gedownload - Trajekt

Alles van ‘real time life’ op Facebook of Hyves
6
Een afspraak met de ambulant jongerenwerkers
Vincent Frenken en Arno Janssen op het centraal
bureau in Maastricht. Bij binnenkomst in de
kamer waar we afgesproken hebben valt het
meteen op: beide heren zijn omringd door
apparatuur. Zij hebben hun smartphone, laptop
en Ipad onder handbereik. Tijdens het gesprek
rinkelen, trillen en zoemen de op tafel
verspreide apparaten dat het een lieve lust is.
Kennelijk staan de jongerenwerkers doorlopend
in verbinding met hun doelgroep. Tijd dus voor
een interview met deze professionals over een
onderwerp dat veelvuldig aandacht krijgt in de
media, namelijk jongeren en sociale media.
“Wist je dat 86 procent van de Nederlandse jongeren
mobiel online is?, valt Vincent Frenken meteen met de
deur in huis. “Jongeren communiceren steeds meer en
vaker met sociale media zoals Facebook, Hyves, Twitter,
Google+, LinkedIn en YouTube. Ze zijn te allen tijde
op de hoogte van alles wat er in hun wereldje te doen
is. Ze weten altijd waar hun vrienden uithangen, wat
ze doen en met wie, en wat voor activiteiten, feesten,
bijeenkomsten er zijn in hun omgeving. Zelfs al hebben
ze een gewone schooldag, dan nog wordt dit gecommuniceerd.
Allles van ‘real time life’, hun dagelijks
leven, staat op Facebook of Hyves.”
Verliep de communicatie in het tiener- en jongerenwerk
vroeger mondeling, schriftelijk en via folders, flyers en
posters, nu ligt de nadruk veel meer op sociale media,
vaak nog wel in combinatie met folders en flyers. Veel
jongerenwerkers communiceren nu hoofdzakelijk met
hun doelgroep via de sociale media.
Goede randvoorwaarden
In het beginstadium van het gebruik van deze media
was er nog geen sprake van vastgesteld beleid of
afspraken. Vincent: “We merkten toen al snel op dat
er veel valkuilen waren. Bijvoorbeeld dat werk en
privé door elkaar heen gingen lopen, geen gewenste
ontwikkeling. Duidelijke afscherming tussen werk en
privé is noodzakelijk. Dus: een aparte Facebookpagina
voor het werk aanmaken, naast je privé pagina.”
Geleidelijk kwam er meer structuur in het werken
van de jongerenwerkers met sociale media. Eerst
nam het management de beslissing om het proces
voor het jongerenwerk van heel Trajekt uniform te
maken. Vervolgens kwam de gemeente Maastricht
met de vragen hoe het jongerenwerk omging met
sociale media, hoe de ontwikkelingen waren en of
het proces naar tevredenheid verliep. “Tijdens het
beantwoorden van deze vragen kwamen we er steeds
meer achter dat een goed gefaciliteerd proces met
dito randvoorwaarden noodzakelijk was, wilden we als
jongerenwerk goed op deze ontwikkelingen inspringen.
De computers van Trajekt voldeden niet meer aan deze
ontwikkelingen,” aldus Vincent.
Een onderzoek naar de randvoorwaarden voor goed
en verantwoord gebruik van de sociale media volgde
(met ondersteuning van Ger Essers van de afdeling
communicatie van Trajekt). Een van de uitkomsten
luidde dat iedere jongerenwerker moest worden
uitgerust met een Ipad.
Waarom een Ipad en geen telefoon? “Met een Ipad of
tablet of heb je veel meer mogelijkheden,” legt Arno
uit. “Het is gebruikersvriendelijk. En het verbetert de
dienstverlening naar de jongeren: overal en altijd kun
je informatie voor de jeugd opvragen en opzoeken, en
zaken voor ze afhandelen. Ik vul het nu samen met de
jongeren op de Ipad formulieren in. Vroeger verliep
dit via een papieren formulier. Alles gaat sneller, en is
op hun leefwereld ingesteld. Inschrijfformulieren voor
activiteiten gebruiken we bijna niet meer, alles verloopt
via Facebook, Whatsapp en de mail.”
“Jongeren weten je nu sneller te vinden en komen
nog sneller met vragen,” vult Vincent aan. “Het werkt
drempelverlagend. Andersom ook. Jongeren zoeken je
doelgericht op, bijvoorbeeld als er problemen zijn. Dat
was vroeger niet het geval. Als er nu iets aan de hand
is, hoor je het meteen. Je krijgt als jongerenwerker een
extra voelspriet hoe het écht gaat met de jongeren. Je
kunt dus veel sneller signaleren.”
Het levert natuurlijk ook nadelen op. Het verwachtingspatroon
van de omgeving moet niet te hoog
gespannen zijn en wel reëel blijven, vindt Arno. “De
jeugd en hun ouders moeten niet van ons verwachten
dat we 24 uur per etmaal beschikbaar zijn.”
De ambulant jongerenwerkers Arno Janssen (links) en Vincent Frenken.
Vincent zijn werkterrein ligt in Vaals en Maastricht Zuidoost,
Arno is actief in heel Maastricht.
Jongeren en sociale media
Cyberpesten
Beide jongerenwerkers merken dat veel jongeren
slecht omgaan met sociale media. “Ze zetten alles
online, ook zaken die ze beter privé hadden kunnen
houden. Dat kan tegen ze gaan werken. Bijvoorbeeld
bij sollicitaties, als er nader onderzoek gepleegd
wordt door het bedrijf waar ze solliciteren. Als we
dat merken spreken we ze aan op hun gedrag, dat
gebeurt regelmatig. Ook online pesten is een van de
bijverschijnselen van verkeerd gebruik van sociale
media.” Als voorbeeld van cyberpesten met fatale
afloop vertelt Arno het verhaal van Amanda Todd,
een 15-jarig meisje uit Canada dat in oktober 2012
zelfmoord pleegde. In september plaatste ze op
YouTube een hartverscheurende video waarin ze
haar verhaal vertelde. Vijf weken later was ze dood.
“Ouders moeten alert zijn op cyberpesten en beter
voorgelicht worden over de gevaren, zodat ze hun
kinderen beter opvoeden met sociale media, en
bijvoorbeeld spelregels opstellen,” vindt Arno.
Dit soort gebeurtenissen vormt een goede reden voor
de jongerenwerkers om informatiebijeenkomsten te
organiseren rond sociale media, om zowel ouders
als de jeugd te wijzen op de gevaren en tips te geven.
Er staat een voorlichtingsmiddag op het programma
voor de jeugd van groep 7 en 8 in de Brede School
te Vaals. Als er genoeg interesse is, zal er ook een
informatiebijeenkomst plaatsvinden voor de ouders.
In september is er opnieuw een onderzoek van start
gegaan naar hoe het jongerenwerk van Trajekt nog
effectiever gebruik kan gaan maken van sociale media.
Het is een pilot van een jaar. Gemeten wordt of het
effectief is, en in hoeverre het meerwaarde heeft voor
de jongeren.
Ga voor meer info naar www.kindonline.nl.
Deze site geeft tips aan ouders over het gebruik van
sociale media van hun kinderen.
Op YouTube is het filmpje te zien van Amanda Todd.
Maastricht.