DEFINITIEVE ANTWOORDEN - Nima
DEFINITIEVE ANTWOORDEN - Nima
DEFINITIEVE ANTWOORDEN - Nima
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
NIMA/SMA SALES-B1 OEFENEXAMEN <strong>ANTWOORDEN</strong><br />
Nederlands Instituut voor Marketing<br />
Asserring 188<br />
1187 KL Amstelveen<br />
Correspondentie adres:<br />
Postbus 9072<br />
1180 MB Amstelveen<br />
<strong>DEFINITIEVE</strong> <strong>ANTWOORDEN</strong><br />
Copyright NIMA<br />
Publicatie van deze opgaven mag alleen geschieden na schriftelijke toestemming van NIMA.<br />
1
NIMA/SMA SALES-B1 OEFENEXAMEN <strong>ANTWOORDEN</strong><br />
ALGEMEEN DEEL<br />
Vraag 1 (15 punten)<br />
De nieuwe CEO, David Burkhard, stelt een groeiscenario op waarbij gekozen wordt voor<br />
groei via marktpenetratie en productontwikkeling. In zijn presentatie aan zijn<br />
managementteam geeft hij de ambitie aan door een ‘dubble digit’ groei na te streven op de<br />
Nederlands markt.<br />
a. Is er sprake van een duidelijke strategie bij MCF? Onderbouw uw antwoord door drie<br />
kenmerken te noemen van een duidelijke strategie.<br />
b. David noemt in zijn presentatie de noodzaak om te transformeren naar een meer<br />
marktgericht bedrijf. Noem drie kenmerken van de algemene bedrijfsvoering van een<br />
marktgerichte organisatie.<br />
c. Het invoeren van een marktgerichte strategie zal ook gevolgen hebben voor het leiden<br />
van een verkooporganisatie. Noem twee verkoopafdeling specifieke aspecten die horen<br />
bij het managen van een verkooporganisatie in een marktgerichte onderneming.<br />
ANTWOORD<br />
INSTRUCTIE<br />
BRON<br />
Nee. Er is een richting aangegeven maar voor er sprake is van een deugdelijke strategie zullen de volgende aspecten<br />
nader uitgewerkt moeten worden:<br />
- formuleren en uitwerken van de algemene doelstelling(en) in meetbare commerciële doelstelling(en);<br />
- verdere uitwerking van product markt combinaties of marktsegmentatie criteria;<br />
- aangeven in welke tijdspanne de doelen gerealiseerd moeten worden;<br />
a) Marktgericht betekent dat het bedrijf haar beleid en de daarbij uit te voeren programma’s richt op:<br />
- het creëren van toegevoegde waarde (klant waarde)<br />
- het creëren van onderscheidend vermogen ten opzicht van de directe concurrenten.<br />
Kenmerken van de marktgerichtheid van een bedrijf vind je terug in<br />
1. de strategie van een bedrijf (KPI en/of beschrijving van eerder klantwaarde en onderscheidend vermogen),<br />
2. de structuur van de organisatie (marketing afdeling/markt onderzoek)<br />
3. de systemen van het bedrijf (plan/do/check/act proces).<br />
Daarnaast kunnen zaken als concrete invulling van competentie management (staff), kernwaarden (shared values)<br />
uitgewerkt in KPI’s een kenmerk zijn.<br />
b)<br />
c) Alle activiteiten in het plan/do/check/act proces van verkoop management waarbij bewust rekening wordt gehouden in<br />
het verkoopproces met de klantwaarde en onderscheidend vermogen zijn relevant. Zaken die genoemd kunnen<br />
worden en specifiek zijn voor de verkooporganisatie zijn:<br />
- (planning) doelstellingen op basis van benchmarking met markt/concurrentie;<br />
- (planning) verkoopstrategie die actief inspeelt op klantwaarden (needs satisfaction selling, consultative selling,<br />
solution selling);<br />
- (onderzoek) actief scannen van concurrentie qua verkoop aanpak en kwaliteit;<br />
- (onderzoek) klant analyse zoals onderzoek naar “share of wallet” , klantwaarde/actie omzet, klanten loyaliteit<br />
- (onderzoek) lost order/lost tender review<br />
a) 5 punten waarbij 2 punten voor concreet antwoord op antwoord op eerste deelvraag en per genoemd kenmerk 1<br />
punt. Let op: vage aanwijzingen of containerbegrippen niet goed rekenen.<br />
b) 6 punten. Per kenmerk 2 punten. Bij vaagheid geen punten.<br />
c) 4 punten. 2 punten per kenmerk. Een algemene omschrijving is niet voldoende.<br />
Verkoopleiding, Rob van Veen, ISBN 90-01-65165-7, 1999, Wolters-Noordhoff, hoofdstuk 4<br />
Sales Management, Rustenberg e.a., ISBN 90-01-76911-X, 2002, Wolters-Noordhoff, hoofdstuk 1 en 2<br />
2
NIMA/SMA SALES-B1 OEFENEXAMEN <strong>ANTWOORDEN</strong><br />
Vraag 2 (10 punten)<br />
In de case wordt in overzicht 2 een overzicht gegeven van de financiële kengetallen van<br />
Medcomfort (2004-2008) en van MCF na de aandelenovername door CCI Ltd. (2009 en een<br />
prognose voor 2010).<br />
a. Beoordeel de financiële gegevens op basis van drie uitgewerkte conclusies op basis van<br />
de aangereikte tabel.<br />
b. Geef drie mogelijkheden om het rendement op geïnvesteerd vermogen (ROI) binnen een<br />
jaar te verbeteren.<br />
ANTWOORD<br />
INSTRUCTIE<br />
BRON<br />
a) overzicht: kengetallen/ratio’s o.b.v overzicht 2 uit de case:<br />
2004 2005 2006 2007 2008 2009<br />
2010<br />
(prognose)<br />
inkomsten ontwikkeling NL 3% 5% 7% 6% -10% 8%<br />
bruto marge in % 29% 29% 29% 29% 29% 37% 45%<br />
verkoopkosten in % omzet 14% 15% 16% 17% 18% 12% 16%<br />
ROI 3% 3% 3% 2% 3% 5% 5%<br />
omzet per medewerker 246.68 268.54 272.96 269.16 295.03 448.10 387.44<br />
Cies die getrokken kunnen worden:<br />
(algemeen) sinds de inbreng van CCI gaat het beter, maar er kunnen nog zaken verbeterd worden.<br />
- verkoop stijgt ondanks economische recessie, vraag is echter of prognose wel realistisch is voor 2010;<br />
- rentabiliteit/ROI is weliswaar verbeterd na meerderheidsbelang van CCI Ltd. maar nog niet goed;<br />
- verbetering bruto marge na verzelfstandigen van de productie. Was dus een goede keuze;<br />
- verkoopkosten nemen behalve een dip in 2009 toe<br />
- productiviteit van medewerkers is aanmerkelijk toegenomen;;<br />
- verschil tussen current en quick ratio wijst erop dat er in 2009/2010 nog steeds voorraad is. Vraag is of<br />
voorraadhoudende functie toegevoegde waarde heeft.<br />
b) - (balans) crediteuren bedrag verlagen door beter credit management;<br />
- (balans) voorraad waarde verlagen<br />
- (opbrensten/kosten) omzet verhogen<br />
- (opbrensten/kosten) inkoopkosten verlagen (inkoop management)<br />
- (opbrensten/kosten) hogere marge rekenen (prijs management)<br />
- (opbrensten/kosten) minder bedrijfskosten (kostenreductie/cost management)<br />
a) 7 punten. 1 punt voor algemeen oordeel. Per uitgewerkt onderdeel met concrete uitwerking 2 punten (3x2)e<br />
uitwerking max 1 punt per onderdeel.<br />
b) 3 punten: per genoemde mogelijkheid 1 punt.<br />
Sales Management, Rustenberg e.a., ISBN 90-01-76911-X, 2002, Wolters-Noordhoff, hoofdstuk 8.4<br />
Verkoopleiding, Rob van Veen, ISBN 90-01-65165-7, 1999, Wolters-Noordhoff, hoofdstuk 12<br />
.<br />
3
NIMA/SMA SALES-B1 OEFENEXAMEN <strong>ANTWOORDEN</strong><br />
Vraag 3 (10 punten)<br />
Chris heeft drie groeiprogramma’s ontwikkeld op basis van zelf uitgevoerd marktonderzoek<br />
(zie overzichten 5 tot en met 7 in de case).<br />
a. Geef uw mening over de kwaliteit van het door Chris uitgevoerde marktonderzoek. Noem<br />
drie argumenten die uw mening onderbouwen.<br />
b. Geef twee alternatieve methoden van verkoopprognose die inzicht verschaffen over het<br />
verkooppotentieel van een te bewerken markt.<br />
ANTWOORD<br />
INSTRUCTIE<br />
BRON<br />
a) Er is sprake van zeer summier onderzoek naar het marktpotentieel. Op basis van dit onderzoek kunnen nog geen<br />
conclusies getrokken worden mbt het verkooppotentieel en een eventuele verkoopprognose .<br />
- maakt gebruik van één bron (check representativiteit en validiteit);<br />
- alleen kwantitatief onderzoek;<br />
- verdere uitsplitsing van relevante sub doelgroepen ontbreekt;<br />
- geen recente data (overzicht 6 en 7) gericht op toekomst;<br />
- demografische gegevens minder relevant, zegt nog niets over aankoopproces van potentiële klant<br />
- B2B relevante informatie ontbreekt (aantal inkoop enttteiten etc.)<br />
b) - onderzoek bij bestaande klanten over beschikbare budget (korte/middellange termijn)<br />
- op basis van analyse van sales pipe line, verkoopcyclus data van MCF<br />
- op basis van trend/impact analyse<br />
- op basis van deskundigenonderzoek<br />
a) max zes punten, twee punten per genoemd genoemd argument. Als de argumenten kloppen, maar het antwoord luidt<br />
dat er sprake is van een goede kwaliteit max 4 punten voor deze vraag.<br />
b) max vier punten, twee punten per genoemde methode. Let op dat omschrijving concreet is voor behalen volle punten<br />
aantal.<br />
Verkoopleiding, Rob van Veen, ISBN 90-01-65165-7, 1999, Wolters-Noordhoff, hoofdstukken 12, 13<br />
Sales Management, Rustenberg e.a., ISBN 90-01-76911-X, 2002, Wolters-Noordhoff, hoofdstuk 3 deel 3.3 tot 3.5<br />
4
NIMA/SMA SALES-B1 OEFENEXAMEN <strong>ANTWOORDEN</strong><br />
Vraag 4 (15 punten)<br />
Chris heeft drie verkoopstimulerende programma’s aan het managementteam<br />
gepresenteerd.<br />
a. Zijn de drie gepresenteerde voorstellen strategisch van aard? Beargumenteer uw<br />
antwoord.<br />
b. Geef twee voorbeelden van verkoopstrategieën die gericht zijn op het realiseren van<br />
groei.<br />
c. Noem drie kenmerken waar een goed voorstel aan een managementteam aan moet<br />
voldoen teneinde het managementteam een goede beslissing te kunnen laten nemen.<br />
ANTWOORD<br />
INSTRUCTIE<br />
BRON<br />
a) Nee. De programma zijn tactisch. Er is sprake van allocatie van tijd, geld en middelen, maar geen verandering<br />
van de strategie.<br />
b) - Zoals al genoemd kan verkoop in nieuwe segmenten (marktontwikkeling) of indirecte verkoop een alternatief<br />
zijn.<br />
- Een focus strategie waarbij MCF zich richt op de grotere projecten en dus met minder mensen grotere<br />
orderwaardes en hogere marges realiseert.<br />
- Een selectieve verkoopstrategie waarbij een customer rating model wordt gebruikt is meer tactisch van aard,<br />
maar heeft een strategische basis.<br />
c) Een goed voorstel heeft in het algemeen de volgende kenmerken:<br />
- een eenduidige probleemstelling<br />
- beknopt overzicht relevante analyse en conclusies<br />
- overzicht opties en advies keuze<br />
- onderbouwing van de keuze (business case) inclusief te verwachten resultaten, noodzakelijke investeringen<br />
- overzicht consequenties en/of kritische succesfactoren van de keuze<br />
- eventuele what if analyse of overzicht scenario’s<br />
- voorstel wijze van uitrol<br />
- overzicht wijze van meten/bijsturen.<br />
- een tijdplan<br />
- een kosten/baten analyse<br />
a) max 4 punten. 2 punten voor conclusie en 2 punten voor onderbouwing. is een redelijk voor de hand liggende vraag<br />
en daarom niet teveel punten bij alleen ja of nee.<br />
b) max 5 punten<br />
c) max 6 punten. Twee punten per concreet genoemd kenmerken. Bij container begrippen geen punten toekennen.<br />
Verkoopleiding, Rob van Veen, ISBN 90-01-65165-7, 1999, Wolters-Noordhoff, hoofdstukken 11, 16 en 18<br />
Sales Management, Rustenberg e.a., ISBN 90-01-76911-X, 2002, Wolters-Noordhoff, hoofdstuk 2<br />
5
NIMA/SMA SALES-B1 OEFENEXAMEN <strong>ANTWOORDEN</strong><br />
Vraag 5 (15 punten)<br />
In de voorstellen van de marketing afdeling wordt de introductie van een webwinkel als optie<br />
gebracht.<br />
a. Geef twee kenmerken waar de koopsituatie aan moet voldoen om het alternatief verder<br />
te overwegen.<br />
b. Noem twee mogelijke gevolgen (positief of negatief) van de invoering van een webshop.<br />
c. Heeft het zin om deze aspecten verder te onderzoeken? Beargumenteer uw antwoord.<br />
ANTWOORD<br />
INSTRUCTIE<br />
BRON<br />
a) Er moet sprake zijn van een koopsituatie waarbij de klant de aankoop als niet risicovol beoordeelt. Dit kan zijn bij<br />
een herhalingsaankoop (straight rebuy, modified rebuy) of aanschaf van spare parts door de facilitaire dienst van de<br />
klanten. Daarnaast heeft de klant de product kennis voor de aankoop. De verkoopsituatie kent beperkte<br />
keuzemogelijkheden or eventuele vragen. De financiële kant van de aankoop is zodanig op te zetten dat het<br />
juridisch, administratief en qua autorisatie uitvoerbaar is.<br />
b) Web verkoop kan de productiviteit van de verkoopafdeling verhogen:<br />
- AM focus op nieuwe en/of complexe verkoopsituaties (verhoging efficiency);<br />
- geeft inzicht welke potentiële klanten op de site kijken(lead generatie) en<br />
- waar ze kijken (product voorkeur);<br />
- kan verlies van arbeidsplaatsen betekenen (verschuiving van aankooptransactie;<br />
- site te gebruiken als verkoophulpmiddel in aankoopproces<br />
c) Ja. Als het als service middel wordt ingezet om herhalingsaankopen te doen, kan het door de klant als extra service<br />
ervaren worden. Belangrijk is dat er een business case gemaakt wordt waarbij de voor- en nadelen, consequenties<br />
goed in kaart worden gebracht.<br />
a) Max 4 punten. Twee punt per goed gedefinieerd kenmerk<br />
b) max 4 punten. Deze vraag is met logisch nadenken zonder kennis in algemene zin te beantwoorden. Geef punten bij<br />
concrete verkoopgerelateerde aspecten.<br />
c) Max 7 punten. Antwoord om wel of niet verder te onderzoeken is niet voldoende. Er moet een goede argumentatie<br />
genoemd worden. Hoe concreter hoe beter. zonder onderbouwing met argumenten max 3 punten.<br />
Verkoopleiding, Rob van Veen, ISBN 90-01-65165-7, 1999, Wolters-Noordhoff, hoofdstukken 3, 16<br />
Sales Management, Rustenberg e.a., ISBN 90-01-76911-X, 2002, Wolters-Noordhoff, hoofdstuk 1, 2 en 4 (multimedia)<br />
6
NIMA/SMA SALES-B1 OEFENEXAMEN <strong>ANTWOORDEN</strong><br />
Vraag 6 (10 punten)<br />
Een tweede voorstel van de marketingafdeling is de invoering van een multi-channel (multi<br />
kanaal) distributie model.<br />
a. Noem drie mogelijke voordelen en drie mogelijke nadelen van een dergelijke strategie.<br />
b. Past een multi-channel strategie in de algemene strategie die door de CEO van MCF in<br />
de case is verwoord? Geef een argument om uw visie te onderbouwen.<br />
ANTWOORD<br />
INSTRUCTIE<br />
BRON<br />
a) + hoger distributiedekking, waardoor potentieel meer marktbereik<br />
+ locale aanwezigheid waardoor klanten die niet via directe verkoopkanaal bereikt worden potentiële klanten worden<br />
+ toegevoegde waarde van reseller/verkooppunt kan voor hogere klantwaarde zorgen. Dit leidt tot betere<br />
verkoopresultaten<br />
+ lagere verkoopkosten van reseller marge, reseller ondersteuning kan eventueel opwegen tegen kosten direct<br />
verkooporganisatie<br />
+ minder vaste kosten<br />
- potentiële kanaalconflicten<br />
- vraagt andere ondersteuning, waardoor nieuwe kennis/kunde aangenomen moet worden (veanderkosten)<br />
- minder grip op marketing mix richting eindkoper<br />
- combinatie van directe en indirecte verkoop strategie kan uiteindelijk leiden tot hogere verkoop kosten<br />
b) Multichannel strategie is een mogelijke invulling van marktontwikkeling. In principe past dit niet omdat gekozen is<br />
voor productontwikkeling. Kies je voor marktontwikkeling dan moeten marktkenmerken, zoals concurrentie, huidige<br />
distributiemogelijkheden worden beschreven. Hier is meer informatie over nodig om te kijken of het haalbaar is. De<br />
interne organisatie is op dit moment ook niet ingericht op indirecte verkoop<br />
a) max 6 punten. Eén punt per goed genoemd voordeel (3x) en nadeel (3x)<br />
b) Max 4 punten. De vraagt toetst het algemene strategisch inzicht van de kandidaat. De onderbouwing vanuit alleen<br />
theorie geeft max 2 punten. Hoe meer inzicht wordt getoond hoe meer punten.<br />
Verkoopleiding, Rob van Veen, ISBN 90-01-65165-7, 1999, Wolters-Noordhoff, hoofdstukken 1 en 2.<br />
Sales Management, Rustenberg e.a., ISBN 90-01-76911-X, 2002, Wolters-Noordhoff, hoofdstuk 2<br />
7
NIMA/SMA SALES-B1 OEFENEXAMEN <strong>ANTWOORDEN</strong><br />
Vraag 7 (5 punten)<br />
Het managementteam is gevraagd om mee te denken in het realiseren van substantiële<br />
groei van MCF in Nederland. David heeft in de genoemde managementteam meeting<br />
marktpenetratie en marktontwikkeling genoemd.<br />
a. Noem een andere commerciële strategie uit de commerciële vakliteratuur die als basis<br />
gebruikt kan worden om groei in de Nederlandse markt te realiseren.<br />
b. Noem drie zaken waarover MCF meer informatie zou moeten hebben om voor de door u<br />
gekozen strategie bij vraag 7a goed onderbouwd te kunnen kiezen<br />
ANTWOORD<br />
INSTRUCTIE<br />
BRON<br />
a) Productontwikkeling, Diversificatie (Ansoff)<br />
Blue Ocean strategie (Chan Kim/Mauborgne)<br />
b) Veel informatie ontbreekt in de case om een valide, goed onderbouwde strategische keuze te maken. Informatie over<br />
- specifieke marktontwikkeling (project inrichting in zorg markt)<br />
- demografische/geriatrische ontwikkelingen op lange termijn<br />
- aankoopsituatie en -trends<br />
- concurrentie<br />
- financiële stromen (subsidies, budgetten)<br />
- relevante stakeholders zoals bijvoorbeeld zorgverzekeraars<br />
moet in de strategische afweging betrokken worden.<br />
a) 2 punt voor een goed alternatief.<br />
b) 3 punten, waarbij argumentatie noodzakelijk is om alle punten te krijgen.<br />
Verkoopleiding, Rob van Veen, ISBN 90-01-65165-7, 1999, Wolters-Noordhoff, hoofdstukken 1,2 en delen van hoofdstuk<br />
11 en 29.<br />
Sales management uitgave 2009<br />
Vraag 8 (10 punten)<br />
Het idee van de marketingafdeling om zich meer te richten op een allochtone doelgroep (zie<br />
ook overzicht 7) is nog niet in de managementteam meeting besproken. Chris wil er zeker<br />
van zijn dat de voorbereiding van dit plan goed verloopt. Marga heeft aan Chris gevraagd of<br />
hij nog vragen heeft met betrekking tot dit idee.<br />
Werk vijf relevante vragen uit, die Chris in het kader van de verder voorbereiding en<br />
uitwerking van dit voorstel door de marketingafdeling kan stellen.<br />
ANTWOORD<br />
INSTRUCTIE<br />
BRON<br />
- Zijn er meer onderzoek gegevens bekend?<br />
- Is de doelgroep groot genoeg om als aparte doelgroep te bewerken?<br />
- Demografische gegevens zeggen niets over koopgedrag en dus verkooppotentieel. Vraag is of allochtone Nederlanders<br />
in verzorgingstehuizen aanwezig zijn en willen betalen voor op hen gericht portfolio.<br />
- Hoe zit het met de concurrentie?<br />
- Past dit in het kader van de strategie van MCF?<br />
- Welke marketing mix wil MCF inzetten?<br />
- welke verkoopstrategie wil mkt voor deze doelgroep inzetten?<br />
c) Max 10 waarbij 2 punten per antwoord dat relevant is in het kader van de case.<br />
Verkoopleiding, Rob van Veen, ISBN 90-01-65165-7, 1999, Wolters-Noordhoff, hoofdstukken 13.<br />
8
NIMA/SMA SALES-B1 OEFENEXAMEN <strong>ANTWOORDEN</strong><br />
ACCOUNTMANAGER DEEL<br />
Vraag 9 (10 punten)<br />
Het consultancybureau heeft in één van de deelrapporten een voorstel gedaan met<br />
betrekking tot het key accountmanagement proces (zie overzicht 8: proces voorstel in<br />
adviesrapport consultancybureau).<br />
a. Geef uw mening over de opzet van dit key account proces. Geef twee argumenten die<br />
uw mening onderbouwen.<br />
b. Noem één aspect dat u zou willen aanpassen in het voorstel. Onderbouw uw antwoord.<br />
ANTWOORD<br />
INSTRUCTIE<br />
BRON<br />
a) + proces gebaseerd op een plan/do/check/act proces/kwaliteit management principe<br />
+ voorgesteld KAM proces werkt van binnen naar buiten<br />
+ voldoende bijstuur/review mogelijkheden ingebouwd<br />
+ concrete opzet en praktisch<br />
- niet duidelijk welke systemen worden gebruikt voor planning, definitie<br />
- welke output (plan, review reports) geleverd wordt is niet gedefinieerd<br />
- samenhang met bestaande verkooporganisatie wordt niet duidelijk<br />
- (eenmalig) introductie van proces niet beschreven<br />
b) De concrete uitwerking van output van proces (documenten, databases etc).<br />
a) max 6 puten, waarvan 3 punten per relevant/onderbouwd aspect. zonder onderbouwing niet meer dan 2 punten.<br />
b) max 4 punten. Hier kunnen andere aspecten genoemd zin dan in de antwoord indicatie genoemd aspect. beoordeel<br />
relevantie en wijze van onderbouwing.<br />
Key-account management, Marian Dingena, ISBN 90-14-08883-3, 2002, Kluwer, hoofdstukken 4 t/m 8<br />
Account management, filosofie, instrumenten en implementatie, Dr. Ir. Drs. Biek Verra, ISBN 90-267-2078-5, 1994-2001,<br />
Kluwer, hoofdstuk 4.3<br />
Account management in de praktijk, Dr. Ir. Drs. Biek Verra, ISBN 90-267-2086-0, 5 e oplage ‘05, Kluwer, hoofdstuk 1 t/m 3<br />
en 10<br />
Verkoopleiding, Rob van Veen, ISBN 90-01-65165-7, 1999, Wolters-Noordhoff, hoofdstukken 11 en 25<br />
Sales Management, Rustenberg e.a., ISBN 90-01-76911-X, 2002, Wolters-Noordhoff, hoofdstuk 6.6<br />
9
NIMA/SMA SALES-B1 OEFENEXAMEN <strong>ANTWOORDEN</strong><br />
Vraag 10 (20 punten)<br />
Karen van Dijck heeft een eerste meeting gehad met Marleen van Meijl. Het bleek al snel dat<br />
zij over veel zaken hetzelfde dachten. Aansluitend op de vraag van David vraagt Marleen<br />
aan Karen een eerste aanzet te maken over de te ondernemen stappen voor het invoeren<br />
van Key Account Management.<br />
a. Geef stapsgewijs de acties aan die u zou voorstellen om key accountmanagement in te<br />
voeren. Geeft de grote lijnen aan en ga niet te diep in op details. Geef per stap aan wat<br />
de toegevoegde waarde is voor MCF.<br />
b. Benoem twee mogelijke tegenvallers waar Karen rekening mee moet houden bij het<br />
invoeren van key accountmanagement.<br />
c. Geef per genoemde tegenvaller aan hoe dit risico geminimaliseerd kan worden.<br />
ANTWOORD<br />
INSTRUCTIE<br />
BRON<br />
a) 1. selectie/analyse potentiële key accounts<br />
2. uitwerken KAM concept (outline met focus op toegevoegde waarde)<br />
3. definiëren doelen/ strategie/randvoorwaarden<br />
4. analyse/bepalen interne capaciteit (proces, organisatie, resources)<br />
5. uitwerken business case (swot/opties etc) waarbij kwalitatieve en kwantitatieve aspecten aan de orde komen.<br />
6. roll out plan/introductie plan<br />
7 bepalen wijze van meten/bijsturen<br />
b) - geselecteerde key account zien niet de toegevoegde waarde<br />
- kosten wegen niet op tegen baten (meerwaarde aspect)<br />
- niet accepteren van model door bestaande verkoopafdeling<br />
- niet voldoende capaciteit (kwantiteit/kwaliteit/mentaliteit) in de organisatie om uit te voeren<br />
c) - te weinig toegevoegde waarde check vooraf met accounts, doe een proef met een geselecteerde account<br />
- te laag rendement business case als check, herijk/aanpassing concept, verlaag kosten<br />
- geen acceptatie betrek iedere stakeholder in start/opzet van project en verkoop voordelen<br />
- onvoldoende capaciteit planning vooraf checken, inschakelen derden op freelance basis, investeren in capaciteit<br />
op basis van planning<br />
a) Max 12 punten. complexe vraag en moeilijk om eenduidig/consistent/consequent te beoordelen. Als richtlijnen gelden<br />
dat antwoord een plan/do/check/act opzet moet hebben. ontbreekt dit dan max 6 punten. Ontbreken van een logische<br />
volgorde kost 5 punten. per fase kunnen dan punten verdeeld worden.<br />
LET OP! in de antwoordindicatie staat een 7 stappen opzet. Dit hoeft niet zo te zijn. bepaalde activiteiten kunnen<br />
geïntegreerd zijn in andere fases. Dus het aantal is niet zaligmakend.<br />
b) Max 4 punten. 2 punten per goed/relevant scenario<br />
c) Max 4 punten 2 per relevant antwoord/alternatief. check of antwoord in lijn ligt met antwoorden bij a) en b) en<br />
concreet genoeg zijn.<br />
Key-account management, Marian Dingena, ISBN 90-14-08883-3, 2002, Kluwer, hoofdstukken 9, 10 en diverse<br />
werkbladen<br />
Account management, filosofie, instrumenten en implementatie, Dr. Ir. Drs. Biek Verra, ISBN 90-267-2078-5, 1994-2001,<br />
Kluwer, hoofdstuk 7.<br />
Account management in de praktijk, Dr. Ir. Drs. Biek Verra, ISBN 90-267-2086-0, 5 e oplage ‘05, Kluwer, hoofdstuk 1 en blz.<br />
95 e.v. over het functioneren van teams.<br />
Verkoopleiding, Rob van Veen, ISBN 90-01-65165-7, 1999, Wolters-Noordhoff, hoofdstukken 11 en 25<br />
Sales Management, Rustenberg e.a., ISBN 90-01-76911-X, 2002, Wolters-Noordhoff, hoofdstuk 2.4 (blz. 70 e.v.) en<br />
hoofdstuk 6.3<br />
10
NIMA/SMA SALES-B1 OEFENEXAMEN <strong>ANTWOORDEN</strong><br />
Vraag 11 (10 punten)<br />
In de case wordt verwezen naar de bijdrage van Bart Verschure, HRM medewerker bij MCF.<br />
Hij heeft competentieoverzichten gemaakt. Op basis van deze informatie heeft David Karen<br />
geselecteerd voor de opdracht om een bijdrage te leveren aan het KAM project.<br />
a. Noem drie verschillen in het competentieprofiel van een key accountmanager en een<br />
accountmanager uit het team van Chris.<br />
b. Het beoordelen van aanwezige competenties is een complexe aangelegenheid. Noem<br />
twee manieren waarop een manager van MCF de kwaliteit van een Key Account<br />
Manager kan meten.<br />
ANTWOORD<br />
INSTRUCTIE<br />
BRON<br />
a) (kennis)<br />
- specifieke bedrijfseconomische kennis zorg management (gesprekspartner sr mgt)<br />
- projectgerelateerde kennis<br />
- conceptgerelateerde kennis relevant voor grotere projecten<br />
(vaardigheden)<br />
- gesprektechnieken op boardroom niveau<br />
- onderhandelingstechnieken<br />
- managen van teams<br />
- werken in een multidisciplinaire omgeving<br />
(ervaring)<br />
- meetbare en uitgebreidere competenties in de relevante/specifieke verkoopsituaties<br />
- verkoop-/onderhandelings-/coördinatie competenties<br />
- werken in teamverband<br />
(attitude)<br />
- sr benadering van situatie gebaseerd op ervaring<br />
b) - situatie relevant test door extern bureau<br />
- beoordelingsgesprek door manager op basis van een competentie profiel<br />
- co visits, gevolgd door evaluatie/bespreking van uitgevoerde activiteiten<br />
- review met direct betrokkenen (intern/extern) andere dan directe manager (360 graden)<br />
a) max 6 punten, twee punten per gedefinieerd verschil. let op dat er geen algemeenheden worden genoemd, zoals<br />
flexibiliteit,klantgerichtheid etc. . Hiervoor geen punten toekennen.<br />
b) max 4 punten. twee punten per goede beantwoord alternatief.<br />
Verkoopleiding, Rob van Veen, ISBN 90-01-65165-7, 1999, Wolters-Noordhoff, hoofdstukken 8<br />
Key-account management, Marian Dingena, ISBN 90-14-08883-3, 2002, Kluwer, hoofdstukken werkblad 28<br />
Account management, filosofie, instrumenten en implementatie, Dr. Ir. Drs. Biek Verra, ISBN 90-267-2078-5, 1994-2001,<br />
Kluwer, hoofdtuk 2<br />
Account management in de praktijk, Dr. Ir. Drs. Biek Verra, ISBN 90-267-2086-0, 5 e oplage ‘05, Kluwer, hoofdstuk 6<br />
11
NIMA/SMA SALES-B1 OEFENEXAMEN <strong>ANTWOORDEN</strong><br />
Vraag 12 (10 punten)<br />
De eerste aanzet van een key accountmanagement concept wordt positief ontvangen. De<br />
samenwerking tussen Karen en Marleen heeft een consistent en praktisch voorstel van<br />
aanpak opgeleverd.<br />
Naar aanleiding van de presentatie zijn er diverse vragen gesteld en zaken genoemd die<br />
verder uitgewerkt moeten worden. Eén van de vragen betreft het profiel van een key<br />
accountteam bij met name grote projecten met een waarde boven een € 700.000,-.<br />
a. Geef drie criteria waarmee rekening gehouden moet worden bij het samenstellen van<br />
een Key Account Team (KAT) in de omgeving waar MCF actief is.<br />
b. Bij het uitwerken van het profiel blijkt dat bepaalde competenties niet voldoende<br />
aanwezig zijn in de organisatie. Noem twee manieren om dit op te lossen.<br />
ANTWOORD<br />
INSTRUCTIE<br />
BRON<br />
a) - profiel DMU/direct betrokken klanten kant<br />
- eisen/wensen van account<br />
- noodzakelijke aankoopspecifieke kennis/bevoegdheid (interne/externe specialisten/budgethouders) ter<br />
ondersteuning<br />
- mogelijke extra kennis ter onderscheiding van directe concurrenten<br />
- soort van project/transactie (bedrag, risico)<br />
- kennis ten behoeve van risico minimalisatie aan de kant van MCF<br />
- direct toerekenbare verkoop/KAM kosten (budget restricties)<br />
- aanwezige competentie in organisatie<br />
b) - inhuren van ontbrekende competentie<br />
- scholen/certificeren van huidige medewerkers<br />
- samenwerking/partnership opzetten met derden<br />
- competentie door account laten inhuren<br />
a) max 6 punten, waarbij 2 punten per genoemd criterium. Beoordeel mate van relevantie van criterium om algemene<br />
opsomming zonder context niet te over waarderen.<br />
b) max 4 punten. 2 punten per relevant alternatief.<br />
Key-account management, Marian Dingena, ISBN 90-14-08883-3, 2002, Kluwer, hoofdstukken 3, 9, 10<br />
Account management in de praktijk, Dr. Ir. Drs. Biek Verra, ISBN 90-267-2086-0, 5 e oplage ‘05, Kluwer, hoofdstuk 1<br />
Verkoopleiding, Rob van Veen, ISBN 90-01-65165-7, 1999, Wolters-Noordhoff, hoofdstuk 25<br />
Sales Management, Rustenberg e.a., ISBN 90-01-76911-X, 2002, Wolters-Noordhoff, hoofdstuk 6<br />
12
NIMA/SMA SALES-B1 OEFENEXAMEN <strong>ANTWOORDEN</strong><br />
Vraag 13 (15 punten)<br />
Uit de tekst blijkt dat er twee verkooporganisaties uitgewerkt gaan worden. Een key account<br />
gerichte organisatie en daarnaast een directe verkooporganisatie.<br />
a. Geef drie voordelen van een dergelijke opzet.<br />
b. Staat u achter deze keuze? Onderbouw uw antwoord en betrek korte en lange termijn<br />
consequenties in uw onderbouwing.<br />
ANTWOORD<br />
INSTRUCTIE<br />
BRON<br />
a) + op maat voor verschillende subdoelgroepen waardoor meer (effectiviteit)<br />
+ project gestuurde en procesgestuurde organisaties hebben andere systemen en procedures en moeten<br />
gedifferentieerd aangestuurd worden (efficiency)<br />
+ dichter bij de klant<br />
+ meer verkoopcapaciteit waardoor meer in lijn met groeistrategie<br />
+ wat in projecten geleerd word kan in productvorm bij directe verkoop gebruikt worden<br />
b) Ja of nee hangt af van de kwaliteit van de gebruikte argumenten<br />
c) max 6 punten, waarbij 2 punten per genoemd criterium. Beoordeel mate van relevantie van criterium om algemene<br />
opsomming zonder context niet te over waarderen.<br />
d) max 9 punten. zonder argumentatie geen punten.<br />
Key-account management, Marian Dingena, ISBN 90-14-08883-3, 2002, Kluwer, hoofdstukken 3, 9, 10<br />
Account management in de praktijk, Dr. Ir. Drs. Biek Verra, ISBN 90-267-2086-0, 5 e oplage ‘05, Kluwer, hoofdstuk 1<br />
Verkoopleiding, Rob van Veen, ISBN 90-01-65165-7, 1999, Wolters-Noordhoff, hoofdstuk 25<br />
Sales Management, Rustenberg e.a., ISBN 90-01-76911-X, 2002, Wolters-Noordhoff, hoofdstuk 6<br />
13
NIMA/SMA SALES-B1 OEFENEXAMEN <strong>ANTWOORDEN</strong><br />
VERKOOPLEIDER DEEL<br />
Vraag 9 (10 punten)<br />
Chris heeft meerdere zaken die zijn aandacht vragen. In de case worden aandachtsgebieden<br />
als sfeer, de operationele druk, tenders (openbare inschrijvingen), vragen over bonussen en<br />
de introductie van een nieuwe productgroep genoemd.<br />
a. De salesmanager moet prioriteiten stellen. Geef voor de hierboven genoemde zaken aan<br />
in welke volgorde Chris die moet managen. Onderbouw uw antwoord met argumenten.<br />
b. Voor het beoordelen van de operationele druk heeft Chris een overzicht gemaakt van<br />
diverse relevante verkoopactiviteiten en resultaten (zie overzicht 8). Wanneer u het<br />
overzicht bestudeert vallen u wellicht wat zaken op die vragen oproepen. Geef van drie<br />
gegevens aan wat u opvalt en welke vraag u daarover heeft.<br />
ANTWOORD<br />
INSTRUCTIE<br />
BRON<br />
a) mogelijke priotisering is<br />
1. operationele druk concrete analyse tijd/rendement vreters vs doelgerelateerde acties. stel prio in relatie tot<br />
impact op resultaat/verbetering. betere basis voor prio stellen evt kan sfeer door goede communicatie naar team<br />
hierbij opgepakt worden.<br />
2. tenders vraag is welke impact dit heeft op overall resultaat<br />
3. intro nieuwe prod groep liever goed, dan snel. zolang niet bekend is bij doelgroep is er geen externe druk<br />
4. bonus beleid speelt per periode<br />
5. sfeer <br />
b) (zie verkoop efficiency ratio’s in tabel als basis voor antwoord indicatie)<br />
- omzet in verzorgingstehuizen neemt toe en in bejaardentehuizen neemt af<br />
- omzet overig is relatief hoog bedrag. Is er wel voldoende focus op geselecteerde segmenten?<br />
- gemiddelde orderwaarde daalt. Kleinere projecten of kleinere klanten?<br />
- percentage tenders versus orders is relatief laag. Waarde kan wel hoog zijn en dus belangrijk.<br />
- toenemende verkoopbezoeken. Vraag is of aantal bezoeken wel in verhouding staat tot aantal offertes orders<br />
- conversie in pijplijn gaat achteruit. moet verder onderzocht worden. 1 op de 3 bezoeken levert dus niks op. kwaliteit<br />
van lead generatie nader onderzoeken<br />
- offerte ratio loopt fors terug. betere assessment van prospects gewenst<br />
- veel kengetallen laten een zwakke vorm van operationele sales pijplijn/verkoop mgt zien<br />
a) Max 4 punten. Er zijn meerdere mogelijke rangschikkingen te maken. echter zaken als sfeer en bonus zijn gevolg van<br />
goede planning en proces definitie. De onderbouwing moet de puntentoekenning sturen.<br />
b) Max 6 punten, 2 per concreet uitgewerkt punt. Vaagheden of algemene opmerkingen niet honoreren als ze niet<br />
duidelijk zijn.<br />
Verkoopleiding, Rob van Veen, ISBN 90-01-65165-7, 1999, Wolters-Noordhoff, hoofdstukken 10, 17, 18 en 29<br />
Sales Management, Rustenberg e.a., ISBN 90-01-76911-X, 2002, Wolters-Noordhoff, hoofdstuk 10 en 11<br />
14
NIMA/SMA SALES-B1 OEFENEXAMEN <strong>ANTWOORDEN</strong><br />
Vraag 10 (10 punten)<br />
Een goede sfeer in het verkoopteam is altijd een belangrijke omgevingsfactor.<br />
a. Noem vier mogelijke managementacties die Chris binnen een boekjaar kan initiëren of<br />
verbeteren om de sfeer te verbeteren.<br />
b. Welke eerste actie kiest u uit de door u bij antwoord 10a genoemde alternatieven om<br />
mee te beginnen? Onderbouw uw antwoord.<br />
ANTWOORD<br />
INSTRUCTIE<br />
BRON<br />
a) - kortlopende verkoop actie programma’s definiëren met een incentive programma voor AM’s<br />
- meetbare successen van AM’s positief beoordelen (geven van diner bon o.i.d.)<br />
- verkoopplanning aanpassen aan trends in markt<br />
- individuele supportactiviteiten n lijn met aandachtsgebieden van AM’s<br />
- verkoop efficiency maatregelen en verbeterprogramma’s initiëren (aanpak rayonnering, meer lead generatie support<br />
inhuren, tender team uitbreiden, extra beurs activiteiten)<br />
- met marketing verkoopbevorderende below the line programma initiëren<br />
b) elk antwoord uit 10 a) kan genoemd worden. Motivatie van het antwoord moet een criteria in zich hebben waarmee<br />
de antwoord keuze wordt onderbouwd. kan een kwalitatief of kwantitatief criterium zijn.<br />
a) Max 4 punten. Eén punt per genoemd programma.<br />
b) Max 6 punten, waarbij praktische toepassing, actiegerichtheid en delen met het team genoemd moeten worden om<br />
maximaal aantal punten te halen<br />
Verkoopleiding, Rob van Veen, ISBN 90-01-65165-7, 1999, Wolters-Noordhoff, hoofdstukken 10, 17, 18 en 29<br />
Sales Management, Rustenberg e.a., ISBN 90-01-76911-X, 2002, Wolters-Noordhoff, hoofdstuk 10 en 11<br />
Vraag 11 (10 punten)<br />
Chris heeft de grafiek met het aantal tenders (openbare inschrijvingen) uitgewerkt (zie<br />
overzicht 9).<br />
a. Geef voor het toenemende aantal tenders twee mogelijke korte termijn oplossingen die<br />
de werkdruk verminderen en de responstijd bij beantwoorden verlagen zonder extra<br />
kosten te maken.<br />
b. Geef voor het toenemende aantal tenders twee strategische oplossingen om zowel de<br />
omzet afkomstig van verkoop via tenders te verhogen als het rendement op tenders te<br />
verbeteren.<br />
ANTWOORD<br />
INSTRUCTIE<br />
BRON<br />
a) - extra inzet van tijdelijke (gekwalificeerde) krachten (intern of extern)<br />
- betrek externe partner bij beantwoorden en doe projecten samen<br />
- selecteer welke tenders niet beantwoord worden op basis van resultaat inschatting<br />
b) - zet een tender bibliotheek op waardoor veel voorkomende vragen sneller/efficiënter beantwoord kunnen worden<br />
- betere planning door pijplijn verkoopplanning beter te managen<br />
- tenders voorkomen door bij bestaande klanten meer kleinere projecten te doen en onder bedrag gedwongen<br />
aanbesteding te blijven<br />
- werken met raamcontracten bij grotere inkoop centra<br />
a) Max 4 punten. Twee punt per genoemde oplossing.<br />
b) Max 6 punten. Drie punt per genoemde oplossing mits in lijn met lange termijn en strategie MCF<br />
Verkoopleiding, Rob van Veen, ISBN 90-01-65165-7, 1999, Wolters-Noordhoff, hoofdstukken 18<br />
Sales Management, Rustenberg e.a., ISBN 90-01-76911-X, 2002, Wolters-Noordhoff, hoofdstuk 5 deels en 3<br />
15
NIMA/SMA SALES-B1 OEFENEXAMEN <strong>ANTWOORDEN</strong><br />
Vraag 12 (10 punten)<br />
Het bonusbeleid van een verkooporganisatie blijft altijd warme belangstelling hebben van alle<br />
direct betrokken managers en werknemers. Ook bij MCF staat dit onderwerp op de agenda.<br />
a. Geef uw visie op het wel of niet ingaan op het verzoek van Marleen van Hoek, manager<br />
projectbureau, om geselecteerde medewerkers van haar team te honoreren met een<br />
bonus. Onderbouw uw antwoord met twee argumenten.<br />
b. De strategie is gericht op groei van MCF resultaten. Geef twee mogelijkheden hoe u als<br />
verkoopmanager met het instrument bonus de groei kan stimuleren.<br />
ANTWOORD<br />
INSTRUCTIE<br />
BRON<br />
a) + meetbare bijdrage belonen zorgt voor betrokken resultaatgerichte medewerkers<br />
+ goed sturingsmiddel<br />
+ zorgt voor extra inkomsten<br />
+ (bij verlaging vast salaris) kunnen verkoopkosten lager worden bji lagere omzet (vast wordt variabel)<br />
- after sales verkoop is niet gelijk aan pre sales inspanning<br />
- extra omzet heeft vaak ook voordeel van voorwerk van Am<br />
- KLANT KAN Project manager als niet meer objectief beoordelen<br />
- meten en belonen kan veel tijd en discussie kosten en negatief werken op motivatie<br />
b) - richt bonus meer op meetpunten/-criteria die horen bij groei (nieuwe klanten, grotere projecten<br />
- koppel Incentive programm aan meerdere groeigerichte acties<br />
a) max 4 punten, 2 per goed argument<br />
b) max 6 punten, drie per argument mits goed onderbouwd<br />
Verkoopleiding, Rob van Veen, ISBN 90-01-65165-7, 1999, Wolters-Noordhoff, hoofdstukken 12, 7<br />
Sales Management, Rustenberg e.a., ISBN 90-01-76911-X, 2002, Wolters-Noordhoff, hoofdstuk 5, 8 (deels), 2<br />
Vraag 13 (20 punten)<br />
De introductie van de nieuwe productgroep bedden en bedmeubilair kan een belangrijke<br />
bijdrage leveren aan de beoogde groei van MCF. De marketingafdeling wil van Chris een<br />
verkoop introductieplan om op basis hiervan de marketingactiviteiten te kunnen plannen.<br />
Geef een overzicht welke onderdelen in een verkoop introductieplan kunnen worden<br />
opgenomen. Werk een opzet uit, zonder uitgebreid alle details te noemen. De diverse - in uw<br />
ogen voor MCF relevante onderdelen - moeten benoemd worden.<br />
ANTWOORD<br />
INSTRUCTIE<br />
BRON<br />
1. selectie/analyse potentiële verkoopdoelgroep (bestaande/nieuwe klanten)<br />
2. analyse verwachte reactie concurrenten<br />
3. inschatting verkooppotentieel en te verwachten verkopen<br />
4. definiëren doelen/ strategie/randvoorwaarden<br />
5. analyse/bepalen interne capaciteit (proces, organisatie, resources)<br />
6. uitwerken verwachte verkooppijplijn in verband met levering/voorraad waarbij kwalitatieve en kwantitatieve aspecten<br />
aan de orde komen incl what if analyses<br />
7. roll out plan/introductie plan (training AM’s, sales presentatie en andere ondersteunende middelen, verwachte mkt<br />
ondersteuning,Incentive programma)<br />
8 bepalen wijze van meten/bijsturen<br />
max 20 punten. zonder plan/do/check/act structuur max 10 punten. beoordeel:<br />
- volledigheid<br />
- consistentie<br />
- mate van concreetheid<br />
Verkoopleiding, Rob van Veen, ISBN 90-01-65165-7, 1999, Wolters-Noordhoff, hoofdstukken 12<br />
Sales Management, Rustenberg e.a., ISBN 90-01-76911-X, 2002, Wolters-Noordhoff, hoofdstuk 2 en 5<br />
16
NIMA/SMA SALES-B1 OEFENEXAMEN <strong>ANTWOORDEN</strong><br />
Vraag 14 (10 punten)<br />
Na diverse managementteam meetings en verdere uitwerking van groeiprogramma’s heeft<br />
het managementteam een uitbreiding van het verkoopteam met twee accountmanagers<br />
goedgekeurd.<br />
a. Rekening houdend met de geambieerde groei van MCF, de huidige operationele<br />
aandachtsvelden in de huidige verkooporganisatie en de te starten programma’s; wat<br />
voor profiel accountmanager wilt u gaan werven? Onderbouw uw antwoord met twee<br />
argumenten.<br />
b. U besluit de werving en selectie uit te besteden. Noem twee voordelen en twee nadelen<br />
van uitbesteding van deze activiteit.<br />
ANTWOORD<br />
INSTRUCTIE<br />
BRON<br />
a) hunter profiel. Gezien hoog ambitie niveau MCF iemand met enige ervaring. In lijn met groei per regio zou ik op basis<br />
van marktdata locatie of kennis van regio afstemmen op groeipotentie in regio.<br />
b) + aanwezige database/kandidaten (snelheid en kwaliteit)<br />
+ ervaring van consultants van bureau<br />
+ bespaart eigen tijd<br />
+ meer keuze van reeds voorgeselecteerde kandidaten (voorkomen van reageren op niet geschikte kandidaten)<br />
+ mogelijkheid no cure, no pay<br />
- kosten<br />
- briefing van bureau kost tijd/energie<br />
- bureau wil hoe dan ook scoren en is niet selectief genoeg (kosten en tijdverlies<br />
a) max 6 punten, kwaliteit van onderbouwing en gebruik maken van aanwezige info bepaalt de beoordeling.<br />
b) max 4 punten, één per relevant aspect<br />
Verkoopleiding, Rob van Veen, ISBN 90-01-65165-7, 1999, Wolters-Noordhoff, hoofdstukken 8, 9, 10 en deels 7.<br />
17