05 Bestemmingsplan Slochteren - Schildwolde - Raadslochteren.nl
05 Bestemmingsplan Slochteren - Schildwolde - Raadslochteren.nl
05 Bestemmingsplan Slochteren - Schildwolde - Raadslochteren.nl
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Bestemmingsplan</strong><br />
<strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong><br />
NL.IMRO.0040.bp00018-41vg<br />
Deze standaard is gebaseerd op de Bro (juni 2007) en SVBP2008 (22 februari 2008).
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
Inhoudsopgave<br />
Toelichting 5<br />
Hoofdstuk 1 I<strong>nl</strong>eiding 5<br />
1.1 Aa<strong>nl</strong>eiding actualisering bestemmingsplannen 5<br />
1.2 Plangebied <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> 5<br />
1.3 Vigerende bestemmingsplannen 6<br />
1.4 Leeswijzer 8<br />
Hoofdstuk 2 Gebiedsverkenning 9<br />
2.1 I<strong>nl</strong>eiding 9<br />
2.2 Historische ontwikkeling 9<br />
2.3 Ruimtelijke analyse 10<br />
2.4 Functionele analyse 11<br />
2.5 Beschermd dorpsgezicht <strong>Slochteren</strong> 12<br />
Hoofdstuk 3 Planologisch beleidskader 18<br />
3.1 Europees beleid 18<br />
3.2 Rijksbeleid 19<br />
3.3 Provinciaal beleid 20<br />
3.4 Regionaal beleid 21<br />
3.5 Gemeentelijk beleid 21<br />
Hoofdstuk 4 Onderzoeken 26<br />
4.1 I<strong>nl</strong>eiding 26<br />
4.2 Milieuaspecten 26<br />
4.3 Externe veiligheid 30<br />
4.4 Luchtkwaliteit 35<br />
4.5 Civieltechnische aspecten 36<br />
4.6 Water 36<br />
4.7 Archeologie en cultuurhistorie 39<br />
4.8 Flora en fauna 42<br />
Hoofdstuk 5 Planuitgangspunten 44<br />
5.1 I<strong>nl</strong>eiding 44<br />
5.2 Beleidsregels 44<br />
5.3 Ruimtelijke kwaliteit 45<br />
5.4 Duurzaamheid 46<br />
5.5 Bedrijven en voorzieningen 46<br />
Hoofdstuk 6 Juridische planbeschrijving 47<br />
6.1 RO Standaarden en regels 2008 47<br />
6.2 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) 48<br />
6.3 Plantoelichting 48<br />
6.4 Planregels 49<br />
6.5 Toelichting basisbestemmingen 53<br />
6.6 Toelichting dubbelbestemmingen 68<br />
6.7 Toelichting gebiedsaanduidingen 70<br />
6.8 Verbeelding (plankaart) 73<br />
Hoofdstuk 7 Economische uitvoerbaarheid 75<br />
7.1 Algemeen 75<br />
7.2 Exploitatieplan 75<br />
7.3 Planschade 75<br />
Hoofdstuk 8 Maatschappelijke uitvoerbaarheid 76<br />
8.1 Vooroverleg 76<br />
8.2 Inspraak 76<br />
Bijlagen 77<br />
2
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
Bijlage 1 Nota Inspraak en Overleg 79<br />
Bijlage 2 Aanwijzingsbesluit beschermd dorpsgezicht <strong>Slochteren</strong> 113<br />
Bijlage 3 Kaart beschermd dorpsgezicht <strong>Slochteren</strong> 131<br />
Bijlage 4 Vooroverleg brandweer 137<br />
Bijlage 5 Vooroverleg Gasunie 147<br />
Bijlage 6 Vooroverleg NAM 153<br />
Bijlage 7 Vooroverleg provincie 159<br />
Bijlage 8 Vooroverleg Tennet 165<br />
Bijlage 9 Vooroverleg VROM inspectie 171<br />
Bijlage 10 Vooroverleg waterschap 181<br />
Bijlage 11 Nota Zienswijze, Commentaar en Wijziging 187<br />
11.1 I<strong>nl</strong>eiding 187<br />
11.2 Overzicht indieners zienswijzen 187<br />
11.3 Zienswijze, commentaar en wijziging 187<br />
3
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
4
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
Hoofdstuk 1 I<strong>nl</strong>eiding<br />
Toelichting<br />
1.1 Aa<strong>nl</strong>eiding actualisering bestemmingsplannen<br />
1.1.1 Algemeen<br />
In het plangebied gelden nu verschillende bestemmingsplannen, waarbij het oudste<br />
plan al sinds eind jaren zeventig van kracht is. Op grond van de Wet ruimtelijke<br />
ordening moeten bestemmingsplannen eens in de tien jaar worden herzien. Ook de<br />
gemeente <strong>Slochteren</strong> acht het nodig om bestemmingsplannen te actualiseren, omdat<br />
het bestemmingsplan en de gegroeide situatie te ver uiteen lopen. Dat resulteert<br />
onder meer in een toename van het aantal verzoeken om af te mogen wijken van het<br />
bestemmingsplan.<br />
Daarnaast zijn de beleidsinzichten in de loop der tijd gewijzigd. De gemeente<br />
<strong>Slochteren</strong> wil bepaalde ontwikkelingen meer ruimte geven. Het is wenselijk deze<br />
beleidsinzichten in regels om te zetten, zodat de ruimte ook daadwerkelijk door<br />
burgers en bedrijven beschikbaar komt.<br />
1.1.2 Beleidsvorming<br />
Het bestemmingsplan is onderdeel van een serie waarmee in de komende jaren het<br />
bestemmingsplannenbestand van de gemeente <strong>Slochteren</strong> wordt geactualiseerd en<br />
gesaneerd. Deze plannen zullen zoveel mogelijk steeds op dezelfde wijze worden<br />
opgebouwd.<br />
Voorafgaand aan de actualisering van de bestemmingsplannen zijn beleidsnotities<br />
opgesteld die als beleidsregels zijn vastgesteld. Deze beleidsregels zijn vervolgens<br />
verwerkt in de regels van de nieuwe bestemmingsplannen en hebben bovendien<br />
zelfstandige status als toetsingskader voor ingekomen verzoeken om ontheffing van<br />
de nog niet geactualiseerde bestemmingsplannen. Voordelen van een beleidsregels<br />
zijn:<br />
rechtszekerheid;<br />
duidelijkheid over bebouwings- en gebruiksmogelijkheden voor burgers en<br />
ondernemers;<br />
duidelijkheid over ruimtelijk relevante aspecten voor bestuurders;<br />
afstemming van functies op elkaar door het voorkomen van ad hoc afwegingen;<br />
helder toetsingskader voor initiatieven;<br />
instrument voor handhaving;<br />
snelheid in het actualiseringstraject door hogere efficiency.<br />
1.2 Plangebied <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong><br />
1.2.1 Ligging plangebied<br />
Het plangebied beslaat het bebouwd gebied van de kernen <strong>Slochteren</strong> en <strong>Schildwolde</strong>.<br />
Naast de lintbebouwing van deze plaatsen vallen ook de aangrenzende woonwijken<br />
(waaronder <strong>Slochteren</strong> –4 en Schatterswold binnen het plangebied. Ook het landgoed<br />
Fraeylema (inclusief bos) wordt tot het plangebied gerekend. Het perceel van de<br />
voormalige huishoudschool (Hoofdweg 39 in <strong>Slochteren</strong>) is buiten de plangrens<br />
gehouden. Voor dit perceel wordt een afzonderlijke ruimtelijke procedure doorlopen<br />
voor een drietal nieuwe woningen.<br />
5
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
1.2.2 Begrenzing plangebied<br />
De begrenzing van het plangebied wordt globaal gevormd door de contouren van de<br />
bestaande kernen <strong>Slochteren</strong> en <strong>Schildwolde</strong>. Van noord naar zuid (kloksgewijs) is de<br />
begrenzing als volgt. De noordgrens van het plangebied wordt nu gevormd door de<br />
grens van het dorp <strong>Schildwolde</strong> met Hellum (achtertuinen) naar het open agrarisch<br />
landschap. De oostelijke grens vormt een overgang van de achtertuinen naar een<br />
open landbouwgebied. De Hoofdweg tot aan de grens met Froombosch vormt de<br />
zuidwestelijke uitloper van het plangebied. Alle lintbebouwing is daarbij opgenomen in<br />
het plangebied. Ook de aangrenzende woonwijken (waaronder <strong>Slochteren</strong> IV en<br />
Schatterswold) worden tot het plangebied gerekend.<br />
De westelijke grens vormt ook een soortgelijke overgang naar een open<br />
landbouwgebied.<br />
1.2.3 Grens buitengebied en kernen<br />
Algemene overwegingen<br />
De begrenzingen van de komplannen worden gevormd door de grens met andere<br />
dorpen en met het buitengebied. De grens van voorliggend bestemmingsplan tussen<br />
dorpsbebouwing (stedelijk gebied) en buitengebied is bepaald aan de hand van het<br />
bebouwings- en occupatiepatroon. Als basis is uitgegaan van die delen van kernen en<br />
linten met een redelijk aaneengesloten of ruimtelijk dominant patroon van bebouwing<br />
en bijbehorende erven. Er wordt daarbij rekening gehouden met karakter van de<br />
percelen die aan het lint (de weg) liggen. Onbebouwde agrarische percelen die tot aan<br />
de weg in het lint reiken worden veelal buiten het plangebied van de kernen<br />
gehouden. Als bebouwde percelen en dwarsstructuren aan deze zone raken zijn zij<br />
daar meestal aan toegevoegd. In een aantal gevallen zijn plangrenzen opgerekt tot<br />
aan een doorgaande weg, om versnippering over bestemmingsplannen te voorkomen.<br />
Provinciaal beleid<br />
Gedeputeerde Staten hebben op 20 april 2010 gebruik gemaakt van de bevoegdheid<br />
in de provinciale omgevingsverordening om de grenzen van het bestaand bebouwd<br />
gebied vast te leggen. Deze begrenzing heeft weerslag op functies die in de<br />
verordening niet zijn toegestaan in het buitengebied (de contramal van bestaand<br />
bebouwd gebied), het verbod om woningen toe te voegen aan het buitengebied en de<br />
maximaal toegestane oppervlakte van woonbebouwing op een bouwperceel. De<br />
begrenzing uit de verordening heeft derhalve geen invloed gehad op de begrenzing<br />
van het plangebied, maar slechts op de toekenning van bestemmingen.<br />
Twee verschillende begrenzingen<br />
Omdat de inzichten van de provincie omtrent de grenzen van het bestaand bebouwd<br />
gebied verschillen met die van de gemeente valt een deel van het plangebied onder<br />
het regime van het provinciaal beleid voor het buitengebied, dit geldt voor een aantal<br />
percelen tussen de Hoofdweg en <strong>Schildwolde</strong>rdijk in <strong>Schildwolde</strong> (omgeving<br />
Kloosterlaan en Kloosterpad). Ook een aantal bebouwde percelen aan de rand van het<br />
plangebied (delen Noorderweg en Boslaan) worden gerekend tot het provinciale<br />
buitengebied. De regels van het bestemmingsplan zijn voor deze percelen waar nodig<br />
aangepast aan het provinciaal beleid.<br />
1.3 Vigerende bestemmingsplannen<br />
1.3.1 Geldende plannen en afwijkingen<br />
Voor het plangebied gelden momenteel de volgende bestemmingsplannen:<br />
6<br />
<strong>Bestemmingsplan</strong> Vaststelling<br />
raad<br />
Goedkeurin<br />
g GS<br />
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong> IV 17-<strong>05</strong>-1976 21-06-1977<br />
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong> IV, uitwerkingsplan fase II 12-02-1979 22-<strong>05</strong>-1979<br />
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong> IV, uitwerkingsplan fase II,<br />
herziening<br />
12-<strong>05</strong>-1980 19-08-1980
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong> IV, Peuterspeelzaal 16-01-1984 01-<strong>05</strong>-1984<br />
<strong>Bestemmingsplan</strong> Fraeylema 19-11-1984 22-10-1985<br />
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong> Kern 18-03-1985 28-01-1986<br />
Partiele herziening bestemmingsplan <strong>Slochteren</strong> Kern<br />
(Rabobank)<br />
15-12-1986 24-02-1987<br />
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong> IV, fase 3 16-11-1987 09-02-1988<br />
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong> Kern, herziening Hoofdweg<br />
132 <strong>Slochteren</strong><br />
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong> Kern Hippisch Bedrijf,<br />
Hoofdweg 164 <strong>Slochteren</strong><br />
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong> Kern, herziening basisschool<br />
De Kinderboom<br />
<strong>Bestemmingsplan</strong> Fraeylema, aanpassing ex artikel 30<br />
WRO<br />
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong> Kern, herziening Hoofdweg<br />
45 <strong>Slochteren</strong><br />
12-07-1988 04-10-1988<br />
19-11-1990 22-01-1991<br />
16-12-1991 20-02-1992<br />
24-08-1992 <strong>05</strong>-11-1992<br />
14-09-1992 14-10-1992<br />
<strong>Bestemmingsplan</strong> Bedrijventerrein <strong>Slochteren</strong> 26-10-1992 22-12-1992<br />
<strong>Bestemmingsplan</strong> Buitengebied, herziening 1997 22-12-1997 07-08-1998<br />
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong> Kern, herziening Hoofdweg<br />
44 <strong>Slochteren</strong><br />
09-02-1999 31-03-1999<br />
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong> IV, fase 1 (herziening 1998) 22-11-1999 03-02-2000<br />
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong> Kern (herziening Hoofdweg<br />
207)<br />
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong> Kern (herziening Hoofdweg<br />
250 + 252)<br />
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong> Kern, herziening Hoofdweg<br />
271 te <strong>Slochteren</strong><br />
24-01-2000 08-03-2000<br />
28-02-2000 19-04-2000<br />
26-<strong>05</strong>-2003 <strong>05</strong>-08-2003<br />
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Schildwolde</strong>-kern 27-06-1994 07-02-1995<br />
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Schildwolde</strong>-kern, uitwerking Harryvan 25-06-2001 16-08-2001<br />
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Schildwolde</strong>-Schattersum 24-<strong>05</strong>-1993 12-08-1993<br />
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Schildwolde</strong>-Schattersum, herziening 12-10-1993 16-12-1993<br />
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Schildwolde</strong>-Schatterswold 24-03-2003 04-11-2003<br />
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Schildwolde</strong>-kern, uitwerking Harryvan<br />
– herziening 2002<br />
1.3.2 Aangrenzende bestemmingsplannen<br />
23-06-2003 15-09-2003<br />
In het noorden grenst het plangebied aan het bestemmingsplan Hellum-kern, in het<br />
zuiden aan het bestemmingsplan Froombosch-kern. Aan de oost en westkant aan het<br />
bestemmingsplan Buitengebied, herziening 1997.<br />
1.3.3 Facetbestemmingsplannen<br />
Facet bestemmingsplan Vaststelling<br />
raad<br />
Herziening voorschriften Bijgebouwen<br />
<strong>Slochteren</strong> 1983<br />
Goedkeuring GS<br />
18-04-1983 26-07-1983<br />
Aanvullende Regeling Seksinrichting 26-02-2001 07-<strong>05</strong>-2001<br />
7
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
1.3.4 Vrijstellingen en ontheffingen<br />
Voor één of meer van bovenstaande plannen is in het verleden vrijstelling of ontheffing<br />
verleend. Het voert te ver een overzicht te geven van alle verleende vrijstellingen en<br />
ontheffingen. Bij het opstellen van het plan zijn deze vrijstellingen en/of ontheffingen<br />
waar nodig verwerkt in het plan.<br />
1.4 Leeswijzer<br />
In vervolg op de situatieschets van het plangebied in dit i<strong>nl</strong>eidende hoofdstuk wordt in<br />
Hoofdstuk 2 verder ingezoomd op het plangebied. Hierbij zal na een historische<br />
beschrijving ingegaan worden op de huidige ruimtelijke en functionele kenmerken van<br />
de kernen.<br />
Hoofdstuk 3 vormt een overzicht van het beleidskader dat als bove<strong>nl</strong>iggend<br />
toetsingskader valt aan te merken. De (milieu)onderzoeken die ten grondslag liggen<br />
aan het plan worden in hoofdstuk 4 toegelicht. In hoofdstuk 5 wordt aangegeven op<br />
welke manier de opgestelde beleidsregels zijn verwerkt in het plan. In dit zelfde<br />
hoofdstuk wordt ook ingegaan op de doorvertaling van ruimtelijke thema's uit het<br />
provinciaal beleid (POP en omgevingsverordening). Hoofdstuk 7 beschrijft de financiële<br />
consequenties van het plan en geeft een toets weer of het plan economisch<br />
uitvoerbaar is. Tenslotte wordt in hoofdstuk 8 het verloop van de voorbereidende<br />
procedure weergegeven waaronder een verslag van de inspraak en reacties van<br />
overlegpartners.<br />
8
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
Hoofdstuk 2 Gebiedsverkenning<br />
2.1 I<strong>nl</strong>eiding<br />
In dit hoofdstuk wordt eerst ingegaan op de (historische) ontwikkeling van het<br />
grondgebied van de gemeente <strong>Slochteren</strong> en vervolgens ingezoomd op het<br />
plangebied. Deze inventarisatie is gesplitst in een ruimtelijke en een functionele<br />
analyse. De historische analyse (en gedeeltelijk ook de ruimtelijke) is per kern<br />
gemaakt om zo het onderscheid ten aanzien van de ontstaansgeschiedenis tussen<br />
<strong>Slochteren</strong> en <strong>Schildwolde</strong>, die gezame<strong>nl</strong>ijk het plangebied vormen, helder te maken.<br />
Bij de ruimtelijke en functionele analyse is dit onderscheid zoveel mogelijk losgelaten<br />
omdat zowel in ruimtelijke als in functioneel opzicht <strong>Slochteren</strong> en <strong>Schildwolde</strong> in<br />
principe als een dubbelkern zijn te beschouwen.<br />
2.2 Historische ontwikkeling<br />
2.2.1 Gemeente<br />
De gemeente <strong>Slochteren</strong> beslaat een groot deel van de streek 'Duurswold'. Het<br />
Duurswold heeft zijn naam te danken aan het karakter dat het vroeger bezat. Er was<br />
sprake van lage gronden waarop struiken en bomen elkaar afwisselden. Het gebied<br />
werd ook wel de Zevenwolden genoemd, naar de zeven concentraties die op de<br />
zandrug waren ontstaan. De streek behoort tot de laagste delen van de provincie.<br />
In het Pleistoceen is de bodem van Duurswold onder invloed van het landijs en de zee<br />
opgebouwd uit dekzand en zeeklei. Daartussen is in de loop van de tijd veen<br />
ontstaan. De dekzandruggen liggen hoger dan de omringende klei- en veengronden.<br />
Vroeger stroomde het water van de hogere klei- en zandgronden hier naar toe en<br />
ontstonden er meren. Het huidige Schildmeer is hiervan nog een overblijfsel.<br />
De hoger gelegen zandgronden werden als eerste bewoond. Ook de latere bewoning<br />
heeft zich voornamelijk op en rond de hoger gelegen gronden ontwikkeld in het<br />
bebouwingslint vanaf Harkstede via <strong>Slochteren</strong> naar Siddeburen. Zo kon wateroverlast<br />
zo goed mogelijk vermeden worden. De hoogte van de zandrug varieert van ongeveer<br />
NAP – 0,50 m tot boven NAP 2,5 m bij <strong>Schildwolde</strong>.<br />
De ontginning van de natte veengebieden vond plaats vanuit de zandgronden. Haaks<br />
op de 'ontginningsbasis' (de zandrug Harkstede-<strong>Slochteren</strong>-Siddeburen) werden<br />
sloten gegraven om het natte veenmoeras te ontwateren en geschikt te maken voor<br />
landbouw. De watergangen dienden deels ook als vaarverbindingen. Hier ontstond<br />
een landschap met smalle lange kavels. Veendijken hielden ontgonnen gebieden<br />
droog.<br />
Het huidige bewoningspatroon is nog steeds op de zandrug, die loopt van<br />
Ruischerbrug (via Harkstede, <strong>Slochteren</strong> en Siddeburen) naar Wagenborgen,<br />
gesitueerd. Door deze concentratie van bebouwing is een groot deel van het<br />
buitengebied gevrijwaard van nederzettingen. Buiten de lintbebouwing liggen slechts<br />
enkele bebouwingsconcentraties, waaronder de kleine kernen Overschild en Tjuchem.<br />
2.2.2 <strong>Slochteren</strong><br />
De naam <strong>Slochteren</strong> komt in 1169 voor het eerst voor onder de naam “Slochtra”. Dit<br />
heeft de betekenis van laag gelegen streek. Als parochie bestond <strong>Slochteren</strong> zeker al<br />
in 1291, want in dat jaar is het dorp, samen met de naburige kerkdorpen, in conflict<br />
geraakt met de dekens te Loppersum. Het moet destijds een aanzie<strong>nl</strong>ijke parochie zijn<br />
geweest, want de huidige kerk is het dwarspand van een vroegere middeleeuwse<br />
kruiskerk. Ten noordwesten van de Slochter kerk prijkt de vrijstaande, vrijwel<br />
onversierde zadeldaktoren uit plm. 1300, waarin een luidklok hangt uit 1373, die<br />
vermoedelijk afkomstig is van de (verdwenen) kloosterkerk te Wittewierum.<br />
De 17de eeuw heeft zich in <strong>Slochteren</strong> vooral gekenmerkt als de tijd van de vervening.<br />
De laagveengebieden lagen in 't Hooiland, de streek achter de Groenedijk en in het<br />
Slochterveld. In het laatstgenoemde veld vindt men nog de baggerputten, die in de<br />
17de eeuw zijn ontstaan. Het huidige natuurgebied de Baggerputten is hiervan een<br />
restant.<br />
Dichtbij de plaats waar eens het haventje van <strong>Slochteren</strong> lag, treft men nog steeds<br />
9
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
het Hoogehuis aan. Dit 17de eeuwse gebouw, van oorsprong een rechthuis, was<br />
jare<strong>nl</strong>ang een bekende pleisterplaats voor dagjesmensen. Aan het eind van de 18de<br />
eeuw, na de komst van de Fransen, voltrok zich in de streek een grote verandering op<br />
het bestuurlijke vlak. In 1798 werd er door hen namelijk een wet uitgevaardigd,<br />
waarin een einde werd gemaakt aan de al de heerlijke rechten (zoals collatorschap,<br />
zijlvesterij, jacht- en visrecht, jurisdictie) van de heren van het dorp. Er werd een<br />
voorlopig plaatselijk bestuur ingesteld. In 1808 volgde bij Koninklijk Besluit de<br />
benoeming van het eerste gemeentebestuur van <strong>Slochteren</strong>, dat in het Hoogehuis zijn<br />
zetel kreeg en onder voorzitterschap stond van Hendrik de Sandra Veldtman.<br />
In 1811 (invoering van de burgerlijke stand) werd het gebied in drie gemeenten<br />
opgedeeld, te weten Harkstede, <strong>Slochteren</strong> en Siddeburen. Ze kregen elk hun eigen<br />
maire (burgemeester). In 1821 werd Harkstede weer bij <strong>Slochteren</strong> gevoegd.<br />
Siddeburen volgde in 1826 en vormt sindsdien weer één gemeente. De drie dorpen<br />
zijn alleen nog in kadastrale aanduidingen als drie gemeenten bekend. De ontsluiting<br />
van de streek vond plaats in de 19de eeuw met de verharding van de wegen. In<br />
<strong>Slochteren</strong> begon dit in 1846 met de weg naar Noordbroek, die toen begrind werd. In<br />
1868 volgde de verharding van de weg van het Hoogehuis door het dorp en naar<br />
Ruischerbrug.<br />
2.2.3 <strong>Schildwolde</strong><br />
<strong>Schildwolde</strong> is als agrarische nederzetting ontstaan op de pleistocene zandrug, welke<br />
tussen de stad Groningen en het dorp Wagenborgen opduikt uit het omringende<br />
laagveengebied dat bekend staat als het Duurswold.<br />
<strong>Schildwolde</strong> maakt deel uit van het lint, welke wordt gevolgd door de Hoofdweg, die –<br />
de natuurlijke ondergrond volgend – licht slingert. Dwars hierop leiden veel<br />
onverharde landbouwontsluitingswegen en -lanen, parallel aan de<br />
verkavelingsrichting, het land in. De geschiedenis van <strong>Schildwolde</strong> gaat in ieder geval<br />
terug tot het jaar 1204, in dat jaar is het Maria Gratia klooster gesticht. Het<br />
betreffende klooster is in de 16de eeuw afgebroken.<br />
2.3 Ruimtelijke analyse<br />
2.3.1 Lint<br />
<strong>Slochteren</strong> en <strong>Schildwolde</strong> maken ruimtelijk gezien onderdeel uit van het lint dat zich<br />
uitstrekt van Ruischerbrug tot Wagenborgen. De dorpskern van <strong>Slochteren</strong> wordt<br />
gevormd door monumentale panden, waaronder de Fraeylemaborg. Ten zuiden<br />
daarvan is tussen de Provinciale weg en de Hoofdweg bebouwing toegevoegd. Ten<br />
noorden van de kern is tevens bebouwing toegevoegd tussen de <strong>Schildwolde</strong>rdijk,<br />
Slochterdiep en de Hoofdweg, waaronder een groot woon-/zorgcentrum. Het kruispunt<br />
van de Meenteweg en Hoofdweg bij de Juffertoren kan als dorpskern van <strong>Schildwolde</strong><br />
worden beschouwd, hier is ook sprake van een concentratie van detailhandel en<br />
andere voorzieningen. De ruimtelijke ontwikkeling van <strong>Schildwolde</strong> heeft zich beperkt<br />
tot de lintbebouwing langs de Hoofdweg, <strong>Schildwolde</strong>rdijk en Meenteweg, aangevuld<br />
met naoorlogse woningbouw in het gebied tussen deze drie wegen.<br />
2.3.2 Naoorlogse uitbreidingen<br />
Tot de jaren vijftig was de bebouwing voornamelijk gesitueerd langs de lint en de<br />
aanpalende dwarslinten. Naoorlogse uitbreidingen zijn van dit patroon afgeweken. In<br />
de jaren vijftig en zestig zijn parallel aan het lint in <strong>Slochteren</strong> nieuwe straten<br />
aangelegd (omgeving K. ter Laanstraat). In <strong>Schildwolde</strong> is in dezelfde periode nieuwe<br />
bebouwing toegevoegd nabij het kruispunt Hoofdweg – Meenteweg met komvorming<br />
als gevolg. Verdere uitbreiding van <strong>Schildwolde</strong> in de jaren tachtig heeft ook in het<br />
gebied tussen de <strong>Schildwolde</strong>rdijk en de Hoofdweg plaatsgevonden. De kern<br />
<strong>Slochteren</strong> is in de jaren zeventig en tachtig uitgebreid met een woonwijk (<strong>Slochteren</strong><br />
IV) parallel aan het Slochterdiep tussen de Hoofdweg en de <strong>Schildwolde</strong>rdijk. Hierdoor<br />
is het zwaartepunt van de kern verschoven naar de omgeving van het gemeentehuis.<br />
De meest recente woningbouw vindt plaats in Schatterswold, een uitbreiding van<br />
<strong>Schildwolde</strong> ten noorden van de <strong>Schildwolde</strong>rdijk. Deze woonwijk is nog niet geheel<br />
gerealiseerd en voorziet ook in een aantal zeer ruime kavels om tegemoet te komen<br />
aan de vraag naar landelijk wonen.<br />
10
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
2.3.3 Toekomstige uitbreidingen<br />
De uitbreidingsbehoefte voor de komende jaren zal in de vorm van nieuw dwarslinten<br />
worden gerealiseerd. Deze uitbreidingsrichting is vastgelegd in de structuurvisie<br />
<strong>Slochteren</strong> (vaststelling 2009). Om aan te sluiten bij deze visie zijn de betreffende<br />
gronden grotendeels opgenomen in het voorliggende bestemmingsplan en niet in het<br />
bestemmingsplan buitengebied. In afwachting op een definitieve planuitwerking is bij<br />
het bestemmen uitgegaan van het huidige gebruik (voornamelijk agrarisch).<br />
Een uitzondering is gemaakt voor de geplande woningbouw langs de Verlengde<br />
Vee<strong>nl</strong>aan. Dit nieuwe dwarslint is buiten het plangebied <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong><br />
gehouden. Hiervoor is de planvorming inmiddels opgestart en zal een apart<br />
bestemmingsplan worden opgesteld.<br />
2.4 Functionele analyse<br />
2.4.1 Leefbaarheid en voorzieningen<br />
Het (basis)voorzieningenniveau van <strong>Slochteren</strong> en <strong>Schildwolde</strong> tezamen is goed. De<br />
kernen zijn uitgerust met een middenstand die vooral is gericht op de primaire<br />
levensbehoeften. Het grootste deel van de middenstand (waaronder een supermarkt<br />
en drogist) is gevestigd in <strong>Schildwolde</strong>, waarbij nabij de Juffertoren sprake is van enige<br />
concentratie van detailhandel. Voor andere detailhandel is men aangewezen op<br />
Hoogezand en Siddeburen.<br />
<strong>Slochteren</strong> en <strong>Schildwolde</strong> kennen een rijk verenigingsleven, dat zich uit in de vele<br />
sport- en culturele verenigingen die de kernen herbergt. De maatschappelijke<br />
voorzieningen liggen grotendeels verspreid binnen het plangebied. Beide kernen<br />
hebben scholen, sportvoorzieningen en kerken. Daarnaast is in <strong>Schildwolde</strong> een<br />
dorpshuis aanwezig en in <strong>Slochteren</strong> een bibliotheek en kinderdagverblijf. In de<br />
kernen bevinden zich ook een aantal horecavoorzieningen, waarbij met name de café's<br />
ook een belangrijke rol binnen het verenigingsleven spelen.<br />
2.4.2 Bedrijfsactiviteiten<br />
Een deel van de aanwezige bedrijven is gevestigd in de lintbebouwing langs de<br />
Hoofdweg. Hieronder bevinden zich ook nog een aantal agrarische bedrijven, met<br />
name in het lint tussen <strong>Slochteren</strong> en <strong>Schildwolde</strong> (omgeving Kloosterlaan). In het lint<br />
zitten ook een aantal zwaardere bedrijfstypen (ambachtelijke bedrijven en<br />
constructiebedrijven). In het verleden is een aantal bedrijven uit het lint verplaatst<br />
naar het bedrijventerrein Korenmolendreef, dat is gesitueerd nabij het afrittenstelsel<br />
van de N387. Hier zijn hoofdzakelijk bouw- en nijverheidsbedrijven gevestigd, een<br />
aantal bedrijven heeft daarbij een bedrijfswoning. Het grootste bedrijf is de<br />
timmerfabriek Harryvan. Daarnaast is er een garagebedrijf met LPG tankstation<br />
aanwezig.<br />
Aan de Hoofdweg in <strong>Schildwolde</strong> bevindt zich ook een garagebedrijf met LPG<br />
tankstation.<br />
De bedrijfsactiviteiten in de woonwijken beperkt zich veelal tot aan-huis-verbonden<br />
beroepen.<br />
2.4.3 Groen en recreatie<br />
Door de beplanting langs de Hoofdweg vormt de lintbebouwing tussen Harkstede en<br />
Siddeburen vanuit het buitengebied een groen lint. Het zwaartepunt van deze<br />
groenstructuur bevindt zich in het centrum van <strong>Slochteren</strong>, met name door de<br />
aanwezigheid van het landgoed Fraeylema. Het Slochterbos achter de Fraeylemaborg<br />
dat haaks op het lint is gelegen is met 25 ha het grootste bosgebied van <strong>Slochteren</strong>.<br />
Het landgoed bestaat uit parkbos, met slingerpaden en vijvers, waarvan de oorsprong<br />
dateert uit de 18 de eeuw. Het parkbos is in de 19 de eeuw opnieuw ingericht in de<br />
Engelse landschapsstijl. Het gehele gebied maakt ook onderdeel uit van het<br />
beschermd dorpsgezicht, naast de landschappelijke waarde ook vanwege de<br />
natuurwetenschappelijke waarde.<br />
In het verlengde van het Slochterbos ligt aan de noordzijde van de N387 het Overbos<br />
(10 ha). Dit bosgebied heeft een minder parkachtig karakter en bestaat uit<br />
hoogopgaand bos met in het midden een pad, dat tevens een zichtas is vanaf de<br />
11
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
Fraeylemaborg. Het gebied is gedeeltelijk in eigendom en beheer bij het Groninger<br />
Landschap. Daarnaast liggen er twee boerderijen en een aantal weilanden in het<br />
gebied, waarvan één weiland ook als ijsbaan wordt gebruikt.<br />
In paragraaf 2.5.1 wordt nader ingegaan op de groen- en landschapsstructuur van het<br />
beschermd dorpsgezicht.<br />
Een ander gebied met natuurwaarden ligt ten zuidoosten van het plangebied bij<br />
<strong>Slochteren</strong> is de Baggerputten. Het gebied, bestaande uit een plas omzoomt door bos<br />
is een overblijfsel uit de tijd van de veenontginning rondom <strong>Slochteren</strong> en vormt nu<br />
een aantrekkelijk wandelgebied.<br />
Op de grens van <strong>Slochteren</strong> en <strong>Schildwolde</strong> is 2009 ook een nieuw uitloopgebied<br />
aangelegd. Een deel van de volkstuinen aan de rand van de wijk <strong>Slochteren</strong> IV hebben<br />
plaatsgemaakt (zijn verplaatst) voor de aa<strong>nl</strong>eg van een dorpsrandpark. Naast een<br />
recreatieve functie heeft het gebied ook een functie voor waterberging.<br />
2.4.4 Demografie<br />
Het aantal inwoners is in beide kernen de afgelopen dertig jaar behoorlijk stabiel. Na<br />
een lichte groei is het aantal inwoners van <strong>Slochteren</strong> licht gedaald. Wellicht heeft dit<br />
te maken met het feit dat er de afgelopen vijftien jaar amper nieuwe woningen zijn<br />
gebouwd in de kern <strong>Slochteren</strong>. Ook het aantal inwoners van <strong>Schildwolde</strong> is vrij stabiel<br />
maar heeft een lichte groei doorgemaakt de afgelopen jaren. Dit is wellicht te wijten<br />
aan de ontwikkeling van de woonwijk Schatterswold.<br />
In de onderstaande tabel een overzicht van het aantal inwoners op 1 januari van elk<br />
genoemd jaar.<br />
Kern 1980 1990 2000 2010 2011<br />
<strong>Slochteren</strong> 2368 2597 2462 2341 2301<br />
<strong>Schildwolde</strong> 1616 1514 1628 1716 1741<br />
2.4.5 Verkeer en vervoer<br />
In de verkeersstructuur van <strong>Slochteren</strong> en <strong>Schildwolde</strong> vervult het lint, de Hoofdweg,<br />
de belangrijkste gebiedsontsluitende functie op lokaal niveau. Daarnaast hebben<br />
<strong>Slochteren</strong> en <strong>Schildwolde</strong> allebei een eigen op- en afrit naar de N387 die de kernen<br />
verbindt met de omliggende plaatsen (richting Hoogezand/Groningen en Siddeburen/<br />
Appingedam en het hoger liggende wegennet (A7). Andere ontsluitingswegen zijn de<br />
Meenteweg (richting Ten Post), Noordbroekersterweg (richting Noordbroek/<br />
Winschoten ) en de Verlengde Vee<strong>nl</strong>aan (richting Woudbloem / Harkstede).<br />
Op het gebied van openbaar vervoer zijn <strong>Slochteren</strong> en <strong>Schildwolde</strong> goed ontsloten. Er<br />
is een regelmatige lijndienst die de kernen verbindt met Groningen (via Harkstede en<br />
sneldienst via A7) en Siddeburen en er is een minder frequente busverbinding met<br />
Hoogezand.<br />
2.5 Beschermd dorpsgezicht <strong>Slochteren</strong><br />
2.5.1 Algemeen<br />
Het gebied in het centrum van <strong>Slochteren</strong> rondom landgoed Fraeylema is aangewezen<br />
als beschermd dorpsgezicht (rijksbesluit 5 december 1990). Het aanwijzingsbesluit is<br />
inclusief toelichting en kaart opgenomen als Bijlage 2 Aanwijzingsbesluit beschermd<br />
dorpsgezicht <strong>Slochteren</strong> en Bijlage 3 Kaart beschermd dorpsgezicht <strong>Slochteren</strong>.<br />
12
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
Het gebied bestaat naast het landgoed van de Fraeylemaborg globaal uit de<br />
dorpsbebouwing langs de Hoofdweg (tussen de Stationsweg en het Slochterdiep), de<br />
Slochterhaven en omgeving, het Overbos en het boerderije<strong>nl</strong>int langs 't Padje.<br />
Daarnaast maakt ook de Noordbroeksterweg en een deel van de agrarische<br />
cultuurgronden ten zuidwesten van de Fraeylemaborg deel uit van het gebied. Het<br />
gehele beschermd dorpsgezicht valt binnen de grenzen van het bestemmingsplan<br />
<strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong>.<br />
Het gebied is als beschermd dorpsgebied aangewezen ondermeer vanwege de<br />
afwijkende ruimtelijke en functionele structuur van het gebied ten opzichte van het<br />
bebouwingslint van <strong>Slochteren</strong>. Kenmerkend is vooral de borg met behorende bossen<br />
en boomsingels die zich over een grote lengte aan beiden zijden van het lint voegen in<br />
het open agrarisch cultuurlandschap. In functioneel opzicht onderscheid het gebied<br />
zich door de bestuurlijke en economische betekenis die deze plek al eeuwen heeft<br />
dankzij de strategische ligging.<br />
Na een korte beschrijving van de historische ontwikkeling wordt vervolgens per<br />
deelgebied ingegaan op de cultuurhistorische en landschappelijke waarden van het<br />
beschermd dorpsgezicht.<br />
2.5.2 Historische ontwikkeling<br />
Het centrale deel van het beschermd dorpsgezicht, op de plaats waar de Hoofdweg op<br />
de zandrug een knik maakt en weg- en waterverbindingen aantakken (de bajonet),<br />
vormt de basis voor de afwijkende functionele ontwikkeling van dit deel van<br />
<strong>Slochteren</strong>. De zandrug vormde een geschikte vestigingsplaats en werd ook gebruikt<br />
als verbindingsroute tussen de stad Groningen en het noordoostelijk gelegen<br />
achterland. De bajonetstructuur kan een strategische reden zijn geweest voor de<br />
stichting van de borg. Het kruispunt bij de borg werd een belangrijk bestuurlijk en<br />
economisch centrum door nieuwe functies als een herberg, gemeentehuis en<br />
notariskantoor.<br />
Vanaf de nederzettingen op de zandrug werd vanaf de middeleeuwen het omliggende<br />
veengebied ontgonnen. Pas in de 18 de eeuw wordt door de ontginning eenvoudiger<br />
als door het bouwen van windmolens een zekere mate van drooglegging wordt<br />
verkregen. Het Slochterdiep wordt daarbij vanaf de 16 de eeuw gebruikt om turf af te<br />
voeren, later ook om wierde grond aan te voeren en graan te verschepen. De in<br />
cultuurgebrachte gronden aan weerszijden van het lint worden in een opstrekkende<br />
richting verkaveld. Daarnaast verdicht de bebouwingsstructuur langs de Hoofdweg zich<br />
en wordt er beplanting aangelegd. Een sterke accentuering van het bebouwingslint is<br />
hiervan het gevolg, tegenwoordig wordt deze kenmerkende groenstructuur ook wel<br />
aangeduid als 'tunnelbos'. De beide loodrecht op het lint gerichte bossen van het<br />
landgoed Fraeylema zorgen daarbij voor een indrukwekkende dwarsmarkering.<br />
2.5.3 Gebiedsdelen<br />
Fraeylemaborg<br />
13
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
De Fraeylemaborg wordt voor het eerst genoemd in 1465. De borg is vermoedelijk<br />
ontstaan als versterkt steenhuis. Na een aantal verbouwingen, uitbreidingen en<br />
verervingen wordt het gebouw in 1781 in vervallen staat verkocht. Na een ingrijpende<br />
verbouwing krijgt de borg een regelmatiger aanzien. Tegelijkertijd wordt in deze<br />
periode het park opnieuw ingericht, van een formele stijl naar een Engelse<br />
landschapsstijl. De laatste bewoners verkochten de borg in 1972 aan de Gerrit van<br />
Houtenstichting die slag ging met een grote renovatie en momenteel nog steeds<br />
eigenaar is van het landgoed. Op het voorterrein van de borg staan ook twee<br />
(voormalige) schathuizen die beiden als monument zijn aangewezen. Het linker<br />
schathuis heeft een horeca-functie en het rechter is in gebruik als winkel en<br />
expositieruimte. Daarnaast zijn er nog een aantal andere bijgebouw aanwezig,<br />
waaronder een oranjerie.<br />
Slochterbos<br />
Achter de omgrachting van de borg strekt zich een indrukkend gemengd loofbos uit<br />
(het Slochterbos), grotendeels daterend uit de 18 de eeuw. Als overblijfsel uit de<br />
formele tijd is de vrije zichtas gehandhaafd, die vanuit de borg een tunnel vormt door<br />
het bos richting Noordbroek. Daarnaast heeft het bos nog veel kenmerken van de<br />
Engelse landschapsstijl, zoals slingerende paden, vijvers, bruggetjes en een heuvel.<br />
Ook staan er verspreid over het landgoed (monumentale) beelden en vazen. Door de<br />
afmetingen van het bos (lengte 1100 meter en breedte variërend van 150 tot 300<br />
meter) vormt het bos een waardevol contrast met het omliggende open<br />
cultuurlandschap. Tussen het Slochterbos en de Noordbroeksterweg liggen nog een<br />
aantal weiden die tot het landgoed behoren.<br />
Overbos<br />
Ten noordwesten van de Hoofdweg, gescheiden door de provinciale weg en de<br />
Slochterhaven, ligt het Overbos. Dit bosgebied (dat ook bekend staat als 'Lutje Bos')<br />
vormt in ruimtelijk opzicht de tegenhanger van het Slochterbos. Het bosgebied bestaat<br />
uit brede en hoge bossingels omsloten door weilanden. De weiden vormen als het<br />
ware kamers omsloten door bos, waarvan een zekere intimiteit uitgaat. De<br />
oorspronkelijke relatie tussen het Overbos en het borgterrein is in het verleden<br />
gedeeltelijk verloren gegaan door aa<strong>nl</strong>eg van het Woldjerspoor (inmiddels het tracé<br />
van de provinciale weg N387). Ondanks de verstoring is de zichtas op borg, in de vorm<br />
van de Boslaan, nog intact.<br />
Hoofdweg<br />
Het lint Hoofdweg tussen de Stationsweg en de kruising met de Noordbroeksterweg<br />
bestaat voornamelijk uit lage woonbebouwing De woonbebouwing langs de<br />
noordwestzijde van de Hoofdweg (9 t/m 13 en 17 t/m 35) vormt een vrijwel<br />
aaneengesloten straatwand. Dit deel van de Hoofdweg wijkt daarmee sterk af van het<br />
algemene bebouwingsbeeld van het lint, dat bepaald wordt door een afwisseling van<br />
woningen, boerderijen en bedrijven.<br />
De woningen hebben één bouwlaag onder een schilddak, bedekt met pannen. Alle<br />
woningen , met uitzondering van een gepleisterd pand, zijn opgetrokken uit rode<br />
bakstenen. Op het kruispunt bij de Noordbroeksterweg staat aan de zuidoostelijke<br />
zijde van de Hoofdweg een opvallend bakstenen woonhuis onder een afgeknot<br />
schilddak op een halfverdiept onderhuis en met een karakteristieke ingangspartij.<br />
Het wegprofiel van de Hoofdweg is in de jaren negentig opnieuw ingericht, waarbij de<br />
weg is versmald en voorzien van streetprint. In samenhang met de forse bomen en de<br />
groene bermen heeft het tracé nu een inrichting die recht doet aan het beschermd<br />
dorpsgezicht.<br />
De omgeving van de Hoofdweg na de 'knik' in de richting van <strong>Schildwolde</strong> heeft een<br />
statig karakter door een aantal monumentale panden. Het oudste pand is het Hoge<br />
huis (nr. 20), dat vroeger een functie in de rechtspraak heeft gehad en als laatst in<br />
gebruik geweest als woning van de laatste freule van de borg. De oudste delen van<br />
dit pand dateren uit de 17 de eeuw. Daarnaast (aan de overzijde van de tunnelbak) op<br />
nr. 16 het voormalige gemeentehuis en op nr. 14 de notariswoning met een<br />
waardevolle tuin. Beide panden zijn rond 1900 gebouwd. Aan de overzijde van het<br />
Hoge huis is een bouwmarkt gevestigd in een monumentaal pand, waarbij het voorerf<br />
als opslagterrein is ingericht. In het Masterplan Slochterhaven/ Erfgoedkwartier is voor<br />
dit perceel een andere invulling bedacht, met als uitgangspunt een aantrekkelijk plein<br />
in combinatie met een horecafunctie.<br />
14
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
Aan het einde van de Stationsweg (bij de Zuideweg) staat nog het voormalige<br />
stationsgebouw. Dit pand, dat is uitgevoerd in de typerende architectuur voor stations<br />
in deze omgeving, is ook een monument.<br />
Slochterhaven<br />
Tussen de provinciale weg en het Overbos eindigt het Slochterdiep in een tweetal<br />
havenbekkens. Het achterste havenbekken grenst aan het voormalige emplacement<br />
van het Woldjerspoor, dat na het opbreken van het spoor tot voor kort in gebruik is<br />
geweest als gemeentewerf. Inmiddels is de werf verplaatst en is alle bebouwing<br />
afgebroken. In het kader van het Masterplan wordt een nieuwe invulling als bijzonder<br />
woongebied uitgewerkt. Ook het voorstel havenbekken, nu ingericht als<br />
passantenhaven, wordt bij de herinrichting betrokken.<br />
Noordbroeksterweg<br />
Vanaf de kruising bij het Hoge huis loopt langs de noordoostelijke zijde van het<br />
landgoed Fraeylema de weg naar Noordbroek. Van oudsher is dit een belangrijke<br />
ontsluitingsroute naar Oost-Groningen (zie Historische ontwikkeling). De weg wordt<br />
geflankeerd door bomen en bossingels, waardoor de weg een besloten karakter heeft.<br />
Behoud van dit groene karakter wordt nagestreefd, vooral vanwege het contrast met<br />
het open cultuurlandschap ten noordoosten van het tracé. Op de hoek van de kruising<br />
staat een horecapand, dat geen monument is. De weg vervolgt met enkele vrijstaande<br />
woningen uit de jaren dertig en een karakteristieke boerderij.<br />
Padje<br />
Vanaf de kruising bij het Regthuis vormt het Padje de verlenging van de Hoofdweg<br />
(waar de eige<strong>nl</strong>ijke Hoofdweg een knik maakt). Langs deze weg (die overgaat in een<br />
zandweg) staan zes boerderijen (Oldambstertype of verwant daaraan). Ondermeer<br />
vanwege het ensemble dat de boerderijen vormen zijn ze als karakteristiek<br />
aangewezen. Onderdeel van dit boerderije<strong>nl</strong>int is de Geertsemaheerd, die als<br />
rijksmonument is aangemerkt. De boerderij ligt op een omgracht terrein met een<br />
aangelegde landschapstuin en heeft een statig voorkomen door het gepleisterde<br />
voorhuis, de detaillering en het forse volume. De hoge erfbeplanting volgt de<br />
opstrekkende verkaveling en versterkt daarmee het contrast tussen het<br />
boerderije<strong>nl</strong>int langs het Padje en het open cultuurlandschap daarbuiten.<br />
2.5.4 Doorvertaling waarden bestemmingsplan<br />
In onderstaande tabel is beknopt weergegeven op welke wijze in het<br />
bestemmingsplan rekening is gehouden met de cultuurhistorische en landschappelijke<br />
waarden die zijn verbonden met het beschermd dorpsgezicht <strong>Slochteren</strong>:<br />
15<br />
Waarde Vertaling<br />
1 het assenkruis, gevormd door de<br />
Hoofdweg en de loodrecht daarop<br />
staande oost-westverbinding en<br />
evenwijdig lopende zichtassen en<br />
bosstructuur, als drager van de<br />
ruimtelijke structuur van<br />
<strong>Slochteren</strong>;<br />
De bestaande ruimtelijke structuur is zoveel<br />
mogelijk vastgelegd in de verschillende<br />
bestemmingsregels. De wegenstructuur is<br />
daarbij bestemd als Verkeer-<br />
Verblijfsgebied'. Bestaande bossen, zoals<br />
het Slochterbos en Overbos, en andere<br />
hoogopgaande bossingels (langs de<br />
Noordbroekerweg en het Slochterdiep) zijn<br />
bestemd als 'Bos'. Het Slochterbos is daarbij<br />
vanwege de parkinrichting aangeduid als<br />
'parkbos'. De zichtassen zijn bestemd als<br />
'Groen- Landschappelijke waarden' of<br />
binnen de (park)bossen specifiek<br />
aangeduid.<br />
Daarnaast is het dwarsprofiel van de<br />
Hoofdweg (t.h.v. toegangshek borg) en de<br />
Boslaan (nabij de Hoofdweg) opgenomen in<br />
het bestemmingsplan.
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
16<br />
2 het afwijkend karakter van de<br />
bebouwing ten opzichte van de<br />
overige bebouwingsstructuur van<br />
het lint;<br />
De bouwregels zijn zoveel mogelijk<br />
afgestemd op het huidige<br />
bebouwingspatroon. Dit komt terug in de<br />
volgende aspecten:<br />
- De kapvorm is vastgelegd (zie<br />
kapsymbolenkaart);<br />
- De bouwvlakken zijn afgestemd op de<br />
huidige bebouwing, waarbij ook rekening is<br />
gehouden met het vrijwaren van bebouwing<br />
op voor- en zijerven;<br />
- Gevels mogen uitsluitend in steen<br />
uitgevoerd;<br />
- Dakbedekking mag uitsluitend in gebakken<br />
pannen worden uitgevoerd;<br />
- Uitbreidingsmogelijkheden, waaronder<br />
voor bijgebouwen, zijn beperkt. Bestaande<br />
afwijkingen zijn hiervan uitgezonderd.<br />
3 de karakteristieke bebouwing, Naast de bouwregels, zoals genoemd bij<br />
bestaand uit ondermeer een drietal aspect 2, geldt voor een aantal grotere<br />
monumentale villa's langs de panden een specifieke bestemming<br />
Hoofdweg, de woonhuizen in het 'Gemengd - 3'. De regeling voorziet in<br />
bebouwingslint aan de Hoofdweg instandhouding van de huidige bebouwing<br />
ter hoogte van landgoed<br />
(oppervlakte en maatvoering). Daarnaast<br />
Fraeylema en het boerderije<strong>nl</strong>int zijn de gebruiksregels verruimd om<br />
langs het Padje.<br />
uitwisseling tussen bepaalde functies<br />
mogelijk te maken in deze panden. Functies<br />
die passen binnen het karakter van het<br />
gebied (zoals wonen, logies, dienstverlening<br />
en musea). Hierdoor kan de instandhouding<br />
en exploitatie van deze panden beter<br />
worden gewaarborgd.<br />
De boerderijen langs 't Padje zijn als<br />
'karakteristiek' aangeduid, met uitzondering<br />
van de Geertsemaheerd (rijksmonument).<br />
Sloop van deze boerderijen is verbonden<br />
aan een (omgevings)vergunning met<br />
voorwaarden.<br />
4. het contrast tussen de<br />
hoogopgaande bosgebieden<br />
(Overbos en Slochterbos) inclusief<br />
de door bomen begeleide wegen<br />
en de openheid van de<br />
cultuurgronden;<br />
5 de zichtassen vanuit de borg in<br />
noordwestelijke richting naar de<br />
Groenedijk en in zuidoostelijke<br />
richting naar het open<br />
cultuurlandschap;<br />
De bestaande bosstructuur en bossingels<br />
zijn bestemd als 'Bos'. De agrarische<br />
cultuurgronden zijn bestemd als 'Agrarisch<br />
met waarden', waarbij het aanbrengen van<br />
hoogopgaande beplanting niet is<br />
toegestaan.<br />
De te beschermen zichtassen zijn als<br />
zodanig aangeduid. Het aanbrengen van<br />
(hoogopgaande) beplanting en bebouwing<br />
is ter plaatste van de aanduiding<br />
uitgesloten. De cultuurgronden ten<br />
zuidoosten van het Slochterbos zijn<br />
bestemd als 'Agrarisch met waarden',<br />
waarbij het aanbrengen van hoogopgaande<br />
beplanting niet is toegestaan.
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
6 de inrichting van het landgoed<br />
Fraeylema, bestaande uit<br />
ondermeer een borg met<br />
bijgebouwen, parkbos in Engelse<br />
landschapsstijl, kunstobjecten,<br />
grachten en vijvers.<br />
2.5.5 Natuurwetenschappelijke waarden<br />
Het landgoed is bestemd als 'Bos' met de<br />
aanduiding 'parkbos' en 'Cultuur en<br />
Ontspanning' (Landgoed). Daarnaast zijn de<br />
bestaande waterelementen bestemd als<br />
'Water'. De belangrijkste bruggen zijn als<br />
zodanig aangeduid. De specifieke<br />
kenmerken van het landgoed, zoals het<br />
padenstelsel en kunstobjecten zijn niet<br />
opgenomen. Er zijn wel regels in het plan<br />
opgenomen waardoor bepaalde activiteiten,<br />
zoals het aa<strong>nl</strong>eggen van verhardingen,<br />
ontgronden en het verwijderen van<br />
karakteristieke beplanting vergunningplichtig<br />
zijn.<br />
De natuurwetenschappelijke waarden in het gebied zijn verbonden aan de combinatie<br />
van het aanwezige gemengde loofbos en de aanwezige waterpartijen. Gezien de<br />
hoge leeftijd van het bos is er sprake van een grote natuurwaarde. De bosstructuur<br />
met zijn rijke struik- en kruidlaag bieden veel broed- en schuilgelegenheden voor<br />
bosvogels en er komen veel soorten vleermuizen voor (zie ook 4.8.2). Ook het loofbos<br />
langs de Boslaan (het Overbos) heeft een rijke opbouw. Daarnaast is de aanwezige<br />
stinsenflora op het borgterrein van bijzondere betekenis.<br />
17
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
Hoofdstuk 3 Planologisch beleidskader<br />
3.1 Europees beleid<br />
3.1.1 Wet op de Archeologische Monumentenzorg<br />
Begin 1992 ondertekende Nederland het Verdrag van Valletta (Malta). Daarmee heeft<br />
de zorg voor het archeologisch erfgoed een meer prominente plaats gekregen in de<br />
ruimtelijke planvorming.<br />
Als uitvloeisel van de ondertekening van het Verdrag van Malta (1992) is op 1<br />
september 2007 de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (Wamz) in werking<br />
getreden. Met de daaruit voortvloeiende herziening van de Monumentenwet 1988 (en<br />
een drietal andere wetten) zijn de uitgangspunten van het Verdrag van Malta binnen<br />
de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd. De Monumentenwet (1988) regelt de<br />
bescherming van archeologisch erfgoed en de inpassing van archeologische waarden<br />
in de ruimtelijke ordening. Daarnaast stelt de wet dat de financiering van onderzoek<br />
dat voortvloeit uit een onontkoombare verstoring van archeologische waarden ten<br />
laste van de initiatiefnemer komt. Het genoemde onderzoek omvat het volledig<br />
archeologisch proces zoals beschreven in de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie<br />
(KNA), dan wel een daarop gebaseerd Programma van Eisen (PvE).<br />
De nieuwe wetgeving heeft voor de Nederlandse gemeenten vergaande<br />
consequenties, met name ten aanzien van de zorg voor het archeologisch erfgoed.<br />
Vanaf het moment van ondertekening van het Verdrag van Malta in 1992 is door de<br />
rijksoverheid beleid ontwikkeld om tot een zorgvuldige omgang met dit archeologisch<br />
erfgoed te komen, met als uitgangspunt het behoud van archeologische waarden “in<br />
situ” (ter plekke; in de bodem). Met de inwerkingtreding van de Wamz (2007) en de<br />
herziening van de Monumentenwet (1988) zijn overheden wettelijk verplicht om<br />
archeologische waarden mee te laten wegen in ruimtelijke planprocedures. Omdat de<br />
invulling van ruimtelijke plannen vooral een gemeentelijke taak is, zijn gemeenten,<br />
zoals de wetgever het heeft beoogd, de belangrijkste speler in het 'archeologische'<br />
veld geworden. De gemeenten zijn verplicht om het archeologisch bodemarchief te<br />
beschermen en daarvoor passend archeologiebeleid te formuleren.<br />
De gemeente <strong>Slochteren</strong> heeft een archeologische beleidskaart met nota laten<br />
opstellen waarin de verwachtingswaarden voor het gehele grondgebied zijn<br />
weergegeven. In de paragraaf Archeologie en cultuurhistorie wordt nader op dit beleid<br />
ingegaan.<br />
3.1.2 Ecologie: Natura 2000<br />
Natura 2000 is een initiatief in natuurbescherming op Europees niveau om te komen<br />
tot een netwerk van beschermde natuurgebieden. Deze gebieden bestaan uit de<br />
speciale beschermingszones voor natuurlijke habitatten op grond van Europese<br />
Habitatrichtlijn (1992) en de Vogelrichtlijngebieden aangewezen op grond van de<br />
Europese Vogelrichtlijn.<br />
18
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
3.2 Rijksbeleid<br />
3.2.1 Nota Ruimte<br />
De Nota Ruimte bevat de visie van het kabinet op de ruimtelijke ontwikkeling van<br />
Nederland en de belangrijkste bijbehorende doelstellingen tot het jaar 2020. Het is<br />
een strategische nota op hoofdlijnen, waarin rijksverantwoordelijkheden en die van<br />
anderen duidelijk zijn onderscheiden. De nota geeft invulling aan het motto<br />
"decentraal wat kan, centraal wat moet". Gekozen is voor een versterking van het<br />
decentrale planningsstelsel, met een kernrol voor de gemeentelijke<br />
bestemmingsplannen. Het Rijk richt zijn ordenende en sturende rol vooral op de<br />
elementen van de zogenaamde Ruimtelijke Hoofdstructuur. Voor gebieden die daar<br />
buiten vallen, zoals het grondgebied van de gemeente <strong>Slochteren</strong>, laat het Rijk de<br />
ruimtelijke ordening over aan de provincies en gemeenten. Wel geldt een aantal<br />
algemene doelstellingen en spelregels die ervoor moeten zorgen dat overal aan<br />
eisen van "ruimtelijke basiskwaliteit" wordt voldaan. Onder dit laatste wordt het<br />
samenspel van gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde verstaan.<br />
De Nota Ruimte en de andere vigerende planologische kernbeslissingen (PKB's)<br />
hebben op 1 juli 2008 op basis van het overgangsrecht de status van structuurvisie<br />
verkregen. Nieuwe structuurvisies moeten volgens de Wro een beschrijving bevatten<br />
waaruit blijkt hoe het rijk de in de structuurvisie verwoorde nationale ruimtelijke<br />
belangen wil verweze<strong>nl</strong>ijken (realisatieparagraaf). Het overzicht van alle nationale<br />
ruimtelijke belangen uit de verschillende PKB's en de voorgenomen verweze<strong>nl</strong>ijking<br />
daarvan worden gebundeld in één Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijk Beleid, die<br />
de status van structuurvisie krijgt. In de realisatieparagraaf benoemt het kabinet ruim<br />
30 nationale ruimtelijke belangen en de instrumenten om die uit te voeren. Daarvan<br />
komt een aantal in de algemene maatregel van bestuur, de AMvB Ruimte.<br />
3.2.2 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte<br />
Minister Schultz van Haegen heeft op 14 juni 2011 de nieuwe Structuurvisie<br />
Infrastructuur en Ruimte (SVIR) met bijbehorende stukken aangeboden aan de<br />
Tweede Kamer. Het gaat om een ontwerp. Naar verwachting stelt het kabinet het<br />
definitieve beleid vast in het najaar van 2011.<br />
In de nieuwe Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) staan de plannen voor<br />
ruimte en mobiliteit. Zo beschrijft het kabinet in de Structuurvisie in welke<br />
infrastructuurprojecten zij de komende jaren wil investeren. En op welke manier de<br />
bestaande infrastructuur beter benut kan worden. Provincies en gemeentes krijgen in<br />
de plannen meer bewegingsvrijheid op het gebied van ruimtelijke ordening.<br />
De nieuwe Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte vervangt verschillende bestaande<br />
nota’s zoals: de Nota Ruimte, de Nota Mobiliteit, de agenda Landschap en de agenda<br />
Vitaal Platteland.<br />
3.2.3 AMvB Ruimte<br />
Naar verwachting zal de regering in 2011 de AMvB Ruimte vaststellen. Daar waar<br />
sprake is van beleidsdoelen die gelijkwaardig worden geborgd is daarvoor gekozen.<br />
Voor de overzichtelijkheid van het beleid is gekozen voor het uitbrengen van één AMvB<br />
Ruimte. Daarbij wordt ingezet op nationale regels met betrekking tot onder andere<br />
zuinig ruimtegebruik, bescherming van kwetsbare gebieden en bescherming van het<br />
land tegen overstroming en wateroverlast. De inhoud Algemene Maatregel van<br />
Bestuur moet worden verwerkt in plannen van lagere overheden zoals structuurvisies<br />
en bestemmingsplannen van provincies en gemeenten.<br />
3.2.4 Nota Vitaal Platteland<br />
In de nota Vitaal Platteland staat een leefbaar platteland en een vitale en duurzame<br />
agrarische sector centraal. De vitaliteit van een gebied wordt volgens het kabinet<br />
bepaald door een bloeiende economie, goede woonomstandigheden, een levendige<br />
sociale structuur en een sterke identiteit, een gezond functionerend ecosysteem en<br />
een aantrekkelijk landschap. Vanwege de samenhang tussen deze factoren, is de<br />
Agenda voor een Vitaal Platteland als een integrale kabinetsnota geschreven.<br />
Enerzijds is het volgens het kabinet voor de vitaliteit van het platteland van belang dat<br />
19
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
er voldoende ruimte ontstaat voor nieuwe bedrijvigheid en bijbehorende<br />
infrastructuur, anderzijds moet worden voorkomen dat het landschap daardoor<br />
verrommelt en zijn karakter verliest. Niet alles kan overal worden toegelaten.<br />
Verschillende functies kunnen met elkaar in botsing komen. Het gaat om de<br />
ontwikkeling van kwaliteit: daar waar nieuwe economische activiteiten mogen worden<br />
ontwikkeld, moet ook de kwaliteit van het gebied toenemen.<br />
Tegelijk liggen er ook kansen om gebiedsgericht bepaalde functies te combineren, bijv.<br />
waterberging met natuurontwikkeling of recreatie met landbouw en om daartussen<br />
een goed evenwicht te vinden.<br />
3.3 Provinciaal beleid<br />
3.3.1 Provinciaal Omgevingsplan<br />
In het derde Provinciaal Omgevingsplan Groningen (vastgesteld door Provinciale<br />
Staten op 17 juni 2009) is net als in het tweede POP gekozen voor concentratie van<br />
wonen en werken in de stedelijke centra en centrumdorpen. Deze keuze ondersteunt<br />
de centrumfunctie van de steden met bijbehorende voorzieningen, beperkt de<br />
ruimteclaims op het landelijk gebied en gaat mobiliteit tegen.<br />
Dit betekent niet dat alle overige dorpen op slot zijn gezet. In dorpen waar de meest<br />
weze<strong>nl</strong>ijke voorzieningen nog aanwezig zijn (de zogenaamde “complete dorpen”),<br />
kunnen woningen worden gebouwd voor de lokale behoefte, die wordt bepaald door<br />
de te verwachten groei van het aantal huishoudens als gevolg van de<br />
gezinsverdunning. De grotere kernen in de gemeente (<strong>Slochteren</strong>/ <strong>Schildwolde</strong>,<br />
Harkstede en Siddeburen) behoren tot deze categorie dorpen. Om de leefbaarheid en<br />
de lokale voorzieningen in stand te houden, kunnen “complete dorpen” gebaat zijn bij<br />
beperkte nieuwbouw.<br />
In de kleinste dorpen mag alleen incidenteel worden gebouwd, bijvoorbeeld om het<br />
beeld van dorp of landschap te versterken of voor specifieke doelgroepen, zoals<br />
ouderen en gehandicapten. In de kleine kernen van <strong>Slochteren</strong> is hiervoor nagenoeg<br />
geen ruimte.<br />
Ook wat de economische activiteiten betreft, streeft de provincie naar ruimtelijke<br />
bundeling. Uitgangspunt is de bedrijvigheid te concentreren in de economische<br />
kernzones. Het overal laten ontstaan van kleine bedrijventerreinen noemt de provincie<br />
niet in het belang van het vestigingsklimaat en de kwaliteit van het landschap. Wel is<br />
uitbreiding van bestaande lokale bedrijven(terreinen) mogelijk als het bestaande<br />
bedrijfsleven daar duidelijk behoefte aan heeft. Aard, schaal en omvang van terreinen<br />
of uitbreidingen moeten zijn aangepast aan de lokale situatie en een relatie hebben<br />
met de beeldkwaliteit van de dorpen.<br />
Vanuit dit oogpunt staat de provincie ook positief tegenover de vestiging van kleine<br />
bedrijven in waardevolle vrijkomende panden, zoals oude boerderijen. Behoud van het<br />
pand en het eigen karakter is daarbij uitgangspunt.<br />
3.3.2 Omgevingsverordening<br />
De omgevingsverordening is gelijktijdig met het POP door Provinciale Staten<br />
vastgesteld en bevat provinciale beleidsregels waarvan wordt verwacht dat<br />
gemeenten deze doorvertalen in hun bestemmingsplannen. Op basis van de volgende<br />
criteria zijn onderwerpen opgenomen in de verordening. Het gaat om<br />
beleidsonderwerpen:<br />
1. waarvoor de provincie in belangrijke mate verantwoordelijk is;<br />
2. die een algemene betekenis hebben;<br />
3. waarvan borging in een ruimtelijk plan mogelijk is;<br />
4. die blijvend moeten worden beschermd of veilig worden gesteld (waarborgfunctie);<br />
5. waarvan borging door middel van eenduidige kaderstelling nodig is<br />
(rechtszekerheid).<br />
De verordening richt zich op de thema's milieu, water en ruimte. Waarbij het thema<br />
ruimte een geheel nieuwe regeling bevat.<br />
Het hoofdstuk Ruimtelijke ordening bevat regels over de inhoud van gemeentelijke<br />
bestemmingsplannen, projectbesluiten en beheersverordeningen. De regels komen<br />
voort uit het POP en richten zich tot de gemeenteraden, die verplicht zijn hun<br />
20
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
bestemmingsplannen hieraan aan te passen. Zolang dit niet is gebeurd, gelden de<br />
bestaande bestemmingsplannen.<br />
Deze regels hebben betrekking op de volgende thema's:<br />
agrarische bouwpercelen;<br />
niet-agrarische functies in het buitengebied (o.a. bedrijven en wonen);<br />
bescherming van landschappelijke waarden (open gebieden, groene linten);<br />
molenbiotopen;<br />
vestiging van detailhandel.<br />
Voor een aantal onderwerpen waaraan een groot provinciaal belang wordt gehecht,<br />
zijn rechtstreeks werkende regels opgenomen (o.a aa<strong>nl</strong>eg bedrijventerreinen en<br />
plaatsing windmolens).<br />
Groen lint<br />
In artikel 4.46 is opgenomen dat een bestemmingsplan waar een groen lint, zoals<br />
genoemd in het provinciaal omgevingsplan, in voorkomt regels moet stellen ter<br />
bescherming van de wegbeplanting en de daarmee samenhangende slingertuinen. Het<br />
behouden van deze groenstructuur en het voorkomen van onnodige kap en het<br />
verplichten ven herplant, moeten in ieder geval in de regels worden opgenomen. In dit<br />
bestemmingsplan zal de bescherming worden bereikt door een combinatie van een<br />
kapvergunningstelsel en een aa<strong>nl</strong>egvergunningstelsel.<br />
Buitengebied<br />
In de verordening is een aantal regels opgenomen die slechts van toepassing zijn op<br />
het buitengebied zoals vastgesteld door Gedeputeerde Staten. Een gedeelte van het<br />
plangebied maakt onderdeel uit van dat buitengebied (zie par. 1.2.3). De consequentie<br />
ervan is dat in dat gedeelte van het plangebied in de verordening beschreven functies<br />
niet zijn toegestaan, dat daar een maximum aan bebouwd oppervlak per bouwperceel<br />
geldt bij woningen en dat in dat gebied geen woningen mogen worden toegevoegd.<br />
3.4 Regionaal beleid<br />
3.4.1 Regio Groningen-Assen<br />
Twaalf gemeenten en twee provincies (in Groningen en Drenthe) hebben een<br />
convenant opgesteld waarin een gezame<strong>nl</strong>ijke ontwikkelingsvisie staat verwoord wat<br />
ertoe moet leiden dat de regio zich in 2030 heeft ontwikkeld tot een nationaal en<br />
internationaal economisch kerngebied. Deze doelstelling wordt middels vier<br />
programma's gerealiseerd. De programma's zijn Regiopark, Woningbouw &<br />
Verstedelijking, Bereikbaarheid en Bedrijventerreinen.<br />
3.5 Gemeentelijk beleid<br />
3.5.1 Woonplan<br />
Het Woonplan 2010-2020 van de gemeente <strong>Slochteren</strong> vormt de gemeentelijke visie<br />
op het wonen (volkshuisvesting). De gemeenteraad heeft het huidige woonplan in<br />
2011 vastgesteld. Het vaststellen van een woonplan is tegenwoordig (vanuit Rijk en/of<br />
provincie) niet meer verplicht, maar als gemeente <strong>Slochteren</strong> vinden wij het wenselijk<br />
om een woonplan te hebben. Het Woonplan 2010-2020 wordt door ons<br />
gebruikt om een goede afweging te kunnen maken voor wat betreft de locatie van<br />
een beoogde ontwikkeling, het aantal nieuw te bouwen woningen, de<br />
doelgroepen waarvoor gebouwd wordt en het tempo waarin dit bouwen zou<br />
moeten plaatsvinden.<br />
In het woonplan is voor de periode 2010-2020 vastgelegd op welke locaties binnen de<br />
gemeente nieuwe woningen worden gebouwd. Ook staat in een woonplan<br />
aangegeven bij welke bestaande woningen herstructurering of transformatie kan<br />
plaatsvinden. Dus welke woningen bijvoorbeeld worden gesloopt en opnieuw<br />
worden opgebouwd om te kunnen voldoen aan de huidige normen en eisen voor<br />
nieuwe doelgroepen. Naast deze kwantitatieve bouwopgave zijn in het woonplan ook<br />
de gewenste woonkwaliteiten opgenomen. Hierbij moet bijvoorbeeld gedacht worden<br />
aan duurzaam bouwen en de leefbaarheid. Dit wordt ook wel de kwalitatieve<br />
bouwopgave genoemd.<br />
21
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
Deze volkshuisvestelijke keuzes worden mede op basis van de<br />
toekomstverwachtingen gemaakt. De prognoses over de demografische factoren (o.a.<br />
leeftijd) zijn hierbij erg belangrijk. Daarnaast zijn er reeds een aantal visies<br />
vastgesteld die van invloed zijn op het wonen binnen de gemeente <strong>Slochteren</strong>. Zo is<br />
de toekomstvisie 2020 vastgesteld waarin naar voren komt dat er in beginsel alleen in<br />
de drie hoofdkernen wordt gebouwd (Harkstede, <strong>Slochteren</strong> en Siddeburen). Buiten<br />
deze hoofdkernen is incidentele woningbouw uitsluitend nog onder bepaalde<br />
voorwaarden mogelijk. Voor een deel van de kernen zijn inmiddels al gebiedsvisies<br />
vastgesteld waarin nieuwe bouwlocaties zijn beschreven.<br />
3.5.2 Welstandsnota<br />
De gemeentelijke Welstandsnota (vastgesteld in 2010) tracht op een heldere en<br />
klantvriendelijke manier de welstandseisen duidelijk maken voor aanvragers van een<br />
omgevingsvergunning, de architect/aannemer, de aanwonenden en de<br />
welstandscommissie. Het is voor alle partijen vooraf duidelijk aan welke criteria een<br />
bouwwerk zal moeten voldoen. Bouwplannen die niet voldoen aan redelijke eisen van<br />
welstand, zullen zo worden geweerd. Het doel van de Welstandsnota is een bijdrage<br />
te leveren aan het behouden van en daar waar nodig het versterken van de<br />
schoonheid en aantrekkelijkheid van de gemeente <strong>Slochteren</strong>. De nota maakt deel uit<br />
van het integrale ruimtelijke kwaliteitsbeleid en zal daarom worden afgestemd op de<br />
bestemmingsplannen. De welstandstoetsing zal in principe het bestemmingsplan als<br />
vertrekpunt moeten nemen.<br />
Welstand kan daarbinnen een nadere invullende werking hebben voor de plaats en de<br />
omvang van gebouwen en bouwwerken. Van belang daarbij is of een in het<br />
bestemmingsplan aanwezige vrijheid specifiek die vrijheid ten doel heeft gehad of dat<br />
die vrijheid eerder is voortgekomen uit andere oogmerken. Als de vrijheid op zich geen<br />
doel van de regeling is geweest, is het aanvaardbaar deze bij de welstandstoetsing<br />
nader in te vullen. Dit zal echter alleen aan de orde kunnen zijn als daartoe voldoende<br />
rechtvaardiging bestaat in de vorm van (dreigend) ernstig beeldbederf.<br />
De Welstandsnota 2010 is grotendeels gebaseerd op de Welstandsnota uit 2004,<br />
alleen op onderdelen zijn aanpassingen aangebracht ter verduidelijking. Als nieuwe<br />
elementen zijn objectgerichte criteria voor agrarische (karakteristieke) bebouwing<br />
opgenomen.<br />
3.5.3 Toekomstvisie het Land van <strong>Slochteren</strong><br />
Op 29 mei 2008 heeft de gemeenteraad de Toekomstvisie vastgesteld. Hierin is de stip<br />
op de horizon gezet hoe <strong>Slochteren</strong> er in 2020 uit zou moeten zien. Deze stip is<br />
uitgewerkt in drie thema's:<br />
Meedoen en Voorzieningen;<br />
Wonen en Werken;<br />
Recreatie en Buitengebied.<br />
Kernbegrippen uit de Toekomstvisie zijn:<br />
1. rechten en plichten, eigen verantwoordelijkheid van inwoners, maatschappelijk<br />
middenveld, ondernemers, partners en overheid;<br />
2. verantwoordelijk voor henzelf, maar ook voor de gemeenschap: gezame<strong>nl</strong>ijkheid.<br />
Samen staan we sterk;<br />
3. verschil mag er zijn: differentiatie in voorzieningen, qua (buiten)gebied en in<br />
woonmilieus. Door te differentiëren kunnen we als gemeente ruimte bieden om de<br />
eigen verantwoordelijkheid te nemen;<br />
4. diversiteit in eigenheid (identiteit): het karakteristieke van de dorpen en de<br />
mensen is een groot goed, dat behouden en versterkt moet worden;<br />
5. ontwikkeling en versterking van kwaliteiten, zoals de sociale cohesie ofwel<br />
noaberschap (nodig voor de ontmoeting), het goede voorzieningenniveau, het<br />
prettig wonen. Op veel fronten is doorgaan op de ingezette koers nodig om de<br />
visie te realiseren;<br />
6. kwaliteit gaat voor kwantiteit, dit geldt zowel voor voorzieningen,<br />
ondernemerschap en wonen.<br />
Hoe de dorpen en straten er straks uit zullen zien, staat niet in de visie. Het resultaat<br />
is dan ook geen structuurvisie in de zin van de Wet ruimtelijke ordening, omdat een<br />
ruimtelijke visie en een kaartbeeld ontbreken. De visie is bedoeld om de hoofdlijnen uit<br />
te zetten en dient als basis om voor de verschillende peilers verder beleid uit te<br />
werken. Bij de actualisering van bestemmingsplannen worden deze hoofdlijnen ook<br />
22
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
verder uitgewerkt. Het behoud van de functiemenging met kleinschalige bedrijven en<br />
woon-werkcombinaties in en bij de dorpen is een belangrijk uitgangspunt binnen de<br />
toekomstvisie. Ten aanzien van het ondernemerschap is het belangrijk dat de<br />
verantwoordelijkheid waar dat kan bij de ondernemers wordt gelegd. Daarnaast wordt<br />
ook toekomstgericht ondernemerschap gestimuleerd.<br />
3.5.4 Landschaps- en groenvisie<br />
Door de gemeenteraad is in 2000 een Landschaps- en groenvisie vastgesteld. Op<br />
basis van dit beleidsplan is een Basisdocument integraal beheerplan opgesteld dat<br />
vervolgens uitgewerkt is in een Beheerplan groen <strong>Slochteren</strong>.<br />
In de Groen- en landschapsvisie wordt de gewenste ontwikkelingslijn van de groene<br />
ruimte binnen de gemeente vormgegeven. De visie maakt daarbij onderscheid tussen<br />
de groenstructuur in de kernen en het buitengebied. In het buitengebied ligt de schaal<br />
op landschapsniveau.<br />
Beleidsmatig wordt het groen in de keren onderverdeeld in een drietal zones:<br />
Het lint (tunnelbos).<br />
Bossingels en struwelen.<br />
Groen in de woonomgeving.<br />
Voor het buitengebied wordt ingezet op de volgende doelen:<br />
Herkenbaarheid van het landschap vergroten en de karakteristieke onderdelen<br />
ervan beschermen.<br />
Ecologische verbindingen tot stand brengen, gekoppeld aan het vergroten van de<br />
ecologische waarde van de elementen zelf.<br />
Mogelijkheden recreatief gebruik vergroten.<br />
Ontwikkelen aantrekkelijke woonmilieus.<br />
Bieden van mogelijkheden voor nieuwe functies.<br />
Naar verwachting zal in 2011 nieuw landschaps- en groenbeleid worden opgesteld.<br />
3.5.5 Ecologische basiskaart<br />
‘De ecologische basiskaart en leidraad <strong>Slochteren</strong>’ is een handreiking voor het toetsen<br />
van ruimtelijke ontwikkelingen en werkzaamheden met de mogelijke gevolgen voor<br />
beschermde en/of bedreigde planten en dieren. De kaart en leidraad geven invulling<br />
aan de goedgekeurde gedragscode door LNV “Bestendig beheer gemeentelijke<br />
groenvoorzieningen” en is ook van belang als toetsingskader van de Flora- en<br />
faunawet en Natuurbeschermingswet.<br />
De ecologische basiskaart bestaat uit meerdere kaarten waarop ondermeer de ligging<br />
van natuurgebieden en aanwezige populaties van soorten zijn aangegeven. De<br />
themakaarten zijn bedoeld als toetsingskader bij ruimtelijke ingrepen’ en bij ‘bestendig<br />
beheer en onderhoud’. In de bijbehorende leidraad is aangegeven wanneer bepaalde<br />
werkzaamheden op het vlak van bouwen (en slopen) en groenbeheer kunnen<br />
plaatsvinden.<br />
Er is vooral gekeken buiten de reeds beschermde natuurgebieden, aangezien binnen<br />
de natuurgebieden bijzondere waarden al beschermd worden door de planologische<br />
status van die gebieden. De aandacht is daarbij vooral gevestigd op bijzondere<br />
soorten of waarden genoemd in de Flora- en faunawet die voorkomen in gebieden,<br />
zoals agrarische cultuurgronden, bosgebieden en landschapselementen.<br />
Ruimtelijk worden er vier gebieden onderscheiden, het lint (A), Midden-Groningen (B),<br />
het gebied Luddeweer-Overschild (C) en het overige deel van de gemeente aan<br />
weerszijden van het lint (D). Het stedelijke deel (het bebouwingslint van Harkstede tot<br />
Siddeburen), bezit een relatief lage natuurwaarde en weinig bijzondere soorten,<br />
behalve een aantal vogel- en vleermuissoorten. De gebieden C en D zijn hoofdzakelijk<br />
agrarisch in gebruik en bezitten eveneens lage natuurwaarden, met uitzondering van<br />
een aantal (geïsoleerde) locaties die o.a. in beheer zijn bij natuurbeherende<br />
organisaties zoals Staatsbosbeheer (o.a. De Baggerputten) of een stichting (o.a. De<br />
Fraeylemaborg). Ten aanzien van de beheerdoelstellingen van de (gemeentelijke)<br />
bermen, oevers en beplantingen wordt verwezen naar het Beheerplan Groen uit 2004.<br />
23
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
3.5.6 Nota Duurzaam <strong>Slochteren</strong><br />
In het najaar van 2009 is door de gemeenteraad de Nota Duurzaam <strong>Slochteren</strong><br />
vastgesteld.<br />
In deze nota is het beleid op het gebied van milieu en duurzaamheid vastgelegd. De<br />
uitvoering van de nota is in eerste instantie gericht op de periode 2010-2013.<br />
De beleidsvisie sluit aan op de koers die is uitgezet in de Toekomstvisie Land van<br />
<strong>Slochteren</strong>. Qua thematiek wordt hier ook op aangesloten.<br />
De ambities voor het thema Buitengebied en recreatie en toerisme zijn als volgt:<br />
3.5.7 Cultuurbeleid<br />
Inzetten op een duurzaam gebruik van het buitengebied met een balans tussen<br />
de verschillende functies.<br />
Bestaand beleid voor landschap, groen en water voortzetten en waar nodig of<br />
mogelijk aanscherpen.<br />
Duurzaam gebruik van het buitengebied houdt in de balans vinden voor<br />
verschillende gebruikers: alleen door de verschillende functies goed op elkaar af te<br />
stemmen kunnen de kwaliteiten van het buitengebied worden benut en behouden.<br />
In een duurzaam buitengebied past geen grootschalig toerisme. Kleinschalig<br />
toerisme sluit wel uitstekend aan bij de structuur van het buitengebied en de<br />
verschillende functies die de ruimte in het buitengebied gebruiken.<br />
Beleid voor het kansen bieden aan kleinschalig toerisme verankeren in het<br />
bestemmingsplan buitengebied.<br />
Stimuleren van kleinschalige toerisme en andere vormen van duurzaam<br />
ondernemen inbrengen in Vitaal Platteland.<br />
Aa<strong>nl</strong>eggen en verbeteren van fiets-, wandel en vaarmogelijkheden.<br />
Het gemeentelijk cultuurbeleid is vastgelegd in de "Cultuurnota 2009-2012 gemeente<br />
<strong>Slochteren</strong>". De nota geeft aan dat bij een plattelandsgemeente als <strong>Slochteren</strong> een<br />
kernachtig beleid past, dat slechts stuurt op enkele peilers. Deze peilers horen bij<br />
typisch bij een plattelandsgemeente: een uitgebreid verenigingsleven, (vier)<br />
bibliotheekvestigingen, een kunstuitleen, monumenten en een monumentale borg met<br />
een museale functie. <strong>Slochteren</strong> scoort minder op de aanwezigheid van aanbieders<br />
van cultuureducatie. Naar verwachting heeft de ontwikkeling van Meerstad<br />
consequenties voor het culturele aanbod in <strong>Slochteren</strong>.<br />
3.5.8 Visie <strong>Slochteren</strong><br />
In 2006 heeft de gemeenteraad van <strong>Slochteren</strong> de ruimtelijke visie <strong>Slochteren</strong> Kern<br />
vastgesteld. Deze visie bevat de hoofdlijnen van de ontwikkelingen voor het dorp<br />
<strong>Slochteren</strong> tot en met het jaar 2025.Het visiegebied wordt omschreven als het carre<br />
van <strong>Slochteren</strong>. Dit betreft het gebied van het lint van <strong>Slochteren</strong> (en gedeeltelijk<br />
Froombosch) met het gebied aan weerszijden van het lint, tussen de Slochterveldweg<br />
en Groenedijk.<br />
In de visie worden nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen gekoppeld aan een aantal<br />
dwarsstructuren op het bestaande lint. Daarnaast gaat de visie ook in op<br />
herstructuering van het gebied rond de Slochterhaven.<br />
De visie is op 17 december 2009 opnieuw door de gemeenteraad vastgesteld, ditmaal<br />
als structuurvisie zoals bedoeld in de nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening.<br />
Beleidsinhoudelijk is er met de nieuwe vaststelling niets aan de structuurvisie<br />
gewijzigd.<br />
Voor de nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen die voortkomen uit de Visie <strong>Slochteren</strong><br />
worden aparte ruimtelijke procedures doorlopen.<br />
3.5.8.1 Centrumgebied <strong>Slochteren</strong><br />
Inmiddels is op basis van de structuurvisie voor een deel van het visiegebied, het<br />
centrumgebied van <strong>Slochteren</strong>, een masterplan opgesteld. Dit gebied heeft de<br />
Slochterhaven als kern en omvat verder het voormalige gemeentewerfterrein en een<br />
deel van het Erfgoedkwartier. Onderdeel van de opgave is verder het maken van een<br />
bredere visie op de inpassing van voorzieningen in het dorp.<br />
Ook voor dit plan geldt dat voor de nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen die hieruit<br />
voortkomen een aparte ruimtelijke procedure zal worden gevoerd. Voor het<br />
24
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
bestemmingsplan <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> wordt in het centrumgebied uit gegaan van<br />
de huidige gebruiksmogelijkheden. Passend in de lijn van het masterplan wordt aan<br />
een aantal panden in het Erfgoedkwartier een gemengde bestemming toegekend die<br />
naast wonen ook recreatieve functies mogelijk maakt. Op het voormalige<br />
gemeentewerfterrein wordt daarnaast een uit te werken bestemming (Woongebied -<br />
uit te werken) gelegd. Op basis hiervan kan een uitwerkingsplan worden opgesteld<br />
waarbij onder andere voldaan moet worden aan de structuurvisie voor dit gebied.<br />
Zolang er geen uitwerkingsplan in procedure is gebracht zijn de huidige<br />
gebruiksmogelijkheden van toepassing (maatschappelijke dienstverlening).<br />
25
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
Hoofdstuk 4 Onderzoeken<br />
4.1 I<strong>nl</strong>eiding<br />
Dit hoofdstuk bevat de resultaten van de verschillende onderzoeken naar de<br />
randvoorwaarden voor de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan en de<br />
bijbehorende regelingen. Er wordt daarbij onderscheid gemaakt in de volgende<br />
thema's: milieu-aspecten, externe veiligheid, luchtkwaliteit, water, archeologie en<br />
cultuurhistorie, flora en fauna en civieltechnische aspecten.<br />
4.2 Milieuaspecten<br />
4.2.1 Wegverkeerslawaai<br />
4.2.1.1 Wet geluidhinder<br />
De Wet geluidhinder hanteert voorkeursgrenswaarden en geeft criteria aan voor het<br />
toelaten van een hogere geluidsbelasting indien de voorkeurswaarde niet gehaald kan<br />
worden. De Wet geluidhinder schrijft voor dat bij het voorbereiden van de vaststelling<br />
of herziening van een bestemmingsplan, waar wegen in zijn opgenomen die een zone<br />
kennen als bedoeld in artikel 74 van de Wet geluidhinder, een akoestisch onderzoek<br />
wordt ingesteld. Daarbij wordt ondermeer gekeken naar de geluidsbelasting op<br />
woningen binnen de zone, de doeltreffendheid van de in aanmerking komende<br />
verkeersmaatregelen en andere maatregelen om te voorkomen dat de in de toekomst<br />
vanwege de weg de hoogste toelaatbare normen worden overschreden.<br />
Bij woningen is de voorkeursgrenswaarde 48 dB. Er kan in bepaalde situaties een<br />
hogere grenswaarde worden toegestaan (tot maximaal 68 db). De ten hoogste<br />
toelaatbare geluidsbelasting is daarbij ondermeer afhankelijk van het gebruik<br />
(burgerwoning of agrarische bedrijfswoning), de ligging (stedelijk of landelijk gebied),<br />
aard geluidsbron (nieuwe weg of bestaande weg) en het feit of het gaat om totale<br />
nieuwbouw of vervanging van een bestaande woning. In het rapport in 'Nota<br />
Wegverkeerslawaai Gemeente <strong>Slochteren</strong>' (WMA, 2008) worden de voor alle situaties<br />
de voorkeurgrenswaarden en toelaatbare waarden getoond.<br />
Op basis van de verzamelde verkeers- en omgevingsgegevens zijn de geluidcontouren<br />
per wegvak berekend met behulp van Standaard rekenmethode I. Hierbij zijn de<br />
volgende geluidcontouren in beeld gebracht: 48 dB, 53 dB en 58 dB.<br />
De geluidcontouren zijn berekend inclusief aftrek artikel 110g Wet geluidhinder (2 dB<br />
voor wegen met snelheid van 70 km/uur of meer en 5 dB voor de overige wegen). In<br />
de bijlage zijn de onderzoeksresultaten en geluidcontouren opgenomen. In dit<br />
onderzoek is de ontwikkeling van Meerstad inbegrepen. De verkeersprognoses gaan<br />
daarbij uit van een nieuwe verkeersstructuur t.b.v. de ontsluiting van Meerstad.<br />
In het plangebied hebben de volgende wegen een geluidzone: N387, N865<br />
(Meenteweg) en de Hoofdweg. Voor de betreffende wegen gelden verschillende<br />
snelheidsregimes binnen het plangebied. De geluidszones van de Hoofdweg zijn<br />
weergegeven in de onderstaande tabel en in het rapport 'Nota Wegverkeerslawaai<br />
Gemeente <strong>Slochteren</strong>' (WMA, 2008).<br />
Het merendeel van de bestaande woningen langs deze wegen ligt binnen de<br />
geluidszone die van toepassing is. Consequentie hiervan is dat bouwvlakken zodanig<br />
zijn gelegd dat woningen op enig punt niet dichter op de weg kunnen worden<br />
gebouwd dan in het huidige situatie.<br />
Kern Wegvak en snelheidsregime<br />
<strong>Slochteren</strong>/ <strong>Schildwolde</strong> N387 100 km/h<br />
<strong>Slochteren</strong> N387 (t.h.v. <strong>Slochteren</strong>-kern) 70 km/h<br />
26<br />
Hoofdweg (beschermd dorpsgezicht) 30 km/h<br />
Hoofdweg 50 km/h<br />
Slochterdiep (bebouwde kom) 30 km/h
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
<strong>Schildwolde</strong> Hoofdweg (bebouwde kom) 50 km/h<br />
4.2.1.2 Saneringsprogramma VROM<br />
Meenteweg (bebouwde kom) 50 km/h<br />
Het Ministerie van VROM heeft een saneringsprogramma waarbij woningen door<br />
maatregelen aan de gevel van extra geluidsisolatie wrden voorzien. Dit programma<br />
staat bekend als de zogenaamde A-lijst. Deze lijst is tussen 1994 en 1998 opgesteld.<br />
De sanering aan deze woningen kan alleen door gevelmaatregelen worden<br />
uitgevoerd. Het betreft o.a. A-woningen, die in het peiljaar 1986 een bepaalde<br />
(extreem hoge) geluidsbelasting op de gevel hadden. De woningen van de A-lijst<br />
komen in aanmerking voor vergoeding van gevelisolatiekosten. Het is inmiddels niet<br />
meer mogelijk om woningen op deze lijst te plaatsen. Daarnaast zijn er de<br />
B-saneringswoningen. Dit zijn te saneren woningen met een lagere geluidsbelasting<br />
dan de A-woningen. Voor deze woningen is geen subsidie beschikbaar.<br />
In <strong>Slochteren</strong> en <strong>Schildwolde</strong> zijn diverse panden langs de Hoofdweg opgenomen op<br />
de B-Lijst. Momenteel ligt er geen prioriteit om deze locaties te saneren. Bij verbouw of<br />
nieuwbouw zal op grond van het Bouwbesluit moeten worden voldaan aan het<br />
binnenniveau.<br />
Daarnaast zijn er in onderstaande tabel percelen genoemd die reeds op een andere<br />
projectbasis zijn gesaneerd.<br />
HOOFDWEG 126 9626 AJ SCHILDWOLDE Eindmelding weg / G<br />
HOOFDWEG 138 9626 AJ SCHILDWOLDE Eindmelding weg / G<br />
HOOFDWEG 140 9626 AJ SCHILDWOLDE Eindmelding weg / G<br />
HOOFDWEG 191 9626 AD SCHILDWOLDE Eindmelding weg / G<br />
4.2.1.3 Aanvullende onderzoeken<br />
Voorliggend plan voorziet in een uitwerkingsbevoegdheid om ter plaatse van de<br />
voormalige gemeentewerf in <strong>Slochteren</strong> tussen de Noorderweg en de N387 de<br />
bestemming uit te werken om woningbouw mogelijk te maken. Deze uitwerking is één<br />
van de onderdelen van het Masterplan Slochterhaven. Daarvoor is in 2006 een<br />
akoestisch onderzoek uitgevoerd door WMA: Akoestisch onderzoek Slochterhaven,<br />
Rapportnummer: 1093120. Voor de locatie Slochterhaven is de provinciale weg N386<br />
het relevante wegvak. Op basis van verkeerstellingen van de provincie bestaat een<br />
goed beeld van de verkeersintensiteit op het stuk van de provinciale weg door<br />
<strong>Slochteren</strong>. Indien de trend van de afgelopen jaren lineair wordt doorgetrokken naar<br />
de toekomst zal de verkeersintensiteit in 2016 ruim 7000 voertuigen per etmaal<br />
bedragen. Verder geldt er een snelheidsbeperking van 70 km/uur op het stuk weg<br />
door <strong>Slochteren</strong>.<br />
In het onderzoek is invulling gegeven aan de verschillende varianten: met en zonder<br />
afschermende maatregelen en met toepassing van een zogenoemde dove gevel. Van<br />
de varianten zijn de geluidszones in beeld gebracht: 50, 55, 60 dB(A) en de<br />
geluidsbelasting op de gevel van geluidsgevoelige bestemmingen. Hieruit is gebleken<br />
dat er maatregelen genomen moeten worden om het geluid te reduceren om<br />
woningbouw op de locatie mogelijk te maken. In de scenario's waarbij geen<br />
afschermende maatregelen worden getroffen zouden geluidsniveaus op de gevels<br />
voorkomen tussen 59 en 63 dB(A). Deze geluidsniveaus zijn te hoog om ontheffing<br />
voor te kunnen verlenen ten behoeve van nieuwbouw van woningen, de zogenoemde<br />
Hogere grenswaarden. Voor het reduceren van de geluidsbelasting komt afscherming<br />
in aanmerking.<br />
Door het plaatsen van geluidsschermen van 2 tot 4 meter hoog langs de provinciale<br />
weg kunnen de geluidsniveaus teruggebracht worden tot 55 dB(A). Dit geluidsniveau<br />
biedt de mogelijkheid om ontheffing te verlenen (Hogere grenswaarde) voor de<br />
nieuwbouw van woningen.<br />
Het akoestisch onderzoek dateert van 2006 en kent een prognose van de<br />
verkeersintensiteit tot 2016. Voor het vaststellen van een Hogere grenswaarde moet<br />
een prognose voor de geluidsbelasting van 10 jaar worden gegeven. Daarom is voor<br />
het uitwerkingsplan en de daarop te verlenen omgevingsvergunningen een nieuw<br />
akoestisch onderzoek noodzakelijk. Op basis van de prognose tot 2016 kan worden<br />
geconcludeerd dat de uitwerkingsbevoegdheid toegepast zou kunnen worden, mits<br />
27
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
beschreven afschermende maatregelen worden getroffen. Het Akoestisch onderzoek<br />
Slochterhaven, Rapportnummer: 1093120 kan zodoende dienen als onderbouwing om<br />
de uitwerkingsbevoegdheid in voorliggend plan op te nemen. Als onderbouwing voor<br />
het uitwerkingsplan zal te zijner tijd nog een nieuw akoestisch onderzoek moeten<br />
worden uitgevoerd.<br />
4.2.2 Industrielawaai<br />
In en buiten het plangebied liggen geen inrichtingen waar een geluidscontour van<br />
uitgaat (geluidszoneringsplichtige bedrijven), danwel een geluidscontour kennen die<br />
tot het plangebied reikt.<br />
4.2.3 Bedrijven en milieuzonering<br />
Algemeen<br />
Bedrijven worden ingedeeld in categorieën met behulp van de VNG publicatie Bedrijven<br />
en milieuzonering (editie 2009). Deze publicatie biedt een handreiking ten behoeve<br />
van de afstemming tussen ruimtelijke ordening en milieu op lokaal niveau en geeft<br />
informatie over de milieukenmerken van verschillende typen bedrijven. Op basis van de<br />
milieukenmerken van de verschillende typen bedrijven en inrichtingen wordt een<br />
indicatie van de afstanden gegeven die als gevolg van deze kenmerken moeten<br />
worden aangehouden tussen de diverse typen bedrijven. Daarbij wordt onderscheid<br />
gemaakt in omgevingstypen: rustige woonwijk, gebied met functiemenging en<br />
bedrijventerrein.<br />
Plangebied<br />
De bedrijvigheid in het plangebied bestaat hoofdzakelijk uit kleinschalige lichte<br />
bedrijvigheid (ambachtelijke bedrijven) en detailhandel en daarnaast verschillende<br />
agrarische bedrijven. Daarnaast zijn enkele zwaardere bedrijfstypen aanwezig<br />
(waaronder een loonbedrijf en een discotheek). Met name het gebied langs de<br />
Hoofdweg kan worden aangemerkt als gemengd gebied waar lichte bedrijven (mits<br />
bouwkundig gescheiden) passen naast woningen. Waar het gaat om wat zwaardere<br />
bedrijven is het betreffende bedrijfstype en milieucategorie in het bestemmingsplan<br />
vastgelegd op de aanwezige situatie. Bij vertrek of beëindiging van de (zwaardere)<br />
bedrijfscategorieën is dan ook alleen een vergelijkbaar bedrijf mogelijk of lichtere<br />
bedrijfscategorieën. Daarnaast voorziet de Wet milieubeheer op individueel niveau in<br />
een regeling ter beperking van eventuele milieuhinder.<br />
In of in de directe omgeving van het plangebied bevinden zich geen intensieve<br />
veehouderijen. Er zijn wel enkele melkrundveehouderijen die op grond van een<br />
bestaande vergunning of onder een AMvB, hun bedrijf kunnen uitoefenen. Bij het<br />
bestemmen van deze bedrijven zijn de bestaande erven als uitgangspunt genomen en<br />
is bij uitbreidingsmogelijkheden rekening gehouden met alle relevante milieu-aspecten.<br />
Ook bij uitbreiding van bouwvlakken van woningen is rekening gehouden met de<br />
(milieu)afstanden t.o.v. omliggende bedrijven. De agrarische bedrijven in de het<br />
plangebied liggen niet in alle gevallen op de richtlijnafstand van de bestaande<br />
woonbebouwing, maar in dat geval kent de Wet milieubeheer specifieke regelgeving.<br />
Waar het akkerbouwbedrijven betreft, voldoet een afstand van 30 meter als<br />
richtlijnafstand. Verder is de bestaande woonbebouwing al grensstellend in relatie tot<br />
eventuele milieubelasting.<br />
Daarnaast kan er doordat bouw- en milieuvergunning per 1 oktober 2010 zijn<br />
opgegaan in de omgevingsvergunning een goede afstemming plaatsvinden tussen<br />
bouw- en milieuactiviteiten.<br />
28
4.2.4 Bodem<br />
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
4.2.4.1 Bodembeleid<br />
In het gemeentelijk bodembeleid is het algemeen beleidsuitgangspunt dat de goede<br />
gebiedseigen bodemkwaliteit behouden moet blijven en waar mogelijk wordt<br />
verbeterd. De algemene bodemkwaliteit op niet verdachte percelen, alsmede regels<br />
omtrent hergebruik, staan beschreven in de drie Bodembeheerplannen Buitengebied,<br />
Bebouwd gebied en Gemeentelijke wegbermen met bijbehorende<br />
bodemkwaliteitskaarten. In de bodembeheerplannen wordt gewerkt met een<br />
gebiedsindeling, gebaseerd op ruimtelijke kenmerken, historisch bodemgebruik en<br />
bodemkwaliteit.<br />
4.2.4.2 Bodeminformatiesysteem<br />
In het provinciale digitale bodeminformatiesysteem zijn alle historisch verdachte<br />
locaties voor bodemverontreiniging opgenomen. Meestal betreft het hier voormalige<br />
bedrijfslocaties waarvan de bodemkwaliteit onbekend is. Informatie over uitgevoerde<br />
bodemonderzoeken (en bodemsanering) worden regelmatig toegevoegd aan het<br />
systeem. Bij het ontwikkelen van een locatie wordt de beschikbare bodeminformatie in<br />
beeld gebracht (bodemtoets).<br />
4.2.4.3 Bodemtoets<br />
Initiatiefnemers van bepaalde bouwplannen zijn verplicht om bij nieuwbouw (al dan<br />
niet in combinatie met functieverandering) bij de aanvraag om een<br />
omgevingsvergunning een rapportage van de bodemgesteldheid in te dienen. Daaruit<br />
moet blijken of en onder welke omstandigheden nieuwe functies realiseerbaar zijn. In<br />
bepaalde gevallen kan vrijstelling worden verleend voor het uitvoeren van<br />
bodemonderzoek.Voor activiteiten die te maken hebben met grondverzet (met name<br />
aanvoer van grond) is in veel gevallen een melding grondverzet nodig. Bijvoorbeeld bij<br />
de uitwisseling van grond binnen gebieden met een zelfde typering. Voor activiteiten<br />
die te maken hebben met het aa<strong>nl</strong>eggen van dijken en/of waterwerken is in bepaalde<br />
gevallen een aa<strong>nl</strong>egvergunning nodig en vaak een melding grondverzet. Bij grotere<br />
projecten kan een ontgrondingsvergunning nodig zijn van de provincie.<br />
4.2.4.4 Plangebied<br />
In het plangebied worden, buiten de bestaande bouwpercelen, geen nieuwe<br />
ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Alleen (nieuwe) woningen of andere gevoelige<br />
functies die eerder planologische mogelijk zijn gemaakt worden bij recht toegevoegd.<br />
Het bestemmingsplan is in feite een bestendiging van de huidige situatie. Bij woningen<br />
kan een omgevingsvergunning worden verleend voor het afwijken van de regels voor<br />
kleinschalige aan huis-verbonden-beroepen of bedrijven. Het betreft hier alleen lichte<br />
bedrijven die vallen onder categorie A van het Activiteitenbesluit. Naar verwachting<br />
hebben deze activiteiten geen negatieve invloed op de bodemkwaliteit.<br />
Uitwerkingsbevoegdheid terrein voormalige gemeentewerf<br />
Ter plaatse van de voormalige gemeentewerf aan de Noorderweg te <strong>Slochteren</strong><br />
voorziet het bestemmingsplan in een uitwerkingsbevoegdheid. De uit te werken<br />
bestemming 'Woongebied' voorziet in de bouw van ten hoogste 10 woningen op deze<br />
locatie. De haalbaarheid van de uit te werken bestemming moet in het<br />
bestemmingsplan worden aangetoond. Op het terrein zijn twee gevallen van ernstige<br />
bodemverontreiniging aanwezig. Daarnaast bevinden zich lichte tot matige<br />
verontreinigingen in de grond. Om de bestemming te kunnen uitwerken naar wonen is<br />
het nodig de bodemverontreiniging te saneren. Op grond van het Besluit<br />
bodemkwaliteit stelt de gemeente voor haar grondgebied een bodemfunctiekaart vast.<br />
De voormalige gemeentewerf is ingedeeld in de bodemfunctieklasse Wonen. De<br />
milieuhygiënische kwaliteit van de bodem dient daaraan te voldoen.<br />
29
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
4.3 Externe veiligheid<br />
4.3.1 Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen<br />
Het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen is het wettelijk kader waarin<br />
(afstands)normen worden gesteld met betrekking tot risicovolle inrichtingen. Met name<br />
de relatie met risicogevoelige objecten in de omgeving is daarbij van belang die<br />
verbonden zijn aan bepaalde inrichtingen. Doel is te voorkomen dat personen die<br />
permanent op een plaats verblijven een onevenredig groot risico lopen als gevolg van<br />
een ramp met een risicobron. Naast inrichtingen is deze normstelling ook van<br />
toepassing op het transport van gevaarlijke stoffen.<br />
Het besluit onderscheidt twee categorieën risicogevoelige objecten, namelijk<br />
kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten. Dit onderscheid is gebaseerd op<br />
maatschappelijke opvattingen over de groepen mensen die in het bijzonder moeten<br />
worden beschermd en op gegevens zoals het aantal personen en de verblijfstijd van<br />
groepen mensen.<br />
Kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten<br />
Bij kwetsbare objecten kan bijvoorbeeld worden gedacht aan woningen, ziekenhuizen,<br />
verpleeghuizen, scholen, kinderopvang, grote kantoren, hotels en winkelcomplexen en<br />
grote kampeer- en recreatieterreinen. Beperkt kwetsbare objecten zijn volgens het<br />
besluit verspreid liggende woningen, dienstwoningen van derden, kleinere kantoren,<br />
hotels, winkels, bedrijfsgebouwen, sporthallen, zwembaden, overige sport- en<br />
kampeerterreinen en objecten van hoge infrastructurele waarde zoals<br />
elektriciteitscentrales.<br />
Er worden daarnaast twee vormen van risico onderscheiden: plaatsgebonden risico en<br />
groepsgebonden risico.<br />
Plaatsgebonden risico<br />
Het plaatsgebonden risico (PR) is een maat voor het overlijdensrisico op een bepaalde<br />
plaats waarbij het niet van belang is of op die plaats daadwerkelijk een persoon<br />
aanwezig is. In het besluit is het plaatsgebonden risico gedefinieerd als de kans per<br />
jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op een bepaalde plaats in de<br />
omgeving van een inrichting zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een<br />
ongewoon voorval met een gevaarlijke stof. Dit risico laat zich goed ruimtelijk vertalen<br />
aangezien het gaat om punten waar zich een bepaald risico voordoet. Deze punten<br />
kunnen worden verbonden tot een contour.<br />
De grenswaarde voor kwetsbare objecten is 10 -6 per jaar. Voor beperkt kwetsbare<br />
objecten wordt dit als richtwaarde gehanteerd.<br />
Groepsrisico<br />
Het groepsrisico (GR) is een maat voor het overlijdensrisico voor een groep personen<br />
in een bepaald gebied als rechtstreeks gevolg van hun afwezigheid in het<br />
invloedsgebied van een inrichting en van een ongeval in die inrichting, waarbij<br />
gevaarlijke stoffen zijn betrokken.<br />
Vanuit het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI) geldt een plicht tot<br />
verantwoording van het groepsrisico bij het opstellen van ruimtelijke plannen en/of het<br />
voeren van planprocedures. Bij deze motivering wordt aandacht geschonken aan:<br />
30<br />
het aantal personen in het invloedsgebied;<br />
het groepsrisico;<br />
de mogelijkheden tot risicovermindering;<br />
de alternatieven;<br />
de mogelijkheden om de omvang van de ramp te beperken;<br />
de mogelijkheden tot zelfredzaamheid.
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
4.3.2 Provinciaal basisnet<br />
Het Provinciaal Basisnet Groningen is het antwoord op de Nota Vervoer gevaarlijke<br />
stoffen waarin een borging van risico-afstanden als gevolg van transporten van<br />
gevaarlijke stoffen wordt aangekondigd. Het doel is om deze transportroutes vast te<br />
leggen en een systeem te creëren waarbij rekening kan worden gehouden met de<br />
dynamiek van transport en toekomstige groei. Om dit bereiken wordt langs een aantal<br />
aangewezen transportroutes (de grotere weg-, spoor- en waterinfrastructuur) in<br />
beginsel een zone van 200 meter aangehouden waarin de beleidsvrijheid voor<br />
bepaalde functies mogelijk wordt beperkt. Dit heeft betrekking op gebouwen voor<br />
beperkt zelfredzame personen (ziekenhuizen, zorgcentra of scholen). Daarnaast zal<br />
binnen dit gebied het groepsrisico moeten worden verantwoord. Voor <strong>Slochteren</strong> is de<br />
volgende infrastructuur opgenomen in het provinciaal basisnet: A7, N33, N387, N860,<br />
N865, N987 en Eemskanaal. De A7, N33 en het Eemskanaal zijn tevens opgenomen in<br />
het nationaal basisnet.<br />
Voor deze infrastructuur geldt dat binnen een zone van 30 meter geen nieuwe<br />
kwetsbare objecten worden opgericht en tevens het vestigen van nieuwe functies<br />
(scholen, zorgwoningen, zorgcentra, etcetera) voor beperkt zelfredzame personen<br />
wordt uitgesloten. Daarnaast geldt voor een zone van 200 meter een verantwoording<br />
van het groepsrisico.<br />
4.3.3 Wetgeving aardgastransportleidingen<br />
Voor ruimtelijke plannen binnen toetsingszones van risicovolle buisleidingen is sinds 1<br />
januari 2011 het Besluit Externe veiligheid Buisleidingen van toepassing. Dit besluit is<br />
in de plaats getreden van de circulaire 'Zonering langs hogedruk<br />
aardgastransportleidingen' uit 1984 en de circulaire 'Bekendmaking van de<br />
voorschriften ten behoeve van de zondering langs brandbare vloeistoffen van de K1,<br />
K2 en K3 categorie' uit 1991.<br />
4.3.4 Wetgeving risicovolle transportassen<br />
Voor ruimtelijke plannen binnen het invloedsgebied (1% letaliteisgebied) van de<br />
risicovolle transportassen (spoor, weg of water) is de circulaire "RisicoNormering<br />
Vervoer Gevaarlijke Stoffen" (RNVGS) van toepassing. Deze circulaire zal naar<br />
verwachting medio 2010 vervangen worden door het Besluit transportroutes externe<br />
veiligheid en het daaraan gekoppelde basisnet.<br />
Voor provincie Groningen is inmiddels het provinciaal basisnet vastgesteld.<br />
4.3.5 Plangebied<br />
LPG-tankstations (Bevi)<br />
In het plangebied ligt een tweetal inrichtingen die vanuit het Bevi van belang zijn, dit<br />
betreft een tweetal tankstations waar tevens LPG wordt geleverd:<br />
Naam inrichting Risico<br />
31<br />
contour<br />
PR (in<br />
m)<br />
Verantwoording groepsrisico<br />
GR<br />
(in m)
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
Tankstation Esso Dijkman<br />
<strong>Slochteren</strong><br />
vulpunt<br />
reservoir<br />
afleveringsinstallatie<br />
Tankstation Shell Heinneman<br />
<strong>Schildwolde</strong><br />
vulpunt<br />
reservoir<br />
afleveringsinstallatie<br />
Buisleidingen<br />
25<br />
25<br />
15<br />
25<br />
25<br />
15<br />
150<br />
150<br />
150<br />
150<br />
Binnen de PR-contour van 10-6<br />
bevindt zich geen bebouwing.<br />
De maximaal toelaatbare<br />
personendichtheid binnen het<br />
invloedsgebied (150 m) is bij een<br />
inrichting met een doorzet van<br />
minder dan 500 m³ : 50 personen per<br />
hectare. De doorzet is begrensd op<br />
500 m³. In de betreffende situatie is<br />
de personendichtheid 's nachts 5<br />
pers/ha. Op werkdagen is de<br />
personendichtheid overdag 13<br />
pers./ha. De oriëntatiewaarde van<br />
het groepsrisico wordt niet<br />
overschreden.<br />
Omdat het bestemmingsplan<br />
grotendeels uitgaat van het<br />
bestemmen van de feitelijke situatie<br />
is er geen stijging van het<br />
groepsrisico te verwachten. Gezien<br />
het beperkt aantal verblijvende<br />
personen in het invloedsgebied wordt<br />
het groepsrisico aanvaardbaar<br />
geacht.<br />
Binnen de PR-contour van 10-6<br />
bevindt zich geen bebouwing.<br />
De maximaal toelaatbare<br />
personendichtheid binnen het<br />
invloedsgebied (150 m) is bij een<br />
inrichting met een doorzet van<br />
minder dan 500 m³ : 50 personen per<br />
hectare. De doorzet is begrenst op<br />
500 m³. In de betreffende situatie is<br />
op werkdagen de personendichtheid<br />
32 pers./ha. Tijdens de dagsituatie<br />
op zondag wordt deze dichtheid<br />
overschreden (in verband met<br />
kerkdienst nabijgelegen kerken). Er<br />
vindt dan echter geen levering van<br />
LPG plaats (bij aflevering is kans op<br />
calamiteit het grootst). Er zijn dan<br />
ook geen extra voorschriften<br />
opgenomen om het groepsrisico<br />
verder te beperken.<br />
Omdat het bestemmingsplan<br />
grotendeels uitgaat van het<br />
bestemmen van de feitelijke situatie<br />
is er geen stijging van het<br />
groepsrisico te verwachten. Gezien<br />
het beperkt aantal verblijvende<br />
personen in het invloedsgebied wordt<br />
het groepsrisico aanvaardbaar<br />
geacht.<br />
In de nabijheid van het plangebied bevinden zich twee buisleidingingen die onder de<br />
werking van het Bevb vallen. Het betreft twee gastransportleidingen die parallel aan<br />
elkaar liggen en de Hoofdweg in Froombosch (ten zuiden van de Boerweg) haaks<br />
kruisen.<br />
32
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
De 1% letaliteitsgrens voor de leidingen ligt op respectievelijk 580 en 520 meter van<br />
de leidingen. De 100% letaliteitsgrenzen liggen op 220 en 200 meter. Een toename<br />
van de personendichtheid binnen het gebied van 100% letaliteit heeft gevolgen voor<br />
het groepsrisico. Toename tussen de 100% en 1% heeft normaliter geen invloed op de<br />
hoogte van het groepsrisico. De plangrens ligt op 225 meter vanaf de meest<br />
noordelijke leiding, zodat er binnen het plangebied <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> geen<br />
verandering ten aanzien van het groepsrisico zijn te verwachten. Van belang is dat het<br />
Bevb woningen in lintbebouwing - waartoe de Hoofdweg in het zuidwestelijk deel van<br />
<strong>Slochteren</strong> gerekend kan worden - als beperkt kwetsbare objecten worden<br />
beschouwd. Gezien het beperkt aantal verblijvende personen in het gebied tussen het<br />
invloedsgebied met 1% tot 100% letaliteit wordt het groepsrisico als gevolg bij de<br />
betreffende buisleidingen beschouwd als zeer laag. Derhalve wordt het groepsrisico<br />
als gevolg van beide buisleidingen aanvaardbaar geacht.<br />
Planologische bescherming van de leidingtraces zal in de bestemmingsplanen<br />
Buitengebied en Froombosch-Kolham plaatsvinden (herziening voor 2013).<br />
Transport gevaarlijke stoffen<br />
Binnen het plangebied zijn de provinciale wegen N387 en N865 (Meenteweg)<br />
opgenomen in het provinciaal Basisnet Vervoer Gevaarlijke Stoffen. Ten weerzijden<br />
van deze tracés ligt een Plasbrand Aandachtsgebied à 30 meter waar regels gelden<br />
voor extra bescherming minder zelfredzame personen. Het beleid is dat binnen de<br />
30-meter zone geen nieuwe objecten ten behoeve van minder zelfredzame personen<br />
worden geprojecteerd. Voorbeelden hiervan zijn basisscholen, kindercentra en<br />
zorginstellingen. In het plan wordt hier rekening mee gehouden (geen nieuwe<br />
objecten minder zelfredzame personen binnen deze zones).<br />
Daarnaast moet voor bouwplannen binnen 200 meter langs alle Basisnetwegen onder<br />
bepaalde omstandigheden het groepsrisico verantwoord worden mits het GR<br />
toeneemt en/of boven een bepaalde waarde uitkomt. Het aantal verblijvende<br />
personen binnen het invloedsgebied neemt niet toe als gevolg de regels bij recht van<br />
dit bestemmingsplan.<br />
Daarnaast is een beperkte toename van het aantal verblijvende personen binnen het<br />
invloedsgebied mogelijk door toepassing van de uitwerkingsregels (mogelijkheid voor<br />
de bouw van ten hoogste 10 woningen).<br />
Het groepsrisico is berekend, omdat dat voor dit plangebied niet eerder was gedaan.<br />
33
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
De uitkomst van deze berekening laat zien dat het groepsrisico zeer laag is. De hoogte<br />
van het groepsrisico ligt meer dan een factor 100 onder de oriëntatiewaarde. De<br />
hoogte van het groepsrisico is geen aa<strong>nl</strong>eiding om nadere maatregelen uit te werken<br />
om het groepsrisico verder te beperken. Het groepsrisico wordt acceptabel geacht.<br />
Bestrijdbaarheid<br />
Effecten<br />
LPG-tankstations: Bij een explosie ligt de 1% letaliteitsgrens op circa 230 meter.<br />
Hierdoor zijn in het plangebied dodelijke hittestraling- en overdrukeffecten mogelijk.<br />
Gezien het beperkt aantal verblijvende personen in het invloedsgebied wordt het<br />
groepsrisico aanvaardbaar geacht.<br />
Basisnet N387: Bij het vervoer van gevaarlijke stoffen zijn twee maatgevende<br />
ongevalscenario's mogelijk: een plasbrand en een explosie (BLEVE). Uit<br />
referentiescenario's blijkt dat de bij een plasbrand de 1% letaliteitsgrens op circa 60<br />
meter ligt. Bij een explosie ligt deze grens op circa 230 meter. Er zijn in het plangebied<br />
dodelijke effecten van een plasbrand of explosie mogelijk.<br />
Hogedruk aardgastransportleidingen: het plangebied ligt deels in het invloedsgebied<br />
van de buisleiding. Er zijn hier dodelijk hittestraling- en overdrukeffecten mogelijk. Het<br />
groepsrisico ligt ruim onder de oriënterende waarde en wordt acceptabel geacht.<br />
Bereikbaarheid<br />
Het plangebied is over het algemeen voldoende snel en in voldoende mate tweezijdig<br />
bereikbaar. De aftakkingen (laantjes) zijn redelijk tot slecht bereikbaar (eenzijdig).<br />
Bluswatervoorzieningen<br />
Het plangebied is niet overal voldoende voorzien van bluswatervoorzieningen. Op<br />
bepaalde plekken kan de brandweer niet optimaal beschikken over bluswater. De<br />
afstand tussen de brandkranen langs de Hoofdweg is groter dan de afstand die in<br />
'handleiding Bereikbaarheid en bluswatervoorzieningen' wordt voorgeschreven (80<br />
meter). Een aantal laantjes heeft geen brandkranen. Door de regionale brandweer<br />
wordt geadviseerd om bij realisering van nieuwe woningen langs het westelijke<br />
gedeelte van de Dannemeerweg ook bluswatervoorzieningen aan te brengen.<br />
Daarnaast wordt geadviseerd om bij het afwijken van het bestemmingsplan op<br />
percelen met de aanduiding de 'wro-zone- ontheffingsgebied' in overleg met de<br />
brandweer de bluswatervoorzieningen te beoordelen. Op locaties waar geen goede<br />
bluswatervoorzieningen voor handen zijn, is de brandweer aangewezen op tertiaire<br />
34
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
bluswatervoorzieningen (groot watertransport). Gelet op de benodigde opkomst- en<br />
opbouwtijd beperkt dit het snel en effectief bestrijden van incidenten. De Brandweer<br />
Regio Groningen werkt aan het project 'Witte vlekken in de bluswatervoorziening' om<br />
tot oplossingen te komen voor verbetering van de knelpunten.<br />
Zelfredzaamheid<br />
Uit de beoordeling van het aspect 'zelfredzaamheid' blijkt, dat in de invloedsgebieden<br />
van risicovolle inrichtingen en transportroutes drie objecten liggen waar sprake is van<br />
(mogelijk) langdurig verblijf van groepen verminderd zelfredzame personen (kleine<br />
kinderen, zieken en ouderen). Bij ontruiming van het gebied is hier mogelijk extra<br />
hulpverlening noodzakelijk. De delen van het plangebied buiten de dorpscentra liggen<br />
niet of nauwelijks in het sirenebereik van het bestaande Waarschuwing en Alarmering<br />
Systeem (WAS). De brandweer adviseert om het bestaande WAS uit te breiden<br />
(bijplaatsen van een signaalgever of inzetten van geluidswagens). Dit punt zal als<br />
aandachtspunt worden meegenomen en wanneer er ingrepen zullen plaatsvinden<br />
buiten de dorpskernen zal het bijplaatsen van signaalgevers in overweging worden<br />
genomen.<br />
Verantwoording groepsrisico<br />
Gezien het beperkte aantal verblijvende personen in het invloedsgebied van de<br />
risicovolle inrichtingen en de transportroutes van gevaarlijke stoffen, wordt het<br />
groepsrisico aanvaardbaar geacht. Het bestemmingsplan gaat grotendeels uit van het<br />
bestemmen van de feitelijke situatie, waarbij geen stijging van het groepsrisico te<br />
verwachten. Daarnaast neemt het aantal verblijvende personen in het invloedsgebied<br />
niet significant toe ten gevolge van de vaststelling van dit bestemmingsplan.<br />
4.3.6 Flexibiliteitsbepalingen<br />
Ontwikkelingen die in dit bestemmingsplan met de flexibiliteitbepalingen<br />
'afwijkingsbevoegdheid' en 'uitwerkingsbevoegdheid' mogelijk worden gemaakt dienen<br />
uitvoerbaar te zijn. In dit bestemmingsplan zijn deze flexibiliteitbepalingen alle<br />
uitvoerbaar omdat die mogelijk zijn om toe te passen buiten de 10-6 PR- contour en<br />
zonder dat de ontwikkelingen een significante toename van het groepsrisico met zich<br />
meebrengen.<br />
De beoogde ontwikkeling in <strong>Slochteren</strong> langs de N387 die in een uit te werken<br />
bestemming is opgenomen wordt daarbij specifiek belicht. Op de voormalige<br />
gemeentewerf tussen de Noorderweg en N387 is beoogd een gebied te ontwikkelen<br />
waarin ten hoogste 10 woningen kunnen worden gebouwd. Het gebied ligt binnen het<br />
1% letaliteitsgrens van de N387. Derhalve is de beoogde ontwikkeling meegenomen in<br />
het onderzoek RBM II Noorderweg 4, uitgevoerd op 28-9-2011, tijd: 10:54:23. De<br />
toevoeging van 10 woningen in het gebied beïnvloedt het verloop van de Fn-curve als<br />
weergegeven in 4.3.5 nauwelijks. Deze toename van het groepsrisico wordt dan ook<br />
acceptabel geacht.<br />
Bij de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid zal echter de externe<br />
veiligheidssituatie nader dienen te worden beschouwd op de dan geldende externe<br />
veiligheidssituatie in relatie met de voorgestane ruimtelijke ontwikkeling.<br />
4.4 Luchtkwaliteit<br />
Sinds 15 november 2007 zijn de belangrijkste bepalingen over luchtkwaliteitseisen<br />
opgenomen in de Wet milieubeheer (hoofdstuk 5, titel 5.2 Wm). Hiermee is het Besluit<br />
luchtkwaliteit 20<strong>05</strong> (Blk 20<strong>05</strong>) vervallen. Omdat titel 5.2 handelt over luchtkwaliteit<br />
staat deze ook wel bekend als de 'Wet luchtkwaliteit'. Om te toetsen of ruimtelijke<br />
plannen in de gemeente <strong>Slochteren</strong> kunnen voldoen aan de eisen die worden gesteld<br />
is een gemeentebreed luchtkwaliteitsonderzoek uitgevoerd.<br />
Uit het luchtkwaliteitsonderzoek (Nota Luchtkwaliteit Gemeente <strong>Slochteren</strong> (WMA, juni<br />
2008), is gebleken dat de achtergrondconcentraties van alle onderzochte stoffen ruim<br />
onder de luchtkwaliteitsnormen liggen als. Ook nabij drukke wegen in de gemeente,<br />
op 5 en 10 meter van de wegkant, voldoet de luchtkwaliteit aan de geldende normen.<br />
Nu en in de toekomst (inclusief Meerstad).<br />
Ook bij de realisatie van nieuwe functies met een verkeersaantrekkende en/of<br />
genererende werking blijft de totale concentratie als gevolg van de toename beneden<br />
de normen. Dit betekent, dat er vanwege de luchtkwaliteit geen belemmeringen zijn<br />
35
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
voor de vaststelling en realisering van nieuwe bestemmingsplannen tot aan de<br />
scenario's die zijn beschreven in het luchtkwaliteitsonderzoek (waaronder realisering<br />
1500 nieuwe woningen, aa<strong>nl</strong>eg recreatiegebied). Alleen bij bestemmingsplannen met<br />
een nog grotere verkeersaantrekkende werking zal aanvullend onderzoek moeten<br />
plaatsvinden. Nabij rijks-, provinciale of gemeentelijke wegen zijn er vanwege de<br />
luchtkwaliteit geen belemmeringen om gevoelige functies toe te staan. Omdat bij deze<br />
actualisering er slechts in beperkte mate nieuwe ontwikkelingen mogelijk worden<br />
gemaakt kan er ruimschoots worden voldaan aan de normen.<br />
4.5 Civieltechnische aspecten<br />
4.5.1 Kabels en leidingen<br />
De rioolpersleiding (tracé Siddeburen- Foxhol) loopt parallel aan het plangebied en<br />
doorsnijdt het plangebied nabij het beschermd dorpsgezicht. Op de gronden<br />
waaronder de leiding is gelegen is een dubbelbestemming opgenomen ter<br />
bescherming van de leiding. De inperking van de persleiding op de planologische<br />
mogelijkheden van het perceel is, behoudens de zakelijk rechtstrook, beperkt.<br />
4.6 Water<br />
4.6.1 Waterbeleid<br />
Op grond van een afspraak uit de Startovereenkomst Waterbeleid 21 e eeuw, dienen<br />
de centrale overheden in de toelichting op ruimtelijke plannen een waterparagraaf op<br />
te nemen. In die paragraaf dient te worden uiteengezet wat voor gevolgen het plan in<br />
kwestie heeft voor de waterhuishouding, dat wil zeggen het grondwater en het<br />
oppervlaktewater.<br />
Het Waterbeleid 21e eeuw heeft twee principes voor duurzaam waterbeheer<br />
geïntroduceerd, te weten de tritsen:<br />
vasthouden, bergen en afvoeren;<br />
schoonhouden, scheiden en zuiveren.<br />
De trits vasthouden, bergen en afvoeren houdt in dat overtollig water zoveel mogelijk<br />
bovenstrooms wordt vastgehouden in de bodem en in het oppervlaktewater.<br />
Vervolgens wordt zo nodig het water tijdelijk geborgen in bergingsgebieden en pas als<br />
vasthouden en bergen te weinig opleveren, wordt het water afgevoerd. Bij de trits<br />
schoonhouden, scheiden en zuiveren gaat het erom dat het water zoveel mogelijk<br />
wordt schoongehouden. Vervolgens worden schoon en vuil water zoveel mogelijk<br />
gescheiden en als laatste wanneer schoonhouden en scheiden niet mogelijk is, komt<br />
het zuiveren van verontreinigd water aan bod.<br />
Op gemeentelijk niveau zijn drie beleidsdocumenten relevant: het Waterplan<br />
<strong>Slochteren</strong> – Watersysteemplan Duurswold (2008), het gemeentelijk rioleringsplan<br />
(GRP, 2008) en de voorloper van deze plannen, de visie 'Het water van <strong>Slochteren</strong>'.<br />
4.6.1.1 Het water van <strong>Slochteren</strong><br />
Vooruitlopend op het gemeentelijke watersysteemplan is er een watervisie opgesteld<br />
'Het water van <strong>Slochteren</strong>'. In het Waterplan wordt de visie van <strong>Slochteren</strong> t.a.v. de<br />
waterkwaliteit en ecologie en de visie t.a.v. water en ruimtelijke ordening verwoord in<br />
ambitieniveaus. Er is gekozen voor drie oplopende ambitieniveaus die voor het<br />
watersysteem van de bebouwde omgeving in <strong>Slochteren</strong> mogelijk zijn: basis ('eerlijk<br />
water'), midden ('heerlijk water') dat hogere ambities heeft dan basis water, en hoog<br />
('begeerlijk'), het hoogste niveau. Voor elk niveau gelden maatstaven t.a.v. de<br />
waterkwaliteit, de waterbodem, natuur, inrichting, cultuur en gebruik.<br />
De watervisie kent de volgende beleidsuitgangspunten:<br />
36<br />
Bestaande watergangen zo mogelijk benutten als drager voor de verbinding<br />
tussen natuur en cultuur.<br />
Aantrekkelijkheid van de grotere wateren (onderdeel van de boezem) voor<br />
toervaart verbeteren.<br />
Aantrekkelijkheid van de kleinere watergangen en sloten voor kanogebruik<br />
verhogen.<br />
De visuele aantrekkelijkheid en verschillende gebruiksmogelijkheden van
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
watergangen en waterpartijen benutten ten behoeve van de kwaliteit van de<br />
woonomgeving.<br />
Water inpassen bij nieuwbouw en herstructurering van woonwijken en<br />
bedrijventerreinen.<br />
Inrichtingprincipes: vasthouden-bergen-afvoeren.<br />
Géén verslechtering van watersysteem bij ruimtelijke ingrepen (stand-still<br />
principe), anders compensatiemaatregelen elders.<br />
Géén verslechtering van waterkwaliteit bij ruimtelijke ingrepen (stand-still<br />
principe).<br />
Watertoets bij elk ruimtelijk plan.<br />
Aansluiten bij de gemeentelijke visies op dorpsniveau.<br />
Versterken van de cultuurhistorische waarden in relatie met water.<br />
Versterken van de recreatieve waarden in relatie met water.<br />
4.6.1.2 Watersysteemplan<br />
De gehele gemeente <strong>Slochteren</strong> maakt onderdeel uit van het watersysteem<br />
Duurswold, dat een samenhangend watersysteem vormt dat binnen het gebied valt<br />
waar het waterschap Hunze en Aa's het waterbeheer voert.<br />
Het waterschap heeft samen met <strong>Slochteren</strong> een Waterplan opgesteld (2008) voor het<br />
gebied Duurswold. Het grondgebied van <strong>Slochteren</strong> omvat ongeveer 75% van het<br />
watersysteem Duurswold.<br />
Binnen het watersysteem worden drie componenten onderscheiden: het<br />
boezemgebied, het landelijk gebied en het bebouwd gebied.<br />
Boezemsysteem<br />
Het boezemsysteem bestaat in hoofdlijnen uit het Schildmeer, de Groeve het<br />
Afwateringskanaal Duurswold, Slochterdiep, Scharmer Ae en zijtakken van deze<br />
waterlopen. De boezem ligt grotendeels tussen kaden, verhoogd in het landschap. De<br />
boezem voert het overtollig water, dat uit de omliggende polders naar de boezem<br />
wordt gemalen, af naar zee. In perioden van watertekort voert de boezem water aan<br />
voor de polders. Daarnaast heeft de boezem ook een belangrijke ecologische functie<br />
en heeft een groot deel van de boezem ook een vaarweg functie en is het van belang<br />
voor diverse vormen van recreatie en beleving.<br />
Om in de toekomst voldoende ruimte te hebben voor verbetering, versterking en<br />
eventuele verhoging van kaden streeft het waterschap er naar om langs de<br />
boezemkaden een vrijwaringzone langs boezemkaden te handhaven van ten minste<br />
15 m breedte. De bedoeling is dat zich in deze vrijwaringzone geen ontwikkelingen<br />
voordoen die beperkingen zouden kunnen inhouden voor toekomstige<br />
kadeverbetering. Het streven is dat de vrijwaringzones ook als zodanig in<br />
bestemmingsplannen wordt opgenomen. Hoewel het ambitieniveau op bepaalde<br />
plaatsen hoger ligt, wordt vooralsnog uitgegaan van een beschermingszone van 5<br />
meter vanuit de teen van de waterkering.<br />
Landelijk gebied<br />
Het systeem van watergangen en poldergemalen is in het landelijk gebied van<br />
Duurswold zodanig ingericht dat wateroverlast nu niet en naar verwachting in de<br />
komende jaren ook geen probleem vormt. Knelpunten die lokaal kunnen ontstaan door<br />
bodemdaling (onder invloed van veenoxidatie en gaswinning) kunnen naar<br />
verwachting worden opgelost door aanpassingen in het peilbeheer en eventueel<br />
aanpassingen in de detailontwatering.<br />
In het kader van functieveranderingen in de landinrichtingen Midden-Groningen,<br />
Meerstad en Westerbroek zullen in delen van het landelijk gebied de komende jaren<br />
aanpassingen in de waterhuishouding worden doorgevoerd. Daarbij zal gezorgd<br />
worden dat hiervan geen negatieve effecten voor de rest van de waterhuishouding zal<br />
ontstaan.<br />
Bebouwde gebieden<br />
In de bebouwde gebieden is over het algemeen de waterhuishouding op orde. Een<br />
groot deel van het bebouwde gebied beschikt nog over een gemengd rioolstelsel. In<br />
nieuw te ontwikkelen gebieden wordt een gescheiden stelsel aangelegd, waarbij<br />
hemelwater apart wordt opgevangen en gescheiden van het afvalwater. Ook wordt bij<br />
de aa<strong>nl</strong>eg van nieuwe bebouwde gebieden als woonwijken en bedrijventerreinen<br />
extra waterberging aangelegd ter compensatie van de toename aan<br />
37
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
verharding/bebouwd oppervlak.<br />
4.6.1.3 Gemeentelijk rioleringsplan<br />
Gemeenten hebben op grond van artikel 10.33 Wm een zorgplicht ten aanzien van de<br />
inzameling en het transport van stedelijk afvalwater. Onder stedelijk afvalwater wordt<br />
afvalwater verstaan dat bestaat uit huishoudelijk afvalwater of een mengsel daarvan<br />
met bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater of ander afvalwater.<br />
Deze zorgplicht wordt doorvertaald in een rioleringsplan. De speerpunten van het<br />
gemeentelijk rioleringsplan (2008) zijn:<br />
zoveel mogelijk hemelwater van schoon oppervlak rechtstreeks naar<br />
oppervlaktewater afvoeren;<br />
doelmatig reduceren van de vuilemissie via overstorten;<br />
doelmatig beheren van de rioleringsobjecten;<br />
tijdig inspelen op toekomstige ontwikkelingen.<br />
Bij uitbreiding van de bebouwing moet worden afgekoppeld van het bestaande<br />
rioleringstelsel. Bij rioolvervanging wordt een nieuw gescheiden rioolstelsel aangelegd.<br />
In 2008 Is de bestaande RWZI in <strong>Slochteren</strong> gesloten. Door de aa<strong>nl</strong>eg van een<br />
rioolpersleiding richting de RWZI Foxhol, zijn de locaties in <strong>Slochteren</strong> en Siddeburen<br />
overbodig geworden. Er is nog geen nieuwe functie/ bestemming voor de voormalige<br />
RWZI gevonden.<br />
4.6.2 Keur waterschap<br />
In de keur van waterschap Hunze en Aa's (2010) is opgenomen dat binnen het<br />
beheersgebied zonder vergunning van het bestuur geen verhard oppervlak mag<br />
worden aangebracht, voor zover dit leidt tot een versnelde afvoer richting<br />
oppervlaktewaterlichamen. Hierbij geldt binnen de bebouwde kom een norm van 150<br />
m² en daarbuiten 1500 m². Bij nieuwe verharding met een oppervlak boven deze<br />
normen zullen compenserende maatregelen moeten worden genomen.<br />
In 2003 is door het waterschap Hunze en Aas de notitie Stedelijk Waterbeheer<br />
vastgesteld. Hierin zijn doelstellingen en aandachtspunten geformuleerd inzake<br />
stedelijk waterbeheer waar alle betrokken partijen hun rol in moeten pakken,<br />
waaronder gemeenten in hun ruimtelijke plannen. Dit gebeurt mede door de verplichte<br />
waterparagraaf in bestemmingsplannen waardoor de volgende doelstelling moet<br />
worden bereikt: “Water wordt als ordenend principe door overheden,<br />
stedenbouwkundigen en projectontwikkelaars geaccepteerd en gehanteerd. Het<br />
waterschap is de vanzelfsprekende wateradviseur bij locatiekeuze en inrichting.“<br />
Aandachtspunten in de notitie die relevant zijn voor bestemmingsplannen zijn:<br />
Onderwerp Probleem Oplossingsrichting<br />
Ruimte voor water Onvoldoende inspelen op<br />
wateraspecten bij<br />
ruimtelijke plannen,<br />
wateroverlast, slechte<br />
waterkwaliteit in nieuwe<br />
gebieden.<br />
Taakverdeling Onduidelijkheid voor<br />
gemeenten en burgers.<br />
Watersysteem Slechte waterkwaliteit,<br />
wateroverlast, vervuilde<br />
waterbodem, weinig<br />
natuurvriendelijke oevers,<br />
verstoring watersysteem.<br />
Waterschap eerder<br />
betrekken, deskundigheid<br />
gebruiken.<br />
Heldere afspraken,<br />
eenduidigheid, helder<br />
communiceren over taken<br />
en verwachtingen.<br />
Duurzame inrichting,<br />
basisinspanning/<br />
waterkwaliteitspoor<br />
intensiveren, alternatieve<br />
oplossingen, aanpak diffuse<br />
bronnen,<br />
wateroverlastmaatregelen<br />
met gemeente, oplossingen<br />
op maat, herstel<br />
watersysteem.<br />
Deze aandachtspunten zijn betrokken bij het opstellen van het gemeentelijk<br />
38
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
waterplan, dat in 2008 is vastgesteld.<br />
4.6.3 Plangebied<br />
Het bestemmingsplan is primair conserverend van karakter, waarbij de bestaande<br />
functies worden bestemd. Er worden geen weze<strong>nl</strong>ijke veranderingen in de<br />
waterhuishouding voorzien. Grootschalige ontwikkelingen zijn op grond van dit<br />
bestemmingsplan aldus niet mogelijk. Het plan biedt (zoals nagenoeg elk<br />
bestemmingsplan) voorts de mogelijkheid voor uitbreiding van hoofdgebouwen<br />
(woningen, bedrijven, maatschappelijke voorzieningen en dergelijke) en voor de<br />
realisering van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij woningen.<br />
Nieuwe bouwpercelen voor woningen en/of bedrijven zijn niet voorzien. Zowel bij de<br />
ontwikkelingen bij recht als bij de ontwikkelingen na wijziging van het<br />
bestemmingsplan dienen de beleidsuitgangspunten van het Waterplan (waaronder<br />
afnemen watertoets) te worden nagekomen. Het toevoegen van nieuwe bebouwing of<br />
verharding in de bebouwde kom (met een grotere oppervlakte dan 150 m²) zal dan<br />
ook gecompenseerd moeten worden met waterberging. Bij toekomstige<br />
ontwikkelingen in het gebied Slochterhaven zal te zijner tijd een watertoets worden<br />
uitgevoerd in het kader van een nieuwe ruimtelijke procedure.<br />
In het gebied bevinden zich geen grondwaterbeschermingsgebieden.<br />
In algemene zin kan worden opgemerkt dat, onder meer door het als zodanig<br />
bestemmen van belangrijke groenstructuren in het plangebied, wordt voorkomen dat<br />
deze groenstructuren worden verhard. Dit draagt mede bij aan de instandhouding van<br />
het bestaande watersysteem.<br />
Aan hoofdwatergangen, zoals het Slochterdiep dat als boezemkanaal is aangemerkt,<br />
is de bestemming 'water' toegekend. Ook de bestemmingen langs de watergangen<br />
bieden voldoende mogelijkheden voor onderhoud vanaf de kant te waarborgen<br />
(onderhoudspad van 5 meter). Bebouwing wordt hier uitgesloten.<br />
De dijken langs het Slocherdiep zijn ook aangemerkt als primaire waterkeringen. Het<br />
gebied aan weerzijden van het diep is beschermd door middel van een<br />
dubbelbestemming, waaraan een bouwverbod en aa<strong>nl</strong>egvergunningstelsel is<br />
gekoppeld. De dubbelbestemming beslaat daarbij het terrein van de waterkering plus<br />
een beschermingszone van minimaal 5 meter vanaf de teen van de waterkering.<br />
Daarnaast is het (voor)ontwerp bestemmingsplan in het kader van het vooroverleg en<br />
de watertoets voorgelegd aan het waterschap Hunze en Aa's.<br />
4.7 Archeologie en cultuurhistorie<br />
4.7.1 Archeologisch onderzoek<br />
Nederlandse gemeenten zijn vanwege wetgeving op het gebied van archeologische<br />
monumentenzorg (Wet op de archeologische monumentenzorg) verplicht om<br />
archeologische waarden in de ruimtelijke planprocedures te betrekken en waardevolle<br />
resten te beschermen. Om deze wettelijke taak goed te kunnen uitvoeren en direct<br />
mee te kunnen nemen in de actualisering van bestemmingsplannen is gemeentelijk<br />
archeologiebeleid, bestaande uit een beleidsnota en beleidskaart, opgesteld. Op de<br />
archeologische beleidskaart is aangegeven welk archeologisch beleid van toepassing<br />
is in het bestemmingsplan.<br />
Door het archeologisch onderzoek dat ten grondslag ligt aan dit beleid is duidelijk<br />
geworden waar (hoge) archeologische verwachtingswaarden zijn en waar deze laag<br />
zijn. Door deze kaart is nu vooraf duidelijk voor bouw- en graafwerkzaamheden wel en<br />
voor welke geen inventariserend archeologisch onderzoek vooraf meer benodigd is om<br />
uit te sluiten dat archeologische waarden worden aangetast. Wanneer de beleidskaart<br />
aangeeft dat de verwachtingswaarden hoog zijn moet de aanvrager middels een<br />
onderzoek aantonen of er ter plaatse waarden aanwezig zijn. De kaart is gebruikt als<br />
input voor het bestemmingsplan.<br />
39
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
4.7.2 Lage verwachtingswaarde<br />
Aan een deel van het plangebied is een lage archeologische verwachtingswaarde<br />
toegekend. Dit heeft te maken met de bodemverstorende activiteiten in het verleden<br />
(aanwezige woonbebouwing, aa<strong>nl</strong>eggen woonwijken en sportterreinen). Dit betekent<br />
dat bij het aanvragen van een omgevingsvergunning geen archeologisch onderzoek is<br />
vereist. In deze gebieden zijn is ook geen omgevingsvergunning voor het uitvoeren<br />
van werken en/of werkzaamheden nodig op grond van archeologie.<br />
4.7.3 Archeologische gebieden<br />
Er zijn binnen het plangebied verschillende terreinen waar vanwege de (hoge)<br />
archeologische (verwachtings)waarden specifieke regels gelden ten aanzien van<br />
bouwen en gebruik, in aanvulling op de basisbestemming. Daarbij wordt onderscheid<br />
gemaakt tussen: AMK terreinen, borgterreinen, historische bebouwing en<br />
boerderijplaatsen. In de eerste twee gebieden zijn de ingrepen die onderzoeksplichtig<br />
zijn het kleinst (vanaf 50 m²). Bij historische kernen en bebouwing en<br />
boerderijplaatsen ligt de grens op 100 m².<br />
Hieronder worden de belangrijkste archeologische gebieden binnen het plangebied<br />
benoemd:<br />
AMK-terreinen<br />
Landgoed Fraeylemaborg met een aantal percelen aan de noordoostzijde van de<br />
Noordbroeksterweg;<br />
Locatie voormalige vrouwenklooster Maria Gratia in <strong>Schildwolde</strong>;<br />
Historische kerkterreinen <strong>Slochteren</strong> en <strong>Schildwolde</strong>;<br />
Daarnaast zijn de volgende archeologische terreinen van belang:<br />
(voormalige) Borgterreinen;<br />
Borg Schattersum en buitenplaats Wijchgelsheim;<br />
Vinckersum (huidige boerderij Vinckersum);<br />
Historische kernen en bebouwing<br />
Bebouwing langs de Hoofdweg in <strong>Slochteren</strong>, tussen de Vee<strong>nl</strong>aan en<br />
Noordbroeksterweg;<br />
Delen van de bebouwing langs de Hoofdweg in <strong>Schildwolde</strong>, tussen Hondelaan en<br />
Brinkslaan;<br />
Boerderijplaatsen<br />
Er liggen een aantal historische boerderijplaatsen verspreid door het plangebied. Er<br />
zijn twee clusters aanwezig: de boerderijen aan het Padje in <strong>Slochteren</strong> en de<br />
boerderijengroep in het oostelijk deel van <strong>Schildwolde</strong> richting Hellum.<br />
Archeologische verwachtingswaarden<br />
Aan een groot deel van de cultuurgronden grenzend aan het plangebied is een hoge<br />
archeologische verwachtingswaarde toegekend. Hier zijn archeologische vondsten niet<br />
uit te sluiten. Ingrepen in de bodem zijn hier onderzoeksplichtig vanaf 200 m².<br />
4.7.4 Cultuurhistorie<br />
De cultuurhistorische waarden binnen het plangebied worden bepaald door de<br />
aanwezige rijksmonumenten (panden binnen het beschermd dorpsgebied, kerken en<br />
boerderijen) en andere karakteristieke bebouwing langs de Hoofdweg.Ook het<br />
Overbos is als cultuurlandschappelijk waardevol gebied aangeduid. In paragraaf 2.5<br />
wordt ingegaan op de cultuurhistorische waarden van het beschermd dorpsgezicht. De<br />
cultuurhistorische waarden in het aangrenzende (buiten)gebied worden met name<br />
bepaald door elementen en structuren in het omliggende buitengebied, waaronder<br />
verkavelingen, oude dijken, waterlopen en bepaald reliëf, waaronder de pingoruïne<br />
nabij de Noordbroeksterweg.<br />
Naast de regels voor het beschermd dorpsgezicht zijn de cultuurhistorische waarden in<br />
het bestemmingsplan verankerd door regels voor bescherming van karakteristieke<br />
agrarische bebouwing, waardevolle erven en laanbeplanting.<br />
40
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
4.7.4.1 Karakteristieke agrarische bebouwing<br />
Gemeentebreed is er een inventarisatie uitgevoerd naar karakteristieke (voormalige)<br />
agrarische bebouwing. Dit heeft geleidt tot de 'Lijst karakteristieke agrarische<br />
bebouwing' met daarop bijna 200 boerderijpanden die bijdragen aan de ruimtelijke<br />
identiteit van <strong>Slochteren</strong> en behoudenswaardig zijn. Deze bebouwing is in het<br />
bestemmingsplan als 'karakteristiek' aanegedaan. Ter plaatse van deze aanduiding is<br />
behoud van de hoofdvorm van de agrarische bebouwing het uitgangspunt. Dit<br />
betekent dat de uitwendige hoofdvorm, bestaande uit oppervlakte, goot- en<br />
bouwhoogte, nokrichting en dakhelling van de zodanig aangeduide (delen van)<br />
gebouwen mogen niet meer dan 10% afwijken van de bestaande maatvoering. In<br />
aangewezen gevallen, als bijvoorbeeld sprake is van een slechte bouwkundige staat<br />
waarbij instandhouding niet reëel is en/of er geen karakteristieke kenemerken<br />
aanwezig zijn en/of met de aanpassing de karakteristieke waarden niet worden<br />
aangetast kan een omgevingsvergunning worden verleend.<br />
In samenhang met de omgevingsvergunning voor het geheel of gedeeltelijk slopen<br />
van de bebouwing kan ook een omgevingsvergunning worden verleend voor het<br />
afwijken van de bestaande maatvoering. Mits voldaan wordt aan de overige<br />
bestemmingsregels die van toepassing zijn, kan hierdoor medewerking worden<br />
verleend aan vervangende nieuwbouw met een afwijkende maatvoering.<br />
4.7.4.2 Waardevolle erven<br />
Een deel van de karakteristieke en/of monumentale agarische bebouwing in de<br />
gemeente <strong>Slochteren</strong> bezit een waardevolle erf, bijvoorbeeld een slingertuin of een erf<br />
met monumentale bomen. Een aantal van deze erven is de afgelopen jaren, dankzij<br />
een stimuleringsregeling, in oude luister hersteld. Met name in het lint van <strong>Schildwolde</strong><br />
en Hellum bevinden zich veel boerderijen met fraaie erven. Om deze erven zoveel<br />
mogelijk te vrijwaren van bebouwing zijn bij karakteristieke en/of monumentale<br />
boerderijen de voorerven en delen van de zijerven voorzien van een aanduiding die<br />
bouwwerken uitsluit. Deze aanduiding heeft geen gevolgen voor het gebruik en<br />
beplanting op de erven.<br />
4.7.4.3 Tunnelbos / Groen lint<br />
De Hoofdweg door het dorpe<strong>nl</strong>int van Harkstede tot Siddeburen vormt met het<br />
aa<strong>nl</strong>iggende groen, de laanbomen en plaatselijk monumentale bomen in tuinen een<br />
zeer kenmerkende structuur. De bomen langs de weg vormen samen met<br />
aangrenzende houtsingels en bosjes achter bebouwing een besloten, langgerekt<br />
'tunnelbos'. De laanbomen zorgen voor continuiteit en structuur, ondanks dat ze op<br />
sommige stukken ontbreken en uit verschillende soorten bestaan. In <strong>Slochteren</strong> maakt<br />
de laanstructuur onderdeel uit van het beschermd dorpsgezicht. Waardevolle erven<br />
binnen dit gebied worden specifiek beschermd (zie 4.7.3.2). Waardevolle<br />
houtopstanden in het tunnelbos (op zowel particuliere als openbare gronden) zijn op<br />
een bome<strong>nl</strong>ijst geplaatst. Het kappen van deze bomen is verbonden aan een<br />
omgevingsvergunning. Daarnaast is er nog een dubbelbestemming 'Waarde -<br />
Landschap - Groen lint' opgenomen die alle samenvalt met het gehele wegprofiel van<br />
de Hoofdweg en kap van bomen in dit profiel ook verbindt aan een<br />
omgevingsvergunning. Hierbij is aangesloten bij de grenzen van de openbare ruimte,<br />
private gronden vallen hier dus buiten.<br />
4.7.4.4 Waardevolle doorzichten<br />
Naast het genoemde tunnelbos maken ook de doorzichten richting het buitengebied<br />
onderdeel uit van de cultuurhistorische waarden van het dorpe<strong>nl</strong>int. Ter plaatse van<br />
deze zichtlijnen kan vooral het contrast tussen de openheid van het buitengebied en<br />
de beslotenheid van het lint goed worden ervaren. De te behouden waardevolle<br />
doorzichten zijn bestemd als Agrarisch met waarden - landschap, waardoor het<br />
plaatsen van bebouwing en het aanbrengen van hoogopgaande beplanting op basis<br />
van het bestemmingsplan kan worden uitgesloten. Normaal agrarisch gebruik van de<br />
gronden ten behoeve van akkerbouw of gebruik als grasland is toegestaan.<br />
41
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
4.8 Flora en fauna<br />
4.8.1 Algemeen<br />
In algemene zin geldt dat nieuwe activiteiten, die in bestemmingsplannen mogelijk<br />
worden gemaakt en die een bedreiging kunnen vormen voor deze beschermde dier-<br />
en plantensoorten, beoordeeld moeten worden en zo nodig ontheffing bij het<br />
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (LNV) moet worden aangevraagd.<br />
Vooral wanneer er soorten voorkomen uit de zogenaamde "strenge" categorie (Bijlage<br />
4 van de Habitatrichtlijn en de bedreigde soorten van de diverse Rode Lijsten), kan dit<br />
een belemmering vormen voor het plan. Dit is het geval wanneer de mogelijkheden in<br />
het bestemmingsplan significant nadelige effecten kunnen hebben voor deze soorten.<br />
Voor algemene soorten heeft het Rijk via een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB)<br />
een algemene vrijstelling verleend. Voor deze soorten hoeft in het kader van het<br />
bestemmingsplan dus niet meer afzonderlijk een vrijstelling te worden aangevraagd.<br />
De onderzoeksverplichting komt voort uit de Flora- en faunawet, die op 1 april 2002<br />
van kracht is geworden. De wet vervangt de Vogelwet, Jachtwet en een gedeelte van<br />
de Natuurbeschermingswet. De wet biedt, uit het oogpunt van natuurbehoud,<br />
bescherming aan planten- en diersoorten die in het wild leven.<br />
4.8.2 Plangebied <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong><br />
Er is in 2006 een flora en fauna onderzoek uitgevoerd door Koeman en Bijkerk (rapport<br />
2006-092). Het plangebied omvat het gehele grondgebied van de gemeente<br />
<strong>Slochteren</strong>, met uitzondering van Meerstad en Midden-Groningen, ten noorden van de<br />
A7. Hierbij is als uitgangspunt genomen dat er weinig ontwikkelingen mogelijk worden<br />
gemaakt, uitgezonderd enkele woningen en wijziging van oppervlakte of<br />
uitbreidingsrichting van agrarische bedrijven.<br />
Uit dit onderzoek is gebleken dat het grootste deel van het plangebied een lage<br />
natuurwaarde heeft en van weinig belang voor beschermde planten- en diersoorten.<br />
Plaatselijk heeft het gebied een redelijke tot zeer hoge waarde. Het betreft hier een<br />
aantal geïsoleerde delen van het plangebied en het gebied Midden-Groningen met<br />
aangrenzende delen (dat nog in ontwikkeling is als natuurgebied).<br />
Binnen het plangebied heeft het landgoed Fraeylema een hoge natuurwaarde<br />
vanwege de leeftijd van het bos. Er komen veel verschillende soorten vleermuizen<br />
voor en het gebied is waardevol door de bijzondere voorjaarsflora en een ongekend<br />
rijke variatie aan paddenstoelsoorten.<br />
Het plangebied maakt geen onderdeel uit van een Speciale Beschermingszone onder<br />
de EU-Habitatrichtlijn of de EU-Vogelrichtlijn. In de directe omgeving van het<br />
plangebied bevinden zich ook geen Speciale Beschermingszones waarop de mogelijke<br />
ingrepen in de toekomst, op basis van bestemmingsplanwijzigingen, een negatief<br />
effect zou kunnen hebben.<br />
Specifieke aandacht binnen de Flora- en faunawet is er voor de vleermuizen, deze<br />
hebben een hoge beschermingsstatus in deze wet. Indien is vastgesteld dat er<br />
vleermuizen aanwezig zijn in de bebouwing of beplanting, die worden beïnvloed door<br />
de bouwplannen, moet er een ontheffing volgens AMvB art. 75 Flora- en faunawet.<br />
Vleermuizen worden met name in het dorpslint aangetroffen, waarbij met name het<br />
landgoed Fraeylemaborg zeer belangrijk is als verblijfsgebied voor vleermuizen. Op<br />
grond van de soorten rijkdom, de relatief grote aantallen vleermuizen per soort, het<br />
grote aanbod aan (potentiele) verblijfplaatsen in bomen en de bijzondere geschiktheid<br />
als foerageergebied voor diverse soorten vleermuizen kan het landgoed worden<br />
aangemerkt als belangrijk vleersmuisgebied op provinciaal en landelijk niveau.<br />
Aanvullend onderzoek, waarbij ingegaan wordt op de ligging van de kraamkolonies,<br />
foerageergebieden en vliegroutes in relatie tot bomen en andere opgaande elementen<br />
is nog noodzakelijk.<br />
Uit het onderzoek komt naar voren dat er geen directe noodzaak is voor het<br />
aanvragen van ontheffingen (ten tijde van het onderzoek in 2006). Wel moet bij<br />
nieuwe planvorming de effecten op natuurwaarden op de betreffende locatie worden<br />
getoetst aan de Flora- en faunawet.<br />
Het bestemmingsplan voorziet niet in ontwikkelingen die een negatieve invloed<br />
42
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
hebben op de ecologische waarde van het gebied.<br />
Fraeylemaborg / Slochterbos en Overbos<br />
In de oude kern van <strong>Slochteren</strong> bevindt zich het landgoed Fraeylemaborg.<br />
De Fraeylemaborg wordt in het jaar 1538 voor het eerst genoemd. Door een<br />
ingrijpende verbouwing in 1783 kreeg de borg zijn huidige vorm. In dat jaar werden<br />
ook twee schathuizen voor de borg gebouwd. Het is één van de weinige overgebleven<br />
omgrachte Groninger borgen. Het park, deels naar het ontwerp van de belangrijke<br />
tuinarchitect L.P. Roodbaard, is aangelegd in de Engelse landschapsstijl. Hierbij zijn de<br />
restanten van de formele barokke aa<strong>nl</strong>eg (Frans classistisch) bewaard gebleven, zoals<br />
de karakteristieke middenas. Door de eeuwen heen hebben de bewoners van de<br />
Fraeylemaborg het huis uitgebreid en verfraaid. Ze deden dit ook met het park. Er<br />
werden exotische bomen geplant en bijzondere planten geïmporteerd. De aa<strong>nl</strong>eg van<br />
voorterrein en park maakte verschillende stijlen door. Het landgoed is nu een in vijf<br />
eeuwen gevormde cultuurhistorische eenheid, die uniek is in het noorden van ons<br />
land, en bovendien een indrukwekkend voorbeeld van de Engelse landschapsstijl. Het<br />
landgoed is 26 hectare groot en bestaat uit het om en achter de borg gelegen<br />
hoofdpark (Slochterbos) en het Overbos. Het landgoed is grotendeels in eigendom en<br />
in beheer bij een stichting (Gerrit van Houtenstichting). Het Overbos is deels in<br />
particulier eigendom en deels in eigendom van het Groninger Landschap. Het<br />
hoofdpark en Overbos worden gescheiden door de haaks op de as staande Hoofdweg<br />
met de daaraan gelegen woningen met erven, de verdiepte provinciale weg en de<br />
later aangelegde havenbekkens. In de middeleeuwen was de grond in <strong>Slochteren</strong><br />
verkaveld in opstrekkende heerden, die loodrecht op de ontsluitingsweg (Hoofdweg)<br />
lagen. Daarom heeft het landgoed z.n langgerekte vorm. Het omringende landschap is<br />
open en het bos geeft al van verre aan waar het landgoed ligt. De Boslaan in de as<br />
van het park houdt de visuele band tussen de twee parkdelen in stand. Het Overbos<br />
bestaat uit een door bosstroken geflankeerde gezichtslaan in de as door houtwallen<br />
en bosstroken omgeven weiland. Het landgoed kent uiteraard een grote<br />
cultuurhistorische en recreatieve waarde. Gezien de hoge leeftijd van het bos is er<br />
sprake van een grote natuurwaarde. Er komen veel verschillende soorten vleermuizen<br />
voor en het gebied is waardevol door de bijzondere voorjaarsflora en een ongekend<br />
rijke variatie aan paddenstoelsoorten.<br />
4.8.3 Baggerputten<br />
In de directe nabijheid van het plangebied ligt natuurgebied de Baggerputten. Het<br />
gebied ligt geisoleerd temidden van het open agrarische landschap aan de oostkant<br />
van <strong>Slochteren</strong> en Froombosch. Het gebied bestaat uit een aantal petgaten omgeven<br />
door loofbos. In de riet- en graslanden langs de petgaten komen een aantal<br />
bijzondere plantensoorten voor, waaronder Brede orchis, Kale jonker, Kleine<br />
zonnedauw en Moeraswolfsklauw. Sporen van vier algemene zoogdiersoorten<br />
(waaronder Tweekleurige bosspitsmuis) zijn in het gebied aangetroffen. Daarnaast<br />
zijn in het gebied diverse vogelsoorten gesignaleerd, waaronder 14 rode lijstsoorten.<br />
In het gebied komen ook vier algemene kikkersoorten voor en een groot aantal libellen<br />
(waaronder een aantal rode lijstsoorten). In het Flora en faunaonderzoek (Koeman en<br />
Bijkerk, 2006) wordt de natuurwaarde als redelijk tot hoog gekarakteriseerd.<br />
43
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
Hoofdstuk 5 Planuitgangspunten<br />
5.1 I<strong>nl</strong>eiding<br />
Dit hoofdstuk vormt een uiteenzetting van verschillende uitgangspunten die in het<br />
bestemmingsplan hun doorwerking vinden. Enerzijds heeft dit betrekking op<br />
beleidsregels die door het college zijn vastgesteld en anderzijds gaat het om aspecten<br />
die op grond van de provinciale omgevingsverordening (vastgesteld d.d. 17 juni 2009)<br />
onderdeel uitmaken van het bestemmingsplan.<br />
5.2 Beleidsregels<br />
5.2.1 Proces<br />
Vooruitlopend op de actualisering zijn voor een aantal specifieke ruimtelijke thema's<br />
beleidsnotities en/of regels opgesteld die als afwegingskader voor het meewerken<br />
aan ruimtelijke plannen zullen worden gebracht en als input voor nieuwe<br />
bestemmingsplannen. Het gaat daarbij om de volgende beleidsregels:<br />
kamperen;<br />
aan-huis-verbonden beroepen;<br />
recreatieve verblijfsaccommodaties;<br />
(ho)reca en ondersteunende (ho)reca;<br />
theetuinen & verbreding agrarische bedrijven;<br />
biomassa- en mestvergisting;<br />
paardenhouderijen en<br />
paardenbakken.<br />
vrijkomende agrarische bebouwing (VAB beleid)<br />
Voorgaande beleidsregels hebben het inspraaktraject doorlopen en zijn vastgesteld<br />
op 7 april 2009. Een uitzondering hierop vormen de beleidsregel Kamperen (eerst<br />
vastgesteld op 10 juni 2008 en gewijzigd vastgesteld op 16 augustus 2011) en het<br />
VAB beleid (vastgesteld op 8 februari 2011).<br />
5.2.2 Doorvertaling bestemmingsplan<br />
De beleidsregels zijn waar mogelijk opgenomen in de planregels. De beleidsregels<br />
vormen daarbij het afwegingskader voor het verlenen van medewerking voor een<br />
omgevingsvergunning voor het (binnenplans) afwijken van de bestemmingsregels of<br />
een bestemmingswijziging. In de bestemmingsregels wordt volstaan met een<br />
verwijzing naar de relevante beleidsregels of eventueel een beperkte weergave van<br />
de inhoud. Per beleidsthema/ beleidsregel zijn een aantal kernpunten aangestipt.<br />
Theetuinen en verbreding agrarische bedrijven<br />
theetuinen (of theeschenkerij) onder voorwaarden bij recht bij agrarische<br />
bedrijven en ruime woonpercelen;<br />
kleinschalige activiteiten van recreatieve, educatieve of verzorgende aard bij<br />
agrarische bedrijven ondergeschikt aan de agrarische functie (boerderijwinkel,<br />
zorg, recreatieve verhuur, rondleidingen etc).<br />
Recreatieve verblijfsaccommodaties<br />
onderscheid in bed en breakfast en groepsaccommodaties;<br />
bed en breakfast onder voorwaarden bij woningen;<br />
groepsaccommodaties als neventak bij woningen en agrarische bedrijven.<br />
Horeca en ondersteunende horeca<br />
onderscheid in verschillende horeca-categorieen en bijbehorende<br />
bestemmingregels;<br />
mogelijkheden voor ondersteunende horeca bij maatschappelijke voorzieningen en<br />
detailhandel (voorbeeld: koffiecorner in een winkel).<br />
Paardenbakken<br />
regels voor hobbymatige paardenbakken op (agrarische) gronden bij woningen;<br />
voorwaarden omtrent omvang en afstand t.o.v. bijbehorende woning en<br />
omliggende woningen derden.<br />
Paardenhouderijen<br />
44
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
onderscheid in verschillende categorieen paardenhouderijen;<br />
scheiding tussen agrarische paardenhouderij en niet-agrarische paardenhouderij<br />
(bijzondere paardenhouderij en manege);<br />
mogelijkheden in vrijkomende agrarische bebouwing zowel bedrijfsmatig en als<br />
neventak bij woningen.<br />
Aan-huis-verbonden beroepen<br />
onderscheid vrije beroepen en overige aan-huis-verbonden beroepen;<br />
woonfunctie blijft in alle gevallen in overwegende mate gehandhaafd;<br />
limitatieve lijsten met beroepen en activiteiten.<br />
De voor dit bestemmingsplan relevante beleidsregels zijn als bijlage bij de regels<br />
opgenomen.<br />
VAB's (Vrijkomende agrarische bebouwing)<br />
ruimere mogelijkheden voor gebruik van karakteristieke (woon)boerderijen;<br />
wijzigingsregels voor omzetten agrarische bestemming in een woon- of een<br />
niet-agrarische bedrijfsmatige bestemming;<br />
gebruiksmogelijkheden gekoppeld aan behoud karakteristieke bebouwing;<br />
mogelijkheden voor sanering niet-karakteristieke bebouwing en vervangende<br />
nieuwbouw.<br />
De beleidsregels voor Vrijkomende Agrarische Bebouwing zijn niet als bijlage<br />
opgenomen bij het bestemmingsplan. Het beleid is wel gebruikt als basis voor de<br />
bestemmingsregels 'Wonen-VAB', 'Gemengd-VAB' en de wijzigingsregeling in de<br />
bestemming 'Agrarisch' en 'Bedrijf'.<br />
5.3 Ruimtelijke kwaliteit<br />
5.3.1 Algemeen<br />
Het bieden van ruimere bouwmogelijkheden is een belangrijk uitgangspunt in de<br />
actualiseringsopgave. Meer ruimte bieden brengt echter ook bepaalde risico's met zich<br />
mee, met name voor de ruimtelijke kwaliteit. Ongekanaliseerde bouwlust en beperkte<br />
middelen kunnen immers leiden tot vreemde en storende bouwplannen. Hetgeen<br />
opnieuw kan leiden tot nadere regulering. Het is echter een illusie dat met regels alle<br />
eventualiteiten uitgesloten kunnen worden; er blijven altijd mazen. Ook de oude,<br />
strakke regeling bood geen garantie voor (ruimtelijk) verantwoorde bouwplannen. Het<br />
starre regime nodigde in zekere zin zelfs uit tot gekunstelde bouwplannen, onder<br />
meer vanwege de beperkte oppervlakte aan bijgebouwen dat werd toegestaan. Ook<br />
nodigt een te strak regime uit tot afwijken. Dit laatste verschaft de burger en de<br />
overheid veel extra werk (in de vorm van planologische procedures). Het<br />
gemeentebestuur wil ook daarom vasthouden aan een ruime basisregeling, met<br />
allereerst verantwoordelijkheid voor de burger, maar wel met een bruikbaar<br />
instrument om uitwassen te blokkeren. Dit instrument krijgt algemene werking,<br />
waardoor het ook vat heeft op de zogenaamde mazen in het bestemmingsplan en niet<br />
alles op slot gezet hoeft te worden.<br />
5.3.2 Doorwerking ruimtelijke kwaliteit in regels<br />
De standaard norm is ruim gelegd, waar essentieel voor de ruimtelijke kwaliteit is van<br />
de ruime standaardmaten afgeweken. Waar nodig voor het waarborgen van de<br />
ruimtelijke kwaliteit zijn bebouwingsgrenzen op de plankaart aangegeven,<br />
bijvoorbeeld in de vorm van bouwvlakken strak om bestaande karakteristieke<br />
bebouwing (waarbij onder meer de krimpen van boerderijen zijn gevolgd). Daarnaast<br />
in de vorm van gevellijnen, op plaatsen waar het ruimtelijk wenselijk is dat bebouwing<br />
in de gevellijn wordt opgericht.<br />
In het bestemmingsplan zijn geen nieuwe bouwpercelen opgenomen. Het plan kent<br />
alleen een verruiming voor bijgebouwen en bepaalde aan-huis-verbonden beroepen.<br />
In het handboek bestemmingsplannen is uiteengezet op welke wijze de bouwregels<br />
zijn opgezet en welke aspecten daarbij meegenomen worden. Bij de bepaling van<br />
bouwvlakken wordt in volgorde van belangrijkheid naar de volgende aspecten<br />
gekeken:<br />
45<br />
Het woongebouw moet het gebouw op het perceel zijn dat het dichtst op de straat<br />
is gelegen.<br />
Aansluiten bij lineaire hoofdstructuur, voorzover deze nog intact is.<br />
Situering van woongebouwen moet zodanig zijn dat het vrije uitzicht van
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
bestaande en nieuwe woningen, met name aan de achterzijde, zoveel mogelijk<br />
intact blijft.<br />
In geval van niet op haaks liggende percelen ten opzichte van de weg moet<br />
worden overwogen de bouwgrens dwars op de zijdelingse perceelsgrens te<br />
leggen (afstemmen op overwegende oriëntering van de gevels van woningen in de<br />
omgeving).<br />
Rekening houden met milieuafstanden (geurhinder).<br />
Wet geluidhinder in acht nemen (geluidnorm gaat voor stedebouwkundige<br />
structuur).<br />
Dorpskarakter behouden door ruimere bouwmogelijkheden af te stemmen op de<br />
grootte van het bouwperceel (en daaraan gekoppeld een max.<br />
bebouwingsoppervlakte).<br />
5.4 Duurzaamheid<br />
Het bestemmingsplan <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> is een beheersplan dat gericht is op het<br />
vastleggen van de bestaande situatie en deze afgestemd op de actuele<br />
ontwikkelingen en gewijzigde inzichten. Omdat het plan, buiten reeds bebouwde<br />
percelen, niet voorziet in nieuwe ontwikkelingen in het buitengebied zijn er in het plan<br />
geen specifieke eisen met betrekking tot duurzaamheid opgenomen, waaronder<br />
sturende energieprincipes.<br />
Met betrekking tot duurzaam ruimtegebruik kan bij het voorgaande worden<br />
aangesloten, omdat geheel nieuwe ontwikkelingen buiten de reikwijdte van het plan<br />
blijven. Bij de bouwregels voor zowel wonen als (agrarische) bedrijven wordt wel een<br />
efficiënt ruimtegebruik nagestreefd door eisen op te nemen voor de situering van<br />
(bij)gebouwen binnen het bouwperceel en agrarische bouwpercelen zo efficiënt<br />
mogelijk te bestemmen (op basis van het vijftal criteria die de provincie hiervoor heeft<br />
opgesteld).<br />
5.5 Bedrijven en voorzieningen<br />
In het plangebied is wonen duidelijk de overheersende functie. Voor percelen die zich<br />
er toe lenen worden meer planologische mogelijkheden geboden voor bedrijfsmatige<br />
en maatschappelijke functies. Naast een meer flexibelere regeling wordt deze<br />
verruiming ook toegepast om de sociale en economische structuur van de dorpen te<br />
behouden en/of te versterken, hierbij wordt aangesloten bij het provinciaal beleid.<br />
Deze uitgangspunten komen op de volgende manier terug in het plan:<br />
46<br />
Verruiming mogelijkheden gebruik maatschappelijke voorzieningen als dorpshuizen<br />
en scholen (gebruik als brede school, mogelijkheden voor ondergeschikte horeca<br />
etc.).<br />
Flexibeler gebruik bepaalde percelen, waaronder voormalige (karakteristieke)<br />
boerderijen, door toekennen gemengde bestemming.<br />
Ruimte voor aan-huis-verbonden beroepen en bedrijfsactiviteiten (met<br />
omgevingsvergunning).<br />
Mogelijkheden voor kleinschalige detailhandel bij woningen langs de Hoofdweg<br />
(met omgevingsvergunning).<br />
Versterken voorzieningen in grotere kernen (toepassen bestemming centrum en/of<br />
gemengd), dit betekent geen nieuwe detailhandelsvestigingen<br />
(winkelvoorzieningen) in de kleine kernen.
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
Hoofdstuk 6 Juridische planbeschrijving<br />
6.1 RO Standaarden en regels 2008<br />
6.1.1 Algemeen<br />
In de Wet ruimtelijke ordening (hierna Wro) is en blijft het bestemmingsplan een<br />
belangrijk – zo niet het belangrijkste – normstellende instrumentarium voor het<br />
ruimtelijk beleid. Dit temeer nu niet alleen de gemeenten, maar ook het rijk en de<br />
provincies bestemmingsplannen kunnen maken. Vanwege deze belangrijke rol van het<br />
bestemmingsplan is er nog meer reden om te komen tot vergelijkbare plannen, die<br />
goed toegankelijk en gebruiksvriendelijk zijn.<br />
Volgens het Besluit ruimtelijke ordening (Bro 2008) wordt een bestemmingsplan met<br />
de daarbij behorende toelichting langs elektronische weg vastgelegd. Het<br />
bestemmingsplan wordt in die vorm ook vastgesteld, tegelijk met een volledige<br />
analoge verbeelding van het bestemmingsplan op papier. Indien de digitale en de<br />
analoge verbeelding tot interpretatieverschillen leiden, is de digitale verbeelding<br />
beslissend.<br />
In het huidige Bro zijn regels opgenomen over de inhoud van een bestemmingsplan. In<br />
par. 3.1 worden een aantal verplichte onderdelen voor de bestemmingsplanprocedure<br />
en daarnaast een aantal facultatieve zaken. Daarnaast zijn in par. 3.2<br />
standaardregels opgenomen die verplicht moeten worden opgenomen in<br />
bestemmingsplannen.<br />
Onder de Wro worden alle planologische visies, plannen, besluiten, verordeningen en<br />
algemene maatregelen van bestuur (Wro instrumenten) digitaal vervaardigd en op<br />
elektronische wijze beschikbaar gesteld. Om dit mogelijk te maken zijn de RO<br />
standaarden en regels 2008 ontwikkeld. Voor bestemmingsplannen zijn de volgende<br />
standaarden van belang:<br />
6.1.2 PRBP2008<br />
PRBP2008: Praktijkrichtlijn bestemmingsplannen;<br />
IMRO2008: Informatiemodel ruimtelijke ordening;<br />
STRI2008: Standaard toegankelijke ruimtelijke instrumenten;<br />
SVBP2008: Standaard vergelijkbare bestemmingsplannen.<br />
De Praktijkrichtlijn bevat de gegevensset (de set van objecten en attributen die het<br />
bestemmingsplan representeren) die beschrijft hoe conform het IMRO2008 en de<br />
SVBP2008 bestemmingsplannen elektronisch vastgelegd moeten worden. Als<br />
uitgangspunt voor deze Praktijkrichtlijn worden alle gegevens beschouwd die behoren<br />
tot het bestemmingsplan. Er is daardoor sprake van een, binnen de juridische context,<br />
complete gegevensset. Daarmee wordt de volledige digitale representatie van een<br />
bestemmingsplan beschreven. Ook kan op basis van deze Praktijkrichtlijn te allen tijde<br />
vanuit de gegevensset de volledige inhoud van het wettelijk vastgestelde<br />
bestemmingsplan worden geraadpleegd.<br />
6.1.3 STRI2008<br />
De STRI 2008 beschrijft hoe de beschikbaarstelling van de ruimtelijke plannen en<br />
besluiten gerealiseerd dient te worden. Deze standaard is (eveneens) wettelijk<br />
verankerd in een Ministeriële regeling. Deze standaard is nodig om drie redenen:<br />
1. waarborgen van de bruikbaarheid en interoperabiliteit van de Wro instrumenten<br />
door middel van het vaststellen van technische vormvereisten;<br />
2. waarborgen van de vindbaarheid en raadpleegbaarheid van de Wro instrumenten<br />
door middel van het vaststellen van regels rondom de elektronische<br />
beschikbaarstelling;<br />
3. waarborgen van de rechtszekerheid door middel van het vaststellen van vereisten<br />
rondom integriteit, authenticiteit en volledigheid van de Wro instrumenten.<br />
47
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
6.1.4 IMRO2008<br />
het Informatie Model Ruimtelijke Ordening IMRO2008 wordt gebruikt bij het coderen<br />
van het Wro instrument. IMRO is het informatiemodel voor het opstellen en uitwisselen<br />
van digitale plannen voor de ruimtelijke ordening (ruimtelijke instrumenten). Het<br />
informatiemodel is voor uitwisselen van ruimtelijke instrumenten tussen organisaties in<br />
het veld van de ruimtelijke ordening en ook voor uitwisseling naar andere werkvelden.<br />
6.1.5 SVBP2008<br />
De Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen (hierna SVBP 2008) maakt het<br />
mogelijk om bestemmingsplannen te maken die op vergelijkbare wijze zijn opgebouwd<br />
en op een zelfde manier worden verbeeld. Vergelijkbare bestemmingsplannen leiden<br />
tot een betere dienstverlening en tot een effectievere en efficiëntere overheid. Het<br />
onderhavige document geeft bindende standaarden voor de opbouw en de<br />
verbeelding van het bestemmingsplan, zowel digitaal als analoog. Dit om de gewenste<br />
vergelijkbaarheid zeker te stellen. De standaarden hebben geen betrekking op de<br />
toelichting van het bestemmingsplan. De toelichting maakt immers geen deel uit van<br />
het bestemmingsplan. Wel dient het bestemmingsplan van een toelichting vergezeld te<br />
gaan.<br />
Met het oog op de vergelijkbaarheid van bestemmingsplannen is het belangrijk dat er<br />
eenheid is in de wijze waarop de diverse functies in bestemmingen worden<br />
ondergebracht. Eenduidigheid in de naamgeving van bestemmingen is daarbij een<br />
vereiste. Daarom is een lijst met mogelijke in een plangebied voorkomende functies<br />
opgesteld. Deze functies zijn gegroepeerd binnen zogeheten hoofdgroepen van<br />
bestemmingen. Deze hoofdgroepen van bestemmingen spelen een grote rol bij de<br />
naamgeving en de verbeelding van een bestemmingsplan. De naam van een in een<br />
bestemmingsplan op te nemen bestemming begint altijd met de naam van de<br />
hoofdgroep. De systematiek van hoofdgroepen laat het toe een bestemming te<br />
specificeren en slechts één of enkele functies van een hoofdgroep binnen een<br />
bestemming mogelijk te maken. Een bestemming hoeft dus niet alle bij een hoofdgroep<br />
aangegeven functies te bevatten.<br />
6.2 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)<br />
Op 1 oktober 2010 is de Wabo in werking getreden, waarmee een groot aantal<br />
vergunningen en toestemmingen zijn samengevoegd tot één omgevingsvergunning. In<br />
het Besluit omgevingsrecht (Bor) is vastgelegd onder welke bouwwerken zonder<br />
omgevingsvergunning mogen worden gerealiseerd en onder welke voorwaarden dat is<br />
toegestaan. In artikel 3 van het Bor is uiteengezet welke bouwwerken mogen worden<br />
gerealiseerd zonder omgevingsvergunning, mits ze passen binnen de bepalingen van<br />
het bestemmingsplan. Vanwege deze verruiming van het vergunningsvrij bouwen<br />
binnen de kaders van het bestemmingsplan zijn de bouwregels van dit<br />
bestemmingsplan toegesneden op artikel 3 van het Bor.<br />
6.3 Plantoelichting<br />
Op basis van artikel 3.1.6 Bro gaat een bestemmingsplan vergezeld van een<br />
toelichting. De toelichting geeft een beeld van de wijze waarop het plan is ingericht en<br />
wat met het plan wordt beoogd. De toelichting geeft een onderbouwing van de in het<br />
plan gemaakte keuzes en bevat de resultaten van het onderzoek uit de inspraak en<br />
vooroverleg. De toelichting geeft alleen een toelichting op de regels en de verbeelding.<br />
De toelichting heeft geen bindende werking. Wel kan zij een functie kan hebben bij de<br />
interpretatie van de bedoelingen van onverhoopt onduidelijke regels. Aan een<br />
vermelding in de toelichting kunnen derhalve geen rechten worden ontleend.<br />
48
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
6.4 Planregels<br />
6.4.1 I<strong>nl</strong>eidende regels<br />
6.4.1.1 Begripsbepalingen<br />
Dit artikel definieert de begrippen die in het bestemmingsplan worden gebruikt. Dit<br />
wordt gedaan om interpretatieverschillen te voorkomen. De begripsbepalingen zijn,<br />
met uitzondering van de begrippen plan en bestemmingsplan, in alfabetische volgorde<br />
opgenomen. Een aantal van deze begrippen worden vastgelegd vanuit het Bro.<br />
Sommige van de omschreven begrippen worden overigens nog nader toegelicht c.q.<br />
uitgewerkt in los van het bestemmingsplan vast te stellen beleidsregels. Dit omdat<br />
sommige zaken zo complex zijn dat een verhandeling nodig zou zijn die niet past<br />
binnen het kader van de begripsbepalingen. Om de betekenis van de begrippen in de<br />
regels zo makkelijk mogelijk duidelijk te maken aan de lezer (van de digitaal<br />
geraadpleegde versie) is waar mogelijk gebruik gemaakt van hyperlinks naar de<br />
begrippen.<br />
6.4.1.2 Wijze van meten<br />
Dit artikel geeft aan hoe de lengte, breedte, hoogte, diepte en oppervlakte e.d. van<br />
gronden en bouwwerken wordt gemeten of berekend bij het beoordelen of de<br />
maatvoering in overeenstemming is met de regels. Alle begrippen waarin maten en<br />
waarden voorkomen worden in dit artikel verklaard. Ter verduidelijking van het doel<br />
wordt de wijze van meten voor een aantal opgenomen aspecten toegelicht.<br />
de breedte van een gebouw<br />
Om te voorkomen dat vanaf de straat gezien een zeer uitgestrekte bouwmassa<br />
ontstaat door zijdelingse uitbreidingen aan het hoofdvolume wordt de grootste<br />
breedte van een gebouw in de regels gebruikt.<br />
de horizontale diepte van een gebouw<br />
De ten hoogste toegestane diepte van een gebouw moet hetzelfde bereiken als in het<br />
bovenstaande voor de breedte is beschreven, maar dan om zogenoemde<br />
pijpe<strong>nl</strong>aantjes te voorkomen door aaneengeschakelde, achter elkaar geplaatste<br />
bebouwing op een bouwperceel<br />
de goothoogte van een bouwwerk<br />
De wijze van meten voor de goothoogte is overgenomen uit het SVBP 2008. Vanwege<br />
49
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
de definitie van 'goot, boeiboord of druiplijn': de laagste snijlijn van het dakvlak naar<br />
de gevel, wordt hiermee de hoogte bedoeld waar het dakvlak snijdt met het gevelvlak.<br />
Met de goothoogte wordt zodoende beoogd de maximale hoogte van de basismassa<br />
te regelen. De te toetsen hoogte moet dan ook plaatsvinden aan de hand van de<br />
goothoogte die representatief kan worden geacht voor de hoofdmassa.<br />
de overbouwde oppervlakte<br />
Het begrip overbouwde oppervlakte wordt toegepast voor alle bouwwerken die boven<br />
het maaiveld zijn gelegen. Uitgangspunt is dat de neergeslagen oppervlakte van de<br />
ruimste omtrek van een bouwwerk meetelt, tenzij overstekken, balkons e.d. minder<br />
dan 0,50 meter uitsteken ten opzichte van het gedeelte dat met de grond is<br />
verbonden. Indien overstekken, balkons meer dan 0,50 meter uitsteken, wordt ook de<br />
eerste 0,50 meter meegenomen in de overbouwde oppervlakte.<br />
50
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
6.4.2 Bestemmingsregels<br />
6.4.2.1 Bestemmingsomschrijving<br />
Hier worden de aan de gronden toegekende functie(s) omschreven, waar nodig<br />
onderverdeeld in hoofdfunctie(s) en daaraan ondergeschikte functies. De<br />
bestemmingsomschrijving bevat behalve functie(s) ook inrichtingsaspecten: de<br />
gebouwen en bouwwerken ten behoeve van de toegestane functies.<br />
Daarnaast kan bij sommige bestemmingen het behoud van bepaalde karakteristieke<br />
waarden worden nagestreefd, zoals cultuurhistorische waarden. De gronden worden<br />
dan, naast bijvoorbeeld de woonfunctie, tevens bestemd voor het behoud en het<br />
herstel van de in het gebied voorkomende cultuurhistorische waarden. Hiervoor<br />
worden gebiedsaanduidingen en dubbelbestemmingen gebruikt.<br />
6.4.2.2 Bouwregels<br />
De bouwregels geven de bebouwingsbepalingen waaraan bouwwerken moeten<br />
voldoen. Dit kunnen zijn bepalingen ten aanzien van hoogte, horizontale diepte,<br />
breedte, oppervlakte, bouwgrenzen, afstanden tot perceelsgrenzen etcetera. Voor<br />
een deel gebeurt dit door middel van een verwijzing naar een aanduiding op de<br />
verbeelding.<br />
Omgevingsvergunningplichtige bouwwerken worden aan deze bepalingen getoetst.<br />
Vergunningvrije bouwwerken behoeven niet aan de bouwregels te voldoen. Het<br />
gebruik van dergelijke bouwwerken is overigens wel weer onderworpen aan de<br />
bepalingen van het bestemmingsplan (zie gebruiksbepalingen).<br />
6.4.2.3 Afwijken van de bouwregels<br />
Hier wordt aangegeven van welke bouwregels burgemeester en wethouders kunnen<br />
afwijken met een omgevingsvergunning. Deze afwijkingsmogelijkheid, gebaseerd op<br />
artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro), maakt onderdeel uit van een<br />
omgevingsvergunning.<br />
De afwijkingsbepalingen kunnen worden opgenomen om een bepaalde flexibiliteit of<br />
verruiming van het bestemmingsplan mogelijk te maken, maar waarvoor om welke<br />
reden dan ook een nadere afweging per geval gewenst is. De criteria en<br />
afwegingskaders zijn opgenomen in dit artikel zelf en zijn zo objectief mogelijk<br />
geformuleerd. In ieder geval zijn de algemene afwijkingsvoorwaarden als opgenomen<br />
in Hoofdstuk 3 van toepassing.<br />
6.4.2.4 Specifieke gebruiksregels<br />
Deze bepaling geeft enerzijds aan wat in ieder geval wel en wat niet past binnen de<br />
bestemming. Bij toegestaan gebruik worden in sommige gevallen voorwaarden<br />
genoemd die soms zijn opgenomen in beleidsregels die als bijlage zijn toegevoegd en<br />
zodoende onderdeel van het bestemmingsplan zijn. Deze bepaling bevat een verbod<br />
om gronden en bouwwerken te (laten) gebruiken in strijd met de bestemming. Soms<br />
worden ook nog specifieke vormen van gebruik genoemd, die in ieder geval niet zijn<br />
toegestaan. Deze bepaling maakt het mogelijk op te treden tegen een overtreding van<br />
de bestemming.<br />
6.4.2.5 Afwijken van de gebruiksregels<br />
Er kan een omgevingsvergunning voor het afwijken van de gebruiksregels worden<br />
verleend ten behoeve van een concrete vorm van gebruik van gronden en of<br />
bouwwerken op basis van artikel 3.6 Wro.<br />
Een dergelijke afwijkingsbepaling kan worden opgenomen om een bepaalde flexibiliteit<br />
of verruiming van het bestemmingsplan mogelijk te maken, maar waarvoor om welke<br />
reden dan ook een nadere afweging per geval gewenst is. De criteria en<br />
afwegingskaders zijn opgenomen in de regels van de betreffende bestemming en in<br />
ieder geval in de algemene regels en zijn zo objectief mogelijk geformuleerd. In een<br />
aantal gevallen wordt voor de criteria verwezen naar de beleidsregels die als bijlage<br />
van de regels zijn opgenomen.<br />
51
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
6.4.2.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk<br />
Een omgevingsvergunningenstelsel, gebaseerd op artikel 3.3 van de Wet ruimtelijke<br />
ordening, maakt het mogelijk om door het bevoegd gezag een omgevingsvergunning<br />
te eisen voor specifieke werken of werkzaamheden. Een dergelijke regeling kan<br />
worden opgenomen om bepaalde werkzaamheden binnen een bestemming te<br />
reguleren. Een dergelijke omgevingsvergunning kan daarmee extra bescherming<br />
bieden aan specifieke waarden, zoals bijvoorbeeld archeologische waarden,<br />
landschappelijke of natuurlijke waarden, ecologische waarden of de groen- en/of<br />
waterstructuur. De criteria en afwegingskaders zijn opgenomen in de regels van de<br />
betreffende bestemming of in de algemene regels en zijn zo objectief mogelijk<br />
geformuleerd.<br />
6.4.2.7 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk<br />
Artikel 3.3 van de Wet ruimtelijke ordening maakt het ook mogelijk om de voorwaarde<br />
van een omgevingsvergunning in het bestemmingsplan te verbinden aan het slopen<br />
van bepaalde bouwwerken. Doel van deze regeling is bouwwerken met<br />
architectonische, cultuurhistorische of archeologische waarden te beschermen en te<br />
voorkomen dat deze zonder belangenafweging van het bevoegd gezag worden<br />
gesloopt en daardoor voorgoed verdwijnen.<br />
6.4.2.8 Wijzigingsbevoegdheid<br />
De wijzigingsbevoegdheid is gebaseerd op artikel 3.6 van de Wro en geeft<br />
burgemeester en wethouders de bevoegdheid om de betreffende bestemming op de<br />
aangegeven punten te wijzigen. Soms wordt verwezen naar een reeds bestaande<br />
bestemming of naar een bestemming die nog niet in het plan voorkomt, maar al wel als<br />
bijlage bij de regels is opgenomen. Ook komt het voor dat nog geen verwijzing naar<br />
een specifieke bestemming is opgenomen, maar dat de bepalingen aanwijzingen en<br />
regels bevat voor de wijziging.<br />
6.4.3 Algemene regels<br />
In dit onderdeel van de regels komen algemene regels aan de orde die gelden voor<br />
alle bestemmingen in het bestemmingsplan. De regels worden in onderstaande<br />
volgorde opgenomen. De algemene regels bestaan uit de volgende artikelen:<br />
6.4.3.1 Antidubbeltelbepaling<br />
Met de antidubbeltelregel wordt geregeld dat grond die reeds eerder bij een<br />
verleende bouw- of omgevingsvergunning is meegenomen niet nog eens bij de<br />
verlening van een nieuwe omgevingsvergunning mag worden meegenomen. De<br />
antidubbeltelregel heeft uitsluitend betrekking op situaties die plaatsvinden onder het<br />
geldende bestemmingsplan. Het is dus niet zo dat gronden die zijn meegeteld bij het<br />
verlenen van een omgevingsvergunning onder een vorig bestemmingsplan, bij het<br />
verlenen van een omgevingsvergunning onder het nieuwe bestemmingsplan ook<br />
buiten beschouwing moeten worden gelaten.<br />
6.4.3.2 Algemene bouwregels<br />
In dit artikel wordt aangegeven in welke mate de maximale bouwgrenzen van<br />
ondergeschikte onderdelen van bouwwerken zonder gebruik te maken van een<br />
afwijkingsbevoegdheid in de regels, mogen worden overschreden. Dit kan echter ook<br />
plaatsvinden in de betreffende bestemmingen zelf.<br />
Daarnaast wordt aangegeven wanneer ondergronds bouwen wel en niet in de<br />
bouwregels is begrepen.<br />
6.4.3.3 Algemene aanduidingsregels<br />
In dit artikel kunnen eventuele regels worden opgenomen ten aanzien van de<br />
algemene bouw- en functieaanduidingen en gebiedsaanduidingen die niet<br />
toerekenbaar zijn aan één specifieke bestemming of juist identiek in verschillende<br />
bestemmingen worden toegepast waarbij toepassing middels de algemene<br />
aanduidingsregels bijdraagt aan uniformiteit van de regels.<br />
52
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
6.4.3.4 Algemene afwijkingsregels<br />
In dit artikel wordt een opsomming gegeven van de regels waaraan ontheffing kan<br />
worden verleend. Het gaat hierbij om de bevoegdheid om met een<br />
omgevingsvergunning af te kunnen wijken van regels die gelden voor alle<br />
bestemmingen in het plan, ten zij anders is aangegeven in de bepalingen.<br />
6.4.3.5 Algemene wijzigingsregels<br />
In dit artikel wordt een opsomming gegeven van de regels waarmee door middel van<br />
een wijzigingsbevoegdheid het mogelijk is enige flexibiliteit in het plan aan te brengen.<br />
Het gaat hierbij om een bevoegdheid en houdt geen verplichting in. Deze bevoegdheid<br />
mag nadrukkelijk niet worden gebruikt om zodanig aanzie<strong>nl</strong>ijke wijzigingen van<br />
bestemmingen te bewerkstelligen, dat daarmee de essentie van het plan weze<strong>nl</strong>ijk<br />
wordt veranderd.<br />
6.4.4 Overgangs- en slotregels<br />
In de overgangs- en slotregels zijn de overgangsbepalingen uit het Besluit ruimtelijke<br />
ordening overgenomen. In de slotregel is aangegeven op welke wijze de planregels<br />
van het bestemmingsplan kunnen worden aangehaald.<br />
6.5 Toelichting basisbestemmingen<br />
In deze paragraaf wordt een toelichting gegeven over de bestemmingsregels die in<br />
het plangebied voorkomen.<br />
6.5.1 Agrarisch<br />
De agrarische bedrijfspercelen met bijbehorende cultuurgronden zijn in de kernen<br />
bestemd als 'Agrarisch'.<br />
Het agrarische bouwperceel is bestemd voor de vestiging van 1 grondgebonden<br />
agrarisch bedrijf met bijbehorende bebouwing en 1 bedrijfswoning. Alle bebouwing<br />
dient binnen het aangegeven bouwvlak te zijn gesitueerd, inclusief voer- en<br />
mestopslag. Voor de bedrijfswoning geldt dat niet meer dan 200 m² is toegestaan<br />
voor een bedrijfswoning met bijgebouwen.<br />
De grootte van het bouwvlak is afgestemd op de omvang van het bestaande erf met<br />
agrarische bebouwing met, afhankelijk van het ontwikkelingsperspectief van het<br />
bedrijf en de ligging, een bepaalde uitbreiding.<br />
Bij recht is ook een agrarische paardenhouderij toegestaan, hiertoe worden ook<br />
hengstenhouderijen, fok- en opfokbedrijven en paardenmelkerijen gerekend.<br />
Pensionstallen en maneges vallen hier niet onder. Daarnaast zijn binnen de<br />
bandbreedte van de beleidsregels bij recht de volgende nevenactiviteiten toegestaan:<br />
loonbedrijf, caravan- en of botenstalling en een theetuin.<br />
Bestaande (of geplande) agrarische nevenactiviteiten zijn als zodanig aangeduid<br />
binnen de bestemming Agrarisch. Voorbeelden hiervan zijn:<br />
een archeologisch streekmuseum (aanduiding 'museum') aan het Padje in<br />
<strong>Slochteren</strong>;<br />
voetgolf/ boerengolf activiteiten (aanduiding 'poldersport') aan de <strong>Schildwolde</strong>rdijk<br />
in <strong>Schildwolde</strong>;<br />
een groepsaccommodatie (aanduiding 'kampeerboerderij') aan de Hoofdweg in<br />
<strong>Schildwolde</strong> en<br />
een bijzondere paardenhouderij (aanduiding 'paardenhouderij') aan de Hoofdweg<br />
in <strong>Slochteren</strong>.<br />
Onder voorwaarden kan daarnaast een omgevingsvergunning worden verleend voor<br />
het afwijken van de regels voor een minicamping, zorgboerderij (dagopvang),<br />
groepsaccommodatie, boerderijwinkel of een bijzondere paardenhouderij (o.a.<br />
pensionstalling) als nevenactiviteit. Voor het toepassen van deze<br />
afwijkingsbevoegdheid wordt getoetst aan de voorwaarden die zijn opgenomen in de<br />
verschillende beleidsregels. De voorwaarden hebben ondermeer betrekking op de<br />
toegestane bebouwings en/of gebruiksoppervlakte van de nevenactiviteit.<br />
In de bestemmingsregeling zijn ook een aantal wijzigingsregels opgenomen om de<br />
53
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
bestemming Agrarisch te wijzigen naar een niet-agrarische bestemming. Met een<br />
wijzigingsprocedure op grond van artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening kan de<br />
bestemming worden gewijzigd naar Wonen - 1A, Wonen - VAB (karakteristieke<br />
agrarische bebouwing), Gemengd - 2, Gemengd - VAB (karakteristieke agrarische<br />
bebouwing) en Agrarisch - Paardenhouderijj. Een voorwaarde bij het wijzigen naar<br />
een bedrijfsmatige bestemming (Gemengd) is dat een deel van de voormalige<br />
bedrijfsgebouwen wordt gesloopt. De oppervlakte van het te slopen gedeelte is<br />
afhankelijk van de gewenste gebruiksruimte. De omvang van het te slopen bebouwing<br />
neemt toe naarmate ook de oppervlakte die gebruikt gaat worden voor een nieuwe<br />
functie, of wordt vervangen door nieuwbouw, toeneemt. Het pand waarin de woning<br />
zich bevindt (de oorspronkelijke boerderij of voormalige bedrijfswoning) mag in zijn<br />
geheel in stand blijven.<br />
Bij het wijzigen van de agrarische bestemming naar een bijzondere paardenhouderij is<br />
de sloopregeling ook niet van toepassing.<br />
6.5.2 Agrarisch - Paardenhouderij<br />
De gronden en gebouwen die zodanig zijn bestemd mogen worden gebruikt voor een<br />
bijzondere paardenhouderij, waaronder worden geschaard:<br />
africhtingsstallen;<br />
trainingsstallen;<br />
handelsstallen;<br />
stalhouderijen;<br />
pensionstalling.<br />
Om deze bestemming toe te kennen moet er sprake zijn van een reëel bedrijf (gericht<br />
op 1 of een combinatie van typen die zijn genoemd onder 'doel van de bestemming'.<br />
Het is ook mogelijk dat het bedrijf een combinatie is van een agrarische<br />
paardenhouderij (waaronder een paardenfokkerij) en een bijzondere paardenhouderij.<br />
Binnen de bestemming is rekening gehouden met de afstand tot woningen. In een<br />
gemengd gebied is de minimale afstand tussen een paardenhouderij en woningen 30<br />
meter. Deze zone wordt aangeduid indien van toepassing.<br />
6.5.3 Agrarisch met waarden<br />
6.5.4 Bedrijf<br />
Naast de bestemming Agrarisch is de bestemming Agrarisch met waarden' toegepast<br />
op agrarische cultuurgronden. Doel van deze bestemming in dit bestemmingsplan is<br />
om de afwisseling van bebouwing, erven en waardevolle doorzichten in stand te laten<br />
door de doorzichten naar het achterliggende open gebied vrij te houden. Daarom is, in<br />
tegenstelling tot de bestemming Agrarisch, op deze gronden het gebruik van de<br />
gronden ten behoeve van de realisering van mestbassins, ten behoeve van houtteelt,<br />
boomteelt, fruitteelt en andere opgaande meerjarige teeltvormen niet toegestaan.<br />
Normaal agrarisch gebruik van de gronden ten behoeve van akkerbouw of gebruik als<br />
grasland is toegestaan.<br />
Deze bestemming voorziet in een regeling voor (individuele) bedrijven die niet zijn<br />
gelegen op een bedrijventerrein. Branches die hierbinnen vallen worden geregeld in<br />
de Staat van Bedrijven die in de bijlage van het bestemmingsplan is opgenomen.<br />
Bij recht zijn bedrijven tot en met milieucategorie 3.1 toegestaan. Bestaande bedrijven<br />
die niet passen binnen de bestemmingsregeling worden specifiek benoemd. Daarnaast<br />
is er een afwijkingsbevoegdheid opgenomen bedoeld voor bedrijven die niet genoemd<br />
worden binnen de Staat van Bedrijven maar naar aard en effecten op het woon- en<br />
leefklimaat van de aangrenzende woongebieden, al dan niet onder te stellen<br />
voorwaarden, voor wat betreft geur, stof, gevaar en geluid, gelijk kunnen worden<br />
gesteld met de bedrijven welke wel zijn genoemd.<br />
Voor zover aanwezig is ook de bedrijfswoning opgenomen binnen de bestemming<br />
(aanduiding bedrijfswoning). Hierbij geldt dat niet meer dan 200 m² is toegestaan voor<br />
een bedrijfswoning met bijgebouwen.<br />
Bedrijven die (op onderdelen) afwijken van de bestemmingsregeling zijn specifiek<br />
aangeduid.<br />
Voor het constructiebedrijf aan de Hoofdweg 159 te <strong>Slochteren</strong> is een specificatie<br />
noodzakelijk. Gezien de zeer korte afstanden van de perceelsgrens tot nabijgelegen<br />
54
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
woningen is een verruiming van het gebruik niet mogelijk, maar kunnen slechts de<br />
activiteiten van het bedrijf in de huidige planologische omvang worden toegestaan.<br />
Van uitbreidingsmogelijkheden van het bouwvlak wordt in dit bestemmingsplan dan<br />
ook afgezien.<br />
Ter plaatse van de Hoofdweg 246 te <strong>Slochteren</strong> is een kunstenaarsatelier gevestigd<br />
waar ter plaatse metalen kunstwerken worden gemaakt. Activiteiten zijn: bewerken<br />
van metaal met hamers, slijpen, lassen en gebruik van snijbranders. Vanwege het<br />
gewicht en omvang van de constructies wordt ter plaatse gebruik gemaakt van een<br />
mobiele kraan. Aangezien de bewerking van grote metalen constructies, met name<br />
voor wat betreft het aspect geluid, hinder voor de omgeving kan opleveren, zijn de<br />
werkzaamheden naar aard en omvang vergelijkbaar gesteld aan een<br />
constructiebedrijf. De vestiging van een constructiebedrijf in een gemengd gebied is<br />
niet zonder meer mogelijk. Daarom is slechts op een gedeelte van het betreffende<br />
perceel de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - constructiebedrijf' toegepast. De<br />
aanduiding is op 50 meter afstand van de bouwgrens van woonbestemmingen in de<br />
omgeving gelegd.<br />
Deze afstand is gebaseerd op de VNG Notitie Bedrijven en Milieuzonering die voor de<br />
categorie smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d. een richtafstand van 100<br />
meter tot een rustige woonwijk adviseert. Aangezien het gebied moet worden<br />
aangemerkt als gemengd gebied, wordt één afstandsstap kleiner als acceptabel<br />
beschouwd, welke neerkomt op 50 meter.<br />
Het perceel ten oosten van Hoofdweg 252 <strong>Slochteren</strong> is gedeeltelijk ingericht als<br />
kwekerijterrein en gedeeltelijk als opstelterrein voor het hoveniersbedrijf. Om een<br />
richtafstand tot de meest nabijgelegen woningen te bepalen is voor de activiteiten<br />
uitgegaan van groothandel in bloemen en planten, die wordt benoemd in Bedrijven en<br />
Milieuzonering. Daarbij wordt een richtafstand van 30 meter genoemd. Het terrein dat<br />
is aangeduid als 'specifieke vorm van bedrijf - kwekerij' is op een afstand van<br />
tenminste 30 meter van de bouwgrens van woonbestemmingen gelegd om hinder te<br />
voorkomen.<br />
6.5.5 Bedrijf - Nutsvoorzieningen<br />
Deze bestemming wordt specifiek gebruikt voor nutsvoorzieningen als gas, water en<br />
electriciteitsvoorzieningen waarvoor een zelfstandig gebouw met een hoogte groter<br />
dan 1,5 meter staat binnen een bestemming anders dan Bedrijf of Bedrijventerrein.<br />
Ontsluitingswegen zijn tevens inbegrepen binnen de bestemming.<br />
6.5.6 Bedrijf - Opslag<br />
6.5.7 Bos<br />
Deze bestemming is bedoeld voor gebouwen (en/of terreinen) die uitsluitend voor<br />
opslagdoeleinden worden gebruikt. Het betreft uitsluitend langdurige opslag van<br />
goederen die ter plaatse niet worden bewerkt, gerepareerd of verhandeld (statische<br />
opslag). Een distributiecentrum of transportbedrijf valt hier niet onder. Een caravan- of<br />
botenstalling valt wel onder 'statische opslag'. Er is geen (bedrijfs)woning toegestaan<br />
binnen deze bestemming.<br />
Deze bestemming is bedoeld voor bosgebieden of bossingels in het buitengebied of in<br />
de overgangszone van kern naar het buitengebied. Parkbos en zichtassen zijn daarbij<br />
specifiek aangeduid. Onder parkbos wordt verstaan: Een aangelegd bos of park met<br />
weiden, diverse houtopstanden en andere vegetatie dat samen een eenheid vormt<br />
van een zekere schaal en landschappelijke waarde.<br />
6.5.8 Detailhandel<br />
Deze bestemming wordt toegepast bij zelfstandige winkels, buiten winkelcentra of<br />
gemengde gebieden en bij winkels met een grotere verkoopvloeroppervlakte dan is<br />
toegestaan binnen de bestemming Gemengd-1. Naast detailhandel zijn ook<br />
ondergeschikte horeca-activiteiten toegestaan, mits voldaan wordt aan de<br />
beleidsregels 'Horeca en ondersteunende horeca'. Gebouwen zijn alleen toegestaan<br />
binnen het bouwvlak. De bouwregels worden afgestemd op de bestaande situatie,<br />
met eventueel uitbreidings- of afwijkingsmogelijkheden. In het plangebied is deze<br />
bestemming toegepast bij een supermarkt in <strong>Schildwolde</strong>.<br />
55
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
6.5.9 Dienstverlening<br />
De bestemming Dienstverlening is bedoeld voor kantoorpanden die gebruikt worden<br />
voor maatschappelijke en/of zakelijke dienstverlening. De gebouwen zijn in beginsel<br />
uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak. De gronden binnen het bouwvlak mogen<br />
geheel worden volgebouwd, tenzij ter plaatse een maximum bebouwingspercentage is<br />
aangeduid.<br />
6.5.10 Gemengd - 1<br />
In delen van de kernen/het lint waar sprake is van functiemenging en op percelen<br />
waar sprake is van woon-werkcombinaties, is de bestemming Gemengd toegepast om<br />
uitwisseling van bepaalde functies mogelijk te maken. De volgende functies maken<br />
onderdeel uit van de bestemming: wonen, dienstverlening, horeca-categorie 1,<br />
detailhandel en lichte bedrijven (milieucategorie 1 en 2).<br />
Bij dienstverlening wordt onderscheid gemaakt tussen 'maatschappelijke' en 'zakelijke<br />
dienstverlening'. Bij beide vormen staat de uitoefening van dienstverlening in een<br />
kantoorachtige omgeving centraal. Maatschappelijke dienstverlening heeft betrekking<br />
op het verlenen van diensten in de medische, sociale, educatieve, culturele, religieuze<br />
en administratieve sfeer en andere vormen van dienstverlening, die een min of meer<br />
openbaar karakter hebben. Voorwaarde is wel dat deze functies worden uitgeoefend<br />
vanuit een praktijk of kantoorruimte al dan niet met baliefunctie. Hierdoor wordt er<br />
duidelijk onderscheid gemaakt met het begrip maatschappelijke voorzieningen,<br />
waartoe ook maatschappelijke functies zoals kinderopvang en (brede) scholen worden<br />
gerekend. Zakelijke dienstverlening heeft betrekking op het bedrijfsmatig verlenen van<br />
diensten in een kantoorachtige omgeving op administratief, financieel en juridisch<br />
gebied, op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie en andere<br />
vergelijkbare vormen van dienstverlening.<br />
De functie detailhandel wordt verdeeld in de categorieën food (levensmiddelen) en<br />
non-food (overige detailhandel). Voor food wordt ten hoogste 250 m² vvo toegestaan,<br />
voor non-food is dit 500 m² vvo. Verkoop van auto's, boten en caravans is vanwege de<br />
ruimtelijke uitstraling die hiermee gepaard gaat uitgesloten, tenzij specifiek<br />
aangegeven.<br />
Qua bouwregels wordt grotendeels aangesloten bij Wonen. Hierdoor blijft de<br />
uitstraling overeenkomen met die van de rest van het lint.<br />
Er zijn afwijkingsbevoegdheiden opgenomen voor:<br />
6.5.11 Gemengd - 2<br />
Horeca, categorie 2;<br />
de vestiging van bedrijven die niet zijn genoemd in de Staat van Bedrijven maar<br />
een vergelijkbare ruimtelijke uitstraling hebben;<br />
het wijzigen van de situering of maatvoering van bouwwerken;<br />
De bestemming 'Gemengd - 2' voorziet in een bestemmingsregeling waarbij<br />
uitwisseling van de volgende functies mogelij k is: wonen, dienstverlening en lichte<br />
bedrijven (milieucategorie 1 en 2). De bestemming wordt toegekend aan bepaalde<br />
percelen in gebieden met een gemengd karakter of aan vrijgekomen agrarische<br />
bebouwing met een nieuwe (niet-agrarische) bedrijfsfunctie.<br />
Binnen de bestemming 'Gemengd - 2' is in principe geen detailhandel en/of horeca<br />
toegestaan, met uitzondering van ondersteunende horeca en tenzij detailhandel<br />
specifiek is toegestaan middels een aanduiding. Voor de overige functies komt de<br />
regeling overeen met de bestemming Gemengd-1.<br />
De bebouwingsmogelijkheden is afgestemd op de bestaande hoofdgebouwen (woning<br />
of indien sprake is van een boerderijvorm de boerderij met inpandige woning). Qua<br />
maatvoering wordt aangesloten bij de bestemming Wonen - 1-B.<br />
Er zijn afwijkingsbevoegdheden opgenomen voor:<br />
56<br />
de vestiging van bedrijven die niet zijn genoemd in de Staat van Bedrijven maar<br />
een vergelijkbare ruimtelijke uitstraling hebben;<br />
het wijzigen van de situering of maatvoering van bouwwerken;
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
6.5.12 Gemengd - 3<br />
Voor enkele percelen in het erfgoedkwartier, binnen het beschermd dorpsgezicht, is<br />
een aparte bestemming Gemengd - 3 toegepast. Deze bestemming gedeeltelijk in<br />
dezelfde mogelijkheden als de bestemming Gemengd - 1 en biedt daarnaast de<br />
mogelijkheid tot logies, horecabedrijf categorie 1, bedrijvigheid gericht op wellness en<br />
de mogelijkheid tot vestiging van museale functies. Vanwege het waardevolle karakter<br />
van de erven en bebouwing op de betreffende percelen is er naast de specifieke<br />
gebruiksregels ook een afwijkende bebouwingsregeling t.o.v. de andere<br />
bestemmingen Gemengd. Hiermee wordt de huidige uitstraling van de percelen<br />
beschermd en wordt gewaarborgd dat de functies zich vestigen in de bebouwing in<br />
min of meer dezelfde omvang, zodat geen afbreuk wordt gedaan aan het ruimtelijk<br />
karakter van het erfgoedkwartier.<br />
Er is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen voor:<br />
Horeca, categorie 2;<br />
6.5.13 Gemengd - VAB<br />
6.5.14 Groen<br />
6.5.15 Horeca<br />
De bestemming 'Gemengd - VAB' voorziet in een bestemmingsregeling voor<br />
vrijgekomen karakteristieke agrarische bebouwing waar een nieuwe (bedrijfsmatige)<br />
functie aan is toegekend. Overeenkomstig de bestemming Gemengd - 2 is er<br />
uitwisseling van de volgende functies mogelijk: wonen, dienstverlening, lichte<br />
bedrijven, maatschappelijk en kantoor.<br />
De bestemming streeft ook behoud en herstel van de karakteristieke hoofdvorm van<br />
de oorspronkelijke agrarische bebouwing na door de (hoofd)gebouwen te voorzien<br />
van de aanduiding 'karakteristiek'. Dit betekent dat de uitwendige hoofdvorm,<br />
bestaande uit oppervlakte, goot- en bouwhoogte, nokrichting en dakhelling van de<br />
zodanig aangeduide (delen van) gebouwen mogen niet meer dan 10% afwijken van<br />
de bestaande maatvoering.<br />
Er zijn afwijkingsbevoegdheden opgenomen voor:<br />
de vestiging van bedrijven die niet zijn genoemd in de Staat van Bedrijven maar<br />
een vergelijkbare ruimtelijke uitstraling hebben;<br />
het exploiteren van een mini-camping of groepsaccommodatie;<br />
het exploiteren van een bijzondere paardenhouderij als nevenactiviteit;<br />
het wijzigen van de situering of maatvoering van bouwwerken;<br />
Er zijn twee bestemmingsregelingen voor groenvoorzieningen: 'Groen' en 'Groen -<br />
Landschappelijke waarden'. De bestemming Groen voorziet in een<br />
bestemmingsregeling voor openbaar groen. Aan openbare groenelementen als<br />
plantsoenen, brede wegbermen en bossingels die bijdragen aan de bovenwijkse<br />
groenstructuur wordt in principe de bestemming Groen toegekend. Hierbinnen wordt<br />
het ook mogelijk gemaakt om water aan te leggen, verhardingen, additionele<br />
voorzieningen en nutsvoorzieningen. Ook bij in het verleden verkochte percelen<br />
'snippergroen' is vastgehouden aan de bestemming 'Groen'. De betreffende percelen<br />
mogen als tuin worden gebruikt. Gebouwen en overkappingen zijn binnen deze<br />
bestemming niet toegestaan. Dit sluit aan bij de voorwaarden waaronder de percelen<br />
zijn verkocht.<br />
De bestemming 'Groen - Landschappelijke waarden' is specifiek bedoeld voor groene<br />
gebieden waar een extensiever beheer wordt uitgevoerd en behoud en versterken<br />
van landschapswaarden wordt nagestreefd. Het gaat om groengebieden aan de<br />
randen van kernen en in het buitengebied.<br />
De bestemming Horeca voorziet in een bestemmingsregeling voor het bedrijfsmatig<br />
verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig<br />
exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van<br />
nachtverblijf, waaronder bed & breakfast, discotheek, feestzaal en partyboerderij.<br />
Een specifieke horecabestemming wordt toegepast bij zelfstandige horecabedrijven<br />
buiten het centrumgebied en in het geval het een horecabedrijf betreft met een<br />
zwaardere categorie. Lichte horecabedrijven (categorie 1 en een<br />
57
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
afwijkingsbevoegdheid voor categorie 2) zijn opgenomen in de bestemming Gemengd -<br />
1.<br />
De categorie die ter plaatse wordt toegestaan wordt afhankelijk gesteld van de<br />
omgeving en eventuele bestaande horecabedrijven. Om vervolgens te toetsen of een<br />
horecabedrijf ter plaatse kan worden toegestaan, moet gebruik gemaakt worden van<br />
de toetsingstabel in beleidsregels (ho)reca en ondersteunende (ho)reca. Door middel<br />
van de maximaal toegestane score is het mogelijk in een bestemmingsplan de<br />
omvang, het aantal en de locatie van horecabedrijven te reguleren, voor zover dat<br />
planologisch van belang is. Voor de nieuwe bestemmingsplannen wordt een indeling in<br />
4 categorieën voorgesteld:<br />
1. Lichte categorie: (dag)horeca;<br />
2. Middencategorie: reguliere horeca;<br />
3. Nachthoreca of veel verkeersaantrekkende werking;<br />
4. Verblijfshoreca.<br />
Voor de horecacategorieën in de lichtste categorie (1) geldt dat deze zonder meer<br />
toelaatbaar is op locaties tussen en onder woonbebouwing. De overlast is dusdanig<br />
laag dat geen afstandscriterium hoeft te worden aangehouden.<br />
De middencategorie (2) geeft zoveel potentiële overlast dat een zekere tussenruimte<br />
tussen de inrichting en woningen van derden moet worden aangehouden. Op basis<br />
van de VNG notitie wordt uitgegaan van 10-30 meter tot woningen. Burgemeester en<br />
wethouders hebben de mogelijkheid af te wijken. Voorwaarde hierbij is wel dat het<br />
concrete plan zodanig is dat de bewoners in de directe omgeving geen hinder<br />
ondervinden van de betreffende horeca.<br />
Horeca die behoort tot categorie 3 wordt slechts toegestaan op locaties in het<br />
centrumgebied vanwege de ligging. Individuele horecagelegenheden die tot deze<br />
categorie behoren worden slechts toegestaan op locaties die zodanig vrij liggen dat<br />
voldoende afstand tussen woningen en de horeca-inrichting kan worden gehouden.<br />
Bovendien moet bij deze categorie voldoende parkeergelegenheid aanwezig zijn,<br />
zodat gemiddeld een groter perceel nodig is.<br />
Als uitgangspunt voor categorie 3 wordt bij individuele gevallen een afstand van<br />
tenminste 30 meter gehanteerd. Voor de bestaande horecagelegenheden geldt als<br />
uitgangspunt dat de fysiek aanwezige accommodatie planologisch bestendigd wordt.<br />
Dit houdt in dat de planologische mogelijkheden niet automatisch worden bestendigd.<br />
Motivering hiervoor is dat een goed ruimtelijk ordeningskader een afwegingskader<br />
vraagt op basis van de omgeving en de potentiële hinder die uitgaat van de<br />
accommodatie.<br />
De verblijfsrecreatieve sector binnen de horeca wordt hierbij tevens betrokken, maar<br />
wordt op een andere wijze bestemd indien deze qua aantal punten in de lichtste<br />
categorie valt. De indeling is in het onderstaande weergegeven. Een inrichting die<br />
expliciet buiten beschouwing wordt gelaten, is die van de theetuinen als beschreven in<br />
de beleidsnotitie Theetuinen & verbreding agrarische bedrijven. Deze theetuinen<br />
worden niet als zelfstandige horeca beschouwd en moeten qua invloed op de<br />
omgeving vergelijkbaar zijn aan de woonfunctie.<br />
Voor zover aanwezig is ook de bedrijfswoning opgenomen binnen de bestemming.<br />
Hierbij geldt dat niet meer dan 200 m² is toegestaan voor een bedrijfswoning met<br />
bijgebouwen.<br />
6.5.16 Maatschappelijk<br />
Deze bestemming omvat functies die bedoeld zijn voor min of meer openbare<br />
instellingen. Deze kunnen zowel commercieel als niet-commercieel zijn. Educatieve,<br />
medische, sociale, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen,<br />
kinderopvang, voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie en<br />
voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondersteunende<br />
detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen. Voor een aantal<br />
maatschappelijke voorzieningen wordt een specifieke bestemmingsregeling gebruikt<br />
omdat het gelet op de aard van deze functies, niet altijd wenselijk is om uitwisseling<br />
met andere maatschappelijke voorzieningen toe te staan. Het gaat om de volgende<br />
bestemmingen:<br />
Maatschappelijk - onderwijs: scholen en andere onderwijsvoorzieningen;<br />
Maatschappelijk - religie: kerkgebouwen;<br />
58
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
Maatschappelijk - begraafplaats: begraafplaatsen;<br />
Maatschappelijk - zorginstelling: wooncentra met bijbehorende medische en<br />
zorgvoorzieningen. Onder de bestemming worden ook niet-zelfstandige<br />
wooneenheden gerekend. Het aantal wooneenheden is niet vastgelegd in de<br />
bestemmingsregeling. Het toegestane aantal bewoners is gereguleerd via een<br />
omgevingvergunning voor (brand)veilig gebruik.<br />
De gebouwen zijn in beginsel uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak. De gronden<br />
binnen het bouwvlak mogen geheel worden volgebouwd, tenzij ter plaatse een<br />
maximum bebouwingspercentage is aangeduid.<br />
Bedrijfswoningen zijn uitsluitend toegestaan als gronden als zodanig zijn aangeduid.<br />
De toegestane oppervlakte voor de bedrijfswoning inclusief bijbehorende bijgebouwen<br />
is 200 m².<br />
Ter plaatse van het woonzorgcentrum het Olderloug in <strong>Slochteren</strong> is een aanduiding<br />
'horeca tot en met categorie 2' opgenomen. In het Olderloug is een restaurant<br />
gevestigd dat een bredere doelgroep bedient en zich naast de bewoners ook richt op<br />
klanten van buiten (als een regulier restaurant).<br />
6.5.17 Recreatie - Dagrecreatie<br />
Deze bestemmingsregeling is bedoeld voor verschillende vormen van dagrecreatie.<br />
Waar nodig wordt de regeling verder gespecificeerd. In het plangebied wordt de<br />
regeling alleen toegepast voor een ope<strong>nl</strong>uchtzwembad, een ijsbaan en<br />
volkstuincomplexen.<br />
Terreinen of gebouwen die uitsluitend of hoofdzakelijk voor sport worden benut<br />
worden hier niet onder geschaard.<br />
Afhankelijk van de functie en/of de aard van het terrein zijn er gebouwen toegestaan.<br />
6.5.18 Recreatie - Verblijfsrecreatie<br />
6.5.19 Sport<br />
De bestemming Recreatie - Verblijfsrecreatie is bedoeld voor kampeerterreinen met<br />
ruimte voor zowel mobiele als plaatsgebonden kampeermiddelen, waaronder chalets,<br />
stacaravans en trekkershutten. Recreatiewoningen zijn alleen toegestaan als dit<br />
specifiek is aangeduid.<br />
Gebouwen zijn alleen toegestaan in een bouwvlak, met uitzondering van gebouwen<br />
van beperkte omvang, waaronder kiosken en opslagruimten met een gezame<strong>nl</strong>ijke<br />
oppervlakte van 100 m². Trekkershutten en kleinere gebouwen (waaronder<br />
sanitairvoorzieningen) zijn ook buiten het bouwvlak toegestaan. Het aantal<br />
kampeermiddelen dat is toegestaan is bewust niet geregeld, dit sluit aan bij de<br />
beleidsregels Kamperen.<br />
Rondom een groot deel van het terrein ligt een groen bestemming om de<br />
landschappelijke inpassing en afscherming naar de agrarische cultuurgronden te<br />
waarborgen.<br />
De bestemming Sport wordt toegekend aan sportterreinen. Bebouwing is alleen<br />
toegestaan binnen een bouwvlak, uitgezonderd bebouwing van beperkte omvang.<br />
Zodoende kunnen gebouwen als dugouts of kleine opslagruimten overal binnen de<br />
bestemming worden gesitueerd Extensieve dagrecreatie en evenementen zijn ook<br />
toegestaan. Voor terugkerende evenementen gelden wel een aantal voorwaarden.<br />
6.5.20 Verkeer<br />
De bestemming Verkeer maakt onderscheid in twee bestemmingsregelingen:<br />
Verkeer - Verblijfsgebied en<br />
Verkeer - Wegverkeer;<br />
De bestemming Verkeer-Verblijfsgebied is gericht op de verblijfsfunctie en secundair op<br />
de verkeersfunctie. Deze gronden hebben in principe een multifunctioneel karakter<br />
waarbij de inrichting gericht is op woonstraten, pleinen, fiets- en voetpaden, speel- en<br />
parkeervoorzieningen en daarnaast ook groen en water. Standplaatsen kunnen met<br />
een aanduiding worden geregeld (bestaand) of met een omgevingsvergunning voor<br />
59
6.5.21 Water<br />
6.5.22 Wonen<br />
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
het afwijken van de bestemmingsregels.<br />
Binnen de bestemming Verkeer-Verblijfsgebied is op een enkele plaats een<br />
camperplaats aan de Duwolaan te <strong>Slochteren</strong> toegestaan. Ter plaatse worden ten<br />
hoogste 5 camperplaatsen binnen de aanduiding toegestaan. Om het onderscheid met<br />
een kampeerterrein te houden is het niet toegestaan om met een camper langer dan<br />
72 uur achtereen in één maand ter plaatse te verblijven en zijn geen voorzieningen als<br />
toiletgebouwen toegestaan. Doel van een camperplaats is om gelegenheid te bieden<br />
aan toeristen op doorreis in zijn camper te kunnen overnachten, aangezien dit<br />
algemeen niet is toegestaan langs de openbare weg.<br />
De betreffende locatie dient ingericht te zijn als een parkeerterrein met sobere<br />
voorzieningen waaronder een vuilwaterstation. De betreffende gronden zijn op<br />
tenminste 10 meter afstand gelegen van woningen in de omgeving. Gezien de<br />
bedrijvigheid in de directe omgeving van de camperplaats wordt het gebied<br />
aangemerkt als gemengd gebied. In de VNG notitie Bedrijven en Milieuzonering wordt<br />
de categorie camperplaatsen niet genoemd, waardoor het noodzakelijk is om een<br />
vergelijkbare categorie als referentie te hanteren. In een gemengd gebied gaat het<br />
om bestaande gebieden met functiemenging waar hogere geluidsniveaus (moeten)<br />
worden geaccepteerd dan in monofunctionele woongebieden om het karakter en de<br />
leefbaarheid in stand te laten. Autoparkeerterreinen worden in de tabel voor Gemengd<br />
gecategoriseerd als C, hetgeen inhoudt dat parkeerterreinen in een gemengd gebied<br />
kunnen worden ingepast op zeer korte afstand van hindergevoelige functies als<br />
woningen, met dien verstande dat de ontsluiting op de hoofdinfrastructuur is<br />
aangewezen. Gezien de ligging aan de Hoofdweg op korte afstand van de aansluiting<br />
op de N387 is een goede ontsluiting gewaarborgd. Mede gelet op de kleinschaligheid<br />
van de camperplaats wordt een afstand van 10 meter tot de meest nabijgelegen<br />
woning als voldoende beschouwd, mede aangezien op de camperplaats geen<br />
speelvoorzieningen of andere voorzieningen zijn toegestaan die tot (geluid)overlast<br />
kunnen leiden. Gezien het reeds aanwezige omgevingsgeluid zal de camperplaats<br />
nauwelijks een toename van het geluidsniveau teweeg brengen. Om visuele hinder<br />
voor omwonenden te voorkomen is aan de zuid-, -west en noordzijde van de<br />
camperplaats hoogopgaand groen geplant.<br />
De bestemming Verkeer - Wegverkeer is specifiek bedoeld voor<br />
gebiedsontsluitingswegen (voorbeeld N387) en ontsluitingswegen en stroomwegen<br />
(A7 en N33). Vanwege deze functie zijn er geen mogelijkheden voor bebouwing en<br />
standplaatsen. In het plangebied wordt de bestemming alleen gebruikt voor de<br />
provinciale weg N387. Daarbij is de Regthuistunnel ter hoogte van de Hoofdweg in<br />
<strong>Slochteren</strong> als 'tunnel' aangeduid, ter bestendiging van de huidige ongelijkvloerse<br />
kruising.<br />
In een groot deel van de bestemmingen is het aa<strong>nl</strong>eggen van water mogelijk. De<br />
bestemming wordt specifiek toegekend aan meren, plassen en andere natuurlijke,<br />
danwel kunstmatige oppervlaktewateren en watergangen die door het waterschap als<br />
hoofdwatergang worden aangeduid.<br />
Ook aan terreinen of gebieden die specifiek een waterbergingsfunctie krijgen wordt<br />
deze bestemming toegekend om dit gebruik te verankeren (en ander gebruik uit te<br />
sluiten).<br />
De hoofdfunctie is de ontvangst, berging en/of afvoer van water alsmede voor de<br />
bescherming, het beheer en het onderhoud van watergangen, met de bijbehorende<br />
voorzieningen. Wanneer een brug met een verkeersfunctie over het water ligt, dan<br />
wordt deze ter plaatse als zodanig aangeduid.<br />
Woningen en bijbehorende gronden (tuinen en erven) worden binnen deze<br />
bestemming begrepen. In het plan wordt indien nodig een verdeling gemaakt in<br />
woningtypen.<br />
Wonen is in dit bestemmingsplan gesplitst in 7 bestemmingen: Wonen - 1A, Wonen -<br />
1B, Wonen - 1D, Wonen - 2, Wonen - 3, Wonen - 4 en Wonen - VAB.<br />
60
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
6.5.22.1 Wonen - 1A<br />
De bestemming 'Wonen - 1A' onderscheidt zich van andere woonbestemmingen<br />
doordat het traditionele onderscheid tussen hoofd- en aangebouwde bijgebouwen<br />
niet wordt gehanteerd. De regeling biedt meer flexibiliteit door het hanteren van het<br />
begrip 'woongebouw' zijnde een gebouw of een complex van aan elkaar verbonden<br />
gebouwen waarin tenminste één woning is gelegen. In voorliggend bestemmingsplan<br />
is woongebouw dus geen definitie voor een gebouw met daarin meerdere woningen<br />
die via één gemeenschappelijke toegang worden bereikt.<br />
Deze bestemming wordt slechts toegepast ruime, brede percelen waar de vrijstaande<br />
woning min of meer midden op het perceel is gesitueerd. De regeling is ontwikkeld om<br />
een oplossing te bieden bij uitbreidingsbehoefte bij met name de traditionele kleinere<br />
arbeiderswoningen op een groot perceel. Doel is om meer flexibiliteit te creëren en<br />
meer nadruk te leggen op concentratie van woonbebouwing op het bouwperceel<br />
zonder afbreuk te doen aan de ruimtelijke kwaliteit in het gebied.<br />
De opgenomen regeling laat het onderscheid tussen het hoofdgebouw en<br />
ondergeschikte verbonden delen los, voorzover dit wordt ingevuld binnen het<br />
bouwvlak. Daarnaast wordt de spreiding van de aan de woning verbonden ruimten<br />
beperkt, waardoor de relatie met de hoofdvorm behouden blijft. De grootte van dat<br />
bouwvlak hangt af van de locatie, het overwegende bebouwingsbeeld, belendende<br />
percelen etcetera.<br />
Met deze regeling wordt binnen het bebouwingsvlak geen onderscheid gemaakt in of<br />
gebouwtypen ondergeschikt of niet ondergeschikt zijn. Zo ontstaat meer<br />
ontwerpvrijheid bij uitbreiding van woningen. Wel worden eisen gesteld aan de<br />
vormgeving; zo geldt een maximum breedte en horizontale diepte van het<br />
woongebouw en moet tenminste 50% van het woongebouw door een kap worden<br />
afgedekt, waarbij tenminste de naar de weg gekeerde gevel door een kap wordt<br />
voorzien. Een plat afgedekte voorzijde van een woongebouw is dus niet toegestaan.<br />
Verschil met de andere woonbestemmingen is dan vrijstaande bijgebouwen die net<br />
buiten het bouwvlak zijn gelegen niet meer kunnen worden verbonden aan het<br />
woongebouw door een tussenvolume.<br />
Door de situering van bouwvlak en de bouwregels wordt geregeld dat de flanken van<br />
de voorzijde van het bouwperceel worden vrijgehouden van bebouwing en - voorzover<br />
wel bebouwing is toegestaan - dat de maatvoering beperkter is. Zo wordt sturing<br />
gegeven aan de concentratie van bebouwing en bovendien wordt bepaald waar geen<br />
hoge bebouwing (hoger dan bijgebouwen/ overkappingen) kan staan. Eén en ander in<br />
verband met privacy, bezonning e.d. voor aa<strong>nl</strong>iggende percelen.<br />
61
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
6.5.22.2 Wonen -1B en overige woonbestemmingen<br />
De overige woonbestemmingen gaan uit van een hoofdgebouw met daarbij<br />
behorende, al dan niet aangebouwde bijgebouwen. Het hoofdgebouw, dat gelet op de<br />
constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming het belangrijkste gebouw<br />
op het bouwperceel is, is slechts toegestaan binnen het bouwvlak en moet,<br />
uitgezonderd de aangebouwde zijde(n), op een afstand van tenminste 3 meter van de<br />
zijdelingse perceelsgrens zijn gesitueerd.<br />
In de volgende bestemmingen is uitgegaan van bouwregels waarin van het<br />
hoofdgebouw is uitgegaan.<br />
Wonen - 1B: deze regeling is voor vrijstaande woningen op percelen waar de regeling<br />
van Wonen - 1A gezien het overwegende straatbeeld of de perceelsgrootte niet kan<br />
worden toegepast;<br />
Wonen- 1D: deze regeling is alleen toegepast in de wijk Schatterswold in <strong>Schildwolde</strong><br />
en is specifiek afgestemd op het gewenste stedenbouwkundige beeld van (een deel<br />
van) deze woonwijk: laanwonen op grote kavels. De regeling wijkt ondermeer af van<br />
Wonen- 1A en 1B ten aanzien van de toegestane bebouwingsoppervlakte (zowel<br />
hoofd- als bijgebouwen) en de minimale afstand tussen gebouwen.<br />
Wonen - 2: is bedoeld voor twee aaneengebouwde woningen;<br />
Wonen - 3: is bedoeld voor aaneengebouwde woningen;<br />
Wonen - 4: is bedoeld voor gestapelde woningen met eventueel gemengde functies<br />
(zoals een praktijkruimte) op de begane grond.<br />
62
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
6.5.22.3 Wonen - VAB<br />
De bestemming 'Wonen - VAB' voorziet in een bestemmingsregeling voor vrijgekomen<br />
karakteristieke agrarische bebouwing waar een woonfunctie aan is toegekend. Naast<br />
het gebruik voor wonen zijn ook aan-huis-verbonden beroepen bij recht toegestaan,<br />
mits voldaan wordt aan de beleidsregels aan-huis-verbonden beroepen en<br />
bedrijven. Met een omgevingsvergunning kan medewerking worden verleend aan de<br />
vestiging van kleinschalige bedrijvigheid, waaronder zakelijke en maatschappelijke<br />
dienstverlening, educatieve doeleinden en andere lichte bedrijven, met dien verstande<br />
dat:<br />
1. de bedrijfsfunctie ondergeschikt blijft aan de woonfunctie: ten hoogste 40% van<br />
het grondgebonden oppervlak van de bebouwing mag worden gebruikt voor de<br />
bedrijfsactiviteiten;<br />
2. detailhandel niet is toegestaan, met uitzondering van productiegebonden<br />
detailhandel met een verkoopvloeroppervlak van ten hoogste 60 m².<br />
3. buitenopslag van goederen die verband houden met de uitoefening van de<br />
bedrijfsactiviteiten niet is toegestaan. Hiervan zijn reclame-uitingen uitgezonderd;<br />
4. kinderopvang niet is toegestaan (met uitzondering van gastouderopvang);<br />
5. de oppervlakte die wordt gebruikt voor educatieve activiteiten beperkt wordt tot<br />
200 m²;<br />
6. bij zorgfuncties geen nachtopvang is toegestaan.<br />
De bestemming streeft ook behoud en herstel van de karakteristieke hoofdvorm van<br />
de oorspronkelijke agrarische bebouwing na. Karakteristieke (hoofd)gebouwen<br />
worden daarbij voorzien van de aanduiding 'karakteristiek'. Dit betekent dat de<br />
uitwendige hoofdvorm, bestaande uit oppervlakte, goot- en bouwhoogte, nokrichting<br />
en dakhelling van de zodanig aangeduide (delen van) gebouwen mogen niet meer dan<br />
10% afwijken van de bestaande maatvoering.<br />
Met een wijzigingsprocedure op grond van artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening kan de<br />
bestemming worden gewijzigd naar Gemengd - VAB (karakteristieke agrarische<br />
bebouwing). Een voorwaarde bij het wijzigen naar een bedrijfsmatige bestemming<br />
(Gemengd) is dat een deel van de voormalige niet-karakteristieke bedrijfsgebouwen<br />
wordt gesloopt. De oppervlakte van het te slopen gedeelte is afhankelijk van de<br />
gewenste gebruiksruimte. De omvang van het te slopen bebouwing neemt toe<br />
naarmate ook de oppervlakte die gebruikt gaat worden voor een nieuwe functie, of<br />
wordt vervangen door nieuwbouw, toeneemt. Het pand waarin de woning zich bevindt<br />
(de oorspronkelijke boerderij of voormalige bedrijfswoning) mag in zijn geheel in stand<br />
blijven.<br />
6.5.22.4 Algemeen<br />
Bouwregels<br />
Bij alle woonbestemmingen wordt de situering van de bebouwing bepaald door 3<br />
vlakken die op de verbeelding zijn aangegeven in combinatie met de bouwregels: het<br />
bestemmingsvlak;het bouwvlak waarbinnen het woongebouw c.q. hoofdgebouw moet<br />
zijn gesitueerd, zodoende wordt de bebouwing geconcentreerd;het bouwperceel<br />
waarbinnen alle bebouwing behorend bij het woongebouw c.q. hoofdgebouw is<br />
gesitueerd. Het bouwperceel is bedoeld om de schaal en intensiteit van de bebouwing<br />
in de hand te houden door een bebouwingspercentage van ten hoogste 50% voor alle<br />
bebouwing vast te stellen. De keuze voor een zelfstandige, bij elkaar behorende<br />
bebouwing zorgt voor het onderscheid met het bestemmingsvlak. Hierdoor wordt<br />
namelijk geregeld dat binnen het bouwperceel slechts één hoofdgebouw c.q.<br />
woongebouw wordt toegestaan en dat bijgebouwen daaraan worden gekoppeld. Om<br />
in gevallen waarbij meerdere woningen op één kadastraal perceel staan een juiste<br />
benadering bij bijgebouwen te hanteren, wordt de koppeling met een woning gelegd.<br />
De relatie tussen de grond en één bestemmingsvlak moet duidelijkheid bieden dat<br />
slechts gronden binnen een bestemming worden meegerekend voor de<br />
bouwmogelijkheden; aankoop gronden bestemd als (openbaar) groen of agrarische<br />
grond biedt geen extra bebouwingsmaatregelen. Daarom geldt voor het bepalen van<br />
het bouwperceel de ondergrond behorende bij het voorliggende plan. Daarnaast kan<br />
nog een aanduiding binnen het bestemmingsvlak zijn opgenomen die specifiek regelt<br />
waar bebouwing wel en niet mag worden gesitueerd.<br />
Voor het woon- en/of hoofdgebouw zijn verschillende specifieke regels opgenomen die<br />
de grootte en situering bepalen. Bij W-1A en W-1B is de maximum breedte gesteld op<br />
10 meter. Er is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen tot een breedte van 15 meter<br />
63
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
als blijkt dat de bebouwing voldoet aan afwijkingsregels.<br />
Bijgebouwen<br />
Overkappingen worden onder hetzelfde regime geschaard als (vrijstaande)<br />
bijgebouwen. Dit omdat de ruimtelijke impact van overkappingen nauwelijks beperkter<br />
is dan die van (vrijstaande) bijgebouwen en onderlinge uitwisselbaarheid in<br />
toegestane oppervlakten op bouwpercelen te versimpelen. Bijgebouwen zijn<br />
toegestaan op een gedeelte van het bouwperceel. Vrijstaande bijgebouwen en<br />
vrijstaande overkappingen zijn toegestaan in het gebied tenminste 3 meter achter de<br />
voorgevel van het hoofd- of woongebouw en moeten binnen het bouwvlak, danwel<br />
binnen 25 meter daar vandaan zijn gelegen.<br />
Gezien het bijzondere karakter van delen van <strong>Slochteren</strong> en <strong>Schildwolde</strong>, waaronder<br />
het gedeelte dat is aangewezen als beschermd dorpsgezicht, is ervoor gekozen om op<br />
een gedeelte van de voor- en zij erven een bouwaanduiding toe te kennen die<br />
gebouwen ter plaatse uitsluit. Daardoor kunnen naast beeldbepalende woningen en<br />
boerderijen geen bijgebouwen worden opgericht, zodat de betreffende gebouwen<br />
beeldbepalende blijven en het zicht erop niet wordt belemmerd door naastgelegen<br />
bijgebouwen. Bij boerderijen is als uitgangspunt genomen om deze aanduidingen tot<br />
de achterste krimp te leggen, terwijl bij woningen meestal de aanduiding tot de<br />
oorspronkelijke achtergevel is gelegd.<br />
Om de invloed van vrijstaande bijgebouwen (en vrijstaande overkappingen) op het<br />
straatbeeld te beperken geldt er in het gebied op minder dan 10 meter achter het<br />
voorerf een gezame<strong>nl</strong>ijke oppervlakte van ten hoogste 30 m². Om bij achter elkaar<br />
gelegen woningen langs laantjes of met de achtergevels naar elkaar gerichte<br />
woningen met ondiepe achtererven in woonwijken te voorkomen dat aangebouwde<br />
bijgebouwen te dicht op bebouwing op achtergelegen bouwpercelen wordt gebouwd,<br />
moet tenminste 7,50 meter afstand tot de achterliggende perceelsgrens worden<br />
gehouden. In hoeksituaties wordt daarnaast de voorwaarde gesteld dat<br />
bijgebouwen, die buiten het bouwvlak worden gesitueerd, op tenminste 5 meter van<br />
de kant van de weg staan en wanneer een andere woning om de hoek staat, het<br />
bijgebouw achter de voorgevel van die woning is gelegen.<br />
64
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
Om uitbreidingsmogelijkheden aan de voorgevel te regelen worden erkers &<br />
entreeportalen met een diepte van ten hoogste 1,50 meter, dan wel 0,75 meter en<br />
een hoogte van ten hoogste 3 meter toegestaan. De toegestane diepte is afhankelijk<br />
van de bestemming, waarbij de volgende voorwaarden gelden:<br />
daarna blijft tenminste 2 meter onbebouwd gebied tot bestemmingsgrens over, en<br />
de uitbreiding betreft minder dan 50% van de breedte van het<br />
hoofdgebouw.<br />
Afmetingen<br />
De toegestane maatvoering van (vrijstaande) bijgebouwen en overkappingen is als<br />
volgt:<br />
Bijgebouw of<br />
overkapping<br />
Goothoogte Bouwhoogte Dakhelling<br />
ten hoogste 3 m ten hoogste 5,50<br />
m<br />
platte afdekking of<br />
meerzijdige kap van<br />
ten hoogste 60°<br />
Om te voorkomen dat belendende percelen worden geconfronteerd met relatief lange<br />
wanden hoger dan 3 meter (topgevels) en bescherming van woon- en/of<br />
gebruiksgenot te geven is een voor bebouwing de zone op minder dan 3 meter van de<br />
zijdelingse perceelsgrens een specifieke regeling. Voor bijgebouwen hoger dan 3<br />
meter geldt dat de nok min of meer evenwijdig aan de richting van die perceelsgrens<br />
moet liggen of, als dat niet zo is een wolfseind aan de zijde van de perceelsgrens<br />
moet worden toegepast. Uitzondering vormen bijgebouwen die zich uitstrekken over<br />
beide aan elkaar grenzende bouwpercelen. Hier zijn namelijk geen hinderlijke effecten<br />
voor de buren, als gevolg van de hoge topgevel, omdat die ook op hun eigen perceel<br />
65
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
staat.<br />
Oppervlaktes<br />
De toegestane gezame<strong>nl</strong>ijke oppervlakte van bijgebouwen is afhankelijk van de<br />
grootte van het bouwperceel. Mits het toegestane bebouwingspercentage niet wordt<br />
overschreden is 50 m² aan bijgebouwen en overkappingen toegestaan. Des te groter<br />
het bouwperceel is, des meer m² aan (vrijstaande) bijgebouwen en overkappingen<br />
wordt toegestaan, met een maximum van 150 m² op bouwperceel groter dan 1000<br />
m².<br />
Afwijken bouwregels<br />
overbouwde oppervlakte groter dan 300 m²<br />
Bij Wonen - 1A en Wonen - 1B is voor grote bouwpercelen een afwijkingsbevoegdheid<br />
opgenomen van de toegestane overbouwde oppervlakte van de totale overbouwde<br />
oppervlakte ofwel de grootte van het hoofdgebouw mogelijk, mits de gronden zijn<br />
gelegen in bestaand bebouwd gebied. In het buitengebied als bedoeld in de<br />
omgevingsverordening vastgesteld door Provinciale Staten van Groningen is de ten<br />
hoogste toegestane gezame<strong>nl</strong>ijke oppervlakte namelijk 300 m² per bouwperceel en is<br />
deze afwijking met omgevingsvergunning niet toegestaan.<br />
afwijking mits positief advies door stedebouwkundige commissie<br />
Als gevolg van de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (Wabo) is het voor een<br />
aantal uitbreidingen of toevoeging van bijbehorende bouwwerken niet langer nodig<br />
om een omgevingsvergunning aan te vragen. Met name de categorie onder artikel 3<br />
van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht is relevant voor bestemmingsplannen.<br />
Deze categorie vergunningsvrij bouwen geldt voor het bouwen van bouwwerken, mits<br />
passend in het bestemmingsplan, gesitueerd op het achtererf of zijerf (mits 1 meter<br />
achter de voorgevel) en niet hoger dan 5 meter. Als het om een dergelijk geval gaat<br />
wordt een aanvraag niet meer vooraf getoetst worden door een ambtenaar of een<br />
welstandscommissie: de burger of ondernemer die een vergunningvrij bouwwerk wil<br />
bouwen moet er voortaan zelf voor zorgen dat het aan alle regels voldoet.<br />
66
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
Situatie <strong>Slochteren</strong> vóór inwerkingtreding van de Wabo<br />
De bouwregels die aanvankelijk waren voorbereid voor de nieuwe woonbestemmingen<br />
waren op verschillende punten bewust zeer ruim geformuleerd. De bij recht<br />
toegestane mogelijkheden beoogden minder procedures op te leveren, waardoor<br />
burgers hun vergunning sneller hebben. Echter mag dit niet ten koste gaan van de<br />
ruimtelijke kwaliteit. Om de ruimtelijke kwaliteit te borgen functioneert de<br />
welstandsnota als vangnet , aangezien de welstandscommissie alle aanvragen om<br />
reguliere bouwvergunning beoordeelde. Hierdoor werden uitbreidingen van woningen<br />
van forsere omvang op het zijerf (die in het zicht staan gezien vanaf de weg)<br />
tenminste getoetst of zij voldoen aan redelijke eisen van welstand. Met deze gedachte<br />
zou de welstandstoets voorkomen dat excessen kunnen ontstaan als gevolg van de<br />
ruime bouwregels in woonbestemmingen.<br />
Situatie <strong>Slochteren</strong> na inwerkingtreding van de Wabo<br />
De komst van de Wabo kan door artikel 3 van bijlage II van het Bor - Vergunningvrij<br />
bouwen, voorzover in overeenstemming met het bestemmingsplan - verstrekkende<br />
gevolgen hebben voor het ruimtelijk beeld in <strong>Slochteren</strong>, gezien de genoemde ruime<br />
bouwregels.<br />
Let wel: dat betekent dat iemand die een omvangrijk bouwwerk wil realiseren op zijn<br />
achtererf voortaan nooit meer een bouwvergunning nodig heeft: als zijn plan niet past<br />
in het bestemmingsplan is het voldoende om ontheffing te vragen van de<br />
bestemmingsplan-bepalingen om zonder verdere vergunning zijn gang te gaan.<br />
Voor de voorgestelde situatie in <strong>Slochteren</strong> onder de nieuwe bestemmingsplannen zal<br />
met name het eerste aspect: bouwen op het achtererf tot een hoogte van 5 meter,<br />
mits passend binnen de regels van het bestemmingsplan verstrekkende gevolgen<br />
hebben. Dit aangezien het achtererfgebied ingevolge de Wabo het gebied is dat 1<br />
meter en verder achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw ligt.<br />
Hier worden in de bestemmingsplannen ruime bouwmogelijkheden geboden (waarbij<br />
de toegestane oppervlakte afhankelijk van de oppervlakte van het bouwperceel).<br />
Daarom is er nu voor gekozen om de bouwmogelijkheden bij recht te beperken, voor<br />
wat betreft het gaat om de breedte van het woongebouw of het hoofdgebouw<br />
inclusief aangebouwde bijgebouwen.<br />
Oud Nieuw<br />
Breedte van woongebouw 15 10<br />
Goothoogte woongebouw en<br />
hoofdgebouw.<br />
Oppervlakte van vrijstaande<br />
bijgebouwen<br />
Slagboomconstructie<br />
4,50 3 m<br />
150 m² bij<br />
percelen >1000<br />
m²<br />
Op zijerfgedeelte 3-10 meter achter<br />
voorgevel zijn (gedeelten van)<br />
vrijstaande bijgebouwen met een<br />
gezame<strong>nl</strong>ijke opp. van ten hoogste<br />
30 m² toegestaan, rest van de regel<br />
ongewijzigd.<br />
Het verschil in de bebouwingsruimte tussen de oude en nieuwe situatie is 'achter de<br />
slagboom' gezet door binnenplanse afwijkingbevoegdheden op te nemen om af te<br />
wijken van bouwregels. De maximale afwijkingsbevoegdheid komt gelijk te liggen aan<br />
de 'oude' bouwregels bij recht. De enige afwijkingsvoorwaarde om aan die gevallen<br />
mee te werken is dat het college advies bij een door haar aangewezen<br />
stedebouwkundige commissie heeft ingewonnen, dit om te ruimtelijke kwaliteit te<br />
borgen. Wanneer het verzoek om ontheffing door de commissie positief is beoordeeld<br />
kan de omgevingsvergunning voor afwijking van het bestemmingsplan worden<br />
verleend, waarna de aanvrager alsnog vergunningvrij ten aanzien van bouwen de<br />
uitbreiding mag realiseren.<br />
Toegestaan gebruik<br />
Binnen de bestemmingen in de hoofdgroep Wonen moet de woonfunctie de<br />
belangrijkste functie zijn, met dien verstande dat deze niet is toegestaan in<br />
67
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
vrijstaande bijgebouwen. Binnen de bestemming wonen zijn vrije beroepen bij recht<br />
toegestaan daarnaast kan een omgevingvergunning voor het afwijken van de regels<br />
worden verleend voor bepaalde andere aan-huis-verbonden beroepen of<br />
bedrijfsactiviteiten. Deze zijn opgenomen in de bijlage op een limitatieve lijst. Bij de<br />
vrijstaande woningen is een bed & breakfast toegestaan, mits wordt voldaan aan<br />
hetgeen is gesteld in de beleidsregels aan-huis-verbonden beroepen en bedrijven.Om<br />
tegemoet te komen aan de opkomst van internetverkoop wordt het in de<br />
woonbestemmingen toegestaan om administratieve werkzaamheden met betrekking<br />
tot internetwinkels en telefonische verkoop van goederen uit te voeren onder enkele<br />
voorwaarden. Paardenbakken die hobbymatig worden gebruikt zijn ook toegestaan<br />
binnen de bestemming Wonen. Voor een situering op aangrenzende (cultuur)gronden<br />
kan onder voorwaarden een omgevingvergunning worden verleend.<br />
Strijdig gebruik<br />
Tot een gebruik strijdig met van de woonbestemmingen wordt in ieder geval begrepen<br />
het gebruik ten behoeve van bewoning dan wel de mogelijkheid daartoe essentiële<br />
woonvoorzieningen als de al dan niet gecombineerde aanwezigheid van de een<br />
slaapkamer, toilet, badkamer en keuken, in vrijstaande bijgebouwen. Hiermee wordt<br />
voorkomen dat een zelfstandige woning op een oneige<strong>nl</strong>ijke manier ontstaat.<br />
6.5.23 Woongebied - uit te werken<br />
Deze bestemming is toegekend om een gebied, dat op grond van een structuurvisie<br />
als woongebied is aangemerkt, op basis van het voorliggende bestemmingsplan in de<br />
vorm van een uitwerkingsplan uit te werken. In dit plan is de regeling toepast op het<br />
voormalige gemeentewerfterrein, dat onderdeel uitmaakt van het gebied<br />
Slochterhaven. Omdat de definitieve inrichting nog niet duidelijk is, omvat de<br />
bestemmingsomschrijving naast wonen ook de functies groenvoorziening, water en<br />
wegen met een verblijfsfunctie. De bestemmingsregeling houdt ook rekening met de<br />
huidige gebruiksmogelijkheden van het perceel, die van toepassing zijn tot dat een<br />
(ontwerp)uitwerkingsplan in procedure is gebracht.<br />
Het gebied waar de uit te werken bestemming ligt ligt op zeer korte afstand van de<br />
provinciale weg N387. De maximum snelheid ter plaatse bedraagt 70 km/uur. Zoals uit<br />
de verbeelding blijkt ligt het gehele gebied binnen de gebiedsaanduiding 'geluidzone -<br />
wegverkeerslawaai', hetgeen betekent dat uit de 'Nota Wegverkeerslawaai Gemeente<br />
<strong>Slochteren</strong>' (WMA, 2008) is gebleken dat de geluidbelasting ter plaatse hoger dan 48<br />
dB is. Nieuwbouw van geluidsgevoelige objecten zoals woningen is toegestaan als de<br />
heersende geluidbelasting ter plaatse ten hoogste 48 dB bedraagt. Indien de<br />
geluidbelasting hoger is, kan in sommige gevallen een hogere grenswaarde worden<br />
verleend. Vervolgens mag alleen worden gebouwd als de heersende geluidbelasting<br />
niet hoger is dan die hogere grenswaarde.<br />
In 2007 is ter voorbereiding op Masterplan het 'Akoestisch onderzoek Slochterhaven'<br />
uitgevoerd om in beeld te krijgen hoe hoog de geluidbelasting als gevolg van<br />
wegverkeerslawaai is op het terrein en welk effect geluidsreducerende maatregelen<br />
zouden hebben. Uit het rapport blijkt dat geluidsreducerende maatregelen getroffen<br />
zullen moeten worden om te kunnen voldaan aan de Wet geluidhinder. Het rapport<br />
bevat 3 scenario's waaruit is gebleken dat door geluidschermen te plaatsen het<br />
heersende geluidsniveau achter de schermen tot 55 dB(A) kan worden beperkt en<br />
door hogere schermen zelfs tot 50 dB(A).<br />
6.6 Toelichting dubbelbestemmingen<br />
Aan een dubbelbestemming bestaat de behoefte, wanneer een bestemming<br />
onvoldoende recht doet aan de functies/gebruiksdoeleinden die op de gronden<br />
toelaatbaar zijn of wanneer ruimtelijk relevante belangen veilig moeten worden<br />
gesteld die niet of onvoldoende met een bestemming kunnen worden gewaarborgd.<br />
Een dubbelbestemming heeft altijd betrekking op een geometrisch bepaald vlak.<br />
In de SVBP is een drietal hoofdgroepen vastgelegd waarbij moet worden aangesloten<br />
voor het toekennen van een dubbelbestemming. Dit zijn de hoofdgroepen:<br />
68<br />
Leiding: waarbinnen beschermingszones van o.a. gasleidingen en<br />
hoogspanningsleidingen worden geregeld. Op en binnen de beheerszone van<br />
deze leidingen mag niet gebouwd worden en mag niet in de bodem worden<br />
gegraven, noch beplanting worden aangebracht.<br />
Waarde: bijv. landschappelijke en/of archeologische waarden.
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
Waterstaat: bijv. waterbergingsgebieden of waterkeringen.<br />
De bouw- c.q. gebruiksregels in de dubbelbestemming bepalen de verhouding van de<br />
basisbestemming ten opzichte van de dubbelbestemming.<br />
6.6.1 Waarde - Archeologie<br />
Op grond van de Wet op de archeologische monumentenzorg, die onderdeel uitmaakt<br />
van de Monumentenwet, moeten archeologische (verwachtings)waarden gewaarborgd<br />
in het bestemmingsplan.<br />
Libau heeft voor <strong>Slochteren</strong> een archeologische beleidsnota -en kaart opgesteld,<br />
waarin ook planregels voor toepassing in het bestemmingsplan zijn opgenomen. Er<br />
wordt onderscheid gemaakt in een drietal regelingen, specifiek van toepassing op<br />
bepaalde archeologische waarden.<br />
Waarde - Archeologie 1: van toepassing op Archeologische monumenten en<br />
cultuurhistorisch waardevolle terreinen. Bouwwerken en werken of bepaalde<br />
werkzaamheden met een oppervlakte groter dan 50 m² zijn verbonden aan een<br />
omgevingsvergunning om af te wijken van het bestemmingsplan.<br />
Waarde - Archeologie 2: van toepassing op historische kernen en bebouwing.<br />
Bouwwerken en werken of bepaalde werkzaamheden met een oppervlakte groter dan<br />
100 m² zijn verbonden aan een omgevingsvergunning om af te wijken van het<br />
bestemmingsplan.<br />
Waarde - Archeologie 3: van toepassing op gebieden met een hoge archeologische<br />
verwachtingswaarde. Bouwwerken en werken of bepaalde werkzaamheden met een<br />
oppervlakte groter dan 200 m² zijn verbonden aan een omgevingsvergunning om af te<br />
wijken van het bestemmingsplan .<br />
6.6.2 Waarde - Cultuurhistorie - Beschermd dorpsgezicht<br />
De bestemming “Waarde – Cultuurhistorie - Beschermd dorpsgezicht” is de inbedding<br />
van het beschermd dorpsgezicht <strong>Slochteren</strong> in het bestemmingsplan. De bestemming<br />
gaat uit van het behoud, herstel en ontwikkeling van de met het beschermd<br />
dorpsgezicht verbonden cultuurhistorische en landschappelijke waarden. Het gebied<br />
rondom de Fraeylemaborg is met het besluit van 5 december 1990 aangewezen als<br />
'beschermd dorpsgezicht'. Het aanwijzingsbesluit is als Bijlage 2 Aanwijzingsbesluit<br />
beschermd dorpsgezicht <strong>Slochteren</strong> opgenomen bij de toelichting samen met de<br />
bijbehorende kaart in Bijlage 3 Kaart beschermd dorpsgezicht <strong>Slochteren</strong>.<br />
In de bestemmingsregeling is een planologische vertaalslag opgenomen van de<br />
belangrijkste cultuurhistorische en landschappelijke waarden in het gebied.<br />
Op de verbeelding is een dwarsprofiel opgenomen ter plaatse van de woonpanden<br />
langs de Hoofdweg. Uitgangspunt van dit figuur is instandhouding van het profiel van<br />
dit wegvak. Bij aa<strong>nl</strong>egvergunningplichtige werken of werkzaamheden moet rekening<br />
worden gehouden met het aangegeven profiel.<br />
Voor de bescherming van de bebouwing zijn een aantal specifieke bouwregels<br />
opgenomen, die gelden boven de regels van de basisbestemming. Deze hebben<br />
betrekking op de gevels (uitvoering in steen) en de dakbedekking (gebakken pannen).<br />
Bestaande afwijkingen zijn toegestaan. Daarnaast is de ruimtelijke situering (bouwen<br />
in de naar de weg gekeerde bouwgrens) en de bouw- en goothoogte vastgelegd.<br />
Voor de kapvorm en –richting wordt verwezen naar de kapsymbolenkaart die als<br />
Bijlage 12 is toegevoegd aan de regels.<br />
De regels sluiten af met een aa<strong>nl</strong>egvergunningstelsel voor het aanbrengen van<br />
oppervlakteverharding en ingrepen in de groen- en waterstructuur en een<br />
sloopvergunningstelsel voor het slopen van gebouwen.<br />
Voor een nadere weergave van de cultuurhistorische waarden van het beschermd<br />
dorpsgezicht wordt verwezen naar hoofdstuk 2.<br />
69
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
6.6.3 Waarde - Landschap - Groen lint<br />
Deze dubbelbestemming is opgenomen om de kenmerkende beplantingsstructuur van<br />
het Slochter lint (groene lint) langs de Hoofdweg te waarborgen in het<br />
bestemmingsplan door regels op te nemen voor behoud, herstel en ontwikkeling van<br />
deze beplantingsstructuur. Het verwijderen van bomen in het gebied van de<br />
dubbelbestemming is gekoppeld aan een omgevingsvergunning.<br />
6.6.4 Waterstaat - Waterkering<br />
Deze dubbelbestemming wordt gebruikt ter bescherming van waterkeringen, die zijn<br />
opgenomen in de provinciale omgevingsverordening. Bouwwerken mogen alleen<br />
worden opgericht indien de belangen in verband met de betreffende waterkering(en)<br />
zich hier niet tegen verzetten.<br />
6.6.5 Leiding - Riool<br />
Deze dubbelbestemming regelt de bescherming van aanwezige rioolpersleidingen.<br />
Bouwen hierbinnen is alleen mogelijk na toepassing van de afwijkingsregels.<br />
6.7 Toelichting gebiedsaanduidingen<br />
6.7.1 Algemeen<br />
Indien een dubbelbestemming niet tot de mogelijkheden behoort en er - bijvoorbeeld<br />
op grond van sectorale regelgeving - toch aa<strong>nl</strong>eiding bestaat om extra mogelijkheden<br />
of beperkingen in het plan op te nemen, kan van gebiedsaanduidingen gebruik worden<br />
gemaakt. Een gebiedsaanduiding is een aanduiding die verwijst naar een gebied<br />
waarvoor bij de toepassing van het bestemmingsplan specifieke regels gelden of waar<br />
nadere afwegingen moeten worden gemaakt, hetzij ter beperking van de<br />
gebruiksmogelijkheden hetzij ter verruiming daarvan.<br />
Gebiedsaanduidingen overlappen meestal meerdere bestemmingen. Bij<br />
gebiedsaanduidingen gaat het veelal om zones en (deel)gebieden die aan sectorale<br />
regelgeving zijn ontleend. In alle gevallen gaan gebiedsaanduidingen vergezeld van<br />
een daarop betrekking hebbende regeling (meestal in Hoofdstuk 3 - Algemene Regels,<br />
van de regels). Indien dit niet het geval is en de gebiedsaanduiding louter een<br />
informatief doel dient, dient gebruik van deze aanduiding achterwege te blijven. Met<br />
het oog hierop kunnen aan een gebiedsaanduiding specifieke bouw- of gebruiksregels<br />
worden gekoppeld. Om belangen nader te kunnen afwegen, kan een<br />
gebiedsaanduiding ook vergezeld gaan van een aa<strong>nl</strong>egvergunningenstelsel of een<br />
ontheffings- of wijzigingsbevoegdheid.<br />
In de SVBP 2008 is een limitatieve lijst met te gebruiken gebiedsaanduidingen<br />
opgenomen. onderstaande lijst zijn gegroepeerd naar hoofdgroepen de in een<br />
bestemmingsplan te hanteren gebiedsaanduidingen opgesomd. Bij het opstellen van<br />
een bestemmingsplan moet voor zover van toepassing - van deze<br />
gebiedsaanduidingen gebruik worden gemaakt.<br />
In het voorliggende bestemmingsplan wordt gebruik gemaakt van de volgende<br />
gebiedsaanduidingen:<br />
6.7.2 Geluidzone - weg<br />
Langs de N387 is de gebiedsaanduiding 'geluidzone - weg' toegepast. De reikwijdte<br />
van de gebiedsaanduiding is gelijk aan de 48 dB-contour zoals deze blijkt uit de Nota<br />
Wegverkeerslawaai gemeente <strong>Slochteren</strong>.<br />
Langs andere wegen is geen toepassing gegeven aan zulke geluidzones, omdat de<br />
eerstelijns bebouwing aldaar met de voorzijde is gericht op de betreffende wegen. In<br />
die gevallen kan door de bouwgrens parallel aan de weg te leggen worden voorkomen<br />
dat woningen en andere geluidgevoelige objecten dichter op de weg worden gebouwd<br />
dan in de huidige situatie. Met andere woorden: woningen mogen niet dichter op de<br />
weg worden gebouwd dan de kortste afstand tussen gevel en weg, tenzij de<br />
geluidbelasting lager is dan de voorkeurswaarde of de vastgestelde hogere waarde.<br />
Indien de weg, waarvan de geluidzone tot de woningen of andere geluidgevoelige<br />
70
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
objecten reikt, aan de achterzijde ligt, is beperking van het bouwvlak een minder<br />
praktisch instrument om te voorkomen dat wordt uitgebreid in de richting van de<br />
betreffende weg. Daarom wordt daar een 'geluidzone - weg' toegepast, waardoor het<br />
mogelijk is om geluidgevoelige ruimten in/bij woningen of andere geluidgevoelige<br />
objecten uit te breiden mits blijkt dat:<br />
de uitbreiding niet tot gevolg heeft dat de geluidbelasting door wegverkeerslawaai<br />
niet groter is dan de geldende voorkeursgrenswaarde of;<br />
de afstand van de woning tot de weg na uitbreiding niet afneemt of;<br />
de uitbreiding niet tot gevolg heeft dat de geluidbelasting door wegverkeerslawaai<br />
niet groter is dan de vastgestelde hogere waarde.<br />
Indien bovengenoemde 3 voorwaarden niet van toepassing zijn, kunnen<br />
burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning verlenen om de<br />
geluidgevoelige ruimten uit te breiden, mits hiervoor reeds een hogere waarde is<br />
vastgesteld.<br />
6.7.3 Veiligheidszone- lpg<br />
In het plangebied ligt een tweetal tankstations waar tevens LPG wordt geleverd en<br />
hierdoor vanuit het Bevi van belang zijn. De aanduiding 'veiligheidszone - lpg' is<br />
opgenomen ter plaatse van de lpg opslagtanks, vulpunten en afleverzuilen. De<br />
aanduiding is bedoeld om het oprichten van objecten voor (beperkt) kwetsbare<br />
objecten uit te sluiten.<br />
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen om af te<br />
wijken van het verbod om beperkt kwetsbare objecten op te richten, mits voldaan<br />
wordt aan de gestelde afstandeisen. Deze afstanden zijn gekoppeld aan de maximale<br />
lpg-doorzet, zoals deze is vastgelegd in de milieuvergunning.<br />
6.7.4 Veiligheidszone- vervoer gevaarlijke stoffen<br />
Langs de provinciale wegen N387 en N865 is de aanduiding 'veiligheidszone - vervoer<br />
gevaarlijke stoffen' toegepast. De provinciale wegen zijn opgenomen in het Provinciaal<br />
Basisnet Groningen, waarin een borging van risico-afstanden als gevolg van<br />
transporten van gevaarlijke stoffen is vastgelegd. Op grond van het Basisnet geldt<br />
voor deze infrastructuur dat binnen een zone van 30 meter geen nieuwe kwetsbare<br />
objecten worden opgericht en tevens het vestigen van nieuwe functies (scholen,<br />
zorgwoningen, zorgcentra, etcetera) voor beperkt zelfredzame personen wordt<br />
uitgesloten. Ter plaatse van de aanduiding is het niet toegestaan objecten ten<br />
behoeve van minder zelfredzame personen te bouwen of in gebruik te nemen.<br />
6.7.5 Vrijwaringszone- molenbiotoop<br />
De vrijwaringzone rondom een molen heeft als doel het gebied binnen de<br />
invloedssfeer van de molen (de molenbiotoop) te vrijwaren van hoge bebouwing en<br />
beplanting om de windvang en het zicht op de molen te behouden.<br />
Bij het toepassen van de 'vrijwaringszone - molenbiotoop' wordt gewerkt met een<br />
formule, op basis waarvan de toegestane bouwhoogte kan worden berekend.<br />
6.7.5.1 Biotoopformule<br />
Bij de bouw van bouwwerken op de gronden die zijn aangeduid als 'vrijwaringszone -<br />
molenbiotoop' dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:<br />
1. binnen 100 meter mag de bouwhoogte maximaal de hoogte van de stelling of belt<br />
bedragen;<br />
2. in het gebied tussen 100 en 400 van de voet van de molen geldt als maximale<br />
bouwhoogte de uitkomst van de volgende formule: (afstand tot de molen / n) +<br />
(0,2 x askophoogte).<br />
Er wordt een uitzondering gemaakt voor bestaande bouwwerken en situaties waar de<br />
vrije windvang en/of het zicht op de molen reeds is beperkt door bestaande<br />
bebouwing (bijvoorbeeld in situaties direct achter en in het verlengde van bestaande<br />
hogere bebouwing).<br />
Er is in de regels een afwijkingsbevoegdheid opgenomen voor hogere bebouwing dan<br />
de biotoopformule aangeeft. Bij deze afweging wordt het advies van een<br />
molendeskundige betrokken. Hiervoor zal de Slochter Molenstichting of het Groninger<br />
Molenhuis worden benaderd.<br />
71
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
Toelichting formule:<br />
De waarde 'n' staat voor ruwheidscategorie. Voor open gebied bedraagt deze waarde<br />
100, voor half gesloten of ruwe gebieden 75 en voor gesloten en stedelijk gebied<br />
bedraagt de waarde 50. Door toepassing van deze variabele is de toegestane<br />
bouwhoogte in open gebieden lager dan in gesloten gebieden.<br />
De askophoogte is de hoogte waarop de wieken zijn bevestigd, gemeten vanaf het<br />
peil van waaraf de hoogte van de in de aanhef van artikel 1.2 bedoelde bouwwerken<br />
wordt gemeten. Bij de aanwezigheid van een stelling of belt wordt deze hoogte<br />
meegeteld. De askophoogte kan op de volgende manier worden bepaald (voorbeeld<br />
op basis van de molen in Harkstede): de helft van de vlucht (20,60 m / 2 = 10,30 m) +<br />
stellinghoogte (= 5,50 m), totaal = 15,80 m (dit is de askophoogte).<br />
6.7.5.2 Situatie <strong>Slochteren</strong><br />
Binnen het plangebied is fysiek geen molen aanwezig, wel reikt de vrijwaringszone (de<br />
molenbiotoop) van de Fraeylemamolen, de meest noordelijke van de drie molens aan<br />
de Groenedijk, tot in het plangebied.<br />
De kwaliteit van de huidige molenbiotoop is in het verleden vanwege (hoge) bomen in<br />
de nabijheid als matig gewaardeerd (rapportage inventarisatie molenbiotoop<br />
Groninger Molenhuis, 2007).<br />
In dit bestemmingsplan worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt die een<br />
onevenredige aantasting van de molenbiotoop veroorzaken. Bij nieuwe ontwikkelingen<br />
binnen het gebied dat aangeduid is als vrijwaringszone - molenbiotoop zal worden<br />
getoetst aan de regels in de algemene aanduidingsregels , indien nodig kan daarbij<br />
ook gebruik worden gemaakt van de afwijkingsbevoegdheid. Voor het afleiden van de<br />
toegestane bouwhoogte en de gebruikte ruwheidsfactor (n) wordt verwezen naar de<br />
Molenbiotoop toetsingskaart die is opgenomen in Bijlage 14.<br />
Bij het bepalen van de ruwheidsfactor in de vrijwaringszone is rekening gehouden met<br />
het de aanwezige elementen en structuren die het zicht op de molen en de windvang<br />
al belemmeren. Dit heeft geleid tot verschillende ruwheidsfactoren (n-waarden) in de<br />
vier kwadranten. Het kwadrant tussen zuidwest en noordwest is een open gebied<br />
zonder noemenswaardige obstakels vandaar de n-waarde 100. Het gebied tussen<br />
noordwest en noordoost is vrij open met enkele bossingels als obstakels en wordt<br />
aangeduid als half-open met de n-waarde 75. Aan het segment tussen noordoost en<br />
oost wordt de n-waarde 50 toegekend omdat dit gebied vrijwel geheel gesloten is<br />
door het Overbos en de rand van de woonwijk <strong>Slochteren</strong> IV. Het kwadrant tussen<br />
oost en zuidwest heeft tenslotte een vrij open karakter met verspreid liggende<br />
obstakels in de vorm van woningen en bomen en is derhalve te typeren als half-open<br />
met n-waarde 75.<br />
6.7.6 Wro zone - ontheffingsgebied - detailhandel<br />
Langs een deel van de Hoofdweg in <strong>Slochteren</strong> en <strong>Schildwolde</strong> en de Meenteweg in<br />
<strong>Schildwolde</strong> is een aanduiding weergegeven om een omgevingsvergunning (voor het<br />
afwijken van de bestemmingsregels) te kunnen verlenen voor kleinschalige<br />
detailhandel bij woningen. De regeling sluit aan bij verschillende verzoeken van<br />
(aspirant) ondernemers in het lint. Door de strikte voorwaarden, waardoor de activiteit<br />
ondergeschikt blijft aan de woonfunctie, kan de kleinschaligheid worden gewaarborgd<br />
en wordt er geen afbreuk gedaan aan de bestaande detailhandelstructuur in de<br />
kernen.<br />
De voorwaarden van de beleidsregels aan-huis-verbonden beroep zijn hierbij<br />
grotendeels van toepassing, met een aantal afwijkingen:<br />
de maximale oppervlakte is vastgelegd op 30 m²;<br />
het verbod op detailhandel is losgelaten;<br />
de limitatieve lijst met activiteiten is niet van toepassing voor detailhandel.<br />
De regel kan worden toegepast bij vrijstaande woningen langs het lint (bestemming<br />
Wonen - 1A), bedrijfswoningen (bestemming Bedrijf), agrarische bouwpercelen<br />
(bestemming Agrarisch) en gemengde percelen buiten het centrumgebied (bestemming<br />
Gemengd – 2).<br />
72
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
6.8 Verbeelding (plankaart)<br />
6.8.1 Algemeen<br />
Het onderscheid tussen de digitale en de analoge verbeelding van het<br />
bestemmingsplan is een nieuw element in de RO-standaarden 2008. Per wijze van<br />
verbeelding is steeds aangegeven hoe de inhoud van een bestemmingsplan moet<br />
worden weergegeven.<br />
De analoge verbeelding van een bestemmingsplan leidt altijd tot een concreet en<br />
afgerond product, te weten een analoge oftewel papieren kaart. Bij de eisen die<br />
worden gesteld aan de digitale verbeelding, is dit niet het geval. Dit komt omdat er bij<br />
de digitale verbeelding - gebaseerd op een geometrische plaatsbepaling van<br />
plangebied en bestemmingen niet alleen sprake is van een standaard cartografische<br />
weergave door middel van kleuren en symbolen, maar ook van dynamiek en interactie<br />
met de digitale informatie. Aldus wordt de uiteindelijke digitale verbeelding mede<br />
bepaald door de functionaliteit van de interface/viewer die wordt gebruikt.<br />
In het Bro wordt de plankaart niet langer als onderdeel van het bestemmingsplan<br />
genoemd. Dit komt omdat in de nieuwe wettelijke regelingen wordt uitgegaan van het<br />
primaat van digitalisering. Wel wordt door het Bro een volledige verbeelding van het<br />
bestemmingsplan op papier verplicht gesteld. In dat verband blijft de analoge<br />
verbeelding van het bestemmingsplan van belang. Overigens bepaalt het Bro dat<br />
bestemmingen en hun aansluiting op aangrenzend gebied moeten worden vastgesteld<br />
met gebruikmaking van een duidelijke ondergrond.<br />
De analoge verbeelding van het bestemmingsplan bevat naast verklaringen met een<br />
verhelderende functie (bijvoorbeeld topografische gegevens, kadastrale ondergrond,<br />
straatnamen en dergelijke) alleen normen die juridisch relevant zijn. De normatieve<br />
regelingen die op een analoge verbeelding van het bestemmingsplan vermeld staan,<br />
zijn daarom terug te vinden in de regels.<br />
Als ondergrond voor de verbeelding van het bestemmingsplan is gebruik gemaakt van<br />
de Grootschalige Basiskaart van Nederland (GBKN) aangevuld met kadastrale<br />
gegevens. Daardoor is snel en helder te zien waar percelen, bebouwing, wegen,<br />
waterlopen etc. zich bevinden. De GBKN geeft de situatie weer zoals deze was ten<br />
tijde van de vaststelling van het plan.<br />
Op de verbeelding wordt de plangrens vermeld. Daarnaast worden de grenzen van de<br />
bestemmingen vermeld. De verschillende bestemmingen worden op de plankaart in<br />
verschillende kleuren weergegeven, aangevuld met één of meer letters.<br />
Dubbelbestemmingen daarentegen worden weergegeven met een arcering.<br />
Verder zijn, daar waar nodig, bouwvlakken opgenomen. Een bouwvlak betreft het<br />
gebied waarbinnen (hoofd- en woon)gebouwen gebouwd mogen worden. De<br />
begrenzing van een bouwvlak wordt aangegeven door middel van een bouwgrens.<br />
Binnen een bestemmingsvlak of bouwvlak kan met een symbool of arcering een<br />
aanduiding of een aanvullend kenmerk zijn aangegeven. De betekenis daarvan is<br />
terug te vinden in de planregels.<br />
Op de verbeelding is een legenda opgenomen met de verklaring van de in het plan<br />
voorkomende bestemmingen, bouwvlakken, dubbelbestemmingen, lijnen, arceringen<br />
en aanduidingen, met de daarbij behorende artikelnummers.<br />
Dwarsprofielen zijn in een afzonderlijke figuur opgenomen.<br />
Op de verbeelding is tevens het transfer (of stempel) opgenomen. Hierin is de naam<br />
van het bestemmingsplan aangegeven, alsmede de status van het plan, met data van<br />
de tervisielegging, vaststelling en goedkeuring door gedeputeerde staten. De ligging<br />
van de bebouwingsgrenzen en dergelijke op de verbeelding is bepaald aan de hand<br />
van onder meer:<br />
73<br />
ruimtelijke aspecten zoals gewenste rooilijnen, weg- en bebouwingsprofielen,<br />
zichtlijnen etc.;<br />
overzichtelijkheid van hoek- en verkeerssituaties;<br />
particuliere belangen samenhangend met uitzicht, toegankelijkheid e.d.;<br />
ligging van kabels en leidingen;<br />
ligging van hindercirkels en milieuzoneringen.
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
Als in het bestemmingsplan uitwerkings- of wijzigingsbevoegdheden zijn opgenomen,<br />
zijn deze met een arcering op de verbeelding aangegeven.<br />
Omdat een aantal aanduidingen is opgenomen in de algemene regels wordt hier niet<br />
altijd naar verwezen in de bestemmingen. Daarom is het essentieel dat het<br />
bestemmingsplan door middel van de (digitale) verbeelding wordt geraadpleegd.<br />
Zodoende worden alle van toepassing zijnde regels uit zowel hoofdstuk 2 als<br />
hoofdstuk 3 zichtbaar gemaakt.<br />
74
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
Hoofdstuk 7 Economische uitvoerbaarheid<br />
7.1 Algemeen<br />
Dit plan heeft primair het doel de bestaande situatie te actualiseren. De kosten voor<br />
het opstellen van dit plan komen voor rekening van de gemeente. In het plan wordt<br />
een aantal (kleinschalige) ontwikkelingsmogelijkheden geboden. Deze ontwikkelingen<br />
kunnen hoofdzakelijk mogelijk worden gemaakt door middel van het verlenen van<br />
omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan of het toepassen<br />
van een wijzigingsbevoegdheid. Het betreft in de meeste gevallen particulier initiatief<br />
waaraan in beginsel geen kosten voor de gemeente zijn verbonden, afgezien van<br />
kosten van het ambtelijk apparaat voor de begeleiding en toetsing van aanvragen.<br />
Deze laatste kosten worden door middel van leges gedekt.<br />
7.2 Exploitatieplan<br />
Op grond van artikel 6.12 van de Wro kan de raad bij de vaststelling van een<br />
bestemmingsplan ook een exploitatieplan vaststellen. Dit is niet noodzakelijk indien:<br />
de kosten van de grondexploitatie voor de gronden in het plan op een andere<br />
manier is verzekerd;<br />
het bepalen van een tijdvak of fasering als bedoeld in artikel 6.13, eerste lid, onder<br />
c, 4°, onderscheide<strong>nl</strong>ijk 5°, niet noodzakelijk is en<br />
het stellen van eisen, regels, of een uitwerking van regels als bedoeld in artikel<br />
6.13, tweede lid, e onderscheide<strong>nl</strong>ijk b, c of d, niet noodzakelijk is.<br />
Het voorliggende bestemmingsplan heeft hoofdzakelijk betrekking op de bestaande<br />
situatie in het plangebied van <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> en omvat dan ook grotendeels<br />
een regeling die conserverend van karakter is. In een aantal gevallen wordt<br />
voortgeborduurd op besluitvorming in het verleden, waarbij de economische<br />
uitvoerbaarheid al aan de orde is geweest.<br />
Weliswaar zijn ook nieuwe ontwikkelingen voorzien, doch deze zijn veelal nog niet op<br />
hun financiële merites te beoordelen (het betreft dan zaken die via<br />
flexibiliteitsbepalingen te zijner tijd mogelijk worden gemaakt). Verder gaat het om<br />
particuliere initiatieven, waarvan de economische uitvoerbaarheid in handen ligt van<br />
de initiatiefnemers.<br />
Daarom is het weergeven van de economische uitvoerbaarheid in de vorm van een<br />
exploitatieplan niet noodzakelijk.<br />
7.3 Planschade<br />
Op grond van artikel 6.1 Wro kennen Burgemeester en wethouders degene die in de<br />
vorm van een inkomensderving of een vermindering van de waarde van een<br />
onroerende zaak schade lijdt of zal lijden ten gevolge ondermeer een wijziging van het<br />
bestemmingsplan, op aanvraag een tegemoetkoming toe. Daarbij geldt dat de schade<br />
redelijkerwijs niet voor rekening van de aanvrager behoort te blijven en voor zover de<br />
tegemoetkoming niet voldoende anderszins is.<br />
Binnen het normale maatschappelijke risico vallende schade blijft voor rekening van de<br />
aanvrager. Daarnaast wordt ook een waardevermindering van maximaal 2% ontstaan<br />
door een verandering in het planologisch regime binnen het normale maatschappelijke<br />
risico gerekend.<br />
Het voorliggende bestemmingsplan is een actualisering van de bestaande situatie<br />
waarin niet wordt voorzien in planologische wijzigingen die het normale<br />
maatschappelijk risico zoals hiervoor genoemde overschrijden.<br />
75
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
Hoofdstuk 8 Maatschappelijke uitvoerbaarheid<br />
8.1 Vooroverleg<br />
8.1.1 Vooroverlegpartners<br />
Op grond van artikel 3.1.1 van het Bro wordt bij de voorbereiding van een<br />
bestemmingsplan overleg gepleegd met het waterschap, diensten van het rijk en<br />
provincie die betrokken zijn bij de ruimtelijke ordening en eventueel andere<br />
gemeenten.<br />
Gelet op de verschillende instanties die belangen hebben in het plangebied wordt<br />
voorgesteld het aantal vooroverlegpartners uit te breiden. De vooroverlegpartners<br />
hebben gedurende 8 weken de gelegenheid gehad te reageren op het plan.<br />
Het plan is in het kader van het vooroverleg beschikbaar gesteld aan de volgende<br />
partners:<br />
Provincie Groningen<br />
Waterschap Hunze en Aa's<br />
VROM inspectie<br />
Regionale Brandweer<br />
LTO Noord (regionaal)<br />
LTO Noord (afdeling <strong>Slochteren</strong>)<br />
Enexis B.V.<br />
N.V. Waterbedrijf Groningen<br />
NAM B.V.<br />
N.V. Nederlandse Gasunie<br />
Milieufederatie Groningen<br />
Stichting Libau<br />
Tennet regio Noord<br />
Staatsbosbeheer regio Noord<br />
Slochter Molenstichting<br />
Daarnaast zijn nog een aantal (lokale) organisaties (waaronder de verschillende<br />
dorpsbelangen, historische verenigingen, SWS en Slochter molenstichting) per brief<br />
geïnformeerd over de inspraakperiode van het bestemmingsplan. De ingebrachte<br />
reacties zijn opgenomen en beantwoord in Bijlage 1 Nota Inspraak en Overleg.<br />
8.2 Inspraak<br />
8.2.1 Inspraakprocedure<br />
De Wro verplicht niet om een voorontwerp bestemmingsplan ter inzage te leggen voor<br />
inspraak, niet anders dan de procedure op grond van de Awb. Om betrokken in een<br />
vroeg stadium bij de planvorming te betrekken en eventuele onjuistheden er uit te<br />
halen en specifieke wensen in te passen is er gekozen om op het voorontwerp<br />
bestemmingsplan inspraak toe te passen.<br />
Het voorontwerp bestemmingsplan heeft voor een ieder gedurende zes weken voor<br />
inspraak ter inzage op het gemeentehuis gelegen en is daarnaast beschikbaar gesteld<br />
op de gemeentelijke website. Aanvullend hierop is een i<strong>nl</strong>oopmiddag georganiseerd in<br />
het gemeentehuis, waarbij het plan kon worden ingezien en er de mogelijkheden<br />
waren voor het stellen van vragen over het plan en het indienen van een<br />
inspraakreactie.<br />
De ingebrachte reacties zijn opgenomen en beantwoord in Bijlage 1 Nota Inspraak en<br />
Overleg.<br />
76
Bijlagen<br />
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
77
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
78
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
Bijlage 1 Nota Inspraak en Overleg<br />
79
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
80
NOTA INSPRAAK EN OVERLEG Voorontwerp bestemmingsplan <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong><br />
Inhoudsopgave<br />
1. Vooroverleg............................................................................................................................................................................................... 2<br />
2. Inspraak..................................................................................................................................................................................................... 2<br />
2.1 Inspraakprocedure ..............................................................................................................................................................................................................2<br />
2.2 Inspraak en overlegreacties................................................................................................................................................................................................2<br />
Wet bescherming persoonsgegevens ...........................................................................................................................................................................................3<br />
3. Overzicht indieners Vooroverleg- & Inspraakreacties ........................................................................................................................... 4<br />
4. Reactie, commentaar en wijziging........................................................................................................................................................... 5<br />
1
1. Vooroverleg<br />
Op grond van artikel 3.1.1 van het Bro wordt bij de voorbereiding van een bestemmingsplan overleg gepleegd met het waterschap, diensten van het<br />
rijk en provincie die betrokken zijn bij de ruimtelijke ordening en eventueel andere gemeenten.<br />
Gelet op de verschillende instanties die belangen hebben in het plangebied is besloten het aantal vooroverlegpartners uit te breiden. De<br />
vooroverlegpartners hebben gedurende 8 weken de gelegenheid gehad te reageren op het plan.<br />
Het plan is in het kader van het vooroverleg beschikbaar gesteld aan de volgende instanties:<br />
Provincie Groningen<br />
Waterschap Hunze en Aa's<br />
VROM inspectie, afd.Noord<br />
Regionale Brandweer (HVD Groningen)<br />
Enexis B.V.<br />
N.V. Waterbedrijf Groningen<br />
NAM B.V.<br />
N.V. Nederlandse Gasunie<br />
Bureau Meerstad<br />
Dienst Landelijk Gebied<br />
Stichting Libau<br />
Tennet regio Noord<br />
Staatsbosbeheer regio Noord<br />
Daarnaast zijn nog een aantal (lokale) organisaties (waaronder LTO, dorpsbelangen, historische verenigingen, SWS en Slochter molenstichting) per<br />
brief geïnformeerd over de inspraakperiode van het bestemmingsplan.<br />
2. Inspraak<br />
2.1 Inspraakprocedure<br />
De Wro verplicht niet om een voorontwerp bestemmingsplan ter inzage te leggen voor inspraak, niet anders dan de procedure op grond van de Awb.<br />
Om betrokken in een vroeg stadium bij de planvorming te betrekken en eventuele onjuistheden er uit te halen en specifieke wensen in te passen is er<br />
gekozen om op het voorontwerp bestemmingsplan inspraak toe te passen.<br />
Het voorontwerp bestemmingsplan heeft gedurende 6 weken voor een ieder voor inspraak ter inzage te leggen op het gemeentehuis en is daarnaast<br />
beschikbaar gesteld op de gemeentelijke website. Aanvullend hierop is een i<strong>nl</strong>oopbijeenkomst georganiseerd: op 30 maart 2011 in het<br />
gemeentehuis. Van deze bijeenkomst is geen verslag gemaakt.<br />
2.2 Inspraak en overlegreacties<br />
De onderstaande tabel geeft de ingekomen adviezen en inspraakreacties weer ten tijde van de inspraakperiode van het plan en de<br />
vooroverlegperiode. Er zijn tijdens de inspraakperiode 16 (schriftelijke) inspraakreacties ingediend en daarnaast 7 vooroverlegreacties. Er is 1 reactie<br />
buiten de termijn van 6 weken ingediend. Deze reactie zal alleen ambtshalve worden beoordeeld (aangeduid als BT).<br />
2
Een weergave van alle reacties, voorzien van commentaar en eventuele wijzigingen voor het plan die eruit voortkomen is te vinden onder 4: Reactie,<br />
commentaar en wijziging.<br />
Wet bescherming persoonsgegevens<br />
Dit document geeft weer welke inspraakreacties en vooroverleg zijn ingediend op het ontwerp bestemmingsplan, hoe deze door het gemeentebestuur<br />
zijn beoordeeld en beantwoord en welke wijzigingen ten opzichte van het voorontwerp ambtshalve zijn aangebracht.<br />
Deze nota wordt als onderdeel van de besluitvorming van het bestemmingsplan op internet gepubliceerd. In verband met de Wet bescherming<br />
persoonsgegevens (Wbp) zijn de reacties daarom geanonimiseerd. Omdat het Besluit ruimtelijke ordening niet expliciet verplicht tot het elektronisch<br />
beschikbaar stellen van persoonsgegevens, is de Wbp van kracht bij de elektronische beschikbaarstelling van bestemmingsplannen op internet. Dit<br />
betekent dat inspraakreacties, zienswijzen e.d. niet elektronisch beschikbaar gesteld mogen worden indien deze NAW gegevens (naam, adres,<br />
woonplaats) bevatten of andere persoonsgegevens die vallen onder de Wbp. De werking van de Wbp strekt zich niet uit tot gegevens omtrent<br />
ondernemingen, die behoren tot een rechtspersoon. Deze namen zijn daarom niet geanonimiseerd. Dit geldt ook voor personen die beroepsmatig<br />
betrokken zijn bij de procedure (namen van advocaten, gemachtigden e.d.).<br />
Indien het noodzakelijk is ten behoeve van de uitvoering van een publieke taak, is het wel toegestaan om persoonsgegevens elektronisch<br />
beschikbaar te stellen. Dit heeft tot gevolg dat NAW gegevens met betrekking tot persoonsgebonden overgangsrecht wél in een bestemmingsplan<br />
mogen worden genoemd en elektronisch beschikbaar zijn.<br />
Omdat deze nota Nota Inspraak & Overleg elektronisch beschikbaar wordt gesteld, zijn de vooroverleg- en inspraakreacties gerubriceerd op nummer,<br />
zodat de inhoud van de nota geen NAW gegevens van natuurlijke personen bevat. Om te kunnen herleiden wie welke reactie heeft ingediend is er<br />
een los overzicht indieners vooroverleg- en inspraakreacties opgesteld. Dit overzicht wordt niet elektronisch beschikbaar gesteld.<br />
3
3. Overzicht indieners Vooroverleg- & Inspraakreacties<br />
Zie los document Overzicht indieners Vooroverleg- & Inspraakreacties<br />
4
4. Reactie, commentaar en wijziging<br />
In de onderstaande tabel zijn alle vooroverleg en inspraakreacties die op het voorontwerp bestemmingsplan <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong><br />
(NL.IMRO.0040.bp00018-21vo) zijn binnengekomen opgenomen. De reacties zijn voorzien van commentaar en daarnaast (indien van toepassing) de<br />
wijziging in het ontwerpbestemmingsplan (NL.IMRO.0040.bp00018-31on) naar aa<strong>nl</strong>eiding van het advies en/of de reactie.<br />
nr. Advies / reactie Commentaar Wijziging<br />
A1 Perceel Boslaan 1, <strong>Slochteren</strong><br />
Verzoek om verruiming huidige woonbestemming<br />
met als doel: realisering van 10<br />
zorgappartementen in de bestaande schuur en 12<br />
nieuwe appartementen op het erf. Het plan sluit<br />
aan op de ontwikkelingen in de Slochterhaven.<br />
A2 Perceel Hoofdweg 112, <strong>Slochteren</strong><br />
Reactie n.a.v. brief waarin van gemeentezijde<br />
bestemmingswijziging wordt voorgesteld (naar<br />
wonen). Inspreker wil agrarische bestemming<br />
behouden, omdat bij wijziging naar wonen het<br />
agrarische bedrijf niet kan worden gecontinueerd<br />
(als de pachtperiode afloopt). Hierdoor kan ook<br />
planschade ontstaan.<br />
5<br />
Het genoemde plan is reeds bekend bij de gemeente. Op 2<br />
juni 2010 is schriftelijk medegedeeld aan de indiener dat de<br />
gemeente geen medewerking verleend aan het geschetste<br />
plan. In dit bestemmingsplan zal dan ook geen ruimte<br />
worden geboden voor de geschetste ontwikkeling. Voor<br />
verdere toelichting wordt verwezen naar eerdergenoemde<br />
brief.<br />
Volgens de gemeentelijke gegevens zijn de agrarische<br />
bedrijfsactiviteiten op het perceel opgeheven. Inspreker A2<br />
staat niet geregistreerd als agrarisch bedrijf, aangezien er<br />
geen melding voor de Wet Milieubeheer heeft gedaan, of<br />
deze is inmiddels ingetrokken. Dat betekent dat er op dit<br />
moment geen agrarische activiteiten mogen worden<br />
uitgevoerd op het perceel.<br />
Indien het perceel nu een agrarische bestemming zou<br />
krijgen, betekent dat dat er een situatie in strijd met het<br />
bestemmingsplan ontstaat. Er wordt dan in strijd met het<br />
bestemmingsplan gewoond op de betreffende locatie. Dit<br />
betekent dat er geen omgevingsvergunning kan worden<br />
verleend voor bijvoorbeeld een verbouwing,<br />
gebruikswijziging, etc.<br />
De gronden rondom het voormalige bedrijf behouden wel<br />
hun agrarische bestemming. Bij wijziging van het<br />
bestemmingsplan bestaat er de mogelijkheid om op grond<br />
van artikel 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening bij de<br />
gemeente een verzoek om planschade in te dienen.<br />
Geen wijziging<br />
Geen wijziging
A3 Perceel Meenteweg 98, <strong>Schildwolde</strong><br />
Reactie n.a.v. brief waarin bestemmingswijziging<br />
wordt voorgesteld (naar wonen). Inspreker wil<br />
agrarische bestemming behouden, omdat hij in de<br />
toekomst een kleinschalig bedrijf wil starten in de<br />
vorm van een handelsonderneming.<br />
1 Perceel De Vijzel 15, <strong>Slochteren</strong><br />
Verzoek om de bestemming van aangekochte<br />
gemeentegrond (snippergroen) te wijzigen naar<br />
‘Wonen’ om eventueel bijgebouw te realiseren.<br />
2 Perceel Wolte<strong>nl</strong>aan 18, <strong>Schildwolde</strong><br />
Verzoek om de bestemming van een deel van<br />
perceel dat kadastraal beschreven staat als<br />
‘agrarische grond’ om te zetten naar Wonen.<br />
6<br />
Het agrarische bedrijf op het betreffende perceel is volgens<br />
de gemeentelijke gegevens opgeheven in 1998. Op dit<br />
moment vinden er ook geen agrarische activiteiten plaats.<br />
Bij de actualisatie van het bestemmingsplan is gekeken<br />
naar het huidige gebruik van het perceel, dit betreft wonen.<br />
Een agrarische bestemming zou dus in strijd zijn met het<br />
huidige gebruik.<br />
Uit de inspraakreactie blijkt dat de inspreker een<br />
kleinschalige handelsonderneming wil starten. Zolang de<br />
onderneming voldoet aan de beleidsregels voor aan-huisverbonden<br />
beroepen en bedrijven, is dit mogelijk onder de<br />
bestemming wonen. Hiervoor is wel een<br />
omgevingsvergunning noodzakelijk.<br />
De verkochte gronden van de gemeente (voormalig<br />
snippergroen) zijn verkocht zonder bouwmogelijkheden. Het<br />
beleid van de gemeente is er op gericht om op deze<br />
gronden ook geen bouwmogelijkheden toe te staan. De<br />
gronden kunnen dus bij de tuin getrokken worden en als<br />
dusdanig worden ingericht, het is echter niet toegestaan hier<br />
te bouwen. Hiermee wordt vastgehouden aan de<br />
uitgangspunten van het huidige bestemmingsplan waarin ter<br />
bestendiging van de groenstructuur geen extra<br />
bouwmogelijkheden worden toegekend.<br />
Dit uitgangspunt geldt voor al het verkochte snippergroen<br />
dat een bestemming “Groenvoorzieningen” had, zonder<br />
bouwmogelijkheden.<br />
Het deel van het perceel waar het om gaat heeft de<br />
bestemming ‘Wonen’ gekregen. Dit betekent dat het deel<br />
als tuin kan worden ingericht, zoals gevraagd. Voor het<br />
gearceerde deel geldt een archeologische<br />
verwachtingswaarde. Dit betekent dat er een<br />
archeologische onderzoeksplicht geldt voor het oprichten<br />
van bouwwerken met een groter oppervlak van 200 m2.<br />
Geen wijziging<br />
Geen wijziging<br />
Geen wijziging
3 Regionale brandweer<br />
3.1 Het advies richt zich op de volgende aspecten:<br />
nieuwe ontwikkelingen, risicobronnen,<br />
groepsrisico, bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid.<br />
Groepsrisico:<br />
Ten aanzien van de groepsrisicoverantwoording<br />
wordt geadviseerd deze te beschrijven zoals<br />
gesteld in het Provinciaal basisnet. Voor de<br />
verantwoording van de buisleidingen worden<br />
geadviseerd dit te doen volgens het handboek<br />
‘buisleidingen in bestemmingsplannen’, waarbij<br />
het steunpunt EV kan ondersteunen in de<br />
uitvoering.<br />
3.2 Bestrijdbaarheid:<br />
Uit beoordeling van het aspect bestrijdbaarheid<br />
blijkt dat aftakkingen (lanen) van de Hoofdweg<br />
redelijk tot slecht bereikbaar zijn. Daarnaast is er<br />
een aantal locaties waar de brandweer niet<br />
optimaal kan beschikken over bluswater.<br />
Geadviseerd bij toepassing van de ‘wro-zone<br />
ontheffingsgebied’ de bluswatervoorzieningen te<br />
beoordelen en bij realisering van woningen langs<br />
de Dannemeerweg bluswatervoorzieningen aan te<br />
brengen.<br />
3.3 Zelfredzaamheid<br />
In de invloedsgebieden van de risicovolle<br />
inrichtingen en transportroutes liggen 3 objecten<br />
waarbij sprake is van mogelijk langdurig verblijf<br />
van groepen verminderd zelfredzame personen.<br />
Bij ontruiming van het gebied is mogelijk extra<br />
hulpverlening noodzakelijk. Buiten de dorpskernen<br />
van <strong>Slochteren</strong> en <strong>Schildwolde</strong> is er geen of<br />
nauwelijks sirenebereik van het bestaande WAS.<br />
Een uitbreiding van het WAS (door bijplaatsen<br />
7<br />
Naar aa<strong>nl</strong>eiding van de inspraakreactie is het groepsrisico<br />
berekend. De uitkomst van de berekening laat zien dat het<br />
groepsrisico zeer laag is. De hoogte van het groepsrisico ligt<br />
meer dan een factor 100 onder de oriëntatiewaarde. De<br />
hoogte van het groepsrisico is geen aa<strong>nl</strong>eiding om nadere<br />
maatregelen uit te werken om het groepsrisico verder te<br />
beperken. Het groepsrisico wordt acceptabel geacht.<br />
Omdat het hier om een conserverend bestemmingsplan<br />
gaat, zullen er in het kader van dit bestemmingsplan geen<br />
extra blusmogelijkheden geplaatst worden, ook zullen er nu<br />
geen maatregelen worden getroffen met betrekking tot de<br />
bereikbaarheid van de laantjes.<br />
Uiteraard zal bij de invulling van het ‘ontheffingsgebied’<br />
rekening worden gehouden met bluswatervoorzieningen en<br />
bereikbaarheid.<br />
Voor de 2 nog te bebouwen kavels die het verst richting<br />
buitengebied liggen, zullen langs de Dannemeerweg<br />
gelijktijdig met de aa<strong>nl</strong>eg van nutsvoorzieningen<br />
bluswatervoorzieningen worden gerealiseerd zodra de 2<br />
kavels worden bebouwd.<br />
Het advies om voor uitbreiding van het WAS wordt niet<br />
opgevolgd in het kader van dit (conserverende)<br />
bestemmingsplan.<br />
Wel wordt dit punt als aandachtspunt meegenomen:<br />
wanneer er ingrepen zullen plaatsvinden buiten de<br />
dorpskernen zal het bijplaatsen van signaalgevers in<br />
overweging worden genomen.<br />
De toelichting wordt op dit<br />
onderdeel aangepast.<br />
Geen wijziging<br />
Geen wijziging
signaalgever) overwegen wordt geadviseerd.<br />
4 Perceel Brinkslaan 16, <strong>Schildwolde</strong><br />
4.1 Verzoek om aanpassing bestemmingsplan op<br />
verschillende punten:<br />
- het kunnen oprichten van een bijgebouw van<br />
100 m² voor o.a. opslag en gereedschap en<br />
huisvesting van dieren.<br />
- De woning is in gebruik als (kleinschalig)<br />
agrarisch bedrijf en dient ook zo inbestemd te<br />
worden. Ook de achterliggende gronden<br />
zouden een agrarische bestemming moeten<br />
hebben.<br />
4.2<br />
4.3<br />
4.4<br />
Het plan kent geen logische grenzen tussen<br />
functies en bebouwde kom vs. buitengebied.<br />
Bijbehorende cultuurgronden hebben geen<br />
agrarische bestemming.<br />
De afwijkingsregels van de bestemming W1A en<br />
W1B verschillen van elkaar, W1A heeft wel<br />
mogelijkheden voor een groepsaccommodatie en<br />
W1B niet.<br />
Verzoek om ruimte in bestemmingsplan op te<br />
nemen voor de volgende activiteiten:<br />
8<br />
Er is inmiddels op 13 juli 2011 een omgevingsvergunning<br />
verleend voor het oprichten van een garage van 75 m2. In<br />
totaal mag er 300 m2 aan bebouwing opgericht worden. Met<br />
de nieuw te bouwen garage zijn alle bouwmogelijkheden op<br />
het perceel benut.<br />
Er is op dit perceel geen reden om af te wijken van de<br />
standaard bouwregels en een groter bebouwingsoppervlak<br />
mogelijk te maken.<br />
De woonboerderij had in het vigerende bestemmingsplan<br />
(Buitengebied, herziening 1997) een woonbestemming en<br />
krijgt deze nu weer. De gebruiksmogelijkheden van de<br />
woning worden dus niet beperkt. Het aangrenzende perceel<br />
krijgt ook een woonbestemming. Deze had voorheen een<br />
agrarische bestemming. Binnen de woonbestemming is het<br />
huidige gebruik mogelijk. Ook kleinschalige agrarische<br />
activiteiten die als hobbymatig kunnen worden beschouwd<br />
zijn planologisch binnen deze bestemming mogelijk.<br />
Het bestemmingsplan hanteert andere grenzen dan de<br />
bebouwde kom grenzen voor de wegen of bebouwing. In<br />
het de komplannen (zoals het bestemmingsplan <strong>Slochteren</strong>-<br />
<strong>Schildwolde</strong>) komen agrarische bestemmingen voor en<br />
andersom komen in het bestemmingsplan buitengebied<br />
woon-, bedrijfs-, en andere bestemmingen voor.<br />
De begrenzing van het bestemmingsplan heeft geen<br />
gevolgen voor de gebruiksmogelijkheden. Ook maakt het<br />
voor de gebruiksmogelijkheden niet uit of een perceel in een<br />
‘komplan’ of in het bestemmingsplan buitengebied is<br />
gelegen.<br />
Het perceel heeft ten onrechte de bestemming W1B<br />
gekregen. Deze wordt veranderd in W1A.<br />
Deze nieuwe ontwikkelingen worden nu niet in het<br />
bestemmingsplan opgenomen. Op dit moment worden de<br />
Geen wijziging<br />
Geen wijziging<br />
Bestemming gewijzigd naar<br />
W1A.<br />
Geen wijziging
• educatieve ambachtelijke akkerbouw<br />
(klein)vee, biologisch geteelde groenten,<br />
het houden van bijen) in combinatie met<br />
een verblijfsaccommodatie;<br />
• verkoop streekproducten.<br />
5 Bewoners Jeldingaheerd 2 t/m 10, <strong>Schildwolde</strong><br />
Verzoek om de bestemming op het achterste deel<br />
van de percelen te wijzigen van ‘Bos’ naar<br />
‘Wonen’, om oprichten van bijgebouwen mogelijk<br />
te maken. Het bos is in het verleden al gekapt.<br />
6 Perceel Slochtermeenteweg 28, <strong>Slochteren</strong><br />
7 NAM<br />
Verzoek om de bestemming van aangekochte<br />
gemeentegrond (snippergroen) te wijzigen naar<br />
‘Wonen’ om uitbreiding woning te realiseren.<br />
(Uitbreiding 94 m², waarvan 25 m² op tuingrond)<br />
8 Tennet<br />
Geen opmerkingen<br />
Geen opmerkingen<br />
9 Perceel Hoofdweg 279, <strong>Slochteren</strong><br />
Verzoek om de situering van het bouwvlak aan te<br />
passen zodat de bouwgrens aansluit bij de<br />
achtergrens van de bestaande boerderij. Doel is<br />
9<br />
oude bestemmingen overgenomen en het huidige gebruik<br />
wordt zoveel mogelijk ingepast.<br />
Wanneer er een concreet plan ligt voor een nieuwe<br />
ontwikkeling, wordt bekeken of de ontwikkeling gewenst en<br />
mogelijk is op de betreffende locatie, en zo nodig wordt hier<br />
een planologische procedure voor doorlopen.<br />
Een afzonderlijke procedure zorgt ervoor dat<br />
belanghebbenden gericht een reactie op het plan kunnen<br />
geven en er geen vertraging ontstaat in de procedure van<br />
het geactualiseerde bestemmingsplan.<br />
De scheiding tussen de bestemmingen ‘Bos’ en ‘Wonen’ is<br />
op de perceelsgrens gelegd. Alle percelen hebben in hun<br />
geheel de bestemming ‘Wonen’ gekregen. Bijgebouwen<br />
mogen overal binnen deze bestemming gebouwd worden,<br />
zolang voldaan wordt aan de bouwregels opgenomen in de<br />
regels.<br />
De bestemming ‘Bos’ is toegekend aan het naastliggende<br />
perceel, deze vormt geen belemmering voor mogelijke<br />
bijgebouwen op de woonpercelen.<br />
Geen wijziging.<br />
Zie inspraakreactie 4 Geen wijziging<br />
Het bouwvlak is nu strak om de bestaande bebouwing<br />
getrokken. Om de nieuwe schuur te bouwen zou deze ter<br />
plaatse van de oude schuur 6 meter naar voren moeten<br />
Verschuiving bouwvlak ter<br />
plaatse van oude schuur.
een bestaande oude schuur te vervangen door<br />
een garage/ berging voor privédoeleinden. De<br />
bedrijfsactiviteiten worden geconcentreerd in de<br />
boerderij en de bestaande werktuigberging.<br />
Het plan is gewijzigd ten opzichte van eerdere<br />
plannen n.a.v. overleg met de gemeente.<br />
10 Perceel De Krimpen 3, <strong>Slochteren</strong><br />
Verzoek om de bestemming van aangekochte<br />
gemeentegrond (snippergroen) te wijzigen naar<br />
een tuin of erf bestemming.<br />
11 VROM- Inspectie<br />
11.1 Het advies richt zich op de volgende aspecten:<br />
Basiskwaliteit hoofdinfrastructuur (vervoer<br />
gevaarlijke stoffen)<br />
Berekening en verantwoording groepsrisico<br />
opnemen i.v.m. bouw van 10 woningen die via<br />
uitwerkingspicht mogelijk wordt gemaakt binnen<br />
invloedsgebied N387.<br />
11.2 Milieukwaliteit en externe veiligheid (Geluid)<br />
Akoestisch onderzoek naar consequenties van het<br />
wegverkeerslawaai op nieuw te bouwen woningen<br />
in bestemmingsplan (voormalige gemeentewerf en<br />
langs Dannemeerweg).<br />
10<br />
worden getrokken. Het bouwvlak ligt hier dan in het<br />
verlengde van de achtergevel van de boerderij. Deze<br />
aanpassing heeft geen negatieve ruimtelijke gevolgen, en<br />
zal worden doorgevoerd op de plankaart.<br />
Zie inspraakreactie 4. Geen wijziging<br />
Naar aa<strong>nl</strong>eiding van het advies van de Regionale<br />
Brandweer (zie inspraakreactie 3) is het groepsrisico<br />
berekend waarvan de resultaten zijn weergegeven in 4.3.6<br />
van de toelichting. De uitkomst van de berekening laat zien<br />
dat het groepsrisico zeer laag is. De hoogte van het<br />
groepsrisico ligt meer dan een factor 100 onder de<br />
oriëntatiewaarde. De hoogte van het groepsrisico is geen<br />
aa<strong>nl</strong>eiding om nadere maatregelen uit te werken om het<br />
groepsrisico verder te beperken. Het groepsrisico wordt<br />
acceptabel geacht.<br />
De toevoeging van 10 woningen in het gebied beïnvloedt<br />
het verloop van de Fn-curve als weergegeven in 4.3.5<br />
nauwelijks. Deze toename van het groepsrisico wordt dan<br />
ook acceptabel geacht.<br />
Zoals in 4.2.1.1. is weergegeven is in 2007 de nota<br />
‘wegverkeerslawaai gemeente <strong>Slochteren</strong>’ opgesteld. In de<br />
nota zijn de resultaten van de ‘Standaard rekenmethode 1’<br />
weergegeven. Uit dat onderzoek is gebleken dat ter plaatse<br />
van de Dannemeerweg te <strong>Schildwolde</strong> de 48 dB contour<br />
niet verder reikt dan waar nu de bestemming Verkeer –<br />
Verblijf wordt toegekend. Oorzaak ligt in de zeer lage<br />
verkeersintensiteit in combinatie met een maximum snelheid<br />
van 60 km/uur ter plaatse.<br />
Voor de uit te werken bestemming Wonen ter plaatse van<br />
De toelichting wordt op dit<br />
onderdeel aangepast.<br />
De uitwerkingsregels van<br />
artikel 38 (Woongebied – uit<br />
te werken) zijn aangepast.
Nationaal cultureel erfgoed (Beschermd<br />
dorpsgezicht)<br />
Het bestemmingsplan omvat het beschermde<br />
dorpsgezicht <strong>Slochteren</strong>. In het bestemmingsplan<br />
moet rekening worden gehouden met de<br />
karakteristieke historisch ruimtelijke hoofdstructuur<br />
Het plan kan als voldoende beschermend worden<br />
aangemerkt als in het bestemmingsplan de<br />
volgende opmerkingen worden verwerkt:<br />
• Beschrijving in toelichting is summier en<br />
onsamenhangend, aanpassen naar een<br />
kernachtig verhaal;<br />
• Begrenzing beschermd dorpsgezicht op<br />
de verbeelding is niet conform<br />
aanwijzingsbesluit;<br />
• Afwijkingsbevoegdheid binnen ‘Gemengd-<br />
1’ voor uitbreiding oppervlakte<br />
detailhandel op onbebouwd Hubo-terrein<br />
11<br />
de voormalige gemeentewerf aan de Noorderweg te<br />
<strong>Slochteren</strong> is in 2006 een akoestisch onderzoek uitgevoerd<br />
door WMA: Akoestisch onderzoek Slochterhaven,<br />
Rapportnummer: 1093120. Hieruit is gebleken dat er<br />
maatregelen genomen moeten worden om het geluid te<br />
reduceren om woningbouw op de locatie mogelijk te maken.<br />
De locatie is gelegen langs de provinciale weg N387 waar<br />
geluidsniveaus voorkomen tussen de 59 en 63 dB(A). Voor<br />
het reduceren van de geluidsbelasting komt afscherming in<br />
aanmerking.<br />
Door het plaatsen van geluidsschermen van 2 tot 4 meter<br />
hoog langs de provinciale weg kunnen de geluidsniveau<br />
teruggebracht worden tot 55 dB(A). In de regels zal worden<br />
opgenomen dat er bij de uitwerking van de bestemming<br />
geluidswerende voorzieningen moeten worden getroffen,<br />
om te voldoen aan de Wet geluidhinder.<br />
• De toelichting is herzien ten aanzien van de beschrijving<br />
en de consequenties van het beschermde dorpsgezicht.<br />
• De begrenzing van het beschermd dorpsgezicht in de<br />
verbeelding is in het ontwerp aangepast conform het<br />
aanwijzingsbesluit. Voorafgaand is de begrenzing ter<br />
beoordeling voorgelegd aan de RCE.<br />
• De bestemming Gemengd-3 doet gezien de functies die<br />
daarin zijn toegestaan meer recht aan de locatie dan<br />
Gemengd-1. Daarom wordt ter plaatse van Hoofdweg 9<br />
• De toelichting is op dit<br />
punt herzien<br />
• De begrenzing is<br />
gewijzigd op de<br />
verbeelding
is niet wenselijk. Onbebouwde zone<br />
markeert voormalige loop van het<br />
Slochterdiep. Bestemming ‘Gemengd-3’<br />
past beter bij doelstelling van het<br />
beschermd dorpsgezicht op deze plek.<br />
• In de bijlage de voorlopige toelichting van<br />
het aanwijzingsbesluit vervangen door de<br />
definitieve toelichting;<br />
• Definitie van het begrip ‘beschermd<br />
dorpsgezicht’ opnemen in de artikel 1 met<br />
een verwijzing naar het<br />
aanwijzingsbesluit.<br />
Daarnaast wil de Rijksdienst voor het Cultureel<br />
Erfgoed (RCE) graag betrokken worden bij de<br />
verdere ontwikkelingen in het Erfgoedkwartier.<br />
12 Perceel Hoofdweg 246, <strong>Slochteren</strong><br />
Verzoek om een eerder ingediende zienswijze te<br />
beschouwen als inspraakreactie op het<br />
voorontwerp bestemmingsplan <strong>Slochteren</strong>-<br />
<strong>Schildwolde</strong>. In deze zienswijze van 5 juni 2008<br />
worden de volgende punten genoemd:<br />
Er is niet aangetoond dat er behoefte is aan<br />
camperovernachtingsplek;<br />
12<br />
te <strong>Slochteren</strong> overgegaan tot de voorgestelde wijziging.<br />
De bebouwingsmogelijkheden zijn daarbij afgestemd op<br />
de huidige situatie inclusief de bestaande (beperkte)<br />
uitbreidingsruimte.<br />
• Per abuis was de voorlopige toelichting op het<br />
aanwijzingsbesluit als bijlage ingevoegd, dit is in het<br />
ontwerp hersteld.<br />
• In de regels zal de volgende begripsbepaling worden<br />
opgenomen: beschermd dorpsgezicht: beschermd<br />
stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 1, onder g,<br />
van de Monumentenwet 1988.<br />
De ontwikkelingen ter plaatse van het Erfgoedkwartier<br />
maken geen onderdeel uit van het voorliggende<br />
bestemmingsplan. In een separaat traject vindt overleg<br />
plaats tussen gemeente en de Rijksdienst om ervoor te<br />
zorgen dat vóór toepassing van wijzigings- en<br />
uitwerkingsbepalingen is bij de Rijksdienst bekend is welke<br />
voornemens de gemeente heeft in het gebied.<br />
De in 2008 opgestarte vrijstellingsprocedure is destijds niet<br />
afgerond. De voorbereidingen voor het huidige<br />
bestemmingsplan <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> werden toen<br />
opgestart en derhalve is besloten de camperplaatsen mee<br />
te nemen in dit bestemmingsplan.<br />
De camperplaats is sinds 2003 in gebruik. Vanaf 2004 zijn<br />
bezoekersaantallen bijgehouden. Hier zit een duidelijke<br />
stijgende lijn in, die aantoont dat er in een behoefte wordt<br />
voorzien. Daarbij komt dat een bedrijf niet levensvatbaar zal<br />
zijn als er geen behoefte aan is, het bedrijf zal dan snel op<br />
houden te bestaan.<br />
• De bestemming ter<br />
plaatse van Hoofdweg 9<br />
te <strong>Slochteren</strong> is gewijzigd<br />
van Gemengd-1 naar<br />
Gemengd-3.<br />
• De definitieve toelichting<br />
op het<br />
aanwijzigingsbesluit is als<br />
bijlage 2 bij de toelichting<br />
gevoegd.<br />
• Aan artikel 1 van de<br />
regels is de definitie van<br />
beschermd dorpsgezicht<br />
toegevoegd.<br />
Geen wijziging
Er is sprake van een illegale situatie welke de<br />
afgelopen jaren zonder gedoogbeschikking is<br />
gedoogd;<br />
Aanvankelijk werd ruimte geboden aan drie<br />
campers met een uitbreiding in het hoogseizoen<br />
naar vijf. In de ruimtelijke onderbouwing is deze<br />
toevoeging verdwenen;<br />
De afstand van de minicamping tot aan de gevel<br />
van de naastgelegen woning moet ten minste 50<br />
meter bedragen. Dit is echter ongeveer 10 meter;<br />
13<br />
De huidige situatie is nu inderdaad planologisch niet goed<br />
ingepast. Dit bestemmingsplan zorgt ervoor dat aan deze<br />
situatie een einde komt.<br />
De ontstane situatie is op aanwijzing van de gemeente tot<br />
stand gekomen met als uitgangspunt dat zicht op legalisering<br />
bestond.<br />
.<br />
Op grond van de WOR (Wet op de ope<strong>nl</strong>uchtrecreatie), zoals<br />
die toen nog van kracht was, was er geen vergunning nodig<br />
voor overnachting op particulier terrein indien hierbij geen<br />
commercieel oogpunt werd nagestreefd. Derhalve is op<br />
verzoek van de gemeente ook het verzoek om planologische<br />
medewerking aan de camperplaats weer ingetrokken, omdat<br />
het in werking mogen hebben van een camperplaats in beleid<br />
zou worden vastgelegd. Door omstandigheden is dit pas in<br />
2009 geschied, echter niet meer in het kader van de WOR<br />
maar vooruitlopend op het planologisch mogelijk maken van<br />
de camperplaats.<br />
Dit sluit aan bij het kampeerbeleid zoals dat sinds 10-6-2008<br />
binnen de gemeente <strong>Slochteren</strong> geldt. Hierin wordt gemeld<br />
dat op een Gereguleerde Overnachtingsplek voor campers<br />
op enig moment ten hoogste 5 campers aanwezig mogen<br />
zijn. Het onderscheid hoogseizoen -laagseizoen wordt hierbij<br />
niet (meer) gemaakt.<br />
De genoemde 50 meter is afgeleid uit de VNG-brochure<br />
‘Bedrijven en Milieuzonering’. Hierin zijn richtafstanden<br />
opgenomen die gelden ten opzichte van rustige<br />
woongebieden. Voor de Gereguleerde Overnachtingsplek is<br />
aansluiting gezocht bij de categorie ‘Kampeerterreinen,<br />
vakantiecentra, e.d. (met keuken)’. Hiervoor wordt voor wat<br />
betreft geur een afstand van 30 meter genoemd, voor geluid<br />
50 meter en voor gevaar eveneens 30 meter. Omdat het hier<br />
gaat om een ‘gemengd gebied’ in plaats van een rustige<br />
woonwijk, kan gemotiveerd worden afgeweken naar een<br />
afstand kleiner dan 50 meter. Voorts is het gebruik van de bij
Ten tijde van de aankoop door cliënten van hun<br />
perceel was de camperplek op geen enkele wijze<br />
zichtbaar. Er is ook niets over gemeld destijds. Er is<br />
dan ook nimmer voorzien dat er op het<br />
naastgelegen perceel een camperplaats zou<br />
worden opgericht;<br />
14<br />
de brochure behorende basiszoneringslijst niet dwingend<br />
voorgeschreven als het gaat om een bestaand<br />
‘bedrijventerrein’, onder meer gelet op het indicatieve<br />
karakter van de VNG-brochure.<br />
In het bestemmingsplan <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> is de<br />
camperplaats aangeduid binnen de bestemming Verkeer-<br />
Verblijf. Gezien de schaal en wijze waarop de camperplaats<br />
wordt gebruikt wordt deze camperplaats vergelijkbaar<br />
gesteld aan een parkeerplaats. In de VNG-brochure geldt<br />
daarvoor een afstand tot een rustige woonbuurt van 10<br />
meter.<br />
Op 19 september 2003 is van de familie een aanvraag<br />
ontvangen voor een kampeervergunning. Dit in navolging van<br />
hun eerdere brief van 21 juni 2003 waarin ze reeds verzoeken<br />
om een camperplek op hun perceel.<br />
In 2003 is door de exploitant van de camperplaats tevens<br />
bewegwijzering langs de openbare weg aangebracht om te<br />
wijzen op de aanwezigheid van een camperplaats op hun<br />
perceel (op dat moment was de bewegwijzering overigens<br />
nog niet gelegaliseerd).<br />
Bij brief van 6 april 2004 is de aanvraag van 19 september<br />
2003, als gemeld op aanraden van de gemeente, door de<br />
exploitant van de camperplaats weer ingetrokken. Het<br />
verzoek was daarbij wel datgene te legaliseren wat<br />
gelegaliseerd kon worden, mede doelend op de<br />
bewegwijzering. In reactie hierop is op 20 augustus 2004 een<br />
brief aan de exploitant van de camperplaats verzonden<br />
waarin gemeld wordt dat voor een achttal plaatsen<br />
toestemming verleend wordt voor onbepaalde tijd de<br />
bewegwijzering te handhaven (collegebesluit van 17 augustus<br />
2004).<br />
Voorts hebben wij op 23 juni 2003 van de exploitant van de<br />
camperplaats een brief ontvangen waarin ze meedeelden op<br />
particulier initiatief te hebben besloten een deel van hun<br />
terrein beschikbaar te stellen als overnachtingsplaats voor<br />
campers. In navolging hiervan hebben wij, op 13 april 2004,<br />
een brief ontvangen van de exploitant van de camperplaats
Partij 12 ondervindt hinder van de<br />
campergasten(inkijk, geluidsoverlast( van beide<br />
partijen), ongewenst bezoek van campinggasten;<br />
15<br />
waarin zij aangeven met goed gevolg de eerste gasten<br />
ontvangen te hebben. Hierin wordt ook weer de<br />
bewegwijzering aangehaald.<br />
Daarnaast maakte ook de gemeentegids van 2003/2004<br />
reeds melding van de aanwezigheid van een camperplaats op<br />
perceel Duwolaan 2.<br />
Al met al voldoende aa<strong>nl</strong>eiding voor ons om te<br />
veronderstellen dat de aanwezigheid van een camperplaats<br />
aan Duwolaan 2 (al dan door middel van geringe inspanning<br />
hiertoe) bekend mocht worden geacht.<br />
De mogelijke inkijk wordt zoveel mogelijk tegengegaan door<br />
de aangeplante haag. Zonder camperplaatsen zou de inkijk<br />
echter ook mogelijk zijn. Het is niet zo dat er door de<br />
camperplaatsen meer inkijk ontstaat.<br />
Voor de camperplaats geldt dat zij moeten voldoen aan de<br />
eisen gesteld in de APV, dit geldt ook voor het geluid dat ’s<br />
avonds gemaakt wordt.<br />
De camperplaats is geen gevoelig object ten opzichte van<br />
de omgeving. Als er derhalve sprake is van klachten via de<br />
exploitant van de camperplaats, dan gaan wij ervan uit dat zij<br />
dit uit eigen beweging en in naam van henzelf doen. Gelet<br />
op het akoestisch onderzoek van 30 april 2007 valt<br />
allerminst uit te sluiten dat er sprake kan zijn van<br />
geluidsoverlast vanaf het perceel Hoofdweg 244/246 jegens<br />
de omgeving (en daarmee ook jegens Duwolaan 2). Blijkens<br />
dit onderzoek leiden werkzaamheden in de avonduren al<br />
snel tot een ontoelaatbaar geluidsniveau. Ook het<br />
gedurende de avonduren gebruiken van de op het perceel<br />
aanwezige kraan zorgt al snel voor een ontoelaatbaar<br />
geluidsniveau.<br />
Een camperplaats als zodanig is geen gevoelig object. De<br />
aanwezigheid van campers hoeft geen invloed te hebben op<br />
eventuele werkzaamheden, mits deze werkzaamheden geen<br />
onevenredige geluidsbelasting voor de gevoelige objecten in
Het landelijk uitzicht vanuit de woning van de familie<br />
Nouwens wordt geheel vervuild door de aanwezige<br />
campers;<br />
Er lijkt sprake van onrechtmatige concurrentie<br />
jegens de nabijgelegen Museumboerderij c.q.<br />
minicamping ’t Hofje;<br />
Uit het ontwerpbesluit blijkt op geen enkele wijze<br />
dat er sprake is van een deugdelijke<br />
belangenafweging;<br />
16<br />
de omgeving tot gevolg hebben.<br />
Van de aanwezigheid van een als atelier ingerichte<br />
publieksruimte gaat een uitnodigende werking uit. Los<br />
daarvan hebben wij bij het mogelijk maken van een<br />
camperplaats niet als uitgangspunt dat van hieruit de<br />
naburige percelen op ongewenste wijze worden bezocht. Dit<br />
is echter ook geen planologisch argument en hoeft ons<br />
inziens in dat opzicht dan ook geen deel uit te maken van de<br />
beoordeling in het kader van een goede ruimtelijke ordening.<br />
Middels adequate erfafscheiding zou dit ook betrekkelijk<br />
eenvoudig kunnen worden opgelost.<br />
Door de Raad van State is herhaaldelijk geoordeeld dat er<br />
geen recht op blijvend uitzicht bestaat (o.a. 200409933/1 en<br />
200903781/1).<br />
Overigens kan vanaf de woning op de verdieping over de<br />
campers heen gekeken worden. Vanaf de begane grond kan<br />
middels een vergunningsvrije erfafscheiding eveneens het<br />
uitzicht worden beperkt. Anders dan eventuele campers zijn<br />
er op de begane grond reeds meer uitzichtbeperkende<br />
objecten denkbaar. Te denken valt hierbij aan de begroeiing<br />
langs de Duwolaan over de lengte van het perceel nummer<br />
2 of eventueel op te richten vergunningsvrije gebouwen of<br />
bouwwerken.<br />
(Mogelijke) concurrentie is geen planologisch afwegingskader<br />
zo lang geen sprake is van de verzorgingsstructuur in een<br />
branche. Dit is voor ons dan ook geen aspect om aan te<br />
toetsen.<br />
Zoals eerder genoemd is de eerste aanvraag voor de<br />
camperplaats in 2003 gedaan. De aanvrager heeft toen de<br />
aanvraag op verzoek van de gemeente ingetrokken omdat<br />
er beleid voor camperplaatsen geschreven zou worden.<br />
Indirect heeft de gemeente daarmee gezegd medewerking<br />
te willen verlenen aan de camperplaats. In de ruimtelijke<br />
onderbouwing die vervolgens in 2008 is opgesteld, wordt
Op het terrein van de exploitant van de<br />
camperplaats is een prima alternatief voorhanden.<br />
17<br />
een belangenafweging gemaakt en op basis daarvan<br />
kunnen belanghebbenden, zoals indiener, een reactie<br />
geven. Indien uit deze reactie blijkt dat de plannen<br />
aangepast moeten worden, kan dat gedaan worden. Dat<br />
laatste is hier niet het geval.<br />
Gemeente acht de huidige plek een geschikte locatie.<br />
13 Perceel Hoofdweg 85, <strong>Schildwolde</strong> Geen wijziging<br />
Reactie n.a.v. brief waarin bestemmingswijziging<br />
wordt voorgesteld (naar Wonen). Inspreker wil<br />
agrarische bestemming behouden, omdat<br />
inspreker de mogelijkheid wil openhouden om een<br />
agrarisch (verwant) bedrijf te kunnen beginnen.<br />
Het bedrijf heeft ook extra grond kunnen<br />
aankomen.<br />
Het agrarische bedrijf op het betreffende perceel is volgens<br />
de gemeentelijke gegevens opgeheven. Het bedrijf maakte<br />
eerder deel uit van een maatschap, waarvan Hoofdweg 53<br />
te <strong>Schildwolde</strong> ook een bedrijfslocatie vormt. Na opheffing is<br />
de bedrijfslocatie op nr. 53 blijven bestaan en het bedrijf op<br />
nr. 85 formeel opgeheven. In de praktijk heeft dit perceel<br />
wel altijd een agrarische functie gehouden, als tweede<br />
locatie.<br />
Zolang hier echter geen agrarisch bedrijf gevestigd is, maar<br />
er wel een agrarische bestemming op het perceel ligt, wordt<br />
er gewoond in strijd met het bestemmingsplan.<br />
De toegekende bestemming ‘Wonen- VAB’ biedt de<br />
mogelijkheid om een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf<br />
uit te oefenen. Daarnaast is er een afwijkingsregeling<br />
opgenomen voor andere kleinschalige bedrijfsactiviteiten.<br />
De bijbehorende cultuurgronden behouden wel een<br />
agrarische bestemming<br />
Geen wijziging
14<br />
Perceel Zuiderweg 2, <strong>Slochteren</strong><br />
14.1 Mogelijkheid voor bouwen met zowel kap als plat<br />
dak handhaven.<br />
14.2 Bouwgrens van hoofdgebouw aan voorzijde<br />
handhaven en aan achterzijde verplaatsen tot 3 m.<br />
uit de perceelsgrens.<br />
18<br />
Binnen de bestemming GD-2 (gemengd) is een dakhelling<br />
tussen de 30º en 60º voorgeschreven. Op het betreffende<br />
perceel ligt een aanduiding [pd], plat dak. Dit betekent dat<br />
zowel een plat dak als een kap, met een dakhelling tussen<br />
de 30º en 60º, is toegestaan. De maatvoering op de<br />
verbeelding zal worden verwijderd, zodat zowel een kap als<br />
een plat dak is toegestaan.<br />
De bouwgrens ligt in het voorontwerp bestemmingsplan op<br />
6 meter uit de perceelsgrens. De grens ligt nu gelijk aan de<br />
achtergevel. Er wordt standaard uitgegaan van een<br />
minimale afstand van het hoofdgebouw tot de achtergrens<br />
van 7,5 meter. Omdat deze woning al vrij ver achter op het<br />
perceel staat, wordt er in dit geval juist uitbreidingsruimte<br />
aan de voorzijde gegeven. Hierdoor is het niet noodzakelijk<br />
en wenselijk extra uitbreidingsruimte aan de achterzijde van<br />
de woning mogelijk te maken.<br />
14.3 Bijgebouw opnemen op de plankaart Bijgebouwen mogen buiten het bouwvlak worden opgericht<br />
met inachtneming van de bouwregels. De bijgebouwen<br />
worden niet afzonderlijk op de plankaart opgenomen, ook<br />
worden hier geen bouwvlakken voor opgenomen omdat<br />
deze binnen de gehele bestemming gerealiseerd kunnen<br />
worden, zolang aan de regels wordt voldaan.<br />
14.4 Ruimte om hoofdgebouw uit te breiden en<br />
realiseren nieuw bijgebouw (56,5 m²), totale<br />
uitbreiding 116 m².<br />
Bijgebouwen tot op de erfgrens, hoogte gelijk<br />
stellen aan de hoogte van het bestaande<br />
bijgebouw.<br />
Indien er een nieuwe aanvraag voor een bijgebouw wordt<br />
ingediend, wordt deze beoordeeld op basis van de<br />
bestaande situatie en niet op basis van de ingetekende<br />
bijgebouwen. Het heeft dan ook geen toegevoegde waarde<br />
om de bestaande bijgebouwen op de plankaart in te<br />
tekenen.<br />
Het bouwvlak voor het hoofdgebouw bedraagt ca 480 m2.<br />
Indien daarnaast nog 150 m2 aan bijgebouwen mogelijk is,<br />
zijn de bebouwingsoppervlakten aanzie<strong>nl</strong>ijk verruimd ten<br />
opzichte van het vorige bestemmingsplan.<br />
Bijgebouwen zijn, onder voorwaarden, mogelijk tot op de<br />
erfgrens. De maximale bouwhoogte bedraagt 5,5 meter. Er<br />
De verbeelding is op dit punt<br />
aangepast<br />
Geen wijziging<br />
Geen wijziging<br />
Geen wijziging
Mogelijk toekomstige bijgebouw is op een<br />
tekening bijgevoegd.<br />
14.5 Monumentale beuk is niet opgenomen op de<br />
verbeelding, deze toevoegen.<br />
14.6 Archeologische waardering van het perceel niet<br />
opnemen. Archeologische waarden zijn verloren<br />
gegaan door diepgravende activiteiten in het<br />
verleden (sloop huishoudschool).<br />
15 Perceel Duwolaan 2, <strong>Slochteren</strong><br />
Uitbreiding camperplaats<br />
Verzoek om de toekomstige camperplaats in het<br />
bestemmingsplan uit te kunnen breiden (huidige<br />
aantal is 5 plaatsen). Argumenten hiervoor zijn:<br />
• Flexibel kunnen inspelen op<br />
veranderende marktomstandigheden<br />
19<br />
is in dit geval geen reden om af te wijken van de gestelde<br />
bouwregels. De bouwregels bieden voldoende<br />
mogelijkheden met betrekking tot de bouw van bijgebouwen<br />
en zijn zelfs een verruiming ten opzichte van het vorige<br />
bestemmingsplan.<br />
Het ingetekende bijgebouw wordt in dit kader niet<br />
beoordeeld.<br />
Op de verbeelding zijn alleen bomen aangeduid die op bij<br />
zowel door de gemeente (in het gemeentelijk<br />
bomenregister) als door de bomenstichting als<br />
‘monumentaal’ zijn aangewezen. Betreffende boom is niet<br />
aangemerkt als monumentale boom die in het<br />
bestemmingsplan beschermd dient te worden, derhalve niet<br />
opgenomen in de verbeelding.<br />
De gemeente is verplicht archeologische waarden in de<br />
bestemmingsplannen op te nemen. Om hier aan te kunnen<br />
voldoen heeft de gemeente archeologiebeleid opgesteld. Dit<br />
beleidsdocument is inmiddels vastgesteld en doorvertaald in<br />
het bestemmingsplan.<br />
Dat de grond al flink geroerd is, wil niet zeggen dat alle<br />
archeologische waarden verloren zijn gegaan.<br />
Dit betekent dat bij werken met een groter oppervlak van<br />
100 m2 een archeologisch onderzoek moet aantonen dat er<br />
geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn of dat<br />
deze beschermd worden.<br />
De camperplaats was tot nu toe nog niet planologisch<br />
geregeld, maar bestaat al sinds 2003. In dit<br />
bestemmingsplan worden geen nieuwe ontwikkelingen<br />
meegenomen, zoals mogelijke uitbreiding van de<br />
camperplaats.<br />
Op grond van het kampeerbeleid bedraagt het maximaal<br />
aantal camperplaatsen 5. Dit aantal is al opgenomen in het<br />
Geen wijziging<br />
Geen wijziging<br />
Geen wijziging
(toekomstgericht ondernemerschap);<br />
• Er zit groei in de toeristische<br />
(camper)sector;<br />
• Noodzaak voor voldoende<br />
overnachtingsmogelijkheden in<br />
<strong>Slochteren</strong>.<br />
16 Stichting Landgoed Fraeylemaborg<br />
De inspraakreactie richt zich op de volgende<br />
aspecten:<br />
16.1 Benaming<br />
Verzoek om juiste benaming van de<br />
groenelementen aan te houden.<br />
16.2 Bestemming<br />
De Bestemming ‘CO’ op het borgterrein is te<br />
weinig toegesneden op de specifieke situatie, dit<br />
geldt ook voor het Slochterbos. Voorstel is om het<br />
gehele landgoed (inclusief Lutje bos) te<br />
bestemmen als ‘Landgoed’ met een invulling voor:<br />
museum, exposities, cultuur, cultuurhistorie, park<br />
met follies en waterpartijen, natuur, educatie,<br />
landbouw en horeca. Het hele terrein wordt<br />
namelijk voor deze doeleinden gebruikt. Ook het<br />
toestaan van kleine gebouwtjes buiten de<br />
bestaande bebouwing wordt wenselijk geacht.<br />
20<br />
bestemmingsplan. Uitbreiding is dan ook niet mogelijk.<br />
De tekst zal worden aangepast ten aanzien van het<br />
toepassen van de juiste benaming.<br />
Bij de bestemmingsregeling ‘CO’ is aansluiting gezocht bij<br />
de dubbelbestemming voor het beschermd dorpsgezicht.<br />
Een deel van de genoemde functies is al meegenomen in<br />
deze regeling: ‘de inrichting van het landgoed Fraeylema,<br />
bestaande uit ondermeer een borg met bijgebouwen,<br />
parkbos in Engelse landschapsstijl, kunstobjecten, grachten<br />
en vijvers’. Ter verduidelijking is de omschrijving van ‘CO’<br />
aangepast onder meer door de toevoeging ‘Landgoed’ en<br />
de opname van ‘parkbos’ in de regels.<br />
Er is in het bestemmingsplan bewust onderscheid gemaakt<br />
tussen de verschillende delen van het landgoed om zoveel<br />
mogelijk aan te sluiten bij het karakter en een zonering aan<br />
te brengen. Het zwaartepunt van de (culturele) activiteiten<br />
ligt op de borg met bijbehorende bijgebouwen, daar is de<br />
bestemming ‘CO’ ook op afgestemd. Zowel de boerderij als<br />
het parkeerterrein is daarbij ook meegenomen in de ‘CO’<br />
bestemming.<br />
Daarnaast zijn de regels voor terugkerende evenementen<br />
nu ook van toepassing in het Slochterbos.<br />
Het is niet wenselijk om de gebruiksregels van het gehele<br />
landgoed, waaronder de agrarische gronden en het<br />
Overbos, te verruimen met het oog op toekomstige<br />
(incidentele) evenementen op deze locaties. Hoewel op<br />
andere delen van het landgoed geen ‘CO’ bestemming<br />
Aanpassing toelichting<br />
De bestemming ‘Cultuur en<br />
Ontspanning‘ is gewijzigd.<br />
Functieaanduiding ‘specifieke<br />
vorm van bos – 1’<br />
toegevoegd aan de<br />
bestemming Bos.<br />
Functieaanduiding<br />
‘evenemententerrein’<br />
toegevoegd aan de<br />
bestemming Bos.
16.3 Nieuw bouwvlak<br />
Verzoek om een bouwvlak op te nemen voor een<br />
nieuwe expositieruimte met horeca, achter het<br />
koetshuis<br />
16.4 Zichtassen<br />
Eenduidig instrumentarium opnemen voor behoud<br />
zichtassen in bestemmingsplan.<br />
16.5 Bijgebouwen bestemming Horeca<br />
Het oprichten van overkappingen en bijgebouwen<br />
op het voorterrein van de boerderij (het Basse<br />
cour) is ongewenst.<br />
16.6 Parkeerterrein<br />
Parkeerterrein niet bestemmen als Verkeer-<br />
Verblijfsgebied maar opnemen in de voorgestelde<br />
21<br />
wordt toegepast betekend dit niet dat er geen (incidentele)<br />
aan het landgoed gelieerde activiteiten kunnen worden<br />
georganiseerd. Dit wordt dan per aanvraag beoordeeld<br />
(traject evenementenvergunning).<br />
In het bestemmingsplan zijn algemene afwijkingsregels<br />
opgenomen voor het oprichten van kleine bouwwerken als<br />
schuilhutten, kiosken en ook beeldhouwwerken en andere<br />
kunstobjecten. Hierdoor bevat het plan de nodige flexibiliteit<br />
om onder voorwaarden mee te kunnen werken aan<br />
kleinschalige nieuwe bebouwing op het terrein.<br />
Het bestemmingsplan heeft een conserverend karakter,<br />
waarbij het plan zoveel mogelijk aansluit bij de aanwezige<br />
bebouwing en het huidige gebruik van gronden.<br />
Wanneer er een concreet plan ligt voor een nieuwe<br />
ontwikkeling, wordt bekeken of de ontwikkeling gewenst en<br />
mogelijk is op de betreffende locatie, en zo nodig wordt hier<br />
een planologische procedure voor doorlopen. Zoals bij het<br />
commentaar onder 16.2 is opgenomen bevat het plan regels<br />
om in voorkomende gevallen af te wijken van de<br />
bestemmingsregels. Dit is dan echter beperkt tot kleinere<br />
bouwwerken. Voor grotere bouwwerken, zoals de<br />
genoemde expositieruimte, is een aparte ruimtelijke<br />
procedure noodzakelijk.<br />
De te behouden zichtassen worden aangeduid op de<br />
verbeelding. Binnen de bestemming Bos is hiervoor een<br />
specifieke functieaanduiding opgenomen.<br />
Op grond van de regels zijn buiten het bouwvlak alleen<br />
gebouwen (en overkappingen) van ondergeschikte aard<br />
toegestaan mits gelegen achter het verlengde van de<br />
voorgevel. Op het voorterrein van de boerderij is dan ook<br />
geen bebouwing toegestaan.<br />
De bestemming van het parkeerterrein wordt aangepast<br />
naar ‘CO’, met de aanduiding ‘parkeerterrein’. Hierdoor<br />
gelden zowel de brede mogelijkheden van de ‘CO-<br />
Geen wijziging<br />
Functieaanduiding 'specifieke<br />
vorm van bos - 2' toegevoegd<br />
aan bestemming Bos<br />
Geen wijziging<br />
De bestemming Verkeer –<br />
Verblijf is gewijzigd naar<br />
Cultuur en Ontspanning met
landgoed-bestemming. Om mogelijkheden voor<br />
eventueel andere invulling open te houden.<br />
16.7 Beschermd dorpsgezicht<br />
a. Niet werken met een uitputtende regeling<br />
(zoals in de bestemmingsomschrijving) maar<br />
een algemeen beoordelingskader;<br />
b. Bestaande afwijkingen van materiaal in gevels<br />
(ten aanzien van o.a. gevels) toestaan;<br />
c. Sturen op plaatsing van bebouwing in<br />
bestaande rooilijn;<br />
d. Bebouwing langs Hoofdweg ook aanduiden<br />
als karakteristiek;<br />
e. Maximum voor bijgebouwen (50/75 m²) is voor<br />
Fraeylema onvoldoende ;<br />
f. Begrenzing beschermd dorpsgezicht op de<br />
verbeelding is niet conform aanwijzingsbesluit;<br />
g. Aanduiding ‘brug’ ontbreekt ter plaatse van<br />
buitengracht voor de borg en vier andere<br />
bruggen op het voorterrein;<br />
h. Dwarsprofiel is beperkt tot gedeelte tegenover<br />
Fraeylemaborg tot hoek Noordbroeksterweg,<br />
daarbij wordt geadviseerd om wegbestrating<br />
van gebakken klinkers op te nemen;<br />
i. <strong>Slochteren</strong> toevoegen aan naam Beschermd<br />
dorpsgezicht i.p.v. Fraeylema;<br />
j. Aanduiding pingoruïne op plankaartopnemen;<br />
k. Oranjerie is niet aangeduid op kaart met<br />
rijksmonumenten; Om vele aanduidingen te<br />
voorkomen kan eventueel lijst van alle<br />
afzonderlijke rijksmonumenten op het<br />
landgoed worden toegevoegd;<br />
22<br />
bestemming’ als het gebruik t.b.v. parkeren. de aanduiding ‘parkeren’.<br />
a. De bestemmingsregeling voor het beschermd<br />
dorpsgezicht is in overleg met de RCE (Rijksdienst<br />
Cultureel Erfgoed) tot stand gekomen. Onder de<br />
vernieuwde Wro is het niet meer mogelijk om met<br />
een Beschrijving in Hoofdlijnen te werken, maar<br />
moet concreet met een bestemmingsomschrijving<br />
worden gewerkt.<br />
b. Bestaande afwijkingen (ten aanzien van gevels en<br />
dakvormen etc.) zijn in de regels toegestaan;<br />
c. Door de bouwvlakken af te stemmen op de huidige<br />
bebouwing en daarnaast regels op te nemen die<br />
afgestemd zijn op de huidige maatvoering, dakvorm<br />
en gevels, wordt ingezet op handhaving van de<br />
huidige ruimtelijke kwaliteit. In de<br />
dubbelbestemming wordt opgenomen dat tenminste<br />
50% van de naar de weg gekeerde gevels van<br />
hoofdgebouwen in de naar de weg gekeerde<br />
bouwgrens moeten worden geplaatst.<br />
d. De voorgestelde bestemmingsregels voor de<br />
woningen aan de Hoofdweg voorzien in handhaving<br />
van het huidige bebouwingsbeeld. De aanduiding<br />
‘karakteristiek’ wordt generiek toegepast bij alle<br />
agrarische bebouwing die als karakteristiek is<br />
aangemerkt, een aantal boerderijen langs het Padje<br />
voldoen hier ook aan. De regeling houdt in dat de<br />
bestaande maatvoering wordt vastgelegd.<br />
e. De bijgebouwenregeling is alleen bedoeld voor de<br />
woningen die onderdeel uitmaken van het<br />
beschermd dorpsgezicht.<br />
f. De begrenzing zal worden aangepast aan de<br />
begrenzing die behoort bij het vaststellingsbesluit.<br />
g. De brug ter plaatse van de buitengracht is<br />
aangeduid, de overige bruggen worden vanwege de<br />
beperkte schaal en functie niet apart aangeduid.<br />
Aanpassing<br />
dubbelbestemming ‘Waarde<br />
– Cultuurhistorie - Beschermd<br />
dorpsgezicht’<br />
Aanpassing begrenzing<br />
dubbelbestemming ‘Waarde -<br />
Cultuurhistorie - Beschermd<br />
dorpsgezicht’
17 Bond Heemschut<br />
De inspraakreactie richt zich op de volgende<br />
aspecten:<br />
17.1 Suggestie om naast karakteristieke panden ook<br />
monumentale panden op de plankaart aan te<br />
geven.<br />
23<br />
h. Het dwarsprofiel is beperkt tot het wegvak tussen<br />
de kruising bij de Noordbroeksterweg en de<br />
Stationsweg omdat dit wegvak zich onderscheidt<br />
van andere delen van de Hoofdweg door het<br />
smallere wegprofiel, brede berm en<br />
bomenstructuur. Behoud van dit profiel draagt bij<br />
aan de kwaliteit van het beschermd dorpsgezicht.<br />
De regels zijn daarbij afgestemd op het huidige<br />
wegtype. Het type wegverharding kan niet worden<br />
geregeld in een bestemmingsplan<br />
i. De naamgeving van het beschermd dorpsgezicht<br />
zal worden aangepast;<br />
j. In het bestemmingsplan buitengebied zal rekening<br />
worden gehouden met de pingoruïne die grenst aan<br />
de oostelijke zijde van het landgoed;<br />
k. De oranjerie is niet als rijksmonument aangewezen<br />
en hierdoor ook niet als zodanig aangeduid. De<br />
kapsymbolenkaart is specifiek bedoeld voor het<br />
aanduiden van de kapvormen van gebouwen,<br />
waarbij als aanvulling ook monumentale gebouwen<br />
zijn aangeduid. Opname van de overige<br />
monumenten, zoals vazen en bruggen, op deze<br />
kaart past niet in dit verband.<br />
De in het plangebied voorkomende monumenten en<br />
bijbehorende gronden zijn op de verbeelding niet als<br />
(rijks)monument aangeduid. De reden hiervoor is dat de<br />
aanduiding van monumenten op de verbeelding geen<br />
verdere juridische betekenis heeft. De bescherming van<br />
monumenten geschiedt op basis van de Monumentenwet.<br />
De bescherming van karakteristieke panden vindt wel plaats<br />
op grond van het bestemmingsplan, waardoor deze<br />
Aanpassing naam bijlage<br />
Geen wijziging
17.2 Bescherming van de houtstek op het Hubo-terrein<br />
wordt gemist. De houtschuur heeft een grote<br />
cultuurhistorische waarde. Het verzoek is dan ook<br />
om de schuur op de lijst van karakteristieke<br />
panden op te nemen en aan te duiden als<br />
‘karakteristiek’ in het bestemmingsplan.<br />
18 Percelen Hoofdweg 91 en 93, <strong>Schildwolde</strong><br />
18.1 In het plan is een bouwvlak voor bijgebouwen voor<br />
de huidige boerderij gesitueerd. Dit berust op een<br />
fout omdat hierdoor het aangezicht van de<br />
beeldbepalende boerderij kan worden aangetast.<br />
Verzoeken om dit bouwvlak achter de boerderij te<br />
situeren (tot aan de paardenbak)<br />
18.2 Verzoek om in het bestemmingsplan enige<br />
uitbreidingsruimte op te nemen voor de<br />
supermarkt, conform de bijgeleverde<br />
situatieschets.<br />
24<br />
objecten wel worden aangeduid.<br />
Bij de inventarisatie en selectie van de objecten op de lijst<br />
karakteristieke agrarische bebouwing is uitgegaan van<br />
agrarische bebouwing op percelen waar nog geen<br />
bescherming van uitgaat. Op deze percelen is het<br />
hoofdgebouw (de boerderij) in de eerste plaats leidend<br />
geweest voor de selectie. Daarnaast zijn in bepaalde<br />
gevallen complexonderdelen als kapschuren, stookhutten<br />
en erfkenmerken medebepalend geweest voor opname op<br />
de lijst. De houtstek op het Hubo-terrein behoort tot een<br />
pand dat als rijksmonument is geregistreerd. Daarnaast<br />
voorziet de bestemmingsregeling van het beschermd<br />
dorpsgezicht in een regeling die aansluit bij het huidige<br />
gebruik en voorkomen van de schuur.<br />
De functieaanduiding voor de boerderij (ga) geeft aan dat in<br />
dat gebied garages mogen worden opgericht. Indiener<br />
merkt terecht op dat dit hier niet aan de orde is, en dit ten<br />
koste zal gaan van de karakteristieke uitstraling van de<br />
boerderij. De aanduiding wordt van de plankaart verwijderd<br />
en vervangen door de correcte aanduiding (- sba-bo),<br />
waarmee wordt aangeduid dat er geen bouwwerken mogen<br />
worden opgericht.<br />
Bijgebouwen mogen conform de regels voor Wonen-VAB<br />
gebouwd worden. Deze kunnen dus ook gebouwd worden<br />
achter de boerderij.<br />
De voorgestelde uitbreidingsruimte voor de supermarkt is te<br />
groot om in dit bestemmingsplan mee te nemen. In het<br />
bestemmingsplan <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> is het huidige<br />
gebruik inbestemd en zijn bestaande<br />
uitbreidingsmogelijkheden zoveel mogelijk overgenomen.<br />
De gewenste uitbreidingsruimte was niet mogelijk in het<br />
oude bestemmingsplan ‘<strong>Schildwolde</strong> Kern’.<br />
Omdat het om een forse uitbreiding gaat, met een grote<br />
ruimtelijke impact, gaat het te ver om dat in dit<br />
bestemmingsplan mee te nemen.<br />
Indien de indiener uitbreidingsplannen heeft, zullen deze in<br />
Geen wijziging<br />
Aanduiding (ga) ter plaatse<br />
van het perceel (Hoofdweg<br />
93) van de plankaart<br />
verwijderd en vervangen door<br />
de aanduiding (-sba-bo)<br />
Geen wijziging
19 Perceel Hoofdweg 58, <strong>Slochteren</strong><br />
Verzoek om de voorgestelde bestemming op een<br />
aantal punten aan te passen:<br />
19.1 De grens van het plan 70 meter opschuiven zodat<br />
het hele bouwperceel binnen de grenzen van het<br />
bestemmingsplan <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> valt.<br />
19.2 Uitbreiden gebruiks- en bouwmogelijkheden<br />
volgens ingediend plan, waarbij uitgegaan wordt<br />
van een combinatie akkerbouwbedrijf en<br />
gebruiksgerichte paardenhouderij,<br />
25<br />
een apart traject in behandeling worden genomen en<br />
beoordeeld. Eventueel kan hiervoor een partiële herziening<br />
worden opgesteld.<br />
Alle bestaande bebouwing op het bouwperceel maakt<br />
onderdeel uit van het bestemmingsplan <strong>Slochteren</strong>-<br />
<strong>Schildwolde</strong>. Bij het vastleggen van de plangrenzen is<br />
aangesloten bij bestaande ruimtelijke structuren en rekening<br />
gehouden met bestaande planologische mogelijkheden.<br />
Eventuele aanpassing van de plangrenzen zal niet leiden tot<br />
een verruiming van de bebouwings- en<br />
gebruiksmogelijkheden van het perceel.<br />
Het ingediende plan gaat uit van een toevoeging van een<br />
paardenhouderij, inclusief pensionstalling naast het<br />
bestaande agrarische bedrijf. De bebouwing wordt geplaatst<br />
binnen een bouwvlak van 1 hectare. Het grootste deel van<br />
de bebouwing wordt ten zuidwesten van de bestaande<br />
schuur geplaatst.<br />
De agrarische bedrijven in het lint zijn in het nieuwe<br />
bestemmingsplan ingepast en indien mogelijk hebben de<br />
bedrijven een beperkte uitbreidingsruimte gekregen. In het<br />
dorpslint worden geen agrarische bouwvlakken groter dan 1<br />
hectare toegekend. De bestemmingsplanregels gaan uit van<br />
één agrarisch bedrijf per agrarisch bouwperceel.<br />
Het ingediende plan is te grootschalig voor de betreffende<br />
locatie. Dit komt met name naar voren doordat de<br />
paardenhouderij naast de agrarische tak ook een<br />
volwaardige bedrijfsomvang kent. Hierdoor ontstaan twee<br />
bedrijven op één agrarisch bedrijfsperceel. Dit is niet<br />
passend binnen het geldende beleid. Dat geeft aan dat het<br />
mogelijk is een nevenactiviteit te ontplooien bij een<br />
agrarisch bedrijf, mits deze ondergeschikt blijft aan de<br />
Geen wijziging<br />
Wijziging plankaart,<br />
toevoeging aanduiding<br />
‘paardenhouderij’ en<br />
specifieke bouwaanduiding,<br />
waar ter plaatse bouwwerken<br />
geen gebouwen zijnde<br />
kunnen worden geplaatst.<br />
Wijziging planregels,<br />
toevoeging aanduiding<br />
‘paardenhouderij’ en<br />
aanvulling op de<br />
begripsbepalingen<br />
(Agrarische nevenactiviteit).
19.3 Tijdelijk parkeerterrein<br />
Mogelijkheid om de cultuurgronden aan de<br />
Hoofdweg (tussen Fraeylemaborg en Hoofdweg<br />
34) als natuurlijk parkeerterrein in te richten (als<br />
overloopterrein bij evenementen).<br />
20 Perceel Noorderweg 31, <strong>Slochteren</strong><br />
20.1 Verzoek om de voorgestelde bestemming ‘Wonen-<br />
VAB’ te wijzigen in ‘Gemengd-VAB’, omdat op het<br />
perceel al vijf jaar opslag plaatsvindt van<br />
26<br />
hoofdactiviteit, zowel ruimtelijk, functioneel als economisch.<br />
Bij het ingediende plan is de paardenhouderij niet<br />
ondergeschikt aan het akkerbouwbedrijf. Het plan gaat uit<br />
van een groter oppervlak voor de paardenhouderij dan voor<br />
het akkerbouwbedrijf. Ook economisch gezien kan de<br />
paardenhouderij aangemerkt worden als een volwaardig<br />
bedrijf. Hierdoor wijkt het plan af van het vigerende beleid<br />
en is het niet gewenst de ontwikkeling in dit<br />
bestemmingsplan mee te nemen.<br />
Er is op deze locatie geen zwaarwegende reden om af te<br />
wijken van het beleid en een dubbele bedrijfsbestemming<br />
mogelijk te maken op het agrarische bedrijfsperceel.<br />
Op dit moment maakt een ondergeschikte paardenhouderij<br />
al deel uit van het bedrijf. Om deze nevenactiviteit voort te<br />
kunnen zetten, en eventueel (minimaal) uit te kunnen<br />
breiden wordt 500 m2 aan gebouwen en overkappingen<br />
voor een bijzondere paardenhouderij toegestaan. Hiermee<br />
wordt meer ruimte gegeven dan de standaard 200 m2 voor<br />
nevenactiviteiten. Daarnaast is het met deze aanpassing<br />
van het bestemmingsplan mogelijk nieuwbouw te plegen ten<br />
behoeve van het agrarische bedrijf.<br />
De gronden naast het parkeerterrein van de Fraeylemaborg<br />
hebben nu een agrarische bestemming. Gebruik als<br />
parkeerterrein is binnen deze bestemming niet mogelijk.<br />
Indien er evenementen worden georganiseerd, worden er<br />
borden geplaatst naar alternatieve parkeerplaatsen bij de<br />
Slochterhaven en het gemeentehuis. Daarnaast is er<br />
parkeergelegenheid langs ’t Padje welke als buffer<br />
functioneert. Wij zien dan ook geen reden het<br />
bestemmingsplan op dit punt aan te passen.<br />
Volgens artikel 37.4.2 lid a van de regels is opslag van<br />
goederen verboden tenzij de opslag plaats vindt binnen de<br />
bestaande bebouwing. Dat is hier het geval. Dit betekent dat<br />
Geen wijziging<br />
Geen wijziging
ouwmateriaal en bouwgereedschap. het huidige gebruik mogelijk is binnen de bestemming<br />
Wonen-VAB.<br />
20.2 Mogelijkheid om twee bestaande garages te<br />
vervangen door een nieuw bijgebouw (van 240<br />
m²). Op de kaart is niet duidelijk waar het<br />
bouwvlak ligt. I.v.m. situering nieuw bijgebouw wil<br />
inspreker hier meer duidelijkheid over.<br />
21 Waterschap Hunze en Aa’s<br />
De vooroverlegreactie richt zich op de volgende<br />
aspecten:<br />
21.1 Aspect uit het beleidsplan (Water van <strong>Slochteren</strong>)<br />
dat cultuurhistorische en recreatieve waarden in<br />
relatie met water versterkt worden komt niet terug<br />
in paragraaf 4.6.3.<br />
21.2 Terminologie aanpassen in par. 4.6.3:<br />
Slochterdiep als ‘boezemkanaal’ aanmerken en<br />
‘schouwstrook’ vervangen door ‘onderhoudspad’.<br />
21.3 Langs het Slochterbos ontbreekt bij een stuk<br />
hoofdwatergang de bestemming ‘Water’.<br />
21.4 Op het stuk Slochterdiep t.h.v. de voormalige<br />
gemeentewerf staat de bestemming ‘V-VB’<br />
aangeduid i.p.v. ‘WA”.<br />
27<br />
Het bouwvlak ligt om de bestaande karakteristieke<br />
bebouwing heen. Binnen dit bouwvlak is een hoofdgebouw<br />
toegestaan. Tot 25 meter buiten het bouwvlak zijn ook<br />
bijgebouwen toegestaan. Het oppervlak van de<br />
bijgebouwen is afhankelijk van de kavelgrootte. Betreffend<br />
perceel heeft een oppervlakte van ca 4500 m2. Dit dat 100<br />
m2 bijgebouwen gebouwd worden. Een nieuw bijgebouw<br />
van 240 m2 is derhalve niet mogelijk.<br />
Het bestemmingsplan is een actualisatieplan waarbij de<br />
bestaande situatie zoveel mogelijk als uitgangspunt wordt<br />
genomen. De bestemming ‘Water’ voorziet daarbij in een<br />
bestemmingsregeling voor bestaande watergangen, waarbij<br />
ook rekening wordt gehouden met (extensief) recreatief<br />
gebruik van het water. Behoud en bescherming van<br />
cultuurhistorische structuren en elementen heeft een grote<br />
rol in de regels voor het beschermd dorpsgezicht en in<br />
verschillende (bestemmings)regels in het buitengebied.<br />
Geen wijziging<br />
Geen wijziging<br />
Geen wijziging<br />
De tekst zal op dit punt worden aangepast. De toelichting is aangepast<br />
op dit punt<br />
De bestemming ‘Water’ wordt toegepast op dit stukje<br />
hoofdwatergang.<br />
De uit te werken bestemming ‘Woongebied’ is bewust iets<br />
ruimer gelegd om bij de nadere uitwerking flexibiliteit te<br />
houden ten aanzien van de inrichting van de oeverzone.<br />
Omdat de herinrichting van het voormalige werfterrein pas<br />
bij het uitwerkingsplan definitief wordt vastgelegd bevat de<br />
bestemming ‘Woongebied – uit te werken’ een ruime<br />
doeleindenomschrijving. Water is hier ook bij inbegrepen.<br />
Bovendien zal de nieuwe bebouwing ook moeten voldoen<br />
aan de watertoets, waarbij compenserende maatregelen<br />
De verbeelding is op dit punt<br />
aangepast<br />
Geen wijziging
22 Gasunie<br />
Geen opmerkingen<br />
23 Provincie Groningen<br />
De vooroverlegreactie richt zich op de volgende<br />
aspecten:<br />
23.1 Externe veiligheid<br />
Berekening en verantwoording groepsrisico<br />
opnemen i.v.m. transport gevaarlijke stoffen N387,<br />
ook rekening met bouw van 10 woningen die via<br />
mogelijk wordt gemaakt binnen invloedsgebied<br />
N387.<br />
Groepsrisicoverantwoording LPG tankstations.<br />
23.2 Woningbouw<br />
Motivering dat de bouw van 10 woningen via<br />
uitwerkingsregeling past binnen nieuwbouwruimte.<br />
28<br />
worden getroffen bij een toename van het bebouwd<br />
oppervlak<br />
Naar aa<strong>nl</strong>eiding van het advies van de Regionale<br />
Brandweer (zie inspraakreactie 3) is het groepsrisico<br />
berekend. De uitkomst van de berekening laat zien dat het<br />
groepsrisico zeer laag is. De hoogte van het groepsrisico ligt<br />
meer dan een factor 100 onder de oriëntatiewaarde. De<br />
hoogte van het groepsrisico is geen aa<strong>nl</strong>eiding om nadere<br />
maatregelen uit te werken om het groepsrisico verder te<br />
beperken. Het groepsrisico wordt acceptabel geacht,<br />
De toevoeging van 10 woningen is van een dusdanige<br />
kleine omvang dat dit vrijwel geen effect zal hebben op de<br />
uitkomsten van de berekening.<br />
Door het Steunpunt Externe Veiligheid is inmiddels een<br />
risicoanalyse gedaan voor de LPG stations.<br />
Gezien het beperkt aantal verblijvende personen in het<br />
invloedsgebied van de risicovolle inrichtingen (de 2 LPG<br />
tankstations) en de transportroutes van gevaarlijke stoffen<br />
wordt het groepsrisico aanvaardbaar geacht. Het<br />
bestemmingsplan gaat grotendeels uit van het bestemmen<br />
van de feitelijke situatie, waarbij geen stijging van het<br />
groepsrisico te verwachten is. Daarnaast neemt het aantal<br />
verblijvende personen in het invloedsgebied niet significant<br />
toe ten gevolge van de vaststelling van dit<br />
bestemmingsplan.<br />
De 10 woningen die mogelijk worden gemaakt in de<br />
uitwerkingsregeling passen in de afspraken die gemaakt zijn<br />
over de nieuwbouwruimte voor de periode tot 2019, die zijn<br />
opgenomen in het gemeentelijk Woonplan.<br />
Geen wijziging<br />
Paragraaf 4.3.5. in de<br />
toelichting is aangepast.<br />
Geen wijziging
23.3 Vrijkomende en vrijgekomen agrarische<br />
bebouwing<br />
Verzoek om een ontheffing van<br />
omgevingsverordening aan te vragen t.b.v.<br />
hergebruik VAB’s.<br />
BT Perceel Hoofdweg 241, <strong>Slochteren</strong><br />
Verzoek om mogelijkheid van bouw van een<br />
woning op het perceel naast Hoofdweg 241 in het<br />
plan te laten.<br />
29<br />
Verzoek voor ontheffing is aangevraagd bij GS, voor alle<br />
aankomende nieuwe bestemmingsplannen waarin deze<br />
regeling is opgenomen.<br />
Bij het opstellen van het bestemmingsplan zijn<br />
bouwmogelijkheden, die de laatste jaren niet benut zijn,<br />
wegbestemd. Over het algemeen zijn deze niet gebruikte<br />
bouwmogelijkheden geen reële, of gewenste<br />
bouwmogelijkheden gezien de ligging, eigendomssituatie of<br />
afmetingen.<br />
Door de bouwmogelijkheden weg te bestemmen komen er<br />
contingenten vrij, waardoor op andere plaatsen weer<br />
gebouwd zou kunnen worden.<br />
Het betreffende perceel maakt onderdeel uit van de<br />
lintbebouwing. Een woning op deze plaats voegt zich in de<br />
aanwezige lintbebouwing en voegt zich op die manier in de<br />
bebouwingstructuur.<br />
Voor dit geval geldt dat het wegbestemmen van de woning<br />
geen ruimtelijke meerwaarde heeft. Ook wat betreft de<br />
contingenten is het mogelijk, deze (reële) bouwmogelijkheid<br />
te behouden.<br />
Naar aa<strong>nl</strong>eiding van de inspraakreactie is besloten de<br />
bouwmogelijkheid op het perceel naast Hoofdweg 241 te<br />
handhaven.<br />
Geen wijziging<br />
Naast Hoofdweg 241<br />
(voormaling nr 239) wordt<br />
een bouwvlak toegevoegd,<br />
binnen de bestemming<br />
Wonen-1A
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
111
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
112
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
Bijlage 2 Aanwijzingsbesluit beschermd dorpsgezicht <strong>Slochteren</strong><br />
113
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
114
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
129
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
130
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
Bijlage 3 Kaart beschermd dorpsgezicht <strong>Slochteren</strong><br />
131
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
132
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
135
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
136
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
Bijlage 4 Vooroverleg brandweer<br />
137
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
138
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
145
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
146
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
Bijlage 5 Vooroverleg Gasunie<br />
147
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
148
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
151
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
152
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
Bijlage 6 Vooroverleg NAM<br />
153
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
154
Met vriendelijke groet,<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
Janny Teunissen<br />
Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V.<br />
Correspondentieadres: Postbus 28000, 9400 HH Assen<br />
Kantoor: Schepersmaat 2, 94<strong>05</strong> TA Assen<br />
<strong>05</strong>92 - 36 32 20 Fax <strong>05</strong>92 - 364<strong>05</strong>2 J.Teunissen@shell.com<br />
Statutaire vestiging Den Haag - Handelsregister no. 04008869<br />
Internet: http://www.nam.<strong>nl</strong><br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
Geachte heer, mevrouw,<br />
Ten behoeve van het vooroverleg als bedoeld in artikel 3.1.1 van het Besluit<br />
ruimtelijke ordening (Bro) stellen wij u in de gelegenheid te reageren op het<br />
voorontwerp bestemmingsplan "<strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong>". In verband met de<br />
vervolgprocedure verzoeken wij uw reactie te geven voor 12 mei 2011. Indien wij<br />
vóór deze datum geen vooroverlegreactie van u hebben ontvangen, verwachten wij<br />
dat u geen reacties heeft op de inhoud van het voorontwerp bestemmingsplan.<br />
De bronbestanden zijn beschikbaar via: http://vooroverleg.slochteren.<strong>nl</strong><br />
/NL.IMRO.0040.00018-21vo.slo, onder de volgende naam: Voorontwerp<br />
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> NL.IMRO.0040.00018-21vo.slo<br />
Voor de i<strong>nl</strong>oggegevens verwijzen wij u naar de brief d.d. 4 maart 2010 met als<br />
kenmerk 2010/922/IR/RE.<br />
NB. Bij het opslaan van het bestand dient u de extensie '.slo' te vervangen door
'.zip'.<br />
Het plan is vanaf 17 maart 2011 ook te raadplegen op de website www.slochteren.<strong>nl</strong><br />
onder Wonen > Ruimtelijke Ordening > <strong>Bestemmingsplan</strong>nen.<br />
Wij verzoeken uw reactie te richten aan het College van burgemeester en<br />
wethouders van <strong>Slochteren</strong>, Postbus 13, 9620 AA <strong>Slochteren</strong>, onder vermelding van<br />
NL.IMRO.0040.00018-21vo.<br />
Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.<br />
Met vriendelijke groet,<br />
Bas Hollander<br />
gemeente <strong>Slochteren</strong><br />
medewerker Ruimtelijke ordening<br />
actualisering bestemmingsplannen<br />
tel. <strong>05</strong>98-425743
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
157
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
158
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
Bijlage 7 Vooroverleg provincie<br />
159
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
160
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
163
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
164
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
Bijlage 8 Vooroverleg Tennet<br />
165
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
166
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
169
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
170
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
Bijlage 9 Vooroverleg VROM inspectie<br />
171
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
172
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
179
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
180
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
Bijlage 10 Vooroverleg waterschap<br />
181
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
182
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
185
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
186
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
Bijlage 11 Nota Zienswijze, Commentaar en Wijziging<br />
11.1 I<strong>nl</strong>eiding<br />
Het ontwerpbestemmingsplan <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> heeft overeenkomstig afdeling<br />
3.4 van de Algemene wet bestuursrecht gedurende zes weken ter inzage gelegen,<br />
namelijk van 30 november 2011 tot en met 11 januari 2012. Er zijn tijdens deze<br />
periode 12 zienswijzen ingediend.<br />
Dit document geeft weer welke zienswijzen zijn ingediend op het ontwerp<br />
bestemmingsplan, hoe deze door het gemeentebestuur zijn beoordeeld en<br />
beantwoord en welke wijzigingen ambtshalve ten opzichte van het ontwerp zijn<br />
aangebracht.<br />
Deze nota wordt als onderdeel van de besluitvorming van het bestemmingsplan op<br />
internet gepubliceerd. In verband met de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp)<br />
zijn de zienswijzen daarom geanonimiseerd. Omdat het Besluit ruimtelijke ordening<br />
niet expliciet verplicht tot het elektronisch beschikbaar stellen van persoonsgegevens,<br />
is de Wbp van kracht bij de elektronische beschikbaarstelling van bestemmingsplannen<br />
op internet. Dit betekent dat inspraakreacties, zienswijzen e.d. niet elektronisch<br />
beschikbaar gesteld mogen worden indien deze NAW gegevens (naam, adres,<br />
woonplaats) bevatten of andere persoonsgegevens die vallen onder de Wbp. De<br />
werking van de Wbp strekt zich niet uit tot gegevens omtrent ondernemingen, die<br />
behoren tot een rechtspersoon. Deze namen zijn daarom niet geanonimiseerd. Dit<br />
geldt ook voor personen die beroepsmatig betrokken zijn bij de procedure (namen van<br />
advocaten, gemachtigden e.d.).<br />
Indien het noodzakelijk is ten behoeve van de uitvoering van een publieke taak, is het<br />
wel toegestaan om persoonsgegevens elektronisch beschikbaar te stellen. Dit heeft<br />
tot gevolg dat NAW gegevens met betrekking tot persoonsgebonden overgangsrecht<br />
wél in een bestemmingsplan mogen worden genoemd en elektronisch beschikbaar<br />
zijn.<br />
Omdat deze nota Zienswijze Commentaar en wijziging elektronisch beschikbaar wordt<br />
gesteld, zijn de zienswijzen gerubriceerd op nummer, zodat de inhoud van de nota<br />
geen NAW gegevens van natuurlijke personen bevat. Om te kunnen herleiden wie<br />
welke zienswijze heeft ingediend is er een los overzicht indieners zienswijzen<br />
opgesteld. Dit overzicht wordt niet elektronisch beschikbaar gesteld.<br />
11.2 Overzicht indieners zienswijzen<br />
Zie los document Overzicht indieners zienswijzen.<br />
11.3 Zienswijze, commentaar en wijziging<br />
1. Percelen De Holterij 15 en 17, <strong>Schildwolde</strong><br />
1.1 In het ontwerp bestemmingsplan is ten onrechte de bouwmogelijkheid<br />
van 1 woning wegbestemd. Verzoek om het bestemmingplan aan te<br />
passen en in het bouwvlak 8 i.p.v. 7 woningen toe te staan.<br />
Commentaar In het ontwerp bestemmingsplan is bij het aantal woningen dat is<br />
toegestaan aan de Holterij uitgegaan van de feitelijke situatie (het<br />
aantal woningen dat aanwezig is). Hierdoor is ten onrechte een<br />
bouwmogelijkheid komen te vervallen. In het vast te stellen plan zal het<br />
aantal woningen dat is toegestaan worden aangepast.<br />
Wijziging Aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' in het bouwvlak wordt<br />
aangepast naar 8.<br />
1.2 Verzoek om de stalling van boten en caravans en hiermee gelijk te<br />
scharen voertuigen (zoals opgenomen in de gebruiksregels bij de<br />
bestemming Wonen) alleen toe te staan achter de vanaf de weg<br />
gekeerde bouwgrens.<br />
187
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
Commentaar Het toestaan van de stalling van één boot of caravan bij een woning is<br />
ter verduidelijking in het bestemmingsplan opgenomen. De stalling van<br />
deze voertuigen vindt veelal plaats op (een deel van) de oprit. Het<br />
geheel uitsluiten van stalling op het voorerf beperkt de<br />
stallingsmogelijkheden sterk. Daarnaast zijn eventuele bouwwerken ten<br />
behoeve van het stallen, zoals overkappingen, niet toegestaan voor de<br />
voorgevel van de woning zodat de impact dan ook gering is. Het verbod<br />
op de opslag van geheel aan hun gebruik onttrokken voer- of<br />
vaartuigen op het hele perceel blijft daarnaast geheel bestaan.<br />
Wijziging Geen wijziging.<br />
2. Percelen Hoofdweg 54 en 56, <strong>Slochteren</strong><br />
2.1 Verzoek om het bouwvlak voor het plaatsen van een woning op het<br />
(voormalige) perceel Hoofdweg 54 te behouden.<br />
Commentaar In het (voor)ontwerp bestemmingsplan is er voor gekozen het bouwvlak<br />
van de in 2007 gesloopte woning niet op te nemen. Dit past in het<br />
uitgangspunt om te bestemmen conform de huidige situatie. Daarnaast<br />
is er direct na de sloop geen plan voor vervangende nieuwbouw<br />
ingediend, waar in het nieuwe bestemmingsplan rekening mee kan<br />
worden gehouden.<br />
In het vigerende bestemmingsplan heeft de bestaande woning met<br />
bijbehorende schuur op het adres Hoofdweg 56 een<br />
bedrijfsbestemming, daarbij is ook een bedrijfswoning toegestaan. In<br />
het verleden functioneerde in feite de gesloopte woning (de voormalige<br />
beheerderswoning op Hoofdweg 54) als zodanig. De huidige woning op<br />
nr. 56 werd op dat moment nog als kantoor van gemeentewerken<br />
gebruikt en is pas na verplaatsing van gemeentewerken in gebruik<br />
genomen als woning.<br />
De percelen Hoofdweg 54 en 56 worden nu uitsluitend voor<br />
woondoeleinden gebruikt. Het voorliggende bestemmingsplan sluit<br />
hierbij aan door ook de bestaande woning te bestemmen voor 'Wonen'.<br />
In planologisch opzicht is het aantal reguliere woningen<br />
(niet-bedrijfswoningen) op het perceel daarmee gehandhaafd. Tenslotte<br />
stuit het handhaven van het bouwvlak van de gesloopte woning ook op<br />
ruimtelijke bezwaren vanwege de situering op het voorerf van de<br />
woning op Hoofdweg 56.<br />
Wijziging Geen wijziging<br />
3. Percelen Hoofdweg 3 en 5, <strong>Schildwolde</strong><br />
3.1 Verzoek om een gedeelte van het agrarisch perceel naast Hoofdweg 3<br />
toe te voegen aan het woonperceel (minimaal 7 meter) om een<br />
uitbreiding van de woning te kunnen realiseren. Daarbij wordt verklaard<br />
dat het resterende deel van het agrarisch perceel in overeenstemming<br />
met de gemeente wordt ingericht. De woning is aangekocht om te<br />
functioneren als (vervangende) bedrijfswoning bij het garagebedrijf op<br />
Hoofdweg 5 in <strong>Schildwolde</strong>. De bestaande bedrijfswoning zal worden<br />
afgebroken.<br />
Commentaar Het bestemmingsvlak van het perceel (Hoofdweg 3) voor 'Wonen -1A' is<br />
verbreed conform het verzoek, daarbij is ook de diepte van het<br />
bouwvlak verruimd tot 25 meter en de plangrens aangepast.<br />
Voor het resterende deel van het agrarisch perceel wordt vastgehouden<br />
aan een agrarische bestemming (in het bestemmingsplan Buitengebied).<br />
In overleg met de aanvrager worden er daarbij afspraken gemaakt over<br />
de landschappelijke inrichting van het resterende (agrarisch) perceel.<br />
Tenslotte wordt de bestemming van het laantje tussen Hoofdweg 3 en 5<br />
gewijzigd van 'Groen' naar 'Groen - Landschappelijke waarden' ter<br />
borging van het waardevolle doorzicht vanaf de Hoofdweg richting de<br />
Geertsemaheerd.<br />
188
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
Wijziging Aanpassing plangrens, bestemmingsvlak en bouwvlak van perceel<br />
Hoofdweg 3, <strong>Schildwolde</strong>.<br />
Aanpassing bestemming (Groen - Landschappelijke waarden) van het<br />
laantje tussen Hoofdweg 3 en 5, <strong>Schildwolde</strong>.<br />
4. Perceel De Krimpen 3, <strong>Slochteren</strong><br />
4.1 De voorgestelde bestemming 'Groen' sluit niet aan bij het het huidige<br />
gebruik van het perceel, dat als erf is ingericht;<br />
Er is in het recente verleden ook een inritvergunning af gegeven door<br />
de gemeente om een ontsluiting te realiseren aan de achterzijde van<br />
het woonperceel na aankoop van het snippergroen;<br />
Er is er sprake van een ongelijke situatie omdat bij het merendeel van<br />
de verkochte percelen voormalig snippergroen aan de Krimpen en de<br />
Vijzel de bestemming in het ontwerpbestemmingsplan wel gewijzigd is<br />
naar 'wonen';<br />
Bij een eventuele verkoop van het woonperceel moeten de betreffende<br />
gronden ook als tuin kunnen worden verkocht. Dit is nu niet<br />
gewaarborgd met de bestemming 'groen';<br />
Een eventuele beperking ten aanzien van bouwen van gebouwen<br />
opnemen op de voormalige bospercelen is een mogelijkheid, dit sluit ook<br />
aan bij de voorwaarden die de gemeente heeft gesteld bij de<br />
overdracht (bouwen op voormalige snippergroen is niet toegestaan).<br />
Tenslotte de mogelijkheid behouden om kleinschalige bouwwerken als<br />
een kas of dierenverblijf voor kippen/konijnen te bouwen. Dit zijn<br />
logische bouwsels die bij gebruik tuin horen (meer dan dat wordt er niet<br />
gebouwd).<br />
Commentaar Ook aan in het verleden verkochte percelen 'snippergroen' wordt<br />
vastgehouden aan de bestemming 'Groen'. De betreffende percelen<br />
mogen als tuin worden gebruikt. Gebouwen en overkappingen zijn<br />
binnen deze bestemming niet toegestaan. Dit sluit aan bij de<br />
voorwaarden waaronder de percelen zijn verkocht. In de toelichting en<br />
regels van het bestemmingsplan wordt toegevoegd dat het gebruik van<br />
deze gronden als tuin is toegestaan. Om na te gaan welke<br />
mogelijkheden er zijn om (vergunningvrij) te bouwen op deze percelen<br />
kan naast het bestemmingsplan het omgevingsloket worden<br />
geraadpleegd: https://www.omgevingsloket.<strong>nl</strong>/.<br />
Wijziging Aan de bestemming 'Groen' wordt onder 'Toegestaan gebruik'<br />
toegevoegd: Gebruik van de gronden als tuin met dien verstande dat er<br />
geen gebouwen en overkappingen zijn toegestaan en de gronden<br />
behoren bij een direct aangrenzend perceel waar wonen is toegestaan.<br />
Daarnaast worden percelen die in het ontwerp voor 'Wonen' waren<br />
bestemd in de vastgestelde versie alsnog voor 'Groen' bestemd, zodat<br />
er rechtsgelijkheid ontstaat.<br />
5 Perceel Hoofdweg 58, <strong>Slochteren</strong><br />
189<br />
5.1 Het ontwerpbestemmingsplan biedt onvoldoende mogelijkheden om de<br />
gewenste ontwikkeling van de maatschap mogelijk te maken, het<br />
bouwvlak en de max. bebouwingsoppervlakte zijn hiervoor te klein;
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
Commentaar In de aa<strong>nl</strong>oop naar het ontwerp bestemmingsplan<br />
<strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> heeft de maatschap een aantal onderbouwingen<br />
aangeleverd voor een uitbreiding van het bedrijf met een pensionstal en<br />
een werktuigbering. Nadat de eerste versie, zoals ingediend op 4<br />
augustus 2011 (kenmerk 2011004146), ambtelijk is besproken met<br />
aanvrager en is afgewezen, heeft maatschap de gelegenheid gekregen<br />
om een aangepaste onderbouwing aan te leveren. Dit aangepaste plan<br />
is digitaal aangeleverd op 4 oktober. Nadat dit plan samen met de<br />
maatschap is besproken is op 17 oktober 2011 (kenmerk 20110<strong>05</strong>322)<br />
wederom een aangepast plan ingediend. Dit plan gaat uit van een<br />
kleinere bedrijfsomvang en is in deze vorm ook als bijlage bij de<br />
zienswijze op 10 januari 2012 (kenmerk 2012000142) gevoegd. Ook dit<br />
plan is te grootschalig voor de betreffende locatie. Met name de<br />
niet-agrarische activiteiten dragen bij aan het overschrijden van de<br />
ontwikkelingsmogelijkheden. Op grond van het bestemmingsplan dient<br />
de agrarische nevenactiviteit ondergeschikt te blijven aan de<br />
hoofdactiviteit op het bedrijf, zowel in ruimtelijk, functioneel als<br />
economisch opzicht. Ook in het aangepaste plan (zoals ingediend op 17<br />
oktober 2011 en als bijlage bij de zienswijze) is de paardenhouderij niet<br />
ondergeschikt aan het akkerbouwbedrijf. Het plan gaat uit van een<br />
groter oppervlak voor de paardenhouderij dan voor het<br />
akkerbouwbedrijf. Ook economisch gezien kan de paardenhouderij<br />
aangemerkt worden als een volwaardig bedrijf, er wordt namelijk een<br />
omvang gegenereert die voorziet in 1,5 volwaardige arbeidskracht.<br />
Hierdoor wijkt het plan af van het vigerende beleid en is het niet<br />
gewenst de ontwikkeling in dit bestemmingsplan mee te nemen.<br />
Vanwege de ligging van het bedrijf in het lint, op korte afstand van<br />
woningen, is het niet mogelijk om in het bestemmingsplan dezelfde<br />
ontwikkelingsmogelijkheden te bieden als bij een agrarisch bedrijf in het<br />
buitengebied. Passend bij de ruimtelijke mogelijkheden in het lint is er<br />
in de regels een afwijkingsregeling opgenomen om een deel van de<br />
bebouwing (500 m²) ten hoogste 10 meter buiten het bouwvlak te<br />
realiseren. Deze (afwijkings)regels worden ook toegepast bij andere<br />
agrarische bedrijven die zijn gevestigd in kernen.<br />
5.2 De bebouwing die wordt toegestaan in de zogenaamde 'interimstrook'<br />
leidt tot een vermindering van de ruimtelijke kwaliteit (doorkijk<br />
landschap) en zal tot problemen leiden bij het verkrijgen van positief<br />
advies op een bouwplan door de welstandscommissie;<br />
Commentaar In de huidige situatie is er amper sprake van een doorzicht. Wij zien<br />
dan ook geen redenen om op het betreffende gedeelte van het<br />
bouwperceel beperkingen op te leggen om te bouwen. Hoewel in het<br />
verleden door de provincie goedkeuring is onthouden aan het<br />
betreffende gedeelte van de bestemming, heeft de provincie in<br />
vooroverleg over dit plan echter geen reden gezien om opmerkingen te<br />
maken over de situering van het bouwvlak. Daarnaast ligt de strook in<br />
het gemeentelijke stedelijk gebied en niet in het buitengebied,<br />
waardoor de gemeente het bevoegd gezag is. Indien<br />
welstandscommissie Libau in haar advies aangeeft dat de strook met<br />
een breedte van ongeveer 14 meter als zichtlijn behouden moet blijven,<br />
biedt in theorie de Wabo (artikel 2.10 lid 1 onder sub d) aan het<br />
bevoegd gezag de mogelijkheid te bekijken of sprake is van zodanig<br />
zwaarwegende redenen dat afwijken hiervan in redelijkheid mogelijk is.<br />
De verwachting is echter dat bij eventuele nieuwbouw binnen dit deel<br />
van het bouwvlak met het huidige welstandsbeleid de ruimtelijke<br />
kwaliteit ter plaatse voldoende kan worden geborgd.<br />
190<br />
5.3 Het ontwerpbestemmingsplan doet geen recht aan het proces van jaren<br />
van overleg tussen de maatschap en de gemeente en de hierbij<br />
uitgesproken toezegging in het overleg van 10 januari 2011 en gewekte<br />
verwachtingen door bestuur en ambtelijk apparaat.
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
Commentaar In het voortraject heeft er uitvoerig overleg plaatsgevonden tussen<br />
gemeente en de maatschap.<br />
Al in het overleg op 10 januari 2011 is door de gemeente aangegeven<br />
dat de uitbreidingsmogelijkheden op de bestaande locatie aan de<br />
Hoofdweg beperkt zijn en slechts in gereduceerde omvang een kans<br />
van slagen maken. Het toevoegen van de 'interimstrook', het deel van<br />
het bouwvlak naast de boerderij waar in verleden goedkeuring aan<br />
onthouden is (zie commentaar onder 5.2), zou hier ook gedeeltelijk in<br />
kunnen voorzien. Er is in dit overleg ook gewezen op de<br />
belangenafweging die moet worden gemaakt indien er gebouwd wordt<br />
achter de naastgelegen percelen Hoofdweg 60 t/m 64 en het feit dat<br />
het oprichten van bebouwing, die zich uitstrekt over een aanzie<strong>nl</strong>ijk deel<br />
van deze gronden, niet past binnen het beleid.<br />
Na dit overleg is de maatschap nog een aantal keren gelegenheid<br />
geboden om de uitbreidingsplannen te laten passen binnen het<br />
gestelde beleidskader (zie ook het commentaar onder 5.1). Daarbij is<br />
ook gewezen op de ruimtelijke beperkingen die uitgaan van een<br />
uitbreiding van het bedrijf op deze plaats met niet-agrarische<br />
activiteiten. Dit standpunt is ook schriftelijk medegedeeld (brief<br />
verzonden op 24 november 2011), na het bestuurlijk overleg over het<br />
plan zoals ingediend op 17 oktober 2011. In deze brief zijn door ons de<br />
uitgangspunten voor bedrijfsuitbreiding beschreven. Wij delen niet de<br />
mening dat de verwachting is gewekt dat het plan, zoals opgenomen in<br />
de bijlage bij de zienswijze, direct inpasbaar zou zijn in het voorliggende<br />
bestemmingsplan. Er is namelijk niet aan alle uitgangspunten voldaan.<br />
Ook op basis van de correspondentie, die als bijlagen bij de zienswijze<br />
zijn ingediend, komen wij niet tot een andere conclusie.<br />
Inhoudelijke reactie op de Nota Inspraak en Overleg<br />
A Tijdens de procedure sinds 2006 is het plan op diverse punten<br />
ingehaald door de tijd (invoering Wet geurhinder, beleidsregels,<br />
aanpassing plannen etc.).<br />
Commentaar De ontwikkelingen die zich de afgelopen jaren hebben voltrokken op het<br />
gebied van wet- en regelgeving hebben bij de<br />
bestemmingsplanprocedure een beperkte invloed op de regels. Er is<br />
bijvoorbeeld afgeweken van de toegestane bebouwingsoppervlakte<br />
zoals opgenomen in de beleidsregels ten behoeve van een<br />
'ondergeschikte paardenhouderij' bij het agrarisch bedrijf. Ten aanzien<br />
van de milieuwetgeving kan worden opgemerkt dat de Wet geurhinder<br />
en veehouderij, die sinds 1 januari 2007 van kracht is, niet van<br />
toepassing is op het voorgenomen plan van de maatschap. Voor<br />
paardenhouderijen (tot 50 paarden) geldt sinds 6 december 2006 het<br />
Besluit Landbouw, waarbij getoetst wordt aan vaste afstanden. De<br />
milieuwetgeving voor deze categorie paardenhouderijen is daarmee<br />
verlicht omdat voor het houden van een dergelijk aantal paarden<br />
voorheen altijd een milieuvergunning nodig was.<br />
191<br />
B Vanaf januari 2011 is er bij de planvorming rekening gehouden met<br />
gewekte verwachtingen, waarbij rekening is gehouden met op- en<br />
aanmerkingen van de gemeente.<br />
Om de maximale oppervlakte van 1 ha zo goed mogelijk te kunnen<br />
indelen is, in overleg met de gemeente, de begrenzing van het<br />
gewenste bouwvlak dicht om de oorspronkelijke boerderij gelegd. Nu<br />
het verzoek niet is overgenomen bestaat er voor de maatschap geen<br />
noodzaak meer voor deze enge begrenzing.
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
Commentaar Een deel van het oorspronkelijke bouwvlak aan weerszijden van de<br />
boerderij is gecompenseerd aan de achterzijde van het bouwvlak,<br />
waardoor onder andere mogelijkheden ontstaan om een voorziening<br />
voor opslag van vaste mest te realiseren.<br />
Op de voorzijde van het perceel zijn de uitbreidingsmogelijkheden voor<br />
een inrichting met dieren, waaronder paarden, namelijk niet reëel,<br />
vanwege de korte afstanden tot woningen. Voor een verdere toelichting<br />
van dit punt, zie commentaar onder 5.3. Daarnaast is het mogelijk om<br />
op basis van de bij het commentaar van 5.1 genoemde<br />
afwijkingsregeling buiten het bouwvlak te bouwen.<br />
C1 Er wordt gesproken van 'doorbreking van historische zichtlijnen' vanaf<br />
het Slochterbos, in het eerste plan is hier rekening mee gehouden. Deze<br />
zichtlijn is niet historisch maar pas ontstaan na de ruilverkaveling.<br />
Commentaar Bij het bestemmen van de agrarische bouwpercelen wordt als<br />
uitgangspunt een diepte van het bouwvlak van ten hoogste 150 meter<br />
gehanteerd. Dit om de aansluiting bij de ruimtelijke structuur van het lint<br />
zoveel mogelijk te behouden en aantasting van het karakter ervan te<br />
voorkomen. Om nog een beperkte uitbreiding achter de bestaande<br />
landbouwschuur mogelijk te maken wordt er bij wijze van uitzondering<br />
op dit perceel een bouwvlak van 167 meter toegestaan. Niet valt te<br />
betwisten dat de ruilverkaveling in de jaren zeventig en tachtig, waarbij<br />
de smalle opstrekkende verkaveling grotendeels heeft plaatsgemaakt<br />
voor een meer blokvormige verkaveling, het gebied een ander aanzicht<br />
heeft gegeven. Door het verdwijnen van diverse landschapselementen,<br />
waaronder kavelpaden, heeft het landschap buiten het lint ook een<br />
meer open karakter gekregen. Dit wil niet zeggen dat er in het verleden,<br />
voor de ruilverkaveling, in het geheel geen zichtrelatie bestond parallel<br />
aan de Hoofdweg. Het huidige doorzicht dat aanwezig is tussen het<br />
landgoed en de kerk(toren) is een belangrijke kwaliteit binnen het<br />
wegdorpe<strong>nl</strong>andschap in deze streek. Dit landschapstype, met een sterk<br />
contrast tussen de beslotenheid van het groene dorpslint en het open<br />
buitengebied, is ook als zodanig genoemd in zowel het provinciaal als<br />
gemeentelijk ruimtelijk beleid. Uit cultuurhistorisch oogpunt is het dan<br />
ook van belang dat dergelijke zichtrelaties waar mogelijk behouden<br />
blijven.<br />
C2 De maatschap is bereid om voor eventuele planschade garant te staan.<br />
Commentaar Eventuele planschade die voortvloeit uit dit actualisatieplan, dat op<br />
initiatief van de gemeente wordt opgesteld, zal ook voor rekening van<br />
de gemeente zal zijn. Het is niet goed mogelijk om een<br />
planschadeverhaalsovereenkomst te sluiten met individuen voor nieuwe<br />
ontwikkelingen die zijn opgenomen in een groter actualisatieplan. Het<br />
maken van een goede planologische vergelijking is lastig omdat namelijk<br />
ook andere (gewijzigde) onderdelen in het bestemmingsplan dan in de<br />
afweging meegenomen moeten worden. Dit is dan ook een belangrijke<br />
reden om planschadeverhaalsovereenkomsten alleen te koppelen aan<br />
individuele procedures die op verzoek van aanvrager worden gevoerd.<br />
D Op het bedrijf worden al meer dan 10 jaar paarden gehouden. De<br />
huidige paardenhouderij voldoet niet aan de huidige wet- en<br />
regelgeving. Het plan beoogt de activiteit milieutechnisch en<br />
planologisch mogelijk te maken en de arbeidsomstandigheden, het<br />
dierenwelzijn en de faciliteiten te verbeteren.<br />
Commentaar Bij een verplaatsing van de huidige paardenhouderij naar een ander<br />
deel van het bouwperceel, om daarbij ook te voldoen aan huidige wet-<br />
en regelgeving, blijven de bouw- en regels (ook m.b.t. de toegestane<br />
gebruiksoppervlakte) van toepassing.<br />
192
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
E Bij de aangeleverde onderbouwingen (zoals ingediend op 4 augustus<br />
2011 en 17 oktober 2011) is voldaan aan de gestelde eisen<br />
(omschrijving van de activiteiten, berekening omvang, situatietekening<br />
etc.). Op verzoek van de gemeente is de rijhal verkleind en is er een<br />
aaneengesloten bouwblok getekend met een max. oppervlakte van 1<br />
ha. Het ontwerp bestemmingsplan kent geen ondergeschiktheid in<br />
oppervlakteomvang zoals de reactienota (Nota Inspraak en Overleg)<br />
suggereert.<br />
Commentaar Hoewel het ingediende plan tracht alle bebouwing binnen een bouwvlak<br />
van 1 hectare te situeren is er niet voldaan aan de uitgangspunten.<br />
De ondergeschiktheid in oppervlakteomvang voor de bijzondere<br />
paardenhouderij (niet-agrarische paardenhouderij) komt op<br />
verschillende manieren in het bestemmingsplan tot uiting. In de eerste<br />
plaats door de toegestane bebouwingsoppervlakte voor een bijzondere<br />
paardenhouderij als nevenactiviteit (500 m²). Daarnaast maakt de<br />
definitie van het begrip 'agrarische nevenactiviteit' ook duidelijk hoe de<br />
mate van onderschiktheid wordt bepaald. Voor een verdere toelichting<br />
van dit begrip, zie commentaar onder 5.1.<br />
Inhoudelijk is niet op alle punten ingegaan in deze reactienota,<br />
aangezien dat niet het doel van deze nota is. Bij de beantwoording van<br />
de zienswijzen wordt specifiek getoetst aan de (voorgestelde)<br />
bestemmingsregels en op welke wijze eventueel het bestemmingsplan<br />
kan worden aangepast. De maatschap heeft daarnaast het plan (nog)<br />
niet seperaat ingediend voor behandeling als principeverzoek vanwege<br />
de verschuldigde leges.<br />
F In de planvorming is altijd uitgegaan van het genereren van een<br />
inkomen uit de nevenactiviteit, de bedrijfsomvang (in NGE) is ook altijd<br />
aangegeven (in de aangeleverde onderbouwingen). Hierop is niet<br />
inhoudelijk gereageerd. Bij een op een inkomen gerichte nevenactiviteit<br />
hoort ook een minimaal voorzieningenniveau (inclusief rijhal). Om dit<br />
rendabel te exploiteren is een bepaalde bedrijfsomvang noodzakelijk.<br />
Deze omvang blijft in economisch opzicht ondergeschikt aan de<br />
akkerbouwtak. Het ontwerp bestemmingsplan kent geen aanduiding<br />
van een maxmale economische omvang van een nevenactiviteit.<br />
Commentaar In het bestemmingsplan is aangegeven wat onder een 'agrarische<br />
nevenactiviteit' wordt verstaan: het betreft hier een bedrijfsmatige<br />
activiteit die voorziet in een aanvulling op het inkomen van de agrariër,<br />
maar die in meerdere opzichten (ruimtelijk, functioneel en economisch)<br />
ondergeschikt blijft aan het aanwezige hoofdberoepsbedrijf. Hoewel de<br />
activiteit in dit geval wellicht economisch ondergeschikt blijft aan de<br />
agrarische bedrijvigheid (akkerbouw) is de paardenhouderij in ruimtelijk<br />
en functioneel opzicht niet ondergeschikt aan het agrarisch bedrijf, gelet<br />
op het ruimtebeslag van de paardenhouderij en de bijbehorende<br />
bebouwing. Het uitoefenen van niet-agrarische activiteiten wordt niet<br />
onmogelijk gemaakt in het bestemmingsplan maar verbonden aan<br />
grenzen om de ondergeschiktheid aan de hoofdbestemming (Agrarisch)<br />
te kunnen waarborgen.<br />
193<br />
G Volgens de reactienota passen 2 bedrijven op 1 agrarisch bouwperceel<br />
niet binnen het geldende beleid. In het ontwerp bestemmingsplan blijkt<br />
niets van deze strekking. Onder 'bedrijf' staat dat als meerdere op één<br />
locatie gevestigde bedrijven die functioneel of organisatorisch<br />
verbonden zijn en zich ruimtelijk als een geheel manifesteren als één<br />
bedrijf kunnen worden aangemerkt.
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
Commentaar Het is mogelijk om meerdere op één locatie gevestigde bedrijven als<br />
een geheel te beschouwen echter moet er wel voldoende samenhang<br />
bestaan tussen de verschillende activiteiten. Daarnaast is de<br />
bestemming 'Agrarisch' specifiek bedoeld voor agrarische bedrijven.<br />
Mocht er sprake zijn van verschillende bedrijven (die bijvoorbeeld<br />
opereren in een maatschap) dan moeten deze bedrijven wel als<br />
'agrarisch bedrijf' zijn aan te merken. Niet-agrarische activiteiten zijn<br />
slechts in beperkte mate, ondergeschikt aan de agrarische bedrijvigheid,<br />
toegestaan. Een pensionstal is daarbij een gebruiksgerichte vorm van<br />
paarden houden die niet als agrarische bedrijvigheid kan worden<br />
aangemerkt.<br />
H De reactienota doet voorkomen dat de maatschap meer<br />
bebouwingsoppervlak krijgt dan de standaard oppervlakte van 200 m².<br />
In de planregels is de 500 m² al bij recht aangegeven. In de huidige<br />
situatie is echter al 900 m² in gebruik als stal en opslagruimte. In het<br />
vooroverleg zijn geen opmerkingen gemaakt ten aanzien van het<br />
gewenste oppervlak aan stallings- en opslagruimte.<br />
Commentaar De huidige paardenhouderij past niet binnen het vigerende<br />
bestemmingsplan. Het aantal paarden wijkt ook af van de melding die in<br />
het kader van de Wet milieubeheer (besluit akkerbouwbedrijven) is<br />
gedaan in 20<strong>05</strong>. Hier werd gesproken over 6 paarden die hobbymatig<br />
werden gehouden. Bij een bedrijfscontrole in 2007 waren echter 20<br />
paarden aanwezig. Uitgaande van hetgeen in 20<strong>05</strong> is gemeld op grond<br />
van het besluit Landbouw Milieubeheer is de toegestane gebruiksruimte<br />
voldoende.<br />
194<br />
Agrarisch / Niet-agrarische paardenhouderij<br />
I Er is geen sprake van een gebruiksgerichte paardenhouderij omdat het<br />
overgrote deel van de paarden die worden gestald (20 stuks)<br />
"genadebroodpaarden" zijn, dit zijn oudere paarden of paarden met<br />
een beperking die niet meer bereden worden. In die zin is de activiteit<br />
dan niet op het gebruik gericht maar op het product en kan het als<br />
agrarisch worden aangemerkt. Alle activiteiten die te maken hebben met<br />
de paardenhouderij zijn in het bedrijfsplan onder het begrip<br />
'pensionpaard' geschaard. Hiervoor worden drie redenen aangevoerd:<br />
de opvang van seniorenpaarden is in deze vorm niet benoemd in de<br />
VNG Nota Paardenhouderij en Ruimtelijke Ordening en de gemeentelijke<br />
beleidsnotitie Paardenhouderijen, in economisch opzicht (omvang in<br />
NGE) is de paardenhouderij ondergeschikt aan de akkerbouwtak en<br />
omdat het bedrijf al reguliere pensionpaarden houdt (6 stuks) en hierin<br />
wil uitbreiden.
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
Commentaar De conclusie dat vanwege het feit dat de paarden niet meer worden<br />
bereden er sprake is van een agrarische paardenhouderij wordt niet<br />
door ons gedeeld. Hoewel de "genadebroodpaarden" niet bereden<br />
(kunnen) worden is nog geen sprake van een agrarisch bedrijf of<br />
agrarische paardenhouderij. De activiteit is namelijk niet gericht op<br />
handelingen aan en/of met paarden die primair gericht zijn op het<br />
voortbrengen van producten, zoals het fokken of melken van paarden<br />
maar specifiek gericht op het opvangen en stallen van paarden.<br />
De genoemde VNG Nota Paardenhouderij en Ruimtelijke Ordening,<br />
opgesteld door de VNG in samenwerking met de sectorraad Paarden is<br />
bedoeld als hulpmiddel of handreiking voor het opstellen van<br />
(gemeentelijk) beleid of het beoordelen van aanvragen. De handreiking<br />
is dus geen wettelijk kader. Hoewel het opvangen en stallen van oudere<br />
en zieke paarden niet als categorie wordt genoemd in de VNG Nota kan<br />
deze activiteit op grond van de begrippen in de gemeentelijke<br />
beleidsnotitie en het bestemmingsplan wel worden ingedeeld.<br />
Het opvangen van oudere paarden past naar onze mening namelijk<br />
binnen de begripsbepaling van een bijzondere paardenhouderij. In dit<br />
bestemmingsplan wordt daaronder verstaan: "een bedrijfsactiviteit in<br />
hoofdzaak gericht op het africhten, het opleiden, het trainen alsmede<br />
het opvangen, stallen en berijden van paarden en/of pony's al dan niet<br />
in combinatie met het fokken van paarden en/of pony's." Door de<br />
breedte van deze definitie kunnen verschillende vormen van<br />
paardenhouderijen als bijzondere paardenhouderijen worden<br />
aangemerkt. Een bijzondere paardenhouderij wordt echter niet als<br />
agrarische bedrijf aangemerkt.<br />
J In het verleden werden er ook paarden op het bedrijf gebruikt voor het<br />
verrichten van veldwerkzaamheden (voor de komst van de tractor op<br />
het bedrijf in 1972). Daarnaast was er tot 1987 sprake van een<br />
melkveehouderij gevolgd door enige tijd een vetweiderij. Wegens<br />
tegenvallende financiële resulaten zijn de activiteiten gestaakt en is de<br />
bestaande stalruimte later weer in gebruik genomen voor de stalling<br />
van paarden.<br />
Commentaar De functie die de paarden 40 jaar geleden op het bedrijf hadden was<br />
een andere dan in de huidige tijd. Voor de mechanisatie in de landbouw<br />
waren de paarden noodzakelijk als hulpkrachten bij het veldwerk en<br />
daarmee een essentieel onderdeel voor het voortbrengen van<br />
agrarische producten. Logischerwijs zijn met het beschikbaar komen van<br />
tractoren de paarden hiervoor ingeruild. Dat in het bedrijfsplan van de<br />
maatschap de paarden terugkeren in een andere rol is dan ook<br />
begrijpelijk. In de nieuwe rol worden de paarden echter opgevangen en<br />
gestald zonder dat er een bijdrage wordt geleverd aan een agrarisch<br />
product (de genadebroodpaarden) of is het het gebruik van de paarden<br />
primair gericht op de ruiter (de overige pensionpaarden). Er is dan ook<br />
geen sprake van een een agrarische paardenhouderij.<br />
Wijziging Geen wijziging<br />
6. Inrichten (overloop) parkeerterrein naast landgoed Fraeylemaborg<br />
195<br />
6.1 Verzoek om het inrichten van een 'groen' parkeerplaats op het agrarisch<br />
perceel ten zuidwesten van het landgoed planologisch mogelijk te<br />
maken:<br />
De huidige buffer van parkeerplaatsen is niet altijd toereikend (in<br />
verleden parkeeroverlast langs Zuiderweg) bij evenementen;<br />
Ruimere gebruiksmogelijkheden van het huidige parkeerterrein bij de<br />
Fraeylemaborg leidt tot vollere parkeerterreinen elders;<br />
Het meenemen van de parkeersituatie in de evenementenvergunning<br />
leidt mogelijk tot het weigeren van een evenementenvergunning terwijl<br />
evenementen voor Fraeylemaborg van groot belang zijn om financiering<br />
rond te krijgen;
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
Een groenparkeerplaats is ook geschikt bij bijvoorbeeld de Slochter<br />
jaarmarkt en als opstelterrein voor de koetsentocht;<br />
Het inrichten van een deel van de agrarische gronden als natuurlijk<br />
parkeerterrein doet geen afbreuk aan het beschermd dorpsgezicht;<br />
Geen medewerking verlenen aan dit initiatief is een gemiste kans.<br />
Commentaar De gronden naast het parkeerterrein van de Fraeylemaborg hebben nu<br />
een agrarische bestemming. Gebruik als parkeerterrein is binnen deze<br />
bestemming niet mogelijk. Onder reguliere omstandigheden voldoet de<br />
huidige parkeerplaats van de borg. De geschatte normale<br />
bezettingsgraad is 10%, bij bruiloften en feesten is de bezettingsgraad<br />
ca. 90%. Bij grootschalige evenementen wordt een parkeerverbod langs<br />
de hoofdweg geplaatst en worden er borden geplaatst die verwijzen<br />
naar alternatieve parkeerplaatsen bij de Slochterhaven en het<br />
gemeentehuis. Daarnaast is er een overloopterrein langs 't Padje welke<br />
als buffer functioneert en o<strong>nl</strong>angs is uitgebreid. In de huidige situatie is<br />
er geen noodzaak om de parkeervoorzieningen uit te breiden in dit deel<br />
van <strong>Slochteren</strong>. Bij incidentele gevallen kan, na toestemming van de<br />
eigenaar, altijd worden overwogen om de betreffende agrarische<br />
gronden met tijdelijke maatregelen als 'noodparkeerterrein' in te richten<br />
indien er elders onvoldoende ruimte beschikbaar is. Wij zien dan ook<br />
geen reden het bestemmingsplan op dit punt aan te passen.<br />
Wijziging Geen wijziging<br />
7. Landgoed Fraeylemaborg<br />
7.1 Verzoek om een bouwvlak (of wijzigingsbevoegdheid) op te nemen<br />
achter het koetshuis ten behoeve van een nieuw expositiepaviljoen, de<br />
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) heeft hiervoor een positief<br />
pre-advies afgegeven;<br />
Commentaar Uit het advies van de RCE blijkt dat de voorgestelde locatie voor het<br />
expositiepaviljoen zeer kwestsbaar is vanuit meerdere aspecten van de<br />
erfgoedzorg. Er kan slechts met de grootst mogelijke terughoudendheid<br />
en met respect voor de aanwezige archeologische, gebouwde en<br />
groene elementen en structuren met nieuwbouw op deze locatie<br />
worden ingestemd. Vanwege dit standpunt en het feit dat de<br />
planvorming nog niet concreet is kunnen wij in het bestemmingsplan<br />
hiervoor nog geen bouwmogelijkheid opnemen. Op het moment dat er<br />
een plan is ingediend dat voldoet aan de gestelde eisen kan er een<br />
afzonderlijke planologische procedure worden opgestart.<br />
Wijziging Geen wijziging<br />
7.2 De brug over de buitengracht (tussen basse cour en Oranjerie)<br />
ontbreekt op de plankaart. De brug is ook een beschermd monument.<br />
Commentaar De brug is ten onrechte niet aangeduid op de verbeelding. De brug zal<br />
niet als 'rijksmonument' worden opgenomen op de kapsymbolenkaart<br />
omdat deze kaart specifiek bedoeld is voor gebouwen en de<br />
bijbehorende kapvormen. Het toevoegen van de status 'monument' is<br />
extra informatie die (niet langer) verplicht onderdeel uitmaakt van een<br />
bestemmingsplan. Er is voor gekozen dan ook alleen monumentale<br />
gebouwen aan te duiden.<br />
Wijziging De aanduiding 'brug' wordt ter plaatse van de buitengracht<br />
toegevoegd.<br />
7.3 De Oranjerie is ten onrechte niet opgenomen als monument (nr. 46897)<br />
Commentaar De Oranjerie is inderdaad ten onrechte niet opgenomen op de<br />
Kapsymbolenkaart, die als bijlage bij het plan is toegevoegd. Dit heeft te<br />
maken met het feit dat Oranjerie niet als zelfstandig monument is<br />
aangewezen maar onderdeel uitmaakt van de (monumentale)<br />
parkaa<strong>nl</strong>eg van het landgoed.<br />
196<br />
Wijziging De Oranjerie zal als 'rijksmonument' worden aangeduid op de<br />
kapsymbolenkaart.
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
8. Boslaan 1, <strong>Slochteren</strong><br />
8.1 Verzoek om in het bestemmingsplan rekening te houden met de<br />
planvoornemens die reeds in 2010 (ook toevoegd) zijn ingediend en<br />
waarop eerder afwijzend is gereageerd. Gezien de ontwikkelingen in<br />
<strong>Slochteren</strong> (Slochterhaven) is appellant van mening dat de<br />
planvoornemens van grote betekenis zijn voor de ontwikkelingen in<br />
<strong>Slochteren</strong>.<br />
Commentaar Uitgangspunt van het voorliggende bestemmingsplan is het treffen van<br />
een planologische regeling die is gebaseerd op de huidige situatie.<br />
Grotere ruimtelijke ingrepen worden apart in behandeling genomen. Het<br />
genoemde plan is reeds bekend bij de gemeente. Op 2 juni 2010 is<br />
schriftelijk medegedeeld aan de indiener dat de gemeente geen<br />
medewerking verleent aan het geschetste plan.<br />
Mede daarop gelet zal in dit bestemmingsplan dan ook geen ruimte<br />
worden geboden voor de geschetste ontwikkeling. Voor een verdere<br />
toelichting wordt verwezen naar de eerder genoemde brief.<br />
Wijziging Geen wijziging<br />
9. Hoofdweg 255, <strong>Slochteren</strong><br />
9.1 Verzoek om huidige agrarische bestemming te handhaven, i.p.v.<br />
voorgestelde bestemming 'Wonen-VAB'. Appellant woont sinds juli 2011<br />
op dit perceel en heeft een hobbymatige schapenhouderij die hij van<br />
plan is uit te breiden tot een omvang die bedrijfsmatig is.<br />
Commentaar Vanwege de beëindiging van het agrarisch bedrijf in het verleden is aan<br />
het perceel in het (voor)ontwerp bestemmingsplan een<br />
woonbestemming toegekend. Hobbymatige agrarische activiteiten zijn<br />
daarbij toegestaan. Uit de melding, die de huidige eigenaar in het kader<br />
van de Wet milieubeheer heeft gedaan, kan worden afgeleid dat er wel<br />
weer sprake is van een agrarisch bedrijf. De bestemming zal dan ook<br />
worden gewijzigd, waarbij zoveel mogelijk wordt aangesloten bij de<br />
geldende bestemmingsregeling. Vanwege het kleinschalige karakter van<br />
de schapenhouderij wordt de omvang van het bouwvlak beperkt ten<br />
opzichte van het geldende bestemmingsplan.<br />
Wijziging De bestemming van het perceel wordt gewijzigd van 'Wonen-VAB' naar<br />
'Agrarisch'.<br />
9.2 Verzoek om de situering van de functieaanduiding 'specifieke vorm van<br />
agrarisch - paardenbak' (sa- pab) aan te passen om een paardenbak<br />
van 20 bij 40 mogelijk te maken en aan te laten sluiten op de bestaande<br />
beplanting (kwartslag draaien).<br />
Commentaar De aanduiding in het (voor)ontwerp bestemmingsplan is gebaseerd op<br />
de bestaande situatie. Er zijn geen bezwaren om de situering aan te<br />
passen zoals is aangegeven in de zienswijze, uit landschappelijk<br />
oogpunt is de paardenbak dan ook goed ingepast.<br />
Wijziging De omvang en de situering van de aanduiding 'sa- pab' worden<br />
overeenkomstig de zienswijze aangepast.<br />
10. Perceel Hoofdweg 88, <strong>Slochteren</strong><br />
197<br />
10.1 Verzoek om de aanduidingen 'bedrijfswoning' en 'groepsaccommodatie'<br />
op te nemen op het perceel, waarbij de groepsaccommodatie een<br />
capaciteit heeft van 25 tot 30 personen.
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
Commentaar Het voorgenomen gebruik past niet binnen de huidige bestemming en<br />
de bestemming die in het ontwerpbestemmingsplan is voorgesteld.<br />
Het toestaan van een bedrijfswoning in combinatie met een<br />
groepsaccommodatie sluit echter goed aan bij het behouden en<br />
versterken van de leefbaarheid van <strong>Slochteren</strong> en vormt een goede<br />
aanvulling op de bestaande recreatieve (verblijfs)voorzieningen. Omdat<br />
het initiatief naar verwachting ruimtelijk goed inpasbaar is en niet tot<br />
meer hinder voor de omgeving zorgt, wordt voorgesteld de bestemming<br />
aan te passen. Om belanghebbenden de gelegenheid te bieden te<br />
reageren op de wijziging wordt er een partiële herziening van het<br />
bestemmingsplan opgesteld voor dit perceel.<br />
Wijziging Het perceel zal buiten het vast te stellen bestemmingsplan worden<br />
gehouden. Voor de te wijzigen percelen wordt een partiële herziening<br />
van het bestemmingsplan opgesteld.<br />
11. Perceel Zuiderweg 5, <strong>Slochteren</strong><br />
11.1 Appellant verwijst naar de Nota Inspraak en Overleg waarin is<br />
aangegeven dat er geluidsreducerende maatregelen nodig zijn bij het<br />
ontwikkelen van woningbouw op het voormalige gemeentewerfterrein.<br />
Het plaatsen van een geluidsscherm van 2 tot 4 meter hoog langs de<br />
provincale weg zal de bewoners van de Zuiderweg confronteren met<br />
een extra toename van geluid als gevolg van reflectie. Reeds uit<br />
onderzoek uit 2006 is al aangetoond dat er geluidsniveau tussen de 59<br />
en 63 dB(A) voorkomen. Het kan niet zo zijn dat door de<br />
woningbouwplannen de bewoners van de Zuiderweg met extra<br />
geluidhinder te maken krijgen terwijl de nieuwbouw wel voldoet aan de<br />
Wet geluidhinder.<br />
Commentaar Bij het opstellen van het uitwerkingsplan moeten in de eerste plaats de<br />
uitwerkingsregels in acht genomen worden, inclusief de eisen die<br />
worden gesteld vanuit de Wet geluidhinder. Daarnaast mag het nemen<br />
van geluidsreducerende maatregelen geen (negatieve) gevolgen<br />
hebben voor het geluidsniveau van de bestaande woningen. Dit zal ook<br />
als aandachtspunt worden meegenomen bij het uitwerken van de<br />
bestemmingen in het gebied Slochterhaven. De mate van reflectie is<br />
afhankelijk van het type geluidscherm en de fysieke situatie ter plaatse.<br />
Daardoor kan pas op het moment van het ontwerp van een<br />
geluidscherm concreet worden genoemd in welke mate sprake is van<br />
reflectie op de bestaande woningen.<br />
Wijziging Geen wijziging<br />
12. Perceel Groenedijk 1, <strong>Slochteren</strong><br />
198<br />
12.1 Verzoek om de huidige en voorgestelde bestemming 'Bedrijf -<br />
Nutsvoorziening' op het perceel te wijzigen. Het is niet logisch deze<br />
bestemming aan te houden omdat de functie niet meer aanwezig is en<br />
het voor de ruimtelijke context niet wenselijk is een dergelijk gebruik te<br />
bestemmen. Aanvrager stelt voor om de locatie een passende<br />
bestemming te geven die recht doet aan de potentiële<br />
ontwikkelingsmogelijkheden, rekeninghoudend met de particuliere<br />
initiatieven die er zijn en het vastgestelde beleid.<br />
Twee mogelijkheden voor een bestemming:<br />
Optie 1: Ruimere (juridische) interpretatie van het de bestemming<br />
'Nutsvoorziening'<br />
Optie 2: Proeftuin voor evenementen, kleinschalige verblijfplaatsen, een<br />
beheerdersfaciliteit, verschillende paviljoenen (folly's).
<strong>Bestemmingsplan</strong> <strong>Slochteren</strong>-<strong>Schildwolde</strong> (vastgesteld)<br />
Commentaar Het voorgenomen gebruik past niet binnen de huidige bestemming en<br />
de bestemming die in het ontwerpbestemmingsplan is voorgesteld.<br />
Het herinrichten van het RWZI-terrein tot een proeftuin voor<br />
kleinschalige evenementen en culturele activiteiten sluit echter goed aan<br />
bij de bestaande culturele en recreatieve voorzieningen van <strong>Slochteren</strong><br />
en de visie voor het gebied. Omdat het intiatief naar verwachting<br />
ruimtelijk goed inpasbaar is op het perceel wordt voorgesteld de<br />
bestemming aan te passen. Om belanghebbenden de gelegenheid te<br />
bieden te reageren op de wijziging wordt er een partiële herziening van<br />
het bestemmingsplan opgesteld.<br />
199<br />
Wijziging Het perceel zal buiten het vast te stellen bestemmingsplan worden<br />
gehouden, waarbij een partiële herziening van het bestemmingsplan<br />
wordt opgesteld.