• December 2004 - Studievereniging TWIST
• December 2004 - Studievereniging TWIST
• December 2004 - Studievereniging TWIST
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Door Arlette Sjerp<br />
* 9 april 1940<br />
t 6 september <strong>2004</strong><br />
Meneer Kooij. Zo noemde ik hem altijd,<br />
want zijn grijze haren, de titel "Professor"<br />
en zijn uitgebreide kennis van het<br />
vakgebied boezemden mij zoveel ontzag in,<br />
dat het gebruik van zijn voornaam mij<br />
respectloos leek. Dat wil overigens niet<br />
zeggen dat ik hem niet durfde aan te<br />
spreken over het êên of het ander. Hij kon<br />
altijd tijd vrijmaken voor studie· of<br />
taalgerelateerde zaken. Zelf was hij ook<br />
altijd met taal bezig. Uit mijn jaar als<br />
studentassistent kan ik me nog herinneren Jan Koojj<br />
dat hij aan de koffietafel kwam zitten en je<br />
een vraag stelde als: "Hoe noem je de gemeenteraad van Almere!' Terwijl er<br />
dan opties als "Almeerse- of -Almerense gemeenteraad- heen en weer over de<br />
tafel vlogen, leek hij helemaal in zijn element te zijn.<br />
Dat hij wel ontzag maar geen angst inboezemde, had wellicht ook te<br />
maken met het feit dat hij af en toe overkwam als een -verstrooide<br />
professor-. Zo had hij een hele eigen manier van college geven. Een alinea<br />
eindigde regelmatig in gemompel met een blik gericht op het oneindige. Zo<br />
leek het alsof hij meer in zichzelf stond te praten dan tegen de studenten;<br />
iedereen moest dan muisstil zijn en zijn oren spitsen om nog op te vangen<br />
wat hij zei. Ook gebruikte hij eigenaardige, verrassende zinsconstructies. Ik<br />
herinner me de uitspraak van een medestudente, die zei dat ze tijdens zijn<br />
colleges de syntactische boom die ze aan het begin van een zin in haar hoofd<br />
had opgebouwd aan het einde weer kon afbreken omdat zijn zinnen altijd<br />
anders afliepen dan ze verwacht had.<br />
Zijn eigen einde is ook anders gelopen dan we verwacht hadden. Op<br />
zijn crematie hoorde ik eigenlijk pas voor het eerst over de kant van meneer<br />
Kooij die ik nog niet kende, want zo graag als hij over taal en taalwetenschap<br />
sprak, zo gesloten was hij over zijn privé-leven. Zo kwam ik erachter dat we<br />
een gemeenschappelijke hobby hadden: toneelspelen. Wat had ik het leuk<br />
gevonden om daar eens met hem over te kunnen praten. De ironie wil dat als<br />
dat nog had gekund, ik het helemaal niet geweten had... Ik heb meneer Kooij<br />
niet meer kunnen spreken na mijn studiesemester in Montréal. Mijn laatste<br />
herinneringen aan hem zijn zodoende de paar e-mails die ik vanuit Canada<br />
nog met hem heb uitgewisseld. Deze waren persoonlijk en geïnteresseerd. Ik<br />
ben blij dat ik me hem zo zal kunnen blijven herinneren.<br />
11