05.09.2013 Views

Download - Beeldenmagazine

Download - Beeldenmagazine

Download - Beeldenmagazine

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

BEELDEN 1#2008<br />

Kwartaalblad voor ruimtelijk georiënteerde kunst<br />

Jaargang 11, nr.41


Tentoonstelling<br />

Nieuwe aankopen<br />

Zondag 3 februari<br />

tot en met zondag 1 juni 2008<br />

Generaal Foulkesweg 64 6703 BV Wageningen<br />

Permanente tentoonstelling van<br />

ruim 200 torsen en fragmenten<br />

van hedendaagse beeldhouwers.<br />

Een deel van de collectie is te koop.<br />

De stichting Het Depot ondersteunt<br />

beeldhouwers van torsen en fragmenten,<br />

waarbij de ontplooiingskans<br />

van de kunstenaar centraal staat.<br />

Openingstijden:<br />

donderdag t/m zondag<br />

van 11.00 tot 17.00 uur<br />

“Wereld Arrangement”<br />

Bezoek aan Het Depot en Arboretum,<br />

één overnachting, ontbijt, lunch of diner<br />

in Hotel de Wereld voor 90,00 p.p.<br />

tel.: 0317 460 444, www.hoteldewereld.nl<br />

T 0031 (0)317 424 420 F 0031 (0)317 420 780 beeldengalerij@hetdepot.nl www.hetdepot.nl<br />

Architectuur<br />

Rijksmonument<br />

Beeldhouwkunst<br />

Nieuwe<br />

aankopen van<br />

George Belzer<br />

Novello Finotti<br />

Ellie Hahn<br />

Andreas Hetfeld<br />

Els Kingma<br />

Roberto Rocchi<br />

Giancarlo Franco<br />

Tramontin<br />

Lia van Vugt<br />

Arboretum


eelden online<br />

site<br />

www.beeldenmagazine.nl<br />

voor alle informatie over beelden//<br />

Specialisten met<br />

ruim twintig jaar<br />

ervaring in de<br />

realisatie en<br />

het onderhoud<br />

van kunsttoepassingen<br />

in de<br />

openbare ruimte. Wij<br />

vervaardigen, plaatsen<br />

en verplaatsen beelden,<br />

sculpturen, plastieken,<br />

objecten en ruimtelijke constructies.<br />

Alle kunstvormen,<br />

technieken en materialen<br />

zijn bij ons in goede handen.<br />

Wij werken voor kunstenaars,<br />

overheden en particuliere<br />

opdrachtgevers.<br />

wij spreken de taal • wij kennen de mensen<br />

Segno d’ Arte<br />

Ambachtsweg 5c<br />

2964 LG Groot-Ammers<br />

tel: 0184-688712<br />

mobiel: 06-51848420<br />

fax: 0184-688711<br />

e-mail ton.lommers@segnodarte.nl<br />

Kijk op: www.segnodarte.nl<br />

sculptuur - Pseudopalmata, kunstenaar - Jerome Symons<br />

EXPOSITIES VIRTUEEL<br />

MUSEUM ZUIDAS<br />

VOORJAAR 2008<br />

www.virtueel-museum.nl<br />

Doorlopend<br />

MAHLERPLEIN-DEBUSSYLAAN<br />

Beeldenlijn Zuidas<br />

‘ENERGEIA’<br />

(Zie elders in dit tijdschrift), www.virtueel-musuem.nl<br />

6 april t/m 4 mei PLATFORM 21<br />

Prinses Irenestraat 19-A<br />

1077 WT Amsterdam<br />

‘PERSPECTIVE of DISAPPEARANCE’<br />

Elodie Hiryczuk en Sjoerd van Oevelen (installatie en fotowerk).<br />

www.platform21.com<br />

11 april t/m 22 juni FOAM<br />

Keizersgracht 609<br />

1017 DS Amsterdam<br />

‘VIRTUELE ZOOM ZUIDAS’<br />

Fotografische visie op Zuidas door o.a.: Tudor Bratu, Popel Coumou,<br />

Jan Kempenaers, Gabor Ösz, Betty Ras, Gerco de Ruyter, Jasper Wiedeman,<br />

Vincent Zedelius.<br />

2008<br />

© www.fraipont.nl<br />

www.foam.nl<br />

ontwerp:<br />

ontwerp: www.fraipont.nl © 2008<br />

Bronsgieterij Flassh.<br />

Voor het vervaardigen van Uw<br />

beelden in brons<br />

Van groot tot klein<br />

Gespecialiseerd in: Patineren, sicileren en het<br />

maken van siliconenvormen.<br />

Bronsgieterij Flassh<br />

Eigen Haard 12<br />

8561 EX BALK<br />

Tel; 0514-605868<br />

a.stijlaart@home.nl


Opening:<br />

Saturday May 10<br />

at 16:00 hrs.<br />

Open:<br />

May 11 – 18 2008<br />

daily from 12:00 till<br />

18:00 hrs.<br />

Westergasfabriek<br />

Amsterdam<br />

www.kunstvlaai.nl


Colofon<br />

Beelden wordt uitgegeven door<br />

uitgeverij Smit van 1876 Venlo/<br />

Hengelo en verschijnt vier maal<br />

per jaar<br />

Hoofdredactie<br />

John Blaak<br />

Postbus 42621<br />

3006 DC Rotterdam<br />

010-2122857<br />

redactie@beeldenmagazine.nl<br />

Tekstredactie<br />

Ineke Soeterik<br />

Vormgeving<br />

Gideon Fraipont<br />

Druk<br />

AM-Creation, Venlo<br />

Abonnementen &<br />

Adreswijzigingen<br />

Jaarabonnement E 30,-<br />

Donatieabonnement min. E 35,-<br />

Losse nummers E 7,50<br />

Proefnummers E 2,50<br />

S.P. Abonneeservice<br />

Postbus 105<br />

2400 AC Alphen a/d Rijn<br />

0172-476085 (t)<br />

0172-653307 (f)<br />

info@spabonneeservice.nl<br />

Advertenties<br />

AM-Creation<br />

Postbus 612<br />

5900 AP Venlo<br />

06-34492511<br />

info@am-creation.nl<br />

Personalia<br />

piet augustijn, tentoonstellingsmaker,<br />

freelance journalist<br />

a n n e berk, auteur, recensent<br />

a n s va n berkum, kunsthistoricus<br />

judith va n beukering,<br />

kunsthistoricus, kunstmanager<br />

e t i e n n e b o i l e a u, communicatieadviseur,<br />

freelance journalist<br />

a n n e m i e k va n der b r u g g e n,<br />

kunsthistoricus en freelance auteur<br />

riet va n der l i n d e n, kunsthistoricus<br />

e d w i n va n o n n a, kunsthistoricus,<br />

publicist<br />

r o o s va n put, kunsthistoricus<br />

a n t o n i e den ridder, beeldend<br />

kunstenaar, publicist<br />

b e at r i j s schweitzer, beeldend<br />

kunstenaar, kunsthistoricus<br />

astrid ta n i s, kunstcriticus,<br />

kunsttheoreticus<br />

s ya va n ’t vlie, kunsthistoricus,<br />

publicist<br />

geraart westerink, kunsthistoricus<br />

ISSN 0921-7916<br />

Beelden 2#2008<br />

verschijnt in week 26;<br />

Sluitingsdatum voor<br />

advertenties week 21<br />

Cover: Andy Warhol, Silver Clouds, 1966<br />

Installatie in The Andy Warhol Museum,<br />

Pittsburgh, 1994<br />

© 2007 The Andy Warhol Foundation for<br />

the Visual Arts, Inc. All rights reserved<br />

(Zie ‘Boeken’ , Catalogus Andy Warhol.<br />

(NAi Uitgevers), Stedelijk Museum CS,<br />

Amsterdam)<br />

Redactioneel<br />

Inmiddels zijn wij de elfde jaargang van Beelden ingegaan. Zoals<br />

u hebt kunnen lezen in het vorige nummer is er in de afgelopen<br />

tien jaar heel wat veranderd. Echter er blijft desondanks nog heel<br />

wat te wensen over. Hoewel sommige wensen langzamerhand<br />

ingelost worden. Sinds het begin van dit jaar heeft Beelden een<br />

eigen website: www.beeldenmagazine.nl. Op deze website kunt<br />

u de oude nummers downloaden en de inhoudsopgave van het<br />

nieuwste nummer lezen, samen met een of twee artikelen uit het<br />

desbetreffende nummer. Deze artikelen zijn soms een uitbreiding<br />

van de papieren versie, en soms een extra artikel.<br />

De website is een goede uitbreiding. Hiermee kunnen wij, en dat<br />

wil ik ook aan u vragen, niet-lezers attenderen op het bestaan van<br />

Beelden. Tevens kan er in de oude nummers gedoken worden en kan<br />

er een proefnummer ad € 2,50 aangevraagd worden. De bedoeling<br />

is dat wij door middel van de website o.a. meer abonnees werven<br />

en aan het verbeteren van het magazine kunnen werken.<br />

Age Klink, muurschildering Jaffa, Rotterdam (1978) (zie ‘Boeken’)<br />

Inhoud<br />

Inhoudelijk zult u in het volgende nummer een nieuwe rubriek<br />

tegenkomen. In het volgende nummer willen wij tentoonstellingen<br />

aankondigen die net open zijn of nog open moeten gaan. Beelden<br />

is een kwartaalmagazine, met een ruime deadline. Dit bemoeilijkt<br />

het om de actualiteit te volgen. Dit is iets wat wij wel als een omissie<br />

zagen, maar wat inherent is aan de opzet van het magazine. Deze<br />

opzet, om vanuit een individuele invalshoek kritisch te reflecteren op<br />

tentoonstellingen die door onze auteurs gezien werden, verandert<br />

niet. Deze nieuwe rubriek kunt u als een extra service naar u als<br />

lezer beschouwen. Vaak kreeg ik de reactie ‘Als ik dat eerder had<br />

gelezen, dan had ik die tentoonstelling graag bezocht’. Uiteindelijk<br />

kunnen wij natuurlijk niet alles (voor-)aankondigen. Ik adviseer<br />

u daarom de collega-kunsttijdschriften en in de dagbladen de<br />

cultuurpagina’s in de gaten te houden. Aan tentoonstellingsmakers<br />

wil ik vragen om vroegtijdig de persberichten en uitnodigingen te<br />

mailen naar het (nieuwe) email-adres redactie@beeldenmagazine.nl.<br />

John Blaak<br />

6 Kunstsubsidies, Anne Berk<br />

7 Art Basel Miami Beach, Roos van Put<br />

8 Ten Feet, Vishal, Haarlem, Judith van Beukering<br />

9 Body Strike, galerie Poonberg, Rotterdam, Piet Augustijn<br />

10 Musée Éphémère, Lorient Bretagne, Annemiek van der Bruggen<br />

11 Jeanne van Heeswijk, galerie RAM op de Art Rotterdam, Piet Augustijn<br />

12 Textiel in kunst, Pulchri, Den Haag, Riet van der Linden<br />

13 Lumineus Amersfoort, Beatrijs Schweitzer<br />

14 Thomas Bartels, Amsterdam, Eleonoor van Beusekom<br />

15 Erick de Lyon, Groningen, Geraart Westerink<br />

16 Kunst en Corporaties: Ymere, Ans van Berkum<br />

18 Energeia, Amsterdam, Sya van ’t Vlie<br />

19 Cold Turkey, Catharijneconvent, Utrecht, Antonie den Ridder<br />

20 Schatten van de eerste keizers van China, Drents Museum, Assen, Etienne Boileau<br />

22 David Thorpe, Museum Kurhaus Kleve, Antonie den Ridder<br />

23 Territorial Bodies, Museum Beelden aan Zee, Scheveningen, Roos van Put<br />

24 Anne-Marie van Sprang in de Princessehof, galerie de Witte Voet, Geraart Westerink<br />

25 Dora Dolz, Museum Boijmans van Beuningen, Rotterdam, Etienne Boileau<br />

26 Fiona Hall, (Den Haag Sculptuur 2007), Judith van Beukering<br />

28 Lucasx, Ans van Berkum<br />

31 Boeken, Astrid Tanis


Kunstenaars, in de aanval!<br />

Langzaam maar zeker groeit het verzet<br />

tegen de geplande herverdeling van de<br />

kunstsubsidies. Het kwam naar de oppervlakte<br />

op de site Kunstsubsidiedebat.nl<br />

van Jerome Symons. Ook ik maakte me<br />

zorgen. En omdat ik al twintig jaar over<br />

beeldende kunst schrijf, ging ik op 3 oktober<br />

vorig jaar naar het debat in Amsterdam.<br />

Dat zou leiden tot de oprichting van<br />

het Platform Zonder Kunstenaars Geen<br />

Kunst.<br />

Door Anne Berk<br />

Het is nu al moeilijk om een beurs van het Fonds BKVB te krijgen. Dus<br />

hoezo meer geld naar minder kunstenaars? En waarom moet er meer<br />

geld naar tentoonstellingsruimten? Daar is toch helemaal geen behoefte<br />

aan. Er zijn nu al veel te veel exposities en het geld verdwijnt bij de<br />

bron. Maar helaas, het debat was een aanfluiting. Cijfers en context<br />

ontbraken. En de enige bobo die het fluisterend protest van Jerome<br />

Symons en Maria Verstappen hoorde was Bart de Baere, directeur van<br />

het Muhka, Antwerpen. ‘Geef het geld aan de kunstenaars, de musea<br />

eten hen op’. Dat waren geen lege woorden. Onlangs kondigde het<br />

Muhka aan dat ze exposerende kunstenaars een fatsoenlijk honorarium<br />

gaat betalen. Kom daar hier in Nederland maar eens om. Ik ging bij<br />

de Boekmanstichting op zoek naar cijfers om de zaak in perspectief te<br />

zetten. Hoe is de verdeling tussen kunstenaars en kunstinstellingen? In<br />

hoeverre is de financiële positie van kunstenaars de afgelopen jaren<br />

verslechterd? De cijfers die ik vond, bevestigden wat ik al vermoedde:<br />

dat de subsidies aan kunstenaars sinds de afschaffing van de BKR in<br />

1985 stap voor stap verdwijnen. Zo keerde de WWIK in 2003 nog<br />

€ 40 miljoen uit aan 3.000 kunstenaars, in 2007 is dat nog maar<br />

€ 25 miljoen aan 2.200 kunstenaars! In 2005 werd bepaald dat de<br />

Geldstroom Beeldende Kunst en Vormgeving (BKV), ooit afkomstig van<br />

de BKR, niet meer direct aan kunstenaars mocht worden uitgekeerd. En<br />

daarmee gaat € 16,5 miljoen aan hun neus voorbij.<br />

‘De subsidie wordt niet minder’, had het Fonds BKVB gezegd en<br />

inderdaad, de luttele € 13 miljoen die in 2004 door het Fonds aan<br />

571 kunstenaars werd uitgekeerd, blijft op peil. Maar dat is slechts een<br />

deel van de waarheid. Alle andere geldstromen voor kunstenaars zijn<br />

bijna opgedroogd.<br />

1.400 handtekeningen<br />

Ik schreef een artikel ‘Herverdeling subsidies lijdt tot ernstige aantasting<br />

van het kunstklimaat’, dat ik niet kwijt kon in Kunstbeeld, het Financiële<br />

Dagblad, noch in Volkskrant, Trouw of NRC. Op dat moment werd het<br />

onderwerp ook niet opgepakt door collega’s. Alleen Beelden heeft het<br />

geplaatst (Beelden 4#2007). Dus toog ik met de uitgeprinte cijferlijst<br />

naar het volgende debat in Arnhem, maar er was nauwelijks tijd om de<br />

cijfers voor te lezen. Mijn frustratie was groot. Zo groot dat ik besloot<br />

nu direct contact op te nemen met de fractiespecialisten van de Tweede<br />

Kamer, vlak voor het kunstbegrotingsdebat op 17 december. Zij zijn<br />

immers degenen die beslissen. Tot mijn grote verrassing werd er naar<br />

mij geluisterd. SP-lid Hans van Leeuwen, een ex-kunstenaar, deelde<br />

mijn zorgen en zei dat we in actie moeten blijven omdat er nog meer<br />

staat te verdwijnen. En Femke Halsema citeerde mij op 17 december in<br />

de Tweede Kamer: ‘de kunstenaars zijn er sterk op achteruitgegaan,<br />

dus moeten we de KunstKoopregeling maar behouden’. Dat gaf moed,<br />

maar het betekent ook dat er nog veel te doen is. Inmiddels wordt het<br />

Platform bemand door Jane Boyd, Frode Bolhuis, Jerome Symons,<br />

Abraham Vega, Inger Minnesma (FNV-Kiem) en mijzelf. Ida van der<br />

Lee verspreidde het e-mailbombardement. Minnesma is blij met de<br />

feedback. ‘Alle andere disciplines staan meteen bij de politiek op de<br />

stoep als er wordt bezuinigd, maar beeldend kunstenaars zijn<br />

individualistisch en komen niet voor zichzelf op’. Daar komt nog bij dat<br />

er ook is bezuinigd op de lobbyisten. Zo heeft de Federatie van<br />

Kunstenaarsverenigingen nog maar één man in dienst en zo kan het<br />

gebeuren dat een kunstrecensent moet gaan lobbyen. Inmiddels zijn er<br />

duizenden pamfletten verspreid.<br />

Op www.zonderkunstenaarsgeenkunst.wordpress.com hebben we al<br />

meer dan 1.400 handtekeningen verzameld, die we in maart aan<br />

willen bieden aan minister Plasterk. En de steun in de kunstwereld<br />

groeit gestaag, van Museum Boijmans van Beuningen, de<br />

Rietveldacademie tot en met Janneke Wesseling van de NRC.<br />

Financiële steun onmisbaar<br />

In haar artikel ‘Het is niet de subsidie, stupid’, (8-02-2008, zie<br />

bovenstaande website) trekt Wesseling het profijtbeginsel in twijfel.<br />

'Vernieuwende kunst kan niet zonder subsidie, bij ons niet en elders<br />

ook niet. De lage status en het negatieve imago van de kunst in ons<br />

land komt door het gebrek aan steun voor kunstenaars'.<br />

Financiële ondersteuning is gerechtvaardigd vanwege de bijzondere<br />

positie van de kunstenaar (zie mijn artikel ‘Kunst als vrijplaats’ op de<br />

website), maar het marktdenken regeert. De politiek vindt dat de<br />

kunstenaars zichzelf moet bedruipen, net als de rest van de<br />

maatschappij. Dat is de achterliggende gedachte achter de<br />

bezuinigingen en het is vrijwel onmogelijk dit uitgangspunt te<br />

bestrijden. Het Platform Zonder Kunstenaars Geen Kunst stuurt aan op<br />

een gesprek met de fractiespecialisten. Ik hoop dat we dan althans een<br />

deel van de complexe geldstromen weer kunnen terugbuigen richting<br />

kunstenaar. In ieder geval hebben we de positie van kunstenaars weer<br />

op de agenda gezet. Toch volstaat de slachtofferrol niet. Het is goed om<br />

na te gaan hoe het zover heeft kunnen komen. Wat kan er beter?<br />

Nederlandse kunstenaars doen het goed, maar hun werk is nagenoeg<br />

onzichtbaar. Het is tijd voor een offensief, dat door alle partijen in de<br />

kunstwereld zou moeten worden gedragen. Creëer een volwaardig<br />

podium, zoals de Tate Britain, meer kunst op tv en een site voor films<br />

over kunstenaars. Laten we de Nederlandse beeldende kunst in de<br />

schijnwerpers plaatsen!<br />

6<br />

Arend van Dam,<br />

cartoon subsidiekorting<br />

Steun de actie en teken op<br />

www.zonderkunstenaarsgeenkunst.<br />

wordpress.com


Over Iggy Pop en de<br />

‘Art Basel Miami Beach’<br />

Art Basel Miami Beach,<br />

4 t/m 7 december 2007<br />

www.artbaselmiamibeach.com<br />

Richard Jackson, Big Baby<br />

In de hedendaagse kunstwereld tel je<br />

als galerie pas echt mee als je op de vier<br />

internationale beurzen acte de présence<br />

geeft: op de ‘Frieze’ in Londen, op de<br />

‘Armory’ in New York, op de ‘Art Basel’<br />

en op de ‘Art Basel Miami Beach’. Daar<br />

lopen de grote verzamelaars – hun privéjets<br />

staan in rotten van tien geparkeerd op<br />

het vliegveld - daar worden goede zaken<br />

gedaan. Het zijn ook dé plekken voor galeriehouders<br />

om kunstenaars strategisch<br />

te plaatsen. Contacten voor eventuele<br />

tentoonstellingen in internationale musea<br />

worden op dergelijke beurzen gelegd<br />

want museumdirecteuren en curatoren<br />

van diverse pluimage lopen er tenslotte<br />

ook rond. Op de ‘Art Basel Miami Beach’<br />

werd natuurlijk ruimtelijk werk gepresenteerd.<br />

Betaalbaar, zoals de chocoladeversie<br />

van de beroemde Kabouter Butplug<br />

en werken van 1,5 miljoen Amerikaanse<br />

dollars van de gebroeders Chapman.<br />

Door Roos van Put<br />

7<br />

In Miami Beach is het begin december een groot feest. Niet alleen<br />

omdat iedereen die ook maar iets met hedendaagse kunst heeft er<br />

aanwezig is. Ook omdat de organisatie op de openingsavond een<br />

speciaal evenement organiseert. Dit jaar stond een concert van<br />

niemand minder dan Iggy Pop op het programma. Op het strand.<br />

Vanaf tien uur ’s avonds. Jammer genoeg bracht hij zijn klassieker ‘Lust<br />

for Life’ niet ten gehore maar dat mocht de pret niet drukken.<br />

Kunstenaars en galeriehouders, toevallige passanten en<br />

museumdirecteuren; iedereen stond te swingen in de zomerse<br />

temperaturen van Miami. Even stoom afblazen na de eerste dag van de<br />

beurs. Van die momenten waar het ‘be there or be square’ is, want<br />

tijdens die eerste uren worden de beste werken verkocht.<br />

Naast de beurs zelf zijn er in Miami talloze andere ‘side fairs’. In 2007<br />

waren er ruim twintig. De beste zijn de Nada en de Pulse. Uit<br />

Nederland waren hier onder meer Galerie Martin van Zomeren,<br />

Upstream, Juliette Jongma, Torch en Zinger uit Amsterdam. Daarnaast<br />

loont het de moeite een kijkje te nemen in alles wat geen beurs is, zoals<br />

de containers aan het strand. Daar tonen ‘artist run spaces’<br />

bijvoorbeeld wat zij in huis hebben. De temperaturen zijn er overdag<br />

overigens niet te harden.<br />

Solopresentatie<br />

Op de Nada Art Fair viel de stand van Galerie Martin van Zomeren uit<br />

Amsterdam meteen op. Daar waar andere galeries een selectie van<br />

hun beste kunstenaars toonden, koos Van Zomeren voor een<br />

solopresentatie van de Cubaanse Wilfredo Prieto. ‘El Tiempo es Oro’<br />

luidde de titel. Te zien was een gouden zakhorloge, hangend aan een<br />

kabeltje, van behoorlijk formaat overigens. De wanden van de stand<br />

waren door de galeriehouder zelf nachtelijk blauw geschilderd. Et<br />

voila, een dijk van een installatie. De transportkosten voor deze galerie<br />

zullen uitermate laag zijn geweest – het zakhorloge ging gewoon mee<br />

in de koffer. Prieto is een jonge talentvolle kunstenaar, die met dit<br />

minimalistische werk aantoont dat een ijzersterk statement weinig<br />

toeters en bellen nodig heeft. Gedachten over vergankelijkheid dringen<br />

zich onherroepelijk op. Het is typisch zo’n werk dat zich vastzet op je<br />

netvlies. Was je een groot verzamelaar dan kocht je het meteen.<br />

Binnen de hoeveelheid kunst die je binnen een paar dagen moet<br />

verteren zijn het juist dit soort sobere uitingen die je lang bijblijven.<br />

Kunst die met heel weinig, heel veel zegt en daardoor een onuitwisbare<br />

indruk achterlaat. Toch stuit je zelfs bij dit soort prestigieuze beurzen<br />

ook op kunst waarbij je je afvraagt of de tijd soms stil heeft gestaan,<br />

zoals bij de baby van Richard Jackson. Het formaat trekt de aandacht,<br />

groot groter, grootst, maar de inhoud is ook niet meer dan dat wat je<br />

ziet. What you see is what you get. En dan ben je snel uitgekeken.<br />

Binnen het ruimtelijk werk was daarnaast opvallend op de beurs het<br />

soms vrolijke dan weer olijke, zelfs hilarische karakter van de beelden.<br />

Zoals de sculptuur van Nadav Weissman. Hier is te zien hoe een<br />

mannenkop verbaasd naar een zittend hondje kijkt. Maar ook hier<br />

weer zoek je vergeefs naar een inhoud die je blik doet kantelen, naar<br />

een achterliggende gedachte die op zijn minst verontrust. Verder<br />

struikelde je op de beurs over diverse varianten van Kabouter Butplug.<br />

Hij kwam voor als decoratief patroon op behang, in een zilverkleurtje<br />

op het formaat van een enigszins uit de kluiten gegroeide tuinkabouter<br />

en in chocolade. Nu was die laatstgenoemde nog wel grappig en ook<br />

betaalbaar. Om voor een paar honderd dollar een kunstwerkje van<br />

chocolade te kopen is nog te overwegen. Maar de kans dat je een hap<br />

neemt uit deze verrukkelijk geurende kabouter is echt niet<br />

verwaarloosbaar. En dan is het toch weer zonde om je kunstwerkje op<br />

te eten. Want van kunst wil je toch wat langer genieten.


‘Ten Feet’ in de Vishal<br />

Het is fijn om af en toe werk te zien van<br />

kunstenaars die het avontuur niet nog<br />

min of meer overkomt, maar die door<br />

ervaring weten wat ze moeten doen om<br />

het avontuur ‘oneindig’ te laten duren. In<br />

de Vishal van Haarlem is de tentoonstelling<br />

‘Ten Feet’ met vijf beeldhouwers,<br />

die allen al minstens vijftien jaar exposeren.<br />

Gastconservator Michael Jacklin<br />

maakte met Krijn de Koning, Reinoud<br />

Oudshoorn, Jan van de Pavert en Simcha<br />

Roodenburg een kleine expositie die geconcentreerd<br />

kijken vergt.<br />

Door Judith van Beukering<br />

Met de uitnodigingskaart geeft Michael Jacklin aan wat hij als leidraad<br />

voor zijn expositie heeft gekozen: “Ten Feet staat eerder voor het<br />

abstracte 10 x 30,4 cm dan voor vijf paar figuratieve voeten. Abstracte<br />

beelden kunnen een gesublimeerde werkelijkheid zijn, maar ook<br />

escapisme, weg van de actualiteit. Maar vóór alle praat of uitleg is er<br />

het kijken en/of zien.” Op de voorzijde van de kaart is de Modulor van<br />

Le Corbusier afgebeeld; een maatsysteem dat deze architect<br />

ontwikkelde op basis van het menselijk lichaam en de wiskunde. Wat<br />

hij geloofde was dat deze maten, direct gerelateerd aan het menselijk<br />

lichaam, architecten zou helpen om gebouwen aan de behoefte van de<br />

mens aan te passen.<br />

De verwantschap waar Jacklin naar verwijst is dus: abstracte kunst, die<br />

op voorhand (zonder tekst) visueel interessant is, waarbij de wiskunde<br />

(maatsystemen, modules), de menselijke maat en de beleving van<br />

architectuur een rol spelen. Hoe zien we deze verschillende<br />

eigenschappen terug in de tentoongestelde werken?<br />

Orde, chaos en ruimte<br />

Michael Jacklin exposeert een aantal beelden van ijzer. Hij heeft deze<br />

geplaatst aan het eind en in het midden van de langwerpige<br />

tentoonstellingsruimte, waardoor je blik er als vanzelf naar wordt<br />

toegetrokken. Het is duidelijk dat Jacklin de andere kunstenaars om<br />

zich heen heeft verzameld. O’s and Zero’s (nr 3) bestaat uit twee<br />

gelaste beelden van bandijzer met daarin cirkels in verschillende<br />

formaten. De banden grijpen verticaal in elkaar tot een stapeling. Een<br />

beeld ‘ligt’; van een afstand zie je een wirwar van cirkels waar je toch<br />

een patroon in vermoedt. Het andere beeld ‘staat’; het aanzicht is<br />

gesloten; het doet denken aan een stapel filmbanden. Jacklin speelt met<br />

orde en wanorde.<br />

“Een beeld moet meer opleveren dan het inneemt” stelt Reinoud<br />

Oudshoorn. In een tijd waarin onze leefruimte steeds kleiner wordt,<br />

vindt hij het belangrijk om nieuwe vormen te vinden die ruimte<br />

opleveren. In zijn wandobject, zt 2005, lijkt die ruimte zelfs onmetelijk.<br />

Door twee elipsen van ijzer en in het midden matglas, kijk je naar twee<br />

donkere ronde vormen. Dit zijn platen die achter het beeld zijn<br />

gemonteerd. Door het matglas zijn ze vaag en diffuus en het lijkt of je<br />

naar twee mysterieuze planeten kijkt in een oneindig universum. Een<br />

prachtig beeld waar ik stil van werd.<br />

Modellen, lego en ruw hout<br />

Jan van de Pavert heeft drie beelden samengevoegd tot een nieuw<br />

geheel. Segment uit bibliotheek (1989) is gemaakt van multiplex en<br />

bladzilver op snee. Het is een constructie van verticale en horizontale<br />

planken, die een bouwsteen zijn van een oneindige bibliotheek.<br />

Daarnaast zijn er twee Modellen (2006/2007); halve bollen, de een<br />

glad en de ander gelobd, van gips met goud op snee. Van de Pavert<br />

gebruikt dit soort modellen ook in zijn videotapes; daarin worden de<br />

beelden ruimtelijke vormen waar je in kunt dwalen; een soort<br />

architecturen. Aart van der Kuijl, artistiek coördinator van de Vishal,<br />

die Jacklin als gastcurator uitnodigde naar aanleiding van de Biënnale<br />

van Noord-Holland in 2006, vertelt mij dat hij graag deze videotapes<br />

had gezien naast dit werk. Ik denk ook dat dit een spannende<br />

toevoeging was geweest, maar begrijp ook heel goed dat Jacklin alleen<br />

voor sculptuur koos; het is juist zo verademend om je te concentreren<br />

op een paar goede sculpturen zonder afgeleid te worden.<br />

Ook het werk van Krijn de Koning gaat over de beleving van<br />

architectuur. Hij presenteert een ‘doe het zelf’ beeld: Mutiple 3 (yellow)<br />

prototype 2007. Voor een versie van dit werk, dat bestaat uit losse<br />

architectonische bouwstenen in geel kunststof, die als lego op ontelbare<br />

manieren gecombineerd kunnen worden, ontving hij in 2007 de<br />

Sikkensprijs. (De Koning doet veel met kleur en ruimte en hanteert<br />

daarbij een nogal heftig kleurenpalet.) Op het moment dat ik de<br />

Mutiple bekeek, stond deze er ongemakkelijk bij. CKV-leerlingen<br />

hadden het beeld verplaatst helemaal tot aan het uiteinde van de tafel<br />

en een element wat pesterig schuin gezet.<br />

Simcha Roodenburg heeft in de Vishal drie houten beelden<br />

opgebouwd, die ruw zijn en niet recht. Ik kan niet goed vat krijgen op<br />

wat deze constructies zijn, maar werd wel geraakt doordat ze op een<br />

eigen wijze tegelijk grof en gevoelig ogen.<br />

Mijn ervaring tijdens deze tentoonstelling was dat geconcentreerd<br />

kijken werd beloond met het gevoel even uit de tijd te zijn gestapt,<br />

zoals elke indrukwekkende voorstelling of tentoonstelling je dat kan<br />

laten beleven.<br />

8<br />

Krijn de Koning, Multiple Nr.3, 2007<br />

TEN FEET<br />

Ten Feet, uitnodigingskaart<br />

Ten Feet, Vishal, Haarlem,<br />

9/2 t/m 16/3 2008,<br />

www.devishal.nl


‘Body Strike’: aaibaar, glimmend,<br />

luguber en indringend<br />

Lie van der Werff, Babydier, 1998,<br />

foto Piet Augustijn<br />

Body Strike.<br />

Galerie Poonberg, Rotterdam,<br />

10 februari t/m 9 maart 2008<br />

www.galeriepoonberg.nl<br />

Rein Vollenga, Zonder titel, 2007,<br />

foto Piet Augustijn<br />

Lichamelijkheid staat in deze tentoonstelling<br />

voorop. Het tastbare laat zich niet<br />

wegkijken, Confronterend en grimmig<br />

soms, maar ook verleidelijk en vertederend.<br />

Het lichaam als sleutel van de geest,<br />

de zintuigen nemen de kortste weg.<br />

Door Piet Augustijn<br />

In de tentoonstelling Body Strike bij de Rotterdamse galerie Poonberg<br />

stond lichamelijkheid centraal. Confronterend en schokkend in het werk<br />

van Koen de Vries, de aluminium kop van een vrouwelijke<br />

zelfmoordenaar die zich opblies. Vertederend in het marmeren<br />

babydiertje van Lie van der Werff dat vol vertrouwen de wereld<br />

tegemoet lacht. Aaibaar, glimmend, verleidelijk, fascinerend, luguber<br />

en indringend. Alles kwam bij elkaar in deze tentoonstelling waarin<br />

kunstenaars van de galerie onder het thema lichamelijkheid bij elkaar<br />

zijn gebracht.<br />

Lia van der Werff (1962) bouwt al tien jaar aan een eigen wereld van<br />

wonderlijke, emotionerende beelden. Kwetsbaarheid en melancholie,<br />

sensualiteit en erotiek dienen zich in verschillende gedaanten aan.<br />

Mens, dier en ding zijn in haar beelden inwisselbaar, terwijl innerlijke<br />

en uiterlijke schoonheid met elkaar vechten. Het marmeren Babydier<br />

(1997) lijkt van een afstand een op z’n rug liggende baby die met<br />

armen en benen omhoog ligt te kraaien van plezier. Dichterbij blijkt het<br />

hoofd geen mensenhoofd, maar de kop van een dier (schaap, geit?).<br />

Ook het gehurkte Babydier (1998) van keramiek en textiel heeft die<br />

contradictie in zich. Van achteren een klein mensfiguur, van voren een<br />

onbestemde figuur met een grote koeienkop en de voorpoten (armen?)<br />

gehuld in een sexy topje met lange mouwen. Van der Werff weet de<br />

kijker perfect op het verkeerde been te zetten met beelden die eerst<br />

vertederen, maar bij nadere beschouwing afschuw oproepen. Hoewel<br />

de liggende baby voldoende aanleiding geeft om die vergissing met<br />

een glimlach te accepteren.<br />

Het werk van Rein Vollenga (1979), pas vorig jaar afgestudeerd aan<br />

de Academie voor Kunst en Vormgeving in Den Bosch en nieuw in<br />

Galerie Poonberg, komt voort uit fascinaties voor maatschappelijke<br />

9<br />

onderwerpen als vervreemding en discommunicatie, bureaucratie en<br />

individualisatie. Dit alles uit zich in beelden, videowerken en<br />

performances en in vormen die voortkomen uit de wereld van de<br />

beeldende kunst, mode, theater, muziek en popcultuur. De sculpturen<br />

maken een fabrieksmatig vervaardigde indruk, maar zijn heel secuur<br />

met de hand vormgegeven. Ze lijken gemaakt van keramiek of<br />

kunststof, maar zijn gemodelleerd uit een bewerkbare houtemulsie,<br />

gepolijst en behandeld met een verf- en laklaag die ze een rijke<br />

uitstraling geeft. De beelden zijn opgebouwd uit alledaagse<br />

gebruiksvoorwerpen als plastic bekers, tupperware schaaltjes en<br />

barbiepoppen in combinatie met afvalproducten uit de bio-industrie als<br />

gevriesdroogde varkensneuzen en -oren. De resultaten zien er uit als<br />

nieuwe, glanzende en luxueuze producten waarin delen van menselijke<br />

of dierlijke lichamen te herkennen zijn. De objecten, altijd Zonder Titel,<br />

glanzend zwart, wit of rood, roepen associaties op met onschuldig<br />

kinderspeelgoed tot anatomisch en medisch onderzoeksmateriaal, maar<br />

ook met sextoys en sciencefiction films. Een mat witte, half zittende<br />

baby met een varkensneus en de benen ver uit elkaar, een glimmende<br />

halve tors met twee borsten en vreemde uitsteeksels, een glanzend rode<br />

penisvorm en een menselijk hoofd met grote uithollingen in de hals. De<br />

wereld van Rein Vollenga zit vol met lichamelijkheid, maar niet van de<br />

aaibare soort zoals we die vaak wensen. Hij laat vooral de<br />

gekunsteldheid van het leven zien door te focussen op het onvolmaakte.<br />

In zijn videowerken, waarvan er twee te zien zijn, worden vrouwelijke<br />

aspecten als borsten en hals met siliconen opgeblazen en<br />

gecombineerd met surrealistische hoofden waaruit houten balken en<br />

rode bolletjes lijken te ontspringen.<br />

Rauw en ruig<br />

De beelden van Koen de Vries (1966) zijn rauw, ruig en fel. Net als<br />

beroemde voorgangers in de beeldhouwkunst Medardo Rosso en<br />

Auguste Rodin is hij structureel op zoek naar nieuwe vormen van<br />

portretkunst. In de serie Blindfolded (2007), grote zwarte bronzen,<br />

worden stukken afgietsels over elkaar heen geplaatst, onderdelen<br />

gekanteld of met geweld in een reeds bestaand onderdeel gedrukt. De<br />

Vries ontleent zijn onderwerpen aan de actualiteit, veelal<br />

oorlogssituaties, waarbij vragen over politiek, daders en slachtoffers<br />

worden opgeroepen. Gezichtsuitdrukkingen en lichaamstaal spelen een<br />

belangrijke rol in al zijn beelden. De vijf beelden uit Blindfolded gaan<br />

over geblinddoekte slachtoffers, om het even uit welke oorlog of<br />

gevangenis dan ook. Het zijn universele uitdrukkingen van<br />

machteloosheid, pijn en vernedering bij het geblinddoekt ondergaan<br />

van martelingen. Het beeld The female suicide bomber’s head (2003) is<br />

nog explicieter. Het is het zwaar gewonde hoofd van een vrouwelijke<br />

zelfmoordenaar die zich ‘voor de goede zaak’ heeft opgeblazen.<br />

Indringend en luguber.


‘Musée Éphémère’<br />

In de tot laboratorium omgebouwde<br />

keuken vermaakt een jongeman kinderen<br />

met eieren die na een azijnbad meer<br />

weg hebben van stuiterballen, hij laat<br />

paperclips drijven op water en af en toe<br />

brengt hij door een uitgekiende samenstelling<br />

van eenvoudige huis, tuin en<br />

keukenmiddelen een ontploffing teweeg.<br />

Een verdieping hoger herbergt een badkamer<br />

een van de laatste met uitsterven<br />

bedreigde zeemeerminnen. Een appartement<br />

verder tracht ik mijn muurkast te<br />

beschermen tegen teveel bezoekers. De<br />

grot die ik erin heb vervaardigd blijkt een<br />

magische aantrekkingskracht op onstuimige<br />

kinderen te hebben. Hoe solide het<br />

ook oogt, hij is gemaakt van gips dat bij<br />

de minste aanraking breekt. We zijn in<br />

Lorient, Bretagne, waar ‘Musée<br />

Éphémère’ draait op volle toeren.<br />

Door Annemiek van der Bruggen<br />

Idées Détournées<br />

‘Museum Eendagsvlieg’, de Hollandse benaming voor Musée Éphémère<br />

is een initiatief van stichting Idées Détournées die enkele jaren geleden<br />

werd opgericht door Nadine Thouvenin. De stichting heeft tot doel<br />

mensen met elkaar in contact te brengen en organiseert daartoe<br />

projecten die een creatieve inslag hebben. Het museum kwam vorig<br />

jaar begin oktober van de grond en bevindt zich in een flatgebouw in<br />

de wijk Kervénanec. April 2008 zal de toren met museum en al<br />

gesloopt worden. Tot die tijd zijn negen appartementen met in totaal 49<br />

kamers ter beschikking gesteld. Even zoveel enthousiastelingen hebben<br />

in die kamers een kunstwerk vervaardigd. Onder die enthousiastelingen<br />

zijn zonder twijfel alle bevolkingsgroepen van Lorient<br />

vertegenwoordigd; een slaapkamer is ingericht door gehandicapten,<br />

een badkamer door asielzoekers, er doen gepensioneerden mee,<br />

huisvrouwen en kinderen en er zijn een aantal ‘echte’ kunstenaars. Het<br />

enige criterium voor deelname was woonachtig te zijn in Lorient. Ik had<br />

geen maand later aan moeten komen om me eveneens in te kunnen<br />

schrijven voor een ruimte. Om in te burgeren, Frans te leren, en om te<br />

zien hoe men in Frankrijk reageert op een dergelijk project dat<br />

overeenkomsten vertoont met de Hollandse projectkunst.<br />

Sociaal project of kunstproject<br />

Hoewel het project, gesponsord door onder andere de gemeente, het<br />

departement en het Franse ministerie van Sociale Zaken in de eerste<br />

plaats gezien wordt als sociaal project zijn er genoeg overeenkomsten<br />

met projectkunst in Nederland. Men wordt aan het denken gezet over<br />

de veranderingen in Kervénanec, een soort Bijlmer van Lorient waar in<br />

totaal vier torens tegen de vlakte zullen gaan. Daarnaast vormen<br />

tijdelijkheid en participatie sleutelwoorden. Maar het belangrijkste is<br />

dat kunst wordt ingezet als sociaal bindmiddel. Niet door een<br />

kunstenaar een oplossing te laten bedenken maar door de mensen zelf<br />

alle vrijheid te geven zich creatief te uiten. Zo is de deelname voor<br />

Marguerite le Bellec therapeutisch geweest. Na 35 jaar met plezier in<br />

Kervénanec gewoond te hebben werd ze door de op handen zijnde<br />

sloop gedwongen te verhuizen. Ze heeft met witte letters op een felroze<br />

achtergrond haar gal gespuwd in de haar beschikbaar gestelde ruimte.<br />

De huiskamer ernaast is door kinderkledingatelier Chat et Rat<br />

omgetoverd tot een sprookjeswereld door met kleurige stoffen<br />

levensgrote dierfiguren op de met zwarte stof beklede muren te naaien.<br />

De bomen hebben er lichtgevende bloemen en er klinken<br />

oerwoudgeluiden. Of neem het met humor gemaakte Toilet voor de<br />

kerstman van de pubers Adeline Muy en Srey-Leak Vorn. Een wereld<br />

van verschil met het abstracte werk dat zich in de ruimte ernaast<br />

bevindt. Daar staan diverse met koffie gevulde kopjes op de grond. Uit<br />

elk kopje kruipt een, langzaam bruin wordende, strook witte katoen<br />

omhoog naar een wit laken dat de gehele huiskamer omspant.<br />

“In iedereen schuilt een kunstenaar” aldus Thouvenin, die zich met het<br />

project ook afzet tegen het elitaire en intellectuele karakter van de<br />

gevestigde kunstwereld. In Musée Éphémère staan amateurs naast<br />

professionele kunstenaars. Beide blijven overeind, dat is de kracht van<br />

het museum.<br />

Aantrekkingskracht<br />

De diversiteit zorgt niet alleen voor een spannend eindresultaat, maar<br />

ook voor een goede samenwerking. Tijdens de bouw van de<br />

kunstwerken werden onderling tips en materialen uitgewisseld en met<br />

interesse elkaars vooruitgang gevolgd. De week voor de opening op 1<br />

december vormde het hoogtepunt, op beide verdiepingen heerste een<br />

opgewonden sfeer en bedrijvigheid. Die werd nog verhoogd door de<br />

komst van TV5. De nationale TV zender die, na een reeks reportages<br />

van de regionale zenders, eveneens interesse toonde. En het museum<br />

blijft aantrekken. De kunstenaars zelf komen nog regelmatig langs in<br />

het museum om elkaar te spreken en de sfeer te proeven. In de eerste<br />

drie weken zijn er maar liefst 1.000 bezoekers geteld, het aantal<br />

kranten en tijdschriftartikelen blijft stijgen, en allerhande artiesten<br />

komen optreden in het museum. Thouvenin krijgt wekelijks<br />

aanbiedingen van clowns, Malinese zangeressen of bespelers van de<br />

Keltische harp. Niet voor niets wordt in omringende steden driftig<br />

gezocht naar mensen die een soortgelijk project op kunnen zetten, tot<br />

die tijd moeten de inwoners zich behelpen met georganiseerde<br />

busreizen naar Lorient. ’Museum Eendagsvlieg’, misschien ook iets voor<br />

Nederland?<br />

10<br />

Kinderkledingatelier<br />

'Ente chat et rat',<br />

foto Annemiek van Bruggen<br />

Severine Ledercq,<br />

foto Annemiek van Bruggen<br />

www.ideesdetournees.org


Jeanne van Heeswijk en<br />

‘Het Dwaallicht’ van Nieuw Crooswijk<br />

Jeanne van Heeswijk, De ridder van het<br />

geheugen. Presentatie van film, fotografie,<br />

verhalen en kostuums van het<br />

Dwaallicht project op de<br />

Art Rotterdam 2008 bij galerie RAM,<br />

foto Fred Kies<br />

www.ram-art.nl<br />

www.jeanneworks.net<br />

www.dwaallicht.nl<br />

Men verkoopt de vernieuwing met een<br />

vleugje nostalgie. Een paar oude foto’s<br />

suggereren dat het verleden niet gesloopt<br />

is, maar vertel mij dan waar het is. Waar<br />

vind ik mijn stoep terug? Waar is mijn<br />

boom? Waar is mijn oever van de Rotte?<br />

Waar is mijn huis? Waar liggen mijn<br />

verhalen begraven? U neemt het weg, u<br />

sloopt, u vernietigt. Mijn Nieuw Crooswijk<br />

is niet meer…. verkoop mij dan ook<br />

geen knollen voor citroenen. Jeanne van<br />

Heeswijk presenteerde op de Art Rotterdam<br />

in de stand van galerie RAM het<br />

project ‘Het Dwaallicht’.<br />

Door Piet Augustijn<br />

De Rotterdamse wijk Nieuw Crooswijk wordt binnen nu en tien jaar<br />

voor meer dan negentig procent gesloopt en weer herbouwd. Hierbij<br />

zal naar verwachting negentig procent van de huidige bewoners<br />

verhuizen om niet meer in de wijk terug te keren. Met het project Het<br />

Dwaallicht ging Jeanne van Heeswijk met een team van mensen, in<br />

samenwerking met huidige en toekomstige bewoners, op zoek naar de<br />

banden, verbindingen en relaties binnen de wijk. Een jaar lang<br />

(2004-2005) doolde Het Dwaallicht rond op zoek naar energie. Doel<br />

was het in kaart brengen en voor de toekomst vastleggen van de<br />

culturele geschiedenis van Nieuw Crooswijk en haar bewoners.<br />

11<br />

Op basis van verhalen van bewoners en gebeurtenissen uit heden en<br />

verleden schreef Dick van den Heuvel maandelijks op de website een<br />

hoofdstuk over de mysterieuze zoektocht van Het Dwaallicht. Met deze<br />

verhalen werd een nieuwe geschiedenis van Nieuw Crooswijk<br />

geschreven en haar energie in kaart gebracht. Parallel aan de verhalen<br />

vond een keer in de maand een evenement plaats. Inhoud, vorm en<br />

plaats verschilde per keer, maar wat de evenementen gemeen hadden<br />

was dat ze gingen over en plaatsvonden in Nieuw Crooswijk. Zo<br />

componeerde Paul de Jong een muziekstuk dat hij op verschillende<br />

locaties uitvoerde, was er een autorondleiding over de begraafplaats,<br />

organiseerden jongeren een muziek- en theaterperformance en<br />

kwamen onbekenden van elkaar gedurende een maaltijd samen aan<br />

tafel te zitten. Het eerste deel van het project werd afgesloten met de<br />

publicatie van Het Dwaallicht van Nieuw Crooswijk (Veenman<br />

Publishers, 2007), een roman van Dick van den Heuvel, die vorig jaar<br />

verscheen. Op de website www.dwaallicht.nl konden bewoners en<br />

andere geïnteresseerden de zoektocht van Het Dwaallicht volgen. Ook<br />

vonden bezoekers van de site er aankondigingen van evenementen en<br />

konden er speciaal ontwikkelde spelletjes gespeeld worden. Op een<br />

plattegrond werden alle plaatsen getoond waar Het Dwaallicht<br />

verscheen en waar verhalen van bewoners plaatsvonden.<br />

“Dwaallicht. Ik draag een helm en spreek een toespraak. Want ik ben<br />

een vrouw en ik heb een boodschap. De afgelopen maanden heb ik u<br />

gevolgd. U streek af en toe neer op een plek om er een stukje verhaal<br />

te halen, of liever om te kijken naar het verhaal van Nieuw Crooswijk.<br />

U was onwetend. U wist niet wie u was en waarom u gestorven was. U<br />

kende Nieuw Crooswijk niet of niet meer en u wilde weten wat er nu<br />

precies was gebeurd in uw eigen verleden en dat van de buurt…….”<br />

Het Dwaallicht fungeerde als een soort afreageerfiguur, iemand tegen<br />

wie men kon praten, aan wie men geheimen of frustraties<br />

toevertrouwde, tegen wie men vertrouwelijk, boos of verontwaardigd<br />

kon zijn. Alle problemen die bij zo’n grootscheepse sloop en<br />

vernieuwing aan de oppervlakte komen werden min of meer getackeld<br />

door Het Dwaallicht. Want natuurlijk blijven de bewoners liever wonen<br />

waar ze wonen, natuurlijk wordt die vernieuwing doorgevoerd en<br />

uiteraard worden er problemen onder de mat geveegd. Jeanne van<br />

Heeswijk heeft dat allemaal voorzien. De vraag is alleen wat er met al<br />

die kennis gedaan wordt.<br />

Projecten<br />

De projecten van Jeanne van Heeswijk (1965) kenmerken zich door<br />

sociale betrokkenheid. Het doel is het scheppen van nieuwe publieke<br />

(ontmoetings-)ruimtes of het daartoe vervormen van bestaande ruimtes.<br />

Meestal werkt ze daarbij intensief samen met beeldende kunstenaars,<br />

vormgevers, architecten, software ontwikkelaars, overheden en<br />

buurtbewoners. Enkele projecten van de laatste jaren zijn De Strip, een<br />

serie ontmoetingen op weg naar Westwijk 2005 in Vlaardingen<br />

(2002-2003), Face your world in het Wexner Center in Columbus,<br />

Ohio in de Verenigde Staten (2002), Langs de Lijn van De Toekomst<br />

(2003) in Gorinchem, een onderzoek naar de plaats van ‘het spel’<br />

binnen verschillende (sub)culturen in de Gilden- en Vroedschapswijk in<br />

de stad en In the Field of Players (2004) voor TENT. Rotterdam, waarin<br />

het publiek werd uitgenodigd na te denken over de notie van Power<br />

Play. In 2003 was Van Heeswijk een van de Nederlandse deelnemers<br />

aan de Biënnale van Venetië waar bezoekers het spel landjepik konden<br />

spelen. Een bijdrage die voortkwam uit het Gorcumse project en waar<br />

nagedacht moest worden over het genereren van ruimte en de strijd<br />

tussen culturen onderling. Momenteel loopt het project Het Blauwe Huis<br />

in de Amsterdamse wijk IJburg. Een nieuwe wijk zonder verhalen,<br />

geschiedenis, een kloppend hart of stedelijkheid. Het Blauwe Huis staat<br />

middenin woonblok 35 en wordt voor een periode van vier jaar als<br />

huis voor de kunst gebruikt. In deze periode zullen er verschillende<br />

kunstenaars, architecten, schrijvers en wetenschappers gaan wonen die<br />

de opdracht krijgen een verbinding te maken tussen de wereld, hun<br />

wereld en de omgeving van het huis.


‘Textiel in kunst’.<br />

Geen vlees en geen vis<br />

www,pulchri.nl<br />

Anne van de Pals, Hangend<br />

Begin dit jaar waren vrijwel gelijktijdig<br />

twee tentoonstellingen te zien rond de<br />

toepassing van textiel in kunst: ‘Traag’<br />

bij Arti in Amsterdam en ‘Soft Ware’ bij<br />

Pulchri in Den Haag. Wat opviel was dat<br />

beide tentoonstellingen waren geïnitieerd<br />

en samengesteld door vrouwelijke kunstenaars<br />

en dat vrouwelijke exposanten<br />

verreweg in de meerderheid waren. Bij<br />

‘Traag’ was de man-vrouwverhouding<br />

2 op 14, bij ‘Soft Ware’ 6 op 19.<br />

Door Riet van der Linden<br />

Pluriformiteit in de kunst is al decennialang eerder regel dan<br />

uitzondering. Vrijheid, blijheid is het adagium. Het traditionele<br />

onderscheid tussen kunstnijverheid, vormgeving en autonome kunst,<br />

behoren tot het verleden. Niet gehinderd door gebrek aan kennis en/of<br />

vaardigheden staat het een ieder vrij zich te bedienen van elk materiaal<br />

of medium, om haar of zijn ideeën vorm te geven.<br />

Met bovenstaand beeld voor ogen, lijkt een tentoonstelling over de<br />

toepassing van textiel in kunst een gedateerd concept. Alsof er toch nog<br />

een strijd te voeren valt tegen (seksistische) vooroordelen. Dat beeld<br />

wordt bevestigd door Tilleke Schwarz, initiatiefneemster en (samen met<br />

Maria Smits) gastcurator van Soft Ware bij Pulchri. In haar oproep aan<br />

kunstenaarsleden: “Een van de laatste ‘taboes”, schrijft zij, “is het<br />

gebruiken van flexibele materialen (onder andere textiel) en van textiele<br />

technieken, zoals naaien, borduren, haken en breien in de beeldende<br />

kunst.” (Pulchri 3, 2006). Hoe valt dat te rijmen met de hedendaagse<br />

praktijk waarin de voorbeelden van internationale kunstenaars m/v die<br />

(incidenteel) textiele materialen toepassen, voor het oprapen liggen.<br />

Kunstenaars als Woody van Amen, Ferdi, Lam de Wolf, Berend Strik,<br />

Karin van Dam, Antonietta Peeters, Berend Strik, Karin Arink, Lidy<br />

Jacobs, Roy Villevoye, Tracey Emin, Lucy Orta, Fransje Killaars,<br />

enzovoort?<br />

12<br />

Cataloguskrant<br />

In de begeleidende cataloguskrant die bij Soft Ware werd<br />

gepubliceerd, koos Schwarz overigens een positievere invalshoek. Nu<br />

schrijft zij dat ‘de meewarige blik’ waarmee borduren en breien werd<br />

bekeken is veranderd sinds een aantal toonaangevende kunstenaars dit<br />

medium heeft ontdekt.’<br />

Wat is hier aan de hand? Tilleke Schwarz is in de woorden van<br />

kunstenaar Anne van de Pals: ‘een echte textielvrouw en kadert haar<br />

werk driftig af in haar stijve presentatie maar er vertoont zich wel een<br />

bepaalde gekkigheid in haar verbeelding.” Die karakterisering van<br />

‘echte textielvrouw’ is inderdaad precies waar Schwarz onderuit<br />

probeert te komen. Met haar graffiti-achtige, zeer arbeidsintensieve<br />

geborduurde schilderijen, geniet zij internationale faam. Maar<br />

uitsluitend binnen de scène van textielkunstenaars, waar traditiegetrouw<br />

de focus sterker op vorm is gericht dan op inhoud. Met Soft Ware legt<br />

zij haar frustratie hierover bloot en creëert zij in haar dubbelrol van<br />

curator/exposant tevens een breder podium voor zichzelf. Kennelijk is<br />

de associatie met textielkunst nog altijd een gevaar voor de reputatie<br />

van een kunstenaar. Van de Pals (die zowel in Traag als in Soft Ware<br />

exposeert) zegt beducht te zijn om in ‘de textielhoek’ terecht te komen.<br />

Arno van Roosmalen, directeur van Stroom in Den Haag die Soft Ware<br />

mee hielp te financieren, zegt erover: “Ik denk werkelijk dat met Soft<br />

Ware het fenomeen textielkunst naar de achtergrond is verschoven”.<br />

Maar nogmaals, waarom de aandacht vestigen op textiel als materiaal<br />

en daaraan verbonden handwerktechnieken, als daarmee alleen maar<br />

oude koeien uit de sloot worden gehaald. Wat levert het op?<br />

Selectie<br />

Voor Soft Ware werden 24 kunstenaars geselecteerd (voor de helft<br />

leden van Pulchri inclusief Schwartz en Smits). Ik kan mij niet aan de<br />

indruk onttrekken dat een aantal kunstenaars er met de haren is<br />

bijgesleept. De schilder Vittorio Roerade bijvoorbeeld mengt draden<br />

door zijn verf wat blijkbaar al voldoende aanleiding was om hem uit te<br />

nodigen. Op die manier kun je elke schilder selecteren die werkt met<br />

verf op doek. Datzelfde geldt voor de fotoprint op bedrukt textiel van<br />

Wilma Kuil of voor de ruimtelijke sculptuur van Maria Smits, waarin<br />

naast hout, rubber en schuimplastic ook grove jute is gebruikt. Anders<br />

is het met de sculpturen van Anne van de Pals zogenaamde<br />

‘verlijvingen’ die zijn gemaakt uit oude wollen dekens. Hier is het<br />

gekozen (textiele) materiaal essentieel voor wat zij te zeggen heeft. De<br />

inmiddels overbekende wandinstallatie van Marian Bijlenga hoort ook<br />

bij de meer geslaagde kunstwerken op deze tentoonstelling, alhoewel<br />

het hier meer gaat om flexibele materialen (viscose, paardenhaar) dan<br />

om textiel. Veel bijval van het publiek kreeg Saskia van Dijk met haar<br />

niet van echt te onderscheiden gebreide insecten, die getuigden van<br />

een degelijk vakmanschap maar weinig aan de verbeelding overlieten.<br />

Ook was de inrichting niet altijd effectief, het poëtische werk van<br />

Regula Maria Müller, een soort kroonluchter van vilt, glas en<br />

koperdraad, viel weg tegen de wand met een serie hangende,<br />

gehaakte poppetjes van Marita Kratz. De kleine poppetjes waren heel<br />

aandoenlijk en gingen voor een bescheiden prijs, grif van de hand.<br />

Maar er was meer nodig om deze kunstenaar uit de verf te laten<br />

komen. En dat gold niet voor haar alleen.<br />

Van Roosmalen ziet al uit naar een volgende editie van Soft Ware<br />

waarin nog uitgesprokener te werk zal worden gegaan. Het lijkt mij<br />

een goed idee om die tentoonstelling dan plaats te laten vinden in<br />

Stroom, met een ruim budget, en zonder de beperking die een<br />

kunstenaarssociëteit als locatie nu eenmaal oplevert.


‘Lumineus Amersfoort’<br />

wierp licht op verandering<br />

Jan Ros, Traumschiff,<br />

foto Annemarie Ruys<br />

Lumineus Amersfoort,<br />

1 t/m 30 december 2007<br />

www.lumineusamersfoort.nl<br />

“Waar het visioen ontbreekt, ontstaat<br />

woestenij”. Het winkelende publiek kon<br />

op een gure decemberavond in Amersfoort<br />

zomaar eens stil staan bij dit nog<br />

steeds actuele citaat uit Spreuken 29.18.<br />

Het was een fragment uit de film Paradise<br />

Light van Martin Riebeek, een van de<br />

lichtkunstwerken van ‘Lumineus Amersfoort’.<br />

Deze route door de oude binnenstad<br />

had als thema ‘de veranderende<br />

stad’. Onderwerp en locatie bleken elkaar<br />

wonderwel aan te vullen.<br />

Door Beatrijs Schweitzer<br />

De futuristen droomden er precies 100 jaar geleden al van: lichtkunst!<br />

Wat zouden ze genoten hebben van de technische mogelijkheden die<br />

er nu zijn. Beamers, leds en lasers, het zijn heerlijke nieuwe media voor<br />

de kunst met een keur aan mogelijkheden. Zij leveren niet automatisch<br />

goede kunstwerken af, maar aantrekkelijk is het wel. En voor wie er<br />

belang aan hecht; de drempel ligt net in de schaduw.<br />

Na de Utrechtse Nachtregels, door Sjarel Ex in 1991 georganiseerd,<br />

was het vreemd genoeg lange tijd stil op het gebied van lichtkunstroutes<br />

in Nederland. Gouda kent sinds 2004 een jaarlijks terugkerend<br />

initiatief met licht rond de kerstdagen, maar beeldende kunst is hier<br />

onderdeel van een veel ruimer marketingplan (zie Beelden 1#2007).<br />

Het uitgangspunt van Lumineus Amersfoort, ‘de veranderende stad’,<br />

met zowel bouwkundige als sociale aspecten, is voor Amersfoort met<br />

zijn veelbesproken uitbreidingen zeer actueel. Er waren tien<br />

Nederlandse kunstenaars geselecteerd, terwijl de route zelf gemarkeerd<br />

werd door een opvallende uitlichting van enkele oude monumenten<br />

door lichtontwerpers van hoofdsponsor Grontmij.<br />

13<br />

Projecties<br />

Goede bekenden als Martin Riebeek en Geert Mul ontbraken niet.<br />

Riebeek had filmportretten van mensen uit Amersfoort geïntegreerd in<br />

een bestaand werk (Imagine Being There), waarin hij mensen uit enkele<br />

grote wereldsteden uitgebreid liet vertellen over ‘hun paradijs’. Een<br />

intieme serie, zomaar onder de visafslag, waarmee Amersfoort en<br />

passant óók een ‘wereldstad’ werd. Mul, wist ‘de veranderende stad’<br />

ingetogen maar treffend te spiegelen. In Choose your Myth, werden<br />

afwisselend zóveel (80) symbolen uit verschillende levensovertuigingen<br />

precies in een grote blinde nis op de Onze Lieve Vrouwetoren<br />

geprojecteerd (dankzij zwart/wit op reliëf in de steen lijkend), dat de<br />

betekenis ervan meteen gerelativeerd werd als een keuzemogelijkheid<br />

in plaats van een waarheid.<br />

In de route waren bewust ook kunstenaars uit Amersfoort zelf<br />

opgenomen. Theo van Delft gaf in zijn Tijdenwinkel de betrekkelijkheid<br />

van het tijdsbegrip ter overdenking. Zo’n honderd staande portretten<br />

van Amersfoorters in oplopende leeftijd werden van binnenuit<br />

geprojecteerd op de deur van een oud winkelpandje, in de etalageruit<br />

geflankeerd door het veel subtielere, dromerige beeld van een<br />

zonlichtcyclus in een kale, lege ruimte. Met dezelfde techniek in iets<br />

uitgebreidere versie, wist Jaap de Jonge het Archief Eemland om te<br />

toveren tot een vervreemdend geheel. Oude portretfoto´s uit het archief<br />

bewogen achter de ramen van het hele gebouw, als waren ze weer tot<br />

leven gekomen.<br />

Projecties op, of vanuit een gebouw of een auto, zoals bij Anna Thalia<br />

Benus hebben als effect dat het gebouw zelf deel gaat uitmaken van het<br />

kunstwerk. Het maakt daardoor al snel indruk, maar kwaliteit kan juist<br />

ook in het subtiele, kleine gebaar schuilgaan; Zo was de bijdrage van<br />

sieradenontwerpster Marijke Schurink in een kleine etalage zeer<br />

innemend. Schurink, die veelal vergankelijke sieraden maakt,<br />

recyclede heel passend voor deze gelegenheid, tweedehands sieraden<br />

door ze met ‘glow-in-the-dark’ verf te coaten.<br />

Samenwerking<br />

Lumineus Amersfoort was onafhankelijk, naar eigen concept van<br />

Annelou Evelein en Patricia Deiters georganiseerd, in samenwerking<br />

met Grontmij/ Technical Management. Evelein noemde die<br />

samenwerking met een partner uit het bedrijfsleven een verademing<br />

vanwege de vrijheid en de ruimhartige medewerking waarmee ze hun<br />

plannen konden realiseren. Opmerkelijk vruchtbaar was de<br />

samenwerking van Jan Ros met Grontmij lichtontweper Rienk Visser.<br />

In Traumschiff veranderde de reddingssloep, die Ros zelf eerder al bij<br />

een zomermanifestatie dwars over het Kleine Spui had gelegd - een<br />

krachtige verwijzing naar de toekomstdreiging van een ‘Amersfoort<br />

aan zee’- door de verlichting in een sprookjesachtig, maar ook<br />

monumentaal tafereel. Zo geïsoleerd en met de reflecties van het<br />

uitstromende water werd de dreiging haast getransformeerd tot een<br />

visioen.<br />

In vergelijking met Gouda bij Kunstlicht (2006), valt eigenlijk vooral de<br />

concentratie en de zorgvuldigheid op waarmee de route was<br />

samengesteld. De neerslag daarvan is te zien in de kleine, maar<br />

prachtige ‘routewaaier’ met informatieve teksten. Het geheel was<br />

toegankelijk, maar toch ingetogen en wist de kitsch te omzeilen. Geen<br />

wonder dat Amersfoort graag een tweede editie zou willen zien. Laat<br />

het maar gebeuren, in meerdere steden – Utrecht bereidt inmiddels<br />

haar eigen Trajectum Lumen voor - ; De donkere avond is een prachtige<br />

tegenhanger voor de witte museummuur.


Nieuw Noord<br />

In het Amsterdamse IJ, schuin achter het<br />

Centraal Station, drijft sinds eind vorig<br />

jaar een vreemd object. Het lijkt op het<br />

eerste gezicht een flinke wigwam. Het<br />

betreft het eerste kunstwerk in het IJ op<br />

de plek van het nieuw te bouwen<br />

Filmmuseum op de Noordelijke IJ-oever.<br />

Door Eleonoor van Beusekom<br />

Skyline<br />

Achter het kunstwerk prijkt op het voormalige Shellgebouw een royale<br />

banier met de tekst ‘Overhoeks’. Zo heet de daarachter gelegen wijk<br />

nu. Deze naam werd ontleend aan de oorspronkelijke naam van de<br />

‘Shell’toren. In Amsterdam Noord bruist het van stadsvernieuwende<br />

activiteiten. Er wordt aan landwinning en bodemstabilisatie gedaan.<br />

Ambitieuze plannen worden geleidelijk aan concreet. Maar het zal nog<br />

zeker 15 jaar duren voordat ‘Noord’ zich, met een spectaculair nieuwe<br />

skyline, kan presenteren. Wat de bewoners van Amsterdam daar tot<br />

die tijd vooral van zullen meemaken is veel overlast van bouw- en<br />

bodemactiviteit. Beeldende kunst lijkt voorlopig het toverwoord om het<br />

proces wat verrassender en aangenamer te laten verlopen. Stadsdeel<br />

Amsterdam Noord vond met hulp van de Stichting ‘Kunst en Bedrijf’ de<br />

juiste kunstenaar voor het tijdelijke kunstwerk in het IJ.<br />

De opdrachtgevers<br />

Via een gecombineerd opdrachtgeverschap werd de financiële kant<br />

van dit kunstwerk onderbouwd met een budget van ca € 80.000,-. Het<br />

is een publiekprivate samenwerking; meerdere partijen zijn daarbij<br />

samen eigenaar/opdrachtgever van een werk. Deze formule biedt een<br />

interessant nieuw perspectief, het maakt dat kunst vooruit kan lopen op<br />

gebeurtenissen en niet pas achteraf komt, als alles is opgeleverd, als<br />

finale en spreekwoordelijke ‘kers op de taart’. Nu kunnen er<br />

‘tussentijdse’ opdrachten worden verstrekt die een ander doel dienen.<br />

Ze worden een soort rituele voorbereider van een plek waar iets<br />

gebouwd gaat worden. Ze hebben het doel mensen te attenderen op<br />

de dingen die gaan komen en hen mee te laten leven met het proces.<br />

De opdracht<br />

Dit gold ook voor de ‘kunstboei’ . De voorkeur voor beeldend<br />

kunstenaar Thomas Bartels (1960) is goed te begrijpen; in zijn werk<br />

komen disciplines als film, animatie en mechanisch bouwen samen. De<br />

bewegende figuren in zijn installaties en sculpturen gaan over licht en<br />

projectie. Het lichtbeeld, Opwaarts is een reusachtige halftransparante<br />

boei van 15 meter hoog. Het is een baken dat de plek waar in 2009<br />

het futuristisch ogend Filmmuseum zal verrijzen, moet bewaken en<br />

bewaren. Bartels heeft de basisvorm van een boei benut en opgebouwd<br />

met een staketsel waarover hij een semi-transparant doek heeft<br />

gespannen. In deze ‘tent’ klimmen een man- en een vrouwfiguur langs<br />

staken omhoog. Samen zijn ze hier het symbool voor beweging in film<br />

en onophoudelijke menselijke inspanning bij bouw en verandering.<br />

Deze man/vrouwsilhouetten worden mechanisch aangedreven.<br />

Overdag zie je de figuren, afhankelijk van de beschikbare hoeveelheid<br />

dag of zonlicht, wat doorschemeren. s’Nachts verschijnen de, door<br />

elektrisch licht aangeschenen figuren meer uitgerekt op het doek en<br />

geeft het kunstwerk zijn geheimen uiteindelijk prijs. Opwaarts verwijst<br />

naar de oorsprong van film, met een mix van wajangpoppenspel en de<br />

toverlantaarn. Gedurende twee jaar zou dit kunstwerk aan een<br />

voorspel voor de virtuele toekomst moeten deelnemen en tegelijkertijd<br />

als lichtboei de schepen moeten attenderen op bodemveranderingen<br />

die daar onder de waterspiegel plaatsvinden.<br />

Magie met een stekker<br />

Dit althans was de bedoeling van de opdracht en de kunstenaar. Bij<br />

oplevering van het kunstwerk in het IJ op 31 oktober vorig jaar was er<br />

nog stroom. Rond de jaarwisseling verdween die voorziening abrupt<br />

bij de verhuizing van Shell. Was dat vooraf niet bekend? Inmiddels is<br />

het nodige geprobeerd om een nieuwe stroomleverancier voor<br />

Opwaarts te vinden. Voor de beweging van de figuren en het licht in<br />

de boei is 1.000 watt nodig. Opstarten van het geheel vraagt<br />

daarentegen 2.400 watt. Daar zit ook het probleem. Om een dergelijk<br />

wattage te kunnen verzorgen mogen de kabels niet te lang zijn.<br />

Na vertrek van Shell bevond de dichtstbij gelegen bruikbare<br />

stroomvoorziening zich op de Grasweg, niet direct om de hoek. Er<br />

zou een kilometerslange kabel nodig zijn om die afstand te<br />

overbruggen.<br />

Of het hier vooral gaat om een technisch of misschien toch meer een<br />

budgettair probleem blijft onduidelijk. Binnenkort start de nieuwbouw<br />

van ING, een van de mede-eigenaren van dit kunstwerk. Omdat voor<br />

die bouw ook stroom moet worden aangevoerd ligt de<br />

hooggespannen verwachting op welslagen nu daar.<br />

Bij het ter perse gaan van dit nummer van Beelden is er nog geen<br />

datum voor een daadwerkelijke oplossing bekend. Magie met een<br />

stekker is in een nieuw te ontwikkelen gebied dus zeker geen<br />

vanzelfsprekend ‘perpetuum mobile’. Zoveel is wel duidelijk geworden.<br />

14<br />

Thomas Bartels, Opwaarts,<br />

foto Agimar<br />

www.kunstenbedrijf.nl


‘N.NO.O.ZO.Z.ZW.W.NW.N.’<br />

Een nieuw kunstwerk van Erick de Lyon<br />

Erick de Lyon,<br />

‘N.NO.O.ZO.Z.ZW.W.NW.N.’,<br />

foto Harry Fierkens<br />

Door de Wind,<br />

17-11-2007 t/m 30-3-2008.<br />

CBK, Groningen,<br />

www.cbkgroningen.nl<br />

www.kunstopstraat.nl.<br />

In het nieuwe park De Eelderbaan tussen<br />

de Groninger wijken De Held en Vinkhuizen<br />

is recent een kunstwerk geplaatst van<br />

Erick de Lyon, dat heel direct reageert op<br />

zijn omgeving.<br />

Geraart Westerink<br />

Kunst op straat<br />

Al jarenlang zorgt het Centrum Beeldende Kunst in Groningen onder<br />

de noemer ‘Kunst op Straat’ voor beeldende kunst in de openbare<br />

ruimte. Zij doet dat in opdracht van de Gemeente. Dat werpt zijn<br />

vruchten af. Overal waar je gaat of staat in de hoofdstad van het<br />

Noorden, kom je kunstwerken tegen. Inmiddels staan er al zo’n 400.<br />

Waar vroeger de oplevering van een beeld hooguit werd opgeluisterd<br />

door een hoogwaardigheidsbekleder die een lint doorknipte of een<br />

doek verwijderde - al dan niet ondersteund door het plaatselijke<br />

trompettencorps - daar vormt dit tegenwoordig vaak de aanleiding<br />

voor diverse activiteiten. Het belangrijkste onderdeel, naast lezingen en<br />

educatieve projecten, van het begeleidende programma rond het<br />

nieuwe werk van De Lyon is de tentoonstelling Door de Wind in het<br />

gebouw van het Centrum Beeldende Kunst. Het bestaat uit verschillende<br />

onderdelen. Het meest in het oog springt een grote houten installatie:<br />

speciaal voor de gelegenheid uitgevoerd aan de hand van een<br />

15<br />

bestaande maquette. Het is een soort doolhof van elkaar kruisende<br />

assen, overdekt door een plafond met smalle spleten waar licht door<br />

valt. Het licht is afkomstig van lampen die door kunstmatig opgewekte<br />

luchtstromen worden bewogen zodat het zich voortdurend verplaatst.<br />

Aan de muur hangen foto’s van het werk voor Vijfhuizen. In een zaaltje<br />

ernaast wordt met behulp van foto’s, teksten en diverse<br />

multimediamiddelen een overzicht van het oeuvre van De Lyon<br />

geschetst. Het maakt op doeltreffende wijze de uitgangspunten van de<br />

kunstenaar duidelijk: voornamelijk wind, water, licht en geluid; (natuur)<br />

verschijnselen die hij in samenwerking met technici, wetenschappers,<br />

architecten en stedenbouwkundigen omvormt tot kunst. Vijftig voor de<br />

gelegenheid vervaardigde impressies in gemengde technieken geven<br />

op een speelse en poëtische wijze inzicht in het denkproces van de<br />

kunstenaar.<br />

Park<br />

De naam Eelderbaan wekt in eerste instantie de associatie op met een<br />

landingsbaan van het nabijgelegen vliegveld Eelde. Dat blijkt een<br />

misvatting, maar qua vorm en formaat zou het kunnen. Het park is<br />

namelijk 1,5 kilometer lang en 175 meter breed. Het is eigenlijk de<br />

restruimte tussen de deprimerende wijk Vinkhuizen en de oprukkende<br />

nieuwbouwwijk De Held, die er wat spannender uitziet.<br />

Landschapsarchitectenbureau NoordPeil uit Sneek maakte er in<br />

samenspraak met de bewoners een zogenaamd verblijfspark van. Een<br />

wat merkwaardige benaming, die er vanuit gaat dat andere parken zo<br />

snel mogelijk worden verlaten, maar de plek ziet er inderdaad<br />

aanlokkelijk uit, zelfs op een grauwe zondagmiddag in hartje winter.<br />

Er zijn forse niveauverschillen, waterpartijen, frisse bomengroepen, en<br />

allerlei zicht-assen met wandelpaden, waar de honden van de stad<br />

aangelijnd hun drollen kunnen draaien.<br />

Het werk N.NO.O.ZO.Z.ZW.W.NW.N. bestaat uit 17 metalen<br />

lichtmasten die op doorsnee lantaarnpalen lijken, maar wat groter en<br />

eleganter zijn, onder meer door de lichte knik op driekwart van de<br />

lengte. De Lyon plaatste de masten in twee afzonderlijke lijnen, die min<br />

of meer in elkaars verlengde liggen. Sommige palen staan in de grond,<br />

andere in het water. Het onderste deel (de voet) van de palen is zwart<br />

geschilderd. Het werk is even doeltreffend als vanzelfsprekend. Het<br />

accentueert belangrijke lijnen in het park, maar zorgt ook voor<br />

verlichting en dus veiligheid. Het overheerst niet, maar valt toch op.<br />

De plek zal De Lyon hebben aangesproken, want langgerekte,<br />

kruisende zicht-assen op streng geregisseerde locaties komen vaker in<br />

zijn oeuvre voor. De palen zijn echter geen doorsnee lichtmasten die<br />

op gezette tijden hun egale schijnsel over de omgeving werpen. Het<br />

schijnsel van deze palen kan verschillende kleuren aannemen, die<br />

worden bepaald door een belangrijk natuurverschijnsel dat, voor een<br />

ieder die zich in de Nederlandse buitenlucht waagt - zeker in het<br />

weidse Noorden - onontkoombaar is: de wind. Door een geavanceerd<br />

computersysteem wordt elke windrichting vertaald in een specifieke<br />

kleur. Het effect zal dus geregeld veranderen. Trouwe bezoekers zullen<br />

in één oogopslag kunnen zien waar de wind vandaan komt. Vooral<br />

s’avonds, want overdag is het effect minder duidelijk.<br />

Het werk past naadloos in het oeuvre van De Lyon, dat openstaat voor<br />

de raadselen en schoonheid van de natuur en haar verschijnselen,<br />

maar deze door vorm en techniek graag onder controle houdt.


Kunst en Corporaties: Ymere<br />

De kwaliteit van de openbare ruimte kan<br />

verhoogd worden met behulp van beeldende<br />

kunst. Corporaties beseffen dat en<br />

voeren steeds meer gericht beleid. Soms<br />

worden bewoners daarbij intensief betrokken.<br />

Soms wordt er vóór hen gedacht.<br />

Een blik op de aanpak van Ymere.<br />

Door Ans van Berkum<br />

Ymere<br />

De fusie tussen de corporaties Ymere en Woonmaatschappij is nog<br />

vers. Per 1 januari 2008 vormen ze samen een bedrijf met ongeveer<br />

78.000 verhuureenheden in en om Amsterdam, van Noordwijk tot<br />

Almere. Ineke Brunt is adviseur Kunst en Architectuur bij Ymere, de<br />

naam die het nieuwe samenwerkingverband blijft voeren. Vanuit haar<br />

functie, die op stafniveau is geplaatst, verstrekt ze intern advies over<br />

kunst en architectuur. Ze werkt samen met Henny Mulder, die voor de<br />

communicatie zorgt. Brunt trekt ruim tien grote kunstprojecten per jaar.<br />

Opdrachten waarmee inhoud wordt gegeven aan een deel van het<br />

corporatiebeleid dat zich bezig houdt met de woonkwaliteit in de<br />

wijken in de breedste zin. Herinrichting, portefeuillebeleid en het<br />

toevoegen of transformeren van woningtypes zijn belangrijke<br />

instrumenten in deze bedrijfstak. Maar ook de kunst:<br />

“Kunsttoepassingen en bijzondere architectuurvormen hebben een<br />

positieve invloed op de waardering van bewoners voor hun omgeving<br />

en hun band daarmee. Door te investeren in architectuur en in<br />

beeldende kunst investeren we in de kwaliteit én identiteit van de<br />

woonomgeving” zegt de website van Ymere.<br />

Matchen<br />

Om te ontdekken wat Ymere doet, ga ik met Ineke Brunt en Henny<br />

Mulder in gesprek in hun kantoor in het Havengebouw in Amsterdam.<br />

Met de uitvoering van het kunstbeleid van Ymere is ongeveer zes en<br />

een halve ton per jaar gemoeid, vertellen zij. Daarnaast is er een<br />

budget voor bijzondere voorzieningen op het gebied van groen en<br />

water. Hoe de bedragen precies stromen als het om de investeringen in<br />

kunst en architectuur gaat, is niet helemaal vast te stellen. Ineke Brunt is<br />

namelijk buitengewoon inventief als het gaat om het koppelen van<br />

budgetten. Ze heeft een neus voor kansen die vanuit de bouw of<br />

renovatiebudgetten, of vanuit herinrichtingsprojecten in de openbare<br />

ruimte beschikbaar komen. Door een goede samenwerking met het<br />

Amsterdams Fonds voor de Kunst wordt ook heel veel gewonnen.<br />

Harald Schole, die daar jarenlang adviseur was, verricht nu met<br />

regelmaat advieswerk voor Ymere. Hij draagt kunstenaars aan en<br />

volgt samen met Ineke Brunt de processen van uitvoering. Daarnaast is<br />

er onder auspiciën van bestuursvoorzitter Lex Pouw een Matching<br />

Fonds opgericht. Particuliere partijen, zoals andere corporaties en<br />

zorginstellingen, storten daar bedragen in, die door het AFK worden<br />

verdubbeld. Voor Ymere een slimme manier om het budget op te<br />

rekken. “Lex Pouw is overigens aanstichter van alle pret die kunst heet<br />

binnen Ymere”, zegt Ineke Brunt; “in elk geval is hij degenen die het<br />

een structurele basis gaf”. Er zijn twee hoofdrichtingen, vervolgt zij:<br />

“kunst als middel en kunst als doel.” Binnen die eerste tak gaat het om<br />

de processen van tijdelijke aard, waarbij bewoners actief zijn. Bij<br />

zulke projecten zijn niet altijd kunstenaars betrokken. In de tweede tak<br />

geldt de leidende positie van de beeldende kunstenaar en de wens te<br />

komen tot een duidelijk resultaat. Een tastbaar ‘ding’ waarmee een<br />

project eindigt. Binnen Ymere ligt de nadruk op deze beleidsrichting.<br />

Tussen 2003, toen Ineke Brunt aantrad, en 2008, werden ruimt twintig<br />

projecten gerealiseerd.<br />

Voorbeeldig is Énergie sombre dans une nuit blanche van beeldend<br />

kunstenaar Niek Kemps. Een raadselachtige titel voor een helder<br />

glaskunstwerk dat werd aangebracht aan ‘Het Sieraad’; een gebouw,<br />

dat in 1921 is ontworpen als vierde Amsterdamse Ambachtschool aan<br />

de Posjesweg. Dit uitzonderlijke gebouw van de vrij onbekend<br />

gebleven Amsterdamse School architect A.J. Westerman, was in de<br />

loop van een tachtigjarig gebruik, beschadigd en veranderd. Op het<br />

binnenplein stond een gymzaal en de langgerekte raampartij die<br />

daarop vanuit het centrale trappenhuis zicht gaf, was dichtgezet.<br />

Ymere kocht dit rijksmonument in 2004 om het een nieuwe<br />

bestemming te geven. Binnen het renovatiebudget was ruimte om de<br />

raampartij te laten herstellen, en dat kon natuurlijk gekoppeld worden<br />

aan het budget voor beeldende kunst waarover Brunt beschikte.<br />

Ver en dichtbij<br />

Ymere vroeg Niek Kemps een ontwerp te maken voor het raam in het<br />

trappenhuis van ‘Het Sieraad’. Kemps leverde een monumentaal werk<br />

dat het gebouw van alle kanten sfeer en mysterie geeft. In de<br />

langgerekte glaspartij doemen mensen op, in gele, grijze en bruine<br />

tinten, van bovenaf gezien, van veraf en dichtbij. De passant ervaart de<br />

glazen wand als de aanwezigheid van heel veel mensen. Van een soort<br />

drukte en stadsgewoel die onophoudelijk je aandacht vraagt. Dat is<br />

tegelijkertijd ver en dichtbij, vertrouwd en ongrijpbaar. De beelden van<br />

Kemps laten je zowel de anonimiteit als de intimiteit van het stedelijke<br />

verkeer voelen. Je kapsel, je schoenen, je sluier, je blik, je gedachten en<br />

gevoelens, alles ligt in dit raam onder een vergrootglas; en niemand<br />

kan er echt bij komen. Alles en iedereen straalt energie uit, schijnt het<br />

glas te vertellen. Aan de binnenzijde van de raampartij, in het centrale<br />

16<br />

Niek Kemps,<br />

Énergie sombre dans une nuit blanche,<br />

foto Peter Cox


Gabriël Lester<br />

Piet Hein Eek<br />

trappenhuis dat direct achter de concave voorgevel ligt, vertaalde<br />

Kemps deze energie in een transparant patroon van lijnen dat óver de<br />

menigte bewegende voorbijgangers heen vibreert.<br />

Kunst en architectuur<br />

De prelude op werk, vormt een ingreep van Gabriël Lester aan de<br />

oostelijke façade van de bebouwing aan de Witte de Withstraat, die<br />

pal op ‘Het Sieraad’ eindigt.<br />

Ook daar sierden oorspronkelijk langgerekte raampartijen de gevels<br />

op de plek van de trappenhuizen. Architect John Buijs liet tijdens de<br />

renovatie het hout van de erkers botergeel schilderen. Lester zorgde<br />

voor een computergestuurde lichtinstallatie. Daarmee worden telkens<br />

andere raamvakjes verlicht, alsof er lichtliftjes achter zitten, die steeds<br />

ergens anders halt houden. Een subtiel beeld, dat aandacht vraagt op<br />

een bescheiden manier.<br />

Ymere richt zich vooral op kunst die geïntegreerd is in de architectuur<br />

en daar iets doet voor bewoners, gebruikers en passanten. Een enkele<br />

keer zijn werken ontwikkeld die gericht zijn op versterking van de<br />

sociale samenhang en de betrokkenheid van bewoners. “We zoeken<br />

steeds vaker naar mogelijkheden om kunst in te zetten in<br />

leefbaarheidprojecten. Bij deze projecten is de kunst geen doel, maar<br />

een middel om mensen bij elkaar te brengen. Deze ‘ontmoetingskunst’<br />

realiseren we samen met bewoners en andere betrokkenen bij de<br />

buurt”, meldt de website.<br />

De specialiteit van Ymere blijft daarbij de inzet van het kunstwerk als<br />

object. Zo zijn op verschillende onopvallende plaatsen in de omgeving<br />

van het Westerpark keramische tableaus aangebracht met daarop een<br />

17<br />

zeefdruk van een fietsend gezin met een zwaaiende vader (zie Beelden<br />

4#2000). “De fietsers zijn kleine ‘goed-humeur-machines’. Het beeld<br />

wil bijdragen aan een betere wereld waarin het helemaal niet<br />

verboden is om elkaar te groeten. Terugzwaaien dus!”, verklaart<br />

kunstenaar F. Starink op zijn site. Ik heb ze gezien, zonder te weten dat<br />

Ymere hier als medefinancier optrad, en ik vond het intrigerende<br />

blikvangers.<br />

Samen<br />

Bewoners letterlijk betrekken bij de ontwikkeling van kunstwerken gaat<br />

Ymere iets te ver. “Daar win je niet veel mee”, zegt Ineke Brunt: “Zodra<br />

je met bewonersgroepen begint, gaat de aandacht snel naar het<br />

wooncomplex en de daarmee samenhangende klachten. We stellen ons<br />

misschien wat ondemocratisch op maar dat doen we ter wille van het<br />

eindresultaat.” Zelf heb ik de ervaring dat in bewonersgroepen,<br />

bedoeld voor de ontwikkeling van plannen, het klachtenverhaal vrij snel<br />

overwaait, zodra de bewoners een duidelijke rol krijgen en serieus<br />

genomen worden als medeontwikkelaars van de omgeving. Het tempo<br />

van een proces ligt dan misschien iets lager, maar de kwaliteit hoeft er<br />

niet onder te lijden, heb ik gezien. En of het verhaal van ontwikkelen<br />

vóór bewoners, hoe goed bedoeld ook, nou altijd werkt, is ook de<br />

vraag. In Almere Haven werd door Berry Holslag een project<br />

gerealiseerd waarbij die vraag naar mijn idee terecht was. Platte<br />

keramische platen tonen jongens en meisjes in kleurboekstijl op acht<br />

blinde gevels in het stadsdeel de Werven. Het gaat om alledaagse<br />

figuren. De kunstenaar Berry Holslag “geeft mensen weer die we<br />

dagelijks tegenkomen, maar die niet opvallen”, lezen we in de<br />

omschrijving. Met deze nobodies willen bereiken dat de straat binnen<br />

de wijk een heel eigen karakter krijgt en een persoonlijk<br />

herkenningspunt wordt, zoals in de opdracht staat, is misschien ook<br />

wat veel gevraagd. Uitgangspunt en uitwerking stroken dus niet. Het<br />

lijkt me sterk dat dit bewoners, geconfronteerd met de ontwerpen, niet<br />

zou zijn opgevallen. Nu is over hun hoofden heen geregeerd en<br />

hebben ze een paar plaatjes die in geen verhouding staan tot de maat<br />

van de gevels, noch tot de plek in zijn geheel.<br />

De afgebeelde figuren zouden volgens de kunstenaar model staan voor<br />

‘een collectief welzijn’ en op afstand ‘een wederzijds respect voor en<br />

betrokkenheid bij elkaar van de bewoners’ tonen. Het is een illusie. De<br />

plaatjes blijven plaatjes, die je op deze plek hoogstens als een onnozel<br />

speldje op een hele grote trui kunt zien.<br />

Voor, door of in samenwerking<br />

Ymere ondersteunde ook een initiatief van een aantal IJburgbewoners<br />

om een speciaal voor Ymere en de Floriade ontwikkeld bouwwerk uit<br />

sloophout, van de ontwerper Piet Hein Eek, een duidelijke en zinvolle<br />

bestemming te geven. De Yburgbewoners braken het huis af om het<br />

elders weer op te bouwen, en Ymere zorgde er voor dat er wc’s<br />

kwamen en een generator. Daardoor kan het gebouw nu functioneren<br />

als activiteitencentrum. Een bewonersgroep regelt het gebruik en er<br />

gebeuren allerlei leuke dingen.<br />

Ymere integreert kunst en architectuur ‘van boven af’ ter wille van de<br />

omgevingskwaliteit en het woonplezier van huurders. Het zou<br />

interessant zijn in de komende jaren de beleving van de bewoners in<br />

deze eens nauwkeurig te onderzoeken. De uitslag zou wel eens heel<br />

positief kunnen zijn.


‘Energeia’<br />

'Energeia' is de naam die curator Ernst<br />

van der Hoeven heeft gegeven aan de<br />

expositie die hij heeft gerealiseerd aan<br />

de Amsterdamse Zuidas. Uitgangspunt<br />

is het Claude Debussyplein met zijn dynamiek<br />

van een gebied in transformatie.<br />

Maar ook heeft Van der Hoeven de identiteit<br />

van de individuele collecties van de<br />

bedrijven waaruit hij mocht putten, willen<br />

waarborgen. Is hij in zijn opzet geslaagd?<br />

Door Sya van 't Vlie<br />

Idee, thema en concept<br />

Op 22 november vorig jaar werd Energeia groots geopend door<br />

burgemeester Job Cohen met een openingsperformance van David<br />

Bade. De idee voor de expositie is van Annabelle Birnie, hoofd ING Art<br />

Management. Alle bedrijven die zich hebben gevestigd aan de Zuidas<br />

of die dat nog gaan doen, bezitten prachtige kunstcollecties. Een<br />

fantastische uitgangspositie om zich gezamenlijk op deze toplocatie in<br />

wording te presenteren met een expositie van buitenbeelden. Haar idee<br />

werd werkelijkheid door samenwerking tussen de Vereniging van<br />

Bedrijfscollecties Nederland en de Stichting Virtueel Museum Zuidas.<br />

Ernst van der Hoeven werd aangezocht als onafhankelijk curator. Om<br />

te zorgen dat de presentatie 'meer zou zijn dan de som der delen'<br />

bedacht hij het thema Energeia, dat staat voor 'de energie die vrijkomt<br />

bij processen van transformatie'. Tegenover de perfectie van de nieuw<br />

verrezen en te verrijzen gebouwen zag hij sloop en verwilderde braak<br />

liggende terreinen. Die diversiteit heeft hij willen benadrukken. De<br />

bedoeling was dat de expositie twee jaar zou blijven staan en daarna<br />

een vervolg zou krijgen. Maar bijna drie maanden na de opening zijn<br />

niet alle werken meer aanwezig.<br />

Traditionele beelden<br />

Wat nog resteert, is een beetje een tamme 'beeldenlijn' voor en in de<br />

ITO toren. Achtereenvolgens staan daar vier beelden die behoren tot<br />

wat we onder de traditionele sculptuur verstaan: Ouroboros Arborum<br />

van Sjoerd Bakker, Double implosion van Ewerdt Hilgemann, Early<br />

forms van Tony Cragg, Cigar shop Heidi van Charlie Roberts. De eerste<br />

drie hebben iets met transformatie te maken: omzetting van een stukje<br />

natuur in brons (Bakker), overgang van een solide in een schijnbaar<br />

kneedbare vorm (Cragg) en samengeperst, verkreukeld worden<br />

(Hilgemann). De hoek omslaand treft de kijker twee hevig<br />

gefragmenteerde leeuwen van Fernando Sánchez Castillo. Wat heeft<br />

deze afrekening met de leeuw als dictatoriaal machtssymbool,<br />

benadrukt door hun plaatsing op sokkelplaten die rusten op oude<br />

planken en autobanden, te maken met de Zuidas? Links, een beetje<br />

voorspelbaar staan, bovenaan de trap drie benen, getiteld Once again,<br />

van Henk Visch. Ze staan er wat verloren bij, wat nog wordt versterkt<br />

doordat ze net iets te klein zijn voor deze plek.<br />

Van beeld tot installatie<br />

Verrassend daarentegen zijn twee werken die de grenzen van het<br />

sculpturale veld opzoeken, zo niet overschrijden. Annex # 4, dat het<br />

Claude Debussyplein domineert, is een omgekeerde auto die door Rob<br />

Voerman met hout, rood plexiglas en andere materialen is omgebouwd<br />

tot een sculptuurbouwsel. Helaas zit de deur van dit interactieve<br />

bouwsel op slot. Tijdens de expositie Shelter, afgelopen zomer te zien<br />

bij de Fundatie in Heino, stond de deur uitnodigend open (zie Beelden<br />

3#2007). Binnen konden bezoekers plaatsnemen in de 'lounge' en<br />

genieten van het glas-in-lood raam. Binnen ervaar je aan den lijve de<br />

omkering van de auto en het rode licht dat door de rode plexiglas<br />

ramen naar binnenvalt. Helaas moet het publiek hier op de Zuidas<br />

deze ervaring ontberen.<br />

Bijna onopvallend schikt Dutchscape/Nomad # 1 van Frank<br />

Bruggeman zich in zijn omgeving. Bruggeman heeft de installatie in<br />

opdracht speciaal voor deze expositie gemaakt. Drie felblauwe<br />

vuilniscontainers fungeren als plantenbak voor een Gelderse roos, een<br />

hazelaar en een krent. In deze mobiele tuinen ontmoeten de natuur en<br />

de met bouwen samenhangende cultuur elkaar daadwerkelijk. Aardig<br />

is te zien hoe passanten de containers in bezit nemen door hun fiets er<br />

tegenaan te stallen. Kennelijk zijn containers hier zo vertrouwd in het<br />

straatbeeld dat ze niet beseffen dat het om een kunstwerk gaat.<br />

Vooral door de werken van Voerman en Bruggeman proef je als kijker<br />

nog iets van wat Van der Hoeven heeft willen vangen aan dynamiek en<br />

energie, bij de 'voltallige' expositie zal dat zeker meer geweest zijn.<br />

Maar van die identiteit van de individuele bedrijfscollecties valt niet veel<br />

te bespeuren. Wel geeft de expositie een indruk van hoe een expositie<br />

van buitenbeelden uit bedrijfscollecties er in de openbare ruimte kan<br />

uitzien, met de nadruk op 'kan' want twee toppers is toch een wat<br />

mager resultaat.<br />

18<br />

Rob Voerman, Annex # 4,<br />

foto Sya van ‘t Vlie<br />

Frank Bruggeman,<br />

Dutchscape/Nomad #1,<br />

foto Sya van ‘t Vlie<br />

www.virtueel-museum.nl


Afkicken als ritueel in<br />

het Catharijneconvent<br />

Cold Turkey, van Carnaval tot<br />

Pasen, 2 februari t/m 6 april<br />

in museum Catharijneconvent,<br />

Utrecht<br />

www.catharijneconvent.nl<br />

Paul de Reus, Flessenoog, 1999<br />

Museum Catharijneconvent is hét nationale<br />

museum voor christelijke kunst en<br />

cultuur in Nederland. Maar wanneer pas<br />

je als kunstenaar in dit duidelijk begrensde<br />

kader? Hoe katholiek moet je zijn om<br />

de dubbele bodems in het tentoonstellingsconcept<br />

van ‘Cold Turkey’ tot op zekere<br />

hoogte te kunnen duiden?<br />

Door Antonie den Ridder<br />

Een tentoonstelling over een afkickmethode voor drugsverslaafden is<br />

Cold Turkey niet, zo verzekerde het persbericht van het museum al.<br />

Maar wel een moderne interpretatie van rituelen rond de passietijd.<br />

Een metafoor voor de bevrijding van verslavingen en het begin van een<br />

nieuw leven. Afgekickt op het katholicisme was ik al eerder tijdens een<br />

drietal zondagse wandelingen als 11-jarige. Drie rondjes om de kerk<br />

als poging om de kool en de geit te sparen en mijn ouders in de waan<br />

te laten, dat ik nog steeds ter kerke ging. Hoe katholiek toch, de vlucht<br />

uit het geloof neemt altijd de vorm aan van een rituele rondegang. Op<br />

Schuld volgt de Boetedoening als voorwaarde tot de fase van<br />

Vergeving. Het systeem werkt pas goed, wanneer je het geheel in<br />

beweging houdt als een groot Rad van Avontuur, want die beweging<br />

genereert al molenwiekend macht en controle over de medemens.<br />

19<br />

Waar moet de zondige mens dan van afkicken? Niet van het geloof,<br />

maar ook niet van mateloos consumentisme en evenmin van een<br />

hedonistische inslag. Het is de bedoeling, dat het afkicken ritueel in<br />

fases gedurende veertig dagen plaatsvindt, waarna we gewoon<br />

doorgaan met genieten. Dat noem ik niet direct afkicken, maar wel<br />

weer heel erg katholiek.<br />

Carnaval of enkel zotheid?<br />

Zeven kunstenaars, zeven opeenvolgende ruimten, zeven kleuren van<br />

de regenboog, zeven geluiden en zeven specifieke geuren. Van een<br />

overdadige carnavalsgeur naar de zuivere atmosfeer bij Pasen, van de<br />

roze Aswoensdag naar de donkerblauwe Goede Vrijdag. Van<br />

klaroengeschal naar het kwinkeleren der vogeltjes. Maar Carnaval,<br />

verbeeldt door Paul de Reus, vindt plaats in het trappenhuis van het<br />

museum, zodat geluid en geur verwaaien. De geest van het chaotische<br />

delirium waart rond in de presentatie. En dat stemt heel goed overeen<br />

met vage herinneringen aan carnavaleske dagen, waarbij comazuipen<br />

en het nazitten van breezersletjes niet echt als afwijken van de regel<br />

werd beschouwd. Voor sommigen heeft Carnaval zich aldus een<br />

permanente plaats in het dagelijkse bestaan toegeëigend.<br />

Aswoensdag, de dag van een kater met as in de mond en een askruis<br />

op het voorhoofd, vormt het werkterrein van Dieuwke Spaans.<br />

Krachtige tekeningen met die prettig scandaleuze mengeling van seks<br />

en dood, die de negentiende-eeuwse Symbolisten al zo kon bekoren. In<br />

een roze ommuring en met het geluid van scheepshoorns in de mist op<br />

de achtergrond.<br />

De gepimpte vastentijd<br />

In zijn met aardetinten beklede domein, waaruit een zware zoete geur<br />

opwelt, tracht Wout Herfkens middels zijn sculpturen iets zichtbaar te<br />

maken van de innerlijke zoektocht van de mens, die onthouding<br />

nastreeft in de vastenperiode. De triomfantelijkheid van Palmzondag<br />

vraagt natuurlijk om een goudgele omgeving met de processievaandels<br />

van bevolkingssegmenten als de R.K. Werkliedenvereniging Leo de<br />

Dertiende uit Sneek en de Congregatie van Jongelingen uit Geleen.<br />

Hier toont Gijs Assmann ook de mobiele sculptuur Getuigenis, waarin<br />

elementen als de ezel alsmede de lijdende en de schijtende mens als<br />

verklarende motieven opgevoerd worden. Uiterst poëtisch en verstild is<br />

de filmbijdrage The Flavour of Salt van Rini Hurkmans. We zien de<br />

ontluistering van een gedekte tafel zonder eters. Waarbij de wind de<br />

wijnglazen omstoot en de regen het brood doordrenkt. Een trieste<br />

schoonheid parelt in de druppels op het blinkende bestek. Het is Witte<br />

Donderdag, de kleur is wit en de geuren zijn vager. Rinke Nijburg<br />

verbeeldt zeven kruiswegstaties in evenzoveel tekeningen en hij<br />

probeert ons het lijden letterlijk tot op de huid te brengen, door ze als<br />

tatoeages weer te geven. “De vastentijd gepimpt”, zo kopte een klein<br />

regioblad eerder naar aanleiding van de afbeelding. En het moet<br />

gezegd: Zo cool kan lijden zijn. De tekeningen zijn erg mooi, de kleur<br />

is donkerblauw en de geur is lichtbloemig. Tot slot is daar het bronzen<br />

beeld van Erzsébet Baerveldt ter verbeelding van de opstanding.<br />

Daarmee staan we dan weer op het beginpunt, zodat Carnaval weer<br />

aan kan vangen. Het is totaaltheater en de strekking van de boodschap<br />

is bekend. Waarschijnlijk is het voor een katholiek onmogelijk om af te<br />

kicken. Karma dwingt hem steeds opnieuw in de schuld, berouw- en<br />

vergevingmodus.


Schatten van de eerste keizers van China<br />

Voor het eerst zijn in Nederland een<br />

veertiental terracottabeelden uit het wereldberoemde<br />

graf van de eerste keizer<br />

van China te zien. Een graf waarvan de<br />

bouw bijna veertig jaar in beslag heeft<br />

genomen en waarmee al tijdens het leven<br />

van de keizer in 246 v. Chr. werd begonnen.<br />

Het Drents Museum heeft deze<br />

levensgrote beelden voor de gelegenheid<br />

aangevuld met meer dan 200 grafvondsten<br />

van goud, jade en brons uit de Qin-<br />

en Westelijke Han-dynastie.<br />

Door Etienne Boileau<br />

Dit vroege voorjaar had ik de keus uit maar liefst twee tentoonstellingen<br />

over het terracottaleger van Qin Shi Huangdi, de eerste keizer van<br />

China die leefde van 259-210 v. Chr. In het British Museum in Londen<br />

was de tentoonstelling The First Emperor te zien met een zeventiental<br />

originele terracottafiguren, en in het Drents Museum in Assen opende<br />

begin februari een soortgelijke expositie. Na veel wikken en wegen<br />

toog ik naar Assen waar ik een gesprek had met Benoît Mater,<br />

conservator archeologie van het Drents Museum en drijvende kracht<br />

achter dit project.<br />

Vriendschapsnetwerk<br />

Heeft de vriendschapsband tussen de provincies Groningen en de<br />

provincie Saanxi, waar het graf van de eerste keizer ligt, een rol<br />

gespeeld om deze expositie naar Assen te halen?<br />

“In die vriendschapsnetwerken is ook de provincie Drenthe betrokken,<br />

en zo kwam ons ter ore dat de Chinezen op zoek waren naar een<br />

museum in Nederland waar ze een tentoonstelling met<br />

terracottabeelden uit het leger van de eerste keizer konden maken. De<br />

Chinezen zijn sinds een paar jaar met een grote Europese tour met de<br />

terracottabeelden bezig: niet zo lang geleden waren er<br />

tentoonstellingen in Bonn, Rome en Barcelona, en natuurlijk zijn de<br />

beelden tot begin april ook in Londen te zien.”<br />

Is die veelvuldige uitleen een PR actie van de Chinese overheid om<br />

straks in het kader van de Olympische spelen zo goed mogelijk voor de<br />

dag te komen?<br />

”Nee, dat denk ik niet. Dit is voor hen vooral een manier om<br />

bekendheid te geven aan hun culturele erfgoed, en een manier om geld<br />

binnen te krijgen om de kostbare opgravingen te bekostigen.”<br />

Leven in het hiernamaals<br />

Wat is er op de tentoonstelling in het museum te zien?<br />

“Er staan veertien originele levensgrote terracottabeelden opgesteld uit<br />

het graf van de eerste keizer en daarnaast bijna honderd<br />

miniatuurbeelden uit het graf van een andere keizer uit de latere Handynastie.<br />

We hebben een groot, verhoogd plateau gebouwd om<br />

daarop dertien levensgrote figuren te kunnen plaatsen. Sommige van<br />

die figuren stellen een acrobaat of een ambtenaar voor, daaromheen<br />

hebben we soldaten uit het leger van de keizer geplaatst. Er staat ook<br />

een stalknecht op het podium, die is wat kleiner van formaat maar is<br />

wel mijn favoriete beeld. Hij is gevonden met andere beelden tussen<br />

paarden die levend begraven zijn.<br />

In dat hele grafcomplex van keizer Qin Shi Huangdi wordt eigenlijk<br />

enorm gespeeld met het leven in het hiernamaals. Dat past ook in de<br />

Chinese grafcultuur waar door heersers bij hun overlijden vaak<br />

mensen- en dierenoffers gevraagd werden. Die roep om begeleiding<br />

van de doden naar het hiernamaals vloeide voort uit een geloof in een<br />

leven na de dood. Geleidelijk aan ging men in China echter anders<br />

tegen mensenoffers aankijken, wat in 384 v. Chr. resulteerde in een<br />

verbod op het brengen van dit soort offers. In dat verband zijn de grote<br />

terracottabeelden op deze tentoonstelling van wezenlijk belang: ze<br />

worden tegenwoordig dusdanig geïnterpreteerd dat men ervan uitgaat<br />

dat ze gemaakt zijn ter vervanging van mensenoffers. Dat is ook de<br />

reden dat de beelden stuk voor stuk zo’n individueel uiterlijk hebben<br />

gekregen: gelaatstrekken, houding en kleding maken van elk beeld een<br />

uniek individu. In de latere graven van Chinese keizers en adel uit de<br />

Han-dynastie, uit welke periode de reeks miniatuurbeelden en<br />

voorwerpen komen die ook op deze expositie te zien zijn, heeft dit<br />

grafritueel zich verder uitgekristalliseerd. Die miniatuurbeelden en<br />

voorwerpen staan symbool voor iets of iemand uit het dagelijks leven<br />

die de dode in zijn graf wilde meenemen. Er wordt in de Chinese<br />

grafcultuur dus wel heel duidelijk op psychologische wijze gespeeld met<br />

de uitvoering van de vraag “Hoe gaan we met de dood om? ”<br />

Completeren en restaureren<br />

De vraag is natuurlijk ook wat je precies op zo’n tentoonstelling wil<br />

laten zien en hoe je dat vormgeeft.<br />

“We hebben ons van tevoren goed afgevraagd hoe we de beelden<br />

zouden gaan tonen. Laat je het leger zien zoals de keizer dat in zijn<br />

tijd zag? Hij zag in Xi’an waar het ‘paleis voor de eeuwigheid’ op zijn<br />

instigatie werd gebouwd maar dat hij nooit helemaal klaar heeft<br />

gezien, niet de honderden soldaten zoals die nu in het grafcomplex in<br />

China te zien zijn. De kuilen waarin de beelden stonden, waren<br />

oorspronkelijk gesloten; de beelden werden er één voor één naar<br />

binnen gedragen in een donkere ondergrondse kamer met lemen<br />

wanden. De keizer heeft ze dus nooit zo in deze enorme aantallen,<br />

zoals wij ze nu in zijn grafcomplex zien opgesteld, kunnen zien.<br />

Daarbij komt dat de beelden oorspronkelijk beschilderd waren, en die<br />

verf is er bij de meeste figuren bijna helemaal vanaf gegaan.<br />

Je kunt je ook voorstellen dat je de beelden hier zou willen laten zien in<br />

de staat waarin de archeologen ze aangetroffen hebben, maar dat<br />

wordt toch lastig want alle beelden waren kapot toen ze gevonden<br />

werden. Tot in de jaren tachtig en negentig werd elk beeld volledig<br />

gerestaureerd en gecompleteerd: alle ontbrekende delen werden<br />

aangevuld. Op het podium hebben we nu ook een beeld zonder hoofd<br />

gezet – een acrobaat - waar een arm aan ontbreekt, wat het gevolg is<br />

20<br />

Beelden uit het terracottaleger van<br />

keizer Shi Huangdi, Qin-dynastie,<br />

foto: JAV-studio's, Assen


Beelden uit het terracottaleger van<br />

keizer Shi Huangdi, Qin-dynastie,<br />

foto: JAV-studio's, Assen<br />

Terracottabeelden uit het mausoleum<br />

Changli van keizer Gaodi, Han-dynastie,<br />

foto: JAV-studio's, Assen<br />

Go China! Het Terracotta Leger van<br />

Xi’an. Schatten van de eerste keizers<br />

van China, Drents Museum, Assen,<br />

2 februari t/m 31 augustus 2008<br />

www.drentsmuseum.nl<br />

van het nieuwe conserverings- en restauratiebeleid van de Chinese<br />

restauratoren: ‘ontbreekt er wat, dan vullen we dat niet aan’. Op dit<br />

moment zijn er zo’n duizend soldaten opgegraven en gerestaureerd,<br />

maar er liggen zeker nog zesduizend krijgers onder de grond. Ik<br />

verwacht niet dat die allemaal opgegraven zullen worden. Ze hebben<br />

enorme problemen met de conservering van die beelden; er zit zoveel<br />

tijd en geld aan vast, dat het me ondoenlijk lijkt.<br />

Ook het keizerlijke graf zelf is nog niet opgegraven.”<br />

Go China!<br />

Ben jij zelf in Xi’an geweest ter voorbereiding van deze tentoonstelling?<br />

“Ik heb daar alle voorwerpen mogen selecteren, en we hebben voor de<br />

opening hier nog een persreis naar China georganiseerd in<br />

samenwerking met het Groninger Museum, waar ik bij aanwezig was.<br />

We hebben het hele project Go China! samen met het Groninger<br />

Museum opgezet. Daar zijn tot en met eind september van dit jaar<br />

onder meer een groot aantal antieke bronzen te zien uit het Shanghai<br />

Museum.<br />

Heb jij in China benadrukt dat de vaste collectie van het Drents<br />

Museum, waarin veel aandacht wordt besteed aan de grafcultuur in<br />

Drenthe, aansluit bij de grafcultuur ten tijde van de eerste Chinese<br />

keizer?<br />

“Een eerdere grote tentoonstelling in het Drents Museum The mysterious<br />

Bog People waarin 60 % van de voorwerpen uit onze vaste collectie<br />

kwam, gaf de Chinezen een goed beeld van wat voor soort museum<br />

wij eigenlijk zijn en wat we als museum voor elkaar kunnen krijgen.<br />

We konden daar laten zien dat we zo’n groot project heel goed<br />

aankunnen. Indertijd hebben we die tentoonstelling over de ‘bog<br />

people’ samen met een museum in Hannover en twee Canadese musea<br />

ontwikkeld en in een goot aantal landen laten zien, waarbij we veel<br />

expertise opdeden.”<br />

Kreeg je ook eisen uit China voor wat betreft bezoekersaantallen?<br />

“Nee, ze hebben alleen eisen gesteld voor wat betreft beveiliging en<br />

klimaat. De beveiliging is daarom op en top geregeld. Overigens zijn<br />

voor ons de bezoekersaantallen die we met deze tentoonstelling halen,<br />

echt enorm. We hebben nu na drie weken al 33.000 mensen over de<br />

vloer gehad. Dus hebben we onze verwachtingen naar boven<br />

bijgesteld en gaan we nu uit van 150 tot 300.000 bezoekers alleen<br />

voor deze tentoonstelling. Normaal zitten we op een gemiddelde van<br />

90.000 museumbezoekers per jaar.”<br />

21<br />

Allure toen en nu<br />

Is de totstandkoming van dit grafcomplex ook daadwerkelijk gepaard<br />

gegaan met zoveel gruwelijkheden als je in diverse artikelen kon lezen?<br />

“De omstandigheden 2.000 jaar geleden waren natuurlijk behoorlijk<br />

extreem; we hebben hier op de tentoonstelling de handboeien liggen<br />

waarmee dwangarbeiders gedwongen werden de noodzakelijke<br />

arbeid aan dit complex van de eerste keizer te verrichten. En er zijn<br />

ook bewijzen van massagraven gevonden met skeletten die door<br />

stokslagen beschadigd waren.<br />

Is er een link te leggen tussen toen en nu, naar de bouw van het<br />

complex waar de Olympische spelen straks plaatsvinden?<br />

De situatie in het huidige China met alle bouwprojecten rondom de<br />

komende Olympische spelen ligt natuurlijk wel even anders. Van<br />

dwangarbeid lijkt me geen sprake meer. Waar je het wel mee kan<br />

vergelijken is dat er nu, net zoals in de derde eeuw v. Chr., enorme<br />

bouwwerken met allure worden neergezet. China wil zich momenteel<br />

graag presenteren als een staat die dat toch allemaal maar kan. En dat<br />

laatste was natuurlijk ook de bedoeling van de eerste keizer van China<br />

die een goddelijke status bezat. Hij had opdracht gegeven tot de bouw<br />

van zijn eigen grafcomplex om zijn aanzien te vergroten. Overigens<br />

kwamen er later in de Chinese geschiedenis strikte regels voor de bouw<br />

van een dergelijk graf: hoe hoger je status hoe hoger de grafheuvel<br />

mocht zijn, en hoe meer bomen je op je graf mocht planten.”<br />

Miniatuurbeelden en grafvoorwerpen<br />

De tentoonstelling in het Drents Museum blijkt net zoals die in het British<br />

Museum een ‘Once in a lifetime experience’. De levensgrote<br />

terracottabeelden maken een onvergetelijke indruk, niet in de laatste<br />

plaats door hun verhoogde opstelling op een enorm podium. De<br />

karakteristieke houding van de beelden en de prachtige gedetailleerde<br />

uitwerking van hun gezichten brengt ze in het overvloedige<br />

museumlicht tot leven. Ook de diverse details in hun historische kleding<br />

vallen op: kleine strikjes op de schoenen van de gezagsdragers en<br />

textiele haarbanden die ze in die tijd om hun haarknot wikkelden. Stuk<br />

voor stuk met zichtbaar veel aandacht en zorg gemaakt, waarbij opviel<br />

dat de uniformen en harnassen van de soldaten en officieren zelfs op<br />

de rug bewerkt zijn. Daarnaast geven de honderden miniatuurbeelden<br />

uit het graf van latere gezagsdragers plus de verfijnde grafvoorwerpen<br />

van zilver, jade en goud die in het verlengde van het grote podium<br />

staan opgesteld, een bredere indruk van de grafcultuur in het oude<br />

China. De ingenieus vervaardigde animatiefilm die ik vooraf bekeek,<br />

en waarin je als kijker hoog over de grafheuvel vliegt en dan weer<br />

ineens binnenin het graf van de keizer kunt kijken (en in de<br />

verschillende grafkamers en gangen door kunt doordringen), toont de<br />

uitgestrektheid van het gebied en de megalomane omvang van het hele<br />

complex. Rondom het graf blijken talloze andere graven en offerkuilen<br />

te liggen, waarin giften voor het hiernamaals werden meegegeven.<br />

Voor wie wil zien hoe in China in lang vervlogen tijden invulling werd<br />

gegeven aan de cultuur rondom de dood is deze tentoonstelling een<br />

absolute aanrader.


David Thorpe Grossiert<br />

in Ambivalente Dromen<br />

Met een pregnant mengsel van tegenstrijdige<br />

kwaliteiten weet David Thorpe<br />

in een solotentoonstelling in Museum<br />

Kurhaus Kleve de bezoeker zowel aan te<br />

trekken als af te stoten. Dat hij daarmee<br />

pijnlijk de vingers op de vele wonden van<br />

een steeds complexer wordend wereldbeeld<br />

legt, staat buiten kijf. Maar is het<br />

werkelijk noodzakelijk, dat na een vrijerij<br />

met dergelijke betekenisvolle kunst de<br />

toeschouwer als onbevredigde partij achterblijft?<br />

Door Antonie den Ridder<br />

In een eerste contact met de werken van David Thorpe (Londen, 1972)<br />

zou je tot de overhaaste conclusie kunnen komen, te maken te hebben<br />

met de vertegenwoordiger van een obscuur romantisme. Maar voor<br />

hetzelfde geld is daar al een reeks van waarnemingsfouten aan vooraf<br />

gegaan. Zo kun je denken, dat wat je ziet schilderijen zijn. Dat de<br />

aquarellen afbeeldingen tonen van werkelijk bestaande exotische<br />

planten. Of dat de sculpturen te herleiden zijn tot architectonische<br />

constructies. Het zou in principe zelfs mogelijk zijn, dat er in het geheel<br />

geen sprake is van waarnemingsfouten, zodat de eerder geuite<br />

conclusie zo overhaast nog niet blijkt te zijn, want Thorpe speelt een<br />

uiterst complex spel met al deze aannames. Zijn faam heeft een grote<br />

vlucht genomen sinds hij onder de hoede van Charles Saatchi werd<br />

genomen en de presentatie in Museum Kurhaus Kleve vormt een<br />

markeringspunt in een stormachtig verlopende internationale carrière.<br />

In een verwarrende en onoverzichtelijke wereld zou hij wel eens de<br />

juiste kunstenaar op de juiste plaats kunnen zijn. En dat voor iemand,<br />

die bovenal claimt in de kunst een toevluchtsoord te zoeken, een<br />

bewoonbaar universum buiten het bestaande.<br />

Ideologische slangendans<br />

Wat zich aan laat zien als zijnde uiterst realistisch geschilderde<br />

landschappen en wolkenluchten, blijken bij nadere beschouwing hoog<br />

geperfectioneerde materiaalcollages te zijn. Bestaande uit papierpulp,<br />

gras, schors, plastic en zelfs leisteen. Met eindeloos geduld laagje voor<br />

laagje opgebouwd tot imposante berglandschappen, die de<br />

aanwezigheid van suikerzoete herderinnetjes en met bellen behangen<br />

Milka-koeien doen vermoeden.<br />

Met in die landschappen een hemelbestormende architectuur, die<br />

weifelt tussen de rol van tegenpool of die van medespeler in een<br />

gezamenlijke uitbarsting van barokke grootsheid. Wat we zien is de<br />

visualisatie van twee ideologieën, die van de ongerepte natuur en die<br />

van de modernistische architectuur, die zich als slangen in elkaar<br />

draaien tot een kluwen. Maar iets dergelijks zien we ook op formeel<br />

niveau. Namelijk wanneer Thorpe in zijn werkwijze gebruik maakt van<br />

typische Arts&Crafts technieken om zijn conceptuele uitgangspunten te<br />

verhelderen. De werken dragen poëtische titels als pamfletten: We Are<br />

Majestic in the Wilderness of I Am Golden. Deze laatste titel is<br />

voorbehouden aan een installatie met een centraal, uit cirkels<br />

opgebouwd vloerobject met mozaïeken en levende planten. Omgeven<br />

door staanders als kaarsen in stervormige houders. Een hybride, die<br />

kunst en natuur, decoratieve vormgeving en intellectueel commentaar<br />

overkoepelend in zichzelf tracht op te nemen. Maar niet geheel<br />

succesvol, want ze bezit niet het wonderlijke vermogen boven die<br />

tegenstellingen uit te stijgen. Zonder dit vermogen en in de strakke<br />

ordening van een museale context ontbreekt het de hybride aan visuele<br />

kracht.<br />

De schoonheid van een mausoleum<br />

Gaandeweg het bezoek aan de tentoonstelling ontluikt echter een<br />

andere gewaarwording, die een meer fundamentele kritiek op de<br />

werken van Thorpe oproept. Bij het betreden van de zaalvullende<br />

installatie The Defeated Life Restored wringen we ons langs metershoge<br />

kamerschermen om zo door een labyrint dwalend het heilige der<br />

heilige te betreden. Hier zien we een drietal stervormige objecten op<br />

een sokkelvormige basis van hout en glas. Alles even strak en perfect<br />

afgewerkt. Alles zo levenloos. Daarna zien we de aquarellen aan de<br />

wandschermen, een gedetailleerde en verfijnd uitgevoerde verbeelding<br />

van planten uit een fantasieherbarium. En de associatie met een<br />

mausoleum is compleet. Waar Thorpe er afdoende in slaagt ons te<br />

overtuigen van de tegenstrijdigheden in onze denkbeelden en ons<br />

onderdompelt in de intellectuele verwarring die er uit voortkomt, slaagt<br />

hij niet op een ander, nochtans cruciaal niveau. Namelijk om ons te<br />

overtuigen van de levensvatbaarheid van de kunst en de leefbaarheid<br />

van dit fantastisch ogende privé-universum. Dat is toch een belangrijk<br />

manco voor een kunstenaar die werelden schept om er op de eerste<br />

plaats zelf een toevlucht en een wijkplaats in te vinden.<br />

22<br />

David Thorpe,<br />

The Defeated Life Restored, 2006-2007,<br />

foto Courtesy Maureen Paley, London<br />

David Thorpe, 27 januari t/m 12 mei<br />

in museum Kurhaus Kleve<br />

www.museumkurhaus.de


Verborgen statements<br />

in esthetische sculpturen<br />

Erez Israeli, video, 2004, 38 min<br />

Territorial Bodies, hedendaagse<br />

beeldhouwkunst uit Israel.<br />

3 februari t/m 25 mei.<br />

museum Beelden aan Zee.<br />

www.beeldenaanzee.nl.<br />

Identiteit. Er is bijna geen vraagstuk te<br />

bedenken dat de gemoederen vandaag<br />

de dag meer bezighoudt dan dat. Met<br />

de tentoonstelling ‘Territorial Bodies’,<br />

hedendaagse beeldhouwkunst uit Israel,<br />

te zien in museum Beelden aan Zee in<br />

Scheveningen, stelt gastcurator Ronit<br />

Eden een geheel samen waarbij identiteit<br />

wordt onderzocht via de relatie tussen<br />

lichaam en territorium. Een dapper uitgangspunt,<br />

want kunstenaars die leven in<br />

vrijwel de meest complexe samenleving<br />

ter wereld, reflecteren ook in de meest<br />

onschuldige ogende werken op de hen<br />

omringende dagelijkse realiteit.<br />

Door Roos van Put<br />

Sigalit Landau toont een prachtige film. Gemaakt in de Dode Zee. Te<br />

zien is hoe een vrouwenlichaam, naakt, drijvend in deze zee<br />

‘gevangen’ ligt in een spiraal van watermeloenen. De vruchten zijn als<br />

een soort kralen met elkaar verbonden en vormen tezamen een ketting.<br />

Het uiteinde daarvan rolt zich langzaam af en verdwijnt buiten beeld.<br />

Het geheel is vanaf een hoog standpunt gefilmd. De toeschouwer kijkt<br />

bovenop die langzaam bewegende spiraal.<br />

De film levert poëtische beelden op, het groen van de meloenen met<br />

23<br />

daarin het blanke naakte vrouwenlijf dat op de lichte golfbewegingen<br />

van de zee zacht drijft. Tegelijkertijd ontstaat het besef van de plek; dit<br />

is de Dode Zee. Dit is de zee van de dood. Een plek op aarde die niet<br />

leeft. Maar die wel weer zuivert. Wie de Dode Zee ooit heeft bezocht<br />

herinnert zich vast nog wel de vrouwen die zich insmeren met modder<br />

uit die zee. De Ahava producten worden en masse ingeslagen,<br />

mineralen uit de Dode Zee zijn een weldoener voor je huid. Met een<br />

gezonde werking bovendien. De watermeloenen waartussen de<br />

kunstenares drijft, zijn zoet, het water van de zee is zout. Zoet versus<br />

zout. Haar lijf wordt langzaam maar zeker bevrijd als de spiraal zich<br />

afrolt: gevangenschap versus vrijheid.<br />

Het zijn dergelijke tegenstellingen die je in deze poëtische film aan het<br />

denken zetten. Contrasten die je in een groter verband ook weer kunt<br />

doortrekken naar het land waar het werk is gemaakt. Met de hele<br />

bijbelse, politieke, sociale en maatschappelijke geschiedenis die zo<br />

onherroepelijk bij deze, zoals in de catalogus omschreven, 'meest<br />

complexe samenleving ter wereld', hoort. Landau zet een sterk beeld<br />

neer, dat zich vastbrandt in je netvlies. De inhoudelijke complexe<br />

situatie wordt enerzijds even simpel als doeltreffend, anderzijds<br />

esthetisch in beeld gebracht. Gebruikmakend van haar eigen lichaam<br />

in het territorium van de Dode Zee, een gebied dat bestaat bij de gratie<br />

van extremen.<br />

Gelaagdheid<br />

Diezelfde gelaagdheid, die andere betekenis naast of beter gezegd, die<br />

indrukwekkende inhoud achter esthetische beelden, vind je terug in<br />

meer werken op deze tentoonstelling. Zoals te zien in de film van Erez<br />

Israeli. Hij naait bloedrode margrieten vast aan zijn huid en plukt ze er<br />

daarna weer vanaf wat overigens niet zachtzinnig gebeurt. Ook hier<br />

ontdek je weer een statement; over de dood die rondwaart in het land,<br />

over het leven dat ruw wordt afgebroken, over de vele rouwkransen<br />

waarmee men in Israël dagelijks in aanraking komt. Ook deze film<br />

verleidt het oog eerst, hier met verontrustende beelden. Daarna dringt<br />

de schrijnende inhoud tot je door.<br />

Andere opmerkelijke beelden zijn van Mirit Cohen Caspi, Ziv Ben-Dov<br />

en van Gilad Ratman. Van laatstgenoemde zijn een soort amorfe<br />

wezentjes te zien. De huid doet denken aan een stapeling druipend<br />

kaarsvet, ze zijn zonder identiteit. Geen mens en geen dier. Geen man<br />

en geen vrouw. Ze kunnen alles zijn, maar ook helemaal niets. Je<br />

verwacht elk moment dat ze voor je ogen van gedaante veranderen. In<br />

het oog springend is het desolate karakter van deze installatie. Tussen<br />

de figuren wordt geen interactie gesuggereerd. De ene lijkt te bidden,<br />

de ander schijnt bevroren te zijn in een beweging, vlak voor het<br />

moment dat hij omvalt.<br />

Associaties gaan richting verschillende bevolkingsgroepen die binnen<br />

een samenleving gedwongen zijn zich tot elkaar te verhouden. Nu<br />

eens moeten ze zich aan elkaar aanpassen, dan weer gaan ze<br />

anoniem op in de massa, dan weer leidt het samenzijn tot een<br />

confrontatie of ze keren elkaar de rug toe. Bij deze beeldengroep<br />

wordt de indruk gewekt dat de figuren zich nooit op enige wijze tot<br />

elkaar zullen verhouden. Het zijn individuen die noodgedwongen<br />

samenleven maar kiezen voor grote onderlinge afstand. Ze willen<br />

duidelijk niets met elkaar te maken hebben. Ze hebben dezelfde<br />

uiterlijke kenmerken maar daarmee houdt elke overeenkomst ook op.<br />

Je zou kunnen vaststellen dat de groep op indringende wijze zichtbaar<br />

maakt hoe de hedendaagse samenleving functioneert. Mensen leven<br />

naast maar niet met elkaar. Ofwel, de conditione humaine in de 21ste<br />

eeuw stemt niet tot vrolijkheid.


Een wonderlijke witte wereld<br />

Anne Marie van Sprang timmert aan de<br />

weg. De Amsterdamse galerie De Witte<br />

Voet houdt een verkoopexpositie van<br />

haar werk en voor het Princessehof te<br />

Leeuwarden heeft ze een installatie gemaakt.<br />

Geraart Westerink<br />

Het Princessehof<br />

Na de plezierige maar toch wat langdurige reis naar het Noorden is<br />

de eerste reactie bij het zien van de installatie Hangen en Staan van<br />

Van Sprang: “Is dit alles?” Op de royale zolder van het eeuwenoude<br />

Leeuwarder stadspaleisje staat, tussen het eikenhouten gebinte en het<br />

glimmend gepoetste parket een rechthoekige wit ´podium´ enigszins te<br />

zwemmen in de ruimte. De rest van de zolder is leeg.<br />

Maar, zoals bekend, heeft elk nadeel zijn voordeel. Door het ontbreken<br />

van andere aandachtstrekkers en door de overvloed aan ruimte richt<br />

alle aandacht zich op het werk en kijk je onbewust langer en<br />

aandachtiger dan je anders mogelijk gedaan zou hebben. De titel blijkt<br />

even prozaïsch als waarheidsgetrouw. Het werk bestaat uit een aantal<br />

figuurtjes dat op de witte rechthoek staat en een bijna even groot<br />

aantal dat erboven hangt. Het podium is licht glooiend, alsof een rivier<br />

van boven naar beneden er heel geleidelijk een bedding heeft<br />

uitgeslepen. In combinatie met de figuurtjes die er op staan dringt zich<br />

direct de associatie met een besloten landschap op, dat ruw begrensd<br />

wordt door de randen van het vlak, waarboven een aantal vreemde<br />

hemellichamen hangt. Door de belichting vallen grillige schaduwen alle<br />

kanten op. De figuurtjes bevinden zich op ruime afstand van elkaar,<br />

subtiel verspreid over het hele schouwtoneel. Ze zijn delicaat en<br />

kwetsbaar. Dat komt door de bescheiden volumes, door de gevoelige<br />

vormgeving, maar vooral door het gebruikte materiaal: gegoten<br />

porselein (bone china), dat ongeglazuurd is gebleven en daardoor niet<br />

de harde glamouruitstraling heeft die we van dit materiaal gewend<br />

zijn.<br />

Hemel en aarde<br />

De figuurtjes zijn klein. Sommige details ervan openbaren zich pas als<br />

je op de knieën gaat. Toch hebben ze een monumentale kracht. Op het<br />

´podium´ staan onder meer een man met een kind op de schouders,<br />

een huisje met twee uitstekende ledematen, een gebogen lijf zonder<br />

kop - met een bolvorm als bekroning - en een kogelrond mannetje met<br />

negen armen die als takken uit het lijf steken. Halverwege heeft hij een<br />

extra paar vingers als uitbottende knoppen. Veel aandacht trekt ook het<br />

mannetje met takkenbossen onder beide armen.<br />

Naast de figuurtjes met menselijke trekken zijn er ook dierlijke wezen.<br />

Zo blijken twee halve bollen bij nader inzien een schildpad voor te<br />

stellen met een leeg schild op zijn rug. Markant is de gans die tegen<br />

een schuine stellage van houten stokjes staat. Dat hout is het enige<br />

afwijkende materiaal. Opvallend, juist hout, dat steeds weer in boom of<br />

takvorm terugkomt, zoals - min of meer in het midden van het podium<br />

- de boom met een gespalkte tak en een opgerold touw ernaast. Of is<br />

het een slang? Die zou aardige associaties met het scheppingsverhaal<br />

oproepen. Wat te denken van het wielloze autootje met reusachtige<br />

luidsprekers, die de verstilling van het werk juist accentueren. En hoe te<br />

reageren op het op verschillende hoogtes hangende porseleinen<br />

universum, dat onder meer bestaat uit een vertikaal bord, een<br />

graalachtige drinkbeker, een uitgerekte peervorm, een trechter en een<br />

vreemde vorm die het midden houdt tussen een vloeibare gloeilamp en<br />

een half leeggelopen ballon?<br />

Weinig, maar niet leeg<br />

In galerie De Witte Voet geen installaties, maar afzonderlijke,<br />

individuele werken. Niet alleen in porselein, ook in brons, al is dat er<br />

maar één. Bovendien hangen er enkele zeefdrukken. De sfeer van<br />

betekenisvolle leegte die de opstelling in het Princessehof bepaalt, is<br />

doorgezet. De galerie leent zich er goed voor. Het bureau met<br />

documentatie is slim weggewerkt in een hoek en heeft nauwelijks<br />

invloed op de tentoonstelling. De werken staan vooral langs de wanden<br />

en de ramen, meestal op ruime afstand van elkaar, maar de setting is<br />

niet willekeurig. Twee Bone China Watchers, die qua schaal<br />

vergelijkbaar zijn met de figuurtjes in Leeuwarden, zijn met hun gezicht<br />

naar het raam geplaatst, waardoor de opgeheven voorwerpen in hun<br />

linkerhand licht doorlaten en daardoor de kwetsbaarheid en<br />

transparantie van het materiaal benadrukken. Fraai zijn ook de<br />

zeefdrukken met kleine<br />

afbeeldingen in subtiele tinten die<br />

dartelen op een groot wit vel dat<br />

verder leeg is.<br />

De kleur die hier voorzichtig<br />

opduikt komt prominenter terug<br />

bij twee beelden: een mannetje<br />

met een blauwe broek en een<br />

afbeelding van een schip op zijn<br />

borst en een mannetje met een<br />

vierkant gat ter hoogte van zijn<br />

hart, waarvan de randen rood<br />

zijn gemaakt.<br />

Die toevoeging had voor mij niet<br />

gehoeven. De verbeeldingskracht<br />

van Van Sprang heeft eigenlijk<br />

geen kleur nodig. De door haar<br />

opgewekte beeldtaal is krachtig<br />

en associatief en getuigt van een<br />

uiterst persoonlijke verbeeldingswereld, die mysterieus, maar niet<br />

hermetisch is. Wel is duidelijk dat het een ingewikkelde wereld is,<br />

bestaande uit fantasiebeelden die zowel dromerig als spookachtig<br />

kunnen zijn. De (bijna) witte wereld is dus niet altijd aangenaam, maar<br />

wel bijzonder boeiend. Hij is uitgesproken, maar biedt tegelijkertijd<br />

ruimte voor individuele interpretaties.<br />

24<br />

Anne-Marie van Sprang,<br />

Bone China Watchers, foto Peter Cox<br />

Anne-Marie van Sprang, Overzichtsfoto<br />

Princessehof, Leeuwarden,<br />

foto Peter Cox<br />

Hangen en Staan,<br />

Princessehof, Leeuwarden,<br />

18 november t/m 9 maart 2008,<br />

www.princessehof.nl.<br />

Galerie De Witte Voet, Amsterdam,<br />

17 november t/m 29 december 2007.


Dora Dolz maakte<br />

zinnenprikkelende ontwerpen<br />

Dora Dolz, Mediteranneo, Hoek van<br />

Holland, foto: M. de Hoog<br />

Dora Dolz, ¿ Adónde vas?, museum<br />

Boijmans van Beuningen, Rotterdam,<br />

1 december t/m 8 maart 2008<br />

www.boijmans.nl<br />

www.doradolz.com<br />

Zaterdag 1 maart jongstleden overleed<br />

de uit Spanje afkomstige Dora Dolz. Toevalligerwijs<br />

toonde het Boijmans in de<br />

maanden voor haar overlijden een klein<br />

overzicht van haar expressieve werk. Een<br />

opvallend oeuvre dat een breed spectrum<br />

beslaat: naast monumentale keramische<br />

ontwerpen ook de nodige veelkleurige<br />

glasobjecten, vloertapijten met medaillons,<br />

en enkele schilderijen. Geen grote<br />

kunst of vormgeving met een vernieuwende<br />

invalshoek, maar wel levendig<br />

werk dat vrolijk stemt en dat menigeen bij<br />

zal blijven.<br />

Door Etienne Boileau<br />

Meer dan veertig jaar geleden volgde Dora Dolz haar toenmalige<br />

partner naar Nederland, in de verwachting daar de Noord-Europese<br />

civilisatie aan te treffen. Aangekomen in Rotterdam viel dat behoorlijk<br />

tegen: “Nederlanders bleken meer genegenheid voor hun hond te<br />

hebben dan voor hun kleine kinderen, en er werd hier stipt rond zes<br />

uur gegeten; een voor Spaanse begrippen onbegrijpelijk vroeg tijdstip”.<br />

Toch is Dora Dolz in Rotterdam gebleven en heeft ze de afgelopen<br />

veertig jaar, zoals ze zelf zegt,“het leven gevierd”.<br />

Chaises longues<br />

Dora Dolz kreeg haar opleiding aan de Rotterdamse Kunstacademie,<br />

richting monumentaal en grafisch ontwerpen, wat nog steeds in haar<br />

werk te zien is. Vanaf 1977 maakte ze keramische objecten, en dat<br />

dan vooral voor de openbare ruimte. Wie kent er niet haar kleurrijke<br />

banken in chaise longue vorm of haar door zuilen gestutte keramische<br />

25<br />

prieeltjes waarmee zij de straten, parken en pleinen van menig<br />

Nederlandse stad heeft opgesierd? Stuk voor stuk toegankelijke<br />

ontwerpen voor een breed publiek, die veel met haar levendige<br />

vaderland te maken hebben. Toentertijd zorgde ze voor een revolutie<br />

in de aankleding van de openbare ruimte. Gelukkig is er de afgelopen<br />

jaren op dat gebied veel veranderd in ons land, tenminste als je Dora<br />

Dolz mag geloven die schilderend, zingend en dansend door het leven<br />

ging. Bij elke situatie in haar turbulente leven had ze wel een passend<br />

Spaans liedje paraat of een klaagzang uit Andalusië (saeta). De film<br />

over Dolz’ leven en werk ‘Portrait of Dora Dolz’, gemaakt door dochter<br />

Sonia in samenwerking met de NPS, maakt veel duidelijk over de<br />

achtergrond en motieven die je in het werk van Dora aantreft (Zo blijkt<br />

de waaiervorm uit haar keramische ontwerpen een verwijzing naar de<br />

oeroude Spaanse waaier).<br />

Decoratief design<br />

En er zijn meer symbolen in haar werk die verwijzen naar haar<br />

meisjesjaren in Spanje. Neem de glasobjecten die Dora Dolz vanaf de<br />

negentiger jaren begon te ontwerpen. Ze bestaan voor het overgrote<br />

deel uit vazen en lampen. Op de tentoonstelling in het Boijmans<br />

stonden er heel wat opgesteld in een herkenbare, samengestelde<br />

beeldtaal vol bladeren, doornen, crucifixen, bloemen en takken.<br />

Originele kleurrijke glasontwerpen, al is ook hier, net zoals bij haar<br />

keramische objecten en meubelen, eerder sprake van decoratief design<br />

dan van kunst. Van vernieuwende vormgeving is geen sprake, maar<br />

daar lijkt het haar bij deze ontwerpen ook niet om gegaan te zijn.<br />

En dan waren er in het Boijmans talloze kronen, spiegels en pijpen van<br />

gekleurd glas. Ze bleken te verwijzen naar het vanitassymbool. Ook<br />

stonden er de nodige glinsterende crucifixen, ciboiries en kruisen van<br />

glas opgesteld, die onontkoombaar verwezen naar de grote invloed die<br />

de Spaanse katholieke kerk op deze kunstenaar heeft gehad. Eén van<br />

de prachtig gevormde spiegels, die Dolz ontwierp in de vorm van een<br />

ovale remonstrans, bekroonde zij met een glasmotief dat sterk doet<br />

denken aan het kroontje dat zij als meisje droeg toen zij voor het eerst<br />

haar Eerste Heilige Communie deed: een liefdevolle verwijzing naar<br />

haar jeugd.<br />

Ook de vloertapijten van Dolz vond ik origineel. Eén ervan bestond uit<br />

een zandkleurige vlakte met in het midden een samengesteld medaillon<br />

waarop je een loflied op de natuur zou kunnen lezen. Je zag er een<br />

fragment van een landschap in, een hertenkop en andere decoratieve<br />

elementen. Gemaakt met veel liefde en respect voor de natuur, een<br />

liefde die haar vader, een van oorsprong eenvoudige Spaanse<br />

landarbeider, haar had bijgebracht.<br />

Artistieke barrière<br />

Haar overlijden kan gezien worden als een verlies voor de<br />

Nederlandse kunstwereld. Met haar kleurrijke, vaak monumentale,<br />

keramische ontwerpen voor de openbare ruimte wist zij blikvangers<br />

neer te zetten die een grote aantrekkingskracht hadden op een breed<br />

publiek. Daarin was zij uniek. Nederland kende tot voor kort maar<br />

weinig keramische kunstenaars die op dat formaat konden werken.<br />

Wat niet wegneemt dat ook haar glasobjecten en schilderijen, voor mij<br />

komen zij op de tweede en derde plaats, heel goed een blijvende<br />

indruk in de Nederlandse kunstwereld kunnen achterlaten. Ze vormden<br />

net zo goed een wezenlijk onderdeel in haar oeuvre; ook daarin dringt<br />

haar Spaanse afkomst door. De kunstenaar Dora Dolz heeft met haar<br />

levendige oeuvre een artistieke, zinnenprikkelende barrière willen<br />

oproepen tegen het grauwe Nederlandse klimaat. En dat dat gelukt is,<br />

staat nu al wel vast.


Fiona Hall: de geheime<br />

geschiedenis van wortels, uien en sla<br />

Als kunstkijker word ik regelmatig geconfronteerd<br />

met kunstwerken die visueel<br />

weinig indruk maken en die niet echt interessant<br />

zijn. Achteraf blijkt uit catalogusteksten<br />

dat er soms toch een boeiend<br />

concept aan ten grondslag ligt.<br />

Wanneer de realisatie zo ver achterblijft<br />

bij het plan van de kunstenaar, wordt<br />

zowel het concept, de potentie van het<br />

kunstwerk als het publiek tekortgedaan.<br />

Zou het dan niet beter zijn geweest het<br />

werk niet uit te voeren maar het te laten<br />

bij een concept op papier, waar ik als toeschouwer<br />

mijn eigen fantasie over kan<br />

laten gaan?<br />

Een gedachteverkenning aan de hand van<br />

het werk van de Australische kunstenares<br />

Fiona Hall.<br />

Door Judith van Beukering<br />

Afgelopen najaar bezocht ik de tentoonstelling Downunder/De<br />

Overkant, een editie van de jaarlijkse beeldenexpositie op het Lange<br />

Voorhout in Den Haag (zie Beelden 2007#4, p.16).Wat een<br />

interessante ontmoeting met Australische kunstenaars had kunnen<br />

worden, liep uit op een teleurstellende en ergerlijke ervaring. Bijzonder<br />

getroffen was ik door een werk van Fiona Hall, een tuininstallatie<br />

getiteld Force Field. Een modderig perkje met in het midden een<br />

beschilderde bijenkast. Ondanks al mijn kijkervaring had ik deze<br />

installatie niet meteen als kunstwerk herkend. De begeleidende tekst<br />

sprak over een politiek geladen tuininstallatie, in de vorm van de<br />

landkaart van Australië. Die heb ik ook niet kunnen ontwaren.<br />

Thuisgekomen zag ik in de catalogus een foto van de nog maagdelijk<br />

tuinaanzet. En de beschrijving van een strak plan (een lijst met planten)<br />

en interessante ideeën van de kunstenares. Wat was hier misgegaan?<br />

Aanleiding om de organisator van de tentoonstelling, Marie Jeanne de<br />

Rooij, te vragen wat zij zelf vond van de uitvoering van het kunstwerk.<br />

Planten zijn (niet) onschuldig<br />

De Rooij, directeur van de Stichting Den Haag Sculptuur, vertelt wat de<br />

aanleiding was om Fiona Hall uit te nodigen. Toen zij bezig was met<br />

het samenstellen van de tentoonstelling kwam haar naam vanzelf<br />

bovendrijven.<br />

Fiona Hall (1953) is in Australië een bekende kunstenaar. Zij exposeert<br />

in toonaangevende galerieën, zoals de Roslyn Oxley9 Gallery in<br />

Sydney en ook in de collectie van de Art Gallery of New South Wales<br />

zijn diverse kunstwerken van Hall opgenomen. Hall maakt conceptuele<br />

kunst waarin zij beeldhouwen, schilderkunst en fotografie combineert<br />

met alledaagse voorwerpen en aspecten uit de natuur. Marie Jeanne de<br />

Rooij beschrijft Hall als een gedreven kunstenaar die zich met een<br />

haast wetenschappelijke interesse verdiept in de botanische wereld. Zij<br />

gaat sporen na van de natuur, die samenhangen met volksverhuizingen<br />

en legt zo verbanden tussen natuur en politiek.<br />

De Rooij verklaart wat haar boeit: “Fiona Hall is geïnteresseerd in de<br />

niet altijd voor de hand liggende relatie tussen de [enerzijds] als<br />

authentiek ervaren 'eigen' huis-,tuin-en-keukenplanten en [anderszijds]<br />

de oorspronkelijke herkomst van veel van die 'nationale'<br />

groencultuursymbolen; van oudsher is door volksverhuizingen en<br />

ingrijpende menselijke interventies de natuur, het 'onschuldige'<br />

plantenrijk, behoorlijk 'uprooted', ontworteld, geraakt. Elders<br />

aangekomen wortelt zo'n plant zich opnieuw om vervolgens na enige<br />

tijd door de 'nieuwe' plaatselijke bevolking als 'onze' natuur<br />

beschouwd te worden. Denk in Nederland aan 'onze' nationale trots,<br />

de tulp, oorspronkelijk van Turkse origine. Planten vertellen als je je<br />

verdiept - zoals Fiona dat uiterst precies en gedreven doet - in hun<br />

reisroute van hot naar haar, schaamteloos (want onschuldige natuur<br />

immers) en onaangedaan een verhaal over de vele zwarte bladzijden<br />

uit de geschiedenis van kolonialisme en imperialisme vroeger en nu.”<br />

Over deze problematiek maakte Hall verschillende kunstwerken,<br />

waaronder haar tuinprojecten die zij op verschillende continenten<br />

uitvoerde. De Rooij was bijzonder verheugd dat Fiona Hall ook in Den<br />

Haag een dergelijk in situ werk zou komen realiseren.<br />

Plan en realisatie van Force Field<br />

Fiona Hall stond een helder idee voor ogen. Zij leverde een lijst aan<br />

met planten die in de tuin geplant zouden worden, o.a. klaver,<br />

peterselie, erwt, radijs, sla, wortel en cannabis. “De meeste soorten die<br />

ik zal gebruiken werden ooit naar Australië vervoerd door de First Fleet<br />

[Eerste Vloot], een term die we gebruiken om de schepen mee aan te<br />

duiden die de eerste gevangenenkolonisten in 1788 van Engeland naar<br />

Australië brachten. Deze schepen brachten veel soorten planten,<br />

groenten, granen en fruit in de vorm van zaden of levende planten<br />

daar, om ze te laten groeien in de nieuwe kolonie. Deze episode uit het<br />

vroege Europese kolonialisme interesseert me bijzonder omdat toen<br />

voor het eerst planten uit andere plekken de Australische kust<br />

bereikten.” (Catalogus, p. 53-54)<br />

Het plan van Hall was verder om in de tuin bijenkorven te plaatsen met<br />

schildering van camouflagetekeningen. Hiermee wilde ze “er nieuwe<br />

lagen van patronen en politieke verwijzingen aan toevoegen, met name<br />

omdat de meeste landen die door de bijenkorven vertegenwoordigd<br />

worden en de planten die erbij horen, in het Midden-Oosten liggen of<br />

26<br />

Fiona Hall, Force Field


Fiona Hall, Force Field<br />

www.denhaagsculptuur.nl<br />

betrokken zijn bij het huidige conflict in Irak.” (Idem, p. 54)<br />

“Bijenkolonies worden beschouwd als perfecte modellen voor de<br />

samenleving terwijl bijen als bestuivers de metafoor van menselijke<br />

migratie met zich meedragen.” (AD Haagsche Courant, ‘Den Haag<br />

Sculptuur’, p. 21)<br />

De realisatie van de tuin ging niet over rozen, blijkt uit het verhaal van<br />

Marie Jeanne de Rooij. Het was eind april, begin mei juist een zeer<br />

warme periode waardoor de grond erg droog was. Echt groeien wilde<br />

het dus niet. Fiona Hall heeft in Den Haag zelf twee en een halve week<br />

gewerkt aan de tuin en aan het beschilderen van de bijenkasten. Op<br />

haar verzoek werd er bewust geen hek omheen gezet. Het nadeel was<br />

dat mensen de tuin gingen gebruiken als honden uitlaatplek. Er volgde<br />

een periode met veel regen wat ook geen goed deed. De tuin werd<br />

halverwege nog aangevuld met grassoorten, maar dat mocht niet echt<br />

meer baten. De Rooij vindt het jammer dat door praktische problemen<br />

het kunstwerk niet tot zijn recht is gekomen.<br />

27<br />

Voor de toelichting<br />

Volgens De Rooij is Force Field helaas door moeilijk vooraf<br />

voorspelbare factoren geen optimaal geslaagd project geworden, maar<br />

dat risico moet je nemen als je met situ- opdrachten werkt. Wat<br />

bovendien meespeelde in de slechte receptie is dat Hall en de andere<br />

kunstenaars op deze tentoonstelling relatief onbekend zijn in<br />

Nederland. “Als je eerder een tuininstallatie van Fiona Hall hebt gezien<br />

of bekend bent met haar andere werk, kun je gemakkelijker relateren<br />

en de kunst beter tot je nemen. Je stapt dan wellicht ook eerder over<br />

een niet helemaal gelukt project”, meent De Rooij.<br />

Op mijn opmerking dat het werk van Fiona Hall sowieso veel uitleg<br />

nodig heeft, laat de Rooij weten dat zij het idee dat een beeld voor zich<br />

moet spreken, geen houdbaar standpunt vindt. Er zijn altijd woorden<br />

voor nodig. En het blijft noodzakelijk om je te verdiepen in de context.<br />

Dat geloof ik ook allemaal wel maar ik vind dat voor de toelichting er<br />

wel iets te zien moet zijn dat intrigeert of dat je ogen streelt. Ik ben<br />

geen Spartaan en wil ook niet in complete verwarring worden<br />

achtergelaten.<br />

Als ik afga op wat ik op Internet zie, in de collectie van de Gallery of<br />

New South Wales, denk ik dat Halls werk visueel wel boeiend kan zijn.<br />

Cash Crop (1998) bijvoorbeeld is een tot de verbeelding sprekende<br />

installatie. In een vitrine kast legde zij een reeks van kleine sculpturen;<br />

fruit en groenten, gemaakt uit natuurzeep. Het zachte, in water<br />

oplosbare materiaal maakt de beelden kwetsbaar. De objecten worden<br />

begeleid door labels en beschilderde bankbiljetten. Op de labels staan<br />

economische termen. De combinaties tussen het fruit en de termen zijn<br />

erg grappig (in het Engels): ‘tax return’ is een ‘peanut’ bijvoorbeeld en<br />

‘global liquidity’ is een ‘cola nut’.<br />

Bevrijdende gedachte<br />

Als ik me probeer voor te stellen dat de installatie op het Lange<br />

Voorhout zou zijn uitgegroeid tot een weelderig volkstuintje, was dat<br />

natuurlijk een aardig beeld geweest. Spinazie en erwt midden in de<br />

stad. Maar hoe dan ook, het beeld zou zijn achtergebleven bij het<br />

concept, dat vele malen interessanter is.<br />

Dat een plantenproject in een stad visueel kan imponeren, liet Sanja<br />

Ivekoviç zien op de Documenta 2007. Duizenden klaprozen kleurden<br />

de bleke, strenge omgeving rond het Fridericianum rood. De politieke<br />

inhoud van dit project –verwijzend naar de papaverteelt en<br />

opiumproductie in Afghanistan – was daarentegen veel explicieter dan<br />

Force Field.<br />

De subtiele, doorwrochte gedachtewereld van Hall zou zich uitstekend<br />

lenen voor een wetenschappelijke verhandeling; of een spannende<br />

roman over de geheime geschiedenis van wortels, uien en sla. Het<br />

werkt bevrijdend om te bedenken dat Hall dit project beter niet had<br />

kunnen uitvoeren, maar serieus kan ik deze gedachte toch niet nemen.<br />

Het is evident dat een verhaal op papier geen beeldend kunstwerk is en<br />

hiervoor dan ook nooit in de plaats kan komen. Zoals Gijs Frieling,<br />

directeur van kunstencentrum W139, eenvoudig stelde: “De techniek is<br />

niet van belang. Het gaat om de wil om iets fysieks uit te voeren. Als je<br />

die wil niet hebt, dan ben je volgens mij geen kunstenaar.” (NRC, 19<br />

januari 2007) Dus de volgende keer beter: go Fiona go!


‘Lucasx’<br />

‘Lucasx’ is een blad over<br />

kunst in de Provincie<br />

Utrecht, waarin met<br />

grote regelmaat gerapporteerd<br />

wordt over<br />

beeldhouwkunst in al<br />

haar veelvormigheid.<br />

Een magazine om van te<br />

smullen.<br />

Door Ans van Berkum<br />

‘Een feestmaal voor de weldoorvoede<br />

kunstkenner’, luidt de ondertitel van een<br />

artikel over het 18e Impaktfestival in<br />

Utrecht, in Lucasx. Auteur Joke Ballintijn<br />

behandelt hierin de geschiedenis van de<br />

videokunst en de festivals die daar aan<br />

gewijd zijn. Een goed artikel, dat niet<br />

alleen de ontwikkeling van videokunst tot<br />

volwaardige mediakunst beschrijft, maar<br />

ook de rol van de festivals in die wording<br />

evalueert. Ook al kunnen<br />

mediakunstenaars hun werk<br />

tegenwoordig overal presenteren, het<br />

blijft goed dat er fora zijn waar<br />

vakgenoten en publiek elkaar specifiek<br />

ontmoeten en energie wordt vrijgemaakt<br />

door een intensieve programmering.<br />

lucasx<br />

jan.feb.<br />

m r t . 0 6<br />

Ontwerpers uit Utrecht<br />

Interview Rob Birza<br />

Houten Saudade<br />

Nieuwvrees in Nieuwegein<br />

Lucasx:<br />

kunst en vormgeving<br />

in de Provincie Utrecht.<br />

2 0 0 6 n u m m e r 1<br />

j a n , f e b , m r t<br />

€ 4 , 5 0<br />

Nieuw recept<br />

Ik denk dat ze gelijk heeft. En wat dat<br />

feestmaal betreft, voor mij is Lucasx dat<br />

ook. Eind 2005 stond het op het punt te<br />

verdwijnen door verschillende<br />

subsidiestops. Maar het blad wist het tij te<br />

keren door in plaats van gratis te zijn,<br />

met abonnementen te gaan werken en<br />

nieuwe fondsen aan te boren. Het herrees<br />

begin 2006, stralender dan daarvoor.<br />

Meer pagina’s, meer rubrieken en een<br />

vormgeving van klasse. Dat was het<br />

recept. Achterin het blad staat een<br />

uitgebreide agenda. Daar worden ook de<br />

advertenties gegroepeerd, waarbij steeds<br />

een verhaal is opgenomen over de<br />

jongste ontwikkelingen en activiteiten in<br />

de vorm van een CBKU-special. Zo<br />

draagt het centrum dat Lucasx uitbrengt,<br />

ook zelf financieel bij.<br />

De vorm van Lucasx, dat mag benadrukt<br />

worden, wordt op A5 formaat<br />

geproduceerd. Daar lijden de beelden,<br />

noch de teksten, noch de overdracht,<br />

onder. Lucasx past in je rugzak en het is<br />

even mee te grissen als je naar een stad<br />

gaat om daar misschien nog een beeld of<br />

een tentoonstelling mee wilt pikken.<br />

Onderweg kijk je wel wat er allemaal<br />

aan de hand is, en kies je wat in je plan<br />

past.<br />

De inhoud van Lucasx is hoegenaamd<br />

een smakelijke maaltijd. Het maakt je<br />

jaloers op Utrecht, waar kennelijk zoveel<br />

gebeurt dat elk kwartaal met gemak een<br />

blad van tachtig pagina’s kan worden<br />

gevuld met goede reportages, recensies<br />

en aankondigingen. Zo heb ik met<br />

belangstelling kennis genomen van het<br />

verlangen van Utrecht om, net als<br />

Brainport Eindhoven en New Town<br />

Almere, in 2018 culturele hoofdstad te<br />

worden. Maar ook van de vragen<br />

rondom het ontzamelbeleid van het<br />

Centraal Museum. Van de doorgroei van<br />

de tweehonderd jaar oude<br />

kunstenaarsvereniging Kunstliefde, waar<br />

John Blaak, ook hoofdredacteur van<br />

Beelden, artistiek leider is, waarbij Lucasx<br />

ingaat op de vraag welke rol Kunstliefde<br />

kan spelen voor het Utrechtse<br />

kunstklimaat. Ook lezen we dat er een<br />

nieuw museum komt in Amersfoort. Want<br />

dat is een stad, die binnenkort tot een<br />

omvang van 160.000 mensen uitgroeit,<br />

aan zichzelf verplicht, zo is men van<br />

mening. Het gebouw van Juan Navarro<br />

Baldeweg leren we alvast kennen door<br />

middel van ingenieuze foto’s van de<br />

maquette. De vier bekende Amersfoortse<br />

kunstinstellingen, Flehite,<br />

Armandomuseum, Mondriaanhuis en De<br />

Zonnehof zullen er samengaan en onder<br />

één dak worden gehuisvest met de<br />

RACM, wat staat voor Rijksdienst voor<br />

Archeologie, Cultuurlandschap en<br />

Monumenten, de bibliotheek, het archief,<br />

een poppodium, een kunstschool en een<br />

bioscoop. Het lijkt wel een cultural<br />

shoppingmall; Ik ben zeer benieuwd of<br />

dat lukt. Zal het de bestaande instellingen<br />

lukken om op een zinvolle manier te<br />

fuseren? Zullen de partners een<br />

interessante gezamenlijke thematiek<br />

28<br />

vinden? Zo ja, dan wordt Amersfoort<br />

beslist een voorbeeld voor andere steden.<br />

lucasx<br />

jan.feb.<br />

m r t . 07<br />

Mediakunst en festivals<br />

Peter Greenaway<br />

Het Maakbare land<br />

Aernout Mik<br />

Lucasx:<br />

kunst en vormgeving<br />

in de Provincie Utrecht<br />

2 0 0 7 n u m m e r 1<br />

jan. feb. mrt.<br />

€ 5 , -<br />

Beelden<br />

De beeldhouwkunst en de beeldende<br />

kunst in de openbare ruimte komen in<br />

LukasX gelijkwaardig aan de orde ten<br />

opzichte van andere disciplines. In 2006<br />

en 2007 ging het onder meer over een<br />

schitterend werk van Stanislas Lewkovitch<br />

in Veenendaal, dat samen met vier<br />

andere kunstwerken de uitbreidingswijk<br />

Dragonder Oost siert, met als speciale<br />

opdracht om de beeldkwaliteit van de<br />

wijk op een hoog niveau te brengen.<br />

Lewkowicz boog zich over het fietspad in<br />

het centraal gelegen park. Hij maakte het<br />

mooier en veiliger door er een bocht en<br />

een verhoging in te leggen en<br />

vierhonderd leds in de glanzende<br />

betonklinkers aan te brengen, die in het<br />

donker langzaam harder en dan weer<br />

zachter gaan branden. “Het resultaat is<br />

een dynamisch en sprankelend lichtspel,<br />

waardoor niet alleen kinderen maar ook<br />

volwassenen hemelse momenten beleven<br />

wanneer zij hier overheen fietsen”, schrijft<br />

Mariëlla Kassing.<br />

In een uitgebreid artikel met veel<br />

voorbeelden wordt de opkomst en de<br />

betekenis van Community Art onderzocht,<br />

waarbij de auteurs zich uiteindelijk toch<br />

aansluiten bij de opvatting dat kunst in<br />

laatste instantie autonoom is. “Kunst moet<br />

niet voor een karretje worden<br />

gespannen”; citeert men uit de mond van<br />

Jeanne van Heeswijk. “Ze hoeft geen<br />

problemen op te lossen, of gedienstig te<br />

zijn”. Wat er verloren zou gaan, ware dit<br />

wel het geval, wordt niet afgewogen.<br />

Interessant in dit kader zijn de<br />

experimenten van het kunstenplan Beyond<br />

in Leidsche Rijn en Vario Mundo in<br />

Vathorst, Amersfoort. Ook daaraan<br />

besteed het blad ruim aandacht. In De<br />

Goodwill van Beyond blikt Lisette Smits<br />

terug op vijf jaar werken met kunst aan<br />

het nieuwe stadsdeel van Utrecht. Hier is<br />

de kunst geen verfraaiing. Van haar<br />

wordt verwacht ‘daadwerkelijk te<br />

interveniëren’ in de maatschappelijke<br />

werkelijkheid. Het Beyond programma<br />

stelt zich dienstbaar op en volgt het<br />

opbouwproces van de wijk, in interactie<br />

met het publiek. Kunstenaars nestelen zich<br />

tijdelijk als nomaden in de wijk en<br />

bekijken ter plaatse waar aan ze kunnen<br />

bijdragen. Ook Vathorst is aardig op weg<br />

in die sfeer. Huizen worden, vóór de<br />

bewoners er in trekken, als kunstresidentie<br />

en theaterpodium geannexeerd en de<br />

bewoners worden via billboards<br />

geprikkeld een keuze te maken uit een<br />

keur aan mogelijke beelden voor de wijk.<br />

Lucasx volgt het en geeft de lezers te<br />

denken.<br />

Een ander prikkelend project is opgezet<br />

door Gini Vos, die coach is voor jonge<br />

kunstenaars die in het in het Amersfoortse<br />

Eemgebied willen werken. Lucasx doet<br />

verslag van een lichtkunstmanifestatie in<br />

Amersfoort en plaatst een mooi<br />

monografisch artikel over Ruud Kuijer, die<br />

subtiele en veranderlijke betonsculpturen<br />

maakt. Tot slot besteedt het ruime<br />

aandacht aan de Roulette rotonde van<br />

Manfred Pernice. Deze laatste gebruikt<br />

het Koehoornplein als expositieruimte<br />

voor beelden die normaal elders in de<br />

stad verblijven. Hij maakt er opstellingen<br />

mee die deze weer heel anders laten<br />

functioneren dan we op hun vaste plek<br />

gewend zijn.<br />

De Provincie Utrecht bruist. Daarom is er<br />

zoveel te schrijven over ruimtelijk werk in<br />

al zijn verschijningsvormen en kan Lucasx<br />

in zijn geheel zo boeiend zijn. Maar het<br />

zijn de redacteuren, de vele auteurs en de<br />

vormgevers Kummers & Herrman die er<br />

uiteindelijk zo’n smakelijke maaltijd van<br />

maken.<br />

200 jaar Kunstliefde<br />

Community Art<br />

Genesis<br />

B A K i n Ve n e t i ë<br />

lucasx<br />

jul.aug.<br />

se p. 07<br />

Lucasx:<br />

kunst en vormgeving<br />

in de Provincie Utrecht<br />

Een abonnement kost maar €18,-.<br />

lucasx@cbk-utrecht.nl<br />

2 0 0 7 n u m m e r 3<br />

j u l . a u g . s e p .<br />

€ 5 , -


kun je leven<br />

van een abstract<br />

pensioen?<br />

Kunst is uw leven. Een mooi leven. Maar ook onzeker en vol risico's.<br />

Dus is het goed om ook nu al aan uw toekomst te denken. Aan uw<br />

leven ná het succes. Doe dat samen met Kunst en Cultuur pensioen en<br />

verzekering. Dat is dé verzekeraar voor iedereen die actief is in de<br />

kunst en culturele sector: werkgevers, werknemers en zelfstandigen.<br />

Wij hebben producten die u bijvoorbeeld verzekeren van een goed<br />

pensioen straks. Of van een inkomen als u er een tijdje 'tussenuit' gaat<br />

of eerder wilt stoppen met werken. Bij Kunst en Cultuur pensioen<br />

en verzekering hebben we verstand van geld, maar vooral ook hart<br />

voor kunstenaars. Meer weten? Kijk op www.kunst-cultuur.nl, bel naar<br />

070 - 306 56 78 of stuur een e-mail naar info@kunst-cultuur.nl.<br />

Kunst en Cultuur pensioen en verzekering onderschrijft de Code Rendement en Risico.<br />

www.kunst-cultuur.nl<br />

Kunst en Cultuur pensioen en verzekering<br />

dé verzekeraar voor de culturele sector<br />

beelden<br />

tuin<br />

Belled<br />

GALERIE BEELDENTUIN<br />

BELLED<br />

Langbroekerdijk A72, 3947 BK Langbroek (bij Doorn),<br />

Tel.0343561991, mob.0612855479, www.belled.nl<br />

exposities galerie en beeldentuin<br />

21 maart t/m 27 april<br />

GOEDE VRIJDAG EN 1E EN 2E PAASDAG GEOPEND.<br />

SCHILDERIJEN: RENÉ GALANT (F), IZY • MANNY, ERIK<br />

MANGELSCHOTS (B) EN JEAN-PIERRE RUEL (F).<br />

BEELDEN: MARINUS KLAP EN KIETA NUIJ<br />

8 mei t/m 15 juni<br />

SCHILDERIJEN: EDDY ROOS, JEAN-PIERRE RUEL (F),<br />

HARALD WOLFF (F) EN ANDRZEJ WAWRZYNIAK (PO)<br />

BEELDEN: JAN PATER EN EDDY ROOS<br />

Ole Langerhorst<br />

“Z.T.” Eikenhout 300 x 40 x 70 cm<br />

BEELDENTUIN<br />

Jan Pater<br />

“Refuse to bent” Brons 62cm<br />

CA 200 BEELDEN VAN: BERND ALTENSTEIN (DU), HANK<br />

BEELENKAMP, HANS BLANK, LOLKE VAN DER BIJ, LIEVEN<br />

D’HAESE (B), AMIRAN DJANASHVILI (GEO), JORIS GAYMANS,<br />

ERIK GOEDE, PETER HEIN, CHARLES HENRI, WILMA HOEBEE,<br />

HUGO HOL, HANS JOUTA, ARIE KALISVAART, ROMEE KANIS,<br />

MARINUS KLAP, WIM KÖMHOFF, COBA KOSTER, OLE<br />

LANGERHORST, BERNADETTE LEIJDEKKERS, ANDRÉ VAN DER<br />

LINDEN, ROOS MANNAERTS, HANS MÜLLER (DU), KIETA NUIJ,<br />

JAN PATER, HANNEKE PEREBOOM, THEO PONSIOEN, REINA<br />

RAMAKERS, EDDY ROOS, ED SCHOUTEN, CAIUS SPRONKEN,<br />

RIEKE VAN DER STOEP, JAN VERSCHUEREN (B), PAUL VINCKEN,<br />

LIA VAN VUGT, GREETH ZWERING EN MARGRIETH ZIJLSTRA.<br />

OOK BEELDEN IN EN BIJ HET WATER.<br />

CIRCA 200 KLEINE BEELDEN IN GALERIE- EN STOCKEXPOSITIE.<br />

CIRCA 300 SCHILDERIJEN IN GALERIE- EN STOCKEXPOSITIE.<br />

Tijdens exposities: vr t/m zo 13-17 uur en op afspraak.


WOENSDAG 18 - 22 UUR<br />

DONDERDAG - MAANDAG 11 - 19 UUR


Boeken<br />

Door Astrid Tanis<br />

Sculptuur Studies<br />

Sculptuur Studies 2007 is de derde uitgave van het Sculptuur<br />

Instituut in Den Haag. Het Sculptuur Instituut is een aan museum<br />

Beelden aan Zee gelieerd onderzoeksinstituut op het terrein van<br />

moderne en hedendaagse internationale beeldhouwkunst.<br />

Deze editie besteedt aandacht aan de negentiende-eeuwse<br />

fotografie die de beeldhouwkunst “portretteerde”. In 1839<br />

kwam de fotografie tot leven voor een groter publiek. De<br />

techniek stond in de kinderschoenen en er waren lange<br />

belichtingstijden nodig. Dit resulteerde in veel aandacht voor<br />

onbeweeglijke beelden. Op de eerste foto’s komen relatief veel<br />

beeldhouwwerken voor. Hans Roosenboom gaat uitgebreid in<br />

op dit stukje geschiedenis van de fotografie, dat ons ook veel<br />

vertelt over de rol van de beeldhouwkunst. Verder vind je in<br />

deze Sculptuur Studies een keur aan artikelen die allemaal<br />

de beeldhouwkunst of internationale onderzoeken over<br />

beeldhouwkunst tot onderwerp hebben. Sculptuur Studies richt<br />

zich echt op een beroepsgroep die zich op de een of andere<br />

manier professioneel en/of theoretisch met beeldhouwkunst<br />

inlaat. Er valt veel te lezen en het toegevoegde beeldmateriaal is<br />

er alleen als het functioneel is voor het geschreven artikel.<br />

Sculptuur Studies 2007, Dick van Broekhuizen e.a., Sculptuur instituut,<br />

Den Haag-Scheveningen, Uitgeverij Waanders, Zwolle 2007, ISBN10:<br />

9040084289<br />

Cover Sculptuur Studies 2007<br />

Nieuwe geschiedenis van de fotografie<br />

Nieuwe geschiedenis van de fotografie in Nederland, werd in<br />

april 2007 gepresenteerd ter gelegenheid van de opening van<br />

het nieuwe Nederlandse Fotomuseum in gebouw Las Palmas in<br />

Rotterdam. De vraag die gesteld wordt, is of de Nederlandse<br />

fotografie de geschiedschrijving kreeg die zij verdiende?<br />

Deze unieke publicatie onderzoekt de geschiedenis van de<br />

Nederlandse fotografie aan de hand van verschillende thema’s:<br />

bijvoorbeeld fotografie en de stad; engagement en fotografie<br />

voor en na 1945; fotografie en de blik op de koloniale<br />

geschiedenis en ‘de ander’; fotografie van het landschap; het<br />

fotoboek als samenwerkingsproject etc.<br />

Tevens worden de maatschappelijke, sociale en culturele context<br />

van ontwikkelingen in de fotografie uitgediept, maar ook<br />

onderlinge verbanden en lijnen naar recente ontwikkelingen<br />

in de fotografie krijgen de aandacht. Er is veel te zien en te<br />

lezen in dit boek. Het boek oogt zonder meer pretentieus, waar<br />

kosten nog moeite gespaard lijken. Het bevat naast boeiende<br />

teksten uitgebreid beeldmateriaal. De conclusie die ik weet te<br />

trekken uit dit boek is, dat de Nederlandse fotografie zonder<br />

meer een uitgave als deze verdient. Een andere conclusie die<br />

ik trek is dat fotografie eigenlijk meer met ruimtelijke kunst dan<br />

met twee dimensionale kunst te maken heeft. Net als bij video<br />

en film geeft het een blik in de ruimte van een ander; toont het<br />

composities die meer met een installatie dan met een schilderij te<br />

maken hebben.<br />

Nieuwe geschiedenis van de fotografie in Nederland, Flip Bool e.a., Waanders<br />

Uitgevers, Zwolle 2007, ISBN 978 90 400 8337 2<br />

Sigurdur Gudmundsson, Fairy Tail, 1979<br />

Mooi van ver<br />

Mooi van ver is een stevige uitgave die de muurschilderingen<br />

in Rotterdam als onderwerp heeft. Niet alleen kunst krijgt de<br />

aandacht maar ook andere beeldende uitingen die doorgaans<br />

het straatbeeld sieren of ontsieren; zoals flyers, stickers, graffiti,<br />

reclame en tags en andere krabbels. Muurschilderingen zijn een<br />

vorm van communicatie, je kunt ze gebruiken om een product<br />

aan de man te brengen, je bedrijf te profileren of je gevoelens te<br />

delen met iedere voorbijganger die hier wel of niet van gediend<br />

is.<br />

In de eerste zin zet de auteur zichzelf neer door te reflecteren<br />

op een muurschildering die voor hem het meest intrigerend is en<br />

zich niet in Rotterdam bevindt: “Eén van de meest intrigerende<br />

muurschilderingen is La América Tropical (1932), geschilderd<br />

in de Olvera Street in Los Angeles door de Mexicaanse<br />

kunstenaar en politieke activist David Alfaro Siqueiros”. Deze<br />

muurschildering heeft een duidelijke politieke en historische<br />

betekenis omdat het refereert aan de manier waarop de blanke<br />

Amerikaan het land in bezit heeft genomen door de eerdere<br />

bewoners buiten spel te zetten. Dit kunstwerk kun je zien als een<br />

politieke daad die derhalve direct weggewerkt werd achter een<br />

stuclaag. Het werk werd pas weer zichtbaar in de jaren zeventig<br />

van de vorige eeuw toen de stuclaag het langzaam begaf. Sinds<br />

1988 wordt het werk beschermd door de Getty Foundation<br />

waardoor het ineens een museale beschermheer kreeg die de<br />

intrinsieke waarde bevestigt. Het werk geldt momenteel als het<br />

monument van de Chicano’s (Mexicaanse-Amerikanen).<br />

Door het boek te beginnen met een beschrijving van dit<br />

kunstwerk en haar geschiedenis, schep je een referentiekader<br />

voor de besproken Rotterdamse werken. Je stelt indirect<br />

de vragen; waar refereren deze werken aan, waar zit de<br />

betrokkenheid en wat is de effectiviteit. Misschien kun je stellen<br />

dat bij muurschilderingen drie kernwoorden van belang zijn:<br />

engagement, affectiviteit en effectiviteit. Wat is het engagement<br />

van de vervaardiger of opdrachtgever en welke doelgroep wil<br />

zij aanspreken. Welk affect dient het werk te bewerkstelligen.<br />

Is dit bijvoorbeeld schokken, plezieren, verleiden of informeren.<br />

Hoe effectief is het werk in het bewerkstelligen van de geplande<br />

affecten.<br />

De publicatie geeft een breed en historisch beeld van de<br />

muurschilderingen in Rotterdam en plaatst deze in een bredere<br />

context. Er staan oude foto’s in van het begin van de 19de<br />

eeuw, waarop je reclameventers ziet die “reclamekarren” met<br />

opschiften door de stad trekken. Dit zie je in samenhang met de<br />

flyers en de meer geplande reclame op ruiten en muren. Verder<br />

is het boek een historische fotogalerij van kunstwerken die<br />

muren opsieren; het werk van Co Westerik met als onderwerp<br />

het touwspringende meisje uit 1976 blijft door de jaren heen<br />

mooi. Ook zie je zeer eigentijdse kunstwerken die in de<br />

afgelopen jaren in overleg met kunstinstellingen en deelraden<br />

31<br />

een plek kregen in Rotterdam. Daarnaast kunstwerken met<br />

een meer anarchistisch karakter, waar overleg niet bestond.<br />

Sommige kunstwerken bestaan al niet meer of waren van<br />

tijdelijke aard. Ik ken ze wel, daar ik al ruim dertig jaar in<br />

deze stad woon. Het kunstwerk van Geert Limburg die de<br />

buitenmuren beschilderde van zijn woning als een langzaam<br />

groeiend project, heeft het onderspit moeten delven door<br />

de vernieuwingsdrang van de gemeente waar ik woon. Het<br />

Beukelsblauw van Florentijn Hofman op de Beukelsdijk uit 2004,<br />

was een tijdelijk project (zie Beelden 1#2006). Prachtige wijken<br />

worden in Rotterdam platgewalst, samen met imposante uitingen<br />

van beeldtaal. Nadeel van een vooruitstrevende stad is dat ze<br />

vergeten dat historiciteit ook waarde bezit. Spijtig natuurlijk,<br />

maar gelukkig zijn er prachtige boeken als deze, met mooie<br />

foto’s en doorwrochte teksten die iets bewaren van wat was.<br />

Bladerend door het boek had de titel ook kunnen zijn “Kleurig<br />

Rotterdam”.<br />

Mooi van ver. Muurschilderingen in Rotterdam, Siebe Thissen, Trichis Rotterdam<br />

2007, ISBN 978-90-812416-1-8<br />

Geert Limburg, muurschildering Boezemlaan, Rotterdam, 2007<br />

Art in the Office<br />

Art in the Office, is een uitgave van de ING groep. De ING<br />

groep heeft diverse vestigingen over de gehele wereld. Het<br />

bijzondere van de collectie is dat de kunstwerken hangen<br />

en staan op werkplekken en kantoren van de ING. In deze<br />

eerste uitgave komen de collecties van België, Mexico, Polen,<br />

Engeland en Nederland aan bod. Vijf internationaal werkende<br />

conservatoren selecteerden de kunstwerken die aandacht<br />

krijgen. Werk van onder andere Andy Warhol, Frida Kahlo,<br />

Pierre Alechinsky, Ricard Deacon, Wilhelm Sasnal en Barend<br />

Blankert vindt u in deze uitgave terug, naast vele anderen.<br />

Daarnaast staan er teksten in die zowel aandacht aan de<br />

werken als aan het kunstbeleid van de ING geven. Het<br />

beeldmateriaal voert de boventoon, het zijn mooie afbeeldingen<br />

op stevig papier. Sommige afbeeldingen tonen alleen het werk<br />

en andere tonen het werk op de werkplek tussen de werknemers.<br />

De kwaliteit is hoog en er is relatief veel ruimtelijk werk bij. Ik<br />

zie veel bekend werk, maar ook veel verassingen.<br />

Art in the Office. ING Collection, Annabelle Birnie e.a., Uitgeverij Waanders,<br />

Zwolle, 2007, ISBN 90 400 8320 7<br />

Nicolas Dings, Encyclopedia fabulosa, 2002


Kunst? Kopen<br />

Kunst? Kopen! is een publicatie van Véronique Baar. Baar houdt<br />

zich beroepsmatig bezig met kunstadvies en collectievorming.<br />

Het boek gaat in op de vragen; waar wordt hedendaagse kunst<br />

gemaakt, getoond en verkocht? Hoe worden prijzen bepaald?<br />

Wat zijn de kenmerken van de verschillende technieken?<br />

Een overzicht van galeries, beurzen en kunstbegrippen maken<br />

dit boek compleet. Meer dan 35 jonge kunstenaars tonen hun<br />

werk in Kunst? Kopen! en vertellen over hun inspiratiebronnen.<br />

10 kunstkopers omschrijven waarom ze voor een werk vielen.<br />

De doelgroep is de beginnende kunstkoper of verzamelaar. Het<br />

boek is laagdrempelig en biedt een goede ingang in de wereld<br />

van de kunsten. Kunst? Kopen! bevat vele mooie foto’s van<br />

kunstwerken, zoals de foto van de kunstenaar Iris van Loonen en<br />

het beeld van Sabi van Hemert.<br />

Kunst? Kopen!, Veronique Baar, Art Olive Amsterdam 2007<br />

ISBN 978-90-811888-1-4<br />

Sabi van Hemert, Zonder titel, 2005<br />

Germinahof<br />

Kunstenaarsinitiatief Stichting Kunst-Plus maakt al 25 jaar<br />

gebruik van Galerij Germinahof in het Brabantse Sterksel. Reden<br />

tot een jubileumboek en diverse jubileumtentoonstellingen. Aan<br />

de wieg van zowel Kunst plus en Galerij Germinahof staan Theo<br />

van Keulen en Cor van Lierop. Zij hadden hun atelier in deze<br />

oude boerderij en stelden de rest van de ruimte ter beschikking<br />

aan andere kunstenaars. Van daaruit richtten zij Kunst plus<br />

op. Er was ruimte genoeg voor de genodigde kunstenaars om<br />

op locatie te werken en vervolgens de ter plekke gemaakte<br />

werken daar te exposeren. Het voorwoord van de publicatie<br />

is geschreven door Charles Esche, directeur van het Stedelijk<br />

van Abbe Museum te Eindhoven, die de waarde van dit soort<br />

initiatieven tekstueel bevestigt.<br />

Uitnodigingskaart Galerij Germinahof<br />

Verder vind je in de uitgave teksten over de<br />

ontstaansgeschiedenis en interviews met belanghebbenden<br />

en weergaven van rondetafelgesprekken tussen twee<br />

generaties kunstenaars. Dit levert boeiende teksten op vanuit<br />

verschillende invalshoeken. Het boek is gelardeerd met boeiend<br />

beeldmateriaal, waaronder uitnodigingen, affiches, kritieken,<br />

foto’s van openingen, beeldmateriaal van kunstenaars en<br />

kunstwerken die verbonden zijn met kunstgalerij de Germinahof.<br />

Bladerend door en lezend in het boek, lijkt Stichting Kunst plus<br />

me een zeer sympathiek kunstenaarsinitiatief met evenveel<br />

aandacht voor ruimtelijke kunst als kunst op het platte vlak.<br />

25 jaar kunst levert tijdsbeelden op, maar over het algemeen<br />

kun je spreken van voldoende kwaliteit. Het gaat hier om een<br />

kunstenaarsinitiatief met een professioneel karakter, dat is<br />

duidelijk.<br />

Kunstenaarsinitiatief Germinahof 1981 – 2006, Charles Esche e.a., Galerij<br />

Germinahof 2007, ISBN 978-90-804345-2-3.<br />

De Collectie Flevoland<br />

De publicatie De Collectie Flevoland verbindt werken<br />

die verspreid over deze provincie staan. Flevoland bezit<br />

verschillende buitenkunstwerken die op international niveau<br />

van grote betekenis zijn. Centraal in de publicatie staan vijf<br />

landschapskunstwerken: De Groene Kathedraal (1978-1996)<br />

van Marinus Boezem, Polderland Garden of Love and Fire<br />

(1992-1997) van Daniel Libeskind, Sea Level (1989-1996) van<br />

Richard Serra, Observatorium (1971-1977) van Robert Morris<br />

en Aardzee (1982) van Piet Slegers.<br />

Veel van deze inmiddels bekende werken zijn al veel vaker<br />

in boekvorm beschreven, maar voor het eerst worden deze<br />

kunstwerken uit één provincie samengebundeld in boekvorm.<br />

Praktisch is het handzame formaat en de overzichtskaart<br />

die erbij hoort. Je kunt het boekje eenvoudig meenemen in<br />

een tasje of wat grotere jaszak, als je op pad gaat om deze<br />

kunstwerken in het echt te gaan zien. Daartoe nodigt de<br />

uitgave wel uit. Het formaat van de afbeeldingen zorgt voor<br />

onvoldoende informatie. In het totaal ontsluit het boekje 55<br />

kunstwerken. Daarnaast staan er enkele boeiende interviews<br />

in met kunstenaars, architecten, deskundigen en anderszins<br />

professioneel betrokkenen. Wat de landschapskunst betreft is<br />

Flevoland zeker de trots van Nederland, dat maakt deze uitgave<br />

weer eens duidelijk.<br />

De Collectie Flevoland, Jaap Evert Abrahamse, Annick Kleizen en Martine<br />

Spanjers, Museum De Paviljoens, Almere 2007 ISBN 978-90-806595-4-4<br />

Rudi van de Wint, De tong van Lucifer, 1991-1993<br />

Doorsneden landschap<br />

Doorsneden landschap is een uitgave die kunst met betrekking<br />

tot de A 1 centraal stelt. Deze uitgave kwam tot stand in het<br />

kader van kunstproject A 1. Dit is een jaarlijkse manifestatie<br />

tussen Apeldoorn en de Duitse grens rondom de A 1. In 2006<br />

stonden de A 1 en de kunstwerken langs de A 1 centraal. Dit<br />

jaar komen de gevolgen van de aanleg van de snelweg voor het<br />

landschap onder de aandacht. Met de aanleg van de<br />

A 1 zijn diverse historische landschappen en sociale structuren<br />

letterlijk doorsneden. Je kan spreken van een weefsel van natuur,<br />

historiciteit, cultuur en eigentijdse functionaliteit. Dit weefsel<br />

heeft zwakke en zere plekken. Beeldend kunstenaar Jeroen van<br />

Westen spreekt van weeffouten. Van Westen onderzocht de<br />

doorsnijding en beschreef samen met historicus Siebe Rossel<br />

tien opmerkelijke locaties. Bij de weeffouten is de doorsnijding<br />

32<br />

historiciteit/functionaliteit nog steeds voelbaar. Vervolgens<br />

kregen vijf kunstenaars de kans om een tijdelijk kunstwerk te<br />

plaatsen rondom een weeffout naar keuze. De hele manifestatie<br />

resulteerde in een mooie uitgave waarin de teksten en beelden<br />

bekrachtigd worden door mooie foto’s. Het boek zit in een<br />

cassette samen met een kleiner boek waarin de kunstenaar Q.S.<br />

Serafijn een streekroman publiceerde over deze locatie met<br />

“verborgen verhalen”, iedere plek heeft haar eigen verhalen.<br />

Dit zijn interpretaties en reflecties van zowel de schrijver als<br />

passanten. Meestal betreft het de beleving van een plek. Van<br />

Westen en Serafijn werken vaker samen als kunstenaars in de<br />

openbare ruimte. Volgens mij weegt in hun kunstwerken het<br />

begrip “beleving” zwaarder dan het begrip “markering”. In dit<br />

project markeert Van Westen plekken met een hoge graat van<br />

belevingswaarde. Op deze plekken voel je dat verschillende<br />

gevoelswaarden samenkomen. Deze ambiguïteit creëert hier een<br />

spanningsveld.<br />

Doorsneden landschap, Mieke Conijn e.a., Kunstlab, A1-partners en<br />

kunstenaars, Deventer 2007, ISBN 978-90-809270-4-9.<br />

Streekroman (Doorsneden landschap), Q.S. Serafijn, Studio 3005, Rotterdam<br />

2007, ISBN 978-90-786270-6-7.<br />

Jeroen van Westen, A1 Weeffouten<br />

De Beste Plek<br />

Van 27 juli tot 22 augustus 2007 toerde de kunstenaar Wapke<br />

Feenstra rond in de omgeving van Harderberg. Ze bezocht met<br />

voorbedachten rade plekken die bewoners ervoeren als hun<br />

beste plek. Het werd een reis vol inspiratie over plekken waar<br />

mensen zich om verschillende redenen nestelen en thuis voelen.<br />

Feenstra beweegt zich op het brede pad dat loopt tussen de<br />

twee werelden van de visuele kunst en literaire verbeelding;<br />

een pad dat momenteel meerdere kunstenaars bewandelen. Dit<br />

project resulteerde dan ook in een boek met de titel De Beste<br />

Plek. Het project en boek geeft inzicht in een omgeving waar<br />

mensen om verschillende redenen op locaties neerstrijken om<br />

er hun eigen plek van te maken. Naast teksten bevat het boek<br />

een ruime keus aan sfeerfoto’s. Dat Feenstra een kunstenaar<br />

is blijkt duidelijk; de visuele componenten bepalen het boek;<br />

de teksten geven een meerwaarde maar blijven ondergeschikt<br />

aan de foto’s. Het boek beschrijft en visualiseert een selectie<br />

van veertien. Dat de beste plek mede gevormd wordt door<br />

herinneringen, bewijst Feenstra als ze de camping in de buurt<br />

noemt waar ze met haar ouders kwam en waar ze mooie<br />

herinneringen aan heeft.<br />

Wapke Feenstra, Het Vechtpark


De Beste Plek is onderdeel van het kunstprogramma 2005-2007<br />

van de gemeente Harderberg, waarvoor Kunst en cultuur<br />

Overijssel het concept ontwikkelde.<br />

De Beste Plek, Wapke Feenstra, Veenman Publishers/Gijs Stork, Rotterdam<br />

2007, ISBN 978-90-8690-144-9<br />

Systems<br />

Systems is een publicatie waarin diverse auteurs het werk van<br />

de kunstenaar Jeanne van Heeswijk beschrijven. Het betreft<br />

hier de verschillende projecten die ontstonden tussen 1993 en<br />

2007. Van Heeswijk heet sociaal geëngageerd te zijn. Zelf<br />

ervaar ik het werk als erg conceptueel. Het conceptuele thema<br />

in haar meeste werken betreft echter wel de sociale interacties.<br />

Onderwerpen zijn de mens en zijn omgeving, of de spelende<br />

mens. Van Heeswijk richt zich doorgaans op de internationale<br />

kunstscène, zo ook in dit werk dat Engelstalig is. Het bevat veel<br />

teksten en veel kleine foto’s die wel mooi en esthetisch zijn, maar<br />

vrij nietszeggend blijven als je niet tevens de teksten uitgebreid<br />

bestudeerd. Het werk van Van Heeswijk bezit meestal een<br />

gelaagdheid waarin haar eigen engagement met de ‘kunstelite’<br />

en haar conceptuele engagement met de ‘doorsnee medemens’<br />

een ondoorgrondelijk spanningsveld oproepen. Ondanks dat<br />

ik haar werk als kunstenaar zeer waardeer en niet anders kan<br />

dan de artistieke kwaliteit ervan onderkennen, ben ik altijd<br />

ietwat wantrouwend wat betreft van Heeswijks medemenselijke<br />

integriteit. Dit komt omdat de medemenselijke component in<br />

haar werk op mij altijd een heel esthetische en afstandelijke<br />

indruk achter laat. Deze publicatie neemt dat niet weg. Maar ja,<br />

misschien hanteer ik hier oneigenlijke criteria, een kunstenaar<br />

hoeft natuurlijk geen moeder Theresa te zijn.<br />

Systems lijkt mij zonder meer goed onderzoeksmateriaal voor<br />

aanstormende kunsthistorici of promovendi die de sociaal<br />

geëngageerde kunst of het werk van Van Heeswijk onder de<br />

loep willen nemen.<br />

Systems, Carlos Basualdo e.a., The Green Box, Berlijn 2007,<br />

ISBN 978-3-908175-04-9<br />

Jeanne van Heeswijk, Dwaallicht<br />

ETIOLATION I<br />

Navid Nuur (1976, Teheran) is een kunstenaar die met name<br />

geïnteresseerd is in de waarneming. Met name de waarneming<br />

van ruimtelijkheid is voor hem belangrijk. In 2007 gaf hij het<br />

boek ETIOLATION I uit. ETIOLATION I is een combinatie<br />

van een boek als tentoonstellingsruimte en een schets en<br />

notitieblok. Het boek zelf bevat een tekstuele verantwoording<br />

in de vorm van een inlegvel. Het boek bestaat uit fotomateriaal<br />

van wat handgeschreven krabbels. Verder zie je tekeningen<br />

en veel foto’s van installaties, maar ook kiekjes van mensen<br />

die handelingen verrichten. Er zijn duidelijke beeldassociaties<br />

aanwezig, zoals het opblazen van een ballon, het blazen van<br />

bellen, interieurfoto’s van auto’s met airbags en een foto van<br />

exploderend vuurwerk. Maar ook zijn er afbeeldingen die niet<br />

direct met elkaar in verband gebracht kunnen worden. Duidelijk<br />

is wel dat het gaat over bewust en onbewust waarnemen van<br />

tijdelijke toestanden in een ruimtelijke context. Dat is een brede<br />

omschrijving van wat ons allen dagelijks overkomt in ons<br />

aanwezig zijn in de wereld. De kunstenaar echter hyperfocust<br />

op dat wat bij een ander misschien verloren dreigt te gaan door<br />

de overvloed aan waarnemingen. Eigenlijk is dit een boek als<br />

kunstwerk en daaraan ontleent het haar waarde.<br />

ETIOLATION I, Huib Haye van der Werf, Edith Doove, Mihnea<br />

Mircan, Veenman Publishers/Gijs Stork, Rotterdam 2007, ISBN<br />

978-90-8690-119-7<br />

Navid Nuur, Test it good, gogogo<br />

Kurt’s Zimmer Publikation<br />

Kurt’s Zimmer Publikation, is op het eerste gezicht een nogal<br />

ondoorgrondelijk boek. Het begint met een brief van Karin<br />

van Pinxsteren over haar werk aan de installatie die ze zes<br />

weken later in museum Bommel van Dam neer gaat zetten. Ze<br />

richt de brief aan vijf verschillende personen. Vier schrijvers<br />

en een componist. De installatie die zij maakt blijkt voor de<br />

tentoonstelling (Dis)connected in het museum en draagt de<br />

moeilijke titel existentieel interieur # 4 'Nach dem Blick'.<br />

Ein Pyrenäebuch van de Duitse schrijver Kurt Tucholsky was<br />

voor Van Pinxteren het vertrekpunt voor zowel de installatie<br />

als voor de Kurt’s Zimmer Publikation. Voor de duidelijkheid,<br />

Kurt Tucholsky was een Duitse schrijver uit het Interbellum, die<br />

weinig ophad met de oorlogszuchtige kant van het Duitse rijk.<br />

Hierdoor werd hij gedwongen in exil te leven. Zowel installatie<br />

en publicatie zijn op een symbolische manier met Kurt Tucholsky<br />

verbonden. Hierdoor blijft alles een beetje zweven in hogere<br />

sferen. Dit maakt het geheel op een surrealistische manier wel<br />

intrigerend. De publicatie is een drietalige cross-over publicatie<br />

met beeldende kunst, literatuur en muziek. De tekst van Ulco<br />

Mes in het boekwerk geeft nog de meeste grond aan het geheel.<br />

Maar goed hij is dan ook de conservator, d.w.z. mediator tussen<br />

kunst en publiek.<br />

Kurt’s Zimmer Publikation, Karin van Pinxteren e.a., 2007.<br />

ISBN 978-90-808941-3-6<br />

Karin van Pinxteren, existentieel interieur # 4 'Nach dem Blick'<br />

33<br />

Andy Warhol<br />

Andy Warhol. A Guide tot 706 Items in 2 Hours and 56<br />

Minutes verscheen ter gelegenheid van de tentoonstelling<br />

“Andy Warhol - Other Voices, Other Rooms” in het Stedelijk<br />

Museum Amsterdam. De tentoonstelling gaf aan de hand van<br />

uiteenlopende media inzicht in het artistieke denken van deze<br />

belangrijke icoon van de Pop art.<br />

Warhol is inmiddels 20 jaar dood, maar de legende leeft<br />

voort via zijn kunst. Waarop is deze legende gebaseerd. Het<br />

vreemde met het werk van Warhol is dat iedere keer als ik het<br />

zie het meer betekenis voor mij krijgt. Op de voorkant van de<br />

uitgave zie je een foto van Warhol als vrouw. De foto herinnert<br />

mij direct aan de foto van Marcel Duchamp; de andere grote<br />

kunstenaar van de vorige eeuw. Duchamp beeldde zichzelf<br />

af als Rrose Sélavy in een charmant vrouwenportret. Het is<br />

dezelfde soort vrouwelijkheid die ik ervaar bij Warhol. Was dit<br />

de zachte charmante kant van deze doorgewinterde kunstenaars<br />

die weigerden om concessies te doen als het om artisticiteit<br />

ging. Als we het hebben over grote kunstenaars van de vorige<br />

eeuw, staan deze twee boven aan mijn lijst. Met name omdat<br />

hun invloed op een veranderend kunstdenken gigantisch is.<br />

Nog steeds zijn veel hedendaagse kunstenaars schatplichtig<br />

aan Duchamp en Warhol. Zeker wat betreft hun talent om de<br />

kunst naar de dagelijkse werkelijkheid te trekken en om van het<br />

banale, verheven kunst te maken. Met recht kun je de vraag<br />

stellen: “Hoe had de hedendaagse kunst eruit gezien als deze<br />

twee grootheden niet hadden bestaan”; onvoorstelbaar anders<br />

vrees ik. De gelaagdheid van Warhols werk wordt in ieder geval<br />

in deze publicatie zichtbaar, zeker daar verschillende auteurs<br />

hun mening mogen geven. Het werk is zowel absurd als banaal,<br />

zowel autistisch als geëngageerd, zowel elitair als ordinair,<br />

zowel artistiek als kitsch; kortom geweldig, althans volgen mijn<br />

persoonlijke beleving. Er is al veel verschenen over Warhol,<br />

maar nog steeds blijkt men niet uitgeschreven.<br />

Andy Warhol; A Guide tot 706 Items in 2 Hours and 56 Minutes, Eva Meyer-<br />

Hermann e.a., NAi Uitgevers, Rotterdam 2007, ISBN 978-90-5662-602-0<br />

Cover Andy Warhol<br />

Rectificatie<br />

In het vorige nummer werd abusievelijk in de boekenrubriek<br />

geschreven dat Eugene Terwindt overleden was. Dit is een<br />

vergissing van de schrijver. Zij vergiste zich in de naam met<br />

bijna naamgenoot Rudi van de Wint. Zij werd hierop gewezen<br />

door een brief van Terwindt, waarin hij meedeelde dat hij van<br />

het geschrevene wel schrok, daar hij zich nog levend voelt. Hij<br />

schrijft ‘Sterker nog: Terwindt leeft!’. Hiervoor onze excuses.


eeldenroute<br />

PROVINCIE FRIESLAND<br />

De Ulen<br />

Park en Galerie voor<br />

monumentale kunst<br />

Ulesprong 4a , 8406 AH Tijnje Fr.<br />

Tel. 0513-571128, Open: 26 mei-16 september,<br />

vrij. t/m zon. 12:00-17:00 uur<br />

www.beeldenparkdeulen.nl<br />

PROVINCIE OVERIJSSEL<br />

Chez-Moi Ton Schulten Galerie International<br />

Marktstraat 4-6 /<br />

Gasthuisstraat 3-6,<br />

Ootmarsum<br />

Tel. 0541-291760<br />

Open: wo. t/m vr. 14-17,<br />

zat. 11-17, zon. 13-17 uur,<br />

apr. t/m okt. ook op di.<br />

geopend 14-17.<br />

Museum Ton Schulten, Kerkplein 16-17,<br />

Ootmarsum, Tel. 0541-291763<br />

Open: wo. t/m zo. 14-17 uur, zat.11-17 uur.<br />

* Voor groepen is het ook mogelijk op afspraak buiten openingstijd<br />

het museum te bezoeken.<br />

info@tonschulten.nl, www.tonschulten.nl<br />

PROVINCIE GELDERLAND<br />

'Was mir das Kind erzählt'<br />

Organisatie Land en Beeld, 2008<br />

Oude Zuiderlingedijk 12,<br />

4147 BP Asperen<br />

+ 31(0)345 632423<br />

Contact:<br />

info@landenbeeld.nl<br />

Informatie:<br />

www.landenbeeld.nl<br />

Open van 11 mei tot en met half oktober:<br />

het weekend van 10.00 -16.00 uur overige dagen op<br />

afspraak Entree 3 euro p.p., kinderen tot 12 jaar gratis.<br />

Bij regenachtig weer op waterdicht schoeisel. Voor<br />

routebeschrijving zie op onze site onder contact.<br />

Galerie ”Stone Dreams”<br />

Broekstraat 50, 6612<br />

AD<br />

Nederasselt,<br />

tel. 024-3239077,<br />

www.stonedreams.nl<br />

Overzicht van beeldtuinen en galeries.<br />

Voor informatie over het adverteren in deze rubriek kunt u contact opnemen met<br />

AM-Creation: tel. 06 344 92 511 - e-mail info@am-creation.nl<br />

PROVINCIE UTRECHT<br />

Galerie / Beeldentuin Belled<br />

Beeldentuin de Tienhof<br />

Langbroekerdijk A72,<br />

Langbroek<br />

tel. 0343-561991<br />

mob. 06-12855479<br />

www.belled.nl<br />

Laan van Niftarlake 97, 3612 BP Tienhoven<br />

Tel. (0346) 281728, Mobiel: 06-47382341<br />

E-mail: info@detienhof.nl<br />

Expositie 10 jaar de Tienhof van 12 mei t/m 6 juli<br />

Open do, vr, zo van 12.00-17.00u<br />

Atelier Hans<br />

Wollenberg v.o.f. Zadelstraat 13<br />

Laimbock Galerie<br />

Postadres:<br />

Buurkerkhof 16<br />

tel. 030-2310491<br />

fax 030- 6975851<br />

info@hanswollenberg.nl,<br />

www.hanswollenberg.nl<br />

Open Zo. 13.00-18.00 uur. Dagelijks na afspraak<br />

Doornseweg 10, 3947 ME Langbroek<br />

T.+31-343 561699, Mob. +31(o)6 50 52 1389<br />

email art@galerielaimbock.com<br />

www.galerielaimbock.com<br />

PROVINCIE NOORD-HOLLAND<br />

Kunst in de polder<br />

Turfspoor 195<br />

2165 AW<br />

Lisserbroek<br />

tel. 0252-422078<br />

info@kunstindepolder.nl<br />

www.kunstindepolder.nl<br />

Galerie le Pignon / Erika Vogelpoel<br />

Noordeinde 32, 1843 JJ Grootschermer<br />

Tel. 0299 - 674723, e-mail: galerie@lepignon.nl<br />

website: www.lepignon.nl<br />

Permanente expositie van mrt. t/m okt.<br />

openingstijden: van wo. t/m za.<br />

13.00 tot 17.00 uur<br />

van mei t/m aug. ook op zondag<br />

Beeldentuin: van 16 juni t/m 29 juli<br />

Najaarsexpositie: van 12 t/m 21 okt.<br />

dagelijks geopend van 11.00 t/m 17.00 uur.<br />

Galerie en Beeldentuin ‘Op de Zeebodem’<br />

Galerie en Beeldentuin ‘Op de Zeebodem’, Schelpenbolweg<br />

5, 1774 NE Slootdorp, 0227-601694.<br />

Jan en Erika Grooteman-Müller<br />

Web: www.galerieopdezeebodem.nl<br />

e-mail: jan.erika@galerieopdezeebodem.nl<br />

Schilderijen, sculpturen, brons, keramiek, hout, metaal.<br />

Openingstijden: 11 mei (1e pinksterdag)<br />

t/m 31 augustus 2008, zaterdag en<br />

zondag van 11.00 – 17.00 uur. Ook na<br />

augustus op afspraak open voor groepen<br />

en schoolklassen.<br />

Route: V.a. Amsterdam/Leeuwarden:<br />

A7, afrit Wieringerwerf, Wieringerwerf<br />

inrijden, weg ca. 3 km vervolgen.<br />

Over viaduct (w.o. A7). Eerste<br />

weg links. Tweede boerderij links.<br />

De titel van het beeld ‘En het volk buigt’.<br />

Beeldenpark ‘Een Zee van Staal’<br />

permanent geopend, gratis toegang, rondleidingen<br />

adres: hoek Bosweg/Reijndersweg Wijk aan Zee<br />

info: www.eenzeevanstaal.nl<br />

Burg.Rothestraat 94, 1949 CG Wijk aan Zee,<br />

Tel. 0251 374643<br />

Titel: Corus: Arie, Piet, Loes, Henk en Ludwig:<br />

Van de Nederlandse kunstenaar Herbert Nouwens


Galerie De Groene Poort<br />

is gevestigd in een monumentale<br />

19e-eeuwse stolpboerderij in<br />

Middenbeemster. Dit jaar te<br />

zien in de beeldentuin: Theo<br />

Niermeyer, Herman Bartelds,<br />

Evert van Fucht, Hugo Hol,<br />

Eytie Tinbergen, Wil van<br />

Blokland, Lettie Tax en Peter van<br />

Borssum Waalkes. Galerie De<br />

Groene Poort, Middenweg 124,<br />

1462 HK Middenbeemster<br />

www.degroenepoort.nl 0299-683976. zaterdag en<br />

zondag 13.00-17.00 uur, juli gesloten. Vrij entree en<br />

parkeren.<br />

foto: Fish, brons, Evert van Fucht<br />

Seizoen in Beeld<br />

Beeldentuin en Galerie<br />

Francesca Zijlstra<br />

PROVINCIE ZUID-HOLLAND<br />

Beeldenpark Drechtoevers<br />

Corr. adres: Polderstraat 141,<br />

2951 AL Alblasserdam<br />

roel.theeuwen@planet.nl<br />

www.beeldenparkdrechtoevers.nl<br />

Open:<br />

van 19/4 tot 15/9 2008<br />

op vr., za. en zo.<br />

van 11.00 tot 17.00 uur<br />

en op afspraak<br />

Langevliet 1<br />

1759 LE Callantsoog<br />

info@seizoeninbeeld.nl<br />

www.seizoeninbeeld.nl<br />

Beeldentuin Ravesteyn Heenvliet<br />

Groepen op afspraak, mob. 06-15266092<br />

www.beeldentuinravesteyn.nl<br />

info@beeldentuinravesteyn.nl<br />

Open: 25, 26, 27 april en 1, 3, 4 mei en 10, 11, 17, 18 mei<br />

2008 van 12.00-17.00 uur.<br />

Arrangementen mogelijk.<br />

Livingstone gallery<br />

PROVINCIE NOORD-BRABANT<br />

BEELDENTUIN Paula Withagen<br />

Anna Paulownastraat<br />

70 A/B<br />

2518 BH Den Haag<br />

070-3609428<br />

www.livingstonegallery.nl<br />

open van woensdag t/m<br />

zaterdag en de laatste<br />

zondag van de maand<br />

van 12.00-17.00 uur<br />

Titambire<br />

Vedelring 184<br />

4876 ET Etten-Leur<br />

tel. 076-5035217<br />

mob. 06-29055541<br />

www.titambire.nl<br />

woe: 13-18 uur,<br />

elk 1e en 3e weekend<br />

van 12 tot 18 uur<br />

en op afspraak<br />

BEELDENTUIN<br />

Paula Withagen,<br />

Daansbergen 48, 4661<br />

Halsteren (Bergen op Zoom)<br />

Inl. Tel.<br />

Schillemans-Withagen<br />

0164-683820<br />

E-mail:<br />

paulawithagen@hotmail.com<br />

Website:<br />

www.paulawithagen.nl<br />

OPEN; Het gehele jaar, door omstandigheden is het<br />

mogelijk, dat wij niet altijd aanwezig zijn, daarom is<br />

een telefoontje vooraf veiliger. Tuin in landelijke omgeving,<br />

ong. 75 Beelden in verschillende steensoorten.<br />

VRIJ ENTREE.<br />

PROVINCIE LIMBURG<br />

Giardino Beeldentuin en Galerie<br />

Rijksweg 31<br />

6325 AA<br />

Berg en Terblijt<br />

Inl. M. Stassen, tel.<br />

+31 6 53276570<br />

E-mail: info@giardinobeeldentuin.nl<br />

Website: www.giardinobeeldentuin.nl<br />

Open: 8 maart t/m 2 november,<br />

iedere vr van 13.00 – 17.00,<br />

za en zo van 11.00 - 17.00 uur en op afspraak.<br />

Vrij entree Bereikbaar: Volg A2 tot 1e stoplicht in Maastricht,<br />

afslag Berg & Terblijt, Giardino is gelegen aan de<br />

doorgaande Rijksweg tussen Maastricht en Valkenburg<br />

Tanja Ritterbex in het Odapark<br />

Onder de titel LOST IN<br />

WONDER start het Odapark<br />

een tentoonstellingsreeks<br />

in 4 delen. Tanja<br />

Ritterbex, bijt het spits af<br />

met de installatie “Welcome<br />

at the Prinsses Party”.<br />

De tentoonstelling van<br />

Tanja Ritterbex loopt t/m 25 mei 2008.<br />

Monique Bastiaans /Spanje, Johan Muyle / Belgie en<br />

Bas de Wit zijn de volgende kunstenaars in de reeks.<br />

Waar: Odapark, Merseloseweg 117,<br />

5800 AA Venray 0478 513690,<br />

info@odapark.nl, www.odapark.nl<br />

Tijd: Openingstijden, dinsdag tot en met zondag van<br />

11.00 tot 17.00 uur, Gesloten: maandag<br />

foto: Zebra fotostudio’s<br />

ook uw<br />

beeldentuin<br />

en/of<br />

galerie<br />

in beelden?<br />

Bel 06 344 925 11<br />

of kijk op<br />

beeldenmagazine.nl


Lucasx Kunst en vormgeving Provincie Utrecht 4 nummers per jaar<br />

lucasx<br />

full colour<br />

tijdschrift over<br />

kunst van de<br />

21e eeuw<br />

Hedendaagse kunst en vormgeving<br />

toegelicht in informatieve en prikkelende<br />

artikelen.<br />

Informatie en achtergronden over kunst<br />

in de openbare ruimte, tentoonstellingen,<br />

vormgeving en architectuur. En een agenda<br />

met exposities, lezingen en manifestaties<br />

in de provincie Utrecht.<br />

Lucasx verschijnt<br />

vier maal per jaar.<br />

Een abonnement<br />

kost € 18,-<br />

<br />

<br />

Kennismaken kan<br />

op de website:<br />

www.lucasx.nl<br />

Lucasx is een<br />

uitgave van<br />

CBK Utrecht<br />

z z z <br />

z <br />

z


Bronsgieterij Kemner<br />

binnenkort ook Ceramic Shell<br />

Naast de traditionele verloren wasmethode en het zandgietwerk, starten we binnenkort met Ceramic Shell.<br />

Speciaal voor de Ceramic Shell methode is een ervaren kracht ons team komen versterken.<br />

Tevens is de nieuwe bedrijfsruimte voor het zandgietwerk in gebruik genomen.<br />

We kunnen nu nog groter gieten, dus minder lasnaden!<br />

Bronsgieterij Kemner<br />

Simon Homburgstraat 23 5431 NN Cuijk<br />

tel. 0485-314148 fax 0485-318863<br />

info@kemner.nl • www.kemner.nl<br />

Een jaar abonnement<br />

voor beelden<br />

kost € 30,- per jaar.<br />

Stuur uw gegevens naar info@spabonneeservice.nl<br />

Kunstgieterij Ton van Schalen<br />

Randweg 9 5711 DJ Someren<br />

tel. 0493-496363 fax 0493-494576


Nieuw BEELDENBoek<br />

BEELDENBoek is een uitgave van Uitgeverij Smit van 1876. BEEL-<br />

DENBoek is een nieuwe serie kunstenaarsboeken, zowel voor<br />

beeldhouwkunst alswel vormgeving en architectuur. Met een eigen<br />

bijdrage kunt u zelf een boek/catalogus van uw eigen werk<br />

of (groeps)tentoonstelling laten maken. Het wordt een boek/<br />

catalogus met een formaat van 22 x 22 cm, 72 pagina’s dik en<br />

in een oplage van 750 exemplaren of meer. Hiervan krijgt u zelf<br />

500 stuks ter verspreiding in uw eigen relatiesfeer en worden<br />

de resterende boeken aan de reguliere boekhandel aangeboden<br />

met een verkoopprijs van €16,50.<br />

Uw boek zal aandacht krijgen in het driemaandelijks verschijnend<br />

tijdschrift BEELDEN alsmede ter verkoop worden aangeboden<br />

op de site. Samen zullen de boekenreeks, de site en het<br />

tijdschrift een versterkend effect in de markt hebben zodat er<br />

voor alle partijen een win-win situatie ontstaat.<br />

Uitgeverij Smit van 1876, Postbus 612, 5900 AP Venlo.<br />

Voor meer informatie:<br />

Henk van Bennekum, 0184-613928, henk@vanbennekum.nl<br />

De eerste uitgave uit de serie is van<br />

jan Asjes van Dijk (1933, Kampen)<br />

ISBN 90-978-6289-000-0 € 15,00<br />

Voor al uw commerciële<br />

uitingen staan wij klaar...<br />

Bel 06 344 92 511


Nieuw BEELDENBoek<br />

BEELDENBoek is een uitgave van Uitgeverij Smit van 1876. BEEL-<br />

DENBoek is een nieuwe serie kunstenaarsboeken, zowel voor<br />

beeldhouwkunst alswel vormgeving en architectuur. Met een eigen<br />

bijdrage kunt u zelf een boek/catalogus van uw eigen werk<br />

of (groeps)tentoonstelling laten maken. Het wordt een boek/<br />

catalogus met een formaat van 22 x 22 cm, 72 pagina’s dik en<br />

in een oplage van 750 exemplaren of meer. Hiervan krijgt u zelf<br />

500 stuks ter verspreiding in uw eigen relatiesfeer en worden<br />

de resterende boeken aan de reguliere boekhandel aangeboden<br />

met een verkoopprijs van €16,50.<br />

Uw boek zal aandacht krijgen in het driemaandelijks verschijnend<br />

tijdschrift BEELDEN alsmede ter verkoop worden aangeboden<br />

op de site. Samen zullen de boekenreeks, de site en het<br />

tijdschrift een versterkend effect in de markt hebben zodat er<br />

voor alle partijen een win-win situatie ontstaat.<br />

Uitgeverij Smit van 1876, Postbus 612, 5900 AP Venlo.<br />

Voor meer informatie:<br />

Henk van Bennekum, 0184-613928, henk@vanbennekum.nl<br />

De eerste uitgave uit de serie is van<br />

jan Asjes van Dijk (1933, Kampen)<br />

ISBN 90-978-6289-000-0 € 15,00<br />

Voor al uw commerciële<br />

uitingen staan wij klaar...<br />

Bel 06 344 92 511

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!