04.09.2013 Views

Richtlijn voor het opmaken van een stedelijk groenplan - Invexo

Richtlijn voor het opmaken van een stedelijk groenplan - Invexo

Richtlijn voor het opmaken van een stedelijk groenplan - Invexo

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Richtlijn</strong> <strong>voor</strong> <strong>het</strong> <strong>opmaken</strong><br />

<strong>van</strong> <strong>een</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong><br />

Harmonisch Park- en Groenbeheer<br />

Harmonisch<br />

Park- en Groenbeheer<br />

+<br />

+<br />

+<br />

+<br />

+<br />

+<br />

+<br />

+<br />

+<br />

+<br />

+<br />

+<br />

Grontmij<br />

i.s.m.<br />

Bas Smets<br />

Econnection


Vlaanderen is <strong>een</strong> stad. Je hoort <strong>het</strong> meer<br />

en meer mensen zeggen. En <strong>van</strong>uit de<br />

lucht bekeken lijkt <strong>het</strong> in elk geval te<br />

kloppen.<br />

Vanop de grond is Vlaanderen eerder <strong>een</strong><br />

lappendeken <strong>van</strong> steden. De ruimte tussen<br />

steden en gem<strong>een</strong>ten is beperkt en<br />

bezaaid met behoeften <strong>van</strong> allerlei aard:<br />

landbouw, industrie, woon- en natuurgebied.<br />

Het is dus heel belangrijk dat we die steden<br />

en gem<strong>een</strong>ten leefbaar houden. Groen is<br />

daarbij <strong>van</strong> levensbelang. Dat heeft de<br />

Vlaamse overheid goed begrepen. In haar<br />

ambitieus plan Vlaanderen in Actie (ViA)<br />

staat dat minstens de helft <strong>van</strong> de <strong>stedelijk</strong>e<br />

of kleinstedeljke gebieden tegen 2020 <strong>een</strong><br />

stadsbos moet hebben of er één heeft<br />

opgestart.<br />

Niet elke stad of –laat staan- gem<strong>een</strong>te kan<br />

<strong>het</strong> zo ambitieus aanpakken. Dat is ook niet<br />

erg, soms kunnen kleine ingrepen, <strong>een</strong><br />

groot verschil maken. Als <strong>het</strong> maar<br />

gestructureerd en doordacht gebeurd. En<br />

daarbij kan deze richtlijn helpen.<br />

Groen speelt op verschillende vlakken <strong>een</strong><br />

belangrijke rol in <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong>- en<br />

buitengebied. Op sociaal vlak is de groene<br />

ruimte <strong>een</strong> omgeving waar de mens kan<br />

verblijven, uitrusten, bewegen, spelen<br />

en/of andere mensen ontmoeten. Groen<br />

wordt ook erkend als essentieel beeldbepalend<br />

element in straten en op pleinen.<br />

Daarnaast heeft groen in meer of mindere<br />

mate <strong>een</strong> ecologische waarde. Zo vormt<br />

groen niet enkel <strong>een</strong> biotoop <strong>van</strong> fauna en<br />

flora maar kan groen ook <strong>een</strong> rol spelen in<br />

de reductie <strong>van</strong> fijn stof, in <strong>het</strong> bufferen <strong>van</strong><br />

geluid of storende zichten, in de<br />

klimaatregeling <strong>van</strong> de binnensteden en in<br />

integraal waterbeleid.<br />

Toch staat dat groen in de bebouwde<br />

omgeving onder grote druk <strong>van</strong> sterkere<br />

sectoren zoals huisvesting, industrie, …<br />

Bovendien heeft <strong>het</strong> zwaar te lijden onder<br />

<strong>een</strong> aantal rand<strong>voor</strong>waarden zoals<br />

vervuiling, verharding, …<br />

Het belang <strong>van</strong> <strong>een</strong> samenhangende, goed<br />

functionerende groenstructuur kan dus<br />

nauwelijks onderschat worden.<br />

Ruimtelijke kwaliteit en beleving worden<br />

steeds belangrijker.<br />

Maar er moet ook aandacht uitgaan naar<br />

<strong>een</strong> optimale verdeling <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

groenareaal. Maatschappelijk gezien is<br />

<strong>het</strong> immers <strong>van</strong> belang dat iedere burger<br />

toegang heeft tot groen, ook mensen<br />

zonder tuin. Voor veel steden en<br />

gem<strong>een</strong>ten is hier <strong>een</strong> uitdaging<br />

weggelegd.<br />

Met de richtlijn opmaak <strong>van</strong> <strong>een</strong> <strong>stedelijk</strong><br />

<strong>groenplan</strong> wenst <strong>het</strong> ANB tips te geven<br />

om deze uitdaging aan te gaan. De<br />

richtlijn laat toe om gestructureerd aan de<br />

slag te gaan en de dialoog tussen de<br />

verschil-lende diensten te bevorderen.<br />

Het ANB hoopt hiermee de kwaliteit <strong>van</strong><br />

de publieke ruimte <strong>een</strong> duw in de rug te<br />

geven.<br />

Marl<strong>een</strong> Evenepoel<br />

Administrateur-generaal<br />

Agentschap <strong>voor</strong> Natuur en Bos<br />

Augustus 2009<br />

VOORWOORD


1# INLEIDING<br />

WAAROM EEN STEDELIJK GROENPLAN<br />

OPZET VAN DE HANDLEIDING<br />

TOEPASSINGSGEBIED, LEESWIJZER EN COLOFON<br />

2# DOELSTELLINGEN EN OPGAVEN VAN EEN STEDELIJK<br />

GROENPLAN<br />

WAT IS ‘GROEN’<br />

HOE HET STRUCTUREEL GROEN BINNEN DE GEMEENTE BEPALEN<br />

GROEN = GROEN + BLAUW + GEEL<br />

RELATIE MET FUNCTIENIVEAUS UIT DE LANGETERMIJNPLANNING<br />

GROENVOORZIENING<br />

WAT IS EEN STEDELIJK GROENPLAN<br />

RELATIE VAN HET STEDELIJK GROENPLAN MET ANDERE PLANNEN<br />

DOELSTELLINGEN VAN EEN STEDELIJK GROENPLAN, WAARDEN VAN GROEN EN<br />

TIJDSHORIZON<br />

3# STAPPENPLAN VOOR DE OPMAAK VAN EEN STEDELIJK<br />

GROENPLAN<br />

4# STAP 1: AFBAKENING STUDIEGEBIED<br />

BESCHRIJVING EN GEWENSTE OUTPUT<br />

WERKWIJZE<br />

5# STAP 2: ANALYSE<br />

BESCHRIJVING EN GEWENSTE OUTPUT<br />

2A BESTAANDE GROENSTRUCTUUR: BESCHRIJVING EN GEWENSTE<br />

OUTPUT<br />

WERKWIJZE INVENTARISATIE VAN GROEN<br />

WERKWIJZE WAARDERING VAN GROEN<br />

1<br />

3<br />

5<br />

6<br />

7<br />

9<br />

11<br />

11<br />

13<br />

15<br />

17<br />

19<br />

21<br />

25<br />

27<br />

29<br />

31<br />

33<br />

35<br />

37<br />

47<br />

INHOUD<br />

WERKWIJZE ANALYSE VAN BESTAANDE RUIMTELIJKE TYPOLOGIEËN EN<br />

STRUCTUREN<br />

2B PLANNINGS- EN BELEIDSCONTEXT: BESCHRIJVING EN GEWENSTE<br />

OUTPUT<br />

WERKWIJZE<br />

2C: GROENBEHOEFTE: BESCHRIJVING EN GEWENSTE OUTPUT<br />

WERKWIJZE<br />

2D: EVALUATIE EN PLANOPGAVE: BESCHRIJVING EN GEWENSTE OUTPUT<br />

WERKWIJZE<br />

6# STAP 3: VISIE- EN CONCEPTVORMING<br />

BESCHRIJVING EN GEWENSTE OUTPUT<br />

WERKWIJZE ALGEMENE UITGANGSPUNTEN EN DOELSTELLINGEN<br />

WERKWIJZE PLEKSPECIFIEKE UITGANGSPUNTEN EN DOELSTELLINGEN<br />

WERKWIJZE ONTWIKKELEN VAN STRATEGIEËN VOOR DE REALISATIE VAN DE<br />

GROENSTRUCTUUR<br />

FICHES VOOR TYPOLOGIEËN<br />

7# STAP 4: ACTIEPLAN<br />

BESCHRIJVING EN GEWENSTE OUTPUT<br />

WERKWIJZE<br />

8# ADDENDUM: PROCES VAN EEN STEDELIJK GROENPLAN<br />

9# BRONNEN<br />

Bas Smets Econnection JULI 09<br />

000<br />

55<br />

65<br />

67<br />

73<br />

75<br />

85<br />

87<br />

89<br />

91<br />

93<br />

95<br />

101<br />

115<br />

125<br />

127<br />

129<br />

135<br />

147


1<br />

INLEIDING


Waarom <strong>een</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> ?<br />

Ambities <strong>voor</strong> <strong>een</strong> groene gem<strong>een</strong>te<br />

Groen wint de laatste jaren aan belang in<br />

Vlaanderen als beleidsthema. Groen heeft<br />

steeds in min of meerdere mate <strong>een</strong><br />

natuurlijke en ecologische waar-de: niet<br />

all<strong>een</strong> vormt groen de biotoop <strong>van</strong> fauna en<br />

flora, groen speelt ook <strong>een</strong> rol in de reductie<br />

<strong>van</strong> fijn stof, in <strong>het</strong> bufferen <strong>van</strong> geluid of<br />

storende zichten, in de klimaat-regeling<br />

1<br />

<strong>van</strong> binnensteden , in integraal waterbeleid<br />

enzo<strong>voor</strong>t. Groen wordt ook erkend als<br />

essentieel beeldvormend element in onze<br />

straten of pleinen en groen vervult <strong>een</strong> rol in<br />

de vrijetijdsbe-steding <strong>van</strong> vele mensen<br />

(fietsen, wandelen, spelen ,...). Groen<br />

wordt hier beschouwd in de meest brede<br />

zin, dus ook waterlopen, agrarische<br />

gebieden,... kunnen tot de groenstructuur<br />

worden gerekend (zie ook blz 11).<br />

Het belang <strong>van</strong> <strong>een</strong> samenhangende, goed<br />

functionerende groenstructuur kan dus<br />

nauwelijks geminimaliseerd worden:<br />

economisch kan de groenstructuur <strong>een</strong> rol<br />

spelen in <strong>het</strong> creëren <strong>van</strong> <strong>een</strong> aantrek-kelijk<br />

vestigingsklimaat <strong>voor</strong> bedrijven, inwoners,<br />

maar kan <strong>het</strong> ook toeristen en recreanten<br />

aantrekken. Op <strong>het</strong> sociaal vlak is de<br />

groene ruimte <strong>een</strong> omgeving waar de mens<br />

kan verblijven, uitrusten, bewegen, spelen<br />

en/of andere mensen ontmoeten, maar ook<br />

<strong>een</strong> ruimte die ons beschermt tegen<br />

overstromingen (denk bij<strong>voor</strong>beeld aan<br />

Bas Smets Econnection<br />

overstromingsgebieden). En op ecologisch<br />

en natuurlijk vlak heeft de groenstructuur<br />

<strong>een</strong> bufferende en biotoopvormende<br />

functie.<br />

Ruimtelijke kwaliteit en de beleving <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

groen worden daarbij steeds belangrijker.<br />

Groen wordt daarom meer en meer in zijn<br />

ruimtelijke context en samenhang<br />

bekeken: <strong>het</strong> onderling verbinden <strong>van</strong><br />

groengebieden, <strong>het</strong> verbeteren <strong>van</strong> de<br />

bereikbaarheid <strong>van</strong> groene parken of<br />

groene verbindingen met <strong>het</strong> platteland<br />

<strong>van</strong>uit de woonomgevingen, water als<br />

element <strong>van</strong> de groenstructuur doorh<strong>een</strong><br />

open én bebouwde ruimte kan <strong>een</strong><br />

meerwaarde <strong>voor</strong> de inwoners en/of natuur<br />

betekenen. Daarbij moet de aandacht ook<br />

uitgaan naar <strong>een</strong> optimale (rechtvaar-dige)<br />

verdeling <strong>van</strong> <strong>het</strong> groenare-aal.<br />

Maatschappelijk gezien is <strong>het</strong> immers<br />

noodzakelijk dat elke mens toegang heeft<br />

tot groen, ook mensen zonder tuin. Voor<br />

sommige gem<strong>een</strong>ten is hier <strong>een</strong> uitdaging<br />

weggelegd.<br />

Tezelfdertijd staan ons <strong>een</strong> aantal nieuwe<br />

uitdagingen te wachten op <strong>het</strong> vlak <strong>van</strong><br />

natuur- en milieubeleid: de reductie <strong>van</strong><br />

onkruidbestrijdingsmiddelen, de ver-dere<br />

aandacht <strong>voor</strong> integraal waterbeleid en de<br />

in opmaak zijnde deelbekkenbeheerplannen,<br />

de EU-luchtkwaliteitsnormen<br />

1 We verwijzen hier<strong>voor</strong> naar <strong>het</strong><br />

zogenaamde ‘hitte-eilandeffect’, of ‘urban<br />

heat island effect’ (UHI). Dit effect komt<br />

overal ter wereld <strong>voor</strong> en wordt door de<br />

klimaatveranderingen op veel plaatsen in<br />

de toekomst ook sterker.<br />

Temperatuurverschillen tussen de<br />

(binnen)stad en landelijke omgevingen<br />

kunnen oplopen <strong>van</strong> 3° C tot 10° C. Die<br />

bandbreedte verschilt naargelang de<br />

energieprestaties <strong>van</strong> gebouwen, maar<br />

<strong>voor</strong> de openbare ruimte geldt <strong>het</strong>zelfde:<br />

als veel warmte overdag wordt<br />

opgeslagen in verhardingen - en niet<br />

wordt omgezet in energie zoals<br />

vegetaties of water dat doen - is de<br />

verhardingsgraad <strong>een</strong> maat <strong>voor</strong> de hitteuitstraling<br />

‘s nachts. Groen en water<br />

kunnen dus in aanzienlijke mate<br />

bijdragen tot <strong>een</strong> gezonde<br />

klimaatregeling in de bebouwde<br />

omgeving.<br />

INLEIDING<br />

JULI 09<br />

003<br />

1


(2011), de EU-kaderrichtlijn Water (2015),<br />

...<br />

Om deze uitdagingen nu en in de toekomst<br />

te kunnen aangaan, is <strong>het</strong> gewenst dat<br />

lokale besturen nadenken over <strong>een</strong><br />

optimale groenstructuur in hun gem<strong>een</strong>te.<br />

Het <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> vormt hier bij uitstek<br />

<strong>het</strong> hulpmiddel <strong>voor</strong>.<br />

004 JULI 09<br />

Bas Smets Econnection


Voor lokale besturen // Deze leidraad wil<br />

lokale besturen in Vlaanderen bijstaan bij<br />

de opmaak <strong>van</strong> <strong>een</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong>.<br />

Stappenplan // Aan de hand <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />

stappenplan wordt iedere fase in <strong>het</strong><br />

proces <strong>van</strong> de opmaak <strong>van</strong> <strong>een</strong> <strong>stedelijk</strong><br />

<strong>groenplan</strong> belicht, en wordt ook <strong>een</strong> inzicht<br />

geboden op de praktische realisatie en<br />

implementatie <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong>.<br />

Bas Smets Econnection<br />

Opzet <strong>van</strong> de handleiding Een pragmatische leidraad<br />

Bij de opmaak <strong>van</strong> <strong>een</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong><br />

moet men steeds verschillende fasen<br />

doorlopen. Om dit proces te begeleiden<br />

werd <strong>een</strong> leidraad of handleiding ontwikkeld.<br />

Het betreft <strong>een</strong> objectiverende<br />

methode om de bestaande groenstructuur<br />

te analyseren, de groenbehoefte te<br />

bepalen en <strong>een</strong> onderbouwde visie te<br />

ontwikkelen op de toekomstige groenstructuur<br />

in <strong>een</strong> gem<strong>een</strong>te.<br />

Hoewel in Vlaanderen <strong>het</strong> instrument<br />

'<strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong>' nog niet systematisch<br />

toegepast wordt, is dit g<strong>een</strong> nieuw concept.<br />

Ook in onze buurlanden wordt <strong>het</strong> instrument<br />

gebruikt. Om tot <strong>een</strong> pragmatische<br />

handleiding te komen, werd de methodiek<br />

<strong>voor</strong> ruimtelijke plannen <strong>voor</strong> de groenstructuur<br />

in Vlaanderen vergeleken met<br />

<strong>groenplan</strong>nen zoals die in <strong>het</strong> buitenland<br />

worden toegepast (<strong>voor</strong>namelijk in de ons<br />

om-ringende landen).<br />

Voor <strong>een</strong> overzicht<br />

<strong>van</strong> <strong>voor</strong>beelden, zie blz 149-150.<br />

Deze informatie wordt zoveel mogelijk<br />

vertaald naar <strong>een</strong> <strong>een</strong>duidige leidraad <strong>voor</strong><br />

lokale besturen in Vlaanderen. De<br />

handleiding probeert de link te maken met<br />

bestaande <strong>voor</strong>beeldplannen en projecten.<br />

Als 'rode' (groene?) draad doorh<strong>een</strong> de<br />

handleiding wordt de case <strong>van</strong> Dendermonde<br />

gehanteerd.<br />

INLEIDING<br />

De handleiding is opgebouwd volgens de<br />

verschillende onderdelen (chronologische<br />

fasen) die doorlopen worden bij de opmaak<br />

<strong>van</strong> <strong>een</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong>.<br />

Voor elke fase wordt aangegeven welke<br />

stappen ondernomen moeten worden, en<br />

worden ook bijkomende tips, aanwijzingen<br />

<strong>voor</strong> <strong>een</strong> meer ambitieuze aanpak en<br />

<strong>voor</strong>beelden gegeven.<br />

Deze handleiding maakt <strong>het</strong> dus mogelijk<br />

om via <strong>een</strong> heldere, haalbare en duidelijke<br />

methodiek <strong>een</strong> visie op de groenstructuur<br />

in elke gem<strong>een</strong>te in Vlaanderen uit te<br />

bouwen, <strong>van</strong> bij de start tot aan de vertaling<br />

<strong>van</strong> deze visie in concrete acties.<br />

JULI 09<br />

005<br />

1


Toepassingsgebied<br />

De handleiding legt de focus volledig op <strong>het</strong><br />

lokale niveau. We streven na dat de<br />

leidraad zowel <strong>voor</strong> de grotere steden als<br />

<strong>voor</strong> de meer landelijke gem<strong>een</strong>ten in<br />

Vlaanderen gebruikt kan worden.<br />

De hoofdopzet <strong>van</strong> de methodiek blijft in<br />

landelijke kernen gelijkaardig als in grotere<br />

steden. Het kan echter wel zijn dat binnen<br />

de gem<strong>een</strong>te specifieke klemtonen of<br />

problemen meer leven dan andere. Dit zal<br />

ook <strong>een</strong> andere klemtoon of invalshoek<br />

betekenen <strong>voor</strong> <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong>,<br />

echter zonder dat de minimaal noodzakelijk<br />

te nemen stappen wijzigen. Die eigen<br />

klemtonen kunnen gelegd worden, ze zijn<br />

duidelijk onderscheiden weergegeven als<br />

tips of aanwijzingen <strong>voor</strong> <strong>een</strong> ambitieuze<br />

aanpak in de leidraad. Ook de praktijk<strong>voor</strong>beelden<br />

kunnen inspiratie bieden.<br />

Leeswijzer Colofon<br />

Opbouw / Deze handleiding is opgebouwd<br />

volgens <strong>een</strong> stappenplan, dat is<br />

weergegeven op bladzijde 22 en 23. De<br />

verschillende<br />

stappenplan.<br />

hoofdstukken volgen dit<br />

Rechter- en linkerbladzijden / Voor elke<br />

stap in <strong>het</strong> stappenplan wordt toege-licht<br />

welke methodes en instrumenten kunnen<br />

gebruikt worden bij de opmaak <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />

<strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong>. De toelichting <strong>van</strong> te<br />

nemen stappen, methoden en instrumenten<br />

wordt op de rechterbladzijden<br />

weergegeven, de verduidelijkende schema’s,<br />

figuren en praktijk<strong>voor</strong>beelden worden<br />

op de linkerbladzijden weergegeven.<br />

Case Dendermonde / Als rode draad<br />

doorh<strong>een</strong> de handleiding wordt de case<br />

Dendermonde aangehaald. Dit is duidelijk<br />

weergegeven op de ‘groene’ bladzijden<br />

met de aanduiding ‘case Dendermonde’.<br />

De <strong>voor</strong>beelduitwerking <strong>voor</strong> Dendermonde<br />

maakt als apart addendum ook deel uit<br />

<strong>van</strong> deze handleiding. Dit document bevat<br />

<strong>een</strong> meer uitgebreide uitwerking <strong>van</strong> deze<br />

case, in deze ‘handleiding’ komen slechts<br />

delen <strong>van</strong> deze <strong>voor</strong>beelduitwerking terug.<br />

Concept <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> -<br />

Handleiding bij de opmaak <strong>van</strong><br />

<strong>stedelijk</strong>e <strong>groenplan</strong>nen <strong>voor</strong> lokale<br />

besturen<br />

Opdrachtgever:<br />

Agenschap <strong>voor</strong> Natuur en Bos<br />

Inhoud, redactie en lay-out:<br />

Grontmij<br />

(Guy Bourdet, An Vanhulle, Rebecca<br />

Devlaeminck, David Verhoestraete, Sofie Depauw, Rik<br />

Houthaeve en Johan Huybrechts)<br />

met inhoudelijke medewerking <strong>van</strong><br />

Bureau Bas Smets (Bas Smets, Dries Rodet)<br />

Econnection (Paul Durinck, Bert Meskens)<br />

en <strong>van</strong> de leden <strong>van</strong> de stuurgroep:<br />

Veerle<br />

Heyens en Nele Hardies (ANB), Tarcy Verstraeten, Chris<br />

Delens en Wendy Janssens (Stad Dendermonde), Wim<br />

Verheyden (Stad Antwerpen), Antonia Geerts (stad Aalst),<br />

Fons Van Dam (Stad Mechelen), Geert Heyneman (Stad<br />

Gent), Geert Lakiere (Stad Kortrijk) en Patricia Ryelandt<br />

(gem<strong>een</strong>te Ingelmunster).<br />

Datum: april 2009<br />

Agentschap <strong>voor</strong> Natuur en Bos<br />

Koning Albert II-laan 20 bus 8<br />

B-1000 Brussel<br />

anb@vlaanderen.be<br />

www.natuurenbos.be<br />

Grontmij Gent<br />

Meersstraat 138A<br />

B-9000 Gent<br />

gent@grontmij.be<br />

www.grontmij.be<br />

006 JULI 09<br />

Bas Smets Econnection


2<br />

DOELSTELLINGEN EN OPGAVEN<br />

Stedelijk <strong>groenplan</strong>


(waardevolle) beplanting<br />

langs wegen, dreven<br />

boulevards, entrees <strong>van</strong> de<br />

stad<br />

rivier- en beekvalleien<br />

parken<br />

restgronden (infrastructuur,<br />

industrie,...)<br />

stads(rand)bossen en<br />

rand<strong>stedelijk</strong>e natuur<br />

bermen en gazons langs<br />

woonstraten en woonblokken<br />

pastorietuin<br />

wijkspeeltuintje, plantsoenen<br />

Een <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> kan <strong>een</strong> visie bevatten<br />

over <strong>een</strong> vrij ruim gamma aan groentypes.<br />

Voorbeelden <strong>van</strong> elementen <strong>van</strong> de<br />

‘hoofdgroenstructuur’ zijn hier weergegeven.<br />

008 JULI 09<br />

Bas Smets Econnection


Wat is ‘groen’?<br />

De hoofdgroenstructuur en <strong>het</strong><br />

structureel groen<br />

Een <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> zal in de eerste<br />

plaats <strong>een</strong> visie ontwikkelen op de<br />

zogenaamde ‘hoofdgroenstructuur’.<br />

De hoofdgroenstructuur kan <strong>een</strong> uitgebreid<br />

gamma aan groen en natuur<br />

omvatten, gaande <strong>van</strong> cultureel groen tot<br />

1<br />

meer spontane natuur .<br />

De hoofdgroenstructuur zal in de eerste<br />

2<br />

plaats “ de openbare, open ruimten”<br />

bevatten. Hiertoe behoren zowel bij<strong>voor</strong>beeld<br />

parken en laanbomen.<br />

Vanuit de invalshoek <strong>van</strong> de beleving kan<br />

de hoofdgroenstructuur ook omschreven<br />

worden als “alle groene ruimten die door de<br />

inwoners <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>te of stad<br />

gepercipieerd worden als open en groene<br />

3<br />

ruimte” . Hoewel <strong>het</strong> <strong>voor</strong>werp <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />

<strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> in de eerste plaats <strong>het</strong><br />

groen in eigendom en beheer <strong>van</strong> de<br />

gem<strong>een</strong>te is, blijkt uit deze definitie dat in<br />

<strong>het</strong> geval groen in eigendom <strong>van</strong> derden<br />

<strong>een</strong> belangrijke rol speelt in <strong>het</strong> ruimtelijk<br />

beeld <strong>van</strong> <strong>een</strong> gem<strong>een</strong>te, ook dit groen<br />

behandeld dient te worden in <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong><br />

<strong>groenplan</strong>.<br />

Bas Smets Econnection<br />

Vanuit <strong>een</strong> gebruiksinvalshoek kan de<br />

hoofdgroenstructuur omschreven worden<br />

als alle groene ruimten waar de inwoners<br />

<strong>van</strong> de stad of gem<strong>een</strong>te kunnen<br />

recreëren, elkaar kunnen ontmoeten en<br />

waar ruimte, rust en contact met de natuur<br />

ervaren kunnen worden.<br />

Samenvattend kunnen we al <strong>het</strong> ‘groen’ in<br />

<strong>een</strong> gem<strong>een</strong>te indelen in twee grote typen:<br />

<strong>het</strong> ‘structurele’ groen, dat <strong>een</strong><br />

belangrijke functie heeft op <strong>het</strong> vlak <strong>van</strong><br />

landschap en beeld, cultuurhistorie,<br />

4<br />

ecologie en gebruik. Dit groen vormt de<br />

hoofdgroenstructuur aangezien <strong>het</strong> de<br />

stad of gem<strong>een</strong>te mee structureert. Het<br />

vormt als <strong>het</strong> ware <strong>een</strong> groen raamwerk<br />

<strong>het</strong> overige groen: tussen <strong>het</strong> groene<br />

raamwerk komen groene invullingen op<br />

wijkniveau <strong>voor</strong>. Dit zeer lokale groen<br />

(bij<strong>voor</strong>beeld wijkgroen), heeft slechts op<br />

beperktere schaal <strong>een</strong> functie en<br />

betekenis <strong>voor</strong> de onmiddellijke<br />

omgeving. Dit groen behoort tot de<br />

detailgroenstructuur.<br />

Het <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> focust zich dan<br />

ook in hoofdzaak op <strong>het</strong> ‘structurele’<br />

groen. Desgewenst kan de gem<strong>een</strong>te ook<br />

ingaan op <strong>het</strong> detailgroen (in functie <strong>van</strong><br />

5<br />

lokale klemtonen of problemen ).<br />

DOELSTELLINGEN<br />

& OPGAVEN<br />

1 Bron: HEYN, M & HERMY, M. (2001):<br />

Lange termijnvisie gebiedsgericht<br />

natuurbehoud in <strong>stedelijk</strong>e en<br />

ver<strong>stedelijk</strong>te omgeving. Tussentijds<br />

rapport. In: Lange termijnvisie op <strong>het</strong><br />

gebiedsgericht natuurbehoud in<br />

Vlaanderen. MINA/113:9902. K.U.Leuven<br />

in opdracht <strong>van</strong> AMINAL.<br />

2 Bron: DIENST GROEN, STUDIEGROEP<br />

MENS EN RUIMTE VZW &<br />

VERENIGING VOOR OPENBAAR<br />

GROEN VZW in opdracht <strong>van</strong> AMINAL<br />

(1993): Lange Termijnplanning<br />

Groen<strong>voor</strong>ziening. Onderzoek in<br />

opdracht <strong>van</strong> Aminal Bestuur<br />

Natuurbehoud en -ontwikkeling.<br />

3 Bron: NULENS, G. (2004):<br />

Belevingswaardenonderzoek naar groen<br />

in <strong>stedelijk</strong> gebied. Exploratieve<br />

literatuurstudie en toepassing in de<br />

ruimtelijke planning. Scriptie ingediend tot<br />

<strong>het</strong> behalen <strong>van</strong> de academische graad<br />

<strong>van</strong> gediplomeerde in de aanvullende<br />

studies GAS-Ruimtelijke Planning.<br />

4 Ecologie wordt hier beschouwd in de<br />

meest brede zin, dus ook<br />

milieubufferende aspecten<br />

(luchtkwaliteit,...), integraal waterbeleid of<br />

de invloed <strong>van</strong> groen op <strong>het</strong> stadsklimaat<br />

(concept <strong>van</strong> de ‘hitte-eilanden’). Zie ook<br />

blz. 03.<br />

5 Zo kan <strong>het</strong> <strong>van</strong> belang zijn in te gaan op<br />

<strong>het</strong> belang <strong>van</strong> bomen op parkings<br />

(schaduwwerking, tegengaan <strong>van</strong><br />

hittevorming, beeldkwaliteit) en/of <strong>het</strong><br />

verspreid <strong>voor</strong>zien <strong>van</strong> losse bomen over<br />

<strong>het</strong> grondgebied (in functie <strong>van</strong><br />

luchtkwaliteit) en kan <strong>het</strong><br />

groenstructuurplan hier minimumnormen<br />

<strong>voor</strong> bevatten.<br />

JULI 09<br />

009<br />

?


In <strong>het</strong> Groenplan <strong>voor</strong> de stad Arnhem maakt men<br />

onderscheid tussen <strong>het</strong> structureel groen en <strong>het</strong> 'flexibel<br />

groen'.<br />

Het flexibel groen behoort tot de detailgroenstructuur. Bij dit<br />

groen is sprake <strong>van</strong> meer flexibiliteit in de te kiezen<br />

inrichting en beheer <strong>van</strong> dit groen. Het onderscheid flexibelstructureel<br />

is bepalend <strong>voor</strong> de mate <strong>van</strong><br />

bewonersparticipatie die wordt nagestreefd. Voor <strong>het</strong><br />

flexibele groen beslissen bewoners mee over inrichting,<br />

gebruik en beheer (binnen de beleids- en beheerskaders).<br />

Bij <strong>het</strong> structurele groen ligt de nadruk op meedenken in<br />

plaats <strong>van</strong> meebeslissen. De visie op inrichting, gebruik en<br />

beheer <strong>van</strong> <strong>het</strong> structurele groen wordt immers vastgelegd<br />

in <strong>het</strong> <strong>groenplan</strong>.<br />

Bron: GEMEENTE ARNHEM<br />

( BELKSMA A. ET AL . ) (2004):<br />

Groenplan Arnhem 2004-2007/2015.<br />

Hoofd- en detailgroenstructuur in <strong>het</strong> <strong>groenplan</strong> Arnhem


Hoe <strong>het</strong> structureel groen binnen<br />

de gem<strong>een</strong>te bepalen?<br />

De <strong>voor</strong>gaande definitie <strong>van</strong> structureel en<br />

overig groen kan misschien nog tot twijfels<br />

en misverstanden leiden.<br />

Het bepalen <strong>van</strong> welk groen tot de<br />

hoofdgroenstructuur behoort en welk groen<br />

tot de detailgroenstructuur, hoeft echter<br />

g<strong>een</strong> ‘exacte wetenschap’ te zijn. De<br />

opmaker <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> kan<br />

hierbij steunen op zijn eigen inzicht en visie<br />

op de ruimtelijke structuur. Mogelijk kan <strong>het</strong><br />

onderdeel ‘groen<strong>voor</strong>zieningen’ of ‘open<br />

ruimte’ binnen <strong>het</strong> gem<strong>een</strong>telijk ruimtelijk<br />

structuurplan of uit de toelich-tingsnota bij<br />

de afbakening <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> gebied<br />

bijkomend inzicht bieden in de structurele<br />

werking <strong>van</strong> <strong>het</strong> groen in de gem<strong>een</strong>te.<br />

Indicatief kunnen we ook stellen dat<br />

groenelementen groter dan 0,5 ha<br />

beschouwd kunnen worden als structureel<br />

groen. Dit is echter <strong>een</strong> indicatieve<br />

aanduiding, elementen met <strong>een</strong> kleinere<br />

oppervlakte kunnen eventueel wel worden<br />

opgenomen binnen de hoofdgroenstructuur<br />

als ze structurerend werken <strong>voor</strong> de<br />

stad of gem<strong>een</strong>te of als zich hier specifieke<br />

planopgaven stellen die de gem<strong>een</strong>te<br />

wenst op te lossen via <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong><br />

<strong>groenplan</strong>. Naast deze ‘vlakken’ groter dan<br />

0,5 ha behoren ook de structurerende<br />

groene en blauwe ‘lijnen’ tot de<br />

hoofdgroen-structuur (water,<br />

groenassen,...).<br />

Bas Smets Econnection<br />

Groen = groen + blauw + geel!<br />

Water en oevers behoren even<strong>een</strong>s tot de<br />

groenstructuur. Groen is immers vaak<br />

gekoppeld aan de waterstructuur, water<br />

heeft net als groen verschillende functies:<br />

<strong>het</strong> is belangrijk <strong>voor</strong> de natuurlijke<br />

structuur (eigen fauna en flora), heeft <strong>een</strong><br />

waterbergende en klimaatsregeluerende<br />

functie en net als groen is water in <strong>een</strong><br />

gem<strong>een</strong>te vaak sterk beeldbepalend en<br />

wordt aan <strong>het</strong> water vaak <strong>een</strong> recreatieve<br />

functie gekoppeld.<br />

Daarnaast kunnen ook agrarische gebieden<br />

tot de hoofdgroenstructuur behoren.<br />

DOELSTELLINGEN<br />

& OPGAVEN<br />

Het gaat dan om agrarische landschappen<br />

(openruimtegehelen) die, naast <strong>een</strong> landschappelijke<br />

en/of ecologische functie ook<br />

<strong>een</strong> recreatieve functie kunnen hebben<br />

(wandelen, fietsen,...). Een nuttige bron<br />

<strong>voor</strong> <strong>het</strong> bepalen <strong>van</strong> deze openruimtegehelen<br />

is <strong>het</strong> gem<strong>een</strong>telijk ruimtelijk<br />

structuurplan (onderdeel open ruimte).<br />

Voor <strong>het</strong> evalueren <strong>van</strong> de ecologische,<br />

natuurlijke, recreatieve,... waarde <strong>van</strong><br />

groen, blauw en geel verwijzen we naar de<br />

criteria zoals vermeld op blz. 47-49.<br />

Onderdelen <strong>van</strong> de groenstructuur in <strong>het</strong> Groenplan Arnhem (Gem<strong>een</strong>te Arnhem 2004)<br />

JULI 09<br />

011<br />

?


Indeling <strong>van</strong> <strong>het</strong> groen in functieniveaus<br />

Afstand is de belangrijkste factor <strong>voor</strong> <strong>het</strong> bezoek aan<br />

groene ruimten. Barrières beperken de aantrekkingszone.<br />

De meeste internationale normsystemen zijn opgebouwd<br />

volgens <strong>een</strong> hiërarchie, die de afstandscriteria vertaalt naar<br />

geografische functiegebieden zoals buurt, stadsdeel,... en<br />

koppelt aan minimumoppervlakten. In de Lange<br />

Termijnplanning Groen<strong>voor</strong>ziening werd volgend overzicht<br />

vastgelegd (aangepast aan internationaal onderzoek en<br />

aangevuld met omschrijving).<br />

Bron: VAN<br />

STEERTEGEM, M.<br />

(2000) Milieu- en natuurrapport<br />

Vlaanderen: Scenario’s Mira-S 2000,<br />

blz. 503<br />

en<br />

DIENST GROEN, STUDIEGROEP MENS<br />

EN RUIMTE VZW & VERENIGING VOOR<br />

OPENBAAR GROEN VZW in opdracht<br />

<strong>van</strong> AMINAL (1993): Lange<br />

Termijnplanning Groen<strong>voor</strong>ziening.<br />

Onderzoek in opdracht <strong>van</strong> Aminal Bestuur<br />

Natuurbehoud en -ontwikkeling,<br />

blz 157-158<br />

en<br />

HERMY, M; ism AFDELING BOS EN<br />

GROEN EN GROEN EN VELT (2005),<br />

Groenbeheer <strong>een</strong> verhaal met toekomst,<br />

blz. 27<br />

FUNCTIENIVEAU MAXIMUMAFSTAND<br />

TOT<br />

WOONOMGEVING<br />

woongroen<br />

buurtgroen<br />

wijkgroen<br />

stadsdeelgroen < 1600 m<br />

stadsgroen<br />

stadsgroen<br />

(stadsbos)<br />

< 150 m<br />

< 400 m<br />

< 800 m<br />

< 3200 m<br />

< 5000 m<br />

OMSCHRIIJVING GROOTTEORDE<br />

MINIMUMAREAAL<br />

groen in directe woonomgeving,<br />

gem<strong>een</strong>schappelijke en privétuinen,<br />

straatplantsoen, tegeltuintjes<br />

groter, meestal toegankelijk groenelement<br />

in of naast directe woonomgeving<br />

binnen wandelafstand<br />

groter zelfstandig groenelement<br />

<strong>voor</strong> recreatief gebruik, natuurbeleving<br />

en verpozing<br />

grootschalige groen<strong>voor</strong>ziening <strong>voor</strong><br />

de bevolking <strong>van</strong> enkele wijken of <strong>van</strong><br />

de hele stad met verschillende <strong>voor</strong>zieningen<br />

vaak buiten de eigenlijke stad<br />

gelegen,dikwijls in fusiegem<strong>een</strong>ten,<br />

dient <strong>voor</strong> de hele <strong>stedelijk</strong>e agglomeratie<br />

met <strong>een</strong> groot scala aan<br />

<strong>voor</strong>zieningen (vaak provinciale<br />

domeinen)<br />

vaak buiten de eigenlijke stad<br />

gelegen,dient <strong>voor</strong> de hele <strong>stedelijk</strong>e<br />

en omgevende agglomeraties<br />

0,5 ha<br />

5 ha (park)<br />

10 ha<br />

10 ha (park)<br />

30 ha<br />

60 ha<br />

200-300 ha


Relatie met functieniveaus uit de<br />

Lange Termijnplanning Groen<strong>voor</strong>ziening<br />

In de Lange Termijnplanning Groen<strong>voor</strong>-<br />

1<br />

ziening worden 6 functieniveaus <strong>voor</strong><br />

groen onderscheiden:<br />

woongroen;<br />

buurtgroen;<br />

wijkgroen;<br />

stadsdeelgroen;<br />

stadsgroen;<br />

stadsrandgroen (stadsbos)<br />

Deze classificatie <strong>van</strong> groen naar functieniveau<br />

laat toe de behoeften aan groen te<br />

kwantificeren en is <strong>van</strong> belang <strong>voor</strong> de<br />

integrale planning <strong>van</strong> groen in <strong>een</strong><br />

<strong>stedelijk</strong>e structuur.<br />

Deze functieniveaus worden gekoppeld<br />

aan drempelwaarden <strong>voor</strong> bereikbaarheid<br />

en oppervlakte.<br />

Voor <strong>het</strong> bepalen <strong>van</strong> de hoofdgroenstructuur<br />

zullen <strong>voor</strong>al de 5 laatste functieniveaus<br />

<strong>een</strong> rol spelen (<strong>van</strong> buurt- tot<br />

stadsrandgroen). Zoals hier<strong>voor</strong> aangegeven,<br />

spelen daarnaast ook groene en<br />

blauwe assen <strong>een</strong> belangrijke structurerende<br />

rol, naast de openruimtegehelen.<br />

Deze classificatie is daarnaast <strong>voor</strong>al <strong>van</strong><br />

belang <strong>voor</strong> <strong>het</strong> bepalen <strong>van</strong> de groenbehoefte<br />

(zie blz. 73 en volgende).<br />

Bas Smets Econnection<br />

CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />

DOELSTELLINGEN<br />

& OPGAVEN<br />

1 Bron: DIENST GROEN, STUDIEGROEP<br />

MENS EN RUIMTE VZW &<br />

samenvattend<br />

VERENIGING VOOR OPENBAAR<br />

GROEN VZW in opdracht <strong>van</strong> AMINAL<br />

(1993): Lange Termijnplanning<br />

Groen<strong>voor</strong>ziening. Onderzoek in<br />

opdracht <strong>van</strong> Aminal Bestuur<br />

Natuurbehoud en -ontwikkeling.<br />

Het <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> legt de<br />

focus op <strong>het</strong> groen dat <strong>een</strong> structurele<br />

rol heeft, <strong>het</strong> woongroen<br />

krijgthierbijminder aandacht.<br />

De groenstructuur ondersteunt de<br />

ruimtelijke structuur in <strong>een</strong> gem<strong>een</strong>te<br />

of <strong>stedelijk</strong> gebied maar is<br />

tezelfdertijd ook richtinggevend<br />

<strong>voor</strong>deruimtelijke structuur.<br />

JULI 09<br />

013<br />

?


De Lange Termijnplanning Groen<strong>voor</strong>ziening (1993)<br />

omschrijft <strong>een</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> als <strong>een</strong> samenhangend<br />

pakket <strong>van</strong> doelstellingen, uitgangspunten en hoofd- en<br />

bijzaken <strong>voor</strong> de gewenste kwaliteit <strong>van</strong><br />

groen<strong>voor</strong>zieningen in de openbare ruimte als geheel,<br />

uitmondend in <strong>voor</strong>stellen <strong>voor</strong> duurzame ontwikkeling en<br />

gepaard gaande met afstemming <strong>van</strong><br />

verantwoordelijkheden en financiën.<br />

In <strong>het</strong> groen(structuur)plan <strong>van</strong> de Nederlandse gem<strong>een</strong>te<br />

Oisterwijk wordt volgende definitie geformuleerd: <strong>een</strong><br />

<strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> geeft aan welke structuren de stad<br />

herbergt, wat de waarde en functie <strong>van</strong> deze structuren is<br />

en hoe zij te handhaven of zelfs te versterken zijn.<br />

Bron:<br />

DIENST GROEN, STUDIEGROEP MENS<br />

EN RUIMTE VZW & VERENIGING VOOR<br />

OPENBAAR GROEN VZW in opdracht<br />

<strong>van</strong> AMINAL (1993): Lange<br />

Termijnplanning Groen<strong>voor</strong>ziening.<br />

Onderzoek in opdracht <strong>van</strong> Aminal Bestuur<br />

Natuurbehoud en -ontwikkeling<br />

samenvattend<br />

We kunnen de reikwijdte <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />

<strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> als volgt<br />

samenvatten:<br />

Een <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> biedt <strong>een</strong><br />

antwoord op de vragen 'Wat is er<br />

op heden?, 'Wat willen we<br />

bereiken?' en 'Welke instrumenten<br />

worden hier<strong>voor</strong> ingezet?’<br />

Een <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> vormt <strong>een</strong><br />

insteek/kader <strong>voor</strong> <strong>het</strong> beoordelen<br />

<strong>van</strong> ruimtelijke ontwikkelingen en<br />

<strong>het</strong> formuleren <strong>van</strong> kwalitatieve<br />

rand<strong>voor</strong>waarden.<br />

Een <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> vormt de<br />

basis <strong>voor</strong> de prioriteitstelling <strong>van</strong><br />

<strong>het</strong> groenbeleid en groenbeheer<br />

<strong>voor</strong> de stad of gem<strong>een</strong>te.<br />

Het <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> is zowel:<br />

Een toetsings- en afwegingskader <strong>voor</strong> de ruimtelijke<br />

ontwikkeling en is in die zin kaderstellend <strong>voor</strong><br />

stedenbouwkundige en infrastructurele projecten. Vanuit dit<br />

oogpunt vertegenwoordigt <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> de<br />

sectorale belangen <strong>van</strong> groen, die bij de planvorming rond<br />

<strong>een</strong> ruimtelijk project afgewogen worden tegenover andere<br />

sectorale belangen<br />

Een eerder 'actief' (beleids)instrument,<br />

<strong>het</strong> uitgangspunt <strong>voor</strong><br />

de ontwikkeling <strong>van</strong> <strong>een</strong> ruimtelijk groenbeleid en bij <strong>het</strong><br />

beheer <strong>van</strong> <strong>het</strong> openbaar domein. Het plan vormt <strong>een</strong><br />

leidraad <strong>voor</strong> de uitvoering <strong>van</strong> <strong>een</strong> programma <strong>voor</strong> de<br />

groenstructuur en probeert dan ook de ter beschikking<br />

staande middelen <strong>voor</strong> beheer en ontwikkeling doelmatig in<br />

te zetten. Het <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> vormt dus ook <strong>het</strong> kader<br />

<strong>voor</strong> investeringen aangezien prioritaire acties worden<br />

vastgelegd in <strong>het</strong> groenprogramma.


Wat is <strong>een</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong>?<br />

Hoewel in Vlaanderen <strong>het</strong> instrument<br />

<strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong>' nog niet systematisch<br />

toegepast wordt, is dit g<strong>een</strong> nieuw concept.<br />

Ook in onze buurlanden wordt <strong>het</strong> instrument<br />

gebruikt.<br />

In principe vormt <strong>een</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong><br />

<strong>een</strong> richtinggevend document <strong>voor</strong> <strong>het</strong><br />

beleid <strong>voor</strong> wat betreft de gewenste<br />

kwantiteit en kwaliteit <strong>van</strong> <strong>het</strong> groen.<br />

Een <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> geeft aan welke<br />

groenstructuren de gem<strong>een</strong>te herbergt,<br />

wat de waarde, samenhang en functie <strong>van</strong><br />

deze structuren is en hoe zij te handhaven<br />

of zelfs te versterken zijn.<br />

Een goede visuele weergave <strong>van</strong> de<br />

inventarisatiegegevens en de gewenste<br />

groenstructuur is <strong>een</strong> belangrijke<br />

meerwaarde.<br />

Bas Smets Econnection<br />

Het <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> moet <strong>een</strong> antwoord<br />

bieden op de vraag aan welke eisen<br />

<strong>het</strong> structurele groen moet voldoen, hierbij<br />

rekening houdend met <strong>het</strong> multifunctionele<br />

karakter er<strong>van</strong> en biedt aanbevelingen<br />

naar inrichtings-principes. Een <strong>stedelijk</strong><br />

<strong>groenplan</strong> bevat met andere woorden <strong>een</strong><br />

samen-hangende visie op de ontwikke-<br />

ling, inrichting en <strong>het</strong> beheer <strong>van</strong> <strong>het</strong> groen<br />

in en om de gem<strong>een</strong>te, en dit <strong>voor</strong>al op de<br />

langere termijn.<br />

Het stelt echter niet all<strong>een</strong> eisen en<br />

rand<strong>voor</strong>waarden aan <strong>het</strong> groen, maar ook<br />

aan toekomstige ruimtelijke of<br />

infrastructurele ingrepen in de gem<strong>een</strong>te.<br />

Het <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> biedt dan ook <strong>een</strong><br />

kader <strong>voor</strong> de toekomstige heraanleg <strong>van</strong><br />

straten en pleinen of <strong>het</strong> ontwerp <strong>van</strong><br />

nieuwe stedenbouwkundige structuren en<br />

infrastructurele projecten<br />

woonweefsel.<br />

in of rond <strong>het</strong><br />

CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />

DOELSTELLINGEN<br />

& OPGAVEN<br />

Bijgevolg benadert <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong><br />

groen niet enkel als <strong>een</strong> sectoraal gegeven.<br />

Groen is <strong>een</strong> geïntegreerd concept waarin<br />

natuur, beleving, land-schap, recreatie,<br />

cultuurhistorie, milieu-kwaliteit en water<br />

input vormen, en er tevens <strong>een</strong> afweging<br />

plaatsvindt tegen andere sectorale<br />

belangen zoals verkeer, woningbouw of<br />

bedrijvigheid (zie ook blz. 3) .<br />

JULI 09<br />

015<br />

?


Relatie <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong><br />

met <strong>het</strong> gem<strong>een</strong>telijk ruimtelijk structuurplan<br />

In sommige Nederlandse <strong>voor</strong>beelden bevat <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong><br />

<strong>groenplan</strong> de bouwstenen <strong>voor</strong> de herziening <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

gem<strong>een</strong>telijk ruimtelijk structuurplan. De resultaten <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

<strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>te Tiel zullen verwerkt<br />

worden in <strong>een</strong> volgende versie <strong>van</strong> <strong>het</strong> structuurplan.<br />

Bron:<br />

ARCADIS (2005): Groenstructuurplan Tiel.<br />

Zichtbaar landschap, leesbare stad. In<br />

opdracht <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>te Tiel<br />

samenvattend<br />

Relatie <strong>van</strong> <strong>een</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong><br />

met andere 'groene'<br />

plannen<br />

Stedelijk <strong>groenplan</strong>:<br />

beleidsniveau, lange termijn (zie<br />

tijdshorizon blz 19: 10 tot 20 jaar),<br />

behandelt de aard en om<strong>van</strong>g <strong>van</strong><br />

<strong>het</strong> groen, inrichting en gebruik<br />

Groenbeheerplan: beheersniveau,<br />

middellange termijn (vb 5 jaar),<br />

behandelt de verzorgingsgraad<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> groen, <strong>het</strong><br />

onderhoudsprogramma<br />

Groenwerkplan/bestek:<br />

operationeel niveau, korte termijn<br />

(1-2 jaar), behandelt de uitvoering<br />

en organisatie <strong>van</strong> <strong>het</strong> onderhoud<br />

Het <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> geeft uitwerking aan <strong>het</strong><br />

gem<strong>een</strong>telijk ruimtelijk structuurplan <strong>voor</strong> wat<br />

de groenstructuur betreft.<br />

Het plan dient toetsingskader <strong>voor</strong> <strong>het</strong><br />

beoordelen <strong>van</strong> ruimtelijke plannen en<br />

projecten.<br />

Het plan vormt <strong>een</strong> basis <strong>voor</strong> mogelijke<br />

toekomstige subsidies en <strong>voor</strong> koppeling aan<br />

projecten en programma's <strong>van</strong> andere partijen.<br />

Het plan biedt de basis <strong>voor</strong> de planologische<br />

bescherming <strong>van</strong> waardevolle gebieden, op<br />

basis <strong>van</strong> <strong>het</strong> plan kunnen rand<strong>voor</strong>waarden<br />

worden meegegeven aan stedenbouwkundige<br />

projecten. Juridische en planologische<br />

verankering (in <strong>het</strong> actieplan) is <strong>een</strong> noodzaak<br />

om tot <strong>een</strong> duurzame groenstructuur te komen.<br />

Zie <strong>voor</strong> <strong>het</strong> bestaande wettelijk kader blz. 65<br />

e.v. en <strong>voor</strong> de terugkoppeling naar <strong>het</strong> beleid<br />

blz. 107.<br />

Het plan biedt helderheid bij de prioritering en<br />

programmering <strong>van</strong> <strong>het</strong> gem<strong>een</strong>telijk<br />

groenbeheer.<br />

Het plan biedt daarnaast de kaders <strong>voor</strong><br />

vergunningverlening en handhaving.


Relatie <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong><br />

met andere plannen<br />

Structureel groen bepaalt in belang-rijke<br />

mate de aantrekkelijkheid <strong>van</strong> <strong>een</strong> woonen<br />

vestigingskli-maat en is in die zin dan<br />

ook belangrijk <strong>voor</strong> de ruimtelijke<br />

ontwikkeling <strong>van</strong> <strong>een</strong> stad of gem<strong>een</strong>te.<br />

In <strong>het</strong> gem<strong>een</strong>telijk ruimtelijk structuurplan<br />

1<br />

wordt 'groen' vaak te globaal benaderd ,<br />

zodat de nood kan ontstaan <strong>een</strong> meer<br />

diepgaande en gedifferentieerde visie op<br />

<strong>het</strong> structurele groen op te maken.<br />

Het <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> kan ook meerwaarde<br />

bieden ten opzichte <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>telijke<br />

natuurontwikkelingsplannen (GNOP’s)<br />

of milieujaarprogramma’s. In GNOP’s en<br />

milieujaarprogramma’s wordt <strong>voor</strong>al<br />

gewerkt volgens thema's, waar<strong>van</strong> groen<br />

slechts één thema is. De aanpak is vaak<br />

ook verschillend <strong>van</strong> GNOP tot GNOP, niet<br />

elk GNOP is even grondig en systematisch<br />

uitgewerkt. Bovendien vertrekt <strong>een</strong> GNOP<br />

hoofdzakelijk <strong>van</strong> de bestaande toestand<br />

en wordt <strong>het</strong> niet echt gebruikt als<br />

planningsinstrument.<br />

Bas Smets Econnection<br />

Het gem<strong>een</strong>telijk groenbeleid wordt via<br />

<strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> gekoppeld aan <strong>het</strong><br />

gem<strong>een</strong>telijk (en bovenlokaal) ruimtelijk<br />

beleid.<br />

Zoals hier<strong>voor</strong> gezegd, bevat <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong><br />

<strong>groenplan</strong> <strong>voor</strong>al <strong>een</strong> visie op langere<br />

termijn. Het is in de eerste plaats <strong>een</strong><br />

beleidsplan, <strong>een</strong> soort ‘verdiepende<br />

aanvulling’ <strong>van</strong> <strong>het</strong> gem<strong>een</strong>telijk ruimtelijk<br />

structuurplan.<br />

Een <strong>stedelijk</strong> groernplan is met andere<br />

woorden <strong>een</strong> kader <strong>voor</strong> de gem<strong>een</strong>telijke<br />

overheid en heeft g<strong>een</strong> rechtstreekse<br />

doorwerking <strong>voor</strong> de burgers.<br />

Het is wel de bedoeling dat <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong><br />

<strong>groenplan</strong> verder uitgewerkt wordt naar<br />

uitvoeringsgerichte plannen en programma's.<br />

Op basis <strong>van</strong> <strong>het</strong> groenprogramma<br />

dat opgenomen is in <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong>,<br />

kunnen meer concrete vervolgstappen<br />

worden uitgewerkt in vervolgplannen,<br />

zoals beheerplannen,<br />

werkplannen, meerjarenprogramma's en<br />

dergelijke. Bepaalde concrete acties<br />

kunnen ook worden opgenomen in de<br />

Samenwerkingsover<strong>een</strong>komsten (SO)<br />

tussen de gem<strong>een</strong>ten en <strong>het</strong> Vlaamse<br />

Gewest (de vroegere milieuconvenanten,<br />

CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />

DOELSTELLINGEN<br />

& OPGAVEN<br />

clusters ‘Natuurlijke entiteiten’ en ‘water en<br />

hinder’,...).<br />

1 Zo worden in de studie ‘Stimuleren <strong>van</strong><br />

duurzaamheid in ruimtelijke instrumenten<br />

om te komen tot <strong>een</strong> beter <strong>stedelijk</strong><br />

beleid’ ondermeer volgende knelpunten<br />

aangehaald:<br />

afval, energie, bodem, lucht en<br />

materialen krijgen te weinig aandacht in<br />

gem<strong>een</strong>telijke ruimtelijke<br />

beleidsdocumenten;<br />

duurzame maatregelen komen zo goed<br />

als nooit in bindende bepalingen <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

GRS of RUP-beheer;<br />

duurzaamheid vereist <strong>een</strong> beheersmatige<br />

invulling, maar dit kan moeilijk<br />

afgedwongen worden in <strong>een</strong> RUP;<br />

in structuurplannen worden meestal g<strong>een</strong><br />

oppervlaktenormen <strong>voor</strong> (toegankelijk)<br />

groen opgenomen.<br />

JULI 09<br />

017<br />

?


De verschillende waarden <strong>van</strong> groen<br />

groenstructuurplan Utrecht<br />

samenvattend<br />

Doelstellingen <strong>van</strong> <strong>het</strong> groenstructuurplan Utrecht:<br />

Ontwikkelen <strong>van</strong> <strong>een</strong> samenhangende, ruimtelijke,<br />

ecologische en recreatieve visie op <strong>het</strong> structurele groen in<br />

de gem<strong>een</strong>te, op de langere termijn (zie tijdshorizon). Het<br />

groenstructuurplan maakt de gem<strong>een</strong>telijke groenambities<br />

duidelijk.<br />

Inspiratiebron en leidraad <strong>voor</strong> zowel groene als <strong>stedelijk</strong>e<br />

ontwikkelingen.<br />

Het bestaand <strong>stedelijk</strong> groen beschermen, verbeteren en<br />

verder ontwikkelen tot <strong>een</strong> samenhangende structuur.<br />

Kansen op externe samenwerking rond groen verhogen<br />

(<strong>voor</strong> concrete uitwerking en <strong>voor</strong>beelden, zie blz. 130 e.v.).<br />

Bron:<br />

GEMEENTE UTRECHT (2007):<br />

Groenstructuurplan Utrecht. Stad en<br />

land verbonden.


Doelstellingen <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />

<strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong><br />

Groen levert <strong>een</strong> belangrijke bijdrage in <strong>het</strong><br />

leefbaar houden en maken <strong>van</strong> onze leefomgeving.<br />

Aan <strong>het</strong> groen wordt dan ook<br />

<strong>een</strong> belangrijke functie toegekend. Het<br />

gaat hierbij niet enkel om <strong>een</strong> est<strong>het</strong>ische<br />

of ecologische functie, maar ook de<br />

maatschappelijke functie <strong>van</strong> groen wordt<br />

steeds meer erkend. Algemene<br />

doelstellingen <strong>voor</strong> <strong>het</strong> groen volgens<br />

MIRA-S 2000 zijn:<br />

<strong>het</strong> creëren <strong>van</strong> <strong>een</strong> kwaliteitsvol milieu;<br />

voldoen aan de huidige behoeften;<br />

voldoen aan toekomstige behoeften;<br />

sociale gelijkheid;<br />

publieke participatie.<br />

Uit toetsing <strong>van</strong> deze doelstellingen blijkt<br />

de noodzaak <strong>van</strong> de opmaak <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />

onderbouwde visie op <strong>het</strong> groen-beleid in<br />

ver<strong>stedelijk</strong>te gebieden. Strate-gieën zoals<br />

<strong>het</strong> ontsnipperen <strong>van</strong> bestaan-de groene<br />

ruimtes of <strong>het</strong> creëren <strong>van</strong> nieu-we groene<br />

ruimten, vereisen <strong>een</strong> zekere integratie <strong>van</strong><br />

<strong>het</strong> milieubeleid in (ruimtelijke)<br />

planvormingsproces-sen en dit in <strong>een</strong> zo<br />

vroeg mogelijk stadium. Hiertoe vormt <strong>een</strong><br />

<strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> <strong>een</strong> instrument.<br />

Bas Smets Econnection<br />

Waarden <strong>van</strong> groen Tijdshorizon <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

<strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong><br />

Groen vormt in belangrijke mate <strong>een</strong><br />

vestigingsfactor <strong>voor</strong> mensen en bedrijven.<br />

Het multifunctionele karakter <strong>van</strong> groen<br />

werd hier<strong>voor</strong> reeds aange-haald: groen<br />

heeft zowel <strong>een</strong> recreatie-ve,<br />

cultuurhistorische, ecologi-sche,<br />

natuurlijke, educatieve, wetenschappelijke,<br />

stedenbouwkun-dige en<br />

beeldwaarde (verkeersbege-leiding,<br />

oriëntatie, buffering,...). In sommi-ge<br />

gevallen heeft <strong>het</strong> groen zelfs <strong>een</strong> di-recte<br />

economische functie (water-wegen,<br />

productiebos,…).<br />

Vaak is er sprake <strong>van</strong> <strong>een</strong> hoofdfunctie en<br />

<strong>een</strong> of meerdere nevenfuncties. In <strong>een</strong><br />

aantal gevallen is de hoofdfunctie<br />

1<br />

dominant .<br />

Sociaal-psychologisch heeft groen <strong>een</strong><br />

positief effect op de gezondheid en dus<br />

leefbaarheid <strong>van</strong> mensen, milieu en natuur.<br />

Bovendien draagt <strong>het</strong> groen bij tot <strong>een</strong><br />

betere oriëntatie in de stad of gem<strong>een</strong>te.<br />

CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />

DOELSTELLINGEN<br />

& OPGAVEN<br />

De meeste <strong>stedelijk</strong>e <strong>groenplan</strong>nen hanteren<br />

<strong>een</strong> tijdshorizon <strong>van</strong> 10 tot 20 jaar. De<br />

nadruk ligt immers op de langetermijn visie<br />

en ambities. Het kan aangewezen zijn de<br />

tijdshorizon af te stemmen op de<br />

planhorizon <strong>van</strong> <strong>het</strong> gem<strong>een</strong>telijk ruimtelijk<br />

structuurplan.<br />

De uitwerking en uitvoering <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

<strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> heeft <strong>van</strong>uit praktische<br />

overwegingen <strong>een</strong> kortere tijdshori-zon.<br />

Deze tijdshorizon (op te nemen in <strong>het</strong><br />

groenprogramma) wordt maximaal afgestemd<br />

op de gem<strong>een</strong>telijke programmatie.<br />

Er kan gewerkt worden met jaarplannen of<br />

beheerplannen en meerjarengroenprogramma’s<br />

<strong>voor</strong> bij<strong>voor</strong>beeld 3 of 5 jaar.<br />

1 Bron: HEYN, M & HERMY, M. (2001):<br />

Lange termijnvisie gebiedsgericht<br />

natuurbehoud in <strong>stedelijk</strong>e en<br />

ver<strong>stedelijk</strong>te omgeving. Tussentijds<br />

rapport. In: Lange termijnvisie op <strong>het</strong><br />

gebiedsgericht natuurbehoud in<br />

Vlaanderen. MINA/113:9902. K.U.Leuven<br />

in opdracht <strong>van</strong> AMINAL.<br />

en<br />

DIENST GROEN, STUDIEGROEP<br />

MENS EN RUIMTE VZW &<br />

VERENIGING VOOR OPENBAAR<br />

GROEN VZW in opdracht <strong>van</strong> AMINAL<br />

(1993): Lange Termijnplanning<br />

Groen<strong>voor</strong>ziening. Onderzoek in<br />

opdracht <strong>van</strong> Aminal Bestuur<br />

Natuurbehoud en -ontwikkeling.<br />

JULI 09<br />

019<br />

?


3<br />

STAPPENPLAN


MODEL STEDELIJK GROENPLAN<br />

CATALOGUS METHODIEK OPBOUW STEDELIJK GROENPLAN<br />

basis groentypologie:<br />

catalogiseren <strong>van</strong> de groentypologie<br />

VISIE<br />

ALGEMENE VISIE,<br />

DOELSTELLINGEN<br />

EN UITGANGSPUNTEN<br />

* cf. duurzaamheidsaspecten<br />

oplossingen per groentypologie<br />

1. AFBAKENING VAN HET STUDIEGEBIED<br />

2 ANALYSE<br />

1.A. projectgebied<br />

1.B. onderzoeksgebied<br />

2.A. Bestaande groenstructuur<br />

(BGS)<br />

3. VISIE- EN CONCEPTVORMING<br />

4. ACTIEPLAN<br />

evaluatie evaluatie evaluatie<br />

{<br />

3.A. plekspecifieke strategieën<br />

4.A. financiering<br />

4.D. prioritering en fasering<br />

2.B. Plannings- en<br />

beleidscontext<br />

planopgave<br />

3.B. plekspecifieke vertaling naar typologieoplossingen<br />

1.A<br />

1.B<br />

2.C. Groenbehoeftenonderzoek<br />

inrichtings<strong>voor</strong>stellen<br />

(groenontwikkeling en -<br />

transformatie)<br />

beheersmaatregelen<br />

terugkoppeling naar<br />

beleid/planningscontext<br />

flankerende maatregelen


Stappenplan <strong>voor</strong> de opmaak <strong>van</strong><br />

<strong>een</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong><br />

De opmaak <strong>van</strong> <strong>een</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> verloopt<br />

via <strong>een</strong> aantal stappen. Deze stappen<br />

zijn op <strong>het</strong> schema hiernaast weergegeven.<br />

Afhankelijk <strong>van</strong> <strong>het</strong> ambitieniveau en <strong>het</strong><br />

projectgebied <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong>,<br />

kan elke stap ofwel op hoofdlijnen ofwel<br />

uitgebreid uitge-voerd worden. Zo kan <strong>een</strong><br />

lokaal bestuur oordelen dat de kwantitatieve<br />

groenbehoefte eerder summier wordt<br />

behandeld in <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> als <strong>het</strong><br />

doel <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>groenplan</strong> <strong>voor</strong>al de<br />

kwalitatieve verbetering <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong><br />

groen is. Anderzijds is <strong>het</strong> <strong>van</strong> belang in te<br />

zien dat kwantiteit en kwaliteit <strong>van</strong> <strong>het</strong> groen<br />

nauw met elkaar verbonden zijn en<br />

complementair werken. Het kan<br />

aangewezen zijn <strong>een</strong> kwantitatieve eis te<br />

stellen (op basis <strong>van</strong> <strong>een</strong> bepaalde<br />

groennorm, zie blz. 73 en volgende) en deze<br />

te koppelen aan <strong>een</strong> kwalitatief traject.<br />

Ruwweg onderscheiden we volgende<br />

stappen:<br />

Stap 1: afbakening <strong>van</strong> <strong>het</strong> studiegebied;<br />

Stap 2A: inventarisatie <strong>van</strong> de huidige<br />

toestand;<br />

Stap 2B: plannings- en beleidscontext;<br />

Stap 2C: kwantitatief groenbehoeftenonderzoek;<br />

Stap 2D: bepalen <strong>van</strong> planopgave;<br />

Stap 3: visie- en conceptvorming;<br />

Stap 4: actieplan (programma).<br />

Het groenstructuurplan omvat <strong>een</strong> visie op <strong>het</strong><br />

Bas Smets Econnection<br />

Elementen <strong>van</strong> <strong>het</strong> stappenplan<br />

CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />

STAPPENPLAN<br />

De benadering <strong>van</strong> groen binnen <strong>het</strong> Harmonisch Park- en Groenbeheer (HPG) gaat uit <strong>van</strong><br />

<strong>het</strong> multifunctionele groen en <strong>het</strong> belang <strong>van</strong> communicatie en participatie. Binnen <strong>het</strong> Harmonisch<br />

Park- en Groenbeheer staan 6 pijlers centraal: duurzaamheid, dynamiek, diversiteit,<br />

mensgerichtheid, natuurgerichtheid en milieugerichtheid. Ook organisatiegerichtheid<br />

hoort hierbij thuis.<br />

Deze pijlers werken door binnen <strong>het</strong> stramien <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> en worden vertaald in<br />

volgende principes:<br />

Het <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> omvat <strong>een</strong> visie op <strong>het</strong> behoud en versterken <strong>van</strong> groen waarbij de lokale<br />

potenties (bestaande groenstructuur op verschillende schaalniveaus, maatschappelijke parameters,<br />

e.a.) de basis vormen.<br />

Zowel binnen de inventarisatie, analyse en visie- en conceptvorming wordt rekening gehouden met<br />

de verschillende functies die <strong>een</strong> afzonderlijk groenelement en <strong>een</strong> groenstructuur als geheel<br />

vervullen. Ook binnen <strong>het</strong> actieplan wordt <strong>het</strong> multifunctionele karakter <strong>van</strong> <strong>het</strong> groen ondersteund.<br />

Er wordt rekening gehouden met de bestaande plannings- en beleidscontext, om de<br />

implementeerbaarheid <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> te optimaliseren.<br />

Er wordt gestreefd naar <strong>een</strong> voldoende aanbod aan kwalitatief groen. Een behoeftenonderzoek<br />

biedt hierbij <strong>een</strong> meerwaarde.<br />

Optimaal omvat <strong>een</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> zowel visie-elementen op korte als op langere termijn. Dit<br />

impliceert dat <strong>het</strong> <strong>een</strong> flexibel document dient te zijn waar omgegaan wordt met in de tijd<br />

veranderende kenmerken en behoeften.<br />

Er is voldoende aandacht <strong>voor</strong> communicatie naar lokale belanghebbenden en de mogelijkheid tot<br />

participatie.<br />

Tenslotte dienen de visie-elementen en acties getoetst te worden aan de criteria uitvoerbaarheid en<br />

haalbaarheid.<br />

JULI 09<br />

023


MODEL STEDELIJK GROENPLAN<br />

CATALOGUS METHODIEK OPBOUW STEDELIJK GROENPLAN<br />

basis groentypologie:<br />

catalogiseren <strong>van</strong> de groentypologie<br />

VISIE<br />

ALGEMENE VISIE,<br />

DOELSTELLINGEN<br />

EN UITGANGSPUNTEN<br />

* cf. duurzaamheidsaspecten<br />

oplossingen per groentypologie<br />

1. AFBAKENING VAN HET STUDIEGEBIED<br />

2 ANALYSE<br />

2.A. Bestaande groenstructuur<br />

(BGS)<br />

3. VISIE- EN CONCEPTVORMING<br />

4. ACTIEPLAN<br />

1.A. projectgebied<br />

1.B. onderzoeksgebied<br />

evaluatie evaluatie evaluatie<br />

{<br />

3.A. plekspecifieke strategieën<br />

2.B. Plannings- en<br />

beleidscontext<br />

planopgave<br />

3.B. plekspecifieke vertaling naar typologieoplossingen<br />

4.A. financiering<br />

4.D. prioritering en fasering<br />

1.A<br />

1.B<br />

2.C. Behoeftenonderzoek<br />

inrichtings<strong>voor</strong>stellen<br />

(groenontwikkeling en -<br />

transformatie)<br />

beheersmaatregelen<br />

terugkoppeling naar<br />

beleid/planningscontext<br />

flankerende maatregelen


4<br />

AFBAKENEN STUDIEGEBIED


CASE DENDERMONDE<br />

afbakening onderzoeks- en projectgebied<br />

<strong>het</strong> onderzoeksgebied <strong>voor</strong> <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> Dendermonde:<br />

Het onderzoeksgebied vormt <strong>een</strong> logisch geheel waar<strong>van</strong> <strong>het</strong> projectgebied<br />

deel uitmaakt. Voor Dendermonde betekent dit dat ook de<br />

situering ten opzichte <strong>van</strong> de Schelde- en Dendervallei rele<strong>van</strong>t zijn.<br />

<strong>het</strong> projectgebied <strong>voor</strong> <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> Dendermonde<br />

Het projectgebied wordt afgebakend als <strong>een</strong> logisch geheel binnen de<br />

ver<strong>stedelijk</strong>te invloedssfeer <strong>van</strong> Dendermonde. Aangezien Baasrode<br />

mee zal opgenomen worden binnen de afbakening <strong>van</strong> <strong>het</strong> klein<strong>stedelijk</strong><br />

gebied, wordt dit mee opgenomen binnen <strong>het</strong> projectgebied. Het<br />

gebied wordt afgebakend door duidelijke fysische grenzen, met name<br />

de Dender in <strong>het</strong> westen, de Schelde in <strong>het</strong> noorden, de Ringweg in <strong>het</strong><br />

oosten en de gem<strong>een</strong>tegrens in <strong>het</strong> zuiden.


BESCHRIJVING<br />

STAP 1 AFBAKENING STUDIEGEBIED<br />

DOEL: AFBAKENING VAN DE TE ONDERZOEKEN ZONE<br />

Het belang <strong>van</strong> de relatie tussen <strong>een</strong><br />

stad of dorp met zijn omgeving wordt<br />

steeds duidelijker erkend. Processen,<br />

groengebieden, rivieren,... stoppen<br />

immers niet aan de grens <strong>van</strong> <strong>een</strong> dorp<br />

of stad. Daarom is <strong>het</strong> zowel bij de<br />

inventarisatie, analyse als bij de<br />

visievorming <strong>van</strong> belang deze relaties<br />

te erkennen.<br />

Om dit mogelijk te maken is <strong>een</strong><br />

adequate afbakening <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

studiegebied nodig. Er wordt dan ook<br />

<strong>een</strong> onderscheid gemaakt tussen <strong>het</strong><br />

onderzoeksgebied en <strong>het</strong><br />

projectgebied.<br />

Bas Smets Econnection<br />

GEWENSTE OUTPUT<br />

projectgebied<br />

onderzoeksgebied<br />

CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />

Het projectgebied is <strong>het</strong> gebied waar<strong>voor</strong><br />

<strong>het</strong> gem<strong>een</strong>tebestuur prioritair <strong>een</strong> visie<br />

wil ontwikkelen en/of concrete<br />

(groen)projecten wil realiseren. Het<br />

gem<strong>een</strong>tebestuur selecteert dan ook <strong>het</strong><br />

projectgebied <strong>voor</strong> <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong><br />

<strong>groenplan</strong>.<br />

Het onderzoeksgebied is meestal<br />

ruimer dan <strong>het</strong> projectgebied. Het is<br />

immers <strong>van</strong> belang in de analysefase<br />

de ruimtelijke relatie <strong>van</strong> de groenelementen<br />

of ruimtelijke typologieën<br />

met hun ruimere omgeving te<br />

onderzoeken. Het onderzoeksgebied<br />

kan pragmatisch bepaald worden op<br />

basis <strong>van</strong> de thema’s die in de<br />

analysefase aan bod komen. Het is<br />

ook mogelijk dat afhankelijk <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

analysethema, <strong>het</strong> onderzoeksgebied<br />

wijzigt. Bij <strong>voor</strong>keur wordt in <strong>het</strong><br />

<strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> <strong>voor</strong> <strong>het</strong> hele<br />

onderzoeksgebied <strong>een</strong> visie<br />

opgemaakt.<br />

JULI 09<br />

027<br />

X


<strong>het</strong> onderzoeksgebied <strong>voor</strong> <strong>het</strong> Groenplan Eilandje-Antwerpen:<br />

Antwerpen-Noord<br />

<strong>het</strong> Eilandje is niet los te zien <strong>van</strong> zijn relatie met de stadskern<br />

<strong>van</strong> Antwepren, de Scheldekaaien en de Scheldedokken.<br />

<strong>het</strong> projectgebied <strong>voor</strong> <strong>het</strong> Groenplan Eilandje-<br />

Antwerpen:<br />

de stadswijk ‘<strong>het</strong> Eilandje’


STAP 1 AFBAKENING STUDIEGEBIED<br />

DOEL: AFBAKENING VAN DE TE ONDERZOEKEN ZONE<br />

Hoe te werk gaan bij de selectie <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

projectgebied?<br />

De selectie <strong>van</strong> <strong>het</strong> projectgebied hangt<br />

nauw samen met wat <strong>het</strong> gem<strong>een</strong>tebestuur<br />

als doelstelling ziet <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong><br />

<strong>groenplan</strong>.<br />

Is <strong>het</strong> de bedoeling acties uit te werken <strong>voor</strong><br />

<strong>het</strong> groen in <strong>een</strong> bepaalde wijk of buurt, dan<br />

kan <strong>het</strong> projectgebied beperkt blijven tot de<br />

grenzen <strong>van</strong> deze wijk.<br />

Wil men acties ontwikkelen <strong>voor</strong> de<br />

volledige groenstructuur <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>te,<br />

zal <strong>het</strong> projectgebied samenvallen met de<br />

gem<strong>een</strong>tegrenzen (bebouwde en niet<br />

bebouwde ruimtes).<br />

Het is ook mogelijk dat bepaalde kernen of<br />

deelgebieden (ruimer dan <strong>een</strong> wijk) binnen<br />

de gem<strong>een</strong>te worden geselecteerd als<br />

projectgebied. Dit kan te maken hebben met<br />

specifieke groenbehoeftes die <strong>het</strong><br />

gem<strong>een</strong>tebestuur ontwaart in deze<br />

deelgebieden, of ook met landschappelijke<br />

of ecologische structuren. Zo is <strong>het</strong> mogelijk<br />

dat <strong>het</strong> projectgebied beperkt blijft tot enkel<br />

de bebouwde kom.<br />

Om <strong>een</strong> te fragmentarische aanpak te<br />

vermijden, dient <strong>het</strong> projectgebied echter<br />

steeds gerelateerd te worden aan de<br />

analyse en visie die wordt uitgewerkt <strong>voor</strong><br />

<strong>het</strong> onderzoeksgebied (zie hiernaast).<br />

Bas Smets Econnection<br />

Hoe te werk gaan bij de selectie <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

onderzoeksgebied?<br />

Het onderzoeksgebied vormt <strong>een</strong> samenhangend<br />

structureel en functioneel geheel en<br />

hoeft dan ook niet te stoppen aan de<br />

gem<strong>een</strong>tegrenzen.<br />

De afbakening <strong>van</strong> <strong>het</strong> onderzoeksgebied<br />

moet toelaten om <strong>een</strong> inzicht te krijgen in de<br />

processen en relaties die <strong>het</strong> functioneren <strong>van</strong><br />

de groenstructuur in <strong>het</strong> projectgebied<br />

bepalen.<br />

Afhankelijk <strong>van</strong> de lokale situatie en de klemtonen<br />

die men wil leggen tijdens de<br />

analysefase zal de afbakening <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

onderzoeksgebied variëren. Het is dan ook<br />

niet nodig om ‘harde’, algem<strong>een</strong> geldende<br />

vuistregels <strong>voor</strong> deze afbakening te<br />

formuleren.<br />

Zo kan <strong>het</strong> onderzoeksgebied samenvallen<br />

met de grotere landschappelijke of<br />

ecologische gehelen waartoe <strong>het</strong><br />

projectgebied behoort, zoals <strong>een</strong> traditioneel<br />

landschap (raadpleeg hier<strong>voor</strong> de<br />

landschapsatlas), <strong>een</strong> riviervallei, <strong>een</strong><br />

(groot)<strong>stedelijk</strong>e agglomeratie,...<br />

In <strong>het</strong> groenstructuurplan Utrecht werd <strong>een</strong><br />

zone <strong>van</strong> ongeveer 10 km rond de bebouwde<br />

kom als onderzoeksgebied geselecteerd,<br />

omdat <strong>het</strong> groen binnen <strong>een</strong> straal <strong>van</strong> 10 km<br />

potentieel per fiets bereikbaar is <strong>voor</strong> de<br />

bewoners <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>te.<br />

Men kan ook de kritische kijkafstand hanteren<br />

<strong>voor</strong> <strong>het</strong> selecteren <strong>van</strong> <strong>het</strong> onderzoeksgebied:<br />

Van der Ham et al (1970) stellen deze<br />

gelijk aan 1200 m omdat deze over<strong>een</strong>komt<br />

met de afstand waarop stereoscopisch zicht<br />

mogelijk is met <strong>het</strong> menselijk oog.<br />

BRONMATERIAAL<br />

Administratieve gem<strong>een</strong>tegrenzen<br />

Grenzen <strong>van</strong> statistische sectoren<br />

Topografische kaarten: ligging <strong>van</strong> fysieke barrières, morfologische <strong>een</strong>heden,...<br />

Orthofotokaarten: ligging <strong>van</strong> fysieke barrières, morfologische <strong>een</strong>heden,...<br />

Atlas <strong>van</strong> traditionele landschappen: grenzen <strong>van</strong> traditionele landschappen<br />

Deelbekkenbeheerplannen: grenzen <strong>van</strong> deelbekkens<br />

Gem<strong>een</strong>telijk/Provinciaal Natuurontwikkelingsplan: begrenzing <strong>van</strong> ecologische deelzones,..<br />

Afbakening <strong>van</strong> de <strong>stedelijk</strong>e gebieden: grens <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> gebied<br />

Gem<strong>een</strong>telijk/Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan: grenzen <strong>van</strong> ruimtelijke <strong>een</strong>heden (bv riviervallei,...)<br />

JULI 09<br />

029<br />

X


MODEL STEDELIJK GROENPLAN<br />

CATALOGUS METHODIEK OPBOUW STEDELIJK GROENPLAN<br />

basis groentypologie:<br />

catalogiseren <strong>van</strong> de groentypologie<br />

VISIE<br />

ALGEMENE VISIE,<br />

DOELSTELLINGEN<br />

EN UITGANGSPUNTEN<br />

* cf. duurzaamheidsaspecten<br />

oplossingen per groentypologie<br />

1. AFBAKENING VAN HET STUDIEGEBIED<br />

2 ANALYSE<br />

2.A. Bestaande groenstructuur<br />

(BGS)<br />

3. VISIE- EN CONCEPTVORMING<br />

4. ACTIEPLAN<br />

1.A. projectgebied<br />

1.B. onderzoeksgebied<br />

evaluatie<br />

evaluatie evaluatie<br />

{<br />

3.A. plekspecifieke strategieën<br />

2.B. Plannings- en<br />

beleidscontext<br />

planopgave<br />

3.B. plekspecifieke vertaling naar typologieoplossingen<br />

4.A. financiering<br />

4.D. prioritering en fasering<br />

1.A<br />

1.B<br />

2.C. Groenbehoeftenonderzoek<br />

inrichtings<strong>voor</strong>stellen<br />

(groenontwikkeling en -<br />

transformatie)<br />

beheersmaatregelen<br />

terugkoppeling naar<br />

beleid/planningscontext<br />

flankerende maatregelen


5<br />

Stap 2<br />

ANALYSE


BESCHRIJVING<br />

STAP 2 ANALYSE<br />

DOEL: INZICHT IN BESTAANDE SITUATIE, PLANNEN EN BEHOEFTEN<br />

De analysefase heeft als doel inzicht te<br />

verkrijgen in de bestaande toestand<br />

<strong>van</strong> de groenstructuur in <strong>het</strong><br />

onderzoeksgebied. Bestaande<br />

kwaliteiten, potenties, knelpunten en<br />

behoeften worden geïnventariseerd,<br />

rekening houdend met <strong>het</strong><br />

multifunctionele karakter <strong>van</strong> groen.<br />

Daarnaast is <strong>het</strong> ook <strong>van</strong> belang<br />

voldoende inzicht te verkrijgen in alle<br />

toekomstplannen <strong>voor</strong> <strong>het</strong><br />

projectgebied en zijn omgeving en de<br />

beleidscontext.<br />

De analyse staat uiteraard niet los <strong>van</strong><br />

de volgende fase: de visie- en<br />

conceptvorming. Enkel datgene dient<br />

dus te worden onderzocht, wat als<br />

noodzakelijke input wordt beschouwd<br />

<strong>voor</strong> <strong>het</strong> ontwikkelen <strong>van</strong> <strong>een</strong> visie <strong>voor</strong><br />

<strong>het</strong> projectgebied. Uit de analyse volgt<br />

dan ook de formulering <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />

planopgave.<br />

GEWENSTE OUTPUT<br />

bestaande groenstructuur (2A)<br />

plannings- en beleidscontext (2B)<br />

inzicht in aanbod en behoeften<br />

aan groen (2C)<br />

synthese: evaluatie en planopgave (2D)<br />

Bas Smets Econnection CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />

JULI 09<br />

033


MODEL STEDELIJK GROENPLAN detail<br />

2.A. Bestaande groenstructuur<br />

(BGS)<br />

2.A.1. MACRO (STEDELIJKE)<br />

GROENSTRUCTUUR /<br />

HOOFDGROENSTRUCTUUR<br />

lijn<br />

vlak<br />

nat droog<br />

{<br />

a. functie<br />

a.1. hoofdfunctie<br />

a.2. nevenfunctie<br />

b. gebruiksniveau<br />

2.A.2. BESTAANDE RUIMTELIJKE<br />

TYPOLOGIEËN EN SYSTEMEN<br />

maximaal gebruiksniveau in functie <strong>van</strong> oppervlakte (gis)<br />

1ha 10ha 30ha 60ha<br />

200/300ha<br />

woon buurt wijk stadsdeel stad stadsbos regionaal<br />

c. waarderingsaspecten<br />

bebouwd/groen<br />

fijnmazig/<br />

grofmazig<br />

{ publiek/<br />

150m 400m 800m 1600m 3200m 5000m<br />

c.1. ecologische en milieuwaarde<br />

c.2. cultuurhistoriek<br />

c.3. gebruikswaarde, beeldkwaliteit,<br />

continuïteit (barrièrewerking),<br />

bereikbaarheid en toegankelijkheid<br />

c.4. beschermingsstatus<br />

privaat


BESCHRIJVING<br />

WAARDERING VAN HET GROEN DOOR ANALYSE VAN:<br />

functieniveau (blz. 47)<br />

gebruiksniveau (blz. 47)<br />

waarderingsaspecten (natuurlijkheid milieu- en ecologische kwaliteiten,<br />

landschappelijke en cultuurhistorische waarde en gebruikswaarde: verspreiding,<br />

oppervlakte, variatie, functie, toegankelijkheid en beleefbaarheid) (blz. 49)<br />

beschermingsstatus<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> groen in <strong>het</strong> onderzoeksgebied<br />

ANALYSE VAN BESTAANDE<br />

EN STRUCTUREN<br />

RUIMTELIJKE TYPOLOGIEEN<br />

deelgebieden (blz. 55)<br />

2a<br />

STAP 2 ANALYSE<br />

bestaande groenstructuur<br />

DOEL: INZICHT IN BESTAANDE SITUATIE VIA OMGEVINGSANALYSE<br />

Het onderzoeksgebied wordt op<br />

hoofdlijnen beschreven en onderzocht<br />

om dominante patronen en processen<br />

te kunnen beschrijven, de samenhang<br />

er<strong>van</strong> weer te geven en de rele<strong>van</strong>tie<br />

er<strong>van</strong> <strong>voor</strong> <strong>het</strong> interventiegebied aan<br />

<strong>het</strong> licht te brengen.<br />

In deze omgevingsanalyse wordt<br />

gesteund op bestaand bronmateriaal<br />

(<strong>voor</strong>al kaarten) om de hoofdstructuur<br />

<strong>het</strong> onderzoeksgebied te beschrijven<br />

wat betreft<br />

landschappelijke/cultuurhistorische,<br />

ecologische/milieu en<br />

functionele/gebruiksrelaties.<br />

Bas Smets Econnection<br />

INVENTARISATIE VAN:<br />

cultuurhistorische en landschappelijke <strong>een</strong>heden,<br />

incl fysische ondergrond (blz. 37)<br />

groengebieden (vlakken) (blz. 39)<br />

groene verbindingen (lijnen) (blz. 39)<br />

structurerende groene punten (bv solitaire bomen) (blz. 39)<br />

in <strong>het</strong> onderzoeksgebied<br />

structurerende lijnen en accentpunten (bijzondere plekken) (blz. 55)<br />

CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />

JULI 09<br />

035<br />

2A


<strong>voor</strong>beelden <strong>van</strong> analyses <strong>van</strong> landschappelijke <strong>een</strong>heden:<br />

Groenplan Arnhem en Groenstructuurplan Utrecht<br />

(gem<strong>een</strong>te Arnhem, 2004 en gem<strong>een</strong>te Utrecht, 2007)


1: INVENTARISATIE VAN GROEN<br />

Hoe te werk gaan bij de inventarisatie <strong>van</strong><br />

cultuurhistorische en landschappelijke<br />

<strong>een</strong>heden?<br />

Het is aangewezen om de inventarisatie <strong>van</strong><br />

<strong>het</strong> groen in <strong>het</strong> onderzoeksgebied aan te<br />

<strong>van</strong>gen met <strong>een</strong> onderzoek naar de<br />

fysische ondergrond<br />

(bodemgesteldheid, water,...) en de<br />

cultuurhistorische landschappelijke<br />

<strong>een</strong>heden.<br />

Deze aspecten vormen als <strong>het</strong> ware de<br />

fysische onderlegger <strong>van</strong> <strong>het</strong> groen,<br />

maar ook <strong>van</strong> de bebouwde ruimte<br />

Bas Smets Econnection<br />

CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />

2a<br />

in <strong>het</strong> onderzoeksgebied. Het is dan ook<br />

<strong>van</strong> belang de structurerende werking<br />

<strong>van</strong> de ondergrond op de ontwikkeling <strong>van</strong><br />

<strong>het</strong> onderzoeksgebied zichtbaar te maken.<br />

Bovendien geeft deze informatie directe<br />

input <strong>voor</strong> de visievorming: analyse <strong>van</strong> de<br />

bodemgesteldheid is bij<strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong><br />

belang om bij nieuwe groenaanplantingen<br />

de soorten maximaal te kunnen afstemmen<br />

op de ondergrond.<br />

De cultuurhistorische landschappen binnen<br />

<strong>het</strong> onderzoeksgebied zijn vaak onderdelen<br />

STAP 2 ANALYSE<br />

bestaande groenstructuur<br />

<strong>van</strong> gem<strong>een</strong>tegrensoverschrijdende<br />

gebieden. Deze gebieden hebben meestal<br />

<strong>een</strong> agrarische of natuurfunctie, en<br />

dergelijke gebieden kunnen in aanmerking<br />

komen <strong>voor</strong> agrarisch medebeheer of<br />

beheerover<strong>een</strong>komsten inzake kleine<br />

landschapselementen. Ook kenmerkende<br />

(bijzondere) vlakken en lijnen dienen in<br />

kaart te worden gebracht (lijnrelicten,<br />

puntrelicten aandacht <strong>voor</strong> groene<br />

elementen vb monumentale bomen,<br />

relictzones, ankerplaatsen).<br />

BRONMATERIAAL<br />

deskresearch: topografische kaart, bodemkaart, kaart <strong>van</strong> de waterlopen, deelbekkenbeheerplannen,<br />

historische kaarten (Ferraris, Vandermaelen, Dépot de la Guerre, MGI), landschapsatlas,<br />

landschapskenmerken, biologische waarderingskaart, kaart <strong>van</strong> natuurreservaten,<br />

bossen, VEN-gebieden, habitat- en vogelrichtlijngebieden, overige beschermde natuurgebieden,<br />

beschermde landschappen, stads- en dorpsgezichten, metadataset groen<strong>voor</strong>zieningen,<br />

inventaris autochtone bomen en struiken, parkeninventaris, Atlas der Buurtwegen,...<br />

Veel materiaal kan gehaald worden uit bestaande plannen, zoals <strong>het</strong> gem<strong>een</strong>telijk/provinciaal<br />

ruimtelijk structuurplan, <strong>het</strong> GNOP, Provinciaal Natuurontwikkelingsplan,...<br />

Verschillende kaartlagen zijn te vinden op AGIV (http://www.agiv.be/gis).<br />

Indien gewenst kan <strong>het</strong> deskresearch aangevuld worden met bijkomend en diepgaander<br />

veldwerk in <strong>het</strong> onderzoeksgebied (evt aangevuld met internettoepassingen zoals Microsoft<br />

Virtual Earth (met ‘birds eye’-toepassing: http://maps.live.com), Google Earth,...)<br />

Indien gewenst kan <strong>het</strong> deskresearch ook aangevuld worden met informatie verkregen uit<br />

interviews of gegevens <strong>van</strong> actoren en gebruikers <strong>van</strong> <strong>het</strong> groen in <strong>het</strong> onderzoeksgebied<br />

JULI 09<br />

037<br />

2A


<strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> <strong>een</strong> inventaris en analyse <strong>van</strong> lijnelementen:<br />

Groenstructuurplan Utrecht<br />

<strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> <strong>een</strong> inventaris <strong>van</strong> groene<br />

vlakken: Groenstructuurplan Utrecht


1: INVENTARISATIE VAN GROEN<br />

Hoe te werk gaan bij de inventarisatie <strong>van</strong><br />

groengebieden (vlakken), groene<br />

verbindingen (lijnen) en punten?<br />

Al <strong>het</strong> vlak-, lijn- en puntvormig groen met<br />

<strong>een</strong> duidelijke functie <strong>voor</strong> <strong>het</strong><br />

onderzoeksgebied wordt geïnventariseerd.<br />

Het gaat met andere woorden om <strong>het</strong><br />

structurele groen. Zie <strong>voor</strong> <strong>een</strong> definitie <strong>van</strong><br />

<strong>het</strong> structurele groen en de<br />

hoofdgroenstructuur naar blz. 9 <strong>van</strong> deze<br />

handleiding.<br />

Voorbeelden <strong>van</strong> ‘lijnen’<br />

Bomenrijen, dreven;<br />

kanalen of rivieren, sloten,…;<br />

langzaamverkeersverbindingen;<br />

weg- en spoorbermen;<br />

…<br />

Voorbeelden <strong>van</strong> ‘punten’<br />

Dit komt neer op <strong>het</strong> inventariseren <strong>van</strong><br />

bijzondere solitaire bomen; de opsteller <strong>van</strong><br />

<strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> kan hierbij zelf<br />

bepalen welke solitaire bomen in functie <strong>van</strong><br />

de groenstructuur rele<strong>van</strong>t zijn (interessante<br />

info is ook te vinden in <strong>het</strong> gem<strong>een</strong>telijk<br />

bomenplan - indien beschikbaar).<br />

Bas Smets Econnection<br />

Voorbeelden <strong>van</strong> ‘vlakken’<br />

CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />

2a<br />

Golfterreinen;<br />

Stadsparken en plantsoenen;<br />

Begraafplaatsen;<br />

Volkstuinen;<br />

Sportterreinen;<br />

Forten, vesten;<br />

Kasteel- of kloostertuinen en -parken,<br />

begijnhoven;<br />

Kruidtuinen en botanische tuinen;<br />

STAP 2 ANALYSE<br />

bestaande groenstructuur<br />

Groenzones rond openbare gebouwen;<br />

Recreatiedomein incl water;<br />

Watervlakken (zwemvijver, jachthaven,<br />

vijvers,…)<br />

Speelbossen of -velden;<br />

Centrumpleinen, squares;<br />

natuurgebieden;<br />

buffergroen, schermgroen (kan ook lijn zijn);<br />

…<br />

BRONMATERIAAL<br />

deskresearch: topografische kaart, bodemkaart, kaart <strong>van</strong> de waterlopen, deelbekkenbeheerplannen,<br />

historische kaarten (Ferraris, Vandermaelen, Dépot de la Guerre, MGI), landschapsatlas,<br />

landschapskenmerken, biologische waarderingskaart, kaart <strong>van</strong> natuurreservaten,<br />

bossen, VEN-gebieden, habitat- en vogelrichtlijngebieden, overige beschermde natuurgebieden,<br />

beschermde landschappen, stads- en dorpsgezichten, metadataset groen<strong>voor</strong>zieningen,<br />

inventaris autochtone bomen en struiken, parkeninventaris, Atlas der Buurtwegen,...<br />

Veel materiaal kan gehaald worden uit bestaande plannen, zoals <strong>het</strong> gem<strong>een</strong>telijk/provinciaal<br />

ruimtelijk structuurplan, <strong>het</strong> GNOP, Provinciaal Natuurontwikkelingsplan,...<br />

Verschillende kaartlagen zijn te vinden op AGIV (http://www.agiv.be/gis).<br />

Indien gewenst kan <strong>het</strong> deskresearch aangevuld worden met bijkomend en diepgaander<br />

veldwerk in <strong>het</strong> onderzoeksgebied (evt aangevuld met internettoepassingen zoals Microsoft<br />

Virtual Earth (met ‘birds eye’-toepassing: http://maps.live.com), Google Earth,...)<br />

Indien gewenst kan <strong>het</strong> deskresearch ook aangevuld worden met informatie verkregen uit<br />

interviews of gegevens <strong>van</strong> actoren en gebruikers <strong>van</strong> <strong>het</strong> groen in <strong>het</strong> onderzoeksgebied<br />

JULI 09<br />

039<br />

2A


inventarisatie: nuttig bronnenmateriaal: AGIV<br />

Een belangrijke informatiebron bij <strong>het</strong> analyseren <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />

groenstructuur is de door AGIV aangeboden GIS-omgeving<br />

met verschillende online kaarten. Op de website<br />

http://www.agiv.be/gis is de doelstelling <strong>van</strong> AGIV te lezen:<br />

"Het AGIV heeft immers als opdracht om <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong><br />

GIS in Vlaanderen te promoten en te optimaliseren.<br />

Geografische gegevens ontsluiten en diensten aanbieden<br />

staan daarbij centraal. Daarom werkt <strong>het</strong> AGIV aan <strong>een</strong><br />

(geo)portaal om transparant de gebruikers toegang te<br />

geven tot deze diensten en gegevens."<br />

Op deze website (<strong>voor</strong>al <strong>van</strong> belang is ‘Geo-Vlaanderen’)<br />

worden verschillende kaarten gratis ter beschikking gesteld.<br />

Het gaat daarbij onder meer om:<br />

luchtfoto's;<br />

de Vlaamse Hydrografische atlas;<br />

de watertoets;<br />

de biologische waarderingskaart;<br />

bodemkaart;<br />

boskartering, speelzones in bossen en natuurreservaten;<br />

Natura 2000;<br />

de verschillende ecosyteemkwetsbaarheidskaarten<br />

(gebiedsbeleid, ecosysteemverlies, eutrofiëring, verdroging<br />

en verzuring) en de ecologische habitat- en barrièrekaarten<br />

<strong>voor</strong> verschillende soorten;<br />

traditionele landschappen;<br />

onroerend erfgoed (ankerplaatsen, relictzones, lijnrelicten,<br />

puntrelicten en bescherm erfgoed) met de vaak zeer<br />

uitgebreide tekstuele beschrijving <strong>van</strong> grote<br />

groendomeinen;<br />

gebieden <strong>van</strong> VEN en IVON;<br />

Databank Ondergrond Vlaanderen (DOV), met topokaarten<br />

en informatie over verschillende aardlagen, resultaten <strong>van</strong><br />

grondboringen en sonderingen (informatie over<br />

grondstalen), grondwaterinformatie, beschermingszones<br />

waterwingebieden;<br />

enz…<br />

Algemene randopmerking is dat steeds de datum <strong>van</strong> de<br />

bronnen dient te worden nagekeken. Niet alle kaarten zijn<br />

immers even up-to-date. Het is alleszins ook aangewezen<br />

om niet enkel op kaarten af te gaan, maar ook op<br />

terreinbezoek.


Daarnaast zijn op <strong>het</strong> internet nog verschillende andere<br />

interessante bronnen raadpleegbaar die kunnen helpen bij de<br />

inventarisatie. Hierbij kan in de eerste plaats gedacht worden aan<br />

sites met gedetailleerde lucthfoto’s en 3D-zichten, zoals Google<br />

Earth of Microsoft Virtual Earth ( http://maps.live.com).<br />

Deze laatste<br />

site biedt gratis gedetailleerde ‘birds eye’ foto’s aan <strong>van</strong> de centra<br />

<strong>van</strong> de grote steden in Vlaanderen. Dit kan <strong>een</strong> waardevolle<br />

aanvulling betekenen <strong>voor</strong> veldwerk. Binnenkort zou Google Maps<br />

ook ‘street view’-beelden aanbieden op haar site<br />

http://maps.google.be (aangekondigd <strong>voor</strong> Vlaanderen, momenteel<br />

enkel beschikbaar <strong>voor</strong> grote buitenlandse steden zoals Parijs of<br />

New York).<br />

Informatie over de recreatieve ontsluiting <strong>voor</strong> wandelaars en<br />

fietsers in <strong>het</strong> langzame netwerk kan gevonden worden in de ‘Atlas<br />

der Buurtwegen’. Deze atlas is per provincie raadpleegbaar:<br />

Voor Oost-Vlaanderen: http://www.gisoost.be/ATLASBW<br />

Voor Antwerpen:<br />

http://www.pro<strong>van</strong>t.be/bestuur/grondgebied/gis/atlas_buurtwegen/R<br />

aadplegen.jsp<br />

Voor Limburg:<br />

http://gis.limburg.be/gislimburg/simpelmapactiewithatlas.do?mapAct<br />

ie=initMap&mapServiceNaam=overview&resize=true<br />

Voor West-vlaanderen: http://www.giswest.be, doorklikken op<br />

‘Leefomgeving’, en hieronder ‘Trage Wegen’ kiezen.<br />

Voor Vlaams-Brabant: <strong>voor</strong>alsnog niet raadpleegbaar op internet.<br />

‘birds eye’-applicatie <strong>van</strong> Microsoft Virtual Earth (enkel <strong>voor</strong> grote steden)<br />

Atlas der buurtwegen: uittreksel uit de Atlas <strong>voor</strong> Dendermonde, raadpleegbaar op GIS Oost<br />

inventarisatie: overig nuttig bronnenmateriaal<br />

041


CASE DENDERMONDE<br />

inventarisatie groen<br />

Inventarisatie <strong>van</strong> landschappelijke <strong>een</strong>heden: Het terrein is getekend door haar<br />

hydrografie. Het samenspel <strong>van</strong> waterlopen, meanders, polders, broeken,<br />

omwallingsgrachten en kanaliseringen creëren <strong>een</strong> specifiek landschap.<br />

Door <strong>het</strong> kanaliseren <strong>van</strong> de Dender en <strong>het</strong> gedeeltelijk overwelven <strong>van</strong> de Oude<br />

Dender heeft de stad aan leesbaarheid verloren. De groenstructuur <strong>voor</strong><br />

Dendermonde moet deze fragmenten opnemen in <strong>een</strong> duidelijke landschappelijke<br />

structuur <strong>van</strong> grotere orde.<br />

inventarisatie <strong>van</strong> landschappelijke en cultuurhistorische <strong>een</strong>heden<br />

(Cultuur)historische inventarisatie:<br />

De grachtengordel maakte <strong>van</strong> Dendermonde <strong>een</strong> goed te<br />

verdedigen stad (kaart boven: 1750-Ferraris). In 1999 (kaart<br />

onderaan) is de infrastructuur verdubbeld met onder andere<br />

de N41. Treinsporen in drie richtingen zorgen <strong>voor</strong> <strong>een</strong><br />

uitstekende bereikbaarheid.


Het bomenbestand lijkt op <strong>het</strong> eerste gezicht fragmentarisch, maar is<br />

verbonden aan de valleien <strong>van</strong> Dender en Schelde.<br />

inventarisatie vlakken, lijnen, punten<br />

Speelterrein De Stad<br />

(Kwintijnpoort)<br />

Volkstuintjes langs de Oude<br />

Dender (Krijgem)<br />

Pastorie/kloostertuin Abdij<br />

<strong>van</strong> Zwijveke<br />

De Oude Dender als<br />

lijnelement<br />

Valleitje Vondelbeek met<br />

Fort Rozebroek<br />

Plantsoen met standbeeld<br />

(KoninginAstridlaan)<br />

Noordlaan met vrij recente<br />

groenbeplanting<br />

Straatbeplanting<br />

(Koning Boudewijnlaan)<br />

Dokter De Witteplein met<br />

kaatsterrein<br />

Binnenhof Begijnhof<br />

Parkje Stationsstraat met<br />

speeltoestellen<br />

Stadspark-fortengordel<br />

(westelijk deel)<br />

Voorbeelden <strong>van</strong> groenelementen binnen <strong>het</strong> geïnventariseerde gebied<br />

<strong>van</strong> Dendermonde.<br />

inventarisatie groen<br />

CASE DENDERMONDE<br />

043


CASE DENDERMONDE<br />

inventarisatie groen<br />

inventarisatie punten, lijnen, vlakken (deze figuur is ook als afzonderlijke bijlage gevoegd bij dit document)


Om <strong>een</strong> nauwkeurig overzicht te verkrijgen<br />

<strong>van</strong> de bestaande groenstructuur en<br />

aanwezige groenelementen als basis <strong>van</strong><br />

<strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> groerplan werd <strong>een</strong><br />

gedetailleerde inventarisatie uitgevoerd.<br />

Deze inventarisatie gebeurde in eerste<br />

instantie binnen <strong>een</strong> gebied dat werd<br />

afgesproken binnen de interne<br />

projectgroep, namelijk gelegen binnen<br />

duidelijke fysische grenzen, met name de<br />

Dender in <strong>het</strong> westen, de Schelde in <strong>het</strong><br />

noorden, de Ringweg in <strong>het</strong> oosten en de<br />

gem<strong>een</strong>tegrens in <strong>het</strong> zuiden. Deze eerste<br />

inventarisatie werd uitgevoerd in de<br />

periode april-juni. Tijdens de<br />

<strong>voor</strong>stellingsvergadering met de<br />

opdrachtgever en de stad Dendermonde<br />

op 27 juni werd geopteerd deze<br />

inventarisatie uit te breiden met Baasrode<br />

vermits dit gebied mee zal opgenomen<br />

worden binnen de afbakening <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

klein<strong>stedelijk</strong> gebied. De aanvullende<br />

inventarisatie werd uitgevoerd begin juli.<br />

Voorafgaand aan de inventarisatie werd<br />

<strong>een</strong> inventarisatiefiche opgemaakt die op<br />

<strong>het</strong> terrein per groenelement wordt<br />

ingevuld. Om <strong>een</strong> juiste en gelijkvormige<br />

waardering te kunnen geven werden aan<br />

de kolom 'Groenwaarde' toetsingscriteria<br />

<strong>voor</strong>opgesteld (zie tabel). Later werd<br />

hieraan nog <strong>een</strong> beeldwaarde-waardering<br />

en <strong>een</strong> aanduiding of <strong>het</strong> groenelement al<br />

dan niet <strong>een</strong> geheel of gedeeltelijk<br />

openbaar karakter heeft aan toegevoegd.<br />

Via <strong>het</strong> <strong>een</strong>voudig aankruisen <strong>van</strong> de<br />

<strong>voor</strong>ziene vakjes in <strong>het</strong> invulformulier kan<br />

snel de nodige informatie verzameld<br />

worden aangaande <strong>het</strong> element. In <strong>het</strong> vak<br />

'Beschrijving' wordt verdere informatie<br />

genoteerd over de verschillende<br />

componenten die in <strong>het</strong> gebied <strong>voor</strong>komen<br />

(bv. gazon, beplantingen), <strong>het</strong> soort <strong>voor</strong>zieningen (zitbanken, speeltoestellen, vuilnisbakken), de<br />

soortensamenstelling <strong>van</strong> de beplantingen (<strong>voor</strong>al hoofdboom- en struiksoorten), de periode <strong>van</strong> aanleg en<br />

aanlegstijl, de toegankelijkheid e.d. In <strong>het</strong> vak 'Opmerkingen' worden specifieke zaken genoteerd zoals de<br />

(verzorgings)staat <strong>van</strong> <strong>het</strong> groenobject.<br />

Tegelijkertijd met de opmaak <strong>van</strong> de fiche werd <strong>het</strong> groenobject ingetekend op <strong>een</strong> topografische kaart en<br />

genummerd (nummer corresponderend met de fiche). Indien de afbakening niet duidelijk op <strong>het</strong> terrein te doen<br />

was, werd later aan de hand <strong>van</strong> de orthofoto <strong>een</strong> nauwkeuriger afbakening ingetekend. Van elk groenelement<br />

werd meestal minstens één digitale foto genomen.<br />

Naast de inventarisatie <strong>van</strong> specifieke groenelementen werden ook de open-ruimtegebieden in kaart gebracht<br />

waarbij <strong>een</strong> onderscheid werd gemaakt tussen echte agrarische gebieden en valleigebieden. Dit is <strong>van</strong> belang<br />

<strong>voor</strong> de ontwikkeling <strong>van</strong> de visie.<br />

inventarisatie en waardering <strong>van</strong> vlakken, lijnen, punten<br />

inventarisatie groen<br />

CASE DENDERMONDE<br />

045


<strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> <strong>een</strong> inventaris en analyse <strong>van</strong> lijnelementen:<br />

Groenplan Arnhem<br />

BRONMATERIAAL<br />

<strong>voor</strong> natuurlijkheid, milieu- en ecologische kwaliteiten:<br />

topografische kaart;<br />

deelbekkenbeheerplannen;<br />

biologische waarderingskaart;<br />

kaart <strong>van</strong> natuurreservaten;<br />

VEN-gebieden;<br />

habitat- en vogelrichtlijngebieden;<br />

overige beschermde natuurgebieden;<br />

GNOP, PNOP;<br />

veldwerk;<br />

overzicht <strong>van</strong> Rodelijstsoorten (fauna en flora);<br />

informatie uit interviews of <strong>van</strong> actoren en<br />

gebruikers <strong>van</strong> <strong>het</strong> groen;<br />

<strong>voor</strong> informatie rond dimensioneringen <strong>van</strong><br />

ecologische corridors: ALTERRA (2001):<br />

Handboek Robuuste verbindingen;<br />

ecologische rand<strong>voor</strong>waarden, met onder<br />

meer ‘TOVER-model’ (Toetsing en Ontwerp<br />

VERbindingszones’). Overige bronnen zie blz.<br />

149-150.<br />

<strong>voor</strong> landschappelijke en cultuurhistorische waarde:<br />

historische kaarten;<br />

landschapsatlas;<br />

landschapskenmerken;<br />

beschermde landschappen;<br />

beschermde monumenten, stads- en<br />

dorpsgezichten;<br />

gem<strong>een</strong>telijk/prov ruimtelijk structuurplan;<br />

veldwerk (beeldwaarde, gaafheid);<br />

informatie uit interviews of <strong>van</strong> actoren en<br />

gebruikers <strong>van</strong> <strong>het</strong> groen.<br />

<strong>voor</strong> gebruikswaarde:<br />

topografische kaart;<br />

gem<strong>een</strong>telijk/prov ruimtelijk structuurplan;<br />

veldwerk;<br />

evt nformatie verkregen uit interviews of<br />

gegevens <strong>van</strong> actoren en gebruikers <strong>van</strong><br />

<strong>het</strong> groen (bv enquête bij bevolking).


2: WAARDERING VAN GROEN<br />

Hoe te werk gaan bij de waardering <strong>van</strong><br />

groengebieden (vlakken), groene<br />

verbindingen (lijnen) en punten?<br />

Voor elk vlak, lijn en punt worden:<br />

functie;<br />

schaal (gebruiksniveau);<br />

en waarderingsaspecten<br />

beschreven.<br />

De verschillende mogelijke functies<br />

(waarden) <strong>van</strong> groen zijn weergegeven op<br />

blz.19 <strong>van</strong> deze handleiding. Bedoeling is<br />

om eventuele hoofd- en nevenfuncties<br />

te vermelden.<br />

Het schaalniveau wordt bepaald aan de<br />

hand <strong>van</strong> de functieniveaus zoals weergegeven<br />

op blz. 12 <strong>van</strong> deze handleiding. Het<br />

is dus <strong>van</strong> belang de oppervlakte <strong>van</strong> elk<br />

vlak te kennen en <strong>een</strong> indicatie te geven<br />

<strong>van</strong> de afstand tot de woonomgeving. Voor<br />

lijnen bestaat g<strong>een</strong> <strong>een</strong>duidige methodiek<br />

om <strong>het</strong> schaalniveau te bepalen. Men kan<br />

desgewenst onderscheid maken in hoofden<br />

secundaire groenassen.<br />

Hoofdgroenassen verbinden gebieden <strong>van</strong><br />

bovenlokaal niveau, secundaire assen<br />

verbinden gebieden <strong>van</strong> lokaal niveau.<br />

2a<br />

Waarderingsaspecten<br />

De waardering <strong>van</strong> <strong>een</strong> groenelement is<br />

zeer complex en kan daarom niet <strong>van</strong>uit<br />

één criterium benaderd worden.<br />

De waardering gebeurt dan ook via vier<br />

overkoepelende thema's,<br />

namelijk:<br />

natuurlijkheid en ecologische kwaliteiten;<br />

landschappelijke en cultuurhistorische<br />

waarde (incl beeldwaarde);<br />

gebruikswaarde;<br />

beschermingsstatus.<br />

Deze thema's bieden inzicht in zowel de<br />

kenmerken <strong>van</strong> <strong>het</strong> groen (bij<strong>voor</strong>beeld<br />

STAP 2 ANALYSE<br />

bestaande groenstructuur<br />

biologisch zeer waardevol) als de context<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> groen (bij<strong>voor</strong>beeld gelegen langs<br />

<strong>een</strong> drukke invalsweg). De beschermingsstatus<br />

vormt <strong>een</strong> belangrijke rand<strong>voor</strong>waarde<br />

bij <strong>het</strong> ontwikkelen <strong>van</strong> de visie.<br />

Afhankelijk <strong>van</strong> de functie <strong>van</strong> <strong>het</strong> groenelement,<br />

zijn bepaalde vorm-, situerings- en<br />

kwaliteitseisen <strong>van</strong> belang. Toegankelijkheid<br />

en bereikbaarheid zijn bij<strong>voor</strong>beeld belangrijk<br />

waar recreatie en andere gebruiksfuncties<br />

centraal staan. Waar fauna- en florabescherming<br />

de hoofdfunctie is, worden eisen<br />

gesteld aan onder meer abiotische standplaatskenmerken<br />

en vegetatiestructuur.<br />

BRONMATERIAAL<br />

deskresearch: topografische kaart, bodemkaart, kaart <strong>van</strong> de waterlopen, deelbekkenbeheerplannen,<br />

historische kaarten (Ferraris, Vandermaelen, Dépot de la Guerre, MGI), landschapsatlas,<br />

landschapskenmerken, biologische waarderingskaart, kaart <strong>van</strong> natuurreservaten,<br />

bossen, VEN-gebieden, habitat- en vogelrichtlijngebieden, overige beschermde natuurgebieden,<br />

beschermde landschappen, stads- en dorpsgezichten, metadataset groen<strong>voor</strong>zieningen,<br />

inventaris autochtone bomen en struiken, parkeninventaris, Atlas der Buurtwegen,...<br />

Veel materiaal kan gehaald worden uit bestaande plannen, zoals <strong>het</strong> gem<strong>een</strong>telijk/provinciaal<br />

ruimtelijk structuurplan, <strong>het</strong> GNOP, Provinciaal Natuurontwikkelingsplan,...<br />

Verschillende kaartlagen zijn te vinden op AGIV (http://www.agiv.be/gis).<br />

Indien gewenst kan <strong>het</strong> deskresearch aangevuld worden met bijkomend en diepgaander<br />

veldwerk in <strong>het</strong> onderzoeksgebied (evt aangevuld met internettoepassingen zoals Microsoft<br />

Virtual Earth (met ‘birds eye’-toepassing: http://maps.live.com/), Google Earth,...)<br />

Indien gewenst kan <strong>het</strong> deskresearch ook aangevuld worden met informatie verkregen uit<br />

interviews of gegevens <strong>van</strong> actoren en gebruikers <strong>van</strong> <strong>het</strong> groen in <strong>het</strong> onderzoeksgebied<br />

Bas Smets Econnection CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />

JULI 09<br />

047<br />

2A


<strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> <strong>een</strong> analyse <strong>van</strong> de gebruikswaarde:<br />

Groen op de kaart, Amsterdam-Noord<br />

Over bereikbaarheid en toegankelijkheid...<br />

De middenbermen bij <strong>een</strong> op- en afrittencomplex zijn moeilijk<br />

bereikbaar en wettelijk gezien ontoegankelijk <strong>voor</strong> onbevoegden.<br />

Zijbermen <strong>van</strong> meer lokale wegen zijn vaak wel toegankelijk (en worden<br />

vaak informeel gebruikt als groen om de hond uit te laten), maar kunnen<br />

dan weer in sommige gevallen moeilijk bereikbaar zijn, door de<br />

barrièrewerking <strong>van</strong> <strong>het</strong> verkeer op de weg.<br />

Een landbouwgebied is doorgaans bereikbaar (weinig (drukke) barrières<br />

in open ruimte), maar de toegankelijkheid <strong>van</strong> <strong>een</strong> landbouwgebied<br />

hangt samen met de aanwezigheid <strong>van</strong> voldoende recreatieve<br />

ontsluitingsmogelijkheden (bij<strong>voor</strong>beeld trage wegen).


2a<br />

2: WAARDERING VAN GROEN:WAARDERINGSASPECTEN<br />

Eerste waarderingsaspect: natuurlijkheid<br />

milieu- en ecologische kwaliteiten<br />

In deze stap worden de biologische, milieuen<br />

ecologische waarde <strong>van</strong> <strong>het</strong> geïnventariseerde<br />

groen geanalyseerd. Mogelijke criteria<br />

<strong>voor</strong> <strong>het</strong> bepalen <strong>van</strong> deze waarde zijn:<br />

Bepalen <strong>van</strong> vegetatietypen (bossen,<br />

struwelen, zomen, graslanden, ruigten,<br />

oevervegetaties, watervegetaties, vegetaties<br />

<strong>van</strong> storingsmilieus);<br />

Zeldzaamheid <strong>van</strong> soorten (fauna en flora).<br />

Zo kan de aanwezigheid <strong>van</strong><br />

Rodelijstsoorten worden nagegaan;<br />

Soortenrijkdom. Komen er in <strong>het</strong><br />

geïnventariseerde groen zeer veel<br />

verschillende soorten (fauna en flora) <strong>voor</strong>?<br />

Of is er <strong>een</strong> eerder beperkt aantal soorten?;<br />

Nagaan <strong>van</strong> corridorfunctie (in functie <strong>van</strong><br />

ecologisch netwerk): hierbij is de<br />

dimensionering (<strong>voor</strong>namelijk breedte) <strong>van</strong><br />

de corridor <strong>van</strong> belang - zie bronnen blz. 46);<br />

Waardering volgens de biologische waarderingskaart<br />

(w, wz en z: hoge waardering);<br />

Beschermingsstatus (ook habitat-,<br />

vogelrichtlijngebieden,...;<br />

Waardering <strong>van</strong> de milieuwaarde: bufferende<br />

functie (waterretentie, lucht- en/of<br />

geluidskwaliteit,...);<br />

Negatieve factoren: verstoring, verzuring,<br />

vervuiling, vermesting, verdroging,<br />

versnippering, klimaatsverandering,...<br />

Bas Smets Econnection<br />

Tweede waarderingsaspect:<br />

landschappelijke en cultuurhistorische<br />

waarde<br />

In deze stap wordt nagegaan of bij <strong>het</strong><br />

geïnventariseerde groen cultuurhistorisch<br />

waardevolle of beeldbepalende vlakken<br />

(bij<strong>voor</strong>beeld landschappen), punten of<br />

lijnen zijn.<br />

Voorbeelden <strong>van</strong> mogelijk landschappelijk<br />

of cultuurhistorisch waardevolle elementen<br />

zijn solitaire bomen, boomgroepen, lanen of<br />

beschermde elementen zoals<br />

ankerplaatsen, relictzones, lijn- en<br />

puntrelicten, beschermde dorps- of<br />

stadsgezichten, beschermde<br />

landschappen,...<br />

Het beeldbepalend karakter <strong>van</strong> de<br />

groenelementen hangt samen met<br />

morfologische aspecten (hoogte, vorm,…)<br />

maar ook met de context. Morfologie en<br />

context samen zorgen <strong>voor</strong> <strong>een</strong> bepaald<br />

beeld en sfeer.<br />

Mogelijke criteria <strong>voor</strong> <strong>het</strong> bepalen <strong>van</strong> de<br />

waarde zijn:<br />

fysieke kwaliteit (gaafheid, conservering);<br />

inhoudelijke kwaliteit (informatiewaarde,<br />

zeldzaamheid, historiciteit,<br />

herinneringswaarde);<br />

contextwaarde, ensemblewaarde;<br />

beschermingsstatus.<br />

BRONMATERIAAL: zie blz 47<br />

STAP 2 ANALYSE<br />

bestaande groenstructuur<br />

Derde waarderingsaspect:<br />

gebruikswaarde<br />

Om de gebruikswaarde <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

geïnventariseerde groen te bepalen, kunnen<br />

verschillende criteria gehanteerd worden.<br />

Op <strong>een</strong> macroniveau kan eerst worden<br />

bekeken hoe <strong>het</strong> groen in <strong>het</strong> onderzoeksgebied<br />

verspreid is. Vooral de ligging ten<br />

opzichte <strong>van</strong> woongebieden is <strong>van</strong> belang.<br />

Daarmee gepaard moet ook de<br />

bereikbaarheid <strong>van</strong> <strong>het</strong> groen (gekoppeld<br />

aan barrières) geëvalueerd worden;<br />

Ook de oppervlakte <strong>van</strong> de groengebieden<br />

speelt <strong>een</strong> rol: gaat <strong>het</strong> om kleine zones of<br />

zit er voldoende variatie in (cfr.<br />

schaalniveaus blz. 12);<br />

De variatie in <strong>het</strong> type groen kan ook<br />

nagegaan worden (bij<strong>voor</strong>beeld zijn er<br />

naast intensief gebruikte parken ook meer<br />

natuurlijke gebieden waar aan zachte<br />

recreatie kan worden gedaan, zijn er<br />

groen<strong>voor</strong>zieningen <strong>voor</strong> alle leeftijden,...).<br />

Meestal hangt dit samen met de<br />

aanwezigheid <strong>van</strong> specifieke <strong>voor</strong>zieningen;<br />

Ook de toegankelijkheid en beleefbaarheid<br />

kan worden nagegaan: zijn alle punten,<br />

lijnen en (<strong>voor</strong>al) vlakken permanent<br />

toegankelijk, worden ze soms afgesloten of<br />

zijn ze niet toegankelijk (in <strong>het</strong> laatste geval<br />

hebben ze enkel <strong>een</strong> functie als ‘kijkgroen’).<br />

Dit laatste aspect hangt ook samen met de<br />

eigendomssituatie <strong>van</strong> <strong>het</strong> groen.<br />

JULI 09<br />

049<br />

2A


CASE DENDERMONDE<br />

inventarisatie groen<br />

In Dendermonde kan de groenstructuur<br />

gekaderd worden in <strong>een</strong> aantal<br />

systemen/lagen die elk specifieke<br />

programmatische eisen stellen aan de<br />

inrichting en <strong>het</strong> beheer <strong>van</strong> de groene<br />

ruimte in Dendermonde: <strong>het</strong><br />

watersysteem, <strong>het</strong> ecologisch systeem,<br />

<strong>het</strong> milieubuffersysteem, <strong>het</strong> recreatief<br />

systeem, en <strong>het</strong> verkeersgeleidend<br />

systeem, <strong>het</strong> landschappelijke en<br />

erfgoed en de landbouwentiteiten.<br />

Als <strong>voor</strong>beeld wordt in deze handleiding<br />

<strong>het</strong> ruimtelijk functioneren <strong>van</strong> <strong>het</strong> wateren<br />

ecologisch systeem geanalyseerd en<br />

worden de knelpunten en/of potenties<br />

toegelicht. In <strong>het</strong> addendum bij deze<br />

handleiding worden ook de andere<br />

systemen toegelicht.<br />

Natuurlijkheid en ecologische kwaliteiten<br />

Watersysteem<br />

(abiotisch systeem)<br />

Het watersysteem <strong>van</strong> Dendermonde<br />

bestaat uit volgende hoofdelementen<br />

met eigen ruimtelijke karakteristieken:<br />

Watersysteem <strong>van</strong> de Schelde<br />

De Schelde met de buitendijkse<br />

gebieden (slikken en schorren) vormt<br />

<strong>een</strong> samenhangend estuarien<br />

watersysteem dat onderhevig is aan de<br />

getijdewerking <strong>van</strong>uit de Noordzee. De<br />

getijamplitude ter hoogte <strong>van</strong><br />

Dendermonde varieert met ca. 3,75 m.<br />

Het overgrote deel <strong>van</strong> de buitendijkse<br />

gebieden <strong>van</strong> de Schelde zijn in <strong>het</strong><br />

verleden ingepolderd waardoor de<br />

dynamiek <strong>van</strong> de getijdenwerking is<br />

Waarderingsaspecten<br />

overzicht verschillende oppervlaktewatersystemen<br />

ingesnoerd. De ingepolderde gebieden vormen <strong>van</strong>daag lagergelegen gebieden waar<strong>van</strong> de<br />

waterstand kunstmatig geregeld wordt door middel <strong>van</strong> <strong>een</strong> pompgemalen en sluizen. Hiermee is<br />

<strong>het</strong> grootste deel <strong>van</strong> <strong>het</strong> waterbufferend vermogen en de waterdynamiek en natuurlijkheid <strong>van</strong><br />

<strong>het</strong> Scheldesysteem verloren gegaan.


Waardering watersysteem: knelpunten<br />

en opportuniteiten<br />

Het systematisch inpolderen,<br />

rechttrekken en bedijken <strong>van</strong> de<br />

natuurlijke overstromingsgebieden in <strong>het</strong><br />

Schelde- en Dendersysteem en <strong>het</strong><br />

bekensysteem heeft geleid tot<br />

versnippering <strong>van</strong> karakteristieke<br />

ecosystemen en sterke schommelingen<br />

in <strong>het</strong> waterregime <strong>van</strong> de verschillende<br />

watersystemen. Hierdoor ontstaan<br />

piekdebieten in natte periodes en kunnen<br />

beeklopen droogvallen in zeer droge<br />

periodes.<br />

Opportuniteiten ontstaan door <strong>het</strong><br />

Sigmaplan, <strong>het</strong> terug openmaken <strong>van</strong><br />

delen <strong>van</strong> de Oude Dender tussen <strong>het</strong><br />

Nieuwe Denderkanaal en de Schelde, en<br />

de aanleg <strong>van</strong> overstromingsgebieden<br />

langs de Dender (zie beleidskader).<br />

Watersysteem <strong>van</strong> de Dender<br />

De Dender is niet meer onderhevig aan de getijdenwerking <strong>van</strong> de Schelde als gevolg <strong>van</strong><br />

<strong>het</strong> sluizencomplex t.h.v. de Meerdam. Door de aanleg <strong>van</strong> <strong>het</strong> Denderkanaal is de loop<br />

<strong>van</strong> de Oude Dender omgevormd tot <strong>een</strong> geïsoleerd gestuurd watersysteem dat g<strong>een</strong><br />

enkele relatie meer heeft met <strong>het</strong> Dendersysteem of <strong>het</strong> Scheldesysteem. Als gevolg <strong>van</strong><br />

systematische bedijking is <strong>het</strong> natuurlijke overstromingsgebied <strong>van</strong> de Dender afgesloten<br />

geraakt <strong>van</strong> de rivierloop en is <strong>een</strong> groot deel <strong>van</strong> <strong>het</strong> waterbufferend vermogen verloren<br />

gegaan.<br />

Watersysteem <strong>van</strong> de Vondelbeek, St<strong>een</strong>beek en Volaardebeek.<br />

De Volaardebeek is <strong>een</strong> onbevaarbare waterloop <strong>van</strong> 3de categorie. De waterloop heeft<br />

slechts <strong>een</strong> klein debiet en vormt g<strong>een</strong> risicozone <strong>voor</strong> overstromingen. De Vondelbeek<br />

en de St<strong>een</strong>beek zijn onbevaarbare waterlopen <strong>van</strong> 1ste categorie. De vallei <strong>van</strong> de<br />

Vondelbeek en de St<strong>een</strong>beek wordt gekenmerkt door <strong>een</strong> smalle waterloop en <strong>een</strong> breed<br />

natuurlijk overstromingsgebied grenzend aan de waterloop. Als gevolg <strong>van</strong> de<br />

systematische rechttrekking en insnoering <strong>van</strong> beide waterlopen is <strong>een</strong> probleem <strong>van</strong><br />

wateroverlast ontstaan. Grote delen <strong>van</strong> de valleigebieden vormen dan ook risicozones<br />

<strong>voor</strong> overstromingen. Om wateroverlast in de toekomst te vermijden zijn vrij recent diverse<br />

ingrepen uitgevoerd: enerzijds <strong>het</strong> verknopen <strong>van</strong> beide waterlopen zodat de waterafvoer<br />

bij hevige regenval evenwichtiger kan worden afgevoerd, anderzijds <strong>het</strong> inrichten <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />

deel <strong>van</strong> <strong>het</strong> natuurlijke overstromingsgebied als wachtbekken zodat ruimte <strong>voor</strong><br />

piekdebieten wordt gecreëerd. Daarnaast werd de Vondelbeek ter hoogte <strong>van</strong> Kalendijk<br />

terug in open bedding gelegd.<br />

Overige watersystemen<br />

In <strong>het</strong> centrumgebied <strong>van</strong> Dendermonde kunnen we volgende watersystemen<br />

onderscheiden:<br />

De vestinggordel rondom <strong>het</strong> centrum <strong>van</strong> Dendermonde;<br />

De loop <strong>van</strong> de Oude Dender (tussen <strong>het</strong> Denderkanaal en de Schelde);<br />

De deels uitgegraven verlenging <strong>van</strong> <strong>het</strong> Denderkanaal.<br />

De loop <strong>van</strong> de Oude Dender maakte vroeger integraal deel uit <strong>van</strong> <strong>het</strong> Dendersysteem.<br />

Vandaag vormt <strong>het</strong> <strong>een</strong> geïsoleerd watersysteem dat niet langer onderhevig is aan de<br />

dynamiek <strong>van</strong> <strong>het</strong> hoofdsysteem, wat heeft geleid tot <strong>een</strong> achteruitgang <strong>van</strong> de<br />

waterkwaliteit. Bovendien is <strong>een</strong> belangrijke zone gedempt. De vestinggordel daarentegen<br />

wordt gekenmerkt door <strong>een</strong> goede waterkwaliteit en vormt hiermee <strong>een</strong> specifiek habitat<br />

<strong>voor</strong> flora en fauna.<br />

Waarderingsaspecten<br />

inventarisatie groen<br />

CASE DENDERMONDE<br />

051


CASE DENDERMONDE<br />

inventarisatie groen<br />

Ecologisch systeem<br />

Binnen deze studie wordt er<strong>voor</strong><br />

geopteerd om de term 'ecologisch<br />

systeem' niet in <strong>een</strong> enge betekenis <strong>van</strong><br />

natuur- en bosgebieden te gebruiken,<br />

maar te verbreden naar diverse zones<br />

die potentieel <strong>een</strong> habitatfunctie<br />

vervullen <strong>voor</strong> de fauna en flora binnen<br />

<strong>het</strong> ver<strong>stedelijk</strong>te gebied. Daarom wordt<br />

ook geopteerd om groenzones,<br />

plantsoenen, e.d. mee in dit systeem op<br />

te nemen.<br />

Binnen <strong>het</strong> onderzoeksgebied kunnen<br />

biologisch waardevolle tot zeer<br />

waardevolle zones onderscheiden<br />

worden, waaronder de Vlassenbroekse<br />

Polder, de Meerdam, <strong>het</strong><br />

Denderbellebroek en de vesten<br />

(stadspark). Deze zijn gekoppeld aan <strong>het</strong><br />

functioneren <strong>van</strong> de hierboven<br />

beschreven abiotische systemen.<br />

Lineaire groenelementen<br />

Bermen, laanbeplanting,...<br />

Vnl in clusters of netwerken rele<strong>van</strong>t<br />

Puntvormige groenelementen<br />

Bijzondere bomen, kleine bosjes, kleine<br />

parken, plantsoenen<br />

Open ruimtegebieden en overige vlakvormige<br />

groenelementen<br />

Buitendijkse zoetwatergetijdengebieden<br />

Zoetwatergetijdengebieden zijn<br />

buitendijkse gebieden (slikken en<br />

schorren) die gekoppeld zijn aan de<br />

getijdenwerking <strong>van</strong> de Schelde. Het zijn<br />

Waarderingsaspecten<br />

biologische waardering<br />

unieke en op Europees niveau zeldzame ecosystemen met belangrijke (potentiële) natuurwaarden.<br />

De natuurwaarden zijn in belangrijke mate gekoppeld aan de getijdendynamiek en de daarmee<br />

samenhangende variatie aan gradiënten (sedimentatie en uitschuring door eb en vloed).<br />

Binnendijkse meersengebieden<br />

Binnendijkse meersengebieden zijn laaggelegen natte graslanden op de ingepolderde natuurlijke<br />

overstromingsgebieden langsh<strong>een</strong> de Dender, de Oude Dender en de Schelde. De natuurwaarden<br />

<strong>van</strong> de binnendijkse meersengebieden zijn in belangrijke mate gekoppeld aan <strong>het</strong> gehanteerde<br />

waterpeil in <strong>het</strong> fijnmazige netwerk <strong>van</strong> sloten en greppels en <strong>het</strong> gevoerde beheer.<br />

Beekvalleien<br />

Beekvalleien zijn laaggelegen overwegend natte gronden binnen <strong>het</strong> natuurlijk<br />

overstromingsgebied <strong>van</strong> de beken. De natuurwaarden <strong>van</strong> de beekvalleien zijn in belangrijke


Waardering ecoloigisch systeem:<br />

knelpunten en opportuniteiten<br />

De ver<strong>stedelijk</strong>ing en infrastructuren hebben<br />

geleid tot <strong>een</strong> ruimte-inname, versnippering<br />

en degradatie <strong>van</strong> de verschillende<br />

karakteristieke ecosystemen. Versnippering is<br />

<strong>het</strong> proces waarbij <strong>een</strong> <strong>voor</strong>h<strong>een</strong><br />

aan<strong>een</strong>gesloten leefgebied uit<strong>een</strong>valt in<br />

fragmenten die geïsoleerd zijn en kleiner dan<br />

<strong>het</strong> oorspronkelijke leefgebied. De<br />

habitatkwaliteit <strong>van</strong> <strong>een</strong> fragment wordt<br />

bepaald door de milieucondities, <strong>het</strong> beheer,<br />

de oppervlakte en de mate <strong>van</strong> isolatie er<strong>van</strong>.<br />

Om de natuurwaarde <strong>van</strong> allerlei groene<br />

elementen te optimaliseren, zijn aangepaste<br />

beheertechnieken nodig. Het gaat onder meer<br />

over <strong>het</strong> beheer <strong>van</strong> de graslanden in de<br />

meersengebieden, omvorming <strong>van</strong> populierenbestanden,<br />

beheer <strong>van</strong> poelen en andere<br />

kleine landschapselementen, enzo<strong>voor</strong>t.<br />

Opportuniteiten ontstaan daar waar<br />

fragmenten met elkaar verbonden kunnen<br />

worden, waar de kwaliteit door <strong>een</strong> aangepast<br />

beheer of inrichting verbeterd kan worden,<br />

waar nieuwe stukjes 'natuur' ingericht kunnen<br />

worden,…<br />

De opgemaakte instandhoudingsdoelstellingen<br />

worden vertaald in Natuurrichtplannen.<br />

Ook in de gebieden <strong>van</strong> <strong>het</strong> VEN-IVON<br />

alsook in de groen-, bos- en parkgebieden<br />

kunnen natuurrichtplannen worden<br />

opgemaakt. Het <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> moet<br />

hierbij aansluiten.<br />

Het <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> kan als uitgangspunt<br />

<strong>voor</strong> <strong>het</strong> onderzoek naar zones <strong>voor</strong><br />

eventuele bosuitbreiding fungeren (zie<br />

herziening GRS).<br />

drie typen ecosystemen met sterke relatie met <strong>het</strong> watersysteem: buitendijkse<br />

zoetwatergetijdengebieden (paars), binnendijkse meersengebieden langsh<strong>een</strong> de<br />

Dender, de Oude Dender en Schelde (lichtgroen) en beekvalleien (donkergroen)<br />

mate gekoppeld aan de waterdynamiek, de natuurlijke oeverstructuur en<br />

beekdynamiek, <strong>het</strong> beheer/gebruik <strong>van</strong> de gronden en <strong>het</strong> aanpalende bodemgebruik.<br />

De vestinggordel met zijn kenmerkende fauna en flora<br />

Parken en pleinen: stadspark, wijkpark, buurtpark, kasteelparken<br />

Kerkhof<br />

Groene zones bij openbare gebouwen<br />

Agrarische open ruimte (zie ook ‘landbouwentiteiten’)<br />

Waarderingsaspecten<br />

inventarisatie groen<br />

CASE DENDERMONDE<br />

053


Historische centra bestaan veelal uit <strong>een</strong> netwerk <strong>van</strong> relatief smalle,<br />

organisch gegroeide kronkelende straten met gesloten bouwblokken<br />

zonder <strong>voor</strong>tuin. Het groen concentreert zich in deze buurten in kleine<br />

parken of pleinen als oriëntatiepunten in de buurt. Meestal zijn deze<br />

parken of pleinen gekoppeld aan centrale, op zichzelf staande<br />

<strong>voor</strong>zieningen (kerk, gem<strong>een</strong>tehuis, markt, klooster,…). Mogelijkheden<br />

<strong>voor</strong> de uitbouw <strong>van</strong> de groenstructuur situeren zich dan ook <strong>voor</strong>al op<br />

deze 'betekenisvolle' plekken en op verkeersassen die voldoende<br />

breed zijn om openbaar groen in te passen. In smalle straten kunnen<br />

gevelgroen of groendaken <strong>een</strong> bijdrage leveren.<br />

Woonwijken uit de late 19de tot begin 20ste eeuw worden vaak gekenmerkt<br />

door <strong>een</strong> tekort aan groen. De bebouwing komt <strong>voor</strong> in gesloten<br />

bouwblokken en strokenverkavelingen. De rijwoningen zijn vaak klein,<br />

met g<strong>een</strong> of <strong>een</strong> kleine achtertuin en openbaar groen is meestal<br />

beperkt. Vaak komt <strong>een</strong> rationeel, orthogonaal stratenstelsel <strong>voor</strong>. Het<br />

straatprofiel laat vaak g<strong>een</strong> laanbeplanting toe. Grotere groenvlakken<br />

of parken kunnen wel <strong>voor</strong>komen in de nabijheid en zijn even<strong>een</strong>s<br />

vaak gekoppeld aan wijk<strong>voor</strong>zieningen. Ook in deze wijken situeren de<br />

mogelijkheden <strong>voor</strong> de uitbouw <strong>van</strong> <strong>een</strong> groenstructuur zich <strong>voor</strong>al<br />

rond deze <strong>voor</strong>zieningen of in <strong>het</strong> 'ontpitten' <strong>van</strong> deze buurten (<strong>het</strong><br />

slopen <strong>van</strong> onleefbare woningen en ver<strong>van</strong>gen door buurtgerichte<br />

parkjes).<br />

Latere woonwijken (interbellum) worden over <strong>het</strong> algem<strong>een</strong> gekenmerkt<br />

door ruimere huizen, met grotere tuinen en vaak ook <strong>een</strong> <strong>voor</strong>tuin. Het<br />

bebouwingsweefsel is deels open, deels gesloten. De wegen zijn<br />

ruimer geconcipieerd, vaak is er <strong>een</strong> duidelijke wegenhiërarchie en<br />

worden de hoofdlanen begeleid door beplanting. In de meeste plannen<br />

<strong>voor</strong> interbellumwijken gaat de aandacht ook uit naar centrale groene<br />

parken of pleintjes die aangelegd worden <strong>voor</strong> de bewoners.<br />

Hoogbouwwijken worden gekenmerkt door <strong>een</strong> hoge dichtheid aan<br />

woningen zonder tuin. Het groen is meestal openbaar of semiopenbaar<br />

rond de hoogbouw aangelegd. Vaak is in hoogbouwwijken<br />

ook relatief veel snippergroen. Mogelijkheden <strong>voor</strong> <strong>het</strong> versterken <strong>van</strong><br />

de groenstructuur bestaan in deze wijken <strong>voor</strong>al in <strong>het</strong> aanbrengen <strong>van</strong><br />

<strong>een</strong> hiërarchie in en <strong>een</strong> kwalitatieve verbetering <strong>van</strong> de huidige<br />

groen<strong>voor</strong>zieningen en in <strong>het</strong> verbinden <strong>van</strong> deze buurten met de<br />

omgeving (groene dooradering).<br />

Woonwijken uit de jaren 70 en 80 worden dan weer vaak gekenmerkt door<br />

<strong>een</strong> 'doolhof'-structuur. De wijken hebben <strong>een</strong> groen beeld, veelal door<br />

de private tuinen bij de vrijstaande woningen. Mogelijkheden <strong>voor</strong> de<br />

verdere uitbouw <strong>van</strong> <strong>een</strong> groenstructuur zijn meestal beperkt en ook<br />

minder urgent door <strong>het</strong> relatief groene beeld (hoewel er toch wijken<br />

zijn waar niet alle bewoners toegang hebben tot privaat groen);<br />

eventueel kunnen hoofdontsluitingswegen beklemtoond worden met<br />

laanbeplanting;<br />

In meer recente woonwijken, tuinwijken en tuindorpen wordt over <strong>het</strong><br />

algem<strong>een</strong> meer aandacht besteed aan openbaar groen en minder aan<br />

<strong>het</strong> private groen. Dit openbaar groen krijgt de vorm <strong>van</strong> centrale<br />

groene pleintjes of groene assen, gekoppeld aan de water- of<br />

langzaamverkeersstructuur. Mogelijkheden <strong>voor</strong> <strong>een</strong> verdere uitbouw<br />

bestaan in <strong>het</strong> behoud en waar nodig versterken <strong>van</strong> deze bestaande<br />

openbare groen<strong>voor</strong>zieningen;<br />

Bij grotere <strong>voor</strong>zieningen (scholen, ziekenhuizen,…) komen vaak grote semipublieke<br />

groen<strong>voor</strong>zieningen <strong>voor</strong>. Deze zijn vaak sterk beeldbepalend<br />

<strong>voor</strong> de omgeving, maar behoren meestal niet tot <strong>het</strong> openbaar<br />

domein. Mogelijkheden <strong>voor</strong> de uitbouw <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>telijke groenstructuur<br />

liggen in de ruimtelijke afstemming tussen de bestaande<br />

private groen<strong>voor</strong>zieningen en <strong>het</strong> openbaar groen, hier<strong>voor</strong> is ook<br />

communicatie en samenwerking met de eigenaars <strong>van</strong> belang;<br />

Op klassieke bedrijventerrein komt nagenoeg g<strong>een</strong> openbaar groen <strong>voor</strong>.<br />

Het beeld <strong>van</strong> de meeste terreinen wordt bepaald door de kwaliteit <strong>van</strong><br />

de private groenaanleg op elk bedrijfsperceel. De beperkte openbare<br />

ruimte biedt meestal g<strong>een</strong> mogelijkheden <strong>voor</strong> <strong>een</strong> openbare groenstructuur.<br />

Bij recentere bedrijventerreinen gaat de aandacht meer en<br />

meer uit naar <strong>een</strong> centrale en openbare groenaanleg, even<strong>een</strong>s vaak<br />

gekoppeld aan de water- of ontsluitingsstructuur <strong>van</strong> <strong>het</strong> bedrijventerrein.<br />

Op bedrijventerreinen dient de aandacht ook uit te gaan naar <strong>het</strong><br />

belang <strong>van</strong> zogenaamde ‘tijdelijke’ natuur (in afwachting <strong>van</strong> ingebruikname<br />

<strong>van</strong> bedrijfskavels) <strong>voor</strong> sommige ecologische doelstellingen.<br />

Buiten de bebouwde kom<br />

wordt <strong>het</strong> beeld grotendeels bepaald door<br />

agrarische activiteiten, natuurgebieden en/of versnipperde bebouwing.<br />

Het recreatief netwerk bepaalt hier mee de ontsluiting en dus de<br />

toegankelijkheid <strong>van</strong> <strong>het</strong> gebied. Belangrijke aangrijpingspunten <strong>voor</strong><br />

de uitbouw <strong>van</strong> <strong>een</strong> groenstructuur zijn naast landschapsrelicten en<br />

de openbare wegenis (incl langzaamverkeersverbindingen) - de<br />

schaal, richting en maat <strong>van</strong> de omgeving: perceelsstructuur,<br />

aanwezigheid <strong>van</strong> randbegroeiing/houtkanten,…<br />

typologie <strong>van</strong> wijken: <strong>voor</strong>beelden en belang <strong>voor</strong> groenstructuur


2a<br />

STAP 2 ANALYSE<br />

bestaande groenstructuur<br />

3: ANALYSE VAN BESTAANDE RUIMTELIJKE TYPOLOGIEEN / STRUCTUREN<br />

Hoe te werk gaan bij de analyse <strong>van</strong><br />

bestaande ruimtelijke typologieën en<br />

structuren?<br />

Verschillende deelgebieden of zones binnen<br />

<strong>het</strong> onderzoeksgebied hebben <strong>een</strong><br />

duidelijke ruimtelijke eigenheid. Ze vormen<br />

min of meer homogene <strong>een</strong>heden die<br />

basisblokken <strong>van</strong> <strong>het</strong> interventiegebied<br />

vormen. Deze ruimtelijke typologieën<br />

kennen eigen uitdagingen en potenties en<br />

vereisen bijgevolg <strong>een</strong> aangepast<br />

1<br />

groenbeleid . Het is dan ook belangrijk deze<br />

ruimtelijke typologieën te herkennen.<br />

De ruimtelijke typologieën worden<br />

onderscheiden aan de hand <strong>van</strong> hun<br />

ontwikkelingsgeschiedenis, morfologische<br />

kenmerken en (hoofd)functie. Bij deze<br />

analyse zijn twee aspecten belangrijk:<br />

de bebouwde structuur;<br />

de groenstructuur.<br />

Bedoeling is om tot synthesekaarten te<br />

komen <strong>van</strong> de bestaande toestand.<br />

Bas Smets Econnection<br />

Eerste synthese: bestaande<br />

groenstructuur en typologieën<br />

Op basis <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>voor</strong>gaand inventarisati<strong>een</strong><br />

waarderingswerk kan - in woord én beeld<br />

- <strong>een</strong> synthese opgemaakt worden <strong>van</strong> de<br />

bestaande groenstructuur.<br />

Alle<br />

geïnventariseerde vlakken, lijnen of punten<br />

worden weergegeven, kleur of symboliek<br />

kan helpen om typologieën of waarden weer<br />

te geven.<br />

Eventueel kan beeldende naamgeving<br />

gebruikt worden <strong>voor</strong> elementen en<br />

structuren: ‘groene vinger’, ‘groene ring’,<br />

‘groene radiaal’, ‘groenblauwe gordel’,...<br />

1 Bron: HEYN, M & HERMY, M. (2001):<br />

Lange termijnvisie gebiedsgericht<br />

natuurbehoud in <strong>stedelijk</strong>e en<br />

ver<strong>stedelijk</strong>te omgeving. Tussentijds<br />

rapport. In: Lange termijnvisie op <strong>het</strong><br />

gebiedsgericht natuurbehoud in<br />

Vlaanderen. MINA/113:9902. K.U.Leuven<br />

in opdracht <strong>van</strong> AMINAL.<br />

en<br />

KUIPER COMPAGNONS (2006):<br />

Integraal Plan openbaar domein Stad<br />

Gent. 'Methodiek' <strong>voor</strong> <strong>het</strong> opstellen <strong>van</strong><br />

inrichtingsplannen. Een publicatie <strong>van</strong><br />

Stad Gent. Dienst Stedenbouw en<br />

Ruimtelijke Planning.<br />

Tweede synthese: bestaande ruimtelijke<br />

structuur en typologieën (bebouwde<br />

structuur)<br />

Voor dit onderdeel kan gesteund worden op <strong>het</strong><br />

gem<strong>een</strong>telijk ruimtelijk structuurplan of afbakeningsplannen<br />

<strong>voor</strong> <strong>stedelijk</strong>e gebieden, waar <strong>een</strong><br />

kaart ‘bestaande ruimtelijke structuur’ is opgenomen.<br />

In functie <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> dient de<br />

aandacht <strong>voor</strong>al uit te gaan naar:<br />

Typologie/morfologie <strong>van</strong> wijken:<br />

de analyse<br />

<strong>van</strong> de ruimtelijke structuur en typering <strong>van</strong> buurten<br />

kan de basis vormen <strong>voor</strong> <strong>een</strong> gebiedsgerichte visie<br />

<strong>voor</strong> deelgebieden. De typologie <strong>van</strong> buurten is<br />

veelal gelinkt aan ontstaansperioden. Van belang<br />

<strong>voor</strong> <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> zijn <strong>het</strong> stratenpatroon,<br />

de overzichtelijkheid, de aanwezigheid <strong>van</strong><br />

<strong>voor</strong>zieningen, <strong>het</strong> <strong>voor</strong>komen en karakter <strong>van</strong><br />

private tuinen,… ;<br />

Structurerende lijnen:<br />

naast de geïnventariseerde,<br />

bestaande groene 'lijnen' gaat <strong>het</strong> hier om<br />

lijnen die minstens de potentie hebben om tot groene<br />

verbindingen te ontwikkelen. Het gaat om<br />

verbindingen <strong>voor</strong> mensen, fauna en flora. Omwille<br />

<strong>van</strong> hun (potentieel) oriënterend vermogen zijn deze<br />

lijnen <strong>van</strong> belang <strong>voor</strong> <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong>.<br />

Voorbeelden: dijk, woonlint, boulevard,…;<br />

Accentpunten en bijzondere plekken:<br />

dit zijn<br />

oriëntatiebakens in de openbare ruimte.<br />

Voorbeelden: stationsomgevingen, <strong>het</strong> centrum,<br />

parken,…, of op <strong>een</strong> lager niveau: sportparken,<br />

schoolterreinen,…<br />

JULI 09<br />

055<br />

2A


CASE DENDERMONDE<br />

ruimtelijke typologieën<br />

historische binnenstad stadsuitbreiding begin 20ste eeuw transformatie <strong>van</strong> Dendermonding<br />

arbeiderswijken uit de eerste helft <strong>van</strong> de<br />

20ste eeuw<br />

stadswallen met grootschalige<br />

<strong>voor</strong>zieningen<br />

naoorlogse ‘groene’ wijken in de<br />

stadsrand<br />

overgang naar de Scheldevallei<br />

lintbebouwing uit<strong>een</strong>gelegde stad<br />

Groenstructuurplan Dendermonde: ruimtelijke typologieën


Aanalyse ruimtelijke typologieën<br />

De bebouwde ruimte in Dendermonde wordt<br />

gekenmerkt door verschillende typologieën;<br />

<strong>een</strong> aantal vaak <strong>voor</strong>komende zijn weergegeven<br />

op de kaart: binnen<strong>stedelijk</strong>e omgeving<br />

(1), verkavelingen (2), landelijke woonlinten<br />

(3), industriezones (4), enz.<br />

Deze typologieën werden diepgaander<br />

geanalyseerd <strong>voor</strong> enkele deelzones in<br />

Dendermonde, deze kaartanalyse is te<br />

vinden in <strong>het</strong> addendum bij deze<br />

handleiding en is exemplarisch <strong>voor</strong> <strong>een</strong><br />

diepgaande analyse <strong>van</strong> <strong>een</strong> projectgebied.<br />

Aangezien dergelijke typologieën ook elders<br />

in Vlaanderen <strong>voor</strong>komen, werd op basis<br />

<strong>van</strong> de case Dendermonde, <strong>een</strong><br />

samenvattende analysefiche opgemaakt<br />

<strong>voor</strong> deze vier typologieën. Deze zijn hierna<br />

weergegeven. De fiches bevatten naast <strong>een</strong><br />

(ruimtelijke) analyse, ook <strong>een</strong> weergave <strong>van</strong><br />

knelpunten en opportuniteiten, en daarmee<br />

samenhangend ook de mogelijke strategieën<br />

die in <strong>een</strong> dergelijke typologie kunnen<br />

worden toegepast (zie ook blz. 115 e.v.).<br />

BINNENSTEDELIJK WOONGEBIED VERKAVELING BEDRIJVENTERREIN LANDELIJK WOONLINT<br />

Analyse Ruimtelijke typologieën<br />

ruimtelijke typologieën<br />

CASE DENDERMONDE<br />

057


Ruimtelijke analyse <strong>van</strong> en mogelijke strategieën <strong>voor</strong> verschillende typologieën


Ruimtelijke analyse <strong>van</strong> en mogelijke strategieën <strong>voor</strong> verschillende typologieën<br />

059


Ruimtelijke analyse <strong>van</strong> en mogelijke strategieën <strong>voor</strong> verschillende typologieën


Ruimtelijke analyse <strong>van</strong> en mogelijke strategieën <strong>voor</strong> verschillende typologieën<br />

061


<strong>voor</strong>beelden <strong>van</strong> bestaande groenstructuur:<br />

Integraal plan Openbare ruimte Gent, Groen op de kaart (Amsterdam-<br />

Noord) en Groenplan Arnhem<br />

De bestaande groenstructuur<br />

in Arnhem wordt als volgt<br />

getypeerd:<br />

Grote groen om de stad:<br />

Veluwe<br />

Rivierengebied<br />

Betuwe<br />

Grote groen in de stad:<br />

Stadsparken<br />

Groenblauwe lijnen (groenassen<br />

als recreatieve groene<br />

verbindingen tussen stad en<br />

<strong>het</strong> omliggend landschap)<br />

Stadslanen (radialen, lanen<br />

buitengebied, <strong>stedelijk</strong>e aders)<br />

Polderlinten (dijken, oude<br />

linten, groene ring Elden)<br />

Wijkgroen:<br />

Groen langs wijkwegen<br />

(subradialen, tangenten<br />

ontsluitingswegen)<br />

Wijkparken


<strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> ruimtelijke typologieën (deelgebieden):<br />

Integraal plan Openbare ruimte Gent<br />

063


MODEL GROENSTRUCTUURPLAN detail documenten en informatielagen<br />

2.B. Plannings- en beleidscontext<br />

2.A. Bestaande groenstructuur<br />

(BGS)<br />

Biologische waarderingskaart<br />

Metadataset <strong>stedelijk</strong>e groen<strong>voor</strong>zieningen<br />

Inventaris autochtone bomen en struiken<br />

Parkeninventaris<br />

Landschapsatlas<br />

Historisch kaartmateriaal<br />

{<br />

Ferraris<br />

Vandermaelen<br />

Dépot de la Guerre<br />

MGI<br />

Bodemkaart<br />

...<br />

2.B. Plannings- en<br />

beleidscontext<br />

KADERSTELLEND<br />

gem<strong>een</strong>telijk<br />

provinciaal<br />

vlaams<br />

Structuur-, uitvoeringsplannen &<br />

inrichtingsstudies<br />

Mobiliteitsplannen<br />

STRUCTUUR-<br />

PLAN<br />

2.C. Behoeftenonderzoek<br />

UITVOERINGS-<br />

PLAN<br />

INRICHTINGS-<br />

STUDIE<br />

Beschermde monumenten,<br />

dorps- en stadsgezichten & landschappen<br />

VEN<br />

Natura 2000<br />

Kaderrichtlijn Water<br />

EU luchtkwaliteitsnormen<br />

Natuurdecreet<br />

Bosdecreet<br />

Beschermde soorten<br />

algemene principes uit <strong>het</strong> milieubeleid: <strong>voor</strong>zorgsbeginsel,<br />

stand-still principe, integratiebeginsel,...<br />

...<br />

INDICATIEF<br />

Gem<strong>een</strong>telijk Natuurontwikkelingsplan<br />

Rele<strong>van</strong>te sectorale beleidsplannen<br />

Europees groenboek over <strong>het</strong> stadsmilieu<br />

...


BESCHRIJVING<br />

2b<br />

CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />

STAP 2 ANALYSE<br />

plannings- en beleidscontext<br />

DOEL: INZICHT IN JURIDISCHE EN BELEIDSMATIGE RANDVOORWAARDEN EN AANBEVELINGEN<br />

In deze fase moet inzicht worden<br />

verkregen in juridische en<br />

beleidsmatige rand<strong>voor</strong>waarden,en<br />

dit op verschillende beleidsniveaus:<br />

Europees, federaal, Vlaams,<br />

provinciaal en gem<strong>een</strong>telijk. De<br />

meeste <strong>van</strong> die rand<strong>voor</strong>waarden zijn<br />

bindend of minstens sterk<br />

kaderstellend (bij<strong>voor</strong>beeld<br />

beschermingen), andere elementen uit<br />

de beleids- en planningscontext<br />

kunnen eerder als indicatieve<br />

‘aanbevelingen’ en intenties<br />

beschouwd worden.<br />

Ook toekomstige plannen en<br />

projecten moeten in beschouwing<br />

genomen worden.<br />

Bas Smets Econnection<br />

GEWENSTE OUTPUT<br />

overzicht <strong>van</strong>:<br />

juridische en beleidsmatige<br />

kaderstellende (bindende)<br />

rand<strong>voor</strong>waarden<br />

juridische en beleidsmatige<br />

indicatieve rand<strong>voor</strong>waarden<br />

toekomstplannen en projecten<br />

in <strong>het</strong> onderzoeksgebied<br />

(ontwikkelingsprojecten, bij<strong>voor</strong>beeld<br />

nieuwe woongebieden, nieuwe bedrijvenof<br />

dienstenzones, geplande infrastructurele<br />

projecten, groenprojecten,...)<br />

Op de volgende bladzijden wordt <strong>een</strong><br />

algem<strong>een</strong> kader gesc<strong>het</strong>st waarbinnen<br />

<strong>het</strong> groenbeleid in Vlaanderen zich<br />

situeert. Het is echter belangrijk te<br />

realiseren dat lokale<br />

(beleids)initiatieven, acties en<br />

programma's in rekening gebracht<br />

dienen te worden om <strong>een</strong><br />

groenstructuur op maat <strong>van</strong> de<br />

gem<strong>een</strong>te of stad te realiseren.<br />

JULI 09<br />

065<br />

2B


Juridisch en<br />

beleidsmatig kader Datum Rele<strong>van</strong>tie<br />

Europees<br />

Groenboek over <strong>het</strong> stadsmilieu<br />

Mededeling <strong>van</strong> de Commissie aan<br />

de Raad en <strong>het</strong> Parlement<br />

NATURA 2000, Speciale<br />

Beschermingszones<br />

federaal en Vlaams<br />

Decreet <strong>van</strong> 18 mei 1999 houdende<br />

de organisatie <strong>van</strong> de ruimtelijke ordening<br />

Decreet betreffende de ruimtelijke ordening,<br />

gecoördineerd op 22 oktober 1996<br />

Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen<br />

Ruimtelijke bestemmingsplannen:<br />

gewestplan, BPA’s, RUP’s<br />

Decreet integraal waterbeleid<br />

Bosdecreet<br />

Decreet betreffende <strong>het</strong> natuurbehoud<br />

en <strong>het</strong> natuurlijke milieu<br />

06/06/1990<br />

1992<br />

18/05/1999<br />

28/10/1996<br />

1997<br />

1972-heden<br />

18/07/2003<br />

+ aanvullingen<br />

13/06/1990<br />

+ wijzigingen<br />

21/10/1997<br />

+ aanvullingen<br />

Een groenboek (gr<strong>een</strong> paper) is <strong>een</strong> document dat<br />

uitgebracht wordt door de Europese Commissie,<br />

waarin zij <strong>een</strong> probleem inventariseert en<br />

aanbevelingen doet <strong>voor</strong> <strong>het</strong> te voeren beleid.<br />

Vogel- en Habitatrichtlijngebieden<br />

Regelt de organisatie <strong>van</strong> de ruimtelijke ordening<br />

in Vlaanderen, onder meer de stedenbouwkundige<br />

vergunningen<br />

Gecoördineerde tekst <strong>van</strong> de <strong>voor</strong>malige<br />

Stedenbouwwet <strong>van</strong> 1962 en latere aanvullingen<br />

Bermbesluit 27/06/1984 Beheer <strong>van</strong> wegbermen.<br />

Decreet houdende vermindering <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

gebruik <strong>van</strong> bestrijdingsmiddelen door<br />

openbare diensten in <strong>het</strong> Vlaamse Gewest<br />

Lange Termijnplanning<br />

Groen<strong>voor</strong>ziening (AMINAL)<br />

Samenwerkingsover<strong>een</strong>komst<br />

Vlaams Gewest/Provincies/Steden en<br />

Gem<strong>een</strong>ten. Milieu als opstap naar<br />

duurzame ontwikkeling<br />

21/12/2001<br />

1993<br />

2002-2004<br />

2005-2007<br />

2008-2013<br />

Algemene doelstellingen <strong>voor</strong> <strong>stedelijk</strong>e gebieden<br />

en buitengebied<br />

Juridische bestemmingen <strong>van</strong> de ruimte en<br />

afbakening <strong>van</strong> groot<strong>stedelijk</strong>e gebieden<br />

Legt de principes, doelstellingen en structuren<br />

vast <strong>voor</strong> <strong>een</strong> duurzaam waterbeleid conform de<br />

bindende bepalingen <strong>van</strong> de Europese<br />

Kaderrichtlijn Water.<br />

Regelt <strong>het</strong> behoud, bescherming, aanleg en<br />

beheer <strong>van</strong> bossen in Vlaanderen. Artikel 4<br />

bepaalt dat de Vlaamse regering parken kan<br />

aanwijzen of erkennen.<br />

Heeft tot doel <strong>een</strong> verregaande bescherming,<br />

ontwikkeling en herstel <strong>van</strong> de natuur, <strong>het</strong><br />

natuurlijk milieu en de milieukwaliteit te<br />

verwezenlijken. Belangrijk hierbij zijn de standstill-,<br />

<strong>voor</strong>zorgs- en integratieprincipes.<br />

Verbod op gebruik <strong>van</strong> bestrijdingsmiddelen door<br />

openbare diensten<br />

Beschrijft algemene en bijzondere doelstellingen<br />

<strong>voor</strong> <strong>het</strong> groenbestand, de groenfuncties en <strong>het</strong><br />

beleidsinstrumentarium.<br />

Omvat tien thema's waaronder duurzame ontwikkeling,<br />

milieuverantwoord productgebruik, water, natuurlijke<br />

entiteiten.<br />

Juridisch en<br />

beleidsmatig kader Datum Rele<strong>van</strong>tie<br />

Beschermde dieren en planten<br />

Beschermde monumenten, stadsen<br />

dorpsgezichten<br />

Decreet betreffende de<br />

landschapszorg<br />

Decreet op <strong>het</strong> archeologisch<br />

patrimonium<br />

Landschapsatlas<br />

Beleidsvisie Harmonisch Park- en<br />

Groenbeheer<br />

provinciaal<br />

Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan,<br />

provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen<br />

en inrichtingsstudies<br />

Provinciaal Natuurontwikkelingsplan<br />

(enkel provincie Antwerpen)<br />

gem<strong>een</strong>telijk<br />

Gem<strong>een</strong>telijk Ruimtelijk Structuurplan,<br />

gem<strong>een</strong>telijke ruimtelijke uitvoeringsplannen<br />

en inrichtingsstudies<br />

Gem<strong>een</strong>telijke stedenbouwkundige<br />

verordeningen<br />

Gem<strong>een</strong>telijk mobiliteitsplan<br />

16/02/1976<br />

22/09/1980<br />

09/09/1981<br />

+wijzigingen<br />

03/1976<br />

+wijzigingen<br />

16/04/1996<br />

+wijzigingen<br />

30/06/1993<br />

28/02/2003<br />

15/06/2001<br />

(<strong>voor</strong>stelling)<br />

2002<br />

Milieuconvenant (ver<strong>van</strong>gen door Samenwerkingsover<strong>een</strong>komst<br />

- SO) en Gem<strong>een</strong>telijk<br />

Natuurontwikkelingsplan (GNOP)<br />

Bescherming <strong>van</strong> bepaalde in <strong>het</strong> wild levende<br />

plantensoorten, inheemse diersoorten en vogels.<br />

Regelt de bescherming, instandhouding, onderhoud en<br />

herstel <strong>van</strong> monumenten, stads- en dorpsgezichten<br />

Regelt de bescherming <strong>van</strong> landschappen en de instandhouding,<br />

<strong>het</strong> herstel en <strong>het</strong> beheer <strong>van</strong> beschermde<br />

landschappen, ankerplaatsen en erfgoedlandschappen.<br />

Stelt maatregelen vast <strong>voor</strong> de bevordering <strong>van</strong> de<br />

algemene landschapszorg. Ankerplaatsen kunnen worden<br />

aangeduid bij besluit <strong>van</strong> de Vlaamse regering. Wanneer<br />

de bepalingen uit de ankerplaatsen worden opgenomen in<br />

de ruimtelijke uitvoeringsplannen, spreekt men <strong>van</strong><br />

erfgoedlandschappen.<br />

Regelt de bescherming <strong>van</strong> <strong>het</strong> archeologisch patrimonium<br />

Inventaris <strong>van</strong> de landschappelijke relictgebieden:<br />

relictzones, ankerplaatsen, lijnrelicten, puntrelicten en<br />

zichten.<br />

Beleidsvisie <strong>voor</strong> <strong>het</strong> beleid en beheer <strong>van</strong> parken en<br />

openbaar groen<br />

Het PRS behandelt de structuurbepalende elementen op<br />

provinciaal niveau, onder meer de natuurlijke structuur en<br />

de afbakening <strong>van</strong> <strong>stedelijk</strong>e gebieden<br />

Visie op groen- en natuurontwikkeling op provinciaal<br />

niveau<br />

Het GRS behandelt de structuurbepalende elementen op<br />

gem<strong>een</strong>telijk niveau, onder meer de natuurlijke structuur<br />

Behandelen onder meer verordeningen met betrekking tot<br />

beplantingen, baangrachten en <strong>het</strong> vellen <strong>van</strong> bomen<br />

gewenste ruimtelijke en verkeersontwikkelingen <strong>van</strong>uit<br />

mobiliteitsoogpunt, samenhangende verkeersmaatregelen<br />

en ruimtelijke en ondersteunende maatregelen, concrete<br />

acties<br />

GNOP kaderde in <strong>het</strong> milieuconvenant (over<strong>een</strong>komst<br />

tussen de Vlaamse en lokale overheden) en heeft als<br />

bedoeling om op gem<strong>een</strong>telijk vlak <strong>het</strong> natuurbestand in<br />

kaart te brengen en <strong>het</strong> beleid te sc<strong>het</strong>sen dat er<strong>voor</strong> moet<br />

zorgen dat de natuur maximale overlevings- en<br />

ontplooiingskansen krijgt, meestal vertaald in specifieke<br />

acties. Milieuconvenanten zijn nu ver<strong>van</strong>gen door<br />

Samenwerkingsover<strong>een</strong>komsten (SO)


Hoe te werk gaan bij de inventarisatie <strong>van</strong><br />

juridische en beleidsmatige<br />

rand<strong>voor</strong>waarden en aanbevelingen?<br />

De wet- en regelgeving specifiek<br />

<strong>voor</strong> groen is erg beperkt. Het beheer <strong>van</strong><br />

parken komt aan bod binnen <strong>het</strong><br />

Bosdecreet. Verder zijn de principes <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

Harmonisch Park- en Groenbeheer<br />

richtinggevend <strong>voor</strong> <strong>het</strong> groenbeleid.<br />

Daarnaast geldt ook sectorale wetgeving<br />

rond natuur en water (zie tabel hiernaast).<br />

Bij <strong>het</strong> opstellen <strong>van</strong> <strong>een</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong><br />

Bas Smets Econnection<br />

2b<br />

dient echter ook met juridische en<br />

beleidselementen uit andere<br />

sectoren rekening gehouden te worden.<br />

De tabel hiernaast geeft <strong>een</strong> overzicht <strong>van</strong><br />

<strong>een</strong> aantal rele<strong>van</strong>te elementen die <strong>het</strong><br />

kader vormen waarin <strong>het</strong> groenbeheer in<br />

Vlaanderen zich situeert. Echter, deze tabel<br />

zal bij de opmaak <strong>van</strong> ieder individueel<br />

<strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> verder aangevuld en<br />

verfijnd moeten worden.<br />

CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />

STAP 2 ANALYSE<br />

plannings- en beleidscontext<br />

DOEL: INZICHT IN JURIDISCHE EN BELEIDSMATIGE RANDVOORWAARDEN EN AANBEVELINGEN<br />

Provincie West-Vlaanderen:<br />

model <strong>van</strong> stedenbouwkundige<br />

verordening <strong>voor</strong> lokale<br />

besturen<br />

De provincie West-Vlaanderen heeft<br />

<strong>een</strong> model <strong>van</strong> gem<strong>een</strong>telijke<br />

stedenbouwkundige verordening<br />

opgemaakt dat gem<strong>een</strong>ten kunnen<br />

gebruiken om groen in hun gem<strong>een</strong>te<br />

te beschermen of te stimuleren. In dit<br />

model worden verschillende aspecten<br />

belicht, zoals maatregelen rond de<br />

verplichting <strong>van</strong> groenaanleg bij<br />

bouwtechnische werken (groenaanleg<br />

als onderdeel <strong>van</strong> de<br />

stedenbouwkundige verordening);<br />

advies in verband met <strong>het</strong> al dan niet<br />

vergunningsplichtig maken <strong>van</strong><br />

groenaanleg (bijvoobeeld in<br />

beschermde landschappen) en<br />

verplichtingen rond <strong>het</strong> rooien <strong>van</strong><br />

houtige kleine landschapselementen.<br />

Lokale gem<strong>een</strong>tebesturen kunnen dit<br />

model opvragen bij de Provincie Westvlaanderen.<br />

JULI 09<br />

067<br />

2B


<strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> <strong>een</strong> inventaris <strong>van</strong> de provinciale beleidscontext:<br />

groenstructuurplan Tiel


plannings- en beleidscontext (uittreksels)<br />

CASE DENDERMONDE<br />

069


CASE DENDERMONDE<br />

plannings- en beleidscontext (uittreksels)


plannings- en beleidscontext (uittreksels)<br />

CASE DENDERMONDE<br />

071


CASE DENDERMONDE<br />

plannings- en beleidscontext (uittreksels)<br />

Uittreksels uit ‘Concept <strong>voor</strong> de Oude<br />

Dender tussen <strong>het</strong> nieuwe Denderkanaal<br />

en de Schelde’ (aanknooppunten <strong>voor</strong><br />

visievorming in binnenstad)


BESCHRIJVING<br />

CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />

STAP 2 ANALYSE<br />

2c groenbehoefte<br />

DOEL: NAGAAN OF HUIDIG OPENBAAR GROENAANBOD VOLDOENDE GROOT IS<br />

Voor de (leef)kwaliteit is de<br />

beschikbaarheid <strong>van</strong> voldoende<br />

kwalitatief groen belangrijk. Woon- en<br />

buurtgroen moeten voldoende<br />

aanwezig zijn in de onmiddellijke<br />

nabijheid <strong>van</strong> de bewoner, terwijl de<br />

aanwezigheid <strong>van</strong> grotere<br />

groen<strong>een</strong>heden en de<br />

tegemoetkoming aan bepaalde,<br />

specifieke eisen op <strong>een</strong> hoger<br />

schaalniveau ingevuld moet worden.<br />

Binnen <strong>het</strong> behoeftenonderzoek wordt<br />

de behoefte aan groen berekend op<br />

basis <strong>van</strong> functieniveaus (zie blz. 12-<br />

13 <strong>van</strong> deze handleiding).<br />

Deze kwantitatieve methodiekwerkt<br />

complementair aan <strong>het</strong> kwalitatieve<br />

onderzoek <strong>van</strong> stap 2A.<br />

Bas Smets Econnection<br />

GEWENSTE OUTPUT<br />

De oppervlakte openbaar groen die per<br />

inwoner <strong>van</strong> <strong>een</strong> statistische sector ter<br />

beschikking is.<br />

Berekening <strong>van</strong> de kwantitatieve behoefte<br />

aan openbaar groen<br />

GIS-weergave <strong>van</strong> dit groenaanbod<br />

BRONMATERIAAL<br />

bevolkingsgegevens per statistische sector<br />

kadastergegevens, topkaarten, gewestplan:<br />

basis <strong>voor</strong> omzetting <strong>van</strong> groenvlakken in<br />

shapes <strong>voor</strong> GIS-omgeving<br />

(gegevens over oppervlakte en eigendoms<br />

statuut <strong>van</strong> de groene vlakken).<br />

(inter)nationale richtnormen <strong>voor</strong> aanbod<br />

aan openbaar groen<br />

Hoewel in niet alle <strong>stedelijk</strong>e <strong>groenplan</strong>nen <strong>een</strong> groenbehoefteanalyse wordt opgenomen, is <strong>een</strong><br />

dergelijke analyse wel aan te bevelen. De praktijk <strong>van</strong> aanbod-behoefteanalyse wordt immers ook<br />

toegepast <strong>voor</strong> andere ‘ruimtelijke’ sectoren, zoals woongebieden of bedrijventerreinen (zie<br />

gem<strong>een</strong>telijke ruimtelijke structuurplannen en afbakeningsplannen <strong>voor</strong> <strong>stedelijk</strong>e gebieden). Inzicht<br />

in de groenbehoefte kan complementair werken aan de hier<strong>voor</strong> geïnventariseerde ruimtelijke en<br />

kwalitatieve aspecten <strong>van</strong> de groenstructuur (stap 2A). Zoals eerder in deze handleiding vermeld, zijn<br />

kwantiteit en kwaliteit <strong>van</strong> groen sterk met elkaar verbonden.<br />

De kwantitatieve analyse <strong>van</strong> de groenbehoefte dient in eerste instantie indicatief gebruikt te<br />

worden. Het is <strong>een</strong> belangrijke indicator <strong>voor</strong> de nood aan (bijkomend) groen in <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong>e<br />

weefsel. Als indicator mag de kwantitatieve groenbehoefte niet exclusief bekeken worden.<br />

Kwalitatieve aspecten dienen (minstens) evenwaardig bekeken te worden. In die zin dienen de<br />

verschillende aspecten <strong>van</strong> de analyse holistisch bekeken te worden om <strong>een</strong> sterke planopgave als<br />

basis <strong>voor</strong> <strong>een</strong> werkbare visievorming te kunnen opbouwen.<br />

Met andere woorden, <strong>het</strong> gepaste antwoord <strong>voor</strong> <strong>het</strong> invullen <strong>van</strong> <strong>een</strong> groentekort (uit de<br />

kwantitatieve groenbehoefte) kan/zal bestaan uit <strong>een</strong> goed evenwicht tussen <strong>een</strong> optimalisatie <strong>van</strong><br />

de bestaande groen<strong>voor</strong>zieningen, <strong>het</strong> strategisch omgaan met groenstructuren en -concepten en<br />

de gerichte invulling <strong>van</strong> nieuwe groenaanbod. Gelijkaardig betekent <strong>een</strong> voldoende of ruim<br />

aanbod aan bestaande groen<strong>voor</strong>zieningen niet noodzakelijk dat er g<strong>een</strong> nieuw, bijkomend aanbod<br />

gecreëerd hoeft te worden.<br />

JULI 09<br />

073<br />

2C


CASE DENDERMONDE<br />

groenbehoefte<br />

De groenbehoeftestudie heeft als doel <strong>een</strong> indicatie te geven <strong>van</strong> de<br />

eventuele tekorten aan openbaar groen op buurt-, wijk-, stadsdeel- en<br />

stadsniveau in de stad Dendermonde. De groenbehoeftestudie<br />

bestaat uit twee delen:<br />

Een analyse <strong>van</strong> de beschikbare statistische data op<br />

gem<strong>een</strong>teniveau en <strong>een</strong> vergelijking <strong>van</strong> deze statistische data<br />

met de nationale en internationale groennormen.<br />

De analyse geeft<br />

<strong>een</strong> eerste algem<strong>een</strong> beeld <strong>van</strong> de kwantitatieve tekorten aan<br />

openbaar groen in Dendermonde;<br />

Een behoefteberekening naar openbaar groen in Dendermonde op<br />

basis <strong>van</strong> GIS. De groenbehoefte in GIS wordt berekend <strong>voor</strong> drie<br />

verschillende scenario's.<br />

Het totale aandeel aan openbaar groen<br />

is de som <strong>van</strong> alle sportterreinen,<br />

speelterreinen, parken en volkstuinen.<br />

De helft <strong>van</strong> de totale oppervlakte aan<br />

openbaar groen bestaat uit parken en<br />

volkstuinen, terwijl ongeveer één<br />

derde bestaat uit sportterreinen.<br />

sportterreinen<br />

speelterreinen<br />

parken<br />

volkstuinen<br />

totaal openbaar groen<br />

ha %<br />

14<br />

8<br />

17<br />

5,11<br />

45<br />

31<br />

18<br />

39<br />

11<br />

100<br />

De totale oppervlakte aan openbaar<br />

groen is vergeleken met de algemene<br />

groennorm uit de Lange Termijnplanning<br />

Groen<strong>voor</strong>ziening <strong>van</strong> 1993. Hieruit<br />

blijkt dat er <strong>een</strong> groot tekort<br />

(10,3 m²/inw) is aan openbaar groen in<br />

vergelijking met de aanbevolen<br />

richtnorm (30 m²/inw). Dit betekent dat<br />

de huidige gekadastreerde oppervlakte<br />

aan sportterreinen, speelterreinen,<br />

parken en volkstuinen ontoereikend is<br />

om aan de algemene groenbehoefte <strong>van</strong><br />

Dendermonde te voldoen. Slechts 34%<br />

<strong>van</strong> de richtnorm wordt behaald.<br />

totaal openbaar groen<br />

richtnorm LangetermijnplanningGroen<strong>voor</strong>ziening<br />

vergelijking met<br />

richtnorm<br />

m²/inw %<br />

10,3<br />

30<br />

34%<br />

1 analyse <strong>van</strong> de statistische data<br />

Voor de analyse <strong>van</strong> de statistische data met betrekking tot <strong>het</strong><br />

openbaar groen wordt gebruik gemaakt <strong>van</strong> kadastrale gegevens <strong>van</strong><br />

2005 en de beschikbare data uit de volkstuinenstudie <strong>van</strong> 2007.<br />

In eerste instantie zijn de oppervlaktegegevens <strong>van</strong> sportterreinen,<br />

speelterreinen, parken en volkstuinen op <strong>het</strong> grondgebied <strong>van</strong><br />

Dendermonde onderling vergeleken.<br />

Hierdoor ontstaat <strong>een</strong> beeld <strong>van</strong><br />

<strong>het</strong> oppervlakteaandeel <strong>van</strong> de elke functie ten opzichte <strong>van</strong> de totale<br />

oppervlakte aan openbaar groen.<br />

In tweede instantie worden de oppervlaktegegevens vergeleken met<br />

de (inter-)nationaal geldende richtnormen <strong>voor</strong> de desbetreffende<br />

functies.<br />

Hierdoor ontstaat <strong>een</strong> beeld <strong>van</strong> enerzijds <strong>het</strong> algemene<br />

tekort aan openbaar groen (% t.ov. <strong>van</strong> de groennorm) en anderzijds de<br />

differentiatie <strong>van</strong> <strong>het</strong> groentekort <strong>van</strong> elke functie.<br />

Het algemene tekort aan openbaar kan<br />

verder worden gedifferentieerd naar<br />

functie. Uit de vergelijking <strong>van</strong> de<br />

kadastrale oppervlakte aan sportterreinen<br />

met de richtnorm uit de<br />

Planologische Kengetallen <strong>voor</strong> sportterreinen<br />

<strong>voor</strong> <strong>een</strong> gem<strong>een</strong>te met <strong>een</strong>zelfde<br />

bevolkingsom<strong>van</strong>g blijkt dat er<br />

<strong>een</strong> beperkt tekort (3,2 m²/inw) in<br />

vergelijking met de aanbevolen<br />

richtnorm (5,5 m²/m). 59% <strong>van</strong> de richtnorm<br />

wordt behaald.<br />

sportterreinen<br />

richtnorm <strong>voor</strong><br />

sportterreinen<br />

vergelijking met<br />

richtnorm<br />

m²/inw %<br />

3,2<br />

5,5<br />

(22 ha)<br />

59%<br />

Uit de vergelijking <strong>van</strong> de effectieve (dus<br />

niet de kadastrale) oppervlakte aan<br />

volkstuinen met de richtnorm uit de<br />

Planologische Kengetallen <strong>voor</strong> volkstuinen<br />

<strong>voor</strong> <strong>een</strong> gem<strong>een</strong>te met <strong>een</strong>zelfde<br />

bevolkingsom<strong>van</strong>g blijkt dat er <strong>een</strong><br />

beperkt tekort (1,2 m²/inw) is in<br />

vergelijking met de aanbevolen richtnorm<br />

(2 m²/inw). 64% <strong>van</strong> de richtnorm wordt<br />

behaald.<br />

volkstuinen<br />

richtnorm <strong>voor</strong><br />

volkstuinen<br />

vergelijking met<br />

richtnorm<br />

m²/inw %<br />

1,2<br />

2<br />

(9 ha)<br />

64%


CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />

STAP 2 ANALYSE<br />

2c groenbehoefte<br />

DOEL: NAGAAN OF HUIDIG OPENBAAR GROENAANBOD VOLDOENDE GROOT IS<br />

Hoe te werk gaan bij de analyse <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

huidige aanbod aan openbaar groen?<br />

Maak gebruik <strong>van</strong> de beschikbare<br />

kadastrale gegevens of beschikbare<br />

data rond oppervlakte <strong>van</strong><br />

groenvlakken uit eerdere studies.<br />

Voor de verschillende categorieën <strong>van</strong><br />

groenvlakken wordt nagegaan<br />

hoeveel oppervlakte ze innemen. Dit wil<br />

zeggen: de totale oppervlakte <strong>van</strong> alle<br />

sportterreinen, <strong>van</strong> alle parken,... wordt per<br />

categorie samengeteld. Deze gegevens<br />

kunnen onderling worden vergeleken.<br />

Hierdoor ontstaat <strong>een</strong> beeld <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

oppervlakteaandeel <strong>van</strong> elke functie ten<br />

opzichte <strong>van</strong> de totale oppervlakte aan<br />

openbaar groen.<br />

Daarna dienen deze oppervlaktegegevens<br />

vergeleken te worden met de (inter-)<br />

nationaal geldende richtnormen <strong>voor</strong><br />

de desbetreffende functies. Hierdoor ontstaat<br />

<strong>een</strong> beeld <strong>van</strong> enerzijds <strong>het</strong> algemene tekort<br />

aan openbaar groen (% t.ov. <strong>van</strong> de<br />

groennorm) en anderzijds de differentiatie <strong>van</strong><br />

<strong>het</strong> groentekort <strong>van</strong> elke categorie.<br />

Bas Smets Econnection<br />

METHODE<br />

De kwantitatieve groenbehoefte is gebeurd op basis <strong>van</strong> de bestaande groenstructuur<br />

en op basis <strong>van</strong> de principes en normen die uitgewerkt zijn in <strong>het</strong> Mira-S 2000-rapport<br />

en de Lange Termijnplanning Groen<strong>voor</strong>ziening (Bron: AGENTSCHAP VOOR NATUUR<br />

EN BOS & VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL, Kaarten - Parken in Vlaanderen)..<br />

Eventuele afwijkingen of interpretaties <strong>van</strong> deze methodiek worden in volgende<br />

teksten geëxpliciteerd.<br />

Merk op: enkel <strong>het</strong> openbaar<br />

groen wordt in rekening gebracht. Dit<br />

is uiteraard maar <strong>een</strong> fractie <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

totale groen in <strong>het</strong> gebied. Toch is <strong>het</strong><br />

interessant om enkel met <strong>het</strong> openbare<br />

groen te werken. Meestal is dit ook <strong>het</strong><br />

groen dat altijd (of minstens meestal)<br />

toegankelijk is, en bovendien heeft dit<br />

groen over <strong>het</strong> algem<strong>een</strong> de grootste<br />

gebruiksintensiteit.<br />

Praktisch gezien is <strong>het</strong> overigens ook<br />

<strong>het</strong> meest werkbaar om enkel met de<br />

openbare groen<strong>voor</strong>zieningen te<br />

werken (duidelijke kadastergrenzen en<br />

bijkomende gegevens over gebruik) en<br />

ook de internationale normeringen zijn<br />

enkel op <strong>het</strong> openbare groen gericht.<br />

Merk op:<br />

om praktische redenen<br />

wordt <strong>het</strong> onderzochte gebied<br />

meestal beperkter gehouden dan <strong>het</strong><br />

onderzoeksgebied (zie blz. 27 en<br />

volgende). Voor de groenbehoefte<br />

wordt <strong>het</strong> onderzoeksgebied meestal<br />

afgestemd op de grenzen <strong>van</strong><br />

statistische sectoren, omdat de<br />

bevolkingsgegevens ook per<br />

statistische sector beschikbaar zijn.<br />

Groennormen:<br />

Mira-S 2000 // Lange Termijnplanning<br />

Groen<strong>voor</strong>ziening:<br />

30 m² groen/inwoner<br />

Nederlandse groennorm:<br />

75 m² groen/woning<br />

JULI 09<br />

075<br />

2C


CASE DENDERMONDE<br />

groenbehoefte<br />

2 behoefteberekening<br />

De behoefteberekening naar openbaar groen in Dendermonde wordt<br />

berekend op basis <strong>van</strong> GIS. De groenbehoefte wordt berekend <strong>voor</strong><br />

drie verschillende scenario's:<br />

In <strong>het</strong> eerste scenario worden enkel de openbare parken in rekening<br />

gebracht <strong>voor</strong> de bepaling <strong>van</strong> de groenbehoefte.<br />

In <strong>het</strong> tweede scenario wordt de groenbehoefte berekend <strong>voor</strong> alle<br />

openbare parken, volkstuincomplexen en recreatiegebieden zoals<br />

weergegeven op <strong>het</strong> gewestplan.<br />

In <strong>het</strong> derde scenario wordt de groenbehoefte berekend <strong>voor</strong> alle<br />

openbare parken, volkstuincomplexen, recreatiegebieden en<br />

groene bestemmingen zoals weergegeven op <strong>het</strong> gewestplan.<br />

Het eerste scenario vormt <strong>een</strong> minimaal scenario, <strong>het</strong> tweede <strong>een</strong><br />

uitgebreid scenario en <strong>het</strong> derde <strong>een</strong> maximaal scenario.<br />

FUNCTIENIVEAU MAXIMUMAFSTAND<br />

TOT<br />

WOONOMGEVING<br />

woongroen<br />

buurtgroen<br />

wijkgroen<br />

stadsdeelgroen<br />

stadsgroen<br />

stadsgroen<br />

(stadsbos)<br />

< 150 m<br />

< 400 m<br />

< 800 m<br />

< 1600 m<br />

< 3200 m<br />

< 5000 m<br />

OPPERVLAKTE<br />

PARK<br />

< 0,5 ha<br />

0,5-5 ha<br />

5-10 ha<br />

10-60 ha<br />

60-200 ha<br />

200-300 ha<br />

Voor elk scenario worden telkens vier kaarten aangemaakt. Op basis <strong>van</strong><br />

deze gegevens wordt <strong>het</strong> aanbod vergeleken met de behoefte:<br />

Figuur (1): Situering groengebieden<br />

Kaart met topgrafische onderlegger, aanduiding <strong>van</strong> de<br />

gem<strong>een</strong>tegrenzen, de statistische sectoren en de afbakening <strong>van</strong> de<br />

groengebieden die in <strong>het</strong> desbetreffende scenario worden meegenomen<br />

<strong>voor</strong> de groenbehoefteberekening.<br />

Figuur (2): Bereik groengebieden<br />

Kaart met aanduiding <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>tegrenzen, de statistische sectoren,<br />

de afbakening <strong>van</strong> de geselecteerde groengebieden (i.f.v. <strong>het</strong> scenario)<br />

en <strong>het</strong> bereik <strong>van</strong> de desbetreffende groengebieden. Het bereik <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />

groengebied is de theoretische afstand die <strong>een</strong> bezoeker wil afleggen om<br />

<strong>een</strong> bepaald groengebied te bereiken. Deze afstand is gecorreleerd met<br />

de oppervlakte <strong>van</strong> <strong>het</strong> groengebied (zie tabel links en blz 12 <strong>van</strong> deze<br />

handleiding).<br />

Door middel <strong>van</strong> lineaire interpolaties tussen de drempelwaarden op de<br />

verschillende functieniveaus wordt <strong>het</strong> bereik berekend <strong>voor</strong> elk<br />

groengebied in functie <strong>van</strong> zijn oppervlakte. Ieder groengebied wordt<br />

daarbij als <strong>een</strong> cirkel <strong>voor</strong>gesteld waar<strong>van</strong> de straal (<strong>het</strong> bereik) berekend<br />

wordt aan de hand <strong>van</strong> de effectieve oppervlakte <strong>van</strong> <strong>het</strong> groengebied.<br />

(merk op: er wordt in deze methodologie om praktische redenen g<strong>een</strong><br />

rekening gehouden met barrières, hoewel deze <strong>een</strong> belangrijke invloed<br />

kunnen hebben op de bereikbaarheid).<br />

Figuur (3): Oppervlakte groengebied per inwoner (m²/inwoner)<br />

Kaart met aanduiding <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>tegrenzen, de afbakening <strong>van</strong> de<br />

geselecteerde groengebieden (i.f.v. <strong>het</strong> scenario) en de aanduiding <strong>van</strong><br />

de statistische sectoren. De statistische sectoren zijn ingekleurd in functie<br />

<strong>van</strong> de beschikbare groenoppervlakte per inwoner. Donkergroen staat<br />

<strong>voor</strong> statistische sector met veel groen per inwoner, lichtgroen staat <strong>voor</strong><br />

statistische sector met weinig groen per inwoner.<br />

Figuur (4): Groenaanbod in functie <strong>van</strong> bevolkingsdichtheid<br />

Kaart met aanduiding <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>tegrenzen, de afbakening <strong>van</strong> de<br />

geselecteerde groengebieden (i.f.v. <strong>het</strong> scenario) en de aanduiding <strong>van</strong><br />

de statistische sectoren. Per statistische sector wordt de beschikbare<br />

oppervlakte groengebied per inwoner, de groennorm en de<br />

bevolkingsdichtheid vergeleken.


CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />

STAP 2 ANALYSE<br />

2c groenbehoefte<br />

DOEL: NAGAAN OF HUIDIG OPENBAAR GROENAANBOD VOLDOENDE GROOT IS<br />

Hoe te werk gaan bij de<br />

behoefteberekening aan openbaar<br />

groen?<br />

Ga <strong>voor</strong> elk groenvlak dat in beschouwing<br />

wordt genomen (keuze afhankelijk <strong>van</strong><br />

scenario’s, zie case Dendermonde), na wat de<br />

oppervlakte en <strong>het</strong> bereik <strong>van</strong> <strong>het</strong> vlak is.<br />

Vergelijk deze gegevens met de spreiding <strong>van</strong><br />

de bevolking volgens statistische sectoren.<br />

Per statistische sector kan vervolgens<br />

nagegaan worden of wordt voldaan aan de<br />

minimum groennorm (uitgedrukt in minimum<br />

aantal m² per inwoner).<br />

Kaartmateriaal (in GIS) kan de resultaten<br />

inzichtelijk maken.<br />

Evaluatie/besluit <strong>van</strong> <strong>het</strong> kwantitatief<br />

behoeftenonderzoek<br />

De evaluatie <strong>van</strong> <strong>het</strong> kwantitatieve<br />

behoeftenonderzoek houdt in dat <strong>het</strong><br />

groenaanbod per inwoner getoetst wordt aan<br />

de normen wat betreft groenbehoefte in de<br />

Lange Termijnplanning Groen<strong>voor</strong>ziening.<br />

Hieruit wordt afgeleid of <strong>voor</strong> <strong>een</strong> gebied al<br />

dan niet voldoende groen <strong>voor</strong> de bewoners<br />

aanwezig is en waar de eventuele knelpunten<br />

zich <strong>voor</strong>doen.<br />

Bas Smets Econnection<br />

Richtnormen <strong>voor</strong> minimaal groenaanbod in functie <strong>van</strong> de bevolkingsdichtheid<br />

(bron: Lange Termijnplanning Groen<strong>voor</strong>ziening)<br />

bevolkingsdichtheid (inw/ha) minimaal groenaanbod (m²/inw)<br />

= 40<br />

>= 10<br />

>= 15<br />

>= 20<br />

>= 25<br />

>= 30* (40/bevolkingsdichtheid) 1<br />

1<br />

Bij <strong>een</strong> bevolkingsdichtheid <strong>van</strong> 40inw/ha of meer daalt <strong>het</strong> maximaal realiseerbare<br />

groenaanbod met toenemende bevolkingsdichtheid. Als de bevolkingsdichtheid 40 inw/ha groot<br />

is, dan wordt de drempelwaarde <strong>voor</strong> de vereiste parkoppervlakte per inwoner op 30 m²/inw<br />

gezet; als de bevolkingsdichtheid 80 inw/ha groot is, dan wordt de drempelwaarde <strong>voor</strong> de<br />

vereiste parkoppervlakte per inwoner op 15 m²/inw gezet<br />

JULI 09<br />

077<br />

2C


CASE DENDERMONDE<br />

groenbehoefte<br />

2 behoefteberekening (vervolg)<br />

Onderstaande tabel geeft <strong>een</strong> overzicht <strong>voor</strong> de codering <strong>van</strong> de<br />

verschillende combinaties.<br />

kaartcode bevolkingsdichtheid groenaanbod<br />

(inw/ha)<br />

(m²/inw)<br />

51<br />

= 10<br />

41<br />

6-15<br />

>= 15<br />

31<br />

15-25<br />

>= 20<br />

21<br />

25-40<br />

>= 25<br />

11<br />

>= 40<br />

50<br />


2 behoefteberekening (vervolg)<br />

Scenario 1 (vervolg)<br />

Kaart 2: Bereik groengebieden<br />

Kaart 3: Oppervlakte groengebied per inwoner<br />

In <strong>het</strong> centrum <strong>van</strong> Dendermonde hebben de statistische sectoren ten<br />

noorden <strong>van</strong> de Oude Dender (Ter Berm, Dendermonde O.L-Vrouw, en<br />

Het Schijf) <strong>het</strong> meest openbaar groen per inwoner (90-120 m²/inw),<br />

evenals de statistische sectoren Ouburg en Varenberg in de<br />

deelgem<strong>een</strong>te Oudegem.<br />

Kaart 4: Groenaanbod in functie <strong>van</strong> bevolkingsdichtheid<br />

Besluit scenario 1:<br />

In dit scenario heeft ongeveer ¼ <strong>van</strong> <strong>het</strong> grondgebied <strong>van</strong> Dendermonde<br />

<strong>een</strong> voldoende groenaanbod. Het betreft <strong>het</strong> centrum <strong>van</strong> Dendermonde<br />

(historische kern + 19de en 20ste eeuwse woonwijken), de<br />

deelgem<strong>een</strong>ten Appels en Oudegem en <strong>het</strong> zuidelijke deel <strong>van</strong><br />

Grembergen.<br />

CASE DENDERMONDE<br />

groenbehoefte<br />

079


CASE DENDERMONDE<br />

groenbehoefte<br />

2 behoefteberekening (vervolg)<br />

Scenario 2<br />

In dit tweede scenario wordt de groenbehoefte berekend <strong>voor</strong> de<br />

openbare parken,devolkstuincomplexen enderecreatiegebieden<br />

op <strong>het</strong> gewestplan. Het betreft volgende recreatiegebieden op <strong>het</strong><br />

gewestplan:<br />

Recreatiegebieden (code 0400)<br />

Gebieden <strong>voor</strong> dagrecreatie (code 0401)<br />

Kaart 1: Situering groengebieden<br />

Het betreft in totaal 28 groengebieden. Het merendeel <strong>van</strong> de<br />

groengebieden is gelegen in en rondom <strong>het</strong> centrum <strong>van</strong><br />

Dendermonde. Een groengebied met <strong>een</strong> belangrijke invloed op de<br />

behoefteberekening is <strong>het</strong> meersengebied Meerdam in de bocht <strong>van</strong> de<br />

Dender. Dit groengebied is op gewestplan bestemd als recreatiegebied<br />

heeft als gevolg <strong>van</strong> zijn oppervlakte (71 ha) <strong>een</strong> groot bereik (2200m).<br />

Kaart 2: Bereik groengebieden


2 behoefteberekening (vervolg)<br />

Scenario 2 (vervolg)<br />

Kaart 3: Oppervlakte groengebied per inwoner<br />

Nagenoeg <strong>het</strong> volledige centrum <strong>van</strong> Dendermonde en de deelgem<strong>een</strong>te<br />

Oudegem kennen <strong>een</strong> hoge dichtheid aan openbaar groen (120-240<br />

m²/inw), evenals de statistische sectoren Ouburg en Varenberg in de<br />

deelgem<strong>een</strong>te Oudegem.<br />

Kaart 4: Groenaanbod in functie <strong>van</strong> bevolkingsdichtheid<br />

Besluit scenario 2:<br />

In dit scenario heeft ongeveer de helft <strong>van</strong> grondgebied <strong>van</strong><br />

Dendermonde <strong>een</strong> voldoende groenaanbod. Een belangrijke<br />

kanttekening hierbij is <strong>het</strong> recreatiegebied Meerdam. Op de kaart beslaat<br />

<strong>het</strong> bereik <strong>van</strong> Meerdam <strong>een</strong> groot gedeelte <strong>van</strong> de deelgem<strong>een</strong>te<br />

<strong>voor</strong>beeld Grembergen, <strong>van</strong> ruimtelijke terwijl in realiteit typologieën de Dender (deelgebieden):<br />

<strong>een</strong> belangrijke barrière <strong>voor</strong> de<br />

Integraal bereikbaarheid plan Openbare er<strong>van</strong>. Hierdoor ruimtebeslaat Gent <strong>het</strong> effectieve bereik enkel de<br />

zuidzijde <strong>van</strong> <strong>het</strong> groengebied.<br />

CASE DENDERMONDE<br />

groenbehoefte<br />

081


CASE DENDERMONDE<br />

groenbehoefte<br />

2 behoefteberekening (vervolg)<br />

Scenario 3<br />

In dit scenario wordt de groenbehoefte berekend <strong>voor</strong> de openbare<br />

parken,de volkstuincomplexen,derecreatiegebieden op <strong>het</strong><br />

gewestplan en onderstaande groene bestemmingen op <strong>het</strong><br />

gewestplan:<br />

Groengebieden (code 0700)<br />

Natuurgebieden (code 701)<br />

Groengebieden met vissershutten (code 0733)<br />

Bosgebieden (code 0800)<br />

Bufferzones (code 0600), natuurgebieden met wetenschappelijke<br />

waarde of natuurreservaten (code 0702) en bosgebieden met<br />

ecologisch belang zijn niet meegenomen in de behoefteberekening.<br />

Kaart 1: Situering groengebieden<br />

Het betreft in totaal 65 groengebieden. De groengebieden zijn tamelijk<br />

evenwichtig gespreid over <strong>het</strong> volledige grondgebeid <strong>van</strong><br />

Dendermonde. De grote groengebieden met <strong>een</strong> groot bereik zijn<br />

gelegen in de Scheldevallei. Het betreft <strong>een</strong> deel <strong>van</strong> de<br />

Vlassenbroekse Polder en <strong>het</strong> Grembergen-broek. In <strong>het</strong> zuiden is de<br />

vallei <strong>van</strong> de Grote Beek <strong>een</strong> groengebied met <strong>een</strong> belangrijke invloed op<br />

de behoefteberekening.<br />

Kaart 2: Bereik groengebieden


2 behoefteberekening (vervolg)<br />

Scenario 3 (vervolg)<br />

Kaart 4: Groenaanbod in functie <strong>van</strong> bevolkingsdichtheid<br />

Besluit scenario 3:<br />

In dit scenario heeft nagenoeg <strong>het</strong> volledige grondgebied <strong>van</strong><br />

Dendermonde <strong>een</strong> voldoende groenaanbod. Concreet betekent dit dat<br />

indien alle recreatiegebieden en alle groen- natuur-, en bosgebieden op<br />

<strong>het</strong> gewestplan publiek toegankelijk zouden worden gemaakt <strong>het</strong> huidige<br />

<strong>voor</strong>beeld tekort aan openbaar <strong>van</strong> ruimtelijke groen typologieën is ingelost. (deelgebieden):<br />

Integraal plan Openbare ruimte Gent<br />

CASE DENDERMONDE<br />

groenbehoefte<br />

083


KNELPUNTEN<br />

Beperkte bereikbaarheid <strong>van</strong> <strong>het</strong> groen <strong>voor</strong> verschillende<br />

vervoersmodi (met grootste aandacht <strong>voor</strong> langzaam verkeer<br />

en openbaar vervoer);<br />

Barrières <strong>voor</strong> de natuurlijke ontwikkeling (spoorlijnen, kanalen,<br />

wegen, bruggen, viaducten, rivieren/duikers,...);<br />

Onderbroken of niet consequent doorgezette lijnen of<br />

verbindingen;<br />

Te kleine dimensies <strong>van</strong> de groengebieden, ook beperkte<br />

breedte <strong>van</strong> de groenassen (versnippering,<br />

soortenarmoede,...);<br />

Te lage natuurlijkheid <strong>van</strong> <strong>het</strong> groen;<br />

Te beperkt aanbod groen <strong>voor</strong> recreatief gebruik (aanbod<br />

voldoet niet aan behoefte);<br />

Te weinig verspreid aanbod aan groen;<br />

te weinig gevarieerd aanbod aan groen;<br />

Aanbod aan groen is te weinig toegankelijk, met als gevolg <strong>een</strong><br />

te hoge gebruiksintensiteit in <strong>het</strong> toegankelijke groen (wat op<br />

zijn beurt leidt tot verstoring <strong>van</strong> natuurwaarden);<br />

G<strong>een</strong> of weinig (groene) identiteitsdragers, beperkte<br />

beeldwaarde <strong>van</strong> <strong>het</strong> huidige groen, visuele<br />

‘aanwezigheid’ <strong>van</strong><br />

<strong>het</strong> groen op strategische plaatsen (ter hoogte <strong>van</strong> stations,<br />

spoor- of snelwegen, op- en afritten, invalswegen naar <strong>het</strong><br />

centrum,...);<br />

Relatie tussen bebouwde omgeving en landschap is niet ideaal:<br />

bij<strong>voor</strong>beeld de bebouwde omgeving keert zich af <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

omgevende landschap, gebrek aan verbindingen,…;<br />

Eigendomssituatie <strong>van</strong> <strong>het</strong> groen: indien in handen <strong>van</strong> derden:<br />

moeilijker te beheren/ontwikkelen / ook moeilijkheden met<br />

gem<strong>een</strong>tegrensoverschrijdende groengebieden;<br />

Ontevredenheid bij gebruikers, bezoekers of lokale actoren in<br />

verband met de groenstructuur;<br />

...<br />

als de hier gepresenteerde knelpunten niet <strong>voor</strong>komen in <strong>het</strong><br />

onderzoeksgebied, of juist <strong>het</strong> tegendeel geldig is, kan dit<br />

aangeduid worden als kwaliteiten.<br />

BEDREIGINGEN<br />

Barrières <strong>voor</strong> de realisatie <strong>van</strong> de gewenste groengebieden uit<br />

de plannings- en beleidscontext ( spoorlijnen, kanalen, wegen,<br />

bruggen, viaducten, rivieren/duikers,...);<br />

Relatie tussen bebouwde omgeving en landschap wordt<br />

bedreigd: bij<strong>voor</strong>beeld toekomstplannen waarbij de gem<strong>een</strong>te<br />

uitbreidt in landschappelijk niet geschikte gebieden;<br />

Geplande infrastructurele of stedenbouwkundige plannen met<br />

<strong>een</strong> mogelijke negatieve impact op de groenstructuur;<br />

weinig beschermd groen;<br />

...<br />

KANSEN<br />

veel geplande bijkomende groen<strong>voor</strong>zieningen in de planningsen<br />

beleidscontext;<br />

Geplande infrastructurele of stedenbouwkundige plannen waar<br />

groen <strong>een</strong> structurerende rol kan spelen;<br />

...<br />

<strong>voor</strong>beelden <strong>van</strong> knelpunten/kwaliteiten, kansen en bedreigingen <strong>voor</strong> de groenstructuur<br />

(niet limitatief)


BESCHRIJVING<br />

CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />

2d<br />

STAP 2 ANALYSE<br />

evaluatie en planopgave<br />

DOEL: INZICHT IN KNELPUNTEN, RANDVOORWAARDEN, KANSEN IN HET ONDERZOEKSGEBIED<br />

In deze laatste fase <strong>van</strong> stap 2 wordt al<br />

de verzamelde informatie vertaald<br />

naar <strong>een</strong> duidelijke planopgave.<br />

Er<br />

wordt antwoord gezocht op vragen als:<br />

wat is te behouden? Wat zijn<br />

knelpunten in de groenstructuur?<br />

Door de bestaande groenstructuur te<br />

evalueren, uit de plannings- en<br />

beleidscontext de belangrijkste<br />

rand<strong>voor</strong>waarden, kansen en<br />

bedreigingen te destilleren en door de<br />

evaluatie <strong>van</strong> <strong>het</strong> eventuele tekort aan<br />

groen, kan <strong>een</strong> planopgave <strong>voor</strong> <strong>het</strong><br />

onderzoeksgebied worden opgemaakt.<br />

Deze planopgave vormt de overstap<br />

naar de visie (stap 3). Desgewenst<br />

kan ook <strong>een</strong> bevraging bij betrokken<br />

partijen (gem<strong>een</strong>telijke diensten,<br />

bewoners, bezoekers,...) input geven<br />

<strong>voor</strong> <strong>het</strong> formuleren <strong>van</strong> de<br />

planopgave.<br />

Bas Smets Econnection<br />

GEWENSTE OUTPUT<br />

(kernachtig) overzicht <strong>van</strong>:<br />

kwaliteiten (waarden) in de huidige groen- en<br />

ruimtelijke structuur<br />

knelpunten in de huidige groen- en<br />

ruimtelijke structuur<br />

kansen (potenties) <strong>voor</strong>tvloeiend uit de huidige<br />

groen- en ruimtelijke structuur en uit de<br />

rand<strong>voor</strong>waarden uit de beleids- en<br />

planningscontext<br />

bedreigingen <strong>voor</strong>tvloeiend uit de huidige<br />

groen- en ruimtelijke structuur en uit de<br />

rand<strong>voor</strong>waarden uit de beleids- en<br />

planningscontext<br />

als overstap naar de<br />

visievorming (stap3)<br />

Voor de evaluatie en planopgave<br />

grijpen we terug naar de <strong>voor</strong>gaande<br />

stappen. Bedoeling is om in deze stap<br />

<strong>een</strong> kernachtig overzicht te geven <strong>van</strong><br />

kwaliteiten, knelpunten, kansen en<br />

bedreigingen. Dit kan gebeuren aan de<br />

hand <strong>van</strong> <strong>een</strong> puntsgewijze<br />

opsomming.<br />

Hier<strong>voor</strong> kan opnieuw gebruik gemaakt<br />

worden <strong>van</strong> de overkoepelende<br />

thema’s:<br />

natuurlijkheid en ecologische<br />

kwaliteiten;<br />

landschappelijke en cultuurhistorische<br />

waarde;<br />

gebruikswaarde;<br />

bestaande ruimtelijke structuur;<br />

bestaande groenstructuur;<br />

rand<strong>voor</strong>waarden uit de beleids- en<br />

planningscontext;<br />

evaluatie <strong>van</strong> de kwantitatieve<br />

behoefte.<br />

JULI 09<br />

085<br />

2D


CASE DENDERMONDE<br />

evaluatie en planopgave<br />

<strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> synthesekaarten <strong>van</strong> de planopgave:<br />

groenstructuurplan Tiel<br />

De belangrijkste knelpunten en potenties <strong>voor</strong> de onderzochte<br />

systemen, de planningscontext en <strong>het</strong> groenbehoeftenonderzoek<br />

vormen de basis <strong>voor</strong> de planningsopgave. Deze omvat:<br />

integraal waterbeheer <strong>van</strong> de waterlopen met aandacht <strong>voor</strong> zowel<br />

waterkwaliteit als waterkwantiteit;<br />

ontsnippering <strong>van</strong> <strong>het</strong> ecologisch, landschappelijk en recreatief systeem;<br />

opwaarderen milieukwaliteit;<br />

aangepast (groen)beheer conform doelstellingen Harmonisch Park- en<br />

Groenbeheer;<br />

afstemming op beheerplannen en toekomstige natuurrichtplannen,<br />

instandhoudingsdoelstellingen en eventuele bosuitbreiding;<br />

visie omtrent de bufferzones rond bedrijventerreinen, meer bepaald<br />

uitbreiding <strong>van</strong> bedrijventerrein Hoogveld;<br />

opwaarderen en uitbreiden <strong>van</strong> <strong>het</strong> 'langzaam' recreatief netwerk;<br />

voldoende aanbod <strong>van</strong> volkstuinen;<br />

er is <strong>een</strong> voldoende aanbod aan groen <strong>voor</strong> wat betreft <strong>het</strong> centrumgebied<br />

<strong>van</strong> Dendermonde, maar de bereikbaarheid dient geoptimaliseerd te<br />

worden;<br />

verhogen <strong>van</strong> de verkeersleesbaarheid door verkeersgeleidende<br />

groenstructuren;<br />

verhogen toegankelijkheid en beleefbaarheid (landbouw)landschappen;<br />

aanleg, inrichting en beheer <strong>van</strong> landschapselementen volgens<br />

landschapskenmerkende typologie;<br />

opportuniteiten door aansluiting op Sigmaplan, terug openmaken <strong>van</strong><br />

delen <strong>van</strong> de Oude Dender tussen <strong>het</strong> Nieuwe Denderkanaal en de<br />

Schelde, de aanleg <strong>van</strong> overstromingsgebieden langs de Dender, <strong>het</strong><br />

fietsroutenetwerk, de herinrichting <strong>van</strong> de N17, Schelde-Landschapspark,<br />

enz.


Hoe te werk gaan bij <strong>het</strong> formuleren <strong>van</strong><br />

de planopgave?<br />

De punten, lijnen en vlakken die in de<br />

<strong>voor</strong>gaande analyses hoog gewaardeerd<br />

werden (zie blz. 39, 47 en 49 <strong>van</strong> deze<br />

handleiding), komen in deze evaluatie naar<br />

<strong>voor</strong> als minstens te behouden kwaliteiten.<br />

Missing links, verstorende elementen en<br />

dergelijke kunnen worden geduid als<br />

knelpunten.<br />

Ook word gepoogd om de achterliggende<br />

oorzaken te achterhalen <strong>van</strong> bepaalde<br />

knelpunten.<br />

Zo wordt de natuurlijke en ecologische<br />

kwaliteit grotendeels bepaald door volgende<br />

factoren:<br />

beschikbare ruimte en dimensies (breedte<br />

en lengte) <strong>van</strong> de (punten,) lijnen en<br />

vlakken;<br />

menselijk ingrijpen (gebruik);<br />

<strong>het</strong> beheer;<br />

de samenhang tussen de groengebieden<br />

onderling en met <strong>het</strong> buitengebied. Groene<br />

verbindingen zijn dus uitermate belangrijk<br />

<strong>voor</strong> de natuurlijke en ecologische kwaliteit<br />

<strong>van</strong> de groenstructuur.<br />

Bas Smets Econnection<br />

De gem<strong>een</strong>telijke overheid kan ingrijpen op<br />

elk <strong>van</strong> die factoren, maar <strong>voor</strong>al de laatste<br />

twee factoren zijn <strong>het</strong> gemakkelijkst te<br />

realiseren. Het vergroten <strong>van</strong> de<br />

oppervlakte/breedte <strong>van</strong> gebieden of lijnen<br />

is niet altijd mogelijk door <strong>het</strong> beperkt<br />

aanbod aan beschikbare ruimte. Menselijk<br />

gebruik is tot op zekere hoogte te sturen,<br />

maar controle op oneigenlijk gebruik is<br />

moeilijk.<br />

Verbindingen daarentegen kunnen vaak met<br />

beperkte middelen uitgebouwd of versterkt<br />

worden en beheer is meestal volledig in<br />

handen <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>telijke overheid. Het<br />

<strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> moet zo <strong>voor</strong>al kansen<br />

duidelijk maken die relatief <strong>een</strong>voudig<br />

kunnen leiden tot de gewenste<br />

groenstructuur. Hierbij dient aandacht uit te<br />

gaan naar de dimensies en ecologische<br />

inrichting <strong>van</strong> deze verbindingen om als<br />

ecologische corridor te kunnen functioneren<br />

(zie ondermeer blz. 46: TOVER).<br />

Bij de evaluatie <strong>van</strong> de plannings- en<br />

beleidscontext kan nagegaan worden of de<br />

geformuleerde beleidsdoelstellingen<br />

doorwerken in de bestaande groenstructuur,<br />

en of de in de beleidscontext vastgelegde<br />

groene bestemmingen volledig gerealiseerd<br />

zijn.<br />

CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />

2d<br />

STAP 2 ANALYSE<br />

evaluatie en planopgave<br />

DOEL: INZICHT IN KNELPUNTEN, RANDVOORWAARDEN, KANSEN IN HET ONDERZOEKSGEBIED<br />

Bij <strong>voor</strong>keur worden de kwaliteiten,<br />

knelpunten, kansen en bedreigingen<br />

zowel in woord én beeld<br />

samengevat.<br />

Een <strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />

synthesekaart is weergegeven op de<br />

bladzijde hiernaast.<br />

JULI 09<br />

087<br />

2D


MODEL GROENSTRUCTUURPLAN<br />

CATALOGUS METHODIEK OPBOUW STEDELIJK GROENPLAN<br />

basis groentypologie:<br />

catalogiseren <strong>van</strong> de groentypologie<br />

VISIE<br />

ALGEMENE VISIE,<br />

DOELSTELLINGEN<br />

EN UITGANGSPUNTEN<br />

* cf. duurzaamheidsaspecten<br />

oplossingen per groentypologie<br />

1. AFBAKENING VAN HET STUDIEGEBIED<br />

2ANALYSE<br />

2.A. Bestaande groenstructuur<br />

(BGS)<br />

3. VISIE- EN CONCEPTVORMING<br />

4. ACTIEPLAN<br />

1.A. projectgebied<br />

1.B. onderzoeksgebied<br />

evaluatie<br />

evaluatie evaluatie<br />

{<br />

3.A. plekspecifieke strategieën<br />

4.A. financiering<br />

4.D. prioritering en fasering<br />

2.B. Plannings- en<br />

beleidscontext<br />

1.A<br />

planopgave<br />

3.B. plekspecifieke vertaling naar typologieoplossingen<br />

1.B<br />

2.C. Behoeftenonderzoek<br />

inrichtings<strong>voor</strong>stellen<br />

(groenontwikkeling en -<br />

transformatie)<br />

beheersmaatregelen<br />

terugkoppeling naar<br />

beleid/planningscontext<br />

flankerende maatregelen


6<br />

Stap 3<br />

VISIE- EN CONCEPTVORMING


BESCHRIJVING<br />

STAP 3 VISIE- EN CONCEPTVORMING<br />

DOEL: FORMULEREN VAN ALGEMENE EN PLEKSPECIFIEKE DOELSTELLINGEN EN OPLOSSINGEN<br />

Op basis <strong>van</strong><br />

de aanwezige waarden en potenties;<br />

<strong>het</strong> beleid;<br />

de groenbehoefte;<br />

de wensen <strong>van</strong> de betrokken partijen<br />

wordt <strong>een</strong> streefbeeld <strong>voor</strong> de<br />

groenstructuur opgemaakt. Dit<br />

streefbeeld gaat zowel in op de<br />

gewenste groenstructuur zelf, als op<br />

inrichting- en beheersmaatregelen. De<br />

tekstuele visie wordt bij <strong>voor</strong>keur ook<br />

in <strong>een</strong> synt<strong>het</strong>iserend beeld<br />

<strong>voor</strong>gesteld. Dit beeld kan <strong>een</strong> sc<strong>het</strong>s<br />

zijn <strong>van</strong> de gewenste groenstructuur,<br />

met aanduiding <strong>van</strong> huidige en<br />

gewenste:<br />

grote groengebieden (vlakken);<br />

groenassen (lijnen);<br />

specifieke puntvormige<br />

groenelementen;<br />

deelgebieden met verschillende<br />

groentypologie.<br />

De gewenste groenstructuur dient op<br />

elk <strong>van</strong> deze vier niveaus uitspraak te<br />

doen.<br />

Bas Smets Econnection<br />

GEWENSTE OUTPUT<br />

algemene doelstellingen en visie<br />

plekspecifieke strategieën<br />

plekspecifieke typologie-oplossingen<br />

CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />

aandacht <strong>voor</strong> plekspecifieke<br />

oplossingen<br />

In de <strong>voor</strong>gaande analysestappen<br />

hebben we veel aandacht besteed aan<br />

<strong>het</strong> detecteren <strong>van</strong> specifieke typeelementen<br />

<strong>van</strong> de groenstructuur<br />

(vlakken, lijnen en punten) en aan <strong>het</strong><br />

detecteren <strong>van</strong> typologieën en<br />

deelgebieden.<br />

Deze typologieën vormen de basis <strong>voor</strong><br />

<strong>een</strong> plekspecifieke visievorming: <strong>voor</strong><br />

elke onderscheiden groentypologie,<br />

maar ook <strong>voor</strong> de gedetecteerde<br />

deelgebieden en bijzondere plekken<br />

wordt <strong>een</strong> visie en type-oplossingen<br />

<strong>voor</strong>gesteld.<br />

JULI 09<br />

091


De doelstellingen <strong>van</strong> <strong>het</strong> groenstructuurplan Tiel worden<br />

samengevat in <strong>het</strong> motto 'zichtbaar<br />

landschap,<br />

leesbare stad'.<br />

De klemtoon ligt op <strong>het</strong> verbinden <strong>van</strong> de stad en <strong>het</strong><br />

omliggende landschap, en op <strong>het</strong> 'binnentrekken' <strong>van</strong> dit<br />

landschap in de stad zelf. Bovendien worden de<br />

landschappelijke structuren als uitgangspunt <strong>voor</strong> de verdere<br />

ruimtelijke ontwikkeling <strong>van</strong> de stad genomen.<br />

a/ landschappelijke structuur als basis <strong>voor</strong><br />

ontwikkelingen<br />

Natte komgronden en uiterwaarden vormen g<strong>een</strong> goede<br />

bouwlocaties. Dit zijn niet enkel risicozones <strong>voor</strong><br />

overstromingen, maar zijn ook <strong>voor</strong> de natuurlijke en<br />

landschappelijke structuur <strong>van</strong> belang door hun openheid en<br />

natuurwaarden. Stedelijke uitbreidingen worden bijgevolg<br />

maximaal op de hoger gelegen gronden <strong>voor</strong>zien, terwijl de<br />

lager geleden gronden landschappelijk, recreatief en natuurlijk<br />

versterkt worden.<br />

b/ benutten <strong>van</strong> bestaande landschappelijke<br />

waarden en relaties<br />

De landschappelijke lintdorpen dienen als groene assen<br />

versterkt te worden. Hierbij moeten de landschappelijke<br />

kenmerken <strong>van</strong> de omgeving (kleinschalige perceelsstructuur,<br />

groene coulissen, aanwezigheid <strong>van</strong> bloesembomen,…)<br />

maximaal worden benut. Daarnaast is <strong>het</strong> <strong>van</strong> belang om op<br />

strategische plaatsen '<strong>stedelijk</strong>e balkons' te realiseren, waarbij<br />

<strong>het</strong> landschap wordt gebruikt om de stad aan zijn omgeving te<br />

presenteren. Ook worden <strong>voor</strong>stellen gedaan om de overgang<br />

<strong>van</strong> stad naar land te verzachten, bij<strong>voor</strong>beeld door<br />

waterbeheer- en recreatieve <strong>voor</strong>zieningen <strong>voor</strong> <strong>een</strong><br />

bedrijventerrein te <strong>voor</strong>zien in de overgangszone naar de<br />

open ruimte.<br />

c/ infrastructuur als visitekaartje<br />

Snel- en spoorwegen worden maximaal ontwikkeld als groene<br />

ruggengraat, met zowel <strong>een</strong> recreatieve als ecologische<br />

betekenis. Groene spoorbermen dienen <strong>een</strong> representatieve<br />

begeleiding door Tiel naar <strong>het</strong> stationsgebied te zijn. De<br />

stationsomgeving zelf wordt verder uitgebouwd als<br />

hoogwaardige openbare ruimte met slechts gedeeltelijk <strong>een</strong><br />

groene invulling.<br />

<strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> doelstellingen (algem<strong>een</strong> en plekspecifiek):<br />

groenstructuurplan Tiel<br />

De andere wegen worden onderverdeeld in drie typen:<br />

De lussen, met <strong>een</strong> te ontwikkelen beeld <strong>van</strong> zeer landschappelijk tot hoog<strong>stedelijk</strong>;<br />

Landschappelijke wegen als <strong>stedelijk</strong>e uitvalswegen naar <strong>het</strong> landschap;<br />

Overige hoofdwegen met <strong>een</strong> herkenbaar, <strong>een</strong>duidig consequent beeld over <strong>het</strong> hele traject.<br />

Strategische punten langs de wegen worden uitgebouwd als stadsentrees of poorten. Groen speelt<br />

ook hierbij <strong>een</strong> belangrijke rol<br />

d/ versterken <strong>van</strong> de interne structuur<br />

Dit uitgangspunt richt zich op <strong>het</strong> versterken <strong>van</strong> de onderscheidende kenmerken <strong>van</strong> de wijken, om<br />

te komen tot <strong>een</strong> minder diffuus <strong>stedelijk</strong> weefsel, en <strong>het</strong> versterken <strong>van</strong> de landschappelijke en<br />

overige lijnen tussen stad en open ruimte. Deze lijnen krijgen zowel <strong>een</strong> recreatieve als in sommige<br />

gevallen <strong>een</strong> ecologische betekenis.


Hoe te werk gaan bij <strong>het</strong> formuleren <strong>van</strong><br />

algemene uitgangspunten en<br />

doelstellingen?<br />

Bedoeling is om de knelpunten op te lossen,<br />

de kwaliteiten minstens te behouden en<br />

waar nodig verder te versterken, de kansen<br />

optimaal te benutten en de bedreigingen te<br />

milderen.<br />

Het formuleren <strong>van</strong> de uitgangspunten en<br />

doelstellingen heeft dus <strong>een</strong> directe<br />

relatie met de planopgave.<br />

Probeer de doelstellingen ook<br />

maximaal af te stemmen op de 6 pijlers<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> Harmonisch Park- en<br />

Groenbeheer. Deze pijlers zijn<br />

weergegeven op blz. 23 <strong>van</strong> deze<br />

handleiding.<br />

Bas Smets Econnection<br />

STAP 3 VISIE- EN CONCEPTVORMING<br />

DOEL: FORMULEREN VAN ALGEMENE EN PLEKSPECIFIEKE DOELSTELLINGEN EN OPLOSSINGEN<br />

Voorbeelden <strong>van</strong> algemene<br />

uitgangspunten en doelstellingen (niet<br />

limitatief):<br />

Verhogen <strong>van</strong> de kwaliteit en kwantiteit <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

openbare groen, in samenhang met <strong>het</strong><br />

landschap en de ruimtelijke opbouw <strong>van</strong> de<br />

gem<strong>een</strong>te. De lokale potenties vormen hierbij de<br />

basis;<br />

Vergroten <strong>van</strong> de herkenbaarheid, identiteit,<br />

beeldkwaliteit en landschappelijke beleving <strong>van</strong><br />

<strong>het</strong> groen;<br />

Tegengaan <strong>van</strong> versnippering;<br />

De 'onderlegger' en ontstaanswijze <strong>van</strong> de<br />

gem<strong>een</strong>te zijn afleesbaar uit <strong>het</strong> beeld <strong>van</strong> de<br />

stad en zijn omgeving;<br />

Het behoud en versterken <strong>van</strong> de<br />

cultuurhistorische waardevolle elementen;<br />

Verhogen <strong>van</strong> de soortenrijkdom, <strong>een</strong><br />

groenstructuur als versterking <strong>van</strong> de<br />

ecologische infrastructuur, met voldoende<br />

oppervlakte aan natuurlijke gebieden,<br />

voldoende ecologische verbindingen en <strong>een</strong><br />

aangepast beheer;<br />

(Al dan niet) versterken <strong>van</strong> <strong>het</strong> contrast<br />

bebouwde-open ruimte aan de randen <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

bebouwd gebied;<br />

Ontwikkelen <strong>van</strong> <strong>een</strong> groenstructuur doorh<strong>een</strong><br />

de gem<strong>een</strong>te, met <strong>een</strong><br />

natuurverbindingsfunctie en met aandacht <strong>voor</strong><br />

water in de gem<strong>een</strong>te;<br />

Voldoen aan de groenbehoefte op buurt-, wijk,<br />

stadsdeel, stads- en gem<strong>een</strong>telijk niveau;<br />

CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />

Zonering <strong>van</strong> <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong> <strong>het</strong> groen naar<br />

draagkracht <strong>van</strong> de ruimtelijke typologiëen en<br />

intensiteit <strong>van</strong> gebruik. Een goede verhouding<br />

tussen de verschillende zones is <strong>van</strong> groot<br />

belang <strong>voor</strong> <strong>een</strong> optimaal woongenot;<br />

Ontwikkeling <strong>van</strong> <strong>een</strong> multifunctionele<br />

groenstructuur;<br />

Een aangename leefomgeving scheppen en <strong>het</strong><br />

versterken <strong>van</strong> de eigenheid <strong>van</strong> de wijken;<br />

Een groen netwerk ontwikkelen <strong>voor</strong> fietsers en<br />

voetgangers;<br />

Efficiënt en duurzaam beheer en inrichting <strong>van</strong><br />

<strong>het</strong> openbaar groen. De soorten worden<br />

afgestemd op de bodemgesteldheid binnen de<br />

gem<strong>een</strong>te;<br />

Groen meer bereikbaar maken;<br />

Aanzet geven <strong>voor</strong> de incorporatie <strong>van</strong> groen bij<br />

inrichtingsplannen <strong>voor</strong> de publieke ruimte en<br />

andere ruimtelijke projecten;<br />

compacte stad / gedeconcentreerde bundeling<br />

als ruimtelijk ontwikkelingsprincipe (deze<br />

doelstelling moet gelinkt worden aan<br />

doelstellingen uit <strong>het</strong> gem<strong>een</strong>telijk of<br />

provinciaal ruimtelijk structuurplan);<br />

multifunctionaliteit , verzoenen <strong>van</strong><br />

verschillende groenfuncties;<br />

inschakelen <strong>van</strong> <strong>het</strong> groen in <strong>een</strong><br />

langzaamverkeersnetwerk en/of<br />

speelruimteweefsel,...;<br />

...<br />

JULI 09<br />

093


Uitgangspunten in <strong>het</strong> groenstructuurplan<br />

Arnhem<br />

De doelstellingen worden samengevat in <strong>een</strong><br />

aantal motto’s:<br />

Bewaren en versterken;<br />

Zuinig omgaan met bestaande en potentiële<br />

kwaliteiten;<br />

Groen blijft groen;<br />

Kansen benutten;<br />

Alles op zijn plaats;<br />

Tegengaan <strong>van</strong> versnippering;<br />

Schoon en netjes;<br />

Beheer afgestemd op streefbeeld.<br />

Mogelijke strategieën <strong>voor</strong> lijnen<br />

Bestaande verbindingen opwaarderen en waar<br />

nodig verbreden (bomenlanen, aanpassen <strong>van</strong><br />

verkeerspunten). Zowel <strong>voor</strong> recreanten als <strong>voor</strong><br />

dieren is <strong>het</strong> <strong>van</strong> belang in <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong><br />

<strong>een</strong> minimale breedte <strong>voor</strong> de groene assen e<br />

bepalen.<br />

Mogelijke doelstellingen en strategieën in de bebouwde omgeving<br />

<strong>het</strong> plaatselijk intensiveren <strong>van</strong> <strong>het</strong> groen;<br />

de gebruikswaarde, toegankelijkheid en/of bereikbaarheid <strong>van</strong> <strong>het</strong> groen verhogen. Dit laatste dient te gebeuren<br />

door barrières weg te werken. Om de toegankelijkheid te verhogen, is <strong>het</strong> mogelijk noodzakelijk dat de gem<strong>een</strong>te<br />

afstemt met eigenaars of indien nodig grondpositie verwerft;<br />

Bij projectontwikkelingen binnen de bebouwde kom kunnen minimale percentages openbaar groen/speelruimte<br />

opgelegd worden (<strong>voor</strong>beelden in Nederland gaan uit <strong>van</strong> 30 tot 75m²/woning);<br />

Naast deze kwantitatieve norm, kunnen ook meer kwalitatieve normeringen worden opgenomen in<br />

bestemmingsplannen (<strong>voor</strong> elk project afzonderlijk) of gem<strong>een</strong>telijke verordeningen (bepalen <strong>van</strong> <strong>een</strong> algem<strong>een</strong><br />

kwaliteitsniveau <strong>voor</strong> groen, bij<strong>voor</strong>beeld regels mbt geveltuinen en bloembakken, zie figuur Gent);<br />

de multifunctionaliteit <strong>van</strong> <strong>het</strong> groen verhogen: <strong>een</strong> variatie aan belevingskwaliteiten (ruimtelijkheid, natuurlijkheid,<br />

cultuur en historie, rust en stilte, uitrusting,..) inspireert tot <strong>een</strong> waaier aan activiteiten (spel, recreatie,<br />

natuurstudie,…) en tal <strong>van</strong> andere functies (natuurontwikkeling, buffering, klimaatregeling,...);<br />

geveltuinen, groendaken,... zijn relatief ‘<strong>een</strong>voudige’ maar effectieve inrichtingsmaatregelen in <strong>een</strong><br />

(dicht)bebouwde omgeving.<br />

De realisatie <strong>van</strong> groene verbindingen is gericht<br />

op <strong>het</strong> behoud, herstel en de nieuwe aanplant<br />

<strong>van</strong> houtsingels, houtwallen en/of bomen, oevers,<br />

grasstroken,…. Dit kan op eigen initiatief <strong>van</strong> de<br />

gem<strong>een</strong>te gebeuren, maar kan ook gebeuren<br />

door <strong>het</strong> stimuleren <strong>van</strong> particulieren. Mogelijke typologie-oplossingen in de<br />

bebouwde kom:<br />

visie op geveltuinen en bloembakken,<br />

Integraal plan<br />

Openbaar Domein Gent


Hoe te werk gaan bij <strong>het</strong> formuleren <strong>van</strong><br />

plekspecifieke uitgangspunten en<br />

doelstellingen?<br />

Een praktische insteek is <strong>het</strong> formuleren<br />

<strong>van</strong> doelstellingen <strong>voor</strong> minstens volgende<br />

deelgebieden of deelelementen:<br />

<strong>het</strong> groen binnen <strong>het</strong> bebouwde<br />

gebied.<br />

Binnen <strong>het</strong> bebouwde gebied kan<br />

nog onderscheid gemaakt worden naar<br />

deelgebieden (op basis <strong>van</strong> verschillende<br />

typologieën, zie blz. 95 e.v. <strong>van</strong> deze<br />

handleiding) en bijzondere plekken;<br />

de groene verbindingen<br />

(lijnelementen), die niet enkel groene<br />

elementen binnen <strong>het</strong> bebouwde gebied<br />

verbinden, maar ook verbindingen maken<br />

tussen <strong>het</strong> bebouwde gebied en de open<br />

ruimte. Onderscheid kan worden gemaakt<br />

naargelang de functie/schaal/gebruik/locatie<br />

<strong>van</strong> de lijnelementen;<br />

<strong>het</strong> groen rond de bebouwde ruimte<br />

(dus in de open ruimte). Ook hier kan<br />

desgewenst onderscheid gemaakt worden<br />

in deelgebieden en bijzondere plekken.<br />

Bas Smets Econnection<br />

STAP 3 VISIE- EN CONCEPTVORMING<br />

DOEL: FORMULEREN VAN ALGEMENE EN PLEKSPECIFIEKE DOELSTELLINGEN EN OPLOSSINGEN<br />

“Beter groen binnen de bebouwde<br />

kom”<br />

Dit betekent dat lokaal maatwerk vereist<br />

is. De bestaande verschillen tussen de<br />

wijken/buurten in de gem<strong>een</strong>te worden als<br />

uitgangspunt genomen en er kan desgewenst<br />

<strong>een</strong> wijk- of buurtspecifieke 'sfeer' worden<br />

vastgesteld. Versterking <strong>van</strong> deze kenmerken<br />

betekent niet noodzakelijk meer groen<br />

(meestal is de beschikbare ruimte beperkt),<br />

maar veelal <strong>een</strong> betere openbare ruimte.<br />

“Meer groen rond de bebouwde kom”<br />

Om <strong>het</strong> aanbod te versterken, kan bijkomend<br />

recreatief groen worden aangelegd buiten de<br />

bebouwde kom. Aandacht dient hierbij uit te<br />

gaan naar de bereikbaarheid <strong>van</strong> dit nieuwe<br />

groen. Anderzijds kan <strong>het</strong> ook <strong>van</strong> belang zijn<br />

<strong>het</strong> groen rond de stad te beschermen tegen<br />

stadsuitbreiding (zie <strong>voor</strong>beeld<br />

Groenstructuurplan Tiel blz. 92).<br />

Interessant en inspirerend bronmateriaal <strong>voor</strong><br />

plekspecifieke typeoplossingen is te vinden in<br />

<strong>het</strong> ‘Vademecum Bomen’.<br />

BRONMATERIAAL<br />

CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />

“Sneller naar buiten”, aandacht <strong>voor</strong><br />

groene verbindingen<br />

De verbindingen tussen:<br />

Groengebieden onderling;<br />

Woongebieden/centrum en groengebieden;<br />

Groengebieden en de open ruimte<br />

zijn <strong>van</strong> <strong>het</strong> allergrootste belang, zowel <strong>voor</strong> de<br />

natuur-ecologische waarde als <strong>voor</strong> de recreatieve<br />

gebruikswaarde <strong>van</strong> de groenstructuur.<br />

Belang <strong>voor</strong> de natuurlijke en ecologische<br />

waarde<br />

Waar afzonderlijke groengebieden soms te<br />

klein kunnen zijn <strong>voor</strong> de populaties, kan door<br />

verbindingen <strong>een</strong> samenhang worden gecreeerd<br />

zodat de oppervlakte <strong>van</strong> <strong>het</strong> leefgebied<br />

groter wordt. Verbindingen kunnen zowel<br />

groen als groen-blauw zijn en naast radiale<br />

groenassen is ook concentrisch groen <strong>van</strong><br />

belang om <strong>een</strong> fijnmazig vertakt netwerk<br />

(raamwerk) tussen grotere en kleinere<br />

groenelementen te bekomen.<br />

Het versterken <strong>van</strong> ecologische relaties is in<br />

sommige gevallen ook op <strong>een</strong> minder zichtbaar<br />

niveau nodig. Zo zal <strong>het</strong> <strong>voor</strong> in <strong>het</strong> water<br />

levende soorten aangewezen zijn constructies<br />

zoals duikers maximaal te vermijden.<br />

Belang <strong>voor</strong> de recreatieve waarde<br />

Via groene verbindingen worden recreatieve<br />

en andere gebieden beter bereikbaar <strong>voor</strong><br />

langzaam verkeer. De assen op zich vormen<br />

even<strong>een</strong>s aantrekkelijke zacht-recreatieve<br />

verbindingen.<br />

JULI 09<br />

095


“beter groen in de stad” “sneller naar buiten” “meer groen rond de stad”<br />

<strong>voor</strong>beelden <strong>van</strong> algemene conceptvorming en gewenste groenstructuur:<br />

Groenstructuurplan Amsterdam-Noord (bovenaan links en onderaan) en groenstructuurplan Utrecht (bovenaan rechts)


De visie wordt bij <strong>voor</strong>keur vertaald naar <strong>een</strong><br />

synthesebeeld met ruimtelijke reservering.<br />

Hierbij kan eventueel gebruik gemaakt worden<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> synthesebeeld <strong>voor</strong> de gewenste<br />

groenstructuur in <strong>het</strong> gem<strong>een</strong>telijk ruimtelijk<br />

structuurplan als basis <strong>voor</strong> deze kaart. Meestal<br />

zal <strong>het</strong> echter noodzakelijk zijn deze kaart op<br />

basis <strong>van</strong> de doelstellingen verder te verfijnen.<br />

zie <strong>voor</strong>beelden Amsterdam-Noord<br />

(vorige bladzijde) en Utrecht (boven)<br />

<strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> gewenste groenstructuur: groenstructuurplan Utrecht<br />

<strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> <strong>een</strong> visuele vertaling <strong>van</strong> algemene doelstellingen<br />

groenstructuurplan Tiel<br />

<strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> ruimtelijke typologieën (deelgebieden):<br />

Integraal plan Openbare ruimte Gent<br />

097


Uit de analyse <strong>van</strong> de bestaande toestand bleek in <strong>het</strong> Eilandje, <strong>een</strong> <strong>voor</strong>malige industriële site<br />

in Antwerpen, de impact <strong>van</strong> de solitaire bomen op de perceptie <strong>van</strong> de ruimte beperkt tot<br />

onbestaande te zijn. De ruimte kenmerkte zich immers door grote dimensies, veel openheid en<br />

<strong>een</strong> industrieel rasterpatroon. De verspreide solitaire bomen verdwenen als <strong>het</strong> ware in <strong>het</strong> niets<br />

bij de grote schaal <strong>van</strong> de buitenruimte. Als strategie op maat <strong>van</strong> de buurt, wordt in <strong>het</strong><br />

<strong>groenplan</strong> <strong>voor</strong>gesteld om de solitaire bomen zoveel mogelijk te ver<strong>van</strong>gen door bomenclusters.<br />

Door <strong>het</strong> introduceren <strong>van</strong> bomenclusters wordt de oorspronkelijke openheid <strong>van</strong> de buurt niet<br />

teniet gedaan, maar wordt wel <strong>een</strong> bijdrage geleverd tot <strong>een</strong> hogere woonkwaliteit. Om aan te<br />

sluiten bij <strong>het</strong> eigen karakter <strong>van</strong> <strong>het</strong> Eilandje, worden echter g<strong>een</strong> typisch binnen<strong>stedelijk</strong>e<br />

bomen geïntroduceerd.<br />

De soortenkeuze werd bepaald door <strong>een</strong> aantal criteria:<br />

kleinere soorten, omdat deze dicht bij de voetgangers kunnen aansluiten, met garantie <strong>van</strong> vrije<br />

doorzichten tot op <strong>een</strong> hoogte <strong>van</strong> 2m80;<br />

verschillende soorten met verschillende groeisnelheden en ook verschillende hoogten om relatief<br />

snel <strong>een</strong> gevarieerd beeld te krijgen. De snelgroeiende bomen worden beschouwd als 'wijkers',<br />

duurzame bomen als 'blijvers'. De positie <strong>van</strong> de blijvers is <strong>van</strong> belang, zij worden in <strong>een</strong><br />

specifieke lijn aangeplant, als aanzet <strong>van</strong> <strong>een</strong> laanritme. Door <strong>het</strong> na verloop <strong>van</strong> tijd uitdunnen<br />

<strong>van</strong> de wijkers kunnen de blijvers verder doorgroeien, <strong>het</strong> eindbeeld zal hoofdzakelijk door de<br />

blijvers bepaald worden;<br />

soorten die refereren aan de bomen die spontaan groeien langs de Schelde. Het gaat hier dus<br />

bewust om niet-binnen<strong>stedelijk</strong>e (g<strong>een</strong> 'decoratieve') bomen.<br />

De bomen krijgen <strong>een</strong> gem<strong>een</strong>schappelijke groene bodembedekking en worden dicht op elkaar<br />

aangeplant met <strong>het</strong> oog op <strong>een</strong> zo groot mogelijke ruimtelijke impact zonder <strong>een</strong> te groot<br />

aandeel <strong>van</strong> de buitenruimte in te nemen. Groene bodembedekking brengt ook <strong>een</strong> minimum<br />

aan onderhoud met zich mee. Op strategische plaatsen worden de groene bodembedekkers<br />

ver<strong>van</strong>gen door siergrassen of platines met groene voegen (<strong>voor</strong> doorwaadbare gedeelten).<br />

Het groenconcept opgenomen in <strong>het</strong> beeldkwaliteitplan <strong>voor</strong> de<br />

Mechelse binnenstad gaat uit <strong>van</strong> <strong>een</strong> tweeledige strategie (conceptuele<br />

weergave schema’s onderaan):<br />

Enerzijds worden de potenties <strong>van</strong> de grote publiekeruimte-entiteiten<br />

maximaal benut. Het gaat dan <strong>voor</strong>al om grote groenvlakken en lijnen<br />

zoals de Vaart, de Dijle, de Kruidtuin en de Zuidelijke vesten (zie schema<br />

bovenaan: midden);<br />

Anderzijds wordt de groenstructuur bepaald door kleinschalige<br />

groenimpulsen (schema boven, rechts). Het gaat dan om:<br />

Punten: solitaire groenelementen.<br />

Het groenconcept gaat enkel uit<br />

<strong>van</strong> de reeds bestaande waardevolle groenelementen. Nieuwe<br />

'punten' (solitaire groenelementen) worden niet gestimuleerd<br />

aangezien de structurerende waarde beperkt is;<br />

Lijnen:<br />

langs de belangrijkste wegen (hoofdlanen, boulevards,…)<br />

worden groene bermen en begeleidende beplanting <strong>voor</strong>zien of verder<br />

vervolledigd;<br />

Vlakken:<br />

op <strong>een</strong> beperkte oppervlakte wordt groen strategisch<br />

aangebracht op <strong>een</strong> beeld- en ruimtestructurerende wijze. Het groen<br />

kan bestaan uit bomengroepen of plantvakken <strong>voor</strong> struiken en wordt<br />

zoveel mogelijk opgeladen met functie(s), zoals <strong>een</strong> halte <strong>voor</strong> <strong>het</strong><br />

openbaar vervoer, verlichting, informatieborden, fietsenstallingen,…<br />

<strong>voor</strong>beelden <strong>van</strong> <strong>een</strong> plekspecifieke vertaling naar<br />

typologie-oplossingen <strong>voor</strong><br />

de bebouwde kom: Groenplan Eilandje (links) en<br />

Beeldkwaliteitplan Mechelen (rechts)


Op de belangrijkste lijnen op stadsniveau, zoals stadslanen en<br />

groenblauwe lijnen, horen bomen <strong>van</strong> eerste grootte thuis.<br />

In deze brede groene zones vormen struweelbeplanting en bomen<br />

samen de drager. Dit kunnen <strong>een</strong> of meer doorgaande of onderbroken<br />

rijen bomen zijn.<br />

De boomsoort is gerelateerd aan de landschappelijke onderlegger.<br />

Op de stuwwal worden soorten <strong>van</strong> de Veluwe en de landgoederen<br />

gebruikt, bij<strong>voor</strong>beeld eik, beuk, linde en esdoorn;<br />

In <strong>het</strong> poldergebied staan soorten <strong>van</strong> rivier en polder, bij<strong>voor</strong>beeld<br />

populier, es, wilg en fruitbomen. De bomen <strong>voor</strong> <strong>het</strong> buitengebied zijn<br />

allen inheemse soorten, mede <strong>van</strong>wege de natuurwaarde;<br />

In <strong>het</strong> hoog<strong>stedelijk</strong> deel <strong>van</strong> de stad staan boomsoorten die goed<br />

tegen <strong>het</strong> stadsklimaat kunnen en in de <strong>stedelijk</strong>e sfeer passen<br />

(bij<strong>voor</strong>beeld plataan, robinia);<br />

Binnen de wijken zelf worden deze landschapsprincipes zoveel<br />

mogelijk doorgezet, maar de beschikbare ruimte en gebruikseisen zijn<br />

hier echter meer leidend. Zowel uit- als inheemse soorten worden hier<br />

toegepast.<br />

Afhankelijk <strong>van</strong> de locatie <strong>van</strong> de wegen,<br />

wordt <strong>een</strong> typeoplossing <strong>voor</strong>gesteld <strong>voor</strong><br />

de inpassing <strong>van</strong> groen in <strong>het</strong> wegprofiel:<br />

In de <strong>stedelijk</strong>e profielen (midden) is <strong>een</strong><br />

tweezijdige laanbeplanting in groene<br />

bermen gewenst;<br />

Waar deze wegen meer landschappelijk<br />

ingebed zijn, kan de boombeplanting op<br />

<strong>het</strong> landschap reageren (bij<strong>voor</strong>beeld<br />

laan, losse bomen, los verband of g<strong>een</strong><br />

bomen, zie boven);<br />

Voor de belangrijkste wegen op wijkniveau<br />

gelden dezelfde principes als <strong>voor</strong> de<br />

wegen op stadsniveau, all<strong>een</strong> is de maat<br />

kleiner. Hier kunnen ook bomen <strong>van</strong> de<br />

tweede en derde grootte als<br />

laanbeplanting aanwezig zijn (onder).<br />

<strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> ruimtelijke typologieën (deelgebieden):<br />

Integraal plan Openbare ruimte Gent<br />

<strong>voor</strong>beelden <strong>van</strong> <strong>een</strong> plekspecifieke vertaling naar typologieoplossingen<br />

<strong>voor</strong> de verbindingen (lijnelementen):<br />

Groenplan Arnhem<br />

099


inrichtings<strong>voor</strong>stellen en beheersmaatregelen op basis <strong>van</strong> de gewenste<br />

groenstructuur <strong>voor</strong> Arnhem.<br />

<strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> plekspecifieke strategieën: <strong>groenplan</strong> Arnhem<br />

Inrichtings<strong>voor</strong>stel <strong>voor</strong> de groenstructuur in <strong>een</strong> binnen<strong>stedelijk</strong>e omgeving met hoge<br />

representativiteit en beperkte beschikbare ruimte: <strong>het</strong> <strong>voor</strong>zien <strong>van</strong> verplaatsbaar groen.<br />

Het groen kan weggenomen worden als op bepaalde momenten (markt, stoeten,<br />

manifestaties,...) meer ruimte nodig is. Bovendien kan <strong>het</strong> groen aangepast worden aan de<br />

seizoenen waardoor <strong>een</strong> gevarieerd beeld kan ontstaan in de binnenstad.<br />

Voorbeeld <strong>van</strong> <strong>een</strong> inrichtings<strong>voor</strong>stel <strong>voor</strong> de representatieve delen<br />

<strong>van</strong> <strong>een</strong> stad:<br />

Integraal plan Openbaar Domein Gent


Hoe te werk gaan bij <strong>het</strong> ontwikkelen <strong>van</strong><br />

strategieën <strong>voor</strong> de realisatie <strong>van</strong> de<br />

gewenste groenstructuur?<br />

De realisatie <strong>van</strong> <strong>het</strong> wensbeeld kan op<br />

verschillende sporen gebeuren:<br />

formuleren <strong>van</strong> inrichtings<strong>voor</strong>stellen<br />

<strong>voor</strong> groenontwikkeling<br />

en -transformatie // Het uitvoeren <strong>van</strong><br />

concrete acties;<br />

beheersmaatregelen // Het wegwerken<br />

<strong>van</strong> achterstallig beheer en <strong>het</strong> invoeren<br />

<strong>van</strong> <strong>een</strong> gedifferentieerd groenbeheer;<br />

terugkoppeling naar beleid en<br />

planningscontext // Het opnemen <strong>van</strong><br />

de streefbeeldambities als rand<strong>voor</strong>waarden<br />

bij ruimtelijke planvorming;<br />

Het nemen <strong>van</strong> flankerende<br />

maatregelen (communicatie, overleg,…).<br />

Bas Smets Econnection<br />

STAP 3 VISIE- EN CONCEPTVORMING<br />

DOEL: FORMULEREN VAN ALGEMENE EN PLEKSPECIFIEKE DOELSTELLINGEN EN OPLOSSINGEN<br />

Hoe inrichtings<strong>voor</strong>stellen <strong>voor</strong> de<br />

groenontwikkeling en -transformatie<br />

formuleren?<br />

De eerste strategie heeft tot doel de kwaliteit<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> bestaande groen te verbeteren en de<br />

groenstructuur verder te versterken door de<br />

ontwikkeling <strong>van</strong> nieuwe groenvlakken of -<br />

lijnen (punten, dwz solitaire aanplantingen,<br />

hebben slechts <strong>een</strong> geringe structurerende<br />

werking, althans bij nieuwe elementen).<br />

De inrichtingsprincipes <strong>voor</strong> <strong>het</strong> groen<br />

worden bij <strong>voor</strong>keur in functie <strong>van</strong> de locatie,<br />

<strong>het</strong> gewenste gebruik en de gewenste<br />

waarden <strong>van</strong> <strong>het</strong> groen uitgewerkt. Zo zullen<br />

andere inrichtingsprincipes gelden <strong>voor</strong> <strong>het</strong><br />

centrum, de woonwijken of <strong>een</strong> overgangszone<br />

tussen bebouwde en niet-bebouwde<br />

omgeving.<br />

Afhankelijk <strong>van</strong> de functie die <strong>het</strong> groen<br />

heeft/krijgt worden deze principes verder<br />

uitgediept en zal <strong>het</strong> groenvlak of de lijn <strong>een</strong><br />

eerder natuurlijke inrichting dan wel <strong>een</strong><br />

inrichting gericht op intensiever gebruik<br />

krijgen. Het is ook mogelijk dat deelzones<br />

binnen de vlakken of lijnen eigen accenten<br />

krijgen.<br />

Eerder natuurlijke zones met beperkte,<br />

gecontroleerde toegankelijkheid (natuurkern,<br />

wandelgroen,…);<br />

Zones met meer gebruiksmogelijkheden en<br />

dus meer verstoring (speelgroen, stadsgroen,<br />

groen <strong>voor</strong> specifiek gebruik,…).<br />

CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />

JULI 09<br />

101


Voor de ontwikkeling <strong>van</strong> deze<br />

<strong>voor</strong>malige industriële site tot <strong>een</strong><br />

woonomgeving worden op<br />

verschillende plaatsen<br />

bomenclusters geïntroduceerd. De<br />

locatie <strong>van</strong> deze clusters wordt als<br />

volgt bepaald:<br />

Eerst wordt de niet beplantbare<br />

ruimte gedetecteerd (rijweg,<br />

voetpaden), wat overblijft is de<br />

'plantzone';<br />

Binnen de plantzone worden<br />

lineaire stroken gezocht<br />

(plantstroken);<br />

Binnen de lineaire stroken kunnen<br />

bomenclusters worden aangeplant.<br />

De maximale lengte <strong>van</strong> deze<br />

clusters wordt bepaald door de<br />

lengte <strong>van</strong> de lineaire stroken, de<br />

breedte wordt vastgelegd op 5<br />

meter. Bij de maatgeving <strong>van</strong> de<br />

bomenclusters wordt rekening<br />

gehouden met inritten,<br />

parkeerplaatsen en looplijnen.<br />

Voorbeeld <strong>van</strong><br />

inrichtings<strong>voor</strong>stellen in<br />

de bebouwde kom:<br />

Groenplan Eilandje<br />

In <strong>het</strong> <strong>groenplan</strong> worden ook 'tijdelijke<br />

landschappen' <strong>voor</strong>zien op plaatsen waar op<br />

langere termijn bebouwing wordt <strong>voor</strong>zien. Deze<br />

plekken worden tijdelijk ingevuld met snel<br />

realiseerbare, groenzones, zoals:<br />

Parkeerplaatsen met <strong>een</strong> groen karakter;<br />

Publieke ruimte met <strong>een</strong> groen karakter;<br />

Volledige groenzones.<br />

Aangezien <strong>het</strong> gaat om tijdelijke landschappen<br />

wordt de aanleg- en onderhoudskost zo laag<br />

mogelijk gehouden met <strong>het</strong> oog op <strong>een</strong> maximaal<br />

resultaat. Hier<strong>voor</strong> werd <strong>een</strong> systeem uitgedacht<br />

met groenaanleg op de bestaande infrastructuur.<br />

Dit systeem bestaat uit <strong>een</strong> laag teelaarde op de<br />

bestaande bestrating (60-80 cm teelaarde) die<br />

beplant wordt met siergrassen en bloemen.


Bas Smets Econnection<br />

STAP 3 VISIE- EN CONCEPTVORMING<br />

DOEL: FORMULEREN VAN ALGEMENE EN PLEKSPECIFIEKE DOELSTELLINGEN EN OPLOSSINGEN<br />

Mogelijke inrichtingsmaatregelen<br />

Verbreden <strong>van</strong> waterlopen, aanleg <strong>van</strong> of<br />

herinrichting tot natuurvriendelijke oevers,<br />

verflauwen <strong>van</strong> oevers, waarbij uiteraard<br />

rekening wordt gehouden met de eisen die<br />

<strong>van</strong>uit de scheepvaart en door de waterbeheerder<br />

worden gesteld (zie oeverprofielen<br />

Amsterdam Noord);<br />

Aanleggen <strong>van</strong> poelen, drassen en waterlopen.<br />

Poelen vormen <strong>een</strong> ideaal milieu <strong>voor</strong><br />

amfibieën en libellen;<br />

Aanleg <strong>van</strong> hengelsteigers, rust- en uitkijkplekken,<br />

oordeelkundig lokaliseren <strong>van</strong><br />

recreatieve <strong>voor</strong>zieningen (recreatief gebruik<br />

concentreren op aantal specifieke plaatsen);<br />

Aanleg <strong>van</strong> bomenrijen, bomengroepen,<br />

houtwallen, grasstroken,… op strategische<br />

plaatsen. Het aanleggen <strong>van</strong> bomen heeft als<br />

bijkomend <strong>voor</strong>deel dat <strong>het</strong> oneigenlijk<br />

gebruik <strong>van</strong> bermen (bij<strong>voor</strong>beeld parkeren op<br />

de berm) wordt ontmoedigd;<br />

Aanleg <strong>van</strong> doorgangen, faunapassages,<br />

ecoducten, bruggen <strong>voor</strong> langzaam verkeer,…<br />

Dergelijke maatregelen kunnen gekoppeld<br />

worden aan infrastructuurplannen. De<br />

inrichting <strong>van</strong> passages is essentieel <strong>voor</strong> <strong>het</strong><br />

gebruik er<strong>van</strong> (door mens en dier). Bepaalde<br />

dieren zullen <strong>een</strong> kale onderdoorgang niet<br />

passeren. Liggen er bij<strong>voor</strong>beeld boomstobben<br />

of zware stenen die dekking bieden,<br />

dan wordt de passage al aantrekkelijker. Een<br />

groenstrook of watergang met geleidelijk<br />

aflopende oever is nog beter, maar daar<strong>voor</strong><br />

is niet altijd ruimte. Voor de mens is goede<br />

verlichting, <strong>een</strong> duidelijk profiel en doorzicht<br />

(zicht op de ruimte achter de doorgang) dan<br />

weer belangrijk;<br />

Herinrichting <strong>van</strong> drukke, onoverzichtelijke<br />

kruispunten en andere hindernissen <strong>voor</strong><br />

wandelaars en fietsers op recreatieve routes.<br />

Ook <strong>het</strong> vervolledigen <strong>van</strong> routes (paden,<br />

realiseren <strong>van</strong> missing links) en <strong>het</strong> aanbrengen<br />

<strong>van</strong> <strong>een</strong> duidelijke en landschappelijk<br />

ingepaste bewegwijzering behoort hiertoe.<br />

Het plaatsen <strong>van</strong> bomen langs de weg kan<br />

even<strong>een</strong>s bijdragen tot <strong>een</strong> betere leesbaarheid<br />

en veiligheid <strong>van</strong> de weg. Door bij<strong>voor</strong>beeld<br />

de bomen dicht tegen <strong>het</strong> rijweggedeelte<br />

te <strong>voor</strong>zien, wordt de weg visueel versmald,<br />

wat kan leiden tot <strong>het</strong> afremmen <strong>van</strong> <strong>het</strong> autoverkeer<br />

en dus tot <strong>een</strong> grotere verkeersveiligheid;<br />

Herinrichting <strong>van</strong> drukke hindernissen <strong>voor</strong><br />

natuur: dit is over <strong>het</strong> algem<strong>een</strong> moeilijker te<br />

realiseren omdat hier wordt ingegrepen in<br />

bestaande (bebouwde) functies. In sommige<br />

concrete gevallen is dit echter mogelijk. Zo<br />

wordt in <strong>het</strong> <strong>groenplan</strong> <strong>voor</strong> Amsterdam-Noord<br />

opgenomen dat de ingang <strong>van</strong> <strong>een</strong> winkel<br />

verplaatst zal worden in functie <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />

betere overgang naar <strong>een</strong> nabijgelegen<br />

groengebied;<br />

CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />

In dichtbebouwde, <strong>stedelijk</strong>e gebieden kan<br />

<strong>het</strong> groen ook verplaatsbaar of tijdelijk zijn.<br />

Hier kan <strong>het</strong> ook nuttig zijn om uitspraken te<br />

doen over <strong>het</strong> algemene beeld en de inrichting<br />

<strong>van</strong> tegeltuinen e.d. (zie <strong>voor</strong>beeld<br />

Integraal plan openbaar domein blz 94 en 100<br />

en Groenplan Eilandje op de bladzijde<br />

hiernaast).<br />

JULI 09<br />

103


Voorbeelden <strong>van</strong> inrichtings<strong>voor</strong>stellen <strong>voor</strong> oevers en groene<br />

langzaamverkeersverbindingen: Groenplan Amsterdam-Noord<br />

Voorbeeld <strong>van</strong> functiespecifieke beheersniveaus:<br />

groenstructuurplan Tiel<br />

De hoofdgroenstructuur wordt vertaald in drie typen groene<br />

netwerken, met elk <strong>een</strong> eigen gewenst beeld. Het beheer zal hieraan<br />

worden aangepast:<br />

Oriëntatiegroen: de leesbare groenstructuur, veelal gekoppeld aan<br />

infrastructuur, maar ook herkenbare accenten en structuurelementen<br />

(meestal lijnen);<br />

Recreatief groen: ontspanningsgroen, waarbij verbindingen naar <strong>het</strong><br />

omliggende landschap te onderscheiden zijn, veelal gekoppeld aan<br />

landschappelijke elementen in de stad, als interne verbindingen en<br />

stadsparken;<br />

Ecologisch groen: groen met natuurwaarde, natuurlijke<br />

groenelementen als stadsparken die door de landschappelijke<br />

elementen in de stad verbonden zijn met de ecologische structuren<br />

in de stad.<br />

Voorbeeld <strong>van</strong> functiespecifieke beheersniveaus:<br />

groenvisie Noordenveld<br />

In deze groenvisie worden 5 mogelijke kwaliteitsniveaus bepaald<br />

<strong>voor</strong> <strong>het</strong> onderhoud <strong>van</strong> de groenstructuur (cultuurlijk groen):<br />

Zeer hoog: perfect onderhouden, verzorgd (gesnoeid, teruggezet,…)<br />

en net (g<strong>een</strong> zwerfvuil, g<strong>een</strong> onkruid);<br />

Hoog: goed verzorgd en onderhouden (eventueel beperkte schade<br />

en enkele te zware takken), net (bijna g<strong>een</strong> zwerfvuil of onkruid);<br />

Basis (voldoende): redelijk onderhouden, <strong>een</strong> kleine achterstand in<br />

<strong>het</strong> onderhoud is mogelijk (snoeiwonden, rijsporen,…), <strong>het</strong> beeld is<br />

niet vuil (acceptabele hoeveelheid zwerfvuil en onkruid) en er doen<br />

zich g<strong>een</strong> onveilige situaties <strong>voor</strong>;<br />

Laag: vuil, storend beeld, structurele achterstanden in <strong>het</strong> beheer;<br />

Zeer laag: onveilig, structureel onherstelbare achterstanden, zeer<br />

vuil. De toestand is met beheer all<strong>een</strong> niet meer te herstellen.<br />

Bedoeling is dat <strong>het</strong> beheer <strong>voor</strong> <strong>het</strong> volledige structurele groen in de<br />

gem<strong>een</strong>te minstens op <strong>het</strong> basiskwaliteitsniveau wordt gebracht.<br />

De gewenste beheersniveaus en tijdstippen <strong>voor</strong> beheer <strong>van</strong> de<br />

verschillende groenelementen wordt bij <strong>voor</strong>keur in<br />

afzonderlijke beheerplannen of schema's uitgewerkt, met als<br />

basis <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong>. Een belangrijk onderdeel <strong>van</strong><br />

deze beheerplannen is <strong>het</strong> bepalen <strong>van</strong> <strong>het</strong> onderhoudsbudget<br />

(zie ook stap 4 <strong>van</strong> deze handleiding, blz. 127 e.v.).


Hoe beheersmaatregelen formuleren<br />

Beheer is erg bepalend <strong>voor</strong> de beleving <strong>van</strong> de<br />

groenstructuur in de gem<strong>een</strong>te, maar ook <strong>voor</strong><br />

de natuurwaarden <strong>van</strong> <strong>het</strong> groen.<br />

Beheer kan variëren <strong>van</strong> niets doen tot intensief<br />

beheer. Variatie in beheer zorgt <strong>voor</strong> aantrekkelijke<br />

milieus en ecologische structuurrijkdom.<br />

De variatie aan biotopen neemt toe, wat de<br />

biodiversiteit en de afwisseling in <strong>het</strong> beeld <strong>van</strong><br />

de gem<strong>een</strong>te ten goede komt.<br />

Het is <strong>een</strong> misvatting ecologisch beheer te<br />

verwarren met 'g<strong>een</strong> beheer'. Chemische<br />

bestrijding wordt gebannen.<br />

Het is uiteraard ook mogelijk dat binnen<br />

intensief beheerde gebieden ook extensief<br />

beheerde deelzones zijn, en andersom.<br />

De beheerniveaus dienen aangepast te worden<br />

volgens de gewenste functie <strong>van</strong> <strong>het</strong> groen<br />

(locatie en functie <strong>van</strong> <strong>het</strong> groen). Er kan<br />

gewerkt worden met verschillende beheersniveaus<br />

(zie <strong>voor</strong>beeld Groenvisie Noordenveld).<br />

Dit betekent dat <strong>het</strong> duidelijk onderscheid<br />

tussen structureel groen en <strong>het</strong> 'andere' groen<br />

(detailgroen) zich bij <strong>voor</strong>keur ook vertaalt in <strong>het</strong><br />

financieel beleid en de beheerprogramma's: de<br />

meeste inspanningen (mankracht, financiële<br />

middelen,...) zouden moeten gaan naar <strong>het</strong><br />

structurele groen. In veel gem<strong>een</strong>ten neemt<br />

echter <strong>voor</strong>al <strong>het</strong> niet-structurele, versnipperde<br />

detailgroen reeds <strong>een</strong> grote hap uit <strong>het</strong><br />

beheersbudget.<br />

Bas Smets Econnection<br />

STAP 3 VISIE- EN CONCEPTVORMING<br />

DOEL: FORMULEREN VAN ALGEMENE EN PLEKSPECIFIEKE DOELSTELLINGEN EN OPLOSSINGEN<br />

In sommige gem<strong>een</strong>ten zal <strong>het</strong> noodzakelijk zijn<br />

de eerste jaren <strong>een</strong> overgangsbeheer te voeren,<br />

waarbij <strong>het</strong> beheer gericht is op <strong>het</strong> bereiken <strong>van</strong><br />

<strong>het</strong> gewenste streefbeeld vertrekkend <strong>van</strong>uit de<br />

huidige situatie. Eens <strong>het</strong> streefbeeld bereikt is,<br />

kan overgegaan worden naar<br />

instandhoudingsbeheer.<br />

Vanuit <strong>een</strong> ecologisch perspectief is <strong>het</strong><br />

noodzakelijk <strong>het</strong> beheer ook af te stemmen op<br />

de <strong>voor</strong>tplantingsperiode <strong>van</strong> de belangrijkste<br />

diergroepen die door de beheermaatregelen<br />

worden getroffen, zeker in gebieden die <strong>van</strong><br />

hoge natuurlijke of ecologische waarde zijn.<br />

Zowel <strong>van</strong>uit <strong>het</strong> perspectief <strong>van</strong> de beleving als<br />

<strong>van</strong>uit <strong>een</strong> ecologisch perspectief kan <strong>het</strong> plaatselijk<br />

gewenst zijn om <strong>het</strong> beheer maximaal te<br />

spreiden in tijd en ruimte. Dit opdat er g<strong>een</strong> al te<br />

bruuske veranderingen in <strong>het</strong> vestigingsmilieu<br />

<strong>voor</strong> de populaties zou ontstaan (ecologisch) en<br />

opdat <strong>het</strong> beeld <strong>van</strong> <strong>een</strong> groengebied, laan,…<br />

door <strong>een</strong> volledige 'kaalslag' niet te plots zou<br />

veranderen (beleving). Bovendien laat <strong>het</strong><br />

spreiden <strong>van</strong> <strong>het</strong> beheer in ruimte en tijd toe dat<br />

de afzonderlijke 'onderdelen' <strong>van</strong> de groenstructuur<br />

beleefbaar zijn: de inwoner, bezoeker,…<br />

kan als <strong>het</strong> ware de verschillende 'stadia' <strong>van</strong> de<br />

ontwikkeling <strong>van</strong> groenelementen beleven.<br />

CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />

Wat is beheer?<br />

Beheer is <strong>het</strong> sturen <strong>van</strong> de natuurlijk<br />

successieprocessen. Zonder beheer gaat quasi<br />

elke vegetatie uiteindelijk over naar bos. Beheer<br />

is zowel <strong>van</strong>uit <strong>een</strong> ecologisch perspectief als<br />

<strong>van</strong>uit <strong>het</strong> perspectief <strong>van</strong> de beleving<br />

noodzakelijk:<br />

Vanuit <strong>een</strong> ecologisch perspectief: beheer heeft<br />

<strong>een</strong> functie in <strong>het</strong> bestendigen <strong>van</strong> bepaalde<br />

levensgem<strong>een</strong>schappen. De populatie <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />

soort moet <strong>een</strong> bepaalde minimale om<strong>van</strong>g<br />

hebben opdat ze levensvatbaar zou zijn. Deze<br />

zogenaamde kernpopulatie verschilt <strong>van</strong> soort<br />

tot soort. Elke soort stelt andere eisen aan de<br />

omgeving, <strong>het</strong> gaat dan <strong>voor</strong>namelijk om eisen<br />

rond oppervlakte en gebruik <strong>van</strong> <strong>het</strong> groen. Wil<br />

men met <strong>het</strong> beheer bepaalde soorten<br />

handhaven of stimuleren, zal <strong>het</strong> beheer gericht<br />

moeten zijn op <strong>het</strong> scheppen <strong>van</strong> de ideale<br />

omstandigheden <strong>voor</strong> die bepaalde soort.<br />

Vanuit <strong>het</strong> perspectief <strong>van</strong> de beleving: <strong>het</strong><br />

bestendigen <strong>van</strong> <strong>een</strong> bepaald beeld en niveau<br />

<strong>van</strong> bruikbaarheid (functies). Achterstallig<br />

beheer leidt tot slecht begaanbare paden, tot<br />

<strong>het</strong> dichtgroeien <strong>van</strong> gewenste doorkijken en<br />

algem<strong>een</strong> tot <strong>een</strong> 'rommelig' beeld.<br />

BRONMATERIAAL<br />

Interessant bij <strong>het</strong> opstellen <strong>van</strong> <strong>een</strong> beheervisie<br />

(zie blz. 149-150):<br />

Vademecum Bomen (Harmonisch Park- en Groenbeheer),<br />

Agentschap <strong>voor</strong> Natuur en Bos<br />

Vademecum Beheerplanning Harmonisch Park- en<br />

Groenbeheer, Ministerie <strong>van</strong> de Vlaamse Gem<strong>een</strong>schap,<br />

Afdeling Bos en Groen<br />

www.ecologisch-groenbeheer.nl<br />

JULI 09<br />

105


Paarden en ossen beheren mee de natuur in <strong>het</strong> Osbroek<br />

Het Osbroek is <strong>een</strong> groen wandelgebied ten zuiden <strong>van</strong> de<br />

stadskern <strong>van</strong> Aalst, tussen Aalst en Erembodegem. Het gebied<br />

omvat <strong>een</strong> stadspark, sportterreinen, <strong>een</strong> groot bosgebied, akkers<br />

en weilanden, ...<br />

Door middel <strong>van</strong> extensieve jaarrondbegrazing wordt <strong>een</strong><br />

gevarieerd landschap gecreëerd. Dit houdt in dat <strong>een</strong> aantal grote<br />

grazers, in dit geval Konikpaarden en Gallowayossen, gans <strong>het</strong><br />

jaar vrij rondlopen in <strong>het</strong> gebied, bij zo'n lage bezetting echter dat<br />

er voldoende ruimte is <strong>voor</strong> spontane landschapsvormende<br />

processen zoals struweel-, bos- en ruigtevorming. Hierdoor blijft 's<br />

zomers <strong>het</strong> grootste deel <strong>van</strong> de kruidlaag onaangeroerd. Deze<br />

zomerruigtes komen over <strong>het</strong> ganse terrein verspreid tot bloei en<br />

zaad en bieden onderdak en voedsel aan grote aantallen<br />

insecten, vogels, zoogdieren, enz...<br />

Het Osbroek is steeds toegankelijk <strong>voor</strong> <strong>het</strong> publiek. Wandelaars<br />

zijn binnen de afbakening <strong>van</strong> <strong>het</strong> graasgebied ook buiten de<br />

paden welkom.<br />

(bron: www.aalst.be)<br />

Voorbeelden <strong>van</strong> variatie in beheer: Osbroek en<br />

Amsterdam-Noord (rechts)<br />

In <strong>het</strong> <strong>groenplan</strong> <strong>voor</strong> Amsterdam-Noord wordt onderscheid gemaakt tussen gebieden met<br />

intensief en extensief beheer.<br />

Voorbeeld <strong>van</strong> functiespecifieke beheersniveaus:<br />

groenvisie Noordenveld<br />

Voorbeeld <strong>van</strong> efficiënter beheer: uitgifte <strong>van</strong> snippergroen<br />

Snippergroen is per definitie onderdeel <strong>van</strong> de detailgroenstructuur. Het is beperkt <strong>van</strong> afmeting<br />

(kleiner dan 100 m²) en sluit aan op <strong>een</strong> woning of <strong>een</strong> tuin. Doordat <strong>het</strong> moeilijk en relatief duur te<br />

onderhouden is, heeft <strong>het</strong> vaak <strong>een</strong> lage kwaliteit. Bij verlies <strong>van</strong> dit snippergroen blijft er nog genoeg<br />

groene kwaliteit over. Om er<strong>voor</strong> te zorgen dat <strong>het</strong> gewenste eindbeeld <strong>van</strong> <strong>een</strong> wijk wordt bereikt en<br />

tegelijkertijd de beheerkosten in de hand worden gehouden, wordt snippergroen bij (her)inrichting<br />

zoveel mogelijk <strong>voor</strong>komen of samengevoegd met ander groen. Uitgifte <strong>van</strong> snippergroen gebeurt<br />

tegen marktconforme tarieven. In <strong>een</strong> huursituatie wordt <strong>het</strong> huurcontract <strong>voor</strong> <strong>het</strong> snippergroen in<br />

samenwerking met de verhuurder (veelal <strong>een</strong> woningcorporatie) gekoppeld aan de woning. Onder de<br />

volgende rand<strong>voor</strong>waarden kan <strong>het</strong> snippergroen worden verhuurd of verkocht aan de aanwonenden:<br />

De grond sluit aan op de eigen woning of tuin;<br />

De groenstrook is niet groter dan 100 m² (in<br />

sommige gevallen kan hier<strong>van</strong> worden afgeweken,<br />

dit is ter beoordeling <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>te);<br />

De grond heeft g<strong>een</strong> andere functie dan all<strong>een</strong><br />

<strong>voor</strong> de direct aanwonenden;<br />

De sociale- en verkeersveiligheid komen niet in <strong>het</strong><br />

gedrang;<br />

Het groene beeld <strong>van</strong> de wijk blijft intact;<br />

Het ontwerp <strong>van</strong> de wijk wordt g<strong>een</strong> geweld<br />

aangedaan;<br />

All<strong>een</strong> volledige groenstroken worden uitgegeven<br />

en <strong>het</strong> uitgeven leidt niet tot onlogische grenzen<br />

(bij<strong>voor</strong>beeld 1 huis wel, twee aangrenzende<br />

huizen niet);<br />

Er zijn g<strong>een</strong> publiekrechtelijke eigendommen<br />

aanwezig (bij<strong>voor</strong>beeld riolering);<br />

Er staan g<strong>een</strong> waardevolle bomen op;<br />

De grond is niet door de gem<strong>een</strong>te beschikbaar<br />

gesteld aan derden (<strong>voor</strong> bij<strong>voor</strong>beeld kabels en<br />

leidingen, reclame,…);<br />

Het (eventueel) resterende deel <strong>van</strong> de grond<br />

waar<strong>van</strong> <strong>het</strong> snippergroen afgaat, heeft voldoende<br />

om<strong>van</strong>g;<br />

In <strong>het</strong> koop-/huurcontract worden aanvullende<br />

<strong>voor</strong>waarden opgenomen (bij<strong>voor</strong>beeld dat de<br />

grond niet los <strong>van</strong> <strong>het</strong> huis mag worden verkocht,<br />

dat <strong>het</strong> groene beeld moet blijven bewaard,…).


Hoe streefbeeldambities als<br />

beleidsrand<strong>voor</strong>waarden<br />

bij<br />

ruimtelijke planvorming opnemen?<br />

De gem<strong>een</strong>telijke overheid kan verschillende<br />

maatregelen nemen om <strong>het</strong> gewenste<br />

streefbeeld <strong>voor</strong> de groenstructuur te<br />

waarborgen bij toekomstige plannen. Dit<br />

betekent dat de gem<strong>een</strong>te <strong>een</strong> terugkoppeling<br />

maakt naar de (eigen gem<strong>een</strong>telijke) planningsen<br />

beleidscontext en deze eventueel aanvult of<br />

wijzigt.<br />

Volgende maatregelen zijn mogelijk:<br />

Beschermen <strong>van</strong> bestaande elementen<br />

<strong>van</strong> de groenstructuur.<br />

Een <strong>voor</strong>beeld kan<br />

zijn om <strong>het</strong> gem<strong>een</strong>telijk kapvergunningsbeleid<br />

af te stemmen op de gewenste groenstructuur of<br />

<strong>een</strong> gem<strong>een</strong>telijke 'bomenplan' op te maken.<br />

Waardevolle groenelementen kunnen verder<br />

gedefinieerd en omschreven worden in <strong>het</strong><br />

vergunningenbeleid.<br />

Vastleggen <strong>van</strong><br />

compensatieregelingen bij de<br />

aantasting <strong>van</strong> de groenstructuur.Bij<br />

<strong>een</strong> eventuele aantasting <strong>van</strong> de bestaande<br />

elementen <strong>van</strong> de groenstructuur, dient <strong>een</strong><br />

compensatie te gebeuren elders in de<br />

groenstructuur. Groencompensatie is <strong>een</strong><br />

instrument dat de effecten <strong>van</strong> ruimtelijke<br />

ingrepen en de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> herstelmaatregelen<br />

inzichtelijk maakt en de hoeveelheid groen in<br />

balans houdt.<br />

Bas Smets Econnection<br />

STAP 3 VISIE- EN CONCEPTVORMING<br />

DOEL: FORMULEREN VAN ALGEMENE EN PLEKSPECIFIEKE DOELSTELLINGEN EN OPLOSSINGEN<br />

Rand<strong>voor</strong>waarden aan de locatie en<br />

aard <strong>van</strong> ruimtelijke ingrepen<br />

(stedenbouwkundige en<br />

infrastructurele projecten). Het is <strong>van</strong><br />

belang dat de gem<strong>een</strong>te deze projecten niet<br />

louter ziet als <strong>een</strong> 'bedreiging' <strong>voor</strong> de<br />

groenstructuur, maar juist als <strong>een</strong> uitgelezen<br />

kans om de gewenste groenstructuur te<br />

realiseren (zie ook stap4-meeliften en<br />

aanhaken, blz. 131). Hier<strong>voor</strong> is <strong>het</strong> <strong>van</strong> belang<br />

dat groen reeds in <strong>een</strong> vroeg stadium betrokken<br />

wordt in de planvorming. Projecten dienen<br />

steeds afgestemd te worden op de gewenste<br />

groenstructuur. Bij <strong>voor</strong>keur worden<br />

ontbrekende delen <strong>van</strong> de groenstructuur<br />

ontwikkeld als onderdeel <strong>van</strong> <strong>het</strong> project, of<br />

worden deze delen minstens opengehouden<br />

(gereserveerd) in afwachting <strong>van</strong> <strong>een</strong> realisatie.<br />

Een mogelijke eis die de gem<strong>een</strong>te kan stellen<br />

aan ontwikkelaars is dat zij bij de (her)inrichting<br />

<strong>van</strong> grotere gebieden naast <strong>een</strong> bouwplan, ook<br />

<strong>een</strong> landschapsplan moeten <strong>voor</strong>leggen.<br />

Positief bestemmen <strong>van</strong> structureel<br />

groen in bestemmingsplannen en -<br />

<strong>voor</strong>schriften.<br />

Het bestemmingsplan is bij<br />

uitstek <strong>het</strong> instrument om kwetsbare gebieden<br />

planologisch te beschermen. Bij de<br />

actualisering <strong>van</strong> bestemmingsplannen worden<br />

de gewenste groenstructuur en de begrenzing<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> structurele groen vertaald naar<br />

bepalingen <strong>voor</strong> doeleinden en gebruik.<br />

CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />

Dit betekent ook dat voldoende ruimte moet<br />

vrijgehouden worden <strong>voor</strong> <strong>het</strong> beheer <strong>van</strong> de<br />

groenstructuur. De bereikbaarheid <strong>voor</strong><br />

onderhoud is <strong>voor</strong>al bij waterwegen <strong>van</strong> belang.<br />

Bij <strong>voor</strong>keur wordt langs weerszijden <strong>van</strong> de<br />

waterloop <strong>een</strong> zone <strong>van</strong>5mvrijgehouden <strong>van</strong><br />

bebouwing. Eén zijde kan vrijgehouden worden<br />

<strong>voor</strong> onderhoud <strong>van</strong> de waterloop, de andere<br />

zijde kan in functie <strong>van</strong> natuurontwikkeling<br />

gevrijwaard worden. Een ander <strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong><br />

<strong>een</strong> concrete rand<strong>voor</strong>waarde in functie <strong>van</strong> de<br />

groenstructuur is de eis om leidingenstroken<br />

aan 1 kant <strong>van</strong> de weg te concentreren in<br />

leidingenkokers, zodat maximale mogelijkheden<br />

open blijven <strong>voor</strong> laanbeplanting.<br />

Gebiedsgerichte visies <strong>voor</strong> de<br />

groenstructuur vertalen naar<br />

structuurplannen en (indien <strong>van</strong><br />

toepassing) afbakeningsplannen <strong>voor</strong><br />

<strong>stedelijk</strong>e gebieden<br />

Op <strong>een</strong> hoger niveau betekent dit dat gebieden<br />

die landschappelijk niet geschikt zijn <strong>voor</strong><br />

stadsuitbreiding, niet worden bebouwd. Indien<br />

nodig zal bijgevolg <strong>een</strong> terugkoppeling naar <strong>het</strong><br />

gem<strong>een</strong>telijk ruimtelijk structuurplan of <strong>het</strong><br />

afbakeningsplan <strong>voor</strong> <strong>een</strong> <strong>stedelijk</strong> gebied<br />

moeten gebeuren.<br />

Behoud en ontwikkeling <strong>van</strong> de groenstructuur<br />

is op plaatsen met duidelijke kwalitatieve en/of<br />

kwantitatieve tekorten <strong>van</strong> groter belang dan<br />

elders.<br />

JULI 09<br />

107


Alle bos en natuur dient bij aantasting door <strong>een</strong> onvermijdbare ruimtelijke ingreep,<br />

waar<strong>voor</strong> g<strong>een</strong> alternatieve locatie aanwezig is, gecompenseerd te worden, zowel in<br />

oppervlakte als in kwaliteit.<br />

Uitgangspunt hierbij is dat de totale hoeveelheid natuur en bos niet vermindert.<br />

Uitgangspunt bij de afname <strong>van</strong> groenareaal is <strong>het</strong> herstel <strong>van</strong> gelijke groenwaarden en<br />

oppervlaktes.<br />

Als dat niet mogelijk is, komt kwaliteitsverbetering in beeld. Er verdwijnt dan weliswaar<br />

groenareaal, maar reeds aanwezig groen kan in kwaliteit worden opgewaardeerd.<br />

Het streven is de compensatie zo dicht mogelijk bij de plaats <strong>van</strong> <strong>het</strong> groenverlies te<br />

realiseren.<br />

In gevallen waarin <strong>het</strong> verlies aan groen niet kwantitatief of kwalitatief gecompenseerd<br />

kan worden (en enkel in die gevallen), kan ook gedacht worden aan <strong>het</strong> financieel<br />

compenseren <strong>van</strong> <strong>het</strong> verdwenen groen. Opbrengsten in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong><br />

groencompensatie worden ingezet ter verbetering <strong>van</strong> de kwaliteit en kwantiteit <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

groen in de gem<strong>een</strong>te (groenfonds)<br />

<strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> compensatieregeling bij aantasting <strong>van</strong> de groenstructuur:<br />

<strong>groenplan</strong> Arnhem


Voorbeelden <strong>van</strong> flankerende<br />

maatregelen<br />

Ondersteunen <strong>van</strong> en communicatie met<br />

actoren binnen de gem<strong>een</strong>te (wijk-, buurt-,<br />

gem<strong>een</strong>teniveau) die (in)direct betrokken zijn<br />

bij <strong>het</strong> beheer <strong>van</strong> water en groen. Het kan<br />

zeer verrijkend zijn om de kennis en deskundigheid<br />

die bij deze groepen leeft, te benutten.<br />

Omgekeerd kunnen deze groepen<br />

ondersteund worden door uitwisseling <strong>van</strong><br />

kennis en materiaal (vb natuurverenigingen,<br />

vrijwilligersgroepen, milieuwerkgroepen,…);<br />

Oprichten <strong>van</strong> gem<strong>een</strong>telijke klankbord- of<br />

adviesgroepen,…;<br />

Samenwerking en overleg met buurgem<strong>een</strong>ten<br />

<strong>voor</strong> grensoverschrijdende projecten;<br />

G erichte communicatie,<br />

samenwerking en<br />

overleg met terreinbeheerders of eigenaars<br />

<strong>van</strong> <strong>voor</strong> de groenstructuur essentiële onder-<br />

delen. De mogelijkheden tot <strong>het</strong> openbaar of<br />

minstens toegankelijk maken <strong>van</strong> bepaalde<br />

onderdelen kunnen via communicatie en<br />

overleg worden nagegaan. Even<strong>een</strong>s kan<br />

door overleg sturing worden gegeven aan <strong>het</strong><br />

beheer <strong>van</strong> <strong>het</strong> privaat domein. In sommige<br />

gevallen ( bij<strong>voor</strong>beeld wanneer medewer-<br />

king <strong>van</strong> de private eigenaars of <strong>van</strong> buurgem<strong>een</strong>ten<br />

noodzakelijk is <strong>voor</strong> de realisatie<br />

<strong>van</strong> de gewenste groenstructuur ) zal <strong>het</strong><br />

aangewezen zijn <strong>een</strong> communicatieplan op te<br />

maken als vervolgactie <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong><br />

<strong>groenplan</strong> (zie ook proces en communicatie,<br />

blz 137 e.v. <strong>van</strong> deze handleiding) .<br />

Bas Smets Econnection<br />

STAP 3 VISIE- EN CONCEPTVORMING<br />

DOEL: FORMULEREN VAN ALGEMENE EN PLEKSPECIFIEKE DOELSTELLINGEN EN OPLOSSINGEN<br />

CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />

JULI 09<br />

109


Voorbeelden <strong>van</strong> gebiedspecifieke, plekspecifieke en typologie-gerichte maatregelen en <strong>voor</strong>stellen<br />

<strong>groenplan</strong> Arnhem


<strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> ruimtelijke typologieën (deelgebieden):<br />

Integraal plan Openbare ruimte Gent<br />

Voorbeelden <strong>van</strong> gebiedspecifieke, plekspecifieke en typologie-gerichte maatregelen en <strong>voor</strong>stellen<br />

<strong>groenplan</strong> Arnhem<br />

111


CASE DENDERMONDE<br />

visie- en conceptvorming<br />

Watersysteem Watersysteem Ecologisch systeem Milieubuffersysteem<br />

Verbindingssysteem Recreatief systeem<br />

Elk groensysteem wordt gekenmerkt door <strong>een</strong> eigen ruimtelijke<br />

logica en kent <strong>een</strong> doorvertaling in <strong>een</strong> specifieke gewenste<br />

ruimtelijke structuur.<br />

De integratie en afstemming <strong>van</strong> deze complementaire en<br />

elkaar versterkende - groenstructuren resulteert in <strong>een</strong><br />

samenhangend raamwerk dat op macroniveau de drager vormt<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong>. In tweede instantie wordt <strong>het</strong><br />

landschappelijk raamwerk 'opgedikt' en 'opgeladen' tot <strong>een</strong><br />

<strong>stedelijk</strong>e groenstructuur op schaal <strong>van</strong> Dendermonde. Het feit<br />

dat deze basisstructuur ondersteund wordt door sectorale<br />

ruimteclaims (water, natuur, lucht, erfgoed, recreatie,<br />

landbouw) heeft als belangrijk <strong>voor</strong>deel dat hiermee <strong>een</strong><br />

stevige basis wordt gelegd <strong>voor</strong> de lange termijnontwikkeling<br />

<strong>van</strong> <strong>stedelijk</strong> groen.<br />

Visie- en conceptvorming - macro


Op mesoniveau krijgen de mazen <strong>van</strong> <strong>het</strong> landschappelijke netwerk <strong>een</strong> doorvertaling<br />

in groenstrategieën per wijk/buurt en op microniveau wordt gekeken naar specifieke<br />

groenstrategieën per groentypologie met bijhorende inrichtings- en<br />

beheermaatregelen.<br />

Op basis <strong>van</strong> de gewenste macrostructuur en de typologie-oplossingen (zie fiches<br />

hierna) gebeurde <strong>een</strong> vertaling naar de concrete situatie in Dendermonde. Dit<br />

gebeurde <strong>voor</strong> <strong>het</strong> deelgebied tussen Dendermonde-binnenstad en Baasrode. Dit<br />

deelgebied werd gekozen omwille <strong>van</strong> de complexiteit en variatie in ruimtelijke<br />

typologieën (<strong>van</strong> binnenstad naar vestinggordel, verkavelingen en bedrijventerreinen<br />

over <strong>een</strong> landelijk woonlint richting Baasrode-dorp) en de verzuchting <strong>van</strong> de Stad<br />

Dendermonde om via <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> <strong>een</strong> oplossing te kunnen formuleren <strong>voor</strong><br />

<strong>een</strong> betere verbinding tussen Dendermonde en Baasrode.<br />

Voor de volledige toelichting bij de visie- en conceptvorming <strong>voor</strong> de case<br />

Dendermonde, wordt verwezen naar <strong>het</strong> addendum bij deze handleiding.<br />

Visie- en conceptvorming: meso en micro (typologie-oplossingen)<br />

visie- en conceptvorming<br />

CASE DENDERMONDE<br />

113


Voor <strong>een</strong> aantal in Vlaanderen veel <strong>voor</strong>komende<br />

ruimtelijke typologieën (landelijk woonlint, verkaveling,<br />

industriegebied en binne<strong>stedelijk</strong>e omgeving) wordt <strong>een</strong><br />

groenstrategie aangeboden in fichevorm. De fiches<br />

bevatten <strong>een</strong> ruimtelijke-typologische analyse, <strong>voor</strong>stellen<br />

<strong>voor</strong> ruimtelijke principes en strategieën, <strong>een</strong><br />

structuursc<strong>het</strong>s <strong>van</strong> de gewenste groenstructuur <strong>voor</strong> <strong>een</strong><br />

dergelijke typologie, met op de achterzijde maatregelen op<br />

<strong>het</strong> vlak <strong>van</strong> inrichting, beheer, de terugkoppeling naar<br />

beleid en planningscontext en flankerende maatregelen<br />

specifiek gericht op de problematiek in <strong>een</strong> dergelijke<br />

typologie. De fiches worden vervolledigd met <strong>een</strong> overzicht<br />

<strong>van</strong> mogelijke financiële middelen en mogelijke partners<br />

<strong>voor</strong> de uitvoering <strong>van</strong> de maatregelen en enkele<br />

referentiebeelden. De fiches werden opgemaakt op basis<br />

<strong>van</strong> ontwerpend onderzoek in Dendermonde, maar zijn zo<br />

opgesteld dat ze bruikbaar zijn <strong>voor</strong> heel Vlaanderen.<br />

Visie- en conceptvorming -<br />

plekspecifieke vertaling naar<br />

typologie-oplossingen


TYPE1:LANDELIJK WOONLINT<br />

Typologische analyse<br />

Straten<br />

Bebouwing<br />

Functies<br />

Tuinen<br />

Totaal<br />

onbebouwde<br />

ruimte<br />

OPP.<br />

OPP.<br />

TOEG.<br />

OPP.<br />

TOEG.<br />

Structuursc<strong>het</strong>s bestaande structuur<br />

Relatief groot ingesloten landbouwgebied<br />

begrensd door vrijstaande<br />

woningen en hoeves<br />

met tuinen. Naast landbouwfunctie<br />

ook enkele landschapsrelicten,<br />

KLE’s en restanten <strong>van</strong><br />

voetwegen. Binnengebied niet of<br />

nauwelijks toegankelijk.<br />

Openbaar toegankelijke ruimte<br />

beperkt tot openbare wegenis,<br />

g<strong>een</strong> groene toegankelijke<br />

ruimte.<br />

Ruimtelijke<br />

principes/<br />

strategieën<br />

externe structuur:<br />

verbindingen<br />

tussen delen <strong>van</strong> (macro)<br />

groenstructuur, relatie tussen<br />

stapstenen<br />

gebruikswaarde/toegankelijkheid:<br />

fysieke toegankelijkheid<br />

<strong>van</strong> open ruimte vergroten<br />

oude voetwegen<br />

belevingswaarde <strong>van</strong> open ruimte/<br />

relicten vergroten<br />

(vista’s, variatie <strong>van</strong> <strong>het</strong> landschap<br />

voelbaar maken, met behoud landbouwfunctie)<br />

interne structuur: vervolledigen<br />

<strong>van</strong> landschappelijke structuren,<br />

continuïteit <strong>van</strong> groenstructuren<br />

Structuursc<strong>het</strong>s gewenste groenstructuur<br />

Legende<br />

herstelde voetweg<br />

vista’s/toegankelijkheid <strong>van</strong>uit aanpalende woningen<br />

vervolledigen/beschermen <strong>van</strong> (kleinschalige) landschapselementen (beekvalleien, houtkanten,<br />

bomenrijen, poelen, solitaire boom,...)


TYPE1:LANDELIJK WOONLINT<br />

Maatregelen (niet-limitatieve lijst <strong>van</strong> mogelijke maatregelen)<br />

Inrichting<br />

Beheer<br />

Terugkoppeling<br />

naar beleid<br />

en<br />

planningscontext<br />

Flankerende<br />

maatregelen/<br />

flankerend<br />

beleid<br />

(her)aanplant KLE’s: (knot)bomen(rijen), hoekbomen, houtkanten, kapelletjesbomen, poelen,...<br />

afbakenen en inrichting trage wegen<br />

erfbeplanting<br />

aanleg bufferstroken, bermen, (overhoeken)<br />

structuurverbeterende inrichtingsmaatregelen (bv. hermeandering, oevers, verbeteren<br />

soortensamenstelling beplantingen, …)<br />

ecologisch berm- en oeverbeheer<br />

ruimen poelen<br />

onderhoud knotbomen en KLE’s<br />

beheer gras- en bufferstroken (maaien), (overhoeken),...<br />

juridisch beschermen (vb (her)bestemming bij opmaak RUP, bij verlenen <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />

stedenbouwkundige vergunning, gem<strong>een</strong>telijke reglementen...) <strong>van</strong> essentiële onderdelen <strong>van</strong><br />

groenstructuur: voetwegen, waterlopen en oeverzones, bomen,...<br />

gem<strong>een</strong>telijke compensatieregeling bij verdwijnen houtkanten, bomen, voetwegen,... , bij<strong>voor</strong>beeld<br />

door evenwaardige heraanplant op plaatsen essentieel <strong>voor</strong> de groenstructuur<br />

opnemen <strong>van</strong> de essentiële elementen in (ruimtelijke) beleidsplannen (structuurplannen,<br />

afbakeningsplannen, mobiliteitsplan): selectie als element <strong>van</strong> de groenstructuur, categorisering en<br />

selectie <strong>van</strong> trage voetwegen (rol <strong>voor</strong> langzaam verkeer),...<br />

subsidieregelingen t.b.v. KLE's (gem<strong>een</strong>te, provincie, Monumenten & Landschappen) en <strong>voor</strong><br />

kleinschalige waterzuivering (gem<strong>een</strong>te)<br />

beheerover<strong>een</strong>komsten landbouw, stimuleren bedrijfsplanning<br />

Regionale landschappen (arbeidersploegen <strong>voor</strong> uitvoering werken)<br />

wetgeving op buurtwegen<br />

kavelruil<br />

adviesverlening (gem<strong>een</strong>te, Reg. Landschap)<br />

Financiële middelen <strong>voor</strong> uitvoering <strong>van</strong> de maatregelen (naast gem<strong>een</strong>telijke middelen)<br />

subsidieregelingen t.b.v. KLE's (gem<strong>een</strong>te, provincie, Monumenten & Landschappen, ANB,...)<br />

Regionale landschappen (arbeidersploegen <strong>voor</strong> uitvoering werken)<br />

Europese subisidieregelingen: Interreg, Leader, Euregio, …<br />

Beheersover<strong>een</strong>komsten VLM<br />

Mogelijke partners <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>te <strong>voor</strong> uitvoering <strong>van</strong> de maatregelen<br />

Vlaanderen (ANB: subsidies, advies,...)<br />

provincie (subsidies, provinciale reglementen, coördinatie <strong>van</strong> projecten, adviesverlening,...)<br />

Monumenten & Landschappen (subsidies, adviesverlening,...)<br />

Regionale landschappen (subsidies, leveren <strong>van</strong> mankracht (arbeidersploegen) <strong>voor</strong> uitvoering<br />

werken, adviesverlening,...)<br />

Toerisme Vlaanderen (projecten rond zachte recreatie, bij<strong>voor</strong>beeld inrichting voetwegen,<br />

fietsroutes,...)<br />

Europa (subsidies <strong>voor</strong> projecten in de landbouw, natuur en landelijk toerisme)<br />

vzw ‘Trage Wegen’<br />

landbouw, omwonenden (vb. horeca, jeugdbeleid,...: projectuitvoering, beheer)<br />

Referentiebeelden<br />

foto’s 1-5-6: © Regionaal Landschap Houtland, foto’s 2-3-4: © Econnection<br />

1 2<br />

3 4<br />

5 6<br />

1. Nieuw<br />

aangelegde poel<br />

2. Boomaanplant<br />

bij kapelletje<br />

(Rosstraat<br />

Dendermonde)<br />

3.Waardevolle<br />

bloemrijke bermen<br />

in <strong>het</strong><br />

buitengebied<br />

(Donaustraat<br />

Dendermonde)<br />

4. Vlonder in<br />

nieuw aangelegd<br />

educatief<br />

natuurgebiedje<br />

(Destelbergen)<br />

5.houtkanten<br />

langs<br />

landbouwpercelen<br />

6. Waterloop<br />

(beekvallei) als<br />

ecologisch<br />

element in <strong>het</strong><br />

landbouwgebied


TYPE2:VERKAVELING<br />

Typologische analyse<br />

Straten<br />

Bebouwing<br />

Functies<br />

Tuinen<br />

Totaal<br />

onbebouwde<br />

ruimte<br />

OPP.<br />

OPP.<br />

TOEG.<br />

OPP.<br />

TOEG.<br />

Structuursc<strong>het</strong>s bestaande structuur<br />

Woonwijk met diverse bebouwingstypes<br />

(<strong>van</strong> appartementen tot rijwoningen en<br />

vrijstaande woningen) met collectieve tot<br />

grote private tuinen. Wijkgerichte<br />

<strong>voor</strong>zieningen tussen de woningen, vaak<br />

ingeplant in (publieke of private)<br />

onbebouwde ruimte (grasveld,<br />

sportfaciliteiten,...). Bij oudere verkavelingen<br />

vaak weinig leesbare structuur, met <strong>een</strong><br />

versnipperd publiek domein, intern gericht<br />

en vaak geringe gebruiksmogelijkheden<br />

en/of weinig ecologische kwaliteiten. Enkele<br />

straten met bomen.<br />

Ruimtelijke<br />

principes/<br />

strategieën<br />

externe structuur:<br />

groene<br />

verbindingen met groenstructuur<br />

buiten de wijk<br />

gebruikswaarde/toegankelijkheid:<br />

inrichting <strong>van</strong> bestaande<br />

onbebouwde ruimte optimaliseren<br />

in functie <strong>van</strong> groen en<br />

meervoudig ruimtegebruik<br />

belevingswaarde: complementariteit<br />

tussen de verschillende<br />

onbebouwde ruimtes in de wijk<br />

verhogen<br />

interne structuur: via groen de<br />

interne wegenstructuur en -hiërarchie<br />

beklemtonen (waar mogelijk brede<br />

profielen groener maken),<br />

groene verbindingen tussen groenelementen<br />

binnen de wijk // bestaande<br />

groenelementen functie geven<br />

leesbaarheid, continuïteit<br />

Structuursc<strong>het</strong>s gewenste groenstructuur<br />

Legende<br />

groene verbindingen<br />

complementaire en ruimtelijk geoptimaliseerde groene ruimten<br />

groen beklemtoont wegenhiërarchie / oorspronkelijke groenstructuur zichtbaar maken


TYPE2:VERKAVELING<br />

Maatregelen (niet-limitatieve lijst <strong>van</strong> mogelijke maatregelen)<br />

Inrichting<br />

Beheer<br />

Terugkoppeling<br />

naar beleid<br />

en<br />

planningscontext<br />

Flankerende<br />

maatregelen/<br />

flankerend<br />

beleid<br />

aanplant straatbomen, plantsoen<br />

groene inkadering/herstructurering speelterreinen, kerkhoven,...<br />

(meer) ecologische/multifuncitonele inrichting restgronden, plantsoenen, wegbermen, parkjes (bv.<br />

bodembedekkers)<br />

aanleg ecotuin/gem<strong>een</strong>schappelijke composteerruimte<br />

aandacht <strong>voor</strong> interne en externe groenstructuur en continuïteit <strong>van</strong> groenstructuur<br />

(prioriteitenbepaling)<br />

natuurtechnische aanleg grachten, waterlopen, bufferbekkens<br />

ecologisch gericht beheer <strong>van</strong> plantsoenen, parkjes (bv. reductie herbicidengebruik), bermen<br />

bomenplan ANB<br />

natuurtechnisch onderhoud grachten, waterlopen, bufferbekkens<br />

juridisch beschermen (vb (her)bestemming bij opmaak RUP, bij verlenen <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />

stedenbouwkundige vergunning, gem<strong>een</strong>telijke reglementen...) <strong>van</strong> essentiële onderdelen <strong>van</strong><br />

groenstructuur: waterlopen en oeverzones, straatbomen, plantsoenen/parkjes,...<br />

gem<strong>een</strong>telijke compensatieregeling bij verdwijnen bomen,... , bij<strong>voor</strong>beeld door evenwaardige<br />

heraanplant op plaatsen essentieel <strong>voor</strong> de groenstructuur<br />

opnemen <strong>van</strong> de essentiële elementen in (ruimtelijke) beleidsplannen (structuurplannen,<br />

afbakeningsplannen, mobiliteitsplan, milieubeleidsplan, jeugdbeleidsplan,...): selectie als element<br />

<strong>van</strong> de groenstructuur, categorisering en selectie <strong>van</strong> voetwegen/fietsroutes (rol <strong>voor</strong> langzaam<br />

verkeer),...<br />

adviesverlening <strong>voor</strong>/communicatie naar bewoners (bij<strong>voor</strong>beeld rond de soortenkeuze/onderhoud<br />

tuinen)<br />

samenwerking met lokale verenigingen, buurtscholen,... (groene acties in de wijk)<br />

centrale rol <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>telijke milieudienst<br />

Financiële middelen <strong>voor</strong> uitvoering <strong>van</strong> de maatregelen (naast gem<strong>een</strong>telijke middelen)<br />

Projectsubsidies Harmonisch Park- en Groenbeheer ANB<br />

Mogelijke partners <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>te <strong>voor</strong> uitvoering <strong>van</strong> de maatregelen<br />

provincie (subsidies, provinciale reglementen, adviesverlening,...)<br />

lokale (natuur-, jeugd-, sport-,...)verenigingen en scholen (mankracht projectuitvoering en input<br />

visievorming)<br />

Referentiebeelden<br />

3<br />

1 2<br />

4 5<br />

1. Laanbeplanting en onderhoudsarme<br />

bodembeplanting<br />

(verkaveling Hof ten Rode<br />

Baasrode Dendermonde)<br />

2. Woonproject uitbreiding<br />

Clementwijk Sint-Niklaas:<br />

masterplan <strong>voor</strong> duurzame<br />

woonwijk met ecologische en<br />

sociale kwaliteiten<br />

3 en 4. Educatieve projecten<br />

rond ecologische vijvers en<br />

groenaanplant in buurtscholen<br />

5. Nieuw aangelegde poel en<br />

houtaanplant op restgrond<br />

naast sportterrein in woonwijk<br />

6 en 8. Woonproject<br />

Clementwijk Sint-Niklaas:<br />

integratie <strong>van</strong> bestaande<br />

grachtenstructur in <strong>het</strong><br />

ontwerp, recreatieve en<br />

landschappelijke<br />

mogelijkheden <strong>van</strong> wadi’s en<br />

grachten<br />

7. Speelplein De Vliet<br />

(Baasrode-Dendermonde):<br />

mooie integratie <strong>van</strong> natuur en<br />

speelterrein:<br />

6<br />

7 8<br />

foto’s 1 en 7: © Econnection, foto’s 3-4-5: © Regionaal Landschap Houtland, foto 6 en figuren 2 en 8: © Grontmij ism Fris in <strong>het</strong> Landschap


TYPE3:BEDRIJVENTERREIN<br />

Typologische analyse<br />

Straten<br />

Bebouwing<br />

Functies<br />

Tuinen<br />

Totaal<br />

onbebouwde<br />

ruimte<br />

OPP.<br />

OPP.<br />

TOEG.<br />

OPP.<br />

TOEG.<br />

Structuursc<strong>het</strong>s bestaande structuur<br />

Rationeel verkavelde omgeving,<br />

vaak aan <strong>een</strong> stadsrand of ringweg,<br />

op overgang tussen bebouwde<br />

omgeving en open ruimte. Vaak<br />

pijpekopstructuur, weinig publieke<br />

ruimte, ruigtes op restkavels.<br />

Groen is meestal sterk versnipperd,<br />

functioneel (bij<strong>voor</strong>beeld<br />

bufferbekken) en individueel per<br />

kavel georganiseerd. Op sommige<br />

terreinen komen gem<strong>een</strong>schappelijke<br />

waterbekkens <strong>voor</strong>.<br />

Ruimtelijke<br />

principes/<br />

strategieën<br />

externe structuur:<br />

buffers/overige<br />

groenstructuren op <strong>het</strong> bedrijventerrein<br />

als verbindingen tussen delen<br />

<strong>van</strong> de (macro)groenstructuur /<br />

tussen woonomgeving en open ruimte<br />

gebruikswaarde/toegankelijkheid:<br />

individuele functies (incl groen<br />

en water) ver<strong>van</strong>gen door collectieve<br />

functies (vb bij uitbreiding of<br />

reconversie)<br />

belevingswaarde: groenstructuur<br />

op <strong>het</strong> bedrijventerrein is multifunctioneel<br />

(waterbuffering, visuele buffering,<br />

collectieve recreatieve ruimte, collectief<br />

restaurant/hotel/kantoor, fietsontsluiting,<br />

accentueren <strong>van</strong> wegenhiërarchie<br />

ifv leesbaarheid,...)<br />

interne structuur: bestaande<br />

groenstructuren of landschapsrelicten<br />

opnemen in <strong>het</strong><br />

bedrijventerrein<br />

Structuursc<strong>het</strong>s gewenste groenstructuur<br />

Legende<br />

buffer als verbinding in macrogroen-<br />

landschapselementen opgenomen in <strong>het</strong> bedrijventerrein structuur (betreedbaar indien onderdeel<br />

<strong>van</strong> langzaamverkeersroute)<br />

fietsontsluiting bedrijventerrein & langzaamverkeersverbinding tussen woonomgeving en buitengebied<br />

representatief collectief bedrijfsgebouw collectieve groenzone collectieve waterbuffer


TYPE3:BEDRIJVENTERREIN<br />

Maatregelen (niet-limitatieve lijst <strong>van</strong> mogelijke maatregelen)<br />

Inrichting<br />

Beheer<br />

Terugkoppeling<br />

naar beleid<br />

en<br />

planningscontext<br />

Flankerende<br />

maatregelen/<br />

flankerend<br />

beleid<br />

aanplant straatbomen, plantsoen<br />

ecologische inrichting restgronden, plantsoenen, bufferbekkens/bluswaterbekkens, grachten,...<br />

aanleg robuuste (minimale breedte: 25m) en landschappelijk en ecologisch verantwoorde<br />

groenbuffers, met streekeigen en standplaatsspecifieke soorten. Voor de aanleg <strong>van</strong> de buffers<br />

wordt bij <strong>voor</strong>keur schrale grond (g<strong>een</strong> teelaarde) gebruikt. Reliëfverschillen bieden mogelijkheid tot<br />

structuurvariatie in de buffer. Buffers die <strong>een</strong> rol spelen in de langzame (zacht-recreatieve)<br />

verbindingen dienen betreedbaar te zijn (langzaam verkeer). Buffers kunnen ook <strong>een</strong> rol spelen in<br />

<strong>het</strong> waterbeheer <strong>van</strong> <strong>het</strong> terrein (<strong>voor</strong>keur <strong>voor</strong> landschappelijk vorm gegeven grachtenstructuur)<br />

indien ophoging <strong>van</strong> de gronden noodzakelijk is (liefst niet ophogen om bestaande groenstructuur<br />

te vrijwaren!): bij <strong>voor</strong>keur met schrale grond (biedt kansen <strong>voor</strong> ecologisch beheer)<br />

aandacht <strong>voor</strong> verlichting (zo weinig mogelijk strooilicht,...)<br />

ecologisch bermbeheer<br />

ecologisch beheer buffers, plantsoenen en restgronden (bv. reductie herbicidengebruik, ecologisch<br />

maaibeheer)<br />

ecologisch beheer bekkens<br />

juridisch beschermen (vb (her)bestemming bij opmaak RUP, bij verlenen <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />

stedenbouwkundige vergunning, gem<strong>een</strong>telijke reglementen...) <strong>van</strong> essentiële onderdelen <strong>van</strong><br />

groenstructuur: waterlopen en oeverzones, bomenrijen, relicten,...<br />

opnemen <strong>van</strong> kwalitatieve inrichtingsprincipes in de RUP’s (zie inrichting)<br />

gem<strong>een</strong>telijke compensatieregeling bij verdwijnen bomen,... , bij<strong>voor</strong>beeld door evenwaardige<br />

heraanplant op plaatsen essentieel <strong>voor</strong> de groenstructuur (bij<strong>voor</strong>beeld in bufferzones, collectieve<br />

zones,...)<br />

opnemen <strong>van</strong> de essentiële elementen in (ruimtelijke) beleidsplannen (structuurplannen,<br />

afbakeningsplannen, mobiliteitsplan): selectie als element <strong>van</strong> de groenstructuur, categorisering en<br />

selectie <strong>van</strong> voetwegen/fietsroutes (rol <strong>voor</strong> langzaam verkeer),...<br />

adviesverlening <strong>voor</strong>/communicatie naar bedrijven (bij<strong>voor</strong>beeld rond de soortenkeuze/onderhoud<br />

tuinen)<br />

stimuleren <strong>van</strong> samenwerking tussen bedrijven en opzetten parkmanagement met collectief groen- en<br />

waterbeheer<br />

scr<strong>een</strong>en/aanpassen bestekken/verkoopover<strong>een</strong>komsten (opname inrichtingsprincipes - zie inrichting)<br />

Financiële middelen <strong>voor</strong> uitvoering <strong>van</strong> de maatregelen (naast gem<strong>een</strong>telijke middelen)<br />

financiële middelen <strong>van</strong> de bedrijven zelf (parkmanagement)<br />

financiële middelen uit realisatie <strong>van</strong> bedrijventerrein (projectontwikkeling)<br />

Mogelijke partners <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>te <strong>voor</strong> uitvoering <strong>van</strong> de maatregelen<br />

provincie ( subsidies, provinciale reglementen, coördinatie <strong>van</strong> projecten, adviesverlening,... )<br />

Vlaamse Overheid (subsidies <strong>voor</strong> duurzame economische projecten)<br />

Europa (subsidies <strong>voor</strong> duurzame economische projecten)<br />

projectontwikkelaar (aanleg waterbekkens, bufferzones,...)<br />

bedrijven (via parkmanagement)<br />

waterbeheerder (advies)<br />

vzw Trage Wegen<br />

Referentiebeelden<br />

1<br />

3<br />

4<br />

2<br />

5<br />

6<br />

1. Afwateringsgracht <strong>voor</strong> bedrijventerrein<br />

2. Integratie <strong>van</strong> fietspad in groen-blawue afstandsbuffer<br />

<strong>voor</strong> bedrijventerrein (+aandacht <strong>voor</strong> beeldkwaliteit<br />

bedrijfsgebouwen op randen <strong>van</strong> <strong>het</strong> terrein)<br />

3. Gaverbeekse Meersen: integratie waterbeheer en groen<br />

4. Varianten <strong>voor</strong> de inrichting <strong>van</strong> bufferzones<br />

foto 1: © Regionaal Landschap Houtland, foto’s 2 en 3 en figuur 5: © Grontmij, figuur 4: © WES en<br />

figuur 6: Bron: Vademecum Bedrijventerreinen, Stef <strong>van</strong> der Gaag<br />

5. Gedifferentieerde groenstructuur als onderdeel <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

inrichtingsplan R4/N70 Oostakker (Gent)<br />

6. Bedrijventerrein Eemspoort (Groningen): integratie <strong>van</strong><br />

te handhaven en te ontwikkelen weiden, oever- en<br />

bermvegetaties.


TYPE4:BINNENSTAD<br />

Typologische analyse<br />

Straten<br />

Bebouwing<br />

Functies<br />

Tuinen<br />

Totaal<br />

onbebouwde<br />

ruimte<br />

OPP.<br />

OPP.<br />

TOEG.<br />

OPP.<br />

TOEG.<br />

Structuursc<strong>het</strong>s bestaande structuur<br />

Buurt met hoofdzakelijk rijwoningen of lage tot middelhoge<br />

appartementsbouw. Tuinen zijn meestal klein, sommige woningen<br />

en de meeste appartementen hebben g<strong>een</strong> private<br />

buitenruimte. Wegen hebben vaak <strong>een</strong> smal en kronkelend<br />

profiel. Verspreid in <strong>het</strong> kleinschalige weefsel komen (grootschalige)<br />

<strong>voor</strong>zieningen <strong>voor</strong> (scholen, overheid,...), vaak<br />

ingeplant in (publieke of private) onbebouwde ruimte (oude<br />

kloostertuin, parkjes,...). Naast de grotere oppervlakten<br />

openbaar groen, spelen in de binnenstad ook de kleinschaliger<br />

oppervlaktes openbaar en privaat groen <strong>een</strong> rol. Op representatieve<br />

plaatsen komen pleinen <strong>voor</strong>, gebruikt als<br />

parking en/of (groene) verblijfsruimte. Water kan <strong>voor</strong>komen,<br />

soms als representatieve ruimte, soms overwelfd.<br />

P<br />

P<br />

Ruimtelijke<br />

principes/<br />

strategieën<br />

externe structuur:<br />

radiale groene<br />

verbindingen met groenstructuur<br />

buiten de wijk (groenassen, groene<br />

vingers) - zo diep mogelijk in<br />

kleinschalig weefsel, bv langs water<br />

gebruikswaarde/toegankelijkheid:<br />

groene publieke doorgangen<br />

creëren/opwaarderen, bvb langs water,<br />

oude voetwegen tussen<br />

bouwblokken, doorh<strong>een</strong> (semi-)<br />

publieke functies,...<br />

belevingswaarde: publiek domein<br />

maximaal vergroenen op plaatsen<br />

die als groene stapstenen/corridors<br />

kunnen functioneren (bvb door<br />

parkings dubbellagig of ondergronds<br />

brengen, ontpitten <strong>van</strong> te dense,<br />

niet-kwalitatieve bebouwing, water als<br />

belevingselement,...)<br />

interne structuur: ontsnipperen:<br />

bestaande groene snippers<br />

maximaal verbinden (bij<strong>voor</strong>beeld<br />

langs water, kleine voetwegen, via<br />

publieke of semi-publieke<br />

parken,...)<br />

Structuursc<strong>het</strong>s gewenste groenstructuur<br />

Legende<br />

P herorganisatie en vergroening publiek domein<br />

door herschikking parkings<br />

water als belevingselement en as <strong>voor</strong> langzaam<br />

verkeer/terug open leggen <strong>van</strong> overwelfde waterlopen<br />

groene verbindingen tussen de kleinschalige groene stapstenen<br />

P<br />

vergroend <strong>stedelijk</strong> plein met grotere<br />

verblijfswaarde<br />

ontpitte en vergroende dense woonwijk


TYPE4:BINNENSTAD<br />

Maatregelen (niet-limitatieve lijst <strong>van</strong> mogelijke maatregelen)<br />

Inrichting<br />

Beheer<br />

Terugkoppeling<br />

naar beleid<br />

en<br />

planningscontext<br />

Flankerende<br />

maatregelen/<br />

flankerend<br />

beleid<br />

aanplant laanbomen, solitaire bomen, plantsoen<br />

aandacht <strong>voor</strong> klein (openbaar) groen: gevel- en tegeltuintjes, groendaken, tuinen, water, parken,<br />

stadswallen, wadi’s, volkstuinen, begraafplaatsen,...<br />

openleggen waterlopen<br />

onderhoudsvriendelijke (onderhoudsextensieve) beplanting<br />

bodembedekkers<br />

openstellen historische tuinen (herenhuizen, pastorietuinen, kloostertuinen,...)<br />

duurzaam en multifunctioneel ontwerp en duurzame materialenkeuze (levensduur,<br />

<strong>van</strong>dalismebestendigheid,...)<br />

structuurverbeterende inrichtingsmaatregelen<br />

pesticiden- en herbicidenreductie, gifvrij groenonderhoud<br />

boomverzorging<br />

plantsoenbeheer<br />

behoud muurvegetaties<br />

beheer verhardingen<br />

aandacht <strong>voor</strong> multifunctioneel beheer (natuur, recreatie, erfgoed,...) en klein openbaar groen<br />

juridisch beschermen (vb (her)bestemming bij opmaak RUP, bij verlenen <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />

stedenbouwkundige vergunning, gem<strong>een</strong>telijke reglementen...) <strong>van</strong> essentiële onderdelen <strong>van</strong><br />

groenstructuur: waterlopen, straatbomen, plantsoenen/parkjes,...<br />

gem<strong>een</strong>telijke compensatieregeling bij verdwijnen bomen,... , bij<strong>voor</strong>beeld door evenwaardige<br />

heraanplant op plaatsen essentieel <strong>voor</strong> de groenstructuur<br />

opnemen <strong>van</strong> de essentiële elementen in (ruimtelijke) beleidsplannen (structuurplannen,<br />

afbakeningsplannen, mobiliteitsplan, milieubeleidsplan, jeugdbeleidsplan, bomenplan,<br />

pecticidenreductieplan...): selectie als element <strong>van</strong> de groenstructuur, categorisering en selectie<br />

<strong>van</strong> waterwegen/voetwegen/fietsroutes (rol <strong>voor</strong> langzaam verkeer),...<br />

uitwerken subsidies/reglementeringen ivm gevel- en tegelgroen, groendaken,...<br />

subsidiereglement gevel- en tegeltuintjes, groendaken,...<br />

renovatiesubsidies<br />

communicatie en participatie (bij<strong>voor</strong>beeld uitbouwen demonstratieprojecten)<br />

(meer) samenwerking tussen groendienst, milieudienst, technische dienst, jeugddienst,...<br />

Financiële middelen <strong>voor</strong> uitvoering <strong>van</strong> de maatregelen (naast gem<strong>een</strong>telijke middelen)<br />

Projectsubsidies Harmonisch Park- en Groenbeheer ANB<br />

Subsidies uit Samenwerkingsover<strong>een</strong>komsten (vroegere milieuconvenanten, Vlaamse Overheid)<br />

Mogelijke partners <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>te <strong>voor</strong> uitvoering <strong>van</strong> de maatregelen<br />

Vereniging <strong>voor</strong> Openbaar Groen VVOG (advies)<br />

ANB<br />

privésector: eigenaars <strong>van</strong> (potentieel) structuurbepalend groen (scholen, ziekenhuizen,...), horeca<br />

Agentschap Ruimtelijke Ordening - onroerend erfgoed stads- en dorpsgezichten, monumenten)<br />

Simon Stevinstichting (Vlaams Vestingbouwkundig centrum), Toerisme Vlaanderen,...<br />

Referentiebeelden<br />

1<br />

2<br />

4<br />

3<br />

5<br />

1. Plannen <strong>voor</strong> <strong>het</strong> openleggen <strong>van</strong> de gedempte<br />

Dender in <strong>het</strong> centrum <strong>van</strong> Dendermonde<br />

2 en 3. Drijvende groeneilanden op de binnenwaters<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> Gentse stadscentrum (roestvrij staal,<br />

vlotters, cocosvezel en beplanting)<br />

4. Waardevolle muurvegetaties (Sas Dendermonde)<br />

5. Integratie <strong>van</strong> groen in stadsplein<br />

figuur 1: © Arcadis Gedas ism Atelier JPLX, foto’s 2 en 3: © fietser.be, foto 4: © Econnection


MODEL GROENSTRUCTUURPLAN<br />

CATALOGUS METHODIEK OPBOUW STEDELIJK GROENPLAN<br />

basis groentypologie:<br />

catalogiseren <strong>van</strong> de groentypologie<br />

VISIE<br />

ALGEMENE VISIE,<br />

DOELSTELLINGEN<br />

EN UITGANGSPUNTEN<br />

* cf. duurzaamheidsaspecten<br />

oplossingen per groentypologie<br />

1. AFBAKENING VAN HET STUDIEGEBIED<br />

2ANALYSE<br />

1.A. projectgebied<br />

1.B. onderzoeksgebied<br />

2.A. Bestaande groenstructuur<br />

(BGS)<br />

evaluatie<br />

3. VISIE- EN CONCEPTVORMING<br />

evaluatie evaluatie<br />

{<br />

4. ACTIEPLAN<br />

3.A. plekspecifieke strategieën<br />

4.A. financiering<br />

4.D. prioritering en fasering<br />

2.B. Plannings- en<br />

beleidscontext<br />

1.A<br />

planopgave<br />

3.B. plekspecifieke vertaling naar typologieoplossingen<br />

1.B<br />

2.C. Behoeftenonderzoek<br />

inrichtings<strong>voor</strong>stellen<br />

(groenontwikkeling en -<br />

transformatie)<br />

beheersmaatregelen<br />

terugkoppeling naar<br />

beleid/planningscontext<br />

flankerende maatregelen


7<br />

Stap 4<br />

ACTIEPLAN


BESCHRIJVING<br />

STAP 4 ACTIEPLAN<br />

DOEL: SELECTEREN VAN PRIORITAIRE ACTIES EN MAATREGELEN EN INZICHT IN FINANCIERING<br />

In deze laatste fase is <strong>het</strong> de bedoeling<br />

uit de hier<strong>voor</strong> geformuleerde<br />

maatregelen en <strong>voor</strong>stellen <strong>een</strong><br />

actieprogramma te selecteren.<br />

Er worden prioriteiten gelegd op basis<br />

<strong>van</strong> noodzaak en technische en<br />

financiële haalbaarheid. Er wordt<br />

daarnaast <strong>een</strong> fasering opgemaakt <strong>van</strong><br />

de te nemen maatregelen en er wordt<br />

duidelijk gemaakt hoe de maatregelen<br />

gefinancierd zullen worden.<br />

Het actieplan moet <strong>een</strong> praktisch<br />

bruikbaar instrument zijn met <strong>een</strong> grote<br />

draagkracht, wat enkel kan bekomen<br />

worden door overleg met de<br />

verschillende partners en actoren,<br />

zowel op <strong>het</strong> terrein als in <strong>het</strong> beleid<br />

(zie verder: proces).<br />

GEWENSTE OUTPUT<br />

prioritering<br />

fasering<br />

globale kostenraming en<br />

financieringsmogelijkheden<br />

<strong>van</strong> de maatregelen en acties die<br />

nodig zijn om tot de gewenste<br />

groenstructuur te komen<br />

Maatregelen: SMART!<br />

Probeer de maatregelen in <strong>het</strong> actieplan zo<br />

meetbaar mogelijk te formuleren. Doelen en<br />

maatregelen moeten met andere woorden<br />

zoveel mogelijk ‘SMART’ gesteld te worden.<br />

SMART staat <strong>voor</strong>:<br />

specifiek<br />

meetbaar<br />

aanvaardbaar<br />

realistisch<br />

tijdsgebonden<br />

Bas Smets Econnection CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />

JULI 09<br />

127


Het systeem <strong>van</strong> gem<strong>een</strong>telijke ‘groenfondsen’<br />

Een gem<strong>een</strong>telijk groenfonds kan extra middelen opleveren <strong>voor</strong> maatregelen en acties in de groenstructuur, naast de meer ‘klassieke’<br />

begrotingspost <strong>voor</strong> beheer en inrichting <strong>van</strong> <strong>het</strong> openbaar domein.<br />

Een dergelijk groenfonds kan gevoed worden met:<br />

inkomsten uit de financiële groencompensatie, die niet op korte termijn ingezet kunnen worden om in de nabijheid <strong>van</strong> <strong>het</strong> groenverlies<br />

kwalitatieve of kwantiatieve compensatiemaatregelen te financieren;<br />

opbrengsten uit de grondexploitatie <strong>van</strong> grote projecten;<br />

in <strong>het</strong> groenstructuurplan <strong>voor</strong> Arnhem wordt opgenomen dat <strong>het</strong> groenfonds ook gevoed kan worden met opbrengsten uit de eventuele<br />

verkoop <strong>van</strong> bossen en andere groene terreinen en/of met beheergelden die daardoor vrijvallen. Dergelijke verkoop dient echter te passen in<br />

de visie <strong>van</strong> <strong>het</strong> groenstructuurplan en moet doordacht afgewogen worden; <strong>het</strong> mag niet de bedoeling zijn om de kwaliteit <strong>van</strong> bepaalde delen<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> structureel groen te laten verminderen om op andere plaatsen <strong>het</strong> beheer <strong>van</strong> <strong>het</strong> groen te bekostigen.<br />

In deze<br />

meerjarenplanning<br />

is steeds ook<br />

20.000 € 'vrije<br />

ruimte'<br />

opgenomen. De<br />

overheid neemt in<br />

de maand juli <strong>van</strong><br />

<strong>het</strong> betreffende jaar<br />

<strong>een</strong> besluit over de<br />

besteding <strong>van</strong> deze<br />

post. Dit geld moet<br />

besteed worden<br />

aan kleine, nieuwe<br />

acties of aan<br />

on<strong>voor</strong>ziene kosten<br />

<strong>voor</strong> de reeds in<br />

uitvoering zijnde<br />

acties.<br />

<strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> <strong>een</strong> meerjarenprogramma:<br />

<strong>groenplan</strong> Amsterdam-Noord


CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />

STAP 4 ACTIEPLAN<br />

DOEL: SELECTEREN VAN PRIORITAIRE ACTIES EN MAATREGELEN EN INZICHT IN FINANCIERING<br />

Hoe te werk gaan bij <strong>het</strong> prioriteren <strong>van</strong> de<br />

maatregelen en acties?<br />

Het actieprogramma vertaalt de vereiste<br />

middelen <strong>voor</strong> <strong>het</strong> uitbouwen <strong>van</strong> de<br />

gewenste groenstructuur.<br />

Toekomstige beleidsbeslissingen moeten<br />

kunnen steunen op dit actieplan. Het<br />

actieprogramma dient dan ook afgestemd te<br />

worden op de beleidscontext. Mogelijk dient<br />

de beleidscontext op sommige punten<br />

aangepast te worden.<br />

Het bepalen <strong>van</strong> <strong>het</strong> programma op basis<br />

<strong>van</strong> de hier<strong>voor</strong> gesc<strong>het</strong>ste strategie<br />

betekent dat <strong>een</strong> selectie wordt<br />

gemaakt <strong>van</strong> alle mogelijke<br />

projecten op basis <strong>van</strong> noodzaak en<br />

haalbaarheid.<br />

Het is immers onmogelijk<br />

om alle acties met<strong>een</strong> uit te voeren.<br />

Daar<strong>voor</strong> ontbreken geld en tijd. Om<br />

prioritering aan te brengen in de acties<br />

kunnen criteria gehanteerd worden. Deze<br />

criteria worden bepaald door <strong>het</strong> beleid.<br />

Bas Smets Econnection<br />

Mogelijke criteria:<br />

In welke mate draagt de actie bij tot<br />

de realisatie <strong>van</strong> <strong>het</strong> streefbeeld?<br />

Betreft de actie <strong>een</strong> duidelijk zichtbare<br />

verbetering <strong>voor</strong> recreanten en/of<br />

duidelijk meer kansen <strong>voor</strong> natuur?<br />

Is de actie snel uit te voeren,<br />

of op te<br />

nemen in <strong>een</strong> gepland stedenbouwkundig of<br />

infrastructureel project (al dan niet <strong>van</strong><br />

externe partijen, sluit <strong>het</strong> aan bij <strong>het</strong><br />

Collegeprogramma of past <strong>het</strong> in<br />

subsidieregelingen (zie financiering)?<br />

Indien gewenst kan <strong>het</strong> vastleggen <strong>van</strong><br />

prioriteiten ook gebeuren in samenspraak<br />

met de bevolking of met ‘groene’ actoren<br />

binnen de gem<strong>een</strong>te.<br />

Hoe te werk gaan bij <strong>het</strong> faseren <strong>van</strong> de<br />

maatregelen en acties?<br />

De geprioriteerde acties zijn evenmin<br />

allemaal tezelfdertijd uitvoerbaar. Deze<br />

worden bij <strong>voor</strong>keur opgenomen in jaarof<br />

meerjarenplannen of -<br />

programma’s en zo gespreid over <strong>een</strong><br />

aantal jaar (af te stemmen op <strong>het</strong><br />

Collegeprogramma).<br />

Eventueel kan aan <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong><br />

<strong>een</strong> monitoring gekoppeld worden. Met<br />

deze monitoring wordt op geregelde tijdstippen<br />

(bij<strong>voor</strong>beeld jaarlijks) nagekeken of<br />

de inspanningen zijn uitgevoerd zoals ze<br />

waren <strong>voor</strong>genomen, en of de inspanningen<br />

ook bijdragen aan de in <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong><br />

<strong>groenplan</strong> geformuleerde doelstellingen (zie<br />

<strong>voor</strong>beeld Arnhem op blz. 132).<br />

JULI 09<br />

129


Voorbeeld <strong>van</strong> <strong>een</strong> programma met duiding <strong>van</strong> prioriteiten en financieringsstrategieën:<br />

groenstructuurplan Utrecht<br />

Kansen op externe samenwerking rond groen<br />

Een sectoroverschrijdende, integrale aanpak verhoogt de kans op slagen <strong>van</strong><br />

de projecten vastgelegd in <strong>het</strong> actieplan: financiering kan gevonden worden<br />

bij externe partners, en als verschillende sectoren betrokken worden (ook bij<br />

de vorming <strong>van</strong> <strong>het</strong> groenbeleid, zie ‘proces’, blz. 137 en volgende), verhoogt<br />

ook <strong>het</strong> draagvlak <strong>voor</strong> de verschillende acties. Er kan gedacht worden aan<br />

<strong>een</strong> samenwerking tussen volgende sectoren:<br />

milieu;<br />

sport;<br />

jeugdbeleid (cfr. ‘speelruimteweefsel’);<br />

toerisme;<br />

economie (horeca en andere functies die zich in <strong>een</strong> groene omgeving willen<br />

vestigen);<br />

landbouw (cfr. beheerover<strong>een</strong>komsten VLM <strong>voor</strong> kleine<br />

landschapselementen, agrarisch medebeheer <strong>van</strong> <strong>het</strong> landschap,...);<br />

natuur (bv. beheer door natuurverenigingen), milieu-educatie;<br />

mobiliteit: (bv. functioneel en recreatief netwerk <strong>van</strong> fietsers- en<br />

voetgangersverbindingen, belang <strong>van</strong> trage wegen).<br />

Door <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong> termen als ‘langzaam netwerk’ wordt er <strong>voor</strong> gezorgd<br />

dat <strong>een</strong> aantal uit<strong>een</strong>lopende doelstellingen gebundeld worden: recreatie,<br />

fiets- en voetgangers<strong>voor</strong>zeiningen, <strong>het</strong> speelruimteweefsel, <strong>het</strong> groenblauwe<br />

netwerk,...


CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />

STAP 4 ACTIEPLAN<br />

DOEL: SELECTEREN VAN PRIORITAIRE ACTIES EN MAATREGELEN EN INZICHT IN FINANCIERING<br />

Hoe te werk gaan bij <strong>het</strong> financieren <strong>van</strong><br />

de maatregelen en acties?<br />

Het is aangewezen minstens <strong>een</strong><br />

globale kostenraming <strong>van</strong> de<br />

uitvoeringskosten <strong>van</strong> elk geselecteerd<br />

project op te nemen. Een dergelijke raming<br />

geeft <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> meer<br />

slagkracht.<br />

De kostenramingen zijn steeds globale,<br />

indicatieve schattingen die bij <strong>het</strong> opstarten<br />

<strong>van</strong> <strong>een</strong> actie nader gespecificeerd moeten<br />

worden.<br />

De kosten kunnen worden uitgesplitst in<br />

kosten <strong>voor</strong> de <strong>voor</strong>bereiding en <strong>voor</strong><br />

de uitvoering.<br />

Voorbereidingskosten<br />

omvatten <strong>het</strong> onderzoeken <strong>van</strong><br />

medefinancieringsmogelijkheden, overleg<br />

met betrokkenen, ontwerp en bestek<br />

<strong>opmaken</strong>.<br />

Subverdelingen kunnen nog gemaakt<br />

worden naar kosten <strong>voor</strong> personeel,<br />

onderhoud, ver<strong>van</strong>ging en afschrijving en<br />

investering. Aandacht dient uit te gaan naar<br />

de kansen op medefinanciering door andere<br />

partijen.<br />

Bas Smets Econnection<br />

De financiering <strong>van</strong> de programma's kan<br />

gebeuren via verschillende kanalen:<br />

Financiering door de gem<strong>een</strong>te zelf: <strong>het</strong><br />

gaat hierbij om de eerder ‘klassieke’<br />

gem<strong>een</strong>telijke begrotingsposten zoals <strong>voor</strong><br />

<strong>het</strong> beheer <strong>van</strong> of investeringen in <strong>het</strong><br />

openbaar domein,… maar er kan ook<br />

gedacht worden aan <strong>een</strong> zogenaamd<br />

‘groenfonds’ (zie <strong>voor</strong>beeld op blz.128);<br />

Financiering door derden:<br />

Europese, federale/Vlaamse of provinciale<br />

subsidies (zie overzicht, ook de opmaak<br />

<strong>van</strong> <strong>een</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> kan worden<br />

gesubsidieerd door ANB!);<br />

‘meeliften’, medefinanciering via<br />

externe projecten (zie kader<br />

hiernaast en <strong>voor</strong>beeld Utrecht blz. 130).<br />

over ‘aanhaken’ en ‘meeliften’...<br />

Het realiseren <strong>van</strong> de gewenste groenstructuur<br />

kan op verschillende manieren:<br />

Het initiëren en uitvoeren <strong>van</strong> zelfstandige<br />

'groene' projecten;<br />

Aanhaken bij geplande ruimtelijke (stedenbouwkundige<br />

of infrastructuur) ontwikkelingsprojecten.<br />

Omwille <strong>van</strong> de beperkte financiële<br />

middelen <strong>voor</strong> autonome groene projecten, zal<br />

<strong>het</strong> aan te raden zijn om zoveel mogelijk aan te<br />

haken bij (en te anticiperen op) geplande<br />

ruimtelijke projecten. Het is dus <strong>van</strong> belang dat<br />

de gem<strong>een</strong>te deze projecten niet ziet als <strong>een</strong><br />

'bedreiging' <strong>voor</strong> de groenstructuur, maar juist<br />

als <strong>een</strong> uitgelezen kans om de gewenste<br />

groenstructuur te realiseren. Hier<strong>voor</strong> is <strong>het</strong> <strong>van</strong><br />

belang dat groen reeds in <strong>een</strong> vroeg stadium<br />

betrokken wordt in de planvorming;<br />

'meeliften' met groene projecten <strong>van</strong> andere<br />

(externe) partijen (hogere overheid,…). De<br />

gem<strong>een</strong>te dient actief te lobbyen <strong>voor</strong> de<br />

gem<strong>een</strong>telijke groene belangen bij deze partijen<br />

en zoveel mogelijk af te stemmen met externe<br />

programma's. Hier<strong>voor</strong> kunnen eventueel<br />

samenwerkingsconstructies worden uitgewerkt<br />

op plan- en/of projectniveau. Mogelijke 'groene'<br />

partners <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>te zijn: de provincie,<br />

VLM, ANB, Toerisme Vlaanderen,.... Externe<br />

programma's waar kan worden meegelift:<br />

Landinrichtingsprojecten (VLM);<br />

Provinciale programma's;<br />

Toeristische projecten (zachte recreatie);<br />

Cultuurhistorische projecten;<br />

Projecten rond ‘trage wegen’;<br />

...<br />

JULI 09<br />

131


<strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> <strong>een</strong> monitoring:<br />

<strong>groenplan</strong> Arnhem


Het Vlaamse Gewest sluit sedert 1992 vrijwillige<br />

over<strong>een</strong>komsten af met gem<strong>een</strong>ten en provincies om <strong>het</strong><br />

milieubeleid op lokaal niveau te stimuleren. In ruil <strong>voor</strong> <strong>het</strong><br />

uitvoeren <strong>van</strong> <strong>een</strong> aantal taken krijgen ze financiële en<br />

inhoudelijke ondersteuning <strong>van</strong> de Vlaamse overheid.<br />

Aan<strong>van</strong>kelijk heetten die contracten milieuconvenanten, maar<br />

sinds 2002 spreekt de Vlaamse overheid <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />

Samenwerkingsover<strong>een</strong>komst.<br />

De vorige Samenwerkingsover<strong>een</strong>komst (2005-2007) met 249<br />

(<strong>van</strong> de 308 Vlaamse) gem<strong>een</strong>ten en de vijf provincies liep af<br />

op 31 december 2007. Vanaf 2008 kunnen gem<strong>een</strong>ten intekenen<br />

op de nieuwe Samenwerkingsover<strong>een</strong>komst 2008-2013.<br />

Deze nieuwe Samenwerkingsover<strong>een</strong>komst telt tien thema’s<br />

waar<strong>van</strong> elk <strong>een</strong> verplicht basisniveau, <strong>een</strong> facultatief<br />

onderscheidingsniveau en <strong>een</strong> facultatief projectniveau heeft.<br />

Hierbij is <strong>het</strong> perfect mogelijk dat <strong>een</strong> gem<strong>een</strong>te, zonder<br />

projecten uit te werken, <strong>het</strong> onderscheidingsniveau<br />

onderschrijft en acties er<strong>van</strong> uitvoert. En even goed kan <strong>het</strong><br />

omgekeerde, namelijk dat <strong>een</strong> gem<strong>een</strong>te enkel projecten<br />

uitwerkt, zonder <strong>het</strong> onderscheidingsniveau te onderschrijven.<br />

Het basisniveau is evenwel altijd verplicht.<br />

Via <strong>het</strong> thema Natuur <strong>van</strong> deze Samenwerkingsover<strong>een</strong>komst<br />

kunnen gem<strong>een</strong>ten subsidies krijgen <strong>voor</strong> projecten rond<br />

<strong>stedelijk</strong> groen, natuur en bos. In <strong>het</strong> basisniveau <strong>van</strong> dit<br />

thema zijn gem<strong>een</strong>ten verplicht om <strong>het</strong> Bermbesluit op te<br />

volgen, streekeigen soorten en autochtoon plantmateriaal te<br />

promoten en gebruik te maken <strong>van</strong> de Code <strong>van</strong> Goede<br />

Natuurpraktijk, opgesteld door <strong>het</strong> Vlaamse Gewest.<br />

Er zijn 8 types <strong>van</strong> projecten waar<strong>voor</strong> <strong>een</strong> subsidieaanvraag<br />

in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> deze samenwerkingsover<strong>een</strong>komst kan<br />

worden ingediend:<br />

aankoop <strong>van</strong> gronden <strong>voor</strong> <strong>het</strong> behoud of de aanleg <strong>van</strong><br />

natuur, bos of park;<br />

inrichting ten behoeve <strong>van</strong> natuur, bos, groen of landschap;<br />

uitvoeren <strong>van</strong> <strong>een</strong> soortbeschermingsproject;<br />

de opmaak <strong>van</strong> <strong>een</strong> Harmonisch Park- en Groenbeheerplan<br />

(park- en bomenbeheerplannen, <strong>stedelijk</strong>e <strong>groenplan</strong>nen);<br />

de opmaak of evaluatie <strong>van</strong> <strong>een</strong> bermbeheerplan;<br />

de realisatie <strong>van</strong> <strong>een</strong> speelbos;<br />

<strong>het</strong> uitvoeren <strong>van</strong> ingrepen gericht op de verbetering <strong>van</strong><br />

toegankelijkheid <strong>voor</strong> gehandicapten <strong>van</strong> <strong>een</strong> groengebied;<br />

de aanleg <strong>van</strong> <strong>een</strong> groendak op <strong>een</strong> gebouw in beheer of in<br />

eigendom <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>te.<br />

Steden en gem<strong>een</strong>ten kunnen bovendien via de jaarlijkse<br />

oproep 'Voorbeeldstellende en vernieuwende Groenprojecten<br />

in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> <strong>het</strong> Harmonisch Park- en Groenbeheer' tot<br />

150 000 euro (situatie 2008) subsidies ont<strong>van</strong>gen <strong>voor</strong> de<br />

aanleg en/of inrichting <strong>van</strong> groen. In <strong>het</strong> totaal is er 750 000<br />

euro beschikbaar <strong>voor</strong> lokale besturen (situatie 2008).<br />

Met deze oproep wil <strong>het</strong> ANB projecten ondersteunen die <strong>een</strong><br />

<strong>voor</strong>beeld zijn <strong>van</strong> Harmonisch Park- en Groenbeheer. De<br />

oproep is <strong>voor</strong> <strong>het</strong> eerst gelanceerd in 2001. In totaal werden<br />

tot en met 2007 al 40 projecten ondersteund, jaarlijks schuift<br />

ANB <strong>een</strong> thema naar <strong>voor</strong> bij de projectoproep. Het ANB streeft<br />

hierbij naar <strong>een</strong> integrale aanpak.<br />

De projectoproep richt zich naar alle Vlaamse steden en<br />

gem<strong>een</strong>ten. Enkel projecten die de aanleg en inrichting <strong>van</strong><br />

groen <strong>voor</strong>zien komen hier<strong>voor</strong> in aanmerking. Zowel werken<br />

<strong>voor</strong> groenaanleg als infrastructuurwerken kunnen<br />

gesubsidieerd worden. Aankoop <strong>van</strong> gronden of de opmaak<br />

<strong>van</strong> beheerplannen zijn niet subsidieerbaar.<br />

Alle werken dienen gekaderd te zijn in <strong>een</strong> heel duidelijke visie<br />

over <strong>het</strong> project.<br />

Op de website <strong>van</strong> ANB zijn <strong>voor</strong>beeldprojecten opgenomen<br />

die reeds via de projectoproep gesubsidieerd werden. Ook de<br />

criteria <strong>voor</strong> indiening en <strong>het</strong> inschrijvingsformulier zijn op<br />

deze site te downloaden.<br />

<strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> ruimtelijke typologieën (deelgebieden):<br />

Integraal plan Openbare ruimte Gent<br />

Subsidiemogelijkheden bij ANB<br />

(bron: http://www.natuurenbos.be, doorklikken op subsidies)<br />

133


Naast de subsidiemogelijkheden bij ANB (zie<br />

hier<strong>voor</strong>), zijn nog andere subsidies mogelijk.<br />

Een kort (niet limitatief) overzicht:<br />

Europese subsidies (Interregio,...);<br />

Stedenfonds;<br />

Stadsvernieuwingsfonds;<br />

Samenwerkingsover<strong>een</strong>komst;<br />

Subsidies <strong>voor</strong> bebossing landbouwgrond;<br />

Vanuit <strong>het</strong> bosdecreet zijn subsidies mogelijk<br />

<strong>voor</strong> bebossing en herbebossing, openstelling,<br />

ecologische doelstellingen of de opmaak <strong>van</strong><br />

<strong>een</strong> bosbeheerplan;<br />

subsidies <strong>voor</strong> groene speelruimte (Steunpunt<br />

Jeugd);<br />

...<br />

Bijkomende informatie is onder meer te vinden in<br />

de studie ‘Financiële instrumenten <strong>voor</strong> natuur,<br />

bos en landschap”, door de MINA-raad<br />

Vlaanderen (2005).<br />

Overige subsidiemogelijkheden


8<br />

Addendum<br />

PROCES VAN EEN<br />

STEDELIJK GROENPLAN


PROCES VAN EEN GROENSTRUCTUURPLAN<br />

Als <strong>een</strong> bestuur, bevoegde schepen of de<br />

administratie <strong>een</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> willen<br />

uitwerken <strong>voor</strong> hun gem<strong>een</strong>te/stad en dit<br />

nadien stelselmatig gaan realiseren, dan<br />

komen daar allerlei overwegingen,<br />

overlegmomenten en beslissingen aan te<br />

pas. Het is belangrijk om dit proces<br />

weloverwogen aan te pakken en alle<br />

betrokken actoren op de juiste momenten<br />

én in voldoende mate - niet te veel, niet te<br />

weinig - te betrekken.<br />

Bas Smets Econnection<br />

Belangrijke aandachtspunten<br />

In de overweging <strong>van</strong> <strong>het</strong> te voeren proces<br />

zijn er <strong>een</strong> aantal cruciale aspecten<br />

waaraan aandacht moet worden besteed,<br />

aangezien ze in grote mate <strong>het</strong> succes <strong>van</strong><br />

<strong>het</strong> plan zullen gaan bepalen:<br />

Duidelijke opdrachtformulering<br />

'Bezint eer ge begint'; dit gezegde slaat op<br />

de nood aan <strong>het</strong> uitwerken <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />

duidelijke opdrachtformulering <strong>voor</strong> <strong>het</strong><br />

<strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> door <strong>het</strong> gem<strong>een</strong>telijk<br />

beleid. De opdrachtgever (de gem<strong>een</strong>telijke<br />

beleidsverantwoordelijken en de eigen<br />

administraties en diensten) moet <strong>voor</strong>af de<br />

ambitie en de doelstellingen <strong>van</strong> <strong>het</strong> uit te<br />

werken <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> zorgvuldig<br />

definiëren en formuleren, zonder de<br />

complexiteit <strong>van</strong> de opdracht uit de weg te<br />

gaan. Hierdoor zal <strong>het</strong> <strong>voor</strong> alle betrokken<br />

actoren in <strong>het</strong> verdere proces duidelijk zijn<br />

wat men met <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> wil<br />

bereiken én wat niet.<br />

De opdrachtformulering kan inhoudelijk<br />

zeer diverse doelstellingen formuleren <strong>voor</strong><br />

<strong>het</strong><strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong>, zoals bij<strong>voor</strong>beeld:<br />

Het plangebied: <strong>het</strong> gehele<br />

grondgebied <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>te of enkel<br />

de stads- of hoofdgem<strong>een</strong>tekern;<br />

Iedere woonkern zijn eigen recreatieve<br />

groen<strong>voor</strong>ziening;<br />

Beperken <strong>van</strong> onderhoudsintensief<br />

groen tot <strong>een</strong> beperkt aantal strategische<br />

plekken in de gem<strong>een</strong>te/stad;<br />

Uitwerken <strong>van</strong> <strong>een</strong> inrichtingsplan <strong>voor</strong><br />

<strong>een</strong> bepaalde prioritaire groenstructuren;<br />

Rekening houden met bepaalde<br />

eigenheden (cultuurlijk, evenementen,<br />

bestuurlijk);<br />

...<br />

De gem<strong>een</strong>te/stad kan <strong>voor</strong> <strong>het</strong> uitwerken<br />

<strong>van</strong> deze opdrachtformulering ook <strong>voor</strong><br />

advies terecht bij ANB, gezien hun ervaring<br />

en kennis op <strong>het</strong> vlak <strong>van</strong> <strong>stedelijk</strong>e<br />

<strong>groenplan</strong>ning.<br />

Resultaat <strong>van</strong> de opdrachtformulering is<br />

<strong>een</strong> op maat <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>te/stad<br />

gemaakt document die o.a. volgende<br />

elementen zal omvatten:<br />

Aanleiding/Probleemstelling;<br />

Ambitieniveau en beleidsdoelstellingen;<br />

Programma <strong>van</strong> eisen: planning,<br />

inrichting en beheer;<br />

Overleg- en beslissingsforums;<br />

Kwaliteitsbewaking;<br />

Budgettering.<br />

De opdrachtformulering heeft als doel <strong>een</strong><br />

heldere lijn uit te zetten en <strong>het</strong> verwachtingspatroon<br />

duidelijk te maken <strong>voor</strong> beleid<br />

en ambtenaren. Daarnaast maakt de<br />

opdrachtformulering ook integraal onderdeel<br />

uit <strong>van</strong> <strong>een</strong> bestek bij <strong>een</strong> eventuele<br />

aanbestedingsprocedure in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong><br />

de Wet op de overheidsopdrachten.<br />

JULI 09<br />

137


Grote interne gedragenheid<br />

Het is <strong>van</strong> <strong>het</strong> grootste belang dat <strong>het</strong><br />

<strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> <strong>een</strong> grote interne<br />

gedragenheid heeft binnen de administratie<br />

en <strong>het</strong> politiek beleid <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>te/<br />

stad (indien mogelijk over meerderheid en<br />

oppositie h<strong>een</strong>). Hier<strong>voor</strong> zijn er verschillende<br />

goede redenen:<br />

De uitwerking <strong>van</strong> <strong>het</strong> plan, de<br />

implementatie in de diverse gem<strong>een</strong>telijke<br />

beleidsplannen en de effectieve realisatie<br />

op <strong>het</strong> terrein zullen al snel 15 à 20 jaar<br />

vergen, nog los <strong>van</strong> <strong>het</strong> beheersaspect<br />

dat 'eeuwigdurend' is. Dit betekent dat <strong>het</strong><br />

plan over beleidslegislaturen h<strong>een</strong> moet<br />

kunnen getild worden én over de<br />

aanwezigheid <strong>van</strong> enkele personen in de<br />

gem<strong>een</strong>telijke administratie.<br />

Het <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> moet<br />

opgenomen worden in de 'mental map'<br />

<strong>van</strong> alle ambtenaren en politici <strong>van</strong> de<br />

gem<strong>een</strong>te/stad. Want, <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong><br />

<strong>groenplan</strong> dient niet enkel te functioneren<br />

als toetskader bij de (her)inirchting en <strong>het</strong><br />

beheer <strong>van</strong> publiek domein (straten,<br />

pleinen, parken, speelbossen, enz.) <strong>voor</strong><br />

de technische dienst (openbare werken,<br />

groendienst, milieudienst). Het <strong>stedelijk</strong><br />

<strong>groenplan</strong> moet ook <strong>een</strong> toets- en<br />

inspiratiekader zijn bij de beoordeling <strong>van</strong><br />

bepaalde aanvragen tot stedenbouwkundige<br />

en verkavelingsvergunningen<br />

door de gem<strong>een</strong>telijke stedenbouwkundige<br />

ambtenaar, <strong>een</strong> toets- en<br />

inspiratiekader bij de aanleg <strong>van</strong> bepaalde<br />

fiets- en wandelroutes <strong>voor</strong> de<br />

mobiliteitsambtenaar, <strong>een</strong> toets- en<br />

inspiratiekader <strong>voor</strong> de inplanting <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />

speelpleintje <strong>voor</strong> de jeugdconsulent, enz.<br />

Om deze interne gedragenheid te kunnen<br />

bewerkstelligen worden de ontwerpers,<br />

inrichters en beheerders <strong>van</strong> de groenstructuren<br />

best <strong>van</strong> bij de opmaak <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

plan actief betrokken. Nadien worden deze<br />

ontwerpers, inrichters en beheerders ook<br />

best betrokken bij de concrete uitwerking<br />

<strong>van</strong> de technische uitvoeringsplannen én<br />

vervolgens ook bij <strong>het</strong> beheer en eventuele<br />

noodzakelijke bijsturingen.<br />

Tweede belangrijk element om deze<br />

interne gedragenheid te vergroten is de<br />

planregie. Deze dient gevoerd te worden<br />

door de gem<strong>een</strong>te/stad zelf, indien<br />

mogelijk door <strong>een</strong> eigen ambtenaar. Deze<br />

planregisseur is de 'motor' <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong><br />

<strong>groenplan</strong> doorh<strong>een</strong> de opmaak, bij de<br />

verschillende realisaties én bij overleg<br />

omtrent <strong>het</strong> beheer. Dit kan <strong>een</strong> ambtenaar<br />

zijn <strong>van</strong> de groendienst of milieudienst,<br />

138 JULI 09<br />

maar kan afhankelijk <strong>van</strong> de interne<br />

organisatie <strong>van</strong> de administratie, ook <strong>een</strong><br />

ambtenaar zijn <strong>van</strong> de technische dienst,<br />

dienst openbare werken, ruimtelijke<br />

ordening of stedenbouw.<br />

Aanstellen <strong>van</strong> <strong>een</strong> kwalitatief<br />

ontwerpteam<br />

Bij de uitwerking <strong>van</strong> <strong>een</strong> <strong>stedelijk</strong><br />

<strong>groenplan</strong> is <strong>het</strong> belangrijk om <strong>een</strong> creatief<br />

ontwerpteam aan te stellen dat kwalitatieve<br />

documenten aanlevert die <strong>een</strong> concreet<br />

antwoord bieden op de ambitie en<br />

beleidsdoelstellingen <strong>van</strong> de opdrachtformulering.<br />

Hierbij is <strong>het</strong> duidelijk dat de opmaak <strong>van</strong><br />

<strong>een</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> <strong>een</strong> complexe<br />

studieopdracht is, niet beperkt tot één<br />

vakdomein of beleidsdiscipline. Daarom is<br />

<strong>het</strong> aangewezen om <strong>een</strong> multidisciplinair<br />

ontwerpteam aan te stellen dat de studie in<br />

al zijn facetten kan omvatten. Het moet<br />

uitgaan <strong>van</strong> <strong>een</strong> integrale benadering en<br />

<strong>een</strong> geïntegreerde werkwijze. Het gaat<br />

hierbij over o.a. de disciplines landschapsarchitect,<br />

ruimtelijk planner, ingenieur<br />

openbare werken, mobiliteitsdeskundige,<br />

bioloog, hydroloog en communicatiedeskundige.<br />

CONCEPT STEDELIJKE GROENPLAN Bas Smets Econnection


PROCES VAN EEN GROENSTRUCTUURPLAN<br />

Deze disciplines hoeven zeker niet<br />

allemaal 'buitenshuis' gezocht te worden bij<br />

<strong>het</strong> externe studiebureau. De gem<strong>een</strong>te/<br />

stad heeft vaak geschikte en ervaren<br />

ambtenaren binnen de eigen administratie<br />

die <strong>een</strong> aantal <strong>van</strong> deze disciplines zelf<br />

kunnen gaan invullen. Hierdoor zal<br />

trouwens de interne gedragenheid <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

uiteindelijke plan nog vergroot worden.<br />

Bij de aanstelling <strong>van</strong> <strong>een</strong> extern ontwerpteam<br />

door aanbesteding via de Wet op de<br />

Overheidsopdrachten, is <strong>het</strong> belangrijk om<br />

<strong>een</strong> goed bestek neer te leggen. Een 'goed'<br />

bestek zal best rekening houden met<br />

volgende elementen:<br />

Keuze <strong>van</strong> <strong>een</strong> procedure die niet<br />

louter gericht is op de kostprijs, maar die<br />

de klemtoon legt op kwaliteitsaspecten;<br />

In de selectiecriteria de verplichting<br />

inbrengen <strong>van</strong> <strong>een</strong> multidisciplinair<br />

ontwerpteam (die minimum bepaalde<br />

disciplines moet omvatten);<br />

In de gunningscriteria kwalitatieve<br />

aspecten beoordelen. Dit kunnen o.a. zijn:<br />

ervaring leden ontwerpteam met<br />

<strong>stedelijk</strong>e <strong>groenplan</strong>nining, bijkomende<br />

rele<strong>van</strong>te disciplines (aanvullend op de<br />

minimale disciplines aangegeven in de<br />

selectiecri-teria), visie <strong>van</strong> de inschrijver<br />

op de opdracht en/of <strong>het</strong> plangebied,<br />

zinvolle <strong>voor</strong>stellen <strong>van</strong> de inschrijver<br />

<strong>voor</strong> opdrachtoverschrijdende aanpak,<br />

kwaliteit en volledigheid plan <strong>van</strong><br />

Bas Smets Econnection<br />

Oog <strong>voor</strong> kwaliteitsbewaking<br />

aanpak,...<br />

Door <strong>voor</strong>gaande aandachtspunten zal<br />

<strong>een</strong> hoogkwalitatief uitgewerkt<strong>stedelijk</strong><br />

<strong>groenplan</strong> kunnen worden uitgewerkt. Om<br />

in <strong>het</strong> verdere traject naar realisaties en<br />

beheer toe dit zelfde kwalitatief hoogstaande<br />

peil <strong>voor</strong> de doelstellingen en uitgewerkte<br />

visie <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> aan te<br />

kunnen houden is er nood aan kwaliteitsbewaking.<br />

Dit kan gebeuren door:<br />

Overleg tussen de betrokken<br />

administraties en diensten (ook<br />

beheersgerichte diensten!) bij de<br />

uitwerking <strong>van</strong> de technische<br />

uitvoeringsplannen <strong>voor</strong> de inrichting <strong>van</strong><br />

deelprojecten. Optimaal ware dat er <strong>een</strong><br />

permanente overlegstructuur wordt<br />

georganiseerd, zodat ook beheersmatige<br />

aspecten aan bod kunnen komen;<br />

Uitwerken <strong>van</strong> <strong>een</strong> concreet<br />

beheersplan gekoppeld aan de<br />

<strong>voor</strong>gestelde inrichting;<br />

Voor de inrichting en eventueel <strong>het</strong><br />

beheer <strong>van</strong> grotere deelprojecten kan aan<br />

<strong>het</strong> aangestelde ontwerpteam <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

<strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> <strong>een</strong> adviesfunctie<br />

verl<strong>een</strong>d worden;<br />

Gerealiseerde deelprojecten durven<br />

evalueren na <strong>een</strong> bepaalde periode <strong>van</strong><br />

ingebruikname en bijsturen indien nodig.<br />

CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />

Cyclisch proces vereist<br />

permanente overlegstructuur<br />

Een <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> moet gezien<br />

worden als <strong>een</strong> cyclisch proces. Dit niet<br />

all<strong>een</strong> bij de opmaak <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong><br />

<strong>groenplan</strong> zelf, maar ook bij de<br />

stelselmatige realisatie <strong>van</strong> deelprojecten<br />

in de loop der tijd en eventuele wijzigingen<br />

in <strong>het</strong> beheer.<br />

Dit betekent dat <strong>een</strong> terugkoppeling tussen<br />

de gewenste visie en de toestand op <strong>het</strong><br />

terrein <strong>een</strong> <strong>voor</strong>tdurende vereiste om te<br />

komen tot <strong>een</strong> bruikbaar resultaat. Om dit<br />

procesmatig optimaal te kunnen aansturen<br />

komt terug de organisatie <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />

permanente overlegstructuur naar boven<br />

die ook al <strong>voor</strong> de kwaliteitsbewaking<br />

aangewezen was.<br />

In de praktijk kan men deze overlegstructuur<br />

inhoudelijk enkel beperken tot de<br />

groenstructuur, maar <strong>het</strong> meest aangewezen<br />

is <strong>het</strong> organiseren <strong>van</strong> <strong>een</strong> 'overleg<br />

publieke ruimte' waarin alle projecten met<br />

betrekking tot <strong>het</strong> publiek domein aan bod<br />

kunnen komen met betrekking tot ontwerp,<br />

inrichting en beheer. Zodoende wordt de<br />

groenstructuur geïntegreerd benaderd in<br />

<strong>het</strong> grote kader <strong>van</strong> <strong>het</strong> publiek domein.<br />

JULI 09<br />

139


Procesaanpak<br />

Ten aanzien <strong>van</strong> de procesaanpak <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

<strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> worden <strong>een</strong> aantal<br />

algemene uitgangspunten gehanteerd:<br />

Integraal en geïntegreerd werken<br />

Zoals bovengaand aangehaald komt <strong>het</strong><br />

erop aan om gedurende <strong>het</strong> hele planproces<br />

(én nadien) zowel <strong>het</strong> totaalbeeld in<br />

<strong>het</strong> oog te houden (bij integraal denken<br />

gaat men er<strong>van</strong> uit dat <strong>het</strong> geheel groter is<br />

dan de som der delen), als alle aspecten in<br />

hun uitwerking op elkaar af te stemmen<br />

(geïntegreerd werken).<br />

Consensus<br />

De keuzes die bij die afstemming moeten<br />

gemaakt worden, gebeuren bij <strong>voor</strong>keur in<br />

consensus. Het combineren <strong>van</strong> de<br />

verschillende doelstellingen, <strong>het</strong> op elkaar<br />

afstemmen <strong>van</strong> de uit<strong>een</strong>lopende aspecten<br />

uit de verschillende vakdisciplines leidt tot<br />

synergieën die de interne samenhang <strong>van</strong><br />

<strong>het</strong> project verbeteren en <strong>het</strong> gevoel <strong>van</strong><br />

betrokkenheid bij de participanten<br />

verhogen. De interne gedragenheid bij<br />

consensus is natuurlijk ook veel groter.<br />

Lange en korte termijn<br />

Beleidsstrategische overwegingen op<br />

korte termijn leiden tot snel <strong>voor</strong>bijgestreefde<br />

projecten. De aandacht <strong>voor</strong><br />

langetermijnoplossingen moet in <strong>het</strong><br />

proces doorwegen, zonder de noden op<br />

korte termijn uit <strong>het</strong> oog te verliezen. Door<br />

realisaties op korte termijn zal ook <strong>het</strong><br />

maatschappelijk krediet <strong>voor</strong> meer<br />

ingrijpende acties verhogen.<br />

Vernieuwend<br />

Bij de uitwerking <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong><br />

<strong>groenplan</strong>, de realisatie <strong>van</strong> deelprojecten<br />

doorh<strong>een</strong> de tijd en <strong>het</strong> duurzaam beheer<br />

moet men zien als uitdagingen <strong>voor</strong> nieuw<br />

onderzoek; niet louter als <strong>een</strong> toepassing<br />

<strong>van</strong> kennis en ervaring die reeds elders<br />

werd toegepast. De <strong>voor</strong>af <strong>voor</strong>opgestelde<br />

ambities moeten voldoende ruimte bieden<br />

<strong>voor</strong> <strong>een</strong> grensverleggend resultaat.<br />

Vastleggen beslissingsmomenten<br />

Op verschillende momenten in <strong>het</strong><br />

planproces worden op verschillende<br />

niveaus beslissingen <strong>voor</strong>bereid en<br />

<strong>voor</strong>gelegd aan de formele beslissings-<br />

140 JULI 09<br />

organen <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>te/stad, nl. <strong>het</strong><br />

college <strong>van</strong> burgemeester en schepenen<br />

en de gem<strong>een</strong>teraad.<br />

Het is aangewezen om deze beslissingsorganen<br />

op <strong>een</strong> aantal strategische<br />

momenten in de loop <strong>van</strong> <strong>het</strong> planproces<br />

om <strong>een</strong> principiële goedkeuring te vragen.<br />

Zodoende worden zij actief betrokken bij de<br />

opmaak <strong>van</strong> <strong>het</strong> plan (interne gedragenheid!),<br />

wordt de 'richting' waarin <strong>het</strong><br />

<strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> evolueert, afgetoetst en<br />

wordt vermeden dat aan <strong>het</strong> einde <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

planproces fundamentele onderdelen <strong>van</strong><br />

<strong>het</strong> groenstructuurplan nog in vraag<br />

worden gesteld.<br />

Iedere beslissingsvergadering moet goed<br />

worden <strong>voor</strong>bereid en inhoudelijk<br />

gedocumenteerd. Het belang <strong>van</strong> die<br />

vergaderingen moet <strong>voor</strong>af goed worden<br />

gecommuniceerd.<br />

CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN Bas Smets Econnection


Overleg, advies- en<br />

beslissingsorganen<br />

PROCES VAN EEN GROENSTRUCTUURPLAN<br />

In <strong>het</strong> planproces worden vier fasen<br />

onderscheiden:<br />

Afbakening studiegebied;<br />

Analysefase resulterend in <strong>een</strong><br />

planopgave;<br />

Visie- en conceptvormingsfase;<br />

Fase <strong>van</strong> <strong>het</strong> actieplan.<br />

Bij de opmaak <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong><br />

zijn er <strong>een</strong> aantal overleg-, advies- en<br />

beslissingsorganen die dienen betrokken<br />

te worden doorh<strong>een</strong> deze fasen <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

planproces:<br />

Projectgroep<br />

De projectgroep vormt de 'motor' <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

gehele planproces. Hier worden de<br />

uitgewerkte <strong>voor</strong>stellen en ideeën<br />

besproken, afgewogen en bijgestuurd. De<br />

projectgroep werkt beleids<strong>voor</strong>bereidend<br />

naar de beslissingsorganen college <strong>van</strong><br />

burgemeester en schepenen/gem<strong>een</strong>teraad<br />

toe. Deze treedt optimaal in werking<br />

bij <strong>het</strong> opstarten <strong>van</strong> de <strong>voor</strong>bereidende<br />

fase <strong>van</strong> <strong>het</strong> planproces, nl. bij de uitwerking<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> bestek <strong>voor</strong> <strong>het</strong> aanstellen <strong>van</strong><br />

<strong>een</strong> kwalitatief ontwerpteam.<br />

In deze projectgroep zetelen:<br />

projectregisseur;<br />

vertegenwoordigers <strong>van</strong> de 'eerstelijns'<br />

Bas Smets Econnection<br />

betrokken gem<strong>een</strong>telijke diensten en<br />

administraties: groendienst, milieudienst,<br />

diensten openbare werken, ruimtelijke<br />

ordening en mobiliteit;<br />

gem<strong>een</strong>tesecretaris of directeur;<br />

schepen(en) bevoegd <strong>voor</strong> milieu en<br />

groendienst;<br />

vertegenwoordiger Agentschap natuur<br />

& Bos (ANB);<br />

extern ontwerpteam;<br />

(eventueel communicatie-deskundige).<br />

Het is belangrijk om in deze groep enerzijds<br />

voldoende 'decision-makers' op te nemen,<br />

maar anderzijds de groep compact te<br />

houden zodat deze voldoende slagkracht<br />

en flexibiliteit heeft.<br />

De eigen ambtenaren moeten hier<strong>voor</strong> <strong>een</strong><br />

mandaat krijgen en voldoende vrijstelling<br />

om actief aan <strong>het</strong> planproces te kunnen<br />

deelnemen.<br />

College <strong>van</strong> burgemeester en<br />

schepenen<br />

Het college <strong>van</strong> burgemeester en schepenen<br />

vormt <strong>het</strong> 'dagelijks' beleidsbeslissend<br />

orgaan <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong>. Op<br />

geregelde tijdstippen én specifiek aan <strong>het</strong><br />

einde <strong>van</strong> elke fase wordt <strong>het</strong> college <strong>van</strong><br />

burgemeester en schepenen gebriefd over<br />

CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />

de stand <strong>van</strong> zaken <strong>van</strong> <strong>het</strong> planproces,<br />

geeft eventuele opmerkingen omtrent de<br />

nodige inhoudelijke bijsturingen én maakt<br />

tussentijdse principiële keuzes op <strong>voor</strong>stel<br />

<strong>van</strong> de projectgroep.<br />

Gem<strong>een</strong>teraad(scommissie)<br />

Aangezien <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> louter<br />

<strong>een</strong> visievormend document is, heeft <strong>het</strong><br />

g<strong>een</strong> juridische rechtskracht met <strong>een</strong><br />

formele goedkeuringsprocedure. Het is<br />

<strong>een</strong> beleidsdocument waarin <strong>het</strong> gem<strong>een</strong>telijk<br />

beleid de lijnen en acties uitzet om op<br />

termijn <strong>een</strong> kwalitatieve groenstructuur<br />

<strong>voor</strong> (<strong>een</strong> deel <strong>van</strong>) <strong>het</strong> gem<strong>een</strong>telijk<br />

grondgebied uit te bouwen.<br />

Om als intern beleidsdocument <strong>voor</strong> <strong>het</strong><br />

gem<strong>een</strong>telijk/<strong>stedelijk</strong> beleidsapparaat te<br />

kunnen fungeren is er wel <strong>een</strong> formele<br />

beslissing nodig. In principe is <strong>een</strong><br />

goedkeuring door <strong>het</strong> college <strong>van</strong> burgemeester<br />

en schepenen dan voldoende.<br />

Rekening houdende met <strong>het</strong> langetermijnkarakter<br />

<strong>van</strong> de visie en <strong>het</strong> streven naar<br />

<strong>een</strong> grote interne gedragenheid is <strong>het</strong><br />

echter aangewezen om de gem<strong>een</strong>teraad<br />

volwaardig doorh<strong>een</strong> <strong>het</strong> planproces te<br />

betrekken.<br />

Aan <strong>het</strong> einde <strong>van</strong> de analysefase, de visie-<br />

JULI 09<br />

141


FASE 0: BESTEK AANSTELLEN KWALITATIEF ONTWERPTEAM<br />

STARTVERGADERING<br />

PROJECTGROEP<br />

VOORONTWERP<br />

BESTEK<br />

PROJECTGROEP<br />

(CBS)<br />

DEFINITIEF BESTEK<br />

GR (SCOMMISSIE)<br />

STAP 1: AFBAKENING STUDIEGEBIED<br />

STARTVERGADERING<br />

PROJECTGROEP<br />

(incl. ontwerpteam)<br />

(CBS)<br />

<strong>voor</strong>beeld <strong>van</strong> <strong>een</strong> (uitgebreid) proces <strong>voor</strong> de opmaak <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />

groenstructuurplan<br />

STAP 2: ANALYSEFASE EN PLANOPGAVE<br />

PROJECTGROEP<br />

DOCUMENT ‘ANALYSE’<br />

PROJECTGROEP<br />

DOCUMENT<br />

‘PLANOPGAVE’<br />

PROJECTGROEP<br />

CBS<br />

AMBTELIJK ADVIES-<br />

FORUM<br />

STAP 3: VISIE- EN CONCEPTFASE<br />

AANZET VISIE- EN<br />

CONCEPTVORMING<br />

PROJECTGROEP<br />

VOORONTWERP<br />

VISIE EN CONCEPT<br />

CBS<br />

AMBTELIJK ADVIES-<br />

FORUM<br />

GR (SCOMMISSIE)<br />

GEMEENTELIJKE<br />

ADVIESRONDE<br />

BEVOLKING<br />

PROJECTGROEP<br />

DEFINITIEVE<br />

VISIE EN CONCEPT<br />

CBS<br />

(CBS)<br />

(BEVOL<br />

KING)<br />

STAP 4: ACTIEPLAN<br />

AANZET ACTIEPLAN<br />

PROJECTGROEP<br />

VOORONTWERP<br />

ACTIEPLAN<br />

PROJECTGROEP<br />

CBS<br />

GR (SCOMMISSIE)<br />

PROJECTGROEP<br />

DEFINITIEF<br />

EINDRAPPORT<br />

CBS<br />

GR<br />

REALISATIE- EN BEHEERSFASE<br />

PERMANENTE<br />

OVERLEGSTRUCTUUR<br />

CBS<br />

GR (SCOMMISSIE)


Overleg, advies- en<br />

beslissingsorganen<br />

PROCES VAN EEN GROENSTRUCTUURPLAN<br />

en conceptvormingsfase en de fase <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

actieplan wordt de gem<strong>een</strong>teraad(scommissie)<br />

gebriefd over de stand <strong>van</strong> zaken<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> planproces en geeft eventuele<br />

opmerkingen omtrent de nodige inhoudelijke<br />

bijsturingen. Aan <strong>het</strong> einde <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

planproces wordt <strong>het</strong> definitief document<br />

ter goedkeuring <strong>voor</strong>gelegd.<br />

Ambtelijk adviesforum<br />

Zoals bovengaand aangegeven is <strong>het</strong><br />

<strong>opmaken</strong> <strong>van</strong> <strong>een</strong> groenstructuurplan <strong>een</strong><br />

complexe studieopdracht waarin visies <strong>van</strong><br />

diverse vakdomeinen geïntegreerd moeten<br />

worden tot één samenhangende groenstructuur.<br />

Dit betekent dat ook <strong>een</strong> groot<br />

aantal andere administraties en diensten<br />

<strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>te, de provincie en de<br />

Vlaamse overheid betrokken actoren zijn in<br />

<strong>het</strong> planproces en <strong>van</strong>uit <strong>een</strong> interessante<br />

invalshoek ideeën en visie kunnen<br />

aanreiken die de studie kunnen verrijken.<br />

Voor <strong>het</strong> gem<strong>een</strong>telijk beleidsniveau gaat<br />

<strong>het</strong> o.a. over de jeugddienst, preventiedienst,<br />

politie, dienst gem<strong>een</strong>tepatrimonium,...<br />

Naast ANB die reeds in de projectgroep is<br />

opgenomen, gaat <strong>het</strong> <strong>voor</strong> de Vlaamse<br />

Bas Smets Econnection<br />

overheid o.a. over de Afdeling Ruimtelijke<br />

Planning <strong>van</strong> RWO of de gewestelijk<br />

stedebouwkundig ambtenaar <strong>van</strong> de<br />

provinciale afdeling <strong>van</strong> <strong>het</strong> Agentschap<br />

RO.<br />

Voor <strong>het</strong> provinciaal beleidsniveau gaat <strong>het</strong><br />

o.a. over de diensten bevoegd <strong>voor</strong><br />

ruimtelijke ordening, milieu en natuur,<br />

toerisme en recreatie, enz.<br />

Wie <strong>van</strong> de verschillende overheden moet<br />

betrokken worden is afhankelijk <strong>van</strong><br />

<strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> tot <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong>.<br />

Aan <strong>het</strong> einde <strong>van</strong> de visie- en conceptvormingsfase<br />

en de fase <strong>van</strong> <strong>het</strong> actieplan<br />

wordt dit ambtelijk forum gebriefd over de<br />

stand <strong>van</strong> zaken <strong>van</strong> <strong>het</strong> planproces en<br />

geeft eventuele opmerkingen omtrent de<br />

nodige inhoudelijke bijsturingen.<br />

Inzake de te gebruiken format kan er<br />

afgewogen worden of dit best via schriftelijke<br />

bevraging kan gebeuren, effectieve<br />

toelichtings- en overlegmomenten of <strong>een</strong><br />

combinatie <strong>van</strong> beiden.<br />

CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />

Gem<strong>een</strong>telijke adviesraden<br />

Om ook 'buiten' de overheid draagvlak te<br />

zoeken is <strong>het</strong> aangewezen om ook <strong>een</strong><br />

gem<strong>een</strong>telijke aantal adviesraden op<br />

bepaalde tijdstippen in <strong>het</strong> planproces om<br />

advies te vragen.<br />

Hierbij wordt in eerste instantie gefocust op<br />

de twee decretaal vastgestelde adviesraden:<br />

Gem<strong>een</strong>telijke commissie <strong>voor</strong><br />

ruimtelijke ordening (Gecoro);<br />

Milieu- en natuurraad (MINA-raad).<br />

In grotere gem<strong>een</strong>ten en steden zijn er<br />

vaak nog andere adviesraden die indien<br />

zinvol ook om advies kunnen worden<br />

gevraagd. Het gaat o.a. over de mobiliteitsraad,<br />

middenstandsraad, jeugdraad,<br />

woonraad, enz.<br />

Het is aangewezen om deze raden<br />

minimaal in de visie- en conceptvormingsfase<br />

om advies te vragen.<br />

JULI 09<br />

143


Bevolking<br />

Om <strong>een</strong> maatschappelijk draagvlak <strong>voor</strong><br />

<strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong> te vinden is <strong>het</strong> ook<br />

belangrijk om de bevolking te betrekken bij<br />

de uitwerking <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong>.<br />

Het meest aangewezen moment hier<strong>voor</strong><br />

is aan <strong>het</strong> einde <strong>van</strong> de visie- en<br />

conceptvormingsfase.<br />

Men kan hierbij kiezen <strong>voor</strong> informeren,<br />

inspraak verlenen of actief laten meedenken<br />

aan de inhoudelijke invulling <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

<strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong>:<br />

Wanneer men zich beperkt tot<br />

informeren zijn de gem<strong>een</strong>telijke<br />

informatiekrant en website hier<strong>voor</strong> zeer<br />

geschikte mediums. Gekoppeld aan de<br />

lokale pers kunnen heel wat<br />

geïnteresseerde burgers bereikt worden.<br />

Dit kan gebeuren in de verschillende<br />

fasen <strong>van</strong> <strong>het</strong> planproces;<br />

Inspraak verlenen is <strong>voor</strong>al zinvol in de<br />

fase <strong>van</strong> de visie- en conceptvorming. De<br />

groenstructuur is dan concreet gemaakt -<br />

wat de burgers ook toelaat om <strong>het</strong><br />

<strong>voor</strong>stel te evalueren maar nog niet<br />

definitief vastgelegd;<br />

Indien men de bevolking actief wil<br />

betrekken bij de uitwerking <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

groenstructuurplan dan is <strong>het</strong><br />

aangewezen om na <strong>een</strong> ruwe uittekening<br />

<strong>van</strong> de groenstructuur aan <strong>het</strong> begin <strong>van</strong><br />

de visie- en conceptvormingsfase <strong>een</strong><br />

aantal 'workshops' te organiseren met<br />

geïnteresseerde burgers. Om de materie<br />

levendig te houden wordt best <strong>een</strong><br />

creatieve format gebruikt, bvb. via<br />

begeleide fiets- en wandeldenktochten.<br />

Aan <strong>het</strong> einde <strong>van</strong> de visie- en<br />

conceptvormingsfase wordt vervolgens de<br />

uitgewerkte groenstructuur <strong>voor</strong> toetsing<br />

nogmaals <strong>voor</strong>gelegd;<br />

De drie <strong>voor</strong>gaande kunnen natuurlijk<br />

ook met elkaar worden gecombineerd.<br />

144 JULI 09<br />

Implementatie, realisatie en<br />

beheer (zie ook stap 4: actieplan)<br />

Na de goedkeuring <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong><br />

<strong>groenplan</strong> door de gem<strong>een</strong>teraad en de<br />

kennis-geving hier<strong>van</strong> aan alle betrokken<br />

actoren, waaronder de hogere overheden,<br />

wacht de moeilijke taak om deze<br />

beleidsvisie als mentaal toetskader te<br />

implementeren in de dagdagelijkse<br />

werking <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>telij-ke diensten en<br />

administraties.<br />

Daarnaast dient ook <strong>het</strong> papieren actieplan<br />

geoperationaliseerd te worden door realisatie<br />

<strong>van</strong> deelprojecten doorh<strong>een</strong> de tijd.<br />

Het werken met <strong>een</strong> permanente overlegstructuur<br />

is hierbij zeker <strong>een</strong> <strong>voor</strong>deel om<br />

de doelstellingen <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong><br />

<strong>groenplan</strong> gerealiseerd te krijgen. Tevens<br />

kun-nen in dit overlegforum ook<br />

beheersaspec-ten aan bod komen, naast<br />

evaluatie en eventuele bijsturing <strong>van</strong><br />

gerealiseerde deelprojecten.<br />

Voor <strong>het</strong> jaarlijks agenderen <strong>van</strong> de <strong>voor</strong>tgang<br />

<strong>van</strong> de realisatie <strong>van</strong> <strong>het</strong> groenstructuurplan<br />

en de <strong>voor</strong>ziene deelprojecten<br />

<strong>voor</strong> <strong>het</strong> komende jaar of jaren is <strong>het</strong><br />

milieujaarprogramma <strong>het</strong> aangewezen<br />

instrument. Dit document vormt ook de<br />

onderbouwing <strong>voor</strong> <strong>het</strong> <strong>voor</strong>zien <strong>van</strong> de<br />

nodige financieringsbudgetten op de<br />

gem<strong>een</strong>tebegroting.<br />

CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN Bas Smets Econnection


PROCES VAN EEN GROENSTRUCTUURPLAN<br />

De realisatie <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>stedelijk</strong> <strong>groenplan</strong><br />

hoeft niet perse te leiden tot hele grote extra<br />

uitgaven. Acties kunnen ook gekoppeld zijn<br />

aan andere beleidsvisies zoals bvb. <strong>het</strong><br />

jeugdwerkbeleidsplan. Daarnaast biedt<br />

ANB met zijn jaarlijkse thematische wedstrijd<br />

'Harmonisch Park- en Groenbeheer'<br />

ook subsidiemogelijkheden <strong>voor</strong> vernieuwende<br />

projecten.<br />

Voor <strong>het</strong> beheer <strong>van</strong> de groenstructuur is er<br />

enerzijds <strong>het</strong> groenonderhoud dat omwille<br />

<strong>van</strong> de efficiëntie en <strong>het</strong> gewenste<br />

coherente beeld bij <strong>voor</strong>keur bij één<br />

gem<strong>een</strong>telijke dienst (groendienst) gecentraliseerd<br />

wordt. Anderzijds is er ook <strong>het</strong><br />

beheer <strong>van</strong> de openbare orde in de publiek<br />

toegankelijke delen <strong>van</strong> de groenstructuur.<br />

Hier speelt de lokale politie haar rol. Indien<br />

er niet besloten wordt tot <strong>het</strong> instellen <strong>van</strong><br />

<strong>een</strong> permanente overlegstructuur, is <strong>het</strong><br />

minimaal aangewezen om tussen beide op<br />

geregelde tijdstippen overleg te plegen.<br />

Bas Smets Econnection<br />

Bron: MINISTERIE VAN DE VLAAMSE<br />

GEMEENSCHAP, AFDELING<br />

GESUBSIDIEERDE<br />

INFRASTRUCTUUR: Publieke ruimte,<br />

<strong>een</strong> andere aanpak.<br />

CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />

JULI 09<br />

145


9<br />

BRONNEN


ADRIAENS T., PEYMEN J. en DECLEER K. (2007): Natuurverbindingsgebieden in<br />

Vlaanderen: achtergronden, afbakening en mogelijke inrichting. Rapport <strong>van</strong> <strong>het</strong> Instituut<br />

<strong>voor</strong> Natuur- en Bosonderzoek, INBO.R.2007.14, Instituut <strong>voor</strong> Natuur- en<br />

Bosonderzoek, Brussel (160 pp).<br />

ADVIESBURO VOOR TUIN- EN LANDSCHAPSPLANNING I.S.M.<br />

PLANCOMPAGNONS (1999): Groenstructuurplan Mechelen. In opdracht <strong>van</strong> AMINAL<br />

Afdeling Bos & Groen.<br />

AGENTSCHAP VOOR NATUUR EN BOS (red: JOYE T. ET AL) (2008): Technisch<br />

Vademecum Bomen. Harmonisch Park- en Groenbeheer, Agentschap <strong>voor</strong> Natuur en<br />

Bos, Brussel (416 pp.).<br />

ALTERRA (2001): Handboek robuuste verbindingen; ecologische rand<strong>voor</strong>waarden.<br />

Alterra Research instituut <strong>voor</strong> de Groene Ruimte, Wageningen (252 pp). Dit handboek<br />

bevat ook de cd-rom TOVER (Toetsing en ontwerp <strong>van</strong> Verbindingszones). Het<br />

handboek en de cd-rom zijn gemaakt in opdracht <strong>van</strong> de directie Natuurbeheer <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

Ministerie <strong>van</strong> LNV en beide zijn te raadpolegen op de website <strong>van</strong> Alterra. Met dit<br />

handboek en de cd-rom zijn wetenschappelijke richtlijnen <strong>voor</strong> <strong>het</strong> ontwerpen en<br />

inrichten <strong>van</strong> ecologische verbindingszones op <strong>een</strong> gebruiksvriendelijke wijze.<br />

A MINAL, STUDIEGROEP MENS EN RUIMTE VZW EN VERENIGING VOOR<br />

OPENBAAR GROEN VZW (1993): Lange Termijnplanning Groen<strong>voor</strong>ziening. Dienst<br />

Groen. Onderzoek in opdracht <strong>van</strong> AMINAL Bestuur Natuurbehoud en ontwikkeling.<br />

ARCADIS ( 2005): Groenstructuurplan Tiel. Zichtbaar landschap, leesbare stad. In<br />

opdracht <strong>van</strong> de gem<strong>een</strong>te Tiel.<br />

BEUNEN R. (2000): Het langzame net versnellen. Aandachtspunten <strong>voor</strong> de realisatie<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> ‘langzame netwerk’, Alterra, Wageningen (36 pp.).<br />

BUREAU WAARDENBURG BV. MMV GROEN-PLANNING MAASTRICHT( VEEN P.J.,<br />

CLAESSEN B. & MEIJER A.J.M. ) (1999): Groenstructuurplan Hellevoetsluis.<br />

Opdrachtgever: Gem<strong>een</strong>te Hellevoetsluis.<br />

BURO BOSSAERT I.S.M. SORESMA ( 1999): Groenstructuurplan Kortrijk. In opdracht<br />

<strong>van</strong> AMINAL Afdeling Bos & Groen.<br />

Bas Smets Econnection<br />

CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN<br />

BRONNENLIJST<br />

DE BRUYN L. & PEYMEN J. (2003): Stedelijk Milieu. In: Dumortier M. et al. Natuurrapport<br />

2003. Toestand <strong>van</strong> de natuur in Vlaanderen: cijfers <strong>voor</strong> <strong>het</strong> beleid. Mededelingen <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

Instituut <strong>voor</strong> Natuurbehoud nr. 18, Brussel. pp. 177-180.<br />

DERKS D. (2005): Groenstructuurplan gem<strong>een</strong>te Venray. Afdeling Openbare Ruimte, Cluster<br />

Groen.<br />

DESVIGNE LANDSCHAPSARCHITECTEN (SMETS B. ET AL.) (2005): Groenplan Eilandje-<br />

Antwerpen. In opdracht <strong>van</strong> Stad Antwerpen<br />

DWW (1997): Wegwerken <strong>van</strong> effecten <strong>van</strong> wegwerken. Voorlopige groslijst mitigerende<br />

maatregelen <strong>voor</strong> auto(snel)wegen. Rapport nr. W-DWW-97-016. DWW-werkdocument,<br />

Rijkswaterstaat - Dienst Weg- en waterbouwkunde, Delft (86 pp).<br />

EELERWOUDE INGENIEURSBUREAU B.V. (FREUND A. & SPRING R.) ( 2003):<br />

Groenstructuurplan Hof <strong>van</strong> Twente. In opdracht <strong>van</strong> Gem<strong>een</strong>te Hof <strong>van</strong> Twente.<br />

GEMEENTE AMSTERDAM - DRO (DAALDER R. ET AL . ) (2004): Groen op de kaart.<br />

Groenplan Amsterdam-Noord. Gem<strong>een</strong>te Amsterdam Dienst Ruimtelijke Ordening. In opdracht<br />

<strong>van</strong> en in samenwerking met stadsdeel Amsterdam-Noord.<br />

GEMEENTE ARNHEM ( BELKSMA A. ET AL . ) (2004): Groenplan Arnhem 2004-2007/2015.<br />

GEMEENTE DEN HAAG (2005): Groen kleurt de stad. Beleidsplan <strong>voor</strong> <strong>het</strong> Haagse Groen<br />

2005-2015.<br />

GEMEENTE DEN HAAG (2008): Stedelijke ecologische verbindingszones in Den Haag.<br />

Hoofdlijnen <strong>voor</strong> inrichting en beheer - Uitvoeringsprogramma 2008-2018. Concept. Dienst<br />

Stadsbeheer-Stedelijke structuren, Den Haag (103 pp).<br />

GEMEENTE NIJMEGEN (X): De Groene Draad. Kansen <strong>voor</strong> <strong>het</strong> Nijmeegse Groen.<br />

GEMEENTE UTRECHT (2007): Groenstructuurplan Utrecht. Stad en land verbonden.<br />

HERMY M. (2005): Groenbeheer. Een verhaal met toekomst. Velt vzw.<br />

HEYN M. & HERMY M. ( 2001): Lange termijnvisie gebiedsgericht natuurbehoud in <strong>stedelijk</strong>e en<br />

ver<strong>stedelijk</strong>te omgeving. Tussentijds rapport. In: Lange termijnvisie op <strong>het</strong> gebiedsgericht<br />

natuurbehoud in Vlaanderen. MINA/113:9902. K.U.Leuven in opdracht <strong>van</strong> AMINAL.<br />

JULI 09<br />

149


INNOVATIE- EN KENNISCENTRUM GROENMANAGEMENT (LAMOOT I.) (2005):<br />

Pleidooi <strong>voor</strong> <strong>een</strong> duurzaam groenmanagement in Vlaanderen (19 pp.).<br />

JOYE T., RAMAEKERS J., VAN HERP P., DE WAEL J., GEERTS P. & SCHAUVLIEGE<br />

M. ( 2008): Technisch Vademecum Bomen. Harmonisch Park- en Groenbeheer.<br />

Agentschap <strong>voor</strong> Natuur en Bos, Brussel.<br />

KEIZER P.J., VAN DEN HENGEL L.C. & GROSHART C. ( 2006): Leidraad beheer<br />

groen<strong>voor</strong>zieningen. Rijkswaterstaat, Dienst Weg- en Waterbouwkunde, Delft.<br />

KUIPER COMPAGNONS ( 2006): Integraal Plan openbaar domein Stad Gent.<br />

'Methodiek' <strong>voor</strong> <strong>het</strong> opstellen <strong>van</strong> inrichtingsplannen. Een publicatie <strong>van</strong> Stad Gent.<br />

Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning.<br />

L OOSE S. (2005): Inventarisatie parkgebieden Vlaanderen. Veldwerkhandleiding.<br />

AMINAL Afdeling Bos & Groen.<br />

MINA-RAAD VLAANDEREN (2005): Financiële instrumenten <strong>voor</strong> natuur, bos en<br />

landschap.<br />

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP, AFDELING BOS & GROEN (red.<br />

HENDRIKX C. ET AL) (2004): Vademecum Beheerplanning Harmonisch Park- en<br />

Groenbeheer. Samen met Uitgangspunten en principes Harmonisch Park- en<br />

Groenbeheer. Afdeling Bos en Groen, Brussel (300 pp.).<br />

NULENS G. (2004): Belevingswaardenonderzoek naar groen in <strong>stedelijk</strong> gebied.<br />

Exploratieve literatuurstudie en toepassing in de ruimtelijke planning. Scriptie ingediend<br />

tot <strong>het</strong> behalen <strong>van</strong> de academische graad <strong>van</strong> gediplomeerde in de aanvullende studies<br />

GAS-Ruimtelijke Planning.<br />

PEYMEN J., OOSTERLYNCK P., DEFLOOR W., VAN GULCK T., VAN STRAATEN D. en<br />

KUIJKEN E. (2000): Opstellen en beoordelen <strong>van</strong> ecosysteemkwetsbaarheidskaarten<br />

met betrekking tot biotoopverlies en barrière-effect. Eindverslag <strong>van</strong> project 97/05. Studie<br />

uitgevoerd <strong>voor</strong> rekening <strong>van</strong> de Vlaamse Gem<strong>een</strong>schap binnen <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

Vlaams Impulsprogramma Natuurontwikkeling iov Vlaamse Minister bevoegd <strong>voor</strong><br />

natuurbehoud, Instituut <strong>voor</strong> Natuurbehoud, Brussel (195 pp.).<br />

VANDENBUSSCHE D., BIERMANS B. en TYBERGHEIN J. (Provinciaal Instituut <strong>voor</strong> Hygiëne)<br />

(2004): Provinciaal Natuurontwikkelingsplan. Naar <strong>een</strong> natuurlijk geheel. Provincie Antwerpen,<br />

Antwerpen (79 pp.).<br />

STAD KORTRIJK ISM LEIEDAL (2005-2009): Project Secret Gardens. Dit project omvat onder<br />

meer <strong>een</strong> studie naar groene interventies op <strong>het</strong> Budha-eiland als <strong>een</strong> landschapsproject rond<br />

tijdelijke ‘tuinen’ in de Kortrijkse binnenstad (<strong>van</strong> mei tot oktober 2009).<br />

STUDIEGROEP OMGEVING (VAN DEN BROECK P. & WUILLAUME P.) ( 2003 ) . Ruimtelijk<br />

structuurplan stad Aalst.In opdracht <strong>van</strong> Stad Aalst.<br />

VAN HERZELE A. ( 2003): Monitor <strong>voor</strong> bereikbaar en aantrekkelijk groen. De betekenis <strong>van</strong> de<br />

groene ruimte <strong>voor</strong> de kwaliteit <strong>van</strong> de leefomgeving hanteerbaar gemaakt <strong>voor</strong> discussie,<br />

afweging en besluitvorming. Ruimte en planning. 23(2):98-110.<br />

VAN HERZELE A., WIEDEMANN T., DE CLERCQ E.<br />

2004. Monitor <strong>voor</strong> bereikbaar en<br />

aantrekkelijk groen, studie uitgevoerd in opdracht <strong>van</strong> de Vlaamse Milieumaatschappij, MIRA,<br />

MIRA/2004/05, VUB.<br />

VEEN S. (2001): Uitwerking ecologische verbindingszones Kennemerzoom. Bureau<br />

Waardenburg B.V. - Adviseurs <strong>voor</strong> ecologie en milieu iov Provincie Noord-Holland, Culemborg<br />

(60 pp.)<br />

VERHEYDEN W. (2008): Toetsingsinstrument <strong>voor</strong> de behoefte aan groen<strong>voor</strong>zieningen.<br />

Methodologie bij <strong>het</strong> groenbeleid <strong>van</strong> de stad Antwerpen. 189 pp. Online te raadplegen op:<br />

https://doks3.khk.be/eindwerk/do/record/Get;jsessionid=76AF074A654557350A545C846F0275<br />

54?dispatch=view&recordId=SKHKff80808116c8e2a70116f20cc1d006b3.<br />

WAUTERS E., NULENS G., HAENTJENS G., CLOET B., DE SMEDT P. en SCHEPERS A.<br />

(2006): Stimuleren <strong>van</strong> duurzaamheid in ruimtelijke instrumenten om te komen tot <strong>een</strong> beter<br />

<strong>stedelijk</strong> beleid. Eindrapport. Deel 1: Algem<strong>een</strong> Deel en Deel 2: Inputnota RSV.<br />

WES ism BURO II (BOURDET G. ET AL.) (2005): Beeldkwaliteitplan publieke ruimte<br />

binnenstad en stationsomgeving Mechelen, in opdracht <strong>van</strong> stad Mechelen.<br />

X (2006): East London Gr<strong>een</strong> Grid (Primer, Plan en deelplannen)<br />

X (X); Bedrijven in <strong>het</strong> groen<br />

X (X): Tijdelijke natuur, permanente winst (Innovatienetwerk).<br />

X (1990): Europees groenboek over <strong>het</strong> stadsmilieu.<br />

CONCEPT STEDELIJK GROENPLAN Bas Smets Econnection<br />

150 JULI 09

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!