Download - Beeldenmagazine
Download - Beeldenmagazine
Download - Beeldenmagazine
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
BEELDEN 1#2008<br />
Kwartaalblad voor ruimtelijk georiënteerde kunst<br />
Jaargang 11, nr.41
Tentoonstelling<br />
Nieuwe aankopen<br />
Zondag 3 februari<br />
tot en met zondag 1 juni 2008<br />
Generaal Foulkesweg 64 6703 BV Wageningen<br />
Permanente tentoonstelling van<br />
ruim 200 torsen en fragmenten<br />
van hedendaagse beeldhouwers.<br />
Een deel van de collectie is te koop.<br />
De stichting Het Depot ondersteunt<br />
beeldhouwers van torsen en fragmenten,<br />
waarbij de ontplooiingskans<br />
van de kunstenaar centraal staat.<br />
Openingstijden:<br />
donderdag t/m zondag<br />
van 11.00 tot 17.00 uur<br />
“Wereld Arrangement”<br />
Bezoek aan Het Depot en Arboretum,<br />
één overnachting, ontbijt, lunch of diner<br />
in Hotel de Wereld voor 90,00 p.p.<br />
tel.: 0317 460 444, www.hoteldewereld.nl<br />
T 0031 (0)317 424 420 F 0031 (0)317 420 780 beeldengalerij@hetdepot.nl www.hetdepot.nl<br />
Architectuur<br />
Rijksmonument<br />
Beeldhouwkunst<br />
Nieuwe<br />
aankopen van<br />
George Belzer<br />
Novello Finotti<br />
Ellie Hahn<br />
Andreas Hetfeld<br />
Els Kingma<br />
Roberto Rocchi<br />
Giancarlo Franco<br />
Tramontin<br />
Lia van Vugt<br />
Arboretum
eelden online<br />
site<br />
www.beeldenmagazine.nl<br />
voor alle informatie over beelden//<br />
Specialisten met<br />
ruim twintig jaar<br />
ervaring in de<br />
realisatie en<br />
het onderhoud<br />
van kunsttoepassingen<br />
in de<br />
openbare ruimte. Wij<br />
vervaardigen, plaatsen<br />
en verplaatsen beelden,<br />
sculpturen, plastieken,<br />
objecten en ruimtelijke constructies.<br />
Alle kunstvormen,<br />
technieken en materialen<br />
zijn bij ons in goede handen.<br />
Wij werken voor kunstenaars,<br />
overheden en particuliere<br />
opdrachtgevers.<br />
wij spreken de taal • wij kennen de mensen<br />
Segno d’ Arte<br />
Ambachtsweg 5c<br />
2964 LG Groot-Ammers<br />
tel: 0184-688712<br />
mobiel: 06-51848420<br />
fax: 0184-688711<br />
e-mail ton.lommers@segnodarte.nl<br />
Kijk op: www.segnodarte.nl<br />
sculptuur - Pseudopalmata, kunstenaar - Jerome Symons<br />
EXPOSITIES VIRTUEEL<br />
MUSEUM ZUIDAS<br />
VOORJAAR 2008<br />
www.virtueel-museum.nl<br />
Doorlopend<br />
MAHLERPLEIN-DEBUSSYLAAN<br />
Beeldenlijn Zuidas<br />
‘ENERGEIA’<br />
(Zie elders in dit tijdschrift), www.virtueel-musuem.nl<br />
6 april t/m 4 mei PLATFORM 21<br />
Prinses Irenestraat 19-A<br />
1077 WT Amsterdam<br />
‘PERSPECTIVE of DISAPPEARANCE’<br />
Elodie Hiryczuk en Sjoerd van Oevelen (installatie en fotowerk).<br />
www.platform21.com<br />
11 april t/m 22 juni FOAM<br />
Keizersgracht 609<br />
1017 DS Amsterdam<br />
‘VIRTUELE ZOOM ZUIDAS’<br />
Fotografische visie op Zuidas door o.a.: Tudor Bratu, Popel Coumou,<br />
Jan Kempenaers, Gabor Ösz, Betty Ras, Gerco de Ruyter, Jasper Wiedeman,<br />
Vincent Zedelius.<br />
2008<br />
© www.fraipont.nl<br />
www.foam.nl<br />
ontwerp:<br />
ontwerp: www.fraipont.nl © 2008<br />
Bronsgieterij Flassh.<br />
Voor het vervaardigen van Uw<br />
beelden in brons<br />
Van groot tot klein<br />
Gespecialiseerd in: Patineren, sicileren en het<br />
maken van siliconenvormen.<br />
Bronsgieterij Flassh<br />
Eigen Haard 12<br />
8561 EX BALK<br />
Tel; 0514-605868<br />
a.stijlaart@home.nl
Opening:<br />
Saturday May 10<br />
at 16:00 hrs.<br />
Open:<br />
May 11 – 18 2008<br />
daily from 12:00 till<br />
18:00 hrs.<br />
Westergasfabriek<br />
Amsterdam<br />
www.kunstvlaai.nl
Colofon<br />
Beelden wordt uitgegeven door<br />
uitgeverij Smit van 1876 Venlo/<br />
Hengelo en verschijnt vier maal<br />
per jaar<br />
Hoofdredactie<br />
John Blaak<br />
Postbus 42621<br />
3006 DC Rotterdam<br />
010-2122857<br />
redactie@beeldenmagazine.nl<br />
Tekstredactie<br />
Ineke Soeterik<br />
Vormgeving<br />
Gideon Fraipont<br />
Druk<br />
AM-Creation, Venlo<br />
Abonnementen &<br />
Adreswijzigingen<br />
Jaarabonnement E 30,-<br />
Donatieabonnement min. E 35,-<br />
Losse nummers E 7,50<br />
Proefnummers E 2,50<br />
S.P. Abonneeservice<br />
Postbus 105<br />
2400 AC Alphen a/d Rijn<br />
0172-476085 (t)<br />
0172-653307 (f)<br />
info@spabonneeservice.nl<br />
Advertenties<br />
AM-Creation<br />
Postbus 612<br />
5900 AP Venlo<br />
06-34492511<br />
info@am-creation.nl<br />
Personalia<br />
piet augustijn, tentoonstellingsmaker,<br />
freelance journalist<br />
a n n e berk, auteur, recensent<br />
a n s va n berkum, kunsthistoricus<br />
judith va n beukering,<br />
kunsthistoricus, kunstmanager<br />
e t i e n n e b o i l e a u, communicatieadviseur,<br />
freelance journalist<br />
a n n e m i e k va n der b r u g g e n,<br />
kunsthistoricus en freelance auteur<br />
riet va n der l i n d e n, kunsthistoricus<br />
e d w i n va n o n n a, kunsthistoricus,<br />
publicist<br />
r o o s va n put, kunsthistoricus<br />
a n t o n i e den ridder, beeldend<br />
kunstenaar, publicist<br />
b e at r i j s schweitzer, beeldend<br />
kunstenaar, kunsthistoricus<br />
astrid ta n i s, kunstcriticus,<br />
kunsttheoreticus<br />
s ya va n ’t vlie, kunsthistoricus,<br />
publicist<br />
geraart westerink, kunsthistoricus<br />
ISSN 0921-7916<br />
Beelden 2#2008<br />
verschijnt in week 26;<br />
Sluitingsdatum voor<br />
advertenties week 21<br />
Cover: Andy Warhol, Silver Clouds, 1966<br />
Installatie in The Andy Warhol Museum,<br />
Pittsburgh, 1994<br />
© 2007 The Andy Warhol Foundation for<br />
the Visual Arts, Inc. All rights reserved<br />
(Zie ‘Boeken’ , Catalogus Andy Warhol.<br />
(NAi Uitgevers), Stedelijk Museum CS,<br />
Amsterdam)<br />
Redactioneel<br />
Inmiddels zijn wij de elfde jaargang van Beelden ingegaan. Zoals<br />
u hebt kunnen lezen in het vorige nummer is er in de afgelopen<br />
tien jaar heel wat veranderd. Echter er blijft desondanks nog heel<br />
wat te wensen over. Hoewel sommige wensen langzamerhand<br />
ingelost worden. Sinds het begin van dit jaar heeft Beelden een<br />
eigen website: www.beeldenmagazine.nl. Op deze website kunt<br />
u de oude nummers downloaden en de inhoudsopgave van het<br />
nieuwste nummer lezen, samen met een of twee artikelen uit het<br />
desbetreffende nummer. Deze artikelen zijn soms een uitbreiding<br />
van de papieren versie, en soms een extra artikel.<br />
De website is een goede uitbreiding. Hiermee kunnen wij, en dat<br />
wil ik ook aan u vragen, niet-lezers attenderen op het bestaan van<br />
Beelden. Tevens kan er in de oude nummers gedoken worden en kan<br />
er een proefnummer ad € 2,50 aangevraagd worden. De bedoeling<br />
is dat wij door middel van de website o.a. meer abonnees werven<br />
en aan het verbeteren van het magazine kunnen werken.<br />
Age Klink, muurschildering Jaffa, Rotterdam (1978) (zie ‘Boeken’)<br />
Inhoud<br />
Inhoudelijk zult u in het volgende nummer een nieuwe rubriek<br />
tegenkomen. In het volgende nummer willen wij tentoonstellingen<br />
aankondigen die net open zijn of nog open moeten gaan. Beelden<br />
is een kwartaalmagazine, met een ruime deadline. Dit bemoeilijkt<br />
het om de actualiteit te volgen. Dit is iets wat wij wel als een omissie<br />
zagen, maar wat inherent is aan de opzet van het magazine. Deze<br />
opzet, om vanuit een individuele invalshoek kritisch te reflecteren op<br />
tentoonstellingen die door onze auteurs gezien werden, verandert<br />
niet. Deze nieuwe rubriek kunt u als een extra service naar u als<br />
lezer beschouwen. Vaak kreeg ik de reactie ‘Als ik dat eerder had<br />
gelezen, dan had ik die tentoonstelling graag bezocht’. Uiteindelijk<br />
kunnen wij natuurlijk niet alles (voor-)aankondigen. Ik adviseer<br />
u daarom de collega-kunsttijdschriften en in de dagbladen de<br />
cultuurpagina’s in de gaten te houden. Aan tentoonstellingsmakers<br />
wil ik vragen om vroegtijdig de persberichten en uitnodigingen te<br />
mailen naar het (nieuwe) email-adres redactie@beeldenmagazine.nl.<br />
John Blaak<br />
6 Kunstsubsidies, Anne Berk<br />
7 Art Basel Miami Beach, Roos van Put<br />
8 Ten Feet, Vishal, Haarlem, Judith van Beukering<br />
9 Body Strike, galerie Poonberg, Rotterdam, Piet Augustijn<br />
10 Musée Éphémère, Lorient Bretagne, Annemiek van der Bruggen<br />
11 Jeanne van Heeswijk, galerie RAM op de Art Rotterdam, Piet Augustijn<br />
12 Textiel in kunst, Pulchri, Den Haag, Riet van der Linden<br />
13 Lumineus Amersfoort, Beatrijs Schweitzer<br />
14 Thomas Bartels, Amsterdam, Eleonoor van Beusekom<br />
15 Erick de Lyon, Groningen, Geraart Westerink<br />
16 Kunst en Corporaties: Ymere, Ans van Berkum<br />
18 Energeia, Amsterdam, Sya van ’t Vlie<br />
19 Cold Turkey, Catharijneconvent, Utrecht, Antonie den Ridder<br />
20 Schatten van de eerste keizers van China, Drents Museum, Assen, Etienne Boileau<br />
22 David Thorpe, Museum Kurhaus Kleve, Antonie den Ridder<br />
23 Territorial Bodies, Museum Beelden aan Zee, Scheveningen, Roos van Put<br />
24 Anne-Marie van Sprang in de Princessehof, galerie de Witte Voet, Geraart Westerink<br />
25 Dora Dolz, Museum Boijmans van Beuningen, Rotterdam, Etienne Boileau<br />
26 Fiona Hall, (Den Haag Sculptuur 2007), Judith van Beukering<br />
28 Lucasx, Ans van Berkum<br />
31 Boeken, Astrid Tanis
Kunstenaars, in de aanval!<br />
Langzaam maar zeker groeit het verzet<br />
tegen de geplande herverdeling van de<br />
kunstsubsidies. Het kwam naar de oppervlakte<br />
op de site Kunstsubsidiedebat.nl<br />
van Jerome Symons. Ook ik maakte me<br />
zorgen. En omdat ik al twintig jaar over<br />
beeldende kunst schrijf, ging ik op 3 oktober<br />
vorig jaar naar het debat in Amsterdam.<br />
Dat zou leiden tot de oprichting van<br />
het Platform Zonder Kunstenaars Geen<br />
Kunst.<br />
Door Anne Berk<br />
Het is nu al moeilijk om een beurs van het Fonds BKVB te krijgen. Dus<br />
hoezo meer geld naar minder kunstenaars? En waarom moet er meer<br />
geld naar tentoonstellingsruimten? Daar is toch helemaal geen behoefte<br />
aan. Er zijn nu al veel te veel exposities en het geld verdwijnt bij de<br />
bron. Maar helaas, het debat was een aanfluiting. Cijfers en context<br />
ontbraken. En de enige bobo die het fluisterend protest van Jerome<br />
Symons en Maria Verstappen hoorde was Bart de Baere, directeur van<br />
het Muhka, Antwerpen. ‘Geef het geld aan de kunstenaars, de musea<br />
eten hen op’. Dat waren geen lege woorden. Onlangs kondigde het<br />
Muhka aan dat ze exposerende kunstenaars een fatsoenlijk honorarium<br />
gaat betalen. Kom daar hier in Nederland maar eens om. Ik ging bij<br />
de Boekmanstichting op zoek naar cijfers om de zaak in perspectief te<br />
zetten. Hoe is de verdeling tussen kunstenaars en kunstinstellingen? In<br />
hoeverre is de financiële positie van kunstenaars de afgelopen jaren<br />
verslechterd? De cijfers die ik vond, bevestigden wat ik al vermoedde:<br />
dat de subsidies aan kunstenaars sinds de afschaffing van de BKR in<br />
1985 stap voor stap verdwijnen. Zo keerde de WWIK in 2003 nog<br />
€ 40 miljoen uit aan 3.000 kunstenaars, in 2007 is dat nog maar<br />
€ 25 miljoen aan 2.200 kunstenaars! In 2005 werd bepaald dat de<br />
Geldstroom Beeldende Kunst en Vormgeving (BKV), ooit afkomstig van<br />
de BKR, niet meer direct aan kunstenaars mocht worden uitgekeerd. En<br />
daarmee gaat € 16,5 miljoen aan hun neus voorbij.<br />
‘De subsidie wordt niet minder’, had het Fonds BKVB gezegd en<br />
inderdaad, de luttele € 13 miljoen die in 2004 door het Fonds aan<br />
571 kunstenaars werd uitgekeerd, blijft op peil. Maar dat is slechts een<br />
deel van de waarheid. Alle andere geldstromen voor kunstenaars zijn<br />
bijna opgedroogd.<br />
1.400 handtekeningen<br />
Ik schreef een artikel ‘Herverdeling subsidies lijdt tot ernstige aantasting<br />
van het kunstklimaat’, dat ik niet kwijt kon in Kunstbeeld, het Financiële<br />
Dagblad, noch in Volkskrant, Trouw of NRC. Op dat moment werd het<br />
onderwerp ook niet opgepakt door collega’s. Alleen Beelden heeft het<br />
geplaatst (Beelden 4#2007). Dus toog ik met de uitgeprinte cijferlijst<br />
naar het volgende debat in Arnhem, maar er was nauwelijks tijd om de<br />
cijfers voor te lezen. Mijn frustratie was groot. Zo groot dat ik besloot<br />
nu direct contact op te nemen met de fractiespecialisten van de Tweede<br />
Kamer, vlak voor het kunstbegrotingsdebat op 17 december. Zij zijn<br />
immers degenen die beslissen. Tot mijn grote verrassing werd er naar<br />
mij geluisterd. SP-lid Hans van Leeuwen, een ex-kunstenaar, deelde<br />
mijn zorgen en zei dat we in actie moeten blijven omdat er nog meer<br />
staat te verdwijnen. En Femke Halsema citeerde mij op 17 december in<br />
de Tweede Kamer: ‘de kunstenaars zijn er sterk op achteruitgegaan,<br />
dus moeten we de KunstKoopregeling maar behouden’. Dat gaf moed,<br />
maar het betekent ook dat er nog veel te doen is. Inmiddels wordt het<br />
Platform bemand door Jane Boyd, Frode Bolhuis, Jerome Symons,<br />
Abraham Vega, Inger Minnesma (FNV-Kiem) en mijzelf. Ida van der<br />
Lee verspreidde het e-mailbombardement. Minnesma is blij met de<br />
feedback. ‘Alle andere disciplines staan meteen bij de politiek op de<br />
stoep als er wordt bezuinigd, maar beeldend kunstenaars zijn<br />
individualistisch en komen niet voor zichzelf op’. Daar komt nog bij dat<br />
er ook is bezuinigd op de lobbyisten. Zo heeft de Federatie van<br />
Kunstenaarsverenigingen nog maar één man in dienst en zo kan het<br />
gebeuren dat een kunstrecensent moet gaan lobbyen. Inmiddels zijn er<br />
duizenden pamfletten verspreid.<br />
Op www.zonderkunstenaarsgeenkunst.wordpress.com hebben we al<br />
meer dan 1.400 handtekeningen verzameld, die we in maart aan<br />
willen bieden aan minister Plasterk. En de steun in de kunstwereld<br />
groeit gestaag, van Museum Boijmans van Beuningen, de<br />
Rietveldacademie tot en met Janneke Wesseling van de NRC.<br />
Financiële steun onmisbaar<br />
In haar artikel ‘Het is niet de subsidie, stupid’, (8-02-2008, zie<br />
bovenstaande website) trekt Wesseling het profijtbeginsel in twijfel.<br />
'Vernieuwende kunst kan niet zonder subsidie, bij ons niet en elders<br />
ook niet. De lage status en het negatieve imago van de kunst in ons<br />
land komt door het gebrek aan steun voor kunstenaars'.<br />
Financiële ondersteuning is gerechtvaardigd vanwege de bijzondere<br />
positie van de kunstenaar (zie mijn artikel ‘Kunst als vrijplaats’ op de<br />
website), maar het marktdenken regeert. De politiek vindt dat de<br />
kunstenaars zichzelf moet bedruipen, net als de rest van de<br />
maatschappij. Dat is de achterliggende gedachte achter de<br />
bezuinigingen en het is vrijwel onmogelijk dit uitgangspunt te<br />
bestrijden. Het Platform Zonder Kunstenaars Geen Kunst stuurt aan op<br />
een gesprek met de fractiespecialisten. Ik hoop dat we dan althans een<br />
deel van de complexe geldstromen weer kunnen terugbuigen richting<br />
kunstenaar. In ieder geval hebben we de positie van kunstenaars weer<br />
op de agenda gezet. Toch volstaat de slachtofferrol niet. Het is goed om<br />
na te gaan hoe het zover heeft kunnen komen. Wat kan er beter?<br />
Nederlandse kunstenaars doen het goed, maar hun werk is nagenoeg<br />
onzichtbaar. Het is tijd voor een offensief, dat door alle partijen in de<br />
kunstwereld zou moeten worden gedragen. Creëer een volwaardig<br />
podium, zoals de Tate Britain, meer kunst op tv en een site voor films<br />
over kunstenaars. Laten we de Nederlandse beeldende kunst in de<br />
schijnwerpers plaatsen!<br />
6<br />
Arend van Dam,<br />
cartoon subsidiekorting<br />
Steun de actie en teken op<br />
www.zonderkunstenaarsgeenkunst.<br />
wordpress.com
Over Iggy Pop en de<br />
‘Art Basel Miami Beach’<br />
Art Basel Miami Beach,<br />
4 t/m 7 december 2007<br />
www.artbaselmiamibeach.com<br />
Richard Jackson, Big Baby<br />
In de hedendaagse kunstwereld tel je<br />
als galerie pas echt mee als je op de vier<br />
internationale beurzen acte de présence<br />
geeft: op de ‘Frieze’ in Londen, op de<br />
‘Armory’ in New York, op de ‘Art Basel’<br />
en op de ‘Art Basel Miami Beach’. Daar<br />
lopen de grote verzamelaars – hun privéjets<br />
staan in rotten van tien geparkeerd op<br />
het vliegveld - daar worden goede zaken<br />
gedaan. Het zijn ook dé plekken voor galeriehouders<br />
om kunstenaars strategisch<br />
te plaatsen. Contacten voor eventuele<br />
tentoonstellingen in internationale musea<br />
worden op dergelijke beurzen gelegd<br />
want museumdirecteuren en curatoren<br />
van diverse pluimage lopen er tenslotte<br />
ook rond. Op de ‘Art Basel Miami Beach’<br />
werd natuurlijk ruimtelijk werk gepresenteerd.<br />
Betaalbaar, zoals de chocoladeversie<br />
van de beroemde Kabouter Butplug<br />
en werken van 1,5 miljoen Amerikaanse<br />
dollars van de gebroeders Chapman.<br />
Door Roos van Put<br />
7<br />
In Miami Beach is het begin december een groot feest. Niet alleen<br />
omdat iedereen die ook maar iets met hedendaagse kunst heeft er<br />
aanwezig is. Ook omdat de organisatie op de openingsavond een<br />
speciaal evenement organiseert. Dit jaar stond een concert van<br />
niemand minder dan Iggy Pop op het programma. Op het strand.<br />
Vanaf tien uur ’s avonds. Jammer genoeg bracht hij zijn klassieker ‘Lust<br />
for Life’ niet ten gehore maar dat mocht de pret niet drukken.<br />
Kunstenaars en galeriehouders, toevallige passanten en<br />
museumdirecteuren; iedereen stond te swingen in de zomerse<br />
temperaturen van Miami. Even stoom afblazen na de eerste dag van de<br />
beurs. Van die momenten waar het ‘be there or be square’ is, want<br />
tijdens die eerste uren worden de beste werken verkocht.<br />
Naast de beurs zelf zijn er in Miami talloze andere ‘side fairs’. In 2007<br />
waren er ruim twintig. De beste zijn de Nada en de Pulse. Uit<br />
Nederland waren hier onder meer Galerie Martin van Zomeren,<br />
Upstream, Juliette Jongma, Torch en Zinger uit Amsterdam. Daarnaast<br />
loont het de moeite een kijkje te nemen in alles wat geen beurs is, zoals<br />
de containers aan het strand. Daar tonen ‘artist run spaces’<br />
bijvoorbeeld wat zij in huis hebben. De temperaturen zijn er overdag<br />
overigens niet te harden.<br />
Solopresentatie<br />
Op de Nada Art Fair viel de stand van Galerie Martin van Zomeren uit<br />
Amsterdam meteen op. Daar waar andere galeries een selectie van<br />
hun beste kunstenaars toonden, koos Van Zomeren voor een<br />
solopresentatie van de Cubaanse Wilfredo Prieto. ‘El Tiempo es Oro’<br />
luidde de titel. Te zien was een gouden zakhorloge, hangend aan een<br />
kabeltje, van behoorlijk formaat overigens. De wanden van de stand<br />
waren door de galeriehouder zelf nachtelijk blauw geschilderd. Et<br />
voila, een dijk van een installatie. De transportkosten voor deze galerie<br />
zullen uitermate laag zijn geweest – het zakhorloge ging gewoon mee<br />
in de koffer. Prieto is een jonge talentvolle kunstenaar, die met dit<br />
minimalistische werk aantoont dat een ijzersterk statement weinig<br />
toeters en bellen nodig heeft. Gedachten over vergankelijkheid dringen<br />
zich onherroepelijk op. Het is typisch zo’n werk dat zich vastzet op je<br />
netvlies. Was je een groot verzamelaar dan kocht je het meteen.<br />
Binnen de hoeveelheid kunst die je binnen een paar dagen moet<br />
verteren zijn het juist dit soort sobere uitingen die je lang bijblijven.<br />
Kunst die met heel weinig, heel veel zegt en daardoor een onuitwisbare<br />
indruk achterlaat. Toch stuit je zelfs bij dit soort prestigieuze beurzen<br />
ook op kunst waarbij je je afvraagt of de tijd soms stil heeft gestaan,<br />
zoals bij de baby van Richard Jackson. Het formaat trekt de aandacht,<br />
groot groter, grootst, maar de inhoud is ook niet meer dan dat wat je<br />
ziet. What you see is what you get. En dan ben je snel uitgekeken.<br />
Binnen het ruimtelijk werk was daarnaast opvallend op de beurs het<br />
soms vrolijke dan weer olijke, zelfs hilarische karakter van de beelden.<br />
Zoals de sculptuur van Nadav Weissman. Hier is te zien hoe een<br />
mannenkop verbaasd naar een zittend hondje kijkt. Maar ook hier<br />
weer zoek je vergeefs naar een inhoud die je blik doet kantelen, naar<br />
een achterliggende gedachte die op zijn minst verontrust. Verder<br />
struikelde je op de beurs over diverse varianten van Kabouter Butplug.<br />
Hij kwam voor als decoratief patroon op behang, in een zilverkleurtje<br />
op het formaat van een enigszins uit de kluiten gegroeide tuinkabouter<br />
en in chocolade. Nu was die laatstgenoemde nog wel grappig en ook<br />
betaalbaar. Om voor een paar honderd dollar een kunstwerkje van<br />
chocolade te kopen is nog te overwegen. Maar de kans dat je een hap<br />
neemt uit deze verrukkelijk geurende kabouter is echt niet<br />
verwaarloosbaar. En dan is het toch weer zonde om je kunstwerkje op<br />
te eten. Want van kunst wil je toch wat langer genieten.
‘Ten Feet’ in de Vishal<br />
Het is fijn om af en toe werk te zien van<br />
kunstenaars die het avontuur niet nog<br />
min of meer overkomt, maar die door<br />
ervaring weten wat ze moeten doen om<br />
het avontuur ‘oneindig’ te laten duren. In<br />
de Vishal van Haarlem is de tentoonstelling<br />
‘Ten Feet’ met vijf beeldhouwers,<br />
die allen al minstens vijftien jaar exposeren.<br />
Gastconservator Michael Jacklin<br />
maakte met Krijn de Koning, Reinoud<br />
Oudshoorn, Jan van de Pavert en Simcha<br />
Roodenburg een kleine expositie die geconcentreerd<br />
kijken vergt.<br />
Door Judith van Beukering<br />
Met de uitnodigingskaart geeft Michael Jacklin aan wat hij als leidraad<br />
voor zijn expositie heeft gekozen: “Ten Feet staat eerder voor het<br />
abstracte 10 x 30,4 cm dan voor vijf paar figuratieve voeten. Abstracte<br />
beelden kunnen een gesublimeerde werkelijkheid zijn, maar ook<br />
escapisme, weg van de actualiteit. Maar vóór alle praat of uitleg is er<br />
het kijken en/of zien.” Op de voorzijde van de kaart is de Modulor van<br />
Le Corbusier afgebeeld; een maatsysteem dat deze architect<br />
ontwikkelde op basis van het menselijk lichaam en de wiskunde. Wat<br />
hij geloofde was dat deze maten, direct gerelateerd aan het menselijk<br />
lichaam, architecten zou helpen om gebouwen aan de behoefte van de<br />
mens aan te passen.<br />
De verwantschap waar Jacklin naar verwijst is dus: abstracte kunst, die<br />
op voorhand (zonder tekst) visueel interessant is, waarbij de wiskunde<br />
(maatsystemen, modules), de menselijke maat en de beleving van<br />
architectuur een rol spelen. Hoe zien we deze verschillende<br />
eigenschappen terug in de tentoongestelde werken?<br />
Orde, chaos en ruimte<br />
Michael Jacklin exposeert een aantal beelden van ijzer. Hij heeft deze<br />
geplaatst aan het eind en in het midden van de langwerpige<br />
tentoonstellingsruimte, waardoor je blik er als vanzelf naar wordt<br />
toegetrokken. Het is duidelijk dat Jacklin de andere kunstenaars om<br />
zich heen heeft verzameld. O’s and Zero’s (nr 3) bestaat uit twee<br />
gelaste beelden van bandijzer met daarin cirkels in verschillende<br />
formaten. De banden grijpen verticaal in elkaar tot een stapeling. Een<br />
beeld ‘ligt’; van een afstand zie je een wirwar van cirkels waar je toch<br />
een patroon in vermoedt. Het andere beeld ‘staat’; het aanzicht is<br />
gesloten; het doet denken aan een stapel filmbanden. Jacklin speelt met<br />
orde en wanorde.<br />
“Een beeld moet meer opleveren dan het inneemt” stelt Reinoud<br />
Oudshoorn. In een tijd waarin onze leefruimte steeds kleiner wordt,<br />
vindt hij het belangrijk om nieuwe vormen te vinden die ruimte<br />
opleveren. In zijn wandobject, zt 2005, lijkt die ruimte zelfs onmetelijk.<br />
Door twee elipsen van ijzer en in het midden matglas, kijk je naar twee<br />
donkere ronde vormen. Dit zijn platen die achter het beeld zijn<br />
gemonteerd. Door het matglas zijn ze vaag en diffuus en het lijkt of je<br />
naar twee mysterieuze planeten kijkt in een oneindig universum. Een<br />
prachtig beeld waar ik stil van werd.<br />
Modellen, lego en ruw hout<br />
Jan van de Pavert heeft drie beelden samengevoegd tot een nieuw<br />
geheel. Segment uit bibliotheek (1989) is gemaakt van multiplex en<br />
bladzilver op snee. Het is een constructie van verticale en horizontale<br />
planken, die een bouwsteen zijn van een oneindige bibliotheek.<br />
Daarnaast zijn er twee Modellen (2006/2007); halve bollen, de een<br />
glad en de ander gelobd, van gips met goud op snee. Van de Pavert<br />
gebruikt dit soort modellen ook in zijn videotapes; daarin worden de<br />
beelden ruimtelijke vormen waar je in kunt dwalen; een soort<br />
architecturen. Aart van der Kuijl, artistiek coördinator van de Vishal,<br />
die Jacklin als gastcurator uitnodigde naar aanleiding van de Biënnale<br />
van Noord-Holland in 2006, vertelt mij dat hij graag deze videotapes<br />
had gezien naast dit werk. Ik denk ook dat dit een spannende<br />
toevoeging was geweest, maar begrijp ook heel goed dat Jacklin alleen<br />
voor sculptuur koos; het is juist zo verademend om je te concentreren<br />
op een paar goede sculpturen zonder afgeleid te worden.<br />
Ook het werk van Krijn de Koning gaat over de beleving van<br />
architectuur. Hij presenteert een ‘doe het zelf’ beeld: Mutiple 3 (yellow)<br />
prototype 2007. Voor een versie van dit werk, dat bestaat uit losse<br />
architectonische bouwstenen in geel kunststof, die als lego op ontelbare<br />
manieren gecombineerd kunnen worden, ontving hij in 2007 de<br />
Sikkensprijs. (De Koning doet veel met kleur en ruimte en hanteert<br />
daarbij een nogal heftig kleurenpalet.) Op het moment dat ik de<br />
Mutiple bekeek, stond deze er ongemakkelijk bij. CKV-leerlingen<br />
hadden het beeld verplaatst helemaal tot aan het uiteinde van de tafel<br />
en een element wat pesterig schuin gezet.<br />
Simcha Roodenburg heeft in de Vishal drie houten beelden<br />
opgebouwd, die ruw zijn en niet recht. Ik kan niet goed vat krijgen op<br />
wat deze constructies zijn, maar werd wel geraakt doordat ze op een<br />
eigen wijze tegelijk grof en gevoelig ogen.<br />
Mijn ervaring tijdens deze tentoonstelling was dat geconcentreerd<br />
kijken werd beloond met het gevoel even uit de tijd te zijn gestapt,<br />
zoals elke indrukwekkende voorstelling of tentoonstelling je dat kan<br />
laten beleven.<br />
8<br />
Krijn de Koning, Multiple Nr.3, 2007<br />
TEN FEET<br />
Ten Feet, uitnodigingskaart<br />
Ten Feet, Vishal, Haarlem,<br />
9/2 t/m 16/3 2008,<br />
www.devishal.nl
‘Body Strike’: aaibaar, glimmend,<br />
luguber en indringend<br />
Lie van der Werff, Babydier, 1998,<br />
foto Piet Augustijn<br />
Body Strike.<br />
Galerie Poonberg, Rotterdam,<br />
10 februari t/m 9 maart 2008<br />
www.galeriepoonberg.nl<br />
Rein Vollenga, Zonder titel, 2007,<br />
foto Piet Augustijn<br />
Lichamelijkheid staat in deze tentoonstelling<br />
voorop. Het tastbare laat zich niet<br />
wegkijken, Confronterend en grimmig<br />
soms, maar ook verleidelijk en vertederend.<br />
Het lichaam als sleutel van de geest,<br />
de zintuigen nemen de kortste weg.<br />
Door Piet Augustijn<br />
In de tentoonstelling Body Strike bij de Rotterdamse galerie Poonberg<br />
stond lichamelijkheid centraal. Confronterend en schokkend in het werk<br />
van Koen de Vries, de aluminium kop van een vrouwelijke<br />
zelfmoordenaar die zich opblies. Vertederend in het marmeren<br />
babydiertje van Lie van der Werff dat vol vertrouwen de wereld<br />
tegemoet lacht. Aaibaar, glimmend, verleidelijk, fascinerend, luguber<br />
en indringend. Alles kwam bij elkaar in deze tentoonstelling waarin<br />
kunstenaars van de galerie onder het thema lichamelijkheid bij elkaar<br />
zijn gebracht.<br />
Lia van der Werff (1962) bouwt al tien jaar aan een eigen wereld van<br />
wonderlijke, emotionerende beelden. Kwetsbaarheid en melancholie,<br />
sensualiteit en erotiek dienen zich in verschillende gedaanten aan.<br />
Mens, dier en ding zijn in haar beelden inwisselbaar, terwijl innerlijke<br />
en uiterlijke schoonheid met elkaar vechten. Het marmeren Babydier<br />
(1997) lijkt van een afstand een op z’n rug liggende baby die met<br />
armen en benen omhoog ligt te kraaien van plezier. Dichterbij blijkt het<br />
hoofd geen mensenhoofd, maar de kop van een dier (schaap, geit?).<br />
Ook het gehurkte Babydier (1998) van keramiek en textiel heeft die<br />
contradictie in zich. Van achteren een klein mensfiguur, van voren een<br />
onbestemde figuur met een grote koeienkop en de voorpoten (armen?)<br />
gehuld in een sexy topje met lange mouwen. Van der Werff weet de<br />
kijker perfect op het verkeerde been te zetten met beelden die eerst<br />
vertederen, maar bij nadere beschouwing afschuw oproepen. Hoewel<br />
de liggende baby voldoende aanleiding geeft om die vergissing met<br />
een glimlach te accepteren.<br />
Het werk van Rein Vollenga (1979), pas vorig jaar afgestudeerd aan<br />
de Academie voor Kunst en Vormgeving in Den Bosch en nieuw in<br />
Galerie Poonberg, komt voort uit fascinaties voor maatschappelijke<br />
9<br />
onderwerpen als vervreemding en discommunicatie, bureaucratie en<br />
individualisatie. Dit alles uit zich in beelden, videowerken en<br />
performances en in vormen die voortkomen uit de wereld van de<br />
beeldende kunst, mode, theater, muziek en popcultuur. De sculpturen<br />
maken een fabrieksmatig vervaardigde indruk, maar zijn heel secuur<br />
met de hand vormgegeven. Ze lijken gemaakt van keramiek of<br />
kunststof, maar zijn gemodelleerd uit een bewerkbare houtemulsie,<br />
gepolijst en behandeld met een verf- en laklaag die ze een rijke<br />
uitstraling geeft. De beelden zijn opgebouwd uit alledaagse<br />
gebruiksvoorwerpen als plastic bekers, tupperware schaaltjes en<br />
barbiepoppen in combinatie met afvalproducten uit de bio-industrie als<br />
gevriesdroogde varkensneuzen en -oren. De resultaten zien er uit als<br />
nieuwe, glanzende en luxueuze producten waarin delen van menselijke<br />
of dierlijke lichamen te herkennen zijn. De objecten, altijd Zonder Titel,<br />
glanzend zwart, wit of rood, roepen associaties op met onschuldig<br />
kinderspeelgoed tot anatomisch en medisch onderzoeksmateriaal, maar<br />
ook met sextoys en sciencefiction films. Een mat witte, half zittende<br />
baby met een varkensneus en de benen ver uit elkaar, een glimmende<br />
halve tors met twee borsten en vreemde uitsteeksels, een glanzend rode<br />
penisvorm en een menselijk hoofd met grote uithollingen in de hals. De<br />
wereld van Rein Vollenga zit vol met lichamelijkheid, maar niet van de<br />
aaibare soort zoals we die vaak wensen. Hij laat vooral de<br />
gekunsteldheid van het leven zien door te focussen op het onvolmaakte.<br />
In zijn videowerken, waarvan er twee te zien zijn, worden vrouwelijke<br />
aspecten als borsten en hals met siliconen opgeblazen en<br />
gecombineerd met surrealistische hoofden waaruit houten balken en<br />
rode bolletjes lijken te ontspringen.<br />
Rauw en ruig<br />
De beelden van Koen de Vries (1966) zijn rauw, ruig en fel. Net als<br />
beroemde voorgangers in de beeldhouwkunst Medardo Rosso en<br />
Auguste Rodin is hij structureel op zoek naar nieuwe vormen van<br />
portretkunst. In de serie Blindfolded (2007), grote zwarte bronzen,<br />
worden stukken afgietsels over elkaar heen geplaatst, onderdelen<br />
gekanteld of met geweld in een reeds bestaand onderdeel gedrukt. De<br />
Vries ontleent zijn onderwerpen aan de actualiteit, veelal<br />
oorlogssituaties, waarbij vragen over politiek, daders en slachtoffers<br />
worden opgeroepen. Gezichtsuitdrukkingen en lichaamstaal spelen een<br />
belangrijke rol in al zijn beelden. De vijf beelden uit Blindfolded gaan<br />
over geblinddoekte slachtoffers, om het even uit welke oorlog of<br />
gevangenis dan ook. Het zijn universele uitdrukkingen van<br />
machteloosheid, pijn en vernedering bij het geblinddoekt ondergaan<br />
van martelingen. Het beeld The female suicide bomber’s head (2003) is<br />
nog explicieter. Het is het zwaar gewonde hoofd van een vrouwelijke<br />
zelfmoordenaar die zich ‘voor de goede zaak’ heeft opgeblazen.<br />
Indringend en luguber.
‘Musée Éphémère’<br />
In de tot laboratorium omgebouwde<br />
keuken vermaakt een jongeman kinderen<br />
met eieren die na een azijnbad meer<br />
weg hebben van stuiterballen, hij laat<br />
paperclips drijven op water en af en toe<br />
brengt hij door een uitgekiende samenstelling<br />
van eenvoudige huis, tuin en<br />
keukenmiddelen een ontploffing teweeg.<br />
Een verdieping hoger herbergt een badkamer<br />
een van de laatste met uitsterven<br />
bedreigde zeemeerminnen. Een appartement<br />
verder tracht ik mijn muurkast te<br />
beschermen tegen teveel bezoekers. De<br />
grot die ik erin heb vervaardigd blijkt een<br />
magische aantrekkingskracht op onstuimige<br />
kinderen te hebben. Hoe solide het<br />
ook oogt, hij is gemaakt van gips dat bij<br />
de minste aanraking breekt. We zijn in<br />
Lorient, Bretagne, waar ‘Musée<br />
Éphémère’ draait op volle toeren.<br />
Door Annemiek van der Bruggen<br />
Idées Détournées<br />
‘Museum Eendagsvlieg’, de Hollandse benaming voor Musée Éphémère<br />
is een initiatief van stichting Idées Détournées die enkele jaren geleden<br />
werd opgericht door Nadine Thouvenin. De stichting heeft tot doel<br />
mensen met elkaar in contact te brengen en organiseert daartoe<br />
projecten die een creatieve inslag hebben. Het museum kwam vorig<br />
jaar begin oktober van de grond en bevindt zich in een flatgebouw in<br />
de wijk Kervénanec. April 2008 zal de toren met museum en al<br />
gesloopt worden. Tot die tijd zijn negen appartementen met in totaal 49<br />
kamers ter beschikking gesteld. Even zoveel enthousiastelingen hebben<br />
in die kamers een kunstwerk vervaardigd. Onder die enthousiastelingen<br />
zijn zonder twijfel alle bevolkingsgroepen van Lorient<br />
vertegenwoordigd; een slaapkamer is ingericht door gehandicapten,<br />
een badkamer door asielzoekers, er doen gepensioneerden mee,<br />
huisvrouwen en kinderen en er zijn een aantal ‘echte’ kunstenaars. Het<br />
enige criterium voor deelname was woonachtig te zijn in Lorient. Ik had<br />
geen maand later aan moeten komen om me eveneens in te kunnen<br />
schrijven voor een ruimte. Om in te burgeren, Frans te leren, en om te<br />
zien hoe men in Frankrijk reageert op een dergelijk project dat<br />
overeenkomsten vertoont met de Hollandse projectkunst.<br />
Sociaal project of kunstproject<br />
Hoewel het project, gesponsord door onder andere de gemeente, het<br />
departement en het Franse ministerie van Sociale Zaken in de eerste<br />
plaats gezien wordt als sociaal project zijn er genoeg overeenkomsten<br />
met projectkunst in Nederland. Men wordt aan het denken gezet over<br />
de veranderingen in Kervénanec, een soort Bijlmer van Lorient waar in<br />
totaal vier torens tegen de vlakte zullen gaan. Daarnaast vormen<br />
tijdelijkheid en participatie sleutelwoorden. Maar het belangrijkste is<br />
dat kunst wordt ingezet als sociaal bindmiddel. Niet door een<br />
kunstenaar een oplossing te laten bedenken maar door de mensen zelf<br />
alle vrijheid te geven zich creatief te uiten. Zo is de deelname voor<br />
Marguerite le Bellec therapeutisch geweest. Na 35 jaar met plezier in<br />
Kervénanec gewoond te hebben werd ze door de op handen zijnde<br />
sloop gedwongen te verhuizen. Ze heeft met witte letters op een felroze<br />
achtergrond haar gal gespuwd in de haar beschikbaar gestelde ruimte.<br />
De huiskamer ernaast is door kinderkledingatelier Chat et Rat<br />
omgetoverd tot een sprookjeswereld door met kleurige stoffen<br />
levensgrote dierfiguren op de met zwarte stof beklede muren te naaien.<br />
De bomen hebben er lichtgevende bloemen en er klinken<br />
oerwoudgeluiden. Of neem het met humor gemaakte Toilet voor de<br />
kerstman van de pubers Adeline Muy en Srey-Leak Vorn. Een wereld<br />
van verschil met het abstracte werk dat zich in de ruimte ernaast<br />
bevindt. Daar staan diverse met koffie gevulde kopjes op de grond. Uit<br />
elk kopje kruipt een, langzaam bruin wordende, strook witte katoen<br />
omhoog naar een wit laken dat de gehele huiskamer omspant.<br />
“In iedereen schuilt een kunstenaar” aldus Thouvenin, die zich met het<br />
project ook afzet tegen het elitaire en intellectuele karakter van de<br />
gevestigde kunstwereld. In Musée Éphémère staan amateurs naast<br />
professionele kunstenaars. Beide blijven overeind, dat is de kracht van<br />
het museum.<br />
Aantrekkingskracht<br />
De diversiteit zorgt niet alleen voor een spannend eindresultaat, maar<br />
ook voor een goede samenwerking. Tijdens de bouw van de<br />
kunstwerken werden onderling tips en materialen uitgewisseld en met<br />
interesse elkaars vooruitgang gevolgd. De week voor de opening op 1<br />
december vormde het hoogtepunt, op beide verdiepingen heerste een<br />
opgewonden sfeer en bedrijvigheid. Die werd nog verhoogd door de<br />
komst van TV5. De nationale TV zender die, na een reeks reportages<br />
van de regionale zenders, eveneens interesse toonde. En het museum<br />
blijft aantrekken. De kunstenaars zelf komen nog regelmatig langs in<br />
het museum om elkaar te spreken en de sfeer te proeven. In de eerste<br />
drie weken zijn er maar liefst 1.000 bezoekers geteld, het aantal<br />
kranten en tijdschriftartikelen blijft stijgen, en allerhande artiesten<br />
komen optreden in het museum. Thouvenin krijgt wekelijks<br />
aanbiedingen van clowns, Malinese zangeressen of bespelers van de<br />
Keltische harp. Niet voor niets wordt in omringende steden driftig<br />
gezocht naar mensen die een soortgelijk project op kunnen zetten, tot<br />
die tijd moeten de inwoners zich behelpen met georganiseerde<br />
busreizen naar Lorient. ’Museum Eendagsvlieg’, misschien ook iets voor<br />
Nederland?<br />
10<br />
Kinderkledingatelier<br />
'Ente chat et rat',<br />
foto Annemiek van Bruggen<br />
Severine Ledercq,<br />
foto Annemiek van Bruggen<br />
www.ideesdetournees.org
Jeanne van Heeswijk en<br />
‘Het Dwaallicht’ van Nieuw Crooswijk<br />
Jeanne van Heeswijk, De ridder van het<br />
geheugen. Presentatie van film, fotografie,<br />
verhalen en kostuums van het<br />
Dwaallicht project op de<br />
Art Rotterdam 2008 bij galerie RAM,<br />
foto Fred Kies<br />
www.ram-art.nl<br />
www.jeanneworks.net<br />
www.dwaallicht.nl<br />
Men verkoopt de vernieuwing met een<br />
vleugje nostalgie. Een paar oude foto’s<br />
suggereren dat het verleden niet gesloopt<br />
is, maar vertel mij dan waar het is. Waar<br />
vind ik mijn stoep terug? Waar is mijn<br />
boom? Waar is mijn oever van de Rotte?<br />
Waar is mijn huis? Waar liggen mijn<br />
verhalen begraven? U neemt het weg, u<br />
sloopt, u vernietigt. Mijn Nieuw Crooswijk<br />
is niet meer…. verkoop mij dan ook<br />
geen knollen voor citroenen. Jeanne van<br />
Heeswijk presenteerde op de Art Rotterdam<br />
in de stand van galerie RAM het<br />
project ‘Het Dwaallicht’.<br />
Door Piet Augustijn<br />
De Rotterdamse wijk Nieuw Crooswijk wordt binnen nu en tien jaar<br />
voor meer dan negentig procent gesloopt en weer herbouwd. Hierbij<br />
zal naar verwachting negentig procent van de huidige bewoners<br />
verhuizen om niet meer in de wijk terug te keren. Met het project Het<br />
Dwaallicht ging Jeanne van Heeswijk met een team van mensen, in<br />
samenwerking met huidige en toekomstige bewoners, op zoek naar de<br />
banden, verbindingen en relaties binnen de wijk. Een jaar lang<br />
(2004-2005) doolde Het Dwaallicht rond op zoek naar energie. Doel<br />
was het in kaart brengen en voor de toekomst vastleggen van de<br />
culturele geschiedenis van Nieuw Crooswijk en haar bewoners.<br />
11<br />
Op basis van verhalen van bewoners en gebeurtenissen uit heden en<br />
verleden schreef Dick van den Heuvel maandelijks op de website een<br />
hoofdstuk over de mysterieuze zoektocht van Het Dwaallicht. Met deze<br />
verhalen werd een nieuwe geschiedenis van Nieuw Crooswijk<br />
geschreven en haar energie in kaart gebracht. Parallel aan de verhalen<br />
vond een keer in de maand een evenement plaats. Inhoud, vorm en<br />
plaats verschilde per keer, maar wat de evenementen gemeen hadden<br />
was dat ze gingen over en plaatsvonden in Nieuw Crooswijk. Zo<br />
componeerde Paul de Jong een muziekstuk dat hij op verschillende<br />
locaties uitvoerde, was er een autorondleiding over de begraafplaats,<br />
organiseerden jongeren een muziek- en theaterperformance en<br />
kwamen onbekenden van elkaar gedurende een maaltijd samen aan<br />
tafel te zitten. Het eerste deel van het project werd afgesloten met de<br />
publicatie van Het Dwaallicht van Nieuw Crooswijk (Veenman<br />
Publishers, 2007), een roman van Dick van den Heuvel, die vorig jaar<br />
verscheen. Op de website www.dwaallicht.nl konden bewoners en<br />
andere geïnteresseerden de zoektocht van Het Dwaallicht volgen. Ook<br />
vonden bezoekers van de site er aankondigingen van evenementen en<br />
konden er speciaal ontwikkelde spelletjes gespeeld worden. Op een<br />
plattegrond werden alle plaatsen getoond waar Het Dwaallicht<br />
verscheen en waar verhalen van bewoners plaatsvonden.<br />
“Dwaallicht. Ik draag een helm en spreek een toespraak. Want ik ben<br />
een vrouw en ik heb een boodschap. De afgelopen maanden heb ik u<br />
gevolgd. U streek af en toe neer op een plek om er een stukje verhaal<br />
te halen, of liever om te kijken naar het verhaal van Nieuw Crooswijk.<br />
U was onwetend. U wist niet wie u was en waarom u gestorven was. U<br />
kende Nieuw Crooswijk niet of niet meer en u wilde weten wat er nu<br />
precies was gebeurd in uw eigen verleden en dat van de buurt…….”<br />
Het Dwaallicht fungeerde als een soort afreageerfiguur, iemand tegen<br />
wie men kon praten, aan wie men geheimen of frustraties<br />
toevertrouwde, tegen wie men vertrouwelijk, boos of verontwaardigd<br />
kon zijn. Alle problemen die bij zo’n grootscheepse sloop en<br />
vernieuwing aan de oppervlakte komen werden min of meer getackeld<br />
door Het Dwaallicht. Want natuurlijk blijven de bewoners liever wonen<br />
waar ze wonen, natuurlijk wordt die vernieuwing doorgevoerd en<br />
uiteraard worden er problemen onder de mat geveegd. Jeanne van<br />
Heeswijk heeft dat allemaal voorzien. De vraag is alleen wat er met al<br />
die kennis gedaan wordt.<br />
Projecten<br />
De projecten van Jeanne van Heeswijk (1965) kenmerken zich door<br />
sociale betrokkenheid. Het doel is het scheppen van nieuwe publieke<br />
(ontmoetings-)ruimtes of het daartoe vervormen van bestaande ruimtes.<br />
Meestal werkt ze daarbij intensief samen met beeldende kunstenaars,<br />
vormgevers, architecten, software ontwikkelaars, overheden en<br />
buurtbewoners. Enkele projecten van de laatste jaren zijn De Strip, een<br />
serie ontmoetingen op weg naar Westwijk 2005 in Vlaardingen<br />
(2002-2003), Face your world in het Wexner Center in Columbus,<br />
Ohio in de Verenigde Staten (2002), Langs de Lijn van De Toekomst<br />
(2003) in Gorinchem, een onderzoek naar de plaats van ‘het spel’<br />
binnen verschillende (sub)culturen in de Gilden- en Vroedschapswijk in<br />
de stad en In the Field of Players (2004) voor TENT. Rotterdam, waarin<br />
het publiek werd uitgenodigd na te denken over de notie van Power<br />
Play. In 2003 was Van Heeswijk een van de Nederlandse deelnemers<br />
aan de Biënnale van Venetië waar bezoekers het spel landjepik konden<br />
spelen. Een bijdrage die voortkwam uit het Gorcumse project en waar<br />
nagedacht moest worden over het genereren van ruimte en de strijd<br />
tussen culturen onderling. Momenteel loopt het project Het Blauwe Huis<br />
in de Amsterdamse wijk IJburg. Een nieuwe wijk zonder verhalen,<br />
geschiedenis, een kloppend hart of stedelijkheid. Het Blauwe Huis staat<br />
middenin woonblok 35 en wordt voor een periode van vier jaar als<br />
huis voor de kunst gebruikt. In deze periode zullen er verschillende<br />
kunstenaars, architecten, schrijvers en wetenschappers gaan wonen die<br />
de opdracht krijgen een verbinding te maken tussen de wereld, hun<br />
wereld en de omgeving van het huis.
‘Textiel in kunst’.<br />
Geen vlees en geen vis<br />
www,pulchri.nl<br />
Anne van de Pals, Hangend<br />
Begin dit jaar waren vrijwel gelijktijdig<br />
twee tentoonstellingen te zien rond de<br />
toepassing van textiel in kunst: ‘Traag’<br />
bij Arti in Amsterdam en ‘Soft Ware’ bij<br />
Pulchri in Den Haag. Wat opviel was dat<br />
beide tentoonstellingen waren geïnitieerd<br />
en samengesteld door vrouwelijke kunstenaars<br />
en dat vrouwelijke exposanten<br />
verreweg in de meerderheid waren. Bij<br />
‘Traag’ was de man-vrouwverhouding<br />
2 op 14, bij ‘Soft Ware’ 6 op 19.<br />
Door Riet van der Linden<br />
Pluriformiteit in de kunst is al decennialang eerder regel dan<br />
uitzondering. Vrijheid, blijheid is het adagium. Het traditionele<br />
onderscheid tussen kunstnijverheid, vormgeving en autonome kunst,<br />
behoren tot het verleden. Niet gehinderd door gebrek aan kennis en/of<br />
vaardigheden staat het een ieder vrij zich te bedienen van elk materiaal<br />
of medium, om haar of zijn ideeën vorm te geven.<br />
Met bovenstaand beeld voor ogen, lijkt een tentoonstelling over de<br />
toepassing van textiel in kunst een gedateerd concept. Alsof er toch nog<br />
een strijd te voeren valt tegen (seksistische) vooroordelen. Dat beeld<br />
wordt bevestigd door Tilleke Schwarz, initiatiefneemster en (samen met<br />
Maria Smits) gastcurator van Soft Ware bij Pulchri. In haar oproep aan<br />
kunstenaarsleden: “Een van de laatste ‘taboes”, schrijft zij, “is het<br />
gebruiken van flexibele materialen (onder andere textiel) en van textiele<br />
technieken, zoals naaien, borduren, haken en breien in de beeldende<br />
kunst.” (Pulchri 3, 2006). Hoe valt dat te rijmen met de hedendaagse<br />
praktijk waarin de voorbeelden van internationale kunstenaars m/v die<br />
(incidenteel) textiele materialen toepassen, voor het oprapen liggen.<br />
Kunstenaars als Woody van Amen, Ferdi, Lam de Wolf, Berend Strik,<br />
Karin van Dam, Antonietta Peeters, Berend Strik, Karin Arink, Lidy<br />
Jacobs, Roy Villevoye, Tracey Emin, Lucy Orta, Fransje Killaars,<br />
enzovoort?<br />
12<br />
Cataloguskrant<br />
In de begeleidende cataloguskrant die bij Soft Ware werd<br />
gepubliceerd, koos Schwarz overigens een positievere invalshoek. Nu<br />
schrijft zij dat ‘de meewarige blik’ waarmee borduren en breien werd<br />
bekeken is veranderd sinds een aantal toonaangevende kunstenaars dit<br />
medium heeft ontdekt.’<br />
Wat is hier aan de hand? Tilleke Schwarz is in de woorden van<br />
kunstenaar Anne van de Pals: ‘een echte textielvrouw en kadert haar<br />
werk driftig af in haar stijve presentatie maar er vertoont zich wel een<br />
bepaalde gekkigheid in haar verbeelding.” Die karakterisering van<br />
‘echte textielvrouw’ is inderdaad precies waar Schwarz onderuit<br />
probeert te komen. Met haar graffiti-achtige, zeer arbeidsintensieve<br />
geborduurde schilderijen, geniet zij internationale faam. Maar<br />
uitsluitend binnen de scène van textielkunstenaars, waar traditiegetrouw<br />
de focus sterker op vorm is gericht dan op inhoud. Met Soft Ware legt<br />
zij haar frustratie hierover bloot en creëert zij in haar dubbelrol van<br />
curator/exposant tevens een breder podium voor zichzelf. Kennelijk is<br />
de associatie met textielkunst nog altijd een gevaar voor de reputatie<br />
van een kunstenaar. Van de Pals (die zowel in Traag als in Soft Ware<br />
exposeert) zegt beducht te zijn om in ‘de textielhoek’ terecht te komen.<br />
Arno van Roosmalen, directeur van Stroom in Den Haag die Soft Ware<br />
mee hielp te financieren, zegt erover: “Ik denk werkelijk dat met Soft<br />
Ware het fenomeen textielkunst naar de achtergrond is verschoven”.<br />
Maar nogmaals, waarom de aandacht vestigen op textiel als materiaal<br />
en daaraan verbonden handwerktechnieken, als daarmee alleen maar<br />
oude koeien uit de sloot worden gehaald. Wat levert het op?<br />
Selectie<br />
Voor Soft Ware werden 24 kunstenaars geselecteerd (voor de helft<br />
leden van Pulchri inclusief Schwartz en Smits). Ik kan mij niet aan de<br />
indruk onttrekken dat een aantal kunstenaars er met de haren is<br />
bijgesleept. De schilder Vittorio Roerade bijvoorbeeld mengt draden<br />
door zijn verf wat blijkbaar al voldoende aanleiding was om hem uit te<br />
nodigen. Op die manier kun je elke schilder selecteren die werkt met<br />
verf op doek. Datzelfde geldt voor de fotoprint op bedrukt textiel van<br />
Wilma Kuil of voor de ruimtelijke sculptuur van Maria Smits, waarin<br />
naast hout, rubber en schuimplastic ook grove jute is gebruikt. Anders<br />
is het met de sculpturen van Anne van de Pals zogenaamde<br />
‘verlijvingen’ die zijn gemaakt uit oude wollen dekens. Hier is het<br />
gekozen (textiele) materiaal essentieel voor wat zij te zeggen heeft. De<br />
inmiddels overbekende wandinstallatie van Marian Bijlenga hoort ook<br />
bij de meer geslaagde kunstwerken op deze tentoonstelling, alhoewel<br />
het hier meer gaat om flexibele materialen (viscose, paardenhaar) dan<br />
om textiel. Veel bijval van het publiek kreeg Saskia van Dijk met haar<br />
niet van echt te onderscheiden gebreide insecten, die getuigden van<br />
een degelijk vakmanschap maar weinig aan de verbeelding overlieten.<br />
Ook was de inrichting niet altijd effectief, het poëtische werk van<br />
Regula Maria Müller, een soort kroonluchter van vilt, glas en<br />
koperdraad, viel weg tegen de wand met een serie hangende,<br />
gehaakte poppetjes van Marita Kratz. De kleine poppetjes waren heel<br />
aandoenlijk en gingen voor een bescheiden prijs, grif van de hand.<br />
Maar er was meer nodig om deze kunstenaar uit de verf te laten<br />
komen. En dat gold niet voor haar alleen.<br />
Van Roosmalen ziet al uit naar een volgende editie van Soft Ware<br />
waarin nog uitgesprokener te werk zal worden gegaan. Het lijkt mij<br />
een goed idee om die tentoonstelling dan plaats te laten vinden in<br />
Stroom, met een ruim budget, en zonder de beperking die een<br />
kunstenaarssociëteit als locatie nu eenmaal oplevert.
‘Lumineus Amersfoort’<br />
wierp licht op verandering<br />
Jan Ros, Traumschiff,<br />
foto Annemarie Ruys<br />
Lumineus Amersfoort,<br />
1 t/m 30 december 2007<br />
www.lumineusamersfoort.nl<br />
“Waar het visioen ontbreekt, ontstaat<br />
woestenij”. Het winkelende publiek kon<br />
op een gure decemberavond in Amersfoort<br />
zomaar eens stil staan bij dit nog<br />
steeds actuele citaat uit Spreuken 29.18.<br />
Het was een fragment uit de film Paradise<br />
Light van Martin Riebeek, een van de<br />
lichtkunstwerken van ‘Lumineus Amersfoort’.<br />
Deze route door de oude binnenstad<br />
had als thema ‘de veranderende<br />
stad’. Onderwerp en locatie bleken elkaar<br />
wonderwel aan te vullen.<br />
Door Beatrijs Schweitzer<br />
De futuristen droomden er precies 100 jaar geleden al van: lichtkunst!<br />
Wat zouden ze genoten hebben van de technische mogelijkheden die<br />
er nu zijn. Beamers, leds en lasers, het zijn heerlijke nieuwe media voor<br />
de kunst met een keur aan mogelijkheden. Zij leveren niet automatisch<br />
goede kunstwerken af, maar aantrekkelijk is het wel. En voor wie er<br />
belang aan hecht; de drempel ligt net in de schaduw.<br />
Na de Utrechtse Nachtregels, door Sjarel Ex in 1991 georganiseerd,<br />
was het vreemd genoeg lange tijd stil op het gebied van lichtkunstroutes<br />
in Nederland. Gouda kent sinds 2004 een jaarlijks terugkerend<br />
initiatief met licht rond de kerstdagen, maar beeldende kunst is hier<br />
onderdeel van een veel ruimer marketingplan (zie Beelden 1#2007).<br />
Het uitgangspunt van Lumineus Amersfoort, ‘de veranderende stad’,<br />
met zowel bouwkundige als sociale aspecten, is voor Amersfoort met<br />
zijn veelbesproken uitbreidingen zeer actueel. Er waren tien<br />
Nederlandse kunstenaars geselecteerd, terwijl de route zelf gemarkeerd<br />
werd door een opvallende uitlichting van enkele oude monumenten<br />
door lichtontwerpers van hoofdsponsor Grontmij.<br />
13<br />
Projecties<br />
Goede bekenden als Martin Riebeek en Geert Mul ontbraken niet.<br />
Riebeek had filmportretten van mensen uit Amersfoort geïntegreerd in<br />
een bestaand werk (Imagine Being There), waarin hij mensen uit enkele<br />
grote wereldsteden uitgebreid liet vertellen over ‘hun paradijs’. Een<br />
intieme serie, zomaar onder de visafslag, waarmee Amersfoort en<br />
passant óók een ‘wereldstad’ werd. Mul, wist ‘de veranderende stad’<br />
ingetogen maar treffend te spiegelen. In Choose your Myth, werden<br />
afwisselend zóveel (80) symbolen uit verschillende levensovertuigingen<br />
precies in een grote blinde nis op de Onze Lieve Vrouwetoren<br />
geprojecteerd (dankzij zwart/wit op reliëf in de steen lijkend), dat de<br />
betekenis ervan meteen gerelativeerd werd als een keuzemogelijkheid<br />
in plaats van een waarheid.<br />
In de route waren bewust ook kunstenaars uit Amersfoort zelf<br />
opgenomen. Theo van Delft gaf in zijn Tijdenwinkel de betrekkelijkheid<br />
van het tijdsbegrip ter overdenking. Zo’n honderd staande portretten<br />
van Amersfoorters in oplopende leeftijd werden van binnenuit<br />
geprojecteerd op de deur van een oud winkelpandje, in de etalageruit<br />
geflankeerd door het veel subtielere, dromerige beeld van een<br />
zonlichtcyclus in een kale, lege ruimte. Met dezelfde techniek in iets<br />
uitgebreidere versie, wist Jaap de Jonge het Archief Eemland om te<br />
toveren tot een vervreemdend geheel. Oude portretfoto´s uit het archief<br />
bewogen achter de ramen van het hele gebouw, als waren ze weer tot<br />
leven gekomen.<br />
Projecties op, of vanuit een gebouw of een auto, zoals bij Anna Thalia<br />
Benus hebben als effect dat het gebouw zelf deel gaat uitmaken van het<br />
kunstwerk. Het maakt daardoor al snel indruk, maar kwaliteit kan juist<br />
ook in het subtiele, kleine gebaar schuilgaan; Zo was de bijdrage van<br />
sieradenontwerpster Marijke Schurink in een kleine etalage zeer<br />
innemend. Schurink, die veelal vergankelijke sieraden maakt,<br />
recyclede heel passend voor deze gelegenheid, tweedehands sieraden<br />
door ze met ‘glow-in-the-dark’ verf te coaten.<br />
Samenwerking<br />
Lumineus Amersfoort was onafhankelijk, naar eigen concept van<br />
Annelou Evelein en Patricia Deiters georganiseerd, in samenwerking<br />
met Grontmij/ Technical Management. Evelein noemde die<br />
samenwerking met een partner uit het bedrijfsleven een verademing<br />
vanwege de vrijheid en de ruimhartige medewerking waarmee ze hun<br />
plannen konden realiseren. Opmerkelijk vruchtbaar was de<br />
samenwerking van Jan Ros met Grontmij lichtontweper Rienk Visser.<br />
In Traumschiff veranderde de reddingssloep, die Ros zelf eerder al bij<br />
een zomermanifestatie dwars over het Kleine Spui had gelegd - een<br />
krachtige verwijzing naar de toekomstdreiging van een ‘Amersfoort<br />
aan zee’- door de verlichting in een sprookjesachtig, maar ook<br />
monumentaal tafereel. Zo geïsoleerd en met de reflecties van het<br />
uitstromende water werd de dreiging haast getransformeerd tot een<br />
visioen.<br />
In vergelijking met Gouda bij Kunstlicht (2006), valt eigenlijk vooral de<br />
concentratie en de zorgvuldigheid op waarmee de route was<br />
samengesteld. De neerslag daarvan is te zien in de kleine, maar<br />
prachtige ‘routewaaier’ met informatieve teksten. Het geheel was<br />
toegankelijk, maar toch ingetogen en wist de kitsch te omzeilen. Geen<br />
wonder dat Amersfoort graag een tweede editie zou willen zien. Laat<br />
het maar gebeuren, in meerdere steden – Utrecht bereidt inmiddels<br />
haar eigen Trajectum Lumen voor - ; De donkere avond is een prachtige<br />
tegenhanger voor de witte museummuur.
Nieuw Noord<br />
In het Amsterdamse IJ, schuin achter het<br />
Centraal Station, drijft sinds eind vorig<br />
jaar een vreemd object. Het lijkt op het<br />
eerste gezicht een flinke wigwam. Het<br />
betreft het eerste kunstwerk in het IJ op<br />
de plek van het nieuw te bouwen<br />
Filmmuseum op de Noordelijke IJ-oever.<br />
Door Eleonoor van Beusekom<br />
Skyline<br />
Achter het kunstwerk prijkt op het voormalige Shellgebouw een royale<br />
banier met de tekst ‘Overhoeks’. Zo heet de daarachter gelegen wijk<br />
nu. Deze naam werd ontleend aan de oorspronkelijke naam van de<br />
‘Shell’toren. In Amsterdam Noord bruist het van stadsvernieuwende<br />
activiteiten. Er wordt aan landwinning en bodemstabilisatie gedaan.<br />
Ambitieuze plannen worden geleidelijk aan concreet. Maar het zal nog<br />
zeker 15 jaar duren voordat ‘Noord’ zich, met een spectaculair nieuwe<br />
skyline, kan presenteren. Wat de bewoners van Amsterdam daar tot<br />
die tijd vooral van zullen meemaken is veel overlast van bouw- en<br />
bodemactiviteit. Beeldende kunst lijkt voorlopig het toverwoord om het<br />
proces wat verrassender en aangenamer te laten verlopen. Stadsdeel<br />
Amsterdam Noord vond met hulp van de Stichting ‘Kunst en Bedrijf’ de<br />
juiste kunstenaar voor het tijdelijke kunstwerk in het IJ.<br />
De opdrachtgevers<br />
Via een gecombineerd opdrachtgeverschap werd de financiële kant<br />
van dit kunstwerk onderbouwd met een budget van ca € 80.000,-. Het<br />
is een publiekprivate samenwerking; meerdere partijen zijn daarbij<br />
samen eigenaar/opdrachtgever van een werk. Deze formule biedt een<br />
interessant nieuw perspectief, het maakt dat kunst vooruit kan lopen op<br />
gebeurtenissen en niet pas achteraf komt, als alles is opgeleverd, als<br />
finale en spreekwoordelijke ‘kers op de taart’. Nu kunnen er<br />
‘tussentijdse’ opdrachten worden verstrekt die een ander doel dienen.<br />
Ze worden een soort rituele voorbereider van een plek waar iets<br />
gebouwd gaat worden. Ze hebben het doel mensen te attenderen op<br />
de dingen die gaan komen en hen mee te laten leven met het proces.<br />
De opdracht<br />
Dit gold ook voor de ‘kunstboei’ . De voorkeur voor beeldend<br />
kunstenaar Thomas Bartels (1960) is goed te begrijpen; in zijn werk<br />
komen disciplines als film, animatie en mechanisch bouwen samen. De<br />
bewegende figuren in zijn installaties en sculpturen gaan over licht en<br />
projectie. Het lichtbeeld, Opwaarts is een reusachtige halftransparante<br />
boei van 15 meter hoog. Het is een baken dat de plek waar in 2009<br />
het futuristisch ogend Filmmuseum zal verrijzen, moet bewaken en<br />
bewaren. Bartels heeft de basisvorm van een boei benut en opgebouwd<br />
met een staketsel waarover hij een semi-transparant doek heeft<br />
gespannen. In deze ‘tent’ klimmen een man- en een vrouwfiguur langs<br />
staken omhoog. Samen zijn ze hier het symbool voor beweging in film<br />
en onophoudelijke menselijke inspanning bij bouw en verandering.<br />
Deze man/vrouwsilhouetten worden mechanisch aangedreven.<br />
Overdag zie je de figuren, afhankelijk van de beschikbare hoeveelheid<br />
dag of zonlicht, wat doorschemeren. s’Nachts verschijnen de, door<br />
elektrisch licht aangeschenen figuren meer uitgerekt op het doek en<br />
geeft het kunstwerk zijn geheimen uiteindelijk prijs. Opwaarts verwijst<br />
naar de oorsprong van film, met een mix van wajangpoppenspel en de<br />
toverlantaarn. Gedurende twee jaar zou dit kunstwerk aan een<br />
voorspel voor de virtuele toekomst moeten deelnemen en tegelijkertijd<br />
als lichtboei de schepen moeten attenderen op bodemveranderingen<br />
die daar onder de waterspiegel plaatsvinden.<br />
Magie met een stekker<br />
Dit althans was de bedoeling van de opdracht en de kunstenaar. Bij<br />
oplevering van het kunstwerk in het IJ op 31 oktober vorig jaar was er<br />
nog stroom. Rond de jaarwisseling verdween die voorziening abrupt<br />
bij de verhuizing van Shell. Was dat vooraf niet bekend? Inmiddels is<br />
het nodige geprobeerd om een nieuwe stroomleverancier voor<br />
Opwaarts te vinden. Voor de beweging van de figuren en het licht in<br />
de boei is 1.000 watt nodig. Opstarten van het geheel vraagt<br />
daarentegen 2.400 watt. Daar zit ook het probleem. Om een dergelijk<br />
wattage te kunnen verzorgen mogen de kabels niet te lang zijn.<br />
Na vertrek van Shell bevond de dichtstbij gelegen bruikbare<br />
stroomvoorziening zich op de Grasweg, niet direct om de hoek. Er<br />
zou een kilometerslange kabel nodig zijn om die afstand te<br />
overbruggen.<br />
Of het hier vooral gaat om een technisch of misschien toch meer een<br />
budgettair probleem blijft onduidelijk. Binnenkort start de nieuwbouw<br />
van ING, een van de mede-eigenaren van dit kunstwerk. Omdat voor<br />
die bouw ook stroom moet worden aangevoerd ligt de<br />
hooggespannen verwachting op welslagen nu daar.<br />
Bij het ter perse gaan van dit nummer van Beelden is er nog geen<br />
datum voor een daadwerkelijke oplossing bekend. Magie met een<br />
stekker is in een nieuw te ontwikkelen gebied dus zeker geen<br />
vanzelfsprekend ‘perpetuum mobile’. Zoveel is wel duidelijk geworden.<br />
14<br />
Thomas Bartels, Opwaarts,<br />
foto Agimar<br />
www.kunstenbedrijf.nl
‘N.NO.O.ZO.Z.ZW.W.NW.N.’<br />
Een nieuw kunstwerk van Erick de Lyon<br />
Erick de Lyon,<br />
‘N.NO.O.ZO.Z.ZW.W.NW.N.’,<br />
foto Harry Fierkens<br />
Door de Wind,<br />
17-11-2007 t/m 30-3-2008.<br />
CBK, Groningen,<br />
www.cbkgroningen.nl<br />
www.kunstopstraat.nl.<br />
In het nieuwe park De Eelderbaan tussen<br />
de Groninger wijken De Held en Vinkhuizen<br />
is recent een kunstwerk geplaatst van<br />
Erick de Lyon, dat heel direct reageert op<br />
zijn omgeving.<br />
Geraart Westerink<br />
Kunst op straat<br />
Al jarenlang zorgt het Centrum Beeldende Kunst in Groningen onder<br />
de noemer ‘Kunst op Straat’ voor beeldende kunst in de openbare<br />
ruimte. Zij doet dat in opdracht van de Gemeente. Dat werpt zijn<br />
vruchten af. Overal waar je gaat of staat in de hoofdstad van het<br />
Noorden, kom je kunstwerken tegen. Inmiddels staan er al zo’n 400.<br />
Waar vroeger de oplevering van een beeld hooguit werd opgeluisterd<br />
door een hoogwaardigheidsbekleder die een lint doorknipte of een<br />
doek verwijderde - al dan niet ondersteund door het plaatselijke<br />
trompettencorps - daar vormt dit tegenwoordig vaak de aanleiding<br />
voor diverse activiteiten. Het belangrijkste onderdeel, naast lezingen en<br />
educatieve projecten, van het begeleidende programma rond het<br />
nieuwe werk van De Lyon is de tentoonstelling Door de Wind in het<br />
gebouw van het Centrum Beeldende Kunst. Het bestaat uit verschillende<br />
onderdelen. Het meest in het oog springt een grote houten installatie:<br />
speciaal voor de gelegenheid uitgevoerd aan de hand van een<br />
15<br />
bestaande maquette. Het is een soort doolhof van elkaar kruisende<br />
assen, overdekt door een plafond met smalle spleten waar licht door<br />
valt. Het licht is afkomstig van lampen die door kunstmatig opgewekte<br />
luchtstromen worden bewogen zodat het zich voortdurend verplaatst.<br />
Aan de muur hangen foto’s van het werk voor Vijfhuizen. In een zaaltje<br />
ernaast wordt met behulp van foto’s, teksten en diverse<br />
multimediamiddelen een overzicht van het oeuvre van De Lyon<br />
geschetst. Het maakt op doeltreffende wijze de uitgangspunten van de<br />
kunstenaar duidelijk: voornamelijk wind, water, licht en geluid; (natuur)<br />
verschijnselen die hij in samenwerking met technici, wetenschappers,<br />
architecten en stedenbouwkundigen omvormt tot kunst. Vijftig voor de<br />
gelegenheid vervaardigde impressies in gemengde technieken geven<br />
op een speelse en poëtische wijze inzicht in het denkproces van de<br />
kunstenaar.<br />
Park<br />
De naam Eelderbaan wekt in eerste instantie de associatie op met een<br />
landingsbaan van het nabijgelegen vliegveld Eelde. Dat blijkt een<br />
misvatting, maar qua vorm en formaat zou het kunnen. Het park is<br />
namelijk 1,5 kilometer lang en 175 meter breed. Het is eigenlijk de<br />
restruimte tussen de deprimerende wijk Vinkhuizen en de oprukkende<br />
nieuwbouwwijk De Held, die er wat spannender uitziet.<br />
Landschapsarchitectenbureau NoordPeil uit Sneek maakte er in<br />
samenspraak met de bewoners een zogenaamd verblijfspark van. Een<br />
wat merkwaardige benaming, die er vanuit gaat dat andere parken zo<br />
snel mogelijk worden verlaten, maar de plek ziet er inderdaad<br />
aanlokkelijk uit, zelfs op een grauwe zondagmiddag in hartje winter.<br />
Er zijn forse niveauverschillen, waterpartijen, frisse bomengroepen, en<br />
allerlei zicht-assen met wandelpaden, waar de honden van de stad<br />
aangelijnd hun drollen kunnen draaien.<br />
Het werk N.NO.O.ZO.Z.ZW.W.NW.N. bestaat uit 17 metalen<br />
lichtmasten die op doorsnee lantaarnpalen lijken, maar wat groter en<br />
eleganter zijn, onder meer door de lichte knik op driekwart van de<br />
lengte. De Lyon plaatste de masten in twee afzonderlijke lijnen, die min<br />
of meer in elkaars verlengde liggen. Sommige palen staan in de grond,<br />
andere in het water. Het onderste deel (de voet) van de palen is zwart<br />
geschilderd. Het werk is even doeltreffend als vanzelfsprekend. Het<br />
accentueert belangrijke lijnen in het park, maar zorgt ook voor<br />
verlichting en dus veiligheid. Het overheerst niet, maar valt toch op.<br />
De plek zal De Lyon hebben aangesproken, want langgerekte,<br />
kruisende zicht-assen op streng geregisseerde locaties komen vaker in<br />
zijn oeuvre voor. De palen zijn echter geen doorsnee lichtmasten die<br />
op gezette tijden hun egale schijnsel over de omgeving werpen. Het<br />
schijnsel van deze palen kan verschillende kleuren aannemen, die<br />
worden bepaald door een belangrijk natuurverschijnsel dat, voor een<br />
ieder die zich in de Nederlandse buitenlucht waagt - zeker in het<br />
weidse Noorden - onontkoombaar is: de wind. Door een geavanceerd<br />
computersysteem wordt elke windrichting vertaald in een specifieke<br />
kleur. Het effect zal dus geregeld veranderen. Trouwe bezoekers zullen<br />
in één oogopslag kunnen zien waar de wind vandaan komt. Vooral<br />
s’avonds, want overdag is het effect minder duidelijk.<br />
Het werk past naadloos in het oeuvre van De Lyon, dat openstaat voor<br />
de raadselen en schoonheid van de natuur en haar verschijnselen,<br />
maar deze door vorm en techniek graag onder controle houdt.
Kunst en Corporaties: Ymere<br />
De kwaliteit van de openbare ruimte kan<br />
verhoogd worden met behulp van beeldende<br />
kunst. Corporaties beseffen dat en<br />
voeren steeds meer gericht beleid. Soms<br />
worden bewoners daarbij intensief betrokken.<br />
Soms wordt er vóór hen gedacht.<br />
Een blik op de aanpak van Ymere.<br />
Door Ans van Berkum<br />
Ymere<br />
De fusie tussen de corporaties Ymere en Woonmaatschappij is nog<br />
vers. Per 1 januari 2008 vormen ze samen een bedrijf met ongeveer<br />
78.000 verhuureenheden in en om Amsterdam, van Noordwijk tot<br />
Almere. Ineke Brunt is adviseur Kunst en Architectuur bij Ymere, de<br />
naam die het nieuwe samenwerkingverband blijft voeren. Vanuit haar<br />
functie, die op stafniveau is geplaatst, verstrekt ze intern advies over<br />
kunst en architectuur. Ze werkt samen met Henny Mulder, die voor de<br />
communicatie zorgt. Brunt trekt ruim tien grote kunstprojecten per jaar.<br />
Opdrachten waarmee inhoud wordt gegeven aan een deel van het<br />
corporatiebeleid dat zich bezig houdt met de woonkwaliteit in de<br />
wijken in de breedste zin. Herinrichting, portefeuillebeleid en het<br />
toevoegen of transformeren van woningtypes zijn belangrijke<br />
instrumenten in deze bedrijfstak. Maar ook de kunst:<br />
“Kunsttoepassingen en bijzondere architectuurvormen hebben een<br />
positieve invloed op de waardering van bewoners voor hun omgeving<br />
en hun band daarmee. Door te investeren in architectuur en in<br />
beeldende kunst investeren we in de kwaliteit én identiteit van de<br />
woonomgeving” zegt de website van Ymere.<br />
Matchen<br />
Om te ontdekken wat Ymere doet, ga ik met Ineke Brunt en Henny<br />
Mulder in gesprek in hun kantoor in het Havengebouw in Amsterdam.<br />
Met de uitvoering van het kunstbeleid van Ymere is ongeveer zes en<br />
een halve ton per jaar gemoeid, vertellen zij. Daarnaast is er een<br />
budget voor bijzondere voorzieningen op het gebied van groen en<br />
water. Hoe de bedragen precies stromen als het om de investeringen in<br />
kunst en architectuur gaat, is niet helemaal vast te stellen. Ineke Brunt is<br />
namelijk buitengewoon inventief als het gaat om het koppelen van<br />
budgetten. Ze heeft een neus voor kansen die vanuit de bouw of<br />
renovatiebudgetten, of vanuit herinrichtingsprojecten in de openbare<br />
ruimte beschikbaar komen. Door een goede samenwerking met het<br />
Amsterdams Fonds voor de Kunst wordt ook heel veel gewonnen.<br />
Harald Schole, die daar jarenlang adviseur was, verricht nu met<br />
regelmaat advieswerk voor Ymere. Hij draagt kunstenaars aan en<br />
volgt samen met Ineke Brunt de processen van uitvoering. Daarnaast is<br />
er onder auspiciën van bestuursvoorzitter Lex Pouw een Matching<br />
Fonds opgericht. Particuliere partijen, zoals andere corporaties en<br />
zorginstellingen, storten daar bedragen in, die door het AFK worden<br />
verdubbeld. Voor Ymere een slimme manier om het budget op te<br />
rekken. “Lex Pouw is overigens aanstichter van alle pret die kunst heet<br />
binnen Ymere”, zegt Ineke Brunt; “in elk geval is hij degenen die het<br />
een structurele basis gaf”. Er zijn twee hoofdrichtingen, vervolgt zij:<br />
“kunst als middel en kunst als doel.” Binnen die eerste tak gaat het om<br />
de processen van tijdelijke aard, waarbij bewoners actief zijn. Bij<br />
zulke projecten zijn niet altijd kunstenaars betrokken. In de tweede tak<br />
geldt de leidende positie van de beeldende kunstenaar en de wens te<br />
komen tot een duidelijk resultaat. Een tastbaar ‘ding’ waarmee een<br />
project eindigt. Binnen Ymere ligt de nadruk op deze beleidsrichting.<br />
Tussen 2003, toen Ineke Brunt aantrad, en 2008, werden ruimt twintig<br />
projecten gerealiseerd.<br />
Voorbeeldig is Énergie sombre dans une nuit blanche van beeldend<br />
kunstenaar Niek Kemps. Een raadselachtige titel voor een helder<br />
glaskunstwerk dat werd aangebracht aan ‘Het Sieraad’; een gebouw,<br />
dat in 1921 is ontworpen als vierde Amsterdamse Ambachtschool aan<br />
de Posjesweg. Dit uitzonderlijke gebouw van de vrij onbekend<br />
gebleven Amsterdamse School architect A.J. Westerman, was in de<br />
loop van een tachtigjarig gebruik, beschadigd en veranderd. Op het<br />
binnenplein stond een gymzaal en de langgerekte raampartij die<br />
daarop vanuit het centrale trappenhuis zicht gaf, was dichtgezet.<br />
Ymere kocht dit rijksmonument in 2004 om het een nieuwe<br />
bestemming te geven. Binnen het renovatiebudget was ruimte om de<br />
raampartij te laten herstellen, en dat kon natuurlijk gekoppeld worden<br />
aan het budget voor beeldende kunst waarover Brunt beschikte.<br />
Ver en dichtbij<br />
Ymere vroeg Niek Kemps een ontwerp te maken voor het raam in het<br />
trappenhuis van ‘Het Sieraad’. Kemps leverde een monumentaal werk<br />
dat het gebouw van alle kanten sfeer en mysterie geeft. In de<br />
langgerekte glaspartij doemen mensen op, in gele, grijze en bruine<br />
tinten, van bovenaf gezien, van veraf en dichtbij. De passant ervaart de<br />
glazen wand als de aanwezigheid van heel veel mensen. Van een soort<br />
drukte en stadsgewoel die onophoudelijk je aandacht vraagt. Dat is<br />
tegelijkertijd ver en dichtbij, vertrouwd en ongrijpbaar. De beelden van<br />
Kemps laten je zowel de anonimiteit als de intimiteit van het stedelijke<br />
verkeer voelen. Je kapsel, je schoenen, je sluier, je blik, je gedachten en<br />
gevoelens, alles ligt in dit raam onder een vergrootglas; en niemand<br />
kan er echt bij komen. Alles en iedereen straalt energie uit, schijnt het<br />
glas te vertellen. Aan de binnenzijde van de raampartij, in het centrale<br />
16<br />
Niek Kemps,<br />
Énergie sombre dans une nuit blanche,<br />
foto Peter Cox
Gabriël Lester<br />
Piet Hein Eek<br />
trappenhuis dat direct achter de concave voorgevel ligt, vertaalde<br />
Kemps deze energie in een transparant patroon van lijnen dat óver de<br />
menigte bewegende voorbijgangers heen vibreert.<br />
Kunst en architectuur<br />
De prelude op werk, vormt een ingreep van Gabriël Lester aan de<br />
oostelijke façade van de bebouwing aan de Witte de Withstraat, die<br />
pal op ‘Het Sieraad’ eindigt.<br />
Ook daar sierden oorspronkelijk langgerekte raampartijen de gevels<br />
op de plek van de trappenhuizen. Architect John Buijs liet tijdens de<br />
renovatie het hout van de erkers botergeel schilderen. Lester zorgde<br />
voor een computergestuurde lichtinstallatie. Daarmee worden telkens<br />
andere raamvakjes verlicht, alsof er lichtliftjes achter zitten, die steeds<br />
ergens anders halt houden. Een subtiel beeld, dat aandacht vraagt op<br />
een bescheiden manier.<br />
Ymere richt zich vooral op kunst die geïntegreerd is in de architectuur<br />
en daar iets doet voor bewoners, gebruikers en passanten. Een enkele<br />
keer zijn werken ontwikkeld die gericht zijn op versterking van de<br />
sociale samenhang en de betrokkenheid van bewoners. “We zoeken<br />
steeds vaker naar mogelijkheden om kunst in te zetten in<br />
leefbaarheidprojecten. Bij deze projecten is de kunst geen doel, maar<br />
een middel om mensen bij elkaar te brengen. Deze ‘ontmoetingskunst’<br />
realiseren we samen met bewoners en andere betrokkenen bij de<br />
buurt”, meldt de website.<br />
De specialiteit van Ymere blijft daarbij de inzet van het kunstwerk als<br />
object. Zo zijn op verschillende onopvallende plaatsen in de omgeving<br />
van het Westerpark keramische tableaus aangebracht met daarop een<br />
17<br />
zeefdruk van een fietsend gezin met een zwaaiende vader (zie Beelden<br />
4#2000). “De fietsers zijn kleine ‘goed-humeur-machines’. Het beeld<br />
wil bijdragen aan een betere wereld waarin het helemaal niet<br />
verboden is om elkaar te groeten. Terugzwaaien dus!”, verklaart<br />
kunstenaar F. Starink op zijn site. Ik heb ze gezien, zonder te weten dat<br />
Ymere hier als medefinancier optrad, en ik vond het intrigerende<br />
blikvangers.<br />
Samen<br />
Bewoners letterlijk betrekken bij de ontwikkeling van kunstwerken gaat<br />
Ymere iets te ver. “Daar win je niet veel mee”, zegt Ineke Brunt: “Zodra<br />
je met bewonersgroepen begint, gaat de aandacht snel naar het<br />
wooncomplex en de daarmee samenhangende klachten. We stellen ons<br />
misschien wat ondemocratisch op maar dat doen we ter wille van het<br />
eindresultaat.” Zelf heb ik de ervaring dat in bewonersgroepen,<br />
bedoeld voor de ontwikkeling van plannen, het klachtenverhaal vrij snel<br />
overwaait, zodra de bewoners een duidelijke rol krijgen en serieus<br />
genomen worden als medeontwikkelaars van de omgeving. Het tempo<br />
van een proces ligt dan misschien iets lager, maar de kwaliteit hoeft er<br />
niet onder te lijden, heb ik gezien. En of het verhaal van ontwikkelen<br />
vóór bewoners, hoe goed bedoeld ook, nou altijd werkt, is ook de<br />
vraag. In Almere Haven werd door Berry Holslag een project<br />
gerealiseerd waarbij die vraag naar mijn idee terecht was. Platte<br />
keramische platen tonen jongens en meisjes in kleurboekstijl op acht<br />
blinde gevels in het stadsdeel de Werven. Het gaat om alledaagse<br />
figuren. De kunstenaar Berry Holslag “geeft mensen weer die we<br />
dagelijks tegenkomen, maar die niet opvallen”, lezen we in de<br />
omschrijving. Met deze nobodies willen bereiken dat de straat binnen<br />
de wijk een heel eigen karakter krijgt en een persoonlijk<br />
herkenningspunt wordt, zoals in de opdracht staat, is misschien ook<br />
wat veel gevraagd. Uitgangspunt en uitwerking stroken dus niet. Het<br />
lijkt me sterk dat dit bewoners, geconfronteerd met de ontwerpen, niet<br />
zou zijn opgevallen. Nu is over hun hoofden heen geregeerd en<br />
hebben ze een paar plaatjes die in geen verhouding staan tot de maat<br />
van de gevels, noch tot de plek in zijn geheel.<br />
De afgebeelde figuren zouden volgens de kunstenaar model staan voor<br />
‘een collectief welzijn’ en op afstand ‘een wederzijds respect voor en<br />
betrokkenheid bij elkaar van de bewoners’ tonen. Het is een illusie. De<br />
plaatjes blijven plaatjes, die je op deze plek hoogstens als een onnozel<br />
speldje op een hele grote trui kunt zien.<br />
Voor, door of in samenwerking<br />
Ymere ondersteunde ook een initiatief van een aantal IJburgbewoners<br />
om een speciaal voor Ymere en de Floriade ontwikkeld bouwwerk uit<br />
sloophout, van de ontwerper Piet Hein Eek, een duidelijke en zinvolle<br />
bestemming te geven. De Yburgbewoners braken het huis af om het<br />
elders weer op te bouwen, en Ymere zorgde er voor dat er wc’s<br />
kwamen en een generator. Daardoor kan het gebouw nu functioneren<br />
als activiteitencentrum. Een bewonersgroep regelt het gebruik en er<br />
gebeuren allerlei leuke dingen.<br />
Ymere integreert kunst en architectuur ‘van boven af’ ter wille van de<br />
omgevingskwaliteit en het woonplezier van huurders. Het zou<br />
interessant zijn in de komende jaren de beleving van de bewoners in<br />
deze eens nauwkeurig te onderzoeken. De uitslag zou wel eens heel<br />
positief kunnen zijn.
‘Energeia’<br />
'Energeia' is de naam die curator Ernst<br />
van der Hoeven heeft gegeven aan de<br />
expositie die hij heeft gerealiseerd aan<br />
de Amsterdamse Zuidas. Uitgangspunt<br />
is het Claude Debussyplein met zijn dynamiek<br />
van een gebied in transformatie.<br />
Maar ook heeft Van der Hoeven de identiteit<br />
van de individuele collecties van de<br />
bedrijven waaruit hij mocht putten, willen<br />
waarborgen. Is hij in zijn opzet geslaagd?<br />
Door Sya van 't Vlie<br />
Idee, thema en concept<br />
Op 22 november vorig jaar werd Energeia groots geopend door<br />
burgemeester Job Cohen met een openingsperformance van David<br />
Bade. De idee voor de expositie is van Annabelle Birnie, hoofd ING Art<br />
Management. Alle bedrijven die zich hebben gevestigd aan de Zuidas<br />
of die dat nog gaan doen, bezitten prachtige kunstcollecties. Een<br />
fantastische uitgangspositie om zich gezamenlijk op deze toplocatie in<br />
wording te presenteren met een expositie van buitenbeelden. Haar idee<br />
werd werkelijkheid door samenwerking tussen de Vereniging van<br />
Bedrijfscollecties Nederland en de Stichting Virtueel Museum Zuidas.<br />
Ernst van der Hoeven werd aangezocht als onafhankelijk curator. Om<br />
te zorgen dat de presentatie 'meer zou zijn dan de som der delen'<br />
bedacht hij het thema Energeia, dat staat voor 'de energie die vrijkomt<br />
bij processen van transformatie'. Tegenover de perfectie van de nieuw<br />
verrezen en te verrijzen gebouwen zag hij sloop en verwilderde braak<br />
liggende terreinen. Die diversiteit heeft hij willen benadrukken. De<br />
bedoeling was dat de expositie twee jaar zou blijven staan en daarna<br />
een vervolg zou krijgen. Maar bijna drie maanden na de opening zijn<br />
niet alle werken meer aanwezig.<br />
Traditionele beelden<br />
Wat nog resteert, is een beetje een tamme 'beeldenlijn' voor en in de<br />
ITO toren. Achtereenvolgens staan daar vier beelden die behoren tot<br />
wat we onder de traditionele sculptuur verstaan: Ouroboros Arborum<br />
van Sjoerd Bakker, Double implosion van Ewerdt Hilgemann, Early<br />
forms van Tony Cragg, Cigar shop Heidi van Charlie Roberts. De eerste<br />
drie hebben iets met transformatie te maken: omzetting van een stukje<br />
natuur in brons (Bakker), overgang van een solide in een schijnbaar<br />
kneedbare vorm (Cragg) en samengeperst, verkreukeld worden<br />
(Hilgemann). De hoek omslaand treft de kijker twee hevig<br />
gefragmenteerde leeuwen van Fernando Sánchez Castillo. Wat heeft<br />
deze afrekening met de leeuw als dictatoriaal machtssymbool,<br />
benadrukt door hun plaatsing op sokkelplaten die rusten op oude<br />
planken en autobanden, te maken met de Zuidas? Links, een beetje<br />
voorspelbaar staan, bovenaan de trap drie benen, getiteld Once again,<br />
van Henk Visch. Ze staan er wat verloren bij, wat nog wordt versterkt<br />
doordat ze net iets te klein zijn voor deze plek.<br />
Van beeld tot installatie<br />
Verrassend daarentegen zijn twee werken die de grenzen van het<br />
sculpturale veld opzoeken, zo niet overschrijden. Annex # 4, dat het<br />
Claude Debussyplein domineert, is een omgekeerde auto die door Rob<br />
Voerman met hout, rood plexiglas en andere materialen is omgebouwd<br />
tot een sculptuurbouwsel. Helaas zit de deur van dit interactieve<br />
bouwsel op slot. Tijdens de expositie Shelter, afgelopen zomer te zien<br />
bij de Fundatie in Heino, stond de deur uitnodigend open (zie Beelden<br />
3#2007). Binnen konden bezoekers plaatsnemen in de 'lounge' en<br />
genieten van het glas-in-lood raam. Binnen ervaar je aan den lijve de<br />
omkering van de auto en het rode licht dat door de rode plexiglas<br />
ramen naar binnenvalt. Helaas moet het publiek hier op de Zuidas<br />
deze ervaring ontberen.<br />
Bijna onopvallend schikt Dutchscape/Nomad # 1 van Frank<br />
Bruggeman zich in zijn omgeving. Bruggeman heeft de installatie in<br />
opdracht speciaal voor deze expositie gemaakt. Drie felblauwe<br />
vuilniscontainers fungeren als plantenbak voor een Gelderse roos, een<br />
hazelaar en een krent. In deze mobiele tuinen ontmoeten de natuur en<br />
de met bouwen samenhangende cultuur elkaar daadwerkelijk. Aardig<br />
is te zien hoe passanten de containers in bezit nemen door hun fiets er<br />
tegenaan te stallen. Kennelijk zijn containers hier zo vertrouwd in het<br />
straatbeeld dat ze niet beseffen dat het om een kunstwerk gaat.<br />
Vooral door de werken van Voerman en Bruggeman proef je als kijker<br />
nog iets van wat Van der Hoeven heeft willen vangen aan dynamiek en<br />
energie, bij de 'voltallige' expositie zal dat zeker meer geweest zijn.<br />
Maar van die identiteit van de individuele bedrijfscollecties valt niet veel<br />
te bespeuren. Wel geeft de expositie een indruk van hoe een expositie<br />
van buitenbeelden uit bedrijfscollecties er in de openbare ruimte kan<br />
uitzien, met de nadruk op 'kan' want twee toppers is toch een wat<br />
mager resultaat.<br />
18<br />
Rob Voerman, Annex # 4,<br />
foto Sya van ‘t Vlie<br />
Frank Bruggeman,<br />
Dutchscape/Nomad #1,<br />
foto Sya van ‘t Vlie<br />
www.virtueel-museum.nl
Afkicken als ritueel in<br />
het Catharijneconvent<br />
Cold Turkey, van Carnaval tot<br />
Pasen, 2 februari t/m 6 april<br />
in museum Catharijneconvent,<br />
Utrecht<br />
www.catharijneconvent.nl<br />
Paul de Reus, Flessenoog, 1999<br />
Museum Catharijneconvent is hét nationale<br />
museum voor christelijke kunst en<br />
cultuur in Nederland. Maar wanneer pas<br />
je als kunstenaar in dit duidelijk begrensde<br />
kader? Hoe katholiek moet je zijn om<br />
de dubbele bodems in het tentoonstellingsconcept<br />
van ‘Cold Turkey’ tot op zekere<br />
hoogte te kunnen duiden?<br />
Door Antonie den Ridder<br />
Een tentoonstelling over een afkickmethode voor drugsverslaafden is<br />
Cold Turkey niet, zo verzekerde het persbericht van het museum al.<br />
Maar wel een moderne interpretatie van rituelen rond de passietijd.<br />
Een metafoor voor de bevrijding van verslavingen en het begin van een<br />
nieuw leven. Afgekickt op het katholicisme was ik al eerder tijdens een<br />
drietal zondagse wandelingen als 11-jarige. Drie rondjes om de kerk<br />
als poging om de kool en de geit te sparen en mijn ouders in de waan<br />
te laten, dat ik nog steeds ter kerke ging. Hoe katholiek toch, de vlucht<br />
uit het geloof neemt altijd de vorm aan van een rituele rondegang. Op<br />
Schuld volgt de Boetedoening als voorwaarde tot de fase van<br />
Vergeving. Het systeem werkt pas goed, wanneer je het geheel in<br />
beweging houdt als een groot Rad van Avontuur, want die beweging<br />
genereert al molenwiekend macht en controle over de medemens.<br />
19<br />
Waar moet de zondige mens dan van afkicken? Niet van het geloof,<br />
maar ook niet van mateloos consumentisme en evenmin van een<br />
hedonistische inslag. Het is de bedoeling, dat het afkicken ritueel in<br />
fases gedurende veertig dagen plaatsvindt, waarna we gewoon<br />
doorgaan met genieten. Dat noem ik niet direct afkicken, maar wel<br />
weer heel erg katholiek.<br />
Carnaval of enkel zotheid?<br />
Zeven kunstenaars, zeven opeenvolgende ruimten, zeven kleuren van<br />
de regenboog, zeven geluiden en zeven specifieke geuren. Van een<br />
overdadige carnavalsgeur naar de zuivere atmosfeer bij Pasen, van de<br />
roze Aswoensdag naar de donkerblauwe Goede Vrijdag. Van<br />
klaroengeschal naar het kwinkeleren der vogeltjes. Maar Carnaval,<br />
verbeeldt door Paul de Reus, vindt plaats in het trappenhuis van het<br />
museum, zodat geluid en geur verwaaien. De geest van het chaotische<br />
delirium waart rond in de presentatie. En dat stemt heel goed overeen<br />
met vage herinneringen aan carnavaleske dagen, waarbij comazuipen<br />
en het nazitten van breezersletjes niet echt als afwijken van de regel<br />
werd beschouwd. Voor sommigen heeft Carnaval zich aldus een<br />
permanente plaats in het dagelijkse bestaan toegeëigend.<br />
Aswoensdag, de dag van een kater met as in de mond en een askruis<br />
op het voorhoofd, vormt het werkterrein van Dieuwke Spaans.<br />
Krachtige tekeningen met die prettig scandaleuze mengeling van seks<br />
en dood, die de negentiende-eeuwse Symbolisten al zo kon bekoren. In<br />
een roze ommuring en met het geluid van scheepshoorns in de mist op<br />
de achtergrond.<br />
De gepimpte vastentijd<br />
In zijn met aardetinten beklede domein, waaruit een zware zoete geur<br />
opwelt, tracht Wout Herfkens middels zijn sculpturen iets zichtbaar te<br />
maken van de innerlijke zoektocht van de mens, die onthouding<br />
nastreeft in de vastenperiode. De triomfantelijkheid van Palmzondag<br />
vraagt natuurlijk om een goudgele omgeving met de processievaandels<br />
van bevolkingssegmenten als de R.K. Werkliedenvereniging Leo de<br />
Dertiende uit Sneek en de Congregatie van Jongelingen uit Geleen.<br />
Hier toont Gijs Assmann ook de mobiele sculptuur Getuigenis, waarin<br />
elementen als de ezel alsmede de lijdende en de schijtende mens als<br />
verklarende motieven opgevoerd worden. Uiterst poëtisch en verstild is<br />
de filmbijdrage The Flavour of Salt van Rini Hurkmans. We zien de<br />
ontluistering van een gedekte tafel zonder eters. Waarbij de wind de<br />
wijnglazen omstoot en de regen het brood doordrenkt. Een trieste<br />
schoonheid parelt in de druppels op het blinkende bestek. Het is Witte<br />
Donderdag, de kleur is wit en de geuren zijn vager. Rinke Nijburg<br />
verbeeldt zeven kruiswegstaties in evenzoveel tekeningen en hij<br />
probeert ons het lijden letterlijk tot op de huid te brengen, door ze als<br />
tatoeages weer te geven. “De vastentijd gepimpt”, zo kopte een klein<br />
regioblad eerder naar aanleiding van de afbeelding. En het moet<br />
gezegd: Zo cool kan lijden zijn. De tekeningen zijn erg mooi, de kleur<br />
is donkerblauw en de geur is lichtbloemig. Tot slot is daar het bronzen<br />
beeld van Erzsébet Baerveldt ter verbeelding van de opstanding.<br />
Daarmee staan we dan weer op het beginpunt, zodat Carnaval weer<br />
aan kan vangen. Het is totaaltheater en de strekking van de boodschap<br />
is bekend. Waarschijnlijk is het voor een katholiek onmogelijk om af te<br />
kicken. Karma dwingt hem steeds opnieuw in de schuld, berouw- en<br />
vergevingmodus.
Schatten van de eerste keizers van China<br />
Voor het eerst zijn in Nederland een<br />
veertiental terracottabeelden uit het wereldberoemde<br />
graf van de eerste keizer<br />
van China te zien. Een graf waarvan de<br />
bouw bijna veertig jaar in beslag heeft<br />
genomen en waarmee al tijdens het leven<br />
van de keizer in 246 v. Chr. werd begonnen.<br />
Het Drents Museum heeft deze<br />
levensgrote beelden voor de gelegenheid<br />
aangevuld met meer dan 200 grafvondsten<br />
van goud, jade en brons uit de Qin-<br />
en Westelijke Han-dynastie.<br />
Door Etienne Boileau<br />
Dit vroege voorjaar had ik de keus uit maar liefst twee tentoonstellingen<br />
over het terracottaleger van Qin Shi Huangdi, de eerste keizer van<br />
China die leefde van 259-210 v. Chr. In het British Museum in Londen<br />
was de tentoonstelling The First Emperor te zien met een zeventiental<br />
originele terracottafiguren, en in het Drents Museum in Assen opende<br />
begin februari een soortgelijke expositie. Na veel wikken en wegen<br />
toog ik naar Assen waar ik een gesprek had met Benoît Mater,<br />
conservator archeologie van het Drents Museum en drijvende kracht<br />
achter dit project.<br />
Vriendschapsnetwerk<br />
Heeft de vriendschapsband tussen de provincies Groningen en de<br />
provincie Saanxi, waar het graf van de eerste keizer ligt, een rol<br />
gespeeld om deze expositie naar Assen te halen?<br />
“In die vriendschapsnetwerken is ook de provincie Drenthe betrokken,<br />
en zo kwam ons ter ore dat de Chinezen op zoek waren naar een<br />
museum in Nederland waar ze een tentoonstelling met<br />
terracottabeelden uit het leger van de eerste keizer konden maken. De<br />
Chinezen zijn sinds een paar jaar met een grote Europese tour met de<br />
terracottabeelden bezig: niet zo lang geleden waren er<br />
tentoonstellingen in Bonn, Rome en Barcelona, en natuurlijk zijn de<br />
beelden tot begin april ook in Londen te zien.”<br />
Is die veelvuldige uitleen een PR actie van de Chinese overheid om<br />
straks in het kader van de Olympische spelen zo goed mogelijk voor de<br />
dag te komen?<br />
”Nee, dat denk ik niet. Dit is voor hen vooral een manier om<br />
bekendheid te geven aan hun culturele erfgoed, en een manier om geld<br />
binnen te krijgen om de kostbare opgravingen te bekostigen.”<br />
Leven in het hiernamaals<br />
Wat is er op de tentoonstelling in het museum te zien?<br />
“Er staan veertien originele levensgrote terracottabeelden opgesteld uit<br />
het graf van de eerste keizer en daarnaast bijna honderd<br />
miniatuurbeelden uit het graf van een andere keizer uit de latere Handynastie.<br />
We hebben een groot, verhoogd plateau gebouwd om<br />
daarop dertien levensgrote figuren te kunnen plaatsen. Sommige van<br />
die figuren stellen een acrobaat of een ambtenaar voor, daaromheen<br />
hebben we soldaten uit het leger van de keizer geplaatst. Er staat ook<br />
een stalknecht op het podium, die is wat kleiner van formaat maar is<br />
wel mijn favoriete beeld. Hij is gevonden met andere beelden tussen<br />
paarden die levend begraven zijn.<br />
In dat hele grafcomplex van keizer Qin Shi Huangdi wordt eigenlijk<br />
enorm gespeeld met het leven in het hiernamaals. Dat past ook in de<br />
Chinese grafcultuur waar door heersers bij hun overlijden vaak<br />
mensen- en dierenoffers gevraagd werden. Die roep om begeleiding<br />
van de doden naar het hiernamaals vloeide voort uit een geloof in een<br />
leven na de dood. Geleidelijk aan ging men in China echter anders<br />
tegen mensenoffers aankijken, wat in 384 v. Chr. resulteerde in een<br />
verbod op het brengen van dit soort offers. In dat verband zijn de grote<br />
terracottabeelden op deze tentoonstelling van wezenlijk belang: ze<br />
worden tegenwoordig dusdanig geïnterpreteerd dat men ervan uitgaat<br />
dat ze gemaakt zijn ter vervanging van mensenoffers. Dat is ook de<br />
reden dat de beelden stuk voor stuk zo’n individueel uiterlijk hebben<br />
gekregen: gelaatstrekken, houding en kleding maken van elk beeld een<br />
uniek individu. In de latere graven van Chinese keizers en adel uit de<br />
Han-dynastie, uit welke periode de reeks miniatuurbeelden en<br />
voorwerpen komen die ook op deze expositie te zien zijn, heeft dit<br />
grafritueel zich verder uitgekristalliseerd. Die miniatuurbeelden en<br />
voorwerpen staan symbool voor iets of iemand uit het dagelijks leven<br />
die de dode in zijn graf wilde meenemen. Er wordt in de Chinese<br />
grafcultuur dus wel heel duidelijk op psychologische wijze gespeeld met<br />
de uitvoering van de vraag “Hoe gaan we met de dood om? ”<br />
Completeren en restaureren<br />
De vraag is natuurlijk ook wat je precies op zo’n tentoonstelling wil<br />
laten zien en hoe je dat vormgeeft.<br />
“We hebben ons van tevoren goed afgevraagd hoe we de beelden<br />
zouden gaan tonen. Laat je het leger zien zoals de keizer dat in zijn<br />
tijd zag? Hij zag in Xi’an waar het ‘paleis voor de eeuwigheid’ op zijn<br />
instigatie werd gebouwd maar dat hij nooit helemaal klaar heeft<br />
gezien, niet de honderden soldaten zoals die nu in het grafcomplex in<br />
China te zien zijn. De kuilen waarin de beelden stonden, waren<br />
oorspronkelijk gesloten; de beelden werden er één voor één naar<br />
binnen gedragen in een donkere ondergrondse kamer met lemen<br />
wanden. De keizer heeft ze dus nooit zo in deze enorme aantallen,<br />
zoals wij ze nu in zijn grafcomplex zien opgesteld, kunnen zien.<br />
Daarbij komt dat de beelden oorspronkelijk beschilderd waren, en die<br />
verf is er bij de meeste figuren bijna helemaal vanaf gegaan.<br />
Je kunt je ook voorstellen dat je de beelden hier zou willen laten zien in<br />
de staat waarin de archeologen ze aangetroffen hebben, maar dat<br />
wordt toch lastig want alle beelden waren kapot toen ze gevonden<br />
werden. Tot in de jaren tachtig en negentig werd elk beeld volledig<br />
gerestaureerd en gecompleteerd: alle ontbrekende delen werden<br />
aangevuld. Op het podium hebben we nu ook een beeld zonder hoofd<br />
gezet – een acrobaat - waar een arm aan ontbreekt, wat het gevolg is<br />
20<br />
Beelden uit het terracottaleger van<br />
keizer Shi Huangdi, Qin-dynastie,<br />
foto: JAV-studio's, Assen
Beelden uit het terracottaleger van<br />
keizer Shi Huangdi, Qin-dynastie,<br />
foto: JAV-studio's, Assen<br />
Terracottabeelden uit het mausoleum<br />
Changli van keizer Gaodi, Han-dynastie,<br />
foto: JAV-studio's, Assen<br />
Go China! Het Terracotta Leger van<br />
Xi’an. Schatten van de eerste keizers<br />
van China, Drents Museum, Assen,<br />
2 februari t/m 31 augustus 2008<br />
www.drentsmuseum.nl<br />
van het nieuwe conserverings- en restauratiebeleid van de Chinese<br />
restauratoren: ‘ontbreekt er wat, dan vullen we dat niet aan’. Op dit<br />
moment zijn er zo’n duizend soldaten opgegraven en gerestaureerd,<br />
maar er liggen zeker nog zesduizend krijgers onder de grond. Ik<br />
verwacht niet dat die allemaal opgegraven zullen worden. Ze hebben<br />
enorme problemen met de conservering van die beelden; er zit zoveel<br />
tijd en geld aan vast, dat het me ondoenlijk lijkt.<br />
Ook het keizerlijke graf zelf is nog niet opgegraven.”<br />
Go China!<br />
Ben jij zelf in Xi’an geweest ter voorbereiding van deze tentoonstelling?<br />
“Ik heb daar alle voorwerpen mogen selecteren, en we hebben voor de<br />
opening hier nog een persreis naar China georganiseerd in<br />
samenwerking met het Groninger Museum, waar ik bij aanwezig was.<br />
We hebben het hele project Go China! samen met het Groninger<br />
Museum opgezet. Daar zijn tot en met eind september van dit jaar<br />
onder meer een groot aantal antieke bronzen te zien uit het Shanghai<br />
Museum.<br />
Heb jij in China benadrukt dat de vaste collectie van het Drents<br />
Museum, waarin veel aandacht wordt besteed aan de grafcultuur in<br />
Drenthe, aansluit bij de grafcultuur ten tijde van de eerste Chinese<br />
keizer?<br />
“Een eerdere grote tentoonstelling in het Drents Museum The mysterious<br />
Bog People waarin 60 % van de voorwerpen uit onze vaste collectie<br />
kwam, gaf de Chinezen een goed beeld van wat voor soort museum<br />
wij eigenlijk zijn en wat we als museum voor elkaar kunnen krijgen.<br />
We konden daar laten zien dat we zo’n groot project heel goed<br />
aankunnen. Indertijd hebben we die tentoonstelling over de ‘bog<br />
people’ samen met een museum in Hannover en twee Canadese musea<br />
ontwikkeld en in een goot aantal landen laten zien, waarbij we veel<br />
expertise opdeden.”<br />
Kreeg je ook eisen uit China voor wat betreft bezoekersaantallen?<br />
“Nee, ze hebben alleen eisen gesteld voor wat betreft beveiliging en<br />
klimaat. De beveiliging is daarom op en top geregeld. Overigens zijn<br />
voor ons de bezoekersaantallen die we met deze tentoonstelling halen,<br />
echt enorm. We hebben nu na drie weken al 33.000 mensen over de<br />
vloer gehad. Dus hebben we onze verwachtingen naar boven<br />
bijgesteld en gaan we nu uit van 150 tot 300.000 bezoekers alleen<br />
voor deze tentoonstelling. Normaal zitten we op een gemiddelde van<br />
90.000 museumbezoekers per jaar.”<br />
21<br />
Allure toen en nu<br />
Is de totstandkoming van dit grafcomplex ook daadwerkelijk gepaard<br />
gegaan met zoveel gruwelijkheden als je in diverse artikelen kon lezen?<br />
“De omstandigheden 2.000 jaar geleden waren natuurlijk behoorlijk<br />
extreem; we hebben hier op de tentoonstelling de handboeien liggen<br />
waarmee dwangarbeiders gedwongen werden de noodzakelijke<br />
arbeid aan dit complex van de eerste keizer te verrichten. En er zijn<br />
ook bewijzen van massagraven gevonden met skeletten die door<br />
stokslagen beschadigd waren.<br />
Is er een link te leggen tussen toen en nu, naar de bouw van het<br />
complex waar de Olympische spelen straks plaatsvinden?<br />
De situatie in het huidige China met alle bouwprojecten rondom de<br />
komende Olympische spelen ligt natuurlijk wel even anders. Van<br />
dwangarbeid lijkt me geen sprake meer. Waar je het wel mee kan<br />
vergelijken is dat er nu, net zoals in de derde eeuw v. Chr., enorme<br />
bouwwerken met allure worden neergezet. China wil zich momenteel<br />
graag presenteren als een staat die dat toch allemaal maar kan. En dat<br />
laatste was natuurlijk ook de bedoeling van de eerste keizer van China<br />
die een goddelijke status bezat. Hij had opdracht gegeven tot de bouw<br />
van zijn eigen grafcomplex om zijn aanzien te vergroten. Overigens<br />
kwamen er later in de Chinese geschiedenis strikte regels voor de bouw<br />
van een dergelijk graf: hoe hoger je status hoe hoger de grafheuvel<br />
mocht zijn, en hoe meer bomen je op je graf mocht planten.”<br />
Miniatuurbeelden en grafvoorwerpen<br />
De tentoonstelling in het Drents Museum blijkt net zoals die in het British<br />
Museum een ‘Once in a lifetime experience’. De levensgrote<br />
terracottabeelden maken een onvergetelijke indruk, niet in de laatste<br />
plaats door hun verhoogde opstelling op een enorm podium. De<br />
karakteristieke houding van de beelden en de prachtige gedetailleerde<br />
uitwerking van hun gezichten brengt ze in het overvloedige<br />
museumlicht tot leven. Ook de diverse details in hun historische kleding<br />
vallen op: kleine strikjes op de schoenen van de gezagsdragers en<br />
textiele haarbanden die ze in die tijd om hun haarknot wikkelden. Stuk<br />
voor stuk met zichtbaar veel aandacht en zorg gemaakt, waarbij opviel<br />
dat de uniformen en harnassen van de soldaten en officieren zelfs op<br />
de rug bewerkt zijn. Daarnaast geven de honderden miniatuurbeelden<br />
uit het graf van latere gezagsdragers plus de verfijnde grafvoorwerpen<br />
van zilver, jade en goud die in het verlengde van het grote podium<br />
staan opgesteld, een bredere indruk van de grafcultuur in het oude<br />
China. De ingenieus vervaardigde animatiefilm die ik vooraf bekeek,<br />
en waarin je als kijker hoog over de grafheuvel vliegt en dan weer<br />
ineens binnenin het graf van de keizer kunt kijken (en in de<br />
verschillende grafkamers en gangen door kunt doordringen), toont de<br />
uitgestrektheid van het gebied en de megalomane omvang van het hele<br />
complex. Rondom het graf blijken talloze andere graven en offerkuilen<br />
te liggen, waarin giften voor het hiernamaals werden meegegeven.<br />
Voor wie wil zien hoe in China in lang vervlogen tijden invulling werd<br />
gegeven aan de cultuur rondom de dood is deze tentoonstelling een<br />
absolute aanrader.
David Thorpe Grossiert<br />
in Ambivalente Dromen<br />
Met een pregnant mengsel van tegenstrijdige<br />
kwaliteiten weet David Thorpe<br />
in een solotentoonstelling in Museum<br />
Kurhaus Kleve de bezoeker zowel aan te<br />
trekken als af te stoten. Dat hij daarmee<br />
pijnlijk de vingers op de vele wonden van<br />
een steeds complexer wordend wereldbeeld<br />
legt, staat buiten kijf. Maar is het<br />
werkelijk noodzakelijk, dat na een vrijerij<br />
met dergelijke betekenisvolle kunst de<br />
toeschouwer als onbevredigde partij achterblijft?<br />
Door Antonie den Ridder<br />
In een eerste contact met de werken van David Thorpe (Londen, 1972)<br />
zou je tot de overhaaste conclusie kunnen komen, te maken te hebben<br />
met de vertegenwoordiger van een obscuur romantisme. Maar voor<br />
hetzelfde geld is daar al een reeks van waarnemingsfouten aan vooraf<br />
gegaan. Zo kun je denken, dat wat je ziet schilderijen zijn. Dat de<br />
aquarellen afbeeldingen tonen van werkelijk bestaande exotische<br />
planten. Of dat de sculpturen te herleiden zijn tot architectonische<br />
constructies. Het zou in principe zelfs mogelijk zijn, dat er in het geheel<br />
geen sprake is van waarnemingsfouten, zodat de eerder geuite<br />
conclusie zo overhaast nog niet blijkt te zijn, want Thorpe speelt een<br />
uiterst complex spel met al deze aannames. Zijn faam heeft een grote<br />
vlucht genomen sinds hij onder de hoede van Charles Saatchi werd<br />
genomen en de presentatie in Museum Kurhaus Kleve vormt een<br />
markeringspunt in een stormachtig verlopende internationale carrière.<br />
In een verwarrende en onoverzichtelijke wereld zou hij wel eens de<br />
juiste kunstenaar op de juiste plaats kunnen zijn. En dat voor iemand,<br />
die bovenal claimt in de kunst een toevluchtsoord te zoeken, een<br />
bewoonbaar universum buiten het bestaande.<br />
Ideologische slangendans<br />
Wat zich aan laat zien als zijnde uiterst realistisch geschilderde<br />
landschappen en wolkenluchten, blijken bij nadere beschouwing hoog<br />
geperfectioneerde materiaalcollages te zijn. Bestaande uit papierpulp,<br />
gras, schors, plastic en zelfs leisteen. Met eindeloos geduld laagje voor<br />
laagje opgebouwd tot imposante berglandschappen, die de<br />
aanwezigheid van suikerzoete herderinnetjes en met bellen behangen<br />
Milka-koeien doen vermoeden.<br />
Met in die landschappen een hemelbestormende architectuur, die<br />
weifelt tussen de rol van tegenpool of die van medespeler in een<br />
gezamenlijke uitbarsting van barokke grootsheid. Wat we zien is de<br />
visualisatie van twee ideologieën, die van de ongerepte natuur en die<br />
van de modernistische architectuur, die zich als slangen in elkaar<br />
draaien tot een kluwen. Maar iets dergelijks zien we ook op formeel<br />
niveau. Namelijk wanneer Thorpe in zijn werkwijze gebruik maakt van<br />
typische Arts&Crafts technieken om zijn conceptuele uitgangspunten te<br />
verhelderen. De werken dragen poëtische titels als pamfletten: We Are<br />
Majestic in the Wilderness of I Am Golden. Deze laatste titel is<br />
voorbehouden aan een installatie met een centraal, uit cirkels<br />
opgebouwd vloerobject met mozaïeken en levende planten. Omgeven<br />
door staanders als kaarsen in stervormige houders. Een hybride, die<br />
kunst en natuur, decoratieve vormgeving en intellectueel commentaar<br />
overkoepelend in zichzelf tracht op te nemen. Maar niet geheel<br />
succesvol, want ze bezit niet het wonderlijke vermogen boven die<br />
tegenstellingen uit te stijgen. Zonder dit vermogen en in de strakke<br />
ordening van een museale context ontbreekt het de hybride aan visuele<br />
kracht.<br />
De schoonheid van een mausoleum<br />
Gaandeweg het bezoek aan de tentoonstelling ontluikt echter een<br />
andere gewaarwording, die een meer fundamentele kritiek op de<br />
werken van Thorpe oproept. Bij het betreden van de zaalvullende<br />
installatie The Defeated Life Restored wringen we ons langs metershoge<br />
kamerschermen om zo door een labyrint dwalend het heilige der<br />
heilige te betreden. Hier zien we een drietal stervormige objecten op<br />
een sokkelvormige basis van hout en glas. Alles even strak en perfect<br />
afgewerkt. Alles zo levenloos. Daarna zien we de aquarellen aan de<br />
wandschermen, een gedetailleerde en verfijnd uitgevoerde verbeelding<br />
van planten uit een fantasieherbarium. En de associatie met een<br />
mausoleum is compleet. Waar Thorpe er afdoende in slaagt ons te<br />
overtuigen van de tegenstrijdigheden in onze denkbeelden en ons<br />
onderdompelt in de intellectuele verwarring die er uit voortkomt, slaagt<br />
hij niet op een ander, nochtans cruciaal niveau. Namelijk om ons te<br />
overtuigen van de levensvatbaarheid van de kunst en de leefbaarheid<br />
van dit fantastisch ogende privé-universum. Dat is toch een belangrijk<br />
manco voor een kunstenaar die werelden schept om er op de eerste<br />
plaats zelf een toevlucht en een wijkplaats in te vinden.<br />
22<br />
David Thorpe,<br />
The Defeated Life Restored, 2006-2007,<br />
foto Courtesy Maureen Paley, London<br />
David Thorpe, 27 januari t/m 12 mei<br />
in museum Kurhaus Kleve<br />
www.museumkurhaus.de
Verborgen statements<br />
in esthetische sculpturen<br />
Erez Israeli, video, 2004, 38 min<br />
Territorial Bodies, hedendaagse<br />
beeldhouwkunst uit Israel.<br />
3 februari t/m 25 mei.<br />
museum Beelden aan Zee.<br />
www.beeldenaanzee.nl.<br />
Identiteit. Er is bijna geen vraagstuk te<br />
bedenken dat de gemoederen vandaag<br />
de dag meer bezighoudt dan dat. Met<br />
de tentoonstelling ‘Territorial Bodies’,<br />
hedendaagse beeldhouwkunst uit Israel,<br />
te zien in museum Beelden aan Zee in<br />
Scheveningen, stelt gastcurator Ronit<br />
Eden een geheel samen waarbij identiteit<br />
wordt onderzocht via de relatie tussen<br />
lichaam en territorium. Een dapper uitgangspunt,<br />
want kunstenaars die leven in<br />
vrijwel de meest complexe samenleving<br />
ter wereld, reflecteren ook in de meest<br />
onschuldige ogende werken op de hen<br />
omringende dagelijkse realiteit.<br />
Door Roos van Put<br />
Sigalit Landau toont een prachtige film. Gemaakt in de Dode Zee. Te<br />
zien is hoe een vrouwenlichaam, naakt, drijvend in deze zee<br />
‘gevangen’ ligt in een spiraal van watermeloenen. De vruchten zijn als<br />
een soort kralen met elkaar verbonden en vormen tezamen een ketting.<br />
Het uiteinde daarvan rolt zich langzaam af en verdwijnt buiten beeld.<br />
Het geheel is vanaf een hoog standpunt gefilmd. De toeschouwer kijkt<br />
bovenop die langzaam bewegende spiraal.<br />
De film levert poëtische beelden op, het groen van de meloenen met<br />
23<br />
daarin het blanke naakte vrouwenlijf dat op de lichte golfbewegingen<br />
van de zee zacht drijft. Tegelijkertijd ontstaat het besef van de plek; dit<br />
is de Dode Zee. Dit is de zee van de dood. Een plek op aarde die niet<br />
leeft. Maar die wel weer zuivert. Wie de Dode Zee ooit heeft bezocht<br />
herinnert zich vast nog wel de vrouwen die zich insmeren met modder<br />
uit die zee. De Ahava producten worden en masse ingeslagen,<br />
mineralen uit de Dode Zee zijn een weldoener voor je huid. Met een<br />
gezonde werking bovendien. De watermeloenen waartussen de<br />
kunstenares drijft, zijn zoet, het water van de zee is zout. Zoet versus<br />
zout. Haar lijf wordt langzaam maar zeker bevrijd als de spiraal zich<br />
afrolt: gevangenschap versus vrijheid.<br />
Het zijn dergelijke tegenstellingen die je in deze poëtische film aan het<br />
denken zetten. Contrasten die je in een groter verband ook weer kunt<br />
doortrekken naar het land waar het werk is gemaakt. Met de hele<br />
bijbelse, politieke, sociale en maatschappelijke geschiedenis die zo<br />
onherroepelijk bij deze, zoals in de catalogus omschreven, 'meest<br />
complexe samenleving ter wereld', hoort. Landau zet een sterk beeld<br />
neer, dat zich vastbrandt in je netvlies. De inhoudelijke complexe<br />
situatie wordt enerzijds even simpel als doeltreffend, anderzijds<br />
esthetisch in beeld gebracht. Gebruikmakend van haar eigen lichaam<br />
in het territorium van de Dode Zee, een gebied dat bestaat bij de gratie<br />
van extremen.<br />
Gelaagdheid<br />
Diezelfde gelaagdheid, die andere betekenis naast of beter gezegd, die<br />
indrukwekkende inhoud achter esthetische beelden, vind je terug in<br />
meer werken op deze tentoonstelling. Zoals te zien in de film van Erez<br />
Israeli. Hij naait bloedrode margrieten vast aan zijn huid en plukt ze er<br />
daarna weer vanaf wat overigens niet zachtzinnig gebeurt. Ook hier<br />
ontdek je weer een statement; over de dood die rondwaart in het land,<br />
over het leven dat ruw wordt afgebroken, over de vele rouwkransen<br />
waarmee men in Israël dagelijks in aanraking komt. Ook deze film<br />
verleidt het oog eerst, hier met verontrustende beelden. Daarna dringt<br />
de schrijnende inhoud tot je door.<br />
Andere opmerkelijke beelden zijn van Mirit Cohen Caspi, Ziv Ben-Dov<br />
en van Gilad Ratman. Van laatstgenoemde zijn een soort amorfe<br />
wezentjes te zien. De huid doet denken aan een stapeling druipend<br />
kaarsvet, ze zijn zonder identiteit. Geen mens en geen dier. Geen man<br />
en geen vrouw. Ze kunnen alles zijn, maar ook helemaal niets. Je<br />
verwacht elk moment dat ze voor je ogen van gedaante veranderen. In<br />
het oog springend is het desolate karakter van deze installatie. Tussen<br />
de figuren wordt geen interactie gesuggereerd. De ene lijkt te bidden,<br />
de ander schijnt bevroren te zijn in een beweging, vlak voor het<br />
moment dat hij omvalt.<br />
Associaties gaan richting verschillende bevolkingsgroepen die binnen<br />
een samenleving gedwongen zijn zich tot elkaar te verhouden. Nu<br />
eens moeten ze zich aan elkaar aanpassen, dan weer gaan ze<br />
anoniem op in de massa, dan weer leidt het samenzijn tot een<br />
confrontatie of ze keren elkaar de rug toe. Bij deze beeldengroep<br />
wordt de indruk gewekt dat de figuren zich nooit op enige wijze tot<br />
elkaar zullen verhouden. Het zijn individuen die noodgedwongen<br />
samenleven maar kiezen voor grote onderlinge afstand. Ze willen<br />
duidelijk niets met elkaar te maken hebben. Ze hebben dezelfde<br />
uiterlijke kenmerken maar daarmee houdt elke overeenkomst ook op.<br />
Je zou kunnen vaststellen dat de groep op indringende wijze zichtbaar<br />
maakt hoe de hedendaagse samenleving functioneert. Mensen leven<br />
naast maar niet met elkaar. Ofwel, de conditione humaine in de 21ste<br />
eeuw stemt niet tot vrolijkheid.
Een wonderlijke witte wereld<br />
Anne Marie van Sprang timmert aan de<br />
weg. De Amsterdamse galerie De Witte<br />
Voet houdt een verkoopexpositie van<br />
haar werk en voor het Princessehof te<br />
Leeuwarden heeft ze een installatie gemaakt.<br />
Geraart Westerink<br />
Het Princessehof<br />
Na de plezierige maar toch wat langdurige reis naar het Noorden is<br />
de eerste reactie bij het zien van de installatie Hangen en Staan van<br />
Van Sprang: “Is dit alles?” Op de royale zolder van het eeuwenoude<br />
Leeuwarder stadspaleisje staat, tussen het eikenhouten gebinte en het<br />
glimmend gepoetste parket een rechthoekige wit ´podium´ enigszins te<br />
zwemmen in de ruimte. De rest van de zolder is leeg.<br />
Maar, zoals bekend, heeft elk nadeel zijn voordeel. Door het ontbreken<br />
van andere aandachtstrekkers en door de overvloed aan ruimte richt<br />
alle aandacht zich op het werk en kijk je onbewust langer en<br />
aandachtiger dan je anders mogelijk gedaan zou hebben. De titel blijkt<br />
even prozaïsch als waarheidsgetrouw. Het werk bestaat uit een aantal<br />
figuurtjes dat op de witte rechthoek staat en een bijna even groot<br />
aantal dat erboven hangt. Het podium is licht glooiend, alsof een rivier<br />
van boven naar beneden er heel geleidelijk een bedding heeft<br />
uitgeslepen. In combinatie met de figuurtjes die er op staan dringt zich<br />
direct de associatie met een besloten landschap op, dat ruw begrensd<br />
wordt door de randen van het vlak, waarboven een aantal vreemde<br />
hemellichamen hangt. Door de belichting vallen grillige schaduwen alle<br />
kanten op. De figuurtjes bevinden zich op ruime afstand van elkaar,<br />
subtiel verspreid over het hele schouwtoneel. Ze zijn delicaat en<br />
kwetsbaar. Dat komt door de bescheiden volumes, door de gevoelige<br />
vormgeving, maar vooral door het gebruikte materiaal: gegoten<br />
porselein (bone china), dat ongeglazuurd is gebleven en daardoor niet<br />
de harde glamouruitstraling heeft die we van dit materiaal gewend<br />
zijn.<br />
Hemel en aarde<br />
De figuurtjes zijn klein. Sommige details ervan openbaren zich pas als<br />
je op de knieën gaat. Toch hebben ze een monumentale kracht. Op het<br />
´podium´ staan onder meer een man met een kind op de schouders,<br />
een huisje met twee uitstekende ledematen, een gebogen lijf zonder<br />
kop - met een bolvorm als bekroning - en een kogelrond mannetje met<br />
negen armen die als takken uit het lijf steken. Halverwege heeft hij een<br />
extra paar vingers als uitbottende knoppen. Veel aandacht trekt ook het<br />
mannetje met takkenbossen onder beide armen.<br />
Naast de figuurtjes met menselijke trekken zijn er ook dierlijke wezen.<br />
Zo blijken twee halve bollen bij nader inzien een schildpad voor te<br />
stellen met een leeg schild op zijn rug. Markant is de gans die tegen<br />
een schuine stellage van houten stokjes staat. Dat hout is het enige<br />
afwijkende materiaal. Opvallend, juist hout, dat steeds weer in boom of<br />
takvorm terugkomt, zoals - min of meer in het midden van het podium<br />
- de boom met een gespalkte tak en een opgerold touw ernaast. Of is<br />
het een slang? Die zou aardige associaties met het scheppingsverhaal<br />
oproepen. Wat te denken van het wielloze autootje met reusachtige<br />
luidsprekers, die de verstilling van het werk juist accentueren. En hoe te<br />
reageren op het op verschillende hoogtes hangende porseleinen<br />
universum, dat onder meer bestaat uit een vertikaal bord, een<br />
graalachtige drinkbeker, een uitgerekte peervorm, een trechter en een<br />
vreemde vorm die het midden houdt tussen een vloeibare gloeilamp en<br />
een half leeggelopen ballon?<br />
Weinig, maar niet leeg<br />
In galerie De Witte Voet geen installaties, maar afzonderlijke,<br />
individuele werken. Niet alleen in porselein, ook in brons, al is dat er<br />
maar één. Bovendien hangen er enkele zeefdrukken. De sfeer van<br />
betekenisvolle leegte die de opstelling in het Princessehof bepaalt, is<br />
doorgezet. De galerie leent zich er goed voor. Het bureau met<br />
documentatie is slim weggewerkt in een hoek en heeft nauwelijks<br />
invloed op de tentoonstelling. De werken staan vooral langs de wanden<br />
en de ramen, meestal op ruime afstand van elkaar, maar de setting is<br />
niet willekeurig. Twee Bone China Watchers, die qua schaal<br />
vergelijkbaar zijn met de figuurtjes in Leeuwarden, zijn met hun gezicht<br />
naar het raam geplaatst, waardoor de opgeheven voorwerpen in hun<br />
linkerhand licht doorlaten en daardoor de kwetsbaarheid en<br />
transparantie van het materiaal benadrukken. Fraai zijn ook de<br />
zeefdrukken met kleine<br />
afbeeldingen in subtiele tinten die<br />
dartelen op een groot wit vel dat<br />
verder leeg is.<br />
De kleur die hier voorzichtig<br />
opduikt komt prominenter terug<br />
bij twee beelden: een mannetje<br />
met een blauwe broek en een<br />
afbeelding van een schip op zijn<br />
borst en een mannetje met een<br />
vierkant gat ter hoogte van zijn<br />
hart, waarvan de randen rood<br />
zijn gemaakt.<br />
Die toevoeging had voor mij niet<br />
gehoeven. De verbeeldingskracht<br />
van Van Sprang heeft eigenlijk<br />
geen kleur nodig. De door haar<br />
opgewekte beeldtaal is krachtig<br />
en associatief en getuigt van een<br />
uiterst persoonlijke verbeeldingswereld, die mysterieus, maar niet<br />
hermetisch is. Wel is duidelijk dat het een ingewikkelde wereld is,<br />
bestaande uit fantasiebeelden die zowel dromerig als spookachtig<br />
kunnen zijn. De (bijna) witte wereld is dus niet altijd aangenaam, maar<br />
wel bijzonder boeiend. Hij is uitgesproken, maar biedt tegelijkertijd<br />
ruimte voor individuele interpretaties.<br />
24<br />
Anne-Marie van Sprang,<br />
Bone China Watchers, foto Peter Cox<br />
Anne-Marie van Sprang, Overzichtsfoto<br />
Princessehof, Leeuwarden,<br />
foto Peter Cox<br />
Hangen en Staan,<br />
Princessehof, Leeuwarden,<br />
18 november t/m 9 maart 2008,<br />
www.princessehof.nl.<br />
Galerie De Witte Voet, Amsterdam,<br />
17 november t/m 29 december 2007.
Dora Dolz maakte<br />
zinnenprikkelende ontwerpen<br />
Dora Dolz, Mediteranneo, Hoek van<br />
Holland, foto: M. de Hoog<br />
Dora Dolz, ¿ Adónde vas?, museum<br />
Boijmans van Beuningen, Rotterdam,<br />
1 december t/m 8 maart 2008<br />
www.boijmans.nl<br />
www.doradolz.com<br />
Zaterdag 1 maart jongstleden overleed<br />
de uit Spanje afkomstige Dora Dolz. Toevalligerwijs<br />
toonde het Boijmans in de<br />
maanden voor haar overlijden een klein<br />
overzicht van haar expressieve werk. Een<br />
opvallend oeuvre dat een breed spectrum<br />
beslaat: naast monumentale keramische<br />
ontwerpen ook de nodige veelkleurige<br />
glasobjecten, vloertapijten met medaillons,<br />
en enkele schilderijen. Geen grote<br />
kunst of vormgeving met een vernieuwende<br />
invalshoek, maar wel levendig<br />
werk dat vrolijk stemt en dat menigeen bij<br />
zal blijven.<br />
Door Etienne Boileau<br />
Meer dan veertig jaar geleden volgde Dora Dolz haar toenmalige<br />
partner naar Nederland, in de verwachting daar de Noord-Europese<br />
civilisatie aan te treffen. Aangekomen in Rotterdam viel dat behoorlijk<br />
tegen: “Nederlanders bleken meer genegenheid voor hun hond te<br />
hebben dan voor hun kleine kinderen, en er werd hier stipt rond zes<br />
uur gegeten; een voor Spaanse begrippen onbegrijpelijk vroeg tijdstip”.<br />
Toch is Dora Dolz in Rotterdam gebleven en heeft ze de afgelopen<br />
veertig jaar, zoals ze zelf zegt,“het leven gevierd”.<br />
Chaises longues<br />
Dora Dolz kreeg haar opleiding aan de Rotterdamse Kunstacademie,<br />
richting monumentaal en grafisch ontwerpen, wat nog steeds in haar<br />
werk te zien is. Vanaf 1977 maakte ze keramische objecten, en dat<br />
dan vooral voor de openbare ruimte. Wie kent er niet haar kleurrijke<br />
banken in chaise longue vorm of haar door zuilen gestutte keramische<br />
25<br />
prieeltjes waarmee zij de straten, parken en pleinen van menig<br />
Nederlandse stad heeft opgesierd? Stuk voor stuk toegankelijke<br />
ontwerpen voor een breed publiek, die veel met haar levendige<br />
vaderland te maken hebben. Toentertijd zorgde ze voor een revolutie<br />
in de aankleding van de openbare ruimte. Gelukkig is er de afgelopen<br />
jaren op dat gebied veel veranderd in ons land, tenminste als je Dora<br />
Dolz mag geloven die schilderend, zingend en dansend door het leven<br />
ging. Bij elke situatie in haar turbulente leven had ze wel een passend<br />
Spaans liedje paraat of een klaagzang uit Andalusië (saeta). De film<br />
over Dolz’ leven en werk ‘Portrait of Dora Dolz’, gemaakt door dochter<br />
Sonia in samenwerking met de NPS, maakt veel duidelijk over de<br />
achtergrond en motieven die je in het werk van Dora aantreft (Zo blijkt<br />
de waaiervorm uit haar keramische ontwerpen een verwijzing naar de<br />
oeroude Spaanse waaier).<br />
Decoratief design<br />
En er zijn meer symbolen in haar werk die verwijzen naar haar<br />
meisjesjaren in Spanje. Neem de glasobjecten die Dora Dolz vanaf de<br />
negentiger jaren begon te ontwerpen. Ze bestaan voor het overgrote<br />
deel uit vazen en lampen. Op de tentoonstelling in het Boijmans<br />
stonden er heel wat opgesteld in een herkenbare, samengestelde<br />
beeldtaal vol bladeren, doornen, crucifixen, bloemen en takken.<br />
Originele kleurrijke glasontwerpen, al is ook hier, net zoals bij haar<br />
keramische objecten en meubelen, eerder sprake van decoratief design<br />
dan van kunst. Van vernieuwende vormgeving is geen sprake, maar<br />
daar lijkt het haar bij deze ontwerpen ook niet om gegaan te zijn.<br />
En dan waren er in het Boijmans talloze kronen, spiegels en pijpen van<br />
gekleurd glas. Ze bleken te verwijzen naar het vanitassymbool. Ook<br />
stonden er de nodige glinsterende crucifixen, ciboiries en kruisen van<br />
glas opgesteld, die onontkoombaar verwezen naar de grote invloed die<br />
de Spaanse katholieke kerk op deze kunstenaar heeft gehad. Eén van<br />
de prachtig gevormde spiegels, die Dolz ontwierp in de vorm van een<br />
ovale remonstrans, bekroonde zij met een glasmotief dat sterk doet<br />
denken aan het kroontje dat zij als meisje droeg toen zij voor het eerst<br />
haar Eerste Heilige Communie deed: een liefdevolle verwijzing naar<br />
haar jeugd.<br />
Ook de vloertapijten van Dolz vond ik origineel. Eén ervan bestond uit<br />
een zandkleurige vlakte met in het midden een samengesteld medaillon<br />
waarop je een loflied op de natuur zou kunnen lezen. Je zag er een<br />
fragment van een landschap in, een hertenkop en andere decoratieve<br />
elementen. Gemaakt met veel liefde en respect voor de natuur, een<br />
liefde die haar vader, een van oorsprong eenvoudige Spaanse<br />
landarbeider, haar had bijgebracht.<br />
Artistieke barrière<br />
Haar overlijden kan gezien worden als een verlies voor de<br />
Nederlandse kunstwereld. Met haar kleurrijke, vaak monumentale,<br />
keramische ontwerpen voor de openbare ruimte wist zij blikvangers<br />
neer te zetten die een grote aantrekkingskracht hadden op een breed<br />
publiek. Daarin was zij uniek. Nederland kende tot voor kort maar<br />
weinig keramische kunstenaars die op dat formaat konden werken.<br />
Wat niet wegneemt dat ook haar glasobjecten en schilderijen, voor mij<br />
komen zij op de tweede en derde plaats, heel goed een blijvende<br />
indruk in de Nederlandse kunstwereld kunnen achterlaten. Ze vormden<br />
net zo goed een wezenlijk onderdeel in haar oeuvre; ook daarin dringt<br />
haar Spaanse afkomst door. De kunstenaar Dora Dolz heeft met haar<br />
levendige oeuvre een artistieke, zinnenprikkelende barrière willen<br />
oproepen tegen het grauwe Nederlandse klimaat. En dat dat gelukt is,<br />
staat nu al wel vast.
Fiona Hall: de geheime<br />
geschiedenis van wortels, uien en sla<br />
Als kunstkijker word ik regelmatig geconfronteerd<br />
met kunstwerken die visueel<br />
weinig indruk maken en die niet echt interessant<br />
zijn. Achteraf blijkt uit catalogusteksten<br />
dat er soms toch een boeiend<br />
concept aan ten grondslag ligt.<br />
Wanneer de realisatie zo ver achterblijft<br />
bij het plan van de kunstenaar, wordt<br />
zowel het concept, de potentie van het<br />
kunstwerk als het publiek tekortgedaan.<br />
Zou het dan niet beter zijn geweest het<br />
werk niet uit te voeren maar het te laten<br />
bij een concept op papier, waar ik als toeschouwer<br />
mijn eigen fantasie over kan<br />
laten gaan?<br />
Een gedachteverkenning aan de hand van<br />
het werk van de Australische kunstenares<br />
Fiona Hall.<br />
Door Judith van Beukering<br />
Afgelopen najaar bezocht ik de tentoonstelling Downunder/De<br />
Overkant, een editie van de jaarlijkse beeldenexpositie op het Lange<br />
Voorhout in Den Haag (zie Beelden 2007#4, p.16).Wat een<br />
interessante ontmoeting met Australische kunstenaars had kunnen<br />
worden, liep uit op een teleurstellende en ergerlijke ervaring. Bijzonder<br />
getroffen was ik door een werk van Fiona Hall, een tuininstallatie<br />
getiteld Force Field. Een modderig perkje met in het midden een<br />
beschilderde bijenkast. Ondanks al mijn kijkervaring had ik deze<br />
installatie niet meteen als kunstwerk herkend. De begeleidende tekst<br />
sprak over een politiek geladen tuininstallatie, in de vorm van de<br />
landkaart van Australië. Die heb ik ook niet kunnen ontwaren.<br />
Thuisgekomen zag ik in de catalogus een foto van de nog maagdelijk<br />
tuinaanzet. En de beschrijving van een strak plan (een lijst met planten)<br />
en interessante ideeën van de kunstenares. Wat was hier misgegaan?<br />
Aanleiding om de organisator van de tentoonstelling, Marie Jeanne de<br />
Rooij, te vragen wat zij zelf vond van de uitvoering van het kunstwerk.<br />
Planten zijn (niet) onschuldig<br />
De Rooij, directeur van de Stichting Den Haag Sculptuur, vertelt wat de<br />
aanleiding was om Fiona Hall uit te nodigen. Toen zij bezig was met<br />
het samenstellen van de tentoonstelling kwam haar naam vanzelf<br />
bovendrijven.<br />
Fiona Hall (1953) is in Australië een bekende kunstenaar. Zij exposeert<br />
in toonaangevende galerieën, zoals de Roslyn Oxley9 Gallery in<br />
Sydney en ook in de collectie van de Art Gallery of New South Wales<br />
zijn diverse kunstwerken van Hall opgenomen. Hall maakt conceptuele<br />
kunst waarin zij beeldhouwen, schilderkunst en fotografie combineert<br />
met alledaagse voorwerpen en aspecten uit de natuur. Marie Jeanne de<br />
Rooij beschrijft Hall als een gedreven kunstenaar die zich met een<br />
haast wetenschappelijke interesse verdiept in de botanische wereld. Zij<br />
gaat sporen na van de natuur, die samenhangen met volksverhuizingen<br />
en legt zo verbanden tussen natuur en politiek.<br />
De Rooij verklaart wat haar boeit: “Fiona Hall is geïnteresseerd in de<br />
niet altijd voor de hand liggende relatie tussen de [enerzijds] als<br />
authentiek ervaren 'eigen' huis-,tuin-en-keukenplanten en [anderszijds]<br />
de oorspronkelijke herkomst van veel van die 'nationale'<br />
groencultuursymbolen; van oudsher is door volksverhuizingen en<br />
ingrijpende menselijke interventies de natuur, het 'onschuldige'<br />
plantenrijk, behoorlijk 'uprooted', ontworteld, geraakt. Elders<br />
aangekomen wortelt zo'n plant zich opnieuw om vervolgens na enige<br />
tijd door de 'nieuwe' plaatselijke bevolking als 'onze' natuur<br />
beschouwd te worden. Denk in Nederland aan 'onze' nationale trots,<br />
de tulp, oorspronkelijk van Turkse origine. Planten vertellen als je je<br />
verdiept - zoals Fiona dat uiterst precies en gedreven doet - in hun<br />
reisroute van hot naar haar, schaamteloos (want onschuldige natuur<br />
immers) en onaangedaan een verhaal over de vele zwarte bladzijden<br />
uit de geschiedenis van kolonialisme en imperialisme vroeger en nu.”<br />
Over deze problematiek maakte Hall verschillende kunstwerken,<br />
waaronder haar tuinprojecten die zij op verschillende continenten<br />
uitvoerde. De Rooij was bijzonder verheugd dat Fiona Hall ook in Den<br />
Haag een dergelijk in situ werk zou komen realiseren.<br />
Plan en realisatie van Force Field<br />
Fiona Hall stond een helder idee voor ogen. Zij leverde een lijst aan<br />
met planten die in de tuin geplant zouden worden, o.a. klaver,<br />
peterselie, erwt, radijs, sla, wortel en cannabis. “De meeste soorten die<br />
ik zal gebruiken werden ooit naar Australië vervoerd door de First Fleet<br />
[Eerste Vloot], een term die we gebruiken om de schepen mee aan te<br />
duiden die de eerste gevangenenkolonisten in 1788 van Engeland naar<br />
Australië brachten. Deze schepen brachten veel soorten planten,<br />
groenten, granen en fruit in de vorm van zaden of levende planten<br />
daar, om ze te laten groeien in de nieuwe kolonie. Deze episode uit het<br />
vroege Europese kolonialisme interesseert me bijzonder omdat toen<br />
voor het eerst planten uit andere plekken de Australische kust<br />
bereikten.” (Catalogus, p. 53-54)<br />
Het plan van Hall was verder om in de tuin bijenkorven te plaatsen met<br />
schildering van camouflagetekeningen. Hiermee wilde ze “er nieuwe<br />
lagen van patronen en politieke verwijzingen aan toevoegen, met name<br />
omdat de meeste landen die door de bijenkorven vertegenwoordigd<br />
worden en de planten die erbij horen, in het Midden-Oosten liggen of<br />
26<br />
Fiona Hall, Force Field
Fiona Hall, Force Field<br />
www.denhaagsculptuur.nl<br />
betrokken zijn bij het huidige conflict in Irak.” (Idem, p. 54)<br />
“Bijenkolonies worden beschouwd als perfecte modellen voor de<br />
samenleving terwijl bijen als bestuivers de metafoor van menselijke<br />
migratie met zich meedragen.” (AD Haagsche Courant, ‘Den Haag<br />
Sculptuur’, p. 21)<br />
De realisatie van de tuin ging niet over rozen, blijkt uit het verhaal van<br />
Marie Jeanne de Rooij. Het was eind april, begin mei juist een zeer<br />
warme periode waardoor de grond erg droog was. Echt groeien wilde<br />
het dus niet. Fiona Hall heeft in Den Haag zelf twee en een halve week<br />
gewerkt aan de tuin en aan het beschilderen van de bijenkasten. Op<br />
haar verzoek werd er bewust geen hek omheen gezet. Het nadeel was<br />
dat mensen de tuin gingen gebruiken als honden uitlaatplek. Er volgde<br />
een periode met veel regen wat ook geen goed deed. De tuin werd<br />
halverwege nog aangevuld met grassoorten, maar dat mocht niet echt<br />
meer baten. De Rooij vindt het jammer dat door praktische problemen<br />
het kunstwerk niet tot zijn recht is gekomen.<br />
27<br />
Voor de toelichting<br />
Volgens De Rooij is Force Field helaas door moeilijk vooraf<br />
voorspelbare factoren geen optimaal geslaagd project geworden, maar<br />
dat risico moet je nemen als je met situ- opdrachten werkt. Wat<br />
bovendien meespeelde in de slechte receptie is dat Hall en de andere<br />
kunstenaars op deze tentoonstelling relatief onbekend zijn in<br />
Nederland. “Als je eerder een tuininstallatie van Fiona Hall hebt gezien<br />
of bekend bent met haar andere werk, kun je gemakkelijker relateren<br />
en de kunst beter tot je nemen. Je stapt dan wellicht ook eerder over<br />
een niet helemaal gelukt project”, meent De Rooij.<br />
Op mijn opmerking dat het werk van Fiona Hall sowieso veel uitleg<br />
nodig heeft, laat de Rooij weten dat zij het idee dat een beeld voor zich<br />
moet spreken, geen houdbaar standpunt vindt. Er zijn altijd woorden<br />
voor nodig. En het blijft noodzakelijk om je te verdiepen in de context.<br />
Dat geloof ik ook allemaal wel maar ik vind dat voor de toelichting er<br />
wel iets te zien moet zijn dat intrigeert of dat je ogen streelt. Ik ben<br />
geen Spartaan en wil ook niet in complete verwarring worden<br />
achtergelaten.<br />
Als ik afga op wat ik op Internet zie, in de collectie van de Gallery of<br />
New South Wales, denk ik dat Halls werk visueel wel boeiend kan zijn.<br />
Cash Crop (1998) bijvoorbeeld is een tot de verbeelding sprekende<br />
installatie. In een vitrine kast legde zij een reeks van kleine sculpturen;<br />
fruit en groenten, gemaakt uit natuurzeep. Het zachte, in water<br />
oplosbare materiaal maakt de beelden kwetsbaar. De objecten worden<br />
begeleid door labels en beschilderde bankbiljetten. Op de labels staan<br />
economische termen. De combinaties tussen het fruit en de termen zijn<br />
erg grappig (in het Engels): ‘tax return’ is een ‘peanut’ bijvoorbeeld en<br />
‘global liquidity’ is een ‘cola nut’.<br />
Bevrijdende gedachte<br />
Als ik me probeer voor te stellen dat de installatie op het Lange<br />
Voorhout zou zijn uitgegroeid tot een weelderig volkstuintje, was dat<br />
natuurlijk een aardig beeld geweest. Spinazie en erwt midden in de<br />
stad. Maar hoe dan ook, het beeld zou zijn achtergebleven bij het<br />
concept, dat vele malen interessanter is.<br />
Dat een plantenproject in een stad visueel kan imponeren, liet Sanja<br />
Ivekoviç zien op de Documenta 2007. Duizenden klaprozen kleurden<br />
de bleke, strenge omgeving rond het Fridericianum rood. De politieke<br />
inhoud van dit project –verwijzend naar de papaverteelt en<br />
opiumproductie in Afghanistan – was daarentegen veel explicieter dan<br />
Force Field.<br />
De subtiele, doorwrochte gedachtewereld van Hall zou zich uitstekend<br />
lenen voor een wetenschappelijke verhandeling; of een spannende<br />
roman over de geheime geschiedenis van wortels, uien en sla. Het<br />
werkt bevrijdend om te bedenken dat Hall dit project beter niet had<br />
kunnen uitvoeren, maar serieus kan ik deze gedachte toch niet nemen.<br />
Het is evident dat een verhaal op papier geen beeldend kunstwerk is en<br />
hiervoor dan ook nooit in de plaats kan komen. Zoals Gijs Frieling,<br />
directeur van kunstencentrum W139, eenvoudig stelde: “De techniek is<br />
niet van belang. Het gaat om de wil om iets fysieks uit te voeren. Als je<br />
die wil niet hebt, dan ben je volgens mij geen kunstenaar.” (NRC, 19<br />
januari 2007) Dus de volgende keer beter: go Fiona go!
‘Lucasx’<br />
‘Lucasx’ is een blad over<br />
kunst in de Provincie<br />
Utrecht, waarin met<br />
grote regelmaat gerapporteerd<br />
wordt over<br />
beeldhouwkunst in al<br />
haar veelvormigheid.<br />
Een magazine om van te<br />
smullen.<br />
Door Ans van Berkum<br />
‘Een feestmaal voor de weldoorvoede<br />
kunstkenner’, luidt de ondertitel van een<br />
artikel over het 18e Impaktfestival in<br />
Utrecht, in Lucasx. Auteur Joke Ballintijn<br />
behandelt hierin de geschiedenis van de<br />
videokunst en de festivals die daar aan<br />
gewijd zijn. Een goed artikel, dat niet<br />
alleen de ontwikkeling van videokunst tot<br />
volwaardige mediakunst beschrijft, maar<br />
ook de rol van de festivals in die wording<br />
evalueert. Ook al kunnen<br />
mediakunstenaars hun werk<br />
tegenwoordig overal presenteren, het<br />
blijft goed dat er fora zijn waar<br />
vakgenoten en publiek elkaar specifiek<br />
ontmoeten en energie wordt vrijgemaakt<br />
door een intensieve programmering.<br />
lucasx<br />
jan.feb.<br />
m r t . 0 6<br />
Ontwerpers uit Utrecht<br />
Interview Rob Birza<br />
Houten Saudade<br />
Nieuwvrees in Nieuwegein<br />
Lucasx:<br />
kunst en vormgeving<br />
in de Provincie Utrecht.<br />
2 0 0 6 n u m m e r 1<br />
j a n , f e b , m r t<br />
€ 4 , 5 0<br />
Nieuw recept<br />
Ik denk dat ze gelijk heeft. En wat dat<br />
feestmaal betreft, voor mij is Lucasx dat<br />
ook. Eind 2005 stond het op het punt te<br />
verdwijnen door verschillende<br />
subsidiestops. Maar het blad wist het tij te<br />
keren door in plaats van gratis te zijn,<br />
met abonnementen te gaan werken en<br />
nieuwe fondsen aan te boren. Het herrees<br />
begin 2006, stralender dan daarvoor.<br />
Meer pagina’s, meer rubrieken en een<br />
vormgeving van klasse. Dat was het<br />
recept. Achterin het blad staat een<br />
uitgebreide agenda. Daar worden ook de<br />
advertenties gegroepeerd, waarbij steeds<br />
een verhaal is opgenomen over de<br />
jongste ontwikkelingen en activiteiten in<br />
de vorm van een CBKU-special. Zo<br />
draagt het centrum dat Lucasx uitbrengt,<br />
ook zelf financieel bij.<br />
De vorm van Lucasx, dat mag benadrukt<br />
worden, wordt op A5 formaat<br />
geproduceerd. Daar lijden de beelden,<br />
noch de teksten, noch de overdracht,<br />
onder. Lucasx past in je rugzak en het is<br />
even mee te grissen als je naar een stad<br />
gaat om daar misschien nog een beeld of<br />
een tentoonstelling mee wilt pikken.<br />
Onderweg kijk je wel wat er allemaal<br />
aan de hand is, en kies je wat in je plan<br />
past.<br />
De inhoud van Lucasx is hoegenaamd<br />
een smakelijke maaltijd. Het maakt je<br />
jaloers op Utrecht, waar kennelijk zoveel<br />
gebeurt dat elk kwartaal met gemak een<br />
blad van tachtig pagina’s kan worden<br />
gevuld met goede reportages, recensies<br />
en aankondigingen. Zo heb ik met<br />
belangstelling kennis genomen van het<br />
verlangen van Utrecht om, net als<br />
Brainport Eindhoven en New Town<br />
Almere, in 2018 culturele hoofdstad te<br />
worden. Maar ook van de vragen<br />
rondom het ontzamelbeleid van het<br />
Centraal Museum. Van de doorgroei van<br />
de tweehonderd jaar oude<br />
kunstenaarsvereniging Kunstliefde, waar<br />
John Blaak, ook hoofdredacteur van<br />
Beelden, artistiek leider is, waarbij Lucasx<br />
ingaat op de vraag welke rol Kunstliefde<br />
kan spelen voor het Utrechtse<br />
kunstklimaat. Ook lezen we dat er een<br />
nieuw museum komt in Amersfoort. Want<br />
dat is een stad, die binnenkort tot een<br />
omvang van 160.000 mensen uitgroeit,<br />
aan zichzelf verplicht, zo is men van<br />
mening. Het gebouw van Juan Navarro<br />
Baldeweg leren we alvast kennen door<br />
middel van ingenieuze foto’s van de<br />
maquette. De vier bekende Amersfoortse<br />
kunstinstellingen, Flehite,<br />
Armandomuseum, Mondriaanhuis en De<br />
Zonnehof zullen er samengaan en onder<br />
één dak worden gehuisvest met de<br />
RACM, wat staat voor Rijksdienst voor<br />
Archeologie, Cultuurlandschap en<br />
Monumenten, de bibliotheek, het archief,<br />
een poppodium, een kunstschool en een<br />
bioscoop. Het lijkt wel een cultural<br />
shoppingmall; Ik ben zeer benieuwd of<br />
dat lukt. Zal het de bestaande instellingen<br />
lukken om op een zinvolle manier te<br />
fuseren? Zullen de partners een<br />
interessante gezamenlijke thematiek<br />
28<br />
vinden? Zo ja, dan wordt Amersfoort<br />
beslist een voorbeeld voor andere steden.<br />
lucasx<br />
jan.feb.<br />
m r t . 07<br />
Mediakunst en festivals<br />
Peter Greenaway<br />
Het Maakbare land<br />
Aernout Mik<br />
Lucasx:<br />
kunst en vormgeving<br />
in de Provincie Utrecht<br />
2 0 0 7 n u m m e r 1<br />
jan. feb. mrt.<br />
€ 5 , -<br />
Beelden<br />
De beeldhouwkunst en de beeldende<br />
kunst in de openbare ruimte komen in<br />
LukasX gelijkwaardig aan de orde ten<br />
opzichte van andere disciplines. In 2006<br />
en 2007 ging het onder meer over een<br />
schitterend werk van Stanislas Lewkovitch<br />
in Veenendaal, dat samen met vier<br />
andere kunstwerken de uitbreidingswijk<br />
Dragonder Oost siert, met als speciale<br />
opdracht om de beeldkwaliteit van de<br />
wijk op een hoog niveau te brengen.<br />
Lewkowicz boog zich over het fietspad in<br />
het centraal gelegen park. Hij maakte het<br />
mooier en veiliger door er een bocht en<br />
een verhoging in te leggen en<br />
vierhonderd leds in de glanzende<br />
betonklinkers aan te brengen, die in het<br />
donker langzaam harder en dan weer<br />
zachter gaan branden. “Het resultaat is<br />
een dynamisch en sprankelend lichtspel,<br />
waardoor niet alleen kinderen maar ook<br />
volwassenen hemelse momenten beleven<br />
wanneer zij hier overheen fietsen”, schrijft<br />
Mariëlla Kassing.<br />
In een uitgebreid artikel met veel<br />
voorbeelden wordt de opkomst en de<br />
betekenis van Community Art onderzocht,<br />
waarbij de auteurs zich uiteindelijk toch<br />
aansluiten bij de opvatting dat kunst in<br />
laatste instantie autonoom is. “Kunst moet<br />
niet voor een karretje worden<br />
gespannen”; citeert men uit de mond van<br />
Jeanne van Heeswijk. “Ze hoeft geen<br />
problemen op te lossen, of gedienstig te<br />
zijn”. Wat er verloren zou gaan, ware dit<br />
wel het geval, wordt niet afgewogen.<br />
Interessant in dit kader zijn de<br />
experimenten van het kunstenplan Beyond<br />
in Leidsche Rijn en Vario Mundo in<br />
Vathorst, Amersfoort. Ook daaraan<br />
besteed het blad ruim aandacht. In De<br />
Goodwill van Beyond blikt Lisette Smits<br />
terug op vijf jaar werken met kunst aan<br />
het nieuwe stadsdeel van Utrecht. Hier is<br />
de kunst geen verfraaiing. Van haar<br />
wordt verwacht ‘daadwerkelijk te<br />
interveniëren’ in de maatschappelijke<br />
werkelijkheid. Het Beyond programma<br />
stelt zich dienstbaar op en volgt het<br />
opbouwproces van de wijk, in interactie<br />
met het publiek. Kunstenaars nestelen zich<br />
tijdelijk als nomaden in de wijk en<br />
bekijken ter plaatse waar aan ze kunnen<br />
bijdragen. Ook Vathorst is aardig op weg<br />
in die sfeer. Huizen worden, vóór de<br />
bewoners er in trekken, als kunstresidentie<br />
en theaterpodium geannexeerd en de<br />
bewoners worden via billboards<br />
geprikkeld een keuze te maken uit een<br />
keur aan mogelijke beelden voor de wijk.<br />
Lucasx volgt het en geeft de lezers te<br />
denken.<br />
Een ander prikkelend project is opgezet<br />
door Gini Vos, die coach is voor jonge<br />
kunstenaars die in het in het Amersfoortse<br />
Eemgebied willen werken. Lucasx doet<br />
verslag van een lichtkunstmanifestatie in<br />
Amersfoort en plaatst een mooi<br />
monografisch artikel over Ruud Kuijer, die<br />
subtiele en veranderlijke betonsculpturen<br />
maakt. Tot slot besteedt het ruime<br />
aandacht aan de Roulette rotonde van<br />
Manfred Pernice. Deze laatste gebruikt<br />
het Koehoornplein als expositieruimte<br />
voor beelden die normaal elders in de<br />
stad verblijven. Hij maakt er opstellingen<br />
mee die deze weer heel anders laten<br />
functioneren dan we op hun vaste plek<br />
gewend zijn.<br />
De Provincie Utrecht bruist. Daarom is er<br />
zoveel te schrijven over ruimtelijk werk in<br />
al zijn verschijningsvormen en kan Lucasx<br />
in zijn geheel zo boeiend zijn. Maar het<br />
zijn de redacteuren, de vele auteurs en de<br />
vormgevers Kummers & Herrman die er<br />
uiteindelijk zo’n smakelijke maaltijd van<br />
maken.<br />
200 jaar Kunstliefde<br />
Community Art<br />
Genesis<br />
B A K i n Ve n e t i ë<br />
lucasx<br />
jul.aug.<br />
se p. 07<br />
Lucasx:<br />
kunst en vormgeving<br />
in de Provincie Utrecht<br />
Een abonnement kost maar €18,-.<br />
lucasx@cbk-utrecht.nl<br />
2 0 0 7 n u m m e r 3<br />
j u l . a u g . s e p .<br />
€ 5 , -
kun je leven<br />
van een abstract<br />
pensioen?<br />
Kunst is uw leven. Een mooi leven. Maar ook onzeker en vol risico's.<br />
Dus is het goed om ook nu al aan uw toekomst te denken. Aan uw<br />
leven ná het succes. Doe dat samen met Kunst en Cultuur pensioen en<br />
verzekering. Dat is dé verzekeraar voor iedereen die actief is in de<br />
kunst en culturele sector: werkgevers, werknemers en zelfstandigen.<br />
Wij hebben producten die u bijvoorbeeld verzekeren van een goed<br />
pensioen straks. Of van een inkomen als u er een tijdje 'tussenuit' gaat<br />
of eerder wilt stoppen met werken. Bij Kunst en Cultuur pensioen<br />
en verzekering hebben we verstand van geld, maar vooral ook hart<br />
voor kunstenaars. Meer weten? Kijk op www.kunst-cultuur.nl, bel naar<br />
070 - 306 56 78 of stuur een e-mail naar info@kunst-cultuur.nl.<br />
Kunst en Cultuur pensioen en verzekering onderschrijft de Code Rendement en Risico.<br />
www.kunst-cultuur.nl<br />
Kunst en Cultuur pensioen en verzekering<br />
dé verzekeraar voor de culturele sector<br />
beelden<br />
tuin<br />
Belled<br />
GALERIE BEELDENTUIN<br />
BELLED<br />
Langbroekerdijk A72, 3947 BK Langbroek (bij Doorn),<br />
Tel.0343561991, mob.0612855479, www.belled.nl<br />
exposities galerie en beeldentuin<br />
21 maart t/m 27 april<br />
GOEDE VRIJDAG EN 1E EN 2E PAASDAG GEOPEND.<br />
SCHILDERIJEN: RENÉ GALANT (F), IZY • MANNY, ERIK<br />
MANGELSCHOTS (B) EN JEAN-PIERRE RUEL (F).<br />
BEELDEN: MARINUS KLAP EN KIETA NUIJ<br />
8 mei t/m 15 juni<br />
SCHILDERIJEN: EDDY ROOS, JEAN-PIERRE RUEL (F),<br />
HARALD WOLFF (F) EN ANDRZEJ WAWRZYNIAK (PO)<br />
BEELDEN: JAN PATER EN EDDY ROOS<br />
Ole Langerhorst<br />
“Z.T.” Eikenhout 300 x 40 x 70 cm<br />
BEELDENTUIN<br />
Jan Pater<br />
“Refuse to bent” Brons 62cm<br />
CA 200 BEELDEN VAN: BERND ALTENSTEIN (DU), HANK<br />
BEELENKAMP, HANS BLANK, LOLKE VAN DER BIJ, LIEVEN<br />
D’HAESE (B), AMIRAN DJANASHVILI (GEO), JORIS GAYMANS,<br />
ERIK GOEDE, PETER HEIN, CHARLES HENRI, WILMA HOEBEE,<br />
HUGO HOL, HANS JOUTA, ARIE KALISVAART, ROMEE KANIS,<br />
MARINUS KLAP, WIM KÖMHOFF, COBA KOSTER, OLE<br />
LANGERHORST, BERNADETTE LEIJDEKKERS, ANDRÉ VAN DER<br />
LINDEN, ROOS MANNAERTS, HANS MÜLLER (DU), KIETA NUIJ,<br />
JAN PATER, HANNEKE PEREBOOM, THEO PONSIOEN, REINA<br />
RAMAKERS, EDDY ROOS, ED SCHOUTEN, CAIUS SPRONKEN,<br />
RIEKE VAN DER STOEP, JAN VERSCHUEREN (B), PAUL VINCKEN,<br />
LIA VAN VUGT, GREETH ZWERING EN MARGRIETH ZIJLSTRA.<br />
OOK BEELDEN IN EN BIJ HET WATER.<br />
CIRCA 200 KLEINE BEELDEN IN GALERIE- EN STOCKEXPOSITIE.<br />
CIRCA 300 SCHILDERIJEN IN GALERIE- EN STOCKEXPOSITIE.<br />
Tijdens exposities: vr t/m zo 13-17 uur en op afspraak.
WOENSDAG 18 - 22 UUR<br />
DONDERDAG - MAANDAG 11 - 19 UUR
Boeken<br />
Door Astrid Tanis<br />
Sculptuur Studies<br />
Sculptuur Studies 2007 is de derde uitgave van het Sculptuur<br />
Instituut in Den Haag. Het Sculptuur Instituut is een aan museum<br />
Beelden aan Zee gelieerd onderzoeksinstituut op het terrein van<br />
moderne en hedendaagse internationale beeldhouwkunst.<br />
Deze editie besteedt aandacht aan de negentiende-eeuwse<br />
fotografie die de beeldhouwkunst “portretteerde”. In 1839<br />
kwam de fotografie tot leven voor een groter publiek. De<br />
techniek stond in de kinderschoenen en er waren lange<br />
belichtingstijden nodig. Dit resulteerde in veel aandacht voor<br />
onbeweeglijke beelden. Op de eerste foto’s komen relatief veel<br />
beeldhouwwerken voor. Hans Roosenboom gaat uitgebreid in<br />
op dit stukje geschiedenis van de fotografie, dat ons ook veel<br />
vertelt over de rol van de beeldhouwkunst. Verder vind je in<br />
deze Sculptuur Studies een keur aan artikelen die allemaal<br />
de beeldhouwkunst of internationale onderzoeken over<br />
beeldhouwkunst tot onderwerp hebben. Sculptuur Studies richt<br />
zich echt op een beroepsgroep die zich op de een of andere<br />
manier professioneel en/of theoretisch met beeldhouwkunst<br />
inlaat. Er valt veel te lezen en het toegevoegde beeldmateriaal is<br />
er alleen als het functioneel is voor het geschreven artikel.<br />
Sculptuur Studies 2007, Dick van Broekhuizen e.a., Sculptuur instituut,<br />
Den Haag-Scheveningen, Uitgeverij Waanders, Zwolle 2007, ISBN10:<br />
9040084289<br />
Cover Sculptuur Studies 2007<br />
Nieuwe geschiedenis van de fotografie<br />
Nieuwe geschiedenis van de fotografie in Nederland, werd in<br />
april 2007 gepresenteerd ter gelegenheid van de opening van<br />
het nieuwe Nederlandse Fotomuseum in gebouw Las Palmas in<br />
Rotterdam. De vraag die gesteld wordt, is of de Nederlandse<br />
fotografie de geschiedschrijving kreeg die zij verdiende?<br />
Deze unieke publicatie onderzoekt de geschiedenis van de<br />
Nederlandse fotografie aan de hand van verschillende thema’s:<br />
bijvoorbeeld fotografie en de stad; engagement en fotografie<br />
voor en na 1945; fotografie en de blik op de koloniale<br />
geschiedenis en ‘de ander’; fotografie van het landschap; het<br />
fotoboek als samenwerkingsproject etc.<br />
Tevens worden de maatschappelijke, sociale en culturele context<br />
van ontwikkelingen in de fotografie uitgediept, maar ook<br />
onderlinge verbanden en lijnen naar recente ontwikkelingen<br />
in de fotografie krijgen de aandacht. Er is veel te zien en te<br />
lezen in dit boek. Het boek oogt zonder meer pretentieus, waar<br />
kosten nog moeite gespaard lijken. Het bevat naast boeiende<br />
teksten uitgebreid beeldmateriaal. De conclusie die ik weet te<br />
trekken uit dit boek is, dat de Nederlandse fotografie zonder<br />
meer een uitgave als deze verdient. Een andere conclusie die<br />
ik trek is dat fotografie eigenlijk meer met ruimtelijke kunst dan<br />
met twee dimensionale kunst te maken heeft. Net als bij video<br />
en film geeft het een blik in de ruimte van een ander; toont het<br />
composities die meer met een installatie dan met een schilderij te<br />
maken hebben.<br />
Nieuwe geschiedenis van de fotografie in Nederland, Flip Bool e.a., Waanders<br />
Uitgevers, Zwolle 2007, ISBN 978 90 400 8337 2<br />
Sigurdur Gudmundsson, Fairy Tail, 1979<br />
Mooi van ver<br />
Mooi van ver is een stevige uitgave die de muurschilderingen<br />
in Rotterdam als onderwerp heeft. Niet alleen kunst krijgt de<br />
aandacht maar ook andere beeldende uitingen die doorgaans<br />
het straatbeeld sieren of ontsieren; zoals flyers, stickers, graffiti,<br />
reclame en tags en andere krabbels. Muurschilderingen zijn een<br />
vorm van communicatie, je kunt ze gebruiken om een product<br />
aan de man te brengen, je bedrijf te profileren of je gevoelens te<br />
delen met iedere voorbijganger die hier wel of niet van gediend<br />
is.<br />
In de eerste zin zet de auteur zichzelf neer door te reflecteren<br />
op een muurschildering die voor hem het meest intrigerend is en<br />
zich niet in Rotterdam bevindt: “Eén van de meest intrigerende<br />
muurschilderingen is La América Tropical (1932), geschilderd<br />
in de Olvera Street in Los Angeles door de Mexicaanse<br />
kunstenaar en politieke activist David Alfaro Siqueiros”. Deze<br />
muurschildering heeft een duidelijke politieke en historische<br />
betekenis omdat het refereert aan de manier waarop de blanke<br />
Amerikaan het land in bezit heeft genomen door de eerdere<br />
bewoners buiten spel te zetten. Dit kunstwerk kun je zien als een<br />
politieke daad die derhalve direct weggewerkt werd achter een<br />
stuclaag. Het werk werd pas weer zichtbaar in de jaren zeventig<br />
van de vorige eeuw toen de stuclaag het langzaam begaf. Sinds<br />
1988 wordt het werk beschermd door de Getty Foundation<br />
waardoor het ineens een museale beschermheer kreeg die de<br />
intrinsieke waarde bevestigt. Het werk geldt momenteel als het<br />
monument van de Chicano’s (Mexicaanse-Amerikanen).<br />
Door het boek te beginnen met een beschrijving van dit<br />
kunstwerk en haar geschiedenis, schep je een referentiekader<br />
voor de besproken Rotterdamse werken. Je stelt indirect<br />
de vragen; waar refereren deze werken aan, waar zit de<br />
betrokkenheid en wat is de effectiviteit. Misschien kun je stellen<br />
dat bij muurschilderingen drie kernwoorden van belang zijn:<br />
engagement, affectiviteit en effectiviteit. Wat is het engagement<br />
van de vervaardiger of opdrachtgever en welke doelgroep wil<br />
zij aanspreken. Welk affect dient het werk te bewerkstelligen.<br />
Is dit bijvoorbeeld schokken, plezieren, verleiden of informeren.<br />
Hoe effectief is het werk in het bewerkstelligen van de geplande<br />
affecten.<br />
De publicatie geeft een breed en historisch beeld van de<br />
muurschilderingen in Rotterdam en plaatst deze in een bredere<br />
context. Er staan oude foto’s in van het begin van de 19de<br />
eeuw, waarop je reclameventers ziet die “reclamekarren” met<br />
opschiften door de stad trekken. Dit zie je in samenhang met de<br />
flyers en de meer geplande reclame op ruiten en muren. Verder<br />
is het boek een historische fotogalerij van kunstwerken die<br />
muren opsieren; het werk van Co Westerik met als onderwerp<br />
het touwspringende meisje uit 1976 blijft door de jaren heen<br />
mooi. Ook zie je zeer eigentijdse kunstwerken die in de<br />
afgelopen jaren in overleg met kunstinstellingen en deelraden<br />
31<br />
een plek kregen in Rotterdam. Daarnaast kunstwerken met<br />
een meer anarchistisch karakter, waar overleg niet bestond.<br />
Sommige kunstwerken bestaan al niet meer of waren van<br />
tijdelijke aard. Ik ken ze wel, daar ik al ruim dertig jaar in<br />
deze stad woon. Het kunstwerk van Geert Limburg die de<br />
buitenmuren beschilderde van zijn woning als een langzaam<br />
groeiend project, heeft het onderspit moeten delven door<br />
de vernieuwingsdrang van de gemeente waar ik woon. Het<br />
Beukelsblauw van Florentijn Hofman op de Beukelsdijk uit 2004,<br />
was een tijdelijk project (zie Beelden 1#2006). Prachtige wijken<br />
worden in Rotterdam platgewalst, samen met imposante uitingen<br />
van beeldtaal. Nadeel van een vooruitstrevende stad is dat ze<br />
vergeten dat historiciteit ook waarde bezit. Spijtig natuurlijk,<br />
maar gelukkig zijn er prachtige boeken als deze, met mooie<br />
foto’s en doorwrochte teksten die iets bewaren van wat was.<br />
Bladerend door het boek had de titel ook kunnen zijn “Kleurig<br />
Rotterdam”.<br />
Mooi van ver. Muurschilderingen in Rotterdam, Siebe Thissen, Trichis Rotterdam<br />
2007, ISBN 978-90-812416-1-8<br />
Geert Limburg, muurschildering Boezemlaan, Rotterdam, 2007<br />
Art in the Office<br />
Art in the Office, is een uitgave van de ING groep. De ING<br />
groep heeft diverse vestigingen over de gehele wereld. Het<br />
bijzondere van de collectie is dat de kunstwerken hangen<br />
en staan op werkplekken en kantoren van de ING. In deze<br />
eerste uitgave komen de collecties van België, Mexico, Polen,<br />
Engeland en Nederland aan bod. Vijf internationaal werkende<br />
conservatoren selecteerden de kunstwerken die aandacht<br />
krijgen. Werk van onder andere Andy Warhol, Frida Kahlo,<br />
Pierre Alechinsky, Ricard Deacon, Wilhelm Sasnal en Barend<br />
Blankert vindt u in deze uitgave terug, naast vele anderen.<br />
Daarnaast staan er teksten in die zowel aandacht aan de<br />
werken als aan het kunstbeleid van de ING geven. Het<br />
beeldmateriaal voert de boventoon, het zijn mooie afbeeldingen<br />
op stevig papier. Sommige afbeeldingen tonen alleen het werk<br />
en andere tonen het werk op de werkplek tussen de werknemers.<br />
De kwaliteit is hoog en er is relatief veel ruimtelijk werk bij. Ik<br />
zie veel bekend werk, maar ook veel verassingen.<br />
Art in the Office. ING Collection, Annabelle Birnie e.a., Uitgeverij Waanders,<br />
Zwolle, 2007, ISBN 90 400 8320 7<br />
Nicolas Dings, Encyclopedia fabulosa, 2002
Kunst? Kopen<br />
Kunst? Kopen! is een publicatie van Véronique Baar. Baar houdt<br />
zich beroepsmatig bezig met kunstadvies en collectievorming.<br />
Het boek gaat in op de vragen; waar wordt hedendaagse kunst<br />
gemaakt, getoond en verkocht? Hoe worden prijzen bepaald?<br />
Wat zijn de kenmerken van de verschillende technieken?<br />
Een overzicht van galeries, beurzen en kunstbegrippen maken<br />
dit boek compleet. Meer dan 35 jonge kunstenaars tonen hun<br />
werk in Kunst? Kopen! en vertellen over hun inspiratiebronnen.<br />
10 kunstkopers omschrijven waarom ze voor een werk vielen.<br />
De doelgroep is de beginnende kunstkoper of verzamelaar. Het<br />
boek is laagdrempelig en biedt een goede ingang in de wereld<br />
van de kunsten. Kunst? Kopen! bevat vele mooie foto’s van<br />
kunstwerken, zoals de foto van de kunstenaar Iris van Loonen en<br />
het beeld van Sabi van Hemert.<br />
Kunst? Kopen!, Veronique Baar, Art Olive Amsterdam 2007<br />
ISBN 978-90-811888-1-4<br />
Sabi van Hemert, Zonder titel, 2005<br />
Germinahof<br />
Kunstenaarsinitiatief Stichting Kunst-Plus maakt al 25 jaar<br />
gebruik van Galerij Germinahof in het Brabantse Sterksel. Reden<br />
tot een jubileumboek en diverse jubileumtentoonstellingen. Aan<br />
de wieg van zowel Kunst plus en Galerij Germinahof staan Theo<br />
van Keulen en Cor van Lierop. Zij hadden hun atelier in deze<br />
oude boerderij en stelden de rest van de ruimte ter beschikking<br />
aan andere kunstenaars. Van daaruit richtten zij Kunst plus<br />
op. Er was ruimte genoeg voor de genodigde kunstenaars om<br />
op locatie te werken en vervolgens de ter plekke gemaakte<br />
werken daar te exposeren. Het voorwoord van de publicatie<br />
is geschreven door Charles Esche, directeur van het Stedelijk<br />
van Abbe Museum te Eindhoven, die de waarde van dit soort<br />
initiatieven tekstueel bevestigt.<br />
Uitnodigingskaart Galerij Germinahof<br />
Verder vind je in de uitgave teksten over de<br />
ontstaansgeschiedenis en interviews met belanghebbenden<br />
en weergaven van rondetafelgesprekken tussen twee<br />
generaties kunstenaars. Dit levert boeiende teksten op vanuit<br />
verschillende invalshoeken. Het boek is gelardeerd met boeiend<br />
beeldmateriaal, waaronder uitnodigingen, affiches, kritieken,<br />
foto’s van openingen, beeldmateriaal van kunstenaars en<br />
kunstwerken die verbonden zijn met kunstgalerij de Germinahof.<br />
Bladerend door en lezend in het boek, lijkt Stichting Kunst plus<br />
me een zeer sympathiek kunstenaarsinitiatief met evenveel<br />
aandacht voor ruimtelijke kunst als kunst op het platte vlak.<br />
25 jaar kunst levert tijdsbeelden op, maar over het algemeen<br />
kun je spreken van voldoende kwaliteit. Het gaat hier om een<br />
kunstenaarsinitiatief met een professioneel karakter, dat is<br />
duidelijk.<br />
Kunstenaarsinitiatief Germinahof 1981 – 2006, Charles Esche e.a., Galerij<br />
Germinahof 2007, ISBN 978-90-804345-2-3.<br />
De Collectie Flevoland<br />
De publicatie De Collectie Flevoland verbindt werken<br />
die verspreid over deze provincie staan. Flevoland bezit<br />
verschillende buitenkunstwerken die op international niveau<br />
van grote betekenis zijn. Centraal in de publicatie staan vijf<br />
landschapskunstwerken: De Groene Kathedraal (1978-1996)<br />
van Marinus Boezem, Polderland Garden of Love and Fire<br />
(1992-1997) van Daniel Libeskind, Sea Level (1989-1996) van<br />
Richard Serra, Observatorium (1971-1977) van Robert Morris<br />
en Aardzee (1982) van Piet Slegers.<br />
Veel van deze inmiddels bekende werken zijn al veel vaker<br />
in boekvorm beschreven, maar voor het eerst worden deze<br />
kunstwerken uit één provincie samengebundeld in boekvorm.<br />
Praktisch is het handzame formaat en de overzichtskaart<br />
die erbij hoort. Je kunt het boekje eenvoudig meenemen in<br />
een tasje of wat grotere jaszak, als je op pad gaat om deze<br />
kunstwerken in het echt te gaan zien. Daartoe nodigt de<br />
uitgave wel uit. Het formaat van de afbeeldingen zorgt voor<br />
onvoldoende informatie. In het totaal ontsluit het boekje 55<br />
kunstwerken. Daarnaast staan er enkele boeiende interviews<br />
in met kunstenaars, architecten, deskundigen en anderszins<br />
professioneel betrokkenen. Wat de landschapskunst betreft is<br />
Flevoland zeker de trots van Nederland, dat maakt deze uitgave<br />
weer eens duidelijk.<br />
De Collectie Flevoland, Jaap Evert Abrahamse, Annick Kleizen en Martine<br />
Spanjers, Museum De Paviljoens, Almere 2007 ISBN 978-90-806595-4-4<br />
Rudi van de Wint, De tong van Lucifer, 1991-1993<br />
Doorsneden landschap<br />
Doorsneden landschap is een uitgave die kunst met betrekking<br />
tot de A 1 centraal stelt. Deze uitgave kwam tot stand in het<br />
kader van kunstproject A 1. Dit is een jaarlijkse manifestatie<br />
tussen Apeldoorn en de Duitse grens rondom de A 1. In 2006<br />
stonden de A 1 en de kunstwerken langs de A 1 centraal. Dit<br />
jaar komen de gevolgen van de aanleg van de snelweg voor het<br />
landschap onder de aandacht. Met de aanleg van de<br />
A 1 zijn diverse historische landschappen en sociale structuren<br />
letterlijk doorsneden. Je kan spreken van een weefsel van natuur,<br />
historiciteit, cultuur en eigentijdse functionaliteit. Dit weefsel<br />
heeft zwakke en zere plekken. Beeldend kunstenaar Jeroen van<br />
Westen spreekt van weeffouten. Van Westen onderzocht de<br />
doorsnijding en beschreef samen met historicus Siebe Rossel<br />
tien opmerkelijke locaties. Bij de weeffouten is de doorsnijding<br />
32<br />
historiciteit/functionaliteit nog steeds voelbaar. Vervolgens<br />
kregen vijf kunstenaars de kans om een tijdelijk kunstwerk te<br />
plaatsen rondom een weeffout naar keuze. De hele manifestatie<br />
resulteerde in een mooie uitgave waarin de teksten en beelden<br />
bekrachtigd worden door mooie foto’s. Het boek zit in een<br />
cassette samen met een kleiner boek waarin de kunstenaar Q.S.<br />
Serafijn een streekroman publiceerde over deze locatie met<br />
“verborgen verhalen”, iedere plek heeft haar eigen verhalen.<br />
Dit zijn interpretaties en reflecties van zowel de schrijver als<br />
passanten. Meestal betreft het de beleving van een plek. Van<br />
Westen en Serafijn werken vaker samen als kunstenaars in de<br />
openbare ruimte. Volgens mij weegt in hun kunstwerken het<br />
begrip “beleving” zwaarder dan het begrip “markering”. In dit<br />
project markeert Van Westen plekken met een hoge graat van<br />
belevingswaarde. Op deze plekken voel je dat verschillende<br />
gevoelswaarden samenkomen. Deze ambiguïteit creëert hier een<br />
spanningsveld.<br />
Doorsneden landschap, Mieke Conijn e.a., Kunstlab, A1-partners en<br />
kunstenaars, Deventer 2007, ISBN 978-90-809270-4-9.<br />
Streekroman (Doorsneden landschap), Q.S. Serafijn, Studio 3005, Rotterdam<br />
2007, ISBN 978-90-786270-6-7.<br />
Jeroen van Westen, A1 Weeffouten<br />
De Beste Plek<br />
Van 27 juli tot 22 augustus 2007 toerde de kunstenaar Wapke<br />
Feenstra rond in de omgeving van Harderberg. Ze bezocht met<br />
voorbedachten rade plekken die bewoners ervoeren als hun<br />
beste plek. Het werd een reis vol inspiratie over plekken waar<br />
mensen zich om verschillende redenen nestelen en thuis voelen.<br />
Feenstra beweegt zich op het brede pad dat loopt tussen de<br />
twee werelden van de visuele kunst en literaire verbeelding;<br />
een pad dat momenteel meerdere kunstenaars bewandelen. Dit<br />
project resulteerde dan ook in een boek met de titel De Beste<br />
Plek. Het project en boek geeft inzicht in een omgeving waar<br />
mensen om verschillende redenen op locaties neerstrijken om<br />
er hun eigen plek van te maken. Naast teksten bevat het boek<br />
een ruime keus aan sfeerfoto’s. Dat Feenstra een kunstenaar<br />
is blijkt duidelijk; de visuele componenten bepalen het boek;<br />
de teksten geven een meerwaarde maar blijven ondergeschikt<br />
aan de foto’s. Het boek beschrijft en visualiseert een selectie<br />
van veertien. Dat de beste plek mede gevormd wordt door<br />
herinneringen, bewijst Feenstra als ze de camping in de buurt<br />
noemt waar ze met haar ouders kwam en waar ze mooie<br />
herinneringen aan heeft.<br />
Wapke Feenstra, Het Vechtpark
De Beste Plek is onderdeel van het kunstprogramma 2005-2007<br />
van de gemeente Harderberg, waarvoor Kunst en cultuur<br />
Overijssel het concept ontwikkelde.<br />
De Beste Plek, Wapke Feenstra, Veenman Publishers/Gijs Stork, Rotterdam<br />
2007, ISBN 978-90-8690-144-9<br />
Systems<br />
Systems is een publicatie waarin diverse auteurs het werk van<br />
de kunstenaar Jeanne van Heeswijk beschrijven. Het betreft<br />
hier de verschillende projecten die ontstonden tussen 1993 en<br />
2007. Van Heeswijk heet sociaal geëngageerd te zijn. Zelf<br />
ervaar ik het werk als erg conceptueel. Het conceptuele thema<br />
in haar meeste werken betreft echter wel de sociale interacties.<br />
Onderwerpen zijn de mens en zijn omgeving, of de spelende<br />
mens. Van Heeswijk richt zich doorgaans op de internationale<br />
kunstscène, zo ook in dit werk dat Engelstalig is. Het bevat veel<br />
teksten en veel kleine foto’s die wel mooi en esthetisch zijn, maar<br />
vrij nietszeggend blijven als je niet tevens de teksten uitgebreid<br />
bestudeerd. Het werk van Van Heeswijk bezit meestal een<br />
gelaagdheid waarin haar eigen engagement met de ‘kunstelite’<br />
en haar conceptuele engagement met de ‘doorsnee medemens’<br />
een ondoorgrondelijk spanningsveld oproepen. Ondanks dat<br />
ik haar werk als kunstenaar zeer waardeer en niet anders kan<br />
dan de artistieke kwaliteit ervan onderkennen, ben ik altijd<br />
ietwat wantrouwend wat betreft van Heeswijks medemenselijke<br />
integriteit. Dit komt omdat de medemenselijke component in<br />
haar werk op mij altijd een heel esthetische en afstandelijke<br />
indruk achter laat. Deze publicatie neemt dat niet weg. Maar ja,<br />
misschien hanteer ik hier oneigenlijke criteria, een kunstenaar<br />
hoeft natuurlijk geen moeder Theresa te zijn.<br />
Systems lijkt mij zonder meer goed onderzoeksmateriaal voor<br />
aanstormende kunsthistorici of promovendi die de sociaal<br />
geëngageerde kunst of het werk van Van Heeswijk onder de<br />
loep willen nemen.<br />
Systems, Carlos Basualdo e.a., The Green Box, Berlijn 2007,<br />
ISBN 978-3-908175-04-9<br />
Jeanne van Heeswijk, Dwaallicht<br />
ETIOLATION I<br />
Navid Nuur (1976, Teheran) is een kunstenaar die met name<br />
geïnteresseerd is in de waarneming. Met name de waarneming<br />
van ruimtelijkheid is voor hem belangrijk. In 2007 gaf hij het<br />
boek ETIOLATION I uit. ETIOLATION I is een combinatie<br />
van een boek als tentoonstellingsruimte en een schets en<br />
notitieblok. Het boek zelf bevat een tekstuele verantwoording<br />
in de vorm van een inlegvel. Het boek bestaat uit fotomateriaal<br />
van wat handgeschreven krabbels. Verder zie je tekeningen<br />
en veel foto’s van installaties, maar ook kiekjes van mensen<br />
die handelingen verrichten. Er zijn duidelijke beeldassociaties<br />
aanwezig, zoals het opblazen van een ballon, het blazen van<br />
bellen, interieurfoto’s van auto’s met airbags en een foto van<br />
exploderend vuurwerk. Maar ook zijn er afbeeldingen die niet<br />
direct met elkaar in verband gebracht kunnen worden. Duidelijk<br />
is wel dat het gaat over bewust en onbewust waarnemen van<br />
tijdelijke toestanden in een ruimtelijke context. Dat is een brede<br />
omschrijving van wat ons allen dagelijks overkomt in ons<br />
aanwezig zijn in de wereld. De kunstenaar echter hyperfocust<br />
op dat wat bij een ander misschien verloren dreigt te gaan door<br />
de overvloed aan waarnemingen. Eigenlijk is dit een boek als<br />
kunstwerk en daaraan ontleent het haar waarde.<br />
ETIOLATION I, Huib Haye van der Werf, Edith Doove, Mihnea<br />
Mircan, Veenman Publishers/Gijs Stork, Rotterdam 2007, ISBN<br />
978-90-8690-119-7<br />
Navid Nuur, Test it good, gogogo<br />
Kurt’s Zimmer Publikation<br />
Kurt’s Zimmer Publikation, is op het eerste gezicht een nogal<br />
ondoorgrondelijk boek. Het begint met een brief van Karin<br />
van Pinxsteren over haar werk aan de installatie die ze zes<br />
weken later in museum Bommel van Dam neer gaat zetten. Ze<br />
richt de brief aan vijf verschillende personen. Vier schrijvers<br />
en een componist. De installatie die zij maakt blijkt voor de<br />
tentoonstelling (Dis)connected in het museum en draagt de<br />
moeilijke titel existentieel interieur # 4 'Nach dem Blick'.<br />
Ein Pyrenäebuch van de Duitse schrijver Kurt Tucholsky was<br />
voor Van Pinxteren het vertrekpunt voor zowel de installatie<br />
als voor de Kurt’s Zimmer Publikation. Voor de duidelijkheid,<br />
Kurt Tucholsky was een Duitse schrijver uit het Interbellum, die<br />
weinig ophad met de oorlogszuchtige kant van het Duitse rijk.<br />
Hierdoor werd hij gedwongen in exil te leven. Zowel installatie<br />
en publicatie zijn op een symbolische manier met Kurt Tucholsky<br />
verbonden. Hierdoor blijft alles een beetje zweven in hogere<br />
sferen. Dit maakt het geheel op een surrealistische manier wel<br />
intrigerend. De publicatie is een drietalige cross-over publicatie<br />
met beeldende kunst, literatuur en muziek. De tekst van Ulco<br />
Mes in het boekwerk geeft nog de meeste grond aan het geheel.<br />
Maar goed hij is dan ook de conservator, d.w.z. mediator tussen<br />
kunst en publiek.<br />
Kurt’s Zimmer Publikation, Karin van Pinxteren e.a., 2007.<br />
ISBN 978-90-808941-3-6<br />
Karin van Pinxteren, existentieel interieur # 4 'Nach dem Blick'<br />
33<br />
Andy Warhol<br />
Andy Warhol. A Guide tot 706 Items in 2 Hours and 56<br />
Minutes verscheen ter gelegenheid van de tentoonstelling<br />
“Andy Warhol - Other Voices, Other Rooms” in het Stedelijk<br />
Museum Amsterdam. De tentoonstelling gaf aan de hand van<br />
uiteenlopende media inzicht in het artistieke denken van deze<br />
belangrijke icoon van de Pop art.<br />
Warhol is inmiddels 20 jaar dood, maar de legende leeft<br />
voort via zijn kunst. Waarop is deze legende gebaseerd. Het<br />
vreemde met het werk van Warhol is dat iedere keer als ik het<br />
zie het meer betekenis voor mij krijgt. Op de voorkant van de<br />
uitgave zie je een foto van Warhol als vrouw. De foto herinnert<br />
mij direct aan de foto van Marcel Duchamp; de andere grote<br />
kunstenaar van de vorige eeuw. Duchamp beeldde zichzelf<br />
af als Rrose Sélavy in een charmant vrouwenportret. Het is<br />
dezelfde soort vrouwelijkheid die ik ervaar bij Warhol. Was dit<br />
de zachte charmante kant van deze doorgewinterde kunstenaars<br />
die weigerden om concessies te doen als het om artisticiteit<br />
ging. Als we het hebben over grote kunstenaars van de vorige<br />
eeuw, staan deze twee boven aan mijn lijst. Met name omdat<br />
hun invloed op een veranderend kunstdenken gigantisch is.<br />
Nog steeds zijn veel hedendaagse kunstenaars schatplichtig<br />
aan Duchamp en Warhol. Zeker wat betreft hun talent om de<br />
kunst naar de dagelijkse werkelijkheid te trekken en om van het<br />
banale, verheven kunst te maken. Met recht kun je de vraag<br />
stellen: “Hoe had de hedendaagse kunst eruit gezien als deze<br />
twee grootheden niet hadden bestaan”; onvoorstelbaar anders<br />
vrees ik. De gelaagdheid van Warhols werk wordt in ieder geval<br />
in deze publicatie zichtbaar, zeker daar verschillende auteurs<br />
hun mening mogen geven. Het werk is zowel absurd als banaal,<br />
zowel autistisch als geëngageerd, zowel elitair als ordinair,<br />
zowel artistiek als kitsch; kortom geweldig, althans volgen mijn<br />
persoonlijke beleving. Er is al veel verschenen over Warhol,<br />
maar nog steeds blijkt men niet uitgeschreven.<br />
Andy Warhol; A Guide tot 706 Items in 2 Hours and 56 Minutes, Eva Meyer-<br />
Hermann e.a., NAi Uitgevers, Rotterdam 2007, ISBN 978-90-5662-602-0<br />
Cover Andy Warhol<br />
Rectificatie<br />
In het vorige nummer werd abusievelijk in de boekenrubriek<br />
geschreven dat Eugene Terwindt overleden was. Dit is een<br />
vergissing van de schrijver. Zij vergiste zich in de naam met<br />
bijna naamgenoot Rudi van de Wint. Zij werd hierop gewezen<br />
door een brief van Terwindt, waarin hij meedeelde dat hij van<br />
het geschrevene wel schrok, daar hij zich nog levend voelt. Hij<br />
schrijft ‘Sterker nog: Terwindt leeft!’. Hiervoor onze excuses.
eeldenroute<br />
PROVINCIE FRIESLAND<br />
De Ulen<br />
Park en Galerie voor<br />
monumentale kunst<br />
Ulesprong 4a , 8406 AH Tijnje Fr.<br />
Tel. 0513-571128, Open: 26 mei-16 september,<br />
vrij. t/m zon. 12:00-17:00 uur<br />
www.beeldenparkdeulen.nl<br />
PROVINCIE OVERIJSSEL<br />
Chez-Moi Ton Schulten Galerie International<br />
Marktstraat 4-6 /<br />
Gasthuisstraat 3-6,<br />
Ootmarsum<br />
Tel. 0541-291760<br />
Open: wo. t/m vr. 14-17,<br />
zat. 11-17, zon. 13-17 uur,<br />
apr. t/m okt. ook op di.<br />
geopend 14-17.<br />
Museum Ton Schulten, Kerkplein 16-17,<br />
Ootmarsum, Tel. 0541-291763<br />
Open: wo. t/m zo. 14-17 uur, zat.11-17 uur.<br />
* Voor groepen is het ook mogelijk op afspraak buiten openingstijd<br />
het museum te bezoeken.<br />
info@tonschulten.nl, www.tonschulten.nl<br />
PROVINCIE GELDERLAND<br />
'Was mir das Kind erzählt'<br />
Organisatie Land en Beeld, 2008<br />
Oude Zuiderlingedijk 12,<br />
4147 BP Asperen<br />
+ 31(0)345 632423<br />
Contact:<br />
info@landenbeeld.nl<br />
Informatie:<br />
www.landenbeeld.nl<br />
Open van 11 mei tot en met half oktober:<br />
het weekend van 10.00 -16.00 uur overige dagen op<br />
afspraak Entree 3 euro p.p., kinderen tot 12 jaar gratis.<br />
Bij regenachtig weer op waterdicht schoeisel. Voor<br />
routebeschrijving zie op onze site onder contact.<br />
Galerie ”Stone Dreams”<br />
Broekstraat 50, 6612<br />
AD<br />
Nederasselt,<br />
tel. 024-3239077,<br />
www.stonedreams.nl<br />
Overzicht van beeldtuinen en galeries.<br />
Voor informatie over het adverteren in deze rubriek kunt u contact opnemen met<br />
AM-Creation: tel. 06 344 92 511 - e-mail info@am-creation.nl<br />
PROVINCIE UTRECHT<br />
Galerie / Beeldentuin Belled<br />
Beeldentuin de Tienhof<br />
Langbroekerdijk A72,<br />
Langbroek<br />
tel. 0343-561991<br />
mob. 06-12855479<br />
www.belled.nl<br />
Laan van Niftarlake 97, 3612 BP Tienhoven<br />
Tel. (0346) 281728, Mobiel: 06-47382341<br />
E-mail: info@detienhof.nl<br />
Expositie 10 jaar de Tienhof van 12 mei t/m 6 juli<br />
Open do, vr, zo van 12.00-17.00u<br />
Atelier Hans<br />
Wollenberg v.o.f. Zadelstraat 13<br />
Laimbock Galerie<br />
Postadres:<br />
Buurkerkhof 16<br />
tel. 030-2310491<br />
fax 030- 6975851<br />
info@hanswollenberg.nl,<br />
www.hanswollenberg.nl<br />
Open Zo. 13.00-18.00 uur. Dagelijks na afspraak<br />
Doornseweg 10, 3947 ME Langbroek<br />
T.+31-343 561699, Mob. +31(o)6 50 52 1389<br />
email art@galerielaimbock.com<br />
www.galerielaimbock.com<br />
PROVINCIE NOORD-HOLLAND<br />
Kunst in de polder<br />
Turfspoor 195<br />
2165 AW<br />
Lisserbroek<br />
tel. 0252-422078<br />
info@kunstindepolder.nl<br />
www.kunstindepolder.nl<br />
Galerie le Pignon / Erika Vogelpoel<br />
Noordeinde 32, 1843 JJ Grootschermer<br />
Tel. 0299 - 674723, e-mail: galerie@lepignon.nl<br />
website: www.lepignon.nl<br />
Permanente expositie van mrt. t/m okt.<br />
openingstijden: van wo. t/m za.<br />
13.00 tot 17.00 uur<br />
van mei t/m aug. ook op zondag<br />
Beeldentuin: van 16 juni t/m 29 juli<br />
Najaarsexpositie: van 12 t/m 21 okt.<br />
dagelijks geopend van 11.00 t/m 17.00 uur.<br />
Galerie en Beeldentuin ‘Op de Zeebodem’<br />
Galerie en Beeldentuin ‘Op de Zeebodem’, Schelpenbolweg<br />
5, 1774 NE Slootdorp, 0227-601694.<br />
Jan en Erika Grooteman-Müller<br />
Web: www.galerieopdezeebodem.nl<br />
e-mail: jan.erika@galerieopdezeebodem.nl<br />
Schilderijen, sculpturen, brons, keramiek, hout, metaal.<br />
Openingstijden: 11 mei (1e pinksterdag)<br />
t/m 31 augustus 2008, zaterdag en<br />
zondag van 11.00 – 17.00 uur. Ook na<br />
augustus op afspraak open voor groepen<br />
en schoolklassen.<br />
Route: V.a. Amsterdam/Leeuwarden:<br />
A7, afrit Wieringerwerf, Wieringerwerf<br />
inrijden, weg ca. 3 km vervolgen.<br />
Over viaduct (w.o. A7). Eerste<br />
weg links. Tweede boerderij links.<br />
De titel van het beeld ‘En het volk buigt’.<br />
Beeldenpark ‘Een Zee van Staal’<br />
permanent geopend, gratis toegang, rondleidingen<br />
adres: hoek Bosweg/Reijndersweg Wijk aan Zee<br />
info: www.eenzeevanstaal.nl<br />
Burg.Rothestraat 94, 1949 CG Wijk aan Zee,<br />
Tel. 0251 374643<br />
Titel: Corus: Arie, Piet, Loes, Henk en Ludwig:<br />
Van de Nederlandse kunstenaar Herbert Nouwens
Galerie De Groene Poort<br />
is gevestigd in een monumentale<br />
19e-eeuwse stolpboerderij in<br />
Middenbeemster. Dit jaar te<br />
zien in de beeldentuin: Theo<br />
Niermeyer, Herman Bartelds,<br />
Evert van Fucht, Hugo Hol,<br />
Eytie Tinbergen, Wil van<br />
Blokland, Lettie Tax en Peter van<br />
Borssum Waalkes. Galerie De<br />
Groene Poort, Middenweg 124,<br />
1462 HK Middenbeemster<br />
www.degroenepoort.nl 0299-683976. zaterdag en<br />
zondag 13.00-17.00 uur, juli gesloten. Vrij entree en<br />
parkeren.<br />
foto: Fish, brons, Evert van Fucht<br />
Seizoen in Beeld<br />
Beeldentuin en Galerie<br />
Francesca Zijlstra<br />
PROVINCIE ZUID-HOLLAND<br />
Beeldenpark Drechtoevers<br />
Corr. adres: Polderstraat 141,<br />
2951 AL Alblasserdam<br />
roel.theeuwen@planet.nl<br />
www.beeldenparkdrechtoevers.nl<br />
Open:<br />
van 19/4 tot 15/9 2008<br />
op vr., za. en zo.<br />
van 11.00 tot 17.00 uur<br />
en op afspraak<br />
Langevliet 1<br />
1759 LE Callantsoog<br />
info@seizoeninbeeld.nl<br />
www.seizoeninbeeld.nl<br />
Beeldentuin Ravesteyn Heenvliet<br />
Groepen op afspraak, mob. 06-15266092<br />
www.beeldentuinravesteyn.nl<br />
info@beeldentuinravesteyn.nl<br />
Open: 25, 26, 27 april en 1, 3, 4 mei en 10, 11, 17, 18 mei<br />
2008 van 12.00-17.00 uur.<br />
Arrangementen mogelijk.<br />
Livingstone gallery<br />
PROVINCIE NOORD-BRABANT<br />
BEELDENTUIN Paula Withagen<br />
Anna Paulownastraat<br />
70 A/B<br />
2518 BH Den Haag<br />
070-3609428<br />
www.livingstonegallery.nl<br />
open van woensdag t/m<br />
zaterdag en de laatste<br />
zondag van de maand<br />
van 12.00-17.00 uur<br />
Titambire<br />
Vedelring 184<br />
4876 ET Etten-Leur<br />
tel. 076-5035217<br />
mob. 06-29055541<br />
www.titambire.nl<br />
woe: 13-18 uur,<br />
elk 1e en 3e weekend<br />
van 12 tot 18 uur<br />
en op afspraak<br />
BEELDENTUIN<br />
Paula Withagen,<br />
Daansbergen 48, 4661<br />
Halsteren (Bergen op Zoom)<br />
Inl. Tel.<br />
Schillemans-Withagen<br />
0164-683820<br />
E-mail:<br />
paulawithagen@hotmail.com<br />
Website:<br />
www.paulawithagen.nl<br />
OPEN; Het gehele jaar, door omstandigheden is het<br />
mogelijk, dat wij niet altijd aanwezig zijn, daarom is<br />
een telefoontje vooraf veiliger. Tuin in landelijke omgeving,<br />
ong. 75 Beelden in verschillende steensoorten.<br />
VRIJ ENTREE.<br />
PROVINCIE LIMBURG<br />
Giardino Beeldentuin en Galerie<br />
Rijksweg 31<br />
6325 AA<br />
Berg en Terblijt<br />
Inl. M. Stassen, tel.<br />
+31 6 53276570<br />
E-mail: info@giardinobeeldentuin.nl<br />
Website: www.giardinobeeldentuin.nl<br />
Open: 8 maart t/m 2 november,<br />
iedere vr van 13.00 – 17.00,<br />
za en zo van 11.00 - 17.00 uur en op afspraak.<br />
Vrij entree Bereikbaar: Volg A2 tot 1e stoplicht in Maastricht,<br />
afslag Berg & Terblijt, Giardino is gelegen aan de<br />
doorgaande Rijksweg tussen Maastricht en Valkenburg<br />
Tanja Ritterbex in het Odapark<br />
Onder de titel LOST IN<br />
WONDER start het Odapark<br />
een tentoonstellingsreeks<br />
in 4 delen. Tanja<br />
Ritterbex, bijt het spits af<br />
met de installatie “Welcome<br />
at the Prinsses Party”.<br />
De tentoonstelling van<br />
Tanja Ritterbex loopt t/m 25 mei 2008.<br />
Monique Bastiaans /Spanje, Johan Muyle / Belgie en<br />
Bas de Wit zijn de volgende kunstenaars in de reeks.<br />
Waar: Odapark, Merseloseweg 117,<br />
5800 AA Venray 0478 513690,<br />
info@odapark.nl, www.odapark.nl<br />
Tijd: Openingstijden, dinsdag tot en met zondag van<br />
11.00 tot 17.00 uur, Gesloten: maandag<br />
foto: Zebra fotostudio’s<br />
ook uw<br />
beeldentuin<br />
en/of<br />
galerie<br />
in beelden?<br />
Bel 06 344 925 11<br />
of kijk op<br />
beeldenmagazine.nl
Lucasx Kunst en vormgeving Provincie Utrecht 4 nummers per jaar<br />
lucasx<br />
full colour<br />
tijdschrift over<br />
kunst van de<br />
21e eeuw<br />
Hedendaagse kunst en vormgeving<br />
toegelicht in informatieve en prikkelende<br />
artikelen.<br />
Informatie en achtergronden over kunst<br />
in de openbare ruimte, tentoonstellingen,<br />
vormgeving en architectuur. En een agenda<br />
met exposities, lezingen en manifestaties<br />
in de provincie Utrecht.<br />
Lucasx verschijnt<br />
vier maal per jaar.<br />
Een abonnement<br />
kost € 18,-<br />
<br />
<br />
Kennismaken kan<br />
op de website:<br />
www.lucasx.nl<br />
Lucasx is een<br />
uitgave van<br />
CBK Utrecht<br />
z z z <br />
z <br />
z
Bronsgieterij Kemner<br />
binnenkort ook Ceramic Shell<br />
Naast de traditionele verloren wasmethode en het zandgietwerk, starten we binnenkort met Ceramic Shell.<br />
Speciaal voor de Ceramic Shell methode is een ervaren kracht ons team komen versterken.<br />
Tevens is de nieuwe bedrijfsruimte voor het zandgietwerk in gebruik genomen.<br />
We kunnen nu nog groter gieten, dus minder lasnaden!<br />
Bronsgieterij Kemner<br />
Simon Homburgstraat 23 5431 NN Cuijk<br />
tel. 0485-314148 fax 0485-318863<br />
info@kemner.nl • www.kemner.nl<br />
Een jaar abonnement<br />
voor beelden<br />
kost € 30,- per jaar.<br />
Stuur uw gegevens naar info@spabonneeservice.nl<br />
Kunstgieterij Ton van Schalen<br />
Randweg 9 5711 DJ Someren<br />
tel. 0493-496363 fax 0493-494576
Nieuw BEELDENBoek<br />
BEELDENBoek is een uitgave van Uitgeverij Smit van 1876. BEEL-<br />
DENBoek is een nieuwe serie kunstenaarsboeken, zowel voor<br />
beeldhouwkunst alswel vormgeving en architectuur. Met een eigen<br />
bijdrage kunt u zelf een boek/catalogus van uw eigen werk<br />
of (groeps)tentoonstelling laten maken. Het wordt een boek/<br />
catalogus met een formaat van 22 x 22 cm, 72 pagina’s dik en<br />
in een oplage van 750 exemplaren of meer. Hiervan krijgt u zelf<br />
500 stuks ter verspreiding in uw eigen relatiesfeer en worden<br />
de resterende boeken aan de reguliere boekhandel aangeboden<br />
met een verkoopprijs van €16,50.<br />
Uw boek zal aandacht krijgen in het driemaandelijks verschijnend<br />
tijdschrift BEELDEN alsmede ter verkoop worden aangeboden<br />
op de site. Samen zullen de boekenreeks, de site en het<br />
tijdschrift een versterkend effect in de markt hebben zodat er<br />
voor alle partijen een win-win situatie ontstaat.<br />
Uitgeverij Smit van 1876, Postbus 612, 5900 AP Venlo.<br />
Voor meer informatie:<br />
Henk van Bennekum, 0184-613928, henk@vanbennekum.nl<br />
De eerste uitgave uit de serie is van<br />
jan Asjes van Dijk (1933, Kampen)<br />
ISBN 90-978-6289-000-0 € 15,00<br />
Voor al uw commerciële<br />
uitingen staan wij klaar...<br />
Bel 06 344 92 511
Nieuw BEELDENBoek<br />
BEELDENBoek is een uitgave van Uitgeverij Smit van 1876. BEEL-<br />
DENBoek is een nieuwe serie kunstenaarsboeken, zowel voor<br />
beeldhouwkunst alswel vormgeving en architectuur. Met een eigen<br />
bijdrage kunt u zelf een boek/catalogus van uw eigen werk<br />
of (groeps)tentoonstelling laten maken. Het wordt een boek/<br />
catalogus met een formaat van 22 x 22 cm, 72 pagina’s dik en<br />
in een oplage van 750 exemplaren of meer. Hiervan krijgt u zelf<br />
500 stuks ter verspreiding in uw eigen relatiesfeer en worden<br />
de resterende boeken aan de reguliere boekhandel aangeboden<br />
met een verkoopprijs van €16,50.<br />
Uw boek zal aandacht krijgen in het driemaandelijks verschijnend<br />
tijdschrift BEELDEN alsmede ter verkoop worden aangeboden<br />
op de site. Samen zullen de boekenreeks, de site en het<br />
tijdschrift een versterkend effect in de markt hebben zodat er<br />
voor alle partijen een win-win situatie ontstaat.<br />
Uitgeverij Smit van 1876, Postbus 612, 5900 AP Venlo.<br />
Voor meer informatie:<br />
Henk van Bennekum, 0184-613928, henk@vanbennekum.nl<br />
De eerste uitgave uit de serie is van<br />
jan Asjes van Dijk (1933, Kampen)<br />
ISBN 90-978-6289-000-0 € 15,00<br />
Voor al uw commerciële<br />
uitingen staan wij klaar...<br />
Bel 06 344 92 511