Ligging van het <strong>plangebied</strong><br />

<strong>Het</strong> <strong>plangebied</strong> ligt in het zuidoostelijk gedeelte van Nijmegen en wordt begrensd door de<br />

Groesbeekseweg, de Sophiaweg, de Mariënboomseweg en het “Mariënbosch”.<br />

Beleidskader<br />

In de “kloosterv<strong>is</strong>ie 1” van juni 1995 wordt uitgebreid uiteengezet waarom in de<br />

bestemmingsplannen de verschillende kloostercomplexen in Nijmegen beschermd moeten<br />

worden. Bovendien <strong>is</strong> daarin onderkend dat behoud en bescherming van dergelijke vaak<br />

bouwkundig ingewikkelde complexen vraagt om oplossingen op maat. Hergebruik <strong>is</strong> niet altijd<br />

een eenvoudige zaak, enerzijds omdat de functies niet voor het oprapen liggen (voor<br />

woningbouw geldt de Waalsprong, voor kantoren het segmentatiebeleid, onderwijsinstellingen<br />

geven weer de voorkeur aan nieuwbouw en het merendeel der welzijnsvoorzieningen <strong>is</strong><br />

adequaat gehu<strong>is</strong>vest) en anderzijds omdat verbouwing en aanpassing veelal een kostbare<br />

aangelegenheid <strong>is</strong>.<br />

De stedenbouwkundige, architecton<strong>is</strong>che en landschappelijke kwaliteiten van - tengevolge<br />

van functiekrimp vrijkomende kloostercomplexen - kunnen alleen gehandhaafd blijven door<br />

ruimte te creëren voor andere functies (wonen, kantoren) en de betreffende gebouwen<br />

daarvoor geschikt te maken, al of niet in combinatie met nieuwbouw.<br />

<strong>Het</strong> bestemmingsplan voor het Mariënbosch-klooster onderkent de kwaliteiten van het<br />

complex en geeft mogelijkheden en onmogelijkheden van het complex voor de toekomst.<br />

Planomschrijving<br />

<strong>Het</strong> front van het kloostercomplex <strong>is</strong> een indrukwekkende bouwmassa welke zich als een<br />

'burcht' presenteert aan de Groesbeekseweg. <strong>Het</strong> stedenbouwkundig en architecton<strong>is</strong>che<br />

belang van dit front <strong>is</strong> door de Monumentencomm<strong>is</strong>sie onderkend: het geniet de status van<br />

gemeentelijk monument.<br />

Vanuit de stedenbouwkundige context bezien zijn de beide vleugelgebouwen ook van belang,<br />

met name de vleugel langs de Sophiaweg. Deze gebouwen zijn echter geen gemeentelijk<br />

monument.<br />

Naast het beboste gebied <strong>is</strong> een aantal specifieke landschappelijke elementen gekenmerkt als<br />

waardevol. Deze dienen behouden te blijven. <strong>Het</strong> betreft oude laanfragmenten, die op het<br />

terrein aanwezig zijn.<br />

7


Gezocht <strong>is</strong> naar een functionele invulling en een stedenbouwkundige opzet die als een<br />

synthese geldt voor de structuur van klooster en landschap. Er dient gestreefd te worden<br />

naar zoveel mogelijk handhaving van het klooster (front en vleugels). <strong>Het</strong> zo ruim mogelijk<br />

bestemmen van het gebouw (kantoren, wonen) kan daartoe een bijdrage leveren. De omvang<br />

van de kantoren zal afgestemd moeten worden op het terzake te voeren beleid van de<br />

gemeente Nijmegen.<br />

In het geldende bestemmingsplan <strong>is</strong>, zoals hiervoor reeds beschreven, het <strong>onderhavige</strong> gebied<br />

opgenomen in een met toepassing van artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening<br />

nader uit te werken bestemming. <strong>Het</strong> geheel benutten van het daarbij aangegeven maximale<br />

bebouwingspercentage van 30 zal ongetwijfeld een ongewenste aantasting van de<br />

waardevolle groenopstand op dit perceel betekenen. Om dit te voorkomen <strong>is</strong> gekozen voor<br />

een bestemmingsplanwijziging waarin eventuele nieuwbouw zich beperkt tot de<br />

bebouwingsplek die het huidige klooster kenmerkt. Dit betekent dat bij eventuele sloop van<br />

een deel van het klooster (waar nu de school gehu<strong>is</strong>vest <strong>is</strong>) er op die plek de mogelijkheid<br />

bestaat om met nieuwbouw de woonfunctie te versterken en de aanwezige kwaliteit van de<br />

omgeving voor het wonen te benutten. Door in het kloostergebouw verschillende functies<br />

mogelijk te maken, zullen bepaalde voorzieningen op het terrein aangebracht moeten kunnen<br />

worden (denk hierbij aan beperkt parkeren, een tenn<strong>is</strong>baan, tuinaanleg). <strong>Het</strong> onbeboste deel<br />

van het terrein <strong>is</strong> hiervoor geschikt. Op deze manier wordt de rest van het terrein zoveel<br />

mogelijk ontzien. Dit <strong>is</strong> ook noodzakelijk gezien de beperkte maatvoering tussen bosrand en<br />

bebouwing. Bij de stedenbouwkundige invulling van het bestemmingsplan zal er sprake<br />

moeten zijn van een verhouding tussen oud- en nieuwbouw die duidt op een coherente<br />

stedenbouwkundige relatie, waarbinnen het landschap (en zijn relicten) optimaal wordt<br />

verwerkt.<br />

Een voorafgaande stedenbouwkundige studie (waarin verschillende stedenbouwkundige<br />

modellen zijn bestudeerd) en een landschappelijke inventar<strong>is</strong>atie hebben geleid tot de<br />

aangegeven bebouwingsgrens.<br />

De bebouwingsgrens die afwijkt van de richting van het klooster (stedenbouwkundige as)<br />

komt voort uit de richting van het te respecteren laanfragment (landschappelijke as).<br />

Daar waar deze 2 'assen' bij elkaar komen <strong>is</strong> een interessante overgang mogelijk tussen ouden<br />

nieuwbouw. Dit leidt tot een omgeving waarin de kwaliteit van klooster en landschap<br />

optimaal kan worden beleefd.<br />

Verkeersaspect<br />

Uit een oogpunt van verkeer bestaan er geen bezwaren tegen de voorgenomen<br />

bestemmingsplanwijziging. De omvang van de op eigen terrein te real<strong>is</strong>eren<br />

parkeervoorzieningen <strong>is</strong> bepalend voor de maximaal toelaatbare (verdeling van) de functies<br />

bijzondere doeleinden, wonen en kantoren.<br />

Gezien de ligging ten opzichte van de openbaar vervoerhalte aan de Groesbeekseweg, afstand<br />

250 meter en een frequentie van 2 bussen per uur per richting en een ritduur van 15 minuten<br />

naar het centraal station, <strong>is</strong> hier geen sprake van een B-locatie wat betreft de bereikbaarheid.<br />

Bij real<strong>is</strong>ering van nieuwbouw zullen bebouwde parkeervoorzieningen wellicht noodzakelijk<br />

zijn gezien vanuit het ecolog<strong>is</strong>ch en landschappelijk belang. De ontsluiting zal via de<br />

bestaande inritten aan de Sophiaweg en Groesbeekseweg plaatsvinden.<br />

Milieu-aspecten<br />

Vanuit h<strong>is</strong>tor<strong>is</strong>ch perspectief gezien bestaat er geen aanleiding bodemverontreiniging te<br />

vrezen. Een verkennend bodemonderzoek (NVN 5740) <strong>is</strong> uitgevoerd om de kwaliteit van de<br />

bodem vast te stellen. De locatie ligt buiten de 25-jaars zone van de Nijmeegse<br />

waterwingebieden “Nieuwe Marktstraat” en “Heumensoord”. Eventuele ondergrondse<br />

olietanks dienen volgens Amvb het BOOT te worden gesaneerd voor 1 maart 1998.<br />

<strong>Het</strong> <strong>plangebied</strong> ligt binnen de zones van diverse wegen en straten. Er wordt de real<strong>is</strong>ering<br />

van, respectievelijk de uitbreiding van, meerdere geluidsgevoelige bestemmingen in dit plan<br />

8


mogelijk gemaakt zodat de Wet Geluidhinder hier van toepassing <strong>is</strong>. Akoest<strong>is</strong>ch onderzoek <strong>is</strong><br />

daarom nodig.<br />

De Groesbeekseweg ligt op een aanzienlijke afstand van de geprojecteerde bebouwing. Langs<br />

de Sophiaweg <strong>is</strong> de bebouwingsgrens op een zo groot mogelijke afstand van deze weg<br />

gelegd.<br />

Uit het akoest<strong>is</strong>ch onderzoek <strong>is</strong> gebleken dat hierdoor binnen het gehele plan kan worden<br />

voldaan aan de wettelijke voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) voor de verschillende typen<br />

geluidsgevoelige bebouwing (wonen en bijzondere doeleinden) die binnen dit plan zijn<br />

voorzien.<br />

Een procedure Hogere Waarde voor dit bestemmingsplan <strong>is</strong> dan ook niet nodig.<br />

Natuur en landschap<br />

Ecolog<strong>is</strong>che hoofdstructuur<br />

<strong>Het</strong> Mariënboschklooster maakt onderdeel uit van het voormalige landgoed Mariënbosch. Dit<br />

bosgebied vormt samen met de Kwakkenberg, het landgoed Villandry, begraafplaats Rustoord<br />

en de bosrestanten van het Limosterrein de groene lob Mariënboom. Deze groene lob dringt<br />

hiermee ver de stad in en heeft belangrijke beteken<strong>is</strong> voor de ecolog<strong>is</strong>che hoofdstructuur in<br />

dit stadsdeel. De directe relatie met de bosgebieden: De Vier Perken en Westerhelling<br />

versterken deze ecolog<strong>is</strong>che structuur. Er <strong>is</strong> een duidelijke relatie aanwezig met de<br />

Ecolog<strong>is</strong>che Hoofdstructuur, die aan de oostzijde van Nijmegen direct aan de stad grenst.<br />

Ecolog<strong>is</strong>che waarde<br />

De ecolog<strong>is</strong>che waarde van een bos wordt onder andere bepaald door de volgende factoren:<br />

- de aanwezigheid van een boomlaag, struiklaag, kruidenvegetatiën een stroo<strong>is</strong>ellaag -<br />

> de horizontale gelaagdheid van het bos<br />

- de afw<strong>is</strong>seling van open, minder open en gesloten delen in het bos -> een<br />

gevariëerde structuur<br />

- de aanwezigheid van verschillende soorten bomen, heesters en kruiden<br />

- de aanwezigheid van reliëf<br />

- de oppervlakte van het bos<br />

- de relaties met andere bosgebieden en met bosgebieden buiten de stedelijke omgeving<br />

- de mate van rust in het bos.<br />

Al deze factoren zijn in het bos van het klooster Mariënbosch in min of meerdere mate<br />

aanwezig en bepalen de ecolog<strong>is</strong>che waarde van het bos. Door een beheer dat gericht <strong>is</strong> op<br />

natuurontwikkeling, te weten het vergroten van de spontane ontwikkeling van de flora en<br />

fauna, kan deze waarde vergroot worden. Maatregelen die gericht zijn op de verstoring van<br />

de rust, de aantasting van de horizontale gelaagdheid, de variatie in structuren en de<br />

samenhang in het bos, hebben een negatieve invloed op de ecolog<strong>is</strong>che waarde. <strong>Het</strong><br />

openkappen van delen uit het bos en deze als bouwlocatie inrichten, <strong>is</strong> een maatregel die de<br />

ecolog<strong>is</strong>che waarde van het bos zal verminderen.<br />

<strong>Het</strong> klooster Mariënbosch <strong>is</strong> in 1923-1924 gebouwd op het terrein van het landgoed<br />

Mariënbosch. De invloedssfeer van het bosgebied Mariënbosch <strong>is</strong> op het kloostercomplex nog<br />

goed merkbaar. De boshelling aan de Sophiaweg en de bosrand aan de Groesbeekseweg<br />

hebben samen met het bosgebied binnen de plangrens deel uitgemaakt van dit landgoed. De<br />

lanen ten noorden en oosten van het huidige gebouw zijn restanten van de lanenstructuur op<br />

het voormalige landgoed. Vanuit cultuur-h<strong>is</strong>tor<strong>is</strong>che en ecolog<strong>is</strong>che waarde van het gebied <strong>is</strong><br />

handhaving en veiligstellen van deze elementen wenselijk.<br />

Groenstructuurplan<br />

De groene lob Mariënboom vormt samen met de stuwwalrand en de groene lob Driehuizen,<br />

aan de oost- en zuidzijde van Nijmegen, de overgangszone tussen stad en landschap. <strong>Het</strong><br />

groenstructuurplan “Nijmegen Rijk aan Groen” geeft aan dat verdichting van deze nu nog<br />

'groene' gebieden zoveel mogelijk moet worden voorkomen. De <strong>onderhavige</strong><br />

bestemmingsplanwijziging sluit hierbij aan door de bebouwingsmogelijkheden ten opzichte<br />

van het oude bestemmingsplan drast<strong>is</strong>ch te beperken. Beperken hoeft echter niet te<br />

betekenen het volledig uitsluiten. Zoals eerder gesteld moeten voor de grote en ingewikkelde<br />

9


kloostercomplexen ter wille van het behoud oplossingen op maat worden nagestreefd.<br />

Oplossingen welke overigens geen afbreuk mogen doen aan de kwaliteit van de<br />

groenstructuren, zoals neergelegd in het groenstructuurplan. In de voorgestelde wijziging <strong>is</strong><br />

alleen bebouwing mogelijk op de plaats waar nu een noodlokaal staat en ter plaatse van een<br />

sportveld. De groenstrook tussen deze vlekken <strong>is</strong> van recentere datum en maakt geen<br />

onderdeel uit van de oude landgoedstructuur.<br />

Tijdens de real<strong>is</strong>ering van de bebouwing en na de bouw mogen geen activiteiten binnen de<br />

kroonprojectie van de bomen plaatsvinden, die in enigerlei vorm schade kunnen veroorzaken<br />

aan de bomen. Opslag van materialen, plaatsing van bouwketen, aanleg van parkeerplaatsen<br />

e.d. binnen de kroonprojectie van de te handhaven bomen <strong>is</strong> niet toegestaan. Ook mogen de<br />

bouwactiviteiten geen nadelige gevolgen hebben voor de bomen.<br />

Inventar<strong>is</strong>atie<br />

In 1994 <strong>is</strong> een inventar<strong>is</strong>atie uitgevoerd van het aanwezige groen binnen het <strong>plangebied</strong>.<br />

Onderstaand zijn de gegevens weergegeven (de nummering correspondeert met de nummers<br />

op kaartje A):<br />

1 Bosdeel bestaande uit loofhout: beuk, amerikaanse eik, tamme kastanje en berk. De<br />

boomhoogte <strong>is</strong> ongeveer 20 meter en de stamdiameter varieert tussen 40 en 60 cm.<br />

Plaatselijk <strong>is</strong> een kruidlaag aanwezig, bestaande uit: beuk, hulst, taxus en lijsterbes.<br />

Spaarzame kruidlaag: o.a. salomonszegel. <strong>Het</strong> talud naar de Groesbeekseweg <strong>is</strong><br />

uitgesproken kalkarm/schraal/droog: valse salie, kamperfoelie, schapezuring, bochtige<br />

smele.<br />

2 Open zichtas rond 1925 opengekapt en ingericht met formele, representatieve<br />

beplanting. Hiervan resteert nog 1 Araucaria: hoogte 12 meter en een stamdiameter<br />

van 60 cm.<br />

3 Boshelling met loofhout: berk, beuk, linde, inlandse eik, acacia, plataan, gewone<br />

esdoorn en paardekastanje. Boomhoogte 15-20 meter met stamdiameter variërend<br />

van 40 tot 70 cm.<br />

Struiketage met: vlier, taxus, hazelaar, paardekastanje en zaailingen van gewone<br />

esdoorn en lijsterbes, soms sierheesters.<br />

Kruidenvegetatie: lelietje-van-dalen, judaspenning, look zonder look, robertskruid,<br />

stinkende gouwe, vingerhoedskruid, zevenblad en klimop. Indicatoren voor iets rijkere<br />

gronden met ophoping van organ<strong>is</strong>ch materiaal.<br />

4 Boshelling met loofhout: amerikaanse eik, inlandse eik gewone esdoorn, berk en<br />

tamme kastanje. Boomhoogte circa 15 meter met stamdiameter variërend van 40 tot<br />

70 cm.<br />

Struiklaag: vlier, taxus en zaailingen van de aanwezige soorten.<br />

Kruidenvegetatie: i.v.m. ophoping van bladafval veel zevenblad, look zonder look,<br />

dagkoekoeksbloem en klimopbladige ereprijs.<br />

5 Monumentale bomenrij: amerikaanse eik en inlandse eik. Boomhoogte 12-15 meter,<br />

de stamdiameter varieert tussen 40-110 cm. Waarschijnlijk heeft deze bomenrij<br />

vroeger deel uitgemaakt van een laanbeplanting.<br />

6 Binnentuin met sierbeplanting: meidoorn en magnolia.<br />

7 Siertuin met sierheesters en vaste planten. Nabij gebouw enkele matige grove dennen<br />

en berk, plus een vitale, volkronige grove den.<br />

8 Bosgordel met loofhout: inlandse eik, berk en amerikaanse eik. De strook tussen de<br />

monumentale bomenrij (nummer 5) en Sophiaweg <strong>is</strong> jonger dan de buitengordel.<br />

Boomhoogte 10-12 meter met stamdiameter van 40 tot 60 cm.<br />

9 Sportveld.<br />

10 Heuvel waarvan de beteken<strong>is</strong> onduidelijk <strong>is</strong>. Deze heuvel <strong>is</strong> beplant met: beuk, berk,<br />

acacia en bovenop één linde.<br />

De heuvel <strong>is</strong> rijk begroeid met lelietje-van-dalen.<br />

11 Forse beukenlaan, vroeger deel uitmakend van de lanenstructuur in het totale<br />

Mariënbosch. Tevens enkele amerikaanse eiken. Boomhoogte 15-20 meter, met een<br />

stamdiameter variërend tussen 40 en 70 cm.<br />

10


12 Bosdeel, doorsneden door tal van slingerende wandelpaden en aanzienlijke<br />

hoogteverschillen.<br />

Boomsoortsamenstelling varieert van plaats tot plaats: gemengd grove den,<br />

amerikaanse eik, beuk en berk; plaatselijk alleen amerikaanse eik en inlandse eik; een<br />

gedeelte met lariks; een gedeelte met douglas, fijnspar en grove den; het oostelijke<br />

deel <strong>is</strong> gemengd met tamme kastanje.<br />

De kruidlaag <strong>is</strong> schaars: o.a. wilgeroosje, kamperfoelie en bosbes.<br />

<strong>Het</strong> gebied rond het klooster Mariënbosch heeft in vroegere tijden deel uitgemaakt van een<br />

groter geheel. Vooral in het als 11 en 12 genummerde deel <strong>is</strong> dit duidelijk zichtbaar.<br />

Op kaart B zijn de dominante en beeldbepalende groenstructuren opgenomen.<br />

Financieel aspect<br />

De bestemmingsplanwijziging betreft een particulier initiatief, uit te voeren op eigen terrein,<br />

waaraan voor de gemeente geen nadelige financiële consequenties verbonden zijn. De<br />

eventueel benodigde infrastructurele aanpassingen (rioolaansluiting, inrit e.d.) worden op de<br />

gebruikelijke wijze bij de aanvrager in rekening gebracht. Derhalve kan gesteld worden dat het<br />

bestemmingsplan financieel-econom<strong>is</strong>ch uitvoerbaar <strong>is</strong>.<br />

Resultaat inspraak en artikel 10 Bro-overleg<br />

Inspraak<br />

Per brief van 25 september 1996 zijn de bewoners en andere belanghebbenden in de<br />

omgeving van het voormalig klooster Mariënbosch (Groesbeekseweg 351/hoek Sophiaweg)<br />

geïnformeerd over de voorgenomen wijziging van het bestemmingsplan. Daarbij <strong>is</strong> de<br />

mogelijkheid geboden om tot 25 oktober 1996 een inspraakreactie naar de gemeente te<br />

sturen. Ook in het hu<strong>is</strong>-aan-hu<strong>is</strong> verspreide weekblad 'De Brug' <strong>is</strong> de inspraakmogelijkheid<br />

aangekondigd.<br />

Van de geboden mogelijkheid <strong>is</strong> gebruik gemaakt door:<br />

1 Van den Bosch & Van den Broek, advocaten, Postbus 1126, 6501 BC Nijmegen<br />

namens de besloten vennootschap Mariënbosch Projectontwikkelingsmaatschappij<br />

(Oranjesingel 2a, Nijmegen);<br />

2 De heer en mevrouw , de heer en mevrouw<br />

, de heer<br />

, de heer en mevrouw en<br />

de heer en mevrouw allen<br />

Landstichting.<br />

Samenvatting van de inspraakreacties<br />

ad 1 Van den Bosch & Van den Broek<br />

a Bij de voorbereiding van het ontwerpbestemmingsplan zijn de bouwmogelijkheden<br />

verder teruggebracht, mede door het specifiek opnemen van te handhaven bomen in<br />

het ontwerpplan;<br />

b Door het (met bebouwingsgrenzen) aangeven van een bouwblok kan niet gebouwd<br />

worden op de plaats waar nu de 'barakken' staan; ook kan op een groot deel van het<br />

open terrein (het voormalige sportveld) niet gebouwd worden;<br />

c <strong>Het</strong> bestemmingsvlak kan worden uitgebreid in de richting van de bestaande<br />

bebouwing langs de Oude Lindelaan; op de kaart blijkt niet voldoende duidelijk dat de<br />

bestemmingsgrens tegen de Oude Lindelaan <strong>is</strong> gelegd; een aanvulling in de Toelichting<br />

zou dit ook moeten verduidelijken;<br />

d De bebouwingsgrens die voor een deel door de bestaande bebouwing loopt zou in<br />

noordelijke richting verschoven moeten worden; vraagtekens worden geplaatst bij de<br />

noodzaak van het opnemen van een “bosgebied”-bestemming tussen de 2<br />

bouwlocaties;<br />

11


e De bebouwingsgrens aan de westzijde zou parallel met de bestemmingsgrens kunnen<br />

lopen. Een alternatief plankaartje zal beschikbaar komen (om m<strong>is</strong>verstanden te<br />

voorkomen);<br />

f Langs de perceelsgrens met de Mariënboomseweg zou een weg moeten kunnen<br />

worden aangelegd vanaf de bestaande ontsluiting; aan deze weg kunnen vervolgens,<br />

zonder dat er veel groen weg hoeft, woningen gebouwd worden, waarmee het<br />

“wonen in het bos” (vergelijk het bestemmingsplan “Kwakkenberg 1994”) verder<br />

gestalte <strong>is</strong> te geven;<br />

g het vorenstaande doet niets af van de bij het gerechtshof te Arnhem lopende<br />

procedure inzake het niet uitwerken ex artikel 11 van de WRO van het geldende<br />

bestemmingsplan; cliënte <strong>is</strong> bereid nader overleg te plegen om daarmee tot een plan<br />

te komen dat ook voor de gemeente financieel-econom<strong>is</strong>ch geen nadeel oplevert<br />

(vanwege de aangekondigde planschadeclaim).<br />

ad 2 Bewoners Sophiaweg<br />

a De verkeerssituatie nabij de uitrit van de Hogeschool <strong>is</strong> gevaarlijk door onder meer de<br />

hellende bocht, het toegenomen aantal fietsers (Montessor<strong>is</strong>chool Kwakkenberg weg),<br />

het ver overschrijden van de maximaal toegestane snelheid; vrees bestaat voor het<br />

verder toenemen van de verkeersonveiligheid na real<strong>is</strong>ering van het bestemmingsplan<br />

(intensiever gebruik uitrit door bewoners, bedrijven en/of kantoorpersoneel. Gelet<br />

hierop <strong>is</strong> het voorstel om de uitrit aan de Sophiaweg te verplaatsen naar de op-/afit<br />

aan de Groesbeekseweg;<br />

b Reclameborden passen niet in het als specifiek landschappelijk gekenmerkte gebied;<br />

c Een hoge groenblijvende afscheiding <strong>is</strong> gewenst aan de zijde van Sophiaweg in<br />

verband met toekomstige neon-verlichting in en rond het pand Mariënboom en<br />

vanwege bescherming van privacy voor de lager gelegen panden aan de overkant van<br />

de Sophiaweg.<br />

Antwoord van de gemeente<br />

ad 1 Van den Bosch & Van den Broek<br />

a/b/c Voor de beantwoording hiervan verwijzen wij naar ons antwoord naar aanleiding van<br />

de art. 10 Bro-reactie. De daar genoemde aanpassingen van het plan geven tevens<br />

een antwoord op de onder a, b en c genoemde onderdelen van de zienswijze. De<br />

resterende bouwmogelijkheden zijn ingegeven door het ecolog<strong>is</strong>che belang en het<br />

voortschrijdende inzicht in de (woning)bouwbehoefte binnen de grenzen van de 'oude'<br />

stad in relatie met de 'Waalsprong'.<br />

d Dat de bebouwingsgrens voor een deel door de bestaande bebouwing loopt betekent<br />

niet dat deze bestaande bebouwing niet gerespecteerd zou worden. Via<br />

overgangsrecht kan deze namelijk gehandhaafd blijven. Deze grens <strong>is</strong> meer bedoeld<br />

om aan te geven dat bij eventuele sloop de mogelijke nieuwbouw zodanig dient te<br />

worden gesitueerd dat voldoende afstand tot de bomen van het laanfragment <strong>is</strong><br />

gegarandeerd.<br />

e Een voorafgaande stedenbouwkundige studie (waarin verschillende<br />

stedenbouwkundige modellen zijn bestudeerd) en landschappelijke inventar<strong>is</strong>atie<br />

hebben geleid tot de aangegeven bebouwingsgrens.<br />

De bebouwingsgrens die afwijkt van de richting van het klooster (stedenbouwkundige<br />

as) komt voort uit de richting van het te respecteren laanfragment (landschappelijke<br />

as).<br />

Daar waar deze 2 “assen” bij elkaar komen <strong>is</strong> een interessante overgang mogelijk<br />

tussen oud- en nieuwbouw. Dit leidt tot een omgeving waarin de kwaliteit van<br />

klooster en landschap optimaal kan worden beleefd. Van groot stedenbouwkundig en<br />

landschappelijk belang <strong>is</strong> dat bij eventuele sloop van het schoolgebouw er door middel<br />

van een bepaalde vorm van nieuwbouw een stedenbouwkundige en landschappelijke<br />

aansluiting ontstaat tussen het klooster en nieuwbouw.<br />

12


f <strong>Het</strong> aanleggen van een weg naast de Mariënboomseweg en het bouwen van<br />

woningen aan deze weg op zeer ruime kavels past niet in het versterken van de ook<br />

op provinciaal en rijksniveau nagestreefde versterking van de ecolog<strong>is</strong>che<br />

hoofdstructuur. In de aangepaste paragraaf Natuur en landschap van de Toelichting<br />

<strong>is</strong> hierop nader ingegaan.<br />

g <strong>Het</strong> thans voorliggende bestemmingsplan geeft de maximaal toelaatbaar geachte<br />

bebouwing weer. De bestaande bouwmassa <strong>is</strong> uitgangspunt, waarbij het front van de<br />

bebouwing aan de zijde van de Groesbeekseweg voorkomt op de gemeentelijke<br />

monumentenlijst. Hooguit kan sprake zijn van gedeeltelijke sloop van bebouwing en<br />

vervangende nieuwbouw. <strong>Het</strong> in het nader overleg gepresenteerde alternatief past<br />

hier zeker niet binnen.<br />

ad 2 Bewoners Sophiaweg<br />

a Gezien de verkeersfunctie van de Sophiaweg, wijkontsluitingsweg met een<br />

etmaalintensiteit van 4.700 motorvoertuigen, <strong>is</strong> het toestaan van een ontsluiting op<br />

deze weg op zich geen probleem. Doordat de Groesbeekseweg een primaire weg <strong>is</strong><br />

met een etmaalintensiteit van 9.300 motorvoertuigen <strong>is</strong> de geplande ontsluiting aan<br />

de Sophiaweg (met handhaving van de bestaande inrit aan de Groesbeekseweg) te<br />

verkiezen boven alleen een in-/uitrit aan de Groesbeekseweg.<br />

Indien verkeerssituaties het noodzakelijk maken, dan zullen hiertoe maatregelen op de<br />

Sophiaweg dienen te worden genomen. Vooralsnog, ook rekening houdend met de<br />

geplande uitbreiding van bebouwing, zien wij nog geen aanleiding tot het treffen van<br />

dergelijke maatregelen.<br />

b Voor het plaatsen van reclameborden <strong>is</strong> een gemeentelijke vergunning nodig op grond<br />

van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). <strong>Het</strong> verlenen van zo'n vergunning <strong>is</strong><br />

afhankelijk van het oordeel van de Welstandscomm<strong>is</strong>sie. Deze comm<strong>is</strong>sie hanteert bij<br />

de beoordeling van de aanvaardbaarheid van een reclamebord e.d. een aantal<br />

objectieve criteria, die in de nota “Kiezen voor kwaliteit” door de gemeenteraad zijn<br />

vastgesteld. Gelet hierop zijn er voldoende garanties aanwezig om te voorkomen dat<br />

het als specifiek landschappelijk gekenmerkte gebied door de reclame-uiting zou<br />

worden aangetast.<br />

c <strong>Het</strong> inrichten van een particulier terrein <strong>is</strong> een zaak waarover de eigenaar besl<strong>is</strong>t.<br />

Gelet op de afstand van Mariënbosch tot de woningen van insprekers en de<br />

hiertussen gesitueerde brede (Sophia)weg behoeft er naar onze mening weinig vrees<br />

te bestaan voor aantasting van privacy. <strong>Het</strong> aanbrengen van neonverlichting in<br />

verband met reclame-uitingen <strong>is</strong> onderhevig aan de vergunning ingevolge de APV (zie<br />

ons antwoord onder b); Neonverlichting, materiaalgebruik en dergelijke komen aan de<br />

orde in het welstandsadvies over het bouwplan dan wel achteraf indien mocht blijken<br />

dat sprake <strong>is</strong> van een uitstraling die niet past bij het pand zelf en/of bij de omgeving<br />

ervan.<br />

Artikel 10 Bro-overleg<br />

Per brief van 4 oktober 1996 zijn de betrokken instanties aangeschreven. Er <strong>is</strong> naar aanleiding<br />

hiervan een inhoudelijke reacties ontvangen van de Dienst Ruimte, Wonen en Groen van de<br />

provincie Gelderland.<br />

Samenvatting van de reactie<br />

Hoewel onderhavig terrein buiten de begrenzingen van de structuurbepalende groengebieden<br />

valt, maakt het fysiek wel wezenlijk deel uit van het landgoed Mariënbosch. Dit blijkt vooral<br />

uit de nog resterende relicten op het terrein in de vorm van bos, bostuin en restanten van<br />

lanenstelsels.<br />

In het recent vastgestelde streekplan Gelderland 1996 maakt het terrein onderdeel uit van het<br />

zogenaamde stedelijk gebied. Bij nieuwe ontwikkelingen moet sprake zijn van een zorgvuldig<br />

ruimtegebruik, waarbij een compacte ontwikkeling moet plaats vinden en versnippering<br />

voorkomen. <strong>Het</strong> ontwerpplan voldoet hieraan.<br />

Uit de plantoelichting blijkt niet in hoeverre door de geprojecteerde nieuwbouw sprake <strong>is</strong> van<br />

aantasting van grootschalige stedelijke groenstructuren die uit ecolog<strong>is</strong>ch en recreatief<br />

13


oogpunt moeten worden beschermd. Omdat het terrein aansluit bij dan wel onderdeel <strong>is</strong> van<br />

een van Nijmeegs grootste groengebieden, drager van de Nijmeegse structuur, <strong>is</strong> duidelijkheid<br />

hieromtrent van belang.<br />

Een van de motieven die hebben geleid tot de “Sprong over de Waal” was ju<strong>is</strong>t het<br />

voorkomen van verdere aantasting van de groengebieden.<br />

De gevolgen van de geprojecteerde bestemmingen voor het aanliggend gebied behoeven een<br />

beter inzicht. Concreet gaat het om:<br />

*wat <strong>is</strong> het (zwaarwegend) maatschappelijk belang dat tot de voorgestelde invulling heeft<br />

geleid? (<strong>Het</strong> financiële aspect en het terugdringen van de ruime vigerende bouwmogelijkheden<br />

zijn in de belangenafweging minder relevant);<br />

*Inzicht moet worden gegeven in de daadwerkelijke behoefte van de geprojecteerde functies:<br />

de noodzaak van de geplande woningen <strong>is</strong> niet onderbouwd; ook <strong>is</strong> niet duidelijk voor welke<br />

marktsector gebouwd gaat worden.<br />

*een goede inventar<strong>is</strong>atie van bestaande groenelementen/bomen wordt gem<strong>is</strong>t.<br />

*waarom <strong>is</strong> bij de bestemming wonen een ondergrondse parkeervoorziening geë<strong>is</strong>t en bij de<br />

kantoren/bijzondere doeleinden bestemming niet?<br />

*inzicht <strong>is</strong> nodig in de mogelijke verkeerseffecten van de geprojecteerde activiteiten<br />

(verkeersaantrekkende werking/mobiliteitseffect).<br />

Tot slot: in de voorschriften komt niet duidelijk tot uitdrukking dat het klooster (front<br />

respectievelijk de vleugels) gehandhaafd moeten worden en <strong>is</strong> het gewenst toelichtende<br />

tekeningen voor de mogelijke invulling van het <strong>plangebied</strong> in de Toelichting op te nemen.<br />

Antwoord van de gemeente<br />

In Nijmegen <strong>is</strong> door gebrek aan bouwlocaties jarenlang intensief gezocht naar elke reële<br />

mogelijkheid om woningen toe te voegen. Met de komst van de Waalsprong zal het beleid<br />

genuanceerder moeten worden. Er zullen natuurlijk altijd locaties in de stad vrijkomen die<br />

uitermate geschikt zijn voor woningbouw. Op dergelijke locaties zullen dan ook wel degelijk<br />

woningen gebouwd moeten kunnen worden. Voor minder aantrekkelijke en relatief kwetsbare<br />

locaties zal deze noodzaak duidelijk minder zijn vanuit volkshu<strong>is</strong>vestingsoogpunt. Nu er met<br />

het Rijk afspraken zijn gemaakt over de snelheid van bouwen in de Waalsprong <strong>is</strong> een zeer<br />

terughoudende opstelling ten opzichte van het inzetten van vrijkomende locaties voor<br />

woningbouw gewenst. Met de geplande bouwsnelheid van duizend woningen per jaar<br />

ontstaat sneller het beeld van een echte nieuwe wijk, waar je prettig kunt wonen en waar de<br />

voorzieningen niet zolang op zich laten wachten. Ingezet wordt op het real<strong>is</strong>eren van 6500<br />

woningen voor het jaar 2005 in de Waalsprong.<br />

Voor de bestaande stad betekent dit dus dat een wat meer afwachtend en tempor<strong>is</strong>erend<br />

beleid gevoerd moet worden. Markttechn<strong>is</strong>ch <strong>is</strong> het niet mogelijk om veel meer woningen per<br />

jaar af te zetten, dan voor de Waalsprong in planning staan. Extra woningen aan deze kant<br />

van de Waal betekent concurrentie voor de Waalsprong. Concreet geldt dit ook voor de<br />

appartementen bij Mariënbosch. Ook in de Waalsprongplannen zijn soortgelijke<br />

appartementen opgenomen, met name in de Landhuizenzone. Alleen als dat voor het van<br />

groot belang geachte behoud van het huidige complex nodig <strong>is</strong> moet het ombouwen naar<br />

appartementen mogelijk zijn.<br />

<strong>Het</strong> voorontwerpbestemmingsplan <strong>is</strong> gelet hierop en naar aanleiding van deze artikel 10reactie<br />

op diverse plaatsen aangepast. <strong>Het</strong> gaat hierbij om het nadrukkelijker aangeven van de<br />

landschappelijke kwaliteiten van het <strong>plangebied</strong>, mede in relatie tot de (versterking) van de<br />

ecolog<strong>is</strong>che hoofdstructuur. Zo zijn in de Toelichting van het plan de paragrafen<br />

Planomschrijving, Verkeersaspect, Milieu-aspecten en Natuur en landschap<br />

aangevuld/aangepast. De plankaart <strong>is</strong> eveneens aangepast voor wat betreft het meest<br />

oostelijk gelegen bouwblok: dit <strong>is</strong> geschrapt. Verder <strong>is</strong> op de kaart de status van gemeentelijk<br />

14


monument aangegeven. In de voorschriften <strong>is</strong> categorie 2 WO Woondoeleinden geschrapt en<br />

<strong>is</strong> categorie 3 vernummerd tot categorie 2.<br />

15

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!