Schoolgids - Basisschool Het Spoor

Schoolgids Het Spoor 2012–2013
Leest u de
schoolgids goed?
Er staan belangrijke
dingen in!
43

Aangenaam kennis te maken…
Voor u ligt de schoolgids van basisschool HET SPOOR.
U staat voor de belangrijke taak een basisschool voor uw kind te kiezen. In
principe een keuze voor 8 leerjaren. Het is belangrijk dat u zich goed oriënteert,
scholen verschillen steeds meer in sfeer en op wat voor manier kinderen leren.
De ‘beste’ school bestaat niet, maar scholen hebben wel verschillende
kwaliteiten. Scholen onderscheiden zich in het leggen van accenten en werken
vanuit uiteenlopende invalshoeken. Gelukkig bestaat er altijd een school die het
best bij uw kind past. Een school die ook aansluit bij de opvoeding thuis.
Deze schoolgids is ook bedoeld voor ouders van wie de kinderen onze school
reeds bezoeken. Samen met de schoolposter (vakanties, evenementen en
groepsindeling) bevat de schoolgids informatie die u het komende schooljaar
nodig heeft.
De schoolgids wordt elk jaar opnieuw samengesteld om hem actueel te houden
en wordt aan het begin van elk cursusjaar aan alle ouders/verzorgers uitgereikt.
De schoolgids bestaat uit twee delen: het deel met alle informatie van Het Spoor
en een deel met informatie dat voor alle scholen van de stichting geldt.
Het is heel belangrijk dat u beide delen zorgvuldig leest en bewaart!
Wij proberen u met deze schoolgids een juiste indruk te geven van onze school.
U kunt lezen op welke wijze de school is georganiseerd, welke werkwijze de
school hanteert en wat onze doelstellingen zijn.
Wij hopen op een goede samenwerking. Heeft u vragen of opmerkingen dan bent
u altijd welkom. Maak wel even een afspraak, zodat we u met aandacht en zorg
te woord kunnen staan.
Inge Tellings-van Kralingen, directeur Het Spoor
Stiny Schippers, teamleider Het Spoor, Heer Bokelweg
1

2 3
Kinderen
opvoeden
doen we
samen
1. Het Spoor 4
Waarom kiezen voor HET SPOOR?
Specifieke kenmerken
Identiteit
Voorschool
Taalontwikkeling
Verlengde leertijd
Cultuureducatie
Veilig en positief klimaat
2. Doelstellingen 6
Visie
Pedagogische uitgangspunten
HET SPOOR ... een kwaliteitsschool!
Wat is adaptief onderwijs?
Voorwaarden
Directe instructiemodel
Ons onderwijs in de praktijk
Onderbouw
Bovenbouw
Het thematisch werken
3. Kwaliteitszorg 10
4. De organisatie van de school 11
Schoolorganisatie
Samenstelling van het team
Vervangen van leerkrachten
Her - en bijscholing van leerkrachten
Begeleiding en inzet van stagiaires
Algemeen rooster
Kerndoelen
Huiswerk
5. Leer- en vormingsgebieden 13
Het onderwijs aan kleuters
Methoden groep 3 t/m 8
De wereld oriënterende vakken
De expressievakken
Overige vakken
Andere activiteiten
6. Leerlingvolgsysteem 18
Zorgverbreding
Passend Onderwijs
Zorgstructuur
Uitval op een vakgebied
Logopedische hulp op school
Cesartherapie op school
Centrum voor Jeugd en Gezin
Schooltandarts
Schoolgericht maatschappelijk werk
7. Resultaten 21
Zittenblijven
Kinderen met extra talenten
Toetsen
Rapporten
Entree toets
Eindtoets groep 8
Voortgezet onderwijs
Uitstroomgegevens
Inspectie
8. Het Spoor, voor kinderen
èn hun ouders 25
Het belang van betrokkenheid van de ouders
Informatievoorziening aan de ouders
Medewerker ouderbetrokkenheid
De Ouderraad (OR)
Ouderhulp
De Medezeggenschapsraad (MR)
9. Regeling school- en vakantietijden,
overblijven en kinderopvang 27
Schooltijden
Vakanties
Verlofregelingen
Telaatkomers
De voorschoolse opvang
10. Overige informatie 29
Absentie bij ziekte e.d.
Gevonden voorwerpen
Schoolkosten
Extra kosten
Schoolfotograaf
Schoolmelk
Ontruimingsplan
Calamiteitenplan ‘als de sirene gaat’
(Kleine) ongelukjes
Aansprakelijkheid
Aanmelding van nieuwe leerlingen
Vrijstelling van schoolbezoek
Uitschrijving
Adressen 32
Bijlage: Informatie over Stichting 5maalO

4 5
1. Het Spoor
De hoofdlocatie van “HET SPOOR” is gevestigd aan de Velsenluststraat 7-11 in de wijk Middelland.
Deze wijk maakt deel uit van de deelgemeente Delfshaven in Rotterdam. Verantwoordelijk voor de
dagelijkse gang van zaken is de directeur Mevrouw Inge Tellings-van Kralingen
Onze andere locatie is gevestigd aan de Heer Bokelweg 258 in de wijk Agniese. Deze wijk maakt
deel uit van de deelgemeente Noord in Rotterdam. Verantwoordelijk is de directeur Mevrouw
Inge Tellings-van Kralingen. De dagelijkse gang van zaken staat onder leiding van de teamleider
Mevrouw Stiny Schippers
De schoolbevolking op beide locaties is divers samengesteld.
1.1 Waarom kiezen voor HET SPOOR?
U kiest voor HET SPOOR omdat er veel aandacht besteed wordt aan de brede ontwikkeling van uw
kind. Dat wil zeggen dat er door het hele team gewerkt wordt aan de verstandelijke ontwikkeling, de
sociaal-emotionele ontwikkeling en de creatieve ontwikkeling van uw kind.
Enkele sterke punten van de school:
• Kinderen voelen zich veilig op onze school
• De ouders zijn tevreden over de school
• De ouders waarderen de school met een 7.2
• De ouders waarderen hun vertrouwen in de leerkrachten met een 8.2
• De leerkrachten besteden veel aandacht aan het leerproces van de kinderen
• Wij stellen hoge eisen aan de kinderen en het team
• Ons beleid is duidelijk
• De les- en leermethoden zijn ‘up-to-date’
• Taalontwikkeling neemt een belangrijke plaats in
• Er zijn duidelijke regels en afspraken op de school
• Er is een pestprotocol
• Er is veel aandacht voor ontwikkeling van sociale vaardigheden
• Iedere groep heeft computers met aansluiting op het kennisnet. De nieuwste programma’s
worden gebruikt
• Er is een leerlingvolgsysteem om de individuele ontwikkeling van het kind en het onderwijs in
de groep nauwkeurig te kunnen volgen en waar nodig op tijd hulp te verlenen
• Er is veel aandacht voor cultuureducatie
• De kinderen waarderen de school met een 7.8
• De kinderen waarderen de computerprogramma’s, de handvaardigheidslessen en de lessen
bewegingsonderwijs in hun top 3
1.2 Specifieke kenmerken
1.2.1 Identiteit
Basisschool Het Spoor is een christelijke ontmoetingsschool. Uitgangspunt voor ons denken en
handelen is de Bijbel.
Op onze school zijn alle ouders en kinderen welkom, ongeacht geloof, cultuur of herkomst.
Wij gaan ervan uit dat de christelijke visie van de school wordt gerespecteerd.
Wij hechten waarde aan vieringen en rituelen die bij het christelijk geloof horen.
Op onze school worden verhalen uit de Bijbel verteld, wordt gebeden en gezongen.
Wij vieren met elkaar de christelijke feestdagen.
Wij laten de kinderen kennis nemen van de overige wereldreligies en leren hen hier respectvol mee
om te gaan en te zoeken naar overeenkomsten en saamhorigheid.
Onze christelijke identiteit ziet u terug in ons pedagogisch klimaat (zie hoofdstuk 2.2.).
Enkele algemene uitgangspunten:
• Wij hebben respect voor elkaar en elkaars mening
• Wij waarderen en respecteren elkaar zoals wij zijn
• Wij lossen problemen op via de dialoog
• Wij zijn vergevingsgezind: “iedereen verdient een tweede kans”
• Wij kijken naar elkaar om
• Wij gebruiken geen verbaal en/of fysiek geweld
• Wij verwachten deze houding van iedereen die dicht bij onze school betrokken is.
1.2.2 Voorschool
Basisschool Het Spoor is een officiële Voorschool in Rotterdam. Het Spoor is, in samenwerking
met de peuterspeelzaal “De Koploper”( Stichting KindeRdam) een zogenaamde VVE school:
Vroeg - en Voorschoolse Educatie. Er wordt gewerkt met het programma Ko Totaal. Puk & Ko
is het programma voor de peuters en Ik en Ko is het programma voor de kleuters. De meeste
peuters stromen door naar onze kleutergroep. Wij maken afspraken om te zorgen dat we de
taalontwikkelingslijn die wij voorstaan alvast op de peuterspeelzaal kunnen laten beginnen.
De gelijkgerichte aanpak van taal-, reken- en sociale aspecten komt de jongste kinderen binnen de
school ten goede.
1.2.3 Taalontwikkeling
Jonge kinderen leren de taal vooral goed als ze spelen en samenwerken met leeftijdsgenootjes.
In de kleutergroepen wordt hiervoor “de grote en kleine kring” ingezet. De kinderen moeten in die
situaties luisteren en spreken om de anderen duidelijk te maken wat ze ergens van vinden of wat
ze willen. We begeleiden de kinderen daarin en hebben oog voor taal in allerlei communicatieve
situaties. Deze vaardigheden komen onder meer naar voren in de sociaal-emotionele methode
“Kinderen en hun sociale talenten” en de taalmethode “Taalactief”( vanaf groep 4).
De aandacht voor taal neemt in alle groepen een belangrijke plaats in. Het taalonderwijs is een rode
draad door de school. U, als ouder(s)/verzorger(s), wordt hierbij actief betrokken.
1.2.4 Verlengde leertijd
De school oriënteert zich op een voorstel voor een goede geïntegreerde aanpak ter verbetering van
de ontwikkelingskansen voor de kinderen.
Wij vinden het belangrijk dat onze kinderen de kans krijgen hun talenten op allerlei gebieden te
ontdekken en te ontwikkelen.
Het helpt hen bij het maken van keuzes op latere leeftijd en is dus belangrijk voor hun toekomst.
Als aanvulling op ons ‘normale’ onderwijsprogramma zou de ontwikkeling van de verlengde leertijd
een kans, toevoeging en een uitdaging kunnen zijn een zinvolle bijdrage te leveren aan een zo breed
mogelijke ontwikkeling van het kind.
De kans om te werken met verlengde leertijd vergroot voor de kinderen de stabiliteit, structuur en
veiligheid die ze zo hard nodig hebben. Daarnaast biedt het hen de kans zich op nieuwe gebieden te
ontwikkelen en wordt de leeromgeving rijker.
Tevens biedt deze vorm van dagindeling de school kansen zich intensiever te richten op het
onderwijs in de basisvaardigheden rekenen en taal.
Ieder jaar moeten we een subsidieaanvraag voor de verlengde leertijd bij de Gemeente Rotterdam
indienen.
Voor het schooljaar 2012-2013 hebben wij subsidie aangevraagd voor 3 uur leertijdverlenging.
Wanneer de ouder(s)/verzorger(s) en de MR akkoord gaan met het voorstel, zullen wij na de
herfstvakantie starten met de leertijdverlenging.

6 7
Wat houdt verlengde leertijd in?
De kinderen krijgen iedere dag een afwisselend lesprogramma met voldoende tijd voor
ontspanning.
Naast de gewone vakken, zoals rekenen, taal, schrijven, aardrijkskunde en dergelijke besteden we
op een professionele manier aandacht aan muziek, toneel, dans, beweging en sociale vaardigheden.
Voor die vakken komen er nieuwe ‘juffen en meesters’. We noemen dat de ‘vakkrachten’.
Zij hebben hiervoor een speciale bevoegdheid. Consequentie van het verlengde leertijd programma
is een wijziging in de schooltijden. Per week zouden de kinderen dan 3 uur langer naar school gaan.
1.2.5 Cultuureducatie
Onze school besteedt veel aandacht aan de culturele vorming van de kinderen. Wij nemen jaarlijks
deel aan het cultuurtraject van de SKVR. Gedurende de tijd op de basisschool maken de kinderen
kennis met alle vormen van cultuur: toneel, dans, muziek, film, theater en dergelijke.
We hebben de keuze gemaakt onze kinderen, naast dit uitgebreide pakket, meer activiteiten aan te
bieden. Zo organiseren we als extra activiteit regelmatig een museumbezoek, een tentoonstelling of
een dansvoorstelling.
1.2.6 Veilig en positief klimaat
Als team van het Spoor doen wij ons uiterste best te zorgen voor een veilig en positief klimaat
waarin elke leerling uitgedaagd wordt om te leren en het maximale uit zichzelf te halen. De
leerkracht heeft vertrouwen in de kinderen. De leerkracht spreekt verwachtingen uit. Hij beseft dat
dit leren niet bij alle kinderen op dezelfde manier tot stand komt, dat kinderen eigen wegen hebben
waarlangs zij zich ontwikkelen. Kinderen die vertrouwen krijgen, ontwikkelen zelfvertrouwen. Ze
voelen zich in staat de taken succesvol uit te voeren. De mate waarin de leraar vertrouwen heeft in
de kinderen, hen uitdaagt en ondersteunt, wordt vooral zichtbaar in de manier waarop hij omgaat
met de kinderen.
We hebben duidelijke schoolregels opgesteld die we consequent hanteren. Hiermee zorgen we voor
een kindvriendelijk klimaat met een duidelijke structuur. We werken, schoolbreed en samen met
de ouder(s)/verzorger(s), met de methode sociaal-emotionele vorming: ‘Kinderen en hun sociale
talenten’.
2. Doelstellingen
2.1 Visie
Vanuit onze onderwijskundige visie werken we aan een doorlopend ontwikkelingsproces voor alle
kinderen.
Wij proberen ieder kind op een zo hoog mogelijk ontwikkelingsniveau te brengen in een
stimulerende leeromgeving. Het is daarom belangrijk dat er niet alleen gewerkt wordt aan de
verstandelijke ontwikkeling, maar ook aan de sociaal-emotionele, motorische en creatieve
ontwikkeling van de kinderen.
Dat doen we door moderne leermethoden te gebruiken die een doorgaande lijn waarborgen.
Om de kwaliteit van het onderwijs te waarborgen hebben wij hoge verwachtingen van de leerlingen,
van de leerkrachten, van de ouder(s)/verzorger(s) en van de directie.
We gaan ervan uit dat kinderen een eigen aandeel hebben in hun ontwikkeling. ‘Zij ontwikkelen
zich zelf’. Dat wil echter niet zeggen dat kinderen zich vanzelf ontwikkelen. Voor een optimale
ontwikkeling zijn kinderen in sterke mate afhankelijk van de manier waarop de leerkrachten hen de
leerstof aanbieden.
In de groepen is ook veel aandacht voor het sociale groepsproces, voor samenwerking, respectvolle
omgang
met elkaar, vertrouwen in elkaar, verantwoordelijkheid en voor zelfstandigheid. Wij gaan ervan uit
dat de kinderen van elkaar kunnen leren en bieden hen dan ook die mogelijkheid.
Wij hebben aandacht voor het ontwikkelen van zelfvertrouwen, zelfkennis, positief gedrag en
taakbesef.
Ons streven is de kinderen aan het einde van groep 8 vol zelfvertrouwen, initiatiefrijk, met
voldoende kennis, sociaal voorbereid en met een positief mensbeeld naar het Voortgezet Onderwijs
te laten gaan om daar hun ontwikkeling voort te zetten
2.2 Pedagogische uitgangspunten
Het onderwijs aan kinderen is niet alleen les geven in taal en rekenen. De school heeft ook een
opvoedkundige taak. Dat betekent dat de school ook opvoedkundige (pedagogische) uitgangspunten
heeft. De volgende uitgangspunten vinden wij belangrijk:
a. Wij streven ernaar, dat kinderen zich veilig voelen, dat zij vertrouwen hebben in ons,
in elkaar en in zichzelf door:
• positieve aandacht
• open, eerlijk, duidelijk en consequent te zijn
• serieus in te gaan op de problemen van de kinderen
• eigen fouten te durven zien en te erkennen
• leerlingen het gevoel te geven dat zij zichzelf mogen zijn
• belangstelling te hebben voor het dagelijks leven van de kinderen
b. Wij streven ernaar, dat kinderen zelfvertrouwen krijgen door:
• waardering, beloning en stimulering
• kinderen het gevoel te geven dat zij het kunnen (zij mogen fouten maken)
• aandacht te hebben voor hun rol in de groep
• naar de sterke kanten van een kind te zoeken
• in gesprek te gaan met het kind
c. Wij streven ernaar, dat kinderen leren samenwerken:
• door elkaar te helpen
• in groepen: taken verdelen
• leren afspraken met elkaar te maken
• leren een mening te (durven) geven
d. Wij streven ernaar, dat kinderen verantwoordelijkheid leren dragen:
• voor eigen en andermans spullen
• voor het (huis)werk
• voor de medeleerling
• voor het milieu (directe schoolomgeving)
• voor het lokaal (klassendienst)
e. Wij hanteren duidelijke school- en klassenregels zodat kinderen weten waar zij aan toe zijn.
• Er is een pestprotocol dat door ouders, leerkrachten en bestuur is ondertekend. Daarin staat
duidelijk beschreven hoe te handelen bij een situatie van structureel pestgedrag.

8 9
2.3 HET SPOOR ... een kwaliteitsschool!
Op onze school wordt adaptief onderwijs gegeven.
2.3.1 Wat is adaptief onderwijs?
De leerling te laten leren door leerstof zo aan te bieden dat het bij de leerling past. De achterliggende
gedachte is dat de leerling beter leert als de leerstof op de leerling is afgestemd. We bieden de leerstof
zo aan dat het de interesse van de leerling heeft.
Kennis en lessen maken we minder statisch.
Door samenwerken, afwisseling en proefjes wordt de leerling enthousiast en gemotiveerd voor datgene
wat geleerd moet worden. Ook eigen verantwoordelijkheid en zelfvertrouwen worden bij adaptief
onderwijs aangesproken en meer gestimuleerd.
2.3.2 Voorwaarden
Het welbevinden van de kinderen (zitten de kinderen “lekker in hun vel”) krijgt op onze school veel
aandacht. Het is een voorwaarde om te komen tot leren. Het welbevinden heeft te maken met gevoelens.
Hoe doen kinderen het op het emotionele vlak? Kinderen met een hoge mate van welbevinden voelen
zich goed in de klas. Er is een aantal voorwaarden voor het welbevinden van kinderen:
Competentie
Competentie heeft te maken met geloof en plezier in eigen kunnen. Het is een basisbehoefte van
mensen. Je wilt ervaren dat als je goed je best doet, nadenkt en actief bent, je veel voor elkaar kunt
krijgen.
Relatie
Relatie heeft te maken met de ervaring dat mensen je waarderen zoals je bent en graag met je om willen
gaan. Kinderen hebben behoefte aan een veilige omgeving. Zij hebben er behoefte aan dat anderen voor
hen beschikbaar zijn op momenten wanneer dat nodig is. Vanuit deze basisveiligheid wordt de omgeving
voorspelbaar en vertrouwd. Kinderen durven om hulp te vragen of ervaren het als vanzelfsprekend zelf
te helpen. Wanneer de relatie tussen leraren en kinderen goed is voelen kinderen een terechtwijzing niet
als een afwijzing.
Onafhankelijkheid
Onafhankelijkheid heeft te maken met zelfstandigheid. Hoeveel vrijheid en ruimte krijg je? Ieder mens,
dus ook jonge kinderen, streeft ernaar zo zelfstandig mogelijk te handelen en beslissingen te nemen.
Zelfstandig werken geeft als het lukt veel voldoening en geloof in eigen kunnen.
2.3.3 Directe instructiemodel
Wij hebben gekozen om onze lessen( vooral de lessen taal en rekenen) te geven volgens het model van
de directe instructie. Bij het directe instructiemodel vindt instructie op maat plaats, wat wil zeggen dat
de instructie rekening houdt met de sterke en zwakke kanten van leerlingen.
Duidelijke instructie voorkomt vergissingen. Het is een model wat krachtig werkt bij het aanleren van
de basisvaardigheden in een individueel tempo. Bovendien wordt er gewerkt met heldere doelen en een
heldere opbouw van de les. Aan het einde van de les wordt de kinderen gevraagd om terug te kijken hoe
het is gegaan. Vragen als” wat heb je geleerd “en “hoe heb je gewerkt”, “wat vond je goed gaan en wat
minder” komen steeds terug.
2.4 Ons onderwijs in de praktijk
Wij hebben ons als doel gesteld de kinderen op een ontwikkelingsgerichte manier te benaderen. Deze
manier van werken stelt hoge eisen aan de leerlingen, aan de leerkrachten, maar ook aan de ouder(s)/
verzorger(s).
Er staan bij deze benadering vier begrippen centraal:
Betrokkenheid
Betekenis
Bedoeling
Bemiddeling
Wat betekent dat voor de leerling, de leerkracht en de ouder?
Betrokkenheid Wat wil ik weten, word ik
uitgedaagd, wordt er naar
mij geluisterd, ik doe het
voor mezelf
Betekenis Wat kan ik met deze
informatie, heb ik er wat
aan buiten de schoolmuren,
wat leer ik ervan, hoe kan ik
laten zien aan anderen wat ik
heb geleerd
Bedoeling Welk doel wil ik bereiken, is
het doel van de leerkracht
duidelijk
Bemiddeling (rol van de
leerkracht/ouder)
Leerling Leerkracht Ouder
Krijg ik de kans zelf een
oplossing aan te dragen of te
onderzoeken
Ik geef ruimte voor eigen
initiatieven, ik luister naar
behoeftes, ik motiveer
Ik kies activiteiten die zinvol
zijn, waar de kinderen wat
mee kunnen, kinderen
leren iets over zichzelf,
de maatschappij, ik zoek
raakvlakken bij diverse
vakken
Ik formuleer duidelijk mijn
doelstellingen en spreek
deze uit
Ik begeleid, schep een
werkkader, daag uit,
ondersteun, ben een bron
van info
Ik zorg voor een uitdagende
leeromgeving thuis, ik toon
belangstelling, ik stimuleer
mijn kind, ik onderhoud
goede contacten met de
leerkracht van mijn kind
Ik vraag mijn kind of het
verwachtingen heeft,
blijf in gesprek, ik ben
geïnteresseerd in waar mijn
kind mee bezig is
Ik stel eisen aan mijn kind en
spreek deze uit, dat doe ik
ook met mijn verwachtingen
Ik geef mijn kind de
ruimte en stimuleer
verantwoordelijkheid en
zelfstandigheid. Ik begeleid,
maar regel niet alles
2.4.1 Onderbouw
De leerkrachten van de onderbouw (groep 1 en 2) werken thematisch. Elk blok van ongeveer zes
weken staat in het teken van een thema. De leerkrachten volgen de thema’s van het taalprogramma
Ko totaal, en voegen dat wat de leerlingen aandragen, of wat actueel is en leeft, toe. Voorbeelden
van thema’s zijn: De markt, op de boerderij, geheimen, ziek zijn, de lente en dergelijke.
Ieder thema verloopt in vijf stappen:
• Spelend verkennen van het thema
• Uitwerken van het thema (bouwen, tekenen, knutselen)
• Samen praten over het thema
• Lees– en schrijfactiviteiten
• Reken- en wiskundeactiviteiten
De kinderen werken individueel of in groepjes. De grote en kleine kring nemen een belangrijke
plaats in. Er zijn in het lokaal verschillende hoeken ingericht, waar kinderen aan de gang kunnen
met bepaalde activiteiten in het kader van het thema. Ouders worden ook bij deze activiteiten
betrokken, zowel binnen als buiten de groep.
2.4.2 Bovenbouw
We willen onze leerlingen uiteraard goed voorbereiden op de maatschappij. Goed functioneren in
de maatschappij vraagt nogal wat. Wij vinden het niet juist om kinderen kant en klare oplossingen
of waarheden mee te geven. Ze hebben er meer aan wanneer ze nu leren hoe ze nu en later
zelfstandig en met anderen samen problemen kunnen oplossen.
Voor ons onderwijs in de bovenbouw werken we in de groepen (en 1x per jaar met alle groepen

10 11
samen) een aantal thema’s uit. Deze manier van werken sluit aan bij de visie waarop wij
kinderen willen laten leren. We gaan ervan uit dat kinderen graag leren, mits hun natuurlijke
nieuwsgierigheid goed gebruikt wordt. Het contact tussen leerkracht en leerling is interactief en
gebaseerd op wederzijds vertrouwen.
2.4.3 Het thematisch werken
De leerkracht draagt een onderwerp of stelling aan en daagt de kinderen uit om hun eigen
leervragen hierover te formuleren. Onder aansturing van de leerkracht gaan de kinderen zelf op
zoek naar de antwoorden op hun leervragen.
Vakgebieden kunnen hierbij worden overschreden. Bijvoorbeeld: het onderwerp “water” heeft
niet alleen te maken met aardrijkskunde, maar ook met biologie, geschiedenis, verkeer. Uiteraard
kunnen ook de vakken rekenen en taal worden ingezet.
Het lokaal is zo ingericht dat dit aanzet tot ontdekken en uitproberen, individueel of gezamenlijk. De
inrichting van het lokaal wordt zoveel mogelijk en in samenspraak met de kinderen aangepast aan
het thema.
Alle leslokalen zijn voorzien van een digitaal schoolbord en er staan meerdere computers. Dit
schept mogelijkheden voor leerkracht en kinderen om op eigentijdse wijze de leervragen te
beantwoorden. De informatie wordt niet meer uit een beperkt aantal boeken aangeboden; er zijn
veel meer mogelijkheden. Er worden nieuwe media gebruikt bij presentaties die leerlingen voor
elkaar verzorgen ter afsluiting van een thema.
Uiteraard kan de ‘traditionele’ methode als bron dienen en worden de doelstellingen gehanteerd en
uitgesproken zoals daar omschreven. We kiezen één keer per jaar een centraal schoolthema dat
door iedere groep op eigen wijze wordt uitgewerkt en gepresenteerd.
3. Kwaliteitszorg
Als school moeten en willen we graag goede kwaliteit leveren. We besteden veel zorg en aandacht
aan kwaliteitszorg zodat we de goede dingen die we doen, kunnen behouden en de dingen die
minder goed gaan, kunnen verbeteren. We gaan daarbij als volgt te werk:
kwaliteitsbewaking - ‘Beslis wat je belooft’
•
kwaliteitsplanning - ‘Schrijf op wat je bedoelt’
•
kwaliteitsbeheersing - ‘Doe wat je hebt opgeschreven’
•
kwaliteitsbewaking - ‘Kijk of het gelukt is’
•
kwaliteitsrapportage - ‘Leg verantwoording af’
Wij willen ons ook bezighouden met de ‘zingevende’ kwaliteit van het onderwijs. Dat betekent
dat we ook in staat zijn de kinderen te vormen als ‘mens’. Hierbij denken wij aan zelfstandigheid,
verantwoordelijkheidsgevoel, creativiteit of de wijze waarop kinderen omgaan met informatie.
Kwaliteit hangt nauw samen met:
• Methoden
• Personeel
• Leerlingvolgsysteem
• Evaluatie
Methoden
Ieder jaar wordt er flink geïnvesteerd in de aanschaf van nieuwe methoden. Daarbij wordt er op gelet
dat een methode bij onze school past en overeenkomt met onze ideeën over het onderwijs. Elke
methode moet voldoen aan de eindtermen, die door het Ministerie van Onderwijs zijn opgesteld.
Uiteraard wordt er ook gekeken naar de aantrekkelijkheid van het materiaal. We zijn ervan overtuigd,
dat we met de huidige methoden en werkwijze kwaliteit kunnen leveren. De nieuwe methodes worden
per leerjaar aangeschaft, dus ieder schooljaar een volgende groep.
Personeel
Maar ... het zijn de leerkrachten die ervoor zorgen, dat de methoden op een juiste manier worden
gebruikt. Zij vormen de ruggengraat van de school. Hun inzet en zorg voor uw kind is van cruciaal
belang voor de school.
Een goede sfeer binnen een team is daarbij onontbeerlijk.
Professionalisering
De teamleden van onze school ervaren het werk als uitdagend en zetten zich zo goed mogelijk in om
de gestelde doelen te bereiken. Zie ook 4.4.
Leerlingvolgsysteem
Om de kwaliteit van het onderwijs te bewaken, maken we gebruik van een leerlingvolgsysteem. Dit
houdt in, dat leerlingen regelmatig getoetst worden, om hun leerontwikkeling te kunnen volgen.
Evaluatie van het onderwijs
Onderling overleg en afstemming zijn belangrijk voor goed onderwijs op school. Maar ook het
bespreken van wat we gedaan hebben en het bijstellen van plannen en doelen komt ieder jaar terug.
We noemen dat de evaluatie van ons onderwijs.
Daarnaast houdt de inspectie toezicht.
4. De organisatie van de school
4.1 Schoolorganisatie
Het onderwijs op onze school is bestemd voor kinderen vanaf 4 jaar.
In beginsel wordt ervan uitgegaan dat de kinderen binnen een tijdvak van acht aaneengesloten jaren
de school doorlopen.
Voor een aanzienlijk deel worden leerkrachten ingezet voor de groepen om op die manier het aantal
kinderen per groep niet te groot te laten worden.
Er wordt naar gestreefd om per groep niet meer dan twee leerkrachten vast in een groep les te laten
geven. Door een goed georganiseerd klassenmanagement is het mogelijk dat kinderen die extra zorg
en aandacht nodig hebben, in (of soms buiten) de groep worden begeleid.
Het onderwijs op de school is gebaseerd op jaarklassen waarbinnen verscheidenheid wordt
aangebracht. Het kan voor komen dat twee jaargroepen gecombineerd worden omdat het aantal
leerlingen van één groep te klein is.
In het algemeen blijven kinderen een jaar in één groep waarna zij overgaan naar de volgende groep.
In bijzondere gevallen en na intensief overleg met ouders kunnen kinderen een jaar langer in een
bepaalde groep blijven. We praten op school over:
• De onderbouw: groep 1, 2, 3 en 4
• De bovenbouw: groep 5, 6, 7 en 8

12 13
4.2 Samenstelling van het team
Er werken op onze school 7 leerkrachten. Een aantal van hen werkt parttime.
Ons streven is om niet meer dan 2 verschillende leerkrachten voor de groep te zetten.
Op onze school werken naast de groepsleerkrachten nog een intern begeleider, die verantwoordelijk
is voor de zorg, een vakdocent bewegingsonderwijs, een onderwijsassistent, een ouderconsulent,
een administratief medewerkster, twee conciërges (waarvan een parttime), een medewerker in de
schoonmaak en een medewerker die de naschoolse activiteiten begeleid.
Mevrouw I.P. Tellings-van Kralingen is directeur van de beide locaties van Het Spoor, en
verantwoordelijk voor de algehele leiding op de locaties, ook voor de dagelijkse gang van zaken op
de locatie Velsenluststraat.
Mw. S. Schippers is de teamleider van Het Spoor, locatie Heer Bokelweg.
Zij is verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken op die locatie.
De groepsindeling staat op de kalender vermeld die bijgevoegd is bij de schoolgids.
4.3 Vervangen van leerkrachten
Het vervangen van leerkrachten gebeurt in de meeste gevallen door eigen aanwezige leerkrachten.
Mochten er meerdere leerkrachten ziek zijn, dan kijken we hoe we het dan het best kunnen
oplossen. Eventueel worden er groepen verdeeld (de eerste dag) Ons beleid is er in ieder geval
op gericht, om de kinderen op school te houden bij afwezigheid van de eigen groepsleerkracht.
Bij langdurige ziekte en/of (BAPO-) verlof van de leerkrachten wordt gezocht naar structurele
vervanging.
4.4 Her - en bijscholing van leerkrachten
Jaarlijks hebben we de beschikking over een bepaald budget om nascholing te volgen. De
nascholing wordt vastgelegd in een zogenaamd nascholingsplan. Leerkrachten kunnen zich
individueel nascholen, maar ook met het gehele team. Dit gebeurt meestal na schooltijd. Jaarlijks
wordt een aantal studiedagen gehouden voor het team onder schooltijd. Dit schooljaar zijn dat de
volgende dagen: 7 november 2012 en 10 april 2013. De studiedagen worden gevolgd door het hele
team.
4.5 Begeleiding en inzet van stagiaires
Regelmatig lopen studenten van de Hoge School InHolland uit Rotterdam stage bij ons.
De groepsleerkracht, een stagebegeleider vanuit onze stichting en een docent van de Pabo
begeleiden hen. Wij begeleiden ook mbo-studenten van de opleiding onderwijsassistent van het
Zadkine- of Albedacollege.
4.6 Algemeen rooster
In de wet staat welke vakken verplicht zijn. Hieronder kunt u zien hoeveel tijd er gemiddeld per
week besteed wordt aan deze vakken. De tijden kunnen per groep enigszins verschillen:
• Godsdienstonderwijs 1.30 uur
• Bewegingsonderwijs (gym/zwemmen) 1.30 uur
• Tekenen ,handvaardigheid, muziek 2.30 uur
• Rekenen 5.00 uur
• Taal, schrijven en lezen 8.30 uur
• Engels (alleen voor groep 7/8) 1.00 uur
• Wereldoriëntatie: aardrijkskunde, geschiedenis,
natuur en bevordering gezond gedrag 3.00 uur
• Sociale vaardigheden en Verkeer 1.00 uur
4.7 Kerndoelen
Om de kwaliteit van het onderwijs te waarborgen, heeft de minister voor elk vak kerndoelen
vastgesteld. De haalbaarheid van die doelen heeft direct gevolg voor de keuze van de methodes.
De huidige methodes voldoen allemaal aan de tot nu toe gestelde eisen. De groepsleerkracht zorgt,
dat aan het eind van het schooljaar alle leerstof met betrekking tot die kerndoelen aangeboden is.
• We evalueren aan het eind van het schooljaar ons onderwijs.
• We bekijken dan of de gestelde doelen gehaald zijn.
• Ouders kunnen op de informatieavond aan het begin van het schooljaar de methodes inzien en
de leerstof zelf bekijken.
4.8 Huiswerk
Het maken en leren van huiswerk heeft een tweeledig doel:
• Het leren ook thuis te werken, met het oog op het voortgezet onderwijs
• Het leren indelen van tijd en het gebruik van de agenda
Wij hechten veel waarde aan het maken en leren van huiswerk. Heeft u vragen over het huiswerk of
over de hoeveelheid van het werk, dan kunt u hiervoor altijd bij de leerkracht terecht.
De informatieavond geeft de leerkracht de mogelijkheid om u te vertellen hoe hij of zij het
schooljaar zal gaan invullen. Verder geeft het u de mogelijkheid om vragen te stellen.
5. Leer- en vormingsgebieden
Dit hoofdstuk van de schoolgids beschrijft datgene wat uw kind leert bij ons op school. Want al
houden we bij ons onderwijs rekening met de actualiteit en de interesse van de kinderen: we
houden de kerndoelen, dat zijn beschrijvingen van wat kinderen volgens de wet in ieder geval
moeten leren op de basisschool, goed in het oog.
5.1 Het onderwijs aan kleuters
In de groepen 1 en 2 wordt gewerkt met het programma Ik & Ko. Dit programma bestaat uit drie
onderdelen: Ik & Ko taal, Ik & Ko rekenen en Ik & Ko sociale vaardigheden.
Ik & Ko taal is bedoeld voor meertalige groepen 1 en 2 van het basisonderwijs. Alle aspecten
van taalvaardigheid komen aan bod: mondelinge taalvaardigheid, woordenschat en beginnende
geletterdheid (kennismaking met letters) De handpop Ko speelt een grote rol in de methode. Hij is
niet alleen het vriendje van de kinderen. Hij komt ook vaak in de problemen. Kinderen moeten die
problemen voor hem oplossen. Ko mag ook af en toe met de kinderen mee om te “logeren”.
Ik & Ko vindt het belangrijk dat kinderen betrokken zijn bij de activiteiten en dat de leerkracht
doelgericht de activiteiten aanbiedt. Er worden allerlei motiverende activiteiten en werkvormen
voor de kleuters aangeboden. Deze variëren van het voorlezen van een prentenboek tot knutselen,
ontdekken, spel (in hoeken) en expressie. De taal, die aan bod komt tijdens deze activiteiten, is op
die momenten voor de kinderen functioneel en betekenisvol (lees ook hoofdstuk 2.5.1.)
5.2 Methoden groep 3 t/m 8
In ons onderwijs houden we rekening met de actualiteit en de individuele ontwikkeling van de
kinderen.
Binnen het systeem van jaargroepen bieden we methoden aan, waarin mogelijkheden aanwezig zijn
om verscheidenheid aan te brengen naar aanleg en tempo.
Bij dit alles worden de vorderingen systematisch getoetst.

14 15
De volgende leergebieden komen op onze school aan de orde:
Godsdienstige vorming
De identiteit van onze school vindt zijn oorsprong in het geloof in God en de Bijbel. Elke dag
wordt geopend en geëindigd met een lied of gebed. Zo mogelijk wordt een link gelegd tussen de
godsdienstige vorming en de actualiteit van de dag. Op onze school gebruiken we de methode
Trefwoord. Dagelijks brengen wij onderwerpen ter sprake, die het wereldbeeld van het kind vormen.
Daarbij klinken een aantal uitgangspunten door: mensen verdienen waardering, mensen zijn
geboren om in vrijheid te leven, mensen mogen steunen op God.
Taal
Omdat er ook kinderen op onze school zijn, die het Nederlands als tweede taal spreken en er ook
Nederlandstalige leerlingen zijn met een zwakke taalontwikkeling, besteden wij veel extra aandacht
aan de verwerving van taal. In de groepen 4 t/m 8 wordt gewerkt uit de methode Taal actief. In het
schooljaar 2012-2013 starten we met een intensief woordenschatprogramma.
Lezen
In de groepen 1 en 2 worden kinderen, die vanuit zichzelf tot lezen en schrijven komen, hierbij
begeleid. De geletterdheid van de leerling is uitgangspunt van alle activiteiten op dit gebied.
In groep 3 wordt het aanvankelijk leesproces verder gestimuleerd met behulp van de nieuwste
methode ‘Veilig Leren Lezen’.
In de groepen 3 t/m 6 wordt een aantal keren per week in niveaugroepen gelezen. Dit om het
technisch lezen zo goed mogelijk te begeleiden.
In alle groepen is een klassenbibliotheek aanwezig. Kinderen kunnen daar op hun eigen leesniveau
een boek lenen voor gebruik op school. Leerkrachten lezen voor in hun groep.
Begrijpend lezen
We werken in de groepen 4 t/m 8 met de methode “Goed Gelezen”. In deze methode komt
begrijpend en studerend lezen aan bod. Daarnaast maken we in de bovenbouw gebruik van de
digitale methode Nieuwsbegrip.
Schrijven
In de groepen 1 en 2 wordt het schrijven in de speelhoeken aangeboden. Bij een meer gerichte
activiteit, worden er teksten gemaakt met letter stempels. In de groepen 3 t/m 7 wordt gebruik
gemaakt van de methode “Pennenstreken”. Het maken van teksten komt in de taallessen aan de
orde.
Rekenen
In de groepen 1 en 2 worden wiskundige activiteiten in de speel-, werkhoeken aangeboden aan de
hand van Ik & Ko rekenen.
In de groepen 3 t/m 6 gebruiken we methode Alles Telt.
In de groepen 7 en 8 wordt gebruik gemaakt van de methode: Wis en Reken. Verdieping en extra
oefening worden gerealiseerd door lesstof die de methode biedt. Er is een bibliotheek voor
leerkrachten met boeken, naslagwerken, toetsen en ander extra materiaal waarmee we onze
leerlingen verder kunnen helpen. We noemen dat een orthotheek.
5.3 De wereld oriënterende vakken
Deze vakken zijn bij ons op school gescheiden, maar ieder vak ondervindt in de praktijk raakvlakken
met de andere vakken omdat we vaak thematisch werken.
In de groepen 1 en 2 worden alle wereld oriënterende vakken aangeboden binnen de centraal
staande thema’s, die aansluiten bij de belevingswereld en het ontwikkelingsniveau van de kinderen.
Hulpmiddelen hierbij zijn prentenboeken, voorleesboeken en informatieve boeken, die terug te
vinden zijn in het kleuter documentatie centrum.
Natuur, waaronder Biologie
In de groepen 3 t/m 8 wordt de methode “Natuurlijk” gebruikt. De lessen uit de methode worden
aangevuld met bezoeken aan de dierentuin, kinderboerderij en het Natuurhistorisch Museum.
Verder zijn er diverse programma’s van de schooltelevisie, die worden bekeken.
In groep 6 worden ‘tuinlessen’ gegeven. In het voorjaar gaan de kinderen dan naar de schooltuin
om een eigen tuintje te onderhouden. In groep 7 gaan de kinderen tot aan de herfstvakantie naar de
schooltuin om te oogsten.
De groepen 1 en 2 brengen ook een bezoek aan de kinderboerderij.
Aardrijkskunde
In de groepen 5 t/m 8 werken we met de methode De Blauwe Planeet
In groep 5 wordt gestart met algemene oriëntatie en kaartlezen.
In groep 6 komt Nederland aan de orde; in groep 7 komt Europa aan bod en in groep 8 worden de
overige werelddelen behandeld.
Naast bovengenoemde aardrijkskundige stof wordt in de methode ook de nodige aandacht
geschonken aan het aanleren van topografie en kaartlezen. De topografie (plaatsen, wateren,
gebergten en landstreken) van een bepaald land of gebied komen aan de orde, wanneer dat land of
gebied ook in de aardrijkskundeles aan de orde is.
Geschiedenis
Vanaf groep 5 wordt geschiedenis gegeven. In groep 5 maken de leerlingen kennis met de
geschiedenis in de directe leefomgeving. Vervolgens breidt zich dat in groep 6 uit met de
geschiedenis van Nederland. In groep 7 wordt de geschiedenis tot +/- 1800 behandeld; de nieuwste
geschiedenis komt in groep 8 aan bod. Bij het vak geschiedenis komen in de bovenbouwgroepen
ook maatschappelijke verhoudingen en staatsinrichting aan de orde. We maken gebruik van de
methode Speurtocht.
Verkeer
De verkeerskranten ‘Op voeten en fietsen’ en ‘De Jeugdverkeerskrant’ zijn leidraad voor onze
verkeerslessen. In deze verkeerskranten wordt naast het aanleren van regels en borden veel
aandacht besteed aan het juiste verkeersgedrag.
Engels
In de leerjaren 7 en 8 krijgen de leerlingen les in de Engelse taal. Wij gebruiken hiervoor de
methode ‘Real English, Let’s Do It’. Deze methode is vooral gericht op het luisteren en spreken van
de taal.
ICT
De overheid en de maatschappij vragen van ons dat wij de kinderen voorbereiden op een plaats
binnen de informatiemaatschappij. In de toekomst wordt van hen gevraagd dat zij met computers
om kunnen gaan; dat zij informatie kunnen opzoeken en verwerken. De computers spelen een
steeds grotere rol binnen ons onderwijs. De school beschikt over een netwerk.
We streven ernaar, dat de kinderen aan het einde van de basisschool tenminste met een
tekstverwerker kunnen werken en informatie kunnen opzoeken op internet/kennisnet over een
onderwerp. Kinderen vanaf groep 6 kunnen een eigen e-mailadres krijgen.
De programma’s die we gebruiken voor de computer worden op inhoud geselecteerd en o.a. ingezet
om kinderen extra oefenstof te bieden of om op eigen niveau te werken.
Het gebruik van het internet door iedere gebruiker is voor alle gebruikers (leerlingen en

16 17
leerkrachten) openbaar, de webmail server geeft per gebruiker aan wat hij of zij op het internet
bezoekt. De school heeft een eigen website op het adres www.bshetspoor.nl
Op deze website worden ook foto’s (en eventueel filmpjes) van de school geplaatst. Heeft u er
bezwaar tegen dat uw kind op de website te zien is, dan kunt u dit aan ons doorgeven. Wij zorgen
er dan voor dat uw kind niet te zien zal zijn. Bij geen reactie van u, gaan wij ervan uit dat u geen
bezwaren heeft tegen het plaatsen van de foto(‘s) en/of filmpjes van uw kind.
Burgerschap
Ons onderwijsaanbod ten aanzien van burgerschap richt zich op 4 onderdelen:
sociale competenties, openheid naar de samenleving, basiswaarden van de democratische
rechtsstaat en de school als oefenplaats.
Wij gebruiken voor dit aanbod geen speciale methode (wel apart voor sociale competenties), maar
integreren de lessen zoveel mogelijk binnen de reguliere vakken. Wij voldoen hiermee aan de
kerndoelen opgesteld door het ministerie. U vindt hier meer informatie over op onze website www.
bshetspoor.nl.
De belangrijkste doelen hierbij zijn:
1. Leerlingen leren zorg te dragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en
anderen
2. Leerlingen leren zich redzaam te gedragen
3. Leerlingen leren hoofdzaken van de Nederlandse en Europese Staatsinrichting en de rol van de
burger
4. Leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde normen en waarden
5. Leerlingen leren respectvol om te gaan met verschillende opvattingen/religies van mensen
6. Leerlingen leren met zorg om te gaan met het milieu
5.4 De expressievakken
Muziek
Muziekonderwijs wordt door de leerkracht gegeven. Alle muzikale onderdelen als zingen, maat
en ritme, tempo en kennis van de muziek komen hierbij aan de orde. Voor de muzieklessen wordt
gebruik gemaakt van de methode ‘Moet je doen – Muziek’.
Tekenen en Handvaardigheid
Het onderdeel tekenen valt onder de verantwoordelijkheid van de groepsleerkracht.
Voor de tekenlessen wordt gebruikt gemaakt van ‘Moet je doen – Tekenen’ plus onderwerpen uit
‘Beeld vaardig’.
Voor de handvaardigheidslessen wordt gebruik gemaakt van de methode “Moet je doen–
Handvaardigheid” plus onderwerpen uit ‘Beeld vaardig’.
Er wordt voor gezorgd dat alle technieken in de loop van de jaren worden aangeboden.
Wanneer we starten met de verlengde leertijd, worden bovenstaande expressievakken veelal
gegeven door vakkrachten.
Bewegingsonderwijs
Het bewegingsonderwijs omvat de gymlessen en het zwemonderwijs. Tweemaal per week krijgen
de kinderen bewegingsonderwijs in de gymzaal. Ze hebben hiervoor gymkleding en gymschoenen
(geen zwarte zolen)nodig. Een vakleerkracht verzorgt een van de twee gymnastieklessen. De
kleuters volgen een bewegingsprogramma gegeven door de eigen groepsleerkracht.
De kinderen uit de groepen 5 en 6 krijgen een keer in de week zwemmen onder leiding van een
zweminstructeur in dienst van ‘Jeugd, Onderwijs en Samenleving (JO&S).Aan deze zwemlessen zijn
geen kosten verbonden. De zwemlessen vinden plaats in zwembad Oostervant.
Medewerkers van Sport en Recreatie verzorgen regelmatig in de groepen lessen zoals basketbal,
volleybal en rugby.
Een keer per jaar wordt een sportdag georganiseerd.
Vrijstelling voor het bewegingsonderwijs( of een keer niet mee kunnen doen) is alleen om medische
redenen mogelijk. Geeft u in een dergelijk geval een van uw handtekening voorzien briefje mee.
5.5 Overige vakken
Geestelijke stromingen
Op onze school wordt in de bovenbouwgroepen aandacht gegeven aan het vormingsgebied
Geestelijke Stromingen. Binnen de gebruikte methoden voor aardrijkskunde, geschiedenis en
godsdienst wordt aandacht besteed aan andere godsdiensten zoals Boeddhisme, Hindoeïsme,
Islam, Jodendom, Christendom. Ook andere stromingen kunnen aan de orde komen.
Sociale vaardigheden
Met behulp van de methode ‘Kinderen en hun sociale talenten’ oefenen we het op de juiste manier
omgaan met de ander en jezelf. Uiteraard staat de ontwikkeling van de sociale vaardigheden iedere
dag centraal en bespreken we deze niet alleen via een methode.
Voor de groepen 1 en 2 worden ook de thema’s van de methode “Ik en Ko” gebruikt om met de
kleuters te praten over allerlei sociale aspecten die in de kleutergroepen aan de orde komen.
We leren de kinderen hoe ze om kunnen gaan met verdriet, blijdschap en boosheid. Ook praten we
over het voorkomen van ruzies en hoe je kunt handelen als er een probleem is.
Zowel in de school als in de groep hanteren wij duidelijke (gedrag)regels gebaseerd op onze
pedagogische uitgangspunten.
Moeilijk gedrag wordt allereerst op groepsniveau aangepakt, u wordt hiervan op de hoogte gesteld,
de intern begeleider/directie wordt zo nodig ingeschakeld.
Wanneer er geen resultaten worden geboekt ,zoeken we - na uw toestemming - hulp van buitenaf.
Bij grensoverschrijdend gedrag kan worden overgegaan tot het tijdelijk plaatsen van een leerling in
een andere groep. Dat biedt voor zowel de leerling als de leerkracht ruimte om tot rust te komen.
Bij ernstig wangedrag of herhaaldelijk grensoverschrijdend gedrag kan worden overgegaan tot
schorsing volgens het protocol zoals verderop beschreven in deze schoolgids en vastgesteld door
het Bestuur van de Stichting.
De procedure verwijdering wordt alleen dan ingezet als de centrale directie concludeert dat de
relatie tussen de school en de ouder/leerling onherstelbaar is beschadigd.
De school hanteert ook een pestprotocol. Het zogenaamde Vijf sporen protocol. Dit protocol is met
de ouder(s)/verzorger(s) en leerlingen besproken. In dit protocol wordt duidelijk aangegeven hoe wij
omgaan met de 5 groepen die bij het pesten betrokken zijn: structurele pesters, gepesten, de groep
om hen heen, de leerkracht en de ouder(s)/verzorger(s).
Wij nemen de klachten altijd serieus, maar attenderen alle betrokkenen er wel op dat er een
verschil is tussen plagen en pesten. Het gevoel, de beleving van degene die een negatieve ervaring
heeft, staat voor ons centraal.
5.6 Andere activiteiten
Buiten het reguliere lesprogramma zijn er tal van activiteiten die met de kinderen gedaan worden.
U vindt een overzicht op de kalender. Naast aandacht voor de feestdagen organiseren we diverse
activiteiten waarbij kinderen, ouders en leerkrachten samen betrokken zijn. Deze activiteiten zijn
terug te vinden op onze jaarkalender.

18 19
6. Leerlingvolgsysteem
Elk kind heeft een dossier waarin alle gegevens over de gehele schoolperiode
(in een afgesloten ruimte)worden bewaard.
Ook de sociaal-emotionele ontwikkelingen die van belang zijn, worden hierin ook genoteerd.
Hiervoor hanteert de school een observatiesysteem(SCOL). Het dossier is bestemd voor de
leerkracht en is voor u als ouder op afspraak in te zien.
Naar aanleiding van de toetsen wordt een groepsbespreking gehouden door de leerkracht en intern
begeleider. In deze bespreking maken zij een groepsplan.
In het groepsplan wordt vastgesteld welke acties ondernomen kunnen worden voor de hele groep,
een groepje of groepjes leerlingen.
Naar aanleiding van de beoordeling van het dagelijkse werk en gedrag van uw kind, kan een kind
besproken worden in een leerlingbespreking.
Er kan dan besloten worden een leerling extra ondersteuning te geven binnen of buiten de groep.
De taal- en leesvorderingen van leerlingen van groep 3 en 4 worden zeer nauwlettend gevolgd om
taal- en leesproblemen vroegtijdig te kunnen onderkennen.
6.1 Zorgverbreding
Soms vormen het gedrag, de prestaties in de klas of de toetsuitslagen van een kind aanleiding om
extra maatregelen te nemen. Het gaat hierbij om kinderen die moeite hebben om mee te komen
in bepaalde kennisgebieden of om kinderen die bijzonder begaafd zijn. Het streven is alle kinderen
onderwijs te geven dat past bij hun eigen mogelijkheden.
Daarbij wordt ook het niveau van de groep en van de gehele school nauwlettend in het oog
gehouden.
Het geheel van maatregelen dat getroffen wordt en de activiteiten die ontplooid worden om kinderen
extra zorg te geven, noemen we de zorgverbreding in de school.
Voor u, als ouder(s)/verzorger(s),is het van groot belang te weten, dat de school de ontwikkeling
van uw kind volgt en zo goed mogelijk onderwijs voor uw kind wil bieden. Dat kan betekenen dat wij
signaleren dat uw kind op het gebied van leren een uitval vertoont.
Op school wordt onderzocht waar de problemen door veroorzaakt kunnen worden. De intern
begeleider zal proberen, met behulp van testen en onderzoeksmiddelen uit de op school aanwezige
orthotheek, het probleem van het kind in kaart te brengen.
Hierbij krijgt de intern begeleider hulp van een begeleider leerlingenzorg vanuit WSNS (Weer
Samen Naar School).
Als het probleem in kaart is gebracht, zal er voor het betreffende kind een handelingsplan worden
opgesteld. Ouders worden d.m.v. een briefje of een gesprek op de hoogte gesteld van deze extra
hulp binnen of buiten de groep. De zorg voor het opstellen en uitvoeren van handelingsplannen ligt
bij de groepsleerkracht. De coördinatie ligt bij de intern begeleider.
Een handelingsplan wordt altijd voor een bepaalde periode (maximaal 6 weken) opgesteld en
uitgevoerd. Na deze periode vindt er een evaluatie plaats, waarna al dan niet een nieuw plan wordt
opgesteld. Het kan ook zijn dat verder onderzoek noodzakelijk blijkt.
6.2. Passend Onderwijs
De school bereidt zich voor op de uitvoering van de wet per 1 augustus 2014.
Het beleid van de school is momenteel de kinderen met een speciale onderwijsbehoefte zolang
mogelijk te begeleiden. Hierbij staan de kansen voor het kind, de mogelijkheden tot verdere
ontwikkeling en de maximaal haalbare leerprestatie centraal. Daarnaast spelen de vaardigheden
van de leerkrachten op dit specifieke terrein een grote rol.
6.2.1 Beperkingen van de school
Wij streven er naar de zorg voor de leerlingen, waaronder mogelijk ook leerlingen met een handicap, op een
verantwoorde wijze gestalte te geven. Er kunnen zich echter situaties voordoen, waarin de grenzen aan de
zorg voor de kinderen worden bereikt:
• Verstoring van rust en veiligheid
Indien een leerling een handicap heeft welke ernstige gedragsproblemen met zich meebrengt, leidend
tot een ernstige verstoring van de rust en de veiligheid in de groep, dan is voor ons de grens bereikt,
waardoor het niet meer mogelijk is om kwalitatief goed onderwijs aan de gehele groep en aan het
betreffende kind met een handicap te bieden
• Interferentie tussen verzorging/behandeling – onderwijs
Indien een leerling een handicap heeft welke een zodanige verzorging / behandeling vraagt dat
daardoor zowel de zorg en behandeling voor de betreffende leerling als het onderwijs aan de
betreffende leerling onvoldoende tot zijn recht kan komen, dan is voor ons de grens bereikt waardoor
het niet meer mogelijk is om kwalitatief goed onderwijs aan het betreffende kind met een handicap te
bieden.
• Verstoring van het leerproces voor de andere kinderen
Indien het onderwijs aan de leerling met een handicap een zodanig beslag legt op de tijd en de
aandacht van de leerkracht dat daardoor de tijd en aandacht voor de overige (zorg)leerlingen in
de groep onvoldoende of in het geheel niet kan worden geboden, dan is voor ons de grens bereikt
waardoor het niet meer mogelijk is om kwalitatief goed onderwijs te bieden aan de (zorg)leerlingen in
de groep.
• Gebrek aan opnamecapaciteit
In het verlengde van de onder punt drie beschreven situatie is de school niet in staat een gehandicapte/
zorgleerling op te nemen, vanwege het aantal (zorg)leerlingen dat al in een bepaalde groep voorkomt.
Per aanmelding zal de afweging moeten plaatsvinden of er voldoende zorgruimte aanwezig is.
• Idem
In het verlengde van de onder punt drie en vier beschreven situaties is de school niet in staat een
gehandicapte/zorgleerling op te nemen, vanwege het aantal leerlingen die in een bepaalde groep
voorkomen. Per aanmelding zal de afweging moeten plaatsvinden of er voldoende zorgruimte
aanwezig is.
• Beperkingen van de locatie
6.3 Zorgstructuur
De intern begeleider (IB-’er) coördineert de zorg. Mevrouw M. Vliegenthart vervult de taak van
intern begeleider bij ons op school. Wanneer uw kind extra aandacht behoeft, wordt dat altijd met u
doorgesproken. We proberen eerst intern oplossingen te vinden. De intern begeleider stelt daarvoor een
plan op samen met de groepsleerkracht. Als dat niet het gewenste resultaat heeft, kunnen wij advies
vragen aan het Zorg Advies team( ZAT). In het ZAT, dat zes keer per jaar op onze school plaatsvindt, hebben
diverse deskundigen zitting: de schoolmaatschappelijk werkster, een schoolverpleegkundige, de intern
begeleiders en de directie. Op verzoek kan een leerkracht of een medewerker van de politie of een andere
organisatie deelnemen.
Mocht er na het uitvoeren van een of meerdere handelingsplannen bij een betreffend kind niet voldoende
vooruitgang geboekt zijn, dan wordt er besloten, na overleg met de deskundigen uit het Breed Overleg, dit
kind aan te melden bij een extern zorgteam van WSNS voor onderzoek en advies.
Ouders worden hier altijd tijdig van op de hoogte gesteld en zullen ook schriftelijk hun toestemming moeten
geven voor deze aanmelding.

20 21
Het zorgteam brengt een advies uit.
Dit advies kan zijn:
• Een handelingsplan op de school waar het kind zit, opgesteld met dit zorgteam
• Een verwijzing naar een andere basisschool, die de zorg voor dit kind met zijn/haar specifieke
probleem beter kan verzorgen
• Verwijzing naar een speciale basisschool
• Ambulante begeleiding (begeleiding door mensen van buiten de school)
Het advies wordt, indien het een verwijzing naar een speciale basisschool aangeeft, ook verstuurd
naar de Permanente Commissie Leerlingenzorg. Ook hier moeten ouders weer toestemming voor
geven.
De PCL onderzoekt dan of een plaatsing noodzakelijk is en of alle procedures juist zijn gevolgd.
Het kan zijn dat u het gegeven advies, na uitgebreid overleg met de school, toch niet wilt opvolgen.
In dat geval vragen wij u een document hiervoor te tekenen.
6.4 Uitval op een vakgebied
Het komt voor dat we de afspraak maken dat een kind voor een bepaald vak met een aangepast
programma gaat werken. Dat doen we vanaf groep 6. We noemen dat een “aparte leerlijn”. We
verwachten dan dat het kind voor dit vakgebied het eindniveau van groep 6 zal gaan halen aan het
einde van de basisschool. We beschrijven onze verwachtingen voor het kind. Bovenstaande afspraak
wordt altijd schriftelijk vastgelegd en uiteraard van tevoren goed met u doorgesproken.
6.5 Logopedische hulp op school
De school logopedie richt zich op het signaleren, onderzoeken en behandelen van spraak-,
taal- en stemstoornissen bij leerlingen. In de loop van het schooljaar worden kleuters door ons
getest. Kinderen van wie wij het vermoeden hebben, dat het verstandig is om hen nader te laten
onderzoeken krijgen een kort onderzoek door een logopedist. Het doel is vroegtijdige signalering
van spraak-, taal en stemproblemen. Ouders worden vooraf op de hoogte gebracht van het
aanstaande onderzoek en krijgen achteraf bericht van de bevindingen van de logopedist. Voor
het onderzoek dienen ouders toestemming te verlenen door middel van het tekenen van een
toestemmingsverklaring.
6.6 Cesartherapie op school
In de kleutergroep wordt er extra aandacht besteed aan de ontwikkeling van de motoriek bij
kinderen. Als het nodig is, kan uw kind op school Cesartherapie volgen onder begeleiding van een
therapeut.
6.7 Centrum voor Jeugd en Gezin
Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) is dé plek waar u terecht kunt voor vragen over opvoeden,
opgroeien, verzorging en gezondheid. En voor advies, ondersteuning en hulp op maat. Het CJG is er
voor ouders/verzorgers, kinderen en jongeren. Gezinscoaches, pedagogen, jeugdverpleegkundigen
en artsen zorgen er samen met de ouders voor dat kinderen veilig en gezond kunnen opgroeien.
CJG op de basisschool
In groep 2 wordt ieder kind uitgenodigd voor het preventief gezondheidsonderzoek. Naast controle
van de groei, ogen en oren bespreekt de jeugdverpleegkundige of – arts de ontwikkeling en de
gezondheid van uw kind.
In het jaar dat kinderen negen worden, krijgen zij een herhaling van de vaccinaties DTP en BMR.
Bovendien krijgen meisjes in het jaar dat ze 12 jaar zijn een oproep van het CJG om zich te laten
vaccineren tegen baarmoederhalskanker. Deze HPV – vaccinatie wordt drie keer gegeven. De
inenting is gratis, maar niet verplicht.
U kunt met uw kind altijd bij de jeugdverpleegkundige of – arts terecht voor vragen over gezondheid,
opvoeden en opgroeien. Ze geven tips en adviezen en doen zo nodig onderzoek of verwijzen door
naar een specialist. Gesprekken met de jeugdverpleegkundige of – arts zijn vertrouwelijk. De
jeugdverpleegkundige neemt deel aan de overleggen van het Zorgadviesteam op school, waarin
zorgen over de ontwikkeling van uw kind besproken worden. Dit gebeurt uiteraard in overleg met
u. Het CJG wil met haar diensten beter aansluiten op de vraag van ouders en jongeren. Komende
jaren zal hierdoor een verandering plaatsvinden in contactmomenten en wijze waarop deze worden
aangeboden.
Contact
De jeugdverpleegkundige van onze school is Mw. L. van de Dikkenberg. Zij is te bereiken via CJG
Delfshaven, Duivenvoordestraat 65, telefoon 010 4444605.
Kijk voor meer informatie op www.cjgrijnmond.nl of bel met de Opvoedlijn 010 – 20 10 110.
De sector jeugd van de GGD werkt voor de gezondheid van de jeugd van vier tot negentien jaar.
Hiervoor heeft de GGD jeugdgezondheidscentra door heel Rotterdam en directe omgeving. De
gegevens van het jeugdgezondheidscentrum vindt u achterin deze gids.
Privacy
Onze school heeft een privacy reglement. Hierin staat beschreven hoe wij met de gegevens van uw
kind omgaan. Dit reglement kunt u te allen tijde op school inzien.
6.8 Schooltandarts
De schooltandverzorging wordt verzorgd door de Stichting Jeugd Tandverzorging. Tweemaal per
jaar wordt het gebit van uw kind gecontroleerd, indien u dit wenst en uw kind bij de tandarts heeft
aangemeld. U krijgt via de school schriftelijk bericht wanneer uw kind door de schooltandarts
behandeld wordt. Wij verwachten van u dat u uw kind op dit bezoek voorbereidt.
6.9 Schoolgericht maatschappelijk werk
Schoolgericht maatschappelijk werk is een samenwerking tussen de basisscholen van de wijk
en het algemeen maatschappelijk werk. Wanneer uw kind problemen heeft waarvan wij denken
dat het schoolgericht maatschappelijk werk daarbij de helpende hand kan bieden, vragen wij uw
medewerking daarvoor.
Samen wordt dan gezocht naar een oplossing van het probleem of een vermindering van de zorgen.
Wanneer u vanuit de thuissituatie bepaalde vragen of problemen heeft - over school of de opvoeding
- kunt u ook terecht bij het schoolgericht maatschappelijk werk.
Aan onze school is verbonden Mw. Mariette Natrop. U kunt altijd een afspraak met haar maken via
de intern begeleider. Eventueel kunt haar zelf bellen: 010 244 82 23
Aan de gesprekken met het schoolgericht maatschappelijk werk zijn geen kosten verbonden. De
gesprekken zijn vertrouwelijk. Als de schoolmaatschappelijk werkster u niet kan helpen bij uw
probleem, kan zij u altijd doorverwijzen.
De leerlingen van onze school hebben ook de mogelijkheid contact te zoeken met de
schoolmaatschappelijk werkster. Wanneer u hier bezwaar tegen heeft, laat het ons dan even weten.
7. Resultaten
De resultaten van ons onderwijs
Wij zijn doorlopend bezig met het bewaken van de resultaten van ons onderwijs. Met name op het
gebied van rekenen, taal, spelling en lezen stellen wij hoge eisen aan de leerlingen en aan onszelf.
We houden structureel de tussenresultaten bij, analyseren deze en maken zo nodig een plan om
ons onderwijs bij te stellen.
In groep 7 nemen we de Cito – entree toets af - . De eindresultaten worden bepaald door de Cito

22 23
– eindtoets in groep 8. De afgelopen jaren voldoet de score aan de verwachtingen die wij van onze
leerlingen hebben en die de overheid aan ons stelt.
De onderbouw (groep 1 en 2)
Voor taalontwikkeling verwachten we goede resultaten; kinderen worden tijdens activiteiten
gestimuleerd om hun woordenschat te vergroten door activiteiten en materialen te benoemen.
Ze leren hierin ook van andere kinderen. De ouders worden heel intensief betrokken bij het
taalonderwijs en onze verwachtingen hieromtrent spreken wij ook duidelijk naar hen uit.
Wij houden de ontwikkeling van elk kind structureel bij. Twee keer per jaar worden toetsen
afgenomen volgens het Cito leerlingvolgsysteem. De groepsleerkracht analyseert de resultaten en
stelt samen met de intern begeleider een vervolgtraject op in de vorm van een
(groeps-)handelingsplan.
De bovenbouw
De ontwikkeling van elk kind wordt vaak getoetst en geregistreerd met het leerlingvolgsysteem.
Dat gebeurt met Cito-toetsen. Daarnaast worden de vorderingen met methodegebonden toetsen
bijgehouden en geregistreerd. De groepsleerkracht analyseert de resultaten en stelt samen met
de intern begeleider een vervolgtraject op. Dit gebeurt met een (groeps) handelingsplan. Om in
te spelen op de specifieke behoeften van de individuele leerling staat verbreding, verdieping en
herhaling binnen het lesaanbod centraal.
Deze resultaten komen voort uit:
• Observaties om de verschillende aspecten van de ontwikkeling van uw kind bij te houden
• De beoordelingen van het dagelijkse werk van uw kind in de groep
• De methodegebonden toetsen
• De Cito - toetsen lezen, rekenen, spelling, woordenschat en begrijpend lezen. En voor groep 1
en 2 taal voor kleuters en ordenen.
We zijn ons ervan bewust dat er kwaliteit wordt gevraagd. Wij streven daarom naar:
1. Een optimale leer- en werkomgeving, waar ieder kind zichzelf kan zijn
2. Wij houden rekening met de mogelijkheden van het kind
3. Wij streven ernaar het maximale uit uw kind te halen
7.1 Zittenblijven
In het algemeen blijven kinderen één jaar in een groep waarna zij overgaan naar de volgende groep.
In bijzondere gevallen en na overleg met ouders kunnen kinderen een jaar langer in een bepaalde
groep blijven. Redenen om deze maatregel te nemen zijn:
1. Het beheersingsniveau van het kind is op het gebied van lezen, spelling, taal en/of rekenen
onvoldoende
2. Een leerling is in zijn ontwikkelingsniveau nog te ‘jong’ om met succes door te gaan met het
verdere leerproces
3. Bij anderstalige kinderen kan het gebeuren dat zij een jaargroep lager worden geplaatst dan op
grond van hun leeftijd zou mogen worden verwacht. Dit heeft te maken met achterstand op het
gebied van taalvaardigheid en sociaal-emotionele ontwikkeling.
4. Zittenblijven behoort tot de uitzonderingen. Het komt meestal voor in de eerste vijf leerjaren
van het kind. Mocht een dergelijke beslissing worden genomen, dan wordt er met de ouders
uitgebreid over gesproken. Doel van het zittenblijven is dat het kind daarna de basisschool
gewoon kan afmaken. Het advies van de school en de reactie van de ouders worden schriftelijk
vastgelegd in een verslag. De uiteindelijke definitieve beslissing of een kind wel of niet over
gaat, ligt bij de school. Het percentage zittenblijvers in het schooljaar 2011-2012 is minder
dan 1%.
7.2 Kinderen met extra talenten
Het komt natuurlijk voor dat kinderen meer- of hoogbegaafd zijn.
Deze kinderen vragen ook de nodige aandacht. In eerste instantie heeft elke methode
verdiepingsstof, waar deze kinderen mee aan de slag kunnen. Mocht het vermoeden bestaan dat er
sprake is van hoogbegaafdheid dan moet dit eerst vastgesteld worden d.m.v. pedagogisch didactisch
onderzoek. Er kan dan een aanvullend programma worden opgesteld. Een andere mogelijkheid is
een groep overslaan. Die beslissing wordt niet lichtzinnig genomen. Samen met alle betrokkenen
moet worden gekeken of het kind dit, met name sociaal emotioneel, nu en in de toekomst aankan.
Ook deze beslissing wordt schriftelijk vastgelegd.
Vanaf 2012 heeft de stichting 5maalO een bijzonder aanbod voor (hoog)begaafde leerlingen.
Passend Onderwijs geeft scholen de taak om hun onderwijs zo veel mogelijk af te stemmen op de
behoefte van kinderen en sturing te geven aan hun ontwikkeling. Dit betreft alle kinderen, dus ook
kinderen die méér kunnen.
De school monitort alle leerlingen in hun ontwikkeling. Als een leerling kenmerken heeft van (hoog)
begaafdheid doen we hier als school onderzoek naar. Als een leerling inderdaad (hoog)begaafd is,
kijken we in samenspraak met ouders naar de extra mogelijkheden die de school kan bieden.
De Topklas
De Stichting heeft een zogenaamde Topklas voor (hoog) begaafde kinderen. In deze klas krijgen
kinderen op een centraal gelegen locatie een dagdeel in de week les van speciaal opgeleide
leerkrachten die de aansluiting zoeken op het denk- en ontwikkelingsniveau van deze kinderen.
Natuurlijk wordt er ook rekening gehouden met de sociaal-emotionele behoeften van het kind. De
vaste leerkracht van het kind krijgt ook ondersteuning in het begeleiden van het (hoog) begaafde
kind; zij zorgen ervoor dat het kind zich veilig én uitgedaagd voelt in zijn eigen groep.
7.3 Toetsen
Om de ontwikkeling van uw kind goed te kunnen volgen worden toetsen afgenomen. De volgende
toetsen worden gebruikt:
Groep 1 en 2
Aan de hand van observatielijsten van KIJK en het Cito-leerlingvolgsysteem worden onze kleuters
in hun ontwikkeling gevolgd. Drie maal per jaar wordt de voortgang besproken met de intern
begeleider en de leerkrachten. Aan de hand van de observaties en de Cito-toetsen wordt besloten of
de kinderen kunnen doorstromen naar groep 3.
Groep 3 t/m 8
Algemeen:
In alle groepen worden taal- en rekentoetsen afgenomen die bij de verschillende methoden horen.
Aan de hand hiervan worden o.a. de cijfers voor de rapporten bepaald.
Lezen:
Voor het voortgezet technisch lezen wordt tweemaal per jaar het leesniveau van de kinderen
getoetst. Dat doen we met de toetsen van het Cito-leerlingvolgsysteem (DMT, AVI en Toets
Technisch Lezen).
Groep 5 t/m 8
In deze groepen worden ook toetsen afgenomen voor natuur, geschiedenis en aardrijkskunde.

24 25
Cito-leerlingvolgsysteem
Er worden Cito-toetsen afgenomen voor lezen, begrijpend lezen, spelling, woordenschat en
rekenen. Deze toetsen zijn onafhankelijk en laten zien welk niveau kinderen bereikt hebben in
vergelijking met de Rotterdamse kinderen. De individuele resultaten kunnen altijd door de ouders/
verzorgers op school ingezien worden. Ook zijn er gemiddelden per groep beschikbaar.
7.4 Rapporten
Drie maal per jaar ontvangen de kinderen van groep 3 t/m 8 een rapport. Het is een combinatie van
een cijfer- en woordrapport. Het is een verslag van de resultaten van:
• Het dagelijks gemaakte werk
• De methodegebonden toetsen
• De niet methodegebonden toetsen
In november en in maart is er een gesprek met elke ouder. In juni/juli is er de mogelijkheid
tot een gesprek voor de ouders die dat willen of op uitnodiging van de leerkracht. Kinderen in
groep 1 krijgen nog geen rapport, maar er worden wel gesprekken met ouders gevoerd over
de ontwikkeling van hun kind. Kinderen uit groep 2 krijgen een rapport aan het einde van het
schooljaar.
Wij verwachten van u dat u op rapportbesprekingen aanwezig bent.
7.5 Entree toets
In groep 7 wordt naast de andere toetsen in de tweede helft van het schooljaar de Cito – Entree
toets afgenomen. Binnen onze stichting geldt de afspraak dat alle kinderen uit groep 7 meedoen
met deze toets. Mocht een kind, vanwege omstandigheden(niveau, ziekte) niet meedoen met de
Cito eindtoets in groep 8, dan is in ieder geval het resultaat van eind groep 7 bekend. Het Cito levert
namelijk in oktober ook een voorspelling van de uitslag van de Eindtoets.
Daarnaast zien wij de toets als een voorbereiding op de Eindtoets Basisonderwijs (groep 8) die ons
in staat stelt hiaten in de leerstof op te sporen, zodat die onderdelen nog eens extra behandeld
kunnen worden.
7.6 Eindtoets groep 8
Tenslotte willen wij nog één toets bespreken, namelijk de Eindtoets in groep 8.
Met deze toets wordt van elke leerling aan het eind van de basisschool het niveau bepaald voor de
vakken rekenen, taal en spelling. Scholen voor Voortgezet Onderwijs dienen naast het advies van de
basisschool, de beschikking te hebben over de uitslag van een schoolvorderingentoets als objectief
gegeven( de eindtoets). De kinderen werken er drie ochtenden aan.
Een Cito – eindcijfer zegt niets over de wijze waarop kinderen hebben geleerd om samen te werken
of de wijze waarop zij zelfstandig kunnen werken.
Het zegt niets over het beheersen van sociale vaardigheden en niets of kinderen normen en
waarden hanteren. De creativiteit van kinderen wordt niet getoetst.
Op dat moment geeft een cijfer aan: de parate kennis van het kind. Bovendien zal de score van
school tot school sterk kunnen verschillen. En per jaar kan het ook verschillen, door de steeds
verschillende niveaus van de groepen.
Een groot aantal scholen hanteert al een bepaalde minimumscore om leerlingen toe te laten voor
een bepaald schooltype.
Aan de andere kant speelt de uitslag van deze toets wel een rol in de advisering over de keuze
van het vervolgonderwijs; met andere woorden, de uitslag ondersteunt het advies. Uiteraard
geeft onze school daarop een weloverwogen antwoord in het onderwijskundig rapport, dat voor
elke schoolverlater wordt opgesteld en uitvoerig met de ouders wordt besproken tijdens de
adviesavonden.
7.7 Voortgezet onderwijs
In januari krijgen de ouders en de leerlingen uit groep 8 het informatieboek van de gemeente
Rotterdam, informatie over de Cito – eindtoets en informatie over hoe het best een nieuwe school te
kiezen voor (en met) uw kind.
Tijdens de rapportbespreking in november wordt een voorlopig advies gegeven. Het schooladvies
(welk type van voortgezet onderwijs past het best bij uw kind) wordt in januari toegelicht tijdens een
gesprek op school.
Wanneer dit advies overeenkomt met uw mening kan eventueel al een keuze gemaakt worden. Zijn
er twijfels of onzekerheden, dan volgt indien gewenst - een tweede gesprek of wordt de uitslag van
de Cito – eindtoets afgewacht.
De aanmelding bij de school voor voortgezet onderwijs geschiedt via de ouders. Bij het verlaten van
de basisschool wordt een onderwijskundig rapport opgesteld en door de school verzonden naar
de ontvangende school. Tegenwoordig worden veel leerlingen voordat ze toegelaten worden op
een school voor voortgezet onderwijs aldaar een tweede keer getoetst. Dit kan betekenen dat een
leerling ondanks een goede Cito toetsen – toets niet toegelaten wordt. Het is dus belangrijk zo vroeg
mogelijk uw kind in te laten schrijven en het liefst op meerdere scholen.
Wij volgen onze schoolverlaters gedurende twee jaar op het Voortgezet Onderwijs.
7.8 Uitstroomgegevens
Ieder jaar is de samenstelling van groep 8 weer anders wat betreft de belangstelling of de
intelligentie van de kinderen. Daardoor is de uitstroom naar het voortgezet onderwijs elk jaar
verschillend. Wij zullen altijd proberen uw kind te begeleiden naar de vorm van voortgezet onderwijs
die het best past bij uw kind. Wij zijn altijd bereid u nader te informeren.
Schooljaar VMBO
BASIS
VMBO
KADER
VMBO
GEMENGD
VMBO
TL
VMBO
G
TL
HAVO
HAVO HAVO/
VWO
2009-2010 (24 leerlingen) 13% 17% 33% 4% 29% 4%
2010-2011 (17 leerlingen) 23% 23% 12% 6% 6% 12% 18%
2011-2012 (13 leerlingen) 23% 32% 38% 7%
7.9 Inspectie
Ieder schooljaar vraagt de inspectie naar de opbrengsten van bepaalde vakgebieden die wij digitaal
bij de inspectie kunnen aanleveren. Doorgaans wordt de school een keer per vier jaar bezocht door
de inspecteur. Het laatste bezoek was in juni 2011. Een samenvatting van dit rapport kunt u lezen op
onze website www.bshetspoor.nl
8. Het Spoor, voor kinderen èn hun ouders
8.1 Het belang van betrokkenheid van de ouders
We vinden het belangrijk dat de school goed contact heeft met de ouders. De leerkrachten hebben
natuurlijk hun verantwoordelijkheid voor het schoolgebeuren. U mag ervan uitgaan, dat afspraken
nagekomen worden en dat er verantwoord les gegeven De school mag daar ook altijd op worden
aangesproken.
Wat verwachten wij van u:
• Helpen met het handhaven van de schoolafspraken
• Instemmen met het hele onderwijsprogramma
VWO

26 27
• Ervoor zorgen dat de kinderen op tijd op school aanwezig zijn en op tijd van school gehaald
worden
• Opbellen of een briefje meegeven als de kinderen niet op school kunnen komen
• Opletten dat waardevolle spullen thuis blijven
• Bereidheid om op rapportavonden aanwezig te zijn en zich aan afspraken met de leerkracht en/
of intern begeleider te houden
We vernemen graag van u als u ergens mee zit. In eerste instantie is het altijd goed om problemen
te bespreken met de groepsleerkracht van uw kind. Heeft u daarna nog behoefte aan een gesprek
met de intern begeleider of directeur, dan zijn zij altijd bereid om u te woord te staan. Vooraf een
afspraak maken geniet zowel bij de leerkracht als bij de intern begeleider/directeur de voorkeur.
Er wordt dan tijd voor u vrijgemaakt. Uw kind is niet alleen gebaat bij goed onderwijs, maar zal ook
vanuit het gezin ondersteund moeten worden. Dit kan op allerlei manieren gebeuren: betrokkenheid
bij de dagelijkse gang van zaken, het bezoeken van informatieavonden of het meehelpen op school.
U begrijpt het al, we vinden het zeer belangrijk dat ouders meedenken en meehelpen. Wij hechten
veel belang aan ouderparticipatie. Wij proberen daarom een school te zijn, die laagdrempelig is voor
ouders. Door mee te werken aan activiteiten binnen de school, door uit te spreken wat u dwarszit
of juist goed bevalt, leren wij elkaar beter kennen en worden de standpunten van elkaars handelen
sneller duidelijk. Om de drie jaar krijgt u de gelegenheid uw mening over de school te geven met
een oudertevredenheidspeiling.
8.2 Informatievoorziening aan de ouders
HET SPOOR hecht grote waarde aan goede informatie aan de ouders en probeert dat op vele
manieren te realiseren. Wij maken daarbij gebruik van de volgende mogelijkheden:
• Persoonlijk contact met de leerkracht
• Spreekavonden (10 tot 15 minuten-gesprekken): U ontvangt hiervoor twee keer per jaar een
uitnodiging.
• Informatieavonden: Aan het begin en eind van het cursusjaar organiseren we
voorlichtingsavonden. Op de eerste avond krijgt u informatie over de werkwijze, de gebruikte
methoden, regels en afspraken (o.a. over huiswerk).Tevens wordt in groep 8 uitleg gegeven
over het voortgezet onderwijs. Op de tweede avond zullen we de doelstellingen en de formatie
voor het volgend schooljaar bespreken.
• Rapporten (drie keer per jaar): Mocht er eerder aanleiding zijn voor een gesprek, dan neemt
de leerkracht zelf contact met u op. Wanneer u zich als ouder zorgen maakt, kunt u altijd
langskomen voor een gesprek met de leerkracht of intern begeleider.
• Schoolkrant: De schoolkrant verschijnt drie tot vier keer per jaar op papier en digitaal.
• Maandbrief: Met dit schrijven houden we u op de hoogte van bijzonderheden die in een
komende maand op school gebeuren.
• Maandkalender: Hierop kunt u alle activiteiten van de betreffende maand nog eens lezen
• Open middag of – avond: Als er in de hele school een project georganiseerd wordt, organiseren
we vaak een kijkmiddag of kijkavond.
• Koffie ochtenden: Van tijd tot tijd wordt er een koffie ochtend georganiseerd voor ouders. Soms
nodigen wij iemand uit die over een bepaald onderwerp komt praten.
• Informatie ochtend kleuters: Ieder jaar krijgen de ouders van kinderen uit de groepen 1 en 2
een uitnodiging om een uurtje in de groep te komen kijken. U kunt dan horen en zien hoe er
wordt gewerkt in de kleutergroepen.
• Maandelijkse inloopmomenten in de groepen: De data van de inloopochtenden vindt u op de
schoolkalender.
Voor meer informatie kijkt u op onze website: www.bshetspoor.nl
8.3 Medewerker ouderbetrokkenheid
De leerlingen uit de kleutergroep werken met het programma ‘Ik en Ko’. Dit programma heeft ook
activiteiten voor ouders.
Onze medewerker ouderbetrokkenheid mevrouw Corrie Janssen heeft hierbij een belangrijke rol:
• Stimuleren van de interactie tussen ouder en kind om zo de woordenschat te vergroten
• Werken aan een beter contact tussen school en thuis
• Organiseren van wekelijkse bijeenkomsten op school, instrueren van ouders hoe zij de kinderen
het beste kunnen helpen
• Organiseren van ouderactiviteiten op het gebied van taalontwikkeling
Haar overige activiteiten bestaan uit:
Deelname in de ouderraad
Het organiseren van themaochtenden en koffieochtenden
Het begeleiden van projecten, bv. Gezonde voeding
Het organiseren van cursussen voor ouders
Corrie Janssen is hiervoor op maandag t/m donderdag op school aanwezig
8.4 De Ouderraad (OR)
De OR van onze school bestaat uit enthousiaste ouders, die vooral meedenken en meehelpen bij
praktische zaken in de school. Daaronder verstaan we de meeste niet lesgebonden activiteiten,
zoals feesten, sport- en speldagen, de school versieren voor een bepaald thema of project.
8.5 Ouderhulp
Hulp van ouders wordt zeer op prijs gesteld. Heeft u zin om de daad bij het woord te voegen,
geeft u zich dan op voor de diverse activiteiten. Een aantal activiteiten zijn onder andere hulp bij
sportactiviteiten, hulp bij handvaardigheid, het schoonmaken van materialen, kinderen begeleiden
naar Blijdorp, het museum en/of de kinderboerderij.
8.6 De Medezeggenschapsraad (MR)
Op onze school bestaat deze uit vier ouders en vier leerkrachten. Voor onze school nemen
Mevrouw G. Sedney en Mevrouw C. Jongenburger namens het personeel zitting. De ouders worden
vertegenwoordigd door Mevrouw M. Lachman. Voor de oudergeleding hebben wij nog een vacature.
Daarnaast is er de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) waarin van onze school
ook twee leden zitting hebben. De medezeggenschapsraad heeft, volgens het reglement, advies- of
instemmingsrecht over zaken, die met het beleid van de schooldirectie en/of het schoolbestuur te
maken hebben. Dit zijn zaken als vakantieregeling, personeelsbeleid, klachtenafhandeling, en zo
verder.
9. Regeling school- en vakantietijden,
overblijven en kinderopvang
9.1 Schooltijden
Wij werken met een continurooster. Alle kinderen eten tussen de middag op school. En daarna
spelen zij onder toezicht een half uur buiten.
Groep 1 t/m 8:
Maandag, dinsdag, donderdag
van 08.30 uur tot 14.45 uur
Woensdag en vrijdag van 08.30 uur tot 12.30 uur.

28 29
9.2 Vakanties
De vakanties kunt u vinden op de jaarkalender in deze schoolgids. Op deze kalender vindt u ook de
overige vrije dagen.
9.3 Verlofregelingen
Extra Verlof
Onderwijs is van groot belang voor de toekomst van uw kind. Het is daarom erg belangrijk
dat uw kind alle lessen op school volgt. De Nederlandse overheid vindt dat ook en heeft in de
“Leerplichtwet” vastgelegd dat ieder kind naar school moet. In die “Leerplichtwet” staat dan ook
dat het de taak van de ouders is ervoor te zorgen dat hun kind iedere dag naar school gaat.
Toch kan het gebeuren dat er omstandigheden zijn die zo zwaar wegen dat u uw kind buiten de
schoolvakanties een dag van school wilt houden. Voor dit zogenaamde “Extra Verlof “ zijn regels
opgesteld.
Deze regels gelden alleen als er sprake is van:
• Bepaalde religieuze feestdagen;
• De onmogelijkheid in schoolvakanties met vakantie te gaan;
• Andere gewichtige omstandigheden.
Te denken valt aan:
Een huwelijk
Een huwelijks- of ambtsjubileum
Een pensionering of met de vut gaan
Een ernstige ziekte of sterfgeval
Een geboorte van een broertje of zusje
Vakantieverlof
De leerplichtwet bepaalt over vakantieverlof het volgende:
• Vakantieverlof kan uitsluitend verleend worden indien de leerling vanwege specifieke aard van
het beroep van één der ouders/verzorgers slechts buiten schoolvakanties met hen op vakantie
kan gaan. Hierbij dient een werkgeversverklaring te worden overlegd.
• Vakantieverlof kan slechts eenmaal per schooljaar worden verleend voor ten hoogste tien
schooldagen. Dit vakantieverlof is niet bedoeld om eerder met vakantie te gaan. Heeft u toch
een belangrijke reden om dit verlof aan te vragen dan verleent de school slechts eenmaal in de
schoolloopbaan van uw kind verlof verbonden aan een vakantie.
• Vakantieverlof mag nooit betrekking hebben op de eerste twee lesweken van het schooljaar.
• U krijgt geen vrij als u een vliegtuig eerder moet nemen omdat een vlucht ‘volgeboekt’ is. Zorg
dus op tijd voor uw tickets.
• Ook het thuis houden van uw kind of het meesturen op vakantie met bijvoorbeeld opa en oma,
omdat u anders geen opvang heeft, is niet toegestaan.
Wat moet u doen om vrij te krijgen voor uw kind?
• In alle gevallen moet u het verzoek indienen bij de directeur. Hij/zij heeft een aanvraagformulier
extra verlof.
• Een verzoek om vrij te krijgen i.v.m. vakantie moet uiterlijk een maand voor het begin van de
vakantie schriftelijk bij de directeur worden ingediend.
• Een verzoek om vrij te krijgen op grond van familieomstandigheden, godsdienstplichten en
feest- en gedenkdagen moet uiterlijk twee dagen voor het begin van die vrije dagen schriftelijk
bij de directeur worden ingediend.
• Bij een verzoek om vrij van school te krijgen moet u een bewijsstuk kunnen laten zien, zoals
een doktersverklaring, een verklaring van de werkgever, een trouwkaart en zo verder.
• De directeur van de school is verplicht om onwettig verzuim( daar valt ook veelvuldig te laat
komen onder) te melden bij de leerplichtambtenaar. Als school worden ook wij op onze vingers
getikt, als wij onze absenten administratie niet in orde hebben.
Indien bovenstaande niet duidelijk is of als u nog vragen heeft: op school ligt de folder “Extra Verlof “
en daarin kunt u lezen wat daaronder wordt verstaan. De folder staat ook op onze website.
De directie kan u een toelichting geven. Ook kunt u informatie vinden op de website
www.jos.rotterdam.nl
9.4 Telaatkomers
Helaas komen veel kinderen te laat op school. Dit is bijzonder storend. Niet alleen voor de leerkracht,
maar zeer zeker ook voor de overige kinderen. We willen u daarom met klem vragen om op tijd uw
kind naar school te brengen. En mocht u een keer te laat zijn, wilt u uw kind dan naar binnen laten
komen zonder dat de klas er last van heeft. Komt een kind regelmatig te laat, dan dient het zijn of
haar te laat gekomen tijd na schooltijd in te halen. Is er een gegronde reden voor het veelvuldig te
laat komen, dan stellen we het op prijs als u ons dit ook meedeelt. Dit schooljaar zullen we het te
laat komen van uw kinderen extra goed in de gaten houden. Wij wijzen u er nogmaals op, dat wij bij
veelvuldig te laat komen van uw kind dit melden aan de leerplichtambtenaar.
9.5 De voorschoolse opvang
De voorschoolse opvang wordt geregeld door medewerkers van de school . De kinderen kunnen voor
schooltijd vanaf 7.30 uur worden opgevangen. Voor meer informatie kunt u terecht bij de directie.
10. Overige informatie
10.1 Absentie bij ziekte e.d.
Verzuim door ziekte van de leerling dient te worden gemeld aan de school. Wij verzoeken u dit
tussen 8.00 uur en 8.25 uur of tussen 12.50 uur en 13.00 uur aan ons door te bellen. Mondelinge
boodschappen via broertje, zusje of groepsgenootjes bereiken niet altijd hun doel. Iedere ochtend
en iedere middag wordt nagegaan of alle kinderen aanwezig zijn. Zijn er kinderen afwezig zonder
bericht, dan wordt u telefonisch benaderd om te vragen waarom uw kind(eren) niet op school is (zijn).
Het bespaart de school veel tijd als u uw kind(eren) tijdig afmeldt bij de school.
10.2 Gevonden voorwerpen
Alle gevonden voorwerpen worden bij de conciërge verzameld. Het is raadzaam kledingstukken,
handdoeken en gymspullen te voorzien van een naam.
10.3 Schoolkosten
Niet alles wat een school nodig heeft kan uit het normale budget worden betaald. Het schoolfonds
brengt dan uitkomst. De bijdrage voor het schoolfonds is, in overleg met de medezeggenschapsraad,
vastgesteld op:
€ 50,- voor het eerste kind
€ 45,- voor het tweede kind
€ 35,- voor het derde kind
De kosten van bijvoorbeeld de Kinderboekenweek, Sint, Kerstfeest, schoolreis worden hieruit
betaald. De ouderraad houdt aan het eind van ieder schooljaar een kascontrole om de uitgaven en
inkomsten te controleren.
Deze bijdrage is vrijwillig, wanneer u niet wilt of kunt betalen, kunt u dat kenbaar maken aan het

30 31
begin van het schooljaar of als u uw kind inschrijft. Kinderen, voor wie niet betaald is, kunnen niet
deelnemen aan activiteiten die uit het schoolfonds worden betaald. U kunt dan denken aan het niet
meegaan op schoolreis.
Bij aanmelding verklaart u door het zetten van uw handtekening de vrijwillige ouderbijdrage
te zullen betalen. Deze overeenkomst heeft een looptijd van een jaar en wordt daarna elk jaar
stilzwijgend verlengd. Mocht u hier vragen over, of bezwaren tegen hebben, dan kunt u hiervoor
terecht bij de directeur.
U kunt betalen via de giro, met naam en groep van uw kind erbij, of contant op school bij de directie.
Gironummer: 04 79 131.
10.4 Extra kosten
Werkweek
Voor het deelnemen van uw kind aan de werkweek (groep 7 of 8) wordt u een extra bijdrage
gevraagd.
U ontvangt hiervoor een rekening. Dit schooljaar vindt de driedaagse werkweek voor groep 7 en 8
plaats op 5, 6 en 7 december.
Uitje Groep 8
De kinderen van groep 8 maken aan het eind van het schooljaar een afscheidsuitje. De kosten
hiervoor kunnen wij niet uit het budget betalen. Aan u wordt een bescheiden bijdrage gevraagd.
10.5 Schoolfotograaf
Elk jaar komt de schoolfotograaf op school om alle kinderen zo mooi mogelijk te portretteren.
Heeft u meer kinderen bij ons op school, dan worden die samen op de foto gezet. Verder wordt er
natuurlijk een groepsfoto gemaakt. Het kopen van deze foto’s is niet verplicht.
10.6 Schoolmelk
Het deelnemen aan schoolmelk komt tot stand door middel van een formulier, dat u op school bij de
conciërge kunt krijgen of via de website www.campinaopschool.nl. Het aantal drinkdagen per week
bedraagt vijf, met uitzondering van de eerste twee dagen na een vakantieperiode. Op die dagen
moeten de kinderen zelf drinken meenemen. Adreswijzigingen of andere veranderingen kunt u via
de website regelen. De school kan u eventueel daarbij helpen.
10.7 Ontruimingsplan
We hebben als school een goedgekeurd ontruimingsplan. Dit plan treedt in werking als er
bijvoorbeeld brand is. Ieder jaar worden er twee ontruimingsoefeningen met iedereen die in de
school aanwezig is, uitgevoerd.
10.8 Calamiteitenplan ‘als de sirene gaat’
Mocht onder schooltijd de sirene gaan, dan treedt het calamiteitenplan van de school in werking.
De school houdt in dat geval alle kinderen op school en regelt de opvang van de kinderen. Pas als
het sein veilig gegeven wordt via Radio Rijnmond, kunt u uw kind ophalen van de school. Is uw kind
tijdens het alarm bijvoorbeeld in het zwembad, dan regelt het zwembad de verdere opvang.
10.9 (Kleine) ongelukjes
Regelmatig komen er huilende kinderen de school binnen. Ze zijn dan bijvoorbeeld gevallen of
tegen elkaar gebotst. Per kind bekijken we hoe het met de verwonding is. Meestal kunnen we
volstaan met een aai over de bol, een pleister en een glaasje water. Soms is de verwonding zo
ernstig dat wij het noodzakelijk vinden dat er een huisarts of een ziekenhuis wordt bezocht. In
zo’n geval vragen wij u dringend meteen naar school te komen om met uw kind dit bezoek af te
leggen….kinderen hebben in zo’n situatie het liefst hun ouders of andere familie om zich heen. In
enkele gevallen nemen we liever geen risico en zullen wij zelf met uw kind naar het ziekenhuis
gaan. Wanneer dit het geval is zult u meteen gebeld worden. Van groot belang is dan een juist
telefoonnummer en/of adres. Wilt u er daarom voor zorgen, dat we altijd de beschikking hebben
over uw juiste adres en telefoonnummer(s).
Mocht er een EHBO behandeling op school plaatsvinden, dan krijgt u een brief mee naar huis met
wat we gedaan hebben en ons advies. Wij vertrouwen er dan op, dat u zult zorgen voor verdere
behandeling. Het protocol waarin uitvoerig beschreven staat hoe we moeten handelen en wie
verantwoordelijk is, ligt ter inzage bij de directie.
10.10 Aansprakelijkheid
De school is verzekerd voor de kosten wanneer er door aantoonbare verwijtbaarheid van het
personeel van de school ongelukken gebeuren die lichamelijk letsel veroorzaken. Ouders blijven
zelf verantwoordelijk voor de gevolgen van kleding die stukgaat, of waarin verf/lijmvlekken zijn
ontstaan. Rugzakken, zwemkleding, speelgoed, maar ook sieraden die zoek raken, worden niet
vergoed.
10.11 Aanmelding van nieuwe leerlingen
Voordat een kind wordt ingeschreven vindt een gesprek plaats tussen ouder(s) en schoolleiding.
We vinden het prettig wanneer dit onder schooltijd gebeurt, zodat wij u de school in bedrijf kunnen
laten zien.
De dagelijkse gang van zaken geeft een goede indruk en eventuele vragen worden beantwoord.
Tijdens dit gesprek kunt u ook aangeven wat u van de school verwacht, wat u belangrijk vindt.
Wij vinden het prettig om ook onze verwachtingen naar u als ouder/verzorger uit te spreken.
Bij de daadwerkelijke inschrijving moet een inschrijfformulier worden ingevuld. Daarnaast ontvangt
u de schoolgids, de activiteitenposter, het pestprotocol en het privacyreglement. Tijdens de
inschrijving( van een 4jarige) kunt u aangeven hoeveel dagdelen u uw kind wilt laten wennen. De
groepsleerkracht stuurt uw kind een uitnodiging voor de wenmomenten.
Wij verwachten dat u inspanningen heeft verricht uw kind op de eerste schooldag zindelijk te laten
zijn.
Na een aantal weken, wanneer uw kind en u een beetje ‘gewend zijn’, kan de schoolleiding of de
intern begeleider u uitnodigen voor een gesprek om eventuele vragen te beantwoorden en na
te vragen of alles naar wens verloopt. Bij aanmelding van leerlingen die bijzondere zorg nodig
hebben (al of niet met indicatie van leerling gebonden financiering) en het toelatingsbeleid in zijn
algemeenheid, verwijzen we naar het bijgevoegde afzonderlijke katern.
10.12 Vrijstelling van schoolbezoek
Een leerling hoeft niet naar school tijdens schoolvakanties en feestdagen en bij ziekte. Maar ook
godsdienstige, levensbeschouwelijke of andere belangrijke verplichtingen kunnen reden zijn om
niet naar school te gaan. Verder mogen leerlingen die vijf jaar oud zijn maximaal vijf uur per week
thuis blijven. Op verzoek van de ouders/verzorgers kan de directeur toestemming verlenen dit
aantal uit te breiden tot tien uur. Als uw kind reden heeft om te verzuimen, moet u dat altijd aan de
school melden.
Voor meer informatie: Postbus 51 of www.jos.rotterdam.nl
10.13 Uitschrijving
Wanneer uw kind niet langer bij ons op school blijft, moet u hem/haar laten uitschrijven.
Voor de leerlingenadministratie hebben wij de gegevens van de nieuwe school nodig. Wettelijk is de
school verplicht een ‘onderwijskundig rapport’ van uw kind mee te geven voor de nieuwe school. In
zo’n rapport staat met welke methoden er is gewerkt en hoever de leerling is gekomen.

32
Adressen
Centrum voor Jeugd en Gezin
Duivenvoordestraat 65
T: 010 425 05 11
Vertrouwenspersoon
Dhr. K. Moltzer
T: 010 - 415 10 93
Inspectie Basisonderwijs
Rijksinspectiekantoor Zoetermeer
Postbus 501
2700 AM Zoetermeer
T: 079 351 37 00
Onderwijsbegeleidingsdienst CED
Dwerggras 30 (Postbus 8639)
3009 AP Rotterdam
T: 010 407 15 99
Jeugdtandverzorging
Stichting Jeugdtandverzorging Rotterdam
Maasstraat 14a
3016 DC Rotterdam
T: 010 411 69 60
Schoolgericht Maatschappelijk Werk
M. Natrop
Havenstraat 185
T: 010 244 82 44
Jeugd Onderwijs & Samenleving(bezoekadres)
Librijesteeg 4
3011 HN Rotterdam
T: 010 267 44 44
www. jos.rotterdam.nl
Klachtencommissie
Klachtencommissie PCO
Postbus 907
2270 AX Voorburg
Bestuur 5maalO
Westfrankelandsestraat 152
3117 AX Schiedam
T: 010 473 50 52
F: 010 273 13 86
W: www.5maalO.nl
Landelijke Klachtencommissie primair
en voortgezet onderwijs
T.a.v. Mr. A.M. Rijs
p/a Celebesstraat 16
3531 KC Utrecht
T: 030 230 60 37
Tweede Locatie Het Spoor
Heer Bokelweg 258
3032 AD Rotterdam
T: 010 - 466 62 62
E: info@bshetspoor.nl
W: www.bshetspoor.nl
Directie
Directeur Het Spoor beide locaties
Mw.I.P. Tellings-van Kralingen
Teamleider Het Spoor, locatie Heer Bokelweg
Mw. S. Schippers
Algemene informatie
over Stichting 5 maal O
WAAR HET SpOOR ONDERDEEL VAN IS
33

34
Leerkrachten op onze scholen hebben als taak hun lessen zodanig vorm te geven dat de leerlingen
betrokken zijn bij wat er op school gebeurt. Deze betrokkenheid motiveert onze leerlingen goede
resultaten te halen en met plezier naar school te gaan. Ouderparticipatie is de betrokkenheid van u,
als ouder bij alles wat uw kind op school doet. Volgens ons een tweede belangrijke voorwaarde voor
succes op de basisschool.
We zijn ieder jaar weer verheugd te mogen constateren dat een groot aantal van u daadwerkelijk
betrokken is bij het wel en wee van de school. Of het nu in de vorm is van een praatje met de juf, of
een gesprek met de directeur, of meehelpen op de school van uw kind.
De school van uw kind hoort bij de Stichting 5maalO. In de tekst op de volgende pagina’s leest u
wat de scholen gezamenlijk doen om het onderwijs goed vorm te geven. U kunt dan denken aan
de manier waarop de scholen omgaan met de christelijke identiteit, het toelatingsbeleid en de
schoolfondsbijdrage. De informatie op de voorgaande pagina’s gaat alleen over de school van uw
kind. U leest daar wat u allemaal moet weten over het onderwijs, de lessen, de dagelijkse gang
van zaken en andere praktische informatie. We hopen dat u de tijd neemt de informatie goed door
te lezen. Er staan belangrijke zaken voor u in. U kunt met vragen ook altijd contact opnemen met
de school. Of kijk voor meer informatie over alle scholen die aangesloten zijn bij de stichting in
Rotterdam en Schiedam op www.5maalO.nl.
Martin Damen
Voorzitter College van Bestuur
Wij willen
dat uw kind
met plezier
naar school
gaat
Identiteit
Het bestuur heeft in overleg met de directies van de scholen gekozen om christelijke
ontmoetingsscholen te zijn. Dit betekent dat alle kinderen ongeacht hun ras, huidskleur of geloof
welkom zijn op al onze scholen. Dat alle kinderen meedoen met het gehele onderwijsprogramma.
Dat alle kinderen respectvol met elkaar omgaan. En dat het christelijke karakter van onze scholen
tot uitdrukking komt in de Bijbelse verhalen die we vertellen, de christelijke liederen die we zingen,
het bidden en de viering van christelijke feesten.
Waarden en normen
Identiteit komt mede tot uitdrukking in zaken als taalgebruik en kleding. 5maalO staat voor
waarden als ‘respect’ en ‘fatsoen’. We hebben met elkaar afgesproken dat we op school Nederlands
praten en geen scheldwoorden gebruiken tegenover leerkrachten, medewerkers en (mede-)
leerlingen. We vinden schelden een ernstige overtreding en kunnen dan overgaan tot bijvoorbeeld
schorsing.
Ook hebben we afgesproken met elkaar dat de kinderen binnen de scholen geen hoofdbedekking
dragen. Meisjes en jongens hebben recht op gelijke behandeling. De
kleding van de kinderen geeft geen aanleiding tot aanstoot voor de ander. Hieronder valt: een
T-shirt met provocerende tekst, seksueel provocerende kleding en het ontbreken van kleding. Er
wordt een gesprek met ouders gevoerd als we een van deze zaken binnen de school constateren.
Visie op onderwijs
Het bestuur heeft in overleg met de directies verwoord dat van alle personeelsleden die onderwijs
geven, wordt verwacht dat ze:
• Zich laten leiden en inspireren door de Bijbel
• Respect hebben voor de ander en zichzelf
• Hechten aan een brede leerlingenzorg zodat de talenten van ieder kind zich optimaal kunnen
ontwikkelen
• Effectief lesgeven om de gewenste kwaliteit te kunnen realiseren
• Zelfvertrouwen en zelfbewustzijn stimuleren bij alle leerlingen
• Hoge verwachtingen hebben van ieder kind over kennisverwerving, het ontwikkelen van de
creatieve intelligentie en de omgang met elkaar
• Het belangrijk en uitdagend vinden om eigentijds en hoogwaardig onderwijs te geven
• Een open houding naar de kinderen en de ontwikkelingen in de maatschappij hebben
• Zich bewust zijn van de noodzaak hun deskundigheid in te zetten in een zich voortdurend
veranderende schoolomgeving
Visie op Bredeschoolontwikkelingen
Bestuur en directies hebben besloten de Bredeschoolgedachte op de afzonderlijke scholen zo goed
mogelijk in te voeren. Het beleid van een Brede School is erop gericht de ontwikkelingskansen
van ouders en kinderen te vergroten door samen met andere instellingen, ouders en kinderen een
aantal activiteiten aan te bieden. Wat het Bredeschoolbeleid op de school van uw kind(eren) inhoudt,
kunt u verderop in deze schoolgids lezen.
Weer Samen Naar School (WSNS)
Alle basisscholen, alle speciale basisscholen en alle scholen voor speciaal onderwijs in een
bepaalde regio werken samen. Het doel van deze samenwerking is om leerkrachten van reguliere
basisscholen gebruik te laten maken van de kennis die op de andere scholen aanwezig is om
kinderen met sociaal-emotionele en/of leerproblemen zo goed mogelijk te helpen. Ondanks deze
ondersteuning lukt het niet altijd alle kinderen binnen het reguliere basisonderwijs te houden.
Verwijzing van een leerling uit het basisonderwijs naar een speciale basisschool of een school voor
35

36 37
speciaal onderwijs kan alleen via de commissie leerlingenzorg (CLZ). Deze commissie meldt een
leerling aan bij de permanente commissie leerlingenzorg (PCL). Alleen met een beschikking van
deze commissie kan een leerling worden toegelaten tot een school voor speciaal basisonderwijs
of een school voor speciaal onderwijs. De Rotterdamse scholen van 5maalO behoren tot het
samenwerkingsverband WSNS 3701 en de Schiedamse scholen tot het samenwerkingsverband
WSNS 3801.
Toelatingsbeleid leerlingen
Elk kind is welkom op onze school en wanneer u de keuze maakt voor onze school zijn
we daar blij mee. Het betekent dat u hoge verwachtingen van ons hebt, omgekeerd hebben wij die
van u. Wij rekenen erop dat u de grondslag van de school respecteert en omgekeerd:
• Uw kind een positieve bijdrage levert aan het groepsproces
• Uw kind actief deelneemt aan alle lessen
Elk kind is welkom op onze school, tenzij er zwaarwegende factoren zijn waardoor wij twijfelen of
uw kind wel die aandacht en zorg kan krijgen die het nodig heeft. Kan de school het kind niet het
noodzakelijke en gewenste onderwijs geven (handelingsverlegenheid),
dan wordt er – in het belang van het kind en de school - niet tot inschrijving overgegaan.
De ouder(s)/verzorger(s) krijgen in een dergelijk geval van de school uitleg waarom hun kind niet
wordt ingeschreven.
Toelatingsbeleid leerlingen met gespecialiseerde zorg
In het verlengde van het streven van ‘Weer samen naar school’, ligt de wet ‘Leerling-gebonden
Financiering’ (LGF). De bedoeling van deze wet is om met extra financiële ondersteuning een
leerling met een (verstandelijke, lichamelijke en/of sociaal-emotionele) handicap op de reguliere
basisschool te houden. Hoewel wij begrip hebben voor het streven zoveel mogelijk kinderen
binnen het reguliere basisonderwijs te houden, moeten we ook reëel zijn in het kennen van onze
mogelijkheden en beperkingen. We zijn niet in staat tot het adequaat onderwijs geven aan kinderen
die gespecialiseerde zorg nodig hebben. Sommige kinderen zullen dan ook beter op hun plaats zijn
in het speciaal basisonderwijs (SBO) of een andere gespecialiseerde vorm van onderwijs. Bij de
directie van de school kunt u het protocol opvragen over de gang van zaken rondom de intake voor
leerlingen die mogelijk gespecialiseerde zorg nodig hebben.
Privacyverklaring
Soms is de school - voor het geven van goed onderwijs aan uw kind - gebaat bij ondersteuning
door externe deskundigen. Om - in het belang van uw kind - maximaal van deze ondersteuning te
kunnen profiteren, is het belangrijk dat deze deskundigen goed geïnformeerd zijn over uw kind.
Soms is het nodig met hen de gegevens van uw kind uit het leerlingvolgsysteem (LVS) te delen. Voor
het overleg met externe deskundigen hebben we altijd uw toestemming nodig. Om onnodige en
ongewenste vertraging te voorkomen, vragen wij u bij inschrijving op voorhand al toestemming te
geven uw kind binnen de school met deskundigen te mogen bespreken, observaties te doen en/of
klassenconsultaties te houden. Deze besprekingen met en observaties door externe deskundigen
binnen de school kunnen alleen gedaan worden door mensen die met toestemming van het bestuur
op onze scholen mogen werken. De school belooft daarbij tegelijk dat u direct op de hoogte wordt
gesteld als we deze ‘extra’ hulp noodzakelijk vinden voor uw kind. Ook wordt u bij inschrijving
gevraagd of u er bezwaar tegen heeft dat er schoolfoto’s waarop uw kind staat, geplaatst kunnen
worden op de website van de school.
Begeleiding en ondersteuning van leerkrachten
Startende leerkrachten bieden we ondersteuning door de bovenschoolse coach. Een onderdeel
van deze begeleiding bestaat uit het maken van video-opnamen in de groep van de betreffende
leerkracht. Deze opnamen zijn een onderdeel van het door de leerkracht samen te stellen
bewijsmateriaal om zijn verworven deskundigheid aan te tonen. Van ouder(s)/verzorger(s)
verwachten we dat zij tegen het maken van deze opnamen geen bezwaar hebben. De school
belooft dat deze opnamen alleen bekeken worden door de betreffende leerkracht van de groep, de
bovenschoolse begeleider en de examinatoren van de PABO. De bovenschoolse coach begeleidt
eveneens de duale studenten. Dit zijn studenten die deels hun opleiding genieten op een van onze
scholen. Zij combineren werken en leren en krijgen op onze scholen een werkstageovereenkomst
aangeboden voor ‘Opleiden in de school’.
De resultaten van ons onderwijs
Alle scholen van 5maalO volgen de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen en
toetsen hun cognitieve ontwikkeling (kennis). Deze gegevens slaan we op in het zogenaamde
leerlingvolgsysteem (LVS). Jaarlijks informeren we de ouders meerdere keren over de vorderingen
van hun kind (eren) in sociaal-emotioneel en cognitief opzicht. Aan het einde van de basisschool
nemen alle leerlingen van de groepen 8 deel aan de Cito-eindtoets. Het resultaat van deze toets is
mede bepalend voor de school van vervolgonderwijs en zegt ook iets, maar zeker niet alles, over
de kwaliteit van het gegeven onderwijs. Om de ouders inzicht te geven in de resultaten van het
onderwijs van de school van hun kind, publiceert de school in de schoolgids de uitstroomgegevens
van de leerlingen van groep 8 naar het vervolgonderwijs.
Verklaring schoolfondsbijdrage
Op alle scholen vragen we ouders om een bijdrage voor het schoolfonds. Het schoolfonds gebruiken
we voor de viering van feesten (zoals Kerst of het Sinterklaasfeest), het schoolkamp, excursies en
nieuwsbrieven. Als u uw kind(eren) op een van onze scholen inschrijft, vragen we u een formulier
te tekenen, waarin u verklaart wel of niet aan het schoolfonds te zullen betalen. Het niet betalen
van de vrijwillige bijdrage voor het schoolfonds kan uitsluiting van deelname betekenen aan
activiteiten, traktaties en/of materialen die uit het schoolfonds worden betaald. De school zorgt
dan voor vervangend onderwijs. De verantwoording van de schoolfondsgelden nemen we op in de
jaarrekening
die wordt gecontroleerd door de accountant.
Sponsoring
De kwaliteit van het onderwijs hangt voor een deel af van de beschikbare middelen. De door de
overheid verstrekte middelen zijn toereikend voor het geven van kwalitatief goed onderwijs. Soms
kunnen extra financiële middelen van particulieren en/of instellingen buiten het onderwijs een
bijdrage leveren aan de gewenste en nagestreefde kwaliteit. We spreken dan van sponsoring.
Het bestuur heeft regels over sponsoring van scholen opgesteld. Geïnteresseerden kunnen dit
reglement inzien bij de directie van de school.
De medezeggenschapsraad (MR)
Aan iedere school is een medezeggenschapsraad (MR) verbonden. Deze raad is bij wet ingesteld.
Via deze raad is het overleg tussen en de medezeggenschap van hen (ouders en personeel) die bij
de school betrokken zijn, geregeld. De MR geeft adviezen en neemt besluiten over onderwerpen die
met het beleid van de school te maken hebben. In de MR zitten vertegenwoordigers van de ouders
en het personeel. De directie van de school is bij de MR-vergaderingen aanwezig als adviseur. Het
MR-reglement ligt voor geïnteresseerden op school ter inzage.
De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR)
Alle medezeggenschapsraden van de scholen zijn vertegenwoordigd in de gemeenschappelijke
medezeggenschapsraad (GMR). In deze raad worden onderwerpen besproken die voor alle scholen
van 5maalO van belang zijn. De GMR neemt onder meer besluiten over belangrijke zaken zoals het
bestuurformatieplan, het taakbeleid, schorsing en verwijdering en de klachtenregeling.

38 39
Stichting 5maalO
De stichting beheert vijf basisscholen met negen locaties in Rotterdam en Schiedam.
De stichting kent de volgende organen:
1. Raad van Toezicht
De Raad van Toezicht ziet toe op het functioneren van het College van Bestuur, dat met rapportages
regelmatig verantwoording aflegt over het gevoerde beleid. Daarnaast is de Raad van Toezicht
werkgever en klankbord van het College van Bestuur. De Raad van Toezicht wordt gevormd door vijf
leden:
Mevr. A.C. Pak (Voorzitter)
Mevr. E. van Domburg
Dhr. D. den Bakker
Dhr. A.W. Krijger
Dhr. R. Zunderman
2. College van Bestuur
Het College van Bestuur is het bevoegd gezag (stuurt aan en stelt vast) en legt verantwoording af
aan de Raad van Toezicht (keurt goed en houdt toezicht). Regelmatig spreekt het bestuur met de
schooldirecteuren om richting te geven aan het beleid en zich goed op de hoogte te stellen van
het werk op de scholen van Stichting 5maalO. Het College van Bestuur zet het strategische beleid
uit voor de stichting en zorgt voor beleidsontwikkelingen voor het onderwijs op de scholen. Het
College van Bestuur onderhoudt de contacten met het Rotterdamse en Schiedamse onderwijsveld
en de gemeentelijke politiek. Zij vormt daarmee een inspiratiebron voor de scholen om richting
te geven aan het onderwijs van de toekomst binnen de door het bestuur gestelde kaders. In het
managementstatuut is weergegeven hoe en welke bestuurlijke taken en bevoegdheden aan
stafmedewerkers en schooldirecteuren zijn gemandateerd. Het College van Bestuur bestaat uit een
lid: Dhr. Martin Damen
Schorsing en verwijdering
De regels over schorsen en verwijderen staan vermeld in een door het bestuur vastgesteld
reglement. Schorsing is een leerling met onmiddellijke ingang tijdelijk de toegang tot de school
ontzeggen. Deze maatregel wordt als sanctie door de algemeen directeur of de directie van de
school genomen bij ernstig wangedrag van een leerling om gedurende de schorsingsperiode te
zoeken naar een oplossing. Ernstig wangedrag kan bijvoorbeeld zijn: mishandeling, diefstal of
het herhaald negeren van een schoolregel: de leerling gedraagt zich zo dat van verstoring van
rust en orde op school sprake is. Verwijdering is een maatregel bij zodanig ernstig wangedrag dat
de centrale directie concludeert dat de relatie tussen school en leerling/ouder(s) onherstelbaar
verstoord is. Bij verwijdering heeft het bestuur de verplichting om gedurende acht weken naar een
andere school te zoeken. Het reglement ‘schorsen en verwijderen’ kunt u bij de directie van de
school inzien. Bij schorsing en bij het verzoek van de directie aan het bestuur tot verwijdering wordt
het reglement als bijlage toegevoegd.
Klachtenregeling
Hoewel alle scholen streven naar goede contacten met alle ouders, kan het voorkomen dat u als
ouder ernstig van mening verschilt met de leerkracht van uw kind of de schoolleiding. Het is dan
goed te weten waar u met uw klacht terecht kunt.
Te volgen procedure bij klachten:
• U gaat naar de leerkracht van uw kind en probeert met de leerkracht de kwestie uit te spreken
en tot een aanvaardbare oplossing te komen.
• Als dit gesprek niet tot de gewenste oplossing leidt, of bij klachten over de schoolleiding, kunt
u uw klacht voorleggen aan de directie van de school. We proberen dan tot een aanvaardbare
oplossing te komen.
‘Betrokkenheid
vergroot het
succes op de
basisschool’
• Als dit gesprek niet tot de gewenste oplossing leidt, kunt u uw klacht schriftelijk melden aan
het bestuur. Dat doet een uitspraak, nadat alle partijen gehoord zijn. U kunt uw brief richten
aan het bestuur van Stichting 5maalO, Westfrankelandsestraat 152, 3117 AZ Schiedam, t.a.v.
dhr. Martin Damen.
• Voor de behandeling van zeer ernstige klachten (zoals ongewenste intimiteiten), kunt u
zich wenden tot de contactpersoon van de school. Het is haar of zijn taak uw klacht op
vertrouwelijke wijze aan te horen en u eventueel door te verwijzen naar de vertrouwenspersoon
van de stichting. De naam van de contactpersoon staat elders onder het kopje Adressen in de
schoolgids vermeld. U kunt uw klacht ook rechtstreeks melden bij de vertrouwenspersoon
van 5maalO, de heer K. Moltzer. Zijn telefoonnummer is: 010 415 10 93. U kunt zich ook
rechtstreeks wenden tot het bestuur van 5maalO (voor adres zie punt 3), of bij de Landelijke
Klachtencommissie Christelijk Onderwijs: Postbus 82324 2508 EH Den Haag, telefoonnummer
070 3861697.
• Bij de directie van de school en bij de contactpersoon is de klachtenregeling in te zien. Wij
hopen uiteraard van harte dat u nooit van deze regeling gebruik hoeft te maken.

40 41

42
Het spoor
Velsenluststraat 7-11
3021 AW Rotterdam
T: 010-4765531
E: info@bshetspoor.nl
W: www.bshetspoor.nl
Directie: Mevr. I. Tellings -
van Kralingen
Het Spoor is onderdeel van Stichting 5maalO. Het centraal kantoor vindt u in de Westfrankelandsestraat 152 in Schiedam.