Kaaswandeling door Edam - Vereniging Oud Edam
Kaaswandeling door Edam - Vereniging Oud Edam
Kaaswandeling door Edam - Vereniging Oud Edam
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Kaaswandeling</strong><br />
Wie <strong>Edam</strong> zegt, zegt kaas. En wie naar <strong>Edam</strong> gaat, gaat natuurlijk naar de Kaasmarkt, op zoek<br />
naar het beroemde ronde kaasje. Vele duizenden toeristen genieten hier op alle<br />
woensdagen van juli en augustus van de heropvoering van de <strong>Edam</strong>se kaashandel van<br />
weleer. Maar er is nog veel meer terug te vinden van het rijke kaasverleden van <strong>Edam</strong>.<br />
Gebouwen, pleinen, straten en vaartjes die met het transport, de opslag en de handel van<br />
kaas te maken hadden.<br />
Wie echter zoekt naar de plaatsen waar de <strong>Edam</strong>mer gemaakt werd, moet buiten de stad<br />
zijn. In het boek ‘Hoe de <strong>Edam</strong>mer de wereld veroverde; de geschiedenis van een rond<br />
kaasje’ doet auteur Marc Argeloo uit de doeken hoe de beroemde kleine kaasjes tot 1875<br />
hoofdzakelijk op de boerderij werden gemaakt. Die lagen in de Zeevang, het omringende<br />
platteland, en in de Purmer en Beemster en de Warderbroek (nu Zuidpolder). Binnen <strong>Edam</strong><br />
zal waarschijnlijk op een aantal stadsboerderijen ook wel kaas zijn gemaakt. Maar waarom<br />
de <strong>Edam</strong>mer toch <strong>Edam</strong>mer heet is te danken aan het feit dat de kaas hier werd opgeslagen<br />
in pakhuizen om te rijpen, om te wegen, om in te pakken voor vervoer naar verre<br />
bestemmingen en omdat ze hier op de markt werd verhandeld. Die verdeling van productie<br />
op het platteland en opslag en handel in de stad bleef zo, ook toen de kaas aan het einde<br />
van de 19 e eeuw in toenemende mate in kaasfabriekjes werd vervaardigd. Die fabriekjes<br />
stonden namelijk ook op het platteland, in dorpen als Middelie, Warder en <strong>Oud</strong>endijk. Even<br />
was er toch een kaasfabriek binnen de stadsmuren: tussen 1918 en 1942. Maar die was geen<br />
lang leven beschoren.
Kaasmarkt<br />
Een kaaswandeling kan natuurlijk alleen maar beginnen op de Kaasmarkt. Nu is dat het Jan<br />
van Nieuwenhuizenplein, zoals dit plein officieel heet. Maar iedereen noemt het de<br />
Kaasmarkt.<br />
Aan het plein staat de Kaaswaag, een gebouw uit 1775. De tegeltableaus aan de voorgevel<br />
zijn gemaakt bij aardewerkfabriek De Distel in Amsterdam rond 1900. Zij geven de handel en<br />
de nijverheid weer. Binnen bevinden zich een grote en een kleine waagbalans uit 1625 en<br />
1644. Naast de waag was het café Nieuw Oost Indië gevestigd, waar de handelaren hun<br />
zaken beklonken.<br />
De verkoop van een partij kaas is sinds mensenheugenis op dezelfde wijze gegaan. De kazen,<br />
ronde <strong>Edam</strong>mers uit de omgeving, daar naartoe gebracht <strong>door</strong> de boeren en later <strong>door</strong><br />
handelaren, lagen netjes tweehoog op straat gestapeld. Over de kaas werden zeildoeken<br />
gelegd om uitdrogen te voorkomen. Door middel van handjeklap of handslag ging men<br />
loven en bieden, waarna koper en verkoper het met elkaar eens werden over de prijs.<br />
Daarop volgde een handdruk. Vervolgens brachten kaasdragers de partij naar de weegschaal<br />
op kaasberries of in manden. Hierna vond de partij zijn weg richting kaaspakhuis of werd per<br />
schip of kar naar elders afgevoerd.<br />
Pakhuizen<br />
Via Prinsenstraat, Kleine Kerkstraat, Speeltoren en Lingerzijde lopen we over de<br />
Kwakelbrug naar de Schepenmakersdijk. Hier, op de nummers 2 en 3, staan twee<br />
kaaspakhuizen, ‘de Leeuw’, met een 17 e - eeuws houtskelet en ‘het Melkmeisje’, tot 1960 in<br />
gebruik bij de familie Van Leuzen. De pakhuizen zijn op de verdieping met elkaar verbonden.<br />
Veel is er over de architectuur van pakhuizen niet bekend. In de 17 e eeuw deden vaak de<br />
verdieping en de pakzolder van woonhuizen als opslag dienst. Maar daarna werden er al<br />
meer pakhuizen gebouwd die volledig bestemd waren voor opslag. Kenmerken: een<br />
minimum aan ramen en in de voorgevel op de verdieping een deur, waar<strong>door</strong> goederen<br />
direct van buitenaf konden worden gehesen. De pakhuizen uit later tijd hebben meerdere<br />
verdiepingen, om een zo groot mogelijk aantal vierkante meters te verkrijgen.<br />
Nieuwe Haven<br />
We lopen terug over de Schepenmakersdijk, over het Doelland en de Bult. Na het sluisje<br />
linksaf, daarna bij Hotel de Fortuna direct rechts naar de Nieuwe Haven.
Langs deze gracht, die pas rond 1550 verbonden werd met de Schepenmakersdijk, kwamen<br />
vele pakhuizen te staan. Voor kaas, maar zeker ook voor andere waren zoals hout, want de<br />
Nieuwe Haven en de overkant ervan, het Marken, werden allengs een echt industriel<br />
kwartier, waar vooral activiteiten op het gebied van scheepsbouw plaatsvonden (zie detail<br />
hierboven op de kaart van Frederik De Wit 1674).<br />
U loopt de Nieuwe Haven geheel af naar het oosten. Onderweg komt u vooral 19 e -eeuwse<br />
pakhuizen tegen. Het zijn deels grote pakhuizen met meerdere verdiepingen. Op nummer 66<br />
‘De Toekomst’, met trapgevel, drielaags en gebouwd omstreeks 1890, op nummer 63 ‘De<br />
Volharding’ uit 1915 en op nummer 61 ‘De Vlijt’ en op nummer 54 ‘De Koe’, drielaags, uit<br />
1938. Ook nummer 57 was eerst pakhuis, evenals nummer 25, ‘Barcelona’.<br />
Nummer 19 is ‘Stad Rotterdam’. Dit enorme kaaspakhuis met neo-renaissance-elementen is<br />
een rijksmonument. Het is gebouwd in 1888. Het is onlangs omgebouwd om er woningen in
te vestigen. Veel van deze pakhuizen hebben een verbinding met een ouder pakhuis aan de<br />
Voorhaven.<br />
Het huis op nummer 18 heeft boven de deur een houtsnede met daarop kaasdragers en de<br />
Kaaswaag.<br />
Voorhaven<br />
Aan het einde van de Nieuwe Haven gaat u linksaf en direct weer links, de Voorhaven op.<br />
Op Voorhaven nummer 37 staat een pakhuis, gebouwd rond 1630. Het heeft een gaaf<br />
bewaarde trapgevel en gekoppelde deur- en vensterkozijnen. Voorhaven 41, waarin nu<br />
appartementen zijn gebouwd, was een pakhuis van de kaashandel Schardam, waarvan we<br />
verderop nog meer pakhuizen tegenkomen. Het zijn Voorhaven 127 uit 1740 met een<br />
klokgevel, Voorhaven 129 uit 1778 en het pakhuis ‘<strong>Edam</strong>’ uit het derde kwart van de 18 e<br />
eeuw op nummer 131. Op vrijdag kunt u een van deze pakhuizen binnengaan om er kaas te<br />
kopen van de aloude <strong>Edam</strong>se kaashandel Gestam. Op de foto hieronder (circa 1930) wordt<br />
kaas uit een schip gelost en in het pakhuis van deze firma opgeslagen.<br />
Aan het einde van de Voorhaven komt u bij de Dam. U loopt recht<strong>door</strong> over de<br />
Keizersgracht, rechtsaf over de brug, en daarna direct weer rechtsaf het Spui op.<br />
Hier kunt u een kaasje kopen of even op de brug staan om een foto te nemen. Het is<br />
opvallend hoe smal de haven hier is. Toch voeren hier de met kaas geladen schepen af en<br />
aan. Al in 1450 moesten er regels worden opgesteld om te zorgen dat de schepen elkaar<br />
netjes konden passeren.
De <strong>Edam</strong>mers hebben van het nadeel van<br />
de drassige grond, waar alleen veeteelt<br />
mogelijk was, <strong>door</strong> zich toe te leggen op<br />
kaasbereiding hun voordeel gemaakt.<br />
Tussen 1600 en 1800 veroverde de<br />
<strong>Edam</strong>mer kaas de wereld. Omdat hij<br />
handzaam en klein was, omdat hij niet<br />
vatbaar was voor beschadiging en<br />
uitdroging en omdat <strong>Edam</strong>mer kaas in<br />
steeds grotere aantallen in deze omgeving<br />
geproduceerd kon worden.<br />
De drooggemaakte polders Beemster<br />
(1612) en Purmer (1633) droegen bij aan<br />
een enorme groei van de productie. Tot in<br />
de overzeese gebiedsdelen werd de rode<br />
<strong>Edam</strong>mer bekend, met zijn rode<br />
beschermlaagje parafine. <strong>Edam</strong>mer kaas is<br />
wereldberoemd geworden, behalve in<br />
Nederland. Want in Nederland is sedert<br />
het midden van de vorige eeuw de<br />
Goudse kaas het populairst.<br />
Via het Spui loopt u weer naar de Dam, langs het <strong>Edam</strong>s Museum. Dit museum bewaart nog<br />
menige herinnering aan het rijke, <strong>Edam</strong>se verleden, waar behalve kaas ook scheepsbouw de stad<br />
in de 16 e en 17 e eeuw tot grote bloei bracht. Daarna gaat u links af, de Breestraat in.<br />
Breestraat<br />
Deze straat heet op oude kaarten nog Kaasstraat. Hij was in de ogen van zijn naamgevers breed; dat<br />
moest ook wel, want dit is de plaats waar voor 1778 de Kaasmarkt werd gehouden en waar, op de<br />
hoek van Voorhaven en Breestraat, de kaas werd gewogen. De aanvoer was aan het einde van de<br />
Breestraat, waar de Eilandsgracht (nu gedempt) vol lag met kaasbootjes die uit de polder de kaas<br />
kwamen aanvoeren.<br />
U loopt de Breestraat uit, aan het einde gaat u rechtsaf langs het oudste houten huis van <strong>Edam</strong>, en<br />
daarna de eerste straat links, het Nieuwvaartje op.<br />
Nieuwvaartje en Groenland<br />
De <strong>Edam</strong>mers noemen dit gedeelte van de<br />
stad het ‘Boerenbuurtje’. Het Nieuwvaartje<br />
werd aangelegd in 1566 zodat de scheepjes<br />
met kaas makkelijker de markt konden<br />
bereiken. Langs het Nieuwvaartje, en langs<br />
het Groenland aan de overkant, stonden veel<br />
boerderijen; zie bijvoorbeeld de nummers<br />
Nieuwvaartje 4, 12 en 16. In 1940 waren er in<br />
deze buurt nog 17 veehouders werkzaam.<br />
Onlangs is de laatste veehouder gestopt.<br />
Vanuit de boerderijen werden de koeien per<br />
schuit naar het land gebracht. Aan het einde<br />
van dit vaartje heeft u een prachtig uitzicht<br />
over de Zeevang, de bakermat van de<br />
<strong>Edam</strong>mer.<br />
U gaat linksaf om de kerk heen; in de zomer is<br />
deze monumentale drie-beukige hallenkerk<br />
regelmatig opengesteld voor bezoek.<br />
Via de Mathijs Tinxgracht bereikt u weer de<br />
Kaasmarkt.
Uitgave: <strong>Vereniging</strong> <strong>Oud</strong> <strong>Edam</strong><br />
Samenstelling en tekst: Jan Sparreboom Kaart: Reinout Klaarenbeek<br />
Foto’s: Jan Sparreboom, Wil Tjoa <strong>Edam</strong>, november 2011