Verkiezingsprogramma 14 oktober 2012 - Yves Verberck

Verkiezingsprogramma
14 oktober 2012
0

Inhoudstafel
Inleiding We willen weer TROTS worden op Grimbergen blz. 2
1 Vlaamse gemeente blz. 3
2. Betaalbaar wonen blz. 7
3. Grimbergen is geen stad
3.1. Gemeentelijk structuurplan: huiswerk overdoen blz.11
3.2. een volwaardig park voor Potaarde blz.14
3.3. Parking C: ombuigen ten voordele van Grimbergen blz.16
3.4. een beter Masterplan voor Strombeek blz.17
4. Veilige gemeente blz.21
5. Een milieuvriendelijke gemeente, leefbare wijken
5.1. Milieu-en afvalbeleid blz.24
5.2 Leefbare wijken blz.27
6. Een sociaalvoelende gemeente blz.33
7. Kwaliteit voor onderwijs, Cultuur, Erfgoed en Sport
7.1. Onderwijs: meer ruimte en taalbadklassen blz.39
7.2. Grimbergen als cultuurgemeente blz.42
7.3. Erfgoed en monumentenzorg blz.45
7.4. Sportgemeente blz.46
8. Een bedrijvige en dynamische gemeente met belangrijke toeristische troeven
8.1. Handel en bedrijfsleven blz.50
8.2. Toeristische troeven uitspelen blz.54
9. Aandacht voor mobiliteit en verkeersveiligheid blz.56
10. Een open en democratische gemeente, met een professioneel bestuur
10.1. Democratische gemeente blz.64
10.2. Een open huis voor de Burgers blz.65
10.3.Een professioneel bestuur: Grimbergen besturen als een
goede huisvader blz.67
1

We willen weer TROTS worden op Grimbergen
In de zeventig bladzijden hierna leest u ons gemeenteraadsprogramma voor de komende
zes jaar. Het is een stevig werkstuk geworden, waarbij we voor ieder beleidsdomein een
beknopte samenvatting geven van de actuele problemen waarmee we geconfronteerd
worden en van het gemeentebeleid van de voorbije jaren. Daarna geven we telkens een
overzicht van de oplossingen die we aanreiken.
Ons grootste probleem met het huidige CD&V/N-VA-VLD-bestuur is dat het zich al jaren
laat kenmerken door een tergende traagheid, een verregaand amateurisme en een gebrek
aan termijnvisie. In tal van belangrijke dossiers heeft het schepencollege verzuimd een
voortrekkersrol te spelen en liet het zich de wet dicteren door ambtenaren, studiebureaus en
andere besturen. Door dit zwakke beleid dreigen tal van kansen voor Grimbergen verloren
te gaan.
Het bestuur ondergaat de verBrusseling en de verstedelijking van onze gemeente op een
haast lijdzame wijze. Sterker nog: met het gemeentelijk structuurplan, de eerste voorstellen
van het Masterplan voor Strombeek en het recente Integratiebeleidsplan worden deze
fenomenen nog verder in de hand gewerkt. Dit bestuur bewijst enkel lippendienst aan het
Vlaams karakter van onze gemeente; in de praktijk voert het een beleid dat de
ontnederlandsing alleen maar verder in de hand werkt.
Wij willen met de ploeg van Vernieuwing het roer omgooien en van Grimbergen opnieuw
een gemeente maken waarover met trots kan gesproken worden. Daarom hebben we zo
hard aan dit programma gewerkt. We willen aantonen dat we ambitie hebben om
Grimbergen en alle deelgemeenten opnieuw op de kaart te zetten -dat een lokaal bestuur
wel degelijk een woonbeleid kan uitwerken -dat een bestuur ten dienste moet staan van het
algemeen belang in plaats van het eigenbelang van mandatarissen of van bepaalde
lobbygroepen -dat er in Grimbergen wel degelijk een professioneel beleid mogelijk is
Daar willen we de komende jaren het beste van onszelf voor geven.
Bart Laeremans
Lijsttrekker
Vernieuwing
PS Dit programma bevat ongetwijfeld nog fouten en onvolkomenheden. We zouden het
zeker waarderen, mocht u ons hierop wijzen. Suggesties ter verbetering zijn meer dan
welkom, via onze webstek of bij één van onze kandidaten. Ik dank alvast iedereen die zijn
of haar steentje heeft bijgedragen, in het bijzonder de werkgroepvoorzitters Karlijne, Vera,
Eric, Yves, Hilbert en Martine.
2

1. Vlaamse gemeente
Onze gemeente wordt geconfronteerd met een grote bevolkingsdruk vanuit Brussel. Die
zorgt niet alleen voor een sterke internationalisering van de bevolking, maar ook voor een
zeer snelle ontnederlandsing.
Deze evolutie is het best waarneembaar in de cijfers van Kind en Gezin. Daaruit blijkt dat
in 2009 (laatst beschikbare cijfers) nog amper 45,1% van de jonge moeders thuis
Nederlands sprak. Vijf jaar voordien was dit nog 58,4%. De meest opmerkelijke evolutie
stellen we vast in Strombeek-Bever, waar het aantal Nederlandstalige jonge moeders op
vijf jaar tijd daalde naar minder dan 15%. Een schrikbarend laag cijfer. Sindsdien is de
situatie zeker niet ten goede gekeerd, zoals blijkt uit het zeer geringe aantal
Nederlandstalige kinderen in de kleuterklassen.
Tabel cijfers kind en Gezin 2004 + 2009 voor de vier deelgemeenten en totaal.
Kind en Gezin Thuistaal borelingen Nederlands 2004 - 2009
Strombeek Nederlandstalige moeder
2004 33,3%
2009 14,9%
Groot-Grimbergen Nederlandstalige moeder
2004 58,4%
2009 45,1%
De internationalisering van de gemeente lijkt op het eerste gezicht nog beperkt. Zo steeg
het aantal niet-Belgen tussen 2000 en 2012 van 5,3% van de bevolking naar 8,2%. Volgens
de Studiedienst van de Vlaamse regering is evenwel 21,5% van de Grimbergse bevolking
van buitenlandse afkomst (7.680 inwoners in 2011). Bij de jongere generaties is deze
evolutie nog veel opvallender: zo daalde het aantal autochtone jonge moeders in
Grimbergen (Belg bij geboorte) van 77,6% in 2004 naar 63,2% in 2009. In Strombeek-
Bever daalde dit percentage op vijf jaar tijd van 62,7% naar 45,3%. Meer dan de helft van
de jonggeborenen in Strombeek is dus van buitenlandse afkomst.
Het Nederlandstalig karakter van onze gemeente staat door deze evolutie zeer sterk onder
druk. Op zich hoeft de aanwezigheid van anderstaligen geen probleem te zijn. De situatie
wordt evenwel problematisch wanneer er onvoldoende Nederlandstalige gezinnen
overblijven. Op die manier wordt het voor anderstalige inwijkelingen steeds moeilijker om
zich te integreren in onze gemeente en voltrekt zich een geleidelijke verBrusseling.
Hierdoor belanden we in een vicieuze cirkel, waardoor steeds meer jonge Nederlandstalige
gezinnen wegtrekken of hun kinderen weghalen uit bepaalde scholen omdat het
onderwijsniveau er daalt.
Indien we als gemeenschap willen overleven, zullen we zeker in Strombeek-Bever, maar
ook in de wijk Borgt een krachtig woon- en onderwijsbeleid moeten voeren dat jonge
mensen aanmoedigt om ter plaatse te blijven en dat jonge Nederlandstalige gezinnen van
elders (in of buiten de gemeente) aantrekt. We mogen immers niet denken dat de druk van
Brussel op onze gemeente zou afnemen. Niet alleen is er de verwachte bevolkingsexplosie
in Brussel (+200.000 inwoners tegen 2020), er is ook de recente opening van de grote
3

Europese school in Laken (3.000 leerlingen) die voor extra druk zal zorgen.
Er is dus veel meer nodig dan een beleid dat gericht is op het vrijblijvend aanbieden van
wat taallessen Nederlands. Er moet een duurzaam draagvlak gecreëerd worden om het
Nederlands ook effectief te gebruiken en dat betekent dat er meer jonge Nederlandstalige
gezinnen in de gemeente blijven wonen. Het behoud en het versterken van het Vlaams
karakter van onze gemeente moet dus een absolute prioriteit worden voor het beleid.
Dit betekent uiteraard niet dat we Grimbergen willen afsluiten voor iedere anderstalige
inwijkeling. Wel verwachten wij van elke inwoner, zonder onderscheid van nationaliteit,
dat hij of zij het Nederlandstalig karakter van onze gemeente eerbiedigt, zich inspant om
het Nederlands te beheersen en om onze taal in het openbare leven te gebruiken. Van
inwijkelingen die zich hier blijvend willen vestigen, verwachten we dat ze ‘Grimbergenaar
en Vlaming’ worden, en opgaan in onze samenleving, zonder dat ze daarom hun afkomst
moeten vergeten. De Vlamingen hebben altijd een open gemeenschap gevormd met een
brede kijk op de wereld. Heel veel inwijkelingen hebben dit gewaardeerd en leerden op
korte tijd onze taal. Zij stuurden hun kinderen naar Vlaamse scholen en werden nieuwe
Vlaming onder de Vlamingen. Naar die mensen steken wij graag de hand uit.
Het gemeentebestuur heeft op dit vlak de voorbije jaren zeer weinig initiatieven
ondernomen. Men ondergaat de situatie haast lijdzaam. Van een woonbeleid was geen
sprake en ook inzake het onderwijs laat men de zaken op zijn beloop. Er werd een
“Denktank Vlaams karakter” opgericht (met enkele gemeenteraadsleden en deskundigen),
maar de resultaten daarvan zijn erg pover. Zo is er nog steeds geen “charter voor het
Vlaams karakter” voor onze gemeente, hoewel dit herhaaldelijk werd aangekondigd.
Het dossier van de Franstalige voetbaltrainingen in Strombeek schoof het schepencollege
systematisch voor zich uit, ondanks een grote petitie van meer dan 1000 handtekeningen.
Dat twee VLD-schepenen lid waren van het clubbestuur heeft ongetwijfeld bijgedragen tot
het gedoogbeleid. Pas eind juli 2012, in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen en
twee maand na een advies van de sportraad, durfde het schepencollege eindelijk een
beslissing nemen. De betrokken club wordt nu tijdelijk geschrapt als lid van de sportraad,
wat een beperkte meerkost betekent voor het huren van de terreinen van 5000 euro op
jaarbasis. Het is duidelijk dat de club zich niet mag schikken in deze situatie en komaf
moet maken met de Franstalige trainingen. Zo niet moet er voor Strombeek een nieuwe
club worden opgericht.
Daarnaast was er nog de zeer ongelukkige communicatie omtrent het melden van
taalklachten. Deze kunnen gemeld worden via het gewone gemeentelijke meldpunt. In het
informatieblad van november 2011 stond evenwel te lezen: “Heeft u ergens een Frans
opschrift gezien of een andere taal horen spreken? Dan kan u dat melden: …” Hiermee
werd geïnsinueerd dat elk gesprek op straat en in de winkel in alle omstandigheden
Nederlandstalig zou moeten zijn. Dit was natuurlijk een brug te ver en ontketende een
storm van reacties in de Franstalige (zelfs internationale) pers. Het schepencollege werd
hiermee het slachtoffer van zijn eigen amateurisme.
Lijst Vernieuwing is tenslotte bijzonder ontgoocheld over de wijze van totstandkoming en
de inhoud van het zogeheten “Integratiebeleidsplan”, dat werd goedgekeurd tijdens de
gemeenteraad van 30 augustus jongstleden. Dit document van 60 pagina’s bevat
beleidsdoelstellingen die zeer verregaande gevolgen kunnen hebben voor het
Nederlandstalig karakter van onze gemeente.
4

Dit beleidsplan kwam tot stand zonder enig overleg met de gemeenteraad. De
burgemeester weigerde zelfs om op vragen hierover te antwoorden. Een bijzonder
ondemocratische houding, die zelden vertoond werd in Grimbergen.
Onze voorstellen
1. Vernieuwing wil een krachtig woonbeleid, waarbij de gemeente zich samen met
Vlabinvest actief engageert op de woonmarkt. Dit woonbeleid moet jonge gezinnen
aanmoedigen om in onze gemeente te blijven of (opnieuw) te komen wonen. Daarbij moet
gebruik worden gemaakt van de heldere Vlabinvestcriteria, die voorrang geven op basis
van lokale binding. Onze voorstellen hieromtrent worden uitgewerkt in het volgende
hoofdstuk (betaalbaar wonen).
2. Vernieuwing wil veel meer aandacht voor het niveau van het Nederlands in de
Grimbergse lagere scholen. De omkadering moet versterkt worden, zeker in scholen met
meer dan 40% anderstalige kinderen. Voor nieuwkomers en bij de overgang naar het eerste
studiejaar moeten er geloofwaardige taaltesten worden afgenomen. Wie niet aan de
minimale normen voldoet, willen we (desnoods een volledig schooljaar) onderbrengen in
taalbadklassen, waar de kennis van het Nederlands intensief wordt bijgebracht.
3. Voor volwassenen (ouders van schoolkinderen, werkzoekenden, OCMW-cliënteel,…)
moet het volgen van taalcursussen Nederlands én het behalen van een taaldiploma
sterker worden aangemoedigd. Ook het toekennen van steun en het leveren van sociale
diensten moet gekoppeld worden aan de kennis van het Nederlands of het actief volgen van
een taalcursus. De contacten van de ouders met de school dienen steeds in het Nederlands
te verlopen. In het gemeentelijk Centrum voor Volwassenenonderwijs wordt de toegang
voor taallessen in een derde taal afhankelijk gemaakt van een voorafgaande basiskennis
van het Nederlands.
4. De sportbeoefening biedt een unieke kans voor anderstalige jongeren om zich te
integreren in onze gemeenschap en zich de kennis van het Nederlands eigen te maken. Het
is onbegrijpelijk dat sommigen de jongeren deze kans willen ontnemen. En het is nog meer
onbegrijpelijk dat sommige clubs Grimbergse kinderen afstoten en zich liever richten op
kinderen uit Brussel en Koningslo. Het gemeentebestuur mag zijn verantwoordelijkheid
niet van zich afschuiven door zijn beslissing afhankelijk te maken van adviezen van de
sportraad. Wanneer sportverenigingen daadwerkelijk weigeren om zich neer te leggen bij
het Nederlandstalig karakter van onze gemeente, moeten ze niet alleen geschrapt worden
als lid van de sportraad, maar moet hun tevens de toegang tot de terreinen en tot de kantine
ontzegd worden. Ook subsidies aan zulke clubs dienen geschrapt te worden. Het
gemeentebestuur moet ten aanzien van sportclubs ook zelf een actiever beleid van
taalpromotie voeren. De vzw De Rand stelt daartoe uitstekende hulpmiddelen ter
beschikking.
5. Het gemeentebestuur moet waakzaam blijven over het Nederlandstalig karakter van het
straatbeeld. Handelaars en vastgoedmakelaars moeten blijvend aangezet worden om hun
opschriften, publiciteit en verpakking Nederlandstalig te houden. Zij dienen met gerichte
acties gestimuleerd te worden om hun klanten in het Nederlands te begroeten.
Anderstaligen die hun kennis van het Nederlands in praktijk wensen te brengen, moeten
hiertoe alle kansen krijgen. Ook willen we nieuwe handelaars aanmoedigen om een
Nederlandstalige benaming te kiezen voor hun zaak. De acties ter zake (gekoppeld aan een
tweejaarlijkse prijsuitreiking) willen we blijvend ondersteunen. De Grimbergse bedrijven
5

(ook bPost) willen we aansporen om niet alleen de letter, maar ook de geest van het decreet
van 19 juli 1973 op het gebruik der talen in het bedrijfsleven na te leven. Het Vlaams
karakter van Grimbergen moet sterker benadrukt worden op de infoportieken en op
hedendaagse verwelkomingsborden.
6. Het integratiebeleidsplan moet helemaal herbekeken worden, in overleg met alle
betrokken diensten, de Cultuurraad, de Denktank Vlaams karakter en de gemeenteraad.
Een integratiebeleid kan niet met zich meebrengen dat de Nederlandstalige uitstraling van
onze gemeente op losse schroeven wordt gezet.
7. In alle gemeentelijke diensten en gebouwen (gemeentehuis, OCMW, politie,
bibliotheekfilialen, containerparken, sporthallen, zwembaden, cafetaria’s, kantines,
kinderopvang…) dient duidelijk aangegeven te worden dat de voertaal het Nederlands is
en dienen de personeelsleden en uitbaters gerichte instructies te krijgen voor een
vriendelijk en correct onthaal in onze taal. Van diensten die met de gemeente samenwerken
(huisvuilophaling) mag verwacht worden dat ze in het Nederlands met de bevolking
kunnen communiceren en hun personeel daartoe de nodige opleiding verschaffen.
8. Nieuwe anderstalige inwoners dienen bij hun aanmelding op het gemeentehuis en bij de
woonstcontrole gewezen te worden op de taalcursussen die worden aangeboden en
moeten desgevallend aangespoord worden om een inburgeringstraject te volgen. Dit dient
op een correcte wijze te worden opgevolgd.
9. Naar het voorbeeld van de stad Halle en de gemeenten Meise, Affligem en Beersel moet
de gemeente een “Vlaams Manifest” uitwerken waarin de beleidslijnen ter versterking
van het Nederlandstalig karakter van de gemeente gebundeld en publiek gemaakt worden.
Dit Manifest moet een duidelijk onderdeel vormen van de gemeentelijke webstek en
regelmatig aan bod komen in het gemeentelijk infoblad. De naleving ervan moet worden
verzekerd door de schepen van Vlaams Beleid, bijgestaan en gecontroleerd door een
opvolgingscommissie.
10. We willen meer aandacht en een behoorlijke programmatie voor de gemeentelijke
Guldensporenviering, naar het voorbeeld van de Kasteelfeesten die tot 2002 gehouden
werden; we willen bevlagging bij feestelijkheden aanmoedigen via de verkoop van
Grimbergse en leeuwenvlaggen. Grimbergen hoeft in onze ogen geen medewerking te
verlenen aan een gebeurlijke viering van 21-juli.
11. Grimbergen moet weigeren om deel te nemen aan de “Hoofdstedelijke Gemeenschap
van Brussel”. Overleg tussen de gewesten over grensoverschrijdende problemen is
noodzakelijk, maar het is verkeerd en overbodig een nieuwe tweetalige instelling te creëren
waarvan alle gemeenten uit het oude Brabant automatisch lid zijn. Dit komt immers neer
op de restauratie van deze onwerkzame, inefficiënte en verspilzieke provincie die 20 jaar
geleden met veel recht en reden was afgeschaft.
6

2. Betaalbaar wonen
De woonproblematiek is dé zwakke plek van de huidige meerderheidsploeg van CD&V-N-
VA en VLD. Op vlak van wonen werd de voorbije jaren immers geen ernstig beleid
gevoerd, terwijl de nood voor de Grimbergse bevolking juist hier het hoogst ligt. Al te veel
jonge mensen trekken weg uit onze gemeente omdat ze geen betaalbare woonst vinden.
Hun plaats wordt haast systematisch ingenomen door inwijkelingen uit Brussel, veelal
anderstalig, die geconfronteerd worden met nog hogere prijzen in Brussel zelf. Het huidige
bestuur ondergaat deze situatie gelaten, ondanks duidelijke beloften tijdens de vorige
verkiezingscampagne.
Het laatste grote ‘gestuurde’ woonproject in onze gemeente, de Havilandwijk aan de
Kerkeblokstraat, dateert intussen van 1992. Sindsdien waren er nog de sociale woningen
aan de Ruwaal bij Ter Biest (begin 2000) en daarmee is het belangrijkste gezegd. Een
woonproject van Providentia (17 koopwoningen en 29 duplex huurappartementen) aan de
Spiegelhofvoetweg werd voor onbepaalde tijd verdaagd. In 2010 lazen we in het lokale
CD&V-blad nochtans dat de bouw dat jaar nog zou beginnen en wellicht klaar zou zijn in
2012, maar er werden tot op vandaag zelfs nog geen plannen ingediend. En door de
koppigheid en het winstbejag van Haviland is er nog steeds niets gerealiseerd op het
bouwterrein van 1 hectare aan de Luitberg in Strombeek. Buurtbewoners houden er nu al
18 jaar lang met succes de komst van 64 appartementen tegen (ze wonnen opnieuw een
schorsingsprocedure in november 2011). De intercommunale heeft de grond heel recent
verkocht aan de sociale woningmaatschappij Providentia. Hopelijk kan die er nu, in
samenwerking met Vlabinvest, betaalbare eengezinswoningen realiseren, zodat er geen
extra tijd meer verloren gaat.
Aan nieuwe appartementsgebouwen is overigens geen nood in Strombeek. Dit werd
nogmaals bevestigd met de bouw door Haviland van een groot appartementsgebouw op de
Kloosterweide. Het was de bedoeling om jonge gezinnen aan te trekken. De realiteit is
anders: na maandenlange leegstand werden de appartementen ‘gesoldeerd’ en worden ze
nu grotendeels bewoond door huurders van een andere doelgroep.
Het aantal inwoners van Grimbergen is de voorbije bestuursperiode veel sterker gestegen
dan in de periode voordien. Tussen 2000 en 2006 steeg het aantal inwoners geleidelijk van
32.930 naar 33.965 (+1.035) of een gemiddelde jaarlijkse toename van 173 personen.
Tussen 2006 en 2012 stegen we naar 35.723 inwoners, wat een jaarlijkse toename betekent
van 293 mensen. Op 31 augustus 2012 zaten we al aan 36.050 inwoners. De werkelijke
druk van Brussel op onze gemeente is nog veel groter, vermits tegelijk vele inwoners
Grimbergen intussen geruild hebben voor een gemeente waar het goedkoper wonen is.
Alles wijst er op dat de druk vanuit Brussel de komende jaren nog verder zal toenemen. De
migratiesaldi vanuit Brussel stegen de voorbije jaren fors: we stegen van een nettoimmigratie
vanuit Brussel van 407 personen in 2009 naar 436 in 2010 en 553 in 2011.
Toch hadden de meerderheidspartijen in hun structuurplan van 2010 geschreven dat de
Grimbergse bevolking tussen 2007 en 2012 zou DALEN naar minder dan 33.000
inwoners. Ondanks het feit dat Bart Laeremans het college had gewaarschuwd dat deze
prognose totaal onrealistisch was en haaks stond op de bevolkingscijfers van de eigen
diensten, handhaafde men deze wereldvreemde cijfers en leidde men er zelfs uit af dat er
in Grimbergen geen ernstige woonbehoefte zou bestaan. Een absurd en hoogst
7

onaanvaardbaar standpunt. Dit standpunt (geen behoefte aan bijkomende woningen) werd
overgenomen in het zogeheten “Woonplan” (p. 96) dat het schepencollege op 1 maart 2012
aan de gemeenteraad voorlegde. Mede daardoor is dit woonplan niets meer geworden dan
een lege doos. Deze nota van nochtans 127 bladzijden bevat immers helemaal geen
concreet “plan” voor een degelijk woonbeleid maar is slechts een verzamelmap van vaak
totaal overbodige informatie, zoals bijvoorbeeld over het aantal zonneboilers in de
gemeente of over het hergebruik van water, wat met de echte woonproblematiek niets te
maken heeft. Ook in deze nota wordt vertrokken van compleet verouderde
bevolkingsprognoses. Wel wordt vermeld dat de gemeente van bovenaf verplicht wordt om
tegen 2020-25 werk te maken van 245 sociale huurwoningen en 121 sociale
koopwoningen. Maar nergens lezen we hoe men deze objectieven concreet wil bereiken.
De gevolgen van dit ontstellend gebrek aan inzicht en visie zijn bijzonder groot. Gezien het
zogenaamde “gebrek aan behoefte” is het namelijk voorlopig niet mogelijk om
woonuitbreidingsgebied aan te snijden. Door toedoen van het structuurplan werden deze
gebieden gereserveerd voor de lange termijn, met name na een nieuwe behoefteraming,
bijvoorbeeld in het kader van een volgend structuurplan. Dit kan evenwel nog vele jaren op
zich laten wachten, terwijl de nood aan bouwgrond voor Grimbergenaars vandaag uiterst
groot is en precies in een dergelijk woonuitbreidingsgebied gewone kavels wettelijk
kunnen voorbehouden worden voor mensen met een lokale binding. Het huidige
gemeentebestuur heeft de uitwerking van een Grimbergs woonbeleid hiermee dus ten
zeerste bemoeilijkt in plaats van vergemakkelijkt.
En inzake Strombeek-Bever wordt in het structuurplan dan weer de nadruk gelegd op de
verhoging van de woonlagen en de bouw van appartementen, terwijl de vraag van jonge
gezinnen juist gericht is op eengezinswoningen. Enkel daarmee kan men jonge gezinnen
duurzaam aan onze gemeente binden.
Bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen werden nochtans hoge verwachtingen gewekt
inzake een sterk woonbeleid. Een CD&V-campagne met opeengestapelde caravans moest
aantonen hoe groot de nood wel was en hoe prangend de behoefte aan ‘betaalbaar wonen’.
Er zou een ‘woonmanager’ komen en eigen gemeentelijke woonprojecten. Er zou actief
gezocht worden naar nieuwe woonlocaties. Maar er kwam niets van. Waar buurgemeenten
vandaag een zeer actief woonbeleid voeren, gronden en woningen opkopen en
bedachtzaam ter beschikking stellen van de eigen bevolking, blijft Grimbergen met de
gekruiste armen zitten. Het enige wat gerealiseerd werd, is een “woonloket” op het
gemeentehuis, maar daar kan men enkel terecht voor allerlei premies en advies, maar niet
wanneer men op zoek is naar betaalbare woongelegenheid.
Eind 2011 kregen we een pijnlijk debat over de eventuele inplanting van een groot Lidlwarenhuis
bovenaan de Brusselsesteenweg, in een binnengebied nabij het Abtsdal, dat
zowel om stedenbouwkundige redenen als omwille van verkeerstechnische redenen
absoluut niet geschikt is voor de vestiging van een warenhuis. Dit gebied van 1 hectare is
wel bijzonder geschikt voor huizenbouw, want het is volledig omgeven door woningen.
Een vooruitziend beleid had dit gebied al lang gereserveerd voor woningbouw,
bijvoorbeeld via een BPA of een ruimtelijk uitvoeringsplan. Maar het huidig
gemeentebestuur heeft helaas niet de gedrevenheid om woonmogelijkheden te scheppen.
We kunnen dus zonder de minste overdrijving stellen dat het (gebrek aan) woonbeleid echt
wel het grootste fiasco is geworden van de huidige bewindsploeg.
8

Intussen blijven de woonprijzen snel stijgen, ondanks de crisis. Zo steeg de gemiddelde
prijs van een woonhuis in tien jaar tijd (tussen 2001 en 2011) van 120.765 euro naar
262.924 euro of een stijging met 118%. Eenzelfde percentage stellen we vast bij
appartementen: van 91.314 naar 199.720. De gemiddelde prijs van een bouwgrond ging de
voorbije 10 jaar van 75.052 naar maar liefst 193.097 euro of een stijging met 157%.
Tussen 1995 en 2010 steeg de gemiddelde prijs per m² van 45 euro naar 243 euro. Een
vervijfvoudiging! Niet verwonderlijk dat uit een enquête van de jeugdraad onlangs is
gebleken dat één derde van de jonge mensen tussen 16 en 25 jaar vreest geen betaalbare
woning meer te zullen vinden in Grimbergen.
Onze voorstellen:
1.Vernieuwing wil dat er meteen werk wordt gemaakt van een ernstige
woonbehoeftenstudie, waarin rekening wordt gehouden met de reële behoeften van de
Grimbergenaars, de inwijkingsdruk, het voeren van een kordaat voorrangsbeleid en de
wenselijkheid om ook gewezen Grimbergenaars opnieuw te huisvesten in Strombeek-
Bever.
2.Op basis van deze studie moet er werk worden gemaakt van de aanpassing of herziening
van het gemeentelijk structuurplan, zodat ook het woonuitbreidingsgebied van het
Wezenhageveld aan de Kruipstraat kan aangesneden worden, dat moet voorbehouden
worden voor mensen met een lokale binding.
3.Wij willen dat Grimbergen zelf actief wordt op de woonmarkt via de oprichting van een
gemeentelijke woonregie, die nauw samenwerkt met andere wooninstanties, in de eerste
plaats met Vlabinvest. Ook met de privésector kan worden samengewerkt. Deze regie moet
zich zowel toeleggen op de aankoop van oude panden en de renovatie of de vervanging
ervan, als op het zoeken naar en het verwerven van gronden in de woongebieden. Dit moet
er toe leiden dat bouwpercelen die al decennia liggen te sluimeren, op de markt komen en
toegewezen kunnen worden aan Grimbergenaars.
4.In Strombeek-Bever en de wijk Borgt moet daarbij het accent gelegd worden op de (bij
voorkeur groepsgewijze) renovatie of de vervanging van oudere woningen, zodat in een
aantal buurten opnieuw een positieve dynamiek ontstaat, die jonge Grimbergenaars
aantrekt. Op die manier willen we er de verloedering tegengaan en de betrokken straten
laten heropleven. Precies omdat we de verstedelijking en de anonimiteit willen afremmen,
moet het vooral gaan om de realisatie van eengezinswoningen. We willen daarbij actief
gebruik maken van het voorkooprecht. Uiteraard moet bij de toewijzing duidelijk voorrang
worden gegeven aan mensen met een stevige lokale binding.
5.Deze woonregie zal werken met een rollend fonds, dat voor een gedeelte gefinancierd
kan worden met een taks op reclamedrukwerk (die noch de inwoners, noch de lokale
kleinhandel raakt), zoals die momenteel reeds in vele gemeenten wordt geheven. In de
gemeente Asse (zo’n 5000 inwoners minder dan Grimbergen) brengt deze heffing meer
dan 600.000 euro per jaar op. In een periode van 10 jaar tijd kan enkel via deze weg dus
een kapitaal van 6 miljoen euro worden opgebouwd. Voor bouwprojecten moet daarnaast
ook gewerkt kunnen worden met leningen.
6.Ook bij de grotere nieuwbouwprojecten die voorzien zijn aan het Potaardeveld en de
Rodepoortstraat moet de nadruk zoveel mogelijk liggen op eengezinswoningen en niet op
9

appartementen of collectieve woningen. In het verleden werd voldoende aangetoond dat
nieuwe appartementen vooral een aantrekking uitoefenen op inwijkelingen uit Brussel.
Hoe dan ook vormen appartementen voor de meeste jonge gezinnen slechts een erg
tijdelijk verblijf. Ook op de Luitberg gaat onze voorkeur naar de realisaties van betaalbare
eengezinswoningen, vermits blijkt dat de geplande ‘urban villa’s’ er wellicht nooit zullen
komen.
7.Het opgelegde objectief van sociale huur- en koopwoningen willen we zo veel mogelijk
spreiden over de gemeente en in belangrijke mate laten invullen door Vlabinvestprojecten,
zodat deze woningen mee kunnen dienen voor de woonbehoeften van onze eigen jonge
gezinnen. De lokale toewijzingscriteria voor sociale woningen (voorrang voor wie al
langere tijd in Grimbergen woont) willen we uitbreiden met een integratievereiste.
Vernieuwing staat achter de kleinschalige sociale woonwijk van koop- en huurwoningen
die Providentia plant in de wijk Mierendonk, maar er zal bij de inplanting goed gewaakt
moeten worden over de verkeersveiligheid in deze rustige omgeving.
8.Vernieuwing wil ook streven naar goede afspraken en een betere samenwerking met de
lokale vastgoedkantoren. Zij zouden hun aanbiedingen zoveel mogelijk eerst in
Grimbergen zelf bekend moeten maken. De gemeente kan hierbij een ondersteunende rol
spelen met de coördinatie van een lokale woonkrant en een website.
10

3. Grimbergen is geen stad
3.1. Gemeentelijk structuurplan: huiswerk overdoen
Het Grimbergs “Gemeentelijk structuurplan”, dat het toekomstige ruimtelijke beleid van
onze gemeente vorm moet geven, is een schoolvoorbeeld geworden van uiterst
amateuristisch beleid en heeft Grimbergen bovendien op het verkeerde spoor gezet, het
spoor van de intensieve verdichting en de verstedelijking. Lijst Vernieuwing wil dit
ombuigen. De aanvankelijke beslissing tot opmaak van het structuurplan dateert van 28
juni 2001. Het uiteindelijke plan werd pas in december 2009 door de gemeenteraad
goedgekeurd en na een bezwaarprocedure van 9 maand definitief goedgekeurd in
september 2010. Dit gebeurde enkel met de stemmen van de meerderheidspartijen.
Groenpro en UF onthielden zich en Vlaams Belang stemde tegen.
Ondanks deze ontzettend lange periode hebben noch het vorige noch het huidige college
sturing of leiding gegeven in dit verhaal. Het heeft zich scrupuleus gehouden aan de visie
en de instructies van hogerhand en zich laten leiden door de inzichten van het
ingeschakelde studiebureau en een aantal adviesinstanties. Maar het mist een eigen,
originele en doelgerichte kijk op onze gemeente, die rekening houdt met de Grimbergse
noden. Het document is daardoor onsamenhangend en intern tegenstrijdig. Het stemt op
een aantal vlakken zelfs helemaal niet overeen met de werkelijkheid. Hoger hebben we
reeds gesteld dat het gemeentebestuur op basis van verkeerde bevolkingscijfers en totaal
achterhaalde prognoses in het structuurplan tot de absurde vaststelling is gekomen dat de
Grimbergse bevolking tussen 2007 en 2012 zou gaan dalen in plaats van stijgen. Hierdoor
zou er dus “geen behoefte zijn aan bijkomende woningen”, waardoor volkomen verkeerde
beslissingen werden genomen inzake de woonuitbreidingsgebieden én geen aanzet werd
gegeven voor een ernstig woonbeleid.
Maar het schepencollege heeft ook nagelaten om met dit belangrijke instrument creatief
om te springen en concrete veranderingen na te streven. Er zijn tal van opportuniteiten
gemist, bijvoorbeeld de uitwerking van een Grimbergse toekomstvisie voor de belangrijke
site van Parking C (27 hectare groot!) Eén van de weinige locaties waarvoor wel een
nieuwe visie werd ontwikkeld, was het Potaardeveld. Maar uitgerekend dat dossier werd
op een hopeloze wijze door het schepencollege verknald (zie verder).
Ook had het college bepaalde woonuitbreidingsgebieden definitief kunnen schrappen
(bijvoorbeeld deze tussen Beigem en Humbeek, aan de Molenstraat en de Kruisstraat)
omdat het volbouwen daarvan het landelijk karakter van onze gemeente bijzonder zwaar
zou aantasten. Maar men beperkte zich tot het “bevriezen” van deze gebieden. Aangezien
zoiets helemaal niet kan, heeft de Vlaamse administratie deze bevriezing geschrapt en zijn
de betrokken groengebieden weer volwaardig woonuitbreidingsgebied. Een pijnlijk
gemiste kans. In vele andere gemeenten werd het structuurplan aangegrepen om
lintbebouwing tegen te gaan en belangrijke vergezichten te vrijwaren. Maar zelfs op dat
vlak nam het gemeentebestuur geen enkel initiatief. Het structuurplan verplicht het college
nauwelijks tot concrete engagementen of tot reële verbeteringen van het ruimtelijk beleid.
Het zwaarst tillen we aan de veel te positieve benadering van de verstedelijking van
Grimbergen. Ondanks het feit dat de Vlaamse regering zelf al sinds begin 2009 is afgestapt
van de benaming Vlaams Stedelijk gebied rond Brussel en dit heeft veranderd in Vlaams
Strategisch Gebied rond Brussel (VSGB), is het Grimbergs structuurplan de sfeer van de
stedelijkheid blijven uitademen. Zo lezen we op blz. 144 in het hoofdstuk ‘Stedelijke
11

levendigheid in landelijke omgeving’: “De stedelijke dynamiek (…) heeft een positieve
invloed op de gemeente. Grimbergen kan worden aangeduid als een gemeente die wordt
gekenmerkt door een stedelijke levendigheid in een relatief landelijke omgeving. Het is
deze visie die de gemeente in haar toekomstig ruimtelijk beleid wil meedragen.”
Kritische beschouwingen over de vele nadelen van de verstedelijking en de grote druk van
Brussel op onze gemeente zijn haast nergens terug te vinden. In het structuurplan schaart
het college zich op p. 54 haast ongenuanceerd achter de opmerkelijke verhoging van het
aantal bouwlagen in de kern van Strombeek-Bever in het kader van de verdere verdichting
van deze deelgemeente. Op blz. 209 lezen we dat de gemeente in het hele centrumgebied
van Strombeek appartementsbouw wil stimuleren. Op blz. 212 lezen we zelfs letterlijk dat
de “hoogbouw” in het gedeelte nabij de Romeinsesteenweg “verder kan ontwikkeld
worden.” Hoogbouw heeft in het verleden nochtans steeds geleid tot een aantrekking van
anderstalige inwoners. Zulke ‘verdichting’ zal leiden tot een grote toename van het aantal
appartementen in Strombeek en bijgevolg tot een sterk verhoogde instroom vanuit Brussel.
Het kan toch niet zijn dat wij door een verkeerd beleid zelf de rode loper uitrollen voor de
verdere verBrusseling van Strombeek?
In een boeiend vraaggesprek met o.a. Evert Lagrou, de voorzitter van de Grimbergse
Gemeentelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening (Gecoro), in de Randkrant van
januari 2010 lezen we het volgende over het verdichtingsbeleid van de Vlaamse overheid:
“Lagrou heeft niet enkel bezwaren tegen de werkwijze, maar ook tegen de uitgangspunten.
Volgens het Vlaams Strategisch Gebied rond Brussel is het aangewezen om reeds
verstedelijkte gebieden als Strombeek en Groot-Bijgaarden verder te verdichten. Lagrou
pleit voor de verdichting van woonkernen die verder van Brussel liggen. ‘Kernen als Asse,
Halle en Vilvoorde. Planners moeten de context bekijken. Strombeek is verfranst en moet
op ruimtelijk vlak gesaneerd worden. Er zijn veel appartementsblokken, weinig
parkeerplaatsen en weinig groen. Het bouwritme in Strombeek is ondertussen trouwens
stilgevallen. Waarom nu ingaan tegen de markt en het bewonersritme toch willen
opdrijven?”
Ook de Grimbergse Gecoro zelf had een krachtige bedenking geformuleerd in haar
bezwaarschrift bij de voorlopige teksten van het structuurplan: “De Gecoro waarschuwt
voor een te sterke residentiële verdichting van Strombeek-Bever. De afbakening van het
VSGB stelt een gevoelige verdichting voor, maar houdt hierbij te weinig rekening met de
grote behoefte van verbetering van het bestaande woonpatrimonium, residentiële
mogelijkheden van leegstaande bedrijfsgebouwen en noodzaak aan een meer groene
woonomgeving.(…) Ook de sociologische factor van de nabijheid van Brussel pleit tegen
een kunstmatig opdrijven van het woningaanbod”.
Onze voorstellen:
1. Vernieuwing wil het gemeentelijk structuurplan in herziening stellen. De kortzichtige
onderliggende beleidsvisie inzake de “stedelijke levendigheid in een relatief landelijke
omgeving” willen we aanpassen. De landelijkheid en het groene karakter van Grimbergen
moet daarbij centraler komen te staan. Het is die landelijkheid die samen met de
cultuurhistorische rijkdom van Grimbergen de belangrijkste troef is voor onze woon- en
leefkwaliteit. Inzake Strombeek dient vooral het eigen, “voorstedelijk” karakter te worden
benadrukt, dat behouden moet blijven en dat sterk verschilt van de stad.
2. Er dienen keuzes te worden gemaakt wat betreft de woonuitbreidingsgebieden. Enkele
12

daarvan dienen definitief geschrapt te worden wegens de hoge landschappelijke en
natuurwaarde ervan. Op die manier wordt verhinderd dat de woonkernen aan mekaar
vastgroeien.
Gezien de grote behoefte aan betaalbare bouwgrond, moet het aansnijden van het
woonuitbreidingsgebied Wezenhageveld-Kruipstraat op korte termijn mogelijk worden.
Vanzelfsprekend moet dit op een doordachte wijze worden uitgetekend. Bij de invulling
van dit gebied moet rekening gehouden worden met de landschappelijke waarde van deze
omgeving en met recreatieve behoeftes, zoals de aanleg van een doorgaand fietspad. Ook
de zichtas op de abdijkerk dient gevrijwaard en gevaloriseerd te worden. De aankoop van
kavels dient strikt te worden voorbehouden voor mensen met een duidelijke Grimbergse
band. Een gedeelte dient te worden gereserveerd voor (Vlabinvest) woningen met een
sociaal karakter.
De andere Grimbergse woonuitbreidingsgebieden kunnen pas in een latere fase worden
aangesneden, rekening houdend met de bouwpercelen uit de gewone woongebieden die
intussen op de markt kunnen komen, zoals het Sint-Servaasveld. De uitbreidingszones
langs weerskanten van de Priesterlindebaan vormen een strategische reserve voor de
langere termijn en dienen dus voorbehouden te blijven voor woningbouw. Het
natuureducatief centrum willen wij op een andere plaats. Wel is een beperkte uitbreiding
voor de camping (met uiteraard een voldoende ruime groene buffer tussen camping,
zwembad en woongebied) aanvaardbaar.
3. Een aantal belangrijke zichtassen die momenteel nog bestaan langs de steenwegen (b.v.
langs de Beigemsesteenweg schuin tegenover de Keienberglaan), willen we absoluut
behouden. De lintbebouwing dient op deze locaties dus aan banden te worden gelegd. Om
te hoge kosten wegens planschade te vermijden, kan een beperkte omruiling voorzien
worden met minder waardevolle locaties.
4. Vernieuwing is niet gelukkig met de forse uitbreiding van het bedrijvenpark aan de
Waardbeek met 5 hectare. De landelijke zichtas vanuit de Beigemsesteenweg richting
Meise wordt op deze manier in belangrijke mate verknoeid. Ook de belangrijke
groenverbinding tussen de kouters aan weerskanten van de Wolvertemsesteenweg dreigt
op die manier te verdwijnen. Weliswaar gaat het om de minst slechte van alle onderzochte
locaties. Wij pleiten ervoor om een voldoende ruim lokaal bedrijventerrein te voorzien op
een gedeelte van Parking C (zie verder). Het bedrijventerrein aan de Waardbeek kan voor
ons slechts in beperkte mate worden uitgebreid, met maximaal 2,5 hectare, zodat we daar
kunnen evolueren naar een afgewerkt en duidelijk gebufferd geheel, mét behoud van een
groene corridor langsheen de Oude Baan.
5. We willen de mogelijkheid openhouden om aan de site van De Lijn, ruim 1,1 hectare in
het volle centrum van Grimbergen, op termijn een andere functie te geven. Indien parking
C aan de Heizel kan uitgebouwd worden tot een kruispunt van openbaar vervoer, stellen
we voor dat de stelplaats van De Lijn naar deze locatie verhuist (zie verder). Op die manier
komt er ruimte vrij voor een aantal commerciële ruimtes, woongelegenheid en parking.
Uiteraard zou de site tegelijk een belangrijke halte van de Lijn blijven. Enkele oude
tramloodsen hebben een belangrijke erfgoedkundige waarde en zouden in dat geval een
nieuwe bestemming kunnen krijgen.
6. In Strombeek-Bever wordt de ontwikkeling van hoogbouw aan de Romeinsesteenweg
stopgezet. In de wijk Treft willen we de verkantoring tegengaan en het woonkarakter
13

eschermen en versterken. In de rest van Strombeek willen we dat in de resterende
bouwzones zoveel mogelijk wordt ingezet op de bouw van eengezinswoningen (zie hoger
en verder). Het voornemen om appartementsbouw te stimuleren, wordt geschrapt. De
verhoging van het aantal bouwlagen dient zo veel mogelijk beperkt te worden. Ze kan
enkel worden toegelaten wanneer dit in harmonie is met de onmiddellijke omgeving en
wanneer het past in het kader van een duidelijk Vlaams woonbeleid.
3.2. Een volwaardig park op de Potaarde
Het dossier van de Potaarde is het meeste schrijnende dossier van de afgelopen
bestuursperiode. Een dossier waarin onbekwaamheid, belangenvermenging en
verstedelijking hand in hand gaan. Het gaat concreet over het woonreservegebied van ruim
6,5 hectare tussen de Grimbergsesteenweg, Potaarde, Landhuizenlaan en IJsvogellaan.
Onder de titel “Behoud van de open ruimte in Strombeek” lezen we hierover op blz. 206
van het Structuurplan: “In de verstedelijkte omgeving van Strombeek worden een aantal
open gebieden naast elkaar gesitueerd waarvan de invulling volgens de
bestemmingsplannen nog niet verwezenlijkt werd. Deze bestemmingen blijven behouden
maar worden uitgevoerd met een open, groen en openbaar karakter zodat deze gebieden
mede als een groene long kunnen fungeren voor het stedelijk weefsel van Strombeek, dat
een tekort kent aan toegankelijk en publiek groen. De gemeente opteert voor een gemengde
functie in deze zone: open ruimte verbinding tussen de Tange- en de Maalbeekvallei, een
centrale voetgangers- en fietsersverbinding doorheen het perceel en een beperkte
bebouwing met een uitdrukkelijke aandacht voor de doelgroepen.”
Op blz. 213 lezen we nog: “het gebied moet functioneren als rust- en verpozingsruimte
voor de inwoners van Strombeek, waar kan worden gewandeld en gefietst, tussen andere
functies, zoals wonen, werken en actieve recreatie.” “Gelet op het tekort van openbaar
groen in het vrij verstedelijkt Strombeek” werd beslist “om dit gebied in te richten als
park. De randen van het park kunnen worden afgewerkt met gegroepeerde
wooneenheden.”
Deze tekst laat aan duidelijkheid niets te wensen over: naast een beperkte bebouwing zou
er op dit terrein een behoorlijk groot park komen dat zou fungeren als open, groen
verbindingsgebied tussen de Piereman en de grote kouters aan de overkant van de Ring. De
Vlaamse administratie kwam hieraan tegemoet en maakte een plan waarin aanvankelijk 3
hectare en in een tweede fase (na een eerste bezwaarschrift van het schepencollege) 2,5
hectare parkgebied werd voorzien. Het schepencollege probeerde via een tweede
bezwaarschrift op 22 maart 2011 dit parkgebied verder te doen inkrimpen tot nog amper 1
hectare. Dit stond volledig haaks op de duidelijke tekst van het definitieve structuurplan
dat nog maar een half jaar voordien door het college aan de gemeenteraad was voorgelegd.
Het college had daarbij het lef om te stellen dat een ruimer park zou ingaan tegen het
gemeentelijk structuurplan. Hiermee werd de waarheid geen klein beetje geweld
aangedaan.
Bart Laeremans bracht hierop aan het licht dat er belangenvermenging in het spel was: de
schepen van ruimtelijke ordening (CD&V) had samen met zijn familie zelf een grote lap
grond liggen op dit veld en hij had dus een belang bij een kleiner park en meer bebouwing.
Laeremans diende klacht neer bij de gouverneur en die schorste de beide bezwaarschriften
van het college, waarna ze door het college uit eerlijke schaamte werden ingetrokken.
14

Toch heeft Vlaams minister Muyters (N-VA) zich in december 2011 op diezelfde
(ingetrokken en dus onbestaande) bezwaren gebaseerd om de parkzone in te krimpen tot
1,5 hectare. Er werden dus twee voetbalvelden parkgebied opgeofferd op basis van
onwettige argumenten. Ook nadat Muyters in het parlement hierover door verscheidene
politici was aangepakt, handhaafde hij zijn beslissing. Gebeurde dit uit sympathie voor de
projectontwikkelaar die over 60% van de grond beschikt?
Deze onwettigheid was voor Bart Laeremans (als gemeenteraadslid) en Karlijne Van Bree
(als buurtbewoner) de aanleiding om een stevig onderbouwd beroep in te dienen bij de
Raad van State tegen de beslissing van minister Muyters. Op 3 augustus jl. kregen we van
de Raad van State gelijk in een opzienbarend en verregaand arrest, waarin de beslissing
van de Vlaamse regering werd geschorst. De Raad van State stelde dat de juiste ligging van
het park niet was aangeduid (wat voor grote rechtsonzekerheid zorgt) en citeerde daarnaast
uitvoerig uit het rapport van de gouverneur over de belangenvermenging. Volgens onze
juridische raadgevers blijft er voor de Vlaamse regering maar één realistische optie open,
met name de beslissing tot inkrimping van het park intrekken en de procedure inzake de
Potaarde van voren af aan herbeginnen. Bart Laeremans en Karlijne Van Bree hebben de
minister dan ook aangeschreven om zijn beslissing spoedig in te trekken, zodat er snel voor
iedereen duidelijkheid komt.
Ook werd de kwestie geagendeerd op de gemeenteraad van 30 augustus, waar gevraagd
werd een gezamenlijk verzoek aan Muyters tot intrekking te steunen en tegelijk alle
gemeenteraadsleden verzocht werden zich uit te spreken voor een aaneengesloten park van
3 hectare. Beide voorstellen werden omwille van ongeloofwaardige motieven weggestemd
door de meerderheidspartijen CD&V en VLD. CD&V verklaarde zich plotseling
voorstander van 4 hectare park, maar dit maakt deel uit van een lelijke Tsjeventruc: de
partij neemt de groene bufferzone langs de Ring mee in rekening, waardoor er nog steeds
amper 1,5 hectare parkgebied komt op het eigenlijke Potaardeveld. De stemming tijdens de
gemeenteraad van 30 augustus 2012 heeft in ieder geval klare wijn geschonken: CD&V en
VLD blijven hun eigen structuurplan op een intrieste manier verloochenen.
Onze voorstellen:
1. Vernieuwing wenst wat betreft de omvang van het park terug te keren naar het
oorspronkelijke voorstel van de Vlaamse administratie, met name een aaneengesloten park
van minstens 3 hectare, vermeerderd met een aantal groenstroken en met een zachte
recreatie¬as voor fietsers en voetgangers tussen de sporthal van de Singel en het pad naar
het zwembad aan de Piereman. Het is logisch dat de woningen zich vooral zullen situeren
aan de Strombeekse kant (Singel) en dat het park de noordelijke helft (kant Haneveld) van
het terrein in beslag zal nemen, zodat er een daadwerkelijke groene verbinding blijft die
zich uitstrekt van de Landhuizenlaan tot de Grimbergsesteenweg.
2. Voor het woongedeelte zijn wij geen voorstander van groepswoningen en
appartementen, omdat hiermee opnieuw niet het juiste doelpubliek zal worden
aangetrokken. Er moeten integendeel zoveel mogelijk aaneengesloten eengezinswoningen
(type bel-etage) komen met een beperkte oppervlakte en een kleine tuin (wat
gecompenseerd wordt door de nabijheid van het park). Deze aaneengesloten
wooncomplexen dienen zo ontworpen te worden dat men vanuit de meeste van deze
woningen en vanuit de Singel rechtstreeks zicht heeft op het park.
15

3. We zijn daarbij evenmin voorstander van de inplanting van winkels en bedrijfjes. Deze
horen thuis in de kern van Strombeek en zouden de rust in het parkgebied alleen maar
verstoren. Ook de nieuwe gemeenteschool van Strombeek hoort hier niet thuis. De school
zou veel te ver verwijderd liggen van het centrum en zou zich niet eens meer op het
grondgebied van Strombeek bevinden. Bovendien is de bouw van de nieuwe school
dringend. Vermits het Potaardeveld nog geruime tijd verwikkeld zit in procedures en de
grond volledig in handen is van privépersonen en firma’s (wat de aankoop van de grond
peperduur zou maken), pleiten we voor de bouw van de nieuwe school aan de
Brouwerijstraat (zie verder).
3.3. Parking C: ombuigen ten voordele van Grimbergen
De Vlaamse regering nam in december 2011 eveneens een ondoordachte beslissing in het
dossier van Parking C. De 27 hectare grote Heizelparking krijgt een grootstedelijke
invulling, waarbij nagenoeg alles wordt toegelaten. De Vlaamse regering had de kans hier
een strategisch project uit te werken dat een buffer zou kunnen vormen tegen een al te
grote greep van Brussel op onze streek. Maar het tegenovergestelde gebeurt. Zo kan (naast
de parkeerfunctie, die zal gestapeld worden in torens boven of onder de grond) tot 50.000
m² ingevuld worden als stedelijke recreatie. Dit zijn 10 voetbalvelden! Hiermee gaat de
Vlaamse regering uitdrukkelijk in tegen het advies van de eigen administratie (de Vlacoro
of Vlaamse Commissie voor Ruimtelijke Ordening, die dit cijfer als “veel te hoog”
bestempelde). Ook de ruimte voor kantorenbouw is nog steeds veel te groot. Dit wordt
weliswaar gereduceerd van 50.000 naar 20.000 m² (vier voetbalvelden), maar gezien het
enorme overaanbod aan kantoren in de regio is dit nog steeds veel te veel.
Daarnaast is er ruimte mogelijk voor bedrijfsterreinen (iets wat we wél kunnen steunen) en
voor wonen. Een woonfunctie voor Parking C is absoluut verkeerd. Zo’n woonwijk zou
gericht zijn op een zuiver Brussels en dus grotendeels anderstalig publiek. De woningen
zouden zodanig ver verwijderd liggen van Strombeek, dat betrokkenheid bij en integratie
in het openbaar leven in onze gemeente nagenoeg uitgesloten is.
De Vlaamse regering heeft verzuimd om ernstige keuzes te maken voor dit gebied en geeft
hierdoor vrij spel aan de stad Brussel, die eigenaar is van de parking. Alles wijst er immers
op dat het attractie- of lunapark dat zal worden aangetrokken, sterk zal gericht zijn op
een Brussels, meertalig publiek en bijgevolg de verfransing en internationalisering van
Grimbergen in de hand zal werken. En kandidaat-bewoners zal men niet meteen wijzen op
de eerbiediging van het Nederlandstalig karakter van Grimbergen.
De mismeestering van dit belangrijke dossier is in belangrijke mate te wijten aan het
stilzitten van het Grimbergs gemeentebestuur. Reeds in 2002 had de Grimbergse Gecoro
voorgesteld om een Masterplan uit te werken voor dit gebied. Maar het Grimbergs college
koos ervoor om het dossier jarenlang voor zich uit te schuiven. Aanmodderen en afwachten
zijn helaas de belangrijkste troeven van de huidige meerderheidspartijen in Grimbergen.
Het college verzuimde zelfs om op onderbouwde wijze te reageren op de al te megalomane
plannen van de Vlaamse administratie (oorspronkelijk tot 50.000 m² kantooroppervlakte!)
Zo intensief het schepencollege zich bemoeide met het Potaardepark (en waarbij het
lijnrecht inging tegen het eigen structuurplan), zo gelaten onderging het college de
ondoordachte plannen voor Parking C. Het enige signaal dat Grimbergen de voorbije jaren
heeft gegeven, is dat er op deze parking geen shopping-centrum mocht komen, iets wat
overigens nooit echt aan de orde was, omdat Brussel dit op zijn eigen grondgebied wou.
16

Het enige voordeel aan de ondoordachte beslissing van de Vlaamse regering is dat het
echte invulwerk nog moet gebeuren. Het is nog steeds mogelijk dat de Vlaamse regering
samen met een alert gemeentebestuur de situatie ombuigt in een voor Grimbergen meer
voordelige zin.
Onze voorstellen:
1. Er moet door de Vlaamse regering met Brussel onderhandeld worden over een
verbeterde parkeerfunctie van Parking C. Door een vlottere verkeersafwikkeling kan deze
functie (tot op zekere hoogte) worden opgevoerd, zodat de parking zowel ten dienste kan
staan van de activiteiten op de Heizel als van pendelverkeer. Tegelijk kan de parking dan
uitgebouwd worden als een kruispunt van openbaar vervoer, waar ook de toekomstige
tramverbinding rond Brussel (van Dilbeek tot Tervuren) van De Lijn een belangrijke rol
kan spelen. Dit is zowel voor Vlaanderen als voor Brussel een win-winsituatie. Brussel kan
dan toelating krijgen om de geparkeerde wagens boven- en ondergronds te stapelen in een
verantwoorde architectuur. De vrijgekomen ruimte zou dan overgenomen kunnen worden
door het Vlaams Gewest.
2. Op deze vrijgekomen ruimte moet in eerste instantie plaats worden voorzien voor het
openbaar vervoer. Vernieuwing stelt voor om de Grimbergse Stelplaats van De Lijn op
termijn naar Parking C te verhuizen en daar tevens een deel van de administratie van De
Lijn onder te brengen. Daarnaast zouden ook een aantal andere Vlaamse administraties,
diensten en organisaties (atletiekliga?) hun stek kunnen vinden op deze terreinen. Ook
kunnen een aantal laagdrempelige kantoren geopend worden die een vitrine kunnen
vormen voor het Vlaams Gewest en de Vlaamse Gemeenschap (toerisme, tewerkstelling,
economie, onderwijs in Brussel, sport, …).
3.Tenslotte kan op een deel van de ruimte ook een bedrijvenpark voorzien worden voor
lokale, zonevreemde of andere bedrijven. Zo kan het logistiek bedrijf in de
Koningslosteenweg plaats ruimen voor woningbouw in Strombeek. We vinden deze locatie
beter geschikt dan een al te forse uitbreiding van de bedrijvenzone aan de Waardbeek.
4.Er wordt geen gevolg gegeven aan de mogelijkheid om een woonfunctie te geven aan
parking C. Evenmin wordt er plaats voorzien voor stedelijke recreatie. Die hoort thuis in
Brussel zelf.
3.4. Een beter Masterplan voor Strombeek
Jarenlang heeft het gemeentebestuur getalmd met de aanpak van de ruimtelijke problemen
van Strombeek. De opeenvolgende schepencolleges hadden niet echt een visie op de
toekomst van Strombeek en schoven steeds meer dossiers voor zich uit: de bouw van het
nieuwe OCMW-gebouw, de bibliotheek, de gemeenteschool, de muziekacademie, de
ondergrondse parking, het Gemeenteplein: in geen enkel dossier werden knopen
doorgehakt. Jarenlang was er immers NIEMAND binnen het schepencollege die de kar
trok van de opwaardering van Strombeek. Toen de ontwerper van de Soens-site (de grote
nieuwbouw ‘IJsfabriek’ tegenover het Cultuurcentrum) op eigen houtje een mooi plan had
uitgetekend, schoot het college eindelijk in actie: er zou een “Masterplan” komen waarin
een oplossing zou worden uitgewerkt voor alle dossiers samen.
17

Er werd een studiebureau aangesteld dat gesprekken voerde met een hele reeks personen
en groepen. In het kader daarvan heeft Bart Laeremans in juli 2011 een uitvoerige nota
overhandigd van 10 bladzijden met een analyse van de problemen en een hele reeks
concrete voorstellen om Strombeek opnieuw leefbaar te maken.
Op basis van het verslag van het studiebureau werd door de Vlaamse Bouwmeester een
oproep gedaan naar ontwerpers in de vorm van een soort wedstrijd. Als winnaar werd
uiteindelijk een Pools-Nederlands studiebureau geselecteerd. Omdat de
gemeenteraadsleden geenszins op de hoogte werden gehouden van deze beslissingen noch
van de evolutie van het Masterplan, agendeerde raadslid Karlijne Van Bree tijdens de
gemeenteraad van 24 mei een voorstel om het dossier nog voor de zomer voor te leggen
aan een gemeenteraadscommissie.
Het leek ons immers de evidentie zelf dat de bevolking tijdig op de hoogte werd gebracht
van de voorstellen en bovendien vóór de verkiezingen inspraak zou kunnen krijgen. De
voorstellen uit het Masterplan moesten in onze ogen bijgevolg ook deel kunnen uitmaken
van de partijprogramma’s voor de gemeenteraadscampagne.
Uiteindelijk werd op 25 juni jongstleden een openbare vergadering gehouden van de
bevoegde gemeenteraadscommissie, waar de raadsleden en de aanwezige inwoners in
kennis werden gesteld van een eerste uitgebreid ontwerp. Deze voorstelling werd een
regelrechte opdoffer: het (voor)ontwerp van het studiebureau was veel te groots en veel te
stedelijk voor de maat van Strombeek. Het stond zodanig haaks op hetgeen wijzelf hadden
voorgesteld, dat we opnieuw een uitgebreide nota met kritische opmerkingen hebben
opgesteld. Zal men hiermee rekening houden? Alles wordt nu over de verkiezingen heen
getild. Wij vrezen dat het huidige gemeentebestuur zal willen doorgaan op het pad van de
verstedelijking en onze voorstellen links zal laten liggen.
We tillen vooral zwaar aan de zeer stedelijke woonprojecten die getekend werden, met als
vlaggenschip een kolossaal en luxueus appartementsgebouw op de hoek van de
Kloosterstraat en de Brouwerijstraat. Ook de omgeving van de Rodepoortstraat en de
Grotewinkellaan wordt volledig ingevuld met appartementen. Dit is absoluut niet de juiste
manier om jonge gezinnen in Strombeek te houden of aan te trekken. Daarvoor zijn
eengezinswoningen noodzakelijk.
Het Cultuurcentrum zou omgevormd worden tot een enorm groot gebouwencomplex. De
totale oppervlakte zou haast verdubbelen van 5.400 naar bijna 10.000 m². Een project dat
buitengewoon duur zou uitvallen voor onze gemeente, waar nu reeds een budgettaire
krapte bestaat en waar de komende jaren veel andere belangrijke prioriteiten bestaan, zoals
een actief woonbeleid, scholenbouw, rioleringsproblematiek, …
Het is duidelijk dat het ingehaalde studiebureau zichzelf op de kaart wil zetten met een
spraakmakend ontwerp, maar Strombeek en Grimbergen hebben nood aan een realistisch
project, dat rekening houdt met het aparte, voorstedelijke karakter van Strombeek-Bever en
met de reële behoeften van de inwoners. Hetgeen wij bepleiten voor de omgeving van het
Cultuurcentrum ligt in ieder geval veel meer in de lijn van de ontwerpen van de
voormalige Grimbergse urbanist, die tegelijk ook architect is van het woonproject
‘IJsfabriek’ op de Soens-site.
18

Onze voorstellen:
1. Inzake het Cultuurcentrum is een grondige renovatie nodig van de gebouwen en een
beperkte uitbreiding van de capaciteit. Een ruimere schouwburg is verdedigbaar, maar een
uitbreiding van 5.400 m² naar 9.800m² is absurd en onbetaalbaar duur, zeker wanneer de
bibliotheek wordt ondergebracht in een apart gebouw. Niet alles moet in dit complex
geconcentreerd worden. Zo kan een deel van het volwassenenonderwijs op de campus van
de vrije school blijven. Ook de academie kan in de bestaande lokalen blijven, aangevuld
met een nieuwbouw achteraan op de parking tussen de bestaande lokalen en het
Cultuurcentrum. De ateliers kunnen in belangrijke mate ondergebracht worden in de ruimte
die nu dienst doet als bibliotheek.
2. We zijn voorstander van een nieuw bibliotheekgebouw op de parking tegenover de
ingang van het Cultuurcentrum. De ruimte is voldoende groot voor een bibliotheek en een
hedendaags mediacentrum op de gelijkvloerse en de kelderverdieping. De parking en het
vrijstaande appartementsgebouw zouden dan verdwijnen. In de hogere verdiepingen
kunnen serviceflats worden ingericht. Deze locatie voor de nieuwe bib stond tevens in het
ontwerp van de gewezen urbanist en in het nieuwe ontwerp. Dit idee lijkt dus verworven.
3. Wij willen het nieuwe OCMW-gebouw (het huidige is uitgeleefd) absoluut behouden
nabij het Cultuurcentrum. Wij zijn immers van oordeel dat deze omgeving het kloppend
hart moet vormen van de publieke, gemeentelijke activiteiten in Strombeek-Bever. Een
verhuis naar het binnengebied van de Kloosterweide (zoals voorgesteld in het ontwerp-
Masterplan) zien we niet zitten, omdat wij deze zone volop moet kunnen dienen als
onderwijs- en ontspanningscampus. In het voorstel van de urbanist werd het nieuwe
gebouw getekend langsheen de Verbeytstraat (en dus los van het cultuurcentrum), wat ons
een goede optie lijkt.
4. Wat betreft de onmiddellijke omgeving van het Cultuurcentrum pleiten wij voor een
heraanleg van het gemeenteplein, met een ‘voorplein’ dat paalt aan het Cultuurcentrum en
een asverschuiving, zodat er niet langer een rechte verbinding is tussen de Nieuwelaan en
de Soensstraat. Dit kan leiden tot een verkeersluw (zone 30) centrum vanaf de
Grimbergsesteenweg tot aan het Gemeenteplein. Ook de gewezen urbanist zag dit zo. Een
geheel verkeersvrije zone, zoals voorgesteld in het ontwerp-Masterplan is totaal
onrealistisch. Strombeek is gewoon te klein voor zo’n (groot)stedelijke
winkelwandelruimte. Ook het openbaar vervoer zou daardoor in de problemen komen.
5. Een ondergrondse parking onder het Gemeenteplein is meer dan noodzakelijk met het
oog op het overleven van het Cultuurcentrum. Vermits er drie parkings zouden wegvallen
(Gemeenteplein, ruimte tussen CC en academie en parking aan de frituur) pleiten wij voor
een grote parking voor 200 wagens. Een kleine ondergrondse parking voor amper 80
wagens (voorgesteld in het ontwerp-Masterplan) is veel te beperkt. Om de
levensvatbaarheid van de winkels aan het gemeenteplein te verzekeren, willen we
bovengronds een beperkt aantal parkeerplaatsen handhaven voor kortparkeerders. Een
tweede ondergrondse parking onder het Sint-Amandsplein (zoals eveneens voorgesteld in
het ontwerp) willen we op lange termijn niet uitsluiten, maar daarvoor moet een nieuwe
behoefteraming gebeuren na de evaluatie van de parking onder het Gemeenteplein.
6. De nieuwe gemeenteschool willen we inplanten onderaan de Brouwerijstraat, zodat er in
deze omgeving een grote scholencampus ontstaat. Tussen beide scholen in kan de nieuwe
19

sporthal/polyvalente zaal komen, die tegelijk ook als feestzaal kan dienen voor de twee
scholen. De oude, versleten sporthal aan de Grote Winkellaan kan dan worden afgebroken
en plaats ruimen voor het grote woonproject van de Rodepoortstraat. Ook na de inplanting
van deze sporthal blijft er tussen beide scholen nog voldoende plaats voor speelgroen. Heel
waarschijnlijk blijft er zelfs nog plaats voor een aantal woningen in het hoger gelegen deel
van de Brouwerijstraat of voor een pijpenkop, waardoor de rommelige achterkant van de
woningen van de Grimbergsesteenweg met een aantal woningen kan worden afgewerkt.
Het idee van het ontwerp-Masterplan om een soort woonpark te realiseren binnenin de
Kloosterweide wijzen we af als onrealistisch en onveilig. Ook het voorstel om de school
op de bestaande locatie in de Villegasstraat te behouden, is ongewenst. Deze locatie is
manifest te klein en biedt veel te weinig groeimogelijkheden voor de school. Na de verhuis
kan hier ruimte komen voor een woonproject, dat de katalysator kan worden voor de
herleving van deze buurt.
7. Het groene buffergebied tussen Acacialaan en Jan Mulsstraat willen we omvormen tot
een (afsluitbare) parkzone met voldoende speelruimte voor de jeugdbewegingen en voor
individuele jongeren. Op het einde van de pijpenkop van de Acacialaan is ruimte voor
nieuwe jeugdlokalen en voor de realisatie van enkele taalbadklassen. Voor het overige
moet deze groene buffer dus behouden blijven. De terreinen behoren toe aan de
Koninklijke Schenking, maar de bevoegde minister heeft aan Bart Laeremans laten weten
dat er kan gepraat worden over een nieuwe bestemming.
8. Na de verhuis van de jeugdbeweging is er ruimte voor de noodzakelijke uitbreiding van
het Strombeeks containerpark. Aan de voorkant van het zwembad (hoek Ringlaan-
Kloosterstraat) is ruimte voor groenaanleg en verfraaiing. Ook de inkom van Strombeek
aan de Antwerpselaan (Oude Mechelsestraat/Jan Mulsstraat) en de lege parkeervlakte
aldaar moeten dringend herbestemd worden.
20

4. Veilige gemeente
De veiligheid van onze burgers is één van onze belangrijkste bekommernissen. Mede ten
gevolge van de snelle bevolkingstoename en de verpaupering in Brussel én ten gevolge
van het lakse optreden van de Brusselse Justitie, heeft de criminaliteit in onze streek heel
hoge proporties aangenomen. Ook Grimbergen ontsnapt niet aan deze evolutie. De
voorbije jaren werden we zelfs geconfronteerd met opmerkelijke feiten van zwaar
banditisme (o.a. gewapende overvallen, de schietpartij aan de Waardbeek,…).
De criminaliteit in Grimbergen nam de jongste tijd ook weer toe. Zo steeg het aantal
criminele feiten van 1931 in 2010 naar 2006 feiten in 2011(1795 feiten in 2005; 1881
feiten in 2000). Er was vooral een opmerkelijke stijging bij de diefstallen (van 883 feiten in
2010 naar 997 feiten in 2011) en de woninginbraken (230 feiten in 2008 versus 303 feiten
in 2011 of een stijging met ruim 30%). Dit betekent dat jaarlijks bijna 1 op 50 gezinnen
bezoek krijgt van inbrekers. Dat is beduidend hoger dan het Vlaamse gemiddelde (1 op
80). Tegelijk heeft ook de typische stadscriminaliteit zijn intrede gedaan in Strombeek-
Bever (hangjongeren, intimidatie, drugverkoop, vandalisme, …).
We citeren uit een petitie die in juni 2012 circuleerde in Strombeek: “Het Van der Noot
park” aan “Ter Borre” wordt sinds geruime tijd bezet door een groep van drugs- en
alcoholverslaafden. Niet enkel de ouderen die in “Ter Borre” verblijven leven in angst,
ook de bezoekers. Zelfs ouders met kinderen worden in dit park lastig gevallen. In de
omliggende straten worden mensen bedreigd, lastig gevallen en geslagen. Op de terrassen
van de horecazaken worden bezoekers regelmatig beledigd en beschimpt, zelfs aangevallen
waardoor enkelen al in het ziekenhuis belandden. De Grimbergse politie doet haar uiterste
best, reageert snel na een oproep, maar ook zij staat machteloos door een gebrek aan
middelen en vooral aan gerechtelijke steun. De grote “geweldenaars-boosdoeners zijn
welbekend bij de politie, werden reeds verschillende keren opgepakt, maar moesten steeds
opnieuw vrijgelaten worden, zelfs nadat iemand het hospitaal in werd geslagen.”
Door de gemeenteraad werd inmiddels, mede op ons aandringen, beslist om het Van der
Nootpark ’s avonds te sluiten. Uiteraard is dit geen oplossing ten gronde. Iedereen weet dat
het probleem zich zal verplaatsen. Het is duidelijk dat de politie een veel kordatere
strategie zal moeten ontwikkelen, met inbegrip van nultolerantie voor wie kwaadwillig
voor ernstige overlast zorgt. Tot nu toe wordt het beleid van de Grimbergse politie vooral
gekenmerkt door een reactief optreden: men reageert als men wordt gecontacteerd door de
inwoners of bij vaststellingen op heterdaad. Er wordt door de recherchediensten veel te
weinig proactief gewerkt. Hoewel men goed weet waar de klassieke drugverkoopplaatsen
zijn, wordt daar nauwelijks actie tegen ondernomen, met als gevolg dat er jaarlijks maar
enkele drugdealers tegen de lamp lopen. Nochtans zou men via de inzet van politiemensen
in burger stevige resultaten kunnen boeken.
Door de beperkingen die we als kleine zone hebben, is er ’s nachts doorgaans slechts één
patrouille op de baan in Grimbergen. Dat is absoluut te weinig om enig afschrikkend effect
teweeg te brengen. Wanneer een patrouillevoertuig in Humbeek wordt opgeroepen voor
een interventie in Strombeek, dan zijn de vogels uiteraard meestal gaan vliegen wanneer
het voertuig in Strombeek toekomt. De invoering van een dubbele patrouille ’s nachts kost
geld, en extra personeel, maar wij zijn van mening dat deze operatie absoluut noodzakelijk
is en dat er dus een (beperkte) kaderuitbreiding moet komen.
21

Ten gronde kunnen we niet naast de realiteit kijken. De aard van de misdrijven, het
zwaardere takenpakket voor de politie (Salduz-wetgeving, wapenwetgeving, wijkwerking,
verkeersopdrachten…), de nood aan professionalisering en de recruteringsproblemen
nopen tot een nauwere samenwerking met de naburige politiezones en allicht zelfs tot
fusies. De omvorming naar grotere zones wordt steeds meer gestimuleerd. De
eengemeentezones van Dilbeek, Sint-Pieters-Leeuw, Halle en Beersel zijn momenteel
gestart met de voorbereiding naar zo’n fusie. Ook Grimbergen moet snel de nodige
voorbereidingen treffen voor deze onvermijdelijke evolutie. Op die manier kunnen we nog
enigszins vrij onze partners kiezen.
Een andere tendens is de ingebruikname van camerabewaking als ondersteuning voor het
politiewerk. In Strombeek werd intussen een netwerk van vaste camera’s in gebruik
genomen, maar het is duidelijk dat dit verder moeten uitgebreid worden naar alle
overlastbuurten in het centrum van Strombeek. Ook de aangekondigde mobiele camera
moet tegen overlast kunnen ingezet worden. Daarnaast zijn we sterk vragende partij voor
de realisatie van een netwerk van intelligente camera’s met nummerplaatherkenning op de
invalswegen. Dit soort camera’s wordt intussen ingeschakeld in het veiligheidsbeleid van
naburige gemeenten zoals Mechelen en Wemmel. In Mechelen en Turnhout hebben ze
reeds geleid tot belangrijke successen in de misdaadbestrijding. Keerzijde van de medaille
is dat de criminaliteit zich nu gemakkelijker zal verplaatsen naar zones zonder zulke
intelligente camera’s.
Op voorstel van Bart Laeremans bezocht een delegatie van het Grimbergs gemeentebestuur
enkele maanden geleden het hoofdkwartier van de Mechelse politie, waar uitvoerig uitleg
werden gegeven over het functioneren van de camera’s en over de steun die men vanuit het
hogere niveau aan dit soort installaties verleent. Om de kosten te drukken en de efficiëntie
te verhogen zal Grimbergen hiervoor moeten samenwerken met de naburige zones. Het is
duidelijk dat hiervan bij het begin van de nieuwe legislatuur werk moet worden gemaakt.
Ten slotte is er de problematiek van de huisvesting en de bereikbaarheid van de politie. Het
nieuwe commissariaat was noodzakelijk, maar ligt niet echt centraal. Om de
aangiftebereidheid te verhogen, moet er een contactpunt komen van de politie in het
centrum van Strombeek, liefst in de nabijheid van het Cultuurcentrum. Ook op andere
publieke plaatsen zou er een wekelijks spreekuur moeten ingericht worden. Anderzijds kan
de betrokkenheid van de bevolking en in het bijzonder van de handelaars ook verhoogd
worden via de uitbouw van buurtinformatienetwerken.
Onze voorstellen:
1. De politie moet zo veel mogelijk aanwezig zijn in het straatbeeld. Het administratief
werk voor de politie-inspecteurs dient maximaal te worden overgelaten aan het
burgerpersoneel, bijvoorbeeld door de aanschaf van dicteerapparaten. De wijkagenten
dienen te worden bijgestaan door enkele gemeenschapswachten.
2. Om de veiligheid van de inwoners te verzekeren willen wij ’s nachts in de regel twee
patrouillevoertuigen op straat in plaats van één. Dit heeft voorrang op de permanente
bemanning van het commissariaat. Uiteraard moeten de patrouilles telefonisch bereikbaar
zijn via doorschakeling.
3. De politie moet een actiever opsporings- en bestrijdingsbeleid voeren ten aanzien van
22

drugdealers en amokmakers, in de eerste plaats in Strombeek, maar ook elders in de
gemeente. Er dient daarbij samengewerkt te worden met andere politiediensten. Ook
agenten in burger moeten hierbij ingezet worden. Wie kwaadwillig voor ernstige overlast
zorgt, willen we confronteren met nultolerantie, zoals die ook elders haar vruchten afwerpt.
4. Vernieuwing wil dat de Grimbergse politie blijvend prioriteit geeft aan de
drugproblematiek, o.m. via actieve drugspreventie, ontradende acties in de scholen en bij
de jeugdorganisaties, gerichte controles (ook bij fuiven), stimulering tot ontwenning enz.
5. We willen de camerabewaking uitbreiden tot alle locaties waar ernstige overlast wordt
vastgesteld. Ook de aangekondigde mobiele camera’s kunnen hiertegen ingezet worden. In
samenwerking met de naburige politiezones en de hogere overheid moet er werk gemaakt
worden van een netwerk van intelligente camera’s (met nummerplaatherkenning) aan de
invalswegen.
6. De politie dient tevens op systematische wijze PV op te stellen bij concrete
vaststellingen van sluikstorten. Ze moet zich hiervoor maximaal laten bijstaan door het
bevoegde gemeentepersoneel en gemeenschapswachten. Ook hiervoor kunnen de mobiele
camera’s ingezet worden. Meer gemeentepersoneel moet de nodige opleiding krijgen om
milieuovertredingen vast te stellen en om PV’s uit te schrijven.
7. Om het contact met de bevolking en de aangiftebereidheid te verhogen willen we in
Strombeek-Bever een vaste politieantenne in de nabijheid van het Cultuurcentrum, waar de
Strombekenaren overdag en ’s avonds terecht moeten kunnen bij een wijkagent. Op die
wijze willen we politieaanwezigheid realiseren op loopafstand voor 14.000 mensen (bijna
40% van de Grimbergenaars). In andere wijken of deelgemeenten zou op wekelijkse basis
een vast spreekuur kunnen georganiseerd worden voor de wijkagenten, bijvoorbeeld in de
sporthal van de Verbrande Brug en van Humbeek, in het Motje in de Borgt…
8. We willen de betrokkenheid van en de samenwerking met de bevolking en de handelaars
verhogen via de oprichting van buurtinformatienetwerken. Via Twitter of een SMSsysteem
zouden de handelaars reeds op korte termijn kunnen geïnformeerd worden bij
incidenten of verdachte toestanden.
9. Om de professionaliteit van onze politie te verhogen, moet er veel intensiever worden
samengewerkt met de naburige zones. Een vergroting van de zones is op termijn
onvermijdelijk en bijgevolg moet dit proces nu worden voorbereid, zodat we tijdig de
juiste keuzes kunnen maken. In afwachting moet alles gedaan worden om de
aantrekkelijkheid van het Grimbergse korps te verhogen. Zo moet de interne communicatie
verbeterd worden en dienen de mogelijkheden tot bijscholing voldoende benut.
23

5. Een milieuvriendelijke gemeente met leefbare wijken
5.1. Milieu- en afvalbeleid
Een goed milieubeleid hangt samen met de aanwezigheid van een degelijke, slagvaardige
milieudienst en met een schepen die gedreven is én oprecht bekommerd om het welzijn
van de burgers en om het groene patrimonium van de gemeente. Wat de milieudienst
betreft, is er een opmerkelijke verbetering vast te stellen. De dienst werd geleidelijk aan
versterkt met goed opgeleide ambtenaren, die zich op een vrij onafhankelijke wijze van
hun taak kwijten. De milieudienst heeft evenwel te weinig bevoegdheden (zo kan men nog
steeds geen PV’s opmaken bij milieudelicten) en ze heeft nood aan versterking voor het
buitenwerk (controles, vaststelling en bemiddeling). Ook inzake ruimtelijke ordening is er
vandaag nauwelijks enige controle op het terrein.
Wat de schepen betreft, is er helaas geen vooruitgang. Grimbergen zit nog steeds met
dezelfde VLD-schepen die ons heeft opgezadeld met de asfaltfabriek. De komst van deze
fabriek had perfect kunnen voorkomen worden. Net zoals zijn Grimbergse CD&V-collega
in de deputatie is de man toen, samen met de rest van het college, zwaar te kort geschoten
in het verdedigen van de Grimbergse belangen. Het was diezelfde schepen die in juni jl. in
Het Laatste Nieuws verklaarde dat het jong aangeplante Lintbos gewoon mocht verdwijnen
en vervangen worden door twee megasporthallen. Een uitspraak die een schepen van
Leefmilieu volstrekt onwaardig is.
Door een ondoordacht en kortzichtig ruimtelijk en economisch beleid in de jaren ’70, ‘80
en ’90 is de Grimbergse Kanaalzone tussen de Borgt en de Verbrande Brug in de praktijk
een verzameling geworden van afvalverwerkende bedrijven. Het gaat om firma’s voor de
verwerking van sloop- en bouwafval (breekwerven), de zuivering van vervuilde gronden,
de verwerking van groenafval, een grote waterzuiveringsinstallatie, een overslagstation
voor restafval, een asfaltfabriek, een overslagbedrijf voor zand, glasafval en andere
producten, enz.
Op zich is de recyclage en verwerking van afval nuttig en noodzakelijk en ieder bedrijf
beantwoordt aan een behoefte, maar de hoge concentratie van dit soort bedrijven in
Grimbergen zorgt voor aanzienlijke stof-, geluids-, en geurhinder, voor een verhoogd risico
op blootstelling van de bevolking aan fijn stof en asbest en voor een zeer zware belasting
van ons wegennet. De maximale draagkracht van dit gebied is dan ook ruimschoots
overschreden. Alles moet gedaan worden om een toename van dit soort hinderlijke
bedrijven te voorkomen.
Het is duidelijk dat het gemeentebestuur er zelf niet in slaagt om afdoende afspraken te
maken met de betrokken firma’s, zodat de hinder voor de omgeving binnen de perken zou
blijven. Ook verplichtingen op vlak van visuele hinder (groenschermen) worden niet
nageleefd. Het Grimbergse bestuur neemt ook zelf al jarenlang zijn verantwoordelijkheid
niet op wat betreft de wegeninfrastructuur. Meest in het oog springend is de situatie aan de
Westvaartdijk, waar er niet eens een systeem van afwatering bestaat en het stof en slijk
vaak kniehoog langs de weg ligt. Ook de situatie aan het Tresignieplein is nog altijd
bedroevend. Bedrijven en vrachtwagenbestuurders worden niet aangezet om de omgeving
te respecteren wanneer de overheid dat zelf niet doet.
24

De N-V-Zeekanaal koestert grootse plannen met de bedrijvenzones in de onmiddellijke
omgeving van het kanaal. Aan de Grimbergse kant wil men de Westvaartdijk afsluiten
tussen de nieuw aangelegde omleidingsweg en de Fabrieksweg, zodat alle verkeer voortaan
langs de Humbeekse- en Verbrandebrugsesteenweg zal moeten verlopen. De Westvaartdijk
zal op die manier herleid worden tot een kade, met een veel drukkere overslag-activiteit
dan vandaag. Hetzelfde zal gebeuren aan de overkant van de vaart, waar de bestaande en
nieuwe bedrijven tot aan de kade zullen komen. Voor de inwoners van de Oostvaartdijk
komt er een omleidingsweg (tussen DHL en de Gaston Devoswijk) naar de
Gerselarendries. Alles wijst er op dat de omgeving van de Verbrande Brug op die manier
een nog meer industrieel uitzicht zal krijgen dan vandaag. Tot op heden zijn er daarover
met de gemeente geen ernstige voorbereidende gesprekken geweest.
Een vooruitziend gemeentebestuur had al veel langer een Masterplan uitgewerkt voor deze
omgeving (zeker voor de omgeving Oostvaartdijk-Tresignieplein-Eppegemsesteenweg),
zodat voorkomen wordt dat in dit gebied alleen maar de economische belangen zouden
tellen en er geen aandacht zou zijn voor een behoorlijke, fraaie en groene inrichting, die
ook rekening houdt met de leefbaarheid van deze wijk en met de mensen die er wonen.
Vandaag reeds moeten we vaststellen dat het pittoreske groenscherm aan die kant van de
vaart nagenoeg volledig is verdwenen. We moeten vermijden dat de woonbuurt aan de
Oostvaartdijk systematisch zou worden ingepalmd door bedrijven.
Meer in het algemeen moeten we vaststellen dat de bevolking veel te weinig betrokken
wordt bij de mogelijke komst van nieuwe bedrijven of bij de uitbreiding of
functiewijziging van de bestaande. De bekendmaking gebeurt meestal slechts via een gele
affiche, die dan vaak nog op een bijzonder slechte plaats wordt opgehangen. Dit was recent
nog het geval bij de aanvraag van het bedrijf Lidl om een warenhuis te mogen inplanten
middenin een woonbuurt bovenaan de Brusselsesteenweg. Hoewel dit een grote impact zou
hebben op de omwonenden, was bijna niemand op de hoogte van deze
vergunningsaanvraag. Een gelijkaardige situatie hebben we destijds vastgesteld met de
asfaltcentrale en met de uitbreiding van een groot bedrijf in Humbeek. Ook de milieuraad
wordt in dit soort zaken onvoldoende gekend. Er is trouwens veel te weinig
informatiedoorstroming vanuit de Milieuraad naar de gemeenteraadsleden.
Inzake huisvuil- en afvalbeleid stellen we een groot ongenoegen bij de bevolking vast
inzake de hoge prijzen voor het ophalen van het zogenaamd ‘groot huisvuil’ en de vrij
willekeurige tarieven op het containerpark. Heel wat mensen vragen om dit huisvuil
opnieuw één à twee keer per jaar gratis te komen afhalen. Men ziet daarbij over het hoofd
dat het ophalen van dit huisvuil intussen nergens nog gratis gebeurt. Op plaatsen waar men
dit toch riskeert, wordt er van overal huisvuil gedumpt, zodat men met onoverzichtelijke
bergen afval zit opgezadeld, met torenhoge verwerkingskosten tot gevolg. Wel zou het
bestaande systeem van bestelde ophaling aan huis gebruiksvriendelijker gemaakt kunnen
worden.
De betalingsregeling voor het containerpark wordt dan weer ervaren als bijzonder
subjectief en bijgevolg onrechtvaardig. Zo is het gratis afleveren van tuinafval afhankelijk
van de grootte van de koffer van iemands voertuig en niet van de reële omvang van het
tuinafval. Het is duidelijk dat dit systeem moet geobjectiveerd worden. Het containerpark
van de Humbeeksesteenweg wordt beschouwd als toereikend en comfortabel (behalve de
hinderlijke wachtrijen op de steenweg), dat van Strombeek is overduidelijk veel te klein.
25

Vermits er in Strombeek geen betere locatie aanwezig is, dient de uitbreiding ter plaatse te
gebeuren, op de terreinen van de jeugdverenigingen. Elders in deze programmatekst
breken we een lans voor nieuwe jeugdlokalen op een veel beter geschikte plaats.
Ondanks een interpellatie tijdens de gemeenteraad en duidelijke beloften, werd de
asbestcontainer nog steeds niet naar een afzonderlijke plaats gebracht, zodat men nog
steeds vanop de brug gevaarlijk asbestafval in de (open) container kan gooien. Het
waarschuwingsbord kan enkel gelezen worden door mensen die er beneden langs lopen.
Onze voorstellen:
1. Het zware mandaat van milieuschepen moet worden ingevuld door iemand die bekwaam
is om zich in deze moeilijke problematiek te verdiepen, over een grote dosis werkkracht en
alertheid beschikt en die in alle omstandigheden de belangen van de Grimbergse bevolking
op de eerste plaats laat komen.
2. De gemeentelijke milieudienst moet meer armslag krijgen. De ambtenaren moeten zelf
ook de bevoegdheid krijgen om PV’s op te maken, zodat de naleving van regels en
exploitatievoorwaarden gemakkelijker kan worden afgedwongen. Op de dienst Ruimtelijke
Ordening en Leefmilieu moet een handhavingsambtenaar komen, die bouwdossiers kan
opvolgen en een controle- en bemiddelingsfunctie heeft in milieuzaken. In complexere
dossiers moeten de milieudienst gemakkelijker beroep kunnen doen op externe experten en
moeten zij kunnen samenwerken met de milieudiensten uit de buurgemeenten.
3. De leden van de gemeentelijke milieuraad moeten in alle dossiers die een ernstige
impact kunnen hebben op gezondheid en leefmilieu, omstandig worden ingelicht. Net als
de gemeenteraadsleden dienen zij op de hoogte te worden gebracht van ieder openbaar
onderzoek. Al hun adviezen moeten meegedeeld worden aan de gemeenteraadsleden.
4. Alle openbare onderzoeken dienen bekend gemaakt te worden op de gemeentelijke
website. Bij de vergunningsaanvraag van een hinderlijk bedrijf (ook wat betreft visuele
hinder) moet de bevolking veel intensiever betrokken worden. De gemeente moet alle
omwonenden binnen een bepaalde straal (afhankelijk van de ernst van de hinder)
systematisch op de hoogte brengen en uitleg verstrekken over de mogelijkheid om bezwaar
in te dienen.
5. Nieuwe bedrijven die een grote negatieve impact hebben inzake mobiliteit, geur,
geluidshinder, stofhinder en luchtkwaliteit moeten meer dan ooit geweerd worden uit de
Kanaalzone, vermits de draagkracht van deze omgeving nu reeds overschreden is. Met de
bestaande bedrijven dient er vanuit de milieudienst een actievere dialoog op gang gebracht
te worden. Er moeten klare afspraken worden gemaakt wat betreft stof- , geluids- en
geurhinder en over de naleving daarvan moet correct worden gewaakt. Klachten over geur-
en vliegenhinder moeten ernstig genomen worden.
6. Er moet dringend een Masterplan worden uitgetekend voor de bedrijvenzone én de
woonzone aan de overkant van de Verbrande Brug. De omgeving van het Tresignieplein
moet een aantrekkelijke, fraaie bedrijvenzone worden, met een groen karakter. De
bedrijvenzone moet duidelijk worden afgebakend, zodat de woonzones gevrijwaard
worden.
26

7. Vernieuwing is fervent voorstander van het behoud van het landelijk karakter van onze
gemeente en schaart zich achter de principes van het project “Groene Corridor”, waarmee
men de open ruimte in de Noordrand wil handhaven. Bedoeling is om in dit gebied de
mooie landschappen te beschermen en de diverse natuureilanden (waaronder het Lintbos)
op lange termijn met elkaar te verbinden. Wel vinden wij dat dit steeds in overleg en goede
nabuurschap dient te gebeuren met de landbouwers.
8. Het containerpark van Strombeek willen we fors uitbreiden, naar het model van het park
in Grimbergen. Aan het containerpark van Grimbergen moet een oplossing komen voor de
fileproblematiek via een wachtzone op gemeentegrond. De asbestcontainers moeten
afgesloten op een afgezonderde plaats staan, met een duidelijk waarschuwingsbord. Goed
geplaatste camera’s moeten de containerparken en de omgeving beschermen tegen dieven
en sluikstorters.
9. Het aangebrachte betaalafval moet objectief gemeten kunnen worden qua volume of
gewicht, bijvoorbeeld via de installatie van weegbruggen. Het binnenbrengen en
verwerken van groen- en tuinafval, met mogelijkheid tot hakselen op het containerpark
moet gratis zijn voor de gewone inwoner.
10.Vernieuwing staat positief tegenover de verdere vermindering van het restafval,
bijvoorbeeld via de aparte recyclage van luiers en folies. De kwaliteit van de witte zakken
willen we verbeteren. We willen de bevolking beter informeren over het betalend ophalen
van grof huisvuil.
5.2. Leefbare wijken
Wateroverlast
De problematiek van de wateroverlast, die zich voordoet op tal van plaatsen in de
gemeente, heeft een zeer grote impact op het leven en welzijn van de getroffen inwoners.
Net zoals in zovele andere dossiers reageert de gemeente erg traag op de problemen, is er
weinig transparantie in de aanpak en is de communicatie met de inwoners te beperkt. Bart
Laeremans trekt zich deze problematiek al jarenlang aan en hield over deze nijpende
problematiek al talrijke tussenkomsten in de gemeenteraad.
Pas na de grote wateroverlast van 18 augustus 2011 en na een zeer uitgebreide interpellatie
van Bart Laeremans tijdens de gemeenteraad van september, met o.a. de vraag om een
‘waterplan’ uit te werken voor alle watergevoelige plekken, werd een reeks hoorzittingen
georganiseerd per wijk of deelgemeente. Een eenmalige hoorzitting is volstrekt
onvoldoende. De evolutie van de problemen en de oplossingen moet op een transparante
wijze door de bevolking kunnen gevolgd worden. Het is duidelijk dat de dienst openbare
werken onderbemand is om dit werk en de vele klachten behoorlijk op te volgen.
De meest omvangrijke problemen doen zich voor in de Biesthoek, waar de Maalbeek en
de Bruinborrebeek regelmatig uit hun oevers treden. Het water van de Maalbeek is in
belangrijke mate afkomstig van de Ring. Door de zeer intensieve en langdurige regenbuien
waarmee we steeds vaker geconfronteerd worden, kan het water in de Maalbeekvallei en
de stationsbuurt zeer snel stijgen. We hebben in de gemeenteraad al herhaaldelijk gepleit
voor een drastische uitbreiding van het bufferbekken aan de Roostbaan van 45.000 naar
27

100.000 m³. De noodzaak wordt nu algemeen erkend, maar de realisatie kan nog geruime
tijd op zich laten wachten net zoals dat het geval was met het eerste bufferbekken. Niet
alleen zijn er allerlei vergunningen nodig, bovendien is de kans groot dat Ovam een
voormalig stortterrein eerst wil saneren. Daarom stelden we voor dat in afwachting alvast
de opgehoogde weide aan de Noodbeekstraat zou worden afgegraven, zodat hier een
bijkomend natuurlijk bufferbekken wordt gecreëerd en de overlast in de Van Akenstraat
wordt getemperd. Dit voorstel werd door de andere partijen weggestemd, zogezegd omdat
dit niet de taak van de gemeente zou zijn.
Voor Vernieuwing moet er hoe dan ook dringend een tijdelijke maatregel worden
genomen, in afwachting van de definitieve uitbreidingswerken. De afgraving van
voormelde weide en de creatie van overstromingsruimte in de stroomopwaarts gelegen
Nekkerweide staan daarbij met stip vooraan.
De situatie aan het busstation en de Wolvertemsesteenweg zou op vrij korte termijn
verbeterd worden ten gevolge van de Aquafinwerken tijdens de heraanleg van de
Brusselsesteenweg. Er komt een afslag van de afwatering vanuit de Brusselse naar de
Lagesteenweg, die zal leiden naar een bijkomend bufferbekken in het veld tegenover de
abdijmuur.
In Strombeek-Bever hebben de problemen in zeer grote mate te maken met het
ontoereikende en fel verouderde rioleringsnetwerk. Bij zware regenval beschikken deze
rioleringen, die op een aantal plaatsen zeer zwaar beschadigd zijn, over onvoldoende
opvangcapaciteit, waardoor het water binnenspuit in de kelders. Een gedeeltelijke
oplossing kan er komen met de aanleg van de nieuwe grote Tangebeekcollector doorheen
Strombeek. Bij deze omvangrijke werken is ook de aanleg voorzien van twee spaarbekkens
ter hoogte van het cultuurcentrum en het Sint-Amandsplein. Voorlopig zijn er daarnaast
nog maar in enkele straten (Lakensestraat, Acacialaan, …) rioleringswerken voorzien. Het
is duidelijk dat ook hier dringend een stevige tand moet worden bijgestoken en dat de
vervanging van de riolering in een hele reeks straten bij deze plannen moet betrokken
worden.
In Beigem is de wateroverlast dan weer in belangrijke mate het gevolg van de gebrekkige
afwatering van de velden. Daar dient aan tegemoetgekomen in het kader van de
erosiebestrijdingswerken. Een aantal ingrepen zijn reeds voorzien. Ook hier is een betere
communicatie met de bevolking noodzakelijk.
Onze voorstellen:
1. Het gemeentebestuur stelt een waterplan op en maakt een heldere en regelmatig
geactualiseerde databank met een overzicht van alle waterzieke plaatsen in de gemeente. In
deze databank, die deels raadpleegbaar moet zijn via de gemeentelijke website, wordt voor
ieder probleemgebied een apart plan uitgewerkt, waarbij zowel de oorzaken worden
meegedeeld als de geplande werken om deze te verhelpen. Daarbij wordt melding gemaakt
van een korte waterhistoriek van elke locatie (overstromingen en uitgevoerde werken), de
vermelding van de betrokken overheden en instanties, de termijnplanning en de vordering
van de dossiers.
2. De dienst Openbare Werken wordt uitgebreid met minstens een voltijds personeelslid
van niveau B, dat instaat voor de opvolging van de vele klachten en vragen inzake de
gemeentelijke openbare werken, in het bijzonder deze inzake de wateroverlast, voor een
28

versnelling van de planning en voor een vlotte communicatie met de bevolking.
3. In afwachting van de uitbreiding van het waterbekken aan de Roostbaan, wordt een
overstromingsruimte gecreëerd in de Nekkerweide en wordt de weide langs de
Noodbeekstraat afgegraven, zodat deze kan dienen als natuurlijk overstromingsbekken. De
werken aan de Brusselsesteenweg en aanleg van het bijkomend bufferbekken aan de
Wolvertemsesteenweg worden zo snel mogelijk uitgevoerd. De door de gemeenteraad
goedgekeurde rioleringswerken aan de Rijkenhoek worden niet verder op de lange baan
geschoven.
4. Er wordt meteen nagegaan of de geplande bufferbekkens aan het Cultuurcentrum en het
Sint-Amandsplein voldoende groot zijn en of de capaciteit van de geplande leidingen in
Lakensestraat en Acacialaan ruim genoeg is. In afwachting van de noodzakelijke
ontdubbeling en vervanging van het rioleringsnet in Strombeek-Bever worden op de meest
gevoelige plaatsen extra buffers gecreëerd in de riolering. Ook bij nieuwe, grotere
projecten (Rodepoortstraat, Luitberg,…) moet voldoende buffercapaciteit gecreëerd
worden. De gemeente vraagt bij de bouwaanvraag voor grotere werken systematisch een
hydraulisch advies aan Aquafin.
5. Het bestaande rioleringsnetwerk in Strombeek-Bever wordt grondig onderzocht en waar
nodig grondig gereinigd en hersteld. Er wordt een prioriteitenlijst en een transparant
actieplan opgesteld voor de systematische ontdubbeling en vervanging. Uiteraard moeten
de straten met de grootste noden en de zwaarste beschadigingen eerst worden aangepakt.
Intussen moet de bevolking worden bijgestaan bij het dichten van kelderaansluitingen.
6. In Beigem (o.a. omgeving Beemdenstraat) en de Lintkasteelstraat dient in het kader van
de erosiebestrijding een behoorlijk afwateringsplan te worden uitgewerkt, met beperkte
overstromingsgebieden in de velden. In Humbeek dient de Meiskensbeek stroomafwaarts
de nieuwe meander, te worden uitgediept en verbreed.
7. In waterzieke gebieden worden geen nieuwe verkavelingen meer toegestaan.
Geluidsoverlast
Bart Laeremans was in het parlement de voortrekker van de strijd tegen de concentratie
van vliegtuigroutes boven de Noordrand. Door de volgehouden protesten werden de
ergste onrechtvaardigheden geschrapt, maar het is nog altijd niet zo dat we kunnen spreken
van een billijke spreiding van de hinder over de verscheidene zones rond de luchthaven.
Francofone politici blijven een afwentelingspolitiek voeren waarbij Brussel zo veel
mogelijk hinder afschuift. De nieuwe concentratieplannen van Wathelet (die het aantal
routes wil halveren en in de Noordrand wil concentreren boven de Ring) zijn daarvan het
meest recente voorbeeld.
Deze concentratie zal zware, erg nadelige gevolgen hebben voor onze inwoners, zowel in
Strombeek-Bever als in Grimbergen centrum, vermits deze vluchten voor een haast
permanente geluidshinder zullen zorgen voor al wie in een straal van 5 km ten noorden of
ten zuiden van de Ring woont. Dat is meer dan de helft van de Grimbergse bevolking.
Het is duidelijk dat de Vlaamse ministers in de federale regering zich onvoldoende alert en
weerbaar opstellen. De gemeente Meise nam in dit dossier in het verleden altijd een
actievere houding aan dan het gemeentebestuur van Grimbergen. Vernieuwing betreurt dat
de meerderheidspartijen op de gemeenteraad van 30 augustus een motie voor een billijke
29

spreiding afwezen ‘omdat dit tot papierverspilling zou leiden’.
Het drukke verkeer op de Ring en de A12 heeft door de grote geluidshinder en de
immense hoeveelheden fijn stof een ernstige impact. De komende jaren zal het wegverkeer
rond Brussel blijven toenemen, mede door de mogelijke inplanting van drie
shoppingcenters in de buurt. Bij een verbreding van de Ring, dreigen de files nog veel
langer te zullen worden ten gevolge van het flessenhalseffect van het viaduct van
Vilvoorde. Ook hier hebben we te maken met een afwentelingsbeleid, waarbij Brussel zijn
verantwoordelijkheid niet opneemt. De Ring rond Brussel is immers nog steeds geen echte
Ring, maar een hoefijzer, waarbij alle verkeershinder wordt afgeschoven op de Noordrand.
Onze voorstellen:
1. Het gemeentebestuur van Grimbergen dient zich samen met de andere gemeenten uit de
Noordrand actief in te zetten voor een billijke en maximale spreiding van de geluidshinder
van de luchthaven. Uitgangspunt moet een gelijkwaardige geluidsbelasting zijn voor
alle inwoners rond de luchthaven op basis van de afstand tot de luchthaven. Onveilige
en milieubelastende omleidingsroutes boven de Noordrand moeten afgeschaft worden, de
geluidsnormen moeten geharmoniseerd worden en inzake de windnormen kunnen enkel
veiligheidscriteria een rol spelen. Actiecomités die deze principes op een onbaatzuchtige
wijze uitdragen, kunnen op de medewerking van het gemeentebestuur rekenen.
2. De gemeenten uit de Noordrand moeten samen met de provincie Vlaams-Brabant een
onderbouwd dossier uitwerken rond de voltooiing van de Ring ten zuiden van Brussel,
via tunnels tussen Oudergem en Vorst. Een motie hierover van Bart Laeremans werd
overigens op 23 juni 2005 goedgekeurd door de Grimbergse gemeenteraad. Het
gemeentebestuur moet zich tevens inzetten voor hogere geluidsschermen aan het
afrittencomplex van de Ring, de aanleg van geluidsschermen ter hoogte van het
Populierendal en een beperkte doortrekking van de geluidsschermen aan de A12
Fraaie en propere woonkernen
Het gemeentebestuur investeert onvoldoende in het verfraaien en het onderhouden van
onze woonkernen en in groenvoorziening. Op bepaalde plaatsen kunnen we zelfs spreken
van een onmiskenbare verloedering. Het gaat hier om een steeds weerkerende en zeer
terechte klacht die we voortdurend horen bij de bevolking en die blijkt uit alle mogelijke
enquêtes en bevragingen. Het probleem van verkommering doet zich vooral voor in
Strombeek, maar wordt ook vastgesteld op de Verbrande Brug, in de oude Borgt en in de
rest van Grimbergen. Op basis van deze klachten heeft raadslid Karlijne Van Bree in het
verleden onder meer gepleit voor een beter onderhoud van voetpaden, pleinen en
hondentoiletten en voor een fikse bebloemingsactie. Die extra bebloeming is er dit
verkiezingsjaar ook gekomen.
Maar op het vlak van de properheid van onze straten en voetpaden, van het
groenonderhoud en het onderhoud van beken en grachten is er nog zeer veel werk aan de
winkel. De gemeentelijke groendienst is trouwens fors onderbemand. Deze dienst moet
vandaag met 18 man een derde meer werk verrichten dan 10 jaar geleden, toen men met 27
man was. De aanstelling van wijkmeesters die vrijwillig instaan voor het onderhoud van
hun buurt juichen we toe, maar precies in de buurten waar de situatie het ergst is, in
30

Strombeek-Bever, worden deze vrijwilligers moeilijk gevonden. Het grootste probleem
waarmee de gemeente op dit vlak geconfronteerd wordt is het massale sluikstorten.
Wekelijks worden door de onderhoudsdiensten tonnen afval verzameld, alweer vooral in
Strombeek, maar ook in het centrum van Grimbergen (Prinsenbos). Hier is duidelijk een
veel krachtiger aanpak vereist en een goede samenwerking met de politie. Ook de
bevolking zelf zou hierbij veel beter kunnen betrokken worden, in de eerste plaats door de
melders van een sluikstort te informeren over het gevolg dat aan de klacht werd verleend.
Onze voorstellen:
1. De gemeentelijke groendienst moet versterkt worden, zodat de bestaande plantsoenen en
parken beter onderhouden kunnen worden. In verscheidene wijken en deelgemeenten dient
er werk gemaakt van extra groenaanplantingen, plantsoenen, speelpleintjes en zitbanken.
Het onderhoud van straten, voetpaden en pleinen moet op een systematische en
transparante wijze gebeuren. Extra aandacht moet ook gaan naar het onderhouden van de
omgeving van de glascontainers en hondentoiletten alsook naar het proper houden van de
speelpleintjes.
2. De bestaande peter- en meterwerking om de buurt netjes te houden willen we uitbreiden
en aanmoedigen. De jaarlijkse bebloeming van de gemeente moet worden voortgezet en
uitgebreid naar de belangrijkste “poorten” van de gemeente, naar de stationsomgeving en
naar de handelsbuurt van de Wolvertemsesteenweg.
3. Aan meldingen van de bevolking over sluikstorten, graffiti, milieuovertredingen,
onkruid, groenonderhoud, putten in voetpad of wegdek enz. dient snel een gevolg gegeven
te worden. De melder dient op de hoogte te worden gesteld van het gevolg dat aan zijn
klacht werd verleend.
4. In de sociale woonblokken van Borgt, Paalveld en Strombeek-Bever willen we dat in
ieder gebouw een vaste contactpersoon/bemiddelaar wordt aangesteld, die mistoestanden
aan de sociale woningmaatschappij en de gemeente kan doorgeven. Ook hier moet er flink
gewerkt worden aan het onderhoud in en rond de gebouwen.
5. Om sluikstorten te bestrijden, willen we meer personeelsleden de bevoegdheid geven om
vaststellingen te doen in het kader van gemeentelijke administratieve sancties (de
zogenaamde GAS-boetes). Ook willen we hiervoor enkele gemeenschapswachten
inschakelen, die tegelijk ook moeten waken over kleinere ongemakken op straat
(hondenpoep, beschadigingen, wildparkeren, …) en leegstand. De politie dient deze
vaststellingen inzake sluikstorten veel actiever op te volgen; naar het voorbeeld van
Vilvoorde moet een inspecteur worden aangewezen die daar systematisch prioriteit aan
geeft. Ook camerabewaking en politie in burger kunnen ingeschakeld worden om
hardnekkige sluikstorters te vatten. Voor sluikstorten moet nultolerantie gelden.
6. Naast de strafrechtelijke weg (GAS-boete) willen we sluikstorten ook kunnen bestrijden
met een belastingreglement op het opruimen, reinigen en/of ontsmetten zodat bepaalde
veelplegers zwaarder in de geldbuidel moeten tasten.
7. We willen tevens een krachtiger aanpak van langdurige leegstand, verwaarlozing en
verkrotting in onze gemeente. Zodra moedwil wordt vastgesteld bij de eigenaar, moet deze
met behulp van een stijgende belasting worden aangezet het betrokken goed te renoveren,
31

af te breken of te verkopen.
8. In Strombeek-Bever willen we de leefbaarheid verhogen door extra
groenvoorzieningen, een beter onderhoud van de plantsoenen en een speeltuin voor kleine
kinderen in het Borrekensveld. Ook willen we meer controle en camerabewaking in de
omgeving van de kerk en Ter Borre, het Cultuurcentrum en de Piereman. Om de verdere
verstedelijking tegen te gaan, verzetten we ons tegen het systematisch optrekken van de
bouwlagen (zie hoofdstuk Masterplan). Ook willen we er de leegstand en het onwettig
opdelen van woningen (huisjesmelkerij) tegengaan. Daarnaast willen we een oplossing
voor de parkeerdruk via een ondergrondse parking aan het CC en via blauwe zone en
bewonersparkeren in de Treftwijk. Verdere verkantoring moet in deze wijk vermeden
worden. Ten slotte pleiten we voor een fraaie heraanleg van de troosteloze inkom van
Strombeek bij het begin van de Villegasstraat, de Oude Mechelsestraat en de Jan
Mulsstraat. Een groene parking kan daar deel van uitmaken.
9. In het oude gedeelte van de wijk Borgt, het oudste ‘dorp’ van Grimbergen, willen we
met de hulp van de Vlaamse overheid werk maken van een grondig
woonvernieuwingsbeleid via het opkopen en renoveren of vervangen van vrijgekomen
woningen. Zo kan deze wijk opnieuw aantrekkelijk worden voor jonge Grimbergenaars.
De smeerboel aan de Westvaartdijk moet eindelijk worden opgekuist via een grondige
heraanleg van deze verbindingsweg en veilige fiets-, en voetpaden. We willen tevens een
architectuurwedstrijd uitschrijven voor een planning voor deze wijk op lange termijn. Zo
zou de bedrijvenzone kunnen ingeperkt worden, het park kunnen doorgetrokken worden tot
aan de Westvaartdijk en de woonblokken vervangen door een huizenrij van hedendaagse
kanaalwoningen.
10. In de woonwijk Molenveld is het de hoogste tijd voor de fatsoenlijke heraanleg van het
centrumpleintje aan de Tangedallaan, dat er al vele jaren zwaar verwaarloosd bij ligt.
Nochtans werden de plannen voor de heraanleg reeds goedgekeurd in … 1997. In de wijk
Paalveld moet de hoogspanningsleiding verlegd worden, zodat deze niet meer boven de
bestaande woningen lopen. Ook in de wijk nieuwe Borgt loopt de leiding rakelings langs
en boven enkele woningen en is een verlegging wenselijk
11. In de wijk Verbrande Brug moet er samen met de parochie (grondeigenaar) gewerkt
worden aan een vernieuwingsproject voor de Heienbeekstraat, met een polyvalente zaal,
ruimte voor de verenigingen en voor betaalbaar wonen (samen met Vlabinvest). De zone
voor de kerk moet worden omgevormd tot een aangenaam plein. Naast de cafetaria van de
sporthal is er ruimte voor een groenscherm en een veilige speeltuin. Hoger in dit hoofdstuk
schreven we dat er een Masterplan moet komen voor de bedrijvenzone aan de overkant van
het kanaal. De leefbaarheid van de Gaston Devoswijk en van de woonzones aan de
Oostvaartdijk en de Eppegemsesteenweg moet daarbij centraal staan.
32

6. Een sociaalvoelende gemeente
In 2004 kwam het decreet lokaal sociaal beleid tot stand. Het lokaal sociaal beleid heeft als
doel een maximale toegankelijkheid van de dienstverlening voor de burger en een optimaal
bereik van de doelgroep die men wenst te bereiken. Aan het lokaal bestuur werd
opgedragen een “Sociaal Huis” op te richten waar burgers terecht moeten kunnen met hun
vragen over sociale dienstverlening in hun gemeente, buurt of wijk. Aan het lokaal bestuur
werd de vrijheid gelaten om de drie functies van het Sociaal Huis (informatiefunctie,
loketfunctie en doorverwijsfunctie) in te vullen.
Momenteel is deze invulling in Grimbergen zeer eng: men beperkt zich tot een digitale
informatiebank. Op die manier wordt informatie ter beschikking gesteld van mensen die
vaak reeds hun weg hebben gevonden. Heel wat senioren en mensen die kampen met
sociale problemen, beschikken niet over Internet. Voor hen brengt dit systeem geen
oplossing. Het sociaal huis dient dan ook een veel ruimere invulling te krijgen. Meer in het
algemeen dienen gemeentelijk sociaal beleid en OCMW-beleid beter geïntegreerd te
worden. Ook bepaalde ondersteunende diensten van gemeente en OCMW zouden
versmolten kunnen worden. Vanaf volgende bestuursperiode maakt de OCMW-voorzitter
verplicht deel uit van het schepencollege, zodat alle lokale welzijnstaken onder één beleid
kunnen geplaatst worden.
De dienstverlening van het OCMW zelf is vrij uitgebreid en wij wensen dit zo te houden,
ook wat betreft de vrijwilligerswerking. Wel zal er een stevige tand moeten bijgestoken
worden op vlak van kinderopvang. Grimbergen is op dit vlak een slechte leerling. Uit
recente cijfers inzake erkende en gesubsidieerde kinderopvang zoals weergegeven door De
Standaard (april 2012) blijkt dat van de 65 Vlaams-Brabantse gemeenten Grimbergen de
6 de
slechtste plaats inneemt. We kregen te lezen dat er voor 1180 kinderen een capaciteit
was voor 310,6 eenheden of 26,32 plaatsen per 100 kinderen. Recent werden er twee
kinderopvangplaatsen geopend in Beigem en Strombeek-Bever, met onze steun. De
behoefte blijft nog steeds enorm groot en Grimbergen blijft als aanbieder aan de staart
bengelen. Ook de verstrekking van informatie omtrent de vacante plaatsen is beperkt en het
systeem van wachtlijsten is onoverzichtelijk. Het Grimbergs OCMW-bestuur heeft zich
opgegeven als testgemeente voor het loket Kinderopvang, maar veel hebben we daarvan
nog niet gezien.
Ook hebben we de indruk dat echte armoededossiers niet altijd even ernstig worden
ingeschat, terwijl mensen die minder behoefte hebben aan ondersteuning soms te veel in de
watten worden gelegd. De fraudecel waarop wij hadden aangedrongen is er inmiddels
gekomen, maar die is nog veel te beperkt. Het gaat voorlopig amper om een derde van een
voltijdse job. De komende bestuursperiode moet hier veel meer werk van gemaakt worden.
Wat betreft het Jeugdbeleid moeten we erover waken dat de dienstverlening en de inspraak
niet zou worden afgebouwd door het wegvallen van het verplichte jaarlijkse
jeugdbeleidsplan. Daarnaast is het duidelijk dat er zowel in Grimbergen-centrum als in
Strombeek nood is aan een ontmoetingsruimte voor jongeren en dat er een tekort is aan
speelruimte voor de jeugdbewegingen. Ook kan er nog wat meer gebeuren wat betreft de
33

promotie van jeugdverenigingen en van hun activiteiten. De gemeentelijke webstek biedt
enkel een (zeer statisch) overzicht van de zuiver gemeentelijke initiatieven.
Onze voorstellen:
1. Lijst Vernieuwing wil het OCMW en de gemeentelijke welzijnsdienst omvormen tot een
concreet Sociaal Huis, dat ten dienste staat van elke inwoner met sociale vragen of een
sociale behoefte. De burger moet er terecht kunnen met vragen over pensioen,
ziekteverzekering, vakantiegeld, kindergeld, invaliditeit, werkloosheid, PWA, …. Dat
Sociaal Huis moet een degelijke digitale databank uitwerken, waarin alle sociale diensten
en beroepen in Grimbergen op een toegankelijke en permanent geactualiseerde wijze
worden voorgesteld. Ook de ondersteuning en de coördinatie van de mantelzorgers en de
vrijwilligers dient van hieruit te gebeuren. Daarnaast moet dit huis een concrete en brede
loket- en doorverwijsfunctie hebben, met een lage drempel voor alle inwoners. Daarbij
moeten ook de private partners uit de nonprofitsector en uit de commerciële sector
betrokken worden. Vanzelfsprekend moet er ook de klassieke OCMW-dienstverlening
worden aangeboden.
2. De hoofdzetel van dit Sociaal Huis willen we in Strombeek houden, maar daarnaast
moet er, naast het contactpunt Het Motje in de Borgt ook een contactpunt zijn in Humbeek
(bijvoorbeeld in het rusthuis). De huidige Welzijnsdienst in het gemeentehuis moet de
ankerplaats worden van het Sociaal Huis in Grimbergen-centrum.
3. Vermits het huidige hoofdgebouw verouderd en uitgeleefd is, moet de omvorming van
het OCMW naar een volwaardig Sociaal Huis gepaard gaan met de realisatie van de
langverwachte nieuwbouw. Wij wensen deze absoluut te realiseren in de onmiddellijke
nabijheid van het Cultuurcentrum in hartje Strombeek en dus niet op de gronden aan de
Rodepoortstraat, die een woonfunctie moeten krijgen. Bij het uitwerken van dit gebouw
moet rekening gehouden worden met de echte noden van dit sociaal huis én dus ook met
hetgeen kan worden overgedragen aan de gemeente. Zo kan worden nagegaan of de
personeelsdienst, de financiële dienst en de ICT-dienst kunnen versmolten worden, zodat
er efficiënter en dus goedkoper kan gewerkt worden. Wel is het wenselijk dat er in dit
Sociaal Huis ook een gemeentelijk loket kan blijven bestaan voor bevolkingszaken.
4. Samen met het Plaatselijk Werkgelegenheidsagentschap (PWA) moeten extra
inspanningen worden ondernomen om werklozen en leefloners te activeren en uit hun
sociaal isolement te halen (bijvoorbeeld door werklozen in de winter sneeuw te laten
ruimen). De kennis van het Nederlands is daarbij van primordiaal belang. Steun en
dienstverlening moeten afhankelijk gemaakt worden van de kennis van onze taal of van het
actieve engagement om het te leren (volgen van en slagen voor een taalcursus). We staan
ook achter sociale tewerkstellingsprogramma’s, zoals dat van de Diepen Boomgaard en de
Strijkwinkel. Vanzelfsprekend moeten dergelijke initiatieven een voorbeeldrol spelen
inzake de Nederlandstalige uitstraling van onze gemeente en moeten zij gericht zijn op
doorstroming naar de reguliere tewerkstelling.
5. De fraude- en controlecel willen we uitbouwen tot een volwaardige dienst, met
voldoende mensen en middelen, die sociale misbruiken onderzoekt en bevoegdheden moet
krijgen op vlak van woonstcontrole.
34

Inzake senioren, bejaarden en mindervaliden
1. De senioren vormen een alsmaar groeiende groep in onze gemeente, die mee is met zijn
tijd en steeds mondiger worden. De Seniorenraad levert erg verdienstelijk werk en dient
nog meer betrokken te worden bij het beleid, bijvoorbeeld door de systematische
verspreiding van hun voorstellen en adviezen onder de gemeente- en OCMW-raadsleden.
De Raad dient verder te worden uitgebouwd tot een sterk en representatief orgaan met
vertegenwoordigers uit alle deelgemeenten en wijken. Er moet een schepen komen voor
Seniorenbeleid.
2. Daarnaast willen wij dat de senioren beter worden voorgelicht over hun sociale
rechten. Voor alle informatie inzake sociale rechten, pensioen, diensten, mantelzorg,
serviceflats, rusthuiskamers, diabetes, …moeten zij terecht kunnen bij een
seniorenconsulent in het Sociaal Huis. Op hun 60 ste
verjaardag zouden de senioren
automatisch een brief moeten krijgen met alle nuttige informatie betreffende diensten en
tegemoetkomingen op sociaal en financieel vlak. Daarnaast willen we ook een
volgehouden sensibilisering inzake preventieve gezondheidsonderzoeken.
3. Het bejaardenbeleid moet in de eerste plaats gericht zijn op de ondersteuning van
bejaarden thuis, in samenwerking met de thuiszorgdiensten, mantelzorgers en het
Vilvoordse Zilverpunt. Uit alle studies blijkt dat de thuiszorgdiensten in onze gemeente
zullen moeten versterkt worden. Ook de bouw van kangoeroewoningen of de omvorming
van bestaande huizen tot zulke tweewoonsten willen we aanmoedigen. De
maaltijdverzorging aan huis kan nog wat verbeterd worden, maar misbruik dient te worden
tegengegaan. Op vlak van veiligheid moet er gewerkt worden aan een hanteerbaar systeem
van personenalarmen; dienstverleners dienen over een legitimatiekaart te beschikken.
4. Lijst Vernieuwing zal de vraag naar de realisatie van bijkomende rusthuisbedden, in
het bijzonder voor zwaar zorgbehoevenden, welwillend bekijken. Het OCMW en het
toekomstig Sociaal Huis dienen een beter zicht te krijgen op de wachtlijsten van alle rust-
en verzorgingsinstellingen in onze gemeente en dienen te streven naar een betere
samenwerking en coördinatie. Binnen de rusthuizen zou gewerkt moeten worden aan een
privacy-beleid.
5.We zijn blij te vernemen dat er door een privaat rusthuis plannen worden voorbereid
voor een dagcentrum voor oudere senioren en bejaarden bij Eigen Thuis. Wij willen er
voor ijveren dat dit tegelijk kan functioneren als dienstencentrum, naar het voorbeeld van
Ter Borre. Zo kunnen onze inwoners ook in het noorden van onze gemeente over deze
dienstverlening beschikken.
6. Er zal de komende jaren een toenemende vraag zijn naar betaalbare serviceflats. Er is in
de eerste plaats een grote nood in Strombeek-Bever, waar we deze zouden willen inplanten
nabij het nieuwe Sociaal Huis aan het CC, bijvoorbeeld boven de geplande bibliotheek.
Vanuit het beleid willen we actief meewerken aan de zoektocht voor de juiste locaties
elders in de gemeente én wensen we de initiatiefnemers via de dienst ruimtelijke ordening
duidelijke richtlijnen te verstrekken over de minimale omvang en dienstverlening. Op dit
vlak schoot het beleid in het verleden duidelijk te kort.
7. Daarnaast moet er natuurlijk ook aandacht zijn voor de actieve senior. Bijvoorbeeld via
een betere promotie van onze culturele en sportverenigingen, een gericht aanbod in het
35

Cultuurcentrum, een seniorenagenda in het gemeentelijk informatieblad, een overzichtelijk
seniorenluik op de gemeentelijke website en een digitale nieuwsbrief, de uitwerking van
veilige wandel- en fietsroutes, het onderhoud van zitbanken,
8. Inzake de mindervaliden moet er een blijvende alertheid bestaan voor de
toegankelijkheid van openbare gebouwen, openbaar vervoer en winkels. In de dorpscentra
en bij de heraanleg van wegen moet werk worden gemaakt van stabielere (vlakkere) en
bredere voetpaden naast de eventuele fietspaden. Aan de oversteekplaatsen moeten de
boordstenen afgevlakt worden. Naast het Parelpad wensen we nog andere wandelroutes in
de gemeente toegankelijk te maken voor rolstoelgebruikers. Op drukke of gevaarlijke
plaatsen moeten er beveiligde oversteekplaatsen komen voor blinden en slechtzienden.
Ook de gemeentelijke webstek kan een stuk toegankelijker gemaakt voor slechtzienden. In
het gemeentelijk infoblad moet duidelijk vermeld worden dat een gesproken versie kan
opgevraagd worden. De Dienst Aangepast Vervoer en de Minder Mobielen Centrale
dienen verder uitgebreid te worden.
9. De jaarlijkse toelagen voor gehandicapten werden in het verleden niet op een ernstige
wijze geïndexeerd. Zo steeg de verzorgingstoelage voor volwassenen (handicap van meer
dan 66%) tussen 2001 en nu amper van 138 naar 140 euro. Voor invaliditeit boven de 80%
was er een stijging van 231 naar 235 euro). Voor de komende bestuursperiode moeten deze
bedragen zeker worden opgetrokken naar 180 en 305 euro. Naast de toelage die momenteel
reeds verstrekt wordt aan diverse gehandicapteninstellingen, willen we de
sociaalpedagogische toelage voor een kind met een ernstige handicap optrekken tot 180
euro (vandaag 110 euro). De jaarlijkse premie voor de ouders die volledig zelf voor de
verzorging instaan, willen we optrekken van 235 naar 380 euro.
Inzake jonge gezinnen
1. De dienst voor onthaalouders van het OCMW moet zo snel mogelijk worden
omgevormd tot een laagdrempelig loket kinderopvang, waar alle informatie over de
opvang van baby’s en peuters verzameld, bijgewerkt en ter beschikking gesteld wordt. Dit
loket moet een neutraal informatie- en ondersteuningspunt zijn voor gezinnen met vraag
naar kinderopvang waar de opvangvragen geregistreerd en opgevolgd moeten worden.
Tegelijk zou het loket via de gemeentelijke website een overzichtelijke lijst moeten
aanbieden van alle lokale opvanginitiatieven en van de toekomstige vacatures. Dit loket
dient zijn ondersteunende rol voor de opvangdiensten te versterken, bijvoorbeeld op het
gebied van taalgebruik en bij het beheer van de wachtlijsten.
2. Er moet naar gestreefd worden dat in alle wijken en deelgemeenten voldoende
betaalbare kinderopvang aanwezig zou zijn. Er dient dan ook vanuit de betrokken dienst op
permanente wijze gezocht te worden naar onthaalouders, zodat het netwerk kan worden
uitgebreid. Een (beperkte) financiële tegemoetkoming voor deze mensen moet overwogen
worden. Om de lange wachtlijsten weg te werken, zullen er ook gesubsidieerde
kinderopvangplaatsen moeten bijkomen. In Humbeek hopen we dat er ruimte kan
gecreëerd worden voor kinderopvang in de pastorie, naar het voorbeeld van Beigem.
3. De initiatieven rond opvoedingsondersteuning door het Lokaal Overleg Kinderopvang
(LOK) dienen verdergezet te worden. Hetzelfde geldt voor de kinderspeelstraten in de
zomer en de “Playmobiel”. Deze initiatieven kunnen nog beter gepromoot worden.
4. Er moeten nieuwe lokale speelfaciliteiten voorzien worden op diverse plekken in de
36

gemeente bijvoorbeeld op de speelweide van het Borrekensveld. Maar prioritair is een
goed onderhoud van de bestaande speeltuigen en speelvelden, die er al te vaak
verwaarloosd bijliggen. Wij pleiten ervoor om elke speeltuin een “peter of meter” te
schenken, met name een geëngageerde volwassen buurtbewoner, die een gebrek aan
onderhoud of schade meteen kan melden.
Inzake Jeugd
1. Lijst Vernieuwing is van oordeel dat de Jeugdraad op een structurele manier bij het
beleid betrokken moet blijven. Dat kan door een jaarlijkse evaluatie van het gevoerde
jeugdbeleid, dat getoetst wordt aan het meerjarenplan. Deze evaluatie dient te worden
overgemaakt aan de gemeenteraadsleden. Vandaag worden de gemeenteraadsleden in veel
te beperkte mate op de hoogte gehouden van de standpunten en de initiatieven van de
Jeugdraad. In de plaats van het jaarlijkse jeugdbeleidsplan zou de schepen van Jeugd bij
het begin van ieder jaar een beknopte beleidsbrief moeten brengen op de gemeenteraad,
waarover de raadsleden dan kunnen debatteren. Uiteraard zal de evaluatie van de
Jeugdraad een belangrijke inspiratiebron zijn voor de bevoegde schepen.
2. Vernieuwing pleit voor het verder zetten van het veilig-fuivenbeleid van de Jeugdraad
en voor een kordate aanpak van amokmakers. Geweldenaars moeten steevast worden
doorverwezen en aangehouden door de politie. Ook tegen drugdealers moet worden
opgetreden. We zijn ervan overtuigd dat de informatie over gehoorschade en de
verspreiding van oordopjes best zoveel mogelijk uitgaat van jongeren zelf en dus van de
Jeugdraad. Jonge fuivers zullen immers veel meer gehoor geven aan goede raad van
leeftijdgenoten dan van oudere politici. We rekenen hiervoor dus op de gedreven inzet van
het nieuwe bestuur van de Jeugdraad en we zijn er zeker van dat dit gebaar door de
jongeren sterk zal gewaardeerd worden. Uiteraard is het wenselijk dat de gemeente de
kosten voor zowel het informatie- en campagnemateriaal als voor de oordopjes op zich
neemt.
3. Vernieuwing is voorstander van de oprichting van een nieuw jeugdhuis in
Grimbergencentrum omdat daar bij de jongeren echt wel een grote behoefte aan bestaat.
Vermits het zeer moeilijk is om daarvoor een geschikte locatie te vinden wegens de haast
onvermijdelijke geluidshinder, denken we dat het initiatief best door de gemeente zelf
wordt genomen. Een geschikte locatie zou de grond aan de Prinsenstraat tussen de
bovenkant van de sporthal en de straat kunnen zijn. Dat is heel centraal gelegen en tegelijk
kan hier van burenhinder geen sprake zijn. Ook in Strombeek is er nood aan een eigen
ontmoetingsruimte waar jongeren creatief kunnen bezig zijn én waar anderstaligen op een
ongedwongen manier Nederlands kunnen leren, naar het voorbeeld van een recent initiatief
in Zellik.
4. Vernieuwing wenst de verderzetting van de initiatieven die momenteel reeds bestaan
zoals kinderhoogdag (met leesbare folders) en Sinterklaasfeest, vakantiespeelpleinen,
Swapactiviteiten, de jongerenwerking vanuit het Cultuurcentrum (Fenixx en Mixxit), de
Jeugdraad en het Jeugd Ontmoetings Centrum (JOC). Door het ruime aanbod ontbreekt
evenwel een globaal overzicht. Bovendien verwijzen sommige digitale kalenders (Mixxit
en Fenixx) uitsluitend naar activiteiten van 2010 en 2011. Er moet dan ook een
geïntegreerde digitale kalender komen van alle jeugdactiviteiten, die dagelijks wordt
geactualiseerd, en liefst geïntegreerd in sociale media zoals Facebook.
37

5. Daarnaast willen we ook de activiteiten van de Grimbergse jeugdverenigingen (zowel
de klassieke jeugdbewegingen, de culturele als de sportverenigingen) beter promoten en
opnemen in de gemeentelijke kalender. De promotie van deze activiteiten en verenigingen
dient in de eerste plaats langs digitale weg te gebeuren, via de gemeentelijke website en de
sociale media, maar ook in het gemeentelijk informatieblad is een vaste jeugdkalender
welkom. Vanuit de jeugdwerking willen we extra bruggen slaan naar de bestaande
culturele verenigingen, die te weinig instroom krijgen van jongeren.
6. Voor de jeugdbewegingen willen we extra speelruimte creëren. De grootste nood
bestaat momenteel in Strombeek, waar de enige overblijvende jeugdbeweging slecht
gehuisvest is en mede daardoor weinig aantrekkingskracht uitoefent. Daarom pleit
Vernieuwing ervoor om voor de Strombeekse jeugdverenigingen een speelbos en
speelweiden te realiseren in het groene buffergebied tussen de Acacialaan, de Jan
Mulsstraat en de Antwerpselaan. We willen nieuwe jeugdlokalen optrekken aan de inham
in het begin van de Acacialaan, die ook ten dienste kunnen staan van de speelpleinen in de
vakanties. Uiteraard zullen speelbos en speelweiden ook kunnen gebruikt worden door de
scholen en de andere Grimbergse jeugdverenigingen.
Daarnaast zijn er ook nog de Scouts van Grimbergen-centrum die in de onmiddellijke
nabijheid van hun krappe lokalen over weinig ontspanningsruimte beschikken. Wij wensen
een extra speelweide te realiseren in het parkgebied tussen de Wolvertemsesteenweg en de
Rijkenhoekstraat. We hebben het in eerste instantie over de zone langsheen de verfwinkel
(het vroegere containerpark van de gemeente). Deze zone kan dan - net zoals de
speelweide aan het Guldendal- bij uitzonderlijke manifestaties gebruikt worden als extra
parkingzone.
7. Het gemeentebestuur zou daarnaast de jeugdbewegingen in de vakantieperiode, naar het
voorbeeld van buurgemeenten Meise, Merchtem en Londerzeel, nog een duwtje in de rug
kunnen geven met het vervoer van het kampmateriaal, door gemeentelijke containers en
een vrachtwagen ter beschikking te stellen. Dit kan voor de organisaties een forse
besparing opleveren.
Inzake ontwikkelingssamenwerking:
1. Voor Vernieuwing kan de gemeente zeker een aanvullende rol blijven spelen op het vlak
van ontwikkelingssamenwerking. Er zijn in Grimbergen een aantal lokale steuncomités
actief van missionarissen, ontwikkelingshelpers en vrijwilligers die ter plaatse projecten
opzetten. De ondersteuning van dit soort projecten geniet onze voorkeur omdat hiervoor
een groot lokaal draagvlak bestaat. Ook is van deze steun geweten dat ze rechtstreeks bij
de behoeftigen terecht komt en niet dient voor het financieren van de hulporganisaties zelf
of voor het voeren van propaganda. We stellen ter zake overigens een belangrijke leemte
vast. Zo is er in Grimbergen nauwelijks nog aandacht voor de figuur van Dr. Hemerijckx.
Het pionierswerk van onze dorpsgenoot in de strijd tegen lepra en tbc kan nochtans
inspirerend werken. Deze leemte mag zeker worden opgevuld.
2. Daarnaast willen we dat het gemeentebestuur voor zijn eigen aankopen (koffie, koekjes,
maaltijden, fruit, …) kan samenwerken met alle bedrijven die op een duurzame en eerlijke
wijze handel drijven. We hoeven ons dus zeker niet te beperken tot de zogenaamde
‘fairtrade’ bedrijven.
38

7. Kwaliteit voor Onderwijs, Cultuur, Erfgoed en Sport
7.1. Onderwijs: meer ruimte én taalbadklassen
De Grimbergse gemeentescholen laten zich (net zoals de Grimbergse vrije scholen en het
gemeenschapsonderwijs, maar daar hebben we vanuit het gemeentebestuur niets aan te
zeggen) kenmerken door een goede kwaliteit. Zowel in Humbeek, Beigem, de Borgt als
Strombeek ontmoeten we gemotiveerde lerarenkorpsen en veel creativiteit.
Toch kampen de scholen met ernstige problemen, die samenhangen met de demografische
druk. Niet alleen is er een hoger geboortecijfer, bovendien zijn er de voorbije jaren meer
jonge gezinnen vanuit Brussel in Grimbergen komen wonen. Dit zorgt voor een nijpend
capaciteitsprobleem in drie van de vier gemeentescholen. Voorlopig is er enkel in
Humbeek voldoende klasruimte. Het vorige schooljaar moesten er niet minder dan 100
leerlingen geweigerd worden omwille van plaatsgebrek, van wie meer dan 50 in de
gemeenteschool van Strombeek. Vele ouders moeten hun kinderen reeds naar een school in
een andere deelgemeente brengen wegens gebrek aan plaats in de meest nabijgelegen
kleuter- of lagere school.
De infrastructuur uitbreiden, heeft uiteraard een kostprijs. Maar het is juist in het kader van
de besprekingen van de begrotingsopmaak voor 2012 dat de minister van Onderwijs op 8
juli 2011 aan het gemeentebestuur een brief richtte met het verzoek een “onderbouwd
voorstel in te dienen aangaande toekomstige uitbreidingen van de onderwijsinfrastructuur”.
De minister verwachtte deze voorstellen tegen begin september 2011, maar daar is
maandenlang geen concreet gevolg aan gegeven. De minister kreeg enkel een aantal vage
intenties en beschouwingen te lezen én de foutieve melding dat er zich enkel een probleem
zou voordoen voor de kleuterklassen. Het gebrek aan capaciteit doet zich evenzeer voor in
de lagere klassen van Beigem, Borgt en Strombeek-Bever. Pas een jaar later, na een
nieuwe brief van Smet, werden de eerste nota’s ingediend voor de uitbreiding van één van
deze drie scholen (Beigem). In dit dossier werd het afgelopen jaar overigens aardig
geïmproviseerd. Het schepencollege heeft lang met het zeer onrealistisch idee gespeeld om
‘duurzame’ klascontainers te plaatsen bovenop de refter.
Samenhangend met de toegenomen bevolkingsdruk stijgt ook het aantal anderstaligen in
onze scholen snel. Zo steeg het percentage in de Nederlandstalige basisscholen van
Grimbergen (met inbegrip van het vrij- en het gemeenschapsonderwijs) van 20,6 naar
26,3% in nauwelijks drie jaar tijd (tussen 2008 en 2011). Concreet steeg het aantal
anderstalige leerlingen van 566 (op 2748) naar 779 (op 2769). In de Strombeekse scholen
evolueerden we in diezelfde periode volgens de cijfers van de Vlaamse overheid van 40
naar 50%. De cijfers uit het integratiebeleidsplan (gebaseerd op een bevraging bij de
scholen in 2012) zijn evenwel nog een stuk straffer. Daarin lezen we dat er in het lager
onderwijs scholen zijn met 65% anderstaligen en dat het in de kleuterscholen oploopt tot
70%. Er was afgelopen schooljaar zelfs een kleuterklas met amper één Nederlandstalig
kindje.
Met het oog op integratie is het positief dat anderstalige ouders hun kinderen naar het
Nederlandstalig onderwijs sturen, maar wanneer het aantal Nederlandstalige kinderen erg
laag komt te liggen (soms zitten er in een klas amper 3 kinderen waarvan de beide ouders
39

Nederlandstalig zijn), dan wordt het moeilijk om een goede kennis van het Nederlands te
verwerven en dreigt het leerniveau te zakken, de grote inspanningen van de leerkrachten
ten spijt.
Onze voorstellen:
1. ’t Villegastje (Strombeek): deze school kan niet meer voldoen aan de grote vraag
waardoor er sinds verleden jaar een capaciteitsbeperking op de inschrijvingen geldt.
Nochtans was het gemeentebestuur al jaren op de hoogte van deze problematiek; kort na de
eeuwwisseling was er al een duidelijke tendens merkbaar en toen reeds moesten een aantal
klassen worden ondergebracht in containers.
In onze nota inzake het zogeheten “Masterplan” voor Strombeek-Bever stellen wij voor
deze gemeenteschool te verhuizen naar de Kloosterweide aan de Brouwerijstraat. Wij
pleiten daar voor een scholenwijk waardoor een aantal faciliteiten zowel door ’t Villegastje
als door de vrije school kunnen aangewend worden (b.v. speelgroen en een nieuwe
sporthal die tegelijk kan dienen als feest- en sportzaal voor beide scholen). In ruil zou de
huidige eigenaar, Haviland, een deel van de gemeentegronden kunnen bekomen aan de
Grotewinkellaan, ten behoeve van een woonproject.
Het behoud van de school op de huidige locatie, zoals voorgesteld in het ontwerp
Masterplan in juni 2012 is geen optie wegens veel te krap. De school heeft nood aan
voldoende ruimte en groen. Een deel van de bestaande lokalen kan wel nog een tijd
fungeren als taalbadklas of als lesruimte voor het volwassenenonderwijs. De nieuwe
gemeenteschool hoort evenmin thuis op de Potaarde, zoals was voorgesteld door de
huidige meerderheid. Niet alleen is de toekomst van de Potaardegronden nog te onzeker,
bovendien zou de school dan te ver uit het centrum liggen en te dicht bij de lawaaierige
Ring.
2. ’t Mierken (Beigem): hier werden in het schooljaar 2011-2012 in allerijl tijdelijke
containerklassen geplaatst wegens acuut plaatsgebrek. Het schepencollege is inmiddels
afgestapt van het idee van containers op het dak van de refter en kiest nu voor de afbraak
van het voorste gedeelte van de school. Deze twee klaslokalen zouden dan vervangen
worden door vier lokalen (twee op gelijkvloers en twee daarboven) en twee lokalen die de
verbinding zouden vormen met de refter (met een overdekt stuk speelplaats daaronder).
Wij vinden dit niet de beste oplossing. De speelplaats dreigt te klein te worden. Lijst
Vernieuwing is voorstander van de aankoop van een deel van het veld naast de school
(momenteel 24 are groot). Dit zou de uitbreidingskansen van de school op langere termijn
vrijwaren. Bovendien zouden op deze manier ook de klassen van de Molenstraat kunnen
verhuizen naar de Gemeentehuisstraat. Door de centralisatie zouden er heel wat kosten
bespaard kunnen worden. De locatie aan de Molenstraat kan nadien vervangen worden
door een woonproject, zodat een deel van de uitbreidingskosten gerecupereerd kunnen
worden.
3. Negensprong (Borgt): in deze school denkt het gemeentebestuur de problemen op
termijn te kunnen oplossen met behulp van een containerklas. Volgens onze berekeningen
zijn er de komende jaren minstens twee tot drie extra klassen nodig omdat de extra ruimtes
die nu worden ingenomen eigenlijk te klein zijn voor een normale klasgroep van 24
leerlingen. Containerklassen zijn bovendien geen goede oplossing: ze nemen speelruimte
in en bovendien bieden ze lang niet hetzelfde comfort van een normaal klaslokaal. Daarom
pleiten wij ervoor dat de drie oude kleuterklassen op de binnenkoer zouden vervangen
40

worden door een nieuwbouw van zes klassen in twee verdiepingen. Dit neemt geen
speelruimte in beslag. Dit project zou een enorme meerwaarde bieden voor de school.
Tegelijk willen we ijveren voor de uitbreiding van de speelplaats door de asfaltkoer achter
de school te omheinen. Door het sterk gestegen leerlingenaantal is deze uitbreiding
noodzakelijk.
4. De Mozaïek (Humbeek) is de enige gemeenteschool die voorlopig niet kampt met een
plaatsgebrek. Binnen afzienbare tijd zullen alle klassen ontdubbeld zijn en voorlopig
volstaat de bestaande infrastructuur. Wel is er een terechte vraag naar de realisatie van een
groot afdak aan de buitenspeelplaats, zodat een deel van de kinderen tijdens de speeltijd
ook bij regenachtig weer naar buiten kan.
5. Wat betreft de kennis van het Nederlands pleiten wij voor geloofwaardige taaltesten
vooraleer kinderen naar de lagere school gaan. Kinderen die het Nederlands onvoldoende
beheersen zouden in onze ogen best gedurende geruime tijd (desnoods een vol schooljaar
lang) naar een taalbadklas gestuurd worden. Misschien verliest men op deze manier een
schooljaar, maar de winst die deze kinderen op langere termijn maken is onschatbaar groot.
Een goede taalbeheersing kan hun opleiding en latere loopbaan een totaal andere wending
geven. We zouden ter zake met de Vlaamse overheid willen onderhandelen om hiervoor
netoverschrijdende pilootklassen in te richten, in aparte klaslokalen en liefst op een eigen
locatie. Ook willen we aangepaste toelatingsregels voor de gemeentescholen. Inzake
kinderen van buiten de gemeente moet voorrang verleend worden aan wie het Nederlands
goed beheerst. Tevens moet het toekomstige bestuur er bij de hogere overheid op
aandringen om een noodomkadering te bekomen voor scholen met meer dan 40 procent
anderstalige kinderen. Er dient over gewaakt dat alle communicatie naar de ouders in het
Nederlands gebeurt.
6. Wat betreft het geschiedenisonderricht willen we dat onze Grimbergse scholen nog
meer gebruik zouden maken van de leermogelijkheden in de gemeente zelf, bijvoorbeeld
door het deelnemen van doe-activiteiten in het MOT (Museum voor Oudere Technieken),
bezoek aan de abdij, het Prinsenkasteel en de Motte (Borgt). We dringen aan op de
totstandkoming van een bevattelijk leerboek over onze lokale geschiedenis en stellen voor
dat het gemeentebestuur een prijs zou uitloven voor de meest interessante voorstellen op
dit vlak.
In onze scholen zou ook meer aandacht besteed kunnen worden aan Nederlandstalige
liederen. Gemeenschappelijke culturele activiteiten, zoals de organisatie van een
scholenzangfeest, zijn zeker wenselijk.
7. Grimbergen beschikt over een zeer bloeiende en hoog gekwalificeerde Academie voor
Muziek, Woord en Dans, waar meer dan 1200 cursisten les volgen. Ze werkt bovendien
op een voortreffelijke manier samen met de vele muziekmaatschappijen die de gemeente
rijk is en heeft daardoor een belangrijke inbreng in het culturele leven van de gemeente.
Sinds de ingebruikname van het voormalige rusthuis van Ter Biest is de academie op een
voortreffelijke wijze gehuisvest in Grimbergen-centrum. In Strombeek daarentegen zijn de
huidige gebouwen duidelijk te klein. In het kader van het Masterplan hebben wij
voorgesteld dat er tussen het huidige gebouw van de academie en het Cultuurcentrum
bijkomende ruimte zou gecreëerd worden ten behoeve van de academie. De rest van dit
pleintje (dat vandaag fungeert als parking) kan dan omgevormd worden tot een
41

cultuurplein, waar openluchtvoorstellingen kunnen gegeven worden. Voorts willen we het
systeem van de terugbetaling van inschrijvingsgelden (b.v. voor leden van
muziekmaatschappijen en voor grotere gezinnen) sterk vereenvoudigen. Het huidige
systeem is bureaucratisch en werkt daardoor niet stimulerend. De wachtlijsten willen we
zoveel mogelijk wegwerken. Enkele minder gekende opleidingen van de afdeling woord
(voordracht, toneel,…) verdienen extra publiciteit.
8. Voor het Centrum voor Volwassenenonderwijs dient extra ruimte te worden voorzien.
Onze voorkeur gaat naar de onderwijscampus tussen Sint-Amandsplein en Brouwerijstraat.
De creatie van extra ruimte in of nabij het Cultuurcentrum lijkt ons minder zinvol.
7.2. Grimbergen als cultuurgemeente
De grote verscheidenheid aan cultuurverenigingen, waarvan er momenteel 91
vertegenwoordigd zijn in de Cultuurraad, zorgt ervoor dat Grimbergen over een
cultuuraanbod beschikt dat vele gemeenten ons benijden. Duizenden Grimbergenaars zijn
op een of andere wijze bij dit verenigingsleven betrokken. Daarnaast is er de sterk
uitgebouwde werking van het Cultuurcentrum van Strombeek-Bever, waarvan de
producties mensen aantrekken tot ver buiten de gemeentegrenzen.
Anderzijds kunnen we niet om de vaststelling heen dat in Strombeek-Bever het
verenigingsleven de voorbije jaren sterk is achteruitgegaan. Ook de twee lokale
muziekmaatschappijen, met een oude traditie, zijn ter ziele gegaan. Deze evolutie heeft
uiteraard te maken met de aanhoudende instroom van anderstaligen, die meestal geen
aansluiting zoeken bij de lokale verenigingen. In de overige deelgemeenten slaagt men er
meestal nog wel in om het verenigingsleven bloeiend te houden, maar ook hier laat het
probleem van de vergrijzing en het gebrek aan vrijwilligers zich voelen. De uitdagingen
zijn dan ook bijzonder groot.
Ondanks de aanwezigheid van een actieve Cultuurraad, moeten we vaststellen dat vele
verenigingen erg geïsoleerd werken en dat er weinig gemeenschappelijke initiatieven zijn.
Onderlinge communicatie tussen de verschillende verenigingen loopt dikwijls stroef en
niet zelden overlappen grote activiteiten elkaar. Heel wat verenigingen focussen zich te
veel op hun eigen werking en lijken eerder elkaars concurrenten. De uitzondering hierop
vormen de Grimbergse muziekmaatschappijen, die regelmatig elkaars feesten opluisteren,
met als hoogtepunt het gezamenlijk muziekconcert op 8 september jl. in Humbeek. Maar
voor het overige kan de samenwerking tussen de Grimbergse verenigingen (bijvoorbeeld in
het raam van 11 juli en andere evenementen) zeker beter. Ook aan de promotie van de vele
Grimbergse activiteiten schort er wat. De promotie van het cultuuraanbod blijft al te zeer
beperkt tot deze van het Cultuurcentrum. Grimbergen betaalt jaarlijks een heel fiks bedrag
voor de werking van het CC. Daar zou tegenover mogen staan dat men vanuit het CC het
Grimbergse socio-culturele leven mee zou kunnen promoten.
Om onbegrijpelijke redenen liet onze gemeente tussen de periode 2001 tot 2010
tienduizenden euro’s aan subsidies links liggen wegens het ontbreken van een
cultuurbeleidsplan. Het is maar pas eind 2009 dat een cultuurbeleidscoördinator werd
aangesteld en dat werk werd gemaakt van een eerste cultuurbeleidsplan 2011-13. Dit
bescheiden plan bleef beperkt tot de formulering van een aantal algemene doelstellingen en
principes. Van een echte termijnvisie is nog geen sprake.
42

De ondersteuning van het verenigingsleven gebeurt in Grimbergen vooral via het
goedkoop ter beschikking stellen van infrastructuur. Rechtstreekse subsidies worden
beperkt gehouden. Deze visie is natuurlijk te verdedigen wegens het grote aanbod aan
uiteenlopende activiteiten. Toch zal er in de toekomst meer aandacht moet uitgaan naar
onze acht plaatselijke muziekmaatschappijen. Zij vertegenwoordigen niet enkel een
bijzonder rijke geschiedenis, bovendien dragen zij op een onschatbare wijze bij tot de
sociale samenhang binnen onze gemeente. Ze spelen bovendien een zeer belangrijke
pedagogische rol. Met het verdwijnen van de Strombeekse muziekmaatschappijen
verdween meteen ook een groot deel van het sociale en culturele leven in deze
deelgemeente. Ondertussen duiken er ook bij de overige Grimbergse
muziekmaatschappijen meer en meer problemen op om te kunnen overleven. Een zeer
grote rol is hier weggelegd voor de gemeentelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans,
die jonge muzikanten de weg naar deze muziekverenigingen kan wijzen. Op dit moment is
er overigens al een vruchtbare samenwerking tussen de Academie en een aantal
muziekmaatschappijen.
Grimbergen beschikt over een uitgebreide culturele infrastructuur, maar ook deze is
dringend aan renovatie toe. Enkele jaren geleden kaartte Karlijne van Bree de schrijnende
toestand van de kelderverdieping aan van het CC (de ateliers moesten inmiddels verhuizen
naar een loods), van het betonrot, de toestand van de loges,… Sindsdien is er nog niet veel
ten goede veranderd. De toestand van de gebouwen blijft zwaar ondermaats voor een
cultuurcentrum van categorie A. Er worden wel allerlei plannen gekoesterd over een
mogelijke uitbreiding, maar die zijn dan weer al te groots opgezet en bijgevolg weinig
realistisch. De uitbreiding en renovatie van de parochiezaal van Humbeek is dan weer een
voorbeeld hoe men vanuit private hoek, met de steun van gemeentelijke middelen, een
hedendaags lokaal trefcentrum kan realiseren. Ook in Beigem en op de Verbande Brug is
er nood aan zo’n renovatie of zelfs aan nieuwbouw.
Tenslotte is er nog de artistieke sector. De tweejaarlijkse kunst- en ambachtsroute en de
tentoonstellingen van de ateliers in het CC bewijzen dat er heel wat artistiek talent schuilt
binnen onze gemeente. Dit staat in contrast met andere, eerder marginale
kunsttentoonstellingen die we soms te zien krijgen in het CC. In het straatbeeld zien we
nog altijd geen nieuwe kunstwerken opduiken, ondanks de vele beloften daartoe. Er zijn
nochtans verschillende locaties die zich daartoe goed lenen. Maar ook op dit domein
getuigt de zittende meerderheid niet van inspiratie of ambitie.
Onze voorstellen:
1. De gemeentelijke website moet een aantrekkelijk en dynamisch uithangbord worden van
het culturele leven in Grimbergen. Onze culturele verenigingen en hun vele activiteiten
moeten op een heldere en laagdrempelige wijze worden gepromoot. Daarbij kan tevens
gebruik gemaakt worden van hedendaagse media zoals Facebook en Twitter.
2. Het culturele aanbod in onze gemeente dient ook bus aan bus op een zo breed mogelijke
wijze te worden gepromoot. De tweemaandelijkse brochures van het cultuurcentrum willen
we omvormen tot een fraai staalkaart van het Grimbergse culturele en verenigingsleven.
Iedere twee jaar willen we in alle Grimbergse brievenbussen een geactualiseerde brochure
verspreiden met een aantrekkelijk overzicht van alle Grimbergse socio-culturele
verenigingen, met inbegrip uiteraard van de Academie voor Muziek, Woord en Dans en
het cursusaanbod in het Cultuurcentrum en in het Volwassenenonderwijs.
43

3. De gemeentelijke cultuurdienst willen we samen met de cultuurraad uitbouwen tot
coördinator en draaischijf van het socioculturele gebeuren in Grimbergen. Via deze weg
dient gewerkt te worden aan een betere onderlinge communicatie en afstemming. Tevens
willen dat er meer werk wordt gemaakt van gezamenlijke culturele initiatieven en
evenementen, bijvoorbeeld naar aanleiding van 11 juli. De memorabele kasteelfeesten in
Humbeek van begin september tonen aan dat zulke samenwerking buitengewone resultaten
kan opleveren.
4. We willen opnieuw aanknopen met de traditie van de jaarlijkse lenteconcerten in een
vernieuwd en feestelijk kader. Omwille van de hoge prijzen van muziekinstrumenten en
auteursrechten, willen we de steun aan de muziekmaatschappijen fors optrekken. Het
systeem van terugbetaling van de inschrijfkosten voor de muziekacademie moet sterk
vereenvoudigd, bijvoorbeeld door de leden van de muziekmaatschappijen meteen tegen
een symbolisch tarief toe te laten aan de academie. Ook muzieklessen die de
maatschappijen zelf verzorgen, moeten ondersteund worden.
5. Ook de Grimbergse evenementen, kermissen en jaarmarkten kunnen een extra promotie
en ondersteuning gebruiken. De teloorgegane jaarmarkt van Strombeek-Bever willen we
samen met de verenigingen en de handelaars nieuw leven inblazen.
6. We willen de doorstroming van jongeren naar het verenigingsleven aanmoedigen en de
verenigingen tevens bijstaan bij het bewaren van hun archieven. De uitleendienst van de
gemeente willen we toegankelijker maken en centraliseren. Verenigingen in Strombeek-
Bever verdienen een extra ondersteuning.
7. Het Cultuurcentrum moet grondig hersteld en gerenoveerd worden (met klimaatregeling
graag) en dient op een realistische manier uitgebreid en gemoderniseerd te worden (zie
onze voorstellen bij het Masterplan). Het moeten een baken blijven van onze
Nederlandstalige cultuur, met een lage drempel voor al wie daarmee kennis wil maken.
8. Vernieuwing staat zeker positief tegenover een grondige renovatie of vervanging van de
uitgeleefde parochiezalen van Beigem en de Verbrande Brug. Net zoals bij de renovatie in
Humbeek kan de gemeente financieel bijdragen in de omvorming naar hedendaagse,
polyvalente ontmoetingscentra, waar bijvoorbeeld ook jeugdfuiven kunnen plaatsvinden.
Ook activiteiten van het Cultuurcentrum moeten daar kunnen plaatsvinden, zodat cultuur
dichter bij de mensen komt.
9. De hoofdbibliotheek van Strombeek moet een eigen, goed gelegen gebouw krijgen, dat
door zijn inrichting en aanbod (mediaruimte, stripotheek, voorleesruimte, …) een sterke
aantrekkingskracht heeft voor jong en oud (zie voortellen Masterplan).
10. Vernieuwing wil de gemeentelijke steun aan de Kunstenaarsroute verderzetten en is
vragende partij voor enkele verantwoorde kunstwerken in het straatbeeld.
11. We willen de jumelage met onze zustergemeente Saalfelden in Oostenrijk
herwaarderen. De bezoeken aan onze gemeente werden in het verleden onvoldoende naar
waarde geschat en ingekleed. Op voorstel van Bart Laeremans werd intussen een
Verbroederingscomité opgericht, maar dat is veel te beperkt en daar worden veel te weinig
mensen bij betrokken. Wij willen deze werking uitbreiden naar alle geïnteresseerden die
banden hebben met Saalfelden en een uitgebreid contactenbestand aanleggen.
44

7.3. Erfgoed en monumentenzorg
Met de monumentale Sint-Servaasbasiliek en haar Norbertijnerabdij, de beschermde
dorpskern, de watermolens, het Guldendal, de Charleroyhoeve, het Prinsenkasteel en een
hele reeks waardevolle kastelen en hoeves in de deelgemeenten verdient Grimbergen
terecht de reputatie van een monumentengemeente. Toch zijn er op dit terrein de afgelopen
18 jaar nauwelijks nieuwe initiatieven genomen, hoewel nog een heel groot aantal
gebouwen en kleine landschapselementen op bescherming wachten. Zo blijkt dat er in
Beigem vandaag nog steeds geen enkel monument beschermd is. De
instandhoudingswerken aan het Prinsenkasteel zitten in het slop na verkeerde
kostenberekeningen en ook in het dossier van de achtervleugel van de Charleroyhoeve
(inmiddels herleid tot een gevaarlijke ruïne) werd de voorbije jaren niets meer
ondernomen.
Wel heeft de Vlaamse Gemeenschap een omstandige inventaris gemaakt van het
waardevol bouwkundig erfgoed in Grimbergen. Maar dat is natuurlijk niet de verdienste
van huidig gemeentebestuur. En men hoefde ook helemaal niet op dit document te wachten
om intussen met een aantal beschermingsdossiers te starten. Met Eigen Schoon, dat aan de
basis lag van de eerdere beschermingen, heeft Grimbergen immers de know how in huis
om dossiers degelijk voor te bereiden. Maar men vindt het blijkbaar niet nodig deze
mensen bij het beleid te betrekken. Dit is bijzonder jammer, want in het huidige
schepencollege heeft niemand een klare kijk of zelfs maar interesse voor deze
problematiek. Minstens zou men via onze gemeentelijke website een overzicht mogen
verwachten van het bouwkundig erfgoed in Grimbergen en van onze beschermde
monumenten, maar zelfs dat is blijkbaar te moeilijk. In ieder geval moet er voor gezorgd
worden dat de deskundigheid die in dit beleidsdomein bestaat, wordt doorgegeven aan de
volgende generaties.
Onze voorstellen:
1. Vernieuwing wil een Vaste Commissie voor Monumenten, Erfgoed en Landschappen
oprichten waarin alle deskundigheid over Grimbergen op dit beleidsdomein wordt
samengebracht en doorgegeven. Het moet een forum zijn waar onze lokale heemkundigen,
historici, architecten en deskundigen mekaar geregeld ontmoeten. Deze commissie zou
o.m. volgende opdrachten hebben: de burger en het gemeentebestuur gevoelig maken voor
heemkunde, monumentenzorg en landschapsbescherming, beschermingsdossiers stofferen,
adviseren bij bouwdossiers in de nabijheid van monumenten of nabij waardevolle
landschappen, adviesverlening bij het zoeken naar nieuwe bestemmingen voor
monumenten, zorg voor waardevolle gebouwen die niet als monument erkend werden,
adviesverlening bij het uitschrijven van toeristische gidsen en pedagogisch materiaal over
Grimbergen,
2. Er dient een nieuwe prioriteitenlijst te worden opgemaakt van de gebouwen die dringend
bescherming behoeven; er moet nadien meteen van start worden gegaan met het
inhoudelijke voorbereidingswerk. Bij het voorbereiden en indienen van
beschermingsdossiers willen we streven naar een goede communicatie met en begeleiding
van de eigenaars. Wij willen hierbij ook aandacht verlenen voor klein historisch erfgoed,
zoals de watertoren aan de Veldkantstraat, kapellen, gedenktekens,…
3. We willen een hedendaagse informatiebank over onze monumenten, hun beschrijving,
45

hun verleden en hun erkenningssituatie op de gemeentelijke webstek. Ook de inventaris
van Monumenten en Landschappen moet volledig consulteerbaar zijn via de gemeentelijke
webstek.
4. Er moet een veilige archiefruimte komen voor alles wat te maken heeft met de
Grimbergse geschiedenis en de lokale heemkunde, waar ook de betrokken verenigingen
met hun materiaal terecht kunnen. Het zou logisch zijn dat dit gekoppeld wordt aan de
nieuwe bibliotheek en dat een deel van dit materiaal toegankelijk zou worden gesteld.
5. Vernieuwing is voorstander van het organiseren van architectuurwedstrijden n.a.v. de
oprichting van grotere, beeldbepalende gebouwen in de gemeente. Dit vergroot de kans om
ontwerpen te vinden die goed aansluiten bij het bestaande patrimonium.
7.4. Sportgemeente
Al sinds de fusie in 1977 beschikte de gemeente Grimbergen over een zeer groot aanbod
aan sportinfrastructuur zoals multifunctionele sporthallen, openluchtaccommodaties en
zwemwater. Dankzij deze aanwezige infrastructuur bouwde de sportgemeenschap dan ook
een zeer belangrijk sportleven uit. Geschat wordt dat vandaag zo’n 8500 Grimbergenaars
zijn aangesloten bij ongeveer 100 verscheidene sportverenigingen. Hieruit kan men
besluiten dat actieve en passieve sportbeoefening een zeer groot deel uitmaakt van het
sociale leven binnen onze gemeente.
Onze sportinfrastructuur raakte stilaan verouderd (de meeste gebouwen zijn 35, 40 of meer
jaar oud). Hierdoor ontstond de noodzaak om over te gaan tot de volledige nieuwbouw van
verschillende versleten complexen zoals het overdekte zwembad aan De Piereman en de
schietstand aan de Singel. Door jarenlange verwaarlozing van de infrastructuur van de
verschillende voetbalterreinen was men om hygiënische redenen genoodzaakt om over te
gaan tot een grondige vernieuwing van de kleedkamers. Het met instorten bedreigde
gedeelte van de sporthal Verbrande Brug werd volledig heropgebouwd voor een kostprijs
waarvoor je de hele sporthal had kunnen vervangen. Het openluchtzwembad De
Lammekes, dat na renovatie zijn deuren had heropend in 2006, kreeg opnieuw te maken
met technische problemen waardoor het alweer een vol jaar gesloten moest worden voor
ingrijpende werken.
In Beigem wordt een project opgestart met kleedkamers, cafetaria en tribunes voor het
publiek. Door schattingsfouten liep de kostprijs plots op van 1,2 naar meer dan 1,7 miljoen
euro. Intussen staat ook de heraanleg van de Humbeekse atletiekpiste in de steigers. Een
project waarvan iedereen de noodzaak beaamt, maar ook hier heeft men onvoldoende aan
prijsvergelijking gedaan. Uiteraard zijn wij tevreden met deze uitbreiding van de
infrastructuur maar wij betreuren het feit dat het prestige de bovenhand heeft gehaald op
het functionele en er hierdoor andere zaken op de lange baan moeten geschoven worden.
Het concept dat men destijds voor ogen had bij het bouwen van deze sportzalen was
voornamelijk gericht om zoveel mogelijk te voldoen aan diverse multifunctionele
behoeften zoals: turnzaal voor scholen, sport, culturele activiteiten en feestelijkheden.
Deze zalen voldoen al lang niet meer aan de huidige normen die worden opgelegd door de
verschillende sportfederaties. Het gevolg is dat de meeste sportzalen niet geschikt zijn om
eender welke sport uit te oefenen. Er ontstaan ook dikwijls conflicten tussen sportclubs en
culturele verenigingen voor wat betreft het gebruik van de zalen. Verschillende sportclubs
46

moeten zelfs noodgedwongen uitwijken naar buurgemeenten, meestal tegen hogere
huurtarieven. Steeds weerkerende klachten zijn dan ook: veel te beperkte zaaluren,
waterdoorsijpeling, gebrek aan voldoende berging- of opslagruimtes voor het
sportmateriaal, het ontbreken van een EHBOruimte, het veel te laattijdig herstellen van
materiaal en sanitair dat het te dikwijls laat afweten, gebrek aan hygiëne en vandalisme.
De sporthal Vertommen aan de Grotewinkellaan is intussen helemaal versleten. In
Strombeek-Bever is er dus in ieder geval nood aan een nieuwe sporthal. Wij hebben
voorgesteld om de nieuwe sporthal te bouwen aan de Kloosterweide, zodat ze tegelijk kan
fungeren als sport- en feestzaal voor de beide lagere scholen. De verhuis van de sporthal
naar deze locatie wordt intussen overgenomen in de eerste voorstellen van het Masterplan.
Vanuit de culturele hoek is er een vraag naar een meer polyvalente zaal, die tegelijk ook
voor sommige culturele activiteiten kan gebruikt worden. Er dient technisch te worden
onderzocht of dit verzoenbaar met de vereisten voor een moderne, ruime sporthal, die aan
de hedendaagse vereisten voldoet voor de zaalsportwedstijden. Anders zal er werk gemaakt
moeten worden van een ombouw of vervanging van de sporthal van de Singel of van een
nieuwe sporthal, bijvoorbeeld ter hoogte van de in onbruik geraakte tennisterreinen in
Beigem, waar overigens voor de fusie een sporthal gepland was. In dat geval, kan er
gedacht worden aan een formule van publiek-private samenwerking (PPS) met een deels
geprivatiseerde uitbating om tegemoet te kunnen komen aan opkomende sportactiviteiten
zoals fitness en squash. Het is duidelijk dat hieraan een behoeftenstudie zal moeten
voorafgaan.
Sportbeleid
Het decreet “sport voor allen” (2007) bepaalt dat de sportraad een afsprakennota ter
goedkeuring moet voorleggen aan het gemeentebestuur. Deze verplichting bleef tot op
heden dode letter. De indruk wordt gewekt dat enkel de richtlijnen die passen binnen het
beleid van het college aan de sportraad worden opgedrongen. Er moet daadwerkelijk
rekening gehouden worden met de voorstellen van dit adviesorgaan. De leden van de
sportraad vertegenwoordigen immers de belangen van de zowat honderd
sportverenigingen. De communicatie vanuit de sportdienst naar de verschillende
sportverenigingen moet sneller en duidelijker gebeuren. Niet zelden wordt de indruk
gewekt dat er geen aandacht besteed wordt aan de vragen of problemen die door de
verenigingen worden gesteld of gesignaleerd.
Historisch gezien zijn er binnen onze deelgemeenten verschillende sportclubs gegroeid die
een identieke sport beoefenen en investeren in jeugdopleiding. De ene club is al wat
succesvoller dan de andere. Door onderlinge samenwerking kunnen deze sportclubs sterk
besparen op vaste kosten en tevens genieten van elkaars specifieke kwaliteiten. Minder
begaafde jongeren kunnen hierdoor ook een plaatsje krijgen binnen deze clubs. Op langere
termijn kunnen deze clubs uitgroeien naar een topniveau. Met de huidige visie op het
sportbeleid kan en zal Grimbergen nooit een topsportclub op haar grondgebied kunnen
huisvesten. Hiervoor moet het gemeentebestuur ook een veel actievere en ondersteunende
rol gaan spelen tussen de clubs onderling.
Niettegenstaande het grote aanbod zijn de meeste sportclubs nauwelijks gekend bij het
grote publiek. Er wordt door het huidige beleid immers veel te weinig aan sportpromotie
gedaan. Het sportgedeelte op de gemeentelijke webstek is inspiratieloos en geeft dan ook
perfect het beeld weer van wat het sportbeleid in onze gemeente voorstelt. Begin
47

september 2012 konden we er de sluitingsdagen van de zwembaden en sporthallen vinden
voor … 2011.
Voor georganiseerde sportclubs die sterk investeren in de opleiding van jeugd, wordt het
steeds moeilijker om het hoofd boven water te houden. De vergrijzing en het nijpend
gebrek aan gemotiveerde jonge vrijwilligers is een probleem dat zich overal stelt. De
enorme druk vanwege de overheid en de slechte economische toestand maken dat
handelaars het laten afweten of hun uitgaven sterk beperken. Hierdoor worden sportclubs
nog meer in het nauw gedreven. De extra kosten worden noodgedwongen doorgerekend
via verhoogde lidgelden.
De gemeentelijke sportsubsidies zijn nauwelijks toereikend om van enige betekenis te zijn.
In tegenstelling tot voetbalclubs kunnen zaalsportclubs ook niet teren op enige vorm van
inkomsten van een cafetaria aangezien deze worden uitgebaat door zelfstandige uitbaters.
Er moet dan ook gewerkt worden aan een rechtvaardige, verbeterde financiële
ondersteuning, waaruit waardering blijkt voor het belangrijke sociale en pedagogische
werk dat deze clubs verrichten. Uiteraard dient de voertaal van het sportgebeuren in
Grimbergen het Nederlands. Dit is des te meer noodzakelijk bij de jeugdtrainingen. Via de
sportbeleving wordt aan anderstalige jongeren een unieke kans geboden om zich in onze
samenleving te integreren en vloeiend Nederlands te leren spreken. Het schepencollege
moet hier zijn verantwoordelijkheid opnemen en deze niet afwentelen op de Sportraad.
Ook moet er vermeden worden dat anderstalige clubs uit Brussel voor hun trainingen
systematisch gebruik komen maken van onze infrastructuur. We verwijzen voor deze
problematiek naar ons hoofdstuk ‘Vlaamse gemeente’
Onze voorstellen:
1. Bij het begin van de nieuwe bestuursperiode moet er meteen werk gemaakt worden van
een behoeftenstudie inzake de zaalsporten. Er dient te worden nagegaan in welke mate
onze huidige infrastructuur, met inbegrip van een nieuwe, polyvalente zaal in de
Kloosterweide, tegemoet kan komen aan de hedendaagse noden en normen van onze
zaalsportclubs. Indien dit niet het geval is, dient een van de bestaande sporthallen (bij
voorkeur die van de Singel) te worden omgebouwd of dient er een bijkomende sporthal te
worden gebouwd, bijvoorbeeld in Beigem.
2. De bestaande sportinfrastructuur moet zowel binnen als buiten beter onderhouden
worden en waar nodig vernieuwd en aangepast aan de huidige normen van competitie en
hygiëne. De uitbreiding van de kleedkamers van de voetbalclub van de Borgt moet snel
gerealiseerd worden en de kantine van de Humbeek dient vervangen.
3. Vernieuwing wil meer aandacht schenken aan de promotie van sport in groepsverband,
in de eerste plaats via de scholen. Het sportluik van de gemeentelijke website moet
uitgebouwd worden tot een aantrekkelijke en dynamische databank van het ruime
sportaanbod. Tweejaarlijkse wordt in de Grimbergse brievenbussen een sportgids bedeeld
met een overzicht van alle sportverenigingen.
4. De communicatie van de Sportdienst naar de sportverenigingen willen we verbeteren,
zeker wanneer de sportinfrastructuur tijdelijk niet kan gebruikt worden. Op klachten,
noden en vragen van de clubs moet sneller gereageerd worden.
48

5. We willen minder inmenging van het college in de sportraad en meer armslag aan deze
raad door het ondertekenen van een afsprakennota. Gemeentelijke sportinitiatieven moeten
steeds eerst in overleg met de bestaande clubs worden besproken en eventueel samen met
hen georganiseerd worden.
6. Clubs die investeren in jeugdwerking en die inkomsten mislopen wegens het gebrek aan
cafetariaomzet, willen we beter ondersteunen. Dit kan door een verhoogde subsidiebijdrage
of een vermindering van de kostprijs van zaaluren, naar het voorbeeld van Machelen.
Sportclubs met een jeugdwerking moeten steeds voorrang krijgen bij het bepalen van de
zaalverdeling. Men kan jonge kinderen immers niet laten trainen op zeer late uren.
7. We willen onderhandelingen opstarten met sportclubs om tot een samenwerking te
komen over de deelgemeenten heen, zodat opleiding en kwaliteit kunnen verbreed en
verbeterd worden. Er moet meer steun en inzet komen van het gemeentebestuur voor onze
topsportclubs. 8. We wensen ook meer aandacht te schenken aan de buitensporten. De
trage wegen moeten geïntegreerd worden in het netwerk van wandelroutes, we willen een
14 kastelenroute ontwikkelen voor fietsers alsook een bewegwijzerd mountainbikeparcours.
49

8. Een bedrijvige en dynamische gemeente met
belangrijke toeristische troeven
8.1. Handel en bedrijfsleven
Grimbergen is een gemeente met een zeer stevige economische sector. Onze gemeente telt
meer dan 2200 zelfstandigen en ondernemingen, waar in totaal bijna 10.000 mensen te
werk gesteld zijn. Toch wordt deze sector door het gemeentebestuur op een erg
stiefmoederlijke wijze behandeld.
De digitale en fysieke dienstverlening voor bedrijven is volstrekt ontoereikend. Uit een
studie van Unizo bleek dat Grimbergen in 2009 met een totaalscore van 12% zwaar
ondermaats scoorde. De score van de kleine Limburgse gemeente Alken (11.200 inwoners)
lag viermaal hoger. Ondanks een vernieuwde website is er amper verbetering. Vooreerst is
er geen duidelijke link naar informatie voor ondernemers op de startpagina. De karige
informatie moet men vinden onder de link economie. Er is geen zoekfunctie voor
ondernemers beschikbaar, er zijn amper diensten die interactief online kunnen afgehandeld
worden, geen mogelijkheid om betalingen te doen of om de stand van een dossier online op
te volgen, een aantal belangrijke onderwerpen moet men zoeken onder de diverse
hoofdstukken van de website of zelfs in het politiereglement.
Heel wat belangrijke informatie is gewoon niet terug te vinden, zoals informatie over
aanbestedingen, afvalwater, bedrijfsafval, bijzondere plannen van aanleg, vergunningen,
attesten, openbare onderzoeken. Ook is er geen immodatabank of inventaris
bedrijfsruimten. Er is geen mogelijkheid om activiteiten aan te kondigen, de handelsgids is
zeer onvolledig en hoogst onattractief. De zoekrobot en de toegevoegde waarde zijn
zodanig armtierig dat de meeste handelszaken het overbodig vinden om zich in te schrijven
in dit systeem.
De middenstandsraad heeft een veel te beperkte bevoegdheid en men doet te weinig moeite
om ernstige inbreng te krijgen van Strombeek-Bever. Resultaat is dat het sociale
handelsleven (jaarmarkt, braderie, …) daar helemaal is stilgevallen.
Op vlak van mobiliteit en openbare werken stellen we een zeer slechte communicatie vast
ten aanzien van de bevolking en van de handelaars in het bijzonder. Telkens weer moeten
we vaststellen dat de handelaars zeer laattijdig en onvolledig geïnformeerd worden over de
aanvang, de impact en de duur van de wegenwerken. Ook het parkeerbeleid laat zeer zwaar
te wensen over. De parkeerstudie die enkele jaren geleden het levenslicht zag, is
vooralsnog dode letter gebleven. Zeker in Strombeek-Bever is er een erg nijpend
parkeerprobleem.
Om het handelsleven in de centra op te krikken werd door een studiebureau in september
2010 een detailhandelsplan uitgeschreven, maar dit vertoont heel wat leemten en
zwakheden. Het werd nooit getoetst aan de visie van de gemeenteraadsleden en belandde
in een schuif. Met de vele aanbevelingen werd NIETS gedaan.
Ook de traditie om jaarlijks een gemeentelijke ontmoetingsdag te houden met het
bedrijfsleven is stilgevallen. Dat er drie weken voor de verkiezingen opnieuw zulke
ontmoeting werd gepland, is al te doorzichtig. Inzake het middenstandsbeleid moeten we
dus eerder spreken van een achteruitgang in plaats van een vooruitgang.
Vernieuwing is tenslotte bezorgd over de toekomst van de landbouw in onze gemeente.
50

Heel wat landbouwers staan dicht bij hun pensioen en er dienen zich weinig opvolgers aan.
Wij willen dat de landbouwactiviteit in Bever, Grimbergen, Beigem en Humbeek ook op
lange termijn gevrijwaard wordt. De oppervlakte die voorzien is voor de professionele
landbouw mag dan ook niet verder aangetast worden.
Onze voorstellen:
1. Handelaars en bedrijven moeten terecht kunnen bij een goed uitgebouwd
bedrijvenloket. Een ambtenaar van deze dienst moet voltijds worden vrijgesteld als
aanspreekpunt en bemiddelaar ten behoeve van de lokale economie. Deze dienst heeft twee
belangrijke doelstellingen:
A. het promoten van de lokale ondernemer en het Grimbergse kleinhandelsbeleid.
Deze dienst moet de draaischijf zijn voor de gezamenlijke initiatieven van de Grimbergse
handelaars en bedrijven (acties, promoties, koopjesmarkten, feestverlichting, …); ze moet
alle informatie over het economisch leven in Grimbergen bundelen, actueel houden en ter
beschikking stellen.
B. het verschaffen van inlichtingen en het communiceren met de lokale ondernemer.
Bij dit loket moet men terecht kunnen voor het starten van een onderneming, documentatie
over subsidies en premies, informatie over stedenbouw, milieu en mobiliteit, informatie
over beschikbare bedrijfsgronden en panden, hulp bij administratieve en fiscale
verplichtingen,
Deze dienst moet proactief werken en de bedrijven en handelaars spontaan op de hoogte
brengen van wegeniswerken (ook de termijnplanning!), openbare onderzoeken en publieke
activiteiten en initiatieven, bijvoorbeeld via een digitale ondernemingsbrief.
2. Het belangrijkste instrument van het bedrijvenloket moet de gemeentelijke website zijn,
zodat de meeste informatie en transacties 24 op 24 uur ter beschikking zijn.
Naar het voorbeeld van zovele andere gemeenten moet er een maximaal aanbod worden
voorzien van nuttige informatie voor ondernemers over de lokale en regionale
reglementering en de ruimtelijke planning. De aanvraag en afhandeling voor de meeste
attesten en vergunningen moet via digitale weg kunnen verlopen.
De website moet tevens een apart luik hebben voor de lokale vastgoedaanbiedingen inzake
wonen en handels- en bedrijfsruimte en (in samenwerking met de VDAB) een luik voor de
lokale jobaanbiedingen en bedrijfsvervoerplannen.
3. De Grimbergse digitale handelsgids moet veel informatiever en aantrekkelijker worden
en dient op de gemeentelijke startpagina meteen aanklikbaar te zijn. Ze moet kunnen
fungeren als een aparte website, die een echte promotie-affiche kan worden voor onze
plaatselijke handelaars en bedrijven. De ligging van handelszaken moet meteen op een
plattegrond kunnen teruggevonden worden (cfr. Overijse). Handelaars, bedrijven en
organisaties moeten er hun initiatieven en gezamenlijke activiteiten (Dag van de Klant,
Open Bedrijvendag, met belgerinkel naar de winkel,…) op een overzichtelijke wijze
kunnen promoten. Het kopen bij Grimbergse handelaars zou vanuit de gemeente met
51

waardebonnen of kortingen aangemoedigd moeten worden. De lancering van deze
vernieuwde digitale handelsgids moet gepaard gaan met een stevige campagne,
ondersteund door de gemeente. Wie gaat kijken naar de website ‘wieZemstdievindt.be’
begrijpt meteen wat we bedoelen.
4. De werking van de middenstandsraad dient te worden uitgebreid tot het ruime
economische leven in de gemeente (ondernemersloket, website, centrummanagement,
mobiliteit, openbare werken, jaarmarkten, acties, …) en tot alle deelgemeenten en wijken.
Er moet een bijzondere inspanning worden geleverd om de Strombeekse handelaars en het
sociale gebeuren in Strombeek-Bever (jaarmarkt, straatmarkten, …) te activeren. De
adviezen, plannen en evaluaties dienen systematisch bezorgd te worden aan de
gemeenteraadsleden en aan de ondernemers en handelaars.
5. Het handelsplan van de gemeente dient het voorwerp te zijn van een democratisch
debat met de handelaarsverenigingen én met de gemeenteraad. Het bestaande plan willen
we omsmeden tot een samenhangend en toekomstgericht geheel, met focus op alle
deelgemeenten en wijken. De afbakening van het Grimbergse kernwinkelgebied moet
herbekeken worden en ook de omgeving van de Wolvertemsesteenweg (tot aan het station)
omvatten. Het handelskarakter van deze omgeving moet sterker onderstreept worden
(bevlagging, verlichting, …). De goede voorstellen uit het handelsplan (stimulering
evenementen, ondersteuning starters en uitbreiding aanbod, promotie, afbakening
handelskernen, welkomstborden… ) moeten concreet uitgewerkt worden. In enkele wijken
moet worden nagegaan of er een basisvoorziening mogelijk is via marktkramers
(Verbrande Brug, Borgt,…)
6. Veiligheid, netheid en een behoorlijke inrichting zijn essentieel voor bloeiende
handelscentra en aantrekkelijke bedrijvenzones. Ook aandacht aan kleine punten, zoals
bijvoorbeeld de staat van bepaalde stoepen in Strombeek-Bever, laat te wensen over. Zij
zijn nochtans dikwijls bepalend voor het comfort tijdens het winkelen en bepalen de mate
waarin de consument weerkeert (zoals ook andere infrastructuur dit beïnvloedt:
straatmeubilair, borden met plan, degelijke wegwijzers…) We verwijzen voor het overige
naar onze hoofdstukken ‘veiligheid’ en ‘leefbare wijken’. Het is duidelijk dat er voor de
bedrijvenzones aan de Verbrande Brug dringend een Masterplan moet komen.
7. Primordiaal voor een goede economie is natuurlijk een vlotte bereikbaarheid en
parking. Alles moet dan ook in het werk worden gesteld opdat de duur en de impact van
openbare werken beperkt blijft tot het strikt noodzakelijke. De boeteclausules moeten beter
worden nageleefd en de communicatie naar de handelaars moet versneld en verbeterd
worden.
Met name in Strombeek-Bever is er nood aan extra parkeergelegenheid in de omgeving
van het Cultuurcentrum. De nood zal nog toenemen wanneer de winkels van de Soenssite
klaar zijn. Wij steunen daarom de aanleg van een degelijke en veilige ondergrondse
parking, liefst onder het gemeenteplein. Wanneer dit gecombineerd zou gaan met de
invoering van betalend bovengronds parkeren, dan dient een eerste periode van een half
uur steeds gratis te zijn en dient er aan het Gemeenteplein ook een zone voorzien te worden
voor kortparkeren.
In Grimbergen-centrum steunen wij het voorstel van Unizo om aan de
Wolvertemsesteenweg, naast de verfwinkel, een extra parkeerzone te voorzien van een
52

eperkte oppervlakte. Een deel van de achterliggende ruimte zou omgevormd moeten
worden tot een groene parkeerweide voor grotere evenementen (jaarmarkt, Kerstmarkt,…),
naar het voorbeeld van de parkeerweide aan het Gulden al. De rest van het jaar kan deze
dan dienen als speelweide voor de jeugdbewegingen. Bij het binnenrijden van de gemeente
dient de weg naar de parkings beter te worden aangegeven.
8. Lijst Vernieuwing staat welwillend tegenover een gezamenlijk initiatief van het
Grimbergse bedrijfsleven en van de sport- en culturele wereld om het sociale en
economische leven in Grimbergen beter te promoten en te ondersteunen, b.v. via een
maandelijks magazine naar het voorbeeld van Zemst. Ook een lokale immokrant kan daar
deel van uitmaken.
9. Met betrekking tot de ruimtelijke ordening staan we sterk achter het concept van
inbreiding van de gemeentelijke centra en zeker niet voor een verdere verlinting. We zijn
dan ook niet enthousiast over de uitbreiding van de zone Waardbeek met 5 hectare. Wij
willen deze uitbreiding beperkt zien tot 2,5 hectare, zodat dit bedrijventerrein duidelijk kan
worden afgebakend en voorzien van een groene corridor. Wel willen wij voldoende ruimte
voorzien voor lokale, Grimbergse bedrijven (zeker vijf hectare) op het vrij te komen
gedeelte van Parking C. In hoofdstuk 3 stelden we reeds voor om ook de stelplaats van De
Lijn te verhuizen naar Parking C, zodat er in het centrum van Grimbergen plaats vrijkomt
voor extra winkels, woongelegenheid en parkeerruimte. De tramloodsen kunnen daarbij
fungeren als overdekte parkeerruimte of als markthal.
10. De gemeentelijke fiscaliteit voor bedrijven moet opnieuw tegen het licht gehouden
worden. De belasting op drijfkracht moet ofwel sterk vereenvoudigd worden of vervangen
door een billijk alternatief, dat in elk geval geen extra last mag opleveren voor de
detailhandel.
11. Vernieuwing wil dat jonge landbouwers die een bedrijf overnemen, beter worden
bijgestaan en gestimuleerd. Vrijgekomen terreinen willen we zoveel mogelijk helpen
toebedelen aan bestaande of nieuwe Grimbergse landbouwbedrijven. De toewijzing van
landbouwgronden door het OCMW dient op een correcte wijze te verlopen, met voorrang
voor de Grimbergse landbouwers. Braaklegging van landbouwgronden in het kader van
erosiebestrijding moet correct vergoed worden. We willen tevens dat de goede
verstandhouding tussen natuurverenigingen en landbouwers wordt bestendigd. De
inschakeling van trage wegen in het recreatienetwerk dient te gebeuren in overleg met de
landbouwers en de adviezen van de Landbouwraad moeten systematisch aan de
gemeenteraadsleden bezorgd worden.
53

8.2. Toeristische troeven uitspelen
Met zijn vele monumenten, musea, abdij, sterrenwacht en camping, met zijn rijke
geschiedenis, zijn schilderachtig mooie omgeving en zijn vele wandel- en
fietsmogelijkheden heeft Grimbergen op toeristisch vlak zeer sterke troeven in handen. Er
wordt alleen nauwelijks wat mee gedaan. Zelfs de allerbekendste troef van Grimbergen,
het bijzondere abdijbier, wordt amper uitgespeeld.
De Grimbergse website biedt amper enige meerwaarde, is op toeristisch vlak bijzonder
statisch en droog en allerminst interactief. Vermelde activiteiten zijn vaak achterhaald. De
informatie over onze monumenten en het geschiedkundig overzicht over onze gemeente en
de deelgemeenten zijn veel te beperkt.
De toeristische dienst steekt zich te veel weg achter de Brabantse kouters, terwijl
Grimbergen zoveel meer te bieden heeft. De uitstraling van beide diensten is ondermaats
en nauwelijks hedendaags te noemen. Ondanks wat inspanningen omtrent de trage wegen
in onze gemeente, is er nog steeds geen behoorlijke wandel- en fietsgids voorhanden. De
informatiebrochure is alweer gedateerd.
De evenementenkalender wordt niet ten volle in de verf gezet. Buiten een Grimbergse
onderlegger voor de restaurants is er nauwelijks een gemeentelijk horecabeleid. Ook het
jaarmarktgebeuren is op de terugweg.
Grimbergen heeft al sinds enkele decennia geen ambitie meer getoond om zichzelf te
promoten. Getuige daarvan de oude, verbleekte verwelkomingsborden ‘bezoekt (sic)
Grimbergen’ die men nog op enkele plaatsen aantreft. Mede door dit gebrek aan ambitie is
onze gemeente stilaan verworden tot een slaapgemeente met ingedommelde dorpscentra.
Onze voorstellen:
1. Grimbergen moet zichzelf op de toeristische kaart plaatsen en zijn rijke toeristische
troeven durven uitspelen, in de eerste plaats in Vlaanderen en Nederland. Zo moet
Grimbergen bij de opvolger van De Gordel, die een belangrijke toeristische invalshoek
krijgt, een sleutelrol kunnen vervullen. De gemeente, de horeca en de ondernemingen met
toeristisch potentieel moeten de handen in mekaar slaan en een samenhangende
toeristische visie ontwikkelen. Nadien moet een marketingstrategie worden uitgewerkt,
waarbij Grimbergen als een ‘sterk merk’ op de toeristische kaart wordt gezet.
2. Er moet dus hard gewerkt worden aan de uitstraling van onze gemeente, in de eerste
plaats met een dynamische website, waarop een gedetailleerd en aantrekkelijk overzicht
wordt gegeven van het toeristisch aanbod, bijvoorbeeld met filmpjes over de monumenten
en de recreatieve mogelijkheden. De site zou digitale boekingen kunnen voorzien voor
rondleidingen en ontvangsten, weekend-arrangementen, overnachtingen in hotels en B&B,
fietsenverhuur... De toeristische dienst en de Brabantse Kouters zouden een veel meer
uitnodigende en hedendaagse uitstraling moeten krijgen. En ook bij het binnenrijden van
Grimbergen moet het rijke toeristische aanbod van onze gemeente in de verf gezet worden.
Waarom de mensen niet verwelkomen met de boodschap “Welkom in onze Vlaamse en
groene monumentengemeente”?
3. Wandel- en fietsroutes moeten beter worden uitgewerkt en op een hedendaagse wijze
54

ter beschikking worden gesteld, zowel digitaal als via een fraaie gedrukte gids. We willen
een mountainbike-route uitwerken en een 14-kastelenroute voor fietsers. Vanzelfsprekend
zal het fietsknopennetwerk alsook het netwerk van trage wegen hiervan een belangrijk
onderdeel vormen. Zeker op het vlak van de trage wegen is er nog heel wat voorbereidend
werk te verrichten. De bewegwijzering en het onderhoud van deze wegen moeten in ieder
geval veel beter, bijvoorbeeld via de promotie van een peterschap.
4. Daarnaast moet een degelijke toeristische gids ter beschikking worden gesteld alsook
achtergrondinformatie over de Grimbergse geschiedenis en ons rijk patrimonium. Onze
gemeente moet ten volle inspelen op Vlaamse evenementen, zoals de Open
monumentendag en de opvolger van ‘de Gordel’, die toeristisch geïnspireerd zal zijn.
5. Lijst Vernieuwing is voorstander van de realisatie van een natuur-educatief centrum,
dat zowel aan kinderen als volwassenen een introductie kan geven van de lokale
natuurrijkdom en van het natuurbeheer. De voorziene locatie nabij de camping lijkt ons
daartoe volkomen ongeschikt, want deze sluit niet aan op een natuurgebied of een
wandelcircuit. Dat is wel het geval met de Charleroyhoeve, die omringd wordt door
natuur- en parkgebied en gelegen is aan de wandel- en fietsroutes richting watermolens en
het Lintbos. Vernieuwing stelt dan ook voor dat de achtervleugel van de Charleroyhoeve
zou worden heropgebouwd als een hedendaags en interactief natuur-educatief centrum, dat
zou worden uitgebaat in samenwerking met Natuurpunt. We rekenen dan ook op Vlaamse
subsidies voor de heropbouw van deze vleugel en voor de uitbating. Eventueel zou op
termijn ook een deel of de gehele toeristische dienst van Grimbergen haar intrek kunnen
nemen in de Charloyhoeve. Ook de verhuur van fietsen, elektrische fietsen en
mountainbikes zou hier op een veel doeltreffendere wijze kunnen verlopen.
6. We steunen uiteraard de zeer lovenswaardige initiatieven van onze diverse musea zoals
het Museum voor Oudere Technieken, de volkssterrenwacht Mira en het biermuseum. Ook
hiervoor is een grotere promotie nuttig en wenselijk, in de eerste plaats in de scholen van
Grimbergen en van de omliggende gemeenten. Ook het historisch verleden van
Grimbergen verdient meer aandacht, bijvoorbeeld met een project (kinderatelier, maquette,
…) rond de Motte van de Borgt, waar zich de eerste versterkte vesting van onze gemeente
bevond.
7. Lijst Vernieuwing wil tenslotte een beperkte uitbreiding mogelijk maken voor de
Grimbergse camping en we bepleiten een betere, meer uitgebreide infrastructuur voor
zwerfwagens op de parking van Terwilgen.
55

9. Aandacht voor mobiliteit en verkeersveiligheid
Het beleid inzake verkeer, verkeersveiligheid en mobiliteit in onze gemeente laat duidelijk
te wensen over. Sinds 2003 heeft Grimbergen een eigen mobiliteitsplan, maar dit was en is
zodanig complex en ambitieus, dat er nauwelijks wat van de uitgebreide reeks actiepunten
gerealiseerd raakte. Wel werden in uitvoering van dit plan enkele studies gemaakt (o.a. een
uitgebreide parkeerstudie), maar daar werd verder nauwelijks wat mee gedaan. De
nijpende parkeerproblematiek in Strombeek-Bever is alleen maar toegenomen en er rijdt
nog altijd te veel zwaar verkeer door de hele gemeente op plaatsen waar dat niet is
toegelaten. Positief was wel dat er de voorbije jaren werk is gemaakt van een aantal nieuwe
fietspaden langs enkele hoofdassen zoals de Vilvoordse- en Wolvertemsesteenweg, de
Strombeeklinde en (na zware druk van de inwoners) de Kerkstraat, maar er valt nog heel
wat werk te doen. Langs sommige verbindingswegen (Meerstraat, Zijpstraat, Westvaardijk,
Verbrande Brugse en een deel van de Humbeeksesteenweg…) is het vandaag nog altijd
levensgevaarlijk voor fietsers.
In 2010 werd beslist dit mobiliteitsplan te actualiseren en te ‘verdiepen’, wat resulteerde in
een nieuw en veel beperkter beleidsplan, definitief goedgekeurd door de gemeenteraad van
30 augustus 2012. Helaas blijft het in Grimbergen veel te veel bij papierwerk en is er van
echt beleid nauwelijks sprake. Het meest pijnlijke voorbeeld is dat van de Westvaartdijk,
waar de stad Vilvoorde deze zomer eenzijdig besliste om een snelheidslimiet van 30
km/uur in te stellen. Het gaat hier nochtans om een belangrijke verbindings- en pendelweg
voor de Grimbergenaars. Vilvoorde wil deze belangrijke route voor Grimbergen richting
Brussel en Ring op termijn volledig schrappen. Dit zou de leefbaarheid van de Verbrande
Brug nog verder bemoeilijken en in de rest van Grimbergen het sluipverkeer sterk
aanwakkeren. Toch laat Grimbergen dit allemaal gebeuren, zonder dat er ernstig weerwerk
wordt geboden. En zonder dat het gemeentebestuur zelf een ernstige poging ondernam om
de weg behoorlijk uit te rusten.
De Grimbergse verkeersdienst werd inmiddels uitgebreid met een voltijdse medewerker,
maar daarmee staat er nog steeds geen professioneel verkeersbeleid op poten in onze
gemeente. Alles staat of valt uiteraard met een schepencollege en een schepen van Verkeer
die echt werk willen maken van een helder verkeersbeleid, duidelijke doelstellingen
poneren en op een behoorlijke wijze luisteren naar en communiceren met de bevolking.
Van zo’n beleid was er de voorbije jaren helemaal geen sprake. Het volstaat om een blik te
werpen op de gemeentelijke website en de meest recente communicatie op vlak van
mobiliteit: op 29 augustus 2012 vernemen we dat De Lijn vanaf februari 2011 nieuwe
tarieven zal hanteren. Het gemeentebestuur neemt ook zijn verantwoordelijkheid niet op bij
de plannen en de werken langs gewestwegen. Zo werd niet op een behoorlijke wijze
overlegd met de handelaars toen een groot aantal parkeerplaatsen zou verdwijnen ten
gevolge van de verbreding van de Brusselsesteenweg. Ook de aanvang van de werken zelf
werd niet op een ernstige wijze aangekondigd.
Dat laatste doet zich overigens geregeld voor bij openbare werken in de gemeente. De
aankondigingen van werken gebeurt erg vaak op het allerlaatste moment, zodat de
buurtbewoners en de weggebruikers helemaal niet voorbereid zijn. Ook op dit vlak is er
nood aan veel meer professionalisme. Beslissingen dienen ook sneller te worden
uitgevoerd. Vandaag laat de spreekwoordelijke Grimbergse traagheid zich al te zeer
gelden. Zo werd tijdens het schepencollege van 24 juli 2012 beslist om een
56

verkeersgeleider te plaatsen aan de Oude Schapenbaan, na een advies van de
gemeenteraadscommissie voor Verkeer van … 30 juni 2009.
Het gemeentebestuur laat zich overigens ook kenmerken door een vrij naïeve visie over de
uitbreiding van de Ring. Samen met enkele buurgemeenten heeft het zich uitgesproken
voor de snelle aanleg van parallelwegen op de Ring, maar dit zal het flessenhalseffect van
het viaduct van Vilvoorde en dus de files enkel doen toenemen, waardoor ons wegennet
nog meer zal belast worden door sluipverkeer. Inzake Parking C heeft het college dan weer
een belangrijke kans gemist om samen met het Vlaams gewest een termijnvisie te
ontwikkelen inzake het openbaar vervoer in onze streek.
Onze voorstellen:
Een meer professionele aanpak
1. Vernieuwing wil dat er in de eerste plaats een betrokken en geëngageerde schepen
voor Verkeer komt, die bereid is om veel tijd en energie te besteden aan zijn mandaat en
een voortrekkersrol vervult. Samen met het college moet hij/zij een duidelijke
meerjarenplanning uitwerken inzake mobiliteit en verkeersveiligheid, waarbij ook de
politie een takenpakket krijgt.
2. Via de gemeentelijke website moet er een veel grotere transparantie komen voor de
bevolking. Alle relevante informatie en beslissingen inzake mobiliteitsgerelateerde
onderwerpen dienen op een overzichtelijke manier kenbaar gemaakt worden, zodat de
burgers desgewenst kunnen reageren of nuttige tips kunnen aanbrengen. Op deze webstek
moet men bovendien tijdige en duidelijke informatie verschaffen over al geplande en
lopende werken, timing en mogelijke gevolgen voor alle weggebruikers. Er moet via deze
weg een dialoog opgebouwd worden met de burgers uit alle deelgemeenten; zij zijn
immers ervaringsdeskundigen als het op deze onderwerpen aankomt.
3. Wanneer zich een concreet probleem stelt en de infrastructuur moet gewijzigd worden,
willen we de bevolking uit de buurt van in het begin schriftelijk op de hoogte brengen
van mogelijke oplossingen en de kans geven opmerkingen te maken. De uitgewerkte
plannen moeten nadien via een buurtvergadering voorgesteld en besproken worden
vooraleer ze - via de bevoegde schepen - naar de gemeenteraad gaan.
4. Daarnaast willen we een Verkeersraad oprichten naar het voorbeeld van de Milieuraad
en de Gecoro (ruimtelijke ordening), met aan het hoofd een onafhankelijke voorzitter die
samen met ervaringsdeskundigen uit alle bevolkingsgroepen (senioren, jeugdbewegingen,
gezinsbewegingen, handelaars, bedrijven, …) minstens tweemaal per jaar samenkomt en
adviezen uitbrengt. Deze adviezen kunnen op de Gemeenteraad gebracht worden na
overleg met de bevoegde schepen. De leden moeten ook inzage krijgen in alle
verkeersklachten die op het gemeentehuis binnenkomen.
5. Het schepencollege moet een actieve dialoog opstarten en onderhouden met de
buurgemeenten, zowel aan Brusselse als aan Vlaamse kant. Op die manier moet
vermeden worden dat belangrijke dossiers al te lang blijven liggen of dat er tegenstrijdige
beslissingen worden genomen.
57

6. De samenwerking met de politie kan zeker verbeteren wat betreft de naleving van de
verkeersregels. Dit geldt met name voor de regels inzake tonnagebeperking. Ook inzake
snelheid en dronkenschap zullen er altijd controles noodzakelijk blijven. Toch kan aan de
snelheid op heel wat plaatsen wat gedaan worden via ingrepen in de infrastructuur,
bijvoorbeeld via het aanbrengen van parkeervakken en asverschuiving. In de dorpskernen
en nabij de scholen moeten de zones-30 op een veel duidelijker wijze worden afgebakend,
zodat men spontaan minder snel gaat rijden. Het gebrek aan politiekrachten om
parkeerovertredingen aan te pakken kan opgevangen worden met de invoering van
“gemeenschapswachten” met GAS (Gemeentelijke Administratieve Sancties)
bevoegdheden.
7. Er moet blijvend aandacht geschonken worden aan een goede verkeersopvoeding op de
scholen. Zeker voor korte afstanden moeten kinderen gestimuleerd worden om de fiets te
gebruiken. Gezamenlijke fietsactiviteiten moeten aangemoedigd worden. Ook het gebruik
van het openbaar vervoer moet van jongs af aan aangeleerd worden. De scholen dienen
bij hun activiteiten waar nuttig best ook zelf het openbaar vervoer in te schakelen.
8. Inzake fiets-, voetgangers- en ruitersverkeer dient er de komende jaren werk gemaakt te
worden van de uitbouw en het onderhoud van het trage wegennetwerk, dat eindelijk
gefinaliseerd moet worden. Aan de reeds bestaande routes moet meer publiciteit gegeven
worden en de nieuwe routes moeten ingeschakeld worden in het fietsknopennetwerk. In de
dorpskernen moet werk gemaakt worden van de (waar mogelijk) verbreding en afvlakking
van de voetpaden, zodat ze ook op een veilige wijze gebruikt kunnen worden door
rolstoelgebruikers.
9. Vernieuwing is voorstander van een goed uitgebouwd openbaar vervoer en schaart
zich achter het idee voor een tramlijn rond Brussel, die in Grimbergen langs de
Romeinsesteenweg richting UZ-Jette en Dilbeek zou gaan. Parking C zou daarbij als
overstapgebied en als nieuwe stelplaats van De Lijn kunnen uitgebouwd worden. We zijn
geen voorstander van een soort sneltram naar Brussel door de Grimbergse dorpskernen of
een uitbreiding van het Gewestelijk Expressnet (GEN). Dit zou de inwijking vanuit Brussel
naar Grimbergen nog veel feller doen toenemen.
10. Daarnaast pleiten we voor de vervanging van de vele tot-de-draad-versleten wegwijzers
in onze gemeente. De bewegwijzering naar de bedrijvenzones kan nog een stuk verbeterd
worden en er moet samengewerkt worden met de GPS-operatoren om onnodig
sluipverkeer van vrachtwagens tegen te gaan.
11. Gezien de verwachte verkeerstoename op de noorderring ten gevolge van de geplande
winkelcentra, pleiten wij voor een voltooiing van de Ring ten zuiden van Brussel, via
tunnels tussen Oudergem en Vorst. Enkel op die manier zal vermeden worden dat het
verkeer in onze streek gedurende een groot deel van de dag stilvalt.
Strombeek
Strombeek is dé gemeente die iedereen die het stilstaande verkeer van de Ring wil
omzeilen, kent. In Strombeek, dat dicht bebouwd is en waar vele mensen te voet hun
boodschappen doen, is er dringend nood aan een gezellige dorpskern met veilige
voetpaden. De meest gekende problemen in Strombeek zijn:
-tekort aan parkeergelegenheid met parkeren op voetpaden en fietspaden tot gevolg;
58

-sluipverkeer; -slechte staat van de voetpaden;
-te hoge snelheden in de dorpskern;
-te smalle straten voor het type verkeer dat er door rijdt.
In opdracht van de gemeente werd een studie uitgevoerd m.b.t. parkeren en sluipverkeer in
Grimbergen en Strombeek-Bever. De resultaten hiervan werden in maart 2010
bekendgemaakt.
Wat de parkeerproblemen betreft, wordt er gepleit voor een ondergrondse parking
(zonder uitspraak te doen over de locatie: Sint-Amandsplein of Gemeenteplein) en dit
gecombineerd met bovengronds betalend parkeren. Onze voorkeur gaat uit naar een
(voldoende grote) ondergrondse parking aan het Gemeenteplein omwille van de
aanwezigheid van het Cultuurcentrum. Bij het bouwen van dergelijke ondergrondse
parkeergelegenheid moet men ook denken aan de veiligheid van de gebruikers ervan.
Tevens moet er goed nagedacht worden over de bovengrondse parkeergelegenheden, met
name vaste plaatsen voor kortparkeren (kleine boodschappen) en bewonersparkeren.
In Strombeek schuift men alles op de lange baan met als excuus het langverwachte
Masterplan voor Strombeek, terwijl men toch al een aantal maatregelen had kunnen treffen
om Strombeek een hogere verkeersleefbaarheid te geven. Zo had men al lang een
duidelijke bewegwijzering kunnen realiseren om ‘lange termijn-parkeerders’ aan te
moedigen om de Singel-parking als randparking te gebruiken.
Wat de voetpaden betreft, is het in sommige straten waar handelszaken gevestigd zijn
(zoals de Grimbergsesteenweg en de Koningslosteenweg) bijzonder slecht gesteld: het
voetpad helt er zo erg af of is er zodanig smal dat het voor rolstoelgebruikers onmogelijk is
om in deze handelszaken hun boodschappen te komen doen. Indien men bovendien de
parkeerproblematiek wenst aan te pakken met randparkings dan moet men er ook voor
zorgen dat deze op een aangename en veilige wijze te bereiken zijn door minder mobiele
weggebruikers.
Inzake de sluiproute langs de Beverstraat en de Meisestraat zijn wij van oordeel dat deze
wel degelijk kan worden aangepakt op gemeentelijk niveau, ook al gaat het om verkeer dat
vaak van elders komt. Met een doordachte verkeersinrichting (wegversmallingen,
asverschuivingen) en een beperkt aantal eenrichtingsstraten kan hier nuttig werk worden
geleverd en kan het sluipverkeer worden tegengegaan.
Tenslotte stellen we vast dat in Strombeek de straten niet aangepast zijn aan het type
verkeer dat er doorrijdt: de smalle straten en scherpe straathoeken lenen er zich niet toe om
alle bussen van De Lijn op een vlotte en veilige manier alle haltes te laten bedienen die de
gemeente toegelaten heeft. Het openbaar vervoersnetwerk van Strombeek is dan ook aan
een evaluatie toe. Tegelijk moet het wegdek beter worden onderhouden, zodat de trillingen
van bus- en vrachtverkeer tot een minimum wordt herleid.
Bever
Het fietspad dat via de Beverstraat over de A12 loopt en uitmondt in de Gentsestraat is in
erbarmelijke toestand en stopt abrupt ter hoogte van het bedrijf SIMLA. Dit moet worden
heraangelegd en verlengd. De voetgangersbrug over de A12 die Bever met Strombeek
verbindt, kan nu amper gebruikt worden. Om de Boechoutlaan op een veilige manier over
59

te steken naar de voetgangersbrug is het inplanten van verkeerslichten zeker geen
overbodige luxe. Buurtbewoners vroegen hier reeds meermaals om, maar kregen steeds het
antwoord dat dit niet mogelijk is. Om voetgangers en fietsers op de meeste veilige wijze te
laten oversteken is een nieuwe of aangepaste brug die de beide parallelwegen
(Boechoutlaan en Antwerpselaan) overspant, de ideale oplossing.
In de Gentsestraat die overgaat in Treft en die uiteindelijk uitkomt op de
Romeinsesteenweg is er nergens een duidelijke aanwijzing van de snelheidsregels. Het
gevolg is dat deze baan een echte snelweg wordt, waar bovendien nooit snelheidscontroles
gedaan worden. Nochtans zou men langs deze weg met asverschuivingen of versmallingen
op een natuurlijke manier de snelheid kunnen matigen.
De grote parkeerdruk in de Treftwijk (voornamelijk, maar niet uitsluitend tijdens de
Heizelsalons) dient te worden tegengegaan met behulp van een blauwe zone, gekoppeld
aan bewonersparkeren.
Humbeek
De aanwezigheid van een groot logistiek centrum achter de woonwijk van Humbeek-Sas
zorgt nog steeds voor zeer gevaarlijke situaties wegens het toenemend vrachtverkeer
doorheen deze woonwijk. Iedereen erkent het economisch belang van dit centrum maar om
de situatie voor de buurtbewoners te verbeteren is een aangepast verkeersplan rond de
Humbeekse kanaalbrug dringend aan de orde. Ook de Kanaalstraat moet veiliger door een
duidelijke aflijning van de weg.
Gezien de nabijheid van de Humbeekse gemeenteschool (met vele honderden leerlingen)
vinden we een versmalling van de Sint-Rumoldusstraat en de aanleg van behoorlijke fiets-
en voetpaden in deze straat dringend noodzakelijk.
De gesloten bebouwing in de Dorpsstraat samen met het ontbreken van vele
parkeergarages maakt dat men steeds langs één zijde van de straat geparkeerd staat.
Hierdoor wordt dikwijls op het voetpad gereden om een tegenligger te ontwijken.
Eenrichtingsverkeer samen met afgebakende parkeerstroken langs beide zijden (wat voor
een asverlegging van de straat zorgt), zou de veiligheid en de rust hier sterk verbeteren.
Kerkstraat en kruispunt Kruisstraat - Molenstraat.
Om de veiligheid van de fietsers te waarborgen, moet er een fietspad worden aangelegd
langs de rechterzijde van de Kruisstraat richting Beigem. Het bestaande dubbele fietspad
op de linkerzijde zorgt voor te veel gevaar voor de aanstormende fietsers op dit dubbele
fietspad. Het kruispunt Kruisstraat–Molenstraat moet worden heringericht zodat fietsers en
voetgangers op deze belangrijke route veilig kunnen oversteken
Tijdens de toekomstig geplande Aquafinwerken in de zeer gevaarlijke Zijpstraat moet aan
weerskanten een gescheiden fietspad worden aangelegd dat een kortere verbinding
mogelijk maakt tussen Beigemsesteenweg en Nieuwenrode.
Ook in de Warandestraat en Driesstraat zijn Aquafinwerken gepland. De lange stroken
nodigen uit tot verhoogde snelheid. Met de aanleg van afgebakende parkeerstroken binnen
de bebouwde ruimtes, zou men een asverlegging kunnen ontwikkelen waardoor de
snelheid getemperd kan worden. De fietspaden moeten worden heraangelegd en verbreed.
60

Beigem
Het kruispunt Kruisstraat, Meerstraat, Zijpstraat en Beigemsesteenweg is gevaarlijk,
onder meer door de beperkte zichtbaarheid. Vrachtwagens of bussen kunnen hier bijna
onmogelijk van rijrichting veranderen zonder gevaarlijke maneuvers uit te voeren.
Gelukkig werd de boerderij op de hoek van de Kruisstraat en de Zijpstraat particulier
verkocht en zal de bouwheer bij de bouw van vier nieuwe woningen de hoek vrijwaren
zodat er een beter zicht komt voor het verkeer uit Nieuwenrode. Analoog daarmee dient de
andere hoek onteigend te worden, zodat het kruispunt eindelijk overzichtelijk wordt
.
Het vernieuwde wegdek van de Meerstraat, die ondertussen ook voorrangsbaan geworden
is, nodigt uit om veel sneller te rijden dan de opgelegde 50 km/u. Niettegenstaande er
verhoogd politietoezicht wordt gehouden, trekken weinig bestuurders zich iets aan van de
snelheidsbeperking. Structurele snelheidsremmende maatregelen zoals as-verschuivingen
zijn aangewezen, zeker op de lange, rechte stukken. De aanleg van een veilig voet- en
fietspad langs weerskanten van de Meerstraat (met behoud van het binnendoorfietspad aan
de Parklaan) is dringend en noodzakelijk.
De uitgesleten toestand van de Beigemsesteenweg is alom bekend en de bewoners
ondergaan met veel tegenzin de hinder van zware trillingen en geluidsoverlast.
Niettegenstaande er op deze weg een gewichtsbeperking van 3.5 ton en een
snelheidsbeperking van 50 km/u geldt, wordt deze kasseibaan nog te dikwijls door
vrachtwagens en bussen gebruikt als vluchtweg. Dit leidt vaak tot erg gevaarlijke situaties.
De heraanleg van deze weg heeft voor ons een veel hogere prioriteit dan de heraanleg van
het traject Kerselaar-station. Duidelijk is dat deze weg in de toekomst een strikt lokaal
karakter moet behouden en niet kan fungeren als verbindingsweg (zeker niet voor zwaar
vervoer) en dat de kruispunten met Molenstraat en Daalstraat op een doordachte wijze
moeten aangelegd worden.
Verbrande Brug
Hier pleiten we voor een aanleg van veilige fietspaden langs beide zijden van de
Verbrandebrugsesteenweg en de Kareelstraat. De actuele toestand is levensgevaarlijk
voor fietsers en voetgangers. Het plein voor de kerk en voor de Brug moet zodanig worden
heringericht dat er een verkeersluwe toestand wordt gecreëerd. Het uitbreiden van de zone
30 zou een snelle verbetering kunnen betekenen. In de Vaartstraat moet de zone 30 beter
worden afgebakend (poorteffect) en moet er ook aan de overkant een voetpad komen. Ook
moet het fietspad langs de Humbeeksesteenweg verder worden doorgetrokken richting
Fabrieksstraat en Westvaartdijk.
Voor de oostzijde van de Verbrande Brug pleiten wij voor de uitwerking van een
Masterplan (zie hoofdstuk Leefbare wijken). Daarvan moet de (telkens weer uitgestelde)
heraanleg van het Trésignieplein en een fraaie heraanleg van de Eppegemsesteenweg de
ruggengraat vormen. Vernieuwing is ook voorstander van het oost-oost-/west-west
principe, dat het zwaar verkeer zoveel mogelijk aanmoedigt om aan dezelfde kant van het
kanaal te blijven en dus zo weinig mogelijk gebruik te maken van de kanaalbrug.
61

Borgt-Molenveld
Een jarenlang steekspel tussen Water- en Zeekanaal, gewest en gemeente heeft geleid tot
de smerige en onveilige situatie die we vandaag kennen aan de Westvaartdijk. De situatie
is hoogst onveilig voor fietsers, die vanaf de grens met Vilvoorde geen enkele bescherming
meer hebben tegenover een dagelijkse karavaan van wegreuzen. Maar ook voor de andere
weggebruikers zijn de vele putten naast het wegdek een ernstig gevaar. Door de
afwezigheid van afwatering staat de weg bovendien meermaals per jaar onder water.
Vernieuwing wil een prioritaire en grondige heraanleg van deze weg, waarbij de gemeente
een trekkersrol moet vervullen. Er moet een behoorlijke riolering komen, een degelijke
verlichting en goed beveiligde fietspaden langs beide kanten van de weg tot aan de grens
met Vilvoorde. Het fietspad langsheen de donkere Oude Humbeeksesteenweg moet beter
onderhouden worden, maar is een recreatieve weg die onmogelijk als surrogaat kan dienen.
In de oude Borgt dient gezocht te worden naar bijkomende oplossingen voor het nijpende
parkeerprobleem. In de Walraevensstraat kan het schilderen van parkeervakken leiden tot
een betere benutting van de ruimte.
In de wijk nieuwe Borgt zijn er snelheidsremmende ingrepen nodig in o.a. de lange
Vinkenstraat en moet er een behoorlijk voetpad komen in de smalle Ter Tommendreef.
In de wijk Molenveld zijn er in de eerste plaats snelheidsremmende maatregelen
noodzakelijk in de lange Populierendallaan. Dat kan via de realisatie van
asverschuivingen, naar het voorbeeld van de Beukendreef.
Grimbergen-centrum
Grootste discussiepunt in Grimbergen-centrum wordt het kruispunt de Merodestraat-
Speelbroek-Brusselsesteenweg bij de nakende heraanleg van de Brusselsesteenweg.
Tijdens de vorige bestuursperiode 2000-2006 is de burgemeester pas op het laatste moment
in actie gekomen tegen de erg vreemde en onrealistische plannen van het Vlaams gewest.
Er zou een lichtengestuurd en erg onoverzichtelijk kruispunt komen, waarbij de
Triohofstraat enkel nog kan verlaten worden richting Strombeek en waarbij de
Merodestraat deels zou worden afgesloten. Tijdens de afgelopen zes jaar is er door de
gemeente geen enkel concreet tegenvoorstel gedaan en ook de bevolking werd nog altijd
niet geraadpleegd. Lijst Vernieuwing hoopt dat hierover nog steeds een ruim debat
mogelijk blijft, waarbij de mening van de bevolking gehoord kan worden en diverse pistes
(verkeerslichten, rond punt) bespreekbaar blijven. Wel zijn wij voorstander van een
versmalling van de Merodestraat (bredere voet- en fietspaden), waarbij de inrit
onaantrekkelijk wordt gemaakt voor vrachtverkeer en voor sluipverkeer dat de files op de
Brusselsesteenweg wil ontwijken.
Bij de aanleg van de geplande woonwijk in de Mierendonk moeten structurele ingrepen
gebeuren voor een veilige verkeersafwikkeling.
Vanaf de inrit van de Speelbroek, de Lagesteenweg en de Beiaardlaan moeten
poorteffecten gecreëerd worden die de zone 30 aangeven. Inzake de herinrichting van de
Prinsenstraat wensen wij een uitgebreide bevraging van de bevolking vooraleer de
drastische hertekening van het centrum doorgang vindt.
62

De Veldkantstraat is tijdens werkdagen erg gevaarlijk wegens het vele verkeer van en
naar de Kanaalzone. Fietsers zijn er volkomen onbeschermd. Samen met de heraanleg
moet werk gemaakt worden van een fietspad aan beide kanten tot aan Hoeveland. Vanaf
daar kan er worden aangesloten op de Grote Kerkvoetweg.
De fietssuggestiestroken in de Keienberglaan zijn gevaarlijk en bieden geen duurzame
oplossing. Samen met de Aquafinwerken moet de hele straat worden herdacht. Ook hier
moet ruimte komen voor fietspaden aan iedere kant.
63

10. Een open en democratische gemeente, met een
professioneel bestuur
10.1. Democratische gemeente
De Grimbergse coalitievorming nam in 2006 geruime tijd in beslag. Het resultaat was geen
wit konijn, maar een dromedaris. Zowel VLD als CD&V verdeelden de postjes over zoveel
mogelijk mensen, zodat de postjes van schepen, OCMW-voorzitter en burgemeester
toonbeeld waren van voortdurende wissels en bijgevolg van instabiliteit. Vernieuwing wil
dat dit soort zaken tot het verleden behoort. Een engagement moet worden aangegaan voor
zes jaar. Deze uitvoerende mandaten zijn er immers in het belang van de gemeenschap en
niet in het persoonlijke belang van wie ze uitoefent.
De werking van de gemeenteraad is er de voorbije jaren ook niet democratischer op
geworden. Te veel zaken worden onttrokken aan de bevoegdheid van de gemeenteraad en
‘onder kameraden’ bedisseld in het schepencollege of overgelaten aan intercommunales,
die steevast in handen zijn van leden van de meerderheidspartijen. Bovendien bestaat in
Grimbergen sinds jaren de gewoonte dat alle beleidspunten van tevoren afgesproken
worden onder de meerderheidspartijen en dat er nadien een soort zwijgplicht heerst, zodat
er van een echt debat tijdens de raadszitting geen sprake meer is. Het grootste deel van de
leden van de meerderheidsfracties brengt tijdens de gemeenteraadszittingen geen enkel
woord uit en herleidt zichzelf tot stemmachine. Wie wel durft spreken wordt doorgaans
scheef bekeken. Zo’n werkwijze komt neer op het tegenovergestelde van een open bestuur
en doet zwaar afbreuk aan de waardigheid van de raadsleden.
Burgemeester en schepenen weigeren bovendien al te vaak om te antwoorden op concrete
vragen tijdens de bespreking van beleidsnota’s en begrotingen. Tijdens
gemeenteraadszittingen wordt het steeds meer duidelijk dat niet alle gemeenteraadsleden
betrokken worden bij de totstandkoming van belangrijke beleidsplannen (zoals onlangs
nog het geval was bij het Integratiebeleidsplan). De gemeenteraadsleden zijn de stem van
de inwoners van Grimbergen maar hoeven blijkbaar niet gehoord te worden. En hun
vragen moeten niet beantwoord worden. Een grovere aanfluiting van de democratie is
nauwelijks denkbaar.
Het schepencollege heeft bovendien zeer recent beslist om de rechten van de
gemeenteraadsleden nog verder in te perken. Tot voor kort kon men als gemeenteraadslid
alle gewenste informatie vragen aan diensthoofden of personeelsleden en op eenvoudige
aanvraag een dossier inkijken. Dit gebeurde in een ongedwongen sfeer, zonder dat daar
misbruik van gemaakt werd of dat de werking van de diensten daardoor in het gedrang
kwam. Sinds augustus 2012 is daar op een zeer bruuske wijze verandering in gekomen.
Plots moeten de raadsleden die een dienst willen bezoeken acht werkdagen vooraf
schriftelijk meedelen welke dienst zij willen bezoeken en op welke dag en uur. Ook
dossiers kunnen niet meer opgevraagd worden. Het personeel kan enkel nog aangesproken
worden omtrent onderwerpen die op de agenda staan van de gemeenteraad. Voor inzage en
kopies van andere dossiers moet schriftelijk toelating worden gevraagd aan het college, dat
daarover een officiële beslissing moet nemen.
Dit staat inderdaad in het huishoudelijk reglement, maar het gaat hier om minimale rechten
die schriftelijk gegarandeerd zijn. In de praktijk werd deze uiterst bureaucratische
64

procedure nooit toegepast, precies omdat er het inzagerecht door de raadsleden geen
misbruik werd gemaakt. Dat men nu, helemaal op het einde van de legislatuur, het
inzagerecht van de raadsleden in zo’n grove mate terugschroeft, zegt veel over de open en
democratische ingesteldheid van het huidige bestuur. Hebben we te veel in bepaalde
pijnlijke politieke potjes geroerd?
Onze voorstellen:
1. Vernieuwing streeft ernaar om eventuele bestuursmandaten voor zes jaar met volle inzet
en overgave te vervullen.
2. Het voorzitterschap van de gemeenteraad dient ernstig te worden genomen en dient te
gaan naar een gemeenteraadslid met een open en onafhankelijke ingesteldheid, dat oog
heeft voor het belang van het democratisch debat.
3. Iedere schepen stelt bij het begin van en halverwege de bestuursperiode een beleidsnota
op, zodat zijn beleid kan geëvalueerd en opgevolgd worden. Ook tijdens de
gemeenteraadszittingen moeten zij over hun beleidsdomein verantwoording afleggen en
moet vermeden worden dat de burgemeester het laken steeds weer naar zich toetrekt.
4. Vernieuwing wil dat de intercommunales op een meer democratische wijze worden
samengesteld en dat bijgevolg ook oppositieraadsleden in aanmerking komen voor
mandaten of als plaatsvervanger. Verder moet er een minimum aantal onafhankelijke
vakbewame bestuurders aangesteld worden los van enige politieke binding.
5. Mondelinge vragen van gemeenteraadsleden moeten in de mate van het mogelijke
correct behandeld worden tijdens de raadzitting. Schriftelijke vragen dienen steeds binnen
de wettelijke termijn van 30 dagen een antwoord te krijgen.
6. Het huishoudelijk reglement wordt aangepast, zodat gemeenteraadsleden in alle
openheid en transparantie binnen een korte tijd kennis kunnen nemen van dossierstukken
en vragen kunnen stellen aan het personeel.
7. Vernieuwing wil de bevolking maximaal betrekken bij het beleid en is daarom
voorstander van lokale referenda over belangrijke gemeentelijke beleidsbeslissingen
10.2 Een open huis voor de Burgers
De inspraak van de bevolking bij wijkgebonden dossiers en de communicatie bij
bijvoorbeeld belangrijke werkzaamheden laten erg te wensen over. De betrokken inwoners
worden daardoor veel te laat verwittigd van zaken die een belangrijke impact hebben op
hun omgeving, hun inkomen of hun mobiliteit. Zeker handelaars worden doorgaans veel te
weinig gehoord en veel te laattijdig verwittigd van nakende werkzaamheden.
Aan concrete klachten van de bevolking wordt al te vaak geen of geen afdoende opvolging
gegeven. De klager krijgt vaak enkel een ontvangstmelding, zonder dat er nadien wordt
meegedeeld welke gevolg er aan de klacht werd gegeven.
Ondanks een nieuwe (eerder banale en kille) huisstijl en een aangepaste website, is de
digitale informatieverstrekking vanuit de gemeente nog altijd zeer beperkt. De website
oogt nog steeds bijzonder statisch. Heel wat onderdelen van de website bevatten informatie
die achterhaald is en dus niet regelmatig wordt onderhouden. Nog steeds is er van
65

interactie met de bevolking weinig te bespeuren. Amper 5 aangiftes zijn interactief
aanwezig op het e-loket. Er bestaat geen mogelijkheid om rechtstreeks via de
gemeentelijke webstek betalingen te verrichten. Wie zich inschrijft voor de gemeentelijke
nieuwsbrief ontvangt… niets.
Het digitale meldpunt schrikt af wegens te omslachtige reglementering. Opvolging van een
dossier is niet mogelijk omdat dit meldpunt geen virtueel loket ondersteunt,
niettegenstaande wij allen over een elektronische identiteitskaart beschikken die de
persoonlijke beveiliging van een dossier mogelijk maakt.
Er is geen melding van openbare aanbestedingen waarop lokale bedrijven kunnen
intekenen. Dit zou een meerwaarde kunnen betekenen bij aanbestedingen zonder
meldingsplicht waardoor een groter aantal handelaars en bedrijven kan worden bereikt. De
meeste documenten worden als pdf- of als Word-bestanden aangeboden en doen de
papierberg niet verminderen. Het rechtstreeks digitaal invullen van gegevens spaart
nochtans enorm veel tijd en energie uit, niet enkel voor de gebruiker maar tevens voor het
gemeentepersoneel. Dit systeem zou ook toelaten om aan elk formulier een dossiernummer
te koppelen waardoor de opvolging veel efficiënter kan gebeuren.
De beleidsinformatie is vaak laattijdig en ondermaats. De pagina’s cultuur, toerisme en
sport ogen zeer banaal en troosteloos. Het bedrijvenloket dat onder de link economie schuil
gaat, stelt niets voor en beperkt zich tot amper 16 punten die meestal nog zeer summier
zijn omschreven. Ook de moderne communicatiemedia zijn nog steeds niet aanwezig,
zoals Facebook, SMS, Twitter.
Onze voorstellen:
1. Vernieuwing wil ijveren voor een maximale openheid naar en betrokkenheid van de
bevolking bij het gemeentebeleid. Zo moet er op de webstek een overzichtelijke
samenvatting komen van de beslissing van de gemeenteraad en van de agendapunten en
vragen van de oppositie.
2. We willen de inspraak van de betrokken inwoners verhogen bij ruimtelijke plannen en
openbare werken vanaf de studiefase. De plaatselijke bevolking en in het bijzonder de
betrokken handelaars moeten tijdig verwittigd worden over de impact en de duur van de
werken. Aan openbare onderzoeken moet veel meer ruchtbaarheid gegeven worden.
3. Bij iedere klacht of melding via het meldpunt moet een dossiernummer en een antwoord
volgen en indien mogelijk een digitaal opvolgingstraject. De nieuwe gemeentelijke
informatie-ambtenaar moet een ombudsfunctie krijgen: bij slechte opvolging van
meldingen en klachten of bij ernstige dysfuncties moet men bij deze ambtenaar terecht
kunnen. Hij brengt hierover minstens jaarlijks verslag uit op de gemeenteraad.
4. De gemeentelijke webstek dient een professioneel instrument te worden, waarmee op
een interactieve wijze met de bevolking kan gecommuniceerd worden. Een zo hoog
mogelijk aantal dossiers en aanvragen moeten via digitale weg kunnen afgehandeld
worden en nadien met behulp van de digitale identiteitskaart verder opgevolgd.
5. De gemeentelijke webstek willen we tevens uitbouwen tot het visitekaartje en de
draaischijf voor de informatie omtrent het publieke leven in Grimbergen. Voor alle nuttige
66

informatie over het verenigingsleven, cultuur, evenementen, sport, jeugd, senioren,
toerisme, lokale handel, moet men er terecht kunnen. Voor elk van deze sociale
beleidsvelden moet er een digitale nieuwsbrief of kalender komen, waarop men zich gratis
kan abonneren. Ook Twitter en Facebook dienen ingeschakeld te worden voor digitale
informatieverstrekking. Voor noodsituaties kan er een sms-dienst worden uitgewerkt.
6. Vernieuwing wil blijvende aandacht voor een respectvolle behandeling van alle mensen
die op de gemeentelijke diensten beroep doen. De diensten zijn er voor de burger en niet
omgekeerd. Hoffelijkheid, luisterbereidheid, klantvriendelijkheid en een professionele
opvolging moeten de regel zijn.
10.3 Een professioneel bestuur: Grimbergen besturen als een
“goede huisvader”
Het is de opdracht van burgemeester, schepenen, gemeente- en OCMW-raadsleden om hun
gemeente te besturen als een goede huisvader, dat wil zeggen op een verantwoordelijke
wijze, zonder te verspillen en zonder te verwaarlozen. De klemtoon moet hierbij liggen op
een zuinig en doelmatig beheer van het belastinggeld, zonder jarenlang getreuzel of
verwaarlozing van het patrimonium en op een correct personeelsbeleid.
Een correct personeelsbeleid
Onze gemeente stelt meer dan 200 mensen te werk, de 80 mensen uit het onderwijs en de
90 inspecteurs en bedienden bij de politie niet meegerekend. Daarnaast zijn er nog eens
150 mensen tewerk gesteld bij het OCMW. Dit is een uit de kluiten gewassen onderneming
en zoiets vraagt natuurlijk een behoorlijk en hedendaags management. Duidelijk is in ieder
geval dat we over veel goed gekwalificeerde mensen beschikken, die vaak het beste van
zichzelf geven ten bate van de gemeente. Het komt er op aan deze mensen gemotiveerd te
houden. Dit vergt in de eerste plaats een grote luisterbereidheid en een goede interne
communicatie. Op dit vlak moet er nog sterk worden bijgestuurd. Bij het promotiebeleid en
bij de overgang van een contractueel naar een vast statuut bestaat ook de indruk dat er
onvoldoende kansen geboden worden voor de eigen personeelsleden.
De spreekwoordelijke Grimbergse traagheid heeft zich ook gemanifesteerd op vlak van
personeelsbeleid. Zo was Grimbergen afgelopen zomer één van de allerlaatste gemeenten
in Vlaanderen die een rechtspositieregeling goedkeurde voor het personeel. We werden
hiervoor herhaaldelijk van hogerhand op de vingers getikt. De afwezigheid hiervan leidde
tot onzekerheid en spanningen bij het personeel en maakte een job bij het Grimbergse
bestuur er zeker niet aantrekkelijker op. Inmiddels liep ook het aantal vacatures bij onze
diensten op tot
26. Er is ook nog steeds geen nieuwe personeelschef. Al maandenlang wordt getalmd met
de vacantverklaringen en de aanwerving van nieuwe mensen. Het einde van het schooljaar
is normaal gezien een goede periode hiervoor, maar die kans liet men schieten. Hier moet
dus dringend orde op zaken gesteld worden.
Lijst Vernieuwing heeft niet de indruk dat er veel diensten zijn bij de gemeente die
overbemand zijn of waar zou kunnen bezuinigd worden. Toch lijkt een doorlichting van
het personeel (de vorige dateert inmiddels van zo’n 20 jaar geleden) noodzakelijk, om na te
67

gaan op welke wijze onze dienstverlening efficiënter kan worden gemaakt en waar er
eventueel moet geschoven worden. Nu reeds is duidelijk dat het kader bij openbare werken
sterk ontoereikend is (er moet zeker iemand bijkomen op B-niveau) en dat er een
handhavingsambtenaar moet komen inzake milieu en ruimtelijke ordening. Ook zouden er
best enkele gemeenschapswachten worden aangeworven.
Onze voorstellen:
1. We willen inzetten op een betere interne communicatie bij onze diensten en op het
maximaal aanmoedigen van ons personeel, ook wat betreft opleiding en bijscholing. Bij
bevorderingen en benoemingen moeten er maximale kansen geboden worden aan het eigen
personeel. Wanneer men ervaren personeel in huis heeft, dient bij voorkeur gewerkt te
worden met interne promotie.
2. Er moet ook een meer vooruitziend personeelsbeleid gevoerd worden. Vacatures
moeten tijdig worden voorbereid en vacant verklaard, zodanig dat de kennis en de ervaring
kan worden doorgegeven.
3. Onze gemeentelijke diensten zijn toe aan een doorlichting, om na te gaan waar de
grootste noden zijn en op welke wijze er efficiënter kan worden gewerkt. Het kader van de
dienst Openbare Werken moet worden uitgebreid met een ambtenaar op B-niveau en op
Leefmilieu en Ruimtelijke Ordening moet er een handhavingsambtenaar komen met PVbevoegdheid.
Er dienen drie tot vier gemeenschapswachten te worden aangeworven. Bij
klachten over de werking van de gemeentelijke diensten, moet men terecht kunnen bij een
ombudsdienst, waarvoor bij voorkeur de communicatie-ambtenaar verantwoordelijk is.
Patrimonium: beter onderhouden
Onze gemeente beschikt over een zeer uitgebreid patrimonium, maar heeft tot op heden
geen beleid gevoerd om dit op een behoorlijke manier in stand te houden. Er is geen of
nauwelijks aandacht voor het beheer en het elementaire onderhoud van de
gemeentegebouwen, waardoor de kosten van de (al te laattijdige) herstellingswerken veel
te hoog lopen. Wanneer men een nieuwe school bouwt, dan moet men weten dat de daken
enkele jaren later een eerste inspectie dienen te krijgen en dat 15 à 20 jaar later een
grondige renovatie zal nodig zijn. Vandaag wordt veel te vaak een brandweerpolitiek
gevoerd en worden noodzakelijke herstellingen (bv. aan het Cultuurcentrum) al te zeer op
de lange baan geschoven.
Onze voorstellen:
1. Er moet een degelijke en transparante inventaris komen van het gemeentelijk
patrimonium en van de evolutie van de gebouwen. Ieder gebouw moet jaarlijks
geïnspecteerd worden. Noodzakelijke herstellings- en renovatiewerken worden niet langer
op de lange baan geschoven, maar concreet ingepland.
2. Voorstudies bij verbouwingen en herstellingen moeten ernstig verlopen, zodat
meerwerken zo veel mogelijk vermeden worden. Bij werken aan gebouwen en bij alle
openbare werken wordt een behoorlijk en sluitend overzicht gemaakt van alle kosten en
van alle meer- en minderwerken.
68

Financieel beleid: maximaal subsidiemogelijkheden aanspreken
Goede huisvader zijn betekent op de eerste plaats dat men op een verstandige en zuinige
wijze omspringt met het geld van de belastingbetaler en dat men deze belastingen zo laag
mogelijk houdt.
De Grimbergse personenbelasting (6,5) en vooral de onroerende voorheffing (775
opcentiemen) zijn relatief laag wanneer we dit vergelijken met het Vlaams gemiddelde
(7,2 en 1340). Toch mogen we ons daarop niet verkijken. Door de ligging nabij Brussel ligt
het kadastrale inkomen in de Vlaamse Rand veel hoger dan elders, waardoor 100
opcentiemen voor een eigenaar in Grimbergen veel duurder zijn dan voor een eigenaar van
een gelijkaardige woning in Limburg. Wij zijn er met de ploeg van Vernieuwing alvast
geen voorstander van om de belastingen te verhogen. Gezien de omvang van de schuld, is
pleiten voor een verlaging momenteel evenmin aan de orde en zelfs demagogisch.
Wel hebben wij vastgesteld dat Grimbergen al jarenlang een belangrijke inkomstenbron
laat liggen, terwijl de meeste andere gemeenten uit onze streek deze wel benutten. Het
betreft een belasting op ongeadresseerd reclamedrukwerk. Die brengt in een gemeente als
Asse jaarlijks meer dan 600.000 euro op. Omgerekend zou het in Grimbergen om 700.000
euro gaan. Distributiebedrijven vragen regelmatig naar onze tarieven. Het is onlogisch dat
zij in de buurgemeenten wel moeten betalen en hier niet.
Daarmee willen wij in Grimbergen een rollend fonds financieren dat een gemeentelijk
woonbeleid op gang moet trekken. Vermits we hierbij actief willen samenwerken met
Vlabinvest, kan ook vanuit deze hoek een financiële inbreng verwacht worden.
De gemeentelijke schuld is momenteel vrij hoog, maar de toename is in belangrijke mate
verklaarbaar door enkele grote en belangrijke projecten van de voorbije jaren, die door de
gemeenteraad unaniem gedragen werden, met name de bouw van het nieuwe zwembad in
Strombeek-Bever (ongeveer 11 miljoen euro) en de bouw van het nieuwe
politiecommissariaat (ongeveer 5 miljoen euro).
Intussen werd de afbouw van de schuld in gang gezet door de versnelde afbouw van
duurdere leningen en een nieuwe, door de hogere overheid gestimuleerde werkmethode,
waarbij infrastructuurwerken betaald worden met behulp van algemene middelen in plaats
van met telkens nieuwe leningen. De recente overgang naar een geheel nieuw
boekhoudsysteem (dat veel kinderziektes vertoont) en de daarmee samenhangende
verandering van begrotingsbeleid zorgen momenteel wel voor heel wat praktische
moeilijkheden bij de financiële dienst en maken de financiële situatie zowel voor de
diensten als voor het beleid vrij onoverzichtelijk.
Een aantal grote uitgaven van de voorbije jaren hadden wel voorkomen kunnen worden
door een meer vooruitziend beleid. Het gaat dan met name over de bouw van nieuwe
klaslokalen en infrastructuur (een grote refter) in de gemeentescholen, waarvan de kosten
erg hoog opgelopen zijn. Deze bijkomende klaslokalen waren noodzakelijk, maar de
gemeente heeft deze kosten integraal gefinancierd, terwijl deze grotendeels (tot 70%)
betaald hadden kunnen worden met subsidies. Die hadden dan wel geruime tijd vooraf
moeten aangevraagd zijn. Zeker in de Borgt en in Humbeek wist men al heel lang dat de
uitbreiding van het aantal lokalen noodzakelijk was. Ook voor andere projecten zal men in
de toekomst maximaal gebruik moeten maken van de subsidiemogelijkheden. Bijvoorbeeld
69

wat betreft de bouw en de werking van het geplande natuur-educatief centrum.
Onze voorstellen:
1.Handhaving van de huidige tarieven inzake personenbelasting en onroerende
voorheffing. Doorlichting en waar mogelijk vereenvoudiging van de andere
belastingtarieven. Invoering van een belasting op ongeadresseerd reclamedrukwerk.
2. Grondig onderzoek en voorbereiding van alle dossiers waar subsidie en ondersteuning
van hogerhand mogelijk is. Intensief overleg met de hogere overheid voor werken en
projecten van regionaal belang.
70