Gemeentelijke Groenvoorziening - Gemeente Haarlem

Reageren
o.en.s@haarlem.nl
Concernstaf
Afdeling Onderzoek en
Statistiek,
Grote Markt 2,
2011 RD Haarlem
Gemeente Haarlem, Onderzoek en Statistiek
Digipanel Haarlem
Gemeentelijke
november 2009
Groenvoorziening
Een onderzoek onder leden van
Digipanel Haarlem en Digipanel Schalkwijk

Gemeentelijke Groenvoorziening
Een onderzoek onder leden van Digipanel Haarlem en
Digipanel Schalkwijk
Onderzoek en Statistiek Haarlem, november 2009
Gemeentelijke Groenvoorziening 1 Onderzoek en Statistiek Haarlem

Colofon
Opdrachtgever: Gemeente Haarlem
Samensteller: Gemeente Haarlem
Hoofdafdeling Concernstaf
Afdeling Onderzoek en Statistiek Haarlem
Postbus 511
2003 PB Haarlem
Telefoon: 023-5113018
Fax: 023-5113441
E-mail: o.en.s@haarlem.nl
Internet: www.haarlem.nl
Bezoekadres : Stadhuis
Grote Markt 2
2011 RD Haarlem
Auteur: Pieter Waal
Bronvermelding: Alles uit deze uitgave mag vrij worden gebruikt, mits onder duidelijke
vermelding van de samensteller en de naam van de rapportage.
Gemeentelijke Groenvoorziening 2 Onderzoek en Statistiek Haarlem

Inhoudsopgave
Colofon.........................................................................................................................................................2
Inhoudsopgave............................................................................................................................................3
Samenvatting...............................................................................................................................................4
1. Inleiding ...................................................................................................................................................5
1.1 Aanleiding............................................................................................................................................5
1.2 Opzet van het onderzoek ....................................................................................................................5
1.3 Leeswijzer............................................................................................................................................6
2. Waardering van het groen......................................................................................................................7
2.1 Inleiding ...............................................................................................................................................7
2.2 Tevredenheid over het groen ..............................................................................................................7
2.3 Recreatie .............................................................................................................................................9
2.4 Veiligheid van groengebieden ...........................................................................................................10
2.5 Oordeel over en suggesties voor specifieke soorten groen..............................................................11
2.6 Bewonersparticipatie .........................................................................................................................14
Bijlagen ......................................................................................................................................................16
Gemeentelijke Groenvoorziening 3 Onderzoek en Statistiek Haarlem

Samenvatting
Dit onderzoek is uitgevoerd door middel van een enquête onder leden van het Digipanel Haarlem en
Digipanel Schalkwijk. In totaal hebben 1052 panelleden de vragenlijst over de gemeentelijke
groenvoorziening ingevuld. De respons voor Digipanel Haarlem is 57% en voor Digipanel Schalkwijk
55%. Om de resultaten van de verschillende stadsdelen goed met elkaar te kunnen vergelijken heeft er
een weging naar inwonertal van de stadsdelen plaatsgevonden.
De grootste groep panelleden is (zeer) tevreden over het groen in het stadsdeel (41%). Drie op de tien
respondenten zegt (zeer) ontevreden te zijn over het groen. De respondenten In Zuid-West zijn meer
tevreden dan gemeentebreed over het groen in hun stadsdeel. Daarentegen zijn respondenten uit
Centrum en Oost minder tevreden.
Bijna de helft van de panelleden vindt dat er voldoende groen is in hun stadsdeel (47%). De hoeveelheid
kijkgroen en recreatief groen vindt ongeveer vier op de tien respondenten voldoende. Eén derde zegt dat
er voldoende natuur is in het stadsdeel. In stadsdeel Centrum en Oost is men over het algemeen minder
dan gemiddeld tevreden over de hoeveelheid groen. In Zuid-West zijn ze tevredener over de hoeveelheid
groen in hun stadsdeel.
40% van de ondervraagden vindt dat het groen er mooi uitziet in zijn of haar stadsdeel. Ruim één op de
drie zegt dat het groen goed wordt onderhouden. Een iets grotere groep vindt dat er voldoende variatie is
in de soorten groen. In Centrum en Oost zijn ze minder dan gemeentebreed tevreden over de variatie van
het groen. Daarnaast vinden ze in Oost minder vaak dat het groen in hun stadsdeel er goed uitziet en dat
het groen goed wordt onderhouden. In Schalkwijk en Zuid-West zijn ze juist tevredener over de variatie
van het groen. Daarnaast geldt voor Zuid-West dat respondenten daar vaker dan gemiddeld vinden dat
het groen er mooi uitziet.
Tweederde van de panelleden recreëert meestal buiten Haarlem in het groen. 21% van de respondenten
recreëert meestal in het eigen stadsdeel en 12% recreëert in Haarlem buiten het eigen stadsdeel. De
respondenten uit Schalkwijk recreëren een stuk vaker dan gemiddeld in het eigen stadsdeel. Voor
Centrum en Oost geldt het omgekeerde; daar recreëren de panelleden minder vaak in het eigen
stadsdeel.
Meer dan de helft van de respondenten voelt zich vaak veilig in de groengebieden van het stadsdeel
(51%). Ook voelt ruim éénderde zich regelmatig veilig in de groengebieden (37%). In totaal is er een
groep van 12% die zich minder vaak veilig voelt; 10% voelt zich hiervan soms veilig en 2% zegt zich
zelden veilig te voelen in het groengebied. Panelleden uit Centrum, Noord en Zuid-West voelen zich
veiliger in de groengebieden. Schalkwijkers zeggen minder vaak dan gemiddeld zich veilig te voelen.
Een perk (met in de zomer bloemen) wordt door de panelleden het meest gemist. Bijna driekwart (73%)
van de panelleden vindt dat hier te weinig van zijn. De aanwezigheid van bloembakken wordt door bijna
tweederde van de panelleden te weinig gevonden. Volgens 43% zijn er te weinig bomen. Panelleden uit
Centrum en Oost vinden meer dan gemeentebreed dat een aantal soorten groen te weinig aanwezig is in
hun stadsdeel. In Schalkwijk zijn ze tevredener over de hoeveelheid verschillende soorten groen.
Liever ziet men meer bloemen, bomen, speelplaatsen en voetbalgras komen in het stadsdeel dan andere
soorten of minder van een soort. Respondenten uit Centrum willen vaker dan gemeentebreed
geveltuinen. In Haarlem-Oost gaan de suggesties vaker uit naar plekken om te kunnen spelen. In
Schalkwijk zeggen ze minder vaak dan gemiddeld dat ze in hun stadsdeel meer bomen zouden willen
zien. Verder blijkt uit de suggesties die panelleden zelf konden verzinnen, dat zij meer aandacht van de
gemeente voor het onderhoud aan het groen en voor het hondenpoepprobleem wensen.
Bijna de helft van de bewoners is niet geïnteresseerd in enige betrokkenheid bij bewonersparticipatie
(46%). Ruim één op de drie panelleden (35%) zou wel betrokken willen zijn bij het maken van de plannen
voor de inrichting. Ook zou 27% betrokken willen zijn bij een regelmatig overleg tussen gemeente en
bewoners om problemen te signaleren. In andere vormen van betrokkenheid is men minder
geïnteresseerd; 17% wil betrokken zijn bij het beheer en onderhoud en 10% bij de aanleg van groen. In
Centrum zijn de bewoners vaker geïnteresseerd in bewonersparticipatie en in Schalkwijk minder vaak
dan gemeentebreed.
Gemeentelijke Groenvoorziening 4 Onderzoek en Statistiek Haarlem

1. Inleiding
1.1 Aanleiding
Het Groenstructuurplan 2020 geeft handvaten voor diverse groenvoorzieningen binnen de gemeente
Haarlem. De gemeente is benieuwd hoe de inwoners van Haarlem aankijken tegen bestaande en nieuwe
groenvoorzieningen. Afdeling Openbare ruimte, Groen en Verkeer (OGV) wil graag weten hoe
Haarlemmers hun ‘groen’ beleven. Zo kunnen de vragen beantwoord worden of de Haarlemmers
tevreden zijn over de hoeveelheid en kwaliteit van het groen in hun omgeving.
Onderzoek en Statistiek Haarlem (OenS) is door OGV gevraagd een onderzoek uit te voeren om meer
inzicht te krijgen in de beoordeling van de groenvoorzieningen binnen de gemeentegrenzen.
1.2 Opzet van het onderzoek
De onderwerpen die aan bod komen zijn:
• Tevredenheid over het groen en de hoeveelheid daarvan;
• Plaats en frequentie van recreatie in het groen;
• Veiligheid van de groengebieden;
• Oordeel over en suggesties voor specifieke soorten groen;
• Eventuele interesse in bewonersparticipatie.
Het onderzoek is uitgevoerd door middel van een enquête onder leden van zowel Digipanel Haarlem als
Digipanel Schalkwijk. Voor Digipanel Haarlem geldt dat 1376 personen een uitnodiging hebben gehad om
mee te doen, hiervan hebben 788 respondenten meegedaan. Omdat bij 10 respondenten niet vastgesteld
kon worden uit welk stadsdeel zij kwamen, zijn zij niet meegenomen in de analyses. De respons van
Digipanel Haarlem kan zo vastgesteld worden op 56,5% Voor Digipanel Schalkwijk hebben in totaal 498
personen een uitnodiging gehad. Hiervan hebben 274 respondenten meegedaan. De respons voor
Digipanel Schalkwijk is zodoende 55,0% .
In onderstaande tabel staat de respons voor geheel Haarlem en naar stadsdeel in aantallen
weergegeven.
Respons totaal en naar stadsdeel (in aantallen)
Centrum
Aantal
137
Haarlem-Noord 299
Haarlem-Oost 107
Schalkwijk 288
Zuid-West 221
Haarlem totaal 1052
In de rapportage staan naast de resultaten voor Haarlem, ook de resultaten voor ieder stadsdeel
weergegeven. Om een goede vergelijking tussen de stadsdelen mogelijk te maken, heeft een weging
voor de stadsdelen plaatsgevonden. Dit betekent dat ieder stadsdeel naar inwonertal invloed heeft op de
totale resultaten van Haarlem.
Daarnaast zijn de resultaten van de verschillende stadsdelen getoetst ten opzichte van heel Haarlem. Als
er verschillen zijn tussen het betreffende stadsdeel en Haarlem dan worden die in de rapportage
besproken. In die gevallen zijn de verschillen significant bij een betrouwbaarheid van 95%. Dit wil zeggen
dat we met 95% zekerheid kunnen zeggen dat het verschil niet op toeval berust.
Gemeentelijke Groenvoorziening 5 Onderzoek en Statistiek Haarlem

1.3 Leeswijzer
Inleiding
De rapportage wordt voorafgegaan door een samenvatting van de belangrijkste uitkomsten. Hoofdstuk 2
bespreekt de resultaten van het onderzoek, waarbij grotendeels de volgorde van de vragenlijst wordt
gehanteerd. Deze vragenlijst is terug te vinden in Bijlage 1.
Gemeentelijke Groenvoorziening 6 Onderzoek en Statistiek Haarlem

2. Waardering van het groen
2.1 Inleiding
Dit hoofdstuk behandelt de resultaten van het onderzoek naar de waardering van de groenvoorzieningen
binnen Haarlem. Paragraaf 2.2 behandelt de mate van tevredenheid over het groen en de hoeveelheid
daarvan. Paragraaf 3 gaat over de plaats en frequentie van recreatie in het groen. De veiligheid van de
groengebieden van Haarlem en de stadsdelen komt in paragraaf 4 aan bod. In paragraaf 5 staat de
waardering voor specifieke soorten groen centraal; zoals bomen, bloemen en speelplaatsen. Daarnaast
komen in deze paragraaf de suggesties van de panelleden voor specifieke soorten groen aan bod. Het
hoofdstuk eindigt met de animo onder de panelleden voor bewonersparticipatie met betrekking tot de
groenvoorzieningen (paragraaf 6).
2.2 Tevredenheid over het groen
Aan de leden van de digipanels is gevraagd om een aantal stellingen te beantwoorden die te maken
hebben met de hoeveelheid groenvoorzieningen binnen het stadsdeel van de respondent. Geantwoord
kon worden op een schaal van ‘Helemaal mee eens met de stelling’ tot ‘Helemaal mee oneens met de
stelling’. In Grafiek 2.1 staan de percentages van de respondenten die het ‘eens’ of ‘helemaal eens’ zijn
met de stellingen over de hoeveelheid groen en de verschillende soorten daarvan. Voor de definities van
de verschillende soorten groen wordt naar de vragenlijst verwezen (Bijlage 1).
Grafiek 2.1
Tevredenheid hoeveelheid groen in eigen stadsdeel; % (helemaal) eens
Er is voldoende groen
Er is voldoende
kijkgroen
Er is voldoende
recreatief groen
Er is voldoende natuur
20,4
20,4
42,1
43,8
40,2
41,8
34,8
31,4
29,0
38,9
42,1
46,6
48,8
Bijna de helft van de respondenten is het eens met de stelling dat er over het algemeen voldoende groen
is in hun stadsdeel (47%). Over de verschillende soorten groen zijn de inwoners van Haarlem minder
tevreden. De hoeveelheid kijkgroen en recreatief groen vindt ongeveer vier op de tien respondenten
29,9
29,9
Gemeentelijke Groenvoorziening 7 Onderzoek en Statistiek Haarlem
32,1
31,8
36,4
41,3
43,7
47,2
50,7
51,1
0 10 20 30 40 50 60
Haarlem Noord Oost
Schalkwijk Zuid-West Centrum
57,5

Waardering van het groen
voldoende in zijn of haar stadsdeel (respectievelijk 42% en 40%). Een derde van de respondenten zegt
dat er voldoende natuur is in het stadsdeel (35%).
In Centrum vindt men minder dat er over het algemeen voldoende groen is dan gemiddeld. Dit vindt men
ook over recreatief groen en natuur. Ook de bewoners uit Oost ervaren minder dan gemiddeld dat in hun
stadsdeel in zijn algemeenheid voldoende groen is. Daarnaast zien ze in hun stadsdeel te weinig
kijkgroen en recreatief groen. In Zuid-West zijn ze tevredener dan gemeentebreed. Ze vinden vaker dat
er voldoende groen is in zijn algemeenheid en ook over de hoeveelheid verschillende soorten groen zijn
ze vaker tevreden.
Naast de stellingen over de hoeveelheid groen zijn aan de panelleden stellingen voorgelegd die te maken
hebben met een oordeel over het aanwezige groen. In Grafiek 2.2 staan de resultaten op deze stellingen.
Ook hier worden percentages gegeven van de respondenten die (helemaal) eens zijn met de stelling.
Grafiek 2.2
Tevredenheid over groen in eigen stadsdeel; % (helemaal) eens
Het groen ziet er mooi
uit
Het groen wordt goed
onderhouden
Er is voldoende
variatie in het soort
groen
24,3
23,4
27,1
39,7
42,8
35,3
39,8
36,9
33,8
40% van de ondervraagden vindt dat het groen er mooi uitziet in zijn of haar stadsdeel. Ruim één op de
drie zegt dat het groen goed wordt onderhouden (35%). Een iets grotere groep (37%) vindt dat er
voldoende variatie is in de soorten groen in het stadsdeel (bijv. recreatief groen, kijkgroen en natuur).
In Centrum zijn ze minder dan gemeentebreed tevreden over de variatie van het groen. Hetzelfde geldt
voor Oost. Daarnaast vinden ze in Oost minder vaak dat het groen in hun stadsdeel er goed uitziet en dat
het groen goed wordt onderhouden. In Schalkwijk en Zuid-West zijn ze juist tevredener dan gemiddeld
over de variatie van het groen. Daarnaast geldt voor Zuid-West dat respondenten daar vaker dan
gemiddeld vinden dat het groen er mooi uitziet.
Naast deze verschillende stellingen is er specifiek gevraagd aan de leden van de digipanels of zij
tevreden zijn over het groen in het stadsdeel waar ze wonen. Ze konden deze vraag beantwoorden op
een schaal van zeer tevreden naar zeer ontevreden. In Grafiek 2.3 op de volgende pagina staan hiervan
de resultaten weergegeven.
De grafiek laat zien dat de grootste groep over het algemeen (zeer) tevreden is over het groen in het
stadsdeel (41%). Toch zegt drie op de tien respondenten (zeer) ontevreden te zijn over het groen. Een
even grote groep reageert neutraal op deze vraag (29%).
In Zuid-West zijn de respondenten tevredener dan gemiddeld over het groen in hun stadsdeel.
Daarentegen zijn respondenten uit Centrum en Oost minder tevreden dan het gemiddelde panellid.
29,9
Gemeentelijke Groenvoorziening 8 Onderzoek en Statistiek Haarlem
31,9
36,1
34,3
40,3
38,7
43,1
44,8
51,1
0 10 20 30 40 50 60
Haarlem Noord Oost
Schalkwijk Zuid-West Centrum

Grafiek 2.3
2.3 Recreatie
Waardering van het groen
Algehele tevredenheid over het groen in stadsdeel (in %)
Haarlem
Centrum
Noord
Oost
Schalkwijk
Zuid-West
29
29
41
40
41
53
Deze paragraaf gaat in op de vrijetijdsbesteding in het groen van de panelleden. Over dit onderwerp was
de eerste vraag waar meestal naar toe wordt gegaan indien de respondent in een groene omgeving wil
recreëren (zoals wandelen, fietsen en sporten). Er kon gekozen worden uit vier antwoordcategorieën. De
resultaten staan in Grafiek 2.4.
Grafiek 2.4
Plaatsen waar meestal wordt gerecreëerd in groen (in %)
26
32
0% 20% 40% 60% 80% 100%
In mijn stadsdeel
In Haarlem (buiten
stadsdeel)
Buiten Haarlem
Ik recreëer niet in het
groen
(Zeer) tevreden niet tevreden/niet ontevreden (Zeer) ontevreden
3,6
3,1
3,0
3,7
3,1
2,7
2,9
20,8
10,7
15,9
19,0
11,5
9,4
16,8
10,8
9,5
15,3
29
31
33
35,1
Gemeentelijke Groenvoorziening 9 Onderzoek en Statistiek Haarlem
21
51,0
45
39
30
29
26
26
64,6
63,6
68,8
0 10 20 30 40 50 60 70 80
Haarlem Noord Oost
Schalkwijk Zuid-West Centrum
76,9
78,1

Waardering van het groen
De grafiek toont dat een overgrote meerderheid meestal buiten Haarlem in het groen recreëert (65%).
21% van de respondenten recreëert meestal in het eigen stadsdeel en 12% recreëert in Haarlem buiten
het eigen stadsdeel. Ten slotte zegt 3% niet in het groen te recreëren.
De respondenten uit Schalkwijk recreëren een stuk vaker dan gemiddeld in het eigen stadsdeel;
ongeveer twee keer zo vaak als bewoners uit andere stadsdelen. Daarentegen recreëren ze weer minder
vaak buiten Haarlem. Voor Centrum en Oost geldt het omgekeerde; inwoners van deze stadsdelen
recreëren minder vaak dan gemiddeld in het eigen stadsdeel en vaker buiten Haarlem.
Naast de vraag waar meestal wordt gerecreëerd in het groen, is de vraag aan recreërende panelleden
voorgelegd met welke frequentie in het groen wordt gerecreëerd. Dus niet alleen in eigen stadsdeel. De
resultaten staan in Tabel 2.1.
Tabel 2.1
Frequentie van recreatie in het groen (in %)
Centrum Noord Oost Schalkwijk Zuid-West Haarlem
Meerdere keren per week 26,3 28,3 24,3 31,2 26,0 28,0
Eén keer per week 26,3 24,5 19,4 17,6 24,2 21,5
Meerdere keren per maand 27,8 30,7 27,2 30,1 27,0 28,9
Eén keer per maand 13,5 9,3 18,4 14,0 16,3 14,1
Minder dan één keer per maand 6,0 7,2 10,7 7,2 6,5 7,4
De grootste groep zegt meerdere keren per maand te recreëren in het groen (29%). Een bijna even grote
groep doet dit meerdere keren per week (28%). Ruim één op de vijf panelleden recreëert één keer per
week (22%). Minder panelleden recreëren één keer per maand of minder (respectievelijk 14% en 7%).
Tussen de stadsdelen van Haarlem zien we geen grote verschillen.
2.4 Veiligheid van groengebieden
Over de veiligheid van de groengebieden is gevraagd of de panelleden zich in het algemeen veilig voelen
in de groengebieden van het stadsdeel (Grafiek 2.5).
Grafiek 2.5
Mate van veiligheid in groengebieden van stadsdeel (in %)
Haarlem
Centrum
Noord
Oost
Schalkwijk
Zuid-West
39
42
51
60
59
63
Meer dan de helft van de respondenten voelt zich vaak veilig in de groengebieden van het stadsdeel
(51%). Ook voelt ruim éénderde zich regelmatig veilig in de groengebieden (37%). In totaal voelt 12%
zich minder vaak veilig; 10% voelt zich soms veilig en 2% voelt zich zelden veilig in het groengebied van
het stadsdeel.
Gemeentelijke Groenvoorziening 10 Onderzoek en Statistiek Haarlem
46
39
37
30
36
31
16
11
10
8
5
4
2
2
3
1
4 1
0% 20% 40% 60% 80% 100%
Vaak Regelmatig Soms Zelden

Waardering van het groen
De panelleden uit stadsdelen Centrum, Noord en Zuid-West voelen zich veiliger in de groengebieden. Zij
voelen zich vaker veilig dan gemiddeld in Haarlem. De panelleden uit Oost zeggen vaker zich regelmatig
veilig te voelen en geven ‘vaak’ minder als antwoord dan gemeentebreed. Panelleden uit Schalkwijk
zeggen vaker ‘soms’ en minder ‘vaak’ dan gemiddeld.
2.5 Oordeel over en suggesties voor specifieke soorten groen
De panelleden kregen de vraag voorgelegd of er van een aantal soorten groen te veel, voldoende of te
weinig aanwezig is in het stadsdeel. Diverse specifieke soorten groen konden hierbij beoordeeld worden.
Alleen de percentages ‘te weinig’ staan in Grafiek 2.6 weergegeven. Hier is voor gekozen omdat weinig
mensen bij de verschillende soorten groen ‘te veel’ en ‘voldoende’ hebben ingevuld.
Van de gegeven soorten groen wordt een perk (met in de zomer bloemen) het meest gemist. Bijna
driekwart (73%) van de panelleden vindt dat hier te weinig van zijn. De aanwezigheid van bloembakken
wordt door bijna tweederde van de panelleden te weinig gevonden (64%). Volgens 43% zijn er te weinig
bomen, 37% zegt dat er te weinig gazons zijn en 31% vindt dit van struiken het geval. Bermgras wordt
het minst door de respondenten gemist (30%).
Behalve bloembakken vinden panelleden uit Centrum meer dan gemeentebreed iedere soort groen te
weinig aanwezig in hun stadsdeel. In Oost vinden ze meer dan gemiddeld dat te weinig bomen, gazons
en bloembakken zijn. In Schalkwijk zijn ze tevredener over de hoeveelheid soorten groen. Ze vinden
minder vaak dat er te weinig struiken, bomen en bermgras zijn dan gemeentebreed.
Alleen panelleden van Schalkwijk vinden vaker dan gemiddeld dat er ook teveel aan soorten groen is. Zo
vinden ze vaker dat er teveel struiken, bomen, bermgras en gazons zijn. Let wel: het gaat hierbij om
kleine percentages.
Grafiek 2.6
Aanwezigheid van voldoende specifieke soorten groen (% te weinig)
Perk (met bloemen)
Bloembakken
Bomen
Gazons
Struiken
Bermgras
21,9
19,4
33,0
32,6
36,5
38,0
36,9
36,8
30,5
32,8
35,5
31,2
29,7
33,4
34,6
33,0
43,0
44,1
43,1
45,8
47,4
47,4
73,2
67,2
74,8
74,3
71,9
63,5
58,2
72,9
69,1
57,0
55,5
Gemeentelijke Groenvoorziening 11 Onderzoek en Statistiek Haarlem
55,1
56,9
82,5
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90
Haarlem Noord Oost
Schalkwijk Zuid-West Centrum

Waardering van het groen
Naast de beoordeling of er voldoende verschillende soorten groen aanwezig is in het stadsdeel, is aan de
panelleden ook gevraagd of ze suggesties hadden voor soorten groen in het stadsdeel. Bij vijf specifieke
soorten groen kon worden aangegeven of hier meer, minder of meer soorten van moeten komen.
Daarnaast hadden de panelleden de ruimte om zelf twee suggesties over het groen op te geven. In de
volgende drie grafieken staan de resultaten van deze vraag. In de eerste grafiek staan percentages van
de respondenten die aangeven van een soort meer te willen. In Grafiek 2.8 staan de percentages van de
respondenten die van een soort minder willen en in de laatste grafiek staan de percentages die andere
soorten zouden willen hebben van een specifieke soort groen. De ‘open’ suggesties zullen kort per
stadsdeel beschrijvend worden besproken.
Grafiek 2.7 toont dat men het liefst meer bloemen zou willen zien in het stadsdeel. 73% van de
panelleden wil meer van dit soort groen. Op de tweede plaats zou men meer bloembakken willen hebben
(64%) en op de derde plaats staat bomen (48%). Men heeft minder behoefte aan plekken om te kunnen
spelen. Zo wil één op de vier meer speelplaatsen (40%) en een kwart meer voetbalgras (27%).
Grafiek 2.7
Suggesties voor meer soorten groen (in %)
Bloemen
Geveltuinen
Bomen
Speelplaatsen
Voetbalgras
26,6
27,3
25,1
24,0
20,4
39,6
41,3
37,4
40,1
42,5
35,2
36,2
41,6
51,6
50,2
48,2
51,9
51,4
72,8
70,7
72,9
74,6
72,4
72,3
Deze resultaten komen overeen met de resultaten over de aanwezigheid van te weinig soorten groen.
Een meerderheid vindt dat er te weinig bloemperken en bloembakken zijn en 73% wil dat er meer
bloemen komen. Daarnaast vindt 43% dat er te weinig bomen zijn en wil 48% dat er meer bomen komen.
Gekeken naar de verschillen tussen stadsdelen willen de respondenten uit Centrum meer dan
gemeentebreed geveltuinen. In Haarlem-Oost gaan de suggesties vaker uit naar plekken om te kunnen
spelen. De panelleden aldaar willen vaker dan gemiddeld speelplaatsen en voetbalgras voor de jeugd. In
Schalkwijk zeggen ze minder vaak dan gemiddeld dat ze meer bomen zouden willen zien in hun
stadsdeel.
Over het algemeen kan worden gesteld dat maar weinig panelleden vinden dat er minder soorten groen
moeten komen (Grafiek 2.8, volgende pagina). Maar de meeste suggesties voor minder groen zijn voor
voetbalgras (12%). Ook andere speelplaatsen worden relatief vaak genoemd (6%). Geveltuinen (5%),
bomen (4%) en bloemen (1%) zouden weinig panelleden er minder van willen zien. Uit Grafiek 2.7 blijkt
dat ze in Oost relatief vaak meer voetbalgras zouden willen zien. Opvallend is dat de panelleden uit dit
stadsdeel ook vaker dan gemiddeld minder voetbalgras zouden willen krijgen. In Schalkwijk willen de
respondenten vaker minder soorten bomen.
Gemeentelijke Groenvoorziening 12 Onderzoek en Statistiek Haarlem
51,2
50,7
51,4
59,8
58,4
64,2
0 10 20 30 40 50 60 70 80
Haarlem Noord Oost
Schalkwijk Zuid-West Centrum

Waardering van het groen
Er moet wel duidelijk worden gemeld dat al deze percentages een stuk lager zijn dan de percentages van
de panelleden die meer van een soort groen zouden willen hebben (Grafiek 2.7).
Grafiek 2.8
Suggesties voor minder soorten groen (in %)
Voetbalgras
Speelplaatsen
Geveltuinen
Bomen
Bloemen
Grafiek 2,9
12,0
9,1
17,8
13,6
10,9
6,6
5,9
3,0
7,5
7,7
5,4
5,1
4,6
5,1
4,7
3,8
5,9
2,9
3,5
2,4
2,8
5,9
2,3
1,5
0,6
0,3
0,0
0,7
1,4
0,0
0 10 20 30 40 50 60 70 80
Haarlem Noord Oost
Schalkwijk Zuid-West Centrum
Suggesties voor andere soorten groen (in %)
Bomen
Bloemen
Speelplaatsen
Geveltuinen
Voetbalgras
13,5
12,8
12,1
5,4
8,8
7,3
6,1
11,2
8,7
4,5
5,1
5,9
6,0
3,7
7,0
5,4
6,6
3,0
2,0
2,8
4,5
2,7
0,7
2,2
2,0
0,9
2,1
2,3
5,1
20,9
0 10 20 30 40 50 60 70 80
Haarlem Noord Oost
Schalkwijk Zuid-West Centrum
Gemeentelijke Groenvoorziening 13 Onderzoek en Statistiek Haarlem

Waardering van het groen
De meeste variatie zou men willen zien in bomen (Grafiek 2.9, vorige pagina). 14% van de panelleden
zou in het stadsdeel van deze groensoort meer variatie willen. Bij de andere groensoorten is dit
percentage lager. Zo wil 7% meer variatie in bloemen en 6% meer variatie in speelplaatsen. Tenslotte
zegt 3% van de panelleden meer variatie in geveltuinen te willen en 2% meer in voetbalgras.
Uit Grafiek 2.8 blijkt dat een relatief hoog percentage panelleden uit Schalkwijk minder bomen wil zien. In
Grafiek 2.9 is te zien dat Schalkwijkers relatief vaak ook meer variatie in soorten bomen willen hebben. In
Zuid-West willen ze juist minder vaak dan gemiddeld meer soorten bomen in hun stadsdeel.
Zoals vermeld, konden panelleden ook twee eigen suggesties opnoemen. Vaak gaan deze suggesties
over bloemen en bomen en de hoeveelheid hiervan. Die zullen hier -gezien de eerdere behandelingen-
niet verder worden besproken. Verder komt gemeentebreed vaak in de antwoorden het onderhoud aan
het groen aan bod. De panelleden zien dat graag vaker gebeuren en noemen veelal specifieke plekken
waar dat zou moeten gebeuren. Ook de ergernis aan hondenpoep wordt veelvuldig genoemd. Voor de
rest zijn de suggesties zo divers dat ze niet te classificeren zijn. Per stadsdeel zijn hieronder een paar
suggesties uitgelicht.
Centrum
• “Attenderen of straffen dat mensen bomen en struiken niet over stoep laten groeien.”
• “De Spaarneoevers zijn prachtig. Ik zou graag promenades willen zien van noord naar zuid aan
beide oevers, met veel bomen, bloemen en bankjes en kleine uitspanningen. Ik vind het zonde
dat geparkeerde auto’s het beste uitzicht hebben over het Spaarne.”
Noord
• “Groen op de rotondes; sierlijker etc.”
• “Een leuke picknickplek in de Stadskweektuin.”
Oost
• “Educatieve tuin, bijvoorbeeld in het Reinaldapark.”
• “Klaprozen langs Vondelweg niet wegsnoeien, vond ik zo zonde…hoog houden…”
Schalkwijk
• “Liefst geen, maar anders uitsluitend bloksgewijze verkoop/verhuur van gemeentegrond (geen
rommelige vage begrenzingen tussen openbaar en privé-groen.”
• “Meer speelplaatsen, maar dan met attributen en liefst natuurlijk”
Zuid-West
• “In de wijk is er veel groen geconcentreerd in de Hout en weinig groen verspreid door de buurt te
vinden. Daardoor voelt mijn stadsdeel aan als niet erg groen…tenzij je naar de Hout gaat
natuurlijk. Dus daarom toch meer verspreid groen gewenst.”
• “Parkdeel bij Westergrachtterrein ontwikkelen”
2.6 Bewonersparticipatie
In Haarlem bestaat voor bewoners de mogelijkheid om hier en daar mee te werken aan het onderhoud
van het groen. Aan de panelleden is gevraagd in welke fasen van deze vorm van bewonersparticipatie zij
betrokken zouden willen zijn. Men kon hierbij meerdere antwoorden geven. De resultaten staan op de
volgende pagina in Grafiek 2.10.
Bijna de helft van de bewoners is niet geïnteresseerd in enige betrokkenheid bij bewonersparticipatie
(46%). Ruim één op de drie panelleden (35%) zou wel betrokken willen zijn bij het maken van de plannen
voor de inrichting. Ook zou 27% betrokken willen zijn bij een regelmatig overleg tussen gemeente en
bewoners om problemen te signaleren. In andere vormen van betrokkenheid is men minder
geïnteresseerd; 17% wil betrokken zijn bij het beheer en onderhoud en 10% bij de aanleg van groen.
Alleen in Centrum en Schalkwijk wijken de meningen van panelleden af van het gemiddelde. In Centrum
zijn de bewoners meer geïnteresseerd in bewonersparticipatie en in Schalkwijk minder dan
gemeentebreed. Dit uit zich voor het Centrum in een lager percentage dat niet geïnteresseerd is en een
hoger percentage dat geïnteresseerd is in het maken van plannen voor de inrichting en participatie bij het
beheer en onderhoud. Panelleden uit Schalkwijk zeggen vaker dan gemiddeld niet geïnteresseerd te zijn
in participatie, maar minder vaak geïnteresseerd te zijn in het maken van plannen voor de inrichting en
participatie bij het beheer en onderhoud.
Gemeentelijke Groenvoorziening 14 Onderzoek en Statistiek Haarlem

Grafiek 2.10
NB. Meerdere antwoorden mogelijk
Waardering van het groen
Gewenste betrokkenheid bij bewonersparticipatie (in %)
Niet
Maken van plannen
voor inrichting
Bij aanleg
Bij beheer en
onderhoud
Overleg gemeente en
bewoners signaleren
problemen
30,8
27,1
46,2
42,8
41,1
Gemeentelijke Groenvoorziening 15 Onderzoek en Statistiek Haarlem
35,0
35,2
10,0
11,7
9,3
7,3
11,3
13,9
11,5
17,1
20,4
17,8
16,7
29,2
26,6
28,1
22,2
24,4
32,7
34,3
40,5
42,5
41,2
45,3
55,9
0 10 20 30 40 50 60
Haarlem Noord Oost
Schalkwijk Zuid-West Centrum

Bijlagen
I Vragenlijst
Gemeentelijke Groenvoorziening 16 Onderzoek en Statistiek Haarlem

I Vragenlijst
Dit is de vragenlijst zoals die aan Digipanel Haarlem is voorgelegd. Het verschil met de vragenlijst van
Digipanel Schalkwijk is dat hier gebruik wordt gemaakt van het woord ‘Stadsdeel’, terwijl dat bij de
andere vragenlijst ‘Schalkwijk’ is. Ook werd het hieronder getoonde kaartje niet aan de panelleden van
Digipanel Schalkwijk voorgelegd.
Vragenlijst
Vooraf: Veel vragen in de vragenlijst gaan over het stadsdeel waarin u woont. Het is belangrijk dat u
precies weet om welk deel van de stad het dan gaat. Hieronder staat een kaartje van Haarlem
onderverdeeld in stadsdelen.
Naast het algemene 'groen' zullen we bij de onderstaande vraag een aantal soorten groen
onderscheiden:
• Kijkgroen: Groen dat is aangelegd om de woonomgeving aan te kleden, bijvoorbeeld bomen
langs de wegen, bloemperken en gazons.
• Recreatiegroen: Groen om in te wandelen, fietsen, voetballen en te spelen (parken,
speelweiden, trapveldjes etc.).
• Natuur: Ecologisch waardevol, bijzondere en zeldzame planten en dieren.
Vraag: Kunt u aangeven of u met de onderstaande stellingen eens of oneens bent.
Er is voldoende groen in mijn
stadsdeel.
Het groen in mijn stadsdeel ziet er
mooi uit.
Helemaal
mee eens
Mee
eens Neutraal
Mee
oneens
Helemaal
mee oneens

Het groen in mijn stadsdeel wordt
goed onderhouden.
Er is voldoende variatie in het soort
groen in mijn stadsdeel (bijv. recreatief
groen, kijkgroen, natuur).
Er is voldoende kijkgroen in mijn
stadsdeel.
Er is voldoende recreatief groen in mijn
stadsdeel.
Er is voldoende natuur in mijn
stadsdeel.
Bent u tevreden over het groen in uw stadsdeel?
Zeer tevreden
Tevreden
Niet tevreden/
niet ontevreden
Ontevreden
Zeer ontevreden
Als u wilt recreëren (wandelen, fietsen, sporten) in een groene omgeving, waar gaat u dan
meestal heen?
In mijn stadsdeel
In Haarlem (buiten mijn stadsdeel)
Buiten Haarlem
Ik recreëer niet in het groen
Hoe vaak recreëert u in het groen?
Meerdere keren per week
Eén keer per week
Meerdere keren per maand
Eén keer per maand
Minder dan één keer per maand

Is er naar uw mening van de volgende soorten groen te veel, voldoende of te weinig in uw
stadsdeel?
Struiken
Bomen
Perk met in de zomer bloemen
Bermgras (hoog, minder vaak gemaaid
gras)
Gazons (kort, regelmatig gemaaid
gras, bijvoorbeeld op speelplaatsen)
Bloembakken
Te veel Voldoende Te weinig Geen Mening
Voelt u zich in het algemeen veilig in de groengebieden in uw stadsdeel?
Vaak
Regelmatig
Soms
Zelden
Heeft u suggesties voor de gemeente om het groen te verbeteren? (Voor elk item kunt u
aangeven of hiervan meer, minder of andere soorten gewenst zijn.)
Ik wil graag …
… bloemen
… soorten bomen
… voetbalgras
… geveltuinen
… speelplaatsen
Zelf in te vullen suggestie 1
Zelf in te vullen suggestie 2
Meer Minder
Andere
soorten
Geen suggestie

De afgelopen tijd zijn verschillende plannen met bewoners tot stand gekomen. Hier en daar
werken de bewoners mee met het onderhoud van het groen. Dit wordt ook wel
bewonersparticipatie genoemd.
In welke van de volgende fasen van bewonersparticipatie zou u betrokken willen zijn?
(meerdere antwoorden mogelijk)
Niet
Bij het maken van de plannen voor de inrichting
Bij de aanleg
Bij het beheer en onderhoud
Regelmatig overleg gemeente en bewoners om problemen te signaleren
U BENT KLAAR MET DE VRAGENLIJST.
DE GEMEENTE HAARLEM DANKT U HARTELIJK VOOR UW MEDEWERKING!