21.09.2013 Views

lees verder - VEB

lees verder - VEB

lees verder - VEB

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

VERENIGING VAN EFFECTENBEZIT TERS<br />

J A A R V E R S L A G 2 0 0 5


Grafische vormgeving en prepress: AZ grafisch serviceburo bv, www.az-gsb.nl, Den Haag<br />

Illustraties: Josje van Koppen<br />

Vertaling: Bard Jansen<br />

Adresgegevens:<br />

Vereniging van Effectenbezitters<br />

Postbus 240<br />

2501 CE ’s-Gravenhage<br />

Bezoekadres:<br />

Amaliastraat 7<br />

2514 JC ’s-Gravenhage<br />

Tel: 070 313 00 00<br />

Fax: 070 313 00 99<br />

www.veb.net<br />

2 V E R E N I G I N G V A N E F F E C T E N B E Z I T T E R S


INHOUD<br />

VOORWOORD 5<br />

1 UITSTEKEND BEURSJAAR 6<br />

1.1 Koersen stijgen meer dan 25 procent 6<br />

1.2 Lage groei, sterke beurs 6<br />

1.3 Stroom beursexits houdt aan 6<br />

1.4 Vier beursgangers 7<br />

2 OPKOMEND AANDEELHOUDERSACTIVISME 8<br />

2.1 Oppositie VNU boekt historische zege 8<br />

2.2 VNU voorbeeld van slechte governance 8<br />

2.3 Oppositie tegen biedingstrucs 8<br />

2.4 Wetgever moet minderheidsaandeelhouder beschermen 9<br />

2.5 Angst voor de Angelsaksen? 10<br />

2.6 Onderworpen aan de tucht van de markt 10<br />

2.7 Schiet de trend door? 10<br />

3 BESCHERMING EN CORPORATE GOVERNANCE 11<br />

3.1 Certificering: Wolters Kluwer en Wessanen geven<br />

goede voorbeeld 11<br />

3.2 Naleving code-Tabaksblat geeft gemengd beeld 12<br />

3.3 Commissie-Frijns erg mild 12<br />

4 DE SCHIKKINGEN 13<br />

4.1 Bemiddeling Duisenberg succesvol 13<br />

4.2 Ahold-schikking: 1,51 dollar per aandeel 13<br />

4.3 Gelijke behandeling 14<br />

4.4 Efficiënte en laagdrempelige afhandeling 14<br />

4.5 Procedures tegen de <strong>VEB</strong> 14<br />

V E R E N I G I N G V A N E F F E C T E N B E Z I T T E R S<br />

5 DIENSTVERLENING <strong>VEB</strong> 15<br />

5.1 Grens 30.000 leden doorbroken 15<br />

5.2 Dag van het Aandeel groot succes 15<br />

5.3 Financiële gang van zaken <strong>VEB</strong> 16<br />

5.4 Vooruitzichten 2006 16<br />

BIJLAGE ACTIES 17<br />

Ahold: Schikking van ruim 1 miljard dollar 17<br />

Dexia/Legiolease: Grote schikking met Dexia 18<br />

KpnQwest: Vertragingstactiek grootaandeelhouders 19<br />

Landis: <strong>VEB</strong> geeft garantie voor onderzoekskosten 20<br />

LCI: Financiering toegewezen enquête onzeker 21<br />

Laurus: Ombouwoperatie mislukt 21<br />

Meespierson: Falcons op aandelen Cap Gemini 22<br />

Unilever prefs: Belofte gebroken 22<br />

Vodafone/Libertel: 50% hogere uitkoopprijs? 23<br />

World Online: Nieuwe stappen in hoger beroep 23<br />

3


VOORWOORD<br />

De Vereniging van Effectenbezitters bestaat inmiddels 82 jaar.<br />

Een respectabele leeftijd voor een vereniging die, getuige de<br />

ontwikkelingen in 2005, nog zeer vitaal is.<br />

Het jaar 2005 werd afgesloten met een recordaantal leden en<br />

voor het eerst werd de grens van 30.000 doorbroken. Afgezet<br />

tegen het afnemende animo van Nederlanders om zich bij<br />

verenigingen, politieke partijen of lobbyorganisaties aan te<br />

sluiten, is dat een mooie opsteker.<br />

V E R E N I G I N G V A N E F F E C T E N B E Z I T T E R S<br />

De hoogtepunten van 2005 waren toch wel de twee grote<br />

schikkingen waar de <strong>VEB</strong> bij betrokken was. Eind april was<br />

dat het Duisenberg-akkoord dat werd gesloten tussen<br />

Dexia enerzijds en de Stichtingen Leaseverlies, Eegalease,<br />

Consumentenbond en de <strong>VEB</strong> anderzijds.<br />

Zeven maanden later werd de Ahold-schikking gesloten.<br />

Toevallig een vrijwel gelijk bedrag –1,1 miljard dollar ofwel 950<br />

miljoen euro – dat na aftrek van kosten zal worden verdeeld<br />

onder gedupeerde beleggers.<br />

Met die twee schikkingen is een bijdrage geleverd aan het<br />

oplossen van twee van de grootste drama’s in de Nederlandse<br />

beleggingshistorie. De ondernemingen – in dit geval Ahold en<br />

Dexia – kunnen het vizier weer op de toekomst richten, en de<br />

getroffen beleggers worden deels gecompenseerd.<br />

De overgrote meerderheid van de betrokken beleggers is<br />

tevreden met de uitkomst, getuige de massale aanmelding van<br />

Ahold-beleggers en het feit dat 80 procent van de aangeslotenen<br />

voor het Duisenberg-akkoord stemde. Dat niet iedereen<br />

tevreden is, valt niet te voorkomen. In een schikking krijg je<br />

nooit 100 procent. Van Dale definieert het woord ‘schikking’<br />

niet voor niets als een ‘overeenkomst waarbij van beide kanten<br />

wat wordt toegegeven’. De <strong>VEB</strong> heeft dus haar nek uitgestoken,<br />

in het volle bewustzijn dat er kritiek op de akkoorden zou<br />

kunnen komen.<br />

In het voor u liggende jaarverslag wordt niet alleen aandacht<br />

besteed aan de twee schikkingen. Ook ontwikkelingen bij de<br />

vereniging, juridische acties en corporate governance komen<br />

aan de orde. Speciale aandacht wordt besteed aan het opkomende<br />

Angelsaksische aandeelhoudersactivisme.<br />

Wij wensen u veel <strong>lees</strong>plezier.<br />

5


1 UITSTEKEND BEURSJA AR<br />

1.1 Koersen stijgen meer dan 25 procent<br />

2005 was een uistekend beursjaar. De AEX-index sloot eind<br />

december op 436,78 punten, maar liefst 88,7 punten (25,5<br />

procent) hoger dan de eindstand van 2004 (348,08). De<br />

Nederlandse beurs deed het daarmee relatief goed in Europa.<br />

Van de grote beurzen steeg alleen de Duitse (+ 27 procent)<br />

harder, dankzij de verkiezingsoverwinning van Angela Merkel<br />

(CDU) en de hoop op economische hervormingen. De AEX deed<br />

het wel beter dan Parijs (+ 23 procent), Brussel (+ 21 procent),<br />

Madrid (+ 18 procent), Londen (+ 17 procent) en Milaan (+ 14<br />

procent).<br />

De goede beursperformance is mede te danken aan de sterke<br />

dollar die de exportpositie van Europese bedrijven verbetert en<br />

waardoor dollarwinsten omgerekend in euro’s hoger uitkomen.<br />

De euro kostte eind 2005 nog maar 1,18 dollar, tegen 1,36 dollar<br />

een jaar eerder. De zwakte van de euro is mede te wijten<br />

aan het stranden van de Europese grondwet – waar zowel de<br />

Fransen als de Nederlanders tegen stemden – en het zichtbare<br />

gebrek aan eenheid binnen de Europese Unie.<br />

Een tweede factor achter de hausse is gelegen in de stijgende<br />

bedrijfswinsten. Die stegen in het eerste halfjaar van 2005 met<br />

meer dan 25 procent en op basis van de thans bekende jaarcijfers<br />

heeft die trend zich in de tweede jaarhelft voortgezet. De krachtige<br />

winstgroei is te danken aan kostenreducties, belangen in<br />

snelgroeiende economieën (Centraal-Europa en Azië) en het eerder<br />

genoemde dollareffect. Ten derde kreeg de beurs steun in de<br />

rug van het zeer lage renteniveau van ongeveer 3,4 procent. Voor<br />

het bedrijfsleven zorgt die lage rente voor lagere financieringslasten.<br />

Op de beurzen heeft een lage rente tot gevolg dat obligatiebeleggers<br />

op zoek gaan naar beter renderende alternatieven. Dat<br />

betekent een kapitaalstroom richting de aandelenbeurs.<br />

Bij de AEX-fondsen waren de handelshuizen de uitschieters.<br />

De eerste plaats werd ingenomen door Buhrmann (kantoorarti-<br />

kelen) met 74 procent koersstijging, gevolgd door Hagemeyer,<br />

dat met 61 procent steeg. Voor de stijging van 89 punten waren<br />

vooral indexzwaargewichten als ING Groep, Philips en Royal<br />

Dutch Shell verantwoordelijk.<br />

1.2 Lage groei, sterke beurs<br />

De paradox van 2005 is dat de AEX- index een grote stijging<br />

liet zien, terwijl de economische groei op een zeer laag<br />

niveau lag. Ook internationaal is sprake van deze paradox.<br />

De Japanse beurs won in 2005 40,2 procent, terwijl de economische<br />

groei slechts 2,1 procent bedroeg. Daarentegen<br />

leverde de sterk groeiende Amerikaanse economie (+ 3,5<br />

procent) voor de Amerikaanse beleggers weinig op. De<br />

belangrijkste indices – de Dow Jones en de Nasdaq – lieten<br />

een vlakke koersontwikkeling zien.<br />

Een belangrijke verklaring voor de bovengemiddelde performance<br />

van de Europese beurzen is de herwaardering van<br />

aandelen. De waardering van aandelen was, afgezet tegen die<br />

van obligaties, te laag geworden. Een andere indicator voor die<br />

lage waardering is het grote aantal investeringsmaatschappijen<br />

dat voor een belangrijk deel met (goedkoop) vreemd vermogen<br />

bedrijven van de beurs wil halen.<br />

1.3 Stroom beursexits houdt aan<br />

De reeks van beursexits zette zich in 2005 versneld voort. Uit<br />

de AEX verdwenen P&O Nedlloyd en Versatel, die door Maersk<br />

respectievelijk Tele2 werden ingelijfd. Verder kwamen er biedingen<br />

op projectontwikkelaar AM, participatiemaatschappij<br />

Begemann, logistiek dienstverlener Frans Maas, handelshuis<br />

Kühne & Heitz, raffinagebedrijf Petroplus, ICT-dienstverlener<br />

PinkRoccade en de vastgoedfondsen VHS en Sarakreek. Via<br />

activa-passivatransacties verdwenen ook pvc-product EVC en<br />

6 V E R E N I G I N G V A N E F F E C T E N B E Z I T T E R S


AEX Top 5<br />

Buhrmann 73,9%<br />

Hagemeyer 61,2%<br />

SBM 45,9%<br />

DSM 44,9%<br />

ASML 43,1%<br />

AEX Flop 5<br />

Getronics -3,4%<br />

Vedior 4,4%<br />

Heineken 9,2%<br />

Ahold 11,1%<br />

ABN Amro 13,3%<br />

New Skies Satellites van de beurs. De motieven die aan de biedingen<br />

ten grondslag liggen, zijn divers. In sommige gevallen is<br />

de overname een logische stap in de consolidatie in de sector<br />

(P&O Nedlloyd), heeft de beursnotering weinig meerwaarde<br />

(Kühne & Heitz) of wil de bieder alleen de onderwaardering uit<br />

het fonds halen (Begemann). De <strong>VEB</strong> is zeer kritisch over de<br />

behandeling van minderheidsaandeelhouders in het biedproces.<br />

Deze kwestie komt aan de orde in paragraaf 2.3.<br />

Ten slotte raakte de beurs ook de kleine effectenbank Van der<br />

Hoop kwijt; deze bank ging failliet doordat haar vermogenspositie<br />

te zwak was om de slechte operationele resultaten en een<br />

fiscale claim op te vangen.<br />

1.4 Vier beursgangers<br />

Tegenover de beursverlaters stonden vier beursgangers:<br />

Endemol, Galapagos, TeleAtlas en TomTom. Dat aantal is gelijk<br />

aan het totaal aantal introducties in de jaren 2001 (1), 2002 (0),<br />

2003 (1) en 2004 (2). Met de beursgang van Endemol komt de<br />

Nederlandse televisiemaker na vijf jaar afwezigheid weer terug<br />

op de beursvloer. Ditmaal zonder de Franse activiteiten en<br />

tegen een aanzienlijk minder opgeblazen waardering. Telefónica<br />

wil mogelijk op termijn het belang in Endemol afstoten en de<br />

beursnotering is dan een logische eerste stap. Bij TeleAtlas<br />

en Galapagos was geen sprake van een nieuwe introductie,<br />

aangezien deze ondernemingen al een notering hadden<br />

in Frankfurt respectievelijk Brussel. De beursintroducties<br />

van 2005 dienden vooral om bestaande aandeelhouders de<br />

mogelijkheid te geven hun belang te verzilveren (cashen). Bij<br />

deze vier beursintroducties werd in totaal voor 1,38 miljard euro<br />

aan aandelen geplaatst. Daarvan betrof 1,10 miljard euro (80<br />

procent) herplaatsing en slechts 0,28 miljard nieuw kapitaal. De<br />

beursintroductie van navigatiebedrijf TomTom was een groot<br />

succes. De koers steeg van 17,50 tot 29,00 euro per ultimo 2005<br />

en het fonds is per maart 2006 opgenomen in de AEX-index. ■<br />

V E R E N I G I N G V A N E F F E C T E N B E Z I T T E R S 7


2 OPKOMEND<br />

A ANDEELHOUDERSACTIVISME<br />

2.1 Oppositie VNU boekt historische zege<br />

Een opvallende trend was de opkomst van Angelsaksische aandeelhouders.<br />

Zij manifesteerden zich in 2005 krachtig als actieve<br />

aandeelhouders bij tal van Nederlandse beursfondsen. Het grootste<br />

succes boekten zij bij VNU. Daar bestond sterke oppositie<br />

tegen de voorgenomen overname door VNU van IMS Health. De<br />

bezwaren waren eenvoudig: de overname zou te weinig synergie<br />

opleveren, de overnameprijs (7 miljard dollar) lag te hoog en er<br />

waren grote risico’s verbonden aan het samenvoegen van beide<br />

bedrijven. De oppositie werd aangevoerd door investeerders<br />

Knight Vinke, Templeton en Fidelity. Ook de <strong>VEB</strong> keerde zich tegen<br />

de voorgenomen overname van IMS Health. Een belangrijke additionele<br />

overweging daarbij was dat VNU onder leiding van topman<br />

Van den Bergh wel tal van bedrijven heeft geacquireerd, maar niet<br />

in staat is geweest daarmee voldoende synergie te realiseren. Van<br />

waardecreatie was geen sprake geweest.<br />

Op 24 november 2005 gooide de VNU-top onder druk de<br />

handdoek in de ring. De tegenstanders van de IMS-overname<br />

hadden meer dan vijftig procent van het kapitaal in handen en<br />

in een te houden aandeelhoudersvergadering zou VNU derhalve<br />

nooit de steun van de meerderheid hebben gekregen.<br />

Indirect was dit ook een succes voor de <strong>VEB</strong> die – via de HBGzaak<br />

van 2001 en politieke lobby – medeverantwoordelijk is voor<br />

de wetgeving die verplicht om majeure transacties (en overnames)<br />

ter goedkeuring aan aandeelhouders voor te leggen.<br />

2.2 VNU voorbeeld van slechte governance<br />

De belangrijkste VNU-bestuurders – bestuursvoorzitter Van den<br />

Bergh en president-commissaris Jacobs – toonden zich slechte<br />

verliezers. Zij verweten aandeelhouders de korte termijn te hebben<br />

laten prevaleren en onvoldoende oog te hebben voor de langetermijnvoordelen<br />

van deze transactie. Het had de VNU-top gesierd<br />

indien zij de hand in eigen boezem had gestoken. Het overname-<br />

plan van IMS was van een dusdanig megalomaan gehalte dat het<br />

tijdens de hype van 2000 niet had misstaan. VNU had eerst haar<br />

eigen performance moeten verbeteren: het realiseren van autonome<br />

omzetgroei, verbetering van de marges en het benutten van<br />

synergieën tussen de overgenomen bedrijven.<br />

Afgezien van de discussie over de overname zelf, liet VNU<br />

zich wat betreft corporate governance van haar slechte kant<br />

zien. Om de overname door te drukken werd – nota bene<br />

zonder aandeelhoudersgoedkeuring – een break-upfee van<br />

125 miljoen dollar overeengekomen. Na het afketsen van de<br />

overname werd geen aandeelhoudersvergadering gehouden<br />

om verantwoording af te leggen en ook de strategische beslissing<br />

om verkoop van het concern na te streven werd niet aan<br />

de aandeelhoudersvergadering voorgelegd. Dat betekent dat<br />

de aandeelhouders het bestuur en de commissarissen pas<br />

eind april 2006 ter verantwoording kunnen roepen voor een in<br />

november 2005 gestrande overname.<br />

2.3 Oppositie tegen biedingstrucs<br />

De Angelsaksische beleggers roerden zich ook in andere overnamesituaties.<br />

Bij Versatel, Shell, SNT en P&O Nedlloyd was de<br />

aandeelhoudersoppositie gericht tegen de methoden die werden<br />

gebruikt om aandeelhouders in een biedproces tot aanbieden<br />

te dwingen. In de eerste drie gevallen besloot een deel van<br />

de (Angelsaksische) aandeelhouders om hun aandelen niet aan<br />

te bieden. Bij SNT lag de biedprijs van KPN ondanks de positieve<br />

operationele ontwikkeling op ongeveer de helft van de introductiekoers<br />

uit 2000. Voor KPN was deze transactie (verkopen<br />

op 25 en vijf jaar later terugkopen op 13) uiterst lucratief. Via een<br />

juridische fusie werd geprobeerd aandeelhouders tot aanbieden<br />

van hun aandelen te dwingen. Op 8 april werd een akkoord<br />

bereikt tussen KPN, een tweetal Britse beleggers en de <strong>VEB</strong>,<br />

waarbij de ruilverhouding in de juridische fusie werd verhoogd<br />

met 12 procent tot 15,09 euro.<br />

8 V E R E N I G I N G V A N E F F E C T E N B E Z I T T E R S


Bij Versatel was de dreiging zo mogelijk nog sterker. Het overnamebod<br />

ging gepaard met de verkoop van de Duitse activiteiten,<br />

waarna een juridische fusie werd aangekondigd. Bij<br />

deze juridische fusie zouden aandeelhouders een belang van<br />

minder dan 5 procent overhouden en uitgekocht kunnen worden.<br />

Dankzij het verzet van buitenlandse aandeelhouders met<br />

tussen de 15 en 20 procent van het kapitaal wordt scherp gelet<br />

op de belangen van de outside-aandeelhouders . De toewijzing<br />

van de voorlopige voorzieningen bij de Ondernemingskamer<br />

– dat wil zeggen de benoeming van drie onafhankelijke commissarissen<br />

– moet een faire behandeling in de voorgestelde<br />

juridische fusie met Tele2 Benelux waarborgen. In 2005 gingen<br />

de Koninklijke Nederlandse Petroleum Maatschappij (hierna:<br />

de Koninklijke) en Shell Transport & Trading samen en vormden<br />

zij Royal Dutch Shell. Om de laatste aandelen Koninklijke binnen<br />

te halen, besloot men tot een juridische fusie met een van<br />

de Shell-dochters. Daarbij werd de ruilverhouding zo gekozen<br />

dat geen enkele aandeelhouder in aanmerking zou kunnen<br />

komen voor één aandeel van deze Shell-dochter. De fracties<br />

zouden worden afgerekend in contanten en zo was men verlost<br />

van de resterende aandeelhouders. De gekozen verhouding<br />

– men moest 1,4 miljard euro aan aandelen Koninklijke hebben<br />

om 1 aandeel Shell Petroleum te kunnen verwerven – was<br />

zodanig kunstmatig dat aandeelhouders zich daar terecht<br />

tegen verzetten. Ook de <strong>VEB</strong> voegde zich in deze zaak tot de<br />

Ondernemingskamer, die uiteindelijk werd geschikt. Er werd<br />

afgesproken dat een onafhankelijke waardebepaling van het<br />

aandeel Koninklijke zou plaatsvinden (het belang van de<br />

bewuste aandeelhouders) en de Ondernemingskamer zal een<br />

oordeel geven over de toelaatbaarheid van deze constructie<br />

(het principiële belang van de <strong>VEB</strong>). Bij P&O Nedlloyd ten slotte<br />

wilde het bestuur geen informatie verschaffen over de waarde<br />

van de activa en de winstprojecties voor de komende jaren.<br />

Die informatie werd volgens voorzitter Andrew Land niet verstrekt<br />

omdat daarmee ‘koersgevoelige informatie’ zou worden<br />

prijsgegeven en ‘voorkennis’ zou ontstaan. Bizar detail is, dat<br />

V E R E N I G I N G V A N E F F E C T E N B E Z I T T E R S<br />

indien deze stelling van voorzitter Land juist is, de bestuurders<br />

van P&O Nedlloyd met voorkennis hebben gehandeld toen zij<br />

hun eigen aandelen aan Maersk aanboden.<br />

2.4 Wetgever moet minderheidsaandeelhouder<br />

beschermen<br />

De conclusie van deze vier zaken is dat de positie van zittende<br />

aandeelhouders en minderheidsaandeelhouders tijdens het<br />

biedproces uitermate zwak is. De <strong>VEB</strong> heeft dat al eerder geconstateerd,<br />

maar daar waar in eerdere jaren vooral sprake was van<br />

dreigingen aan het adres van die aandeelhouders werden de<br />

dreigementen in 2005 ten uitvoer gebracht. Dankzij de terechte<br />

oppositie van Angelsakische aandeelhouders worden de biedingstrucs<br />

aan de kaak gesteld en wordt voorkomen dat de<br />

belangen van minderheidsaandeelhouders worden verkwanseld.<br />

De <strong>VEB</strong> ziet hier een taak voor de wetgever om voor adequate<br />

rechtsbescherming te zorgen. Verder is het teleurstellend dat<br />

bestuurders van beursgenoteerde ondernemingen juist bij een<br />

beursexit de rechten van aandeelhouders met voeten treden.<br />

Het is eveneens zorgwekkend dat het steeds vaker voorkomt<br />

dat het bestuur van een overgenomen vennootschap samenwerkt<br />

met de overnemer en participeert in de onderneming<br />

na vertrek van de beurs. Dit is het geval bij VendexKBB (2004),<br />

Petroplus (2004/2005) en McGregor (2006). Daarmee hebben<br />

bestuurders belang bij een zo laag mogelijk bod en is hun<br />

belang – op het cruciale moment van de overname – tegengesteld<br />

aan dat van de gewone aandeelhouder. Achteraf is goed<br />

te begrijpen dat de VendexKBB-directie conservatief (en weinig<br />

mededeelzaam) was ten aanzien van de verborgen reserves in<br />

het vastgoed. Op 25 november werd bekend dat het vastgoed<br />

met een boekwinst van circa 700 miljoen euro aan beleggers is<br />

verkocht. Daarmee heeft de bieder bijna de helft van de waarde<br />

van het bod terugverdiend.<br />

9


2.5 Angst voor de Angelsaksen?<br />

De omstandigheid dat buitenlandse aandeelhouders zich manifesteren,<br />

is inmiddels onderwerp van discussie geworden. Is het<br />

aandeelhouderskapitalisme doorgeschoten en zijn Nederlandse<br />

ondernemingen slachtoffer van op kortetermijn winst beluste<br />

Angelsaksische beleggers?<br />

Het is wenselijk de analyse te beginnen bij de voedingsbodem<br />

en het ontstaan daarvan. Bestuurders van Nederlandse beursfondsen<br />

hebben zich te lang van hun aandeelhouders vervreemd,<br />

zich te lang immuun geacht voor de tucht van de markt. In dat<br />

klimaat werden een viertal problemen niet aangepakt:<br />

■ langdurige underperformance;<br />

■ langdurige onderwaardering;<br />

■ inefficiënte vermogensstructuur (te veel ongebruikt<br />

vermogen);<br />

■ het voortbestaan van conglomeraten zonder samenhang.<br />

De baisse op de beurzen in de periode 2001-2003 heeft gezorgd<br />

voor een relatief lage waardering van aandelen, waarbij<br />

Nederlandse aandelen bovendien goedkoper waren dan het<br />

Europese gemiddelde. Daarbij speelde een rol dat Nederlandse<br />

institutionele beleggers (bijvoorbeeld Fortis en ING) met de<br />

invoering van de euro hun belangen in Nederlandse aandelen<br />

hebben verkleind en dat zij – gedwongen door marktomstandigheden<br />

– in de eerste helft van 2003 de weging van hun<br />

aandelenbelangen hebben teruggebracht. Het gat dat ontstond<br />

door de verkoop van institutionele belangen is opgevuld door<br />

buitenlandse beleggers. Een deel van deze buitenlandse beleggers<br />

is aangetrokken door de kansen die de genoemde onderwaardering<br />

bood. Daarbij zagen zij bovendien kansen om – via<br />

verandering van management, optimalisering van de vermogensstructuur<br />

of het focussen van de bedrijfsactiviteiten – de<br />

onderwaardering van deze bedrijven te verkleinen of zelfs weg<br />

te werken. De focus is derhalve gericht op ondernemingen met<br />

de grootste onderwaardering of het grootste herstelpotentieel.<br />

2.6 Onderworpen aan de tucht van de markt<br />

De gevolgen van deze marktwerking zijn over het algemeen<br />

positief. Zwak presterend management (bijvoorbeeld CSM)<br />

wordt aangepakt en waardevernietigende overnames (VNU)<br />

worden tegengehouden. Bedrijven die een conglomeraat vormen<br />

van niet-samenhangende bedrijven (CSM, Stork, Akzo<br />

Nobel) staan onder druk om focus aan te brengen in hun<br />

bedrijf. Bedrijven met een inefficiënte vermogensstructuur (te<br />

veel eigen vermogen en een te hoge vermogenskostenvoet)<br />

staan onder druk om hun vermogenskosten te verlagen. Een<br />

deel van de beursgenoteerde bedrijven heeft deze laatste twee<br />

zaken zelf opgepakt. TNT heeft zelf de logistieke divisie in de<br />

etalage gezet en is met aandeleninkoop gestart. AkzoNobel<br />

heeft een beursgang – en geleidelijk afstoten – van de farmadivisie<br />

aangekondigd, CSM verkoopt de suikeractiviteiten en<br />

Philips brengt de cyclische halfgeleideractiviteiten alvast onder<br />

in een aparte entiteit. Ook aandeleninkoop is de afgelopen<br />

anderhalf jaar in zwang geraakt. Bedrijven als Koninklijke Olie,<br />

Unilever, Philips en TNT kopen op grote schaal aandelen in.<br />

In een open kapitaalmarkt stroomt dit geld terug naar beleggers<br />

die er hoger renderende investeringen voor zoeken. Met<br />

de combinatie van focus en inkoop van aandelen is TNT erin<br />

geslaagd een koersstijging te bewerkstelligen van 20 tot 28<br />

euro. Hoewel het overnamegevaar nog niet volledig is geweken,<br />

blijft een hoge beurswaardering de beste bescherming.<br />

2.7 Schiet de trend door?<br />

In reacties wordt met name geklaagd over de kortetermijnfocus<br />

van deze Angelsaksische beleggers. Daarbij roeren voormalig<br />

topbeleggers Jacobs (ING) en Korteweg (Robeco) zich nadrukkelijk.<br />

Het is evenwel zinvol om de vraag te stellen waarom deze<br />

marktinefficiënties zich hebben voorgedaan. Waarom hebben<br />

de grote instituten hun rol als aandeelhouder in het verleden<br />

niet serieus genomen en waarom zijn zij niet opgetreden tegen<br />

slecht management en beschermingsconstructies die leiden<br />

tot onderwaardering? En waarom steunen zij de goed presterende<br />

managers niet? De passieve houding van Nederlandse<br />

instituten – met name beursgenoteerde financiële instellingen<br />

– maken het voor buitenlandse aandeelhouders mogelijk om<br />

met een relatief beperkt percentage (bijvoorbeeld 20 procent)<br />

een meerderheid in de aandeelhoudersvergadering te krijgen.<br />

Is het aandeelhouderskapitalisme nu doorgeschoten?<br />

Vooralsnog zijn de positieve effecten veel groter dan de negatieve.<br />

De tijd dat ondernemingen de wensen van aandeelhouders<br />

langdurig konden negeren, ligt gelukkig achter ons. De<br />

aanhoudende kooplust van buitenlandse aandeelhouders en de<br />

maatregelen die beursfondsen zelf nemen om waarde te creëren,<br />

zullen op den duur leiden tot een hogere waardering van<br />

aandelen en een daling van de kosten van vreemd vermogen. ■<br />

10 V E R E N I G I N G V A N E F F E C T E N B E Z I T T E R S


3 BESCHERMING EN CORPORATE<br />

GOVERNANCE<br />

3.1 Certificering: Wolters Kluwer en Wessanen<br />

geven goede voorbeeld<br />

Tegen de achtergrond van deze discussie is het verwonderlijk<br />

dat enkele van de grote beursfondsen vasthouden aan certificering<br />

van aandelen. In 2005 waren dat vier hoofdfondsen:<br />

ING, Unilever, Vedior en Wolters Kluwer. Bij deze ondernemin-<br />

V E R E N I G I N G V A N E F F E C T E N B E Z I T T E R S<br />

gen maakt een administratiekantoor de dienst uit en hebben<br />

de certificaathouders – die gezamenlijk een kleine minderheid<br />

van de stemmen in de ava vertegenwoordigen – de<br />

facto niets te zeggen. Met het uitschakelen van de ‘kapitaalverschaffer’<br />

kan geen sprake meer zijn van een evenwichtig<br />

systeem van checks and balances. De werking van certificering<br />

werd in 2005 duidelijk toen het administratiekantoor van<br />

Unilever ontvouwde hoe het zich van zijn taken had gekweten<br />

[zie kader]. Positief is de ontwikkeling bij Wolters Kluwer<br />

dat op 12 december meedeelde de certificering op te willen<br />

heffen. Nog krachtiger was het optreden van Wessanen, waar<br />

bestuur en commissarissen de strijd aan moesten gaan met<br />

een weigerachtig AK-bestuur om de constructie van tafel te<br />

krijgen. Nadat een maandenlange discussie tussen ondernemingsleiding<br />

en administratiekantoor geen resultaat had<br />

opgeleverd en certificaathouders hun vertrouwen in het<br />

AK-bestuur hadden opgezegd, wilde dat administratiekantoor<br />

nog steeds blijven zitten. Het AK-bestuur – met daarin<br />

bestuurders Langman, Pieterse en Van Rees – wilde, in strijd<br />

met de code-Tabaksblat, het beschermende karakter van de<br />

certificering handhaven. Uiteindelijk moest topman Veenhof<br />

het machtswoord spreken – d.w.z dreigen met aftreden – om<br />

een oplossing te forceren. Het bestuur van het AK trad vervolgens<br />

af. Wessanen heeft aangekondigd de afschaffing van<br />

de certificering in de aandeelhoudersvergadering van 2006 te<br />

zullen agenderen.<br />

Wat de werkelijke reden is voor de grote drie (ING, Unilever<br />

en Vedior) om vast te houden aan certificering is niet duidelijk.<br />

Is het de angst voor de tucht van de markt, de angst<br />

om overgenomen te worden, laat men de oren hangen naar<br />

het advies van oerconservatieve juristen of wil men de luxe<br />

positie achter beschermende wallen niet vrijwillig opgeven?<br />

Nederland is het enige land ter wereld dat deze constructie<br />

kent. Het is opmerkelijk dat de grote drie worden bestuurd<br />

11


door buitenlanders: de Fransman Patrick Cescau, de Belg<br />

Michel Tilmant en de Brit Zach Miles.<br />

3.2 Naleving code-Tabaksblat geeft<br />

gemengd beeld<br />

De <strong>VEB</strong> maakte op 9 december 2005, precies twee jaar na de<br />

publicatie van de Code Tabaksblat, een evaluatie van de naleving<br />

van de code bij de AEX- en AMX-fondsen. De uitkomsten<br />

geven een wisselend beeld. Aan de bepalingen over formele<br />

kwesties (verslag raad van commissarissen, commissiestructuur<br />

en reglement) wordt door de overgrote meerderheid voldaan.<br />

Tevens worden de concrete bepalingen die beogen het commissariaat<br />

te verversen (maximaal twaalf jaar zittingsduur en<br />

maximaal vijf commissariaten) goed nageleefd. Op het gebied<br />

van beloningen is de naleving aanzienlijk minder goed. De<br />

prestatiecriteria voor de toekenning van bonussen en opties<br />

worden meestal niet gepubliceerd en de beperking in de code-<br />

Tabaksblat van de maximale afkoopsom bij onvrijwillig vertrek<br />

(tot maximaal één basissalaris) wordt door veel beursfondsen<br />

genegeerd. Op het punt van zeggenschap is het teleurstellend<br />

dat slechts twee van de acht gecertificeerde ondernemingen<br />

voldoen aan de code.<br />

Aan de hand van een strafpuntensysteem heeft de <strong>VEB</strong> de<br />

individuele bedrijven ook een rapportcijfer toegekend. Bij de<br />

ranglijst valt op dat de voormalige staatsbedrijven TNT en<br />

KPN in de top vijf staan. De achterblijvers zijn onder meer<br />

CSM, ING en Heijmans, met name omdat zij de bepalingen ten<br />

aanzien van certificering niet naleven. Op basis van het onderzoek<br />

naar naleving bij de grootste beursfondsen heeft de <strong>VEB</strong><br />

de commissie-Frijns geadviseerd om – wanneer bepalingen<br />

op grote schaal niet worden nageleefd – een aanbeveling tot<br />

wetgeving te overwegen. Daarbij dient met name aandacht te<br />

worden besteed aan de trucs die worden gebruikt om de code<br />

te omzeilen.<br />

3.3 Commissie-Frijns erg mild<br />

Op 20 december kwam de commissie-Frijns met haar rapportage.<br />

Deze was veel positiever van toonzetting. Frijns kwam<br />

tot de conclusie dat het nalevingspercentage 88 procent<br />

bedroeg. Het verschil met het onderzoek van de <strong>VEB</strong> (dat een<br />

nalevingspercentage van 55 procent vond) is dat de commissie-Frijns<br />

ook gemotiveerde afwijkingen van de code als<br />

naleving heeft gekwalificeerd, ongeacht de kwaliteit van de<br />

motivering. Met het leggen van de nadruk op het percentage<br />

van 88 procent handelt Frijns tegen het advies van Tabaksblat,<br />

die had gevraagd om niet aan ‘box ticking’ te doen, het afvinken<br />

van bepalingen en op basis daarvan een score bepalen. De<br />

algemene conclusie van de commissie-Frijns – dat de code een<br />

groot maatschappelijk draagvlak heeft – wordt door de <strong>VEB</strong><br />

gedeeld. Hetzelfde geldt voor de probleemgebieden die de commissie-Frijns<br />

signaleert: naleving van de beloningsbepalingen,<br />

het gedrag van administratiekantoren, de toegankelijkheid van<br />

aandeelhoudersvergaderingen en de (inactieve) opstelling van<br />

institutionele beleggers.<br />

De commissie-Frijns heeft zich in het eerste jaar beperkt tot<br />

een algemene inventarisatie. Eind 2006 volgt een tweede rapportage<br />

waarbij de naleving van de code-Tabaksblat hopelijk<br />

kritischer tegen het licht zal worden gehouden. ■<br />

12 V E R E N I G I N G V A N E F F E C T E N B E Z I T T E R S


4 DE SCHIKKINGEN<br />

4.1 Bemiddeling Duisenberg succesvol<br />

In 2005 was de <strong>VEB</strong> betrokken bij twee grote schikkingen. De<br />

eerste was de schikking met Dexia in het kader van de aandelenleaseproblematiek.<br />

Na eerdere mislukte onderhandelingsronden<br />

in december 2002 en juni 2004 werd op initiatief<br />

van De Nederlandsche Bank een derde poging gewaagd om<br />

een oplossing te bewerkstelligen voor deze omvangrijke pro-<br />

V E R E N I G I N G V A N E F F E C T E N B E Z I T T E R S<br />

blematiek. Het gaat daarbij om ongeveer 475.000 contracten<br />

en tussen de 250.000 en 300.000 beleggers die – meestal via<br />

LegioLease – aandelenleasecontracten hadden gesloten. Dexia<br />

nam Legiolease in 2000 over van Aegon en werd daarmee ook<br />

betrokken in deze kwestie. Het belangrijkste probleem van<br />

de aandelenleasecontracten is gelegen in de restschuld, het<br />

negatieve saldo dat resteerde aan het eind van de looptijd van<br />

de contracten. Deze restschuld was het gevolg van de negatieve<br />

koersontwikkeling van de bewuste aandelen waardoor<br />

de verkoop van de aandelen niet voldoende was om de schuld<br />

af te lossen. Bij de onderhandelingen stonden de restschulden<br />

dan ook centraal. Uiteindelijk werd een oplossing bereikt<br />

waarbij de restschuld voor twee derde wordt kwijtgescholden.<br />

Voor diegenen die vallen onder de partnerproblematiek – de<br />

partner had moeten meetekenen – bedraagt de compensatie<br />

zelfs 100 procent van de restschuld. Voor mensen met<br />

betalingsproblemen geldt een coulanceregeling. Indien zij niet<br />

in staat zijn om maandtermijnen en/of restschuld te betalen,<br />

wordt deze kwijtgescholden.<br />

Het is te danken aan de inspanningen van voormalig president<br />

van de Europese Centrale Bank, Wim Duisenberg, dat partijen<br />

bij elkaar konden worden gebracht. Mede gezien zijn belangrijke<br />

rol in dit proces kwam het bericht van het overlijden van<br />

Duisenberg op 30 juli 2005 als een grote schok.<br />

4.2 Ahold-schikking: 1,51 dollar per aandeel<br />

Op 28 november werd – samen met de Amerikaanse classactionadvocaten<br />

– een schikking bereikt van 1,1 miljard<br />

dollar met Ahold. Dit bedrag zal na aftrek van kosten via de<br />

Amerikaanse class-actionprocedure onder gedupeerde Aholdbeleggers<br />

worden verdeeld. In aanmerking komen beleggers<br />

die in de periode van 30 juli 1999 tot en met 23 februari 2003<br />

aandelen Ahold hebben gekocht. In het kader van de schikking<br />

13


is de <strong>VEB</strong> ermee akkoord gegaan af te zien van juridische<br />

procedures tegen Ahold. De door de <strong>VEB</strong> geëntameerde<br />

jaarrekeningprocedure is op 8 december 2005 geroyeerd.<br />

De eerste fase van de enquêteprocedure zal wel doorgang<br />

vinden, hetgeen betekent dat de <strong>VEB</strong> en het beleggend publiek<br />

kennis zullen kunnen nemen van het onderzoeksrapport. De<br />

<strong>VEB</strong> heeft altijd benadrukt dat zij – naast compensatie voor<br />

beleggers – inzicht wilde verkrijgen in de werkelijke gebeurtenissen<br />

zoals deze zich in de periode 1998-2003 hebben afgespeeld.<br />

Die doelstelling wordt derhalve bereikt. De verwachting<br />

is dat het enquêterapport in maart of april 2006 zal worden<br />

gepubliceerd. De <strong>VEB</strong> verwacht een uitgebreid rapport, mede<br />

op basis van het van 250.000 tot 1,35 miljoen euro verhoogde<br />

budget van de onderzoekers. Ahold-accountant Deloitte maakt<br />

geen deel uit van de schikking en het staat de <strong>VEB</strong> derhalve vrij<br />

om – namens Ahold-beleggers – een eventuele schadevergoedingsactie<br />

tegen Deloitte te starten.<br />

4.3 Gelijke behandeling<br />

De <strong>VEB</strong> ondersteunt de bereikte schikking omdat deze zorgt voor<br />

een substantiële compensatie voor diegenen die schade hebben<br />

geleden als gevolg van het mismanagement bij Ahold. De<br />

uitkomst is evident een compromis – het totale koersverlies van<br />

alle Ahold-aandeelhouders is immers aanzienlijk groter dan het<br />

schikkingsbedrag – maar de weg van doorprocederen zou grote<br />

onzekerheden hebben opgeleverd over de hoogte van een eventuele<br />

compensatie en het moment waarop deze aan de betreffende<br />

aandeelhouders ten goede zou kunnen komen. Vanuit<br />

het perspectief van Ahold is het schikkingsbedrag zodanig dat<br />

de vennootschap deze last kan dragen en dat uitvoering van de<br />

strategie daardoor niet in gevaar komt. Bij de praktische uitwerking<br />

van de schikkingen is ervoor gekozen het proces – van compensatie<br />

van beleggers – te laten verlopen via de Amerikaanse<br />

class-actionprocedure. Van eminent belang daarbij is dat geen<br />

onderscheid gemaakt zal worden tussen de Amerikaanse en<br />

de niet-Amerikaanse beleggers. In een eerdere procedure tegen<br />

Philips is dat voor de <strong>VEB</strong> een groot probleem geweest.<br />

4.4 Efficiënte en laagdrempelige afhandeling<br />

Het proces van de uitvoering van de schikkingsovereenkomst<br />

is in volle gang. De rechtbank van Maryland heeft op 9 januari<br />

2006 voorlopige goedkeuring aan de schikking gehecht, het<br />

tijdpad is nader ingevuld en de compensatie per aandeel wordt<br />

thans geschat op 1,51 dollar per aandeel (was: 1,00 tot 1,30 dollar).<br />

De <strong>VEB</strong> zet zich in voor een succesvolle afhandeling van<br />

deze schikking, waarbij een laagdrempelige en efficiënte afhandeling<br />

van de claims van naar schatting honderdduizenden<br />

Ahold-beleggers voorop staat. Dit heeft erin geresulteerd dat<br />

het aantal bij de <strong>VEB</strong> geregistreerde Ahold-beleggers is gestegen<br />

van 9.000 naar 45.000.<br />

4.5 Procedures tegen de <strong>VEB</strong><br />

Tot tweemaal toe werd de <strong>VEB</strong> zelf in een procedure betrokken.<br />

In april 2006 werd de <strong>VEB</strong> in kort geding gedagvaard<br />

door De Vries Robbe Groep (hierna: DVRG) in het kader<br />

van het artikel “De goocheltruc van George Tóth” dat op<br />

9 april jl. in Effect (nummer 7) was verschenen. In dit artikel<br />

heeft de <strong>VEB</strong> gewaarschuwd voor de risico’s verbonden aan<br />

beleggen in aandelen DVRG en een benadering gegeven van<br />

de fundamentele waarde van het aandeel. De drie positieve<br />

scenario’s die de <strong>VEB</strong> heeft doorgerekend resulteren in<br />

waarderingen van 11,3 tot 11,7 eurocent per aandeel DVRG. De<br />

beurskoers bedroeg op het moment van schrijven (4 april)<br />

1,62 euro. DVRG eiste rectificatie en stelde dat het artikel<br />

onjuist, onvolledig, tendentieus en kwetsend was. De<br />

rechtbank Den Haag heeft op 25 april 2006 alle vorderingen<br />

van DVRG afgewezen en DVRG veroordeeld in de kosten van<br />

het geding. Met dit vonnis is vast komen te staan dat de<br />

<strong>VEB</strong> aan de noodzakelijke zorgvuldigheid heeft voldaan en<br />

dat de waarschuwing van de <strong>VEB</strong> ten aanzien van (de risico’s<br />

verbonden aan) aandelen DVRG op een gedegen analyse<br />

gestoeld is.<br />

In het kader van de in 2004 gestarte juridische acties tegen<br />

Ahold, kreeg de <strong>VEB</strong> te maken met een claim van een individuele<br />

Ahold-aandeelhouder. Deze aandeelhouder stelde de <strong>VEB</strong><br />

aansprakelijk voor een bedrag van 5 miljoen euro, naar zijn<br />

zeggen de schade die hij zou lijden vanwege het optreden van<br />

de <strong>VEB</strong>. De rechtbank heeft deze aandeelhouder in het ongelijk<br />

gesteld, de vorderingen afgewezen en een kostenveroordeling<br />

uitgesproken.<br />

Voor de overige procedures wordt verwezen naar pagina 17<br />

bijlage Acties. ■<br />

14 V E R E N I G I N G V A N E F F E C T E N B E Z I T T E R S


5 DIENST VERLENING <strong>VEB</strong><br />

5.1 Grens 30.000 leden doorbroken<br />

Eind december 2005 werd de grens van 30.000 leden doorbroken.<br />

Voor de <strong>VEB</strong> is dit een belangrijke mijlpaal. De grens van<br />

10.000 leden werd gepasseerd in 1989, terwijl het ledental in<br />

1998 voor het eerst boven de 20.000 uit kwam. Per ultimo 2005<br />

bedroeg het ledental 30.264.<br />

De groei van de organisatie en de betrokkenheid bij twee<br />

grote schikkingen (Ahold en Dexia) zorgde voor een toename<br />

van de werkzaamheden van de <strong>VEB</strong>-organisatie. Met name de<br />

Ahold-actie zorgden voor een grote toestroom van aanmeldingen.<br />

De <strong>VEB</strong> heeft voor deze actie een speciale website<br />

V E R E N I G I N G V A N E F F E C T E N B E Z I T T E R S<br />

gecreëerd – www.aholdvergoeding.nl – waarop de laatste informatie<br />

over de class action staat, de meest gestelde vragen<br />

worden beantwoord en men zich kan registreren teneinde de<br />

claimformulieren te ontvangen. De <strong>VEB</strong> maakt voor de logistieke<br />

opzet van acties en communicatie met deelnemers steeds<br />

meer gebruik van internet en e-mail.<br />

Het <strong>VEB</strong>-beleggersblad Effect maakte een positieve ontwikkeling<br />

door. Met artikelen van prominenten in de beleggingswereld,<br />

analyses van individuele aandelen en extra aandacht<br />

voor beleggingsfondsen wordt ingespeeld op de wensen van de<br />

leden en lezers. De redactie slaagt er bovendien in toenemende<br />

mate in om spraakmakende artikelen te produceren die in de<br />

media worden opgenomen.<br />

De organisatie werd in 2005 <strong>verder</strong> versterkt. Per ultimo 2005<br />

waren 21 medewerkers in dienst van de <strong>VEB</strong>.<br />

5.2 Dag van het Aandeel groot succes<br />

De 27ste Dag van het Aandeel was een groot succes. Het congres<br />

werd door ongeveer 2.600 beleggers bezocht. Tijdens het<br />

congres werd Ahold-topman Anders Moberg geïnterviewd.<br />

Daarbij kwam ook de positie van Ahold in Schuitema (73 procent)<br />

aan de orde. Op de vraag of Moberg interesse had in de<br />

resterende 27 procent antwoordde hij dat dit een oplossing<br />

zou kunnen zijn. De koers van het aandeel Schuitema steeg<br />

met 5,7 procent bij een omzet die 20 keer zo hoog lag als<br />

gemiddeld. Panelleden Jan Aalberts (Aalberts Industries), Ben<br />

Noteboom (Randstad) en Ben Vree (Smit) waren eensgezind<br />

over het gebrek aan ondernemingslust in de top van het<br />

bedrijfsleven en onderschreven alle drie de stelling dat de<br />

kwaliteit van het management het belangrijkst is bij de selectie<br />

van aandelen. Het Blauwe Bord werd door <strong>VEB</strong>-voorzitter Henri<br />

Ophof uitgereikt aan Wessanen-topman Ad Veenhof vanwege<br />

zijn inspanningen voor een betere relatie met aandeelhouders<br />

Wessanen en de afschaffing van de certificering.<br />

15


5.3 Financiële gang van zaken <strong>VEB</strong><br />

De financiële gang van zaken was redelijk conform begroting.<br />

Geschoond voor bijzondere posten kwam het saldo van baten<br />

en lasten rond het break-evenniveau uit, iets beter dan het<br />

begrote tekort van 155.000 Tegenover lagere dan begrote lasten<br />

– door een vertraging in de uitbreiding van het personeelsbestand<br />

– stonden ook lagere dan verwachte contributie-inkomsten.<br />

Hoewel het beoogde ledental – 30.000 – werd gehaald,<br />

waren de gemiddelde contributie-opbrengsten lager doordat<br />

de groei zich vooral in het vierde kwartaal voordeed. Bovendien<br />

werd bij enkele acties korting verleend op de contributie. De<br />

compensatie voor gemaakte (directe en indirecte) kosten voor<br />

de Ahold-actie zorgt voor een bijzondere bate van 1,25 miljoen<br />

euro in 2005 en eenzelfde bedrag in 2006. Daarmee beschikt de<br />

<strong>VEB</strong> over voldoende middelen om nieuwe projecten te entameren<br />

en het beleid tot uitbreiding en versterking van de organisatie<br />

te continueren. Voorts zal – als de schikking definitief wordt<br />

– een bedrag van 8,82 dollar ten goede komen aan een door de<br />

<strong>VEB</strong> aan te wijzen stichting.<br />

5.4 Vooruitzichten 2006<br />

In het eerste kwartaal 2006 hebben de in 2005 gesignaleerde<br />

trends – Angelsaksisch aandeelhoudersactivisme en beursexits<br />

– zich voortgezet. De <strong>VEB</strong> merkt dat het begrip in het bedrijfsleven<br />

voor haar opstelling – focus op de langetermijnbelangen<br />

van aandeelhouders – sterk is gegroeid. Daarbij zou de <strong>VEB</strong><br />

zelfs een bondgenoot kunnen zijn, bijvoorbeeld in geval van te<br />

lage biedingen of avances van partijen die de belangen van het<br />

bedrijf kunnen- schaden. De <strong>VEB</strong> heeft budgettair meer ruimte<br />

om procedures te financieren en zal bijzondere aandacht blijven<br />

besteden aan het belang van minderheidsaandeelhouders in<br />

de overnamesituatie. Verder zullen de pijlen worden gericht op<br />

grote beursfondsen die nog steeds vasthouden aan de certificering.<br />

Ook de Europese aandeelhoudersbeweging is tot speerpunt<br />

verheven. Sinds 10 februari 2006 levert de <strong>VEB</strong> de voorzitter<br />

van de Europese koepelorganisatie Euroshareholders. ■<br />

Den Haag, 17 maart 2006<br />

Vereniging van Effectenbezitters,<br />

Drs. P.P.F. de Vries Prof. mr. drs. H.P.J. Ophof<br />

Directeur Voorzitter<br />

16 V E R E N I G I N G V A N E F F E C T E N B E Z I T T E R S


BIJL AGE ACTIES<br />

AHOLD: Schikking van ruim 1 miljard dollar<br />

Op 24 februari 2003 moest Ahold bekendmaken dat er sprake<br />

was van grootscheepse fraude bij het onderdeel US Foodservice.<br />

De winsten moesten met 880 miljoen dollar neerwaarts worden<br />

bijgesteld. Bovendien bleek dat Ahold de cijfers had opgepoetst<br />

door deelnemingen in de cijfers mee te nemen (te consolideren)<br />

waarover het bedrijf geen controle had. De indruk werd gewekt<br />

dat er wel controle bestond, maar uit geheime ‘sideletters’<br />

bleek dat de werkelijke verhoudingen anders lagen.<br />

Naar aanleiding van deze kwestie is de <strong>VEB</strong> grootschalige<br />

juridische acties gestart. Dat betreft een enquêteprocedure –<br />

onderzoek naar mogelijk wanbeleid – en een jaarrekeningprocedure.<br />

Het onderzoek naar mogelijk wanbeleid werd, ondanks<br />

verwoede pogingen van Ahold om die actie te blokkeren, op 6<br />

januari 2005 door de Ondernemingskamer toegewezen.<br />

In de periode daarna zijn verkennende gesprekken gevoerd<br />

met de <strong>VEB</strong> en de Amerikaanse advocaten die een leidende<br />

rol spelen bij het class-actionproces. Dat heeft geleid tot<br />

de bekendmaking van een grote schikking op 28 november<br />

2005. Toen sloot Ahold een schikking met zowel de <strong>VEB</strong> als de<br />

Amerikaanse advocaten.<br />

De hoofdlijnen van de schikking zijn:<br />

■ Een schikkingsbedrag van in totaal 1,1 miljard dollar dat – na<br />

aftrek van kosten – aan gedupeerde beleggers ten goede zal<br />

komen.<br />

■ Compensatie voor beleggers die tussen 30 juli 1999 en<br />

23 februari 2003 aandelen Ahold hebben gekocht.<br />

■ Aandeelhouders die in deze periode hebben gekocht én<br />

verkocht, worden gedeeltelijk gecompenseerd.<br />

■ Aandeelhouders die hun aandelen hebben gekocht in de<br />

aandelenemissie van september 2001 ontvangen waarschijnlijk<br />

een hogere vergoeding: deze ‘premie’ zal maximaal<br />

30 procent bedragen.<br />

■ Voor de <strong>VEB</strong>: intrekking van de jaarrekeningprocedure, geen<br />

nieuwe stappen in de enquêteprocedure. Het onderzoeksrapport<br />

wordt wel afgerond en gepubliceerd.<br />

V E R E N I G I N G V A N E F F E C T E N B E Z I T T E R S<br />

■ Afhandeling van de compensatie vindt plaats via de<br />

Amerikaanse class action.<br />

■ Geen mogelijkheid voor <strong>verder</strong>e stappen richting Ahold en<br />

betrokkenen, met uitzondering van accountant Deloitte.<br />

■ De schikking leidt bij Ahold in het derde kwartaal 2005 tot<br />

een bijzondere last na belastingen van 585 miljoen euro.<br />

In het vierde kwartaal wordt daarentegen een bijdrage verwacht<br />

van 100 miljoen dollar (65 miljoen netto).<br />

Nog geen definitief karakter<br />

De compensatieregeling heeft nog geen definitief karakter. Als<br />

(voormalige) houders van 180 miljoen aandelen Ahold aangeven<br />

geen gebruik te willen maken van de schikking (‘opt-out’), heeft<br />

Ahold de mogelijkheid de schikkingsovereenkomst te ontbinden.<br />

De kans dat dit zal gebeuren, is zeer klein. Voorts kunnen<br />

beleggers die tot de groep (‘class’) behoren bezwaar maken en<br />

ten slotte dienen de diverse stappen door de rechtbank van<br />

Maryland (VS) te worden geaccordeerd.<br />

17


Recente ontwikkelingen<br />

Op 9 januari 2006 heeft de rechtbank van Maryland zijn voorlopige<br />

goedkeuring gegeven aan het toewijzingsplan (‘Plan of<br />

Allocation’). Daarbij is sprake van een nadere invulling van de<br />

aanvankelijke regeling. De compensatie betreft nu (naar verwachting):<br />

■ 1,51 dollar per aandeel (gemiddeld) dat in de bewuste periode<br />

is gekocht en gehouden (ten minste tot en met 23 februari<br />

2003);<br />

■ 0,40 dollar per aandeel (gemiddeld) dat in de bewuste periode<br />

is gekocht en voor 23 februari 2003 met verlies is verkocht.<br />

Het vervolgtraject ten aanzien van de Ahold-schikking kent naar<br />

verwachting het volgende tijdsschema:<br />

Procedurestappen Ahold<br />

12 mei 2006 Einde opt-outmogelijkheid.<br />

16 juni 2006 Verwachte definitieve goedkeuring van<br />

de ‘Class Action Settlement’ door de<br />

rechtbank van Maryland.<br />

18 augustus 2006 Laatste registratiedag class action.<br />

medio 2007 Start uitbetaling.<br />

Meer dan 45.000 beleggers<br />

De <strong>VEB</strong> heeft zich zowel vóór de schikking als daarna sterk<br />

gemaakt om een zo breed mogelijk draagvlak te creëren en<br />

gedupeerden te bereiken. De <strong>VEB</strong> heeft op 28 november 2005<br />

een speciale website gelanceerd: www.aholdvergoeding.nl.<br />

Via deze website kunnen beleggers zich registreren voor de<br />

Ahold-actie. Tevens is actuele informatie beschikbaar over de<br />

afhandeling van de schikking, kunnen beleggers zich aanmelden<br />

voor de e-mailservice, en kunnen officiële documen-<br />

ten worden gedownload. De meest gestelde vragen worden<br />

op de site beantwoord. Van deze site is ook een Engelstalig<br />

equivalent gemaakt: www.aholdcompensation.com. Voorts<br />

heeft de <strong>VEB</strong> ten tijde van de juridische actie beleggers<br />

in negen andere Europese landen via advertenties opgeroepen,<br />

waaronder Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en<br />

Zweden. Daarbij is gebruikgemaakt van de contacten met de<br />

Europese koepelorganisatie Euroshareholders. Aanvankelijk<br />

hadden zich 9.000 gedupeerde beleggers bij de <strong>VEB</strong> gemeld.<br />

Thans is – in het kader van de schikking – het aantal geregistreerde<br />

(voormalige) Ahold-beleggers opgelopen tot ruim<br />

45.000.<br />

Enquête en strafzaak<br />

Met deze Ahold-schikking is de zaak nog niet ten einde.<br />

Allereerst wordt waarschijnlijk in het eerste kwartaal van 2006<br />

het enquêterapport van de onderzoekers gepubliceerd. Van hen<br />

wordt een uitgebreid rapport verwacht, gezien de budgetverhoging<br />

van 250.000 tot 1,35 miljoen euro die in de loop van het<br />

onderzoek is doorgevoerd. Op 6 maart jongstleden is de strafzaak<br />

tegen voormalig bestuurders Van der Hoeven (bestuursvoorzitter<br />

of ceo) en Meurs (financieel bestuurder of cfo) van<br />

start gegaan.<br />

DEXIA / LEGIOLEASE: Grote schikking met Dexia<br />

Op 28 april 2005 werd, onder leiding van oud-ECB-president<br />

Duisenberg, een schikking getroffen tussen Dexia enerzijds<br />

en de Stichtingen Leaseverlies & Eegalease, de <strong>VEB</strong> en de<br />

Consumentenbond anderzijds. Deze regeling voorziet in de<br />

vergoeding van een aanzienlijk gedeelte van de restschuld voor<br />

de overgrote meerderheid van beleggers in aandelenleaseproducten<br />

van Dexia/Legiolease.<br />

18 V E R E N I G I N G V A N E F F E C T E N B E Z I T T E R S


De hoofdlijnen van deze schikking zijn:<br />

■ compensatie bij afgelopen contracten van tweederde van de<br />

restschuld;<br />

■ compensatie bij lopende contracten op het moment van<br />

afloop of bij het verstrijken van de minimumlooptijd van<br />

tweederde van de restschuld;<br />

■ in geval van overeenkomsten zonder handtekening van<br />

echtgeno(o)t(e)/partner: kwijtschelding van de gehele restschuld;<br />

■ eventuele winsten uit eerdere contracten worden verrekend;<br />

■ diegenen die in financiële problemen verkeren, vanwege<br />

inkomen of beperkt vermogen, kunnen een beroep doen op<br />

de Coulance-regeling.<br />

De totale kosten van deze regeling bedragen circa 1 miljard<br />

euro, waarvan circa 218 miljoen euro is bijgedragen door Aegon<br />

die tot 2000 eigenaar was van Legiolease. De <strong>VEB</strong> beveelt<br />

de Duisenberg-Regeling van harte aan. Een ruime meerderheid<br />

van de gedupeerde beleggers die zijn aangesloten bij de<br />

Stichtingen Eegalease en Leaseverlies (80%) heeft vóór deze<br />

regeling gestemd. De uitvoering van de regeling is inmiddels<br />

van start gegaan. De <strong>VEB</strong> benadrukt wel dat betrokken beleggers<br />

zelf moeten beslissen of zij van de regeling gebruik willen<br />

maken.<br />

Ondersteuning WCAM-verzoek<br />

Samen met de Consumentenbond, de Stichtingen en Dexia<br />

heeft de <strong>VEB</strong> op basis van de Wet Collectieve Afwikkeling<br />

Massaschade eind 2005 een verzoek bij de rechter ingediend<br />

om de Duisenberg-Regeling algemeen verbindend te laten verklaren.<br />

De regeling geldt dan voor alle Dexia/Legiolease klanten,<br />

waardoor het vrijblijvende karakter in beginsel vervalt. Echter,<br />

ook met dit verzoek blijven Dexia-gedupeerden vrij om van de<br />

regeling wel of geen gebruik te maken. Als een belegger alsnog<br />

niet gebonden wenst te zijn, moet hij middels een korte schriftelijke<br />

mededeling aan Dexia laten weten dat hij niet onder de<br />

V E R E N I G I N G V A N E F F E C T E N B E Z I T T E R S<br />

regeling wil vallen. Desgewenst kan een belegger op eigen<br />

gelegenheid <strong>verder</strong> procederen.<br />

Voor een uitgebreide toelichting en de voorwaarden verwijzen<br />

wij naar www.dexialease.nl.<br />

KPNQWEST: Vertragingstactiek<br />

grootaandeelhouders<br />

De <strong>VEB</strong> is in augustus 2005 een juridische actie gestart inzake<br />

KPNQwest. De vereniging heeft, mede namens aandeelhouders<br />

met circa 700.000 aandelen, een verzoek ingediend bij<br />

de Ondernemingskamer om een onderzoek te gelasten naar<br />

het beleid en de gang van zaken bij KPNQwest NV. De <strong>VEB</strong> is<br />

van mening dat er sprake is geweest van wanbeleid en mismanagement<br />

bij KPNQwest, hetgeen in 2002 heeft geleid tot<br />

het faillissement van dit bedrijf. Beleggers hebben daardoor<br />

omvangrijke schade geleden. KPNQwest is in 1999 naar de beurs<br />

gegaan, waarbij 51,5 miljoen aandelen werden geplaatst voor<br />

ruim 1 miljard euro (20 euro per aandeel). Op basis van eigen<br />

vooronderzoek is bij KPNQwest onder meer sprake geweest van<br />

mismanagement, het verstrekken van misleidende informatie,<br />

een inadequate administratie, belangenverstrengeling met<br />

19


grootaandeelhouders en onvoldoende toezicht/controle door de<br />

commissarissen en de accountant.<br />

De <strong>VEB</strong> heeft de Stichting <strong>VEB</strong> Actie KPNQwest opgericht, die<br />

zich inzet om een schadevergoeding te verkrijgen voor gedupeerde<br />

beleggers. KPNQwest-beleggers worden opgeroepen zich<br />

bij deze actie van de <strong>VEB</strong> en de stichting aan te sluiten.<br />

De grootaandeelhouders KPN en Qwest en de voormalige<br />

bestuurder en commissarissen van KPNQwest hebben<br />

gepoogd het enquêteverzoek van de <strong>VEB</strong> te laten stranden op<br />

het verweer dat de failliete boedel van KPNQwest de kosten<br />

van een onderzoek niet zal kunnen dragen, als een onderzoek<br />

naar het beleid en de gang van zaken wordt toegewezen,.<br />

De Ondernemingskamer heeft dat verweer afgewezen en<br />

bepaald dat de behandeling van het enquêteverzoek van de<br />

<strong>VEB</strong> betreffende KPNQwest kan worden voortgezet. Deze actie<br />

heeft hierdoor wel vier tot zes maanden vertraging opgelopen.<br />

Procedurestappen KPNQwest<br />

23 augustus 2005 Verzoekschrift bij Ondernemingskamer.<br />

23 november 2005 Regiezitting over verloop procedure.<br />

15 december 2005 Mondelinge behandeling KPNQwest<br />

kostenkwestie.<br />

9 januari 2006 Beschikking: bezwaar afgewezen,<br />

procedure voortgezet.<br />

14 maart 2006 Indiening verweerschriften.<br />

juni 2006 Inhoudelijke behandeling enquêteverzoek<br />

bij de Ondernemingskamer.<br />

LANDIS: <strong>VEB</strong> geeft garantie voor<br />

onderzoekskosten<br />

Op 31 oktober 2003 gelastte de Ondernemingskamer een<br />

enquêteonderzoek naar het beleid en de gang van zaken rond<br />

het faillissement van Landis. Mr. Van den Blink werd door<br />

de Ondernemings-kamer tot onderzoeker benoemd en het<br />

budget werd vastgesteld op 45.000 euro. Deze kosten dienen<br />

volgens de wet te worden gedragen door de vennootschap. Na<br />

toewijzing van het onderzoek weigerden curatoren Van Andel<br />

en Dulack evenwel de kosten van het onderzoek te dragen.<br />

Daarop dienden de <strong>VEB</strong> c.s. een aanvullend verzoekschrift in bij<br />

de Ondernemingskamer, waarin werd verzocht de curatoren te<br />

verplichten de onderzoekskosten te betalen. Dit verzoek werd<br />

door de Ondernemingskamer gehonoreerd, maar in cassatie<br />

bleef die uitspraak niet overeind. In cassatie werd – parallel aan<br />

de zaak Decidewise – bepaald dat deze kosten geen boedelschulden<br />

zijn.<br />

Vanwege de onwenselijkheid van <strong>verder</strong>e vertraging heeft<br />

de <strong>VEB</strong> medio december 2005 aan de onderzoeker een garantie<br />

verstrekt voor 15.000 euro, zodat deze zijn onderzoek naar het<br />

beleid en de gang van zaken bij Landis kan aanvangen. Het<br />

onderzoek beslaat de periode van 11 maart 1998 (datum beursgang)<br />

tot en met 8 juli 2002 (datum faillissement) en betreft<br />

naast Landis Group NV tevens de gefailleerde dochterondernemingen<br />

Landis Group BV, Landis Group International BV en<br />

Detron BV.<br />

De <strong>VEB</strong> verwacht dat het onderzoek zal uitwijzen dat er sprake<br />

is geweest van wanbeleid. De <strong>VEB</strong> is van mening dat voormalig<br />

topman Paul Kuiken, die overigens al is veroordeeld voor<br />

valsheid in geschrifte en het wijzigen van optievoorwaarden,<br />

beleggers heeft misleid ten aanzien van de stand van zaken bij<br />

Landis, de prognoses voor omzet- en resultaatontwikkeling en<br />

de debiteurenpositie.<br />

Vertragingstactiek curatoren<br />

De <strong>VEB</strong> is zeer teleurgesteld in de opstelling van de curatoren.<br />

De <strong>VEB</strong> kan niet anders dan constateren dat curatoren Van<br />

Andel en Dulack een bewuste vertragingsstrategie hebben<br />

gevolgd, waardoor de start van het feitelijke onderzoek een<br />

vertraging van maar liefst 26 maanden heeft opgelopen. In het<br />

20 V E R E N I G I N G V A N E F F E C T E N B E Z I T T E R S


kader van deze procedure hebben de curatoren steeds aangegeven<br />

dat het door de Ondernemingskamer gelaste onderzoek<br />

overbodig zou zijn omdat zijzelf al een onderzoek naar de gang<br />

van zaken bij Landis zijn gestart. Die aankondiging dateert van<br />

16 juli 2002. In februari 2006 is dat eigen onderzoek evenwel<br />

nog steeds niet gepubliceerd. Het verzet van de curatoren heeft<br />

bovendien aanzienlijke kosten met zich meegebracht – van de<br />

advocaat en van de curatoren zelf – die mogelijk het bedrag van<br />

45.000 euro benaderen of overschrijden.<br />

LCI: Financiering toegewezen enquête onzeker<br />

De Ondernemingskamer heeft het enquêteverzoek van de<br />

<strong>VEB</strong> inzake LCI Technology toegewezen. Het verzoek is ingediend<br />

op 11 oktober 2004 en de mondelinge behandeling<br />

vond plaats op 16 december 2004. De <strong>VEB</strong> heeft om deze<br />

enquête – een onderzoek naar mogelijk wanbeleid – verzocht<br />

vanwege de opmerkelijk snelle ondergang van dit ict-bedrijf<br />

en de veel te optimistische berichtgeving. Onder leiding van<br />

Sam Asseer werd beleggers een hoge winstgroei in het vooruitzicht<br />

gesteld, werd hoog opgegeven van de Smartpen en<br />

werd geschermd met een claim van 237 miljoen dollar tegen<br />

Motorola. Uiteindelijk werd hierop 275.000 dollar betaald. De<br />

Smartpen was onvoldoende uitontwikkeld en is nooit in productie<br />

genomen.<br />

Onderzoeksbudget: 60.000 euro<br />

De Ondernemingskamer is mede op basis van het rapport<br />

van curatoren van oordeel dat er gegronde redenen zijn om<br />

aan een juist beleid te twijfelen en wees het enquêteverzoek<br />

derhalve toe. De Ondernemingskamer heeft bepaald dat de<br />

periode van 24 augustus 1994 (aantreden van Sam Asseer<br />

als algemeen directeur) tot en met 17 december 2001 dient<br />

te worden onderzocht. Het onderzoeksbudget is bepaald op<br />

60.000 euro, welke kosten in beginsel door de onderneming<br />

dienen te worden gedragen. De <strong>VEB</strong> zal een beroep doen<br />

V E R E N I G I N G V A N E F F E C T E N B E Z I T T E R S<br />

op de overheid en op eventuele derden om een bijdrage te<br />

leveren aan het onderzoeks-budget. De Ondernemingskamer<br />

heeft laten weten op korte termijn een onderzoeker te benoemen.<br />

Procedurestappen LCI<br />

11 oktober 2004 Verzoekschrift <strong>VEB</strong> en 18 verzoekers.<br />

16 december 2004 Mondelinge behandeling.<br />

3 januari 2006 Beschikking: Ondernemingskamer wijst<br />

onderzoek toe.<br />

31 januari 2006 <strong>VEB</strong> geeft visie op funding van onderzoekskosten.<br />

LAURUS: Ombouwoperatie mislukt<br />

Op 16 oktober 2003 concludeerde de Ondernemingskamer dat<br />

er in de periode van 1 januari 2000 tot en met medio augustus<br />

2001 sprake is geweest van wanbeleid bij Laurus. Dat wanbeleid<br />

heeft betrekking op de operatie Groenland (de omvorming van<br />

Super de Boer en Edah tot Konmar-winkels). Niet alleen de toenmalige<br />

hoofddirectie onder leiding van Ole van der Straaten is<br />

daaraan schuldig, maar ook de raad van commissarissen wordt<br />

medeverantwoordelijk gehouden.<br />

Laurus en de (oud-)commissarissen zijn in cassatie gegaan<br />

tegen de uitspraak van de Ondernemingskamer. Zij vonden de<br />

motivering van de Ondernemingskamer onvoldoende. De Hoge<br />

Raad draaide de uitspraak van de Ondernemingskamer terug.<br />

De Hoge Raad kwam tot de conclusie dat Albada Jelgersma, die<br />

de procedure als grootaandeelhouder startte, niet ontvankelijk<br />

was omdat de punten waarover wanbeleid is uitgesproken niet<br />

door de verzoekers waren aangedragen.<br />

De <strong>VEB</strong>, die als belanghebbende aan deze zaak heeft deelgenomen,<br />

beraadt zich over de vraag of zij in dit dossier nog<br />

<strong>verder</strong>e stappen zal ondernemen.<br />

21


MEESPIERSON: Falcons op aandelen Cap Gemini<br />

Deze zaak betreft de falcons (een soort langlopende opties)<br />

op aandelen Cap Gemini NV, die het recht gaven om voor elke<br />

zes falcons één aandeel Cap Gemini NV te kopen voor 150 gulden<br />

(68,08 euro). Toen Cap Gemini SA (de Franse moeder) een<br />

bod deed op alle aandelen van de Nederlandse NV wijzigde<br />

MeesPierson eenzijdig de voorwaarden, onder andere door de<br />

uitoefentermijn te verkorten van 31 maart 2000 tot 27 augustus<br />

1999. Onder de nieuwe voorwaarden vertegenwoordigden de<br />

falcons een ten minste 50 procent lagere waarde. Direct na de<br />

aankondiging van de wijziging op 13 augustus 1999 daalde de<br />

waarde van een falcon al van 1,14 naar 0,70 euro.<br />

<strong>VEB</strong> overweegt hoger beroep<br />

In 1999 heeft de <strong>VEB</strong> reeds een kort geding in deze zaak<br />

gevoerd, dat op opmerkelijke gronden werd verloren. De <strong>VEB</strong><br />

is in deze zaak een bodemprocedure gestart en heeft in dit<br />

kader op 13 augustus 2003 Fortis Bank, als rechtsopvolger van<br />

MeesPierson, gedagvaard. De <strong>VEB</strong> verzocht de rechter om een<br />

verklaring voor recht dat Fortis aansprakelijk is voor de schade<br />

van beleggers in falcons op het aandeel Cap Gemini die in 1998<br />

door MeesPierson werden uitgegeven. Beleggers hebben naar<br />

de mening van <strong>VEB</strong> evident schade geleden, omdat MeesPierson<br />

op 13 augustus 1999 de voorwaarden voor uitoefening van deze<br />

falcons eenzijdig heeft gewijzigd. De vordering van de <strong>VEB</strong> is<br />

door de rechtbank op 28 mei 2005 afgewezen. De <strong>VEB</strong> overweegt<br />

om het hoger beroep in deze zaak, mede ook vanwege de<br />

principiële vragen die in deze zaak spelen, door te zetten.<br />

UNILEVER PREFS: Belofte gebroken<br />

De zaak omtrent de Unilever-prefs heeft zijn oorsprong in 1999.<br />

Toen kondigde Unilever een superdividend aan van ruim 15<br />

miljard gulden (6,8 miljard euro), wat neerkwam op 14,50 of 6,58<br />

euro per aandeel. Omdat het contante dividend bij een deel<br />

van de aandeelhouders, onder wie Nederlandse particulieren,<br />

fiscaal zwaar zou worden belast, werd een alternatief in aandelen<br />

(prefs) gecreëerd. Dat instrument zou na vijf jaar tegen<br />

de oorspronkelijke “waarde” mogen worden afgelost. Dat betekende<br />

dat deze beleggers vijf jaar op hun geld zouden moeten<br />

wachten met een zeer lage dividendvergoeding om dan hun<br />

superdividend te kunnen toucheren.<br />

Unilever koos evenwel een andere weg. Op 23 maart 2004<br />

kondigde het bedrijf aan de prefs te willen converteren in gewone<br />

aandelen (een clausule die in de kleine lettertjes was opgenomen)<br />

waarbij 11,2 prefs zouden worden omgezet in 1 gewoon<br />

aandeel Unilever. Deze conversie heeft op 15 februari 2005 zijn<br />

beslag gehad. De facto ontvingen de prefhouders hierdoor niet<br />

6,58 euro, maar 4,58 euro, een schade van 2 euro per aandeel.<br />

Bij 211 miljoen uitstaande aandelen bedraagt het totale nadeel<br />

voor de prefhouders 422 miljoen euro.<br />

Weerstand breed gedragen<br />

Een groep van houders van preferente aandelen Unilever, onder<br />

wie Common Wealth Investments, Effectenbank Stroeve, Veer<br />

Palthe Voûte en de <strong>VEB</strong>, heeft besloten juridische actie te ondernemen<br />

tegen Unilever. In dat kader is op 12 juli 2004 een verzoek<br />

ingediend bij de Ondernemingskamer tot het gelasten van<br />

een enquête naar het beleid en de gang van zaken bij Unilever.<br />

Op 6 september 2004 heeft de mondelinge behandeling van het<br />

verzoek van onder andere de <strong>VEB</strong> plaatsgevonden.<br />

Op 21 december 2004 heeft de Ondernemingskamer het<br />

enquêteverzoek toegewezen. Vervolgens zijn drie enquêteurs<br />

aangesteld om de zaak te onderzoeken. De groep prefhouders<br />

is verheugd over deze uitspraak en ziet zich gesteund in haar<br />

oordeel dat Unilever ernstig is tekortgeschoten in de informatievoorziening<br />

naar haar (preferente) aandeelhouders.<br />

Cassatieberoep verworpen<br />

De Hoge Raad heeft het cassatieberoep van Unilever tegen de<br />

beschikking van de Ondernemingskamer om een enquête te<br />

gelasten naar de preferente aandelen Unilever (nominaal 10<br />

22 V E R E N I G I N G V A N E F F E C T E N B E Z I T T E R S


cent) op 18 november 2005 verworpen. Dat betekent dat het<br />

onderzoek dat door de Ondernemingskamer is bevolen afgerond<br />

zal worden. De <strong>VEB</strong> verwacht het rapport in het voorjaar<br />

van 2006 en ziet dit met vertrouwen tegemoet.<br />

VODAFONE/LIBERTEL: 50% hogere uitkoopprijs?<br />

In het kader van de uitkoopprocedure bij Vodafone Libertel<br />

NV heeft een team van deskundigen een analyse gemaakt<br />

van de waarde van dit aandeel. Terwijl Vodafone Group Plc de<br />

uitkoopprijs wil laten vaststellen op 11 euro, zijn de door de<br />

Ondernemingskamer aangewezen deskundigen tot een andere<br />

vaststelling gekomen. De deskundigen hebben, na Vodafone<br />

Group, <strong>VEB</strong> en een individuele aandeelhouder te hebben<br />

gehoord, een analyse gemaakt van de huidige waarde van het<br />

aandeel. De uitkomsten van de diverse methoden variëren van<br />

15,20 euro tot 17,80 euro per aandeel. Op basis hiervan komen<br />

de deskundigen tot een waardebepaling van 16,50 euro per aandeel.<br />

Dat is 50 procent meer dan de prijs die Vodafone Group<br />

aanvankelijk wil betalen. Hiervan is de <strong>VEB</strong> op vrijdag 17 december<br />

2004 door de Ondernemingskamer op de hoogte gebracht.<br />

Vertraging door voegingsincident<br />

Door een verzoek aan de zijde van Vodafone om een onderdeel<br />

van de Groep zich te laten voegen in de uitkoopprocedure, heeft de<br />

Ondernemingskamer op 21 juli 2005 een tussenbeschikking genomen,<br />

waardoor de procedure bijna zes maanden is vertraagd.<br />

Einde procedure in zicht<br />

De <strong>VEB</strong> heeft begin oktober 2005 in een antwoordakte na het<br />

deskundigenbericht de stellingen van Vodafone betwist, het<br />

deskundigenbericht (gedeeltelijk) bevestigd en bepleit dat de<br />

laatste ontwikkelingen een hogere prijs vergen. Op 12 januari<br />

2006 heeft de Ondernemingskamer deze zaak behandeld en<br />

heeft de <strong>VEB</strong> aangevoerd dat zij een aanvullend onderzoek<br />

wenst, aangezien het eerste onderzoek alweer dateert uit<br />

V E R E N I G I N G V A N E F F E C T E N B E Z I T T E R S<br />

november 2004 en er in het afgelopen jaar belangrijke ontwikkelingen<br />

plaatsvonden in de mobiele telecombranche. Hierbij<br />

valt te denken aan de groei in de mobiele sector, het bod op O2<br />

door Telefónica en de overname van Telfort door KPN.<br />

Een positief punt van de zijde van Vodafone is dat zij heeft<br />

aangegeven dat ook zij zo spoedig mogelijk de uitkoopprocedure<br />

wenst te beëindigen. Als de Ondernemingskamer alsnog<br />

een aanvullend onderzoek gelast, ligt het voor de hand dat dit<br />

gezien hun bekendheid met de zaak, zal worden verricht door<br />

dezelfde onderzoekers. De verwachting is dat de uitkoopprocedure<br />

dan in de loop van dit jaar wel zijn beslag zal vinden.<br />

Procedurestappen Vodafone Libertel<br />

22 november 2004 Deskundigenbericht. Deskundigen stellen<br />

waarde aandeel Vodafone Libertel<br />

op 16,50 (50% boven bod van PLC).<br />

21 juli 2005 Verzoek tot voeging van twee Vodafone<br />

maatschappijen toegewezen.<br />

13 oktober 2005 Antwoordakte van <strong>VEB</strong> in reactie op<br />

deskundigenbericht.<br />

12 januari 2006 Mondelinge behandeling.<br />

9 maart 2006 Naar verwachting beschikking van<br />

Ondernemingskamer over voortgang.<br />

WORLD ONLINE: Nieuwe stappen in hoger beroep<br />

Deze zaak betreft de beursintroductie van World Online in<br />

maart 2000 tegen 43 euro per aandeel. Naar het oordeel van<br />

de <strong>VEB</strong> zijn beleggers bij deze beursintroductie ernstig misleid,<br />

hetgeen aanleiding was twee civiele procedures bij de rechtbank<br />

Amsterdam te starten: een tegen World Online en een<br />

tegen de banken ABN Amro en Goldman Sachs die de beursintroductie<br />

begeleidden. Eind 2003 stelde de rechter de <strong>VEB</strong> in<br />

23


haar procedure tegen World Online (gedeeltelijk) in het gelijk en<br />

oordeelde dat er sprake is geweest van misleiding.<br />

Dat de verschillende procedures in de World Online-zaak<br />

een lange adem zouden vergen, was de <strong>VEB</strong> van begin af aan<br />

duidelijk. Het wekte dan ook geen verbazing dat World Online<br />

tegen het veroordelende vonnis van 17 december 2003 in beroep<br />

is gekomen. Op 22 december 2005 heeft de <strong>VEB</strong> in dit hoger<br />

beroep haar memorie van antwoord genomen. Voorts heeft de<br />

<strong>VEB</strong> op enkele onderdelen die niet zijn toegewezen, zelf ook<br />

(incidenteel) beroep ingesteld tegen het genoemde vonnis.<br />

World Online is nu aan de beurt daarop haar visie te geven.<br />

Misleidende uitlatingen<br />

De Amsterdamse rechtbank oordeelde hard over de misleidende<br />

uitlatingen van bestuursvoorzitster Nina Brink ten tijde van de<br />

beursgang van World Online, maar was milder over de rol van<br />

ABN Amro en Goldman Sachs. Terwijl World Online werd veroordeeld<br />

de schade van beleggers te vergoeden ten gevolge van de<br />

misleiding, werden de vorderingen tegen de banken afgewezen.<br />

De <strong>VEB</strong> houdt echter vast aan haar stelling dat de banken mede<br />

aansprakelijk zijn voor het misleidende prospectus en is op 12<br />

maart 2004 tegen het vonnis in beroep gekomen.<br />

Vertragingstactiek<br />

ABN Amro en Goldman Sachs doen er alles aan om de procedures<br />

zo veel mogelijk te vertragen. Afspraken over de voortgang<br />

van de procedure zijn met beide banken niet te maken. Zo<br />

schroomden de banken niet om zelfs op een klein onderdeel,<br />

te weten een geringe wijziging van eis door de <strong>VEB</strong>, een procedureel<br />

incident op te werpen. Vanzelfsprekend wees het<br />

gerechtshof Amsterdam de bezwaren van de beide banken af.<br />

Ondertussen was wel de door de banken beoogde vertraging<br />

bereikt. De <strong>VEB</strong> heeft weinig waardering voor deze strategie.<br />

Procedurestappen World Online<br />

6 oktober 2005 Bezwaar door ABN Amro en Goldman<br />

Sachs tegen vermeerdering van eis.<br />

20 oktober 2005 Verweer <strong>VEB</strong> en Stichting <strong>VEB</strong> Actie WOL<br />

tegen dit bezwaar.<br />

17 november 2005 Rechtbank oordeelt dat bezwaar (van<br />

ABN & GS) ongegrond is.<br />

5 januari 2006 Memorie van Antwoord door ABN Amro<br />

en Goldman Sachs.<br />

16 maart 2006 Reactie <strong>VEB</strong> op producties ABN Amro en<br />

Goldman Sachs.<br />

n.n.b. Mondelinge behandeling.<br />

Ondertussen hebben de banken op 5 januari 2006 toch hun<br />

memorie van antwoord in het hoger beroep moeten nemen.<br />

Het is nu aan de <strong>VEB</strong> om op korte termijn te reageren op de<br />

extra stukken die door de beide banken nog in het geding zijn<br />

gebracht. Daarna kunnen partijen hun standpunten nogmaals<br />

mondeling toelichten en kan het hof zijn eindarrest wijzen.<br />

De <strong>VEB</strong> hoopt dat alle procedures in hoger beroep in deze<br />

zaak voor de zomer kunnen worden afgerond. Of het daarmee<br />

dan gedaan is, is nog maar de vraag. De <strong>VEB</strong> houdt er ernstig<br />

rekening mee dat een van de partijen nog in cassatie zal gaan.<br />

De belangen zijn er voor World Online, ABN Amro en Goldman<br />

Sachs groot genoeg voor. ■<br />

24 V E R E N I G I N G V A N E F F E C T E N B E Z I T T E R S

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!