Spelen met kleine groepen - KSJ-KSA-VKSJ Nationaal
Spelen met kleine groepen - KSJ-KSA-VKSJ Nationaal
Spelen met kleine groepen - KSJ-KSA-VKSJ Nationaal
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Oost-Vlaanderen – <strong>Spelen</strong> <strong>met</strong> <strong>kleine</strong> <strong>groepen</strong> 1/14/
<strong>Spelen</strong> <strong>met</strong> <strong>kleine</strong> <strong>groepen</strong><br />
Kan jij je leden van je groep ook op één hand tellen? Dan heb je zeker en vast al ervaren hoe<br />
moeilijk het is om voor een klein groepje telkens weer een tof spel of een uitdagende namiddag in<br />
elkaar te steken.<br />
Je begint nu misschien op te sommen wat allemaal niet mogelijk is. En ja, er is een hele waslijst<br />
activiteiten die je beter speelt <strong>met</strong> een grote groep.<br />
Maar er zijn ook heel wat mogelijkheden <strong>met</strong> een <strong>kleine</strong> groep.<br />
Met de nodige verbeelding en creativiteit kan je, vaak <strong>met</strong> een <strong>kleine</strong> aanpassing, heel wat<br />
activiteiten bruikbaar maken voor een <strong>kleine</strong> ploeg. En andere activiteiten zijn net erg geschikt voor<br />
een klein aantal leden.<br />
Wat is belangrijk bij het begeleiden van een <strong>kleine</strong> groep?<br />
Als je een klein aantal leden hebt, is er veel ruimte voor kennismaking. Besteed hier de nodige tijd<br />
een aandacht aan. Een ploegje dat elkaar goed kent, biedt dan ook heel wat mogelijkheden.<br />
Voorbeeld:<br />
Maak een kamertocht. Ga op bezoek in de kamer van alle leden (spreek dat wel vooraf af en<br />
vraag de ouders of het oké is!). Elk lid mag een rondleiding geven in zijn/haar kamer en/of<br />
huis. Daarna kan van elk lid een foto (bijvoorbeeld <strong>met</strong> z’n allen op het bed) + zelfgemaakte<br />
kenmerkenkaart omhoog gehangen worden in het lokaal.<br />
Eens de uitgebreide kennismaking achter de rug, maak je verder werk van groepssfeer en het wijsamen-gevoel.<br />
Als deze goed is, kan je bergen verzetten <strong>met</strong> de groep en zullen jullie een <strong>kleine</strong><br />
groep waarschijnlijk nog als een voordeel beschouwen.<br />
Extraatjes:<br />
Je vier leden kan je perfect meenemen in je auto. Met een klein, gezellig ploegje is het wel leuk<br />
om eens een uitstapje te maken.<br />
Wekelijks kan je ook heel wat aandacht besteden aan ‘het verhaal’ van je leden. Wat hebben ze<br />
meegemaakt de voorbije week? Wie heeft het gekste verhaal?<br />
Als leid(st)er speel je ook mee. Dit niet alleen om de groep te vergroten, maar om echt deel uit te<br />
maken van dit <strong>kleine</strong> ploegje.<br />
Ook vertrouwen is zeer belangrijk in een <strong>kleine</strong> groep. Vertrouwens – en samenwerkingsspelletjes<br />
zijn zeer geschikt voor een klein ploegje<br />
Je vindt heel wat ideeën in het boekje ‘groepsbevorderende spelen’ van <strong>KSJ</strong>-<strong>KSA</strong>-V<strong>KSJ</strong>.<br />
Expressie- en knutselactiviteiten lukken meestal beter in een <strong>kleine</strong> groep. Je kan je leden veel beter<br />
en intensiever begeleiden en je hebt aandacht hebben voor iedereen.<br />
In een klein groepje, waar aan sfeer en vertrouwen werd gewerkt, zal elk lid ook makkelijk voor zijn<br />
of haar mening durven en kunnen uitkomen.<br />
<strong>Spelen</strong> waarbij iemand afvalt en competitiespelen zijn dan minder goed te doen en kan je maar<br />
beter beperken.<br />
Enkele spelen (zie ook bijlage)<br />
In welke ruimte ben ik?<br />
Eén persoon gaat naar buiten. De anderen spreken een plaats af en bedenken een geluid erbij (elk<br />
iets anders). De onwetende komt binnen en elke speler doet zijn geluid. Op het einde doet iedereen<br />
Oost-Vlaanderen – <strong>Spelen</strong> <strong>met</strong> <strong>kleine</strong> <strong>groepen</strong> 2/14/
zijn geluid tegelijk. De onwetende moet raden waar hij zich bevindt. Je kan dit spel ook <strong>met</strong><br />
gebaren spelen.<br />
Sollicitatie<br />
Eén persoon gaat naar buiten. De anderen zijn de werkgevers en bedenken een beroep waarvoor<br />
de sollicitant komt solliciteren. Maar deze persoon weet niet waarvoor hij komt. Door de vragen die<br />
gesteld worden door de selectiecommissie, moet de persoon trachten te raden waarvoor hij komt.<br />
Variatie: De persoon die naar buiten gaat is een bekend iemand en wordt geïnterviewd door de<br />
pers.<br />
Krantenstaan<br />
Per twee wordt er gedanst op een krant. Wanneer de muziek stopt, moet men de krant in twee<br />
plooien. Wie van de krant komt of wanneer de krant scheurt, is het spel voor deze twee personen<br />
afgelopen.<br />
Oost-Vlaanderen – <strong>Spelen</strong> <strong>met</strong> <strong>kleine</strong> <strong>groepen</strong> 3/14/
Een activiteit organiseren<br />
De groep wordt in <strong>kleine</strong> groepjes verdeeld (bv. per leeftijdsgroep) en<br />
krijgt een specifieke opdracht.<br />
Opdrachten:<br />
1. Organiseer een kwis (binnen) voor –16; 5 leden<br />
bv: Men speelt alleen of per twee. "Ren je rot", "IQ-kwis".<br />
Er zijn vele mogelijkheden.<br />
2. Organiseer een speurtocht (buiten) voor -12, 5 leden<br />
Bv: "een wekkertocht", een tocht <strong>met</strong> een duidelijk doel (schat<br />
vinden, bom onschadelijk maken, ?), waarbij ze als één groep kunnen werken.<br />
3. Organiseer een dorpsspel (buiten) voor +16, 4 leden<br />
Bv: De 12 werken (tegen de leiding), Duel, Verborgen camera, ?<br />
Andere mogelijkheden:<br />
- Uitvergrootte gezelschapsspelen (<strong>met</strong> laddersysteem)<br />
- Informatieve spelen (Bloosdoos, … uit te lenen bij <strong>KSJ</strong>)<br />
- Een thema uitdiepen (bv. een spreker uitnodigen)<br />
- Een bezoek brengen achter de schermen van …<br />
- Een fiets-opdrachten-spel<br />
- Cluedo<br />
- Improvisatiespelen<br />
- Moordspel<br />
- Relaxatie<br />
- Autospel<br />
- Videospel<br />
- Computerspel<br />
- …<br />
Oost-Vlaanderen – <strong>Spelen</strong> <strong>met</strong> <strong>kleine</strong> <strong>groepen</strong> 4/14/
Onvoorziene omstandigheden<br />
Hoe reageer je als er te weinig leden opdagen dan je had verwacht?<br />
Hoe pas je je spel aan?<br />
- Probeer eerst en vooral te anticiperen op deze situaties. Hou op voorhand zoveel mogelijk<br />
rekening <strong>met</strong> externe factoren die de opkomst van leden kan beïnvloeden, zoals<br />
communiefeesten, examens, vakantieperiodes, ?<br />
Hou een "Weinig volk-programma" achter de hand dat je altijd in het lokaal laat liggen.<br />
- Misschien kan je het voorbereidde spel aanpassen door het terrein te ver<strong>kleine</strong>n, of het<br />
<strong>groepen</strong>aantal te reduceren.<br />
- Leg wat materiaal in het lokaal dat op zo'n momenten van pas kan komen, zoals:<br />
gezelschapsspelen, een zeel, een informatief spel, …<br />
- "De flessenbak" of "maak <strong>met</strong> de leden zelf je activiteit”.<br />
Nodig: een lege bak <strong>met</strong> lege flesjes. De leden mogen zelf enkele opdrachten verzinnen en<br />
deze in de flesjes steken. Daarna worden ze getrokken en (al dan niet) uitgevoerd.<br />
Anticiperen<br />
Materiaal in het lokaal<br />
"Weinig volk programma"<br />
Extra: De chiro beschikt over een boekje: spelen <strong>met</strong> <strong>kleine</strong> <strong>groepen</strong><br />
Oost-Vlaanderen – <strong>Spelen</strong> <strong>met</strong> <strong>kleine</strong> <strong>groepen</strong> 5/14/
BIJLAGE: SPELEN MET KLEINE GROEPEN – SPELLETJES<br />
Hoogvliegen<br />
Materiaal: een blinddoek, een stoel<br />
Spelverloop:<br />
Eén persoon gaat geblinddoekt op een stoel zitten. De stoel wordt door enkele personen (heel<br />
langzaam) omhoog geheven tot ongeveer 10 à 15 cm van de grond. Tegelijkertijd vertelt er iemand<br />
een verhaaltje over de stoel die steeds hoger en hoger van de grond gaat. Het doel is de persoon<br />
op de stoel ervan te overtuigen van de stoel te springen.<br />
Opstijgen<br />
Materiaal: een blinddoek<br />
Spelverloop:<br />
Iemand ligt <strong>met</strong> gesloten ogen op de grond. De rest duwt hem/haar op verschillende plaatsen <strong>met</strong><br />
de platte hand krachtig tegen de grond. Na I minuut houdt dit op. De persoon die tegen de grond<br />
geduwd werd, heeft het gevoel op te stijgen.<br />
Onweer in de buik<br />
Materiaal: geen<br />
Spelverloop:<br />
Iedereen gaat op de grond liggen, zodanig dat eenieders oor op de buik van iemand anders ligt.<br />
Laat iedereen op zijn beurt een geluid maken. De anderen bootsen dat geluid na. Nog beter wordt<br />
het als men juist gegeten of gedronken heeft. Wat je dan allemaal hoort... Vergeet ook niet te<br />
lachen!<br />
Vallen<br />
Materiaal: een blinddoek<br />
Spelverloop:<br />
We staan dicht bijeen in een kring. Eén iemand verwijdert zich. Met de rest spreken we af in welke<br />
richting die persoon straks zal vallen. Iedereen houdt de persoon die weg ging sterk in het<br />
geheugen. Die persoon stelt zich op in het midden van de kring. De personen in de kring raken<br />
hem/haar slechts aan <strong>met</strong> één vinger. Laat ons hopen dat het ook nu weer werkt.<br />
Klapwieken<br />
Materiaal: geen<br />
Spelverloop:<br />
Als je bij iemand de armen hard tegen z'n lichaam aandrukt en na 1 minuut loslaat, maakt hij/zij<br />
aanstalten om te klapwieken.<br />
Egg'xercise<br />
Materiaal: 1 of meerdere ongekookt(e) ei(eren) touw, een schaar, kleefband, kranten<br />
Spelverloop:<br />
Een ei hangt <strong>met</strong> een touw aan het plafond op 1,5m van de grond. Het is de bedoeling dat de<br />
deelnemers in groepjes een constructie bouwen, zodat het ei niet breekt als na enkele minuten het<br />
touw wordt doorgeknipt. Na een afgesproken tijd valt het ei. Ze beschikken enkel over kleefband en<br />
Oost-Vlaanderen – <strong>Spelen</strong> <strong>met</strong> <strong>kleine</strong> <strong>groepen</strong> 6/14/
kranten. De constructie mag niet hoger zijn dan de hoogte waarop het ei hangt en er mag niet<br />
gepraat worden tijdens het bouwen.<br />
Speleobox-alternatief<br />
Materiaal: fietsbanden. touw, planken, koorden,...<br />
Spelverloop:<br />
Een tocht organiseren binnen het gebouw. Je kan boven aan de trap heel veel fietsbanden kris-kras<br />
door mekaar spannen. De groep krijgt als opdracht om <strong>met</strong> z'n allen boven te geraken zonder <strong>met</strong><br />
hun lichaam de fietsbanden te raken.<br />
Als je een gebouw <strong>met</strong> verdiepingen hebt, kan je <strong>met</strong> de hele groep naar beneden klimmen.<br />
Je kan ook een pikdonkere speleobox maken <strong>met</strong> doeken, platen, fietsbanden,... Maak van je lokaal<br />
een spookkot. Verduister je lokaal, span een te volgen draad onder stoelen en banken en laat<br />
vooral de fantasie werken. Als alles klaar staat, kan je enkele eenvoudige binnenspelletjes spelen of<br />
maak je er een 'reis rond de wereld' van. Let wel op, weet wat je doet en verlies de veiligheid niet<br />
uit het oog!<br />
Squashvoetbal<br />
Materiaal: afdekmateriaal, gewone of mousse bal, eventueel een fluitje voor de scheidsrechter<br />
Spelverloop:<br />
Neem een handvol voetbal minnende spelers en steek die in een klein lokaal. Nu kan je in 2 ploegen<br />
voetballen, maar je moet bij elke pas een muur of het plafond raken. Als doel kan je een bekertje of<br />
een plastieken fles nemen.<br />
Verwijder best al het breekbare materiaal en dek indien nodig de vensters af. Het aantal spelers is<br />
oneven, geen probleem. Laat dan iemand scheidsrechter zijn. De persoon die scoort, lost de<br />
scheidsrechter af.<br />
Zoentjesoorlog<br />
Materiaal: twee kleuren lippenstift, blinddoeken<br />
Spelverloop:<br />
We vormen 2 <strong>kleine</strong> ploegen. Iedereen krijgt flink wat lippenstift op de lippen gesmeerd. (Elke<br />
ploeg een andere kleur.) Het is de bedoeling dat je eigen ploegje zo weinig mogelijk zoenen van<br />
de tegen ploeg krijgt. Maar zelf probeer je de tegen ploeg zo veel mogelijk te zoenen. Tel na het<br />
spel het aantal zoenen van de tegenploeg die bij jouw ploeg te zien zijn.<br />
Variant:<br />
Probeer dit ook eens geblinddoekt, in volstrekte stilte.<br />
Knikkervegen<br />
Materiaal: knikkers, 2 vuilnisblikken, borstels<br />
Spelverloop:<br />
Ga naar een niet te groot, leeg lokaal. In het lokaal zet je tafels en wat stoelen als hindernissen<br />
(enkele recht, enkele op hun kant). Aan elke kant van het lokaal is een cirkel <strong>met</strong> een dia<strong>met</strong>er van 1<br />
m. Daarin leg je een vuilnisblik plat op de grond. De cirkel mag je niet betreden. Verdeel de groep<br />
in 2 ploegen. Elke speler krijgt een borstel. Enkele knikkers worden op de grond gelegd. Bij het<br />
startsein probeert elke ploeg door te vegen zoveel mogelijk knikkers in zijn blik te krijgen. De<br />
knikkers die in de cirkel liggen, maar niet in het vuilnisblik, mogen <strong>met</strong> de borstel weggeveegd<br />
worden. Het vuilnisblik mag daarbij niet geraakt worden. Gebeurt dat toch, dan mag een<br />
tegenspeler een strafschop nemen: leg 5 knikkers in het midden van het lokaal. Door één veeg <strong>met</strong><br />
de borstel probeert hij de knikkers in zijn vuilnisblik te krijgen.<br />
Luciferbal<br />
Materiaal: lucifers, 1 bal per speler<br />
Oost-Vlaanderen – <strong>Spelen</strong> <strong>met</strong> <strong>kleine</strong> <strong>groepen</strong> 7/14/
Spelverloop:<br />
De spelers zitten in een cirkel en iedereen heeft een bal.Voor elke speler liggen 20 lucifers. De<br />
eerste speler begint de bal in de lucht te gooien en tegelijkertijd 1 lucifer per keer van de grond op<br />
te rapen. Als hij erin slaagt een lucifer te nemen en de bal tijdig terug op te vangen, mag hij<br />
opnieuw proberen. Als hij de bal laat vallen of geen lucifer kon nemen, is het de beurt aan de<br />
volgende. Elke speler houdt de opgeraapte lucifers steeds in de hand. De winnaar is de speler die<br />
eerst al z'n lucifers in de hand heeft.<br />
Vingerknopen<br />
Materiaal: zwachtels, emmer, knopen, I beker per speler<br />
Spelverloop:<br />
In het midden van het lokaal zet je een emmer <strong>met</strong> j 20 knopen. Rond de emmer trek je op 60 cm<br />
een cirkel. Ondertussen wordt één hand van de medespeler: zodanig ingewikkeld, dat enkel de<br />
middelvinger nog 'bruikbaar' is. De spelers mogen voet noch hand binnen de cirkel zetten. Ook de<br />
emmer mag niet uit dl cirkel getrokken worden. Gebeurt dat toch, dan moe de persoon die fout is<br />
een knoop afgeven en terug in de emmer leggen. Iedere speler krijgt een beker die hij aan de kant<br />
van het lokaal zet en waarin zoveel mogelijk knopen moeten. Enkel de middelvinger van de<br />
ingepakte hand mag worden gebruikt. Men moet du de knopen uit de emmer schuiven en die zo<br />
verder over de grond in de beker schuiven (zonder de beker <strong>met</strong> je vrije hand aan te raken). Een<br />
tegenspeler verhinderen een knoop uit de emmer te halen of de knoop in de beker te krijgen, mag<br />
natuurlijk... <strong>met</strong> de middelvinger!<br />
Blaaseten<br />
Materiaal: beschuiten, 1 kaars per persoon, mes en vork per persoon, lucifers<br />
Spelverloop:<br />
Met mes en vork een beschuit eten. Men mag echter enkel eten als de kaars, die voor de persoon in<br />
kwestie staat, brandt. De anderen mogen de kaar5 uitblazen, maar enkel als de eigen kaars<br />
brandt. De kunst is dus: je eigen kaars brandende te houden, je eigen beschuit op te peuzelen en de<br />
anderen verhinderen deze 2 dingen te doen door hun kaars uit te blazen. Wiens kaars uit is, telt<br />
luidop tot 50 alvorens de kaars terug aan te steken.<br />
Lucifers<br />
Materiaal: een glazen fles, 10 lucifers per persoon<br />
Spelverloop:<br />
Je zet een fles in het midden van een tafel. De spelers lopen rond de tafel, zonder die te raken. De<br />
eerste speler legt een lucifer op de hals van de fles. de tweede volgt De winnaar is de speler die<br />
het eerst al zijn lucifers heeft weggelegd. De speler die de lucifers doet vallen. neemt ze voor zich.<br />
Men legt nooit meer dan 1 lucifer per keer.<br />
Harley Davidson-namiddag<br />
Materiaal: kleefband, vuilniszakken, speelkaarten, wasknijpers<br />
Spelverloop:<br />
Het lokaal is omgetoverd tot een echt hardrockcafé. Iedereen heeft 5 vuilniszakken en een brede rol<br />
doorzichtige kleefband. Hiermee maken we voor iedereen nauw aansluitende lederen pakken. Van<br />
onze fietsen maken we zware motoren d.m.v. wasknijpers en speelkaarten. En dan kan alles<br />
beginnen: chocolademelk on the rocks, chocoladesigaretjes. Een ritje <strong>met</strong> de motor door het dorp,<br />
Oost-Vlaanderen – <strong>Spelen</strong> <strong>met</strong> <strong>kleine</strong> <strong>groepen</strong> 8/14/
...Enkele opdrachten: om het langste remspoor, hoogspringen <strong>met</strong> de motor, een geënsceneerde<br />
valpartij, worstelpartijen in de modder, ...laat je maar eens goed gaan.<br />
Blindengymnastiek<br />
Materiaal: blinddoek per persoon<br />
Spelverloop:<br />
De spelers gaan op een rij staan, ongeveer 1m uit elkaar. Elke speler blinddoekt zich. Als iedereen<br />
de blinddoek om heeft, mag er niet meer gesproken worden. De leid(st)er geeft dan enkele<br />
bevelen: 2 stappen voorwaarts, 1 <strong>kleine</strong> stap naar rechts, 3 grote stappen vooruit,... Wanneer 2<br />
geblinddoekte spelers tegen elkaar lopen, krijgen ze elk een strafpunt. De spelers proberen zo<br />
weinig mogelijk strafpunten te krijgen. De speler <strong>met</strong> het minste strafpunten is de winnaar.<br />
Gocartsgokken<br />
Materiaal: gocarts, weddenschapformuliertjes, geld<br />
Spelverloop:<br />
We toveren het speelterrein om tot een goktent à la tiercé van de paardenwedrennen. Wij zijn de<br />
ruiters, de gocarts onze paarden. Wedden en crossen maar...<br />
Kegelloop<br />
Materiaal: kegels, krijt<br />
Spelverloop:<br />
Bij het startsignaal loopt speler 1 van ploeg A naar de kegels en probeert zoveel mogelijk kegels<br />
recht te zetten terwijl hij ongehinderd de eindstreep probeert te bereiken. Tegelijkertijd start de<br />
eerste speler van ploeg B (van iets verder dan de A-speler) en tracht de eerste speler van ploeg A<br />
te tikken. De A- ploeg krijgt 1 punt per rechtgezette kegel plus nog eens 2 punten voor het ongetikt<br />
bereiken van de eindlijn. Ploeg B verdient I punt per niet-rechtgezette kegel plus 2 punten als de Aspeler<br />
de eindlijn niet ongetikt bereikt. Telkens iemand gelopen heeft, moeten de kegels terug<br />
neergelegd worden. Als iedereen gelopen heeft, wisselen we van opdracht.<br />
Triovoetbal<br />
Materiaal: bal, 3 doelen, krijt<br />
Spelverloop:<br />
Verdeel de groep in 2 gelijke ploegen. Maak 3 doelen en plaats ze in een driehoek, ongeveer 15m<br />
uit elkaar. In het doel staat geen doelman. De bal wordt in het midden opgeworpen. Wanneer een<br />
ploeg scoort in het doel van de tegenstander, brengt dit 2 punten op. Als één van de ploegen scoort<br />
in het open doel, levert dit telkens 1 punt op. Rond elk doel ligt een doelcirkel (dia<strong>met</strong>er 6 m). Deze<br />
cirkel mag men niet betreden. Als de bal buiten gaat, rolt de tegenstrever de bal terug in het veld.<br />
Bij een algemene fout krijgt de tegenploeg de bal. Als de bal in de doelcirkel gestopt wordt, krijgt<br />
de tegenpartij een strafschop.<br />
Huppelbadminton<br />
Materiaal: badmintonracketten en shuttles (pluimpjes), dassen, autobanden<br />
Spelverloop:<br />
Van elke speler zijn beide voeten <strong>met</strong> een speel das samengebonden. We vormen duo's (A en B) en<br />
die zetten zich tegenover elkaar (afstand: 5 m). Tussen de verschillende duo's wordt 2 m ruimte<br />
gelaten. Alle A's nemen een band, alle B's een racket en enkele shuttles. Elk duo probeert op zijn<br />
beurt te scoren (shuttle door de band). Lukt dit voor één duo, dan proberen de andere duo's<br />
ongetikt achter de respectievelijke eindlijn A of B te komen. Het duo dat scoorde, probeert de<br />
weghuppelende duo's te tikken. Let wel: een A-speler mag enkel een A-speler tikken, ook zo voor de<br />
B-spelers. Een duo dat scoort, krijgt 1 punt, maar deze score kan oplopen door zoveel mogelijk<br />
Oost-Vlaanderen – <strong>Spelen</strong> <strong>met</strong> <strong>kleine</strong> <strong>groepen</strong> 9/14/
personen te tikken, nl. telkens 1 punt per aangetikte persoon. Als iedereen achter de eindlijn is, gaat<br />
men terug per duo staan. A en B moeten per doelpunt van plaats wisselen. Iedereen moet dus goed<br />
in het oog houden of één van de andere duo's scoort.<br />
Nachtkoers<br />
Materiaal:<br />
1 vakkenkaart en I balpen per persoon, 2 potjes tippex, 2 bekers verf (verschillende kleuren),<br />
watten bolletjes, 4 klakkebussen + papierproppen, puntenkaarten<br />
Spelverloop:<br />
Doel: per ploeg zoveel mogelijk punten en zo weinig mogelijk handtekeningen op de vakkenkaarten<br />
verzamelen Dit spel wordt 's nachts gespeeld. Verdeel de groep in 2 ploegen. In elke ploeg is er<br />
één 1, maar liefst twee 1-spelers en één 2-speler aanwezig. Elke ploeg zoekt een eigen kamp.<br />
Iedereen moet 1 punten kaart en zijn vakkenkaart op zak hebben. Maak voldoende puntenkaarten<br />
<strong>met</strong> verschillende puntenaantallen op. De gewonnen vakken kaarten worden zo vlug mogelijk in het<br />
kamp gelegd, zodat de personen van dezelfde ploeg die hun vakkenkaart verloren, daar een<br />
nieuwe kunnen nemen.<br />
Taak 1-spelers: 1-spelers van de tegenpartij proberen te raken <strong>met</strong> een klakkebus en proppen. Wie<br />
geraakt werd, geeft zijn punten kaart af en krijgt een handtekening van de schutter op de<br />
vakkenkaart. Deze handtekening kan verwijderd worden (<strong>met</strong> tippex).Als een 2-speler van de<br />
tegenpartij geraakt wordt. Als tegenspeler 2 geraakt werd, is deze verplicht één handtekening weg<br />
te vegen.<br />
Taak 2-speler: Deze spelers krijgen elk een beker <strong>met</strong> verf (andere kleur) en een zakje watten<br />
bolletjes. Ze proberen 1-spelers (van de vijand) aan te gooien <strong>met</strong> een in de verf gedrenkt bolletje.<br />
Lukt dit, dan geeft de getroffen 1-speler al zijn puntenkaarten af en zet de 2-speler onmiddellijk 3<br />
handtekeningen op de vakkenkaart van de geraakte persoon.<br />
Watervolleybal<br />
Materiaal: een volleybal net of touw, ballonnen, borstelstelen, een emmer<br />
Spelverloop:<br />
We spelen in 2 ploegen van 2 of 3 personen. 1 speler van A staat aan de grenslijn van het veld.<br />
Daar liggen <strong>met</strong> water gevulde ballonnen. 1 of 2 andere spelers van A staan <strong>met</strong> een lege emmer<br />
aan de andere grenslijn. In het middenveld staat B opgesteld. Bij het startsein loopt een A-speler<br />
<strong>met</strong> een ballon tot aan het net en tracht deze over te gooien in de emmer. Dit kan verhinderd<br />
worden door ploeg B, die <strong>met</strong> borstelstelen de ballon tracht weg te kaatsen.<br />
Doel: zoveel mogelijk water overbrengen. Na 15 min. wisselen de ploegen.<br />
Oost-Vlaanderen – <strong>Spelen</strong> <strong>met</strong> <strong>kleine</strong> <strong>groepen</strong> 10/14/
BIJLAGE: SAMENWERKINGSOPDRACHTEN<br />
Vuurbal<br />
Materiaal: allerhande knutselmateriaal, een kaars, lucifers<br />
Spelverloop:<br />
Men bouwt een constructie waarmee een brandende kaars 6 m kan vervoerd worden. Het is de<br />
bedoeling dat de constructie de kaars vervoert over die afstand en niet de deelnemers. Zet een<br />
doos <strong>met</strong> materiaal ter beschikking (scharen, touwen, karton, kleefband,.. .).<br />
Krokodillenrivier<br />
Materiaal: 8 houten blokken, 2 planken of balken van verschillende lengte<br />
Spelverloop:<br />
Men moet van plaats A naar plaats B zien te komen zonder dat daarbij de grond geraakt wordt en<br />
gebruik makend van de houten blokken en de 2 planken of balken. De blokken werden op voorhand<br />
ge plaatst en mogen niet meer verplaatst worden. Di moet volgens onderstaand schema.<br />
De langste plank is te kort om rechtstreeks var blok naar blok te gaan.<br />
Ravijn<br />
Materiaal: een stevige balk van 3 m, een stevig touw van 5 m,2 platforms (max. 1,5 m hoog)<br />
Spelverloop:<br />
Met het beschikbare materiaal en een voldoende dosis helder inzicht moet een afstand tussen 2<br />
plat- forms die 4 m uit elkaar liggen overbrugd worden. Iedereen neemt plaats op I platform. De<br />
grond mag niet geraakt worden. De hulpmiddelen mogen niet op de grond komen en andere<br />
hulpmiddelen mogen niet gebruikt worden. Het gebruikte materiaal moet ook mee naar het andere<br />
platform.<br />
Band in de lucht<br />
Materiaal: een dik touw, een vrachtwagenband, fietsbanden of een koord<br />
Spelverloop:<br />
Iedereen hecht zich in een lange sliert aan elkaar. Waar men zich samenbindt, doet er niet toe.<br />
Deze sliert moet, zonder te breken, door een vrachtwagenband kruipen die op 2 m hoogte hangt.<br />
Buiten het eigen lichaam mogen er geen andere hulpmiddelen gebruikt worden.<br />
Licht dat even op zeg ...<br />
Materiaal: zaklampen, spots, kaarsen, tape, verlengkabels, doeken om te verduisteren, de avondval<br />
zelve, elektriciteit<br />
Doel: Met de groep door een tunnel te geraken zonder een lichtbundel te raken. Men begeleidt<br />
elkaar om de weg te vinden in die tunnel.<br />
Doe-doel: aanraking <strong>met</strong> de lichtbundels vermijden.<br />
Maak van een lange, smalle, donkere gang een laserparcours. Men moet deze gang doorkruisen<br />
zonder dat iemand een lichtbundel raakt. Dit lukt alleen als men elkaar begeleidt en naar de<br />
andere kant helpt.<br />
Variante:<br />
Men kan dit spel ook spelen <strong>met</strong> enkele geblinddoekte spelers die dan naar de overkant geloodst<br />
moeten worden door de anderen.<br />
Den boom in<br />
Materiaal: een mes, een touw, een pan, een kookvuurtje, ingrediënten, EHBO-set<br />
Oost-Vlaanderen – <strong>Spelen</strong> <strong>met</strong> <strong>kleine</strong> <strong>groepen</strong> 11/14/
Doel I: Eén groot platform sjorren<br />
Doel 2: Met de hele groep een heerlijke maaltijd op hel platform klaarmaken en verorberen.<br />
Iedereen neemt plaats bij een boom op een plankje (aan de stam gesjord) of een stoel. Niemand<br />
raakt vanaf nu nog de grond. Bij elke boom ligt wat materiaal (schaar, sjortouw, mes, pan,<br />
gasvuurtje, lucifers, eieren, boter,...) Tussen de bomen ligt heel wat sjorhout verspreid. De bedoeling<br />
is nu mits samenwerken 'ergens' een platform te sjorren waarop de hele ploeg kan zitten, een maal<br />
klaarmaken en dit opeten.<br />
Je hoort er bij<br />
Materiaal: krijt of afbakenlint<br />
Spelverloop:<br />
Baken een klein stukje terrein af (b.v. I m2 voor 15 personen). Iedereen staat op 2 m daar vandaan.<br />
Op een signaal probeert iedereen een plaatsje te vinden op het <strong>kleine</strong> terrein. Niemand mag de<br />
grond buiten het terrein raken. Hoe lang duurt het vooraleer men tot het inzicht komt dat<br />
samenwerken tot betere resultaten leidt?<br />
Variante:<br />
Misschien lukt dit zelfs op een nog <strong>kleine</strong>re oppervlakte... Probeer het ook eens tussen 2 bomen, op een<br />
stevige tak, op een stevige tafel...<br />
Het kofferspel<br />
Materiaal: per speler: een tv-doos, een plastiek bak <strong>met</strong> pen en papier en een spiegel, een aantal<br />
dozen <strong>met</strong> materiaal voor de lunch, touw, een emmer<br />
Doel: de ploeg hechter maken door hen op prettige manier te laten samenwerken via non-verbale<br />
communicatie.<br />
Doe-doel: een lunch klaarmaken voor de hele ploeg. Op een terrein wordt voor iedere speler in een<br />
cirkel een tv-doos geplaatst op ongeveer 4 m uit elkaar waarin men kan plaatsnemen. In de cirkel staan<br />
verschillende dozen willekeurig door elkaar, telkens binnen één iemands bereik. Rond de cirkel is een<br />
touw gespannen waar een emmer over hangt (kabelbaan waarbij de emmer verschuift door het touw<br />
omhoog te steken). In elke doos zit een spiegeltje als communicatiemiddel, stiften, papier en een<br />
gedeelte van de opdracht: een lunch samenstellen voor heel de ploeg. Er mag niet gepraat worden.<br />
Het enveloppespel<br />
Materiaal: per 5 personen 5 enveloppen <strong>met</strong> daarin samen 5 vierkanten<br />
Spelverloop:<br />
Verdeel de groep in ploegjes van 5 personen. Elke groep krijgt 5 enveloppen. Men moet proberen<br />
alle stukken zo samen te brengen dat elk ploegje 5 vierkanten van gelijk formaat bekomt voor elke<br />
speler dus 1 vierkant.<br />
Afspraken: niet spreken, geen gebaren maken, geen stukken van anderen aanraken of nemen, spontaan<br />
1 of meerdere stukken aan iemand geven of in het midden van de tafel leggen<br />
Alle stukken moeten nauwkeurig op maat zijn.<br />
De a-stukken horen in de a-envelop, de b-stukken in de b-envelob... .<br />
Oost-Vlaanderen – <strong>Spelen</strong> <strong>met</strong> <strong>kleine</strong> <strong>groepen</strong> 12/14/
.<br />
..<br />
..<br />
De vuilniszak<br />
Materiaal: een vuilniszak<br />
Spelverloop:<br />
Sta <strong>met</strong> de ganse groep op een vuilniszak. Deze moet omgedraaid worden, maar niemand van de<br />
personen op de vuilniszak mag de grond raken. Ze blijven m.a.w. op de zak staan.<br />
Eventjes diep nadenken, doordacht handelen en ... klaar is Kees!<br />
De eerste letter<br />
Materiaal: sjorbalken van 2,5 à 3 m, sjorbalken van 30 cm <strong>met</strong> 4 cm doorsnede, sjorbalken van 1,5<br />
m, sjortouw, stevige touwen voor de 4 touwers<br />
Spelverloop:<br />
Met 3 balken wordt een A gesjord. Bovenaan worden 4 stevige touwen vastgemaakt, <strong>met</strong> aan de<br />
uiteinden een sterk stokje. We spelen in groepjes van 5 personen. Per groepje gaat er iemand op<br />
het A- streepje staan. De andere 4 nemen de touwen, <strong>met</strong> de stokjes als handvat, vast.<br />
Eerst oefent elke constructie afzonderlijk. De moeilijkheid bestaat erin de A staande te houden door<br />
een perfect samenspel van de 4 'touwers'.<br />
Stoelzitten<br />
Materiaal: touwtjes van ongeveer 50 cm (volgens aantal personen), 1 vrij sterk doek (1 m op 1.5 à<br />
2 m), een stoel<br />
Spelverloop:<br />
Men staat (<strong>met</strong> uitzondering van 1 persoon) in een kring. Iedereen in de kring verbindt zijn linkervoet<br />
<strong>met</strong> de rechtervoet van zijn linkerbuur en zijn rechtervoet <strong>met</strong> de linkervoet van zijn rechterbuur. Op<br />
een afstand van ongeveer 5 m van de groep wordt een stoel geplaatst. Dan wordt het doek aan de<br />
groep gegeven (dus aan de aan elkaar gebonden mensen die in een kring staan). De vrije persoon<br />
gaat in het midden van de kring staan. De groep moet ervoor zorgen dat die ene (vrije) persoon op<br />
de stoel geraakt, maar persoon noch doek mogen hierbij de grond raken.<br />
Klimmen in de lucht<br />
Materiaal: geen<br />
Spelverloop:<br />
Oost-Vlaanderen – <strong>Spelen</strong> <strong>met</strong> <strong>kleine</strong> <strong>groepen</strong> 13/14/
Alle spelers staan bij elkaar. 1speler zet een stap in de lucht. I andere speler speelt daarop in en<br />
gaat op handen en knieën <strong>met</strong> zijn rug onder de voet van die ene speler staan. Zo kan die speler<br />
van hieruit weer een andere stap in de ruimte zetten. De andere personen moeten er voor zorgen<br />
dat deze speler, in eender welke richting, stappen kan blijven zetten. Hier zal het wel nodig zijn dat<br />
de medespelers de stapper af en toe steunen door een hand te geven,...<br />
Variante:<br />
De speler wordt geblinddoekt<br />
Oost-Vlaanderen – <strong>Spelen</strong> <strong>met</strong> <strong>kleine</strong> <strong>groepen</strong> 14/14/