PERIFERE STAMCELTRANSPLANTATIE

Bijwerkingen van de mobilisatie en de stamcelafname
De groeifactor G-CSF die men gebruikt om de stamcellen te mobiliseren van het beenmerg
naar de bloedcirculatie kan bij sommige patiënten lichte tot matige spier- en botpijnen
veroorzaken. Dit is voornamelijk het geval wanneer enkel G-CSF wordt gebruikt voor de
mobilisatie omdat in dat geval een hogere dosis wordt toegediend. Deze botpijnen zijn een
teken dat het beenmerg bezig is met een verhoogde productie van stamcellen. Deze bot- en
spierpijnen zijn goed behandelbaar met paracetamol.
De procedure (stamcelafname) is over het algemeen weinig belastend. De bijwerkingen die
op kunnen treden zijn mild en makkelijk te verhelpen. De meest voorkomende bijwerking
is een tintelend gevoel rond de mond en in de vingertoppen. Dit wordt verholpen door calcium
toe te dienen. Bijvoorbeeld door het nuttigen van melk, yoghurt of andere zuivelprodukten.
Als vooraf bepaalde bloedwaarden al laag waren dan kan het na de afname van de stamcellen
nodig zijn een transfusie van bloedplaatjes of rode bloedcellen te geven. Na de afname
kunnen sommige patiënten enige vermoeidheid ervaren.
11
Perifere stamcel transplantatie Patiëntenbrochure