Landbouw geeft om water - LTO Nederland
Landbouw geeft om water - LTO Nederland
Landbouw geeft om water - LTO Nederland
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
andvoorwaarden voor een effeCtief<br />
<strong>water</strong>beheer<br />
<strong>LTO</strong> <strong>Nederland</strong> wil beleidsmakers en bestuurders een aantal<br />
randvoorwaarden en uitgangspunten meegeven voor een<br />
effectief en gedragen <strong>water</strong>beheer. De suggesties zijn voortgek<strong>om</strong>en<br />
uit intensieve interne discussies tussen ondernemers<br />
die vaak al vele generaties lang leven van land en <strong>water</strong>.<br />
maak hEt landbouWarEaal robuustEr<br />
Er bestaat begrip voor de ontwikkeling van andere functies in het<br />
landelijke gebied, er moet echter een halt worden toegeroepen<br />
aan te <strong>om</strong>vangrijke ruimteclaims op en marginalisatie van land-<br />
en tuinbouwgebieden. Vanwege de klimaatverandering moet<br />
juist in <strong>Nederland</strong> weer worden geïnvesteerd in het optimaliseren<br />
van agrarische productiegebieden. In landbouwgebieden moeten<br />
de <strong>water</strong>huishouding en de beschikbaarheid van <strong>water</strong> worden<br />
afgestemd op een multifunctioneel landbouwkundig gebruik.<br />
zEt landbouWc<strong>om</strong>pEnsatiE in<br />
De overheid moet aantasting van agrarische waarden<br />
c<strong>om</strong>penseren. Tegenover gronden die worden geëxtensiveerd of<br />
onttrokken aan de land- en tuinbouw dient een kwaliteitsimpuls<br />
elders te worden gegeven (landbouwc<strong>om</strong>pensatie). Een geslaagd<br />
gebiedsproject <strong>om</strong>vat ook de ontwikkeling van de land- en<br />
tuinbouw, zowel op bedrijfsniveau als op gebiedsniveau.<br />
voork<strong>om</strong> gElEidElijk ‘aFpEllEn’ van bEdrijvEn<br />
Bedrijven die geheel of gedeeltelijk moeten wijken voor<br />
maatschappelijke wensen, mogen in vermogen en in ink<strong>om</strong>en er<br />
niet op achteruitgaan. In ruil voor hun medewerking dienen zij juist<br />
extra perspectief te krijgen. Wat zeker niet mag gebeuren is het<br />
geleidelijk ‘afpellen’ van bedrijven, door een opeenstapeling van<br />
planologische, hydrologische of milieutechnische beperkingen.<br />
De overheid dient als één instantie op te treden. Ook mogen na<br />
uitvoering van projecten geen bedrijven op een (planologische)<br />
eiland achterblijven, <strong>om</strong>dat ze dan geen perspectief meer<br />
hebben. Het k<strong>om</strong>t ook nogal eens voor, dat bedrijven op<br />
termijn planologisch worden belast als ‘dank’ voor hun eerdere<br />
medewerking aan <strong>water</strong>projecten.<br />
hou landbouWgEbiEdEn vrij van planologischE<br />
bEpErkingEn<br />
De uitstraling van naastliggende functies op het landbouwgebied<br />
worden ingedamd. Er is ruimte voor de onttrekking van <strong>water</strong> en<br />
de aanleg van drainage. Er ontstaan geen gebruiksbeperkingen<br />
door de ontwikkeling van nieuwe functies aangrenzend aan<br />
landbouwgebieden. De oplossingen voor ruimtelijke spanningen<br />
door de ontwikkeling van nieuwe natuurwaarden of nieuwe<br />
gebieden moet worden gezocht in de reallocatie van de<br />
Ecologische Hoofdstructuur (EHS).<br />
WErk aan EEn bEtErE zoEtWatErvErdEling<br />
Wezenlijk onderdeel van de agrarische productie is de<br />
beschikbaarheid van voldoende zoet<strong>water</strong>. Daarbij moet niet<br />
alleen worden uitgegaan van extremen. De meeste tijd van het<br />
jaar is er voldoende <strong>water</strong>. Veel zoet<strong>water</strong> stro<strong>om</strong>t ongebruikt<br />
naar de zee (Nieuwe Waterweg). De mogelijkheden van<br />
<strong>water</strong>aanvoer worden onvoldoende benut (Noordervaart). De<br />
zoet<strong>water</strong>verdeling moet derhalve worden geoptimaliseerd. De<br />
<strong>water</strong>aanvoer moet een basistaak worden van de <strong>water</strong>schappen.<br />
Er bestaat behoefte aan een ‘Deltaplan Zoet<strong>water</strong>’.<br />
stop dE vErzilting<br />
De verzilting bedreigt onze econ<strong>om</strong>ie en daarmee onze welvaart.<br />
Het actief verzilten van de grote rivieren, kanalen en meren staat<br />
haaks op de toenemende behoefte aan zoet<strong>water</strong>. Ook moet de<br />
passieve verzilting door zoutindringing bij lage rivierafvoeren of<br />
een toenemende kweldruk worden tegengegaan. Het beleid ten<br />
aanzien van de grootschalige zoet<strong>water</strong>buffers moet worden<br />
herijkt. Wateren en gebieden die eenmaal verzilt raken, zijn voor<br />
vele generaties onbruikbaar. <strong>LTO</strong> <strong>Nederland</strong> sluit zich met dit<br />
standpunt aan bij de VEWIN en de <strong>water</strong>schappen.<br />
maak nEdErland grotEr<br />
Ruimte is een schaars goed, zeker op lange termijn. De bevolkingsdruk<br />
zal toenemen, ondanks een mogelijke afname van het<br />
aantal inwoners. Mede daardoor hebben ook de land- en tuinbouw<br />
extra productieruimte nodig, inclusief op de agrarische productie<br />
afgestemde <strong>om</strong>standigheden. Het is daar<strong>om</strong> onverstandig<br />
te kiezen voor oplossingen die <strong>Nederland</strong> ‘kleiner maken’.<br />
Integendeel, <strong>water</strong>veiligheid vraagt <strong>om</strong> een groter <strong>Nederland</strong>.<br />
We moeten de stijgende zeespiegel met zeewaartse oplossingen<br />
bedwingen en de hoge rivierafvoeren temperen met een zo<br />
beperkt mogelijk ruimtebeslag.<br />
WatErvraagstukkEn vragEn <strong>om</strong> nuchtErhEid<br />
De benadering van <strong>water</strong>vraagstukken vraagt <strong>om</strong> zakelijkheid<br />
en nuchterheid. In het <strong>water</strong>beleid k<strong>om</strong>en we beeldende zinsneden<br />
tegen zoals ‘het herstel van de veerkracht’ en ‘het vergroten van<br />
de sponswerking van het landschap’. De voorkeur gaat meestal uit<br />
naar ruimtelijke en natuurlijke oplossingen. In natuurlijke systemen<br />
ontbreekt echter de sturing, waardoor problemen juist versterkt<br />
kunnen optreden. Bij hogere peilen neemt het bergingspotentieel<br />
af, waardoor eerder <strong>water</strong>overlast optreedt. De wens <strong>om</strong> natuur<br />
te ontwikkelen lijkt het primaat te hebben boven de noodzaak <strong>om</strong><br />
het <strong>water</strong>systeem op orde te brengen.<br />
kijk ook EEns naar tEchnischE oplossingEn<br />
In een planologisch volledig bestemd en ingericht land zijn<br />
technische oplossingen onontko<strong>om</strong>baar. Met een actief peilbeheer<br />
kan een technische veerkracht worden gerealiseerd, die<br />
in <strong>water</strong>staatkundig opzicht effectiever is dan een natuurlijke<br />
veerkracht. Een optimaal aan- en afvoersysteem kan voorzien<br />
in de <strong>water</strong>behoefte en tevens overlast voork<strong>om</strong>en. Ook is er<br />
nog technisch perspectief voor dijkverzwaring in plaats van<br />
grootschalige ruimtelijke inrichting.<br />
laat hEt gEbiEdsprocEs zijn WErk doEn<br />
Het gebiedsproces is een waardevol instrument voor het oplossen<br />
van regionale vraagstukken. Nieuwe ontwikkelingen hebben<br />
de meeste kans van slagen indien zij op een stimulerende en