06.09.2013 Views

Hebzucht, de weg naar de ondergang 1 - Bijbel Aktueel

Hebzucht, de weg naar de ondergang 1 - Bijbel Aktueel

Hebzucht, de weg naar de ondergang 1 - Bijbel Aktueel

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Hebzucht</strong>, <strong>de</strong> <strong>weg</strong> <strong>naar</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rgang 1<br />

<strong>Hebzucht</strong>, <strong>de</strong> <strong>weg</strong> <strong>naar</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rgang<br />

De lief<strong>de</strong> van <strong>de</strong> rechtvaardige Lot voor <strong>de</strong> wereld.<br />

Let wel, Petrus noem<strong>de</strong> Lot in 2 Petrus 2:7 een rechtvaardige! Bij het lezen van het volgen<strong>de</strong><br />

Schriftge<strong>de</strong>elte moeten wij dat in gedachten hou<strong>de</strong>n. Wij lezen eerst: Genesis 13:1-18<br />

“En Abram trok uit Egypte <strong>naar</strong> het Zui<strong>de</strong>rland, hij en zijn vrouw en al wat hij bezat, en Lot met hem.<br />

Abram nu was zeer rijk aan vee, aan zilver en aan goud. En hij ging van <strong>de</strong> ene pleisterplaats <strong>naar</strong> <strong>de</strong><br />

an<strong>de</strong>re, uit het Zui<strong>de</strong>rland tot bij Betel, <strong>de</strong> plaats, waar zijn tent in het eerst gestaan had, tussen Betel en<br />

Ai, Naar <strong>de</strong> plaats van het altaar, dat hij daar vroeger gemaakt had, en Abram riep daar <strong>de</strong> naam <strong>de</strong>s<br />

Heren aan. En ook Lot, die met Abram me<strong>de</strong> ging, had schapen en run<strong>de</strong>ren en tenten. Maar het land liet<br />

niet toe, dat zij tezamen bleven wonen, want hun have was talrijk, zodat zij niet tezamen kon<strong>de</strong>n wonen.<br />

Daardoor ontstond er twist tussen <strong>de</strong> her<strong>de</strong>rs van Abrams vee en <strong>de</strong> her<strong>de</strong>rs van Lots vee. De<br />

Kanaanieten nu en <strong>de</strong> Perizzieten woon<strong>de</strong>n toen in het land. Dus zei<strong>de</strong> Abram tot Lot: Laat er toch geen<br />

twist zijn tussen mij en u, en tussen mijn her<strong>de</strong>rs en uw her<strong>de</strong>rs, want wij zijn mannen broe<strong>de</strong>rs. Ligt het<br />

gehele land niet voor u open? Scheid u toch van mij af; hetzij <strong>naar</strong> links, dan ga ik rechts, hetzij <strong>naar</strong><br />

rechts, dan ga ik links. Toen sloeg Lot zijn ogen op en zag, dat <strong>de</strong> gehele streek van <strong>de</strong> Jordaan rijk aan<br />

water was; voordat <strong>de</strong> Here Sodom en Gomorra verwoest had, was zij tot Soar toe als <strong>de</strong> hof <strong>de</strong>s Heren,<br />

als het land Egypte. Dus koos Lot voor zich <strong>de</strong> gehele streek van <strong>de</strong> Jordaan, en Lot brak op <strong>naar</strong> het<br />

oosten; en zij scheid<strong>de</strong>n van elkan<strong>de</strong>r. Abram bleef wonen in het land Kanaan en Lot vestig<strong>de</strong> zich in <strong>de</strong><br />

ste<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> Streek, en sloeg zijn tenten op tot bij Sodom. De mannen van Sodom nu waren zeer slecht en<br />

zondig tegenover <strong>de</strong> Here. En <strong>de</strong> Here zei<strong>de</strong> tot Abram, nadat Lot zich van hem geschei<strong>de</strong>n had: Sla toch<br />

uw ogen op, en zie van <strong>de</strong> plaats, waar gij zijt, <strong>naar</strong> het noor<strong>de</strong>n, zui<strong>de</strong>n, oosten en westen, Want het<br />

gehele land, dat gij ziet, zal Ik u en uw nageslacht voor altoos geven. En Ik zal uw nageslacht maken als<br />

het stof <strong>de</strong>r aar<strong>de</strong>, zodat, indien iemand het stof <strong>de</strong>r aar<strong>de</strong> zou kunnen tellen, ook uw nageslacht te tellen<br />

zou zijn. Sta op, doorwan<strong>de</strong>l het land in zijn lengte en breedte, want u zal Ik het geven. Daarna sloeg<br />

Abram zijn tenten op en ging wonen bij <strong>de</strong> terebinten van Mamre “<br />

“En Lot sloeg zijn tenten op tot bij Sodom” in <strong>de</strong>ze ene zin zien wij het begin van <strong>de</strong> afgang, <strong>de</strong><br />

vervlakking, van Lot. Er zijn allerlei re<strong>de</strong>nen te be<strong>de</strong>nken waarom mensen kunnen falen, maar één ding<br />

staat vast: het is meestal een gelei<strong>de</strong>lijk proces. Dat geldt ook voor ons als christenen want ons ou<strong>de</strong> vlees<br />

is en blijft gevoelig voor aardse zaken. Wanneer wij aan aardse zaken, aan haar begeren toe geven gaat het<br />

stap voor stap <strong>naar</strong> <strong>de</strong> diepte. Eerst bijna onmerkbaar, wij zien iets, wij horen iets en we laten ons<br />

beïnvloe<strong>de</strong>n. Uitein<strong>de</strong>lijk ont<strong>de</strong>kken wij tot onze schrik dat wij heel diep gezonken zijn en als het ware<br />

met ketenen aan aardse zaken vastzitten. Het gaat met menige gelovige zoals wij lezen in Jacobus 1:14-<br />

15<br />

“Maar zo vaak iemand verzocht wordt, komt dit voort uit <strong>de</strong> zuiging en verlokking zijner eigen begeerte.<br />

Daarna, als die begeerte bevrucht is, baart zij zon<strong>de</strong>; en als <strong>de</strong> zon<strong>de</strong> volgroeid is, brengt zij <strong>de</strong> dood<br />

voort.”<br />

Jacobus 1:14-15<br />

De geschie<strong>de</strong>nis van Lot in het boek Genesis is een type, een voorbeeld, van een gelovige die ernstig heeft<br />

gefaald in zijn leven. Het is dui<strong>de</strong>lijk dat Lot een gelovig mens was, want Petrus noemt hem tweemaal een<br />

“rechtvaardige” en spreekt ook over zijn “rechtvaardige ziel”.


<strong>Hebzucht</strong>, <strong>de</strong> <strong>weg</strong> <strong>naar</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rgang 2<br />

Wij lezen in 2 Petrus 2:7-8<br />

“Maar <strong>de</strong> rechtvaardige Lot, die zwaar te lij<strong>de</strong>n had on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> losbandige wan<strong>de</strong>l dier ze<strong>de</strong>lozen, heeft<br />

behou<strong>de</strong>n(Want <strong>de</strong>ze rechtvaardige heeft, on<strong>de</strong>r hen wonen<strong>de</strong>, dag aan dag zijn rechtvaardige ziel<br />

gekweld door het zien en horen van hun tegen alle wet ingaan<strong>de</strong> werken)”<br />

Petrus zegt hier dat Lot zichzelf heeft gekweld, hij wist wat er aan <strong>de</strong> hand was, wat er allemaal om zich<br />

heen gebeur<strong>de</strong> en tóch bleef hij wonen in die stad. De rechtvaardige Lot heeft jammerlijk gefaald, hij heeft<br />

niet <strong>de</strong> juiste getuigenis afgelegd en niet uitsluitend voor God geleefd. Eigenlijk kun je stellen dat Lot van<br />

twee walletjes heeft gegeten, hij koos voor het beste gebied voor zijn vee en daarmee voor een zondig<br />

gebied en daar naast wil<strong>de</strong> hij met <strong>de</strong> Here God leven. De <strong>weg</strong> die hij ging leid<strong>de</strong> <strong>naar</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rgang, <strong>naar</strong><br />

verdriet en schaamte. De levensloop van Lot had <strong>de</strong> lakmoesproef niet doorstaan, hij werd als het ware<br />

door vuur heen behou<strong>de</strong>n. Ons werk als gelovigen zal straks ook beproefd wor<strong>de</strong>n door het vuur. En als<br />

het verbran<strong>de</strong>n zal, zullen wij net zoals Lot “als door vuur heen” behou<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n:<br />

“Want een an<strong>de</strong>r fundament, dan dat er ligt, namelijk Jezus Christus, kan niemand leggen. Is er iemand,<br />

die op dit fundament bouwt met goud, zilver, kostbaar gesteente, hout, hooi, of stro, Ie<strong>de</strong>rs werk zal aan<br />

het licht komen. Want <strong>de</strong> dag zal het doen blijken, omdat hij met vuur verschijnt, en hoedanig ie<strong>de</strong>rs werk<br />

is, dat zal het vuur uitmaken. Indien het werk, dat hij erop gebouwd heeft, standhoudt, zal hij loon<br />

ontvangen, Maar indien iemands werk verbrandt, zal hij scha<strong>de</strong> lij<strong>de</strong>n, doch hij zelf zal gered wor<strong>de</strong>n,<br />

maar als door vuur heen.”<br />

1 Korinthe 3:11-15<br />

De eeuwige behou<strong>de</strong>nis van we<strong>de</strong>rgeboren christen staat hier niet ter discussie, het gaat in dit geval alleen<br />

om <strong>de</strong> werken die hier op aar<strong>de</strong> zijn verricht. Maar het is wel tragisch als wij voor Gods rechterstoel<br />

zullen moeten verschijnen om rekenschap af te leggen van een leeg en verloren leven:<br />

“Want wij moeten allen voor <strong>de</strong> rechterstoel van Christus openbaar wor<strong>de</strong>n, opdat een ie<strong>de</strong>r <strong>weg</strong>drage<br />

wat hij in zijn lichaam verricht heeft, <strong>naar</strong> dat hij gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad.”<br />

2 korinthe 5:10<br />

Daarom moeten wij als christenen wanneer willen groeien in het geloof <strong>de</strong> valstrikken vermij<strong>de</strong>n die <strong>naar</strong><br />

het ver<strong>de</strong>rf lei<strong>de</strong>n. Met Lot begon allemaal met een verkeer<strong>de</strong> keus die maakte in Genesis 13, voor hem<br />

was geld en goed een valstrik. Lot dacht aan zijn eigen voor<strong>de</strong>el en daarom koos hij “voor zich <strong>de</strong> gehele<br />

streek van <strong>de</strong> Jordaan” Het léék een goe<strong>de</strong> keus te zijn. Vaak lijkt een keuze voor<strong>de</strong>lig en goed maar na<br />

verloop van tijd, soms een hele lange tijd blijkt dat wij toen als goed zagen heel zuur gewor<strong>de</strong>n te zijn. Lot<br />

sloeg zijn ogen op en zag, dat <strong>de</strong> gehele streek van <strong>de</strong> Jordaan rijk aan water was. Hij hield geen rekening<br />

met het feit dat <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n in die vallei hun te verwachten on<strong>de</strong>rgang tegemoet gingen:<br />

“Toen sloeg Lot zijn ogen op en zag, dat <strong>de</strong> gehele streek van <strong>de</strong> Jordaan rijk aan water was; voordat <strong>de</strong><br />

Here Sodom en Gomorra verwoest had, was zij tot Soar toe als <strong>de</strong> hof <strong>de</strong>s Heren, als het land Egypte.<br />

Dus koos Lot voor zich <strong>de</strong> gehele streek van <strong>de</strong> Jordaan, en Lot brak op <strong>naar</strong> het oosten; en zij scheid<strong>de</strong>n<br />

van elkan<strong>de</strong>r. Abram bleef wonen in het land Kanaän en Lot vestig<strong>de</strong> zich in <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> Streek, en<br />

sloeg zijn tenten op tot bij Sodom. De mannen van Sodom nu waren zeer slecht en zondig tegenover <strong>de</strong><br />

Here.”<br />

Genesis 13:10-13<br />

Dat kwam omdat hij niet eerst <strong>naar</strong> Gods wil vroeg en in gemeenschap met Hem <strong>de</strong> juiste beslissing nam.<br />

Als wij niet met God onze <strong>weg</strong> gaan, wordt onze kijk op <strong>de</strong> wereld vertroebelt en wor<strong>de</strong>n we zelfzuchtig<br />

en kortzichtig. Helaas laten ook veel christenen zich lei<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> “begeerte van <strong>de</strong> ogen” Vele<br />

gelovigen “slaan hun ogen op” evenals Lot en kijken vol verwachting <strong>naar</strong> alles wat <strong>de</strong> wereld te bie<strong>de</strong>n


<strong>Hebzucht</strong>, <strong>de</strong> <strong>weg</strong> <strong>naar</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rgang 3<br />

heeft: aanzien, macht, luxe, plezier, bezit. In werkelijkheid is dat maar uiterlijke schijn. Alles wat <strong>de</strong><br />

wereld biedt, is van zeer korte duur.<br />

Met enige regelmaat kom ik ou<strong>de</strong>re mensen tegen die dit leven alles hebben gehad en meegemaakt. Ze<br />

hebben bij wijze van spreken alles wat een mens maar op aar<strong>de</strong> kan krijgen maar ze hebben in feite<br />

zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> Here God voor zichzelf geleefd. Nu zijn ze oud en komen tot <strong>de</strong> ont<strong>de</strong>kking dat alles wat hun<br />

dierbaar was in het leven niets voor stelt. Geld en goed kunnen <strong>de</strong> levensvreug<strong>de</strong> of gezondheid niet geven<br />

en vaak zijn het verbitter<strong>de</strong> mensen gewor<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> valreep van leven en dood. Ze on<strong>de</strong>rvin<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong>n<br />

lijve dat <strong>de</strong> wereld en haar begeerte voorbij gaat. Eigenlijk staan ze met al hun rijkdom en luxe met lege<br />

han<strong>de</strong>n terwijl het zilveren koord, waarvan we lezen in Prediker 2:6, verbroken zal wor<strong>de</strong>n. In hun jonge<br />

jaren had<strong>de</strong>n ze geen behoefte <strong>de</strong> Here te zoeken en nu ze oud zijn gewor<strong>de</strong>n is het meestal te moeilijk<br />

gewor<strong>de</strong>n, het <strong>de</strong>nken is star en verbitterd gewor<strong>de</strong>n.<br />

Het is zoals 1 Johannes 2:17 zegt:<br />

“En <strong>de</strong> wereld gaat voorbij en haar begeren, maar wie <strong>de</strong> wil van God doet, blijft tot in eeuwigheid.”<br />

Evenals Sodom en Gomorra gaan zij hun zekere on<strong>de</strong>rgang tegemoet. Het is een kwestie van tijd en dan<br />

zullen zelfs hemel en aar<strong>de</strong> voorbijgaan en plaatsmaken voor “nieuwe hemelen en een nieuwe aar<strong>de</strong> waar<br />

gerechtigheid woont” Welk perspectief hebben wij, en waardoor wij ons laten lei<strong>de</strong>n? Is dat <strong>de</strong> wereld in<br />

haar huidige vorm met alles wat ons hartje begeert? Het zondige wereldsysteem? Als wij ons dáár thuis<br />

voelen en ons daar settelen, zullen wij bedrogen uitkomen. Ook al gaan wij zondags <strong>naar</strong> <strong>de</strong> kerk en zijn<br />

we lid van die kerk of een gemeente kunnen wij in en met ons hart in <strong>de</strong> wereld leven. Wie investeert er in<br />

een bank, <strong>de</strong>ze wereld, die morgen failliet gaat? Wie bouwt een huis achter een dijk die op doorbreken<br />

staat? Wie klemt zich vast aan een on<strong>de</strong>rgaan<strong>de</strong> wereld? Je vraagt je af wie zo dom kan zijn. In oktober<br />

2001 schreef in een bijbelstudie het volgen<strong>de</strong>:<br />

Niemand met gezond verstand zou zo moeten leven, vooral mensen die zeggen gelovig te zijn kunnen het<br />

beter weten. Toch is dit een illustratie van het leven van veel christenen, die al hun tijd en energie<br />

beste<strong>de</strong>n aan vergankelijke dingen, aan zaken die geen eeuwigheidswaar<strong>de</strong> hebben. Dit is het begin van<br />

een <strong>weg</strong> die <strong>naar</strong> bene<strong>de</strong>n, <strong>naar</strong> <strong>de</strong> afgang, voert. Abraham had een an<strong>de</strong>re geestelijke gesteldheid dan Lot.<br />

Hij leef<strong>de</strong> in gemeenschap met God en daarom koester<strong>de</strong> hij an<strong>de</strong>re verwachtingen. Volgens Genesis 11<br />

en 12 had hij <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> sociale en culturele achtergrond als zijn neef Lot, ze kwamen oorspronkelijk uit een<br />

zondig en afgodisch gebied. Ondanks die achtergrond werd Abraham door God geroepen omdat hij<br />

wan<strong>de</strong>l<strong>de</strong> met God. Zo had hij een altaar in <strong>de</strong> buurt van Bethel, waar hij <strong>de</strong> naam <strong>de</strong>s Heren aanriep:<br />

“En hij ging van <strong>de</strong> ene pleisterplaats <strong>naar</strong> <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re, uit het Zui<strong>de</strong>rland tot bij Betel, <strong>de</strong> plaats, waar zijn<br />

tent in het eerst gestaan had, tussen Betel en Ai, Naar <strong>de</strong> plaats van het altaar, dat hij daar vroeger<br />

gemaakt had, en Abram riep daar <strong>de</strong> naam <strong>de</strong>s Heren aan.”<br />

Genesis13:3-4<br />

Dit lezen wij niet van Lot, hoewel hij ook een rechtvaardige was zoals we lezen in Petrus 2:7. Lot had<br />

bezittingen en gaf daar voorrang aan in zijn beslissingen, dit zien wij b.v. in zijn keuze voor <strong>de</strong><br />

Jordaanstreek.


<strong>Hebzucht</strong>, <strong>de</strong> <strong>weg</strong> <strong>naar</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rgang 4<br />

Maar Abraham was een aanbid<strong>de</strong>r. Hij verwachtte <strong>de</strong> stad waarvan God Ontwerper en Bouwmeester is:<br />

“Want hij verwachtte <strong>de</strong> stad met fundamenten, waarvan God <strong>de</strong> ontwerper en bouwmeester is.”<br />

Hebreeën 11:10<br />

Hij had geen interesse voor ste<strong>de</strong>n als Sodom en Gomorra, wij zou<strong>de</strong>n tegenwoordig zeggen dat <strong>de</strong><br />

rijkdom en weel<strong>de</strong> van <strong>de</strong> wereld hem koud lieten. Hij hechtte geloof aan Gods beloften voor hem en zijn<br />

nageslacht waarvan wij lezen in Genesis 12:1-3:<br />

“De Here nu zei<strong>de</strong> tot Abram: Ga uit uw land en uit uw maagschap en uit uws va<strong>de</strong>rs huis <strong>naar</strong> het land,<br />

dat Ik u wijzen zal; Ik zal u tot een groot volk maken, en u zegenen, en uw naam groot maken, en gij zult<br />

tot een zegen zijn. Ik zal zegenen wie u zegenen, en wie u vervloekt zal Ik vervloeken, en met u zullen alle<br />

geslachten <strong>de</strong>s aardbo<strong>de</strong>ms gezegend wor<strong>de</strong>n.”<br />

Abraham had oog voor <strong>de</strong> dingen die men niet ziet, <strong>de</strong> God<strong>de</strong>lijke dingen, die eeuwig en onwankelbaar<br />

zijn. Hoe staan wij zelf ten opzichte van <strong>de</strong> wereld, wáár ligt ons hart? Willen wij <strong>de</strong> weel<strong>de</strong> en het plezier<br />

van <strong>de</strong> wereld een beetje vasthou<strong>de</strong>n en daar naast óók nog een beetje christen zijn?? Dit wordt op <strong>de</strong>n<br />

duur een onhoudbare positie, <strong>de</strong> wereld trekt dan aan <strong>de</strong> ene hand en <strong>de</strong> Heer aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re, je zou kunnen<br />

zeggen dat je dan een verscheurd mens wordt. Lot vestig<strong>de</strong> zich in <strong>de</strong> vruchtbare streek van <strong>de</strong> Jordaan en<br />

sloeg zijn tenten op tot bij Sodom. Hij ging nog niet in Sodom zelf wonen, maar settel<strong>de</strong> zich vlakbij <strong>de</strong><br />

stad. Iemand die <strong>de</strong> vriendschap van <strong>de</strong> wereld zoekt, staat nog aan het begin van een verkeer<strong>de</strong> <strong>weg</strong>.<br />

Uiterlijk lijkt alles in or<strong>de</strong>, die woont nog niet ín <strong>de</strong> stad maar vlak bij <strong>de</strong> stad. Hij leeft niet in openlijke<br />

zon<strong>de</strong>, hij slaat alleen een verkeer<strong>de</strong> richting in. Bijvoorbeeld wanneer iemand een goed betaal<strong>de</strong> baan bij<br />

een bedrijf neemt met oneerlijke werkmetho<strong>de</strong>s. Of wanneer iemand totaal geen tijd meer kan vrijmaken<br />

voor geestelijke activiteiten zijn dat stappen in <strong>de</strong> verkeer<strong>de</strong> richting. Dan is het nog maar een kwestie<br />

van tijd, of wij voelen ons weer helemaal thuis in <strong>de</strong> wereld. Laten wij goed be<strong>de</strong>nken dat we wél tot<br />

we<strong>de</strong>rgeboorte zijn gekomen maar dat ons ou<strong>de</strong> ik alle kansen zal grijpen om zich weer te kunnen<br />

manifesteren. Falen<strong>de</strong> gelovigen gaan tenslotte “wonen” in Sodom, zoals Lot heeft gedaan zoals wij lezen<br />

in Genesis 14:12<br />

“Ook namen zij Lot me<strong>de</strong>, <strong>de</strong> zoon van Abrams broe<strong>de</strong>r, en zijn have, en trokken af; hij nu woon<strong>de</strong> te<br />

Sodom.”<br />

Wij lezen hier dat Lot te Sodom woon<strong>de</strong>, hij was wéér een stapje ver<strong>de</strong>r gegaan, zijn afgang stond voor <strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>ur.<br />

Laten wij nog eens kijken <strong>naar</strong> <strong>de</strong> han<strong>de</strong>lwijze van Abraham.<br />

Hij sloeg ook zijn tenten op:<br />

“Daarna sloeg Abram zijn tenten op en ging wonen bij <strong>de</strong> terebinten van Mamré bij Hebron, en hij<br />

bouw<strong>de</strong> daar een altaar voor <strong>de</strong> Here.”<br />

Genesis 13:18<br />

Hij ging niet wonen bij Sodom, in <strong>de</strong> vlakte van <strong>de</strong> Jordaan. Hij vestig<strong>de</strong> zich bij Hebron, in het bergland<br />

van Juda en wij weten dat <strong>de</strong> berggebie<strong>de</strong>n veel min<strong>de</strong>r voedsel voor <strong>de</strong> dieren leveren. In “geestelijke<br />

berggebie<strong>de</strong>n” vind je <strong>de</strong> mensen met honger <strong>naar</strong> weel<strong>de</strong> en macht niet. Die zijn te vin<strong>de</strong>n in <strong>de</strong><br />

“Jordaanstreek” met veel water en vruchtbare grond. Abraham bouw<strong>de</strong> weer een altaar voor <strong>de</strong> HERE,<br />

nu bij Hebron. En <strong>de</strong> Here God beloof<strong>de</strong> hem het hele land te zullen geven in Genesis 13:14-18<br />

“En <strong>de</strong> Here zei<strong>de</strong> tot Abram, nadat Lot zich van hem geschei<strong>de</strong>n had: Sla toch uw ogen op, en zie van <strong>de</strong><br />

plaats, waar gij zijt, <strong>naar</strong> het noor<strong>de</strong>n, zui<strong>de</strong>n, oosten en westen, Want het gehele land, dat gij ziet, zal Ik u


<strong>Hebzucht</strong>, <strong>de</strong> <strong>weg</strong> <strong>naar</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rgang 5<br />

en uw nageslacht voor altoos geven. En Ik zal uw nageslacht maken als het stof <strong>de</strong>r aar<strong>de</strong>, zodat, indien<br />

iemand het stof <strong>de</strong>r aar<strong>de</strong> zou kunnen tellen, ook uw nageslacht te tellen zou zijn. Sta op, doorwan<strong>de</strong>l het<br />

land in zijn lengte en breedte, want u zal Ik het geven. Daarna sloeg Abram zijn tenten op en ging wonen<br />

bij <strong>de</strong> terebinten van Mamre bij Hebron, en hij bouw<strong>de</strong> daar een altaar voor <strong>de</strong> Here.”<br />

Genesis 13:14-18<br />

Dit is voor ons een wijze les, Abraham zocht niet <strong>de</strong> gemakzucht van <strong>de</strong> wereld, voedsel voor het vee<br />

zon<strong>de</strong>r inspanning. Maar betrok het ruigere en min<strong>de</strong>r vruchtbare gebied waar meer moeite gedaan moest<br />

wor<strong>de</strong>n om het vee te voe<strong>de</strong>n. Maar Abraham wíst dat <strong>de</strong>ze ongemakken niet zou<strong>de</strong>n op<strong>weg</strong>en tegen <strong>de</strong><br />

heerlijkheid die <strong>de</strong> Here aan hem beloof<strong>de</strong>. Een <strong>de</strong>rgelijke belofte is er ook voor <strong>de</strong> gemeente <strong>weg</strong>gelegd.<br />

De <strong>Bijbel</strong> zegt dat <strong>de</strong> Here Jezus Christus zal terugkomen om Zijn gemeente <strong>weg</strong> te nemen en later Zijn<br />

koninkrijk zal oprichten op aar<strong>de</strong>. Dan zullen wij <strong>de</strong>len in Zijn heerlijkheid zoals 2 Timotheus 2:12 zegt:<br />

“Indien wij volhar<strong>de</strong>n, zullen wij ook met Hem als koningen heersen; indien wij Hem zullen verloochenen,<br />

zal ook Hij ons verloochenen.”<br />

Laten wij onze beloning niet op het spel zetten door vriendschap met <strong>de</strong> wereld, die vijandschap is tegen<br />

<strong>de</strong> Here God. Wij zien wij dat Lot in <strong>de</strong> problemen kwam door zijn nauwe relatie met Sodom. Toen <strong>de</strong><br />

stad werd veroverd, werd Lot als een gevangene meegevoerd met alles wat hij bezat, “want hij woon<strong>de</strong> te<br />

Sodom” volgens Genesis 14:12.<br />

De problemen van <strong>de</strong> zondige stad waren zijn eigen problemen gewor<strong>de</strong>n. Abraham daarentegen had niets<br />

te maken met <strong>de</strong> zorgen van Sodom. Hij bekommer<strong>de</strong> zich echter wel om het lot van <strong>de</strong> inwoners van <strong>de</strong><br />

stad en vooral om situatie van zijn me<strong>de</strong>gelovige en bloedverwant Lot. En dééd er ook iets aan! Hieraan<br />

kunnen wij iets leren over onze verhouding als christenen ten opzichte van hen die verloren dreigen te<br />

gaan. Als wij godvrezend wan<strong>de</strong>len zal <strong>de</strong> verwarring waarin <strong>de</strong> wereld verkeert, ons niet boven het hoofd<br />

groeien. Maar wij hebben wél <strong>de</strong> morele plicht om onze broe<strong>de</strong>rs en zusters in Christus te hulp te komen<br />

en ze te red<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rgang. Precies zoals dat met Abraham het geval was, hóeven wij niet “in<br />

Sodom te gaan wonen” om <strong>de</strong> mensen daar van dienst te kunnen zijn. Het is juist omgekeerd: doordat wij<br />

geen <strong>de</strong>el uitmaken van dit verkeer<strong>de</strong> systeem, zijn wij in staat me<strong>de</strong>gelovigen te helpen. Wij leven<br />

weliswaar in <strong>de</strong> wereld, maar wij zijn niet van <strong>de</strong> wereld zoals <strong>de</strong> Here Jezus kort voor zijn offerdood in<br />

zijn gebed uitsprak in Johannes 17.<br />

Het valt ook op dat Abraham zich na<strong>de</strong>rhand niet liet inpakken door <strong>de</strong> koning van Sodom en een<br />

beloning van zijn kant consequent weiger<strong>de</strong> Het was niet toevallig dat juist op dát moment <strong>de</strong> priesterkoning<br />

Melchise<strong>de</strong>k op het toneel verscheen om Abraham te zegenen en te bemoedigen. Op kritieke<br />

momenten heeft God altijd <strong>de</strong> juiste mid<strong>de</strong>len ter beschikking om ons geloof te versterken. Als wij<br />

Genesis 18 en 19 lezen, zien wij dat Lot zich tenslotte volledig i<strong>de</strong>ntificeer<strong>de</strong> met Sodom, hij werd zelfs<br />

een gerespecteer<strong>de</strong> inwoner van die stad. Hij achtte zich verantwoor<strong>de</strong>lijk voor <strong>de</strong> belangen van <strong>de</strong> stad en<br />

zat in <strong>de</strong> poort van Sodom:<br />

“En <strong>de</strong> twee engelen kwamen in <strong>de</strong> avond te Sodom. Lot zat in <strong>de</strong> poort van Sodom en toen Lot hen zag,<br />

stond hij op, ging hun tegemoet, boog zich ne<strong>de</strong>r met het aangezicht ter aar<strong>de</strong>.”<br />

Genesis 19:1<br />

Lot zat niet in <strong>de</strong> poort van<strong>weg</strong>e <strong>de</strong> koelte zoals mij eens is uitgelegd maar in <strong>de</strong> poort werd door <strong>de</strong><br />

oudsten van <strong>de</strong> stad rechtsspraak gehou<strong>de</strong>n en Lot was één van hen. Denk maar eens aan <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis<br />

van Boaz en Ruth, Boaz ging óók <strong>naar</strong> <strong>de</strong> poort waar <strong>de</strong> stadsoudsten zaten om <strong>de</strong> zaak voor te leggen.<br />

(Ruth 4:1-13) Het zal wel een teleurstelling voor Abraham zijn geweest, die zijn best had gedaan om zijn<br />

neef te hulp te komen en te red<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong> hand van Kedor-laomer


<strong>Hebzucht</strong>, <strong>de</strong> <strong>weg</strong> <strong>naar</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rgang 6<br />

Waarom had Lot zich opnieuw gevestigd in Sodom? Was hij blind voor <strong>de</strong> gevaren die hem daar<br />

bedreig<strong>de</strong>n? Wij weten het niet. In ie<strong>de</strong>r geval kon Lot <strong>de</strong> stad niet vaarwel zeggen. Zelfs <strong>de</strong> twee engelen<br />

had<strong>de</strong>n moeite om hem zover te krijgen. Zij moesten hem bij <strong>de</strong> hand nemen en hem uit <strong>de</strong> stad lei<strong>de</strong>n,<br />

an<strong>de</strong>rs zou hij zijn omgekomen bij <strong>de</strong> verwoesting van Sodom<br />

De aarzeling van Lot om Sodom te verlaten, is niet <strong>de</strong> enige aanwijzing dat hij <strong>de</strong> verdorven stad niet kon<br />

loslaten en er helemaal in verstrikt was. Studie van <strong>de</strong>ze hoofdstukken leidt tot <strong>de</strong> conclusie dat Lot<br />

vermoe<strong>de</strong>lijk met een vrouw uit Sodom was getrouwd. Hij <strong>de</strong>ed zijn tent van <strong>de</strong> hand en kocht een huis in<br />

<strong>de</strong> stad. Zijn gezin groei<strong>de</strong> op in Sodom en Lot liet zich bij al zijn beslissingen lei<strong>de</strong>n door <strong>de</strong><br />

familiebetrekkingen. Zijn aanstaan<strong>de</strong> schoonzoons woon<strong>de</strong>n ook in Sodom. Hij zat in <strong>de</strong> poort van <strong>de</strong><br />

stad. Dit wijst dus erop dat hij een van <strong>de</strong> bestuur<strong>de</strong>rs was gewor<strong>de</strong>n. Het was te laat, Sodom ging het<br />

ver<strong>de</strong>rf tegemoet.<br />

De christen die verstrikt is in <strong>de</strong> wereld zal zich veelal niet schuldig maken aan geweld en grove zon<strong>de</strong>n:<br />

Maar zijn <strong>de</strong>nken is in veel opzichten niet meer zuiver en zijn getuigenis is zwak en ongeloofwaardig.<br />

Abraham vervul<strong>de</strong> zowel als getuige en als voorbid<strong>de</strong>r een veel betere rol.<br />

Het liep slecht af met Lot. Zijn ein<strong>de</strong> was tragisch, hoewel God zijn leven spaar<strong>de</strong>. Hij verloor ver<strong>de</strong>r<br />

alles wat hij bezat: zijn werk, zijn huis, zijn bezittingen, zijn vrouw en tenslotte zijn eigen waardigheid.<br />

De vrouw van Lot volg<strong>de</strong> hem weliswaar op zijn vlucht uit <strong>de</strong> stad, maar haar hart bleef in Sodom. Zij<br />

zag achterom, en direct daar op werd ze een zoutpilaar.In het Nieuwe Testament waarschuwt <strong>de</strong> Heer<br />

Jezus Zelf:<br />

“Denkt aan <strong>de</strong> vrouw van Lot!”<br />

Lucas 17:32<br />

Het falen van Lot begon met het maken van een verkeer<strong>de</strong> keus en had vreselijke gevolgen voor hemzelf<br />

en zijn gezin. Lot was een Oud Testamentische gelovige, onze situatie in <strong>de</strong> Here Jezus Christus is een<br />

geheel an<strong>de</strong>re, maar <strong>de</strong> <strong>Bijbel</strong> zegt uitdrukkelijk:<br />

“Elk van God ingegeven schriftwoord is ook nuttig om te on<strong>de</strong>rrichten, te weerleggen, te verbeteren en op<br />

te voe<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> gerechtigheid”<br />

2 Timotheus 3:16<br />

Dáárom moeten wij ook lering trekken uit het leven van Lot. De geschie<strong>de</strong>nis van Lot is een dui<strong>de</strong>lijke<br />

waarschuwing voor christenen in het laatst <strong>de</strong>r dagen. Het is een waarschuwing voor óns, om ons te<br />

behoe<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> verkeer<strong>de</strong> stappen die <strong>naar</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rgang lei<strong>de</strong>n want <strong>de</strong> komst van <strong>de</strong> Heer zou wel<br />

eens héél nabij kunnen zijn.<br />

In Lucas 17: 26-37 zegt <strong>de</strong> Here Jezus:<br />

“En gelijk het geschied<strong>de</strong> in <strong>de</strong> dagen van Noach, zo zal het ook zijn in <strong>de</strong> dagen van <strong>de</strong> Zoon <strong>de</strong>s mensen:<br />

Zij aten, zij dronken, zij huw<strong>de</strong>n, en zij wer<strong>de</strong>n ten huwelijk genomen tot op <strong>de</strong> dag, waarop Noach in <strong>de</strong><br />

ark ging en <strong>de</strong> zondvloed kwam en allen ver<strong>de</strong>lg<strong>de</strong>. Op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> wijze als het geschied<strong>de</strong> in <strong>de</strong> dagen van<br />

Lot: zij aten, zij dronken, zij kochten, zij verkochten, zij plantten, zij bouw<strong>de</strong>n. Maar op <strong>de</strong> dag, waarop<br />

Lot uit Sodom ging, regen<strong>de</strong> vuur en zwavel van <strong>de</strong> hemel en ver<strong>de</strong>lg<strong>de</strong> hen allen. Op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> wijze zal<br />

het gaan op <strong>de</strong> dag, waarop <strong>de</strong> Zoon <strong>de</strong>s mensen geopenbaard wordt. Wie op die dag op het dak zal zijn,<br />

terwijl zijn huisraad in huis is, ga niet <strong>naar</strong> bene<strong>de</strong>n om het te halen, en wie in het veld is evenzo, hij kere<br />

niet terug. Denkt aan <strong>de</strong> vrouw van Lot! Ie<strong>de</strong>r, die zijn leven zal trachten te behou<strong>de</strong>n, die zal het<br />

verliezen, maar ie<strong>de</strong>r, die het verliezen zal, die zal het vernieuwen. Ik zeg u, in die nacht zullen er twee in


<strong>Hebzucht</strong>, <strong>de</strong> <strong>weg</strong> <strong>naar</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rgang 7<br />

een bed zijn, <strong>de</strong> een zal aangenomen, <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r achtergelaten wor<strong>de</strong>n. Twee vrouwen zullen samen bezig<br />

zijn met malen, <strong>de</strong> ene zal aangenomen, <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re achtergelaten wor<strong>de</strong>n. Twee zullen op het land zijn, <strong>de</strong><br />

een zal aangenomen, <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r achtergelaten wor<strong>de</strong>n. En zij antwoord<strong>de</strong>n en zei<strong>de</strong>n tot Hem: Waar,<br />

Here? Hij zei<strong>de</strong> tot hen: Waar het lichaam is, daar zullen ook <strong>de</strong> gieren (een betere vertaling zou<br />

aren<strong>de</strong>n zijn) zich verzamelen.”<br />

De gemeente van <strong>de</strong> Here kan spoedig <strong>weg</strong>genomen wor<strong>de</strong>n en waar staan wij zelf? Leven wij als<br />

Abraham die zich helemaal op <strong>de</strong> beloften van <strong>de</strong> Here God had gericht óf leven wij als Lot, wél gelovig<br />

maar toch getrokken wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> wereld en haar begeren? Een verstandige christen danst niet op een<br />

rommelen<strong>de</strong> vulkaan maar ziet <strong>de</strong> tekenen van <strong>de</strong> tijd waarin hij of zij leeft en neemt <strong>naar</strong> aanleiding daar<br />

van <strong>de</strong> beslissingen.<br />

Amen.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!