09.09.2013 Views

Verbinding Oktober 2010.pdf

Verbinding Oktober 2010.pdf

Verbinding Oktober 2010.pdf

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Vakblad voor mobiele communicatie in de openbare orde & veiligheidssector en het bedrijfsleven<br />

Jaargang 31, oktober 2010<br />

Achtergrond<br />

Ziekenhuis als SCL<br />

Technologie<br />

Nationaal Noodnet krijgt upgrade<br />

Nijmeegse Vierdaagse<br />

gaat netcentrisch


Abonneer nu op<br />

en mis geen nummer van<br />

hét vakblad voor mobiele<br />

communicatie in de openbare<br />

orde & veiligheidssector<br />

en het bedrijfsleven<br />

Wilt u een abonnement op <strong>Verbinding</strong><br />

voor slechts E 54,95 per jaar?<br />

(incl. 6% BTW)<br />

Mail uw persoonsgegevens naar<br />

abonnementen@fenceworks.nl


edactioneel | inhoud<br />

Flister<br />

geflest<br />

Het leek het ei van Columbus: de sirene van<br />

ambulance, brandweer en politie hoorbaar maken op<br />

de autoradio. Maar helaas, er zaten teveel haken en<br />

ogen aan. Hoewel?<br />

Officieel luidt de conclusie dat de proef niet heeft<br />

aangetoond dat hulpdiensten sneller ter plaatse zijn<br />

met behulp van het systeem. Maar wacht eens, dat<br />

was toch helemaal niet de insteek. Of hoogstens<br />

het tweede doel? Zoals ik het begreep, was het de<br />

bedoeling om ongelukken met hulpverleningsvoertuigen<br />

te voorkomen. Met als neveneffect dat deze<br />

dus beter kunnen doorstromen en daardoor sneller<br />

op de plaats van het incident zijn.<br />

In de conclusies van het ministerie staat helemaal<br />

niets over een ongevalstatistiek. Of misschien was de<br />

proef daarvoor wel te beperkt. Er werden slechts drie<br />

voertuigen uitgerust met het Flister-systeem, dus dat<br />

dit geen representatief aantal is, is duidelijk.<br />

Maar er staat nog wel wat anders in het eindrapport.<br />

Het blijkt namelijk dat de uitzendingen van de<br />

brandweerauto en ambulance niet alleen te horen<br />

waren in de auto’s die zich in de weg van de<br />

hulpverlening bevonden, maar ook in auto’s enkele<br />

straten verderop. Sterker nog, ook in de omliggende<br />

woningen op de radio’s. Maar ik kan me toch niet<br />

voorstellen dat dit niet vooraf was ingecalculeerd.<br />

En er is nog meer. Omdat de sirenes ingrijpen in<br />

de frequenties van de publieke en commerciële<br />

omroepen (ja logisch, via een RDS-signaal wordt<br />

immers de uitzending onderbroken), verwacht de<br />

staatssecretaris dat vanwege het “medegebruik van<br />

FM-omroepband (...) compensatie wellicht passend<br />

is”. En zij wil dit niet betalen “zeker in deze tijden<br />

van bezuinigingen”.<br />

Maar mensen toch. We praten hier toch niet<br />

over complete uitzendingen in het kader van<br />

Postbus 51! Het gaat hier om niet meer dan pakweg<br />

20, 30 seconden met een extreem klein bereik. Een<br />

flauwekulargument van de bovenste plank.<br />

Waarom het Flister-experiment dan ‘mislukt’ is,<br />

zullen we wel nooit helemaal te weten komen. Maar<br />

er gloort nog een sprankje hoop. De staatssecretaris<br />

schrijft dat Flister “op een aantal punten verbeterd<br />

zal moeten worden”, onder meer met een “gericht<br />

en situatie-afhankelijk bereik”. Op naar Flister 2.0<br />

lijkt me.<br />

Marcel Debets<br />

Hoofdredacteur<br />

Inhoud<br />

Actueel<br />

Vierdaagse gaat netcentrisch<br />

Actueel<br />

Frequentiediscussie<br />

gaat door<br />

Technologie<br />

Nationaal Noodnet<br />

wordt NCV<br />

Praktijk<br />

Tetra of DMR,<br />

wat is de juiste keuze?<br />

Technologie<br />

Zigbee: energiezuinig<br />

draadloos protocol<br />

Achtergrond<br />

Ziekenhuis als special<br />

coverage location<br />

En verder<br />

Kort Nieuws 4<br />

Column 30<br />

Michiel Stam<br />

Wilt u uw<br />

bedrijfsgegevens<br />

plaatsen in<br />

<strong>Verbinding</strong> én<br />

uw logo op de<br />

homepage van<br />

verbinding.nl?<br />

Neem dan contact op met<br />

<strong>Verbinding</strong> oktober 2010 3<br />

Archer Media<br />

Bas van den Engel<br />

bas@archermedia.nl<br />

of<br />

12<br />

15<br />

18<br />

21<br />

27<br />

Oscar Nieuwland<br />

oscar@archermedia.nl<br />

Telefoon: 033 - 453 94 50<br />

9<br />

Meld je nu aan voor de nieuwsbrief van <strong>Verbinding</strong><br />

Kijk op www.verbinding.nl!


4<br />

kort nieuws<br />

<strong>Verbinding</strong> oktober 2010<br />

Ministerie bekijkt alternatieven<br />

voor portofoonfunctie C2000<br />

Ondanks dat C2000 niet ter discussie staat, zoekt het ministerie van Binnenlandse<br />

Zaken naar alternatieven voor de portofoonfunctie van C2000. Dit heeft<br />

staatssecretaris Ank Bijleveld van Binnenlandse Zaken (BZK) in een brief aan de<br />

Tweede Kamer geschreven.<br />

Begin september ontstond commotie<br />

naar aanleiding van een brief die de<br />

vakorganisaties verantwoordelijk<br />

voor het brandweerpersoneel<br />

(Abva-Kabo FNV, CNV Publieke Zaak,<br />

CMHF/LO en de Vakvereniging<br />

Brandweervrijwilligers) aan alle<br />

burgemeesters stuurden. Hierin<br />

schrijven ze dat de gevaren bij het<br />

wegvallen van de verbinding te groot<br />

zijn. Het systeem hapert vooral bij<br />

de portofoonfunctie, de Direct Mode<br />

of Operation (DMO). Hiermee maken<br />

de apparaten direct contact met<br />

elkaar. De bonden stelden dat de<br />

DMO-functie, die vooral in gebouwen<br />

wordt gebruikt, levensbedreigend kan<br />

zijn voor brandweerlieden.<br />

Hierop liet BZK weten dat C2000 niet<br />

ter discussie staat. Het probleem zou<br />

kunnen worden opgelost door de<br />

opleidingen te verbeteren en door<br />

technische verbeteringen. Nu is het<br />

ministerie toch bereid ook naar alternatieven<br />

te kijken voor de huidige<br />

portofooncommunicatie in grote<br />

kantoorpanden, scheepsruimten,<br />

fabriekshallen, tunnels en parkeergarages.<br />

Bijleveld schrijft: “Het moet<br />

dan wel gaan om kansrijke, praktisch<br />

toepasbare technieken die een<br />

alternatief zijn voor de nu gebruikte<br />

portofoontechnologie. Daarom is in<br />

de aanbesteding de eis gesteld dat<br />

een onderzoek naar een alternatief<br />

dat niet gebaseerd is op de C2000technologie,<br />

voor de huidige portofoon<br />

binnen een jaar een bruikbaar<br />

demonstratiemodel moet opleveren.”<br />

Volgens de staatssecretaris staat<br />

het onderzoek geheel los van de<br />

verbeteringen aan C2000 die op<br />

EADS Defense & Security<br />

wordt Cassidian<br />

EADS Defense & Security wijzigt de naam in Cassidian. De<br />

tak die zich richt op de openbare orde en veiligheidssector<br />

en verantwoordelijk is voor onder meer Tetra-oplossingen<br />

wil hiermee de integratie tussen beide onderdelen<br />

‘defence’ en ‘security’ benadrukken. De naam komt van<br />

korte termijn mogelijk zijn. Zo zou<br />

de nieuwe generatie portofoons al<br />

veel beter werken in gebouwen dan<br />

de oude generatie. Het ministerie<br />

benadrukt dat niet wordt gekeken<br />

naar een volledig alternatief voor<br />

C2000, omdat het systeem voor het<br />

overige goed functioneert.<br />

De Nederlandse Vereniging voor<br />

Brandweerzorg en Rampenbestrijding<br />

(NVBR) neemt overigens afstand van<br />

de stelling van de vakorganisaties<br />

dat er levensbedreigende situaties<br />

voor brandweerlieden zouden zijn.<br />

Voor de DMO-problemen zijn in<br />

alle regio’s tijdelijke oplossingen,<br />

zoals instructies voor een ander<br />

gebruik van de portofoons of het<br />

tijdelijk uitwijken naar analoge<br />

communicatiefrequenties.<br />

het Latijnse woord voor ‘helm’ (cassida) en ‘meridiaan’,<br />

waarmee het bedrijf zijn globale status wil weergeven.<br />

Het lijkt erop dat de veranderende marktomstandigheden<br />

een van de redenen is dat de naam wordt aangepast.<br />

“Onze business verandert, evenals onze klanten,” zegt<br />

Stefan Zoller, CEO van de unit. “Met name de civiele<br />

markt, waar we ons willen positioneren met een sterke<br />

merknaam, wordt steeds belangrijker.” De naam EADS<br />

wordt nog steeds veel geassocieerd met de ruimtevaart en<br />

defensie-afdelingen.<br />

Verdere strategische doelen veranderen niet, zegt<br />

Cassidian. Militaire luchtdoelapparatuur, radarsystemen,<br />

nationale veiligheid en – uiteraard – beveiligde communicatiesystemen<br />

blijven de speerpunten van het bedrijf<br />

in de bekende lokale markten (diverse Europese landen<br />

en de VS). India, Brazilië en het Midden Oosten zijn door<br />

Cassidian aangewezen als belangrijkste groeimarkten.<br />

In 2009 haalde Cassidian wereldwijd een omzet van<br />

5,4 miljard US dollar, waarmee het een belangrijke poot<br />

is voor EADS (42,8 miljard US dollar). Er werken ongeveer<br />

21 duizend mensen voor Cassidian.


Ict-dienst politie bezuinigt radicaal<br />

De ict-dienst van de politie, vtsPN, gaat radicaal<br />

bezuinigen om de chaos te beheersen. 600 externe<br />

medewerkers moesten al het veld ruimen, en ook<br />

in de infrastructuur wordt drastisch gesneden.<br />

Huub Stiekema, directeur Dienstverlening van<br />

de vtsPN (voorziening tot Samenwerking Politie<br />

Nederland) meldt dat de ict van de politie een<br />

“open hartoperatie zonder verdoving” ondergaat.<br />

De vtsPN beheert de ict van zo’n 55.000<br />

politiemedewerkers in Nederland. De organisatie<br />

ligt al ruim een jaar zwaar onder vuur, met name<br />

vanwege het grote aantal duurbetaalde externen,<br />

die geen grip kregen op de chaotische situatie.<br />

Een grote storing in het Noordoosten van<br />

Nederland zorgde eerder dit jaar bovendien voor<br />

nog meer onrust. De minister van Binnenlandse<br />

Zaken stelde hierop een interventieteam samen<br />

en beloofde snel beterschap. Volgens Stiekema<br />

heeft de directie van vtdsPN dit voortvarend<br />

aangepakt.<br />

Ericsson en Motorola samen in<br />

LTE-oplossingen voor OOV-sector<br />

Ericsson en Motorola Solutions zijn een partnerschap aangegaan om LTE-oplossingen<br />

voor de OOV-sector aan te bieden. Het platform moet tegemoet komen aan de<br />

specifieke eisen die de sector stelt. Zo is met LTE het realtime delen van informatie<br />

tussen het commandocentrum en mensen in het veld beter mogelijk. In aanvulling<br />

op de producten van Motorola, zoals radio’s, terminals in voertuigen en mobiele<br />

LTE-apparaten zal Ericsson de infrastructuur gaan leveren.<br />

a d v e r t e n t i e<br />

<strong>Verbinding</strong> oktober 2010 5<br />

NEC stapt in LTE<br />

Nu LTE op het punt staat om<br />

groots gelanceerd te gaan worden in<br />

diverse landen, stapt ook het Japanse<br />

NEC in apparatuur voor de backhaul.<br />

Begin september lanceerde het bedrijf<br />

het iPASOLINK-platform. Onder deze<br />

noemer verschijnt een all-in-one<br />

ip-converter, met daarin aansluitingen<br />

voor packet radio, microwave en<br />

optische netwerken. De iPASOLINK<br />

is de nieuwe loot aan de stam van<br />

PASOLINK-producten. De iPASOLINK<br />

werd in het European Advanced<br />

Network Test Centre inmiddels op de<br />

pijnbank gelegd en goed bevonden.


6<br />

<strong>Verbinding</strong> oktober 2010<br />

Proef met Flister mislukt<br />

De proef om de sirenes van hulpverleningsvoertuigen via de autoradio hoorbaar<br />

te maken is afgerond. De conclusie is luid en duidelijk: het systeem wordt niet<br />

landelijk ingevoerd. Uit de proef is niet gebleken dat politie en brandweer met<br />

het systeem sneller ter plekke zijn.<br />

Daar komt nog eens bij dat het radiosignaal<br />

van Flister ook terechtkomt bij omwonenden<br />

en automobilisten die verderop rijden. Omdat<br />

de frequenties van Flister logischerwijs<br />

overlappen met de frequenties van de<br />

omroepen, zouden deze dus in hun rechten<br />

worden beperkt. Een vergoeding daarvoor<br />

van de overheid werd in deze tijden van<br />

bezuinigingen niet haalbaar gezien,<br />

verklaarde de minister.<br />

De hoorbaarheid van sirenes van voorrangs-<br />

Motorola krijgt Tetra-contract<br />

Duitse deelstaat<br />

Motorola Solutions heeft een groot contract<br />

afgesloten met de overheid in de Duitse deelstaat<br />

Mecklenburg-Vorpommern voor de levering van 10<br />

duizend tweeweg Tetra-handsets. Gedurende de<br />

komende drie jaar zullen de apparaten in fases worden<br />

verstrekt aan het personeel van OOV-diensten,<br />

aangevuld met diverse diensten en accessoires.<br />

De overheid van de Duitse deelstaat koos voor<br />

diverse portable en mobiele terminals waaronder de<br />

MTP850 FuG portable TETRA terminal, de MTP850Ex<br />

ATEX portable terminal, diverse mobile TETRA- en<br />

TCR1000-terminals die speciaal worden ingezet bij<br />

geheime operaties.<br />

voertuigen is al jaren een punt van zorg bij de<br />

overheid. Met grote regelmaat ontstaan gevaarlijke<br />

situaties in het verkeer en gebeuren<br />

er zelfs ernstige ongevallen, omdat andere<br />

weggebruikers naderende hulpverleningsvoertuigen<br />

met optische en geluidssignalen<br />

niet of te laat opmerken. Op dit probleem leek<br />

een antwoord te zijn gevonden. Als automobilisten<br />

sirenes buiten de auto niet meer horen,<br />

moet het geluid ín de auto worden gebracht.<br />

Flister zond binnen een straal van enkele hon-<br />

De nieuwe MTP850 FuG is een of-the-shelf beveiligde<br />

terminal voor spraak en data, met de nodige<br />

aanpassingen om te voldoen aan de vereisten van<br />

de Duitse autoriteiten.<br />

Het contract voorziet ook de levering van Motorola’s<br />

Integrated Terminal Management (iTM) Solution<br />

oplossing, waarmee de autoriteiten de software en<br />

de configuratie van elke afzonderlijke terminal op<br />

afstand kan beheren. De Duitse overheid heeft dit<br />

jaar al in meerdere deelstaten contracten gesloten<br />

met Motorola, zoals Berlijn, Thüringen en Sleeswijk-<br />

Holstein.<br />

derden meters een kortstondig sirenesignaal<br />

uit op de gehele FM-omroepband, zodat<br />

automobilisten die naar de autoradio luisterden<br />

alert werden gemaakt op een naderend<br />

hulpverleningsvoertuig. Drie hulpdiensten<br />

experimenteerden sinds augustus 2008 met<br />

het systeem, ambulancedienst UMCG in<br />

Noord-Nederland, Brandweer Utrecht en het<br />

Korps Landelijke Politiediensten.<br />

De ‘sirenezender’ was bedoeld als een alternatief<br />

voor hardere en schellere sirenes op<br />

hulpverleningsvoertuigen. Het apparaat dat<br />

Flister in samenwerking met een elektronicaleverancier<br />

ontwikkelde, was een mobiele<br />

zender, die in ieder hulpverleningsvoertuig<br />

kon worden ingebouwd. Het apparaat scande<br />

de volledige FM-radioband tussen 88 en 108<br />

MHz en zond vervolgens op alle gevonden<br />

frequenties een kort audiosignaal met de<br />

toon van een sirene uit, in combinatie met<br />

een RDS-signaal. De Flister onderdrukte zo<br />

tijdelijk het signaal van de zender waar de<br />

automobilist naar luisterde.<br />

Het RDS-systeem bood Flister ook de<br />

mogelijkheid om teksten mee te zenden die<br />

dan in het display verschijnen, net zoals de<br />

programma-informatie en verkeersinformatie<br />

op RDS-radio’s. De reikwijdte van Flister<br />

was 200 tot 300 meter. Die reikwijdte is het<br />

systeem nu fataal geworden.


Flash met dealernetwerk<br />

voor DAMM TetraFlex-systemen<br />

Om zijn marktaandeel in Nederland te vergroten, heeft Flash<br />

Services een exclusief dealernetwerk opgezet voor DAMM<br />

TetraFlex-systemen. De geselecteerde businesspartners zijn Abiom<br />

Communication Systems, Venema Communicatie, Telecom Service<br />

Leek, Telecom Service Heerhugowaard, Van de Klundert Telecom,<br />

Secoma en APS Tilburg.<br />

De keuze van Flash voor deze partijen is gebaseerd op hun<br />

jarenlange expertise op het gebied van radiocommunicatie en<br />

hun full-service mogelijkheden. Naast de dealerorganisatie blijft<br />

Flash ook zelf DAMM TetraFlex-systemen verkopen en verhuren.<br />

“Er zijn duidelijke onderlinge afspraken gemaakt en we hebben<br />

het volste vertrouwen in een goede samenwerking,” aldus Flash.<br />

TetraFlex is een volledig op IP-technologie gebaseerd Tetra<br />

digitaal trunking-systeem. De configuratie bestaat uit separate<br />

eenheden: een Systeem Controller en een of meer digitale<br />

basisstations (maximaal vier) per site. Door de toegepaste TDMAtechnologie<br />

(Time Division Multiple Acces) levert elk basisstation<br />

vier kanalen op één frequentie. Per site doet één kanaal van<br />

het totaal aantal kanalen dienst als controlekanaal. Met drie<br />

basisstations beschikt de klant over (12 – 1) 11 kanalen voor de<br />

communicatiebehoefte.<br />

a d v e r t e n t i e<br />

<strong>Verbinding</strong> oktober 2010 7<br />

Amerikaanse operator<br />

claimt primeur LTE<br />

De lokale Amerikaanse operator<br />

MetroCPS zegt de eerste aanbieder<br />

in de Verenigde Staten te zijn die een<br />

Long Term Evolution (LTE)-netwerk<br />

commercieel gaat uitbaten.<br />

De komende maand kunnen abonnees<br />

in de staten Dallas en Las Vegas<br />

een LTE-abonnement van MetroCPS<br />

afsluiten. Daarmee is de operator<br />

eerder dan de grote speler Verizon, die<br />

had aangekondigd eind dit jaar LTEabonnementen<br />

te zullen invoeren.<br />

MetroCPS maakt gebruik van de<br />

infrastructuur van Samsung. Deze<br />

fabrikant heeft ook enkele LTEsmartphones<br />

aangekondigd.


8<br />

<strong>Verbinding</strong> oktober 2010<br />

Nieuwe breedbandmodules Ericsson<br />

Ericsson heeft een tweede generatie van zijn F3307 mobiele<br />

breedbandmodule ontwikkeld. Deze is specifiek bedoeld voor<br />

tabletcomputers en andere consumentenelektronica. Daarnaast<br />

kondigde het bedrijf de eerste mobiele breedbandmodule aan<br />

die specifiek is ontworpen voor notebooks. Deze ondersteunt 21<br />

Mbps HSPA-netwerken. De module kan samenwerken met de<br />

anti-diefstaltechnologie Intel AT, waardoor een computer op af-<br />

a d v e r t e n t i e<br />

stand kan worden uitgeschakeld in geval van verlies of diefstal.<br />

Dit is zelfs mogelijk als het besturingssysteem niet draait.<br />

Beide modules hebben een laag stroomverbruik, waardoor de<br />

batterijduur volgens de fabrikant sterk wordt verhoogd. Ook<br />

kunnen beide modules zorgen dat binnen enkele seconden<br />

nadat de notebook of tablet uit de slaapstand komt weer<br />

verbinding met internet wordt gemaakt.<br />

Politietelefoon krijgt spraakherkenning<br />

Het landelijke telefoonnummer van de politie,<br />

0900-8844, voor niet-spoedeisende zaken,<br />

krijgt een systeem voor spraakherkenning.<br />

Mobiele bellers moeten daarmee sneller<br />

kunnen worden doorgeschakeld naar het<br />

juiste bureau.<br />

Het systeem voor spraakherkenning is<br />

geïnstalleerd bij het callcenter van het KLPD<br />

in Driebergen. Het is vooral bedoeld voor mobiele<br />

bellers, omdat uit hun telefoonnummer<br />

niet is af te leiden waar ze zich bevinden.<br />

Wie 0900-8844 belt, wordt gevraagd de<br />

naam van het gewenste politiebureau in te<br />

spreken. De software herkent de naam en<br />

maakt de verbinding. Wanneer de software de<br />

ingesproken plaatsnaam niet herkent, wordt<br />

doorgeschakeld naar een medewerker van het<br />

KLPD in Driebergen, die de verbinding met het<br />

juiste bureau alsnog tot stand brengt.<br />

Het aantal mobiele bellers is de afgelopen tijd<br />

sterk toegenomen. In 2009 kreeg het KLPD<br />

2,9 miljoen mobiele meldingen binnen, wat<br />

tot lange wachtrijen leidde. De spraakherkenningsservice<br />

moet de Nederlandse politie<br />

jaarlijks een operationele besparing van 8 ton<br />

opleveren.<br />

Investeerders<br />

geïnteresseerd in Nokia<br />

Siemens Networks<br />

Nokia Siemens Networks (NSN) is in gesprek<br />

met investeerders. Dat heeft de directeur<br />

van de joint venture bevestigd tijdens het<br />

jaarlijkse telecomcongres in het Spaanse<br />

Santander. Volgens The Financial Times<br />

hebben zich enkele investeerders gemeld,<br />

waaronder grote private equity-partijen. De<br />

krant schat dat het om een deal van ongeveer<br />

een miljard dollar zou gaan.<br />

De joint venture tussen Nokia en Siemens<br />

eindigt in 2013. Beide bedrijven zeggen<br />

bereid te zijn met externe partijen te<br />

gaan praten om te onderzoeken of ze het<br />

samenwerkingsverband voort kunnen<br />

zetten. Volgens directeur Rajeev Suri is de<br />

belangstelling van investeerders een teken<br />

dat NSN op koers is, ook al heeft de joint<br />

venture het, net als zijn branchegenoten,<br />

zwaar vanwege de economische recessie.<br />

De komende tijd zal de focus van NSN<br />

onder andere liggen op het verzorgen<br />

van de infrastructuur voor LTE-netwerken<br />

en onderzoek naar optimaal gebruik van<br />

mobiele apparaten. Onlangs kocht NSN de<br />

netwerkdivisie van Motorola om zijn grip op<br />

de Amerikaanse markt te versterken.


actueel<br />

De Nijmeegse Vierdaagse is een van de<br />

grootste en wellicht ook meest informatiegestuurde<br />

evenementen van Nederland.<br />

Ieder jaar lopen meer dan veertigduizend<br />

wandelaars vier dagen lang door de regio<br />

en daarnaast trekken de Vierdaagsefeesten<br />

nog eens honderdduizenden bezoekers naar<br />

Nijmegen en omstreken. Om die mensenmassa’s<br />

beheersbaar te houden en om de<br />

veiligheid, verzorging en hulpverlening te<br />

Direct informatie delen en beslissingen nemen<br />

Nijmeegse Vierdaagse<br />

gaat netcentrisch<br />

Realtime informatie delen en snel beslissingen nemen, is belangrijk bij<br />

crises en incidenten, maar ook bij grote evenementen met een groot<br />

veiligheidsbelang. De Nijmeegse Vierdaagse was de ideale gelegenheid<br />

om netcentrisch werken in de praktijk te laten zien.<br />

Door Rob Jastrzebski<br />

waarborgen, hebben de Stichting de 4Daagse<br />

en de hulpdiensten continu behoefte aan<br />

actuele en betrouwbare informatie. Tijdens<br />

de laatste editie van de Vierdaagse beproefden<br />

de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid en<br />

het landelijk project Netcentrisch Werken het<br />

principe van netcentrische informatievoorziening.<br />

Realtime informatiedeling voor snellere<br />

besluitvorming en betere sturing.<br />

De proef met netcentrisch werken was een<br />

<strong>Verbinding</strong> oktober 2010 9<br />

live demonstratie, bedoeld voor bestuurders<br />

en functionarissen van de hulpdiensten van<br />

de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid. De regio<br />

is onlangs gestart met de implementatie van<br />

deze nieuwe systematiek van informatieuitwisseling<br />

voor crisisbesluitvorming. De<br />

Stichting de 4Daagse verleende graag zijn medewerking<br />

aan de demonstratie. De organisatie<br />

staat bekend om zijn innovatieve karakter<br />

op het gebied van informatievoorziening en


10<br />

<strong>Verbinding</strong> oktober 2010<br />

is zelf ook gebaat bij snelle en betrouwbare<br />

informatie-uitwisseling met de diensten in<br />

het veiligheidsdomein. Bij incidenten en calamiteiten<br />

langs het wandelparcours of in de<br />

omgeving moeten de betrokken organisaties<br />

snel schakelen en beslissingen nemen.<br />

Netcentrisch werken<br />

Wat is de essentie van netcentrisch werken?<br />

Kort gezegd komt het erop neer dat in de<br />

keten van crisisbesluitvorming alle verantwoordelijke<br />

leidinggevenden en beslissers<br />

op hetzelfde moment de beschikking hebben<br />

over dezelfde actuele informatie. De verschillende<br />

schakels in de besluitvormingsketen<br />

(crisisteams op lokaal en regionaal niveau,<br />

beleidsteam, operationeel team) zijn niet<br />

langer van elkaars vergadermomenten afhankelijk<br />

voor de informatie die zij nodig hebben<br />

om beslissingen te nemen. Het vergaren,<br />

interpreteren en bewerken van informatie<br />

binnen de keten van crisisbeheersing was tot<br />

dusver een tijdrovend proces, vanwege de<br />

vele schakelmomenten in de keten. Het kon<br />

soms wel een uur of langer duren voordat een<br />

situatierapport vanaf een rampterrein via de<br />

weg operationeel team-beleidsteam resulteerde<br />

in een beslissing waarop op het rampterrein<br />

met smart werd gewacht. Die beslissing<br />

was niet zelden gebaseerd op inmiddels<br />

verouderde informatie.<br />

Het principe van netcentrische informatiedeling<br />

maakt een einde aan die vertraging,<br />

omdat alle besluitvormingsniveaus gelijktijdig<br />

de meest actuele informatie realtime tot hun<br />

beschikking hebben. Zij kunnen dus sneller<br />

en efficiënter beslissingen nemen, mits<br />

deze nieuwe manier van besluitvorming bij<br />

alle betrokken instanties organisatorisch en<br />

technisch goed is voorbereid. Dat is de scope<br />

van het project Netcentrisch Werken. De<br />

nieuwe systematiek wordt momenteel in alle<br />

25 veiligheidsregio’s en bij het NCC en het<br />

LOCC ingevoerd.<br />

De Nijmeegse praktijk<br />

Terug naar de Nijmeegse Vierdaagse. Voor de<br />

live-demonstratie van 20 tot 23 juli werden<br />

zowel de regionale meldkamer van de Regiopolitie<br />

Gelderland-Zuid als het coördinatiecentrum<br />

van de Stichting de 4Daagse voorzien<br />

van het landelijk crisismanagementsysteem<br />

dat door het project wordt geïmplementeerd.<br />

Dat bood de genodigden van de veiligheidsregio<br />

een realtime inzicht in het verloop van<br />

het evenement in de vorm van tekstuele<br />

Netcentrische informatiedeling in het commandocentrum aan de Wedren.<br />

situatierapportages, live videobeelden van<br />

het parcours en grafische plots van verkeers-<br />

en veiligheidsmaatregelen en pieken in de<br />

drukte op de wandelroute.<br />

Tijdens de demonstratie werd het systeem<br />

gevoed en bediend door medewerkers van<br />

regio’s die al enige tijd volgens de nieuwe<br />

systematiek werken, onder andere Midden-<br />

en West-Brabant en Brabant-Zuidoost. De<br />

betrokken functionarissen in Gelderland-<br />

Zuid worden nog opgeleid en getraind in de<br />

nieuwe systematiek van informatiedeling en<br />

besluitvorming.<br />

Het project Netcentrisch Werken kreeg voor<br />

de proef werkruimte in het commandocentrum<br />

van de Stichting de 4Daagse, waar<br />

behalve het eigen verbindings- en coördinatiecentrum<br />

ook het Nederlandse Rode Kruis zijn<br />

Informatie komt uit tal van<br />

bronnen binnen<br />

coördinatiecentrum had. In dit kloppend hart<br />

van de informatiestromen rond de Vierdaagse<br />

komt informatie uit tal van bronnen binnen,<br />

die voor de demonstratie werden samengevoegd<br />

tot een samenhangend overzicht.<br />

Om bij een massa-evenement als de Vierdaagse<br />

effectief te kunnen sturen in crowdmanagement<br />

en veiligheidsmaatregelen, zijn<br />

de volgende vragen van belang. Hoe is de<br />

situatie op het parcours? Waar zitten de druktepieken<br />

in de wandelaarsstroom? Doen zich<br />

ergens incidenten voor, zoals onwelwording<br />

of een ongeval? Zijn er knelpunten op eerstehulpposten,<br />

in de verkeersafwikkeling of in de<br />

bereikbaarheid van bepaalde gebieden voor<br />

de hulpverlening?<br />

Naast schriftelijke en mondelinge situatierapportages<br />

van medewerkers van de<br />

Stichting de 4Daagse vanaf het parcours,<br />

vormen live videobeelden een belangrijke<br />

bron van informatie. Een gespecialiseerd<br />

bedrijf realiseerde hiervoor in opdracht van de<br />

organisatie een netwerk van zeven vast opgestelde<br />

camera’s en twee mobiele camera’s op


elangrijke knooppunten langs het wandelparcours.<br />

Behalve het commandocentrum van<br />

de Vierdaagse had ook de politiemeldkamer<br />

Gelderland-Zuid toegang tot die beelden.<br />

Het voordeel van live meekijken op deze<br />

‘hotspots’ is dat onregelmatigheden en incidenten<br />

snel kunnen worden waargenomen,<br />

waardoor ook snel actie kan worden ondernomen<br />

door de verantwoordelijke organisaties.<br />

De signalen van de videocamera’s werden<br />

via een speciaal ‘fail safe’-protocol in het<br />

umts-netwerk verstuurd, waarmee het gevaar<br />

van het wegvallen van de beeldverbinding<br />

bij overbelasting van umts-masten werd<br />

beperkt. Geen denkbeeldig gevaar, omdat<br />

met name tijdens de intocht op de laatste<br />

dag van de Vierdaagse de druk op alle<br />

mobiele verbindingsnetwerken in Nijmegen<br />

en omstreken gigantisch is. Naar schatting<br />

70 procent van alle HF-verbindingen is dan<br />

continu bezet voor mobiele telefonie en<br />

verbindingen in het kader van verzorging,<br />

coördinatie en veiligheid.<br />

Drukte live in beeld<br />

Om een goed beeld te krijgen van de wandeldruk<br />

op het parcours, een graadmeter voor<br />

beheersbaarheid van de mensenstroom en<br />

het risico van panieksituaties en incidenten,<br />

heeft de Stichting de 4Daagse in eigen beheer<br />

een uniek drukteregistratiesysteem ontwikkeld.<br />

Het systeem is een initiatief van de<br />

eigen Dienst Kennis en Innovatie en is gerealiseerd<br />

met steun van de Europese Commissie.<br />

Het systeem is gebaseerd op het volgen<br />

van de positie van mobiele telefoons van<br />

Drukteregistratie. Waar zitten de pieken in de wandelaarsstroom?<br />

wandelaars die de organisatie hiervoor toestemming<br />

hebben gegeven. Circa elfduizend<br />

lopers dienden bij de laatste editie van de<br />

Vierdaagse als ‘bakens’ voor de organisatie.<br />

Door hun positie te peilen en in te voeren in<br />

een rekenmodel, kan worden geïnterpoleerd<br />

hoeveel lopers zich op een bepaald traject<br />

van het wandelparcours bevinden en of<br />

de wandeldruk binnen de grenzen van het<br />

beheersbare ligt. Op basis van die informatie<br />

kan de organisatie op afstand maatregelen in<br />

gang zetten, zoals het informeren van de locatiecommandanten<br />

en eerstehulpposten over<br />

een op handen zijnde wandelaarsgolf.<br />

Ardo van Kampen, hoofd van de Dienst Kennis<br />

en Innovatie, licht de achtergronden van<br />

het systeem toe. “Een goed live inzicht in de<br />

<strong>Verbinding</strong> oktober 2010 11<br />

mensenstroom is voor ons belangrijk voor het<br />

aansturen van onze processen. In 2007 zijn<br />

we daarom gestart met positiebepaling via<br />

RFID-chips bij enkele duizenden testpersonen,<br />

die op verschillende plaatsen langs het<br />

parcours werden geregistreerd. Sinds 2009<br />

werken we met positiebepaling via de gsmnetwerken.<br />

Om juridische redenen mogen wij<br />

Livebeelden geven<br />

beslissingsteams snel<br />

inzicht in de situatie.<br />

geen driepuntsmeting via drie gsm-masten<br />

uitvoeren, maar moeten we ons beperken<br />

tot een éénpuntsmeting. Ter voorbereiding<br />

hebben we eerst de theoretische dekking<br />

van de gsm-masten in het gebied van de<br />

wandelroutes berekend. Daarna hebben<br />

we het hele parcours nagemeten, om vast<br />

te stellen waar de dekkingsgrenzen van de<br />

cellen liggen. Zo hebben we een redelijk<br />

nauwkeurige positie bepaling kunnen<br />

realiseren, op basis van de dekking van<br />

de gsm-cellen. Niet vergelijkbaar met de<br />

nauwkeurigheid van gps, maar voldoende<br />

nauwkeurig voor ons doel. Door de posities<br />

van de ‘gsm-lopers’ te interpoleren in ons<br />

rekenprogramma, weten we globaal hoeveel<br />

wandelaars er op een bepaald deel van het<br />

parcours lopen en houden we goed zicht op<br />

de pieken in de drukte. Stagneert de stroom<br />

ergens, dan kan dat een teken zijn van een<br />

incident en kunnen we snel maatregelen in<br />

gang zetten.”<br />

Twee innovatieve organisaties vonden elkaar<br />

tijdens de Nijmeegse Vierdaagse in een geslaagde<br />

praktijkdemonstratie van netcentrisch<br />

werken. Een demonstratie van de kracht<br />

van netcentrische informatie-uitwisseling:<br />

realtime informatiedeling, snellere besluitvorming,<br />

betere coördinatie. Niet alleen bij crises<br />

en incidenten, maar ook bij grote evenementen.<br />

De Vierdaagse was als massa-evenement<br />

met een groot veiligheidsbelang het podium<br />

bij uitstek om die meerwaarde te ervaren en<br />

zo het proces van regionale implementatie in<br />

Gelderland-Zuid te ondersteunen.


12<br />

actueel<br />

<strong>Verbinding</strong> oktober 2010<br />

In het vorige nummer van <strong>Verbinding</strong> werd al<br />

ingegaan op de frequentiestrijd, toen met de<br />

laatste ontwikkelingen van net voor de zomer.<br />

Inmiddels is de vakantieperiode voorbij en<br />

is het internationale overleg dan ook weer<br />

begonnen. De eerste bijeenkomst begin<br />

september vond plaats in Zweden en ging<br />

over … inderdaad, frequenties, en opnieuw<br />

met betrekking tot de OOV-sector.<br />

Mogelijkheden voor OOV<br />

De CEPT-FM-PT38 Meeting vond op 7 en 8<br />

september plaats in Stockholm en was het<br />

vervolg op de beslissing in juni van CEPT-FM<br />

om FM-PT38 te vragen advies uit te brengen<br />

over een verdeling voor PPDR-gebruik (Public<br />

Protection & Disaster Relief) van 2x3 MHz<br />

narrowband + 2x3 MHz wideband in de reeks<br />

Frequentiestrijd voor de OOV-sector<br />

Frequentiediscussie<br />

gaat door<br />

De zomer is voorbij, de frequentiediscussie is weer begonnen.<br />

Hans Borgonjen doet deze keer verslag van een bijeenkomst in<br />

Zweden over de frequentie-allocatie voor de OOV-sector.<br />

Door Hans Borgonjen<br />

380-470 MHz. Daarnaast heeft CEPT-FM aan<br />

FM-PT38 gevraagd verdere studie te doen<br />

naar de wens van 2x10 MHz voor broadband,<br />

waarbij aangegeven is dat er daarbij ook<br />

boven 1 GHz gekeken moet worden. Dit in<br />

tegenstelling tot de vraag vanuit de PPDRgemeenschap<br />

om het onder de 1 GHz te<br />

zoeken. Daarmee zou het aantal opstelpunten<br />

immers beperkter kunnen worden gehouden<br />

en daarmee uiteraard ook de kosten.<br />

Er waren een paar vragen vanuit de frequentie-administraties<br />

om de situatie verduidelijkt<br />

te krijgen. De eerste vraag luidde of er symmetrische<br />

of asymmetrische frequenties voor<br />

broadband nodig zijn? Het antwoord was dat<br />

in tegenstelling tot de commerciële netwerken,<br />

waar de downlink veel meer capaciteit<br />

heeft dan de uplink, studies (onder andere in<br />

Duitsland) uitwijzen dat voor PPDR de uplink<br />

veelal groter zal zijn dan de downlink (bijvoorbeeld<br />

voor het verzenden van videobeelden<br />

vanaf het rampterrein naar een crisiscentrum).<br />

Vooralsnog wordt niet vastgelegd of de<br />

oplossing per se de gevraagde symmetrische<br />

2x10 MHz moet zijn, of dat andere oplossingen<br />

ook mogelijk zijn.<br />

De tweede vraag was: zijn de broadbandnetwerken<br />

bedoeld voor landelijke netwerken<br />

of alleen plaatselijk (bijvoorbeeld steden,<br />

havens, grote verkeersknelpunten)?<br />

De reactie was dat dit per land zal verschillen:<br />

de Scandinavische landen en landen als<br />

Spanje, Polen en Italië, met grote nauwelijks<br />

bewoonde gebieden, zullen geen landelijk<br />

dekkend broadband-datanetwerk bouwen,<br />

maar eerder een wideband-oplossing met


als aanvulling daarop in de steden en andere<br />

belangrijke locaties broadband-hotspots.<br />

Daarnaast is het belangrijk ad-hoc broadband<br />

te kunnen realiseren bij rampen, grote<br />

geplande gebeurtenissen en dergelijke. De<br />

Duitse opvatting hierover is verderop te lezen.<br />

De administraties kwamen tot de volgende<br />

mogelijkheden als potentiële banden voor<br />

broadband boven 1 GHz:<br />

• 1980-2010 / 2170-2200 (2x 30 MHz)<br />

• 2300-2400 (2302-2310 = 8 MHz)<br />

• 2483,5-2500<br />

• Bestaande PPDR-allocaties: 4940-4990 (50<br />

MHz) + 5150-5250 (100 MHz); dit zijn echter<br />

erg hoge frequenties en daarom alleen<br />

geschikt voor hotspot-oplossingen.<br />

Mogelijkheden onder 1 GHz zijn er nu<br />

nauwelijks. De tweede ronde van het digitaal<br />

dividend kan over een aantal jaren wellicht<br />

een (nieuwe) mogelijkheid bieden.<br />

De administraties zullen voor de volgende<br />

vergadering die half december is, aangeven<br />

wat volgens hen de (on)mogelijkheden zijn.<br />

Duitsland<br />

In Duitsland zijn twee studies gedaan: een<br />

door de gebruikers, waarin diverse scenario’s<br />

zijn beschreven met schattingen van het<br />

benodigde dataverkeer, en een tweede vanuit<br />

de overheid die de eerste studie heeft ’vertaald’<br />

naar het frequentie-aspect. Duitsland<br />

zal met voorstellen voor allocaties komen.<br />

Daarbij is een Europese harmonisatie gewenst<br />

en wordt de LTE-technologie de meeste<br />

kansen toegedicht. Ook staat Duitsland een<br />

samenwerking met openbare netwerken voor:<br />

een mix van eigen capaciteit en capaciteit<br />

middels openbare netwerken (conform onze<br />

‘hybride gedachte’ die al eerder in <strong>Verbinding</strong><br />

beschreven is).<br />

Daarbij wordt geen verschil gemaakt tussen<br />

wideband en broadband, maar meer tussen<br />

platteland en steden. Voor het platteland<br />

voorziet Duitsland een 1 Mbit/s uplink +<br />

1 Mbit/s downlink in een frequentieband<br />

beneden 1 GHz. Voor stedelijke en andere<br />

<strong>Verbinding</strong> oktober 2010 13<br />

Werkgroep Law Enforcement Working Party<br />

In deze rubriek is vaak het Europese politie/justitie-overleg genoemd met<br />

de naam Police Cooperation, in het Nederlands Politionele Samenwerking.<br />

De Radio Expertgroup met de twee subgroepen, de ISI-groep en Forerunner-<br />

groep, zijn hier onderdeel van.<br />

De Police Cooperation Working Party is sinds 1 juli 2010 omgedoopt tot<br />

Law Enforcement Working Party, waarin naast de werkzaamheden van de<br />

voormalige Police Cooperation Working Party ook die van de Europol Working<br />

Party zullen worden geïntegreerd.<br />

De LEWP (Law Enforcement Working Party) is een werkgroep binnen het<br />

domein Justitie en Binnenlandse Zaken van de Raad van de Europese Unie.<br />

Zij bestaat uit delegaties van alle lidstaten van de EU. Heel wat thema’s en<br />

initiatieven worden binnen de LEWP voorbereid, om nadien verder behandeld<br />

te worden op het niveau van gespecialiseerde comités. In die zin is de LEWP<br />

een belangrijke schakel in de Europese regelgeving. De LEWP vergadert in<br />

de gebouwen van de Raad van de EU in Brussel en wordt voorgezeten door<br />

het land dat het voorzitterschap van de Raad van de EU waarneemt. Op dit<br />

moment is dat België, dat het per 1 juli van Spanje heeft overgenomen. Op1<br />

januari 2011 neemt in deze halfjaarcyclus Hongarije het stokje over.<br />

Het belang van de werkgroep LEWP in het besluitvormingsproces binnen de<br />

formatie Justitie en Binnenlandse Zaken van de Raad van de EU kan nauwelijks<br />

overschat worden. Per voorzitterschap komt dit forum een vijftal keren<br />

samen voor een vergadering van één à twee dagen. Eén bijeenkomst is ook<br />

voorbehouden voor een gemeenschappelijke vergadering met de douane: de<br />

CCWP (Customs Cooperation Working Party). In de marge van zijn werkzaamheden<br />

is er ook ruimte voorzien voor een denktank rond ordehandhaving.<br />

Deze denktank spitst zich toe op grote sportevenementen in het algemeen en<br />

voetbalveiligheid in het bijzonder. Naargelang wat er van belang is, worden<br />

ook afzonderlijke werkgroepen, zogeheten ad-hocwerkgroepen, georganiseerd<br />

rond een specifieke materie, bijvoorbeeld radiocommunicatie.<br />

Door het Verdrag van Lissabon zijn er grote veranderingen aangebracht in<br />

de werking van de EU. Dankzij dit verdrag zal de EU meer slagkracht krijgen<br />

in bijvoorbeeld de bestrijding van criminaliteit (denk aan terrorisme). Dit zal<br />

ongetwijfeld gevolgen hebben voor de LEWP.<br />

Uitbreiding bestaande Tetra-<br />

netwerken bij voorkeur in dezelfde<br />

frequentieband als de huidige om<br />

kosten te minimaliseren.<br />

belangrijke gebieden wordt 2 Mbit/s uplink<br />

+ 2 Mbit/s downlink voorzien, wat volgens<br />

Duitsland prima boven de 1 GHz kan (bijvoorbeeld<br />

bestaande PPDR-allocaties in 5 GHz).


14<br />

<strong>Verbinding</strong> oktober 2010<br />

Gastheer Ericsson<br />

Ericsson gaf een presentatie over GRS (Group Radio Solution), hun oplossing (samen<br />

met Harris) voor professionele gebruikers en in een volgende fase ook voor OOV.<br />

Kern is het gebruik van cellulaire netwerken naast de eigen netwerken.<br />

Wel moeten deze dan beschikken over de specifieke OOV-eigenschappen: push-totalk-communicatie,<br />

groepsgesprekken, snelle gesprekopbouw (< 0,5 sec) enzovoort.<br />

Het Control & Service System combineert de cellulaire wereld met de bestaande<br />

PMR-systemen (zoals Tetra). Het bedrijf had een paar ‘cellulaire terminals’ en Tetraterminals<br />

zodanig geprogrammeerd dat ze in dezelfde groep konden werken.<br />

Ericsson gaf een demonstratie met behulp van het TeliaSonera Cellular-netwerk en<br />

een klein Tetra-testnetwerk in het eigen gebouw. De demo vond plaats met een Palm<br />

Treo, Nautiz X5 en twee Sepura Tetra-terminals. Het was inderdaad mogelijk om van<br />

de cellulaire terminals een gesprek te voeren met de Tetra-terminals en omgekeerd.<br />

Ook een prioriteitoproep was mogelijk. Het zag er niet slecht uit om op deze manier<br />

de twee werelden bijeen te brengen, echter er kwam geen goed antwoord op de<br />

kernvraag: is het cellulaire netwerk op het moment suprême wel beschikbaar? De<br />

reactie was dat voor de meeste professionele gebruikers (taxi’s, nutsbedrijven en<br />

dergelijke) het prima zal werken en dat voor PPDR (Public Protection & Disaster<br />

Relief) het probleem van het risico van beschikbaarheid opgelost zou kunnen worden<br />

door prioriteit af te spreken met de operators. Dat veel operators daar niet aan<br />

willen beginnen, werd genegeerd, alsmede de problemen bij het uitvallen van de<br />

stroom (vrijwel alle cellulaire netwerken hebben geen of zeer beperkte noodstroomvoorzieningen).<br />

Voor ‘non-mission critical’ toepassingen zou het wel toegevoegde<br />

waarde kunnen hebben, maar PPDR is helaas per definitie wel mission critical.<br />

Een leuke optie is de ‘terugluisterfunctie’: het gesprek kan, wanneer het slecht te<br />

verstaan is omdat het omgevingsgeluid bij de ontvanger te hoog is, op een minder<br />

rumoerige plek worden teruggeluisterd. De audio wordt opgeslagen in de terminal.<br />

Dit zou mogelijk ook voor Tetra een bruikbare optie kunnen worden.<br />

Duitsland voorziet eigen vaste en<br />

mobiele hotspots, met roaming<br />

naar publieke LTE netwerken.<br />

Duitsland voorziet hierbij geen eigen landelijk<br />

dekkend netwerk, maar wel eigen hotspots<br />

en mobiele opstelpunten. Dat is immers<br />

ook het maximaal mogelijke bij zo’n hoge<br />

frequentieband als rond de 5 GHz. Daarnaast<br />

bestaat, door de genoemde samenwerking<br />

met openbare (LTE-) netwerken, de mogelijkheid<br />

voor roaming tussen deze en de eigen<br />

voorzieningen.<br />

De Duitse studie komt medio oktober voor de<br />

CEPT beschikbaar, maar de opstellers geven<br />

al een presentatie hierover in zowel de PSRG<br />

(Public Safety Radiocommunication Group)<br />

eind september als in de PCWG (tegenwoordig<br />

LEWP; zie apart kader) Radio Expertgroup in<br />

de eerste week van oktober.<br />

Narrowband + wideband<br />

Tot nu toe werd er gesproken over narrowband<br />

en wideband als nieuwe (data)toepassingen.<br />

Wat bij narrowband voor veel landen<br />

echter veel belangrijker is, is uitbreiding van<br />

de bestaande Tetra-netwerken met extra<br />

capaciteit, verbeterde dekking, extra DMOkanalen<br />

enzovoort. De Nederlandse situatie is<br />

kenmerkend: er zijn extra frequenties nodig<br />

om de DIPP-lijst plus extra capaciteit te realiseren,<br />

maar dan moeten er wel geschikte frequenties<br />

zijn. Bij uitbreiding van de bestaande<br />

netwerken is het ideaal om de 380-400-band<br />

te gebruiken (die de huidige netwerken nu<br />

ook gebruiken), omdat dit het grote voordeel<br />

heeft dat het binnen de huidige technische<br />

range valt. Extra frequenties in bijvoorbeeld<br />

410-430 of 450-470 zouden vervanging van<br />

hardware betekenen, met uiteraard hoge<br />

kosten.<br />

Voor bijvoorbeeld nieuwe widebanddatatoepassingen<br />

ligt dit anders: daarvoor<br />

moet er veelal toch nieuwe of gemodificeerde<br />

hardware komen, waardoor het minder<br />

impact heeft als de daarvoor benodigde<br />

frequentieruimte van 2x3 MHz niet in de<br />

380-400-reeks ligt. Een praktisch bijkomend<br />

aspect is dat het niet te verwachten is dat<br />

deze 2x3 MHz binnen de 380-400-band te<br />

realiseren is, zodat het er sowieso buiten<br />

gezocht moet worden.<br />

Conclusie van de discussies is dat voor<br />

narrowband de (korte termijn)problematiek<br />

van uitbreiding van de bestaande netwerken<br />

los gekoppeld moet worden van de vraag om<br />

extra spectrum voor nieuwe narrowband/<br />

wideband-(data)toepassingen. Het eerste<br />

zou met 2x1,5 MHz ingevuld kunnen worden<br />

(uiteraard bij voorkeur binnen de 380-400band,<br />

zodat het goed ‘past’ bij de bestaande<br />

frequenties). De allocatie voor nieuwe<br />

narrowband-/wideband-toepassingen kan dan<br />

2x3 MHz zijn in de 410-470-reeks.<br />

Hans Borgonjen is kennismanager bij de<br />

vts Politie, voorzitter van de Public Safety<br />

Radiocommunication Group (PSRG),<br />

vice-voorzitter van de Tetra Association<br />

Board en lid van de LEWP Radio<br />

Expertgroup.


technologie<br />

Bovenstaand persbericht werd op 18 november<br />

2009 door BZK uitgegeven. Het betreft<br />

de overgang van het Nationaal Noodnet,<br />

kortweg noodnet, naar de Nood Communicatie<br />

Voorziening NCV. Het NCV wordt geleverd<br />

Nood Communicatie Voorziening<br />

Nationaal Noodnet<br />

wordt NCV<br />

Eind 2009 kondigde het ministerie van Binnenlandse Zaken en<br />

koninkrijksrelaties de komst aan van de opvolger en vervanger van het<br />

Nationaal Noodnet (NN): de Nood Communicatie Voorziening (NCV). Waarom<br />

hebben we een dergelijke voorziening nodig, en wat zijn de mogelijkheden<br />

en eigenschappen?<br />

Door Wil Haasdijk<br />

Vanaf volgend jaar komt er een nieuw<br />

communicatienetwerk waarmee<br />

overheden en vitale organisaties tijdens<br />

een ramp of crisis kunnen telefoneren,<br />

faxen, e-mailen, data kunnen uitwisselen<br />

en zelfs vergaderen met een<br />

beeldverbinding. Het nieuwe netwerk<br />

blijft beschikbaar als het gewone vaste<br />

telefoonverkeer tijdens een ramp uitvalt<br />

door overbelasting of stroomuitval.<br />

Zelfs het gebruik van mobiele telefoons<br />

is mogelijk wanneer het gewone<br />

gsm-verkeer door overbelasting uitvalt.<br />

Het netwerk vervangt het verouderde<br />

Nationaal Noodnet, dat sinds 1991 in<br />

de lucht is maar alleen telefoon en fax<br />

ondersteunt.<br />

en geëxploiteerd door KPN, die hiervoor<br />

een meerjarige raamovereenkomst heeft<br />

afgesloten met de overheid. Het huidige<br />

noodnet heeft circa 5500 abonnees vanuit<br />

de sectoren Openbare Orde en Veiligheid en<br />

<strong>Verbinding</strong> oktober 2010 15<br />

openbaar bestuur. Deze abonnees zullen naar<br />

verwachting voor het overgrote deel gemigreerd<br />

worden naar het NCV. Het NCV biedt<br />

een meer uitgebreide functionaliteit dan<br />

het huidige Nationaal Noodnet. Gebruikers


16<br />

<strong>Verbinding</strong> oktober 2010<br />

kunnen een keuze maken uit verschillende<br />

abonnementen: alleen bellen en faxen (zoals<br />

in de huidige situatie), maar ook e-mail,<br />

mobiele telefonie en videobellen behoren tot<br />

de mogelijkheden.<br />

Nationaal Noodnet<br />

Al in de tijd van de (BB) Bescherming<br />

Bevolking werd door rampenbestrijdingsinstanties<br />

gebruikgemaakt van een noodnet.<br />

Dit bestond uit een door PTT aangelegd en<br />

beheerd inductortelefoonnetwerk, separaat<br />

functionerend van het openbare telefoonnetwerk,<br />

dat uitsluitend in noodgevallen<br />

gebruikt kon worden.<br />

Met het verdwijnen van de BB in 1986 kwam<br />

ook een einde aan dit noodnet.<br />

Medio 1988 stemde de ministerraad in met<br />

het zogenoemde Lange Termijnplan Telecommunicatie,<br />

waarin de bouw van een Nationaal<br />

Noodnet op basis van vaste verbindingen was<br />

opgenomen. Daarin was verder bepaald dat<br />

de toenmalige PTT, die overigens een jaar<br />

later met de privatisering verder als KPN door<br />

het leven zou gaan, de financiering en de<br />

exploitatie zou verzorgen. Gebruikers kunnen<br />

de dienstverlening via een abonnement afnemen.<br />

Bij iedere aansluiting werd in die tijd<br />

een toestel VOX 120 meegeleverd.<br />

In 1991 kon het Nationaal Noodnet worden<br />

gebruikt voor telefonie, fax en datacommunicatie<br />

(2k4 b/s). Voor die tijd was het een<br />

geavanceerd ‘circuit switched’ netwerk. De<br />

topologie van het netwerk bestaat uit een<br />

maasvormige en dubbele ster-configuratie. De<br />

knooppunten van de dubbele ster worden gevormd<br />

door de telefooncentrales die in Zwolle<br />

en Den Haag staan. De punten van de dubbele<br />

ster zijn de telefooncentrales op 17 locaties<br />

verspreid over het land (zie de afbeelding)<br />

Deze 17 centrales zijn aangesloten op het<br />

knooppunt Den Haag via standaard vaste verbindingen<br />

en op het knooppunt Zwolle met<br />

straalverbindingen (beide 2 Mb/s). Wanneer<br />

één van deze verbindingen uitvalt, wordt het<br />

verkeer automatisch omgeleid over de andere<br />

verbinding. Voor de verbindingen van centrales<br />

naar gebruikers wordt gebruikgemaakt<br />

van standaard analoge huurlijnverbindingen.<br />

De centrales staan in Nood Communicatie<br />

Onderkomens (NCOs ) van KPN. Dit zijn<br />

technische ruimtes met extra beveiliging voor<br />

brand, water enzovoort.<br />

Het gebruik van het noodnet is bedoeld voor<br />

uitzonderlijke situaties. Communicatie via<br />

het openbare telefoonnet kan in bepaalde<br />

omstandigheden zoals bij rampen onmogelijk<br />

worden door storingen en overbelasting van<br />

het openbare net. Tijdens zogeheten Bijzondere<br />

Omstandigheden zal de communicatie op<br />

bestuurlijk niveau via het noodnet plaatsvinden.<br />

Daarnaast vond ook datacommunicatie<br />

ten behoeve van het Nationaal Meetnet Radioactiviteit<br />

(NMR) plaats via het noodnet. Dit<br />

is overigens een aantal jaren geleden gestopt,<br />

omdat men voor de benodigde datacommunicatie<br />

is overgestapt op DSL-verbindingen.<br />

Ook voor de afwikkeling van 112-verkeer<br />

tussen meldkamers en het doorverbinden van<br />

mobiele 112-gesprekken werd het noodnet<br />

toegepast. En wat velen niet weten is dat ook<br />

Hare Majesteit gebruik kan maken van het<br />

net via een gesloten gebruikersgroep.<br />

Naar een nieuw noodnet<br />

In 2001 werd al een begin gemaakt met de<br />

vervanging van het huidige Nationaal Noodnet<br />

met een onderzoek naar de mogelijkheden<br />

voor verbetering van de dienstverlening.<br />

Die mogelijkheden werden niet alleen gezocht<br />

in het upgraden van het Nationaal Noodnet,<br />

ook toen werd al gekeken naar de mogelijkheden<br />

van een digitaal noodnet op basis van IP<br />

en xDSL, wat het uiteindelijk ook geworden is.<br />

Tevens werd toen al een aantal opties bekeken<br />

die nu in het NCV opgenomen zijn. Het<br />

betreft bijvoorbeeld ‘priority gsm hetgeen<br />

inhoudt dat de gebruikers prioriteit krijgt in<br />

het gsm-netwerk boven andere gebruikers.<br />

Na dit onderzoek heeft het tot 2008 geduurd<br />

dat een echt begin werd gemaakt met de<br />

voorbereidingen van een aanbesteding. Hiervoor<br />

had KPN al aangegeven dat de levensduur<br />

van het bestaande net echt op zijn einde<br />

liep. Dit was mede ingegeven door het feit dat<br />

KPN bezig was om het telecommunicatienetwerk<br />

om te zetten naar IP.<br />

Nood Communicatie Voorziening<br />

Het nieuwe noodnet betreft een IP-netwerk<br />

waarop verschillende communicatiefaciliteiten<br />

zijn gecreëerd, hetgeen door KPN aangeduid<br />

wordt met Unified Communications, de<br />

integratie van verschillende communicatievormen.<br />

De volgende communicatiemogelijkheden<br />

worden met NCV geboden:<br />

• Telefonie en fax (analoog, ISDN of IP). Voor<br />

telefonie wordt een uitgebreide lijst aan<br />

functionaliteiten geboden, die de huidige<br />

telefoongebruiker overigens gewend is.<br />

Wat een nieuwe functionaliteit is ten<br />

opzichte van NN is dat men vanuit het NCV-


netwerk naar elk openbaar telefoonnummer<br />

(vast en mobiel) kan worden gebeld<br />

• Videotelefonie, zowel ‘low end’ als ‘high<br />

end’. Om gebruik te kunnen maken van de<br />

low end-videotelefonie zijn een geschikt<br />

IP-toestel en pc nodig. De high end-optie<br />

betreft de videoconferencing-functionaliteit,<br />

deze wordt niet standaard aangeboden<br />

en is alleen op aanvraag.<br />

• Datacommunicatie zoals e-mail, internet,<br />

chat. Ook hiervoor is een pc noodzakelijk.<br />

• Mobiele communicatie gsm, hierbij kan<br />

met een gsm-toestel worden ingebeld op<br />

NCV. Tevens is als optie het al genoemde<br />

priority gsm mogelijk.<br />

Een speciaal voor NCV ingericht IP-netwerk<br />

vormt het hart van NCV. Van de NCV-centrales<br />

wordt met DSL en eventueel Line Sharing de<br />

verbinding gemaakt met de gebruikerslocatie<br />

via de bestaande vaste koper telefoonverbindingen<br />

van NN. Op de locatie wordt achter<br />

het ISRA-punt een DSL-router geplaatst<br />

waarop de verschillende telecommunicatieapparatuur,<br />

van analoge telefoon tot pc (via<br />

IP-toestel) kan worden aangesloten. Daarbij<br />

worden verschillende typen DSL-routers<br />

toegepast, afhankelijk van de situatie of er<br />

alleen maar gebeld en gefaxt wordt of dat er<br />

ook multimedia (beeldtelefoon, datacommunicatie)<br />

mogelijk moet zijn. Dit heeft echter<br />

wel als consequentie dat per locatie alleen<br />

dezelfde soort NVC-abonnementen geleverd<br />

kunnen worden.<br />

Als onderdeel van de beheerdienstverlening<br />

die specifiek voor NCV is ingericht, is een NCV<br />

Servicedesk beschikbaar voor vragen over en<br />

verzoeken tot aanpassing van de dienstverlening.<br />

De NCV Servicedesk is zowel telefonisch<br />

als per e-mail te bereiken. Voor storingen<br />

moeten gebruikers de KPN Business Support<br />

Desk bellen.<br />

Abonnementsvormen<br />

NCV kent drie abonnementsoorten. De<br />

eenvoudigste soort, die het meest lijkt op het<br />

huidige NN abonnement heet NCV Bellen.<br />

Hiermee wordt de dienstverlening van NN in<br />

feite voortgezet en het NN analoge toestel<br />

(telefoon of fax) kan op de DSL-router worden<br />

aangesloten. Daarnaast is het ook mogelijk<br />

om een IP-toestel (telefoon of fax) aan te<br />

sluiten. Zoals gezegd, voorziet het NCV in een<br />

uitgebreide verzameling telefoniefunctionaliteiten<br />

zoals conferentieschakelingen, wisselgesprekken,<br />

doorschakelen enzovoort). Voor<br />

elke aansluiting dient een apart abonnement<br />

te worden afgesloten.<br />

Wanneer een NCV-gebruiker naast bellen<br />

ook videotelefonie, e-mail en chat wil<br />

toepassen,zal het NCV MultiMediaBellenabonnement<br />

moeten worden afgesloten. Voor<br />

Het nieuwe netwerk blijft<br />

beschikbaar als het vaste<br />

telefoonverkeer tijdens<br />

een ramp uitvalt.<br />

een migratie van een bestaande NN-aansluiting<br />

naar NCV worden geen eenmalige kosten<br />

berekend, wel wanneer een nieuwe aansluiting<br />

of een verhuizing van een aansluiting<br />

gerealiseerd moet worden. Tevens dienen<br />

het IP-toestel en de pc nog aangeschaft te<br />

worden. Een IP-toestel wordt trouwens wel<br />

meegeleverd wanneer het een migratie<br />

betreft vanuit een bestaande Nationaal<br />

Noodnet-aansluiting. KPN biedt verschillende<br />

typen IP-toestellen aan van het merk Alcatel.<br />

Ook voor dit abonnement geldt dat per aansluiting<br />

een apart abonnement moet worden<br />

afgesloten.<br />

Voor NCV Bellen en NCV MultimediaBellen<br />

geldt dat alleen dezelfde NCV abonnementen<br />

per locatie worden geleverd.<br />

NCV Mobiel is de derde abonnementsvorm<br />

die afgenomen kan worden. Dit abonnement<br />

<strong>Verbinding</strong> oktober 2010 17<br />

kan alleen in combinatie met een Bellen<br />

of MultiMediaBellen abonnement worden<br />

afgesloten, maximaal 1 NCV Mobiel per<br />

Bellen- of MultiMediaBellen-abonnement.<br />

Met dit abonnement kan de gebruiker met<br />

een standaard gsm inbellen op het NCV, het<br />

maakt dus niet uit bij welke provider het gsmabonnement<br />

loopt. Na authenticatie via een<br />

Interactief Voice Response systeem kan de<br />

NCV-aansluiting worden bereikt.<br />

Een variant op het NCV Mobiel-abonnement<br />

is NCV Mobiel Prio. Hiermee verkrijgt de<br />

gsm-gebruiker prioriteit boven andere<br />

gebruikers. Daarvoor is overigens wel een<br />

gsm-abonnement van KPN noodzakelijk. KPN<br />

heeft voor dit abonnement wel een drempel<br />

aangebracht: de prioriseringsfunctionaliteit<br />

zal alleen worden geïmplementeerd bij meer<br />

dan 100 deelnemers.


18<br />

praktijk<br />

<strong>Verbinding</strong> oktober 2010<br />

DMR en Tetra<br />

Wat is de juiste keuze<br />

voor radiocommunicatie?<br />

Digitale technieken als Tetra en DMR bieden duidelijk een aantal voordelen<br />

ten opzichte van analoge communicatie. Wat zijn die voordelen en wat zijn de<br />

verschillen? En bovenal: hoe kom je als bedrijf tot een juiste keuze?<br />

Door Marjolein Graauw<br />

Zowel Tetra als DMR zijn Europese standaarden<br />

ontwikkeld en gedefinieerd door ETSI<br />

(European Telecommunications Standards<br />

Institute), maar elk met een ander uitgangspunt.<br />

Terwijl Tetra aanvankelijk gold als vervangend<br />

en innoverend alternatief voor<br />

analoge trunkingnetwerken met een hoge<br />

verkeers capaciteit en dataverkeer bij grote en<br />

bedrijfskritische organisaties, werd DMR juist<br />

ontwikkeld als vergelijkbaar alternatief voor<br />

analoge netwerken, maar met alle voordelen<br />

van de digitale technologie. Tevens moest<br />

de standaard voorzien in een geleidelijke<br />

migratie van analoog naar digitaal, zodat<br />

digitale communicatie ook voor minder grote<br />

organisaties toegankelijk zou worden.<br />

Verschillen en overeenkomsten<br />

Het grote verschil tussen beide standaarden<br />

is dat een DMR-systeem (repeater) geen


aanvullende systeemintelligentie biedt,<br />

waardoor de opbouw van de gesprekken<br />

conventioneel is. Bij Tetra is sprake<br />

van trunking, oftewel pc-gestuurde<br />

communicatie. Hierbij worden tijdens de<br />

gesprekken de kanalen evenredig bezet,<br />

waardoor je een snellere doorlooptijd hebt.<br />

Bij conventionele communicatie is sprake van<br />

één kanaal per gebruikersgroep, waarbij het<br />

ene kanaal veel drukker bezet kan zijn dan het<br />

andere.<br />

Edu Mets, productmanager bij het bedrijf<br />

Flash:”Het DMR-systeem heeft twee kanalen<br />

per frequentie (TDM2), terwijl Tetra over 1+3<br />

kanalen (TDM4) beschikt. Een Tetra trunkingsysteem<br />

werkt met vier tijdsloten per duplexfrequentie.<br />

Een duplex-frequentie heeft<br />

een aparte zend- en ontvangstfrequentie.<br />

Hierdoor heeft het systeem een repeaterfunctionaliteit<br />

en zal het bereik van de<br />

radioapparatuur toenemen.<br />

Eén tijdslot wordt geprogrammeerd als controlekanaal,<br />

de overige zijn gesprekskanalen.<br />

Alle oproepen worden verzonden over het<br />

controlekanaal. Indien een oproep door het<br />

systeem geautoriseerd is, wordt er binnen<br />

250 milliseconden een vrij gesprekskanaal<br />

toegewezen. Is er op dat moment geen vrij<br />

kanaal, dan wordt de oproep in een wachtrij<br />

geplaatst. De gebruikers worden onderverdeeld<br />

in communicatiegroepen zoals productie,<br />

technische dienst, beveiliging enzovoort,<br />

waarbij het mogelijk is om een gebruiker in<br />

meerdere groepen te plaatsen. Zo zullen de<br />

procesoperators niet gestoord worden door<br />

de gesprekken van de onderhoudsmonteurs.<br />

Maar indien nodig kan er wel naar een andere<br />

groep geschakeld worden.”<br />

Een DMR-systeem als Mototrbo is voor<br />

kleinere organisaties heel geschikt, zo kun je<br />

bijvoorbeeld met één repeater - afhankelijk<br />

van de gebruiksintensiteit - al met circa 50 gebruikers<br />

communiceren. Dit kun je uiteraard<br />

nog uitbreiden. Een Tetra-systeem als DAMM<br />

Tetraflex kan echter ook voor kleinere organisaties<br />

ingezet worden, al vanaf 35 gebruikers,<br />

als er bijvoorbeeld sprake is van een heel<br />

hoge gebruiksintensiteit. “In het algemeen<br />

zou je kunnen zeggen dat DMR en Tetra in<br />

grote lijnen dezelfde mogelijkheden bieden,<br />

alleen is DMR vaak toch meer geschikt voor<br />

kleinschaliger gebruik”, concludeert Edu.<br />

Inventarisatie<br />

Hoe kun je als organisatie zelf bepalen welke<br />

standaard en welk type communicatie systeem<br />

nu de meest geschikte keuze is? Het toenemend<br />

aantal oplossingen in de markt alsmede<br />

de ontwikkelingen op de diverse systemen<br />

maakt de keuze er niet eenvoudiger op.<br />

Door de digitale techniek is er veel meer<br />

mogelijk. Terwijl bij de analoge techniek de<br />

hardware grotendeels bepalend is voor de<br />

oplossing die je in de markt aanbiedt, is bij<br />

de digitale techniek feitelijk elke (maatwerk)<br />

oplossing mogelijk. Dat maakt het soms lastig<br />

een beeld te krijgen van het aanbod en goed<br />

te kunnen vergelijken, maar de keerzijde is<br />

dat dankzij de digitale techniek wel meer<br />

klantgerichte oplossingen mogelijk zijn in<br />

vergelijking met de analoge techniek.<br />

“Wij kijken dan ook eerst naar de klant en dan<br />

pas naar het product”, aldus Edu. “Eerst brengen<br />

we de organisatie in kaart, vervolgens<br />

maken we in samenwerking met de klant<br />

een inventarisatie en pas daarna brengen<br />

wij een advies uit over een te kiezen oplossing.<br />

Tijdens deze inventarisatie komen zaken<br />

aan bod als bereikbaarheid, het zogeheten<br />

verzorgingsgebied (gebied waarbinnen de<br />

klant wil communiceren), de benodigde capaciteit<br />

(aantal gebruikers van het netwerk).<br />

Ook bekijk je het aantal functionele groepen<br />

(organisatiestructuur) die met elkaar moeten<br />

kunnen communiceren. Een veldsterktemeting<br />

kan deel uitmaken van de inventarisatie,<br />

zeker als het terrein een aantal obstakels<br />

of gebouwen omvat die het verzenden en<br />

ontvangen van radiosignalen in de weg staan.<br />

Die gegevens worden geïnventariseerd en op<br />

basis daarvan geeft de leverancier een advies<br />

voor het te kiezen systeem. En soms pakt dat<br />

heel verrassend uit.”<br />

Luchthaven<br />

“Zo ook in het geval van een klant van ons”,<br />

vervolgt Edu. “Een flink groeiende luchthaven<br />

van gemiddelde grootte, waarbij het analoge<br />

conventionele systeem niet meer voldeed en<br />

voor capaciteitsproblemen zorgde. Te vaak<br />

trad hier congestie op, oftewel ‘kanaal-bezetsignaal’<br />

en was het bereik van de centrale<br />

zender ontoereikend. Ruim 100 medewerkers<br />

moesten gebruikmaken van het systeem,<br />

waaronder medewerkers van security,<br />

passagierscontrole, schoonmaakpersoneel,<br />

calamiteitenpersoneel, brandweer, bagagehandling,<br />

technische dienst, afdeling<br />

brandstof, de centrale meldkamer en<br />

grondpersoneel. Middels een fleetmap<br />

wordt met de klant doorgesproken wie<br />

met elkaar moet kunnen communiceren,<br />

worden er groepen ingedeeld en bepaald<br />

welke medewerkers met prioriteit kunnen<br />

<strong>Verbinding</strong> oktober 2010 19<br />

communiceren in geval van nood.”<br />

“De zogeheten Erlang-waarde wordt berekend,<br />

om erachter te komen hoeveel tijd men<br />

gemiddeld per uur aan het zenden/ontvangen<br />

is, zodat je het aantal communicatiekanalen<br />

kunt vaststellen. Een luchthaven heeft te<br />

maken met piekbelasting: zodra een vlucht<br />

aankomt of vertrekt, zijn er enorm veel activiteiten<br />

en personeel rondom dat vliegtuig. Dit<br />

“Het begeleiden van de klant<br />

en het verlenen van service<br />

worden steeds belangrijker.”<br />

vraagt een hoge capaciteit van het communicatiesysteem.<br />

De Erlang-waarde wordt dan<br />

ook berekend op basis van die piekbelasting.<br />

In het geval van deze luchthaven moesten<br />

er 6 communicatiekanalen beschikbaar zijn.<br />

Rekening houdend met overige wensen in<br />

functionaliteiten zoals het koppelen aan telefonie,<br />

groepsoproepen en het doorschakelen<br />

van alarmoproepen, zou in deze situatie een<br />

DMR-systeem van Mototrbo prima volstaan.<br />

Wij adviseerden echter Tetra.<br />

De wens van de luchthaven was namelijk om<br />

in de toekomst de gaan werken met PDAhandterminals<br />

voor het verzenden van data<br />

en om de handling te gaan koppelen aan<br />

radiocommunicatie. Zodoende zouden zij hun<br />

efficiency kunnen vergroten. Weliswaar zou<br />

de luchthaven de komende vier jaar prima<br />

met Mototrbo uit de voeten kunnen, maar<br />

daarna niet meer. Dat zorgde dat de klant<br />

uiteindelijk koos voor een Tetra-oplossing van<br />

DAMM”.<br />

Wim Stam, senior accountmanager bij Flash:<br />

“Een organisatie als een hoogheemraadschap<br />

heeft bijvoorbeeld een heel groot verzorgingsgebied<br />

waarbinnen communicatie moet<br />

plaatsvinden, maar met een relatief klein<br />

aantal gebruikers. Functioneel zou DAMM<br />

Tetraflex een prima oplossing kunnen zijn,<br />

maar gezien het relatief kleine aantal gebruikers<br />

levert Mototrbo in dit geval een betere<br />

prijs-prestatieverhouding.<br />

Bij een andere klant, een grote evenementenhal,<br />

is echter eveneens sprake van een<br />

relatief klein aantal gebruikers. Het terrein is<br />

omvangrijk, de gespreksintensiteit normaal<br />

gesproken niet hoog. Mototbro zou hier op<br />

het eerste gezicht prima volstaan, maar toch<br />

koos men voor Tetraflex. De reden hiervoor is<br />

dat tijdens sommige evenementen wel 20.000<br />

bezoekers aanwezig kunnen zijn. Naast het<br />

eigen personeel worden – om veiligheidsredenen<br />

– ook alle externe stewards, beveiligings-


20<br />

<strong>Verbinding</strong> oktober 2010<br />

mensen en technici aangesloten op hetzelfde<br />

communicatiesysteem. In dit geval is Tetratrunking<br />

de beste oplossing.”<br />

Digitale techniek<br />

Een groot voordeel van de digitale techniek<br />

waarop DMR en Tetra beide zijn gebaseerd,<br />

is het kunnen leveren van oplossingen die<br />

relatief snel ontwikkeld, eenvoudig in gebruik<br />

en zeer klantgericht zijn. Via IP, intranet of<br />

emailverbindingen is het mogelijk allerlei<br />

applicaties aan elkaar te koppelen, waardoor<br />

je uiteindelijk een heel klantgerichte<br />

en geïntegreerde oplossing kunt aanbieden,<br />

in alle branches, zoals uit de volgende drie<br />

voorbeelden blijkt.<br />

Wim Stam: “Eén van onze relaties binnen<br />

de geestelijke gezondheidszorg, die wilde<br />

migreren van een analoog naar een digitaal<br />

systeem, hebben we voorzien van een zogeheten<br />

meldkamerapplicatie. De klant wilde de<br />

verschillende locaties koppelen en centraal<br />

aansturen vanuit de meldkamer, maar ook op<br />

afstand. Het analoge platform bood hiertoe te<br />

weinig mogelijkheden. De klant koos daarom<br />

voor het digitale systeem Mototrbo. Door het<br />

bouwen van een meldkamerapplicatie met<br />

GPS-aanduiding wordt via de plattegrond op<br />

het scherm direct zichtbaar waar de calamiteit<br />

zich bevindt, wie van de collega’s zich<br />

aldaar bevindt en welke andere medewerkers<br />

in de buurt zijn om direct hulp te kunnen<br />

bieden. Op die manier kan veel sneller en<br />

“DMR is vaak meer geschikt<br />

voor kleinschalig gebruik.”<br />

adequater hulp geboden worden.<br />

Inloggen op het systeem kan op afstand,<br />

vanaf een willekeurige locatie. Mocht men<br />

door een calamiteit het pand moeten verlaten<br />

of toevallig op een andere werkplek aanwezig<br />

zijn, dan kan men vanaf afstand inloggen<br />

en toch het centrale noodplan activeren en<br />

begeleiden.”<br />

Door de standaard digitale technieken is het<br />

veel eenvoudiger een compleet netwerk te<br />

realiseren. Via standaardplatforms kun je<br />

digitale portofoons, intercomsystemen of<br />

pagers aansturen.<br />

Maatwerkapplicaties en<br />

koppelingen<br />

Voor een bedrijf in audiovisuele producties<br />

werd een SMTP-applicatie ontwikkeld voor<br />

beveiliging en BHV. De applicatie werd uitgevoerd<br />

met een touchscreen en pictogrammen,<br />

om het gebruiksgemak te bevorderen. Via<br />

het SMTP-protocol kunnen berichten direct<br />

doorgegeven worden aan de pagers. Afhandeling<br />

van een oproep kan via de interface<br />

volgens vast protocol worden afgehandeld.<br />

Dit voorkomt fouten in de bediening tijdens<br />

panieksituaties. Een brandmelding is niet te<br />

sturen naar bijvoorbeeld de parkeerwacht.<br />

Alle communicatieprocedures zijn immers<br />

voorgeprogrammeerd.<br />

Met een analoog systeem zou dit een<br />

bedieningspaneel worden met 32 knoppen,<br />

waarbij de gebruiker gelimiteerd zou zijn in<br />

de mogelijkheden vanwege het platform dat<br />

immers systeemgebonden is, maar bovendien<br />

zou het veel moeilijker en tijdrovender zijn<br />

om maatwerk te leveren. En dus duurder.<br />

Een grote raffinaderij wilde zijn pagingsysteem<br />

koppelen aan een switchboard, en<br />

daarbij alle telefoontjes, e-mails enzovoort<br />

door laten geven aan de juiste personen.<br />

Verder wilde men ook automatische koppelingen<br />

tot stand brengen zoals het sluiten<br />

van slagbomen en deuren, het aansturen van<br />

de stoplichten en het aansturen van akoestisch<br />

signalen. Dergelijke koppelingen zijn<br />

veel eenvoudiger tot stand te brengen door<br />

toepassing van de digitale technologie, met<br />

IP of SMTP.<br />

Zo ook in het geval van een museum in<br />

Leiden. De alarmmeldingen uit het aanwezige<br />

gebouwbeheersysteem worden omgezet in<br />

SDS (Short Data Messages) en verzonden naar<br />

een digitale portofoon. Hierdoor hoefden de<br />

gebruikers niet langer een portofoon én een<br />

pager te dragen, maar kan worden volstaan<br />

met alleen een portofoon.<br />

Begeleiding<br />

Wim Stam: “Omdat je werkt met universele<br />

protocollen heeft de gebruiker veel meer<br />

keus uit leveranciers en dus oplossingen.<br />

Ook voor landelijke dekking. Een bedrijf met<br />

meerdere locaties kan bijvoorbeeld kiezen<br />

voor een aansluiting op het digitale netwerk<br />

van Entropia, voor een eigen multi-site<br />

Tetra-trunkingsysteem van DAMM of voor een<br />

eigen multi-site DMR systeem van Motorola.<br />

Doorslaggevend daarbij zullen in dat geval<br />

vooral de netwerkkosten per gebruiker<br />

zijn. Ook de keuze voor de hardware wordt<br />

steeds minder relevant. Afhankelijk van de<br />

robuustheid en de functionaliteiten kan men<br />

voor Motorola kiezen, maar ook voor andere<br />

merken. Het begeleiden van de klant door de<br />

leverancier om tot een juiste keuze te komen,<br />

alsmede de service en dienstverlening nemen<br />

dus een steeds belangrijker plaats in.”<br />

Marjolein Graauw is werkzaam bij Flash<br />

Services Nederland.


technologie<br />

De westerse maatschappij kende een ongeevenaarde<br />

groei in de vorige decennia, onder<br />

meer mogelijk gemaakt door een groeiend<br />

aantal steeds slimmere machines, die ons leven<br />

makkelijker maken, Betere controle leidt<br />

tot beter gebruik van schaarse grondstoffen,<br />

efficiëntere productie, complexere en snellere<br />

logistiek, efficiënter vervoer... De meeste<br />

vooruitgang in vorige decennia werd mogelijk<br />

Draadloos protocol is energiezuinig en flexibel<br />

ZigBee in de<br />

potplantenkas<br />

Sensornetwerken worden steeds belangrijker. Procesbewaking<br />

en -controle is daarbij de grootste drijfveer. Met behulp van<br />

draadloze sensornetwerken op basis van het ZigBee-protocol kan<br />

dit nog verfijnder en vooral eenvoudiger en goedkoper.<br />

Door Miodrag Djurica – TNO<br />

door groeiende en goedkope rekenkracht van<br />

computers waarmee krachtige en flexibele<br />

controle van processen mogelijk wordt.<br />

Een van de belangrijke aspecten daaraan<br />

is de mogelijkheid om grote hoeveelheden<br />

data snel te verwerken, waaronder data van<br />

allerlei sensoren, die ons in staat stellen<br />

om de wereld op een betere manier te<br />

<strong>Verbinding</strong> oktober 2010 21<br />

kwantificeren. Sensornetwerken verzamelen<br />

data, en onder de term ‘sensor’ vallen zowel<br />

de camera’s boven de snelweg, als een<br />

simpele thermometer. Het is duidelijk dat de<br />

hoeveelheid data die een sensor produceert<br />

enorm varieert, van een stream van een<br />

paar Mb/s tot een paar bytes per uur. In het<br />

algemeen worden sensornetwerken gebruikt<br />

om fijnmaziger te kunnen meten en zo een


22<br />

<strong>Verbinding</strong> oktober 2010<br />

nauwkeuriger beeld van het proces te leveren<br />

en, waar nodig, precieze controle mogelijk te<br />

maken.<br />

Een uniek kenmerk van de laatste generatie<br />

sensoren is dat ze ‘intelligent’ worden. Om<br />

dit in de juiste context te plaatsen een kort<br />

overzicht van de ontwikkeling van sensoren,<br />

met een zichtbare groei in complexiteit:<br />

• Simpele sensor – omzetten van energie van<br />

een fysisch domein (thermisch, elektrisch,<br />

druk, chemisch, magnetisch) naar een<br />

ander (meestal elektrisch) domein.<br />

• Sensor met analoge verwerking – sensor<br />

met beperkte signaalverwerking zoals<br />

versterking, filtering, modulatie, analoge<br />

communicatie.<br />

• Sensor met analoge verwerking en digitale<br />

output – hiermee wordt het mogelijk om<br />

digitale data door te geven voor verdere<br />

verwerking op een computer.<br />

• Smart sensor - integratie van sensoren,<br />

analoge signaalverwerking en A/Dconverter<br />

op de chip.<br />

• Intelligente sensoren – idem, maar met de<br />

mogelijkheid om met andere sensoren een<br />

sensornetwerk te kunnen vormen.<br />

De term ‘intelligent’ is relatief beladen en is<br />

sterk afhankelijk van het toepassingsgebied.<br />

Wij gebruiken deze term in het kader van<br />

‘problemen kunnen oplossen’ oftewel het<br />

sensornetwerk operationeel houden aan de<br />

hand van gegeven parameters (bijvoorbeeld<br />

delay, packet loss,…) met minimale menselijke<br />

invloed.<br />

De feitelijke reden dat intelligente sensornodes<br />

moeten communiceren met andere<br />

sensoren is om een beter beeld van de omgeving<br />

te krijgen en zichzelf aan te passen<br />

aan veranderende input, uiteraard weer in<br />

samenwerking met de andere sensoren in<br />

het netwerk. Dergelijke intelligentie komt<br />

uit sensorconnectiviteit, vergelijkbaar met<br />

hoe menselijke intelligentie voortkomt uit de<br />

LR-WPAN en ZigBee.<br />

verbinding tussen neuronen in de hersenen.<br />

Door gegevensbestanden te verbinden en<br />

te koppelen met eerder ontdekte gegevens<br />

vanuit het sensornetwerk, kunnen we de efficiency<br />

verhogen en de controlemechanismen<br />

verbeteren. Dat betekent minder configuratiewerk<br />

en daaruit voortvloeiend lagere kosten.<br />

WSN<br />

Meten is weten. Een simpel gezegde, maar<br />

meestal een complexe realiteit. De relevante<br />

sensoren vinden is nog wel te doen, maar<br />

een installatie kan duur uitpakken en heel<br />

inflexibel zijn in gebruik (wat kun je ermee?).<br />

TNO werkt aan technologie en toepassingen<br />

gebaseerd op een draadloos sensornetwerk<br />

dat realiseerbaar is met flexibiliteit, lage kosten,<br />

betrouwbaarheid en eenvoud in gebruik.<br />

Een van TNO’s onderzoeksgebieden gaat over<br />

wireless sensor networks (WSN), die zijn<br />

samengesteld uit een groot aantal kleine,<br />

goedkope en weinig energiegebruikende sensornodes.<br />

Die nodes zijn ook verder beperkt<br />

qua hardware (rekenkracht, geheugen), ze<br />

kennen geen gebruikersinterface, communiceren<br />

op beperkte snelheid (data rate) en<br />

hebben eenvoudige voedingsmogelijkheden<br />

(batterij). Tijdens de ontwerpfase van dergelijke<br />

netwerken dwingen al die beperkingen<br />

bepaalde keuzes af.<br />

Elk type data kan via een<br />

sensornetwerk getransporteerd<br />

worden naar een centraal<br />

dataverzamelpunt.<br />

Rollen van apparaten in het netwerk.<br />

LR-WPAN<br />

In 2003 is een nieuwe technologie gestandaardiseerd<br />

door de IEEE, genaamd Low-Rate<br />

Wireless Personal Area Network (LR-WPAN).<br />

Hoofdkenmerken zijn zeer lage energieconsumptie<br />

en zeer lage kosten. Het is een<br />

protocol om een draadloos communicatienetwerk<br />

door middel van radiochips op te zetten,<br />

dat zo weinig energie verbruikt dat het op<br />

batterijen kan functioneren. Nadeel daarvan<br />

is dan wel dat er maar heel weinig data<br />

per seconde via het draadloze netwerk kan<br />

worden verzonden. Deze karakteristieken zijn<br />

ideaal voor bijvoorbeeld toepassingen in huis<br />

(draadloos lichtknopje) tot aan het verzenden<br />

van sensordata naar een centrale computer.<br />

De data van alle sensoren kunnen centraal<br />

verwerkt worden tot een eenvoudig bruikbare<br />

grafische gebruikersinterface.<br />

TNO ontwikkelde een WSN op basis van<br />

LR-WPAN. LR-WPAN ligt aan de basis<br />

(fysische en MAC-lagen) van ZigBee, een<br />

netwerklaagprotocol, dat bepaalt hoe het<br />

netwerk wordt gevormd uit de losse nodes.<br />

De ZigBee Alliance is een open industriële<br />

samenwerking met als doel het verder<br />

ontwikkelen van deze netwerklaag, die<br />

gebruikt kan worden voor communicatie<br />

gebaseerd op LR-WPAN.<br />

Zelforganiserend<br />

TNO voegde intelligentie toe aan LR-WPAN:<br />

het zelforganiserend protocol. Hierdoor<br />

kunnen de sensor/radio-modules zichzelf


organiseren in een netwerk en is zogeheten<br />

multihop mogelijk. Dit houdt in dat de<br />

sensordata via andere sensor/radiomodules<br />

doorgegeven kunnen worden aan de centrale<br />

computer. Het grote voordeel hiervan is de<br />

minimale installatie- en configuratietijd. Voor<br />

professionele installatiebedrijven betekent<br />

dit lagere kosten - hoe minder handwerk, hoe<br />

beter -, voor particulieren minder complexe<br />

configuraties instellen - werk dat weinig<br />

mensen leuk vinden.<br />

De sensor/radiomodules zijn volledig<br />

draadloos: draadloze communicatie en<br />

voeding via batterij. Dit maakt het mogelijk<br />

om de sensor/radiomodules vrijwel overal<br />

te plaatsen. Daarnaast zorgt TNO’s protocol<br />

ervoor dat het netwerk zichzelf automatisch<br />

kan organiseren. Een vaste, inflexibele<br />

opstelling is dus niet nodig. De radiolink<br />

tussen twee sensoren is ongeveer 80 meter.<br />

Indien twee sensoren in elkaars bereik zijn,<br />

kunnen ze met elkaar communiceren. Zo kun<br />

je een willekeurig dekkingsoppervlak van<br />

sensoren creëren. Heel flexibel dus!<br />

Data rate<br />

In LR-WPAN bedraagt de maximale data rate<br />

250kb/s (bruto). Op de fysische laag maakt<br />

LR-WPAN gebruik van DSSS (Direct Sequence<br />

Spread Spectrum). Bij WiFi, dat gebruikmaakt<br />

van een adaptieve data rate, is de snelheid<br />

van gegevensoverdracht afhankelijk van de<br />

sterkte van ontvangen signaal. Bij<br />

LR-WPAN is, dankzij DSSS, de data rate de<br />

volle 250kb/s of niks.<br />

De meeste LR-WPAN chipsets zijn in de ISM-<br />

band (Industrial, Scientific and Measurement)<br />

te gebruiken, op 2,4 GHz, waar trouwens<br />

andere communicatietechnieken zoals WiFi -<br />

IEEE802.11 (b/g) en Bluetooth (IEEE802.15.3)<br />

ook werken. LR-WPAN beschikt over 16<br />

kanalen binnen de 2,4 GHz-band, ieder met<br />

een 250kb/s data rate. Naast 2,4 GHz, zijn<br />

er ook andere banden gedefinieerd voor LR-<br />

WPAN: 1 kanaal met 20kb/s op 868 MHz voor<br />

gebruik in Europa, en 2 kanalen met 20kb/s<br />

per kanaal op 915 MHz voor gebruik in de VS.<br />

De meeste producenten van LR-WPAN chipsets<br />

kiezen ervoor om 2,4 GHz-chips te fabriceren,<br />

omdat ze overal zijn te gebruiken.<br />

LR-WPAN ten opzichte van andere low-power communicatietechnieken (WWAN – Wireless Wide<br />

Area Network, WMAN - Wireless Metropolitan Area Network, WLAN - Wireless Local Area Network,<br />

WPAN - Wireless Personal Area Network).<br />

<strong>Verbinding</strong> oktober 2010 23<br />

Multi-hop netwerk met<br />

dubbel uitgevoerde<br />

PAN coördinator.<br />

Netwerktopologie<br />

De door LR-WPAN gebruikte netwerktopologie<br />

is de stertopologie, waar alle communicatie<br />

binnen het PAN (Personal Area Netwerk) loopt<br />

naar de coördinator en andere sensoren,<br />

waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen<br />

FFD (Full Function Device) en RFD (Reduced<br />

Function Device). Het verschil tussen die twee<br />

is dat een FFD indien nodig kan worden gepromoveerd<br />

tot coördinator. Een alternatief voor<br />

de stertopologie is een peer-to-peer-topologie<br />

tussen FFD’s.<br />

Zoals gezegd werkt een WSN op 2,4 GHz,<br />

waarbij het gebruik kan maken van alle 16<br />

beschikbare kanalen. Nadeel is dat er een<br />

relatief grote kans is dat WiFi en Bluetooth<br />

in dezelfde frequentieband aanwezig zijn,<br />

waarbij ze mogelijk op dezelfde frequentie<br />

zenden als het LR-WPAN-apparaat. Als dat<br />

gebeurt, zullen sommige pakketten verloren<br />

kunnen gaan door collisions, wat leidt tot<br />

packet loss en, afhankelijk van het gebruikte<br />

protocol, tot hertransmissies en dus tot<br />

mogelijke onderbreking van de communicatie<br />

en/of vertraging van de te verzenden data.<br />

Zodra een netwerk wordt ingericht, dan<br />

kan de potentiële PAN-coördinator worden<br />

ingesteld op een door de gebruiker te kiezen<br />

communicatiekanaal. Het voordeel hiervan<br />

is de snelheid, maar een nadeel is dus dat<br />

dit kanaal bezet kan zijn. In de regel verdient<br />

het, zeker qua flexibiliteit, de voorkeur het<br />

netwerk zelf zijn vrije kanalen te laten zoeken.<br />

Maar daar staat tegenover dat dit wat tijd en<br />

energie kost. Voor batterijgevoede apparaten<br />

is dit een duidelijk nadeel, vooral als deze<br />

procedure vaak moet worden uitgevoerd.<br />

FFD’s, die de rol van coördinator kunnen<br />

opnemen, en die hun werkfrequentie hebben<br />

gekregen of gekozen, beginnen vervolgens


24<br />

<strong>Verbinding</strong> oktober 2010<br />

Toepassing in de kas<br />

In de potplantensector in Nederland worden<br />

potplanten hoofdzakelijk geteeld op<br />

rolcontainers en vloeren. De potplanten<br />

krijgen dan water van onderaf gegeven via<br />

zogenoemde eb- en vloedsystemen. Om te<br />

bepalen of het gewas water nodig heeft,<br />

wordt veelal het gewas door een persoon<br />

beoordeeld. Het beoordelen vindt plaats<br />

door het optillen van enkele planten, het<br />

verwijderen van de pot, zodat het wortelmilieu<br />

beoordeeld kan worden en soms<br />

het wegen van een plant.<br />

Zelforganiserend WSN in tuinbouw.<br />

Sensoren meten het vochtgehalte in grond<br />

en wortelstelsel.<br />

Drie maal per dag een ronde lopen door<br />

de kas kost een kweker veel tijd. Indien<br />

wegens tijdgebrek niet de gehele kas<br />

beoordeeld kan worden, kan dit leiden<br />

tot verkeerde watergift, zoals ook de<br />

subjectieve beoordeling van ‘te nat’ of<br />

‘te droog’ door verschillende mensen kan<br />

leiden tot niet-uniforme watergift. Beide<br />

oorzaken van niet-optimale watergift kunnen<br />

productievertraging of zelfs uitval tot<br />

gevolg hebben.<br />

Een zelforganiserende WSN brengt<br />

uitkomst, gezien de minimale kosten voor<br />

installatie en maximale flexibiliteit tijdens<br />

operatie. Uiteindelijk wil de gebruiker<br />

data, zonder zich te moeten verdiepen in<br />

de werking van het systeem.<br />

De voordelen voor de tuinder zijn evident:<br />

• Kwaliteitverbetering: goede<br />

watergift zorgt voor optimale<br />

groeiomstandigheden;<br />

• Flexibiliteit: kweker kan zelf de posities<br />

van sensoren kiezen;<br />

• Lage kosten: goedkoopste sensornetwerk-oplossing<br />

beschikbaar op de<br />

markt;<br />

• Tijdbesparing: niet meer drie maal per<br />

dag alle kassen aflopen;<br />

• Personeelsbesparing: bij uitbreiding<br />

naar grotere kassen hoeft geen extra<br />

personeel ingehuurd te worden voor het<br />

monitoren van grondvochtigheid.<br />

TNO heeft de toepassing voor de kassen<br />

ontwikkeld als generieke technologie. Op<br />

dit moment wordt het in samenwerking<br />

met Hoogendoorn Growth Management<br />

op de markt gebracht.<br />

packets uit te zenden om hun nieuwe rol aan<br />

de rest van het netwerk te ‘adverteren’. RFD’s<br />

kunnen dan tot dit netwerk toetreden door<br />

dezelfde frequentie aan te nemen.<br />

PAN-to-PAN<br />

Het kan natuurlijk voorkomen dat er<br />

onderlinge communicatie nodig is tussen<br />

verschillende PAN’s. Een coördinator kan zo<br />

worden ingesteld dat hij een peer-to-peerverbinding<br />

legt tussen zijn eigen en een<br />

naburige PAN. Een andere mogelijkheid is dat<br />

deze coördinator de rol van RFD op zich neemt<br />

voor de naastgelegen PAN. In beide gevallen<br />

is het duidelijk dat de coördinator tijd en<br />

energie kwijt is aan de communicatie met de<br />

naburige PAN, tijd die niet beschikbaar is voor<br />

het luisteren naar zijn eigen RFD’s.<br />

Een oplossing hiervoor bestaat eruit de<br />

coördinator dubbel uit te voeren, zodat<br />

deze tegelijk beide rollen op zich kan<br />

nemen. Hierdoor wordt de flexibiliteit van<br />

het netwerk enigszins beperkt, aangezien<br />

bepaalde FFD’s hierdoor worden voorbestemd<br />

om PAN-coördinator te zijn. De afbeelding op<br />

pagina 23 (rechtsboven) maakt dit duidelijk.<br />

De keuze is duidelijk: meer flexibiliteit met<br />

een vrij te kiezen PAN-coördinator met<br />

minder kosten aan hardware, of minder<br />

flexibiliteit met een vaste PAN-coördinator,<br />

duurdere hardware, maar een efficiënter en<br />

betrouwbaardere continu-operatie van het<br />

netwerk. Zoals bij veel aspecten die bij het<br />

ontwerpen van een WSN komen kijken, is<br />

het antwoord afhankelijk van de eisen en de<br />

situatie.<br />

Menselijke interventie<br />

Sensornetwerken worden steeds belangrijker.<br />

Betere en fijnere controle van (productie)<br />

processen en optimaal gebruik van schaarse<br />

bronnen (grondstoffen, energie, maar ook<br />

menselijke arbeid) staat daarbij voorop. De<br />

toekomst van grootschalige toepassing van<br />

WSN’s staat of valt met de mogelijkheden om<br />

ze zelforganiserend te maken, met gebruik<br />

van intelligentie, zodat het netwerk zijn<br />

taken kan uitvoeren met minimale menselijke<br />

interventie.<br />

Dr. Ir. Miodrag Djurica is projectleider en<br />

adviseur op het gebied van Self-Organizing<br />

Netwerken, Intelligente Transport<br />

Systemen en Draadloze Sensor Netwerken<br />

bij TNO Information and Communication<br />

Technology.


26 <strong>Verbinding</strong> oktober 2010<br />

ADVERTEERDERS INDEX<br />

Abiom 31<br />

Cassidian 5, 7<br />

Deltron 31<br />

Electronics & Telematics 31<br />

KPN 8<br />

Politie 25<br />

Rohde & Schwarz Nederland 32


achtergrond<br />

Het ziekenhuis als special coverage location<br />

Operatie:<br />

mission critical<br />

Aanwijzing door de veiligheidsdiensten als special coverage location schept<br />

niet alleen verplichtingen. Naast de zorg voor een goede indoordekking<br />

van C2000, zijn er volop kansen om meteen het hele draadloze<br />

communicatieplaatje te actualiseren. <strong>Verbinding</strong> kijkt naar een speciale<br />

groep van SCL’s: de ziekenhuizen.<br />

Door Koen Mioulet<br />

<strong>Verbinding</strong> oktober 2010 27<br />

In 15 jaar heeft mobiele communicatie zich<br />

een vaste plek verworven in ieder werkproces.<br />

Ook in de zorg zijn de draadloze apparaten,<br />

van piepers en telefoons tot dataterminals,<br />

niet meer weg te denken. De oplossingen zijn<br />

razendsnel gemigreerd van nice to have naar<br />

need to have. Vaak – en zeker in de zorg – is<br />

de waaier aan beschikbare systemen een<br />

historisch gegroeide lappendeken van aparte<br />

voorzieningen. Er zijn nieuwe mogelijkheden<br />

om al die systemen nu onder te brengen in<br />

één geharmoniseerde infrastructuur. Een<br />

nieuwbouw of renovatie kan vaak de aanleiding<br />

zijn, maar ook de recent van kracht<br />

geworden indoor verplichting voor het C2000netwerk.<br />

Laten we eens een grote zorginstelling<br />

als een ziekenhuis als voorbeeld nemen.<br />

Bedrijfsmiddelen<br />

Telecommunicatie en met name mobiele<br />

communicatie is niet meer weg te denken uit<br />

moderne bedrijfsvoering. Gsm’s, portofoons,<br />

laptops, pda’s; professionele medewerkers<br />

hebben ze allemaal en ze zijn vitaal voor<br />

de bedrijfsprocessen. Juist omdat deze<br />

apparatuur gemeengoed is geworden, is<br />

toepassing ervan betrouwbaar en betaalbaar<br />

en is daarom erg aantrekkelijk om voor<br />

bedrijfsprocessen te gebruiken.<br />

Inmiddels vindt rond 50 procent van het<br />

gebruik van mobiele telefoons in binnenhuissituaties<br />

plaats, waarvan een aanzienlijk deel<br />

op het werk. Het binnenhuis gebruik van mobiele<br />

data ligt zelfs nog hoger. Het is daarom


28<br />

<strong>Verbinding</strong> oktober 2010<br />

van belang die mogelijkheden ook binnen de<br />

gebouwen van organisaties aan te kunnen<br />

bieden. Vaak zijn de buitenhuisnetwerken in<br />

staat ook binnen gebouwen te dekken; soms<br />

vergt dat extra maatregelen.<br />

De zorg staat aan de vooravond van een paar<br />

decennia van grote groei. Het ziekenhuis of<br />

de zorginstelling is daarbij de spil van deze<br />

bedrijvigheid. Van de vele systemen die<br />

een ziekenhuis kent, zijn de communicatiesystemen<br />

van levensbelang. Door de jaren<br />

heen - en met name het laatste decennium<br />

- zijn er meestal heel veel en heel verschillende<br />

systemen ontstaan, waaronder het<br />

draadloze telefonienetwerk DECT, de pagers,<br />

het personenzoeksysteem (PZI), systemen<br />

voor het roepen van zusters (nurse call), de<br />

analoge portofoons van de BHV en eventuele<br />

draadloze computernetwerken (WiFi). Zelfs de<br />

gsm, die tot voor kort binnen een ziekenhuis<br />

moest worden uitgeschakeld, wordt vaak al<br />

volop gebruikt door de medewerkers zelf, om<br />

van de patiënten niet te spreken.<br />

Heel actueel is daarbij de indoor-radiodekking<br />

die in veel gevallen voor het C2000-netwerk<br />

verplicht moet worden gerealiseerd, de Special<br />

Coverage Location (SCL). In het geval van<br />

een zorginstelling als een ziekenhuis maakt<br />

deze dekking dat ambulancepersoneel en<br />

ander zorgdiensten en openbare ordediensten<br />

naadloos met C2000 kunnen communiceren,<br />

tot in alle uithoeken van een ziekenhuis.<br />

De bedrijfsvoering is sterk afhankelijk geworden<br />

van de beschikbaarheid en het functioneren<br />

van al deze communicatienetwerken.<br />

In de Openbare Orde en Veiligheid, waartoe<br />

de zorg uiteraard ook behoort, wordt vaak<br />

de term ‘mission critical’ gebruikt. Tegelijkertijd<br />

zijn er plekken in gebouwen waar de<br />

dekking van de diverse netwerken matig of<br />

afwezig kan zijn: kelders, ruimtes met metaal<br />

De SCL<br />

Een Special Coverage Location is een bijzondere versie van een indoorinstallatie.<br />

Het landelijke C2000-netwerk biedt niet altijd dekking binnen<br />

gebouwen. Waar dat niet het geval is kan een SCL worden opgelegd, wat<br />

wil zegen dat een instelling dan voor C2000 indoordekking moet realiseren.<br />

In de regel gebeurt dit in opdracht van de veiligheidsregio. Zo’n voorziening<br />

is in essentie niets anders dan een outside-in signaaldoorzetting. Het is<br />

echter wel een bijzonder geval, omdat de signaalverstrekker het landelijke<br />

veiligheidsnet C2000 is (in plaats van een landelijke mobiele operator),<br />

waardoor bijzondere formele eisen en procedures gelden.<br />

of beton, kantoren met getinte ramen, zeer<br />

afgelegen locaties enzovoort.<br />

Autonomie<br />

Het zal niemand verwonderen dat de instelling<br />

of gebouwbeheerder zeker wil stellen dat<br />

de professionals op elke plek en onder alle<br />

omstandigheden over voldoende netwerk van<br />

de diverse draadloze systemen kan beschikken.<br />

Systemen van derden, maar ook de eigen<br />

systemen. Denk daarbij aan gsm/umts van<br />

mobiele operators, het bedrijfseigen WiFi-,<br />

paging- of portofoonnet. Plus daarnaast de<br />

voor sommige gebouwen dus verplichte<br />

C2000-dekking.<br />

De drie hoofdvormen<br />

voor het doorzetten<br />

van radiosignalen.<br />

Voor een ziekenhuis geldt daarbij ook nog een<br />

bijzondere overweging, namelijk die van onafhankelijkheid<br />

en autonomie. Die kennen we<br />

bijvoorbeeld al aan de kant van de energievoorziening:<br />

elk ziekenhuis heeft, naast een<br />

contract met een openbare leverancier, eigen<br />

back-upvoorzieningen voor energie. Vergelijkbare<br />

autonomie is te bereiken aan de kant van<br />

de draadloze communicatienetwerken: alle<br />

genoemde draadloze systemen zijn samen<br />

te brengen op één uniform en transparant<br />

draadloos netwerk, dat in eigen beheer kan<br />

functioneren.<br />

Indoordekking<br />

Oplossingen kunnen variëren van het eenvoudig<br />

doorzetten en versterken van een radiosignaal<br />

van buiten naar binnen tot een geheel<br />

eigen, actief radionetwerk binnen gebouwen,<br />

desgewenst geïntegreerd met dat van de<br />

operator(s). Onderstaand een weergave van<br />

de hoofdvormen van deze signaaldoorzetting.<br />

De distributie van het aldus aangevoerde<br />

signaal binnen gebouwen kan plaatsvinden<br />

met passieve kabels en antennes, maar ook<br />

met actieve glasvezelsystemen en -apparatuur.<br />

Vaak zal voor zo’n indoornetwerk een<br />

zogeheten propagatiemeting van het radiogedrag<br />

worden gedaan, waarna met actieve<br />

apparatuur en antennesystemen gezorgd<br />

wordt dat een signaal overal doordringt waar<br />

het gewenst is.<br />

Van buiten naar binnen<br />

Vaak zal er zonder enige maatregel op veel<br />

plekken binnen een ziekenhuis al bereik zijn<br />

van het netwerk van de operator(s), waarbij<br />

enkele slechtbedekte plekken (‘white spots’)<br />

vaak wel voorkomen.<br />

De eenvoudigste indoor mobility-oplossingen<br />

zijn die waarbij het signaal van enig netwerk<br />

buiten wordt opgevangen en binnen het<br />

gebouw wordt doorgegeven. Dat kan met behulp<br />

van een eenvoudige booster of repeater,<br />

of met een eigen minizendstation (de zogeheten<br />

‘picocel’) voor het betreffende netwerk<br />

als actief element. Binnen het gebouw kan<br />

het signaal worden doorgeleid via stralende<br />

kabels of een netwerkje van antennes.<br />

De tarifering voor interne gesprekken is<br />

geheel afhankelijk van afspraken met de<br />

operator; gratis ‘on-net’ tarieven zijn dan een<br />

mogelijkheid, al naargelang de kosten die<br />

de operator moet maken voor de koppeling<br />

naar binnen. Deze oplossingen kunnen van<br />

het bedrijf zelf zijn, maar kunnen ook van de<br />

operator(s) worden verkregen.<br />

Privaat netwerk<br />

Meer autonoom zijn oplossingen met een<br />

geheel eigen netwerk binnen de bedrijfsomgeving,<br />

waarvan is zeker gesteld dat het alle<br />

gewenste ruimtes en locaties dekt. Sinds


egin 2009 is voor dit doel door het ministerie<br />

van EZ zelfs een specifiek deel van de gsmband<br />

vrijgegeven, de zogeheten ‘guard band’.<br />

Dit stukje ether kent geen licentiekosten en<br />

is er speciaal voor bedoeld om zulke eigen,<br />

private gsm-oplossingen te mogen gebruiken.<br />

Omdat zo’n netwerk privaat is, is het zeer wel<br />

mogelijk dat er ook geen gesprekstarieven of<br />

abonnementen meer zijn. Intern bellen kan<br />

dan kosteloos zijn.<br />

Met zo’n indoor mobility-netwerk voor private<br />

gsm wordt in de praktijk vaak het eigen DECT<br />

telefonienetwerk vervangen. Het grote voordeel<br />

ten opzichte van DECT is dat met zo’n<br />

private gsm-netwerk alle communicatie op<br />

één telefoon gebeurt: geen aparte handsets,<br />

laders en accessoires meer.<br />

Indien men daarvoor kiest, is deze oplossing<br />

niet met de netwerk(en) buiten doorverbonden.<br />

De gebruiker kan zichzelf handmatig of<br />

automatisch aanmelden op het eigen netwerk<br />

binnen, dan wel op het operatornetwerk<br />

buiten.<br />

Er kan nog wat extra gebruikersgemak en<br />

bereikbaarheid worden toegevoegd, bijvoorbeeld<br />

met dual-SIM-kaarten. Ook kan een<br />

koppeling naar de buitenwereld worden<br />

verzorgd door dit private gsm-netwerk te koppelen<br />

aan de bedrijfscentrale en via die weg<br />

naar buiten te communiceren. Maar juist bij<br />

OOV-locaties als ziekenhuizen vindt men een<br />

situatie als een ‘communicatie-eiland’ vaak<br />

juist wenselijk.<br />

Privaat indoor doorverbonden<br />

Net als bij een privaat netwerk, wordt bij deze<br />

mogelijkheid een bedrijfseigen indoornetwerk<br />

aangelegd. Met behulp van een of meer<br />

gebouwgebonden basisstationstations<br />

en koppelingen wordt dit netwerk echter<br />

naadloos geïntegreerd met dat van de<br />

landelijke mobiele operator(s), bijvoorbeeld<br />

die waar men al contracten mee heeft voor<br />

landelijke dekking. Er kan ervoor worden<br />

gekozen het binnenhuisnetwerk niet onder<br />

beheer van een landelijke operator te laten<br />

vallen, maar dit te laten beheren door de<br />

zorginstelling zelf of een derde partij. De<br />

tarifering binnenhuis en de kosten van de<br />

installatie zijn in dit scenario in principe<br />

onderhandelbaar met de landelijke operator<br />

die men al heeft, dan wel alle operators<br />

waarvoor men gastgebruik wil realiseren,<br />

zoals voor patiënten en bezoekers.<br />

Gateways zorgen voor de verbinding tussen<br />

beide netwerken en maken het gebruikers<br />

mogelijk naadloos van het netwerk binnen op<br />

Alle draadloze systemen<br />

zijn te combineren tot één<br />

netwerk, dat in eigen beheer<br />

kan functioneren.<br />

dat buiten over te stappen, zowel voor spraak<br />

(gsm) als data (bijvoorbeeld umts). Dit is<br />

vergelijkbaar met roaming tussen netwerken,<br />

wat nu dus met het eigen bedrijfsnetwerk<br />

plaatsvindt.<br />

Deze toepassing kan overigens ook worden<br />

ingezet om eigen of specifieke zorgdiensten<br />

en faciliteiten aan het private indoornetwerk<br />

toe te voegen. Dat kunnen bijvoorbeeld<br />

locatiegebonden informatievoorzieningen<br />

zijn, zoals ‘way finding’of specifiek voor<br />

de zorg ontwikkelde diensten, zoals nurse<br />

call. Deze oplossingen vergen in elk geval<br />

intensieve samenwerking met de mobiele<br />

operator waar het bedrijf contracten mee<br />

heeft. We moeten bedenken dat je als je voor<br />

indoor gebruik maakt van het spectrum van<br />

een operator, die operator voor dat spectrum<br />

een licentie heeft betaald en het medegebruik<br />

dus altijd met de operator moet worden<br />

uitonderhandeld.<br />

Bij alle hier genoemde modellen kan gebruik<br />

worden gemaakt van diverse combinaties van<br />

draadloze apparatuur en antennesystemen.<br />

Zelfs distributie van de draadloze signalen<br />

middels toekomstvaste glasvezel is mogelijk<br />

en soms zelfs heel wenselijk.<br />

<strong>Verbinding</strong> oktober 2010 29<br />

Distributed Antenna<br />

System.<br />

C2000<br />

Alle genoemde technieken zijn tamelijk<br />

nieuw en bieden ongekende mogelijkheden<br />

communicatie op één platform te brengen,<br />

autonomie te bereiken en toekomstvast<br />

voorbereid te zijn op weer nieuwere draadloze<br />

technieken die weldra zullen verschijnen.<br />

De kansen om alle bestaande systemen en<br />

netwerkjes in een keer te migreren naar zo’n<br />

toekomstvast universeel gebouwennetwerk<br />

doen zich met name voor bij nieuwbouw of<br />

grote renovaties. Tevens doet zich vaak zo’n<br />

‘natuurlijk moment’ voor als een ziekenhuis<br />

wordt aangewezen als SCL.<br />

Waar veel gebouwenbeheerders zo’n aanwijzing<br />

zien als een last en een mogelijke<br />

verplichte investering, biedt het voor veel<br />

situaties uitgelezen kansen om alle systemen<br />

op één algemene drager te brengen.<br />

Bovendien kan het een goed moment zijn om<br />

de communicatievoorzieningen in een keer op<br />

de laatste stand te brengen.<br />

Onafhankelijk<br />

De keuze tussen deze opties en eventuele<br />

tussenvormen is eerst en vooral een kwestie<br />

van de wensen. Welke diensten zijn noodzakelijk,<br />

welke integratie met netwerken buiten<br />

is wenselijk, hoe zelfvoorzienend moet de<br />

SCL zijn en in welke gebouwdelen is dekking<br />

noodzakelijk? Daarnaast zijn er de fysieke<br />

omstandigheden: bouwmaterialen, mogelijke<br />

propagatie van radiosignalen.<br />

Overigens is het niet zo dat een keuze voor<br />

een van de vele opties en mogelijkheden een<br />

instelling langdurig vastlegt. Migratie naar<br />

weer nieuwere indoor mobility systemen is<br />

later mogelijk, meestal met hergebruik van<br />

grote delen van de investering.<br />

Ir. Koen Mioulet, Marketing4B2B, is<br />

interim marketing manager op het gebied<br />

van telecommunicatie. Dit artikel kwam<br />

tot stand met medewerking van Koning &<br />

Hartman en Powerwave.


column 30<br />

<strong>Verbinding</strong> | oktober 2010<br />

Samenhang<br />

Het zal u de laatste tijd niet zijn ontgaan dat een aantal schijnbare zekerheden<br />

ons is ontvallen. Ik noem er een paar, zonder uitputtend te zijn.<br />

Banken. Vanouds bastions van degelijkheid en zekerheid, waarvan je alleen in<br />

de wildste scenario’s verwachtte dat ze overeind gehouden dienden te worden<br />

of om konden vallen.<br />

Pensioen. Een instituut, in ieder geval in Nederland, dat tot voor kort nog<br />

als een saai onderwerp en door menigeen als een vanzelfsprekendheid werd<br />

ervaren. Een onderwerp dat op verjaardagsfeestjes niet bepaald op de agenda<br />

stond. Hoe anders is dit nu: een ‘hot topic’ waar velen, experts en leken, nu<br />

druk mee bezig zijn. De vraag is vooralsnog onbeantwoord of het onderwerp<br />

ooit weer zo saai en vanzelfsprekend gaat worden.<br />

Waterschappen. Overheidsinstanties die minstens 400 jaar min of meer<br />

onbesproken hun werk doen en onze voeten droog wisten te houden. Onlangs<br />

kregen we - na een aantal zomerse buien - van diezelfde waterschappen de<br />

boodschap dat het buiten de oevers treden van waterwegen, het vollopen van<br />

tunnels van Delft tot in de Achterhoek en het blank staan van straten, wel eens<br />

meer gemeengoed kan worden dan ons lief is.<br />

Een ding hebben deze voorbeelden gemeen: het zijn, voor de samenleving in<br />

het algemeen en voor de organisaties zelf en hun medewerkers in het bijzonder,<br />

ongewenste effecten. Of uitkomsten of gedrag, als je het zo wilt noemen.<br />

Degelijk werd wankel, vanzelfsprekend werd ‘we garanderen niets’ en droog<br />

werd nat.<br />

Gezien deze gang van zaken stel ik mijzelf de laatste tijd vaak de vraag welke<br />

‘zekerheid’ mij in de nabije toekomst gaat ontvallen. Ofwel: welke sector is de<br />

volgende die mij een zekerheid ontneemt en/of door de mand valt? Hoe zit dat<br />

met andere organisaties, die in mijn ogen nog als ‘zekerheid’ te boek staan,<br />

bijvoorbeeld de sector OOV?<br />

Ik vind het niet vreemd deze vraag te stellen.<br />

Is het niet zo dat in de eerder genoemde sectoren, al dan niet door wet- en<br />

regel geving, alles op alles is gezet om juist te voorkómen dat die gebeurtenissen<br />

plaats konden vinden? Is het niet zo dat zij zich juist uitputtend bezig hielden<br />

met waarborgen en machinaties als: scheiding van verantwoordelijkheden,<br />

legio processen en procedures, instructies, certificaten, voorschriften, wet- en<br />

regelgeving, kwaliteitssystemen en kwaliteitsmanagement, contracten, service<br />

level agreements, compliancies met bijbehorende audits, systemen met grenzen<br />

en interfaces, beheer, outsourcingconstructies enzovoort.<br />

Hiermee is alles geborgd, niet? Natuurlijk is een groot aantal externe factoren<br />

mede debet aan het feit dat die organisaties ongewenst ‘gedrag’ vertoonden,<br />

maar toch: juist deze waarborgen en machinaties stonden erbij en keken ernaar.<br />

Ik begrijp heel goed het bestaansrecht van waarborgen en machinaties. Natuurlijk.<br />

Maar, daarentegen ondervind ik ook dat ze echte samenhang in en van<br />

organisaties en hun functioneren in de weg staan. Sterker nog: ik ken voorbeelden<br />

waarbij ze steevast worden aangewend, waardoor (al is het niet bewust)<br />

gebrek aan samenhang in de hand wordt gewerkt. Immers: waarborgen en<br />

machinaties zijn gebaseerd op normale maar vooral gereguleerde situaties en<br />

gedijen alleen als er (ijk-)grenzen zijn.<br />

Juist als je in incidenten- of crisissituaties verkeert, of dit nu een extreme<br />

markt, een extreme rentestand, of extreem weer is, heb je weinig aan grenzen,<br />

waarborgen en machinaties die er op dat moment niet toe doen.<br />

De vraag is nu, en die mag u zichzelf stellen, hoeveel energie en middelen stop<br />

ik in waarborgen en machinaties en hoeveel in inhoudelijke samenhang? Kunt<br />

u daarmee een bij uw sector passende crisis aan? Of vertoont uw organisatie<br />

daarbij zo’n demasqué dat ons weer een zekerheid ontvalt?<br />

Michiel Stam is eigenaar van onafhankelijk adviesbureau Syracuse<br />

Consultancy (www.syracuse-consultancy.nl).<br />

Colofon<br />

<strong>Verbinding</strong> is een vakblad over mobiele<br />

communicatie in de openbare orde &<br />

veiligheidssector.<br />

Jaargang 31, oktober 2010, nr 8<br />

<strong>Verbinding</strong> verschijnt tienmaal per jaar. Toezending<br />

geschiedt op abonnementsbasis en middels<br />

controlled circulation.<br />

Uitgever<br />

Henk van Beek<br />

Hoofdredacteur<br />

Marcel Debets<br />

Eindredacteur<br />

Martijn Vet<br />

Redactie Postadres<br />

Postbus 82, 2460 AB Ter Aar<br />

Telefoon: 0172-782120<br />

Administratie: info@fenceworks.nl<br />

Abonnementen: abonnementen@fenceworks.nl<br />

Redactie: redactie@verbinding.nl<br />

Website: www.verbinding.nl<br />

Advertentie-exploitatie<br />

Archer Media BV<br />

Spacelab 2<br />

3824 MR Amersfoort<br />

T (+31)33 453 9450<br />

M (+31)6 4230 6937<br />

www.archermedia.nl<br />

In dit nummer bijdragen van<br />

Hans Borgonjen, Miodrag Djulica, Marjolein Graauw,<br />

Wil Haasdijk, Rob Jastrzebski, Koen Mioulet,<br />

Michiel Stam<br />

Ontwerp en opmaak<br />

ONTWERPERS DIE MEEDENKEN.NL<br />

Druk<br />

3L Drukkerij BV, Rotterdam<br />

Een jaarabonnement op VERBINDING kost € 54,95<br />

inclusief 6% BTW, over te maken op bankrekening<br />

1062.74.619 t.n.v. FenceWorks B.V. in Alphen aan<br />

den Rijn, onder vermelding van ‘jaarabonnement<br />

<strong>Verbinding</strong>’. Een jaarabonnement loopt gelijk<br />

met het kalenderjaar. Een jaarabonnement wordt<br />

aangegaan tot schriftelijke wederopzegging en<br />

automatisch gecontinueerd indien niet voor één<br />

november van het lopende jaar schriftelijk is<br />

opgezegd.<br />

Kopij kan worden ingezonden in overleg met<br />

de redactie. Geplaatste artikelen hoeven niet<br />

noodzakelijkerwijs de mening van de redactie te<br />

vertegenwoordigen. De redactie noch de uitgever<br />

aanvaarden enige aansprake lijkheid voor de<br />

inhoud van artikelen van derden, ingezonden<br />

mededelingen, advertenties en de juistheid van<br />

genoemde data en prijzen.<br />

Fotokopie en overname van artikelen, geheel of<br />

gedeeltelijk op welke wijze dan ook, is uitsluitend<br />

toegestaan na schriftelijke toestemming van de<br />

redactie en onder vermelding van: ‘Overgenomen<br />

uit <strong>Verbinding</strong>, vakblad voor professionele<br />

telecommu ni ca tie’. Met de vermelding van het jaar<br />

en het nummer.<br />

ISSN-nummer 1386-4300<br />

VERBINDING is een uitgave van FenceWorks BV.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!