You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
nr.: 08<br />
€ 4,95<br />
16 april 2011<br />
Topbeloningen<br />
blijven verbazen<br />
Spaarrekeningen<br />
beoordeeld<br />
Wel of niet<br />
in de olie<br />
TNT Post<br />
Port betaald<br />
Retouradres:<br />
<strong>VEB</strong>, postbus 240, 2501 CE Den Haag<br />
inTerview meT ceo<br />
Hoetmer (CSm)
Daarom bent u<br />
lid van de <strong>VEB</strong><br />
De <strong>VEB</strong> is de grootste beleggersvereniging van Nederland.<br />
Al jarenlang proteren beleggers van onze kennis, actie en service. En dat is<br />
geen overbodige luxe in de turbulente nanciële markten, waarin er meer dan<br />
ooit behoefte is aan openheid van zaken en een betrouwbare en onafhankelijke<br />
kennispartner op het gebied van beleggen en nanciële producten.<br />
Kennis Actie Service<br />
EFFECT<br />
EFFECT is Nederlands grootste<br />
onafhankelijke beleggingsmagazine. Het<br />
staat boordevol nieuws, cijfers, actie updates,<br />
kritische analyses en onderzoeken die voor u<br />
als belegger van belang zijn. Met EFFECT<br />
bent en blijft u goed geïnformeerd.<br />
<strong>VEB</strong> website www.veb.net<br />
Beleggen is voornamelijk een online<br />
aangelegenheid. De <strong>VEB</strong> sluit daarop aan met<br />
een website die inmiddels behoort tot de<br />
grootste financiële sites van Nederland.<br />
Actueel, diepgravend, kritisch en altijd<br />
onafhankelijk.<br />
Nieuwsbrief<br />
Tienduizenden beleggers blijven op de<br />
hoogte via een digitale nieuwsbrief die de<br />
<strong>VEB</strong> wekelijks verstuurt.<br />
Beleggingstips<br />
Ieder jaar krijgt u op aanvraag het jaarboek<br />
‘Beleggingstips’ gratis toegezonden. Daarin<br />
presenteren beleggingsexperts hun visie. Zo<br />
begint u ieder jaar met een voorsprong!<br />
Beleggingsstudieclubs<br />
Leer samen met familie, vrienden of collega’s<br />
over het beleggen in al zijn facetten. Ga<br />
samen met uw beleggingsstudieclub erop uit<br />
naar bedrijfsbezoeken, cursussen en andere<br />
presentaties. De <strong>VEB</strong> helpt u bij de oprichting<br />
en het onderhoud van uw<br />
beleggingsstudieclub.<br />
Collectieve acties<br />
De <strong>VEB</strong> komt in actie als belangen van<br />
beleggers worden geschaad. Zo hebben wij<br />
succes behaald voor gedupeerde beleggers<br />
in juridische acties als World Online,<br />
KNPQwest, Ahold, Shell, Unilever en Numico,<br />
Vedior. In de <strong>VEB</strong> Actie World Online hebben<br />
zelfs alleen <strong>VEB</strong>-leden recht op een<br />
compensatie die naar verwachting uitkomt<br />
op meer dan het geleden koersverlies in de<br />
schadeperiode.<br />
Als lid bent u verzekerd van deelname aan<br />
lopende collectieve acties en blijft u op de<br />
hoogte van alle gebeurtenissen en<br />
initiatieven van de <strong>VEB</strong>.<br />
Aandeelhoudersvergaderingen<br />
Als aandeelhouder heeft u stemrecht. De <strong>VEB</strong><br />
bezoekt alle aandeelhoudersvergaderingen.<br />
De <strong>VEB</strong> kan namens u stemmen, zodat ook<br />
uw stem vertegenwoordigd is gedurende alle<br />
belangrijke aandeelhoudersvergaderingen.<br />
De verslagen vindt u op www.veb.net.<br />
Bent u nog geen lid?<br />
Vraag dan vandaag nog een informatiepakket<br />
aan of meld u direct aan op<br />
www.veb.net/lidworden.<br />
De <strong>VEB</strong> heet u van harte welkom!<br />
Beleggersservice<br />
Jan Maarten Slagter<br />
Directeur <strong>VEB</strong> NCVB<br />
Heeft u vragen of klachten over een fonds,<br />
bank of vermogensbeheerder? Raadpleeg<br />
onze deskundigen van de Beleggersservice.<br />
Zij kunnen u informeren over de verdere<br />
stappen die u kunt nemen.<br />
Aantrekkelijke kortingen<br />
U profiteert van aantrekkelijke ledenkortingen<br />
op bijvoorbeeld cursussen, boeken en andere<br />
zaken die relevant zijn voor beleggers. Kijk<br />
voor de kortingen op www.veb.net.<br />
De Dag van de Belegger<br />
Ieder jaar organiseert de <strong>VEB</strong> het grootste<br />
financiële evenement in Nederland. Kom op<br />
dit evenement in aanraking met<br />
topbestuurders, analisten, fondsmanagers en<br />
aanbieders van financiële producten en<br />
neem deel aan de vele workshops. Leden<br />
hebben gratis toegang en prioriteit bij<br />
inschrijving.<br />
Beleggingsfondsen<br />
Op www.veb.net treft u een compleet<br />
overzicht aan van alle relevante informatie<br />
van een groot aantal beleggingsfondsen.<br />
Daarnaast beoordelen wij voor u de<br />
beleggingsfondsen op kosten, rendement en<br />
risico. De <strong>VEB</strong> Fondsenrating helpt u als<br />
fondsbelegger goed op weg!
Wel of<br />
niet in de olie<br />
20<br />
Aandelen staan al behoorlijk bloot aan<br />
de olieprijsontwikkeling<br />
17<br />
<strong>VEB</strong> spaaronderzoek<br />
2011<br />
Een spaarder moet goed<br />
selecteren en geduld hebben<br />
ondoorgrondelijke<br />
topbeloningen<br />
De jaarlijkse loonstrookjes van<br />
toplieden blijven verbazing wekken<br />
6<br />
inhoud<br />
Effect verschijnt tweewekelijks en is een uitgave van<br />
de <strong>VEB</strong> NCVB. Abonnement via lidmaatschap <strong>VEB</strong> NCVB.<br />
<strong>VEB</strong> NCVB<br />
Bureau Den Haag:<br />
Postadres: Postbus 240, 2501 CE Den Haag<br />
Bezoekadres: Amaliastraat 7, 2514 JC Den Haag<br />
Tel. 070-3130000, fax 070-3130099<br />
E-mail info@veb.net, website www.veb.net<br />
Geopend: werkdagen, 09.00 – 17.00 uur<br />
3<br />
16 april 2011<br />
Nummer 8<br />
VISIE<br />
4 korTwEg EurocastlE, InnoconcEpts, postnl<br />
5 oPENiNgsBEL lEvE lIquIdItEIt!<br />
8 oN<strong>DE</strong>rNEmiNgsNiEuws ajax bEursschlEmIEl<br />
9 CoLumN GEEn InspIratIE<br />
10 mACro schuldEncrIsIs woEdt voort<br />
12 iNTErViEw GErard hoEtmEr (csm)<br />
16 ChiNA InmEnGInG In prIjsbElEId unIlEvEr<br />
ADVIES & ANALYSE<br />
22 sECTorANALysE sbm offshorE En fuGro<br />
26 TEChNisChE analysE optImIstIsch<br />
28 BELEggiNgsfoNDsEN pIm van vlIEt<br />
30 groNDsToffEN raadsEl van dE aardGasprIjs<br />
32 CoLumN dE calloptIE van InG<br />
33 smALLCAP KlEInE bEdrIjvEn, GrotE wInnaars<br />
34 smALLCAP vErwarrInG ovEr hItt<br />
36 juriDisChE zaKEn pas op mEt tE GoEdE tIps<br />
<strong>VEB</strong><br />
38 AVA-aGEnda<br />
39-42 <strong>VEB</strong> bElEGGErsEnquêtE<br />
43 oProEP alGEmEnE lEdEnvErGadErInG<br />
44 LE<strong>DE</strong>NsErViCE<br />
BEurSoVErzIcht<br />
45 jAArCijfErs 2010<br />
46 foNDssELECTiE EnErGIEtracKErs<br />
48 oPiNiEs&TAxATiEs asml, wavIn<br />
49 BEursoVErziChT IndIcEs<br />
50 BEursoVErziChT stIjGErs & dalErs<br />
51 BEursoVErziChT aEx<br />
52 BEursoVErziChT amx<br />
53 BEursoVErziChT ascx & loKaal<br />
54 koErsEN bElEGGInGsfondsEn<br />
54 CoLofoN<br />
Lidmaatschap<br />
Het lidmaatschap van de <strong>VEB</strong> NCVB kost voor Nederland en België<br />
€ 70,- (accept), voor landen binnen Europa € 120,- en voor landen<br />
buiten Europa € 150,- per jaar. Zie voor meer informatie onze website<br />
www.veb.net/lidmaatschap. U kunt zich telefonisch opgeven bij het<br />
secretariaat, tel. 070-3130000, of via www.veb.net/lidworden. Het<br />
rekeningnummer van de <strong>VEB</strong> is 44 70 100. Deze rekening is alleen<br />
bestemd voor contributies. Het lidmaatschap wordt automatisch<br />
verlengd, tenzij uiterlijk één maand voor de vervaldatum schriftelijk een<br />
opzegging is ontvangen. Voor uitgebreide informatie over het<br />
lidmaatschap en het doorgeven van adreswijzigingen en opzeggingen<br />
verwijzen wij u naar onze website, www.veb.net/lidmaatschap.<br />
Disclaimer<br />
Dit nummer is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld. De<br />
<strong>VEB</strong> NCVB aanvaardt echter geen enkele aansprakelijkheid voor mogelijke<br />
gevolgen die zouden kunnen voortvloeien uit het gebruik van de in deze<br />
uitgave opgenomen informatie. De <strong>VEB</strong> NCVB behoudt zich het recht<br />
voor aangeboden advertenties te weigeren. Een in dit nummer geplaatste<br />
advertentie betekent geen aanbeveling van de <strong>VEB</strong> NCVB.<br />
08 16 APRIL 2011
4 kortweg<br />
Nieuwe kleren voor de postdode<br />
Een aardig Amerikaans onderzoekje<br />
gaf de wereld<br />
laatst een top-10 van ‘stervende<br />
industrieën’. Op nummer één<br />
stond de kledingindustrie, met<br />
een jaarlijkse omzetdaling van<br />
14 procent in de afgelopen tien<br />
jaar. Structureel dalende prijzen<br />
moeten daar de oorzaak<br />
van zijn, want de meeste mensen<br />
gaan toch doorgaans gekleed<br />
over straat. Het gaat vermoedelijk<br />
om de Amerikaanse<br />
textielindustrie, die niet meer<br />
tegen de Aziatische producenten<br />
op kan. Andere industrieën<br />
in de top-10 zijn meer voor de<br />
hand liggend: platenwinkels<br />
(-13% per jaar), fotoshops (-11%),<br />
vastelijntelefonie (-8%) en krantenuitgevers<br />
(-4%). Veel slachtoffers<br />
van de digitalisering.<br />
Postbezorging staat er niet<br />
bij, maar is ongetwijfeld een<br />
runner-up, want ook stevig aan<br />
het krimpen dankzij de digitale<br />
alternatieven. De afnemende<br />
postvolumes waren voor TNT<br />
de reden om het bedrijf op te<br />
toppers & floppers<br />
Nu de eerste drie maanden<br />
van het jaar afgesloten zijn,<br />
is het tijd om eens in de achteruitkijkspiegel<br />
te kijken. Welke<br />
markt was top en waar liepen<br />
beleggers tegen een flop<br />
aan? Tegenwoordig is op<br />
elke markt, sector, regio<br />
of grondstof wel een tracker<br />
te vinden. De prestaties<br />
van deze passieve<br />
fondsen kunnen eenvoudig<br />
als maatstaf gebruikt<br />
worden voor een kijkje in<br />
de rendementen over het<br />
afgelopen kwartaal.<br />
De eerste conclusie?<br />
Grondstoffen zorgen voor<br />
de nodige reuring en daar<br />
valt dus rendement te boeken<br />
voor beleggers. Maar<br />
welke grondstof te kiezen?<br />
In het begin van dit jaar in<br />
08 16 APRIL 2011<br />
splitsen in TNT Express en<br />
PostNL. Dat dit laatste buiten<br />
het Nederlandse taalgebied<br />
volstrekt onuitspreekbaar zal<br />
blijken, was zeker geen probleem.<br />
En dat er een flinke kapitaalvernietiging<br />
plaatsvindt<br />
blijkbaar ook niet. Nog geen<br />
vier jaar geleden werden 40.000<br />
postbodes in het oranje-zwart<br />
gestoken, postkantoren opnieuw<br />
aangekleed en alle rode<br />
brievenbussen vervangen. En<br />
nu gaat de huisstijl weer op de<br />
schop. Alle overgebleven postbodes<br />
krijgen een nieuw kos-<br />
ieder geval olie, in elke soort en<br />
variant: heating oil, Brent, gasoline<br />
of nog beter, aandelen van<br />
oliebedrijven. En katoen bleek<br />
ook erg populair onder beleg-<br />
Top-5<br />
1 ishares s&p cnx nifty India swap 39,2%<br />
2 lyxor Etf stoxx oil & Gas 38,4%<br />
3 source s&p GscI cotton 35,3%<br />
4 ubs Etc cotton 35,2%<br />
5 Etfs cotton 34,3%<br />
Flop-5<br />
1 Etfs sugar -20,5%<br />
2 source s&p GscI sugar -20,2%<br />
3 market vectors Egypt Index -20,0%<br />
4 rbs mscI Efm africa ex south africa -17,1%<br />
5 source s&p GscI wheat -16,9%<br />
tuum. Nieuwe kleren voor de<br />
post‘dode’. Dat is dan tenminste<br />
nog een opsteker voor die<br />
andere bedrijfstak in nood, de<br />
kledingindustrie.<br />
gers. Maar koos je als belegger<br />
voor suiker of tarwe, dan werd<br />
het een flop. Beleggen in grondstoffen<br />
is lastig en kan voor positieve,<br />
maar ook voor zeer negatieve<br />
resultaten leiden.<br />
Minder verrassend waren<br />
de slechte rendementen<br />
voor de Afrikaanse regio<br />
en Egypte in het<br />
bijzonder. De onrust zorgde<br />
voor aanzienlijke dalingen<br />
op de financiële<br />
markten aldaar. Ook elders<br />
waren opkomende<br />
landen minder vast met<br />
grote verliezen in Vietnam<br />
en Chili. Dan India, een<br />
van de grootste opkomende<br />
landen, dat was weer<br />
absoluut top met een rendement<br />
in euro’s van bijna<br />
40 procent.<br />
Ik ben geen bankier, maar ik weet wel<br />
dat men opmerkzaam zou moeten zijn<br />
wanneer 100 miljard dollar op een<br />
rekening wordt gestort en daarna weer<br />
verdwijnt.<br />
Meesteroplichter Bernard Madoff<br />
HAAlT <strong>IN</strong> <strong>DE</strong> F<strong>IN</strong>ANCIAl TImEs UIT NAAR <strong>DE</strong><br />
BANkEN.<br />
<strong>IN</strong>G vast<br />
op vastgoed<br />
Wij van wc-eend adviseren<br />
wc-eend. Zo klinkt het advies<br />
dat vorige week door <strong>IN</strong>G<br />
Real Estate Investment Management<br />
(<strong>IN</strong>G REIM) naar buiten<br />
werd gebracht: vastgoed verdient<br />
een zwaardere weging in<br />
de beleggingsportefeuille. Onderzoekers<br />
van <strong>IN</strong>G REIM ontdekten<br />
dat niet-beursgenoteerd<br />
vastgoed het in de recente<br />
financiële crisis beter heeft gedaan<br />
dan elke andere grote beleggingscategorie,<br />
afgezien van<br />
staatsobligaties. En vastgoed is<br />
een prima manier om het risico<br />
te dempen.<br />
Het gewicht van het vastgoeddeel<br />
in de portefeuille kan van<br />
de huidige 2,2 procent die het<br />
nu volgens de Oeso uitmaakt bij<br />
een gemiddeld pensioenfonds,<br />
naar maar liefst 15 procent worden<br />
opgetrokken. Bovendien<br />
zou het instapmoment nu prima<br />
zijn. Voorwaarde is wel dat<br />
het vastgoed niet met al te veel<br />
vreemd vermogen is gefinancierd.<br />
Dat laatste is een cruciale toe
voeging. De schuldenberg is namelijk<br />
het probleem dat de vastgoedprijzen<br />
nog altijd sterk<br />
onder druk houdt. Er zijn heel<br />
wat partijen die aan het ‘deleveragen’<br />
zijn en daarom grote<br />
hoeveelheden commercieel<br />
vastgoed te koop hebben staan,<br />
waaronder nota bene het met<br />
schulden overladen <strong>IN</strong>G zelf.<br />
Maar denk ook aan SNS Reaal’s<br />
Property Finance, Homburg<br />
Invest en het wat minder bekende<br />
Amsterdamse fonds Euro-<br />
Castle. Dat vastgoedbedrijf<br />
heeft zich met een portefeuille<br />
Verschillende versnellingen<br />
Als het goed gaat, wil je dat<br />
graag kwijt. Uit recent onderzoek<br />
blijkt dat beursfondsen<br />
dit jaar gemiddeld een paar dagen<br />
sneller naar buiten kwamen<br />
met de (voorlopige) jaarcijfers<br />
dan in het ‘rampjaar 2009’. Over<br />
het algemeen waren de gepresenteerde<br />
cijfers aanzienlijk beter<br />
dan vorig jaar.<br />
De 25 grootste ondernemingen<br />
op het Damrak hadden gemiddeld<br />
48 dagen nodig na de<br />
sluiting van het boekjaar. De<br />
kleinere midkappers deden er<br />
gemiddeld tien dagen langer<br />
over. Hoewel sneller dan vorig<br />
jaar, is dit langzamer dan bedrijven<br />
uit Groot-Brittannië en<br />
de Verenigde staten. Hier rapporteren<br />
de grootste honderd<br />
ondernemingen gemiddeld<br />
binnen respectievelijk 27 en 34<br />
dagen.<br />
Let altijd wel op, want afwijkingen<br />
rondom gemiddelden<br />
kunnen groot zijn. Zo<br />
heeft binnen de AEX<br />
chipmachinefabrikant<br />
ASML minder dan drie<br />
weken nodig, terwijl<br />
beleggers in baggeraar<br />
Boskalis tweeënhalve<br />
maand moeten wachten<br />
op de jaarcijfers.<br />
Waarom verschillen<br />
tussen ondernemingen<br />
zo groot zijn, is een<br />
van maar liefst 3,4 miljard euro<br />
aan vooral Duits vastgoed zo<br />
diep in de schulden gestoken,<br />
dat feitelijk de hele portefeuille<br />
te koop staat. Het water staat<br />
EuroCastle al een paar jaar aan<br />
de lippen, wat ook te merken is<br />
aan de beurskoers, die van boven<br />
de 40 euro tot onder de 30<br />
cent is gezakt.<br />
<strong>IN</strong>G REIM heeft best een punt,<br />
maar beleggers hoeven ook<br />
weer geen haast te maken met<br />
het kopen van vastgoed, de wceend<br />
is nog lang niet uitverkocht.<br />
groot vraagteken. Is dit gewoon<br />
historisch zo gegroeid of zegt<br />
het iets over de kwaliteit van de<br />
interne financiële systemen?<br />
Bij de echte kleintjes (ASCX en<br />
lokale fondsen) duurt het meestal<br />
nog langer. Het excuus is vaak<br />
dat zij nou eenmaal minder (financiële)<br />
middelen hebben dan<br />
de grotere broers. Toch kan hier<br />
meer spelen. Zo was het inmiddels<br />
failliete InnoConcepts vorig<br />
jaar hekkensluiter. De resultaten<br />
kwamen op 7 mei naar<br />
buiten, een week later dan aanvankelijk<br />
was aangekondigd<br />
door problemen bij de Chinese<br />
deelneming Cheng Meng.<br />
Inmiddels blijkt uit het curatorenverslag<br />
dat er via enkele verdachte<br />
‘related party transactions’<br />
20 miljoen euro aan de<br />
onderneming is onttrokken.<br />
Het kostte InnoConcepts kennelijk<br />
veel pijn en moeite om de accountant<br />
te overtuigen.<br />
Leve liquiditeit!<br />
Jan Maarten Slagter<br />
Directeur <strong>VEB</strong><br />
openingsbel 5<br />
Het is een terugkerend thema in de discussie over corporate governance:<br />
korte termijn versus lange termijn. Volgens mij is het niet<br />
zo ingewikkeld: de onderneming moet zich richten op het creëren van<br />
aandeelhouderswaarde op de lange termijn. En daar moet ze vandaag<br />
nog mee beginnen. Aandeelhouders beoordelen de mate waarin het<br />
management hiertoe in staat is en baseren daarop de prijs waartegen<br />
ze bereid zijn het aandeel te kopen of te verkopen. Dit geldt evengoed<br />
voor daghandelaren als voor pensioenfondsen met een horizon tot in de<br />
volgende eeuw.<br />
Helaas faal ik tot nu toe volkomen in het verspreiden van dit inzicht.<br />
En dus besteedt Europees Commissaris voor de interne markt michel<br />
Barnier weer vele alinea’s aan dit ‘probleem’ in het Groenboek over de<br />
Europese Corporate Governance, dat afgelopen week ter consultatie werd<br />
voorgelegd. Het Groenboek stelt dat technologische ontwikkelingen, zoals<br />
‘high frequency trading’, hebben geleid tot een hogere omloopsnelheid<br />
van aandelen en daarmee korter aandeelhouderschap. Op de belangrijkste<br />
beurzen zou ieder jaar de volledige aandelenhoeveelheid anderhalf keer<br />
van de hand gaan, wat een gemiddeld aandeelhouderschap van acht<br />
maanden impliceert. Van aandeelhouders met een dergelijk korte horizon<br />
valt weinig belangstelling voor goed bestuur en de gezondheid van de<br />
onderneming op de lange termijn te verwachten, is de suggestie. Wat hieraan<br />
te doen, is de vraag.<br />
Eerst even die technologische ontwikkeling, die heeft hier volgens mij<br />
niets mee te maken. Orders kunnen veel sneller worden uitgevoerd dan<br />
vroeger; voor de gemiddelde particulier die via internet handelt binnen<br />
enkele seconden. Dat is heel plezierig: het betekent dat de kans klein is<br />
dat er iets belangrijks gebeurt tussen het moment waarop de order wordt<br />
ingelegd en dat waarop deze wordt uitgevoerd. Het maakt het mogelijk<br />
een kortetermijnstrategie te volgen – maar dat hoeft natuurlijk niet. Als<br />
aandelen gemiddeld acht maanden worden gehouden, betekent dit dat<br />
massa’s beleggers hun stukken nog steeds jarenlang vasthouden.<br />
Goed, maar de gemiddelde omloopsnelheid is toch wel degelijk<br />
toegenomen. Nu de vraag: is dat erg? Dat denk ik niet. Het betekent dat<br />
de beurs – als handelsplatform – zijn werk goed doet. Een hoge liquiditeit<br />
geeft beleggers het vertrouwen dat ze desnoods weer snel tegen een reële<br />
prijs van hun aandelen af kunnen. Dat betekent dat ze eerder geneigd<br />
zullen zijn – en dus tegen een lagere prijs dan wanneer er nauwelijks<br />
handel is – ze te kopen. De betreffende bedrijven profiteren van de lagere<br />
kapitaalkosten die hiervan het gevolg zijn.<br />
En, misschien nog wel belangrijker, een goed functionerende markt in<br />
het aandeel is een belangrijk communicatiemiddel. Door te stemmen met<br />
de voeten kunnen aandeelhouders het management een signaal afgeven.<br />
Door dit wapen bot te maken, wordt slecht management beschermd – ik<br />
zie niet in hoe dat aan goede corporate governance bijdraagt.<br />
08 08 16 16 APRIL 2011
6<br />
actuele kwestie<br />
ondoorgrondelijke topbeloningen<br />
De jaarlijkse loonstrookjes van toplieden blijven verbazing wekken.<br />
Pensioenstortingen, ontslagvergoedingen, jubileumuitkeringen, je kunt<br />
het zo gek niet bedenken.<br />
TEksT: JAsPER JANsEN EN DAVID TOmIC'<br />
Verschillende beloningsbestanddelen<br />
waarmee commissarissen de<br />
portemonnees van bestuurders<br />
vullen, zijn zo nu en dan bizar te<br />
noemen. Beleggers moeten niet alleen een<br />
scherp oog hebben voor de jaarlijkse cashbonus<br />
of de variabele beloning die na enke-<br />
Hoezo doelsTellingen geHaald?<br />
Waarom krijgt bestuursvoorzitter Marc van Gelder van Mediq<br />
een cashbonus van 431.000 euro? Volgens het laatste jaarverslag<br />
van de leverancier van medicijnen en medische hulpmiddelen<br />
kan Van Gelder bij het halen van zijn doelstellingen (at target)<br />
230.000 euro opstrijken. Bij maximaal presteren is dit eenmaal<br />
zijn jaarsalaris (510.000 euro). Prima gedaan dus Van Gelder,<br />
zeggen zijn toezichthouders, die voor het vaststellen van zijn<br />
cashbonus kijken naar het nettoresultaat, de economische<br />
winst, het gemiddelde werkkapitaal als percentage van de omzet<br />
en persoonlijk functioneren. Beleggers kunnen slechts gissen<br />
hoe hij op ieder criterium heeft gescoord: Mediq weigert een<br />
inkijkje te geven in het rapport van Van Gelder. Sterker, Mediq<br />
rapporteert zijn economische winst (bedrijfsresultaat plus afschrijvingen<br />
verminderd met vermogenskosten) niet eens.<br />
Afgezet tegen de jaarresultaten zijn president-commissaris<br />
Sjoerd van Keulen (oud-ceo SNS Reaal) en zijn collega-toezichthouders<br />
Van Gelder goedgezind. Het nettoresultaat steeg marginaal<br />
met 3 procent tot 76,7 miljoen euro, en het werkkapitaal<br />
afgezet tegen de omzet verslechterde zelfs van 5,8 procent naar<br />
ruim 7 procent. Er maar één conclusie mogelijk: Mediq voorzag<br />
een lastig 2010 en heeft de lat lager gelegd. En met een criterium<br />
als persoonlijk functioneren is makkelijk een loopje te nemen.<br />
Mediq heeft moeizame jaren achter de rug. Omzet en winst<br />
bewegen zich de laatste vijf jaren in tegengestelde richting. Op<br />
autonome basis is omzetgroei kennelijk moeilijk te realiseren,<br />
terwijl gepleegde overnames nog onvoldoende bijdragen aan<br />
de winstgevendheid. De operationele marge en de nettowinstmarge<br />
kwamen in 2010 uit op een dieptepunt – rampjaar 2008<br />
uitgezonderd – van respectievelijk 4,3 en 2,9 procent. Sinds<br />
2004 waren deze ratio’s niet zo laag. Persoonlijk gaat Van Gelder<br />
dit jaar in ieder geval plussen: zijn vaste salaris wordt opgeschroefd<br />
naar 550.000 euro.<br />
08 16 APRIL 2011<br />
le jaren aan toplui wordt overgemaakt. Ook<br />
plotselinge pensioenstortingen, ontslagvergoedingen<br />
en zelfs uit de lucht vallende jubileumuitkeringen<br />
verdienen een kritische<br />
blik.<br />
Onderdelen van de totale beloning blijken<br />
communicerende vaten: als de ene post om-<br />
Werk in uiTvoering<br />
laag gaat, groeit de andere. En dan ook nog<br />
eens zonder valide argumenten. Het merendeel<br />
van de beloning van de topman moet<br />
afhangen van behaalde resultaten, maar die<br />
relatie is ver te zoeken.<br />
Bij KPN stemden beleggers<br />
vorige week in met een<br />
nieuw beloningsbeleid,<br />
zonder te weten waaraan ze<br />
precies hun fiat gaven. Het<br />
bleek nog werk in uitvoering<br />
te zijn. De langetermijnbonus<br />
is voortaan meer<br />
gebaseerd op niet-financiële<br />
doelstellingen. Het gaat<br />
om liefst dertien prestatiecriteria,<br />
waaronder energiebesparing,klanttevredenheid<br />
en duurzaamheid.<br />
Maar hoe maak je deze<br />
zachte doelen op een transparante<br />
manier meetbaar en<br />
dus controleerbaar? roB routs (oud-bestuurder van Shell) moest<br />
als voorzitter van de remuneratiecommissie het antwoord schuldig<br />
blijven en erkennen dat KPN nog steeds bezig was met de<br />
“uitwerking van het beloningsbeleid”. Aandeelhouders waren<br />
naïef, KPN had het voorstel nooit naar de aandeelhoudersvergadering<br />
mogen loodsen. Want goedkeuring vragen voor een nog<br />
onvoldragen plan kan niet. Anderzijds had het aandeelhouders<br />
gesierd als zij zich kritischer hadden uitgelaten.<br />
Ook bij Aegon staat een beloningswijziging op het menu van de<br />
aandeelhoudersvergadering van 12 mei. De verzekeraar wil net<br />
als bij KPN de langetermijnbonus meer laten afhangen van nietfinanciële<br />
en duurzaamheidsdoelstellingen. Hoe dit moet gebeuren,<br />
staat ook bij Aegon nog niet op papier. Opvallend is dat<br />
Routs ook hier commissievoorzitter is. Zou hij over een kleine<br />
maand wel zijn huiswerk hebben gemaakt?
Jubileumbonus<br />
Het is tamelijk vervelend voor een topman<br />
als zijn bonus over 2010 lager uitvalt<br />
dan de bonus in het jaar ervoor. Het overkwam<br />
Loek de Vries van kunstvezelproducent<br />
Ten Cate. In 2009 bedroeg zijn<br />
cashbonus 279.000 euro, vorig jaar stopte<br />
de teller op 230.000 euro. Maar wat blijkt?<br />
Dit verschil maken commissarissen goed<br />
door De Vries een “bijzondere vergoeding”<br />
toe te kennen van 51.000 euro. “De<br />
bijzondere beloning van De Vries over<br />
2010 betreft een jubileumuitkering”, zo<br />
leren de kleine lettertjes in het jaarverslag.<br />
In augustus vorig jaar was De Vries<br />
tien jaar de hoogste man van Ten Cate.<br />
Het ontbreekt commissarissen niet aan<br />
creativiteit, maar zij gaan wel hun boekje<br />
te buiten. Het beloningsbeleid zoals aandeelhouders<br />
dit voor het laatst in 2005<br />
hebben goedgekeurd, laat helemaal geen<br />
ruimte voor dergelijke extraatjes.<br />
voorbarige bonus<br />
Het echte werk moet nog beginnen, maar<br />
Saab-Spyker-baas Victor Muller heeft<br />
zijn bonus alvast binnen. Muller krijgt<br />
van zijn commissarissen een contante bonus<br />
van ruim 500.000 euro vanwege “het<br />
behalen van enkele prestatiedoelstellingen<br />
verband houdend met het voor Saab<br />
opgestelde businessplan”. Van deze targets<br />
zou Muller 40 procent volbracht hebben,<br />
maar welke dit zijn, blijft een raadsel.<br />
Spyker nam vorig jaar met financieel<br />
kunst- en vliegwerk de Zweedse autofabrikant<br />
over van General Motors en inmiddels<br />
wapperen er steeds meer rode<br />
vlaggen rond het hoofdkantoor van de<br />
autobouwer.<br />
Zo staakten leveranciers de belevering<br />
van de Saab-fabriek, omdat de rekeningen<br />
niet betaald worden. Niet vreemd dat<br />
accountant Ernst & Young net als vorig<br />
jaar in het jaarverslag opnieuw waarschuwt<br />
dat de continuïteit van het concern<br />
in gevaar komt als het management<br />
niet snel extra financiering weet los te<br />
peuteren bij investeerders. Mullers laatste<br />
plan om geld vrij te maken is de verkoop<br />
van Saab-vastgoed, waarvoor zijn kompaan<br />
Vladimir Antonov zich inmiddels<br />
als belangstellende zou hebben gemeld.<br />
Probleem hierbij is wel dat de Zweedse<br />
overheid deze bezittingen in onderpand<br />
houdt ter dekking van haar garantstelling<br />
voor een lening van 400 miljoen euro van<br />
de Europese Investeringsbank (EIB). Het is<br />
maar zeer de vraag of de Zweden afstand<br />
willen doen van dit pandrecht. Ondertussen<br />
stapten Saab-topman Jan-Åke Jonsson en<br />
commissaris Pieter Heerema, hij was krap<br />
actuele kwestie<br />
verTrekpremie voor onbevredigende overname<br />
Bij het vertrek van bestuurders is het altijd<br />
wachten op het eerstvolgende jaarverslag<br />
om te weten wat zij meekrijgen.<br />
Zo kondigde bestuurder Ben Vree in juli<br />
vorig jaar al na enkele maanden zijn vertrek<br />
aan bij Boskalis, omdat de integratie<br />
van maritiem dienstverlener Smit op<br />
rolletjes zou lopen.<br />
Vree had Smit een half jaar eerder tot<br />
onvrede van enkele aandeelhouders verkocht<br />
aan het baggerconcern. Lang<br />
tweede viool spelen kon hij niet. Op de<br />
vraag aan Vree of hij aanspraak kon maken<br />
op een vertrekregeling zei hij:<br />
“Jazeker, en die is keurig in lijn met de<br />
code-Tabaksblat. Het klinkt misschien<br />
een beetje arrogant, maar ik heb de afgelopen<br />
jaren een goede naam opgebouwd.<br />
Die ga ik nu niet verkwanselen<br />
voor een zak geld.”<br />
Deze woorden klinken de lezer van het<br />
jaarverslag acht maanden later schril in<br />
de oren. Inclusief een ruimhartige ontslagvergoeding<br />
van 829.000 euro kreeg<br />
Vree vorig jaar 1,7 miljoen euro in zijn<br />
loonzakje. Meer zelfs dan de totale beloning<br />
van hoogste baas Peter Berdowski<br />
(1,4 miljoen euro).<br />
Beleggers zullen een wrange nasmaak<br />
hebben bij de gouden parachute, want<br />
Vree verkocht Smit na lang touwtrekken<br />
niet bepaald voor de hoofdprijs. De overnamesom<br />
van 60 euro per aandeel en een<br />
dividenduitkering van 2,75 euro was mager<br />
te noemen. Ook de werknemers, die<br />
zich sterk verzetten tegen de overname<br />
door de ‘Papendrechtse baggerboeren’,<br />
zullen hun bedenkingen hebben bij de<br />
riante vertrekregeling.<br />
een jaar commissaris, enkele weken geleden<br />
plotseling op.<br />
Mullers totale jaarwedde kwam inclusief<br />
zijn vaste managementvergoeding<br />
van 500.000 euro uit op ruim 1 miljoen<br />
euro in contanten. Ook krijgt Muller<br />
nog een ‘incidenteel’ extraatje van<br />
120.000 aandelen Spyker vanwege “een<br />
succesvolle bijdrage aan de overname<br />
van Saab”, aldus de commissarissen in<br />
hun verslag. Mocht het verkeerd aflopen<br />
met Spyker, dan zit in deze aandelenbonus<br />
ten minste nog enige belangenparallellie<br />
met overige aandeelhouders:<br />
Mullers aandelen zullen dan flink in<br />
waarde decimeren. Maar door zijn cashbonus<br />
heeft hij een buffer.<br />
7<br />
08 16 APRIL 2011
8 ondernemingsnieuws<br />
Van godenzonen<br />
tot beursschlemielen<br />
op de beurs presteert Ajax een stuk stabieler dan op het voetbalveld,<br />
met verlies als constante. En er is nu ook nog een bestuursrel.<br />
TEksT: DAVID TOmIC'<br />
Ajax is stuurloos. Met het<br />
aangekondigde vertrek<br />
van de voltallige raad<br />
van commissarissen<br />
kwam de paleisrevolutie anderhalve<br />
week geleden tot een climax,<br />
de Amsterdamse voetbalclub<br />
in verwarring achterlatend.<br />
De directie weigerde de plannen<br />
van clubicoon Johan Cruijff ten<br />
uitvoer te brengen, waarop de<br />
commissarissen besloten op te<br />
stappen.<br />
Terwijl de inmenging van Cruijff<br />
tot oplossingen had moeten leiden,<br />
was een heuse stammenstrijd<br />
het gevolg. Ondertussen blijft de<br />
normale belegger van iedere informatie<br />
verstoken door een<br />
voortdurend een-tweetje tussen<br />
directie en ledenraad.<br />
aTypiscH bedriJF<br />
Vanwege de atypische structuur van Ajax<br />
moet de ledenraad, als hoeder van het<br />
73%-belang dat de vereniging Ajax houdt<br />
in het beursfonds Ajax, nu op zoek naar<br />
drie nieuwe commissarissen. Dit trio zal<br />
missie damrak (vooralsnog) mislukT<br />
08 16 APRIL 2011<br />
13<br />
12<br />
11<br />
10<br />
9<br />
8<br />
7<br />
6<br />
5<br />
4<br />
3<br />
Ajax: troosteloos koersverloop<br />
dan ook bestuurder van grootaandeelhouder<br />
vereniging Ajax worden. Nu zijn<br />
dat nog president-commissaris Uri<br />
Coronel, zakenbankier Joop Krant en Cor<br />
van Eijden. Zij hebben net als Jan Haars<br />
(oud-cfo TNT en Corio) en Frank Eijken dus<br />
aangegeven het bijltje er zo snel mogelijk<br />
Introductiekoers ajax in 1998: 25 gulden per aandeel (11,34 euro)<br />
beurskoers 13 april 2011: 6,92 euro, negatief koersrendement: 39 procent<br />
totaalverlies 2000–2010: 83 miljoen euro<br />
slechts drie magere winstjaren: 2004 (€ 9,8 mln.), 2005 ( € 2,9 mln.) en 2008 (€ 7,8 mln.)<br />
slechts twee jaar een dividenduitkering: 1999 (€ 0,1134) en 2004 (€ 0,25)<br />
operationele winst eerste halfjaar gebroken boekjaar 2010/2011: 9,8 miljoen euro<br />
ajax verwacht nettowinst over hele boekjaar 2010/2011 door transfers urby Emanuelson en luis suarez<br />
stevige prognose ajax: komende vijf jaar drie keer champions league<br />
2000<br />
2005<br />
bij te willen neergooien.<br />
Het bestuur onder leiding<br />
van Rik van den Boog wil voorlopig<br />
van geen wijken weten,<br />
al lijkt de bezieling en overtuiging<br />
bij het driemanschap ook<br />
verdwenen. Voorafgaand aan<br />
het gewonnen thuisduel tegen<br />
FC Groningen afgelopen zondag<br />
zei Van den Boog zelfs<br />
“niet over zijn graf heen te willen<br />
regeren”, mogelijk hintend<br />
op een nakend afscheid. Om<br />
eraan toe te voegen dat “Ajax<br />
ook dit jaar geen kampioen<br />
zal worden”. Toch is het landskampioenschap<br />
door misstap-<br />
2010 pen van naaste concurrenten<br />
PSV en FC Twente nog niet definitief<br />
uit het zicht. Ajax heeft<br />
drie punten achterstand op de Tukkerse<br />
lijstaanvoerder en ontmoet FC Twente op de<br />
laatste speeldag in de eigen Arena.<br />
snel biJpraTen<br />
Kennelijk hebben Van den Boog en zijn secondanten<br />
geaccepteerd om nog even op de<br />
winkel te passen. Het is dan aan de nieuwe<br />
raad van commissarissen om over hun lot te<br />
beslissen. Volgens de statuten van Ajax kunnen<br />
directieleden door de commissarissen<br />
worden ontslagen.<br />
De uiteindelijke benoeming van nieuwe<br />
toezichthouders moet in een speciale aandeelhoudersvergadering<br />
van Ajax worden<br />
goedgekeurd. Maar hoe het profiel van aspirant-commissarissen<br />
eruitziet, weet alleen<br />
de ledenraad. Nog los van de vraag of de<br />
zoektocht wel binnen een redelijke termijn<br />
kan worden afgerond.<br />
Voor minderheidsaandeelhouders is het<br />
belangrijk dat zij zo snel mogelijk worden<br />
bijgepraat over de ontstane chaos en met di-
ectie en commissarissen van gedachten<br />
kunnen wisselen over de toekomst van Ajax.<br />
De <strong>VEB</strong> heeft er daarom op aangedrongen<br />
om zo snel mogelijk een buitengewone aandeelhoudersvergadering<br />
te organiseren.<br />
Ajax wil daar nog niet in meegaan. Wel<br />
heeft deze week een onderonsje tussen directie<br />
en enkele commissarissen en de <strong>VEB</strong><br />
plaatsgevonden. Op de <strong>VEB</strong>-website (www.<br />
veb.net) is een gespreksverslag hiervan te<br />
lezen.<br />
Fiasco beursgang<br />
Successen op de beurs komen voort uit degelijk<br />
operationeel en financieel beleid. En<br />
daaraan heeft het bij Ajax, eigenlijk sinds<br />
de beursgang in 1998, ontbroken. Met het<br />
toen bij beleggers opgehaalde geld moest<br />
Ajax “duurzaam tot de nationale en<br />
Europese top gaan behoren”, zo meldde het<br />
emissieprospectus. Ondertussen is Ajax in<br />
2004 voor het laatst kampioen geworden en<br />
moet het Europees gezien genoegen nemen<br />
met een rol op het tweede plan, de Europa<br />
League.<br />
Ajax heeft de slag naar een volwaardige<br />
beursgenoteerde onderneming nooit kunnen<br />
maken. Hoewel met de notering aan het<br />
Damrak 55 miljoen euro werd opgehaald,<br />
is het geld in allerlei putjes verdwenen.<br />
Het bestuur heeft de onderneming uitgeleverd<br />
aan passanten die flink de geldbuidel<br />
konden trekken. Trainers kregen<br />
de vrije hand om dure spelers aan te trekken,<br />
die niet in het Ajax-plaatje pasten en<br />
geen meerwaarde op het veld bleken. Door<br />
hoge transfersommen voor middelmatige<br />
spelers te betalen, zijn de afschrijvingen op<br />
de spelersgroep relatief hoog geweest. En<br />
als daar onvoldoende lucratieve verkopen<br />
tegenover staan, bij voorkeur van zelfopgeleide<br />
toppers, betekent dit een forse aanslag<br />
op de resultatenrekening.<br />
Ajax staat nu op een cruciaal kruispunt.<br />
Het beursbedrijf moet eindelijk eens een<br />
doorwrochte langetermijnstrategie gaan<br />
ontwikkelen en de verleiding tot opportunistische<br />
en ondoordachte beslissingen<br />
zien te weerstaan. Ajax heeft ondervonden<br />
dat de prestaties op het veld daar alleen<br />
maar onder lijden, terwijl daar het geld<br />
moet worden verdiend. Ajax moet worden<br />
geleid als bedrijf. Dat dit ten koste zou gaan<br />
van sportief presteren, is een misvatting:<br />
het is een twee-eenheid.<br />
Door Pieter Wind<br />
Directeur marketingcommunicatie <strong>IN</strong>G Investment Management<br />
Geen inspiratie<br />
column<br />
Deze week heb ik weinig inspiratie. peinzend over geschikte onderwerpen voor een<br />
column passeert een aantal gedachten de revue. Ik zou natuurlijk van leer kunnen<br />
trekken tegen de trieste gang van zaken – zowel bij banken als in de politiek – rond de issue<br />
van bonussen. Immers, waar beoordelingsvermogen ontbreekt en rancune heerst, krijg je<br />
blijkbaar rechteloosheid. maar als InG’er ben ik nog steeds dankbaar dat het bedrijf nog<br />
bestaat. dit idee laat ik maar varen.<br />
tamboereren op het stokpaardje governance zou ook kunnen. leuk te illustreren met de<br />
casus ajax. de beursgenoteerde instelling wordt via de pers tot koerswijziging gedwongen.<br />
bestuur houdt de eer aan zichzelf, de commissarissen zijn onzichtbaar. normaal gesproken<br />
tijd voor een bijzondere aandeelhoudersvergadering. maar ja, het heeft niet zo veel zin om<br />
in een column de aandeelhouders tot actie op te roepen. zij zijn immers allemaal voetballende<br />
vaders, ajax-fan en dus cruyff-adept. ook geen goed idee.<br />
dan maar een beursanalyse op grond van een parallel met oorlog voeren? we zijn immers<br />
weer bij eentje betrokken geraakt. of beter nog, een vergelijking van beursontwikkelingen<br />
met de voorbereiding op een militaire actie? dat is misschien wel leuk, laten we de<br />
contouren van zo’n column in kaart brengen.<br />
als er een voorbereiding met enige intelligentie plaatsvindt, moeten we bekende en<br />
onbekende onzekerheden onderscheiden. dat is de rumsfeld-doctrine. voor beleggers zijn de<br />
bekende onzekerheden groot. neem bijvoorbeeld de meltdown in japan en de veel ernstiger<br />
ontwrichting van deze grote economie dan eerder gedacht. of de burgeroorlog in<br />
libië en de groeiende onrust in syrië met op de achtergrond de toenemende<br />
dreiging van een soennitisch-sjiitisch conflict in het midden-oosten. Kijk naar<br />
de verstrengelde schuldenproblematiek van banken en overheden binnen het<br />
eurogebied. Er is wel een soort oplossingsrichting, maar deze moet nog<br />
instemming verkrijgen van alle nationale parlementen. of neem de<br />
ongebreidelde stimulansen van de centrale banken in Europa en de<br />
verenigde staten, die ooit moeten worden afgebouwd. het zijn alle<br />
bekende onzekerheden. de doctrine zegt dat dat niet iets is om je<br />
zorgen over te maken, ze zijn immers bekend. onbekende<br />
onzekerheden kennen we niet en daar houden we dus ook geen<br />
rekening mee. Ergo, geen vuiltje aan de lucht. rumsfeld zou de aanval<br />
inzetten en de nederlandse helikopter vertrekt. beleggers doen<br />
hetzelfde en jagen de beurs omhoog. dit is op zich wel een leuk idee<br />
voor een column. maar aan de andere kant, beleggers (waaronder<br />
wij) lijken dan zo dom. toch maar niet doen dus.<br />
als laatste idee schiet me te binnen dat het aantal twitterberichten<br />
over beursgenoteerde bedrijven een voorspellende waarde heeft voor<br />
de beurskoersen. wellicht is het een idee dit breder te trekken en de<br />
mate van negativiteit op geenstijl.nl en stemmingen in maurice de<br />
honds marktonderzoeken eens te correleren aan de richting van de<br />
beurs. maar helaas, ook dat kan nog geen column worden. zoiets<br />
vergt dieper onderzoek.<br />
weet je, ik schrijf deze keer maar eens geen column.<br />
9<br />
08 16 APRIL 2011
10<br />
macro<br />
schuldencrisis Woedt Voort,<br />
besmettingsgeVaar Vermindert<br />
De reikwijdte van de Europese schuldencrisis is met de steunvraag van<br />
Portugal afgebakend. spanje en italië blijven buiten schot.<br />
TEksT: CEEs RIJsDIJk (BElEGG<strong>IN</strong>GssTRATEEG sNs BANk)<br />
En dat was nummer<br />
drie. Na Griekenland<br />
en Ierland heeft ook<br />
Portugal bij het<br />
Europese steunfonds moeten<br />
aankloppen. Daarmee lijkt de<br />
crisis alleen maar verder uit te<br />
dijen, maar schijn bedriegt. Dat Portugal<br />
hulp nodig heeft, is geen verrassing meer.<br />
Belangrijker is dat beleggers inmiddels een<br />
onderscheid weten te maken tussen ‘goede’<br />
en ‘slechte’ perifere landen.<br />
Vorig jaar dreigde nog elk land buiten de<br />
harde kern van de muntunie door beleggers<br />
in de ban gedaan te worden, maar inmiddels<br />
wint de rede het van de emotie. Dat is te<br />
zien aan het extra rendement dat beleggers<br />
vragen ter compensatie van het debiteurenrisico.<br />
Terwijl het verschil tussen de rente<br />
op tienjarige Portugese obligaties en die op<br />
veilige Duitse obligaties dit jaar tot nu toe<br />
90<br />
80<br />
70<br />
60<br />
50<br />
40<br />
30<br />
20<br />
10<br />
Koers-winstverhoudingen Aziatische beurzen<br />
1985<br />
1990<br />
08 16 APRIL 2011<br />
1995<br />
2000<br />
hard is opgelopen, zijn de Spaanse en<br />
Italiaanse ‘spreads’ juist teruggelopen.<br />
Daarmee blijven de betreffende landen gevrijwaard<br />
van besmetting met het renteopdrijvende<br />
paniekvirus.<br />
Niettemin zal de schuldenkwestie ons nog<br />
heel lang parten blijven spelen. En dikke<br />
kans dat de PIG-landen (met de I van Ierland)<br />
uiteindelijk hun schulden niet volgens<br />
schema zullen afbetalen. Zolang er sprake<br />
is van economische groei, zal er geen sprake<br />
zijn van een brede schuldencrisis in Europa,<br />
laat staan van een crisis rond de euro.<br />
TocH permanenT paraaT<br />
Een permanent noodfonds gaat vanaf juni<br />
2013 het huidige tijdelijke fonds vervangen.<br />
De vrees bestaat dat de rijkere landen van<br />
de muntunie dan ook op permanente basis<br />
gaan opdraaien voor landen die nu hun<br />
zaakjes niet op orde hebben. Afspraken over<br />
Verre Oosten<br />
Japan<br />
2005<br />
2010<br />
7<br />
6<br />
5<br />
4<br />
3<br />
2<br />
1<br />
0<br />
Spreads t.o.v. Duitse 10-jaarsrente<br />
Italië<br />
Spanje<br />
Portugal<br />
Ierland<br />
terugdringing van begrotingstekorten en<br />
het saneren van schulden ontberen het vertrouwen<br />
gezien de ervaringen in het verleden,<br />
zoals met het ‘ijzeren’ stabiliteitspact.<br />
Met het nieuwe fonds is er ten opzichte van<br />
de huidige situatie wel een belangrijk verschil.<br />
De nieuwe spelregels voorzien er namelijk<br />
in dat ook private partijen moeten<br />
bloeden als landen niet aan hun betalingsverplichtingen<br />
voldoen. Pensioenfondsen<br />
en banken zullen er niet meer op kosten van<br />
de belastingbetaler uit kunnen springen.<br />
Dit betekent dat ze uitermate kritisch zullen<br />
letten op de financiële gezondheid van<br />
overheden en bij twijfel geen of alleen tegen<br />
een hoge rentevergoeding overheidspapier<br />
willen kopen. Daarmee gaat de tucht van de<br />
markt heersen en die legt veel meer druk op<br />
overheden om hun financiën gezond te krijgen.<br />
Misschien zijn we naïef, maar naar<br />
onze inschatting is het schrikbeeld van<br />
2010<br />
2011<br />
Bron: datastream
massale geldtransfers van rijk naar arm niet<br />
reëel.<br />
verdrieT en Hoop<br />
In Japan kampt men met heel andere problemen.<br />
Na de drievoudige ramp krijgt de<br />
economie daar – laten we ons maar tot het<br />
materiële beperken – met een flinke terugslag<br />
te maken, onder meer door de schade<br />
aan infrastructuur en door de verstoorde<br />
energievoorziening. De Oeso schat dat de<br />
bbp-groei in het tweede kwartaal 0,5 tot 1,4<br />
procent lager zal uitkomen en het is duidelijk<br />
dat ook de balans voor de tweede helft<br />
van het jaar nog negatief zal zijn.<br />
Voor de langere termijn zijn er wel lichtpunten.<br />
In de eerste plaats is de directe<br />
schade aan de productiecapaciteit in verhouding<br />
beperkt. In de tweede plaats staat<br />
de yen onder neerwaartse druk, waardoor<br />
bedrijven concurrerender worden ten opzichte<br />
van het buitenland. En ten slotte<br />
geldt dat de enorme investeringen die nodig<br />
zijn om nieuwe huizen en wegen te bouwen<br />
een positief effect zullen hebben op de<br />
groei.<br />
Na de vernietigende aardbeving in Kobe<br />
in 1995 herstelde de lokale economie aldaar<br />
voorspoedig. Zonder ook maar de schijn te<br />
willen wekken de gevolgen van de aardbeving<br />
te bagatelliseren, hebben we er vertrouwen<br />
in dat Japan uiteindelijk ook deze<br />
klap te boven zal komen.<br />
Japanse beurs verzakT<br />
De ramp heeft een zware wissel getrokken<br />
op de Japanse aandelen. Sinds 11 maart, de<br />
dag van de aardbeving, is de Japanse aandelenmarkt<br />
met zo’n 5 procent gedaald en dat<br />
terwijl deze markt in de periode ervoor ook<br />
al erg achterbleef. De koers-winstverhouding<br />
van Japanse aandelen kwam in het<br />
voorjaar van verleden jaar voor de eerste<br />
keer in de geschiedenis beneden het gemiddelde<br />
van dat van het Verre Oosten als geheel.<br />
Het verhoudingsgetal is nu tot rond de<br />
14 gezakt, een niveau gelijk aan de dieptepunten<br />
van eind 2008/begin 2009 tijdens<br />
de kredietcrisis. Als we dan ook nog weten<br />
dat de Bank of Japan een maximaal stimulerend<br />
beleid voert en echt de allerlaatste cen-<br />
macro<br />
11<br />
trale bank zal zijn die de rente gaat verhogen,<br />
zou het ons niet verbazen als de Japanse<br />
aandelenmarkt het de komende maanden<br />
en kwartalen beter gaat doen dan menigeen<br />
verwacht.<br />
oliesmeT op aandelen<br />
De olieprijzen zetten hun stijging voort. De<br />
prijs van het zwarte goud staat al ruim 35<br />
procent hoger dan eind vorig jaar. De burgeroorlog<br />
in Libië kan makkelijk tot meer<br />
productie-uitval en weer hogere prijzen leiden,<br />
maar voor de iets langere termijn zijn<br />
de ontwikkelingen in het Midden-Oosten<br />
nog het meest riskant. Daar is een veelvoud<br />
aan spanningen – democratie versus feodalisme,<br />
soennieten versus sjiieten, Saoedi-<br />
Arabië versus Iran – die recentelijk in<br />
Bahrein op miniatuurformaat blootgelegd<br />
werden.<br />
Noord-Afrika was tot voor kort goed voor<br />
5 procent van de olieproductie wereldwijd,<br />
een percentage dat bij uitval theoretisch<br />
nog kan worden opgevangen door andere<br />
producenten. Voor het Midden-Oosten is<br />
dat onmogelijk. Het aandeel in de wereldolieproductie<br />
van deze regio is 30 procent.<br />
Op grond van fundamentele factoren zijn<br />
aandelen ons inziens aantrekkelijk ten opzichte<br />
van andere beleggingscategorieën,<br />
maar met de oliefactor in het achterhoofd is<br />
het hebben van een exitstrategie geen overbodige<br />
luxe.<br />
korTE rENTE 31-12-05 31-12-06 31-12-07 31-12-08 31-12-09 31-12-10 28-03-11 11-04-11 mut. 2 wkn<br />
3 mnd Euro 2,49 3,73 4,68 2,89 0,90 1,01 1,21 1,31 8,3%<br />
3 mnd Gb 4,58 5,28 5,95 2,63 0,65 0,80 0,83 0,83 0,0%<br />
3 mnd vs 4,54 5,36 4,70 1,43 0,25 0,30 0,31 0,28 -7,9%<br />
3 mnd jap 0,10 0,54 0,86 0,74 0,46 0,34 0,34 0,34 0,0%<br />
3 mnd zwI 0,91 2,02 2,76 0,20 0,11 0,28 0,23 0,24 4,3%<br />
3 mnd chIna<br />
lanGE rEntE<br />
2,50 3,26 4,74 1,75 1,91 4,62 3,83 3,91 2,1%<br />
10 jaar nl 3,37 3,80 4,41 3,53 3,55 3,14 3,47 3,76 8,3%<br />
10 jaar Gb 4,10 4,74 4,55 3,09 4,12 3,51 3,61 3,82 5,7%<br />
10 jaar vs 4,40 4,71 4,03 2,25 3,84 3,31 3,45 3,57 3,5%<br />
10 jaar jap 1,46 1,66 1,48 1,18 1,25 1,08 1,18 1,32 11,8%<br />
10 jaar zwI<br />
valuta<br />
1,89 2,46 2,97 2,06 1,89 1,59 1,81 2,10 16,1%<br />
Euro/dollar 1,18 1,32 1,46 1,40 1,43 1,34 1,41 1,44 2,5%<br />
Euro/pond 0,69 0,67 0,73 0,97 0,89 0,86 0,88 0,88 -0,1%<br />
Euro/yEn 138,73 157,26 162,95 127,82 132,21 108,19 114,87 122,50 6,6%<br />
Euro/chf 1,55 1,61 1,65 1,49 1,48 1,25 1,29 1,31 1,7%<br />
dollar/yuan 8,07 7,81 7,30 6,83 6,83 6,62 6,56 6,54 -0,3%<br />
Bron: datastream<br />
08 16 APRIL 2011
12<br />
interview<br />
csm: purac groeimotor<br />
Purac is de groeimotor van Csm en bestuursvoorzitter gerard hoetmer<br />
de machinist. “Purac kan binnen tien jaar tienmaal zo groot worden.”<br />
TEksT: mART<strong>IN</strong> VOORN; FOTO’s: mARk VAN <strong>DE</strong>N BR<strong>IN</strong>k<br />
Gerard Hoetmer, van huis uit werktuigbouwkundige,<br />
is voorzitter<br />
van de Stichting Spieren voor<br />
Spieren, die zich inzet voor kinderen<br />
met een spierziekte. Niet toevallig,<br />
want zijn dochter Karin heeft een spierziekte.<br />
De aandacht voor zijn dochter stond een<br />
carrière bij Unilever niet in de weg en leidde<br />
uiteindelijk tot de toppositie bij CSM.<br />
Voor een werktuigbouwkundige ligt de<br />
voedingsindustrie niet voor de hand.<br />
“Ik ben begonnen fabrieken te bouwen bij<br />
Unilever, dat heeft alles met werktuigbouw<br />
te maken. Alle apparatuur in de voedingsmiddelenindustrie<br />
moet ontworpen worden,<br />
gekoppeld worden, opgewarmd worden,<br />
afgekoeld worden. Een fabriek bouwen<br />
is mooi. Dat is gegroeid van kijken naar de<br />
processen in de fabriek naar het bouwen<br />
van een grote fabriek in Zuid-Afrika. Toen<br />
ben ik naar de logistiek gegaan, dat is uitgebreid<br />
naar het runnen van een business. En<br />
dan groei je door.”<br />
iD gerarD Hoetmer<br />
Geboren: 5 juni 1956<br />
functie:<br />
ceo cSm<br />
Basissalaris:<br />
594.000 euro<br />
Werkervaring:<br />
1980 - 2005 Unilever<br />
2005 - heden cSm<br />
08 16 APRIL 2011<br />
Koersrendement:<br />
+2,1% sinds aantreden<br />
op 20-4-2005<br />
externe functies:<br />
voorzitter Stichting Spieren voor Spieren<br />
opleiding: werktuigbouwkunde, TU delft<br />
Burgerlijke staat: gehuwd<br />
hobby’s: fietsen en voetbal<br />
Waarom bent u naar CSM gegaan?<br />
“Het belangrijkste van een mooie carrière is<br />
een leuke baan. En als je je ontwikkelt en je<br />
bent ambitieus kijk je steeds een stapje vooruit,<br />
zo van: die baan van mijn baas lijkt me<br />
geweldig. Als ik die over tien jaar heb, zou<br />
dat mooi zijn. En zo maak je carrière. Dan<br />
kom je altijd wel kruispunten tegen waarvan<br />
je zegt: ga ik naar links, ga ik naar<br />
rechts? Ik was bij de voedingsdivisie van<br />
Unilever verantwoordelijk voor de inkoop<br />
voor alle fabrieken wereldwijd, en voor de<br />
distributie wereldwijd. Hier kwam een mogelijkheid<br />
voorbij om eigen baas te zijn. En<br />
dan maakt grootte niet zo veel uit.”<br />
Wat heeft u van Unilever meegenomen om bij<br />
CSM toe te passen?<br />
“Een stuk ervaring. Bij CSM moesten we<br />
eerst een paar jaar herstructureren voor<br />
een hogere efficiency. Dat herstructureren<br />
kende ik van Unilever. Bij Unilever werd<br />
veel geld aan innovatie besteed, bij CSM<br />
weinig. Wat we dus gedaan hebben is de<br />
helft van de besparing geïnvesteerd in marketing<br />
en onderzoek en ontwikkeling, om<br />
innovatiekracht te versterken. We hebben<br />
ons gefocust op de dingen waar we echt<br />
goed in zijn, waar we wereldmarktleider<br />
kunnen zijn; bakkerijingrediënten, daarin<br />
zijn we de grootste of één van de grootste<br />
spelers. In melkzuur zijn we met een aandeel<br />
van 60 procent wereldmarktleider.<br />
Waar we nooit marktleider in hadden kunnen<br />
worden is suiker. Dat hebben we toen<br />
ook afgestoten.”<br />
Moet u de naam CSM (Centrale Suiker<br />
Maatschappij) dan niet veranderen?<br />
“Nee, waarom? DSM is toch ook een begrip<br />
in de hele wereld? In Nederland denken<br />
mensen van mijn generatie misschien nog:<br />
dat is van de staatsmijnen. Maar het heeft<br />
niks meer met mijnen te maken. CSM is een<br />
grote speler, zo niet dé speler in het bakkerijgebeuren<br />
buiten Nederland. Zo zien mensen<br />
ons ook.<br />
Heeft CSM nu voldoende focus?<br />
“Ja, we hebben twee activiteiten waarmee<br />
we behoorlijk kunnen groeien. In bakkerijen<br />
hebben we een marktaandeel van 10 procent,<br />
dat betekent dat je met een groot percentage<br />
kunt groeien en daar investeren we<br />
in. Hier is zowel organische groei als groei<br />
door acquisities mogelijk. In melkzuur liggen<br />
zulke grote marktmogelijkheden,<br />
waaronder bioplastics. McKinsey schat dat<br />
de markt over een jaar of tien meer dan tienmaal<br />
zo groot is als nu. Dat is dus alleen de<br />
markt in bioplastics, laat staan met de activiteiten<br />
die we nu doen.”<br />
Wat doet u precies op bakkerijgebied?<br />
“We leveren ingrediënten naar vier kanalen:<br />
de bakker op de hoek, in Amerika, in<br />
Turkije, in Nederland, in Duitsland. Aan de<br />
bakkers leveren we ook kant-en-klare producten,<br />
muffins, croissants die afgebakken<br />
moeten worden, donuts. We leveren ook<br />
aan ‘out of home’, alles wat je eet buitenshuis,<br />
benzinestations, restaurants,<br />
Starbucks, kantines. We leveren hier met<br />
name kant-en-klare producten. Geen brood,<br />
voornamelijk zoete gebakachtige producten.<br />
We leveren ook aan de grote retailers,<br />
iD CSm<br />
in de sectoren waarin cSm actief is, spelen wij<br />
wereldwijd een vooraanstaande rol: wij zijn de<br />
grootste leverancier van bakkerijproducten en<br />
een toonaangevende speler op het gebied van<br />
natuurlijke voedselconserveringsmiddelen en<br />
groene, chemische producten. wij hebben onze<br />
marktpositie mede te danken aan onze ambitie<br />
om het succes van onze klanten te bevorderen.<br />
van groot belang voor het verwezenlijken van<br />
onze ambitie is het op grote schaal toepassen<br />
van innovatie, efficiency en servicegerichtheid.<br />
cSm heeft de omvang, kennis en (financiële)<br />
middelen, die nodig zijn om enerzijds te investeren<br />
in innovatie en services en anderzijds schaalvoordeel<br />
te realiseren. maar nog belangrijker is<br />
hoe wij met onze klanten omgaan.
zoals Walmart, Tesco, Jumbo, Metro of<br />
Carrefour.”<br />
Geen Albert Heijn?<br />
“Aan Albert Heijn leveren we, maar dat kan<br />
nog wel wat meer worden. We leveren ook<br />
ingrediënten aan industriële bakkers, die<br />
hun brood elke morgen over de weg sturen<br />
naar waar het verkocht wordt. Maar het<br />
kunnen ook ingrediënten zijn die in elk<br />
mengsel gebruikt worden, een broodverbeteraar<br />
bijvoorbeeld, die het makkelijker<br />
maakt om te bakken. In meel zit zo veel verschil,<br />
alles vraagt een andere compositie.<br />
We verkopen ook cakes.”<br />
En wat kun je met die bioplastics?<br />
“Purac is een iets andere business; met Purac<br />
hebben we een groot aantal producten, allemaal<br />
gebaseerd op melkzuur. Dat is pure<br />
biotechnologie, de technologie van de toekomst.<br />
Melkzuur kan in veel gebieden gebruikt<br />
worden, van elektronica tot een natuurlijk<br />
oplosmiddel. Pesticiden kunnen<br />
bijvoorbeeld opgelost worden in melkzuur.<br />
We kunnen melkzuur halen uit suiker, met<br />
name uit koolhydraten. Dat kan rietsuiker<br />
zijn, of gewone suikerbieten, suiker uit<br />
maïs, of tapioca. We verwachten het in 2015<br />
te halen uit biomassa. Die ontwikkeling is<br />
met name belangrijk voor de bioplastics,<br />
dan ben je niet afhankelijk van de voedselketen.<br />
Het mag natuurlijk niet zo zijn dat<br />
voor 15 procent van de brandstofbehoefte<br />
in Amerika 40 procent van de maïs gebruikt<br />
wordt.”<br />
Kun je voor melkzuur ook makkelijk switchen<br />
van suikerbieten naar afval?<br />
“Je kunt niet zeggen: ik draai de kraan om en<br />
het is er. We hebben organismes, zeg maar<br />
beestjes, die groeien en produceren op basis<br />
van suiker of maïs. In Thailand switchen we<br />
tussen tapioca en suiker, afhankelijk van wat<br />
commercieel het meest attractief is. Vaak maken<br />
we van melkzuur derivaten, hangen er een<br />
mineraal aan. Dat wordt vaak gebruikt in<br />
sportdrinks, maar ook als middel om voedsel<br />
langer houdbaar te houden. Je kunt er mineralen<br />
aan vastplakken, zink, magnesium, kalium.<br />
Het heeft dus een uitgebreid toepassingsgebied,<br />
dat we continu aan het ontwikkelen<br />
zijn. Die ontwikkeling loopt al vijfentwintig<br />
jaar en daarmee groeien we met 8 tot 10 procent<br />
per jaar.”<br />
interview<br />
13<br />
08 16 APRIL 2011
14<br />
interview<br />
Jaarcijfers CSM (€mln)<br />
Omzet Bedrijfsresultaat Nettoresultaat<br />
2.421 2.486<br />
2006<br />
2007<br />
08 16 APRIL 2011<br />
2.599 2.556<br />
2008<br />
2009<br />
2.990<br />
2010<br />
Purac gaat nu echt lopen.<br />
“Het is een business met 400 miljoen omzet.<br />
Met Purac kun je – dat is de link naar bioplastics<br />
– een aantal melkzuurmoleculen<br />
aan elkaar plakken om melkzuurpolymeer<br />
te krijgen. Een keten van melkzuurmoleculen<br />
is een plastic. Dat kun je gebruiken in<br />
flesjes, in glazen, in allerlei toepassingen.<br />
We hebben ook plastic met 180 à 200 graden<br />
Celsius hittebestendigheid. Dat kun je<br />
gebruiken in kleding of als verpakkingsmateriaal.<br />
Omdat er zo veel toepassingen mogelijk<br />
zijn, zegt McKinsey dat we met dit<br />
soort producten waarschijnlijk voor een<br />
kwart van de totale plasticmarkt als alternatief<br />
kunnen dienen. De totale plasticmarkt<br />
is 250 miljoen ton, een kwart daarvan is 60<br />
miljoen ton. Dan kan Purac met hetzelfde<br />
marktaandeel binnen tien jaar tienmaal zo<br />
groot worden.”<br />
Dus het begint eigenlijk nog maar net?<br />
“Purac is al vijfentwintig jaar een mooie<br />
business, maar bioplastics begint net. Het is<br />
een heel grote groeimotor qua inkomsten.<br />
Als je 400 miljoen tienmaal zo groot maakt,<br />
praat je over 4 miljard. In de bakkerijmarkt<br />
verwachten we te groeien in marktaandeel,<br />
en met acquisities. Bij bakkerijen groeien<br />
we met 1 à 2 procent boven de marktgroei<br />
en de marktgroei is zeg maar de economische<br />
groei in de wereld, 2 tot 4 procent. Dan<br />
doen we de acquisities erbij. Dat zal de<br />
trendlijn zijn, hoewel de trend in het Verre<br />
Oosten zal zijn om van rijst over te stappen<br />
op graan, omdat het watergebruik bij graan<br />
een factor acht minder is. Dat zijn macrotrends<br />
die lang gaan duren.”<br />
Een aantrekkelijke markt lokt nieuwe<br />
toetreders uit.<br />
“Absoluut. Maar we hebben een mooi pakket<br />
aan patenten, aan kennis en ervaring,<br />
waardoor je dat traject zo lang mogelijk<br />
voor jezelf probeert te houden, en voor een<br />
enkele andere partij. Wij verwachten een<br />
‘lead’ van twee à drie jaar te hebben op de<br />
concurrenten.”<br />
Welke autonome groei plakken we dan op<br />
bioplastics?<br />
“Als je een nieuwe markt ontwikkelt, is het<br />
nooit een groei in rechte lijn. De vraag is:<br />
hoe doen wij het ten opzichte van nylon, po-<br />
27,5<br />
25,5<br />
23,5<br />
21,5<br />
19,5<br />
17,5<br />
15,5<br />
13,5<br />
11,5<br />
9,5<br />
7,5<br />
122<br />
2006 2007 2008 2009 2010 2006 2007 2008 2009 2010<br />
CSM (€)<br />
60<br />
107<br />
143<br />
158<br />
2009 2010 2011<br />
24,84<br />
Beurswaarde 1,6 mrd Wpa 2011T 2,07<br />
Omzet 2010 3,0 mrd Wpa 2012T 2,46<br />
Nettowinst 2010 99,3 mln Dividend 2010 0,90<br />
64<br />
56<br />
90<br />
lypropyleen, pvc, die in het verleden ook<br />
flinke groeicurves hebben gehad? Dan ziet<br />
de groeicurve waarin wij nu zitten er redelijk<br />
uit. Er is geen reden om te twijfelen dat<br />
dat wezenlijk anders wordt. Het totale gebruik<br />
aan melkzuur is over tien jaar tienmaal<br />
zo groot. Dan kun je zo uitrekenen wat<br />
de autonome groei is, dan kijk je naar hoe<br />
de curve van soortgelijke materialen zich<br />
ontwikkeld heeft.”<br />
Dat heeft u gedaan en wat is de uitkomst?<br />
“Wij hebben de curves op elkaar gelegd, absoluut.<br />
En dan is de vraag: welke curve neem<br />
je? Je hebt een olieprijsfenomeen, een dollarprijsfenomeen,<br />
allerlei fenomenen. Wij<br />
zeggen niet: dus wordt het volgend jaar dit<br />
en over twee jaar dat. Daar zijn te veel variabelen<br />
voor. In 2020 zal er een markt van vier<br />
miljoen ton melkzuur zijn. Dat is meer dan<br />
tienmaal zo veel als de huidige vraag. Dat<br />
zou je als autonoom groeipercentage kunnen<br />
nemen. En of het dan 70 of 80 of 100<br />
procent per jaar is…”<br />
De grondstoffenprijzen stijgen explosief, is<br />
dat zorgwekkend?<br />
“De ontwikkelingen zijn deels door vraag<br />
en aanbod gedreven en deels door speculanten.<br />
Het grondstoffenprijspeil zal in de<br />
toekomst hoger zal liggen dan de afgelopen<br />
dertig jaar. In reële guldens of euro’s zijn de<br />
boeren erop achteruitgegaan. De mechanisatie<br />
is verbeterd. Nu neemt de vraag toe,<br />
maar de mechanisatie nog onvoldoende. De<br />
wereld zal toe moeten naar gebruik van genetisch<br />
gemanipuleerde grondstoffen om<br />
aan de vraag naar voedsel te voldoen. Dat<br />
87<br />
99
moet als de wereld groeit met twee miljard<br />
mensen. De wereld is daar ook al<br />
aan toe, behalve Europa. We zullen de<br />
fluctuaties in de grondstoffenprijzen<br />
moeten dempen. Wat de wereld niet<br />
kan toestaan, is dat een aantal mensen<br />
op deze wereld geen eten heeft of 100<br />
procent van hun inkomsten aan eten<br />
moet uitgeven.”<br />
Moet de overheid hier ingrijpen?<br />
“Ik weet niet of overheden kunnen ingrijpen.<br />
Wat overheden kunnen doen is<br />
meer mechaniseren, genmodificatie<br />
ook in Europa toestaan, technieken in<br />
Europa exporteren naar landen waar de<br />
rendementen veel lager zijn. En misschien<br />
kunnen overheden helpen met<br />
het agrarisch maken van gebieden die<br />
nog niet toegankelijk zijn, en dan praat<br />
ik niet over het kappen van het<br />
Amazone-oerwoud.”<br />
Verwacht u ook sterke grondstoffenprijsstijgingen<br />
in 2011 en daarna?<br />
“Dan zou ik een kristallen bol hebben. Het<br />
enige wat ik nu kan zeggen is dat 2011 die<br />
trend niet doorbroken heeft, de kosten zijn<br />
verder opgelopen. Het kan niet zo doorgaan,<br />
want dan kunnen mensen het niet meer betalen.<br />
En dan neemt de vraag af. De prijsfluctuaties<br />
zijn zodanig dat dat niet gezond is<br />
voor de economie, voor de voedingsmiddelenindustrie,<br />
en ook niet voor de consument.<br />
Geen enkel bedrijf kan een grondstoffenprijsstijging<br />
van 80 procent opvangen in de<br />
eigen resultaten of met besparingen. Onze<br />
grondstoffenprijzen zullen in 2011 waarschijnlijk<br />
met 200 miljoen euro stijgen. Je<br />
kunt van geen enkel bedrijf verwachten dat<br />
ze hun winst gaan weggeven, of verlies gaan<br />
lijden, want dat is voor het bedrijf ook niet<br />
houdbaar. Dus die extra kosten moeten doorbelast<br />
worden aan de consument.”<br />
Kunt u de grondstoffenprijzen in 2011 ook<br />
doorberekenen?<br />
“Wij hebben onze prijzen in het vierde<br />
kwartaal verhoogd, aan de bakkerijkant<br />
met 2,5 procent. Wij zullen onze prijzen<br />
moeten blijven verhogen. En dat hebben wij<br />
in 2007, 2008 gedaan, dat is hetzelfde als<br />
wat we nu doen. Wij moeten wel, we hebben<br />
geen keuze. De hele voedingsmiddelenindustrie<br />
zal de prijsverhogingen moeten<br />
doorbelasten. Wij als consumenten zullen<br />
die rekening moeten betalen. Met vertraging,<br />
maar we gaan uit van volledige doorberekening.<br />
Het is niet zo dat je op elk moment<br />
van de dag zegt: suiker is nu met een<br />
halve cent in prijs omhooggegaan en elk<br />
product dat suiker heeft gaat ook met hetzelfde<br />
percentage omhoog. Daar loop je<br />
toch op een gegeven moment misschien wat<br />
achter de feiten aan. Er zullen ook klanten<br />
zijn die producten vragen van wat mindere<br />
kwaliteit om aan bepaalde prijsniveaus te<br />
blijven voldoen die consumenten vragen.”<br />
Kunt u dan uw marge op peil houden?<br />
“Zo houden zij hun marge op peil. Wij leveren<br />
de producten die onze klanten, bakkers,<br />
grootwinkelbedrijven, aan hun klanten<br />
aanbieden. Die keuze maken zij, daar staan<br />
zij dichter bij de consument dan wij.”<br />
Sommige analisten hadden een iets hoger<br />
resultaat in 2010 verwacht.<br />
“Ja, maar de consensus lag duidelijk lager<br />
dan wat wij gebracht hebben. De aandeelhouders<br />
waren tevreden en de analisten waren<br />
positief verbaasd. Vandaar ook de koersstijging,<br />
met name door de resultaten en<br />
een aankondiging dat we weer een alliantie<br />
met een grote klant hebben in plastics.”<br />
Wanneer kan CSM beter als twee aparte<br />
bedrijven verdergaan?<br />
“Als de buitenwereld ziet dat je veel meer<br />
waarde kunt creëren uit de activiteiten dan<br />
je zelf kunt. Dan genereer je waarde. Op dit<br />
moment is die waarde binnen CSM ruim<br />
voorhanden. Een belangrijke synergie is dat<br />
Purac geld nodig heeft om in bioplastics te<br />
investeren en dat de bakkerijen die cash generen.<br />
Voor de rest kopen we samen in. Nu<br />
interview<br />
15<br />
denken wij, en ook een groot aantal aandeelhouders,<br />
dat Purac de mogelijkheid<br />
biedt heel veel waarde te creëren, gesteund<br />
door de bakkerijen.”<br />
U heeft zo’n 300 miljoen beschikbaar voor<br />
overnames.<br />
“Wij acquireren niet omdat we geld hebben.<br />
Wij kunnen acquireren omdat we<br />
geld hebben. We hebben een wensenlijst<br />
die beperkt is. Die overnames kunnen<br />
morgen komen, over een jaar komen,<br />
over twee jaar komen. We zullen<br />
voornamelijk in bakkerijen investeren,<br />
omdat daar de organische en acquisitiegroei<br />
samenkomen. Dat is een markt die<br />
de komende jaren ongetwijfeld gaat<br />
consolideren, met 10 procent marktaandeel<br />
zijn wij één van de grotere spelers.”<br />
Hoe zijn de perspectieven in China?<br />
“In China is de consumptie per hoofd<br />
van de bevolking vrij laag, maar er zijn<br />
veel Chinezen. Daar zien we ook de westerse<br />
voedingstrends binnenkomen, ook<br />
door de fastfoodbedrijven, ook door de<br />
grootwinkelbedrijven als Carrefour. De<br />
trend in voedingsmiddelen daar gaat ook<br />
richting brood en banket. Dus daar zien we<br />
perspectief.”<br />
Zijn overnames mogelijk in bioplastics?<br />
“Bioplastics groeit vooral organisch. Hoewel<br />
we 60 procent marktaandeel hebben, zullen<br />
we best wat kunnen acquireren in specifieke<br />
regio’s, maar die behoefte is er niet.<br />
Als je deze grootte, deze technologieën<br />
hebt, zal het aantal acquisitiemogelijkheden<br />
zeer beperkt zijn.”<br />
Zou CSM zelf overgenomen kunnen worden?<br />
“Ja, maar dat zijn altijd speculaties. Als mensen<br />
er veel geld voor overhebben en aandeelhouders<br />
dan hun aandelen willen verkopen,<br />
kun je hoog of laag springen. Dan<br />
ben ik niet degene die het tegenhoudt. Het<br />
enige wat ik kan doen is met de mensen hier<br />
enthousiast een bedrijf bouwen dat er staat<br />
en dat een stuk groter is dan nu. Doe de dingen<br />
waar je goed in bent, werk hard en voor<br />
de rest gebeuren er toch dingen in de wereld<br />
die je niet kunt voorspellen.”<br />
Droomt u van een plek in de AEX?<br />
“De AEX-index zou een pluim zijn voor de<br />
dingen die we doen. Maar ik word er niet<br />
warm of koud van, ik vind het veel mooier<br />
als mensen zeggen: dat is een bedrijf waar<br />
ik trots op ben, dat is een bedrijf dat prachtige<br />
prestaties levert.”<br />
08 16 APRIL 2011
16<br />
china<br />
inmenging in prijsbeleid unileVer<br />
De Chinese economie is en blijft in essentie een centraal geleide<br />
economie. zo ondervond unilever.<br />
TEksT: BERT VAN DIJk<br />
(FREElANCECORREsPON<strong>DE</strong>NT <strong>IN</strong> sHANGHAI)<br />
De Chinese premier<br />
Wen Jiabao wond<br />
er tijdens een recent<br />
werkbezoek<br />
aan de provincie Zhejiang<br />
geen doekjes om: “Het stabiel<br />
houden van prijzen is<br />
de topprioriteit van het huidige<br />
macro-economische<br />
beleid.” De regering is uitermate<br />
bezorgd over snel stijgende<br />
prijzen in een groot<br />
aantal sectoren. Met renteverhogingen<br />
en verplichtingen<br />
voor banken om steeds<br />
grotere reserves aan te houden,<br />
probeert ‘Peking’ de<br />
oververhitte huizenmarkt al<br />
een tijdje in bedwang te<br />
houden. Dergelijke maatregelen<br />
hebben vooral effect<br />
op lokale Chinese consumenten en bedrijven.<br />
Datzelfde geldt voor de prijsplafonds<br />
die de overheid instelt voor bijvoorbeeld<br />
benzine en gas.<br />
nerveuze auToriTeiTen<br />
Sinds kort krijgen echter ook beursgenoteerde<br />
westerse bedrijven direct te maken<br />
met de consequenties van het prijsstabiliserende<br />
beleid van de Chinese regering. Zo<br />
maakte was- en levensmiddelenconcern<br />
Unilever zich op om per 1 april de prijzen<br />
voor een groot aantal consumentenproducten<br />
te verhogen. Het concern wilde met de<br />
prijsstijgingen van 5 à 15 procent de opgelopen<br />
grondstoffenkosten verdisconteren<br />
in de prijs voor de eindconsument. In<br />
Europa en de Verenigde Staten is dat geen<br />
probleem. Daar ligt het mandaat voor dergelijke<br />
prijsverhogingen bij het management<br />
van het bedrijf. Tot voor kort gold dat<br />
ook in China, maar de nervositeit bij de<br />
Chinese autoriteiten is inmiddels zo hoog<br />
08 16 APRIL 2011<br />
opgelopen dat ze sinds kort ingrijpen in de<br />
bedrijfsvoering van buitenlandse beursgenoteerde<br />
ondernemingen.<br />
Toen Chinese consumenten lucht kregen<br />
van geruchten over de ophanden zijnde<br />
prijsverhogingen, bestormden ze grote supermarkten<br />
om nog zo veel mogelijk wasmiddel<br />
en tandpasta in te slaan voordat de<br />
prijsverhogingen zouden ingaan. De paniekverkopen<br />
in steden als Peking en<br />
Sjanghai leidden al snel tot lege schappen<br />
in grote lokale en internationale supermarktketens.<br />
Dat was voor de Chinese overheid aanleiding<br />
om aan Unilever en branchegenoten te<br />
‘vragen’ voorlopig af te zien van het verhogen<br />
van de prijzen. Hogere prijzen zijn in<br />
het huidige klimaat te gevoelig en historisch<br />
gezien een bron van sociale onrust geweest.<br />
Het overheidsverzoek, volgens<br />
Unilever voor het eerst, werd door het concern<br />
ingewilligd. Waarom Unilever dat<br />
heeft gedaan en of er sancties aan vastzaten<br />
als het concern dat niet zou<br />
doen, blijft onduidelijk omdat<br />
Unilever dat niet wil vertellen.<br />
meT geboeide Handen<br />
Unilever’s buiging voor de<br />
Chinese overheid is opmerkelijk<br />
omdat het concern toestaat<br />
dat een lokale overheid direct<br />
ingrijpt in de bedrijfsvoering<br />
om een macro-economisch<br />
probleem in de economie aan<br />
te pakken. In de toch al extreem<br />
concurrerende Chinese<br />
markt voor wasmiddelen ontneemt<br />
‘Peking’ Unilever in feite<br />
een instrument om de winstmarges<br />
op peil te houden.<br />
Unilever benadrukt dat de<br />
prijsverhogingen zijn uitgesteld<br />
en dat van afstel geen<br />
sprake is, maar toch maakt het ingrijpen<br />
van de overheid duidelijk dat in China nog<br />
altijd lang geen sprake is van een totaal vrije<br />
markt. Voorlopig zal het overheidsingrijpen<br />
waarschijnlijk geen noemenswaardig effect<br />
hebben op de totale concernwinst van<br />
Unilever, maar aandeelhouders van Unilever<br />
en in de toekomst misschien van andere<br />
consumentenbedrijven doen er goed aan te<br />
beseffen dat in China het management bij<br />
sommige beslissingen met geboeide handen<br />
zit.<br />
In het algemeen is prijsbeleid het terrein<br />
van het management, maar in sommige<br />
landen is dat lang niet altijd het geval, zo<br />
blijkt in China. En dat zal voorlopig ook nog<br />
wel even zo blijven, want de inflatie in China<br />
is nog allerminst onder controle en heeft al<br />
geleid tot een dalend consumentenvertrouwen.
sparen<br />
Veb spaaronderzoek 2011:<br />
Verdienen met sparen is moeilijk<br />
Lage rentes, oplopende inflatie en een gretig calculerende fiscus maken<br />
sparen momenteel weinig aantrekkelijk. wie toch rendement zoekt met<br />
sparen, moet goed selecteren en geduld hebben.<br />
TEksT: ROBERT ROsENAU<br />
De kredietcrisis mag dan voorbij<br />
zijn, de pijnlijke herinnering aan<br />
dat financiële debacle is nog lang<br />
niet verdwenen uit de hoofden van<br />
beleggers. Er is zelfs een forse groep beleggers<br />
die de beurzen laat voor wat ze zijn om<br />
vervolgens alleen nog maar te gaan sparen.<br />
Maar ook in spaarland zijn de zorgeloze<br />
tijden voorbij. De kredietcrisis heeft pijnlijk<br />
duidelijk gemaakt dat spaargeld lang niet<br />
bij alle aanbieders veilig is. Bovendien zijn<br />
de officiële rentetarieven zo laag dat de vergoeding<br />
op spaargeld nauwelijks voldoet<br />
om inflatie te compenseren. Het<br />
Internationaal Monetair Fonds verwacht<br />
voor dit jaar een gemiddelde inflatie in<br />
Nederland van 1,3 procent. En dan is er nog<br />
niet eens rekening gehouden met de fiscus<br />
die, boven een drempel van zo’n 21.000<br />
euro, 1,2 procent inhoudt op spaartegoeden.<br />
De Belastingdienst gaat er in zijn berekeningen<br />
van uit dat spaarders een rendement<br />
van 4 procent op hun spaargeld kunnen halen.<br />
De praktijk blijkt anders. Banken die financiële<br />
steun hebben ontvangen van de<br />
overheid, mogen niet stunten met spaartarieven<br />
zolang zij de ontvangen miljarden<br />
niet hebben terugbetaald. Dat maakt dat er<br />
niet op het scherpst van de snede gestreden<br />
kan worden om de gunst van de spaarder.<br />
Nog een reden voor de matige rentevergoedingen<br />
op spaarrekeningen.<br />
Inflatie en belastingdruk bij elkaar opgeteld<br />
leert dat met een spaarrekening pas<br />
enigszins rendement wordt gemaakt vanaf<br />
een rentevergoeding van 2,5 procent. Er zijn<br />
slechts een paar aanbieders die een dergelijke<br />
vergoeding bieden. De hoogste rente,<br />
van 2,6 procent, valt te halen bij de inter-<br />
netspaarrekening van Bank of Scotland, een<br />
onderdeel van Lloyds Banking Group, de<br />
grootste retailbank van Groot-Brittannië.<br />
Dit blijkt uit een inventarisatie van 27 spaarrekeningen<br />
met de hoogste rentevergoedingen,<br />
zonder afwijkende voorwaarden.<br />
De <strong>VEB</strong> heeft namelijk onderzoek gedaan<br />
naar de aanbieders die op de Nederlandse<br />
spaarmarkt actief zijn en heeft uit het totale<br />
aanbod 27 spaarrekeningen geselecteerd op<br />
basis van de hoogte van de rentevergoeding.<br />
Aan de hand van de beperkende voorwaarden<br />
is vervolgens aan elke spaarrekening een<br />
unieke score voor klantvriendelijkheid toegekend.<br />
Hoe minder beperkende voorwaarden,<br />
hoe beter de klantvriendelijkheid.<br />
de variabele renTe<br />
Ondanks dat banken een schamele rentevergoeding<br />
bieden die ternauwernood vol-<br />
icesave: iJskoud lesJe<br />
17<br />
doende is om er in koopkracht niet op achteruit<br />
te gaan, proberen zij op allerlei<br />
manieren toch spaarders te lokken en aan<br />
zich te binden. Naast de standaardspaarrekening<br />
die een variabele rente tot een bepaald<br />
maximumsaldo biedt, vergoeden veel<br />
aanbieders onder bepaalde voorwaarden<br />
een hogere rente.<br />
Zo bieden <strong>IN</strong>G en Ohra een vaste actierente<br />
voor respectievelijk het eerste kwartaal<br />
en het eerste halfjaar na het openen van de<br />
rekening, maar daarna valt de rente sterk<br />
terug. Een andere mogelijkheid is een bonusrente<br />
wanneer het spaargeld een kwartaal<br />
vaststaat, zoals bij ABN Amro Direct<br />
Kwartaalsparen, RegioBank Bonus Sparen,<br />
en de MoneYou Kwartaal Spaarrekening.<br />
Verder zijn er aanbieders die een bonusrente<br />
vergoeden wanneer periodiek een storting<br />
wordt gedaan, zoals bij Aegon<br />
het debacle rondom Icesave is een echte ‘wake-up call’ geweest, want het terughalen van het<br />
spaargeld dat niet onder de dekking van het nederlandse depositogarantiestelsel viel, bleek niet<br />
makkelijk. deze Ijslandse spaarbank trad in mei 2008 toe tot de nederlandse spaarmarkt en<br />
bood een zeer aantrekkelijke rente van 5,25 procent, ruimschoots boven de gemiddelde rente<br />
van 4 procent. ruim honderdduizend nederlandse spaarders openden een rekening zonder stil<br />
te staan bij de risico’s. maar de kredietcrisis toonde al snel de kwetsbaarheid van de sterk opgeblazen<br />
Ijslandse bankensector en in oktober 2008 werd besloten om landsbanki, de moeder van<br />
Icesave, vanwege grote financiële problemen te nationaliseren. doordat ook de spaartegoeden<br />
werden bevroren, brak een periode aan van grote onzekerheid. uiteindelijk heeft de nederlandse<br />
overheid het grootste deel van de spaargelden uitgekeerd. Ijsland beschikte namelijk niet over<br />
de financiële middelen om aan de verplichtingen te kunnen voldoen, zodat het land 1,3 miljard<br />
euro moest lenen. nu, ruim twee jaar na de nationalisatie, duurt het gesteggel over het aflossen<br />
van de lening nog steeds voort.<br />
08 16 APRIL 2011
18<br />
sparen<br />
TesT spaarrekeningen<br />
bank en spaarrekening minimum<br />
rente*<br />
Spaarcomfort en de Friesland Bank<br />
InternetTop Spaarrekening.<br />
Er is ook nog een categorie banken die<br />
een rentetrap aanbiedt, oftewel een hogere<br />
rentevergoeding wanneer een hoger<br />
minimumsaldo wordt aangehouden, zoals<br />
bij SNS Bank SNS Plussparen, Rabobank<br />
Rabo Internetsparen, en de Friesland Bank<br />
Spaar en Betaal Mix Rekening. De Friesland<br />
Bank BonusSpaarrekening vereist geen<br />
minimumsaldo na de eerste inleg van<br />
35.000 euro, maar biedt over het hele saldo<br />
een basisrente en alleen over het laagste<br />
saldo een bonusrente. Aegon combineert<br />
twee voorwaarden, zodat het<br />
mogelijk is om een hogere rente te ontvangen<br />
wanneer spaarafspraken worden gemaakt<br />
over het minimumsaldo en de saldotoename.<br />
beperkende voorWaarden<br />
Naast de hoogte van de rente is het ook belangrijk<br />
te letten op beperkende voorwaarden.<br />
De <strong>VEB</strong> heeft aan de hand van de elf belangrijkste<br />
beperkende voorwaarden aan<br />
de geselecteerde spaarrekeningen een score<br />
08 16 APRIL 2011<br />
maximum<br />
rente*<br />
Klantvriendelijkheid<br />
sparen<br />
verplicht?<br />
bijstorten<br />
mogelijk?<br />
minimum<br />
eerste inleg<br />
rentebetaling<br />
voor klantvriendelijkheid toegekend.<br />
Hierdoor is het makkelijker om de spaarrekeningen<br />
met elkaar te vergelijken. Bij de<br />
bepaling van deze score is gelet op beperkende<br />
voorwaarden die gelden bij de hoogste<br />
rentevergoeding per aanbieder. De elf<br />
beperkende voorwaarden zijn:<br />
– internet- en/of telefonisch bankieren<br />
mogelijk<br />
– het maximumsaldo waarover de hoogste<br />
rente wordt vergoed<br />
– geld vrij opneembaar<br />
– koppeling met een betaalrekening<br />
– minimuminleg vereist<br />
– mogelijkheid om bij te storten<br />
– mogelijkheid om spoedoverboekingen<br />
te doen<br />
– verstrekking papieren rekeningafschriften<br />
– verplichte periodieke storting<br />
– bescherming door het Nederlandse depositogarantiestelsel<br />
– verplichting om het saldo een bepaalde<br />
periode op de rekening te laten staan<br />
om in aanmerking te komen voor het<br />
hoogste rentetarief.<br />
bijzonderheden<br />
ohra maand spaarrekening 2,50% 4,00% 4,0 ja nee € 25 jaarlijks 4,0% in de eerste 6 maanden; verplichte maandelijkse inleg<br />
friesland bank spaar en betaal mix rekening 0,50% 2,70% 6,3 nee ja 0 jaarlijks spaar- en betaalrekening; 2,7% vanaf € 25.000<br />
bank of scotland Internet spaarrekening 2,60% 2,60% 5,8 nee ja 0 jaarlijks valt niet onder het depositogarantiestelsel in nl<br />
nIbc direct Internetspaarrekening 2,50% 2,50% 8,8 nee ja 0 jaarlijks<br />
westlandutrecht bank spaaronline rekening 2,50% 2,50% 8,3 nee ja 0 jaarlijks<br />
centraal beheer achmea renteplus rekening 2,50% 2,50% 7,8 nee ja 0 maandelijks<br />
anadolubank alfa spaarrekening 2,50% 2,50% 9,0 nee ja 0 kwartaal<br />
InG profijtrekening 2,10% 2,50% 6,0 nee ja € 25.000 jaarlijks 2,5% in het eerste kwartaal, min. saldo €25000<br />
InG toprekening 2,10% 2,50% 6,0 nee ja € 5.000 jaarlijks 2,5% in het eerste kwartaal, min. saldo €5000<br />
moneyou Kwartaal spaarrekening 2,00% 2,50% 7,8 nee ja 0 kwartaal 0,50% bonus wanneer het saldo een kwartaal vaststaat<br />
aegon Eigen stijl sparen 2,00% 2,50% 5,8 nee ja 0 jaarlijks 2,5% rente alleen mogelijk bij min. saldo en saldotoename<br />
sns bank sns plussparen 1,85% 2,50% 7,3 nee ja 0 jaarlijks 2,5% rente alleen bij een minimum saldo van € 10.000<br />
friesland bank bonusspaarrekening 1,20% 2,50% 5,8 nee ja € 35.000 jaarlijks 1,3% bonusrente over het laagste saldo<br />
moneyou sparen 2,45% 2,45% 8,3 nee ja 0 kwartaal<br />
the Economy bank ster spaarrekening 2,40% 2,40% 8,5 nee ja 0 kwartaal overboeken via internet is niet mogelijk<br />
sns bank sns maxisparen 2,40% 2,40% 3,5 ja nee € 50 jaarlijks verplichte maandelijkse inleg €50-€500<br />
argenta Internetspaarrekening 2,35% 2,35% 7,3 nee ja 0 jaarlijks valt niet onder het depositogarantiestelsel in nl<br />
asn bank asn Ideaalsparen 2,30% 2,30% 10,0 nee ja 0 jaarlijks<br />
rabobank rabo Internetsparen 2,00% 2,30% 6,8 nee ja 0 jaarlijks 2,3% rente alleen bij een minimum saldo van €100.000<br />
regiobank bonus sparen 1,30% 2,30% 8,3 nee ja 0 kwartaal 1,0% bonus over laagste saldo dat een kwartaal vaststaat<br />
friesland bank Internettop spaarrekening 1,65% 2,25% 5,0 nee ja 0 jaarlijks 0,60% bonus bij min. storting van € 1.500 per maand<br />
asr bank asr spaarrekening 2,20% 2,20% 8,5 nee ja 0 jaarlijks afsluiten via tussenpersoon, geen internetbankieren<br />
triodos bank maandsparen 2,20% 2,20% 4,0 ja nee € 10 jaarlijks verplichte maandelijkse inleg € 10 - € 500<br />
Garantibank Gouden Internet rekening 2,10% 2,10% 8,8 nee ja 0 jaarlijks<br />
sns bank sns Internet sparen 2,10% 2,10% 8,8 nee ja 0 jaarlijks<br />
abn amro direct Kwartaal sparen 1,50% 2,10% 8,0 nee ja 0 kwartaal 0,60% bonus wanneer het saldo een kwartaal vaststaat<br />
aegon spaarcomfort 1,00% 2,10% 6,5 nee ja 0 jaarlijks 2,1% rente bij maandelijkse storting van ten minste € 50<br />
*Effectieve rente op jaarbasis; peildatum 11 april 2011, informeer bij de aanbieder naar de actuele rentevergoeding en voorwaarden<br />
Volgens dit onderzoek naar klantvriendelijkheid<br />
scoort ASN Ideaalsparen uitstekend<br />
en toont daarmee goed aan dat zonder beperkende<br />
voorwaarden een rente kan worden<br />
geboden die in lijn ligt met de concurrentie.<br />
ASN, een dochter van SNS, is dan ook<br />
een referentiepunt voor andere aanbieders<br />
als het gaat om klantvriendelijkheid. Ook<br />
de populaire internetaanbieders, zoals<br />
WestlandUtrecht Bank, MoneYou, NIBC en<br />
Anadolubank (Turkse bank met Nederlandse<br />
bankvergunning) bieden zeer klantvriendelijke<br />
spaarrekeningen.<br />
De spaarrekeningen die een periodieke inleg<br />
vereisen, zijn juist het minst klantvriendelijk.<br />
Hierbij valt op dat Triodos Bank Maand<br />
Sparen ook een relatief lage rentevergoeding<br />
biedt, terwijl de Ohra Maand Spaarrekening<br />
en SNS Bank Maxisparen in ruil voor de vereiste<br />
maandelijkse inleg wel een relatief hoge<br />
rente vergoeden. Net als bij deze spaarrekeningen<br />
is ook bij de andere geen glijdende<br />
schaal te herkennen tussen de hoogte van de<br />
rente en de beperkende voorwaarden, zodat<br />
oplettendheid is geboden.
groTe risico’s<br />
Tijdens de kredietcrisis is duidelijk<br />
geworden dat er grote risico’s kunnen<br />
kleven aan sparen bij de verschillende<br />
aanbieders. Het debacle<br />
rondom Icesave illustreert de risico’s<br />
en onzekerheden bij het terughalen<br />
van spaargelden uit het buitenland.<br />
De tegoeden op spaarrekeningen bij<br />
Argenta en Bank of Scotland worden<br />
niet gedekt door het Nederlandse<br />
depositogarantiestelsel, maar door<br />
respectievelijk het Belgische en het<br />
Britse garantiestelsel. Bij een faillissement<br />
zal de vergoeding dan ook<br />
uit deze landen moeten komen met<br />
alle rompslomp van dien.<br />
Daarnaast is het ook oppassen geblazen<br />
met het parkeren van meer dan<br />
100.000 euro op een spaarrekening, omdat<br />
daarmee de maximale dekking van het<br />
Nederlandse depositogarantiestelsel wordt<br />
overschreden. Vooral bij kleine spaarbanken<br />
die gretig op zoek zijn naar spaargeld<br />
om zeer risicovolle activiteiten te financieren,<br />
is voorzichtigheid geboden, omdat rendement<br />
en risico doorgaans hand in hand<br />
Top 10 van HoogsTe renTevergoedingen*<br />
bank en spaarrekening rente na 1 jaar<br />
bank of scotland Internet spaarrekening € 26,00<br />
westlandutrecht bank spaaronline rekening € 25,00<br />
nIbc direct Internetspaarrekening € 25,00<br />
centraal beheer achmea renteplus rekening € 25,00<br />
moneyou Kwartaal spaarrekening € 25,00<br />
anadolubank alfa spaarrekening € 25,00<br />
moneyou sparen € 24,50<br />
the Economy bank ster spaarrekening € 24,00<br />
argenta Internetspaarrekening € 23,50<br />
asn bank asn Ideaalsparen<br />
*bij een eenmalige inleg van 1.000 euro<br />
€ 23,00<br />
gaan. In het algemeen geldt voor de kleinere<br />
spaarbanken die alleen actief zijn op het internet<br />
dat zij de kosten kunnen beperken en<br />
spaargeld kunnen aantrekken door een hogere<br />
rente te vergoeden. Deze hogere rente<br />
betekent doorgaans een hogere risicopremie.<br />
Ook zijn er diverse aanbieders die een<br />
bankvergunning delen. Dat betekent dat<br />
sparen<br />
19<br />
spaarders bij een faillissement voor<br />
onaangename verassingen kunnen<br />
komen te staan wanneer het spaargeld<br />
is gespreid over rekeningen van<br />
verschillende aanbieders die onder<br />
een en dezelfde bankvergunning vallen.<br />
Per bankvergunning kan namelijk<br />
slechts eenmaal aanspraak gemaakt<br />
worden op het<br />
depositogarantiestelsel. Zo vallen bijvoorbeeld<br />
RegioBank en Reaal<br />
Bancaire Diensten onder dezelfde<br />
bankvergunning. Tevens delen onder<br />
meer Delta Lloyd en Ohra, ABN Amro<br />
en MoneYou, en Centraal Beheer<br />
Achmea, Avero Achmea en FBTO<br />
bankvergunningen.<br />
makkeliJk oversTappen<br />
Het grote voordeel van een spaarrekening is<br />
dat het makkelijk is om over te stappen naar<br />
een andere aanbieder. Er moet dan natuurlijk<br />
wel voordeel te behalen zijn. De rentevergoedingen<br />
zijn namelijk nauwelijks voldoende<br />
voor koopkrachtbehoud, zodat<br />
overstappen op basis van de huidige rentevergoedingen<br />
in veel gevallen niet zinvol is<br />
en het meer voor de hand ligt om te kiezen<br />
voor de zekerheid van het depositogarantiestelsel<br />
in plaats van een kwart procentje<br />
meer bij een buitenlandse aanbieder.<br />
Maar er is hoop. Nu de economie weer aantrekt<br />
en de investeringsmogelijkheden toenemen,<br />
beginnen banken weer te concurreren<br />
om spaarders en dat vertaalt zich in een<br />
hogere rentevergoeding. Daarnaast heeft<br />
ECB-voorzitter Jean-Claude Trichet begin<br />
deze maand een eerste stap gezet om de inflatie<br />
te beteugelen door de korte rente met<br />
een kwart procentpunt te verhogen. Deze<br />
korte rente vormt de basis voor de tarieven in<br />
de geldmarkt en wordt dan ook in de regel<br />
doorberekend in de variabele spaarrentes.<br />
De meeste waarnemers vermoeden dat<br />
deze renteverhoging niet op zichzelf zal<br />
staan, zodat spaarders uitzicht hebben op<br />
hogere spaarrentes. Ook de banken die nu<br />
aan het staatsinfuus hangen, kunnen na<br />
afkoppeling hiervan weer mee gaan concurreren.<br />
Dan kunnen spaarders een optimale<br />
verhouding tussen risico, rente en<br />
klantvriendelijkheid vaststellen en hun<br />
spaargeld bij de aanbieder parkeren die<br />
het beste tegemoetkomt aan hun individuele<br />
voorkeuren. Daarna is het belangrijk<br />
om alert te blijven en de variabele rente regelmatig<br />
te controleren, want wanneer de<br />
spaarder scherp blijft, zullen de aanbieders<br />
volgen.<br />
08 16 APRIL 2011
20<br />
sectoranalyse<br />
Wel of niet in de olie<br />
Veel particuliere beleggers willen profiteren van de almaar stijgende<br />
olieprijs. maar vaak staan ze in hun portefeuille al behoorlijk bloot aan<br />
de olieprijsontwikkeling.<br />
TEksT: kOOs HENN<strong>IN</strong>G<br />
De olieprijs is de afgelopen tijd fors<br />
gestegen: een vat Europese olie is<br />
in het eerste kwartaal in euro’s al<br />
bijna 20 procent meer waard geworden.<br />
Nu de olieprijs blijft oplopen, staan<br />
de banken klaar om geïnteresseerde particuliere<br />
beleggers via allerlei producten te<br />
laten beleggen in olie. Maar voordat zij zich<br />
laten verleiden, doen particuliere beleggers<br />
er goed aan eerst eens na te gaan in hoeverre<br />
ze via bepaalde aandelenposities al meeliften<br />
met de olieprijs.<br />
eFFecT oliepriJs nieT eenduidig<br />
Het post- en expressconcern TNT zakte na<br />
een winstwaarschuwing begin april weg op<br />
het Damrak (-12%). De scherpe stijging van<br />
de olieprijzen was er mede de oorzaak van<br />
dat de pakketjesdienst van TNT in het eerste<br />
kwartaal van dit jaar meer onder druk<br />
kwam te staan dan was verwacht. De hoge<br />
olieprijs zorgde voor een terugloop in de internationale<br />
bezorging van pakketten en<br />
een daaraan gerelateerde vertraging in het<br />
terugverdienen van de hogere benzinekosten.<br />
Een bedrijf als SBM Offshore, dat drijvende<br />
op- en overslagsystemen voor de olie-<br />
en gasindustrie produceert en verhuurt<br />
(lease), ziet daarentegen juist dat een hoge<br />
olieprijs leidt tot investeringen in olievelden<br />
door olieconcerns en dat bevordert de<br />
verkoop van zijn producten. Beide bedrijven<br />
hebben dus een heel andere relatie met<br />
de prijs van olie.<br />
Om een goed beeld te krijgen van welke<br />
bedrijven meebewegen met de olieprijs,<br />
hebben we het verband tussen de rendementen<br />
op aandelen uit de AEX en de olieprijs<br />
onderzocht. We hebben in ons onderzoek<br />
gerekend met de prijs van Brent Crude<br />
op de ‘spot’-markt. Het onderzoek betreft<br />
de periode van mei 2003 tot april 2011.<br />
De toets of variabelen onderling gerelateerd<br />
zijn komt neer op het bepalen van de<br />
08 16 APRIL 2011<br />
correlatie. De correlatie kan tussen de bandbreedte<br />
-1 en 1 liggen. Wanneer de correlatie<br />
tussen de koers van een aandeel en de<br />
olieprijs 1 is, beweegt een aandeel één op<br />
één in dezelfde richting als de olieprijs<br />
(sterk positief verband). Bij een correlatie<br />
de oliemarkT<br />
olie komt in vele vormen. In elke regio wordt ruwe olie met andere eigenschappen uit de grond<br />
gehaald en daar worden vaak verschillende prijzen voor gerekend. zo is de olie uit de verenigde<br />
staten (west texas Intermediate) iets lichter dan olie uit de noordzee (brent crude). brent crude<br />
komt overigens ook weer uit verschillende olievelden in de regio en is, net als west texas Intermediate,<br />
een verzamelnaam (oilmarker, ook wel benchmark).<br />
olie kan onder andere verhandeld worden op de ‘spot’-markt en op de futuremarkt. op de spotmarkt<br />
wordt olie direct gekocht of verkocht. dit betekent dat de betalingen meteen plaatsvinden.<br />
de olie wordt op een later tijdstip geleverd. op de futuremarkt worden futurecontracten afgesloten.<br />
In een futurecontract<br />
250<br />
200<br />
150<br />
100<br />
50<br />
0<br />
Aandelen doen het beter<br />
2006<br />
2007<br />
2008<br />
2009<br />
Mandje Fugro, SBM, Shell<br />
Olie (Brent Crude)<br />
wordt een hoeveelheid olie<br />
tegen een vastgestelde prijs<br />
op een bepaalde tijd in de<br />
toekomst verhandeld.<br />
de prijs van olie is afhankelijk<br />
van de vraag naar en<br />
aanbod van olie. de vraag<br />
naar olie zal bijvoorbeeld<br />
toenemen wanneer de wereldeconomie<br />
de komende<br />
tijd groei laat zien. volgens<br />
shell is met name “de sterk<br />
toenemende vraag uit de<br />
opkomende markten als<br />
china, India en brazilië een<br />
belangrijk gegeven in deze<br />
vergelijking”. de aanbodkant<br />
kan ook zorgen voor<br />
een daling of stijging in de<br />
prijs van olie. zo heeft de<br />
onrust in het midden-oosten voornamelijk een effect op de aanbodkant (kan libië in de toekomst<br />
nog wel olie leveren?).<br />
daarnaast kan de olieprijs ook bepaald worden door speculatie van handelaren en het afdekken<br />
van risico’s door bedrijven. het afdekken van risico’s gebeurt via futures, opties en swaps, het<br />
speculeren voornamelijk via futures. In de praktijk zie je dan ook vaak dat de olie niet geleverd<br />
wordt, maar dat partijen geïnteresseerd zijn in het verhandelen van risico. levering kan worden<br />
voorkomen door contracten te verkopen voor ze aflopen.<br />
2010<br />
Een gelijk gewogen mandje olieaandelen presteerde afgelopen jaren beter<br />
dan een fysieke belegging in olie.<br />
2011
van -1 beweegt een aandeel één op één in de<br />
tegenovergestelde richting van de olieprijs<br />
(sterk negatief verband). Bij een correlatie 0<br />
is er geen verband tussen beide variabelen.<br />
De drie bedrijven met het sterkste positieve<br />
verband met de schommelingen in de<br />
olieprijs zijn Fugro, SBM Offshore en Shell.<br />
Alle drie de bedrijven hebben een correlatie<br />
met olie van rond de 0,36. Uit ons onderzoek<br />
bleek ook dat er een positief verband is<br />
tussen de olieprijs en de hele AEX (correlatie<br />
van 0,27). In veel portefeuilles van<br />
Nederlandse particuliere beleggers zal dus<br />
al een bepaalde blootstelling aan de olieprijs<br />
zitten. Let overigens wel, correlatie is<br />
geen statisch gegeven, maar verandert in de<br />
tijd.<br />
bedriJF correlaTie<br />
1 fugro 0,37<br />
2 sbm offshore 0,37<br />
3 shell 0,36<br />
4 boskalis 0,30<br />
5 arcelormittal 0,29<br />
aEx 0,27<br />
Om het gevonden verband wat tastbaarder<br />
te maken, hebben we ook de bèta berekend.<br />
De bèta geeft in deze context aan hoeveel<br />
procent een aandeel of index stijgt of daalt<br />
bij een stijging of daling van 10 procent van<br />
de olieprijs. Bij elke 10 procent die de olieprijs<br />
oploopt, stijgt de AEX met 1,7 procent.<br />
Voor de aandelen SBM Offshore, Fugro en<br />
Shell is dat respectievelijk 3,8, 3,7 en 2,4<br />
procent.<br />
Een belegger moet dus altijd goed kijken<br />
hoe de balans in zijn portefeuille is.<br />
Wanneer hij bijvoorbeeld al Shell, Fugro en<br />
ArcelorMittal in zijn portefeuille heeft, is<br />
het uit oogpunt van spreiding niet optimaal<br />
om ook nog een oliefuture te kopen, omdat<br />
historisch gezien de drie aandelen in de<br />
portefeuille al meebewegen met schommelingen<br />
in de olieprijs. De belegger moet<br />
daarom altijd alert zijn op de ‘verborgen<br />
blootstelling’ aan olie om ‘dubbel inzetten’<br />
te voorkomen.<br />
Overigens rendeerde een mandje oliegerelateerde<br />
aandelen de afgelopen jaren beter<br />
dan een fysieke belegging in olie. Een groot<br />
voordeel van aandelen in het algemeen is<br />
bovendien het dividend. Dividend zorgt ervoor<br />
dat de belegger periodiek daadwerkelijk<br />
geld in handen krijgt. Ook kunnen aandelen<br />
gewaardeerd worden op verwachte<br />
winsten, dividenden en kasstromen. Bij een<br />
fysieke of bij een ‘directe’ belegging in olie<br />
(futures) is dit niet mogelijk. Een belegger<br />
in olie heeft namelijk helemaal geen recht<br />
op toekomstige kasstromen.<br />
gemengde reacTies<br />
We vroegen Shell en SBM Offshore naar een<br />
toelichting op de relatie tussen de olieprijs<br />
en de bedrijfsvoering van beide bedrijven.<br />
Shell stelt dat de hogere olieprijs “meer inkomsten<br />
oplevert bij het winnen van olie en<br />
gas (het upstreambedrijf)”. Bij een lage olieprijs<br />
bestaat daarentegen het risico dat langetermijnprojecten<br />
niet meer winstgevend<br />
zijn, wat kan leiden tot afboekingen en zelfs<br />
het stopzetten van projecten. Bij de raffinage<br />
en verkoop van olieproducten (het downstreambedrijf)<br />
is het verband wat lastiger:<br />
“Daar is de marge tussen inkoop en verkoop<br />
belangrijker dan de absolute hoogte van de<br />
olieprijzen. Hoge olieproductprijzen kunnen<br />
wel resulteren in een lager verkoopvolume<br />
door afname van de vraag”, aldus een<br />
woordvoerder van het olie- en gasconcern.<br />
SBM Offshore zegt dat “de olieprijs geen di-<br />
sectoranalyse<br />
FuTures<br />
Een andere mogelijkheid is het kopen van een futurecontract op de futuremarkt. In een futurecontract<br />
wordt een hoeveelheid olie tegen een vastgestelde prijs verhandeld, op een bepaalde<br />
tijd in de toekomst. door een contract te verkopen voor het afloopt, voorkomt de belegger dat hij<br />
daadwerkelijk olie moet leveren.<br />
voor beleggers die geen ervaring op de futuremarkt hebben, is het handelen in futures niet aan<br />
te raden. het is een complexe markt, waar de positie continu gemonitord moet worden. wel zijn<br />
200<br />
150<br />
100<br />
50<br />
0<br />
Trackers blijven achter<br />
2006<br />
2007<br />
2008<br />
2009<br />
ETFS Brent 1month<br />
Olie (Brent Crude)<br />
er trackers op oliefutures<br />
beschikbaar. de rendementen<br />
op de trackers<br />
kunnen fors afwijken van<br />
de rendementen van de<br />
olieprijs. sinds de stijging<br />
van de olieprijs in 2009<br />
(+135%, in euro’s) bleven<br />
de trackers fors achter: zo<br />
steeg het rendement van<br />
de Etfs brent 1month<br />
in dezelfde periode met<br />
‘slechts’ 77 procent. dit is<br />
een gevolg van de strategie<br />
die wordt gevolgd:<br />
wanneer de oliemarkt in<br />
‘contango’ is, is de prijs<br />
van de future die bijna<br />
afloopt en die de fondsmanager<br />
moet verkopen<br />
om levering te voorkomen,<br />
namelijk lager dan de meest liquide en kortlopende future die de fondsmanager moet kopen.<br />
Kortom, er moet dus worden bijbetaald voor een nieuwe positie. het tegenovergestelde gebeurt<br />
in markten die in ‘backwardation’ zijn. hier is de prijs van de aflopende future hoger dan de prijs<br />
van de aan te kopen future.<br />
2010<br />
de rendementen van trackers op kortetermijnoliefutures weken de afgelopen<br />
jaren fors af van het rendement op een fysieke belegging in olie.<br />
21<br />
rect effect heeft op de inkomsten: de leasebetalingen<br />
zijn op basis van het geïnvesteerde<br />
bedrag en verkoop is op basis van<br />
kostprijs plus marge. Wel is het zo dat de<br />
hoge olieprijs investeringen in olievelden<br />
door oliebedrijven en verkoop van onze<br />
producten bevordert.” Bij een lage olieprijs<br />
van onder de 40 dollar “zijn juist veel nieuwe<br />
oliewinningsprojecten niet winstgevend<br />
en zal SBM minder verkopen”.<br />
Bodemonderzoeker Fugro zag vorig jaar<br />
dat de stijging van de olieprijs resulteerde<br />
in een toename van de wereldwijde uitgaven<br />
voor exploratie en productie door de<br />
olie- en gasindustrie. Omdat Fugro steeds<br />
meer betrokken is bij nagenoeg de totale levenscyclus<br />
van olie- en gasvelden, kan het<br />
bedrijf profiteren van de investeringen van<br />
oliemaatschappijen. Ongeveer 73 procent<br />
van Fugro’s activiteiten heeft betrekking op<br />
de olie- en gasindustrie.<br />
08 16 APRIL 2011
22<br />
sectoranalyse<br />
fugro en sbm: bedrijVen<br />
Waaraan alles klopt<br />
fugro en sBm offshore zijn stevig gevestigd op een fundament van<br />
technische specialisering en opereren in een nichemarkt die bestand is<br />
tegen concurrentiedruk.<br />
TEksT: JACqUEs POTUIJT (F<strong>IN</strong>ANCIEEl CONsUlTANT)<br />
Ze zijn er nog, bedrijven<br />
die door de jaren<br />
heen, hoog- en laagconjunctuurpasserend,<br />
blijven groeien en een<br />
fraai rendement voor beleggers<br />
genereren. Ze zijn niet al<br />
te groot, maar ook niet al te<br />
klein. Ze hebben een duidelijke missie en<br />
aan hun bedrijfsmodel behoeft meestal niet<br />
veel te worden gesleuteld. De resultaten<br />
worden daarom niet vertroebeld door herstructureringsoperaties.<br />
Ze worden uiterst<br />
professioneel geleid en beschouwen de hele<br />
wereld als hun werkterrein.<br />
Heftige stormen, zoals de recente financiele<br />
crisis, laten hen niet onberoerd, maar<br />
worden uiteindelijk ongehavend doorstaan.<br />
Je hoeft er als belegger niet ver voor van<br />
huis, want ze staan genoteerd in Amsterdam.<br />
Te denken valt aan bedrijven als Imtech,<br />
Aalberts, SBM Offshore en Fugro. Wat ze gemeen<br />
hebben, is een nuchtere ingenieursmentaliteit<br />
die zich verre houdt van financial<br />
engineering, maar geconcentreerd is op<br />
technische oplossingen die de wereld een<br />
stapje in de goede richting helpen duwen.<br />
Fugro en SBM Offshore zijn hier vaker aan<br />
een duo-analyse onderworpen. Beide zijn<br />
zulke succesvolle spelers in het maritieme<br />
cluster, een bedrijfstak waarin Nederland<br />
door zijn geografische ligging nog steeds<br />
tot de wereldtop behoort. De laatste keer<br />
dat ze hier aan bod kwamen, was in juni<br />
2009. Het dieptepunt in de financiële crisis<br />
was in maart gepasseerd. Ondanks de alom<br />
erkende kwaliteiten hadden beleggers geen<br />
08 16 APRIL 2011<br />
weerstand kunnen bieden aan hun angst en<br />
hadden ze ook de aandelen in deze bedrijven<br />
gedumpt. Op het dieptepunt konden ze<br />
opgepikt worden voor 30 procent van hun<br />
eerder bereikte toppen.<br />
Het herstel verliep daarop spectaculair. In<br />
juni was de helft van het verloren terrein<br />
heroverd. De andere helft zou naar verwachting<br />
snel volgen. Voor beide zat het wel<br />
goed, maar Fugro leek op dat moment de<br />
minst riskante en daardoor, gezien de nog<br />
steeds woelige marktomstandigheden, de<br />
aantrekkelijkste. De koers van SBM Offshore<br />
bedroeg toen 2,44 euro, die van Fugro 31,35<br />
euro. Op de huidige niveaus laat de koerswinst<br />
zich becijferen op respectievelijk 64<br />
en 103 procent. So far so good, maar de<br />
vraag dringt zich op of het herstelpotentieel<br />
van deze fondsen inmiddels niet geheel<br />
is uitgeput en of er op hun huidige koersniveau<br />
misschien zelfs al niet sprake is van<br />
enige overwaardering.<br />
record op record<br />
In 2008, het eerste jaar waarin de financiële<br />
crisis zich in volle omvang manifesteerde,<br />
vestigde Fugro het zoveelste record in zijn<br />
bestaan, zowel wat betreft omzet als winst.<br />
De omzet passeerde dat jaar met een stijging<br />
van 20 procent overtuigend de mijlpaal<br />
van 2 miljard euro. De operationele<br />
marge bleef op 17,9 procent slechts een fractie<br />
onder het zeer hoge niveau van 18 procent<br />
dat in 2007 was behaald. De winst per<br />
aandeel steeg dat jaar met 25 procent tot<br />
3,88 euro.<br />
De verdieping van de crisis in 2009 kreeg<br />
niet serieus vat op de ontwikkelingen binnen<br />
Fugro. Over dat jaar kwam de omzetgroei<br />
met zo’n 5 procent slechts zeer bescheiden<br />
onder druk. De operationele<br />
marge van 17,9 procent kon echter worden<br />
gehandhaafd. Deze uitkomst was des te opvallender<br />
in een jaar waarin de olieprijs gerekend<br />
vanaf de piekprijs van 145 euro die<br />
in 2008 was gevestigd, een duikeling maakte<br />
van 70 procent tot circa 35 euro.<br />
Zowel het lot van Fugro als dat van SBM<br />
Offshore wordt in de perceptie van beleggers<br />
nauw aan de olieprijs gekoppeld. De<br />
relatie met de oliesector is ontegenzeglijk,<br />
maar is een stuk gecompliceerder van aard<br />
dan een louter lineair op en neer bewegen<br />
met de olieprijs. Ook de meerjarige exploratie-<br />
en productiebudgetten van oliemaatschappijen<br />
volgen op korte termijn niet<br />
slaafs de prijzen op de oliemarkt.<br />
Feit is dat de mondiale oliesector in 2009<br />
de budgetten met 18 procent liet dalen,<br />
maar dat volgde wel op een toename van 26<br />
procent in 2008. Met wat goede wil kan de<br />
krimp in 2009 daarom worden opgevat als<br />
een gezonde correctie op een te uitbundige<br />
investeringsgolf in het voorgaande jaar.<br />
Volgens Global Data stegen de investeringen<br />
in 2010 alweer met 10 procent en de investeringsbudgetten<br />
voor 2011 zullen volgens<br />
schattingen van deze markt-<br />
onderzoeker daar weer 12 tot 15 procent<br />
boven uitkomen. Voor de investeringen van<br />
het beursgenoteerde deel van de oliemaatschappijen<br />
wordt dit jaar een record van<br />
490 miljard dollar voorzien.<br />
De fase waarin de oliesector zich bevindt,
waarbij de piekproductie volgens de meeste<br />
experts al is gepasseerd, laat op dit punt<br />
geen verslapping in exploratie toe. Over de<br />
hele linie wordt koortsachtig gezocht naar<br />
nieuwe bronnen, terwijl gas, al dan niet<br />
vloeibaar gemaakt, veel sneller dan verwacht<br />
de plaats van olie begint in te nemen.<br />
Die overschakeling brengt eerder meer dan<br />
minder vraag naar seismisch onderzoek en<br />
nauw daaraan gerelateerde diensten voor<br />
oliemaatschappijen met zich mee, een activiteit<br />
waarvan Fugro het voor circa 75 procent<br />
van de omzet moet hebben.<br />
In 2010 werd daardoor met een omzet van<br />
2.280 miljoen euro het record van 2008 alweer<br />
gebroken. De omzetgroei werd geholpen<br />
door acht nieuwe acquisities die Fugro<br />
in 2009 ondanks de moeilijke marktomstandigheden<br />
had gerealiseerd. Juist hierdoor<br />
was het prijsniveau van overnamekandidaten<br />
immers tot een aantrekkelijk niveau<br />
gedaald.<br />
In de eerste helft van 2010 nam de omzet<br />
met nog geen procent toe, maar in de tweede<br />
helft begonnen de markten waarin Fugro<br />
actief is zich steeds krachtiger te herstellen.<br />
Door de relatief zwakke opening van het<br />
jaar kwam de operationele marge over het<br />
hele jaar wel iets onder druk en viel terug<br />
tot 15,4 procent. In de tweede jaarhelft bedroeg<br />
de marge echter alweer een comfortabele<br />
17,6 procent. Al met al bleef de operationele<br />
winst nog slechts 4 procent onder<br />
het absolute record van 2008.<br />
Het goede herstel vond plaats ondanks de<br />
slag die de offshore-oliewinning werd toe-<br />
65<br />
60<br />
55<br />
50<br />
45<br />
40<br />
35<br />
30<br />
25<br />
20<br />
15<br />
FUGRO (€)<br />
2009<br />
2010<br />
63,40<br />
2011<br />
Beurswaarde 5,1 mrd Wpa 2011T 3,70<br />
Omzet 2010 2,3 mrd Wpa 2012T 4,15<br />
Nettowinst 2010 272 mln Dividend 2010 1,50<br />
Fugro (Fur.as)<br />
sectoranalyse<br />
2006 2007 2008 2009 2010 2011T 2012T<br />
omzet 1.435 1.803 2.154 2.053 2.280 2.500 2.750<br />
operationeel resultaat (ebit) 212 325 386 367 351 420 480<br />
nettowinst (€ mln) 141 216 283 263 272 300 340<br />
Ebitmarge 14,7% 18,0% 17,9% 17,9% 15,4% 16,8% 17,5%<br />
rendement eigen vermogen 27,4% 34,3% 34,8% 24,9% 20,2% 18,7% 18,9%<br />
medewerkers 9.837 11.472 13.627 13.482 13.463 15.000 16.000<br />
winst per werknemer € 14.335 € 18.847 € 20.798 € 19.538 € 20.220 € 20.000 € 21.250<br />
rentedragend vermogen € 342 € 450 € 395 € 441 € 591 € 600 € 700<br />
Eigen vermogen € 562 € 700 € 928 € 1.188 € 1.508 € 1.700 € 1.900<br />
balanstotaal € 1.406 € 1.700 € 2.123 € 2.366 € 3.090 € 3.300 € 3.600<br />
uitst. aandelen (mln., ult.) 70 70 77 79 80 81 82<br />
winst per aandeel (€) € 2,05 € 3,11 € 3,88 € 3,34 € 3,39 € 3,70 € 4,15<br />
dividend (€) € 0,60 € 0,83 € 1,25 € 1,50 € 1,50 € 1,70 € 1,80<br />
dividend rendement 1,7% 1,6% 6,1% 3,7% 2,4% 2,7% 2,8%<br />
Koers ult. & 8/4/11 € 36,20 € 52,80 € 20,49 € 40,26 € 61,50 € 63,40<br />
K/w 17,7 17,0 5,3 12,0 11,9 17,1 15,2<br />
marktkapitalisatie (€ mrd) 5,1<br />
23<br />
08 16 APRIL 2011
24<br />
sectoranalyse<br />
gebracht met de ramp met het BP-platform<br />
in de Golf van Mexico. Van Fugro’s omzet is<br />
9 procent direct of indirect gerelateerd aan<br />
oliewinning in deze regio. De negatieve effecten<br />
bleven beperkt en de door president<br />
Obama direct na de ramp afgekondigde<br />
ban op nieuwe diepwaterprojecten in het<br />
getroffen gebied werd onder zware binnenlandse<br />
politieke druk binnen een halfjaar<br />
opgeheven.<br />
Voor 2011 conformeert Fugro zich wat de<br />
groei van exploratie- en productiebudgetten<br />
van de oliesector betreft aan de door<br />
Global Data afgegeven verwachtingen. Er<br />
zijn nieuwe uitdagingen, met name veroorzaakt<br />
door de politieke onrust in Noord-<br />
Afrika en het Midden-Oosten, maar deze<br />
zullen naar verwachting verschuivingen<br />
met zich meebrengen naar vooral offshoreexploratie<br />
in meer politiek stabiele regio’s,<br />
terwijl ook de overschakeling naar vloeibaar<br />
gas er een extra impuls door krijgt.<br />
Ook in dit segment van de energiemarkt<br />
heeft Fugro volop werk. De werkvoorraad<br />
aan het begin van dit jaar bedroeg ruim 1,5<br />
miljard euro, een toename van 13,9 procent<br />
ten opzichte van een jaar eerder.<br />
Al met al kan gesteld worden dat de drie<br />
achterliggende crisisjaren bij Fugro slechts<br />
een lichte rimpeling veroorzaakten in een<br />
groeitempo dat in de laatste vijftien jaar resulteerde<br />
in een gemiddelde omzet- en<br />
winstgroei van respectievelijk 15 en 21 procent.<br />
Die groei kwam voor een belangrijk<br />
deel mede tot stand door een consistent uitgevoerde<br />
acquisitiestrategie, waarbij gemiddeld<br />
zo’n acht, doorgaans kleine gespecialiseerde<br />
bedrijven per jaar werden<br />
verworven. Het lopend jaar zal daar waarschijnlijk<br />
geen uitzondering op vormen.<br />
Met handhaving van gezonde financiële<br />
verhoudingen is daar circa 250 miljoen<br />
euro voor beschikbaar.<br />
ruimTe voor verbeTering<br />
SBM Offshore ging de financiële crisis in<br />
met een werkportefeuille van 8 miljard dollar,<br />
circa driemaal de gemiddelde jaaromzet<br />
van dat moment. Die comfortabele situatie<br />
zorgde ervoor dat de recordomzet van<br />
2,9 miljard dollar van 2007 in het daaropvolgende<br />
jaar zelfs nog kon worden verbeterd<br />
tot iets boven de 3 miljard dollar. In de<br />
afgelopen twee jaar is de omzet op dat hoge<br />
niveau blijven hangen, terwijl de operationele<br />
marge in beide jaren maar heel licht<br />
onder druk stond en tot iets onder de 10<br />
procent terugviel. Vorig jaar verbeterde de<br />
winstgevendheid weer tot 11,9 procent, een<br />
08 16 APRIL 2011<br />
niveau dat nog steeds ruimte biedt voor verbetering<br />
in de komende jaren.<br />
In de jaren 2004 t/m 2006 lag de marge gemiddeld<br />
rond 15 procent bij een omzet die<br />
toen de helft bedroeg van de gemiddelde 3<br />
miljard euro in de afgelopen drie jaar. De<br />
margedruk houdt verband met het feit dat<br />
het bedrijf al vanaf 2006 geleidelijk aan<br />
meer turnkey-systemen FPSO (floating production<br />
and storage systems) voor eigen rekening<br />
is gaan produceren. De te realiseren<br />
prijzen hiervoor zijn uiteraard vatbaar voor<br />
de condities van de markt op het moment<br />
dat ze voor verkoop beschikbaar komen.<br />
Het is niet verbazingwekkend dat de zwakke<br />
markt van 2008 en 2009 de marges op<br />
deze systemen onder druk zette.<br />
Tijdens de drie afgelopen crisisjaren hoefde<br />
SBM Offshore niet in te teren op de werkportefeuille.<br />
Integendeel, de orderontvangst<br />
lag in elk van de jaren een miljard euro boven<br />
de omzet zodat de portefeuille eind vorig<br />
jaar de recordomvang van 11,5 miljard<br />
dollar bereikte. Van dit bedrag heeft 78 procent<br />
betrekking op de niet contant gemaakte<br />
waarde van alle in de toekomst te ontvangen<br />
leasetermijnen van de leasevloot van<br />
momenteel eenentwintig systemen.<br />
Vorig jaar werd een nieuw, twintig jaar<br />
durend leasecontract binnengesleept voor<br />
een FPSO (de Cidade de Party) voor de<br />
Braziliaanse oliemaatschappij Petrobras<br />
met een totale contractwaarde van 2,5 miljard<br />
dollar. Het betreft hier een financial<br />
lease, waarbij de helft van de contractwaarde<br />
wordt geboekt onder omzet Turnkey<br />
Systems en de andere helft onder Lease &<br />
Operate. In totaal nam Turnkey Systems vorig<br />
jaar 65 procent van de totale concer-<br />
nomzet voor zijn rekening. Zoals eerder<br />
aangegeven zijn onverwachte winstschommelingen<br />
hier mogelijk, maar na de margedruk<br />
in de achterliggende jaren lijkt het redelijk<br />
te verwachten dat de tijd nu rijp is<br />
voor een positieve omslag.<br />
Een positieve stimulans mag ook worden<br />
verwacht als een eerste order kan worden<br />
binnengehaald voor een drijvende lng-installatie.<br />
De prijs van 2,5 miljard dollar voor<br />
een dergelijk systeem ligt op ruim het dubbele<br />
van een gangbare FPSO. Lang heeft SBM<br />
Offshore aan de ontwikkeling hiervan gewerkt<br />
en oliemaatschappijen lijken nu klaar<br />
om de investeringsbeslissing te nemen.<br />
Verwacht wordt dat in 2011 de groei weer<br />
in een hogere versnelling zal komen met<br />
een omzettoename van circa 10 procent tot<br />
3,3 miljard dollar. Topman Macy voorziet<br />
dat het aantal grote contracten voor drijvende<br />
systemen dit jaar tot boven het niveau<br />
van voor de crisis zal toenemen. Met een<br />
mondiaal marktaandeel van 20 procent zal<br />
SBM Offshore daarin ten volle delen. De<br />
operationele winstmarge kan opnieuw een<br />
vol procentpunt verbeteren, waardoor onder<br />
aan de streep de recordwinst die in 2007<br />
werd neergezet, zal worden overtroffen.<br />
uiTzonderliJke resulTaTen<br />
SBM Offshore, voorheen jarenlang opererend<br />
onder de namen IHC Holland en IHC<br />
Caland, en Fugro hebben beleggers gedurende<br />
vele jaren uitzonderlijk gunstige beleggingsresultaten<br />
bezorgd. Bij Fugro is dat<br />
nagenoeg ononderbroken het geval geweest<br />
sinds de beursintroductie van 1992. Over<br />
die hele periode bedroeg de gemiddelde<br />
koersappreciatie 17,4 procent. Over de afge-
lopen tien en vijf jaar was dit respectievelijk<br />
gemiddeld 17,6 en 16,2 procent. Voor de berekening<br />
van het totaalrendement mag<br />
daar dan nog bijna jaarlijks 3 procent dividend<br />
aan worden toegevoegd.<br />
Een dergelijke performance deed zich lang<br />
ook bij SBM Offshore en zijn voorgangers<br />
voor, maar na een forse winstdip in 2003 en<br />
2004 is de ontwikkeling hier sindsdien toch<br />
aanmerkelijk minder rechtlijnig gaan verlopen.<br />
Ook na het recente herstel ligt de<br />
koers nog steeds niet boven het niveau van<br />
vijf jaar geleden, zodat beleggers het hier<br />
uitsluitend met het dividend hebben moeten<br />
doen dat in deze periode gemiddeld iets<br />
boven de 4 procent per jaar lag.<br />
In de huidige koersen is de aperte onderwaardering<br />
van 2009 al nagenoeg of geheel<br />
opgeheven. Fugro kent op de huidige koers<br />
van 63,19 euro en de voor 2011 getaxeerde<br />
winst een koers-winstverhouding van 17,1.<br />
Dat ligt tamelijk hoog binnen de historische<br />
bandbreedte en daarmee lijkt het aandeel<br />
voorlopig vol gewaardeerd. Redelijkerwijs is<br />
daarentegen ook niet te verwachten dat zich<br />
op korte termijn een gunstiger instapmoment<br />
zal voordoen. Alles wijst bij Fugro op<br />
een voortgezette hoge en stabiele winstgroei.<br />
SBM Offshore doet op dezelfde basis berekend<br />
een koers-winstverhouding van 15,1 en<br />
dat is vergeleken met wat voor dit fonds vóór<br />
2007 gebruikelijk was een tamelijk bescheiden<br />
waardering. Naarmate de bestaande<br />
scepsis onder beleggers na een voortgezette<br />
gunstige ontwikkeling geleidelijk wegebt,<br />
mag hier op korte termijn een nog iets verder<br />
oplopende waardering worden verwacht.<br />
27,5<br />
25,5<br />
23,5<br />
21,5<br />
19,5<br />
17,5<br />
15,5<br />
13,5<br />
11,5<br />
9,5<br />
7,5<br />
SBM <strong>OF</strong>FSHORE (€)<br />
2009<br />
2010<br />
20,38<br />
2011<br />
Beurswaarde 3,4 mrd Wpa 2011T $ 1,89<br />
Omzet 2010 $ 3,1 mrd Wpa 2012T $ 2,06<br />
Nettowinst 2010 $ 276 mln Dividend 2010 $ 0,71<br />
sbm oFFsHore (sbmo.as)<br />
sectoranalyse<br />
2006 2007 2008 2009 2010 2011T 2012T<br />
omzet 1.990 2.871 3.060 2.966 3.056 3.300 3.600<br />
operationeel resultaat (ebit) 254 302 275 293 362 425 475<br />
nettowinst ($ mln) 216 267 228 230 276 325 360<br />
Ebitmarge 12,8% 10,5% 9,0% 9,9% 11,9% 12,9% 13,2%<br />
rendement eigen vermogen 21,5% 21,8% 17,7% 15,1% 14,2% 15,0% 15,5%<br />
medewerkers 2.356 2.715 3.263 3.539 3.787 4.000 4.300<br />
winst per werknemer $91.808 $98.269 $69.844 $64.990 $72.881 $81.250 $83.721<br />
rentedragend vermogen (mln) $586 $875 $1.464 $1.464 $1.711 $1.900 $2.100<br />
Eigen vermogen (mln) $1.119 $1.333 $1.235 $1.803 $2.073 $2.250 $2.400<br />
balanstotaal (mln) $2.940 $3.643 $4.345 $4.658 $5.091 $5.500 $6.000<br />
uitst. aandelen (mln., ult.) 141 143 146 164 169 172 175<br />
winst per aandeel $1,55 $1,85 $1,54 $1,47 $1,44 $1,89 $2,06<br />
dividend $0,77 $0,93 $0,93 $0,67 $0,71 $0,80 $0,90<br />
dividend rendement 3,0% 4,3% 9,9% 4,9% 5,2% 3,9% 4,4%<br />
Koers ult. & 8/4/11 € 26,05 € 21,60 € 9,35 € 13,77 € 16,76 € 20,38<br />
K/w 22,1 17,3 8,5 14,7 15,8 15,1 13,9<br />
marktkapitalisatie (€ mrd) 3,4<br />
25<br />
08 16 APRIL 2011
26 technische analyse<br />
AEX <strong>IN</strong><strong>DE</strong>X<br />
DSM<br />
De 200/dagenlijn heeft de<br />
AEX prima weten op te<br />
vangen<br />
2007 2008 2009 2010 2011<br />
© Bron: www.tostrams.nl<br />
2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011<br />
© Bron: www.tostrams.nl<br />
MSCI WORLD REAL ESTATE<br />
MSCI World Real Estate<br />
index geeft het koersverloop<br />
van de grootste fondsen in<br />
de Vastgoedsector weer<br />
2007 2008 2009 2010 2011<br />
© Bron: www.tostrams.nl<br />
08 16 APRIL 2011<br />
DSM heeft alle belangrijke<br />
toppen van de afgelopen 5<br />
jaar gebroken<br />
De MSCI World Real Estate<br />
index beweegt in een<br />
gematigd stijgende trend<br />
550<br />
450<br />
350<br />
250<br />
60<br />
50<br />
40<br />
30<br />
20<br />
250<br />
200<br />
150<br />
100<br />
50<br />
onVerminder<br />
ondank de onrust op diverse plaatsen in de<br />
TEksT: ROyCE TOsTRAms (TOsTRAms GROEP)<br />
Zoals verwacht weten de cruciale steunniveaus rond<br />
het 200-daags gemiddelde prima stand te houden.<br />
We handhaven onze optimistische visie, want<br />
technisch bezien liggen zowel de aandelen-, als de<br />
vastgoed- en grondstoffenmarkten er prima bij, ondanks<br />
de gevolgen van de aardbeving in Japan, de crisis in het<br />
Midden-Oosten, nieuwe problemen in Portugal en de begrotingsperikelen<br />
van Obama. Het economisch zonnetje<br />
begint op volle kracht te schijnen, noch Japan, noch Khadaffi of Portugal<br />
kunnen wolken maken.<br />
beTer dan sTaaTsobligaTies<br />
Technisch bezien zullen aandelen, vastgoed en grondstoffen het ook in<br />
het tweede kwartaal veel beter blijven doen dan staatobligaties. Zelfs met<br />
de sterk gedaalde koersen parkeren we ons geld voorlopig niet op de stoep<br />
bij minister De Jager. Voor de AEX handhaven we voor deze zomer ons<br />
koersdoel van 415-420, waar de toppen van augustus 2008 liggen. De reden<br />
voor ons optimisme halen we uit de businesscyclus.<br />
De AEX-index oogt technisch bezien niet slecht. De langetermijntrend<br />
blijft opwaarts gericht. Zolang deze gematigd stijgende trend intact blijft,<br />
mag een koersstijging worden verwacht richting weerstand 417,42 (top<br />
van 15 augustus 2008). Enkel bij een terugval onder steun 343,20 (bodem<br />
van 18 maart) verzwakt het beeld.<br />
De 200-dagenlijn van de AEX-index laat een stijgende trend zien. Dit<br />
geeft een positieve technische conditie weer. Zoals al in een eerdere column<br />
aangegeven, ligt er rond de 200-dagenlijn behoorlijk veel steun.<br />
Posities op de Amsterdamse beurs mogen aangehouden worden. De huidige<br />
technische positie blijft positief. Op 17 januari 2011 hebben we aan<br />
de beurs van Amsterdam een hoge weging toegekend in de langetermijnportefeuille.<br />
sTerke aandelen<br />
Aandelen waarin beleggers nog steeds kunnen instappen of die ze kunnen<br />
bijkopen zijn onder andere DSM, AkzoNobel, SBM Offshore, TKH,<br />
Boskalis en ASML. Deze handhaven we dan ook in onze langetermijnportefeuille.<br />
Sterke grondstoffen waarin Tostrams Vermogensbeheer via turbo’s<br />
belegt zijn onder andere goud, zilver en ruwe olie. Verder geven we<br />
vastgoed een hoge weging.<br />
De trend van DSM blijft ondanks de huidige consolidatiefase opwaarts<br />
gericht. De hogere bodems wijzen nog steeds op aanhoudende vraag. De
d optimistisch<br />
wereld blijven de beurzen goed liggen.<br />
steun ligt rond 40,40 (gevormd op 1 augustus<br />
2008). Slaagt DSM erin om boven de<br />
laatste top te breken, dan kan de stijgende<br />
trend weer worden hervat en komt er ruimte<br />
vrij voor verdere koersstijging. Weerstand<br />
hanteren we op 47,50 (berekend koersdoel).<br />
Het 200-daags voortschrijdend gemiddelde<br />
laat een stijgende trend zien. Dit wijst<br />
op een positieve technische conditie. De<br />
opwaartse richting van de B.O.B.-indicator<br />
van DSM suggereert betere prestaties, vergeleken<br />
met de rest van de markt. Op 24 december<br />
2010 is dit aandeel opgenomen in<br />
de portefeuille. DSM kan nog steeds (bij-)<br />
gekocht worden.<br />
vasTgoed: pas op de plaaTs<br />
De MSCI World Real Estate-index, die het<br />
koersverloop van de grootste fondsen in de<br />
vastgoedsector weergeeft, maakt even pas<br />
op de plaats, maar ligt er technisch bezien<br />
niet onaardig bij. Omdat MSCI World Real<br />
Estate hogere koersbodems weet te vormen,<br />
blijven we opwaarts kijken. Dit geeft<br />
aan dat er nog steeds op hogere niveaus<br />
wordt gekocht. Om de oude stijgende trend<br />
voort te kunnen zetten, moet MSCI World<br />
Real Estate breken en sluiten boven de laatste<br />
koerspiek. Onder steun 146,38 (bodem<br />
van 3 december 2010) verzwakt het beeld.<br />
Weerstand ligt op 162,00 (gevormd op 28<br />
februari). Na een uitbraak boven weerstand<br />
162,00 wordt 179,46 het volgende<br />
opwaartse koersdoel. De stijgende 200-dagenlijn<br />
wijst op een positieve technische<br />
conditie van de sector vastgoed. Op 20 september<br />
2010 gaven we vastgoed weer een<br />
hoge weging mee in de langetermijnportefeuilles.<br />
vierJarige businesscyclus<br />
technische analyse<br />
onze belangrijkste informatiebron bij het beleggen is al sinds jaar en dag de vierjarige businesscyclus.<br />
deze bevestigt nog steeds een periode van economische voorspoed, ondanks de<br />
ontwikkelingen in japan en het midden-oosten. In deze fase doen alle beleggingscategorieën,<br />
behalve obligaties, het goed. dit rechtvaardigt de conclusie om positief te blijven ten aanzien<br />
van aandelen, vastgoed en grondstoffen, maar behoedzaam te blijven met staatsobligaties.<br />
de businesscyclus onderscheidt periodes van groei en krimp. de geschiedenis herhaalt zich<br />
steeds; de economie laat tijdens een complete cyclus chronologisch altijd dezelfde volgorde in<br />
gebeurtenissen zien. dit impliceert dat zich door de jaren heen steeds dezelfde ontwikkelingen<br />
herhalen. hierdoor kunnen we draaipunten identificeren voor verschillende financiële en economische<br />
indicatoren, maar ook voor obligaties, aandelen, vastgoed en grondstoffen. zo signaleerde<br />
de businesscy-<br />
BUS<strong>IN</strong>ESSCYCLUS<br />
FASE I<br />
Economie krimpt<br />
Rente daalt<br />
Inatie daalt<br />
Strategie:<br />
Obligaties kopen,<br />
Aandelen mijden<br />
VG/Grondst. mijd.<br />
FASE II<br />
Einde recessie<br />
‘08/’09 ‘09/’10 ‘10/’11<br />
I II III<br />
Strategie:<br />
Obl. uitbreiden<br />
Aandelen+VG<br />
kopen<br />
FASE III<br />
FASE IV<br />
Economie groeit,<br />
rentedaling voorbij<br />
begin inatie<br />
Q2 ‘11<br />
Rente en inatie<br />
stijgen, Economie<br />
op volle kracht<br />
Strategie:<br />
Strategie:<br />
Oblig.verkopen<br />
Grondstoen kopen<br />
Aand./VG uitbreid.<br />
Aand./VG aanh.<br />
Grondst. uitbreiden<br />
Obl. mijden<br />
FASE V<br />
FASE VI<br />
Ec. groei stagneert Economische<br />
Inatie stijgt verder groei neemt af<br />
IV<br />
‘11/’12 (?)<br />
V VI<br />
Strategie:<br />
Strategie:-<br />
Aand./VG afbouw. Cash aanhouden<br />
Grondst. aanhoud. Mijden: Aand./VG<br />
Obl. mijden Grondst. verkopen<br />
27<br />
clus al eind 2007/<br />
begin 2008 dat de<br />
economische bloei<br />
voorbij was.<br />
de vierjarige<br />
businesscyclus<br />
volgt (geïdealiseerd)<br />
het chronologische<br />
pad van<br />
de vier financiële<br />
markten: obligaties,<br />
aandelen,<br />
vastgoed en<br />
grondstoffen.<br />
passen we de<br />
businesscyclus<br />
toe op de huidige<br />
beursontwikkelingen,<br />
dan valt<br />
op dat we thans alle karakteristieken zien van de fase van economische voorspoed, waarin alle<br />
beleggingscategorieën, behalve obligaties, het goed doen. dit lijkt de conclusie te rechtvaardigen<br />
om positief te blijven ten aanzien van aandelen, vastgoed en grondstoffen, maar behoedzaam te<br />
blijven met staatsobligaties. deze waarneming leidt niet tot wijzigingen in onze langetermijnbeleggingsstrategie.<br />
08 16 APRIL 2011
28<br />
beleggingsfondsen<br />
hoger rendement bij<br />
lager risico<br />
iedere belegger heeft geleerd dat rendement en risico altijd hand in<br />
hand gaan. Volgens fondsmanager Pim van Vliet klopt deze les niet.<br />
Conservatief beleggen levert op termijn juist meer op.<br />
TEksT: JAsPER JANsEN EN RONAlD VAN GEN<strong>DE</strong>REN; FOTO: mARk VAN <strong>DE</strong>N BR<strong>IN</strong>k<br />
Pim van Vliet, de jonge fondsmanager<br />
van het Robeco European<br />
Conservative Equity fonds, heeft<br />
aardig wat deuren moeten intrappen<br />
om de laagrisicofondsen van de grond<br />
te krijgen. De eerste hevige discussies over<br />
de strategie van het fonds vonden plaats op<br />
de onderzoeksafdeling, daarna was marketing<br />
aan de beurt. Het was in het midden<br />
van het vorige decennium en het woord ‘risico’<br />
behoorde nauwelijks tot het vocabulaire<br />
van beleggers. Een fonds opzetten met<br />
een strategie die zich richt op het selecteren<br />
van saaie aandelen met een laag risico (lage<br />
volatiliteit) is dan niet het eerste wat in je<br />
opkomt.<br />
Maar er was nog meer reden voor scepsis op<br />
het hoofdkantoor van Robeco aan de<br />
Coolsingel in Rotterdam. “In tegenstelling<br />
tot wat iedere economiestudent leert, renderen<br />
aandelen met een laag risico op termijn<br />
beter dan aandelen met een hoog risico.” Uit<br />
onderzoek van Van Vliet en collega David<br />
Blitz blijkt dat aandelen met een lage volatiliteit<br />
(standaarddeviatie) het in de onderzoeksperiode<br />
een kleine 6 procent beter deden dan<br />
aandelen met een hoge volatiliteit.<br />
Winnen door nieT Te verliezen<br />
Het lijkt erop dat Robeco een heilige graal<br />
in handen heeft, maar er is een ‘catch’ die<br />
het vermarkten van de strategie een lastige<br />
zaak maakt. De lagevolatiliteitsaandelen<br />
bewijzen hun dienst alleen als de markt<br />
daalt of licht stijgt (tot 15% op jaarbasis),<br />
maar doen het slechter bij sterk opverende<br />
markten. Het Robeco European Conservative<br />
Equity fonds, dat Van Vliet samen met collega<br />
Arlette van Ditshuizen beheert, presteerde<br />
bijvoorbeeld in het hersteljaar 2009<br />
8 procent slechter dan benchmark MSCI<br />
Europe Index.<br />
08 16 APRIL 2011<br />
Een vervelend trekje van de strategie, aangezien<br />
in stijgende markten het meeste geld<br />
naar beleggingsfondsen vloeit, maar dan<br />
voornamelijk naar de fondsen die het beter<br />
deden dan de index. Beleggers halen hun<br />
geld juist uit de markt als de lage volatiliteit<br />
op haar best is. “Zo deed de markt in 2008<br />
minus 39 procent, terwijl ons fonds toen<br />
‘slechts’ 27 procent van zijn waarde verloor.”<br />
Door een lagere volatiliteit en neerwaarts<br />
risico kan een belegger bovendien meeprofiteren<br />
van het rente-op-rente-effect. “De<br />
persoonlijk prospectus<br />
pim van Vliet<br />
Geboortedatum: 30-09-1977<br />
Werkervaring: vanaf 2000<br />
Begint de dag met:<br />
het financieele dagblad<br />
Gestart met beleggen: 1991<br />
Beste belegging:<br />
aandelen opkomende markten<br />
Grootste misser: fokker<br />
Beste beleggingsboek:<br />
finding alpha, door Eric falkenstein<br />
lijfblad: the Economist<br />
favoriete website:<br />
ssrn.com met nieuwste onderzoek<br />
markt moest weer met 64 procent stijgen<br />
om het verlies van 39 procent goed te maken,<br />
met ons verlies van 27 procent hadden<br />
wij maar 37 procent nodig.”<br />
In 2010 steeg de markt 6,4 procent, terwijl<br />
het fonds 10,6 procent won. “In de kern<br />
komt het erop neer dat ons fonds het door<br />
de marktcyclus heen waarschijnlijk beter<br />
doet dan de markt.”<br />
Verschillende Nederlandse pensioenfondsen<br />
steken inmiddels 20 tot 30 procent van<br />
hun vermogen in lagevolatiliteitstrategieen.<br />
“Bij elkaar beheren we nu meer dan een<br />
miljard euro voor institutionele partijen,<br />
maar ook particulieren weten ons steeds<br />
beter te vinden.”<br />
bliJvend eFFecT<br />
Vaak reageert de markt snel op dit soort fenomenen<br />
(anomalieën), waardoor het extra<br />
rendement snel verdwijnt. Het lijkt immers<br />
aannemelijk dat beleggers en masse in aandelen<br />
met een lager risico zullen stappen,<br />
waardoor de prijs wordt opgedreven en het<br />
extra rendement verdwijnt.<br />
“In plaats van dat het fenomeen verdwijnt,<br />
lijkt het erop dat het alleen maar sterker is<br />
geworden.” Hoe kan dit? Misschien wel de<br />
belangrijkste reden zijn de prikkels van<br />
fondsmanagers. “De managers van beleggingsfondsen<br />
zijn geneigd in aandelen met<br />
een hoog risico te stappen. Zij hebben namelijk<br />
allemaal geleerd dat een hoger risico<br />
zich in een hoger rendement zal vertalen.”<br />
Als de financiële markten hun weg omhoog<br />
vinden, zal de fondsmanager het beter<br />
doen dan de markt en zal hij een dikke bonus<br />
krijgen. “Een versterkend effect daarbij<br />
is dat vers geld toestroomt naar de markten<br />
die het goed hebben gedaan en daarbinnen<br />
weer naar de fondsen die het beter doen<br />
dan de benchmark. Daardoor is het relatief
fondsprospectus<br />
naam:<br />
robeco european conservative equity<br />
iSin-code: lU0339661307<br />
Ter: 1,16%<br />
pTr: 51%<br />
rendement:<br />
3 maanden 1,92%<br />
1 jaar 6,55%<br />
3 jaar 2,37%<br />
5 jaar n.a.<br />
volatiliteit: 12,7%<br />
maximaal verlies: -15,81%<br />
Top-10 belangen per 31 maart 2011<br />
bedrijfsnaam weging<br />
royal dutch Shell b 1,98%<br />
vodafone group shs 1,94%<br />
Total SA 1,92%<br />
Telefónica SA 1,89%<br />
nestlé SA/new 1,85%<br />
Unilever nv - cert 1,76%<br />
glaxoSmithKline 1,75%<br />
novartis Ag-reg SHS 1,72%<br />
british American Tobacco 1,62%<br />
Sanofi-Aventis 1,33%<br />
beter doen dan de markt in haussemarkten<br />
voor de fondsmanager financieel veel aantrekkelijker<br />
dan het relatief beter doen in<br />
slechte markten.” Om deze twee redenen<br />
zijn de fondsmanagers waarschijnlijk bereid<br />
te veel te betalen voor aandelen die het<br />
goed doen in stijgende markten (hogevolatiliteitsaandelen),<br />
en zijn aandelen met een<br />
laag risico juist ondergewaardeerd.<br />
De particulier draagt ook zijn steentje bij<br />
aan het rendementsverschil tussen beide<br />
soorten risicoaandelen. “Veel particulieren<br />
zien beleggen als een loterij waarin zij hopen<br />
snel rijk te worden, maar door de jacht<br />
naar de nieuwe Microsoft betalen we juist<br />
een premie voor het aanhouden van aandelen<br />
met een hoog risico.” Aangezien het<br />
denken in termen van de benchmark verslaan<br />
alleen maar lijkt toe te nemen en particulieren<br />
hun jacht op het gouden aandeel<br />
zullen blijven voortzetten, zal deze anomalie<br />
nog wel even blijven bestaan.<br />
knikkeren Tegen de Wereld<br />
Van Vliet hield zich in de derde van het vwo<br />
al bezig met beleggen en zag het toen als<br />
een potje knikkeren tegen de hele wereld.<br />
“Het is toch mooi als je kunt winnen van<br />
miljoenen mensen over de hele wereld die<br />
zich bezighouden met beleggen.” De<br />
Robeco-fondsenman vindt dat de uitgevoerde<br />
strategie wetenschapsgedreven moet<br />
zijn. In die zin is Van Vliet misschien meer<br />
een echte wetenschapper dan een belegger.<br />
“Ik zie mezelf als onderzoekend belegger.”<br />
Heeft Pim van Vliet nog tips voor de particuliere<br />
belegger? “Risicomijdende beleggers<br />
die geen benchmark hoeven te verslaan,<br />
doen er goed aan de meest volatiele<br />
aandelen te vermijden. Staar je in haussemarkten<br />
niet blind op aandelen of fondsen<br />
met hoge rendementen, maar vraag je goed<br />
af hoe deze zouden bewegen in tijden dat de<br />
beurs naar beneden gaat.” Pas als de markt<br />
beleggingsfondsen<br />
29<br />
naar beneden gaat, beseffen veel beleggers<br />
dat het ongeluk van verliezen van vermogen<br />
onevenredig veel groter is dan het geluk bij<br />
de aangroei ervan.<br />
Wat zijn dan nu precies aandelen met een<br />
lage volatiliteit? “Momenteel zijn we overwogen<br />
in de nuts-, telecom- en vastgoedaandelen.”<br />
De banken- en informatietechnologiesector<br />
zijn voor Van Vliet juist<br />
minder interessant. “Al zien we de volatiliteit<br />
en waarderingen van it-bedrijven als<br />
bijvoorbeeld Microsoft dalen, waardoor<br />
deze fondsen binnenkort misschien wel interessant<br />
worden voor beleggers. Deze dynamiek<br />
maakt beleggen in ‘saaie’ aandelen<br />
veel interessanter dan sommige fondsmanagers<br />
denken.”<br />
08 16 APRIL 2011
30 grondstoffen<br />
het raadsel<br />
Van de aardgasprijs<br />
Terwijl de olieprijs hoge toppen scheert, blijft aardgas achter. Dit lijkt<br />
een raadsel. Toch zijn er een paar perfect logische verklaringen.<br />
TEksT: kOEN lAUWERs (F<strong>IN</strong>ANCIEEl ANAlIsT)<br />
De onrust in het Midden-Oosten en<br />
Noord-Afrika, gekoppeld aan een<br />
toenemende vraag, deed de prijs<br />
van een vat ruwe olie uit de<br />
Noordzee (Brent) de voorbije weken oplopen<br />
tot boven 120 dollar. De prijs van de<br />
Amerikaanse variant (West Texas<br />
Intermediate of WTI) bleef steken tussen<br />
105 en 110 dollar. Deze prijzen komen vooralsnog<br />
niet in de buurt van het recordniveau<br />
dat in de zomer van 2008 werd bereikt.<br />
In vergelijking met het dieptepunt van begin<br />
2009 is ruwe olie bijna vier keer zo duur.<br />
Bij aardgas is deze prijsstijging veel minder<br />
uitgesproken. In een langetermijngrafiek is<br />
zelfs nauwelijks te zien dat de gasprijs is<br />
toegenomen en per saldo is aardgas nu niet<br />
duurder dan in 2002.<br />
Om misverstanden te vermijden, moeten<br />
we eerst wijzen op de verschillen in<br />
prijsvorming tussen olie en gas. In<br />
beide gevallen kunnen de regionale<br />
verschillen erg groot zijn, maar<br />
dit is momenteel met name het geval<br />
bij aardgas. In de markt van<br />
ruwe olie zijn er tientallen soorten<br />
die tegen verschillende prijzen noteren,<br />
al naargelang de kwaliteit.<br />
Als algemene regel geldt hoe ‘lichter’<br />
de olie, dus hoe minder ingewikkeld<br />
het raffinageproces is om<br />
de ruwe olie te verwerken tot distillaten,<br />
hoe duurder. Ondanks de<br />
vele soorten zijn er internationaal<br />
maar twee referentiecontracten:<br />
Brent en WTI. Historisch gezien is<br />
het prijsverschil tussen beide varianten<br />
gering, maar door een specifieke<br />
situatie (tijdelijk overaanbod<br />
bij de WTI hub in Cushing,<br />
Oklahoma) is deze spread de voorbije<br />
maanden opgelopen tot boven<br />
08 16 APRIL 2011<br />
15,0<br />
13,5<br />
12,0<br />
10,5<br />
9,0<br />
7,5<br />
6,0<br />
4,5<br />
3,0<br />
1,5<br />
0,0<br />
10 dollar, wat erg ongebruikelijk is. WTI<br />
heeft dus tijdelijk zijn status als referentiepunt<br />
verloren en die rol wordt nu door Brent<br />
ingevuld.<br />
Wat de aardgasprijs betreft, moeten we een<br />
onderscheid maken tussen de Amerikaanse<br />
markt en die op het Europese vasteland. In de<br />
meeste Europese landen is de prijs van aardgas<br />
automatisch gekoppeld aan de olieprijs.<br />
Wordt olie duurder, dan moet automatisch<br />
ook meer voor gas worden betaald. Dit is de<br />
reden waarom Europese consumenten niet<br />
kunnen genieten van een lage gasprijs.<br />
Stijgingen en dalingen van de olieprijs worden<br />
wel met vertraging in de gasprijs doorgerekend.<br />
Aangezien ruwe olie al bijna twee jaar<br />
zonder noemenswaardige prijscorrectie<br />
duurder wordt, blijven ook de Europese gasprijzen<br />
toenemen.<br />
Olie-gasprijsratio<br />
2000<br />
olie-gasprijsratio (rechter schaalverdeling)<br />
gasprijs ($/mln BTU)<br />
2005<br />
2010<br />
In theorie zou een barrel ruwe olie ongeveer 5,8 maal een miljoen BTU aardgas<br />
kosten, omdat een barrel ruwe olie 5,8 maal zo veel energie bevat als<br />
een miljoen BTU aardgas. De olie-gasprijsratio piekte eind augustus 2009 op<br />
26,4 en bereikte vorige week een nieuw hoogtepunt op 27,9.<br />
In de Verenigde Staten, maar bijvoorbeeld<br />
ook in Groot-Brittannië, komen de prijzen<br />
tot stand op hubs of virtuele handelsplaatsen.<br />
Daar speelt de wet van vraag en aanbod<br />
en is er geen directe koppeling met de olieprijs.<br />
Bekende Amerikaanse hubs zijn onder<br />
meer de Henry Hub en SoCal (Southern<br />
California). Hubs zijn meestal plaatsen waar<br />
verschillende pijplijnen samenkomen. In<br />
Groot-Brittannië is National Balancing<br />
Point (NBP) de grootste handelsplaats.<br />
De prijs die tot stand komt bij de hubs<br />
dient ook als basis voor de prijzen van termijncontracten<br />
(futures). Deze laatste noteren<br />
op beurzen als de New York Mercantile<br />
Exchange (NYMEX). Net als bij andere<br />
grondstoffen kan gas dus worden verhandeld<br />
zonder dat er fysieke levering aan te<br />
pas komt. De prijsvolatiliteit bij de hubs is<br />
daardoor wel groter. Ook in<br />
Europa bestaan dergelijke<br />
hubs, zoals Title Transfer<br />
Facility (Nederland), Emden<br />
30<br />
(Duitsland), Zeebrugge (België)<br />
en Baumgarten (Oostenrijk).<br />
25<br />
Het verschil in prijsvorming<br />
is echter niet de enige reden<br />
20 waarom gas voor de eindverbruiker<br />
zo duur is. Er is name-<br />
15 lijk ook nog een distributienetwerk<br />
dat het gas van de<br />
10 producent tot bij de eindgebruiker<br />
brengt. De kosten die<br />
5 daarvoor worden berekend,<br />
kunnen een groot deel van de<br />
totale gasprijs uitmaken.<br />
0<br />
BroN: BlOOmBERG<br />
overaanbod en dalende<br />
voorraden<br />
De gemiddelde aardgasprijs in<br />
de Verenigde Staten bedroeg in<br />
2010 4,4 dollar per miljoen
685<br />
648<br />
611<br />
574<br />
537<br />
500<br />
463<br />
426<br />
389<br />
352<br />
315<br />
CRB-<strong>IN</strong><strong>DE</strong>X ($)<br />
2009<br />
2010<br />
673,64<br />
29-03-11 12-04-11 mutatie<br />
crb-index* 661,92 673,64 1,8%<br />
aluminium ($/ton) 2648,00 2660,00 0,5%<br />
Goud ($/tr.oz.) 1417,50 1450,50 2,3%<br />
Koffie ($-cts/lb) 261,45 273,80 4,7%<br />
Koper ($cts/pond) 433,75 437,75 0,9%<br />
nikkel ($/ton) 26250,00 27115,00 3,3%<br />
olie ($/vat) 115,27 123,98 7,6%<br />
suiker ($cts/lb) 31,93 28,92 -9,4%<br />
tarwe ($cts/bushel) 737,25 759,50 3,0%<br />
zilver ($/tr.oz.) 37,12 40,13 8,1%<br />
*crb-index: grondstoffenfuturesindex van het<br />
commodity research bureau<br />
British Thermal Units (BTU). In 2008 was de<br />
prijs dubbel zo hoog en momenteel schommelt<br />
aardgas rond het prijsniveau van 4,2<br />
dollar/miljoen BTU. De prijsdaling kan echter<br />
niet worden toegeschreven aan de vraag,<br />
want die neemt sinds 2008 steeds verder<br />
toe. Zowel de particuliere als industriële<br />
consumptie steeg vorig jaar tot het niveau<br />
van voor het uitbreken van de crisis.<br />
De oorzaak ligt met name aan de aanbodzijde.<br />
Door een forse toename van de productie<br />
zijn de Amerikaanse aardgasvoorraden<br />
opgelopen naar historische recordniveaus.<br />
De opkomst van schaliegas speelt een grote<br />
rol in dit overaanbod. Schaliegas wordt gewonnen<br />
uit leisteen en kan erg goedkoop<br />
worden geproduceerd. Sommige analisten<br />
stellen zich vragen over de duurzaamheid<br />
van de bronnen, de impact op het milieu en<br />
de productiviteit op langere termijn, maar<br />
voorlopig is het aanbod erg groot.<br />
De aardgasproducenten laten zich ook<br />
niet afschrikken door de lagere prijzen. Dat<br />
heeft verschillende redenen. Een eerste is<br />
dat veel geld werd betaald om aardgascon-<br />
cessies in handen te krijgen. Deze moeten<br />
zo veel mogelijk aardgas opbrengen, anders<br />
zijn ze niet rendabel. Ook naar investeerders<br />
toe kan een bedrijf het niet maken om<br />
op het vlak van productiegroei achter te<br />
blijven bij de concurrentie. Een ander element<br />
is dat een steeds groter deel van de<br />
productie op voorhand wordt verkocht (gehedged).<br />
In december 2010 hadden de 37<br />
grootste Amerikaanse aardgasbedrijven<br />
gemiddeld 54 procent van hun productie<br />
op voorhand verkocht. Begin 2008 was dit<br />
maar 38 procent.<br />
Door te hedgen profiteren de producenten<br />
van de prijsstructuur bij de termijncontracten<br />
op aardgas. Zo is het aardgascontract<br />
voor levering in januari 2012 bijna een dollar<br />
duurder dan de actuele ‘spot’-prijs voor<br />
onmiddellijke levering. Dit maakt dat de<br />
producenten relatief weinig hinder ondervinden<br />
van de lage spotprijs. Door de lage<br />
productiekosten van aardgas, gecombineerd<br />
met een hedgingpolitiek, slagen de<br />
meeste Amerikaanse aardgasbedrijven er<br />
zelfs bij de huidige lage prijzen nog steeds<br />
in om winstgevend te blijven. Er is, met andere<br />
woorden, dus (nog) geen stimulans om<br />
de productie af te bouwen.<br />
In Europa was de situatie de voorbije<br />
maanden totaal verschillend. De Europese<br />
gasprijs is nu bijna dubbel zo hoog als in<br />
2009. Dit komt door een samenloop van omstandigheden.<br />
Vooreerst was er het abnormaal<br />
koude weer en een sterker dan verwacht<br />
economisch herstel, waardoor ook de<br />
industriële vraag opnieuw aantrok.<br />
Tegelijkertijd bleef het aanbod uit met name<br />
Noorwegen achter bij de prognoses, terwijl<br />
ook de aanvoer van lng (liquefied natural<br />
gas of vloeibaar aardgas) onder de verwachtingen<br />
bleef. Daardoor zijn de Europese<br />
voorraden sterk teruggevallen.<br />
grondstoffen<br />
31<br />
subsTiTuTie-eFFecTen<br />
Een ander element dat van belang kan zijn<br />
voor de aardgasmarkt is de nucleaire ramp<br />
in Japan. De problemen met de nucleaire reactoren<br />
in Fuku-shima zijn nog steeds niet<br />
van de baan en het blijft onduidelijk of en<br />
wanneer de situatie opnieuw onder controle<br />
zal komen. Hoe dan ook heeft de positie<br />
van kernsplitsing als energiebron een flinke<br />
tik gekregen. Een groot deel van de<br />
Japanse nucleaire capaciteit zal voor een<br />
aantal jaar op non-actief worden gesteld.<br />
Het gaat om een energieproductie van naar<br />
schatting 12 Gigawatt.<br />
De sluiting van kerncentrales beperkt zich<br />
niet tot Japan alleen. In China, maar ook in<br />
verschillende Europese landen worden heel<br />
wat centrales tijdelijk gesloten om uitgebreide<br />
veiligheidscontroles te doen. Zo ligt<br />
de productie in zeven van de zeventien<br />
Duitse kerncentrales momenteel stil, waardoor<br />
de output van elektriciteit er met 8<br />
Gigawatt zal afnemen.<br />
Het is niet zo dat er wereldwijd een overschot<br />
aan energiecapaciteit is, integendeel.<br />
De verminderde productie zal dus ergens<br />
gecompenseerd moeten worden. Aardgas<br />
moet naast ruwe olie ook met steenkool<br />
concurreren. Deze fossiele brandstof zal<br />
eveneens profiteren van de extra vraag. Zo<br />
zal in Japan de behoefte aan steenkool met<br />
drie tot vijf miljoen ton toenemen. In<br />
Duitsland zal dit tot het eind van het jaar<br />
naar schatting twaalf miljoen ton zijn. De<br />
structurele vraag naar steenkool is erg<br />
groot, doordat steenkool in Azië nog veruit<br />
de belangrijkste fossiele brandstof is om<br />
stroom op te wekken. Japan is na China de<br />
grootste importeur van steenkool en ook<br />
India wordt in toenemende mate een belangrijke<br />
speler. De steenkoolmarkt kampt<br />
daarnaast aan de aanbodzijde met heel wat<br />
08 16 APRIL 2011
32<br />
grondstoffen<br />
problemen, die in hoofdzaak toe te schrijven<br />
zijn aan een onaangepaste transport-<br />
en haveninfrastructuur.<br />
De relatieve aantrekkingskracht van aardgas<br />
als fossiele brandstof tegenover steenkool<br />
wordt niet alleen bepaald door de<br />
steenkoolprijs zelf, maar ook door de prijs<br />
van emissierechten. Elektriciteitsproducenten<br />
moeten deze emissierechten kopen<br />
om de uitstoot van schadelijke gassen te<br />
compenseren. Deze uitstoot ligt veel hoger<br />
bij steenkool dan bij aardgas. Een aanhoudend<br />
hoge steenkoolprijs trekt dus automatisch<br />
ook de prijs van aardgas omhoog.<br />
geen koppeling meT olie<br />
Wie in aardgas wil investeren met afgeleide<br />
producten (trackers of hefboomproducten),<br />
moet er zich van bewust zijn dat de onderliggende<br />
waarde meestal de Amerikaanse<br />
gasvariant is (Henry Hub). Er is dus geen directe<br />
koppeling met olie in de gasprijsvorming.<br />
Een ander belangrijk element is de<br />
prijsstructuur van de termijncontracten. De<br />
gasmarkt vertoont zoals uitgelegd momenteel<br />
een contangosituatie. Dit betekent dat<br />
de prijs van termijncontracten momenteel<br />
hoger ligt dan de spotprijs voor onmiddellijke<br />
levering. Telkens als het onderliggende<br />
termijncontract doorgerold wordt, blijven<br />
er dus minder contracten over.<br />
Een indirecte belegging kan in aandelen<br />
van aardgasproducenten of distributeurs.<br />
Een bedrijf waar potentiële beleggers in<br />
aardgas moeilijk omheen kunnen, is het<br />
Russische Gazprom. De Russische overheid<br />
heeft de helft van de aandelen in handen.<br />
Gazprom is een dominante speler op de<br />
Russische markt, maar heeft daarnaast ook<br />
een marktaandeel van 28 procent in Europa.<br />
Dit percentage zal de komende jaren nog<br />
verder toenemen, want de voorbije maanden<br />
sloot Gazprom een aantal overeenkomsten<br />
af met Europese landen om het komende<br />
decennium aardgas te leveren. Gazprom<br />
controleert bijna 70 procent van alle<br />
Russische aardgasreserves en 18 procent<br />
van de wereldwijde gasreserves.<br />
Vanwege het politieke risico is Gazprom tot<br />
nog toe niet erg geliefd bij westerse institutionele<br />
beleggers. Dit verklaart waarom het<br />
aandeel slechts vijf keer de verwachte koerswinstverhouding<br />
noteert. Gazprom heeft een<br />
beurskapitalisatie van meer dan 130 miljard<br />
euro. Het bedrijf investeerde de voorbije jaren<br />
fors in enkele megaprojecten en pijpleidingen<br />
(Sakhalin, Yamal, Altai) en beschikt over<br />
het potentieel om uit te groeien tot een van de<br />
grootste energieconcerns ter wereld.<br />
08 16 APRIL 2011<br />
Door Joost Groeneveld<br />
Directeur Wingman Business Valuators<br />
De calloptie van <strong>IN</strong>G<br />
In december 2008 ontving InG van de staat een financiële injectie ten bedrage van 10 miljard<br />
euro. dus in kas 10 miljard. dat is in de balans een debetpost. de creditboeking mag<br />
natuurlijk niet onder het vreemd vermogen vallen, want dan bederven de financiële ratio’s<br />
nog verder. je moet het kunnen boeken onder het eigen vermogen ten behoeve van de tier-<br />
1-ratio. dat is niet zo moeilijk: je geeft aandelen uit en die worden door de staat gekocht. de<br />
totale beurswaarde van InG bedroeg op dat moment ruim 15 miljard euro. met 10 miljard<br />
zou de staat een meerderheidsbelang hebben gekocht. maar kennelijk wilden partijen geen<br />
zeggenschap verhandelen. dus werd het een aandeel zonder zeggenschap.<br />
hoewel: “de overheid krijgt voor tien miljard aan effecten en mag twee leden voor de<br />
raad van commissarissen voordragen die een vetorecht krijgen bij fundamentele beslissingen<br />
en bij beloningsregelingen. de top van InG ziet dit jaar af van bonussen en bij een eventueel<br />
vertrek krijgen ze niet meer mee dan één jaarsalaris [curs. jG]. minister bos (financiën,<br />
pvda) komt zo tegemoet aan het om begrijpelijke redenen breed levende sentiment in<br />
politiek en samenleving dat het met het systeem van salariëring in de bankensector stevig<br />
uit de hand is gelopen” (nrc handelsblad, 20 oktober 2008). de hier gecursiveerde<br />
maatregelen zullen er danig hebben ingehakt. als daarmee echt werd<br />
tegemoetgekomen aan het “breed levende sentiment”, zat dat<br />
sentiment misschien wel<br />
breed, maar toch niet erg hoog, laat staan erg diep. symboolpolitiek.<br />
“de overheid krijgt voor 10 miljard euro aan effecten”. dat klinkt<br />
heerlijk. wie zou ze niet willen krijgen? alleen, het is niet waar: de<br />
overheid moest er 10 miljard voor betalen. waren ze dat waard?<br />
als InG deze effecten niet binnen drie jaar tegen 150 procent<br />
van de nominale waarde zou terugkopen, zou InG een oplopend<br />
dividend moeten gaan betalen. voor die 50 procent spreekt<br />
sylvester Eijffinger op 21 maart 2011 (business news radio,<br />
bnr) van een boete.<br />
niets is minder waar. In feite heeft InG hiermee een calloptie<br />
gekregen. door die calloptie kan de staat niet zoals andere<br />
aandeelhouders nog even blijven zitten. tegen de uitoefenprijs<br />
van 3 miljard euro wordt die optie nu voor een deel (nominale<br />
waarde van € 2 miljard) uitgeoefend. dat doe je in het<br />
algemeen wanneer de markt een hogere prijs noteert. natuurlijk,<br />
enerzijds 3 miljard euro uit kas. anderzijds geen verwatering<br />
meer. die 150 procent lijkt heel wat, maar de beurskoers<br />
heeft sindsdien een behoorlijke stijging meegemaakt. de<br />
laagste koers in het najaar van 2008 bedroeg 5,33 euro. de<br />
hoogste in februari 2011 was 9,32 euro.<br />
door de optie zou naar verwachting het rendement voor de<br />
staat maximaal 14,5 procent per jaar bedragen. niet erg veel<br />
voor eigen vermogen in die toen oh zo deplorabele situatie van<br />
de bank. In de markt zal de rendementseis hoger zijn geweest.<br />
sterker nog, per 7 maart 2011 geeft het financieele dagblad voor<br />
InG als koers-winstratio het getal 6. omgerekend 16,7<br />
procent. onmiskenbare staatssteun; ook achteraf.
kleine bedrijVen,<br />
grote Winnaars<br />
smallcap<br />
Aandeelhouders van Beter Bed, sligro en Accell boekten honderden<br />
procenten rendement in de afgelopen tien jaar. Een concern als Philips<br />
verloor een kwart van zijn waarde.<br />
TEksT: ARNOUD WOlFF (TEsl<strong>IN</strong> CAPITAl mANAGEmENT)<br />
Smallcaps waren de winnaars van<br />
het beursjaar 2010. Met een gemiddeld<br />
rendement, inclusief dividend,<br />
van 16 procent rendeerden zij beter<br />
dan de grote beursfondsen. Largecaps leverden<br />
slechts 9 procent op voor hun aandeelhouders.<br />
En 2010 is geen uitzondering.<br />
Kleine bedrijven presteren al langer beter.<br />
In de afgelopen periode van tien jaar bracht<br />
een belegging in de Amsterdamse Small<br />
Cap Index (ASCX) 60 procent op, inclusief<br />
dividend. Met een belegging in de AEXindex<br />
verloren aandeelhouders in diezelfde<br />
periode 20 procent, ondanks de hoge dividenduitkeringen<br />
van multinationals zoals<br />
KPN en Shell.<br />
Het verschil in prestatie loopt verder op<br />
als we bij Morningstar de resultaten van de<br />
smallcapspecialisten bekijken. Door parelvissen<br />
in de zee van kleine beursbedrijven<br />
blijken tienjaarsrendementen van 150 procent<br />
of meer voor hen eerder regel dan uitzondering.<br />
Terwijl de economie zich in die<br />
periode van crisis naar crisis sleepte, bleken<br />
kleine bedrijven een prima belegging.<br />
Waarom doen smallcapaandelen het zo<br />
veel beter? Niet door grote en dure overnames<br />
of eindeloze reorganisatietrajecten, zoals<br />
normaal is bij menig multinational. Wel<br />
door de kracht van innovatie en ondernemerschap.<br />
Hieronder een paar voorbeelden<br />
van smallcapbedrijven die indrukwekkende<br />
rendementen voor aandeelhouders realiseerden<br />
door innovatie en ondernemerschap<br />
in ‘saaie’, niet-groeiende markten<br />
zoals bedden, kruidenierswaren en fietsen.<br />
reTTekeTeT naar TopomzeT<br />
Beter Bed, een keten van beddenspeciaalzaken,<br />
boekte in 2010 een recordwinst, terwijl<br />
de Nederlandse beddenmarkt vorig jaar<br />
fors daalde en een aantal concurrenten zelfs<br />
failliet ging. Hoe? Door samen met zijn leveranciers<br />
kwalitatief goede boxsprings te<br />
ontwikkelen met verkoopprijzen dik onder<br />
de 1.000 euro, terwijl voorheen 1.500 à<br />
2.000 euro de marktnorm was. Gevolg: ret-<br />
kleine bedrijVen<br />
blinken uit in<br />
innoVatie en<br />
ondernemerschap<br />
teketet, topomzet. Maar ook door het lef te<br />
hebben om in een krimpende markt winkels<br />
te blijven openen. Zo verdubbelde Beter<br />
Bed in tien jaar tijd het aantal winkels van<br />
550 tot ongeveer 1.100. Aandeelhouders<br />
verdienden in deze periode 640 procent.<br />
De groothandel voor de horeca en de zorgsector<br />
Sligro bewees ook in 2010 een slimme<br />
ondernemer te zijn. Door teruglopende<br />
uitgaven in (bedrijfs-)restaurants en cafés<br />
hadden concurrenten moeite het hoofd boven<br />
water te houden, maar Sligro won opnieuw<br />
fors marktaandeel. In tien jaar tijd<br />
heeft de grootgrutter en grossier met overnames<br />
en gestage uitbreiding van groothandels<br />
en distributiecentra het marktaandeel<br />
weten te verdubbelen tot bijna 19<br />
procent. Aandeelhouders van Sligro profiteerden<br />
mee met een stijging van het aandeel<br />
van liefst 380 procent.<br />
Tot slot fietsenmaker Accell (Sparta,<br />
Batavus en Koga). Hoewel het aantal verkochte<br />
fietsen in Nederland en omringende<br />
33<br />
landen in tien jaar tijd nauwelijks is gestegen,<br />
wist Accell de omzet te verdubbelen en<br />
winst te verveelvoudigen. Dankzij de uitgekiende<br />
productontwikkeling en marketing<br />
van het bedrijf kan een fietsenwinkel tegenwoordig<br />
voor alle doelgroepen een tweewieler<br />
met de juiste techniek, kleur, accessoires<br />
én prijs aanbieden. Met name de<br />
elektrische fiets is dankzij innovatie en ondernemerschap<br />
van de fietsenmaker uit<br />
Heerenveen uitgegroeid tot dé hit onder senioren.<br />
Aandeelhouders konden over de afgelopen<br />
tien jaar een rendement bijschrijven<br />
van 1.626 procent.<br />
Ter vergelijking: aandeelhouders van largecaptechnologieconcern<br />
Philips, dat fors<br />
inzet op grote groeilanden als China en<br />
Brazilië en zich richt op groeisectoren als<br />
medische apparatuur en led-verlichting,<br />
verloor in dezelfde periode 26 procent.<br />
vak van de lange adem<br />
Beleggers laten zich makkelijk afleiden door<br />
de prangende actualiteit op de voorpagina’s<br />
van de kranten. Ook dit jaar snellen we weer<br />
van crisis naar crisis: revoluties in het<br />
Midden-Oosten, een stijgende olieprijs en<br />
natuurrampen in Japan. Largecapaandelen<br />
vormen voor even de veilige haven. En dus<br />
steeg de AEX in het eerste kwartaal van 2011<br />
met 3,5 procent harder dan de ASCX met 1,7<br />
procent, beide inclusief dividenden.<br />
Maar de langetermijnbelegger houdt vast<br />
aan zijn zorgvuldig geselecteerde groep<br />
smallcapaandelen. Hij weet dat hij uiteindelijk<br />
aan het langste eind trekt. Beleggen is<br />
een vak van de lange adem.<br />
TEsl<strong>IN</strong> CAPITAl mANAGEmENT HEEFT POsITIEs <strong>IN</strong> BETER BED,<br />
slIGRO EN ACCEll.<br />
08 16 APRIL 2011
34<br />
smallcap<br />
hitt: VerWarring oVer<br />
aandeelhoudersstructuur<br />
juist nu de groeimotor van verkeersbegeleider hitt op toeren komt,<br />
lijkt de grootaandeelhouder op zoek te zijn naar een exitmogelijkheid.<br />
TEksT: PETER sCHUTTE<br />
Hitt, softwarefabrikant voor verkeersbegeleidings-<br />
en navigatiesystemen,<br />
maakte in de zomer<br />
van 1998 zijn opwachting aan de<br />
Amsterdamse beurs. Een maand daarvoor<br />
werd het bedrijf verzelfstandigd door een<br />
managementbuy-out. De oud-oprichters<br />
die daarbij betrokken waren, hebben hun<br />
aandelen verenigd in het beleggingsvehikel<br />
Hitt Holding. Sinds de beursgang bezit Hitt<br />
Holding 2.400.000 aandelen, wat gelijkstaat<br />
aan een belang van 51,13 procent in<br />
het beursfonds.<br />
Bij de laatste aandeelhoudersvergadering<br />
liet de directie van Hitt als een soort ‘slip of<br />
the tongue’ weten dat de grootaandeelhouder<br />
bereid zou zijn uit Hitt te stappen. Frans<br />
Prinsen, die destijds de managementbuyout<br />
leidde, bezit 52 procent van de aandelen<br />
Hitt Holding. De vier andere oprichters,<br />
waaronder oud-cfo John van Asperen, houden<br />
een ieder 12 procent in Hitt Holding.<br />
Prinsen is inmiddels de zeventig jaar ruim<br />
gepasseerd en het lijkt voor hem inderdaad<br />
niet onlogisch om te cashen.<br />
Prinsen ontkende dat dit momenteel<br />
speelt en toonde zich bijzonder ongelukkig<br />
met de uitspraak van de directie. Niettemin<br />
gooide Prinsen zelf olie op het vuur door<br />
namens Hitt Holding de huidige directie<br />
van Hitt de macht te ontnemen om op eigen<br />
houtje maximaal 10 procent nieuwe aandelen<br />
uit te geven. Prinsen benadrukte dat<br />
Hitt Holding geen eigen mensen meer in de<br />
raad van commissarissen of het bestuur van<br />
Hitt heeft, uitgezonderd zijn zoon Mark.<br />
Daarmee zou de invloed van zijn beleggingsvehikel<br />
flink zijn afgenomen en wil<br />
hij toch graag meebeslissen over grote zaken.<br />
De werkelijke reden van Prinsen lijkt echter<br />
eerder dat een emissie zeer ongelegen<br />
zou komen als hij van zijn belang af wil. Bij<br />
08 16 APRIL 2011<br />
de uitgifte van nieuwe aandelen raakt Hitt<br />
Holding immers de meerderheid in het<br />
beursfonds kwijt. Bij een verkoopprocedure<br />
is het altijd prettig het heft in eigen hand te<br />
kunnen houden.<br />
eerdere overnamepoging<br />
Het blijft speculeren of er iets zal gaan gebeuren<br />
op korte termijn. In ieder geval kan<br />
gezegd worden dat als Hitt Holding zijn belang<br />
in het geheel aan één partij verkoopt,<br />
de nieuwe eigenaar gehouden is aan een<br />
bod op heel Hitt. Deze plicht bestaat al bij<br />
een belang vanaf 30 procent. Als dit niet gewenst<br />
is, zouden meerdere kopers gevonden<br />
moeten worden, tenzij alleen Prinsen<br />
van zijn belang af wil. Wat dat betreft zou<br />
het aardig zijn om te weten hoe de besluitvorming<br />
binnen Hitt Holding precies verlopen<br />
is inzake het niet instemmen met de<br />
emissiemacht van de directie van Hitt.<br />
Opvallend was verder dat geen van de aanwezige<br />
aandeelhouders tijdens de vergadering<br />
naar de intenties van Prinsen vroeg.<br />
Ook Frederik van Beuningen van Todlin<br />
(5,2%-belang) hield zijn mond, maar toonde<br />
zich achteraf gezien wel behoorlijk verrast<br />
over de gang van zaken.<br />
Todlin en Hitt Holding hebben in het verleden<br />
nauw samengewerkt in een poging<br />
Hitt tegen een aantrekkelijke prijs van de<br />
beurs te halen. In 2003 kwamen de oprichters<br />
van Hitt en Todlin een bod van 5 euro<br />
per aandeel overeen. De prijs impliceerde<br />
een premie van 33 procent boven de destijds<br />
geldende beurskoers, maar een gigantische<br />
korting ten opzichte van de 10,90 euro<br />
waartegen Hitt in 1998 op de beurs werd geintroduceerd.<br />
De overige aandeelhouders<br />
vonden de geboden prijs dan ook te laag,<br />
waardoor de beursexit niet doorging.<br />
Opvallend was wel dat de destijds zittende<br />
directie en raad van commissarissen de bie-<br />
ding steunden, omdat zij van mening waren<br />
dat de beursnotering niet de gewenste voordelen<br />
opleverde. De beurswaardering zou te<br />
laag zijn om een emissie te rechtvaardigen,<br />
maar de prijs van 5 euro was wel hoog genoeg<br />
om de overige aandeelhouders mee af<br />
te schepen. Verkoop van het beursfonds aan<br />
een derde partij was blijkbaar niet mogelijk.<br />
Destijds was Frans Prinsen commissaris<br />
bij Hitt en John van Asperen cfo.<br />
Wisselvallige WinsTonTWikkeling<br />
Hitt heeft feitelijk nooit echt kunnen voldoen<br />
aan de hooggespannen verwachtingen.<br />
Een solide trackrecord heeft het bedrijf<br />
uit Apeldoorn dan ook allerminst weten op<br />
te bouwen. De nettowinst fluctueerde sinds<br />
de beursgang stevig en hoger dan de in<br />
2002 behaalde 2,33 miljoen euro is het tot<br />
op heden niet gekomen. Verliesgevend is<br />
6,7<br />
6,3<br />
5,9<br />
5,5<br />
5,1<br />
4,7<br />
4,3<br />
3,9<br />
3,5<br />
3,1<br />
2,7<br />
HITT (€)<br />
6,45<br />
2009 2010 2011<br />
Beurswaarde 30,3 mln Wpa 2011T --<br />
Omzet 2010 36,2 mln Wpa 2012T --<br />
Nettowinst 2010 2,2 mln Dividend 2010 0,26
het bedrijf echter nooit geweest, zelfs niet<br />
tijdens de recente crisis, en ieder jaar is er<br />
dividend betaald. Hitt mag dan over hoogwaardige<br />
producten en diensten beschikken,<br />
de grote concurrentie in met name de<br />
luchtvaartsector heeft de onderneming<br />
door de jaren heen behoorlijk parten gespeeld.<br />
Het afgelopen jaar is feitelijk een zeer goed<br />
jaar geweest voor het bedrijf. De nettowinst<br />
kwam uit op 2,2 miljoen euro, gelijk aan<br />
0,52 per aandeel. Met name bevredigend is<br />
de omvangrijke orderintake van 54 miljoen<br />
euro in het afgelopen jaar, waarvan 40 procent<br />
betrekking heeft op 2012 en later. Hitt<br />
is 2011 ingegaan met een orderboek van 45<br />
miljoen euro. Ceo Sjoerd Jansen maakte<br />
zich aanvankelijk nog even zorgen of er voor<br />
dit jaar wel genoeg werk zou zijn om de omzet<br />
over 2010 van dik 36 miljoen euro te<br />
kunnen evenaren, maar enkele recente orders<br />
ter waarde van 7,5 miljoen euro nemen<br />
deze onzekerheid grotendeels weg. Het gaat<br />
hier onder meer om een maritiem verkeersbegeleidingssysteem<br />
in Letland en een bewakingssysteem<br />
voor booreilanden voor de<br />
kust van India.<br />
Jansen toonde zich bijzonder enthousiast<br />
over het feit dat Hitt de afgelopen twee jaar<br />
vijf van de negen tenders voor Chinese<br />
luchthavens in de wacht heeft gesleept. Dat<br />
zegt toch wat over de kracht van Hitt. Wat<br />
niet wegneemt dat Jansen erkent dat Hitt<br />
vooral op het gebied van luchtvaartbegeleiding<br />
nog verdere verbreding van de portfolio<br />
nodig heeft. De concurrentie komt vooral<br />
van vergelijkbare spelers die deel<br />
uitmaken van een groter geheel of van enkele<br />
grote spelers in de markt. Om de<br />
Chinese markt goed te bedienen is Hitt<br />
druk doende de vestiging in Hongkong te<br />
ontwikkelen, maar dat kost de nodige tijd.<br />
kas puilT uiT<br />
Intussen blijft Hitt zich technologisch verder<br />
versterken. Vorige maand heeft het zijn<br />
oog laten vallen op het Amerikaanse bedrijf<br />
IVS 3D, actief op het gebied van hydrografie<br />
en navigatiesystemen voor de lucht- en<br />
scheepvaart. De aanwinst zal Hitt met name<br />
versterken op het gebied van data-analyse<br />
in de scheepvaartbegeleiding, met mogelijke<br />
toepassingen in de luchtvaart. Jansen<br />
ziet veel synergievoordelen met de hydrografische<br />
tak van Hitt, vooral ook in de samenwerking<br />
die ontstaat met universiteiten.<br />
Hitt’s QPS-meettechniek en de<br />
producten van IVS 3D zijn complementair<br />
en bieden gecombineerd een breed scala<br />
aan producten voor het hogere segment van<br />
de markt.<br />
Hoewel de overnamesom niet bekend<br />
wordt gemaakt, kan worden aangenomen<br />
dat Hitt deze eenvoudig uit eigen zak kan<br />
voldoen. Per ultimo 2010 had het bedrijf 11<br />
miljoen euro in kas, gelijk aan 2,26 euro per<br />
aandeel en 35 procent van het balanstotaal.<br />
Daarnaast heeft Hitt ook nog eens 200.000<br />
eigen aandelen ingekocht en op de plank<br />
liggen, eventueel aan te wenden als betaalmiddel.<br />
De ruime kaspositie kan op nogal wat kritiek<br />
van de aandeelhouders rekenen. Zij<br />
zien deze liever aangewend worden voor interessante<br />
overnames, dan wel uitgekeerd<br />
worden. Jansen benadrukte echter dat Hitt<br />
geld achter de hand moet houden om het<br />
vertrouwen van de klant in de continuïteit<br />
van de onderneming te waarborgen. Dat<br />
wordt actueler door de crisis en omdat Hitt<br />
steeds vaker langetermijnrelaties met klan-<br />
smallcap<br />
35<br />
ten aangaat. Klanten van Hitt zijn veelal<br />
overheden. Verder doet Hitt nog weleens<br />
aan voorfinanciering om een project van de<br />
grond te krijgen, wat ook kapitaalbeslag<br />
met zich meebrengt en risico’s. Zo zitten er<br />
nog enkele miljoenen vast in India. Nu deze<br />
projecten weer zijn gaan lopen, hoopt Hitt<br />
toch snel terugbetaald te worden.<br />
Jansen en de zijnen mogen niet uit het oog<br />
verliezen dat de ruime kas Hitt ook een aantrekkelijk<br />
overnamedoelwit maakt en dus<br />
de kwetsbaarheid verhoogt. De aantrekkelijkheid<br />
van Hitt neemt ook toe door het gewijzigde<br />
verdienmodel, waarbij Hitt zijn<br />
techniek steeds vaker in licentie geeft. Zo<br />
kunnen ontwikkelingskosten over meerdere<br />
klanten worden gespreid, wat de concurrentiekracht<br />
bevordert, en ontstaat er ook<br />
een meer duurzame relatie met de klant via<br />
de levering van aanvullende diensten en<br />
software-updates. Verder gaan de afzonderlijke<br />
onderdelen van het bedrijf steeds nauwer<br />
met elkaar samenwerken, wat kostenbesparingen<br />
oplevert en innovatie stimuleert.<br />
Dit alles moet binnen een periode van drie<br />
tot vijf jaar tot een nettowinstmarge van<br />
meer dan 10 procent leiden. Het afgelopen<br />
jaar was dat nog maar de helft. Hitt heeft het<br />
potentieel, kan zeker als overnamekandidaat<br />
worden aangemerkt, maar ontbeert<br />
het trackrecord. Op zich zou het niet slecht<br />
zijn als het aandelenkapitaal meer gespreid<br />
raakt. De liquiditeit van het fonds is momenteel<br />
uiterst beperkt.<br />
08 16 APRIL 2011
36<br />
juridische zaken<br />
pas op met ‘te goede’ tips!<br />
Een snel handelende supermarkteigenaar kreeg een boete van 114.000<br />
euro, want kennis, gedeeld door slechts zevenhonderd mensen, is<br />
voorkennis.<br />
TEksT: GEERT kOsTER; IllUsTRATIE: JOsJE VAN kOPPEN<br />
De AFM heeft onlangs een boete van<br />
114.000 euro opgelegd aan de supermarkteigenaar<br />
van een C1000vestiging.<br />
De AFM heeft vastgesteld<br />
dat hij gebruik heeft gemaakt van voorwetenschap<br />
bij de aankoop van aandelen Super<br />
de Boer. De supermarkteigenaar had op een<br />
bijeenkomst, waar zevenhonderd man aanwezig<br />
waren, opgevangen dat een partij<br />
voornemens was een concurrerend bod uit te<br />
brengen op Super de Boer. Het boetebesluit<br />
toont aan hoe gevaarlijk het is om te handelen<br />
op basis van geruchten.<br />
concurrerend bod<br />
Op 18 september 2009 heeft Super de Boer<br />
bekendgemaakt een bod van Jumbo op al<br />
haar activa en passiva te hebben ontvangen.<br />
De <strong>VEB</strong> en Super de Boer hebben een stevig<br />
robbertje gevochten of deze informatie niet<br />
eerder openbaar gemaakt had moeten worden.<br />
De rechtbank Utrecht heeft de <strong>VEB</strong> inmiddels<br />
in het gelijk gesteld. Super de Boer<br />
heeft niet tijdig gemeld dat zij een bod had<br />
ontvangen. Dit staat echter los van de boete<br />
die de AFM aan de supermarkteigenaar<br />
heeft opgelegd.<br />
Vijf dagen na het bericht van 18 september<br />
2009 is de supermarkteigenaar aanwezig op<br />
een ondernemersdag voor medewerkers van<br />
C1000. Een van de sprekers, de heer X, verwijst<br />
aan het begin van zijn presentatie naar<br />
een artikel uit De Telegraaf van 18 september<br />
2009. Het artikel ‘Super de Boer is prooi<br />
van concurrent Jumbo’ heeft betrekking op<br />
het bod van Jumbo op Super de Boer. X doet<br />
tijdens zijn toespraak verschillende uitspraken<br />
die refereren aan het krantenartikel, de<br />
mogelijke overname van Super de Boer en<br />
de rol van C1000 in de consolidatieslag binnen<br />
de supermarktbranche. Al met al ontstaat<br />
door deze uitspraken de indruk dat<br />
C1000 een concurrerend bod zal uitbrengen<br />
op Super de Boer.<br />
08 16 APRIL 2011<br />
De supermarkteigenaar heeft naar aanleiding<br />
van deze informatie, nog in de pauze<br />
van de ondernemersdag, gebeld met zijn<br />
bank om een effectenrekening te openen.<br />
Uit het opgenomen gesprek met de bank<br />
bleek dat hij meteen de opdracht heeft gegeven<br />
om 25.000 aandelen Super de Boer te<br />
kopen. Vervolgens heeft hij op 6 oktober<br />
2009 de aandelen verkocht en heeft hiermee<br />
een voordeel behaald van 14.057,03<br />
euro.<br />
besloTen karakTer<br />
De AFM oordeelt dat sprake is van handel<br />
met voorkennis. De AFM stelt vast dat de supermarkteigenaar<br />
beschikt over voorwetenschap,<br />
want er is voldaan aan de vier<br />
voorwaarden uit de wet. De wet verbiedt iedereen<br />
die weet of redelijkerwijs moet vermoeden<br />
dat hij over voorwetenschap beschikt,<br />
gebruik te maken van die<br />
voorwetenschap. Wil er sprake zijn van<br />
voorwetenschap, dan moet de betreffende<br />
informatie 1) concreet zijn, 2) betrekking<br />
hebben op een beursgenoteerde onderneming,<br />
3) niet openbaar gemaakt zijn en 4)<br />
bij openbaarmaking mogelijk een significante<br />
invloed hebben op de koers van de effecten.<br />
De uitspraken van X tijdens de ondernemersdag<br />
op 23 september 2009 waren, zo<br />
oordeelt de AFM, voldoende specifiek om<br />
daaruit de conclusie te trekken dat C1000<br />
een rol ging spelen bij de overname van Super<br />
de Boer. Het argument dat de ondernemersdag<br />
openbaar was, gaat niet op volgens de<br />
AFM. De informatie was slechts toegankelijk<br />
voor de aanwezigen. Er zou geen pers aanwezig<br />
zijn geweest. Ook al waren er liefst zevenhonderd<br />
mensen aanwezig, de ondernemersdag<br />
had een besloten karakter.<br />
De supermarkteigenaar opperde dat niet<br />
wordt voldaan aan het vereiste van significantie,<br />
omdat een stijging van 0,25 euro van<br />
het aandeel Super de Boer niet significant is<br />
te noemen. Volgens de AFM is het niet relevant<br />
is of zich daadwerkelijk een koersstijging<br />
zal voordoen. Het gaat om de vraag of<br />
een redelijk handelende belegger van de informatie<br />
van X gebruik zal maken om zijn<br />
beleggingsbeslissing om aandelen Super de<br />
Boer te kopen op te baseren.
De supermarkteigenaar was op het moment<br />
dat hij de transactie deed ervan overtuigd<br />
dat C1000 die avond of nacht een bod op<br />
Super de Boer uit zou brengen. De beleggingsbeslissing<br />
was, aldus de AFM, gebaseerd<br />
op concrete informatie, namelijk de<br />
informatie afkomstig van X tijdens de besloten<br />
bijeenkomst. In het bijzonder bleek<br />
dit uit het opgenomen gesprek met zijn<br />
bank, waarbij hij zijn effectenrekening<br />
opende en meteen een order plaatste.<br />
Tijdens dit gesprek zei hij aanwezig te zijn<br />
bij een presentatie van C1000 waarin is gesproken<br />
over het bod op Super de Boer en de<br />
heer X liet weten dat C1000 “vanavond of<br />
vannacht” het bod van Jumbo op Super de<br />
Boer zou gaan overtreffen.<br />
Tijdens het onderzoek bleek de supermarkteigenaar<br />
dit soort transacties bijna<br />
nooit aan te gaan en dat hij weinig verstand<br />
heeft van beleggen. Gelet ook op de doorbreking<br />
van het normale beleggingspatroon<br />
is de AFM van oordeel dat hij wist,<br />
dan wel moest vermoeden dat hij beschikte<br />
Uw stem telt!<br />
Hoe de <strong>VEB</strong> u kan vertegenwoordigen bij aandeelhoudersvergaderingen<br />
Als aandeelhouder heeft u stemrecht.<br />
Ook u kunt via de <strong>VEB</strong> uw stem laten gelden bij<br />
aandeelhoudersvergaderingen. Dit kan door de <strong>VEB</strong> een<br />
algemene volmacht te verlenen.<br />
Wilt u dat de <strong>VEB</strong> uw belangen tijdens<br />
aandeelhoudersvergaderingen behartigt? Bekijk alle<br />
informatie hierover op www.veb.net/volmacht<br />
en download direct het formulier.<br />
over en gebruik heeft gemaakt van voorwetenschap<br />
door aandelen Super de Boer te<br />
kopen in de pauze van de ondernemersdag.<br />
Voor de geconstateerde overtreding geldt<br />
een basisboete van 2 miljoen euro. De AFM<br />
kan dit bedrag aanpassen aan de hand van<br />
een aantal factoren. Uiteindelijk is een boete<br />
opgelegd van 100.000 euro vermeerderd<br />
met het behaalde voordeel van ongeveer<br />
14.000 euro. De supermarkteigenaar kan<br />
nog bezwaar aantekenen tegen het boetebesluit<br />
van de AFM. Daarna kan hij het boetebesluit<br />
ter toetsing aan de rechter voorleggen.<br />
Ongeacht het resultaat zal hij een<br />
forse rekening van zijn advocaat gepresenteerd<br />
krijgen. Deze kosten worden namelijk<br />
voor het grootste deel niet vergoed, mocht<br />
hij uiteindelijk toch gelijk krijgen.<br />
zelF nagaan<br />
In de praktijk gebeurt het vaak dat beleggers<br />
een goede tip krijgen. Dat kan op basis<br />
van fundamentele of technische analyse<br />
zijn, dan is er geen sprake van voorkennis.<br />
juridische zaken<br />
37<br />
Als de tip echter te maken heeft met concrete<br />
informatie over een beursgenoteerde onderneming,<br />
die nog niet openbaar is, dient<br />
een belegger zich af te vragen of hier sprake<br />
is van voorkennis. Dit kan bijvoorbeeld het<br />
geval zijn als een loslippige topman tijdens<br />
een bijeenkomst uitspraken doet, die nog<br />
niet eerder openbaar zijn gemaakt. Maar<br />
ook informatie over grote claims of een<br />
rechtszaak die nog niet openbaar is gemaakt,<br />
kan als voorwetenschap gelden.<br />
Uit voornoemd boetebesluit van de AFM is te<br />
destilleren dat een belegger zelf moet nagaan<br />
of de informatie al dan niet openbaar is gemaakt.<br />
Een belegger moet dus goed nadenken<br />
over het risico dat hij neemt als hij op grond<br />
van een concrete tip wil handelen. De AFM<br />
heeft een groot aantal opsporingsbevoegdheden<br />
en kan bijvoorbeeld bandopnamen van<br />
gesprekken opvragen bij een bank. De kans is<br />
aanzienlijk dat de AFM actie onderneemt bij<br />
ongebruikelijke transacties waarbij mogelijk<br />
met voorkennis is gehandeld.<br />
08 16 APRIL 2011