Stroomlijn 2011-02.pdf - Transmuraal Netwerk
Stroomlijn 2011-02.pdf - Transmuraal Netwerk
Stroomlijn 2011-02.pdf - Transmuraal Netwerk
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Transmuraal</strong><br />
Magazine voor<br />
Midden-Holland<br />
Jaargang 11<br />
Juni <strong>2011</strong><br />
Nummer 2<br />
<strong>Stroomlijn</strong><br />
In dit nummer onder andere:<br />
Sociale netwerken<br />
“Werken over de muren van de instelling heen”<br />
Ondervoeding serieus aangepakt<br />
Virtuele dokter in opkomst
Colofon<br />
Jaargang 11 – Nummer 2<br />
Juni <strong>2011</strong><br />
<strong>Stroomlijn</strong> is een informatief transmuraal magazine<br />
van en voor zorgverleners in de regio<br />
Midden-Holland en verschijnt vier maal per jaar.<br />
Hoofdredactie<br />
Lia Donkers, directeur <strong>Transmuraal</strong> <strong>Netwerk</strong> M-H<br />
Eindredactie<br />
Ineke Weverling, redactie secretaris <strong>Transmuraal</strong><br />
<strong>Netwerk</strong> MH<br />
Carla van Zuylen, communicatieadviseur<br />
<strong>Transmuraal</strong> <strong>Netwerk</strong> MH<br />
Redactie<br />
Aleid de Booij, afdelingsmanager algemene<br />
gezondheidzorg GGD HM<br />
Aris Bras, centrumleider Bloemendaal<br />
Zorgpartners MH<br />
Ruud Hogervorst, clustermanager Gemiva-SVG<br />
Groep<br />
Lidwien van Keep, bedrijfsarts ArboUnie<br />
Wilma van Twist, unitmanager kinderpoli Sophia<br />
Revalidatie Gouda<br />
Marnix de Romph, senior adviseur marketing<br />
Vierstroom<br />
Astrid van der Sanden, klinisch geriater GHZ<br />
Monique Pronk, preventiefunctionaris afdeling<br />
Preventie en Dienstverlening GGZ MH<br />
Vaste medewerkers<br />
Gerda Verbeek, journalist<br />
Lia Thorborg, journalist<br />
Gerben Stolk, journalist<br />
Marion Verstraeten, journalist<br />
Martin Droog, fotograaf [voor- en achterpagina]<br />
Tom van Wanrooij, The Cartoon Factory [strip]<br />
Redactie-adres<br />
<strong>Transmuraal</strong> <strong>Netwerk</strong> Midden-Holland (J49)<br />
Postbus 1098, 2800 BB Gouda<br />
Telefoon (0182) 50 55 34<br />
info@transmuraalnetwerk.nl<br />
www.transmuraalnetwerk.nl<br />
DTP en Druk<br />
Twigt grafisch facilitair, Waddinxveen<br />
Oplage<br />
2.000<br />
Copyright<br />
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, of<br />
openbaar gemaakt in enige vorm of op welke wijze dan<br />
ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de<br />
directie van <strong>Transmuraal</strong> <strong>Netwerk</strong> Midden-Holland.<br />
Agenda<br />
11 oktober <strong>2011</strong><br />
Regionale Zorgconferentie ‘Eind in zicht, kijk vooruit!’<br />
Geef goede palliatieve zorg<br />
ID College, Gouda<br />
11 november <strong>2011</strong><br />
Jaardiner KNMG afdeling Gouda<br />
Verzending<br />
U ontvangt <strong>Stroomlijn</strong> per post of via uw instelling. Eventuele wijzingen/correcties<br />
kunt u melden aan info@transmuraalnetwerk.nl of aan de contactpersoon bij uw<br />
instelling (zie onder).<br />
Overzicht van instellingen en contactpersonen:<br />
Arbo-Unie Gouda L. van Keep<br />
CIZ Midden-Holland A. Korthals<br />
Gemiva-SVG Groep B. Gemser<br />
GGD Midden-Holland directiesecretariaat<br />
GGZ Midden-Holland, locatie Ronsseweg directiesecretariaat<br />
GGZ Midden-Holland, Thijsselaan medische administratie<br />
GGZ Midden-Holland, locatie IJssellaan medische administratie<br />
GGZ Rivierduinen Leidschendam zorgsecretariaat<br />
Groene Hart Ziekenhuis K. Brussee<br />
ID College, Unit Gezondheidzorg Secretariaat<br />
Vierstroom BE’s directie secretariaten<br />
Vierstroom stafafdelingen afdelingssecretariaten<br />
Vierstroom locaties locatie secretariaten<br />
ZorgBrug secretariaat<br />
Zorgpartners Midden-Holland locatie secretariaten<br />
Dit tijdschrift is mede mogelijk gemaakt door:<br />
Arbo-Unie, Vierstroom, GGD Hollands-Midden, Gemiva-SVG Groep, Groene Hart Ziekenhuis,<br />
KNMG afdeling Gouda e.o., Regionale Organisatie Huisartsen Midden-Holland,<br />
GGZ Midden-Holland, Sophia Revalidatie, Zorgpartners Midden-Holland,<br />
UVIT Zorgverzekeraar, Vereniging Medische Staf Groene Hart Ziekenhuis.<br />
Volg ons op twitter:<br />
TMNGouda<br />
2 <strong>Stroomlijn</strong> Jaargang 11 | Nummer 2 | Juni <strong>2011</strong>
Inhoud<br />
Sociale netwerken; deel 1 'Met SNS heeft de cliënt de regie' . . . . . . . . . . . . . . . . .4<br />
Zichtbare schakel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7<br />
Ondervoeding serieus aangepakt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8<br />
Sociale netwerken; deel 2 'Mantelplan bespaart mantelzorgers stress' . . . . . .10<br />
Berichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12<br />
Virtuele dokter in opkomst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14<br />
Berichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .17<br />
Kleinschalig werken in grootschalige organisatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18<br />
Victor Chang (68), radioloog . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .20<br />
Sociale netwerken; deel 3 'Eigen Kracht-conferentie legt mandaat<br />
bij de mensen zelf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22<br />
Ken uw streek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24<br />
Highlights<br />
Sociale netwerken<br />
“Voor hulpvragers is het belangrijk, dat de professionals<br />
in de zorg en maatschappelijke hulpverlening zicht krijgen<br />
op de sociale netwerken van die hulpvrager.” In dit nummer<br />
aandacht voor een aantal varianten. Pagina 4<br />
“Werken over de muren van de instelling heen”<br />
Verpleegkundigen bieden als Zichtbare schakels hulp aan<br />
mensen met een lage sociaal economische status, zoals<br />
ouderen, allochtonen en overbelaste mantelzorgers.<br />
Linda Hart: “Wij werken over de muren van instellingen<br />
heen.” Pagina 7<br />
Ondervoeding serieus aangepakt<br />
In de zorgsector is er steeds meer aandacht voor<br />
ondervoeding. Terecht, want het heeft grote gevolgen<br />
voor de patiënt zoals trager herstel en verminderd<br />
inspanningsvermogen. Wat wordt er op dit gebied in<br />
Midden-Holland gedaan? Pagina 8<br />
Virtuele dokter in opkomst<br />
Als je MIJN ING, MijnKPN en Mijn ANWB hebt, waarom dan<br />
niet ook Mijn Zorg? Ideaal om informatie digitaal uit te<br />
wisselen tussen organisatie en cliënt. Over de tendens van<br />
Power to the Patient. Pagina 14<br />
Ontmanteld<br />
Eén van mijn favoriete fietstochten<br />
gaat over een voormalige spoorweg,<br />
inmiddels ontmanteld. Dwars<br />
door de velden, lekker rustig en<br />
aangenaam vlak. De fietst glijdt<br />
lichtjes door het landschap. Bij het<br />
passeren van een idyllisch stationnetje<br />
of een verstilde spoorbrug<br />
denk ik aan vroegere tijden.<br />
Hoeveel mensenwerk heeft het<br />
wel niet gekost om de rails aan te<br />
leggen? Wie waren de arbeiders,<br />
de constructeurs en de geldschieter?<br />
De eerste reizigers? Hadden zij<br />
een soort optimistisch Titanic<br />
gevoel? Ik probeer me de negotie<br />
bij het station voor te stellen.<br />
Allemaal achterhaald. Sommige<br />
spoorlijntjes hebben maar tien jaar<br />
dienst gedaan. Inschattingsfout?<br />
Boskoop trok bij het station een<br />
fraai expositiegebouw op omdat<br />
de bezoekers van de bloemen -<br />
tentoonstellingen per trein<br />
zouden komen. Het monumentale<br />
pand heeft de functie maar enkele<br />
jaren gehad. De oorlog kwam<br />
ertussen. Je krijgt het niet verzonnen,<br />
maar elk project heeft zijn<br />
spook. Opeens duikt een schrikbeeld<br />
op en de heleboel gaat plat.<br />
Zo hoorde ik bij de stagnatie van<br />
miljoenenprojecten voor het eerst<br />
van korenwolven en jonge platvis.<br />
En pas nog bij de behandeling van<br />
de EPD-wetgeving in de Eerste<br />
Kamer viel het woord privacylek.<br />
Dodelijk. Einde verhaal.<br />
Miljoenenschade.<br />
Inschattingsfout? Ik ben benieuwd<br />
wie de landelijke infrastructuur<br />
voor het EPD overneemt en of er<br />
nog iets moois van te maken is.<br />
Een ontmantelde digitale snelweg<br />
voor recreatief gebruik, dat lijkt me<br />
wel wat.<br />
Lia Donkers<br />
Directeur<br />
<strong>Transmuraal</strong><br />
<strong>Netwerk</strong> Midden-<br />
Holland<br />
<strong>Stroomlijn</strong> Jaargang 11 | Nummer 2 | Juni <strong>2011</strong> 3
Sociale netwerken<br />
“Iedereen beschikt over een netwerk. Niet iedereen<br />
is zich er wellicht dagelijks van bewust. De geprofessionaliseerde<br />
samenleving maakt de kracht van en<br />
verbinding met familie en sociaal netwerk vaak<br />
onzichtbaar. Mensen maken echter allemaal deel<br />
uit van één of meer kringen, die een band hebben,<br />
informatie uitwisselen en elkaar kunnen ondersteunen<br />
als het nodig is,” zegt drs. Riet Portengen van<br />
SoNeStra (kennisalliantie voor werken vanuit Sociale<br />
<strong>Netwerk</strong>Strategieën).<br />
“Voor hulpvragers is het belangrijk, dat de professionals in<br />
de zorg en maatschappelijke hulpverlening zicht krijgen op<br />
de sociale netwerken van die hulpvrager. Familieleden, collega’s,<br />
vrienden, buren of andere bekenden kunnen een<br />
plan maken, besluiten nemen op basis van gevraagde<br />
informatie en het plan uitvoeren. Vanuit dat plan kan een<br />
vraag komen aan professionals om in samenwerking hulp<br />
te bieden. Verkenning van het sociale netwerk maakt<br />
krachten zichtbaar en verbindt de cliënt en de mensen die<br />
MEE, Kwadraad en STEK Jeugdhulp gaan regiobreed<br />
Met SNS heeft de<br />
cliënt de regie<br />
In Midden-Holland leiden MEE, Kwadraad en STEK Jeugdhulp<br />
een aanzienlijk deel van hun medewerkers op in het werken<br />
vanuit Sociale <strong>Netwerk</strong> Strategieën (SNS).<br />
“Het gaat niet om het toepassen van een nieuwe truc,” zegt<br />
MEE-praktijkbegeleider en –consulent Jos Jonker.<br />
Hij vervolgt: “Het is een filosofie die<br />
past in de tijdgeest: mensen willen<br />
hun eigen keuzes maken en geven<br />
de regie over hun leven niet graag<br />
uit handen. Ook bij onze klanten<br />
bestaat de behoefte om zelf de regie<br />
te houden. SNS stelt mensen in staat<br />
om zoveel mogelijk autonoom hun<br />
probleem op te lossen en een plan<br />
voor de toekomst te maken met<br />
steun van hun netwerk.”<br />
Het betekent een flinke omslag voor<br />
de professionele hulpverleners.<br />
Jonker, die inmiddels ervaring heeft<br />
opgedaan, beaamt: “Vooral in het<br />
begin kost het echt moeite om niet<br />
meteen in de helpersrol te schieten<br />
en oplossingen aan te dragen. Je<br />
krijgt een andere rol. Wij motiveren,<br />
activeren en faciliteren het proces,<br />
we leveren informatie en deskundigheid,<br />
die de cliënt, zijn familie en<br />
voor hem belangrijk zijn in de toekomst. Professionals<br />
moeten zich realiseren dat zij slechts passanten zijn in het<br />
leven van een cliënt.” Het betekent een fundamenteel<br />
andere denkwijze in welzijn en zorg. Die bovendien tegemoet<br />
komt aan de noodzaak tot bezuinigingen die grenzen<br />
stellen aan de professionele zorg.<br />
In de gezondheidszorg, jeugdzorg en maatschappelijke<br />
hulpverlening is men tot het inzicht gekomen, dat het<br />
werken vanuit Sociale <strong>Netwerk</strong>Strategieën (SNS) een<br />
waardevolle aanvulling is op de positie verbetering van de<br />
cliënt en de bestaande werkwijze binnen de organisaties.<br />
Verschillende instellingen en zorgaanbieders in Midden-<br />
Holland zijn met de implementatie van deze attitudeverandering<br />
en werkwijze in hun organisaties. Zo kozen MEE,<br />
Kwadraad en STEK Jeugdhulp gezamenlijk voor de<br />
invoering van Sociale <strong>Netwerk</strong> Strategieën (SNS), waarover<br />
meer in bijgaand artikel. In dit nummer van <strong>Stroomlijn</strong> ook<br />
aandacht voor andere varianten, zoals de Eigen Kracht<br />
Conferentie (EK-c) en digitale ondersteuning via het<br />
Mantelplan.<br />
Sociale netwerken – deel 1<br />
Lia Thorborg, journalist<br />
sociaal netwerk vragen. Zij houden<br />
de verantwoordelijkheid voor de<br />
inhoud van het plan. Zij maken uit<br />
wat de gewenste toekomst is.”<br />
Wettelijk recht<br />
Voor de organisaties is het een<br />
vernieuwing in de manier waarop zij<br />
met de cliënt omgaan en een nieuw<br />
instrument in het dienstenpakket.<br />
“Wij vinden het bijzonder belangrijk<br />
4 <strong>Stroomlijn</strong> Jaargang 11 | Nummer 2 | Juni <strong>2011</strong>
Jos Jonker, praktijkbegeleider en consulent MEE Midden-Holland<br />
dat SNS is ingebed in de organisaties,”<br />
benadrukt MEE-manager Peter Ewals.<br />
“Ik weet dat er vergelijkbare initiatieven<br />
zijn, die los van de instellingen<br />
functioneren. Maar als professionals,<br />
die de subsidierelatie met de overheid<br />
onderhouden, hebben wij ten<br />
opzichte van onze cliënten een<br />
blijvende verantwoordelijkheid.<br />
Wij waken over de kwaliteit en de<br />
continuïteit. Bovendien is SNS geen<br />
alternatief voor professionele hulpverlening,<br />
maar een werkwijze. Iedere<br />
professional moet het werken vanuit<br />
SNS tussen de oren en in de vingers<br />
hebben. In staat zijn een Familie Net -<br />
werk Beraad te organiseren en<br />
vervolgens samen te werken in een<br />
actieteam.”<br />
In de gezondheidszorg, het maatschappelijke<br />
werk, bij mensen met<br />
én zonder beperking, bij jongeren,<br />
ouderen, andere culturen... volgens<br />
Ewals kan vrijwel iedere cliëntsituatie<br />
worden benaderd met SNS. Bij de<br />
AWBZ-geïndiceerde jeugdzorg<br />
hebben jongeren sinds kort zelfs<br />
wettelijk het recht om hun probleem<br />
in eerste instantie aan te pakken via<br />
een plan voor de toekomst (familieplan)<br />
dat zij samen met familie en<br />
sociaal netwerk maken.<br />
Landelijk is SNS al enige jaren actief,<br />
in Midden-Holland is het relatief<br />
nieuw. MEE heeft positieve ervaring<br />
in andere provincies. In Gouda en<br />
omstreken heeft MEE structurele<br />
samenwerking gezocht met<br />
Kwadraad en STEK Jeugdhulp. “We<br />
willen het gezamenlijk regiobreed<br />
uitrollen.” Daarom zijn de gemeenten<br />
van Midden-Holland dit voorjaar<br />
tijdens een ontbijtbijeenkomst uitvoerig<br />
voorgelicht over de mogelijkheden<br />
en voordelen van SNS. De<br />
reacties waren enthousiast.<br />
Bestuurders en ambtenaren zagen<br />
volgens Ewals de waarde ervan in.<br />
Niet alleen versterkt de strategie<br />
de positie van de cliënt, er kunnen<br />
ook oplossingen worden gekozen,<br />
die beter recht doen aan de eigen<br />
identiteit en cultuur. Eigen regie<br />
garandeert binnen familie en sociaal<br />
netwerk een breder draagvlak voor<br />
de gekozen oplossing en heeft<br />
daardoor een grotere kans van<br />
slagen. Niet te onderschatten is<br />
bovendien de financiële component:<br />
oplossingen in eigen kring en<br />
met eigen mensen voorkomen of<br />
vertragen de inzet van zwaardere (=<br />
duurdere) indicaties.<br />
Wat wil jij?<br />
Jos Jonker geeft een voorbeeld uit<br />
zijn praktijk. Een dertienjarig meisje<br />
met lichte verstandelijke beperking<br />
steelt, liegt, krijgt contacten met<br />
loverboys en is onhandelbaar. Haar<br />
moeder raakt overbelast en weet<br />
zich geen raad. Er vallen soms klappen.<br />
De school van het kind schakelt<br />
MEE in. Wanneer de consulent merkt<br />
dat de moeder niet meer weet hoe<br />
te handelen, vraagt hij wie kan helpen<br />
een plan te maken. “Ik tekende<br />
een kring van de mensen om haar<br />
heen. Het meisje pakte mijn stift en<br />
vertelde spontaan, wie zij wilde laten<br />
meedenken over wat zij nodig heeft.<br />
Daar was ik blij om, ze uitte een veranderingswens!<br />
We zien het bij SNS<br />
vaker. De situatie kantelt al voor de<br />
cliënt op het moment, dat de vraag<br />
gesteld wordt: ‘wat wil jij?’.”<br />
SNS is méér dan het Familie<strong>Netwerk</strong> -<br />
Beraad, zegt Jonker: “Het gaat om de<br />
benadering, om onze houding als<br />
professionele hulpverlener ten<br />
opzichte van de cliënt. In het verleden<br />
bedachten hulpverleners de<br />
oplossing, kwamen met een aanbod<br />
en probeerden de cliënt en zijn<br />
omgeving daar zoveel mogelijk bij te<br />
<strong>Stroomlijn</strong> Jaargang 11 | Nummer 2 | Juni <strong>2011</strong> 5
etrekken. Dat is bij SNS uit den<br />
boze. De hulpvrager staat centraal en<br />
geeft aan wat hij nodig heeft.”<br />
Familie<strong>Netwerk</strong>Beraad<br />
Dat wordt ook duidelijk in de volgende<br />
fase van de SNS-aanpak. Het netwerk,<br />
zoals in kaart gebracht door de<br />
cliënt, wordt gevraagd om bij elkaar<br />
te komen voor een Familie<strong>Netwerk</strong> -<br />
Beraad. In het geval van de 13-jarige<br />
en haar moeder was er behoefte aan<br />
iemand van haar school (speciaal<br />
onderwijs) en een psycholoog. “Zij<br />
brengen tijdens deze bespreking<br />
hun deskundigheid in over de verstandelijke<br />
beperking en de speciale<br />
programma’s voor dagbesteding en<br />
structuur. Die objectieve informatie<br />
brengt lucht. De betrokken familie -<br />
leden gaan anders kijken naar het<br />
gedrag van meisje en moeder.”<br />
De volgende stap is de privétijd<br />
waarin het meisje, de moeder,<br />
familie en het netwerk een plan<br />
bedenken. De professionals zijn hier<br />
niet bij. De deelnemers zijn goed<br />
voorbereid en hebben tevoren<br />
vragen en voorwaarden opgesteld.<br />
Een Familie<strong>Netwerk</strong>Beraad kan<br />
bestaan uit veel personen en de<br />
bijeenkomst duurt zolang als men<br />
nodig acht. Men wisselt ideëen uit<br />
en komt uiteindelijk tot oplossingen.<br />
Ook stelt men een actieteam samen,<br />
dat zorgt voor de voortgang van het<br />
plan. Tot slot presenteren de deel -<br />
nemers hun plan aan de consulent<br />
en eventueel andere professionals.<br />
Ingeval van het meisje is er nu na<br />
schooltijd een zelfgekozen vrijetijdsbesteding.<br />
Bovendien is afgesproken<br />
dat de moeder een van de oudere<br />
dochters belt, wanneer het haar teveel<br />
wordt. Escalaties blijven uit, er wordt<br />
niet meer geslagen. Dit actieteam<br />
heeft besloten eens in de drie maanden<br />
bijeen te komen.<br />
“Dat zal gebeuren,” zegt<br />
Jonker, “tot het actie -<br />
team vindt dat het plan<br />
werkt en de ontwikkeling<br />
en veiligheid van<br />
het meisje niet meer in<br />
het geding zijn.”<br />
Geen panacee<br />
SNS is geen panacee,<br />
benadrukt Ewals. Er zijn<br />
situaties waarin het<br />
werken van SNS “nog<br />
veel vragen oproept”.<br />
Er is ook geen eeuwigheidsgarantie.<br />
Het kan<br />
opnieuw fout gaan met<br />
de cliënt, het netwerk<br />
kan uiteenvallen of<br />
overvraagd worden. De<br />
situatie kan door veranderde<br />
omstandigheden<br />
verslechteren. Dan zou<br />
het actieteam kunnen<br />
oproepen tot een nieuw<br />
Familie<strong>Netwerk</strong> Beraad.<br />
De familie en het sociale<br />
netwerk kan dan beslui-<br />
ten tot oplossingen met zwaardere<br />
professionele inzet. “Ook dan komt<br />
het de kwaliteit en duurzaamheid ten<br />
goede, wanneer de cliënt en haar<br />
netwerk dat zelf aangeven,” zegt<br />
Jonker. “Wanneer zij de regie houden,<br />
zodat zij zelf kunnen zeggen dat<br />
bijvoorbeeld een uithuisplaatsing<br />
beter is. Zodat de familie niet het<br />
gevoel heeft, dat hun het kind is<br />
afgenomen.”<br />
Lukt het altijd om een Familie Net -<br />
werk Beraad op te zetten? “Wij vinden<br />
het nog moeilijk bij casussen, waarbij<br />
mensen heel beperkte netwerken<br />
hebben. Maar Riet Portengen, die de<br />
werkwijze ontworpen en ontwikkeld<br />
heeft, zegt dat er altijd wel iemand<br />
in de omgeving van een cliënt is die<br />
in staat en bereid is om mee te<br />
denken.” Portengen is positief over<br />
de ontwikkeling, waarin MEE,<br />
Kwadraad en Stek Jeugdhulp de<br />
krachten bundelen. “Bij het werken<br />
vanuit SNS worden knelpunten in de<br />
samenwerking tussen professionals<br />
en organisaties soms pijnlijk zichtbaar.<br />
Deze organisaties hebben de<br />
moed om hier voor gezamenlijk<br />
oplossingen te vinden.”<br />
Peter Ewals, manager MEE Midden-Holland<br />
6 <strong>Stroomlijn</strong> Jaargang 11 | Nummer 2 | Juni <strong>2011</strong>
Zichtbare schakels<br />
“Werken over de muren van de<br />
instelling heen”<br />
Sinds kort werken Linda Hart en Janneke de Jong als Zichtbare<br />
schakels in Zuid- en Oost-Gouda. De verpleegkundigen bieden<br />
hulp aan mensen met een lage sociaal economische status,<br />
zoals ouderen, allochtonen en overbelaste mantelzorgers.<br />
Linda: “Wij werken over de muren van instellingen heen.”<br />
In veel achterstandswijken wonen<br />
mensen die de weg naar hulpver -<br />
lenende instanties moeilijk weten<br />
te vinden of die contact met zorg -<br />
verleners mijden. Het gaat vaak om<br />
ouderen, allochtonen, overbelaste<br />
mantelzorgers of om mensen met<br />
een langdurig psychiatrisch verleden.<br />
Om dit te veranderen, heeft<br />
het ministerie van VWS in 2008 geld<br />
vrijgemaakt voor meer wijkverpleegkundigen<br />
in deze buurten. Zo zijn in<br />
2009 in veertig aandachtswijken<br />
Zichtbare schakels aan het werk<br />
gegaan. Hun werk lijkt op dat van<br />
een wijkverpleegkundige maar is<br />
toch anders, vertelt Zichtbare<br />
schakel Janneke de Jong (27). “Wij<br />
hebben geen indicatie nodig maar<br />
mogen zorg verlenen waar wij<br />
vinden dat het nodig is. Bovendien<br />
zijn wij niet gebonden aan één<br />
instelling maar bepalen zelf welke<br />
instantie wij inschakelen. En als er<br />
meerdere zorgverleners zijn kunnen<br />
wij een coördinerende rol spelen.<br />
Wij verlenen in principe geen directe<br />
zorg zoals een wijkverpleegkundige<br />
dat doet, tenzij dat kortdurend nodig<br />
is om het vertrouwen te winnen van<br />
een cliënt." Oud-wijkverpleegkundige<br />
Janneke de Jong legt uit hoe het<br />
werkt. “Ik werk in de armste wijk van<br />
Gouda: Korte Akkeren. Het is geen<br />
achterstandswijk maar zit er wel<br />
tegenaan en daarom is er ook voor<br />
deze wijk geld beschikbaar gekomen<br />
Janneke de Jong, Zichtbare Schakel Kort Akkeren en Linda Hart,<br />
Zichtbare Schakel Gouda Oost<br />
vanuit het programma Zichtbare<br />
schakel.” Het kan gaan om allerlei<br />
soorten hulp, legt ze uit. “Zo heb ik<br />
laatst iemand met de ziekte van<br />
Parkinson geholpen die geen mantelzorg<br />
had en alleen in een groot<br />
huis woonde. Hij kreeg wel thuiszorg<br />
maar er moest veel meer geregeld<br />
worden, zoals z’n huis brandveilig<br />
maken, maaltijden laten bezorgen en<br />
boodschappenhulp inschakelen. Dat<br />
heb ik geregeld, waardoor deze man<br />
langer thuis kan blijven wonen.”<br />
Weer tijd<br />
Ook Linda Hart (49) is sinds kort te<br />
vinden als Zichtbare Schakel in<br />
Gouda-Oost. Zij werkt in de wijken<br />
Kort Haarlem en Oosterwei. “We zijn<br />
nu aan het kennismaken met collega<br />
zorgverleners, zoals huisartsen en<br />
Marion Verstraeten, journalist<br />
het maatschappelijk<br />
werk, om<br />
te kijken welke<br />
cliënten voor<br />
onze zorg in aanmerking<br />
komen.<br />
En we zijn aan<br />
het kijken hoe<br />
we samen kunnen<br />
werken om<br />
de zorg goed op<br />
elkaar af te stemmen.”<br />
Zowel<br />
Linda als Janneke<br />
vinden het een<br />
verademing om weer echt de tijd te<br />
hebben voor iemand en ‘terug te<br />
gaan naar de basis’. Janneke:<br />
“Tijdens de opleiding tot verpleegkundige<br />
leer je de mens als één<br />
geheel te zien en in de thuiszorg<br />
wordt dit weer afgeleerd door de<br />
minutenzorg. Voor het signaleren<br />
van problemen heb je daardoor<br />
geen tijd meer. Als Zichtbare schakel<br />
heb ik wel weer tijd.” Linda beaamt<br />
dit. “Als Zichtbare schakel staat de<br />
klant weer centraal en niet de<br />
organisatie.”<br />
Het programma Zichtbare schakel wordt<br />
uitgevoerd door ZonMW en loopt tot<br />
2013. Dan wordt het geëvalueerd en<br />
wordt duidelijk of het voortgezet wordt.<br />
Meer informatie:<br />
www.zonmw.nl/nl/onderwerpen/<br />
alle-programma-s/zichtbare-schakel<br />
<strong>Stroomlijn</strong> Jaargang 11 | Nummer 2 | Juni <strong>2011</strong> 7
SNAQ blijkt simpel en effectief<br />
Ondervoeding serieus<br />
aangepakt<br />
Carla van Zuylen,<br />
senior communicatieadviseur<br />
In de zorgsector is er steeds meer aandacht voor ondervoe-<br />
ding. Terecht, want het heeft grote gevolgen voor de patiënt<br />
zoals trager herstel en verminderd inspanningsvermogen.<br />
Vroege herkenning en behandeling kan dus veel winst opleve-<br />
ren. Wat wordt er op dit gebied in Midden-Holland gedaan?<br />
Aan tafel vier diëtisten die in de<br />
praktijk aan de slag zijn met ondervoeding.<br />
Willy Verstegen, diëtiste bij<br />
Vierstroom Weten & Eten: “Wij zijn<br />
bezig met de introductie van SNAQ<br />
65+ (Short Nurtritional Assessment<br />
Questionnaire) in de eerste lijn.” Nel<br />
Fredrikze en Marion Linker werken<br />
beiden als diëtiste bij Zorgpartners<br />
Midden-Holland. Nel: “Voor cliënten<br />
in de langdurige zorg is de SNAQ RC<br />
Vlnr: Nel Fredrikze, Marion Linker (diëtisten Zorgpartners Midden-Holland), Willy Verstegen<br />
(diëtiste Vierstroom) en Hanneke van Wijk (diëtiste Groene Hart Ziekenhuis)<br />
(Residential Care) ontwikkeld, eind<br />
2009 zijn we ermee gestart.<br />
Momenteel zijn we bezig met de<br />
implementatie binnen de gehele<br />
organisatie.” Namens het Groene<br />
Hart Dieetadvies is Hanneke van<br />
Beek, diëtiste, aanwezig. Zij vertelt:<br />
“Binnen het ziekenhuis werken we al<br />
zo’n vijf à zes jaar met SNAQ, onze<br />
aandacht gaat vooral uit naar het<br />
continueren van de aanpak.”<br />
Eenvoud<br />
De landelijke Stuurgroep Onder -<br />
voeding heeft initiatieven ontwikkeld<br />
gericht op vroege herkenning en<br />
behandeling van ondervoeding.<br />
Willy: “Dat ondervoeding steeds<br />
meer in de belangstelling staat is<br />
logisch. Uit onderzoek blijkt namelijk<br />
dat ondervoeding bij ziekte het herstel<br />
vertraagt en zo effect heeft op<br />
de ligduur in het ziekenhuis. Maar<br />
het heeft ook invloed op de kwaliteit<br />
van leven. De aanpak heeft effect.<br />
Was in 2004 bijvoorbeeld het percentage<br />
mensen met ondervoeding<br />
in het ziekenhuis 31,5%, in 2010 is<br />
dit teruggebracht naar 25,2%. Ook<br />
voor de thuiszorg en verzorging en<br />
verpleging is een daling te zien.”<br />
Hanneke: “De SNAQ werkt heel<br />
eenvoudig, door middel van drie<br />
vragen kun je snel scoren of er aanleiding<br />
is om actie te ondernemen.<br />
Gemiddeld is één op de vier patiënten<br />
ondervoed wanneer ze opgenomen<br />
worden in het ziekenhuis.”<br />
8 <strong>Stroomlijn</strong> Jaargang 11 | Nummer 2 | Juni <strong>2011</strong>
Aanbod aanpassen<br />
Nel: “Voordat we konden starten<br />
met de implementatie bij onze<br />
verzorgings- en verpleeghuizen<br />
moesten eerst de randvoorwaarden<br />
geregeld zijn. Studenten van de<br />
Haagsche Hogeschool hebben voor<br />
ons een lijst opgesteld met 60 goede<br />
tussendoortjes, elke locatie kan<br />
hieruit kiezen. In samenwerking met<br />
Gouwe Cuisine is een energieverrijkte<br />
warme maaltijd ontwikkeld.”<br />
Marion vult aan: “Tussendoortjes en<br />
het verrijken van de hoofdmaaltijd<br />
staan bij de aanpak voorop, eventueel<br />
aangevuld met speciale voeding.<br />
De uitdaging was om het hoofd -<br />
gerecht te optimaliseren voor<br />
mensen met ondergewicht, zonder<br />
het volume te vergroten. Je moet<br />
dan denken aan bijvoorbeeld het<br />
toevoegen van extra room, pitjes,<br />
honing. Omdat mensen bij ons langdurig<br />
verblijven is de aanpak gericht<br />
op de lange termijn.”<br />
Hanneke van het GHZ vult aan: “De<br />
soep is uit het menu verdwenen, dat<br />
is een echte maagvuller. Mensen<br />
waren trots als ze de soep op hadden<br />
en lieten de rest staan.” Marion: “Bij<br />
ons krijgen de mensen ook geen<br />
soep meer bij de hoofdmaaltijd maar<br />
bij de broodmaaltijd ’s avonds of een<br />
half uur voor de warme maaltijd.”<br />
Hulpmiddel bij ondervoeding is<br />
speciale drinkvoeding. Hanneke:<br />
“Patiënten vinden elke keer hetzelfde<br />
niet lekker daarom ontwikkelen we<br />
voor meer variatie zelf ook nieuwe<br />
dingen, ‘easy tot eat’. Succesvol is<br />
inmiddels een bakje met een soort<br />
kwark met jam. De smaak is goed en<br />
het wordt aantrekkelijk gepresenteerd.”<br />
“Bij ons wordt een mix van vla<br />
met cake en eventueel versierd met<br />
slagroom altijd goed gewaardeerd,”<br />
vertelt Nel. “De bij ons beroemde<br />
cakevla.”<br />
Willy: “In de thuiszorg ben je wat<br />
dat betreft beperkter in je mogelijkheden,<br />
de mensen doen zelf hun<br />
boodschappen en moeten het zelf<br />
klaarmaken.”<br />
Hanneke: “Vanuit kostenoogpunt is<br />
het soms lastig, voor mensen met<br />
ondervoeding is volle melk goed,<br />
voor andere mensen is halfvolle melk<br />
beter. Qua logistiek en kosten kunnen<br />
we maar één soort aanbieden.”<br />
Nel: “We zijn een aantal jaren<br />
geleden ook een project gestart<br />
waarbij er meer aandacht wordt<br />
besteed aan de sfeer en ambiance.<br />
Het blijkt namelijk dat mensen hierdoor<br />
ook beter gaan eten. Gewoon<br />
met zijn allen aan een gedekte tafel.<br />
Nadeel is alleen dat je niet kunt zien<br />
hoeveel iemand gegeten heeft.”<br />
Wanneer screenen?<br />
De frequentie van de test verschilt<br />
per organisatie: Hanneke: “In het<br />
ziekenhuis moeten nieuwe patiënten<br />
binnen 24 uur worden gescreend.<br />
Dat levert soms spanning op: hoe<br />
urgent is de SNAQ in bepaalde<br />
situaties? Maar het is wel een van de<br />
verplichte prestatie-indicatoren voor<br />
ziekenhuizen die vier keer per jaar<br />
wordt gemeten.” Bij Zorgpartners is<br />
op twee locaties begonnen met<br />
screenen en de diëtisten hebben als<br />
doel voor <strong>2011</strong> alle cliënten<br />
gescreend te hebben. De afspraak is<br />
dat bij nieuwe cliënten binnen zeven<br />
dagen de eerste SNAQ RC wordt<br />
gedaan en bij een oranje na een<br />
maand nogmaals. De bedoeling is<br />
daarna bij de rode en oranje score dit<br />
maandelijks te herhalen. Er wordt<br />
gestart met de verpleegafdelingen<br />
en daarna zijn de bewoners in de<br />
verzorgingshuizen aan de beurt.<br />
Bij Vierstroom gaan de wijkverpleegkundigen<br />
de screening doen. Willy:<br />
“Bij de intake worden de cliënten<br />
gescreend. Bij de score oranje wordt<br />
gemonitord door bijhouden van<br />
gewichtsverloop en voedselinname.<br />
Na een maand nogmaals gescreend,<br />
bij score rood wordt iemand gelijk<br />
doorverwezen naar<br />
de diëtist. Verder<br />
wordt het ingevoerd<br />
bij de standaardevaluatiemomenten.<br />
We richten<br />
ons specifiek op de<br />
groep 65+, kwetsbare<br />
ouderen maar<br />
ook gezonde ouderen<br />
die nog zelfstandig<br />
thuis<br />
wonen. Dit doen we<br />
in samenwerking<br />
met de huisartsen.<br />
Vorig jaar hebben<br />
we meegedaan met<br />
de zogenaamde<br />
‘proeftuin’, waarbij het ging om het<br />
ontwikkelen van tools. Nu wordt<br />
SNAQ 65+ geïntroduceerd in alle<br />
teams. In plaats van wegen meten<br />
wij de armomtrek om de BMI vast te<br />
stellen. Dit blijkt namelijk een net zo<br />
goede indicatie te zijn. Samen met<br />
de drie vragen bepaalt dit de uitslag.<br />
In de praktijk merken we wel dat<br />
ondervoeding een negatieve klank<br />
heeft. Het eten van vette dingen,<br />
zoals roomboter in plaats van light<br />
boter, past niet in het denkbeeld van<br />
vele mensen.”<br />
Actie<br />
De mensen liggen doorgaans kort<br />
in het ziekenhuis, de SNAQ maakt<br />
onderdeel uit van de overdracht naar<br />
de thuiszorg, verzorgings-/verpleeghuis<br />
en huisarts. Allen zijn het erover<br />
eens dat deze overdracht goed<br />
geregeld is. Willy: “Vanaf 1 juni is<br />
geen verwijzing van de huisarts meer<br />
nodig, hierdoor kunnen wij gelijk<br />
met de mensen aan de slag. Marion:<br />
“Om ondervoeding tegen te gaan is<br />
samenwerking tussen alle partijen,<br />
inclusief de huisartsen en POH’ers,<br />
essentieel.” Willy: “Vaak ontstaat<br />
ondervoeding in combinatie met een<br />
ziekte, maar het komt ook voor als er<br />
sprake is van een sociaal isolement of<br />
bijvoorbeeld bij mantelzorgers die<br />
een zieke partner verzorgen. Het is<br />
belangrijk dat huisartsen ook bij dit<br />
soort mensen aandacht hebben voor<br />
het risico op ondervoeding en actie<br />
ondernemen. We zijn dan ook blij<br />
met de net uitgekomen LESA Onder -<br />
voeding (Landelijke Eerstelijns<br />
Samenwerkings Afspraak).”<br />
SNAQ<br />
<strong>Stroomlijn</strong> Jaargang 11 | Nummer 2 | Juni <strong>2011</strong> 9
Vierstroom lanceert digitale regelaar<br />
MantelPlan bespaart<br />
mantelzorger stress<br />
Lia Thorborg, journalist<br />
Marnix Romp, senior adviseur Vierstroom<br />
Sociale netwerken – deel 2<br />
Hij keek bij zijn presentatie de zaal rond. Directeuren,<br />
bestuurders, zorgverleners: een gehoor van dertigers, veerti-<br />
gers, vijftigers. Wie van u heeft ouders, die u geregeld met<br />
taken bijstaat, vroeg hij. Een zee van handen ging omhoog.<br />
En wie, vervolgde hij, heeft moeite<br />
die zorgtaken te combineren met<br />
zijn baan en zijn gezin? Alle handen<br />
wapperden. Wij behoren allemaal tot<br />
de mantelzorggeneratie, besefte<br />
Marnix de Romph, senior adviseur bij<br />
Vierstroom. De doelgroep was nog<br />
groter dan hij had gedacht.<br />
Dit voorjaar lanceerde Vierstroom in<br />
samenwerking met het Nieuwer -<br />
kerkse bedrijf IC 180 Graden een<br />
digitaal product ter ondersteuning<br />
van mensen, die langdurig zorg<br />
dragen voor een ouder of ziek<br />
familielid. Het systeem, MantelPlan,<br />
helpt het bestaande netwerk rondom<br />
een patiënt bij de organisatie<br />
van de zorgtaken. “Het regelen van<br />
vervanging op korte termijn, daar<br />
ligt vaak de meeste stress voor de<br />
mantelzorger,” aldus De Romph die<br />
MantelPlan voor Vierstroom ‘uitrolt’.<br />
“Wie rijdt moeder aanstaande donderdag<br />
naar de doktersafspraak?<br />
Jij had beloofd dat op je te nemen,<br />
maar ineens komt er een dringende<br />
werkafspraak tussendoor. Sorry, kan<br />
gebeuren. Vervolgens ben je schuldbewust<br />
een halve dag aan het<br />
regelen dat een ander die taak<br />
overneemt. Dat kost heel veel tijd<br />
en gedoe.”<br />
MantelPlan lost dat op. In het<br />
systeem, in essentie het koppelen<br />
van vraag en aanbod via een web -<br />
site, zijn alle taken rondom moeder<br />
ingevoerd, alsmede de leden in het<br />
sociale netwerk met hun specificaties.<br />
Wanneer jij aangeeft, dat je<br />
donderdag toch niet kunt rijden,<br />
10 <strong>Stroomlijn</strong> Jaargang 11 | Nummer 2 | Juni <strong>2011</strong>
enadert het systeem de meest<br />
geschikte anderen (woont niet te<br />
ver, beschikt over een auto, werkt<br />
donderdags thuis). Die reageren op<br />
de vraag en uiteindelijk wordt aangegeven<br />
wie de taak overneemt.<br />
Is niemand beschikbaar, dan gaat<br />
MantelPlan verder en wordt de vraag<br />
neergelegd bij een databestand van<br />
vrijwilligers. Komt zelfs daar niets uit,<br />
dan legt MantelPlan expliciet de<br />
vraag voor of professionele hulp<br />
mag worden ingeschakeld en vertelt<br />
wat dat gaat kosten.<br />
Niet alleen de leden van het netwerk<br />
blijven van de voortgang op de<br />
hoogte, moeder zelf heeft het laatste<br />
woord. Een nieuwe vrijwilliger zal<br />
altijd eerst contact opnemen en<br />
heeft haar fiat nodig, voordat hij/zij<br />
met haar naar de dokter rijdt. Bevalt<br />
het contact goed, dan zal de vrijwilliger<br />
wellicht tot haar netwerkkring<br />
toetreden. Zo niet, dan zullen zij niet<br />
meer worden gematcht.<br />
Klantenbinding<br />
MantelPlan is gebaseerd op een<br />
abonnement van de cliënt (zorg -<br />
vrager). Alle deelnemers moeten<br />
beschikken over internet en een<br />
mobiele telefoon voor hulpvragen<br />
die binnen 24 uur moeten worden<br />
ingevuld. Volgens De Romph is<br />
het initiatief van Vierstroom niet<br />
ingegeven door winstoogmerken.<br />
“We hebben het opgezet vanuit<br />
onze maatschappelijke verantwoordelijkheid.<br />
Als zorgorganisatie stellen<br />
wij onszelf regelmatig de vraag wie<br />
onze klanten zijn en wat we voor hen<br />
kunnen betekenen. De mantelzorger<br />
komt steeds meer in beeld. Er wordt<br />
in de zorg een steeds groter beroep<br />
gedaan op mantelzorgers en vrijwilligers.<br />
In de praktijk zien onze medewerkers<br />
hoe bij die mantelzorgers<br />
(partners, kinderen) het gevaar van<br />
overbelasting dreigt. Dat willen we<br />
met een instrument als MantelPlan<br />
helpen voorkomen. Bovendien<br />
beseft Vierstroom dat de mantel -<br />
zorgers van nu de zorgvragers van<br />
de toekomst zijn. Met MantelPlan<br />
bouwen we binding op.”<br />
De garantie dat de zorgtaak altijd<br />
kan worden uitgevoerd, drijft op een<br />
arsenaal van vrijwilligers en een<br />
achtervang van professionele hulp.<br />
“MantelPlan gaat geen vrijwilligers-<br />
bestand beheren. We gaan uit van<br />
zelforganisatie, het ‘echte’ leven<br />
dus,” legt De Romph uit. “We merken<br />
dat vrijwilligers zich al zelfstandig<br />
aanmelden, maar daarnaast zullen<br />
we putten uit de database van<br />
Vierstroom die 1.600 vrijwilligers telt.<br />
En we hopen dat andere vrijwilligerssteunpunten,<br />
wellicht via gemeenten<br />
of organisaties als verenigingen en<br />
kerken, aanhaken. Wat de betaalde<br />
ondersteuning betreft, rekenen we<br />
op PlusZorg. Hoewel cijfers nog ontbreken,<br />
denken we eigenlijk niet dat<br />
die inzet groot zal zijn. Maar dat is<br />
mede afhankelijk van de grootte van<br />
iemands netwerk.”<br />
Andere financiers<br />
Voor MantelPlan moet dus worden<br />
betaald. Wie dit als particulier doet, is<br />
voor de dienstverlening maandelijks<br />
ongeveer 15 euro kwijt (voor<br />
Vierstroom-leden geldt een korting).<br />
In een aantal gevallen zullen de<br />
kosten kunnen worden gedekt via<br />
een PGB. De Romph is echter ook<br />
hard bezig om andere partijen te<br />
interesseren, die (delen van) de<br />
financiëring voor hun rekening<br />
kunnen nemen. “Het is niet voor<br />
niets, dat verzekeraars onwijs<br />
enthousiast zijn over dit nieuwe product.<br />
Zij zijn voortdurend op zoek<br />
naar mogelijkheden om preventie<br />
invulling te geven. MantelPlan is<br />
gericht op het niet overbelast (ziek)<br />
raken van het mantelzorgnetwerk.<br />
Daar ligt een belang voor hun klanten,<br />
dat kan worden vertaald in aanvullende<br />
polissen. We ontwikkelen<br />
dit door met zorgverzekeraars in de<br />
regio. Maar ook<br />
grotere werkgevers<br />
hebben iets<br />
aan MantelPlan,<br />
bijvoorbeeld als<br />
secundaire<br />
arbeidsvoorwaarde.<br />
Zij<br />
dringen er hun<br />
grijze verzuim<br />
mee terug.<br />
Gemeenten<br />
kunnen het<br />
promoten en/of<br />
medefinancieren<br />
in het kader van<br />
de Wmo.<br />
Daarnaast willen<br />
we – om de kosten in de hand te<br />
houden - als tweede spoor een platform<br />
ontwikkelen waarop professionele<br />
bedrijven hun ondersteunende<br />
diensten kunnen aanbieden.”<br />
Vierstroom zelf<br />
Om MantelPlan bekendheid te geven<br />
worden in het werkgebied van<br />
Vierstroom folders verspreid en<br />
advertenties geplaatst. Klant coör di na -<br />
toren en mantelzorgondersteuners<br />
van Palet Welzijn, die nu al vaak een<br />
deel van de zorgorganisatie op zich<br />
nemen, gaan naar verwachting<br />
MantelPlan ook gebruiken. “Een<br />
tussenvorm,” aldus De Romph. “Hun<br />
taak bestaat mede uit het regelen van<br />
de mantelzorg. Voortaan kunnen zij<br />
bij eerste klantencontacten alle data<br />
invoeren in het nieuwe systeem. Dat<br />
neemt hen vervolgens een groot deel<br />
van het regelwerk uit handen. Dat<br />
scheelt zeeën van tijd, waardoor onze<br />
medewerkers meer mensen kunnen<br />
ondersteunen. Zo profiteert<br />
Vierstroom ook zelf van MantelPlan.”<br />
Onderdelen als de digitale zorgagenda<br />
bestaan al langer en worden elders<br />
in het land door verschillende organisaties<br />
ingezet. De proactieve communicatie<br />
van MantelPlan, waarbij het<br />
systeem vraag en aanbod matcht, is<br />
echter gloednieuw. De Romph ziet<br />
dan ook een grote toekomst en weet<br />
dat buiten Midden-Holland veel<br />
belangstelling bestaat voor de toepassing.<br />
MantelPlan is nog maar net<br />
gestart, maar de ontwikkelingen in<br />
het Vierstroomgebied worden<br />
door velen in de zorgsector met<br />
argusogen gevolgd.<br />
<strong>Stroomlijn</strong> Jaargang 11 | Nummer 2 | Juni <strong>2011</strong> 11
Berichten<br />
Revalidatie concentreert zich in Bloemendaal<br />
In de visie van Zorgpartners Midden-Holland speelt<br />
eigenheid van een centrum een belangrijke rol.<br />
Bloemendaal specialiseert zich daarom in de<br />
(verpleeghuis-) revalidatie.<br />
Aris Bras, centrum-leider: “Omdat bundeling van kennis<br />
en ervaring op één plek de revalidatie nog effectiever kan<br />
maken, is de revalidatieafdeling Orchis op 6 april jongst -<br />
leden vanuit de Riethoek naar Bloemendaal verhuisd.<br />
Er zijn nu 96 revalidatieplaatsen in ons centrum.” Met het<br />
openen, de komende jaren, van de nieuwe centra<br />
Prinsenhof en Hanepraij zullen de bewoners die blijvend<br />
in Bloemendaal woonden, geleidelijk elders verblijven.<br />
Bras: “Rond 2014 wordt in Bloemendaal dan alleen nog<br />
revalidatie geboden, zowel klinisch als in deeltijd. Omdat<br />
het huidige gebouw nogal veel beperkingen kent, onder<br />
andere vierpersoonskamers, hopen we dat tegen die tijd in<br />
een nieuw gebouw te kunnen bieden.” Bij de ontwikkeling<br />
van het expertisecentrum voor herstel zal intensieve samenwerking<br />
met derden worden gezocht zoals het Groene Hart<br />
Ziekenhuis en Sophia Revalidatie.<br />
Verandering verwijzingen naar GGZ Midden-Holland<br />
Binnen GGZ Midden-Holland wordt gewerkt met het<br />
stepped care model. Dat betekent dat een cliënt in eerste<br />
instantie de meest effectieve, minst belastende en kortste<br />
vorm van behandeling krijgt aangeboden die mogelijk is<br />
gezien de aard en ernst van de problematiek. Deze<br />
kortdurende behandeling wordt aangeboden aan<br />
volwassenen (tot 70 jaar) met lichte en enkelvoudige<br />
psychische problemen.<br />
De zorgverzekeraars hebben – landelijk – aan ggz-instellingen<br />
laten weten dat preventieactiviteiten alleen worden<br />
vergoed indien de huisarts hiernaar heeft verwezen.<br />
Aangezien het - tot op heden preventieve - cursusaanbod<br />
van GGZ Midden-Holland volledig evidence based is,<br />
maken deze cursussen vanaf april deel uit van het<br />
behandelaanbod van het cluster Voordeur binnen de<br />
GGZ Midden-Holland. Ook het cursusaanbod gaat dus in<br />
DBC’s geregistreerd worden. Dat heeft consequenties;<br />
zowel voor patiënten als voor huisartsen.<br />
Consequenties voor patiënten<br />
Vanaf dit voorjaar worden de deelnemers aan een cursus<br />
ingeschreven als cliënt bij GGZ Midden-Holland. Dat<br />
betekent dat:<br />
1. Een cliënt altijd een verwijzing nodig heeft, óók voor<br />
het volgen van een cursus.<br />
Aris Bras, centrumleider Bloemendaal<br />
2. Cursussen binnen het basispakket van de verzekering<br />
gaan vallen en daarom van invloed zijn op het eigen<br />
risico binnen de verzekering van de cliënt. GGZ<br />
Midden-Holland factureert rechtstreeks aan de<br />
verzekeraar en die informeert de cliënt hierover.<br />
Overigens is voor het volgen van een cursus geen<br />
eigen bijdrage verschuldigd, met uitzondering van<br />
€ 52,- voor cursusmateriaal.<br />
De cursussen voor familieleden van onze cliënten, onder<br />
andere omgaan met borderline, psychiatrie in de familie<br />
of een preventie op maat gesprek, worden vergoed<br />
vanuit de Wmo of de familie wordt ingeschreven als<br />
nevencliënt. Een verwijzing is voor deze cursussen dus<br />
niet nodig.<br />
Consequenties voor huisartsen<br />
Er zijn twee mogelijkheden:<br />
1. Een patiënt heeft zichzelf reeds bij GGZ Midden-Holland<br />
aangemeld voor een cursus. In dat geval wordt aan<br />
huisartsen een (voorgedrukt) verwijsformulier gestuurd<br />
(per post) dat vervolgens aan GGZ Midden-Holland<br />
geretourneerd kan worden (per post of fax).<br />
2. Huisartsen verwijzen patiënten zelf naar één van de<br />
cursussen, via zorgdomein (vanaf 1 juli) of per fax.<br />
12 <strong>Stroomlijn</strong> Jaargang 11 | Nummer 2 | Juni <strong>2011</strong>
Zwerfjongeren in Midden Holland. Telt u ook mee?<br />
Het regionaal beleidsvoorbereidend platform OGGZ is in<br />
2010 gestart om meer zicht te krijgen op de aanwezigheid<br />
van zwerfjongeren in de regio Midden Holland.<br />
Een werkgroep heeft voorbereidingen getroffen om<br />
zwerfjongeren beter in beeld te krijgen en heeft daarvoor<br />
een plan van aanpak gemaakt. Zwerfjongeren<br />
zijn soms, maar lang niet altijd, op straat te vinden.<br />
Zij zoeken vaak onderdak bij vrienden en (on)bekenden.<br />
Meestal is er sprake van meerdere problemen, zoals<br />
schooluitval, werkeloosheid, problemen in de omgang<br />
met de ouders, financiële problemen, etc. Omdat ze<br />
geen vast adres hebben en meestal niet zelf aankloppen<br />
bij hulpverlening, komen zij moeilijk in beeld.<br />
Tegelijkertijd worden zij ernstig bedreigd in hun<br />
ontwikkeling.<br />
Vanaf <strong>2011</strong> is begonnen met registratie van zwerfjongeren<br />
om meer zicht te krijgen op aantallen. Daarnaast<br />
wordt er door een aantal instellingen gewerkt aan het<br />
ontwikkelen van een passend aanbod voor deze<br />
doelgroep. Ook hiervoor is het van belang dat de<br />
zwerfjongeren beter in beeld komen.<br />
Het gaat bij zwerfjongeren ook om jongeren in<br />
passantenverblijven van de maatschappelijke opvang,<br />
inclusief de eendaagse noodopvang en om jongeren die<br />
ingeschreven zijn bij instellingen voor maatschappelijke<br />
opvang. Jongeren die samen met hun ouders in de<br />
maatschappelijke opvang of de vrouwenopvang verblijven<br />
worden niet meegerekend.<br />
De registratie van zwerfjongeren voor de hele regio<br />
Midden-Holland vindt plaats bij de GGD te Gouda. Het<br />
formulier voor de melding kunt u opvragen bij Yvonne<br />
Kool van de GGD Hollands Midden: ykool@ggdhm.nl of<br />
bel: (0182) 54 56 41.<br />
Bij meldingen met de volledige persoonsgegevens is het<br />
uit oogpunt van privacy en omgang met gegevensuitwisseling<br />
belangrijk om de melding zoveel mogelijk met<br />
de jongere te bespreken. Wanneer dat niet mogelijk of<br />
wenselijk is, kan registratie ook anoniem plaatsvinden.<br />
U kunt dan volstaan met de eerste drie letters van de<br />
achternaam, gevolgd door de eerste letter van de voornaam,<br />
gevold door het geboortejaar. Op die manier<br />
kunnen wij dubbelingen in de telling voorkomen.<br />
Het is belangrijk om te weten dat het melden van de<br />
zwerfjongeren geen melding is voor een hulpaanbod,<br />
maar louter ter registratie en telling.<br />
Voor vragen over het toeleiden van zwerfjongeren naar<br />
hulp- en zorginstellingen kunt u recht-streeks met deze<br />
instellingen contact opnemen of informatie inwinnen<br />
bij het Meldpunt Zorg en Overlast van de GGD,<br />
www.ggdhm.nl/meldpuntzorgenoverlast of bel<br />
(0182) 54 55 93.<br />
Nieuw modulair behandelplan voor mensen met late<br />
gevolgen na NaH<br />
De laatste jaren is het besef gegroeid dat er bij mensen<br />
met Niet aangeboren Hersenletsel (NaH) na twee tot drie<br />
jaar na het beëindigen van de revalidatie in een ‘zwart gat’<br />
vallen. Mensen lopen klem in hun functioneren in het besef<br />
dat ze zo de rest van hun leven verder moeten. Huisartsen<br />
brengen de klachten niet altijd meer in verband met<br />
het NaH.<br />
Het opnieuw in revalidatie nemen met het reguliere zorgaanbod<br />
voor NaH-patiënten is niet efficiënt gebleken.<br />
Sophia Revalidatie wil hierop inspelen door de patiënt een<br />
aantal korte, gerichte modules aan te bieden die vooral het<br />
psychosociale functioneren als onderwerp hebben.<br />
Kenmerk is het kort behandelen gerelateerd aan de concrete<br />
vraag van de patiënt waarna de patiënt binnen de keten<br />
weer verder kan.<br />
Voor meer informatie: Marinka Janssen, Sophia Revalidatie,<br />
telefoon: (0182) 55 56 00<br />
e-mail: m.janssen@sophiarevalidatie.nl.<br />
<strong>Stroomlijn</strong> Jaargang 11 | Nummer 2 | Juni <strong>2011</strong> 13
Mijn Zorg<br />
Virtuele dokter in opkomst<br />
Gerben Stolk/PlumaTekst<br />
Lisette Vink en haar dochter Elise<br />
Als je MIJN ING, MijnKPN en Mijn ANWB hebt, waarom dan<br />
niet ook Mijn Zorg? Ideaal om informatie digitaal uit te<br />
wisselen tussen organisatie en cliënt. Over de tendens van<br />
Power to the Patient.<br />
14 <strong>Stroomlijn</strong> Jaargang 11 | Nummer 2 | Juni <strong>2011</strong>
“Zou het niet handig zijn als ik een<br />
glucosemeter aan mijn pc kon<br />
bevestigen en de gegevens auto -<br />
matisch terechtkwamen in een<br />
zorgportaal waarin zowel mijn<br />
behandelaren als ik een blik konden<br />
werpen?”<br />
Teun Groenendijk kan worden<br />
beschouwd als prototype van de<br />
bewuste en opbouwend kritische<br />
burger met wiens ideeën instanties<br />
hun voordeel kunnen doen. Hij is<br />
47 en heeft als diabetespatiënt te<br />
maken met verpleegkundigen en<br />
internisten van ZorgBrug, de organisatie<br />
voor gespecialiseerd verpleegkundige<br />
zorg in Midden-Holland.<br />
Groenendijk opperde aanpassingen<br />
om een betere dienstverlening te<br />
bereiken. Digitale wegen spelen<br />
daarbinnen een belangrijke rol.<br />
Onregelmatige baan<br />
Hij zegt: “Ik was niet zo tevreden.<br />
Kijk, regelmatig moet ik contact<br />
hebben met een diabetesverpleegkundige<br />
om mijn glucosewaarden te<br />
begeleiden. Maar ik heb ook een<br />
onregelmatige baan. Vaak bleek het<br />
moeilijk om een telefonische<br />
afspraak te maken die ons beiden<br />
uitkwam. En als er dan een afspraak<br />
was, kon het vanwege drukte bij<br />
ZorgBrug gebeuren dat het uitliep<br />
en ik werd gebeld wanneer ik zelf<br />
weer druk of onbereikbaar was.”<br />
<br />
<br />
Vorig jaar suggereerde Groenendijk<br />
e-mail contact om zijn diabetes<br />
onder controle te houden. “Dat<br />
werkt veel beter. Maandelijks stuur ik<br />
mijn dagcurven van de afgelopen<br />
week naar de verpleegkundige.<br />
Dezelfde dag of een dag later<br />
ontvang ik een reactie en weet ik,<br />
of ik eventueel mijn eenheden om<br />
insuline te spuiten moet aanpassen.<br />
Ik ben niet meer afhankelijk van een<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
‘Google health’<br />
Een dossier waar de patiënt zijn persoonlijke en medische gegevens bijhoudt. Een dossier dat<br />
vervolgens overal opvraagbaar is voor artsen en andere professionals, als tenminste de patiënt<br />
toegang verleent tot de informatie. Dat is de kern van ‘Google Health’.<br />
Ten gevolge van het toenemende zelfmanagement en de stijgende zelfstandigheid van patiënten<br />
komen steeds meer van dit soort faciliteiten op de markt. In Google Health verwerkt<br />
een gebruiker onder meer zijn medische geschiedenis, doktersbezoeken en medicijngebruik.<br />
Google Health is niet alleen een dossier. De patiënt kan er eveneens informatie vinden over<br />
medische aandoeningen en gezondheidsvragen. Google Health meldt ook wanneer medicijnen<br />
moeten worden ingenomen en waarschuwt wanneer geneesmiddelen een reactie kunnen<br />
geven in combinatie met andere gebruikte medicijnen.<br />
Het gebruik is op dit moment volledig ingericht op de Amerikaanse markt. Via Google Health<br />
kunnen zorgconsumenten er snel een dokter of specialist vinden bij hen in de buurt. Het<br />
systeem toont ook links naar de belangrijkste apotheken en medische laboratoria en werkt<br />
samen met grote ziektekostenverzekeraars. Een gebruiker kan ook afspraken maken met zijn<br />
huisarts of dokter, nieuwe medicijnen aanvragen en diagnostische resultaten online ontvangen.<br />
Hij beschikt over het e-mailadres van zijn huisarts en kan dus gemakkelijk contact opnemen.<br />
In Nederland is het voor patiënten nog niet mogelijk gegevens en diensten uit te wisselen met<br />
artsen en andere professionals. De vraag is of Google Health verder zal uitbreiden.<br />
Verschillende geluiden gaan dat Google Health zal worden afgebouwd. Op dit moment is het<br />
nog wel mogelijk een dossier op te stellen, via www.google.com/health. Andere Nederlandse<br />
initiatieven voor het maken van een persoonlijk zorgdossier waarbij de patiënt de beheerder<br />
is, zijn medlook (www.medlook.nl) en patient1 (www.patient1.nl).<br />
<br />
persoonlijke of telefonische afspraak<br />
met een arts of verpleegkundige op<br />
een vast moment. Verder is de drempel<br />
verlaagd om vragen te stellen.<br />
Je stuurt eerder een e-mailtje dan<br />
dat je belt.”<br />
Als het aan Groenendijk lag, zou het<br />
e-mailverkeer pas het begin zijn.<br />
“Er zijn nog veel meer mogelijk -<br />
heden voor interactiviteit tussen<br />
professional en cliënt. Je zou veel<br />
meer gegevens digitaal kunnen uitwisselen,<br />
zoals dus via die glucosemeter<br />
aan je pc.”<br />
Voordelen<br />
De ideeën van Groenendijk staan<br />
niet op zichzelf. Bijna de hele maatschappij<br />
communiceert digitaal.<br />
Waarom de voordelen van snelheid,<br />
laagdrempeligheid en bereikbaarheid<br />
niet ook op grotere schaal introduceren<br />
in de zorgsector? Cliënten<br />
zouden op willekeurig welk moment<br />
kunnen beschikken over de gewenste<br />
informatie en deskundigheid.<br />
Nu de Eerste Kamer in maart een<br />
streep heeft gehaald door het landelijke<br />
Elektronisch Patiënten Dossier,<br />
bestaat zelfs de kans dat het niet de<br />
overheid, maar de markt wordt die<br />
uitvoering geeft aan plannen om<br />
patiënteninformatie digitaal te delen.<br />
Bedrijven, zorginstellingen en cliën-<br />
<strong>Stroomlijn</strong> Jaargang 11 | Nummer 2 | Juni <strong>2011</strong> 15
ten dus. Zowel de behandelaar als de<br />
cliënt heeft er dan toegang toe. De<br />
laatste kan delen van zijn dossier<br />
beheren, aanvullen en beschikbaar<br />
stellen in zo’n cliëntportaal.<br />
Directe behandelaars<br />
Hoe zit het precies met het gesneuvelde<br />
landelijke EPD? Het doel ervan<br />
was dat het een lijst zou bevatten<br />
van directe behandelaars die over<br />
een medisch dossier beschikken van<br />
de betreffende patiënt. Te denken<br />
valt aan huisartsen, apothekers en<br />
ziekenhuisartsen. Door op een van<br />
de behandelaars door te klikken, zou<br />
de cliënt of professional delen van<br />
het patiëntendossier kunnen inzien.<br />
Cruciaal bij dit alles was een centraal<br />
schakelpunt waaraan de informatiesystemen<br />
van huisartsen, apothekers,<br />
ziekenhuizen en anderen<br />
moesten worden gekoppeld. Feitelijk<br />
heeft de Eerste Kamer niet het landelijke<br />
EPD afgekeurd, maar dit<br />
Landelijk Schakelpunt om medische<br />
gegevens in te zien. Te veel risico op<br />
privacylekken, zo luidt samengevat<br />
de kritiek van het controlerend<br />
orgaan.<br />
Ondertussen is veel werk verzet en<br />
ligt er min of meer een infrastructuur<br />
voor data-uitwisseling. “Nu<br />
Rijkswegen niet mogen worden<br />
bewandeld, is de vraag in hoeverre<br />
je die kunt gebruiken voor regionaal<br />
verkeer”, zegt Lia Donkers, directeur<br />
van het <strong>Transmuraal</strong> <strong>Netwerk</strong><br />
Midden-Holland.<br />
“Hoe het zal gaan in onze regio?<br />
Eerder heeft het College<br />
Bescherming Persoonsgegevens de<br />
Meer vertrouwen arts en patiënt<br />
Een digitale IVF-poli. Het UMC St Radboud uit Nijmegen timmert ermee aan de weg.<br />
Een patiënt: “Als ik in een hormoonbehandeling zit, ga ik elke dag het forum op wanneer ik<br />
me afvraag hoe iets ook alweer precies zat. Ik heb er contact met lotgenoten en artsen.”<br />
Een arts: “Het vertrouwen tussen patiënten en artsen neem toe. Tot nu toe zagen veel dokters<br />
patiënten als dingen die ze beter moeten maken, maar we krijgen meer vertrouwen in patiënten<br />
en onderschatten ze minder, omdat ze zelf ook een belangrijke rol kunnen spelen in dat<br />
proces.”<br />
Op de website van het UMC St Radboud worden deze uitspraken gedaan in een filmpje over<br />
de digitale IVF-poli. Het universitair medisch centrum biedt patiënten er drie mogelijkheden.<br />
Allereerst kunnen patiënten algemene informatie vinden over hun ziektebeeld. Het gaat<br />
eigenlijk om een multimediale patiëntenfolder, met instructievideo’s en ook filmpjes over<br />
ervaringen van patiënten met de behandeling. Verder vindt de patiënt er persoonlijke informatie<br />
en heeft zij inzage in haar eigen EPD. Al haar medische gegevens van het UMC St<br />
Radboud zijn er digitaal beschikbaar. Tot slot is er een communicatiemodule waarmee<br />
patiënten onderling en met zorgverleners online kunnen chatten en op een forum berichten<br />
plaatsen en antwoorden krijgen.<br />
situatie hier onvoldoende geacht<br />
voor een regionaal EPD. Het is ongewis<br />
wat er nu gaat gebeuren op dit<br />
terrein. Vooralsnog zijn de zorgaanbieders<br />
aan het woord.”<br />
Geen alleenrecht<br />
Binnen deze context is het niet denkbeeldig<br />
dat cliënten evenzeer initiatieven<br />
gaan nemen, ook al omdat de<br />
tijd voorbij is waarin een zorginstelling<br />
het alleenrecht had op kennis<br />
over wat goed is voor de patiënt.<br />
Anno <strong>2011</strong> zijn cliënten vaak goed<br />
opgeleid, werken ze bijvoorbeeld<br />
ook zelf in de gezondheidszorg, zoals<br />
Groenendijk, en denken ze mee over<br />
dienstverlening. Nu al bestaan er op<br />
internet legio communities<br />
waar mensen met<br />
dezelfde aandoening<br />
ervaringen en tips<br />
delen. Zou het niet nuttig<br />
zijn de professional<br />
daar ook een plaats te<br />
geven?<br />
Sophia Revalidatie uit<br />
Gouda heeft onlangs<br />
een aantal ouders van<br />
jonge cliënten<br />
gevraagd deel uit te<br />
gaan maken van een<br />
digitale gemeenschap.<br />
Die moet straks<br />
bedoeld zijn om per<br />
e-mail behandelaren<br />
te consulteren. Lisette<br />
Vink zei onmiddellijk<br />
‘ja’. Haar bijna 4-jarige<br />
dochtertje Eline heeft<br />
een ontwikkelingsachterstand.<br />
Het meisje<br />
praat nog niet en zoekt soms nog<br />
steun tegen wanden en muren<br />
wanneer ze wandelt.<br />
Leren traplopen<br />
Vink: “Eline wordt geholpen door<br />
een logopediste en een fysiotherapeut.<br />
De eerste stimuleert haar bijvoorbeeld<br />
te wijzen naar iets wat ze<br />
ziet. De tweede leert haar onder<br />
meer traplopen.”<br />
Wat zij verwacht van de nog op te<br />
zetten community? “Dit lijkt me een<br />
goed initiatief voor kinderen met een<br />
zorgpakket. Als ik thuis iets signaleer<br />
waarover ik me zorgen maak of<br />
waarover ik gewoon een vraag heb,<br />
kan ik via de mail snel communiceren<br />
met een behandelaar. Ik stel me<br />
voor dat dat dikwijls voorkomt dat<br />
een probleem groter wordt. Als ik<br />
bijvoorbeeld zou zien dat Eline<br />
eetproblemen heeft, is het fijner daar<br />
even over te e-mailen dan bij wijze<br />
van spreken te wachten tot de<br />
afspraak volgende maand.”<br />
Vink verwacht ook dat de digitale<br />
dienstverlening bijdraagt aan een<br />
meer gelijkwaardige relatie tussen<br />
behandelaar en cliënt. “Dit initiatief<br />
maakt duidelijk dat Sophia Revalidatie<br />
openstaat voor input van ouders en<br />
dat er steeds minder een situatie is<br />
van Ik ben de behandelaar en<br />
weet het het best.”<br />
16 <strong>Stroomlijn</strong> Jaargang 11 | Nummer 2 | Juni <strong>2011</strong>
Berichten<br />
<strong>Netwerk</strong> alcoholproblematiek<br />
In april vond de oprichtingsbijeenkomst van het netwerk<br />
alcoholproblematiek plaats. Verschillende aanbieders op<br />
het gebied van alcoholproblematiek hebben gezamenlijk<br />
het initiatief genomen een brug te slaan tussen preventie<br />
en zorg. Het aanbod van beiden in de regio Midden-<br />
Holland is namelijk versnipperd. Wanneer vanuit meerdere<br />
invalshoeken op overeenstemde wijze wordt samen -<br />
gewerkt, is het effect voor de patiënt groter.<br />
Gemeenten, GGD en Brijder werken aan een actief alcoholmatigingsbeleid<br />
gericht op jongeren. Er worden activiteiten<br />
ontwikkeld op het gebied van voorlichting, regelgeving,<br />
handhaving en vroegsignalering. De preventie vindt plaats,<br />
maar is zowel landelijk als regionaal vooral gericht op<br />
jongeren. Vanuit medewerkers in de zorg kwamen signalen<br />
over alcoholproblematiek in de curatieve zorg. Zo zijn er<br />
transferproblemen en behandelproblemen wanneer<br />
alcohol een belangrijke rol speelt.<br />
Het netwerk staat aan het begin van haar ontwikkeling en<br />
kan bestempeld worden als een lerend netwerk. In het<br />
netwerk participeren op dit moment: het GHZ, ZorgBrug,<br />
GGZ, Kwadraad, Brijder, GGD, Zorgpartners, ZOG MH en<br />
<strong>Transmuraal</strong> <strong>Netwerk</strong> Midden-Holland. Actiepunten op de<br />
korte termijn zijn: het ontwikkelen van een sociale kaart,<br />
het opzetten en stimuleren van bilaterale samenwerking,<br />
inventarisatie van het Korsakov beleid in de regio en verder<br />
oriënteren op eventuele nieuwe partners voor het netwerk.<br />
In de toekomst streeft het netwerk naar een regionale visie<br />
en naar een sluitende aanpak tussen preventie en zorg op<br />
het gebied van alcoholproblematiek in Midden-Holland.<br />
RAPplus: integrale zorg voor mensen met een bewegingsbeperking<br />
RAPplus: Reuma Artrose Parkinson, maar het gaat om<br />
meerdere ziekten en een integrale aanpak, vandaar:<br />
RAPplus. RAPplus is een project voor twee jaar en wordt<br />
gesubsidieerd door ZonMW. De zorg voor mensen met<br />
bewegingsbeperkingen is complex. Bij de behandeling<br />
zijn veel zorgaanbieders betrokken en toch is de<br />
behandeling suboptimaal, doordat er zowel onder<br />
zorgverleners als zorgvragers geen helder beeld is over<br />
de mogelijkheden binnen het zorgaanbod.<br />
De gezamenlijke zorgverleners van Midden-Holland<br />
realiseren in een regionaal netwerkverband één<br />
geïntegreerd zorgprogramma voor de behandeling en<br />
begeleiding van mensen met bewegingsbeperkingen.<br />
De zorg wordt in groepsverbanden op wijkniveau aangeboden.<br />
Zodanig dat een patiënt zo lang mogelijk<br />
zelfstandig kan blijven en zo weinig mogelijk hinder<br />
heeft van de aandoening. Te beginnen voor patiënten<br />
met artrose en reuma.<br />
Ze gaan daarin samenwerken door de oprichting van<br />
een multidisciplinair Zorgnetwerk Bewegingsbeperking<br />
(ZNBB) Midden-Holland, de oprichting van een<br />
Zorggroep Bewegingsbeperking (ZGBB) Midden-<br />
Holland en de start van een Zorggebruikersgroep<br />
Bewegingsbeperking.<br />
Verwachte resultaten<br />
Het zorgnetwerk en de zorggroep werken aanvullend.<br />
Het Zorg<strong>Netwerk</strong> zet zich in voor kwalitatief goede, geïntegreerde<br />
zorg voor mensen met een aandoening van<br />
het bewegingsapparaat. De Zorggroep heeft als doel<br />
namens de zorgverleners een integraal zorgpakket te<br />
contracteren en heeft de coördinatie en uitvoering rondom<br />
medicatielevering en –toediening in de thuis situatie.<br />
Dit leidt tot:<br />
• Meer regionale en wijkgerichte invulling van zorg<br />
voor patiënten met een bewegingsbeperking,<br />
waarbij de vraag leidend is.<br />
• Een afgestemd en geïntegreerd zorgaanbod.<br />
• Afgestemde communicatie en voorlichting naar<br />
zorgverleners en zorggebruikers.<br />
• Gebruikmaking van het oordeel van de zorggebruiker<br />
(kennis en ervaring van patiënten).<br />
• Verbetering van de samenwerking, de medicatie -<br />
veiligheid en zelfmanagement bevorderen.<br />
Projectcoördinatie:<br />
Lisette van Dingenen, arts M&G, programmaleider<br />
Zorgketens, <strong>Transmuraal</strong> <strong>Netwerk</strong> Midden-Holland,<br />
T: (0182) 50 55 34, E: lisette.van.dingenen@ghz.nl<br />
Kijk voor meer informatie op www.transmuraalnetwerk.nl<br />
<strong>Stroomlijn</strong> Jaargang 11 | Nummer 2 | Juni <strong>2011</strong> 17
Kleinschalige teams in de buurt met eigen verantwoordelijkheden<br />
Kleinschalig werken in een<br />
grootschalige organisatie<br />
Gerda van Beek, journalist<br />
“Er zijn meer zelfstandig wonende ouderen, er is meer muti-<br />
problematiek en het aantal chronisch zieken neemt toe.<br />
Versterking van de eerste lijn is noodzakelijk. Alleen op die<br />
manier kan de toenemende zorgvraag worden opgevangen,”<br />
aldus Harry Robberts.<br />
Harry Robberts, programmamanager Marketing en Innovatie Vierstroom<br />
“De huisarts fungeert als poortwachter.<br />
Hij moet een beroep kunnen<br />
doen op professionele zorgverleners,<br />
zoals de apotheek, fysiotherapeut,<br />
praktijkondersteuning, verpleging.<br />
Zij zijn de ogen en de oren van de<br />
huisarts. Ik geloof in dit model.”<br />
Aan het woord is Harry Robberts,<br />
programmamanager marketing en<br />
innovatie Vierstroom. Hij heeft een<br />
duidelijke visie op een toekomstbestendige<br />
eerstelijnszorg. “Naast<br />
dit model moeten we kijken naar<br />
zelfmanagement. Wat kunnen<br />
patiënten/cliënten zelf en welke<br />
tools hebben ze daarbij nodig?<br />
Ze moeten meer de regie nemen<br />
voor hun eigen gezondheid. Vooral<br />
de verpleging kan hierin een goede<br />
rol spelen. Zoals voorlichting en<br />
tijdelijke ondersteuning totdat<br />
mensen het zelf kunnen overnemen.<br />
Verpleegkundigen moeten vooral<br />
‘versterken’ als hun doelstelling<br />
hebben.”<br />
Kleinschalige teams in de wijk<br />
Hij geeft toe dat de bureaucratie en<br />
regelgeving is doorgeschoten.<br />
“We moeten de professionele ruimte<br />
teruggeven aan zorgverleners, op<br />
meerdere terreinen. Zoals voor de<br />
indicatiestelling, het overleg, het<br />
betrekken van andere zorgverleners.<br />
Het speelveld moet opnieuw worden<br />
ingericht.” En dat is precies waarvoor<br />
Vierstroom zich hard maakt. “We<br />
willen af van het productie-denken.<br />
18 <strong>Stroomlijn</strong> Jaargang 11 | Nummer 2 | Juni <strong>2011</strong>
De teams moeten zelfstandiger<br />
kunnen werken in de buurten, zodat<br />
ze zelf makkelijk kunnen schakelen<br />
met andere professionals. Eigen<br />
initiatief leidt tot verbetering van de<br />
kwaliteit en dat komt de patiënt<br />
ten goede. Denk aan coördinatie,<br />
zelfmanagement, de opzet van<br />
gezamenlijke ketens in de wijk. Het<br />
is de bedoeling dat in de wijken<br />
kleinschalige teams van verpleging<br />
en verzorging aan de slag gaan.<br />
Met ondersteuning vanuit het<br />
servicekantoor. Kleinschalig werken<br />
in een grootschalige organisatie.”<br />
Droom<br />
Dit gedachtegoed sluit naadloos<br />
aan bij de beleidsvoornemens van<br />
minister Schippers van VWS. Zij zet<br />
in op zorg dichtbij, in samenwerking<br />
tussen professionals in de wijk, met<br />
goede service en bereikbaarheid.<br />
Eén van de eerder genoemde plannen<br />
komt nu nauwelijks meer aan de<br />
orde, namelijk de overheveling van<br />
de AWBZ naar de zorgverzekering.<br />
“Er zijn veel financiële schotten”,<br />
erkent Harry Robberts. “De huisarts<br />
werkt vanuit de zorgverzekeringswet,<br />
thuiszorg vanuit de AWBZ.<br />
Dat maakt het soms behoorlijk<br />
lastig.” De overheid zet al goede<br />
stappen. Zoals de verschuiving van<br />
medisch specialistische verpleging in<br />
de thuiszorg van AWBZ-financiering<br />
naar de zorgverzekeringswet. Ook<br />
incidentele handelingen bij de<br />
patiënt thuis valt niet meer onder de<br />
AWBZ. “De verantwoordelijkheid ligt<br />
daarvoor bij de huisarts.” Hij waarschuwt:<br />
“Het gaat vooralsnog om<br />
beperkte, tijdelijke maatregelen.<br />
Daardoor lopen we het risico op<br />
verdere versnippering. Het mooiste<br />
is als de hele eerstelijnszorg onder<br />
de zorgverzekeringswet valt.” Hij is<br />
nuchter genoeg om te weten dat dat<br />
voorlopig nog een droom is.<br />
Pilots met kleine teams<br />
Daarom richt Harry zijn energie liever<br />
op de omslag naar kleine teams van<br />
verpleging en verzorging. “Er lopen<br />
een aantal pilots. In het kader van<br />
het Vilans-project In voor Zorg hebben<br />
twee coaches ons geholpen met<br />
de opzet van een business case en<br />
een stappenplan, voor de omslag<br />
van een bureaucratische organisatie<br />
naar kleinschalige teams, zichtbaar<br />
in de wijk. Tot de zomer werken tien<br />
teams op deze wijze. Ze worden<br />
stevig geschoold, want het is naast<br />
een andere manier van werken, ook<br />
een andere manier van denken. Dit<br />
heeft de naam: ‘Vierstroom in Vorm’,<br />
omdat we de professional in haar<br />
handelen centraal willen stellen. Dit<br />
bereiken we door het vormen van<br />
kleinschalige teams binnen een<br />
grootschalig verband. Het handelen<br />
van de teams is gericht op de wijk<br />
waar ze werken. We zijn hiermee in<br />
vorm, omdat we de zorg binnen de<br />
thuiszorg nu kwalitatief beter willen<br />
organiseren en dus letterlijk anders<br />
vormgeven.”<br />
Hij ziet goede resultaten. “Als je de<br />
verantwoording voor de zorg bij de<br />
teams legt, kunnen ze daar zelf veel<br />
meer richting aan geven. Ze hebben<br />
meer regelruimte, kunnen direct<br />
inspringen op zorgvragen professionals<br />
krijgen meer plezier in hun<br />
werk.”<br />
Midden in de transitie<br />
Gedachten over deze werkwijze zijn<br />
niet nieuw. “Al drie jaar geleden<br />
hebben we met 12 middelgrote<br />
thuiszorgorganisaties overlegd en<br />
dat heeft geleid tot het boekje<br />
‘Wenkend perspectief. Over verpleegkundige<br />
zorg in 2015 in de<br />
thuiszorg.’ “En nu brengen we dat in<br />
de praktijk”, zegt Harry tevreden.<br />
“We starten fasegewijs. We kijken<br />
naar de aanwezige competenties in<br />
de teams. De teams moeten groeien,<br />
van startend met veel ondersteuning,<br />
naar zelfstandig handelend<br />
met begeleiding op maat. We zitten<br />
midden in de transitie. Niet opgelegd<br />
vanuit het hoofdkantoor, de<br />
medewerkers moeten zelf bedenken<br />
wat goed is voor de wijk waar ze<br />
werken. Ze moeten ook aangeven<br />
wat ze nodig hebben, bijvoorbeeld<br />
aan kennis. Het verpleegkundig<br />
domein moet worden versterkt, dat<br />
wil zeggen: de huisarts, praktijkverpleegkundige,<br />
wijkverpleegkundige<br />
en verpleegkundig specialist die zich<br />
als keten inzetten voor de zorg in de<br />
buurt, naast andere professionals<br />
zoals apothekers, fysiotherapeuten<br />
en diëtisten.”<br />
Nieuw gezicht<br />
Gaat het lukken? Harry is even stil en<br />
zegt dan in alle eerlijkheid: “Het is<br />
spannend. Het is essentieel om de<br />
thuiszorgorganisatie een nieuw<br />
gezicht te geven. Dit gaat lukken,<br />
de medewerkers staan er achter,<br />
ze willen graag de regelruimte terug<br />
om hun vak meer inhoud te geven.<br />
Alle ontwikkelingen richten zich op<br />
zorg in de wijk. Dáár moet het plaatsvinden,<br />
met professionals en wijk -<br />
bewoners. De verpleegkundigen en<br />
verzorgenden moeten daarin ook<br />
een stem hebben. Het gaat in de wijk<br />
niet alleen om zorg, maar ook om<br />
welzijn en om het Wmo-aanbod.<br />
Bij het betrekken van al deze componenten<br />
heeft het versterken van<br />
wijkgericht werken een goede kans.<br />
Een zorgvraag gaat namelijk over<br />
domeingrenzen heen.”<br />
Zelfmanagement<br />
Hij wijst nadrukkelijk op het belang<br />
van zelfmanagement. “Ontzorgen<br />
voegt iets toe aan de kwaliteit van<br />
leven. De politiek ziet het als een<br />
middel voor betaalbare zorg, maar ik<br />
zie dat eerder als een neveneffect.<br />
De motor is de verantwoordelijkheid<br />
over eigen leven en gezondheid. We<br />
zetten daarom ook stevig in op het<br />
terrein van domotica. Bijvoorbeeld<br />
het aanreiken van medicatie op<br />
afstand. Met een kastje dat is aangesloten<br />
op internet. In dat kastje zit de<br />
medicatie op rollen. Op voorgeprogrammeerde<br />
tijden komt er een<br />
zakje met medicatie in een bakje.<br />
Zo is de patiënt niet meer afhankelijk<br />
van de zorgverlener voor de medicatie-inname.<br />
Dat zijn zinvolle<br />
ontwikkelingen.”<br />
<strong>Stroomlijn</strong> Jaargang 11 | Nummer 2 | Juni <strong>2011</strong> 19
Victor Chang (68), radioloog<br />
“Zolang het goed voelt,<br />
ga ik door”<br />
Victor Chang, radioloog<br />
Carla van Zuylen,<br />
senior communicatieadviseur<br />
Doorwerken na je 65ste, daar is veel discussie over. Victor<br />
Chang, jarenlang radioloog in het Groene Hart Ziekenhuis is<br />
op zijn 68ste voorlopig nog niet uitgewerkt. “Omdat ik nog<br />
steeds veel plezier heb in het werk.”<br />
Al 36 jaar is hij als radioloog werkzaam.<br />
Een beroep dat een enorme<br />
ontwikkeling heeft doorgemaakt<br />
de afgelopen decennia door alle<br />
technologische ontwikkelingen.<br />
Victor Chang: “Het beroep is niet erg<br />
bekend bij mensen, maar omvat vele<br />
aspecten. Een röntgenfoto of echo<br />
maken, MRI of CT scans maar in<br />
toenemende mate interventieradiologie.<br />
Een bekend voorbeeld van<br />
interventieradiologie is het dotteren<br />
van de bloedvaten. Door al die nieuwe<br />
ontwikkelingen is het vak heel<br />
uitgebreid en uitdagend. Het vergt<br />
wel dat je continu blijft leren en je<br />
inzet om de kennis eigen te maken.<br />
Dat maakt het voor mij juist zo<br />
boeiend. Er is nu wel een trend gaande<br />
om je op een deelgebied binnen<br />
de radiologie te bekwamen, een<br />
zogenaamde subspecialisatie.”<br />
Toestemming<br />
“Als specialist houdt het werk op<br />
als je 65 wordt, zo staat dat in het<br />
maatschapcontract en het toelatingscontract<br />
van het ziekenhuis.<br />
Ik heb het geluk gehad dat de maatschap<br />
mij vroeg om aan te blijven en<br />
de Raad van Bestuur van het Groene<br />
Hart Ziekenhuis daarmee instemde.<br />
Ik had nog steeds plezier in het werk<br />
en daarom wilde ik nog graag<br />
doorgaan. We hadden afgesproken<br />
om per jaar te bekijken hoe het<br />
ervoor stond. In december 2010 heb<br />
ik formeel afscheid genomen van<br />
het Groene Hart Ziekenhuis.<br />
Een paar jaar geleden was het nog<br />
20 <strong>Stroomlijn</strong> Jaargang 11 | Nummer 2 | Juni <strong>2011</strong>
vreemd als je wilde doorwerken na<br />
je 65ste, daar is inmiddels wel verandering<br />
in gekomen want in de toekomst<br />
zal iedereen wel moeten.<br />
Ik ken collega’s die ook nog graag<br />
door zouden willen gaan, maar je<br />
bent afhankelijk van de maatschap<br />
waar je deel van uitmaakt. Als de<br />
leden van de maatschap dat liever<br />
niet willen, om wat voor reden dan<br />
ook, dan houdt het op.”<br />
Suriname<br />
Maar stoppen is er nog niet bij want<br />
het interview vindt plaats in het<br />
ziekenhuis in Gouda en Victor Chang<br />
draagt een witte jas… “Ik woon<br />
inmiddels in Suriname, het land waar<br />
ik oorspronkelijk vandaan kom. Het<br />
is nu andersom, ik kom nu naar<br />
Nederland voor vakantie. Tijdens<br />
mijn verblijf hier werd me gevraagd<br />
of ik tijdelijk een zieke collega kon<br />
vervangen. En daarom ben ik nu hier<br />
weer even twee dagen per week aan<br />
het werk. Als er een beroep op me<br />
gedaan wordt, dan zeg ik geen nee.<br />
Ik ben blij om iedereen weer te zien,<br />
het voelt alsof ik niet ben weggeweest.”<br />
Maar ook in Suriname zit Victor<br />
Chang nog niet stil. “Ik werk in<br />
Suriname verder als radioloog. Daar<br />
is het heel normaal als je doorwerkt<br />
op latere leeftijd. Er zijn veel gepensioneerde<br />
specialisten uit Nederland<br />
Schilderij Victor Chang<br />
Schilderij Victor Chang<br />
die bij toerbeurt daar werken want er<br />
is veel behoefte aan ervaren specialisten.<br />
Zolang het goed voelt om te<br />
werken blijf ik gewoon doorgaan.<br />
Het bevalt me daar heel goed, de<br />
temperatuur is daar een stuk aangenamer<br />
dan in de wintermaanden<br />
hier. De kliniek waar ik werk is ook<br />
zeer modern, van vergelijkbaar<br />
niveau qua faciliteiten als hier in<br />
Nederland dus qua werk maakt het<br />
eigenlijk niet uit.<br />
De keuze om langer door te werken<br />
is heel persoonlijk. Ik ken ook collega’s<br />
die blij zijn als<br />
het pensioen in<br />
zicht komt. Wat ik<br />
zou willen is dat<br />
iedereen die dat<br />
wil, de mogelijkheid<br />
krijgt om<br />
door te werken na<br />
65. Maar niet om<br />
de tijd te vullen,<br />
dat is een slechte<br />
motivatie!” voegt<br />
hij er gelijk wel aan<br />
toe. “Je moet je<br />
wel voor de volle<br />
100% blijven inzetten<br />
en je moet iets<br />
te bieden hebben<br />
aan je collega’s in<br />
de maatschap en<br />
uiteraard ook aan<br />
je patiënten.”<br />
Schildertalent<br />
Voor de ontspanning schildert Victor<br />
Chang graag. Opvallend zijn de<br />
vrolijke circustaferelen maar ook<br />
Spaanse flamenco dansers en muzikanten<br />
zijn thema’s die je terugziet<br />
in zijn werk als schilder. “Het circus<br />
straalt vrolijkheid uit. Circusartiesten<br />
doen hun kunstjes en hebben veel<br />
lol in hun vak, dat zie je. Net als<br />
andere artiesten. Het lijkt vaak makkelijk<br />
wat ze doen maar het kost heel<br />
veel inzet en moeite om een act te<br />
leren en uit te voeren. Vrolijkheid<br />
en plezier uitstralen dat vind ik<br />
belangrijk.”<br />
Wat Victor Chang zelf betreft zit dat<br />
wel goed, hopelijk kunnen de patiënten<br />
in Suriname nog lang van zijn<br />
deskundigheid en inzet profiteren.<br />
De bezoekers van het Groene Hart<br />
Ziekenhuis kunnen in elk geval nog<br />
lang genieten van de kleurrijke<br />
schilderijen die Victor Chang bij zijn<br />
afscheid als cadeau heeft geschonken<br />
aan het Groene Hart Ziekenhuis.<br />
De gangen van de Blueland- en<br />
Jozeflocatie hangen vol met zijn<br />
prachtige werken. Een verpleger<br />
die ik op de terugweg tegenkwam<br />
vertelde me dat hij vaak positieve<br />
reacties hoort van patiënten<br />
en bezoekers. Een mooi<br />
compliment.<br />
<strong>Stroomlijn</strong> Jaargang 11 | Nummer 2 | Juni <strong>2011</strong> 21
Eigen Krachtconferentie<br />
legt<br />
het mandaat bij<br />
mensen zelf<br />
Lia Thorborg, journalist<br />
“Het is een burgerrecht, maar ook een plicht om verantwoor-<br />
delijkheid te nemen. Gebruik te maken van eigen kracht.”<br />
Aldus Hedda van Lieshout, stafmedewerker van de Stichting<br />
Eigen Kracht Centrale.<br />
“Dat kan alleen succesvol zijn,<br />
wanneer de posities van de burger<br />
en de professionele hulpverlener<br />
gelijkwaardig zijn. Daarom werkt<br />
Eigen Kracht-conferentie (EK-c) met<br />
coördinatoren, die als onafhankelijk<br />
procesbegeleider een objectieve<br />
neutraliteit inbrengen. Alleen zo<br />
kunnen families zelf de regie<br />
voeren.” Hedda beschrijft het voornaamste<br />
onderscheid tussen de<br />
werkwijze van EK-c en andere<br />
initiatieven ter ondersteuning van<br />
sociale netwerken. Ontstaan in<br />
Nieuw-Zeeland, waar de Maori’s de<br />
overheid overhaalden de kracht van<br />
familieverbanden te gebruiken om<br />
grootschalige uithuisplaatsing van<br />
kinderen te voorkomen, is EK-c sinds<br />
2001 in Nederland actief. In dat<br />
eerste jaar werden twintig EK-c’s<br />
gehouden, in 2010 duizend. “EK-c<br />
wordt door gemeenten en provincies<br />
ingezet in de jeugdzorg, de<br />
Wmo (onder meer voor ouderen), in<br />
Centra voor Jeugd en Gezin en bij<br />
Steunpunten Huiselijk Geweld. Er zijn<br />
ook woningbouwverenigingen, die<br />
EK-c’s aanbieden bij problemen. Het<br />
sluit aan bij de beleidstrend om het<br />
mandaat bij mensen zelf te leggen<br />
en hen zelf de verantwoordelijkheid<br />
te laten nemen.”<br />
Sociale netwerken – deel 3<br />
Via CJG<br />
De gemeente Gouda biedt EK-c aan<br />
via het CJG. De provincie Overijssel<br />
laat iedere jeugdzorgvraag eerst via<br />
een EK-c benaderen. In Amsterdam<br />
biedt Bureau Jeugdzorg hetzelfde en<br />
in Leiden de GGD Zuid-Holland<br />
Noord. “Deze instanties werken<br />
samen met EK-c en financieren de<br />
kosten (€ 3.500 per traject), maar zij<br />
organiseren de conferenties niet. Dat<br />
is cruciaal voor onze visie.” Iedereen<br />
kan overigens een conferentie aanvragen.<br />
Via de website gebeurt dat<br />
steeds vaker.<br />
De landelijke Stichting Eigen Kracht<br />
Centrale heeft twintig regiomanagers<br />
in dienst, die aanvragen aannemen<br />
en coördinatoren coachen.<br />
Deze coördinatoren zijn circa 500<br />
gewone burgers. Zij worden per EK-c<br />
betaald en zijn op afroep beschikbaar.<br />
“Een secretaresse, een gepensioneerde<br />
leerkracht, een logistiek<br />
medewerker van Schiphol. We hebben<br />
coördinatoren uit verschillende<br />
culturen, tezamen zijn zij 72 talen<br />
machtig. Zij werken nooit in de zorg<br />
en hebben geen kennis van de sociale<br />
kaart. Als vaardigheid brengen zij<br />
hun levenshouding in. In een driedaagse<br />
training leren ze om sociale<br />
kringen groter te maken, een EK-c te<br />
ondersteunen en faciliterend te werken<br />
zonder inhoudelijke hulp te verlenen.”<br />
22 <strong>Stroomlijn</strong> Jaargang 11 | Nummer 2 | Juni <strong>2011</strong>
Macht<br />
De resultaten van alle EK-c worden<br />
van meet af aan onderzocht. Uit de<br />
cijfers blijkt, dat families altijd in staat<br />
zijn de vraag te formuleren, de benodigde<br />
deskundigheid in te roepen en<br />
de continuïteit te borgen. Wat is dan<br />
de rol van de professionele hulpverlener?<br />
“Ook bij EK-c speelt de hulpverlener<br />
een belangrijke rol, maar<br />
anders dan we gewend zijn. Wie het<br />
lastig vindt macht af te staan, heeft<br />
het moeilijk. Voor wie oprecht de<br />
visie deelt, is het een kans. Als hulpverlener<br />
ben je geen onderdeel van<br />
de besluitvorming, je verleent hulp.<br />
In de kern gaat dit over emancipatie<br />
van cliënten,” zegt Van Lieshout. Dat<br />
zegt ook de titel van het Europese<br />
congres, dat EK-c in oktober in<br />
Utrecht organiseert: Democratizing<br />
Help and Welfare.<br />
Het inzicht verspreidt zich als een<br />
olievlek. Overal in de zorg. Daarom<br />
traint een nieuwe afdeling van<br />
EK-c sinds kort hulpverleners<br />
om vanuit die visie te werken.<br />
2010: bijna 10.000 mensen maakten<br />
Eigen Kracht-conferentie mee<br />
In 2010 maakten bijna 10.000 Nederlanders een Eigen Kracht-conferentie mee. Als hoofdpersoon<br />
voor wie een plan werd gemaakt of als familielid, vriend, bekende of professional.<br />
Bureau WESP heeft het rapport met de jaarcijfers van Eigen Kracht-conferenties in 2010 opgesteld.<br />
Ook in 2010 nam het aantal Eigen Kracht-conferenties sterk toe. Opvallend is de groei<br />
van het aantal Eigen Kracht-conferenties voor volwassenen en de verschuiving binnen<br />
Bureau Jeugdzorg van vrijwillig kader naar jeugdbescherming. Ook in 2010 was de tevredenheid<br />
van deelnemers en professionals groot.<br />
Het aantal aanvragen steeg met 20%. De toename was het sterkst in Overijssel, Gelderland,<br />
stadsregio Amsterdam en stadsregio Rotterdam. In 2010 kwam 20% van de aanvragen niet<br />
van een instantie, maar op initiatief van een familielid of de hoofdpersoon zelf. Het aantal<br />
aanvragen voor uitsluitend volwassenen nam dit jaar opnieuw toe met 27%. Deze Eigen<br />
Kracht-conferenties hebben meestal een andere thematiek dan wanneer alleen kinderen of<br />
kinderen én volwassenen betrokken zijn. Zo spelen vragen rondom zelfstandigheid, werk,<br />
financiën en huisvesting een belangrijkere rol. De aanvragen afkomstig van Bureau<br />
Jeugdzorg jeugdbescherming stegen met 28%. Ook het aantal aanvragen van Bureau<br />
Jeugdzorg jeugdreclassering nam relatief sterk toe.<br />
In meer dan 90% van de gevallen was het resultaat van de Eigen Kracht-conferentie een plan<br />
waar alle betrokkenen, ook professionals, mee aan het werk konden.<br />
Ongeveer tweederde van de hoofdpersonen, professionele aanvragers en familieleden is van<br />
mening dat de situatie na enkele maanden verbeterd is. Ongeveer 15% vindt dat de situatie<br />
hetzelfde gebleven is en gemiddeld 5% vindt dat de situatie verslechterd is.<br />
De tevredenheid van aanvragers, familie en kinderen/jongeren scoort vergelijkbaar met eerdere<br />
jaren. Op alle punten worden ruime voldoendes (boven de 7,5) gegeven.<br />
Kijk voor meer informatie over de Eigen Kracht Centrale op www.eigen-kracht.nl<br />
<strong>Stroomlijn</strong> Jaargang 11 | Nummer 2 | Juni <strong>2011</strong> 23
Ken uw streek<br />
Lekdijk in Ammerstol:<br />
idyllische plek om te wandelen<br />
Carla van Zuylen,<br />
senior communicatieadviseur<br />
Naam: Peter van Ieperen<br />
Functie: Eigenaar zorgboerderij<br />
‘Onder de iep’<br />
en fietsen<br />
Foto’s: Martin Droog<br />
Ammerstol is een klein dorpje met circa 1.500 inwoners, gelegen in de<br />
Krimpenerwaard. In 1322 kreeg het stadsrechten maar omdat dit te duur werd<br />
bevonden bleef Ammerstol toch een dorp. In het verleden waren de handel in<br />
zalm en de visafslag belangrijk voor de lokale economie. In 1985 ging Ammerstol<br />
op in de gemeente Bergambacht.<br />
Peter van Ieperen is samen met zijn vrouw eigenaar van zorgboerderij ‘Onder de<br />
Iep’, gelegen aan de Lekdijk in Ammerstol. “We wonen hier sinds 1994, vier jaar<br />
geleden is mijn vrouw Desiree gestart met de zorgboerderij. Wij ontvangen hier<br />
doordeweeks zo’n vier, maximaal vijf cliënten per dag voor dagbesteding. En<br />
één keer in de maand organiseren we een kinderweekend; kinderen met<br />
autisme of met een andere beperking komen dan logeren zodat hun ouders<br />
even de handen vrij hebben.<br />
Aan de dijk wonen is heel bijzonder, het heeft natuurlijk ook een beschermende<br />
werking tegen hoge waterstand. Het is daarnaast een stuk geschiedenis. De dijk<br />
is in de dertiende eeuw ontstaan. Oorspronkelijk was dit gebied een moeras,<br />
destijds zijn er sloten gegraven en is deze dijk aangelegd. Het heeft het gebied<br />
leefbaar gemaakt. De Lekdijk is een mooie plek, zo pal aan de rivier. Het is een<br />
idyllisch plekje om te wandelen en te fietsen, je komt zo bij het oude Zanen terrein,<br />
een mooi natuurgebied waar je tussen de rietkragen door kunt lopen.<br />
Na de lunch wandel ik wel eens met cliënten naar het oude mannenhuis aan het<br />
einde van de bebouwing van Ammerstol, daar genieten ze erg van. Dit gebouw<br />
staat pal boven het water. De schepen varen daar zo voorbij. Vroeger was dit het<br />
tolhuis. Het gebouw mag vooralsnog blijven staan, wel zijn ze bezig om het in<br />
de oude situatie te herstellen. De dijkverzwaring heeft een enorme impact, lange<br />
tijd zal de dijk slecht begaanbaar zijn. Bij ons deel komt een zogenaamde diepwand<br />
die volgestort wordt met beton. Het is nodig om de veiligheid te garanderen<br />
zodat de bijna zes kilometer lange rivierdijk in 2015 weer voldoet aan de<br />
wettelijke eisen.<br />
Bijzonder is ook dat aan de Lekdijk de oudste Esdoorn van Nederland staat.<br />
Omstreeks 1760 werd de boom daar geplant en is sindsdien beeldbepalend.<br />
Gevreesd werd dat de boom moest verdwijnen in verband met de dijkverzwaring<br />
maar een actie hiertegen had succes: de boom blijft gespaard.”