Bijlage jeugdmonitor
Bijlage jeugdmonitor
Bijlage jeugdmonitor
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Samenvatting<br />
De SDQ geeft ook inzicht in het risico op specifieke<br />
psychosociale problemen, zoals emotionele, gedragsen<br />
sociale problemen.<br />
Emotionele problemen<br />
Een verhoogd (bovengemiddeld of hoog) risico op<br />
emotionele problemen komt bij 8% van de leerlingen<br />
voor. Van de leerlingen heeft 5% een ongunstige score<br />
op assertiviteit, 11% een ongunstige score op faalangst<br />
en 17% een ongunstige score op zelfvertrouwen.<br />
Emotionele problemen en ongunstige scores op<br />
zelfvertrouwen en faalangst komen vaker voor bij<br />
meisjes dan bij jongens.<br />
Gedragsproblemen<br />
Een verhoogd risico op gedragsproblemen komt bij<br />
16% van de leerlingen voor en een verhoogd risico op<br />
hyperactief gedrag bij 19%. Bijna een kwart van de<br />
leerlingen (23%) heeft zich het afgelopen jaar schuldig<br />
gemaakt aan vandalisme of stelen. Jongens hebben<br />
vaker een verhoogd risico op gedragsproblemen dan<br />
meisjes en ook hebben zij zich vaker wel eens schuldig<br />
gemaakt aan vandalisme en stelen. Nederlandse<br />
leerlingen hebben vaker dan andere leerlingen een<br />
verhoogd risico op hyperactief gedrag.<br />
Sociale problemen<br />
Bijna één op de twaalf leerlingen (8%) heeft minder<br />
goede sociale vaardigheden. Dit geldt vaker voor<br />
jongens dan voor meisjes. 19% van de leerlingen heeft<br />
een verhoogd risico op problemen in de relatie met<br />
leeftijdsgenoten. Dit komt vaker voor bij Marokkaanse<br />
en Turkse leerlingen. 20% van de leerlingen voelt zich<br />
wel eens gediscrimineerd. Leerlingen uit alle etnische<br />
minderheidsgroepen geven vaker dan leerlingen van<br />
Nederlandse afkomst aan wel eens gediscrimineerd<br />
te worden.<br />
Gezin<br />
Gezinssituatie<br />
Ruim vier op de vijf leerlingen (81%) woont bij de eigen<br />
vader én moeder, 9% woont in een éénoudergezin,<br />
6% woont afwisselend bij de vader en de moeder<br />
(co-ouderschap) en 4% woont in een andere gezinsvorm.<br />
Co-ouderschap komt vaker voor bij Nederlandse kinderen.<br />
Gezinswelvaart<br />
Het merendeel (62%) van de leerlingen groeit op in een<br />
gezin met een hoge welvaart. 6% van de leerlingen<br />
groeit op in een gezin met een lage welvaart. Een lage<br />
gezinswelvaart komt vaker voor bij Marokkaanse en<br />
Turkse leerlingen.<br />
Sociale relaties in het gezin<br />
Meer dan driekwart van de leerlingen (78%) is heel<br />
positief over de betrokkenheid van hun ouders.<br />
Meer dan de helft van de leerlingen (56%) is heel<br />
positief over de relatie met hun ouders en 34% is hier<br />
overwegend positief over. Eén op de tien leerlingen<br />
ervaart de relatie met hun ouders als relatief slecht<br />
en 20% van de leerlingen ervaart thuis één of meer<br />
problemen. Marokkaanse leerlingen beantwoorden de<br />
vragen over de sociale relaties in het gezin positiever<br />
dan andere leerlingen. 17% van de leerlingen geeft aan<br />
nooit (4%) of soms (13%) iemand te hebben om mee<br />
te praten als hij/zij problemen heeft of ergens mee<br />
zit. Turkse jongens geven relatief vaak aan dat zij niet<br />
zo makkelijk met hun problemen bij iemand terecht<br />
kunnen. Als leerlingen problemen hebben of ergens<br />
mee zitten, gaan zij hiermee het vaakst naar hun<br />
vader en moeder.<br />
Langdurig zieke en/of verslaafde ouder<br />
Van de leerlingen heeft 12% een langdurig zieke en/of<br />
verslaafde ouder. Kinderen met een chronisch zieke en/<br />
of verslaafde ouder ervaren hun gezondheid minder<br />
vaak als goed. Ook hebben zij vaker een verhoogd risico<br />
op psychosociale problemen en ervaren ze vaker dan<br />
andere kinderen één of meer problemen thuis.<br />
Taal die thuis wordt gesproken<br />
Bijna een kwart van de allochtone leerlingen spreekt<br />
met hun ouders alleen Nederlands (23%). Bij 60% wordt<br />
met de ouders, in combinatie met een andere taal,<br />
ook Nederlands gesproken. Voor 18% van de allochtone<br />
leerlingen geldt dat zij thuis helemaal geen Nederlands<br />
spreken. Dit geldt vaker voor jongens dan voor meisjes.<br />
Van de allochtone leerlingen spreekt 5% geen Nederlands<br />
met broers of zussen en 8% kijkt alleen televisiezenders<br />
in een andere taal dan het Nederlands. Met name<br />
Turkse jongens (25%) kijken vaker alleen anderstalige<br />
(Turkse) televisiezenders.<br />
4 Jeugdmonitor Utrecht • Schooljaar 2011–2012 Vorige pagina • Inhoudsopgave