soortherkenning amfibieën - VeldwerkPlaatsen
soortherkenning amfibieën - VeldwerkPlaatsen
soortherkenning amfibieën - VeldwerkPlaatsen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Basiscursus <strong>amfibieën</strong> & reptielen<br />
2007 © RAVON Nijmegen
<strong>soortherkenning</strong> <strong>amfibieën</strong><br />
salamanders: 1 familie<br />
2 geslachten, 5 soorten<br />
landsalamanders<br />
1. vuursalamander<br />
watersalamanders<br />
2. kleine watersalamander<br />
3. kamsalamander<br />
4. Alpenwatersalamander<br />
5. vinpootsalamander
kikkers & padden: 5 families,<br />
6 geslachten, 11 soorten<br />
- schijftongkikkers - echte kikkers<br />
1. vroedmeesterpad 6. bruine kikker<br />
2. geelbuikvuurpad 7. heikikker<br />
8. meerkikker<br />
- knoflookpadden 9. poelkikker<br />
3. knoflookpad 10. bastaardkikker (hybride)<br />
(= middelste groene kikker)<br />
- echte padden<br />
4. gewone pad - boomkikkers<br />
5. rugstreeppad 11. boomkikker
vuursalamander<br />
<strong>soortherkenning</strong> <strong>amfibieën</strong><br />
• zwart met gele vlekken,<br />
• staart rolrond<br />
• tot ca. 20 cm lang,<br />
• paratoidklieren achter op de kop
kamsalamander man<br />
<strong>soortherkenning</strong> <strong>amfibieën</strong><br />
• rug donkerbruin-zwart<br />
• oranjegele buik met grillig gevormde, zwarte vlekken<br />
• rugkam mannetje los van staartkam<br />
• tot ca. 15 cm lang
Eiwitten voor de<br />
eiproductie
Gifafscheiding bij bedreiging
<strong>soortherkenning</strong> <strong>amfibieën</strong><br />
Alpenwatersalamander man<br />
• rug donker blauw-zwart tot bruingroen<br />
• buik helder oranje, zonder vlekken<br />
• rugkam vrij laag en glad met blokpatroon<br />
• flanken blauw met zwarte vlekjes<br />
• tot ca. 12 cm lang
<strong>soortherkenning</strong> <strong>amfibieën</strong><br />
Alpenwatersalamande<br />
r<br />
vrouw
<strong>soortherkenning</strong> <strong>amfibieën</strong><br />
Alpenwatersalamander, landfase<br />
drogere, fluwelige huid
<strong>soortherkenning</strong> <strong>amfibieën</strong><br />
kleine watersalamander man<br />
• rug geelbruin<br />
• rugkam mannetje gegolfd en doorlopend in staartkam<br />
• buik oranjegeel met ronde zwarte vlekken<br />
• tot ca. 11 cm lang
vinpootsalamander man<br />
<strong>soortherkenning</strong> <strong>amfibieën</strong><br />
• tot ca. 9,5 cm lang, vaak kleiner<br />
• rug geelbruin, buik geelbeige en<br />
meestal ongevlekt<br />
in paartijd:<br />
• lage, gladrandige rugkam, loopt door in staartkam;<br />
• achtervoeten met zwemvliezen en recht staarteinde<br />
met draadvormig aanhangsel
<strong>soortherkenning</strong> <strong>amfibieën</strong><br />
vinpootsalamander vrouw<br />
• rug geelbruin<br />
• nauwelijks onderscheid met vrouw kleine watersalamander<br />
• indien kort draadje aanwezig: vrouwtje vinpootsalamander
larven vuursalamander<br />
<strong>soortherkenning</strong> <strong>amfibieën</strong><br />
• lichte vlekken bij aanhechting van poten (“zwembandjes”)<br />
• kop breder dan lichaam (bovenaanzicht)<br />
• tot ca. 6,5 cm lang
larve kamsalamander<br />
<strong>soortherkenning</strong> <strong>amfibieën</strong><br />
• rug donker bruinzwart<br />
• buik oranje-geel met meestal grillig gevormde, zwarte vlekken<br />
• lange, dunne tenen<br />
• tot ca. 15 cmlang
<strong>soortherkenning</strong> <strong>amfibieën</strong><br />
larve Alpenwatersalamander<br />
• donkerbruin<br />
• stompe staart, met soms klein puntje<br />
• zonder duidelijke hals<br />
• tot ca. 5 cm lang
<strong>soortherkenning</strong> <strong>amfibieën</strong><br />
larve kleine water-/ vinpootsalamander<br />
• lichtbruin<br />
• staart loopt langzaam uit in een punt<br />
• met duidelijke hals<br />
• tot ca. 5 cm lang
overige soorten:<br />
eieren watersalamanders<br />
kleiner, ei witgrijs, eiwitbol rond<br />
elk ei afzonderlijk<br />
tussen<br />
blaadje gevouwen<br />
kamsalamander – ei groter,<br />
(rooom)wit, eiwitbol ovaal
vroedmeesterpad<br />
<strong>soortherkenning</strong> <strong>amfibieën</strong><br />
• grijsbruin, wrattige huid<br />
• trommelvlies goed zichtbaar<br />
• tot ca. 5 cm lang<br />
• verticale pupil,<br />
(overdag) spleetvormig
geelbuikvuurpad<br />
<strong>soortherkenning</strong> <strong>amfibieën</strong><br />
• bovenzijde geelbruin, veel wratten<br />
• buik oranjegeel met blauwzwarte vlekken<br />
• trommelvlies onzichtbaar,<br />
hartvormige/driehoekige pupil<br />
• tot ca. 5 cm lang
knofookpad -1-<br />
<strong>soortherkenning</strong> <strong>amfibieën</strong><br />
• minder wrattige huid dan andere padden<br />
• diverse kleuren: vuilwit, olijfgroen, soms rode vlekjes
knoflookpad -3-<br />
<strong>soortherkenning</strong> <strong>amfibieën</strong><br />
grote graafknobbel aan achterpoot
Gewone pad<br />
“amplex”<br />
<strong>soortherkenning</strong> <strong>amfibieën</strong>
Gifafscheiding bij<br />
bedreiging
ugstreeppad<br />
<strong>soortherkenning</strong> <strong>amfibieën</strong><br />
• vaak duidelijker vlekkenpatroon dan gewone pad<br />
• rughuid wrattiger, met meestal duidelijke gele rugstreep
<strong>soortherkenning</strong> <strong>amfibieën</strong><br />
boomkikker<br />
• donkere oogstreep-zijlijn<br />
• trommelvlies goed zichtbaar<br />
• rughuid glad,<br />
zonder vlekken of ruglijsten
uine kikker<br />
<strong>soortherkenning</strong> <strong>amfibieën</strong><br />
• variabel: bruin, okerkleurig, roodachtig tot olijfgroen<br />
• allerlei donkere strepen en vlekken<br />
• meestal donkere driehoek achter oog<br />
• relatief stompe snuit , trommelvlies goed zichtbaar<br />
• “plompere “ plompere uitstraling” dan heikikker, tot ca. 10 cm lang
heikikker -1-<br />
<strong>soortherkenning</strong> <strong>amfibieën</strong><br />
• geel- tot beigebruin<br />
• meestal donkere driehoek achter oog<br />
• vaak brede beige rugstreep die doorloopt tot tussen de ogen!<br />
• relatief spitse snuit, trommelvlies goed zichtbaar<br />
• “sportievere “ sportievere uitstraling” dan bruine kikker, tot ca. 8 cm. lang<br />
(meestal kleiner)
heikikker -2-<br />
<strong>soortherkenning</strong> <strong>amfibieën</strong><br />
bruine kikker:<br />
kleine graafknobbel heikikker: grote graafknobbel
heikikker -3-<br />
voortplantingsperiode<br />
<strong>soortherkenning</strong> <strong>amfibieën</strong><br />
bruine kikker en heikikker: vroeg, korte tijd en massaal
heikikker -4-<br />
<strong>soortherkenning</strong> <strong>amfibieën</strong><br />
mannetjes heikikker in paartijd: blauw !!
poelkikker<br />
<strong>soortherkenning</strong> <strong>amfibieën</strong><br />
Vaak gelig-groen, met weinig vlekken en gladde huid<br />
Gemiddeld kleiner dan andere groene kikkers<br />
Witte kwaakblazen
meerkikker<br />
<strong>soortherkenning</strong> <strong>amfibieën</strong><br />
Vaak donkergroen, met veel donkere vlekken en grovere huid<br />
Gemiddeld groter dan andere groene kikkers<br />
(attentie: vrouwtje bastaardkikker ook zeer groot!)<br />
Grijze kwaakblazen
poelkikker: grote, hoge en<br />
symmetrische graafknobbel<br />
<strong>soortherkenning</strong> <strong>amfibieën</strong><br />
meerkikker: kleine, lage en<br />
asymmetrische graafknobbel
astaardkikker<br />
<strong>soortherkenning</strong> <strong>amfibieën</strong><br />
• vertoont overeenkomsten met beide “oudersoorten”<br />
• middelgrote, middelhoge en asymmetrische graafknobbel
<strong>soortherkenning</strong> <strong>amfibieën</strong><br />
bruine kikker (links) en gewone pad (rechts)
larven groene kikkers<br />
<strong>soortherkenning</strong> <strong>amfibieën</strong><br />
• goudbruin tot bruingroen<br />
• ogen uitpuilend<br />
• tot ca. 4,5 cm lang (overwinterende larven groter!)<br />
• in water van zomer tot herfst (soms lente)
larve knoflookpad<br />
<strong>soortherkenning</strong> <strong>amfibieën</strong><br />
• tot ca. 18 cm<br />
(veel groter dan groene kikkerlarven!)<br />
• lichtbruin, zonder verdere pigmentatie<br />
• “kwabbig” “ kwabbig” uiterlijk
larven kikkers en padden<br />
herkenbaar aan liptandjes<br />
(loep)<br />
<strong>soortherkenning</strong> <strong>amfibieën</strong><br />
knoflookpad<br />
vroedmeesterpad
eisnoeren padden<br />
knoflookpad<br />
korte streng met<br />
meerdere rijen<br />
<strong>soortherkenning</strong> <strong>amfibieën</strong><br />
gewone pad<br />
• 1 tot 2 meter lang<br />
• (vers) vaak dubbele rij eitjes<br />
• meestal om planten gewikkeld<br />
• kernen 1,5-2 mm.<br />
rugstreeppad<br />
• 1 tot 2 meter lang<br />
• vaker enkele rij eitjes<br />
• meestal op ondiepe, kale plaatsen<br />
• kernen 1-1,5 mm.
voedsel <strong>amfibieën</strong><br />
• larven salamanders: dierlijk (watervlooien e.d.)<br />
• larven kikkers en padden: plantaardig (algen, debris e.d.)<br />
na metamorfose:<br />
• salamanders: ongewervelde dieren<br />
(wormen, slakken)<br />
• kikkers en padden: ongewervelde dieren<br />
(insecten, spinnen, wormen)
Larve van libel
Libel Waterjuffer
Azuurjuffer Lantaarntje
Vuurjuffer Koraaljuffer
Bruine winterjuffer
Houtpantserjuffer Zwervende pantserjuffer
Zwarte heidelibel Bloedrode heidelibel
Bandheidelibel
Venwitsnuit Noordse witsnuit
Gevlekte witsnuit
Smaragdlibel
Glassnijder
zomer- en winterbiotopen <strong>amfibieën</strong><br />
voortplantingsbiotoop (water, poelen) ± 1 – 3 mnd<br />
zomerbiotoop (land) ± 4 – 6 mnd<br />
winterbiotoop (land) ± 4 – 6 mnd<br />
winterbiotoop:<br />
• kan gelijk zijn aan zomerbiotoop<br />
• bossen/bosjes, struweel, houtwallen/houtsingels, ruigten,<br />
oevervegetaties, kruidenrijke (zoom)vegetaties<br />
• diverse vorstvrije plaatsen:<br />
spleten en holletjes in de bodem, houtstapels,<br />
boomstronken, bladhopen,<br />
kelders, schuurtjes, putten, kassen<br />
• groene en bruine kikker ook vaak ingegraven in modderbodem
<strong>amfibieën</strong>, zomerbiotoop:<br />
Eisen: beschutting, microklimaat en voedsel<br />
• structuurrijke biotopen;<br />
overgangen tussen verschillende landschapstypen en<br />
elementen<br />
• bossen/bosjes, struweel, houtwallen/houtsingels, ruigten,<br />
oevervegetaties, kruidenrijke (zoom)vegetaties<br />
• voldoende aanwezigheid van voedsel<br />
• voldoende aanwezigheid van structuurvariatie om te<br />
zonnen,<br />
te foerageren en zich te kunnen verschuilen<br />
• voldoende aanwezigheid van vochtige terreindelen<br />
tegen uitdroging<br />
Conclusie: Agrarisch gebied (akkers, graslanden en<br />
intensieve begrazing) zijn woestijnen voor flora en fauna
voortplantingsbiotoop -2-<br />
• pH > 4,5<br />
• geen vis<br />
• groot (> 300 m 2 )<br />
• aanwezigheid voldoende geschikt landbiotoop op<br />
korte afstand (maximaal op enkele 100-den meters)<br />
Sommige soorten stellen meer specifieke eisen!<br />
Bovenstaande regels zijn basisregels voor een “standaardpoel” !
voortplantingsbiotoop -1-<br />
• stilstaand water<br />
• weinig beschaduwing<br />
• glooiende taluds (min. 1:5) aan de noordzijde<br />
• voldoende diep in de zomer, maar niet te diep (vis!)<br />
• voldoende aanwezigheid ondergedoken waterplanten<br />
• niet overwoekerd door moerasvegetaties en/of kroos<br />
• beschutting langs de oever in de vorm van biezen of bramen<br />
•rijk aan fyto- en zoöplankton; dus mesotroof tot (zwak) eutroof
<strong>soortherkenning</strong> <strong>amfibieën</strong><br />
voor alle soorten:<br />
water- èn landhabitat belangrijk!
habitat heikikker<br />
<strong>soortherkenning</strong> <strong>amfibieën</strong>
habitat bruine kikker<br />
<strong>soortherkenning</strong> <strong>amfibieën</strong>
Gebufferde poel met veel ondiep<br />
water: 7 soorten <strong>amfibieën</strong>
Zelfde poel in droge zomer
Oeverkruid in<br />
gebufferde poel
Bospoel met regenwater<br />
Veel veenmos: habitat van de witsnuitlibellen
Bospoelen: pH(4,6)5,6-6,7 weinig of geen planten; redelijk aantal<br />
EC(30)52-120 dieren en typerende soorten: heikikker,<br />
alpenwatersalamander, vinpootsalamander<br />
Heidevennen: pH5-6.7(7) weinig planten; redelijk aantal<br />
EC24-51 dieren en typerende soorten<br />
Graslandpoelen pH5,4-6,6(10,1) wisselend aantal planten;wisselend<br />
(Natuurgebied) EC40-250 aantal dieren en typerende soorten<br />
heikikker, poelkikker, rugstreeppad<br />
Graslandpoelen pH(6)7-9,8 wisselend aantal planten; wisselend<br />
(Agrarisch gebied) EC160-529 aantal dieren en algemene soorten: bruine<br />
kikker, gewone pad, bastaardkikker, kleine<br />
watersalamander
Schimmelinfectie
Bekalkingsproef met<br />
schelpengrit
Hydrops
Sterrenschot: braakbal van reiger
Made van<br />
paddenvlieg
Droogvallen van ondiepe poel
Bunzingvraat
Zonnebaars