04.09.2013 Views

Het boek is niet meer leverbaar, maar is hier als ... - Familie Brandsma

Het boek is niet meer leverbaar, maar is hier als ... - Familie Brandsma

Het boek is niet meer leverbaar, maar is hier als ... - Familie Brandsma

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Doniaga S H hh K R G P Totaal<br />

1765 3 0 2 12 4 0 1<br />

1766 1 0 2 14 4 0 1<br />

1767 1 0 2 14 4 0 1<br />

1768 1 0 2 9 2 0 1 17-18-:<br />

1769 1 0 2 14 0 0 1 13-14-:<br />

1770 1 0 2 13 2 0 2 16-10-0<br />

1771 1 0 2 13 3 0 2 17-4-:<br />

1772 1 0 2 15 4 0 2 17-11-:<br />

1773 1 0 2 12 7 0 1 19-6-1<br />

1774 1 0 2 17 1 0 2 17-14-:<br />

1775 1 0 2 14 4 0 2 19-13-:<br />

1776 1 0 2 18 1 0 2 18-12-:<br />

1777 1,5 0 2 16 3 0 2 20-:-:<br />

1778 1,5 0 2 17 5 0 2 21-3-:<br />

1779 1,5 0 2 19 2 0 1 22-11-:<br />

1780 1,5 0 2 19 2 0 1 22-4-:<br />

1781 1,5 0 2 17 2 0 2 21-10-:<br />

1782 1,5 0 2 16 4 0 2 21-10-:<br />

1783 1,5 0 2 16 2 0 2 20-16-:<br />

1784 1,5 0 2 17 0 0 2 20-16-:<br />

1785 1,5 0 2 16 2 0 1 20-2-:<br />

1786 1,5 0 3 16 4 0 2 23-:-:<br />

1787 1,5 0 3 17 2 0 2 23-:-:<br />

1788 1,5 0 3 17 4 0 2 23-14-:<br />

1789 1,5 0 3 17 4 0 2 23-14-:<br />

1790 1,5 0 3 16 4 0 2 23-:-<br />

deze notitie vervolgens doorstreept en vermeldt dat<br />

Schelte Abes er zijn intrek heeft genomen. Schelte en<br />

Wiebrichje werken hard om het bedrijf op te bouwen.<br />

En het lukt. Aan de hand van de specieko<strong>hier</strong>en valt<br />

het verloop van de opbouw af te lezen.<br />

Vijf jaar nadat Schelte en Wiebrichje op Dunegea<br />

25/26 zijn begonnen, worden ze aangeslagen voor 16<br />

caroliguldens en 10 stuivers. Ze hebben twee schoorstenen<br />

dichtgemetseld, dat scheelt £ 6 per jaar. <strong>Het</strong><br />

bedrijf dat ze opbouwen <strong>is</strong> een melkveebedrijf, hun<br />

veestapel bestaat uit 14 koeien. Veel groei heeft er<br />

in de eerste vijf jaar <strong>niet</strong> ingezeten. Dat had alles te<br />

maken met de derde veepestepidemie die grote delen<br />

van Friesland in de 18e eeuw te<strong>is</strong>terde. De eerste golf<br />

duurde van 1713 tot 1719, de tweede van 1744 tot<br />

1765 en was de hevigste, de derde veepestgolf duurde<br />

van 1769 tot 1786. <strong>Het</strong> leek <strong>maar</strong> een kleine terugslag<br />

te zijn, <strong>maar</strong> toch stierf in Doniaga in 1769 <strong>maar</strong> liefst<br />

86% van het aanwezige vee. Uit het overzicht blijkt<br />

dat Schelte er nog goed doorheen komt. Zijn veestapel<br />

<strong>is</strong> wel gekrompen, <strong>maar</strong> van decimering <strong>is</strong> gelukkig<br />

geen sprake.<br />

Hoofdgeld werd door Schelte en Wiebrichje <strong>niet</strong><br />

betaald, wel half hoofdgeld. Dat betekent dat ze <strong>niet</strong><br />

gerekend werden tot de gegoeden. Ze hadden m<strong>is</strong>schien<br />

wat vermogen opgebouwd, <strong>maar</strong> geen aanzien-<br />

lijk bedrag. Later zullen we zien dat daar verandering<br />

in komt. Ook voor ‘gezaai’ wordt <strong>niet</strong>s geheven.<br />

Omdat de bodem in Doniaga vooral uit laagveen<br />

bestaat, <strong>is</strong> deze <strong>niet</strong> geschikt om er gewassen op te<br />

verbouwen. Dat maakte de bedrijfsvoering in tijden<br />

van veepest overigens een stuk kwetsbaarder. Schelte<br />

en Wiebrichje konden <strong>niet</strong>, zo<strong>als</strong> veel boeren in andere<br />

delen van Friesland, bij sterfte van het vee overschakelen<br />

op gewassen. Ze verdienden hun inkomen met<br />

hun vee. Niet zozeer vanwege de melk – die werd in<br />

die tijd nog <strong>niet</strong> zo veel gedronken <strong>als</strong> tegenwoordig -,<br />

<strong>maar</strong> met de verkoop van boter en kaas. Faber 111<br />

heeft berekend dat een koe jaarlijks 2½ vierendeel<br />

(van 80 pond) boter opleverde en 1 schippond (= 300<br />

pond) kaas. Gezamenlijk leverde dat per koe zo’n £ 55<br />

per jaar op. In 1770 leverde de kudde van Schelte dus<br />

zo’n £ 715 op.<br />

Maar er waren ook lasten die moesten worden betaald.<br />

Hiervoor werden al ‘de vijf speciën’ genoemd.<br />

Schelte Abes werd in 1770 aangeslagen voor £ 16<br />

– 10 – 0 (16 caroliguldens en tien stuivers). Ook de<br />

‘heffing op de floreen’ werd genoemd, een soort<br />

onroerendgoedbelasting. De heffing daarvan werd<br />

meestal verrekend met een andere grondbelasting:<br />

de ‘reële goedschatting’. Deze belasting werd voor<br />

het eerst geïntroduceerd in 1711 om de kosten van de<br />

Spaanse successieoorlog te dekken. <strong>Het</strong> zou eenmalig<br />

zijn, <strong>maar</strong> al in 1713 kwam de belasting terug om<br />

pas in 1806 te verdwijnen. In de reële goedschatting<br />

vormde de huurwaarde (‘Huyr’) van vaste goederen de<br />

heffingsgrondslag. Als er al floreenrente was geheven,<br />

werd het met elkaar verrekend. Dubbele belasting<br />

betalen, hoefde gelukkig <strong>niet</strong>. In 1765 vermeldt het<br />

reëelko<strong>hier</strong> dat op stemplaats 16 in Doniaga £ 21 –<br />

0 – 4 ‘volle lasten’ worden geheven. Dat betekende<br />

inclusief de heffing op de floreen en waterschapslas-<br />

111 Faber, blz. 139 e.v.<br />

112 DTB 220<br />

113 DTB 220<br />

114 DTB 220<br />

115 DTB 220<br />

116 DTB 220<br />

117 DTB 221<br />

ten (dijklasten). In het reëelko<strong>hier</strong> van 1766 lezen we<br />

dat de boerderij wordt aangeslagen voor een ‘Huyr’<br />

van £ 305. daarvan wordt £ 200 aan floreenrente<br />

afgetrokken, waardoor £ 105 aan reële goedschatting<br />

overblijft. Omgerekend tegen het toen geldende tarief<br />

moet Schelte Abes in 1766 uiteindelijk £19 – 1 – 12<br />

betalen. In 1770 <strong>is</strong> dat £ 18 – 3 – 10. Hiermee komt<br />

het totaal aan belastingen (vijf speciën + floreenrente<br />

+ reële goedschatting) voor Schelte Abes in 1770 op<br />

£ 34 – 13 – 10.<br />

Schelte houdt in 1770 dus ongeveer £ 680 over om de<br />

pacht te betalen, zijn bedrijf te voeren en zijn gezin te<br />

voeden en te kleden. Per maand <strong>is</strong> dat ongeveer £ 57.<br />

Helaas valt nu <strong>niet</strong> <strong>meer</strong> na te gaan of dat gemakkelijk<br />

lukte of dat elke stuiver moest worden omgedraaid.<br />

Inmiddels heeft het gezin zich verder uitgebreid. Op<br />

29 december 1766 wordt Gerben 112 geboren. Hij wordt<br />

op 18 januari 1767 in Sint Nicolaasga gedoopt. Op<br />

Gerben kom ik <strong>hier</strong>na nog terug. Twee jaar later ziet<br />

Pietje 113 het levenslicht op 5 april 1769. Ze wordt op<br />

23 april in Sint Nicolaasga gedoopt. Oud <strong>is</strong> ze <strong>niet</strong><br />

geworden, want op 8 juli 1770 krijgen Wiebrichje en<br />

Schelte opnieuw een dochter die ze Pietje 114 noemen.<br />

Van de acht kinderen die ze hebben gekregen, zijn<br />

er inmiddels drie jong gestorven. Dat moet een groot<br />

verdriet voor ze zijn geweest. Ook over Pietje <strong>is</strong> <strong>niet</strong><br />

<strong>meer</strong> bekend.<br />

Op 3 april 1773 wordt Hendrik 115 geboren. Hij <strong>is</strong> de<br />

volgende belangrijke schakel in de familiestamboom.<br />

Op 18 april 1773 wordt Hendrik in de hervormde<br />

kerk in St. Nicolaasga gedoopt. Tot slot wordt op<br />

27 januari 1775 Gerbrig 116 geboren. Een maand later,<br />

op 26 februari wordt zij in St. Nicolaasga gedoopt.<br />

Gerbrig trouwt 117 op 3 juni 1798 met Jan Karsten uit<br />

48 De vijfde generatie De vijfde generatie 49

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!